Jubileumkrant

24
Colofon Redactie: V.O.V.V. - Eindejaarsbeurs, Tienwoningenweg 53, 7312 DL Apeldoorn Vormgeving: DTP-Studio Joke Wensing, Apeldoorn Drukkerij: InGraMedia Verspreiding: september- december 2009 Met dank aan alle auteurs van ingezonden artikelen. Hét evenement van 2009 op het gebied van postzegels, munten, bankbiljetten en prentbriefkaarten. maandag 28 december en dinsdag 29 december 2009 Veluwehal, Nieuwe Markt 6, Barneveld Beide dagen van 10.00-17.00 uur Entree dag 1 3, dag 2 1 per volwassene Jeugd t/m 16 gratis toegang 1. Gewoon een gezellig dagje uit. 2. Het is inmiddels de grootste jaarlijkse postzegel- en muntenbeurs van de Benelux. Het deelnemersveld is fantastisch en biedt voor elk wat wils. Een groot aantal N.V.P.H. leden alsmede N.V.M.H. leden aangevuld met goede andere handelaren, grote buitenlandse handela- ren en niet te vergeten een flinke groep semi-handela- ren en gespecialiseerde verenigingen. 3. Vóór verzamelaars, dóór verzamelaars. De beurs is zelfstandig en wordt geheel gedragen door onbetaalde vrijwilligers vanuit verenigingsverband. Géén winst- belang en géén inspraak van commerciële partijen. 4. Laagdrempelige entree. 5. Het ontmoeten van duizenden (gewone) medeverza- melaars in een heerlijk ontspannen kerstsfeer. Géén bobo-evenement volgens het "kopen en doorlopen" principe, maar wél: ruim 1500 stoelen om met z’n allen naar nieuwe aanwinsten voor onze verzame- ling(en) te zoeken. 6. Prachtig centraal gelegen en zowel per auto als open- baar vervoer goed bereikbaar. De hal ligt tegen de ge- zellige dorpskern aan, dus alle voorzieningen als banken, winkels, eethuisjes e.d. bevinden zich binnen loopafstand. 7. Onpartijdige taxatie en bemiddeling bij aan- of ver- koop. Voor grotere objecten gaarne van te voren tele- fonisch contact. 8. De vereniging investeert enorm in jeugd (zie blz. 13). Met een begroting van ruim 10.000 creëren wij een nieuw en innovatief evenement om het plezier in ver- zamelen terug te brengen. De mooie afbeeldingen en het leerzame aspect van postzegels staat daarbij cen- traal, ook bij de spellen. 9. De hal heeft een gemoedelijke en ruimtelijke uitstra- ling en is schitterend verlicht. 10. De organisatie is altijd aanspreekbaar en staat open voor suggesties om het evenement nog meer de moeite waard te maken voor u. Wij willen nog wel even van de gelegenheid gebruik maken om iedereen (zowel bezoekers, standhouders, op- bouwploegen, zakelijke conecties, alsmede alle vrijwilli- gers) van harte te bedanken. Het is mede aan hun inzet te danken dat de beurs zo’n succes is. Informatie: www.eindejaarsbeurs.nl – tel. 0031 (0)55 355 8600 Zin in een gratis dagje uit met uw kinderen? Kijk gauw op blz.13 10 Goede (of minder goede) redenen om de beurs te bezoeken 10 e EINDEJAARSBEURS

description

Dit is de krant die is verschenen ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan van onze beurs.

Transcript of Jubileumkrant

Page 1: Jubileumkrant

ColofonRedactie:V.O.V.V. - Eindejaarsbeurs,Tienwoningenweg 53,7312 DL ApeldoornVormgeving: DTP-StudioJoke Wensing, Apeldoorn Drukkerij: InGraMediaVerspreiding: september-december 2009Met dank aan alle auteursvan ingezonden artikelen.

Hét evenement van 2009 op het gebied van postzegels, munten, bankbiljetten en

prentbriefkaarten.

maandag 28 december en dinsdag 29 december 2009

Veluwehal, Nieuwe Markt 6, Barneveld Beide dagen van 10.00-17.00 uur

Entree dag 1 € 3, dag 2 € 1 per volwasseneJeugd t/m 16 gratis toegang

1. Gewoon een gezellig dagje uit.2. Het is inmiddels de grootste jaarlijkse postzegel- enmuntenbeurs van de Benelux. Het deelnemersveld isfantastisch en biedt voor elk wat wils. Een groot aantalN.V.P.H. leden alsmede N.V.M.H. leden aangevuld metgoede andere handelaren, grote buitenlandse handela-ren en niet te vergeten een flinke groep semi-handela-ren en gespecialiseerde verenigingen.

3. Vóór verzamelaars, dóór verzamelaars. De beurs iszelfstandig en wordt geheel gedragen door onbetaaldevrijwilligers vanuit verenigingsverband. Géén winst-belang en géén inspraak van commerciële partijen.

4. Laagdrempelige entree.5. Het ontmoeten van duizenden (gewone) medeverza-melaars in een heerlijk ontspannen kerstsfeer. Géén

bobo-evenement volgens het "kopen en doorlopen"principe, maar wél: ruim 1500 stoelen om met z’nallen naar nieuwe aanwinsten voor onze verzame-ling(en) te zoeken.

6. Prachtig centraal gelegen en zowel per auto als open-baar vervoer goed bereikbaar. De hal ligt tegen de ge-zellige dorpskern aan, dus alle voorzieningen alsbanken, winkels, eethuisjes e.d. bevinden zich binnenloopafstand.

7. Onpartijdige taxatie en bemiddeling bij aan- of ver-koop. Voor grotere objecten gaarne van te voren tele-fonisch contact.

8. De vereniging investeert enorm in jeugd (zie blz. 13).Met een begroting van ruim € 10.000 creëren wij eennieuw en innovatief evenement om het plezier in ver-

zamelen terug te brengen. De mooie afbeeldingen enhet leerzame aspect van postzegels staat daarbij cen-traal, ook bij de spellen.

9. De hal heeft een gemoedelijke en ruimtelijke uitstra-ling en is schitterend verlicht.

10. De organisatie is altijd aanspreekbaar en staat openvoor suggesties om het evenement nog meer de moeitewaard te maken voor u.

Wij willen nog wel even van de gelegenheid gebruikmaken om iedereen (zowel bezoekers, standhouders, op-bouwploegen, zakelijke conecties, alsmede alle vrijwilli-gers) van harte te bedanken. Het is mede aan hun inzet tedanken dat de beurs zo’n succes is.

Informatie: www.eindejaarsbeurs.nl – tel. 0031 (0)55 355 8600

Zin in een gratis dagje uit met uw kinderen?

Kijk gauw op blz.13

10 Goede (of minder goede) redenen om de beurs te bezoeken

10e EINDEJAARSBEURS

Page 2: Jubileumkrant

2

Stand:44-45

Page 3: Jubileumkrant

3

Het ontsporend uitgiftebeleid van Frankrijk

Aanvulling redactie

Veilingen?

Verzamelaars van Frankrijk moeten jaar op jaar dieper in debeurs tasten. In de 21e eeuw is het uitgiftebeleid van de Franseposterijen volledig ontspoord. In onderstaande analyse wordtuit de doeken gedaan wat er allemaal misging. En waarom hetbegrijpelijk is dat verzamelaars er ‘en masse’ mee ophouden.Je kunt ze niet eens ongelijk geven.

Om te bepalen wat Frankrijk precies uitgeeft, is aan de hand vande laatste Michel catalogus1 het onderstaande overzicht opgesteld(hierbij worden de postzegelboekjes en kleinbogen buiten be-schouwing gelaten-red.):

Eerlijkheidshalve moeten we zelfs aangeven dat we zo op een po-sitieve manier tellen. Want als we de Yvert2 zouden hanteren, danzouden nogal wat ‘Kleinbogen’ uit de Michel catalogus ook detitel ‘bloc’ verdienen. Denk aan de zes velletjes van de millen-nium-reeks of de sinds 2003 verschijnende velletjes met portrettenvan de regio’s van Frankrijk. Daarom zijn tussen haakjes de aan-tallen ‘blocs’ aangegeven die de Yvert opgeeft.

Het zal duidelijk zijn dat een verzameling ‘Frankrijk compleet’een kleine financiële aderlating betekent. Met de aanschaf van dezegels is al een enorm bedrag vereist, maar het aantal bladen vooreen willekeurig voordrukalbum loopt ook rap op. Je hebt vanzelfin hoog tempo nieuwe banden nodig. Het is echter nog veel be-roerder dan het lijkt, want de Franse posterijen hebben de filatelistals melkkoe ontdekt. En derhalve worden er in hoog tempo zakenbedacht, die geen ander doel dienen dan de argeloze verzamelaarveel geld uit de zak te kloppen. Verzamelaars staan er om bekenddat ze alles willen hebben, dus speelt men daar op een zeer com-merciële (en onfilatelistische) wijze op in.

Het begint al met de persoon-lijke postzegels, zoals we dieook in Nederland kennen. Menbegon ermee op de filatelisti-sche herfstsalon in november2000. Van bijgaande zegel voorde millenniumwisseling was de tab te voorzien van een persoon-lijke foto. Deze werden in velletjes van 10 gedrukt voor de lief-hebbers, voor de prijs van 60 Francs. Voor het maken van zo’nvelletje werd dus 30 Francs gerekend, volgens de officiële omre-kenkoers € 4,57. Dit grapje wordt herhaald met de greetings vanmaart 2001. Tot zover blijft het nog redelijk beschaafd. Vanaf 2004gaat het pas echt mis. Dan worden de persoonlijke postzegels af-wijkend van de aan het loket verkrijgbare zegels.

De geboortepostzegels van2004 zijn zelfklevende zegelsmet een gestanste tanding, ech-ter, de persoonlijke zegels zijnnormaal getande velzegels (ineen velletje van 2x5). In novem-ber van dat jaar heeft men ont-dekt dat er verzamelaars zijn diealles willen hebben, ook dezeafwijkende zegels. Men biedtdan ‘als service’ aan dat dekerst- en nieuwjaarszegels meteen door de posterijen bedachtsierveld worden verkocht voorslechts € 8 (de frankeerwaardebedraagt € 5). Met een eigenfoto had het € 10 gekost.De F.I.P., de Fédération Interna-tionale de la Philatélie, heeftsinds de zestiger jaren van devorige eeuw bepaald dat be-

paalde zegels niet tentoongesteld mogen worden3.Dit betreft onder andere de zogenaamde ‘schadelijke uitgiften’.Een voorbeeld hiervan vormen uitgiften waarop een toeslag wordtgeheven van meer dan 50% van de frankeerwaarde. Dit wordt al-leen toegestaan bij een nationale ramp of als het bedoeld is omeen postzegeltentoonstelling mee te financieren. In het bovengenoemde voorbeeld wordt heimelijk een toeslag van60% geheven, om de eigen kas te spekken.

Het kan echter nog erger. Eind2003 bieden de posterijen viahun website een kaart aan,waarin een blokje is opgenomenmet een ‘rouge-gorge’, eenroodborstje. Voor dit velletje inkarton vraagt men € 3. Er zit echter maar één zegel in van € 0,50.De toeslag is dus 500%! Het bestaan van dit blokje wordt in ver-zamelaarskringen pas later ontdekt. Het gevolg is een complete‘hype’ rond dit blokje. Huidige notering in de Yvert is € 225, inde Michel zelfs € 250. In 2004 wordt dit grapje herhaald bij deOlympische Spelen en de kerstzegels. In 2005 gaat het nog tweekeer zo. Maar in 2006 wordt de volgende fase ingezet in het uitmelken vande filatelisten. Ter gelegenheid van de 250e geboortedag van Mo-zart worden maar liefst 6 van dergelijke velletjes tegelijk gepro-

duceerd, voor deprijs van € 15. Voorde Yvert is dan het moment aange-broken om dezevelletjes niet meerals ‘bloc’ te num-meren, maar eenaparte categorie‘blocs souvenirs’ inhet leven te roepen.Wellicht was het u

in de tabel al opgevallen, dat de Yvert in 2006 en 2007 lagere aan-tallen blokken opgeeft. Dit is de verklaring hiervan.

Er komt geen einde aan deze prak-tijken. In 2006 worden op zichfraaie zelfklevende zegels van im-pressionistische schilderijen uitge-geven. In juni blijken deze zegelsook getand te bestaan, met een tab voorzien van een eigen foto.De gewone frankeerserie van ‘Marianne de Lamouche’ wordtvoorzien van dergelijke tabs. Greetings van een jaar oud wordenopeens als sticker met tab opnieuw uitgegeven. Je kunt alles be-stellen bij de filatelistische dienst, uiteraard tegen meerprijs, niettegen nominaal! Vanaf 2006 worden zoveel persoonlijke postzegels geproduceerd,dat ze in de Yvert catalogus apart geplaatst zijn. Dat levert somseen rare zoektocht in de catalogus op, bijvoorbeeld als je de full-colour overzichten van frankeerzegels van Marianne de Lamouchegebruikt. Daar staan nummers onder de zegels die alleen in hetgedeelte van de persoonlijke zegels terug te vinden zijn.

