Kristallen in de urine van katten · Web viewHet verkrijgenvan de urine van katten doe ik op de...
Transcript of Kristallen in de urine van katten · Web viewHet verkrijgenvan de urine van katten doe ik op de...
Kristallen in de urine van katten
Rebecca BoersVWO5 maart 2017
InhoudsopgaveInleiding................................................................................................................................2
1. Hoe werkt de algemene stofwisseling van katten en welke invloed hebben de
verschillende voedingsstoffen in het voer op de stofwisseling van katten?.........................3
1.1. Hoe werkt de algemene stofwisseling van katten?................................................3
1.2. Welke invloed hebben de verschillende typen kattenvoer op de stofwisseling?. . .7
2. Hoe werkt het urinestelsel van katten?.......................................................................12
3. Wat zijn kristallen in de urine van katten en hoe ontstaan ze?..................................16
3.1. Verschillende soorten kristallen...........................................................................18
4. Hoe kunnen kristallen in de urine van katten voorkomen worden?............................22
5. Wat is het verband tussen de pH (zuurgraad) van de urine en de vorming van de
verschillende kristallen.......................................................................................................25
5.1. Beschrijving onderzoek........................................................................................26
5.2. Praktisch experiment...........................................................................................26
5.3. Resultaten............................................................................................................28
5.4. Materialen............................................................................................................33
6. Wat zijn de gevolgen van blaasgruis voor katten?.....................................................34
Conclusie............................................................................................................................35
Evaluatie.............................................................................................................................38
Bibliografie..........................................................................................................................39
Bijlage 1..............................................................................................................................41
Bijlage 2: Formulier commentaar vakdocent......................................................................42
Pagina
Inleiding
Veel meer katten hebben de laatste tijd last van kristallen in de urine. Zo ook de kat van
mijn vriend. Dit bracht mij dan ook op het idee om hier mijn PWS over te schrijven. De
kristallen zelf zijn niet erg schadelijk, maar als ze samenklonteren kunnen ze ervoor
zorgen dat katten kleine stenen in hun nieren en blaas krijgen. Dit kan tot veel pijn en
zelfs verstoppingen leiden. Pas als de kristallen samengeklonterd worden krijgt de kat er
last van, de symptomen zijn, bloed in de urine, veel naar de kattenbak gaan, mauwen als
ze op de kattenbak zitten enzovoorts. Maar omdat de kristallen niet altijd gaan klonteren
zijn er ook veel katten die wel kristallen hebben maar er helemaal geen last van hebben.
Als er eenmaal nier of blaasstenen geconstateerd zijn krijgen de katten een speciaal dieet
waardoor ze er geen last meer van moeten hebben.
Mijn deelvragen hebben hier dan ook betrekking op. Mijn hoofdvraag is: Is er een relatie
tussen voeding en de vorming van kristallen in de urine van katten? Doormiddel van de
volgende deelvragen ga ik dit onderzoeken:
- Hoe werkt de algemene stofwisselingen van katten en welke invloed hebben de
verschillende voedingsstoffen in het voer op de stofwisseling van katten? Hoe werkt
het urinestelsel van katten?
- Wat zijn kristallen in de urine van katten en hoe ontstaan ze?
- Wat is het verband tussen de ph van de urine en de kristallen?
- Wat zijn de gevolgen van blaasgruis voor katten?
- Hoe kunnen de verschillende type kristallen in de urine van katten voorkomen
worden?
Mijn onderzoek gaat dan ook over het verband tussen het voer van de kat en de ph in de
urine. Dit laatste heeft dan weer te maken met de vorming van blaastenen. Het speciale
dieet zorgt ervoor dat er geen stenen worden gevormd, hieruit kun je opmaken dat de
voeding zeker effect heeft op de vorming van kristallen. Ik wil bij gewone huiskatten gaan
onderzoeken of ze kristallen in de urine hebben. Ook heb ik aan de eigenaren gevraagd
welk voer de katten krijgen en hiertussen wil ik een verband proberen te leggen. Ik
verwacht dat bij een hogere pH waarde van de urine de kans op de vorming van kristallen
groter is, en dat de pH waarde hoger wordt als katten meer vlees eten. Mijn verwachting
is dan ook dat er een relatie tussen voeding en de vorming van kristallen in de urine van
katten is.
Mijn onderwerp valt zeker onder Biologie, maar er zijn ook raakvlakken met scheikunde
omdat de vorming van de kristallen een scheikundig proces is en ook de pH waarde van
de urine een rol speelt bij mijn onderzoek. De methode van onderzoek is zowel
beschrijvend onderzoek als hypothese toetsend onderzoek.
Pagina
1. Hoe werkt de algemene stofwisseling van katten en welke invloed hebben de verschillende voedingsstoffen in het voer op de stofwisseling van katten?
1.1. Hoe werkt de algemene stofwisseling van katten?
SpijsverteringDe spijsvertering van katten heeft twee functies:
1. Zorgen dat schadelijke bacteriën en ziekteverwekkers tegengehouden worden.
2. Vetten, eiwitten, koolhydraten, vitamines en mineralen verwerken en zorgen dat deze
in het bloed terecht komen.
De spijsvertering begint met het kauwen van voedsel in de mond en de weerhaakjes op
de tong zorgen ervoor dat het vlees gemakkelijker van de botten geschraapt kan worden
(zie afbeelding schedel kat (Shaes 2015)). Door het kauwen wordt het oppervlakte van het
voedsel groter waardoor de enzymen uit het speeksel er beter bij kunnen. Enzymen
katalyseren de reactie en zorgen ervoor dat voedingsstoffen in enkelvoudige moleculen
worden omgezet. Een enzym in speeksel in amylase, dat zetmeel omzet in glucose. De
tong duwt het gekauwde voedsel naar de keelholte en hier ontstaat een slikreflex. (Laenen,
2013)
Fig 1: Schedel van een kat (Shaes C. Y., sd)
MaagDoor de slikreflex komt het voedsel in de slokdarm en vervolgens komt het voedsel in de
maag, waar maagsap gevormd wordt. Dit maagsap bevat veel zoutzuur en zorgt ervoor
dat er een erg zuur milieu heerst in de maag. Dit doodt o.a. bacteriën en zorgt ervoor dat
sommige enzymen beter kunnen werken. De pH in de maag is ongeveer 2,0.
zodat het geen last heeft van de lage zuurgraad in de maag. De pH in de maag is
ongeveer 2.
Pagina
Vanuit de maag wordt het voedsel via het maagportier, naar de twaalfvingerige darm
geduwd, een deel van de dunne darm. In de twaalfvingerige darm worden er
verteringssappen aan het voedsel toegevoegd. Deze zijn afkomstig van de lever en de
alvleesklier (Bartges, 2016).
LeverIn de lever wordt gal aangemaakt, deze gal wordt opgeslagen in de galblaas en via de galbuis naar de twaalfvingerige darm gevoerd en gemend met het voedsel. Gal bestaat uit galzure zouten en galkleurstoffen. Vetten mengen niet goed met water en hierdoor is het verteren van vetten lastiger. Galzure zouten emulgeren de vetten en oliën
en zorgen ervoor dat grote druppels verdeeld worden in kleine druppels wat zorgt voor
een groter oppervlakte bij het verteren. Galkleurstoffen bestaan uit afvalproducten van
dode rode bloedcellen en geven de bruine kleur aan de ontlasting.
Fig 2: Lever van een kat (Caressa dierenziekenhuizen, 2017)
De alvleesklier geeft verschillende verteringssappen af, maar ook insuline en glucagon,
deze twee stoffen regelen het bloedsuikergehalte. Het sap bestaat uit:
- Buffers, deze neutraliseren het maagsap
- Carbohydrase-enzymen, deze maken kleinere moleculen van suiker en zetmeel.
- Lipase-enzymen, deze breken lange vetketens af.
- Nuclease-enzymen, deze zorgen ervoor dat nucleïne zuren afgebroken worden
- Protease-enzymen, deze breken eiwitketens af.
Deze afgescheiden enzymen zijn heel erg sterk, als ze niet worden tegengehouden zullen
ze zichzelf vernietigen. Hierdoor worden ze als proto-enzymen afgescheiden, dit zijn
inactieve enzymen die eerst geactiveerd moeten worden. Pas in de nuchtere darm
worden ze geactiveerd (Bartges, 2016).
Vanaf de twaalfvingerige darm wordt het voedsel naar de nuchtere darm gevoerd en
vanuit daar naar de kronkeldarm. Hierna gaat het voedsel naar de dikke darm en
uiteindelijk naar de endeldarm. Pagina
Voedsel opname door darmenIn de darmen is er peristaltiek die de inhoud van de darmen voortbeweegt.
Het oppervlakte van de darmen wordt flink vergroot om de voedselopname te vergroten.
Dit vergroten wordt gedaan door middel van darmplooien en darmvlokken op de
darmwand (villi).
Fig 3: De villi zijn vouwen, die voor oppervlakte vergroting zorgen in de darmen (Digestive
system, sd).
In de nuchtere darm vindt het grootste gedeelte van de voedselopname plaats, dit gebeurt
met behulp van alle eerder toegevoegde enzymen en verteringssappen. Ook in de
kronkeldarm vindt nog veel opname van voedsel plaats.
In de dikke darm vindt vooral resorptie plaats, dit is de terugwinning van lichaamsvocht.
De voedselbrij wordt dus ingedikt. In de endeldarm worden de afvalstoffen opgeslagen,
als er genoeg afvalstoffen aanwezig zijn gaat er een signaal naar de hersenen en kan de
kat gaan ontlasten. De endeldarm wordt afgesloten met een grote kringspier (Digestive
system, sd).
Pagina
Fig 4: Hier zijn de darmen van een kat te zien (Drs. Foster & Smith, 1997-2017).
Alle voedingsstoffen die opgenomen worden tijdens de vertering worden opgenomen in
het bloed. Vanaf de darmen stroomt het bloed via de poortader direct naar de lever, waar
de voedingstoffen verwerkt worden. Eén van de taken van de lever is zorgen voor een
goede hoeveelheid glucose in het bloed. Ook kan de lever schadelijke stoffen
onschadelijk maken of uit het bloed halen.
