Journaal 1997 nr 3

Click here to load reader

Transcript of Journaal 1997 nr 3

  • VERENIGING

    VRIENDEN

    NR 7 december 1997

    JOURNAAL VOOR LEDEN EN DONATEURS

    Maquette voorlopig ontwerp uitbreiding Van Abbemuseum,Eindhoven mei 1997

    Architect Abel Cahenfoto: Arthur Bagen

    IN DIT NUMMER O.A.

    Schetsontwerp Nieuwbouw van Abbe

    Sleeping BeautyHoogtepunten uit de collectie

    Mensen achter het Van Abbemuseum:Hoofd Facilitaire Dienst

    Kunst & Internet: Documenta X

    VanAbbeMUSEUM

  • oI N H u D

    () De mensen achter het Van AbbemuseumHoofd Facilitaire Dienst 2

    () Aanwinsten Bibliotheek 3

    () Nieuwbouwnieuws 4

    () Sleeping BeautyHoogtepunten uit de collectie 5

    () Botloze schimmen 8

    () Kunst & Internet 10

    () Kennismaking met het Dagelijks Bestuur 11

    () Agenda 12

    DE MENSEN ACHTER HET VAN ABBEMUSEUMTRUDY VAN DE MEERAKKER, HOOFD FACILITAIRE DIENST

    "ALLES WAT NIET MET KUNST TE MAKEN HEEFT

    KOMT OP MIJN BORD TERECHT."

    Een museum is er in de eerste plaats om kunst te verzame-len, te conserveren en te exposeren. Maar ook allerlei praktische

    zaken als beveiliging, schoonmaak en huisvesting moeten goed

    georganiseerd worden. In feite is het een groot huishouden,

    waarover Trudy van de Meerakker sinds anderhalf iaar de scep-ter zwaait. De redactie sprak met haar.

    "Het is een heel veelzijdige functie", vertelt ze. "Mijn werk omvat een aantal dis-ciplines: bewaking en beveiliging, administratie, schoonmaak en onderhoud, res-taurant, bookshop, arbo- en milieuzorg, personeelszaken, inkoop, huisvesting enbeheer van het gebouw vallen allemaal onder mijn verantwoordelijkheid. Alles watniet met kunst te maken heeft hoort bij mijn functie".

    De functie van Hoofd Facilitaire Dienst bestaat in zijn huidige vorm nog niet zolang. Vroeger werden Trudy's taken uitgevoerd door de afdeling 'Controlling enBeheer'. Een jaar of twee geleden is de controlling ondergebracht bij een externegemeentelijke dienst en is het beheer in handen gekomen van de nieuw opge-richte 'Facilitaire Dienst'. Trudy van de Meerakker: "Er was behoefte aan een pro-fessionele kracht op dat gebied. Vroeger werden beheerstaken bij alle medewer-kers ondergeschoven en dat werkte niet echt. Eigenlijk deed iedereen maar wat.Zeker met het oog op de nieuwbouw was er behoefte aan een bedrijfsmatigeraanpak van de ondersteunende diensten. Zo ben ik anderhalf jaar geleden indienst gekomen".

    In haar functie heeft Trudy te maken met de behoeften van zowel museumbezoe-kers als collega's. "Ik wil het iedereen zo aangenaam mogelijk maken. Goedepublieksopvang is een aspect daarvan. De bezoeker komt voor de kunst, maar het

    2

    is belangrijk dat alles daarnaast ook goed loopt, dat het verblijf in het museum zoprettig mogelijk is. Dat er bijvoorbeeld een restaurant is waar bezoekers een kopkoffie kunnen drinken met eventueel een stuk gebak. Ik probeer van dit gebouwzoveel mogelijk te maken, zeker nu we hier zoveel langer zitten dan oorspronke-lijk de bedoeling was. Onlangs is de buitenkant helemaal opgeknapt, zodat hetgebouw er aantrekkelijker uitziet en meer uitstraling heeft. Sinds kort is het res-taurant de hele week bemand, een verbetering in de service naar het publiek toe.Het verzorgende zit in mijn karakter. Ik wil graag alles prima in orde hebben, ookals ik bijvoorbeeld thuis visite krijg. Vandaar dat ik op een gegeven moment beslo-ten heb om daar mijn vak van te maken. Ik heb de opleiding FacilitaireDienstverlening in Wageningen gedaan en heb daarna o.a. als hotel manager bijBastion hotels gewerkt".

    NieuwbouwIntern maakt het Hoofd Facilitaire Dienst het graag iedereen naar de zin, ondermeer door te zorgen dat de werkplekken goed in orde zijn. "Het is mijn taak omde voorwaarden te creren dat iedereen zijn werk goed en met plezier kan doen.Automatisering hoort daar bijvoorbeeld bij, het verschaffen van de middelen omgoed te werken. Zo werken we sinds kort met Windows '95, als eerste binnen degemeente. Maar ik let ook op of iemand zijn computer wel goed neerzet. Datheeft dan weer te maken met de arbozorg waar ik verantwoordelijk voor ben. Eenandere voorziening waar ik aandacht aan besteed is de kantine. Dat is echt eensociale plek". Ook bij tentoonstellingen speelt Trudy een rol. Indien nodig regeltze via een uitzendbureau extra personeel voor het opruimen en inrichten van dezalen en ze controleert bij iedere tentoonstelling of de beveiliging nog wel aan alleeisen voldoet. Verder zorgt ze bij de opening dat het restaurant en de garderobein orde zijn en dat de tentoonstellingsruimtes er netjes uitzien.

  • Op dit moment is ze volop bezig met de voorbereidingen voor de nieuwbouw. "Wegaan nu in overleg met de architect verdere invulling geven aan het schetsplan. Danmoet je denken aan dingen als: waar komt straks de balie, hoe gaan we de ticketver-koop en de beveiliging regelen. Nu zijn die taken gecombineerd, maar als er straksmeer bezoekers gaan komen, zullen die werkzaamheden waarschijnlijk gescheidenworden. Zolang we nog in dit gebouw zitten kunnen we alvast dingen voor het nieu-we gebouw uitproberen. Zo zijn we op het moment aan het experimenteren met eenbetaalautomaat. In het nieuwe gebouw krijgen we meer faciliteiten en mogelijkheden,zoals een heel mooi restaurant met auditorium. Zo'n ruimte zou je bijvoorbeeld heelgoed kunnen verhuren aan bedrijven. We zijn nu al aan het denken over een formulehoe we dat gaan invullen. Binnenkort ga ik bij andere musea op bezoek om te kijkenhoe ze bepaalde zaken daar hebben aangepakt".

