Kinderen zaaien - CNME de Groenling · Tuinkers kan laten ontkiemen en groeien. Als het...

24
1 Kinderen zaaien in de klas…

Transcript of Kinderen zaaien - CNME de Groenling · Tuinkers kan laten ontkiemen en groeien. Als het...

Page 1: Kinderen zaaien - CNME de Groenling · Tuinkers kan laten ontkiemen en groeien. Als het Tuinkers-plantje niet geoogst wordt, maar doorgroeit, dan krijgt het anders gevormde bladeren

1

Kinderen

zaaien

in de klas…

Page 2: Kinderen zaaien - CNME de Groenling · Tuinkers kan laten ontkiemen en groeien. Als het Tuinkers-plantje niet geoogst wordt, maar doorgroeit, dan krijgt het anders gevormde bladeren

2

Inhoud

- Inleiding

- Aparte beschrijvingen van de uitgereikte zaden.

- Lessuggesties

- Literatuuropgave

Inleiding

Kinderen zijn over het algemeen meer geboeid door dieren dan door

planten. Een dier kun je oppakken, tegen je aanhouden. Een plantje lijkt

minder boeiend, omdat het zo langzaam groeit/verandert.

Juist kinderen, die opgroeien in een verstedelijkt milieu, waar lawaai, snelheid,

haastig voorbijgaande brommers, motoren, auto’s enz. de zintuigen

overbelasten zijn geneigd om aan opvallende verschijnselen aandacht te

gaan geven.

Het leren waarnemen van subtiele verschijnselen vereist concetratie, rust,

aandacht en geduld, iets wat kinderen uit steden steeds grotere problemen

geeft. Om hen te laten zien, dat ook aan een “stille” plant veel te beleven

valt, is het volgen van de ontwikkeling van zaadje tot plant bijzonder geschikt.

Het ontstaan van een complete plant uit een klein zaadje - het zelf zaaien en

verzorgen van de plant - schept een band met de plant en laat de kinderen

met heel andere ogen kijken naar planten: ook de grootste eik is uit een eikel

ontstaan. Hij die de dingen ziet, zoals ze zich van het begin

af aan ontwikkelen, heeft er het mooiste zich op

(Aristoteles)

Als straks buiten de zaden gaan ontkiemen (in de tuin, in het park of in het

bos) zullen de kinderen door hun eigen ervaringen in de klas er vast beter

naar kijken!

Page 3: Kinderen zaaien - CNME de Groenling · Tuinkers kan laten ontkiemen en groeien. Als het Tuinkers-plantje niet geoogst wordt, maar doorgroeit, dan krijgt het anders gevormde bladeren

3

Wat ontvangt u per klas?

- 6 soorten zaden: Stamslabonen, winde, Kruidje-roer-me-niet, Tuinkers,

Suzanne met de mooie ogen, Kastanjes.

- 6 bloempotten en 6 steeketiketten. In deze potten kunt u de zaden zaaien,

zodat u van iedere soort een voorbeeldpot heeft.

- 30 bamboestokjes

- 2 balkonbakken

- 2 zakken potgrond

Heel veel plezier en kijk maar naar het plaatje op de vorige pagina, hoe uw

klas er uit moet gaan zien!

Een korte omschrijving van de uitgereikte zaden.

A. Zaden van gekweekte planten

De stamslaboon

Bonen behoren tot de familie van de

vlinderbloemigen; dit is een groep planten,

waarvan de bloem een speciale bouw heeft

en min of meer op een vlinder lijkt.

Oorspronkelijk groeide de boon in

subtropische gebieden van Amerika,

vanwaar ze door de Spanjaarden naar

Europa werd gebracht. De bonen worden in

Nederland na de IJsheiligen, dat is na 10 mei,

buiten gezaaid. De planten kunnen namelijk

geen vorst verdragen. In de klas hoeven we

echter geen rekening te houden met

eventuele vorst, zodat we ze nu al kunnen

zaaien.

Er zijn vele soorten bonen zoals pronkbonen,

sojabonen, spekbonen, enz. Binnen al deze

soorten zijn twee typen mogelijk.

- De stokbonen, dit zijn klimplanten (een

bekend beeld in de volkstuinen en langs

spoorbanen).

- De stambonen, deze blijven laag bij de grond.

U heeft stamslabonen gekregen.

Page 4: Kinderen zaaien - CNME de Groenling · Tuinkers kan laten ontkiemen en groeien. Als het Tuinkers-plantje niet geoogst wordt, maar doorgroeit, dan krijgt het anders gevormde bladeren

4

De boon van binnen.

De boon leent zich heel goed om de bouw van zaden eens te bekijken.

Daartoe doen we wat bonen een nacht in een bakje met water. ’s Morgens

vroeg zien we dat de bonen opgezwollen zijn en dat ze niet meer zo hard zijn.

Het buitenste velletje, de zaadhuid, kan er gemakkelijk afgehaald worden,

zodat de boon daarna open gepeuterd kan worden.

Binnen in de boon vinden we een kompleet plantje,

waaraan we al een worteltje (1), een stengeltje (2), en

twee piepkleine blaadjes kunnen zien.

Het grootste gedeelte van de boon bestaat uit twee aan

elkaar gelijk zijnde helften: de twee zaadlobben (4).