Van de frankeerzegel van Marianne de Lamouche van € 0,10 (Mi3885) wordt een velletje van 10 gedrukt, dat cadeau wordt gedaanaan nieuwe abonnees. Blijkbaar worden er niet zoveel nieuweabonnementen afgesloten, want de velletjes worden vanaf 8 no-vember 2006 via de filatelistische dienst verkocht. Prijs per vel-letje: € 9 (voor € 1 frankeerwaarde).

Naast de schadelijke uitgiften maakt Frankrijk zich ook schuldigaan onrechtmatige uitgiften. Een voorbeeld hiervan zijn herdruk-ken, waarbij er iets kleins gewijzigd is. Een voorbeeld hiervan isde vermelding van de drukkerij onderaan de zegels. Tot medio2006 stond daar meestal ITVF vermeld. Daarna is de naam ge-wijzigd in Phil@poste. De frankeerzegels van de serie ‘Mariannede Lamouche’ bestaan bijna allemaal in beide varianten. Maar ookde dure zegels van de Franse tuinen bestaan in twee varianten.

Het houdt niet op. In 2008 verschijnen zegels voor het circus. Eris slechts één waarde aan het loket verkrijgbaar, de andere waar-den zijn alleen te bestellen bij de filatelistische dienst. Maar danalleen in vellen van 30 stuks! In het najaar verschijnen zelfkle-vende versies van kunstzegels, waarvoor hetzelfde recept geldt.De lawine houdt niet meer op.

Ook in Frankrijk hebben de verzamelaars er schoon genoeg van.Op de website van Claude Jamet4 wordt veel van het hierbovengenoemde ook vermeld. ‘La France, république bananière de laphilatelie’, staat boven een veelzeggend artikel op deze website.En wie wil er zegels sparen van een bananenrepubliek? Op de Ein-dejaarsbeurs van 2008 stonden twee handelaren uit Parijs. Beidezijn tamelijk ongelukkig met het uitgiftebeleid van de Franse pos-terijen. Want als er zoveel geld wordt besteed aan nieuwtjes, wieprobeert dan nog een collectie klassiek Frankrijk op te bouwen?

Peter Stolk

Jaar Gewone zegels Préo’s Lp. Totaal Blokken1998 81 4 1 84 2 (3)1999 79 1 80 3 (5)2000 70 1 71 2 (7)2001 71 71 3 (10)2002 94 2 1 97 4 (11)2003 93 2 1 96 6 (12)2004 108 1 109 7 (14)2005 138 1 1 140 7 (13)2006 166 1 167 16 (11)2007 156 1 157 16 (11)2008 210 6 1 217 19 (12)

Uiteraard hebben we niet de illusie dat deFranse post haar leven zal beteren, integen-deel zelfs; tot de zomer van dit jaar zijn weweer met enorme aantallen zegels verblijdttot series van 24 aan toe. Gedurende 2008werd al geëxperimenteerd met nieuwe no-viteiten die dit jaar uitgemolken kunnenworden. Wat te denken van vellen in A4formaat met geprivatiseerde postzegels enalleen verkrijgbaar via de filatelistischedienst ( waar doet me dit toch aan denken!)Ook nieuw is de mogelijkheid voor Fransebedrijven om bestaande (getande!) zegelste bestellen in stickervorm.Toch nog even een positief geluid, je hoeftabsoluut niet alles te sparen. En over het al-gemeen genomen zijn de zegels schitterendqua uitvoering en gestempeld makkelijkverkrijgbaar aangezien ze massaal voor-komen in het postverkeer. Hier kan onzeTNT-post nog een voorbeeld aan nemen(zie ook het artikel elders in deze krant vanJ. van Haarlem.)

Nu we toch via een omweg bij TNT-postzijn terechtgekomen moet me van het hartdat het niet fair is om alleen de Franse postvan uitmelkerij te beschuldigen, onze TNT-post is geen haar beter en laat geen moge-lijkheid onbenut om de verzamelaar allerleionzinnige (en dure !) abonnementen aan tesmeren onder het mom van "waardevol" en"exclusief". Beurspostzegels, prestige-boekjes, inteken-series en ga zo maar door.

Laat u niets wijsmaken; als u deze creatiesooit kwijt wilt en aan een willekeurige han-delaar te koop aanbied mag u blij zijn als u50% van de frankeerwaarde krijgt. U kuntze dus beter zelf plakken! Trap er niet in,begin er niet aan of zeg het op. Met uw geldschept u de fondsen voor de marketing boysvan TNT-post om de volgende flauwekul tebedenken.

Evert

De meest gestelde vraag isvaak, hoe gaat een post-zegelveiling in zijn werk?Welnu, op een vastgesteldedag komen alle in de veilingcatalogus vermelde artikelen onder de hamerwelke aan de hoogstbie-dende koper worden ver-kocht. Dit kan zowel eenalbum, stockboek, doos oflosse serie zijn. Een idealegelegenheid voor elke ver-zamelaar om zijn of haarcollectie uit te breiden. Het grote verschil met eenbeurs is natuurlijk wel, datde uiteindelijke prijs velemalen hoger uit kan vallendan de startprijs. Niet zelden slaakt een veiling-koper een wanhopige zucht wanneer het doorhem begeerde object een (te) hoge prijs bereikt.Maar… je kunt ook geluk hebben en voor veelminder iets bemachtigen dan begroot. Ook ken-nis van een specifiek verzamelgebied helpt aan-zienlijk. Schrijver dezes heeft meerdere malenmeegemaakt, dat een koper een verkregen col-lectie of doos direct weer inleverde, maar alleennadat hij een bepaalde zegel of brief hier uit hadgehaald met de opmerking: „ Zo daar ging het

om! Natuurlijk is het mogelijk, dat alles te veelopbrengt; althans naar de mening van de aspi-rantkoper, maar de adrenaline werkt volop alseen mooie verzameling voor een prikje wordtaangeboden. Je hebt altijd een kans!! Het aan-bod van interessant materiaal is anno 2009steeds kleiner, maar het schatzoeken zit iedereverzamelaar in het bloed, dus ga ervoor en be-zoek eens een veiling ?

H. Zondervan

Voetnoten1 MICHEL-Europa-Katalog Band 2, Südwesteuropa 2008. Gegevens over 2008 ontleend aan Michel Online.2 Yvert & Tellier, Tome 1, Timbres de France 20093 ABC van het postzegels verzamelen, deel 1, 7e druk, Utrecht, 1999. In hoofdstuk 18 wordt uitleg gegeven over schadelijke, onrechtmatige en ongewenste uitgiften.

4 www.maphilatelie.com

Page 4: Jubileumkrant

4

Stand:132

Stand:67

Stand:72

Stand:26-27

Page 5: Jubileumkrant

5

Nederlandse luchtpostin Colombia

Vereniging Nederland-Israël Philatelie (NIP)

In de vroege jaren van de luchtvaartwerd op diverse manieren geprobeerdom het vervoer van post commercieelverantwoord te versnellen. Eén van devoorbeelden is het postvervoer naar debinnenlanden van Colombia. Een briefmet een mengfrankering van Nederlanden de Colombiaanse luchtvaart maat-schappij SCADTA geeft het completeverhaal.

In 1919 werd de eerste succesvolle lucht-vaartmaatschappij van Zuid Amerika opge-richt: de Sociedad Colombo-Alamana deTransportes Aéreos, SCADTA. De oprich-ting gebeurde met geld van een oostenrijkseinvesteerder en net hulp van de duitse lucht-vaartindustrie. In 1920 werden de eerste 2 duitse Junker watervliegtuigen aange-schaft waarmee proefvluchten werden ge-houden. In 1921 volgden de eerste 2 wekelijkse lijndiensten. De post werd aan-geleverd in de havenstad Barranquilla envan daaruit naar de hooggelegen binnenlan-den gevlogen. Zo kon de hoofdstad Bogotáin 7 uur worden bereikt. Traditioneel gingde post via de rivier Magdalena en verderover land: een traject wat afhankelijk vanhet seizoen 7 dagen tot een maand in beslagnam.

De SCADTA had in oktober 1920 vergun-ning verworven om de post te vervoeren enberekende daarvoor $ 0,30 (voor de eerste20 gram). Aanvankelijk waren de lucht-rechtzegels verkrijgbaar in Barranquilla enBogotá en moesten naast het oorspronke-lijke Colombiaanse port worden voldaan.Buitenlandse brieven werden in een couvertaangeleverd en in Barranquilla van hetjuiste port voor het postvervoer en hetluchtrecht per SCADTA voorzien.Dit omslachtige systeem werd in 1922 ver-vangen door een nieuw systeem, waarbijhet volledige port op voorhand voldaan konworden conform UPU richtlijnen. In eengroot aantal landen werden verkooppunteningericht waar SCADTA zegels te koopwaren. Het land van herkomst was herken-baar door een landenopdruk. Eerst eenhandopdruk, later machineopdruk. Veelvoorkomende opdruk is de “A” voor Duits-land en “EU” voor de USA. In Nederlandwerden zegels voorzien van een “H” be-schikbaar gesteld.

Stand:74-76

De zegels werden verkocht bij consulatenen agenten. In Nederland waren de zegelsbij het KLM kantoor verkrijgbaar.Ook op Curaçao waren zegels voorzien vaneen “H” beschikbaar. De getoonde brief geeft een compleet beeldvan de versnelde verbinding tussen Neder-land en het binnenland van Colombia.De brief is in Nederland voorzien van een12,5ct zegel Veth – tarief buitenland perzeepost- en 3 Scadta zegels van $ 0,10 -binnenlands luchtpost vervoer in Colombia.Het dagtekenstempel is Amsterdam 10 April 1929 en aankomst te Barranquillais op 7 mei. De brief wordt door het Scadtakantoor in Barranquilla in ontvangst geno-men op 7 mei 1929 en komt in Honda aanop 10 mei 1929. Precies een maand na ver-zending.In de jaren ’30 werd het systeem van apartezegels afgeschaft en werd het luchtrechtverrekend door de Colombiaanse post.Begin jaren ’40 kwam de SCADTA onderdruk vanwege de nauwe banden met Nazi-Duitsland. Eerst werd het duitse personeelontslagen en SCADTA werd genationali-seerd en samen met de kleinere SACO lijnomgevormd tot de nationale luchtvaart-maatschappij AVIANCA.

Bert Brinkmam

Gehanteerde bronnen• Correo Aéreo – a history of the Developmentof air mail service in Brazil – William VictorKriebel.

• Airmail routes and rates in South America –Mario D. Kurchan.

• Luchtpost, een boeiende geschiedenis – Jan Hintzen.

Sinds 2006 is onze vereniging aanwezig met een stand op deeindejaarsbeurs in Barneveld.Ook in 2009 en wel op maandag 28 en dinsdag 29 decemberzullen wij daar vertegenwoordigd zijn met een stand, waarwij onze vereniging aan u voorstellen en uw belangstelling proberen te wekken voor het verzamelgebied Israël, maar waar ook regelmatig anderethematische verzamelgebieden aan de orde komen zoals: Judaica en de Levant periode.Ook thema’s die aan de Bijbel gerelateerd zijn worden binnen onze vereniging verzameld.Judaica is het verzamelen van postzegels van joodse voorwerpen en /of personen ge-beurtenissen die met het jodendom te maken hebben, maar ook de Levant periode. DeLevant periode is de periode van het Ottomaanse rijk en Palestina, kortweg de periodevan voor het ontstaan van de staat Israël.

De eindejaarsbeurs is een gezellige beurs waar voor velen iets is te vinden, niet alleenop het gebied van postzegels, maar ook op het gebied van munten en oude ansichtkaarten.De Vereniging Nederland-Israël Philatelie bestaat sinds 25 oktober 1953 als gespeciali-seerde vereniging voor het verzamelen van de postzegels van Israël.

Onze teamleden die onze stand bemannen, vertellen u graag over het lidmaatschap vanonze vereniging. Mocht u niet in de gelegenheid zijn om ons in Barneveld te bezoeken,dan kunt u altijd informatie aanvragen via onze website: www.ver-nip.nl of via het secretariaat: Rozengaard 14-61, 8212 DH Lelystad.

Stand:141

Filatelisten-vereniging Duitsland ook op Eindejaarsbeurs!

Het begint traditie te wordendat de filatelistenverenigingDuitsland acte de presencegeeft op de Eindejaarsbeurs.

Dat heeft te maken met actieve en enthou-siaste leden in de buurt van Barneveld enook met de beurs zelf! Zoals de naam al aangeeft verzamelen wijDuitsland. Dat is een veelomvattend begrip.Er zijn leden in onze vereniging die Duits-land “algemeen” verzamelen, er zijn ledendie zich beperken tot enkele gebieden zoalsoud-Duitse staten of Berlijn of het Duitserijk. Er zijn ook (super)specialisten die eenheel klein verzamelgebied hebben zoalsstempels koloniën, brieven met strafport,briefkaarten, postzegelboekjes, e.d.; het kan(en màg!) allemaal binnen onze vereniging.Voor veel van onze leden zijn de bijeen-komsten (4x per jaar) in Baarn belangrijk.Zij kunnen dan weer kennis en nieuwe ont-dekkingen uitwisselen, maar ook een be-zoek brengen aan de Bondsbibliotheek vande KNBF die immers vlakbij onze locatieligt. Uiteraard heeft de vereniging ook een rond-zenddienst en een verenigingsveiling. Beidezijn zeer succesvol, zowel voor inzendersals de kopers. De vereniging heeft haar li-teratuur ondergebracht bij de Bondsbiblio-theek. Mocht u meer willen weten of lidwillen worden (beursaanbieding: € 10voor het eerste volledige jaar!) kom dannaar onze stand waar enthousiaste ledenalles kunnen toelichten. Dat is trouwensook een sterk punt van onze vereniging: wijhebben veel vrijwilligers die op beurzen inde buurt van hun woonplaats onze vereni-ging promoten en ze doen dat graag! Dat istoch een mooi en duidelijk signaal.Wij zien u graag op de Eindejaarsbeurs!

