KRUISWEG 79 AANVRAAG PLANOLOGISCH ATTEST … · Beschrijving en verduidelijking van het voorgenomen...
Transcript of KRUISWEG 79 AANVRAAG PLANOLOGISCH ATTEST … · Beschrijving en verduidelijking van het voorgenomen...
PROVINCIE ANTWERPEN
GEMEENTE WUUSTWEZEL
KRUISWEG 79
AANVRAAG PLANOLOGISCH ATTEST RIJMENANTS WUUSTWEZEL BVBA
VERZOEK TOT RAADPLEGING
Rijmenants Wuustwezel BVBA
Kruisweg 79
2990 Wuustwezel
tel.: 03/669.60.24
fax.: 03/669.99.73
mei 2016
1
INHOUD
1. Inlichtingen en coördinaten van de initiatiefnemer ............................. 3
2. Beschrijving en verduidelijking van het voorgenomen plan en in
voorkomend geval redelijke alternatieven voor het plan of onderdelen
ervan .......................................................................................................... 3
2.1. Situering van het plangebied……………………..…kaart 1, 13, 14 & 15.. 3
2.2. Beslissing en motivering tot opmaak ................................................. 4
2.3. In uitvoering van GRS-Wuustwezel………(kaart 2 t.e.m. kaart 6) ...... 4
2.4. Bestaande toestand…………………………………………….bijlage 1 & 5 . 5
2.5. Juridische toestand…………………………………………………bijlage 2 .... 5
2.5.1. Bouwvergunning(en) ................................................................. 5
2.5.2. Milieuvergunning(en) ................................................................ 8
2.5.3. Sociaal-ec ................................................................................... 8
onomische vergunning .............................................................................. 8
2.6. Visie op korte en lange termijn………………………….bijlage 3 & 6 ... 8
3. Juridische en planologische randvoorwaarden .................................. 10
3.1. Juridische randvoorwaarden ............................................................ 10
3.2. Planologische randvoorwaarden ..................................................... 11
4. Afbakening van het toepassingsgebied en de plan-merplicht ........... 15
4.2. Definitie van plan of programma ..................................................... 15
4.3. Toepassingsgebied ............................................................................ 15
5. In voorkomend geval een beoordeling of het voorgenomen plan of
programma grensoverschrijdende aanzienlijke milieueffecten kan
hebben ...................................................................................................... 15
6. Een beschrijving en een inschatting van de mogelijke aanzienlijke
milieueffecten van het voorgenomen plan of programma .................... 15
6.1. Een beschrijving en inschatting van de mogelijke aanzienlijke
milieueffecten van het voorgenomen plan of programma op de
ruimtelijke ordening ................................................................................. 16
6.2. Een beschrijving en inschatting van de mogelijke aanzienlijke
milieueffecten van het voorgenomen plan of programma op de
biodiversiteit, de fauna en de flora ......................................................... 16
6.3. Een beschrijving en inschatting van de mogelijke aanzienlijke
milieueffecten van het voorgenomen plan of programma op de energie-
en grondstoffenvoorraden ....................................................................... 17
6.4. Een beschrijving en inschatting van de mogelijke aanzienlijke
milieueffecten van het voorgenomen plan of programma op de bodem
................................................................................................................... 17
6.5. Een beschrijving en inschatting van de mogelijke aanzienlijke
milieueffecten van het voorgenomen plan of programma op het water
................................................................................................................... 18
6.6. Een beschrijving en inschatting van de mogelijke aanzienlijke
milieueffecten van het voorgenomen plan of programma op het geluid
................................................................................................................... 19
6.7. Een beschrijving en inschatting van de mogelijke aanzienlijke
milieueffecten van het voorgenomen plan of programma op het licht . 20
2
6.8. Een beschrijving en inschatting van de mogelijke aanzienlijke
milieueffecten van het voorgenomen plan of programma op de
stoffelijke goederen ................................................................................. 20
6.10. Een beschrijving en inschatting van de mogelijke aanzienlijke
milieueffecten van het voorgenomen plan of programma op de
samenhang tussen de genoemde factoren ............................................. 20
6.11. Een beschrijving en inschatting van de mogelijke aanzienlijke
milieueffecten van het voorgenomen plan of programma op de
gezondheid en de veiligheid van de mens .............................................. 21
6.11.1. Herlokalisatie ............................................................................... 22
6.11.2. Een beschrijving en inschatting van de mogelijke aanzienlijke
milieueffecten van het voorgenomen plan of programma op de
mobiliteit .................................................................................................. 23
6.11.3. Een beschrijving en inschatting van de mogelijke aanzienlijke
milieueffecten van het voorgenomen plan of programma op de lucht. 25
7. De mogelijke ontwikkeling van het plangebied indien geen RUP werd
opgesteld .................................................................................................. 26
8. Relevante gegevens met inbegrip van de redenen waarom de
initiatiefnemer meent geen plan-mer te moeten opmaken
overeenkomstig art. 4.2.6,§1, 5° van het DABM .................................... 26
9. Verzoek om uiterlijk binnen 30 dagen na ontvangst van het verzoek
tot raadpleging het advies over te maken door betekening of tegen
ontvangstbewijs van de initiatiefnemer ................................................. 26
KAARTEN
kaart 01 Situering bedrijf in Wuustwezel op macro- en meso-niveau
kaart 02 Gewenste ruimtelijke hoofdstructuur Wuustwezel
kaart 03 Gewenste ruimtelijk-economische structuur
kaart 04 Gewenste ruimtelijke structuur “As-bredabaan”
kaart 05 Gewenste open-ruimte structuur Wuustwezel
kaart 06 Mobiliteitsplan Wuustwezel
kaart 07 Situering Rijmenants Wuustwezel op gewestplan
kaart 08 Biologische waarderingskaart
kaart 09 Overstromingskaart
kaar 10 Natura 2000
kaart 11 Waterlopenkaart
kaart 12 Landschapsatlas
kaart 13 Situering Rijmenants Wuustwezel op topografische kaart
in kleur (microniveau); huidige inplanting anno 2011
kaart 14 Rijmenants Wuustwezel op luchtfoto anno 2011
kaart 15 Rijmenants Wuustwezel op luchtfoto anno 2013
kaart 16 Bodem/erosiekaart
BIJLAGEN
Bijlage 01 Plan ‘Bestaande toestand’
Bijlage 02 Plan ‘Juridische toestand’
Bijlage 03 Plan ‘Visie op korte & lange termijn’
Bijlage 04 GRUP ‘zonevreemde bedrijven Wuustwezel Op-
Sinjoorke”
Bijlage 05 Plan opmeting van de ruimtelijke toestand op
28/6/2011
Bijlage 06 Stapsgewijze situatieschets op luchtfoto : vroeger –
nu – gewenste toestand in de toekomst
Bijlage 07 Btw-aangifte 2013 (omzet-inschatting)
3
1. Inlichtingen en coördinaten van de initiatiefnemer
Initiatiefnemer: Rijmenants Wuustwezel BVBA Kruisweg 79 2990 Wuustwezel
2. Beschrijving en verduidelijking van het voorgenomen plan en in voorkomend geval redelijke alternatieven voor het plan of onderdelen ervan
2.1. Situering van het plangebied……………………..…kaart 1, 13, 14 & 15
Wuustwezel ligt in de Noorderkempen aan de Grens met Nederland ter
hoogte van Zundert. Samen met Essen en Hoogstraten is dit de grensstreek
van de Kempen. Wuustwezel ligt in een open landelijk gebied met gecon-
centreerde dorpskernen en zeer verspreid liggende bebouwing. Lintbe-
bouwing beperkt zich tot afstanden met een maximum van 1,5km uit de
dorpskern gelegen.
De stedelijk gebied Antwerpen ligt op ca. 20km van het centrum van de
gemeente. Wuustwezel wordt binnen een straal van 12km omgeven door
Zundert (NL), Hoogstraten, Brecht, Malle, Brasschaat, Kapellen, Sta-
broek, Kalmthout en Essen.
Via het hoofdwegennet is de bedrijfssite uiterst goed bereikbaar.
De ontsluiting van de handelszaak gebeurt via de Kruisweg (lokale weg
cat. II) met ongeveer 50m. Deze komt uit op de Bredabaan (N1), een se-
cundaire weg (cat. III) die Antwerpen verbindt met Breda, over Bras-
schaat, Wuustwezel en Zundert. Parallel aan deze secundaire weg loopt de
primaire hoofdweg A1 (Antwerpen-Breda) met afrittencomplexen in
Brecht en Loenhout, beide op ca. 5km afstand van de winkel met verbin-
dingen naar N1 over de N144 (Loenhout) en de N133 (Brecht).
Voor ontsluiting via spoorwegverbinding kan gebruik gemaakt worden
van station Noorderkempen in Brecht en is een goede verbinding met het
openbaar vervoer mogelijk tot op 100m van de handelszaak.
De dorpen liggen relatief dicht bijeen en in de open ruimte verbindingen is
weinig verstoring door groepsbebouwing of lintbebouwing. Het landschap
wordt nog steeds gekenmerkt door agrarische bedrijven die verspreid lig-
gen in het landschap, voortkomend uit de boerderijen van vroeger waar –
vroeger en nu nog steeds- vooral aan rundvee-, varken-, en kippenteelt
wordt gedaan met de bijhorende akkerteelt in voedergewassen.
Enkele voormalige kasteeldomeinen en de Brechtse heide (militair do-
mein) bepalen de natuurrijke eenheden in de regio. Er zijn geen belangrij-
ke waterwegen aanwezig.
Rijmenants Wuustwezel BVBA is gelegen langs een landbouwweg aan-
sluitend op de hoofdweg Bredabaan. De Kruisweg wordt voor het achter-
liggende landbouwgebied ook dagelijks gebruikt door het vrachtverkeer
voor bevoorrading van de landbouwbedrijven. Hierdoor is de draagkracht
van de kruisweg zeker groot genoeg voor toelevering van een tuincen-
trum. Bovendien ligt het bedrijf op amper 50m van Bredabaan. De huidige
bedrijfsgebouwen staan tot op de perceelsgrenzen en staan relatief dicht
bij de straatkant; in de toekomst willen we alle perceelsgrenzen vrijwaren
van bebouwing om overlast naar woningen en straat te beperken. Op dit moment zijn we een sterk groeiend bedrijf met verouderde gebou-
wen die leiden tot onnodige kosten en onnodige belasting voor het milieu.
We zouden kunnen vernieuwen binnen de huidig vergunde ruimte maar
dit zou leiden tot een enorme versnippering van de open ruimte. We heb-
ben de ruimte om gebouw, parking en groenzone zodanig in te plannen dat
dit minder storend is voor de omgeving en economisch gezien rendabel
kan zijn. De geplande grootte van het bedrijf is de weerspiegeling van de
marktstudie die we hebben laten uitvoeren. Om de groei te kunnen beant-
woorden zouden we verschillende keren kleine uitbreidingen kunnen doen
maar dit is te omslachtig om rendabel te zijn. Bovendien zijn de huidige
gebouwen niet meer in staat om vele jaren te dienen. Stookkosten lopen
enorm op, waterschade stapelt op door lekkages, ruimtegebrek leidt tot
moeilijk situaties voor klanten, en rendabel werken wordt zo erg moeilijk.
