Lumc magazine 7 2016

36
# 7 MEI 2016 GEZOND LEVEN Zo doet de dokter het Berendokter neemt angst weg GENEES JE KNUFFEL Het is weer lente HATSJOE!

description

 

Transcript of Lumc magazine 7 2016

Page 1: Lumc magazine 7 2016

#7MEI 2016

GEZOND LEVENZo doet de dokter het

Berendokter neemt angst wegGENEES JE KNUFFEL

Het is weer lenteHATSJOE!

Page 2: Lumc magazine 7 2016

eindeLUMC MAGAZINE2

Hoe begin je de dag?Ik woon in Beverwij k, dus ik zit ‘s ochtends en ‘s avonds minuten in de trein. In drukke periodes begin ik soms onderweg al met werken, maar dat lukt niet altij d zo vroeg in de ochtend. Eenmaal in Leiden haal ik vaak eerst nog een kop ko� e voordat ik naar het LUMC loop.

Hoe ziet jouw werkdag eruit?Ik leid een kleine onderzoeksgroep, analyseer data en geef onderwij s. Als hoofd van die groep ben ik vooral bezig met het zoeken van fondsen en het schrij ven van subsidieaanvra-gen. Daardoor kunnen we onderzoek blij ven doen. Ik kij k niet meer zo vaak zelf door een microscoop, maar pro-beer zo af en toe nog een proef in ons laboratorium te doen.

Waar werk je nu aan?Ik doe onderzoek naar erfelij ke hersenaandoeningen om te ontdek-ken wat er in de hersenen gebeurt bij ziektes. En daar proberen we thera-pieën voor te ontwikkelen. We doen op dit moment onderzoek naar SCA, een zeldzame erfelij ke afwij king in de kleine hersenen. Bij zonder is dat we daar via de Hersenstichting geld voor hebben gekregen dat is ingezameld door families waarin SCA voorkomt.

Lees op pagina hoe Willekes werkdag verliep

Er werken meer dan mensen in het LUMC. We volgen één van hen aan het begin en het einde van de werkdag.

begin

Willeke van Roon-Mom (48)

Onderzoeker op de afdeling Humane

Genetica

TEK

ST: J

ULI

E D

E G

RA

AF

> FO

TO: A

RNO

MA

SSEE

werkdag

Page 3: Lumc magazine 7 2016

LEIDS UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM 3

Inhoud

Vier LUMC’ers geven tipsGEZOND LEVEN

En verder

Leven met reuma Genees je knuff el

Begin werkdag Begin van Willekes werkdag LUMC-nieuws Op afspraak Infografi sch Kij kje in de ambulance Interview Jan de Laat Voor wie horen wil De kennismaking In beeld De oefenzaal van Fysiotherapie

Uit de kunst Bedankt Het is weer lente! Alles wat u moet weten

over hooikoorts Kort nieuws en agenda Einde werkdag Einde van Willekes werkdag LUMCjunior

6

20 26

Bij mij thuis zij n ze er wel klaar mee. Als puber wil je natuurlij k niet steeds gezond-heidstips van je moeder. Maar ja, ik kan

het niet laten. Ik heb ook een goed excuus; door mij n werk lees ik veel gezondheidsnieuws. En natuurlij k weet ik wel dat niet alle onder-zoeken even degelij k zij n en dat sommige be-drij ven graag scoren met koppen als ‘Van chocola word je vrolij k’ of ‘Rode wij n is goed voor de weerstand’. Maar gezond leven heeft natuurlij k wel zin, wat dat dan ook precies inhoudt. Dat laatste checkten we bij een aantal LUMC-professionals die heel bewust met hun gezond-heid bezig zij n. Wat is volgens hen gezond en hoe passen zij dat toe in hun dagelij ks leven? Een dokter, een fysiotherapeute en twee onder-zoekers delen hun kennis én geven een aantal nuttige tips. Op pagin a leest u alles over hooikoorts. Welke planten en bomen zij n in Nederland de boosdoeners, wat gebeurt er nou precies in je lichaam bij hooikoorts en kun je er iets tegen doen? En verder leest u de verhalen van Maha en Franklin. Zij hebben reuma en vertellen op pa-gina wat de impact daarvan op hun leven is. Bij hen zie je de ziekte in eerste instantie niet, wat vaker het geval is bij reuma. Voor huisart-sen bij voorbeeld is de ziekte heel lastig te her-kennen. Terwij l het zo belangrij k is om er op tij d bij te zij n, ontdekten we hier in het LUMC.Ik wens u veel leesplezier en gezondheid toe, misschien wel mede door de gezondheidstips van onze collega’s. Bij mij thuis worden ze niet blij van dit nummer, dat snapt u. We dineren nu van ontbij tbordjes, nog wel zittend overigens. Al heb ik mij n lei-dinggevende gevraagd om een sta-bureau op de afdeling. En mij n puberzoon die niet van sporten houdt? Die moet een extra rondje met de hond!

Christi Waanders hoofdredacteur

Uw reacties en suggesties voor komende edities van

LUMC Magazine zij n zeer welkom op [email protected]

GEZOND LEVEN

FOTO

: MA

RC D

E H

AA

N

6

Page 4: Lumc magazine 7 2016

NieuwsLUMC MAGAZINE4

VRAAGJE AAN

 “Daarvoor lopen er vrij willigers rond in het ziekenhuis. Zij brengen pa-

tiënten van A naar B die bij voorbeeld een dagje ouder, slecht ter been of erg nerveus zij n. Bij binnenkomst kan men zich melden bij de ontvangst-balie, waar de vrij willigers worden ingeschakeld. Zij zitten in een ruimte achter de centrale inschrij fbalie en verschij nen na een belletje met of zonder rolstoel. Dat hangt ervan af wat de patiënt nodig heeft. Voor een rolstoel vragen wij twee euro borg. Dat geld wordt teruggeven nadat de rolstoel is ingeleverd. Wanneer een patiënt een bezoek heeft gebracht aan de polikliniek of de verpleegafde-ling, kan hij of zij aangeven terug te willen naar de hoofdingang. Of bij -voorbeeld naar een andere afdeling. Dan wordt er door de afdeling gebeld met de ontvangstbalie, die weer de vrij willigers op pad stuurt. Het Pati-entenservicebureau coördineert alles. Wij nemen vrij willigers aan, begelei-den ze en regelen alle administratieve zaken. In totaal zij n er vrij willigers die ervoor zorgen dat patiënten bij hun ziekenhuisafspraak komen. Ze werken altij d met zij n tweeën per dagdeel, zowel in de ochtend als de middag. Op een gemiddelde dag brengen deze vrij willigers tussen de twaalf en zestien patiënten naar hun ziekenhuisafspraak.”

Moniek KraanMEDEWERKER PATIËNTSERVICE­BUREAU

IK BEN SLECHT TER BEEN. HOE K AN IK OP MIJ N AFSPR A AK KOMEN?

ANGST OM TE VALLEN

Studenten konden in Den Haag al opleidin-gen volgen op het gebied van bestuur, vrede, recht en veiligheid. Nu LUMC-Cam-pus Den Haag een feit is, worden er ook opleidingen ontwikkeld op het gebied van stedelij ke gezondheidsvraagstukken. De campus is een gezamenlij k initiatief van het LUMC, de Haagse ziekenhuizen MCH-Bronovo en het HagaZiekenhuis, de Universiteit Leiden, de Gemeente Den Haag en GGD Haaglanden.  “De speerpunten van de LUMC-Campus Den Haag zij n onderwij s, onderzoek, beleid en

samenwerking, preventie en innovatie in de zorg. LUMC-Campus Den Haag richt zich in eerste instantie op de Huisartsopleiding én op de volksgezondheid”, zegt hoogleraar Huisartsgeneeskunde en directeur-kwar-tiermaker Mattij s Numans. Ook Ingrid van Engelshoven, wethouder Kenniseconomie, Internationaal, Jeugd en Onderwij s in Den Haag, is enthousiast. “De stad zal profi teren van het onderzoek. We zij n dan ook blij met de komst van het LUMC. De samenwerking zal tot nieuwe innovaties in deze zorgregio leiden.”

LUMC­CAMPUS DEN HAAG VAN START

Meer dan de helft van de ouderen die een heup heeft gebroken, is doodsbang om nog een keer te vallen. De oplossing is om juist over deze angst te praten, aldus Jan Visschedij k. Hij promoveerde aan het LUMC op dit onderwerp. “Er moet extra aandacht komen voor dit psychologische aspect. Tegelij kertij d moet deze groep mensen meer bewegen, zodat het lichaam sterker wordt. Men krij gt dan meer zelfvertrouwen, waardoor de valangst afneemt.” Visschedij k is met collega’s een nieuw programma aan het ontwikkelen dat binnenkort wordt getest in het LUMC. Daarbij wordt in meerdere verpleeghuizen gekeken naar wat ouderen helpt om weer actiever te worden.

Page 5: Lumc magazine 7 2016

LEIDS UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM 5

TOP 5

Patiënten die de afdelingen Dienst Geestelijke Verzor-ging (DGV) en Diëtetiek, Maatschappelijk werk en Pati-entenservice bezoeken hebben vaak een traumatische ervaring te verwerken. Speciaal voor hen hangt er nu een kunstwerk van Antoinette Nausikaä op de gang waar de spreekkamers van deze afdelingen op uit komen. De foto’s en tekeningen tonen wandelende mensen op en rond de berg Hengshan Bei. Dit is een van de vijf grote heilige bergen van China, een belangrijk bedevaartsoort voor veel Chinezen. Tom Hammer, hoofd van de DGV vindt het mooi dat het LUMC kunst aanbiedt. “Het hoort naar mijn idee bij goede zorg wanneer er niet alleen aan-dacht is voor het fysieke, maar ook voor de betekenis van wat je overkomt. Ook kunst kan daarbij helpen. Dit werk verbeeldt voor mij de weg van het leven; soms gaat het bergopwaarts en soms kun je niet anders dan de andere kant opgaan.”

KUNST VOOR PATIËNTEN

Lees meer in de LUMC-nieuwsbriefOntvang ook elke twee weken het meest actu-ele nieuws van het LUMC in uw mailbox! Abonneer u via www.lumc.nl/nieuwsbrief

Door welke ongelukken belanden patiënten in het ziekenhuis?

®CIJFERS OVER 2014 VAN PATIËNTEN DIE NA AANKOMST OP DE SPOEDEISENDE HULP ZIJN OPGENOMEN IN HET LUMC

VAL

556FIETSONGELUKKEN

139BROMFIETS­

ONGELUKKEN

37PAARDRIJDEN

15MISHANDELING

15

Page 6: Lumc magazine 7 2016

LUMC MAGAZINE6

We weten allemaal dat gezond leven belangrij k is. Maar hoe pak je dat aan? We vroegen het vier LUMC’ers en die vertellen hoe zij het doen. U krij gt tips van een dokter die elke dag naar het werk fi etst (vanuit Den Haag!), van twee wetenschappers van wie er een onderzoek doet naar de biologische klok en de ander naar hoe mensen gezond oud kunnen worden, en van een fysiotherapeute die zoveel mogelij k suiker-, zuivel- en tarwevrij eet.TEKST: JULIE DE GR A AF > FOTO'S: ARNO MASSEE

ZO BLIJ FT DE DOKTER ZELF GEZOND

Page 7: Lumc magazine 7 2016

LEIDS UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM 7

MAURICE BIZINO () arts in opleiding tot specialist en promo-vendus, traint voor de triatlon. Hij fi etst vrij wel iedere dag zo’n kilometer.