    VeranderingenWat is er sinds de komst van het Hoofd Facilitaire Dienst al veranderd? Trudy: "Deveranderingen gaan heel geleidelijk en worden misschien ook sterker door anderenervaren dan door mijzelf. Door het opstellen van richtlijnen probeer ik de kwaliteit vanbepaalde diensten te verbeteren. Dat is niet altijd gemakkelijk, want je bent je toch aanhet bemoeien met het werk van anderen. Ik vind het belangrijk om medewerkers bijveranderingen te betrekken, omdat er dan meer draagvlak voor is. Teamwork is in eenkleine organisatie als deze heel erg belangrijk. Je hebt een flexibele instelling nodig,want er gebeurt veel ad-hoc. Het is bijna onmogelijk om planmatig te werken. Mijnwerk is heel hectisch. Natuurlijk kan ik veel delegeren, vooral aan de hoofdportier, dieis in feite mijn rechterhand".

    Trudy heeft het in het Van Abbemuseum uitstekend naar haar zin. "Vakinhoudelijkzit ik hier helemaal op mijn plek. Het werk is gevarieerder dan in het hotel waar ikwerkte voordat ik in het Van Abbe kwam. Ik heb hier met heel veel verschillendezaken te maken. De motivatie om hier te solliciteren betrof vooral de werkzaamhe-

    TREFWOORDENBiennalesLa Biennale di Venezia: XLVII Esposizione Internazionale d'Arte: GeneralCatalogue, Electa, Biennale di Venezia, Veneti, 1997,728 pp., ill.Voorwoord: Germano Celant

    La Biennale di Venezia: XLVII Esposizione Internazionale d'Arte: Future Present Past,Electa, Biennale di Venezia, Veneti, 1997, 699 pp., ill.Voorwoord: Germano Celant

    DocumentaDocumenta X: The Book, Cantz, Ostfildern; Documenta, Kassei,1997, 827 pp., ill.

    KunstbeschouwingA.R. Esman; R. Fuchs, Vervulde verlangens: gesprekken over kunst in onze tijd,Meulenhoff, Amsterdam, 1997, 178 pp., ill.

    Stijl, DeDe vervolgjaren van De Stijl: 1922-1932, Veen, Amsterdam, Antwerpen, 1996, 399, ill.Redactie: C. Blotkamp

    den, want van kunst weet ikheel weinig. Ik heb er welaffiniteit mee hoor, maarkunst is niet mijn eerste inte-resse. Voor mijn werk hier isdat ook niet nodig, ik benecht een achtergrondwerker.De leukste kant van mijnfunctie vind ik dat ik heelveel verschillende mensenontmoet. De ene keer praatik met een kunstenaar en deandere keer met een spon-sor. Heel bijzonder aan hetmuseum is de teamgeest diehier heerst, vooral als er eententoonstelling open moet.Waar ik in het begin wel aanmoest wennen was demanier van werken van eengemeentelijke organisatie, vergeleken bij de commercile cultuur van de horeca. Inhet hotel kon ik veel beslissingen zelf nemen, terwijl het museum sterk gebonden isaan de gemeente Eindhoven. De gemeente geeft bijvoorbeeld aan dat er een 36-urige werkweek moet zijn. Als museum zouden we daar niet direct voor gekozenhebben. Men heeft hier soms minder oog voor de zakelijke kanten. Beslissingenworden regelmatig op emotionele basis genomen. Dat is ook logisch. Uiteindelijkgaat het artistieke belang altijd voor, ook als dat meer geld kost. Maar verder is dezefunctie mij op het lijf geschreven". ()

    Verz. Kleef, Museum KurhausAanzicht/Uitzicht: Het Museum Kurhaus Kleef, Museum Kurhaus, Kleef, 1997,188 pp., ili.Redactie: W. Nikkels, G. de Werd

    KUNSTENAARSArink, KarinKarin Arink: Inlet, Artimo, Amsterdam, 1997,68 pp., ill.

    Federle, HelmutTent.cat. Helmut Federle: XLVII Biennale Venedig, Biennale di Venezia, SwissPavilion, Veneti, 1997,200 pp., ill. Bevat bio- en bibliografie van de kunstenaar.

    Mik, Aernout; Oorebeek, WillemTent.cat. Aernout Mik, Willem Oorebeek: XLVII Biennale Veneti, Biennale diVenezia, Dutch Pavilion, Veneti, 1997, 144 pp., ill.

    Picasso, PabloTent.cat. Pablo Picasso: Die illustrierten Bcher, Kunstmuseum, Basel;Kunstmuseum, Bonn, 1996, 208 pp., ill.

    3

  • //

    Doorsnede/zijaanzicht voorfopig ontwerp uitbreiding VanAbbemuseum

    =.-,i!

    Plattegrond voorlopig ontwerp uitbreiding Van Abbemuseum

    NIEUWBOUWNIEUWS

    Onlangs is het voorlopig ontwerp gereedgekomen voor de

    uitbreiding van het Van Abbemuseum. De maquette van dit

    ontwerp van architect Abel Cahen was enige tijd geleden al te

    zien in het museum en wordt nu getoond in het Stadskantoor.

    De nieuwbouw komt gedeeltelijk in de Dommel, die daartoe

    wordt verbreed. Het nieuwe Van Abbemuseum belooft straks

    een zeer markant punt in de stad te worden.

    Het oude museumgebouw uit 1936 van architect Kropholler is opgenomen in delijst van Rijksmonumenten. Dat betekent dat er aan de buitenkant niets meer magveranderen. Doordat het terrein achter het museum ook voor de nieuwbouwbeschikbaar kwam, kon een ontwerp gerealiseerd worden dat het oude gebouw,inclusief het torentje, intact laat. Het oorspronkelijke ontwerp van Cahen voorzag-wegens ruimtegebrek- als het ware in een nieuwbouw over het bestaandegebouw heen. In plaats daarvan komt er nu een nieuwe vleugel op het terrein ach-ter het oude museum.

    De nieuwbouw bestaat uit twee afzonderlijke blokken. Het ene gebouw, dat detentoonstellingsruimten zal herbergen, wordt in de Dommel gebouwd, die voor datdoel verbreed zal worden. De kantoren, het auditorium en het restaurant zijn in hetandere blok gepland. Door deze faciliteiten in een apart gebouw onder te brengenkunnen deze ook buiten de normale openingstijden van het museum wordenbenut. Tussen de gebouwen vormt de verbrede rivier een binnenvijver, waaraaneen terras zal komen. Een ondergrondse transportgang verbindt beide delen vanhet museum met elkaar. Ook de depots zijn daar, onzichtbaar voor het publiek,gesitueerd.

