Aanvraag planologisch attest door GESBO – gemeente Balen · Artikel 2 van het besluit van de...

11
M_IMPACT 30 APRIL 2014 Opgesteld door: Wouter Beyen Aanvraag planologisch attest door GESBO – gemeente Balen Screening passende beoordeling en VEN-toets

Transcript of Aanvraag planologisch attest door GESBO – gemeente Balen · Artikel 2 van het besluit van de...

Page 1: Aanvraag planologisch attest door GESBO – gemeente Balen · Artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van nadere regels inzake het planologische attest (besluit

M_IMPACT

30 APRIL 2014

Opgesteld door: Wouter Beyen

Aanvraag planologisch attest door GESBO – gemeente Balen

Screening passende beoordeling en VEN-toets

Page 2: Aanvraag planologisch attest door GESBO – gemeente Balen · Artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van nadere regels inzake het planologische attest (besluit

1

Aan

vraa

g p

lan

olo

gis

ch a

ttes

t d

oo

r G

ES

BO

– g

eme

ente

Bal

en |

30 A

PR

IL 2

014

Aanvraag planologisch attest door GESBO – gemeente Balen

Screening passende beoordeling en VEN-toets

1 Situering van de vraag De firma GESBO uit Balen vraagt een planologisch attest (PA) aan voor haar bedrijf gelegen Hulsen 113

in Balen, kadastrale percelen Balen afdeling 1 sectie E nummers 1342/x (figuur 1). Op perceel 1358c, ook

eigendom, zijn de activiteiten volledig gestopt en zal via het PA geen bestemmingswijziging gevraagd

worden. Concreet vraagt Gesbo met de aanvraag voor een planologisch attest op korte termijn o.a. aan:

een beperkte uitbreiding en gedeeltelijke regularisatie van de bureelruimte vooraan;

de regularisatie van 3 showroomveranda’s in woongebied;

het bestendigen van de zonevreemde bedrijfsonderdelen.

En op lange termijn

een uitbreiding van bureel- en ontvangstruimte;

aanpassingen aan gebouwen, o.a. aanbrengen geluidsisolatie;

de aanleg van een groenscherm.

Voorts bevat de aanvraag de vraag om de gronden te herbestemming naar een geëigend

bestemmingstype. Want na het onwettig verklaren van het BPA ‘Hulsen ambachtelijke zone’ heeft dit

perceel terug de bestemming volgens het gewestplan waarop het deels de bestemming woongebied en

deels de bestemming agrarisch gebied heeft.

Figuur 1: situering bedrijfsperceel 1342x en perceel 1358b op uittreksel CADGIS

Page 3: Aanvraag planologisch attest door GESBO – gemeente Balen · Artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van nadere regels inzake het planologische attest (besluit

2

Aan

vraa

g p

lan

olo

gis

ch a

ttes

t d

oo

r G

ES

BO

– g

eme

ente

Bal

en |

30 A

PR

IL 2

04

Artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van nadere regels inzake het

planologische attest (besluit Vlaamse regering van 29/3/2013, BS 2/7/2013)bepaalt waaruit een

aanvraag van een planologisch attest moet bestaan. Dat is o.a.:

9° een passende beoordeling of verscherpte natuurtoets als die vereist is op grond van de relevante

wetgeving en reglementering, en het advies erover van de bevoegde instantie, waaruit minstens blijkt

dat alle aspecten voldoende onderzocht zijn.

10° documenten waaruit blijkt dat voldaan is aan de verplichtingen inzake milieueffectrapportage.

Dit document geeft invulling aan de voorlaatste bepaling.

2 Screening passende beoordeling Het bedrijf is deels gelegen binnen de grenzen van het habitatrichtlijngebied “Bovenloop van de Grote

Nete met Zammels Broek, Langdonken en Goor”, code BE2100040 (figuur 3). Dit gebied bestrijkt een

oppervlakte van 4280 ha tussen Lommel-Kerkhoven in het oosten en Aarschot in het Zuidwesten en

omvat 7 deelgebieden (figuur 2). Gesbo grenst aan en ligt deels in deelgebied 1 dat een oppervlakte

heeft van 1.876 ha. De 7 deelgebieden zijn:

1) Bovenloop van de Grote Nete met Scheps, De Vennen, Most Keiheuvel

2) Zammelstreek, Varendonk en Wittebergen

3) Vallei van de Molse Nete

4) Vallei van de Grote Nete met Malsebroek en Belsbroek

5) Vallei van de Grote Nete te Stelen

6) Langdonken en Blakers

7) Goor, Asbroek en Prinsenbos

De afbakening werd vastgelegd bij besluit van de Vlaamse regering van 24 mei 2002.

