Kunstroute LUMC

12
KUNST route € 2,50

description

 

Transcript of Kunstroute LUMC

Page 1: Kunstroute LUMC

KUNSTroute

€ 2,50

Page 2: Kunstroute LUMC

Voorwoord

‘Het LUMC is toch een ziekenhuis? Wat moet dat met kunst?’Die vraag wordt nogal eens gesteld. Er zit kritiek in verscholen: houden jullie je maar aan je taak: mensen beter maken. De critici zien over het hoofd dat patiënten in een aangename omgeving sneller en beter genezen. Kunst levert daaraan een bijdrage. Kunst doorbreekt de klinische sfeer en zorgt voor een persoonlijke en gastvrije omgeving, waarin mensen zich thuis voelen. Dat geldt voor bezoekers en patiënten, maar ook voor medewerkers.Wie rondloopt in het LUMC, komt vanzelf onder de indruk van de prachtige, gevarieerde verzameling. De tentoonstel-lingen in de Galerie, de ‘kraamkamer’ van de collectie, krijgen dan ook geregeld lovende recensies in de landelijke pers. Uit de vele reacties die Kunstzaken de afgelopen jaren ont-ving, blijkt dat er grote behoefte bestaat aan een rondleiding, een route langs een selectie van de kunstwerken met korte toelichtingen. Het derde lustrum van het LUMC is een mooie aanleiding om in deze behoefte te voorzien. Of u nu patiënt, bezoeker, inwoner van Leiden of medewerker bent, ik hoop dat u met deze Kunstroute in de hand nog meer van onze collectie kunt genieten!

Ferry Breedveld, voorzitter Raad van Bestuur LUMC

Concept en realisatie: Sandrine van NoortRedactie: Mieke van Baarsel, Sandrine van NoortTekstbijdragen: Viveka van der Vliet, Yvonne YzermansVertaling: Blankvoort & Jansen Translations and CopywritingFotografie: Gert Jan van RooijPlattegronden: Pieter de JongVormgeving: Karen PolderDruk: Drukkerij ZwaanUitgave: Leids Universitair Medisch CentrumApril 2012

Deze uitgave werd mede mogelijkgemaakt door het Cultuurfonds Leiden en de Stichting ‘De Gijzelaar-Hintzenfonds’

22

10

23

262425

9

8

2121

22

9 10

22

6

22

H

H

H

Start routeBeeldentuin

HH HH

12

33

34

3536

37 3738

39

Buiten

lifthoofdstraatzone / liftkernlooprouteterugkunstwerktrappenhuis

1

K1

Gebouw 2

Onderzoeks-gebouw

P

Gebouw 3Onderwijs-

gebouw Parkeergarage

Gebouw 1LUMC

Centraal Station

VR-S-T

Begane grond

Galerie

Hoofdingang

Boerhaaveplein

naar H4

BCD

K J H0

Page 3: Kunstroute LUMC

3e etage

4e etage

5H

H

HH

Boerhaaveplein

naar H2

K J H3

D C B

H

H

HH3

4

Boerhaavepleinnaar H1

K J H4

D C B

1e etage

2e etage

lifthoofdstraatzone / liftkernlooprouteterugkunstwerktrappenhuis

1

K1

H

H

7

8

910

11

12

23

2425 26 27

Boerhaaveplein

naar K2

naar D2

K1 J1 H1

D1 C1 B

H

H

6

1314

15

16

17

18

19 2021

28

29

30 31

32

Boerhaavepleinnaar J1 naar H1

Restaurant

J2 H2K2

D2 C2 B

L2

22

Page 4: Kunstroute LUMC

Beeldentuin Van boven naar beneden: André Pielage, staal, aluminium, folie, 2008; David Lindberg, (ontwerp) Hier, pigment, glasvezel, lijm, 2012; Linda Nieuwstad, Floresartecompositi, staal, wol, flanel, pvc, hout, schuim-rubber, 4,50 × 4 × 6 m, 2011

e Na binnenkomst centrale hal rechtsaf

1 Sinds 2008 is de inpandige Beeldentuin van het LUMC beschikbaar voor innovatieve kunst. Elk jaar krijgt een kunstenaar de kans om de ruimte in te richten. Daarbij is de architectuur uitgangspunt: de kunstenaar onderzoekt en interpreteert de ruimte en realiseert daarbinnen een kunstwerk. Zo krijgt de Beeldentuin een heel eigen dyna-miek. De afgelopen jaren hebben achtereenvolgens André Pielage (1975) en Linda Nieuwstad (1974) de Beeldentuin naar hun hand gezet. Hierna is David Lindberg (1964) uitgenodigd om zich door de ruimte te laten inspireren.

Kunst wil gezien worden

‘Het blijft fantastisch om zo even het LUMC in te lopen en dit te kunnen zien.’ ‘Mijn opa vindt het heerlijk hier te lopen, het geeft hem rust.’ ‘Heerlijke kunst om even aan het ziekenhuis te ontsnappen, naar de wereld van fantasie, lust en verlangen.’ ‘Niets is wat het lijkt en het geeft te denken.’

