Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in...

56
Tineke Lupi Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties Kennisdossier corporatieleerkring Annette Duivenvoorden, Hilda Kooistra en Netty van Triest (Platform31) Penny Senior en Yvonne Witter (Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg)

Transcript of Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in...

Page 1: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Tineke Lupi

Langer zelfstandig wonen –

de opgave voor corporaties

Kennisdossier corporatieleerkring

Annette Duivenvoorden, Hilda Kooistra en Netty van Triest (Platform31)

Penny Senior en Yvonne Witter (Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg)

Page 2: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen -

de opgave voor corporaties

Kennisdossier corporatieleerkring

Annette Duivenvoorden

Netty van Triest

Penny Senior

Yvonne Witter

Hilda Kooistra

Den Haag, oktober 2015

Page 3: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Het kennisdossier is ontwikkeld met financiële steun van FLOW.

Uitgave

Platform31

Den Haag, oktober 2015

Redactie: Annette Duivenvoorden

Samenstelling: Platform31 (Annette Duivenvoorden, Netty van Triest en Hilda Kooistra) en Aedes-ActiZ Kenniscentrum

wonen-zorg (Penny Senior en Yvonne Witter)

Dossier Corporatieleerkring Langer zelfstandig wonen

Postbus 30833, 2500 GV Den Haag

www.platform31.nl

Page 4: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Inhoudsopgave

Voorwoord 5

1 Onderwerpen kennisdossier 7

1.1 De opgave voor corporaties 8

1.2 Gebiedsgericht werken: wat en hoe? 8

1.3 De vraag van zorgdoelgroepen vertaald in arrangementen 8

1.4 Nieuwe woonvormen in de participatiemaatschappij 9

1.5 Kwaliteit van de voorraad 9

2 De opgave voor corporaties 11

2.1 De toekomst is aan het zelfstandig wonen: Transitieagenda Langer zelfstandig wonen 11

2.2 Decentralisaties sociale domein 14

2.3 Overleg gemeente, zorgorganisaties, corporaties 15

2.4 Novelle: taken corporatie en maatschappelijk vastgoed 15

2.5 Woonzorgvastgoed in eigendom van corporaties 16

2.6 Maatschappelijke taak en prestaties corporatie 17

2.7 Zorgdoelgroepen en arrangementen - programma corporaties 19

2.8 Wat betekent het zelfstandig wonen van zorgdoelgroepen concreet voor een corporatie? 20

3 Gebiedsgerichte aanpak en sociale wijkteams 21

3.1 Gebiedsgerichte aanpak: zelfstandig wonen in de wijk 21

3.2 Woonzorgwijzer: van aanbod- naar vraagprognose 22

3.3 Het woonservicegebied 22

3.4 De praktijk van corporaties rondom woonservicegebieden 25

3.5 Sociale teams 27

3.6 Welke rol pakt de corporatie: de lichte buurtinfrastructuur 29

4 De vraag van zorgdoelgroepen vertaald in arrangementen 31

4.1 Ouderen 31

4.2 Kwetsbaarheid en de voorspelling daarvan 31

4.3 Ouderen zelf aan het woord 32

4.4 De wenselijke schaal 33

4.5 Marktonderzoek 34

4.6 All-inclusive: nieuw en betaalbaar woonserviceproduct in de verzorgingshuizen 34

4.7 Huurders met dementie 36

4.8 Lichtezorg-doelgroepen: verstandelijk beperkt en psychiatrie 36

4.8.1 Verstandelijke beperking 37

4.8.2 Matige verstandelijke beperking 37

4.8.3 Lichte verstandelijke beperking (LVG) 38

4.8.4 Psychiatrische stoornis 38

Page 5: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

4.9 Rol van de corporatie 39

4.9.1 Preventie en signalering 39

4.9.2 Woonoverlast 39

4.9.3 Sociale wijkteams 40

4.9.4 Casuïstiek overleg 40

4.9.5 Betaalbare en toegankelijke woningvoorraad 40

4.9.6 Omkatten van leegstaand zorgvastgoed 40

4.9.7 Bijzondere woonprojecten 40

4.9.8 Goed huurderschap 41

4.9.9 Omklapcontracten 41

4.9.10 Landing in de wijk 41

5 Nieuwe woonvormen in de participatiemaatschappij 43

5.1 Senioren nog onbekend met nieuw en divers woonaanbod 43

5.2 Alternatieve woonvormen voor langer thuis wonen 43

5.3 Participatiesamenleving en burgerinitiatieven in wonen, welzijn en zorg 45

6 Kwaliteit van de voorraad 47

6.1 Classificatiesystemen toegankelijke woningen 47

6.2 Gemeente en geschikte woonvoorraad voor zorgvragers 47

6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48

6.4 Betaalbaarheid, kwaliteit voorraad en doorstroming 48

6.5 Verhuurbaarheid seniorenwoningen 49

6.6 Aanpak Breda: geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor huurder 49

6.7 Domotica en nul-op-de-meter: duurzaam thuis 50

Deelnemers leerkring 53

Page 6: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

5

Voorwoord

Het kabinet-Rutte II heeft besloten de intramurale zorg te beperken tot de zwaarste zorgdoelgroepen.

Daardoor sluiten veel verzorgingshuizen en beschermde woonvormen en blijft een groot deel van de

mensen met lichamelijke, verstandelijk of psychische beperkingen ‘thuis’ wonen. Maar normaal wonen in de

wijk gaat vaak niet vanzelf. Zorggroepen hebben bijvoorbeeld vaak behoefte aan een kwalitatief betere

woning, drempelloos, met brede deurtoegangen en voldoende manoeuvreerruimte voor een rollator of

rolstoel. Voor anderen is het gewenst dat de woning dicht bij een ontmoetingsruimte ligt of deel uitmaakt van

een beschermde woonomgeving met begeleiding.

Zorgdoelgroepen stellen kortom andere eisen aan de woning bij nieuwbouw, aan het voorraadbeleid van

corporaties en aan de wijkvoorzieningen. Bovendien stellen deze groepen ook andere eisen aan het sociaal,

technisch en verhuurbeheer van woningcorporaties. Afspraken over begeleiding bijvoorbeeld om te

voorkomen dat de directe woonomgeving overlast ondervindt. Of afspraken over de uitvoering van

huurdersonderhoud door vrijwilligers omdat de bewoner dat zelf niet kan.

Nu is zelfstandig wonen van zorgdoelgroepen voor woningcorporaties niet nieuw. In de afgelopen jaren

bouwden veel corporaties woonzorgprojecten of werkten mee aan de opbouw van levensloopbestendige

wijken. Nieuw is wel de beperking van de intramurale zorg waardoor zelfstandig wonen voor

zorgdoelgroepen móet. Ook is het aantal oudere huurders door de vergrijzing sterk toegenomen. Bovendien

is de taakopvatting van corporaties ingeperkt door de nieuwe Woningwet en de Huisvestingswet.

Woningcorporaties zijn van het ‘wonen’ en niet van ‘de zorg’.

De investeringsmogelijkheden voor corporaties zijn sterk afgeroomd door de overheid. In het beheer mogen

zij niets oppakken dat riekt naar taken van een zorgorganisatie of mede bedoeld is voor andere

wijkbewoners.

Ook in de organisatie van het sociale domein is veel veranderd. Door de decentralisatie van de WMO, de

participatiewet en jeugdzorg hebben veel gemeenten een sociaal wijkteam in het leven geroepen. Een

nieuwe ‘nulde lijn’ roert zich in de vorm van allerhande burgerinitiatieven. Initiatieven die passen in het beeld

van de participatiesamenleving, waarbij de burger zich zelfredzaam toont en mag zijn.

Het is logisch dat woningcorporaties door al deze ontwikkelingen zoekend zijn naar hun rol in dit speelveld.

Wat mag en kan? Wat willen zij en wat wil de huurder?

Een corporatie is vaak de enige organisatie die regelmatig achter de voordeur komt van huurders en ziet of

er wat aan de hand is. Corporaties constateren dat een deel van hun huurders meer nodig heeft dan

uitsluitend een goede woning. Vereenzaming, isolement of overlast liggen op de loer. Daarin zoeken zij naar

hun taak.

In dit kennisdossier kunt u als corporatiemedewerker alle informatie vinden die in een half jaar is

doorgenomen en besproken met woningcorporaties. We hopen dat het een bijdrage levert aan uw werk en

aan het antwoord op de vraag: langer zelfstandig wonen voor zorgdoelgroepen, wat vraagt dit van een

corporatie?

Netty van Triest, Platform31

Page 7: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

6

Page 8: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

7

1 Onderwerpen kennisdossier

Inleiding

Nederland verandert, de zorg verandert mee. Daarmee verandert er ook veel voor u als corporatie. In

de komende jaren wonen er steeds meer mensen die zorg nodig hebben in een sociale huurwoning.

Bent u goed voorbereid op deze ontwikkelingen? Dit kennisdossier bevat actuele informatie, kennis

en inzichten om in te spelen op decentralisaties in het sociale domein en het langer zelfstandig

wonen.

De komende jaren zullen 100.000 ouderen zelfstandig thuis blijven wonen in plaats van naar een

verzorgingshuis te gaan. Dit geldt ook voor mensen met een verstandelijke beperking of psychiatrische

problematiek. Het betekent dat de eisen waaraan uw vastgoed moet voldoen veranderen.

Platform31 en het Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg ontwikkelden de corporatieleerkring Langer

zelfstandig wonen om corporaties te helpen de kansen en risico’s van nieuwe vastgoedontwikkelingen en -

producten in kaart te brengen. De stichting Fonds Leren en Ontwikkelen Woningcorporaties (FLOW) steunt

dit initiatief.

Decentralisaties in het sociale domein

De Nederlandse verzorgingsstaat is van hoge kwaliteit, maar te duur. Het huidige kabinet bouwt delen van

de verzorgingsstaat af en werkt aan de opbouw van de zogenoemde participatiesamenleving. Een

samenleving waarin de publieke opgave vermindert en de burger meer eigen initiatief ontplooit. In deze

kanteling is de decentralisatieopgave van het sociale domein te plaatsen. Vanaf 2015 liggen de

verantwoordelijkheden voor Jeugdzorg, AWBZ en de Participatiewet bij de gemeente vanuit de overtuiging

dat de laagste bestuurslaag het best in staat is een goede verbinding te leggen tussen formele en informele

netwerken en het burgerinitiatief.

Daarnaast verwacht men met de decentralisaties het sociale domein effectiever te organiseren. Waar nu

veel hulpverleners bij zorgdoelgroepen over de vloer komen, is het actuele streven dit terug te brengen tot

‘één plan, één regisseur, één gezin’. In veel gemeenten is een sociaal wijkteam opgericht dat de zorg- en

dienstverlening aan de kwetsbare burger moet monitoren en coördineren. Door de decentralisatie van taken

naar de gemeente ontstaan ook nieuwe kansen om voor verschillende doelgroepen zaken effectiever te

organiseren. Een voorbeeld hiervan is de combinatie van arbeidsmatige, verzorgende en recreatieve

dagbesteding voor verschillende doelgroepen.

Bij de uitvoering van de drie decentralisaties gaat de gemeente een groot beroep doen op de

woningbouwcorporatie die van oudsher al een belangrijke aanjager is bij de wijkaanpak en de woon- en

dienstverlening aan kwetsbare doelgroepen. De vraag is welke taak en functie de woningcorporatie wil en

kan oppakken in de toewijzing van woningen, de aanpassingsopgave ervan, het gewenste

voorzieningenniveau en het sociaal beheer in gebouwen en wijken. Waar zet de woningcorporatie haar

middelen en haar mensen op in?

Bij woningcorporaties leven vragen als hoe wenselijk vastgoedontwikkeling voor zorgdoelgroepen is, welke

functionele kwaliteit nodig is en wat de risico’s zijn. Maar ook wat een corporatie kan doen om vereenzaming

of overlast te voorkomen of te verminderen en de leefbaarheid in complexen op peil te houden.

Page 9: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

8

En, welke nieuwe arrangementen kan een corporatie met zorg- en welzijnspartijen en gemeente afspreken?

Hoe kunnen zij initiatieven van burgers ondersteunen?

Deze vraagstukken en de rol die de corporatie kan nemen komen aan de orde in de corporatieleerkring

Zelfstandig wonen, een zorg voor woningcorporaties van Platform31 en Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-

Zorg. De leerkring bestaat uit vier bijeenkomsten, waarin u samen met anderen uw eigen perspectief in kaart

brengt en uw strategisch beleid ontwikkelt. Tijdens de bijeenkomsten maken wij de actualiteit rond wonen en

zorg op een zeer compacte manier inzichtelijk. Samen beantwoordt u vragen als: welke functies en

kwaliteiten heb ik in de toekomst nodig? Welke arrangementen kan ik aanbieden?

De inhoud van de leerkring biedt verdieping in en toepassing van (her)ontwikkelkansen en beheerconcepten

van vastgoed voor zorgdoelgroepen als gevolg van het beleid van decentralisatie en het langer zelfstandig

wonen, en de extramuralisering in het bijzonder.

De leerkring heeft vijf opgaven; in dit document verdeeld in vijf hoofdstukken.

1.1 De opgave voor corporaties

De corporaties hebben de volgende opgaven:

– duiding van de beleidscontext van de drie decentralisaties en langer zelfstandig wonen,

– de gevolgen voor corporaties van het scheiden van wonen en zorg,

– de nieuwe doelgroepen met nieuwe vragen, en

– de randvoorwaarden voor de huisvesting en de rol die corporaties (kunnen) nemen.

1.2 Gebiedsgericht werken: wat en hoe?

In een sterk vergrijsde woningmarkt moet de oplossing om mensen langer zelfstandig te laten wonen vooral

gezocht worden in aanpassing en transformatie van de bestaande woningvoorraad. Door toenemende

lichamelijke beperkingen van 75-plussers zijn (extra) aanpassingen van de woning nodig.

Daarnaast is een triple A-omgeving van belang: op loopafstand een Aldi/Albert Heijn, Arts en Apotheek.

Ideaal gesproken zou in de leef- en woonomgeving voorzieningen zoals ontmoeting en de 24-uurs-

beschikbaarheid van zorg aanwezig moeten zijn. De vragen die daarbij kunnen worden gesteld zijn: hoe

brengen we de toekomstige zorgdoelgroepen goed in beeld, welke randvoorwaarden stellen deze groepen

aan de woning en de wijk en wat zijn effectieve wijzen van organiseren? Het wijk/buurtgericht werken staat

centraal en er wordt ingezoomd op de samenwerking van de corporatie met de gemeente en het sociaal

wijkteam.

1.3 De vraag van zorgdoelgroepen vertaald in arrangementen

Zorgdoelgroepen stellen corporaties voor vragen als:

– wat zijn de gevolgen van het scheiden van wonen en zorg voor zorgvastgoed,

– wat zijn risico’s van de ontwikkeling van vastgoed voor zorgdoelgroepen,

– hoe houden we zorgcomplexen leefbaar en vitaal, en

– wat zijn concreet de mogelijkheden voor woningaanpassing en geclusterde woningvoorraad?

Page 10: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

9

Verdieping in de kwetsbare zorgdoelgroepen

Wie zijn deze doelgroepen en wat is het toewijzingsbeleid? Rondom ouderen spelen ontwikkelingen en

vragen over zorgvastgoed en herbestemming van onder meer vitale seniorencomplexen, serviceflats en

aanleunwoningen. Daarnaast zijn er de kwetsbare zorgdoelgroepen die beheerarrangementen (GGZ, VG en

V&V) vragen aangaande beschermd wonen en begeleiding.

1.4 Nieuwe woonvormen in de participatiemaatschappij

De volgende vragen leven rondom woonvormen in de participatiemaatschappij:

– welke nieuwe woonvormen zijn ontwikkeld,

– hoe kun je arrangementen aanbieden,

– hoe speel je in op initiatieven van burgers (zoals zorgcoöperaties door sociaal ondernemers),

– met welke woonvormen wordt eenzaamheid voorkomen en welke woonvariaties bestaan er inmiddels als

alternatief voor zelfstandig wonen: mantelzorgwoningen, meergeneratiewoning, samen wonen met

gezinnen/mantelzorgers en woongemeenschappen,

– welke ontwikkelkansen (transformatiemogelijkheden) zijn er?

1.5 Kwaliteit van de voorraad

Hoe kun je de woningvoorraad normeren (keurmerken, nieuwbouw/bestaand, toewijzen van

levensloopbestendige woningen, rolstoelbestendig), wat staat in de WMO-convenanten en welke aanpak

van de verhuisketens maakt de mismatch in de woningvoorraad kleiner?

Met dit kennisdossier krijgt u op hoofdlijnen inzicht in de inhoud van de leerkring en wordt u verder

doorverwezen naar relevante informatie, verschillende aanpakken en voorbeelden.

Page 11: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

10

Page 12: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

11

2 De opgave voor corporaties

In dit hoofdstuk komen aan bod:

– de duiding van de beleidscontext van het langer zelfstandig wonen en de drie decentralisaties,

– de gevolgen voor corporaties van het scheiden van wonen en zorg,

– ‘nieuwe’ doelgroepen met nieuwe vragen, en

– de randvoorwaarden voor de huisvesting en de rol die corporaties (kunnen) nemen.

