Journaal nr. 02 2015

8
O p maandagavond 31 augustus 2015 vond in het Dudok Congres Centrum van TATA Steel in Velsen-Noord de tweede bijeenkomst plaats over de Ruimte-intensiveringsmonitor (zie kader). Het Bestuursplatform Noordzeekanaalgebied ontving een ruime vertegenwoordiging van leden van de Provinciale Staten van Noord-Holland en gemeenteraden, maatschappelijke organisa- ties en het bedrijfsleven uit het Noordzeekanaalgebied. Het doel van de bijeenkomst in Velsen-Noord was tweeledig. In het eerste gedeelte van het programma werden de aanpak van de Ruimte- intensiveringsmonitor en de gekozen indicatoren toegelicht door leden van het Bestuursplatform. Aansluitend konden de aanwezigen vragen stellen om te beoordelen of deze aanpak voldoende handvat- ten biedt voor een zinvolle afweging over het ruimtegebruik in het Noordzeekanaalgebied in de toekomst. In het tweede gedeelte van het programma werd in werkateliers gesproken over de thema’s duur- zaamheid en leefbaarheid. Wat houden deze thema’s in en zijn deze thema’s meetbaar in die zin dat het objectieve gegevens oplevert? In het journaal komen een aantal deelnemers hierover aan het woord. JOURNAAL NR 2 - 2015 Bijeenkomst Ruimte-Intensiveringsmonitor bedrijventerreinen Noordzeekanaalgebied WERKT DE GEKOZEN AANPAK EN HOE MAKEN WE OOK DUURZAAMHEID EN LEEFBAARHEID MEETBAAR? WAT IS DE RUIMTE-INTENSIVERINGSMONITOR OOK ALWEER? Eén van de belangrijkste onderdelen van de Visie Noordzeekanaalgebied 2040 is het aspect ruimte-intensivering. Door het optimaal benutten van fysieke en milieuruimte kunnen ruimtebehoeften vanuit economie, wonen, recreatie en groen zo goed mogelijk worden ingevuld. Verder is in de Visie vastgelegd dat uitbreiding van het havenareaal in de Houtrakpolder pas mag plaatsvinden als de bestaande bedrijventerreinen voldoende zijn geïntensiveerd. Maar hoe intensief worden de bedrijventerreinen langs het Noordzee- kanaal nu gebruikt en hoe ontwikkelt de ruimte-intensivering zich in de tijd? De Ruimte-intensiveringsmonitor beantwoordt deze vragen en wordt gebruikt bij de afweging over een eventuele uitbreiding van de havens. De basis voor de Monitor is de Kadernotitie, waarin de criteria zijn opgenomen die de intensivering toetsen. De Ruimte-intensiverings- monitor is een belangrijk middel om de doelstellingen van de Visie Noordzeekanaalgebied 2040 te kunnen realiseren. Door het regelmatig monitoren van de bedrijventerreinen ontstaat een goed beeld van de gronduitgifte, verdichting, innovatie en herstructure- ring. Centraal staat de vraag: welke informatie is nodig om de conclusie te kunnen trekken of er voldoende is geïntensiveerd in het gebied? In een latere bestuurlijke afweging komt een antwoord op de vraag of er daadwerkelijk voldoende is geïntensiveerd. Kijk voor een animatie van de kadernotitie op onze website: www.noordzeekanaalgebied.nl D it journaal staat in het teken van de raadpleegavond over de Kadernotitie Monitor Ruimte-intensivering. In dit journaal ook een interview met Elisabeth Post, zij is opnieuw aangetreden als voorzitter van het Bestuursplatform. Hoe kijkt zij terug op de afgelopen periode en wat zijn haar ambities voor de toekomst? Tenslotte een artikel over eNoses, een concreet instrument om de leefbaarheid langs het Noordzeekanaal te vergroten door veranderingen in de luchtsamenstelling te signaleren. Tevens kunt u in dit journaal informatie vinden over ons komende congres “De kracht van het landschap voor het internationale vestigingsmilieu in de MRA.”

Transcript of Journaal nr. 02 2015

Op maandagavond 31 augustus 2015 vond in het Dudok Congres Centrum van TATA Steel in Velsen-Noord de tweede bijeenkomst plaats over de Ruimte-intensiveringsmonitor

