KAART 3 - GEOMORFOLOGIE - · PDF fileBijlage 2: Toelichting archeologisch proces...

88
KAART 3 - GEOMORFOLOGIE LEGENDA V10-1849: Trekvaartplein, Gemeente Oegstgeest, Bestplan BV V805 versie 1.0 juni 2010 Geomorfologische kaart van Nederland, schaal 1:50.000 Lutz 1:4000 / A4 / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Project: Rapport: Datum: Bron: Tekenaar: Schaal: Grens plangebied Rivierkomvlakte Lage dijk Rivier-inversierug Bebouwing Water 93250 93500 93750 465750 466000 466250 100m 0

Transcript of KAART 3 - GEOMORFOLOGIE - · PDF fileBijlage 2: Toelichting archeologisch proces...

11

3

5

7

A. van Royenl aan

13

9

1

56

35

Bert Garthoffpad

8

4

6

w.i.u.

Jac.P. Thijssel aan

21

3

5

Jac. P. Thi jssel aan

14

12

1

22

21

15

Lobeliuslaan

17

26

28

30

24

2

7

4

1

9

Broe

kweg

27

138 t/m

162

112 t/m

136

25

86 t/m

110

2338

60 t/m 84

19

34 t/m 58

18 t/m 32

41

24

37

Jac. P. Thi jssel aan

50

52

48

46

41

38

36

40

44

42

32

34

37

35

33

31

29

39

Lobeliuslaan

164 t/m

196

232 t/m

264

198 t/m

230

23

22

21

20

19

Linnaeushof

63

42

56

5

58

60

6

A.W. van Bosselaan

1

2

62

70

68

66

64

86

84

82

80

78

76

74

72

Hugo de Vrieslaan

35

34

Broekweg

103

1

Hugo de Vr iesl aan

3

21

23

15

16

14

14a

11

10

Haarl emmertrekvaart

14

22

20

18

16

12

10

24

36

40

42

38

34

26

32

30

28

44

54

52

50

48

46

61

31

30

Steeni shof

van

Cornelis

10

23

22

7

46

w.i.u.

3

4

6

5

206

202

203

205

204

de H

aarlemmer trekvaart

211

11

Haarlemmertrekvaart

210

209

208

207

Haarlemmertrekvaart

bosbos

bos

IJsbaan

w.i.u.

bos

bos

bos

bos

bos

1

bos

3

1

17

bos

Oegstg

eesterweg

13

10

Laan van Oud Poelgeest

KAART 3 - GEOMORFOLOGIE

LEGENDA

V10-1849: Trekvaartplein, Gemeente

Oegstgeest, Bestplan BV

V805 versie 1.0

juni 2010

Geomorfologische kaart van

Nederland, schaal 1:50.000

Lutz

1:4000 / A4

/////////////////////////////////////////////////

Project:

Rapport:

Datum:

Bron:

Tekenaar:

Schaal:

Grens plangebied

Rivierkomvlakte

Lage dijk

Rivier-inversierug

Bebouwing

Water

93250 93500 93750

465750

466000

466250

100m0

114

113

92

112

91

71

70

90

51

69

50

3249

42

24

41

23

102

101

81

61

80

60

Eli Heimanshof

93

W.I.U.

74

72

76

J.P.Thijssenlaan

70

66

68

64

60

62

72

52

17

33

11

3

5

7

A. van Royenl aan

15

13

9

58

1

56

17

53

3534

33

5251

16

1415

13

3231

Simon van Oostroomhof

5049

45

4847

46

1211

Simon van Oostroomhof

8

109

3028

29

27

4443

42

26

2425

23

41

76

45

2122

23

1

3130

16

15

1

14

6

54

10

9

7

2

Eli Heimanshof

67

49

35

Bert Garthoffpad

82

80

78

25

19

23

21

17

bos

w.i.u.

8

4

6

w.i.u.

Jac.P. Thijssel aan

21

3

5

Jac. P. Thi jsselaan

14

12

1

22

21

15

Lobeliuslaan 1

7

26

28

30

24

2

7

4

1

9

Broekweg

27

138 t/m 162

112 t/m 136

25

86 t/m 110

2338

60 t/m 84

19

34 t/m 58

18 t/m 32

41

24

37

Jac. P. Thi jsselaan

50

52

48

46

41

38

36

40

44

42

32

34

37

35

33

31

29

39

Lobeliuslaan

164 t/m 196

232 t/m 264

198 t/m 230

23

22

21

20

19

Linnaeushof

63

42

56

5

58

60

6

A.W. van Bosselaan

1

2

62

70

68

66

64

86

84

82

80

78

76

74

72

Hugo de Vrieslaan

35

34

Broekweg

103

1

2

Hugo de Vr iesl aan

3

21

23

Haarlemmertrekvaart

15

16

14

14a

11

10

317

315

Haarl emmertrekvaart

10a

14

22

20

18

16

12

10

24

36

40

42

38

34

26

32

30

28

44

54

52

50

48

46

61

31

30

Steeni shof

van

Cornelis

10

23

22

7

46

w.i.u.

3

4

6

5

206

202

203

205

204

de Haarlemmer trekvaart

211

11

Haarlemmertrekvaart

210

209

208

207

313

311

76

309

19

Haarlemmertrekvaart

5

bosbos

bos

IJsbaan

w.i.u.

5

bos

Kwaaklaan

bos

bos

bos

bos

1

1

bos

3

7

1

19

Kwaaklaan

5

27

1

24

23

25

21

Poelgeesterweg

20

22

18

17

15

16

bos

Oegstg

eesterweg

48

64

13

10

9

Laan van Oud Poelgeest

46

44

Laan van Alkem

ade

56

38

58

Hofdijck

36

90

39

31

33

30

28

7a

#

4.0504.0504.0504.0504.0504.0504.0504.0504.050

1.4301.4301.4301.4301.4301.4301.4301.4301.430

4.0364.0364.0364.0364.0364.0364.0364.0364.036

29.23929.23929.23929.23929.23929.23929.23929.23929.239

33.12433.12433.12433.12433.12433.12433.12433.12433.124

45.34145.34145.34145.34145.34145.34145.34145.34145.341

KAART 4 - ARCHEOLOGISCHE WAARDEN EN VERWACHTINGENKAART OEGSTGEEST/LEIDEN

LEGENDA

V10-1849: Trekvaartplein, Gemeente

Oegstgeest, Bestplan BV

V805 versie 1.0

juni 2010

Archeologische waarden en

verwachtingenkaart Gemeente Leiden,

Vestigia rapport V03-332. Archeologische

waarden en verwachtingenkaart

Gemeente Oegstgeest, Vestigia rapport

/////////////////////////////////////////////////

Project:

Rapport:

Datum:

Bron:

Tekenaar:

Schaal:

Grens plangebied

Gematigde verwachting

Lage verwachting

Hoge verwachting

Terrein van archeologische

waarde (met monumentnummer)

Archeologische verwachting

Water

V07-995.

Lutz

1:5300 / A4

93000 93100 93200 93300 93400 93500 93600 93700 93800 93900 94000465500

465600

465700

465800

465900

466000

466100

466200

466300

466400

250m250m250m250m250m250m250m250m250m000000000

Archeologisch booronderzoek

Archeologisch onderzoeksmelding

(met nummer)

Archeologische waarneming

(met nummer)

61

59

58

57

56

55

74

Trekvaartplein

76

103

Broekweg

60

75

73

72

7168

67

66

65

64

63

62

124

126

120

Ha arlem

merw

eg

122

121

118

12 3

69

70

202

125

202

de Ha a

r le m

me r

t re k

v aa r

t

63

67

76

75

74

73

72

7168

66

65

121

122

64

62

61

60

59

58

57

56

55

103

120

118

12 3

69

70

124

125

126

IJsbaan

w.i.u.

1

2

4

3

5

6

min. 240

100

120

80

120

140

KAART 5 - RESULTATEN VELDONDERZOEK

LEGENDA

V10-1849: Trekvaartplein, Gemeente

Oegstgeest, Bestplan BV

V805 versie 1.0

september 2010

Lutz

1:12.000 / A4

/////////////////////////////////////////////////

Project:

Rapport:

Datum:

Tekenaar:

Schaal:

Grens plangebied

Topografie (GBKN)

Opgehoogd

Klei op veen op zandige klei,

bodemvorming in top kreekafzettingen

fosfaat aangetroffen

Klei op veen op zandige klei

top veen geërodeerd

93400 93500

465800

465900

25m0

boorpuntnummer

diepte verstoring (cm t.o.v. maaiveld)

ligging kabels/leidingen

Bijlage 1 Overzicht archeologische en geologische perioden

Periode

Van - tot

Vroeg-Paleolithicum Midden-Paleolithicum Laat-Paleolithicum

tot 300.000 voor Chr. 300.000-35.000 voor Chr. 35.000-8800 voor Chr.

Vroeg-Mesolithicum Midden-Mesolithicum Laat-Mesolithicum

88.00-7100 voor Chr. 7100-6450 voor Chr. 6450-4900 voor Chr.

Vroeg-Neolithicum Midden-Neolithicum Laat-Neolithicum

5300-4200 voor Chr. 4200-2850 voor Chr. 2850-2000 voor Chr.

Vroege Bronstijd Midden-Bronstijd Late Bronstijd

2000-1800 voor Chr. 1800-1100 voor Chr. 1100-800 voor Chr.

Vroege IJzertijd Midden-IJzertijd Late IJzertijd

800-500 voor Chr. 500-250 voor Chr. 250-12 voor Chr.

Vroeg-Romeinse Tijd Midden-Romeinse Tijd Laat-Romeinse Tijd

12 voor-70 na Chr. 70-270 na Chr. 270-450 na Chr.

Vroege Middeleeuwen Late Middeleeuwen

450-1050 na Chr. 1050-1500 na Chr.

Nieuwe Tijd A Nieuwe Tijd B Nieuwe Tijd C

1500- 1650 na Chr. 1650-1850 na Chr. 1850-1950 na Chr.

Bijlage 2: Toelichting archeologisch proces

Bureauonderzoek

(KNA 3.2 Deel II Protocol 4002)

Het doel van een bureauonderzoek is het verwerven van informatie, aan de hand van bestaande bronnen,

over bekende of verwachte archeologische waarden, binnen een omschreven gebied. Het resultaat is een

standaardrapport met een gespecificeerde archeologische verwachting, op basis waarvan een beslissing

genomen kan worden ten aanzien van (eventueel) vervolgonderzoek.

Het rapport bevat, waar mogelijk, gegevens over aan- of afwezigheid, aard, omvang, ouderdom, gaafheid,

conservering en (relatieve) kwaliteit van archeologische waarden en aardwetenschappelijke eigenschappen

(LS02 t/m LS04). Afhankelijk van de omvang van de toekomstige (planologische) ingreep en werkzaamheden,

de aard van de aanleiding tot het bureauonderzoek en de vraagstelling (LS01), zullen aanvullende gegevens

moeten worden verzameld. Hierbij blijft de doelstelling van het bureauonderzoek (het komen tot een

gespecificeerde verwachting) overeind (LS05). Ten aanzien van archeologisch onderzoek in de bebouwde

omgeving kunnen ondergrondse bouwhistorische waarden aangetast worden. Het is daarom wenselijk om

ook in het archeologisch bureauonderzoek aandacht te schenken aan de bebouwde omgeving en het

voorkomen van ondergrondse bouwhistorische waarden, en zo een gespecificeerde verwachting op te stellen

op basis van alle cultuurhistorische waarden in het onderzoeksgebied. Vervolgens wordt het rapport

opgesteld (LS06) en de gegevens aangeleverd bij Archis, waarna het proces kan worden afgesloten. Daarnaast

dient de digitale documentatie binnen twee jaar na afronding van het standaardrapport overgedragen te

worden aan het e-Depot (www.edna.nl) (DS05).

Het bureauonderzoek geldt als onderbouwing voor het door Vestigia BV Archeologie & Cultuurhistorie

opgestelde advies. Dit advies gaat nader in op de eventuele risico’s en benodigde vervolgstappen bij de

verdere ruimtelijke ontwikkeling. Uit het advies kan volgen dat het archeologische verwachtingsmodel nader

in het veld getoetst dient te worden. Dit kan door middel van een Inventariserend Veldonderzoek Overig

(booronderzoek) en/of een Inventariserend Proefsleuvenonderzoek. Dit veldonderzoek leidt of tot vrijgave

van het onderzoeksgebied of tot een advies voor behoud van de vindplaats en indien niet mogelijk nader

archeologisch onderzoek. Indien fysiek behoud niet mogelijk is, dient een opgraving of archeologische

begeleiding uitgevoerd te worden.

Voor een Inventariserend Veldonderzoek Overig is een Plan van Aanpak vereist, dat 10 dagen van te voren

ter inzage dient te liggen bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Voor de andere typen archeologisch

onderzoek dient eerst een Programma van Eisen opgesteld te worden. Dit Programma van Eisen dient

goedgekeurd te worden door het bevoegd gezag (meestal de betreffende gemeente). Vestigia is bevoegd om

het gehele archeologische proces te doorlopen.

Het is aan het bevoegd gezag om uiteindelijk te beslissen of na het bureauonderzoek nog andere

archeologische werkzaamheden verricht dienen te worden. Het advies uitgebracht door Vestigia kan daarbij

een belangrijke rol spelen en als zodanig ingebracht worden bij bestemmingsplanontwerpen of –wijzigingen en

aanvragen voor bouwvergunningen. Indien gewenst, draagt Vestigia zorg voor een adequate afstemming van

de resultaten met de betrokken gemeentelijke afdelingen. Op deze wijze wordt voorkomen dat in een later

stadium discussie ontstaat over de gemaakte analyses.

Inventariserend Veldonderzoek

(KNA 3.2 Deel II Protocol 4003)

Het doel van inventariserend veldonderzoek (IVO) is het aanvullen en toetsen van de gespecificeerde

archeologische verwachting door middel van waarnemingen in het veld, waarbij (extra) informatie wordt

verkregen over bekende en/of verwachte archeologische waarden binnen een onderzoeksgebied. Dit omvat

de aan- of afwezigheid, de aard, de omvang, de datering, de gaafheid, de conservering en de inhoudelijke

kwaliteit van de archeologische waarden. Het resultaat van een IVO is een rapport met een waardering en

een inhoudelijk (selectie-)advies (buiten normen van tijd en geld), aan de hand waarvan een beleidsbeslissing

(meestal een selectiebesluit) genomen kan worden (SP02, VS02 t/m VS07, DS01 t/m DS05). Dit betekent dat

de veldactiviteiten uitgevoerd worden tot het niveau waarop deze beslissing gefundeerd genomen kan

worden.

Vestigia brengt naar aanleiding van het veldonderzoek een gespecificeerd advies uit, op basis waarvan het

bevoegd gezag een besluit kan nemen over de wijziging in het bestemmingsplan van het onderzoeksgebied en

eventueel nog te nemen vervolgstappen in het onderzoek.

Bij het IVO kan een onderscheid aangebracht worden in een verkennende, karterende en waarderende fase:

De verkennende fase heeft tot doel inzicht te krijgen in de gaafheid van vormeenheden van het landschap,

voor zover deze van invloed zijn op de locatiekeuze in het verleden. Het doel is kansarme zones uit te sluiten

en kansrijke zones te selecteren voor de volgende fasen van onderzoek. De karterende fase heeft tot doel

het onderzoeksterrein systematisch te onderzoeken op de aanwezigheid van vondsten en/of sporen. De

waarderende fase heeft tot doel het waarnemingsnet te verdichten om de aard, omvang, datering, gaafheid,

conservering en inhoudelijke kwaliteit van de archeologische resten vast te stellen.

Cruciaal voor de uitvoering van het IVO is de keuze voor een bepaalde onderzoeksmethode, waarmee de

gespecificeerde archeologische verwachting, gesteld in het bureauonderzoeksrapport getoetst kan worden in

het veld. Dit dient in een Plan van Aanpak duidelijk gemaakt te worden (VS01, SP01). Als eisen gelden een

verantwoording van alle gebruikte informatie, waarop de keuze gebaseerd wordt en een beschrijving van de

veronderstelde kenmerken van de verwachte archeologische vindplaatsen m.b.t. diepteligging, omvang,

archeologische indicatoren, ruimtelijke verdelingen binnen de vindplaats, artefacten. Boor- en

proefsleuvenonderzoek zijn op dit moment de enige karterende methoden voor het opsporen van (niet-

zichtbare) sites buiten de historische kern die breed inzetbaar zijn. Andere prospectietechnieken zijn alleen in

specifieke omstandigheden toepasbaar (bv. grondradar). Daarnaast kan de oppervlaktekartering een bijzonder

waardevolle aanvulling zijn op een boor- of proefsleuvenonderzoek, met name daar waar (plaatselijk) sprake

is van het aanploegen van vondstlagen of de aanwezigheid van molshopen en geschoonde sloten.

Booronderzoek is een geschikte prospectietechniek voor het opsporen van sites die zich kenmerken door

een archeologische laag of een vondststrooiing met een voldoende hoge dichtheid. Indien een op te sporen

site zich kenmerkt door een lage vondstdichtheid (< 40 vondsten/m²) is booronderzoek minder geschikt en

kan een proefsleuvenonderzoek een betere methode zijn. Voor details naar verschillende boormethoden

wordt verwezen naar de KNA Leidraad Inventariserend Veldonderzoek deel Karterend booronderzoek.

Vestigia BV Archeologie & Cultuurhistorie is bevoegd tot het doen van alle fasen van booronderzoek. Ten

aanzien van de rapportage en aanleveringseisen tot deponering gelden dezelfde eisen als bij een

bureauonderzoek met het verschil dat eventueel vondstmateriaal (vondsten, monsters) binnen twee jaar na

afronding van het veldwerk conform de eisen van het depot bij het aangewezen depot wordt aangeleverd

(DS01 t/m DS05).

Bijlage 3: Uitdraai archeologische onderzoeksmeldingen, monumenten en waarnemingen

Uitgebreide Rapportage Monumenten

1 van 1

4050Monumentnr:30F - 025CMA-nr:

Niet van toepassingTerreinbeheerder:

OegstgeestPlaats:

Toelichting omschrijving:Terrein met de restanten van kasteel Poelgeest uit de Middeleeuwen.

Toelichting waardebepaling:Dit terrein heeft een zeer hoge waarde door de belevingswaarde, zichtbaarheid, fysieke en inhoudelijke kwaliteit.

Actualisering Archeologische Monumentenkaart Zuid-Holland 2004-2006De AMK van Zuid-Holland, vervaardigd in 1994, is opgenomen in de (digitale) Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland (CHS).De gehele CHS, en daarmee ook de AMK, was aan herziening toe.Tussen 2004 en 2006 is, op initiatief van en gefinancierd door de Provincie Zuid-Holland, de AMK geheel herzien door middel van eenbureauonderzoek. De projectleiding was in handen van Hazenberg Archeologie Leiden. Tijdens het onderzoek werden bestaandeterreinen hergewaardeerd en nieuwe terreinen geselecteerd. Voor elk terrein is een advies gegeven voor wat betreft de waardering en/of begrenzing. Dit advies is telkens voorgelegd aan eenselectiecommissie, waarin vertegenwoordigers van de provincie, de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten(RACM), de Archeologische Werkgemeenschap voor Nederland, de Universiteit van Amsterdam en gemeentelijke archeologenzitting hadden.

Status terrein voor de actualisering: Hoge Archeologische Waarde.Beslissing commissie: dit terrein krijgt de status van terrein van Zeer Hoge Archeologische Waarde.Wijziging begrenzing t.o.v. AMK 1994: Nee Datum wijziging Archis: 11-04-2006

Resultaat bureauonderzoek: het middeleeuwse huis is in 1574 verwoest tijdens het Spaans beleg van Leiden en weer opgebouwd in1668. In de 19e eeuw werden nog twee torens toegevoegd.

De resultaten van het onderzoek (incl. mogelijke wijzigingen in de begrenzing) zijn toegevoegd aan Livelink.

Oude omschrijving Archis/CMA:

CAA: - Oudste vermelding 800 op de lijst van kerkelijke goederen van het bisdom van Utrecht.