Ton Flerig, Voorzitter

Stand:142

Page 6: Jubileumkrant

6

Stand:79-80

Stand:16-17

Stand:157

Page 7: Jubileumkrant

7

Postzegels verzamelen?Is dat nog wel interessanten van deze tijd?Door: Tineke Geertzen – www.geertzenphilatelie.nl

Een filatelist in Moskou

Nou en of! Hetverzamelen zit onsnu eenmaal in hetbloed. Of je nu an-sichtkaarten; voet-balplaatjes ofpostzegels verza-melt, je hebt maaréén doel en dat isjuist dat ene ont-brekende object tepakken krijgen.Zie het maar alseen sport. Een be-langrijk voordeelten opzichte van het fysieke sporten is hetfeit dat je niet zo snel geblesseerd raaktwanneer je verzamelt. Een stuk veiliger dus. Weet je wat nu ook zo leuk is? Postzegelsbehouden vaak hun waarde. Natuurlijk den-ken veel mensen dat elke zegel ouder dan30 of 40 jaar bijzonder is. Zo werkt het na-tuurlijk niet. Het moet iets bijzonders zijn,want net als bij voetballers is niet elke spe-ler even kostbaar. Sinds 15 jaar zijn wij alsGeertzen Philatelie professioneel actief metpostzegels. Gedurende die tijd hebben weveel leuke en interessante ontmoetingengehad. Een van onze activiteiten is o.a. hettaxeren van verzamelingen. Daarmee stel jesoms mensen teleur. Het is erg sneu als fa-milieleden vol trots een postzegelboek voorje neerleggen en je dan vertellen dat ze ge-hoord hebben dat het zeer waardevol iswant ze zijn al erg oud. Tja, de echte verza-melaar weet natuurlijk ook wel dat dit nietaltijd iets hoeft te betekenen. Toch vindenwij het nog steeds lastig als een taxatie eenlager bedrag laat zien dan gehoopt en jedaarna moet uitleggen hoe het werkelijk zitmet de waardebepaling.

Een waar gebeurd verhaal wil ik u daaromniet onthouden. Na een bezoek aan onzestand op een beurs had een echtpaar afge-sproken dat ze langs zouden komen met eenverzameling FDC’s. “Ze zijn echt oudhoor”, vertelde de mevrouw mij. Na eenweek of drie ging inderdaad de telefoon enbeloofde ze de andere dag de verzamelingte willen laten taxeren. Ze had alles keuriguitgezocht en in van die boeken gedaan,was nog haar aanvulling. Na één blik bij hetopenslaan van het eerste stockboek zag ikdat het inderdaad een mooie complete serievan Nederlandse FDC’s was, beginnend bijnummer 4. Vol verwachting keek het echt-paar mij aan en vertelde nog even voor dezekerheid dat ze alles netjes in de boekenhadden gedaan zodat ik het sneller zou kun-nen beoordelen. Wij stonden even met onzemond vol tanden. De vrouw had stockboe-ken met een middenbies gebruikt en daaromhad ze in het midden van de FDC’s maartwee knipjes gemaakt zodat ze lekker stevigin het album zaten. En op zo’n moment gaje mensen dus teleurstellen in de waardevan een eigenlijk heel mooie collectieFDC’s. Gelukkig komen dit soort dingenniet zo vaak voor maar het is wel triest datje door onwetendheid een verzameling kuntruineren.

Wat is er nu toch zo boeiend aan het verza-melen van postzegels? Ten eerste is hetzeer leerzaam. Werkelijk iedere hobby is tecombineren met het verzamelen van post-zegels. Ben je een fanatiek paardrijdster dankun je altijd starten met het verzamelen vanpostzegels van paarden. Is het je hobby om

elke zaterdagaanwezig te zijnop het voetbal-veld? Neem vanmij aan dat elkeberoemde voet-baller wel te vin-den is op eenpostzegel. Ookmet tuinieren alshobby is het mo-gelijk je kennisuit te breiden methet verzamelenvan postzegels

over planten en bloemen. Kortom elke wil-lekeurige interesse kan nog interessanterworden met postzegels. Ben je fanatiek?Dan wil je gewoon de onderste steen bovenkrijgen om de gewenste zegel te vinden enje collectie daarmee aan te vullen. Ben jeeen gemiddelde verzamelaar die alleen Ne-derland verzamelt omdat hij daar toevalligwoont? Geen probleem. Nederland heefteen breed scala aan schitterende zegels.Ook op die manier kun je een prachtige col-lectie opbouwen.

Er zijn in Nederland en ook ver daarbuitenveel mogelijkheden om postzegels te verza-melen. Zocht men vroeger meer aansluitingbij de postzegelverenigingen, nu merk jedat je ook heel gewoon thuis in je luie stoelof vanachter je computer kunt verzamelen.De hedendaagse technieken maken veelmogelijk om ook het verzamelen van post-zegels leuk te houden. Je hoeft niet directmet een zegel in je handen te zitten. Je kuntbijvoorbeeld zelf de albumbladen makenmet behulp van een computerprogramma.Vele duizenden postzegelliefhebbers heb-ben de weg gevonden op de computer enkopen of bieden zegels aan via internetsites.Let er echter wel op waar u eventueel gaatbestellen. Helaas handelen er ook een aan-tal niet zo heel correcte mensen via internet.Check altijd de handelaar waar u wilt be-stellen. Het meest vertrouwde is het bestel-len via een NVPH handelaar. Dit zijngescreende handelaren die zijn aangeslotenbij de Nederlandse Vereniging van Postze-gelhandelaren. U heeft dan in elk geval demogelijkheid om ergens aan te kloppenmocht er onverhoopt een probleem ont-staan. Natuurlijk is een computer helemaal nietperse nodig om een actieve postzegelverza-melaar te zijn. Je kunt heden ten dage nogsteeds prima verzamelen zonder al die elek-tronica. Dit is vaak de groep verzamelaarsdie de vele evenementen op filatelistischgebied bezoekt welke met grote regelmaatbinnen en buiten Nederland plaatsvinden.Zeker bij de grotere postzegelbeurzen zoalsHollandFila, Eindejaarsbeurs, Postex en deFilateliebeurs in Loosdrecht kunt u uw ver-zameling op een goede en vertrouwde ma-nier aanvullen. Zoals u inmiddels begrepen heeft is de con-clusie dat postzegels verzamelen dus hele-maal niet zo saai en stoffig is zoalssommige mensen zeggen. Het verzamelenvan postzegels gaat vooral nog steeds methaar tijd mee. Niet alleen in de techniek vanhet vervaardigen van de zegels; maar vooralin de harten van veel verzamelaars, diesteeds weer iets nieuws vinden waardoorhet interessant blijft. Het verzamelen zal al-tijd blijven bestaan, daar ben ik van over-tuigd.

Bij een handelaar in postzegels heb je toch regelmatig het idee dat zevan hun hobby hun werk gemaakt hebben. Andere mensen besteden zo-veel tijd aan hun werk, dat je denkt dat het tegelijk hun hobby is. Daar-naast zijn er mensen die soms een mooie combinatie kunnen maken vanwerk en hobby. Zo moest ik voor mijn werkgever enkele malen naarMoskou. Bij elke buitenlandse dienstreis probeer ik toch te kijken of hetmogelijk is een filatelistisch gefrankeerde ansichtkaart te versturen aanmijn kinderen. Zoiets heb ik ook geprobeerd in Moskou. Met het volgende resultaat.

Tijdens de eerste reis ging ik met een collega die de Russischetaal machtig is naar een postkantoor niet ver van ons hotel. Ik hadvan internet wat plaatjes geprint van recent verschenen zegels. Delokettiste bleef erg vriendelijk, maar voor postaal verkeer was dekeuze slechts beperkt tot zelfklevende zegels.

Ik kreeg een velletje met tien zegels van 10 Roebel, als ik er twee op een ansichtkaart zouplakken, dan zou de kaart beslist aankomen. Zo gezegd, zo gedaan. En inderdaad, circatien dagen na mijn vertrek uit Moskou arriveerden de kaarten op hun bestemming.

Toch blijft het aan je knagen. Is het nu tochniet mogelijk om mooie zegels te vinden? De Russische posterijen geven van diemooie zegels uit? Tijdens mijn derde reislag er een leuk boekje op mijn hotelkamer:“Moscow in your pocket”. Bij de prakti-sche informatie stond ook het adres vanhet hoofdpostkantoor vermeld. Dat wascirca tien minuten lopen van het kantoorwaar ik meestal werkzaam was. Op éénvan de laatste dagen in Moskou gingen wewat eerder weg. Met de kennis van het cyrillisch alfabet las ik dat er een filatelie afdeling was op de 2eetage. Daar kwam ik terecht bij enorme vitrines met allerlei recent verschenen zegels, blok-jes en velletjes. Klein probleem: het loket ging hier pas om 10:00 uur open.

Op de laatste dag van mijn verblijf ging ik ’s middagslangs en slaagde erin een flinke collectie leuke zegelste kopen. De nominale waarde van Russische zegelsis voor onze begrippen niet bijzonder hoog, dus voorweinig geld heb je een aardige set. Van een blokje vanvier (drie zegels + vignet) kocht ik wat extra exempla-ren voor de ansichtkaarten. Op de luchthaven schreefik nog snel een wat ansichtkaarten. Ik probeerde de ze-gels op te plakken, maar helaas: de gom had een zo-

danige kwaliteit dat de zegels amper bleven zitten. Pas na veel aandrukken had ik enigehoop dat ze zouden blijven zitten. Ik leverde de kaarten in bij het loket van het postkantoorop de luchthaven. Hoe zou het gaan?

Van de vorige keer wist ik nog dat het tien dagen kon duren. Na twee weken begon ik tetwijfelen. Na drie weken had ik de moed opgegeven. Maar toen opeens viel er een kaartdoor de bus: een ansichtkaart uit Moskou, met een stempel ‘par avion’, maar helaas zonderpostzegels. Terwijl het erop leek dat de zegels wel ooit gestempeld geweest zijn.

De dag erna arriveerde kaart nummer twee: zelfderecept. Daar doe je dan je best voor. Gelukkig had ik

nog één exemplaar bewaard. Zo kon ik mijn kinderenlaten zien: deze postzegelshadden op jullie kaart moe-ten zitten… Verder is Mos-kou trouwens wel een leukestad.

Peter Stolk

Stand:148

Page 8: Jubileumkrant

8

Stand:48

Stand:106-108

Page 9: Jubileumkrant

9

Help, de postzegel verzuipt!!

Verzamelen leeft in hetNoorden!

Setjes – door Thomas Verbogt

Stand:41

Met deze verwijzing naar een titel van een be-kend boek wil ik een poging wagen om eens eenandere kijk te geven op (een deel van) de proble-men waar de filatelie mee worstelt.Ik zou willen aanbevelen om eerst het artikel vanThomas Verbogt te lezen (hierboven) om eengoed idee te krijgen waar ik op doel.

Als je je oor goed te luister legt bijzowel verzamelaars als handelarenhoor je de meest uiteenlopende verha-len en verklaringen waarom het zo“slecht” gaat met de filatelie.Er is geen nieuwe aanwas, concurren-tie van internet, beurzen lopen terug,er is nauwelijks meer aan nieuwe ze-gels te komen; zomaar een greep uiteen veelvoud van opmerkingen.Ik heb uiteraard niet de illusie dat ik de wijsheidin pacht heb en dat er een “simpele” oplossingzou zijn voor al deze problemen.Wel zou de invalshoek die ik gebruik mede kun-nen leiden tot een verbetering van de situatie.

Van oudsher kennen we grofweg gezegd 2 soor-ten postzegels: de langlopende en de gelegen-heidsuitgiften (deze laatsten worden ook vaakgroot-formaat genoemd).In de eerste categorie vallen de Beatrixzegels, decijferzegels maar ook de energiezegels. Dezeworden praktisch allemaal uitgegevenin de vorm van boekjes en rollen enzijn daarnaast ook zelfklevend. Hetgebruiksgemak staat hierbij vooropen de hoeveelheid zegels die hiervanworden uitgegeven is nog steedsenorm hoog.Alhoewel het niet mijn bedoeling is om het overhet ontwerp te hebben kun je snel vaststellen datdeze uitgaven zeer eenvoudig zijn en niet be-paald een schoonheidsprijs verdienen.En er gaat ook geen enkele wervende werkingvan uit voor de filatelie.

