MATERIEEL IMMATERIEEL Besturing van woningcorporaties in ...
Langer thuis wonen - s-Hertogenbosch...Het doel van dit onderzoek is het in kaart brengen van de...
Transcript of Langer thuis wonen - s-Hertogenbosch...Het doel van dit onderzoek is het in kaart brengen van de...
Langer thuis wonen Geestelijke gezondheidszorg en
gehandicaptenzorg regio ’s-Hertogenbosch
Afdeling O&S Gemeente ’s-Hertogenbosch
Afdeling Onderzoek & Statistiek
November 2014
2
Samenvatting
De landelijke overheid hervormt de langdurige zorg. Onderdeel van deze hervorming is de maatregel
‘Langer thuis wonen’. Alleen mensen met een hoge zorgzwaarte krijgen hun zorg voortaan gekoppeld
aan verblijf in een instelling. Door de maatregel zullen mensen langer thuis blijven wonen. In dit
onderzoek worden – op basis van een aantal aannames – de effecten van de maatregel ‘Langer thuis
wonen’ op het gebied van zorg en wonen gekwantificeerd voor de regio ’s-Hertogenbosch. We
focussen daarbij alleen op de sector geestelijke gezondheidszorg en de zorg voor mensen met een
verstandelijke en/of lichamelijke beperking (gehandicaptenzorg). De opgave voor Verpleging en
Verzorging komt in een afzonderlijk stedelijk rapport aan bod.
In de regio ’s-Hertogenbosch1 zijn er in 2014 ongeveer 2.500 cliënten met een indicatie voor verblijf in
de gehandicaptenzorg. In de geestelijke gezondheidszorg zijn er 820 cliënten met een indicatie voor
verblijf. In de gemeente ’s-Hertogenbosch en Vught is het aantal mensen met een indicatie voor
verblijf het grootste.
Effect extramuralisering ZZP’s 01 en 02 beperkt
Vanaf 2013 hebben mensen die een nieuwe indicatie ZZP 01 of 02 krijgen geen recht meer op verblijf.
Daardoor is het aantal mensen met zo’n lage indicatie in 2014 beperkt. Het effect van
extramuralisering van de ZZP’s 01 en 02 is dan ook beperkt. Bij volledige extramuralisatie van ZZP01
en 02 zal het aantal geïndiceerden met 315 afnemen. Dat is een daling van 10%.
Wel forse daling als ZZP 03 wordt geëxtramuraliseerd
Vanaf 2015 geldt echter voor nieuwe indicaties dat ook ZZP03 geen recht meer geeft op verblijf. Dat
gaat om een veel grotere groep. In totaal zou het aantal geïndiceerden met recht op verblijf met 34%
dalen in de regio ’s-Hertogenbosch. Het gaat om 1.120 geïndiceerden.
Zelfstandig geclusterd wonen met dagelijkse begeleiding
Cliënten met zorgzwaarte 3 hebben een beperkt vermogen tot zelfstandig functioneren. Zij hebben
veelal dagelijkse begeleiding nodig. Voor het extramuraliseren van deze groep is het belangrijk om de
begeleiding goed te organiseren. Omdat de begeleiding frequent en intensief is, ligt een geclusterde
(zelfstandige) woonvorm voor deze groep voor de hand.
Steeds minder goedkope huurwoningen
Voor mensen die gebruik maken van de gehandicaptenzorg of GGZ is betaalbaarheid van de woning
belangrijk. Want, vaak hebben zij een laag inkomen. In de regio is gemiddeld 6% van alle woningen
een goedkope huurwoning (kwaliteitskortingsgrens). Het aantal goedkope huurwoningen daalt al
enkele jaren gestaag in de regio.
Toenemende druk op de onderkant van de sociale huurmarkt
Door de extramuralisering van de lage ZZP’s zullen de komende jaren geleidelijk meer mensen een
beroep doen op de sociale huurwoning, in het bijzonder op het goedkope huurprijssegment.
Daarnaast zullen door de ambulantisering van de GHZ en GGZ mensen langer thuis wonen. Waar zij
eerst instroomden in een instelling, blijven zij nu in hun woning. Of gaan zij op zoek naar een woning
die past bij hun zorgvraag. Beide ontwikkelingen zorgen voor een toenemende druk op de onderkant
van de sociale huurmarkt.