Zomaar wat reacties van bezoekers van de Galerie, die laten zien dat kunst in het LUMC op veel waardering kan rekenen. Naast de wisselende tentoonstellingen in de Galerie heeft het LUMC in 25 jaar een gerenommeerde kunstcollectie opgebouwd. Dagelijks ervaren medewerkers, bezoekers, patiënten en stu-denten deze unieke collectie in de gangen, trappenhuizen, poli-klinieken, verpleegafdelingen en vergaderzalen van het LUMC. Zo heeft de kunst een niet meer weg te denken plaats gekregen in het LUMC. Niet alleen in de gebouwen, maar ook in het geza-menlijk geheugen van patiënten, bezoekers en medewerkers.Met de oprichting van de Kunststichting in 1988 werd een begin gemaakt met de opbouw van de collectie LUMC. Deze heeft zich in relatief korte tijd een plaats verworven tussen de gerenommeerde Nederlandse collecties hedendaagse kunst. Uitgangspunt bij het verzamelen was eigentijdse kunst van een jonge generatie kunstenaars. Destijds waren bijvoorbeeld Tjong Ang, Henk Visch, Marc Ruygrok en Marlene Dumas nog relatief onbekend; inmiddels behoren ze tot de gevestigde orde. In de jaren negentig werd de basis gelegd voor de verzameling fotografie, die nu een belangrijk deel uitmaakt van de collec-tie. Fotografie begon zich in de jaren zeventig te manifesteren als een autonome kunstvorm, met fotografen als Sebastião Salgado, Aart Klein en Sanne Sannes. In de loop der jaren is de collectie verder aangevuld met hedendaagse fotografie, onder anderen van Céline van Balen en Martine Stig. Opvallend in de jaren negentig en nul is de aandacht van kunstenaars voor de mens en zijn directe omgeving. In deze periode werden veel portretten aan de collectie toegevoegd van destijds beginnende kunstenaars als Rosemin Hendriks, Juul Kraijer en Willem Sanders. De collectie blijft groeien met werken van veelbelovende kunstenaars. Wij streven ernaar om van iedere kunstenaar een aantal werken in de collectie op te nemen en zo een beeld te krijgen van een oeuvre. De unieke signatuur van de collectie wordt bepaald door de ruimtes waarin de werken te zien zijn én het feit dat het LUMC een zorginstelling is. Daarnaast blijft de kwaliteit van de gekozen werken de leidraad bij verwerving.Deze Kunstroute biedt een keuze, een representatieve door-snee van de collectie. Wij hopen dat veel bezoekers en mede-werkers de Kunstroute gaan volgen. Want een kunstcollectie die niet wordt gezien, is een collectie zonder betekenis.

Sandrine van Noort, adviseur Kunstzaken

Page 5: Kunstroute LUMC

4 Onderwerp van de foto’s van Hendrik Kerstens (1956) is zijn dochter Paula, die hij sinds haar vijfde jaar (sinds 1987) fotografeert. Hij is gefascineerd door de zichtbaar-heid van haar gemoedstoestanden. Hij fotografeert haar meestal tegen een donkere achtergrond waardoor de aandacht naar het heldere, expressieve gezicht wordt getrokken. Zijn portretten doen denken aan de zeven-tiende-eeuwse schilderijen van Johannes Vermeer. Net als Vermeer gebruikt Kerstens het licht om accenten in zijn foto’s aan te brengen. Haarscherp toont hij het melk-witte gelaat en benadrukt hij de stofuitdrukking van haar kleding. Ook de melancholieke, raadselachtige blik van het model toont verwantschap met zeventiende-eeuwse portretten.

e Trappenhuis H-3

5 Dit meisje heeft zich laten fotograferen op het moment dat ze het liefst door de grond wilde zakken. De foto is onderdeel van de serie ‘Bloos’ die Martine Stig (1972) van blozende meisjes maakte. Wat hen aan het blozen maakte, zullen we nooit weten. Maar het is het zichtbare ongemak en de kwetsbaarheid van het moment waar Martine Stig in haar foto’s de nadruk op legt. De meisjes verschuilen zich niet. Intieme momenten vormen een terugkerend thema in de fotografie van Martine Stig, die bekend werd door haar serie portretten van stellen die net met elkaar naar bed waren geweest.

e Neem de trap naar beneden Tussen de 2e en 1e etage

6 In het boek Exaltation toont Desiree Dolron (1967) vijftig foto’s die zij in de periode 1991–1999 maakte tijdens reizen naar onder meer India, Thailand, de Filippijnen en Marokko. Dolron is vooral geïn-teresseerd in religieuze rituelen. Ze onderzoekt tot welke vormen van zelfkastijding en extase mensen in staat zijn. Filippijnse mannen

laten zich bijvoorbeeld aan het kruis spijkeren of pijnigen hun rug met haken. Dolron probeert de achterliggende drijfveren vast te leggen, maar kan zich tegelijkertijd niet onttrekken aan de waanzin ervan. Dolrons op zichzelf staande krachtige beelden overstijgen de nuchtere benade-ring van de westerse documentairefotografie.

e Neem de trap naar beneden naar H-1Trappenhuis H-1

Hendrik Kerstens Skirt, kleurenfoto, 100 × 80 cm, 2007

Martine Stig Bloos, kleurenfoto/dibond, 100 × 80 cm, 2002

Desiree Dolron Uit serie: Religion&death,Shivaisti-Junagodh,bariet-druk, 25,5 × 18 cm, 1991