(zie kader). Het Bestuursplatform Noordzeekanaalgebied ontving een ruime vertegenwoordiging van leden van de Provinciale Staten van Noord-Holland en gemeenteraden, maatschappelijke organisa-ties en het bedrijfsleven uit het Noordzeekanaalgebied. Het doel van de bijeenkomst in Velsen-Noord was tweeledig. In het

eerste gedeelte van het programma werden de aanpak van de Ruimte-

intensiveringsmonitor en de gekozen indicatoren toegelicht door

leden van het Bestuursplatform. Aansluitend konden de aanwezigen

vragen stellen om te beoordelen of deze aanpak voldoende handvat-

ten biedt voor een zinvolle afweging over het ruimtegebruik in het

Noordzeekanaalgebied in de toekomst. In het tweede gedeelte van

het programma werd in werkateliers gesproken over de thema’s duur-

zaamheid en leefbaarheid. Wat houden deze thema’s in en zijn deze

thema’s meetbaar in die zin dat het objectieve gegevens oplevert? In

het journaal komen een aantal deelnemers hierover aan het woord. •

JOURNAALNR 2 - 2015

Bijeenkomst Ruimte-Intensiveringsmonitor bedrijventerreinen NoordzeekanaalgebiedWERKT DE GEKOZEN AANPAK EN HOE MAKEN WE OOK DUURZAAMHEID EN LEEFBAARHEID MEETBAAR?

WAT IS DE RUIMTE-INTENSIVERINGSMONITOR OOK ALWEER? Eén van de belangrijkste onderdelen van de Visie Noordzeekanaalgebied

2040 is het aspect ruimte-intensivering. Door het optimaal benutten

van fysieke en milieuruimte kunnen ruimtebehoeften vanuit economie,

wonen, recreatie en groen zo goed mogelijk worden ingevuld. Verder is in

de Visie vastgelegd dat uitbreiding van het havenareaal in de

Houtrakpolder pas mag plaatsvinden als de bestaande

bedrijventerreinen voldoende zijn geïntensiveerd.

Maar hoe intensief worden de bedrijventerreinen langs het Noordzee-

kanaal nu gebruikt en hoe ontwikkelt de ruimte-intensivering zich in

de tijd? De Ruimte-intensiveringsmonitor beantwoordt deze vragen en

wordt gebruikt bij de afweging over een eventuele uitbreiding van de

havens. De basis voor de Monitor is de Kadernotitie, waarin de criteria

zijn opgenomen die de intensivering toetsen. De Ruimte-intensiverings-

monitor is een belangrijk middel om de doelstellingen van de Visie

Noordzeekanaalgebied 2040 te kunnen realiseren.

Door het regelmatig monitoren van de bedrijventerreinen ontstaat een

goed beeld van de gronduitgifte, verdichting, innovatie en herstructure-

ring. Centraal staat de vraag: welke informatie is nodig om de conclusie

te kunnen trekken of er voldoende is geïntensiveerd in het gebied? In

een latere bestuurlijke afweging komt een antwoord op de vraag of er

daadwerkelijk voldoende is geïntensiveerd. Kijk voor een animatie van

de kadernotitie op onze website: www.noordzeekanaalgebied.nl

Dit journaal staat in het teken van de raadpleegavond over de Kadernotitie Monitor Ruimte-intensivering. In dit journaal ook een interview met Elisabeth Post, zij is opnieuw aangetreden als voorzitter van het Bestuursplatform. Hoe kijkt zij terug op de afgelopen periode en wat zijn haar ambities voor de toekomst? Tenslotte een artikel over eNoses, een concreet instrument om de leefbaarheid langs het

Noordzeekanaal te vergroten door verandering en in de luchtsamenstelling te signaleren. Tevens kunt u in dit journaal informatie vinden over ons komende congres “De kracht van het landschap voor het internationale vestigingsmilieu in de MRA.”

OUDE KADE MIDDENHAVENGEBIED NIEUWE KADE MIDDENHAVENGEBIED

Voorbeelden van ruimte-intensivering in de Zeehaven IJmuiden en de Haven van Amsterdam

peter van de meerakkeralgemeen directeur zeehaven ijmuiden n.v.

FOOD, ENERGY EN FERRY-/CRUISEVAART De Zeehaven IJmuiden huisvest drie kernsectoren die van strategisch

belang zijn voor het hele Noordzeekanaalgebied: food, energy en

leisure. Op het podium staat Peter van de Meerakker van Zeehaven

IJmuiden N.V..

‘Sinds het ontstaan van het Noordzeekanaal in 1880 is verse vis een

bron van handel in de zeehaven van IJmuiden. Inmiddels kennen we

ook de pelagische visserij, de vriesveemsector waarin vis al op de

oceaan wordt ingevroren. Het gaat hartstikke goed met de vissector,

binnen de Nederlandse markt doet IJmuiden het uitstekend. Met 52

miljoen euro omzet vorig jaar en een marktaandeel van 22% is sprake

van een sterke groei.’

‘Ook in de Offshore windsector hebben we een track record opge-

bouwd. Voor de kust van Egmond zijn 36 windmolens geplaatst, 60

windmolens in het Prinses Amalia Park en nog eens 43 windmolens in

Luchterduinen. Daarmee is echter slechts 350 megawatt geïnstalleerd

van de 2.150 megawatt die minister Kamp ten doel heeft gesteld. Ook

daarin moet dus groei mogelijk zijn en daarvoor is de IJmondhaven

een geschikte vestigings- en uitvalslocatie.

