Kwantificeren, omdat het kan.

2
KWANTIFICEREN, OMDAT HET KAN In september 2012 is het eerste Quantified Self Institute ter wereld opgericht, in Groningen. De missie van dit instituut: het stimuleren van een gezonde leefstijl door een combinatie van technologie, wetenschap en fun. “Kwantificeren is van alle tijden,” zegt Martijn de Groot, onderzoeksleider en drijvende kracht achter het projectprogramma. “Dingen tellen, vastleggen, met het doel er lering uit te trekken, dat hebben mensen altijd gedaan. Denk aan boeren, die de omstandigheden en resultaten van de oogst opschrijven, bedrijven die kwartaalcijfers vastleggen, onderwijsinstituten die slagingspercentages bijhouden, om oorzaak en gevolg inzichtelijk te maken en op basis hiervan toekomstige beslissingen te nemen. Metingen verrichten en lijstjes bijhouden met betrekking tot jezelf is daarentegen relatief nieuw. We beseffen het nauwelijks meer, maar het het hele begrip ‘self’ (‘ik’, ‘ego’) is pas sinds het begin van de vorige eeuw actueel, grofweg sinds de psychoanalyse van Freud. Wat mensen sindsdien over zichzelf zijn gaan bijhouden is onvoorstelbaar! In de jaren 80 sloeg men massaal aan het calorieën tellen in het kader van de Weight Watchers, om het eigen eetpatroon in kaart te brengen. Mensen met gezondheidsproblemen turven hun goede en slechte dagen, de diabetespatiënt maakt curves van zijn bloedsuikergehalte. Maar ook allerlei minder voor de hand liggende dingen worden ‘geteld’, om uiteenlopende persoonlijke redenen. Er zijn mensen die bijhouden wanneer en hoe lang ze de hond uitlaten, hoeveel luiers ze op een dag verschonen, of hoe vaak ze door de regen naar hun werk fietsen.” SENSORTECHNOLOGIE De laatste jaren is het kwantificeren in een stroomversnelling gekomen. Dat komt omdat het steeds makkelijker is geworden om data op te slaan – meer dan 60% van de Nederlanders heeft tegenwoordig een smartphone op zak met allerlei apps die het mogelijk maken snel gegevens op te slaan en te delen – anderzijds doordat de sensortechnologie spotgoedkoop is geworden. Dat werd al voorspeld in de jaren 90 en het klopt: sensoren zijn goedkoop, steeds meer ‘low-power’ en voor iedereen beschikbaar. “Sensoren fungeren in feite als een soort zesde zintuig; ze kunnen informatie genereren die je met je eigen zintuigen niet kunt waarnemen, maar die wel relevant zijn en je beslissingen gaan beïnvloeden. En is elke zintuigelijke verwerking per definitie gebaseerd op vooroordelen, met de komst van de sensortechnologie is er een objectieve feedbackloop bij gekomen. En dat helpt, want het ‘self’, je bewustzijn, het stemmetje van binnen waarmee je vaak morele discussies voert, is gebaat bij juiste informatie. Misschien denk je wel dat je heus genoeg beweegt, een stappenteller houdt je genadeloos een spiegel voor.” MARTIJN DE GROOT (1975), gepromoveerd medisch bioloog en als hogeschooldocent functionele anatomie en senior onderzoeker verbonden aan de Hanzehogeschool Groningen, vertelt bevlogen over zijn QS avontuur, waar hij momenteel bijna 24/7 mee bezig is. Hij laat enthousiast allerlei apps en sensortjes zien en blijkt zelf ook driftig te kwantificeren. In zijn broekzat zit de Fitbit die zijn stappen telt – minimaal 10.000 is de aanbevolen norm –, hij meet regelmatig zijn hartslag en stresslevel met behulp van de camera in zijn telefoon – ook een sensor, immers – en houdt met de app Foodzy bij wat hij eet op een dag. Dit laatste overigens puur uit beroepsmatige interesse (“ik ben helemaal niet zo bezig met mijn gewicht”). De apps hebben aansprekende designs, grappige icons en animaties en komen vaak in de vorm van een soort spelletje (‘gamification’), doordat er een wedstrijdelement aan is toegevoegd, of een beloningsysteem. “Kwantificeren is op deze manier naast leerzaam ook gewoon heel leuk,” aldus Martijn. Quantified Self. Jij, maar dan gekwantificeerd; uitgedrukt in getallen, in data. Of, in een breder kader: de Quantified Self beweging houdt zich bezig met het fenomeen dat de mens in toenemende mate technologie en dataverzamelingsmethoden integreert in zijn persoonlijke leven, om informatie te verkrijgen over zichzelf en hiervan te leren. Een fenomeen dat wel eens een revolutie binnen de gezondheidszorg kan betekenen; een verschuiving van kennis over groepen naar kennis over het individu – waar dit ‘zelfmeten’ toe leidt – maakt personalized science mogelijk en daarmee uiteindelijk geïndividualiseerde gezondheidszorg en medicatie. CONCEPT EN TEKST ELVENSTONE FOUNDATION / TEKSTIEF FOTOGRAFIE JOKE SCHAPER ‘Met de komst van de sensortechnologie is er een objectieve feedbackloop bij gekomen’