In het kader van de hernieuwing van de milieuvergunning voor Gesbo stelde Eco2 eind 2008 een

screening passende beoordeling op. Eco2 besloot haar onderzoek dat Gesbo geen aanzienlijk effect kan

genereren op het habitatrichtlijngebied en geen volwaardige passende beoordeling vereist is. Het ANB

Antwerpen is in een advies uit 2008 dezelfde mening (geen effecten) toegedaan indien o.a.

Alle activiteiten op 1358b gestaakt worden en alle destijds resterende afval (klinkers, groenafval)

verwijderd worden;

Het geloosde afvalwater gezuiverd wordt en het effluent een temperatuur heeft aangepast aan de

omgevingstemperatuur;

Een buffering van hemelwater wordt voorzien;

Beschermingsvoorschriften voor soorten1 worden nageleefd.

1

, sinds mei 2009 zijn deze voorschriften geregeld via in het soortenbesluit. De kb’s en besluiten van de Vlaamse regering waarnaar het advies verwijst zijn gedateerd.

Page 4: Aanvraag planologisch attest door GESBO – gemeente Balen · Artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van nadere regels inzake het planologische attest (besluit

3

Aan

vraa

g p

lan

olo

gis

ch a

ttes

t d

oo

r G

ES

BO

– g

eme

ente

Bal

en |

30 A

PR

IL 2

014

Figuur 2: situering deelgebieden van het SBZ-H: Bovenloop Grote Nete met Zammelsbroek, Langdonken en Goor

Figuur 3: detailsituering GESBO op afbakening van het habitatrichtlijngebied

Page 5: Aanvraag planologisch attest door GESBO – gemeente Balen · Artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van nadere regels inzake het planologische attest (besluit

4

Aan

vraa

g p

lan

olo

gis

ch a

ttes

t d

oo

r G

ES

BO

– g

eme

ente

Bal

en |

30 A

PR

IL 2

04

Eco2 screende de effecten ten opzichte van de feitelijke toestand (in 2008) van de percelen in het SBZ-H

rondom het bedrijf. De percelen waren toen niet habitatwaardig en vertoonden tekenen van verruiging.

Deze methode, toetsen aan de feitelijke toestand, was in die tijd gebruikelijk maar zal potentiële

effecten niet detecteren. Sinds het opmaken van de eerste instandhoudingsdoelen (IHD) is het van

belang om de effecten ten aanzien van de potentiële (na te streven) natuurwaarden in te schatten.

Daarom wordt in deze screening passende beoordeling, aanvullend aan de gevoerde effectbeoordeling

door Eco2, bijkomend nagegaan of het bedrijf geen aanzienlijke effecten kan hebben op de gewenste

situatie van het habitatrichtlijngebied (SBZ-H) in kwestie. Deze gewenste situatie staat beschreven in het

rapport met de specifieke instandhoudingsdoelen (S-IHD) van het SBZ-H.

2.1 Beschrijving S-IHD

De ontwerp S-IHD werden opgesteld in augustus 2012. De vastligging ervan door de Vlaamse regering

wordt eerstdaags verwacht. Deze instandhoudingsdoelen worden opgemaakt voor volgende habitatten

en soorten.