Ook dit zijn eigenlijk twee blaadjes. Ze bevatten

reservevoedsel, zodat het kleine kiemplantje de eerste

periode helemaalt op eigen kracht kan groeien.

Het zijn deze twee eerste “blaadjes” die bij ontkieming boven de grond

komen.

Maak zelf maar eens een boon open en bekijk deze met een loep. U zult er

echt verbaasd over staan.

Wenken bij het zaaien

- De ontkieming van de bonen vindt sneller plaats als de bonen een avond

van te voren in het water worden gezet om te wellen.

- Per pot 3 à 4 bonen zaaien.

- De zaaidiepte is ongeveer 2 à 4 cm.

- Op een lichte plaats zetten en regelmatig water geven.

Het kiemproces

Op de volgende pagina ziet u een aantal tekeningen, die een overzicht van

het kiemproces geven.

Page 5: Kinderen zaaien - CNME de Groenling · Tuinkers kan laten ontkiemen en groeien. Als het Tuinkers-plantje niet geoogst wordt, maar doorgroeit, dan krijgt het anders gevormde bladeren

5

1. boon (droog) 2. door welling 3. door welling

gerimpelde boon sterk gezwollen

boon

4. na ± 4 dagen 5. na een dag of 5 6. na ruim een

is de boon gekiemd is het velletje gebarsten week heeft de

gekiemde plant

worteltjes

7. de stengel groeit 8. na ± 14 dgn is het 9. volwassen

snel en er zijn twee plantje 16 cm lang en bonenplant

beginnende blaadjes verschromelen de zaad-

te zien lobben langzamerhand

Page 6: Kinderen zaaien - CNME de Groenling · Tuinkers kan laten ontkiemen en groeien. Als het Tuinkers-plantje niet geoogst wordt, maar doorgroeit, dan krijgt het anders gevormde bladeren

6

Winde of dagbloem (I pomoea)

De familie van de

Convolvulaceae of

Windeachtigen bestaat uit een

aantal voornamelijk in de tropen

voorkomende soorten. De naam

Convolvulaceae betekent

omslingeren of omwinden. De

Nederlandse naam Winde is dus

afgeleid van het feit, dat de

plant zich overal omheen windt.

In ons land komt de Winde ook

in het wild voor, bijvoorbeeld de

Haagwinde. U kent hem vast

wel: “Het pispotje”.

Een soort die u kunt gebruiken, is

de I pomoea, een gekweekte

variëteit. De bloemen zijn

hemelsblauw van kleur. De plant

wordt ook wel Dagbloem

genoemd, daar de bloemen ’s

morgens ontluiken en ’s avonds

al afsterven.

Er ontwikkelen zich echter zoveel bloemen dat er bijna wel iedere dag één of

meer bloemen in bloei staan. Voor kinderen is er heel wat aan te zien.

Wenken bij het zaaien

- De Winde is een éénjarige plant, zodat u als u volgend jaar weer van de

bloemen wilt genieten, zelf zaad zult moeten verzamelen.

- De zaaitijd valt van apri - juni. De bloeitijd is ongeveer juli - september,

afhankelijk van het tijdstip dat u gezaaid heeft.

- Het beste kunt u in een bloempot ongeveer 5 zaden zaaien. Zaaidiepte is

ongeveer 1 cm.

- De plant kunt u ook met pot en al buiten zetten, maar dan wel na ± 10 mei,

als de kans op vorst voorbij is.

- De Winde kan wel 4 meter hoog worden. Zet er in ieder geval stokjes bij. Wat

ook erg leuk staat, is het leiden van de plant richting plafond d.m.v. één

draad, die met een punaise bijvoorbeeld boven aan de rand van het raam

wordt bevestigd.

Page 7: Kinderen zaaien - CNME de Groenling · Tuinkers kan laten ontkiemen en groeien. Als het Tuinkers-plantje niet geoogst wordt, maar doorgroeit, dan krijgt het anders gevormde bladeren

7

Kruidje-roer-me-niet (Mimosa pudica)

Kruidje-roer-me-niet is een kruidje dat zich roert, als het aangeraakt wordt. De

Latijnse naam is dan ook Mimosa pudica (pudica betekent beschaamd, kuis).

Als een “kuise Suzanne” sluit ze zich af voor de buitenwereld door haar

blaadjes dicht te vouwen, maar… bij een Kruidje-roer-me-niet gaan na een

poosje de blaadjes weer open.

In de zomer draagt de plant kleine kogelronde bloemetjes, die lichtpaars of

rose zijn.

Wenken bij het zaaien

- Het Kruidje-roer-me-niet wil graag een lichte, zonnige plaats (maar niet in de

felle zon).

- Gedurende de groei- en bloeitijd krijgt het veel water en het liefst om de 14

dagen wat mest.

- Het water geven moet regelmatig gebeuren (bijv. één maal per dag), want

anders krijgt het bijzonder snel gele blaadjes, die er na verloop van tijd weer

afvallen.

- Zaaien tussen maart en april in potten, binnenshuis.

- Niet dieper zaaien dan ± een halve centimeter.

- 2 zaden per pot.