2.1 De toekomst is aan het zelfstandig wonen: Transitieagenda Langer zelfstandig wonen

Het aantal senioren groeit. Het aantal 75-plussers verdubbelt tot zo’n 2,6 miljoen in 2040. Veel senioren

willen zo lang mogelijk zelfstandig wonen; daarvoor moeten er tot 2021 jaarlijks zo’n 44.000 woningen 1

bijkomen die geschikt zijn voor ouderen. Bovendien streeft het kabinet ernaar om steeds meer zorg aan huis

te bieden. Mensen die vroeger vanwege lichte zorg naar zorginstellingen gingen, kunnen thuis blijven wonen

en daar zorg krijgen. Deze zogenoemde extramuralisering van de zorg speelt een centrale rol in de

hervormingsagenda van de langdurige zorg.

Het afschaffen van de zorgzwaartepakketten 1 tot en met 3 heeft tot gevolg dat de komende vijf jaar, zo’n

78.000 mensen geen toegang meer krijgen tot intramuraal verblijf. Als gevolg van ZZP 4, 40.000 reductie

V&V en 9.000 reductie GGZ/VG. Zie hiervoor de onderstaande tabel. Hier hoort nog een correctie

aanpassing bij. Bij het aannemen van het wetsvoorstel voor de Wet Langdurige Zorg (Wlz) door de Tweede

Kamer in 2014 is het percentage extramuraliseren van ZZP VV4 van 50 procent bijgesteld tot 25 procent.

_________ 1 https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/seniorenwoningen/inhoud/ontwikkelingen-woningmarkt-senioren

Page 13: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

12

De toekomst is aan het zelfstandig wonen, niet aan de intramurale voorzieningen van zorginstellingen.

Omdat we ook ouder worden, betekent deze trend veel voor de manier waarop we wonen en leven. De

woning moet dat zelfstandig wonen toelaten en de zorg en welzijnsvoorzieningen moeten binnen handbereik

zijn. Dat is op dit moment lang niet altijd het geval.

Minister Blok (BZK) en staatssecretaris Van Rijn (VWS) spreken in de Transitieagenda Langer zelfstandig

wonen over drie typen huisvesting voor ouderen en mensen met een beperking: thuis wonen, wonen in een

kleinschalige extramurale setting en intramurale woonvormen, waarvan de laatste gericht is mensen met

een zware-zorgbehoefte. Het is aan lokale corporaties en gemeenten om te zorgen voor voldoende

geschikte woningen voor mensen met een zorgbehoefte. In de sterk vergrijsde woningmarkten wordt de

oplossing vooral gezocht in aanpassing en transformatie van de bestaande woningvoorraad. Naast de

woning moet ook de leef- en woonomgeving geschikt zijn, zoals in een woonzorgzone of

woonservicegebieden.

Regio

De regionale verschillen binnen Nederland zijn groot, zowel tussen als binnen regio’s en gemeenten. Blok

en Van Rijn delen de zorg van de Nederlandse Zorg Autoriteit voor vijf regio’s met een potentieel verhoogd

risico: Arnhem, Amsterdam, Groningen, Midden-Holland en Utrecht. Deze gebieden hebben een verhoogde

veranderopdracht in combinatie met een relatief beperkte financiële veranderruimte. Ook is er sprake van

een hoge marktconcentratie.

Groeiende vraag door afschaffing indicaties

Veel ouderen en mensen met een beperking – met psychiatrische problematiek of met een verstandelijke

beperking - hebben door gewijzigd overheidsbeleid geen recht meer op huisvesting in een instelling of

woongroep. Deze doelgroep heeft echter vaak een woonomgeving nodig die veiligheid biedt en waar

begeleiding beschikbaar is. Gegevens van Companen ten behoeve van het Aedes-Actiz Kenniscentrum

Wonen-Zorg laten een groeiende vraag zien naar zelfstandige woningen in een beschutte omgeving

('verzorgd wonen')

Voor de komende vijf jaar gaat het om 78.000 mensen. Er zullen 30 procent minder gehandicapten en

cliënten GGZ worden toegelaten tot de intramurale zorg. Daarbij komt dat het aantal 75-plussers zal stijgen

van 1,2 miljoen in 2010 tot 2,6 in 2040.

Page 14: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

13

Het langer zelfstandig wonen is een gedeelde opgave van burgers, ondernemers, gemeenten, zorgkantoren,

woningcorporaties en zorgaanbieders. Hiervoor is samenwerking en maatwerk vereist. Dit vergt ook actie

van de burger zelf, zoals het preventief aanpassen van de woning. Oudere huiseigenaren zullen eerder

moeten nadenken hoe zij willen wonen op latere leeftijd. Dit biedt kansen voor het bedrijfsleven vanwege

woningaanpassingen, domotica en persoonlijke dienstverlening. Ook ontstaan op veel plekken in het land

burgerinitiatieven die gericht zijn op mensen met een zorg- of ondersteuningsbehoefte.

Het ontwikkelen en opzetten van nieuwe woonzorgarrangementen is hard nodig. De initiatiefnemers ervaren

hierbij tal van belemmeringen. In de negen onderzoeken, die als bijlagen bij de Kamerbrief zijn gepubliceerd,

komen de volgende knelpunten naar voren:

a. Gebrek aan samenwerking en investeringen.

b. Leegstand van zorgvastgoed.

c. Stapeling van wet- en regelgeving.

d. Gebrek aan informatie, kennis en bewustwording.

Het Rijk start de Transitieagenda Langer zelfstandig wonen om partijen te ondersteunen bij de knelpunten in

de samenwerking om het langer zelfstandig wonen van ouderen, mensen met een verstandelijke beperking

en psychiatrische problematiek mogelijk te maken. De focus ligt op het verbeteren van regionale

samenwerking waardoor mismatches worden voorkomen, knelpunten worden opgelost en integrale

oplossingen worden gevonden. De agenda richt zich op drie pijlers.

Daarnaast is het Aanjaagteam opgezet om knelpunten te beslechten. Zij heeft in juli 2015 een voortgang

aan de kamer gestuurd met bevindingen.

Fysieke opgave in de lokale praktijk

Leden van het aanjaagteam benadrukken dat naast samenwerking en afstemming het langer zelfstandig

wonen een grote fysieke opgave is. Deze bestaat uit: het transformeren van het bestaande verzorgingshuis,

de aanpassingen aan de woning (van handgreep tot douches) in de koop- en huursector en het faciliteren

van nieuwe wooninitiatieven (groepswonen), maar ook maatwerk mogelijk maken in de toewijzing hiervan.

Daarbij gaat het ook om simpel, want betaalbaarheid is een belangrijke factor voor de mensen met een

smalle beurs. Het Aanjaagteam noemt de opgave op de woningmarkt ook wel de vierde decentralisatie.

Page 15: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

14

Actualiteit Transitieagenda Langer zelfstandig wonen

Juli 2015: Voortgangsrapportage Langer zelfstandig wonen

Juni 2014: Transitie agenda Langer zelfstandig wonen:

Woonvisie: prioriteiten volkshuisvesting

De gemeentelijke woonvisie en lokale prestatieafspraken gaan een belangrijke plek innemen in het

volkshuisvestelijk stelsel. De prioriteiten die het ministerie van BZK heeft gesteld voor de periode 2016-

2019:

1. betaalbaarheid en beschikbaarheid voor de doelgroep

2. energiezuinige voorraad

3. huisvesten urgente doelgroepen

4. realiseren van wonen en zorg en ouderenhuisvesting in relatie tot het langer zelfstandig wonen

Om de woningvoorraad geschikt te maken of te houden zijn er voor de lichtezorg-doelgroepen

aanpassingen aan de woning zelf:

– woonaanpassingen: beugels in badkamer en toilet,

– service aan huis,

– domotica.

2.2 Decentralisaties sociale domein

De drie centralisaties zijn samen één van de grootste hervormingen waar de Nederlandse overheid ooit

voorstond. Vanaf 2015 heeft de gemeente een aantal verantwoordelijkheden van het Rijk overgenomen: de

uitvoering van de Jeugdzorg, AWBZ en de Participatiewet (de drie zogenoemde decentralisaties). Het

betekent ingrijpende veranderingen in de werkwijze rondom de langdurige zorg, de jeugdzorg en het

welzijnswerk. Het maakt deel uit van de transitie van de verzorgingsstaat naar de participatiesamenleving

met als kernbegrippen participatie, zelfredzaamheid en burgerkracht. Er wordt een sterk beroep gedaan op

eigen kracht en verantwoordelijkheid van burgers in hun eigen omgeving, met een overheid die faciliteert en

een vangnet biedt voor de meest kwetsbaren. Het betekent ingrijpende veranderingen in werkwijze rondom

de langdurige zorg, de jeugdzorg en het welzijnswerk.

De eigen kracht en samenredzaamheid te stimuleren met daarbij een lokale aanpak, zal leiden tot het

besparen van maatschappelijke kosten.

Voor ouderen en kwetsbare doelgroepen – zoals mensen met psychiatrische problemen en mensen met

een verstandelijke beperking ligt er een opgave rond geschikte woningen met de juiste zorg en

voorzieningen in de buurt. Hier moeten gemeente, corporatie en zorgaanbieders grip op krijgen. De

gemeente pakt hierin een regierol om vraag en aanbod van woningen met zorg en voorzieningen te

matchen.

De corporatie zoekt naar hoe zij gaat aansluiten op de sociale teams die gemeenten hebben ingericht. Zij

staan echter nu nog wel aan de zijlijn, mede omdat gemeenten nog op het eigen interne proces zijn gericht.

Ook zijn corporaties weer beperkt in hun inzet door de Novelle. Zij kan wel inspelen op leefbaarheid. De rol

die de corporaties voor zich zien, bevindt zich op verschillende niveau’s zoals aanbod van voldoende

zorgwoningen (woonvisie en prestatieafspraken) of het signaleren van huurachterstanden en

probleemgedrag (overlast, eenzaamheid) van mensen bij de wijkteams.

Page 16: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

15

Vanuit fysiek beheer en wijkontwikkeling hebben corporaties vaak een gebiedsgerichte aanpak ontwikkeld,

waarmee zij veel kennis hebben opgedaan waar een sociaal team zijn voordeel mee kan doen.

Meer informatie:

– Het overzicht Decentralisatie van overheidstaken naar gemeenten biedt achtergrond over het

decentraliseren van overheidstaken naar de gemeente.

– Ondersteuningsprogramma Gemeenten van de toekomst

– Wat er verandert in de langdurige zorg is inzichtelijke gemaakt in een infographic.

2.3 Overleg gemeente, zorgorganisaties, corporaties

Om langer zelfstandig wonen tot iets vanzelfsprekends te maken is er veel overleg tussen bestuurders van

gemeenten, zorgorganisaties en woningbouwcorporaties. De bestuurlijke agenda “Het cement tussen wonen

en zorg” heeft als doel om afstemming en samenspel te verkrijgen. De bestuurlijke agenda biedt een

handreiking hoe om te gaan met de drie aandachtsgebieden: woningen, voorzieningen in de buurt en

ruimtelijke inrichting van de woonomgeving.

Het cement tussen wonen en zorg, 2014

Informatiekaart Langer Zelfstandig Wonen Factsheet, 2014

Prestatieafspraken

Iedere woningcorporatie dient prestatieafspraken met zijn gemeente(n) in het werkgebied maken. Wonen en

zorg zou gezien de opgave hierbij prominent op de lokale agenda moeten staan. Dit is nog lang niet altijd

het geval. Het thema heeft wel een plek in de prioriteiten volkshuisvesting, die minister Blok in juni 2015

naar de Kamer heeft gestuurd. In de lokale prestatieafspraken wordt vanuit de leerkring de volgende

onderwerpen die het langer zelfstandig wonen mogelijk moet maken geagendeerd: woningaanpassing, het

wijk-maatschappelijk vastgoed, projecten voor bijzondere doelgroepen en meerpartijenafspraken voor GGZ-

doelgroepen. Daarnaast ligt er de uitgelezen kans om hierbij het WMO-convenant een plek te geven. Breda

is een gemeente die dit op een samenhangende wijze heeft opgepakt.

Voorbeeld Breda

Sinds 2004 werken de gemeente, drie corporaties en sinds 2015 de huurderskoepels samen in De Alliantie.

De ‘prioriteiten volkshuisvesting’ zijn doorvertaald in de prestatieafspraken 2014-2016: Samenwerking in de

wijk. De hoofdthema’s zijn: betaalbaarheid (woonlasten en beschikbaarheid met eventueel een

doorstroommakelaar), de woningvoorraad zelf (kwaliteit en duurzaamheid), energie en de

nieuwbouwopgave. Het samenwerken in de wijk gebeurt via wijkimpuls, wijkgericht werken, leefbaarheid en

bewonersparticipatie. Als laatste thema sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen en zorg (geschikt wonen

voor iedereen (GWI 2.0), Wmo-beleid, waaronder voorkomen van huisuitzettingen en maatschappelijke

opvang en huisvesting bijzondere doelgroepen.

Lees hier de prestatieafspraken

2.4 Novelle: taken corporatie en maatschappelijk vastgoed

De Novelle op de herziening van de woningwet (2015) omschrijft nauwkeurig de taken van de

woningcorporaties.

Page 17: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

16

Toegelaten instellingen (TI) worden beperkt tot het bouwen, verhuren, beheren van sociale huurwoningen

en het daaraan ondergeschikte, direct verbonden maatschappelijk vastgoed. Zorggebouwen en

zorgvoorzieningen vallen volgens de nieuwe wet onder het wonen. Er gelden nieuwe voorwaarden om te

mogen investeren in nieuw maatschappelijk vastgoed. Het maatschappelijk vastgoed moet onlosmakelijk

verbonden zijn met het woongebouw en een wijk-, buurt- of buurtschapgerichte functie hebben, maximaal 25

procent vloeroppervlak aan commerciële huurders aanbieden en plaatsvinden in een gebied waar de

woongelegenheden van de TI zijn. Onder het toegestane maatschappelijk vastgoed vallen nog steeds de

verschillende vormen van wonen met zorg, begeleid wonen en vormen van opvang: de blijf-van-mijn-

lijfhuizen, de daklozenopvang, de hospices, woonzorgcomplexen met zorgsteunpunten en dagbesteding.

Maatschappelijk vastgoed dat al in eigendom is van de TI maar wat niet aan deze eisen voldoet, mag in

beheer blijven. Daarnaast zijn activiteiten die met de nieuwe regelgeving niet langer zijn toegestaan maar

die nu wel door corporaties worden uitgevoerd, toegestaan zolang reeds concrete en meetbare stappen zijn

gezet.

Het investeren in leefbaarheid wordt ingekaderd. Investeringen in leefbaarheid zijn mogelijk als die

gerelateerd zijn aan het op peil houden van de vastgoedwaarde. Het tijdig signaleren en het inschakelen van

schuldhulpverlening om huisuitzettingen te voorkomen zijn vanuit deze reden legitiem. Ook mag een

corporatie de benodigde inzet plegen om het woongenot van haar huurders te garanderen.

Het investeren in maatschappelijk vastgoed of leefbaarheid mag niet indien: de corporatie geen

noemenswaardig bezit in de gemeente heeft, de omvang van de investeringen maatschappelijk en

bedrijfseconomisch niet verantwoord is, de activiteit primair de verantwoordelijkheid van een andere partij is

of als het religieuze stromingen faciliteert.

De hernieuwde afbakening van de taken van de corporatie zal leiden tot een beperking van de

investeringsruimte. Verder speelt de interpretatie van de novelle een belangrijke rol. Corporaties mogen

bepaalde taken alleen oppakken als daar overeenstemming met de gemeente over is en marktpartijen het

aantoonbaar niet kunnen of willen doen. Het overleggen, afstemmen en het verkrijgen van toestemming zal

vertragend werken.

2.5 Woonzorgvastgoed in eigendom van corporaties

Corporaties hebben sinds de jaren 90 door de trend van het extramuraliseren veel geïnvesteerd in het

ontwikkelen van woonzorgprojecten. Het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) heeft begin 2015 becijfert

dat ongeveer driekwart van alle woningcorporaties zorgvastgoed bezit in de vorm van zorgcomplexen en/of

aanleunwoningen. In totaal gaat het om 94.000 woongelegenheden in zorgcomplexen (= 60 procent van het

totaal) en circa 54.000 aanleunwoningen. Het CFV becijferde dat de volkshuisvestelijke (vhv)

exploitatiewaarde van het zorgvastgoed rond de € 8,5 miljard bedraagt, dit is 7 procent van de totale vhv-

exploitatiewaarde.

Meer informatie:

– Nieuwsbericht: Driekwart corporaties heeft zorgvastgoed, CFV, 2015

– Rapportage zorgvastgoed 2015, CFV

– Leegstandsriscico van verzorgingshuizen, juni 2015

– Leegstand, herbestemming en verzorgingshuizen: een verkenning door de oogharen heen, in Barometer

maatschappelijk vastgoed

Page 18: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

17

2.6 Maatschappelijke taak en prestaties corporatie

Gemeenten en woningcorporaties zijn als lokale partijen verantwoordelijk voor betaalbare en beschikbare

huisvesting in leefbare wijken voor ‘lichtezorg-doelgroepen’ met een smalle beurs. Corporaties werken hard

om dit vanuit hun maatschappelijke taak en prestaties te realiseren.