Habitatten bijlage I decreet natuurbehoud (bijlage I habitatrichtlijn)

2310 Psammofiele heide met Calluna- en Genista-soorten 2330 Open grasland met Corynephorus- en Agrostissoorten op landduinen 3130 Oligotrofe tot mesotrofe stilstaande wateren met vegetatie behorend tot de

Littorelletalia uniflora en/of de Isoëtes-Nanojunctea

3150 Van nature eutrofe meren met vegetatie van het type Magnopotamion of Hydrocharition

3260 Submontane en laagland rivieren met vegetaties behorend tot het Ranunculion fluitans en het Callitricho-Batrachion

4010 Noord-Atlantische vochtige heide met Erica tetralix 4030 Droge Europese heide 6230 Soortenrijke heischrale graslanden op arme bodems van berggebieden (en van

submontane gebieden in het binnenland van Europa) *

6410 Grasland met Molinia op kalkhoudende, venige of lemige kleibodem (Eu-Molinion)

6430 Voedselrijke zoomvormende ruigten van het laagland, en van de montane en alpiene zones

6510 Laaggelegen schraal hooiland (Alopecurus pratensis, Sanguisorba officinalis) 7140* Overgangs- en trilveen 7150* Slenken in veengronden met vegetatie behorend tot het Rhynchosporion 9120 Atlantische zuurminnende beukenbossen met Ilex en soms ook Taxus in de

ondergroei (Quercion robori-petraeae of Ilici-Fagenion)

9160 Sub-Atlantische en midden-Europese wintereikenbossen of eiken-haagbeukbossen behorend tot het Carpinion-betuli

9190 Oude zuurminnende eikenbossen met Quercus robur op zandvlakten 91E0 Alluviale bossen met Alnion glutinosa en Fraxinus excelsior (Alno-Padion, Alnion

incanae, Salicion albae) *

Page 6: Aanvraag planologisch attest door GESBO – gemeente Balen · Artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van nadere regels inzake het planologische attest (besluit

5

Aan

vraa

g p

lan

olo

gis

ch a

ttes

t d

oo

r G

ES

BO

– g

eme

ente

Bal

en |

30 A

PR

IL 2

014

Soorten bijlage II decreet Natuurbehoud (bijlage II habitatrichtlijn)

Drijvende waterweegbree - Luronium natans Beekprik - Lampetra planeri Bittervoorn - Rhodeus sericeus amarus * Kleine modderkruiper - Cobitis taenia Rivierdonderpad – Cottus gobio* Kamsalamander - Triturus cristatus Meervleermuis - Myotis dasycneme *

Soorten bijlage III decreet natuurbehoud (bijlage IV habitatrichtlijn)

Kamsalamander - Triturus cristatus Poelkikker - Rana lessonae Laatvlieger - Eptesicus serotinus Meervleermuis - Myotis dasycneme Rosse vleermuis - Nyctalus noctula Ruige dwergvleermuis / Gewone dwergvleermuis / Kleine dwergvleermuis - Pipistrellus species

Soorten bijlage IV Natuurdecreet (bijlage I vogelrichtlijn)

Roerdomp – Botaurus stellaris Woudaap – Ixobrychus minutus Porseleinhoen – Porzana porzana Bruine kiekendief – Circus aeruginosus Kwartelkoning – Crex crex Blauwborst – Luscinia svecica Ijsvogel – Alcedo atthis Wespendief – Pernis apivorus Zwarte specht – Dryocopus martius

Deze lijst van de habitatten van bijlage I en soorten van bijlage II Natuurdecreet (en habitatrichtlijn)

wijkt licht af van de aangemelde lijst bij de vastlegging van het gebied. Dit wordt in de opsomming met

een * aangegeven. Bijlage III soorten natuurdecreet (bijlage IV habitatrichtlijn) en vogelrichtlijnsoorten

zijn niet aangemeld voor dit SBZ-H en zijn bij de opmaak van de S-IHD toegevoegd.

De S-IHD specifiëren voor de vermelde habitatten en soorten welke doelen in het gebied nagestreefd

worden en bepalen voor ieder habitattype en iedere soort tot op deelgebiedniveau waar en hoe deze

bereikt kunnen worden. Voor deelgebied 1, omgeving Hulsen, leiden we uit de S-IHD af dat er kansen

zijn voor volgende twee habitatten en soorten van het valleilandschap:

Habitatten

1) 6430: Voedselrijke zoomvormende ruigten van het laagland, en van de montane en subalpiene

zones

2) 91E0: Alluviale bossen met Alnus glutinosa en Fraxinus excelsior (Alno-Padion, Alnion incanae,

Salicion incanae)

Page 7: Aanvraag planologisch attest door GESBO – gemeente Balen · Artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van nadere regels inzake het planologische attest (besluit