    4

    Het nieuwe blok bevat twee verdiepingen met expositieruimten. Daarbovenopkomt een experimentele expositieruimte, waar installaties getoond kunnen wordendie door kunstenaars speciaal voor deze ruimte zijn gemaakt. In de kelder van ditgebouw worden de depots en technische ruimten ondergebracht. Via een gangmet uitzicht op de binnenvijver zijn het auditorium en het restaurant tebereiken.Natuurlijk voorziet het nieuwe museum ook in een boekwinkel en een bibliotheek.

    De expositieruimten zijn in het ontwerp van Cahen gescheiden van de werkruim-ten. Deze laatste vinden onderdak achter de panden aan de Stratumsedijk. Ze heb-ben een eigen dienst- en transportingang en staan via een ondergrondse trans-portgang in verbinding met de expositieruimten. Het voordeel hiervan is dat demuseumbezoeker nauwelijks hinder ondervindt van de logistieke activiteiten bij op-en afbouw van tentoonstellingen.

    In het nieuwe ontwerp blijven het karakter en de ligging van het oude museumbehouden. Het voorplein en de ingang blijven ongewijzigd. D.m.v. een talud-ver-mige landschapsarchitectuur aan de Bilderdijkzijde wordt het oude museum ver-bonden met het auditorium/restaurant. Hierdoor wordt het nieuwe museum opeen markante wijze ingebed in de bestaande stedenbouwkundige omgeving. Eenvoetgangersbrug verbindt het museum met de binnenstad en met de kunstroute'De Rode Loper'. Samen met de verbrede Dommel zal het nieuwe Van Abbe-museum een blikvanger in de stad worden.

    Het schetsontwerp is inmiddels goedgekeurd door de gemeenteraad. In overleg metde architect zullen de verschillende functies van het gebouw verder ingevuld wor-den. De bedoeling is dat eind 1998 met de bouw kan worden begonnen, zodat hetnieuwe Van Abbemuseum eind 2000 de deuren kan openen voor het publiek. ()

  • EEN TERUGBLIK OP "SLEEPING BEAQTY"

    HOOGTEPUNTEN UIT DE COLLECTIE

    In de afgelopen isren ziin de werken uit de eigen collectie

    van het Van Abbemuseum slechts zelden getoond. Enerziids ligtde oorzaak daarvoor bi! de beperkte ruimte van de tiideliikebehuizing. Anderzijds zorgde het tentoonstellingsprogramma

    ervoor dat de topstukken maar af en toe het depot konden ver-

    laten. Eenmaal per iaar echter wordt de eigen collectie gewekt

    om zich met al haar schoonheid aan het publiek te tonen. Twee

    maanden lang mag zi] dan schitteren, om daarna weer verder te

    sluimeren in de depots van het museum. In die situatie zal pas

    verandering komen als het nieuwe museum wordt geopend.

    De hoogtepunten die nu zijn uitgekozen bieden een blik op de variteit van de ver-zameling van het Van Abbemuseum. Niet alleen zijn er installaties, tekeningen enfoto's, maar ook sculpturen en schilderijen. Het geheel is gegroepeerd rondom dekern van de collectie: de verzameling werken van EILissitzky. Daarnaast zijn er meeroude bekenden: de kamer van Joseph Beuys, het bloemen kamertje van VanDoesburg n de Licht Raum Modulator van Lszlo Moholy-Nagy.

    De Licht Raum Modulator van Moholy-Nagy is een van de meest spectaculairedriedimensionale kunstwerken uit de jaren twintig. De lichtmachine bestaat uit drieonderdelen: de elektromotor, de transmissie en daarbovenop een ronddraaiendeconstructie van verschillende vormen van glas en van diverse metaallegeringen. Aldeze vormen voeren, ieder afzonderlijk, bewegingen ten opzichte van elkaarOit.Deze bewegingen worden door twee lampen van verschillende kanten belicht enzo ontstaat er een steeds wisselend spel op de wanden en het plafond van de ruim-te waar de machine staat opgesteld.

    Moholy-Nagy zag deze machine als een zelfstandige sculptuur en als een con-structie waarvan de beweging en de reflecties van het materiaal een lichtspel in deruimte teweegbrengen. Het idee ontstond in 1922, maar Moholy-Nagy was tech-nisch niet in staat om de machine terealiseren. In 1930 lukte dat met de hulpvan een technicus en een ingenieur wel.Op grond van allerlei ontwerptekenin-gen en proefjes verkeerde Moholy-Nagyin de veronderstelling dat hij alle moge-lijke effecten had beredeneerd. Toen demachine werd aangezet bleek het geheeleen groter effect te hebben dan hij voormogelijk had gehouden.

    Moholy-Nagy zag deze "kinetisch"(bewegende) plastiek op de eerste plaatsals een stuk theater. Literaire of politiekeinhouden wees hij af. Hij streefde daar-entegen pedagogisch esthetische doelenna. De beschouwer moest in bewegingworden gebracht om de in het onderbe-wustzijn opgeslagen krachten te active-ren. Moholy-Nagy streefde veranderingvan de mensen na, met als doel hetbereiken van evenwicht en harmonie

    tussen mensen en de hen omringende ruimte. Met de Licht Raum Modulator pro-beerde hij tot een vormgeving te komen die paste bij het industrile tijdperk.Volgens hem moest in de kunst ook de wetenschap en techniek worden betrokken.Met dit kunstwerk probeerde hij een rele, concrete functie te geven aan de kunst,waarbij hij ervan uitging dat machines, naast hun functionaliteit, ook een bepaaldeschoonheid bezitten. De herhalende beweging van een machine had voor hem eenintensiverende werking.

    Moholy-Nagy koesterde een positieve houding ten opzichte van het industrileproductieproces. De schoonheid van de techniek was voor hem gelegen in vereen-voudiging, serieproductie, typisering, precisie en rationalisering. Toch stond in hetmiddelpunt van zijn kunstproductie altijd de mens. Contemporaine ervaringen,zoals de opkomst van het verkeer en de grote stad, en de veranderende fysiekerelatie met betrekking tot tijd en ruimte, wilde hij omzetten naar kunstzinnigeobjecten om zo de beschouwer te benvloeden.