Het DrieKamerModel is een aanpak die corporaties ondersteunt in transparante besluitvorming en

communicatie over strategische financiële keuzes tussen maatschappelijke taken, renderend vastgoed en

een financieel gezonde organisatie. Deze verschillende doelen en nevendoelen zorgen voor spanning en

wrijving om de juiste strategische beleidskeuzes te maken. Om die keuzes te formuleren en zich te

legitimeren zijn corporaties voortdurend in gesprek met stakeholders zoals hun huurders, de gemeente(n)

en bijvoorbeeld zorgorganisaties. “Doen we de juiste dingen? En doen we de juiste dingen goed?”

Het werken met dit Driekamermodel is een kans om het thema wonen en zorg te koppelen aan de

legitimiteitsdiscussie. Deze manier van rekenen is recent uitgewerkt voor de sector en ontwikkelt zich nog

steeds door. In het pilotprogramma hebben 23 corporaties meegedaan.

Het veranderende sociale domein en het langer zelfstandig wonen maken dat corporaties hier op inspelen

met visieontwikkeling en formuleren van rol en beleid rondom woonzorgarrangementen.

Het is relevant dat corporaties strategische keuzes maken en de legitimiteit van keuzes aantoont.

Schematisch overzicht Driekamermodel en inzet maatschappelijk budget/prestaties

Page 19: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

18

Inzet bestedingen van het maatschappelijk budget

Dit diagram laat zien dat corporaties met name het maatschappelijk budget inzetten voor het laag houden

van de huren. Dat is te beperkt. Het is nodig dat een corporatie zich richt op het ontwikkelen van relevante

woonzorgarrangementen.

Corporaties kunnen dit via afspraken met gemeenten in een woonvisie zetten, prestatieafspraken maken

en/of WMO-convenanten opstellen. Het vertaalt zich vervolgens door in het strategisch voorraadbeleid en

doorontwikkeling naar woonzorgarrangementen

Corporatiemonitor Wonen en zorg, 2014

Aedes houdt in 2014 een enquête onder 112 corporaties, dat is bijna 30 procent van alle corporaties, over

het thema wonen en zorg. De uitkomsten zijn doorberekend voor de gehele sector. Corporaties zijn van plan

om in 2015 bijna 7.000 seniorenwoningen te bouwen. Dit is ruim 2 procent van de bestaande voorraad

zorgwoningen. Daarnaast komen er volgend jaar ongeveer 1.550 woningen bij voor mensen met een

fysieke, verstandelijke of psychische beperking (beschermd wonen).

Ongeveer 30 procent van de woningen van corporaties zijn de zogenoemde nultreden-woningen. Per regio

lopen deze percentages uiteen van 20 procent (Zuid-Limburg) tot 41 procent (Noordoost-Brabant).

Veel corporaties hebben hun vastgoed op orde, maar hebben leegstand in reguliere seniorenwoningen.

Vooral in de stad en stedelijke gebieden. Veel woningen zijn eigenlijk niet geschikt (mensen gaan er niet

genoeg op vooruit bij verhuizing) of wel geschikt (nieuw) maar veel duurder.

Download: Corporatiemonitor Wonen en zorg

Page 20: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

19

2.7 Zorgdoelgroepen en arrangementen - programma corporaties

Nog steeds kennen corporaties slechts een klein deel van hun huurders. Deze constatering doet het

aanjaagteam Langer zelfstandig wonen en het roept daarom op om meer kennis van de huurder met een

zorgvraag te krijgen en hoe daarop in te springen. Door het scheiden van wonen en zorg en het wegvallen

van de indicatiestellingen komt een aantal nieuwe doelgroepen met een woonvraag in beeld. Wat vragen de

lichtezorg-doelgroepen en op welke wijze kan een corporatie hierop inspelen?

Kwetsbare ouderen

Het aantal senioren groeit. Het aantal 75-plussers verdubbelt door vergrijzing tot zo’n 2,6 miljoen in 2040.

Binnen de groep ouderen is een grote groei van de groep kwetsbare mensen. Er is een flinke stijging van

dementerenden voorzien. Nu telt Nederland 260.000 mensen met dementie, in 2040 500.000 (bron:

Alzheimer Nederland). Van de mensen met dementie woont 70 procent thuis; door het wegvallen van

indicatiestellingen zijn dat bijna 60.000 senioren.

Het Sociaal Cultureel Planbureau biedt in de studie Kwetsbare ouderen, uit 2011 voor het eerst een landelijk

beeld van ouderen met meervoudige problematiek die daardoor risico lopen binnen enkele jaren

zorgafhankelijk te worden en hun zelfstandigheid te verliezen. Het is belangrijk om kwetsbaarheid op tijd te

signaleren en met kleine ingrepen hun kwaliteit van leven te behouden.

Bekijk het portret over ouderen (youtube)

Mensen met een verstandelijke beperking (VG)

In Nederland doen ongeveer 195.000 mensen een beroep op de gehandicaptenzorg. Hiervan ontvangen

120.000 cliënten de zorg thuis. De overige 75.000 cliënten wonen in een instelling en ontvangen de zorg

daar. Het gaat daarbij om kinderen en volwassenen met een verstandelijke, lichamelijke en/of zintuiglijke

beperking. Als gevolg van het afschaffen van de indicatiestelling gaat het om 15.000 mensen die zelfstandig

thuis moeten gaan wonen. Mensen die deze indicatie hadden (ZZP VG 3 - verstandelijk beperkt)

functioneren beperkt zelfstandig en hebben voor hun psychosociaal welbevinden vrijwel altijd een veilige en

vertrouwde woon- en leefomgeving nodig.

Bekijk het portret verstandelijke beperking (youtube)

Mensen met een psychi(atri)sche beperking (GGZ)

In 2012 maakten ruim 35.000 mensen gebruik van intramurale geestelijke gezondheidszorg die betaald

wordt vanuit de AWBZ. Daarvan krijgt iets meer dan een kwart een combinatie van verblijf met behandeling,

veelal op het terrein van een ggz-instelling (zzp B). De overigen krijgen begeleiding en verblijven in een

beschermende woonomgeving die meestal in een reguliere woonwijk staat. Naast deze intramurale groep is

er een grote groep mensen met een psychische aandoening die ambulante individuele begeleiding krijgt

en/of gebruikmaakt van dagbestedingsactiviteiten. Als gevolg van het langer zelfstandig wonen zullen 5000

mensen zelfstandig thuis gaan wonen.

De mensen met een voormalige indicatie (ZZP GGZ 3 / psychische problematiek) hebben vaak een beperkt

vermogen tot zelfregie en sociale zelfredzaamheid. Hierbij is dagelijks intensieve begeleiding nodig.

Bekijk het portret psychiatrische beperking (youtube)

Hoofdstuk vijf geeft inzicht in de verschillende zorgdoelgroepen en zorg- en/of dienstenarrangementen.

Page 21: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

20

2.8 Wat betekent het zelfstandig wonen van zorgdoelgroepen concreet voor een corporatie?

– De bestaande woningvoorraad moet aangepast worden aan de zwaardere zorg die thuis wordt geleverd.

Corporaties spreken hun zorgen uit of er voldoende geschikte woningen zijn. Veel corporaties hebben

recent geïnvesteerd in het levensloopbestendig maken van hun voorraad. Ook stellen zij zich de vraag of

daar dan ook de juiste zorgdoelgroep in woont.

– Meer huurders met zware zorg en ook mensen met psychiatrische beperking die thuis wonen vraagt

aandacht bijvoorbeeld door woonconsulenten, huismeesters of met trainingen woonvaardigheden en het

opzetten van een sociaal beheer. Het gaat ook om het voorkomen van overlast voor andere huurders. De

rol van de huismeester zal moeten worden herwaardeerd.

– Leegstaand zorgvastgoed. Zorgorganisaties willen geen langlopend huurcontract voor zorgvastgoed

meer. Corporaties moeten op zoek naar een nieuw businessmodel voor de financiering van het

voormalige verzorgingshuis. Dit kan betekenen dat zij bestaand zorgvastgoed moeten afwaarderen,

contracten moeten aanpassen of andere huurders moeten vinden.

Page 22: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

21

3 Gebiedsgerichte aanpak en sociale wijkteams

In een sterk vergrijsde woningmarkt moet de oplossing om mensen langer zelfstandig te laten

wonen vooral gezocht worden in aanpassing en transformatie van de bestaande woningvoorraad.

Door toenemende lichamelijke beperkingen van 75-plussers zijn (extra) aanpassingen van de woning

nodig. Daarnaast is een triple A-omgeving van belang: op loopafstand een Aldi/Albert Heijn, Arts en

Apotheek. Ideaal gesproken zou in de leef- en woonomgeving voorzieningen zoals ontmoeting en de

24-uursbeschikbaarheid van zorg aanwezig moeten zijn. De vraag is hoe we de toekomstige

zorgdoelgroepen goed in beeld brengen, maar ook welke randvoorwaarden deze groepen aan de

woning en de wijk stellen en wat effectieve wijzen van organiseren zijn. Gemeenten werken

wijk/buurtgericht en zetten recent door de decentralisaties sociale wijkteams op. Dit al dan niet in

samenwerking met de corporatie.

De gemeente moet samen met de corporatie optrekken om deze gebiedsgerichte benadering uit te

werken. Een goede analyse van de opgave voor de wijk is nodig. Er zijn verschillende aanpakken

met een wisselende rol van de corporatie hierin. Het doel van dit thema is inzicht te bieden in de

ontwikkelingen rondom een gebiedsgerichte aanpak en wijkteams en dit te vertalen naar de rol voor

corporaties (strategie, positie, visie op huisvesting en leefomgeving en productontwikkeling).

3.1 Gebiedsgerichte aanpak: zelfstandig wonen in de wijk

Wanneer burgers lichamelijk en geestelijk kwetsbaar zijn, hebben zij én een aangepaste woning nodig én

een veilige woonomgeving. In veel gemeenten is afgelopen jaren geëxperimenteerd met de gebiedsgerichte

aanpak, vaak in de vorm van een woonservicegebied. Bij het vormgeven van een woonservicegebied zijn

veel partijen betrokken. Regie door de gemeente is daarbij belangrijk. In een beschouwing over de

gebiedsgerichte aanpak in Breda, Rotterdam en Tilburg blijkt dat zowel de organisatie als de ambitie van

een gebiedsgerichte aanpak niet (volledig) tot stand komt. Er zijn verschillende financiers voor wonen,

welzijn en zorg, meerdere planningskaders en planningshorizonnen en veel, soms concurrerende,

uitvoerders. Om toch in een gebied een sluitend aanbod van wonen-zorg-welzijn te realiseren, is een

vasthoudende coalitie van gedreven bestuurders en uitvoerders nodig, met een gedeelde visie en

gezamenlijke planning.

Zelfstandig wonen in de wijk/gebiedsgerichte aanpak kent twee versies:

– Beperkte variant: woonzorgzone rond een woonzorgcomplex,

– Verruimde variant: netwerkstructuur op wijkniveau.

Page 23: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

22

3.2 Woonzorgwijzer: van aanbod- naar vraagprognose

Gemeenten worstelen met een grote diversiteit aan databronnen en kennisinstrumenten rond het thema

wonen en zorg. In het licht van de geschetste huisvestingsopgave hebben gemeenten behoefte aan een

consistent ramingsmodel voor zorgdoelgroepen. Daarop heeft het ministerie van BZK onderzoeksbureau

RIGO opdracht gegeven om een lokaal kennisinstrument te ontwikkelen onder de titel ‘Woonzorgwijzer’.

Platform31 is betrokken als procesbegeleider. Drie pilotgemeenten denken mee over de praktische

gebruikswaarde van het instrument.

Die herijking van de prognose draagt eraan bij dat:

– de vraag niet alleen vastgesteld wordt op basis van geregistreerde zorgindicaties maar dat ook

sociaaleconomische kenmerken meewegen,

– de zorg- en ondersteuningsbehoefte los van woonwensen wordt beschreven, en

– een geclusterde doelgroepindeling op basis van functionele behoeften aan huisvesting en zorg en

ondersteuning gemaakt wordt.

3.3 Het woonservicegebied

Het woonservicegebied, met zijn overkoepelende en gebiedsgerichte aanpak, lijkt veel kansen te bieden om

samenhangende organisatie van wonen, zorg en welzijn te realiseren, waarbij zorgvragers zelfstandig

kunnen blijven wonen met behoud van regie over hun eigen leven en de kwaliteit daarvan.

Drie jaar lang experimenteerde Platform31/SEV met tien proeftuinen van woonservicegebieden in tien

provincies met een aantal ingrediënten oftewel bouwstenen van het arrangement. Het betrof: Bilgaard,

Leeuwarden, Krakeel, Hoogeveen, Berflo Es, Hengelo, Meulenvelden, Didam, Rond de Regenboog,

Dronten, Dorp West, De Bilt, Zeevang, De Verbinding, Middelburg Noord-Oost, Hoge Vucht, Breda en

Helden-Panningen.

Page 24: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

23

Definitie

Een woonservicegebied of woonzorgzone omvat de schaal van een wijk/dorp (5.000 tot 10.000 inwoners).

Er is een gecoördineerd dienstenaanbod wonen, welzijn en zorg, tot en met onplanbare 24-uurszorg en

aanpassingen aan de woning. Kwetsbare bewoners kunnen langer zelfstandig blijven wonen in hun eigen

woning en/of woonomgeving en langer deelnemen aan hun vertrouwde samenleving.

Verhuizen naar een zorgwoning is binnen het woonservicegebied mogelijk. Het doel van

woonservicegebieden is om zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen te midden van anderen,

zodat een levensloopbestendige leefomgeving ontstaat.

Wat is nodig aan hardware:

- Geschiktheid woningen (huur)

- Geschiktheid woningen (koop)

- Aangepaste woonzorgvormen

- Veilige en leefbare woonomgeving

- Winkels, openbaar vervoer

- Wijkservicevoorziening

- Gezondheidsvoorziening: arts /

apotheek/integraal zorgteam

Wat is nodig aan software:

- Gecoördineerd wijkzorgteam

- Integrale samenwerking wijkzorg -

eerstelijnszorg

- Cliëntenadviseur

- Informatiepunt

- Thuiszorg op afroep

- Activiteitenaanbod

- Ondersteuning mantelzorg

- Vervoersdiensten

- Advisering over aanpassen woning

- Diensten (aan huis)

- Ondersteuning vrijwilligers

Orgware door corporaties, gemeente, zorg en welzijnsorganisaties, mantelzorgers, burgerinitiatieven

Het vraagt een stevige buurtgerichte samenwerking van de betrokken maatschappelijke en professionele

organisaties en de wijkbewoners zelf.

Meerwaarde woonservicegebied

De Radboud Universiteit Nijmegen, de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en het Universitair Medisch

Centrum Groningen hebben onderzoek uitgevoerd naar onder andere het arrangement van de

woonservicegebieden, de wensen en ervaringen van ouderen en het effect dat wonen in een

woonservicegebied al dan niet heeft op iemands welbevinden en de mogelijkheid zelfstandig te wonen.

Aangetoonde effecten van een woonservicegebied

– Mensen kunnen langer zelfstandig wonen.

– Meer mensen met een zorgvraag wonen extramuraal.

– Er is minder ziekenhuisopname.

– Aanpassen van de woningen heeft effect op thuiszorg (deze wordt minder).

– Beter omgaan met ziekte en gezondheid (coping).

– Een ‘dempende werking’ op achteruitgang welbevinden bij het toenemen van beperkingen, te weten:

> Minder effect toenemende beperkingen op toename psychische problemen.

> Problemen met coping stijgen minder snel bij toenemende kwetsbaarheid en bij toenemende

(stemmings-/geheugen)beperkingen.

> Bij toenemende kwetsbaarheid neemt welbevinden minder snel af.

> Sociale relaties blijven beter bij toenemen van beperkingen.

Ook is een effectenarena gemaakt, dat de meerwaarde van een woonservicegebied inzichtelijk maakt.

Page 25: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

24

Conclusies

– Ouderen in woonservicegebieden zijn ongeveer even gezond als elders.

– Het versterkt het ‘langer zelfstandig wonen’ naar ‘zo volwaardig mogelijk zelfstandig wonen’.

– Woonservicegebieden sluiten aan bij wensen van ouderen (zelfstandig, vertrouwd, nabij, netwerk,

wederkerigheid, zekerheid, toegankelijkheid, advies, adequate zorg en ondersteuning).

– Het is van groot belang dat woningen geschikt zijn.

– Het is belangrijk in te zetten op alle aspecten van kwetsbaarheid.

– Bij toenemende beperkingen gaan toename informele en formele zorg en ondersteuning min of meer

gelijk op, het is geen substitutie.

– Ouderen met een beter inkomen maken minder gebruik van informele zorg.

Aanbevelingen voor corporaties om in te spelen op kwetsbare doelgroepen

– Kijk goed naar werkelijke verhuisbewegingen en –motieven, in-/uitstroom ouderen, relatie met regio.

– Schenk blijvend aandacht aan aanpassen woningen (maar meer in maatwerk). Is verdeling over de

wijken goed? Hoe staat het met de particuliere voorraad? Gepast gebruik domotica.