Pagina
1.2. Welke invloed hebben de verschillende typen kattenvoer op de stofwisseling?
Voordat deze vraag te beantwoorden is, is het ten eerste van essentieel belang om te
weten wat bepaalde voedingsstoffen in kattenvoer met het lichaam doen. Er zijn erg veel
verschillende voedingsstoffen die te verdelen zijn in 5 hoofdcategorieën. Dit zijn:
koolhydraten, vetten, eiwitten, mineralen en vitaminen. Ook zijn er nog een aantal andere
voedingsstoffen. Hieronder komt per hoofdcategorie een uitleg over wat voor soort
stoffen dit zijn, of katten deze stof nodig hebben en een aantal voorbeelden noemen.
Koolhydraten Koolhydraten zijn moleculen die opgebouwd zijn uit koolstof, zuurstof en waterstof. Een
aantal voorbeelden van koolhydraten zijn: zetmeel, suikers en voedingsvezels zoals
cellulose. Katten hebben niet veel koolhydraten nodig. De functie van koolhydraten is
energievoorziening. Koolhydraten worden verteerd door enzymen in de darmwand van de
dunne darm en de gevormde enkelvoudige glucosemoleculen, fructosemoleculen en
galactosemoleculen worden hierna opgenomen in het bloed (Grandjaean, 2006).
Fig 5: Opname van koolhydraten, alles over de invloed van voedingsstoffen op de
gezondheid van honden en katten (Grandjaean, 2006).
Vetten De hoofdbestanddelen van vetten zijn vetzuren en glycerol. Deze vormen samen
triglyceriden. Vetten zijn de belangrijkste energiebron voor katten. Zonder vet kunnen ze
niet overleven. Een te grote hoeveelheid kan echter lijden tot zwaarlijvigheid van de kat,
vetten leveren namelijk veel energie per gram. Een andere functie van vetten is de
opbouw van cellen of de aanmaak van bepaalde hormonen. De vetten die deze functie
vervullen zijn de zogenaamde essentiële vetzuren (Grandjaean, 2006). Pagina
Fig 6: Opname van vetten (Grandjaean, 2006).
Pagina
Eiwitten Eiwitten zijn moleculen die uit aminozuren bestaan. Omdat ze allemaal een andere
aminozuursamenstelling hebben, hebben eiwitten ieder een andere functie. Katten
hebben behoefte aan een grote hoeveelheid eiwitten. Eiwitten heeft het lichaam nodig om
organen en structuren op te bouwen of te vernieuwen. Ook zorgen eiwitten voor het
transport van bepaalde moleculen (transporteiwitten), om signalen van het ene naar het
andere orgaan te versturen (hormonen) en om ziekten te bestrijden (antilichamen).
Eiwitten zitten voornamelijk in dierlijke producten maar ook in een aantal plantaardige
producten (Grandjaean, 2006).
Fig 7: Opname van eiwitten en functies (Grandjaean, 2006).
Mineralen Mineralen zijn verdeeld in twee categorieën, dit zijn de macro-elementen en de
sporenelementen. Zoals de naam eigenlijk al zegt zijn macro elementen de mineralen die
in grote hoeveelheden aanwezig zijn in het lichaam. Voorbeelden van macro elementen
zijn: calcium, fosfor, kalium, natrium en magnesium. Sporenelementen zijn in kleine
hoeveelheden aanwezig maar zijn onmisbaar voor de goede werking van het lichaam van
de kat. Voorbeelden van sporenelementen zijn: ijzer, zink, mangaan, koper en jodium.
Hoewel katten mineralen nodig hebben om het lichaam goed te laten functioneren, is een
teveel aan mineralen niet goed. Mineralen hebben allemaal een andere functie, hieronder
een aantal van de belangrijkste macro-elementen met belangrijke functies:
Calcium: zorgt voor de opbouw van het skelet
Fosfor: zorgt voor de overdracht van energie
Pagina
Kalium/natrium: zorgen voor het evenwicht van de ionen in de cellen
Magnesium: maakt zenuwimpulsen mogelijk
Fig 8: Opbouw van het skelet door calcium (Grandjaean, 2006).
Hieronder een aantal sporenelementen met zijn functies:
IJzer: zorgt voor de aanmaak van hemoglobine in de rode bloedlichaampjes
Zink: is essentieel voor de gezondheid van de huid
Mangaan: zorgt voor de vorming van het kraakbeen en de vacht
Koper: zorgt voor synthese van de pigmenten in de huid
Jodium: is essentieel voor de werking van de schildklier
Een overschot en/of tekort aan mineralen kan erg veel invloed hebben op de vorming van
kristallen (Grandjaean, 2006).
Vitaminen Vitamine zijn stoffen die een onmisbare rol spelen in het gezond houden van een individu.
Er zijn veel soorten vitaminen die op de delen zijn in twee groepen. De eerste groep zijn
de vitaminen die in vet oplosbaar zijn, dit zijn vitaminen A, D, E en K. De tweede groep
bestaat uit vitaminen die in water oplosbaar zijn, dit zijn de vitaminen B en C. Hoewel
vitamines onmisbaar zijn kan een overschot leiden tot een vergiftiging, dit is vooral het
geval bij vet oplosbare vitamines. Vitaminen zitten in verschillende ingrediënten van de
voeding, maar kunnen ook zuiver worden toegediend. Hierna wordt de functie van de
belangrijkste soorten vitamines besproken, die een rol spelen bij de vorming van
kristallen. Vitamine C: beschermd tegen het oxideren van cellen en vitamine B6
(pyriodoxine): zorgt voor de energiehuishouding van cellen.
Pagina 10
Andere voedingsstoffenAndere voedingsstoffen zijn voedingsstoffen die niet alleen tekorten en overschotten
vermijden. Deze voedingsstoffen worden ook wel gezondheidsvoedingen genoemd. Ze
helpen bijvoorbeeld bij het voorkomen van bepaalde ziektes, om processen te remmen
zoals het ouder worden en om de welzijn van het dier te vergroten. Meestal zijn deze
voedingsstoffen niet onmisbaar voor het dier maar kunnen ze de levenskwaliteit van het
dier verbeteren. Ze kunnen effecten op korte en langere termijn veroorzaken.
Voorbeelden van effecten op korte termijn zijn: verbeteren van de werking van het
organisme en verminderen van ongewenste verschijnselen, zoals: gewrichtspijn,
huidirritatie of spijsverteringsstoornissen. Voorbeelden van effecten op langere termijn
zijn: beperken van de impact van aanvallen van buitenaf en het remmen van veroudering
van bepaalde organen. Als katten vroeg in hun leven antioxidanten binnenkrijgen,
verkleint dit de kans dat ze op latere leeftijd cataract ontwikkelen, maar het voorkomt ook
bepaalde gedragsstoornissen die kunnen ontstaan door afname van het
aanpassingsvermogen (Grandjaean, 2006).
Sub conclusie: de kat is een carnivoor. Dit is heel duidelijk te zien aan zijn schedel en zijn
maagdarmstelsel, een kat heeft net als mensen mineralen nodig. Mineralen zitten in
vrijwel alle ingrediënten van de voeding. Mineralen beslaan 5 tot 8 procent van het totale
gewicht van droge voeding.
Een overschot en/of tekort aan mineralen kan erg veel invloed hebben op de vorming van
kristallen. Doordat katten steeds meer verzurende diëten kregen kwamen er meer CaOx-
urolieten in de urine van katten.
Pagina 11
2. Hoe werkt het urinestelsel van katten?
Het urinestelsel van katten bestaat uit verschillende delen, de nieren, de urineleider, de
blaas en de urinebuis.
NierenDe nieren hebben als taak de samenstelling van het bloed constant te houden. De nieren
liggen in de buikholte, tegen de rugspieren en de ruggengraat, net achter de ribben. Ze
verwijderen overmatige voedingsstoffen en afvalstoffen die via de stofwisseling in het
bloed zijn opgenomen. Het zijn twee identieke organen die allebei de helft van het werk
doen. De nieren krijgen bloed toegevoerd via de nierslagader. Het reinigen van het bloed
gebeurt doormiddel van nefronen. Een nefron kan je zien als een klein filtersysteempje.
Een nefron heeft allemaal kleine kluwen van bloedvaatjes in zich. De kleine bloedvaatjes
heten glomerulus. Bloedcellen en eiwitten kunnen niet door de glomerulus, maar andere
stoffen wel. De stoffen die wel door de glomerulus kunnen worden opgevangen in het
kapsel van Bowman. Een beetje aan de tuut van het kapsel van Bowman begint de
tubulus. Dit loopt van het Kapsel van Bowman naar het binnenste van de nier, hier maakt
het een kleine bocht terug naar de glomerulus. De glomerulus gaat over in
verzamelbuizen, die uitkomen in nierbekken. Een nefron bevat glomerulus, het kapsel van
Bowman en een tubulus. (info.nu, 2007)
Fig 9: Urinestelsel kat (CriticalCareDVM, 2016)
Actief en passief procesIn de nieren bevinden zich ongeveer 700.000 nefronen, hierin vindt de bloedzuivering
plaats. Dit proces kan in twee delen verdeeld worden, het passieve en het actieve proces.
Bij het passieve proces wordt water samen met verschillende opgeloste stoffen uit de
haarvaten geperst. Dit water en de opgeloste stoffen worden opgevangen en heten
voorurine. Eén van de opgeloste stoffen die veel voorkomt is ureum, dit wordt door de
lever aangemaakt om ammoniak onschadelijk te maken. Een andere stof is creatini, dat
ontstaat bij de afbraak van spieren. Het lichaam gebruikt deze stoffen dus, maar verder
kan het lichaam er niets mee. Sterker nog deze stoffen zijn zelfs giftig voor het lichaam.
Pagina 12
(info.nu, 2007) De stoffen die achterblijven (bloedlichaampjes en eiwitten) zijn niet
schadelijk voor het bloed en worden met rust gelaten.