1 Gemeenten: Boxtel, Haaren, ’s-Hertogenbosch, Maasdriel, Schijndel, Sint-Michielsgestel, Vught, Zaltbommel
3
Inhoudsopgave
Samenvatting ........................................................................................................................................... 2
Inhoudsopgave ........................................................................................................................................ 3
1. Inleiding ............................................................................................................................................ 4
1.1 Aanleiding ................................................................................................................................ 4
1.2 Doel onderzoek ....................................................................................................................... 4
1.3 Uitgangspunten onderzoek Langer thuis wonen ..................................................................... 5
1.4 Definities .................................................................................................................................. 5
1.5 Leeswijzer ................................................................................................................................ 6
2. Huidige en toekomstige situatie in de regio gemeenten .................................................................. 7
2.1 Zorg algemeen ........................................................................................................................ 7
2.1.1 Lichamelijk gehandicapten .................................................................................................. 9
2.1.2 Verstandelijk gehandicapten ............................................................................................. 10
2.1.3 Zintuigelijk gehandicapten ................................................................................................. 11
2.1.4 Geestelijke gezondheidszorg ............................................................................................ 12
2.2 Toekomstige ontwikkelingen ................................................................................................. 13
3. Wonen ............................................................................................................................................ 14
3.1 Aanbod beschermd en geclusterd wonen in 2014 ................................................................ 14
3.2 Betaalbare woningen ............................................................................................................. 17
4
1. Inleiding
1.1 Aanleiding
Op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015 worden gemeenten
verantwoordelijk voor het ondersteunen van de zelfredzaamheid en participatie van mensen met een
beperking, chronische psychische aandoening of psychosociale problemen. Hierbij staat centraal dat
de ondersteuning gericht is op dat deze mensen zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kunnen
blijven wonen. Begeleiding, dagbesteding en beschermd wonen (voor de sector GGZ) worden taken
van de gemeente. De zorgverzekeraar is verantwoordelijk voor verpleging en verzorging thuis.
Alleen mensen met een hoge zorgzwaarte (zoals mensen met een ernstige psychische stoornis)
krijgen hun zorg voortaan gekoppeld aan verblijf in een instelling. Door de maatregel zullen mensen
langer thuis blijven wonen.
De maatregel ‘Langer thuis wonen’ zal de komende jaren de nodige gevolgen hebben voor inwoners
van de regio ’s-Hertogenbosch, de gemeenten en zorginstellingen. Door het extramuraliseringsbeleid
zullen minder mensen een indicatie krijgen voor een intramurale woonzorgvoorziening. Daarbij zijn
twee effecten van belang. Ten eerste zal als gevolg van de extramuralisering er een uitstroom zijn van
mensen die nu nog in een intramurale setting wonen. Dat speelt vooral op de korte termijn. Ten
tweede is er sprake van ambulantisering. Mensen met een zorgvraag zullen langer thuis blijven
wonen. Zij zullen in de huidige woning blijven wonen of gaan naar een andere (extramurale)
woonvorm die aansluit bij de zorgvraag. Door beide ontwikkelingen wordt het beslag op de
woningmarkt groter.
Terwijl de focus voor ouderen ligt op het geschikt maken van huisvesting voor ouderen in combinatie
met zorg, staat bij ggz-cliënten en inwoners met een verstandelijke beperking de beschikbaarheid van
betaalbare woningen in combinatie met begeleiding en behandeling centraal. Woningen moeten
hiervoor geschikt zijn. Daarnaast is het van belang vanwege de lage inkomsten van de doelgroep dat
de huur niet te hoog is. Als laatste aandachtspunt noemen we de frequente en intensieve begeleiding
van huurders.
Deze rapportage beschrijft de doelgroep Langer thuis wonen van twee sectoren: de geestelijke
gezondheidszorg (GGZ) en de gehandicaptenzorg (GHZ). De doelgroep ouderen wordt in een andere
rapportage beschreven.
’s-Hertogenbosch geldt in het kader van de toekenning van middelen voor beschermd wonen als
centrumgemeente voor een aantal gemeenten in de regio. Deze gemeenten worden in deze
rapportage als onderzoeksgebied genomen. Het gaat om de gemeenten: ’s-Hertogenbosch, Vught,
Haaren, Sint Michielsgestel, Schijndel, Boxtel, Maasdriel en Zaltbommel. In de rapportage
regiogemeenten genoemd.
De cijfers die worden gepresenteerd zijn gebaseerd op het aantal mensen met een indicatie en niet op
het feitelijk gebruik.
1.2 Doel onderzoek
Het doel van dit onderzoek is het in kaart brengen van de opgave waar de regiogemeenten,
zorgaanbieders en woningcorporaties in het kader van langer thuis wonen in de geestelijke
gezondheidszorg en de gehandicaptenzorg voor komen te staan. Op basis van een aantal aannames
worden de effecten van de maatregel ‘Langer thuis wonen’ op het gebied van zorg en wonen
gekwantificeerd voor de regio ’s-Hertogenbosch.
5
1.3 Uitgangspunten onderzoek Langer thuis wonen
Kern van de maatregel Langer thuis wonen is dat mensen met een lichtere zorgzwaarte geen indicatie
meer krijgen voor verblijf in een zorginstelling. Deze paragraaf beschrijft de belangrijkste definities en
uitgangspunten van het onderzoek.
