Junx magazine

92
TACHELES STEAK NUMBER EIGHT PASCAL BAETENS ANTON COENE “Niemand geeft nog om de man achter het werk” Christoffel Hendrickx KUNST MUZIEK & FOTOGRAFIE

description

Kunst, Muziek en Fotografie

Transcript of Junx magazine

Page 1: Junx magazine

TACHELES STEAK NUMBER EIGHTPASCAL BAETENS ANTON COENE

“Niemand geeft nog om de man achter het werk”

Christoffel Hendrickx

KUNST MUZIEK & FOTOGRAFIE

Page 2: Junx magazine

PASCAL BAETENS

NOT YOUR ORDINARY NUDE PHOTOGRAPHER

p.80

Page 3: Junx magazine

Klara © Pascal Baetens - http://www.pascalbaetens.com

Page 4: Junx magazine

Junx is een woord waarvan de betekenis niet vast-staat of in een boek valt op te zoeken. De kunste-naars die we brengen kun je ook niet zomaar in een hokje duwen. Stap eens af van de massatrein die door het topje van de ijsberg raast en maak een ommetje door het dal waar content staat dat wél relevant is.

Respect voor de artiest, diepgang en een ruim spectrum aan onderwerpen zijn waarden die bij veel media onder een dikke laag stof liggen. Nieuws komt uit persberichten, kunstwerken uit IKEA en recensies van achter een beeldscherm. Als je durft graven tussen de spleten van de maatschappij en je tijd neemt om te zoeken, komen vaak de beste verhalen naar boven.

Bands die zonder een voorgeprogrammeerde formule voor succes een echt je m’en fou-gehalte hebben. Een naaktfotograaf die gewone mensen aanspreekt op straat en zo aan de meest pakkende verhalen komt. Een kraakpand/kunsthuis - waar commercialisering en geldwolven om de hoek loeren - dat overleeft in het hartje van Berlijn. Dit zijn verhalen voor echte Junx: mensen die de traditionele media al eens links laten liggen en op zoek gaan naar meerwaarde en personen met een boeiend verhaal.

COVER DOOR ARN GYSSELS

EDITO

Page 5: Junx magazine

ART MUSIC PHOTOBRECHT VANDENBROUCKE 10

BRECHT EVENS 12

ARN GYSSELS 14

TACHELES 20

BARBARA FRAGOGNA 26

ALEXANDER RODIN 28

JORIS GHEKIERE 30

CHRISTOFFEL HENDRICKX 34

CAZZIMIR MEULEMANS 90

FOTOREEKS KAPITAN

KORSAKOV 58

ANTON COENE 66

FILIP WOUTERS 74

PASCAL BAETENS 80

STEAK NUMBER EIGHT 38

WAUW/SPAUW 46

KAPITAN KORSAKOV 50

Page 6: Junx magazine

6

Marwencol, geregisseerd door de Amerikaanse regisseur Jeff Malmberg pakt de hoofdprijs op het documen-taire filmfestival Docville in Leuven. Malmberg vertelt het verhaal van Mark Hogancamp die een fictief Bel-gisch ministadje - gesitueerd tijdens Wereldoorlog II - bouwt als een soort verwerking voor een zwaar uit de hand gelopen caféruzie. Het eigenaar-dige aan het stadje is, dat het bevolkt wordt door GI Joe’s en Barbiepoppen. Het pakkende verhaal van Jeff Malm-berg heeft wereldwijd al verscheidene prijzen weggekaapt en nu dus ook in Leuven.

Amerikaanse film over Belgisch 'stadje' wint hoofdprijs op Docville

WORD KORT NIEUWS

Page 7: Junx magazine

De originele print van de voorpagina van The Dark Knight Returns #3 is verkocht voor een recordbedrag van 448.125 dollar. Dat is de grootste som ooit betaald op een publieke vei-ling voor een origineel artwork van een Amerikaanse comic. Het vorige record was 380.000 dollar voor de cover van Weird Fantasy #29 door Frank Frazetta. 

Wat de print zo speciaal maakt is dat hij in niets verschilt met de uiteinde-lijke cover. Vaak wordt de tekening nog aangepast voor hij op de cover verschijnt en dat was bij The Dark Knight Returns niet het geval. Het veilinghuis had gedacht een bedrag van iets meer dan 100.000 dollar te krijgen, ze gingen met iets meer naar huis.

Batman print verkocht voor half miljoen dollar

De leadzanger van de Rolling Stones is in het geheim de studio ingedoken om met een all-star team aan hun debuutalbum te werken. Super Heavy – ja, u leest het goed – bestaat uit Eurythmics-voorman Dave Stewart, Bob Marleys jongste zoon Damian en zangeres Joss Stone. Als laatste werd er ook nog de Indische producer-mu-zikant A.R. Rahman aan toegevoegd. 

De geruchtenmolen draaide al een hele tijd op volle toeren. Er werd al gesproken van een videoclip en een deal met een platenfirma. De woord-voerder van Jagger spreekt dit bericht echter tegen: “Ze hebben al wel lied-jes opgenomen in de studio, maar er is nog geen sprake van een videoclip of een platenfirma. Alles is nog pre-matuur.” 

De geprezen beeldhouwer Anish Kapoor draagt zijn nieuwste kunst-werk op aan Ai Wei Wei, de Chinese kunstenaar en filosoof die op 3 april werd opgepakt op de luchthaven van Peking. Anish Kapoor roept alle galerijen op om één dag te sluiten als teken van protest. “Zijn arrestatie, verdwijning en mogelijke mishande-ling is onacceptabel”, verkondigt Ka-poor. “Wanneer een regering artiesten de mond snoert laten ze zien dat ze barbaars zijn.” 

De Britse Indiër Anish Kapoor toonde op 11 mei zijn monumentaal kunstwerk in het Grand Palais in Parijs. Hij maakte van de media-aan-dacht gebruik om aanklacht te maken tegen de aanpak van China tegenover artiesten en de vrije meningsuiting. 

Anish Kapoor draagt 'Leviathan' op aan Chinese dissident Ai Wei Wei

Mick Jagger vormt nieuwe superband

Tekst: Arno Slaets

Page 8: Junx magazine

ARTMUSICPHOTO

Page 9: Junx magazine

ARTMUSICPHOTO

Page 10: Junx magazine

10 ILLUSTRATIE

B R E C H T VA N D E N B R O U C K E

Page 11: Junx magazine

KILL THEM ALL / PORTRAIT / ARTICHOC 

JONG BEELDEND KUNSTENAAR BRECHT VANDENBROUCKE TEKENT VOOR ONDER ANDERE VICE, THE WORD EN HUMO. HOEWEL ZE MEESTAL NAAR HEM REFERE-REN ALS ILLUSTRATOR, WILT HIJ DIT ZELF NIET GEZEGD HEBBEN. NAAST ILLUSTRA-TIES, MAAKT HIJ OOK GRAPHIC NOVELS EN ANIMATIEFILMPJES.

VOLG HEM VIA ZIJN BLOG:BRECHTVANDENBROUCKE.BLOGSPOT.COM

Page 12: Junx magazine

12 ILLUSTRATIE

UIT: ERGENS WAAR JE NIET WIL ZIJN

EVENS BESCHRIJFT DRIE DAGEN EN DRIE NACHTEN DIE ZICH VOORAL AAN EN ROND HET NACHTLEVEN AFSPELEN. NAAST DE PRACHTIGE TEKENINGEN, ZIT HET VERHAAL GOED IN ELKAAR EN BLIJVEN DE DIALO-GEN TUSSEN DE PERSONAGES CONSTANT – SOMS OP HET RANDJE VAN HET ABSURDE AF – AANGENAAM OM LEZEN. ZIJN BLOG BEVAT NOG HEEL WAT MOOIS.

GA EENS KIJKEN OP: BRECHTNIEUWS.BLOGSPOT.COM

B R E C H T E V E N S

Page 13: Junx magazine
Page 14: Junx magazine

14 RUBRIEK wat?

Page 15: Junx magazine

ij begon ooit met foto’s uit oude pornobladen te verheffen tot kunst. Het was voor deze Antwerpse kunstenaar een eerste stap in een nimmer aflatende evolutie. Of noem het revolutie. Geordende chaos vormt vandaag de basis van zijn werk. Authentiek, zo zouden we Arn in één term samenvatten. Ver weg van voorgefabriceerde en zielloze kunst.

ARNGYSSELS

ALLES ZIT IN HET DUALISME

15

Page 16: Junx magazine

16 RUBRIEK wat?16 INTERVIEW Arn Gyssels

Page 17: Junx magazine

“ Als kunstenaar moet je jezelf constant in vraag stellen ”

bestaat het gevaar dat je een product begint te maken. Ik zou nooit kunnen meegaan in het idee van mechanische kunst. Iets waar meer en meer zoge-naamde kunstenaars vandaag geen probleem mee hebben. 

Frustreert dat laastste jou?

Niet echt. Ik ben bezig met de kunst die ik wil maken. Dat zijn dingen die misschien niet gegeerd zijn en rijk word ik er niet van, maar ik blijf wel trouw aan wie ik ben. Je kunt dat dom noemen als je dat wilt maar het is vooral oprecht. 

Je werken bevatten dikwijls heel macabere elementen. Is er een voorliefde?

Ik weet niet waar dat van komt, maar het is er wel. Als kind was ik al aan-getrokken tot die dingen. Er is niets voorgefabriceerd aan. Ik denk niet als ik aan iets bezig ben: 'ik ga er iets vuils van maken.' Als er macabere ele-menten in mijn werken zitten, dan is dat omdat ik een macaber kantje heb.  

Je hebt al eens evolutie aan-gehaald, welke stappen kun je voor jezelf onderscheiden?

Ik ben begonnen met die vleescol-lages, maar gaandeweg ben ik los-gekomen van die eerder chaotische werken. De zoektocht naar wat ik echt wil maken ligt deels achter me. Mijn werken zijn veel strakker gewor-den, hoewel daar nog steeds chaos

kan inzitten. Alles zit in het dualisme van de dingen. Chaos en orde maakt samen een goed geheel. 

Zit er daarom zoveel geome-trie in je werk?

Absoluut. Dat is een goede basis.Daarbinnen kan chaos zijn. Je zou er echt van verschieten hoeveel geome-trie er in het leven zit. 

In hoeverre zit er een denkpro-ces achter je werken?

Om eerlijk te zijn werk ik heel hard op gevoel. Mijn kunst is een uiting van wat binnen in mij leeft. Als ik aan iets bezig ben, bereik ik op een bepaald moment een soort rustpunt waarop ik kan zeggen: 'nu is het af.' Toch moet ik zeggen dat ik doorheen de tijd wel harder begin na te denken over wat ik doe. Het is een samen-komst van intuïtie en rationaliteit en daar zit trouwens weer dat dualisme in. 

Ik denk dat ik dualisme in onze titel zal moeten verwerken.

Dat is geen slecht plan. Het vat zoveel samen. 

Verdien je geld met je werk?

Weinig. Onze maatschappij is niet gericht op kunstenaars, maar ik ga niet de zoveelste zijn om daarover te klagen. Het is nu eenmaal zo. Je hebt als kunstenaar op dat gebied

Je pseudoniem is Vleespapier, waar komt dat van?

Dat is bijvoorbeeld zoiets waar ik niet zo graag mee geconfronteerd word. Ik ben ooit begonnen met collages waarin het vlezige een heel belang-rijke rol speelde. Toen een vriend van me verhuisde, vond die op zijn zolder drie bakken vol oude pornobladen. De stijl van foto’s en het kleurgebruik spraken mij toen enorm aan. Ik ben begonnen met daar dingen uit te verknippen en er iets nieuws van te maken. Een soort nieuwe realiteit.  

Is de realiteit te saai?