    De bewegingen van de Licht Raum Modulator zijn niet verborgen, alles wat ergebeurt -de beweging, de lichtbron en hun effect- blijft zichtbaar. Hieruit blijktMoholy's idee dat hij de mens mondig wilde maken, hem de mogelijkheid wildegeven te begrijpen wat er zich in de zichtbare materile wereld afspeelt. Dit zou demens ook vrij maken om greep te krijgen op beslissingen en actief kunnen deelne-men aan de veranderingen in de technologische wereld en zijn maatschappelijkevormen. Moholy-Nagy wilde een kunst die zich niet afzijdig opstelde van het leven,maar juist een deel wilde zijn van alle veranderingen. De Licht Raum Modulatorwerd zo het startpunt van een aantal werken: schilderijen, films en foto's.

    De Licht Raum Modulator is een van de twee replica's van het origineel die, ondertoezicht van de weduwe van de kunstenaar, in 1970 werden vervaardigd na uit-voerige studie van de oorspronkelijke constructietekeningen en met behulp van ori-ginele onderdelen. f)

    5

  • SLEEPING BEAUTYHOOGTEPUNTEN UIT

    DE COLLECTIE

    Douglas GordonUntitled (text for somepiace other than th is), 1996

    fHIIit!Uf!11fi11La caduta di Icaro, 1982

    Morris louisAlpha Sigma, 1961

    Aernout Mik,Dummy, 1990, Miscellaneous

    exits for smaller animais, 1991

    zaaloverzicht

  • Joseph BeuysVoglie vedere i mei montagne 1971

    zaal overzicht

    One space, four places, 1982

    Zaal overzicht

    l

  • BOTLOZE SCHIMMEN

    EI Lissitzky, Proun P23, no 6 (wrfel mil Hyperbel) 1919, olieverf op doek, 62 x 77 cm,

    Op de collectie-tentoonstelling die het Van Abbemuseum

    dit neieer toonde was een ruimte ingericht met werken van de

    Russische avant-garde kunstenaar EI lissitzky. Ook het schilde-ti] 'Proun P23, no. 6', dat het museum dit iaar aankocht, wasdaar te zien. De auteur Paul Meeuws, docent beeldende vorm-

    geving in Eindhoven, geeft een beschouwing over het oeuvrevan Lissitzky. Dit artikel werd eerder gepubliceerd in 'Tirade'van oktober 1991.

    Hoe wordt er gekeken naar kunstdie vooruitgang predikt waar nie-mand meer in gelooft? Wat blijft erover van het kunstwerk, als de ide-ologie waar het uit putte, achter-haald is? EI Lissitzky (Smolensk1890-Moskou 1941), van wiensoeuvre het Van Abbemuseum in1990/1991 een massaal bezochtetentoonstelling organiseerde, moetals schilder, typograaf, fotograaf enarchitect tot de vormgevers van deheilstaat gerekend worden, waar-van wij nu de totale ineenstortingbeleven, Maar het museum is geenweeshuis van de revolutie, Wijse-lijk presenteert het Lissitzky als eenvernieuwer van de kunst, niet vande maatschappij, Daarmee neemthet de kunstenaar tegen zichzelf in bescherming, Hij kan het immers niet helpen datde geschiedenis anders verliep dan hij heeft bedoeld, zelfs als zijn bedoelingen nietdeugen, Tenzij men aan de sociale en politieke bedoelingen van een kunstenaar eengrotere betekenis hecht dan zij verdienen,

    Beschouwd worden als een vernieuwer van oe kunst is een twijfelachtige eer, Nieuweartistieke wegen zijn alleen interessant voor de bereider zelf en voor degenen die zemet hem willen bewandelen, voor de slaafse navolgers dus, De artistieke revolutie pro-clameert in wezen het einde van de oorspronkelijkheid en achterhaalt daarmee zich-zelf, Als wij ons over de wees Lissitzky willen ontfermen, zullen we hem niet alleenmoeten beschermen tegen het waan beeld van de nieuwe heilstaat, maar ook tegendat van de artistieke vooruitgang,

    Alleen wetenschap en techniek boeken vooruitgang, stelt Karel van het Reve in'De ondergang van het morgenland', Kunst dus niet. De geschiedenis van dewetenschap is er een van prestaties, niet van presteerders. "Als morgen alle tek-sten van Newton en Einstein van de aardbodem zouden verdwijnen, dan zoudende meeste van hun ontdekkingen blijven bestaan, Maar als alle partituren, geluids-banden, grammofoonplaten en cd's van Bach verdwijnen zouden, en ook allemensen die iets van Bach uit hun hoofd kennen, dan was Bach weg, alle naver-telIers en commentatoren ten spijt." (blz38)

    Mede dankzij de anonimiteit van haar prestaties kan de wetenschap vooruitgangboeken, net als de sport, Hardloopsters kennen ongetwijfeld Fanny Blankers-Koen,niet als mevrouw Blankers, maar als recordbreekster. Net als de wetenschapper denktde hardloopster bij haar voorganger: "Ik doe het sneller", Daardoor kunnen hun pres-taties verouderen, terwijl die van de oudste kunstenaars nog hun glans blijven behou-

    8

    den, (Daardoor bestaat er in de kunst geen vooruitgang, betoogt Van het Reve, of,zo denk ik dat hij bedoelt, daardoor is er in de kunst geen vooruitgang nodig, Het ismooi genoeg zo.)

    Kunstenaars breken alleen hun eigen record, En om dat te kunnen meten, dienen weons te begeven op het kronkelpad van hun eigen, hoogst persoonlijke ontwikkeling,Geloof je in de vooruitgang van de kunst, dan ga je ervan uit dat alle kunstenaars het-zelfde parcours aflopen, dat er dus eigenlijk maar n type kunstenaar bestaat, name-

    lijk een dat de prestaties van zijnvoorganger verbetert, Tijdgenotenworden geloofsgenoten, Hun krach-ten laten zich moeiteloos bundelen,Voor kunstopleidingen lijkt dat ideaal.De meeste kunstopleidingen zijn datniet (Het zijn niet de minste kunste-naars -Van Gogh, Czanne- die zeniet afmaken of zelfs overslaan), Zoook niet de kunstacademie teVitebsk, in 1919 opgericht doorMarc Chagall, die de GroteOmwenteling van twee jaar daar-voor luister bijgezet had met hetmeer dan manshoge portret vaneen liefdespaar, waarvan de man(hijzelf), gezeten op de schoudersvan zijn bruid, het glas heft, Het wasgeschilderd in de licht verkreukeldestijl van het vroege Kubisme, die bij

