JOS DE VOS EN HET GOUDEN MASKER · Vinkterse mijnen opgroef… De eindeloze bloemenvelden verloren...

7
JOS DE VOS EN HET GOUDEN MASKER Niet zo lang geleden, in een vossenholletje hier niet zo ver vandaan, zat Deinze’s favoriete vos zich (zoals vele anderen) stevig te vervelen. Wanneer onze geliefde Jos z’n emmer uiteindelijk overliep, besloot hij maar zijn huis wat op te knappen. Hij gaf de muren een nieuw likje verf, smeerde de scharnieren van zijn deuren,… kortom: zijn vossenhol kreeg een complete make-over. Nu moet je weten dat één van Jos zijn meest dierbare bezittingen de kast van zijn grootmoeder is. Deze had doorheen de jaren echter een hoop stof gevangen en was dus ook toe aan een heuse poetsbeurt. Eens de raampjes geboend waren en de porseleinen beeldjes herschikt, ging Jos met zijn swiffer over de bovenkant van de kast. Plotseling merkte hij echter iets heel merkwaardig op… Wanneer hij ongeveer aan het midden van de kast aangekomen was, kwam hij met zijn swiffertje vast te zitten! Het was alsof hij tegen een heel zware steen gebotst was! Aangezien de kast heel groot was (en Jos heel nieuwsgierig) nam onze vossige vriend een stoel om zo te kijken wat er bovenop de kast lag… “Kuch-Kuch” hoestte Jos “Amai, ik zou hier beter straks nog eens over gaan met mijn swifferke, maar eerst eens kijken wat dit vreemde object is…” Jos ademde diep in, waarna hij, met de kracht van een wolf die het huis van een biggetje omver probeerde te blazen, al het stof blies van wat steeds meer en meer op een dik boek begon te lijken. “Potvervosjes, kijk eens hier! Het grote Vossenmythen- en sprookjesboek van grootmoeder Claudette!” riep Jos vol verbazing uit. Al gauw blies een nostalgisch briesje doorheen het hoofd van Jos. Een briesje dat hem terugbracht naar zijn jongste vossenjaren. Het was namelijk uit dit boek dat Jos’ grootmoeder altijd voorlas als hij bij haar ging logeren. Telkens voor het slapengaan zou Jos wanhopig smeken om een verhaaltje uit het boek… Grootmoeder Claudette, goeie ziel die ze was, kon natuurlijk niet weerstaan aan het gesmeek van haar meest geliefde kleinzoon en zou hem met haar zachte, kwetsbare stem in slaap wiegen. Uit alle herinneringen die Jos had aan dit boek, was er echter één die er uitsprong. Het verhaal dat hem altijd het meest had geboeid: ‘de Legende van het Gouden Mondmasker’. Ijverig bladerde Jos doorheen het boek op zoek naar dat bewuste verhaal, en al vrij snel had hij prijs…

Transcript of JOS DE VOS EN HET GOUDEN MASKER · Vinkterse mijnen opgroef… De eindeloze bloemenvelden verloren...

Page 1: JOS DE VOS EN HET GOUDEN MASKER · Vinkterse mijnen opgroef… De eindeloze bloemenvelden verloren al vlug hun kleur… De wilgenbomen waar de kinderen zo graag onder speelden, verloren

JOS DE VOS EN HET GOUDEN MASKER

Niet zo lang geleden, in een vossenholletje hier niet zo ver vandaan, zat Deinze’s favoriete vos zich (zoals vele anderen) stevig te vervelen. Wanneer onze geliefde Jos z’n emmer uiteindelijk overliep, besloot hij maar zijn huis wat op te knappen. Hij gaf de muren een nieuw likje verf, smeerde de scharnieren van zijn deuren,… kortom: zijn vossenhol kreeg een complete make-over.

Nu moet je weten dat één van Jos zijn meest dierbare bezittingen de kast van zijn grootmoeder is. Deze had doorheen de jaren echter een hoop stof gevangen en was dus ook toe aan een heuse poetsbeurt. Eens de raampjes geboend waren en de porseleinen beeldjes herschikt, ging Jos met zijn swiffer over de bovenkant van de kast. Plotseling merkte hij echter iets heel merkwaardig op… Wanneer hij ongeveer aan het midden van de kast aangekomen was, kwam hij met zijn swiffertje vast te zitten! Het was alsof hij tegen een heel zware steen gebotst was! Aangezien de kast heel groot was (en Jos heel nieuwsgierig) nam onze vossige vriend een stoel om zo te kijken wat er bovenop de kast lag…

“Kuch-Kuch” hoestte Jos “Amai, ik zou hier beter straks nog eens over gaan met mijn swifferke, maar eerst eens kijken wat dit vreemde object is…”

Jos ademde diep in, waarna hij, met de kracht van een wolf die het huis van een biggetje omver probeerde te blazen, al het stof blies van wat steeds meer en meer op een dik boek begon te lijken.