Dat is heel droog gezegd. De realiteit is zo saai als je het zelf maakt, je moet gewoon voldoende vrijheid krijgen om binnen de realiteit je eigen ding te doen. 

Heb je de neiging om alles wat je vroeger hebt gemaakt, slecht te vinden?

Veel kunstenaars hebben dat en ik ontsnap daar in zekere zin ook niet aan. Het is niet zozeer dat ik mijn vroegere werken slecht vind, maar ik zal er zeker niet mee uitpakken. Die cover is dus een uitzondering. Meestal heb ik na vijf werken al iets van: ik wil er mee stoppen. Ander-zijds zijn die vroegere werken een deel van mijn evolutie. Ze hebben mij mee gevormd, het zou hypocriet zijn ze te verachten. 

Mag ik dat wispelturig noe-men?

Wispelturig is het verkeerde woord. Het is belangrijk als kunstenaar om jezelf en je parcours constant in vraag te stellen. Je moet altijd nieuwe dingen ontdekken en maken, anders

17

Page 18: Junx magazine

18 INTERVIEW Arn Gyssels

“ Je kunt niet zomaar aan de maatschappij ontsnappen ”

uit de buitenwereld. Wie wil kan er zijn kunst verkopen, anderen houden het voor zich.

Dat klinkt heel interessant. Momenteel ben ik echt bezig ben met mijn werken naar buiten te duwen. Na een lange innerlijke zoektocht, was het tijd om eens iets uit te brengen. Dit interview past in principe ook in dat kader want op die manier leer ik zelf ook nieuwe dingen kennen. Dat kunsthuis klinkt wel heel interessant. Dat ga ik zeker opzoeken. 

Blij dat ik iets kleins heb kunnen terugdoen. Ben je momenteel met nog projecten bezig?

Ik ben nu bezig met een bundeling van een aantal van mijn werken en uiter-aard probeer ik mijn website – www.galacticgeometry.be – te onderhouden. Samen met een andere kunstenaar Cazzimir Meulemans, ben ik nog een ander boekje aan het maken. Dat is bijna af trouwens. Het probleem met zo’n dingen is dat je het altijd zelf moet uitgeven. Die praktische dingen regelen is niets voor mij en ik moet zelf opdraaien voor de kosten. Dat is een risico. Tenslotte ben ik bezig met structuur sculpturen op canvas. Dat is echt iets vreemds, maar tegelijk heel speciaal.

twee keuzes: ofwel steek je jezelf weg ofwel aanvaard je het en ga je door. Het klinkt als kunstenaar natuurlijk wel cool als je zegt dat je lak hebt aan alles, maar je kunt niet ontsnap-pen aan de maatschappij. Toch niet op een goede manier. 

Hangt de RVA dan niet vaak aan de deur?

De RVA stuurt mij vaak brieven, maar dat heeft weinig nut. Ik ben geen persoon die naar een fabriek gaat werken. Dat duurt geen drie weken. Wat ik doe is bezig blijven met mijzelf te ontplooien omdat ik weet dat er een moment gaat komen waarop ik wel genoeg geld verdien met wat ik graag doe. Dat is echt mijn houvast, iets in mij voelt dat er zo’n moment zal komen. 

Bedoel je dan een soort eind-punt?

Dat is veel gezegd. Een eindpunt klinkt zo finaal, maar ergens is het dat wel. Net zoals ik een rustpunt bereik wanneer ik een werk af heb, zal ik een rustpunt bereiken als ik sta waar ik wil staan. Ik vrees wel dat snel daarna mijn eigen drive mij zal inhalen en ervoor zal zorgen dat ik dat rustpunt verlaat, maar zover zijn we nog niet. 

Je zou naar Tacheles moeten gaan.

Wat is dat? 

Een kunsthuis in Berlijn, waar zo’n dertig artiesten hun stu-dio hebben. Ze krijgen er de kans om zich te ontplooien en kunst te maken los van druk

Tekst & Foto: Kenzo De Bruyn

Page 19: Junx magazine

Hylax © Arn Gyssels - http://www.galacticgeometry.be

Page 20: Junx magazine

20

Page 21: Junx magazine

et voormalige kraakpand en kunsthuis Tacheles in Berlijn is al 21 jaar één van de bekendste iconen uit de Duitse kunstscene. De kunstenaars die in Tacheles werken, staan al jaren met één voet op straat. Op 15 april verkochten de artiesten die zich op het achterplein bevonden – Gruppe Tacheles – hun ziel voor één miljoen euro. Ze verlieten het gebouw en lieten de artiesten in het gebouw zelf – Tacheles e.V. – verweesd achter.

TACHELESEEN BERLIJNSE TRAGEDIE ZONDER EINDE

Page 22: Junx magazine

22 REPORTAGE Tacheles

“ Tacheles moet geen museum van de jaren ‘90 zijn ”

Artiesten staan aan te schuiven om hier te kunnen repeteren

Tacheles wordt al sinds september 1989 bezet door kunstenaars uit ver-schillende disciplines. Het is gaan-deweg uitgegroeid tot een internati-onaal gerenommeerd kunsthuis dat diverse projecten van kunstenaars over de hele wereld onderbrengt. Naarmate het pand bekender werd, ontstond de discussie of Tacheles geen toeristische attractie was in de plaats van een gebouw voor contemporary art of hedendaagse kunst in het minder flatterend Nederlands. 

Volgens woordvoerster Linda Cerna van Tacheles e.V. is Tacheles geen tourist trap. “Kunst heeft een plaats nodig waar het niet belangrijk is of je het kan verkopen en waar het niet belangrijk is of jouw kunst populair is. Een kunstenaar moet vrij zijn om creatief te kunnen denken. Het is niet mogelijk om diezelfde vibe te behouden als 20 jaar geleden. Toen was het kunsthuis een bouw-vallig krot waar Oost-Berlijners installaties bouwden uit neergestorte jets en schoolbussen. Tacheles is

geen museum van de jaren negentig. Het is een hedendaags kunsthuis. Daarom verandert het constant, net zoals de kunst die er tentoonge-steld wordt. Dat het aandacht krijgt van toeristen is niet per se slecht. De artiesten kunnen altijd hun deuren sluiten als ze geen bezoekers willen. Het enige verschil tegenover vroeger is dat we de rommel moeten oprui-men die de toeristen achterlaten.” 

Namedropping

Dat Tacheles, met 300.000 bezoe-kers per jaar, het als toeristische at-tractie goed doet is duidelijk. Maar buiten een bezienswaardigheid is Tacheles eerst en vooral een cultu-rele organisatie met belangrijke rea-lisaties. “Er waren natuurlijk dingen die niet werkten, maar we hebben zeker ook succesverhalen”, vertelt

Page 23: Junx magazine

Elke gang in Tacheles is een levensechte collage van de voorbije 20 jaar

Linda Cerna. “Je kunt altijd aan namedropping doen: Rammstein gebruikte hier een studio om te oefenen en ook Peaches en A Guy Called Gerald heb-ben hier gewerkt. Er zijn nog succesverhalen op een ander niveau die minder bekend zijn, maar daarom zeker niet slechter.” 

Die andere succesverhalen zijn hun internationale projecten. Zo kunnen er artiesten terecht uit landen waar kunst geen volledige vrijheid kent. Kunste-naars uit Wit-Rusland zoals Alexander Rodin, krijgen er nu de kans om hun werken tentoon te stellen. In Tacheles heeft hij een even grote werkruimte als het hele Nationaal Museum voor Hedendaagse Kunst in Wit-Rusland. Er zijn ook artiesten uit Italië, waar sommige kunstwerken nog steeds ge-censureerd worden, die er hun werken tentoonstellen. Curator en kunstena-res Barbara Fragogna werkt al drie jaar in Tacheles en haar deur staat altijd open voor het publiek. “Het is goed dat er zoiets als Tacheles bestaat. Het geeft me een platform en de mogelijkheid om mijn werk aan de wereld te la-ten zien. Er is hier veel creativiteit omdat er artiesten van over heel de wereld aanwezig zijn.” 

De harde kern

Het voortbestaan van Tacheles hangt al 21 jaar aan een zijden draadje. Alle Berlijnse politici verklaren zich voorstander van het kunsthuis en de buurt-bewoners hebben ook baat bij de populariteit van het kunsthuis, dat eigen-

dom is van de investeringsgroep Fundus. Tacheles had een tienjaren-contract afgesloten waarbij ze het pand huurden voor een symbolische prijs. In ruil hiervoor moest de groep kunstenaars wel zelf heel het gebouw in orde brengen. 

Het contract was dit jaar afgelopen. Op vier april was de openbare ver-koop van Tacheles gepland. Een uur voor de verkoop begon, was het hele proces plots geannuleerd. De bull-dozers, die in de tuin al kunstwer-ken waren aan het afbreken, werden een halt toegeroepen. Niemand weet waarom de verkoop werd stopgezet. 

Zeven dagen nadat de Gruppe Tacheles had beslist om verder te vechten, accepteerden ze toch het anonieme aanbod van één miljoen euro om het gebouw te verlaten.

Page 24: Junx magazine

24 REPORTAGE Tacheles

“ We hebben veel geleerd van de business guys ”

Bezoekers kunnen dag en nacht binnengaan "Zonder Tacheles zou er veel talent verloren gaan." - Barbara F.

Page 25: Junx magazine

Nadat 80 kunstenaars met de noor-derzon vertrokken waren, bleef enkel de harde kern -  Tacheles n.V. - achter om te strijden voor het voortbestaan van het kunsthuis. 

Er echt om malen doen de kunste-naars niet. Linda Cerna verklaarde al eerder dat ze niet verbaast waren en dat ze het niet erg vonden dat de Gruppe Tacheles het aanbod had-den aanvaard. De achterkant van het kunsthuis, waar Gruppe Tacheles verbleef, was net het gedeelte waar de meeste mensen zich vragen bij stelden. Kunstenaars die juwelen maken van lepels en vorken, de bar en de cinemazaal stonden enorm in contrast met de internationale ar-tiesten die hun werk in het gebouw tentoonstelden. 

Tricks of the trade

Nu blijft de vraag wat er gaat gebeu-ren met de rest van Tacheles. Als het aan Linda Cerna ligt, zijn ze er alvast nog niet snel weg.

“We hebben verscheidene manieren om onze uitzetting te bevechten. We hebben veel geleerd van de business guys. Onze oorspronkelijke organisatie waarvoor een uitzettingsbevel was opgesteld, hebben we stopgezet. Nu heb-ben we een speciale én legale constructie opgezet waardoor ze elke artiest apart voor de rechter moeten dagen om een uitzettingsbevel te krijgen. Maar omdat de meeste artiesten niet langer dan een jaar blijven, is dat nogal moeilijk”, lacht Linda. “We krijgen hiervoor veel hulp van advocaten die zich graag met ‘specialere’ rechtszaken bezig houden. Door de jaren heen hebben we de geldstromen en machtspelletjes van de banken en investe-ringsgroepen in kaart gebracht en gepubliceerd in een boek. Veel mensen beseffen niet dat zo’n investeringsgroepen vaak deels gefinancierd worden door belastinggeld.” 

Naast de legale rompslomp ondernemen de artiesten nog op een andere ma-nier actie. “We doen vaak iets ludiekere acties. Dat vinden de kunstenaars zelf aangenamer en zo krijgen we de nodige media-aandacht”, legt Linda uit. “Zo hebben we op 25 maart een flashmob gehouden die gechoreogra-feerd was door de Nederlandse fotograaf Tim Roeloffs.” 

