Klasbomen lente

11
KaHo St.-Lieven Departement AALST Initiële lerarenopleiding Kleuteronderwijs Campus Dirk Martens Kwalestraat 92-94 B-9320 Nieuwerkerken Tel.: 053 72 71.70 Fax: 053 72 71.00 KLASBOMEN LENTE Naam student : Yana Heirbaut Klas student : 1 KO A Boom : De paardenkastanje Aesculus hippocastanum Plaats : Achter de kerk van Mijlbeek op de Aelbrechtlaan. Data van observaties : - 15 februari 2009 - 1 maart 2009 - 22 maart 2009 - 5 april 2009 - 26 april 2009 - 24 mei 2009 Foto’s: Bruikbaarheid in de kleuterklas : Ik vind deze boom zeer interessant omdat hij van alles iets heeft. Hij heeft grote, duidelijk knoppen, hij heeft bloemen, hij draagt vruchten,… Daarbovenop heeft hij een groot, duidelijk blad waarmee vele mogelijkheden zijn. Ik denk bijvoorbeeld aan beeldende activiteiten. Bij de oudste kleuters kan met eventueel iets vertellen over de mineermot. Daarbovenop is de paardenkastanje een boom die in vele parken te vinden is.

description

taak juni 2009 Wero

Transcript of Klasbomen lente

Page 1: Klasbomen lente

KaHo St.-Lieven

Departement AALST

Initiële lerarenopleiding Kleuteronderwijs

Campus Dirk Martens Kwalestraat 92-94 B-9320 Nieuwerkerken Tel.: 053 72 71.70 Fax: 053 72 71.00

KLASBOMEN LENTE

Naam student: Yana Heirbaut Klas student: 1 KO A Boom: De paardenkastanje – Aesculus hippocastanum Plaats: Achter de kerk van Mijlbeek op de Aelbrechtlaan. Data van observaties: - 15 februari 2009 - 1 maart 2009 - 22 maart 2009 - 5 april 2009 - 26 april 2009 - 24 mei 2009 Foto’s:

Bruikbaarheid in de kleuterklas: Ik vind deze boom zeer interessant omdat hij van alles iets heeft. Hij heeft grote, duidelijk knoppen, hij heeft bloemen, hij draagt vruchten,… Daarbovenop heeft hij een groot, duidelijk blad waarmee vele mogelijkheden zijn. Ik denk bijvoorbeeld aan beeldende activiteiten. Bij de oudste kleuters kan met eventueel iets vertellen over de mineermot. Daarbovenop is de paardenkastanje een boom die in vele parken te vinden is.

Page 2: Klasbomen lente

Verslag verwerkt aan de hand van de suggesties: De schors van de paardenkastanje voelt zeer glad, maar schilferig aan. Hij ziet op sommige plaatsen groen van de algen en op die plaatsen voelt hij dan ook zachter, maar toch nog glad aan. De paardenkastanje is een boom die tot 20 à 25meter hoog kan worden. De vertakkingen beginnen al halfweg de stam. De kruin is breed en hoog. Hij is ovaal van vorm en de bladeren groeien zeer dicht bij elkaar waardoor men een dichte kruin verkrijgt. Als we eronder gaan staan en dan omhoog kijken, dan zien we takken die aan alle kanten van de stam vertrekken en naar boven uitrijken. De onderste takken hangen een beetje naar beneden. Als we in januari onder de kruin naar omhoog kijken, dan kijken we met gemak tussen de kale takken door. In mei daarentegen, als de bladeren terug aan de bomen hangen, valt er amper nog licht tussen de bladeren. De wortels van de paardenkastanje zitten volledig onder de grond. De paardenkastanje is een zeer grote boom die een grote rol vervult voor het leven in de natuur. Vogels bouwen er hun nest. Bij sommige paardenkastanjes zie je aan het begin van de lente, nog resten van nesten van de vorige zomer. Er leven ook veel korstmossen en schimmels op de stam en zelfs op de bladeren van de paardenkastanje. Zowat alle paardenkastanjes in onze streek zijn besmet door de larven van de mineermot. De mineermot legt haar eitjes op het blad in de duurt van de nerven. Wanneer de larven uitkomen boren ze zich in het blad, waar ze het bladmoes opvreten. Daardoor worden er allemaal kleine, bruine vlekjes gevormd die op de groene bladeren van de paardenkastanje zitten. Daarbovenop leeft er nog een heel assortiment aan insecten op de bladeren en in het hout: houtwormen, sluipwespen, hommels,… En alsof dit nog niet genoeg is, is de paardenkastanje voor sommige diersoorten ook nog eens een belangrijke vorm van voedsel. Ik heb het dan vooral over vogels, eekhoorn en insecten. Bij de paardenkastanjes in Mijlbeek heb ik echter geen sporen van eekhoorn gevonden. Deze komen waarschijnlijk vooral voor bij paardenkastanjes in parken en bossen. In het park van Aalst staat ook een zeer mooi exemplaar. Vaak vind je holle kastanjes terug met een gaatje erin. Deze zijn duidelijk leeggegeten. De mineermot die ik bij de vorige vraag reeds heb besproken, is de laatste jaren een belangrijk kenmerk geworden van de paardenkastanje. Zowat alle paardenkastanjes in onze streek zijn erdoor besmet. Een ander typisch kenmerk van de paardenkastanje is dat de stam meestal een opvallende draaiing van links naar rechts vertoont. Het hout van de paardenkastanje vertoont geen jaarringen omdat hij eind juni stopt met groeien. Het hout van de paardenkastanje is zeer zacht en bijna wit van kleur. Het is helemaal niet stevig en daarom ook waardeloos. Wanneer in de herfst de bladeren van de bomen vallen, heeft de paardenkastanje al nieuwe knoppen gevormd. Wanneer deze in april beginnen op de zwellen, weten we dat de lente in aantocht is. Na de winter staan er al grote knoppen op de takken van de paardenkastanje. Deze zijn bruin en voelen plakkerig aan. Na verloop van tijd, aan het begin van de lente verschijnen er witte, pluizige donsjes uit de knoppen. In mei staat de paardenkastanje volledig in bloei. Er verschijnen prachtige, grote, witte of rode bloemen. Op de paardenkastanjes achter de kerk van Mijlbeek zijn het witte bloemen. De witte bloemen hebben in het hart een rode vlek en aan de voet van de kroonbladeren een geel honingmerk.