Fig 10: De nier (CriticalCareDVM, 2016)
Het actieve proces zorgt ervoor dat waardevolle stoffen en een deel van het water weer
teruggewonnen kunnen worden. Voorbeelden van deze waardevolle stoffen zijn natrium
en glucose. Dit gebeurt in de nierbuisjes door diffusie en osmose. Door te schommelen
met de osmotische waarde van de voorurine kan er makkelijker water uit de voorurine
gehaald worden waardoor het geconcentreerder wordt.
Fig 11: Hier is te zien dat het voorurine in het kapsel van Bowman zit (B.V, 2014)
Uiteindelijk, is de voorurine van waardevolle bestandsdelen ontdaan en stroomt het via de
urineleider in de urineblaas, dit is een hol orgaan met een hele gladde binnenkant. Hier
wordt de urine opgeslagen tot het moment van urineren, verder gebeurt er niets met de
urine in de blaas. De blaas van een kat heeft een inhoud van ongeveer 100 ml. De blaas
van een kat is voelbaar. De blaas wordt afgesloten met een dubbele sluitspier, waarvan
Pagina 13
een van glad spierweefsel is en die andere van dwarsgestreept spierweefsel. De
dwarsgestreepte sluitspier staat onder invloed van de wil.
Fig 12: De terugresorptie van urine (info.nu, 2007)
Vanuit de urineblaas loopt de urinebuis naar buiten. In de urinebuis bevindt zich een
sluitspier, die zorgt ervoor dat de urine niet zomaar het lichaam uit kan lopen, maar dat
deze wordt opgeslagen tot er een goed moment is om te urineren. Als er voldoende druk
op deze sluitspier komt te staat gaat er een signaal naar de hersenen zodat de kat weet
dat hij moet urineren, en wanneer de kat zich op een goede plek bevindt sturen de
hersenen een impuls naar de sluitspier zodat deze zich kan ontspannen. De
dwarsgestreepte sluitspier kan dus de plas ophouden.
Fig 13: De urinebuis en dwarsgestreepte sluitspier (esperanz, 2014)
Verschil tussen poezen en kater, qua urinestelsel.In dit opzicht verschillen poezen en katers van elkaar. Bij poezen in de urinebuis veel
korter en breder en voegt deze zich samen met de vagina. (zie afbeelding de kater en de
poes (Syllabus nieren en urinewegen , 2012). Door deze brede en korte urinebuis kunnen
poezen makkelijker urineren dan katers, deze hebben namelijk een veel langere en
dunnere urinebuis, aan deze urinebuis zitten ook de zaadleiders vast, deze helpen bij de
voortplanting van de kat. De urinebuis eindigt bij katers in de penis. Vanwege dat de
Pagina 14
plasbuizen (urethra) veel smaller is bij katers, zullen katers ook eerder last hebben van
niersteentjes (Syllabus nieren en urinewegen , 2012).
Fig 14: Urinestelsel van katten, met de urinebuis van een poes en plasbuis van een kater (blog.sina, sd).
Sub conclusie: katers krijgen eerder last van nierstenen dan poezen, vanwege hun
smallere plasbuis. Ook lijkt het urinestelsel van katten erg op die van de mens.
Pagina 15
3. Wat zijn kristallen in de urine van katten en hoe ontstaan ze?
Kristallen zijn minerale bestanddelen in de urine. Deze kristallen komen bij alle
diersoorten voor. Er zijn verschillende factoren die de vorming van deze kristallen en
uiteindelijk concrementen oftewel urinestenen kunnen beïnvloeden. De belangrijkste
factor voor de vorming van concrementen is de concentratie van minerale bestanddelen.
De concrementen komen in elk deel van de urinewegen voor en kunnen overal gevormd
worden. de concrementen worden meestal met de urine naar de blaas gespoeld, hierdoor
is er bij dieren vaak geen sprake van nierstenen. De stenen die in de blaas worden
gevonden zijn vaak kleine nierstenen die normaliter uit geplast worden. Onder bepaalde
omstandigheden kan het echter gebeuren dat een van die kleine nierstenen blijft steken
en gaat groeien. Dit kan veroorzaakt worden door een grote prostaat, als een kat hier last
van heeft kan de prostaat tegen de urineleider drukken waardoor de nierstenen blijven
steken.
De concentratie van minerale bestanddelen wordt op haar beurt beïnvloed door het voer,
de stofwisseling, de hoeveelheid uitscheiding van de urine, de activiteit van de kat, de
hoeveelheid water dat de kat binnen krijgt, gewicht, stress, concentratie van de urine zelf,
het ras, een bacteriële infectie, de pH van de urine en leeftijd. Hieronder een uitleg
waarom deze factoren van invloed kunnen zijn op het ontstaan van kristallen:
De concentratie van de urine zelf speelt een grote rol. Hoe hoger de concentratie
oftewel het soortelijk gewicht, hoe meer kans op kristallisatie.
Stress is een belangrijke factor omdat stress irritaties aan de darmwand kan
veroorzaken. door deze irritaties kunnen er ontstekingen ontstaan. Bij een ontsteking
komen er meer minerale bestanddelen in de urine waardoor er meer kans op
kristallisatie en steenvorming is.
Overgewicht is ook een belangrijke en veel voorkomende factor bij katten. Katten met
overgewicht bewegen minder en urineren hierdoor ook minder . Hierdoor worden de
stenen minder vaak weggespoeld waardoor ze langer in de blaas blijven en er
neerslag op het oppervlak kan ontstaan waardoor ze groeien en kunnen blijven
steken in de urineleider. Waardoor er meer kristallen kunnen neerslaan. Redenen van
weinig plassen kunnen ook een gebrek aan beweging, slecht weer buiten, een vuile
kattenbak en stress zijn. Een kat die op leeftijd is heeft een vergrote kans op
calciumoxalaat kristallen.
Bepaalde rassen hebben een aangeboren afwijking om sneller calciumoxalaat
kristallen te ontwikkelen. De rassen die dit risico lopen zijn: Perzische katten,
Burmezen en Himalaya katten.
Voeding heeft veel invloed omdat mineralen zoals magnesium, calcium, fosfor en
natrium belangrijke bouwstenen zijn voor kristallen en uiteindelijk stenen.
Pagina 16
De hoeveelheid water dat de kat binnen krijgt is belangrijk omdat een kat bij een grote
hoeveelheid water vaker moet urineren en de urine minder lang in de blaas blijft. Een
andere reden is dat door meer vocht de urine minder geconcentreerd is.
Bacteriële infecties kunnen het risico op kristallen vergroten.
Stofwisseling is ook een belangrijke factor omdat er katten zijn met een abnormale
anatomie van de urinewegen. Dit kan de hoeveelheid kristallen beïnvloeden.
De pH van de urine is ook een belangrijke factor omdat sommige stenen ontstaan bij
een bepaalde pH. Verdere uitleg volgt verder in deze deelvraag.
(dierenartsenpraktijkronner, 2013)
Als er onder invloed van deze factoren kristallen zijn gevormd, zijn er ook
omstandigheden die bevorderen dat deze kristallen samen gaan klonteren en er een
concrement ontstaat. Een van deze omstandigheden is zoals hierboven genoemd de
concentratie van minerale bestanddelen. Na een bepaalde tijd gaan deze minerale
bestanddelen samenklonteren en worden er kleine korrels gevormd, deze lijken op
zandkorrels. Als er eenmaal zo een kleine steen is gevormd ontstaat er extra neerslag op
het oppervlak waardoor het kristal groeit.
Fig15: Kristallen in de urine van katten (dierenartsenpraktijkronner, 2013)
De pH van verschillende diersoorten is verschillend. Herkauwers hebben een alkalische
pH, dit betekent dat de pH van deze diersoorten tussen de 8 en 8.8 ligt. Vleeseters zoals
de kat hebben meestal een zure urine. Deze pH kan de afvoer van de urine en de
vorming van bepaalde stenen beïnvloeden. De pH wordt op zijn beurt grotendeels
beïnvloed door de voeding.
Als er een steen is gevormd kunnen kristallen hierop makkelijker neerslaan, hierdoor zal
de steen doorgroeien. Deze stenen kunnen een diameter van 10 cm bereiken!
Pagina 17
Fig 16: Een erg grote blaasteen bij een kat 6.3 cm doorsnede (causus/dierenkliniek, 2016)
Bij sommige dieren gaat hun lichaam een grote hoeveelheid bestanddelen produceren die
voorlopers zijn van kristallen. Dit komt door de genetisch gecontroleerde fysiologie. Over
het algemeen verlaten deze bestanddelen het lichaam met de urine. Maar wanneer de
urine oververzadigd raakt kunnen ze samen gaan klonteren. Hierdoor kunnen er in een
later stadium concrementen ontstaan.
Ook kunnen bacteriële infecties van invloed zijn. Dit komt omdat afhankelijk van de
infectie de urine meer zuur of zout bevatten waardoor verschillende soorten stenen
gevormd kunnen worden. Deze bacteriën die ook blaasontsteking veroorzaken, maken
een enzym aan. Dit enzym wordt urease genoemd. Onder invloed van dit enzym kan
struviet gevormd worden, dit is een van de meest voorkomende kristallen.
3.1. Verschillende soorten kristallenEr zijn verschillende soorten kristallen, deze komen voor bij een verschillende pH en
ontstaan op een andere manier en met andere stoffen.
StruvietStruviet heet ook wel triplefosfaat, met de molecuulformule: MgNH4PO4. Dit is het meest
voorkomende kristal. Ze komen vooral voor bij een alkalische urine ( tussen 8 en 8.8),
maar ook bij vleeseters met een vaak zure urine worden ze vaak gezien. Deze kristallen
komen vaak voor bij jonge katten. Ze komen vaak voor als er sprake is van een
urineweginfectie of als de kat op een ongebruikelijk dieet staat. Bij een urineweginfectie
wordt door urease uit ureum ammoniak gevormd en koolstofdioxide. Hierna word
ammoniak omgezet in ammoniumionen en door de koolstofdioxide worden fosfaten
vrijgemaakt. Hierna wordt er door chemische reacties struviet gevormd door de
magnesium die normaal al in urine zit, deze verenigen zich met de fosfaten en
ammonium-ionen. Hierdoor ontstaan magnesium-ammonium-fosfaat kristallen oftewel
struviet.