description

Interview met Martijn de Groot, onderzoeksleider van het Quantified Self Institute Groningen

Transcript of Kwantificeren, omdat het kan.

Page 1: Kwantificeren, omdat het kan.

Kwantificeren, omdat het Kan

In september 2012 is het eerste Quantified Self Institute ter

wereld opgericht, in Groningen. De missie van dit instituut: het

stimuleren van een gezonde leefstijl door een combinatie van

technologie, wetenschap en fun.

“Kwantificeren is van alle tijden,” zegt Martijn de Groot,

onderzoeksleider en drijvende kracht achter het

projectprogramma. “Dingen tellen, vastleggen, met het doel

er lering uit te trekken, dat hebben mensen altijd gedaan.

Denk aan boeren, die de omstandigheden en resultaten van

de oogst opschrijven, bedrijven die kwartaalcijfers vastleggen,

onderwijsinstituten die slagingspercentages bijhouden, om

oorzaak en gevolg inzichtelijk te maken en op basis hiervan

toekomstige beslissingen te nemen.

Metingen verrichten en lijstjes bijhouden met betrekking tot

jezelf is daarentegen relatief nieuw. We beseffen het nauwelijks

meer, maar het het hele begrip ‘self’ (‘ik’, ‘ego’) is pas sinds

het begin van de vorige eeuw actueel, grofweg sinds de

psychoanalyse van Freud. Wat mensen sindsdien over zichzelf

zijn gaan bijhouden is onvoorstelbaar!

In de jaren 80 sloeg men massaal aan het calorieën tellen in

het kader van de Weight Watchers, om het eigen eetpatroon in

kaart te brengen. Mensen met gezondheidsproblemen turven

hun goede en slechte dagen, de diabetespatiënt maakt curves

van zijn bloedsuikergehalte. Maar ook allerlei minder voor de

hand liggende dingen worden ‘geteld’, om uiteenlopende

persoonlijke redenen. Er zijn mensen die bijhouden wanneer

en hoe lang ze de hond uitlaten, hoeveel luiers ze op een dag

verschonen, of hoe vaak ze door de regen naar hun werk

fietsen.”

SenSortechnologieDe laatste jaren is het kwantificeren in een stroomversnelling

gekomen. Dat komt omdat het steeds makkelijker is geworden

om data op te slaan – meer dan 60% van de Nederlanders

heeft tegenwoordig een smartphone op zak met allerlei apps

die het mogelijk maken snel gegevens op te slaan en te delen

– anderzijds doordat de sensortechnologie spotgoedkoop is

geworden. Dat werd al voorspeld in de jaren 90 en het klopt:

sensoren zijn goedkoop, steeds meer ‘low-power’ en voor

iedereen beschikbaar.

“Sensoren fungeren in feite als een soort zesde zintuig; ze

kunnen informatie genereren die je met je eigen zintuigen niet

kunt waarnemen, maar die wel relevant zijn en je beslissingen

gaan beïnvloeden. En is elke zintuigelijke verwerking per

definitie gebaseerd op vooroordelen, met de komst van

de sensortechnologie is er een objectieve feedbackloop

bij gekomen. En dat helpt, want het ‘self’, je bewustzijn, het

stemmetje van binnen waarmee je vaak morele discussies voert,

is gebaat bij juiste informatie. Misschien denk je wel dat je heus

genoeg beweegt, een stappenteller houdt je genadeloos een

spiegel voor.”