    Chagall minder met nieuwlichterij te maken heeft dan met het behoedzaam open-vouwen en zo toonbaar mogelijk vlak strijken van het soort herinneringen dat demeeste baanbrekers nu juist weggooien, Nu de revolutionairen tenminste aan het tsa-ristische antisemitisme een eind hadden gemaakt droomde Chagall, die notabene totdistridscommissaris voor kunstzaken benoemd was, van een centrum voor joodsekunstbeoefening in zijn geboorteplaats, Tot de docenten die hij een aanstelling bezorg-de hoorden de jonge ingenieur Lissitzky en de schilder Kasimir Malevitsj, beidenovertuigde Kubisten, Lissitzky was een geestverwant van Chagall, Ook hij putte inspi-ratie uit wat zo lang onderdrukt was, In diens illustraties bij Jiddische sprookjes moetChagall veel van zichzelf hebben herkend, Malevitsj was een baanbreker, De combi-natie van die twee garandeert het behoud van de traditie maar schept tevens hetgedurfde elan van het Kubisme, moet Chagall hebben gedacht, maar hij vergiste zich,Het elan won het van de traditie, Het Kubisme viel uiteen in onherkenbare, geometri-sche brokken,

    Chagall was een speelse geest en een volstrekt ondogmatisch schilder, die alleen maarvrijheid nodig had om te kunnen werken, geen revolutionair program, Waar hij bijanderen een behoefte aan radicale ommekeer zag, juichte hij het avontuurlijke ervantoe, maar hem ontging volledig het verlangen naar een nieuw formalisme, Hij begreepniets van revolutionairen omdat hij daarvoor zelf te vrij was, of, anders gezegd, omdathij zijn gebondenheid aan de traditie niet als iets knellends ervoer,

    De uitvinder van het nieuwe formalisme was Malevitsj, het heette Suprematisme, enLissitzky was er onmiddellijk voor te vinden, Een van Lissitzky's eerste suprematischewerken, hij maakte het luttele maanden na zijn Jiddische prenten, was een propagan-distisch affiche: 'Sla de witten met de rode wig.' De scheiding der geesten was een feiten Chagall nam ontslag,

  • Kortweg betekent het Suprematisme niet zozeer het afschaffen van het centraleperspectief (dat hadden de Kubisten al gedaan), maar de introductie van het witteveld, dat de plaats innam van het traditionele schilderij. Het witte veld was meerdan een neutrale achtergrond en meer dan een wolkenloze lucht, waar een aantalgeometrische figuren in rondzweeft. Het was de volstrekte ruimte. Daarin plaatstede suprematist de elementen waarmee een nieuw wereldbeeld moest wordengeconstrueerd, vierkanten, rechthoeken en cirkels. Suprematistische schilderijen zijndan ook niet zomaar abstracte composities voor aan de muur, maar een soort mec-canodozen zonder bouten en moeren, losse botten op zoek naar een skelet, ofweleen nieuwe, socialistische architectuur, die 'onder de "hiel" van de speculanten enrentabiliteitsbewakers moest zien uit te komen' (K. Malevitsj, De schilderkunst enhet Probleem van de architectuur, 1928). In wezen bond het Suprematisme de strijdaan tegen het artistieke gewin, dat wilzeggen tegen de overstilering en over-stoffering waarmee de ontwerpers enhun opdrachtgevers in de voorbijeeeuw hun klasse-stempel op hun pro-ducten hadden gedrukt. Het 'witteveld' was het visitekaartje van de vol-strekte anonimiteit, het blazoen van deklassenloze maatschappij.

    De Suprematisten waren op de eersteplaats kunstenaars, hun bedenkselshoren in een artistieke canon thuis enmisschien geldt dat wel voor elke uto-pie, zolang men haar niet probeert teverwezenlijken. Maar de Suprema-tisten waren wel degelijk op verwe-zenlijking uit. Ze wilden, even voort-varend als de Roden die de Witten telijf gingen, de zwaartekracht ophef-fen. ("Zweeft mij na, kameraden avia-teurs, op naar het ondoorgrondelij-ke!" riep Malevitsj, nadat hij, naChagalls vertrek, de academie hadomgedoopt in 'Unowis' = 'Stichtingvoor nieuwe kunstvormen'.) Allesvloeit door elkaar. In de gewichtlozeheilstaat is bezit even onbestaanbaarals een waterdruppel in een volleemmer.

    ideen over het ideale koesteren met de nestwarmte van onze dierbaarste herinne-ringen en waarvan het hek soms, bij het opsnuiven van een geur of het horen vaneen geluid, een stukje opengaat. Niet alleen wordt ons daardoor een blik in het para-dijs gegund, maar er ontsnapt ook iets wat ons naar de keel schiet, een ontroeringdie een element van radeloosheid bevat. Deze ontroering dankt haar populariteit aande ongehoorde elasticiteit waarmee ze de wildste tegenstrijdigheden in zich weet teverenigen, en dat tekent haar utopische karakter. Zij doet je hartstochtelijk geloven iniets wat je niet meer hoeft te bewijzen, verschaft je helderheid in raadsels zonder datzij hoeven worden opgelost, lapt elke filosofie, elk program aan haar laars, duldt geenonderscheid tussen Roden en Witten, hoog en laag, wolf en lam, abstract en figura-tief. Ze overweldigt je met een warme lava van sussende goedheid en haar enigebeperking is haar maatschappelijke onhandigheid.

    '11."------- --------~,,

    Lissitzky noemde zijn schilderijen'Prounen' (vermoedelijke uitspraak:pro-oenen). Een Proun (samenstel-ling van 'pro' (voor) en 'Unowis' , les-materiaal voor zijn Vitebskse studen-ten) moet men zich voorstellen als

    \ een tekentafel buiten de dampkring.Niets blijft erop liggen. Een werve-lend schouwspel van lijnen, cirkels,latjes, balken en knipselachtige din-gen. Je blaast ze zo weg, slechts eenademloze fascinatie houdt ze bijeen,

    de fascinatie voor wat je met dat alles zou kunnen doen. Wat de Prounen met ele-gante precisie laten zien is niet een program en amper een visie, maar het aIlerpril-ste stadium van het ontwerpen, dat nog aan de eerste ruwe schets voorafgaat: desmaak van het bouwen, de druk gebarende handen van de architect. HetSuprematisme van Lissitzky is jongensachtiger dan dat van Malevitsj, overmoedi-ger, minder consequent. Waar het zich bij Malevitsj al snel ontwikkelt tot het ultie-me 'Zwarte Vierkant' ("een schilderij waaruit alle andere kunst letterlijk wegge-schilderd is", schreef Rudi Fuchs, een wereldrecord dus. Zie 'Kwaliteit (een bericht)',Eindhoven 1986) zien we het bij Lissitzky verworden tot een parodie van zichzelf:het metershoge, met propagandistische leuzen beplakte bouwsel op deInternationale Tentoonstelling voor Hygine te Dresden in 1930 getuigt in zijndynamisch lijnenspel weliswaar van een tomeloze fantasie, maar heeft de gestrem-de vaart van een neergestort vliegtuig. Het is of Anton Webern gevraagd wordteen nationale hymne te schrijven, de vooruitgang keert zich tegen zichzelf, behal-ve in de keel van een in serile klanken doorgewinterde zanger. Maar er is geenvolk dat met hem meezingt.