Binnen het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen, volgens de pijler van de
inbreiding passen onze plannen beter in de ruimtelijke structuren als de
gevraagde percelen ook benut zouden kunnen worden voor dezelfde func-
tie als perceel 44D&44E.
4
De huidig bestemde ruimte zou ertoe leiden dat parkeerplaatsen verspreid
liggen over het hele terrein, dit ten nadeel van het visuele aspect van de
omgeving, het comfort voor de klanten en de overlast voor de omgeving
door in- en uitritten die anders op verschillende plaatsen zouden moeten
komen.
Een uitbreiding en vernieuwing van het tuincentrum in de toekomst kan
potentiële voordelen hebben voor de gemeente zelf. Hiermee kunnen wij
in de toekomst ook voor jobs zorgen die ingevuld kunnen worden door
inwoners van Wuustwezel. Momenteel zijn wij met een 10-tal werkne-
mers maar dit hopen wij zo snel mogelijk uit te bouwen tot een 40-tal
(referentie : zie Rijmenants NV met momenteel 48 werknemers).
De vernieuwing moet inwoners van de gemeentes en naburige gemeentes
aansporen om binnen de eigen regio te consumeren en bijvoorbeeld niet
naar winkels te gaan over de Belgische grens, bijvoorbeeld in Nederland –
wat overigens veel blijkt te gebeuren volgens onze studie.
We willen de regio een totaalaanbod bieden binnen onze sector om een
bijdrage te kunnen leveren aan het comfort en de keuzemogelijkheden van
de potentiële consument.
2.2. Beslissing en motivering tot opmaak
Het bedrijf ligt in agrarisch gebied volgens het Gewestplan. Op
29.08.2005 is een positief planologisch attest afgeleverd met als doel een
RUP te laten opmaken dat op zijn beurt dan weer is opgemaakt en goed-
gekeurd in september 2007. (dossier WUU129-3)
Nu is dit RUP niet relevant voor de bedoelingen die wij hebben met het
bedrijf. Er zijn gronden extra bij aangekocht om uitbreidingsmogelijkhe-
den te hebben in de toekomst op percelenvorm die economisch verant-
woord is.
In combinatie met die gronden hebben wij nu een RUP nodig om tot goed
mogelijkhedenpakket te komen voor onze uitbreidingsvisie.
Om het bedrijf te kunnen laten groeien moeten we vernieuwen en uitbrei-
den. Uitbreiding van gebouwen op de bestaande vergunde ruimtes zou
leiden tot een visuele versnippering van de omgeving. Ontsnippering van
deze percelen komt ten goede van de algemene landschappelijke inplan-
ting van nieuwe serres. Indien we percelen kunnen omruilen kunnen we
uiteraard ook een veel betere landschappelijke inpassing voorzien door
groenzones aan te leggen rondom het bedrijf.
2.3. In uitvoering van GRS-Wuustwezel………(kaart 2 t.e.m. kaart 6)
Wuustwezel wil de openruimte met zijn functies voor natuur en zijn land-
schappelijke verscheidenheid vrijwaren. Daar komt de synthese op neer.
Dit gebeurt binnen verschillende aspecten waaronder agrarische bedrij-
vigheid, wonen en werken en bedrijven kansen krijgen binnen een vastge-
legde ruimtelijke structuur.
De bestaande kernen dienen verdicht te worden waarbij de open ruimte
rond en tussen de kernen maximaal moet blijven bestaan mét behoud van
de landschappelijke kenmerken. Bestaande lintbebouwing, verspreide
bebouwing en weekendzones worden bevroren en recreatief gebruik van
het landschap wordt gestimuleerd door inrichting matige ingrepen in het
landschap.
Inbreiding in de kernen is prioritair en bedrijven worden in eerste instantie
verwezen naar bestaande open ruimte op de bedrijventerreinen of naar
nieuw te ontwikkelen KMO-terreinen.
Voor ieder deelgebied van Wuustwezel bestaan specifieke bepalingen op
alle niveaus. Voor de regio braken waar de handelszaak gevestigd is zijn
geen relevante opmerkingen.
Kansen voor bedrijven
De doelstelling “kansen voor bedrijven” wordt voornamelijk ingevuld
door:
- voorrang te geven aan inbreiding en verdere ontwikkeling van
het bestaand bedrijventerrein “Sterbos”;
- verder onderzoek voor een nieuwe KMO-zone op basis van het
vermeld afwegingskader; hieruit blijkt een voorkeur voor de loca-
tie Kampweg-oost;
- oplossingen voor zonevreemde bedrijven aan te reiken, volgens
de bepalingen van omzendbrief RO 2000/01.
5
Naar aanleiding van een positief planologisch attest is in 2007 Op-
Sinjoorke BVBA opgenomen in het “gemeentelijk ruimtelijk uitvoerings-
plan “Zonevreemde bedrijven”; deel 3 Op-Sinjoorke.”
Hierin is het bedrijf en haar potentiele toekomst gedetailleerd beschreven
op basis van de toestand op dat moment na de opmaak van het planolo-
gisch attest. Dit GRUP vormt een beeld van de mogelijkheden maar is niet
relevant voor Rijmenants Wuustwezel BVBA gezien de huidige percelen-
toestand van het bedrijf.
De concepten voor de gewenste ruimtelijk-economische structuur
zijn: - Voorrang aan inbreiding van bestaande bedrijventerreinen
- Aanzet tot afwegingskader voor zonevreemde bedrijven en bedrijven
met een gelijkaardige problematiek.
Voorrang aan inbreiding van bestaande bedrijventerreinen Wuustwezel is
geselecteerd als structuur ondersteunend hoofddorp type I en als zodanig
heeft het de mogelijkheid om een bijkomend lokaal bedrijventerrein aan te
duiden, zowel voor nieuwe als voor herlokalisatie van zonevreemde en/of
historisch gegroeide bedrijven. Wuustwezel krijgt nochtans van hogerhand
geen taak opgelegd inzake economische activiteiten.
Het afwegingskader stelt 5 categorieën voor waaronder zonevreemde be-
drijven gerangschikt kunnen worden. Het gaat over herlokaliseren, uit-
breiden, inbreiden, schaalvergroting. Voor Rijmenants Wuustwezel (of
vroeger Op-Sinjoorke) is er echter geen specifieke categorie aangeduid in
het ruimtelijk structuurplan.
2.4. Bestaande toestand…………………………………………….bijlage 1 & 5
Dhr. Luc Rijmenants is zaakvoerder van Rijmenants NV en Rijmenants
Wuustwezel BVBA.
Ook echtgenote, 2 zonen, en een schoondochter zijn actief in het bedrijf.
Daarnaast telt het bedrijf in totaal nog ongeveer 45 werknemers.
Het betreft twee bedrijfssites. In Massenhoven is een winkelpand van
ongeveer 10000m² met voldoende parkeergelegenheid en opslagplaats
(inclusief extern opslagmagazijn). De invloedssfeer van het bedrijf be-
vindt zich binnen een straal van 30km rond Massenhoven. Het betreft dus
een lokaal bedrijf. Door de goede ligging aan een hoofdweg is de bereik-
baarheid optimaal voor klanten die van verderaf komen of voor toevallige
passanten.
Op ruim 30km afstand ligt van de tweede bedrijfssite langs de Kruisweg
in Wuustwezel. Met dit bedrijf hebben we ook ongeveer een klantenbereik
van 30km maar dit richt zich vooral naar de dorpen in de Noorderkempen
(Wuustwezel, Brecht, Hoogstraten, Essen, Kalmthout, Brasschaat). De
omgeving is gekenmerkt door open landbouwlandschap en bebouwing
met voornamelijk halfopen woningen.
Het tuincentrum is aanwezig in de vorm van oude serres (waarvan reeds
een gedeelte is afgebroken omwille van de veiligheid van klanten en per-
soneel) waarbij een deel is voorzien van een valse voorgevel uit hout voor
het algemene beeld vanaf de straatzijde. Alle bedrijfsactiviteiten vinden
plaats in deze serres. Parkeergelegenheid is er voldoende vooraan tussen
de straat en het winkelpand. Het bedrijf ligt achter de bewoning en heet
nog onverharde grond ten Noorden en ten Westen van de huidige serres.
Er wordt niet aan groothandel gedaan; enkel particulieren worden bediend
in deze kleinhandelszaak.
2.5. Juridische toestand…………………………………………………bijlage 2
2.5.1. Bouwvergunning(en)
Bedoeling is na te gaan of het bedrijf over de nodige bouwvergunning(en)
beschikt en deze concreet heeft nageleefd. De controle moet niet enkel
administratief gebeuren (vergunningen en eventuele vaststellingen van
bouwmisdrijven) maar ook op het terrein.
Belangrijke data m.b.t. het beoordelen van bouwvergunningen zijn o.a.:
- KB 30.09.1977 goedkeuring gewestplan;
- van 28.06.1984 tot 23.06.1993 was het minidecreet van toepas-
sing;
- van 28.12.1972 tot 23.06.1993 was de opvulregel van toepassing;
- van 28.06.1984 is functiewijziging vergunningsplichtig (onder-
scheiden functies zijn wonen, kantoren, landbouw, handel/horeca
en industrie/kmo).
6
Overzicht vergunningstoestand Rijmenants Wuustwezel BVBA
Met betrekking tot de opmerking van Ruimtelijke ordening en mobi-
liteit “De vergunningstoestand is onduidelijk….”
Het bedrijf is hoofdzakelijk vergund, dus het dossier kan ontvankelijk
verklaard worden. We zijn namelijk voor alles in orde, al de
nodige vergunningen zijn ook up to date met de huidige toe-
stand van het bedrijf. Wat inrichting en functie betreft is dit
volledig in regel sinds de opmaak van het planologisch attest
onder de bedrijfsvoering van Op-Sinjoorke BVBA.
Uit de bijgevoegde plannen en vergunningsopsomming is dit ook on-
dubbelzinnig duidelijk. Indien nodig kan m’n bij de gemeente
Wuustwezel de volledige vergunningen verkrijgen.
1. Vergunning 19680058 dd. 12.11.1968 voor het bouwen van een
nieuwbouw land- en tuinbouwbedrijf.
2. Vergunning 75.441/c(1) dd. 28.01.1972 voor het bijbouwen van
een serre
Opmerking De bestaande serre stond vooraan op de grond en is gebouwd ca.
1968. Met deze vergunning werd een extra serre achteraan bij aan-
gebouwd van ca. 2500m². Deze twee serres waren nog in gebruik
bij de overname van het bedrijf in 2011 maar het voorste gedeelte is
intussen afgebroken; deze afbraak is nadien ook geregulariseerd (zie
verder).
3. Vergunning 94/0206 dd. op 20.08.94 voor het wijzigen van het ge-
bruik van tuinbouwbedrijf tot tuincentrum.
Opmerking Voordien is het bedrijf een plantenkwekerij geweest met winkelge-
deelte. Er werden onder andere verse snijbloemen, planten, pot-
grond en meststoffen verkocht. Met de wijziging tot tuincentrum
kan een compleet tuinartikelenassortiment verkocht worden is de
omschakeling tot tuin- en interieurcenter ook mogelijk.
4. Vergunning 94/0131 dd. 16.5.95 voor het uitbreiden van bestaand
tuincentrum met het aanbouwen van een serre.
