jongetje gebleven - Rotary Genk

1
C12 DE STANDAARD ZATERDAG 18, ZONDAG 19 AUGUSTUS 2018 S ommigen brengen op hun 17 jaar vijf dagen beneveld door op Pukkelpop, anderen komen de liefde van hun leven tegen en de meesten doen een hele zomer het belangrijk- ste dat een mens in zijn leven kan doen: niets. Toen Tim Burton 17 was, stuurde hij Disney per post een boek dat hij zelf gemaakt had: The giant Zlig. ‘Dear Sirs’, begon hij zijn hand- geschreven brief met weinig gevoel voor genderneutraliteit. Illustratrice Jeanette Kroger was zo vriendelijk hem van antwoord te dienen: ‘te fel afgekeken van Dr. Seuss om verkoop- baar te zijn’. Kinderboekenauteur Dr. Seuss was inderdaad een lichtend voor- beeld voor de jonge Tim Burton. En het zou niet de laatste keer zijn dat hij bij Disney een blauwtje liep. Maar een week voor hij de kaap van 60 rondt, valt pas op hoezeer dit werkje al de latere Tim Burton ademt. Of, anders gezegd: hoe trouw Burton altijd is ge- bleven aan zijn zeventienjarige zelve (inclusief lak aan grammatica en spelling). De brieven worden, samen met ruim vierhonderd andere bewij- zen, aangevoerd door de grote expo The world of Tim Burton, die na een start in het Moma (New York) via Pa- rijs, Tokio en São Paulo nu eindelijk is aanbeland in een wereldstad: Genk. Altijd blijven spelen De focus is de artiest achter de re- gisseur, of de beeldend kunstenaar, zoals je wil. Niet dat hij nu een virtu- oos schilder is – een enkel schilderij verraadt een povere techniek. Maar de talloze tekeningen getuigen stuk voor stuk van zijn hoogst individuele stijl, zijn heel eigen karakter en zijn liefde voor excentrieke outcasts en monsters (in zijn wereld zijn dat synoniemen), met een ietwat bizar maar daardoor net aanstekelijk ge- voel voor macabere humor. Want dat is hij in de eerste plaats: een tekenaar krakers als BeetlejuiceBatman en Edward Scissorhands. Dat zou een constante blijven in zijn carrière: hoe gek en afwijkend zijn verhalen ook zijn, het publiek lust er pap van. Dat betekent ook dat Burton nooit echt een dip in zijn carrière heeft ge- had. Er zijn simpelweg geen magere jaren geweest. ‘Dat is ook omdat hij in zo’n gigantisch tempo produceert’, zegt de Amerikaanse curator Jenny He. ‘De creativiteit stroomt eruit. Als het ene project op een zijspoor be- landt, heeft hij altijd nog een ander in het vuur.’ Aan nooit gerealiseerde projecten geen gebrek: je kan er een hele museumzaal mee vullen, wat ook is gebeurd. ‘Ook daarin zie je hoe hij al- tijd aan zijn stijl heeft vastgehouden. Hij is nooit afgeweken van zijn baan, heeft nooit water bij de wijn gedaan. Het was take it or leave it.’ Kindvriendelijk Van die onophoudelijke stroom creativiteit getuigt een hele muur vol servetten waarop hij figuurtjes heeft gekrabbeld. Toegegeven, die zien er wat te mooi uit om waar te zijn, zonder vlekken van spaghettisaus (of bloed, allicht). Andere tekeningen be- wijzen wel degelijk hoe hij droedels van jaren geleden soms oppikt om vervolgens in een film te gebruiken. Jenny He wijst naar een figuurtje in de zijkant van een tekening. ‘Waiter’ staat erbij, maar zijn doodskop en magere gestalte verraden een eerste versie van wat later Jack Skellington zou worden, de hoofdfiguur in The nightmare before Christmasmet een feel voor verhalen over figuren die buiten het normale vallen en daarom verstoten worden. Dat is ook hoe hij zijn eigen jeugd omschrijft in Burbank, een inge- slapen voorstad van Los Angeles. De enige momenten dat zijn kinderhart opleefde, waren de feestdagen, wat hem later zou inspireren tot The nightmare before Christmas. Het car- navaleske is in nagenoeg al zijn films nadrukkelijk aanwezig: de wereld zo- als we die kennen, wordt op zijn kop gezet. De gewone wereld is saai, ver- tellen zijn films, maar daarbuiten is er nog een wereld, die van de verbeel- ding. Om aan de verveling te ontsnap- pen, nam hij als dertienjarige 8mm- filmpjes op terwijl hij zijn speelgoed mismeesterde. Niet lang na de afwijzende brief over zijn boek werd hij als achttienjarige wel toegelaten aan de California Institute of the Arts, de hogeschool opge- richt door Walt Disney. Na af- loop kon hij als animator on- middellijk terecht bij Disney. Het zou een frustrerende perio- de worden: hij moest werken op de erg conventionele films van de oude garde, en zijn werk werd stelsel- matig zonder boe of bah in de prullen- bak gegooid. Ondertussen vierde hij zijn niet te stoppen creativiteit bot in enkele kortfilms, met als hoogtepunt Fran- kenweenie, over een jongetje dat zijn overreden hondje