Maar het eigenlijke probleem ligt bij de anderecategorie, de gelegenheidszegels.Deze worden (gelukkig) nog steeds uitgegevenen zijn voor ons filatelisten de zegels waar heteigenlijk om draait. Ze worden bijna allemaaluitgegeven als niet-zelfklevende zegels in aller-lei velletjes al dan niet met tabs etc.Maar waar het aan schort is de verkrijgbaarheid.Nu de meeste postkantoren gesloten zijn en post-zegels bijna uitsluitend te verkrijgen zijn inagentschappen en supermarkten blijkt dat opveel verkooppunten de gelegenheidszegels nietmeer verkocht worden of hooguit in kleine hoe-veelheden worden aangeleverd. Er zijn zelfs ver-halen bekend dat de pakjes gelegenheidszegelsniet eens geopend worden (en dus verkocht)maar in zijn geheel weer geretourneerd worden.

Als je daar goed over nadenkt zijn de consequen-ties voor de filatelie enorm:• zowel handelaren als verzamelaars hebben degrootste moeite om aan de (gelegenheids-)ze-gels van ons eigen land te komen laat staanom daar een stock van op te zetten.

• ook niet-verzamelaars komen via (gefran-keerde) post nauwelijks meer in aanrakingmet de gelegenheidsuitgiften en zullen daar-door waarschijnlijk zelfs nooit op de gedachtekomen om postzegels te gaan sparen. Demeeste filatelisten van nu zijn ooit in hunjeugd gefascineerd geraakt door de mooie

postzegels die toen nog volop gefrankeerdwerden en dus makkelijk verkrijgbaar waren.

Dit verschijnsel doet zich helaas in veel landenvoor en niet alleen in ons eigen landje. Het ismijn stellige overtuiging dat het feit dat de gele-genheidszegels van een land niet of nauwelijks

meer ‘te krijgen zijn’ veel verzame-laars er toe doet besluiten om te stop-pen met het verzamelen van een landof zelfs helemaal. Ik maak dat in dedagelijkse praktijk als postzegelhan-delaar steeds vaker mee.Een en ander is al jaren volop gaandeen raakt de filatelie in al zijn aspectenen met gevoel voor dramatiek zou jehet zelfs de bijl aan de wortel van defilatelie kunnen noemen.

Immers; de verzamelaar die stopt koopt geen ze-gels meer, heeft geen abonnementen, koopt geenalbums en catalogi, bezoekt geen clubavondenmeer, bezoekt geen veilingen en beurzen en gazo maar door.

De vraag die dan tenslotte rijst is of er zoiets alseen ‘oplossing’ is voor het hierboven geschetste?Die is er naar mijn mening wel degelijk en ta-melijk simpel en snel te verwezenlijken.Uiteraard is deze niet alomvattend maar zou hetde neerwaartse spiraal kunnen doorbreken.

Allereerst zouden de langlopende ze-gels zoals hierboven beschreven moe-ten worden afgeschaft. Jaren geledenwaren deze noodzakelijk o.a. als eensoort buffervoorraad maar dat is anno2009 niet meer nodig.De behoefte aan postzegels zou dan

kunnen worden opgevangen door uitsluitend ge-legenheidszegels die dan, vanwege het gebruiks-gemak, voortaan als zelfklevende zegels inboekjes, rollen enz. kunnen worden uitgegeven.Daarbij valt te denken aan bv. maandelijkse uit-giften met aansprekende thema’s en daarvan zijner meer dan genoeg te bedenken.

De voordelen zijn talrijk en om het in modernjargon te verwoorden is er sprake van een onver-valste “win-win-situatie”:• voor de verzamelaar en handelaar omdat deuitgiften van Nederland weer normaal te ver-krijgen zijn en wat nog belangrijker is, ook ge-bruikt worden,

• voor TNT-post omdat de postzegel weer eenprominente plaats krijgt op een poststuk zoalsdat eigenlijk zou moeten en zoiets zal onge-twijfeld meer interesse opleveren voor post-zegels en het verzamelen daarvan,

• voor zakelijke klanten van TNT-post omdat re-clame via de post verspreid een veel hogereattentiewaarde heeft en dat is voor alle partijeninteressant.

Ik hoop met dit artikel te kunnen aantonen datde patstelling en het defaitisme binnen de fila-telie best doorbroken kunnen worden en dat dathelemaal niet zo ingewikkeld hoeft te zijn. Vaakbieden andere invalshoeken al voldoende zichtop een mogelijke oplossing en het zou voor deverzamelaars en hun talloze verenigingen enbonden evenals voor de handel en TNT-post eenuitdaging moeten zijn om het probleem te tackelen.En hoe luidt de nieuwe leus ook alweer van TNT-post?

Jan van Haarlem, Nijmegen

Op het postkantoor zijn postzegels te koop waarop Donald Duck is afgebeeld,in een setje met daarin ook drie, uiteraard vrolijke Donald Duck- kaarten. Diewil ik natuurlijk. Ik bestel er vijf, maar tref het niet, want ik sta voor de baliewaarachter de mevrouw zit die op het postkantoor is gaan werken omdat zemensen haat.“Vijf”, herhaalt ze woedend. Ik knik. Ze zegt dat ze er maar drie heeft en roept dan naar een man dietwee balies verder zit: „Hérman! Kun je wat Donald Ducks gaan halen. Deze meneer wil er vijf!”Het is druk en warm in het postkantoor. Achter mij staan zeker twintig wachtenden. Ik veroorzaakoponthoud. Meneer wenst vijf Donald Duck- setjes. Toen ik een paar weken terug postzegels kochten zei dat ik niet die wilde hebben waarop rookworsten staan, riep ze: :„Hérman! Deze meneer wilgeen rookworsten, heb jij nog Bea’s?” Het was toen ook druk. Ik keek niet om, er werd over gepraat,over mij, over rookworsten. De man die Hérman heet, staat moeizaam op. Het is aan hem te zien dathet leven hem veel verdriet doet. Hij zoekt naar een sleutel en slaat hard op de zakken in zijn kleding.„Dáár Hérman, dáár!”, roept de vrouw. Ze wijst naar een plastic bakje. Met de sleutel loopt Hérmannaar de deur in de hoek. Donald Duck, Donald Duck”, zegt hij. Hij spreekt de naam van de eend uitalsof het een vloek is. Als hij de sleutel in het slot steekt zegt hij weer „ Donald Duck.” En dan: „Ennu maar hopen dat hij wakker is.” Hij kijkt me dwingend aan. De grap is voor mij bestemd. Ik moetniet lachen, maar doe het toch. De vrouw tegenover me lacht niet. Ze zucht fel. Achter mij lacht ookniemand. Bron: De Gelderlander, vrijdag 26 juni 2009

Jarenlang bezocht ik als verzame-laar van wereldmunten vele verza-melbeurzen door heel Nederland.Wonende in het Noorden van hetland moest je voor de grotere eve-nementen al snel vele kilometersreizen. Vroeger waren er wel groteverzamelbeurzen o.a. in Groningen (vee-markthal), Leeuwarden (Frieslandhal) enEmmen (De Giraf). In de loop van de jarenzijn de beurzen in die plaatsen kleinschali-ger geworden of zelf helemaal verdwenen.

Bij het gebrek aan dergelijke evenementenwerd het initiatief genomen om een nieuwevenement voor muntenverzamelaars op tezetten. Zo ging in 2001 in Haren de Noor-delijke Muntmanifestatie van start. Getuigede belangstelling van zowel bezoekers alsstandhouders bleek dit als snel een schot inde roos te zijn. Om aan de vraag te kunnenvoldoen werd in 2004 de switch naar eengrotere locatie in Assen gemaakt. De naamwerd gewijzigd in Muntmanifestatie, omdatdit evenement van een eerst regionale beursinmiddels was uitgegroeid tot een evene-ment met landelijke uitstraling. Het conceptwaarbij de deelnemerslijst bestaat uit eenmix van beroepshandelaren, verzamelaarsals ook verenigingen, is nog steeds van toe-passing. Met de komst van vele buiten-landse deelnemers is de Muntmanifestatieinmiddels de grootste internationale mun-tenbeurs van Nederland geworden.

De uit de hand gelopen hobby heeft er toegeleid dat sinds 2008 onder de naam WBEvenementen ook andere verzamelbeurzenworden georganiseerd. Dit betreft allen één-daagse beurzen.

Gezien de belangstelling voor dezealgemene beurzen als ook bijpostzegelmanifestatie NOORDmet 1000 bezoekers tijdens deeerste editie in februari, kan nietanders geconcludeerd worden, dat

het verzamelen ook in het Noorden leeft en dat grotere ver-zamelevenementen er bestaansrecht heb-ben.

Uit eigen ervaring weet ik inmiddels dat jebij het organiseren van evenementen altijdte maken krijgt met onverwachte situaties.Zo is het bijna standaard dat wanneer hetdeelnemersveld eindelijk compleet is, er inde laatste dagen toch weer wijzigingen zul-len komen. Het is dan altijd even “stressen”en kost veel energie. Maar wanneer daarnade publieke belangstelling groot is, geefthet veel voldoening en weet je waar je hetallemaal voor doet.

Het is indrukwekkend om te zien hoe “DeEindejaarsbeurs” zich de laatste jaren heeftontwikkeld. Daarbij heeft de verhuizing vanApeldoorn naar Barneveld heel goed uitge-pakt en is dit evenement tot een geweldigehappening geworden waar veel verzame-laars jaarlijks naar uit kijken. Iedere orga-nisatie doet het op “zijn eigen manier” enwanneer dat goed werkt, vooral niet veran-deren ! Wens Pamela en Evert dan ook toe,dat zij op deze wijze nog vele jaren doorzullen gaan en voor het hele team, van harteproficiat met dit jubileum.

Wouter Beerekamp

Page 10: Jubileumkrant

10

Stand:73

Stand:51-52

Stand:129

Stand:57-58

Stand:49-50

Stand:55-56

Stand:46-47

Page 11: Jubileumkrant

11

Stand:140

Kennismaken met LACA100(en) Manieren omEngeland en Gebieden te

verzamelen

De Latin American Collectors Asso-ciation (LACA) viert dit jaar haar45e verjaardag. Sedert 1964 heeftonze vereniging zich gericht op hetsamenbrengen van postzegelverza-melaars met speciale interesse vooreen of meerdere van de Latijns Ame-rikaanse landen. In een tijd waar veelverenigingen te kampen hebben met een terug-loop van leden, weet LACA, mede dankzij haargekozen beleid, zich niet alleen te hand-havenmaar zelfs te groeien! Onze hobby, en het daarbijbehorende verenigingsleven toont telkens weerhaar meerwaarde. Uitwisselen van kennis,kopen, verkopen en ruilen. U zult zich afvragen:waarom heeft LACA wel succes en andere ver-enigingen misschien niet? Hoe behoud je deleden en hoe slaag je erin nieuwe, vaak jongereleden te werven?

Simpelweg komt het er in het kort op neer datwij het principe van de Cirkel van Deming toe-passen. De genoemde Cirkel kent een viertalprocesstappen die continu worden herhaald.“Plan, Do, Check, Innovate”. Oftewel: Verziniets, Voer het uit, Analyseer het resultaat en Ver-beter.

Ook de leden worden bij ons gestimuleerd ominitiatieven te ontplooien. Deze samenwerkingheeft geleid tot een groot aantal vernieuwingen:• Onze halfjaarlijkse veilingen met telkens circa250 zeer goed geprijsde en voor-elk-wat-wilskavels.

• Ons verenigingsorgaan Corre(i)o. Met tal vanluchtige, informatieve en wetenswaardige ar-tikelen.

• De internationalisering van LACA die zich wenst te pro- fileren als een mondiale studiegroep voor Latijns

Amerika-verzamelaars, zorgt voor diverse in-ternationale contacten.

• Digitaal en interactief. Onze drietalige, volle-dig interactieve website, biedt onze leden o.a.de mogelijkheid om schriftelijk te bieden oponze veilingen.

Dit is maar een kleine greep uit de innovaties.En… het succes laat zich vertalen in het mogeninschrijven van 30 nieuwe leden in de afgelopen2 jaar! Inclusief een enthousiaste jongedame.Bent U geïnteresseerd geraakt en wilt U vrijblij-vend kennismaken met onze vereniging? Graag!Wij zijn met onze promotiestand ieder jaar aan-wezig op de sfeervolle Eindejaarsbeurs in Bar-neveld en op de Filateliebeurs in Loosdrecht.Wilt u niet zo lang wachten? Op www.laca.nlvindt u alle data en tijden van onze bijeenkom-sten. Kom eens vrijblijvend binnenstappen om ute oriënteren of eenvoudigweg de sfeer te proe-ven. LACA is ingeschreven bij de KNBF onderde naam ‘De Kring’.Wilt u nog meer informatieof simpelweg een vraag stellen? Neem contactop met ondergetekende via het e-mailadres.

Jan de Ruiter voorzitter LACA

[email protected]

Vraag de ruim 450 leden van StudiegroepBritannia wat zij verzamelen, en er komenminstens 450 verschillende manieren optafel, om een collectie postzegels, postwaar-destukken of postgeschiedenis van Enge-land of de Engelse koloniën op te zetten.