Beschrijving

Terrein van zeer hoge archeologische waardeStatus:Oud-PoelgeestToponiem:

OegstgeestGemeente:Zuid-HollandProvincie:93291 / 466071Coördinaten:

Havezathe/ridderhofstad Middeleeuwen laat Middeleeuwen laat

Stöver, J. 2000 , in: Kastelen en buitenplaatsen in Zuid-Holland

Oppervlakte: 9.913 m2

ComplexenComplextype Begindatering Einddatering

Literatuur

Uitgebreide Rapportage Onderzoeksmeldingen

1 van 16

1430Onderzoeksmelding:

OnbekendPlaats:

BROEK EN SIMONTJESPOLDERToponiem:

OegstgeestGemeente:

Zuid-HollandProvincie:

93900 / 466000Coördinaten:

Type onderzoek:

Kaartblad: 30F

Aanmelding: Aanvang:

Onbekend

17-03-1995 17-03-1995 Geschatte duur:

Motief:

Uitvoerder:

Bevoegd gezag:

Projectleider:

Opdrachtgever:

0

Overige grondwerkzaamheden

Bureau Monumenten en Archeologie Gemeente Leiden

Gemeente Leiden

Dolmans

Onbekend

Ingevoerd door/op: archis / 04-07-2002

Toelichting

Wetensch.onderz./invent.cult.hist.waarde

kaartblad 30F

coordinaten: 93.900/466.000

gemeente Leiden

aanvang: 17-03-1995

duur: tot week 20 (met onderbrekingen)

motief: inventarisatie cultuurhistorische waarden

compextype en datering: onderzoek van bewoning in de polder (incl. geologie en grondgebruik) 1625 tot heden.

Omvang onderzoeksgebied niet bekend.

onderzochte percelen (kadastraal): Oegstgeest Dz 350-361; 17; 316; 11; 12.

Naam onderzoek:

Uitgebreide Rapportage Onderzoeksmeldingen

4 van 16

4036Onderzoeksmelding:

OegstgeestPlaats:

Toponiem:

OegstgeestGemeente:

Zuid-HollandProvincie:

93760 / 466218Coördinaten:

Type onderzoek:

Kaartblad: 30F

Aanmelding: Aanvang:

Archeologisch: booronderzoek

12-03-2003 12-03-2003 Geschatte duur:

Motief:

Uitvoerder:

Bevoegd gezag:

Projectleider:

Opdrachtgever:

0

Overige grondwerkzaamheden

Archeomedia / Arnicon

Provincie Zuid-Holland

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Ingevoerd door/op: cthan / 01-04-2003

Toelichting

kaartblad: 30F

coordinaten: 93.740/466.000

toponiem: Poelgeest

gemeente: Oegstgeest

aanvang en duur: 12 april 2001, 3 dagen

motief: n.a.v. bouwwerkzaamheden

complextype en datering: -

type onderzoek: booronderzoek

onderzoekers: M.W.A. de Koning, C.C.Nocholson en P. Zijderveld

resultaten: er zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen.

het project staat bij Arnicon geregistreerd onder nummer A01-193.0

Naam onderzoek:

Uitgebreide Rapportage Onderzoeksmeldingen

10 van 16

29239Onderzoeksmelding:

OegstgeestPlaats:

Lange VoortToponiem:

OegstgeestGemeente:

Zuid-HollandProvincie:

93576 / 466368Coördinaten:

Type onderzoek:

Kaartblad: 30F

Aanmelding: Aanvang:

Archeologisch: booronderzoek

10-06-2008 16-06-2008 Geschatte duur:

Motief:

Uitvoerder:

Bevoegd gezag:

Projectleider:

Opdrachtgever:

1

Bouwwerkzaamheden

Synthegra BV

Niet van toepassing

Leuvering

Niet van toepassing

Ingevoerd door/op: eromp / 10-06-2008

Onderzoek bij deze melding

Onderzoeksnummer: Type onderzoek:

Diepte onderzoek: Aantal boringen: Aantal putten:

Gereedmelding:

23566 Archeologisch: booronderzoek

24-10-2008

Selectieadvies

Op grond van de resultaten van het onderzoek wordt er voor het plangebied geen vervolgonderzoek geadviseerd.

Bovenstaand advies vormt een zogenaamd selectie-advies. Met nadruk willen wij de opdrachtgever erop wijzen dat dit

selectieadvies nog niet betekent dat er al bodemverstorende activiteiten of daarop voorbereidende activiteiten kunnen worden

ondernomen. De resultaten van dit onderzoek zullen namelijk eerst beoordeeld moeten worden door het bevoegd gezag (provincie

Zuid-Holland), die vervolgens een selectiebesluit neemt.

Er is geprobeerd een zo gefundeerd mogelijk advies te geven op grond van de gebruikte onderzoeksmethoden. De aanwezigheid

van archeologische sporen of resten in het plangebied kan nooit volledig worden uitgesloten. Synthegra bv wil de opdrachtgever er

daarom op wijzen, dat mochten er tijdens de geplande werkzaamheden toch archeologische waarden worden aangetroffen dan

geldt conform artikel 53 van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg een meldingsplicht bij het bevoegd gezag, de

provincie Zuid-Holland.

Ingevoerd door /op: diepe / 24-10-2008

Naam onderzoek:

Uitgebreide Rapportage Onderzoeksmeldingen

11 van 16

33124Onderzoeksmelding:

LeidenPlaats:

TrekvaartpleinToponiem:

LeidenGemeente:

Zuid-HollandProvincie:

93603 / 465708Coördinaten:

Type onderzoek:

Kaartblad: 30F

Aanmelding: Aanvang:

Archeologisch: booronderzoek

22-01-2009 02-02-2009 Geschatte duur:

Motief:

Uitvoerder:

Bevoegd gezag:

Projectleider:

Opdrachtgever:

3

Bouwwerkzaamheden

Becker en Van de Graaf

Gemeente Leiden

Wilbers

Gemeente Leiden

Ingevoerd door/op: awilb / 22-01-2009

Onderzoek bij deze melding

Onderzoeksnummer: Type onderzoek:

Diepte onderzoek: Aantal boringen: Aantal putten:

Gereedmelding:

25880 Archeologisch: booronderzoek

400 48

21-04-2009

Selectieadvies

Tijdens het onderzoek is geconstateerd dat het plangebied tot een diepte van ongeveer 2,0 m onder maaiveld bestaat uit een

Middeleeuws kleipakket op een veenpakket. De top van het veenpakket is waarschijnlijk verstoord door erosie terwijl de top van het

kleipakket verstoord is door graafwerkzaamheden als gevolg van de bouw van het woonwagencentrum. Daarnaast zijn beide

pakketten afgezet in natte landschappelijke situaties waardoor wordt verwacht dat er nooit archeologische resten aanwezig zijn

geweest en dat, indien dit toch het geval is, deze resten allemaal verstoord zullen zijn. In de ondergrond, op meer dan 2,0 m onder

maaiveld, is een oeverwal van de Mare aangetroffen waarop mogelijk wel archeologische resten kunnen voorkomen. Deze mogelijke

archeologische resten liggen ruim buiten het bereik van de geplande verstoringsdiepte waardoor aanvullend onderzoek hiervoor niet

noodzakelijk lijkt. Op basis van de resultaten van het Inventariserend Veldonderzoek wordt geadviseerd om geen archeologisch

vervolgonderzoek uit te laten voeren tenzij dieper gegraven gaat worden dan ongeveer 2,0 m onder het huidige maaiveld.

Toelichting

Literatuur: Dr. A.W.E. Wilbers, 2009; Archeologisch Bureauonderzoek & Inventariserend Veldonderzoek (IVO), verkennende fase,

Trekvaartplein, Leiden, Gemeente Leiden

CIS-code: 33124 (Becker & van de Graaf rapport, Noordwijk)

Ingevoerd door /op: ohoog / 21-04-2009

Naam onderzoek: Trekvaartplein, Leiden

Uitgebreide Rapportage Waarnemingen

1 van 10

24061Waarnemingsnr:

LeidenPlaats:KASTEEL PADDEPOELToponiem:

LeidenGemeente:Zuid-HollandProvincie:

NAP maaiveld:

30FZ-1Objectcode:

Archeologisch: opgravingVerwerving: OnbekendGeomorfologie:Bebouwing/erf/weg/kerkhofGrondgebruik:

Notitie CAA: bij de aanleg van parkeerplaatsen en een groenvoorziening rondde studentenflats bij Nieuweroord in 1966 werdende funderingen van burchten voorburcht van het kasteel Paddepoel of Podikkenpoel aangetroffen.Al eerder had W.C. Braat hieropgravingen verricht, waarbij een deel van devoorburcht verdwenen is.Onderzoek door de ROB toonde aan dat er sprake is vantwee afzonderlijkebouwfasen: fase 1 ca. 1350-1393 en fase 2 ca. 1394-1420.Fase 1 betrof een woontoren omgeven door eengracht; na de moord op Aleidvan Poelgeest in 1393 werd de toren verwoest. Herbouw in de vorm van fase 2volgde echter alspoedig; deze burcht werd bij het beleg van Leiden doorJan van Beieren in 1420 met de grond gelijk gemaakt.

92700 / 465080Coördinaten:

Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek / 1967Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek / 1967Renaud / 1967

Vinder/datum:Invoerder/datum:Beschrijver/datum:

Beschrijving

Complex:

Complex:

Cultuur:

Cultuur:

Aantal:

Aantal:

Toestand:

Toestand:

Materiaal:

Materiaal:

Code algemeen:

Code algemeen:

Begindatering:

Begindatering:

Code specifiek:

Code specifiek:

Waterburcht

Waterburcht

Niet van toepassing

Niet van toepassing

9999

9999

Compleet

Onbekend

Keramiek

Keramiek

Baksteen

Fundering

Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC

Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC

baksteen:volume ca. 1500-1000 cm3

Niet van toepassing

Vondsten

RODENBURG, C.P. / VOS, H.H. 1966 Een kwestie van tijd (pp.51-68, m.n. 65-67), in: Leids Jaarboekje 58, 1966

-- 1967 --, (122-3), in: Nieuwsbulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond

-- 1967 --, (26), in: Jaarverslag van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek

FOCKEMA ANDREA, S.J. E.A. 1952 , in: Kastelen in Rijnland, (Leiden 1952, p. 83)

Toelichting:

Toelichting:

Baksteenformaten 23x11.5x5.5= 1455 cm3 en 21x10x4.5= 945 cm3 (byz. klein! R

Kasteel Paddepoel, gebouwd spoedig na 1393, verwoest in 1420.

Vondstmelding: Extern nr:

Einddatering:

Einddatering:

Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC

Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC

Onderzoeksmelding:

Literatuur

Uitgebreide Rapportage Waarnemingen

2 van 10

24102Waarnemingsnr:

LeidenPlaats:MARIENPOEL KLOOSTERToponiem:

LeidenGemeente:Zuid-HollandProvincie:

NAP maaiveld:

30FZ-15Objectcode:

Indirect: archiefVerwerving: Polder/droogmakerijGeomorfologie:Bebouwing/erf/weg/kerkhofGrondgebruik:

Rodenburg en Vos 1966, 66:'De enige bouwsporen die van het klooster zijnovergebleven, omvatten enkele dichtzettingen vanopeningen in de kasteel-fundering hier en daar met baksteen van kleine afmeting 3.5/4-9-19/18 enmuurfragmenten van secundairverwerkt materiaal (grote moppen en vijftiendezestiende eeuwse steen) vooral bij de kapelresten.'Renaud 1967:'De ruines en degrond (van kasteel Paddepoel, RP) werden afge-staan aan een kloosterorde, die er sedert 1431 het klooster Marienpoeldeedontstaan. Dit klooster heeft ook maar een betrekkelijk kort bestaan gekend:het werd verwoest even voor of tijdens hetbekend Spaanse beleg van Leiden.Door het terugvinden van funderingen bij het bouwen van het huis van prof.Van Eysingaverkeerde men in de mening dat dit huis praktisch op dezelfdeplaats stond als het voormalig kasteel.'Melding "oud archief"

92750 / 465200Coördinaten:

Onbekend / 1966Particulier / 1994Particulier / 01-01-9999

Vinder/datum:Invoerder/datum:Beschrijver/datum:

Beschrijving

Complex:

Complex:

Cultuur:

Cultuur:

Aantal:

Aantal:

Toestand:

Toestand:

Materiaal:

Materiaal:

Code algemeen:

Code algemeen:

Begindatering:

Begindatering:

Code specifiek:

Code specifiek:

Klooster(complex)

Klooster(complex)

Niet van toepassing

Niet van toepassing

9999

9999

Onbekend

Fragment

Keramiek

Keramiek

Fundering

Baksteen

Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC

Nieuwe tijd A: 1500 - 1650 nC

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Vondsten

RODENBURG, C.P. / VOS, H.H., 1966 Een kwestie van tijd (pp. 51-68, m.n. 66), in: Leids Jaarboekje 58, 1966.

RENAUD, J.G.N. 1967 Leiden, Paddepoel (*122-123)., in: Nieuwsbulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond11 / nov.

Toelichting:

Toelichting:

Enkele bouwsporen en muurfragmenten van secundair gebruikte baksteen

Baksteenformaten 18/19x9x3/4= 684 cm3; ook secundair gebruikte baksteen aan

Vondstmelding: Extern nr:

Einddatering:

Einddatering:

Nieuwe tijd A: 1500 - 1650 nC

Nieuwe tijd A: 1500 - 1650 nC

Onderzoeksmelding:

Literatuur

Uitgebreide Rapportage Waarnemingen

3 van 10

24131Waarnemingsnr:

AbtspoelPlaats:HUIS ABTSPOELToponiem:

OegstgeestGemeente:Zuid-HollandProvincie:

NAP maaiveld:

30FZ-19Objectcode:

Archeologisch: opgravingVerwerving: StrandwalGeomorfologie:Bebouwing/erf/weg/kerkhofGrondgebruik:

Loebfiche:'Oegstgeest, Abtspoel. Oudheidkundig onderzoek door de ROB onderwetensch. leiding van dr. J.G.N. Renaud in juni1964.Een onderzoek is ingesteld naar de overblijfselen van het Huis Abtspoel.Dit omgrachte gebouw was een uithof van de abdijEgmond, opgetrokken in deeerste helft van de 15e eeuw onder de abt Willem van Mathenesse. Door deveranderdeterreinomstandigheden viel het moeilijk om de juiste plaats vanhet huis vast te stellen. Na enige vergeefse pogingen werdtenslotte eenmuur van ca. 1 m breedte teruggevonden. De hoge waterstand in de zandgrondbelette echter ieder naderonderzoek. Daar bovendien bleek dat de buiten-muur maar gedeeltelijk in de grond bewaard was gebleven en debinnenmurengeheel waren verdwenen, werd de opgraving afgebroken. De te verwachten re-sultaten wettigen de hoge kosten vaneen opgraving en bemaling niet.'

93400 / 466730Coördinaten:

Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek / 06-1964Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek / 1964Renaud / 07-1964

Vinder/datum:Invoerder/datum:Beschrijver/datum:

Beschrijving

Complex: Cultuur:Aantal: Toestand:Materiaal:Code algemeen: Begindatering:Code specifiek:

Klooster(complex) Niet van toepassing1 FragmentKeramiekMuur(restant) Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nCNiet van toepassing

Vondsten

-- 1964 --, (179), in: Nieuwsbulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond

RENAUD, J.G.N. 1964 Oegstgeest., in: Nieuwsbulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond 15/7/1964

Toelichting: Muurfragment, 1 m. breed

Vondstmelding: Extern nr:

Einddatering: Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC

Onderzoeksmelding:

Literatuur

Uitgebreide Rapportage Waarnemingen

4 van 10

45341Waarnemingsnr:

OegstgeestPlaats:OUD POELGEESTToponiem:

OegstgeestGemeente:Zuid-HollandProvincie:

NAP maaiveld:

30FZ-163Objectcode:

Indirect: onbepaaldVerwerving: OnbekendGeomorfologie:OnbekendGrondgebruik:

Vondstmelding in 1977 door Van Heusden bij het RMO.De vondst werd gedaan bij graafwerk gedurende WOII.slitting (?) 8Veenendaal

93260 / 466100Coördinaten:

Particulier / 9999Louwe Kooijmans / 9999Heeringen, van / 20-01-1978

Vinder/datum:Invoerder/datum:Beschrijver/datum:

Beschrijving

RIJKSMUSEUM VAN OUDHEDENarchief Louwe Kooymans

Complex: Cultuur:Aantal: Toestand:Materiaal:Code algemeen: Begindatering:Code specifiek:

Onbekend Onbekend1 CompleetZandsteen/kwartsietBijl Neolithicum laat: 2850 - 2000 vCNiet van toepassing

Vondsten

Toelichting: lengte 10,5 cm,breedte 5,6 cm,dikte 2,9 cm.

Vondstmelding: Extern nr:

Einddatering: Neolithicum laat: 2850 - 2000 vC

Onderzoeksmelding:

Beheerder: Toelichting:

Collectie

Uitgebreide Rapportage Waarnemingen

5 van 10

45343Waarnemingsnr:

OegstgeestPlaats:SPORTTERREIN ASCToponiem:

OegstgeestGemeente:Zuid-HollandProvincie:

NAP maaiveld:

30FZ-162Objectcode:

OnbekendVerwerving: OnbekendGeomorfologie:Grasland/weidelandGrondgebruik:

De pijlpunt is aan twee zijden geretoucheerd en heeft een zeer brede steel.

92520 / 466100Coördinaten:

Particulier / 08-1976Louwe Kooijmans / 9999Heeringen, van / 20-01-1978

Vinder/datum:Invoerder/datum:Beschrijver/datum:

Beschrijving

RIJKSMUSEUM VAN OUDHEDENarchief Louwe Kooymans

Complex: Cultuur:Aantal: Toestand:Materiaal:Code algemeen: Begindatering:Code specifiek:

Onbekend Niet van toepassing1 CompleetVuursteenSpits Neolithicum laat: 2850 - 2000 vCNiet van toepassing

Vondsten

Toelichting:

Vondstmelding: Extern nr:

Einddatering: Bronstijd vroeg: 2000 - 1800 vC

Onderzoeksmelding:

Beheerder: Toelichting:

Collectie

Uitgebreide Rapportage Waarnemingen

6 van 10

48271Waarnemingsnr:

LeidenPlaats:Pomona; MytylschoolToponiem:

LeidenGemeente:Zuid-HollandProvincie:

0NAP maaiveld:

30FZ-216Objectcode:

Archeologisch: proefputten/proefsleuVerwerving: StrandwalGeomorfologie:Grasland/weidelandGrondgebruik:

Van 12 t/m 20 maart 2003 is er door de Dienst Monumenten en Archeologie van de Gemeente Leiden een AanvullendArcheologisch Onderzoek (AAO) verricht op het terrein Pomona-Mytylschool, tussen de Mytylschool en het RijnlandsZeehospitium, aan de Wassenaarseweg. Hierbij is een werkput aangelegd van 5 x 22 m.

Tijdens het onderzoek zijn bewoningsresten aangetroffen die gedateerd kunnen worden aan het eind van de Midden IJzertijd, inde 3e eeuw voor Chr.Deze overblijfselen bestonden vooral uit aardewerk dat was ingespoeld of waarvan de context is weggeerodeerd. Het is dusmogelijk dat er op de plaats van het onderzoeksterrein een bewoningslaag geweest is, die geheel is weggeerodeerd. Een andere mogelijkheid is dat het materiaal is ingespoeld, en dus afkomstig is van een bewoningslaag stroomopwaarts van deOude Rijn.

Verslag is aanwezig in Livelink.

93288 / 465115Coördinaten:

Bureau Monumenten en Archeologie Gemeente Leiden / 03-2003Bureau Monumenten en Archeologie Gemeente Leiden / 13-04-2004Bureau Monumenten en Archeologie Gemeente Leiden / 26-03-2004

Vinder/datum:Invoerder/datum:Beschrijver/datum:

Beschrijving

Complex:

Complex:

Complex:

Cultuur:

Cultuur:

Cultuur:

Aantal:

Aantal:

Aantal:

Toestand:

Toestand:

Toestand:

Materiaal:

Materiaal:

Materiaal:

Code algemeen:

Code algemeen:

Code algemeen:

Begindatering:

Begindatering:

Begindatering:

Code specifiek:

Code specifiek:

Code specifiek:

Nederzetting, onbepaald

Onbekend

Onbekend

Niet van toepassing

Onbekend

Onbekend

1

9999

2

Compleet

Fragment

N.v.t.