als een Dr. Fran- kenstein tot leven wekt. Voor zijn werkgever was dat de druppel: zo- maar het geld van Disney over de balk gooien voor films die niet kindvrien- delijk zijn. Buiten! Burton haalde later zijn gram door er, nota bene voor Disney, een lang- speelfilm van te maken. Maar eerst moest hij tonen dat hij de kassa kon doen rinkelen. In drie jaar tijd werd Burton de populairste weirdo van Hollywood met prettig gestoorde kas- ‘The world of Tim Burton’ toont de artiest achter de regisseur Altijd een naar jongetje gebleven Met ‘Edward Scissorhands’, ‘Beetlejuice’ en ‘The nightmare before Christmas’ bedacht Tim Burton enkele van onze populairste weirdo’s. Een expo in Genk toont hoe de regisseur altijd trouw bleef aan zijn stijl en thema’s. Ook als Disney daar niet in geloofde. JEROEN STRUYS ‘Devil dog’, 2014. © TB ‘Hij is nooit afgeweken van zijn baan, heeft nooit water bij de wijn gedaan. Het was take it or leave itDE STANDAARD ZATERDAG 18, ZONDAG 19 AUGUSTUS 2018  C13  getfilms heeft hij altijd zijn eigen esthetiek en thematiek kunnen be- waren. Dat deed hij ook door vaak met dezelfde mensen te werken, zoals met componist Danny Elfman, kos- tuumontwerpster Colleen Atwood, acteur Johnny Depp. Eigenlijk zijn al zijn films een soort kunstenaarsfilms: ze hebben bijna al- tijd artiesten als onderwerp. Zelf past hij helemaal in het romantische idee van de weirde kunstenaar – zij het dat hij er immens populair mee werd. Er zijn nu eenmaal heel veel mensen die zich herkennen in de outsider, de weirdo, de zonderling. ‘Ernaar ver- langen dat de mensen van je houden is oké, maar ik ben vol vertrouwen dat er altijd veel zullen zijn die dat niet doen’, zei Burton ooit aan The New York Times. ‘Daar zal ik me altijd aan optrekken.’ ‘The world of Tim Burton’, tot 28 november in C-Mine Genk. ¨¨¨¨è samenleving die hen isoleert en af- stoot. Als elke film een zelfportret is, is dit wellicht ook hoe Tim Burton zich- zelf ziet. Het duidelijkst is dat in zijn biopics: dan kiest hij nadrukkelijk voor de mislukte kunstenaar, zoals in Big eyes en Ed Wood. Wanneer in die laatste film de talentloze horror- regisseur Ed Wood zijn grote idool Orson Welles tegenkomt, raadt die hem aan om nooit toe te geven aan het establishment van Hollywood. ‘Waarom je leven verspillen aan het realiseren van andermans dromen?’ Kunstenaarsfilms Dat heeft Burton nooit gedaan. In de plaats daarvan is het zonderlinge jongetje een van de populairste regis- seurs sinds eind jaren 80 geworden. Hoewel hij altijd grote budgetten ter beschikking heeft gekregen, is hij een vreemde eend in de bijt van Holly- wood. In al die gigantische big-bud- Een Mexicaanse worstelaar. © tb ‘The green man’ (1999). © Tim Burton Die mocht hij dan toch weer bij Disney maken, nadat hij zijn succes had bewezen met Batman bij War- ner. Burton regisseerde echter niet zelf, omdat hij het te druk had met Batman returns en om- dat in stop-motion enorm veel tijd kruipt. Maar elk beeld van die film draagt zijn handtekening – plaatsvervangend regisseur Hen- ry Selick was Burtons klasgenoot- je aan de animatieschool en ken- de zijn stijl van binnen en van buiten. Disney wist echter niet goed wat het moest aanvan- gen met dat donkere sprook- je over een skelet dat kerst ont- dekt en zich voordoet als Sandy Claws. Het bracht de film eerst uit on- der zijn Touchstonelabel, we- gens ‘te donker en te akelig voor kinderen’. Dat is nu net Tim Burton ten voe- ten uit: door familievriendelijke hor- ror te maken haalde hij kinderfilms uit hun brave hoekje. Burton was immers als kind zelf dol op horror. Wanneer de regisseur in september naar Genk afzakt, zal hij er twee van zijn favoriete films tonen: The omega man en The wicker man. Maar in feite is Sleepy hollow de enige echt akelige horrorfilm van zijn hand. Vaak wordt gezegd dat hij horror en humor ver- mengt, maar dat is zeker niet typisch voor hem, eerder typisch voor het horrorgenre tout court, dat zichzelf zelden al te ernstig neemt. Wel maakt hij zijn horrorfiguren vaak zo aan- doenlijk en menselijk dat je er com- passie mee krijgt, zoals met Edward Scissorhands. In de wereld van Tim Burton zijn wij allemaal mensen met een hoek af. Typisch Tim Burton zijn de figuurtjes waarvan de naden zichtbaar zijn. Ie- dereen draagt littekens, ieder heeft zo zijn misvorming. Zijn helden bieden met hun verbeeldingskracht een ant- woord op de meedogenloze Je wordt op de expo begroet door Balloon Boy, een standbeeld voor de misbegrepen outcast. © rr Stain Boy: een jongetje dat altijd vlekken maakt. © Tim Burton

