Koersdocument 2013-2016

32
ROUTE PLANNER IN 4 DELEN Koers van Wooncompagnie 2013 2016

description

 

Transcript of Koersdocument 2013-2016

Page 1: Koersdocument 2013-2016

ROUTEPLANNERIN 4 DELEN

Koers van WooncompagnieIN 4 2013

2016

Page 2: Koersdocument 2013-2016

Routeplanner in 4 delen

Page 3: Koersdocument 2013-2016

Voorwoord

In dit document zet Wooncompagnie haar koers voor de komende

jaren – de periode 2013-2016 – uiteen. We noemen het bewust een

koersdocument en spreken niet meer van een ondernemingsplan.

De snelle en vaak onvoorspelbare ontwikkelingen in onze

omgeving maken de toekomst minder goed planbaar. Soms zijn

plannen al achterhaald voor de inkt op het papier is gedroogd.

De principes op basis waarvan we werken, de visie die we hebben

op volkshuisvesting en de missie die we voor Wooncompagnie

zien weggelegd, kennen een langere houdbaarheidsduur. In het

voorliggende document werken we ze verder uit. Zodat ze ons de

komende jaren helpen om in veranderende omstandigheden toch

op koers te blijven.

John Hendriks

Directeur-bestuurder

Page 4: Koersdocument 2013-2016

Een woningcorporatie met een visie

1Wooncompagnie is een maatschappelijke onderneming op het

gebied van wonen. We beheren ruim dertienduizend woningen in

het gebied boven het Noord-Hollands Kanaal. We zijn verweven met

ons werkgebied: het plattelandsdenken zit in onze genen en het

bepaalt onze identiteit, cultuur en structuur.

We zijn overtuigd van het belang van een volwaardige sociale

huursector, die bewoners een betrouwbare huisbaas biedt en waar

besluiten niet winstgedreven maar maatschappelijk gemotiveerd

zijn. Wij beheren en investeren op een bijzondere manier. Het

versterken van het kostenbewustzijn en het vergroten van de invloed

van onze bewoners en maatschappelijke belanghouders zijn twee

speerpunten waarbij we de lat steeds hoger leggen.

Page 5: Koersdocument 2013-2016

Een

won

ingc

orpo

ratie

met

een

vis

ie

1.1 Onze visie op de volkshuisvesting

Van blijvend belang: een sociale huursector.

Stel je voor dat we in Nederland geen volkshuis­

vestings beleid hadden, en geen woningcorporaties

om dat beleid in daden om te zetten. We zouden

dan een land zien waarin de verschillen tussen

hoe mensen wonen vele malen groter zijn dan nu.

Mensen met een hoog inkomen zouden wellicht beter

wonen. Maar mensen met een bescheiden inkomen

zouden zich bij lange na niet dezelfde woonkwaliteit

als nu kunnen veroorloven. Voor hen zou er op de

woningmarkt weinig tot niets te kiezen zijn. Om

een indruk te geven: het sociaal minimum bedraagt

per maand netto ongeveer e 635 (alleen), e 890

(alleenstaande ouder) of e 1.270 (stel). Volgens de

normen uit de Huurtoeslagregeling kunnen deze

huishoudens ongeveer e 200 aan huur betalen. In

Purmerend wonen circa 2.000 huishoudens met een

inkomen op het sociaal minimum. Stel je eens voor

wat er zou gebeuren als die op een vrije, ongereguleerde

woningmarkt allemaal op zoek gaan naar een

huurwoning van e 200 … .

Ruim honderd jaar volkshuisvesting heeft een land

opgeleverd waarin je aan de voordeur niet onmiddellijk

af kunt lezen of de bewoner voor een kwartje of voor

een dubbeltje is geboren. Waar mensen die weinig te

kiezen hebben niet veroordeeld zijn tot troosteloze

flatwijken aan de rand van de stad. Een land waarin we

misschien niet zoveel paleizen hebben maar ook geen

krotten. We wonen naast en door elkaar, zonder de

massale inkomenswijken die je in veel landen aantreft.

Daar zijn we trots op en dat willen we zo houden.

In de visie van Wooncompagnie blijft er behoefte

aan een gevarieerde sociale huursector, die goede

en betaalbare woningen biedt aan mensen die op de

woningmarkt weinig te kiezen hebben. Omdat ze een

laag inkomen hebben of een bijzondere woonbehoefte,

bijvoorbeeld verbonden aan een zorgvraag. We zien zo’n

sector als een volwaardig segment op de woningmarkt.

“We blijven overtuigd van het belang van een stevige sociale huursector. Die kan best een tikje kleiner maar moet wel interessant blijven voor een brede groep bewoners. Een volwaardig betaalbaar huuraanbod geeft keuzemogelijkheden aan mensen met een bescheiden inkomen en gaat inkomensbuurten tegen. We zijn er wel vooral maar niet alleen voor bewoners die zich geen koopwoning kunnen permitteren.”

Beheren en investeren op een bijzondere manier

In onze visie op volkshuisvesting is het van belang dat

ook mensen met een bescheiden inkomen een woning

van fatsoenlijke kwaliteit kunnen betalen en kunnen

kiezen waar ze willen wonen. Dat lukt niet als we

‘marktconform’ aan de slag gaan, want dan verschijnen

er op aantrekkelijke locaties geen betaalbare woningen

en krijgen goedkope woningen ook een goedkope

kwaliteit.

Woningcorporaties als Wooncompagnie baseren

hun besluiten niet alleen op financiële maar ook

op maatschappelijke gronden. Dat kan omdat

woningcorporaties in een beschermde omgeving

werken. Er zijn geen aandeelhouders die aandringen

op een hoog financieel rendement. Er is een

waarborgfonds (WSW) dat zorgt voor relatief goedkope

leningen en er is een solidariteitsfonds (CFV) dat

in noodgevallen voor financiële steun zorgt. Deze

omgeving zorgt ervoor dat corporaties niet een hoog

financieel rendement als doel hoeven te hebben maar 5

Page 6: Koersdocument 2013-2016

Een woningcorporatie met een visie Routeplanner in 4 delen

kunnen volstaan met een gematigd rendement als

randvoorwaarde. En binnen die randvoorwaarde staan

maatschappelijke doelen voorop.

Wooncompagnie is ervan overtuigd dat dit

ondernemings concept op de woningmarkt (met

haar specifieke kenmerken: hoge investeringen,

plaatsgebonden, lange termijn) van grote waarde is

en blijft. Tegelijk zijn we ons bewust van de risico’s:

‘de markt’ houdt ons niet scherp en ‘de maatschappij’

staat op afstand. Als we niet uitkijken, gaan we op

een inefficiënte manier onze eigen hobby’s uitvoeren

terwijl het de bedoeling is dat we op een kostenbewuste

manier doen wat de samenleving van ons verwacht. Het

versterken van het kostenbewustzijn en het vergroten

van de invloed van onze bewoners en maatschappelijke

belanghouders zijn voor Wooncompagnie daarom

eeuwig durende speerpunten: we zijn er nooit mee klaar.

Verweven met het platteland

Het werkgebied van Wooncompagnie beslaat een groot

deel van de provincie Noord­Holland. Wij hebben bezit

op het platteland en daarnaast in de centrumgemeenten

Purmerend en Schagen. Het platteland kent zijn eigen

dynamiek. Elke kern heeft zijn eigen kenmerken, een

eigen sfeer en een eigen leefklimaat. De interactie

tussen kernen, of juist het ontbreken daarvan, houdt

geen rekening met gemeentegrenzen. Het is een

netwerk van ‘olifantenpaden’ die niet zijn gepland

maar zijn ontstaan.

In de visie van Wooncompagnie verdient wonen in

de buurten en kernen op het platteland bijzondere

aandacht. Het is essentieel om de olifantenpaden te

kennen, om zo de juiste beslissingen te kunnen nemen.

Het plattelandsdenken zit bij Wooncompagnie in de

genen en bepaalt onze identiteit, cultuur en structuur.

Wij hebben er affiniteit mee, het is onze specialiteit,

onze professionaliteit is erop afgestemd.

1.2 De missie van Wooncompagnie

De missie van Wooncompagnie vertelt ‘voor wie we wat

waar doen’ en geeft richting aan onze activiteiten.

Onze missie luidt als volgt:

“Wooncompagnie verhuurt betaalbare woningen aan mensen

met een bescheiden inkomen of een bijzondere woonbehoefte en

werkt samen met bewoners en partners aan aangenaam wonen

op het Noord-Hollandse platteland”

In onze missie staat het bieden van goede en

betaalbare huisvesting centraal. Wij spannen ons

in voor mensen met een bescheiden inkomen,

met een zorgvraag en voor mensen die specifieke

begeleidings­ of huisvestingsbehoeften hebben. Voor

hen hebben wij een gevarieerd, kwalitatief goed en

betaalbaar aanbod aan woningen en woondiensten.

Aanvullend beschouwen wij het als onze opdracht om

onze bewoners een aangename woonplek te bieden.

Mensen moeten zich thuis voelen in hun huis en hun

buurt. Die opdracht ligt niet bij Wooncompagnie

alleen. De bewoners zijn eerstverantwoordelijk

– alleen zij kunnen van een huis hun thuis maken

– en samenwerking met overheden en zorg­ en

welzijnsorganisaties is essentieel.

De samenstellende delen van onze missie lichten we

hierna verder toe.

Mensen met een bescheiden inkomen

Bij het maken van afwegingen over onze

woningvoorraad (investeringen, huurprijzen

enzovoorts) kijken we anders dan een commerciële

ondernemer zou doen. In plaats van naar de

koopkrachtige vraag, kijken we vooral naar de vraag

van mensen die vanwege hun inkomen op

de Noord­Hollandse woningmarkt beperkte

keuzemogelijkheden hebben.

