LC High Tech & Innovatie Special

5
High Tech & Innovatie special De topsector High Tech Syste- men & Materialen (HTSM) speelt een essentiële rol in het beden- ken en realiseren van oplossin- gen voor de wereldwijde maat- schappelijke uitdagingen op het gebied van gezondheid, mobili- teit, energie, veiligheid en klimaat. Om ontwikkelingen op dit gebied te versnellen hebben bedrijven en kennisinstellingen hun gezamenlijke ambities voor onderzoek vastgelegd in de Ken- nis- en Innovatieagenda 2016- 2019, uitgewerkt in 17 roadmaps. De Nederlandse hightech werkt intensief samen met andere sectoren en wetenschappe- lijke disciplines. Zo is de brede onderzoeks- agenda 'Smart Industry' als sectoroverstijgende roadmap ondergebracht binnen de topsector HTSM. In december 2015 heeft de topsector HTSM besloten middelen vrij te maken om vier Smart Industry FieldLabs versneld van start te kunnen laten gaan. En Noord-Nederland heeft natuurlijk zelf het initiatief 'Region of Smart Factories' ontwikkeld. Andere mooie voorbeel- den zijn de samenwerking van HTSM met Agri & Food en Tuinbouw & Uitgangsmaterialen op het belangrijke terrein van 'Smart Farming' en de samenwerking op het gebied van compo- sietmaterialen, waar Nederland een sterke positie in heeft. Dagelijks zien we de voorbeelden van innovatief mkb: bij de optimalisering van productie- processen, maar ook de introductie van nieuwe technologische oplossingen bij grotere bedrij- ven. Het mkb is cruciaal voor de dynamiek, werkgelegenheid, innovatie en groei binnen de hightech sector. Ik ben daarom ook bijzonder verheugd met het voornemen van de drie Noor- delijke Provincies om ook in 2016 weer bij te dragen aan de regeling MKB Innovatiestimule- ring Topsectoren (MIT). Dit is een succesvolle regeling die goed aansluit op de ondernemers- behoefte en waarmee het afgelopen jaar veel mkb-bedrijven hun kennis- en marktpositie hebben kunnen versterken. De ambitie van de topsector HTSM is om Nederland door innovatie en exportgroei inter- nationaal tot de top te laten blijven behoren. Om dit te kunnen realiseren moeten zowel bedrijven als onderzoeksorganisaties hun R&D-investe- ringen in Nederland verder opvoeren en moeten we ervoor zorgen dat we genoeg talent, kennis en kunde binnen de sector krijgen en houden. Daarom investeren we ook in Centra voor Innovatief Vakmanschap (mbo) en Centers of Expertise (hbo). Samen komen we verder in de regio, in Neder- land én op het internationale speelveld. Amandus Lundqvist, Boegbeeld Topteam HTSM Voorwoord De maakindustrie is een van de be- langrijkste economische pijlers in Noord-Nederland. Met de Taskforce High Tech Systems & Materials (HTSM) wordt die noordelijke maakindustrie een nieuw tijdperk binnengeloodst. Naast de inzet van de nieuwste (informatie)technolo- gie is flexibele samenwerking tus- sen bedrijven – groot en klein - en kennisinstellingen daarbij van we- zenlijk belang. Rob Goossens, di- recteur bij Fokker Aerostructures in Hoogeveen, gelooft in de taskforce. “We hebben voldoende kennis en massa om wereldwijd competitief te zijn. Zolang we be- reid zijn om over de provinciegren- zen heen te kijken en samenwerking te zoeken.” Tekst: Fred Ootjers Volgens Rob Goossens, vice president & managing director Special Products van Fokker Aerostructures B.V. heeft de maakindustrie in Noord-Nederland de toekomst. Samen met vertegenwoordigers van Phi- lips Consumerlifestyle, ASTRON, de Hanzehoge- school, de Rijksuniversiteit Groningen, het Innova- tiecluster Drachten, diverse lokale overheden en de Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij Noord- Nederland (NOM) zit Goossens in de Taskforce HTSM, dat diverse initiatieven ontplooit om de maakindustrie in Noord-Nederland op de kaart te zetten. Speerpunten zijn Embedded Intelligence (op basis van informatietechnologie), Advanced Materi- als (nieuwe materialen en/of nieuwe productietech- nieken), Adaptive Manufacturing (de ontwikkeling van Smart Factories door middel van samenwer- king via internet en Big Data) en High Tech Instru- mentation (innovaties op gebied van optica, mecha- nica en elektronica). Competitiekracht vergroten “De maakindustrie is in Noord-Nederland, meer nog dan de dienstensector of de kenniseconomie, van groot belang voor de economie. De regio kent tal van high tech productiebedrijven die voorop lopen. Grote bedrijven als Fokker en Philips, maar ook veel kleine, flexibele start-ups. Er is veel kennis op gebied van ict en materiaaltechnologie, maar die is ver- snipperd over bedrijven en kennisinstituten. Dan is het zaak om over de provinciegrenzen heen te kijken en samenwerking te zoeken. Met de taskforce HTSM slagen we daar in toenemende mate in. Grotere be- drijven werken samen met kleine, innovatieve en flexibele organisaties en kennisinstituten om kennis en ervaring over verbetering van productieprocessen uit te wisselen. Nieuwe, gedigitaliseerde productie- processen vergroten de competitiekracht van de re- gio.” Slimme fabrieken Eén van de projecten van de Taskforce is de Region of Smart Factories (RoSF). Dit project, waarmee de concurrentiepositie van de maakindustrie in Noord- Nederland wordt versterkt en waaraan inmiddels meer dan dertig bedrijven en kennisinstellingen meewerken, richt zich op de ontwikkeling van Smart Factories. Goossens kent het resultaat, want bij Fok- ker werd, door samenwerking met andere noorde- lijke bedrijven in één slimme, fors gedigitaliseerde fa- briek, een sterk verbeterde composietenfabricage gerealiseerd. Het is de eerste stap naar voorspel- baar (lees: foutloos) produceren. “Digitalisering maakt het mogelijk om snel en efficiënt samen te werken, nieuwe, klantspecifieke fabricageprocessen te ontwikkelen en deze processen ook foutloos en dus veel efficiënter uit te voeren. Daarmee kun je de kostprijs drukken en je competitiviteit vergroten.” Meer informatie over de Taskforce HTSM en de Region of Smart Factories is te vinden op de web- sites www.htsm-nn.nl en www.nom.nl TASKFORCE HIGH TECH SYSTEMS & MATERIALS Nieuwe, slimme maakindustrie maakt Noord-Nederland weer competitief Om op lange termijn succesvol te zijn is het voor MKB bedrijven niet alleen belangrijk om bestaande pro- ducten of diensten continue te ver- beteren, maar is het ook van belang om radicaal te innoveren. Radicale innovatie verwijst hierbij naar het creëren van producten en diensten die nieuw zijn voor de markt. De Erasmus Concurrentie en Innova- tie Monitor 2015 geeft aan dat Noord-Nederland het opvallend goed doet op het vlak van radicale innovatie. Toch zijn er ook grote verschillen tussen organisaties. Zo zijn sommige high-tech bedrijven heel goed in het vermarkten van doorbraak technologieën, terwijl anderen er maar moeilijk in slagen om de markt te betreden met radi- caal nieuwe diensten en producten. In 2015 voerde Professor Dries Faems van de Rijks- universiteit Groningen in samenwerking met het Samenwerkingsverband Noord Nederland (SNN) een diepgaand onderzoek uit naar de innovatie acti- viteiten bij 270 Noord-Nederlandse MKB bedrijven. Op basis van deze data werd een analyse uitgevoerd naar de factoren die verklaren waarom sommige Noord-Nederlandse MKB bedrijven meer radicaal innoveren dan anderen. Een eerste belangrijke fac- tor is het investeren in onderzoek en ontwikkeling. Hoe meer bedrijven investeren in onderzoek en ont- wikkeling, hoe groter de kans of radicale innovatie. Tegelijkertijd geven de bevraagde Noord Neder- landse MKB bedrijven aan dat gebrek aan financiële middelen juist de belangrijkste belemmerende fac- tor is voor innovatie. Bovendien geven nationale sta- tistieken consistent aan dat in Noord Nederland minder wordt geïnvesteerd in onderzoek en ontwik- keling dan in andere Nederlandse regio’s. Kortom er bestaat een duidelijke spanning tussen de noodzaak om radicaal te innoveren en het verkrijgen van geld daarvoor. Een tweede factor die de radicale innovatiekracht van Noord Nederlandse MKB bedrijven bepaald is het menselijk kapitaal. In het onderzoek verhoudt het percentage van hoogopgeleide werknemers zich positief tot de mate van radicale innovatie binnen MKB bedrijven. De respondenten gaven aan dat ze op dit moment geen moeite hebben met het vinden van (hoogopgeleid ) personeel voor innovatie- projecten. Het Centraal Bureau voor de Statistiek voorspelt echter dat, in de toekomst, de potentiële beroepsbevolking in Noord Nederland zal afnemen en dat deze afname sterker is dan het nationale gemiddelde. Het aantrekken van menselijk kapitaal lijkt dan ook een cruciale uitdaging voor de Noord Nederlandse regio om de ambitieuze doelstellingen van de Noord Nederlandse innovatie agenda waar te maken. Een laatste factor die naar voren komt uit het onderzoek is het belang van organisatorische inno- vatie. Wanneer Noord Nederlandse MKB bedrijven succesvol willen zijn in radicale innovatie moeten ze niet alleen investeren in technologische middelen en mensen, maar moeten ze ook een innovatieve werk- context creëren waarin financiële investeringen en de creativiteit van de werknemers optimaal kunnen renderen. Deze bevindingen sluiten naadloos aan bij de resultaten van de Erasmus Concurrentie en Innovatie Monitor 2015 die het belang van sociale innovatie beklemtoont. Dries Faems is Hoogleraar Innovatie en Organisa- tie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Radicale Innovatiekracht van het Noord-Nederlandse MKB Rob Goossens (Fokker Aerostructures/Taskforce HTSM): “Noord-Nederland heeft de kennis en de massa om wereldwijd competitief te zijn.”