    EI Lissitzky, Lenin-Rostrum, 1924 foto.' Koen van 5tokkom

    Zoals ik al opmerkte, breken kunstenaars alleen hun eigen record, ze vinden bij wijzevan spreken hun eigen wiel uit. Dat deden dus ook Malevitsj en Lissitzky. Hun kunstging echter helemaal niet vooruit, maar de hoogte in. Hoog boven de onteigeningen,de collectivisaties en de massale deportaties op de begane grond ontwikkelden zij hunfatamorgana's van de nieuwe heilstaat. Maar deze weerspiegelden niets. Ze warenabstract. Zou dat de reden zijn waarom niemand aan de deugdelijkheid van hunintenties twijfelt? In de inleiding van de Lissitzky-catalogus uit 1990/1991 lezen we:"Het utopisch model, waarvan Lissitzky het prille bestaan beleefde, werd totaalgeperverteerd tot ontwikkeling gebracht en recentelijk verlaten als een 'uitgeleefd'systeem". Daar klinkt leedwezen in door, maar ook een zekere naviteit, alsof het uto-pische modellen anders zou kunnen vergaan.

    Wel zijn er utopien die helemaal niet op verwezenlijking uit zijn, die de wereld noggeen millimeter vooruit of achteruit helpen. Het zijn de reservaten waarin we onze

    Het wonder van deze utopienschuilt in hun vermogen om de dunstestrohalm te veranderen in een stevigehandgreep. In de hevigste stormenbieden zij soelaas.Voor de hedendaag-se kunstgenieter, die alle geluids-banden, cd's en partituren tot zijnbeschikking heeft, is het niet voor testellen dat iemand de ergste barbarijoverleeft, door alleen maar aan demuziek van Bach te denken. Onzeconcertzalen en musea zijn wel deslechtst denkbare plaatsen om hetutopische karakter van kunstwerkente kunnen doorzien.

    9

  • De hedendaagse museumbezoeker wordt getroffen door een onmiskenbare argeloos-heid in Lissitzky's werk en zou het alsnog voor de compromiterende invloed van degeschiedenis willen behoeden. En waar die invloed niet meer valt te ontkennen, zouhij aan dat oeuvre een satirisch aspect willen toedichten: de Lenintribune uit 1921 lijktop een zwenkende kraan met platforms die door onzichtbare krachten op hun plaatsworden gehouden. De toren wil zo min mogelijk de schijn wekken van een construc-tie. Hoe komt de Grote Leider, nietig als een bromvlieg, daar boven? Het is niet moge-lijk de tribune op een waardige manier te bestijgen. Hij moet er neergestreken zijn, eenvreemde eend in een suprematistische fantasmagorie. Hij weegt niets. Alleen zijn hou-ding benadrukt nog iets van zijn despotisch gewicht. Je komt in de verleiding Nabokovte citeren, de bijtijds ontkomen emigrant, die besloten had dat alleen de lach tirannenvermag te vernietigen: "Intussen zal ik, een 'botloze schim', un fant6me sansos, tevre-den zijn als de vrucht van mijn vergeten slapeloze nachten lange tijd dienst zal doen

    als een soort geheim weermiddel tegen toekomstige tirannen, tijgerachtige monsters,zwakzinnige folteraars van de mensheid."Over de verstrekkende invloed van het Suprematisme op de ontwikkeling van detwintigste-eeuwse kunst hoef ik het hier niet te hebben, niet over de klakkelozenavolgers, de grimmige 'horizontalen' , die tot in onze dagen het alleenrecht van deAbstractie blijven opeisen, niet over de ontsporingen, zonder welke er geen kunst-geschiedenis hoefde te worden geschreven. In de Sovjet Unie werd het tenslotteverboden, wat de beste eer is die men het kon bewijzen: het te ontlasten van zijnonhaalbare program en weer kunst te laten worden, 'een soort geheim weermiddel'een onmaatschappelijke, botloze schim.

    Paul MeeuwsMet toestemming van de auteur overgenomen uit 'Tirade', oktober 1991. f)

    KUNST &Deze rubriek is ditmaal gewijd aan de activiteiten van Documenta X op het net. Desnelheid van computers en de mogelijkheden met multimedia nemen enorm toe.Niet alleen plaatjes, maar ook bewegende beelden en geluid. Voor kunstenaarswordt het medium steeds interessanter. Het zwakke punt voor het niet technischgenteresseerde publiek is echter het relatieve beginstadium waarin de computer-technologie zich bevindt. Internetten is zeer tijdrovend. Geregeld worden nieuweplug-ins gevraagd die nodig zijn om de plaatjes, video- en geluidsbeelden beschik-baar te kunnen krijgen. Hoe omvangrijker de bestanden die opgevraagd worden,hoe langer de wachttijden zijn en hoe meer kans op "geheugengebrek" of storin-gen in het net.De live uitzendingen vanuit de Documentahalle: 100 Tage, 100 Gste die ik gepro-beerd heb te volgen werden regelmatig onderbroken door knopen in het web.Niet alleen het beeld, ook het geluid viel dikwijls uit. Dat doet veel afbreuk aan deop zich interessante mogelijkheid om van achter je eigen bureau en computer-scherm een dergelijk gebeuren te kunnen volgen. Ook de video op afroep van eer-dere lezingen komen met veel onderbrekingen op het scherm. En hoewel in ditgeval de video na een webstoring verder gaat op het punt waar was gestopt, doendergelijke storingen wel een heel groot beroep op het geduld en het vermogen deaandacht vast te houden.Niettemin is internet een boeiend en interessant medium en heeft de organisatievan de Documenta X daar veel aandacht aan besteed. Zowel organisatorisch infor-matief: tarieven, openingstijden, locaties, publicaties etcetera, als dienstverlenend.Ik noemde al de live beelden van de dagelijkse lezingen, de video's op aanvraag ende mogelijkheid te corresponderen via e-mail met de organisatie. Hiervan heb ikook gebruik gemaakt om te informeren hoe lang de website http://www.docu-menta.de beschikbaar zou blijven. Op het moment dat u dit leest is de documentaalweer enige tijd voorbij en zijn de meeste internetpagina's van het world wide webverdwenen en mijn hoop dat de informatie en de kunstenaarspagina's nog gerui-me tijd na afloop van de tentoonstelling beschikbaar zouden zijn is de bodem inge-slagen nadat mij per e-mail werd meegedeeld dat de internetpagina's op 28 sep-tember van het scherm zullen verdwijnen. Een positief maar wel kostbaar berichtis dat er een cd-rom gemaakt wordt die circa DM 200,= gaat kosten en waar-schijnlijk omstreeks december zal uitkomen. Genteresseerden kunnen zich meldenper e-mail bij: [email protected] ". Overigens zijn de video's en teksten van de100 lezingen nog op de documenta internetsite beschikbaar.