Transcript of jongetje gebleven - Rotary Genk

Page 1: jongetje gebleven - Rotary Genk

C12 DE STANDAARDZATERDAG 18, ZONDAG 19 AUGUSTUS 2018

Sommigen  brengen  op  hun17  jaar  vijf  dagen  benevelddoor op Pukkelpop, anderenkomen  de  liefde  van  hunleven  tegen  en  de  meesten

doen een hele zomer het belangrijk­ste  dat  een  mens  in  zijn  leven  kandoen: niets. Toen Tim Burton 17 was,stuurde hij Disney per post een boekdat hij  zelf  gemaakt had:  The  giantZlig. ‘Dear Sirs’, begon hij zijn hand­geschreven  brief  met  weinig  gevoelvoor genderneutraliteit.  IllustratriceJeanette  Kroger  was  zo  vriendelijkhem van antwoord te dienen:  ‘te felafgekeken van Dr. Seuss om verkoop­baar te zijn’. 

Kinderboekenauteur  Dr.  Seusswas  inderdaad  een  lichtend  voor­beeld voor de jonge Tim Burton. Enhet zou niet de laatste keer zijn dat hijbij Disney een blauwtje liep. Maar eenweek voor hij de kaap van 60 rondt,valt pas op hoezeer dit werkje al delatere Tim Burton ademt. Of, andersgezegd: hoe trouw Burton altijd is ge­bleven aan zijn zeventienjarige zelve(inclusief  lak  aan  grammatica  enspelling). De brieven worden, samenmet ruim vierhonderd andere bewij­zen, aangevoerd door de grote expoThe world of Tim Burton, die na eenstart in het Moma (New York) via Pa­rijs, Tokio en São Paulo nu eindelijk isaanbeland in een wereldstad: Genk.

Altijd blijven spelenDe focus is de artiest achter de re­

gisseur,  of  de  beeldend  kunstenaar,zoals je wil. Niet dat hij nu een virtu­oos schilder is – een enkel schilderijverraadt  een  povere  techniek.  Maarde  talloze  tekeningen  getuigen  stukvoor stuk van zijn hoogst individuelestijl, zijn heel eigen karakter en zijnliefde  voor  excentrieke  outcasts  enmonsters  (in  zijn  wereld  zijn  datsynoniemen),  met  een  ietwat  bizarmaar  daardoor  net  aanstekelijk  ge­voel voor macabere humor. Want datis hij in de eerste plaats: een tekenaar

krakers  als  Beetlejuice,  Batman  enEdward  Scissorhands.  Dat  zou  eenconstante blijven in zijn carrière: hoegek  en  afwijkend  zijn  verhalen  ookzijn, het publiek lust er pap van.