description

High Tech & Innovatie Special Leeuwarder Courant 2015

Transcript of LC High Tech & Innovatie Special

High Tech & Innovatie special

De topsector High Tech Syste-men & Materialen (HTSM) speelteen essentiële rol in het beden-ken en realiseren van oplossin-gen voor de wereldwijde maat-schappelijke uitdagingen op hetgebied van gezondheid, mobili-teit, energie, veiligheid en klimaat. Om ontwikkelingen opdit gebied te versnellen hebbenbedrijven en kennisinstellingenhun gezamenlijke ambities vooronderzoek vastgelegd in de Ken-nis- en Innovatieagenda 2016-2019, uitgewerkt in 17 roadmaps.

De Nederlandse hightech werkt intensief

samen met andere sectoren en wetenschappe-

lijke disciplines. Zo is de brede onderzoeks-

agenda 'Smart Industry' als sectoroverstijgende

roadmap ondergebracht binnen de topsector

HTSM. In december 2015 heeft de topsector

HTSM besloten middelen vrij te maken om vier

Smart Industry FieldLabs versneld van start te

kunnen laten gaan. En Noord-Nederland heeft

natuurlijk zelf het initiatief 'Region of Smart

Factories' ontwikkeld. Andere mooie voorbeel-

den zijn de samenwerking van HTSM met Agri

& Food en Tuinbouw & Uitgangsmaterialen op

het belangrijke terrein van 'Smart Farming' en

de samenwerking op het gebied van compo-

sietmaterialen, waar Nederland een sterke

positie in heeft.

Dagelijks zien we de voorbeelden van innovatief

mkb: bij de optimalisering van productie-

processen, maar ook de introductie van nieuwe

technologische oplossingen bij grotere bedrij-

ven. Het mkb is cruciaal voor de dynamiek,

werkgelegenheid, innovatie en groei binnen de

hightech sector. Ik ben daarom ook bijzonder

verheugd met het voornemen van de drie Noor-

delijke Provincies om ook in 2016 weer bij te

dragen aan de regeling MKB Innovatiestimule-

ring Topsectoren (MIT). Dit is een succesvolle

regeling die goed aansluit op de ondernemers-

behoefte en waarmee het afgelopen jaar veel

mkb-bedrijven hun kennis- en marktpositie

hebben kunnen versterken.

De ambitie van de topsector HTSM is om

Nederland door innovatie en exportgroei inter-

nationaal tot de top te laten blijven behoren. Om

dit te kunnen realiseren moeten zowel bedrijven

als onderzoeksorganisaties hun R&D-investe-

ringen in Nederland verder opvoeren en moeten

we ervoor zorgen dat we genoeg talent, kennis

en kunde binnen de sector krijgen en houden.

Daarom investeren we ook in Centra voor

Innovatief Vakmanschap (mbo) en Centers of

Expertise (hbo).

Samen komen we verder in de regio, in Neder-

land én op het internationale speelveld.

Amandus Lundqvist,

Boegbeeld Topteam HTSM

Voorwoord

De maakindustrie is een van de be-langrijkste economische pijlers inNoord-Nederland. Met de TaskforceHigh Tech Systems & Materials(HTSM) wordt die noordelijkemaakindustrie een nieuw tijdperkbinnengeloodst. Naast de inzet vande nieuwste (informatie)technolo-gie is flexibele samenwerking tus-sen bedrijven – groot en klein - enkennisinstellingen daarbij van we-zenlijk belang. Rob Goossens, di-recteur bij Fokker Aerostructuresin Hoogeveen, gelooft in detaskforce. “We hebben voldoendekennis en massa om wereldwijdcompetitief te zijn. Zolang we be-reid zijn om over de provinciegren-zen heen te kijken en samenwerkingte zoeken.”

Tekst: Fred Ootjers

Volgens Rob Goossens, vice president & managing

director Special Products van Fokker Aerostructures

B.V. heeft de maakindustrie in Noord-Nederland de

toekomst. Samen met vertegenwoordigers van Phi-

lips Consumerlifestyle, ASTRON, de Hanzehoge-

school, de Rijksuniversiteit Groningen, het Innova-

tiecluster Drachten, diverse lokale overheden en de

Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij Noord-

Nederland (NOM) zit Goossens in de Taskforce

HTSM, dat diverse initiatieven ontplooit om de

maakindustrie in Noord-Nederland op de kaart te

zetten. Speerpunten zijn Embedded Intelligence (op

basis van informatietechnologie), Advanced Materi-

als (nieuwe materialen en/of nieuwe productietech-

nieken), Adaptive Manufacturing (de ontwikkeling

van Smart Factories door middel van samenwer-

king via internet en Big Data) en High Tech Instru-

mentation (innovaties op gebied van optica, mecha-

nica en elektronica).

Competitiekracht vergroten“De maakindustrie is in Noord-Nederland, meer nog

dan de dienstensector of de kenniseconomie, van

groot belang voor de economie. De regio kent tal

van high tech productiebedrijven die voorop lopen.