Indicaties en zorgzwaartepakketten
Om zorg in combinatie met verblijf in een instelling te krijgen, heeft iemand een indicatie nodig. Het
Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) bepaalt of iemand een indicatie krijgt. Het zorgzwaartepakket
(ZZP) beschrijft welke ondersteuning of zorg iemand nodig heeft. Hoe hoger de ZZP hoe intensiever
de zorgvraag. Met ingang van 2013 zijn de ZZP 01 en 02 komen te vervallen. Mensen die een nieuwe
indicatie krijgen met een dergelijke zorgzwaarte hebben geen recht meer op zorg gekoppeld aan
verblijf in een instelling. Vanaf 2015 zal ook ZZP 03 komen te vervallen. Mensen die nog een geldige
indicatie hebben, behouden voor maximaal 5 jaar het recht op intramuraal verblijf. Daarna worden zij
opnieuw geïndiceerd.
1.4 Definities
In deze paragraaf staan de belangrijkste definities die gebruikt zijn in het onderzoek Langer thuis
wonen:
Wetten en beleid
AWBZ
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten betaalt de langdurige zorg voor ouderen, chronisch
zieken en gehandicapten.
Wmo
Wet Maatschappelijke Ondersteuning regelt dat mensen met een beperking ondersteuning
kunnen krijgen. De gemeente voert de Wmo uit.
Langer thuis wonen
Dit is een maatregel van de landelijke overheid. Alleen mensen met een hoge zorgzwaarte
krijgen hun zorg gekoppeld aan verblijf in een instelling. Dat betekent dat de bewoner één
rekening krijgt, waarin geen onderscheid te maken is tussen de kosten voor de woning en de
kosten voor de zorg.
ZZP
Zorgzwaarte pakket beschrijft welke ondersteuning of zorg iemand nodig heeft. Hoe hoger de
ZZP, hoe intensiever de zorgvraag.
Woonvormen (vastgoed)
Beschermd wonen (intramuraal wonen)
Betreft wonen in een instelling. Hier is 24 uur per dag zorg aanwezig of zorg of oproep.
Beschermd wonen wordt gefinancierd vanuit de AWBZ.
Geclusterd wonen (extramuraal wonen met zorg op afroep)
Dit zijn zelfstandige woningen waarbij de bewoner gebruik kan maken van verpleging of
verzorging van een nabijgelegen zorgsteunpunt. Voorbeelden zijn kleinschalig geclusterde
woningen voor mensen met een verstandelijke beperking.
Nultreden woningen
Dit zijn zelfstandige woningen waarvan diverse kenmerken maken dat ze meer geschikt zijn
voor ouderen en mensen met beperkingen dan reguliere woningen. De voordeur is zonder
trap bereikbaar. En in de woning zijn de hoofdvertrekken (woonkamer, slaapkamer,
douche/wc en keuken) zonder traplopen te bereiken. Voorbeelden zijn galerijflats met lift,
bungalows of ingrijpend aangepaste woningen.
6
Overige definities
Ambulantisering:
Het zo lang mogelijk thuis houden van cliënten van een zorgvraag. Het gaat vooral om
mensen met een lichte tot middelzware zorgvraag (ZZP 01 t/m 03).
Extramuralisering:
De uitstroom van mensen met een lichte tot middelzware zorgvraag (ZZP 01 t/m 03) die nu
nog in een instelling wonen.
Regiogemeenten:
In het kader van de Wmo 2015 worden gemeenten vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor
het beschermd wonen. Hierbij heeft het rijk besloten tot een centrumgemeenteconstructie
waarbij de middelen voor beschermd wonen voor de regio ’s-Hertogenbosch (‘s-
Hertogenbosch, Vught, Haaren, Sint Michielsgestel, Schijndel2, Boxtel, Maasdriel en
Zaltbommel) worden toegekend aan de gemeente ’s-Hertogenbosch. De regiogemeenten
moeten ’s-Hertogenbosch mandateren voor de inkoop van beschermd wonen.
1.5 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 schets de huidige en toekomstige situatie in de GHZ en GGZ. Op basis van de huidige
indicaties wordt gekeken welk effect de maatregel ‘Langer thuis wonen’ heeft voor de GHZ en GGZ.
Hoofdstuk 3 geeft een overzicht van het huidige aanbod aan beschermd en geclusterd wonen in ’s-
Hertogenbosch. Daarna wordt ingegaan op de effecten voor de sociale huurmarkt van de maatregel
‘Langer thuis wonen’.
2 Vanaf 1-1-2017 zal Schijndel, samen met de gemeenten Veghel en Sint-Oedenrode, deel gaan uitmaken van de nieuwe
gemeente Meierijstad. Mogelijk dat Schijndel dan ook in een andere regio zal vallen voor wat betreft de GHZ en GGZ.
7
2. Huidige en toekomstige situatie in de regio gemeenten
In dit hoofdstuk komen de ontwikkelingen op het gebied van zorg aan bod. Het gaat om de
ontwikkeling in de regiogemeenten. Daar waar grote afwijkingen zijn per gemeente, worden die
toegelicht.
2.1 Zorg algemeen
Binnen de geestelijke gezondheidszorg en gehandicaptenzorg zal binnen de lagere zorgzwaarte
pakketten de komende jaren een verschuiving plaatsvinden van intramurale naar extramurale zorg.