Tot die groep behoren overal in ons werkgebied de

mensen met een inkomen onder de grens van de

Page 7: Koersdocument 2013-2016

Huurtoeslagregeling. Voor hen geldt dat er, buiten

de sociale huursector, nauwelijks mogelijkheden zijn

om een passende woning te vinden. Vanaf een modaal

jaarinkomen, zien we dat de keuzemogelijkheden

binnen ons werkgebied uiteen gaan lopen. In de

kop van Noord­Holland is het, vanwege de lagere

koopprijzen, eerder mogelijk om een woning te

kopen dan in de woningmarkt rond Purmerend. Daar

ontstaan pas bij jaarinkomens vanaf zo’n e 45.000

reële mogelijkheden om een woning te kopen

(rekenend met koopprijzen vanaf circa e 180.000

en een financieringsmogelijkheid van vier maal het

jaarinkomen).

Deze marktverschillen komen in ons beleid tot

uitdrukking. In het zuidelijk deel van ons werkgebied

blijft er behoefte aan een verhoudingsgewijs

omvangrijke sociale huursector en is het van

belang om die sector door verdelingsregels en

doorstromingsbevordering zo doelmatig mogelijk

te benutten. In het noordelijk deel kan de sociale

huursector relatief kleiner zijn en is er minder reden

om sterk te sturen op de verdeling.

Mensen met een bijzondere woonbehoefte

Tot de missie van Wooncompagnie behoort ook

het huisvesten van mensen met een bijzondere

woningbehoefte. Daartoe behoren verschillende

groepen: fysiek gehandicapten, mensen die begeleiding

nodig hebben bij het wonen, senioren die net wel

of net niet hun zelfstandigheid kunnen behouden,

mensen met een zorgvraag, licht dementerenden die

het alleen niet meer redden, jongvolwassenen met een

verstandelijke beperking, enzovoorts. Ze hebben met

elkaar gemeen dat alleen een dak boven het hoofd niet

volstaat.

Wooncompagnie geeft op verschillende manieren

invulling aan dit missiestatement. We zijn proactief

bezig met het geschikt maken van onze woningen voor

mensen met bewegingsbeperkingen.

We zijn benaderbaar voor kleinschalige initiatieven,

bijvoorbeeld rond groepswonen voor ouderen. We zijn

overal in ons werkgebied geworteld in het netwerk van

wonen/welzijn/zorg. En we werken intensief samen

met partners op het gebied van zorg en welzijn.

Samenwerken met bewoners en partners

Wij geloven in de zelfredzaamheid van onze

bewoners. Huurders van Wooncompagnie zijn

prima in staat om wat van hun leven te maken en

tenminste hun woning en woonomgeving leefbaar

te houden. Die verantwoordelijkheid nemen

we niet van ze over. Wel bieden we waar nodig

ondersteuning. Wooncompagnie zoekt voortdurend

naar optimale invulling van het maatschappelijk

ondernemerschap. De organisatie opereert daarbij

binnen een netwerk van partners om haar missie

te kunnen realiseren. De lijn die Wooncompagnie

hierbij zoekt is die van samenwerking, waarbij de

sterke punten van elkaar worden opgezocht en elke

partij zijn verantwoordelijkheid kent en ook neemt.

Om dit te bewerkstelligen, moeten we onze partners

kennen en duidelijkheid scheppen in de wederzijdse

verwachtingen.

Aangenaam wonen op het platteland

Wooncompagnie is een plattelandscorporatie.

Wij hebben veel aandacht voor de identiteit,

kleinschaligheid en kwaliteit van de dorpen en

kernen. Ook omdat wij daar vaak de enige aanbieder

van sociale huurwoningen zijn: een positie die

verantwoordelijkheid schept. Wooncompagnie speelt

in op de ontwikkelingen op het platteland, zoals de

veranderende samenstelling van huishoudens en de

stabiliserende dan wel krimpende omvang van de

bevolking.

7

Page 8: Koersdocument 2013-2016

Een woningcorporatie met een visie Routeplanner in 4 delen

De ontwikkeling van de buurten en kernen laat binnen

ons werkgebied verschillen zien. In het noordelijk

deel neemt het draagvlak voor voorzieningen sneller

af. Toch zien we ook daar verschillen tussen de

kernen die lang niet altijd objectief verklaard kunnen

worden. Sommige woondorpen functioneren

uitstekend terwijl elders de sociale samenhang onder

druk staat. Wooncompagnie wil recht doen aan die

verschillen. Er ligt geen blauwdruk; maatwerk en lokale

betrokkenheid zijn vereist.

Wooncompagnie neemt op basis van haar missie

medeverantwoordelijkheid voor de ontwikkeling

van plattelandskernen. Ook hier geldt dat we de

verantwoordelijkheid van bewoners, gemeenten en

van andere partijen niet overnemen. We signaleren,

ondersteunen en coördineren waar nodig maar kiezen

altijd voor ‘aanspreken op eigen verantwoordelijkheid’

als eerste optie.

1.3 De wereld om ons heen

De omgeving waarin Wooncompagnie werkt, verandert

voortdurend. Dat is niets nieuws. Wel lijkt het alsof de

veranderingen steeds meer impact hebben. Op het punt

van de mensen, de markt, de middelen en de spelregels

zijn de volgende ontwikkelingen koersbepalend:

De mensen: oudere, kleinere, armere huishoudens

Demografische prognoses laten al geruime tijd zien

dat ontgroening, vergrijzing en gezinsverdunning een

steeds grotere betekenis krijgen. De huishoudens van

de komende tien, twintig jaar zijn anders samengesteld

dan tien, twintig jaar geleden. Meer alleenstaande

senioren en minder jonge gezinnen, dat is de grote lijn.

Die lijn is van grote betekenis voor Wooncompagnie,

want de levensfase waarin mensen verkeren, verklaart

voor het overgrote deel hun woningvraag. Zo hebben

er we er rekening mee te houden dat de vraag naar

reguliere nieuwbouwwoningen (nog) verder terugvalt,

want die is vooral afkomstig van jonge gezinnen, en dat

ook de verhuisbewegingen (nog) verder terugvallen,

want oudere mensen verhuizen veel minder vaak dan

jonge. En tegelijk zien we dat de behoefte aan (zorg)

geschikte woningen toeneemt en voor een forse

veranderopgave zorgt.

De veranderingen in de samenstelling van huishoudens

zijn redelijk goed voorspelbaar. Dat geldt minder voor

de ontwikkeling van het aantal huishoudens, want

daarop zijn onvoorspelbare zaken van invloed, als

de migratie van MOE­landers, de ontwikkeling van

de werkgelegenheid en de aantrekkingskracht van

Noord­Holland als plek om te willen wonen. Toch laten

de meeste prognoses zien dat in de kop van Noord­

Holland het aantal huishoudens zal stabiliseren en

vervolgens zal dalen. Voor de vraag/aanbod verhouding

op de woningmarkt is dat van groot belang – er

zal ontspanning op gaan treden – evenals voor het

draagvlak voor voorzieningen, dat verder af zal nemen.

Daar moeten we ons nu al op voorbereiden.

De ontwikkeling van de inkomens is voor

Wooncompagnie van grote invloed. Op dit punt ziet

de toekomst er echt anders uit dat we tot voor kort

dachten. In het decennium tussen 1995 en 2005 wezen

alle voorspellingen uit dat de zogenaamde doelgroep

van het volkshuisvestingsbeleid, gevormd door de

huishoudens met een bescheiden inkomen, steeds

kleiner zou gaan worden. Achter deze voorspellingen

zat telkens dezelfde gedachte: de groei van het aantal

huishoudens gaat afvlakken, en daarom zal er ook bij

beperkte economische groei meer voor elk huishouden

overblijven. Op basis van deze veronderstelling is

Wooncompagnie er, net zoals de landelijke overheid en

vrijwel elke gemeente en woningcorporatie, er vanuit

gegaan dat de sociale huursector ook geleidelijk aan

kan krimpen.

Op dit moment moeten we afscheid nemen van de

veronderstelling dat het aantal huishoudens met een

bescheiden inkomen zal gaan dalen.

Page 9: Koersdocument 2013-2016

Recente prognoses over de ontwikkeling van de

doelgroep laten zelfs bij relatief gunstige scenario’s

(economische groei vanaf 2015) hooguit een

stabilisatie van het aandeel doelgroephuishouden zien.

Iets somberder scenario’s (tegelijk iets realistischer)

laten zowel relatief als absoluut een groeiende omvang

van de doelgroep zien.

Het spreekt voor zich dat deze trendbreuk

grote gevolgen heeft voor de vraag naar sociale

huurwoningen. Die vraag zal niet alleen anders worden

dan ze was maar ook groter dan we dachten. De

wetenschap dat op veel plekken in ons werkgebied de

verhouding huur­koop ongeveer 20%­80% is, maakt

dat er weinig ruimte is om de sociale huursector te

laten krimpen.

“Er verandert veel om ons heen en voor veel mensen is de toekomst onzeker. Hoe lang hou ik mijn baan nog? Wat blijft er van mijn pensioen over? Krijg ik als ouder wordt de zorg die ik nodig heb? Kan ik straks mijn huis nog wel betalen? Voor die mensen willen we een betrouwbare verhuurder zijn, waar je fatsoenlijk wordt behandeld en ervan op aan kunt dat je een redelijke prijs betaalt. Wat dat betreft verandert er dus niets.”

De markt: bijna tot stilstand gekomen

De woningmarkt laat bij lange na niet de dynamiek

zien die nodig is voor een goede afstemming tussen

vraag en aanbod. Er liggen vele oorzaken achter maar

de voornaamste is het stilvallen van de nieuwbouw, de

motor van de woningmarkt. Over het weer aanslaan van

die motor zijn de verwachtingen niet hooggespannen.

