Kenmerken leerlingenpopulatie basisschool Al Ihsaan · 2016. 1. 20. ·...

33
Kenmerken van onze leerlingen 2015 - 2016 al ihsaan

Transcript of Kenmerken leerlingenpopulatie basisschool Al Ihsaan · 2016. 1. 20. ·...

Page 1: Kenmerken leerlingenpopulatie basisschool Al Ihsaan · 2016. 1. 20. · Kenmerken!die!leiden!tot!extra!ondersteuning!! Naasthetgewichtvan!hetkind!(en! het!geboorteland!van!hetkind!en!de!ouders)!zijn!er!veel!

     

Kenmerken van onze leerlingen 2015 - 2016

 

   

al ihsaan

Page 2: Kenmerken leerlingenpopulatie basisschool Al Ihsaan · 2016. 1. 20. · Kenmerken!die!leiden!tot!extra!ondersteuning!! Naasthetgewichtvan!hetkind!(en! het!geboorteland!van!hetkind!en!de!ouders)!zijn!er!veel!

Inhoudsopgave   Inleiding ...................................................................................................................................... 3  

Toezichtskader inspectie ......................................................................................................... 3  Het gewicht van de leerlingen en impulsgebied ..................................................................... 3  Kenmerken die leiden tot extra ondersteuning ....................................................................... 4  

Indexering (stand van zaken december 2015) .................................................................... 4  Het gewicht van de leerlingen ..................................................................................................... 7  

Inleiding .................................................................................................................................. 7  Land van herkomst .................................................................................................................. 7  Gewicht van het kind .............................................................................................................. 8  

Kenmerken die leiden tot extra ondersteuning ........................................................................... 9  Gesproken thuistaal leerlingen en ouders ............................................................................... 9  Vrijetijdsbesteding ................................................................................................................ 11  Digitalisering ......................................................................................................................... 12  Sociale veiligheid: pestmeter ................................................................................................ 13  

Beschrijving resultaten groep 6 ........................................................................................ 13  Beschrijving resultaten groep 7 ........................................................................................ 14  Beschrijving resultaten groep 8 ........................................................................................ 15  

Sociale veiligheid .................................................................................................................. 16  Groep 5 .............................................................................................................................. 16  Groep 6 .............................................................................................................................. 17  Groep 7 .............................................................................................................................. 18  

Sociaal-emotioneel competentie: (Leerling)SCOL ............................................................... 18  SCOL ................................................................................................................................ 18  LeerlingSCOL ................................................................................................................... 20  SCOL en LeerlingSCOL ................................................................................................... 21  

Actief burgerschap en sociale integratie ............................................................................... 21  Groep 5 .............................................................................................................................. 21  Groep 6 .............................................................................................................................. 22  

Consequentie schoolbeleid ........................................................................................................ 25  Inleiding ................................................................................................................................ 25  Aanpassing schooltijden ....................................................................................................... 25  Meer onderwijstijd voor taal, lezen en rekenen .................................................................... 26  

Taal en Lezen .................................................................................................................... 26  Rekenen ............................................................................................................................. 26  Urentabel ........................................................................................................................... 27  

Leerstofaanbod ...................................................................................................................... 28  Samenwerking Voorschool ................................................................................................... 30  Ouderbijeenkomsten ............................................................................................................. 30  Ondersteuning ouders ........................................................................................................... 31  Sociaal-emotionele ontwikkeling .......................................................................................... 31  Organisatiestructuur en professionalisering .......................................................................... 32  Borgen, verdiepen en verbreden ........................................................................................... 32  

   

   

Page 3: Kenmerken leerlingenpopulatie basisschool Al Ihsaan · 2016. 1. 20. · Kenmerken!die!leiden!tot!extra!ondersteuning!! Naasthetgewichtvan!hetkind!(en! het!geboorteland!van!hetkind!en!de!ouders)!zijn!er!veel!

Inleiding    Toezichtskader  inspectie    Bij   het   kwaliteitsaspect  Opbrengsten  heeft  de   inspectie   vijf   indicatoren  geformuleerd.  Van  belang  is  met  name  dat  de  eind-­‐  en  de  tussenopbrengsten,  zowel  bij  taal  als  bij  rekenen  en  wiskunde  op  het  niveau   liggen  dat  mag  worden  verwacht  op  grond  van  de  kenmerken  van  de  leerlingenpopulatie.  Ook  de  sociale  competenties  van  de  leerlingen  dienen  op  niveau  te  worden   gebracht.   Het   kwaliteitsaspect   Kwaliteitszorg   kent   een   indicator   die   in   verband  gebracht   kan   worden   met   het   bovenstaande:   ‘de   school   heeft   inzicht   in   de  onderwijsbehoeften   van   haar   leerlingenpopulatie’.   Het   is   van   belang   eerst   de   kenmerken  van  de  leerlingen  vast  te  stellen  en  vervolgens  de  onderwijsbehoeften  daarvan  af  te  leiden.  Er  zijn  vele  kenmerken  die  beschreven  kunnen  worden,  maar  essentieel  is  dat  in  ieder  geval  het  gewicht  van  de  leerlingen  en  de  kenmerken  die  (kunnen)  leiden  tot  extra  ondersteuning  de  nodige  aandacht  krijgen.  Nader  geconcretiseerd:   in  het  algemeen   (gemiddeld)  kan  men  ervan  uitgaan  dat  een   leerkracht  die  een  groep  heeft  met  een   relatief  hoog  gewicht  meer  aandacht   zal   moeten   besteden   aan   taalontwikkeling   en   wiskundige   oriëntatie.   Een  leerkracht  met  een  groep  met  veel  leerlingen  met  sociaal-­‐emotionele  problemen  zal  bij  het  lesgeven  en  het  aanbod  rekening  moeten  houden  met  deze  onderwijsbehoefte.    Het  gewicht  van  de  leerlingen  en  impulsgebied    Ieder  kind  heeft  een   ‘gewicht’.  Het  bepalen  van  het  gewicht  van   leerlingen  gebeurt  op  het  moment   van   inschrijving,   wanneer   ouders   worden   verzocht   ook   de   ouderverklaring   in   te  vullen.  Deze  ouderverklaring  geeft  informatie  over  de  opleiding  van  de  ouders  en  op  grond  hiervan  wordt  het  gewicht  van  een  kind  bepaalt.  Een  leerling  kan  een  van  de  drie  volgende  gewichten  toebedeeld  krijgen:    •  Geen  extra  gewicht:  als  één  van  de  ouders  meer  dan  twee  leerjaren  voortgezet  onderwijs  (vo)  heeft  gevolgd  (mavo,  vmbo  gemengde  leerweg  of  theoretische  leerweg,  havo  of  vwo)  of  een  mbo-­‐,  hbo-­‐,  wo-­‐opleiding  heeft  gevolgd.  •   Gewicht   0,3:   als   beide   ouders   niet   meer   dan   maximaal   het   opleidingsniveau  praktijkonderwijs  of  voorbereidend  beroepsonderwijs  van  de  basisberoepsgerichte  leerweg  of  de  kaderberoepsgerichte  leerweg  hebben.    •   Gewicht   1,2:   als   een   ouder   alleen   basisschool   heeft   en   de   andere   ouder   maximaal  praktijkonderwijs  of  voorbereidend  beroepsonderwijs  van  de  basisberoepsgerichte  leerweg  of  de  kaderberoepsgerichte  leerweg.      Hangt  er  een  gewicht  aan  een  leerling,  dan  krijgt  de  school  extra  geld  voor  het  wegwerken  van  onderwijsachterstanden.  Dit  geld  wordt  niet  toegekend  per  kind,  maar  is  onderdeel  van  het  totaalbedrag  dat  het  bevoegd  gezag  ontvangt  voor  het  verzorgen  van  onderwijs.      Sinds   het   schooljaar   2009-­‐2010   is   de   gewichtenregeling   ook   gekoppeld   aan   het  postcodegebied  waarbinnen  een  school  is  gevestigd.  Een  postcodegebied  waar  zich,  op  basis  van  de  zogenoemde  armoedemonitor  2008  van  het  SCP/CBS,  een  combinatie  voordoet  van  hoge  werkloosheid  en  lage  inkomens  wordt  aangemerkt  als  impulsgebied.  Een  school  in  een  impulsgebied   krijgt   een   extra   bedrag   van   €   1.667   per   leerling  met   een   gewicht   0,3   of   1,2  

Page 4: Kenmerken leerlingenpopulatie basisschool Al Ihsaan · 2016. 1. 20. · Kenmerken!die!leiden!tot!extra!ondersteuning!! Naasthetgewichtvan!hetkind!(en! het!geboorteland!van!hetkind!en!de!ouders)!zijn!er!veel!

voor   de   bestrijding   van   onderwijsachterstanden.   De   impulsgebieden   voor   de   periode  2013/2014  tot  en  met  2016/2017  zijn  vorig  schooljaar  vastgesteld.  Met  de  nieuwe  regeling  vaststelling  impulsgebieden  vindt  er  géén  wijziging  plaats  in  de  aangewezen  impulsgebieden:  de  huidige  postcodegebieden  die  zijn  aangemerkt  als  impulsgebied,  zullen  ook  voor  deze  vier  schooljaren  worden   aangemerkt   als   impulsgebied.   Omdat   ook   onze   school   gevestigd   is   in  een  impulsgebied,  komt  de  school  in  aanmerking  voor  extra  gelden.    Uit   onderzoek   is   gebleken   dat   het   gemiddelde   gewicht   van   een   groep   een   betrouwbare  voorspeller  van  (o.a.)  de  taal-­‐  en  rekenprestaties  is.  Het  doet  er  dus  toe  om  het  gewicht  van  een   groep   te  weten:   het   handelen   kan   dan   afgestemd  worden   op   de   onderwijsbehoeften  van  de  leerlingen.    Kenmerken  die  leiden  tot  extra  ondersteuning    Los  van  het  gewicht  van  een  leerling,  kan  een  kind  kenmerken  hebben  die  van  invloed  zijn  op  het   leren  (en  onderwijzen).  Daarbij  kan  bijvoorbeeld  gedacht  worden  aan  kenmerken  zoals  lichamelijke,  psychische,  cognitieve  en  sociaal-­‐emotionele  problemen.  Een  kind  met  dyslexie  vraagt  om  extra  ondersteuning  en  aandacht.  En  dat  geldt  ook  voor  een  kind  met  ADHD  of  een  werkhoudingsprobleem.  Hoe  meer  leerlingen  met  ondersteuningsbehoeften  een  leraar  heeft  in  de  groep,  hoe  meer  het  lesgeven  en  aanbod  daarop  afgestemd  zal  moeten  worden.  Een   kind  met   ADHD   vraagt   een   andere   aanpak   van   een   leraar   dan   een   kind   zonder   deze  diagnose.  We  hebben  het  dan  ook  van  belang  geacht  de  leerlingen  die  extra  ondersteuning  nodig  hebben  te  indexeren.  Ook  hebben  we  een  aantal  sociale  aspecten  van  onze  populatie  vastgesteld.  Een  groep  die  gemiddeld  laag  scoort  met  betrekking  tot  zelfstandigheid  vraagt  een  ander  soort  benadering  en  aanpak  dan  een  groep  die   in  hoge  mate  zelfstandig   is.  Een  groep  waarvan  bekend   is  dat  het  welbevinden  van  de   leerlingen  gemiddeld   laag   is,   vraagt  een   andere,   meer   specifieke,   pedagogische   benadering   dan   een   groep   waarvan   het  welbevinden  gemiddeld  hoog  scoort.    Indexering  (stand  van  zaken  december  2015)    Kenmerken   Groep  

1   1-­‐2   2   3a   3b   4   5   6   7   8  

Aantal  leerlingen   19   21   24   18   17   23   26   28   24   20  

Aantal  jongens   10   13   19   7   9   12   11   15   13   11  

Aantal  meisjes   9   8   5   11   8   11   15   13   11   9  

Leerlinggewichten   0,3  

1,2  0,3  

1,2  0,3  

1,2  0,3  

1,2  0,3  1,2  0,3  1,2  0,3  1,2  0,3  1,2  0,3  1,2  0,3  1,2  

1   1   0   4   0   12   1   3   1   9   2   6   0   8   1   7   1   8   1   3  Vroeg- of voorschool bezocht 1 t/m 4  

                   

(aanvraag)Intelligentieonderzoek  

 1            1        1        1    1    3  

Page 5: Kenmerken leerlingenpopulatie basisschool Al Ihsaan · 2016. 1. 20. · Kenmerken!die!leiden!tot!extra!ondersteuning!! Naasthetgewichtvan!hetkind!(en! het!geboorteland!van!hetkind!en!de!ouders)!zijn!er!veel!

Kenmerken   Groep  

1   1-­‐2   2   3a   3b   4   5   6   7   8  

(Onderzoek)  Screening*  /  Logopedie    

 1    21*   24*      1                1    1      

Nieuwkomers    

      1              

Schakelklas  NT2  (Gemeente)  

 7    2   11                  

Nazorgleerlingen  (Schakelklas  NT2)  

3   6                    

Taalgroep  (WSNS)                                          

Taalontwikkelingsstoornis    

  1               1    

Dyslexieverklaring    

                         1              

Dyscalculie    

                                       

Visuele  handicap  Bril  

             1                          

Auditieve  handicap    

                                       

Motorische  handicap    

                     1        1          

Gezondheidsproblemen  

          1   1       1  

Het  syndroom  van  Down    

                                       

Trauma    

                                       

Faalangst    

                                 2      

Concentratieproblemen            1    2    1    2    1    2    4    5  

Werkhoudingsproblemen                            1              Hoog- meerbegaafde leerlingen  

        1       1      

ADHD  of  PDD-­‐NOS    

            1       1       1          

Leergebied/cognitie  

        1   2   2   2   2   2  

Ontwikkelingsperspectieven  

       1                   2    6    3  

Aanmelding  Ondersteuningsteam  (OT)  

                         1              

Page 6: Kenmerken leerlingenpopulatie basisschool Al Ihsaan · 2016. 1. 20. · Kenmerken!die!leiden!tot!extra!ondersteuning!! Naasthetgewichtvan!hetkind!(en! het!geboorteland!van!hetkind!en!de!ouders)!zijn!er!veel!

Kenmerken   Groep  

1   1-­‐2   2   3a   3b   4   5   6   7   8  Indicatie cluster 1

                   

Indicatie cluster 2

    1             1    

Indicatie cluster 3

                   

Indicatie cluster 4

                   

SBO beschikking lesplek BAO

                   

Verwijzing SBO

                   

Verwijzing SO

                   

Frequente  afwezigheid  wegens  ziekte  

 1    1    1            1                  

Toezichtstelling  Jeugdzorg    

                                       

Vrijwillige  gezinsondersteuning  via  Jeugdzorg  

                   

Eén oudergezinnen   2     1   1         2     1  

Financiële problemen                    

Competentietraining                    

Opvoedondersteuning (ook IPT)

                   

                       

Page 7: Kenmerken leerlingenpopulatie basisschool Al Ihsaan · 2016. 1. 20. · Kenmerken!die!leiden!tot!extra!ondersteuning!! Naasthetgewichtvan!hetkind!(en! het!geboorteland!van!hetkind!en!de!ouders)!zijn!er!veel!