Hiermee daalt de vraag voor intramurale plaatsen geleidelijk en stijgt de huisvestingsvraag/behoefte
op de reguliere woningmarkt.
De extramurale zorg, nu nog onderdeel van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) wordt
vanaf 1 januari 2015 ondergebracht in de Wmo en de Zorgverzekeringswet (Zvw) en Wet langdurige
zorg (Wlz). Dit betekent voor gemeenten dat zij met betrekking tot de Wmo voor inwoners van 18 jaar
en ouder de zorg gaan organiseren die nu valt onder de AWBZ-functies Begeleiding, Persoonlijke
verzorging en Kortdurend Verblijf.
Verdeling van extramurale AWBZ-zorg voor volwassenen naar de nieuwe zorgwetten
Dominante grondslag
AWBZ-functie
SOM Somatische aandoening
PG Psychogeriatrische aandoening
LG Lichamelijke handicap
ZG Zintuigelijke handicap
VG Verstandelijke handicap
PSY Psychiatrische aandoening
Begeleiding Wmo Wmo Wmo Wmo Wmo Wmo
Kortdurend Verblijf
Wmo Wmo Wmo Wmo Wmo Wmo
Persoonlijke verzorging
Zvw Zvw Zvw Wmo Wmo Wmo
Verpleging Zvw Zvw Zvw nvt nvt nvt
Behandeling Zvw/Wlz Zvw/Wlz Zvw/Wlz Zvw Zvw/Wlz nvt Bron: CIZ; Op weg naar andere zorg, september 2014
Vanaf 2015 gemeenten verantwoordelijk voor ondersteuning, zorgverzekeraars voor verpleging en verzorging
Het CIZ indiceert nu nog namens het Zorgkantoor voor alle beschermde woonvormen. De gemeente
wordt vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor de ondersteuning die mensen thuis nodig hebben en
de beschermde woonvormen voor GGZ-c. De zorgverzekeraar is verantwoordelijk voor verpleging en
verzorging thuis. Mensen die veel zorg nodig hebben, zoals mensen met een ernstige handicap
kunnen terecht in een zorginstelling. Waar het Zorgkantoor tot op heden stuurde op totalen per
instelling, zal de gemeente sterker gaan sturen op de spreiding van de woonvormen over de wijken en
op de verhouding van de draagkracht en draaglast van wijken.
Nieuwe indicatie van CIZ
De zorg die mensen met een langdurige ziekte of handicap nodig hebben wordt beschreven in
een zorgzwaartepakket (ZZP). Het zorgzwaartepakket bepaalt ook hoeveel geld een
verblijfsinstelling krijgt voor de zorg aan de cliënt. Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) geeft
de indicatiebesluiten af en bepaalt welk zorgzwaartepakket daarbij hoort.
8
Nieuwe cliënten krijgen in plaats van een indicatie voor een licht zorgzwaartepakket een indicatie
voor extramurale zorg en ondersteuning (in functies en klassen). Zolang de extramurale zorg en
ondersteuning nog onderdeel uitmaakt van de AWBZ krijgen cliënten extramurale zorg vanuit de
AWBZ. Bij decentralisatie van extramurale zorg naar het gemeentelijk domein (Wmo) en Zvw
gaat dat ook gelden voor de nieuwe cliënten die voorheen een licht ZZP zouden hebben
gekregen. Per 1-1-2013 is gestart met ZZP GGZ 01 en GGZ 02 en VG 01 en VG 02 voor nieuwe
cliënten vanaf 23 jaar.
Onderstaande tabel geeft het aantal GHZ- en GGZ-cliënten met een geldige indicatie voor intramurale
AWBZ. Zoals verwacht heeft de gemeente ’s-Hertogenbosch het grootste aandeel van GHZ- en GGZ
cliënten. Het gaat om 905 GHZ-cliënten en 455 GGZ-cliënten. Ook in de gemeente Vught zijn relatief
veel cliënten met een indicatie, het gaat om 375 GHZ-cliënten en 265 GGZ-cliënten. Opvallend is dat
de gemeente Haaren veel GHZ-cliënten heeft (415) tegenover slechts 5 GGZ-cliënten. Dit heeft
ermee te maken dat er in Haaren een woonvoorziening (onderdeel van Cello) voor verstandelijk
gehandicapten is.
Aantal mensen met een indicatie GHZ en GGZ voor intramurale AWBZ in de regio ’s-Hertogenbosch (1-1-2014)
0 200 400 600 800 1.000 1.200 1.400 1.600
Zaltbommel
Vught
Sint-Michielsgestel
Schijndel
Maasdriel
's-Hertogenbosch
Haaren
Boxtel
GHZ
GGZ
aantal cliënten met een geldige indicatie voor intramurale AWBZ-zorg
9
2.1.1 Lichamelijk gehandicapten
De meeste cliënten met een lichamelijke beperking zijn ingedeeld in een ZZP 03 of hoger; 92% van
alle cliënten hebben een ZZP van 3 of meer.