    De thema's van deze Documenta X: Globalisering, Politics en Poetics vinden hun

    10

    weerslag ook op internet. Naast wereldwijd maatschappelijke betrokkenheid ookspeelsheid. Communicatie speelt een belangrijke rol. B.V. door het gebruik van deinteractieve mogelijkheden, zoals e-mail, of het klikken op vensters en links.Sommigen maken gebruik van computermededelingen en tekens. Ook de compu-ter zelf is voorwerp van onderzoek. Jodi (Joan Heemskerk en Dirk Paesman) maaktbij uitstek gebruik van het computermedium. Zij spelen met alles wat een compu-ter beschikbaar heeft aan tekens en programmeertaal, schermpjes, gaatjes, aan-klikmogelijkheden. Zij stellen je in staat om je lange tijd te vermaken met de beel-den die hij op het scherm tevoorschijn tovert in een schier eindeloze reeks variaties. Decomputer lijkt zijn eigen gang te gaan. Voor andere kunstenaars, zoals MartinKippenberger of Matt Mullican is internet vooral een aanvulling op en documentatievan hun andere werk.Het is onmogelijk om hier alle kunstenaarsprojecten uitvoerig te beschrijven. Bovendiengeeft de "Kurzfhrer" een toelichting op alle projecten. Ik zet hieronder wel een korteopsomming van de kunstenaarsprojecten. Wellicht komen we er later op terug:Joachim Blank & Karl Heinz Jeron: "without addresses"Heath Bunting: "Visitors Guide to London"Jordan Crandall & Marek Walczak: "suspension"Holger Friese: "unendlich, fast..."Herv Graumann: "l.o.s.t."Joan Heemskerk & Dirk Paesman: "jodi.org"Felix S. Huber, Udo Npoll, Philipp Poicock & Florian Wenz: "A Description of theEquator and Some OtherLands"Martin Kippenberger: "METRO-NetMatt Mullican: "Up to 625"Muntadas: On translationA.Peljhan: "Makrolab"Eva Wohlgemutt, Andreas Bauman: "Location Sculpture System"Tenslotte noem ik nog het "hybrid workspace centre" , dat zijn activiteiten uitge-breid op internet weergaf.Achteraf moet het me van het hart dat het aanbod aan informatie en projecten zooverweldigend was, dat het dagen heeft gekost om een goed overzicht van dedocumenta website te krijgen en dan nog is het moeilijk om samen te vatten in ditkorte bestek. Dit is wel een kenmerk van het hele internet, dat het zo omvangrijkis, dat elke keuze discutabel lijkt. Het zij zo.

    Leo Steinhauzer f)

  • KENNISMAKING MET HET NIEUWE DAGELIJKS BESTUUR

    Dageliiks bestuur Vereniging Vrienden van het Van Abbemuseum. V.l.n.r.: Wim de Wert, Dries Steinmiier en Jos Schssel

    Op de Algemene Ledenvergadering van 5 [uni il. ziin de leden

    van het Dageliiks Bestuur herkozen voor een periode van drie issr,

    een reden om het bestuur nog eens aan u voor te stellen.

    Voorzitter is mr. Dries Steinmeijer, directeur van een communicatiebureau, secreta-. ris is Jos Schssel, makelaar onroerend goed en drs. Wim de Wert, registeraccoun-

    tant, is de penningmeester. Sinds de oprichting van de Vereniging Vrienden van hetVan Abbemuseum in oktober 1994 nemen zij de dagelijks bestuurstaken voor hunrekening.

    De Vereniging Vrienden vanhet Van Abbemuseum is ergekomen dankzij de Neder-landsche Tafelronde no. 183,opgericht door Dries Stein-meijer en Jos Schssel. DezeRonde Tafel is een interna-tionale serviceclub van jongemannen in de leeftijd van 20tot 40 jaar en voert alsdevies: adapt, adopt, impro-ve. Vanuit de wens iets zin-vols te doen voor de regioEindhoven kwamen Dries enJos terecht bij het Van Abbe-museum. Uit een gesprekmet Jan Debbaut kwamendrie wensen naar voren: eennieuw museum, een Vriendenvereniging en promotors om financile middelen teverwerven om de collectie aan te vullen. Het oprichten van een Vriendenkring, eeninitiatief van de heer J.F.van Abbe, sloot aan bij het devies van de Ronde Tafel enzo werd de Vereniging Vrienden van het Van Abbemuseum een feit. Als eerste lidontving burgemeester Welschen op 24 oktober 1994 de vrienden pas uit handen vande voorzitter. Inmiddels kan De Vriendenkring op eigen benen staan en is de steunvan de Ronde Tafel niet langer nodig. Wel zijn diverse leden van de Ronde Tafel nogbetrokken bij het museum, hetzij als vriend, hetzij als bezoeker. In de statuten is vast-gelegd dat de leden van het Dagelijks Bestuur uit de Ronde Tafel komen.

    De Vriendenkring heeft in de beginperiode veel hulp gehad van de Federatie vanVriendenkringen. Ook waren er contacten met de vriendenkringen van anderemusea, zoals het Bonnefantenmuseum in Maastricht en het Stedelijk Museum inAmsterdam. In Eindhoven onderhield de vereniging contacten met het Muziek-centrum en de schouwburg. Momenteel zijn deze contacten er niet meer, omdat deVriendenkring inmiddels zelfstandig kan functioneren.

    Het Dagelijks Bestuur komt geregeld samen met de dames die het Bureau bemannenom de gang van zaken door te nemen. De penningmeester neemt de aansturing ende logistiek van de financile zaken voor zijn rekening. Naast het Dagelijks Bestuur iser ook een Algemeen Bestuur dat drie maal per jaar samenkomt om de grote lijnenvast te stellen, een soort denktank dus. De voorzitter van het D.B. is tevens voorzit-ter van het A.B .. In 1998 treedt het A.B. af en zullen er verkiezingen zijn.