Tot slot is de ferry- en cruisevaart een enorm snel groeiende markt.

Europeanen ontdekten nog maar recent de mogelijkheden voor het

maken van een cruise. Vorig jaar was al sprake van 56 cruisecalls in de

IJmondhaven en dat aantal wordt alleen maar meer.’

VIS VOOR KAAS‘We hebben nu nog 15 hectare uit te geven in de haven van IJmuiden,

daar zijn we dus heel zuinig op. Intensivering is geen nieuw onder-

werp, daar zijn we al 15 jaar mee bezig in IJmuiden. Met vallen en

opstaan. Zo is het blokkenterrein van Rijkswaterstaat al gerealiseerd.

Er stonden veel blokken op een veel te grote ruimte in de haven.

Rijkswaterstaat heeft toen besloten de blokken op een kleiner perceel

elders te plaatsen, waardoor er ruimte in de haven vrij kwam. Daarna

is ook bijvoorbeeld de nieuwe kade in het Middenhavengebied

aangelegd.’

‘Ook deze Vomar-locatie heeft zo bijgedragen aan ruimte-intensive-

ring. Het distributiecentrum van Vomar was voorheen gevestigd in de

haven daar waar de supermarkt ooit was begonnen. Na verplaatsing

van het distributiecentrum naar een locatie buiten de haven kwam

ruimte in de haven vrij. Met ondersteuning van het Ministerie van

Economische Zaken, de provincie Noord-Holland en de gemeente

Velsen kon vervolgens 500m kade worden gerealiseerd en worden

gezocht naar een interessante vestiger. Die werd gevonden in Breman

Offshore. Ik hoop over vijf jaar hetzelfde succesverhaal te kunnen ver-

tellen over Kaptein, verpakker van kaas en boter. In plaats van ‘Graan

voor Vis’, spreken we daarom hier over ‘Vis voor Kaas’. Als Kaptein

vertrekt uit de haven om zich elders te vestigen, ontstaat in één keer

de geweldige mogelijkheid om maar liefst 10.000 m2 te kunnen

herstructureren. •

Zeehaven IJmuiden maakt ruimte voor sterk groeiende sectoren

RUIMTE CREËREN VOOR ALLE MODALITEITEN

3NR. 2 - OKTOBER 2015

Leonie van den BeukenHoofd Ruimte en Milieu Havenbedrijf Amsterdam

Leonie van den Beuken, Hoofd Ruimte en Milieu bij het Havenbedrijf Amsterdam, omschrijft ruimte-intensivering als een samenspel van veel verschillende factoren. ‘Als je wil

intensiveren, zijn er allerlei knoppen waar je aan kunt draaien. Hoe gebruik je de grond? Hoe gebruik je het water? Wat is de verhouding tussen land en water, is er bijvoorbeeld veel opslag? Hoe zit het met de milieuruimte? Wat wil je met je buren, nu en in de toekomst? En hoe ga je om met de bestaande contracten?’

De Haven van Amsterdam kent bedrijven in tal van sectoren, waar-

onder oil, bulk, food, cruise, containers, coal, recycling, logistics, soft

commodities en biodiesel. Bij het inrichten van een haven geldt voor

alle sectoren een aantal principes, maar elk heeft ook zijn eigen

kenmerken en benodigdheden. ‘Je wilt zo veel mogelijk rekening

houden met al die specifieke klantwensen. Tegelijkertijd moet je

ook rekening houden met milieueisen en heb je te maken met een

omgeving en de leefbaarheid in die omgeving,’ legt Leonie van den

Beuken uit.

Ook de Haven van Amsterdam kent voorbeelden van hoe de bestaan-

de ruimte op succesvolle wijze is geïntensiveerd. Bijvoorbeeld NuStar,

zij hebben een bestaande terminal overgenomen en flink gemoderni-

seerd, waardoor er ook flink geïntensiveerd kon worden.

Nu wordt gekeken of diepgang kan worden vergroot, zodat de

terminal nog intensiever kan worden gebruikt. Of Vopak, waarvan het

onder ste deel van het terrein in de boeken stond als droog terrein.

Maar met extra steigers en pijpleidingen naar dit terrein kon het voor

“natte overslag” worden gebruikt. ‘We kijken goed naar watergebruik

ook bij kades waar nog geen klanten zitten, ‘vervolgt Van den Beuken.