Keramiek

Bot, onbekend

Niet van toepassing

Spinklos/spinschijf/spinsteen

Bot

Kuil

IJzertijd: 800 - 12 vC

IJzertijd: 800 - 12 vC

IJzertijd: 800 - 12 vC

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Vondsten

Toelichting:

Toelichting:

Toelichting:

Datering niet bekend

Datering niet bekend.

Datering niet bekend

Vondstmelding: Extern nr:

Einddatering:

Einddatering:

Einddatering:

Nieuwe tijd A: 1500 - 1650 nC

Nieuwe tijd: 1500 - 1950

Nieuwe tijd: 1500 - 1950

Onderzoeksmelding: 4037

Uitgebreide Rapportage Waarnemingen

7 van 10

Bureau Monumenten en Archeologie Gemeente LeidenPomona-Mytylschool (03POM) maart 2003

Complex:

Complex:

Complex:

Complex:

Cultuur:

Cultuur:

Cultuur:

Cultuur:

Aantal:

Aantal:

Aantal:

Aantal:

Toestand:

Toestand:

Toestand:

Toestand:

Materiaal:

Materiaal:

Materiaal:

Materiaal:

Code algemeen:

Code algemeen:

Code algemeen:

Code algemeen:

Begindatering:

Begindatering:

Begindatering:

Begindatering:

Code specifiek:

Code specifiek:

Code specifiek:

Code specifiek:

Onbekend

Nederzetting, onbepaald

Nederzetting, onbepaald

Nederzetting, onbepaald

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

1

1

1

1055

Fragment

N.v.t.

N.v.t.

Fragment

Koper

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Keramiek

Fibula/mantelspeld

Cultuurlaag

Kuil

Aardewerk, handgevormd

IJzertijd: 800 - 12 vC

IJzertijd midden: 500 - 250 vC

IJzertijd midden: 500 - 250 vC

IJzertijd midden: 500 - 250 vC

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Foto

Tekening

Verslag

Bureau Monumenten en Archeologie Gemeente Leiden

Bureau Monumenten en Archeologie Gemeente Leiden

Bureau Monumenten en Archeologie Gemeente Leiden

Foto's/dia's: 03POMF0001 t/m 03POMF0064

03POMT0001 t/m 03POMT0072

Steen, J. van der, 2003: Aanvullend Archeologisch Onderzoek Pomona - Mytylschool (03POM), maart2003. Gemeente Leiden, Bureau Monumenten & Archeologie.

Toelichting:

Toelichting:

Toelichting:

Toelichting:

Datering niet bekend

Type:

Type:

Type:

Beheerder:

Beheerder:

Beheerder:

Toelichting:

Toelichting:

Toelichting:

Einddatering:

Einddatering:

Einddatering:

Einddatering:

Middeleeuwen laat A: 1050 - 1250 nC

IJzertijd midden: 500 - 250 vC

IJzertijd midden: 500 - 250 vC

IJzertijd midden: 500 - 250 vC

Beheerder: Toelichting:

Documentatie

Collectie

Uitgebreide Rapportage Waarnemingen

8 van 10

413343Waarnemingsnr:

OegstgeestPlaats:OverveerpolderToponiem:

OegstgeestGemeente:Zuid-HollandProvincie:

+ ,02NAP maaiveld:

30FZ-294Objectcode:

Archeologisch: booronderzoekVerwerving: DuinGeomorfologie:Grasland/weidelandGrondgebruik:

In opdracht van gemeente Oegstgeest heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in augustus 2009 een inventariserendveldonderzoek uitgevoerd in verband met de voorgenomen bodemin-grepen in het plangebied Overveerpolder in de gemeenteOegstgeest. Doel van dit onderzoek was de Archeologische Verwachtingskaart Oegstgeest te toetsen en, voor zover mogelijk,een eerste indruk te geven van de aard, omvang, datering, kwaliteit (gaafheid en conservering) en diepteligging van eventueelaangetroffen archeologische vindplaatsen.

In het onderzoeksgebied zijn tijdens het veldonderzoek twee archeologische vindplaatsen aange-troffen. Vindplaats 1 betreftresten behorende bij Huis Abtspoel en vindplaats 2 resten van een molen, beide daterend uit de Late Middeleeuwen t/m Nieuwetijd.In het overige deel van het on-derzoeksgebied zijn wel de verwachte kalkloze duinzanden aangetroffen, maar geen aanwijzin-gen voor de aanwezigheid van archeologisch relevante lagen (vegetatiehorizonten) en/of archeo-logische vindplaatsen.

In het noordwestelijke deel van het onderzoeksgebied zijn vermoedelijk archeologische resten van bijgebouwen en de tuinbehorende bij Huis Abstpoel aanwezig. Tijdens het veldonderzoek zijn enkele fragmenten kogelpot daterend uit de 12e/13e eeuwaangetroffen. In de boringen 3 en 18 is ondoordringbaar puin aangetroffen. Verder is in de boringen 24 t/m 29 een sloot ofmogelijk gracht aangetroffen.

Op basis van de resultaten van dit onderzoek wordt aanbevolen om aanvullend archeologisch onderzoek te laten verrichten in hetnoordwestelijke deel van het onderzoeksgebied. Geadvi-seerd wordt om dit vervolgonderzoek te laten plaatsvinden in de vormvan een aanvullend bu-reauonderzoek, specifiek gericht op Huis Abstpoel, en inventariserend veldonderzoek (IVO) kar-terende/waarderende fase, bestaande uit geofysisch onderzoek en/of proefsleuvenonderzoek.

Na beoordeling van de bevindingen van onderhavig onderzoek zal het bevoegd gezag (gemeente Oegstgeest of diens adviseur:drs. C. Brandenburgh, gemeentelijk archeoloog van Leiden) een selectiebesluit nemen.

93468 / 466706Coördinaten:

RAAP Archeologisch Adviesbureau / 12-08-2009Kruif, de / 03-09-2009RAAP Archeologisch Adviesbureau / 03-09-2009

Vinder/datum:Invoerder/datum:Beschrijver/datum:

Beschrijving

Complex:

Complex:

Cultuur:

Cultuur:

Aantal:

Aantal:

Toestand:

Toestand:

Materiaal:

Materiaal:

Code algemeen:

Code algemeen:

Begindatering:

Begindatering:

Code specifiek:

Code specifiek:

Borg/stins/versterkt huis

Borg/stins/versterkt huis

Niet van toepassing

Niet van toepassing

1

1

Fragment

Fragment

Metaal

Glas

Slak

Kleurloos/ontkleurd glas

IJzertijd: 800 - 12 vC

Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Vondsten

Toelichting:

Toelichting: glas met luchtbelletjes

Vondstmelding: 411799 Extern nr: OPOG

Einddatering:

Einddatering:

Nieuwe tijd C: 1850 - 1950

Nieuwe tijd C: 1850 - 1950

Onderzoeksmelding: 36152

Uitgebreide Rapportage Waarnemingen

9 van 10

Complex:

Complex:

Complex:

Complex:

Complex:

Complex:

Complex:

Cultuur:

Cultuur:

Cultuur:

Cultuur:

Cultuur:

Cultuur:

Cultuur:

Aantal:

Aantal:

Aantal:

Aantal:

Aantal:

Aantal:

Aantal:

Toestand:

Toestand:

Toestand:

Toestand:

Toestand:

Toestand:

Toestand:

Materiaal:

Materiaal:

Materiaal:

Materiaal:

Materiaal:

Materiaal:

Materiaal:

Code algemeen:

Code algemeen:

Code algemeen:

Code algemeen:

Code algemeen:

Code algemeen:

Code algemeen:

Begindatering:

Begindatering:

Begindatering:

Begindatering:

Begindatering:

Begindatering:

Begindatering:

Code specifiek:

Code specifiek:

Code specifiek:

Code specifiek:

Code specifiek:

Code specifiek:

Code specifiek:

Borg/stins/versterkt huis

Borg/stins/versterkt huis

Borg/stins/versterkt huis

Borg/stins/versterkt huis

Borg/stins/versterkt huis

Borg/stins/versterkt huis

Borg/stins/versterkt huis

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

9999

1

4

1

3

1

1

Fragment

Fragment

Fragment

Fragment

Fragment

Fragment

Fragment

Kalk(steen)

Keramiek

Keramiek

Keramiek

Keramiek

Keramiek

Keramiek

Mortel/specie

Aardewerk, ondetermineerbaar

Kogelpot

Grijsbakkend gedraaid aardewerk

Roodbakkend geglazuurd aardewerk

Fayence

Pijp/pijpekop/pijpesteel

Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC

Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC

Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC

Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC

Nieuwe tijd A: 1500 - 1650 nC

Nieuwe tijd A: 1500 - 1650 nC

Nieuwe tijd A: 1500 - 1650 nC

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Toelichting:

Toelichting:

Toelichting:

Toelichting:

Toelichting:

Toelichting:

Toelichting:

schelpmortel

12-13e eeuw

loodglazuur

vanaf 17e eeuw

pijpesteel

Einddatering:

Einddatering:

Einddatering:

Einddatering:

Einddatering:

Einddatering:

Einddatering:

Nieuwe tijd C: 1850 - 1950

Nieuwe tijd: 1500 - 1950

Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC

Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC

Nieuwe tijd C: 1850 - 1950

Nieuwe tijd C: 1850 - 1950

Nieuwe tijd B: 1650 - 1850 nC

Uitgebreide Rapportage Waarnemingen

10 van 10

Provinciaal Depot voor Bodemvondsten Zuid-Hollandna bestudering zullen de relevante vondsten worden overgedragen aan het desbetreffende depot

Complex:

Complex:

Cultuur:

Cultuur:

Aantal:

Aantal:

Toestand:

Toestand:

Materiaal:

Materiaal:

Code algemeen:

Code algemeen:

Begindatering:

Begindatering:

Code specifiek:

Code specifiek:

Borg/stins/versterkt huis

Borg/stins/versterkt huis

Niet van toepassing

Niet van toepassing

3

2

Fragment

Fragment

Keramiek

Keramiek

Porselein

Industrieel wit (Maastrichts/Regout)

Nieuwe tijd B: 1650 - 1850 nC

Nieuwe tijd C: 1850 - 1950

Niet van toepassing

Niet van toepassing

VerslagRAAP Archeologisch AdviesbureauDe projectinformatie bevindt zich in het archief van RAAP-West

Tol, A., P. Verhagen, A. Borsboom & M. Verbruggen 2004 Prospectief boren; een studie naar de betrouwbaarheid entoepasbaarheid van booronderzoek in de prospectiearcheologie., in: RAAP-rapport (Regionaal Archeologisch Archiverings Project,Amsterdam) 1000

Kruif, S. de 2009 Plangebied Overveerpolder, gemeente Oegstgeest; archeologisch vooronderzoek: een inventariserendveldonderzoek, in: RAAP-rapport 1997

Toelichting:

Toelichting:

namaak porselein

fayence, 19e eeuw

Type:Beheerder: Toelichting:

Einddatering:

Einddatering:

Nieuwe tijd C: 1850 - 1950

Nieuwe tijd C: 1850 - 1950

Beheerder: Toelichting:

Documentatie

Collectie

Literatuur

Bijlage 4: Luchtfoto van het plangebied en omgeving

Figuur 1: Luchtfoto van het plangebied en omgeving, met aangegeven in cirkels de molenbiotoop van de Kikkermolen (foto richting westen, situatie september 2003, bron: CHS Zuid-Holland). Ten tijde van de foto was de Oegstgeesterweg nog door de Poelgeesterbrug met het oostelijk deel van het plangebied verbonden.

Bijla

ge 5

B

oo

rsta

ten

����� ���� ����������� ��� ����� ����������

��������� ���������������� �������� ���������

� � ��� �

����� ������ ��! ���� � "#� $% � &� '� " �� ��� �( �) ��� ���� �������������

*� +�* �* �� �

,� +�* �* �� �

-� +�* �* �� �

.� +�* �* �� �

�� /)* � *#�0,*� �

1� /)* � *#�0,*� �

�� /)* � *#�0,*� �

2� /)* � *#�0,*� �

3� /)* � *#�0,*� �

��� /)* � *#�0,*� �

**� /)* � *#�0,*� �

*,� /)* � *#�0,*� �

*-� /)* � *#�0,*� �

*.� /)* � *#�0,*� �

��� /)* � *#�0,*� �

*1� /)* � *#�0,*� �

*�� /)* � *#�0,*� �

*2� /)* � *#�0,*� �

*3� /)* � *#�0,*� �

��� /)* � *#�0,*� �

,*� /)* � *#�0,*� �

,,� /)* � *#�0,*� �

,-� /)* � *#�0,*� �

,.� /)* � *#�0,*� �

���

,1�

,��

,2�

,3�

���

4��������������)���� � ���05���������������

4���������� �0�5

4��������������) ���)��6�������������� 6!��7�#*�.����8��*323��489�����������'��� 6!�:����)����*333

4�� �������) ������� �����;���<����)���������<5�����=��5���������

������������(<����(�����)<�����)���������<������

4������0���������������������������� 6!�>��:�����?�@ ���������*323�

4��������������;����5!����������������������������5�)������)�����������)�� �������� ! A�)���*!���

7�=$-

3--31�� �B0�1�������)��) ����������!�C����������������!�75�������������

������������5���5��.1#2-���

,,=�3=*� ":=�D *

����� ���� ����������� ��� ����� ����������

��������� ���������������� �������� ���������

� � 0��.

����� ������ ��! ���� � "#� $% � &� '� " �� ��� �( �) ��� ���� �������������

*� +�- �, ��� ��

,� +�- �, ��� ��

-� +�- �, ��� ��

.� +�, �, �� ������)��

�� +), �, ��

1� +�, �, ��

�� +�, �, ��

2� +�, ���

3� +�* �

��� +�* �

**� +�* � ��������

*,� +�* � ��������)

*-� +), �

*.� +), � 6�)6���

��� A�� �

*1� A�� �

*�� A�� �

*2� A�� �

*3� A�� �

��� A�� �

,*� +�* � �������������(�����������(�������)

,,� /)* �

,-� +�� � �6(�))������������������

,.� +�� �

��� $" �������5����

,1�

,��

,2�

,3�

���

4��������������)���� � ���05���������������

4���������� �0�5

4��������������) ���)��6�������������� 6!��7�#*�.����8��*323��489�����������'��� 6!�:����)����*333

4�� �������) ������� �����;���<����)���������<5�����=��5���������

������������(<����(�����)<�����)���������<������

4������0���������������������������� 6!�>��:�����?�@ ���������*323�

4��������������;����5!����������������������������5�)������)�����������)�� �������� ! A�)���*!���

� 7�=$-

3-.,,�� �B0#����6���,��������!�'�)6�����������66������������������5������

�����������5����������66��������.1#2#���

,,=�3=*� ":=�D � ,

����� ���� ����������� ��� ����� ����������

��������� ���������������� �������� ���������

� � 0��.

����� ������ ��! ���� � "#� $% � &� '� " �� ��� �( �) ��� ���� �������������

*� +)- � ��

,� /�� �� ��

-� +)- �� ��

.� +)- �� ��������

�� +)- �� ��������

1� +)- ��� ��������

�� +), ���

2� +), �* ���

3� +), ���

��� +), �* ���

**� +)- ��� ������������������

*,� +)- ��� ������������������

*-� +)- �

*.� A�� �

��� A�� �

*1� A�� �

*�� A�� �

*2� A�� �� ������������������5�������

*3� +)- �, � ��������)�����(�������������

��� /)* �, � *#�0,*�

,*� /)* � *#�0,*�

,,� /�� � *#�0,*� ����������������������

,-� /)* � *#�0,*� ) �

,.� /)* � *#�0,*� ) �

��� $"

,1� $"

,��

,2�

,3�

���

4��������������)���� � ���05���������������

4���������� �0�5

4��������������) ���)��6�������������� 6!��7�#*�.����8��*323��489�����������'��� 6!�:����)����*333

4�� �������) ������� �����;���<����)���������<5�����=��5���������

������������(<����(�����)<�����)���������<������

4������0���������������������������� 6!�>��:�����?�@ ���������*323�

4��������������;����5!����������������������������5�)������)�����������)�� �������� ! A�)���*!���

� 7�=$-

3-.,3�� �B0�#������)��5���������(��!�'���*��������

.1#2�#��

,,=�3=*� ":=�D � -

����� ���� ����������� ��� ����� ����������

��������� ���������������� �������� ���������

� � 0��#

����� ������ ��! ���� � "#� $% � &� '� " �� ��� �( �) ��� ���� �������������

*� /�� �* �� ��

,� /�� �* �� ��

-� /�� �* �� ��

.� /�� �* �� ��

�� /�� �* �� ��

1� /�� �* �� ��

�� /�� �* �� ��

2� /�� �* �� ��

3� +), ���

��� +), ��� $%

**� +), ��� �����)������

*,� +), ��� ��������5�����)

*-� +)* ���

*.� +)* ��� ��������

��� +)* ���

*1� +)* ��� �5���������������������-0.� �

*�� A�- ��

*2� A�� �

*3� A�� �

��� A�� �

,*� A�� �

,,� A�� �

,-� A�� � ) �����5�����

,.� /)* � *#�0,*�

��� /�� � � ����������������=�����

,1� $"

,�� $"

,2� $"

,3�

���

4��������������)���� � ���05���������������

4���������� �0�5

4��������������) ���)��6�������������� 6!��7�#*�.����8��*323��489�����������'��� 6!�:����)����*333

4�� �������) ������� �����;���<����)���������<5�����=��5���������

������������(<����(�����)<�����)���������<������

4������0���������������������������� 6!�>��:�����?�@ ���������*323�

4��������������;����5!����������������������������5�)������)�����������)�� �������� ! A�)���*!���

� 7�=$-

3-#�.�� ������������)������(�)��B0�1��

.1#2.1��

,,=�3=*� ":=�D � .