Pagina 18
Struviet komt vaak voor bij honden en katten, maar kunnen geen kwaad als ze niet in
grote getallen voorkomen. De vorm van deze kristallen is dakvormig en sommige mensen
zien er doodskistjes in. Ze zijn van uiteenlopende vorm en grootte. Soms is er een geheel
andere vorm te zien die wordt omschreven als varenblaadje.
Fig 17: Struviet kristallen (Dierenartsenpraktijk Huybrechts, 2016)
Calciumoxalaat Calcium oxalaat komt het vaakst voor van alle type nierstenen (40% tot 50% van de
urolieten is calciumoxalaat) (Bartges, 2016). Deze stenen komen vaak voor bij een zure
urine. De oorzaak is vaak niet duidelijk maar hypercalciëmie kan een rol spelen. Bij
hypercalciëmie heeft het dier een verhoogt calciumgehalte in het bloed. Bij polyetheen
intoxicatie oftewel vergiftiging komt dit kristal massaal voor. Bij deze kristallen is de vorm
altijd dezelfde vorm maar de grootte kan erg verschillen. Deze kristallen zijn vierkant en
hebben een diagonaal oplichtend kruis. Deze vorm van blaasgruis wordt steeds vaker
gezien en komt vaak voor bij oudere katten. Ook zijn bepaalde rassen gevoeliger voor
calcium oxalaat kristallen, zoals langharige katten (Burmees, Perzische kat en Himalaya
soorten) (Bartges, 2016).
Fig 18: Calciumoxalaat kristallen. (Dierenartsenpraktijk Huybrechts, 2016)
CalciumcarbonaatDeze kristallen komen zeldzaam voor. Voor het ontstaan van deze kristallen is ook een
erg hoge pH van de urine nodig. Ze hebben vaak een ronde of haltervormige vorm.
Pagina 19
Cystine Deze kristallen zijn een gevolg op een aangeboren afwijking in de cystinestofwisseling.
Deze afwijking is erfelijk bepaald. De kristallen zijn zeshoekige wel of niet met gelijke
zijden. Ze komen het meest voor in zure urine. De vorm van deze kristallen op elkaar is
vaak een honingraadstructuur.
Fig 19: Cystine kristallen (G., 2015).
BilirubineBilirubine kristallen zijn lichtbruin tot geel van kleur. Wanneer het uitkristalliseert zijn
kleine, bruine takachtige structuren te zien, dit is te zien op de bovenste afbeelding. Ook
komen ze voor als zaklamp structuren, dit gebeurd wanneer ze samenklonteren aan een
druppel vet. Dit is te zien op de onderste 2 afbeeldingen. Deze kristallen slaan vaak neer
op andere kristallen. Bilirubine kristallen zijn het gevolg van bilirubinemie (een hoge
bilirubinespiegel in het bloed). Dit is vaak het gevolg van een slechte leverfunctie of bij
sterke bloedafbraak. Bij een hond kan het vinden van bilirubinekristallen in de urine geen
kwaad maar bij de kat is het afwijkend.
Fig 20: Bilirubine kristal (CriticalCareDVM, 2016).
Pagina 20
Leucine & tyrosineDeze kristallen zijn zeer zeldzaam. Ze zijn naaldvormig. Als deze kristallen worden
aangetroffen in de urine wijst dit op een ernstige dysfunctie van de lever.
Fig 21: Leucine en tyrosine krista (Ravi, 2011).
Sub conclusie: kristallen in de urine van katten zijn mineralen bestandsdelen, die ontstaan
door verschillende factoren. Deze zijn: het voer, de stofwisseling, de hoeveelheid
uitscheiding van de urine, de activiteit van de kat, de hoeveelheid water dat de kat binnen
krijgt, gewicht, stress, concentratie van de urine zelf, het ras, een bacteriële infectie, de
pH van de urine en leeftijd. In principe kunnen deze kristallen geen kwaad. Helaas zijn er
soms omstandigheden waardoor deze wel kwaad kunnen. Een voorbeeld hiervan is een
opgezette prostaat, hierdoor kan deze tegen de urineleider drukken waardoor de kristallen
kunnen blijven steken. Als kristallen ergens blijven steken gaan ze samenklonteren en
ontstaat er steeds meer neerslag op het oppervlak waardoor dit uit kan groeien tot een
steen. Er zijn verschillende soorten kristallen, de meest voorkomende zijn struviet en
calciumoxalaat. Calciumoxalaat komt vaak voor bij een zure urine, terwijl struviet meer bij
een basische urine voorkomt (kidney stones, 2006).
Pagina 21
4. Hoe kunnen kristallen in de urine van katten voorkomen worden?
Voorkomen is beter dan genezen, dit geld ook voor kristallen. Het makkelijkste
preventiemiddel is zorgen dat de kat meer gaat urineren. Maar dit is nog niet zo makkelijk,
een kat moet hiervoor meer vocht binnenkrijgen. De makkelijkste manier is om vochtrijk
voedsel te geven. Een andere manier is door natriumchloride toe te voegen aan het eten,
hierdoor krijgt de kat meer neiging om te drinken. Hieronder is in de afbeelding te zien
wat voor effect natriumchloride heeft op de hoeveelheid urine en het ontstaan van calcium
oxalaat. Dit is een voorbeeld bij honden, maar bij katten heeft dit ongeveer dezelfde
invloed (kidney stones, 2006).
Fig 22: Het effect van dieetzout op oxalaat kristallen (Pibot, 2006).
Een ander preventiemiddel is dieetvoer, dit werkt erg goed bij struvietstenen. De werking
van het voer berust op het reduceren van het magnesiumgehalte en het fosfaatgehalte en
het stimuleren van de zuurexcretie (de netto zuuruitscheiding) via de urine. Hierdoor
kunnen struvietstenen geheel oplossen. Bij andere vormen van kristallen/stenen heeft dit
voer niet zo’n grote invloed, dit komt omdat de stenen niet geheel oplossen. De andere
vormen van kristallen/stenen kunnen ook nog ontstaan al staat de kat op het dieetvoer.
Het dieetvoer stelt de vorming van deze kristallen/stenen wel uit. Onderzoek naar de urine Pagina 22
wees uit dat de mineralen in de urine van katten, die stenen kunnen vormen, voor
namelijk magnesium, ammonium en fosfaat zijn. Onderzoek naar de gehaltes van deze
mineralen wees weer uit dat ammonium en fosfaat in gezonde katten altijd in redelijk hoge
getallen voorkomen. Deze hoeveelheden zijn groot genoeg om kristallen te veroorzaken.
Ook wees het onderzoek uit dat deze hoeveelheden met voer niet zo snel veranderd
kunnen worden. Het andere mineraal magnesium daarentegen komt bij gezonde katten
maar in beperkte maten voor en wordt beïnvloed door de voeding. Door dit onderzoek is
gebleken dat magnesium het mineraal is dat het belangrijkst is voor de vorming van
kristallen. Dus door dit mineraal in de voeding te beperken kan kristalvorming voorkomen
worden (Pibot, 2006).
Hieronder een afbeelding waarin duidelijk de invloed van dieetvoeding te zien is op de
vorming van kristallen, in dit geval calciumoxalaat kristallen. Dit is wederom een
onderzoek geweest bij honden, maar bij katten heeft dit ongeveer dezelfde invloed.
Fig 23: Opdeze afbeelding is duidelijk de invloed van dieetvoeding te zien. Dit onderzoek
is gedaan bij honden, maar bij katten heeft dit zowat dezelfde invloed (Pibot, 2006)
Een ander preventiemiddel is het toedienen van middelen gericht op het herstel van de
kat. Hierdoor kan de pH van de urine beïnvloed worden. Door deze verandering van de
pH kunnen bepaalde stenen behandeld worden. De pH van de urine ligt bij katten tussen
de 5.5 en 7.0 ze hebben dus een zure urine.
Als katten een alkalische urine krijgen (dus ph boven 7,0) is er veel kans op stenen. Door
de urine te verzuren neemt deze kans af. Dit komt omdat de omstandigheden voor deze
stenen dan minder goed wordt. Verzuring kan bijvoorbeeld met ammoniumchloride. De
reactie die hierdoor ontstaat kan weergegeven worden als: NH4Cl Fig.24 NH3 + Cl- +
H+. In deze reactievergelijking is te zien dat de hoeveelheid H+ wordt vergroot. Hierdoor Pagina 23
wordt de renale excretie (uitscheiding met betrekking tot de nier) van H+ vergroot. Hierdoor
zal de pH van de urine zuurder worden, dus verlagen. Hierdoor wordt de vorming van
struviet geremd (Grandjaean, 2006).
Fig 24: Door de pH te veranderen kunnen bepaalde stenen behandeld worden (Grandjaean, 2006)
Als de pH van de urine te laag is, dus te zuur (ph onder de 5,5), kan er een ander
preventiemiddel worden toegevoegd waardoor alkalisering van de urine plaats vindt. Dit
preventiemiddel kan bicarbonaat of Na+/K+ zijn. Na+ en K+ bevorderen de excretie van
bicarbonaat. De structuurformule van bicarbonaat is: Na2CO3. De carbonaat in bicarbonaat
reageert met water. CO32- + 2 H2O ⇋ HCO3
- + H2O + OH- ⇋ H2CO3 + 2 OH+. Er ontstaan
OH- waardoor de pH van de urine stijgt. De stijging van de pH van de urine verhoogt de
oplosbaarheid van urinezuur en cystine, hierdoor neemt het risico voor het vormen van
stenen af.
Fig 25: Hierboven een afbeelding van de pH waarin de kristallen calciumoxalaat en
struviet het meest voorkomen, het blauwe vak is de waarde waarbinnen dieetvoeding de
pH van de urine wilt hebben (F, 2013).
Pagina 24
5. Wat is het verband tussen de pH (zuurgraad) van de urine en de vorming van de verschillende kristallen
In mijn vorige deelvragen had ik al geschreven over de voedingstoffen en welke invloed
deze hebben op de stofwisseling van katten. In een andere deelvraag had ik iets over de
pH van urine en de bijbehorende kristallen gezegd, maar deze deelvraag is echt bedoeld
om deze twee stukken aan elkaar te linken en het te hebben over de dieettherapie die het
beste past bij verschillende soorten kristallen.