Grote bedrijven als Fokker en Philips, maar ook veel

kleine, flexibele start-ups. Er is veel kennis op gebied

van ict en materiaaltechnologie, maar die is ver-

snipperd over bedrijven en kennisinstituten. Dan is

het zaak om over de provinciegrenzen heen te kijken

en samenwerking te zoeken. Met de taskforce HTSM

slagen we daar in toenemende mate in. Grotere be-

drijven werken samen met kleine, innovatieve en

flexibele organisaties en kennisinstituten om kennis

en ervaring over verbetering van productieprocessen

uit te wisselen. Nieuwe, gedigitaliseerde productie-

processen vergroten de competitiekracht van de re-

gio.”

Slimme fabriekenEén van de projecten van de Taskforce is de Region

of Smart Factories (RoSF). Dit project, waarmee de

concurrentiepositie van de maakindustrie in Noord-

Nederland wordt versterkt en waaraan inmiddels

meer dan dertig bedrijven en kennisinstellingen

meewerken, richt zich op de ontwikkeling van Smart

Factories. Goossens kent het resultaat, want bij Fok-

ker werd, door samenwerking met andere noorde-

lijke bedrijven in één slimme, fors gedigitaliseerde fa-

briek, een sterk verbeterde composietenfabricage

gerealiseerd. Het is de eerste stap naar voorspel-

baar (lees: foutloos) produceren. “Digitalisering

maakt het mogelijk om snel en efficiënt samen te

werken, nieuwe, klantspecifieke fabricageprocessen

te ontwikkelen en deze processen ook foutloos en dus

veel efficiënter uit te voeren. Daarmee kun je de

kostprijs drukken en je competitiviteit vergroten.”

Meer informatie over de Taskforce HTSM en de

Region of Smart Factories is te vinden op de web-

sites www.htsm-nn.nl en www.nom.nl

TASKFORCE HIGH TECH SYSTEMS & MATERIALS

Nieuwe, slimme maakindustrie maaktNoord-Nederland weer competitief

Om op lange termijn succesvol tezijn is het voor MKB bedrijven nietalleen belangrijk om bestaande pro-ducten of diensten continue te ver-beteren, maar is het ook van belangom radicaal te innoveren. Radicaleinnovatie verwijst hierbij naar hetcreëren van producten en dienstendie nieuw zijn voor de markt. DeErasmus Concurrentie en Innova-tie Monitor 2015 geeft aan datNoord-Nederland het opvallendgoed doet op het vlak van radicaleinnovatie. Toch zijn er ook groteverschillen tussen organisaties. Zozijn sommige high-tech bedrijvenheel goed in het vermarkten vandoorbraak technologieën, terwijlanderen er maar moeilijk in slagenom de markt te betreden met radi-caal nieuwe diensten en producten.

In 2015 voerde Professor Dries Faems van de Rijks-

universiteit Groningen in samenwerking met het

Samenwerkingsverband Noord Nederland (SNN)

een diepgaand onderzoek uit naar de innovatie acti-

viteiten bij 270 Noord-Nederlandse MKB bedrijven.

Op basis van deze data werd een analyse uitgevoerd

naar de factoren die verklaren waarom sommige

Noord-Nederlandse MKB bedrijven meer radicaal

innoveren dan anderen. Een eerste belangrijke fac-

tor is het investeren in onderzoek en ontwikkeling.

Hoe meer bedrijven investeren in onderzoek en ont-

wikkeling, hoe groter de kans of radicale innovatie.

Tegelijkertijd geven de bevraagde Noord Neder-

landse MKB bedrijven aan dat gebrek aan financiële

middelen juist de belangrijkste belemmerende fac-

tor is voor innovatie. Bovendien geven nationale sta-

tistieken consistent aan dat in Noord Nederland

minder wordt geïnvesteerd in onderzoek en ontwik-

keling dan in andere Nederlandse regio’s. Kortom er

bestaat een duidelijke spanning tussen de noodzaak

om radicaal te innoveren en het verkrijgen van geld

daarvoor.

Een tweede factor die de radicale innovatiekracht van

Noord Nederlandse MKB bedrijven bepaald is het

menselijk kapitaal. In het onderzoek verhoudt het

percentage van hoogopgeleide werknemers zich

positief tot de mate van radicale innovatie binnen

MKB bedrijven. De respondenten gaven aan dat ze

op dit moment geen moeite hebben met het vinden

van (hoogopgeleid ) personeel voor innovatie-

projecten. Het Centraal Bureau voor de Statistiek

voorspelt echter dat, in de toekomst, de potentiële

beroepsbevolking in Noord Nederland zal afnemen

en dat deze afname sterker is dan het nationale

gemiddelde. Het aantrekken van menselijk kapitaal

lijkt dan ook een cruciale uitdaging voor de Noord

Nederlandse regio om de ambitieuze doelstellingen

van de Noord Nederlandse innovatie agenda waar te

maken.

Een laatste factor die naar voren komt uit het

onderzoek is het belang van organisatorische inno-

vatie. Wanneer Noord Nederlandse MKB bedrijven

succesvol willen zijn in radicale innovatie moeten ze

niet alleen investeren in technologische middelen en

mensen, maar moeten ze ook een innovatieve werk-

context creëren waarin financiële investeringen en de

creativiteit van de werknemers optimaal kunnen

renderen. Deze bevindingen sluiten naadloos aan

bij de resultaten van de Erasmus Concurrentie en

Innovatie Monitor 2015 die het belang van sociale

innovatie beklemtoont.

Dries Faems is Hoogleraar Innovatie en Organisa-

tie aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Radicale Innovatiekracht vanhet Noord-Nederlandse MKB

Rob Goossens (Fokker Aerostructures/Taskforce HTSM): “Noord-Nederland heeft de kennis en demassa om wereldwijd competitief te zijn.”

High Tech & Innovatie special

Het realiseren van product- endienstinnovaties vraagt om meerdan alleen investeringen in onder-zoek en ontwikkeling (R&D). Inno-vatieve manieren van organiseren,managen, werken en samenwerken– sociale innovatie – vormen eenminstens zo belangrijke bron vanconcurrentie-voordeel. Bevindin-gen van de Erasmus Concurrentieen Innovatie Monitor 2015 tonenaan dat de high tech sector boven-gemiddeld scoort op meerdere in-dicatoren van innovatie. De regioNoordoost Nederland kent echtereen meer gefragmenteerd beeld opde verschillende typen innovatie.

Tekst: Henk Volberda & Kevin Heij, INSCOPE –

Research for Innovation/ Rotterdam School of Ma-

nagement, Erasmus Universiteit Rotterdam

Ontwikkelingen als kortere productlevenscycli, toe-

nemende globalisatie, en veranderende voorkeuren

van klanten maken bestaande concurrentievoorde-

len van organisaties minder vanzelfsprekend. Inno-

vatie wordt als cruciale aanjager gezien van het

creëren van nieuwe concurrentievoordelen. Veelal

wordt innovatie geassocieerd met technologie waar-

bij investeringen in R&D of het aantal patenten pro-

minente indicatoren zijn. Nieuwe technologische

kennis verkregen door R&D-investeringen verklaart

echter maar in beperkte mate het innovatiesucces

van organisaties. Innovatieve organisatievormen,

het ontwikkelen van nieuwe managementvaardig-

heden, het realiseren van hoogwaardige arbeidsre-

laties, en co-creatie worden gezien als belangrijke

aanvullende bronnen van concurrentievoordeel die

minstens net zo belangrijk zijn als technologische

innovatie. Deze niet-technologische aspecten van

innovatie staan ook wel bekend als sociale innovatie.