Opmerking Het betreft hier het perceel 44B/C waarop een nieuwe serre wordt
bijgebouwd tegen de oudere serres aan.
De bouwplaats was gelegen in agrarisch gebied volgens het Ge-
westplan en het plan omvatte kweekserres en geen verkoopopper-
vlakten. Beschreven als “gunstig (346.505(1) dd 16.5.95)”
5. Aanvraag tot planologisch attest : 2005/0001 (RWO :
284/11053/100 met onderwerp “herbouwen van bestaande serre
en inrichten als tuin- en interieurcenter.
Opmerking - Voor deze onroerende goederen zijn er bij de gemeentelijke
diensten geen bouwmisdrijven opgenomen in het vergun-
ningenregister van de gemeente Wuustwezel.
- Voor deze onroerende goederen zijn er bij de gemeentelijke
diensten geen planbaten- of planschadedossiers opgeno-
men in het vergunningenregister van de gemeente Wuust-
wezel.
- Voor deze onroerende goederen zijn er bij de gemeentelijke
diensten geen verkavelingsdossiers opgenomen in het ver-
gunningenregister van de gemeente Wuustwezel.
- Voor deze onroerende goederen zijn er bij de gemeentelijke
diensten geen meldingen opgenomen in het vergunningen-
register van de gemeente Wuustwezel.
- Voor deze onroerende goederen zijn er bij de gemeentelijke
diensten geen attesten woonrecht opgenomen in het ver-
gunningenregister van de gemeente Wuustwezel.
- Voor deze onroerende goederen zijn er bij de gemeentelijke
diensten geen informatie over gebouwen of constructies
opgenomen in het vergunningenregister van de gemeente
Wuustwezel.
6. Vergunning 2006/0217 dd. 18.06.2007 voor de herbouw van een
serre met aard van de aanvraag: handel, horeca, diensten. Dossier-
nummer 134.505(1).
7
Opmerking
Deze vergunning is gunstig verklaard voor her herbouw van de
serres die in 1968 en 1972 gebouwd zijn. Deze zijn in slechte staat.
De nieuwe serres zouden samen met de gebouwde serre van in 1995
een totaalgeheel vormen dat voor langere tijd zal dienen.
Belangrijk : Deze vergunning is intussen vervallen.
7. Vergunning 2012/0243 dd. 12.11.2012 Vergunning voor het bekle-
den van de voorgevel van een serre met hout.
Opmerking
Deze vergunning is de eerste vergunning waarbij getoetst werd
aan een goedgekeurd RUP, meer bepaald RUP “Zonevreemde be-
drijven – Deel 3 – Tuin- en interieurcentrum Op-Sinjoorke” dd.
12.06.2008.
8. Vergunning 2012/0142 dd. 25.06.2012 Vergunning voor het plaat-
sen van waterdoorlatende betonnen grachtelementen ter verstevi-
ging van de oever.
9. Vergunning 2012/014 dd. 25.06.2012 Vergunning voor het slopen
van bouwvallige serres.
Conclusie:
Al de gebouwen op de terreinen zijn hoofdzakelijk vergund. Daarbij wel
volgende opmerkingen:
De gebouwen zijn gebouwd zoals ze vergund zijn
De inrichting of het gebruik is niet conform de vergunning door interne
veranderingen binnen het bedrijf na de overname in 2011
Gezien de afbraak van de oude serres zijn er bepaalde infrastructuren
van plaats veranderd waaronder het sanitair blok en de verwarmings-
infrastructuur (stookketel en brandstofopslagtank). De brandstofop-
slagtank is echter wel ineens vervangen door een tank die aan de hui-
dige veiligheids- en milieunormen voldoet. Dit wordt verder bespro-
ken in de milieuvergunning die vernieuwd wordt.
Zowel de vergunning van de houten voorgevel als de vergunning voor
de afbraak van de vervallen serres is op basis van een regularisatie-
dossier aangezien de werken reeds uitgevoerd waren voor het gunstig
verleende advies.
De open ruimte op de vergunde terreinen is hoofdzakelijk verhard; dit
is meer dan beschreven staat op de plannen die ingediend werden bij
de vergunningsdossiers in 1972, 1994 en 2007.
In sommige dossiers is er sprake van extra parkeergelegenheid van
6000m². Dit gaat over het weiland met kadasternummer 46C. Dit is
agrarisch gebied volgens het gewestplan met parkeercapaciteit in
drukke periodes.
Opmerking Departement Landbouw en Visserij : “Het bedrijf is van-
daag deels gelegen binnen agrarisch gebied en hierdoor dus deels zone-
vreemd. Alle gebouwen zijn hoofdzakelijk vergund. De inrichting of het
gebruik is echter niet conform de vergunningen door interne verande-
ringen binnen het bedrijf na de overname in 2011.”
Dit is een correcte overname van een uitspraak in ons dossier. Wette-
lijk gezien klopt dit ook. Na de overname is een gedeelte van de serres
afgebroken (achteraf geregulariseerd) omdat dit onverantwoord was
om te laten staan, de situatie was levensgevaarlijk bij stormweer.
Hierdoor hebben we intern wat moeten schuiven met de indeling van
de gebouwen waardoor bepaalde afdelingen terecht zijn gekomen in
serres die eigenlijk bedoeld waren voor “opkweek van planten”. De
interne veranderingen waren uiteraard van tijdelijke aard en bevin-
den zich wel binnen het RUP, dus op de niet vergunde landbouw-
gronden is ook geen enkele activiteit te bespeuren.
“Het departement stelt dat de vernieuwing voorzien dient te worden bin-
nen de bestaande vergunde ruimte”
Daar gaat het in het huidige dossier voor een planologisch attest juist
om. We hebben de plannen reeds gewijzigd waardoor er géén land-
bouwgrond moet opgeofferd worden. Het gaat nu louter om een om-
ruiling van gronden, een wijziging van het RUP, op vlak van bodem-
bestemming wijzigt er NIETS. Enkel de ruimtelijke inrichting moet
anders om een rendabel bedrijf te kunnen realiseren.
8
EXTRA NOTA
Het bedrijf is op dit moment NIET zonevreemd gezien de op-
name in een RUP. De landbouwgronden die we aanvankelijk
wilden gebruiken zouden wel zonevreemd zijn. De plannen
zijn intussen echter GEWIJZIGD. We vragen een omruiling
aan. Dus de totale oppervlakte aan bedrijfsruimte blijft de-
zelfde, alleen zouden die gronden omgeruild moeten worden.
Van het woord “zonevreemd” is dus helemaal geen sprake,
niet nu, en niet in de toekomst.
2.5.2. Milieuvergunning(en)
Bedoeling is na te gaan of het bedrijf over de nodige milieuvergun-
ning(en) beschikt en deze correct naleeft (vergunningen en eventuele vast-
stellingen van inbreuken).
Overzicht vergunningstoestand Rijmenants Wuustwezel BVBA:
Rijmenants Wuustwezel BVBA beschikt over een milieuvergunning klas-
se 2 afgeleverd op 14.08.1994.
De milieuvergunning werd afgeleverd voor een periode van 20 jaar. De
milieuvergunning was geldig tot 14.08.2014.
Bij de overname van het bedrijf is er geen verandering aangevraagd aan-
gezien de inhoud niet overeenkwam met hoe het bedrijf nu werkt.
Het aanvraagdossier voor een nieuwe milieuvergunning klasse 2 is inge-
diend toen de vorige vervallen was. Er is nu een nieuwe milieuvergunning
die volledig in orde is met de huidige toestand en toekomstige wensen van
het bedrijf.
Afgeleverde vergunning klasse 2 nr. 2013/2/17 (zie bijlagen)
2.5.3. Sociaal-ec
onomische vergunning
De wet betreffende de handelsvestigingen dd. 29.06.1975, annex wijzigin-
gen, stelt dat kleinhandelsbedrijven met een netto handelsoppervlakte van
meer dan 400 m² over een sociaal-economische vergunning moeten be-
schikken.
Het winkel gedeelte van Rijmenants Wuustwezel BVBA betreft op dit
moment ca. 4000m².
Een sociaal-economische vergunning is dus verplicht en die bestaat reeds
sinds 10 oktober 2000.
2.6. Visie op korte en lange termijn………………………….bijlage 3 & 6
Het bedrijf Rijmenants NV is hoofdzakelijk actief in de detailhandel van
tuin- en interieur gerelateerde artikelen.
Het bedrijf is gelegen in agrarisch gebied en hierdoor zonevreemd. Gezien
de opmaak van een planologisch attest destijds, aangevraagd door Op-
Sinjoorke is het bedrijf nu niet meer zonevreemd.
Echter is er het GRUP ‘zonevreemde bedrijven’ dat onder andere deze site
een beschrijving geeft van toekomstmogelijkheden maar dit is enkel van
toepassing op de percelen die in eigendom waren van de vorige eigenaars
en rekening hield met de groei van het bedrijf in die situatie voor 2011.
Dit is dus niet relevant voor Rijmenants na de eerste stevige groei in het
eerste jaar na de overname.
Korte termijnvisie Rijmenants wenst niet het soort activiteiten uit te breiden maar de be-
staande activiteit te vergroten om aan de groei te kunnen beantwoorden.
Er is vooral een dringende nood aan vernieuwing van de gebouwen en
tegelijkertijd ook nood aan uitbreiding van de gebouwen om voldoende
assortimenten te kunnen aanbieden aan het cliënteel.
Vooral op vlak van milieubelasting en energiebesparing kunnen we enorm
vooruit en dit is niet mogelijk met de huidige verouderde gebouwen. Op
vlak van veiligheid op de openbare ruimte willen we ook vernieuwen wat
wil zeggen dat we gebouwen anders moeten schikken om personenwagens
en toekomend vrachtverkeer te kunnen scheiden.
9
De huidige vergunde perceelsvormen laten bovendien geen economisch
verantwoordde manier van bouwen toe.
We willen een bedrijf dat ongeveer 9600m² actieve ruimte heeft (op een
totaal van 20000m²). In die 9600m² zit overdekte winkelruimte, open-
luchtverkoop (of cabrioserre) en aankomst- en verwerkingsruimte (planten
laden/lossen, verplantruimte, voorraad potgrond, goederenverwerking,…)
We plannen een groenbuffer van ongeveer 3m breed (totaal 1700m²) voor
de landschappelijke inplanting, volledig langs bewoonde zijdes en straat-
zijde open ivm sociale veiligheid) en een brede brandweg rondom. Par-
keerplaatsen zullen allemaal tussen het winkelpand en de openbare weg
liggen en ongeveer 7000m² in beslag nemen, inclusief de groenvoorzie-
ningen op het parkeerterrein.
De gebouwen zouden verder achteraan moeten liggen op de terreinen zo-
dat vooraan meer parkeerruimte ontstaat om gevaarlijke situaties en pro-
blemen op straat te voorkomen.
De nieuwbouw moet ecologische aspecten krijgen zoals ondergrondse
regenwateropvang en regenwatergebruik, zonne-energie, volledig water-
doorlatende verharding, waterzuivering, vloerverwarming gestuurd door
zonneboilers en warmtepompen,…
We hebben vergunningen nodig voor het bekomen van een rechthoekig
aaneengesloten terrein waarop tuincentrum gebouwd mag worden. De
vergunning voor “tuincentrum” bestaat al wel maar commercieel en mili-
eubewust gezien kan dit niet op de huidig vergunde vormen van de ver-
gunde oppervlakte. Het gaat dus louter om een omruiling, een hertekening
van de grenzen.