Page 3: Klasbomen lente

De paardenkastanje is een brede boom. Hij kan tot 20 à 25meter hoog worden en tot 10 à 15meter breed. Als je de boom ziet in de natuur is hij vaak eivormig. Bovenaan is hij dus minder breed dan onderaan. De paardenkastanje wordt ook vaak geplant langs de wegen. In dit geval gaat het vaak om kleinere, jongere boompjes. Deze zijn eerder rond van vorm. De wilde kastanje wordt de laatste jaren geteisterd door een ziekte veroorzaakt door de mineermot. Dit heb ik reeds uitgelegd in één van de vorige paragrafen. Er komen ook grijs- groene algen voor op de schors. Het blad voelt ruw en droog aan. Het heeft een specifieke geur die ik moeilijk kan omschrijven. Als ik gewoon aan het blad rook, rook ik niks. Pas als ik een deeltje van een blad tussen mijn vingers kapot wreef, rook ik die specifieke kastanjegeur. De boom heeft samengestelde, tegenoverstaande bladeren. Ze zijn handvormig en zijn opgedeeld in vijf tot zeven deelblaadjes. Elk deelblaadje is 10-25cm lang, omgekeerd eirond, wigvormig toegespitst en ongesteeld. De bladeren zijn dubbelgezaagd. De bladsteel kan tot 20cm lang worden. Als de bladeren net aan de boom zitten, zijn ze aan de onderkant geelachtig groen en aan de bovenkant donkerder. De bovenkant is glad, de onderkant zachter. Als men een blad van de boom trekt, blijft er een hoefijzervormig litteken achter. De vrucht is een drie- kleppige doosvrucht. De zware, houtachtige zaden of kastanjes zitten in een bolster. Sommige grote dieren zijn dol op kastanjes. Herten vinden het een echte lekkernij. In onze regio zullen we geen herten meer vinden in het wild, maar als we op zoek gaan naar de streken in België die meer bebost zijn, komen we er zeker nog tegen. Ook schapen zijn dol op kastanjes. Mijn buurman heeft schapen en die staan af en toe op een weide in Lebbeke waar een grote paardenkastanje staat. Als ik er in het najaar met de paarden passeer zie ik de schapen vaak in een kudde rond de boom naar kastanjes zoeken. Of mijn paarden graag kastanjes eten, heb ik nog niet geprobeerd. Ik heb wel op internet gelezen dat er vroeger geneesheren waren die zieke paarden genazen door ze paardenkastanjes te laten eten. Sommige mensen beweren dat de paardenkastanje zijn naam hieraan te danken heeft. Ook vogels bezoeken deze boom regelmatig. De knoppen van de wilde kastanje zijn heel groot en kleverig. Wanneer je ze openmaakt komt er een heleboel pluis te voorschijn. Hieronder zitten de blaadjes en bloemen. Bij het groeien duwen ze het pluis opzij en schuiven langs de taaie plakkerige schubben, zonder beschadigd te geraken. Gedroogde vruchten en bladeren vind je terug in mijn vruchtenverzameling en herbarium van het vorige semester.