– (Her)gebruik waar mogelijk bestaand vastgoed (woningen en/of verzorgingshuizen) (voorbeeld

Veldspaatflat Groningen).

– Investeer gericht in geclusterd kleinschalig wonen en accommodaties.

– Verken mogelijkheden voor nieuw vastgoed in de vorm van collectief particulier opdrachtgeverschap door

ouderen.

– Zorg dat signalen uit woningbeheer naar welzijn en zorg doorkomen.

Page 26: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

25

Discussiepunten over de organisatie en schaalgrootte van de woonzorgzone

– Woonservicegebieden: effect bewezen, maar lastig te organiseren. De vraag waar het over gaat en het

maken van keuzen: inhoud, waar, met wie, burgers?

– Woonzorgprojecten: willen zorgdoelgroepen verhuizen?

– Cliëntarrangementen: goede woning, oproepdienst beschikbaar, sociaal isolement, betaalbaar?

– Het verzorgingshuis is afgeschaft, wat nu?

> Wat wil de corporatie organiseren voor bewoners (de inhoud van het arrangement).

> Wat is de rol van de corporatie: integraal intern en extern, afstemming met burgers.

Risico’s ontwikkelen in een woonservicezone

– Gemeente: nieuwe rol, minder geld.

– Corporatie: forse afname betaalbare woningen, door investeren in kwaliteit stijgt de huurprijs voor

huurders. Er is een grote vraag naar geschikte woningen in het lage huursegment.

– Zorg: nieuwe rol en businessmodel voor het vastgoed.

Wat zien we in de praktijk?

– Langs elkaar heen werken van instanties.

– Verschraling van wonen, zorg, welzijn door bezuinigingen.

– Mensen die wonen in ‘niet passende huisvesting’.

– Groepen die uitgesloten worden van zorg en begeleiding.

– Overlast van mensen met een stoornis in buurten en wijken.

– Eenzaamheid van lichtezorgvragers.

De uitdaging voor de corporatie

– Zicht hebben op welk aanbod nieuwe groepen nodig hebben: zorg dat je dit weet.

– Kiezen welke taak de corporatie pakt in wijk.

– Zorgvuldige afbouw / transformatie zorgvastgoed.

– Gebiedsgerichte organisatie van wonen, zorg en welzijn bevindt zich op veel plaatsen in een

beginstadium. De bezuinigingen en kerntakendiscussie zet eerder opgerichte samenwerkingsverbanden

onder druk.

– Het is de ervaring van corporaties dat zorginstellingen nog behoorlijk intramuraal denken.

3.4 De praktijk van corporaties rondom woonservicegebieden

Gebiedsontwikkeling in woonservicegebieden: Woonstad Rotterdam –

gebiedsontwikkeling Bramante

Rotterdam is een gemeente die werkt met het concept van woonservicegebieden. In de Rotterdamse wijk

Prinsenhof werkt corporatie Woonstad Rotterdam aan de gebiedsontwikkeling Bramanteplein. Zij is

initiatiefnemer en trekker in een samenwerking met gemeente, zorgpartijen, marktpartijen en

bewonersvertegenwoordigers. De wonen-zorg-welzijnstructuur wordt versterkt. Een belangrijke drager van

het plan is de ontwikkeling van het Alexanderhof. Hier wordt ontmoeting voor bewoners georganiseerd in

samenwerking met welzijnspartners Pameijer en Laurens. Optisport start er een fitness- en

zwemprogramma. De totaalontwikkeling van het Alexanderhof omvat een multifunctionele accommodatie,

de toevoeging van koopwoningen, een gedifferentieerder woningaanbod, verbetering uitstraling flats en

investeringen in de buitenruimte. Met ontmoeting, sport, welzijn en het winkelcentrum op loopafstand en het

gezondheidscentrum in het oude Prinsenhofgebouw.

Page 27: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

26

Discussiepunten binnen Woonstad Rotterdam rondom deze ontwikkeling

Binnen de Woonstad Rotterdam wordt een discussie gevoerd over het label 55-plus, de opgave is langer

thuis wonen. Zij overwegen om de 55-plusvoorraad te herverdelen: een deel hiervan levensloopbestendig te

maken en een kernvoorraad naar de reguliere voorraad over te hevelen.

Zij hebben drie type woonproducten voor kwetsbare ouderen: ‘Geschikte woning’ - aanpassingen in de

bestaande woning, ‘Zorgwoning’ – volledig aangepaste woning met netwerk en ‘Beschermd wonen’ –

intramuraal.

Gebiedsontwikkeling blijft relevant: ontwikkeling in onderlinge samenhang levert meer rendement op en

minder gebruik van de voormalige AWBZ (nu Wlz en WMO).

Stadlander – wijken en kernen

Corporatie Stadlander (West-Brabant en Zeeland) heeft een groot werkgebied. Om in te spelen op het

langer zelfstandig wonen werkt zij samen met zorginstellingen. Het idee was om in elke kern kleinschalige

intramurale woonzorgvoorzieningen te organiseren. Recent heeft de zorginsteling gekozen om kleinschalige

locaties los te laten en te operen vanuit de hoofdlocaties in de grote plaatsen.

Stadlander behoud wel zijn oriëntatie op wijken en kernen. Zolang mogelijk thuis wonen faciliteren door:

– transformatie voorraad (levensloopbestendig, duurzaam, nultreden),

– introductie domotica daar waar nuttig en effectief (Slim Slot),

– aangaan nieuwe samenwerkingsverbanden, waardoor een efficiëntere ketensamenwerking kan ontstaan,

– interne organisatie: het doorvoeren van een nieuw klantconcept. (Click, call, face) en het introduceren

van klantbegeleiders voor maatwerkklanten.

Waterweg Wonen - Levensloopvriendelijk Vlaardingen

In Vlaardingen heeft de corporatie samen met de gemeente in de periode 2002-2015 gewerkt aan

levensloopvriendelijke wijken en daar verschillende woonproducten op ontwikkeld. Er zijn enkele dilemma’s

in de periode tot 2014: minder financiële middelen beschikbaar, de opgave voor beschermd en verzorgd

wonen, tekort aan geschikte woningen in bepaalde gebieden, afname van voorzieningen, de verandering

van de woonvraag van senioren, die bovendien onbekend zijn met het aanbod. Er moet meer aandacht

komen voor individuele huisvesting Wonen en Zorg met specifiek aandacht voor de zeer kwetsbare

(draaideur)gevallen. Ook moeten zorgpartijen een actieve rol in de begeleiding van de kwetsbare huurders

nemen.

Te doen door corporatie en samenwerkingspartners: communicatie en ondernemerschap

– Creatievere oplossingen uitzoeken voor het bereik van voorzieningen > vervoer, thuisbezorgen et cetera.

Dit vraagt om nieuw denken en innovatie door zorgpartijen of aandacht voor nieuwe ontwikkelingen zoals

digitalisering en nieuwe vormen van dienstverlening (vervoer, thuisbezorgen, Facebook et cetera).

– Betere voorlichting over woonmogelijkheden voor senioren en mensen met beperkingen

(woningaanpassingen, domotica, voorzieningen et cetera).

– Concepten voor als het echt niet meer gaat of als men erom vraagt (initiatieven faciliteren).

– Afstemming signaleringsfunctie voor kwetsbare mensen (psychische problemen, gedragsproblemen,

eenzaamheid).

Strategisch voorraadbeleid voor de corporatie

– Geen ingrijpende aanpassing van voorraadbeleid nodig, wel kwaliteitsvragen van ‘verzorgd wonen’.

Page 28: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

27

– Oplossingen in bestaande woongebouwen bekijken, businesscases maken voor diverse kwetsbare

doelgroepen, en waar het kan nieuwbouw.

– Woonruimteverdeling: waar wenselijk inzetten om vraag en aanbod beter te matchen, ook vanuit

zorgverleningsperspectief (mantelzorgers).

3.5 Sociale teams

De decentralisaties van jeugd, zorg en arbeid bieden kansen voor een andere integrale domeinoverstijgende

aanpak. Het betekent:

– een omslag van zorgen (voor) naar ondersteunen (zorgen dat),

– van aanbodgericht naar vraaggericht (maatwerk!),

– meer zelfregie en samenredzaamheid,

– meer doelmatigheid in aanpak en resultaatgerichtheid,

– aanbod dichtbij: op wijkniveau,

– meer preventie en een groot beroep op eigen kracht en informele netwerken.

In veel gemeenten gaan sociale wijkteams aan de slag. Deze teams bestaan uit generalisten en zij werken

op basis van de hulpvraag van het huishouden in plaats vanuit het aanbod van de organisatie. Het motto

luidt: één gezin, één plan, één regisseur.

Kenmerkend aan het sociaal (wijk)team als instrument: het zit dicht bij de directe leefwereld van de

doelgroep en hulp is nabij op wijkniveau. Het betekent ook een hoge snelheid. Er zijn minder schakels en

gezichten, want voor alle zorg-/ondersteuningsvragen is er één aanspreekpunt - bij multiproblematiek is er

een coördinator. Het team is multidisciplinair samengesteld met zowel generalisten als specialisten. Het

team zet in op de eigen krachten en het directe netwerk van mensen en het werkt vraaggericht. En, naar

verwachting zal het kostenbesparend zijn.

Schematisch overzicht: Verandering in het sociaal domein voor de wijk

Page 29: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

28

Schema: handelingsbereik sociale teams in verschillende grote steden, uit De Vormgeving van sociale (wijk) teams, 2014.

Rol corporatie in sociale teams

De organisatie van de sociale opgave blijft achter bij de organisatie van de fysieke opgave op het terrein van

het langer zelfstandig wonen.

– Corporaties voeren in veel wijken grootschalige renovatieprojecten uit met inbegrip van

levensloopbestendige maatregelen. Zij werken veelal gebiedsgericht en hebben hier ook een hele

structuur voor opgebouwd. Nu voelen zij zich meer op afstand staan.

– Veel sociale teams zijn nog bezig met het opstarten, waardoor zij nog niet geneigd zijn om het gesprek

met de corporatie en haar rol aan te gaan.

– Corporaties nemen nog geen deel aan de nieuwe sociale teams. Ze kiezen nu wel voor een tweede ring,

waarbij ze signaleren (via huismeester, huurachterstand of leefbaarheid). Ook moeten zij een rol pakken

in het voorkomen van huisuitzettingen. Dit is vaak erg kostbaar en ontwrichtend voor de persoon/gezin in

kwestie (Zie hiervoor het actieonderzoek Hemelse Modder Zaanstad, Instituut voor Publieke Waarde).

– Corporaties maken zich zorgen over de begeleiding van geëxtramuraliseerde zorgvragers. Huurders

krijgen kortere behandeltrajecten en er is een gebrek aan (effectieve) nazorg.

In geval van woonoverlast ondervinden de corporaties weinig hulp vanuit de zorginstellingen. Hierdoor

krijgen woning- en wijkbeheerders steeds meer hulpverlenende taken.

– Opgave: ontwikkeling van sociaal beheer door corporatie. Door de groei van de zorgvragers in de wijk

moeten corporaties inzicht hebben in vragen als: wat kan de buurt aan, wat kan een complex/huis aan,

wat zijn succesvolle gespikkelde woonvormen, hoe spelen we in op leefbaarheidskwesties.

Page 30: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

29

3.6 Welke rol pakt de corporatie: de lichte buurtinfrastructuur

Corporatie als mede-architect van lichte buurtinfrastructuur

Vanuit de discussie over de rolopvatting van corporaties hebben Radboud Engbersen (Platform31) en

Godfried Engbersen (hoogleraar algemene sociologie, Erasmus Universiteit Rotterdam) het essay Van

buurtbarbecue naar buurtinfrastructuur opgesteld voor De Vernieuwde Stad. Zij staan stil bij kansen van de

investeringen in leefbaarheid door corporaties. Belangrijk is dat corporaties hier de discussie over aangaan.

Het geeft corporaties de legitimiteit om zich hier voor in te zetten.

“De opbouwwerker wegbezuinigd, het buurthuis, verzorgingshuis en bibliotheekfiliaal gesloten,de winkelplint

en het kantoor leeg, de corporatiesector in zijn hok, een overheid die zich terugtrekt. Het gaat stiller te

worden in de instituties van de verzorgingsstaat en het wordt drukker in de straten en portieken waar meer

kwetsbare groepen – ouderen, werklozen, mensen met een handicap – aan huis gebonden zijn.

Samenvattend doen zich grote veranderingen voor op diverse beleidsterreinen”, stellen de essayisten over

de rol voor corporaties in het veranderend sociaal domein.

Kwetsbare groepen (ouderen, werklozen, mensen met een beperking) raken meer aan huis gebonden,

omdat traditionele kaders (verzorgingshuizen, inrichtingen, werkvoorzieningen) niet meer beschikbaar zijn.

Deze groepen moeten vanuit huis hun leven vormgeven, waaronder het organiseren van zorg. Tegelijkertijd

verandert de arbeidsmarkt ingrijpend van karakter, waardoor meer en meer mensen opereren als kleine

zelfstandige. Deze ontwikkelingen vragen om een antwoord van zelfbewuste corporaties die deze trends

niet alleen zien als bedreiging, maar juist ook als een mogelijkheid om bij te dragen aan een

buurtinfrastructuur die bewoners ondersteunt in allerhande sociale en economische initiatieven. In het licht

van de voorgaande analyse stellen wij drie zaken voor.

A. Realiseren van een 'lichte' buurtinfrastructuur

De corporatie zal moeten aanhaken bij veranderingen in de (informele) sociale infrastructuur. Advies:

– zoek aansluiting bij de doelgroep en stel (leegstaand) vastgoed beschikbaar

– draai mee in de sociale wijkteams,

– ondersteun / faciliteer kleinschalige sociale organisaties (Buurtzorg, Opvoedpoli)

– ondersteun / faciliteer Huizen voor de Buurt – Productiehuizen,

– ondersteun / faciliteer vastgoed voor buurtwerkplaatsen, buurtbedrijven,

– ‘Third Places’,

– ondersteun Maatjes-, Buddyprojecten, mentoraten

– leg de relatie met traditionele RK- en PC-kerken, migrantenkerken (Pinkstergemeentekerken), moskeeën.

Page 31: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

30

B. Professionaliseren van het ‘wonen onder toezicht’ - woonvaardigheden

Werk aan een handreiking woonvaardigheden en ontwikkeling voor de wijkwerkers voor persoonlijke en pro-

actieve omgang met huurders. Vaak is het zo dat als de leefbaarheid overduidelijk te wensen overlaat,

partijen pas in beweging komen. Als huurders zichtbaar ontsporen, volgen er acties. Het zijn altijd

‘achterafinterventies’. Het is beter om te investeren in ‘voorafinterventies’, dat wil zeggen in interventies die

problemen voorkomen. De Handreiking Woonvaardigheden die Platform31 ontwikkelde in nauwe

samenwerking met de drie Noordhollandse woningcorporaties Wooncompagnie, Woonwaard en Intermaris

Hoeksteen en een daklozeninstelling dnoDoen uit Den Helder, is zo’n dergelijke voorafinterventie.

C. Systemen van woningtoewijzing

Corporaties doen er verstandig aan om de gevolgen van de institutionele veranderingen voor de

leefbaarheid en sociale samenhang in buurten, straten en portieken nauwkeurig te analyseren.

In hoeverre ontstaan ruimtelijke concentraties van kwetsbare groepen? Een onderdeel van een degelijke

analyse is de vraag of andere systemen van woningtoewijzing noodzakelijk zijn om te voorkomen dat te veel

kwetsbare groepen in één portiek woonachtig zijn. Op dit moment wijst een anoniem systeem woningen toe.

Dit systeem bezorgt zowel bewoners als corporaties een gevoel van machteloosheid. Oudere bewoners

kunnen vaak met enige nostalgie vertellen over de tijd dat strenge woningopzichteressen ‘nette en rustige

mensen’ selecteerden voor de huurwoningen. Het is belangrijk om de komende periode te experimenteren

met vormen van selectie waarbij zowel de corporatie als bewoners betrokken zijn. Het is in niemands belang

als portieken en straten ontstaan met concentraties van kwetsbare bewoners.

Page 32: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

31

4 De vraag van zorgdoelgroepen vertaald in arrangementen

Kwetsbare zorgdoelgroepen: wie zijn het en wat vragen zij in beheer en arrangementen (GGZ, VG en

V&V). En wat is het toewijzingsbeleid?

Het hoofdstuk gaat in op:

– Ouderen (zorgvastgoed en herbestemming, vitale seniorencomplexen /serviceflats/

aanleunwoningen, wonen met dementie).

– Geestelijke gezondheidszorg (GGZ)/Verstandelijk gehandicapten (VG)-cliënten (kwetsbare

zorgdoelgroepen, beheerarrangementen, beschermd wonen en begeleiding).

4.1 Ouderen

Corporaties hebben de afgelopen jaren flink geïnvesteerd in het passend maken van seniorenwoningen –

valpreventie, nul treden, rolstoelvriendelijk. Maar de doelgroep is honkvast, slechts 6 procent verhuist, ook

die met een zorgvraag. Senioren blijven bij voorkeur in de eigen buurt wonen met het eigen sociale netwerk.

Ouderen verhuizen relatief vaak ‘onvoorzien’, als gevolg van een snel verslechterende gezondheid of het

overlijden van een partner.