Zo zijn er de zegelverzamelaars, de maniervan verzamelen waarmee het voor vrijwelelke filatelist begonnen is; zij kregen voorhun zesde verjaardag een pincet, een ver-grootglas, een zak plakkertjes en een pak-ketje met 100 Bloemen en gingen in eenschriftje aan de slag. Op enig moment kregen ze meer en meerzegels en werd er serieus afgeweekt en ge-sorteerd, en door een nog niet door de we-tenschap verklaarde speling van de genenontstonden er voorkeuren voor landen ofmotieven. Onze verzamelaars kozen toeneen land, of een groep eilanden dat hun bij-zonder aansprak, en dat land was Engeland,of een deel van de helft van de wereld datEngeland ooit bezat of bezette. De volgendestap was soms een verdere beperking, in ge-bied of in tijdvak: zo wordt er bv. verzameldper regerend vorst. Er wordt verzameld perzegel-ontwerper (bijvoor-beeld Arnold Machin diehet huidige engelse ko-ninginnekopje ontwierplaat sinds 1967 de hartenvan vele verzamelaarssneller kloppen door de paar duizend te on-derscheiden zegels die met zijn ontwerpzijn verschenen ; er wordt verzameld pergroep van zegels (Victoriaans Engelandkende bijvoorbeeld een opeenvolging van

periodes waarinsteeds nieuwedruktechniekenwerden toege-past); er wordtverzameld per

serie of zelfs per zegel (de zegels van En-geland en Gebieden kunnen tot in vaak zeergroot detail worden verzameld). We spra-ken hiervoor van de zeer diverse niveauswaarop onze leden hun postzegels verzame-len ; en ze gebruiken daarbij hun catalogiop “hoofdnummers” , of een slag dieper,gevolgd door nog verder gespecialiseerdeliteratuur ; en al deze generalisten en aan-komend specialisten (in andermans ogen)vinden met hun eigen voorkeuren een plaatsin onze vereniging.

Een anderegroep verza-melaars werdooit gegrependoor des choonhe i d

van het postwaardestuk. Zij zijn de liefheb-bers van de voorgefrankeerde blanco ofaangetekende enveloppen en krantenomsla-gen, de briefkaarten, de postbladen enluchtpostbla- den, de voorgefrankeerde te-legraafformulieren, antwoordkaarten eninentingsbewijzen. En oh ja, van de voor-gefrankeerde bewijzen van terpostbezor-ging. Ook dit uitgebreide verzamelgebiedkan weer van hoofdnummer tot in diep de-tail worden verzameld, en al hun verzame-laars vinden bij ons een gewaardeerdeplaats.

En dan zijn er demannen en vrou-wen die eensterke voorkeurhebben voor depostgeschiedenis.Zij verzamelenveelal poststuk-

George VI in de Afrikaanse Gebieden plusde hoekletters van plaat 88 op zegel 43 vanEngeland plus speciale gelegenheidsaf-stempelingen van Nieuw Zeelandse rij-dende postkantoren, en zo.

Kortom, er zijn duizenden manieren omEngeland en Gebieden te verzamelen. Envoor wie dat in verenigingsverband wildoen is er dus Studiegroep Britannia. Wiltu meer weten, we staan daarvoor met eenstand op deze Eindejaarbeurs en Holland-fila (hulde voor de mogelijkheid die de or-ganisatie ons verenigingen al jarenlanggeeft), dus kom eens langs om verder ken-nis te maken (en/of kijk op www.sgbritannia.nl of bel 070-3860232). See you! en op deze beurs vooral veel verzamelplezier toegewenst.

ken, en bekijken die naar de tarieven die be-last worden, de routes die het stuk over landen/of water aflegde, en de afstempelingenen notities die het stuk onderweg meekreeg.Op onze grote verenigingsveilingen zijn zijdegenen die vooraan staan als de kavels metenveloppen en kaarten aan bod komen,

maar ook hou-den zij de ogenopen voor datene zegeltjemet een her-kenbaar deelvan dat enespeciale stem-pel erop.

Maar veelal wordt er van alles een beetjeverzameld, zoals gebruikte zegels van King

Stand:149

Page 12: Jubileumkrant

12

Standhouders

Plattegrond

Standhouders filatelie Land LocatieAix Phila Shop D 6-7Alberts, Pzh. 67Alderkamp, J.D. 98Armin Pithan, Pzh. D 96Aust, Wolf-Dieter, Pzh. D 64Berg, Pzh Joke van den 55-56Bert Brinkman Filatelie 72Besten, J. den 84-85Blerk, Mr. E.L. van 97Bogaard, A. v.d. Pzh. 92Bos, Munten en Pzh. 139Bouw, H. 83Bredenhof Filatelie, Pzh 44-45Breebaart Filatelie D 90-91Britannia, Studiegroep 140Classic Europe Philately 25Collect4all. 157Contactgroep Frankrijk 143Deursen, J.van, Stamps 73Drievliet, Pzh. 63DNS Stamps 26-27Dongen, P.A. van 155Duitsland, Fil. ver. 142Esch, P. van 32Faber, D. 48Filateliebeurs Loosdrecht 119Folkerts, R. 156Fila Francis 77-78Fransen, J.A. 99Friesland, Pzv 33Gabriël, Filatelistenverening 148Geertzen Philatelie 65-66Haarlem, Pzh J. van 79-80HCC- Computerclub 30Heiduck, Thomas R. D 159Herrema, S. 41Hertog, Karel den Pzh. 86

Standhouders filatelie Land LocatieHeuvel, Jos van de B 10-11Heuvel, Pzh M. van 100-101Hillebrand Filatelie jr Pzh 106-108Hilster, J. 146Hordijk, A. 162Howell Holding BV 157Huisman, H. 151Interphila, Pzh. 150Jacobs, R. L. 160Jeugdhoek TZJopke, Stefan D 6Kees Jhon B 104-105Kers. J. 158Klein, B. 152Klemaphil 110-111Koopjescorner 4-5LACA 149Leeninga, A.S. 12Limbustamps B 46-47Lingen, Pzh R. van 42-43Lohmer, Peter D 112-113Maaskant, Pzh de 102-103Marigny Philatélie FR 39-40Marzstamps 153Mast, van de Pzh. 53-54Motief online 68N.I.P., Israel Fil. Ver. 141Nisja vof, Pzh 51-52Oost Europa Philatelie 32Organisatiestand 1Peelland Philatelie 31Pender, W. de 23Peters, Patrick B 46-47Pietersma Filatelie 57-58Po & Po poststukken ver. 144Pzg- en Muntencentrale 116-118Emmen

Standhouders filatelie Land LocatiePostzegelhandel 1840 71Postzegelhoes H. Mans 93-94Postzegel online 68Poveia Assen Pzv 114-115Rossem, Filatelie Dirk van B 49-50Sam Stamps GB 95Schilden, T. van der 24Schmidt, H. 161Schooming, Pzh 87Smit, J.P. 109Smits Philatelie 61-62Snoek, M. 13Taxaties 2Tietz, Holger Versandhaus D 35-36Tjallinks, T. 120Vansteenkisten, L. Pzh B 37-38Veen, W. van 154Vergossen Fil. Ruud, Pzh. 74-76Verkoopbemiddeling 3Vincennes Philatélie FR 81-82Vion, Eric B 59-60Vliet, Pzh W. van 69-70Voorschotense Pzh 28-29Wever, J.W. 88-89Wiemo, Pzh 8-9Wilco WWFStamps 23Worldcointrader 19-20Zondervan, Pzh. 34Zuid Afrika Fil. Ver. 147Zwanenburg, F. 25

Standhouders Land LocatienumismatiekBredenhof Filatelie, . 44-45Pzh. & Mh

Borculo, L. van 135Bos, Munten en Pzh. 139Brumunt B 16-17Daalen, W.A. van 128Ducaat 130Emmen Postzegel en 116-118Muntencentrale

Euving, J. 131Fokkema, B. 126Hansmunt 21-22Holleman munten 133Jansen, M. 19-20Kooi, A. 137Kooistra, A. 138Kronen 4 numismatiek 134Limbustamps B 46-47Muntenkopen.nl 145Muntkoerier HalPoveia Assen 114-115Reekers 129Spoelder, A. 132Squirrel, The 18Worldcointrader 19-20Zonnemunten 136

Standhouders Land LocatieansichtkaartenBoonstra, J. 121-122Dantuma, J. 123Fokkema, A. 125Het vergeet mij nietje 124Het verzamelpunt 14-15Kordes 127Tjallinks, T. 120

Onder voorbehoud van wijzigingen. De-finitieve lijst met uitgebreide assor-timentsomschrijving is te vinden op onzewebsite medio oktober: www.eindejaarsbeurs.nl

Page 13: Jubileumkrant

13

Page 14: Jubileumkrant

14

Er is al heel wat over geld en munten geschre-ven. Je zou er gemakkelijk een grote biblio-theek mee kunnen vullen. Als daar dan ooknog het economische aspect bijkomt, heb je aleen aardig gebouw nodig om dit onder tebrengen. U zult begrijpen dat in deze tentoon-stelling slechts enkele bijzondere momentenuit de omvangrijke muntgeschiedenis kunnenworden belicht.

Op basis van onze huidige kennis weten wedat in Europa in Lydië, West Turkije om-streeks 650 v.Chr. voor het eerst klompjeselectrum (een natuurlijke legering van gouden zilver) van een merkteken werden voor-zien, de “stater”. De ontvanger wist dus pre-cies wat hij ontving als hij dit klompje metaalruilde voor zijn producten.

Gouden stater vankoning Croesusvan Lydië. Leeuwvalt stier aan

Voor de invoering van de munten was men opruilhandel aangewezen. Zelfs na de invoeringvan gemunt geld heeft het nog zeker tot de16e eeuw geduurd alvorens de ruilhandel ge-heel verdween. De eerste mensen waren no-maden en trokken rond op jacht naar dieren.Het menu werd aangevuld met andere eetbareproducten zoals vruchten en planten.

Langzamerhand gingen de mensen zich opeen vaste plaats met de landbouw bezighou-den. Uit deze gemeenschappen ontstondenboerengemeenschappen. Voor het bewerkenvan het land waren gereedschappen nodig. Ie-mand uit de groep begon deze te maken in ruilvoor eten en drinken. Toen hij meer voorwer-

pen maakte dan de groep nodig had, werd ge-tracht deze met andere nederzettingen te rui-len.

Zolang deze iets te ruilen hadden wat van paskwam was er geen probleem. Die ontstondenop het moment dat de aanbieder geen genoe-gen meer nam met het aanbod van de ‘koper’.Een product dat door iedereen werd gewaar-deerd waren gouden sieraden. Ook hieraan zateen maakloon verbonden. Bij klompjes elec-trum was dat niet het geval.

Nadeel was dat de ontvanger van de klompjesdeze eerst moest controleren of het wel goudwas en als dat het geval was, hoeveel hetklompje wel woog. Hierin kwam veranderingtoen men de gevonden klompjes op een be-paald gewicht ging brengen en deze van eenkeurteken voorzag. Omdat de samenstellingvan deze klompjes nogal uiteen liep ging menertoe over het electrum te scheiden in goud enzilver en uit de afzonderlijke metalen muntente vervaardigen.

De eerste grote veroveraar, Alexander deGrote uit Macedonië, gebruikte de schattendie hij onderweg tijdens zijn veldtocht ver-overde om er ter plaatsen munten van te latenslaan om hiermee zijn leger te betalen. Onder-weg kon men bij de plaatselijke bevolkinghiermee ook de nodige proviand aanschaffen.

Op dit soort munten die wij als antiekeGriekse munten betitelen, komen slechts be-perkte teksten over hun herkomst voor. De af-beeldingen die we op dit soort muntentegenkomen verwijzen naar hun herkomst. Deuil naar Athene, een wijnkruik naar Andros opKreta en een gevleugeld paard naar Korinthe.

Er kwam een nieuwe wereldmacht op het to-neel die wij als de Romeinen kennen. Zij ver-fijnden de aanmaak van de munten. Dezeaanmaak werd vanuit een centraal punt aan-gestuurd. Omdat zilver en goud een behoor-lijke waarde vertegenwoordigt werden voor dekleine aankopen munten van onedel metaalingevoerd. Door het gebruik van verschillendemetalen en formaten werd een serie muntenontwikkeld waarmee alle betalingen, vanklein tot groot, konden worden verricht. Netals nu het geval is.Een andere vernieuwing was het afbeeldenvan de regerende keizer wiens naam ook inhet omschrift wordt vermeld. Aan de hand vandeze teksten (omschriften) laat zich een muntgemakkelijk determineren. Aan de hand vanbepaalde titels die aan een keizer verleendwerden is het mogelijk deze zelf aan een be-paald jaartal (volgens onze kalender) toe tewijzen.

In 491 ontstaat er een scheiding in het Ro-meinse Rijk dat in een westelijk en een oos-telijk deel uiteenvalt. Het Oostelijk deel, metConstantinopel als hoofdstad, is bekend onderde naam Byzantium. Het westelijk deel wordttijdens de Grote Volksverhuizing door tal vanvolkeren van buiten de oude Romeinse rijks-grens onder de voet gelopen en valt in velekleine rijkjes uiteen.

27 eeuwen muntgeschiedenis – van stater tot euro

De middeleeuwen zijn begonnen. Onder deMerovingen en Karolingen vindt er een sa-mensmelting van vele kleine rijkjes plaats. Zoontstaat het rijk van Karel de Grote. Zijn voor-naamste muntsoort is de zilveren penning diein tal van plaatsen in zijn rijk wordt gemunt.Ook in Dorestad, nabij het huidige Wijk bijDuurstede in de provincie Utrecht werden zil-veren penningen vervaardigd. Deze muntenwerden op hun beurt door de Friezen gekopi-eerd.