Page 4: Klasbomen lente

Foto’s:

Page 5: Klasbomen lente

Omtrek van de boom: 2,70 meter Schorsafdruk: Bij het maken van de linkse schorsafdruk heb ik zachtjes met de houtskool over het blad gewreven. Bij het maken van de rechtse schorsafdruk heb ik hard met de houtskool op het blad gedrukt. Daarna heb ik de schorsafdrukken gescand zodat ik ze mee kon sturen via toledo.

Page 6: Klasbomen lente

KaHo St.-Lieven

Departement AALST

Initiële lerarenopleiding Kleuteronderwijs

Campus Dirk Martens Kwalestraat 92-94 B-9320 Nieuwerkerken Tel.: 053 72 71.70 Fax: 053 72 71.00

KLASBOMEN LENTE

Naam student: Yana Heirbaut Klas student: 1 KO A Boom: De knotwilg – Salix Alba Plaats: Rond de weiden naast mijn huis. Data van observaties: - 15 februari 2009 - 1 maart 2009 - 22 maart 2009 - 5 april 2009 - 26 april 2009 - 24 mei 2009 Foto’s: Bruikbaarheid in de kleuterklas: Ik vind deze boom wel interessant, maar ik denk dat in een kleuterklas interessantere bomen kunnen worden aangereikt. Bomen met bloemen, met vruchten, bomen uit de directe omgeving van het kind. Een boom op de speelplaats bijvoorbeeld. Op het SVI in Gijzegem hebben ze twee grote, tamme kastanjes op de speelplaats. Ideaal toch voor de kleuterleidster van die school?

Page 7: Klasbomen lente

Verslag verwerkt aan de hand van de suggesties:

De schors is diep ingesneden in de lengte. Ze heeft een diepe, onregelmatige structuur en voelt dus zeer ruw en schilferig aan. In verhouding met de stam, is de kruin niet zo zeer groot. De lengte van de stam kan ongeveer één keer in de breedte, één keer in de diepte en tot meer dan twee keer in hoogte van de kruin. De kruin is dus min of meer rond, ovaal van vorm. Veel hangt echter af van hoe de boom onderhouden wordt. Als de takken jaarlijks worden afgedaan, zal de kruin minder hoog zijn dan de kruin van een knotwilg die niet onderhouden wordt. Die takken schieten namelijk in de hoogte. De wortels zitten volledig onder de grond. De knotwilg is een zeer aangename woonplaats voor een tal van dieren. Onder de boom vind je niet alleen verschillende soorten insecten (wormen, pissebedden,…) maar ook kleine diertjes zoals spitsmuizen of een bunzing. Deze heb ik natuurlijk niet zelf gezien maar ik vond wel gaten in de grond onder de boom en vroeg me af waarvan deze gaten konden zijn. Ik ging op zoek op internet en daar vond ik deze verrijkende informatie. Het huis waar ik woon is omringt door weiden waarrond allemaal knotwilgen staan. Ik hoef dus maar af en toe eens uit et raam te kijken om te zien dat er vogels leven in de kruin van de bomen. Volgens de informatie die ik opzocht zou het om mezen kunnen gaan, maar ook een torenvalk zou wel eens een nest kunnen hebben in de top van de kruin. Waar ik 100% zeker van ben, is dat er veel eksters in de bomen wonen. Deze landen namelijk vaak in onze tuin waardoor ik ze al van zeer dichtbij (van achter glas) heb kunnen bestuderen. Rond de weien zijn ook beken. De knotwilgen staan dus vaak op de oevers van deze beken. Het gebeurt in de lente regelmatig dat er een moeder eend met haar kuikens in de beek passeert. Ik herinner me nog dat ik als kind vaak ging spelen in de wei en dat ik bruggen maakte over de beken, en dan was zo’n nest kuikentjes dat langs zwom een hoogtepunt. Enkele weken terug trok ik regelmatig naar buiten, om eens in de beken te piepen. En ja wel hoor, ik heb meer dan eens een moeder met haar kuikentjes gezien. Soms wandelden ze ook gewoon door de weide. In de binnenkant van de boom zie je allemaal kleine gaatjes. Deze gaatjes zijn er gemaakt door insecten die er overwinterden. Maar ook nu zit de boom omgeven door een hele reeks insecten. Spinnen, pissebedden, mieren, vliegen,… De knotwilg vertoont regelmatig holle delen waarin een soort potgrond wordt gevormd. Als kind ging ik met mijn opa de weide rond en haalden we de grond eruit. Later plantten we er dan bloemetjes in. Maar dit heb ik vorige keer al verteld denk ik. Soms kan het gebeuren dat een knotwilg helemaal in 2 is gespleten zodat het lijkt alsof er twee bomen ontstaan. Ik vermoed echter wel dat de wortels onder de grond nog steeds één boom vormen. Van deze boom heb ik vorige keer een foto bijgevoegd toen hij in een mooi sneeuwlandschap stond. Deze keer heb ik een foto bijgevoegd van dezelfde boom bij een heerlijk lenteweertje. De bomen staan inmiddels al weer helemaal groen.