Martijn de groot (1975), gepromoveerd medisch bioloog

en als hogeschooldocent functionele anatomie en senior

onderzoeker verbonden aan de Hanzehogeschool Groningen,

vertelt bevlogen over zijn QS avontuur, waar hij momenteel bijna

24/7 mee bezig is.

Hij laat enthousiast allerlei apps en sensortjes zien en blijkt zelf

ook driftig te kwantificeren. In zijn broekzat zit de Fitbit die zijn

stappen telt – minimaal 10.000 is de aanbevolen norm –, hij

meet regelmatig zijn hartslag en stresslevel met behulp van de

camera in zijn telefoon – ook een sensor, immers – en houdt met

de app Foodzy bij wat hij eet op een dag. Dit laatste overigens

puur uit beroepsmatige interesse (“ik ben helemaal niet zo

bezig met mijn gewicht”).

De apps hebben aansprekende designs, grappige icons en

animaties en komen vaak in de vorm van een soort spelletje

(‘gamification’), doordat er een wedstrijdelement aan is

toegevoegd, of een beloningsysteem. “Kwantificeren is op deze

manier naast leerzaam ook gewoon heel leuk,” aldus Martijn.

Quantified Self. Jij, maar dan gekwantificeerd; uitgedrukt in getallen, in data. of, in een

breder kader: de Quantified Self beweging houdt zich bezig met het fenomeen dat de

mens in toenemende mate technologie en dataverzamelingsmethoden integreert in zijn

persoonlijke leven, om informatie te verkrijgen over zichzelf en hiervan te leren.

een fenomeen dat wel eens een revolutie binnen de gezondheidszorg kan betekenen;

een verschuiving van kennis over groepen naar kennis over het individu – waar dit

‘zelfmeten’ toe leidt – maakt personalized science mogelijk en daarmee uiteindelijk

geïndividualiseerde gezondheidszorg en medicatie.

co

nc

ept

en t

ekSt

Elv

EN

Sto

NE

Fo

uN

Da

tIo

N /

tE

KSt

IEF

fo

tog

ra

fie

JoK

E S

cH

ap

Er ‘Met de komst van de

sensortechnologie is er een objectieve feedbackloopbij gekomen’

Page 2: Kwantificeren, omdat het kan.

hoe iS hij in aanraking gekoMen Met Quantified Self?“Ik kreeg vanuit het lectoraat transparante Zorgverlening van

de Hanzehogeschool de vraag te onderzoeken of er bepaalde

biomarkers zijn aan te wijzen die geschikt zijn om informatie te

verschaffen over het welzijn en de gezondheid van een persoon.

al vrij snel kwamen we erachter: die zijn er niet. Het lichaam is veel te

complex om op basis van biomarkers iets zinnigs over je gezondheid

in het algemeen te zeggen; je bent namelijk zo gezond als je zwakste

schakel. En die zwakste schakel kan zich overal bevinden.

De enige manier om echt iets te zeggen over de gezondheid van

een organisme is op functioneel niveau; door middel van het meten

van prestaties van het individu en het functioneren van organen.

toen ik hier in de herfst van 2011 over sprak met een vriendin, tipte zij

me om weer eens contact op te nemen met Martijn aslander, een

oud klasgenoot. Hij vertelde me over de leuke nieuwe trend die hij

op het spoor was en stimuleerde me om naar de tweede grote QS

wereldconferentie te gaan in amsterdam. Ik volgde zijn advies op,

samen met een aantal collega’s, onder wie Joan Janssens (directeur

van het Instituut voor Sportstudies, red.). Wat we daar meemaakten

was fantastisch en we zagen onmiddellijk mogelijkheden om datgene

wat binnen de QS community gedeeld werd verder te ontwikkelen, te

toetsen en in de praktijk te brengen. Binnen de kortste keren hadden

we een enthousiaste groep mensen om ons heen verzameld, de

Hanzehogeschool zag onze plannen zitten en het instituut was een feit.”

the big 5 of healthy lifeHet QSI richt zich met name op tracking op het gebied van

gezondheid. Een focus die goed aansluit bij het noordelijk thema

‘Healthy ageing’ waar zowel de Hanzehogeschool als het uMcG

bij betrokken zijn.