De bouwvoorschriften in verband met afstand van de grens, nokhoogte en
dakgoothoogte e.d. zou lichtjes aangepast moeten worden. Dit dan vooral
voor de maximale dakgoothoogte van de serres. Om planten goed te kun-
nen houden in de winkel is een hogere serre interessanter. (6m goothoog-
te)
Zowel qua tewerkstelling, als mobiliteitsprofiel als op vlak van kleinhan-
delsactiviteiten verwachten we nog een tijd te groeien en hier willen we
een stapje voor zijn en de nodige veranderingen pro-actief aanpakken.
Later verwachten we dan te komen in een systeem van normale economi-
sche groei.
NOTA M.B.T. GROENBUFFER
In het RUP Op-Sinjoorke wordt gesproken over een groenbuffer van
6m op die plaatsen waar voldoende ruimte voorhanden is. Anderzijds
blijft er zelfs aan een bepaalde zijde een kant zonder groenbuffer, en
het weiland tussen bedrijf en woning zou op zich als groenbuffer die-
nen.
In onze eerste aanvraag tot planologisch attest als Rijmenants
Wuustwezel BVBA hebben we van ANB gunstig advies gekregen mits
aanplant van een groenbuffer van 3m breedte, welke intussen zelfs
reeds gerealiseerd is.
In de huidige plannen stellen we als gevolg voor om aan alle zijden
een groenbuffer van 3m breed aan te leggen, ook de zijde waar er
momenteel geen is en waar er volgens het RUP geen moest zijn. En
achteraan stellen we geen groenbuffer voor gezien daar weiland aan-
wezig zal blijven zonder woningen daarachter.
Lange termijnvisie
Op lange termijn zien we geen belangrijke veranderingen. We willen alles
pro-actief aanpakken zodat het bij één keer blijft. Enkel de korte termijn-
visie is dus belangrijk waarbij we alles wel op lange termijn bekijken maar
reeds op korte termijn zullen verwezenlijken.
Met betrekking tot de opmerking van Ruimtelijke ordening en mobi-
liteit “Het is onduidelijk wat het bedrijf op lange termijn wilt
realiseren….”
Duidelijker kan het niet : er is géén verschil tussen korte en lange
termijn. We hebben reeds 30 jaar een goed draaiend bedrijf in
Massenhoven dat in omzet nog groeit door een betere bedrijfs-
voering, maar in ruimtelijke omvang goed zit. We weten dus
exact wat we moeten verkrijgen en willen dit met ons filiaal in
Wuustwezel ook bereiken. We kennen dus ons toekomstige
ruimtelijke eindresultaat en willen dit op zo kort mogelijk tijd
realiseren, met name met 1 enkele vernieuwing en zo snel mo-
gelijk. Tussentijdse vernieuwingen als voorsprong naar de toe-
komstige groei zijn economisch niét rendabel.
10
Programmabeperking = oppervlaktebeperking. Niets heeft te maken
met het programma dat te uitgebreid was in vorige aanvraag.
Alles had te maken met het totale oppervlak waarbij land-
bouwgrond zou omgevormd moeten worden. Door inperking in
oppervlakte (en uiteraard kleine programmatieveranderingen
intern) en compactere indelingen kunnen we het met de huidig
vergunde oppervlakte doen, weliswaar herschikt zoals in hui-
dige aanvraag maar zonder opoffering van landbouwgrond.
Herlokalisatie Een herlokalisatie is economisch en planologisch moeilijk te verantwoor-
den:
Het bedrijf heeft een lange geschiedenis op deze plaats en is een be-
grip geworden in de regio. De ligging is niet de allerbeste maar toch
dicht bij een hoofdweg wat wel behoorlijke voordelen oplevert.
Het vinden en verwerven van een geschikt (voldoende groot) bouw-
perceel in het kader van een herlokalisatie is heden bijna onmogelijk
en financieel niet haalbaar;
De nieuw te ontwikkelen bedrijvenzones in Wuustwezel zullen deze
grootte nooit kunnen huisvesten en op de huidige KMO-zones is niet
voldoende ruimte. Bovendien valt een tuincentrum een beetje uit de
context in een klassieke KMO-zone.
Het bedrijf is al van voor de jaren ‘60 op de huidige locatie gevestigd;
De bedrijfssite is centraal in het werkgebied gelegen en heeft een goe-
de ligging en bereikbaarheid naar de buurgemeentes toe;
Het personeel is afkomstig uit de nabije omgeving van het bedrijf.
3. Juridische en planologische randvoorwaarden
3.1. Juridische randvoorwaarden
Type plan Kenmerken
Gewestplan Zie kaart 7
De site Rijmenants is langs
de Kruisweg gelegen in
agrarisch gebied achter een
woonlint dat aansluit op een
kern van “woongebied met
landelijk karakter”. Aan de
overzijde van de Kruisweg
en verder door over de Bre-
dabaan start het landschap-
pelijk waardevol agrarisch
gebied. Er zijn nog geen
Gewestplanwijzigingen aan-
gebracht maar in het GRUP
“zonevreemde bedrijven”
voor Wuustwezel zijn wel de
voorwaarden vastgelegd
voor goedkeuring van het
zonevreemde bedrijf.
GRUP………………………..Bijlage 4 GRUP voor zonevreemde bedrij-
ven “deel plan Op-Sinjoorke”.
Zie bijlage.
Beschermde landschappen, mo-numenten, stads- en dorpsgezich-ten …………………Zie kaart 12
Niet van toepassing
Goedgekeurde niet – vervallen verkavelingen
Net als BPA’s zijn verkave-
lingen een verfijning van
het gewestplan. De voor-
schriften gevoegd bij een
verkavelingsvergunning
kunnen een determinerend
karakter hebben. Voor het
betrokken plangebied zijn
er geen verkavelingen van
toepassing.
Vogelrichtlijngebied en habitat-richtlijngebied Zie kaart 10
In Wuustwezel zijn enkele habitat-
richtlijngebieden die niet in de
buurt van de bedrijfssite liggen. Er
is wel een vogelrichtlijngebied in
11
het open landschap ten Westen van
de site. De grens hiervan ligt zoda-
nig dat het bedrijf bij in het vogel-
richtlijngebied zit. De gebiedscode
is BE2101437 en het gebied beslaat
4110ha van aan de Bredabaan tot
in “De Maatjes” aan de Nederland-
se grens. Dit vogelrichtlijngebied is
vooral van toepassing voor veel
wintergasten of trekkers en een
gering aantal broedvogels voor
deze streek.
Bedreigingen zijn onder andere
grondwateroppomping, infrastruc-
tuur (minder belangrijk) en land-
bouwintensificatie (zeer belang-
rijk).
VEN/IVON - gebieden Niet van toepassing
Vlaamse of erkende natuurreser-vaten
Niet van toepassing
Vogelatlas Niet van toepassing
atlas der waterlopen Niet van toepassing
atlas der buurtwegen Niet van toepassing
ruilverkavelingen Niet van toepassing
rooilijnplannen Niet van toepassing
biologische waarderingskaart Zie kaart 8
Wuustwezel telt een relatief groot
aantal gebieden met een specifieke
waarde naar natuur toe. Het betreft
zowel natuurgebieden, als interes-
sante landbouwgebieden, bosge-
bieden of weilanden en wegber-
men. In de buurt van Braken ko-
men enkel percelen voor met min-
der waardevolle elementen of zon-
der significatie.
risicozones voor overstromingen Zie kaart 9 & 11
In de buurt van de bedrijfssite zijn
geen belangrijke waterlopen. Enke-
le open grachten van derde catego-
rie lopen in de buurt maar geen
enkele belangrijke open gracht
raakt aan de perceelsgrenzen. Risi-
covolle gebieden met gevaar voor
overstroming liggen ver van de
site.
Met betrekking tot de opmerking van Ruimtelijke ordening en mobi-
liteit “In het dossier moet nagegaan worden welke buurt- en
voetwegen zich in en in de omgeving van….”
Zoals blijkt uit de tabel hierboven is dit nagegaan en is dit onderdeel
niet van toepassing als gevolg van het NIET aanwezig zijn van
deze landschapselementen.
3.2. Planologische randvoorwaarden
Type plan Kenmerken
Ruimtelijk Struc-tuurplan Vlaande-ren (RSV)
Wuustwezel is gelegen in het buitengebied. Dit is het
gebied dat niet tot het stedelijk gebied behoort. Het
dichtstbijzijnde grootstedelijk gebied is Antwerpen,
waarvoor Wuustwezel op een hoofdverbinding hier-
naartoe gelegen is.
Als doelstellingen voor het ruimtelijk beleid in het
buitengebied gelden:
“Vlaanderen open en stedelijk” : Vlaanderen be-
staat uit buitengebied en stedelijke gebieden. Het
is dus zaak om het buitengebied te vrijwaren voor
de essentiële functies : natuur, landbouw, bos en
wonen en werken
tegengaan van versnippering van de open ruim-
12
te;
groeien binnen de kernen; (inbreiding)
bereiken van plaatselijke gebiedsgerichte ruimte-
lijke kwaliteit;
gebiedsgerichte ruimtelijke ordening op basis van
het fysisch systeem;
het bufferen van de natuurfunctie in het buitenge-
bied.
Wuustwezel werd niet geselecteerd als economisch
knooppunt. Dit houdt in dat alleen lokale bedrijven-
terreinen (tot max. 5 ha per hoofddorp) kunnen/dienen
ontwikkeld worden.
Ruimtelijk Struc-tuurplan provincie Antwerpen
Gewenste natuurlijke/agrarische/landschappelijke
structuur
Wuustwezel is een gemeente waar landbouw de be-
langrijkste vormgever van de open ruimte is. De klei-
ne landschapselementen, die een ecologisch weefsel
vormen en natuurverbindingen onderhouden, dienen
gevrijwaard. De gewenste natuurlijke structuur beoogt
de vrijwaring en de versterking van de samenhang
van alle ruimten met een min of meer natuurlijk ka-
rakter.
Behoud en versterking van de structuurbepalende
landschapseenheden is prioriteit.
Er zijn geen relevante natuurlijke of land-
schappelijke structuren aanwezig in de nabij-
heid van de bedrijfssite.
Gewenste nederzettingsstructuur Wuustwezel is als structuur ondersteunend hoofddorp
type 1 geselecteerd. De dorpen Wuustwezel,
Gooreind en Loenhout zijn geselecteerd als woonker-
nen. De woonfunctie in het landbouwgebied dient te
worden bevroren of uitgedoofd.
Gewenste economische structuur Bedrijvigheid vermengen met woonfunctie indien
mogelijk. De gemeente krijgt de mogelijkheid om een
bijkomend lokaal bedrijventerrein aan te duiden, waar
zowel nieuwe als te herlokaliseren bedrijven geves-
tigd kunnen worden. Glastuinbouw dient geconcen-
treerd te worden en open ruimtes worden gevrijwaard
van nieuwe agrarische bebouwing.