Galerie

Elspeth Diederix Priyesh, kleurenfoto, 93 × 64 cm, 1997

2 Kunstzaken LUMC organiseert in de Galerie vijf tentoon- stellingen van hedendaagse kunst per jaar. Het tentoon-stellingsbeleid hangt nauw samen met het aankoopbeleid. De tentoonstellingen bieden een ‘venster’ op de wereld buiten het LUMC. Meestal hebben ze een actueel thema dat tevens raakt aan de belevingswereld van patiënten, be-zoekers en medewerkers. De Galerie is de hele dag vrij toegankelijk voor iedereen.

e Neem de lift van H-0 naar H-4H-4 tegenover lift

3 Elspeth Diederix (1971) is bekend door foto’s waarin ze de werkelijkheid manipuleert, zodat surreële situaties ontstaan. Ze gebruikt hiervoor geen computer maar ensceneert de voorstelling ter plekke. Deze foto van een Indiaas jongetje, lopend met een waterkan, maakte Diederix tijdens een van haar vele reizen. Het verbaasde haar dat mensen, ondanks de armoede, behoefte hebben zich te omringen met prachtige, kleurrijke voorwerpen die ze vaak van afval maken. Ze zag het jongetje en wilde met deze foto het magische van de waterkan accentueren. Het lijkt of de kan licht uitstraalt. Het jongetje draagt het voor-werp als een heilig relikwie. Voor Elspeth Diederix gaat het in deze foto om de behoefte van mensen om schoonheid te ervaren.

e Neem de trap naar H-3Tussen de 4e en 3e etage in het trappenhuis

Page 6: Kunstroute LUMC

9 Gedeeltelijk verscholen achter de balustrades van de omloop hangen vier monumentale schilderijen van Ab van Hanegem (1960). Op elke verdieping hangt één schilderij. Op afstand zijn de schilderijen en hun onder-linge samenhang goed te zien. Maar om de schilderijen afzonderlijk te kunnen bekijken, dient men voor het werk te staan.Ab van Hanegem treedt met deze voorstellingen in de traditie van de schilderkunst. Hij citeert uit klassieke bron-nen, maar put tevens uit de populaire beeldcultuur, zoals stripverhalen. Aan deze combinatie van beeldelementen geeft hij zijn eigen draai. Op het bovenste schilderij toont Van Hanegem de hedendaagse variant van de sterke man: Popeye. In het abstracte beeld ernaast is de ‘kwaststreek’ van de pop-art-kunstenaar Roy Lichtenstein te herkennen. Maar als je goed kijkt kun je er ook een uitvergroting van spierbundels in zien. Met de groen geschilderde achter-grond verwijst Van Hanegem wellicht naar spinazie, de favoriete groente van Popeye. Op de middelste twee schilderijen maakt Van Hanegem ge-bruik van rasters met doorzichten en moduuleenheden van 58 × 58, een beproefd systeem. Een uitvergroting van een stuk behang doet denken aan een landschap van de Franse architect Le Corbusier. Het onderste schilderij toont een gespierde man, een veel gebruikt anatomisch model, dat en passant verwijst naar de medische wetenschap.

e J-1 hal bij liftkern

Ab van Hanegem Zondertitel, olieverf op paneel, 1994

7 In de jaren twintig en dertig experimenteerde Leendert Blok (1895–1986) met verschillende fotografische pro-cédés. Begonnen als fotojournalist in Pretoria, vestigde hij zich later in Heemstede. Van daaruit maakte hij duizenden opnames van bloemen, in opdracht van bloembollenkwe-kers. Blok gebruikte hiervoor de autochroomtechniek op glasnegatieven, waardoor de foto een oude, verweerde gloed krijgt. Uit de vele foto’s die hij heeft nagelaten, blijkt dat hij al die bloemen een eigen karakter wist te geven, als waren het mensen.

e Links en dan rechts om de hoek naar uiteinde gang H-1

8 Deze zes blanke, staande vazen in de vorm van kanons- lopen zijn opgesteld met de opening naar de grond. Door deze ongewone stand en doordat Pjotr Müller (1947) ze gemaakt heeft van breekbaar materiaal, zijn ze ontdaan van hun functie en tot esthetische objecten getransfor-meerd. Als een archeologische vondst, een overblijfsel van het verleden, staan ze tentoongesteld. Alle dreiging van de oorspronkelijke wapens is verdwenen.

e Van H-1 gang richting J-1, rechtsVan de 2e t/m 5e etagevier schilderijen boven elkaar

Leendert Blok Zonder titel, cybachroom, 29 × 22 cm, 1930

Pjotr Müller Dansendekanonnen,keramiek, hoogte 200 cm, 1991

Page 7: Kunstroute LUMC

12 De foto’s van Teun Hocks (1947) lijken op fragmenten uit een tragikomisch toneelstuk waarin hij zelf de hoofd-rol speelt. Het geworstel van mensen om iets van het leven te maken, is zijn grote bron van inspiratie. Deze foto geeft een goed beeld van de verhalende stijl van Hocks. Hij be-gint met een decor of achtergrond en fotografeert zichzelf daarin met een ouderwetse camera. Met transparante olie-verf brengt hij kleur in de voorstelling. Hij maakt zijn foto’s doorgaans in een oplage van drie, maar de toevoeging van verf maakt iedere foto uniek. Met zijn voorstellingen geeft hij op humoristische wijze commentaar op de banaliteit en de pijnlijke kanten van het menselijk bestaan.