����� ���� ����������� ��� ����� ����������

��������� ���������������� �������� ���������

� � 0��#

����� ������ ��! ���� � "#� $% � &� '� " �� ��� �( �) ��� ���� �������������

*� +�- �, �� � ��

,� +�- �, �� � ��

-� +�- �, �� � ��

.� +�- �, �� � ��

�� +�- �, �� � ��

1� +�- �, �� � ��

�� +�- �, �� � ��

2� +�- �, �� � ��

3� +�- �, �� � ��

��� +�- �, �� � ��

**� +�- �, �� � ��

*,� +)* �* ��� $% � ) �������

*-� +)* �* ��� �

*.� +)* �* ��� �

��� +)* �* ��� �

*1� +)* �* ��� � ��)��5�����)����)��������5���

*�� A�� �� � �����

*2� A�� � � �6���������������������

*3� A�� � �

��� A�� � �

,*� A�� � �

,,� A�� � �

,-� A�� � �

,.� +�* � � ���)�������������

��� $"

,1� $"

,�� $"

,2� $" �������5����

,3�

���

4��������������)���� � ���05���������������

4���������� �0�5

4��������������) ���)��6�������������� 6!��7�#*�.����8��*323��489�����������'��� 6!�:����)����*333

4�� �������) ������� �����;���<����)���������<5�����=��5���������

������������(<����(�����)<�����)���������<������

4������0���������������������������� 6!�>��:�����?�@ ���������*323�

4��������������;����5!����������������������������5�)������)�����������)�� �������� ! A�)���*!���

� 7�=$-

3-#�1��

.1#21#��

,,=�3=*� ":=�D � #

����� ���� ����������� ��� ����� ����������

��������� ���������������� �������� ���������

� � 0��,

����� ������ ��! ���� � "#� $% � &� '� " �� ��� �( �) ��� ���� �������������

*� +�* �, �� � ����(����)

,� +�* �, �� � ����(����)

-� +�* �, �� � ����(����)

.� +�* �, �� � ����(����)

�� +�* �, �� � ����(����)

1� +�* �, �� � ����(����)

�� +�* �, �� * ����(����)

2� +), �* �� * ����(����)

3� +), �* �� * ����(����)

��� +), �* �� * ��5����

**� +), �* �� � ���(�����

*,� +), �* �� � ���(�����

*-� +), �* �� � ���)������(����)

*.� +), �* �� � ���(�������5���������(�����

��� +), �, �� $% �

*1� A�- �� � ��� �

*�� A�- �� �

*2� A�- �� �

*3� A�- �� �

��� A�* �� �

,*� A�* �� �

,,� A�* �� �

,-� A�* �� �

,.� +), � �

��� /)* � *#�0,*� � ) �������)

,1� $"

,�� $"

,2�

,3�

���

4��������������)���� � ���05���������������

4���������� �0�5

4��������������) ���)��6�������������� 6!��7�#*�.����8��*323��489�����������'��� 6!�:����)����*333

4�� �������) ������� �����;���<����)���������<5�����=��5���������

������������(<����(�����)<�����)���������<������

4������0���������������������������� 6!�>��:�����?�@ ���������*323�

4��������������;����5!����������������������������5�)������)�����������)�� �������� ! A�)���*!���

� 7�=$-

3-#-*�� �B0�1������)�������

.1#21-��

,,=�3=*� ":=�D � 1

Toelichting bij de boorstaten aug. 2004/RS

Textuur / Org. De grondsoorten driehoeken (NEN 5104) ; de natuurlijke monsters vallen meestal in de gearceerde delen van de driehoeken

G sx grind siltigG z1 grind zwak zandigG z2 grind matig zandigG z3 grind sterk zandigG z4 grind uiterst zandigg1 zwak grindigg2 matig grindigg3 sterk grindig

V km veen mineraalarmV k1 veen zwak kleiigV k3 veen sterk kleiigV z1 veen zwak zandigV z3 veen sterk zandig

h1 zwak humeush2 matig humeush3 sterk humeus

K s1 klei zwak siltig Z kx zand kleiigK s2 klei matig siltig Z s1 zand zwak siltigK s3 klei sterk siltig Z s2 zand matig siltigK s4 klei uiterst siltig Z s3 zand strerk siltig

Z s4 zand uiterst siltigK z1 klei zwak zandigK z2 klei matig zandigK z3 klei sterk zandig

L z1 leem zwak zandigL z3 leem sterk zandig

Veen/humusgehalte vermeld in kolom 'Org.'; overig vermeld in kolom 'Textuur'Kleur bl blauw

br bruinge geelgn groengr grijsol olijfor oranjepa paarsro roodrz roze toevoegingenwi wit d donkerzw zwart l licht

vorming code: toevoeging - secundaire kleuring - primaire kleur (vb. lbrgr : lichtbruingrijs)plr plantenresten plr plantenresten - ongedifferentiëerd

h houtr rietz zegge

M50 in geval van textuurklasse zand: mediaan korrelgrootte (in micrometers)GW grondwater ghg gemiddeld hoogste grondwaterstand

gw grondwaterstandglg gemiddeld laagste grondwaterstand

or oxydatie/reductie o geheel geoxideerdor oxidatie/reductier geheel gereduceerd

Ca Kalkgehalte 0 kalkloos1 kalkarm2 kalkrijk

Fe IJzergehalte 0 ijzerloos1 ijzerarm2 ijzerrijk

M Monsternamehk Houtskool (+ indien aanwezig)bot verbrand/onverbrand bot (+ indien aanwezig)aw aardewerk (+ indien aanwezig)ns natuursteen (+ indien aanwezig)met metaal (+ indien aanwezig)horiz horizontbenaming cf. De Bakker & Schelling (zie onder)bijzonderheden ger. geroerd

Fe-vl. gevlekt door ijzerneerslagFe-c ijzerneerslag in concretiesMn mangaanbakst. baksteengruissch. schelpgruis/schelpjes ongedifferentieerdGM Geen monster# Begin- / eindpunt gutsend einde boring

BodemclassificatieBakker, H. de & J. Schelling, 1966: Systeem van bodemclassificatie voor Nederland. De hogere niveaus . Pudoc, WageningenBakker, H. de & J. Schelling, 1989: Systeem van bodemclassificatie voor Nederland. De hogere niveaus, 2e herziene uitgave . Winand Staring Centrum, WageningenF.A.O. 1988; FAO-Unesco soil map of the world, revised legend . World Soil Resources Report 60, FAO, Rome.

FAO/Unesco, 1988 De Bakker & Schelling, 1966, 1989Afwijking van FAO

Hoofdhorizonten

H Organische horizont, ontstaan door organische accumulatie op het minerale oppervlak; Onderscheid tussen H en O horizonten wordtlangdurig met water verzadigd; maakt geen deel uit van de minerale bodem niet gemaakt; oftewel: verzadiging vormt geen

O Organische horizont, ontstaan door organische accumulatie op het minerale oppervlak; onderscheidend criteriumnooit met water verzadigd; maakt geen deel uit van de minerale bodem 1966: AO <--> 1989: O

A Minerale horizont (lager gehalte organische koolstof dan H/O horizont) 1966: A1 <--> 1989: Aaccumulatie van intensief met minerale bestanddelen gemengde gehumificeerde organische stof; of morfologie door bodemvorming, zonder kenmerken van E/B hor.

E Minerale horizont; belangrijkste kenmerk: eluviatie van kleimineralen, ijzer, aluminium 1966: A2 <--> 1989: Eof een combinatie daarvan. -> relatieve verrijking aan kwarts en andere mineralen in zand/silt-fractie. Minder organische stof/lichter van kleur dan A; lichter/grover dan B

B Horizont waarin gesteentestructuur afwezig of sterk vervaagd is; gekenmerkt door:concentratie van ingespoelde kleimineralen/ijzer/aluminium/organische stofresiduaire concentratie van sesquioxyden; verwering van moedermateriaal, leidend totnieuwvorming van kleimineralen/oxyden;

C Minerale horizont van ongeconsolideerd materiaal; geen kenmerken van een van de 1966: deel van C <--> 1989: Bwoverige horizonten; verwering is mogelijk 1966: G <--> 1989: onderscheid naar C/Cr

R Aaneengesloten laag van vast gesteente

Overgangshorizonten

"AB" eigenschappen van boven- of onderliggende horizont komen tegelijkertijd voor"E/B" in een horizont komen begrensbare gedeelten voor met eingenschappen van verschillende horizonten

LettertoevoegingenFAO/Unesco, 1988 De Bakker & Schelling, 1966, 1989

Afwijking van FAOa : geheel/gedeeltelijk door mens van elders aangevoerd 1966: an <--> 1989: a

b begraven horizontc concreties; meestal met 2e letter die aard van concreties aanduidt extreem ijzerrijke horizont (géén ingespoeld ijzer)

e : ontijzerde B en C (1966: - )f : omgezette doch herkenbare plantenresten

g vlekking door variatie in oxydatie/reductie (gleyverschijnselen)h accumulatie van organische stof (bij A alleen bij onverstoord) 1966: v <--> 1989: h (deels)i permafrost half of minder gerijpt materiaal (bij C horizont) (1966: - )j jarosiet kattekleivlekkenk calciumcarbonaat

l : vers/nauwelijks aangetast strooiselm sterk gecementeerd; vaak met 2e letter die aard van cementatie aanduidtn accumulatie van natriumo residuaire accumulatie van sesquioxydenp verstoring door ploegen en vergelijkbare antropogene ingrepenq accumulatie van silicar sterke reductie (grondwaterinvloed) geheel gereduceerd (1966: - )s illuviale accumulatie van sesquioxyden 1966: - t illuviale accumulatie van lutumu onderverdeling gewenst; echter zonder betekenis 1966: - <--> 1989: ongespecificeerdw verwering in situ 1966: -x fragipany accumulatie van (pedogeen) gipsz accumulatie van zouten die beter oplosbaar zijn dan gips

Cijfertoevoegingen….2 nadere onderverdeling van horizont2…. aanduiding van lithologische discontinuïteit

8   

 

  Rho adviseurs voor leefruimte      054600.20160888 

Bijlage 3      Cultuurhistorische analyse  

   

Cultuurhistorische effectrapportage “Trekvaartbrug” juli 2016 II blad 1

CULTUURHISTORISCHE ANALYSE

Bestemmingsplan Brug Poelgeest

Gemeente Leiden/ Gemeente Oegstgeest

Onderzoek i.o.v. Gemeente Leiden/ Gemeente Oegstgeest, juli 2016

Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 2

COLOFON

Opdrachtgever

Gemeente Leiden

Gemeente Oegstgeest

Rapportage

Drs. C.J.B.P. Frank

Mw. Drs. M.E.D. Lemmens

Drs. J. de Jong

Fotografie

Mw. Drs. M.E.D. Lemmens

Dit is een uitgave van het Monumenten Advies Bu reau, Nijmegen,

juli 2016, copyright MAB Nijmegen 2016

MONUMENTEN ADVIES BUREAU

drs. C.J.B.P. Frank

drs. F.A.C. Haans

mw. drs. C.H.J.M. van den Broek

drs. J. de Jong

ing. G. Korenberg

mw. drs. M.E.D. Lemmens

drs. D. Schaars

mw. drs. L. Valckx

Bredestraat 1

6542 SN NIJMEGEN

tel: 024-3786742

fax:024-3792477

[email protected]/ www.monumentenadviesbureau.nl

Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 3

INHOUD

1 INLEIDING 5

1.1 Project 5

1.2 Leeswijzer 5

2 SCHETS PLANGEBIED 6

2.1 Begrenzing plangebied 6

2.2 Centraal in het plangebied: de Haarlemmertrekvaart 6

3 HISTORISCH-RUIMTELIJKE ANALYSE 7

3.1 Vroege ontwikkeling van het gebied 7

3.2 De nog aanwezige oude structuren 10

4 BELEIDSKADER 14

4.1 Modernisering Monumentenzorg 14

4.2 Cultuurhistorische Atlas Zuid-Holland 14

4.3 Visie ruimte en mobiliteit 16

4.4 Verordening Ruimte 2014 16

4.5 Cultuurhistorisch beleid Leiden 19

4.6 Cultuurhistorisch beleid Oegstgeest 21

5 CULTUURHISTORISCHE WAARDEN 22

5.1 Rijksmonument Buitenplaats Poelgeest 22

5.2 Cultuurhistorische waarden binnen plangebied 24

6 EFFECTEN 27

6.1 Inleiding 27

6.2 Effecten voor de leesbaarheid van de cultuurhistorische

hoofdstructuur 27

6.3 Effecten voor rijksbeschermde buitenplaats (IJsbaan) 29

6.4 Effect voor relatie buitenplaats en Kikkermolen 37

6.5 Lig- en overwinterplaatsen in de Haarlemmertrekvaart – effecten

voor een historische situatie? 39

6.6 Effecten voor windvang molens 42

7 AANBEVELINGEN EN KANSEN 43

8 BRONNEN EN LITERATUUR 44

BIJLAGE:

-WAARDENKAART CULTUURHISTORIE PLANGEBIED TREKVAARTBRUG

Cultuurhistorische effectrapportage “Trekvaartbrug” juli 2016 II blad 4

Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 5

1 INLEIDING

1.1 Project

In verband met het opstellen van een nieuw bestemmingsplan “Brug

Poelgeest” ten behoeve van de bouw van een brug over de

Haarlemmertrekvaart (ter ontsluiting van de wijk Poelgeest in de

gemeente Oegstgeest op de Oegstgeesterweg in Leiden) is het

Monumenten Advies Bureau gevraagd een cultuurhistorische

effectrapportage op te stellen, waarin het bestemmingsplangebied

geanalyseerd wordt.

Deze effectrapportage wordt gepresenteerd in de vorm van een

beknopte cultuurhistorische analyse, waarin de cultuurhistorische

context van het plangebied kort wordt geduid, de aanwezige

cultuurhistorische kwaliteiten worden omschreven en g ewaardeerd en de

effecten van de beoogde ingrepen (bouw van een brug over de

Haarlemmertrekvaart en de daaraan gekoppelde infrastructuur) worden

getoetst op hun impact op de cultuurhistorische component. In de

conclusie worden de gevolgen (mét kansen en be dreigingen) helder

omschreven. Het vigerende beleid ten aanzien van cultuurhistorie wordt

hierbij meegenomen.

De cultuurhistorische component van het plangebied wordt op een

eenvoudige gebiedskaart gevisualiseerd.

1.2 Leeswijzer

Hoofdstuk 2 geeft een beknopte schets van het plangebied. Hoofdstuk 3

bevat een historisch-ruimtelijke analyse van het plangebied. In hoofdstuk

4 wordt ingegaan op het relevante beleidskader. In hoofdstuk 5 worden

de cultuurhistorische waarden gepresenteerd. Hoofdstuk 6 beschrijft de

effecten van de plannen op de cultuurhistorische component en

hoofdstuk 7 geeft een aantal aanbevelingen en suggesties. In hoofdstuk

8 ten slotte vindt men een overzicht van gebruikte bronnen.

Drs. C.J.B.P. Frank

Drs. M.E.D. Lemmens

Drs. J. de Jong

Monumenten Advies Bureau

Nijmegen, juli 2016

Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 6

2 SCHETS PLANGEBIED

2.1 Begrenzing plangebied

Het plangebied betreft een gedeelte van de Haarlemmertrekvaart en

aangrenzend terrein tussen de woonwijk Poelgeest in de gemeente

Oegstgeest (in het noordoosten) en de Oegstgeesterweg in de gemeente

Leiden (in het zuidwesten). Het gebiedje ligt ten noordwesten van het

centrum van Leiden en even ten zuidoosten van het centrum van

Oegstgeest. Even ten noordwesten van het plangebied ligt het terrein

het kasteel Oud-Poelgeest, aan de westelijke zijde loopt de

Oegstgeesterweg en aan de zuidzijde staat het monumentale

Kikkermolentje, een wipmolen uit 1752 en bevindt zich het in 1959

aangelegde Heempark. Aan de oostelijke zijde van de vaart wordt het

plangebied begrensd door de nieuwe wijk Poelgeest, aan de oostelijke

zijde en in het zuiden door het Trekvaartplein, waar nu een

woonwagenpark is.

Het plan omvat het realiseren van een nieuwe ontsluiting van de wijk

Poelgeest. Het voornemen is de Hugo de Vrieslaan in de nieuwe wijk aan

de oostelijke zijde van de vaart middels een nieuwe brug over de

Haarlemmertrekvaart aan te sluiten op de Oegstgeesterweg in Leiden aan

de westelijke zijde.

2.2 Centraal in het plangebied: de Haarlemmertrekvaart

De Haarlemmertrekvaart, ook wel bekend onder de naam Leidsevaart of

Leidse Trekvaart, loopt van Leiden naar Haarlem en was een belangrijke

route voor trekschuiten tussen beide steden. Beginnend in de uitlopers

van de Kagerplassen en uitmondend in het Spaarne heeft de vaart een

totale lengte van circa 30 kilometer. De breedte varieert van 15 tot 30

meter. De vaart is in de zeventiende eeuw aangelegd ter plaatse van het

riviertje de Maerne.

Het plangebied op de topografische atlas (circa 2005).

Begrenzing plangebied.

Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 7

3 HISTORISCH-RUIMTELIJKE ANALYSE

3.1 Vroege ontwikkeling van het gebied

3.1.1 Oegstgeest

Oegstgeest is een van de vroegst bewoonde gebieden van het kustgebied

en is ontstaan op een uitloper van een min of meer noord -zuid gerichte

strandwal in het mondingsgebied van de Oude Rijn. Langs de Hollandse

kust vormden de parallel aan elkaar gelegen standwallen de hoger

gelegen gronden, geschikt voor bewoning. Op de tussen de strandwallen

gelegen strandvlaktes vormden zich, na daling van de zeespiegel, dikke

lagen veen. Deze lage, natte gebieden lieten zich moeilijk bedwingen en

werden pas veel later in ontwikkeling gebracht. De eerste sporen van

bewoning van wat nu Oegstgeest is dateren uit de periode 500 -700 na

Christus. Van echte permanente bewoning kan men spreken vanaf de 9d e

eeuw. In de lager gelegen natte gebieden werden ten behoeve van de

ontwatering parallelle sloten gegraven. Hierdoor ontstonden er in het

gebied de zo kenmerkende regelmatige verkavelingspatronen.

Van de 11de tot de 14de eeuw maakte Oegstgeest een period e van grote

bloei door. Het dicht bij het eerder omschreven plangebied gelegen

kasteel Oud-Poelgeest dateert uit deze periode. Deze bloei van

Oegstgeest werd onderbroken door de opkomst van het naburige Leiden

als stad.

Oegstgeest bestond tot het begin van de twintigste eeuw uit een aantal

losse kernen, namelijk de Kerkbuurt of het Oude Dorp, de Leidse Buurt,

de Poelgeesterbuurt of de Kwaak bij kasteel Oud-Poelgeest), de Mors en

tot slot de Bazar en de Rijsjes (sinds 1966 behorende bij Rijnsburg).

Tussen deze buurten waren hooguit wat verspreid liggende huizen en

boerderijen te vinden. De tussenliggende gebieden werden pas na 1900

bebouwd. Pas vrij recent, in de eerste jaren van de 21ste eeuw, is de

nieuwe wijk Poelgeest gebouwd, gelegen tussen de Merenwij k in Leiden

en het kasteel Poelgeest aan de andere zijde van de

Haarlemmertrekvaart.

Detail van een kaart uit 1615, Fl.Balthazar, B.Florisz.van Berckenrode, met het riviertje de Maern / Maren (blauwe pijl) dat langs kasteel Oud Poelgeest (gele pijl) naar het noorden loopt en wat later omgevormd zou worden tot de Haarlemmertrekvaart. Het terrein dat nu dienst doet als ijsbaan (in de rode cirkel) en de driehoekige structuur (bij de groene pijl) tussen wat nu de vaart is en de ‘broucksloot’ zijn ook in de huidige situatie nog duidelijk herkenbaar. Op dit kaartje is goed te zien dat de “Brouckdijk” (rechts) en de “Marendijck” (midden-onder) tevens belangrijke verbindingswegen waren door dit laag gelegen gebied. In de rechter benedenhoek is nog net een stuk van de stad Leiden te zien. (www.watwaswaar.nl)

Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 8

3.1.2 Leiden

De ten zuidoosten van Oegstgeest gelegen stad Leiden ontstond als

dijkdorp aan de voet van een kunstmatige heuvel aan de samenvloeiing

van de Oude en de Nieuwe Rijn. De gunstig gelegen nederzetting kreeg in

1266 bevestiging van de al eerder verleende stadsrechten en ontwikkelde

zich met haar bloeiende lakennijverheid in de 14de en 15de eeuw uit tot

een van de grootste steden van het gewest Holland.

3.1.3 Kasteel Oud-Poelgeest

Het kasteel Oud-Poelgeest heeft een rijke geschiedenis. Ruim 1000 jaar

geleden was er op deze hoge plek al een versterkt huis, omringd door

poelen en moerassen. Dit huis werd tijdens het Beleg van Leiden

verwoest en rond 1660 werd dan ook het huidige huis Poelgeest

gebouwd. De statige maar sobere architectuur van het kasteel werd in de

negentiende eeuw aangevuld met twee torens met ui -vormige

bekroningen. Verder werden er diverse bijgebouwen gerealiseerd, zoals

een koetshuis, oranjerie en een kleine kapel. Van oudsher is het terrein

dat nu in gebruik is als ijsbaan onderdeel van de gronden van het ten

noorden daarvan gelegen kasteel Oud-Poelgeest: op de kadastrale

minuut uit 1832 staat het aangegeven als weiland in bezit van de

eigenaresse van landgoed Oud Poelgeest, de weduwe Alexander van

Rhemen. Vanaf de zuidoostelijke gevel van het kasteel en de daarvoor

gelegen boogbrug heeft men vrij zicht over het open gebied (nu ijsbaan)

en de Haarlemmertrekvaart.

Oud-Poelgeest gezien vanuit het zuidoosten in februari 2011. (Foto: M.Lemmens, MAB)

Uitsnede van kadastrale minuut 1832 met in de cirkel het plangebied met aan de noordzijde Oud- Poelgeest. De rivier de Maern is hier getransformeerd tot Haarlemmertrekvaart. (www.watwaswaar.nl)

Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 9

3.1.4 De Haarlemmertrekvaart

De Haarlemmertrekvaart is gerealiseerd in 1657 en loopt van Leiden naar

Haarlem. Vanuit Leiden kon bij het graven van de vaart gebruik worden

gemaakt van het riviertje de Maern (of Mare/Maren) door deze

simpelweg te verbreden en te kanaliseren. Men was hier rond 1640-1645

al uitgebreid mee begonnen.