“Ik kom meestal op mij n racefi ets naar het LUMC. Dat bevalt enorm goed, zeker als ik bedenk dat ik anders in de fi le zou staan of

met een overvolle trein zou reizen. Ik woon in Den Haag en heb twee routes: de korte route langs de Rij ksstraatweg van zo’n kilometer en een langere route door de duinen van kilometer. Sinds een paar jaar train ik voor triatlons en probeer ik in het weekend ook te rennen en te zwemmen. Een enkele keer ga ik doordeweeks hardlopen naar mij n werk. Dan jog ik van huis naar het station, pak ik de stop-trein, stap ik in Voorschoten uit en ren ik weer ver-der. In totaal heb ik dan toch mooi kilometer gelopen voordat ik achter mij n bureau ga zitten. Eigenlij k ben ik ervan overtuigd dat de bekende norm van minuten bewegen per dag te weinig is. Ik sport gemiddeld ruim een uur per dag en volgens mij is dat de manier om veranderingen in je lichaam teweeg te brengen die je beschermen en gezond houden. Mensen vragen weleens waar ik de tij d van-daan haal om zoveel te sporten, maar omdat ik het combineer met mij n woon-werkverkeer, ben ik er geen extra tij d aan kwij t. Van deur tot deur ben ik met de auto, de trein of met mij n racefi ets even snel. Sterker nog, vaak ben ik zelfs sneller met de fi ets. Mij n vriendin werkt ook in het LUMC en zij gaat met de auto. Als we ‘s ochtends tegelij kertij d vertrekken, ben ik soms al aan het werk als zij nog in de fi le staat.Mij n tip voor mensen die meer willen bewegen, is: leg de lat niet te hoog en kies een activiteit die je leuk vindt. Mensen denken vaak dat je jezelf uren in de sportschool moet afbeulen om fi t te worden, maar als je geen plezier hebt in wat je doet, houd je dat nooit lang vol. Pak eens wat vaker de fi ets in plaats van de auto, of ga lopend naar je werk in plaats van met de bus. Als je dat regelmatig doet, merk je bin-nen de kortste keren al verschil.”

‘Mijn tip voor mensen die meer willen bewegen, is: leg de lat niet

te hoog en kies een activiteit die je

leuk vindt.’

Page 8: Lumc magazine 7 2016

LUMC MAGAZINE8

JOKE MEIJ ER () is Hoogleraar Neurofysiologie en doet onderzoek naar onze biologische klok. Ze weet als geen ander hoe belangrij k een goede balans tussen licht en donker is.

“We hebben allemaal een biologische klok in onze hersenen die een ritme aangeeft van ongeveer uur per dag.

Ons lichaam is erop gebouwd om binnen dat ritme te functioneren. Overdag maken we bij voorbeeld enzy-men aan die ons eten beter verteren, terwij l ‘s nachts juist de hersencentra actief zij n die we nodig hebben om te kunnen slapen. Sinds een jaar of tien weten we dat ons bioritme heel belangrij k is voor onze gezondheid. Het verstoren van je ritme kan leiden tot hart- en vaatziektes, suikerziekte of depressies. Helaas wordt in de huidige samenleving ons uurs-ritme op steeds grotere schaal verbroken: we werken in ploegendiensten, vliegen naar andere tij dzones en blij ven langer op. Ook wordt de verlichting in huis steeds feller en laat licht nu net het meeste invloed hebben op je biologische klok. Als je het licht ziet op momenten dat het eigenlij k donker moet zij n, wordt je ritme verstoord. Terwij l licht overdag juist goed is voor je biologische klok. Licht is dus niet per se gezond of ongezond, maar heeft twee kanten: het is goed tij dens de dag en slecht tij dens de nacht. Ik houd erg van een lichte omgeving en doe 's avonds heus wat lampen aan, maar wel minder fel dan ik vroeger deed. En ik let er goed op dat ik 's ochtends meteen licht krij g bij het opstaan. Behalve voor je biologische klok is het ook belangrij k om overdag voldoende licht te krij gen omdat je hersenen dan beter functioneren. Gelukkig heb ik een lichte werk-kamer met grote ramen. En als ik 's avonds een keer wat langer doorwerk, dan ga ik thuis in een goed ver-lichte kamer zitten zodat ik helder blij f. Naast licht speelt beweging ook een belangrij ke rol. Bewegen activeert bepaalde hersennetwerken en versterkt de werking van je biologische klok. Waar je van stilzitten su� g wordt, houdt beweging je juist wakker. Ik sport zelf regelmatig: ik schaats in de winter, tennis in de zomer, zit op conditietraining en op ballet. Ach, uiteindelij k gaat alles hand in hand. Genoeg daglicht, genoeg beweging, goed slapen; het helpt allemaal mee om je gezond te houden. Mij n advies is dan ook om op al die vlakken een beetje alert te blij ven. Maar niet te verkrampt hoor, het moet wel leuk blij ven.”

‘ Genoeg daglicht, genoeg beweging, goed slapen; het helpt allemaal mee om je gezond te houden.’

Page 9: Lumc magazine 7 2016

LEIDS UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM 9

‘ Ons lichaam is erop gebouwd om net iets meer te eten dan goed voor je is.’

DAVID VAN BODEGOM () is als Verouderingswetenschapper verbon-den aan de Leyden Academy on Vitality and Ageing en de afdeling Ouderengenees-kunde van het LUMC. Hij onderzoekt hoe mensen gezond oud kunnen worden en heeft talloze tips en trucs voor een gezonde levensstij l.

“In Nederland lij den veel -plussers aan ouderdomsziektes zoals hart- en vaatziek-tes, botontkalking of ouderdomsdiabetes.

Veel mensen denken dat het nu eenmaal bij het ouder worden hoort, maar ik heb onderzoek gedaan onder oudere mensen in Ghana (Afrika) en bij hen komen deze ziektes nauwelij ks voor. Zij worden gezond gehouden door hun omgeving. Waar we in Nederland vaak de hele dag zitten en als tussen-doortje een croissant eten, zij n mensen op het Gha-nese platteland de hele dag in beweging en eten ze nooit te veel. In rij ke Westerse landen is het lastig om gezonde gewoontes te handhaven. Iedereen weet dat je iedere dag twee ons groente zou moeten eten en elke dag moet bewegen... maar bij na niemand doet het. En dat is ook niet zo gek, want ons lichaam is erop gebouwd om net iets meer te eten dan goed voor je is en je energie te sparen. In de oertij d was het juist handig om een extraatje te hebben voor het geval je de dag erna niets zou eten. Gelukkig kunnen we onze omgeving zo aanpassen dat ons lichaam min-der snel verleid wordt. Zet bij voorbeeld in plaats van een grote pot snoep een schaal fruit neer. En leg als bedrij f geen kroketten in de kantine, maar verse groente. Het zij n dit soort kleine aanpassingen die op langere termij n een groot verschil maken. Ik pas er veel toe in mij n eigen leven. Zo hebben we bij ons thuis kleine bordjes, omdat je daarvan zonder dat je het door hebt een stuk minder eet. Ook staat onze thermostaat nooit hoger dan graden; dan moet je lichaam net iets harder werken om je op tempera-tuur te houden. Op mij n werk heb ik sinds een jaar een sta-bureau. Een paar uur per dag achter je computer staan is veel gezonder dan alsmaar zitten. Mij n collega’s moesten er in het begin om lachen, maar zij n inmid-dels ook allemaal overgestapt. We hebben zelfs een vergadertafel op stahoogte. Of neem beweging: zelf houd ik niet zo van spor-ten, ik vind het zonde van mij n tij d en beleef er geen plezier aan. Maar ik moet 's ochtends toch naar mij n werk, dus pak ik de fi ets van Den Haag naar Lei-den in plaats van de auto. Dan hoef ik 's avonds niet meer naar de sportschool en kan ik lekker op de bank zitten.”

Samen met hoogleraar oude-

rengeneeskunde Rudi Westendorp schreef David

van Bodegom het boek ‘Oud worden in de praktij k, laat

de omgeving het werk doen’.

Page 10: Lumc magazine 7 2016

LUMC MAGAZINE10

‘Als fysiotherapeut weet ik natuurlijk

heel goed wat sporten allemaal

voor je kan doen.’

JUDITH GEERTSMA () is fysiotherapeut en een paar keer per week in de sportschool te vinden. Daarnaast eet ze zoveel mogelij k suiker-, zuivel- en tarwevrij .

“Ik beweeg veel en eet bewust. Als fysiothera-peut weet ik natuurlij k heel goed wat spor-ten allemaal voor je kan doen. En door mij n

werk in het ziekenhuis zie ik helaas maar al te vaak wat ongezond leven met je kan doen. Ik heb door de jaren heen veel verschillende sporten beoefend en ben uitgekomen bij mixed martials arts; een combi-natie van vechtsporten waarbij je niet echt in gevecht bent, maar wel op intensieve wij ze met iemand spart. Ook heb ik een paar jaar terug mij n eetpatroon omgegooid. Mij n zoontje, inmiddels vij f jaar oud, kreeg als baby namelij k erge eczeem en astmaklachten. Iets wat ik zelf als klein kindje ook heb gehad, zij het in mindere mate. Bij mij n zoontje kon er lange tij d geen oorzaak gevonden worden, tot ik via de huisarts bij een voedingsdeskundige terecht kwam. Ik ontdekte dat veel mensen, onder wie mij n zoontje en ik, bepaalde voedingsmiddelen niet goed kunnen verdragen. Het gaat dan meestal om suiker, tarwe, zuivelproducten en varkensvlees. Toen mij n zoontje , was, ben ik deze voedingsmiddelen gaan uitsluiten. We eten sindsdien vooral veel groente, vis en fruit, en alles bij voorkeur biologisch en van het seizoen. Tegenwoordig is het mij n tweede natuur geworden, maar het was wel even wennen. We ont-bij ten met gebakken groente of rij stwafels met sui-kervrij e jam in plaats van een boterhammetje met kaas. Als tussendoortje bak ik koekjes van amandel- en boekweitmeel met biologische honing. ‘s Middags eten we omelet met gebakken groente en ‘s avonds maak ik nog meer groente met een stukje vis of kip. Deze nieuwe manier van eten heeft ons leven com-pleet veranderd: mij n zoontje gebruikt al een jaar geen astmamedicij nen meer en zij n eczeem is hele-

maal verdwenen. Ik heb me nog nooit zo fi t gevoeld: ik heb geen last meer van eczeem of

een opgeblazen gevoel, heb energie voor tien en ben spontaan vij f kilo afgevallen.Heel af en toe zondig ik nog. Bij voor-beeld als een patiënt naar huis mag en op taart trakteert. Ik neem dan een stukje, ook al weet ik dat ik last zal krij -

gen van een suikerdip en buikpij n. Ach, als het écht lekkere taart is, heb ik dat er

wel voor over. En dan eet ik de rest van de maand gewoon weer gezond.” ll

Benieuwd naar Judiths

recepten? We publiceren er de

komende tij d een paar op onze Facebookpagina.

Ga naar www.facebook.com/

lumc.nl

Page 11: Lumc magazine 7 2016

LEIDS UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM 11

WAAROM ZIJ N JULLIE HIER?Ik heb aangeboren staar en laat elke twee jaar controleren of mij n ogen niet verslechteren. Vandaag hoor ik of ze me binnenkort nog een keer gaan opereren.

DUS JE BENT AL EERDER GEOPEREERD?Toen ik twee was, is de staar van mij n beide ogen verwij derd en heb ik implantaatlenzen gekregen. Op mij n negende is de na-staar verwij derd. Daar kan ik me niet veel van herinne-ren. Alleen dat ik wakker werd en een speelgoedvliegtuigje kreeg.