De drijfveer om een nieuwe woning te kopen heeft

lang gelegen in de verwachting dat de waarde ervan

bijna vanzelf stijgt, zodat de koper de overwaarde

na een aantal jaar in kan zetten om een vervolgstap

in de wooncarrière te maken. Die veronderstelling

was tot voor kort ook gerechtvaardigd. Voor de

komende jaren moeten we met het tegenovergestelde

rekening houden. Bij een uitblijvende waardestijging

is een woning geen investering meer maar een

consumptiegoed. Dat zal gevolgen hebben voor

de keuzes die mensen op de woningmarkt maken.

We weten alleen nog niet welke.

Wat we wel weten is dat de belangstelling voor huren

op de korte en middellange termijn groot zal zijn.

Dat komt doordat een deel van de vraag die zich tot

dusver op de koopsector richtte, verschuift. Voor

Wooncompagnie betekent dit een stabiliserende

(noord) of groeiende (zuid) vraag terwijl het aanbod dat

daadwerkelijk voor verhuur beschikbaar komt hooguit

stabiliseert maar vermoedelijk daalt. De spanning op

de woningmarkt neemt toe en de mogelijkheden om

daar wat aan te doen nemen af.

De middelen: steeds schaarser

Net als consumenten kunnen ook woningcorporaties

steeds moeilijker geld lenen. Sinds het begin van de

financiële crisis zijn de financiële instellingen onder

een vergrootglas komen te liggen. Strenge eisen zijn

opgelegd uit ondermeer het Basel III­akkoord. Deze

eisen gaan per 2019 in, maar banken spelen komende

jaren al in op die nieuwe regels. Dit geldt zeker voor de 9

Page 10: Koersdocument 2013-2016

Een woningcorporatie met een visie Routeplanner in 4 delen

banken die zich hebben gespecialiseerd in financiering

van de publieke sector, zoals de Bank Nederlandse

Gemeenten en de Nederlandse Waterschapsbank.

Woningcorporaties dreigen daardoor op jaarbasis

honderden miljoenen extra aan rentelasten kwijt te zijn.

Het belang van WSW­borging voor de sociale taken

wordt breed onderschreven maar dit systeem is niet

onfeilbaar. Met als gevolg dat de buffers bij het Centraal

Fonds Volkshuisvesting groter moeten worden. De

financieringsmogelijkheden voor corporaties worden

steeds schaarser en dus duurder. Met alle bijkomende

gevolgen voor de investeringsbeslissingen.

Wooncompagnie merkt wat veel huizenbezitters ook

merken. Tot voor een aantal jaar was de (over)waarde

van de woning voldoende om een extra hypotheek

te verkrijgen en zo de aanleg van een dakkapel te

financieren. Daar neemt vandaag de dag geen bank

meer genoegen mee. Wie geld wil lenen, moet een

sluitende begroting laten zien en zelf geld meebrengen.

Reden temeer voor Wooncompagnie om daar strak op

te sturen.

De spelregels: strenger – en zo hoort dat ook1

Een nieuwe Woningwet formuleert de

publiekrechtelijke grondslag onder het stelsel van

woningcorporaties. Er verandert niet bijzonder veel:

het werkdomein blijft nagenoeg ongewijzigd en

corporaties behouden een brede maatschappelijke

functie. Wel wordt het toezicht aangescherpt en

het principe van ‘schoenmaker, hou je bij je leest’

benadrukt. Wooncompagnie vindt dat, rekening

houdend met de maatschappelijke opvattingen over

de talrijke uitspattingen in de sector, niet alleen

begrijpelijk maar ook verstandig.

Tegelijk wordt steeds duidelijker dat de toekomst

van woningcorporaties niet wordt bepaald door de

formele spelregels, zoals die worden vastgelegd in

de landelijke Woningwet en in lokale woonvisies

en prestatieafspraken. Veel meer impact hebben

de ontwikkelingen in het betaalbaarheiddossier.

In dat dossier worden mogelijke extra inkomsten

bij corporaties als gevolg van verruiming van het

huurbeleid door middel van een heffing afgeroomd en

door het Rijk herverdeeld. Deels richting het budget

voor Huurtoeslag maar steeds meer ook voor andere

doeleinden. De betaalbaarheidsheffing is inmiddels

omgebouwd tot een heffing op algemene grondslag,

waarvan het Rijk volledig zelfstandig zowel de hoogte

als de bestemming kan bepalen.

Het speelveld overziend, lijkt de kans reëel dat in de

komende jaren van rijkswege de mogelijkheden tot

huurverhoging worden vergroot – onder de noemer

van ‘vergroten marktwerking’ – terwijl gelijktijdig de

hoogte van de heffing wordt opgeschroefd. Zou het

zo gaan, dan is er geen sprake meer van vrijheid in het

huurbeleid maar van een afgedwongen noodzaak tot

huurstijging. De mogelijkheden om een op de lokale

volkshuisvestingsvragen afgestemd beleid te voeren,

nemen dan sterk af. Het belang daarvan – zie de

voorafgaande passages – neemt juist toe.

Wooncompagnie blijft intussen vanuit eigen kracht

en overtuiging haar koers varen als maatschappelijk

ondernemende volkshuisvester.

1 Deze paragraaf is geschreven vlak voor de totstandkoming van het regeerakkoord van het kabinet Rutte-Asscher. De impact van het regeerakkoord is groot maar verandert onze principes en overtuigingen niet. De tekst van dit koersdocument is daarom ongewijzigd gebleven.

Page 11: Koersdocument 2013-2016
Page 12: Koersdocument 2013-2016

De volkshuis-vesting staat voorop2In het werk van Wooncompagnie staat de volkshuisvesting

voorop. Onze kerndoelstellingen zijn:

1. Wooncompagnie heeft tevreden bewoners

2. Wooncompagnie zorgt voor voldoende

betaalbare huurwoningen

3. Wooncompagnie zorgt voor een woningaanbod

van goede kwaliteit

4. Wooncompagnie zorgt voor geschikte woonruimte

voor mensen met een zorgbehoefte

5. Wooncompagnie draagt bij aan een

aangename woonomgeving

Deze kerndoelen worden jaarlijks van meetpunten (output,

outcome) voorzien, waarvoor de resultaatverantwoordelijkheid

bij één van de bedrijfsonderdelen wordt belegd. We werken ze

langs de volgende lijn uit.

Page 13: Koersdocument 2013-2016

De

volk

shui

sves

ting

staa

t voo

rop

2.1 Tevreden bewoners

De bewoners nemen ons de maat. Zij bepalen of ze

de kwaliteit van de woning en van de dienstverlening

voldoende vinden. We meten periodiek het

tevredenheidsoordeel. Dat doen we op verschillende

manieren, onder meer in de vorm van meting aan de

vereisten van het KWH­Huurlabel. We streven naar

verbetering van achterblijvende rapportcijfers, omdat

die laten zien dat we niet alleen meten maar ook

leren. In de komende jaren geven we deze meet­leer­

verbetercyclus nog meer gewicht.

In de opzet van de organisatie is de

verantwoordelijkheid voor het realiseren van deze

doelstelling belegd bij de twee vestigingen, in Schagen

en Purmerend.

“We zijn ons er goed van bewust dat veel van onze bewoners maar weinig keuzemogelijkheden hebben. Vaak is verhuizen naar een andere woning, die beter onderhouden, groter of goedkoper is, helemaal geen reële optie. Voor mensen met een bescheiden inkomen is de woningmarkt niet een markt waar ze uit een breed assortiment en tussen verschillende aanbieders kunnen kiezen. We hebben daarom de dure plicht om heel goed te luisteren naar onze huurders.”

2.2 Voldoende betaalbaar

Wooncompagnie zorgt voor voldoende betaalbare

huurwoningen. We willen dat ook mensen met

een bescheiden inkomen op de woningmarkt reële

keuzemogelijkheden hebben. Dat vereist een voorraad

betaalbare huurwoningen van voldoende omvang

en ook voldoende verspreid over ons werkgebied.

Het vereist ook dat er uit die voorraad voldoende

woningen beschikbaar komen voor nieuwe verhuur.

Wat is voldoende en wat is betaalbaar?

Wanneer hebben we voldoende betaalbare

huurwoningen? En wanneer is het jaarlijks vrijkomend

aanbod van voldoende omvang? Deze vragen worden

beantwoord in de prestatieafspraken die de vestigingen

met gemeenten maken. Steeds gebaseerd op een

actuele analyse van de vraag/aanbodverhoudingen op

de lokale en regionale woningmarkt, prognoses over de

ontwikkeling van de vraag en inzicht in de wachttijden

en slaagkansen van woningzoekenden met een

bescheiden inkomen.

De betaalbaarheidsvraag beantwoorden we in het

huurprijsbeleid. Daarin staat een evenwichtige

prijs/kwaliteit verhouding voorop. De huren zijn

een herkenbare afspiegeling van de geboden

woonkwaliteit. Bij het bepalen van de hoogte

van de streefhuren houden we rekening met de

betaalbaarheid. Dat betekent onder meer dat we niet

de hoogst haalbare huur zullen vragen, ook niet in

gebieden waar de spanning op de woningmarkt erg

hoog is. Sterker nog: wij hebben de overtuiging dat

in alle buurten en kernen waar wij bezit hebben, ook

mensen met een zeer bescheiden inkomen goed en

betaalbaar moeten kunnen wonen. Ons woningaanbod

kent daarom een wenselijke differentiatie als het gaat

om de hoogte van de huurprijs.

Onze streefhuren van de sociale voorraad liggen

lager dan de maximale huurprijs, tussen 75% en 90% 13

Page 14: Koersdocument 2013-2016

De volkshuisvesting staat voorop Routeplanner in 4 delen

daarvan. Bij het bepalen van de streefhuren baseren we

ons in de eerste plaats op het woningwaarderingstelsel

(wws). Dat beschouwen we als een objectieve manier

om de woonkwaliteit te meten. De ligging en het

energieverbruik worden hier echter onvoldoende

in meegewogen, vindt Wooncompagnie. Daarom

wordt locatiekwaliteit en energetische kwaliteit

(energieverbruik) meegewogen bij het vaststellen van

de huurprijs.