In de regio ’s-Hertogenbosch zijn in totaal 190 cliënten met een LG indicatie voor verblijf (2014)
Aanname: alle cliënten met indicaties LG 01 en LG 02 worden geëxtramuraliseerd. De populatie met
een indicatie blijft gelijk.
Effect: in totaal daalt het aantal mensen met een LG-indicatie LG 01 en 02 voor verblijf in de regio
gemeenten van 190 in 2014 naar 175 in 2024. Dat is een daling van 8%. Aangezien alleen in
Schijndel en ’s-Hertogenbosch cliënten met indicatie LG 01 en LG 02 heeft zal op lokaal niveau alleen
in deze twee gemeenten sprake zijn van effecten van de extramuralisering van zorgzwaarte 1 en 2.
0 20 40 60 80 100 120
Haaren
Sint-Michielsgestel
Vught
Maasdriel
Zaltbommel
Boxtel
Schijndel
's-Hertogenbosch
LG01 en 02
LG03 en 04
LG05+
10
2.1.2 Verstandelijk gehandicapten
8% minder geïndiceerden voor verblijf in de sector VG
De meeste cliënten met een verstandelijke beperking zijn ingedeeld in een ZZP 03 of hoger; 92% van
alle cliënten hebben een ZZP van VG 03 of meer. Daardoor is op de korte termijn de verschuiving
gering. Alleen in de gemeenten ’s-Hertogenbosch, Boxtel, Vught, Zaltbommel en Schijndel hebben
mensen een indicatie VG 01 of 02. In de overige gemeenten treedt geen verschuiving op.
In de regio ’s-Hertogenbosch zijn in totaal 1.995 cliënten met een VG-indicatie voor verblijf (2014)
Aanname: alle cliënten met indicaties VG 01 en VG 02 worden geëxtramuraliseerd. De populatie met
een indicatie blijft gelijk.
Effect: in totaal daalt het aantal mensen met een VG-indicatie VG 01 en VG 02 voor verblijf in de regio
gemeenten van 1.995 in 2014 naar 1.835 in 2024. Dat is een daling van 8%.
0 200 400 600 800 1.000
Maasdriel
Sint-Michielsgestel
Schijndel
Zaltbommel
Vught
Boxtel
Haaren
's-Hertogenbosch
VG01 en 02
VG03 en 04
VG05+
11
2.1.3 Zintuigelijk gehandicapten
In totaal hebben 105 mensen met een zintuigelijke handicap een indicatie voor verblijf. Twee derde
van alle cliënten is ingedeeld in een ZZP 03 of hoger. Er zullen daardoor geen grote verschuivingen
plaatsvinden als gevolg van de extramuralisering van ZG 01 en ZG 02. Aangezien vooral Vught en
Sint-Michielsgestel cliënten met een indicatie ZG 01 en ZG 02 heeft, zijn de effecten van de
extramuralisering van zorgzwaarte 1 en 2 vooral daar merkbaar.
In de regio ’s-Hertogenbosch zijn in totaal 310 cliënten met een ZG-indicatie voor verblijf (2014)
Aanname: alle cliënten met indicaties ZG 01 en 02 worden geëxtramuraliseerd. De populatie met een
indicatie blijft gelijk.
Effect: in totaal daalt het aantal mensen met een ZG-indicatie ZG 01 en 02 voor verblijf in de regio
gemeenten van 310 in 2014 naar 205 in 2024. Dat is een daling van 34%.
0 20 40 60 80 100 120 140 160 180
Boxtel
Haaren
Maasdriel
Zaltbommel
's-Hertogenbosch
Schijndel
Sint-Michielsgestel
Vught
ZG01 en 02
ZG03 en 04
ZG05+
12
2.1.4 Geestelijke gezondheidszorg
Na de groep mensen met een verstandelijke handicap, is de GGZ de grootste sector qua aantal
cliënten. In de regio ’s-Hertogenbosch gaat het om 820 cliënten. Het merendeel, 96%, heeft een GGZ-
B indicatie of GGZ-C 03+. Bij extramuralisatie van GGZ-C 01 en 02 zal het aantal geïndiceerden met
35 afnemen. De daling vindt vooral plaats in ’s-Hertogenbosch en Vught.
In de regio ’s-Hertogenbosch zijn in totaal 820 cliënten met een GGZ-indicatie voor verblijf (2014)
Aanname: alle cliënten met indicaties ZZP GGZ-C 01 en 02 worden geëxtramuraliseerd. De populatie
met een indicatie blijft gelijk.
Effect: in totaal daalt het aantal mensen met een GGZ-C 01 en 02 indicatie voor verblijf in de regio
gemeenten van 820 in 2014 naar 785 in 2024. Dat is een daling van 4%.