Nu Gruppe Tacheles het pand verlaten heeft, kan het kunsthuis zich weer concentreren op wat echt telt: een platform creëren waar artiesten heden-daagse kunst kunnen maken. En zelfs als de investeringsgroep de juridische strijd wint, is het nog niet verloren. Zullen zij het aandurven om de kunste-naars en hun werken op straat te gooien op 100 meter van de belangrijkste joodse synagoge in Berlijn? De stad leeft nog steeds met het schuldgevoel van de Holocaust. De artiesten uit Tacheles gooien kan nare herinneringen oproepen. Hoewel de artiesten troubled times tegemoet gaan, moeten ze zich voorlopig niet al te veel zorgen maken.

Tekst: Arno SlaetsFoto: Sam Coussens & Kenzo De Bruyn

Page 26: Junx magazine

Tekst: Arno Slaets

26 ARTIST

Barbara Fragogna

Barbara Fragogna is een Vene-tiaanse kunstenares en sinds 2008 curator in het kunsthuis Tacheles in Berlijn. Haar studio staat altijd open voor het pu-bliek. Fragogna mengt niet enkel contrasten in haar kleuren maar ook in haar beelden. Ze brengt metaforen over het menselijke lichaam met verwijzingen naar de psychologie en de realiteit. De gezichten in haar schilderijen dragen steeds veranderlijke maskers die de emotie van het moment laten zien. De kun-stenares brengt het duistere en het lichte van onze persoonlijk-heid in haar schilderijen naar boven. Deze balans weerspie-gelt de schoonheid die ze in de mens ziet.

Page 27: Junx magazine
Page 28: Junx magazine

Tekst: Arno SlaetsFoto: Sam Coussens

28 ARTIST

AlexanderRodinAlexander Rodin is een he-dendaags kunstenaar uit Wit-Rusland. Het land biedt geen ar-tistieke vrijheid en kunst krijgt er weinig ruimte om verder te ont-wikkelen. Daarom werkt Alexan-der Rodin al negen jaar samen met het Kunsthuis Tacheles in Berlijn. Zijn studio neemt de ge-hele bovenste verdieping in be-

slag. Hij heeft al verscheidene tentoonstellingen gehouden in steden over heel Europa, waar-onder ook in Brussel.

Rodin combineert avant-garde vormen met het constructivisme en cosmogonisme. Hij toont met kleurstructuren en ritmes con-trast aan en maakt een balans

tussen de micro- en macrokos-mos. Zijn werken bestaan vooral uit monochrome kleuren van verschillende toonaarden.

Page 29: Junx magazine

Tekst: Arno SlaetsFoto: Sam Coussens

Page 30: Junx magazine

30 ARTIST

JorisGhekiere

De Belgische kunstenaar Joris Ghekiere wordt steevast om-schreven als een onconventio-nele kunstenaar. Dat zijn zware woorden, maar hij begrijpt van-waar ze komen. “Ik ben van na-ture een wispelturig iemand en dat uit zich in mijn werk. Het is onmogelijk om er één lijn in te trekken. De ene keer is het abstract, de andere keer figura-tief. Soms wil ik op kleine dingen inzoomen en soms wil ik net van een afstand kijken naar grote en complexe dingen.

zijds een tafereel van volksdan-sers en anderzijds de abstracte echo hiervan. Het is een sym-bool voor een wereld die in zich-zelf draait. De typische 'Heimat' cultuur die terugvalt op zichzelf door middel van rituelen en die op zijn leden een bedwelmende werking heeft.

“Als kunstenaar wil ik geen boodschapper zijn. Ik kijk naar de wereld en probeer dingen uit te lichten. Het lijkt bizar om een reeks bermplanten te schilde-

Dat is meer een natuurlijke re-flex dan een keuze.

Er zijn andere kunstenaars die bezig zijn met het maken van herkenbare werken. Dat is hun keuze, maar het gevaar is dat ze op de duur hun eigen parcours niet meer in vraag durven stel-len.”

Het bovenstaande werk was tot voor kort te bezichtigen op zijn tentoonstelling ‘California’ in De Garage (Mechelen). Het is ener-

Page 31: Junx magazine

Tekst: Kenzo De Bruyn

ren, maar dat is het net niet. Het zijn futiele dingen die uit-eindelijk een grote complexiteit hebben. Er zit verval en agressi-viteit in. Planten groeien, verval-len, sterven af en komen weer terug.”

Page 32: Junx magazine

32 FOTOREPORTAGE East Side Gallery

Page 33: Junx magazine

Foto: Kenzo De Bruyn

De East Side Gallery is het langste resterende stuk van de Berlijnse muur en is gelegen in de Mühlenstraße. Over de gehele lengte zijn muurschilderingen aangebracht door kunstenaars.

Page 34: Junx magazine

34 COLUMN Christoffel Hendrickx

Woordjongleur Christoffel Hendrickx is oprichter van het Antwerps kunstenaarscollectief RoBoSto. Samen met een steeds veranderende kern van jonge creatievelingen, brengt hij voorstellingen waarbinnen woord, beeld, muziek en interactie centraal staan. In deze gastcolumn spuit hij zijn gal over het generatiegevoel bij de jongeren van vandaag.

De creatieve geest is oneindig veel-zijdig en goddelijk ondoorgrondelijk, wat de neurologische wetenschap ook moge beweren. Een briljant inzicht en een schrikwekkend waanbeeld gaan meestal hand in hand. Elk project begint als een fantasie en elke hal-lucinatie is gebouwd met elementen van desillusie. De overlapping tussen gekte en intelligentie is een cliché geworden dat je niet in de mond mag

nemen. Postmoderne peer pressure duldt immers geen herhaling van gezegden: vergeet de archetypen en de mythes, wees origineel! Fuck dat. Eerlijkheid en dankbaarheid zijn voor mij de enige echte deugden, ik herhaal die waarheid dan ook met veel genot: genialiteit leeft op de rand van de waanzin. Aldous Huxley beweerde al dat je ‘ascese’ moet doorstaan om bij ‘het paradijs’ te komen. En iedereen die met creatie bezig is, weet dat je geen interessant werk kan maken zonder te lijden onder op zijn minst wat normvervaging en ver-vreemding. In kleine escapades in psychotische fantasieën ligt de zuiverste inspiratie. Extremen grenzen enkel aan elkaar, de weg van de overdaad leidt naar de hemel van Blake’s helse woorden, een deur in de muur en verder niets dat verwoord kan worden. Je probeert te volgen. Je microkosmisch inzicht verdampt in ontelbaar sterrenstof, je tranen monden uit in 2012 tsunami's, the butterfly effect rolt als een sneeuwbal je denken binnen, je associëren is

Page 35: Junx magazine

ontoombaar en groeit in elke richting aan, als een kruin.  

Onze tijd weerspiegelt meer dan ooit de waanzin. De bohemien die niet langer opvalt in de massa is meer dan ooit onbegrepen en miskend. In een chaos van media en reflectie over die media kunnen we maar net onszelf begrijpen, onze passie in een hobby vorm geven, onze gedachten formuleren en in ons onderhoud voorzien. We weten meer en beter wat we willen en hoe we dat moeten bekomen, maar we zijn bijna vergeten wat we echt nodig hebben. Er wordt van ons verwacht dat we mee zijn, dat we uit alle generaties van subculturen de beste resultaten hebben gedestil-leerd en die zonder vragen omtoveren tot een hightech collage-uitvoering in de beste softwareprogramma’s. Een professioneel en commercieel ogend eindresultaat vol subversieve input en hippe referenties. Je moet niet al-leen voor zijn op de rest, je moet ook overal geweest en gezien zijn, maar ondertussen jezelf voldoende op-sluiten zodat je tot de diepste ideeën komt, waarvan je natuurlijk enkel het topje van de ijsberg in de lauwe poel van Facebook en Twitter dropt.  

We zijn al lang voorbij generatie-X en generatie-niks. Noem ons generatie-Z of neo-cyber-anarchisten of urban-art-sjamans of psycho-experimental-freestyle-artworkers. Het slaat allemaal de bal mis. Het enige dat kenmerkend is voor deze generatie, is dat we zelf niet weten tot welke generatie we behoren. Er bestaat geen tijdsgeest meer, enkel het inzicht dat het voor simpel volks activisme te laat is en dat het toppunt van esthetica niet langer kan gezocht worden in megapixels en breedhoekbeamers. Zelfs persoonlijkheid is overroepen, niemand geeft nog om ‘de mens

achter het werk’. En met het stagneren van de culturele- en artistieke sector - dankzij de voorgewende crisis- blijft de publieke opinie over ‘kunst’ rustig dobberen in de makke definities van de jaren negentig met de bijhorende BV’s en kunstpauzen. Even pauzeren. Alles raast vooruit maar de machine van van-daag teert nu eenmaal op wat was en wat gezien is en gelezen werd en gehoord is, niet van wat komen kan of worden moet.  

Wie zal er voor de kinderen zorgen? Wie leert de rebellen van morgen waar-tegen zich te verzetten? Banksy was de nieuwe Warhol, Fabre de nieuwe Ar-taud, Thom Yorke de nieuwe John Lennon en toch is er geen googlised revolu-tion, geen arts-revival, geen vernieuwing, geen opgefokte miskende fans, geen Woodstock, geen aanslag op de president, geen nieuwe golf van emancipatie, zelfs geen noemenswaardig wonderkind om met z'n allen op te geilen. Enkel the good old story van de makke massamedia in een laatste stuiptrekking om de mooiste beelden te schieten van lang vervlogen romantiek en heldendom. En natuurlijk een stijgend aantal rampen, psychiatrische patiënten en zelf-moorden. 

Waanzin. Droom. Schoonheid. Strijd. Rust. Het zijn begrippen waar vlot mee gejongleerd wordt in de brochure van een galerij of het programmablaadje van een performance event. Iedereen wil een stukje Gazastrook, een oorlogsma-chine die de moeite loont om te beschieten of te bespreken, een morele onder-grond voor ongetalenteerd geknutsel. En dan staan er jongeren te kijken, met de waanzin in het oogvocht, de onbespreekbare geniale kunst wegkwijnend in de slaapkamer. Ze begrijpen de vergrijzing niet, ze begrijpen niet waarom mensen nog kinderen maken, ze begrijpen niet waarom er voor kunst geen geld meer is, ze begrijpen niet wat de dag morgen brengt, maar ze begrijpen de chaos als geen ander. Ze zitten nooit stil maar staan in hun hoofd te wachten, op de dag dat er iets gebeurd, dat de maan in de juiste hoek staat, dat het in-ternet crasht, of de beurs, of de benzinewagen, alleszins iets dat gillend tot een barsten komt, als een spiegel, in ontelbare stukken tot er enkel waanzin rest en een geniale manier om het vast te leggen.

“ Kenmerkend voor deze generatie is dat we niet weten tot welke generatie we behoren ”

Check de website: robosto.be

Page 36: Junx magazine

ARTMUSICPHOTO

Page 37: Junx magazine

ARTMUSICPHOTO

Page 38: Junx magazine

38

Page 39: Junx magazine

STEAK NUMBER

EIGHTIK VERKRACHT MIJN VERSTERKER

eze knapen zijn naast het afronden van hun middelbaar volop bezig met het veroveren van een solide plek in de muziekwereld. Hun Tweede langspeler ‘All Is Chaos' is uit sinds maart en werd even enthousiast onthaald als Christus op Palmzondag. Vanavond zijn we bij de gelukkige getuigen van een intense, in licht en rook gehulde liveshow in Club Nijdrop te Opwijk. We treffen frontman Brent Vanneste blootsvoets genietend aan in de late namiddagzon op een grasheuvel achter de Club. Waarom in godsnaam nog iemand binnen interviewen?

Page 40: Junx magazine

40 RUBRIEK wat?

Vanwaar komt de diepe klank van Steak Number Eight?