JE BENT MET JE OUDERS EN JE ZUSJE. Mij n vader heeft ook aangeboren staar; zij n oma en zij n vader hadden

Wie: Maud Smits () uit Kamerik

Afspraak: polikliniek

Oogheelkunde

Iedere patiënt van het LUMC heeft een eigen verhaal. In Op afspraak spreken we mensen net voordat ze naar de dokter gaan. Meedoen? Mail naar [email protected]

Op afspraak

het en nog een paar familieleden. Mij n twee zusjes en twee broertjes hebben het ook. Ze zeggen dat je procent kans hebt op overdraagbaarheid. Maar in ons gezin was het dus procent.

DUS ALS JIJ KINDEREN ZOU KRIJ GEN… Als ik kinderen zou krij gen, dan laat ik natuurlij k wel controleren of ze het ook hebben. Ik beschouw het voor mezelf niet als een echte handicap. Mij n vader werd voor het eerst geope-reerd toen hij een jaar of zes was. In die tij d kreeg je gewoon een bril met dikke glazen. Tegenwoordig krij g je als kind ook al implantaatlenzen.

VIND JE HET ENG ALS JE WEER GEOPEREERD MOET WORDEN? Een beetje. Maar ik wil het wel

heel graag. Nu zie ik zonder bril of contactlenzen bij na niks; alleen van heel dichtbij . En soms als ik naar het schoolbord kij k, zo’n whiteboard, dan weerkaatst er te veel licht. Door de operatie wordt mij n zicht waarschij n-lij k wel beter.

VERTEL JE AAN ANDEREN DAT JULLIE STAAR HEBBEN?Jawel, maar soms is het moeilij k uit te leggen. De meesten denken dat staar alleen bij ouderen voorkomt. We vinden het zelf niet zo bij zonder. Alleen mij n zusje van zeven wel. Die vindt het jammer dat zij als enige nog niet is geopereerd. ll

TEK

ST: D

ICK

DU

YNH

OVE

N >

FO

TOG

RA

FIE:

MA

RC D

E H

AA

N

‘Vandaag hoor ik

of ze me nog een

keer gaan opereren.’

Page 12: Lumc magazine 7 2016

De moderne ambulance is hoog genoeg om in te staan

De chauffeur moet een vrachtwagenrijbewijs hebben

Zuurstoftasbevat maskers en slangen voor het toedienen van zuurstof

Kindertasis een miniatuurversie van de acute koffer en wordt gebruikt bij kinderen

Zitbrancardis een handige vervanging van de brancard

Defibrillator en monitorherstelt het hartritme bij een hartstilstand en monitort diverse functies, zoals de bloeddruk en de hoeveelheid zuurstof in het bloed, en kan een hartfilmpje maken

Ladeblokverwarmt infuuszakken enkoelt medicijnen

Zuurstofflessenom de patiënt extra zuurstof toe te dienen

Spuitenpompdient via een infuus de juiste hoeveelheid medicijnen toe

Acute kofferbevat onder meer infuusnaalden, medicatie, beademingsbuisjes en slangetjes

Wervenplanktilt mensen met rugschade veilig op

Brancardheeft een inklapbaar onderstel

Uitzuigapparaathaalt slijm of braaksel uit de mond en keel

Zuurstofflessenom de patiënt extra zuurstof toe te dienen

Spuitenpompdient via een infuus de juiste hoeveelheid medicijnen toe

Acute kofferbevat onder meer infuusnaalden, medicatie, beademingsbuisjes en slangetjes

Uitzuigapparaathaalt slijm of braaksel uit de mond en keel

6,5 m

2,4 m

Infografisch AmbulanceAltij d al een kij kje willen nemen in een ambulance? Dit is uw kans! De ambulances zij n niet van het ziekenhuis maar vallen onder het beheer van de Regionale Ambulancevoorziening Hollands Midden (RAV Hollands Midden). De ambulancemedewerkers en de medewerkers van de Spoedeisende Hulp van het LUMC werken heel nauw samen. Zo kunnen ze de beste patiëntenzorg leveren.

LUMC MAGAZINE12

Page 13: Lumc magazine 7 2016

De moderne ambulance is hoog genoeg om in te staan

De chauffeur moet een vrachtwagenrijbewijs hebben

Zuurstoftasbevat maskers en slangen voor het toedienen van zuurstof

Kindertasis een miniatuurversie van de acute koffer en wordt gebruikt bij kinderen

Zitbrancardis een handige vervanging van de brancard

Defibrillator en monitorherstelt het hartritme bij een hartstilstand en monitort diverse functies, zoals de bloeddruk en de hoeveelheid zuurstof in het bloed, en kan een hartfilmpje maken

Ladeblokverwarmt infuuszakken enkoelt medicijnen

Zuurstofflessenom de patiënt extra zuurstof toe te dienen

Spuitenpompdient via een infuus de juiste hoeveelheid medicijnen toe

Acute kofferbevat onder meer infuusnaalden, medicatie, beademingsbuisjes en slangetjes

Wervenplanktilt mensen met rugschade veilig op

Brancardheeft een inklapbaar onderstel

Uitzuigapparaathaalt slijm of braaksel uit de mond en keel

Wervenplanktilt mensen met rugschade veilig op

De moderne ambulance is hoog

is een miniatuurversie van de acute koffer en wordt gebruikt 6,5 m

2,4 m

INFO

GR

APH

IC: L

OEK

WEIJ

TS

LEIDS UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM 13

Page 14: Lumc magazine 7 2016

LUMC MAGAZINE14

Locatie: CORPUS ‘reis door de mens’

Page 15: Lumc magazine 7 2016

LEIDS UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM 15

VOOR WIE HOREN WIL

In gesprek met Jan de Laat

Oorheelkunde. We zien patiënten van alle leeftijden. Van baby’s tot hoogbe-jaarde mensen met allerlei gehoor-problemen, en kinderen met spraak- en taalproblemen. Bij mij komen vooral mensen met een gehoorpro-bleem. We werken nauw samen met verschillende disciplines; met de KNO-arts, de psycholoog, orthopeda-goog, logopedist, linguïst en de maatschappelijk werker.

Veel mensen kennen u vooral van radio en televisie als een gedreven man die blijft waarschuwen voor de risico’s van te hard geluid. Waarom vindt u dat zo belangrijk?Ik zie heel veel mensen met tinnitus, een constante piep in je oor. Daar kun je als patiënt echt wanhopig van worden en er komen dan ook veel emoties bij kijken. Bij tinnitus komt het piepen, suizen of brommen deels doordat er gehoorcellen in het binnenoor kapot zijn. Dat is niet te herstellen en daar wil ik voor waarschuwen.

Hoe behandelt u deze mensen?Het is heel belangrijk om goed uit te leggen wat er aan de hand is. We ver-tellen hun dat zeker driekwart van het probleem kan worden verholpen door het leren accepteren ervan. Ont-spanning is namelijk een goed medi-cijn voor het verminderen van de klachten. Sommige mensen worden rustig van muziek, anderen door wan-delen op het strand. Ook afleiding

maakt tinnitus minder opvallend. Zo proberen we elke patiënt te helpen bij het vinden van zijn of haar manier om met de klachten om te gaan.

Wat vindt u van de reclames op televisie voor gratis gehoortesten? Het is goed dat het gehoor in de belangstelling staat. Mensen die min-der goed horen, wachten nog steeds veel te lang met er iets aan doen. Want een hoortoestel, dat is iets voor opa en oma. Terwijl we het heel nor-maal vinden om een bril te dragen als je niet meer goed kunt zien. Gelukkig komen er steeds meer moderne, andige hulpmiddelen, waardoor het taboe langzamerhand verdwijnt. Over een paar jaar kun je het draadloze oortje van je smartphone als hoor-toestel gebruiken, wat zelfs voor nor-maalhorenden interessant kan zijn. Je kunt dan bijvoorbeeld op een druk feestje met je telefoon selecteren welk geluid verstaanbaar moet zijn.

U wilt jongeren vooral vooraf waarschuwen voor hard geluid. Dat klopt, ik werk nauw samen met de Hoorstichting. Die stichting werd twintig jaar geleden opgericht vanuit het LUMC en een van haar belang-rijke taken is te voorkomen dat jonge-ren gehoorschade oplopen. Op ver-zoek van de stichting hebben we de afgelopen vijf jaar onderzoek gedaan onder jongeren tussen twaalf en negentien jaar. Hoe gaan zij om met hard geluid en hoe kun je bij die groep gehoorschade voorkomen? >

Muziek is zijn grote passie, hard geluid zijn vijand. Jan de Laat waarschuwt in de media vaak voor de risico’s van te hard geluid. Hij is als audioloog verbonden aan het LUMC

en helpt mensen met gehoorproblemen. Een portret van een gedreven gehoordeskundige.

TEKST: DICK DUYNHOVEN > FOTO: NIENKE DE ZWART

Wat wilde u als kind worden?Ik had eigenlijk geen idee. Maar op de lagere school was ik wel een jongetje dat allerlei dingen organiseerde. Ik wist altijd wel wat voor spelletjes we gingen doen. Bedenken, uitzoeken en de leiding nemen, dat zat er toen al een beetje in.

Hoe werd u audioloog? Van kinds af aan was ik omringd door muziek en zang. Mijn vader speelde fluit en mijn moeder was leidster van een jongenskoor. Zelf speelde ik vanaf mijn negende blokfluit en later hobo. Door die muziek kreeg ik interesse in geluid en de werking van het gehoor. Ik volgde de studie Technische Natuurkunde en tijdens mijn militaire dienst kon ik onderzoek gaan doen op de audiologieafdeling bij TNO in Soes-terberg. Daarna heb ik promotieonder-zoek gedaan aan de Vrije Universiteit en nu werk ik alweer dertig jaar op het Audiologisch Centrum van het LUMC.

Wat doet u daar?Het Audiologisch Centrum is onder-deel van de afdeling Keel-, Neus- en

Page 16: Lumc magazine 7 2016

LUMC MAGAZINE16

En? Hebben al die campagnes van de Hoorstichting geholpen?Jongeren beseffen beter dan tien jaar geleden dat hard geluid het oor kan beschadigen. En dat het niet te repare-ren is. Maar het is nog niet zo dat ze daarom hun gedrag aanpassen. Ze staan er niet bij stil of denken: mij overkomt dat niet.

Dus jongeren willen gewoon niet luisteren. Is dat niet om moedeloos van te worden?Gedragsverandering gaat nu eenmaal langzaam. Maar er is wel het nodige bereikt. De Hoorstichting heeft met de muzieksector afspraken gemaakt over maatregelen bij festivals, concerten en disco’s. Een daarvan is een maximaal geluidsniveau van gemiddeld 103 deci-bel. Verder is er een lespakket voor basisscholen gemaakt en hebben we in opdracht van de Hoorstichting een online hoortest voor kinderen gemaakt. Die test kun je nu ook met een mobiel-tje doen. Ook het programma Klokhuis besteedt hier aandacht aan, om zo aan kinderen te laten zien hoe belangrijk het is om je gehoor in de gaten te hou-den. En hoe je dat met die test kunt doen.

Hoe waarschuwt u uw eigen kinderen?Thuis leg ik er niet zo de nadruk op. Toen onze dochter voor het eerst naar de middelbare school ging, vroeg de schoolleiding meteen: meneer De Laat, wilt u voor alle leerlingen een keer uw verhaal houden. Dus toen hoorde onze dochter ook wat ik altijd aan al die andere kinderen en hun ouders vertel. Maar ik ga ook met haar mee naar een jazzfestival en naar de Ladies of Soul.

En dan? Dan neem ik uiteraard mijn mobiel mee met de geluidsniveaumeter. En dan zie ik: ja hoor, weer 110 decibel, weer zo’n aanval op ons gehoor.