Bijna 80% tot 90% van de kristallen in het lagere gedeelte van de urineweg zijn calcium-
oxalaat en struviet stenen. Struvietkristallen kunnen steriel zijn, of door een infectie
veroorzaakt worden. Als de struvietkristallen steriel zijn, kan de urine het beste
aangezuurd worden. Hierdoor worden de kristallen beter oplosbaar (Kozachok, 2012).
Tot de jaren ‘90 van de vorige eeuw was struviet de meest gediagnosticeerde uroliet bij
katten, maar door een verhoogd gebruik van verzurende diëten was er een duidelijke
toename van CaOx-urolieten. Deze diëten, die struvietvorming voorkomen of behandelen,
kunnen CaOx-urolithiasis bevorderen. Door het verzuren van de urine wordt CaOx-
vrijstelling uit de botten bevorderd om als metabole buffer te fungeren, wat in
hypercalcurie kan veroorzaken. (N. Reinartz, 2013).
Type kristal pH waarbij het voorkomt Dieettherapie
Calcium-oxalaat <6,6 Minder dierlijk eiwit
(<10g/100kcal). Voedingsvezels
verhogen. Uitkijken met een te
hoog vitamine C-gehalte, dit wordt
namelijk omgezet in oxalaat en
een vitamine B6 tekort lijdt ook tot
oxalaat (JW., 1999).
Struviet >6,5 Bij stenen in steriele omgeving: is
de therapie een voeding met een
laag magnesium en fosfor gehalte,
die de urine aanzuurt (Kozachok,
2012).
Pagina 25
5.1. Beschrijving onderzoek
Wat ga je onderzoeken?
Ik ga onderzoeken of er een relatie is tussen de voeding van katten en de vorming van
kristallen in de urine.
Wie is hier verder bij nodig?
Als ik de urine van de katten onder de microscoop gaan bekijken is hier of het lab van de
vader van mijn vriend, of de dierenartsenpraktijk bij betrokken
Wat heb je daarbij nodig?
Wat ik voor mijn onderzoek nodig heb is:
- Minimaal 20 huiskatten met verschillende soorten voer (veel vlees – weinig vlees)
- Absorberende kattenbakkorrels
- Iets om de urine van de kat op te kunnen nemen
- pH strips
- microscoop
Waar ga ik het doen?
Ik ga langs de deur om zoveel mogelijk huiskatten met verschillende soorten voer te
kunnen testen. De urine neem ik op bij de mensen thuis. De urine bekijk ik onder een
microscoop in het lab van de vader van mijn vriend, of bij de dierenartsenpraktijk.
Informatie verkrijgen doe ik thuis en op school uit boeken en van internet, ook ga ik
universiteiten email zodat ik daar ook informatie van kan krijgen.
5.2. Praktisch experiment
In het praktische onderzoek dat ik uitgevoerd heb, heb ik eerst de urine van katten
verzamelen. Hierbij heb ik genoteerd wat de katten eten. Daarna heb ik de pH waarde van
de urine gemeten en keek ik onder de microscoop of ik kristallen in de urine kon vinden.
De katten heb ik bij verschillende asielen en bij mensen thuis onderzocht. Ik heb vooral
ook katten uit asielen genomen, omdat die katten niet buiten komen zodat ik precies weet
wat ze te eten krijgen. Zo werden mijn resultaten nauwkeuriger en betrouwbaarder.
Het verkrijgen van de urine van katten doe ik op de volgende manier. Je kunt bij de
dierenarts zakjes verkrijgen waarin niet absorberende kattenbakkorrels zitten. Hierbij zit
ook gelijk een pipet en een buisje om de urine in te doen. Deze kattenbakkorrels doe je in
Pagina 26
de kattenbak en als de kat op de bak heeft geplast kun je gemakkelijk de urine opnemen.
Hierna zal ik met een pH meter of met pH stripjes de pH van de urine meten (B.V, 2014).
Onder de microscoop kun je gemakkelijk zien of er kristallen in de urine zitten. Ik heb dus
van elke kat een preparaat gemaakt met hun urine zodat ik kan kijken of de katten
blaasgruis hadden.
Pagina 27
5.3. Resultaten Asiel
Geslacht, leeftijd Soort voer pH urine Kristallen (1-5)
4, m CD 7 3
5, m SD 6.5 1
1, m SD 6.5 1
6, v SD 7.5 4
4, v CD 7 2
CD=Hills Prescription Diet Feline C/D Urinary Stress 8 kg SD=Hills Prescription Diet
Feline S/D
Dit de resultaten uit het asiel. Hieronder een nadere toelichting over de gevonden
kristallen.
Alle katers zijn gecastreerd in deze tabel.
↓ Hoeveelheid kristallen
6.5 7 7.50
0.5
1
1.5
2
2.5
3
3.5
4
4.5
Verhouding tussen de pH en het aantal kristallen in de urine van katten
pH van de urine
Pagina 28
Kat 1:
Had veel last van kristallen, dit is aangetoond en hij staat sinds kort op dieetvoer. Hij had
nog steeds wel kristallen alleen in mindere mate als wat hij eerst had. De kristallen die op
de foto te zien zijn, zijn calcium fosfaat of triple fosfaat oftewel struviet. De kristallen
calcium fosfaat komen vooral voor bij de gevonden pH. Verder is in de urine te zien dat er
veel kristallen al opgelost zijn.
De gevonden kristallen die met zwart gemarkeerd zijn, zijn kenmerkend voor calcium
fosfaat, bovenin een dunne kristal, met een pijlpunt. Onderin zijn de grotere schrijven te
zien.
De gevonden kristallen die met wit gemarkeerd zijn, zijn kenmerkend voor triple fosfaat
oftewel struviet. Onderin is de kenmerkende “doodskist” vorm te zien en bovenin een
andere ronde vorm.
Pagina 29
Kat 4:
Bij deze kat is er erg duidelijke struviet gevonden. Bijna alle voorkomende vormen van
struviet zijn hieronder te zien. Deze kat stond niet op dieetvoer en heeft de meeste
kristallen van de katten uit het asiel. De hoge pH van 7.5 hoort bij de kristallen die ik
gevonden heb.
De bovenste kristal is dakvormig of ook wel doodskist-vormig genoemd. Dit is de meest
voorkomende struviet kristal. In het midden is de ronde vorm te zien. Onderin is de
varenblad-vormige kristal te zien.
Kat 5:
Deze kat had heel veel struviet maar staat al enige tijd op het dieetvoer, ik heb bij deze
kat dan ook weinig kristallen gevonden en vooral opgeloste kristallen. De kristallen die
gevonden zijn, zijn struviet kristallen.
Bovenin is het kenmerkende dak/doodskist-vormige kristal te zien en helemaal onderin
een ronde.
Pagina 30
Resultaten van de mensen thuis
Geslacht, leeftijd Soort voer pH urine Kristallen (1-5)
M, 7 (niet
gecastreerd)
Sanabelle gevogelte 6.2 1
M, 5 Gourmet natvoer
Brokjes whiskas
8.3 5
M, 13 Van alles, geen
brokjes
6.4 3
V, 0.5 Hills kitten 7.2 2
Kat 2
Deze had heel veel kristallen, en een heel hoge pH van de urine.
Er is een grote waarschijnlijkheid dat het calcium oxalaat kristallen zijn, dit is ook op de
foto te zien, het zijn kleine kristallen. Deze kristallen kunnen in elke pH voorkomen, maar
komen vooral voor in zure urine.
Kat 4Deze kat had niet erg veel last van kristallen, de kristallen die te zien zijn, zijn calcium fosfaat kristallen. Het is niet erg duidelijk te zien, maar bij de nummers 1 zijn de vormloze schijfvormige kristallen te zien. Bij nummer 2 is de pijlpuntige variant van dit kristal te zien.
Pagina 31
1
2
Geslacht, leeftijd Soort voer pH urine Kristallen (1-5)Poes, 8 Brokjes, goedkope
merken6,9 3
Kater , 2 Blikvoer, c1000 7 2Poes, 7 Brokken c1000 6,3 3Poes, 14 Royal canine 7+ 6,5 1Kater, 2 Hills brokjes 6,6 4
Kat 4Hier zie je dat er bijna geen kristallen in de urine zitten, de concentratie is erg laag. Wel zie je twee kleine doodskistjes. Maar deze zijn totaal niet uitgegroeid en maar op kleine schaal aanwezig. Deze kat heeft dus een milde vorm van struviet kristallen.
Kat 3 Deze kat heeft een groot aan elkaar gegroeid kristal, maar verder is er bijna niets in haar urine te vinden, de kristallen die je ziet zijn weer struviet kristallen, ze zijn weer in de doodskistjesvorm, maar hier zijn ze erg in elkaar vergroeid.
Kat 5 Bij deze kat vonden we twee hele grote aan elkaar gegroeide kristallen. Je ziet wel weer dat het struviet kristallen zijn, omdat ze allemaal weer de doodskistjesvorm hebben. Dit is een ernstige vorm van blaasgruis en zou ook zeker behandelt moeten worden.
Pagina 32
5.4. Materialen
Ph-strips ter controle of de ph-strips van het andere merk dezelfde resultaten geven.
Urine opzuigen met een pipet uit de kattenbak.
Het opgezogen urine
De oorspronkelijke ph-strips
tot wel 500x vergroot.
De microscoop die ik gebruikt
heb.
Alle gebruikten materialen,
behalve de centrifuge.
Pagina 33
6. Wat zijn de gevolgen van blaasgruis voor katten?
Blaasgruis bij katten zorgt voor verschillende problemen, sommige problemen zijn
geslachtsgebonden, maar er zijn ook problemen die bij elk geslacht op kunnen treden. Er
zijn bepaalde symptomen waaraan je blaasgruis kunt herkennen, deze gebruikt de
dierenarts vaak als indicatie. Als hij vermoedt dat een kat blaasgruis heeft wordt deze
hierop getest. De symptomen zijn onder andere: vaker naar de kattenbak gaan en (te)
lang op de kattenbak blijven zitten (Laenen, 2013).