We vinden dat de huurprijs gebaseerd moet zijn op

kenmerken van de woning en niet op het inkomen

van de bewoner. Wel kunnen we ons voorstellen

dat bewoners met een hoog inkomen een hogere

huurverhoging krijgen, zodat de streefhuur bij hen

sneller wordt bereikt.

2.3 Van goede kwaliteit

Wooncompagnie zorgt voor een woningaanbod

van goede kwaliteit. De verantwoordelijkheid voor

het realiseren van deze doelstelling is belegd bij het

bedrijfsonderdeel Vastgoed. De koers voor de komende

jaren krijgt op drie punten accent:

1. Alle woningen voldoen aan een vooraf

omschreven basiskwaliteit.

2. Wooncompagnie werkt aan een ‘vraagbestendige’

woningvoorraad.

3. De energieprestaties van de woningvoorraad

worden verbeterd.

Basiskwaliteit

Wooncompagnie is gewend om woningen te realiseren

van hoogwaardige kwaliteit. Wij ervaren echter dat

kwaliteit en betaalbaarheid in toenemende mate

wringen. Bovendien: betaalbaarheid is ook een

kwaliteit. Wooncompagnie vindt dat ook bewoners met

een laag inkomen zoveel mogelijk zelf de huur moeten

kunnen opbrengen en zo min mogelijk afhankelijk

moeten zijn van Huurtoeslag. Daarom kiezen we voor

een sobere basiskwaliteit, die de huurprijs niet bij

voorbaat al opdrijft.

In de nieuwbouw zullen wij kritischer dan voorheen

bekijken welke kwaliteit op welke plek bij welk product

past. Dat vergt een scherp(er) zicht op de woonwensen

en bestedingsmogelijkheden van onze verschillende

klantengroepen. Van de bestaande woningvoorraad

meten we de conditie en nemen we onze definitie van

basiskwaliteit onder de loep.

Vraagbestendig

Onze toekomstige klanten zullen in toenemende mate

bestaan uit kleine huishoudens met een bescheiden

inkomen. Veelal zijn dit ouderen of juist starters, al

neemt het aandeel alleenstaande huishoudens in alle

leeftijdscategorieën toe. Gezien de samenstelling

van onze toekomstige klantengroep zal de vraag

naar woningen in de centrumgemeenten toenemen

ten opzichte van de vraag in de kleinere kernen. De

woningvoorraad in kleinere kernen zal met name in

trek zijn bij stellen of (jonge) gezinnen die geen of een

zeer beperkte zorgvraag hebben, graag landelijk wonen

en daarbij accepteren dat het voorzieningenniveau in de

directe omgeving laag is.

De veranderingen in de woningvraag leiden voor

Wooncompagnie tot een veranderopgave in de

woningvoorraad. Die maken we steeds meer

‘vraagbestendig’. De komende jaren ligt onze focus

daarbij (sterker dan voorheen) op instandhouding

(levensduurverlening) en woningverbetering. Zo blijft

het mogelijk om ook echt goedkope woningen, met

een sobere basiskwaliteit, te blijven verhuren. Sloop,

eventueel gevolgd door nieuwbouw vindt met name

plaats als woningen niet meer tegen acceptabele kosten

voor een aanzienlijke periode vraagbestendig kunnen

worden gemaakt. Met nieuwbouw voegen we met

name dat toe, wat we niet of onvoldoende in voorraad

hebben. Daarnaast bezien wij het al of niet toevoegen

Page 15: Koersdocument 2013-2016

van nieuwe woningen in de context van de totale

(huidige en toekomstige) woningvoorraad en niet

alleen binnen de context van onze eigen portefeuille.

Energiezuinig

Bij het bouwen en beheren van onze woningen streven

we naar beperking van het beslag op het milieu en het

verbruik van energie. Als richtpunt hanteren we het

convenant over energiebesparing in de huursector dat

brancheorganisatie Aedes met de Woonbond en de

Rijksoverheid heeft afgesloten. Dat betekent dat we ons

ten doel stellen om in 2020 voor onze woningvoorraad

ten minste een gemiddelde energie index van 1,25

(gemiddeld energielabel B) te bereiken.

We kiezen op het gebied van energiebesparing voor

een nuchtere aanpak. We staan niet vooraan als het

gaat om het innovatie en vernieuwing. Natuurlijk

volgen we de laatste ontwikkelingen maar we passen

slechts bewezen, kostenefficiënte oplossingen toe.

We verbeteren de energieprestatie daar waar dit het

meeste rendement oplevert. We passen onze meerjaren

onderhoudsbegroting hier op aan. Zo kunnen we meer

woningen aanpakken en realiseren we de grootste

besparing voor onze huurders.

Besparen op de energierekening is nadrukkelijk ook

een eigen verantwoordelijkheid van onze bewoners,

vinden we. Wooncompagnie kiest daarbij voor een

faciliterende rol: we informeren onze bewoners hoe

zij zelf de hoogte van de energienota gunstig kunnen

beïnvloeden.

2.4 Bijzonder geschikt

Lang verwacht maar nu toch echt in aantocht is de

scheiding van de financiering van wonen en zorg. Die

komt er in het kort op neer dat steeds meer bewoners

van een zorgcomplex zelf de huur gaan betalen.

Deze scheiding heeft aanmerkelijke gevolgen voor

verdeling van risico’s en verantwoordelijkheden tussen

Wooncompagnie en de zorginstelling. Bij nieuw te

bouwen zorgvastgoed zal de vraag in samenwerking

met de zorgpartners op lange termijn zeker gesteld

moeten worden of het vastgoed dient ook geschikt te

zijn om te verhuren aan bewoners zonder zorgvraag.

Onze grootste opgave ligt echter in de bestaande

voorraad. We willen dat mensen ook met een zorgvraag

zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen.

Daarom maken we een steeds groter deel van onze

voorraad ‘zorggeschikt’ en werken we intensief samen

met zorgaanbieders. In de komende jaren krijgen de

volgende ontwikkelingen een bijzonder accent:

Als de leeftijd met beperkingen komt, kan een

ongeval in huis grote gevolgen hebben. Kleine

woningaanpassingen (drempels weg, een toiletbeugel,

een verlengstok om het raam te openen) kunnen veel

ellende voorkomen. De behoeftes zijn per bewoner

verschillend, dus dat vraagt om maatwerk. We gaan de

vraag daarnaar bewust uitlokken, en in afstemming

met het gemeentelijk WMO­beleid beantwoorden.

Zodat het voor de bewoner in elk geval geregeld wordt.

Ook het vergroten van het veiligheidsgevoel, hulp bij

het onderhouden van de tuin, kleine klusjes in huis of

de aanwezigheid van alarmering als er iets gebeurt,

kan ertoe bijdragen dat mensen nog een hele tijd

zelfstandig kunnen blijven wonen. In hun vertrouwde

omgeving, op hun eigen stek. In veel gevallen zijn wij

niet de gewezen partij om deze diensten te leveren.

Onze rol zal dan ook signalerend en faciliterend van

aard zijn, in samenwerking met organisaties als Wonen

Plus Welzijn. Wij verwijzen door en helpen onze

bewoners op weg naar de juiste partij.

2.5 In een aangename buurt

We willen dat onze bewoners zich thuis voelen in hun

buurt. Daarom bemoeien we ons waar nodig ook met

het voorzieningenniveau, de openbare ruimte en de

omgang tussen bewoners. Maar wel met een aantal 15

Page 16: Koersdocument 2013-2016

De volkshuisvesting staat voorop Routeplanner in 4 delen

nadrukkelijke kanttekeningen vooraf:

Het oordeel over de vraag of het in een buurt of kern

aangenaam wonen is, ligt niet bij Wooncompagnie

maar bij de bewoners. We vragen ze periodiek en

systematisch naar dat oordeel, zodat we een scherp

beeld hebben van de buurten die om aandacht vragen.

In de buurten die om aandacht vragen gaan we

niet ‘zomaar’ aan de slag maar zoeken we een

medeverantwoordelijke opdrachtgever. Dat kan

bijvoorbeeld de gemeente zijn maar ook een

bewonersplatform of een buurtpanel.

Met deze opdrachtgever maken we afspraken over de

aanpak en te behalen resultaten.

De verantwoordelijkheid voor het realiseren van deze

doelstelling is belegd bij de twee vestigingen.

“De leefbaarheid van de buurt vinden we een belangrijk thema, want prettig wonen is natuurlijk meer dan een dak boven je hoofd. Maar we vinden het ook een moeilijk thema. Niemand weet wat het recept is om van een kern die afglijdt weer een aangename woonplek te maken. Wel weten we dat we dat niet alleen kunnen. Samenwerken en eerst goed kijken wat er écht aan de hand is, horen daarom altijd thuis in onze aanpak. We willen voorkomen dat ‘leefbaarheid’ een vergaarbak van goedbedoelde probeersels wordt. Daar is het veel te belangrijk voor.”

Page 17: Koersdocument 2013-2016
Page 18: Koersdocument 2013-2016

Heldere opvattingen en duidelijke keuzes

3Het staat al op de eerste pagina van dit koersdocument: in de snel veranderende omgeving waarin

Wooncompagnie werkt, kunnen we steeds minder ‘voorgeprogrammeerd’ handelen. Steeds vaker

staan we voor dilemma’s of zijn we genoodzaakt bij te sturen vanwege onvoorziene omstandigheden.

Juist dan moeten we besluiten nemen die passen bij de koers van Wooncompagnie. En voorkomen dat

we meewaaien met de wind van dat moment.