De vaart werd met de hand gegraven en in die wetenschap is het zeker

bijzonder te noemen dat de eerste afvaart plaats vond op 1 november van

datzelfde jaar. De trekschuit was in die tijd een zeer populair

vervoermiddel voor vracht, maar vanwege het comfort ook voor

personen. Er waren stopplaatsen waar van paard kon worden gewisseld.

Op deze stopplaatsen waren meestal herbergen aanwezig, waar me n een

maaltijd kon nuttigen of kon overnachten.

De trekvaarten betekenden een flinke verbetering van de infrastructuur

in de veelal natte lage polders van de Hollandse gewesten. Omdat men

niet afhankelijk was van voldoende wind en stroming konden voor het

eerst, via een eenvoudige dienstregeling, goederen en personen op

gezette tijden over water worden vervoerd.

De steden Haarlem en Leiden exploiteerden de trekvaart voor

gezamenlijke rekening. De exploitatie was zeer lucratief. In het topjaar

1677 maakten 148.397 mensen gebruik van de vaart.

Zicht op de Kwaakbrug gezien richting Leiden. Rechts buiten beeld ligt Oud -Poelgeest. Het tracé van het hier rechts gelegen jaagpad is in de huidige toestand nog duidelijk herkenbaar. (gewassen tekening van J. den B eyer, ca. 1750)

Fraai oud beeld van het plangebied: De Haarlemmertrekvaar met links de Kikkermolen en rechts op de achtergrond Huis Oud-Poelgeest. (Gravure van Arie Kunz, ca. 1870)

De Haarlemmertrekvaart en de Kwaakbrug rond 1900, gezien naar het noor den vanaf het jaagpad, nu de Haarlemmerweg, op de oostelijke oever.

Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 10

Ter hoogte van het genoemde plangebied liep het jaagpad over de oostelijke oever. Bij de wat noordelijker gelegen Kwaakbrug uit 1782 (een vervanging van een oudere brug aldaar) moest men de vaart oversteken naar het vervolg van het jaagpad op de andere oever. Op een topografische militaire kaart uit 1898 zijn jaagpad en trekvaart goed zichtbaar. De brug, die voorheen dus over het riviertje de Maern liep, lag oorspronkelijk ca. 50 meter meer naar het noorden, en was gebouwd om de buurtschap Poelgeest met de wei- en hooilanden in de Broek- en Simontjespolder op de oostelijke oever te verbinden.

3.2 De nog aanwezige oude structuren

3.2.1 De Oegstgeesterweg

De huidige Oegstgeesterweg, ten westen van het plangebied, behoort niet tot de oude structuur van het gebied. De weg loopt vanuit Oegstgeest langs Kasteel Poelgeest en wat nu de ijsbaan is, onder het spoor door richting Leiden en is pas eind jaren zestig, begin jaren zeventig van de twintigste eeuw aangelegd. De Oegstgeesterweg doorkruist ter hoogte van het onderhavige plangebied de oude Kikkerpolder. Deze polder is nu ingericht als sportterrein. Vóór deze transformatie van dit gebied was er echter sprake van een polder met graslanden, met bemaling van de eerder genoemde Kikkermolen. De Kikkerpolder werd aan de westelijke zijde begrensd door de Maredijk, nu de Groene Maredijk.

3.2.2 Oude structuren aan de oostelijke zijde van de trekvaart

Terwijl de oorspronkelijke structuur van het landscha p in en rondom het plangebied aan de westelijke zijde van de Haarlemmertrekvaart ook in de huidige situatie nog redelijk goed herkenbaar is, is deze aan de oostelijke zijde nog duidelijker leesbaar gebleven. Zo is het tracé van het jaagpad nog aanwezig in de direct aan de vaart gelegen Haarlemmerweg die ter hoogte van Oud-Poelgeest de vaart over de Kwaakbrug oversteekt en op de westelijke oever zijn weg vervolgt. Oostelijk van de Haarlemmerweg ligt in het plangebied een in een punt

toelopend terrein dat aan de oostelijke zijde begrensd wordt door een weg die van oudsher al de Broekweg heet en de Broeksloot, die te midden van de voormalige Broekpolder liggen. Dit taps toelopende terrein, nu Trekvaartplein genaamd en de naastgelegen Broekweg en sloot behoren dan ook, getuige de oude kadastrale kaarten, tot de oude structuur van het gebied.

Topografische Militaire kaart uit 1898 met de Haarlemmertrekvaart die oostelijk van de Kikkerpolder en het landgoed Oud-Poelgeest in noordelijke richting loopt. (www.watwaswaar.nl)

Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 11

De Broekweg vormt nu tevens de zuidwestelijke grens van de recent in de voormalige Broek- en Simontjespolder verrezen woonwijk Poelgeest

Op het taps toelopende terrein (Trekvaartplein) tussen de Broekweg en de Haarlemmerweg is in de huidige toestand een woonwagenkamp gesitueerd. De noordelijke punt van het terrein is nog geheel open. Oorspronkelijk waren op dit puntvormige terrein eveneens weidegronden. De bomenrij aan de noordoostelijke zijde van dit terrein behoort mogelijk nog tot de oude opzet van het geheel. De Haarlemmertrekvaart zelf is de meest prominent aanwezige historische structuur in het gebied. Binnen het plangebied ligt slechts een fragment van de vaart, die zich tussen begroeide kades, bospercelen, weiden en langs het landgoed Oud-Poelgeest als een groen lint door Leiden en Oegstgeest loopt.

Het projectgebied op topografische kaarten uit respectievelijk 1926 en 1958. De verstedelijking heeft dan nog niet plaats gevonden. Trekvaart, dijken en de polders met hun oude slotenstructuur zijn nog nadrukkelijk in het landschap aanwezig (watwaswaar.nl)

Zicht op de Kwaakbrug, gezien naar het zuiden richting Leiden, in februari 2011. Het beoogde plangebied ligt achter deze brug.(Foto: M. Lemmens, MAB)

De Haarlemmerweg, voorheen het jaagpad, vanaf de Kwaakbrug gezien naar het zuiden, februari 2011. (Foto: M. Lemmens, MAB)

Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 12

Een gedeelte van de ijsbaan gezien vanaf de Haarlemmertrekvaart, met op de achtergrond de open plek naast de Oegstgeesterweg waar al een afslag is gerealiseerd (februari 2011) (Foto: M. Lemmens, MAB)

De oude Kikkermolen even ten zuiden van de ijsbaan, op de westelijke oever van de Haarlemmertrekvaart, februari 2011. (Foto: M. Lemmens, MAB)

De Haarlemmertrekvaart in noordelijke richting, gezien vanaf de westelijke oever, februari 2011. Op de achtergrond de nieuwbouw van de recent gerealiseerde wijk Poelgeest. (Foto: M. Lemmens, MAB)

De Haarlemmertrekvaart (naar het zuiden) vanaf de even ten noorden van het plangebied gelegen Kwaakbrug. Rechts het terrein van kasteel Oud-Poelgeest. (februari 2011) (Foto: M. Lemmens, MAB)

Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 13

Een deel van de noordelijke punt van het taps toelopende terrein (gezien naar het zuiden) tussen de Haarlemmerweg (rechts) en de Broekweg (links). Op de achtergrond is het woonwagenkamp zichtbaar. (februari 2011) (Foto: M. Lemmens, MAB).

Zicht op de Broekweg (naar het noorden) en de onbebouwde landpunt tussen de Haarlemmerweg en de Broekweg, gezien vanaf de Hugo de Vrieslaan. Tussen de bomen door zijn op de achtergrond de woonboten langs de oostelijke oever van de vaart zichtbaar. (februari 2011) (Foto: M. Lemmens, MAB)

Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 14

4 BELEIDSKADER

4.1 Modernisering Monumentenzorg

Cultuurhistorie speelt een belangrijke rol bij de ruimtelijke inrichting van

ons land. Het geeft identiteit en kwal iteit aan een gebied. Om deze

redenen heeft het rijk de beleidslijn ingezet om cultuurhistorie onderdeel

te laten zijn van het afwegingskader bij het opstellen van

bestemmingsplannen. Deze beleidslijn is verwoord in de beleidsbrief

Modernisering Monumentenzorg uit 2009 en heeft geleid tot wijziging van

het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) sinds 1 januari 2012. Met het

gewijzigde Bro zijn gemeenten wettelijk verplicht cultuurhistorie deel uit

te laten maken van het afwegingskader voor ruimtelijke ontwikkel ingen.

Het rijk vraagt hiermee aan gemeenten om bij het opstellen van

bestemmingsplannen, projectafwijkingsbesluiten en beheers -

verordeningen cultuurhistorische gebouwen, objecten en structuren te

inventariseren en daaraan conclusies te verbinden en d ie in het

bestemmingsplan te verankeren.

De Monumentenwet 1988 vormt de basis voor de monumentenzorg.

Rijksmonumenten worden op basis van deze wet aangewezen, evenals

rijksbeschermde stadsgezichten. Voor het wijzigen en slopen van

rijksmonumenten is een ‘Omgevingsvergunning voor de activiteit

monumenten’ nodig.

4.2 Cultuurhistorische Atlas Zuid-Holland

Het plangebied ligt voor een deel binnen een gebied, dat op de

Cultuurhistorische Atlas Zuid-Holland als bijzonder of waardevol is

aangemerkt. De cultuurhistorische kaart wordt beschouwd als een

belangrijke onderlegger voor de ruimtelijke planvorming. De provincie

Zuid-Holland wil hiermee het behoud en de inpassing van cultuurhistorie

stimuleren bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Hiertoe heeft de

provincie Regioprofielen Cultuurhistorie opgesteld, die op de eerste

plaats dienen als een handreiking voor gemeenten, waterschappen,

terreinbeheerders en adviesbureaus om cultuurhistorie in te passen in

ruimtelijke plannen. Samen met de structuurvisie van de provincie Zuid-

Holland (zie paragraaf 4.3) vormen de Regioprofielen Cultuurhistorie het

provinciaal kader waarbinnen de provincie stuurt op cultuurhistorie en

ruimtelijke ordening. Het plangebied valt overigens niet binnen één van

de regioprofielen.

Op de Cultuurhistorische Atlas Zuid-Holland valt het gehele plangebied

binnen de als belangrijk aangemerkte molenbiotopen van twee als

rijksmonument aangemerkte molens: de Kikkermolen, een wipmolen uit

1752 en de aan de Haarlemmerweg gelegen houtzaagmolen De Herder uit

1884. Daarnaast is voor het kasteel Oud-Poelgeest (kasteel met

bijgebouwen en gronden zijn rijksmonument) een landgoedbiotoop

opgenomen, die bestaat uit:

• de kern van het landgoed: huis met tuin en/of park;

• een bufferzone hieromheen, het zogenaamde bl ikveld. In het

geval van kasteel Oud-Poelgeest gaat het om gronden ten zuiden

van de kern van het landgoed, waaronder de ijsbaan;

• waardevolle elementen zoals zichtlijnen, panorama's, weg of

waterloop waaraan het landgoed ligt. De zichtas, gezien vanuit

kasteel Oud-Poelgeest, in zuidoostelijke en in noordwestelijke

richting is aangemerkt als cultuurhistorisch waardevol. Daarnaast

worden de Haarlemmervaart en Laan van Oud Poelgeest

aangeduid als basisstructuren van het landgoed.

De Haarlemmertrekvaart wordt in de kaart aangeduid als een

landschappelijk-historische lijn van redelijk hoge waarde.

Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 15

Voor de volledigheid moet worden gemeld dat er in het plangebied zelf

geen objecten aanwezig zijn met een beschermde status (rijksmonument

of gemeentelijk monument).

Met betrekking tot de landgoedbiotoop geldt, dat de provincie Zuid -

Holland wil dat de waarden van de historische landgoederen integraal

meegewogen worden in ruimtelijke ordenings - en

ontwikkelingsprocessen. Het provinciale belang wordt gebord aan de

hand van een 'landgoed- en kasteelbiotoop' in de provinciale Verordening

Ruimte 2014 (zie paragraaf 4.4).

Het plangebied valt binnen de molenbiotoop van de nabij gelegen Kikkermolen uit 1752 (de bovenste cirkel) en de molenbiotoop van de meer naar het zu iden gelegen zaagmolen De Herder (middelste cirkel). De onderste cirkel is van de Maredijkmolen aan de Groene Maredijk. De molenbiotoop van deze laatste molen valt niet binnen het plangebied. In de driehoek het plangebied. (Cultuurhistorische Atlas Zuid-Holland). Voor de molenbiotopen wordt een separaat windvangonderzoek uitgevoerd

Een deel van het plangebied is aangemerkt als landschap met zeer hoge waarde. Dit landschap betreft het terrein van het kasteel Oud -Poelgeest (ingekleurd groen). Ten zuiden van dit terrein komt een gebied voor dat is aangemerkt als blikveld van het landgoed (groen gestippeld vlak). De zichtas ten noordwesten en ten zuidoosten van het kasteel is aangemerkt als zeer belangrijk (zwarte pijl). De Haarlemmervaart en Laan van Oud Poelgeest zijn opgenomen als basisstructuren die behoren bij de landgoedbiotoop (groene pijlen). De gele lijn is de vaart (landschappelijk -historisch redelijk hoge waarde). (bron: Cultuurhistorische Atlas Zuid-Holland)

Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 16

4.3 Visie ruimte en mobiliteit

In augustus 2014 is door Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid -

Holland de structuurvisie Visie ruimte en mobiliteit vastgesteld. De

structuurvisie is een dynamisch instrument dat adequaat inspeelt op de

ruimtelijke ontwikkelingen van Zuid-Holland en voldoende flexibiliteit

bevat om te reageren op maatschappelijke initiatieven. Gestuurd wordt

op functies én kwaliteiten. In de Visie ruimte en mobiliteit is onder meer

het provinciaal beleid ten aanzien van ruimtelijke kwaliteit vastgelegd.

Ambitie is dat de provincie richting en ruimte geeft aan een optimale

wisselwerking tussen ruimtelijke ontwikkelingen en gebiedskwaliteit,

waarbij als uitgangspunt geldt dat ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk

zijn, mits de ruimtelijke kwaliteit behouden of versterkt wordt. Het

ruimtelijk kwaliteitsbeleid bestaat uit een viertal kwaliteitskaarten,

samengevat in één integrale kwaliteitskaart, die gekoppeld zijn aan

bepalingen in de Verordening Ruimte 2014.

In de structuurvisie wordt door de provincie op diverse manieren ingezet

op de bevordering van de toegevoegde waarde van erfgoed:

behoud en versterking van cultuurhistorisch waardevolle structuren en ensembles die van bijzonder provinciaal belang zijn, via bescherming én passende ruimtelijke ontwikkeling;

cultureel erfgoed vormt een integraal onderdeel van het provinciaal ruimtelijk kwaliteitsbeleid via de kwaliteitskaart en de gebiedsprofielen ruimtelijke kwaliteit.

De cultuurhistorische en archeologische waarden zijn gebundeld in de

cultuurhistorische hoofdstructuur, die de basis vormt voor het

provinciaal erfgoedbeleid. Relevant voor het plangebied is dat het

beschermende ruimtelijke beleid zich onder meer richt op de molen - en

landgoedbiotopen.

Op ‘Kaart 9 Cultureel Erfgoed’ die behoort bij de Visie ruimte en

mobiliteit zijn de landgoed- en kasteelbiotoop en de molenbiotoop voor

de omgeving van het plangebied weergegeven. De begrenzing is

aangegeven op het kaartje hiernaast. De oostelijke grens is

doorgetrokken tot aan de Haarlemmertrekvaart. Het projectgebied (Brug

Poelgeest) ligt dus wat betreft het westelijk van de vaart gelegen terrein

geheel binnen deze landgoedbiotoop. Daarnaast valt het plangebied

blijkens ‘Kaart 9 Cultureel Erfgoed’ binnen de molenbiotoop van de

Kikkermolen.

4.4 Verordening Ruimte 2014

De aan de structuurvisie Visie ruimte en mobiliteit hangende Verordening

Ruimte 2014 is een provinciale verordening met regels voor o.a. de in het

projectgebied aanwezige landgoedbiotoop en de molenbiotopen, beide

cultuurhistorische kwaliteiten in het gebied. Het gaat in beide gevallen

om planologische beschermingszones die niet alleen gericht zijn op het

monument, maar ook op zijn omgeving en ensemblewaarde. Artikel 2.3.6

in de verordening behandelt de regels t.a.v. van landgoedbiotopen:

Artikel 2.3.6 Bescherming landgoed- en kasteelbiotoop

Lid 1 Bescherming landgoed- en kasteelbiotoop

Een bestemmingsplan voor gronden binnen de landgoedbiotopen en de

kasteelbiotopen, waarvan de plaats geometrisch is bepaald en verbeeld

op Kaart 9 Cultureel erfgoed, kan voorzien in een nieuwe ruimtelijke

ontwikkeling voor zover:

1. geen aantasting plaatsvindt van de waarden van de landgoed- en kasteelbiotoop, of

2. de ontwikkeling is gericht op verbetering en versterking van de waarden van de landgoed- en kasteelbiotoop.

Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 17

Lid 2 Beeldkwaliteitsparagraaf

Het bestemmingsplan, bedoeld in het eerste lid, bevat een

beeldkwaliteitsparagraaf, waarin het effect van deze ontwikkeling op de

landgoed- of kasteelbiotoop wordt beschreven. Naast de analyse van de

cultuurhistorische kwaliteiten en waarden van het landgoed of het

kasteel gaat deze paragraaf in op de wijze waarop de kenmerken en

waarden van de landgoed- of kasteelbiotoop beschermd of versterkt

worden. Het gaat in ieder geval om de volgende kenmerken en waarden:

de buitenplaats, bestaande uit het hoofdhuis met bijgebouwen en het bijbehorende park of tuin, of het kasteel of kasteelterrein in de vorm van ruïne, muurrestanten, één of meer bijgebouwen, omgracht terrein, alsmede de functionele en visuele relaties tussen de verschillende onderdelen;

de basisstructuur waaraan het landgoed of de kasteellocatie bewust direct is gekoppeld: een weg, een waterloop, of beide of in geval van een buitenplaats ook indirect door middel van zichtlijnen;

het blikveld: de vrije ruimte die nodig is om de historische buitenplaats of het kasteel in het landschap te herkennen;

Naast deze kenmerken en waarden kunnen er voor zowel de landgoed -

als de kasteelbiotoop afzonderlijke kenmerken en waarden aan de orde

zijn.

Lid 3 Afwijkingsmogelijkheid

Afwijking van het eerste lid is slechts mogelijk indien sprake is van het

noodzakelijk herbestemmen van bouw- en gebruiksrechten uit het

voorgaande bestemmingsplan of indien sprake is van een zwaarwegend

algemeen belang en er geen reële andere mogelijkheid is. De toelichting

van het bestemmingsplan bevat hierover een verantwoording.

