LC-20080112-NO03003002

1
Onbevangen Door Bonne Stienstra Foto Niels Westra Het leven van Douwe Huitema kende ver- rassende wendingen, ook voor hemzelf. Profvoetballer was hij en hij had er nooit van gedroomd. Gra- fisch ontwerper is hij, terwijl hij aan- vankelijk dacht gym- nastiekleraar te wor- den. Nu heeft hij zijn leven ingericht zoals pake Douwe Top het ongeveer moet heb- ben bedoeld. Z o makkelijk is het nog niet eens de werkplek van Douwe Huitema te vin- den. Ergens aan de Leeuwarder Em- makade staat het voormalig pakhuis. Nergens in grote letters BW H ontwerpers, de naam van zijn bedrijf. Nou ja, heel klein, onder de bel. Bescheiden man, kennelijk. ,,Ach’’, zegt de bescheiden man, ,,twa jier lyn is de muorre foege, doe is alles der ôf kommen. We hawwe it mar sa litten.’’ Helde- re ogen onder een ietwat grijzende haardos kijken de gast unferfroren aan. Hij pakt de jas aan en praat over Melle, de Golden Retrie- ver, oud al, moeilijk van zijn plaats te krijgen zoals hij daar midden in de werkruimte ligt. ,,Us designhûn’’, zegt Huitema, ,,wat blaffe, mear docht er net mear.’’ Douwe Huitema is nu 48 jaar en eigenaar van het grafisch ontwerpbureau. Wonderlijk is het gelopen in zijn leven, want niets wees er vroeger op dat in de Surhuistervener een grafisch ontwerper schuilde. Zelf dacht hij na de havo aan iets in de gymnastiek. ALO moest het worden, de opleiding voor gym- nastiekleraren in Groningen. Hij kwam niet eens door de selectie. ,,Te min feardichhe- den’’, bekent hij glunderend. En dus werd het de pabo, ook geen ver- keerde opleiding, niet eens een keuze uit ar- moede. Hij zag zichzelf wel voor de klas staan. Maar nog steeds geen affiniteit met ontwerpen. Onderwijzer werd hij, in Berli- kum. ,,Wenje yn de stêd, dat woe ’k en dat hat net ferkeard west.’’ En voetballer werd hij, eerst bij Berlikum, en toen zo maar ge- scout door Cambuur. ,,It kaam út de loft fallen. Ik hie der noait mei dwaande west. Oare jongens wol, dy hie- ne fan jongs ôf al de dream. Ik net, ik hie der net in tel oer neitocht’’, zegt Huitema. Over wat hij in het veld moest doen had hij trou- wens ook nooit veel nagedacht. ,,Noch noait in opdracht hân en doe kaam ik by Cambuur, dat wie oars’’, verzucht hij. ,,Ik hie net in plan as ik mei de bal op in tsjinstanner ôfkaam. Ik die mar wat.’’ Onbevangen, dat was hij. Niet gehinderd door een droom uit het verleden, niet gehin- derd door te hoog gestelde verwachtingen. ,,Dêrom ha ’k it fjouwer jier by Cambuur rê- den, tink ik wolris. Ik rekke net gau fan myn stik. Ik seach om my hinne en ik genoat.’’ LEERZAAM Een mooie periode daarom, en leerzaam, want de profvoetballerij is hard. Niemand die je vertelde waarom je er naast stond, waarom na vier jaar het contract niet werd verlengd. Je had het maar te accepteren. ,,It hat mysels ek wol wat hurder makke’’, denkt Huitema nu. ,,Ik ha leard beslissingen te oan- faarden en beslissingen te nimmen. Dêr ha ’k no noch wol profyt fan.’’ Nog tijdens z’n voetbalperiode wist hij wat hij daarna wilde doen. Hoewel één met de groep, onderscheidde hij zich in zijn gedach- ten. Douwe Huitema, de soms zo onvoor- spelbare aanvallende voetballer, had inte- resse in musea en tentoonstellingen en wist: straks als dit voorbij is, meld ik me aan bij de Kunstacademie. Hij trok een jaar uit om zich in het metier te verdiepen, maakte werkstukken. ,,Om mar net mei in lege map by de seleksjekommisje te kommen.’’ En werd toegelaten tot de Kunstacademie Vredeman de Vries/Miner- va. Hij zat vooraan als Anne Stienstra, die werkte bij de beste ontwerpbureaus in bin- nen- en buitenland, doceerde en hij keek te- gen de man op. Nog steeds trouwens, al zijn ze nu vrienden en inspireren ze elkaar. Hij weet nog dat Stienstra wat boeken op z’n ta- fel had liggen en dat hij, toen hij daar even in- keek, dacht: ,,As dit ûntwerpen is, dan is dit wat ik wol.’’ Douwe Huitema was gegrepen, door Anne Stienstra, door het vak. ,,Want dat is grafysk ûntwerpen, in fak. Keunst is it net.’’ Hij was een ijverige, bevlogen leerling, sloeg een jaar over en begon samen met Ar- jen Bosma en Sjoerd Jan de Wit het bureau BW H ontwerpers. De grote motor was De Wit. ,,Sûnder him hie ’k it miskien net oan- doard’’, zegt Huitema. Maar Sjoerd Jan de Wit overleed nog in het eerste jaar. Later vertrok Bosma naar Amsterdam en werd Huitema enig eigenaar. De naam BW H ontwerpers hield hij aan, als eerbetoon aan vooral Sjoerd Jan de Wit. Nu vinden er vijf mensen werk in zijn bedrijf: hijzelf, zijn vrouw Annelies en drie ontwerpers. TRAINER Soms voelt hij zich een trainer, de man die voorwaarden schept om anderen goed te la- ten functioneren. In het begin voelde hij zich ook wel eens een slechte trainer. ,,In goede trainer grypt op tiid yn as ien net goed funk- sjonearret. Ik liet it wolris wat te lang troch- gean.’’ Maar nu, zegt hij enthousiast, nu heb- ben ze een fantastische groep. ,,Allinne op in souderkeamer wat ompiele, dat soe ’k net wolle. Ik sykje de ynspiraasje en besykje te ynspirearen.’’ In een werkvertrek ligt een aantal boeken op een rij, boeken die door zijn bureau zijn ontworpen. Hij kijkt er met liefde naar en weet wat er aan is voorafgegaan. ,,Tusken neat en it einprodukt lizze allegearre falkû- len, kinst raar ferdwale.’’ Vorig jaar zonden ze voor het eerst een door hen verzorgd jaarverslag, dat van het OM Arrondissementsparket Leeuwarden, in voor een landelijke beoordeling. Het werd meteen uitgeroepen tot het beste jaarverslag van dat jaar in Nederland. Huitema glundert. ,,Dat wie as daliks kampioen wurde fan de ea- redivyzje, in bewiis dat wy goed dwaande binne. Ik wol net in losers-bedriuw ha, dat komt ek noch wol wat út de sport wei.’’ Het liefst heeft Huitema dat een opdracht- gever hem uitdaagt, dat hij en zijn mensen het allerbeste uit zichzelf naar boven moeten halen. ,,In heech ferwachtingspatroan, dat wol ik graach’’, zegt hij, ,,dat gefjocht wol ik oangean. In opdrachtjouwer moat ambysje ha. Dêr wurd ik hieltyd feller op.’’ Maar ze moeten niet van hem vragen in korte tijd wat in elkaar te flansen. ,,In stoof- potsje hat syn tiid noadich, dat smakket ek net as it mar in kertierke stien hat te sud- derjen. En sa is it ek mei guon opdrachten. Hieltyd better slagje ik der yn projekten te wegerjen dêr’t ik net genôch soarch oan be- stede kin.’’ LEVEN Vraag hem hoe hij in het leven staat en hij zegt: ,,Ik bin tefreden. Ik wol net grutter, ik bin net dwaande de saak op te krikken om dy letter te ferkeapjen en cashe te kinnen. Dit wurk wol ik noch graach in hiel skoft op diz- ze manier dwaan.’’ Hij heeft zichzelf wel eens afgevraagd hoe het mogelijk is dat hij nu is wat hij is en doet wat hij doet. Heit Johannes werkte z’n hele leven als fabrieksarbeider bij AVEK in Sur- huisterveen. ,,Hy hat in hiele bêste fuotballer west, krekt as Lubbert en Kanne, syn broers. Kinst oeren mei him oer fuotbal prate, mar mei wat ik doch hat er neat. Miskien ha ’k wat fan mem yn my. Dy is altyd thús bleaun, mar der siet mear yn.’’ Laatst waren ze samen in zijn huisje op Schiermonnikoog en toen hadden ze het nog over pake Douwe, Douwe Top, mem haar va- der. Altijd een kleine aannemer geweest, nooit meer dan drie, vier man in dienst, om- dat hijzelf mee wilde timmeren. Z’n zaak ook nooit overgedaan, gewoon heel langzaam af- gebouwd. Douwe Huitema ziet de overeenkomsten tussen hem en pake Douwe, dezelfde levens- instelling tenminste. ,,Hy boude doe’t er yn de fjirtich wie foar himsels in húske op it Amelân. Wy ha no in húske op Skiermûnts- each’’, zegt Douwe Huitema, ,,dat kin gjin ta- fal wêze.’’ Douwe Huitema: ,,Tus- ken neat en it einpro- dukt lizze allegearre falkûlen, kinst raar fer- dwale.’’