Vroeger, voor de dood van mijn broer speelden we meer Foo Figh-ters-achtige toestanden: muziek met wat minder diepgang. Na zijn over-lijden is er een bepaalde overgangs-periode geweest. Mijn stem begon te puberen en we zijn onze gitaren la-ger beginnen stemmen. Ondertussen zitten we voor bepaalde nummers al

in drop G. (Zes tonen lager dan de standaard stemming nvdr.) Om die diepe klank aan te kunnen heb ik mijn bovenste snaar zelfs vervangen door ééntje van een basgitaar. Ik verkracht mijn versterker want mijn boost staat volledig open en ik gebruik nog een pedaaltje om dat signaal een pak luider te maken. Soms moet ik wel eens nieuwe ze-keringen steken, maar hij houdt het goed vol.

Jullie zijn net terug uit Lon-den waar je samen met Trig-gerfinger het podium hebt gedeeld.

Dat was een zotte ervaring, een droom die een beetje uitkomt. Het was eerst niet gepland om samen te spelen maar we wilden rond dezelfde periode in Londen optreden. Triggerfinger stond al geprogrammeerd, dus hebben we

De sterke lichtshow van Steak roept meteen de juiste sfeer op

Page 41: Junx magazine

gevraagd of we er nog bij mochten. Het was de bedoeling om veel men-sen uit de sector uit te nodigen en er was relatief veel volk. We mochten wel maar een halfuurtje spelen. Voor ons zijn dat helaas maar vier nummers en dat is te weinig. Liefst van al speel ik een uur en een kwar-tier, maar meestal moet het iets minder zijn natuurlijk.

Steak gebruikt veel Facebook en Twitter. Is het belangrijk ie-dereen te betrekken bij wat er allemaal gebeurd?

Ikzelf vind dat saai, maar het is wel enorm belangrijk. Dat is nu eenmaal de dag van vandaag. Daarom hebben we onze drummer een Iphone gegeven. Hij onderhoudt dat een beetje. Je moet niet denken dat het van mij komt, al die janetten tweets die hij daarop zet (lacht).

Is er lang geschreven aan de nummers van het nieuwe album?

Veel nummers die op de plaat staan zijn ondertussen toch al twee jaar oud. Ik heb dit jaar speciaal een sabbatjaar genomen om de plaat te kunnen ma-ken. Ik kon niet anders. Had ik dat niet genomen zou die plaat er nog niet geweest zijn of zou ze zo goed niet klinken. Ik heb een halfjaar fulltime werk gestoken in de opname’s en het productiewerk. De plaat moest gewoon goed zijn, het maakte niet uit hoe lang dat duurde. Nu ben ik opnieuw bezig met overdag te schrijven en ’s avonds op te treden. Dat werkt perfect zo’n sabbatjaar, daar heb ik geen moment over moeten twijfelen.

De plaat is opgenomen in Seattle in Amerika, hoe was het daar?

Amerika is qua mentaliteit van de mensen echt geweldig. Ze zijn daar erg vriendelijk en openhartig, daar ben ik van verschoten. Matt Bayles, onze producer daar, was wel erg nijdig. Dat kwam omdat hij in de problemen zat met zijn business partner. De eerste dagen wisten we dat nog niet en kwam hij enorm lastig over. Bij het minste dat we misdeden wat het van: 'Niet met u schoenen in mijn zetel, FUCK!' Dat was verschieten. Na drie dagen hebben we gepraat en wisten we waar hij mee zat. Daarna ging alles beter omdat hij zijn hart eens had kunnen luchten.

Wat voelde je toen je de gemixte nummers voor de eerste keer te horen kreeg?

Dat was een moeilijk moment want ik was niet echt tevreden. De stem kwam er niet genoeg uit. Ik was bang om dat tegen onze producer Mario Goosens (Triggerfinger) te zeggen. Toen hij vroeg wat ik ervan vond zei ik: 'Ja wel goed he, maar wat denk jij er nu van?' Toen hij dan zei dat hij vond dat de stem er niet voldoende doorkwam, was dat echt een ongelooflijke op-luchting. We hebben toen een nieuwe mix laten maken om de stem er meer uit te halen.

Jij hebt het design gedaan van je album, wat hield dat in?

Daarvoor heb ik met Kris Vandenberghe, een Wevelgemse kunstenaar samengewerkt. Hij heeft de tekeningen op papier gezet en daar heb ik de composities mee gemaakt voor de hoes en de binnenkant. Alles wat je ziet heeft hij getekend terwijl we onze muziek aan het spelen waren. In De Kreun gaan we nog eens live met hem samenwerken. Hij zal tijdens

41

Page 42: Junx magazine

42 INTERVIEW Steak Number Eight

18/05 - 17:12:23

Page 43: Junx magazine

“ Natuurlijk is er een betere vibe wanneer er 500 man voor uw kloten staat ”

18/05 - 17:12:24

Page 44: Junx magazine

44 INTERVIEW Steak Number Eight

ons optreden naast het podium teke-nen en dan worden zijn beelden live op een scherm geprojecteerd. Die mens is al wat ouder, maar het klikt echt fantastisch tussen ons. Ik heb hem aan de toog leren kennen toen hij op bierkaartjes aan het tekenen was.

Welke lijn zit er in het album?

Het concept van het album is voor mij een weerspiegeling van mezelf. Ik wou de plaat zo eerlijk mogelijk hebben en dat is heel goed gelukt. Die teksten, dat is mijn gevoel. Al-les wat ik zing dat meen ik. Soms subjectief, maar ik meen het. In Steak kan ik alles kwijt. Moest ik dat niet hebben zat ik al lang in het zottenkot.

Is er veel verandert na jullie overwinning op Humo’s Rock Rally 2008?

Absoluut. Er zijn veel deuren ge-opend dankzij Humo’s Rock Rally. Alles werd makkelijker. We zouden anders veel meer moeten knokken om te staan waar we nu staan. Daar-voor hoorden we vaak van: ‘Jullie maken rare muziek en zulke lange nummers.’ Nu is het ‘O wauw.’ (lacht) Soms is dat wat hypocriet, maar nu hebben de mensen wel meer de kans om ons aan het werk te zien en onze muziek op te vangen.

Wat voel je allemaal wanneer met Steak aan het optreden bent?

Alles. Vooral wat er qua gevoel in het nummer steekt. Soms zijn we echt aan het flippen en spuwen we naar elkaar en soms staan we bij wijze van spreken bijna te bleiten op het podium. Je hebt natuurlijk

een betere vibe wanneer er 500 man voor uw kloten staat. Maar in Genk speelden we laatst voor een publiek van twintig man en dat was ook een erg intens optreden. Wij zijn van het principe: 'Fuck it, wij smijten ons gewoon.' Het is altijd super dat wanneer een nummer eindigt, de zaal muisstil is. Dan weet ik dat ik iedereen mee heb.

Wat is het mooiste compliment dat je ooit al gekregen hebt over Steak Number Eight?

Dat komt van onze geluidsman Ruud, die zit al 25 jaar in het vak en heeft al getourd met alle grote bands in België. Hij zegt dat wij de marginaalste ke-rels zijn waar hij ooit al mee gewerkt heeft. Nu ja, niet de marginaalste maar de geschiftste. Dat vond ik één van de mooiste complimenten die ik ooit heb gehad. Er was ook een vrouw die ergens in een interview vertelde dat ze het tijdens ons optreden niet droog kon houden daar beneden. Een vrouw van 40 hé. Dat is vooral Cis (gitarist) zijn doelgroep, hij is een MILF-man.

“ Een vrouw van veertig vertelde dat ze het niet droog kon houden tijdens ons optreden ”

Tekst: Sam CoussensFoto: Sam Coussens & Kenzo De Bruyn

Page 45: Junx magazine
Page 46: Junx magazine

46 RUBRIEK wat?

W

Foo Fighters - Echoes, Silence, Patience & Grace 2007Een voltreffer voor de Foo Fighters want de lijst met prijzen lijkt oneindig. Het album won onder andere de grammy voor Best Rock Album, de Brit Award voor beste internationale album en de single The Pretender won ook nog de Grammy voor Best Hard Rock Per-formance. Echoes, Silence, Patience & Grace haalde ook drie nummer één-hits op de Modern Rock Charts, slechts acht andere albums deden hun dat voor. Vol-gens Don Clark werd de albumhoes echter toevallig gecreëerd.

The Mars Volta - De-Loused In The Comatorium 2003De ontwerper van de hoes werkte onder andere al voor Pink Floyd, Led Zeppelin en Muse. The Mars Volta brak voor het eerst commercieel door met De-Loused In The Comatorium. Dit album vertelt het verhaal van een man die zichzelf probeert te doden met een overdosis morfine gemixt met rattenvergift. Daardoor belandt het personage een week lang in coma waarin hij door middel van visioenen, met de mensheid en zijn eigen geest wordt geconfronteerd.

46 OPINIE Sam Coussens

Page 47: Junx magazine

W

e boog kan niet altijd gespannen staan en zelfs de groten der aarde durven al eens een snaar laten springen. Junx geeft jullie - ja u krijgt waar voor uw geld - wat om over te praten. We plaatsten de indrukwekkendste CD-hoezen van enkele bands naast hun tergend lelijke uitschuivers. Het effect van de juiste verpakking valt niet te onderschatten. De hits van een goed album worden soms genadeloos buitenspel gezet door die lelijke prent op de voorkant. Een matige plaat daarentegen kan met de juiste hoes, legendarisch worden. Geniet. Haat. Vorm een mening.

Foo Fighters - The Colour And The Shape1997

Het eigenlijke debuut van de Foo Fighters als band. Het vorige - en officieel eerste album - was een ver-

zameling van Dave Grohl’s nummers die hij tijdens zijn jaren bij Nirvana had geschreven. Op The Colour And

The Shape staan hits als My Hero en Everlong. Het album werd genomineerd voor de Grammy van Best

Rock in 1998. Over de hoes mag u zelf oordelen.

The Mars Volta - Scabdates2005

De heren Bixler-Zavala en Rodriguez-Lopez, respec-tievelijk zanger en gitarist, hebben graag de touwtjes in

eigen handen. Op de cover hebben ze als art directors duidelijk hun wazige stempel op het geheel gedrukt.

Met deze hoes hebben ze spijtig genoeg een diepe sprong in het niets gedaan, een droevig contrast met de

meesterwerken op hun andere albums.

Page 48: Junx magazine

48 RUBRIEK wat?

Tool - 10 000 days2006Zelfs in tijden van digitale downloads weet Tool hun albums interessant te houden. Ze herdefiniëren het concept van een CD door het om te vormen tot een heus digipack, waar ook gratis downloads bijzit-ten. Om de belevenis van het artwork naar een hoger niveau te tillen, werd er een stereoscope bril bij de CD toegevoegd. Met behulp van de bril komt het schilder-werk van Alex Grey, die ook het artwork voor Tool’s vorige album Lateralus voorzag, volledig tot zijn recht.

In Flames - Come Clarity2006De heer Hess is erg geliefd onder hardcore, punk en metalbands. Hij werkte onder andere voor bands als Pantera, NOFX en Taking Back Sunday. Zijn posters zijn bekend voor de humor en ironie die erin verwerkt zijn. Hess is ondertussen flink opgeklommen in de kunstwereld en zijn creaties kunnen permanent be-wonderd worden in de Rock and Roll Hall Of Fame.

The Beatles - Abbey Road1969Abbey Road was het laatste album waar de Beatles samen aan gewerkt hebben. De ondertussen legend-arische coverfoto - die tot treures toe werd nagedaan - was gebaseerd op enkele geschetste ideeën van McCartney. De fotograaf Iain Macmillan stond tien minuutjes op een trapladdertje terwijl een politieagent het verkeer tegenhield. De nummerplaat van witte Volkswagen Beetle links in beeld werd regelmatig door fans gestolen en is nu te bewonderen in een Duits museum. Ook het zebrapad is beschermd erfgoed.