Artikel 2.3.5 in de verordening behandelt de regels t.a.v. van

molenbiotopen:

Artikel 2.3.5 Bescherming molenbiotoop

Lid 1 Molenbiotoop

Een bestemmingsplan voor gronden gelegen binnen de molenbiotoo p van

traditionele windmolens, waarvan de plaats geometrisch is bepaald en

verbeeld op ‘Kaart 9 Cultureel erfgoed’, garandeert in voldoende mate de

vrije windvang en het zicht op de molen en voldoet aan de volgende

voorwaarden: a. binnen een straal van 100 meter, gerekend vanuit het

middelpunt van de molen, wordt geen nieuwe bebouwing opgericht of

beplanting aangebracht, hoger dan de onderste punt van de verticaal

staande wiek; b. binnen een straal van 100 tot 400 meter, gerekend

vanuit het middelpunt van de molen, gelden de volgende

hoogtebeperkingen voor bebouwing en beplanting: i. als de molen is

gelegen in het gebied buiten bestaand stads - en dorpsgebied bedraagt de

maximale hoogte niet meer dan 1/100ste van de afstand tussen bouwwerk

en beplanting en het middelpunt van de molen, gerekend met de

hoogtemaat van de onderste punt van de verticaal staande wiek; ii. als de

molen is gelegen in het gebied binnen bestaand stads - en dorpsgebied

bedraagt de maximale hoogte van bebouwing en beplanting niet meer

dan 1/30ste van de afstand tussen bouwwerk en beplanting en het

middelpunt van de molen, gerekend met de hoogtemaat van de onderste

punt van de verticaal staande wiek; iii. als de onder i en ii bedoelde

molenbeschermingszone zowel binnen als buiten bestaand st ads- en

dorpsgebied is gelegen, dan geldt het volgende:

• molen binnen bestaand stads- en dorpsgebied: binnen en tot de grens

van bestaand stads- en dorpsgebied geldt de 1 op 30-regel; de toegestane

Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 18

bebouwings- en beplantingshoogte op deze grens wordt buiten bestaand

stads- en dorpsgebied horizontaal doorgetrokken tot daar, waar op

grond van de berekening voor een molen buiten het bestaand stads - en

dorpsgezicht een grotere hoogte kan worden toegestaan berekend

vanuit de 1 op 100-lijn; vanaf dit punt wordt een schuine lijn getrokken

met een stijging van steeds 1 meter hoogte per 100 meter afstand;

• molen buiten bestaand stads- en dorpsgebied: tot de grens van

bestaand stads- en dorpsgebied geldt de 1 op 100-regel; de toegestane

bebouwings- en beplantingshoogte op deze grens is het vertrekpunt voor

de 1 op 30-lijn; vanaf dit punt wordt een schuine lijn getrokken met een

stijging van steeds 1 meter hoogte per 30 meter afstand.

Lid 2 Afwijkingsmogelijkheid

In afwijking van het eerste lid, onderdelen a en b, is het oprichten van

nieuwe bebouwing mogelijk ten behoeve van: a. een ontwikkeling binnen

een molenbiotoop waarin vrije windvang en het zicht op de molen al zijn

beperkt door bebouwing, zolang de vrije windvang en het zicht op de

molen niet verder worden beperkt, of zeker is gesteld dat de

belemmering van de windvang en het zicht op de molen door

maatregelen elders in de molenbeschermingszone worden

gecompenseerd, of b. een ontwikkeling binnen een bijzondere

molenbiotoop, waarvan de plaats geometrisch is begrensd en verbeeld

op ‘Kaart 9 Cultureel erfgoed’, mits de molen en de molenbiotoop op een

goede manier ruimtelijk worden ingepast.

Landgoed- en kasteelbiotoop en molenbiotoop volgens 'Kaart 9 Cultureel erfgoed', behorende bij de Visie Ruimte en Mobiliteit en Verordening Ruimte 2014. Binnen het ovaal het projectgebied Brug Poelgeest.

Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 19

4.5 Cultuurhistorisch beleid Leiden

4.5.1 Erfgoednota 2014-2020

In de Erfgoednota 2014-2020 van de gemeente Leiden zijn de ambities ten

aanzien van de omgang met cultureel erfgoed vastgelegd. De

Ontwikkelingsvisie 2030, met als titel Leiden, Stad van Ontdekkingen, is

een belangrijke stimulans voor het nieuwe erfgoedbeleid. Deze

Ontwikkelingsvisie 2030 berust op twee belangrijke pijlers van de stad:

de historische cultuur en de internationale kennis. Volgens de

Erfgoednota 2014-2020 is erfgoed nauw verweven met beide pijlers. De

doelstelling van het erfgoedbeleid is om de “acties die uit het beleid

voortvloeien als typisch Leidse cross-overs tussen de twee pijlers

zichtbaar te maken”. De visie is dat Leiden met erfgoed een

onderscheidende kracht in huis heeft, die een drijvende kracht is voor de

ontwikkeling, vitaliteit en levendigheid van de stad. Drie ambities worden

benoemd, waarvan het behouden, benutten en versterken van de

historische omgevingskwaliteit voor een aantrekkelijke, vitale en

toekomstbestendige stad in relatie tot onderhavig planinitiatief de

belangrijkste is. Twee doelen die onder deze ambitie worden geschaard

zijn met name van belang voor de beoogde ruimte lijke ontwikkeling:

Leiden betrekt cultuurhistorische kennis en waarden bij iedere ontwikkeling in de stad;

Leiden versterkt de omgevingskwaliteit en belevingswaarde voor een aantrekkelijke stad.

Voor de fysieke cultuurhistorie wordt voldaan aan de verpl ichting om

cultuurhistorische waarden op te nemen in instrumenten van ruimtelijke

ordening, zoals de bestemmingsplannen en de structuurvisie. Dit wordt

tot stand gebracht door cultuurhistorie een rol toe te kennen bij

planvorming en uitvoering door middel van analyse, waardering en

inspiratie. Concreet betekent dit dat een cultuurhistorische paragraaf

standaard deel uit maakt van projectplannen voor gebiedsgerichte

ruimtelijke ontwikkelingen, en dat de cultuurhistorische kwaliteiten van

het gebied aantoonbaar meegenomen en meegewogen worden in de

planontwikkeling. Tevens dient een cultuurhistorische paragraaf

standaard deel uit te maken van alle (nieuwe) bestemmingsplannen in de

gemeente Leiden.

4.5.2 Het begrip Cultuurhistorie in de Erfgoednota 2014-2020

De gemeente Leiden hanteert in de Erfgoednota een brede definitie van

erfgoed. Cultuurhistorie uit zich volgens de nota op allerlei manieren, in

verhalen en tradities, in archieven en museale collecties, in de historische

structuren (zoals water en groen) in de stad, in de historische bebouwing

en in het bodemarchief. De nota gaat zowel over het materiële als het

immateriële erfgoed. Daarmee is deze nieuwe Erfgoednota breder dan de

Nota Cultureel Erfgoed Leiden 2005-2015, die alleen betrekking had op

het gemeentelijk beleid ten aanzien van de gebouwde historische stad,

zoals monumenten, bouwhistorie en archeologie.

4.5.3 Cultuurhistorie in ontwikkelingen

De gemeente Leiden laat cultuurhistorie dus in alle fasen integraal deel

uitmaken van gebiedsgerichte ontwikkelingen. De geïnventariseerde

waarden dragen bij aan de kwaliteit van de planontwikkeling en

uitvoering. Dat kan door inpassing, restauratie en herstemming, maar

ook door cultuurhistorie als inspiratiebron in te zetten voor nieuw

ontwerp. Het resultaat is een hoge ruimtelijke kwaliteit en (nieuwe)

identiteit.

Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 20

4.5.4 Cultuurhistorische Atlas (Erfgoed in Kaart)

De Cultuurhistorische Atlas biedt toegang tot alle informatie over

erfgoed in Leiden. Dankzij de atlas kan erfgoed al in een vroeg stadium in

bestemmingsplannen worden opgenomen en kunnen burgers en

ontwikkelaars zich laten informeren over de geschiedenis van de

omgeving; aan de hand van informatie-, waarderings- en themakaarten

kunnen bezoekers ieder historisch element in het gebied vinden.

Navolgende afbeelding toont een fragment van de informatiekaart. De

volgende gebieden, structuren en objecten in en nabij het plangebied

hebben blijkens de bouwhistorische en cultuurhistorische

waardenkaarten een cultuurhistorische waarde:

1. Mare, een aftakking van de Oude Rijn - hoge waarde 2. Maredijk - hoge waarde 3. Kikkermolen - hoge waarde 4. Heemspark (1959) - hoge waarde; 5. Wetering, waarlangs Kikkermolen staat - hoge waarde; 6. Oegstgeesterweg, aangelegd in de jaren ’60 - middelhoge waarde

Geconcludeerd kan worden dat de Mare (de huidige

Haarlemmertrekvaart), de Maredijk (voormalig jaagpad,

Haarlemmerweg), het Heemspark en de Oegstgeesterweg

cultuurhistorisch waardevolle gebieden en structuren zijn, die binnen het

plangebied liggen (zie ook hoofdstuk 5).

Cultuurhistorische atlas Leiden – Fragment informatiekaart. De nummering verwijst naar de objecten en structuren die in deze paragraaf worden opgesomd.

1

2

3

4

5 6

Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 21

4.6 Cultuurhistorisch beleid Oegstgeest

De gemeente Oegstgeest heeft, gekoppeld aan haar reguliere

monumenten- en archeologiebeleid belangrijke cultuurhistorische

elementen en structuren in kaart gebracht. Deze elementen en

structuren hebben merendeels geen beschermde status. Het betreft

vooral historische relicten tot het einde van de zeventiende eeuw

waarvan verwacht mag worden dat ze sporen in de bodem hebben

achtergelaten. Deze relicten hebben vooral aan attenderende waarde

voor de locatie of het stadsdeel waarin het object of de structuur is

gelegen en tevens hebben ze waarde vanwege de functie die ze gehad

kunnen hebben in de historische ontwikkeling van het betreffende

gebied.

Nevenstaande afbeelding laat een fragment zien van de Archeologische

waardenkaart van de gemeente Oegstgeest. Op deze kaart zijn de

belangrijke cultuurhistorische elementen en structuren aangemerkt

(Haarlemmervaart, Broekdijk, landgoed Oud-Poelgeest, molens).

Landgoed en zones aan weerszijden van de waterlopen zijn gedefinieerd

als “cultuurhistorisch aandachtsgebied”.

Voor zover duidelijk is geworden uit de erfgoedverordening van de

gemeente Oegstgeest (2010) zijn ten aanzien van behoud/inpassing van

onbeschermde cultuurhistorische elementen en structuren in nieuwe

ruimtelijke ontwikkelingen geen specifieke uitspraken gedaan. De

cultuurhistorische analyse van het plangebied is binnen boven

beschreven context tot stand gekomen.

Fragment van de kaart met “cultuurhistorische objecten” in de gemeente Oegstgeest. De Haarlemmertrekvaart (lichtblauw) en de Broekdijk (roze) zijn geaccentueerd, evenals de in de gemeente Leiden s taande Kikkermolen (stip 80). De Broekdijk en de Haarlemmertrekvaart liggen in een smalle groen gearceerde zone, die in de legenda is aangemerkt als “cultuurhistorisch aandachtsgebied” (bron: pdf archeologische waardenkaart gemeente Oegstgeest, website gemeente Oegstgeest).

Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 22

5 CULTUURHISTORISCHE WAARDEN

5.1 Rijksmonument Buitenplaats Poelgeest

5.1.1 Omschrijving rijksmonument

In 2002 is de buitenplaats Oud-Poelgeest beschermd als rijksmonument.

De bescherming geldt niet alleen een groot aantal opstallen, maar ook de

historische tuin- en parkaanleg, behorende bij de buitenplaats.

De volgende onderdelen van de buitenplaats zijn beschermd:

Monumentnummer onderdeel

515703 hoofdgebouw

515704 historische tuin- en parkaanleg

515705 brug met toegangshek

515706 koetshuis

515707 tuinmanswoning

515708 waterput

515709 kapel / Jagershuis

515710 boogbrug

515711 tuinbeelden

De opstallen (gebouwen, bruggen en andere objecten) liggen alleen

buiten het bestemmingsplangebied Brug Poelgeest. In de beschri jving

van de historische tuin- en parkaanleg wordt de weide, waarvan een deel

binnen het bestemmingsplangebied ligt, expliciet genoemd.

De omschrijving van de historische tuin- en parkaanleg is als volgt:

HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG behorende tot de buitenplaats Oud-

Poelgeest. De deels in detail en deels in structuur gaaf bewaarde

negentiende-eeuwse aanleg in landschapsstijl is in verschillende fasen tot

stand gekomen met behoud van de formele structuur. De nog aanwezige

zeventiende-eeuwse hoofdstructuur wordt bepaald door de deels dubbele

omgrachting, de rechte oprijlaan in de as van het huis die zich achter het

huis voortzet in een kort grand canal. De oprijlaan is in de negentiende

eeuw met een bocht naar het huis gelegd, doch het zeventiende-eeuwse

tracé is rond 1866 weer hersteld; voor het huis eindigt de laan in een

rondeel. De omgrachting heeft negentiende-eeuwse aanpassingen

ondergaan: aan de achterzijde van het huis is de gracht tot een vijverpartij

uitgegraven en de op enige afstand liggende rechthoekige buitengracht is

aan de noordwestzijde gedempt. Het (achttiende-eeuwse) grand canal

vormt de verbinding tussen de gracht en vaart. De formele structuur doet

zich het beste ervaren vanaf de rechte oprijlaan naar het huis met aan

weerszijden daarvan de negentiende-eeuwse wandelbossen van opgaand

hout met enkele lanen en paden in gebogen en kronkelig verloop, deels met

laanbeplanting van eik en beuk; aan de achterzijde van het huis wordt de

aanleg in landschapsstijl meer benadrukt door de waterparti j, de weide,

zichten naar buiten toe en romantische elementen (torens/kapel/brug).

Rondom de vijverpartij een ruime strook gras met enkele solitairen; vanaf

het huis loopt een zichtas naar buiten toe over de vijver en de weide (thans

ijsbaan) oorspronkelijk met zicht op Leiden. Vanaf de Haarlemmertrekvaart

wordt ook een fraai zicht op het huis verkregen en iets verder op de, aan de

vaart gelegen, kapel. Ten noordwesten van het koetshuis, parallel aan de

oprijlaan waren oorspronkelijk de moestuin en boomgaar d gesitueerd,

zoals de Topografische Militaire Kaart van 1874-1912 laat zien.

(bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)

Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 23

Op de navolgende kaart is de begrenzing van het van rijkswege

beschermde gebied aangegeven (bron RCE). Hieruit blijkt overigens d at

het beschermde gebied volledig op het grondgebied van de gemeente

Oegstgeest ligt.

De stippellijn vormt de begrenzing van de rijksbeschermde buitenplaats (bron: website RCE)

Gemeentegrens Leiden (via Oegstgeesterweg en vaart)

Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 24

5.1.2 Waardering rijksmonument

In de redengevende omschrijving wordt de historische tuin - en

parkaanleg als volgt gewaardeerd: HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG

behorende tot de buitenplaats Oud-Poelgeest van algemeen belang: -

vanwege de ouderdom; - vanwege de bij de buitenplaats behorende

parkaanleg in negentiende-eeuwse landschapsstijl in samenhang met de

neogotische elementen (hoofdgebouw en kapel) die tezamen een

romantisch en pittoresk beeld scheppen; - vanwege de herkenbaarheid

van de formele basis (grachten, hoofdas); - vanwege de markante

situering aan de oude trekvaart; - vanwege de functioneel-ruimtelijke

samenhang met de andere onderdelen van de buitenplaats.

5.2 Cultuurhistorische waarden binnen plangebied

5.2.1 De IJsbaan / weide

Dit terrein is een historisch onderdeel van de buitenplaats. Het behoorde

van oudsher tot de bezittingen van de buitenplaatseigenaars.

In de omschrijving wordt expliciet gesproken over de weide in de

zuidelijke hoek van het gebied (de IJsbaan). Bovendien is de IJsbaan

binnen de contouren van het beschermde gebied opgenomen op de kaart

(zie afbeelding op pagina 6). De IJsbaan valt dus onder de

rijksbescherming. Buiten de bescherming valt de smalle groenstrook met

het bomenlaantje langs de Oegstgeesterweg. De oostelijke grens van het

gebied ligt langs de westoever van de Haarlemmertrekvaart.

In de vroege negentiende eeuw was het terrein ten zuiden van de huidige

Oegstgeesterweg grotendeels in handen van andere eigenaars, alleen

een groot rechthoekig perceel, aansluitend aan de Poelgeesterweg

behoorde aan de toenmalige eigenaresse, de weduwe van Alexander van

Rhemen. Opmerkelijk is, dat dit historisch aan Oud-Poelgeest gebonden

terrein niet binnen de landgoedbiotoop van de buitenplaats is getrokken

in de Cultuurhistorische Atlas Zuid-Holland. Dit geldt wel voor de ijsbaan

en de sportvelden ten zuiden van de Oegstgeesterweg.

In het plangebied zelf liggen geen gebouwde objecten met een

beschermde status (gemeentelijk monument of rijksmonument). De

beschermde monumenten in de directe omgeving va n het gebied hebben

echter wel degelijk een relatie met het terrein binnen het plangebied. Zo

doorkruist de zichtlijn vanuit het als rijksmonument aangemerkte

landgoed Oud-Poelgeest richting het zuiden het beoogde plangebied en

doorsnijdt het gebied voor een deel de ten zuiden van het landgoed

gelegen voormalige weidegrond van het landgoed. Ten zuiden van het te

ontwikkelen terrein ligt de als rijksmonument aangemerkte Kikkermolen.

Hoewel de molen zelf niet binnen het plangebied valt, doet de

bijbehorende molenbiotoop dit wel.

5.2.2 Niet beschermde cultuurhistorische waarden binnen het

plangebied

Er kan worden geconcludeerd dat er zowel binnen als in de directe

omgeving van het plangebied nog duidelijk herkenbare historische

structuren aanwezig zijn. Deze historische structuren hebben een

zeventiende-eeuwse of zelfs oudere oorsprong en zijn sinds hun ontstaan

bepalend geweest in de ruimtelijke beleving en ontwikkeling van het

gebied.

Meest prominent aanwezig is de Haarlemmertrekvaart, die het gebied

doorkruist, met het begeleidende jaagpad (oude Maredijk) op de

oostelijke oever. Voorts betreft het een deel van de oude Broeksloot en

de Broekweg in het oostelijke deel van het plangebied.

Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 25

Deze elementen zijn op de Archeologische waardenkaart van de

gemeente Oegstgeest als belangrijke cultuurhistorische elementen en

structuren aangemerkt en komen ook voor op de Cultuurhistorische

waardenkaart van de provincie Zuid-Holland en de Cultuurhistorische

Atlas Leiden. Tevens valt een deel van het plangebied onder de

landgoedbiotoop van Oud-Poelgeest, zoals aangegeven in de Provinciale

Structuurvisie.

Genoemde elementen, die zeer bepalend zijn voor het huidige ruimtelijke

beeld van het plangebied, hebben cultuurhistorische waarde als nog

goed leesbare onderdelen van de zeventiende-eeuwse en oudere

ontwikkelingsgeschiedenis van het gebied. De latere ontwikkelingen

hebben deze historische hoofdstructuur in feite niet wezenlijk veranderd.

In de gemeentelijke en provinciale beleidsstukken is aangegeven, dat de

er gestreefd moet worden naar behoud en inpassing van de

gedefinieerde cultuurhistorische aspecten in de ruimtelijke plannen. De

Provinciale Structuurvisie geeft aan dat bestemmingsplannen die nieuwe

ontwikkelingen mogelijk maken voor gronden gelegen binnen de

landgoedbiotopen de waarden daarvan moeten beschermen, en waar

mogelijk gericht moeten zijn op verbetering en versterking van de

kwaliteit van het landgoed en zijn biotoop.

Ook een aantal gebieden en structuren uit de tweede helft van de

twintigste eeuw hebben blijkens de Cultuurhistorische Atlas van de

gemeente Leiden een cultuurhistorische waarde. Het Heemspark heeft

een hoog waarde. De nieuwe toegangsweg zal direct ten noorden van dit

gebied worden aangelegd. Deze ingreep zal dan ook geen consequenties

hebben voor het Heemspark. Daarnaast wordt de Oegstgeesterweg op de

Cultuurhistorische Atlas aangeduid als een structuur met een middelhoge

cultuurhistorische waarde. Onderhavig plan heeft geen effect op het

beloop en profiel van deze weg.

5.2.3 Op de rand van het plangebied

Voorts is er sprake van een aantal cultuurhistorisch waardevolle en ook

beschermde structuren en objecten in de nabijheid van het plangebied.

Het gaat hier om het landgoed Oud-Poelgeest aan de noordwestelijke

zijde van het terrein, van waaruit men richting het zuiden van oudsher

uitkeek op een open poldervlakte met weidegronden, en de eveneens

nabij gelegen monumentale Kikkermolen met bijbehorende

molenbiotoop. Twee molenbiotopen van verder weg gelegen molens

raken het gebied aan de zuidzijde.