RENÉ TUIN, GEMEENTERAADSLID PVDA ZAANSTAD

IK VIND HET HEEL MOEILIJK LEEFBAARHEID EN DUURZAAMHEID TE KWANTIFICEREN, JE KRIJGT HET BIJNA NIET CONCREET

RUIMTE CREËREN VOOR ALLE MODALITEITEN

Soms is het een samenwerking tussen verschillende partijen. Zo heeft

de gemeente Amsterdam grond opgekocht en uitgegeven aan Haven-

bedrijf Amsterdam die het op haar beurt weer heeft uitgegeven aan

Mondo Minerals. Hierdoor heeft Mondo meer opslagcapaciteit. Mondo

en Havenbedrijf Amsterdam hebben geïnvesteerd in de kade, verdie-

pen van het water en de opslagloodsen, waardoor grotere zeeschepen

kunnen aanmeren. Dit heeft de overslag verdubbeld.’ Intensiveren

houdt niet altijd een (directe) verbetering in van bijvoorbeeld haven-

gebonden werkgelegenheid of toegevoegde waarde per hectare. Een

voorbeeld daarvan is ACT-HCT Containerterminals. ACT is eigenaar van

het terrein en wil het terrein behouden en dus niet teruggeven. Met

de komst van de nieuwe sluis geloven zij in de toekomst. Nu hebben

zij een partner gevonden die het terrein huurt en overslag naar die

plek toe probeert te krijgen: containers, projectladingen, buizen, enz.

In directe zin zijn de overslag en de havengebonden werkgelegenheid

dus naar beneden gegaan, de overige indicatoren zijn nog onzeker. Er

wordt een poging gedaan om het terrein nu te gebruiken binnen de

vergunning, om zich te kunnen richten op de toekomst. Zo werkt die

monitor, het ene schuifje (waarmee per indicator wordt

aangegeven wat de stand van zaken is) gaat omlaag en

het andere omhoog.’

Een ander voorbeeld is de Coen-Vlothaven; de grach-

tengordel van de haven van Amsterdam. ‘Onze trots,’

spreekt Leonie van den Beuken. ‘De gemeente heeft de

grond verworven en in erfpacht uitgegeven aan Haven-

bedrijf Amsterdam die het weer heeft uitgegeven aan

Igma voor een toename van de overslag van graan- en

bulkproducten.’ Ook een voorbeeld van een gemeen-

schappelijke investering in loodsen en kades. •

Hebben jullie zicht op stille leegstand?Ja, we hebben zicht op stille leegstand. Periodiek gaan we alle

bedrijven terreinen langs om te beoordelen wat daar gebeurt en of

dat op een zinnige manier gebeurt.

Wat is de (status van de) Kadernotitie Monitor Ruimte- Intensivering die op 15 oktober 2015 wordt vastgesteld? De Kadernotitie is het kader en de basis voor de Ruimte-intensive-

ringsmonitor. Het beschrijft langs welke typeringen de verschillende

bedrijventerreinen worden beschreven en de indicatoren die de

ruimte meten. Dit vormt de basis waarlangs periodiek de terreinen

worden gemonitord. De Kadernotitie staat op 15 oktober 2015 ter

besluitvorming op de agenda van het Bestuursplatform. Het streven

is om eind van het jaar alle bedrijventerreinen op basis van de

Kadernoti tie beschreven te hebben, de zogenaamde nulmeting. Vervol-

gens zal dit periodiek worden herhaald waardoor er een goed beeld

ontstaat hoe de ruimte-intensivering op de terreinen zich ontwikkelt.

Deze rapportage over de Ruimte-intensiveringsmonitor zal naar Pro-

vinciale Staten en de betrokken gemeenteraden worden gezonden.

Biedt deze aanpak voldoende handvatten voor een zinvolle discussie over het ruimtegebruik in het NZKG in de toekomst?De vragen uit de zaal én de antwoorden van het Bestuursplatform Noordzeekanaalgebied.

BAS VAN GENT, WIJKPLATFORM VELSEN-ZUID

HEIN STRUBBE, D66-STATENLID NOORD-HOLLAND

AMSTERDAM IS DE GROOTSTE BENZINEHAVEN VAN EUROPA, ER KOMT HEEL WAT VOORBIJ IN EEN RELATIEF KLEINE HAVEN. HOE VEILIG IS DAT, IK ZOU DAAR WEL EENS MEER DUIDELIJKHEID OVER WILLEN.

DENKEND VANUIT BEWONERS EN LEEFBAARHEID IN EEN HAVENGEBIED, IS DE MANIER WAAROP JE INFORMATIE KRIJGT EN WORDT BETROKKEN EEN INDICATOR VOOR DRAAGVLAK.

Intensivering in de vorm van herstructurering is per saldo nadelig. Levert dat op termijn wel economisch voordeel op?Eén van de kenmerken van de Haven van Amsterdam en de Zeehaven

IJmuiden is dat op heel lange termijn wordt gewerkt. Maar je moet

natuur lijk ook op de korte termijn alles op orde hebben en houden.