description

wegerjen dêr’t ik net genôch soarch oan be- stede kin.’’ TRAINER Soms voelt hij zich een trainer, de man die voorwaarden schept om anderen goed te la- ten functioneren. In het begin voelde hij zich ook wel eens een slechte trainer. ,,In goede Douwe Huitema: ,,Tus- ken neat en it einpro- dukt lizze allegearre falkûlen, kinst raar fer- dwale.’’

Transcript of LC-20080112-NO03003002

Page 1: LC-20080112-NO03003002

Onbevangen

Door Bonne Stienstra

Foto Niels Westra

Het leven van DouweHuitema kende ver-rassende wendingen,ook voor hemzelf.Profvoetballer washij en hij had er nooitvan gedroomd. Gra-fisch ontwerper ishij, terwijl hij aan-vankelijk dacht gym-nastiekleraar te wor-den. Nu heeft hij zijnleven ingericht zoalspake Douwe Top hetongeveer moet heb-ben bedoeld.

Zo makkelijk is het nog niet eens dewerkplek van Douwe Huitema te vin-den. Ergens aan de Leeuwarder Em-makade staat het voormalig pakhuis.

Nergens in grote letters BW H ontwerpers,de naam van zijn bedrijf. Nou ja, heel klein,onder de bel. Bescheiden man, kennelijk.

,,Ach’’, zegt de bescheiden man, ,,twa jierlyn is de muorre foege, doe is alles der ôfkommen. We hawwe it mar sa litten.’’ Helde-re ogen onder een ietwat grijzende haardoskijken de gast unferfroren aan. Hij pakt de jasaan en praat over Melle, de Golden Retrie-ver, oud al, moeilijk van zijn plaats te krijgenzoals hij daar midden in de werkruimte ligt. ,,Us designhûn’’, zegt Huitema, ,,wat blaffe,mear docht er net mear.’’

Douwe Huitema is nu 48 jaar en eigenaarvan het grafisch ontwerpbureau. Wonderlijkis het gelopen in zijn leven, want niets weeser vroeger op dat in de Surhuistervener eengrafisch ontwerper schuilde. Zelf dacht hijna de havo aan iets in de gymnastiek. ALOmoest het worden, de opleiding voor gym-nastiekleraren in Groningen. Hij kwam nieteens door de selectie. ,,Te min feardichhe-den’’, bekent hij glunderend.