Een dergelijk groot rijk besturen is een bijnaonmogelijke taak en langzamerhand beginnende lokaal aangestelde toezichthouders zichsteeds onafhankelijker op te stellen. De peri-ode van de lokale penning is aangebroken.Elke vorst slaat zijn eigen penning, die onder-ling sterk verschillen in gewicht en gehalte ende voorstelling die hierop voorkomt. In over-eenkomsten werd dan ook vastgelegd in welkesoort penning moest worden betaald, bijvoor-beeld Keulse of Gelderse penningen.Vanuit Italië en vooral in de handelsstedenFlorence en Venetië begint de opmars van degouden gulden die vooral gebruikt wordt doorde kooplui voor hun handelscontacten met hetNabije Oosten. Op de voorzijde van dezemunt staat een afbeelding van Johannes deDoper. Op de keerzijde is een lelie, afkomstiguit het wapen van Florence (= lelie), afge-beeld. Deze munt wordt spoedig florenus ge-noemd, in de Nederlandse florijn. Ook onzeaanduiding voor een bedrag in guldens (fl) ishiervan afgeleid. Deze muntsoort wordt ookdoor diverse vorsten in de Nederlanden gesla-gen.

Tot 1266 worden betalingen in penningen engoudguldens verricht. In dat jaar wordt inFrankrijk een zwaardere zilveren munt inge-voerd met een koopkracht van 12 zilverenpenningen. De “groot” doet zijn intrede. Ookin de Nederlanden wordt deze muntsoortspoedig op tal van plaatsen door lokale herengeslagen.

Vanaf 1370 wordt weer goud tot grote goudenmunten verwerkt. Het zijn de Graven vanVlaanderen die als eerste verschillende gou-den munten – zoals het Gouden Schild – inomloop brengen. Deze munten worden vooralgebruikt voor de aankoop van goederen inhandelscentra. Dat wil zeggen steden die lidzijn van de Hanze.

Het enige onafhankelijke maandblad in de Neder-landse taal voor verzamelaars van munten, papier-geld en penningen.Een uitgebreide staf van redacteuren met elk huneigen specialiteit staat garant voor een optimale informatie aan de verzamelaar.Elke maand een uitgebreid overzicht van de veilin-gen, beurzen, tentoonstellingen en andere numis-matische evenementen in Nederland en België.

Vaste rubrieken• Nederland (alles uitgegeven in, voor en met betrekking tot Nederland)

• nieuwe munten en bankbiljetten• euronieuws• moderne penningkunst• nieuws van de numismatische kringen in Nederland en België, enz.

Verder interessante en wetenswaardige artikelen over vele aspecten van het verzamelenvan munten, papiergeld en penningen uit binnen- en buitenland. Verschijnt 11x per jaar.

Op verzoek sturen wij u zonder verplichtingen graag een gratis proefnummer toe!

Bezoek onze website www.muntkoerier.comOmni-Trading b.v. – Postbus 1044 – 7301 BG ApeldoornTel. 055-5216629 – Fax 055-5223963e-mail [email protected]

Geld speelt een belangrijke rol in onze maatschappij. We ontvangen en geven het weer uit.Een samenleving zonder munten en biljetten zou er heel anders uitzien. Een munt is eengemakkelijk instrument om onderling de levering van goederen en of diensten te verreke-nen. Wanneer munten tentoongesteld worden komen bezoekers steeds met dezelfde vragen.Veel gestelde vragen zijn: wanneer zijn munten ingevoerd, hoe zagen deze munten eruit,wat was de waarde van deze munten en wat is zoal op munten afgebeeld.

Zilveren tetradrachme van Athene omstreeks

480 voor Christus

Gouden solidus op naam van keizer

Leo VI (886-912)

Sestertius van keizer Nero (54-68 n.Chr.)

Zilveren denarius of penning omstreeks 800 naChristus

Goudgulden van Florence omstreeks 1252

Zilveren groot van graaf Jan II (1299-1304)van Holland, geslagen te Dordrecht

Page 15: Jubileumkrant

15

Ook wordt op grote schaal zilver tot muntenverwerkt. Na een lange periode waarin metéén of enkele muntensoorten betalingen kon-den worden verricht, ontstaat er nu weer eenmuntreeks met munten in oplopende waarde.Zo kennen wij munten van hele, halve, kwart,achtste en zestiende groot en stuiver.

In het midden van de 15e eeuw worden doorverbeterde mijnbouwtechnieken in vooralSaksen grote hoeveelheden zilver gevondendie zich relatief gemakkelijk lieten winnen.Men begon toen, om de kosten te beperken,grote zilveren munten te slaan.

De eerste die dergelijke grote zilveren muntenin omloop brachten waren de graven vanSchlick in het Joachimsdal. De zware muntmet een gewicht van 29.13 gram werd in 1518voor het eerst geslagen en kreeg al spoedig denaam Joachimstaler. Dit werd later afgekorttot taler. De benaming daalder en dollar zijnbeide hiervan afgeleid.

Ook in de Nederlanden werden door diversevorsten en steden vanaf circa 1530 grote zil-veren munten in omloop gebracht. Rond 1546doen nieuwe zilveren en gouden munten hunintrede. Deze munt met daarop het portret vanKarel V (1506-1555) wordt Karolusguldengenoemd en was onderverdeeld in 20 stuivers.Met het in omloop brengen van deze muntenkwam er weer een gelijkend portret van devorst op het in omloop zijnde geld. Dit reken-systeem hield het tot 2001 vol, toen de guldenvoor de euro plaats maakte.

Tijdens de regering van Karel V werden di-verse delen van Nederland - die eerst eeneigen vorst hadden zoals de graven van Hol-land, de Hertogen van Gelderland – onderdeelvan zijn rijk. Nadat zijn zoon, Philips II ko-ning van Spanje en vorst over de Nederlanden,de troon had bestegen kwamen er problemen.De Spaanse bemoeienissen werden hier nietin dank aangenomen. Vooral de speciale be-lasting, de zogenoemde ‘’Tiende Penning’’viel verkeerd. Toen ook een deel van de be-volking overging naar de ‘nieuwe leer’stuurde Spanje een leger om orde op zaken testellen. Het ontstaan van de Tachtigjarige Oor-log.

Het kwam tot een gewapende strijd waarbij deprovincies Holland en Zeeland de harde kernvormden. De Nederlanden vielen op dat mo-ment uiteen in twee delen: de onafhankelijkeRepubliek in het noorden en de Zuidelijke Ne-derlanden die tot aan de afscheiding in 1830onder vreemd gezag zouden blijven. Verschil-lende steden werden belegerd en tijdens debelegering werden op verschillende plaatsennoodmunten vervaardigd om de in de stadaanwezige troepen voor hun werk te betalen.

Om de opstand tegen Spanje te kunnen blijvenfinancieren werden op last van de Staten vanHolland en Zeeland de in omloop zijnde mun-ten van een speciale instempeling voorzien.

De waarde van de gestempelde daalder werdverhoogd van 35 naar 40 stuivers. Het verschilmoest de brenger van de munten bijbetalen.Op deze wijze werden de nodig fondsen bin-nengehaald. Het was de bedoeling dat het eenrenteloze lening aan de staat zou zijn, van te-rugbetaling is echter nooit iets gekomen.

In 1575 gaan de Staten van Holland ertoe overeigen geld in omloop te brengen. Een seriekoperen munten ter waarde van een penning,duit en oord en de zilveren Leeuwendaaldermet een waarde van 32 stuivers. Deze muntbevatte echter slechts 29 stuiver zilver zodatop deze wijze opnieuw geld voor de opstandbinnenkwam.

Ook andere provincies gingen geld slaan dattegen een hogere koers werd uitgegeven. In1579 met de oprichting van de Unie vanUtrecht, de bakermat van het huidige Neder-land kregen de provincies het recht hun eigengeld te slaan.Er werden diverse muntsoorten gekozen diein alle munthuizen gemaakt konden wordenmet een nauwkeurige omschrijving van hetgewicht, het gehalte en de voorstelling die erop moest voorkomen. In 1606 werden dezerichtlijnen aangepast.

Naast de gouden dukaat was dit de 3 guldenen haar onderdelen (zoals een twee gulden-stuk, een halve drie guldenstuk, een 1 guldenstuk, een halve gulden of 10 stuiverstuk) dedubbele en enkele stuiver in zilver en de duitin koper. Deze serie bleef tot 1815 met lichtewijzigingen in productie. Daarnaast gaven di-verse provincies en steden tussen 1579 en1815 op gezette tijden eigen munttypen uit.

Later werd de serie aangevuld met de goudenrijder (waarde 14 gulden), de zilveren rijderof dukaton en de zilveren dukaat. Deze laatstehad een waarde van 50 stuiver behalve in Zee-land. Daar was deze munt 52 stuiver waard.

Na de nederlaag van Napoleon bij Waterlookwamen de Europese vorsten in Wenen bijeenen werd een nieuwe kaart van Europa gete-kend. Aan de toentertijd in Engeland woon-achtig stadhouder Willem V werd de titel vankoning verleend over het gebied dat het hui-dige Nederland en België omvatte. Ook kreeghij op persoonlijke titel het GroothertogdomLuxemburg toegewezen.Na zijn aantreden heeft koning Willem I zichingezet voor de invoering van een eigen Ne-derlandse munt, de gulden onderverdeeld in20 stuiver, elke stuiver onder verdeeld in 5cent. Vanaf 1818 is men in Utrecht begonnenmet de aanmaak van de nieuwe munten.

Deze serie bestond uit munten van ½ en 1 centin koper, een 5, 10, 25 cent, een ½, 1 en 3 gul-den munt in zilver, een 5 en een 10 gulden ingoud. Op het koper geld kwam aan de enezijde een strakke letter W en op de anderezijde het nieuwe Rijkswapen te staan. Op devoorzijde van de zilveren munten kwam eensierlijke letter W te staan. Op de zilverenhalve, hele en drie gulden werd het portret van

koning Willem I afgebeeld. Hiervoor werdeen beroep gedaan op de Franse graveur Mi-chaut. Op de gouden munten staat hetzelfdeportret, alleen kijkt de koning naar de anderezijde om verwisseling met de zilveren muntente voorkomen.

In 1840 wordt besloten de aanmaak van de 3guldenstukken te stoppen en deze door eenmunt van 2 1/2 gulden, de rijksdaalder te ver-vangen. Onder Willem II worden de volgendemunten geslagen: 1 /2 en 1 cent in koper. 5,10, 25 cent, 1/2, 1 en 2 1/2 gulden in zilver, 5,10 en 20 gulden in goud. Op de munten van5, 10 en 25 cent staat nu ook het portret vande koning afgebeeld.Onder koning Willem III wordt de muntseriein 1877 uitgebreid met een bronzen muntstukmet een waarde van 2 1/2 cent. Ook de halvecent en de cent worden vanaf 1877 in brons inplaats van koper aangemaakt.

Tijdens de lange regeringsperiode van Konin-gin Wilhelmina (1892-1948) zijn vijf verschil-lende portretten van de vorstin op muntenafgebeeld. Allereerst het portret met ‘Han-gend Haar’(1892-1897) gevolgd door het‘Kroningsportret’(1898-1909).Dan volgen munten die voorzien zijn van hetportret ‘Hermelijnen Mantel’ (1910/1925). In1912 werd na een lange onderbreking weereen gouden vijfje geslagen.

In 1922 verschijnt op de zilveren guldens eennieuw portret van Wilhelmina ontworpendoor J.C. Wienecke. Dit portret (vierde ofoude type) werd in Nederland tot en met 1941op munten gebruikt. Op gouden munten tot enmet 1933. Tijdens de regering van koninginWilhelmina wordt in 1907 het zilveren stui-vertje, dat vanwege zijn kleine formaat nietgeliefd was bij de bevolking, ingeruild dooreen dikke ronde cupro-nikkelen stuiver. Ookdeze munten bleken niet geliefd. In 1909 werdde aanmaak gestaakt en vanaf 1913 tot en met1943 vervangen door een vierkante stuiver.

Na de inval van de Duitsers in mei 1940 wer-den in Utrecht tot en met begin 1941 nogmunten met een Wilhelmina portret geslagen.Vanaf eind 1941 werd een begin gemaakt omalle in omloop zijnde munten in te trekken ente vervangen door zinken munten. Deze seriebestaat uit een 1, 2 1/2, 5, 10 en 25 cent. Erwerden geen halve centen meer gemaakt. Totaan de productie van de euromunten was decent uit 1942, met een oplage van241.200.000 stuks, de munt met de hoogsteoplage in Nederland.