Om de havenfuncties in stand te houden, moet je verliezen op de

korte termijn voor je rekening nemen maar soms is er wel subsidie

nodig voor de onrendabele top.

Kunnen bedrijven nog wel input leveren, is er bij de aanpak van de Ruimte-intensiveringsmonitor niet een te hoog topdown-gehalte?Nee, dat is absoluut onwaar. De input voor de Ruimte-intensiverings-

monitor is juist opgehaald tijdens het congres op 11 december 2014.

Er is breed uitgenodigd voor dat congres, zo’n 200 mensen – waaron-

der vertegenwoordigers van het bedrijfsleven - hebben het bezocht.

Bovendien is er met enige regelmatig overleg met de koepelvoorzit-

ters van de allianties in het havengebied. Het bedrijfsleven heeft dus

zelfs juist meer ingangen gehad dan uitsluitend het congres.

De Ruimte-intensiveringsmonitor is nog niet kwantitatief, omdat er nog geen cijfers beschikbaar zijn. Concrete voorbeelden zijn er pas een jaar vanaf nu. Is het Bestuursplatform bereid te leren van de opgedane ervaring als het niet helemaal goed blijkt aan te sluiten?De vingeroefeningen met de indicatoren zijn nog nieuw, die moeten

werkende weg verfijnd en bijgesteld worden. Daarin moet zeker ook

de kwantificering meegenomen worden, want ‘meten is weten’. Wel

zitten er soms vertrouwelijke gegevens bij, bijvoorbeeld de toege-

voegde waarde van een bedrijf (winst- en verliesrekening). Dus som-

mige zaken liggen iets ingewikkelder dan anderen en vragen om een

kwalitatieve benadering. Dat kan overigens ook wel degelijk iets zeggen!

NOORDZEEKANAALGEBIED - JOURNAAL4

NR. 2 - OKTOBER 2015 5

Wanneer is de ruimte op en nemen we het besluit de haven uit te breiden? Wat zegt de Ruimte-intensiveringsmonitor daarover?Dat is een politieke afweging, de ruimte is op als wij als bestuurders

vinden dat hij op is. Je moet met elkaar zorgen dat de economie

in stand blijft, dat commitment ben je met elkaar aangegaan. Als

partners van de colleges zien dat de rek eruit is, moet actie worden

ondernomen. Want zonder haven erbij berokkent dat schade aan de

hele regio. Die discussie zal nog wel een aantal keer worden gevoerd.

Daarnaast spelen ook andere factoren een rol: alle mensen die in het

havengebied werken, moeten ook kunnen wonen en recreëren. Die

afwegingen moet je naast elkaar zetten.

Kunnen duurzaamheid en leefbaarheid ook worden toe gevoegd aan de indicatoren van de Ruimte-intensiveringsmonitor? Nee, we hebben met elkaar afgesproken dat het sec om ruimte-

intensiver ing moet gaan. Duurzaamheid en leefbaarheid zijn wel

degelijk van belang, ze spelen een grote rol bij o.a. de overheid, be-

drijven. Daarom zijn in het tweede deel van deze avond werkateliers

over deze thema’s georganiseerd.

Op welke manier staan ruimte in de havens, duurzaamheid en leef-baarheid in verhouding tot elkaar?Het grootste probleem is de ruimte, daarom gaan we eerst daar naar

kijken.

Hoeveel strategische ruimtereservering (nu nog niet gebruikt, maar in de toekomst) is acceptabel?We moeten havenbedrijven blijven bevragen om hun strategische visies,

om goed na te blijven denken over de perspectieven in onze havens.

Offshore wind is daarvan een goed voorbeeld. Het is mogelijk dat je

die vraag nu nog niet kan beantwoorden, maar dat het wel belangrijk

is voor de structuur van je haven. Maar het kan ook zijn dat je het pers-

pectief nu nog niet ziet en pas over 10 jaar weer eens gaat kijken.

Hoeveel schaarste is er, met name van natte terreinen? Het gaat in dat geval niet zozeer om een fysiek ruimteprobleem, maar

om milieuruimte.

Is een milieubank een mogelijkheid?Dat speelt in Velsen niet. We zitten met een groot staalbedrijf die

geen ruimte weggeeft, omdat je die ruimte nooit meer terugkrijgt. Dat

komt de productie op de lange termijn niet ten goede. Bij de Haven

van Amsterdam staat dit onderwerp in haar visie 2030 op de agenda,

de vraag: kun je geluid uitruilen? Dit is eerder niet gelukt, maar in de

Havenvisie 2020-2030 is de wens om dat alsnog te doen. Maar dat is

voor de lange termijn, de huidige wetgeving staat het niet toe en het

lokt strategisch ruimtegebrek uit.