- De potjes tijdens de ontkieming liefst afdekken met plastic of glas.

Page 8: Kinderen zaaien - CNME de Groenling · Tuinkers kan laten ontkiemen en groeien. Als het Tuinkers-plantje niet geoogst wordt, maar doorgroeit, dan krijgt het anders gevormde bladeren

8

Tuinkers

Tuiners wordt ook wel Sterrekers genoemd, omdat de eerste blaadjes op

sterretjes lijken.

Oorspronkelijk groeide Tuinkers in het westelijk deel van Azië, maar

tegenwoordig vinden we Tuinkers veel op de vensterbanken in de keukens in

Nederland.

Tuinkers kan namelijk prima gegeten worden als “groente” op beschuit,

boterham met kaas enz. (Tuinkers is rijk aan vitamine C).

De smaak is wat bitter, vandaar dat Tuinkers ook wel onder de naam

Bitterkers wordt verkocht.

Voor het zaaien in de klas in Tuinkers zeer geschikt, daar het weinig eisen stelt.

Je kunt het zelfs op vochtige watten, celtona’s e.d. laten kiemen. Ook de

standplaats geeft geen problemen, zodat ieder kind op zijn tafeltje wel

Tuinkers kan laten ontkiemen en groeien.

Als het Tuinkers-plantje niet geoogst wordt, maar doorgroeit, dan krijgt het

anders gevormde bladeren en een blauw waas.

Tuinkers kan dan - bijv. in de tuin - wel 35 cm. hoog worden en krijgt dan

kleine witte bloemetjes.

Uitgebloeide tuinkers kan goed bij bloemschikken gebruikt worden.

Wenken bij het zaaien

- Tuinkers kan van maart tot oktober binnen gezaaid worden, maar vanaf

april ook buiten.

- Elke grond en standplaats kan benut worden.

- Voor het geval, dat men ervan wil oogsten, dicht opeen zaaien en de

blaadjes afsnijden als de plantjes ± 3 tot 4 cm. hoog zijn. Daarna groeit het

vaak weer aan en kan er voor een tweede keer van gesneden worden.

- Kies bij grote zonnewarmte een beschaduwde plaats.

- Goed water geven.

Page 9: Kinderen zaaien - CNME de Groenling · Tuinkers kan laten ontkiemen en groeien. Als het Tuinkers-plantje niet geoogst wordt, maar doorgroeit, dan krijgt het anders gevormde bladeren

9

Suzanne-met-de-mooie-ogen (Thunbergia aláta)

Suzanne-met-de-mooie-ogen behoort tot het

geslacht Thunbergia, dat wel meer dan 70

soorten telt. In Afrika en Azië groeien deze

planten in het wild. De naam Thunbergia is

afgeleid van de naam C.D. Thunberg, een

leerling van Linnaeus, die veel planten

beschreef toe hij bij de Oost-Indische

Compagnie werkte.

Suzanne-met-de-mooie-ogen, de Thunbergia

aláta, is in Nederland de bekendste soort.

(Aláta betekent gevleugeld).

Het is een éénjarige plant met hart-pijl

vormige bladeren. De mooie oranje

bloemen hebben zwarte hartjes, die eruit

zien als gitzwarte pupillen van ogen.

Vandaar de naam Suzanne-met-de-mooie-

ogen.

Wenken bij het zaaien

- Suzanne kan vanaf februari tot begin mei gezaaid worden.

- Per pot worden ongeveer 4 of 5 zaden gezaaid.

- Na 5 tot 6 dagen zullen de zaden kiemen en als de plantjes ± 10 cm hoog

zijn, kunnen wij een klein “hekwerkje” in de pot zetten, hoewel Suzanne ook

kan hangen.

- De potten op een zonnige plaats zetten. De bloeitijd valt ongeveer tussen

juni en september. (De plant bloeit zeer overdadig)

- Tijdens de groei- en bloeitijd wat mest geven. Ongeveer 1 keer in de 14

dagen.

Page 10: Kinderen zaaien - CNME de Groenling · Tuinkers kan laten ontkiemen en groeien. Als het Tuinkers-plantje niet geoogst wordt, maar doorgroeit, dan krijgt het anders gevormde bladeren

10

Zaden in de natuur

Een aparte les zou aan ontkieming van zaden in de natuur besteed kunnen

worden.

Tot nu toe hebben de kinderen gekweekte zaden gezaaid.

In de natuur onkiemen ook zaden, maar die worden niet door mensen-

handen in de grond gestopt!

Het is heel belangrijk, dat de kinderen - via hun eigen bakjes met zaden - de

relatie leggen met de “in het wild” voorkomende zaden.

Het zaaien van de zaden uit de natuur kunt u het beste na het zaaien van de

gekweekte zaden doen.

Bij de lessuggesties vindt u een paar ideeën betreffende de verstrekte

kastanjes wat u er met de kinderen mee kunt gaan doen.

Ook beukenoten en eikels (of kiemplanten ervan) die u zelf vrij gemakkelijk in

bos of park kunt vinden, bieden leuke mogelijkheden om in de klas mee te

werken.