Tijdens de oorlog werden door de Neder-landse regering ´in ballingschap’ in Amerikamunten besteld voor Curaçao, NederlandsIndië en Nederland. Het portret (vierde type)dat hierop is afgebeeld is overgenomen van deNederlandse munten uit de periode1922/1941. Het zilver dat voor de aanmaakvan de munten nodig was, werd van de Ame-rikaanse overheid geleend. Na de bevrijdingmoest het worden teruggeven. Toen het zui-delijk deel van Nederland bevrijd was, is eenklein deel van de in Amerika geslagen muntenin omloop gebracht. Deze werden echter snelopgepot waarop de uitgifte werd gestaakt. Na de bevrijding werd besloten tot een com-plete geldsanering. Door de wegens de oor-logsomstandigheden opgelopen zilverprijs,bleek het niet meer mogelijk om zilver voorde aanmaak van kleingeld te gebruiken. Erwerd een commissie benoemd die voor eennieuwe reeks Nederlandse munten moestzorgdragen.Naast het zoeken naar andere metalen moestook het portret van Koningin Wilhelmina wor-den aangepast. Door professor L.O. Wencke-bach werd een nieuwe afbeelding vanKoningin Wilhelmina voor de nieuwe muntenontworpen. Deze was in 1948 gereed. In dat

jaar kon bij ´s Rijks Munt te Utrecht de aan-maak van de nieuwe bronzen centen en stui-vers, nikkelen dubbeltjes en kwartjesbeginnen. Kort daarop liet koningin Wilhel-mina weten de regering aan dochter, PrinsesJuliana over te dragen.

Dat betekende voor ’s Rijks Munt dat men op-nieuw kon beginnen met het maken van eennieuw portret voor de Nederlandse munten.Hiervoor werd opnieuw een beroep gedaan opprofessor Wenckebach. Het stempelmateriaalkwam in 1950 gereed.Bij de Munt kon vanwege de geldsaneringechter de productie van de nieuwe muntenniet worden stilgelegd. Er zijn in 1949 welmunten geslagen, hiervoor gebruikte menstempels met het portret van Koningin Wil-helmina en het jaartal 1948. Deze vier muntenwerden dan ook in enorme aantallen vervaar-digd. In de vijftiger jaren zijn bijna alle mun-ten - die in Amerika waren vervaardigd (10 en25 cent en 1 gulden munten).

In 1970 is het portret van Koningin Wilhel-mina nogmaals gebruikt. Ter gelegenheid vande 25ste verjaardag van de Bevrijding van Ne-derland werd toen een zilveren tientje in om-loop gebracht met aan de ene zijde het portretvan Koningin Wilhelmina uit 1948 en aan deandere zijde het portret van Koningin Juliana.

Tot 1980 zou dit plaatje de Nederlandse mun-ten sieren. In 1980 deed Koningin Juliana af-stand van de troon en moest voor KoninginBeatrix een nieuw portret voor de muntenworden ontworpen. Ter gelegenheid van deabdicatie verscheen er een bijzondere guldenen rijksdaalder. Op een zijde staan koninginJuliana en Prinses Beatrix afgebeeld. Op deandere zijde vinden we het bekende Juliana-portret.

Winnaar van de wedstrijd voor het nieuwemuntportret werd de ontwerper Bruno Nina-ber van Eijben. Van 1982 tot en met 2001sierde zijn Beatrixportret onze gulden mun-ten. Tussen 1980 en 2001 zijn er voor verza-melaars diverse 10 en 50 gulden muntenuitgegeven. Hierop staat steeds een ander por-tret van Koningin Beatrix afgebeeld.

Met de komst van de euro werd in elk landeen afzonderlijke wedstrijd georganiseerdvoor de nationale zijde. Voor Nederland koosmen opnieuw voor een ontwerp van Ninabervan Eijben. Dat op de 1 en 2 euromunt is ge-lijk aan dat van onze oude guldenmunten. Opde andere munten is een licht gewijzigd (nucompleet portret) van Koningin Beatrix tevinden.

Rob de Vries

HAARLEM, belegerddoor de Spanjaarden(11 december 1572 -13 juli 1573), ARvelddaalder van 32 stuiver, emissie 21 december 1572

Duitse bezetting, zinken oorlogs-cent 1941

Oostenrijk, Stephan van Schlick (1487-1526),zilveren taler 1525

Provincie Utrecht, leeuwendaalder 1656

Karel V(1506-1555), zilveren Karolus guldenz.j. geslagen te Nijmegen

Provincie Holland, 3 guldenstuk 1681 geslagente Dordrecht

Koningin Juliana, zilveren rijksdaalder 1960

Zilver tientje 1970, 25 jaar Bevrijding

Euromunten ontworpen door Bruno Ninabervan Eijben

Portret Koningin Beatrixontworpen door BrunoNinaber van Eijben

KoninginWilhelmina,1 gulden1892 ‘HangendHaar’’

Koning Willem I, 3 guldenstuk 1820 Utrecht

Koningin Wilhelmina, 5 cent 1948

Page 16: Jubileumkrant

16

Stand:65-66

Stand:136

Stand:31

Stand:135

Page 17: Jubileumkrant

17

Stand:116-118

Stand:71

Stand:114-115

Page 18: Jubileumkrant

18

Stand:119

Page 19: Jubileumkrant

19

Verzamelend Nederland

Stand:33-34

Stand:153

Sinds 1983 organiseer ik verzamelbeurzen voorverzamelaars. Klein begonnen en sinds 1993groots opgezet in de grote Veemarkt te Utrecht.Eerst één beurs per jaar wat later is uitgegroeidtot drie beurzen per jaar (januari, maart en okto-ber), met 680 kramen per beurs. Aan het organi-seren van deze beurzen gaat heel wat vooraf enkomt heel wat bij kijken. Je hebt te maken metde aanvraag voor de vergunningen, de brand-weer, politie en EHBO. Dan het regelen van hetingehuurde personeel tijdens de beurs o.a. voorde kassa’s, controle, info, nachtbewaking, etc,etc. Maanden gaan eraan vooraf om de hal metdeelnemers vol te krijgen. Het verzorgen vanadvertenties in verzamelbladen en persberichtenvoor kranten en andere media. Zorgen dat de tafelhuur op tijd door de deelnemers wordt over-gemaakt. Het inboeken voor de boekhouding enbelasting. Zorgen dat de betalingen/rekeningenvoor halhuur, tafelhuur, advertenties en anderekosten op tijd worden betaald. Een grote klus isaltijd het indelen op tekening voor de hal, dushet indelen van de kramen zodat deelnemersweten waar men komt te staan, Vele hebben eenvaste plaats, maar er zijn altijd deelnemers dieeen andere/betere plaats willen hebben en dan ishet puzzelen. Dan afspraken maken met de kramenzetter. Hij ontvangt een tekening met in-deling van de kramen. Enkele weken voor eenevenement worden de deelnemersformulieren endeelnemerskaarten door mij gekopieerd. Dat zijnmeestal zo’n 2.000 kopieën. Het laten drukkenvan de entreekaartjes en aankondigingen (flyers)voor het volgende evenement. Daarna volgt hetverzendklaarmaken van de bevestigingen voorde deelnemers waar men ruim een week meebezig is. Ongeveer 550 bevestigingen moetendan de deur uit en dat moet secuur gebeuren,want fouten mag men daarbij niet maken. En danheb je natuurlijk de laatkomers waar nog geentafelhuur van binnen is en wel hebben gereser-veerd. De vraag is dan, zijn ze het vergeten ofzijn er andere omstandigheden. In de regel neemik dan altijd even telefonisch contact op. Meestalis men vergeten te betalen en sommigen bewerenniet te hebben gereserveerd of hebben een an-dere smoes. Dit laatste is erg vervelend, het werkwat je daaraan hebt besteed is verloren tijd. Hetis belangrijk je gezicht te laten zien en flyers uit

te delen of neer te leggen zodat een ieder dat kanmeenemen. Zo ook ben ik o.a. aanwezig met eenpropagandastand tijdens de verzameljaarbeurs inUtrecht en op enkele buitenmarkten. Donderdagen vrijdag voor aanvang van het evenement benik al aanwezig in de Veemarkt te Utrecht om o.a.de infostand in te richten en bij het zetten van dekramen aanwezig te zijn. De nummers van dekramen op de kramen te plakken en wat er ver-der komt kijken. Zorgen dat er genoeg wissel-geld is en het klaarmaken van het wisselgeldvoor de kassamedewerkers. Dan hoop je dat tij-dens het evenement alles goed verloopt. Als erwat is, het probleem oplossen. Zorgen dat vooralde deelnemers en bezoekers/verzamelaars eenleuke dag hebben. Na het evenement volgt de af-wikkeling van het geheel dat ook nog een paarweken in beslag neemt. Kort daarna ben jedoodop. Je hebt echt de tijd nodig om even bijte komen. Dat lukt niet. Want s’-maandags gaatal vroeg de telefoon weer. Men heeft iets latenliggen en is het kwijt, of men heeft iets gezienwaar men achteraf spijt van heeft het niet ge-kocht te hebben. Vaak is het dan een hele toerzo’n iemand te vinden. En om iemand blij temaken probeer je er alles aan te doen het op tesporen, want een verzamelbeurs is de ideale ge-legenheid om je verzameling uit te breiden eneen ideale plek om elkaar te ontmoeten en con-tact te leggen. Alleen men heeft er in het alge-meen genomen geen idee van wat er allemaalkomt kijken voor het zover is. Dat heb ik in grotelijnen geprobeerd uiteen te zetten. Dan heb ik demoeilijkheden niet aan de orde laten komen enbuiten beschouwing gelaten. Ik zie verzamelaars weer graag op het volgendeverzamelevenement in de grote veemarkthal teUtrecht, die zal plaatsvinden op zaterdag 10 enzondag 11 oktober a.s. (zie advertentie pagina16).In 2010 zijn er dan weer drie verzamelevene-menten en wel op zaterdag 16 en zondag 17 ja-nuari, zaterdag 27 en zondag 28 maart enzaterdag 9 en zondag 10 oktober.Inlichtingen over de beurzen: Frits Spee,tel.0317-614760 of 06-12918888 of www.verzamelendnederland.nl

Frits Spee

Page 20: Jubileumkrant

20

Stand:37-38

Stand:19-20

Stand:86

Page 21: Jubileumkrant

Het is nog steeds populair!! Het verzamelen van oude an-sichten of liever gezegd prentbriefkaarten. Als je eenmaalhet kaartenvirus te pakken hebt kom je er nooit meer vanaf. Tegenwoordig sturen we sms-jes en e-mails maar vroegerverstuurden we kaarten, veel kaarten. Bij sommige hobby’szoals het sparen van suikerzakjes, lucifersmerken of siga-renbandjes zie je de vergrijzing toeslaan en komen er weinig of geen nieuwe verzamelaars bij. Dit is zeker niethet geval bij het verzamelen van kaarten. Dit komt volgensmij door de vele verscheidenheid. Naast dat je dorps- enstadsgezichten kunt verzamelen zijn er honderden thema’ste vinden waar je een collectie van kunt maken.

Als je op beurzen komt, zal het grootste gedeelte van despaarders dorps- of stadsgezichten zoeken tot 1965 (globaalgezegd). Tot deze periode zijn de meeste zwart/wit foto’sgemaakt en hadden de kaarten grofweg allemaal een afme-ting van 9x14 cm. Vanaf het begin van 1900 en zelfs daar-voor waren er ook wel gekleurde kaarten maar die zijnmachinaal en soms handmatig ingekleurd. In de jaren 60kwamen de 10x15 cm grootformaat kaarten steeds vakervoor. In deze zelfde periode zag je ook steeds meer full colorkaarten.

Mensen die net beginnen verzamelen in het begin te kust en te keur maar er komt een mo-ment dat je blij bent met die ene kaart waar je jaren naar hebt gezocht. Er zijn kaarten diezo zeldzaam zijn dat je deze misschien maar één keer in je hele leven tegen komt. Meestalzijn het dan ook fotokaarten ( zie afb. 1). Deze kaarten zijn in het algemeen in een kleineoplage gemaakt en zijn ook bijna altijd van een zodanige kwaliteit dat je ze heel goed kuntuitvergroten, zodat je nog meer details ziet. Dat maakt het verzamelen ervan aantrekkelijk.

Ook zijn kaarten waarbij je een straat-beeld ziet met bv. treinen, trams, molens, beurtschepen, oude auto’s ,fabrieken, hondenkarren, beroepen,verdwenen gebouwen, markante per-sonen, architectuur etc. erg in trek bijverzamelaars (afb. 2).

Bij kaarten verzamelen zie je ook datvraag en aanbod de prijs bepalen,deze kunnen hierdoor heel duur wor-den.

Maar verzamelen hoeft natuurlijk niet duur te zijn. Ik ken ook mensen die strandgezichten,siertuinen, hunnenbedden, watervallen zoeken en die voor een paar kwartjes per kaart eenhele mooie verzameling hebben aangelegd. Zo kan het dus ook!!

Zelf zoek ik kaarten van de dorpjesRien , Itens, Hennaard, Lutkewierum,fotograaf/uitgever J. Dwinger uitLeeuwarden en “Tulpkaarten”. Ditlaatstgenoemde wordt zo genoemdomdat er op de achterzijde van dekaart een logo staat van een ruitje metdaarin een tulp. Dit is het kenmerkvan uitgever Jos Nuss uit Haarlem.Deze kaarten hebben veelal een gla-zuurlaagje en zijn kleurrijk. Dit wasvoor die tijd (rond 1910) een hele luxeuitgave. (Afb. 3) In kaarttermen gesproken kun je ook “fantasiekaarten” sparen. Dit zijn bijvoorbeeld feli-citatiekaarten of Kerst /Nieuwjaarskaarten e.d. met verschillende afbeeldingen erop zoalsdieren, poppen en speelgoed of van bepaalde tekenaars, teveel om op te noemen.De conclusie: Het verzamelen van prentbriefkaarten is voor ieders portemonnee en is leuk,omdat er zoveel variatie is!!