Door de decentralisatie van de AWBZ en het afschaffen van het verzorgingshuis voor de lichtezorg-

doelgroepen ontstaat een grotere behoefte bij senioren aan een goede, aangepaste woning. Verhuizen naar

zo’n woning is echter een grote stap voor senioren, met bezwaren als gehechtheid aan de buurt, opzien

tegen de rompslomp van verhuizen en een hogere huurprijs voor de nieuwe woning. De hervormingen in de

langdurige zorg maken dat de Nederlander veel meer besef moet krijgen hoe en waar hij zo lang mogelijk

zelfstandig kan blijven wonen. Het ‘voorsorteren op later’ is ook voor de oudere huurder van een

corporatiewoning een heel relevante en ook nieuwe vraag.

Reden voor kwetsbare ouderen om te verhuizen naar een (verzorgings)huis zijn:

– preventie: vinger aan de pols,

– veiligheid en vertrouwdheid: informeel netwerk en stabiliteit,

– 24-uursbeschikbaarheid van zorg,

– tijdelijke en flexibele opvangcapaciteit.

4.2 Kwetsbaarheid en de voorspelling daarvan

George de Kam (Honorair hoogleraar Volkshuisvesting en grondmarkt, met bijzondere aandacht voor het

wonen van ouderen, Rijkuniversiteit Groningen) pleit voor het meten van kwetsbaarheid. Hij heeft voor het

onderzoek naar effecten van woonservicegebieden de relatie gelegd met de medische wetenschap. Hij

benutte de Groningen Frailty Indicator (GFI)-lijst. Dit is een eenvoudige vragenlijst, waarin de dimensies van

fysieke en psychosociale kwetsbaarheid worden gemeten. Ouderen krijgen vragen over:

– gezondheid: zoals veel afvallen, slecht horen, slecht zien, fitheid, meer dan vier medicijnen gebruiken,

– cognitie: geheugen, neerslachtigheid, stemming,

Page 33: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

32

– zelfstandigheid: zonder hulp boodschappen doen, buitenshuis verplaatsen, aan-/uitkleden, toiletbezoek,

– sociale omgeving: netwerk, aandacht van anderen, hulp.

Schema kwetsbaarheid op basis van analyse, George de Kam, RUG

Analyses en beschouwingen over kwetsbaarheid en gebruik AWBZ/WMO

Er zijn diverse studies gedaan naar kwetsbaarheid en het gebruik van de AWBZ/WMO. Hiermee kan een

corporatie inspelen vanuit het aanbieden van woonzorgarrangementen, maar ook haar rol inzichtelijk maken

rondom preventie en het langer zelfstandig thuis wonen:

– Factsheet Kwetsbare ouderen in de tel, Verwey-Jonker Instituut, 2012.

– Kenniscahier Kwetsbare ouderen in de tel, De balans tussen lokale zorgvraag en lokale ondersteuning.

– Kwetsbare ouderen in de praktijk, SCP, 2011.

De studie van het Verwey-Jonker Instituut toont aan dat gemiddeld 42,7 procent van de 65-plusser

kwetsbaar is en 32,6 procent formele zorg ontvangt; bij de groep 75-plus is 54,3 procent kwetsbaar en

ontvangt 51,8 procent formele zorg. De landelijke analyse laat grote verschillen tussen aandeel kwetsbare

ouderen in gemeenten zien, maar ook grote verschillen tussen risico van kwetsbaarheid en gebruik formele

zorg. Bij dit laatste is het gelijk ook een belangrijk aandachtspunt voor lokaal beleid.

4.3 Ouderen zelf aan het woord

In het onderzoek onder ouderen in woonservicegebieden is bij ouderen navraag gedaan wat zij belangrijk

vinden aan het langer zelfstandig wonen. Zij benoemen:

– zelfbepaling en zelfredzaamheid,

– optimisme en realisme,

– sociale kanten van welbevinden meer van belang dan fysieke,

– openbare ruimte,

– ondersteuning door buren en nabije verwanten,

– eigen bijdragen,

– wederkerigheid.

Page 34: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

33

Specifiek over steun en ondersteuning:

– behoefte aan eigen regie; zelf grenzen aan durven geven,

– mobiliteit en bezig blijven van groot belang,

– belang van structuur en regelmaat, betekenisvolle daginvulling,

– zelf medische zorg weten te vinden, maar ook drempels daarin,

– belang huisarts, vertrouwen, sturend, ook bejegeningsproblemen, vaste thuiszorgkracht,

– vraagverlegenheid in informele circuit,

– in het algemeen tevreden over formele zorg,

– soms kritiek op ingewikkeldheid, niet transparant,

– nabijheid huisarts en apotheek.

Meer informatie over gegevens van/over ouderen:

– Onderzoek wonen en ouderen

– Kwetsbare ouderen in tel, Verwey-Jonker

– Kwetsbare ouderen, SCP, 2011

– Woonmonitor 2015, Landelijk onderzoek naar wensen en behoeften van ouderen ten aanzien van wonen

en nieuwsbericht KCWZ

4.4 De wenselijke schaal

Dort Spierings, senior docent-onderzoeker HAN Built Environment deed onderzoek naar de door ouderen

ervaren sociale kwaliteit van wonen in woonzorgcomplexen en de wenselijke schaal ervan. Hij onderzocht

265 complexen, interviewde 174 bewoners en sprak met professionals in wonen en zorg. Het onderzoek

leidde tot zijn proefschrift De wenselijke schaal. Bewoners waarderen zowel grootschalige als kleinschalige

woonvoorzieningen. Kleinschaligheid wordt positief beoordeeld vanwege de verwachte huiselijkheid en

veiligheid en de mogelijkheden tot maatwerk (vanuit perspectief beslissers). Grootschaligheid wordt in

vergelijkbare mate gewaardeerd vanwege de levendigheid, anonimiteit, keuzevrijheid in contacten en een

groter aanbod aan activiteiten. Het blijkt dat vooral onder stedelingen dit gewaardeerd wordt. Tot slot blijkt

de centrale ruimte als motor voor ontmoeting en sociale cohesie te fungeren.

Advies voor (her)ontwikkeling wooncomplexen

– Realiseer voldoende levendigheid en levensvatbaarheid; de ondergrens ligt op zo’n 25-40

wooneenheden.

– Realiseer voldoende herkenbaarheid en identificeerbaarheid; de bandbreedte voor bovengrens: 300-350

wooneenheden.

– Zorg voor de gewenste balans in sociale controle en anonimiteit; bandbreedte voor omslagpunt: 80-120

wooneenheden.

– Stem de fysieke schaalgrootte af op de situering:

> Dorp: 25-120 wooneenheden

> Stad: 80-350 wooneenheden.

Vitale gemeenschap: gemengde setting draagkrachtigen en hulpvragenden

Spierings benadrukt de waarde van gemengde woonvormen. Binnen een gemengde setting zijn vitale

bewoners sneller geneigd om minder vitale bewoners te ondersteunen. Een ander pluspunt is het feit dat

partners niet worden gescheiden wanneer een van beide is aangewezen op formele zorg. Binnen een

‘gemengd huishouden’ kunnen formele zorg en partnerzorg samen optrekken.

Page 35: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

34

Wel is het belangrijk om de balans van draagkrachtige en hulpbehoevende bewoners in de gaten te houden.

Wanneer de groep hulpvragende bewoners te groot is, stijgt de druk op het vitale deel. Een goede balans is

20 om 80 procent.

Kortom: beschutte woonvormen zijn gewenst. Ontwikkel meer producten op deze woonvorm.

4.5 Marktonderzoek

Als gevolg van het scheiden van wonen met zorg is de markt van ouderenhuisvesting sterk in beweging. Nu

rijst de vraag welk keuzegedrag we van ouderen mogen verwachten en wat dit betekent voor de vraag naar

de verschillende nieuwe verzorgdwonenproducten. Op basis van klantonderzoek van Woonzorg Nederland

blijkt dat ongeveer een derde van de 60-plussers graag wil verhuizen naar een zelfstandig appartement in

een voormalig verzorgingshuis. Als de senioren zorg nodig hebben, stijgt dit percentage naar 52 procent.

Woningcorporatie Woonzorg Nederland heeft hiervoor onderzoek uit laten voeren onder 800 60-plussers.

Minder vitale senioren hebben volgens de organisatie behoefte aan een beschutte woonvorm waar ze

zelfstandig wonen. Twee derde van de senioren heeft in het onderzoek aangegeven dat zij aanvullende

diensten, zoals zorg, maaltijden en schoonmaak belangrijk vinden.

Marketing en het ‘Rite de passage’

Voor het all-inclusive experiment van programma Langer Thuis heeft SmartAgent een analyse gemaakt naar

de marktpotentie van dit verzorgdwonenproduct. Een belangrijke notie: de overgang van de wereld van de

vitaliteit naar die van afhankelijkheid is onomkeerbaar. Mensen willen dit zo lang mogelijk wegduwen. De

notie van dit overgangsritueel – de rite de passage – is van essentieel belang bij de marketing van een

nieuw verzorgd wonen concept. Ingrijpende gebeurtenissen zoals sterfgevallen of ziekte zijn vaak de reden

tot verhuizen.

4.6 All-inclusive: nieuw en betaalbaar woonserviceproduct in de verzorgingshuizen

In het experiment All-inclusive pension is met corporaties en zorginstellingen gezocht naar nieuwe

verdienmodellen voor een betaalbare all-inclusive pensionvoorziening voor de lagere inkomens in

zorgvastgoed. Het wonen en zorg is gescheiden. Het verzorgdwonenconcept biedt woonruimte, veiligheid,

ontmoeting en dienstverlening, de zorg wordt vanuit de Wlz bekostigd.

Kwestbare ouderen (80-plussers) hebben behoefte aan een beschutte woonvoorziening. Voor deze groep

met een smalle beurs moet het all-inclusive woondienstenpakket uitkomst bieden. Koplopers in de zorg

weten bewoners van het voormalige verzorgingstehuis een betaalbaar woondienstenproduct aan te bieden.

Dit lukt echter alleen op basis van scherpe keuzes in het aanbod van diensten en een strakke

bedrijfsvoering. En zelfs dan is het concept niet in elke regio bedrijfseconomisch rendabel te exploiteren.

Voorwaarden zijn een minimale afzet, het doorexploiteren van een vrijwel afgeschreven gebouw en een

slimme combinatie met de intramurale capaciteit. Bovendien moet de zorgondernemer nauw kunnen en

willen samenwerken met de inkopers van collectief gefinancierde zorg- en dienstverlening: gemeente,

zorgverzekeraar en zorgkantoor.

Page 36: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

35

Vertimmeren hoeft niet kostbaar te zijn

Het vertimmeren van de vaak verouderde gebouwen hoeft niet erg kostbaar te zijn. Alleenstaande ouderen

zijn heel tevreden met een appartement van 35 à 40 vierkante meter. Wel moeten de appartementen

worden aangepast aan de huidige (brand)veiligheidseisen. Dit is deels de verantwoordelijkheid van

particuliere huurders, deels de verantwoordelijkheid van de verhuurder. Incidenten kunnen leiden tot

imagoschade voor de verhuurder.

Meer informatie:

– Dossier Experiment All-inclusive in samenwerking met twaalf zorgorganisaties en corporaties

– Rapport: Langer zelfstandig wonen kan op vele manieren, Rigo

– Special All-inclusive, KCWZ

Andere voorbeelden van herbestemming zorgvastgoed

De Benring, Voorst – woonzorgcoöperatie

Instituut eruit, buurt erin. In het Gelderse Voorst geeft de dorpsgemeenschap vorm aan een nieuw concept

in het verzorgingshuis De Benring. Gezamenlijk ontwikkelen de woonzorgcoöperatie, Habion en de

zorgorganisaties Trimenzo en ’s Heerenloo een vitaal wooncomplex met 74 appartementen voor kwetsbare

ouderen en mensen met een verstandelijke beperking. Ze doen dat vanuit principes als ontmoeting,

veiligheid, eigen regie en samenredzaamheid. En niet alleen oud, ook jong haakt aan. De achttien

aanleunwoningen zijn door de jeugd omgeklust tot jongerenhuisvesting en het onderhoud aan de moestuin

en de verzorging van kippen zijn belangrijke onderdelen van de dagbesteding. De zorg is vraaggestuurd en

wordt op maat geregeld door de twee zorgorganisaties Trimenzo (ouderen) en ’s Heerenloo (oudere

verstandelijk gehandicapten). Habion, de eigenaar van het gebouw, werkt actief mee en faciliteert de

reuring. Dit project maakt deel uit van Habions experiment “Bejaardenhuis, een tweede jeugd”. Onder het

motto ‘wij slopen geen bejaardenhuizen, maar vinden ze opnieuw uit’, zoekt de woningcorporatie in

verschillende plaatsen naar nieuwe, betaalbare woonconcepten voor kwetsbare ouderen in bestaande

verzorgingshuizen. De gemeente is enthousiast over het initiatief, de wethouder is een betrokken

samenwerkingspartner en binnen de gemeente is één aanspreekpunt aangesteld om alle

vergunningsperikelen op korte termijn te regelen.

Een sociaal-maatschappelijk concept voor de Simeon en Anna

Laurens Wonen gaat voor het nu nog bestaande verzorgingshuis Simeon en Anna een experiment aan. Zij

ziet kansen om het pand een nieuwe functie te geven door deze om te vormen naar een woongebouw voor

mensen met een smalle beurs en een klein netwerk. Iedere bewoner is lid van een coöperatieve vereniging

en levert een actieve bijdrage aan het welzijn van bewoners, aan het gebouw of woonomgeving. Sociaal

ondernemers richten zich op de bewoners.

Voor Laurens is het belangrijk om voldoende huurinkomsten binnen te krijgen. Dit kan door een deel van de

appartementen te verhuren als zelfstandige appartementen, er moet een gezonde exploitatie voor de

plint/begane grond zijn en het concept voor het pand moet worden gedragen door wederkerigheid,

ondernemerschap en product(en)/diensten.

Bruishuis en Akker71, Malburgen Arnhem

Twee voormalige verzorgingshuizen in Arnhem zijn op initiatief van Volkshuisvesting Arnhem omgevormd tot

ontmoetingsplek in de wijk waar gewoond en gewerkt wordt. Er worden leer-/werktrajecten aangeboden en

activiteiten op het gebied van sport, gezondheid, kunst/cultuur en ontspanning.

Page 37: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

36

Er zijn woningen voor bijzondere doelgroepen (RIBW, pauzewoningen), etages met werkplekken voor

(startende) ondernemers en ontmoetingsruimten waar huurders en wijkbewoners terecht kunnen voor wat

drinken of een hapje eten.

Links: Bruishuis en Akker 71

Meer informatie:

In de studie Transformatie zorgvastgoed heeft Platform31 op verzoek van het Expertteam Transformatie van

het ministerie van BZK een kwalitatieve verdieping gemaakt op tien praktijkvoorbeelden waar het voormalige

zorgvastgoed getransformeerd is naar een woonfunctie. Aan de hand van interviews met de initiatiefnemers

zijn de succes- en faalfactoren van de praktijkvoorbeelden – van All-inclusive tot woonzorgcoöperatie en van

studenthotel tot koopappartement – op een rij gezet. De aanpak, de kansen en dilemma’s komen aan de

orde. Aanvullend is geput uit de kennis van het experiment All-inclusive, waarbij een verdienmodel voor het

oude verzorgingshuis door individuele verhuur aan lage inkomens is ontwikkeld. Tot slot heeft een

expertgroep de uitkomsten van de studie aangescherpt.

4.7 Huurders met dementie

Ouderen met beginnende en lichte dementie zijn zo’n groep die in de toekomst thuis zal blijven wonen. Nu al

woont ruim 70 procent van ouderen met dementie zelfstandig en de verwachting is dat hun aantal alleen

maar zal groeien. Belangrijk is dat niet alleen mensen met dementie zelf, maar ook hun mantelzorgers

ondersteuning thuis krijgen. Een van de manieren is het aanpassen van hun woon- en leefomgeving. Voor

het programma Langer thuis is een handreiking voor woningaanpassingen bij dementie opgesteld, gericht

op mantelzorgers en getoetst op gebruiksvriendelijkheid op een aantal plekken in de praktijk.

In aanvulling hierop is de brochure ‘Huurders met dementie’ door Langer thuis en KCWZ gericht op

corporaties naar buiten gebracht over wat een woningcorporatie met signalen van huurders en medewerkers

kan doen, zodat ook ouderen met dementie zo lang mogelijk veilig en comfortabel in hun oude, vertrouwde

omgeving kunnen blijven wonen. Gemiddeld leven mensen met dementie nog tien tot vijftien jaar, waarvan

het grootste deel thuis. Het geschikt maken van de woning en woonomgeving is dus erg belangrijk en draagt

zelfs bij aan de vertraging van het aftakelingsproces. Met simpele aanpassingen is het al mogelijk een

woning geschikter te maken voor dementerenden. Woningcorporaties hebben een rol in het signaleren en

zo nodig verbeteren van de woonsituatie van huurders met dementie. Belangrijk is dat woningcorporaties

zich bewust zijn van de inhoud van deze rol en medewerkers voldoende kennis over dementie verschaffen

om die rol te kunnen vervullen.