e Aan het eind van de gang trap op naar K-2

13 Aan iedere tekening van Rosemin Hendriks (1968) ligt een foto ten grondslag die ze van zichzelf gemaakt heeft. Ze trekt die foto’s op papier na met houtskool. Daarbij streeft ze niet naar het oproepen van gelijkenis en dienen haar tekeningen niet voor zelfonderzoek. De por-tretten ogen, door de strakke lijnvoering en het weglaten van kenmerkende details, afstandelijk en koel. Het gezicht is glad en onnatuurlijk leeg. Geen pukkel, donkere wal of ander persoonlijk detail heeft ze in beeld gebracht. Het leven zit vooral in de ogen. Hierin weerspiegelt zich een eigen, vervreemdende wereld. De ogen spreken, maar on-duidelijk blijft waarover.

e Van K-2 richting L-2Uiteinde gang L-zone

14 Hans van Bentem (1965) en IRIS (Iris Roskam, 1976) produceerden in 2004 hun eerste ‘Shaslick Pieces’. Aan deze speciaal voor het LUMC vervaardigde stalen spiezen is geen varkensvlees, paprika en ui geregen, maar vijftien glazen en keramische objecten waaronder een zilveren konijn, lampenkap, colafles, injectiespuit en witte microbe. In de ‘Sjaslieks’ mengen de kunstenaars ‘high’ en ‘low’ art, zoals elementen uit de kunstgeschiedenis en uit strips en sprookjes.Beide kunstenaars tonen hun voorliefde voor traditionele ambachten en decoratieve technieken. Zo is het glas van IRIS een ode aan de glasblazer. En Van Bentem verheft in zijn kera-mische werk de alledaagsheid, de wegwerpcultuur tot kunst en blaast deze letterlijk op tot monumenten van formaat.

e Van L-2 richting J-2Gang K-2

Teun Hocks Zondertitel, olieverf op zwart/wit foto,164 × 129 cm, 2000

Rosemin HendriksZondertitel, houtskool op papier,144,5 × 150 cm, 1997

Hans van Bentem, IRISSjaslieks,glazen objecten, 304 × 195 cm, 2006

10 Jacobien de Rooij (1947) woont haar hele leven midden in een stad en koestert daar het verlangen naar de na-tuur. Dat doet ze in haar tekeningen van planten, bomen, bergen en dieren. Ze is gefascineerd door de variatie in de natuur en de onmogelijkheid om er iets van te begrijpen. Al tekenend probeert ze erachter te komen waarom een plek speciaal is, zoals deze beek. Het gaat om haar herin-nering aan die ongerepte verborgen plek: een riviertje in Frankrijk, waar je in diepe poelen kan zwemmen. Door het grote formaat van de tekening raken we makkelijk betrok-ken in dit landschap. We kijken er niet alleen naar, we zijn er onderdeel van.

e Doorlopen richting K-1Gang van J-1 naar K-1

11 Met dit schilderij won Helen Verhoeven (1974) in 2008 de Koninklijke Prijs voor de Vrije Schilderkunst, bedoeld als aanmoediging voor jong talent. De voorstelling doet evenals ander werk van Helen Verhoeven denken aan traditionele staatsieportretten uit de geschiedenis. Haar meeste schilderijen lijken zich af te spelen in een barokke, negentiende-eeuwse setting. Verhoeven is geïntrigeerd door groepsgedrag en door de neiging van mensen om hun ware emoties in een groep niet te tonen. Terwijl de afgebeelde groep op dit schilderij moeite doet om de schone schijn op te houden, zorgt de kunstenaar ervoor dat op onverwachte momen-ten het doek wordt weggetrokken. De toeschouwer wordt getuige van een moment van ongemak en ont-roering.

e Gang van J-1 naar K-1

Jacobien de Rooij Debeek, houtskool, krijt op papier, 150 × 280 cm, 1989

Helen Verhoeven EventOneDetail#3/RoomwithChandelier, olieverf op doek,183 × 152 cm, 2008

Page 8: Kunstroute LUMC

17 Nadat Marlene Dumas (1953) in 1986 uit Kaapstad naar Nederland was gekomen, begon ze mensen uit haar directe omgeving te schilderen: familie, vrienden en ken-nissen. ‘Die broer’ verwijst naar haar zes jaar oudere broer. In haar portretten is Dumas niet zozeer geïnteresseerd in de exacte weergave van gelaatsuitdrukkingen zoals gebruikelijk in de portretschilderkunst. Ze wil eerder emoties als tragiek, lijden en liefde verbeelden. Dumas, opgegroeid in het Zuid-Afrika van de Apartheid, schil-dert vaak over tegenstellingen tussen zwart en blank, goed en kwaad. Zo verwijst de schaduw over het gezicht van haar broer naar de donkere kanten van het menselijk bestaan.

e Bij liftkern J-2

18 Albert van Westing (1960) maakt foto’s van alledaagse onderwerpen op zeer groot formaat. De afgebeelde personen bevinden zich meestal in de stad, op het strand of in de bergen waar ze lezen, voetballen, zwemmen of picknicken. Van Westing is vooral geïnteresseerd in de mate van concentratie waarmee personen hun handelin-gen verrichten. Om hier de aandacht op te vestigen drukt

hij zijn foto’s levensgroot af, waar-door het raster van de foto als het ware onderdeel wordt van de voorstelling. De nadruk komt zo te liggen op de intensiteit en de kwetsbaarheid van de handeling.

e Naar trappenhuis J-2

19 Het gaat Machiel Botman (1955) in zijn foto’s om de emotie die een beeld in één oogopslag bij hem op-roept: een verlaten bankje in een park, een vrouw die haar kousen aantrekt, of een vaas met droogbloemen op tafel. Hij sublimeert schoonheid door zijn foto’s aan te snijden en de voorstelling nooit helemaal prijs te geven. Door scherpte en onscherpte af te wisselen suggereert hij een verhaal of gebeurtenis waarvan wij de afloop zelf mogen invullen.Deze foto maakte Botman toen hij 26 was. Hij fotografeerde zichzelf liggend naast zijn toenmalige vriendin. We zien eendeel van zijn lichaam en een arm waarmee hij de camera boven zich vasthoudt en klikt.