En dus werd het de pabo, ook geen ver-keerde opleiding, niet eens een keuze uit ar-moede. Hij zag zichzelf wel voor de klasstaan. Maar nog steeds geen affiniteit metontwerpen. Onderwijzer werd hij, in Berli-kum. ,,Wenje yn de stêd, dat woe ’k en dathat net ferkeard west.’’ En voetballer werdhij, eerst bij Berlikum, en toen zo maar ge-scout door Cambuur.

,,It kaam út de loft fallen. Ik hie der noaitmei dwaande west. Oare jongens wol, dy hie-ne fan jongs ôf al de dream. Ik net, ik hie dernet in tel oer neitocht’’, zegt Huitema. Overwat hij in het veld moest doen had hij trou-wens ook nooit veel nagedacht. ,,Noch noaitin opdracht hân en doe kaam ik by Cambuur,dat wie oars’’, verzucht hij. ,,Ik hie net in planas ik mei de bal op in tsjinstanner ôfkaam. Ikdie mar wat.’’

Onbevangen, dat was hij. Niet gehinderddoor een droom uit het verleden, niet gehin-derd door te hoog gestelde verwachtingen.,,Dêrom ha ’k it fjouwer jier by Cambuur rê-den, tink ik wolris. Ik rekke net gau fan mynstik. Ik seach om my hinne en ik genoat.’’

LEERZAAMEen mooie periode daarom, en leerzaam,want de profvoetballerij is hard. Niemanddie je vertelde waarom je er naast stond,waarom na vier jaar het contract niet werdverlengd. Je had het maar te accepteren. ,,Ithat mysels ek wol wat hurder makke’’, denktHuitema nu. ,,Ik ha leard beslissingen te oan-faarden en beslissingen te nimmen. Dêr ha ’kno noch wol profyt fan.’’

Nog tijdens z’n voetbalperiode wist hij wathij daarna wilde doen. Hoewel één met degroep, onderscheidde hij zich in zijn gedach-ten. Douwe Huitema, de soms zo onvoor-spelbare aanvallende voetballer, had inte-resse in musea en tentoonstellingen en wist:straks als dit voorbij is, meld ik me aan bij deKunstacademie.

Hij trok een jaar uit om zich in het metierte verdiepen, maakte werkstukken. ,,Om marnet mei in lege map by de seleksjekommisjete kommen.’’ En werd toegelaten tot deKunstacademie Vredeman de Vries/Miner-va.

Hij zat vooraan als Anne Stienstra, diewerkte bij de beste ontwerpbureaus in bin-nen- en buitenland, doceerde en hij keek te-gen de man op. Nog steeds trouwens, al zijnze nu vrienden en inspireren ze elkaar. Hijweet nog dat Stienstra wat boeken op z’n ta-fel had liggen en dat hij, toen hij daar even in-keek, dacht: ,,As dit ûntwerpen is, dan is ditwat ik wol.’’ Douwe Huitema was gegrepen,door Anne Stienstra, door het vak. ,,Want datis grafysk ûntwerpen, in fak. Keunst is it net.’’

Hij was een ijverige, bevlogen leerling,sloeg een jaar over en begon samen met Ar-jen Bosma en Sjoerd Jan de Wit het bureauBW H ontwerpers. De grote motor was DeWit. ,,Sûnder him hie ’k it miskien net oan-doard’’, zegt Huitema. Maar Sjoerd Jan deWit overleed nog in het eerste jaar.

Later vertrok Bosma naar Amsterdam enwerd Huitema enig eigenaar. De naam BW Hontwerpers hield hij aan, als eerbetoon aanvooral Sjoerd Jan de Wit. Nu vinden er vijfmensen werk in zijn bedrijf: hijzelf, zijnvrouw Annelies en drie ontwerpers.