Daarbij hanteren we de volgende basisprincipes:

1. We betrekken onze bewoners bij de keuzes die we maken, zodat we adequaat inspelen op de vragen

en verwachtingen van onze huidige en toekomstige klanten.

2. We geven invloed aan onze belanghouders, zodat we goed geworteld zijn in de lokale samenleving

en weten wat daar speelt.

3. We leggen meer accent op het beheren en transformeren van de bestaande woningportefeuille dan

op het realiseren van nieuwbouw.

4. We doen recht aan de toenemende verschillen binnen ons werkgebied en bieden

maatwerkoplossingenvoorspecifiekevraagstukken.

5. We besluiten met kennis van de omstandigheden en zicht op de resultaten en risico’s.

Deze basisprincipes werken we als volgt uit.

Page 19: Koersdocument 2013-2016

Hel

dere

opv

attin

gen

en d

uide

lijke

keu

zes

3.1 Bewoners beter betrekken

Onze huurders zijn meer dan alleen klanten. Ze

zijn ook bewoner van een buurt of kern, ze zijn

belanghouder bij de beslissingen die Wooncompagnie

neemt, ze vormen samen een betrokken en kritische

achterban en het zijn uiteindelijk allemaal individuen

met een eigen verleden, heden en toekomst. In

de relatie met onze bewoners willen we aan die

verschillende rollen recht doen.

Wooncompagnie werkt de relatie met haar bewoners

langs de volgende lijn uit:

• Wooncompagnie benadert haar klanten op een

respectvolle en professionele manier. We borgen de

kwaliteit van de dienstverlening aan onze huurders

en streven naar stapsgewijze verbetering.

• Onze klanten kunnen kiezen uit een beperkt

assortiment. Dat omvat goede en betaalbare

woningen die allemaal over een fatsoenlijke

basiskwaliteit beschikken maar die niet luxueus zijn.

Ook als het gaat om het uitrustingsniveau of om

aanvullende diensten, biedt Wooncompagnie een

relatief bescheiden pakket aan keuzemogelijkheden.

• Wij geloven in de zelfredzaamheid van onze

bewoners en doen een nadrukkelijk beroep op

de eigen verantwoordelijkheid. Of mensen van

een huis hun thuis maken, of ze de buurt leefbaar

maken of de relatie met de buren verknallen, of

ze hun woonomgeving schoon en heel houden

en spaarzaam omgaan met het verbruik van

energie: dat is allemaal in de eerste plaats van

de verantwoordelijkheid van de bewoners zelf.

Wooncompagnie zal ze op die verantwoordelijkheid

aanspreken maar neemt deze niet over.

• We nemen geen verantwoordelijkheid van onze

bewoners over maar helpen ze wel om zelfredzaam

te worden. Dat doen we onder meer door

actief voorlichting te geven (bijvoorbeeld over

budgetbeheer), door stimuleringsmaatregelen te

nemen (bijvoorbeeld rond energiebesparing) en

door verbindingen te maken met organisaties in de

wereld van welzijn, zorg, cultuur en onderwijs.

• Als het gaat om initiatieven op het gebied van

leefbaarheid trekken we samen met onze bewoners

op, in gedeelde verantwoordelijkheid. In buurten

en wijken stimuleren we de samenwerking

tussen bewoners, zodat ze beter in staat zijn

verantwoordelijkheid te nemen voor hun

woonomgeving. We nemen die verantwoordelijkheid

echter niet over.

• ‘Voor wat hoort wat’ vinden we een gezond principe.

Daar waar bewoners zich actief inzetten voor

hun kern of buurt, zal ook onze inzet groter zijn.

Wij staan open voor initiatieven van bewoners,

bijvoorbeeld op het gebied van zelfbeheer, waarbij

onze inzet benodigd is om het initiatief te kunnen

realiseren.

• Samenwerking met onze bewoners vraagt om een

goede participatiestructuur. Wooncompagnie wil

de inspraak van bewoners versterken en de kwaliteit

ervan verbeteren. Naast de officiële organen van

bewonersparticipatie zoeken we nieuwe vormen van

informele participatie. Deze nieuwe vormen zullen

kortdurend en projectmatig van aard zijn waarbij

we gericht in gesprek willen met specifieke groepen

bewoners. Zo krijgen we meer inzicht in de lokale of

doelgroepafhankelijke wensen en behoeften.

• Via de formele kaders bereiken we vooral huurders

die bereid zijn om voor een langere periode veel tijd

te investeren. Veel bewoners willen juist participeren

op het moment dat hun directe belangen aan de orde

zijn. Die informele inbreng vraagt om een andere

aanpak. Een klantenpanel, de inzet van social media,

een ideeënbus voor bewoners die mee willen denken

over hoe de buurt eruit moet komen te zien; het zijn

slechts enkele voorbeelden. 19

Page 20: Koersdocument 2013-2016

Heldere opvattingen en duidelijke keuzes Routeplanner in 4 delen

• Hoewel de formele en informele

bewonersparticipatie twee aparte processen zijn,

bezien we ze wel in samenhang om te borgen dat ze

elkaar niet in de weg zitten maar juist versterken.

3.2 Meer invloed voor belanghouders

Wooncompagnie beschouwt gemeenten,

zorgaanbieders, maatschappelijke organisaties en

andere corporaties als partners. We benaderen ze

vanuit een open houding en zoeken actief naar wat ons

bindt en naar kansen om samen te werken. We hebben

daarbij een uitgesproken voorkeur voor projectmatige

samenwerking. Daarin spreken we vooraf de tijdsduur,

inzet en te behalen resultaten af. Met een beperkt

aantal partners onderhouden we een relatie die

het projectniveau overstijgt. Met deze strategische

partners (alle gemeenten, enkele zorgaanbieders)

bespreken we actuele ontwikkelingen en toekomstige

vraagstukken, zodat we elkaar écht leren kennen en de

wederzijdse ambities kunnen afstemmen, bijstellen en

aanscherpen.

Deze houding vertalen we langs de volgende lijn:

• Meer dan voorheen zoeken wij de samenwerking op

met onze bewoners, gemeenten en belanghouders.

Onze kerntaak ­ het bieden van goede en betaalbare

huisvesting ­ blijven wij onverkort uitvoeren. Alle

maatregelen die daarnaast nodig zijn om het wonen

voor onze bewoners aangenaam te maken, doen wij

in samenwerking met anderen. Hier zullen lokale

verschillen zichtbaar zijn. Op die plekken waar

interventie het hardst nodig is en waar de bewoners

en belanghouders een actieve rol op zich nemen,

zullen ook wij een actieve rol op ons nemen.

• In het verleden was samenwerking met gemeenten

en belanghouders veelal gebaseerd op wederzijdse

verwachtingen en vertrouwen, vertaald in de

inbeddingsladder. Onzekerheden bij zowel

gemeenten als ook andere belanghouders

rechtvaardigen dat Wooncompagnie steeds op

projectbasis samenwerkingsovereenkomsten

aangaat, waarin de rollen, verplichtingen,

verantwoordelijkheden en kostenverdeling per project

zijn vastgelegd.

• Gemeenten beschouwen wij als natuurlijke

partners, waarmee we vanuit gescheiden

verantwoordelijkheden werken aan een

gezamenlijk belang: de lokale volkshuisvesting.

Met alle gemeenten die over een actuele woonvisie

beschikken, maken we prestatieafspraken. Daarin

leggen we de gezamenlijke doelstellingen vast, die we

jaarlijks in ‘actieafspraken’ uitwerken.

• Veel volkshuisvestingsvragen overstijgen de

gemeentegrenzen. Ze spelen zich af binnen

woningmarktgebieden die, als we kijken naar

de verhuisbewegingen, door bewoners als

samenhangend worden beschouwd. Wooncompagnie

ziet graag dat gemeenten op dat schaalniveau samen

een visie op wonen ontwikkelen.

• Zorginstellingen blijven logische

samenwerkingspartners van Wooncompagnie. Ze

werken in snel veranderende omstandigheden.

Om de risico’s daarvan beheersbaar te houden,

zullen we meer dan voorheen op projectbasis

samenwerkingsovereenkomsten aangaan.

• Met een select aantal zorginstellingen gaan we een

strategisch partnerschap aan met een wederkerig

karakter. Deze partners vragen we ondermeer jaarlijks

om advies over de uitwerking van onze strategie.

Wooncompagnie nodigt de samenwerkingspartners

uit voor de jaarlijkse partnerdag.

• Om bewoners die dat nodig hebben een steun in

de rug te kunnen geven, werken we samen met

welzijnsorganisaties. De rol van Wooncompagnie

daarbij is signalerend en verbindend. Als we

‘welzijnskwesties’ tegenkomen gaan we niet

Page 21: Koersdocument 2013-2016

zelf aan de slag maar leggen we contact met een

welzijnsinstelling. Dat vereist dat we elkaar weten

te vinden en weten waar we elkaar voor kunnen

benaderen. Wooncompagnie stelt daarvoor een

‘sociale kaart’ op.

• In de driehoek wonen – zorg – welzijn zoekt

Wooncompagnie op projectniveau naar

samenwerking met gemeenten, zorgaanbieders en

welzijnsorganisaties.

• Collega­corporaties ontmoeten we in een

aantal structurele overlegvormen, gericht op

beleidsafstemming. Onderlinge samenwerking

organiseren we het liefst projectmatig. Collegiale

steun, aan corporaties die het moeilijk hebben,

geven we uitsluitend op een zakelijke manier vorm.

Maar collegiale solidariteit betekent voor ons veel

meer: we doen geen pogingen elkaars werkgebied

te veroveren maar helpen elkaar bij het oplossen van

maatschappelijke vraagstukken. Daar spreken we

collega­corporaties op aan en daar mogen ze ons aan

houden.