Het onderzoeksinstituut INSCOPE – Research for

Innovation van de Erasmus Universiteit Rotterdam

voert – sinds 2006 – jaarlijks de Erasmus Concur-

rentie en Innovatie Monitor uit: één van de meest

grootschalige jaarlijkse onderzoeken naar verschil-

lende typen innovatie in Nederland. Zo komt uit de

analyse van de data van deze monitor naar voren dat

de high tech sector gekenmerkt wordt door een hoge

mate van R&D-investeringen (12,6% boven het lan-

delijk gemiddelde) en ICT-investeringen (4,5%

boven het landelijke gemiddelde), zie ook Figuur 1.

Ook op sociale innovatie is de high tech sector bo-

vengemiddeld (+5,9%) actief. De high tech sector

voert eveneens de ranglijst aan van de onderzochte

sectoren wat betreft de meer incrementeel nieuwe

product- en dienstinnovaties (verbeterde producten

en diensten voor bestaande klanten en markten) en

de meer radicaal nieuwe product- en dienstinnova-

ties (nieuwe producten en diensten

voor nieuwe markten en klanten).

Dit gaat om achter-

eenvolgens 10,5% en 18,7% boven

het landelijk gemiddelde.

Een voorbeeld van een organisatie

uit de high tech sector die in staat

is om technologische innovatie en

sociale innovatie handzaam te

combineren is de winnaar van de

Erasmus Innovatie Award 2015:

Resato International B.V. uit

Roden. Deze organisatie ontwik-

kelt en fabriceert componenten en

systemen op het gebied van hoge-

druktoepassingen, waaronder een

waterstraalsnijmachine: de ACM

waterjet. Mogelijkheden voor

eigen initiatief

van medewer-

kers, tolerantie voor het maken

van fouten, kennisdeling en leren

nemen een prominente positie in

bij het bedrijf uit Roden.

Over de gehele linie bekeken blijft

de regio Noordoost Nederland

(postcodegroep 8000-9999) ech-

ter achter op sociale innovatie

ten opzichte van het landelijk ge-

middelde. Dit gaat om een ver-

schil van 1,4%, zie ook Figuur 2.

Ook wat betreft de meer incre-

menteel nieuwe product- en dien-

stinnovaties blijft de regio

Noordoost Nederland achter (-

6,0%) in vergelijking met het lan-

delijk gemiddelde. Daar staat

tegenover dat de regio wel boven

het landelijk gemiddelde scoort

(+3,0%) op de meer radicaal

nieuwe product- en dienstinno-

vaties.

Uit de data van de Erasmus Concurrentie en Inno-

vatie Monitor 2015 komt naar voren dat de high tech

sector in vergelijking met andere sectoren in Ne-

derland de ranglijst aanvoert wat betreft R&D-in-

vesteringen, ICT-investeringen, en op product- en

dienstinnovaties. Op sociale innovatie scoort deze

sector eveneens bovengemiddeld. De regio Noord-

oost Nederland scoort boven het landelijk gemid-

delde op radicale product- en dienstinnovaties, maar

blijft achter op sociale innovatie en incrementele

product- en dienstinnovaties. Deze regio dient nog

wel een sprong te maken om de prestaties van de

voorhoedespeler op sociale innovatie en product- en

dienstinnovaties te evenaren: de regio Midden-/

Oost-Brabant waar de high tech campus in Eindho-

ven onderdeel van uitmaakt. Sociale innovatie vormt

daar een voornaam handvat toe.

Sociale innovatie als aanjager van nieuweconcurrentievoordelen

Figuur 1: Mate van R&D-investeringen, ICT-investeringen,

en sociale innovatie per sector.

Mate van sociale innovatie cq. R&D en ICT-investeringen persector ten opzichte van alle observaties tezamen (in %)

Figuur 2: Mate van sociale innovatie per regio.

Ze werden in 2014 uitgeroepen totFriese Onderneming van het jaar.Een voorlopige kroon op het werkvan een bedrijf dat nog maar eenrelatief jonge geschiedenis kent,maar onder de naam ZiuZ in dewereld van de visuele intelligentieis uitgegroeid tot een wereldspeler.

Tekst: Fred Ootjers

Het is niet direct de plek waar je een high tech

onderneming als ZiuZ Visual Intelligence zou ver-

wachten: tegen het centrum aan van het Friese

stadje Gorredijk, waar ze een modern bedrijfsge-

bouw deelt met de Rabobank.

Onwillekeurig denk je toch meer aan een

plek als de Zuid-as bij Amsterdam of een

bedrijventerrein bij Eindhoven. "Is dat

zo?", lacht Gerrit Baarda, samen met Ed

van den Brand in 2002 oprichter van ZiuZ.

"Onze roots zijn anders zo Fries als het

maar kan zijn: we zijn begonnen boven

een garage in Waskemeer. Ik heb als pro-

grammeur bij IBM in het verleden

natuurlijk veel buiten de provincie Fries-

land gewerkt, maar toen we ZiuZ

oprichtten was er geen enkele noodzaak

om daar de provinciegrens voor over te

gaan. De producten die we hier ontwikke-

len zijn zodanig specifiek en gericht op een

nichemarkt, dat de vestigingsplaats er

minder toe doet. Noodzakelijk is vooral de

aanwezigheid van hoogwaardige kennis.

En die hebben we hier in de regio gelukkig

voldoende voorhanden."

Zo trad ZiuZ afgelopen zomer toe tot het

Innovatie Cluster Drachten, een samen-

werkingsverband van high tech bedrijven

in de regio Drachten. De participerende bedrijven

houden zich bezig met de ontwikkeling, productie

en verkoop van high tech producten en hebben geza-

menlijk ruim 2700 medewerkers in dienst van wie

850 product-ontwikkelaars. Baarda: "Om nog maar

even een paar cijfers te noemen: in de regio Drach-

ten wordt jaarlijks meer dan 100 miljoen euro

geïnvesteerd in onderzoek en ontwikkeling. Dat

komt neer op 10 tot 20% van de totale omzet die aan

R&D wordt uitgegeven. Voor afgestudeerden met

ambities liggen er hier in de regio dus de wereld aan

uitdagingen. Letterlijk de wereld: als ZiuZ halen we

meer dan de helft van onze omzet uit de Verenigde

Staten. We hebben in het Friesland House in New

York een eigen kantoor, maar doen daarnaast zaken

met zo'n 48 landen."

Die zaken betreffen vooral het ontwikkelen en ver-

vaardigen van praktische en gebruiksvriendelijke

oplossingen voor politie- en veiligheidsdiensten en

de farmaceutische wereld. "We werken hier vanuit

een maatschappelijke

betrokkenheid. We zijn

weliswaar een commer-

cieel bedrijf met zo'n

vijftig medewerkers,

maar we willen met onze

producten een wezen-

lijke bijdrage leveren aan

maatschappelijk rele-

vante problemen. Zo'n

probleem is bijvoorbeeld

de explosieve groei van

de hoeveelheid digitaal

beeldmateriaal en hoe

die te beheersen, orde-

nen en herkennen."

"Nemen we als voorbeeld

kindermisbruik. Bij een

inval door de politie wor-

den 500.000 plaatjes en

1000 uur video in beslag

genomen. Het is dan

ondoenlijk voor de

politie dat allemaal door

te nemen. Met inzet van onze software worden

bepaalde beelden -bijvoorbeeld die van één speci-

fiek slachtoffer- herkent. Doel is om de politie via

het slachtoffer bij de dader te brengen. Hoe eerder

hoe liever, liefst zo dicht mogelijk bij 'het moment

van heterdaad'. Dat moment komt dankzij de inzet

van onze producten en de voortdurende innovaties,

steeds dichter bij."