… en dan doet u oordopjes in?Om eerlijk te zijn: nee. Als je jezelf maar een paar keer per jaar blootstelt aan 110 decibel, en dan ook nog slechts voor een of twee uur, dan is dat niet schadelijk. Maar dat is wel ongeveer de grens. Als mensen zoals popartiesten drie keer per week een paar uur naar 110 of meer decibel luisteren, dan is dat echt niet goed voor je oren.

U speelt nog steeds hobo?Jazeker. Ik speel hobo in verschillende orkesten en ensembles. Ooit zat ik in het Nederlands studentenorkest, dat was fantastisch en ik dacht toen: ik ga naar het conservatorium. Dat is niet gebeurd, maar ik wilde wel in een orkest blijven spelen. Ik heb toen,

samen met twee anderen, een orkest opgericht: het Goois Symfonie Orkest.

Over klassieke muziek gesproken: hoe staat het daar met het geluidsniveau?We hebben onderzoek gedaan bij 250 musici van het Concertgebouworkest, het Nederlands Philharmonisch Orkest en het Residentieorkest. Daar-uit bleek dat meer dan 10 procent van hen last heeft van oorsuizen. En ruim 30 procent is abnormaal overgevoelig geworden voor harde muziek. Dus ook daar valt nog veel te verbeteren. Volgende week geef ik weer voorlich-ting bij het omroepkoor in Hilversum, op hun verzoek.

Tenslotte: u bent ook voorzitter van de Alphons Diepenbrock Stichting. Wat is dat voor stichting? Diepenbrock is misschien wel de beste Nederlandse componist ooit. Hij overleed in 1921 en wij willen zijn werk meer onder de aandacht bren-gen. Daarom ga ik contact opnemen met Jaap van Zweden. - je weet dat Jaap van Zweden in 2018 dirigent wordt in New York? - met de vraag of hij alsjeblieft Diepenbrock wil uitvoe-ren. Natuurlijk hoop ik dat hij zegt: ‘Ja Jan, dat doe ik’. En zo ben ik nog steeds dat jongetje dat van alles regelt. ll

‘ Gehoorschade is niet te repareren, maar je kunt er wel mee leren omgaan.’

WWWhoorstichting.nl

stichtinghoormij.nloorcheck.nl

Page 17: Lumc magazine 7 2016

LEIDS UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM 17

Op een maandagavond in december voelde fysiothera-piestudente Linda van der

Marel (, rechts op de foto) zich opeens heel raar. Haar rechterarm en rechterbeen voelden slap, haar mond hing scheef en ze kon niet goed praten. Haar ouders belden en ze werd per ambulance naar het LUMC gebracht. Ze bleek getro� en te zij n door een herseninfarct. Inge Mulder () doet daar onderzoek naar.

HOOFDPIJ NLinda vertelt dat ze de dag voor haar beroerte wakker werd met enorme hoofdpij n. “Ik had nooit hoofdpij n en zeker niet zo’n zware vorm. Het leek op migraine, maar dat had ik ook nog nooit gehad.” Onderzoekster Inge is daar erg in geïnteresseerd. “Er zij n meer patiënten die voorafgaand aan een herseninfarct erge hoofdpij n heb-

HEEL GUNSTIG“ jaar is inderdaad heel erg jong voor een herseninfarct," reageert Inge. “We noemen het onder de jaar ook wel young stroke.” Linda is nog aan het revalideren, maar haar studie heeft ze meteen alweer opgepakt. “Ik merk dat ik sneller moe ben en heb nog vaak hoofdpij n. Ik maak me geen zorgen dat het nog een keer kan gebeuren. Wel vraag ik me af of ik dan weer zo goed zou herstellen.” Inge: “Hoe goed je herstelt hangt onder meer van je leeftij d af en hoelang de bloedprop er heeft gezeten. Linda was nu bin-nen twee uur in het ziekenhuis, wat heel gunstig is. Ik onderzoek in het laboratorium hoe cellen rond een herseninfarct beter kunnen overleven. Als we daar meer over weten kunnen we hopelij k in de toekomst de schade na een herseninfarct zo veel mogelij k beperken.”

ben. We willen beter begrij pen hoe dat komt. We weten dat mensen met migraine met aura (aanval die begint met schitteringen of een verlamd ge-voel, red.) meer kans op een hersen-infarct hebben. De oorzaak daarvan is nog niet bekend en dit is een van de onderwerpen van mij n onderzoek.

IJ ZERTEKORT“In het LUMC kreeg ik bloedverdun-ners en een trombectomie, daarbij gaat er een katheter via je lies naar je hersenvaten en wordt het stolsel weggehaald”, vertelt Linda. Daarna kreeg ze veel onderzoeken. “Ik bleek een enorm ij zertekort te hebben en de erfelij ke factor V Leiden, waardoor mij n bloed sneller stolt. Ik was ook net met de pil begonnen, nog een risicofactor. Maar ik heb ook ge-woon heel veel pech gehad, zegt de dokter.”

De kennismakingIn het LUMC werken veel onderzoekers, ze zitten vaak in laboratoria achter de microscoop of hun pc. Velen van hen spreken zelden of nooit een patiënt. De Kennismaking brengt daar verandering in.

TEK

ST: R

AYM

ON

HEE

MSK

ERK

> FO

TO: M

ARC

DE

HA

AN

Het LUMC is gespecialiseerd in het onder-zoek naar en de behandeling van hersen infarcten, kij k voor meer informatie op www.lumc.nl/herseninfarct

‘ Ik maak me geen zorgen dat het nog een keer kan gebeuren.’

Page 18: Lumc magazine 7 2016

LUMC MAGAZINE18

In beeld de oefenzaalIn de oefenzaal trai-

nen patiënten regelma-tig in groepen. Zo kunnen zij elkaar helpen en motiveren.

En ze kunnen samen een potje basketballen bij voorbeeld.

Want hoe leuker de training, hoe beter mensen het

volhouden.

Op de trampoline trai-

nen onder anderen reumapatiënten hun even-

wicht en spiercoördinatie. Ze maken kleine sprongetjes en bewegen soms tegelij kertij d

hun armen. Om het moeilij ker te maken krij gen ze kleine

gewichtjes in hun handen.

Op de loopband train

je je conditie, maar de fysiotherapeut gebruikt hem ook om je loopbeweging te

analyseren. Tij dens het lopen heb je een koordje om je middel, dat

losschiet als je de band niet meer kunt bij houden. De band stopt

dan meteen. (Je kunt ook op de rode noodknop

drukken.)

Patiënten die bij voorbeeld lang op

de IC liggen, hebben vaak weinig spierkracht meer in hun

benen. Deze sta-tafel helpt ze om die weer terug te krij gen. Terwij l ze erop liggen, wordt de tafel steeds

iets verder rechtop gezet. Zo kunnen hun voeten en benen

langzaam wennen aan druk en belasting.

De fysiothe-rapeuten van het

LUMC doen hun werk niet alleen in de oefenzaal, maar

komen ook veel op de verpleeg-afdelingen. Daar doen ze met

patiënten oefeningen in bed, op de kamer of in de gang. Want

mensen herstellen sneller als ze in beweging

blij ven.

Mensen die een beroerte hebben ge-

had, moeten soms opnieuw leren lopen. Daar wordt deze loopbrug voor gebruikt. Ook patiënten met zwakke been-spieren, of mensen die een

been moeten missen en een prothese hebben,

oefenen hierop.

Het rode bankje kun je

onder de ‘pulley’ in de hoek van de zaal zetten, zodat je daar zittend je oefeningen kunt doen. Je kunt er ook buik- en

rugspieroefeningen op doen.

Deze hoepels worden

niet gebruikt als hoela-hoep, maar liggen tij dens

oefeningen op de grond als ‘eilandjes’. Je kunt er bij voor-beeld tussen heen-en-weer

springen, of je bent er ‘veilig’ tij dens tik-

kertje.

In de oefenzaal komen niet alleen pati-

enten en fysiotherapeuten, maar ook artsen. Het doet

patiënten goed als ‘hun’ arts meekij kt met de training, en een high fi ve geeft als het

goed gaat. Want gene-zen is teamwork.

Op de grote oranje bal

legt de fysiotherapeut baby’s of kleine kinderen

die spastisch zij n. Als ze een tij dje op de bal liggen, die

de therapeut zachtjes heen en weer rolt, ontspan-

nen hun spieren.

Page 19: Lumc magazine 7 2016

LEIDS UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM 19

TEK

ST: M

ARIJ

N K

LOK

> FO

TO: A

RNO

MA

SSEE

Op en neer

klauteren in het wandrek is goed voor je spieren en gewrich-

ten. Het verbetert ook je lenigheid en

behendigheid.

Als patiënten weer

beter zij n, komen ze thuis en op straat veel trap-

pen tegen. Het is dus belang-rij k om traplopen te oefenen. De ene kant van deze trap is steiler dan de andere, en de leuningen

kunnen eraf. Zo maakt de fy-siotherapeut het steeds

wat moeilij ker.

Dit grote gewicht verwacht je in de

sportschool, niet in een zie-kenhuis. Maar in de oefenzaal

komen ook jonge, sterke mannen trainen, die als kankerpatiënt een chemokuur ondergaan. Ze proberen hier hun conditie en spierkracht op peil te houden,

zodat ze de kuur beter aankunnen.

In de spiegel kun-

nen patiënten hun lichaamshouding en

manier van bewegen zien. Want als ze zich daarvan bewust zij n, kunnen ze een verkeerde houding

of beweging beter corrigeren.

Met deze balanstrainer

oefen je, zoals de naam al doet vermoe-den, je balans. Probeer

bij voorbeeld maar eens stil te blij ven staan als je een bal moet vangen die de

fysiotherapeut je toegooit.

Deze houten knotsen moet je

niet in de lucht gooien zoals in het circus, maar omgooien met een bal. Door te mikken op de knotsen train je het maken van gerichte

bewegingen.

De ge-kleurde halve

bollen met zachte stekels worden ‘egeltjes’ genoemd. Je kunt over ze

heen lopen, rennen of springen en zo je even-

wicht en coördina-tie trainen.

Dit apparaat heet

de ‘pulley’ omdat je er op allerlei manieren aan

kunt trekken; van boven naar beneden, links naar rechts of schuin omhoog of omlaag.

Zo kun je verschillende spiergroepen trainen en

draaibewegingen oefenen.

Twee keer per week komen de

patiënten van de afdeling Psychiatrie naar de oefenzaal.

Ze verbeteren hier niet alleen hun conditie, maar ook hun stemming.

Tij dens het sporten maakt je lichaam namelij k de hormonen

adrenaline en endorfi ne aan, en die zorgen ervoor dat

je beter in je vel zit.

De roeima-chine traint je

conditie en je been-, arm-, schouder-, buik- én rugspie-

ren.

Page 20: Lumc magazine 7 2016

LUMC MAGAZINE20

Maha Zagnui (29) is docente detailhandel bij het ROC Leiden en heeft door reumatoïde artritis snel last van haar pols en vingers: “Op school moet ik vaak van lokaal wisselen. Ik kan al die boeken en de laptop niet steeds meesjouwen. Daarom gebruik ik een trolley. Slimme oplossing, he?”

Page 21: Lumc magazine 7 2016

LEIDS UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM 21

Onzichtbaar ziekWaarom buigt Franklin

Bilderbeek zich niet voorover naar zij n vrouw als zij hem wil kussen?