Page 11: Kinderen zaaien - CNME de Groenling · Tuinkers kan laten ontkiemen en groeien. Als het Tuinkers-plantje niet geoogst wordt, maar doorgroeit, dan krijgt het anders gevormde bladeren

11

Lessuggesties voor groep 1 t/m 4

Een opmerking vooraf:

Het is heus niet de bedoeling dat alle hier aangeboden suggesties uitgevoerd

moeten worden. Aan u de keus welke suggesties u bruikbaar vindt.

Algemene wenken bij het zaaien

Benodigdheden: - zadepakket, dat u ontvangen heeft

- het “zadenkarton”

Inleiding

In een kringgesprek kunt u de kinderen - alvorens zij zelf gaan zaaien - iets

vertellen over zaden.

Het doel van de gesprek is, dat kinderen ontdekken dat er veel verschillende

soorten zaden bestaan. Misschien zou u van te voren een “zadenkarton”

kunnen maken.

Een groot stevig karton deelt u in vakken in. In elk vak plakt u zaden

(bloemenzaden, groentezaden of andere zaden) van één soort met erboven

een bijbehorende afbeelding.

De zaden kunt u met een sterke lijmsoort opplakken (laat liever geen boeklon

over de zaden plakken, daar dan geen direct contact met de vingers

mogelijk is, bovendien zijn dan de kleuren niet goed te zien).

Naar aanleiding van de verschillende soorten zaden kunt u vragen stellen:

- wat zijn dat voor “dingetjes” die onder de plaatjes geplakt zijn?

- wat is dat “een zaadje”? Wat groeit eruit?

- ga eens met je vingers over de verschillende zaden: zijn ze hard, zacht,

ribbelig enz.?

- hoe zien de zaden eruit: groot, klein, rond enz.?

- welke kleuren hebben de zaden?

Het zaaien

Na deze kennismaking met allerlei verschillende zaden, komen de verstrekte

zaden aan bod.

De zaden ook weer laten bekijken, voelen, kleuren op laten noemen.

U kunt voorbeeldpotten maken en kiezen met welke zaden u dat doet. Plak

een zaadje op een etiket, zodat de kinderen later als het plantje boven de

grond komt, zien welk zaadje bij welk plantje hoort. Zo worden ze er op

gewezen dat uit al die verschillende zaadjes ook verschillende plantjes

groeien. De relatie zaadje - plant blijft duidelijk.

Bij het zaaien kunt u aandacht besteden aan:

- de hoeveelheid aarde, een rand aan de bovenkant uitsparen zodat

makkelijk water gegeven kan worden.

- de diepte van het zaaien. Met de vinger een klein kuiltje maken.

Wat zal er gebeuren als je het zaadje héél diep zaait?

- de ruimte tussen de zaden. Als je zaadjes te dicht op elkaar zaait komen de

latere plantjes in de verdrukking en blijven klein.

Page 12: Kinderen zaaien - CNME de Groenling · Tuinkers kan laten ontkiemen en groeien. Als het Tuinkers-plantje niet geoogst wordt, maar doorgroeit, dan krijgt het anders gevormde bladeren

12

- het water geven. Wat zal er gebeuren als je heel veel water geeft?

Kinderen kunnen het beste hun plantjes met plantespuiten water geven. Een

gieter heeft over het algemeen een te grote straal.

- tot slot erop wijzen dat uit ieder zaadje één plantje groeit. Kinderen denken

wel eens, dat de hoeveelheid zaden de dikte van de plant bepalen.

“Ik heb alle zaden in één kuiltje gestopt, dan krijg ik één hele dikke wortel”.

U zou bijvoorbeeld kunnen vragen: hoeveel zaadjes heb jij in je bakje

gezaaid? Hoeveel plantjes krijg je dan? (Het kan gebeuren dat

sommige zaadjes niet kiemen).

Het zaaien door de kinderen

Benodigdheden bij het zaaien: (tuinkers)zaden, kranten, aarde, een aantal

afwasbakjes, potten of zakjes, etiketten die de kinderen van te voren

gemaakt hebben, margarinekuipjes.

- Kranten op de tafeltjes of op de grond laten uitspreiden.

- De leerlingen bakken of zakken met aarde geven, d.w.z. per 4 à 6 leerlingen

één bak of zak met aarde.

- Kinderen de aarde in de kuipjes laten doen (geen schepjes gebruiken

omdat het contact met de aarde dan weer verloren zou gaan).

Er zullen kinderen bij zijn die heel lang over dit karweitje doen. Ze kunnen

namelijk soms helemaal in beslag genomen worden door al die kleine takjes,

stukjes blad en kleine beestjes, die soms nog in de aarde zitten.

- Pas als alle kinderen klaar zijn, de zaden uitdelen. Het beste is de kinderen te

laten beginnen met Tuinkers, omdat het met de diepte en onderlinge

afstand bij het zaaien van Tuinkers niet zo nauw. Het kan gewoon niet

mislukken.

Ze kunnen dan daarna of een volgende keer bijvoorbeeld bonen zaaien,

waarbij de diepte en de afstand wel een grotere rol spelen.

De zaden naast elkaar laten leggen, verspreid over het kuipje en een klein

beetje aandrukken, zodat er een heel dun ‘dekentje’ aarde overheen komt.

- Met de plantenspuit water laten geven.