“Potvervosjes, kijk eens hier! Het grote Vossenmythen- en sprookjesboek van grootmoeder Claudette!” riep Jos vol verbazing uit.

Al gauw blies een nostalgisch briesje doorheen het hoofd van Jos. Een briesje dat hem terugbracht naar zijn jongste vossenjaren. Het was namelijk uit dit boek dat Jos’ grootmoeder altijd voorlas als hij bij haar ging logeren. Telkens voor het slapengaan zou Jos wanhopig smeken om een verhaaltje uit het boek… Grootmoeder Claudette, goeie ziel die ze was, kon natuurlijk niet weerstaan aan het gesmeek van haar meest geliefde kleinzoon en zou hem met haar zachte, kwetsbare stem in slaap wiegen.

Uit alle herinneringen die Jos had aan dit boek, was er echter één die er uitsprong. Het verhaal dat hem altijd het meest had geboeid: ‘de Legende van het Gouden Mondmasker’. Ijverig bladerde Jos doorheen het boek op zoek naar dat bewuste verhaal, en al vrij snel had hij prijs…

Page 2: JOS DE VOS EN HET GOUDEN MASKER · Vinkterse mijnen opgroef… De eindeloze bloemenvelden verloren al vlug hun kleur… De wilgenbomen waar de kinderen zo graag onder speelden, verloren

De Legende van het Gouden Masker

Lang, lang geleden leefde er een koning van een groot rijk, genaamd Asteinze. De koning leefde in een gigantisch paleis samen met zijn oogverblindend schone vrouw, Margriet, en hun zes kinderen. Twee van die zes pagadders waren jongens, de rest waren meisjes.

De koning was een goed vorst, hij was geliefd bij elk van zijn onderdanen. Asteinze kende dan ook nauwelijks tijden van crisis. Iedereen kende er iedereen en zaterdagmiddag kwam iedereen gezellig samen om te ravotten en dineren. Tot op een dag het noodlot Asteinze trof…

De blauwe hemel, waar in geen jaren een donkere wolk aan gestaan had, werd plots zo zwart als de kolen die men uit Vinkterse mijnen opgroef… De eindeloze bloemenvelden verloren al vlug hun kleur… De wilgenbomen waar de kinderen zo graag onder speelden, verloren hun bladeren… En bovenop dit alles werden de Asteinzers ziek, héél erg ziek… De immervrolijke bron van geluk die Asteinze was, werd een leeg, dor gebied…

Niet wetende wat er gaande was in zijn rijk riep de koning zijn Oude Raad bij elkaar. Deze bestond uit alle wijze, oude magiërs die nog actief waren in het rijk. Op zijn knieën smeekte de koning de wijze magiërs iets te doen aan deze pest die over zijn land trok. Maar zijn smeekbedes stuitten altijd op hetzelfde antwoord van de magiërs: “Sorry mijne heer, maar er is niets dat wij tegen deze duistere krachten kunnen doen… Zelfs onze gebundelde krachten zouden niet op kunnen tegen de duivelse magie die uw rijk in haar greep heeft. Wenst u uw onderdanen te redden, dan zal u ze moeten verbieden zich nog buiten hun huizen te begeven…” De koning, die nu niet meer was dan een hoop verslagenheid, volgde de raad van de magiërs op. Asteinzers dienden ten allen tijden binnen te blijven met hun deur stevig op slot…

Dagen, weken, maanden verstreken, maar de situatie bleef uitzichtloos. Het meerendeel van de bevolking van Asteinze zat reeds ziek geketend aan zijn/haar bed. De strijd van de koning voor het beschermen van zijn onderdanen, was reeds verkleind naar het beschermen van zijn eigen kroost. Lang wist de koning zijn geliefde vrouw en zes kinderen weg te houden van de duistere krachten, tot op die ene bewuste dag… Toen het hele gezin rond de ontbijttafel verzamelde en zich klaarmaakte om hun dagelijkse biek op te zeggen, werd het duidelijk dat er

Page 3: JOS DE VOS EN HET GOUDEN MASKER · Vinkterse mijnen opgroef… De eindeloze bloemenvelden verloren al vlug hun kleur… De wilgenbomen waar de kinderen zo graag onder speelden, verloren

iemand ontbrak… De jongste van de koningskinderen, Katrijn, lag nog in bed. Het was niet van haar gewoontes om zo lang te blijven knorren en dus werd de koning een beetje ongerust. Eens de koning besloot te gaan kijken of alles in orde was, vielen alle puzzelstukjes samen… De wereld van de koning stortte in elkaar: Katrijn was ziek geworden, geraakt door de duistere krachten…