De meest zuidelijke punt van landgoed Oud-Poelgeest ligt net binnen het

projectgebied. Dit landgoeddeel valt dus binnen de “landgoedbiotoop”,

zoals vastgesteld in de Structuurvisie Zuid-Holland.

De al eerder genoemde en gedeeltelijk binnen het plangebied gelegen

oude structuren zoals het tracé van trekvaart en jaagpad, de loop van de

Broekweg en de Broeksloot, het taps toelopende terrein aan de

oostelijke zijde van de vaart en de voormalige weide (nu ijsbaan) aan de

westelijke zijde bevinden zich ook nog buiten het plangebied en vormen

een samenhangende structuur. Het plangebied doorkruist een gedeelte

van dit geheel, waarbij het sommige onderdelen fysiek echt raakt, en

andere slechts op afstand zal beïnvloeden.

Samenvatting cultuurhistorische waardevolle objecten en structuren:

Historische structuren:

De loop van de Haarlemmertrekvaart, gerealiseerd in 1657.

De Haarlemmerweg als tastbaar overblijfsel van het tracé van het jaagpad aan de oostelijke zijde van de vaart.

Het taps toelopende terrein tussen de Haarlemmerweg en de Broekweg als onderdeel van de oude verkavelingstructuur.

De Broekweg en Broeksloot aan de oostelijke zijde van de vaart als eeuwenoude infrastructuur en waterloop.

Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 26

De ijsbaan, als open landschap met vrije zichtlijnen van en naar het kasteel Oud-Poelgeest, tevens als onderdeel van de oude verkavelingsstructuur en als onderdeel van het landgoed Oud-Poelgeest.

Cultuurhistorisch waardevolle objecten (alle buiten het projectgebied):

De ten noorden van het plangebied gelegen Kwaakbrug.

De ten zuiden van het plangebied gesitueerde monumentale Kikkermolen.

Het ten noordwesten van het plangebied gelegen kasteel Oud-Poelgeest met omliggende gronden / aanleg en bijgebouwen.

Het in 1959 aangelegde Heempark ten zuiden van het plangebied.

Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 27

6 EFFECTEN

6.1 Inleiding

6.1.1 Veranderingen

De voorgenomen ontsluiting van de wijk Poelgeest door een nieuwe

toegangsweg met brug over de Haarlemmertrekvaart brengt grote

veranderingen in het plangebied en de omgeving daarvan.

Sinds de omvorming van het riviertje de Maerne in een trekvaart in het

midden van de zeventiende eeuw zijn er ter plekke geen ingrijpende

veranderingen in de infrastructuur aangebracht, uitgezonderd de

omvorming van het jaagpad in een gewone weg en de nieuwe

ontsluitingswegen van de recente wijk Poelgeest en de aanleg van het

woonwagenkamp.

Deze veranderingen hebben echter de krachtige historische

hoofdstructuur ongemoeid gelaten.

De geplande ontsluiting doorsnijdt ook de periferie van het landgoed

Oud-Poelgeest.

6.1.2 Continuïteit in ontwikkeling: de vaart

Kenmerkend voor veel riviertjes, kanalen en trekvaarten in het dicht

bevolkte gebied rond Leiden en Haarlem is, dat zij veelal in de loop der

eeuwen in het verstedelijkingsproces een rol zijn blijven spelen als

verkeersader en onmisbaar element in de waterhuishouding van het

gebied. Buitengebied werd omgevormd tot bebouwde kom, nieuwe

infrastructuur was nodig om wijken en gebieden met elkaar te verbinden.

Hiervoor waren ingrepen onvermijdelijk. De verplaatsing van de

Kwaakbrug is er een voorbeeld van. In die zin kan de komst van een

nieuwe brug in het plangebied worden gezien en beoordeeld in de lijn

van de historische ontwikkelingen van de afgelopen eeuwen.

6.1.3 Effecten

Mits goed ingepast in de bestaande historische structuur en rekenin g

houdend met de waardevolle zichtlijnen over de vaart en het landgoed

Oud-Poelgeest heeft het plan niet per sé een negatieve invloed op de

cultuurhistorische component van het plangebied. In de navolgende

paragrafen worden aan de hand van verschillende as pecten de effecten

van de aanleg van de brug op de aanwezige cultuurhistorische waarden

inzichtelijk gemaakt.

6.2 Effecten voor de leesbaarheid van de cultuurhistorische

hoofdstructuur

6.2.1 Cultuurhistorische hoofdstructuur

In het bestemmingsplangebied bevinden zich enkele belangrijke

onderdelen van de cultuurhistorische hoofdstructuur van het gebied, te

weten een deel van de Haarlemmertrekvaart met begeleidende weg

(voormalig jaagpad, Haarlemmerweg), de Broekdijk en de Broeksloot aan

de noordoostgrens van het plangebied, en het zuidoostelijke deel van de

bij de buitenplaatsstructuur behorende weide. In ruimere zin maken deze

elementen deel uit van een veel groter geheel: de relicten van het

voormalige polderlandschap (Broekpolder, Kikkerpolder), het

zeventiende-eeuwse tracé van de Haarlemmertrekvaart (ter plaatse van

een oudere waterstroom) en de tuin- en parkaanleg van de historische

buitenplaats Oud-Poelgeest.

Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 28

In nog breder verband maakt de buitenplaats deel uit van een reeks

landgoederen, buitenplaatsen en kasteelterreinen in de omgeving van

Leiden en Oegstgeest.

In het (recente) verleden hebben verschillende ingrepen en

ontwikkelingen in en rond het plangebied er voor gezorgd dat de

leesbaarheid van de historische hoofdstructuur achteruit is gegaan.

Het gaat daarbij om:

De aanleg van de Oegstgeesterweg, met dichte groenstrook langs de zuidzijde; inperking van het panorama vanuit de buitenplaats;

De ontwikkeling van vaste ligplaatsen voor woonboten langs de trekvaart;

Het ontwikkelen van hoog opgaand groen op de oevers van de trekvaart en de omgeving van de Kikkermolen;

De permanente inrichting van de weide tot IJsbaan (niet passende omheining, lichtmasten, gebouw);

De oprukkende verstedelijking (bebouwingsranden Leiden en Oegstgeest, woonwagenkamp);

Weinig aantrekkelijke inrichting van de IJsbaan met hoge moderne hekwerken en lichtmasten.

Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 29

6.2.2 Effecten

Conclusie is dat er betekenisvolle onderdelen van de cultuurhistorische

hoofdstructuur in de omgeving van het plangebied aanwezig z ijn, maar

ook dat de zuidoostelijke periferie van de buitenplaats en de omgeving

van de Kikkermolen veel ruimtelijke veranderingen hebben ondergaan.

De aanleg van een nieuwe brug met toevoerweg zal opnieuw een forse

ingreep zijn.

De cultuurhistorische hoofdstructuur blijft bij deze ontwikkelingen echter

redelijk ongemoeid. De belangrijkste structuurlijnen blijven intact, maar

raken binnen het bestemmingsplangebied wel verweven met de nieuwe

toevoegingen. Dit gegeven hoeft niet negatief te zijn: het is het verhaal

van de verstedelijking van het gebied rond Leiden, waarbij oude land- en

waterwegen werden ingepast in de nieuwe ontwikkelingen. Zo bleven de

buitenplaats, de trekvaart en de relicten van het polderlandschap een rol

van betekenis spelen in de stedenbouwkundige structuur van het gebied.

Op lokaal- en detail niveau zijn de veranderingen ingrijpender van aard.

Nieuwe elementen veranderen het beeld ter plekke en zichtlijnen krijgen

een ander perspectief (zie paragraaf 6.3.3).

De geprojecteerde ontsluitingsweg doorsnijdt het uiterst zuidoostelijke

deel van de weide en ligt daarmee ook in de panoramische zichtlijn vanuit

de buitenplaatskern. Het is van belang om het zicht over de weide en de

omgeving van de molen zoveel mogelijk recht te doen door de o mvang

en de vorm van de nieuwe weg met brug bescheiden te houden en

ondergeschikt aan het landschap. Daarbij zou de breedte van de aan de

andere zijde van de vaart gelegen Haarlemmerweg en de Broekweg

wellicht als voorbeeld kunnen dienen, in combinatie me t een relatief

korte brugopgang (met een steilere helling), dus aanhaken bij meer

historische oplossingen (zie ook paragraaf 6.3.2). De Kikkermolen dient in

het ontwerp een goed zichtbaar focuspunt te blijven vanuit de

buitenplaats kern.

Bij de kruising met de Broekdijk is het zaak hier de inrichting dusdanig te

maken, dat de Broekdijk met de begeleidende slootstructuur zoveel

mogelijk als een doorgaande structuur te ervaren blijven.

Tegelijkertijd bied de realisatie van de brug kansen om een aantal voor

het cultuurhistorische en ruimtelijke beeld én de cultuurhistorische

hoofdstructuur negatieve ontwikkelingen te verbeteren:

Verdunning van de woonbootstructuur, met opschoning van storende oeverbebouwing, schuttingen en groen + kwaliteitsslag voor de woonboten zelf;

Maak de trekvaart beter beleefbaar in het landschap door de relatie tussen oever en water zo veel mogelijk te herstellen; dan wordt ook de buitenplaats vanaf de Haarlemmerweg weer beter zichtbaar;

Herzien van de inrichting en omheining van de IJsbaan, in een beter bij de buitenplaatssfeer passende vormgeving;

Het beter zichtbaar maken van het kasteel vanuit de zuidoosthoek van de buitenplaats. De nieuwe weg en de brug bieden mooie zichtpunten op de buitenplaatskern, waardoor deze beter beleefbaar wordt.

6.3 Effecten voor rijksbeschermde buitenplaats (IJsbaan)

Formeel betekent het feit dat de ijsbaan / weide binnen het

rijksmonument ligt, dat de aanvoerweg en het westelijke bruggenhoofd

van de nieuwe brugontwikkeling ook binnen het rijksmonument k omen te

liggen. Het rijksmonument ondergaat dus een wijziging. Voor het

wijzigingen van een rijksmonument dient een omgevingsvergunning te

worden aangevraagd. Zo’n omgevingsvergunning is verplicht voor

allerhande ingrepen in de leefomgeving, zoals bouw- en sloopplannen

grondverzet en dergelijke. Bij de beoordeling van deze ingrepen wordt

Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 30

ook gekeken naar de bescherming van archeologische en monumentale

waarden.

6.3.1 Effecten voor blikveld landgoedbiotoop

De aanleg van een aanvoerweg naar de nieuwe brug door het terrein van

de IJsbaan, oorspronkelijk onderdeel van de gronden van Kasteel Oud -

Poelgeest is wel van negatieve invloed op de cultuurhistorische waarde

van dit terrein, dat in de Cultuurhistorische Atlas van Zuid -Holland als

landschap met zeer hoge waarde en in de Structuurvisie als

Landgoedbiotoop (blikveld) is aangemerkt. De zuidoostelijke punt van dit

terrein wordt van de rest van het gebied afgesneden.

Deze ingreep is in strijd met de doelstellingen, zoals geformuleerd in de

Cultuurhistorische Atlas en de Provinciale Structuurvisie. Wat betreft de

ingrepen in de landgoedbiotoop is in de Structuurvisie bepaald (lid 3, zie

pagina 16-17 in dit rapport), dat afwijking van het bepaalde in lid 1 slechts

mogelijk is indien sprake is van bouwmogelijkheden in het vigerende

bestemmingsplan of indien sprake is van een groot openbaar belang en

er geen reële andere mogelijkheid is. De toelichting van het

bestemmingsplan moet hierover een verantwoording bevatten.

Een verzachtende omstandigheid is, dat de doors nijding in de uiterste

periferie van het landgoed plaats vindt, waardoor de negatieve invloed

vooral lokaal is, maar voor de landgoedkern en het totale terrein relatief

gering is.

6.3.2 Zichtlijnen – vroeger en nu

Binnen en rond de historische buitenplaats Oud-Poelgeest is sprake van

een aantal (waardevolle) zichtlijnen. Deze zijn deels beschreven en

gewaardeerd in de rijksbeschrijving van de buitenplaats, deels vermeld in

de Cultuurhistorische Atlas Zuid-Holland.

In de eerste plaats bevinden de cultuurhistorische zichtlijnen zich over de

formele hoofdas binnen de buitenplaatsstructuur: uitgaande van het

kasteel Oud-Poelgeest in noordwestelijke richting over de oprijlaan en

terug (zie de linker blauwe pijl op het kaartje hiernaast). Deze zichtlijn of

zichtas is gericht op één punt, de hoofdentree van de buitenplaats aan de

Poelgeesterweg. De zichtlijn maakt deel uit van de vermoedelijk in de

zeventiende eeuw gerealiseerde geometrische aanleg. De zichtlijn heeft

geen connectie met het bestemmingsplangebied Brug Poelgeest.

In samenhang met de zeventiende-eeuwse geometrische tuinaanleg was

er sprake van een tweede zichtlijn op en vanaf de achterzijde van het

kasteel, en wel in zuidoostelijke richting naar de trekvaart (de rechter

blauwe pijl op het kaartje). De zichtlijn is op tekeningen uit de 18de eeuw,

weliswaar met enigszins vertekend perspectief, afgebeeld. Deze zichtas

was gekoppeld aan de zeventiende-eeuwse geometrische aanleg,

waarvan aan de zuidoostkant van het kasteel thans nog de rechthoekige

grachten resteren, en een eveneens nog bestaand verbindingskanaaltje

tussen deze gracht en de trekvaart (“Grand canal”). Dat kanaaltje ligt in

de centrale as van de achtergevel van het kasteel. Hier lag nog een grote

open parterre met aan weerszijden kleine kanalen. De rechthoekige

gracht en het kanaaltje zijn grotendeels in de latere landschapstuin

opgenomen en door de dichte beplanting zijn het geometrische lijnenspel

en de zichtas haaks op het huis amper meer beleefbaar.

Deze vroegere zichtas ligt ruim ten noorden van het

bestemmingsplangebied en wordt door de gewenste ontwikkelingen niet

beïnvloed.

Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 31

Oud-Poelgeest in 1732, door Abraham Rademaker uit Rhijnlands fraaiste Gezichten. Op de voorgrond de trekvaart met jaagpad. Recht op het kasteel aan loopt het nog bestaande “Grand canal”, met aan weerszijden weiden. Vlak voor het huis een parterre met tuinvaas.

Fragment van het gebied van Oud-Poelgeest rond 1835. Met behoud van enkele geometrische elementen is de tuin in landschapstijl omgevormd. Het kanaa ltje naar de trekvaart is gebleven.

Boven: slechts tussen de bomen door vanaf het kasteel nog enigszins beleefbaar zicht over het “Grand canal” in zuidoostelijke richting. Beneden: blik in tegengestelde richting vanaf de Broekweg / Haarlemmerweg. Blik wordt verstoord door het vele groen en woonboten in de trekvaart.

Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 32

Tegenwoordig is aan deze zijde van het kasteel nog steeds sprake van

een zichtlijn, maar veel informeler en weidser van karakter,

oorspronkelijk panoramisch gericht in zuidelijke richting op het

oorspronkelijke open landschap met weide, de Haarlemmertrekvaart en

de stad Leiden.

Deze informele zichtlijn heeft zijn oorsprong in de eerste decennia van

de negentiende eeuw, toen de tuin in fasen is omgevormd in

landschapsstijl. Er is een groot aantal slingerpaden aangelegd, een deel

van de gracht rond het kasteel is gedempt en de formele, door kanaaltjes

afgebakende parterre aan de zuidoostzijde van het huis werd vergraven

tot een vijver, die met een naar het zuiden verlegd verbindingskanaaltje

werd aangesloten op de gehandhaafde rechthoekige gracht. Bij de

aansluiting van beide waterstromen werd een (nog steeds bestaand)

bruggetje gerealiseerd. Het geometrische karakter van de tuin raakte

hierdoor uit beeld. Ook de zichtas over het kanaal tussen kasteel en

trekvaart vertroebelde doordat aan het einde van de negentiende eeuw

(voor het eerst zichtbaar op de topografische kaart van 1898) het perceel

noordelijk van het kanaal werd beplant met bos.

De `nieuwe´ panoramische zichtlijn vanuit de tuin (en vooral vanuit de

omgeving van het bruggetje) is naar alle waarschijnlijkheid onderdeel van

het landschapstuinontwerp. De panoramische `zichtlijn´ op het

landschap ten zuidoosten van de landgoedkern (met weide (IJsbaan),

trekvaart en Kikkermolen, en de stad Leiden in het verschiet) sluit goed

aan bij de ontwerpprincipes van dergelijke tuinontwerpen, waarbij

markante landschapselementen in de omgeving op schilderachtige wijze

worden verwerkt in het totaalbeeld. De pittoreske Kikkermolen was,

hoewel geen historisch onderdeel van de buitenplaats, daarvoor een

dankbaar artefact. De oorspronkelijke werking (de molen stond volledig

vrij in het open landschap) zal overigens sterker zijn geweest, omdat de

molen tegenwoordig nog al wegvalt tegen de hoge begroeiing o p de

achtergrond (Heemtuin).

Zicht vanuit de kasteeltuin in zuidoostelijke richting, via een opening in de tuinrand op het landschap buiten de tuin, met weide en Kikkermolen.

Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 33

Panorama vanuit de buitenplaatskern (locatie bij brug) omstreeks 1850 (links topografische militaire kaart) en rond 1995 (topografische kaart). Door onder meer de oprukkende stadsrand en het vele groen in de omgeving van de Oegstgeesterweg, de Kikkermolen en het dichtgroeien van de noordelijke oever van het Grand canal is het panorama ingrijpend verkleind. Andersom is ook de buitenplaats niet meer van grote afstand beleefbaar. Vanaf het kasteel was de blik naar buiten, door de terugliggende positie beperkter.

Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 34

Door de oprukkende stadsrand en het vele groen nabij de Kikkermol en is

er geen zicht meer op het ooit in het verschiet liggende Leiden en ook de

vaart is niet goed beleefbaar. Het panorama is in de loop van de

twintigste eeuw zeer verkleind.

Door de relatief kleine opening in de tuinrand is er van een zichtlijn in

omgekeerde richting, dus richting het kasteel, thans nauwelijks sprake

meer. ´s Winters zal, als de bomen kaal zijn, het effect wat groter zijn.

Vanaf de Kikkermolen zijn de zichtlijn en de buitenplaatskern met kasteel

niet beleefbaar.

Inrichting weide

Opvallend is overigens de weinig aantrekkelijke inrichting van de weide,

die onderdeel is van het rijksmonument. Het terrein wordt omheind door

moderne hoge hekwerken en is ingericht met een aantal tamelijk

storende lichtmasten. Samen met het ijsbaangebouw doet de aankleding

weinig recht aan het karakter van de historische buitenplaats.

Zichtassen en zichtlijnen in de rijksbeschrijving

In de omschrijving van het rijksmonument wordt de zuidoostelijke zichtas

als volgt geduid: vanaf het huis loopt een zichtas naar buiten toe over de

vijver en de weide (thans ijsbaan) oorspronkelijk met zicht op Leiden.

Vanaf de Haarlemmertrekvaart wordt ook een fraai zicht op het huis

verkregen en iets verder op de, aan de vaart gelegen kapel.

De waardevolle zichtlijnen worden in de waardering niet expliciet

genoemd, maar vallen in algemene zin onder de formulering ´van

algemeen belang vanwege de markante situering aan de oude trekvaart

en vanwege de functioneel-ruimtelijke samenhang met de andere

onderdelen van de buitenplaats.

Boven: blik vanuit de kasteeltuin in het landschap rondom, met geheel op de achtergrond de Kikkermolen. Beneden: blij vanaf de Kikkermolen richting buitenplaats. Duidelijk te zien is dat de zichtlijn eenrichtingsverkeer is. Vanaf hier is het kasteel in de zomer niet beleefbaar.

Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 35

Het plangebied vanuit de lucht (bron: bingmaps.com). Op de bovenste foto zijn in geel de belangrijkste zichtlijnen weergegeven. In zwart de andere zichtlijnen, die door verschillende omstandigheden niet (goed meer) beleefbaar zijn.

6.3.3 Effecten van de brug met toevoerweg voor de zichtlijnen

De nieuwe ontwikkelingen hebben geen effect op de formele zichtlijnen

vanuit het kasteel in noordwestelijke en zuidoostelijke (over het Grand

canal) richting.