Het  gewicht  van  de  leerlingen    Inleiding    De   school   telt   op   peildatum   1   oktober   2015   215   leerlingen   en   kan   daarmee   getypeerd  worden  als  een  school  met  een  gemiddelde  grootte,  met  name  als  dit  afgezet  wordt  tegen  de  gemiddelde  schoolgrootte  in  Lelystad:  213  leerlingen  per  school.  In  het  navolgende  wordt  invulling   gegeven   aan   de   kenmerken   die   ertoe   doen.   Met   data   afkomstig   van   ons  leerlingvolgsysteem  kunnen  we  een  analyse  maken  van  in  ieder  geval  het  land  van  herkomst  van   een   kind   (en   diens   ouders),   het   gewicht   van   het   kind   en   de   daarbij   behorende  samenstelling.   Bovendien   kunnen   we   op   grond   van   ingevulde   vragenlijsten   in   combinatie  met   onderzoeksgegevens   duidelijke   kenmerken   van   onze   leerlingenpopulatie   vaststellen.  We  zullen  ons  hierbij  met  name  concentreren  op  de  Marokkaanse  en  Turkse  populatie  zoals  ook  uit  de  gegevens  zal  blijken.      Land  van  herkomst    Bij  de  inschrijving  vragen  we  ouders  (altijd)  naar  de  nationaliteit  van  het  kind  en  henzelf.  In  onderstaand  overzicht  zijn  de  resultaten  hiervan  helder  weergegeven.      Geboorteland  leerlingen      

1   1-­‐2   2   3a   3b   4   5   6   7   8   Totaal   Totaal  %  

Nederland   18   21   23   17   17   23   26   27   23   19   209   97,20  Marokko   1   0   0   0   0   0   0   0     0   1   2   0,93  Turkije   0   0   0   0   0   0   0   0   0   0   0   0,0  Libanon     0   0   1   0   0   0   0   0   0   0   1   0,47  Ver.  Arab.  Emir.   0   0   0   1   0   0   0   0   0   0   1   0,47  Irak     0   0   0   0   0   0   0   1   1   0   2   0,93  Totaal   19   21   24   18   17   23   26   28   24   20   215   100  %    Geboorteland  ouders      

1   1-­‐2   2   3a   3b   4   5   6   7   8   Totaal   Totaal  %  

Nederland   10   10   10   4   10   16   11   12   11   9   103   26,34  Marokko   10   12   13   15   13   22   24   21     21   17   168   42,97  Turkije   2   1   16   9   5   6   2   5   4   1   51   13,01  Overige:     69   17,68  Libanon   1   0   3   0   0   1   0   5   3   1   14   3,58  Egypte     0   1   1   0   1   0   2   1   1   5   12   3,07  Soedan     0   0   0   1   0   0   2   4   1   2   10   2,56  Tunesië     0   1   2   2   0   0   4   0   1   0   10   2,56  Irak   0   1   2   0   0   0   2   2   1   0   8   2,05  Syrië     0   0   0   0   0   0   0   2   2   0   4   1,02  Aruba     0   0   0   0   0   1   0   1   0   1   3   0,77  Afghanistan   0   2   0   0   0   0   0   0   0   0   2   0,51  Suriname     0   0   0   0   0   0   0   1   0   1   2   0,51  Frankrijk     0   0   0   0   0   0   0   0   0   1   1   0,26  Iran     0   0   0   0   1   0   0   0   0   0   1   0,26  Italië     0   0   0   0   0   0   0   1   0   0   1   0,26  Roemenië     0   0   1   0   0   0   0   0   0   0   1   0,26  

Totaal       391    100  

Page 8: Kenmerken leerlingenpopulatie basisschool Al Ihsaan · 2016. 1. 20. · Kenmerken!die!leiden!tot!extra!ondersteuning!! Naasthetgewichtvan!hetkind!(en! het!geboorteland!van!hetkind!en!de!ouders)!zijn!er!veel!

 Wat  opvalt  is  dat  wij  vrijwel  enkel  leerlingen  op  school  hebben  die  in  Nederland  geboren  zijn  (97  %).  Het  percentage  ouders  dat  buiten  Nederland  is  geboren  is  daarentegen  groot:  73,7  %.  Van  dit  percentage  is  een  grote  meerderheid  afkomstig  uit  Marokko  (43  %),  gevolgd  door  een  klein  aantal   Turken   (13%).  De   resterende  17  %  wordt  bepaald  door  13  nationaliteiten  waar  de  Egyptenaren,  Libanezen  en  Tunesiërs  de  meerderheid  hebben.  Van  het  percentage  dat   in   Nederland   is   geboren,   is   de   grote   meerderheid   Marokkaans.   De   Marokkaanse  gemeenschap   is   dan  ook   goed   vertegenwoordigd  op  de   school.  Gelet   op  de   verdeling   per  groep  is  de  verwachting  dat  zowel  de  Marokkaanse  vertegenwoordiging  en  het  percentage  ouders  dat  in  het  buitenland  geboren  is,  voorlopig  stabiel  blijft.  Dit  geldt  des  te  meer  nu  we  ook   in   de   kleutergroepen   geen   duidelijke   afnemende   trend   waarneembaar   is.   De   naar  aanleiding   van   deze   data   ingezette   interventies   zullen   dan   ook   geborgd,   verbreed   en  verdiept  moeten  worden.    Gewicht  van  het  kind    Bij   het   intakegesprek   wordt   middels   het   standaardformulier   “Ouderverklaring   vaststelling  leerlinggewicht”   het   opleidingsniveau   (in   het   land   van   herkomst)   van   ouders   vastgesteld.  Onderstaand  het  totaaloverzicht  van  onze  school.    Gewicht    

Geen   0,30      

1,20      

Totaal     Totaal  %  

Groep  1   17   1     1   19   8,64  Groep  1-­‐2   17   0   4   21   9,55  Groep  2   12   0     12     24   10,91    Groep  3a   14   1   3   18   8,18  Groep  3b   7   1   9   17   7,73  Groep  4   15   2   6     23   10,45      Groep  5   18   0   8     26   11,82    Groep  6   19   1   8   28   12,73    Groep  7   15   1   8   24   10,91    Groep  8   16   1   3   20   9,10    Totaal     150   8   62   220    

100  Totaal  %   68,18     3,64     28,19          Opvallend   in   dit   overzicht   is   het   percentage   gewicht   en   derhalve   de   opleidingsgraad   van  onze  ouders.  Het  percentage  leerlingen  met  een  gewicht  van  1,2  ligt  hoger  dan  28  %.  Beide  ouders   geven   aan   geen   of   nauwelijks   een   opleiding   genoten   te   hebben.   Het   percentage  leerlingen  met  een  gewicht  van  0,3   is  kleiner  dan  5  %.   Iets  meer  dan  2/3  van  onze  ouders  heeft  een  dusdanige  opleidingsgraad  dat  het  kind  geen  gewicht  toegekend  krijgt.  De  nuance  hierbij   is   dat   bij   de   inventarisatie   welk   niveau   het   werkelijk   betreft   en   of   het   om   beide  ouders  gaat  gemakshalve  achterwege  gelaten.  Een  noemenswaardig  deel  van  de  leerlingen  zonder   gewicht   heeft   een   ouder   die   geen   of   een   laag   opleidingsniveau   heeft   en/of   (een)  ouder(s)  die  het  opleidingsniveau  in  het  buitenland  heeft  behaald.    

Page 9: Kenmerken leerlingenpopulatie basisschool Al Ihsaan · 2016. 1. 20. · Kenmerken!die!leiden!tot!extra!ondersteuning!! Naasthetgewichtvan!hetkind!(en! het!geboorteland!van!hetkind!en!de!ouders)!zijn!er!veel!

Kenmerken  die  leiden  tot  extra  ondersteuning    Naast  het  gewicht  van  het  kind  (en  het  geboorteland  van  het  kind  en  de  ouders)  zijn  er  veel  andere  kenmerken  die  van  invloed  (kunnen)  zijn  op  de  onderwijsbehoeften  van  een  kind.  De  inspectie   heeft   de   scholen   de   ruimte   geboden   om   hier   zelf   invulling   aan   te   geven.   In   het  navolgende  zullen  we  een  aantal  kenmerken  nader  beschrijven.    Gesproken  thuistaal  leerlingen  en  ouders    Eind   vorig   schooljaar   hebben  we   vragenlijsten   uitgezet   en   de   leerlingen   gevraagd   naar   de  gesproken   thuistaal.   Ons   doel   was   daarbij   een   beter   beeld   hiervan   te   krijgen   en   hier   zo  mogelijk  effectiever  op  in  te  spelen.  Ook  waren  we  benieuwd  naar  de  taal  die  ouders  thuis  bezigden.  Een  aanname  bij  velen  is  dat  onze  populatie  leerlingen  en  hun  ouders  thuis  enkel  in   de   eigen   moedertaal   spreken.   In   onderstaande   overzichten   zullen   de   namen   van   de  leerlingen   niet   vermeld  worden.   Deze   zijn   terug   te   vinden   in   de   originele   overzichten   die  tevens  digitaal  beschikbaar  zijn.  Normaliter  wordt  deze  vragenlijst  minimaal  eens  in  de  twee  jaar  afgenomen.  Bij  uitzondering  is  het  eerste  overzicht  dit  schooljaar  geactualiseerd.  

Groep      Schooljaar  2014-­‐2015  

Leerlingen  spreken  Marokkaans,  Arabisch   of  Berbers  

Leerlingen  spreken  Egyptisch  

Leerlingen  spreken  Turks  

Leerlingen  spreken  Nederlands  

Leerlingen  spreken   een  andere  taal  

Leerlingen  spreken  Nederlands   in  combinatie   met  een  andere  taal  

1  a     1   5   3     11  1  b         3     16  2  a         4     15  2  b         1   2   16  3         12     13  4         7     18  5         2     27  6         3     22  7         2     18  8         2     17  Totaal     1   5   39   2   173  %     0,46   2,27   17,73   0,90   76,88  Groep    Schooljaar  2015-­‐2016  

Leerlingen  spreken  Marokkaans  (Arabisch)  

Leerlingen  spreken  berbers  

Leerlingen  spreken  Turks  

Leerlingen  spreken  Nederlands  

Leerlingen  spreken  een  andere  taal  

Leerlingen  spreken  Nederlands  in  combinatie  met  een  andere  taal  

1  a   4     3   4   2   7  ½   3     2   4     15  2       9     2   13  3  a   1   2   2   2     12  3  b       4   4     8    4             23    5         1     25    6     1     2   5   21    7   1     1   4   4   14  8     1         19  Totaal   9   4   21   21   13   157  %   4,00   1,78   9,33   9,33   5,78   69,78  

Page 10: Kenmerken leerlingenpopulatie basisschool Al Ihsaan · 2016. 1. 20. · Kenmerken!die!leiden!tot!extra!ondersteuning!! Naasthetgewichtvan!hetkind!(en! het!geboorteland!van!hetkind!en!de!ouders)!zijn!er!veel!

 

 Uit  de  overzichten  blijkt  dat  ook  hier  weer  een  verschil  is  tussen  de  leerlingen  en  hun  ouders.    Zo  spreekt  meer  dan  90  %  van  de   leerlingen   in   ieder  geval  Nederlands   thuis.  Hierbij   is  het  dan  eerder  een  uitzondering  dat  broertjes  en  zusjes  een  andere  taal  met  elkaar  spreken  dan  het  Nederlands.  Bij   ouders   is   dit   –   hoogstwaarschijnlijk   vanwege   hun   afkomst   en   opleidingsniveau   –   heel  anders.   Zo   spreekt   ongeveer   30   %   van   onze   ouders   enkel   in   een   andere   taal   dan   het  Nederlandse.   Opvallend   hoger   is   het   percentage   dat   twee   talen   bezigt:   >   50   %.   Het  Nederlands  heeft  hierbij  wel  het  overwicht,  met  name  als  ouders  met  hun   leerlingen  naar  Nederlandstalige  tv-­‐programma’s  kijken.    Veel  van  onze  ouders  zijn  zelf  simultaan  tweetalig  opgegroeid,  bijvoorbeeld   in  een  situatie  waarin   een   streektaal   en   de   standaardtaal   werd   gesproken,   en   soms   daarbij   ook   nog  Nederlands.   Deze   tweetaligheid   zetten   ze   door   in   hun   opvoeding.   De   ouders  mikken  met  tweetalig  opvoeden  vooral  op  communicatie  met  Nederlanders,  schoolsucces  en   integratie  enerzijds,  en  het  contact  houden  met  de  familie  (meestal  in  land  van  herkomst)  anderzijds.  Het   kennen   van   meer   talen   wordt   gezien   als   investering   in   de   schoolloopbaan   van   hun  leerlingen.  In  het  algemeen  hebben  onze  ouders  het  verband  tussen  het  beheersen  van  de  Nederlandse  taal  en  de  prestaties  bij  het  schoolvak  Nederlands  wel  door  (taal  als  doel).  Dat  Nederlands  ook  tegelijk  de  voertaal  en  de  instructietaal  bij  alle  andere  vakken  en  activiteiten  op  de  op  school  is  (taal  als  middel)  wordt  normaliter  niet  opgemerkt,  maar  dat  wil  nog  niet  zeggen  dat  ze  zich  daarvan  niet  bewust  zijn.    Kanttekening   bij   het   tweetalig   opvoeden   is   dat   er   vrijwel   in   alle   gezinnen,   ook   door   de  ouders,   tussen   talen   geswitcht   wordt   en   er   in   één   uiting   meer   talen   gebruikt.   Tweetalig  opvoeden  betekent  dan  in  feite,  anders  dan  je  op  grond  van  enkel  de  data  in  de  overzichten  kunt  afleiden,  opvoeden   in  een  soort  mix  van  twee  talen  door  elkaar   in  plaats  van   in  twee  talen  naast  elkaar.  Wanneer   ouders   –   en   dat   aantal   is   op   onze   school   niet   laag   -­‐   niet   op  native   niveau   Nederlands   spreken,   dat   wil   zeggen   in   de   opvoeding   goed   en   gemakkelijk  Nederlands   spreken,   zou   thuis   simultaan  meertalig  opvoeden   in  het  Nederlands  naast  een  andere  taal  niet  moeten  worden  aangeraden.  Het  doen  van  taalaanbod  onder  native  niveau  is  onverantwoord  in  het   licht  van  de  taalontwikkeling.  Vorig  schooljaar  hebben  we  middels  een  ouderbijeenkomst   trachten   te  ontmoedigen  de   taal   die   ze  onvoldoende  beheersen   te  spreken  met  hun  kinderen.  Ouders doen er namelijk beter aan hun ‘beste’ taal te spreken.