Behalve bij de Nederlandse politie worden de syste-

men van ZiuZ ook gebruikt door onder andere

Interpol en FBI. Baarda: "Met inzet van onze syste-

men koppelen we zo'n 48 landen aan elkaar. Met

elkaar werkt dat als een net dat steeds fijnmaziger

wordt en dat zich sneller om een dader sluit. De pak-

kans wordt groter, er wordt aanzienlijk op het

budget bespaard en politiemensen krijgen meer tijd

om zich met andere, even belangrijke zaken bezig te

houden die anders vertraging oplopen."

Voor de farmaceutische sector ontwikkelde ZiuZ

hardware waarmee de persoonsgebonden dosering

medicijnen voor patiënten wordt gecontroleerd. Die

dosering wordt in plastic zakjes gedaan, geseald en

als een strip aan de gebruiker verstrekt. "De erva-

ring leert dat er dan altijd de kans bestaat dat er bij

die dosering iets mis gaat. Het verkeerde medicijn

op het verkeerde moment of te veel of te weinig

medicijnen. Onze apparatuur 'leest' de medicijnen

naar vorm en kleur, waarmee het risico verkleint

wordt van 1,3 op 1.000.000. Ook deze machines

worden inmiddels wereldwijd toegepast bij onder

andere ziekenhuizen, zorgcentra en apothekers.

Developed by ZiuZ, Gorre-

dijk, Friesland."

www.ziuz.com

ZIUZ VISUAL INTELLIGENCE

Developed by ZiuZ. Gorredijk. Friesland.

High Tech & Innovatie special

“De technische professional van detoekomst zoekt geen baan, hij creë-ert een baan.” Dat zegt Hans Drijf-hout, directeur Instituut Techniekaan de NHL Hogeschool te Leeu-warden. Dit instituut kent maarliefst acht lectoraten die aan tech-niek gerelateerd zijn. Waarmee hetbelang van techniek binnen de ho-geschool niet beter kan worden on-derstreept. Volgens lector PeterJoore speelt crosssectoraal onder-wijs, waarbij kruisverbanden tus-sen verschillende opleidingen wor-den gelegd, daarin een essentiëlerol. “We willen op het kruisvlak vanverschillende technieken excelle-ren.” En de student profiteert daaroptimaal van.

Neem Nicole Bakker, die net terug is uit Boston,

Verenigde Staten, waar zij voor een aantal Friese

bedrijven onderzoek verrichtte naar mogelijkheden

om het proces naar een circulaire economie te ver-

snellen. In een circulaire economie worden produc-

ten en materialen hergebruikt en behouden grond-

stoffen hun waarde. Het enthousiasme spat er bij

Nicole vanaf. “Tijdens mijn verblijf in Boston had ik

via skype regelmatig contact met de betreffende be-

drijven om te vertellen over mijn vorderingen, maar

ook om feedback te geven op datgene waarmee ze mij

op weg hadden gestuurd. In januari 2016 gaan de

eerste projecten in Friesland lopen, dat is toch prach-

tig.”

“Dit geeft exact aan hoe de NHL de opleidingen wil

invullen”, zegt Drijfhout. “Niet voor niets noemen we

ons ‘university of applied sciences’. Het gaat om toe-

gepast onderzoek, waar bedrijven en organisaties

iets mee kunnen.”

InnovatieclusterTerug naar de NHL, een hogeschool, bestaande uit

vier instituten waarvan techniek er één is. Het insti-

tuut techniek kent vijf afdelingen en behelst het hele

spectrum van technische opleidingen. Van maritiem

officier tot en met communication and multimedia

design (CMD), waar onder andere geleerd wordt om

serious games te ontwikkelen die kunnen bijdragen

aan bijvoorbeeld gedragsverandering.

Het onderzoek binnen het technisch en economisch

domein heeft de NHL geclusterd onder de noemer

‘smart sustainable industries’, met Frank Gort als

programmamanager. “De NHL is goed op weg om op

dit gebied de aansluiting tussen onderwijs en be-

drijfsleven te verbeteren, maar er is nog veel te

doen”, geeft hij aan. “We kunnen vanuit de NHL

een flinke bijdrage leveren aan de biobased eco-

nomy en high tech industrie, juist omdat daar in

Noord-Nederland veel kansen liggen.” Zo werken

onderzoekers en studenten van de NHL bijvoor-

beeld nauw samen met het innovatiecluster Drach-

ten. Gort:” We hebben daar prachtige verbindingen

met de high tech industrie. En we gaan daar in 2016,

samen met bedrijven als Neopost, BD, Philips en

Your Partner, nog meer van profiteren.”

“We reageren op vragen vanuit de markt of op ont-

wikkelingen in de maatschappij”, gaat Drijfhout ver-

der. “De essentie van innovatie is dat het neer moet

slaan in de regio en dat lukt, want we hebben een

grote projectenportefeuille opgebouwd.” In dat ka-

der passen ook de zogenaamde RAAK-projecten,

waarbij specifiek door zowel studenten als bedrijven

wordt gewerkt aan een bepaald idee, waarna de deel-

nemende bedrijven daarmee hun voordeel kunnen

doen. “Allemaal met de bedoeling dat oplossingen

daadwerkelijk kunnen worden toegepast.”

“Met deze manier van opleiden voegen wij veel meer

toe aan een technische beroepsopleiding dan voor-

heen”, vervolgt Drijfhout. “Dat is voor studenten

wel eens lastig, omdat zij ergens terecht kunnen ko-

men wat ze vooraf niet hadden voorzien. Maar, daar

ligt ook meteen een enorme uitdaging. Je maakt

gaandeweg je opleiding een ontdekkingstocht, waar-

bij je uiteindelijk de passie vindt waarin en waarmee

je aan de slag kunt.”

MeerwaardeDaarin past ook samenwerking met andere vakge-

bieden: in de techniek, maar ook daarbuiten. Op de

NHL noemen ze dit crosssectoraal onderwijs. “De

NHL is met 75 opleidingen de kleinste brede oplei-

der van ons land”, zegt lector Peter Joore. “De unieke

meerwaarde van de NHL is dat vele sectoren dicht bij

elkaar zitten, waardoor heel gemakkelijk kruisver-

banden worden gelegd. En dat gebeurt veelvuldig. Op

het kruisvlak van verschillende technieken wil de

NHL excelleren. Het is mijn taak om het leggen van

verbindingen te stimuleren, we noemen dat Open In-

novatie.”

Dit gebeurt deels in de vorm van projecten, maar ook

in een fysieke omgeving. Zo kent de NHL het X-lab,

waar studenten van diverse opleidingen binnen de

NHL samen komen. Maar ook de Blokhuispoort, de

voormalige gevangenis, waarin nu de Frysian Design

Factory zit. “Dit is ontstaan naar aanleiding van een

project in Finland”, legt Joore uit. “De Finse overheid

vond op een gegeven moment dat er meer innovatie

moest plaatsvinden en dat dit sector overschrijdend

moest gaan gebeuren. De drie aanwezige universi-

teiten gingen fuseren en inmiddels vinden er op de

grenzen van alle verschillende opleidingen diverse

spannende en interessante ontwikkelingen plaats.

Dat willen we ook in Leeuwarden bereiken en we zijn

op dit moment wereldwijd één van de twaalf facto-

ry’s, die naar Fins voorbeeld zijn ingericht.”

Met de Frysian Design Factory treedt de NHL naar

buiten en kunnen het onderwijs, de overheid en het

bedrijfsleven elkaar nadrukkelijk versterken. “We

willen organisaties helpen om te vernieuwen, waar-

bij techniek een belangrijke rol speelt. Al met al is er

een heel breed pallet aan activiteiten en mogelijk-

heden, waarbij de NHL de kennisorganisatie is,

waarvan de regio optimaal kan profiteren.”