0 100 200 300 400 500
Haaren
Maasdriel
Boxtel
Schijndel
Zaltbommel
Sint-Michielsgestel
Vught
's-Hertogenbosch
GGZ-B
GGZ-C01 en 02
GGZ-C03 en 04
GGZ-C05+
13
2.2 Toekomstige ontwikkelingen
In 2015 wordt gestart met extramuralisering van de zorgzwaartepakketten GHZ 03 en GGZ-C 03.
Ruim een derde minder mensen met indicatie voor verblijf in de regio ‘s-Hertogenbosch
Als na 2015 ook nieuwe cliënten met ZZP 03 geen indicatie voor verblijf meer krijgen, zullen de
effecten van de extramuralisering veel groter zijn dan in de vorige paragrafen beschreven. In 2024
zullen er naar verwachting in totaal 34% minder mensen een indicatie voor verblijf krijgen in de
gehandicapten zorg of geestelijke gezondheidzorg.
Bij volledige extramuralisatie van ZZP 01 t/m 03 zullen er 1.120 minder geïndiceerden voor verblijf zijn (-34%)
Aanname: alle cliënten met indicaties GHZ 01 t/m 03 en GGZ-C 01 t/m 03 worden in de toekomst
geëxtramuraliseerd. De populatie met een indicatie blijft gelijk.
Effect: in de regio ’s-Hertogenbosch zal het aantal mensen met een indicatie voor verblijf in de GHZ of
GGZ afnemen met 34%. Voor de GGZ-C 03 gaat dat om 235 personen in de regio ’s-Hertogenbosch
en voor de gehandicaptenzorg om 885 mensen.
Zelfstandig geclusterd wonen met dagelijkse begeleiding
GGZ-Cliënten met een zorgzwaarte 3 hebben een beperkt vermogen om zelfstandig te functioneren.
Er is veelal dagelijkse begeleiding nodig. Voordat deze zorg geëxtramuraliseerd kan worden is
gedegen voorbereiding noodzakelijk. Dit geldt ook voor VG-cliënten met zorgzwaarte 3. Ook zij
functioneren beperkt zelfstandig en hebben voor hun psychosociaal welbevinden een veilige en
vertrouwde woonomgeving nodig. Ondersteuning is gericht op het stimuleren van zelfredzaamheid.
Vaak wordt samen met andere cliënten een gezamenlijk huishouden gevoerd. Voor het
extramuraliseren van de zorg is het belangrijk om het toezicht goed te organiseren. Cliënten die
aanspraak hebben op zorgzwaartepakketten 3 hebben regelmatig hulp nodig binnenshuis. Een
geclusterde setting zou dit faciliteren.
0
500
1.000
1.500
2.000
2.500
2014 2024 2014 2024 2014 2024 2014 2024
LG VG ZG GGZ
aa
nta
l m
en
se
nm
et in
dic
atie
vo
or
ve
rblij
f (
1-1
-20
14
)
ZZP 4+
ZZP 1 t/m 3
-16%
-32%
-69%
-29%
14
3. Wonen
Deze paragraaf geeft een overzicht van het aanbod beschermd en geclusterd wonen voor de
geestelijke gezondheidszorg (GGZ), verstandelijk gehandicapten (VG) en maatschappelijke opvang
(MO). Hiervan hebben we alleen informatie van de gemeente ’s-Hertogenbosch.
3.1 Aanbod beschermd en geclusterd wonen in 2014
Helft beschermd wonen in VG-sector
’s-Hertogenbosch heeft een aanbod van beschermd wonen ongeveer 1.090 plaatsen voor beschermd
wonen in de GGZ, VG en MO. Bijna de helft is beschermd wonen voor verstandelijk gehandicapten.
Het grootste aanbod daarvan is de Binckhorst in Rosmalen zuid. In de wijken Engelen en Empel is
geen aanbod aan beschermd wonen.
1.090 plaatsen voor beschermd wonen in sectoren VG, GGZ en MO
Aanbod beschermd wonen in ’s-Hertogenbosch (2014)*
Wijk VG GGZ MO Totaal
Binnenstad 20 20 40 Zuidoost 40 10 50 Graafsepoort 90 70 60 220 Muntel/Vliert 40 40 Rosmalen zuid 290 160 460 Rosmalen noord 20 20 De Groote Wielen 20 30 Empel 0 Noord 20 40 40 100 Maaspoort 20 0 10 30 West 30 70 20 120 Engelen 0 ’s-Hertogenbosch 520 370 200 1.090
*aantallen afgerond op 10-tallen, daardoor totaal niet gelijk aan som
0 100 200 300 400 500
Empel
Engelen
Rosmalen noord
De Groote Wielen
Maaspoort
Muntel/Vliert
Binnenstad
Zuidoost
Noord
West
Graafsepoort
Rosmalen zuid
VG
GGZ
MO
intramurale capaciteit 2014
15
Bijna 60% geclusterd wonen in VG-sector
In totaal zijn er ongeveer 390 geclusterde woningen in ’s-Hertogenbosch. In de wijken West, De
Groote Wielen, Maaspoort en Graafsepoort staat het grootse aanbod aan geclusterd wonen. In de
wijken Empel, Engelen en Muntel/Vliert is geen aanbod aan geclusterd wonen. Net als bij beschermt
wonen, is ook hier het aanbod het grootste in de VG-sector. Bijna 60% van alle geclusterde woningen
is voor de doelgroep verstandelijk gehandicapten.