“We kunnen alleen maar succes boeken als we goed weten wat onze omgeving van ons verwacht. En daar moeten we dan natuurlijk ook naar handelen. Als we dat niet doen, verliezen we onze legitimiteit. Daarom moeten we onze partners nog beter betrekken bij de keuzes die we maken. Zodat ze niet voor verrassingen komen te staan maar denken: ja natuurlijk, dat is een logische keuze van Wooncompagnie.”

3.3 Van ontwikkelen naar beheren

De komende drie jaar zal Wooncompagnie nog een

lichte groei kennen als het gaat om de omvang van

onze portefeuille huurwoningen. De jaren daarna

zal de nieuwbouwproductie echter sterk afnemen.

Wooncompagnie verschuift het accent van de

ontwikkeling van nieuwbouw naar het beheer van de

bestaande woningvoorraad. Door het verkopen van

bestaand bezit zal onze portefeuille dan ook op termijn

een lichte daling kennen.

Deze accentverschuiving betekent onder meer het

volgende:

• Bij investeringsbeslissingen staat de vraag voorop

welke bijdrage ze leveren aan onze kerntaak: het

bieden van goede en betaalbare huisvesting.

• Het ontwikkelen van dure huurwoningen boven de

Huurtoeslaggrens rekenen wij niet langer tot onze

kerntaak. Daarmee bedienen wij niet onze doelgroep

van beleid. Wij zullen dan ook geen nieuwe

projecten meer in de dure huurklasse oppakken.

• Koopwoningen zullen wij hoofdzakelijk op de

markt zetten door verkoop van bestaand bezit. Deze

woningen zijn qua prijsstelling bereikbaar voor

onze doelgroep, al dan niet met behulp van een

koopconstructie.

• Wooncompagnie blijft haar verantwoordelijkheid

nemen wat betreft de ontwikkeling van het

platteland en de centrumsteden Purmerend

en Schagen. Waar nodig leveren wij, om ons

werkgebied aantrekkelijk en leefbaar te houden,

een bijdrage die verder gaat dan het wonen

alleen en nemen we een rol in het realiseren van

maatschappelijk vastgoed en maatschappelijke

huisvesting.

• Herkenbaar zijn als enige investeerder is daarbij

geen doel op zich. We zullen ons in het vervolg 21

Page 22: Koersdocument 2013-2016

Heldere opvattingen en duidelijke keuzes Routeplanner in 4 delen

meer richten op het maatschappelijk vastgoed

dat in de lijn ligt van onze kerntaak, met de focus

op sober en doelmatig en op basis van gedeelde

exploitatierisico’s.

• Wat betreft het overige maatschappelijke vastgoed

zijn wij niet meer vanzelfsprekend de aangewezen

partij. Wat betreft maatschappelijke huisvesting

kiezen wij meer dan in het verleden voor gedeelde

exploitatierisico’s met onze zorgpartners.

“Van ontwikkelen naar beheren betekent voor ons bepaald niet dat we minder gaan doen. Het betekent vooral dat we de focus nog meer richten op het bieden van goede en betaalbare huisvesting. In de periode die voor ons ligt neemt het aantal lagere inkomens toe, terwijl we dachten dat het af zou gaan nemen. En tegelijk krijgen overheden, huishoudens, bedrijven en ook woningcorporaties te maken met forse bezuinigingen. De investeringsmogelijkheden die we nog hebben, moeten we echt maximaal inzetten voor onze missie.”

3.4 Recht doen aan verschillen

De verschillen tussen ons werkgebied in het noorden

(regio Schagen) en in het zuiden (regio Purmerend)

worden merkbaar groter. De koopprijzen in het

noordelijk deel liggen bijvoorbeeld een stuk lager

dan in het zuidelijk deel. De middeninkomens

zullen daardoor met name in het zuidelijk deel meer

moeite hebben om een woning te kunnen kopen.

De mate en de vorm van onze inspanningen voor de

middeninkomens moeten in het noordelijk deel anders

zijn dan in het zuidelijk deel.

Uiteenlopende ontwikkelingen zien we ook op

het punt van de demografie, waar het gaat om de

veranderingen in de leeftijd en samenstelling van

huishoudens. Op middellange termijn worden die

veranderingen gevolgd door een stabilisering en

daarna afname van het aantal huishoudens in de Kop

van Noord­Holland. Meer zuidelijk blijft het aantal

huishoudens, en dus ook de woningbehoefte, groeien.

Dit alles maakt dat we meer dan voorheen lokaal en

regionaal maatwerk gaan leveren:

• Een noodzakelijke investering in huisvesting en/of

leefbaarheid in de ene kern vormt geen blauwdruk

meer voor nodige investeringen in andere kernen of

buurten.

• Lokale kennis wordt steeds belangrijker. We moeten

weten wat er speelt in de buurten en kernen, waar

de behoeften van onze bewoners liggen en welke

potentiële samenwerkingspartners er zijn.

• De komende periode zal een accentverschuiving

plaatsvinden van kwantiteit naar kwaliteit. We sturen

in sterkere mate op maatschappelijk rendement en

in plaats van het plegen van generieke investeringen

leveren we maatwerk waar de behoefte het grootst

en het rendement het hoogst is.

3.5 Met verstand van zaken

Wooncompagnie werkt in een woningmarkt waarin de

veranderingen groot zijn en de verschillen toenemen.

Gespannen regio’s liggen vlakbij gebieden waar de

vraag steeds dunner wordt, en wat in de ene buurt

werkt is in de andere buurt nutteloos.

Page 23: Koersdocument 2013-2016

In die omstandigheden moet Wooncompagnie

keuzes maken tegen een achtergrond van afnemende

middelen. We kunnen ons maar weinig missers

permitteren: elke euro moet een zo hoog mogelijk

maatschappelijk rendement opleveren. Daarom

baseren we onze beslissingen op feiten, kiezen we

voor bewezen oplossingen en trekken we lering uit

onze ervaringen.

Dat doen we onder meer als volgt:

• In 2011 hebben wij een woningmarktonderzoek

laten uitvoeren, waarmee we een actueel beeld

hebben van de bevolkingsontwikkelingen, de

woonbehoeften en de omvang en samenstelling

van onze doelgroep. Maar om de lokale vragen

en behoeften goed in beeld te krijgen, moeten we

meer micro­onderzoek doen. Trekt de jeugd weg

uit het noorden omdat ze (dichter bij) de Randstad

willen wonen of verlaten zij hun kern door gebrek

aan huisvesting? Het antwoord op deze vraag kan

per kern verschillen. En voordat wij een investering

plegen, moet duidelijk zijn dat er nu en op de lange

termijn op die plek behoefte is en dat de investering

bijdraagt aan het woongenot van (toekomstige)

bewoners.

• Ook kennis over de interactie tussen kernen

en buurten is essentieel. Het eerder genoemde

marktonderzoek geeft ons globaal inzicht in

verhuisbewegingen tussen gemeenten. Maar

deze verhuisbewegingen worden erg gestuurd

door vraag en aanbod. We moeten weten hoe

‘de olifantenpaden’ lopen. Waar doen onze

bewoners hun boodschappen als in hun kern geen

winkelvoorzieningen zijn? Waar zouden zij graag

verzorgd willen wonen als daarvoor in de eigen

kern geen mogelijkheden zijn? In de komende jaren

willen wij dan ook voor ons hele werkgebied een

‘interactiekaart’ opstellen, zodat helder is op welke

plek welke voorziening voor welke bewoners van

kernen en buurten een functie zal hebben.

• Randvoorwaarde voor ons handelen is het behouden

van een gezonde financiële positie. Om zo efficiënt

en effectief mogelijk maatschappelijk rendement te

behalen, zullen wij nog meer dan voorheen sturen

op de ‘outcome’, op het beoogde maatschappelijk

effect. Wij onderzoeken daarbij de mogelijkheden

om dat effect vooraf zo goed mogelijk in beeld

te krijgen. Een van deze mogelijkheden is het

experiment ‘Tien voor MKBA (Maatschappelijke

Kosten Baten Analyse)’ waarbij Wooncompagnie

met een aantal andere corporaties optrekt.

23

Page 24: Koersdocument 2013-2016

Een betrouwbare en flexibele organisatie

4

Page 25: Koersdocument 2013-2016

4.1 Wendbaarheid vergroten

Wooncompagnie staat er relatief goed voor. Als we

naar de financiën kijken, zien we de opbrengsten

van onze nuchtere aanpak. We staan in de plus en

kunnen ook de komende jaren blijven investeren in

ons woningbezit. Als we naar de organisatie kijken,

zien we kundige medewerkers die met hart voor de

volkshuisvesting werken, collegiaal en loyaal.

Dat alles betekent niet dat we achterover kunnen

leunen. We zijn het aan onze huurders en

belanghouders maar vooral ook aan onszelf verplicht

om ons handelen te blijven evalueren en verbeteren.

Met een aanbod aan woningen en woondiensten

dat meebeweegt met de veranderende vraag en

vraagstukken en met een aanpak die geld verdient of

bespaart waar dat kan.

Vanuit onze eigen kracht versterken we de komende

jaren de wendbaarheid van de organisatie. De

verwachtingen van onze omgeving, de spelregels

en de financiële kaders zijn veranderlijk en moeilijk

voorspelbaar. Dat betekent dat Wooncompagnie

snel moet kunnen inspelen op wijzigingen in de

omstandigheden. Dat lukt alleen maar als zowel de

organisatie als de medewerkers niet vast zitten in

bestaande routines, werkwijzen, functies, procedures

of ‘zoals we dat altijd deden’.