TRAINERSoms voelt hij zich een trainer, de man dievoorwaarden schept om anderen goed te la-ten functioneren. In het begin voelde hij zichook wel eens een slechte trainer. ,,In goede

trainer grypt op tiid yn as ien net goed funk-sjonearret. Ik liet it wolris wat te lang troch-gean.’’ Maar nu, zegt hij enthousiast, nu heb-ben ze een fantastische groep. ,,Allinne op insouderkeamer wat ompiele, dat soe ’k netwolle. Ik sykje de ynspiraasje en besykje teynspirearen.’’

In een werkvertrek ligt een aantal boekenop een rij, boeken die door zijn bureau zijnontworpen. Hij kijkt er met liefde naar enweet wat er aan is voorafgegaan. ,,Tuskenneat en it einprodukt lizze allegearre falkû-len, kinst raar ferdwale.’’

Vorig jaar zonden ze voor het eerst eendoor hen verzorgd jaarverslag, dat van hetOM Arrondissementsparket Leeuwarden, invoor een landelijke beoordeling. Het werdmeteen uitgeroepen tot het beste jaarverslagvan dat jaar in Nederland. Huitema glundert. ,,Dat wie as daliks kampioen wurde fan de ea-redivyzje, in bewiis dat wy goed dwaandebinne. Ik wol net in losers-bedriuw ha, datkomt ek noch wol wat út de sport wei.’’

Het liefst heeft Huitema dat een opdracht-gever hem uitdaagt, dat hij en zijn mensenhet allerbeste uit zichzelf naar boven moetenhalen. ,,In heech ferwachtingspatroan, datwol ik graach’’, zegt hij, ,,dat gefjocht wol ikoangean. In opdrachtjouwer moat ambysjeha. Dêr wurd ik hieltyd feller op.’’

Maar ze moeten niet van hem vragen inkorte tijd wat in elkaar te flansen. ,,In stoof-potsje hat syn tiid noadich, dat smakket eknet as it mar in kertierke stien hat te sud-derjen. En sa is it ek mei guon opdrachten.Hieltyd better slagje ik der yn projekten te

wegerjen dêr’t ik net genôch soarch oan be-stede kin.’’

LEVENVraag hem hoe hij in het leven staat en hijzegt: ,,Ik bin tefreden. Ik wol net grutter, ikbin net dwaande de saak op te krikken om dyletter te ferkeapjen en cashe te kinnen. Ditwurk wol ik noch graach in hiel skoft op diz-ze manier dwaan.’’

Hij heeft zichzelf wel eens afgevraagd hoehet mogelijk is dat hij nu is wat hij is en doetwat hij doet. Heit Johannes werkte z’n heleleven als fabrieksarbeider bij AVEK in Sur-huisterveen. ,,Hy hat in hiele bêste fuotballerwest, krekt as Lubbert en Kanne, syn broers.Kinst oeren mei him oer fuotbal prate, marmei wat ik doch hat er neat. Miskien ha ’k watfan mem yn my. Dy is altyd thús bleaun, marder siet mear yn.’’

Laatst waren ze samen in zijn huisje opSchiermonnikoog en toen hadden ze het nogover pake Douwe, Douwe Top, mem haar va-der. Altijd een kleine aannemer geweest,nooit meer dan drie, vier man in dienst, om-dat hijzelf mee wilde timmeren. Z’n zaak ooknooit overgedaan, gewoon heel langzaam af-gebouwd.

Douwe Huitema ziet de overeenkomstentussen hem en pake Douwe, dezelfde levens-instelling tenminste. ,,Hy boude doe’t er ynde fjirtich wie foar himsels in húske op itAmelân. Wy ha no in húske op Skiermûnts-each’’, zegt Douwe Huitema, ,,dat kin gjin ta-fal wêze.’’

Douwe Huitema: ,,Tus-ken neat en it einpro-dukt lizze allegearrefalkûlen, kinst raar fer-dwale.’’