Verder speelt bij dit ziektebeeld het belang van een goed ingerichte woning en leefomgeving. KCWZ heeft

voor het ontwerpen en inrichten een toolkit ontwikkeld.

Daarnaast is het ook een onderwerp bij gemeenten. Er zijn inmiddels ook al een aantal ‘dementievriendelijke

gemeenten’.

4.8 Lichtezorg-doelgroepen: verstandelijk beperkt en psychiatrie

Als de zorg op lokaal niveau ontoereikend is, komen eventuele problemen van bewoners al snel bij de

verhuurder terecht. Daarbij kan het gaan om huurders die overlast veroorzaken in hun buurt, maar ook om

huurders waarvan de problematiek 'achter de voordeur' blijft.

Page 38: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

37

Denk aan verwaarlozing, vervuiling en eenzaamheid. In beide gevallen worden woningcorporaties

aangesproken om iets aan de problemen van deze huurders te doen. Hierbij wordt een tegenstrijdige druk

uitgeoefend. Enerzijds hebben zij de opdracht gekregen om zich te beperken tot hun kerntaak: huisvesting.

Tegelijkertijd vraagt de hervorming van zorg en sociale zekerheid juist extra inspanningen om de wijken en

buurten met een concentratie kwetsbare mensen leefbaar te houden. Op deze plek kijken we naar bewoners

met een verstandelijke en psychiatrische beperking.

4.8.1 Verstandelijke beperking

Er is sprake van een verstandelijke beperking bij een cognitief functioneren van twee of meer

standaarddeviaties onder het populatiegemiddelde. Naast een laag IQ (onder 70/75) moet gelijktijdig sprake

zijn van een beperking in conceptuele, praktische en of sociale vaardigheden. De diagnose is daarmee

mede gebaseerd op de ondersteuningsbehoefte. Ondersteuning die nodig is om te kunnen functioneren op

een manier die past bij de leeftijd en cultuur van een persoon en betrekking heeft op de domeinen wonen,

sociale relaties en of dagbesteding.

Op 1 januari 2015 gaf het CIZ een extramurale indicatie af voor 26.680 kinderen en jongeren en 43.360

volwassenen met een verstandelijke beperking. Naar verwachting gaat het meestal om mensen met een

lichte tot matige verstandelijke beperking. Zij wonen bij familie, (begeleid) zelfstandig of hebben een eigen

gezin. Mensen met een extramurale indicatie krijgen gemiddeld 3,6 uur individuele begeleiding per week.

Medewerkers van een gespecialiseerde zorgaanbieder komen op afgesproken tijden aan huis en bieden

begeleiding bij de persoonlijke verzorging, het huishouden, de financiën et cetera. Ook begeleiden zij hun

cliënten naar een zinvolle dagbesteding en zien zij erop toe dat de cliënten dit volhouden. De ambulant

begeleider is er ook om eventuele gedragsproblemen te kanaliseren.

Het aantal ouderen met een verstandelijke beperking neemt toe, waardoor het voor corporaties ook relevant

is om meer inzicht in deze groep te hebben. Een ruwe schatting (2012) leert dat Nederland 25.000 ouderen

telt met een lichte verstandelijke beperking en 13.500 met een ernstige verstandelijke beperking. Onder de

mensen met een verstandelijke beperking wordt iemand vanaf het 50e levensjaar tot de ouderen gerekend.

Een deel van de mensen maakt een normaal verouderingsproces door. Een ander deel krijgt te maken met

ouderdomsziekten, vaak op jongere leeftijd. Veroudering bij mensen met verstandelijke beperkingen brengt

specifieke gezondheidsproblemen en gezondheidsrisico’s met zich mee als depressie, dementie,

slechthorendheid, visuele beperkingen, diabetes, slikproblemen, psychiatrische stoornissen,

bewegingsarmoede en vallen.

4.8.2 Matige verstandelijke beperking

Er is sprake van een matige verstandelijke beperking bij een IQ tussen de 35/40-50/55. De meeste mensen

binnen deze categorie hebben een levenslange en levensbrede zorg- en of ondersteuningsbehoefte. De

cliënten staan in de meeste gevallen open voor hulp. Het zijn cliënten die in staat zijn een

dagactiviteitencentrum te bezoeken of een vorm van arbeid te verrichten. Het kan daarbij gaan om

werkzaamheden met een arbeidsmatig karakter op de locatie van een zorgaanbieder of om detachering bij

een commercieel bedrijf. Denk aan de plantsoenendienst, de supermarkt of een klusbedrijf. De hoeveelheid

werkdruk die een cliënt aankan verschilt per persoon maar is bij al deze cliënten een punt van aandacht.

Youtube: een portret van deze doelgroep

Veel mensen met een verstandelijke beperking hebben moeite met het vinden van een geschikte invulling

voor hun vrije tijd. Hoewel de meeste wijken een laagdrempelig welzijnsaanbod hebben, is het niet overal

gebruikelijk dat welzijnsorganisaties buurtbewoners actief uitnodigen.

Page 39: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

38

Bovendien zijn niet alle reguliere activiteiten geschikt voor deze doelgroep. Dat ligt soms besloten in de aard

van de activiteiten, soms in de wensen en behoeften van de overige deelnemers. In sommige wijken worden

verschillende zorgdoelgroepen samengevoegd om voldoende draagvlak te creëren voor aangepaste

activiteiten. Denk aan koffieochtenden in een verzorgingstehuis, een repaircafé in de kringloopwinkel of een

maandelijkse klusdag op de kinderboerderij. Sociaal makelaars spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling

van een adequaat activiteitenaanbod. In veel gevallen meldt een (ambulant) begeleider een cliënt aan

waarna een kennismakingsgesprek plaatsvindt. In dit gesprek helpt de sociaal makelaar de bewoner om

diens wensen en behoeften te vertalen in concrete activiteiten. Vaak gaat de sociaal makelaar een paar keer

mee om te zorgen voor een zachte landing en te voorkomen dat de cliënt (te) snel afhaakt.

4.8.3 Lichte verstandelijke beperking (LVG)

Er wordt gesproken van een lichte verstandelijke beperking bij een IQ tussen 50/55-70. Bij mensen met een

lichte verstandelijke beperking zijn de executieve functies minder goed ontwikkeld: het vermogen om dingen

te organiseren, te focussen en impulsen onder controle te houden. Deze groep heeft er moeite mee om

hoofd- en bijzaken van elkaar te onderscheiden, oorzaak en gevolg met elkaar in verband te brengen en

taken planmatig uit te voeren. Ook het taalgebruik en taalbegrip zijn onderontwikkeld. Hierdoor begrijpen

mensen met een lichte verstandelijke beperking minder goed wat er wordt gezegd en zijn minder goed in

staat om gevoelens verbaal uit te drukken. Mensen met een lichte verstandelijke beperking hebben vaak

moeite om hun emoties onder controle te houden en uiten die emoties vaak op een primitieve manier.

Doordat de handicap meestal niet direct zichtbaar is, stelt de omgeving al snel te hoge eisen wat zowel bij

de gehandicapte als de omgeving tot frustratie leidt. Door het onvermogen om adequaat op situaties te

reageren in combinatie met overschatting, hebben mensen met een lvb vaker negatieve ervaringen in het

sociale verkeer. Hierdoor ontwikkelen zij niet zelden een negatief zelfbeeld en weinig zelfvertrouwen.

Binnen de lvb-categorie hebben jongeren tussen de 16 en 35 jaar een speciale positie. Deze groep valt wat

zorg betreft vaak tussen wal en schip doordat ze zich op het snijvlak bevinden van verstandelijk-

gehandicaptenzorg en jeugdhulpverlening. Terwijl juist deze groep gebaat is bij intensieve begeleiding om

een opeenstapeling van problemen te voorkomen. Een deel van deze doelgroep heeft te maken met leer- en

opvoedingsproblemen, gedragsproblemen en of psychiatrische stoornissen. Al dan niet in de hand gewerkt

door een problematische thuissituatie. Het gevolg is dat een deel van deze jongeren in het criminele circuit

verdwijnt, verslaafd raakt of op een andere manier in de problemen komt. Een deel van deze jongeren

belandt op straat. Naar schatting heeft 30 procent van de zwerfjongeren in Nederland (in totaal 9.000) een

lichte verstandelijke beperking.

4.8.4 Psychiatrische stoornis

Bij mensen met een psychiatrische beperking is vaak sprake van een combinatie van stoornissen. Door hun

aandoening of de gevolgen van hun stoornis is deze groep beperkt in hun deelname aan het

maatschappelijk verkeer. Cliënten hebben vaak hun leven lang ondersteuning nodig. Binnen de categorie

volwassenen met psychiatrische problematiek kunnen drie subgroepen worden onderscheiden:

volwassenen met fluctuerende psychiatrische problematiek en behoefte aan bescherming; volwassenen met

stabiele psychiatrische problematiek en behoefte aan structuur en volwassenen met stabiele psychiatrische

problematiek en behoefte aan een regulering van omgevingsfactoren. De psychiatrische aandoening maakt

dat cliënten sneller dan gebruikelijk uit balans raken. Bij de wisseling van levensfases hebben mensen vaak

(tijdelijk) behoefte aan een intensivering van de begeleiding. De zorg voor volwassenen met psychiatrische

problemen wordt momenteel geleverd door verschillende zorgaanbieders: regionale Instellingen voor

Beschermd Wonen (RIBW’s), GGZ-instellingen, instellingen voor verslavingszorg, instellingen voor

maatschappelijke zorg en vrouwenopvang, AWBZ-instellingen, Riagg et cetera.

Page 40: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

39

Op 1 januari 2015 registreerde het CIZ 85.550 extramurale indicaties aan personen met een psychiatrische

beperking.

Youtube: Een portret van deze doelgroep

4.9 Rol van de corporatie

Corporaties hebben er belang bij dat huurders met psychiatrische problemen of een (lichte) verstandelijke

beperking goed worden begeleid. Ontoereikende begeleiding kan leiden tot verwaarlozing, overlast en

huurachterstanden. Bovendien blijft een deel van deze doelgroep aangewezen op een beschermde of

beschutte woonvorm. Het is belangrijk dat deze mensen niet tussen wal en schip vallen. Corporaties spelen

een belangrijke rol in het ontwikkelen en het aanbieden van aangepaste woonvoorzieningen voor deze

groep. Het Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg heeft de handreiking 'Zelfstandig wonen voor

bijzondere doelgroepen' opgesteld die praktische informatie geeft en voorbeelden beschrijft van lokaal

maatwerk uit de corporatiepraktijk. Dit is de basis voor de uitwerking van de onderstaande paragrafen.:

In zijn brief aan de Tweede Kamer over de activiteiten van woningcorporaties op het gebied van

leefbaarheid noemt minister Blok drie redenen voor een actieve rol van corporaties:

1 Investeringen in leefbaarheid kunnen goed zijn voor de waarde van het vastgoed.

2 Het belang om huisuitzettingen te voorkomen door tijdig problemen te signaleren.

3 De (wettelijke) plicht om het woongenot van huurders te garanderen.

De redenen onderstrepen het ontwikkelen van aanpakken voor de lichtezorg-doelgroepen (verstandelijk en

psychiatrisch beperkt).

4.9.1 Preventie en signalering

Niet voor alle mensen met een psychiatrische of verstandelijke beperking geldt dat deze is geregistreerd.

Een deel van de mensen weet zich lange tijd zelfstandig of met informele hulp te handhaven in het

maatschappelijk verkeer. Voor sommige mensen wordt de beperking pas op latere leeftijd problematisch.

Bijvoorbeeld wanneer een ondersteunend familielid wegvalt, of na een verhuizing. Ook strengere

maatschappelijke eisen maken dat steeds meer mensen met een lichte beperking buiten de boot vallen. Zo

is er minder eenvoudig werk beschikbaar en stelt het onderwijs hogere eisen. Ook de digitalisering van

diensten als internetbankieren en de ov-chipkaart zorgen ervoor dat een psychiatrische of verstandelijke

beperking sneller opvalt. Het herkennen van een psychiatrische aandoening of een verstandelijke beperking

vraagt om kennis en alertheid bij de medewerkers die in direct contact staan met huurders: huismeesters,

wijkbeheerders en conciërges. Het is belangrijk dat zij de beperking kunnen herkennen en weten waar zij

met signalen over problemen of overlast terecht kunnen.

4.9.2 Woonoverlast

Bij een deel van de overlastgevallen spelen psychiatrische of cognitieve problemen een rol. Overlastgevers

of overlastgevende gezinnen zijn daarom niet altijd redelijkerwijs aanspreekbaar op hun gedrag. Zij brengen

woningcorporaties in een lastige positie tussen de belangen van de kwetsbare bewoner met een beperking

en het woongenot van omwonenden. Het rapport Woonoverlast van psychisch kwetsbaren en de

bijbehorende brochure geven beleidsmedewerkers handvatten bij overlast.

Page 41: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

40

4.9.3 Sociale wijkteams

In veel gemeenten zijn gebiedsgerichte teams actief om zorgvragers naar zorg en ondersteuning te

begeleiden. De samenstelling en het takenpakket van de sociale wijkteams verschillen per gemeente. Zo

zijn er wijkteams met primair een poortwachtersfunctie maar ook teams die zelf verantwoordelijk zijn voor

(een deel van) de hulpverlening. Sommige gemeenten hebben naast de wijkteams ook een Wmo- of

zorgloket waar inwoners met een zorgvraag terecht kunnen. Corporaties kunnen hun huurders hiernaar

doorverwijzen. Zie ook paragraaf 3.4 waar het sociale team uitgebreid aan de orde komt.

4.9.4 Casuïstiek overleg

Niet alle inwoners met een ondersteuningsbehoefte gaan zelf actief op zoek naar hulp. Juist onder mensen

met een (lichte) verstandelijke of psychiatrische beperking bevindt zich een relatief grote groep zorgmijders.

Veranderingen in regelgeving en financieringsstromen kunnen ertoe leiden dat het toch al broze contact met

deze groep verloren gaat. Voor deze groep is in verschillende gemeenten een casuïstiek overleg opgericht.

In dit periodieke overleg kunnen woningcorporaties hun zorgen uiten over bepaalde huurders zodat

zorgpartijen deze mensen actief kunnen benaderen. Hierbij kan het gaan om oplopende

betalingsachterstanden, vervuiling van de woning, overlastgevend gedrag, schrijnende eenzaamheid et

cetera.

4.9.5 Betaalbare en toegankelijke woningvoorraad

Er zijn meer woningen nodig voor mensen met psychiatrische problemen of een verstandelijke beperking.

Reden is dat mensen met een zorgvraag minder snel worden toegelaten tot een intramurale setting. Dat

geldt niet alleen voor ‘nieuwe’ zorgvragers maar ook voor de groep die op dit moment nog in een intramurale

instelling verblijft en als gevolg van het nieuwe beleid moet uitstromen. Deze huisvestingsvraag zal voor een

groot deel terechtkomen bij de woningcorporaties. Desondanks gaat het om relatief kleine aantallen.

Bovendien zijn er grote regionale verschillen. Het grootste deel ‘landt’ in de stedelijke wijken. Drie

interactieve kaarten op de website van het Kenniscentrum Wonen en Zorg tonen de regionale

woonvraagprognose voor onder meer mensen met een verstandelijke beperking en een GGZ-achtergrond.

4.9.6 Omkatten van leegstaand zorgvastgoed

Corporaties hebben verschillende manieren om het aanbod betaalbare en toegankelijke woningen voor deze

doelgroep uit te breiden. Een optie is om leegstaand zorgvastgoed om te katten naar appartementen voor

bijzondere doelgroepen. Het Experimentprogramma All Inclusive Pension onderzocht de mogelijkheden.

Het Bruishuis in Arnhem is een succesvol praktijkvoorbeeld van deze aanpak. Een oud verzorgingshuis is

omgebouwd tot een ontmoetingsplek in de wijk waar gewoond en gewerkt wordt. Het Bruishuis biedt

leerwerktrajecten, opleidingen en trajecten voor een brede doelgroep. Op de derde etage van Het Bruishuis

is een volledige etage ingericht voor cliënten van de RIBW Arnhem & Veluwe Vallei.

4.9.7 Bijzondere woonprojecten

Onder de noemer Stedelijk Kompas werken 43 centrumgemeenten samen om het aantal daklozen terug te

dringen. Corporaties zijn bij dit initiatief betrokken om de doorstroming naar een betaalbare, zelfstandige

woning te bevorderen en tegelijkertijd nieuwe aanwas door huisuitzettingen zo veel mogelijk te voorkomen.

Corporaties zijn op allerlei plekken betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe woonconcepten voor mensen

met een beperking. Een succesvol voorbeeld zijn de Skaeve Huse: Deens voor rare huizen.

Page 42: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

41

Sobere huisjes aan de rand van de bewoonde wereld voor mensen met een afwijkende leefwijze die op de

meeste plekken voor overlast zorgen. De Skaeve Huse zijn zo ingericht dat prikkels van bijvoorbeeld buren

en geluid zo veel mogelijk worden vermeden.

Een ander praktijkvoorbeeld is het Groene Sticht in de Utrechtse wijk Leidsche Rijn. Een project in

samenwerking met woningbouwcorporatie Portaal. Op een ruim woonerf met een oude boerderij als

middelpunt wonen ex-daklozen, studenten, gezinnen en ouderen samen in een mix van sociale huur- en

koopwoningen. Samen zorgen ze voor het onderhoud van het erf.