Gewenste verkeers- en vervoersstructuur De differentiatie van de bereikbaarheid van Wuust-
wezel is belangrijk. In het provinciaal RUP wordt
voorzien dat er een betere verbinding moet komen
tussen Antwerpen, Turnhout en Hoogstraten; Wuust-
wezel ligt op deze verbindingsassen. Ook een dichter
fietspadennet moet ontwikkelt worden om de groei in
de langzaam-verkeer-verbindingen te realiseren.
Gemeentelijk Ruimtelijke Struc-tuurplan Wuust-wezel (GRS-Wuustwezel)
De gemeente Wuustwezel is ingedeeld in 5 deelruim-
ten. Dit is gebeurd op basis van de landschappelijke
componenten en structuren. Dit is een geografische
indeling van de gemeente, gebaseerd op een aantal
dezelfde kenmerken die in dat deel van de gemeente
te vinden zijn. Deelruimten zijn aparte entiteiten die
bijgevolg ook hun typische ruimtelijke potenties en
knelpunten kennen. Zij onderscheiden zich van andere
deelruimten, hebben zich anders ontwikkeld, lenen
zich tot andere functies en hebben een eigen aanblik.
Door het gebied onder te verdelen in verschillende
deelruimten wordt de diversiteit van de gemeente
onderstreept en wordt een gebiedsgerichte herkenning
en evaluatie van de ruimtelijke knelpunten, kwalitei-
ten en potenties mogelijk. Hiervan uitgaande wordt de
gemeente onderverdeeld in volgende vijf deelruimten:
13
1. De noordwestelijke open ruimte;
2. De zuidwestelijke open ruimte;
3. De as Bredabaan met de dorpskernen van Wuust-
wezel (3a), Gooreind (3b) en Braken (3c); (dit is
de deelruimte waar het bedrijf in gelegen is)
4. De deelruimte van Loenhout, met de dorpskern
van Loenhout en zijn agrarische omge-
ving
5. De deelruimte van het natuurgebied Groot Schiet-
veld en aangrenzende bossen, natuur- en land-
bouwgebieden.
6. Samen met de kennis van de deelstructuren (per ruim-
telijke component) vormt de
gebiedsgerichte kennis het vertrekpunt van het denk-
proces rondom de gewenste
ruimtelijke structuur van de gemeente.
Gedetailleerd : “De As Bredabaan”
Ons bedrijf ligt in de deelruimte “As Bredabaan”; de
Bredabaan vormt de spil van de gemeente. Ze door-
snijdt de gemeente van zuid naar noord. De kernen
Wuustwezel en Gooreind en het gehucht Braken zijn
langs deze as gelegen. Het gehucht Braken is ontstaan
als grenspost met Nederland en is verder uitgebouwd
rond het kruispunt met de Loenhoutsesteenweg. Ook
drie KMO-zones zijn langsheen de Bredabaan gele-
gen, namelijk: de KMOzone Grens, de KMO-zone
Wuustwezel (melkerij). en de KMO-zone Gooreind
(sigarenfabriek Verellen). Tussen de kernen komt de
open ruimte nog tot aan de Bredabaan (open ruimte-
corridors).
Bestaande ruimtelijk-economische structuur In eerste instantie wordt uitgegaan van de verschillen-
de deelstructuren en deelruimten. Hierbij wordt ver-
trokken van de synthese van het grondgebruik als
overlay van de bestaande open ruimte-structuur, de
bestaande nederzettingsstructuur, de bestaande ruim-
telijk-economische structuur en de bestaande lijnin-
frastructuur.
Volgende ruimtelijke elementen kunnen daarbij als
hoofdstructuren van Wuustwezel worden aangeduid,
op basis van de kennis van deelstructuren en deel-
ruimten
De E19-autoweg met de hoge snelheidslijn;
De N1, N111, N133 en N144 als verbin-
dingswegen; N144 en N133 zijn de
belangrijkste invalswegen vanuit de E19;
De dorpskernen (met lintvormige uitlopers)
van de drie woonkernen Wuustwezel,
Loenhout en Gooreind en de twee gehuchten
Braken en Sterbos; Wuustwezel
fungeert duidelijk als hoofddorp, dankzij de
concentratie van diensten en kleinhandel hier;
Zones met weekendverblijven rond Sterbos en
ten westen van Gooreind
8 KMO-gebieden, waarvan zes aan de randen
van de drie dorpskernen en twee aan
de randen van de twee gehuchten; GRS
Wuustwezel: informatief gedeelte, november
2006 - dossier WUU582 120
Drie concentratiezones van terreinen voor
sport-, recreatie- en jeugdactiviteiten, aan
de randen van de drie woonkernen;
De beeksystemen met hun valleien van Grote
Beek, Kleine Beek, Weehagenbeek,
en Sluiskensbeek;
De boscomplexen, dreven, parken met de kas-
telen van Loenhout en Sterbos en het
natuurgebied Groot Schietveld;
Een gedifferentieerd agrarisch gebied: rond-
om Loenhout een zeer heterogene,
14
grootschalige land- en tuinbouw, met clusters
van glastuinbouw; in het noordwesten een zeer homo-
gene, grondgebonden landbouw, met opvallend wei-
nig bebouwing in het grootschalig landschap; rondom
Gooreind tot aan de zuidrand van Wuustwezel: een
heterogene, mesoschalige land- en tuinbouw.
Gewenste ruimtelijke structuur Globaal toekomstbeeld voor Wuustwezel Wuustwezel wil de openruimte met zijn functies voor
natuur en zijn landschappelijke verscheidenheid vrij-
waren. Daar komt de synthese op neer. Dit gebeurt
binnen verschillende aspecten waaronder agrarische
bedrijvigheid, wonen en werken en bedrijven kansen
krijgen binnen een vastgelegde ruimtelijke structuur.
De bestaande kernen dienen verdicht te worden waar-
bij de open ruimte rond en tussen de kernen maximaal
moet blijven bestaan mét behoud van de landschappe-
lijke kenmerken. Bestaande lintbebouwing, verspreide
bebouwing en weekendzones worden bevroren en
recreatief gebruik van het landschap wordt gestimu-
leerd door inrichting matige ingrepen in het land-
schap.
Inbreiding in de kernen is prioritair en bedrijven wor-
den in eerste instantie verwezen naar bestaande open
ruimte op de bedrijventerreinen of naar nieuw te ont-
wikkelen KMO-terreinen.
Voor ieder deelgebied van Wuustwezel bestaan speci-
fieke bepalingen op alle niveau’s. Voor de regio bra-
ken waar de handelszaak gevestigd is zijn geen rele-
vante opmerkingen.
Kansen voor bedrijven
De doelstelling “kansen voor bedrijven” wordt voor-
namelijk ingevuld door:
- voorrang te geven aan inbreiding en
verdere ontwikkeling van het bestaand
bedrijventerrein “Sterbos”;
- verder onderzoek voor een nieuwe
KMO-zone op basis van het vermeld
afwegingskader; hieruit blijkt een
voorkeur voor de locatie Kampweg-oost;
- oplossingen voor zonevreemde be-
drijven aan te reiken, volgens de be-
palingen van omzendbrief RO
2000/01.
Infrastructuren op maat
Een uitwerking van de categorisering van het wegen-
net. De in het mobiliteitsplan
voorgestelde wegenhiërarchie wordt uitgevoerd, de
wandel- en fietsroutes worden versterkt en het open-
baar vervoer wordt verbeterd, voornamelijk wat be-
treft de westoost- verbindingen.
Ontwikkelingsperspectieven van de deelruimte ‘As Bredabaan’ De ontwikkeling van de bredabaan moet in functie van doorgaand verkeer zijn. De toekomstperspectie-ven richten zich op het niet dichtbouwen met lintbe-bouwing om dwarsend verkeer te vermijden. Er zijn geen noemenswaardige zaken van toepassing op vlak van ruimtegebruik door het tuincentrum.
15
4. Afbakening van het toepassingsgebied en de plan-merplicht
4.1. Plan-M.E.R.-plicht
“Het planologisch attest vormt het kader voor de toekenning van
een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I, II of III
van het project-m.e.r.-besluit van 10 december 2004, namelijk
voor een project opgesomd in rubriek 10b van bijlage II of III. Het
planologisch attest bepaalt echter het gebruik van een klein gebied
op lokaal niveau en is dus screeningsgerechtigd.”
4.2. Definitie van plan of programma
De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening schrijft de opmaak van aanvraag tot planologisch attest voor. De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening schrijft o.a. voor dat de opmaak van een aanvraag tot het bekomen van een planologisch attest moet gebeuren onder de verantwoordelijkheid van één of meerdere ruimtelijke planners. De aanvraag voor het bekomen van een planologisch attest m.b.t. Rijme-nants Wuustwezel BVBA, Kruisweg 79, 2990 Wuustwezel werd opge-maakt onder begeleiding van een geregistreerd ruimtelijke planner. Het besluit van de Vlaamse regering van 29.03.2013 bepaalt de nadere regels inzake het planologisch attest. Dit besluit is van toepassing op aan-vragen ingediend vanaf 01.08.2013.
4.3. Toepassingsgebied
Het betrokken plan of programma valt onder het toepassingsgebied van het D.A.B.M.(Decreet Algemeen Milieubeleid). Het planologisch attest vormt het kader op basis waarvan een RUP en in latere fase stedenbouwkundige vergunningen zullen worden toegekend. Zodoende is aan deze voorwaarde voldaan.
Totale oppervlakte huidige bedrijfssite is ca. 2 ha. De korte termijnvisie kan binnen de bestaande bedrijfsgrenzen worden opgevangen maar is geen economisch rendabele optie. Inclusief de visie op lange termijn bedraagt de oppervlakte ca. 3 ha. waarbij de actieve ruimte op 2ha blijft gezien enkel een omruiling van gronden wordt gevraagd. In de buurt van het plangebied bevindt zich enkel vogelrichtlijngebied en geen habitatrichtlijngebied. Conclusie: de aanvraag tot het bekomen van een planologisch attest valt onder de screeningsplicht.
5. In voorkomend geval een beoordeling of het voorgeno-men plan of programma grensoverschrijdende aanzienlijke milieueffecten kan hebben
Het plangebied is gelegen aan de rand van de gemeente Wuustwezel. De oppervlakte van het plangebied bedraagt ca. 3ha. Er worden geen effecten verwacht die de gemeentegrens, gewestgrens of de landsgrens zullen overschrijden.