Elke emmer kan maar een beperkte inhoud dragen en die van de koning was duidelijk overvol. Hij riep zijn hofschrijver op om een bericht te verspreiden over de Twaalf Koninkrijken: “Aan eender wie de duistere krachten te Asteinze de baas kan, zal een prijs uitgereikt worden van 10 miljoen gulden!”. Twaalf van de beste Asteinse ruiters werden op pad gestuurd naar elk een ander koninkrijk. Voor de koning zat er nu niets anders meer op dan te wachten, wachten, en nog maar eens… wachten…

Weken gingen voorbij en elke dag leek wel een eeuwigheid te duren. De koning kreeg elke dag minder hoop op een goede afloop, maar zoals elke goede koning gaf hij nooit op. Hij verbleef elke dag in de hoogste toren van zijn kasteel, starend naar de horizon, wachtend op een positief bericht. Het was nu al drie weken nadat zijn lieve Katrijntje ziek geworden was en de koning zat met een gebroken hart toe te kijken hoe de zon onder ging. Maar net wanneer de zon zijn laatste stralen op de wereld liet schijnen, kwam er een strak wit licht tevoorschijn dat de koning recht in de ogen scheen. Het was de weerkaatsing van een schitterend, blinkend harnas! “Een ruiter, een ruiter!” riep de koning terwijl hij bijna van zijn stoel viel.

De koning sprintte naar beneden om deze ruiter te ontvangen en was klaar om deze te overladen met vragen. Maar toen hij aankwam bij de ruiter, was hij sprakeloos. De ruiter droeg een harnas gemaakt van het meest edele metaal, met een zwaard zo helder als glas. Zijn paard was donker als de donkerste nacht, met manen die rustig wapperden in de wind alsof ze wel wat stevigere winden gewoon waren. “Ik ben Goud Baard” zei de ruiter. “Waar ik vandaan kom doet er niet toe. Ik heb uw kreet om hulp aanhoord en ik kan uw rijk redden.”

Nadat de koning Goud Baard uitbundig te eten en drinken gaf aan zijn hoffelijke eettafel, legde Goud Baard uit hoe hij deze verschrikkelijk duistere krachten kon verslaan. Hij zei: “Wel meneer de koning, laat me toe u de eeuwenoude mythe van het Gouden Mondmasker te vertellen… Het masker was gemaakt door de meest krachtige magiër die ooit bestaan heeft: Mogaritius. Zo krachtig was het masker dat deze magiër zelf ten onder is gegaan aan zijn creatie. Op een dag verdween Mogaritus namelijk en met hem het masker…. Volgens de legende kan het enkel gedragen

Page 4: JOS DE VOS EN HET GOUDEN MASKER · Vinkterse mijnen opgroef… De eindeloze bloemenvelden verloren al vlug hun kleur… De wilgenbomen waar de kinderen zo graag onder speelden, verloren

worden door de uitverkorene: enkel de persoon met de meest zuivere ziel heeft genoeg kracht en weerstand om het masker de baas te blijven. Hiermee zou deze man of vrouw de kwaadste krachten in de wereld aankunnen...” Het werd al snel duidelijk voor de koning: het Gouden Mondmasker was wat hij nodig had om zijn rijk te redden. Zonder enige twijfel vroeg de Asteinse koning aan de moedige Goud Baard of hij de zoektocht aandurfde. Even snel als de koning het vroeg, kreeg hij zijn antwoord: “Waarom denkt u dat ik hierheen gekomen ben, majesteit?” Hoe groots en moedig deze figuur wel niet mocht zijn, alleen op deze levensgevaarlijke zoektocht vertrekken zou een hopeloze opdracht zijn. Goud Baard had een gezelschap nodig; een groep kameraden die hij door dik en dun kon vertrouwen. Zo gezegd, zo gedaan: de koning liet

Oh nee! Jos zat zo gefocust te lezen dat hij niet opgemerkt had dat de pagina niet meer volledig was! Het laatste deel van het verhaal was uit het boek gescheurd… Niemand ziet graag een oude herinnering verloren gaan, Jos dus evenmin. Verslagen en triest ging Jos languit in z’n zetel liggen, fantaserend over het einde van het verhaal…

“Moest ik nu eens deel uitgemaakt hebben van het gezelschap van Goud Baard… Dan had ik koste wat het kost gedaan wat nodig was om Asteinze te redden van die duistere krachten!”