    MuseumlessenIn hoeverre zijn volgens het bestuur de doelstellingen van de Vereniging Vriendende afgelopen drie jaar bereikt? Ten eerste wil de Vriendenkring drempelverlagend

    kunnen werken voor een grote groep mensen. Dat zal ook een beleid van hetmuseum moeten zijn. Het bestuur verwacht wat dat betreft veel van de nieuw-bouw, want dan zal de vaste collectie meer plaats krijgen. Een ander aandachts-punt van de Vriendenkring is het stimuleren van museumbezoek bij de jeugd. Demuseumlessen voor basisschoolleerlingen die dit jaar zijn gestart, zijn een stap inde goede richting.De bestuursleden zijn redelijk tevreden over de afgelopen periode. De betrokkenheidvan de Vrienden is groot; weinig leden zeggen hun lidmaatschap op en er wordtgoed ingeschreven op excursies en cursussen. Het aantal leden groeit gestaag, vol-gens de laatste telling heeft de vereniging nu 380 leden. In de toekomst hoopt de

    penningmeester op mini-maal 500 leden, zodat deVriendenkring zelfstandigkan bestaan, zonder afhan-kelijk te zijn van giften innatura, hoewel die natuurlijkaltijd van harte welkom blij-ven. Volgens de voorzitterzou 800 leden haalbaarmoeten zijn. De bestuursle-den verwachten dat deVereniging Vrienden verderzal groeien als het nieuwemuseum geopend wordt.Naast basisschoolleerlingenzouden bijvoorbeeld ookmeer studenten van de TUE,de Hogeschool of de Aca-

    demie voor Industrile Vormgeving het museum mogen bezoeken enlof lid van devereniging worden. De Vriendenkring probeert jongeren te trekken door studenteneen lidmaatschap tegen gereduceerd tarief aan te bieden, maar dit zou nog meeraandacht mogen krijgen. In de toekomst ziet het bestuur graag een selfsupporting,enthousiaste vereniging met een toegevoegde waarde zowel voor de leden als voorhet museum.

    Hoe staan de bestuursleden tegenover moderne kunst? Voordat de Vriendenkringwerd opgericht heeft het bestuur een korte cursus kunstgeschiedenis van de 20steeeuw gekregen van Jan Debbaut en Frank Lubbers. Dries Steinmeijer heeft een alge-mene interesse in kunst. Hij heeft inmiddels veel geleerd, maar weet van zichzelf dathij nooit een grote kenner zal worden. Al is hij wel van plan om later, als de kinderengroot zijn en hij meer tijd heeft, veel te leren op dit gebied. Wim de Wert is vooralgenteresseerd in de persoon van de kunstenaar en in de ontwikkelingen op hetgebied van de videokunst. Jos Schssel heeft veel interesse en wil graag cursussenvolgen. Hij is breed georinteerd, maar vooral Kandinsky en Miro spreken hem aan.

    Naast de bestuurstaken voor de Vereniging Vrienden van het Van Abbemuseum heb-ben de bestuursleden vele bezigheden. Voorzitter Dries Steinmeijer zit nog in tweeandere besturen, omdat hij dat leuk vindt om te doen. Hij ziet het bovendien als eengoede manier om mensen te leren kennen. Verder speelt hij graag golf. Ook Wim deWert bekleedt nog andere bestuursfuncties. Daarnaast speelt hij hockeyen gaat hijgraag zeilen in Zeeland. Jos Schssel kookt graag en speelt tennis. Sinds zijn voorzit-terschap van de Ronde Tafel is beindigd heeft hij geen andere bestuursfuncties meernaast de Vriendenkring. {;

    11

  • ACTIVITEITEN VAN ABBEMUSEUM EN VRIENDENKRING

    7 dec. t/m1 feb. 1998

    A G E N D A

    zo 11 jan.Tentoonstelling Jan Vercruysse, zelfportrettenen aanverwante werken 1977-1984 zo 18 jan.

    'zo 14 dec.zo 25 jan.

    Rondleiding voor de Vrienden (12.00uur)zo 1 feb.

    zo 14 dec. Rondleiding (15.00 uur)

    zo 21 dec. Rondleiding (15.00 uur)

    zo 28 dec. Rondleiding (15.00 uur)

    zo 4 jan. Rondleiding (15.00 uur)

    Rondleiding (15.00 uur)

    Rondleiding (15.00 uur)

    Rondleiding (15.00 uur)

    Rondleiding (15.00 uur)

    = activiteiten speciaal voor leden Vriendenkring

    Vrienden ontvangen wijzigingen in de Agenda via deVrienden brief / Verenigingsnieuws.

    """'COlo'i='O'N .~ .' ~ ~ -

    Concept en VormgevingKorteweg Communicatie, Eindhoven

    Druk en VerzendingUitgeverij Biblo, Kalmthout (Belgi)Herman van Hove

    FotografieArthur BagenPeter CoxKoen van Stokkom

    r. :, :JaraIJJ~Jn~ YrJanJan :J~n _bai Y~n ;.\J:JJ:JaJIEJ:Ja~JIJjjl,aIEjj U ;.>rajjJ~a J~aI':JjJ~~an aIJ aan ~aJuJ~J~J~ .l S)~~

    Bureau Vereniging VriendenVan AbbemuseumVonderweg 1,Postbus 6188, 5600 AZ Eindhovenlel 040-2758513, fax 040-2460680

    Bureau geopenddinsdag 9.30-12.30 uurOp andere dagen kunt u een boodschap inspreken ophet antwoordapparaat.

    Redactie JournaalHannie van Houtum, Eefje Keuper, ReneSchnthal,Leo SteinhauzerBijdragenDiana Franssen(Van Abbe)Paul Meeuws

    Van AbbemuseumVonderweg 1,Postbus235, 5600 AE Eindhoventel 040-2758522/2755275 fax 040-2460680internet: http://www.dse.nl/vanabbe

    Openingstijden Bibliotheekdinsdag t/m vrijdag 11.00-13.00 uuren 1400-1700 uur

    Openbaar vervoerbuslijn 9, 12, 13 en 177 (halte PSV-stadion)

    Openingstijden Van Abbemuseumdinsdag tlm zondag 11.00-17.00 uurgroepen bovendien op afspraak('S maandags gesloten, behalve op erkende feestdagen)