Computer VisionDit wordt bijvoorbeeld al jarenlang in de praktijk

gebracht door het Kenniscentrum Computer Vision,

onder leiding van lector Jaap van de Loosdrecht.

Computer Vision is het automatiseren van visuele in-

specties. Met behulp van een computer worden beel-

den geïnterpreteerd die met camera’s zijn vastgelegd.

De op deze wijze verkregen informatie wordt ver-

volgens gebruikt om advies te geven of beslissingen

te nemen. “We zijn 18 jaar geleden met het Kennis-

centrum Computer Vision begonnen en hebben

inmiddels vele opdrachten uitgevoerd. Dat varieert

van opdrachten voor Friese éénmanszaken tot Ne-

derlandse multinationals”, geeft Van de Loosdrecht

aan. Maar, Computer Vision verzorgt ook weten-

schappelijke publicaties, bijvoorbeeld samen met

BD in Drachten. Binnen het kenniscentrum werken

gemiddeld ongeveer zeven medewerkers, die zelf

ook actief zijn in het vinden van externe onder-

zoeksopdrachten. Van de Loosdrecht noemt het een

mengeling van specialisten en studenten die aan

verschillende opdrachten en vraagstukken vanuit

het bedrijfsleven werken.

Naast de core business is het Kenniscentrum

begonnen met de inzet van kleine tot grote onbe-

mande vliegtuigen, beter bekent onder de naam

drone. Van de Loosdrecht:” Deze zetten we bijvoor-

beeld in bij de inspectie van windturbines. De camera

van de drone registreert de status van de turbineb-

laden en aan de hand van deze gegevens maakt de

eigen computer volledig geautomatiseerd de ana-

lyse. Het uiteindelijke doel is om met behulp van

Computer Vision zowel het vliegproces als de

inspectie volledig te automatiseren.”

Binnen de Computer Vision projecten is Data Science

een steeds prominentere rol gaan spelen. Data

Science, ook wel Big Data genoemd, is het omzetten

van ruwe sensor data naar informatie en kennis. “Ik

ben ervan overtuigd dat de uitdaging voor de toe-

komst van bedrijven in de Smart Factory ligt, bij

Data Science. Ik zou graag zien dat de industrie, het

HBO en de provincie de krachten bundelen en mid-

delen ter beschikking stellen om hier in Fryslân een

nieuw Kenniscentrum Data Science te starten.”

Onderwijs en bedrijfsleven die elkaar versterken,

dat is waar de NHL met het Instituut Techniek op

inzet. De resultaten spreken tot de verbeelding, waar-

bij duurzaamheid, slimme toepassingen en innova-

tie een vooraanstaande rol spelen. In de toekom-

stige maatschappij is straks niets meer hetzelfde.

Dat maakt techniek aan de NHL zo interessant en

uitdagend.

DE NHL LOOPT VOOROP IN CROSSSECTORAAL OPLEIDEN

‘Techniek is overal om ons heen en zit overal in’

Jaap van de Loosdrecht (rechts) in het Kenniscentrum Computer Vision

Frank Gort is programmamanager smart sustainable industries Nicole Bakker en Peter Joore voor het X-lab, waar studenten van diverse opleidingen binnen de NHLsamen komen

Directeur Hans Drijfhout:"De essentie van innovatie is dat het neer moet slaan in de regio en dat lukt."

High Tech & Innovatie special

Voedselveiligheid en -hygiëne spe-len in de voedselketen een belang-rijke rol, sterker nog: dat wordt inde toekomst één van de doorslagge-vende aspecten voor het welslagenvan een product. Dat hebben ze bijde Bosgraaf Group in Joure goedbegrepen.

Het bedrijf produceert al jarenlang machines en pro-

ductielijnen voor de kaasindustrie en daar werd circa

20 jaar geleden de sector convenience aan toege-

voegd. “De kaasindustrie is behoorlijk terughou-

dend met nieuwe ontwikkelingen”, zegt directeur

Rob van Dalen. “Logisch, want de productie vindt

24/7 plaats en gaat er iets kapot dan moet je dat zelf

zo snel mogelijk kunnen repareren. Het overstappen

naar nieuwe technieken vindt men mede om die re-

den lastig.”

RobotJuist omdat hygiëne zo’n belangrijke rol in de kaas-

business speelt, is de Bosgraaf Group doorgegaan

met het ontwikkelen van een productielijn waarbij de

inzet van robots leidend is. Van Dalen:” Het gebruik

van robots in het productieproces zorgt voor veel

meer hygiëne, waardoor stappen kunnen worden

gezet in foodsafety. Onze innovaties worden vooral

gebruikt om bij klanten een nog betere hygiënische

omgeving te creëren.” Ondanks de conservatieve in-

slag van de kaasindustrie, zijn de eerste producenten

inmiddels overgestapt op de nieuwe gerobotiseerde

productielijn. De noordelijke bedrijven ‘Kaasmake-

rij Henri Willig’ in Heerenveen en ‘Rouveen Kaas-

specialiteiten’ in Rouveen lopen in deze ontwikke-

lingen voorop.

Een volgende stap zet de Bosgraaf Group in de con-

venience industrie, waar nog veel arbeid met de

hand gebeurt. “We zien het aantal innovaties in deze

sector nu sterk toenemen”, geeft Van Dalen aan.

“Onze ervaring in de kaasindustrie zorgt ervoor dat

we, samen met partners, conceptueel grote stappen

in de convenience hebben kunnen zetten, waardoor

we nu voorloper zijn in de markt.”

KrachtVanzelfsprekend is elke klant van de Bosgraaf Group

uniek en dus heeft iedereen zijn eigen oplossing no-

dig. “Geen productielijn is hetzelfde, maar daar ligt

juist onze kracht. We zijn een sterk innovatief ge-

dreven bedrijf en komen voor elke klant met een

passende oplossing.” De samenwerking met de Ne-

derlandse robotspecialist DERO geeft hieraan een

nieuwe impuls. Van Dalen:” Samen kunnen we snel-

ler tot de juiste oplossing voor de klant komen en

kunnen we een groter deel van diens proces auto-

matiseren.”

En zo zorgt de innovatie kracht van de Bosgraaf

Group voor meer hygiëne, efficiency en duurzaam-

heid bij de klanten. “Het is telkens weer de uitdaging

om te bewijzen dat onze oplossingen betrouwbaar

zijn. We hebben daarom klanten nodig die hun nek

durven uit te steken en gelukkig zien we dat dit

steeds meer gebeurt, juist ook omdat het belang van

voedselveiligheid toeneemt. Dat maakt deze markt

erg boeiend, lastig, maar zeker ook uitdagend.”

Bosgraaf Group B.V.Anewiel 4

Joure

T: 0513- 46 89 99

I: www.bosgraaf-group.nl

Ze hebben recent voor NKL Con-tactlenzen, producent van zachte enharde maatwerklenzen in Emmen,een geavanceerde machine ontwik-keld en vervaardigd voor het inpak-ken van lenzen in kunststofhouders.Een technisch hoogstandje vanStevens Engineering uit datzelfdeEmmen en een specialist in het bie-den van een totaaloplossing voor deopdrachtgever.

Tekst: Fred Ootjers

Stevens Engineering is een onafhankelijk technisch

ontwerp- en adviesbureau en werkt met multidisci-

plinaire teams in PMG’s (Product Markt Groepen).