48 OPINIE Sam Coussens

Page 49: Junx magazine

Tool - Opiate1992

Opiate is een demo uit het diepe verleden van Tool. Het afschuwelijk design valt dus enigszins te vergeven.

Het bevat slechts zes nummers, waarvan enkele live zijn opgenomen. Sommige versies van deze EP bevat-

ten ook een verborgen zevende track getiteld: 'The Gaping Lotus Experience'. Dit nummer zit verstopt op

het einde van de demo en pikt in na zes minuten en zes seconden van het zesde nummer: The Number of the

Beast.

In Flames - Clayman2000

Clayman is het vijfde studio album van de Zweedse melodische deathmetalband In Flames. Het hele

concept is verschrikkelijk, maar het lettertype van de groepsnaam dat boven de goedkope vlammen uit

toornt, spant voor ons de kroon. De hofnar a.k.a. Jesterhead die je in de achtergrond kunt zien, is het

logo van de band en komt regelmatig terug. De riff van de eerste grote single ‘Only for The Weak’ werd door

het Metal Hammer magazine in de top tien allertijden geplaatst. Muzikaal zit het dus wel snor op deze plaat.

The Beatles - Rubber Soul1965

Toen fotograaf Bob Freeman de beelden achteraf aan de groep voorstelde, werden ze op een vierkanten kar-

tonnen bord geprojecteerd. De scheve coverfoto kwam per ongeluk tot stand wanneer de slide op de projector

wat naar achteren schoof en het beeld werd uitgetrok-ken. De Beatles waren meteen enthousiast, maar wij

zijn dat iets minder. Rubber Soul was ook hun eerste release zonder de groepsnaam op de cover. Iets wat erg

ongebruikelijk was in 1965. Enkel Elvis Presley, Them en The Rolling Stones waren hun voor.

Page 50: Junx magazine

50

Page 51: Junx magazine

apitan Korsakov denkt niet maar doet. Hierdoor poten deze Gentse jongens ongezien straffe liveshows neer. Onvoorspelbaar en licht gevaarlijk raast dit solide trio door het dampende zaaltje van het ‘Swine Flu Festival’ te Machelen. Kapitan Korsakov heeft er een aardige festivalzomer opzitten met passages langs Pukkelpop en Rock Herk. Hun eerste album ‘Well Hunger’ is een stevige brok vlees waarin het mainstream publiek zich al eens durft te verslikken. Of het nu lovend werd onthaald of niet, iedereen geeft toe dat er rond deze band iets extra’s in de lucht hangt. Momenteel hoor je hun nieuwste single Cozy Bleeders af en toe op Studio Brussel. Laat op de avond weliswaar, wanneer de kinderen veilig in bed liggen. 

KAPITANKORSAKOVIK VIND ONS HEEL NORMAAL

Page 52: Junx magazine

52 INTERVIEW Kapitan Korsakov

Welke boodschap brengt Kapitan Korsakov?

Geen. De grote boodschap? 

Wat proberen jullie als groep uit te stralen?

Daar zijn we echt niet mee bezig. 

De manier waarop alles in beeld wordt gebracht, denk je daar veel over na?

Neen. Neen. Correct me if I’m wrong maar ik denk dat je een beeld van ons heb dat we veel met voorbedachte rade doen. Echt niet.

Kapitan Korsakov backstage op Swine Flu Festival © Michael Lombarts

Page 53: Junx magazine

Pieter-Paul (zang/gitaar): Als je een idee hebt dat goed zit, dan voer je dat uit. Zo simpel is het zeker? We hebben allemaal een voorliefde voor dingen die wat rauw en vuil zijn. Het moet from the heart komen want verder zit er geen formule achter. 

Jullie spelen vaak ver buiten Gent. Niet alleen in Vlaanderen, maar ook in Ne-derland. Is Kapitan Korsakov een tourbeest?

Jonas (drum): Touren in België is zever. Zoiets gebeurt niet. Er zijn maar zoveel dwaze schijtjeugdhuizen waar iedereen bij elkaar komt. Je bent snel rond. Wat wij nu doen is

vaker naar Holland trekken. Wal-lonië is super moeilijk om binnen te geraken, enkel Dour en Brussel zijn nog te doen. Het eerste jaar hebben we overal gespeeld waar ze ons vroe-gen. Op die manier hebben we onze live-reputatie opgebouwd en door zoveel op te treden, zijn we veel beter gaan spelen. 

Wanneer is een optreden ge-slaagd?

Jonas: Als ik niet gesuckt heb. 

Pieter-Paul: Wanneer ik speel voel ik een soort van energie, om het in hippiewoorden te zeggen. Dat gevoel moet je dan vertalen naar muziek.

Als dat er dan nog eens op de juiste manier uitkomt dan is dat voor mij een ontzettende bevrediging. Wan-neer het er niet goed uitkomt, is dat echt kut. 

Jonas: Dan zuipen we ons zat en gaan we slapen. 

Pieter-Paul: Je gaat echt naar een andere plaats in je hoofd als je aan het optreden bent. De beste plek om te zijn en dat zonder drugs. Omdat optreden een zodanige impact op mijn hoofd en lichaam heeft, moet ik altijd nuchter spelen. Ik heb het zeker al eens high of dronken gepro-beerd, maar dat gaat absoluut niet. Echt niet. 

“A brand heeft geen ziel. Schrijf dat maar op. Zet mijn nummer er desnoods maar bij”

Page 54: Junx magazine

54 INTERVIEW Kapitan Korsakov

Jonas: Achteraf zie ik soms foto’s of vertelt iemand mij iets waar ik me absoluut niets meer van kan herin-neren. Blijkbaar zijn wij alle drie in een totaal andere wereld op het podium. Dan zijn we ons compleet niet bewust van het publiek of wat er allemaal gaande is. 

Pieter-Paul: Het is de moeite waard geweest als het publiek mee in die-zelfde trip zit. Voor mij is het erg belangrijk dat er goeie monitors zijn. Daar kan een show mee staan of val-len. Er mag nog zoveel publiek zijn, als ik mezelf of iemand anders niet kan horen spelen op een podium heb ik al snel iets van: Fuck it. 

Het nummer Sheep Dip duurt soms bijna een volledig uur. In Hoboken hebben jullie dat met een samengestelde groep live gespeeld. Hoe is dat gegaan?

Pieter-Paul: Er waren ongeveer zeven drummers, zes gitaristen en twee bassisten. Leden van onder andere The Hickey Underworld, The Van Jets, Drums Are For Parades, Wal-dorf, Wallace Vanborn, Tomàn en Raketkanon kwamen met ons mee-spelen. 

Wij hebben de riff waarmee het nummer begint, maar van daaruit kan het alle kanten op. We hadden er niet voor gerepeteerd want er be-

staan ook geen echte regels voor. Het is samenkomen en spelen. Op Puk-kelpop hebben we dat ook gedaan, samen met de leden van So I Watch You From Afar. In Hoboken en op Pukkelpop was dat interessant om-dat het met totaal andere muzikan-ten werd gespeeld. Het is vooral een experiment en het is leuk om te zien waar dat naartoe gaat. Het is vreemd dat zoiets niet vaker wordt gedaan want het lijkt wel iets waar fans op zitten te wachten.  

Welke muziek zouden de men-sen moeten ontdekken?

Pieter-Paul: De hele underground-scene van New York en Japan zou al een goed begin zijn. De muziek die op de radio komt is nog geen halve procent van wat er allemaal is. Het is maar logisch dat er veel betere din-gen bestaan. Je moet een beetje die-per graven dan wat de radio speelt. 

Jonas: Dat is zo iets typisch voor de meeste mensen. Humo of Stubru zegt wat goed is en welke bands cool zijn en dan denkt iedereen meteen: 'Wauw, daar moeten we zeker naar beginnen luisteren.' 

Krijg je vreemde reacties op je muziek?

Jonas: Het is soms raar als ik hoor dat iemand de band of onze muziek vreemd vindt. Ik vind ons heel nor-

maal. Zoiets heeft opnieuw te maken met de domheid van de mensen in het algemeen. 

Pieter-Paul: Dat is een normaal ge-volg van het feit dat je niet veel ge-wend bent natuurlijk. Als je constant naar Selah Sue luistert en dan plots een noiserock nummer van een uur hoort, dan kun je ons raar vinden. 

Jonas: Ik denk nochtans dat er zeker plaats is voor wat wij doen als band. Toch weet ik dat we er niet rijk van gaan worden en dat we voor velen waarschijnlijk een rariteit zullen blijven. 

Pieter-Paul: We zouden graag het niveau bereiken van A Brand. 

Jonas: Ja, A Brand is echt supergoed. 

Is dat echt?

Neen. 

Pieter-Paul: A Brand. Die naam al-leen al, dat zegt toch genoeg over wat voor een groep ze zijn? Hoe kun je nu een merk zijn. Merken willen enkel verkocht worden en het is ver-schrikkelijk om zoiets met muziek te doen. A Brand is zielloos, dat heeft niets te maken met wat wij doen. Je mag zeggen dat wij dat gezegd heb-ben. Je mag mijn nummer er zelfs naast zetten. 

“ Je moet een beetje dieper graven dan wat ze op de radio spelen ”

Page 55: Junx magazine

Veel reviews omschrijven Kapitan Korsakov als: zonder genade, niet voor mietjes en vuile ranzige noise. Is dat echt wat het is?

Pieter-Paul: Die woorden hoor ik er echt niet in, eerlijk waar. Ik wil zeker vermijden dat zoiets de toekomst van je eigen band begrenst want voor mijn part is onze volgende plaat een popplaat. Als dat een goeie plaat is die oprecht gemaakt is, dan kan dat. Ik vind dat het nog meevalt wat we doen, maar het moet een naam heb-ben zeker? Het is vaak van: 'klets, hier, da’s uw label.' Jammer mis-schien, maar zo gaat dat nu eenmaal. Wanneer ik een heel slechte review lees, dan doet me dat niet veel, die heeft niets met muziek te maken.

Tekst: Sam CoussensFoto: Sam Coussens & Michael Lombarts

Kapitan Korsakov speelt met een arsenaal aan effectenpedalen

Page 56: Junx magazine

ARTMUSICPHOTO

Page 57: Junx magazine

ARTMUSICPHOTO

Page 58: Junx magazine

58 RUBRIEK wat?

Page 59: Junx magazine

KAPITAN KORSAKOV BY ANTON COENE

Page 60: Junx magazine

60 FOTOREPORTAGE Kapitan Korsakov by Anton Coene

Page 61: Junx magazine

I’D LIKE TO SPEND THE DAY

FALLING OUT OF WINDOWS

BURNING BOOKS AND

SEEKING TRUTH IN THIS LIE

Page 62: Junx magazine

62 FOTOREPORTAGE Kapitan Korsakov by Anton Coene

THERE’S NOTHING AROUND HERE

AND MY MIND SEEMS TO BE

DYING TOO LOUD

Page 63: Junx magazine

Tekst: When We Were Hookers van Kapitan Korsakov

Page 64: Junx magazine

64 RUBRIEK wat?

Page 65: Junx magazine
Page 66: Junx magazine

66

Page 67: Junx magazine

eze jonge Gentse rockfotograaf gaat nog een stapje verder dan simpelweg concerten fotograferen. Als een vlieg op de muur reist hij met een band mee om het tourleven vast te leggen. In zijn fotoreeksen toont hij niet alleen de groepen op het podium. Hij laat ook de minder spectaculaire kant van het leven zien: de momenten onderweg en de vuile backstages komen eerlijk in beeld. Ondertussen won hij met zijn reeks over Wallace Vanborn de ‘Popfolio Award’ voor fotografie en ging hij met Blood Red Shoes mee op tour. Geld en erkenning zijn niet van belang. Als hij maar kan fotograferen terwijl hij omringd wordt door de juiste muziek.