Meeste aanbod geclusterd wonen in West
Aanbod geclusterd wonen in ’s-Hertogenbosch (2014)*
Wijk VG LG GGZ MO Totaal
Binnenstad 10 30 30 Zuidoost 20 20 30 Graafsepoort 10 40 40 Muntel/Vliert 0 Rosmalen zuid 10 10 20 Rosmalen noord 0 De Groote Wielen 70 10 70 Empel 0 Noord 40 40 Maaspoort 40 10 50 West 40 50 10 110 Engelen 0 ’s-Hertogenbosch 230 50 80 30 390
*aantallen afgerond op 10-tallen, daardoor totaal niet gelijk aan som
0 20 40 60 80 100 120
Muntel/Vliert
Empel
Engelen
Rosmalen noord
Rosmalen zuid
Binnenstad
Zuidoost
Noord
Graafsepoort
Maaspoort
De Groote Wielen
West
VG
LG
GGZ
MO
geclusterd wonen 2014
16
Meeste geclusterde woningen verhuurt door corporaties
Zayaz, BrabantWonen en Kleine Meierij verhuren samen 96% van alle geclusterde woningen.
Vincentius en GGZ hebben slechts een klein aantal woningen in eigen bezit. Zayaz heeft het grootse
aantal geclusterde woningen; zij verhuren ruim de helft van alle geclusterde woningen in ‘s-
Hertogenbosch.
Zayaz verhuurt meeste geclusterde woningen
Zayaz
BrabantWonen
Kleine Meierij
Vincentius
GGZ
17
3.2 Betaalbare woningen
Door de scheiding van wonen en zorg zal een deel van de mensen met een verstandelijke of
lichamelijke handicap en mensen met psychische beperking die nu nog intramuraal woont zelfstandig
of geclusterd gaan wonen. Meestal doen zij een beroep op de sociale huursector. Deze paragraaf
geeft een overzicht van de omvang van de sociale huursector in de regio ’s-Hertogenbosch. Voor de
gemeenten Maasdriel en Zaltbommel zijn geen gegevens over de woningvoorraad naar eigendom en
prijsklasse. Beide gemeenten zijn dan ook niet meegenomen in de analyse.
30% van alle woningen is een sociale huurwoning
In de regio gemeenten is 30% van alle woningen een sociale huurwoning3. Het gaat in totaal om
35.520 woningen. De gemeente ’s-Hertogenbosch heeft met 36% het hoogste aandeel aan sociale
huurwoningen en de gemeente Haaren met 15% het laagste.
30% van alle woningen in de regio is een sociale huurwoning (2013)
Bron: databank regionale woningmarktmonitor
Meeste sociale huurwoningen vallen in prijsklasse €374-536
Het merendeel van alle sociale huurwoningen valt in de prijsklasse €374-536. Dit zijn ongeveer 22.080
woningen. De verhouding tussen goedkope huurwoningen4 (maximaal €374), betaalbare (€374-536)
en middeldure (€536-681) is in alle regiogemeenten redelijk gelijk. Het aandeel goedkope
huurwoningen is over het algemeen iets groter dan het aandeel middeldure huurwoningen. Alleen in
de gemeente Haaren zijn er wat meer middeldure huurwoningen dan goedkope huurwoningen.
3 Een sociale huurwoning is een woning die verhuurd wordt door een corporatie en een huurprijs heeft die niet hoger is dan de
liberalisatiegrens (€681 in 2013). 4 Een goedkope huurwoning is een woning die een huurprijs heeft die niet hoger is dan de kwaliteitskortingsgrens (€374 in
2013).
0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40%
Haaren
Sint-Michielsgestel
Schijndel
Vught
Boxtel
's-Hertogenbosch
regio totaal
percentage sociale huur t.o.v. totale woningvoorraad
23.7035.520
23.700 23.700
3.870
3.030
2.360
1.780
780
23.700
18
Meeste sociale huurwoningen in de prijsklasse €374-536 (2013)
Bron: databank regionale woningmarktmonitor
Beperkt aanbod aan goedkope huurwoningen in de regio
Voor mensen die gebruik maken van de GHZ of GGZ, is betaalbaarheid van de woning belangrijk.
Want, vaak hebben zij een laag inkomen. De grens van een sociale huurwoning ligt op een maximum
van €681. Voor veel mensen in de doelgroep zal dit een te hoge huur zijn. Het aanbod aan goedkope
huurwoningen (maximaal €374) ligt flink lager. In de regio gemeenten is gemiddeld 6% van de totale
woningvoorraad een goedkope huurwoning. Het gaat om 7.110 woningen. In de gemeente Boxtel en
Schijndel is het aanbod met 8% relatief het hoogste, in de gemeente Haaren (2%) het laagste.