Groep    Schooljaar  2014-­‐2015  

Ouders   spreken  Marokkaans,  Arabisch   of  Berbers  

Ouders    spreken  Egyptisch  

Ouders  spreken  Turks  

Ouders  spreken  Nederlands  

Ouders  spreken   een  andere  taal  

Ouders   spreken  Nederlands   in  combinatie   met  een  andere  taal  

1  a   4     5       10  1  b   3   4   2   1     9  2  a   1   1   2   4     11  2  b     6     1     12  3   3   3   3   4     12  4   6   5     1   1   12  5   2   1     2   1   23  6   2       3     20  7         2     18  8     1   1       15  Totaal   21   21   13   18   2   142  %   9,68   9,68   5,99   8,29   0,92   65,44  

Page 11: Kenmerken leerlingenpopulatie basisschool Al Ihsaan · 2016. 1. 20. · Kenmerken!die!leiden!tot!extra!ondersteuning!! Naasthetgewichtvan!hetkind!(en! het!geboorteland!van!hetkind!en!de!ouders)!zijn!er!veel!

Kortom, schoolbreed   kan   procentueel   voorzichtig   vastgesteld  worden   dat   de   Nederlandse  taalproductie  en  het   taalaanbod  gering   is.  De   taalstimulerende   factor   thuis   is  door  ook  de  ‘tweetaligheid’  relatief  laag  te  noemen.  Ouders  lijken  daarmee  vaak  niet  de  ondersteuning  te  kunnen  bieden  in  schoolse  zaken  die  wenselijk  en  noodzakelijk  is.    Vrijetijdsbesteding    Een  andere  aanname  was  dat  onze  populatie  nauwelijks  de  naschoolse   tijd  en  weekenden  ‘effectief’  of  ‘leuk’  benut.  Zo  was  de  gedachte  dat  alle  leerlingen  in  het  weekend  Arabische  lessen   krijgen.   Bovendien   zouden   onze   ouders   met   een   uitkering   veel   leerlingen   moeten  voeden.   Omdat   de   vrijetijdsbesteding   een   kenmerk   voor   extra   ondersteuning   zou   kunnen  zijn  en   tevens  mogelijkheden  biedt  om  hierop   in   te  spelen  zijn  ook  deze  aspecten  middels  een  vragenlijst  geïnventariseerd.  De  vragenlijst  is  afgenomen  bij  de  leerlingen  vanaf  groep  1  tot  en  met  groep  8.  In  het  overzicht  zijn  de  groepen  3  t/m  8  opgenomen  omdat  de  kleuters  bovengemiddeld  vaak  niet  een  vraag  wisten  te  beantwoorden.  Zo  wist  meer  dan  30  %  niet  of  vader   en/of   moeder   werken.   Ten   behoeve   van   de   betrouwbaarheid   zijn   deze   groepen  achterwege   gelaten.  Ook   in   dit   overzicht   zijn   de   namen   van   de   leerlingen   op   de   originele  formulieren  te  vinden  en  dus  in  dit  overzicht  weggelaten.    

Groep

 

Lidmaatschap  vereniging/  stichting    

Aantal   dagen  uitvoering  lidmaatschap  (gemiddeld  per  week)  

Lidmaatschap  weekendschool  

Werkende  vader      

Werkende  moeder        

Eenoudergezin    

Gemiddeld  aantal  broertjes  of  zusjes    

3   84  %   1  x  p.w.   56  %   84  %   44  %   0  %   2,3  4   100  %   2  x  p.w.   84  %   88  %   44  %   4  %   2,6  5   97  %   2  x  p.w.   62  %   86  %   31  %   10  %   2,1  6   92  %   2  x  p.w.   56  %   87,5  %   37,5  %   8  %   2,8  7   100  %   2  x  p.w.   55  %   85  %   50  %   5  %   2,5  8   95  %   3  x  p.w.   47  %   89  %   21  %   0  %   2,6      Bovenstaand   overzicht   heeft   ons   ook   nu   weer   veel   data   opgeleverd.   Op   grond   van  bovengenoemd  overzicht  kunnen  het  volgende  vaststellen:    

-­‐   Meer  dan  80%  van  onze  leerlingen  is  lid  van  een  stichting  of  vereniging.  Is  sprake  van  een   lidmaatschap   dan   betreft   het   met   name   een   vechtsport,   het   zwemmen   en  voetballen,   gemiddeld  1   keer  per  week.  Dit   percentage   is   heel   hoog!  De   verklaring  hiervan   is  niet  onderzocht  maar  als  we  de  huidige  percentages   vergelijken  met  die  van   het   verleden   is   het   zeer   waarschijnlijk   dat   onze   activiteiten   vanuit   de   Brede  School  en  de  stimulerende  rol  vanuit  de  gemeente  hiertoe  hebben  bijgedragen.  

-­‐   Het   percentage   leerlingen   dat   in   het   weekend   een   of   twee   dagen   naar   een  weekendschool  gaat   is  minder  groot:  gemiddeld  meer  50  %.  Dit  percentage   is   lager  dan  wat  men  vooraf   schatte  op  grond  van  het  belang  dat  men   lijkt   te  hechten  aan  tweetalig  opvoeden.  Overigens  is  ook  sprake  van  een  wisselwerking.  Het  percentage  van  meer  dan  50  %  verklaart  ook  dat   leerlingen  meerdere  talen  bezigen,  ook  thuis.  De   verwachting   is   dat   dit   aantal   gelijk   blijft   of   zelfs   toeneemt   gelet   op   de  toenemende   waarde   die   ouders   hechten   aan   de   identiteit.   De   weekendschool   is  namelijk  ook  de  plek  waar  leerlingen  de  Koran  leren.  Omdat  de  school  hier  weinig  tijd  

Page 12: Kenmerken leerlingenpopulatie basisschool Al Ihsaan · 2016. 1. 20. · Kenmerken!die!leiden!tot!extra!ondersteuning!! Naasthetgewichtvan!hetkind!(en! het!geboorteland!van!hetkind!en!de!ouders)!zijn!er!veel!

voor  reserveert  en  de  behoefte  eerder  toeneemt  dan  afneemt,  zal  dit  in  de  toekomst  –  naar  verwachting  –  niet  anders  zijn.  

-­‐   De   sociaaleconomische   situatie   van   onze   leerlingen   werd   vaak   als   niet   florissant  omschreven,   met   name   omdat   onze   wijk   getypeerd   wordt   als   impulsgebied.  Ongeveer  85  %  van  onze  leerlingen  heeft  een  werkende  vader.  De  kanttekening  die  hierbij  overigens  gemaakt  kan  worden  is  dat  het  percentage  werkende  vader  met  een  ‘bureaubaan’   laag   is.  Het  percentage  werkende  vaders   is  bijna  het  dubbele  van  het  percentage  werkende  moeders.  Opvallend   is   dat  waar   sprake   is   van  een  werkende  moeder   –   op   een   paar   uitzonderingen   na   –   ook   de   vader   werkt.   Een   andere  kanttekening  is  dat  het  percentage  niet-­‐werkende  vaders  op  onze  school  lager  is  dan  je   op   grond   van   gemeentelijke   onderzoeken   zou   verwachten.   Zie   onderstaand  overzicht  

 Niet  werkende  werkzoekenden  naar  herkomst  en  wijken  in  Lelystad  

 Autochtoon  

Westerse  allochtoon  

Niet-­‐westerse    allochtoon  

Beroeps  bevolking  

Totaal  NWW  absoluut   NWW  in  %  

Zuiderzeewijk   241   59   210   3548   510   14,4  Atolwijk   328   78   261   5852   667   11,4  Boswijk   393   76   212   7471   681   9,1  Waterwijk   460   73   288   7963   821   10,3  De  Bolder   329   49   163   4843   541   11,2  Kustwijk   441   80   168   7926   689   8,7  Havendiep   353   37   113   7041   503   7,1  Lelystad-­‐Haven   194   31   36   3245   261   8,0  Stadshart     62   12   36   687   110   16,0  Buitengebied  en  overig*   10   3   5   711   18   2,5  Warande   21   4   16   507   41   8,1  Totaal   2832   502   1508   49794   4842   9,7  

 -­‐   De   leerlingen   van   groep   3   t/m   8   hebben   ongeveer   2,5   broertjes/zusjes.   Het  

gemiddelde   aantal   kinderen   is   –   conform   aanname   –   relatief   groot.   In   Nederland  heeft  een  gezin  namelijk  gemiddeld  1,7  kinderen.  

 Digitalisering      Het   is   haast   onvoorstelbaar   dat   onze   leerlingen   niet   de   beschikking   hebben   over   een   tablet   of  computer.  In  dit  digitaal  tijdperk  is  het  ons  inziens  een  primaire  levensbehoefte.  Uit  de  inventarisatie  die   eind   vorig   schooljaar   is   gedaan   is   onze   verwachting   dat   een   ieder   wel   een   computer   dient   te  hebben   niet   overgeslagen   in   verbazing   maar   wel   zijn   we   aangenaam   verrast.   Een   leerling   heeft  gemiddeld  drie  pc’s  of  computers  tot  zijn  beschikking.  Naast  de  21e  eeuwse  vaardigheden  waar  onze  school  op   inspeelt,   is  er  op  markt  steeds  meer  aan  software  beschikbaar  waar  de   leerling  thuis  zijn  voordeel  mee  kan  doen.  Als  de  school  hier  efficiënt  en  effectief  op  inspeelt,  kan  de  leertijd  hiermee  verlengd  worden.      

Gemiddeld  aantal  tablets  of  computers  per  huishouden  

Page 13: Kenmerken leerlingenpopulatie basisschool Al Ihsaan · 2016. 1. 20. · Kenmerken!die!leiden!tot!extra!ondersteuning!! Naasthetgewichtvan!hetkind!(en! het!geboorteland!van!hetkind!en!de!ouders)!zijn!er!veel!

Groep  3   2,7  Groep  4   3,5  Groep  5   3  Groep  6   4  Groep  7   4,9  Groep  8   3,1    Sociale  veiligheid:  pestmeter    De   pestmeter   is   een   van   de   vragenlijsten   over   ‘veiligheid   en   pesten’   die   onze   school   als  meetinstrument   gebruikt   om   inzicht   te   krijgen   in   de   mate   van   pestgedrag   in   de  bovenbouwgroepen.  De  monitor  geeft  inzicht  in  het  aantal  leerlingen  dat  in  de  groep  gepest  wordt  en   zelf  pest,  op  welke  manieren   leerlingen  gepest  worden,   zelf  pesten  en  op  welke  plekken   in  en  rond  de  school  het  pesten  plaatsvindt.  De  monitor  wordt  twee  keer  per   jaar  afgenomen.  Het  eerste  meetmoment   is   in  december  2015  en  het   tweede  meetmoment   in  april  2016.    Samen  met  de  anti-­‐pestcoördinator   (of   in  uitzonderingsgevallen  de   veiligheidscoördinator)  gaan  de   leerlingen  vooraf   in  gesprek,  zodat  de  coördinator  een  beeld  kan  schetsen  van  de  situatie  in  groep.  De  leerlingen  krijgen  de  gelegenheid  om  vragen  te  stellen.  Er  wordt  van  de  leerlingen  verwacht  dat  zij  de  vragenlijst  geheel  naar  waarheid   invullen.  Niemand  kan  met  de   leerlingen   meekijken   en   er   zullen   op   het   eind   geen   namen   van   ‘pesters   en   gepeste’  uitrollen.  Ook  hetgeen  besproken   is  met  de   leerlingen  blijft  anoniem.  Mocht  er  sprake  zijn  van   een   pester   of   gepeste   leerling,   dan   deelt   de   coördinator   dit   met   de   betreffende  leerkracht(en).  Overigens  worden  de  resultaten  van  de  pestmeter   integraal  besproken  met  de   leerkracht   van  wie   verwacht  wordt   dat   ze   het   pedagogisch   groepsplan   naar   aanleiding  hiervan  aanpast.  De  coördinator  gaat  met  de  pester  en  het  gepeste  kind  in  gesprek.      De   resultaten   van   de   pestmeter   worden   gevoegd   als   bijlage   van   dit   document   daar   het  aantal  antwoorden  op  de  vele  vragen  het  niet  toelaat  het  in  de  tekst  te  visualiseren.  Wel  –  in  het   navolgende   -­‐   een   beschrijving   van   hetgeen   in   ieder   geval   als   conclusie   getrokken   kan  worden.    Beschrijving  resultaten  groep  6   Vragenlijst  pestmeter    Ook   in   groep   6   hebben   de   meeste   leerlingen   een   geode   vriendenkring   van   minstens   7  leerlingen.  Dit  laat  onverlet  dat  ook  in  groep  6  leerlingen  gepest  worden.  In  de  afgelopen  3  maanden   hebben   2   leerlingen   dit   meerdere   keren   per   week   ondervonden,   2   leerlingen  ongeveer  1  keer  in  de  week,  2  leerlingen  2  of  3  keer  in  de  maand,  7  leerlingen  1  of  2  keer  in  de   afgelopen   drie   maanden.   In   groep   6   wordt   de   ander   minder   structureel   geslagen,  uitgescholden   of   uitgesloten en nog minder vaak is sprake van bedreiging.   Wel   is   de  frequentie  van  het  roddelen  hoger.  Verder   lijkt   een   kind   gemiddeld   vaker   slachtoffer   te   zijn   dan   1   keer   in   de   week   van  cyperpesten  en  bedreigingen.  Meer  leerlingen  dan  in  andere  groepen  lijken  zich  iets  aan  te  trekken  van  de  aanwezigheid  van  een  leerkracht.  Het  aantal  dat  gepest  wordt  in  diens  af-­‐  of  

Page 14: Kenmerken leerlingenpopulatie basisschool Al Ihsaan · 2016. 1. 20. · Kenmerken!die!leiden!tot!extra!ondersteuning!! Naasthetgewichtvan!hetkind!(en! het!geboorteland!van!hetkind!en!de!ouders)!zijn!er!veel!