ANTONCOENE

VERSCHIETEN EN KLIKKEN

Page 68: Junx magazine

68 INTERVIEW Anton Coene

Wat is voor jou belangrijk in een beeld?

Ik heb het liefst dat alles heel spon-taan blijft. Als je teveel met je beeld bezig bent, dan verandert je resultaat volledig. Om eerlijk te zijn: ik ben technisch heel achterstallig tegenover echte fotografen. Ik ben vooral bezig met wat ik wil bereiken als ik een tijdje met een groep heb meegereisd. De sfeer en de ziel moet in zo’n foto-reeks te vinden zijn. Ik wil dat men-sen de band kunnen zien zoals ze op een podium staan, maar ze moeten ze ook anders leren kennen. Kapitan Korsakov is bijvoorbeeld heel ener-giek op het podium, maar Pieter-Paul is een rustig mens op zich. Hij zou de kamer nooit afbreken, laat ik het zo zeggen. 

De liveshows van Kapitan Kor-sakov zijn erg energiek. Is dat een uitdaging om te fotografe-ren?

Ja, zij zijn de enige waarbij ik élke show opnieuw constant moet blijven opletten. De andere groepen waar ik mee tour zijn live altijd wel leuk, maar op zich valt er niet zoveel te beleven. Bij Kapitan Korsakov draait alles heel hard rond het live-gebeuren. Daarom is het zo leuk om ze bezig te zien. 

Zijn ze dankbaar voor jouw foto’s?

Pieter-Paul (Kapitan Korsakov): Het zal wel zijn. 

Anton: Dat maakt zelfs niet uit. Dat ik het zelf geestig vind is het belang-rijkste. Ik weet nog toen Pieter-Paul me vroeg wat ik bij Kapitan nu an-ders deed dan bij andere bands. Bij hen werk ik enkel met breedhoek-

lenzen. Maar dan echt hele brede. Zo krijg ik alles wat er maar kan gebeuren goed in beeld. Ik heb niet echt het gevoel dat ik veel doe aan die foto’s, want vaak is het gewoon verschieten en klikken. 

Pieter-Paul: Het is wel vaak zo dat hij net dé seconde vast heeft die andere fotografen juist missen. 

Anton: Weet je hoe dat komt? 

Pieter-Paul: Omdat je gewoon snel klikt zeker of omdat je niet op één plek blijft staan? 

Anton: Veel fotografen drukken constant af. Wat niet slecht is want zo ga je zeker de juiste foto hebben. Anderzijds, wanneer je heel veel shows doet, is het ook belangrijk dat je u amuseert tijdens het optreden. Als je vaak met een band meegaat, leer je ze een beetje kennen en weet je hoe ze gaan reage-ren tijdens een nummer. Bij Kapitan Korsakov daarentegen blijft dat steeds onvoorspelbaar. De beste foto’s zijn echt diegene waarvan ik de situatie niet onder controle had. Dat gaat zo van: ‘wow – klik.’ Er is één foto van Kapitan waar hij vanop een versterker in het publiek springt. Dat is de enige waar-voor ik klaarstond omdat hij er op moest klimmen.  

Letten jullie op hem als hij aan het fotograferen is?

Pieter-Paul: Eerlijk gezegd niet. Het is echt raar dat we elkaar nog nooit ge-ramd hebben. 

Anton: Ja, dat heb ik me ook al afgevraagd. Soms is het erg nipt. Tijdens de show zelf merk ik het niet altijd, maar als ik achteraf de beelden bekijk ko-men jullie heel dichtbij. 

Pieter-Paul: Daaraan merk je dat wij dus absoluut niet op elkaar letten. 

Anton: Het is heel belangrijk dat groepen zich niet anders gedragen als ik met mijn camera in de buurt kom. Daarom ga ik het liefst veel mee naar hun optredens. Bij groepen die je helemaal niet kent, merk je wel dat iedereen

“ Ik weet dat de bands voor wie ik fotografeer het geld hard nodig hebben. Van hen hoef ik niks ”

Page 69: Junx magazine

Wallace Vanborn © Anton Coene - www.antoncoene.be

Anton: Mijn camera steekt nu nog altijd in mijn zak. Als ik heel de tijd foto’s maak weet iedereen waar ik mee bezig ben en dat heeft een zekere invloed. Ik vraag iemand nooit of ik een foto mag nemen. Dat is belangrijk want ik wil geen geënsceneerde beelden. 

Wat vind je van je eigen foto’s?

Ik ga eerlijk zijn: ik vind dat er wel leuke dingen tussen zitten. Ik schrik wel regelmatig van wat anderen soms van mijn foto’s vinden. Als ze mij dan uit-leggen waarom ze een foto zo graag zien denk ik vaak: 'Wow zo had ik het nog nooit bekeken.' Eén van de leukste complimenten die ik ooit kreeg was na de tour met Blood Red Shoes. De zangeres had de foto’s doorge-stuurd naar haar familie en een week later kreeg ik een mailtje van haar

zich in het begin een beetje anders gedraagt. Wanneer dat eerste stan-daard awkward moment eraf is, ko-men de goede foto’s naar boven. 

Pieter-Paul: Sorry dat ik onderbreek, maar op dat gebied ben je echt een goede fotograaf. Wanneer je een re-portage maakt dan ben je er wel bij, maar ook niet meer dan dat. Jouw manier van doen zou iemand nooit uitnodigen om zich anders te gedra-gen. En dat is positief bedoeld hé. 

Page 70: Junx magazine

70 RUBRIEK wat?

Page 71: Junx magazine

Blood Red Shoes / Pulled Apart By Horses © Anton Coene - www.antoncoene.be

Page 72: Junx magazine

72 INTERVIEW Anton Coene

zus. Het was een lange mail waarin ze zei: 'Ik zie mijn zus niet veel, maar in jouw foto’s herken ik ze wel.' Een fotoreeks moet het verhaal van de groep zijn en dat is iets waar je tijd voor moet maken. Dat gaat echt over weken. 

Wat moet een goede concertfotograaf juist doen?

Da’s moeilijk want er zijn er veel en je hebt vooral veel verschillende soorten fotografen. Teveel van hun stellen kwantiteit boven kwaliteit. Ze denken vaak: 'Als ik naar een optreden ben geweest wil ik tien goede foto’s hebben.' Die tien goede foto’s zijn niet belangrijk. Als je één heel goede foto hebt kunnen maken dan weegt dat veel meer op. Dat ene beeld, daar moet je echt voor gaan. Je moet goed de tijd nemen om te kijken. Als je foto’s neemt van een groep die je nog nooit hebt zien spelen, is het beter dat je drie nummers wacht en eens goed kijkt hoe ze bewegen. Muzikanten op een podium leer je heel snel kennen, iedereen heeft zijn eigen trekjes. 

Alex Vanhee (concertfotograaf van De Morgen) vertelde me dat hij er zich enorm aan stoort dat hij als concertfotograaf maar drie nummers de tijd krijgt om een goede foto te maken terwijl alle tienermeisjes in de zaal er op los mogen flitsen.

Daar wordt heel vaak over geklaagd. Ze vergeten één groot verschil: die fans hebben 40 euro betaald om naar een groep te gaan kijken waar ze echt intens fan van zijn en waar ze veel voor over hebben. De fotografen daarentegen geven geen fuck om de groep die bezig is, die willen gewoon geld verdienen met goede foto’s. Dat is een gigantisch verschil waarover niet gediscussieerd kan worden. Ik begrijp dat fotografen oprecht kwaad zijn dat ze maar drie nummers de tijd krijgen, maar ze vinden zichzelf vaak iets te belangrijk. Je moet je aan de wensen van de groep houden en als zij – hoewel dit vaak het management is – zeggen dat je drie nummers krijgt, dan is dat zo. 

Zijn bewerkingsprogramma’s als Photoshop een positieve evolutie of eerder jammer?

Photoshop wordt vaak fout bekeken. In een donkere kamer bewerkte je ook foto’s en kleuren. Wanneer je dat in Photoshop doet, is dat evengoed foto-

grafie. Je hoort vaak 'wow, zoveel Photoshop?' wanneer iemand ergens kleuren ziet die niet dagdagelijks zijn. Dat kon je vroeger ook al doen in een donkere kamer. Het is pas wanneer je met Photoshop dingen gaat manipuleren en de realiteit weg-neemt dat je te ver gaat. Dat is een individuele keuze, maar met mijn foto’s zou ik zoiets nooit willen doen. 

Je werkt heel veel met zwart-witbeelden, kun je daar meer mee tonen?

Dat is iets wat evolueert. Soms vind ik kleuren fantastisch en dan zijn er weer fases waar ik kies voor zwart-wit. Op dit moment verkies ik meestal zwart-wit. Ik vind dat je met digitale fotografie al zoveel afstand van de werkelijkheid neemt. Zwart-wit is echt nog een beetje de oerfotografie en dat werkt voor mij het beste. Het is het meest tijdloze. Wanneer je een zwart-witbeeld ziet, lijken zelfs oude foto’s nog steeds iets recents te hebben. 

Kom je makkelijk rond met het werk dat je doet?

Neen, helemaal niet. Qua comfort moet je er helaas vrij veel voor over hebben. Ik ben onlangs verhuist om ergens te wonen waar het heel goedkoop is. Zo doe ik zo weinig mogelijk geld op. Ik verdien een klein beetje met wat ik doe, maar dat zijn vaak maar de onkosten die vergoed worden. Dat is niet erg omdat ik weet dat de groepen waar-mee ik werk, het geld goed kunnen gebruiken. Van hen wil geen geld. Om mij voor de rest te onderhouden doe ik andere dingen als huwelijken fotograferen. Omdat ik zo goedkoop leef kom ik normaal wel toe met één betaalde opdracht per maand. 

“ Veel fotografen geven geen fuck om de band. Ze willen gewoon geld verdienen ”

Page 73: Junx magazine

We eindigen bij het begin. Hoe ben je ooit in de fotografie ge-rold?

In het middelbaar volgde ik zoals de meesten eerst gewoon college. Mijn neef, die toen film studeerde in het kunstonderwijs, heeft me erg beïnvloed. Plots wou ik echt alles in de filmwereld gaan doen. Daarom ben ik in het 5de en 6de middelbaar uiteindelijk naar zijn school getrokken. Binnen die richting kregen we ook fotografie en dat heeft mijn interesse gewekt. Nadien heb ik aan het K.A.S.K fotografie gestudeerd, maar het eerste jaar beviel mij niet echt en dan ben ik daar maar mee gestopt. Dat was het een beetje, een diploma fotografie heb ik niet.

“De beste foto’s zijn diegenen waarvan ik de situatie niet onder controle had”

Tekst: Sam CoussensFoto: Anton Coene & Kenzo De Bruyn

Page 74: Junx magazine

74

Page 75: Junx magazine

et gloednieuwe fotoboek 'Pop Portraits by Filip Wouters' is een visueel lesje pop- en rockgeschiedenis om U tegen te zeggen. Carlos Santana, Bob Dylan of Miles Davis, ze stonden allemaal voor zijn lens. Zijn eerlijke en veel bejubelde stijl van fotograferen haalt de grootheden van hun voetstuk en brengt ze terug naar hun menselijke vorm.

FILIPWOUTERSFOTOGRAFEERDE GODEN

Page 76: Junx magazine

76 RUBRIEK wat?

Hoe kijk je zelf naar dit boek?

Als je kijkt wie erin staat (van Iggy Pop tot David Bowie nvdr.), dan denk ik dat geen enkele Belgische fotograaf ooit nog zo'n verzameling zal kun-nen afleveren. Qua live-beelden kan het nog wel lukken, maar vandaag de dag als Belgisch tijdschrift of krant is de kans klein dat je nog echt de kans krijgt om de gigantische sterren te portretteren.