- Een etiket erbij aan de rand van het bakje erin laten steken. De etiketten

kunnen de kinderen van tevoren maken.

- Laat ieder kind, als het enigszins mogelijk is, zijn eigen kuipje op zijn tafel

houden.

- Na ± 8 tot 10 dagen is de Tuinkers al oogstbaar en heerlijk op een beschuitje

met of zonder citroensap en suiker, of met een beetje zout.

Hoe en waarin u de rest van de zaden wilt laten zaaien, kunt u zelf het beste

uitkiezen.

Page 13: Kinderen zaaien - CNME de Groenling · Tuinkers kan laten ontkiemen en groeien. Als het Tuinkers-plantje niet geoogst wordt, maar doorgroeit, dan krijgt het anders gevormde bladeren

13

Zaden uit het bos

Aan het zadenpakket is ook een aantal kastanjes toegevoegd. De bedoeling

is, dat de kinderen via hun eigen bakje met zaden ontdekken, dat

bijvoorbeeld in het bos of in het park, ook zaden ontkiemen, maar dan

zonder mensenhulp. Alle planten die ze buiten tegenkomen (bomen, struiken,

gras enz.) zijn eens uit een “zaadje” gegroeid.

Kastanjes

Het grappige van kastanjes is, dat zij bij de ontkieming een heel lange wortel

maken, die je pas ziet als je de kastanje optilt. Kinderen zijn erg verrast, als ze

eerst een kastanje zonder wortel optillen en vervolgens een kastanje met

wortel. Aan de eerste bladeren die ontstaan kan je ook al direct zien, dat er

een kastanjeboompje uit groeit. Misschien kunt u zelf wat kastanjetakken

kopen, zodat de kinderen hun kiemplantjes kunnen vergelijken met de

uitgelopen kastanjetakken (wat betreft bladeren, stelen).

In het voorjaar (april/mei) als de

kastanjebomen bloeien, zou u

nog eens met de klas naar zo’n

boom kunnen gaan kijken.

Het gaat er dus steeds om, dat

de kinderen het verband leren

zien tussen hun potje met

kastanjekiemplant en de

volgroeide kastanjeboom.

Het zaaien van kastanjes

In de natuur liggen de kastanjes

op de grond tussen vochtige

bladeren. De wortel boort zich

een weg de grond in. In de klas

kunnen we de kastanjes ook

laten ontkiemen door hen niet

in de grond te stoppen. Een

voorwaarde is wel, dat we het

potje de eerste tijd afgedekt

houden met een glasplaat of

een plastic zakje, zodat ze in

een vochtige atmosfeer liggen.

Doet u dat niet , dan zult u ze

onder de grond moeten

stoppen. Regelmatig een

beetje water geven.

Page 14: Kinderen zaaien - CNME de Groenling · Tuinkers kan laten ontkiemen en groeien. Als het Tuinkers-plantje niet geoogst wordt, maar doorgroeit, dan krijgt het anders gevormde bladeren

14

Beukennoten

Om ook nog wat ander materiaal dan

kastanjes voor de lessen te hebben, zou u

een wandeling kunnen maken naar een

dichtbijzijnd park, bos of grote

alleenstaande boom. De kinderen zouden

daar een paar kleine kiemplantjes kunnen

uitgraven van de beuk, eik of kastanje.

Soms liggen er ook nog beukenootjes ,

eikels of kastanjes van de vorige herfst.

Het zaaien van beukenoten

De beukenoten moeten onder een dun laagje grond gezaaid worden in een

bloempot. De bloempot kan weer afgedekt worden met een glasplaat of

een plastic zak. Het potje op een lichte plaats zetten en regelmatig water

geven.

In het voorjaar vindt u vaak kiemplantjes van de beuk in verschillende stadia

van ontkieming onder de beukeboom.

Het bruine harde huidje van de beukenoot zit in het begin als een “hoedje”

om de eerste twee bladeren.

De oudere kiemplanten zien eruit als bijvoorbeeld op de tekening.

U kunt de kinderen beukenoten laten zien en het volgende vertellen.

Toen het herfst was, en het heel hard waaide, zijn de beukenootjes van de

bomen gewaaid. Waar vielen ze toen op? Op de grond. Het bleef maar

stormen, er waaide aarde, blaadjes, takjes over de beukenoten. Toen hield

de storm op en het werd winter.

Een lange koude winter lang lagen de beukenoten

op de grond, maar ze hadden het niet koud, want ze

hadden een dikke, warme bruine jas aan. Die

hielden ze de hele winter aan, maar toen de zon

lekker begon te schijnen, krgen ze het toch wel wat

warm in die jas!

Ze probeerden heel voorzichtig hun jasje uit te

trekken,. Ze staken eerst een worteltje uit en toen dat

gebeurd was, staken ze hun kopje boven de grond.

Daarna kwam het steeltje. Ze groeiden en groeiden

in die lekkere, warme zon en op een dag kregen ze

twee lichtgroene ronde blaadjes.

Het zullen eens hele grote, dikke beuken worden.

Om weer de relatie te kunnen leggen tussen

beukenoot - kiemplant - beuk kunt u de kinderen

meenemen naar echte beuken of een plaat laten

zien of takken in de klas zetten.