aanwezigheid   is   vrijwel   gelijk.   In   lijn   hiervan  wordt   voornamelijk   gepest   door   klasgenoten.  Slechts  twee  leerlingen  worden  gepest  door  ook  een  leerling  van  een  andere  groep. Iemand  vaker  dan  een  keer  per  week  pesten  is  in  groep  6  een  uitzondering.  Hetzelfde  geldt  voor  het  uitschelden,  uitlachen,  uitsluiten,  het  stelen  of  verstoppen  van  spullen,  bedreigen  en  slaan.  Zelfs  het  verspreiden  van  leugens  over  een  ander  gebeurt  incidenteel.  Slechts  een  leerling  geeft  aan  dit  vaker  dan  een  keer  per  week  wel  te  doen.  Negen  leerlingen  in  groep  6  herkennen  in  een  leerling  een  slachtoffer.   Iets  minder  dan  het  dubbele   herkent  minstens   een   leerling   als   slachtoffer.   Een   slachtoffer   van   pesten   (op   het  schoolplein)  wordt  door  bijna  alle  leerlingen  van  groep  6  geholpen.  Ook  de  leerkrachten  op  het   plein   schieten   te   hulp.   Twee   leerlingen   zien   zichzelf   als   pester,   vijf   leerlingen   zijn  slachtoffer,   drie   leerlingen   zijn   meeloper   en   evenveel   buitenstaander.   14   leerlingen   zien  zichzelf  als  verdediger.   Gesprek  veiligheidscoördinator      De   leerlingen   van   groep   6   zijn   bekend  met   de   definitie   van   pesten,   het   onderscheid  met  plagen   weten   ze   minder   goed   te   maken.   Groep   6   geeft   in   gesprekken   aan   dat   er   twee  leerlingen   zijn   die   ze   als   pester   categoriseren.   Dit   aantal   is   ook   conform   de   ingevuld  vragenlijst.   Echter,   de   groep   lijkt   wel   zijn   twijfels   te   hebben   over   een   van   deze   twee  leerlingen.  Hen  is  niet  bekend  of  het  doen  en  laten  van  deze  leerling  bewust  of  onbewust  is.  Deze  onwetendheid  ervaren  zij  als  vervelend  en  weten  er  minder  goed  mee  om  te  gaan.  Het  tweede   kind   lijkt   duidelijk   een   negatief   effect   te   hebben   op   de   groepssfeer.   De   meeste  leerlingen  hebben  aangegeven  het  leuk  te  vinden  een  medeleerling  te  helpen.  De  leerlingen  voelen  zich  veilig  in  de  groep  en  kunnen  te  allen  tijde  terecht  bij  de  leerkracht.   Beschrijving  resultaten  groep  7    Vragenlijst  pestmeter    Aan   vrienden   geen   gebrek   in   groep   7.   Bijna   alle   leerlingen   geven   aan   7   of   meer   goede  vrienden   te   hebben.   Opvallend   meer   leerlingen   dan   in   groep   8   hebben   echter   in   de  afgelopen  periode  te  maken  gehad  met  gepest  of  uitgelachten/uitgescholden  worden  maar  ook  anders  dan  in  voornoemde  groep  is  dit  niet  structureel  van  aard.  Het  betreft  meestal  1  of  2  keer  in  de  afgelopen  drie  maanden.  Ditzelfde  kan  vastgesteld  worden  voor  het  fysieke  geweld:   13   leerlingen   zijn   in   de   afgelopen   drie   maanden   een   of   twee   keer   geschopt   of  geslagen.   Het   roddelen   wordt   niet   verafschuwd   in   groep   7.   Een   vijftal   leerlingen   zegt   dit  regelmatig   te   doen.   Acht   leerlingen   hebben  meegemaakt   dat   iets   van   hen   is   afgepakt   of  verstopt.  Alhoewel  bedreigingen  veel  minder  vaak  voorkomen,  hebben  twee  leerlingen  hier  structureel   last   van,   een   kind   eens   in   de  week,   de   ander  meerdere   keren  per  week.  Deze  twee   leerlingen   lijken   in   dezelfde   frequentie   last   te   hebben   van   cyperpesten.   Niet   is  nagegaan  of  hier  sprake  is  van  een  overlapping.  Een  groepje  van  6  tot  8  leerlingen  geeft  aan  de   afgelopen   drie   maanden   weleens   (over)   iemand   gelogen,   uitgescholden,   geslagen   of  uitgesloten  te  hebben.  De  helft  minder  maakt  zich  schuldig  aan  vernieling  of  het  verstoppen  of  stelen  van  spullen  van  een  ander.  Bijna  alle  leerlingen  geven  aan  dat  er  in  ieder  geval  een  kind  vaak  gepest  wordt.  Negen  leerlingen  geven  aan  dat  er  meer  dan  een  kind  gepest  wordt.  Op   twee   leerlingen   na   stelt   iedereen   zich   behulpzaam   op   al   iemand   gepest   wordt.   Ook  leerkrachten  op  het  schoolplein  helpen  het  gepeste  kind.  

Page 15: Kenmerken leerlingenpopulatie basisschool Al Ihsaan · 2016. 1. 20. · Kenmerken!die!leiden!tot!extra!ondersteuning!! Naasthetgewichtvan!hetkind!(en! het!geboorteland!van!hetkind!en!de!ouders)!zijn!er!veel!

De  aanwezigheid  van  de  leerkracht  lijkt  in  groep  7  ertoe  te  doen  als  het  om  pesten  gaat.  Iets  meer   leerlingen   worden   gepest   in   afwezigheid   van   de   leerkracht.   De   gepeste   leerlingen  worden   voornamelijk   gepest   op   het   schoolplein   en   de   meesten   door   klasgenoten.   Vijf  leerlingen  worden  (ook)  gepest  door  leerlingen  uit  andere,  hogere  of  lagere,  groepen.  De   leerkracht   verneemt   over   het   algemeen   van   leerlingen   dat   hij   of   zij   gepest   wordt.  Vastgesteld  kan  worden  dat  vijf  leerlingen  het  toch  laten  afweten.  Verder  geven  de  meeste  leerlingen  aan  dat  er  vaak  over  pesten  gesproken  wordt,  toneelstukken  hieromtrent  worden  georganiseerd  en  de  regels  centraal  worden  gesteld.    Er   is   in   groep   7   een   leerling   die   zich   herkent   als   pester,   3   leerlingen   ervaren   zichzelf   als  slachtoffer.   Verder   veel   aanmoedigers,   7   leerlingen,   en   minder   veel   buitenstaanders,   4  leerlingen.  Het  merendeel  van  de  groep,  10  leerlingen,  ziet  zich  als  verdediger.      Gesprek  veiligheidscoördinator      Het  verschil  tussen  pesten  en  plagen  is  niet  bij  alle  leerlingen  even  helder.  Wellicht  is  dat  een  verklaring  voor  het  verschil  met  groep  8.  Het  merendeel  van  de  leerlingen  in  groep  8  herkent  in  een  leerling  duidelijk  een  pester.  Frustrerend  voor  deze  leerlingen  is  dat  deze  leerling  er  makkelijk   vanaf   lijkt   te   komen.   De   leerlingen   ervaren   het   ook   als   vervelend   als   bij  gebeurtenissen   hun   naam   door   deze   leerling   telkens  weer  wordt   genoemd.   De   leerlingen  ervaren  een  drang  zich  hierover  uit  te  spreken  maar  lijken  hier  weinig  ruimte  voor  te  krijgen.  Sommige   leerlingen  hebben  aangegeven  zich  om  deze  reden  stil   te  houden  en  hebben  het  invullen   van   de   vragenlijst   ervaren   als   een   opluchting.   Ze   konden   eindelijk   kwijt   wat   ze  eerder  niet  hebben  durven  te  zeggen.  De  leerlingen  geven  aan  altijd  terecht  te  kunnen  bij  de  leerkracht   maar   willen   niet   altijd   dat   alles   plenair   wordt   besproken   uit   angst   voor   deze  pester.  Opvallend  in  dezen  is  dat,  gelet  op  de  resultaten  van  de  vragenlijst,  een  leerling  zich  duidelijk  in  de  rol  van  pester  herkent.   Beschrijving  resultaten  groep  8    Vragenlijst  pestmeter    In  groep  8  geeft  de  hele  groep,  op  zes  leerlingen  na,  de  afgelopen  drie  maanden  niet  gepest  te   zijn.  Van  de   zes   gepeste   leerlingen  geven   vier   leerlingen  aan  dat  dit   in  de   voornoemde  periode  1  of  2  keer   is  voorgevallen.  Een  kind  maakt  het  eens   in  de  week  mee,  het  andere  kind  meerdere  keren  in  de  week.  Dit  is  ook  bij  het  merendeel  van  de  groep  bekend.  Ook  zien  ze   het   vaak   gebeuren   dat   het   gepest   kind   geholpen  wordt   (door   andere   leerlingen   of   de  leerkracht  die  op  het  schoolplein  staat).  Zes   leerlingen  hebben  geen  weet  dat   leerlingen   in  hun   groep   gepest   worden.   Verbaal   ‘geweld’   (uitschelden,   uitlachen)   of   over   een   ander  roddelen  komt  vaker  voor   fysiek  geweld.  Vier   leerlingen  geven  aan  dat  dit   in  de  afgelopen  drie  maanden  een  of  twee  keer  is  gebeurd.  De  rest  heeft  hier  geen  ervaring  mee.    Hetzelfde  geldt  als  het  gaat  om  bedreiging,   zaken  verstoppen,   cyberpesten,  pesten  als  de   leerkracht  erbij   is.   Opvallend   is   het   kind   dat   regelmatig   gepest   wordt   aangeeft   door   verschillende  leerlingen   van   verschillende   groepen   gepest   te   zijn.   Het   kind   dat   een   of   twee   keer  wordt  gepest,   wordt   gepest   door   een   leerling   van   het   voortgezet   onderwijs.   Pesten   doen   een  aantal  leerling  in  groep  8  ook,  zij  het  niet  structureel.  Roddelen  scoort  het  hoogt  en  iets  van  een  ander  afpakken  of  stelen  heeft  niemand  gedaan.    Alle  leerlingen  geven  aan  dat  er  in  de  klas   gesproken   is   over   pesten.   De   helft   omschrijft   dit   als   ‘soms’,   de   overige   leerlingen   als  

Page 16: Kenmerken leerlingenpopulatie basisschool Al Ihsaan · 2016. 1. 20. · Kenmerken!die!leiden!tot!extra!ondersteuning!! Naasthetgewichtvan!hetkind!(en! het!geboorteland!van!hetkind!en!de!ouders)!zijn!er!veel!

vaak  of  zelfs  heel  vaak.  Vier  leerlingen  vinden  dat  de  juf  het  bij  het  praten  hield,  vier  anderen  antwoorden  ‘soms’  en  de  overige  leerlingen  zijn  niet  gepest  en  hebben  ook  geen  interventie  van   de   juf   verwacht.   Een   groot   aantal   leerlingen   geeft   aan   dat   de   leerkracht   aandacht  besteedt   aan   pesten   middels   een   toneelstuk   of   het   bespreken   van   de   regels.   De  leerlingen  van  groep  8  hebben  zich   ingedeeld   in  verschillende  categorieën.  De  meeste  leerlingen  zien  zichzelf  als  verdediger,  4  moedigen  aan,  vier  voelen  zich  het  slachtoffer.  Naast  de  twee  meelopers  en  evenveel  buitenstaanders,  vindt  niemand  dat  hij  als  pester  beschouwd  zou  mogen  worden.      Gesprek  veiligheidscoördinator      De  leerlingen  van  groep  8  weten  het  verschil  te  maken  tussen  pesten  en  plagen.  Onder  de  meisjes   is   een   kind   dat   de   leiding   heeft   over   de   meerderheid.   Een   aantal   meisjes   heeft  aangegeven   zich   daardoor   buitengesloten   te   voelen.   Zo   mogen   ze   tijdens   de   pauze   niet  meedoen.  Ook  is  er  een  grote  groep  die  zich  duidelijk  zorgen  maakt  om  een  kind  in  de  groep,  getuige  ook  de   vragenlijst.  Dit   kind   lijkt   zich  moeilijk   te   kunnen  aarden   in   een  groep  en   is  liever   alleen.   Dit   is   reeds   met   de   leerkracht   besproken   en   door   laatstgenoemde   plenair  besproken.  Onder  de  jongens  heerst  er  duidelijk  regie  door  een  kind  dat  bijna  niet  opvallend  maar  wel  een  grote  invloed  heeft.  Hij  lijkt  de  reputatie  te  hebben  dat  hij  altijd  te  vriend  gehouden  zou  moeten  worden  omdat  er  anders  ‘slachtoffers’  vallen.      De  leerlingen  geven  aan  zich  veilig  te  voelen  in  de  groep.  Zij  kunnen  altijd  terecht  bij  een  van  de  leerkrachten  en  voelen  zich  tevens  gehoord.        Sociale  veiligheid   Het  zorg  dragen  voor  sociale  veiligheid  op  scholen  is  van  fundamenteel  belang.  Onze  school  onderschrijft   de   visie   van   onderwijsraad   in   dezen   volledig:   “…moeten   leerlingen   zich  onbevreesd   kunnen   ontplooien   tot   zelfbewuste   leden   van   onze   samenleving.   Leerlingen  hebben  recht  op  onderwijs  in  een  veilig  schoolklimaat.  Een  veilig  schoolklimaat  behoort  tot  de  basiskwaliteit  van  de  school.  Daarbij  gaat  het  om  een  klimaat  waarbinnen  alle  leerlingen  zich   veilig   en   erkend  weten.”   Vanwege   dit   fundamenteel   belang   nemen  we   de   vragenlijst  sociale  veiligheid  bij   leerlingen  (en   leerkrachten)   jaarlijks  af  en  trachten  we  na  een  analyse  hierop   te   hebben   gepleegd,   passende   maatregelen   te   nemen.   In   onderstaande   een  beschrijving   van   de   resultaten   van   de   vragenlijst   sociale   veiligheid   per   groep.   De  totaaloverzichten  en  originele  vragenlijsten  zijn  op  school  beschikbaar.    Groep  5    Algemeen      In  groep  5  voelt  de  groep  zich  over  het  algemeen  bovengemiddeld  veilig.  Leerlingen  voelen  zich  –  gemiddeld  genomen  -­‐  op  school,  in  de  gangen  en  op  het  schoolplein  veilig.  Opvallend  hierbij  is  wel  dat  5  leerlingen  zich  onveilig  voelen  als  ze  door  de  gang  lopen,  twee  leerlingen  voelen  zich  niet  veilig  op  het  schoolplein.  Meer  dan  de  helft  van  de  groep  geeft  te  kennen  dat   de   regels   samen   met   de   leerlingen   worden   gemaakt   en   de   hoogste   score   van   dit  onderdeel  krijgt  de  rol  van  de  leerkracht  in  dezen.  Op  een  schaal  van  1  tot  5  is  de  score  4,77  

Page 17: Kenmerken leerlingenpopulatie basisschool Al Ihsaan · 2016. 1. 20. · Kenmerken!die!leiden!tot!extra!ondersteuning!! Naasthetgewichtvan!hetkind!(en! het!geboorteland!van!hetkind!en!de!ouders)!zijn!er!veel!