Hoe kun je zeggen dat leefbaarheid apart behandeld wordt als het effect heeft op milieuruimte?Dat is niet het geval: milieuruimte is wettelijk vastgelegd, leefbaarheid

niet. In de monitor zijn ze dus niet aan elkaar gekoppeld, het gaat om

objectieve meetbare gegevens. Leefbaarheid is een randvoorwaarde-

lijk begrip. Het gaat hier om bedrijventerrein, die zijn niet bedoeld om

op te wonen. •

MARIANNE PEL, TEAMMANAGER EXPERTISE MILIEU OMGEVINGSDIENST NZKG

NOG VOORDAT JE GAAT METEN, MOET JE BEPALEN WAAR JE NAAR KIJKT EN WAT DE NUL-SITUATIE IS. WAT WORDT DAN DE AANPAK.

Wat wilt u de komende bestuursperiode bereiken?“Het Noordzeekanaalgebied is maar een klein stukje van Noord-Hol-

land, maar de bijdrage aan het Bruto Product (BP) en de werkgele-

genheid is enorm. De komende jaren blijf ik me daar dus zeker voor

inzetten. Bijvoorbeeld bij de bouw van de nieuwe zeesluis, de grootste

wereldwijd. Deze unieke gebeurtenis wil ik graag koppelen aan het

oprichten van een Sluis- en Haven Informatiepunt (SHIP). Hierdoor

krijgt de omgeving een beter beeld van wat er in het gebied gebeurt

en scholieren worden geïnspireerd voor beroepen in de regio.”

Natuurlijk richten we ons ook op de verdere uitvoering van de Visie

Noordzeekanaalgebied 2040. Bijvoorbeeld: de waarde van het land-

schap voor ons vestigingsmilieu. Hier gaat ons volgende congres over.

Tot slot staat ook een goede bereikbaarheid van het Noordzeekanaal-

gebied hoog op de agenda. Dat vertaalt zich in de nieuwe verbinding

A8-A9, die plannen zijn al heel concreet. En in april volgend jaar start

het onderhoud van de Velsertunnel.”

Waarom is een Sluis- en Haven Informatiepunt (SHIP) belangrijk voor de regio?“Het SHIP informeert bezoekers over de bouw van de grootste sluis ter

wereld. Aangezien het merendeel van de havenactiviteiten vanwege

veiligheidsredenen achter hekken plaatsvindt, kennen veel inwoners

van het gebied de havenregio niet en onbekend maakt onbemind. Dat

zie je bijvoorbeeld ook in Den Helder en andere havens.

Zo’n vijf jaar geleden hebben Statenleden naar aanleiding van een

werkbezoek aan Antwerpen een motie voor een SHIP ingediend. Maar

de exploitatie is duur, dat kwam toen niet van de grond. Met de bouw

van de nieuwe sluis, zijn partijen in de regio meer bereid mee te

betalen aan een informatiecentrum. Ik hoop dat het SHIP daarna een

permanente plek krijgt.”

Eén van de doelstellingen van het Bestuursplatform is het verbeteren van de internationale concurrentiepositie van de Metropoolregio Amsterdam (MRA). Hoe denkt u dat te bereiken?“Door het uitvoeren van het uitvoeringsprogramma en deze met

regelmaat te actualiseren. Zo houd je koers, maar kun je tevens als dit

nodig is op tijd bijstellen. Het is belangrijk dat alle facetten een plek

krijgen. Als je wil verdichten in een stad, is een aantal factoren onlos-

makelijk met elkaar verbonden. Natuur en recreatie moeten een plek

krijgen, die kunnen niet zonder elkaar. Maar je moet ook de infrastruc-

tuur optimaliseren, en dat is meer dan alleen ‘grijs’. Het is ook vervoer

over water, de achterlandverbindingen, Schiphol, rail en weg. We gaan

die afwegingen met elkaar maken.“

In het coalitieakkoord 2015-2019 van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland staat dat het Uitvoeringsprogramma Noordzeekanaal-gebied onverkort wordt uitgevoerd. Wat betekent dit?“Door de uitvoering van de Visie Noordzeekanaalgebied blijft de waar-

devolle positie van dit gebied behouden en wordt deze ook versterkt.

Het gebied is voor de provincie en daarmee voor Nederland van groot

belang. De driehoek seaport, mainport, greenport is een economisch

zeer belangrijke regio, waarin we werken, wonen en recreëren. Het is

vechten om die factoren, die soms lastig zijn te combineren. Dat is de

uitdaging. • ”

Elisabeth Post, gedeputeerde financiën, verkeer, vervoer en zeehavens van de provincie Noord-Holland, is onlangs een nieuwe bestuursperiode ingegaan als voorzitter van het

Bestuursplatform Noordzeekanaalgebied. Het Bestuursplatform is een samenwerkingsverband tussen overheden, havenbeheerders en Rijkswaterstaat als eigenaar van het Noordzeekanaalgebied. Geza-menlijk werken zij aan de uitvoering van de Visie Noordzeekanaalge-bied 2040. Wij stelden haar een aantal vragen.