Beukenoten worden gegeten door o.a. eekhoorns en

vinken.

Page 15: Kinderen zaaien - CNME de Groenling · Tuinkers kan laten ontkiemen en groeien. Als het Tuinkers-plantje niet geoogst wordt, maar doorgroeit, dan krijgt het anders gevormde bladeren

15

Eikels

Met eikels kunt u de relatie zaden -

dieren goed bespreken.

De eikels worden door allerlei dieren

gegeten, o.a. door herten, reeën,

zwijnen, muizen, eekhoorns en vooral

door een prachtige vogel: de Vlaamse

gaai.

De Vlaamse gaai kan er een hele

wintervoorraad van aanleggen. Maar

soms vergeet hij, waar hij de eikels heeft

gestopt, zodat de eikels in het voorjaar

gaan ontkiemen (zie tekening). Zo zorgt

deze vogel voor zaadverspreiding van

de eik. Een eikeboom geeft in een goed

eikeljaar duizenden eikels, die niet

allemaal ontkiemen De reden ervan

geeft het volgende gezegde aan:

“Eén voor de roek

één voor de gaai

één voor te rotten

en één voor de zaai”.

Zaaien van eikels

Zie beukenoten.

Page 16: Kinderen zaaien - CNME de Groenling · Tuinkers kan laten ontkiemen en groeien. Als het Tuinkers-plantje niet geoogst wordt, maar doorgroeit, dan krijgt het anders gevormde bladeren

16

Kinderen zaden van huis mee laten nemen

Zoals pitten van citroenen, sinaasappels, grapefruits, tomaten en paprika’s

enz. De pitten kiemen beter als de potten afgedekt worden met wat plastic.

Verder kunnen allerlei peulvruchten (linzen, groene erwten enz.) en granen

(tarwe, gerst enz.) worden meegenomen.

Heeft u een parkiet, cavia of konijn in de klas? Laat de kinderen het voer eens

bekijken. Meestal zitten er verschillende soorten zaden in.

Het is best mogelijk, dat het ontkiemen niet altijd lukt, maar het is in ieder

geval het proberen waard.

Misschien zo u ook nog op de relatie zaden - voedsel in kunnen gaan. Een

groot gedeelte van ons eten bestaat immers uit zaden; wij eten het voedsel

dat eigenlijk bestemd was voor de kiemplant.

Observatieproefjes

Bonen achter glas zaaien.

De kinderen kunnen de wortelontwikkeling bij hun bonen

niet zien. Plant daarom ook eens bonen achter glas. In

een jampotje wordt een kokertje van bijvoorbeeld

vloeipapieren handdoekjes uit de wc gezet, dat net iets

kleiner en dunner is dan het jampotje. (Eenjampotje met een wijde opening

voldoet het beste).

Bruine bonen weer een dag van tevoren in het water zetten.

De koker van papier wordt in de jampot gezet en de bonen (3 à 4) worden

tussen de glaswand en het papier geklemd. Wat water op de bodem gieten

tot het papier zich helmaal vol heeft kunnen zuigen. Het potje voor het raam

zetten en ervoor zorgen dat er altijd een laagje water op de bodem blijft

staan.

Al na een paar dagen is te zien dat de boontjes uitlopen en kunnen de

kinderen de wortelvorming prachtig zien en natekenen.

Zet een potje, waarin zaden van klimmers als Winde en Suzanne gezaaid zijn.

voor een stuk papier, dat tegen de muur geprikt zit.

Laat bijvoorbeeld om de 3 dagen een streepje ter hoogte van de top van de

plant op het papier zetten. Zouden wij ook zo hard groeien?

De volgende opdracht is meer geschikt voor groep 3 dan voor de oudste

kleuters, maar het is natuurlijk met oudste kleuters toch te proberen.

Een vel papier wordt een aantal keren gevouwen. Door het vouwen ontstaan

naden in het papier die vakjes vormen.

Om de 3 dagen wordt de ontkieming en groei nagetekend. Iedere keer één

vakje gebruiken.

Volgorde spelletje.

Pas als de kinderen een volgroeid bonenplantje in hun potje hebben, zouden

ze de tekeningen hiernaast kunnen kleuren, uitknippen en op volgorde

leggen op een smalle strook papier.

Het benodigde aantal stencils zou u zelf even moeten kopieëren.

Page 17: Kinderen zaaien - CNME de Groenling · Tuinkers kan laten ontkiemen en groeien. Als het Tuinkers-plantje niet geoogst wordt, maar doorgroeit, dan krijgt het anders gevormde bladeren

17

Knip de tekeningen uit en leg ze naast elkaar op de goede volgorde.

Plak ze op een gekleurde smalle strook.

Kleur de tekeneningen.

Page 18: Kinderen zaaien - CNME de Groenling · Tuinkers kan laten ontkiemen en groeien. Als het Tuinkers-plantje niet geoogst wordt, maar doorgroeit, dan krijgt het anders gevormde bladeren

18

Samen met de kinderen de volgende proefjes doen

De volgende proefjes laten zien, dat de ontkieming van zaden en de groei

bepaald worden door temperatuur, water en licht en lucht.

De proefjes zijn ook uitvoerbaar en begrijpbaar voor kleuters.