Marlene Dumas Diebroer, olieverf op doek, 130 × 110 cm, 1986

Albert van Westing Voetballen, digitale print, 170 × 263 cm, 2003

Machiel Botman Zondertitel(zelfportret), foto, 21 × 20,5 cm, 1981

15 Willem Sanders (1954) maakte in de jaren negentig portretten van voor hem bekende maar ook onbe-kende mensen. Het zijn zeer realistisch getekende en met olieverf bewerkte portretten. Ze zijn allemaal op groot formaat frontaal afgebeeld, vaak beeldvullend, zonder achtergrond. Titels als ‘De kunstenaar’, ‘De conservator’, ‘De dakloze’ reduceren de hyperrealistisch afgebeelde per-sonen tot de rol die zij vervullen binnen onze maatschap-pij. Iedere persoonlijke verwijzing wordt uitgebannen. Sanders dwingt de toeschouwer om de kunstenaar, de dakloze of wie hij ook maar portretteert, te bekijken als de mens die hij of zij echt is, zonder vooroordeel.

e Gang K-2

16 Net als Andy Warhol en andere pop-art-kunstenaars speelt aanstormend talent Marie Aly uit Berlijn met de ambiguïteit van iconen: een mix tussen het alledaagse en het goddelijke. De schilders van traditionele iconen van heiligen ontwikkelden een eigen handschrift. Daarin worden figuren zelden realistisch afgebeeld. Ze lijken met hun grote aura eerder afkomstig uit een onwerkelijke, goddelijke wereld. Dat fascineert Marie Aly. Als groot bewonderaar van de Italiaanse Renaissanceschilders por-tretteert zij zo de jonge 17de-eeuwse schilder en dichter Lorenzo Lippi. In dit portret slaat ze een brug tussen de Renaissance en de hedendaagse popcultuur.

e Gang J-2 naast restaurant

Willem Sanders ThePainter/TheArtist, olieverf, potlood op papier, 109 × 79 cm, 2001

Marie Aly Lorenzo, olieverf op doek, 60 × 45 cm, 2010

Page 9: Kunstroute LUMC

23 In zijn eerste schilderijen in de jaren negentig concen- treert Gé-Karel van der Sterren (1969) zich op de mo-gelijkheden van verf en materie, zoals het hier afgebeelde schilderij van een hazewindhond. De krullende vacht is hier en daar dikker geschilderd op een verder schrale on-dergrond. In zijn latere schilderijen verschuift de aandacht voor de verf naar thema’s uit de media en schildert hij verhalen waarin de mens met zijn eigen tekortkomingen wordt geconfronteerd. De verhalen brengt hij in verlei-delijke, soms zoetsappige kleuren, maar de boodschap is ernstig. Met zijn overvloedig verfgebruik en explosieve kleuren wijst van der Sterren op de mateloze consumptie-drang van mensen.

e Rechtsaf gang richting D-1

Gijs Assmann (1966) en Erik Mattijssen (1957) maakten dit werk in 2003 in opdracht van het LUMC. Het bestaat uit tien vitrines waarin zes verlangens worden verbeeld: naar Tijdloosheid, Wijsheid, Gezondheid, Samenzijn, Geluk en Schoonheid.In de vitrinekast ‘Verlangen naar Geluk’ presenteren de kunstenaars wit kant, ondergoed en een koksmuts als kunstwerk. Deze objecten verbeelden volgens de kun-stenaars liefde en geborgenheid. Het ‘Verlangen naar Samenzijn’ komt tot uitdrukking in het portret van een man en een vrouw enprofil. De portretten zijn in aparte vitrines van elkaar gescheiden. In het ‘Verlangen naar Schoonheid’ verstoren een blikje verf en een dode vogel de schoonheid. Groei en verval, leven en dood zijn onlos-makelijk met elkaar verbonden, dat is wat de kunstenaars met humor en ironie in beeld brengen.

e Uiteinde gang D-1

Gé-Karel van der Sterren Zondertitel, olie/acrylverf op doek, 42 × 271 cm, 1996

Gijs Assmann en Erik Mattijsen HetverlangennaarSamenzijn, vitrinekast, 94 × 94 × 17 cm, 2003

24

Fotograaf Sanne Sannes (1937–1967), stond in 1967 op het punt van doorbreken toen hij verongelukte. Zijn oeuvre bestaat grotendeels uit erotische, duistere en ge-laden beelden van jonge vrouwen. Deze foto is waarschijnlijk onderdeel van een fotofilm die hij in 1966 maakte voor de VPRO: ‘Dirty Girl’. Hoofdpersoon is Lucia, de toenmalige vrouw van Remco Campert, die vlak voor haar dood wraak neemt op de mannen uit haar leven, als stripteasedanseres, femme fatale, prostituee en vampier. De VPRO vond de film te sadistisch om uit te zenden. Van deze Lucia-foto bestaat waarschijnlijk maar één afdruk. Sannes voorkeur voor zwartwit-fotografie met grove korrel en een sluiter-tijd van 1/25 seconde zorgen voor bewegingsonscherpte.