Waarom laat Maha Znagui haar jon-gere broertje met die zware bood-schappentas slepen? Omdat ze reuma hebben. Franklin houdt zielsveel van zij n vrouw, maar zij moet zich naar hém oprichten voor een kus. Zij n nekwervels zij n zo vergroeid dat hij zij n nek niet ver kan strekken. En Maha is niet lui, maar haar polsen zij n snel en vaak ontstoken. Als ze die vandaag te veel belast, heeft ze mor-gen de hele dag pij n. Vandaar dat Maha de gietij zeren pan met couscous niet van het vuur tilt, maar dat haar moeder laat doen - ter-wij l die ook al heeft gekookt. Er zit eten in voor een weeshuis. “Ik woon op mezelf, maar kan lang niet zo lek-ker koken als mij n moeder,” zegt Maha. “Gelukkig kan ik wel elke dag mee-eten. En omdat we nooit weten wie er nog meer aanschuift, maakt mij n moeder altij d veel te veel.”

PIJ N EN TINTELINGENMaha moet heel voorzichtig zij n met haar polsen. Boodschappen, zware pannen, haar neefje en nichtje van drie en vier jaar; ook al wil Maha ze nog zo graag optillen, toch doet ze het niet. Ze kent én respecteert haar grenzen. Dat heeft ze met veel pij n en moeite moeten leren. “Vlak nadat ik de diagnose reumatoïde artritis kreeg

Je moet wel heel goed kij ken, wil je aan Maha Znagui () en

Franklin Bilderbeek () zien dat ze ziek zij n. Duizenden

Nederlanders weten niet dat hun pij nklachten door reuma worden

veroorzaakt. De ziekte begint vaak zo sluipend dat artsen haar niet

snel herkennen. Maar spoed moet; een tij dige behandeling helpt om

blij vende schade te voorkomen. Vandaar dat de reumazorg in het

LUMC juist dáárop gebrand is. TEKST: SUSANNE DE JOODE > FOTO'S: MARC DE HA AN

>

(zie kader), ging ik verhuizen. Dat kastje zet ik wel even in elkaar, dacht ik. Maar die nacht lag ik wakker van de pij n.” Nu vraagt ze eerder om hulp. De pij n begon drie jaar geleden. De ringvinger van haar linkerhand tin-telde, haar rechterknie zwol op. Even later kreeg ze ook pij n in haar linker-schouder. ‘Zo snel achter elkaar zoveel gekke dingen? Dat kon geen toeval zij n,’ vond haar huisarts. De klachten leken op die van een slij m-beursontsteking en peesproblemen – maar het zou ook wel eens reuma kunnen zij n. Hij stuurde Maha direct door naar de reumapoli van het LUMC.

GELUK“Ik weet nog goed dat Maha voor het eerst bij me kwam,” zegt haar arts, professor Annette van der Helm. “Ze had duidelij k veel pij n, maar ik kon niet meer voor haar doen dan haar pij nstillers voorschij ven. Want gewrichtsontstekingen had ze nog niet. Pas als we die voelen, mogen we een patiënt reumamedicatie geven.” Twee weken later wilde Annette Van der Helm haar patiënte weer zien. En toen was het bingo: ze voelde dat de ruimte in de gewrichten bij Maha’s hand duidelij k was opgezwollen. Maha kreeg direct reumamedicij nen. “En dat was mij n geluk,” weet Maha zelf ook. “Ik heb nu maar één mini-gewrichtje dat beschadigd is, aan de middelvinger van mij n rechterhand.

LEVEN MET REUMALEVEN MET REUMA

Page 22: Lumc magazine 7 2016

LUMC MAGAZINE22

Dat zie je niet.” Hoe anders was dat tot een jaar of vijftien geleden. Veel patiënten met reumatoïde artritis werden vaak pas na jaren behandeld. Bovendien was de medicatie toen veel minder goed dan nu. Het gevolg; de ziekte had vrij spel in het lichaam en veroorzaakte kromme, vergroeide vingers en tenen. Omdat reuma niet alleen de gewrich-ten aantast, maar ook bloedvaten, zenuwen en organen kan beschadi-gen, waren veel patiënten letterlijk gesloopt door de reuma.

MINDER SCHADE“Zulke ernstige gevolgen zien we gelukkig bijna niet meer”, zegt Van der Helm. “Maar het blijft ontzettend belangrijk dat patiënten zo snel mogelijk na het begin van de klachten starten met de medicijnen. Die eerste klap is echt een daalder waard. Hoe eerder hoe beter, het liefst binnen twaalf weken. Lukt dat, dan hebben patiënten na zes jaar maar liefst de helft minder schade aan de gewrich-ten dan patiënten die pas later met medicijnen beginnen, zo ontdekten we hier in het LUMC. En ook hebben ze meer kans dat ze hele periodes lang geen medicijnen nodig hebben, omdat de ziekte zich koest houdt.”

Reumatologe Annette van der Helm (42): "Hoe eerder patiënten met medicijnen beginnen, hoe beter."

In Nederland hebben bijna 2 miljoen mensen reuma. Reuma is een verzamelnaam voor meer dan honderd chronische aandoe-ningen aan gewrichten, spieren en pezen. Het verloop is vaak grillig, de klachten kunnen een tijdje wegblijven en dan plots weer opvlammen. Als de ontstekingen niet snel en goed behan-deld worden, kunnen ze tot blijvende schade lijden aan gewrich-ten, spieren en pezen, maar soms ook aan bloedvaten en orga-nen (zoals de ogen, darmen, longen of huid). Een van de meest voorkomende vormen van reuma is reumatoïde artritis. Dit is een auto-immuunziekte; het afweersysteem keert zich tegen het ei-gen lichaam. Dat zorgt onder meer voor gewrichtsontstekingen. De ziekte kan op elke leeftijd ontstaan, maar begint meestal

tussen de 40 en 55 jaar, vaker bij vrouwen dan bij mannen. De ziekte van Bechterew komt veel minder vaak voor. Ook dit is een ontstekingsziekte, die met name het bekken en de wervel-kolom aantast. Deze ziekte begint vaak tussen het twintigste en vijfentwintigste jaar, even vaak bij mannen als bij vrouwen. Bij mannen is het vaak ernstiger. Patiënten hebben last van de lage rug, die is stijf en pijnlijk, vooral ’s nachts en ’s ochtends vroeg. In het begin worden de klachten vaak aangezien voor een sportblessure of overbelasting van de rug. Maar als je daardoor klachten hebt, gaat het beter als je rust neemt en heb je meer last als je beweegt. Bij de ziekte van Bechterew is het meestal precies andersom.

Meer dan 100 soorten reuma

Page 23: Lumc magazine 7 2016

LEIDS UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM 23

>

HAAST IS BELANGRIJKToch komt twee derde van de patiën-ten pas ná die twaalf weken bij de reumatoloog terecht, zo toonde Van der Helm zes jaar geleden aan. “Som-mige patiënten gaan niet naar een arts omdat ze denken dat hun klach-ten vanzelf overgaan. Als ze wél naar de huisarts gaan, duurt het gemiddeld nog twaalf weken voordat die de reuma herkent. Dat kunnen we huis-artsen niet kwalijk nemen, want een gemiddelde huisarts ziet maar één nieuwe reumapatiënt per jaar. En daarna moeten patiënten nog wach-ten tot de reumatoloog tijd heeft. Terwijl haast zo belangrijk is.” Om de diagnosestelling te versnellen, startte Van der Helm in 2010 de reuma-inloop-poli in het LUMC. Pati-enten kunnen daar elke donderdag – alleen met een verwijsbrief van de huisarts- terecht. “Huisartsen verwij-zen nu gemiddeld na twee weken, en we zien nu twee derde van de patiën-ten binnen de zo belangrijke termijn van twaalf weken”, zegt Van der Helm. De Leidse inlooppoli is de enige in het land.” Zoals Annette van der Helm op haar handen vertrouwt om de diagnose reumatoïde artritis te stellen, heeft

Franklin Bilderbeek (60) is directeur bij een importeur en

leverancier van naaimachines en paspoppen. Door de ziekte van Bechterew kan hij zijn nek niet

goed draaien. “Bij vergaderingen zit ik altijd aan het hoofd. Niet

omdat ik de baas ben, maar omdat ik iedereen dan goed kan zien.”

Page 24: Lumc magazine 7 2016

LUMC MAGAZINE24

haar collega Floris van Gaalen een andere gouden troef; het MRI-appa-raat dat hij na goed vooronderzoek inzet om de ziekte van Bechterew aan te tonen (zie kader). “Wij doen in het LUMC veel onderzoek naar diagnos-tiek bij de start van deze ziekte. Daar-voor werken we nauw samen met de afdeling Radiologie. Het bijzondere is, dat onze radiologen gespecialiseerd zijn in het bewegingsapparaat. Zij kunnen op de MRI-scans heel goed aflezen of een patiënt ontstekingen in de rug heeft. Dat klinkt logisch –natuurlijk kunnen ze dat, zou je den-ken- maar toch beschikken lang niet

alle ziekenhuizen, en ook niet alle academische centra, over zo’n team.” Bechterew begint met rugklachten. “Het probleem is”, zegt Floris van Gaalen, “dat 2,5 miljoen mensen in Nederland daar last van hebben, en maar 50.000 van hen hebben Bechte-rew. Maar wie zijn dat? Hoe pik je hen er uit? Wij hebben in Leiden aange-toond bij welke klachten huisartsen hun patiënten zouden moeten door-verwijzen voor onderzoek naar Bech-terew. Maar dat doorverwijzen gebeurt nog veel te weinig. Helaas duurt het gemiddeld acht tot tien jaar voordat de juiste diagnose wordt

gesteld. Dat is voor patiënten heel nadelig, omdat de ziekte juist in het begin goed te behandelen is. Dan kunnen blijvende vergroeiingen, zoals bij Franklin aan zijn nek, mogelijk worden voorkomen.”

BIKKELBij Franklin Bilderbeek werd de diag-nose 44 jaar geleden gesteld. “Ik was zestien toen ik last kreeg van mijn rug. Artsen dachten aan een hernia, en toen was de gangbare behandeling dat ik weken lang stil op een plank moest liggen. Dat hielp natuurlijk niet.” Inmiddels heeft hij bijna geen last meer van zijn rug. Nu is het zijn nek die hem parten speelt. Zijn nek-wervels zijn zo vergroeid dat hij zijn nek bijna niet meer kan draaien. “Maar als je het niet weet, zie je het meestal niet aan me. Alleen als ik uit mijn auto stap, vragen mensen wel eens waarom ik dat zo langzaam doe. En als de kapper mijn nekharen wil scheren, vraag ik of híj mijn hoofd een eindje naar voren wil duwen. Zelf kan ik dat niet. ‘Het kan een beetje kraken hoor’, zeg ik dan.” Pijn doet het wel maar daar is Bilder-beek aan gewend. Hij is een harde werker, en verzuimt bijna nooit. “Soms vragen collega’s aan me wat ik eigenlijk kom doen. Dan zeggen ze dat ik grauw zie. Maar thuisblijven helpt ook niet.” “Franklin is een bikkel”, zegt zijn arts, Van Gaalen. “Een doordouwer. Maar dat kun je niet van iedereen met de ziekte van Bechterew verwachten. Patiënten hebben drie keer zoveel kans om arbeidsongeschikt te raken. En dat is hard. Meestal zijn mensen begin twintig als de klachten begin-nen. En met al die tijdelijke contrac-ten van tegenwoordig, is een chroni-sche ziekte zoals Bechterew echt een handicap. Ook daarom is het zo belangrijk dat de diagnose snel wordt gesteld.” ll

Reumatoloog Floris van Gaalen (41) zet het MRI-apparaat én zijn collega's van Radiologie in om de ziekte van Bechterew vroeg op te sporen.