Ze maken wel eens de verge-lijking tussen jou en Corbijn. Terecht?

Ach, we komen uit dezelfde peri-ode en ik heb nog opdrachten voor Oor gedaan toen hij er werkte. Hij was een beetje ouder en als jonge kerel word je automatisch door zo iemand beïnvloed. Maar je hebt als fotograaf zoveel inspiratiebronnen. Als je naar de portretten van Robert Mapplethorpe kijkt, zie je veel meer gelijkenissen met mijn werk. Het stoort mij trouwens niet dat ze de vergelijking met Corbijn maken, al moet ik wel zeggen dat er een pak verschillen tussen ons twee zijn. Hij is bijvoorbeeld een Hollander. Die mensen zijn een pak assertiever: hij is op een dag gewoon vertrokken naar Londen met zijn camera. Zoiets heb ik nooit gedaan.

Heb je daar spijt van?

Ik heb heel weinig spijt. Misschien dat ik, moest ik terug opnieuw kun-nen beginnen, meer risico's zou genomen hebben als ik jong was. An-derzijds hoef ik niet zoals Corbijn te zijn. Stel dat ik ook was vertrokken, maar dat het mislukte. Dan zat ik nu weg te kwijnen op een klein appar-tement in Brussel. Ik wou eigenlijk alles. En een goede rockfotograaf zijn

én een goed gezin hebben én geld verdienen. Voor zover ik weet ben ik daar in geslaagd.

Ze noemen jou wel eens een bescheiden rockfotograaf, kun je die term plaatsen?

Ik was vroeger een meer teruggetrokken persoon, maar dat is er uitgegaan met het ouder worden. Dat neemt niet weg dat ik altijd heb geprobeerd hoog te mikken. Ik wou niet gaan voor kleine bands. Ik was een grote fan van onder andere The Kinks en The Who en dan wil je die als fotograaf voor je lens krij-gen natuurlijk.

Daar ben je ook in geslaagd. Hoe benader je die sterren eigen-lijk, als Goden of gewoon als mensen?

Als je jong bent ga je echt met bibberende knieën naar die mensen. Gelukkig krijg je na verloop van tijd genoeg zelfvertrouwen. Het kantelpunt moet ge-weest zijn toen ik Nick Cave moest portretteren. Hij was toen al een rijzende ster, maar ik kende hem muzikaal eigenlijk niet. Op dat moment wou ik ge-woon een goed beeld. Ik heb toen een locatie gezocht, hem naar daar gebracht en mijn ding gedaan. Van toen af kon ik de status van die mensen steeds beter naast mij neerleggen en werd ik als het ware meester van het beeld.

Zijn er ooit aanvaringen geweest?

De eerste die in mij opkomt is met John Illsley (bassist van de Dire Straits nvdr.) en die is eigenlijk goed afgelopen. We kregen bij Stage, een ter ziele gegaan muziekblad waar ik huisfotograaf was, niet altijd de kans om de front-mannen te fotograferen. Toen we iets over de Dire Straits brachten, moesten we ons tevreden stellen met de bassist. Illsley was echt een stijve hark en ik wou die man iets laten doen. Ik vroeg hem of hij iets kon doen met zijn blik en hij snauwde me meteen toe dat hij geen acteur was. Ondertussen was hij opge-hitst en kon ik een beeld maken waar hij iets deed met zijn blik.

Had je die druk van onvoorspelbare en moeilijk te fotograferen artiesten nodig om jezelf te blijven uitdagen?

Eigenlijk niet. Het waren uiteindelijk opdrachten en ik bereidde me altijd goed voor. Dikwijls was de entourage van die artiesten veel erger. Ik moest op een dag naar Nederland gaan om Mick Fleetwood (oprichter en

“ Herman Brood kon geen seconde stilzitten door de speed ”

76 INTERVIEW Filip Wouters

Page 77: Junx magazine

Joey Ramone © Filip Wouters - www.filipwouters.com

Page 78: Junx magazine

78 RUBRIEK wat?

drummer van Fleetwood Mac) te fotograferen. Er stonden letterlijk dranghek-ken rond die man en voor ik een foto mocht nemen moest ik eerst verant-woording afleggen tegenover de platenbaas, de manager én de tourmanager. Dat is pas lastig.

Kon je veel regisseren?

Dirigeren is een juistere term. Voor regisseren was te weinig tijd. Het ging soms echt om enkele minuten. Je moet ook niet tegen een grote ster zeggen: zet eens een hoed op of rook eens sigaar. Ik deed andere dingen. Te vroeg komen bijvoorbeeld. Dan kun je perfect een locatie uitkiezen waar een goede achtergrond is of waar het licht mooi valt. Ik stelde mijn camera in voor die specifieke locatie. Dan probeerde ik de artiest te overtuigen om even twintig meter verder met mij mee te komen om daar een goed portret te maken. Dat is vaak gelukt.

Zijn er ervaringen die je het liefst zo snel mogelijk vergeet?

Ik heb ooit eens voor Clouseau – stel u voor! - een foto moeten maken voor hun single Geef Het Op Meisje. Daarmee deden ze in 1991 mee aan het Eu-rovisiesongfestival. Ik moest eerst naar een reclamebureau gaan waar ze mij een hele diavoorstelling lieten zien, dan moest ik naar een locatie die zij had-den uitgekozen en tenslotte kwam er eerst nog iemand door de zoeker van mijn camera kijken of alles wel in orde was vooraleer ik op het knopje mocht duwen. Dan denk je echt dat ze het beter zelf hadden gedaan.

Ik heb ook gelezen dat Herman Brood portretteren geen mak-kelijke opdracht was.

Die zat in die tijd al heel zwaar aan de drugs. Hij kon gewoon echt niet blij-ven stilzitten omdat hij constant onder invloed van speed was. In het toilet, bleef hij dan toch even stilstaan en dan heb ik kunnen afdrukken.

Een laatste vraag. Heb jij nog de goede tijd van de rockfoto-grafie meegemaakt.

Ik heb de kans gekregen om mensen te fotograferen die nu heel wat moei-lijker te bereiken zouden zijn, dat is waar. Als je bedoelt de goede tijd qua betalen dan zeker niet. Ik heb veel gratis gedaan en als het betaald was, wa-ren dat geen fortuinen. Daarom heb ik indertijd een fotozaak opengedaan. Doordat die goed draaide, kreeg ik ademruimte om mij bezig te houden met wat ik echt graag deed. Ik denk dat dit vandaag nog steeds de sleutel is om te kunnen overleven. Je moet niet alleen creatief zijn in je artistiek werk, maar ook in het leven. Zeker in het begin moet je doen wat je wilt kunnen schei-den van geld verdienen. Als je echt goed bent, zul je op een bepaald moment wel komen tot een punt waar die twee terug samenkomen.

Tekst: Kenzo De BruynFoto: Filip Wouters & Kenzo De Bruyn

78 INTERVIEW Filip Wouters

Page 79: Junx magazine

Flea & Anthony Kiedis van de Red Hot Chili Peppers © Filip Wouters - www.filipwouters.com

Page 80: Junx magazine

80 RUBRIEK wat?

Page 81: Junx magazine

ascal Baetens is de meest gelauwerde naaktfotograaf in België. Hij won onlangs op het European Congress of Professional Photographers een prestigieuze prijs voor zijn boek A Pocketful of Nudes. In een veel beoefende discipline slaagt hij erin af te wijken van de norm. Wanneer we zeggen not your ordinary nude photographer, dan menen we dat.

PASCALBAETENS

KWETSBAAR NAAKT

81

Page 82: Junx magazine

82

Wanneer ik door je bundel blader, zie ik een heel breed spectrum aan foto's: on-scherp, scherp, prominent in beeld, op de achtergrond, ...

Dat klopt. Zo komen we meteen bij de vraag: wat is een goed beeld? Een goede foto heeft impact en geeft de sfeer weer van wat er op dat moment gebeurt. Mensen denken te snel dat een goede foto een scherpe foto is. Onscherpte kan heel suggestief zijn en net dat kan een beeld interessant maken om naar te kijken. Soms wil je dynamiek in je foto krijgen en dan kun je werken met een lange sluiter-tijd, waardoor er onvermijdelijk on-scherpte optreedt. Scherpstelfouten vallen natuurlijk niet goed te praten, maar ik herhaal het nog eens: hoe een foto technisch in elkaar zit is on-dergeschikt aan wat hij uitstraalt. 

Die sfeer, is dat iets wat je op voorhand probeert te sturen of laat je alles op zijn beloop?

Beide, maar het varieert sterk. Er zijn grosso modo twee soorten fotografen die werken met modellen. Je hebt diegenen die vooraf een soort wereld creëren waarin ze hun model-len laten figureren en je hebt er die gewoon proberen vast te leggen wat er gebeurt, zonder zich daarmee te moeien. Als ik commercieel werk doe dan moet ik mij schikken in een bepaald stramien. In mijn vrij werk is dat heel anders en kan ik kiezen waar ik me op focus. Dat kan zowel pure sensualiteit en schoonheid zijn, maar evengoed maak ik reeksen waar een persoonlijk verhaal achter zit. Wederzijds vertrouwen is essen-tieel. Om dat te bereiken laat ik het model voelen dat zij controle krijgt over haar aandeel in de sessie, waar-bij zij zowel haar grenzen duidelijk

kan bepalen, als ideeën en elementen kan aanbrengen. Als mijn modellen tijdens het fotograferen willen rond-lopen of net willen stilzitten dan maakt dat voor mij weinig uit. Tech-nisch zijn mijn beelden heel simpel gemaakt: ik wil als fotograaf vooral bezig zijn met me inleven in mijn model, in plaats van na te denken over fototechnische aspecten. 

Waarom is naakt zo belang-rijk?

Als je naakt bent, ben je ontdaan van elk fysiek omhulsel en dus

kwetsbaar. Dat zorgt ervoor dat heel sterke emoties die met lichamelijk-heid en respect te maken hebben, naar boven komen. Mijn taak is dan om daar sereen mee om te sprin-gen. Je moet laten voelen dat je hun kwetsbaarheid begrijpt en dat je bereid bent om naar hen te luisteren. Dan komen vaak, heel onverwacht, verhalen naar boven. Soms zijn dat echte horrorverhalen van verkrach-ting of ander misbruik. Over het algemeen vraag ik hen dan of ze daar iets mee willen doen. Als ze toestem-men proberen we hun verhaal als basis te nemen voor een fotosessie. 

Karine © Pascal Baetens - www.pascalbaetens.com

Page 83: Junx magazine

juiste is. Er zijn collega fotografen die veel rationeler te werk gaan en ook prachtig werk afleveren. 

De locatie waarin je werkt, is allicht een versterkende factor in het oproepen van gevoe-lens?

Absoluut. Niet alleen voor mijn mo-dellen trouwens. Ik werk in een oude psychiatrische instelling (Salva Mater in Lovenjoel nvdr.) voor vrouwen. Hier hebben vanaf de jaren twintig

tot de jaren negentig bijna constant 800 patiënten of vermeende patiën-ten gezeten. Die vermeende patiën-ten waren meisjes die gezien werden als de schande van de familie omdat ze lesbisch waren, op de verkeerde man vielen, ongewenst zwanger wa-ren of omdat ze betrapt waren toen ze zichzelf bevredigden. Echt heel schrijnende dingen. 

Eén van de hoofdgeneesheren die hier gewerkt heeft, is ondertussen een goede vriend geworden.

Gaan die meisjes daar vaak op in?