Jan Boonstra

21

Kaarten, kaarten en nogeens kaarten!!

Stand:28-29

Stand:123-124

Afb.1

Afb.3

Stand:121-122

Page 22: Jubileumkrant

22

Stand:102-103

Stand:53-54

Stand:100-101

Page 23: Jubileumkrant

23

Over papiergeld en het organiseren van beurzen hieroverBeste lezer, bezoeker maar vrijwel zeker ook verzamelaar van het een of ander…

Men heeft mij gevraagd om voor deze bijzondere gelegenheid – 10 jarig-Jubileum vandeze geweldige beurs al weer ! Proficiat ! - een artikeltje te schrijven over het verzamelenvan bankbiljetten en het organiseren van beurzen hiervoor. Dan komt natuurlijk altijd devraag: waar begin ik ? Ik ben zelf door toeval begonnen met het verzamelen van papiergeld en bankbiljetten.(Want pas op : niet alle papieren biljetten ZIJN bankbiljetten…) Op jonge leeftijd kreegik nl. van mijn opa – zoals dat zo vaak gaat…– mijn eerste biljetten. Leuk : Duits noodgeldmet miljoenen Marken uit de grensstreek, want daar woonde ik toen al. Aan de Nederlandsekant. Die biljetten waren daar toen nog ruim aanwezig in het Venlose tuindersgebied.. (Datgebied verzamel ik overigens nog altijd.)Bankbiljetten verzamelen dus… Ook hier begin je met alles wat je krijgen kunt, totdat jedaar later “lijn in aanbrengt”. Mij heeft altijd dat geinteresseerd wat niet gecatalogiseerdwas. Niet de platgetreden paden van deze bijzonder interessante en vooral ook leerzamehobby. Die niet duur HOEFT te zijn, maar overigens wel KAN zijn. Ieder bepaalt dat ten-slotte zelf. De geldbeurs is the limit.. Maar is dit niet voor iedere hobby het geval??

Momenteel verzamel ik o.a. volgens de norm: “Wat er uitziet als geld, maar het niet is”Dan praat ik o.a. over valse biljetten uit alle tijden, een tik van me na 15 jaar kassier bij deCentrale Kas van de Rabobank. Maar ook reclamebiljetten die af en toe wel heel veel lijkenop het echte geld. Niet zelden werden deze in beslag genomen, verboden en vernietigd.Geldmotieven gebruikt in de politiek, in de commercie. Niet te vergeten school-, speel- enspellengeld, maar ook testbiljetten die niet zelden motieven van echte biljetten tonen.Wat ook erg leuk is zijn de zgn. Chinese Hellbanknotes. Offerbiljetten. Daar zit een helegeschiedenis achter, ze zijn leuk en kleurrijk. Lang niet allemaal, maar velen zijn qua mo-tief afgeleid van echte biljetten. En ze kosten echt niet veel. Meer dan 50c tot 1 Euro mogenze eigenlijk niet kosten. Jaren geleden heb ik al een kleine expositie verzorgd tijdens dezebeurs, toen nog in Apeldoorn. Tot slot in dit rijtje de alternieve wijze van papiergeld verzamelen. Namelijk papiergeldAFGEBEELD op ansichtkaarten, postzegels en zelfs munten (!)… Hierover heb ik jarengeleden al een artikelenreeks geschreven die in meerdere talen is verschenen. Inklusief alle andere bekende verzamelobjekten. Spaarpotten, pennen, mokken en nog veelmeer staan bij mij thuis in mijn “eigen thuismuseum”. Van modelwagonnetjes, caranval-spak, damesondergoed (met Amerikaanse Dollarbiljetten!!) (Jos toch!, red.) tot sportschoe-nen toe. Je kunt het niet bedenken of het bestaat.

Ook interesseert me “Wat geld is, maar er niet zo uitziet”. bijv. de postzegels gebruikt alspasmunt… deze komen in de 20-er jaren vrij veel voor in meerdere vnl. West Europeselanden. Maar ook in later jaren. Biljetten op vreemde materialen gedrukt… linnen, zijde,hout, leer etc… Tenslotte nog het (oude) geld hergebruikt voor andere doelen… reclame-opdrukken, entreekaartjes, nota’s… Allemaal eindeloze collecties… Gewoon leuk. Maarook een relatief slechte investering, want de “markt” hiervoor is (nog?) erg klein, maar de

prijs is relatief, het zoeken en vinden is het belangrijkste, lijkt mij tenminste.“Papiergeld" verzamelen is niet eenvoudig. Wie graag meer wil weten kan kontakt zoekenmet mij of met de Nederlandse afd. van de I.B.N.S. Wie zijn grenzen wil verleggen (ook)met de internationale I.B.N.S. International Bank Note Society.

Nog even een paar woorden over het organiseren van beurzen voor papiergeld-verzame-laars. Ooit op 17-18 jarige leeftijd heb ik al mijn eerste kleinschalige beurzen georgani-seerd. Deze “liepen lekker” totdat een Limburgse Afd. van een landelijkeverzamelaarsvereniging deze van mij overnam. Enkele jaren later nam ik mede het initiatiefvoor de oprichting van een internationale papiergeldbeurs. Deze inmiddels PaperMoney-Fair-Maastricht genoemde beurs (in Valkenburg!!) is nl. ooit het initiatief geweest van eenpaar mensen van de toen net opgerichte vereniging Dutch Chapter of IBNS.. Dit begon al-lemaal met ca. 20-25 stands van standhouders uit meerdere landen die vertrouwen haddenin dit initiatief. Een beurs op het Europese vasteland naar het voorbeeld van de jaarlijksebeurs in Londen. Na een paar jaar stond ik er alleen voor. Heb dit internationale event ge-maakt tot wat het nu is.. Inmiddels zijn dit bijna 200 stands met ruim 70 (!) nationaliteitenen wordt er uitsluitend (!) papiergeld aangeboden op bijna 500 m tafel. In April… In sep-tember is dit overigens (nog) kleiner maar dan MET MUNTEN. Dit was en is niet eenvoudig. In de beginjaren in de vrije tijd, na werktijd… heb ik beslotenom door te gaan als klein bedrijfje, inmiddels als “Eijsermans Events” Elk jaar leer ik bijen probeer ik weer aanpassingen en verbeteringen in te voeren. Gemakkelijk was en is hetnog altijd niet. Wat ik nu al 23 jaar doe is voorzien in een nog altijd groeiende behoefteaan een plek waar verzamelaars en handel elkaar ontmoeten.. Het evenement is ooit in depers al het Mekka voor papiergeld genoemd.Ook is het een soort vicieuze cirkel geworden. Er waren in de beginjaren genoeg beurzenvoor munten of postzegels… biljettenverzamelaars werden soms niet eens serieus genomen.Dus een eigen vereniging en beurs sprak wel aan. Maar ook als gevolg van het bestaan vandeze nog steeds groeiende beurs is ook het aantal verzamelaars in binnen- en buitenlandsterk toegenomen. En is inmiddels wereldwijd bekend. Ooit werd een helaas kortgeledenoverleden collega, in een klein winkeltje in de Chinese wijk van Singapore aangesprokenover “Maastricht”, zoals dit evenement in de branche heet. Hij wist ervan.Meer weten? Voor meer informatie ga naar: www.papermoney-maastricht.eu

Ik wens de organisatie en standhouders, maar zeker ook de bezoekende verzamelaars eensuccesvolle beurs toe… op naar de 25 jaar!En alvast de beste wensen voor 2010.. Prettige feestdagen!

Jos F.M.EijsermansPostfach 1145, D-47547 Bedburg-Hau, DUITSLAND ( = net over de grens bij Nijmegen!)

e-mail: [email protected], fax: 0049-2821-71166-71 /tel.: 0049-2821-71166-69

Plaatfouten geven een andere kijk op postzegels. Tijdens hetzoeken naar plaatfouten leest u (eindelijk) de tekst, ziet uopeens dat vogeltje, spelend kind of andere kleine afbeeldingop de zegel. Een postzegel is een grafisch kunststukje, eenprachtig stukje drukwerk. Waar gewerkt wordt, worden foutenen foutjes gemaakt. De grotere fouten in het drukproces zoalsweggevallen tekst, woordjes, vergeten kleurgangen enz. wor-den tijdens de controle verwijderd. Slipt zo’n grotere fout erdoor dan noemt men dat een “variëteit”. Kleinere foutjes inhet drukproces werden vanaf de 1ste druk in 1852 door de ver-zamelaar “plaatfout” genoemd. Dat was logisch want de afwijking ontstond door een foutje inde drukplaat. Heden ten dage is het druktechnisch gezien eenstuk ingewikkelder. Offsetdruk, rasterdiepdruk, rotatiedruk,fototechnische druk, er komt geen plaat meer aan te pas. Definitie van het woord plaatfout nu: “Een postzegel die af-wijkt van zijn soortgenoot, deze afwijking is op een vasteplaats in druktechnisch hetzelfde vel terug te vinden en heeftaltijd dezelfde vorm en grootte”.

Plaatfouten kan men onderverdelen in primaire en secundaireplaatfouten. Primair: de fout is in alle vellen terug te vinden.Secundair: de fout is ontstaan in de loop van het drukpro-ces door b.v. beschadiging van het drukmateriaal, braampje opde rakel, een tijdelijk vastgeplakt stofje of haartje, haperendeinkttoevoer en nog wel meer oorzaken. Eenmalige oorzakenzoals verfspatjes, zandkorreltjes, gesprongen luchtbelletjes,dunne iets lopende inkt en sommige andere afwijkingen zijn

druktoevalligheden, zijn niet terug te vinden in het vel en alhelemaal niet op dezelfde positie.

Postzegels werden in vellen van 50, 100 en 200 zegels gedrukt.(er bestaan uitzonderingen). Men drukte de vellen onder elkaaren vaak 2 vellen naast elkaar. (Kind 1985 zelf met drie vellennaast elkaar). Herkenningstekens op de velranden vertellen onsveel over de drukhistorie. Herkenningstekens zijn: de knippen(‘n figuurtje in de rand geknipt), later de ponsen (idem maardan erin geslagen), oplageletters of cijfers, drukkerstekens(222 verschillende), kleurbalken, paskruisjes, markeerboogje,plaatnummers L en R 1 t/m 32 en soms nog hoger, etsnummersen velnummers 1 t/m 691. Na 1984 L/R 1.1.1.1. of 1.2.1.1. enandere getallen combinaties en kleuren van de cijfers.

Een plaatfout is alleen terug te vinden in een vel met de-zelfde herkenningstekens!!!

De kinderblokken, velletjes van 2, 3, 4 enz. tot soms wel 12verschillende zegels en de inhouden van postzegelboekjes wor-den steeds in meerdere aantallen op een groot vel (het moe-dervel) gedrukt en daarna in de juiste vorm gesneden engeperforeerd. Het aantal op een moedervel hangt af van degrootte van het blokje of vel. Het kindblok 1977 heeft 21 blok-ken op het moedervel. Elk blokje of velletje heeft zijn eigenkenmerken, eenzelfde plaatfout is slechts in 1 van de in ditgeval 21 blokken te vinden. Ook hier is sprake van primaireen secundaire fouten. Bij de plaatfout vereniging zijn studiesvan verschillende kindblokken verkrijgbaar.

Langlopende series van gewone frankeerzegels kennen zeerhoge oplages, tot 1 à 2 miljard zegels toe. (Nvph nrs. 50,51,55en 60) ook latere nummers halen het miljard. Veel zegels halen100 of 200 miljoen stuks. Juist de zegels van hoge oplages heb-ben vele drukgangen met elk weer andere herkenningstekens.Veel verschillende plaatfouten in hetzelfde zegelnummer isdan het gevolg.

Veelgestelde vraag: Ik heb een fout en die staat niet in de ca-talogus, hoe kan dat?? Het antwoord staat in de alinea’s hier-boven: er zijn heel veel postzegels, ook is het vaak lastig een2de en 3de exact dezelfde fout en de positie in het vel te vinden.

Een paar tips: Ziet u een afwijking op de zegel: wrijf evenmet een (schone) natte vinger over de zegel, vaak is het foutjeeen lichte opgeplakte vervuiling. Met een loupe die 6 tot 8xvergroot is dit onder goed licht duidelijk te zien. Ook een wittekras of vlek blijkt dan heel vaak gewoon schade te zijn. Eenplaatfout heeft geen diepte, een kras wel. Een afwijking in eenandere kleur dan voor de zegel gebruikt is kan ook geen plaat-fout zijn.

Tot slot wil ik u danken voor het lezen van deze babbel. In deadvertentie voor de nieuwe “Mast”catalogus op pagina 22 zietu 6 zegels met een groen kader: leuke nieuwe plaatfouten, evenuw verzameling controleren is spannend en kan een anderekijk op de postzegel geven.

Wim Mast

Een plaatfouten babbel

Stand:92

Page 24: Jubileumkrant

24

Stand:4-5