Onderzoek naar auto-immuunziekten en chronische ontstekingen hoort bij het onderzoeksgebied Immunity, Infection and Tolerance. Het is één van de zeven profileringsgebieden van het LUMC; de medische onderzoeksgebie-den waarin we voorop willen lopen.

Page 25: Lumc magazine 7 2016

LEIDS UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM 25

OVER HET KUNSTWERK Erik Mattij ssen brengt met pastelkrij t, waterverf of pot-lood een heel eigen wereld in beeld. Een intieme wereld die zich afspeelt in huiska-mers of verlaten ruimtes, vaak ingericht met stillevens van bloemen, fruit of groente. Zij n tekeningen voorziet hij van de-tails die ze betekenis en humor geven, al zij n ze soms achte-loos aanwezig. In een donkere, benauwde ruimte plaatst hij een uitbundig boeket met uitnodigende bloemen in felle, onnatuurlij ke kleuren. Tafels voorziet hij van gebloemde of geblokte kleden, over de stoe-len drapeert hij een gehaakt kleedje. Maar onder al deze gezelligheid broeit iets verla-tens, iets eenzaams. 'Misschien is dit leven een droom,' is de gedachte die opkomt.

Erik Mattij ssen (Veenendaal, ) voltooide in de Gerrit Rietveld Academie in Amster-dam waaraan hij sinds als docent is verbonden. Zij n werk is geregeld te zien in tentoonstel-lingen in musea en galeries in binnen- en buitenland en zij n werk is in verschillende parti-culiere en openbare collecties opgenomen.

Het LUMC verzamelt kunst vanuit de gedachte dat mensen zich prettiger voelen in een mooie omgeving. Onze kunstcollectie beslaat meer dan werken en is te zien in de trappenhuizen, gangen, wachtkamers en in de LUMC Galerie.

Verrassende kleuren

Uit de kunst

Dit schilderij hangt op de polikliniek van het Pij n-behandelcentrum. De kleurkeuze van de bollen vindt Ernest Mistiaen heel verrassend. Hij was toevallig

in het LUMC, om zij n vriendin uit haar werk op te halen.

Waarom dit kunstwerk?Ik vind de kleuren in dit schilderij prachtig. Dat roze van de bollen met een uitloop in rood, en dan de schaduwwerking met daarbij die combinatie met cyaan. Voor mij gaat schilderen over kleurvlakken en tekenen over lij nen. En die kleurvlakken raken me in het werk van Erik Mattij ssen, zo zie ik graag schilderij en.

Je hebt verstand van kunst?Ik heb op de Rietveld Academie gezeten en Erik Mattij ssen is daar docent. Ik heb zelf nooit les van hem gehad, maar ken natuurlij k zij n werk.

Hoe kwam je dit kunstwerk tegen?Ik was vanwege het werk van mij n vriendin in het LUMC en kwam toevallig langs de toen-malige tentoonstelling in de galerie met werk van Mattij ssen. Die tentoonstelling verraste me; het was echt een volwaardige expositie. Ik had niet gedacht dat een ziekenhuis moderne kunst van deze kwaliteit aanbiedt. Dit werk verwacht ik eerder in een museum. Ook vind ik het verrassend dat de kunst hier niet per se iets te maken heeft met ziek zij n of beter worden.

TEK

ST: C

HRI

STI W

AA

ND

ERS

> FO

TO: G

ERT

JAN

VA

N R

OO

IJ

Erik Mattij ssen, In gewone toestand, pastelkrij t en gouache op papier, 48 x 64 cm., 2000

Page 26: Lumc magazine 7 2016

LUMC MAGAZINE26

Patiëntjes van het LUMC kunnen er even ontspannen. En toekomstige dokters leren ervan. Reden genoeg om de berendokter een vaste plaats te geven op drukke kinderspreekuren. “Je helpt kinderen om het minder eng te vinden.”TEKST: CHRISTI WA ANDERS > FOTO’S: SIMONE DE BLOUW

LEREN VAN BEREN

Daarbij gaan studenten Geneeskunde samen met jonge patiënten aan de slag om hun beer beter te maken. Dat is een win-winsituatie: kinderen kunnen zo al spelend hun emoties een plekje geven en studenten komen al in een vroeg stadium van hun studie in aanraking met kinderen en kindergeneeskunde.

VOOR PATIËNTJES Nicole Donkel is kinderverpleegkundige en coördinator van dit project. Zij vertelt dat pedagogisch medewerkers de kinderen in het Willem-Alexander Kinderziekenhuis begeleiden en voorbereiden op onderzoeken. “Op de poli-kliniek bieden wij kinderen een extra activiteit aan in de vorm van Berendokters. We zijn in gestart en kregen na de eerste evaluatie veel positieve reacties van ouders,

Q uinn Kerkhoven () komt elk half jaar in het LUMC. Quinn heeft een hartafwijking en staat daarom sinds zijn geboorte onder controle. Elk half jaar worden er een hartfilmpje en een echo

gemaakt en krijgt hij een lichamelijke check. Meestal is Quinns jongere zusje Jonne mee als ze een afspraak heb-ben. Zo ook vandaag. Leuk vindt Quinn het allemaal niet, vertelt zijn moeder. Hij wil helemaal niet ziek zijn en op school wil hij dan ook niet over zijn ziekte praten. Over de berendokter vertelt hij wel graag.

WINWINDie berendokter is een initiatief van de internationale studentenorganisatie IFMSA. Op haar verzoek startte het LUMC een proef op de polikliniek Kindergeneeskunde.

Page 27: Lumc magazine 7 2016

LEIDS UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM 27

>

van kinderen en personeel. Toen zijn we meteen gaan uit-breiden. De berendokter is er nu op de drukke spreekuren voor kinderen tot zes, zeven jaar; namelijk op maandag-, dinsdag- en woensdagmiddag van half tot half .” Donkel legt uit dat we de berendokter niet moeten verwarren met het jaarlijkse TeddyBear Hospital, ook een project van IFMSA. “Daar gaan schoolklassen heen om kennis te maken met het ziekenhuis en om een idee te krijgen wat dokters en verpleegkundigen allemaal doen. De berendok-ter is er voor kinderen die zelf patiënt zijn.”

OMA MAAKT DOKTERSJASSENDe mooie ambulance die op de afdeling staat heeft Donkel zelf ontworpen en samen met twee studenten van het ROC gebouwd. “Die moest er gewoon komen, want wat is nou

een berenziekenhuis zonder ambulance? Gelukkig wilde het Willem-Alexander Kinderfonds hieraan bijdragen en vanuit het ROC mochten twee studenten dit als eind-opdracht doen.” Intussen werkt iedereen enthousiast aan verdere verbete-ringen. Zo heeft de oma van studente Marin doktersjassen gemaakt van mooie berenstof. En ook voor de kinderen zijn er doktersjassen, gemaakt van oude uniformen uit het ziekenhuis. “En de studenten zijn heel creatief; ze hebben bijvoorbeeld zelf een echo- en een ECG-apparaat in elkaar geknutseld.”

MINDER ENGMarin Vreeburg is namens de studenten voorzitter van het berendokter-project. Ze zag een oproep op Facebook en

Terwijl Quinn (midden) een pleister plakt op de rug van de olifant, krijgt zijn zusje uitleg van studente Marin.

Page 28: Lumc magazine 7 2016

LUMC MAGAZINE28

vond het meteen superleuk. “Ik moest aan vroeger denken, toen ik zelf in het ziekenhuis lag omdat mijn amandelen waren verwijderd. Ik kreeg toen van mijn moeder een knu¤el, een konijn. En die gingen we samen beter maken.” Vreeburg is tweedejaarsstudent en heel goed met kinde-ren, zo blijkt ook vandaag. Quinn en Jonne zijn eerst een beetje bang, maar Marin heeft ze zo ontdooid. Ze is erg enthousiast over de berendokter. “Het idee hierachter is gewoon hartstikke goed, namelijk dat je kinderen helpt om het allemaal minder eng te vinden. Je ziet het ook bij Quinn. Eerst wil hij geen witte jas aan, veel te spannend. En op het laatst staat hij trots in witte jas zijn beer te genezen. Dat is fantastisch. Kinderen hebben vaak toch een trauma en zo kunnen ze erover vertellen.”

OPERATIEVoor Quinn is het dan ook een goede afleiding rond de spanning van de ziekenhuisbezoeken, vertelt Sibrenne Wagenaar, de moeder van Quinn en Jonne. “Quinn moet in de nabije toekomst nog een keer geopereerd worden en dat hebben we hem verteld. Hij vindt het heel spannend, ook al weet hij niet precies wat hem te wachten staat. Maar tijdens een bezoek speelt dat, want hij weet dat de dokter het een keer gaat aankondigen. Daarom is het zo fijn dat er ook ontspanning is.” Inmiddels doen veertig studenten mee aan het berendok-terproject. Ze draaien gemiddeld een of twee middagen per maand dienst en doen zo ervaring op in het omgaan met jonge patiënten. Nieuwe studenten krijgen vooraf een korte training en draaien daarna als juniordokter eerst een tijdje samen dienst met een senior.

OEFENEN OP DE BEERMarin Vreeburg legt uit dat de studenten voor de dienst de spullen uit de ambulance klaarleggen en wachten tot de poli begint. “Sommige kinderen kennen ons al en komen meteen. Anderen nodigen we uit om een beer beter te komen maken. De kinderen zijn de arts, en wij de assis-tent; zij geven de prikken en leggen de verbandjes en plak-ken pleisters. Heel veel pleisters zoals je ziet. Al spelend hebben wij dan de gelegenheid om dingen rustig uit te leggen.” In de praktijk blijkt dat kinderen daar echt baat bij hebben, vertelt Vreebug. “Laatst hadden we een kindje dat binnenkwam met een lijstje met wat ze die middag allemaal moest doen; een prik, een ECG, bloed prikken. En tussen die afspraken door gingen wij dat met haar oefe-nen. Ze herkende de pleisters, die kreeg zij ook bij de ver-pleegkundige. Zo konden we haar echt helpen. Door te oefenen begreep ze ook wat er ging gebeuren en waarom.”

ECHTE ZIEKENHUISSPULLENEn dat bevestigt ook de moeder van Quinn. “Spelen bij de berendokter is anders dan spelen in de speelhoek. Quinn speelt hier met echte ziekenhuisspullen, ook met de stic-kers die hij zelf krijgt opgeplakt bij een echo. Dat helpt hem bij het omgaan met zijn eigen ziekte.” Een ander voordeel volgens haar: “Jonne wilde tijdens de vorige afspraak bij de berendokter blijven, zodat ik alleen met Quinn naar de dokter kon. Dat was heel fijn. Dat gesprek is aan het eind van een lang bezoek aan de poli en dat is voor haar natuurlijk heel saai. Nu konden wij rustig met de kin-derarts praten.” Ondertussen heeft de olifant van Quinn een gebroken slurf. Hij kan nog wel eten, maar drinken is een probleem. Oei, daar had de dokter nog niet aan gedacht. Dan maar even een enorme spuit in de olifant zetten. Wat hij het leukst vindt als dokter? “Een gebroken been verbinden en de olifant beter maken natuurlijk!” ll

“ Al spelend hebben wij de gelegenheid om dingen rustig uit te leggen”

Nicole Donkel heeft de ambulance zelf ontworpen.

Page 29: Lumc magazine 7 2016

LEIDS UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM 29

Bedankt

Manon Wouda () uit Rij nsburg heeft de ziekte van Crohn.