6. Een beschrijving en een inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het voorgenomen plan of programma
Hier wordt een overzicht gevraagd van de mogelijke aanzienlijke milieu-effecten van het plan of programma op: o de ruimtelijke ordening o de biodiversiteit o de fauna en flora o de energie- en grondstoffenvoorraden o de bodem o het water o de klimatologische factoren o het geluid
16
o het licht o de stoffelijke goederen o Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie o de samenhang tussen de genoemde factoren. o de gezondheid en veiligheid van de mens, incl. mobiliteit & lucht
bijlage 1 Bestaande toestand
bijlage 2 Overzichtsplan stedenbouwkundige vergunningstoestand
bijlage 3 Gewenste toestand op korte en lange termijn
6.1. Een beschrijving en inschatting van de mogelijke aan-zienlijke milieueffecten van het voorgenomen plan of pro-gramma op de ruimtelijke ordening
Referentiesituatie en geplande situatie Rijmenants Wuustwezel BVBA is geëvolueerd naar een volwaardig tuin- en interieurcentrum. Zowel de visie op korte- als op lange termijn houdt in dat de gebouwen vernieuwd en uitgebreid moeten worden op de huidige gronden én op de gronden die momenteel nog niet vergund zijn. De bebouwde bezettings-graad zal altijd relatief laag blijven gezien de benodigde oppervlakte voor parking, brandwegen en groenbuffers. De visie op korte termijn kan inge-vuld worden binnen het bestaand gebouwencomplex. Potentiële effecten Enkel positieve effecten in functie van ontsnippering van perceelsvormen en tegengaan van visuele versnippering van het landschap. Landbouw zal er wel bij varen, aangezien de twee niet aaneengesloten landbouwperce-len één aaneengesloten geheel zullen vormen. Conclusie
Er zullen geen aanzienlijke milieueffecten zijn op de ruimtelijke ordening.
6.2. Een beschrijving en inschatting van de mogelijke aan-zienlijke milieueffecten van het voorgenomen plan of pro-gramma op de biodiversiteit, de fauna en de flora
Referentiesituatie Vogelrichtlijngebied en Habitatrichtlijngebied In Wuustwezel zijn enkele habitatrichtlijngebieden die niet in de buurt van de bedrijfssite liggen. Er is wel een vogelrichtlijngebied in het open landschap ten Westen van de site. De grens hiervan ligt zodanig dat het bedrijf bij in het vogelrichtlijngebied zit. De gebiedscode is BE2101437 en het gebied beslaat 4110ha van aan de Bredabaan tot in “De Maatjes” aan de Nederlandse grens. Dit vogelrichtlijngebied is vooral van toepassing voor veel wintergasten of trekkers en een gering aantal broedvogels voor deze streek. Bedreigingen zijn onder andere grondwateroppomping, infrastructuur (minder belangrijk) en landbouwintensificatie (zeer belangrijk). De bedrijfssite vormt op dit vlak geen bedreiging voor het vogelrichtlijn-gebied en kan goed voorzien worden van een natuurlijke groengordel, interessant voor vele vogelsoorten en fauna en flora.
Opmerking departement Ruimtelijke ordening en mobiliteit : “Het
vogelrichtlijn is niet ten westen van het plangebied gelegen zoals ver-
meld wordt in de nota. Het plangebied is volledig in vogelrichtlijngebied
gelegen.”
Dat wat m’n zegt klopt, het staat namelijk ook zo in de nota. Plange-
bied ligt IN het richtlijngebied, maar niet middenin, het gebied ligt in
z’n geheel ten Westen van het plangebied, maar bevat wel de plansite.
VEN Er zijn in Wuustwezel geen VEN- of IVON-gebieden gesitueerd.
17
Biologische waarderingskaart Wuustwezel telt een relatief groot aantal gebieden met een specifieke waarde naar natuur toe. Het betreft zowel natuurgebieden, als interes-sante landbouwgebieden, bosgebieden of weilanden en wegbermen. In de buurt van Braken komen enkel percelen voor met minder waardevolle elementen of zonder significatie. Potentiële effecten Vergroting van de bebouwde oppervlakte Vergroting van de oppervlakte groenaanplantingen Conclusie Binnen de bedrijfssite met eventuele uitbreidingen op korte en lange termijn bevinden zich geen waardevolle fauna of flora die verloren drei-gen te gaan. De twee akkers/weilanden die benut zouden worden omvat-ten geen bekende broedplaatsen van beschermde diersoorten (weidevo-gels of akkervogels). Deze gronden liggen namelijk te dicht bij de be-bouwde woonzones om een rustige pleister-, foerageer- of broedplaats te zijn voor vele vogelsoorten. Een toekomstige aanplant van een brede groenbuffer biedt zelfs meer kansen aan vele vogelsoorten, insecten en kleine zoogdieren.
6.3. Een beschrijving en inschatting van de mogelijke aan-zienlijke milieueffecten van het voorgenomen plan of pro-gramma op de energie- en grondstoffenvoorraden
Referentiesituatie Niet van toepassing. Potentiële effecten
- Bij het verbouwen, herbouwen en/of uitbreiden van ge-bouwen en verhardingen zal er gebruik gemaakt worden van energie en grondstoffen. Dit is echter van beperkte duur.
- Het bedrijf zelf zal zoveel mogelijk duurzame energie ge-bruiken, al dan niet produceren.
- Toename in afvalproductie : al het afval wordt gescheiden
afgevoerd en gaat ofwel naar recyclagecentrales via trans-portbedrijven ofwel naar een containerpark. Restafval wordt op gemeentelijk niveau afgevoerd maar de produc-tie van restafval beperkt zich tot een hoeveelheid die min-der is dan van een gemiddeld huishouden door een door-gedreven systeem van afvalsortering op het bedrijf. Groenafval wordt ter plaatse gecomposteerd.
Conclusie Er zal niet meer energie en grondstoffen verbruikt worden dan noodzake-lijk. Geen aanzienlijk effect.
6.4. Een beschrijving en inschatting van de mogelijke aan-zienlijke milieueffecten van het voorgenomen plan of pro-gramma op de bodem
Referentiesituatie Gans de bedrijfssite en omgeving is gelegen op een Matig droge zand-bodem met dikke antropogene humus die weinig geschikt is voor vele soorten teelten, niet geschikt voor permanente weide en wel geschikt voor maïsteelt. Op de erosiekaart is de volledige omgeving ingekleurd met de aandui-ding “verwaarloosbaar”. De verwachtte toename aan verharding schatten we op ongeveer 15%. In de huidige situatie is 5000m² onverhard (gazon vooraan, groenbuffer zijkant en een gedeelte ongebruikte grond, momenteel weide). De ove-rige ruime 15000m² is parking, verharding of gebouw. In de toekomstige situatie zou dit lichtjes toenemen. De enige groenzo-nes zullen de wettelijke groenzones zijn + de groenvoorzieningen op en rond de parking. Die zullen samen ca. 2600m² bedragen. Al de rest zal
18
gebouw, parking en circulatieruimte zijn, waarbij 80% van de circulatie-ruimte zal bestaan uid waterdoorlatende materialen. Wordt opgenomen in het plan : Een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning moet steeds voldoen aan de vigerende wetgeving inzake he-melwaterputten, buffer-/infiltratievoorzieningen en de gescheiden af-voer van afvalwater en hemelwater. Het opgevangen hemelwater moet in eerste instantie nuttig worden her-gebruikt en, indien dit kan, ter plaatse geïnfiltreerd of als laatste keuze gebufferd en vertraagd afgevoerd. Bij het verlenen van stedenbouwkundige vergunningen kan worden op-gelegd dat verhardingen moeten worden uitgevoerd in waterdoorlatend materiaal, behalve wanneer het om milieutechnische redenen niet aan-vaardbaar is. De gebruikte verhardingsmaterialen kunnen best waterdoorlatend zijn om zo veel mogelijk regenwater ter plaatse in de bodem te laten indrin-gen. Potentiële effecten Verbouwen, herbouwen en/of uitbreiden van de bedrijfssite betekent extra ruimte-inname. Er zal bijgevolg minder hemelwater in de bodem kunnen dringen en de grond zal verdrogen. Naar erosie toe is er geen gevaar, ook geen maatregelen nodig. (zie kaart 16) Milderende maatregelen Geen aanzienlijk belangrijke milderende maatregelen nodig als voldaan wordt aan de belangrijke eisen inzaken bodembescherming en opper-vlaktewaterbeheer. Conclusie Geen aanzienlijke effecten, mits het nemen van de juiste maatregelen. De bodem is niet van uitzonderlijke kwaliteit voor de landbouw en naar waterbeheer toe kunnen goede maatregelen genomen worden inzake infiltratie.
6.5. Een beschrijving en inschatting van de mogelijke aan-zienlijke milieueffecten van het voorgenomen plan of pro-gramma op het water
Referentiesituatie
In de onmiddellijk omgeving van de bedrijfssite komen geen waterlo-pen voor.
De bedrijfssite is gelegen in niet overstromingsgevoelig gebied.
De bedrijfssite is niet gelegen in een van nature overstroombaar ge-bied (NOG).
De bedrijfssite is niet gelegen in recent overstroomd gebied.
De bedrijfssite en omgeving is gecategoriseerd als niet infiltratiege-voelig.
De bedrijfssite is weinig gevoelig voor grondwaterstroming.
Het bedrijf is aangesloten op een open gracht (Kruisweg)
Het regenwater wordt afgevoerd naar een baangracht. Potentiële effecten
Er zal blijvend geloosd worden in de open gracht wat betreft het huishoudelijk afvalwater.
Door de bouw van extra gebouwen en het aanleggen van extra ver-hardingen zal er enerzijds minder water in de bodem kunnen sijpe-len, wat aanleiding geeft tot verdroging. Anderzijds zal het hemelwa-ter worden verzameld in infiltratiebekkens/regenwaterputten en ge-bruikt worden of vertraagd worden afgevoerd, zodat de belasting op de ontvangende beken en waterlopen wordt beperkt.
Toename in afvalwaterproductie : het afvalwater beperkt zich tot huishoudelijk afvalwater, afkomstig van een kantine met vaatwasin-richting en de inrichting van toiletten die ter beschikking staan van klanten en personeel. De hoeveelheid afvalwater is te vergelijken met de productie van gemiddeld 3 huishoudens op vlak van sanitair afvalwater. Het gewone afvalwater beperkt zich tot afwaswater aan-gezien er geen douches of wasmachines aanwezig zijn.
19
Regenwater en overschotten van beregeningswater worden opge-vangen en hergebruikt.
Verharde oppervlakten worden bij voorkeur aangelegd in waterdoor-latende materialen op een waterdoorlatende fundering of dienen af te wateren naar de onverharde randzones en niet naar de riolering. De overige verharde oppervlakte dient te worden gecompenseerd door een infiltratievoorziening (gracht, wadi, ondergrondse infiltra-tievoorziening), tenzij kan aangetoond worden dat infiltratie onmo-gelijk is vanwege voortdurende hoge grondwaterstanden of een doorlatendheidsfactor van de bodem die kleiner is dan 1.10-5 m/s. Enkel indien infiltratie onmogelijk is mag de volledige verharde op-pervlakte gecompenseerd worden door buffering met vertraagde af-voer.
Voor de hemelwaterafvoer moet de voorkeur gegeven worden aan de volgende afvoerwijzen in afnemende graad van prioriteit: op vang voor hergebruik, infiltratie op eigen terrein, buffering met vertraagd lozen in een oppervlaktewater of een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater en tot slot lozing in regenwaterafvoerleiding (RTWA) in de straat. Slechts wanneer de beste beschikbare technieken geen van de voornoemde afvoerwijzen toelaten, mag het hemelwater over-eenkomstig de wettelijke bepalingen geloosd worden in de openbare riolering.
Milderende maatregelen De meest noodzakelijke maatregelen zijn hiervoor beschreven voor op-name in het plan. Conclusie Geen aanzienlijke effecten, mits het nemen van milderende maatregelen wat perfect mogelijk is de toekomstvisie van het bedrijf.
Opmerking Agentschap ondernemen : “Er dient nagegaan te worden
in hoeverre er kan aangesloten worden op de riolering in dit centraal
gebied.”