e Naar benedenTrappenhuis J-1

21 In de jaren dat fotograaf René Dohmen (1955) in de Rotter-damse wijk Spangen woonde, had hij goed contact met veel Turkse bewoners van die buurt. Zodoende kreeg hij makkelijk toegang tot het Turkse theehuis, waar hij vrij kon fotograferen. In die tijd maakte hij uitsluitend zwart-wit foto’s. In het theehuis werd Dohmen getroffen door de karakteristieke trekken van

deze man. Dohmen vroeg of hij hem mocht fotograferen. Daarop trok de man zijn jas uit, kamde uitgebreid zijn haar, zette zijn vingertoppen zorgvuldig aan de tafel en keek recht in de lens. De fotograaf liet hem zijn gang gaan; hij regisseert zelden of nooit een portret. Het resultaat is opvallend.

e Naar benedenTrappenhuis J-1

De Italiaanse fotograaf Mario Giacomelli (1925–2000) zwierf veel over straat en door het landschap van Zuid-Italië. Daar maakte hij poëtische foto’s van het dagelijks leven, zoals hier in de plaats Scanno in de bergen van Abruzzo. Hij portretteert een jongetje temidden van nonnen op leeftijd. Het is een van de thema’s uit zijn oeuvre: vergankelijkheid en ouderdom. Typerend voor Giacomelli is de gestileerde compositie met sterke zwart-witcontrasten en grafische effecten. Zijn manier van kijken is beïnvloed door neorealis-tische films van Vittorio De Sica en Roberto Rossellini en de stijl van de Franse fotograaf Henri Cartier-Bresson.

e Van J-1 richting K-1 linksafGang van K-1 naar C-1

Sanne Sannes Zondertitel, foto, 24 × 20 cm, 1966

René Dohmen TheibexandtheTurkishmanRotterdam,foto, 43,5 × 28 cm, 1992

Mario Giacomelli Scanno,foto, 27 × 38 cm, 1957

20

22

Page 10: Kunstroute LUMC

e Naar boven, op D-2

Aline Thomassen (1965) tekent en aquarelleert de rijke wereld van de Arabische vrouw in Marokko. Die vrou-wen zijn sterk, krachtig, zelfbewust en expressief, vrij van fysieke taboes en toegerust om te overleven. Thomassen tilt deze vrouwen boven de realiteit uit door hen af te beelden als klassieke godinnen met een bevreemdende anatomie. Uit hun lichamen stulpen ‘kruisgedrochten’: kruisingen tussen organische vormen uit de natuur en menselijke organen zoals kronkelende darmen en een hart. Het zijn metaforen van een psychische gesteldheid, van een onderhuids gevoel van drama dat dichtbij haar ei-gen levensgevoel komt. Zo worden de Arabische vrouwen letterlijke dragers van emoties en gewaarwordingen.

e Van D-2 naar C-2

De schilderijen van Ronald Zuurmond (1964) balance- ren op de rand van figuratie en abstractie. Elementen uit de natuur zoals planten, het landschap of zoals in dit schilderij een bos gedroogde takken in een vaas met rode bessen, zijn terugkerende thema’s in zijn werk. Toeval is zijn leidraad bij het schilderen. Want wat het schilderij zal opleveren, weet hij van tevoren niet. De verf en de struc-tuur van het doek wijzen hem de weg. Hij schildert niet met kwasten maar gebruikt het plamuurmes of een lat waarmee hij de verf van het doek schraapt. Ieder schilderij heeft volgens Ronald Zuurmond een eigen verhaal, dat zich zal prijsgeven als je er voor open staat.

e Schuin tegenover vorige werk

Aline Thomassen Zondertitel, tempera, aquarel en pastel op papier, 109 × 90 cm, 2005

Ronald Zuurmond Zondertitel, olieverf op doek, 60 × 60 cm, 2011

29

28

Opvallend groot zijn de meeste houtskooltekeningen van verlaten recreatiegebieden die Renie Spoelstra (1974) maakt op basis van film. Ze kiest uit een filmopname een fragment waarin eigenlijk niets gebeurt, en zoomt dan in op een detail. Dat brengt ze vervolgens sterk uitvergroot in

houtskool over en bewerkt het re-sultaat met kneedgum voor scherp-teverschillen en lichtplekken. Het gaat om een ‘moment van niks’, zo-als ze zelf zegt. Maar daarom heeft het juist alles in zich: er kan op die plek net iets zijn gebeurd of er staat net iets te gebeuren: onheilspellend en prettig tegelijk. Spoelstra’s tech-niek vormt een contrast met haar onderwerp. Tegenover het moment dat is vastgelegd staat de tijdroven-de en arbeidsintensieve techniek.