Meer informatie: Website Groene Sticht en discussie over de kerntaak van de corporatie en het wel/niet

faciliteren van dit type projecten Dragende en vragende huurders in de wijk, sept. 2015.

Toewijzingsbeleid

Tal van corporaties werken bij de toewijzing van woningen aan mensen met een beperking nauw samen met

de cliënt en begeleiders vanuit zorg- en welzijnsorganisaties. De ervaring leert dat deze werkwijze voor alle

betrokkenen positief uitpakt. Zo wordt gezamenlijk sneller een geschikte woning gevonden dan wanneer de

corporatie alleen bepaalt waar een (ex-)cliënt moet wonen. De corporatie zorgt ervoor dat de proefwoner

extra urgentiepunten krijgt voor de woning van voorkeur.

4.9.8 Goed huurderschap

Veel RIBW-woningen zijn eigendom van corporaties, maar de huur wordt betaald door de zorginstelling.

Problematisch huurgedrag is het probleem van de zorginstelling. Dat is anders wanneer ambulant wonende

huurders overlast veroorzaken, de huur slecht of niet betalen of hun woning laten verloederen. In dat geval

zijn de consequenties voor de verhuurder. Bij zelfstandig wonende mensen met een verstandelijke of

psychiatrische beperking doet de corporatie er verstandig aan afspraken te maken met de zorgleverancier

over de thuisbegeleiding van deze huurders.

Rapport: Handreiking Woonvaardigheden

4.9.9 Omklapcontracten

‘Omklap-‘ of ‘verdiencontracten’ kunnen een effectief instrument zijn. Bij dit soort contracten staat het

huurcontract eerst een periode op naam van de zorginstelling. Als de cliënt zich een goed huurder toont,

wordt het huurcontract omgezet op naam van de bewoner.

4.9.10 Landing in de wijk

Vanuit het oogpunt van preventie is het van belang dat mensen met een psychiatrische achtergrond of een

verstandelijke beperking worden opgenomen in de sociale structuur van hun straat en buurt. Dat is niet

vanzelfsprekend omdat buurtbewoners vaak bang zijn of onzeker over hoe zij deze buren kunnen

aanspreken. Er zijn verschillende aanpakken ontwikkeld om de acceptatie van zelfstandig wonende mensen

met een psychiatrische aandoening te ondersteunen. Dit vraagt om goede informatievoorziening aan buren

als er een woning wordt toegewezen aan een bewoner met psychiatrische problemen. Woningcorporaties

kunnen het initiatief nemen om samen met partners een dergelijke aanpak in (delen van) hun werkgebied te

implementeren.

Sociaal inclusieve stad

Coalitie Erbij is een coalitie van landelijke zorg- en welzijnsorganisaties die het probleem eenzaamheid op

de maatschappelijke agenda zetten met onderzoek en activiteiten.

Op de website Samen Sterk zonder Stigma staan praktische handvatten voor de omgang met mensen met

een psychiatrische beperking.

Page 43: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

42

Een van de trekkers van het maatschappelijk debat over inclusie is voormalig HU-lector Kwartiermaken

Doortje Kal. Op de gelijknamige website is informatie te vinden over inclusie en kwartiermaken.

Page 44: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

43

5 Nieuwe woonvormen in de participatiemaatschappij

5.1 Senioren nog onbekend met nieuw en divers woonaanbod

Meer dan de helft van de 75-plussers woont alleen, huurt een woning en overweegt alleen te verhuizen als

er zorg en ondersteuning nodig is. Dat blijkt uit ‘De Woonmonitor 2015’, een landelijk onderzoek van Bureau

Vijftig en het Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg in samenwerking met vier woningcorporaties (Sité

Wonen, Allee Wonen, Wonen Breburg en Laurentius) dat begin 2015 werd gepresenteerd.

Uit het onderzoek blijkt verder dat 62 procent van de 2.500 55-plussers die deelnamen aan het onderzoek,

zich gezond voelt en dat 90 procent tevreden is over zijn woonsituatie. Ruim 30 procent wil nooit meer

verhuizen; van de 75-plussers is dat zelfs 44 procent. En toch, als er zorg nodig is, voor partner of zichzelf,

of als de huisarts of specialist aandringt, is verhuizen een optie.

Naast de honkvaste groep is er – blijkt uit de resultaten - ook een grote groep die wel een verhuizing

overweegt. De belangrijkste reden om te verhuizen is kleiner willen wonen. Het argument om te verhuizen

als er zorg nodig is, geldt vooral voor de groep die nog geen concrete plannen heeft.

Senioren betalen nu gemiddeld 500 tot 750 euro voor hun woning, inclusief gas, water en licht. En ze willen

bij een verhuizing dezelfde woonlasten betalen. Voor diensten aan huis is men bereid zo’n 100 euro per

maand neer te leggen. Daarbij zijn de klusjesman, huishoudelijke hulp en glazenwasser het meest populair.

Traditionele woonvormen zoals aanleunwoningen, seniorenwoningen, serviceflats en woonzorgcomplexen

zijn het meest bekend (70-80 procent van de respondenten kent deze woonvormen). Wat opvalt is dat

ouderen veel minder bekend zijn met nieuwe woonvormen, zoals moderne hofjes (11 procent),

mantelzorgwoningen (2 procent) en kangoeroewoningen (2 procent). Van de mensen die de nieuwe

woonvormen wel kennen, zou een groter deel daar wel willen wonen. Daarbij komt naar voren dat het

opleidingsniveau zeer bepalend is voor de kennis over woonvormen. En dat jonge ouderen beter bekend

zijn met de woonvormen dan de 75-plusser.

Meer informatie:

– Nieuws Woonmonitor 2015: senioren nog onbekend met nieuwe woonvormen

– De Woonmonitor 2015, Landelijk onderzoek naar wensen en behoeften van ouderen ten aanzien van

wonen

– Blog: Ik blijf thuis

5.2 Alternatieve woonvormen voor langer thuis wonen

Thuishuizen, kangoeroewoningen, woongemeenschappen: de afgelopen decennia zijn er veel alternatieven

ontwikkeld voor het zelfstandig thuis wonen en het wonen in een zorginstelling. Door het beleid van langer

thuis wonen krijgen deze woonvormen een impuls en neemt de behoefte aan een andere invulling van

wonen en zorg toe. Het Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg bundelde onder noemer Expeditie Begonia

een overzicht van woonvariaties. Zij benoemt veertien type woonvariaties.

Page 45: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

44

Aanleunwoning

Een aanleunwoning is een woning voor senioren bij een zorginstelling waar diensten en zorg

afgenomen kunnen worden en ook gebruik gemaakt kan worden van de voorzieningen

Woonzorgcomplex Een woonzorgcomplex bestaat uit een gebouw met zelfstandige woningen, waar in het ontwerp

aandacht is besteed aan veilig en beschut wonen. Er is een complexgewijs overeengekomen zorg-

en servicearrangement en een gemeenschappelijke ruimte.

Serviceflat

Een serviceflat is een appartementencomplex voor ouderen, vaak met koopappartementen maar

soms zijn er ook huurwoningen. Bewoners kunnen gebruik maken van verschillende diensten, zoals

een maaltijdservice, een logeerkamer, ontmoetingsruimte, klussendienst.

Levensloopbestendige woning

Een serviceflat is een appartementencomplex voor ouderen, vaak met koopappartementen maar

soms zijn er ook huurwoningen. Bewoners kunnen gebruik maken van verschillende diensten, zoals

een maaltijdservice, een logeerkamer, ontmoetingsruimte, klussendienst.

Kangoeroewoning

Kangoeroewoningen bestaan uit aan elkaar gekoppelde, zelfstandige woningen of wooneenheden

met een inpandige verbinding voor ouderen of mensen met een handicap en hun familie.

Mantelzorger en zorgvrager kunnen op deze manier bij elkaar wonen.

Mantelzorgwoning Een mantelzorgwoning is een verplaatsbare, tijdelijke wooneenheid die bij een bestaande woning (bij

in de achtertuin) kan worden geplaatst. De zorgvrager woont zelfstandig, maar de mantelzorger is

dichtbij.

Gemeenschappelijk wonen

voor ouderen

Bij deze woonvorm kiezen mensen er bewust voor om met elkaar in één huis samen te wonen,

zonder dat er sprake is van een gezinsverband. De ouderen wonen in zelfstandige woonruimten,

delen gemeenschappelijk ruimten en ondernemen bepaalde activiteiten samen.

gemeenschappelijk wonen

met verschillende leeftijden,

Mensen van verschillende leeftijden wonen in zelfstandige woonruimten, delen gemeenschappelijk

ruimten en ondernemen bepaalde activiteiten samen.

Thuishuis Een Thuishuis is een kleinschalige woonvoorziening voor alleenstaande ouderen met betrokkenheid

van vrijwilligers. Ook wel een ‘studentenhuis voor senioren’

Moderne hofjes Wonen rond een beschutte binnenplaats waarbij nieuwe vormen van nabuurschap mogelijk zijn.

Particulier wooninitiatief Eigen initiatief van bijvoorbeeld een groep vrienden om op een woonlocatie in elkaars nabijheid te

wonen of van ouders die een woonvorm voor hun kind realiseren.

Gestippeld wonen Gestippeld wonen is een woonvorm waarbij leden van een woongroep verspreid wonen over een

complex.

Harmonicawonen Bij harmonicawonen leven leden van een woongroep ruimtelijk geclusterd in een complex.

Kleinschalig wonen Er wordt gesproken over 'kleinschalig wonen' als een kleine groep mensen, die intensieve zorg en

ondersteuning nodig hebben, met elkaar in een groepswoning wonen, waardoor het voor hen

mogelijk is een zo normaal mogelijk leven te leiden. Het kleinschalig wonen in de wijk is ontstaan in

de zorg voor mensen met een lichamelijke of verstandelijke handicap en is ook een trend in de zorg

voor mensen met dementie.

Tabel: Woonvariaties

Deze bovenstaande woonvariaties zijn in ontwikkeling. Vijf praktijkvoorbeelden zijn in de Expeditie Begonia

door Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg in een portret verfilmd. Ook zijn in de uitgave Villa Begonia,

niet achter de geraniums' een groeiende variatie aan woonvormen uitgelicht met daarbij achttien verhalen

van ouderen die ‘wonen zoals zij willen’.

Page 46: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

45

5.3 Participatiesamenleving en burgerinitiatieven in wonen, welzijn en zorg

De verhouding tussen burger en overheid verandert ingrijpend door het versoberen van de verzorgingsstaat.

Het eigen regelvermogen van de ‘participatiesamenleving’ staat tegenwoordig voorop.

Het aantal zorgcoöperaties en andere burgerinitiatieven in wonen, welzijn en zorg nam in 2014 flink toe tot

ruim honderd. Burgerinitiatieven ontstaan vaak als reactie op bestaand aanbod, wanneer dat niet aansluit op

de behoeften van bewoners. Initiatiefnemers zijn dan ook betrokken mensen die hun directe leefomgeving

willen verbeteren. Hiermee ontwikkelt zich een nieuw samenspel tussen burgers, aanbieders en gemeenten.

Meestal begint het met diensten als vervoer, klussen in huis, maaltijden of een ontmoetingsplek. Deze

diensten breiden uit naar intensievere zorg. Sommige bieden geleidelijk zorgcoördinatie, persoonlijke

verzorging/verpleging en dagopvang, soms ook zorgwoningen. Daar is samenwerking voor nodig met

professionele organisaties, lokale ondernemers en gemeentelijke diensten. Austerlitz Zorgt is een voorbeeld

van een groeiend burgerinitiatief. Dorpsbewoners van Austerlitz gaven in een enquête van de

bewonersvereniging aan dat zij niet naar Zeist wilden verhuizen, mochten ze hulp nodig hebben. Dat zou

voor ouderen betekenen dat ze hun vertrouwde omgeving en hun netwerk kwijt zouden raken.

Vanuit de bewonersvereniging zetten bewoners verschillende werkgroepen op met uiteenlopende taken:

Austerlitz Eet, Austerlitz Rijdt, Austerlitz Klust en Austerlitz Beweegt. De coöperatie wil zorgwoningen

realiseren in het dorp. In het Limburgse dorp Ysselsteyn, gemeente Venray, initieerden bewoners de

nieuwbouw van zorgwoningen, ‘t Zorghuus. Het hele dorp betaalde eraan mee.

Knelpunten

Burgerinitiatieven die naast diensten ook zorg willen gaan leveren, komen op het terrein van professionele

zorgorganisaties. Nu het aantal zorgcoöperaties groeit, komen de vrijwilligers van de coöperatie en de

professionals van de zorgorganisatie elkaar steeds meer tegen. De Universiteit Utrecht, ActiZ en het Aedes-

Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg deden onderzoek bij vijf voorlopers over de samenwerking en

aanbevelingen om belemmeringen weg te nemen.

Burgerinitiatieven ervaren nog wel eens knelpunten. Het Platform Zorgcoöperatieve Ontwikkeling Brabant

schreef een open brief rondom knelpunten en pleitte voor onder andere lichtere regelgeving en werken met

dorpsbudgetten. Ook geeft het Platform aan dat coöperaties veel van elkaar kunnen leren. Dit is ook een

van de conclusies uit het onderzoek van Daan Dictus naar burgerinitiatieven.

Platform31 experimenteert in Ruim op die regels met het opruimen van knelpunten in wet- en regelgeving en

knelpunten bij het uitvoeren van bijbehorende procedures van maatschappelijke initiatieven. Het sluit aan bij

wensen van buurtverenigingen, dorpscoöperaties, mantelzorgverenigingen en buurthuisbedrijven. Zij

worden te vaak in de weg gezeten door knellende regels of procedures. Bijvoorbeeld bij maatschappelijke

aanbestedingen, bij het verlenen van vergunningen of door belastingregels. Dit is zonde, zowel voor de

initiatieven als voor de overheid die de participatiesamenleving en Doe-Democratie juist toejuichen.

Meer lezen:

– Verschillende praktijkvoorbeelden en artikelen over burgerkracht rondom wonen-welzijn-zorg.

– Rapport burgerinitiatieven in wonen-welzijn-zorg

– Magazine lokale kracht

– Artikelenreeks Lokale kracht

– Praktijkvoorbeeld: Burgerkracht in Elsendorp en de tien lessen

Page 47: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

46

Ontwikkelen van woonprojecten voor ouderen: Oud of the box

De publicatie 'Oud of the Box!' toont voorbeeldprojecten, artikelen en dilemma's voor het zelfstandig wonen

in de derde levensfase. Het boekwerk is tot stand gekomen op basis van veertien succesvol gerealiseerde

woonprojecten voor ouderen waarbij juist de wens van de ouderen centraal stond.

Meer informatie: http://www.kcwz.nl/dossiers/woonvariaties/oud-of-the-box-keuzes-voor-ouderenhuisvesting

Woningaanpassingen

Niet alleen de corporatiewoningen, maar vooral de huiseigenaar moet zich realiseren dat hij zijn woning

geschikt moet maken om thuis zijn oude dag met wat meer gemak en comfort door te komen. Er zijn een

aantal dilemma’s:

– Niet altijd zijn er voldoende financiële middelen voor woningaanpassingen.

– Men is zich weinig bewust van het nut en de noodzaak van preventieve maatregelen.

– Men heeft de neiging om woningaanpassingen (te) lang uit te stellen.

– Een verbouwing kost geld wat wordt doorberekend in de huurprijs.

De afgelopen tijd zijn er campagnes geweest om hier de aandacht op te vestigen en is in navolging van de

starterslening door het SVN inmiddels een blijverslening in het leven geroepen.

Langer thuis? Toekomstbestendig wonen begint vandaag!

In de publicatie Langer thuis van het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn)

bieden acht projecten inspiratie om het wonen en de woningen van senioren toekomstbestendig te maken.

Er zijn verschilleden projecten gedocumenteerd die de diversiteit aan mogelijke oplossingen weerspiegelen.

De initiatiefnemers verhalen over vallen en opstaan met woningaanpassingsprojecten, domotica of de keuze

nieuwbouw of aanbouw. Deze projecten moeten winst opleveren voor de oudere zelf, in de vorm van

comfort, maar ook voor de samenleving, doordat oudere bewoners in hun woning letterlijk nog goed uit de

voeten kunnen. SVn laat zien hoe financiële instrumenten zoals revolverende fondsen eruit kunnen gaan

zien voor aanpassingen in woningen van eigenaren-bewoners. Onder de naam Blijverslening kan de

gemeente met beperkte kosten ervoor zorgen dat senioren zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen. Het

stelt ouderen tegen relatief weinig kosten in staat hun huis levensloopbestendig te maken.

Campagne Lang zult u wonen, provincie Overijssel

Publiekscampagne Lang zult u wonen van de provincie Overijssel om haar inwoners bewust te maken van

het langer thuis wonen.

Eenzaamheid

In een sterk individualistische maatschappij is eenzaamheid een reële valkuil. Eén op de drie Nederlanders

is eenzaam volgens onderzoek van TNS/NIPO. De gevolgen van eenzaamheid kunnen groot zijn.