Dat betekent ook dat Burton nooitecht een dip in zijn carrière heeft ge­had. Er zijn simpelweg geen magerejaren geweest. ‘Dat is ook omdat hij inzo’n  gigantisch  tempo  produceert’,zegt  de  Amerikaanse  curator  JennyHe. ‘De creativiteit stroomt eruit. Alshet  ene  project  op  een  zijspoor  be­landt, heeft hij altijd nog een ander inhet vuur.’

Aan nooit gerealiseerde projectengeen  gebrek:  je  kan  er  een  helemuseumzaal mee vullen, wat ook  isgebeurd. ‘Ook daarin zie je hoe hij al­tijd aan zijn stijl heeft vastgehouden.Hij is nooit afgeweken van zijn baan,heeft nooit water bij de wijn gedaan.Het was take it or leave it.’

KindvriendelijkVan  die  onophoudelijke  stroom

creativiteit getuigt een hele muur volservetten waarop hij figuurtjes heeftgekrabbeld.  Toegegeven,  die  zien  erwat  te  mooi  uit  om  waar  te  zijn,zonder vlekken van spaghettisaus (ofbloed, allicht). Andere tekeningen be­wijzen wel degelijk hoe hij droedelsvan  jaren  geleden  soms  oppikt  omvervolgens in een film te gebruiken.Jenny He wijst naar een figuurtje inde zijkant van een tekening. ‘Waiter’staat  erbij,  maar  zijn  doodskop  enmagere gestalte verraden een eersteversie van wat later Jack Skellingtonzou  worden,  de  hoofdfiguur  in  Thenightmare before Christmas. 

met  een  feel  voor  verhalen  overfiguren die buiten het normale vallenen daarom verstoten worden.

Dat is ook hoe hij zijn eigen jeugdomschrijft  in  Burbank,  een  inge­slapen voorstad van Los Angeles. Deenige momenten dat zijn kinderhartopleefde,  waren  de  feestdagen,  wathem  later  zou  inspireren  tot  Thenightmare before Christmas. Het car­navaleske is in nagenoeg al zijn filmsnadrukkelijk aanwezig: de wereld zo­als we die kennen, wordt op zijn kopgezet. De gewone wereld is saai, ver­tellen zijn films, maar daarbuiten iser nog een wereld, die van de verbeel­ding. Om aan de verveling te ontsnap­pen, nam hij als dertienjarige 8mm­filmpjes op terwijl hij zijn speelgoedmismeesterde. 

Niet  lang  na  de  afwijzendebrief over zijn boek werd hij alsachttienjarige  wel  toegelatenaan de California  Institute ofthe Arts, de hogeschool opge­richt door Walt Disney. Na af­loop kon hij als animator on­middellijk  terecht  bij  Disney.Het zou een frustrerende perio­de worden: hij moest werken opde  erg  conventionele  films  van  deoude garde, en zijn werk werd stelsel­matig zonder boe of bah in de prullen­bak gegooid. 

Ondertussen vierde hij zijn niet testoppen  creativiteit  bot  in  enkelekortfilms, met als hoogtepunt Fran­kenweenie, over een jongetje dat zijnoverreden  hondje  als  een  Dr.  Fran­kenstein  tot  leven  wekt.  Voor  zijnwerkgever  was  dat  de  druppel:  zo­maar het geld van Disney over de balkgooien voor films die niet kindvrien­delijk zijn. Buiten!

Burton haalde later zijn gram doorer, nota bene voor Disney, een lang­speelfilm  van  te  maken.  Maar  eerstmoest hij tonen dat hij de kassa kondoen rinkelen. In drie jaar tijd werdBurton  de  populairste  weirdo  vanHollywood met prettig gestoorde kas­

‘The world of Tim Burton’ toont de artiest achter de regisseur

Altijd een naar jongetje gebleven

Met ‘Edward Scissorhands’, ‘Beetlejuice’ en ‘The nightmare before Christmas’ bedacht Tim Burton enkele van onze populairste weirdo’s. Een expo in Genk toont hoe de regisseur altijd trouw bleef aan zijn stijl en thema’s. Ook als Disney daar niet in geloofde. JEROEN STRUYS

‘Devil dog’, 2014.  ©  TB

‘Hij is nooit afgeweken van zijn baan, heeft nooit water bij de wijn gedaan. Het was take it or leave it’

DE STANDAARDZATERDAG 18, ZONDAG 19 AUGUSTUS 2018  C13  

getfilms  heeft  hij  altijd  zijn  eigenesthetiek  en  thematiek  kunnen  be­waren.  Dat  deed  hij  ook  door  vaakmet dezelfde mensen te werken, zoalsmet  componist  Danny  Elfman,  kos­tuumontwerpster  Colleen  Atwood,acteur Johnny Depp.