Er is geen riolering aanwezig, enkel een open gracht. We hebben ech-
ter reeds op papier de verplichting van VMM om een individuele wa-
terzuivering te organiseren met nadien gedeeltelijke infiltratie op ei-
gen bodem, en maar een klein gedeelte lozing in de open gracht aan de
straat. Deze verplichting kwam tot stand bij de herziening van onze
vervallen milieuvergunning die nu volledig up to date is aan de huidi-
ge én toekomstige situatie. We kregen echter uitstel voor uitvoering
gezien de nakende nieuwbouwplannen. Bij nieuwbouw moeten we
uiteraard aan deze voorwaarde nog voldoen.
6.6. Een beschrijving en inschatting van de mogelijke aan-zienlijke milieueffecten van het voorgenomen plan of pro-gramma op het geluid
Referentiesituatie Niet van toepassing. De verkeersas ‘Bredabaan’ is op dit moment een bron van geluid, van permanente aard die niet gevoelig erger zal worden bij de vernieuwing van het tuincentrum. Potentiële effecten o Tijdelijke geluidshinder bij het verbouwen, herbouwen en/of uit-
breiden van gebouwen en de aanleg van verhardingen. Conclusie Dit effect is eerder kleinschalig en van tijdelijke aard.
20
6.7. Een beschrijving en inschatting van de mogelijke aan-zienlijke milieueffecten van het voorgenomen plan of pro-gramma op het licht
Referentiesituatie Niet van toepassing. Potentiële effecten Bijkomende lichthinder door bijkomende verlichting op het bedrijfster-rein. Enkel vooraan op de parking. Enkel tijdens openingsuren indien het donker is of hoogstens enkele uren voor of na openingsuren. Nachtelijke verlichting is niet noodzakelijk. Conclusie Dit effect is eerder kleinschalig en beperkt in tijd.
6.8. Een beschrijving en inschatting van de mogelijke aan-zienlijke milieueffecten van het voorgenomen plan of pro-gramma op de stoffelijke goederen
Referentiesituatie Niet van toepassing. Potentiële effecten Niet van toepassing. Conclusie Geen aanzienlijk effect
o 6.9. Een beschrijving en inschatting van de mogelijke aan-
zienlijke milieueffecten van het voorgenomen plan of pro-
gramma op het Landschap, bouwkundig erfgoed en ar-
cheologie
Landschapsatlas De landschapsatlas duidt in Wuustwezel een ankerplaats aan, aan de Oostelijke zijde van de Bredabaan. Het gaat hier om ankerplaats “Kasteel van Wuustwezel en de Vloeikens”. Dit bevat onder enerzijds een re-lictzoneassociatie met ‘Heide en bos groot schietveld’, ‘Open akker en kasteel van Wuustwezel’ en anderzijds een puntrelictenassociatie met ‘Kasteel van Wuustwezel’ en ‘Vloeikenshoeve’. Dit alles is niet relevant voor de bedrijfssite.
Referentiesituatie
De bedrijfssite situeert zich aan de rand van Wuustwezel.
De bedrijfssite heeft momenteel, conform het gewestplan, als be-stemming ‘agrarisch gebied’
In de omgeving van de bedrijfssite zijn er geen beschermde monu-menten, geklasseerde landschappen of stads-/dorpsgezichten gesitu-eerd.
In de directe omgeving van de bedrijfssite zijn er geen ankerplaatsen of relictzones gesitueerd.
In de omgeving van de bedrijfssite zijn er geen ankerplaatsen of re-lictzones gesitueerd.
De bedrijfssite kan groen zeer landschappelijk ingericht worden
De bedrijfssite is op het gewestplan ingekleurd als ‘agrarisch gebied’ Potentiële effecten Niet van toepassing. Conclusie Geen aanzienlijke effect.
6.10. Een beschrijving en inschatting van de mogelijke aan-zienlijke milieueffecten van het voorgenomen plan of pro-gramma op de samenhang tussen de genoemde factoren
Referentiekader Niet van toepassing.
21
Potentiële effecten Niet van toepassing. Conclusie Geen aanzienlijk effect.
6.11. Een beschrijving en inschatting van de mogelijke aan-zienlijke milieueffecten van het voorgenomen plan of pro-gramma op de gezondheid en de veiligheid van de mens
Referentiesituatie en geplande situatie
Relatie tot de omgeving o Algemeen
Rijmenants Wuustwezel BVBA is een bedrijf dat van klanten af-hankelijk is. Het bedrijf zit gehuisvest in serregebouwen en dit zal in de toekomst ook zo zijn. Ondanks het feit dat de serres dicht tegen de omliggende woningen staan is er geen omgevingshinder aangezien alle activiteit zich binnen in die gebouwen afspeelt zonder geluids-, licht- of verkeershinder.
o Huidige structuur
Het betreft een vrij omvangrijke bedrijfssite. De invloedssfeer van het bedrijf bevindt zich binnen straal van 25 à 30 km rond Wuustwezel. Het betreft dus een lo-kaal bedrijf.
Het bedrijf Rijmenants NV is hoofdzakelijk actief in de detailhandel van
tuin- en interieur gerelateerde artikelen.
Het bedrijf is gelegen in agrarisch gebied en hierdoor zonevreemd. Via het
planologisch attest destijds van Op-Sinjoorke is het bedrijf niet meer zo-
nevreemd.
Echter is er het GRUP ‘zonevreemde bedrijven’ dat onder andere deze site
een beschrijving geeft van toekomstmogelijkheden maar dit is enkel van
toepassing op de percelen die in eigendom waren van de vorige eigenaars
en rekening hield met de groei van het bedrijf in die situatie voor 2011.
Dit is dus niet relevant voor Rijmenants na de eerste stevige groei in het
eerste jaar na de overname.
Korte termijnvisie…………………………….………..……..bijlage 3& 6 Rijmenants wenst niet het soort activiteiten uit te breiden maar de be-
staande activiteit te vergroten om aan de groei te kunnen beantwoorden.
Er is vooral een dringende nood aan vernieuwing van de gebouwen en
tegelijkertijd ook nood aan uitbreiding van de gebouwen om voldoende
assortimenten te kunnen aanbieden aan het cliënteel. Vooral op vlak van
milieubelasting en energiebesparing kunnen we enorm vooruit en dit is
niet mogelijk met de huidige verouderde gebouwen. Op vlak van veilig-
heid op de openbare ruimte willen we ook vernieuwen wat wil zeggen dat
we gebouwen anders moeten schikken om personenwagens en toekomend
vrachtverkeer te kunnen scheiden. De huidige vergunde perceelsvormen
laten bovendien geen economisch verantwoordde manier van bouwen toe.
We willen een bedrijf dat ongeveer 9600m² actieve ruimte heeft (op een
totaal van 20000m²). In die 9600m² zit overdekte winkelruimte, open-
luchtverkoop (of cabrioserre) en aankomst- en verwerkingsruimte (planten
laden/lossen, verplantruimte, voorraad potgrond, goederenverwerking,…).
We plannen een groenbuffer van ongeveer 3m breed (totaal 1700m²) voor
de landschappelijke inplanting, volledig langs bewoonde zijdes en straat-
zijde open ivm sociale veiligheid) en een brede brandweg rondom. Par-
keerplaatsen zullen allemaal tussen het winkelpand en de openbare weg
liggen en ongeveer 7000m² in beslag nemen, inclusief de groenvoorzie-
ningen op het parkeerterrein. De gebouwen zouden verder achteraan moe-
ten liggen op de terreinen zodat vooraan meer parkeerruimte ontstaat om
gevaarlijke situaties en problemen op straat te voorkomen. De nieuwbouw
moet ecologische aspecten krijgen zoals ondergrondse regenwateropvang
en regenwatergebruik, zonne-energie, volledig waterdoorlatende verhar-
ding, waterzuivering, vloerverwarming gestuurd door zonneboilers en
warmtepompen,… We hebben vergunningen nodig voor het bekomen van
een rechthoekig aaneengesloten terrein waarop tuincentrum gebouwd mag
worden. De vergunning voor “tuincentrum” bestaat al wel maar commer-
cieel en milieubewust gezien kan dit niet op de huidig vergunde vormen
van de vergunde oppervlakte. Het gaat dus louter om een omruiling, een
hertekening van de grenzen. De bouwvoorschriften in verband met afstand
van de grens, nokhoogte en dakgoothoogte e.d. zou lichtjes aangepast
22
moeten worden. Dit dan vooral voor de maximale dakgoothoogte van de
serres. Om planten goed te kunnen houden in de winkel is een hogere
serre interessanter. (6m goothoogte). Zowel qua tewerkstelling, als mobili-
teitsprofiel als op vlak van kleinhandelsactiviteiten verwachten we nog
een tijd te groeien en hier willen we een stapje voor zijn en de nodige ver-
anderingen pro-actief aanpakken. Later verwachten we dan te komen in
een systeem van normale economische groei.
Lange termijnvisie
Op lange termijn zien we geen belangrijke veranderingen. We willen alles
pro-actief aanpakken zodat het bij één keer blijft. Enkel de korte termijn-
visie is dus belangrijk waarbij we alles wel op lange termijn bekijken maar
reeds op korte termijn zullen verwezenlijken.
6.11.1. Herlokalisatie
Een herlokalisatie is economisch en planologisch moeilijk te verantwoor-
den:
Het bedrijf heeft een lange geschiedenis op deze plaats en is een be-
grip geworden in de regio. De ligging is niet de allerbeste maar toch
dicht bij een hoofdweg wat wel behoorlijke voordelen oplevert.
Het vinden en verwerven van een geschikt (voldoende groot) bouw-
perceel in het kader van een herlokalisatie is heden bijna onmogelijk
en financieel niet haalbaar;
De nieuw te ontwikkelen bedrijvenzones in Wuustwezel zullen deze
grootte nooit kunnen huisvesten en op de huidige KMO-zones is niet
voldoende ruimte. Bovendien valt een tuincentrum een beetje uit de
context in een klassieke KMO-zone.
Het bedrijf is al van voor de jaren ‘60 op de huidige locatie gevestigd;
De bedrijfssite is centraal in het werkgebied gelegen en heeft een goe-
de ligging en bereikbaarheid naar de buurgemeentes toe;
Het personeel is afkomstig uit de nabije omgeving van het bedrijf.
Seveso – inrichtingen Er zijn binnen een straal van 2km geen sevesoinrichtingen geves-tigd. (bron http://www.lne.be/themas/veiligheidsrapportage/inrichtingen/Kaart_Seveso_Vlaanderen)
Potentiële effecten Het bedrijf veroorzaakt momenteel op geen enkel vlak hinder voor de omgeving of omwonenden. Ook met onze uitbreidingsplannen zal er geen hinder zijn aangezien we de grotere gebouwen verder van de be-woning zouden willen plaatsen. Enkel de toename in het dagelijkse ver-keer zal een aanpassing zijn voor de omgeving maar aangezien het ver-keer van de Bredabaan amper 100m een lokale weg (cat. II) in moet rij-den zal dit effect op de openruimte te verwaarlozen zijn. Conclusie De uitvoering van zowel de korte als lange termijn visie zal geen bijko-mende risico’s voor de gezondheid en de veiligheid van de omwonenden opleveren.