Gemiddeld 6% van alle woningen is een goedkope huurwoning
0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40%
Haaren
Sint-Michielsgestel
Schijndel
Vught
Boxtel
's-Hertogenbosch
regio totaal
huur < € 374
huur € 374-536
huur € 536-681
percentage sociale huur t.o.v. totale woningvoorraad
0% 2% 4% 6% 8% 10% 12%
Haaren
Sint-Michielsgestel
Vught
's-Hertogenbosch
Schijndel
Boxtel
Gemiddeld
2005
2013
% goedkope huurwoningen t.o.v. totale woningvoorraad
19
Steeds minder goedkope huurwoningen
In de periode 2005-2013 is in de regiogemeenten de woningvoorraad met 9% gegroeid. Het aandeel
betaalbare huurwoningen is min of meer gelijk gebleven. Opvallend is dat in de afgelopen jaren het
aanbod goedkope huurwoningen flink is gedaald. In 2005 was 9% van de totale woningvoorraad een
goedkope huurwoning. In 2013 is dit gedaald naar 6%. Dus, het totale woningaanbod stijgt, maar het
aanbod goedkope huurwoningen daalt. Dat betekent dat mensen met een laag inkomen, steeds
minder te kiezen hebben op de woningmarkt. In absolute aantallen is het aanbod aan goedkope
huurwoningen met 27% gedaald. In de gemeente Vught is deze daling het grootste, namelijk 40%.
Ruim kwart minder goedkope huurwoningen in de regio ’s-Hertogenbosch (2005-2013)
Toenemende druk op onderkant van de sociale huurmarkt door extramuralisering
De extramuralisering van de GHZ en GGZ is deels al in gang gezet. Vanaf 2013 hebben mensen met
een nieuwe indicatie ZZP 01 en 02 geen recht meer of verblijf in een instelling. De huidige indicaties
blijven voor 5 jaar geldig. Dat zorgt voor een geleidelijke afname van zowel de instroom in instellingen
als een uitstroom uit instellingen. Relatief weinig mensen hebben een ZZP indicatie 1 of 2. Het gaat
dus om een betrekkelijk kleine groep in de regio ‘s-Hertogenbosch (35 GGZ en 280 GHZ5).
Vanaf 2015 zullen mensen die een nieuwe indicatie krijgen met ZZP 03 ook geen recht meer hebben
op verblijf. De komende vijf jaar zullen door de extramuralisering van de lage ZZP’s in de
gehandicaptenzorg en GGZ flink meer plaatsen in instellingen vrij komen. Op basis van indicaties gaat
om 235 personen in de GGZ en 885 mensen in de gehandicaptenzorg in de regio ’s-Hertogenbosch.
Hier voor komen geen nieuwe cliënten in de plaats. De mensen die uitstromen, zullen een beroep
doen op de reguliere woningmarkt, meestal de sociale huurmarkt. Dit effect als gevolg van de
extramuralisering speelt vooral op de korte termijn (de komende 5 à 10 jaar).
5 Op basis van de CIZ indicaties 1-1-2014
60
70
80
90
100
110
120
2005 2007 2009 2011 2013
Ind
ex o
ntw
ikke
ling
aa
nta
l w
on
ing
en
20
05
=1
00
< €374 €374-536 totale woningvoorraad
20
Toenemende druk op onderkant van de sociale huurmarkt door ambulantisering
Daarnaast zullen de mensen met een nieuwe indicatie ZZP 01 t/m 03 niet meer instromen in een
instelling. Zij blijven zelfstandig wonen. Daardoor komen er minder woningen vrij. Dit effect is blijvend.
In de toekomst zullen meer mensen met een lichte tot middelzware zorgvraag thuis blijven wonen.
Beide ontwikkelingen samen zorgen voor een grotere vraag naar betaalbare sociale huurwoningen
terwijl tegelijkertijd het aanbod kleiner wordt. Vooral op de korte termijn zal de druk op de betaalbare
huurmarkt groot zijn.
Verschuiving van integraal intramuraal wonen naar gefragmenteerd extramuraal wonen
Door de scheiding van wonen en zorg zal een deel van de gehandicapten en mensen met psychische
problemen die nu nog intramuraal woont zelfstandig of geclusterd gaan wonen. Dit heeft gevolgen
voor het bestaand zorgvastgoed. Er vindt een verschuiving plaats van integraal intramuraal
zorgaanbod naar een gefragmenteerd extramuraal zorgaanbod. Er is behoefte aan extra woningen en
aan nieuwe vormen van wonen voor mensen met een laag inkomen die zelfstandig wonen maar
structureel begeleid worden. Bestaande woningen zijn niet (altijd) geschikt voor het verlenen van zorg.
Het aantal mensen dat voor geschikte huisvesting afhankelijk is, neemt toe en het tekort aan
woningen voor mensen met een beperking stijgt.