e Trappenhuis D-1

In dit schilderij verwerkte Jos van der Sommen (1961) zijn herinneringen aan de zondagse etentjes bij zijn grootouders thuis. Aan deze lange tafel nam op zondag de hele familie plaats. Het jaren-vijftig-interieur, met de zware fluwelen gordij-nen, de tafel feestelijk gedekt en de kristalluchter zwevend boven tafel, zo was het ongeveer. Maar de schilder geeft vooral weer hoe hij het beleefde. Zo krijgt de kristalluchter met lange zwanenhalzen een sprookjesachtige dimensie. De lange tafel loopt in een onwerkelijke ovale vorm naar het uiteinde toe. Er treden obers op, die er in werkelijkheid niet waren. De voorstelling krijgt met deze details een sur-realistische lading.

e Naar boven richting D-2

27 De schilderijen van Hans Broek (1965) ontlenen hun titel aan de schilderijen van Delacroix en aan de film IlGattopardo van Luchino Visconti. Visconti (20ste eeuw) is in zijn stijl geïnspireerd door Delacroix (19de eeuw). Beiden verbeelden eenzelfde thema: zo gaat Delacroix’ schilderij ‘La Liberté guidant le peuple’ uit 1830 over de junirevolutie. Ook in Il Gattopardo is revolutie een thema. Broek (21ste eeuw) voegt daar een hedendaagse invalshoek aan toe. Hij neemt sleutelscènes uit de film en schildert zijn inter-pretatie. Hij probeert ons te laten voelen wat achter die beelden uit de geschiedenis schuilt. Wat is authentiek, wat is de werkelijke betekenis van zijn complexe beelden?

Renie Spoelstra Recreatiegebied#76,houtskool op papier, 71 × 89 cm, 2009

Jos van der Sommen Tafelschikking, olieverf op doek, 130 × 90 cm, 2007

Hans Broek SketchforClergy, olieverf op doek,50 × 104cm, 2011

26

25

Page 11: Kunstroute LUMC

33 Ze kijkt op ons neer met een serene, troostende uit- drukking. Het portret is een uitsnede van een vijftiende-eeuws schilderij van de Vlaamse meester Peter Christus. Hier vormt het een onderdeel van een kunstwerk dat Anna Thalia Benus (1958) in 1992 maakte voor de hal van het LUMC. Naast het portret zien we een afbeelding van het voor ieder organisme unieke DNA-patroon. Tussen beide foto’s heeft Benus lichtbakken aangebracht met dia’s van fossielen, en daarnaast een kast met medische afbeeldingen. Het vrouwenportret staat symbool voor de mens die zich in het ziekenhuis onderworpen ziet aan medisch onder-zoek. De andere afbeeldingen tonen de evolutie, de motor van het leven.

e Linksom langs informatiebalie in de gang naar B-0 Tweede beeld aan de rechterkant

34 De beeldhouwster Elisabet Stienstra (1967) maakt voornamelijk zinnelijke vrouwenfiguren van hout, brons en marmer. Soms zonder armen of doorboord met zwaarden. Haar eerste en enige leeuw maakte zij op de Rijksakademie in 1989. De titel van dit vroegste figuratieve werk refereert aan het overgangsgebied tussen extreem licht en donker dat je in een tunnel ervaart. Het is de weer-gave van een gemoedstoestand. Om dat gebied te bescher-men boetseerde Stienstra deze krachtige, zware leeuw. Het beest ligt op zijn rug met een grote glasplaat tussen zijn poten. Hij lijkt deze grote cirkel van geschilderde fragiele engelen tot in een andere dimensie voort te draaien.

e Via de centrale hal naar buitenlinksaf richting parkeergarageVóór de parkeergarage links

Anna Thalia Benus Zondertitel, opdracht voor entreehal LUMC, 1993

Elisabet Stienstra OntheedgeofaTunnel, brons/glas, 160 × 160 cm, 1989

De Brabantse kunstenaar Reinoud van Vught (1960) laat zich voor zijn tekeningen en schilderijen inspireren door de natuur: waterplanten, bos, de grillige contouren van een boom. De laatste tijd is Van Vught vooral gefas-cineerd door genetisch onderzoek. In schilderijen en tekeningen van groot formaat vertaalt hij microscopische organismen in kleur en gesluierde abstracte vormen. In de meeste van zijn werken blijft het onderwerp van de voorstelling zichtbaar, maar deze tekening is opvallend abstract.

e Trappenhuis van C2 naar C3

31 Op zijn reizen door verschillende werelddelen koos fotograaf Peter Martens (1937–1992) het contrast tus-sen arm en rijk als onderwerp. Zo maakte hij in New York foto’s van mensen die in het riool leefden, terwijl daarbo-ven anderen champagne dronken in het Waldorf Astoria Hotel. In China fotografeerde hij bedelaars en in de Sahel maakte hij een reportage over honger. Voor hij ging foto-graferen maakte hij contact met zijn modellen, waardoor de geportretteerden zich zonder gêne aan de camera overgaven. Haarscherp heeft hij deze jongen uit Bogota op de foto gezet: enigszins schuchter en tegelijkertijd vervuld van trots zijn speelgoedautootje voorttrekkend.

e Terug naar C-2, richting Leidse PleinLeidse Plein oversteken naar H-2rechts van wachtruimte KNO

32 Een foto is nooit helemaal af, vindt Berend Strik (1960). Daarom voegt hij lapjes stof aan de foto toe, of accen-tueert hij details met naald en draad om het verhaal van de foto te vervolmaken. Strik deed dat met zwart-witfoto’s uit zijn familiealbum, maar ook met bestaande architectuur-

foto’s. Sinds enkele jaren bewerkt hij zelfgemaakte kleurenfoto’s. Deze foto maakte hij op een architec-tuurreis door Israël, Oost-Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever. Met laagjes stof accentueerde hij de rom-melige constructie van de huizen.