Ja, maar enkel omdat ze er zelf van overtuigd zijn dat het iets kan helpen in het verwerkingsproces van hun trauma. Ik zou het hen trouwens niet vragen als ik zelf niet overtuigd was dat het zou helpen. Aandringen van mijn kant uit is uit den boze, ze moeten het écht zelf wel willen. Veel van de modellen zijn er van over-tuigd dat zowel zij als andere mensen daar op een bepaalde manier kracht zullen uit putten.  

De fotograaf als psycholoog?

Ja en nee. Je bent pas psycholoog als je daarvoor een opleiding hebt gevolgd. Wat ik doe is respect tonen voor de meisjes en hun verhaal. Eigenlijk is dat gewoon mens zijn. Als mijn modellen daar psycho-logisch beter uitkomen dan is dat omdat zij het zelf hebben aangedurfd om naakt voor mijn lens te staan en hun verhaal te doen. Ze mogen daar terecht fier over zijn. Om er zeker van te zijn niet meer kwaad dan goed te doen, ga ik geregeld te rade bij echte psychologen. Ik moet wel zeggen dat ik zo'n sessies niet con-stant zou kunnen doen. Die emotio-nele beladenheid weegt serieus op je gemoed. Ik heb foto's genomen van meisjes waarbij hun tranen op mijn lens vielen terwijl ikzelf ook aan het snikken was. Zo intens zijn die ses-sies. 

Is het noodzakelijk om zelf een emotioneel iemand te zijn om dat te doen?

Ik denk dat wel. Als je niet openstaat voor emoties, dan kun je die niet visualiseren. Dat wil niet zeggen dat mijn manier op elk gebied de enige

Centa © Pascal Baetens - www.pascalbaetens.com

Page 84: Junx magazine

84 INTERVIEW Pascal Baetens

“ Ik heb foto’s genomen van meisjes waarbij hun tranen op mijn lens vielen ”

Valeria © Pascal Baetens - www.pascalbaetens.com

Page 85: Junx magazine

Hij heeft mij veel van zulke verhalen verteld. 

Vaak laat ik modellen het gebouw verkennen om zelf de locatie van hun sessies te kiezen. Zo heeft een meisje eens acht locaties in het ge-bouw en in het park gezocht, die ze liet corresponderen met de acht fasen die ze doorgemaakt had bij de verwerking van een verkrachting. Ze had er zelfs acht stukken muziek bij gekozen die we dan tijdens de ses-sies draaiden. De beelden die daar-uit voort zijn gekomen zijn enorm krachtig, maar de sessies vergden veel van ons beiden. Voor elke fase hebben we een aparte sessie gedaan, verspreid over een periode van 14 maanden. Ze heeft er zelf een tekst bij geschreven en het resultaat is ge-publiceerd bij een Franse uitgever. 

Waar leer je je modellen ken-nen?

Overal, zelfs op straat. Soms wordt mijn aandacht naar iemand geleid en dan ga ik hen dat ook zeggen. Ik geef hen mijn kaartje en vertel dat ik fotograaf ben. De helft van de men-sen neemt daadwerkelijk opnieuw contact op, maar dat wil niet zeggen dat ze allemaal een fotosessie willen. Nu mijn werk enige bekendheid heeft gekregen, word ik spontaan ge-contacteerd of aangesproken.  

Krijg je soms geen slechte reacties wanneer je mensen aanspreekt op straat?

Er is nog niemand gillend wegge-lopen en ik heb nog nooit een klap in mijn gezicht gekregen, als je dat bedoelt. Soms zijn er wel vrouwen die vlakaf nee zeggen, dat is iets an-ders. Toen ik jonger was probeerde ik zo’n mensen – als ik er echt van

overtuigd was dat het een verschil zou kunnen maken – toch nog te overtui-gen. Nu doe ik dat minder: als ze willen is dat goed. Willen ze dat niet? Geen probleem.  

Je zoekt naar elegantie bij je modellen, staat op je website te lezen. Hoe definieer jij die term?

Daar vraag je iets. Je hebt wel enkele criteria die je kunt beschrijven. Hoe iemand beweegt: ballerina's haal je er bijvoorbeeld meteen uit. Of iemands blik kan je meteen neerslaan. De manier van kleden kan ook veel vertellen. Het punt is dat je elegantie meteen opmerkt. Als je het teveel gaat beschrijven, verdwijnt het fascinerende eraan. Hetzelfde met schoonheid. Er zijn fysieke criteria als slankheid en symmetrie die je makkelijk kunt aanduiden, maar ei-genschappen als naturel en echtheid kun je veel moeilijker beschrijven. 

Waar leg je voor jezelf de grens op visueel gebied?

Ik wil dat foto’s sfeervol blijven: eerder suggestief dan open-en-bloot. Wanneer een meisje op een bepaald moment met gespreide benen voor mij zit, zal ik bijvoorbeeld geen frontaal licht gebruiken. Ik wil geen gynaecologische foto's maken. Tegenlicht en onscherpte zijn daarvoor een ideale oplossing.  

Inhoudelijk heb ik weinig grenzen. Bij mijn privé-sessies krijg ik soms koppels voor mijn lens. Als ik voel dat die mensen elkaar passioneel graag zien, heb ik er geen probleem mee dat ze beginnen te vrijen voor mijn lens. Ik zal dan pro-beren de emoties en de passie te grijpen. Mensen die daarentegen op zoek zijn naar pornofoto's, mogen naar een collega gaan. 

Die privé-sessies die u aanhaalt, zijn die nodig om te overle-ven?

Ik zou liegen als ik zeg dat ik niet rondkom, maar je kunt als fotograaf moei-lijk rijkelijk leven van louter artistiek werk. Lezingen en workshops zijn leuk, maar je wordt natuurlijk niet elke week gevraagd. De verkoop op tentoonstel-lingen is wisselvallig en voor goede royalties zijn de oplages van fotoboeken te klein. Daarom ben ik al een tijdje aan het zoeken naar manieren om een vaste stroom inkomsten te genereren. Ik heb recent een betalend gedeelte op mijn website gestart waar mensen heel wat fotomateriaal met achtergrondinformatie en technische uitleg kunnen vinden. Ik probeer er ook af en toe artistieke film-pjes op te krijgen. De leden hebben tenslotte de mogelijkheid om eigen foto’s voor feedback in te sturen. Online workshops zeg maar.  Ondertussen doe ik uiteraard mijn opdrachtwerk, privé-sessies, redactioneel- en commercieel werk. 

Een ander aspect dat me bezig houdt: commercialiseer je foto's van meisjes die een verkrachting probeerden te verwerken? Ik heb het daar moreel moeilijk mee. En hoe doe je dat dan? Nu dubbel- én trippelcheck ik de toestemmingen vooraleer ik die foto's in boeken plaats of tentoon stel, zodat ik echt zeker ben dat het model in kwestie er echt geen probleem van maakt.  Vaak moeten de modellen me zelfs aanmoedigen voor ik het wil publiceren. 

Page 86: Junx magazine

86 INTERVIEW Pascal Baetens

Is lezingen geven niet gelijk aan geheimen prijsgeven?

Ergens wel, maar wanneer je wordt betaald om les te geven, dan moet je dat goed doen. Natuurlijk moet ik dan kennis doorgeven, maar dat is toch de essentie van lesgeven? Trouwens, werk dat steunt op de uitstraling van je mo-dellen, maakt jouw beelden uniek. Dat men dan mijn technieken overneemt, vind ik niet zo erg. 

Iedereen fotografeert vandaag, een slechte ontwikkeling?

Nee. Zo wordt de pool van mensen die geïnteresseerd zijn in mijn werken gro-ter. Daardoor komen meer mensen naar mijn workshops. Er zijn wel nadelen: veel mensen profileren zich als fotograaf, terwijl ze hobbyisten zijn. Ze doen dan opdrachten tegen veel lagere prijzen dan gewone fotografen en vervalsen zo de markt. Zoiets kan ik niet goedkeuren. Als je jezelf fotograaf wilt noemen en je wilt opdrachten aannemen, zorg er dan voor dat je wettelijk in orde bent. Verder maakt het me niet echt zoveel uit. 

Wat brengt de toekomst?

Ik zou graag mijn verhalenproject gepubliceerd willen zien in een boek en een bijbehorende tentoonstelling. Qua opdrachten hoop ik nog vele klanten tevre-den te stellen en mooie publicaties te kunnen doen. Een gekke droom is ooit de Pirelli-kalender fotograferen.

Tekst: Kenzo De BruynFoto: Pascal Baetens & Kenzo De Bruyn

“ Ik leer veel van mijn modellen gewoon op straat kennen ”

Page 87: Junx magazine

Laure-Anne © Pascal Baetens - www.pascalbaetens.com

Page 88: Junx magazine

88 AGENDA Juni

Het Deense duo bracht in april van dit jaar hun vijfde studioal-bum ‘Raven In The Grave’ uit. Volgens muziekwebsite Digg rui-len ze hun korrelige en suikerach-tige melodieën in voor een donker-der en meer melancholisch geluid. Neem daarbij hun uitstekende live-reputatie en je hebt een niet te missen concert.

09/06THE RAVEONETTES

VOORUIT GENT

Gastcurator Francesca Gavin (re-dacteur van oa. Dazed & Confused) zocht 15 opkomende talenten met een fascinatie voor technologie en internet uit. De expositie geldt als een herdefiniëring van de psychedelische kunst anno 2011. Bewustzijnsver-ruimende kunst via youtube-filmpjes, GIF-animaties en sculpturen.

THE NEW PSYCHEDELICA

MU ARTSPACE EINDHOVEN

tot 05/06

Tekst: Kenzo De Bruyn

Page 89: Junx magazine

DJ en producer Amon Tobin bracht onder het bekende elek-tronische platenlabel Ninja Tune al zeven succesvolle albums uit. Het is sinds 2007 geleden dat de artiest naar ons land kwam. Op de Birthdaybash van Ninja Tune in september 2010 moest hij nog af-zeggen, tot grote spijt van de fans. Hij maakt dit nu goed met een meer dan waarschijnlijk knallend optreden in de AB.

Een ritmische clash tussen visuele kunsten en muziek. De pijlers van dit magazine samengevat in een evenement. Christoffel Hendrickx, Arn Gyssels en Cazzimir Meule-mans zijn allen present met hun werk. Daarnaast nog tal van an-dere DJ’s en artiesten.

10/06 17/06AMON TOBIN

UNFINISHED THOUGHTS

ANCIENNE BELGIQUE BRUSSEL

JEUGDCENTRUM KAVKA

ANTWERPEN

Leo Copers mocht helemaal los gehen in het MSK Gent. Hij hulde een deel van het museum in absolute duisternis. De kunstwerken in de tijdelijk duistere kamers hangen er nog steeds, maar de bezoeker kan ze niet zien. Bovendien leidt een blinde gids de bezoekers rond. Een atypische museum-ervaring die ons doet naden-ken over de grenzen van onze gewaarwording.

tot 21/06DUISTER MUSEUM

MUSEUM VOOR SCHONE KUNSTEN

GENT

Page 90: Junx magazine

90 RUBRIEK wat?

ColofonNummerEditie juni30 juni 2011 - maandelijks magazineprijs €10

RedactieArno Slaets: [email protected] De Bruyn: [email protected] Coussens: [email protected]

Lay-outHoofd vormgeving: Kenzo De BruynTeam vormgeving: Arno Slaets & Sam Coussens

Websitewww.junx.beWebvormgeving Arno Slaets

FotografieKenzo De BruynSam Coussens

EditoriaalArno Slaets

DrukkerProcopiaAmbachtenlaan 293001 Heverlee

ContactLeliestraat 62820 Rijmenam0472/80 49 45

Cazzimir Meulemans

Page 91: Junx magazine
Page 92: Junx magazine

92 RUBRIEK wat?

For more information visit www.junx.be

Junx €10 Juni 2011