 “A fschuwelij k vond ik het, een stoma. Dat was iets voor oude mensen en ik was pas ! Ik

heb me heel lang verzet tegen die operatie, bleef maar volhouden dat het goed met me ging, maar uiteindelij k lukte het echt niet meer. En dan word je na de operatie wakker met zo’n ding op je buik. Ik kon er niet naar kij ken en was er erg verdrietig om. Gelukkig was daar stomaverpleegkundige Chindy Kross. Zij is zo positief, zo’n bij zondere vrouw! Ze heeft mij weer zelfvertrou-wen gegeven en het mooie in mezelf laten zien, ook mét een stoma. Daar wil ik haar graag voor bedanken. Al vij ftien jaar heb ik de ziekte van Crohn. Twee jaar geleden kreeg ik heel heftige buikklachten en bleek uit een scan dat mij n dikke darm geperforeerd

was. Vandaar dat een stoma nodig was. Inmiddels heb ik die trouwens niet meer, want er traden complicaties op waardoor ik toch weer moest worden geopereerd. Nu is mij n dunne darm aangesloten op mij n endeldarm. Maar mocht een stoma ooit weer nodig zij n, dan kij k ik er nu heel anders tegenaan.

Met mij n IBD (infl ammatoire darmziekten)-arts Andrea van der Meulen heb ik ook een goede band op-gebouwd. Zij luisterde altij d heel goed naar mij , het was niet zo dat zij de dok-ter was en ik alleen maar moest doen

wat zij voorstelde. We hebben echt samen het behandelplan opgesteld en dat heb ik als heel fi jn ervaren. Ook IBD-verpleegkundigen Marthe en Nienke en onderzoeksverpleegkundi-ge Sandra Bij l hebben wat mij betreft een pluim verdiend. Deze mensen hebben mij door een moeilij ke periode heen geholpen. Hun liefde voor het vak en voor de mens was echt voelbaar. En de verpleegafdeling van Maag-, Darm- en Leverziekten, wat is dát een warm nest! Ze zij n daar zó lief en zorgzaam, het was goed om daar te zij n in een slechte tij d.Ik vind het fi jn om nog even dank-jewel te kunnen zeggen tegen de mensen die zo goed zij n geweest voor mij . Voor hen ben ik misschien gewoon een patiënt, maar voor mij zij n zij ontzettend belangrij k geweest in een moeilij ke tij d.” ll

TEK

ST: C

ARO

LIN

E VA

N D

ER S

CHA

AF

> FO

TO: A

RNO

MA

SSEE

‘ De stomaverpleegkundige hee� mij weer zelfvertrouwen gegeven en het mooie in mezelf laten zien, ook mét een stoma.’

Onze artsen, verpleegkundigen en andere zorgverleners krij gen vaak een bedankje voor de goede zorgen. In deze rubriek gaan we op zoek naar het verhaal achter bij zondere bedankjes.

Page 30: Lumc magazine 7 2016

LUMC MAGAZINE30

ALLES WAT U MOET WETEN OVER HOOIKOORTS

HET IS WEER LENTE

Page 31: Lumc magazine 7 2016

LEIDS UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM 31

>

Veel Nederlanders proesten en snotteren wat af in de lente. Het hooikoortsseizoen is aangebroken. Maar welke planten zijn nou eigenlijk de boosdoeners? Wat gebeurt er precies in je lichaam en wat kun je ertegen doen? We vroegen het twee LUMC-experts: Letty de Weger, bioloog en hooikoortsdeskundige en longarts prof. Christian Taube.TEKST: DIANA DE VELD > FOTO: HOLL ANDSE HOOGTE

WAT IS HOOIKOORTS?Niezen, snotteren, jeukende ogen: voor veel hooikoortspatiënten zijn het bekende klach-ten. Maar wat gebeurt er bij hooikoorts eigenlijk in je lichaam? “Je afweersysteem ziet de onschuldige pollenkorrels die je inademt ten onrechte als een gevaar”, ant-woordt Christian Taube. Die zogenaamd gevaarlijke indringers wil je afweersysteem graag naar buiten werken. Prompt verzame-len zich allerlei ontstekingscellen in de slijm-vliezen van je neus, ogen en luchtwegen. En dat merk je. “Je slijmvliezen produceren vocht – snot dus – en je neus gaat dichtzit-ten. Je ogen jeuken en je voelt je beroerd. Als je bijholtes ontstoken raken, krijg je er ook nog hoofdpijn bij.”

WIE KRIJGT HET?Waarom de één hooikoorts krijgt en de ander niet, is nog steeds niet goed bekend. “Erfe-lijkheid speelt een rol: in sommige families komt hooikoorts vaker voor”, vertelt Taube. “Maar de omgeving doet er ook toe. Kinderen die vaak worden blootgesteld aan tabaksrook, hebben bijvoorbeeld meer kans op hooi-koorts. Aan de andere kant kunnen infecties met bacteriën en virussen je kans op hooi-koorts juist weer verkleinen, vermoeden wetenschappers.” Dat laatste valt te verkla-ren met de zogenoemde ‘hygiënehypothese’. Simpel gezegd: als je omgeving maar ‘vies’

genoeg is dan is je afweersysteem wel wat gewend. En zal het niet overdreven reageren op wat onschuldige stuifmeelkorrels. De afgelopen twintig tot dertig jaar is het aantal mensen met hooikoorts flink toegeno-men, weet Taube. Het zou goed kunnen dat dit ook te maken heeft met meer hygiëne in onze leefomgeving. “In Europa heeft inmiddels tot procent van de kinderen hooikoorts.”

WELKE PLANTEN ZIJN DE BOOSDOENERS?In de lente draait het ook in de plantenwe-reld om voortplanting. Daarbij gebruiken niet alle planten insecten om hun stuifmeel te vervoeren. Veel soorten vertrouwen op de wind. “De kans dat hun stuifmeel toevallig op de goede plek belandt, is veel kleiner, dus produceren deze planten en bomen veel meer stuifmeel”, vertelt Letty de Weger. “Deze windverspreiders zijn de plantensoorten die voor hooikoortspatiënten een probleem vor-men. Soms zit de lucht er vol mee.” De meest beruchte hooikoortsveroorzakers in Neder-land zijn grassen, de berk en de els. Maar ook de hazelaar, zuring, weegbree, bijvoet en ambrosia kunnen allergische reacties oproe-pen. Wat deze planten en bomen gemeen hebben, is dat ze geen kleurige, geurige bloemen hebben. De wind heeft daar, in tegenstelling tot insecten, toch geen oog voor. Dus bloeien ze onopvallend.

Page 32: Lumc magazine 7 2016

LUMC MAGAZINE32

ZONNIG WEERHooikoortsklachten nemen toe bij zonnig, droog en warm weer. “De helmknoppen bar-sten dan open en slingeren hun pollen naar buiten”, legt De Weger uit. En de wind, heeft die ook een negatieve invloed? “Dat ligt eraan waar je je bevindt. Als de wind van zee komt en je bent aan de kust, dan is dat gunstig. Maar waait de wind net over een grasveld in jouw richting, dan krijg je natuurlijk meer last.”

VOGELZAADOnder de hooikoortsveroorzakers in Neder-land is ambrosia een beruchte nieuwkomer. “De plant komt van oorsprong uit Amerika en belandde in de vorige eeuw in Europa. In het Rhône-dal, in de Balkan en op de Pannoni-sche vlakte in Hongarije bloeien inmiddels velden vol. Ambrosiastuifmeel roept heel sterke allergische reacties op, we moeten dus opletten dat de plant hier niet wijdverbreid raakt.” Een aantal jaren terug was daar angst voor, omdat er in vetbolletjes voor vogels ambrosiazaad bleek te zitten. “Inmiddels gebruiken ze ander vogelzaad. We zien nu gelukkig maar weinig ambrosiapollen in de lucht.”

OUDERENMeestal ontstaat hooikoorts in de jeugd. “Bij sommige mensen gaat het vanzelf over, bij anderen wordt het juist erger”, weet Taube. Het is niet te voorspellen hoe de allergie zich gaat ontwikkelen. “De laatste tijd zien we ook ouderen die voor het eerst last krijgen van hooikoorts”, zegt Taube. “Dat is nieuw, en we weten niet hoe het komt. Het is in ieder geval iets om rekening mee te houden, ook voor artsen. Vaak worden hooikoortsklachten bij ouderen niet als zodanig herkend, omdat men er niet vanuit gaat dat dat op latere leeftijd nog kan ontstaan.”

WAT HELPT? “Je kunt pollen waar je allergisch voor bent zo veel mogelijk proberen te mijden, maar in de zomer is dat niet goed mogelijk. Natuurlijk moet je geen planten of bomen in je eigen tuin zetten waar je niet tegen kunt.” Soms

ALLERGIERADAR + APP

LEKKER HOOIKOORTSWEER?Op meter boven de grond, op de zesde verdieping van het LUMC, bevindt zich een tot de verbeelding sprekend instrument: de pollenvanger. Het is een van de twee pollenvangers in Neder-land – de andere staat op het El-kerliek Ziekenhuis in Helmond. In de pollenvanger zit een kleverige strip, waar stuifmeel uit de lucht aan blijft plakken. Elke dag van de week wordt een ander stukje van de strip blootgesteld aan de lucht, en na een week is de strip vol. Hij wordt dan vervangen. De oude strip gaat naar het laborato-rium, waar de verschillende soor-ten pollen onder de microscoop worden geteld. Zo weet men pre-cies hoeveel stuifmeel van elke soort er op elke dag van de week was. Het resultaat is voor ieder-een te bekijken op www.lumc.nl/pollentelling.

HOOIKOORTSVERWACHTINGDeze pollentellingen vormen de basis voor de hooikoortsverwach-ting voor patiënten die allergisch zijn voor graspollen. “Samen met MeteoGroup en de afdeling Medi-sche Besliskunde van het LUMC stellen we die op voor de komen-de vijf dagen”, vertelt Letty de Weger, die in het LUMC verant-woordelijk is voor de pollentellin-gen. “Daarbij gebruiken we de pollentellingen van de laatste weken in combinatie met de weersvoorspellingen. Voor vijf re-

gio’s in Nederland delen we de etiketten gunstig, niet zo gunstig of ongunstig uit.” De hooikoorts-verwachting is vanaf half mei tot eind juli te vinden op www.lumc.nl/hooikoortsverwachting. Wat kunnen patiënten ermee doen? “Ze kunnen hun activiteiten beter plannen; dat fietstochtje bijvoor-beeld uitstellen naar morgen als het dan gunstiger weer is qua pollen. En ze kunnen hun medicij-nen op tijd innemen. Niet alle medicijnen werken direct, dat geldt bijvoorbeeld voor cortico-steroïden.” Voor onderzoekers zijn de klach-ten van hooikoortspatiënten heel interessant. Kan de hooikoorts-verwachting inderdaad voorspel-len hoeveel last mensen hebben? En speelt luchtverontreiniging misschien ook een rol? De aller-gieradar kan helpen om antwoord te vinden op deze vragen. “Hooi-koortspatiënten kunnen zich aan-melden op www.allergieradar.nl, of de gratis app installeren op hun smartphone”, zegt De Weger. Je kunt dan ook zelf bijhouden hoe je klachten verbandhouden met de verschillende soorten pol-len. Zo ontdek je voor welk stuif-meel je precies allergisch bent. “Als genoeg mensen meewerken, kunnen we uiteindelijk misschien een persoonlijke hooikoortsver-wachting maken, met alleen de voor een individu relevante soor-ten pollen”, hoopt De Weger.