6

Aan

vraa

g p

lan

olo

gis

ch a

ttes

t d

oo

r G

ES

BO

– g

eme

ente

Bal

en |

30 A

PR

IL 2

04

Soorten

1) De beekprik2

2) De vleermuizen laatvlieger, gewone en ruige dwergvleermuis

3) De ijsvogel

Voor de realisatie van de doelstellingen kunnen maatregelen nodig zijn op vlak van het areaal (waar kan

een bepaalde habitat of soort voorkomen), oppervlakte (waar komt het habitat of de soort actueel voor)

en kwaliteit. Voor de relevante habitatten en soorten geeft onderstaande tabel per maatregel aan welke

inspanningen nodig zijn.

Maatregel areaal oppervlakte kwaliteit

6430 behouden behouden stijgen

91E0 behouden stijgen stijgen

Om de doelstellingen te behalen worden volgende algemene principes gehanteerd:

doelstellingen worden in de eerste plaats bereikt door kwaliteitsverbetering van habitatten en

leefgebieden.

versterking natuurwaarden vindt in eerste orde plaats aansluitend aan bestaande kernen met

natuurwaarden

zoveel mogelijk ruimtelijk combineren en realiseren van doelstelling op locaties met kleinste

ruimtebeslag (zuinig ruimtegebruik)

Specifiek voor de vallei van de Grote Nete bepalen de IHD dat volgende maatregelen vereist zijn

Herstel hydrologie van de vallei en haar infiltratiegebieden

Verbetering van de waterkwaliteit door o.a. woningen die ongezuiverd huishoudelijk afvalwater

lozen zo snel mogelijk aan te sluiten op een riolering of te voorzien van een iba. Dit is essentieel voor

het behalen van doelstellingen voor vissoorten en de ijsvogel

Herstel natuurlijke beekstructuur en connectiviteit

Realisatie van een samenhangend netwerk van alluviale bossen, natte graslanden, ruigtes en

moerassen

en tot slot

realisatie uitgestrekt moerasgebied in het Zammels Broek en het Trichelbroek als leefgebied voor

roerdomp, woudaap en porseleinhoen.

Met uitzondering van de laatste maatregel die specifiek is gericht op deelgebied 3, zijn de overige van

toepassing voor deelgebied 1 waaraan Gesbo grenst.

2

voor de drie overige vissoorten worden doelstellingen verder stroomafwaarts voorzien

Page 8: Aanvraag planologisch attest door GESBO – gemeente Balen · Artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van nadere regels inzake het planologische attest (besluit

7

Aan

vraa

g p

lan

olo

gis

ch a

ttes

t d

oo

r G

ES

BO

– g

eme

ente

Bal

en |

30 A

PR

IL 2

014

2.2 Screening effecten van Gesbo

De effecten van Gesbo kunnen in drie types verdeeld worden.

1. Directe effecten welke ontstaan door het ruimtebeslag van het bedrijf in het habitatrichtlijngebied

2. Verstoringseffecten welke ontstaan doordat emissies van geluid, licht, stoffen naar lucht, bodem of

water of het onttrekken van bv. water resulteren in gewijzigde omstandigheden in het

habitatrichtlijngebied wat kan resulteren in een effect op habitatten of soorten.

3. Netwerkeffecten: deze effecten ontstaan wanneer een bedrijf verbindingsroutes van dieren

verbreekt of barrières opwerpt tussen ecologische verbindingen

2.2.1 Directe effecten

Het bedrijf kreeg in 1998 een stedenbouwkundige vergunning voor de bouw van bedrijfshallen die

actueel gelegen zijn binnen de grenzen van het habitatrichtlijngebied. De afbakening daarvan gebeurde

pas in 2002. Er kan hoogstens sprake zijn van een potentieel effect dat bovendien aanwezig is over

minder dan 1/1000ste van de oppervlakte van deelgebied 1 van het SBZ-H. De S-IHD bepalen dat voor

habitatten die voor de omgeving relevant zijn areaaluitbreiding niet vereist is. Binnen de grenzen van

het SBZ-H zijn dus al voldoende de potenties voor deze habitatten aanwezig. Momenteel niet geschikt

areaal moet niet geschikt gemaakt. De beperkte oppervlakte van het bedrijf dat gelegen is binnen de

contouren van het SBZ-H is niet vereist om de doelstellingen van de S-IHD te halen. Er kan worden

besloten dat Gesbo geen potentieel effect heeft op de nagestreefde areaal- en oppervlaktedoelen

voor habitatten en leefgebieden voor soorten.