voor  wat  betreft  de   leerkracht  die  ervoor  zorg  dat   iedereen  zich  aan  de  regels  houdt.  Ook  wordt  door  de  meeste  leerlingen  aangegeven  dat  er  in  de  klas  ruzies  worden  uitgesproken,  besproken  en  geoefend  wordt  hoe  met  elkaar  om  te  gaan    Sociale  veiligheid  in  relatie  tot  (anti-­‐‑)pesten   De  groep   scoort   hoogt   als   het   gaat  om  het  helpen  als   een  ander   gepest  wordt   en  ook  de  leerkracht   neemt   hier   een   rol   in   volgens   de   leerlingen.   De   leerkracht   zegt   er   iets   van   als  leerlingen  gepest  (omdat  ze  anders  zijn)  en  uitgelachen  worden.  Twee  kinderen  denken  hier  anders   over.   Een   positieve   gemiddelde   score   maar   met   relatief   meer   ‘uitvallers’   dan  hierboven   betreft   de   rol   van   de   leerkracht   ter   voorkoming   van   angst   voor   volwassen   op  school.    Gemiddeld   genomen   scoort   de   groep   ook   voldoende   tot   goed   op   het   onderdeel   van   de  incidenten,  zij  het  dat  de  verdeling  hier  tot  meer  aandacht  noopt.  Een  kanttekening  hierbij  is  dat   enkele   leerlingen   de   beantwoording   van   deze   vragen   hebben   omgekeerd.   Zo   zijn   er  leerlingen  die  hebben  begrepen  dat  een  score  van  1  staat  voor  de  meest  positieve  score  en  anderen   die   dat   juist   omgekeerd   hebben   gezien.   Over   het   algemeen   kan   desalniettemin  vastgesteld   worden   dat   er   meer   uitval   is   op   de   rol   van   de   school   in   dezen.   De   school  onderneemt   volgens  maximaal   5   leerlingen  een   (zeer)   bescheiden   rol   ten   aanzien   van  het  voorkomen  van  chantage,  (seksuele)  intimidatie,  geweld,  vernieling  en  dergelijke.  De  overige  leerlingen  denken  daar  anders  over.    Groep  6   Algemeen      In   groep   6   is   de   situatie   vergelijkbaar  met   groep   5.  De   leerlingen  hebben   alle   vragen  met  minstens  een  voldoende  beantwoord.  Ook  hier  gaat  de  hoogste  score  uit  naar  de  leerkracht  die   ervoor   zorgt   dat   iedereen   zich   aan   de   regels   houdt.   Deze   regels   worden   volgens   het  merendeel  van  de  leerlingen  samen  opgesteld,  in  de  klas  wordt  besproken  en  geoefend  hoe  je  met  elkaar  omgaat.  De   leerkracht  besteedt  veel  aandacht  aan  samenwerking  en  andere  culturen.    De  leerlingen  van  groep  6  geven  middels  de  vragenlijst  aan  dat  ze  elkaar  helpen  als  sprake  is  van  pestgedrag  en  bedelen  de  leerkracht  hier  een  positieve  rol  toe.    Sociale  veiligheid  in  relatie  tot  (anti-­‐‑)pesten    In  groep  6  zijn  de  leerkrachten  meer  te  spreken  over  de  rol  van  de  leerkrachten  ten  aanzien  van   het   aanspreken   inzake   het   pesten.   De   leerkracht   besteedt   hier   volgens   de   leerlingen  aandacht  aan.  De  minst  hoge  score,  maar  wel  bovengemiddeld,  is  de  preventieve  rol  die  de  leerkracht  inneemt  ten  aanzien  van  angst  hebben  voor  andere  volwassenen  op  de  school.  In  groep   6   is   de   groep   gemiddeld   genomen   tevredener   over   de   rol   die   de   school   neemt   ten  aanzien  van  verscheidene   incidenten.  Ook  hier  scoort  de  rol  van  de  school  ter  voorkoming  van  (cyber)pesten  via  sms  en  internet  een  onvoldoende.      

Page 18: Kenmerken leerlingenpopulatie basisschool Al Ihsaan · 2016. 1. 20. · Kenmerken!die!leiden!tot!extra!ondersteuning!! Naasthetgewichtvan!hetkind!(en! het!geboorteland!van!hetkind!en!de!ouders)!zijn!er!veel!

Groep  7   Algemeen     Groep   7   heeft   de   vragenlijst   Sociale   veiligheid   het   meest   positief   ingevuld.   De   leerlingen  voelen  zich  heel  veiligheid  op  school,  op  de  gang  en  op  het  schoolplein.  Hoge  scores  worden  toebedeeld  aan  het  samen  opstellen  van  de  regels  en  de  leerkracht  die  erop  toeziet  dat  deze  worden  nageleefd.  Verder  is  er  in  de  groep  veel  aandacht  voor  het  uitspreken  van  ruzies,  het  bespreken   en   beoefenen   van   de   omgangsnormen   en   de   samenwerking   waar   de   groep  volgens  de  leerkracht  op  SCOL  op  uitvalt.     Sociale  veiligheid  in  relatie  tot  (anti-­‐‑)pesten   In   groep   7   is   er   heel   veel   aandacht   voor   het   anti-­‐pesten.   De   leerlingen   geven   de   hoogste  score  aan  hun  behulpzaamheid  bij  het  helpen  van  iemand  die  gepest  wordt.  Een  hoge  score  wordt   ook   gegeven   aan   de   rol   van   de   leerkracht.   In   vergelijking   tot   de   andere   groepen  vinden   de   leerlingen   dat   de   leerkracht   aandacht   besteedt   aan   leerlingen   die   gepest   of  uitgelachen  worden.  Ook  zorgt  de  leerkracht  er  schijnbaar  meer  dan  in  andere  groepen  voor  dat  de  leerlingen  niet  bang  hoeven  te  zijn  voor  volwassenen  in  de  groep.  Ook  is  groep  7  te  spreken  over  de   rol   van  de  school   in   relatie   tot   incidenten.  Alle  aspecten  krijgen  minstens  een  voldoende.  De  laagste  score  gaat  ook  hier  uit  naar  de  rol  van  school  ten  aanzien  van  het  (cyber)pesten  via  sms  en  internet.      Sociaal-­‐emotioneel  competentie:  (Leerling)SCOL  SCOL      De   Sociale   Competentie   ObservatieLijst   (SCOL)   is   een   leerlingvolgsysteem   voor   sociale  competentie  die  we  al  jaren  afnemen.  De  SCOL  PO  heeft  onlangs  een  positieve  beoordeling  gekregen  van  de  Commissie  Testaangelegenheden  Nederland  (COTAN).  Dit  betekent  dat  het  meetinstrument  SCOL  voor  Primair  Onderwijs  valide  en  betrouwbaar   is  en  voldoet  aan  alle  kwaliteitseisen   die   de   COTAN   vooropstelt.   De   SCOL   vullen   we   halfjaarlijks   in   en   met   de  scores  kunnen  we  de  sociale  competenties  van  de  leerlingen  systematisch  in  kaart  brengen,  analyseren   en   volgen.   De   SCOL   kan   los   van   een   methode   gebruikt   worden   maar   een  methode  die  we  jaren  inzetten  en  hier  speciaal  voor  ontwikkeld  is,  is  de  methode  ‘Kinderen  en  hun  sociale  talenten’.  SCOL  is  in  het  afgelopen  najaar  ingevuld  door  alle  leerkrachten  en  in  onderstaande  verschillende  schooloverzichten:    Schooljaar   Afname   Aantal  leerlingen  

(exclusief  groep  1)  Norm  gehaald  

%  norm  gehaald  

2008/2009   2                      96   78     81,3%  2009/2010   1   110     103     93,6%  2009/2010   2   109     107     98,2%  2010/2011   1   122     114     93,4%  2010/2011   2   123     118     95,9%  2011/2012   1   127     114     89,8%  2011/2012   2   131     127     96,9%  2012/2013   1   138     122     88,4%  2012/2013   2   139     129     92,8%  

Page 19: Kenmerken leerlingenpopulatie basisschool Al Ihsaan · 2016. 1. 20. · Kenmerken!die!leiden!tot!extra!ondersteuning!! Naasthetgewichtvan!hetkind!(en! het!geboorteland!van!hetkind!en!de!ouders)!zijn!er!veel!

 Schooloverzicht:  

groepen  Schooljaar  2015-­‐2016  (najaar)  

Groep    

Aantal  leerlingen  

Norm  gehaald  

%  norm  gehaald  

2   24   21   87,5  

3a   18   17   94,4  

3b  

16   16   100  

4   23   21   91,3  

5   26   22   84,6  

6   29   27   93,1  

7   24   20   83,3  

8   20   18   90,0  

    Categorieënoverzicht  najaar  schooljaar  2015-­‐2016  (exclusief  groep  1)     Totaal     Ervaringen     Aardig     Samen     Taak     Presenteren     Keuze     Opkomen     Ruzie    2  

3a  

3b  

4  

5  

6  

7  

8  

 Uit  het  eerste  en  tweede  schooloverzicht  kan  afgeleid  worden  dat  de  school  consequent  de  SCOL  afneemt  en  schoolbreed  telkens  weer  de  norm  gehaald  wordt,  getuige  ook  het  derde  overzicht   dat   middels   de   groene   cellen   weergeeft   op   welke   categorieën   75   %   van   de  leerlingen  een  A-­‐,  B-­‐  of  C-­‐score  is  gehaald.  In  groep  2  zou  de  focus  gelegd  moeten  worden  op  ‘aardig   doen’   en   ‘samen   spelen   en   werken’.   In   groep   7   dient   ‘samen’   meer   aandacht   te  krijgen.    Op   schoolniveau   is   er   geen   objectieve   reden   om   ontevreden   te   zijn.   De   aanpak   op  schoolniveau   blijft   dan   ook   gehandhaafd.   Op   groeps-­‐   en   leerlingniveau   zou   dit   anders  kunnen  zijn.  Zie  onderstaande:  

2013/2014   1   160     148     92,5%  2013/2014   2   159     151     95,0%  2014/2015   1   178   156     87,6%  2014/2015   2   173     148     85,5%  2015/2016   1   180   162     91,0%  

Page 20: Kenmerken leerlingenpopulatie basisschool Al Ihsaan · 2016. 1. 20. · Kenmerken!die!leiden!tot!extra!ondersteuning!! Naasthetgewichtvan!hetkind!(en! het!geboorteland!van!hetkind!en!de!ouders)!zijn!er!veel!

 Groep     Totaalscore  groep   Totaalscore  categorie   Aantal  uitvallers  in  de  groep  2     Uitval  2  categorieen       2  leerlingen  3a       2  leerlingen  3b       Niet  van  toepassing  4       1  leerling  5       7  leerlingen  6       1  leerling  7     Uitval  1  categorie   4  leerlingen  8       4  leerlingen    Groen  symboliseert   in  dezen  dat  er  geen  sprake   is  van  uitval,  bij  rood  is  dat  wel  het  geval.  Ten  aanzien  van  alle  groepen  geldt  het  volgende:  

-­‐   De  basisaanpak  kan  gehandhaafd  worden;  -­‐   De  aanpak  ten  aanzien  van  de  uitvallers  dient  geïntensiveerd  te  worden.  

LeerlingSCOL  

De   LeerlingSCOL   is   een   aanvullende   module   op   de   Sociale   Competentie   ObservatieLijst  (SCOL).  De  LeerlingSCOL  hebben  we  in  gebruik  genomen  omdat  we  het  belangrijk  vinden  te  weten  hoe  leerlingen  zelf  denken  over  hun  sociale  competentie.  Zo  kan  het  oordeel  van  de  leerkracht,   gemeten   met   de   SCOL,   vergeleken   worden   met   het   resultaten   van   de  LeerlingSCOL.  De  LeerlingSCOL  geeft  zicht  op  de  mening  van  de  leerling  zelf.  Daarom  beogen  we  –  afhankelijk  van  de  situatie  -­‐  de  LeerlingSCOL  te  gebruiken  voor:  •  het  in  kaart  brengen  van  de  sociale  competenties  per  leerling  en  per  klas;  •  het  hebben  van  een  nuttige  aanvulling  op  de  resultaten  van  de  SCOL;  •   vaststellen  van  prioriteiten;  •  het  planmatig  werken  aan  de  ontwikkeling  van  sociale  competenties;    De  resultaten  van  de  LeerlingSCOL  van  de  laatste  meting  zijn  van  het  navolgende  af  te  lezen:      Groep  6   Normgroep     Aantal  scores     Procentueel  Voldoende     23   82,1  Onvoldoende     5   17,9  Totaal     28   100%   LeerlingSCOL  is  door  alle  leerlingen  van  groep  6  ingevuld.  Bij  SCOL  valt  een  leerling  uit,  bij  LeerlingSCOL  vallen  5  leerlingen  uit.  De  leerling  die  bij  SCOL  uitvalt,  behoort  ook  bij  de  uitvallers  van  LeerlingSCOL.  De  overige  uitvallers  hebben  de  categorieën  anders  ingevuld  dan  de  leerkracht  schijnbaar  heeft  ingeschat.      Groep  7    Normgroep     Aantal  scores     Procentueel  Voldoende     22   91,7%  Onvoldoende     2   8,3%  Totaal     24   100%  

Page 21: Kenmerken leerlingenpopulatie basisschool Al Ihsaan · 2016. 1. 20. · Kenmerken!die!leiden!tot!extra!ondersteuning!! Naasthetgewichtvan!hetkind!(en! het!geboorteland!van!hetkind!en!de!ouders)!zijn!er!veel!

 LeerlingSCOL   is   door   alle   leerlingen   van   groep   7   ingevuld.   Opvallend   is   dat   de   leerlingen  zichzelf  heel  anders  beoordelen  dan  de  leerkracht  dit  gedaan  heeft.  Zo  telt  SCOL  6  leerlingen  en   LeerlingSCOL   4   leerlingen.   Er   is   maar   1   leerling   die   zich   conform   beoordeling   van   de  leerkracht  heeft  gewaardeerd.  De  overige  leerlingen  hebben  schijnbaar  een  ander  zelfbeeld  dan  de  leerkracht  van  hen  heeft.    Groep  8   Normgroep     Aantal  scores     Procentueel  Voldoende     16   80,0%  Onvoldoende     4   20,0%  Totaal     20   100%   In  groep  8  doen  data  vermoeden  dat  er  sprake  is  van  een  gelijkenis.  Vier  uitvallers  bij  de  LeerlingSCOL  en  evenveel  uitvallers  bij  SCOL.  Echter,  de  gelijkenis  zit  hem  enkel  in  een  leerling.  Opvallend  hierbij  is  dat  de  leerkrachten  van  groep  8  drie  leerlingen  lager  hebben  gewaardeerd  dan  de  leerling  zichzelf  waardeert.  Andersom  zijn  er  leerlingen  die  minder  hoog  gescoord  hebben  dan  de  leerkrachten.  De  LeerlingSCOL  heeft  een  tool  waarmee  de  score  visueel  teruggekoppeld  kan  worden.   SCOL  en  LeerlingSCOL    Zichtbaar   in  SCOL  en  LeerlingSCOL   is  dat  onze   leerlingen  zichzelf  sociaal-­‐competent  achten  en  dit  ook  middels  een  hogere  waardering  beaamd  wordt  door  de  leerkrachten.  Gesteld  mag  worden   dat   onze   leerlingen   over   het   algemeen   zichzelf   kunnen   presenteren,   ervaringen  kunnen  delen,  goed  weten  om  te  gaan  met  ruzies,  opkomen  voor  zichzelf,  een  keuze  weten  te  maken,   samen   kunnen   spelen   en   werken,   aardig   doen   en   een   taak   kunnen   uitvoeren.  Deze  resultaten  laten  zich  moeilijk  een  of  een  vergelijken  met  de  pestmeter.  De  pestmeter  richt  zich  kort  gezegd  op  de  pester  en  de  gepeste  leerling,  verbaal  en  fysiek  geweld  en  hoe  daarmee   wordt   omgegaan.     (Leerling)SCOL   heeft   daar   wel   raakvlakken   mee   maar   in   de  vraagstelling   zijn   er   wezenlijke   verschillen.   De   algemene   conclusie   is   dat   de   sociale  competentie  als  kenmerk  van  onze  leerlingen  bevorderend  voor  de  ontwikkeling  is.      Actief  burgerschap  en  sociale  integratie      Groep  5  Sociale  competenties      Een  deel  van  de  vragenlijst  heeft   raakvlakken  met  de  vragenlijst  van  de   (Leerling)SCOL.  De  resultaten   hiervan   zijn   herkenbaar   met   de   resultaten   van   de   vragenlijst   Burgerschap.  Leerlingen   scoren   het   hoogst   op   de   zelfkennis.   Bijna   iedereen   kent   zijn   eigen   sterke   en  zwakke  punten  heel  goed.  Verder  zijn  ze  zich  bewust  voor  hoe  met  de  ander  omgegaan  dient  te   worden,   hoe   ze   met   anderen   moeten   samenwerken   en   houden   ze   rekening   met   het  milieu.  Bovenal  zijn  ze  zich  heel  bewust  van  het  belang  van  voornoemde  zaken.        