Fig 26: Hier op deze afbeelding zitten stenen in de weg waardoor de kat lastiger kan
urineren (Bartges, 2016).
Het probleem wat de meeste aandacht vraagt is het urineren. Door blaasgruis kunnen
katten lastiger urineren omdat er bijvoorbeeld steentjes meegaan of in de weg zitten. Dit
lijkt op het eerste gezicht niet zo ernstig maar als de steentjes vast komen te zitten in de
urinewegen kan dit zeer ernstig zijn. Hierdoor zou het mogelijk kunnen zijn dat de kat niet
meer kan urineren en hierdoor hoopt de urine zich op in de blaas, deze urine kan nergens
meer heen en dit kan fataal worden. Hierdoor is het belangrijk dat katers met verwachte
urinewegen problemen binnen 24 uur geholpen worden. Dit probleem doet zich bijna
alleen maar voor bij katers omdat zij een veel minder brede urinewegen hebben waardoor
de stenen sneller vast komen te zitten. In de urinewegen kunnen ook kleinen sneetjes
ontstaan doordat de stenen erlangs scheuren en hierdoor kan het bloed in de urine en
ook de pijn bij het plassen ontstaan (Syllabus nieren en urinewegen , 2012).
Het vaak naar de kattenbak gaan komt vooral omdat de katten loze aandrang hebben en
soms de urine lastig langs de vastzittende stenen komt. De loze aandrang komt omdat de
steentjes meestal niet vanuit de blaas uitgeplast kunnen worden. De steentjes blijven dus
in de blaas zitten en hierdoor heeft de kat constant het gevoel dat hij/zij moet urineren
(Laenen, 2013).
De sloomheid, het braken en de verminderde eetlust komt vooral door de reactie van het
lichaam tegen het gruis. Het lichaam trekt ten strijde tegen de onbekende stoffen die in de
blaas zitten en hier kan de kat flink ziek van worden, vergelijkbaar met een flinker griep of
ontsteking (kidney stones, 2006).
Pagina 34
Conclusie
Mijn onderzoeksvraag luidt: “wat is de relatie tussen het voer van katten en de vorming
van kristallen in de urine?” Tijdens het schrijven van de deelvragen ben ik er achter
gekomen dat het effect van voeding op het gruis, ook wel kristallen in de urine heel erg
groot kan zijn. Er zijn immers speciale soorten voer die de stenen in de urine op kunnen
breken en er zijn ook soorten voer die blaasgruis kunnen voorkomen. Dit wijst er eigenlijk
al op dat er sowieso een verband is, en dit verband heb ik ook grotendeels kunnen
ontdekken.
Allereerst heb ik gekeken naar het verband tussen de pH waarde van de urine en de
hoeveelheid kristallen. Wat voor bijna alle gevallen opviel was dat er gold: hoe hoger de
pH, hoe meer kans op kristallen. Dit was ook in overeenstemming met de informatie die ik
uit deelvraag drie en vijf al verwacht had. Daar had ik namelijk beschreven dat er een
direct verband was tussen de pH waarde en de soorten kristallen die er gevormd worden.
Ook zie ik dat het speciale dieetvoer tegen kristalvorming de pH waarde van de urine
verlaagt tot de normale pH waarde tussen de 6 en 6,5. Problemen met gruis deden zich al
voor vanaf een pH waarde van 6,5 en hoe hoger de pH waarde werd hoe erger de
problemen werden. Dit wees er dus op dat hoe hoger de pH waarde van de urine is, hoe
groter de kans op kristallen in de urine ook is.
Om te kijken naar het verband qua voer heb ik gekeken welke eigenschappen van het
voer de pH van de urine zouden kunnen beïnvloeden. Ik heb uit mijn deelvragen een
goede verklaring voor het verband tussen de pH van de urine en de voeding. Een aspect
wat er gelijk uitsprong was namelijk het zoutgehalte van de voeding. Een verhoogde
inname van zout wordt namelijk in de nieren opgevangen en omgezet zodat het als
afvalstof in de urine het lichaam kan verlaten. Een verhoogd zoutgehalte zorgt ervoor dat
de urine geconcentreerder wordt met mineralen en dat de pH waarde hoger wordt. Dit
komt omdat de afvalstoffen van deze zouten de bouwstenen zijn van veel kristallen. Dit
zijn bijvoorbeeld calcium, magnesium en natrium.
Hieruit kan je opmaken dat het zoutgehalte een goede verklaring kan geven voor de
verhoogde pH. We kunnen hier stellen: Hoe hoger het zoutgehalte van de voeding, hoe
hoger de pH waarde en het gehalte mineralen van de urine wordt. Juist de mineralen
geven een verklaring voor het vormen van de kristallen, omdat er veel mineralen zijn
kunnen ze gemakkelijk aan elkaar klonteren en neerslaan dan als er minder mineralen
zouden zijn, deze neergeslagen en geklonterde mineralen zorgen uiteindelijk voor de
kristallen in de urine. De pH waarde is hierbij dus eigenlijk een bijkomende factor, maar
omdat een hoge pH gepaard gaat met een hoge concentratie mineralen was dit wat mij
Pagina 35
het eerste opviel. Tocht heeft de pH waarde wel invloed op de soorten kristallen die
gevormd worden in de mineralen. Dit zie je terug in deelvraag drie.
Er geldt dus dat hoe zouter de voeding is hoe hoger de concentratie van de mineralen is
en dus ook hoe groter de kans is op kristallen. In mijn onderzoek ben ik erachter gekomen
dat bijna alle katten (tussen de 80 en 90%) kristallen in de urine hebben. Bij veel van deze
katten kunnen deze kristallen bijna geen kwaad omdat ze klein waren en er niet zo veel
voorkwamen, hierdoor kon de kat ze gemakkelijk uit plassen. Pas bij een pH waarde
boven de 7,5 worden de kristallen ernstig en kunnen er complicaties ontstaan (zie
deelvraag 4). Deze hoge pH wordt veroorzaakt door zoute voeding, maar ook door te veel
voeding. De nieren scheiden namelijk het te veel aan mineralen ook uit, als katten dus te
veel eten zal de pH waarde van de urine ook hoger worden en vergroot de kans op
kristallen dus ook. De hoeveelheid voeding die goed is voor een kat verschilt per merk en
soort en is dus niet zo maar te benoemen. Wel zijn bepaalde rassen gevoeliger voor
calcium-oxalaat zoals langharige katten (Burmese kat, Perzische kat en de Himalaya
soorten) (Bartges, 2016). Bij deze katten helpt het dus ook om minder eiwitrijke voeding te
geven. De preventieve dieetvoeding die katten krijgen is eigenlijk een voeding die minder
schadelijke mineralen en zouten bevat. Toch is deze voeding alleen maar goed werkzaam
als er een niet te grote hoeveelheid aan de kat gevoerd wordt. Wat ik hier uit concluderen
kan, is dat kirstallen zeker niet ongewoon of altijd schadelijk zijn en dat het vooral
belangrijk is de kat niet te veel voedsel te geven want dit kan zelfs schadelijker zijn dan
alleen voedsel met meer zout. Teveel katten zijn ook te dit, naar schatting is dit 25 tot
30%. De energiebehoefte die een volwassen kat nodig heeft is te benaderen met de
volgende formule: 418kJ x lichaamsgewicht in kg0,067=kJ ME behoefte per dag (LICG). Dit
PWS heb ik uiteindelijk gemaakt zodat ik advies kan geven aan de eigenaren van de
katten over het soort voeding en de hoeveelheid m.b.t. kristallen. (Zie bijlage 1 voor
voedingsadvies voor volwassen kat). Zo moet er bij Calcium-oxalaat minder eiwitrijke
voeding gegeven worden en bij struviet een type voer met een laag magnesium en fosfor
gehalte, die de urine aanzuurt.
Als dit onderzoek op grote schaal nog eens uitgevoerd zou moeten worden, zouden de
proefdieren voor een langere tijd binnengehouden kunnen worden en ook voor een zeer
lange tijd hetzelfde voer toe geschoteld moeten krijgen. Hierna zou ter controle dieetvoer
aan de katten gegeven moeten worden. Hierdoor zouden de resultaten omtrent voeding
veel betrouwbaarder kunnen zijn. De pH van de katten zou zowel voordat ze dieetvoer
krijgen gemeten moeten worden als daarna. Zodat de onderzoekers ook een goed beeld
krijgen wat voeding precies doet met de pH van de urine van katten. Ook zouden de
kristallen nog chemisch onderzocht kunnen worden. Zodat er met nog meer zekerheid
kan worden gezegd wat voor type kristal het precies is en hoe zuiver de kristallen zijn. Als
Pagina 36
dit echt onderzocht is er met zekerheid te zeggen wat voor type voer het beste is voor
welke kat.
Pagina 37
Evaluatie
Ik vond het uiteindelijk erg leuk om dit PWS te schrijven en heb hier ook een aantal
dingen van geleerd. Zoals hoe je bronnen volgens APA moet vermelden, hoe je
literatuuronderzoek moet doen en alles waarover ik heb geschreven heb ik ook van
geleerd, want het was allemaal nieuw voor mij.
Ik heb mijn onderzoek als volgt aangepakt: ik ben veel literatuur gaan lezen en heb
vervolgens de deelvragen geschreven. Hierna ben ik mijn experiment gaan doen, zodra ik
alle benodigde spullen binnen had.
Wat goed is gegaan is het volgende: ik heb goed doorgewerkt aan mijn PWS en heb
(bijna) alles op tijd ingeleverd. Ook ben ik toch aan de benodigde 20 katten gekomen.
Het grootste probleem echter wat ik heb gehad is eigenlijk het feit dat ik bijna geen
onderzoek hebben kunnen doen naar de voeding omdat ik, buiten de katten die al op een
speciaal blaasgruis dieet stonden, bijna geen katten aangetroffen heb met vergelijkbare
voedingssoorten. Veel katten hadden bijvoorbeeld elk jaar ander voer gekregen of
verschillende soorten voer waardoor in mijn onderzoek wel heel erg lastig het voer kon
vergelijken en de invloed hiervan precies kon onderzoeken. Toch heb ik voor mijn
conclusie de informatie uit de deelvragen kunnen gebruiken, maar uit het onderzoek
hebben ik weinig eenduidige feiten kunnen halen. Dit had met huiskatten ook lastig
anders gekund omdat die toch altijd buiten wat kunnen eten en mensen meestal niet heel
discreet zijn wat voeding betreft.