Temperatuur

De meeste zaden ontkiemen het best bij een temperatuur tussen de 15 en

30 ºC. Weinig soorten kiemen in het voorjaar als het nog koud is.

De kinderen kunnen, als ze in de klas gezaaid hebben, ook eens kijken, hoe

het resultaat zal zijn, als gelijktijdig buiten een pot met gezaaide bonen wordt

neergezet. Er zal weinig van terecht komen als het koud is, maar dat zal het

verschil alleen maar duidelijk maken.

Water

Vocht/water is ook een belangrijke voorwaarde voor de ontwikkeling van

een plant. Kinderen vinden het water geven op zichzelf al prachtig. Ze

vergeten soms dat het eigenlijk om de plant te doen is.

Het volgende proefje toont aan wat er gebeurt als er te veel water, geen

water of normaal water wordt gegeven.

In 3 smalle buisjes (reageerbuisjes) watten op de bodem legggen met wat

tuinkerszaden erop.

In buisje 1: geen water.

In buisje 2: normaal water (watten vochtig maken).

In buisje 3: zoveel water dat de zaden onder water komen te liggen.

Het aanleren van een opzegversje.

Zaaien

In onze eigen kleine tuin

zaaien we kleine zaadjes,

en na een tijdje, kijk, dan spruit

een stengeltje de aarde uit,

met twee gevouwen blaadjes!

Er zijn opeens zoveel, zoveel,

we gaan ze goed besproeien.

Dan komen er veel knopjes aan.

Wat zal ons tuintje fleurig staan,

als al die bloempjes bloeien!

Page 19: Kinderen zaaien - CNME de Groenling · Tuinkers kan laten ontkiemen en groeien. Als het Tuinkers-plantje niet geoogst wordt, maar doorgroeit, dan krijgt het anders gevormde bladeren

19

Het aanleren van een liedje

In ied’re kleine appel …

In ied’re kleine appel,

daar lijkt het wel een huis,

want daarin zijn vijf kamertjes,

precies zoals bij ons thuis!

In ieder hokje wonen

twee pitjes zwart en klein,

die worden dan ook groter,

totdat het bomen zijn!

Page 20: Kinderen zaaien - CNME de Groenling · Tuinkers kan laten ontkiemen en groeien. Als het Tuinkers-plantje niet geoogst wordt, maar doorgroeit, dan krijgt het anders gevormde bladeren

20

Een bewegingsverhaal

De groep kinderen wordt in 2 groepen verdeeld: één groep zijn de

“weerkinderen” en de andere groep de “bloemenkinderen”.

De “bloemenkinderen” zitten bij elkaar op de grond. Het zijn nog heel kleine

zaadjes en ze slapen nog.

De andere kinderen, de “weerkinderen”, lopen om de zaadjes heen en

beelden de winter uit. (Ideeën zoveel mogelijk uit de kinderen laten komen).

- storm (bv. blazen, met de armen slaan)

- sneeuwen (bv. op de tenen staan, van hoog naar omlaag met de vingers

de sneeuw nabootsen)

- regen (bv. zachtjes met de vingers op de grond tikken, ogen dicht, dan kun

je de regen beter horen)

De zaadjes liggen nog steeds op de grond. Het is maar goed, dat ze zo’n

dikke jas aan hebben, want wat zouden ze het anders koud hebben.

Dan wordt het voorjaar.

De “weerkinderen” mogen in een kring om de “bloemenkinderen”gaan zitten

en even uitrusten. Het wordt warmer, de zon schijnt steeds langer en feller.

De zaadjes worden er wakker van … ze bewegen en gaan groeien. Wat

zouden ze graag eens boven de grond willen kijken.

Ze rekken zich uit. Groter en groter worden ze. Hun steeltjes worden steeds

langer. Kijk, nu krijgen ze ook nog blaadjes en een bloemknop.

De bloemen gaan bloeien in het zonlicht, nu zijn de zaadjes echte

“bloemenkinderen” geworden.

Als de bloemen in bloei staan krijgen ze ook wel eens bezoek. Wie zijn die

bezoekertjes? (Vlinders, bijen).

De “bloemenkinderen” verspreiden zich over de zaal/klas.

De “weerkinderen” zijn nu de bezoekers. Ze vliegen en fladderen, kruipen (als

rups) tussen de bloemen door.

Variatie is ook mogelijk door bijvoorbeeld te zeggen: de vlinders enz.

fladderen hoog, laag, langzaam enz.

Page 21: Kinderen zaaien - CNME de Groenling · Tuinkers kan laten ontkiemen en groeien. Als het Tuinkers-plantje niet geoogst wordt, maar doorgroeit, dan krijgt het anders gevormde bladeren

21

Afsluitingsspelletjes

De volgende spelletjes zijn het leukste als de kinderen zelf “kruidje-roer-

me-niet” gezien hebben.

Tikspelletje

Jullie zijn allemaal “kruidje-roer-me-niet” plantjes. Er is echter één kind, dat het

erg leuk vindt om jullie aan te raken. Als je aangeraakt wordt, blijf je stilstaan

en laat je net zoals een echt “kruidje-roer-me-niet” plantje je blaadjes

hangen.

Probeer maar buiten zijn handen te blijven.