2.2.2 Verstoringseffecten

Potentiele verstoringseffecten van het bedrijf zijn wijziging waterkwaliteit, vermesting en verzuring door

emissie verbrandingsgassen, geluidsverstoring en lichtverstoring.

Niet relevant is verdroging want Gesbo heeft geen grondwaterwinning en veroorzaakt zo geen directe

verdroging.

Wijziging waterkwaliteit

De S-IHD bepalen dat voor het behalen van doelstellingen voor vissen het verhogen van de

waterkwaliteit een vereiste is. Alle ongezuiverde afvalwaterstromen moeten worden gesaneerd. Zoals

figuur 4 toont ligt Gesbo volgens de zoneringskaart van de VMM voor rioleringen in een collectief te

optimaliseren buitengebied. Door haar sanitaire afvalwater te zuiveren in een IBA (individuele

behandelingsinstallatie van afvalwater) draagt Gesbo bij in de realisatie van de doelstelling “verhogen

waterkwaliteit”. Het effluent van de IBA wordt geloosd in een begroeide gracht. Deze stroomt af naar de

Laak. In de begroeide gracht kan verdere zuivering van het effluent plaatsgrijpen met o.a. opname van

voedingsstoffen. Maar op de waterkwaliteit van de beken is de impact van de lozing van dit effluent

Page 9: Aanvraag planologisch attest door GESBO – gemeente Balen · Artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van nadere regels inzake het planologische attest (besluit

8

Aan

vraa

g p

lan

olo

gis

ch a

ttes

t d

oo

r G

ES

BO

– g

eme

ente

Bal

en |

30 A

PR

IL 2

04

minimaal. Deze invloed zal niet resulteren in het niet behalen van doelstellingen voor beekprik en

ijsvogel, soorten die gebaat zijn bij hoge waterkwaliteit van zuiver water. Besloten wordt dat Gesbo

geen aanzienlijk negatief effect op de waterkwaliteit in het SBZ-H genereert en daardoor ook niet op

de populatie van de beekprik en ijsvogel. Tijdens het terreinbezoek werd de ijsvogel zelfs roepend

waargenomen aan de Grote Nete, tijdens exploitatie van het bedrijf, een aanwijzing dat er geen effect

is.

Figuur 4: situering bedrijf op zoneringskaart riolering van de VMM

Geluidshinder

Geluidsverstoring is alleen relevant tijdens de exploitatie die in de dagperiode gebeurt en heeft pas

effecten vanaf een niveau van 45 dB(A). Uit de geluidsstudie van “Acoustical Engineering” blijkt dat op

een aanpalend perceel de bijdrage van Gesbo maximaal 38 dB(A) bedraagt. Hieruit wordt afgeleid dat

Gesbo geen geluidsverstoring genereert op het aanpalende habitatrichtlijngebied.

Vermesting en verzuring

Eco2 besloot in haar screening van 2008 dat de verbrandingsinstallatie van Gesbo geen effect van

verzuring en vermesting heeft op het SBZ-H wanneer getoetst werd aan het meest kwetsbare

aangemelde habitat, namelijk droge heide. In de omgeving van Gesbo komen deze voedselarme

habitatten niet voor. De S-IHD bepalen dat er vooral potenties zijn voor de voedselrijke habitatten 6430

en 91E0. Bovendien heeft het bedrijf geen vergunning meer voor de houtverbrander. Alleen de

verbrandingsinstallaties op huisbrandolie met een gezamenlijk thermisch vermogen van 1.000 kilowatt

zijn vergund en emitteren verbrandingsgassen. Uitgaande van volgende overwegingen kan worden

aangenomen dat deze kleine verbrandingsinstallaties van het bedrijf geen vermestende noch

verzurende invloed hebben op het habitatrichtlijngebied:

De emissie is beperkt, de stookinstallaties vallen onder de noemer kleine verbrandingsinstallatie;