Woningcorporaties en zorgorganisaties spelen een rol bij het voorkomen of verminderen van eenzaamheid. Huismeesters van woningcorporaties kunnen signalen van eenzaamheid opvangen en doorgeven.

Corporaties en zorgorganisaties kunnen ontmoetingsruimten faciliteren en contactbevorderend bouwen.

Daarnaast worden er in veel gemeenten activiteiten georganiseerd zoals de Boodschappen Plus Bus of zijn

er cursussen om vriendschappen te maken en ontmoetingsmiddagen. Er zijn wijkrestaurants waar

woningcorporaties en zorgorganisaties meestal bij betrokken zijn.

Ook qua woonvormen is er steeds meer mogelijk om eenzaamheid te voorkomen, zoals de Thuishuizen,

een woonconcept voor ouderen die dreigen te vereenzamen. Zie hiervoor ook de artikelenreeks van het

KCWZ.

Page 48: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

47

6 Kwaliteit van de voorraad

In dit hoofdstuk:

– Hoe kun je de woningvoorraad normeren (te denken valt aan keurmerken, nieuwbouw/bestaand,

toewijzen van levensloopbestendige woningen, rolstoelbestendig maken),

– wat staat in de WMO-convenanten, en

– welke aanpak van de verhuisketens maakt de mismatch in de woningvoorraad kleiner?

6.1 Classificatiesystemen toegankelijke woningen

Hoe toegankelijk is de woningvoorraad van corporaties? Niet alle woningen voldoen aan alle gestelde eisen,

waardoor corporaties classificatie-systemen hebben ontwikkeld om de woningvoorraad te kunnen indelen op

grond van toegankelijkheid. Deze zijn ook bruikbaar bij de woningtoewijzing. Een voorbeeld is het

sterrensysteem waarin duidelijk wordt in hoeverre de woning toegankelijk en doorgankelijk is met een

rollator of rolstoel. Een woning kan gewaardeerd worden met één tot vier sterren.

Meer informatie:

– Classificatiesystemen toegankelijke woningen

– Handboek voor Toegankelijkheid en het WoonKeur-certificaat

6.2 Gemeente en geschikte woonvoorraad voor zorgvragers

De komende jaren zal de ondersteuning van thuiswonende mensen met langdurige zorg een van de

omvangrijkste opgaven voor gemeenten zijn. Gemeenten krijgen een belangrijke taak in de huisvesting van

deze burgers. Om een goede aanpak en beleidsprogrammering voor de woningvoorraad te ontwikkelen is

cijfermatig inzicht in de geschiktheid van de woningvoorraad noodzakelijk. Deze cijfers geven richting aan de

eigen gemeentelijke acties, maar dienen ook als onderlegger voor de prestatieafspraken die gemeenten

maken met lokale partijen.

Het rapport Zicht op de woningvoorraad voor zorgdoelgroepen beschrijft hoe vijftien gemeenten de kwaliteit

en de geschiktheid van de woningvoorraad voor zorgvragers in beeld brengen.

Woonzorgwijzer

Gemeenten worstelen met een grote diversiteit aan databronnen en kennisinstrumenten rond het thema

wonen en zorg. In het licht van de geschetste huisvestingsopgave hebben gemeenten behoefte aan een

consistent ramingsmodel voor zorgdoelgroepen. Daarop heeft het ministerie van BZK onderzoeksbureau

RIGO opdracht gegeven om een lokaal kennisinstrument te ontwikkelen onder de titel ‘Woonzorgwijzer’.

Platform31 is betrokken als procesbegeleider. Drie pilotgemeenten denken mee over de praktische

gebruikswaarde van het instrument.

Meer informatie:

– Experiment woonzorgwijzer

Page 49: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

48

6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid

Corporaties kunnen vanuit het strategisch voorraadbeleid met vier thema’s inspelen op het wonen en zorg,

te weten:

– fysieke geschiktheid bezit,

– maatschappelijk vastgoed,

– beschikbaarheid / bemiddeling, en

– de rol bij de ondersteuning.

Fysieke geschiktheid bezit

Geschiktheid van het bezit baseert een corporatie op behoefteramingen. De kengetallenmethode leidt tot

overschatting, want de theoretisch ideale situatie wordt niet bereikt en er is te weinig oog voor

generatieverschillen. Dit leidt vaak tot een overaanbod van ouderenwoningen. De huidige woonsituatie moet

meer centraal staan (meer maatwerk). Ook moet een betere registratie van geschiktheid van de

woningvoorraad komen. Er zijn al heel wat pogingen gedaan om ‘geschikt bezit’ af te bakenen. Er is veel

onduidelijkheid over de definitie van ‘geschiktheid’. Maar ook de senior is vindingrijk, want ook buiten deze

voorraad weet men zich te redden. Het is ook een interessante analyse om te kijken welk bezit ongeschikt is

(bijvoorbeeld op het thema mobiliteit).

Bepaalde ingrepen zijn voor het wonen en zorg interessant zoals het samenvoegen van twee

appartementen, waardoor er een betere plattegrond en daarmee een betere voorraad ontstaat. Maar ook

inzet van domotica (maatwerk) of het creëren van buitenruimte.

Maatschappelijk vastgoed

De leegstand in verzorgingshuizen leidt tot transformatiebehoefte. Als er nieuw vastgoed wordt ontwikkeld

dan zijn er specifieke eisen die leiden tot onrendabele top, er zijn weinig mogelijkheden voor langdurige

huurcontracten, er is vrij weinig flexibiliteit en tot slot speelt de Novelle van Blok: wat mag wel en wat niet?

Beschikbaarheid

– Woningbemiddeling is maatwerk (de eisen verschillen per individu).

– Registratie is vaak nog beperkt (geen vastgoedregistratie, maar gekoppeld aan huurcontracten).

– Angst voor verstoring van de reguliere markt in schaarse markten.

Ondersteuning

– Samenwerking gemeente, zorg- en welzijnsorganisaties.

– Participatie in wijkteams en huismeesters (signalering en meer …).

– Organiseren en faciliteren ontmoeting.

– Mogelijkheden domotica.

6.4 Betaalbaarheid, kwaliteit voorraad en doorstroming

Gemeenten maken prestatieafspraken met corporaties over het inspelen van het langer zelfstandig wonen

en het levensloopbestendig maken van de woningvoorraad. Het gaat zowel om verbeteringrepen en behoud

van de goedkope voorraad, want daar ligt een spanningsveld tussen. Corporaties constateren een grote

vraag naar goedkope huurwoningen. Corporaties zien ook oplossingen in doorstroming binnen de

woningvoorraad. Een deel van de oplossing is het doorstromen van oudere bewoners naar een geschiktere

levensloopbestendige woning. Daarbij snijdt het mes aan twee kanten.

Page 50: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

49

De woning die zij achterlaten leidt tot een verhuisketen, waardoor grotere gezinnen in de vrijgekomen grote

woning terecht komen. Dit vraagt wel de nodige zorgvuldigheid. Mensen kunnen te ver bij hun sociale

netwerk vandaan komen te wonen. Voor veel huurders is dat een drempel om te verhuizen.

Een aantal corporaties heeft positieve ervaringen opgedaan een zogeheten seniorenmakelaar. Deze

persoon maakt inzichtelijk welk woningaanbod in de huidige woonbuurt aanwezig is. Echter, kleiner wonen

voor meer geld - de huurprijsverhoging waar veel ouderen in het geval van een verhuizing mee worden

geconfronteerd – maakt dat mensen blijven wonen waar ze zitten. Corporaties experimenteren met het gelijk

houden van de huurprijs. De hogere huurprijs voor de vrijgekomen woning levert al de benodigde inkomsten

op.

Meer weten:

– Senioren in beweging, december 2014

– Sociale woningvoorraad en langdurige zorgvragers, aanpak Utrecht

– Evaluatie verlengde verhuisketen, Rigo

6.5 Verhuurbaarheid seniorenwoningen

Het Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg heeft in 2015 zestien corporaties gesproken over de

verhuurbaarheid van hun seniorenwoningen. Van Alkmaar tot Roermond en van Breda tot Doetinchem:

allemaal herkennen ze de problematiek. De corporaties merken dat de vraag naar seniorenwoningen de

afgelopen vijf tot tien jaar is afgenomen. Het is niet zo dat de leegstand in hun seniorenwoningen nu zo

groot is, dat niet. Maar ze geven wel allen aan dat ze seniorenwoningen steeds meer verhuren aan mensen

buiten ‘de primaire doelgroep’, te weten de 55-plussers. Alle corporaties ontwikkelen een eigen aanpak

hiervoor: soms is dit het inzetten van een seniorenmakelaar of doorstroomadviseur, soms is het op een

andere manier presenteren van het aanbod of het wegnemen van de drempels van een verhuizing.

Meer informatie:

– Nieuwsbericht: Leegstand in seniorenwoningen

– Onderzoek Verhuurbaarheid seniorenwoningen, 2015

6.6 Aanpak Breda: geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor huurder

Vanaf 2004 trekken in Breda de drie corporaties samen op met de gemeente en sinds 2015 ook de

huurderskoepel in de Alliantie Breda. Het vertrekpunt zijn de prestatieafspraken die vierjaarlijks worden

aangepast (zie ook de toelichting hoofdstuk 4). Het geschikt wonen voor iedereen (GWI) is een wijkgerichte

benadering rondom wonen-welzijn-zorg waar sinds 1998 aan wordt gewerkt. Er zijn de Breda vijftien GWI-

gebieden met als doelstelling: voldoende geschikte huisvesting, een toegankelijke woonomgeving, de

aanwezigheid van basisvoorzieningen (winkels, openbaar vervoer, bank/postkantoor en dergelijke) en van

zorg- en welzijnsvoorzieningen.

In 2015 vindt een actualisatie plaats over het GWI-beleid, het zorgvastgoed en het opnieuw invullen van de

samenwerkingsverbanden tussen wonen, zorg en welzijn. Hierbij vindt gelijk het WMO-beleid en het WMO-

convenant zijn plek. De partijen willen duidelijkheid creëren over de verantwoordelijkheid tussen burger,

gemeente en corporatie.

Page 51: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

50

De drie corporaties hebben hun woningbezit voor de lichtezorg-doelgroepen in vier categorieën

onderverdeeld.

1 Ongeschikte woningen

2 Nultreden-woningen (= geen drempels)

3 Levensloopgeschikte woningen (rolstoel- en rollatortoegankelijk)

4 Verzorgd wonen

Voor de huurder werken zij met de onderstaande pictogrammen.

6.7 Domotica en nul-op-de-meter: duurzaam thuis

Een groot deel van de woningvoorraad is volstrekt ongeschikt om daar tot op hoge leeftijd te blijven wonen.

Met Duurzaam Thuis gaat Energiesprong, onderdeel van Platform31, onderzoeken én experimenteren met

energieneutrale (nul-op-de-meter) woningrenovaties in combinatie met het levensloopbestendig maken van

de woningen.

Duurzaam Thuis zet drie experimenten op touw. Een experiment moet inzicht geven in de behoefte aan

woningaanpassingen bij ouderen. De andere twee experimenten richten zich respectievelijk op nieuwe

financieringsmogelijkheden en een vernieuwend aanbod.

Met deze experimenten verkent Duurzaam Thuis welke specifieke marktproposities ontwikkeld kunnen

worden voor een renovatieaanbod gericht op bewoners van 65+. Dat moet uiteindelijk leiden tot:

– Een verhoging van het wooncomfort in relatie tot de (toekomstige) functiebeperkingen van de bewoner op

grond van zijn leeftijd (lichamelijk, geestelijk, sociaal).

– Nul-op-de-meter oftewel energieneutrale woningen.

Tevens onderzoekt Duurzaam Thuis mogelijke financieringsvormen. Daarbij wordt gekeken of bijvoorbeeld

financiering vanuit de WMO, Wlz of de basiszorgverzekering een optie is. En natuurlijk wordt de inzet van de

huidige energierekening als investeringsimpuls nadrukkelijk in de onderzoeken meegenomen.

Trap: opstap aanwezig van twee treden of meer.

Drempelloos: geen of alleen lage/afgeronde drempels (berging en balkon zijn buiten beschouwing gelaten).

Ruime toegankelijkheid: voordeur is 90 cm en er is een draaicirkel van 1.50 x 1.50 m in hal of gang.

55+: woningen bedoeld voor mensen van 55 jaar en ouder

Buitenruimte zonder drempels: balkon of tuin is bereikbaar zonder (hoge) drempels.

Buitenruimte met drempels: er is een drempel van 2 cm of hoger naar balkon of tuin.

Page 52: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

51

Duurzaam Thuis: de omvang van de vraag naar duurzame woningaanpassingen

Ouderen blijven tot op steeds hogere leeftijd in hetzelfde huis wonen, maar nemen nauwelijks maatregelen

om de woning toekomstbestendig te maken. Dat is vreemd en gevaarlijk want door drempels, trappen en

slechte verlichting liggen valongelukken op de loer. Bovendien zullen de energiekosten flink stijgen doordat

ouderen gemiddeld vaker thuis zijn en een hogere kamertemperatuur wensen.

Het rapport Duurzaam thuis is geschreven in het kader van experimentprogramma Duurzaam Thuis als

onderdeel van programma Energiesprong en de Stroomversnelling. Doel van het programma is om samen

met ontwikkelende partijen een aantrekkelijk en betaalbaar renovatieaanbod te realiseren, gericht op oudere

eigenaarbewoners. Dit rapport schetst de urgentie om in actie te komen.

Kansen van domotica

Domotica is een veelbelovende ontwikkeling in de zorg voor mensen die thuis wonen. Er kan op afstand

toezicht worden gehouden op bijvoorbeeld dementerenden of mensen met een verstandelijke beperking,

met onder meer bewegingsmelders, detectiechips, uitluistersystemen en camerabewaking.

Ook wordt techniek ingezet bij menselijke zorgtaken, zoals tilliften of domoticasystemen die deuren

openmaken of dichthouden, aan cameratoezicht en bewegingsmelders die waarschuwen bij onraad. Ook

kent de sociale robot zijn opmars. Het wezenlijk andere aan de sociale en assisterende zorgrobots is dat ze

taken hebben die normaal gesproken alleen door mensen kunnen worden uitgevoerd: communiceren,

animeren, gezelschap bieden. De documentaire Ik ben Alice, gaat over zo’n sociale robot en het laat zien

wat voor rol deze in het leven van mensen kan innemen. Verder biedt het magazine Beter,

Toekomstbeelden van technologie in de zorg, 2015 veel voorbeelden van wonen-zorg.

Page 53: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

52

Page 54: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

53

Deelnemers leerkring

Deelnemende corporaties

BrabantWonen

Eigen Haard

Ieder1

Intermaris

Laurens Vastgoed / Laurens Wonen

Laurentius

Mooiland

Parteon

Portaal

Pre Wonen

Sité Woondiensten

St. Volkshuisvesting Arnhem

Stadlander

Vestia Den Haag

Vestia Groep

Vidomes

Viveste

Waterweg Wonen

Wonen Limburg

WonenBreburg

Woningstichting Barneveld

Woonpartners Midden Holland

Woonstad Rotterdam

Woonstichting Centrada

Woonveste

Woonwaard

Gastsprekers

Ministerie BZK

RIBW Alliantie en Federatie Opvang

KCWZ

Platform31

Netwerk Integrale aanpak

Thuishuis

Florence

Rijksuniversiteit Groningen

Hogeschool Arnhem-Nijmegen

Bruishuis en Akker71

Lucas Community, Amsterdam West

Kaleidoskoop Nieuwkoop

Corporatieleerkring in 2016

Het kennisdossier is gebaseerd op de corporatieleerkring Langer zelfstandig wonen, die twee keer is

gehouden: november 2014 – april 2015 en februari – juni 2015. Het concept omvat vier bijeenkomsten

verspreid over de periode van een half jaar. Naast actualiteit en gastsprekers staat het leren van elkaar

voorop.

In 2016 wordt de leerkring wederom aangeboden gericht op de laatste actualiteit en met verdieping op het

rekenen aan herbestemd zorgvastgoed, het huisvesten van GGZ-doelgroep verspreid over de wijk en

samenwerken en organiseren (wie moet ik wat regelen).

Meer informatie: Annette Duivenvoorden, Platform31 ([email protected] en 06 35 11 58

12).

Page 55: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Langer zelfstandig wonen - de opgave voor corporaties

54

Een uitgave in opdracht van Platform31.

Uitgave Platform31

Auteurs : Annette Duivenvoorden, Netty van Triest, Penny Senior, Yvonne Witter en Hilda Kooistra

Drukwerk : Platform P

Opmaak : FMZ Tekstverwerking, Vlaardingen

Hoewel grote zorgvuldigheid is betracht bij het samenstellen van dit rapport, aanvaarden Platform31 en de

betrokkenen geen enkele aansprakelijkheid uit welke hoofde dan ook voor het gebruik van de in deze

publicatie vermelde gegevens.

Alles uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar worden gemaakt mits de bron wordt

vermeld.

Den Haag, oktober 2015

Page 56: Langer zelfstandig wonen de opgave voor corporaties - kcwz.nl · PDF file6.3 Wonen met zorg in het strategisch voorraadbeleid 48 ... geschikt wonen voor iedereen en pictogrammen voor

Postbus 30833, 2500 GV Den Haag twitter: @platform31www.platform31.nl