“We houden ons bezig met metingen die te maken hebben met

‘the big 5 of healthy life’, te weten voeding, beweging, slaap, stress

en sociale interactie. Door op deze gebieden goed voor jezelf te

zorgen en je genetische potentie ten volste te benutten leef je langer

gezond.” Het vijfde aspect, de sociale component, is niet als zodanig

een object van onderzoek, maar zit in alle van de vier andere pijlers

verweven. “Hoewel het ook op zichzelf een niet te verwaarlozen factor

is; alleen vertonen we ander gedrag dan wanneer we samen zijn.”

Het QSI legt zich toe op het inventariseren van alle voor QS relevante

apps en devices, om een overzicht te genereren van wat er allemaal

beschikbaar is en onderzoekt wat er zelf aan toe te voegen is. Een

groepje studenten is momenteel bezig een oorsensor te ontwikkelen

die heel nauwkeurig draadloos de hartslag en heartrate-variability

meet. Daarnaast houdt het instituut zich bezig met het testen en

beoordelen van de beschikbare apps en hardware. Zijn de uitkomsten

valide? Het hoeft niet 100% te kloppen, maar als de metingen te

ver afwijken van de werkelijkheid dan verliest een applicatie haar

geloofwaardigheid. als laatste wordt de effectiviteit voor de gebruiker

bestudeerd. Helpt een stappenteller om meer te bewegen? Gaan

mensen daadwerkelijk bewuster eten door het gebruik van voeding-

apps?

certificering“Naast deze onderzoekspunten zijn we aan het bekijken of we met

een aantal partners een organisatie kunnen opzetten die al dit soort

apps en sensordevices kan certificeren. Een soort KEMa-keur opstellen,

om het kaf van het koren te scheiden. In de vS is de FDa hier mee

bezig, maar in Europa is er nog geen initiatief in die richting. Het zou

verdraaid leuk zijn als we met het QSI hier een rol in zouden kunnen

spelen.”

QS is hip and happening, zoveel is zeker. Een ontwikkeling die naar

verwachting van Martijn de Groot nog een grote vlucht zal nemen.

“ook al weten we niet precies waar het naartoe gaat, we hebben

allemaal het opgewonden gevoel aan het begin te staan van iets

heel bijzonders.”

MartIJN DE Groot: [email protected]

WWW.QuaNtIFIEDSElFINStItutE.orG

‘Self-knowlegde through nuMberS’De term Quantified Self bestaat sinds 2007 en is bedacht

door Gary Wolf en Kevin Kelly, destijds beide betrokken bij

het tijdschrift Wired. Het viel hen op dat steeds meer mensen

om hen heen dingen aan het kwantificeren waren en dit

deelden via de social media. Ze zagen dat er een effect

vanuit ging en besloten een meetup te organiseren,

bij Kevin Kelly thuis.

De bijeenkomst was al een tijdje bezig, toen er ineens nog

iemand binnenkwam. Gary Wolf, zelf een man van de klok,

sprak tegen de laatkomer: “Je bent te laat. Dus vertel maar

even aan iedereen hier wie je bent.”

Waarop de man zijn laptop openklapte en aan de hand van

allerlei data en getallenlijstjes zijn verhaal begon. Hij liet zien

hoeveel hij had bewogen, wat hij had gegeten en met wie,

waar hij was geweest, hoe laat hij was gaan slapen, welke

muziek hij had beluisterd, je kunt het zo gek niet bedenken

of hij had het bijgehouden. Iedereen was met stomheid

geslagen. Waanzinnig! Het is dus mogelijk om op deze

manier iets over jezelf te vertellen!

Dit was de start van alle QS meetups, wereldwijd, waarin

het beeld dat Wolf en Kelly hadden steeds verder

werd bevestigd; er is een trend aan de gang. Een

groeiende groep mensen (bestaande uit early adopters,

technologiejunks, fitnessfreaks, hackers en mensen met

gezondheidsproblemen) doet aan self-tracking. om allerlei

redenen, maar vooral omdat het kan.

‘We hebben allemaal het opgewonden gevoel aan het begin te staan van iets heel bijzonders’