Toegangsweg en nieuwe brug doorsnijden wel de zichtlijn / het panorama

vanaf de buitenplaatskern (kasteel en bruggetje) over de weide in

zuidoostelijke richting naar de Kikkermolen. Vooral als de toegangsweg

naar de brug relatief hoog komt te liggen en al vanaf de kruising bij d e

Oegstgeesterweg gaat stijgen, zal dit van negatieve invloed zijn op de

zichtlijn / het panorama. Hierbij moet wel worden opgemerkt, dat de

oorspronkelijke zichtlijn in de loop van de twintigste eeuw al erg

veranderd (sterk verkort) is door de oprukkende stadsrand, het sterk

toegenomen groen en de weinig passende inrichting van de weide. Ook

de trekvaart is niet meer te zien (zie de kaartjes op blz. 12).

De verstoring van de zichtlijn / panorama, toegebracht door de nieuwe

toegangsweg met brug zou kunnen worden verzacht door de het eerste

deel van de toegangsweg laag te houden en de stijging naar de brug later

aan te vangen dan in het huidige ontwerp is aangegeven. Daarin wordt

uitgegaan van een geleidelijke stijging van 3% over vrijwel het hele tracé.

Geconcludeerd kan worden dat het plan een vrij beperkte nadelige

invloed heeft op de waardevolle zichtlijnen over het landgoed. Verder

biedt juist de nieuwe brug nieuwe kansen om een betere beleving van de

buitenplaatskern in het landschap te verkrijgen. Van af de hoger in het

landschap liggende brug wordt de buitenplaatskern beleefbaar. Nu wordt

deze vanaf de Haarlemmerweg aan het zicht onttrokken door veel groen

en de vrijwel aaneengesloten reeks woonboten.

Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 36

Zicht op Kasteel Poelgeest vanaf de oostelijke oever van de Haarlemmertrekvaart. Dit beeld is door de sterk verkleinde openingen in de tuinrand van de buitenplaats en de komst van woonboten in de trekvaart niet meer aanwezig. Ansichtkaart particuliere collectie.

Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 37

6.4 Effect voor relatie buitenplaats en Kikkermolen

De Kikkermolen is in 1752 gebouwd ter verbetering van de

waterhuishouding in het poldergebied ten noordwesten van Leiden. Voor

zover uit het historisch onderzoek duidelijk is geworden was de molen

nooit eigendom van de bezitters van Oud-Poelgeest, maar in het bezit

van het toenmalige waterschap De Kikkerpolder. Er is dus geen sprake

van een directe historische relatie.

Zoals in de vorige paragraaf is gebleken was er, vooral vanaf de vroege

negentiende eeuw wel sprake van een duidelijke ruimtelijke relatie tussen

buitenplaatskern en molen. Het open landschap met weiden, vaart,

molens en op de achtergrond de skyline van Leiden zijn de

aandachtspunten in het panoramisch uitzicht vanuit het kasteel en de

landschapstuin. De bescheiden Kikkermolen is daarbij slechts een klein

element in het ruime uitzicht geweest (met meer molens in het

verschiet). De locatie van de boogbrug in de opengewerkte tuinrand

geeft aan dat het vanaf hier beleefbare panorama zeer waarschijnlijk

bewust is gepland in het ontwerp.

Door de vrij beperkte opening in de tuinrand van de buitenplaats is het

kasteel vanaf de Kikkermolen zelf nauwelijks beleefbaar, zeker niet in de

zomer, wanneer de bomen in het blad staan. De tuinrand doet zich dan

voor als een gesloten bosrand. In die zin is de ruimtelijke relatie tussen

Kikkermolen en buitenplaats kern, gezien vanuit de molen, beperkt. De

directe omgeving van de molen is overigens door de aanleg van de

Oegstgeesterweg en de dichte beplanting van de Heemtuin , nogal

gewijzigd ten opzichte van de oorspronkelijke situatie, toen de molen

geheel vrij in het open landschap stond. Daardoor is het effect van

focuspunt vanuit de buitenplaatskern verminderd.

De omgeving van de Kikkermolen: boven gezien vanaf de Haarlemmervaart in noordwestelijke richting. Beneden gezien vanaf de brug in de buitenplaatstuin van Oud-Poelgeest.

Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 38

Het landschap nabij de Kikkermolen eind negentiene eeuw, door J.E. Kikkert (RAL PV1704.6). Rechts voor de Kikkerpoldermolen, links in het verschiet molen De Herder en op de achtergrond de stad Leiden.

Zicht op Oud-Poelgeest vanaf de Haarlemmertrekvaart rond 1850, uit: P.J. Lutgers en I.D. Steuerwald, Gesigten in de Omstreken van ’s -Gravenhage en Leiden. (RAL PV81710).

Beelden vanuit de omgeving van de Kikkermolen richting de buitenplaatskern, 2012.

Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 39

6.5 Lig- en overwinterplaatsen in de Haarlemmertrekvaart –

effecten voor een historische situatie?

4.5.1 Lig- en overwinterplaatsen – vroeger en nu

De Haarlemmertrekvaart is in 1657 gerealiseerd als vaarweg tussen

Leiden en Haarlem. Langs de oevers van de trekvaart lag een jaagpad,

vanaf waar de schepen met paarden of mensen over het water werden

voortgetrokken. Ter hoogte van het bestemmingsplangebied lag het

jaagpad langs de oostelijke zijde van de trekvaart. De weg ligt er nog,

maar de relatie met de vaart is thans minder goed zichtbaar door de

lange reeks van woonboten met op de oever staande bouwsels en

schuttingen.

Oude afbeeldingen (prenten, tekeningen, foto´s) van de

Haarlemmertrekvaart tonen de waterweg in zijn oorspronkelijke functie

van verkeersstructuur. Vanwege het relatief smalle profiel en de

noodzaak van de onbelemmerde relatie tussen jaagpad en water lagen er

zo min mogelijk obstakels in de vaart.

Ook na het vrijwel volledig verdwijnen van de door spierkracht op de

oever gedreven scheepvaart, in de periode rond 1850/1860 bleef de

Haarlemmertrekvaart nog tot de jaren 50 van de twintigste eeuw een

belangrijke transportader, vooral voor de vele bedrijven die zich aan de

vaart gevestigd hadden en voor de bollentelers, de mest- en de

rietschippers. Het drukke scheepvaartverkeer maakte, dat de oevers niet

geschikt waren voor het permanent afmeren van schepen of woonboten.

Zo bleef het water, althans buiten de bebouwde kom van de steden en

dorpen, lange tijd verschoond van permanente lig- en overwinterplaatsen

langs de oevers. Hiervan getuigen vele foto´s en ansichtkaarten uit de

eerste helft van de twintigste eeuw. Ze tonen ook steeds een vrij zicht

vanaf de Haarlemmerweg op het landgoed.

De Haarlemmertrekvaart rond 1900 (boven en midden) en ca. 1925 (beneden). Er liggen geen schepen of woonboten langs de oevers (RAL GN003794, particuliere collectie en PBK4000).

Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 40

Blik vanaf de Haarlemmerweg over de trekvaart richting kasteel Oud -Poelgeest. Het kasteel wordt hier al deels aan het zicht onttrokken door het vele groen. Op de voorgrond de eerste generatie woonboten in de Haarlemmertrekvaart. (Foto RAL)

Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 41

In de periode na de Tweede Wereldoorlog werden steeds meer

ligplaatsen gecreëerd voor schepen en woonboten langs de oostelijke

oever van de vaart, omdat daar de Haarlemmerweg voor de

noodzakelijke ontsluiting zorgde. In de loop van de jaren zestig was het

aaneengesloten lint van ligplaatsen een feit. Het betreft dus een relatief

jonge ontwikkeling.

6.5.2 Effecten

Het ontstaan van het aaneengesloten lint van ligplaatsen voor

woonboten heeft aanzienlijke gevolgen gehad voor het ruimtelijke beeld

van de omgeving van de trekvaart en de buitenplaatsrand van Oud-

Poelgeest. In de eerste plaats is de historische functioneel -ruimtelijke

relatie tussen water en jaagpad verstoord geraakt. Door het dichte lint

van woonboten en hun entourage, en ook door hoog opgaand groen in

de knik van de vaart ter hoogte van de Kikkermolen is de vaart vanaf de

Haarlemmerweg slecht zichtbaar geworden en ook het zicht op de

buitenplaats en het kasteel is vertroebeld.

Andersom, gezien vanuit het landgoed, is de reeks woonboten slechts

een onderdeel van de oprukkende verstedelijking van het gebied

(woonwagenkamp, Oegstgeesterweg, spoortracé), waardoor van het

oorspronkelijke zeer weidse uitzicht over de vaart richting Leiden niets

meer resteert.

Concluderend kan worden gesteld, dat de aanwezigheid van het

aaneengesloten lint woonboten niet kan worden gerelateerd aan een

historische situatie. Incidenteel zullen in het verleden wel eens tijdelijke

lig- of overwinterplaatsen voor vaartuigen in de vaart zijn geweest, maar

tot na de Tweede Wereldoorlog waren beide oevers in het plangebied vrij

van vaste ligplaatsen.

Boven en midden: de aaneengesloten reeks woonboten met allerlei schuurtjes en schuttingen verstoort de relatie tussen trekvaart en voormalig jaagpad. De bouwsels zijn bovendien van lage kwaliteit. Beneden de woonboten nabij de Kikkermolen.

Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 42

6.6 Effecten voor windvang molens

Voor de effecten op de molenbiotopen van de Kikkermolen, molen De

Herder en de Maredijkmolen wordt een separaat windvangonderzoek

uitgevoerd.

Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 43

7 AANBEVELINGEN EN KANSEN

Ten aanzien van het waarborgen van de cultuurhistorische kwaliteiten in

het plangebied kunnen enkele aanbevelingen en suggesties worden

gedaan. Enerzijds zijn dit aanbevelingen om de cultuurhistorische

component in het plangebied recht te doen, anderzijds worden enkele

suggesties gedaan om de kansen van het erfgoed met het oog op

inspiratie voor het ontwerp en nieuw gebruik.

De aanbevelingen en kansen liggen ook in de lijn van de intenties van de

Cultuurhistorische Atlas Zuid-Holland en de Provinciale Structuurvisie.

Met het oog op de aangetroffen waarden in het plangebied en direct daar buiten wordt geadviseerd om de ruimtelijke ingreep binnen de context van de historische gelaagdheid uit te voeren. De realisatie van een brug in het hiervoor besproken plangebied is denkbaar als de aangetroffen waardevolle historische structuren en elementen in het landschap zoveel mogelijk gerespecteerd worden en waar mogelijk gevolgd of zelfs versterkt worden;

Respecteren van (historische) zichtlijnen door het landschap en de doorgaande lijnen van trekvaart en jaagpad;

Zowel de huidige ijsbaan op de westelijke oever van de vaart als het taps toelopende terrein op de oostelijke oever waren van oudsher open weidegronden. Die openheid is karakteristiek en zou met de daardoor aanwezige zichtlijnen zoveel mogelijk moeten worden geïntegreerd in de plannen;

De historische waterlopen (de Haarlemmertrekvaart en de Broeksloot), de open gebieden met relicten van de oude verkavelingstructuur (de ijsbaan en het taps toelopende terrein tussen de Haarlemmerweg en de Broekweg) en het tracé van het oude jaagpad op de oostelijke oever als leidraad/inspiratiebron gebruiken bij het ontwikkelen van nieuwe infrastructuur. Er liggen kansen om met deze nieuwe ontwikkeling de oude structuren te accentueren. Te denken valt bijvoorbeeld aan het versterken van de vaart als groen lint en het gebruiken van het gegeven van het jaagpad als verbindingsroute;

Gezien de omschreven waarden van het plangebied en de direct daarbuiten aanwezige waarden, strekt het tot de aanbeveling om het ontwerp voor de brug en de bijbehorende infrastructuur goed af te stemmen op de omgeving; de brug moet gebieden verbinden, maar ook de historische trekvaart als doorlopend lint respecteren; er voor zorgen dus dat de vaart ondanks de nieuwe kruisende structuur als doorgaande waterloop te ervaren blijft;

Consequenties status rijksmonument van gedeelte van het plangebied

Formeel betekent het feit dat de ijsbaan / weide binnen het

rijksmonument ligt, dat de aanvoerweg en het westelijke bruggenhoofd

van de nieuwe brugontwikkeling ook binnen het rijksmonument komen te

liggen. Het rijksmonument ondergaat dus een wijziging. Voor het

wijzigingen van een rijksmonument dient een omgevingsvergunning te

worden aangevraagd. Zo’n omgevingsvergunning is verplicht voor

allerhande ingrepen in de leefomgeving, zoals bouw- en sloopplannen

grondverzet en dergelijke. Bij de beoordeling van deze ingrepen wordt

ook gekeken naar de bescherming van archeologische en monumentale

waarden.

Cultuurhistorische analyse “Bestemmingsplan Brug Poelgeest” juli 2016 II blad 44

8 BRONNEN EN LITERATUUR

-Bijleveld, W.I.I.C., `Een en ander uit de geschiedenis van het kasteel

Oud/Poelgeest´, in: Jaarboekje voor Geschiedenis en Oudheidkunde van

Leiden en Rijnland , tevens Orgaan der Vereeniging `Oud Leiden`, 1904,

140-149.

-Pots, R. e.a., Blauwe ader van de Bollenstreek. 350 jaar

Haarlemmertrekvaart - Leidsevaart 1657-2007. Geschiedenis, betekenis en

toekomst, Leiden 2007.

-Regionaal Archief Leiden, bronnen en beeldbank.

-Rink-Essink, B., Kasteel Oud Poelgeest. De geschiedenis van de bewoners,

de bouw en de aanpassingen van huis en tuin. Tekst 1., Doctoraal Scriptie

Vakgroep Kunstgeschiedenis en Archeologie, Leiden, Sassenheim juni

2000.

-Stöver, J. e.a., Kastelen en buitenplaatsen in Zuid-Holland, Zutphen 2000.

I.h.b. p. 126- 131 betreffende Oud-Poelgeest.

-Website gemeente Leiden.

-Website gemeente Oegstgeest.

-Erfgoednota 2014-2020, gemeente Leiden.

-Erfgoedverordening gemeente Oegstgeest, 2010.

-Provinciale Structuurvisie: Visie ruimte en mobiliteit + Verordening Ruimte

2014.

-Website Watwaswaar.nl

-Website Haarlemmertrekvaart-Leidsevaart

-Cultuurhistorische waardenkaart Zuid-Holland

    9   

 

  Rho adviseurs voor leefruimte      054600.20160888 

Bijlage 4      Waardekaart cultuurhistorie  

   

10   

 

  Rho adviseurs voor leefruimte      054600.20160888 

Bijlage 5      Berekening invloed windvang Kikkermolen  

   

Uitbreiding Trekvaartplein, realisatie brugPoelgeest en herinrichting woonboten

Berekening invloed windvang Kikkermolen te Leiden

Rapportnummer OA 15353-1-RA d.d. 8 maart 2017

o p d r a c h t g e v e r G e m e e n t e Le i d e n

r a p p o r t n u m m e r O A 1 5 3 5 3 - 1 - RA

d a t u m 8 m a a rt 2 0 1 7

r e f e r e n t i e O O / O O / / O A 1 5 3 5 3 - 1 - RA

v e r a n t w o o r d e l i j k e O . E . O t t e n

o p s t e l l e r O . E . O t t e n

+ 3 1 2 4 3 5 7 0 7 6 7

o . o t t e n @ p e u t z . n l

Uitbreiding Trekvaartplein, realisatie brugPoelgeest en herinrichting woonboten

Berekening invloed windvang Kikkermolen te Leiden

peutz bv, postbus 66, 6585 zh mook, +31 24 357 07 07, [email protected], www.peutz.nl

kvk 12028033, opdrachten volgens DNR 2011, lid NLingenieurs, btw NL.004933837B01, ISO-9001:2008

mook – zoetermeer – groningen – düsseldorf – dortmund – berlijn – leuven – parijs – lyon

OA 15353-1-RA 2

I n h o u d s o p g a v e

1 I n l e i d i n g 4

2 P l a n o n t w i k k e l i n g 5

2 . 1 T r e k v a a r t p l e i n 5

2 . 2 B r u g P o e l g e e s t 5

2 . 3 H e r i n d e l i n g w o o n b o t e n 7

3 M o l e n b i o t o o p 8

3 . 1 P r o v i n c i a a l m o l e n b e l e i d 8

3 . 2 B e o o r d e l i n g c o n f o r m m o l e n b i o t o o p 9

3 . 2 . 1 T r e k v a a r t p l e i n 9

3 . 2 . 2 B r u g P o e l g e e s t 9

3 . 2 . 3 W o o n b o t e n 9

4 W i n d v a n g v a n d e m o l e n 1 0

4 . 1 W i n d k l i m a a t o p d e l o c a t i e 1 0

4 . 2 B e p a l i n g w i n d a a n - e n a f v o e r v a n d e m o l e n 1 2

4 . 2 . 1 W i n d a a n v o e r 1 2

4 . 3 T r e k v a a r t p l e i n ( A ) 1 3

4 . 4 B r u g P o e l g e e s t ( B ) 1 4

4 . 5 W o o n b o t e n ( C ) 1 4

4 . 5 . 1 W i n d a f v o e r 1 4

5 S a m e n v a t t i n g e n c o n c l u s i e s 1 6

OA 15353-1-RA 3

1 I n l e i d i n g

In de omgeving van de Kikkermolen in Leiden is een aantal ontwikkelingen in voorbereiding

dat, gezien de situering binnen de molenbiotoop, van invloed kan zijn op de windvang van

de Kikkermolen.

In de notitie met referentie OO/OO/OA 15353-1-NO-002 d.d. 23 januari 2017 is een

kwalitatieve beoordeling gegeven van de mogelijk te verwachten invloed. De kwalitatieve

beoordeling is mede gebaseerd op eerdere onderzoeksresultaten.

Op verzoek van de opdrachtgever zijn aanvullende berekeningen uitgevoerd,

overeenkomend met de eerder gehanteerde methodiek, ten einde de kwalitatieve

beoordeling getalsmatig nader te onderbouwen.

OA 15353-1-RA 4

2 P l a n o n t w i k k e l i n g

2.1 T r e k v a a r t p l e i n

In figuur 2.1 wordt het zoekgebied aangegeven voor een uitbreiding voor 2 kavels aan de

noordzijde van het Trekvaartplein. De uitbreidingslocatie is op een afstand van 60 tot 120

meter aan de oostzijde van de Kikkermolen gesitueerd. De hoogte van de woonwagens op

de uitbreidingskavels bedraagt +4,80 NAP.

f2.1 Geplande uitbreiding noordzijde Trekvaartplein (A)

2.2 B r u g P o e l g e e s t

De brug Poelgeest kent een hoogte van +2,40 NAP. Er is rekening gehouden met

lichthinderbeperkende maatregelen. Samen met de rand van de brug bedraagt de totale

hoogte circa +3,70 NAP.

f2.2 Fragment langsdoorsnede brug Poelgeest met hoogteaanduiding

OA 15353-1-RA 5

A

f2.3 Dwarsdoorsnede brug Poelgeest

f2.4 Profiel talud

De brug wordt ten noorden van de Kikkermolen gesitueerd, op een afstand van rond de 100

meter.

f2.5 situering talud en brug ten noorden van de molen (B)

OA 15353-1-RA 6

B

2.3 H e r i n d e l i n g w o o n b o t e n

De indeling van de bestaande woonboten op de Trekvaart wordt aangepast. In de figuren

2.6 en 2.7 wordt de bestaande en de voorgestelde indeling van de woonboten aangegeven.

Ten behoeve van de wind toe- en afvoer van de Kikkermolen wordt plaatselijk een vrije

ruimte (C in figuur 2.7) gecreëerd. Ten zuidoosten van de molen wordt de bestaande vrije

ruimte benut. De hoogte van de woonboten bedraagt conform opgave gemeente maximaal

+4,50 NAP.

f2.6 Bestaande indeling woonboten

f2.7 Voorgestelde indeling woonboten; vrije ruimte (C)

OA 15353-1-RA 7

C