Zo is zij actief binnen Documentbeheer & Datama-

nagement, Process & Energy, Food & Pharma en

Manufacturing & Machinery. Teamleider van de

laatstgenoemde PMG is Jan Grootjans. "Voor de

maakindustrie ontwerpen wij speciaalmachines en

systemen voor het testen en assembleren van pro-

ducten. Wij ontwikkelen bijvoorbeeld voor de vesti-

ging van Philips in Drachten al jaren lang apparatuur

die wereldwijd wordt toegepast in de Senseo-pro-

ductie. In een vroeg stadium worden wij betrokken

bij de ontwikkeling door mee te denken over efficiënt

produceren. Om de ambities van de klant te kunnen

realiseren werken wij nauw samen met leveranciers

en onze klant."

Vanuit het samenwerkingsverband SKS werkt

Stevens Engineering al jaren met diverse partners die

de ontwerpen kunnen bouwen, installeren, onder-

houden en beheren. Grootjans: "Om het hele proces

van ontwerp tot en met installatie en realisatie opti-

maal te beheersen, blijft de ontwerper nauw betrok-

ken bij de bouw van de machine. Een representatief

voorbeeld is de machine die we voor NKL in Emmen

hebben ontwikkeld. Bij NKL worden klantspecifieke

zachte en harde contactlenzen gemaakt in aantallen

van honderdduizenden exemplaren per jaar. Die

werden tot voor kort allemaal met de hand ingepakt

voor verzending naar de opticiens. Een arbeidsin-

tensief werk, met altijd het risico dat er iets fout kan

gaan. Bijvoorbeeld dat een lens niet overeenkomt

met de informatie van de barcode die op het len-

zendoosje staat."

Met inzet van vision-technologie ontwikkelde

Stevens Engineering niet alleen een machine die

elke tien seconden een hermetisch geseald lenzen-

doosje met inhoud aflevert, maar garandeert ook

dat de juiste lens in het juiste doosje zit.

Beide hightech bedrijven hebben sterke focus op in-

novatie. "Bovendien … samen zijn we sterk in het le-

veren van maatwerk!"

www.stevens.nl

STEVENS ENGINEERING

‘De kracht van maatwerk’

Kaasmakerij van de toekomst, Rouveen

Bart van der Linden, Technisch Directeur NKL en Jan Grootjans, Teamleider Stevens Engineering bijde lenzen verpakkingsmachine.

Het specialisme van Fijnmechani-sche Techniek Drachten (FTD) ligtin het vervaardigen van fijnmecha-nische onderdelen. De seriegroot-tes variëren van enkelstuks totgrofweg 100 stuks. De nauwkeurigeonderdelen vinden hun toepassingin een breed scala van sectoren inbinnen en buitenland waarondermaritiem, (hightech) machine-bouw, voedingsmiddelenindustrieen offshore. Met de recente aan-schaf van een 5-assige freesmachinevan het Japanse merk Okuma ge-koppeld aan een robotcel, antici-peert FTD op de toenemende vraagvan opdrachtgevers.

Tekst: Fred Ootjers

"Onze opdrachtgevers maken graag gebruik van

onze flexibiliteit en vakkennis ", aldus Johan de

Vries, eigenaar van FTD. "Vaak worden we al in het

voortraject van het ontwikkelen van een machine of

apparaat betrokken. Door onze specifieke kennis op

het gebied van maakbaarheid en materialen, heb-

ben wij dikwijls constructief overleg met engineers

over de mogelijkheden en onmogelijkheden van een

ontwerp. Dit is een efficiënte manier om uiteinde-

lijk te komen tot een functioneel prototype of on-

derdeel, dat vervolgens in productie kan worden

genomen.”

In een streven om de doorlooptijden zo kort moge-

lijk te houden en de productiviteit verder te verho-

gen, is FTD recent overgegaan tot de aanschaf van

een Okuma 5-assige freesmachine waar ook een ro-

botcel aan gekoppeld wordt. Johan: "Belangrijke

voorwaarde was dat dit niet koste mag gaan van de

flexibiliteit. Door voor deze manier van automatise-

ring te kiezen, wordt dat gewaarborgd. Sterker nog:

de flexibiliteit neemt alleen maar toe. We zijn bij de

keuze voor de machine niet over één nacht ijs ge-

gaan en hebben meerdere machines bekeken. Uit-

eindelijk is het toch weer een Okuma geworden,

waarvan we er al meerdere hebben staan. De ma-

chine moet in staat zijn onbemand en willekeurig

verschillende producten door elkaar heen te frezen

met behoud van hoge nauwkeurigheid, ongeacht de

materiaalsoort. Doorslaggevend was de ervaring met

de reeds bestaande machines. De Japanse machine-

bouwers van Okuma hebben wat dat betreft een on-

verwoestbare reputatie: de apparatuur laat je nooit

in de steek. En dat past weer bij hetgeen onze op-

drachtgevers van ons verwachten: betrouwbare kwa-

liteit, altijd en op tijd.”

FTD BVNipkowlaan 24, Drachten

(0512) 531 489

www.ftd-bv.nl

FTD

Flexibel 5-assig frezen met robotcel

BOSGRAAF GROUP

Bosgraaf Group schrijft innovatie met hoofdletters

High Tech & Innovatie special

Efficiency in de zorg betekent nietper se dat aandacht voor cliëntenminder wordt. Zo kiezen nogal watapothekers ervoor om hun logis-tieke processen, waar mogelijk, teautomatiseren, om zo ‘rust aan debalie’ en meer persoonlijk contactmet cliënten te garanderen. Delogistieke oplossingen van Auto-pharma helpen daarbij.

Op YouTube schetst De Koninklijke Nederlandse

Maatschappij ter bevordering der Pharmacie

(KNMP) de positie van de apotheker anno 2020. Die

apotheker is allang geen ‘pillen-draaier’ meer en

heeft up to date kennis van medicijnen, het mense-

lijk lichaam en medicijngebruik (gedrag) en is voor

cliënten een medebehandelaar die adviseert,

bewaakt en terugkoppelt naar andere betrokken

zorgprofessionals. “De aandacht zal nog meer naar

kwaliteit van zorg en persoonlijke service verschui-

ven”, voorspelt Remmelt Bakker,

die als managing director van

Autopharma een rol speelt in de

ontwikkelingen. Autopharma

levert geautomatiseerde logistieke

oplossingen, waarmee apothekers

terugkeren naar hun core business

en de kwaliteitsbelofte waar kun-

nen maken.

“Een groot deel van het apothe-

kerswerk draait om herhaal-

recepten”, zegt Bakker. “Het afha-

len daarvan is zowel voor cliënten

als apothekers tijdrovend en gaat

– als je niet oppast – ten koste van

persoonlijke aandacht voor cliën-

ten.” Autopharma is leverancier

van de ServiLocker, een zelfbedie-

ningsafhaalsysteem dat inmiddels

op ruim tweehonderd plaatsen in Nederland cliën-

ten voorziet van herhaalrecepten. “De ServiLocker

is betaalbaar, veilig, discreet en kan overal worden

neergezet; ook in supermarkten of ziekenhuizen, bij-

voorbeeld. In principe kunnen cliënten er 24 uur per

dag terecht voor het ophalen van medicijnen. Dat

scheelt een hele hoop handelingen aan de apothe-

kersbalie en dat betekent zowel voor apothekers als

cliënten winst.”

De ServiLocker is een van de oplossingen die Auto-

pharma biedt. Het bedrijf is ook al meer dan tien

jaar gespecialiseerd in de ontwikkeling, bouw en

installatie van geavanceerde track & trace- en voor-

raadbeheerssystemen. Binnenkort wordt daar de

InstyMeds spoedmedicatiedispenser aan toege-

voegd, die volledig geautomatiseerd kan uitgeven

buiten openingstijden van de apotheek. Bakker:

De farmacie kan veel winst boeken op gebied van

voorraadbeheer en logistiek. Wij maken dat graag

mogelijk en willen op die manier bijdragen aan ver-

betering van het zorgproces.”

www.autopharma.nl

AUTOPHARMA

Automatisering geeft cliënten de apotheker terug

Met jouw klas een professionelezonneboot bouwen en meedoen aaneen spannende race: het kan met deYoung Solar Challenge 2016! Scho-len voor voortgezet onderwijs kun-nen zich vanaf nu inschrijven voordit unieke en duurzame evenement.