Page 22: Kenmerken leerlingenpopulatie basisschool Al Ihsaan · 2016. 1. 20. · Kenmerken!die!leiden!tot!extra!ondersteuning!! Naasthetgewichtvan!hetkind!(en! het!geboorteland!van!hetkind!en!de!ouders)!zijn!er!veel!

Didactisch  handelen    De  leerlingen  van  groep  5  hechten  veel  waarde  aan  het  luisteren  naar  elkaar  en  mee  praten  over   belangrijke   gebeurtenissen.   Daarbij   zullen   ze   opkomen   voor   hun   eigen   mening.   Ze  kunnen  zich  dan  ook   inleven   in  de  mening  van  een  ander  en  meedoen  met  een  discussie.  Wat  de   leerlingen  van  groep  5  moeten   leren   is  wat  democratie  en  democratisch  handelen  inhoudt.  Het  merendeel  van  de  groep  geeft  aan  dit  niet  te  weten.    Deelname  aan  de  samenleving    De   leerlingen  scoren  heel  hoog  bij  dit  kopje.  Leerlingen  weten  dat  het  nodig   is  anderen  te  helpen,   doen   dat   ook   als   het   nodig   is   en   vinden   het   belangrijk.   Verder   kunnen   ze   ruzies  uitpraten  en  vinden  ze  dat  ook  belangrijk.  Conform  vragenlijst  vrijetijdsbesteding  is  er  actief  lidmaatschap  van  een  of  meer  clubjes.  Waarom  dit  nuttig  is  en  of  ze  het  belangrijk  vinden,    scoort  ruim  voldoende  maar  minder  hoog.      Omgaan  met  verschillen    Voldoende  –  maar  in  verhouding  tot  de  andere  vragen  de  laagste  –  score  is  er  voor  de  vraag  of   leerlingen  weten  wanneer  sprake   is  van  vooroordelen  of  discriminatie.  Logisch   is  dat  de  vraag  of  ze  er  wat  van  zeggen  als  sprake  is  van  discriminatie  even  hoog/laag  wordt  gescoord.  Heel   hoog   scoren   de   leerlingen   op   het   rekening   houden   met   verschillen   tussen   mensen,  goed  omgaan  met  mensen  met  een  andere  mening,  het  kennen  van  verschillen  tussen  een  aantal  geloven.  Ook  vinden  de   leerlingen  van  groep  5  het   leuk  om  mensen  van  een  ander  geloof  of  cultuur  te  kennen.    Culturele  ontwikkeling    In   groep   5   gaan   de   kinderen   regelmatig   naar   de   bibliotheek,   lezen   en   kopen/krijgen   ze  boeken  en  weten  ze  het  een  en  ander  af  van  kunst  en  cultuur.  Het  belang  van  voornoemde  wordt  ook  bovenmiddeld  hoog  gescoord.  Leerlingen  geven  verder  aan  culturele  uitstapjes  te  maken  maar  klaarblijkelijk  naar  andere  plekken  dan  een  museum  of  theater.    Wereldburger    Leerlingen   kijken   minder   vaak   naar   programma’s   over   andere   landen   dan   dat   ze   erover  lezen.  Ook  lijkt  het  geen  gewoonte  dat  ze  een  deel  van  hun  zakgeld  geven  aan  mensen  die  getroffen   zijn  door  een   ramp.  Wel  geven  ze  geld  aan  goede  doelen.  De   leerlingen  hebben  hoog   gescoord   op   vragen   die   betrekking   hebben   op   belang   om   iets   te   doen   aan   arme  mensen  in  de  wereld,  de  samenwerking  die  er  moet  zijn  om  problemen  op  te  lossen  of  zorg  te  dragen  voor  een  schoon  milieu.  De  leerlingen  geven  zelf  aan  zuinig  te  zijn  met  water,  licht  en  papier.    Groep  6  Sociale  competenties      

Page 23: Kenmerken leerlingenpopulatie basisschool Al Ihsaan · 2016. 1. 20. · Kenmerken!die!leiden!tot!extra!ondersteuning!! Naasthetgewichtvan!hetkind!(en! het!geboorteland!van!hetkind!en!de!ouders)!zijn!er!veel!

De  leerlingen  van  groep  zijn  zich  bewust  van  de  sociale  competenties.  De  leerlingen  hebben  op   een   schaal   van   1   tot   5   alle   vragen   die   hier   betrekking   op   hebben   gewaardeerd   met  minstens  een  4.  De  leerlingen  kennen  hun  eigen  sterke  en  zwakke  punten,  weten  hoe  op  een  goede  wijze  met   elkaar   om   te   gaan,  waarom   zorgdragen   voor   het  milieu   belangrijk   is.   De  leerlingen   komen   op   voor   zichzelf,   kunnen   samenwerken  met   elkaar   en   houden   rekening  met  het  milieu.  Ze  lijken  ook  doordrongen  te  zijn  van  het  belang  van  voornoemde  zaken.    Didactisch  handelen    In  groep  6  is  de  betekenis  van  democratie  en  het  democratisch  handelen  bij  bijna  iedereen  bekend.  Hoog  wordt  ook  gescoord  op  het  opkomen  voor  de  eigen  mening,  meedoen  aan  een  discussie,  meepraten  over  belangrijke  gebeurtenissen  en  met  elkaar  overleggen.    De  minst  hoge,  maar  wel  een  voldoende,   score   is  gegeven  aan  vragen  die  betrekking  hebben  op  de  wijze  waarop  ons  land  wordt  geregeerd,  inleven  in  de  mening  van  een  ander  en  het  belang  van  goed  luisteren  naar  elkaar.    Deelname  aan  de  samenleving    Gelet   op  de   scores   lijkt   de   focus   gelegd   te   zijn   op  behulpzaamheid.   Leerlingen   vinden  het  nodig  anderen  te  helpen,  doen  dat  ook  als  het  nodig  is  en  vinden  dit  belangrijk.  Ook  vinden  ze  het  belangrijk  ruzies  met  elkaar  uit  te  praten.  Hoe  ze  dit  moeten  en  kunnen  doen  scoren  ze  iets  minder  hoog.  Hetzelfde  geldt  voor  lidmaatschap  van  een  of  meer  clubjes.  Het  nut  en  belang  hiervan  wordt  minder  hoog  gescoord  als  andere  aspecten.    Omgaan  met  verschillen    De   leerlingen   hebben   op   dit   onderdeel   overal   minstens   een   3   op   gescoord.   De   hoogste  scores  zijn  gegeven  op  de  kennis  omtrent  verschillen  tussen  een  aantal  godsdiensten,  weten  welk  gedrag  aan  te  nemen  in  allerlei  situaties  en  aan  anderen  aanpassen,  rekening  houden  met  verschillen  in  meningen  en  tussen  mensen.  Verder  vinden  de  leerlingen  het  leuk  om  met  mensen  om  te  gaan  van  andere  culturen.  Een  score  tussen  3,5  en  4   is   toebedeeld  aan  het  leuk  vinden  mensen  te  kennen  van  andere  geloven,  er  wat  van  zeggen  als  anderen  worden  gediscrimineerd  en  het  weten  wanneer  sprake  is  van  discriminatie.    Culturele  ontwikkeling    Net  als  in  groep  6  gaan  de  kinderen  regelmatig  naar  de  bibliotheek,  lezen  en  kopen/krijgen  ze   boeken   en   weten   ze   het   een   en   ander   af   van   kunst   en   cultuur.   Het   belang   van  voornoemde  wordt  ook  bovenmiddeld  hoog  gescoord.  Leerlingen  geven  verder  aan  culturele  uitstapjes  te  maken  maar  klaarblijkelijk  naar  andere  plekken  dan  een  museum  of  theater.    Wereldburger    Wat  er  in  de  wereld  gebeurd,  daar  praten  de  leerlingen  van  groep  6  met  hun  ouders  over.  Ze  vinden  het  bovendien  belangrijk  om  iets  te  doen  voor  arme  mensen  in  de  wereld.  Ze  vinden  dat  ze  samen  zorg  moeten  dragen  voor  een  schoon  milieu  en  beseffen  dat  hun  problemen  door  samenwerking  opgelost  kunnen  worden.  Ook  hoog  wordt  gescoord  op  het  kijken  naar  

Page 24: Kenmerken leerlingenpopulatie basisschool Al Ihsaan · 2016. 1. 20. · Kenmerken!die!leiden!tot!extra!ondersteuning!! Naasthetgewichtvan!hetkind!(en! het!geboorteland!van!hetkind!en!de!ouders)!zijn!er!veel!

programma’s  en  lezen  over  andere  landen,  hun  zakgeld  uitgeven  aan  goede  doelen  en  zuinig  zijn  met  water,  licht  en  papier.              

Page 25: Kenmerken leerlingenpopulatie basisschool Al Ihsaan · 2016. 1. 20. · Kenmerken!die!leiden!tot!extra!ondersteuning!! Naasthetgewichtvan!hetkind!(en! het!geboorteland!van!hetkind!en!de!ouders)!zijn!er!veel!

 

Consequentie  schoolbeleid    Inleiding    Nu  het  gewicht  van  de  groep(en)  en  de  overige  kenmerken  vastgesteld  dan  wel  geïndexeerd  zijn,  is  het  geen  kwestie  van  ‘overgaan  tot  de  orde  van  de  dag’.  Een  leerkracht  kan  (en  moet)  invloed   uitoefenen   op   de   prestaties   van   leerlingen   met   een   relatief   hoog   gewicht   en  bepaalde,  meer  specifieke  kenmerken  zoals  hierboven  uiteengezet.  Nadat  de  kenmerken  zijn  bepaald,   is   het   zaak   om   na   te   denken   over   de   consequenties   voor   het   aanbod   met  betrekking   tot   in   ieder   geval  de  basisvaardigheden  en  de   sociaal-­‐emotionele  ontwikkeling.  Hierbij   kan   gedacht  worden   aan   het   inroosteren   van  meer   leertijd,   het   aanpassen   van   de  instructie   en/of   organisatie.   In   het   verlengde   van   voornoemde   kan   op   grond   van   de  kenmerken  ook  vastgesteld  worden  welke  schooldoelen  we  nastreven  bij  de  Cito-­‐toetsen.    Aanpassing  schooltijden    Het  bestuur  heeft  de  directie  nu  al  een  aantal  jaar  de  mogelijkheid  gegeven  in  positieve  zin  af   te   wijken   van   de   door   het   bestuur   vastgestelde   norm   van   940   uur.   Uit   onderstaande  overzichten   kan   opgemerkt   worden   dat   onze   leerlingen   nu   gemiddeld   langer   naar   school  gaan   dan   de   wettelijke   en   bestuurlijke   norm   is.   Onze   leerlingen   krijgen   gedurende   het  schooljaar  955  uur  les  waar  de  norm  940  uur  is.  Deze  aanpassing  hebben  we  als  noodzakelijk  geacht   om   te   komen   tot   hogere   opbrengsten.   Bij   deze   berekening   dient   zelfs   in   acht  genomen  te  worden  dat  we  dit  schooljaar  in  vergelijking  tot  voorgaande  jaren,  vanwege  de  nieuwe   cao   po   en   de   nieuwe   afspraken   omtrent   taakbeleid,   veel   minder   onderwijstijd  hebben  ingeroosterd.        

                   

Vakantierooster 2015-2016

Eerste schooldag is maandag 17 augustus 2015 Eerste dag Laatste dag Uren 3-8 Uren 1-2 Aid al Adha (Offerfeest) ma t/m vr 21-09-15 25-09-15 26,25 26,25

Herfstvakantie ma t/m vr 19-10-15 23-10-15 26,25 26,25

Wintervakantie 2 weken 21-12-15 01-01-16 52,50 52,50

Voorjaarsvakantie ma t/m vr 29-02-16 04-03-16 26,25 26,25

Goede Vrijdag vrijdag 25-03-16 25-03-16 5,50 5,50

2e Paasdag maandag 28-03-16 28-03-16 5,75 5,75

Aantal  lesuren  per  week       Groep  3-­‐8   Groep  1-­‐2  Maandag   5,5   5,5  Dinsdag     5,5   5,5  Woensdag   4,25   4,25  Donderdag   5,5   5,5  Vrijdag     5,5   5,5  Totaal  uren  per  week   26,25   26,25  

Page 26: Kenmerken leerlingenpopulatie basisschool Al Ihsaan · 2016. 1. 20. · Kenmerken!die!leiden!tot!extra!ondersteuning!! Naasthetgewichtvan!hetkind!(en! het!geboorteland!van!hetkind!en!de!ouders)!zijn!er!veel!