Een ander probleem waar ik tegenaan liep was de nauwkeurigheid van het opnemen van
de urine. Ik hebben geprobeerd de urine binnen twee uur op te nemen, maar dit is
vermoedelijk bij de huiskatten niet altijd gelukt. Ik heb de urine wel altijd koel bewaard en
nooit langer dan strikt noodzakelijk is bewaard. Wat ik anders had kunnen doen was het
sneller opnemen van de urine en het eerder (ter plaatsen) onderzoeken, en dus niet eerst
(gekoeld) bewaren.
Een laatste punt wat ik niet mee hebben genomen in mijn resultaten is de leeftijd van de
katten. De leeftijd heb ik wel genoteerd, maar omdat hier geen verband in te vinden was
heb ik het buiten beschouwing gelaten het heeft echter wel invloed op de vorming van
nierstenen omdat die met de tijd “groeien” maar omdat wij het alleen over kristallen en de
milde vorm van gruis hebben laten ik dit niet laten meewegen.
Pagina 38
Bibliografie
(sd). Opgehaald van Digestive system: https://voer.edu.vn/m/digestive-systems/b5db070e
(2007, 04 08). Opgehaald van info.nu: http://dier-en-natuur.infonu.nl/biologie/3751-het-
urinewegstelsel.html
(2015). Opgehaald van http://www.huisdierendokter.nl/inmaag.html
B.V, D. (2014). Dierendokters. Opgehaald van Blaasontsteking en blaasgruis bij de kat:
http://www.dierendokters.com/katten/ziekten/blaasontsteking-blaasgruis
Bartges, J. W. (2016). Feline Calcium Oxalate Urolithiasis. Journal of Feline Medicine and
Surgery, 712-722.
blog.sina. (sd). Opgehaald van http://blog.sina.com.cn/s/blog_89b5022301012h0p.html
Caressa dierenziekenhuizen. (2017). Opgehaald van leverproblemen bij kat:
https://dierenziekenhuizen.nl/katten/orgaanproblemen-bij-katten/leverproblemen-
bij-de-kat/
causus/dierenkliniek. (2016). Opgehaald van nier-en blaastenen:
http://www.causus.be/uitleg-per-soort-dier/honden/urinewegproblemen/nier-en-
blaasstenen/
CriticalCareDVM. (2016, Oktober 31). criticalcaredvm. Opgehaald van Urethral
Obstruction in Cats – When Your Cat Can’t Pee:
http://criticalcaredvm.com/urethral-obstruction-cats/
Dierenartsenpraktijk Huybrechts. (2016). Opgehaald van Urineonderzoek:
http://www.dierenkliniek-margraten.nl/index.php/urineonderzoek
dierenartsenpraktijkronner. (2013). Opgehaald van Blaasgruis bij de kat:
http://www.dierenartsenpraktijkronner.nl/ziekten/kat/blaasgruis_kat.html
Drs. Foster & Smith, I. (1997-2017). pet education.com. Opgehaald van Anatomy &
Function of the Esophagus, Stomach & Intestines in Cats:
http://www.peteducation.com/article.cfm?c=1+2231&aid=511
esperanz. (2014). Opgehaald van blaaskanker:
http://www.esperanz.org/voor-patienten/soorten-kanker/urologie/item260
F, H. (2013). Topdierenshop. Opgehaald van Topdierenshop:
http://www.topdierenshop.nl/hill-s-kattenvoer?
gclid=Cj0KEQiAh4fEBRCZhriIjLfArrQBEiQArzzDAUooyL64fLts3BQk2NAaZ0kuh9
T38xK8X_mo9IX4wD0aArPf8P8HAQ
G., A. (2015, 11 15). studyblue. Opgehaald van Microscopic Examination:
https://www.studyblue.com/notes/note/n/microscopic-examination/deck/15956605
Grandjaean, D. (2006). Alles over de invloed van voedingsstoffen op de gezondheid van
honden en katten. Parijs: Aniwa Publishing.
Pagina 39
JW., M. H. (1999). Hypercalcemia and calcium oxalate urolihiasis in cats: a report of five
cases. I Am Anim Hosp Assoc, 297-301.
kidney stones. (2006). In B. V. Pibot P, canine clinical nutriton (p. 121).
Kozachok, M. B. (2012). Effect of diet on the management of struvite uroliths in dogs and
cats. Springer-Verlag, 557-560.
Laenen, N. (2013). kattenencyclopedie. Opgehaald van kattenencyclopedie:
http://www.kattenencyclopedie.com/index.php?menuid=33&pageid=137
LICG. (sd). Opgehaald van
http://www.licg.nl/3hv/praktisch/kat/aanschaf-en-verzorging/voeding-van-uw-kat-
normen-en-hoeveelheid.html
N. Reinartz, H. d. (2013). biblio.ugent.be. Opgehaald van Vlaams Diergeneeskundig
Tijdschrift: https://biblio.ugent.be/publication/4338954/file/4339068.pdf
Pibot, P. B. (2006). encyclopedia of canine clinical nutrition. Parijs: Aniwa Publishing.
Ravi, G. (2011, mei 15). zaliazalia.blogspot. Opgehaald van macam-macam sediment
pada urin: http://zaliazalia.blogspot.nl/2011/05/macam-macam-sediment-pada-
urin.html
Shaes, C. Y. (sd). Opgehaald van http://www.worldofdani.com/schedel.htm
Shaes, C. Y. (2015). worldofdani. Opgehaald van worldofdani:
http://www.worldofdani.com/schedel.htm
Syllabus nieren en urinewegen . (2012). In U. Utrecht.
Pagina 40
Bijlage 1Nutrient
Hoeveelheid Volwassen Groei, dracht en lactatie
Maximum (L) = legaal (N) = nutritioneel
Eiwit g 25,0 28,0 / 30,0 Arginine g 1,00 1,07 / 1,11 Groei 3,5 (N) Histidine g 0,26 0,33 Isoleucine g 0,43 0,54 Leucine g 1,02 1,28 Lysine g 0,34 0,85 Methionine g 0,17 0,44 Groei 1.3 (N) Methionine + cysteine g 0,34 0,88 Phenylalanine g 0,40 0,50 Phenylalanine + tyrosine g 1,53 1,91 Threonine g 0,52 0,65 Tryptofaan g 0,13 0,16 Groei 1.7 (N) Valine g 0,51 0,64 Taurine (blikvoer) g 0,20 0,25 Taurine (droogvoer) g 0,10 0,10 Vet g 9,0 9,0 Linoleen zuur (ω-6) g 0,50 0,55 Arachidon zuur (ω-6) mg 6,00 20,0 Alfa-linoleen zuur (ω-3) g - 0,02 EPA + DHA (ω-3) g - 0,01 Mineralen Calcium g 0,59 1,00 Fosfor g 0,50 0,84 Ca / P ratio 1/1 1/1 Volwassen 2/1 (N)
Groei 1,5/1 (N)
Kalium g 0,60 0,60 Natrium g 0,08 0,16 Chloride g 0,11 0,24 Magnesium g 0,04 0,05 Sporenelementen Koper mg 0,50 1,00 2,8 (L) Jodium mg 0,13 0,18 1,1 (L) IJzer mg 8,00 8,00 142 (L) Mangaan mg 0,50 1,00 17,0 (L) Selenium μg 30,0 30,0 56,8 (L) Zink mg 7,50 7,50 28,4 (L)
volwassen: 60,0 (N) Vitaminen Vitamine A IU 333 900 Volwassen & groei 40,000 (N)
Dracht/lactatie 33,333 (N)
Vitamine D IU 25,0 28,0 227 (L) 3,000 (N) Vitamine E IU 3,80 3,80 Thiamine mg 0,44 0,55 Riboflavine mg 0,32 0,32 Pantotheenzuur mg 0,58 0,57 Vitamine B6 (Pyridoxine) mg 0,25 0,25 Vitamine B12 μg 1,76 1,80 Niacine mg 3,20 3,20 Foliumzuur μg 75,0 75,0 Biotine μg 6,00 7,00 Choline mg 240 240 Vitamine K μg - -
(LICG)
Pagina 41
Pagina 42
Bijlage 2: Formulier commentaar vakdocent
PWS commentaar Plan van Aanpak
Student Rebecca Boers - 3591 Onderwerp/Titel:
Is er een relatie tussen voeding en de vorming van
kristallen in de urine van katten (katachtige)?Docent
Hoofd- en deelvragenMijn hoofdvraag is:
Is er een relatie tussen voeding en de vorming van kristallen in de urine van katten
(katachtige)?
Mijn deelvragen zijn:
- Hoe werkt de algemene stofwisseling van katten en welke invloed hebben de verschillende
voedingsstoffen in het voer op de stofwisseling van katten/ (katachtige)?
- Hoe werkt het urinestelsel van katten (katachtige)?
- Wat zijn kristallen in de urine van katten en hoe ontstaan ze?
- Wat is het verband tussen de ph van de urine en de kristallen?- Wat zijn de gevolgen van blaasgruis voor katten/(katachtige)?
- Hoe kunnen kristallen in de urine van katten/ (katachtige) voorkomen worden?
beschrijving onderzoek per deelvraag
Bij de deelvraag: hoe werkt de algemene stofwisseling van katten en welke invloed hebben de
verschillende voedingsstoffen in het voer op de stofwisseling van katten/ (katachtige)? Ga ik het
hebben over de spijsvertering van katten en hoe het voedsel dat binnenkomt verwerkt en omgezet tot
bruikzame stoffen in het bloed. Schadelijke bacteriën en ziekteverwekkers worden gedood en
onbruikbare stoffen uitgescheden. Ook ga ik het hebben verschillende typen kattenvoer waar
bepaalde voedingsstoffen inzitten en met een uitleg over de voedingsstoffen.