Alle deelnemende teams krijgen een bouw- en le-

spakket voor een professionele zonneboot. Een paar

weken later racen de teams in hun complete V5-so-

larboot over het Friese water. De Young Solar Chal-

lenge heeft alles in zich om jongeren enthousiast te

maken voor techniek. Door de combinatie van theo-

rie, praktijk en competitie leren middelbare scho-

lieren op een speelse manier veel over duurzame

technologie.

Juniorclasses bij NHLDe bouw van de solarboot is een uitdagende klus. De

leerlingenteams zetten de boot eerst helemaal in el-

kaar, daarna volgt de aandrijving via zonnepanelen

en de elektromotor. Leerlingen maken tijdens het

proces kennis met elektrotechniek. Om de teams te

ondersteunen worden drie juniorclasses bij de NHL

in Leeuwarden georganiseerd. Hier vertellen des-

kundigen over de bouw en het elektrogedeelte van de

zonneboot én wordt aandacht besteed aan team-

building en tactiek.

De races Zodra de boten klaar zijn, is het tijd om te racen. In

2016 zijn er drie wedstrijden voor de teams. De ope-

ningswedstrijd is op 7 mei 2016 tijdens de Reuzedei

in Akkrum. Tussendoor zijn er ook sprintwedstrij-

den. Bij de races komt alles samen en laten de teams

zien of ze klaar zijn voor de echte strijd. Elke race be-

gint met een technische keuring, een zwemtest voor

de deelnemers en een vaartest voor de

stuurman/vrouw. Meedoen is spannend, leerzaam

en leuk. De teams verblijven op een camping en ko-

men in contact met andere deelnemende scholen.

Tijdens de Dutch Solar Challenge in juli komt de V5

klasse ook enkele keren in actie.

Betrokken bedrijvenBijzonder aan de Young Solar Challenge is dat ver-

schillende bedrijven het evenement ondersteunen.

Vripack, Stille Boot en Polynautic zijn nauw betrok-

ken bij het ontwerp en de ontwikkeling van de V5-

Zonneboot, terwijl TCNN, MerkEvents en Kroese

media de organisatie en de PR verzorgen.

Momenteel wordt een prototype van deze solarboot

gemaakt, welke in februari 2016 wordt gepresen-

teerd. Dit jaar is het bestaande ontwerp compleet op-

nieuw ontwikkeld. Het resultaat is een mooiere en

vooral snellere boot, meer gestroomlijnd en super

strak.

Meer informatieYoung Solar Challenge wordt nu voor de derde keer

georganiseerd. Deelnemers aan vorige edities zijn

heel enthousiast over het evenement. Voor een rela-

tief klein bedrag ontvangen scholen een compleet

pakket om de V5 Solarboot te bouwen, inclusief pro-

fessionele begeleiding en deelname aan alle races.

Scholen voor voortgezet onderwijs kunnen zich tot

eind januari aanmelden via www.youngsolarchal-

lenge.nl Op deze website is ook alle informatie te vin-

den.

Unieke Young Solar Challenge 2016

Bouwt jouw school de snelste solarboot?

V.O. PATENTS & TRADEMARKS

Genereer waarde met innovatieInnoveren is een must, maar wat alsde concurrent met jouw nieuwe,met bloed, zweet en tranen ontwik-kelde innovatie aan de haal gaat? Enwat als investeerders afhakenomdat er geen octrooi op de inno-vatie is verkregen? Juist voor inno-vatieve, jonge bedrijven is beleid opgebied van Intellectueel Eigendomvan levensbelang. V.O. Patents &Trademarks weet de weg, zowel inNederland als daarbuiten.

Met ruim zestig professionals, verdeeld over meer-

dere vestigingen in Nederland, België en Duitsland,

beschikt V.O. Patents & Trademarks over een brede,

actuele, internationale kennis over het aanvragen,

verwerven en behouden van octrooien in een breed

scala van technische vakgebieden. Ondertussen

hebben de verschillende vestigingen oog voor de

lokale omstandigheden. “We hebben goed zicht op

de ontwikkelingen in Noord-Nederland”, zegt Kim

Tan, hoofd van de Groningse vestiging van V.O. Pa-

tents & Trademarks. “Op gebieden als life sciences

en ICT is in Noord-Nederland veel innovatieve acti-

viteit. En juist daar is beleid op gebied van Intellec-

tueel Eigendom (IE) van belang. De grotere, langer

bestaande bedrijven en vooral multinationals heb-

ben hun octrooibeleid doorgaans behoorlijk op orde,

maar juist bij de jonge, en nog kleine organisaties is

vaak weinig kennis en ervaring op het gebied van oc-

trooibeleid aanwezig.”

Valley of deathJuist voor innovatie gedreven start-ups is een por-

tefeuille van kansrijke octrooiaanvragen, die de

innovatie waar het bedrijf op gebaseerd is goed af-

dekt, van groot belang, aldus Tan. “Daarbij komt dat

de weg naar een vermarktbaar product lang en kost-

baar is en voor startende ondernemingen veelal

voert door een zogenaamde valley of death voordat

er sprake is van break even en voor de continuïteit

benodigde inkomsten. Eén van de succesfactoren

voor het overleven is daarbij het vinden van (ver-

dere) investeerders, maar die eisen vaak dat de

octrooibescherming goed geregeld is. Dit spannings-

veld vormt voor ons als octrooigemachtigden een

extra uitdaging om enerzijds meer met het bedrijf

mee te denken dan nodig is voor langer bestaande

bedrijven die hun octrooibeleid op de rails hebben,

maar anderzijds binnen een begrensd budget een

goede basis te leggen. Gelukkig is het juist in de

beginfase van octrooibeschermingstrajecten goed

mogelijk om binnen vooraf bepaalde budgetten te

werken.”

Doorlopend procesDe specialisten van V.O. Patents & Trademarks zijn

niet alleen juridisch onderlegd, ook op gebied van

technische innovatie hebben ze – wetenschappelijk

en/of bètageschoold – verstand. Tan: “We kunnen

bij high tech start ups meedenken over de strategie,

omdat we in staat zijn de technologie en de toepas-

sing daarvan te begrijpen en ook de kansen en

bedreigingen op octrooigebied te onderkennen. We

zijn in staat om octrooieerbare aspecten van inno-

vaties te herkennen en risico’s van inbreuk op het

gebied van octrooien van anderen in kaart te bren-

gen. Hierbij kijken we ook naar de langere termijn,

want octrooien kunnen tot twintig jaar na de aan-

vraagdatum van kracht blijven, dus de octrooistra-

tegie moet passen bij de lange termijn strategie van

een bedrijf. Wet- en regelgeving verandert ook -

denk bijvoorbeeld aan het Unitair octrooi, waardoor

een Europees octrooi niet alleen voor gekozen

landen, maar voor de meeste EU landen in één keer

van kracht zal blijven en inbreukgeschillen voor al

die landen in één keer berecht zullen worden in

plaats van per land apart. Kortom; Intellectueel

Eigendom is voor ieder innovatief bedrijf een door-

lopend proces.”

V.O. Patents & Trademarkswww.vo.euAdriaan Seerden, Karel de Jong en Kim Tan (octrooigemachtigde Annemiek Tepper ontbreekt op de

foto): “De octrooistrategie moet passen bij de lange termijn strategie van een bedrijf.”