De juiste mensen op de juiste plek

Van een flexibele organisatie kunnen we de toekomst

niet voorprogrammeren. Toch tekent een aantal lijnen

zich duidelijk af. De personeelsformatie zal er niet

groter op worden. Tegelijk staan we voor de opgave om

de bedrijfslasten te verlagen. Die lijnen willen we op

een zo natuurlijk mogelijke manier ­ organisch ­ laten

samenvallen. Dat vergt flexibiliteit van de medewerkers

van Wooncompagnie, in werkzaamheden en gedrag. Je

moet misschien ook wel eens wat anders doen dan de

reguliere taken uit je functie. Het vergt ook flexibiliteit

van de organisatie. Onder de noemer ‘duurzame

inzetbaarheid’ zijn we gestart met een programma om

mensen langer gezond, gemotiveerd en met plezier te

laten doorwerken. In verschillende rollen en functies,

door optimaal gebruik te maken van de kennis,

vaardigheden en talenten die we in huis hebben.

4.2Netwerkfilosofieuitbouwen

De werkorganisatie van Wooncompagnie is

opgebouwd rond drie organisatie­eenheden:

Vestiging Purmerend, Vestiging Schagen en Vastgoed.

In de vestigingen is de verantwoordelijkheid

voor alle klantcontacten (zowel met huurders en

woningzoekenden als met gemeenten en andere

belanghouders) samengebracht. Het bedrijfsonderdeel

Vastgoed is verantwoordelijk voor het beheer en

de ontwikkeling van de vastgoedportefeuille. De

bedrijfsonderdelen werken volgens de principes van

integraal management. Vestigingen en Vastgoed

worden gericht en gesteund door een Bestuurlijk

Centrum, gevormd door de directeur­bestuurder en

de stafafdelingen Strategie & Beleid en Middelen &

Bedrijfsvoering.

Deze opzet van de organisatie is een bijzondere. De

organisatieonderdelen zijn bewust niet hiërarchisch

aan elkaar verbonden maar opereren als een netwerk

van teams. Daarin is het van belang dat mensen

elkaar weten te vinden, elkaar opzoeken, elkaar

durven aanspreken en ook aanspreekbaar zijn. De

teams staan ‘dicht bij de actie’, hebben voeling met

de lokale vraagstukken en kunnen snel inspelen op

veranderingen in de omgeving.

Deze netwerkbenadering bouwen we verder

uit. Juist in de komende jaren is het belangrijk

dat Wooncompagnie wendbaar en alert is en

zonder tijdverlies kan reageren. Daarom zien we

af van een topdown benadering en leggen we

verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de

organisatie.

Een

betr

ouw

bare

en

flexi

bele

org

anis

atie

25

Page 26: Koersdocument 2013-2016

Een betrouwbare en flexibele organisatie Routeplanner in 4 delen

“Natuurlijk moeten we goede procedures en zo hebben. Maar nog belangrijker is dat we op elkaar afstappen en elkaar aanspreken. Gelukkig is de sfeer daar ook naar. Maar we moeten elkaar wel scherp houden. Wat dat betreft zijn de omstandigheden toch echt anders dan een paar jaar geleden.”

Verantwoordelijkheid willen en kunnen nemen

In de voorliggende koersperiode blijven de

netwerkbenadering, integraal management en

resultaatverantwoordelijke organisatie­eenheden

centraal staan in de besturingsfilosofie van

Wooncompagnie. Die termen klinken misschien

abstract of hoogdravend maar we zijn ervan overtuigd

dat een maatschappelijke onderneming het beste

presteert als ze ruimte geef aan samenwerkende teams,

gevormd door mensen die verantwoordelijkheid willen

en kunnen nemen.

De besturingsfilosofie van Wooncompagnie

veronderstelt een hoge kwaliteit van leiderschap.

Goed leiderschap betekent voor onze organisatie dat

leidinggevenden in staat zijn om medewerkers hun

eigen verantwoordelijkheid te geven, hen te coachen,

te inspireren, te motiveren en ze te betrekken bij

het bepalen van de doelstellingen die voor hen het

meest relevant zijn. Dit kunnen doelstellingen zijn

voor de hele organisatie, voor de afdeling of voor de

medewerkers persoonlijk. Goed leiderschap betekent

ook duidelijk maken of de doelstellingen worden

gehaald en ieders bijdrage daarin op de juiste waarde

schatten en waarderen.

Tegelijk blijft Wooncompagnie een herkenbare

organisatie met een uitgesproken visie op

volkshuisvesting. Om de samenhang te versterken,

zetten we vier instrumenten in:

• Eenduidige werkprocessen (rond verhuur, verkoop,

strategisch portefeuillebeleid enzovoorts) zorgen

ervoor dat op een efficiënte manier een geborgde

kwaliteit wordt geleverd. Veel processen hebben een

cyclisch karakter, waarin ‘het stokje van de een aan

de ander’ wordt doorgegeven. Op die processen, die

als het ware een draad door de organisatie rijgen,

leggen we een sterker accent.

• Een overkoepelende strategie geeft aan welke

doelstellingen Wooncompagnie wil bereiken en

op welke ondernemingswijze dat gebeurt. Het

voorliggende koersdocument bevat de hoofdlijn,

die op een herkenbare manier wordt uitgewerkt in

plannen en projecten.

• Vooraf gedefinieerde eindresultaten geven aan

waar de managers van de bedrijfsonderdelen

verantwoordelijkheid voor nemen. Ze worden

vastgelegd in outputafspraken die zijn opgesteld

in wisselwerking tussen het Bestuurlijk Centrum

(kaderbrief, jaardoelen organisatie, financiële

kaders) en de bedrijfsonderdelen (jaarwerkplan,

ontwikkelingen en verwachtingen in de omgeving).

• Houding en gedrag van medewerkers past bij onze

kernwaarden – zie hierna – en is zodanig dat onze

organisatie optimaal flexibel kan functioneren.

4.3 Kernwaarden als drijfveer

Gedeelde kernwaarden vormen het DNA van

Wooncompagnie. Ze zijn op vele manieren herkenbaar

in de manier waarop we werken.

•Betrouwbaar

•Nuchter

•Transparant

•Benaderbaar

Page 27: Koersdocument 2013-2016

Betrouwbaar, omdat we naar onze bewoners en

partners duidelijk zijn over wat ze van ons kunnen

en mogen verwachten. Maar vooral omdat we die

verwachtingen ook waarmaken. Nuchter, omdat

we opereren in het besef dat we in de eerste plaats

een goede huisvester zijn. Daarnaast zoeken we

samenwerking met partners en bewoners om het

wonen voor onze bewoners zo aangenaam mogelijk

te maken. Want dat kunnen wij niet alleen. Wij

kennen onze kracht, wij hebben helder voor ogen

waar onze inspanningen tot resultaat leiden en waar

wij samenwerking met andere partijen nodig hebben

om onze doelstellingen waar te kunnen maken.

Transparant, omdat we verantwoording afleggen over

wat we doen en uitleggen waar het maatschappelijk

kapitaal aan wordt besteed. En tenslotte benaderbaar,

in de zin van laagdrempelig, omdat we actief met onze

partners en bewoners in gesprek gaan en graag worden

aangesproken op ons handelen.

Vaardigheden van medewerkers

Medewerkers van Wooncompagnie zijn erop

gericht om op basis van signalen of informatie

uit de eigen (werk)omgeving door middel van

optimale samenwerking de afgesproken resultaten

te behalen. We verwachten dat ze over de volgende

gedragsvaardigheden beschikken.

•Omgevingsbewust

•Samenwerken

•Resultaatgericht

Een open oor en oog voor wat er in de omgeving

allemaal gebeurt: dat verstaan we onder een

omgevingsbewuste houding. Betrokken bij het wel en

wee van onze bewoners, geïnteresseerd en reagerend.

We kunnen ons bestaansrecht alleen maar waarmaken

als we in directe verbinding staan met bewoners en

belanghouders. De vaardigheid om samen te werken,

hangt daar mee samen. Intern werkt Wooncompagnie

steeds minder vanuit strak afgebakende functies

en steeds meer door medewerkers op basis van

ervaring, talent of affiniteit bij een vraagstuk te

betrekken. En extern is samenwerking eenvoudigweg

noodzakelijk om onze doelstellingen te kunnen

realiseren. Werken aan een aangename buurt of een

woonaanbod waar zorg geleverd kan worden: het

spreekt voor zich dat we dat niet alleen kunnen. We

verwachten van Wooncompagnie­medewerkers ook

dat ze resultaatgericht zijn. Eigenlijk vinden we dat

vanzelfsprekend.

De komende periode versterken we in het bijzonder het

omgevingsbewustzijn en de resultaatgerichtheid:

• Door de toenemende verschillen tussen de

werkgebieden zullen de medewerkers op

de vestigingen nog sterker dan voorheen de

lokale markt goed moeten kennen. Onze

servicedienstmedewerkers, woonconsulenten

en opzichters zijn de ogen en oren van

Wooncompagnie. Zij zijn een belangrijke schakel

als het gaat om onze lokale verankering en een

laagdrempelig aanspreekpunt voor onze klanten.

Zij voeden de organisatie als het gaat om de lokale

behoeften van onze klanten. Meer dan voorheen

heeft onze organisatie deze informatie nodig om

effectief maatwerk te kunnen leveren.

• Medewerkers van Wooncompagnie hebben

prestaties geleverd om trots op te zijn. In het vervolg

willen we zulke aansprekende resultaten op een

andere manier bereiken. Met hart voor de zaak

maar op een zakelijke, nuchtere manier. Niet door

zaken voor huurders te regelen maar door hen te

helpen om zaken zelf goed te regelen. Door samen

te werken met andere partijen. Door vooraf scherper

te benoemen welk resultaat we willen bereiken. En

door scherper op de kosten en de baten te letten.

27

Page 28: Koersdocument 2013-2016

Een betrouwbare en flexibele organisatie Routeplanner in 4 delen

4.4 Gezonde financiën als voorwaarde

Wooncompagnie wil volkshuisvestelijk presteren.