De bronnen die ik hierbij o.a. gebruik zijn:
-http://www.kattenencyclopedie.com/index.php?menuid=33&pageid=137
-https://biblio.ugent.be/publication/4338954/file/4339068.pdf
Bij de deelvraag: hoe werkt het urinestelsel van katten (katachtige)?
Ga ik uitleggen over het urinestelsel, dat begint bij de nieren. Eerst wordt water met
verschillende stoffen uit de bloedvaten geperst, dit heet de voorurine. Hierna wordt een deel
van het water samen met verschillende waardevolle stoffen teruggewonnen uit de voorurine
en blijf er urine over. Vanuit de urineleider stroomt de urine naar de blaas. Als de blaas vol
is gaat er een signaal naar de hersenen en kan de kat urineren. Bij het urineren loopt het
water via de urinebuis naar buiten. Bij katers is de urinebuis een stuk smaller en langer dan
Pagina 43
bij poezen en uitleggen welke problemen hierbij kunnen ontstaan.
De bronnen die ik hierbij o.a. gebruik zijn:
-http://www.dierenkliniekgo.nl/Nierproblemen%20bij%20de%20kat.pdf
-http://www.catinfo.org/#Kidney_Failure
-http://feline-nutrition.org/health/feline-cystitis-and-bladderkidney-stones
-http://www.causus.be/uitleg-per-soort-dier/honden/urinewegproblemen/normale-anatomie-van-het-
urinaire-stelsel/?id=50
Bij de deelvraag: wat zijn kristallen in de urine van katten en hoe ontstaan ze?
Ga ik uitleggen over kristallen in de urine wat minerale bestanddelen zijn, die ontstaan door
verschillende factoren. Deze zijn: het voer, de stofwisseling, de hoeveelheid uitscheiding
van de urine, de activiteit van de kat, de hoeveelheid water dat de kat binnen krijgt, gewicht,
stress, concentratie van de urine zelf, het ras, een bacteriële infectie, de pH van de urine en
leeftijd. In principe kunnen deze kristallen geen kwaad. Helaas zijn er soms
omstandigheden waardoor deze wel kwaad kunnen. Een voorbeeld hiervan is een
opgezette prostaat, hierdoor kan deze tegen de urineleider drukken waardoor de kristallen
kunnen blijven steken. Als kristallen ergens blijven steken gaan ze samenklonteren en
ontstaat er steeds meer neerslag op het oppervlak waardoor dit uit kan groeien tot een
steen. Er zijn verschillende soorten kristallen, de meest voorkomende zijn struviet en
calciumoxalaat. Ook ga ik vertellen over de relatie van de ph en de verschillende
nierstenen.
De bronnen die ik hierbij o.a. gebruik zijn:
-http://www.dierenartsenpraktijkronner.nl/ziekten/kat/blaasgruis_kat.html
http://www.vet.cornell.edu/fhc/health_information/BladderandKidneyStones.cfm
Wat is het verband tussen de ph van de urine en de kristallen?
Ik ga onderzoeken of er een relatie is tussen de ph in de urine van katten en de vorming
van kristallen in de urine. Dit doe ik m.b.v. minimaal 20 katten. Ik neem ook zoveel mogelijk
katten uit het asiel, want deze katten komen niet buiten, zo kan ik precies zien wat deze
katten eten en drinken.
De bronnen die ik hierbij o.a. gebruik zijn:
http://www.dierendokters.com/katten/ziekten/blaasontsteking-blaasgruis
Verhoef E. (2006) Een kat in huis
Dr. Geelen, M.J.H. et al.(herdruk augustus 2007). Handleiding voor de practische
laboratorium diagnostiek, Wageningen: Grafisch Bedrijf Ponsen & Looijen b.v.
En mijn praktisch experiment.
Bij de deelvraag: wat zijn de gevolgen van blaasgruis voor katten/(katachtige)?
Ga ik uitleggen dat de gevolgen van blaasgruis verschillen per kat. Bij katers is er een kans
Pagina 44
dat grote stukken gruis vast komt te zitten in de urinebuis. Dit is een zeer ernstig probleem
omdat de kat niet kan urineren en de blaas hierdoor opzwelt. Veel katten hebben ook last
van loze aandrang omdat de steentjes achterblijven in de blaas. Deze steentjes geven het
gevoel dat de kat moet urineren terwijl dit niet zo is. Ook kan de kat de standaard
ziekteverschijnselen vertonen zoals koorts en braken, dit wordt veroorzaakt door de reactie
van het lichaam tegen het gruis.
De bronnen die ik hierbij o.a. gebruik zijn:
http://www.petmd.com/cat/conditions/urinary/c_ct_nephrolithiasis
https://biblio.ugent.be/publication/4338954/file/4339068.pdf
Bij de deelvraag: hoe kunnen kristallen in de urine van katten/ (katachtige) voorkomen worden?
Ga ik het er over hebben dat er een aantal mogelijkheden om de kristallen in de urine te voor komen
zijn zoals: de kat meer laten urineren; Dieetvoer is ook een belangrijk preventiemiddel, dit werkt
voornamelijk bij struvietstenen. Het voer reduceert het magnesiumgehalte en het fosfaatgehalte. Ook
stimuleert het de zuurstofexcretie. Struvietstenen kunnen hierdoor geheel oplossen. Een ander ding
wat er gedaan zou kunnen worden om kristallen te voorkomen is Het toedienen van therapeutica is
een ander preventiemiddel. Hierdoor kan de pH beïnvloed worden waardoor bepaalde stenen niet
goed kunnen ontstaan en weg kunnen gaan.
De bronnen die ik hierbij o.a. gebruik zijn:
-http://www.prinspetfoods.nl/artikel/prins-vitalcare-struvite
-http://www.dierenartsenpraktijkronner.nl/ziekten/kat/blaasgruis_kat.html
onderwerp (samengevat)De kat van mijn vriend had last van een verstopte plasbuis. Dit werd veroorzaakt door
kristallen in de urine. Kristallen in de urine hoeven niet schadelijk te zijn, maar als ze
samenklonteren kunnen ze vele verschillende problemen veroorzaken. Dit kan dus tot veel
pijn en verstoppingen lijden. Bij de kat van mijn vriend werd een speciaal dieet aangeraden,
ik wil dus gaan kijken of er een verband is tussen kristallen in de urine en het voer wat
katten krijgen. Het onderwerp heeft veel te maken met biologie, maar zal ook raakvlakken
met scheikunde hebben, omdat ik ook de ph moet gaan opmeten
beschrijving onderzoekWat ga je onderzoeken?
Ik ga onderzoeken of er een relatie is tussen de voeding van katten en de vorming van
kristallen in de urine.
Wie is hier verder bij nodig?
Als ik de urine van de katten onder de microscoop gaan bekijken is hier of het lab van de
vader van mijn vriend, of de dierenartsenpraktijk bij betrokken
Wat heb je daarbij nodig?
Pagina 45
Wat ik voor mijn onderzoek nodig heb is:
- Minimaal 20 huiskatten met verschillende soorten voer (veel vlees – weinig vlees)
- Absorberende kattenbakkorrels
- Iets om de urine van de kat op te kunnen nemen
- pH strips
- microscoop
Waar ga ik het doen?
Ik ga langs de deur om zoveel mogelijk huiskatten met verschillende soorten voer te
kunnen testen. De urine neem ik op bij de mensen thuis. De urine bekijk ik onder een
microscoop in het lab van de vader van mijn vriend, of bij de dierenartsenpraktijk. Informatie
verkrijgen doe ik thuis en op school uit boeken en van internet, ook ga ik universiteiten
email zodat ik daar ook informatie van kan krijgen.
Praktisch experiment
In het praktische onderzoek dat ik wil gaan uitvoeren ga ik eerst de urine van katten
verzamelen. Hierbij zal ik gelijk noteren wat de katten eten. Dan meet ik de pH waarde van
de urine. Daarna kijk ik onder de microscoop of ik kristallen in de urine kan vinden.
De katten wil ik bij verschillende asielen onderzoeken. Ik wil het liefst deze katten doen
omdat deze katten niet buiten komen zodat ik precies weet wat ze te eten krijgen. Zo
worden mijn resultaten nauwkeuriger en betrouwbaarder. Ik ga een mail sturen naar
verschillende asielen en hoop dan zo snel mogelijk antwoord te krijgen, zodat ik snel
onderzoek kan uitvoeren.
Het verkrijgen van de urine van katten doe ik op de volgende manier. Je kunt bij de
dierenarts zakjes verkrijgen waarin niet absorberende kattenbakkorrels zitten. Hierbij zit ook
gelijk een pipet en een buisje om de urine in te doen. Deze kattenbakkorrels doe je in de
kattenbak en als de kat op de bak heeft geplast kun je gemakkelijk de urine opnemen.
Hierna zal ik met een pH meter of met pH stripjes de pH van de urine meten.
Onder de microscoop kun je gemakkelijk zien of er kristallen in de urine zitten. Ik zal dus
van elke kat een preparaat maken met hun urine zodat ik kan kijken of de katten blaasgruis
hebben.
Na mijn onderzoek wil ik de resultaten, indien mogelijk, vergelijken met eerdere resultaten
Pagina 46
naar een vergelijkbaar onderzoek van een betrouwbare bron.
Bron hoe ik mijn praktisch experiment moet uitvoeren
http://www.dierendokters.com/katten/ziekten/blaasontsteking-blaasgruis
Type bronnen: De type bronnen die ik heb gebruikt zijn voornamelijk sites van dierenartsenpraktijken,
ook heb ik bronnen van diergeneeskundefaculteiten en tijdschriften, zoals Vlaams Diergeneeskundig
Tijdschrift. Mijn onderzoek dient ook als bron, omdat ik uit de verkregen gegevens conclusies kan
gaan trekken over wat het verband is tussen de ph en de kristallen in de urine van katten en daarna
naar het voer kan gaan kijken wat de katten kregen.
commentaar docentdatum
datum / paraaf goedkeuring Plan van Aanpak:
Pagina 47
PWS commentaar CONCEPT
datum/versie commentaar docent
datum / beoordeling PWS:
Pagina 48