Meivakantie ma t/m vr 02-05-16 13-05-16 54,50 54,50

Zomervakantie ma t/m vr 18-07-16 26-08-16 157,50 157,50

De eerste schooldag in 2016-2017 is maandag 29 augustus 2016

Totaal vakantie-

uren: 371,50 371,50

Andere lesvrije dagen voor leerlingen: Studie- en/of werkdagen 5/7 dagen naar eigen inzicht 27,50 38,50 Calamiteiten-uren (Marge-uren) 2 dagen 11,00 11,50

Totaal lesvrije uren

leerlingen 38,50 50,00

Totaal uren vakantie + lesvrije uren: 410,00 421,50

Uren totaal 2015 - 2016:

Bruto lesuren schooljaar 2015 / 2016: 1365,00 1365,00

AF: Totaal uren vakantie + lesvrije uren: 410,00 421,50

955,00 943,50

Verplicht aantal uren vastgesteld door het bestuur: 940,00 940,00

 Meer  onderwijstijd  voor  taal,  lezen  en  rekenen    Taal  en  Lezen    Aan  veel  van  onze  leerlingen  wordt,  vanwege  gebrek  aan  opleiding  van  (beide)  ouders,  een  hoog  gewicht  toegekend.  Daarenboven   is  de  thuistaal  en  zijn  de  taalstimulerende  factoren  verwaarloosbaar  vanwege  de  gebrekkige  Nederlandse   taalbeheersing  bij  een   relatief  groot  aantal  ouders.  Als  school  zien  we  ons  dan  ook  –  mede  gelet  op  de  resultaten  van  sommige  vakgebieden   van   vorig   schooljaar   –   genoodzaakt   om   te   investeren   in   met   name   de  basisvaardigheden.  In  ons  geval  is  het  belangrijk  dat  er  voldoende  tijd  op  het  rooster  staat  en  daadwerkelijk  wordt  besteed  aan  lezen  en  taal.  De  inspectie  geeft  aan  dat  de  tijd  voor  taal  en  lezen  ongeveer  8  uur  per  week  zal  moeten  bedragen.  Voor  onze  school  is  dat  –  gelet  op  de  richtlijnen  van  de  kwaliteitskaarten  –  minstens  9  uur  per  week.      Rekenen    In   alle   groepen   staat   voldoende   rekentijd   ingeroosterd.   In   de   kleutergroepen   wordt   ten  minste   30   minuten   per   dag   besteed   aan   getalbegrip   en   andere   gerichte   wiskundige  activiteiten.   Deze   kleuteractiviteiten   bestaan   zowel   uit   oriëntatie-­‐   en   ontdekactiviteiten  (zoals   vormen  herkennen,  overeenkomsten  en   verschillen  bepalen,   symmetrie  of   volgorde  herkennen   en   benutten),   als   systematisch   onderzoeken   (bv.   ordenen   naar   kenmerk   of  (globaal)   aantal)   en   ordeningsbegrippen   (bv.   volgorde,   plaats   en   vorm)   en  hoeveelheidbegrippen   begrijpen   en   zelf   hanteren,  maar   ook   de   verschillende   niveaus   van  tellen  (akoestisch,  asynchroon,  synchroon,  resultatief)  hanteren  en  toepassen.  Spelsituaties  en  thematische  activiteiten  zijn  hierbij  de  context  die  al  deze  zinvolle  wiskundige  activiteiten  

Page 27: Kenmerken leerlingenpopulatie basisschool Al Ihsaan · 2016. 1. 20. · Kenmerken!die!leiden!tot!extra!ondersteuning!! Naasthetgewichtvan!hetkind!(en! het!geboorteland!van!hetkind!en!de!ouders)!zijn!er!veel!

voor  de  leerlingen  betekenis  verlenen  en  gelegenheid  bieden  om  echt  zelf  ervaring  daarmee  op  te  doen.  In  de  groepen  3   t/m  8  krijgen  de   leerlingen  dagelijks  een  uur   rekenen   in  hun  programma.  Deze   tijd   wordt   gevuld   met   dagelijks   onderhoud   van   bekende   sommen   (zoals   een  hoofdrekendictee,   een   duo-­‐opdracht   'eigen   producties',   een   klassikaal   raad-­‐mijn-­‐getal),  instructie  aan  de  hele  groep  en/of  aan  subgroepjes,  zelfstandige  verwerking  en  nabespreking  van  de  werkaanpak  in  relatie  tot  de  doelen  van  die  dag.  Wanneer  dat  rendement  verhogend  werkt,  kunnen  een  of  meer  van  deze  onderdelen  op  andere  momenten  van  de  dag  worden  ingevuld:   in  de  vorm  van  een  motiverende  onderbreking  of  start  na  de  middagpauze  of  als  onderdeel  van  de  weekplanning.      Urentabel    We  hanteren  op  school  het  ‘urentabel  gewenste  situatie’  als  uitgangspunt  voor  de  lesrooster  per   leerjaar.   Als   hier   reden   voor   is   wordt   in   overleg  met   directie   van   deze   urenverdeling  afgeweken.   In  het   ‘urentabel  huidige  situatie’   is  de  werkelijke  situatie  van  het  betreffende  jaar   weergegeven.   De   groene   cellen   geven   aan   dat   de   urenverdeling   voor   dat   vakgebied  identiek   is   aan   de   gewenste   situatie,   blauw   geeft   een   positieve   en   rood   een   negatieve  afwijking  ten  opzichte  van  de  gewenste  situatie.  In  onderstaande  overzichten  is  aangegeven  hoe  de  tijd  voor  lezen  en  taal  per  week  verdeeld  wordt  over  de  verschillende  onderdelen  van  lezen   en   taal.   Het   gaat   hierbij   om   de   tijd   voor   taal   en   lezen   voor   de   groep   als   geheel.  Risicoleerlingen   profiteren   van   meer   en   intensieve   aandacht   door   de   leerkracht.   In  aanvulling  op  de  tijd  voor  de  groep  als  geheel  is  een  richtlijn  dat  risicoleerlingen  60  minuten  per  week  extra  instructie  en  begeleide  oefening  krijgen.  

Urentabel  basisschool  Al  Ihsaan  (gewenste  situatie)     Groep  3   Groep  4   Groep  5   Groep  6   Groep  7   Groep  8  (Technisch)  Lezen   150   150    150   150   150   150  (Stil)lezen   140   75   50   50   50   50  Veilig  leren  lezen     300   n.v.t.   n.v.t.   n.v.t.   n.v.t.   n.v.t.  Taal   150   225   225   225   225   225  Spelling     150   150   150   150   150  Schrijven   120   90   90   90   45   45  Woordenschat   120   120   120   120   120   120  Begrijpend  lezen/luisteren   60   60   60   60   60   60  Veilig  de  wereld  in   45   n.v.t.   n.v.t.   n.v.t.   n.v.t.   n.v.t.  Geschiedenis   n.v.t.   45   45   45   45   45  Aardrijkskunde   n.v.t.   45   45   45   45   45  Natuur  en  techniek   n.v.t.   45   45   45   45   45  Studievaardigheden   n.v.t.   n.v.t.   45   45   45   45  Rekenen   300   300   300   300   300   300  Godsdienst   80   90   80   80   80   80  Gebed   0   60   60   60   60   60  Sociale  &  morele  talenten   30   30   30   30   30   30  Muziek   n.v.t.   n.v.t.   n.v.t.   n.v.t.   n.v.t.   n.v.t.  Gym   80   90   80   80   80   80  Engels   n.v.t.   n.v.t.   n.v.t.   n.v.t.   45   45  Totaal  aantal  minuten   1575   1575   1575   1575   1575   1575  Totaal  aantal  uren   26,25   26,25   26,25   26,25   26,25   26,25  

Page 28: Kenmerken leerlingenpopulatie basisschool Al Ihsaan · 2016. 1. 20. · Kenmerken!die!leiden!tot!extra!ondersteuning!! Naasthetgewichtvan!hetkind!(en! het!geboorteland!van!hetkind!en!de!ouders)!zijn!er!veel!

 Leerstofaanbod    Concrete   aanpassing   op   de   populatie   begint   al   in   de   kleutergroepen   met   de   methode  Piramide.   De   methode   Piramide   Nieuw   sluit   naadloos   aan   bij   onze   populatie   leerlingen.  Piramide   is   een   totaalprogramma   voor   ook   groep   1   en   2   en   bijzonder   geschikt   voor  leerlingen   met   een   achterstand   maar   net   zo   geschikt   voor   leerlingen   met   een  ontwikkelingsvoorsprong.    Met  een  combinatie  van  spelen,  werken  en  leren  worden  de  leerlingen  gestimuleerd  in  hun  ontwikkeling.  Het  spel  biedt  de  kleuters  de  gelegenheid  hun  omgeving  te  ontdekken,  nieuwe  vaardigheden   aan   te   leren   en   samen   met   andere   leerlingen   te   spelen   en   te  werken.   Om   de   leerlingen   in   de   gelegenheid   te   stellen   veel   nieuwe  woorden   te   leren   en  goed   Nederlands   te   spreken,   wordt   door   de   leerkracht   veel   verteld,   voorgelezen   en   veel  aanschouwelijk  materiaal  gebruikt.  Sinds  dit  schooljaar  gebruiken  we  in  de  kleuterbouw  ook  de   mappen   van   fonemisch   en   gecijferd   bewustzijn   structureel.   De   meeste   recente  methodische  investeringen  in  groep  1-­‐2  is  de  aanschaf  van  Logo  3000  en  de  map  Begrijpend  Luisteren   en  Woordenschat.   Alle   bij   deze  map   behorende   boeken   zijn   eveneens   voor   alle  kleutergroepen  gekocht.    Voor  groep  3  is  vier  jaar  geleden  Veilig  Leren  Lezen  aangeschaft  voor  groep  3.  Op  grond  van  hetgeen  we  nu  in  kaart  hebben  gebracht  en  de  gewenste  aansluiting  met  de  behoeften  van  

Urentabel  basisschool  Al  Ihsaan  (huidige  situatie)     Groep  3   Groep  4   Groep  5   Groep  6   Groep  7   Groep  8  (Technisch)  Lezen   120   195   230   230   230   225  (Stil)lezen  Veilig  leren  lezen     300   n.v.t.   n.v.t.   n.v.t.   n.v.t.   n.v.t.  Taal(beschouwing)   150   225   60   60   60   60  Spelling     150   150   150   150   150  Schrijven   180   90   50   50   30   30  Woordenschat   150   90   135   135   135   135  Begrijpend  lezen/luisteren   60   60   60   60   60   60  Veilig  de  wereld  in   30   n.v.t.   n.v.t.   n.v.t.   n.v.t.   n.v.t.  Geschiedenis   n.v.t.   45   50   50   50   50  Aardrijkskunde   n.v.t.   45   60   60   50   50  Natuur  en  techniek   n.v.t.   45   50   50   50   50  Studievaardigheden   n.v.t.   n.v.t.   45   45   45   45  Rekenen   300   285   300   300   300   300  Godsdienst   80   80   80   80   80   80  Gebed   0   60   60   60   60   60  Sociale  &  morele  talenten   90   45   60   60   60   60  Creativiteit     60   45   50   50   50   50  Gym   80   80   80   80   80   80  Engels   n.v.t.   n.v.t.   n.v.t.   n.v.t.   45   45  Speling     -­‐   2

5  35   60   60   40   45  

Totaal  aantal  minuten   1575   1575   1575   1575   1575   1575  Totaal  aantal  uren   26,25   26,25   26,25   26,25   26,25   26,25  

Page 29: Kenmerken leerlingenpopulatie basisschool Al Ihsaan · 2016. 1. 20. · Kenmerken!die!leiden!tot!extra!ondersteuning!! Naasthetgewichtvan!hetkind!(en! het!geboorteland!van!hetkind!en!de!ouders)!zijn!er!veel!

onze  leerlingen  zullen  we  komend  schooljaar  overgaan  op  de  nieuwe  versie  van  Veilig  Leren  Lezen.  Bovendien  behoren  we  tot  de  eerste  scholen  die  de  Logo  Middenbouw  heeft  mogen  ontvangen.  Behalve  een  perfecte  aansluiting  met  de  kleuterbouw  zijn  we  nu  gegarandeerd  van  een  kwalitatieve  methode  voor  de  woordenschat.    Omdat  onze  leerlingen  het  meest  gebaat  zijn  bij  een  effectieve  instructie  bij  het  lezen  is  ook  een  paar  jaar  geleden  Estafette  aangeschaft  voor  alle  groepen  waar  dit  aangeboden  wordt.  Verder  is  noemenswaardig  in  dit  verband  dat  sinds  vorig  school  schooljaar  de  afspraak  geldt  dat  Nieuwsbegrip  aangeboden  dient  worden  in  het  kader  van  Begrijpend  Lezen  en  ook  Blits  –  studievaardigheden   -­‐   heeft   nu   al   twee   jaar   een   vaste   plek   in   het   rooster   weten   te  bemachtigen.        Na  een  uitgebreide  analyse  heeft  de  werkgroep  Taal-­‐Noor,  mede  gelet  op  de  kenmerken  van  onze   leerlingenpopulatie,   gekozen   voor   de   nieuwste   versie   van   Taal   actief.   Het   meest  onderscheidende   element   en   voor   de   werkgroep   ook   bijna   doorslaggevend   was   het  onderdeel  van  de  woordenschat.      De   kenmerken   van   de   populatie   van   de   leerlingen   en   eventuele   veranderingen   hierin  worden  besproken  op  een  algemene  teamvergadering.  Mochten  er  relevante  verschuivingen  zijn   die   van   invloed   kunnen   zijn   op   het   methodegebruik,   dan   kunnen   er   passende  maatregelen  tijdig  worden  genomen.  In  onderstaand  ons  overzicht  ‘leerstofaanbod’:    

Vakgebied   Methode  In  groep  

1   2   3   4   5   6   7   8  

Vakoverstijgend   Piramide                  

Voorbereidend  technisch  lezen  

Fonemisch  bewustzijn                  

Begrijpend  luisteren  en  woordenschat  

Map  Begrijpend  luisteren  en  Woordenschat  en  LOGO3000  

               

Aanvankelijk  technisch  lezen  

Veilig  leren  lezen    

               

Voortgezet  technisch  lezen  

Estafette                  

Schrijven   Pennenstreken                  

Rekenen  en  Wiskunde  

Alles  Telt                  

Page 30: Kenmerken leerlingenpopulatie basisschool Al Ihsaan · 2016. 1. 20. · Kenmerken!die!leiden!tot!extra!ondersteuning!! Naasthetgewichtvan!hetkind!(en! het!geboorteland!van!hetkind!en!de!ouders)!zijn!er!veel!