Page 33: Lumc magazine 7 2016

LEIDS UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM 33

JAN

ELS HAZELAAR BERK GRASSEN ZURING WEEGBREE BIJVOET AMBROSIA

FEB

MRT

APR

MEI

JUN

JUL

AUG

SEP

OKT

NOV

DEC

ÉÉN POL, TWEE POLLEN?Het woord pollen is enkelvoud, het betekent stuifmeel. Ook in het Engels spreekt men van ‘pollen’. Verwarrend voor Nederlanders, die gewend zij n aan ‘-en’ als meervouds-vorm. Voor ons is het vaak gemakke-lij ker om te spreken over stuifmeel en stuifmeelkorrels, of eventueel over pollenkorrels.

kan een zonnebril helpen tegen oogklachten. Verder raadt Taube vooral aan om de klach-ten serieus te nemen. “Om je leven er niet te veel door te laten beperken is het belangrij k om een goede behandeling te zoeken.” Medi-cij nen tegen hooikoorts kunnen de klachten verlichten, hoewel ze de allergie niet kunnen genezen. Er zij n verschillende soorten medi-cij nen verkrij gbaar, elk met een andere wer-king. Sommige medicij nen kun je zo kopen bij de drogist, voor andere moet je eerst langs de huisarts voor een recept.

IMMUUNTHERAPIENiet iedereen is genoeg geholpen met medi-cij nen. Voor patiënten die veel last blij ven houden bieden een paar centra, waaronder het LUMC, een alternatieve behandeling: allergische immuuntherapie. “Daarbij laten we het afweersysteem wennen aan de sto� en waarvoor iemand allergisch is, zodat het lichaam ze niet meer als gevaarlij k ziet”, legt Taube uit. “Dat kan op twee manieren: met

prikjes in de huid, of met tabletten of drup-pels die iemand onder de tong moet aanbren-gen.” Zo’n behandeling duurt minstens drie jaar. “Prikjes dienen we elke vier weken toe. Druppels of tabletten moet de patiënt elke dag gebruiken.”

WERKT HET? “Dat verschilt erg. Sommige mensen hebben er helemaal geen baat bij , anderen reageren heel goed. Meestal kunnen mensen hun hooi-koorts na de therapie met medicij nen wel onder controle houden.” Voor patiënten met astma bij wie hooikoorts een zware aanval kan uitlokken, biedt het LUMC als enige in de regio nog een extra behandelingsmogelij k-heid. Het gaat om een vorm van immuun-therapie waarbij bepaalde eiwitten de afweer-reactie remmen. Dit is een kostbare behande-ling die bedoeld is voor een heel kleine doelgroep. ll

pollen kunnen symptomen veroorzaken

pollen kunnen zeer veel symptomen veroozaken

Page 34: Lumc magazine 7 2016

LUMC MAGAZINE34

20 22 MEIDUTCH HACKING HEALTHWat is de volgende vernieuwing in de zorg? Daarnaar gaan 4 universitaire medische centra (LUMC, MUMC+, UMCG, Rad-boudumc) en de technische universiteit TU Delft op zoek tijdens een marathonbijeen-komst. Patiënten hebben een belangrijke rol in het programma. Kijk op www.dutch-hackinghealth.nl voor meer informatie.

ZATERDAG 18 JUNIOPENING GEBOORTEHUIS LEIDENTer ere van de opening van het Geboortehuis Leiden organiseren we de grootste babyshower van Nederland. En bij een babyshower horen cadeautjes, en mu-ziek, beschuitjes, kinderwagens, pretecho’s, kinderactiviteiten én BN-ers, en nog veel meer…. Iedereen is van harte welkom, alle aanstaande en kersverse moeders, vaders, oma’s en opa’s, broertjes en zusjes uit Lei-den en ver daarbuiten, en natuurlijk alle medewerkers van het LUMC! Aanmelden kan via facebook.com/geboortehuisleiden

TOT ZONDAG 19 JUNITENTOONSTELLING ‘GEEN WOORDEN MAAR BEELDEN’In de LUMC Galerie op de begane grond zijn deze weken schilderijen, tekeningen en beelden te zien van Siert Dallinga, Joost Krijnen, Helen Verhoeven en Emo Verkerk. De kunstenaars laten hun verbeeldings-kracht spreken en dat is te zien. Woorden zijn overbodig.

LUMC Magazine is een uitgave van het Leids Universitair Medisch Centrum. Overname van artikelen, met bron-vermelding, is toegestaan na toestem-ming van de redactie. Oplage . Directeur Communicatie Marleen van ‘t Oever Redactie Mieke van Baarsel, Sietse Beckers, Vanda de Haan, Saskia Leu-rink, Christi Waanders (hoofdredacteur)

Aan dit nummer werkten mee Dick Duynhoven, Julie de Graaf, Astrid Hageman, Raymon Heemskerk, Susan-ne de Joode, Marijn Klok, Menno Kröse, Ties Molenaar, Esther Nielen (CORPUS ‘reis door de mens’), Sandrine van Noort, Caroline van der Schaaf, Diana de Veld, Klaas Verweij, Loek WeijtsFotografie Simone de Blouw, Marc de Haan, Arno Massee, Nienke de Zwart

Art direction en vormgeving Curve Mags and More, Haarlem. Patrick Hoogenberg, Mieke van Weele Prepress en druk Groen Media, LeidenRedactieraad Kees Bartlema, Carla van den Bos, Irma van Everdinck-van der Pols, Tom Hammer (voorzitter), Katinka Klop, Helen Silvius, Willem van Well GroeneveldContact Directoraat Communicatie,

Postbus , RC Leiden, -, [email protected], www.lumc.nl/magazine Abonnementen Jaarabonnement€,LUMC Magazine nr. verschijnt op juli ISSN -.

Het LUMC wil de bewegwijzering voor patiënten en bezoekers in het ziekenhuisgebouw verbe-teren met behulp van een systeem met route-nummers. Om die reden is er eerst een proef ge-daan in een deel van het gebouw. Het blijkt een succes; procent van de patiënten is tevreden

met het systeem. Daarom is nu besloten om het systeem met routenummers voor het hele gebouw in te voeren. De routenummers worden de komende maanden in fases ingevoerd. De bedoeling is dat de gehele bewegwijzering in oktober is vervangen.

SPECIALE MAALTIJDEN VOOR KANKERPATIËNTEN

BEWEGWIJZERING MET ROUTENUMMERS VERDER INGEVOERD

Colofon

Kortpraktisch

De centrale keuken maakt sinds kort speciale maaltijden voor oncologiepa-tiënten. Het gaat hierbij om porties van maximaal gram, met extra smaak en calorieën. Piet Mulder, hoofd van de keuken legt uit: “Kankerpatiën-ten hebben vaak minder zin in eten; ze zijn soms misselijk door de behande-ling of hebben moeite met slikken. Een klein hapje met veel smaak én een hoge voedingswaarde kan dan een uit-komst zijn.” Ook handig: de maaltijden zijn gepasteuriseerd waardoor ze tot tien dagen houdbaar zijn in de koel-kast. Hierdoor is er altijd een voorraad in de koelkast van de verpleegafde-ling. Het gaat nu nog om een proef op de afdeling Hematologie, maar gezien de positieve reacties van patiënten is de verwachting dat ook andere afde-lingen binnenkort de maaltijden aan kunnen bieden aan deze specifieke doelgroep.

Page 35: Lumc magazine 7 2016

beginLEIDS UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM 35

begin

En, hoe was je dag?Helaas kwam ik er om twaalf uur ach-ter dat ik een afspraak had gemaakt die ik niet in mij n agenda had opge-schreven, waardoor ik de rest van de dag achter de feiten aan heb gerend. Vandaag was ook de wekelij kse ver-gadering met mij n onderzoeksgroep om te bespreken hoe het onderzoek vordert. Iedereen loopt netjes op schema.

Wat vind je het leukste aan je werk?Het onderwerp van mij n onderzoek: de hersenen. Toen ik ging studeren wilde ik eigenlij k marien bioloog wor-den zodat ik veel kon duiken, maar na het eerste college over de hersenen was ik verkocht. Zo fascinerend; het zij n net kleine puzzeltjes die ik pro-beer op te lossen.

Wat doe je vanavond?Als ik straks thuis kom, heeft mij n man het eten al klaar staan. Na het eten laat ik de hond uit en ga ik lek-ker met mij n dochter op de bank wat televisie kij ken. Als ik nog werk heb liggen, doe ik dat op weg naar huis in de trein. Eenmaal thuis ben ik ook echt thuis.

Willeke van Roon-Mom (48)

Onderzoeker op de afdeling Humane

Genetica

werkdagTE

KST

: JU

LIE

DE

GR

AA

F >

FOTO

: ARN

O M

ASS

EE

eindeEr werken meer dan mensen in het LUMC. We volgen één van hen aan het begin en het einde van de werkdag.

Lees op pagina hoe Willekes werkdag begint

Page 36: Lumc magazine 7 2016

LUMCLUMCLUMCLUMCLUMCLUMCLUMCLUMC

-gel +t

+ne

p=jn

OERMENS AT WEINIG FRUITEet je liever een knakworst dan een banaan? Dan lij k je op mensen die heel lang gele-den leefden. Deze Neanderthalers joegen op beren en mammoeten en werkten heel wat vlees naar binnen. Ze zij n allang uitgestor-ven. Zouden deze oermensen nog geleefd hebben als ze meer groente en fruit had-den gegeten? Dat weet niemand. Maar voor de zekerheid een extra sinaasappel of stuk-je broccoli eten kan natuurlij k geen kwaad…

Antwoord: Na regen komt zonneschij n

Enzo kan al een paar woordjes zeggen, maar nog geen hele verhalen vertellen. Daarom geeft zij n moeder voor hem antwoord op de vragen.

Waarom is Enzo hier?Enzo is in het ziekenhuis omdat zij n opa vandaag een afspraak met de dokter heeft. Hij herkent het zie-kenhuis meteen als we aan komen rij den. Hij komt gaat namelij k ook mee als we voor zij n oudere broer ziekenhuisafspraken hebben.

Hoe vindt hij het?Enzo vindt het niet leuk als de dokter in opa’s oren en keel gaat kij ken. Toen zij n we even de kamer uit-gelopen. De grote roltrap in het ziekenhuis vindt Enzo wél heel leuk, daar mag hij zelf op staan. Hij kan trouwens al erg goed lopen, maar wordt het liefst nog gedragen.

Hoelang blij ft Enzo in het ziekenhuis?Zo meteen na de afspraak van opa gaat hij weer naar huis. Gelukkig maar, want Enzo vindt alle dokters en verpleegkundigen in witte jassen wel een beet-je spannend.

INTERVIEW

Siebe (13) uit Oegstgeest

VRAAG MAAR RAAK“Als je fl auwvalt, voel je meestal he-lemaal niets. Je denkt en je droomt ook niet”, vertelt dokter Gert van Dij k. Hij weet veel over bewusteloos-heid. Meestal ben je maar ongeveer seconden bewusteloos. Je valt fl auw wanneer je hart te weinig bloed naar je hoofd pompt. “Je hersenen zij n heel verwend en kunnen niet zonder suiker en zuurstof. Als ze dat even niet krij -gen, houden ze er meteen mee op. Dan verlies je de controle over je lichaam en val je op de grond.” Dat is wel heel handig, want het bloed stroomt makke-lij ker naar je hoofd als je ligt. Daardoor kom je weer bij je positieven. “Je kunt ook heel lang bewusteloos zij n”, vertelt de arts. “Dan noemen we

het coma en dat is ern-stig, want dan zij n je her-senen beschadigd. Dat gebeurt als ze erg lang geen bloed hebben gekregen. Heel veel kinderen en volwassenen vallen wel eens fl auw. Dat is vervelend, maar niet gevaarlij k.”

je ook kunt fl auwvallen als je bloed ziet. Dokters weten niet goed hoe dat komt. 

Ook een vraag aan de dokter? Mail ‘m naar [email protected] en wie weet staat jouw vraag de volgende keer op deze plek.