Om dat te kunnen blijven doen, zijn een solide

financiële positie en een duurzaam businessmodel

noodzakelijk. Dat start wat Wooncompagnie betreft

met een eenvoudig uitgangspunt: de verhuur van onze

woningen behoort een gematigd financieel rendement

op te leveren. Niet ‘zo hoog mogelijk’ maar wel

genoeg om de kosten te dekken en de continuïteit te

waarborgen.

De belangrijkste bouwstenen die daaraan bijdragen,

vullen we als volgt in:

• Wooncompagnie streeft naar een gezond en

‘bestuurbaar’ exploitatieresultaat. Daarom worden

binnen de winst­ en verliesrekening het resultaat

uit verhuuractiviteiten en het resultaat uit projecten

en verkopen afzonderlijk zichtbaar gemaakt. In de

komende periode worden ook op complexniveau de

rendementen in kaart gebracht (aan de hand van de

marktwaarde in verhuurde staat).

• Een gezonde operationele kasstroom is van groot

belang, ondermeer vanwege de financierbaarheid.

Om die te waarborgen sturen we op het

rentedekkingsgetal, dat aangeeft hoe vaak de

verschuldigde rente uit de operationele kasstroom

kan worden betaald. Dit kengetal dient minimaal

1,5 te zijn en de komende jaren verder te verbeteren

tot minimaal 1,8.

• Aan de inkomstenkant van de exploitatie

vormen de huuropbrengsten en verkoopbaten

de voornaamste bronnen. Het huurprijsbeleid

motiveren we maatschappelijk. Het is niet gericht

op maximalisering van de opbrengsten maar de

komende jaren wel op optimalisering daarvan.

• De verkoopbaten staan onder druk.

Wooncompagnie streeft ernaar ze, door middel van

vergroting van de verkoopvijver met bijbehorend

verkoopoffensief, op hetzelfde niveau als de

afgelopen jaren te houden. Wooncompagnie zit

aan haar maximum wat betreft verkoop onder

Koopgarant en kan deze formule vooralsnog niet

meer aanbieden. Vanaf 2013 kunnen huurders

die een Wooncompagnie­woning kopen de

Starterslening gebruiken als hulpmiddel bij de

financiering.

• Aan de kostenkant zetten we de besparingsbeweging

verder door. Een taakstellend onderhoudsbudget,

gebaseerd op een nieuwe conditiemeting, maakt

daar deel van uit. De termen sober en doelmatig

geven richting aan de verdere reductie van de

bedrijfslasten.

• De opbrengsten uit exploitatie en verkoop leveren

een positieve kasstroom op. Die kan worden

benut om leningen aan te trekken en zo een

investeringsbudget te vormen. Wooncompagnie

hanteert hier een voorzichtig uitgangspunt, waarin

het aandeel van de leningen in de waarde van de

investeringen wordt beperkt tot maximaal 25%.

In het verlengde daarvan streven we ernaar de

gemiddelde schuld op een niveau van e 35.000 per

woning te handhaven.

• Met toepassing van de hiervoor aangestipte normen

ontstaat een genormeerd investeringsbudget.

Een (in de tijd) groeiend aandeel daarvan wordt

geïnvesteerd in de bestaande woningvoorraad.

Investeringen in nieuwbouw en bestaand bezit

voldoen aan kwantitatieve (per type vastgoed en

doelgroep gedifferentieerde) rendementseisen.

• Wooncompagnie hanteert op het punt

van de vermogensontwikkeling een harde

solvabiliteitsgrens van 30% (op basis van

de bedrijfswaarde). Daarnaast moet het

weerstandsvermogen op basis van de

volkshuisvestelijke bedrijfswaarde voldoen aan

Page 29: Koersdocument 2013-2016

de ondergrens die door het Centraal Fonds

Volkshuisvesting (CFV) wordt gesteld, zodat de

oordelen ‘solvabiliteit: voldoende’ en ‘A1­oordeel’

worden verkregen.

De financiële uitgangspunten worden jaarlijks,

samen met de volkshuisvestelijke en strategische

doelstellingen, uitgewerkt in de kaderbrief. De

kaderbrief bevat de richting en de ruimte waarbinnen

de bedrijfsonderdelen vervolgens hun jaarplannen

opstellen. Deze worden op organisatieniveau

samengebracht in een jaarbegroting. De daarin

aangekondigde prestaties worden in het jaarverslag

verantwoord, zodat er bij het opstellen van de volgende

kaderbrief lering uit wordt getrokken.

“Ons verdienmodel is eigenlijk heel simpel. We verhuren betaalbare woningen, en de huurinkomsten moeten de kosten dekken. Omdat de huren betaalbaar moeten blijven, en dat is hard nodig als we kijken naar de ontwikkeling van de koopkracht van onze bewoners, moeten de kosten verder omlaag. Ook dat is simpel – maar niet eenvoudig.”

29

Page 30: Koersdocument 2013-2016

Routeplanner in 4 delen

Den Helder

Hollands KroonHollands Kroon

•Wieringerwerf

•Kreileroord

•Middenmeer

Slootdorp•Wieringerwaard

OpmeerOpmeer

KoggenlandAlkmaar

SchermerSchermer

BeemsterBeemsterZeevangZeevang

HoornHoorn

BeverwijkVelsen

Heemskerk

Castricum

Heiloo

Bergen

LangedijkLangedijk Heer-hugowaard

Zaanstad

Wormerland

Graft-De RijpGraft-De Rijp

Amsterdam

Enkhuizen

Drechterland

StedeBroec

••

St. Maarten

•Waarland

Warmenhuizen

•Broek op Langedijk

Tuitjenhorn •

•Burgerbrug•

Nieuwe Niedorp

•Oude Niedorp

•Barsingerhorn •Kolhorn

•Lutjewinkel

••• ’t Veld

Zijdewind

SchagenSchagen

•Uitgeest

Legenda

Overzicht werkgebied

Hoofdkantoor

Wooninformatiepunt

Kern waar Wooncompagnie actief is

•Edam

•Broek in Waterland

•Zuiderwoude

• Ilpendam

•Watergang

•Marken

•Noordbeemster

•Kwadijk •Middelie

•• Warder

•Beets

Oosthuizen•Westbeemster

•Driehuizen

•Schermerhorn

•Grootschermer

• Oterleek

•Stompetoren

•Zuidschermer

•Middenbeemster

Zuidoostbeemster

St. Maartensvlotbrug

St. Maartensbrug

•••

Petten•

Oudesluis

Callantsoog •'t Zand

Texel

Edam-VolendamEdam-VolendamPurmerendPurmerend

WaterlandWaterland

Winkel

•Nibbixwoud

•Zwaagdijk-West•

Wognum

Blokker

•Spanbroek

•Hoogwoud

••LandsmeerLandsmeer

OostzaanOostzaanOostzaan Landsmeer

MedemblikMedemblik

Anna Paulowna

Dirkshorn

Schagerbrug

Overzicht werkgebied

Den Helder

Hollands KroonHollands Kroon

•Wieringerwerf

•Kreileroord

•Middenmeer

Slootdorp•Wieringerwaard

OpmeerOpmeer

KoggenlandAlkmaar

SchermerSchermer

BeemsterBeemsterZeevangZeevang

HoornHoorn

BeverwijkVelsen

Heemskerk

Castricum

Heiloo

Bergen

LangedijkLangedijk Heer-hugowaard

Zaanstad

Wormerland

Graft-De RijpGraft-De Rijp

Amsterdam

Enkhuizen

Drechterland

StedeBroec

••

St. Maarten

•Waarland

Warmenhuizen

•Broek op Langedijk

Tuitjenhorn •

•Burgerbrug•

Nieuwe Niedorp

•Oude Niedorp

•Barsingerhorn •Kolhorn

•Lutjewinkel

••• ’t Veld

Zijdewind

SchagenSchagen

•Uitgeest

Legenda

Overzicht werkgebied

Hoofdkantoor

Wooninformatiepunt

Kern waar Wooncompagnie actief is

•Edam

•Broek in Waterland

•Zuiderwoude

• Ilpendam

•Watergang

•Marken

•Noordbeemster

•Kwadijk •Middelie

•• Warder

•Beets

Oosthuizen•Westbeemster

•Driehuizen

•Schermerhorn

•Grootschermer

• Oterleek

•Stompetoren

•Zuidschermer

•Middenbeemster

Zuidoostbeemster

St. Maartensvlotbrug

St. Maartensbrug

•••

Petten•

Oudesluis

Callantsoog •'t Zand

Texel

Edam-VolendamEdam-VolendamPurmerendPurmerend

WaterlandWaterland

Winkel

•Nibbixwoud

•Zwaagdijk-West•

Wognum

Blokker

•Spanbroek

•Hoogwoud

••LandsmeerLandsmeer

OostzaanOostzaanOostzaan Landsmeer

MedemblikMedemblik

Anna Paulowna

Dirkshorn

Schagerbrug

Page 31: Koersdocument 2013-2016
Page 32: Koersdocument 2013-2016

Bezoekadressen wooninformatie punten

Laanplein 3, SchagenOp werkdagen van 9.00 tot 17.00 uur

Kraggeveenstraat 5, PurmerendOp werkdagen van 9.00 tot 17.00 uur

Postadres alle vestigingen Wooncompagnie

Postbus 160, 1620 AD Hoorn (NH)Telefonisch Informatie Punt 0900 20 22 373 (lokaal tarief )Op werkdagen van 8.00 tot 17.00 uur

[email protected]

Informatie over de koers van Wooncompagnie

John [email protected] 75 11 52

www.wooncompagnie.nlOns koersdocument is gedrukt bij SpringerUit. Een onderneming, die voor hun werkzaamheden gebruik maakt van de diensten van bewoners van Scorlewald; mensen met een verstandelijke en meervoudige beperking. Scorlewald maakt deel uit van de Raphaelstichting.