Eigenlijk zijn al zijn films een soortkunstenaarsfilms: ze hebben bijna al­tijd artiesten als onderwerp. Zelf pasthij helemaal in het romantische ideevan de weirde kunstenaar – zij het dathij er immens populair mee werd. Erzijn nu eenmaal heel veel mensen diezich  herkennen  in  de  outsider,  deweirdo,  de  zonderling.  ‘Ernaar  ver­langen dat de mensen van je houdenis oké, maar ik ben vol vertrouwen dater altijd veel zullen zijn die dat nietdoen’,  zei  Burton  ooit  aan  The  NewYork Times. ‘Daar zal ik me altijd aanoptrekken.’ 

‘The  world  of  Tim  Burton’,  tot  28 november  in  C­Mine  Genk. ¨¨¨¨è

samenleving  die  hen  isoleert  en  af­stoot. 

Als elke film een zelfportret is, isdit wellicht ook hoe Tim Burton zich­zelf ziet. Het duidelijkst is dat in zijnbiopics:  dan  kiest  hij  nadrukkelijkvoor de mislukte kunstenaar, zoals inBig eyes en Ed Wood. Wanneer in dielaatste  film  de  talentloze  horror­regisseur  Ed  Wood  zijn  grote  idoolOrson  Welles  tegenkomt,  raadt  diehem aan om nooit toe te geven aanhet  establishment  van  Hollywood.‘Waarom je leven verspillen aan hetrealiseren  van  andermans dromen?’

KunstenaarsfilmsDat heeft Burton nooit gedaan. In

de plaats daarvan is het zonderlingejongetje een van de populairste regis­seurs sinds eind jaren 80 geworden.Hoewel hij altijd grote budgetten terbeschikking heeft gekregen, is hij eenvreemde  eend  in  de  bijt  van  Holly­wood. In al die gigantische big­bud­

Een Mexicaanse worstelaar.  ©  tb

‘The green man’ (1999).  ©  Tim  Burton

Die  mocht  hij  dan  toch  weer  bijDisney maken, nadat hij zijn succeshad bewezen met Batman bij War­ner.  Burton  regisseerde  echterniet  zelf,  omdat  hij  het  te  drukhad met Batman returns en om­dat  in  stop­motion  enorm  veeltijd kruipt. Maar elk beeld van diefilm  draagt  zijn  handtekening  –plaatsvervangend regisseur Hen­ry Selick was Burtons klasgenoot­je aan de animatieschool en ken­de zijn stijl van binnen en vanbuiten. 

Disney  wist  echter  nietgoed wat het moest aanvan­gen met dat donkere sprook­je over een skelet dat kerst ont­dekt  en  zich  voordoet  als  SandyClaws. Het bracht de film eerst uit on­der  zijn  Touchstonelabel,  we­gens ‘te donker en te akelig voorkinderen’. 

Dat is nu net Tim Burton ten voe­ten uit: door familievriendelijke hor­ror te maken haalde hij kinderfilmsuit  hun  brave  hoekje.  Burton  wasimmers  als  kind  zelf  dol  op  horror.Wanneer  de  regisseur  in  septembernaar Genk afzakt, zal hij er twee vanzijn favoriete films tonen: The omegaman en The wicker man. Maar in feiteis Sleepy hollow de enige echt akeligehorrorfilm van zijn hand. Vaak wordtgezegd dat hij horror en humor ver­mengt, maar dat is zeker niet typischvoor  hem,  eerder  typisch  voor  hethorrorgenre  tout  court,  dat  zichzelfzelden al te ernstig neemt. Wel maakthij  zijn  horrorfiguren  vaak  zo  aan­doenlijk en menselijk dat je er com­passie mee krijgt, zoals met EdwardScissorhands. 

In de wereld van Tim Burton zijnwij allemaal mensen met een hoek af.Typisch Tim Burton zijn de figuurtjeswaarvan de naden zichtbaar zijn. Ie­dereen draagt littekens, ieder heeft zozijn misvorming. Zijn helden biedenmet hun verbeeldingskracht een ant­woord  op  de  meedogenloze

Je wordt op de expo begroet door Balloon Boy, een standbeeld voor de misbegrepen outcast.  ©  rr

Stain Boy: een  jongetje dat altijd vlekken maakt.  ©  Tim  Burton