Jos werd uit zijn fantasie gerukt door een fel blauw-oranje flikkerend licht dat in de hoek van zijn oog viel… Van waar kwam het? Jos had helemaal geen blauw-oranje licht in zijn hol? Hij schoot recht uit zijn zetel en besloot om uit te zoeken wat de bron was van het vreemde licht… Al vrij snel zag Jos dat het grootmoeder’s boek was dat licht maakte, maar hoe, in godsnaam, wist hij niet. Voorzichtig opende de vos het boek… Met elke centimeter dat hij het boek verder opende, versterkte het licht…

“Alle vosjes nog aan toe, wat is hier aan de hand?! Ik zie geen steek meer!!!”

Jos de Vos bedekte z’n ogen van het felle licht toen hij plots een tik voelde op z’n schouder… Hij draaide zich om, en PATS… Een slag op zijn hoofd bracht de vos in een staat van onbewust zijn…

Een golf van koud water wekte onze vossige vriend, die even niet meer wist waar hij was. Een grote verschijning hielp hem recht, en met een stoere, diepe stem zei hij:

“Goedemorgen slaapkop! Sorry voor het ongemak, je weet wel, de slag enzo… Ik dacht dat je een wolf was! Het spijt me makker!”

Page 5: JOS DE VOS EN HET GOUDEN MASKER · Vinkterse mijnen opgroef… De eindeloze bloemenvelden verloren al vlug hun kleur… De wilgenbomen waar de kinderen zo graag onder speelden, verloren

Verdwaast en gedesoriënteerd keek de vos rond zich en vroeg hij meermaals aan de figuur die hem recht had geholpen waar hij was. Na even kort gelachen te hebben met onze Jos, diende de figuur hem van een antwoord:

“Jij, mijn beste, bent in Vinkteren! Koninkrijk met de vele mijnen!”

Bij het horen van het woord ‘Vinkteren’, ging een lichtje branden bij Jos, hij had het reeds eerder gezien… In het verhaal van grootmoeder! Was hij terecht gekomen in het sprookje dat hij als kleine vos zo leuk vond? Hij moest het zeker weten, en dat ging maar op één manier… Hij vroeg wie de figuur was. Die antwoordde:

“Ah, mijn nieuwe vossenvriend, mijn naam is Goud Baard! Ik ben in opdracht van de koning van Asteinze met mijn gezelschap van dappere helden op zoek naar het Gouden Mondmasker.”

Daar stond hij dan, onze Jos, met een bek vol tanden. De helden waarmee hij in zijn fantasieën zoveel avonturen beleefd had, stonden nu voor zijn snuit. Dit was zijn kans. Ein-de-lijk kon Jos waarmaken waar hij zijn hele kindertijd over gedroomd had: samen met Goud Baard Asteinze redden! Jos verzamelde al zijn moed en zei tegen zijn kinderheld:

“Wel, meneer Goud Baard, ik heb een idee. Ik denk dat ik met mijn sluwheid en tal van andere kwaliteiten wel van pas kan komen op jullie zoektocht! Neem me mee en ik zal bewijzen dat ik van grote waarde kan zijn…”

Goud Baard streelde al denkend zijn baard en zei:

“Hmmm… Wel, een zeer aantrekkelijk aanbod, mijn vriend! Ik zou niet liever hebben dan mijn tocht verder te zetten met jou erbij, maar er is één probleem… Zelfs als jij ons zou vergezellen, zou ons gezelschap niet groot genoeg zijn... Er zijn er inmiddels zovelen van onze groep verdwaald geraakt, dat het te gevaarlijk is om nog verder te gaan… Tenzij je nog een hoop andere volgers kent, vrees ik dat we niet verder zullen kunnen…”

Zonder een moment te twijfelen reageerde Jos:

“Het is je geluksdag, Goud Baard, want ik heb namelijk honderden vrienden die ons meer dan graag zouden willen helpen! Samen zullen we het Gouden Mondmasker terugvinden om zo Asteinze te redden van de zwarte magie die het rijk in bedwang heeft!”

Goud Baard zijn ogen fonkelden van geluk, waarop zijn eerste tip meedeelde:

“Het enige wat ik heb zijn deze twee QR-codes, maar ik zou helemaal niet weten wat er mee te doen… Kun jij dit raadsel kraken?”

De QR-codes bevinden zich op de volgende pagina. Veel succes!

Page 6: JOS DE VOS EN HET GOUDEN MASKER · Vinkterse mijnen opgroef… De eindeloze bloemenvelden verloren al vlug hun kleur… De wilgenbomen waar de kinderen zo graag onder speelden, verloren
Page 7: JOS DE VOS EN HET GOUDEN MASKER · Vinkterse mijnen opgroef… De eindeloze bloemenvelden verloren al vlug hun kleur… De wilgenbomen waar de kinderen zo graag onder speelden, verloren