Kunt u voorbeelden noemen waar het Bestuursplatform Noordzeeka-naalgebied zich mee bezig houdt?“Thema’s en vraagstukken op gebied van ruimte. Bijvoorbeeld: benut-

ten we de huidige ruimte wel genoeg, en hoe meten we dat dan? Via

de ontwikkeling van de Ruimte-intensiveringsmonitor brengen we de

feiten in beeld. Maar ook aspecten als leefbaarheid, groen en geluid

werken we gezamenlijk uit.”

Hoe is de samenwerking binnen het Bestuursplatform?“Die samenwerking is de afgelopen jaren sterk in ontwikkeling. De

partners in het Noordzeekanaalgebied zijn veel regionaler gaan

denken. Niet meer: wat betekent het voor mij? Maar: wat betekent

het voor het hele gebied? Dat vergt soms bestuurlijke moed en daar

worden we met elkaar steeds beter in.”

Voor wie is het Bestuursplatform actief?

“Wij zijn er voor de hele regio. Niet alleen voor bedrijven en organisa-

ties, maar ook voor bewoners. Hier wordt gewoond, gewerkt en gere-

creëerd, we willen al deze belangen goed meenemen in de uitvoering

van de visie. Daarom is het ook heel belangrijk geluiden van de

inwoners te horen via de lokale bestuurders in het Bestuursplatform.

Daarnaast organiseren wij voor de uitwerking van bepaalde thema’s

werkateliers of themabijeenkomsten waar wij geïnteresseerden infor-

meren over bepaalde ontwikkelingen en graag van hen horen hoe zij

hier tegenaan kijken.”

Een korte terugblik op uw vorige bestuursperiode: waar bent u het meest trots op?“Dat we als Bestuursplatform het initiatief hebben genomen om één

integrale visie voor het gebied te maken, waardoor er een gedragen

gezamenlijk regionale koers is en één uitvoeringsagenda waar alle

partijen achterstaan.”

elisabeth Postopnieuw voorzitter van het Bestuursplatform noordzeekanaalgebied

NOORDZEEKANAALGEBIED - JOURNAAL6

NR. 2 - OKTOBER 2015 7

CEES SINTENIE, GEMEENTERAADSLID CDA VELSEN

HERGEBRUIK VAN ENERGIE OF WATER MOET JE KUNNEN METEN DOOR DE METER DIE AAN SLAAT. DE ENERGIEBEDRIJVEN MOETEN DIE INFORMATIE WEL PRIJS WILLEN GEVEN.

HARCO GROEN, GENERAL MANAGER NIRON STAAL B.V. & DAMEN SHIPREPAIR AMSTERDAM

WIJ GEVEN ELKE WEEK EEN NIEUWSBRIEF UIT MET WAT WE DOEN, WAT ONZE PLANNEN ZIJN EN WAT ER IN DE TOEKOMST GEBEURT. ZO PROBEREN WE VERBINDING TE KRIJGEN MET ONZE OMWONENDEN.

Sinds vorige week heeft het Amsterdamse havengebied 36 eNoses rondom het Noordzeekanaal en nabij olieterminals en andere bedrijven die mogelijk geur afgeven geplaatst.

Dit geurmonitoringssysteem maakt deel uit van het gezamenlijk project ‘GeurinZicht’. Dit is een initiatief van Havenbedrijf Amsterdam in samenwerking met de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied en de provincie Noord-Holland en heeft als doel de leefbaarheid rond de haven te vergroten. Deze partijen werken in het project samen met bedrijven in Westpoort en de brandweer. Komende week zullen er nog eens vijf bijkomen.

De eNose is een compact meetinstrument uitgerust met vier sensoren,

dat veranderingen in de luchtsamenstelling signaleert. Als er een

overmatige hoeveelheid van een bepaalde stof aanwezig is, dan

signaleert ‘de neus’ dat. Omdat de geurneuzen in grote getale worden

geplaatst zijn ze bij uitstek geschikt om de bron van een bepaalde

geur te herleiden.

HOE WERKT HET? De Omgevingsdienst en de bedrijven houden de eNoses op de website

dagelijks in de gaten. Als een eNose rood wordt dan is er sprake van

een verhoogde concentratie van een bepaalde stof. De Omgevings-

dienst gaat samen met de nabijgelegen bedrijven onderzoeken wat de

bron is. Daarnaast worden eventuele klachten gerelateerd aan de data

van de eNoses. Op deze manier is het vaak mogelijk de juiste bron te

lokaliseren of de geur te herkennen.

Bedrijven gebruiken de geurneuzen als extra monitoringsinstrument.