Vakgebied   Methode  In  groep  

1   2   3   4   5   6   7   8  

Nederlandse  Taal  Woordenschat  Taal  verkennen  

Taal  Actief                  

Begrijpend  lezen   Nieuwsbegrip                  

Spelling   Taal  Actief                  

Aardrijkskunde   Wijzer  door  de  Wereld                  

Geschiedenis   Wijzer  door  de  Tijd                  

Natuur   Wijzer  door  de  Natuur                  

Engels   Hello  World                  

Verkeer   Wijzer  door  het  Verkeer                  

Levensbeschouwing   Al  Amana                  

Sociale  ontwikkeling   Kinderen  en  hun  sociale  talenten  

               

Morele  ontwikkeling   Kinderen  en  hun  morele  ontwikkeling  

               

Studievaardigheden   Blits                  

Bewegingsonderwijs   Bewegingsonderwijs  in  de  basisschool  

               

 Samenwerking  Voorschool    Vanaf   het   VVE-­‐inspectiebezoek   twee   jaar   geleden   kan   gesproken   worden   van   een  samenwerking  tussen  onze  school  en  de  Piraat.  De  samenwerking  uit  zich  in  de  afstemming  van  thema’s,  de  doorgaande  lijn  ten  aanzien  van  een  aantal  aspecten,  de  warme  overdracht  en   in   de   persoon   van   de   VVE-­‐coördinator   die   op   beide   locaties   werkzaam   is.   Deze  samenwerking   komt   onze   leerlingen   ten   goede   daar   velen   van   op   deze   voorschool   hun  ‘loopbaan’  starten.  De  nauwere  samenwerking  stelt  ons  in  staat  beter  in  te  spelen  op  zowel  de  kenmerken  als  de  onderwijsbehoeften  van  de  leerling.    Ouderbijeenkomsten    Twee   jaar   geleden   is   een   oudertevredenheidsenquête   onder   ouders   en   leerlingen  afgenomen.  Gelukkig  hebben  ouders  aangegeven  doorgaans  positief  tegenover  de  school  te  

Page 31: Kenmerken leerlingenpopulatie basisschool Al Ihsaan · 2016. 1. 20. · Kenmerken!die!leiden!tot!extra!ondersteuning!! Naasthetgewichtvan!hetkind!(en! het!geboorteland!van!hetkind!en!de!ouders)!zijn!er!veel!

staan.  De   school  wil  deze   tevredenheid  borgen  maar  hier   tegelijkertijd  meer   verdieping   in  brengen.   Zo   trachten  we  de  betrokkenheid   van  ouders   te   vergroten  door   het   organiseren  van   maandelijkse   openingen   voor   groep   1-­‐2   en   ouderbijeenkomsten.   Ook   worden  systematisch   inloopochtenden   georganiseerd   waarbij   ouders   actief   zelf   taal-­‐   en  rekenspelletjes  uitvoeren  met  hun  kinderen.  Ouders  worden  zo  ook  wegwijs  gemaakt  in  hoe  ze   hun   kinderen   actief   kunnen   ondersteunen.   In   de   kleutergroep   krijgen   de   ouders   ook  themaboekjes   mee   opdat   ouders   thuis   de   woorden   kunnen   oefenen   met   hun   kinderen.  Ouders   die   de   taal   niet  machtig   of   taalzwak   zijn   krijgen   daarnaast   nog   de   nodige   tips   en  instructies  van  de  onderwijsassistenten  of  leerkracht.    Het   aantal   ouderbijeenkomsten   hebben   we   dit   schooljaar   beperkt   gehouden.   Komend  schooljaar   zal   werkelijk   ingespeeld   worden   op   hetgeen   onze   populatie   bezighoudt.   Te  denken  valt  bijvoorbeeld  aan  het  belang  van  de  moedertaal  en  tweetaligheid.    Verder   proberen   we   ouders   in   ieder   geval   het   gevoel   te   geven   dat   ze   serieus   genomen  worden   door   hen   aantrekkelijke   nieuwsbrieven   te   geven   en   ze   middels   de  activiteitenkalender   op   de   hoogte   te   houden   van   het   reilen   en   zeilen   op   school.   Ook   is  richting  ouders   benadrukt   dat   kwaliteit   van  de   relatie  met  ouders   prioriteit   geniet   en   een  respectvolle  omgang  met  hen  het  uitgangspunt  is.        De  behoefte  aan  ouderbetrokkenheid  lijkt  onder  onze  schoolpopulatie  gemiddeld  genomen  relatief  hoog.  Dit  geeft  ons  te  meer  reden  hieraan  te  werken.  We  zullen  ouders  regelmatig  blijven  informeren  en  indien  mogelijk  samen  vooruit  te  kijken.  Ook  willen  we  onze  ouders  op  hun   gemak   blijven   stellen   en   hem   stimuleren   alle   vragen   aan   de   school   te   stellen   die   ze  zouden  willen  stellen  en  daarbij  met  name   te  controleren  of   zij  ons  daadwerkelijk  hebben  begrepen.   Het   is   dan   ook   in   ons   geval   niet   ongewoon   dat   we   indien   nodig   een   tolk  inschakelen,  met  name  als  er  problemen  zijn  en  er  afspraken  gemaakt  moeten  worden.      Ondersteuning  ouders   De  Schakelklas  voor  Kleuters  (SKK)  ondersteunt  leerlingen  bij  de  taalverwerving.  Veel  ouders  wiens  kinderen  ondersteund  worden,  hebben  –  conform  onze  verwachtingen  en  conclusies  –  te   kennen   gegeven  moeite   te   hebben   hun   kinderen   te   ondersteunen   bij   het   leren   van   de  Nederlandse  taal.  Hierop  aansluitend  is  onze  school  een  samenwerking  aangegaan  met  SKK  ten   einde   ouders   de   ondersteuning   te   bieden   die   het   ze   mogelijk   maakt   thuis  taalstimulerende  activiteiten  te  doen.  Zo  organiseren  we  wekelijkse   trainingsbijeenkomsten  die   voorbereid   en   uitgevoerd   worden   door   de   ambulant   begeleider  van  de  Schakelklas  voor  kleuters  en   de  trainer  in  TOLK  voor  Taalontwikkeling!    Vanuit   een   positieve   benadering   worden   door   de   ambulant   begeleider   en   trainer  praktische  tips  en   ideeën  gegeven  waarmee  de  ouders  met  hun  kind  aan  de  slag  kunnen.  Daarnaast   werken   we   zo   aan   het   vergroten   van   de   kennis   en   vaardigheden   over  ouderbetrokkenheid   waardoor   de   deelnemende   ouders   zich   bewuster  worden   van   hun  belangrijke   rol  bij  de   taalontwikkeling  van  hun  kind.   De   training   is   interactief   en   beoogt  het   gesprek   met   en   tussen   de   ouders   op   gang   te   brengen.   De   eigen   inbreng   van   de  ouders   wordt   gestimuleerd   en   is   een   wezenlijk   onderdeel   van   (de   inhoud   van)   de  trainingsbijeenkomst.   De   ambulant   begeleider   van   SKK   en   de   TOLK-­‐trainer   informeren   de  leerkrachten  en  de  leidsters  zodat  zij  de  deelnemende  ouders   gericht  kunnen  vertellen  over  de   effecten  van  hun  deelname  op  de  ontwikkeling  van  hun  kind(eren).    

Page 32: Kenmerken leerlingenpopulatie basisschool Al Ihsaan · 2016. 1. 20. · Kenmerken!die!leiden!tot!extra!ondersteuning!! Naasthetgewichtvan!hetkind!(en! het!geboorteland!van!hetkind!en!de!ouders)!zijn!er!veel!

Zij  worden   actief  ondersteund  door  één  of  meerdere  vrijwilligers  die  vertalen,  bij  voorkeur  ouders   van     onze   school.     De   trainingsbijeenkomsten   zijn   zo   georganiseerd   dat   ze   de  educatieve  thema’s  van  onze  kleutergroepen  volgen.  Daarmee  wordt  een  doorgaande  lijn  gecreëerd  tussen  de  school  en  thuis.    Sociaal-­‐emotionele  ontwikkeling    Onze   school   gebruikt   de   (Leerling)SCOL   als   volginstrument   voor   sociaal-­‐emotionele  ontwikkeling  op  zowel  leerlingniveau  als  op  groepsniveau.  Uit  het  scoreoverzicht  SCOL  blijkt  dat  het  sociaal-­‐emotioneel  functioneren  van  de  leerlingen  over  het  algemeen  goed  verloopt.  Er   is   sprake   van   een   zekere   consistentie   in   het   gedrag   van   leerlingen   op   het   sociale   en  affectieve  vlak.  Als  de   scores   van   leerlingen  worden  vergeleken  met  de   schaalscores   in  de  normgroep  dan  komt  naar  voren  dat  de  M-­‐scores  goed  zijn.    Als  de  scores  op  de  leerkrachtlijst  worden  afgezet  tegen  de  scores  op  de  leerlingenlijst  dan  valt   het   op   dat   er   ten   aanzien   van   enkele   leerlingen   verschillen   zijn,   maar   dat   deze  verschillen  de  norm  niet  beïnvloeden.    Voor  nu  heeft  vooral  de   intern  begeleider  de  schone  taak  hier  samen  met  het  team  en  de  stuurgroep  Actief  Burgerschap  en  Sociale  Veiligheid  verandering  in  te  brengen.  Zij  zal   in  de  komende  periode  waken  over  de  sociale  ontwikkeling  binnen  de  groepen.  Bijvangst  in  dezen  is  dat  de  intern  begeleider  onlangs  een  van  de  twee  vertrouwenspersonen  is.  De  rol  van  anti-­‐pestcoördinator  valt  hieronder.    Op   de   eerste   plaats   zal   zij   –   uiteraard  met   behulp   van   de   leerkracht   en   anderen   -­‐   ervoor  moeten  zorgen  dat  we  de   leerlingen  zich  thuis  voelen  bij  ons  op  school,  dat  ze  mogen  zijn  wie  ze  zijn,  dat  ze  merken  dat  ze  erbij  horen  en  dat  ze  gewaardeerd  worden.  We  kiezen  voor  een  positieve  benadering  met  daaraan  gekoppeld  duidelijke  afspraken  en  regels.  Pas  als  die  veiligheid  er  is,  kan  een  kind  ten  volle  profiteren  van  de  mogelijkheden  tot  ontplooiing.  Verder   dienen   we   blijvend   te   werken   aan   kwalitatief   goed   onderwijs,   afgestemd   op   alle  leerlingen   die   de   school   bezoeken.   Ieder   kind   heeft   er   recht   op   dat   onderwijsaanbod   te  krijgen   wat   het   nodig   heeft.   We   willen   leerlingen   begeleiden   in   hun   zoektocht   naar   de  wereld   om  hen  heen.  We   zijn  met   elkaar   de  wereld.  We  willen  die  wereld   ontdekken,   de  wereld  in  de  school  halen  en  met  de  leerlingen  “de  wereld”  intrekken.  Vanuit  onze  visie  op  Actief  burgerschap  en  de  identiteit  koesteren  wij  de  gedachte:  “Iedereen  hoort  er  bij”!  Leren  houdt   voor   ons   meer   in   dan   het   opdoen   van   kennis   alleen.   We   willen   leerlingen   meer  waardevols  meegeven  dat  hen  in  het   leven  van  pas  komt:  zelfvertrouwen,  zelfkennis,  goed  leren  omgaan  met  anderen,  goed  leren  omgaan  met  emoties,  gebruik  maken  van  creatieve  mogelijkheden.  Dit  leren  de  leerlingen  in  de  godsdienstlessen  en  ook  in  de  lessen  van  sociale  en  morele  talenten.  Kortom:   we   willen  met   ons   onderwijs   een   zodanige   bijdrage   aan   de   ontwikkeling   van   de  leerlingen  geven,  dat   leerlingen  straks   in  staat  zijn  eigen  keuzes  te  maken.  Keuzes  waar  ze  zelf  verantwoordelijkheid  voor  kunnen  dragen  en  die  bijdragen  aan  een  gelukkig  leven  voor  zichzelf  en  voor  de  mensen  om  hen  heen.    Organisatiestructuur  en  professionalisering    De  kenmerken  van  onze   leerlingen  en  daarmee  hun  ondersteuningsbehoeftes  hebben  ons  ertoe   bewogen   de   organisatiestructuur   anders   in   te   richten.   Hiervoor   is   reeds   gesproken  over  de  personificatie  van  een  betere  samenwerking  met  de  voorschool   in  de  persoon  van  

Page 33: Kenmerken leerlingenpopulatie basisschool Al Ihsaan · 2016. 1. 20. · Kenmerken!die!leiden!tot!extra!ondersteuning!! Naasthetgewichtvan!hetkind!(en! het!geboorteland!van!hetkind!en!de!ouders)!zijn!er!veel!

de   VVE-­‐coördinator.     Deze   functionaris   is   noodzakelijk   om   te   komen   tot   een   goede  implementatie,  uitvoering  en  borging  van  afspraken  en  resultaten.  De  organisatie  in  groep  1-­‐2  vergt  meer  aansturing  dan  een  directeur  zou  aankunnen.    Een   zeer   bewuste   keuze   is   gemaakt   in   de   aanstelling   van   de   taalcoördinator,   tevens  taalexpert.   De   school   heeft   mede   dankzij   de   aansturing   van   deze   functionaris   de  taaldomeinen,   en   Woordenschat   en   Begrijpend   Lezen   en   Luisteren   in   het   bijzonder,   een  enorme  boost  gegeven.  Zo   is   zij   verantwoordelijk  voor  de   implementatie  van  voornoemde  trajecten   in   samenwerking   met   de   hiervoor   benaderde   onderwijsadviesbureaus,   Rezulto  respectievelijk  CPS.  Ook  stuurt  ze  twee  belangrijke  stuurgroepen  aan  die  vanuit  het  principe  van   gedeeld   eigenaarschap   verschillende   taaldomeinen   hoog   op   de   agenda   hebben  geplaatst.  Een   derde   functionaris   die   we   voorheen   niet   hadden   is   de   veiligheidscoördinator.   Deze  functionaris  is  tevens  voorzitter  van  de  stuurgroep  Actief  Burgerschap  en  Sociale  veiligheid.  Deze  stuurgroep  houdt  zich  in  ieder  geval  bezig  met  onderwerpen  aangaande  dit  onderwerp  en  spelen   in  op  de  kenmerken  van  onze  populatie.  De  afgenomen  vragenlijsten  geeft  deze  stuurgroep  veel  informatie  om  aan-­‐  of  bij  te  sturen.      Borgen,  verdiepen  en  verbreden    De  directie   tracht   zoals  uit  voorgaande  opgemerkt  kan  worden  en  uit  andere  documenten  blijkt  in  te  spelen  op  de  onderwijsbehoeften  en  de  kenmerken  van  de  populatie  maar  is  zich  er   terdege   van  bewust   dat   –   ondanks  de   lichte   groei   in   leerlingenaantal   –   de   groei   op  dit  moment   niet   als   ambitie   gezien   dient   te   worden.   We   achten   het   noodzakelijk   dat   onze  kwaliteit  op  aanvaardbaar  niveau   is  en  geborgd  kan  worden  alvorens   (actief)   leerlingen   te  werven.   Onze   ambitie   is   blijvend   in   te   spelen   op   de   kenmerken   van   onze   populatie   om  zodoende  hogere  opbrengsten   te   behalen.   Vorig   schooljaar   zijn   interventies   in   gang   gezet  die   dit   schooljaar   zijn   geborgd,   verdiept   en   waar   mogelijk   uitgebreid.   De   belangrijkste  interventie  voor  nu  is  dit  een  blijvend  en  duurzaam  karakter  te  geven  en  waar  mogelijk  ons  te   ontwikkelen.   Naast   alle   hier   en   in   andere   documenten   genoemde   zaken   is   dit   de  voornaamste  wijze  waarop  we  inspelen  op  de  kenmerken  van  onze  leerlingenpopulatie.