“Zo kan ik de tijdelijkheid van deze bouwsels omzetten in iets perma-nents, iets tastbaars en ook wel iets onaanvechtbaars”, zegt de kunstenaar daar zelf over.

e Via roltrap naar beneden naar centrale hal

Reinoud van Vught Zondertitel, gemengde techniek op papier, 70 × 56 cm, 2000

Peter Martens Bogota, foto, 72 × 49 cm, 1973

Berend Strik Ramallah, stitched print, 100 × 150 cm, 2009

30

Page 12: Kunstroute LUMC

35 Dit in aluminium gegoten beeld van Henk Visch (1950)schonk professor Onno Buruma aan het LUMC, toen hij in 2006 af-scheid nam als bestuursvoorzitter. Het beeld toont ons een mysteri-euze figuur tussen mens en buiten-aards wezen in. Een lichaam zonder armen en benen, dat in brede banen omhoog cirkelt. Op het kleine hoofd

groeit een puntje en op het gezicht tekende Visch twee spleet-ogen die streng de wereld inkijken. Het beeld staat roerloos en lijkt de voorbijgangers te beschouwen. Henk Visch wil zijn beelden niet duiden, maar mensen uitnodigen te kijken.

Deze twee beelden van Sjoerd Buisman (1948) zijn aan het LUMC geschonken door een groep medisch specia-listen. Ze zijn onderdeel van de reeks Phyllotaxisbeelden die Buisman in de jaren tachtig maakte. Phyllotaxis is de studie van bladstanden van planten en bomen. Buisman is geïntrigeerd door structuren die hij in de levende natuur aantreft. Voor deze beelden liet hij zich inspireren door de spiralende bladstand van een palm.

e Naar Gebouw 3 (Onderwijsgebouw)

37 Speciaal voor de voor- en achtergevel van het Onder- wijsgebouw maakte Merijn Bolink (1967) twee ramen. Deze ramen zijn gevuld met transparant epoxyhars waarin allerlei vormen zijn gegoten, vervaardigd uit boeken en de-len daarvan. Bolink verzaagde de boeken en arrangeerde de fragmenten in symmetrische composities waarbij de kleur-rijke boekomslagen aan de buitenkant van de gevel te zien zijn en de tekstzijde aan de binnenkant. Hij gebruikte aller-lei soorten boeken: een atlas, bladmuziek, dierenboeken, oude en recente literatuur en een enkel medisch handboek. Wie binnen staat kan aan de hand van tekstfragmenten en illustraties een reconstructie maken van de inhoud. De vraag is of die verloren is gegaan of juist definitief ingepakt.

Beelden buitenroute

Henk Visch Annalachtniet, gegoten aluminium, hoogte 110 cm, 1996

Sjoerd Buisman Phyllotaxis, brons, hoogte 280 cm (groen)350 cm (zwart), 1997

Merijn Bolink Zondertitel,geprepareerde boeken in epoxyhars, 2008

36

Driessens & VerstappenE-volver,2006

Marc Ruygrok Ifitisso,gebronsd messing, 1,25 m lang, 0,75 cm hoog, 0,45 cm diep, 2004

e Aan de andere zijde van Gebouw 3 oversteken naar Gebouw 2 (Onderzoeksgebouw) Naar binnen, links van ingang

Erwin Driessens (1963) en Maria Verstappen (1964), bekend onder de naam Driessens & Verstappen, laten zich inspireren door het zelforganiserend vermogen van de natuur. Zij ontwikkelen computerprogramma’s waarbij virtuele organismen zichzelf reproduceren en nieuwe vormen ontstaan. Speciaal voor het onderzoeksgebouw van het LUMC ontwikkelden zij in 2006 een interactieve beeld-kweek-machine, de E-volver. De E-volver ontwik-kelt digitale beelden op basis van kunstmatige genetica en door gebruik te maken van evolutionaire technieken. Toeschouwers kunnen via het computerprogramma E-volver invloed uitoefenen op de visuele patronen die op de beeldschermen op verschillende plekken in het gebouw te zien zijn. De E-volver weerspiegelt hiermee de complexiteit van het biochemisch universum en het ver-langen van mensen naar kennis en inzicht.

e Gang naar S-0

Drie invalshoeken vormen het werkterrein van beeldend kunstenaar Marc Ruygrok (1953): de taal, het beeld en de plek. Sinds het begin van de jaren tachtig zijn letters, woor-den en korte zinnen het materiaal waarmee hij zijn werken opbouwt. Kenmerkend in zijn beeldtaal is de voorkeur voor geometrische vormen: cirkels, vierkanten, bollen en kubus-sen. De laatste vijftien jaar maakt hij vooral monumentaal ruimtelijk werk, speciaal gemaakt voor bepaalde plekken. Diewerken bestaan vaak uit letters die woorden of zinsneden vormen. Zo is ‘If It Is So’ een serie van vier losse monumen-tale zitelementen van messing die Ruygrok speciaal voor het LUMC vervaardigde. De tekst verwijst naar de hypothese, uitgangspunt van alle wetenschap. Je kunt de ‘zit-woorden’ in willekeurige opstelling neerzetten, zoals: ‘So If It Is’.

39

38