Een aantal bedrijven in Westpoort heeft zelf eNoses aangeschaft om

hun bedrijfsvoering te monitoren. Op deze manier kunnen zij direct

ingrijpen bij een onbedoelde uitstoot van geur. De gegevens van de

eNose kunnen daarnaast gebruikt worden voor communicatie met

een veroorzaker. Dit kan leiden tot projecten waarbij geuroverlast

gereduceerd kan worden. Als er een incident is, gebruikt de brandweer

het netwerk om vroegtijdig incidenten op te sporen en om te zien wat de herkomst van brand is of waar een mogelijke rookpluim naar toe gaat.

LEEFBAARHEID VERGROTENHet project ‘GeurinZicht’ draagt bij aan de verduurzaming van de haven.

Met oog voor mens en milieu wil Havenbedrijf Amsterdam de leefbaar-

heid in de omgeving vergroten. Geur is daarin één van de belangrijke

aspecten. De geuroverlast is de afgelopen jaren aanzienlijk afgenomen

sinds de installatie van dampretourverwerkingsinstallaties bij alle olie-

terminals. De eNose draagt bij aan het lokaliseren van geuroverlast.

Indien bewoners geurklachten hebben dan kunnen ze deze melden via

de website van de Omgevingsdienst: www.odnzkg.nl •

Electronic noses vergroten de leefbaarheid in de Amsterdamse haven

Congres “De kracht van het landschap voor het internationale vestigingsmilieu in de MRA”donderdag 5 november 2015

Op donderdag 5 november a.s. organiseert het Project bureau Noordzeekanaalgebied haar jaarlijkse congres. Om de internatio nale concurrentie positie van het NZKG te verster-

ken hebben de gemeenten langs het kanaal, de havenbeheerders, het Rijk en de provincie Noord-Holland een gezamenlijk uitvoerings-programma Visie Noordzeekanaalgebied 2040 vastgesteld. De voort-gang van het uitvoeringsprogramma met het accent op de waarde van het landschap in al haar facetten staat in dit congres centraal.

Het programma heeft een afwisselend karakter en een hoog informa-

tief gehalte waarbij deelnemers zelf ook volop de gelegenheid krijgen

om inbreng te leveren. In het plenaire gedeelte gaat dagvoorzitter

Stefan Wijers in gesprek met de voorzitter van het Bestuursplatform

Noordzeekanaalgebied Elisabeth Post en gedeputeerde Tjeerd Talsma.

Vervolgens gaat directeur Manufacturing Iron & Steel van Tata Steel

Elisabeth Post - provincie Noord-Holland

Fred Delpeut – Rijkswaterstaat West-Nederland Noord

Kajsa Ollongren - gemeente Amsterdam

Koen Overtoom - Havenbedrijf Amsterdam NV

Tim de Rudder - gemeente Beverwijk

Wim Westerman - gemeente Haarlemmerliede & Spaarnwoude

Peter van de Meerakker - Zeehaven IJmuiden N.V.

Kees Gerretse - Tata Steel IJmuiden B.V.

Arjen Verkaik - gemeente Velsen

Donné Slangen - het Rijk

Dennis Straat - gemeente Zaanstad

RINA VAN ROOIJ, PVDA-STATENLID NOORD-HOLLAND

KIJK OOK EENS NAAR DE LANDELIJKE INSTRUMENTEN VOOR HET METEN VAN LEEFBAARHEID.

B.V., Hans van den Berg, in op de bijdrage van het industriecomplex

aan het landschap en de natuur. Jandirk Hoekstra, provinciaal adviseur

ruimtelijke kwaliteit van de provincie Noord-Holland, geeft u zicht op

de economische waarde van het landschap aan het vestigingsklimaat

in de MRA. Vervolgens werpt filosoof Bas Haring een heel ander licht

op het onderwerp door wetenschap, natuur en het welzijn van de

mens met elkaar te verbinden.

Na deze inspirerende inleidingen kunt u uit 8 verschillende interac-

tieve parallelsessies kiezen.

Heeft u nog geen uitnodiging voor dit congres ontvangen?

Kijk dan op onze website: www.noordzeekanaalgebied.nl. Hier kunt u zich aanmelden en het programma bekijken. •

LEDEN VAN HET BESTUURSPLATFORMCOLOFONMet vragen en opmerkingen over het NZKG kunt u zich wenden

tot het Projectbureau NZKG,

Sluisplein 60, 1975 AG IJmuiden

T (0255) 56 05 00 F (0255) 56 05 08

e-mail: [email protected]

website: www.noordzeekanaalgebied.nl

www.twitter.com/PBNZKG

Het NZKG journaal is een uitgave van het Projectbureau NZKG.Tekst: Projectbureau NZKG, Muriel Sinselmeyer

Foto’s: Projectbureau NZKG en partnerorganisaties

Vormgeving en druk: Bundelmedia, Beverwijk