23
6.11.2. Een beschrijving en inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het voorgenomen plan of programma op de mobiliteit
Naar aanleiding van opmerkingen in het advies van Ruimte Vlaanderen, Departement Ruimtelijke ordening en Mobiliteit en aBMV is de be-schrijving hieronder geschrapt en vervangen door een complete MOBER. Zie bijlage achteraan dit dossier.
(Ref. Mober p29.)
Conclusies en aanbevelingen
LOS blijft zowel in huidige als in toekomstige situatie
respectievelijk A en C op de aansluiting van de project-
site op de Kruisweg en op het kruispunt Kruisweg x N1
Bredabaan. Er worden bijgevolg geen significante nega-
tieve effecten verwacht op gebied van doorstroming en
afwikkelcapaciteit.
De voorziene 200 parkeerplaatsen zijn ruim voldoende
om de parkeervraag tijdens het piekmoment op zondag-
namiddag van 171 parkeerplaatsen op te vangen. Daar-
naast wordt zwaar ingezet in het bieden van ruime, com-
fortabele, overdekte fietsenstallingen.
Omwille van de relatief beperkte toename van de ver-
keersintensiteiten ten gevolge van het project, worden er
ook geen aanzienlijke negatieve effecten verwacht met
betrekking tot verkeersleefbaarheid, verkeersveiligheid
en oversteekbaarheid.
Ook de bijkomende verkeersemissies ten gevolge van het
project, zullen geen aanzienlijk negatieve effecten heb-
ben op lucht op geluid.
Uit de sensitiviteitstoets is gebleken dat zelfs in de druk-
ste maand december, de toekomstige LOS-waarden op
respectievelijk A en C blijven. Ook de parkeercapaciteit
zal in deze drukke maand volstaan om de parkeervraag
– die iets verschilt van de gemiddelde parkeervraag om-
wille van het specifiek bezoekersprofiel in de maand de-
cember- op te vangen.
Gezien er geen aanzienlijke negatieve effecten worden
verwacht ten gevolge van het project, zijn geen milde-
rende maatregelen noodzakelijk. Er werden wel enkele
verkeerstechnische en flankerende maatregelen aanbevo-
len teneinde de verkeersveiligheid en het gebruik van
duurzame vervoerswijzen te optimaliseren.
Referentiesituatie en geplande situatie
Het huidige mobiliteitsprofiel:
het bedrijf telt 2 bedrijfswagens : 1 camionette voor kleine leveringen en 1 kleine vrachtwagen voor intern transport en levering van tuinmeubelen.
iedere bedrijfswagen staat voor gemiddeld 2 à 3 vervoersbewegingen per week;
Personeel komt voornamelijk met de wagen (7 medewerkers) of met openbaar vervoer/fiets (3 medewerkers). Er is zowel halftijds als voltijds personeel waardoor er dagelijks maar een 5-tal voertuigen van het perso-neel op de bedrijfssite komen.
ca. 900 betalende klanten bezoeken de zaak per week (gemiddelde op jaarbasis). Bijna 97% van de klanten komt per auto. De andere 3% zijn klanten die per fiets, te voet of met openbaar vervoer komen. Ongeveer de helft van het aantal klanten komt in het weekend. Er zijn dus in verhouding
24
meer autovoertuigbewegingen in een weekend dan op een weekdag. Op maandag is de zaak gesloten.
Toelevering van het bedrijf gebeurd door vrachtwagens (60%) en camio-netten (40%). Dit is goed voor gemiddeld 5 voertuigen per dag. Conclusie : 10 voertuigbewegingen.
Zowel klanten- als toeleveringsverkeer kent pieken en dalen in samen-hang met de seizoenen. Van maart tot en met mei en van oktober tot en met december is het eerder drukker, in de overige maanden in verhouding veel rustiger.
Conclusie : er zijn op jaarbasis gemiddeld 135 voertuigbewegingen per weekdag en ca. 450 voertuigbewegingen per weekenddag. (1440 bewegin-gen per week).
Het toekomstige mobiliteitsprofiel: We gaan er vanuit dat we kunnen groeien zoals een studie ons heeft aangetoond :
Het bedrijf zal 3 bedrijfswagens tellen : 2 camionetten voor kleine leve-ringen en 1 kleine vrachtwagen voor levering van tuinmeubelen en grote hoeveelheden planten e.d.
Iedere bedrijfswagen zal dan staan voor gemiddeld 16 vervoersbewegin-gen per week.
Personeel komt voornamelijk met de wagen maar we sporen zoveel mogelijk mensen aan om per fiets of met openbaar vervoer te komen. In de toekomst verwachten we minstens 30 mensen te kunnen tewerkstellen. Met een gemiddelde aanwezigheid van 20 mensen per dag.
We verwachten in de toekomst een toename van het aantal klanten en denken hiermee richting 2500 betalende klanten per week te gaan. Dit is een gemiddelde op jaarbasis. Dit zou een gemiddelde zijn van 270 voer-tuigbewegingen per dag op de weekdagen en ca. 900 voertuigbewegingen per dag op weekend- en feestdagen.
Toelevering van het bedrijf zal in verhouding mee stijgen tot een gemid-delde van 10 leveringsvoertuigen per dag. (waarvan 60% vrachtwagens, 40% camionettes).
Conclusie : er zijn op jaarbasis gemiddeld 270 voertuigbewegingen per weekdag en ca. 900 voertuigbewegingen per weekenddag. (2880 bewegin-gen per week).
Potentiële effecten In de toekomst zal het aantal voertuigbewegingen/dag toenemen. Door gebouwen verder naar achter in te plannen ontstaat vooraan een veel grotere ruimte voor parkeergelegenheid en ruimte om op de bedrijfssite een goede scheiding te maken tussen personenverkeer en goederen-transport. Conclusie Enkel voor de eerste 100m van de Kruisweg zal dit een toename van het verkeer veroorzaken dat van belang is. Voor de Bredabaan zal dit extra aantal voertuigbewegingen te verwaarlozen zijn. Het verschil in aantal verwachte voertuigbewegingen en aantal verwach-te klanten is te vinden in gemiddelde cijfers : er zijn die klanten die met bussen worden afgezet, klanten die samen komen (moeder en dochter) maar apart afrekenen, groepjes gepensioneerden die samenrijden maar wel apart afrekenen…Het “klantenaantal” gaat om het aantal geregi-streerde betalingen. Hier kunnen we niet onmiddellijk de link leggen naar het aantal voertuigbewegingen. Vanaf de bredabaan moeten de voertuigen een kleine 100m de kruisweg inrijden en bereiken zo de parkeerplaats. Met de huidige +/- 90 parkeerplaatsen komen we nu gemiddeld toe, ook in de drukke weekends. In de toekomst gaan we ruimte hebben voor ongeveer 180 tot 250 parkeerplaatsen, afhankelijk van de terreinin-richting. Hier zijn geen potentiële problemen.
25
6.11.3. Een beschrijving en inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het voorgenomen plan of programma op de lucht.
Referentiesituatie Niet van toepassing. Potentiële effecten o Tijdelijke beperkte stofhinder bij het verbouwen, herbouwen en/of
uitbreiden van gebouwen en de aanleg van verhardingen. o Beperkte bijkomende luchtverontreiniging door de bijkomende
mobiliteit. Conclusie Het effect is eerder kleinschalig. Volgens de kaarten op de website www.atmosys.eu kunnen we vast-stellen dat de 2 belangrijkere parameters (ozon en stikstofdioxide) on-der het gemiddelde liggen van de cijfers die een jaargemiddelde weer-geven. (rode bol is situering bedrijf)
26
7. De mogelijke ontwikkeling van het plangebied indien geen RUP werd opgesteld
Rijmenants Wuustwezel BVBA heeft een vergunde grond van ca. 20000m². Het grootste probleem is de grillige vorm van het perceel. Er kunnen geen economisch rendabele gebouwen worden neergezet op deze manier. De ruimtelijke indeling zal nooit een logische indeling kun-nen zijn. Niet enkel dat, ook de veiligheid van klanten kan in het gedrang komen aangezien de ligging van parkings op verschillende plekken zou plaatsvinden op het terrein. Vrachtverkeer en klantenverkeer op het terrein zou niet gescheiden kunnen worden en er zal op korte termijn een tekort aan parkeermogelijkheden ontstaan waardoor gevaarlijke situaties op de baan zouden kunnen voorvallen. Een landschappelijke inpassing zal niet mogelijk zijn op deze manier aangezien de vergunde gronden andere gronden ruimtelijk versnipperen. En dat is net wat het RSV (ruimtelijk structuurplan Vlaanderen) niet wil. Conclusie is dus dat vernieuwen op de huidig vergunde terreinen niet realistisch is. Wat wél realistisch is; is het feit dat we moeten vernieuwen. We moeten uitbrei-den en we moeten economisch rendabel kunnen zijn. Nu hebben we een actief bedrijf in oude gebouwen wat resulteert in een enorme energie-verspilling, een tekort aan ruimte voor het comfort van onze klanten, een tekort aan parkeerplaats, een parking waarop ook het vrachtverkeer zich moet bewegen en vooral een bedrijf dat de potentie heeft om enorm te kunnen groeien mits de juiste investeringen op zeer korte termijn met een zeer toekomstgerichte aanpak. Als we kunnen groeien zoals een stu-die ons heeft bewezen kunnen we hier binnen de 3 à 5 jaar bijna 30 men-sen tewerkstellen, met de voorkeur naar mensen uit de nabije omgeving van het bedrijf.
8. Relevante gegevens met inbegrip van de redenen waar-om de initiatiefnemer meent geen plan-mer te moeten op-maken overeenkomstig art. 4.2.6,§1, 5° van het DABM
Op basis van de beschikbare informatie kan worden besloten dat ten gevolge van de eventuele opmaak van een RUP als gevolg van een posi-tief planologisch attest geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten
zijn. Zeker niet wanneer een aantal milderende maatregelen worden genomen. Er kan besloten worden dat de aanvraag tot het bekomen van een plano-logisch attest en het eventuele RUP niet onder de plan MER-plicht vallen.
9. Verzoek om uiterlijk binnen 30 dagen na ontvangst van het verzoek tot raadpleging het advies over te maken door betekening of tegen ontvangstbewijs van de initiatiefnemer
EXTRA NOTA :
Ter verduidelijking van kaart13,14 en 15
Kaart 13 : ter info een copy van de topografische kaart waarop
een zeer duidelijke grillige hoekige vorm te zien is van de huidig
vergunde ruimte. Onrealistisch om hier efficiënt op te onder-
nemen, afhangend van bedrijfsgebouwen die moeten dienen
voor verkoop in de detailhandel.
Kaart 14 : ter info een luchtfoto anno 2011 van de uitgangssitu-
atie op het moment van de overname van het bedrijf. Duidelij-
ke te zien achteraan rechts dat een gedeelte van de vergunde
ruimte vroeger ook al niet gebruikt werd gezien de onlogische
ligging.
Kaart 15 : ter info een luchtfoto anno 2015 van de huidige situa-
tie waarbij vervallen serres reeds afgebroken zijn (tijdelijke
parking) en waarop een deel van de vergunde ruimte niet ge-
bruikt wordt op dit moment gezien de zeer onlogische ligging.