Stiltespelletje

Ga maar eens als een “kruidje-roer-me-niet” staan met echte bladeren

(armen wijd uit).

Eén kind loopt tussen jullie door, en af en toe raakt het een “kruidje-roer-me-

niet” aan.

Wat gebeurt er dan? Je laat je blaadjes hangen en je hoofd, maar je mag

daarna héél langzaam, net zoals bij het “kruidje-roer-me-niet” gebeurt, weer

overeind komen.

Werken met de handen

Aardappelmannetjes of kleimannetjes maken.

Snij van de bovenkant en de onderkant van een grote gewassen aardappel

een kapje af, zodat hij stevig staat. (Wel even zelf doen).

Met een lepeltje wordt de bovenkant uitgehold (Eventueel door de

kinderen).

De holtje met een laagje watten bekleden. De aarappel in een schoteltje

met een beetje water laten zetten en wat

Tuinkers in de holte laten strooien.

De kinderen kunnen de aardappel zelf een

gezichtje geven met behulp van allerlei

meterialen: bv. punaises, kruidnagelen,

dopjes, draadjes, onderdelen van een

dennenkegel als oren enz.

Er moet steeds een beetje water op het

schoteltje staan, zodat de aardappel niet te

veel krimpt. De watjes moeten ook bovenop

vochtig blijven. De uitgelopen Tuinkers zullen

leuke haren worden.

U kunt i.p.v. een aardappel ook klei

gebruiken.

Page 22: Kinderen zaaien - CNME de Groenling · Tuinkers kan laten ontkiemen en groeien. Als het Tuinkers-plantje niet geoogst wordt, maar doorgroeit, dan krijgt het anders gevormde bladeren

22

De tomaat

Groene vingers

De stengel en de bladeren van de tomaat zijn met kleine klierhaartjes bedekt.

Bij aanraking geven ze wat vocht af, dat bitter smaakt en naar tabak ruikt.

Mensen die langdurig met tomatenplanten werken, krijgen er groene vingers

van.

(Het is maar hoe je het uitlegt).

Verzorging

Zet de zaden en later de planten op een zo licht mogelijke plaats. Houdt de

grond vochtig. Af en toe de plant besproeien mag ook.

Als de tomaten lichtgeel worden, plukt u het blad rond de tros weg. Ze krijgen

de rijpende vruchten meer licht.

De kans op bestuiving wordt groter als u meerdere planten bij elkaar zet.

Beweeg de planten af en toe, zodat het stuifmeel los komt.

(Laat de kinderen anders maar voor hommel of bij spelen).

Opbinden

Tomatenplanten zijn kruipers en geen klimmers. Ze kunnen zichzelf niet goed

overeind houden.

Geef de plant dus een stok voor een steuntje in de rug. Tomaten laten zich

ook goed langs touw leiden.

Draai af en toe de plant een kwartslag. (het zgn. indraaien) Zorg voor niet te

scherp touw. Er is zelfs speciaal zacht touw in de handel. Bind het touw niet te

vast, want dan breken er gauw stukken af.

Dieven

In de bladoksels en op de trossen en ook wel aan de voet van de planten

ontwikkelen zich steeds nieuwe scheuten. Voor de groei is het voor de plant

het beste één stengel op te kweken. Haal de uitlopende scheuten weg, het

zgn. dieven.

Begin er zo vroeg mogelijk mee.

Page 23: Kinderen zaaien - CNME de Groenling · Tuinkers kan laten ontkiemen en groeien. Als het Tuinkers-plantje niet geoogst wordt, maar doorgroeit, dan krijgt het anders gevormde bladeren

23

Iets meer over de tomaat

De officiële naam van de tomaat is:

Lycopersicum esculentum.

De tomaat hoort net als de aardappel tot familie

van de Nachtschaden.

Sinds 1557 komt de tomaat als voor in Nederland.

Zeelieden brachten de zaden mee uit Zuid

Amerika.

Er zijn heel wat verschillede rassen.

Wij zijn gewend aan ronde tomaten, maar in Italië

staan ze niet gek te kijken van tomaten die meer

op perenlijken.

Er zijn zelfs tomaten, die op bessen lijken. Daarom is de naam ook heel

toepasselijk: Minibel.

Verder zijn er verschillende kleuren mogelijk: rood, geel en karmijn.

En dan is er nog verschil in hoogte. Er zijn hooggroeiende (bij ons het meest

bekend) en laaggroeiende tomaten.

- verschillende vormen -

Grondsoort

Tomaten groeien op elke grondsoort, mits deze grond vochthoudend, niet te

vast, en voedselrijk is.

Page 24: Kinderen zaaien - CNME de Groenling · Tuinkers kan laten ontkiemen en groeien. Als het Tuinkers-plantje niet geoogst wordt, maar doorgroeit, dan krijgt het anders gevormde bladeren

24

Mozaïken maken

Bonen, erwten, linzen, zonnepitten enz. met lijm op laten plakken.

De kinderen kunnen eerst met potlood aangeven hoe de vorm ongeveer

moet worden.

Ketting rijgen

Zonnepitten, meloenpitten lenen zich daar het beste voor.

Maïs, bonen en erwten zijn er te hard voor.