Page 8: Klasbomen lente

Het werd lente. Elke keer ik naar de bomen ging kijken, was er evolutie. Er kwamen knoppen op de takken. Uit deze knoppen kon men langzamerhand het blad zien groeien. Er kwamen katjes op de takken. Kortom, alle typische kenmerken van de lente komen aan bod. Het zijn zittende katjes. De katjes zitten vast op de tak. De bloem van de wilg is eigenlijk het katje. De stam van de knotwilg is overal ongeveer even dik. Enkel bovenaan de stam is hij veel dikker. Uit het dikke gedeelde ontstaan de taken. Deze groeien recht omhoog. De kruin is min of meer rond van vorm en duidelijk ook groter dan de stam. Het hangt er natuurlijk ook van af of de boom al dan niet wordt onderhouden en afgedaan. Een knotwilg die niet onderhouden wordt, kan een hoogte van ongeveer 15 meter bereiken. De vorm van de kruin zal dan ook ovaler zijn dan een boom die wel wordt afgedaan. Een onderhouden boom zal minder hoog groeien en de kruin zal ronder zijn van vorm. Zoals ik hierboven reeds vermeldde, zit er in de holle delen soms een soort potgrond. In de natuur kan het wel eens gebeuren dat er zaadjes van een andere plant in deze speciale soort grond in de knotwilg terecht komt. Het kan dan ook perfect dat deze zaadjes uitkomen en dat er een nieuwe plan in de wilg groeit. Het kan gaan om varens, een vlierstruik,… Soms worden er ook algen en mossen gevormd op de schors. Ik heb echter geen zwammen gevonden in de buurt van, of op een knotwilg. De knotwilg heeft langwerpige bladeren met een wigvormige bladvoet. De bladeren zijn het breedst in het midden van het blad, en ze hebben een toegespitste. De bladeren zijn zowel aan de boven- als aan de onderkant zeer fijn behaard en voelen dus zacht aan. De bladeren ruiken niet zo speciaal, maar het is een aangename, niet- storende geur. Zoals ik reeds vermeldde zijn de bladeren in de zomer lichtgroen van kleur. Naarmate de herfst vordert en de winter nadert, beginnen deze te verkleuren. Eerst verkleurt de buitenkant, deze wordt eerst geel. Later wordt de binnenkant geel en de buitenkant bruin. Rond de nerven blijft het blad het langst groen. Onder de boom groeit gras, aangezien dat de boom aan de kant van een wei staat. Er staat ook wat onkruid om de boom, voornamelijk netels. De weide waar de bomen rond staan, wordt in de zomer begraasd door koeien en paarden. De koeien eten de bladeren van de bomen op, zelfs als er nog gras in overvloed is. Ze vinden het duidelijk een lekkernij. De paarden zullen er ook van eten, maar enkel als ze niet veel gras meer hebben op hun wei. Zij verkiezen dus het gras boven de bladeren van de knotwilg. Koeien houden het vooral bij de bladeren terwijl paarden vooral geïnteresseerd zijn in de schors van de knotwilg. Ze knabbelen de buitenste laag er gewoon af. Dit doen ze voornamelijk uit verveling en minder uit honger. Dit weet ik omdat ik het ze geregeld ‘zie’ doen, en omdat de schors duidelijk is afgebeten. Je ziet dan bijna enkel nog het gele, lichtkleurige hout dat zich onder de donkerdere schors bevindt. De knoppen bevinden zich in de bladoksels en worden omgeven door schudblaadjes. Intussen zijn er al felgroene blaadjes uit gegroeid.

Page 9: Klasbomen lente

Foto’s:

Page 10: Klasbomen lente
Page 11: Klasbomen lente

Omtrek van de boom: 2,10 meter Schorsafdruk: Ik heb mijn schorsafdruk gescand zodat ik deze meteen kon meesturen via toledo.