Page 10: Aanvraag planologisch attest door GESBO – gemeente Balen · Artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van nadere regels inzake het planologische attest (besluit

9

Aan

vraa

g p

lan

olo

gis

ch a

ttes

t d

oo

r G

ES

BO

– g

eme

ente

Bal

en |

30 A

PR

IL 2

014

het emissiepunt is hoog gelegen (niet nabij de grond zoals bij auto’s) wat betekent dat immissie en

depositie over een grote oppervlakte worden uitgespreid zodat ze per oppervlakte eenheid klein

zijn;

Het habitatrichtlijngebied ligt ten zuiden van het emissiepunt terwijl, wegens overheersende ZW

winden, grootste immissie en depositie ten noordoosten plaatsgrijpt;

Nabij Gesbo worden mesotrofe (matig voedselrijke) tot voedselrijke habitatten nagestreefd volgens

de S-IHD.

Lichtverstoring

Deze vorm van hinder kan afkomstig zijn van de verlichting die aanwezig is boven de toegangen tot de

gebouwen. Vastgesteld wordt dat de armaturen alle naar de

grond zijn gericht, waar het licht nodig is. Dit betekent dat er

nauwelijks sprake zal zijn van verstrooiing van licht naar de

omgeving, waaronder het habitatrichtlijngebied. De aanleg van

een extra groenscherm dat het bedrijf wil aanleggen op lange

termijn zal de eventuele lichtverstrooiing nog verder doen

afnemen. Vleermuizen en andere lichtgevoelige soorten zullen

geen hinder ondervinden. Er is geen effect van lichtverstoring

op de S-IHD voor het habitatrichtlijngebied.

2.2.3 Netwerkeffecten

Deze effecten zijn niet relevant wegens de perifere ligging van het bedrijf t.o.v. het

habitatrichtlijngebied. Het bedrijf ligt niet tussen twee deelgebieden in. Migrerende dieren verplaatsen

zich hoofdzakelijk parallel met de vallei, dit is oost-west en niet noord-zuid. Er is ook geen gevaar op

mortaliteit van amfibieën of andere beschermde soorten door het verkeer. Enerzijds omdat er geen

geschikte leefgebieden voor deze soorten zijn aan weerszijden van de toegangsweg Uilenbemden en

anderzijds omdat leveringen enkel tijdens de dagperiode gebeuren en amfibieën hoofdzakelijk ’s nachts

migreren.

2.3 Besluit screening passende beoordeling

Aanvullend aan de screening uitgevoerd door Eco2 in 2008 op de effecten van Gesbo op de actuele (in

2008) toestand van het habitatrichtlijngebied, screent deze nota de effecten van Gesbo op de gewenste

toestand van het habitatrichtlijngebied zoals beschreven in het S-IHD rapport. Er wordt vastgesteld dat

ook wanneer wordt getoetst aan de doelstellingen beschreven in de S-IHD Gesbo geen negatieve

effecten heeft op het habitatrichtlijngebied. De opmaak van een volwaardige passende beoordeling is

niet vereist.

Page 11: Aanvraag planologisch attest door GESBO – gemeente Balen · Artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van nadere regels inzake het planologische attest (besluit

10

Aan

vraa

g p

lan

olo

gis

ch a

ttes

t d

oo

r G

ES

BO

– g

eme

ente

Bal

en |

30 A

PR

IL 2

04

3 Verscherpte natuurtoets (VEN-toets) De afstand van het bedrijfsperceel tot een gebied van het VEN, “Vallei van de Grote Nete

bovenstrooms”, bedraagt ca. 150 m. Dit gebied overlapt ter hoogte van Gesbo volledig met het SBZ-H

waarop effecten werden gescreend. De screening passende beoordeling kwam tot het besluit dat er

geen of hoogstens minimale effecten (lozing effluent gezuiverd sanitair afvalwater) zijn op het SBZ-H. Op

het VEN dat verderaf ligt zijn er geen effecten meer te verwachten. Er is dus geen sprake van

onvermijdbare en onherstelbare schade aan het VEN. Het PA moet niet vergezeld van een

gedetailleerde VEN-toets.

Figuur 5: situering Gesbo t.o.v. gebieden van het Vlaams ecologisch Netwerk