Manifest Genk
-
Upload
bjorn-fripon -
Category
Documents
-
view
240 -
download
2
description
Transcript of Manifest Genk
Manifest Genk
Beeld: C-mine expeditieCommerciële bijlage, valt niet onder de verantwoordelijkheid van de redactie.
Bijlage_DeStandaard_krantprofiel.indd 1 11/06/12 15:48
“De plannen voor een manifest voor de mijnstreek liggen al jaren in de lade”, zegt Edgar Hermans,
erfgoedcoördinator bij Manifesta9. De komst van de internationale kunstbiënnale deze zomer zou die
plannen wel eens in de langverwachte stroomversnelling kunnen brengen. Curator Medina uit
expliciet de wens om zijn Manifesta te laten doorwer-ken, om de mensen rond Winterslag en Waterschei genoeg energie en inspiratie in te blazen voor een
nieuw en definitief handvest.
Bijlage_DeStandaard_krantprofiel.indd 2 11/06/12 15:48
Ooit was Genk een mijnwerkersgemeente, nu is het de derde industriepool van
Vlaanderen met 65.000 inwoners. De stad wil af van zijn eerder grauwe en
onpersoonlijke imago en zet al enkele jaren in op creativiteit en innovatie.
Met de oude mijnsites als trekkers voor het nieuwe Genk. Sinds de opening
- die begon met de renovatie van de voormalige bad- en lampenzalen tot film-
zalencomplex - in 2005 is C-mine een nieuw nest voor ondernemers, artiesten,
studenten en cultuurliefhebbers. Aan de hotspot worden stelselmatig nieuwe
onderdelen toegevoegd. Na de erg geslaagde restauratie van het Energiege-
bouw tot cultuurcentrum, designcentrum en toeristisch bezoekersonthaal – “een
verbluffende, maar bescheiden metamorfose”, dixit architectuurcriticus Koen Van
Synghel – opende in april C-mine expeditie de deuren. Een artistiek en hedendaags
monument voor het mijnverleden. Een daad van verzet tegen de vergetelheid.
Het Thor-park op het voormalige mijnterrein van Waterschei is in ontwikkeling tot
hoogwaardig bedrijvenpark met wetenschapspark, een toekomstige hotspot voor
kenniseconomie die ontwikkeld wordt in samenwerking met universitaire instel-
lingen en private partners. Nog voor de aanvang van de renovatiewerken aan
het prachtige hoofdgebouw van de mijnsite streek Manifesta hier neer met een
indrukkende kunsttentoonstelling.
Twee indrukwekkende sites, twee speerpunten voor de nakende creatieve zomer
waarmee Genk zich manifesteert. Daarin is zowel plaats voor jonge revolutionai-
ren als gevestigde waarden, zowel voor koolstof als voor kleuren voor verleden,
heden en toekomst.
Colofon special stad Genk - 14 juni 2012 • VU: Wim Dries, burgemeester, Stadsplein 1, 3600 Genk • fotografie: Hugo Thomassen, Stijn Bollaert, Kristof Vrancken, stad Genkteksten: Katrien Steyaert • realisatie: stad Genk, stadsmarketing • coverfoto: Stijn Bollaert • meer info: www.genk.be • www.facebook.com/stadgenk
Bijlage_DeStandaard_krantprofiel.indd 3 11/06/12 15:48
werelds erfgoed
C-mine
De tijd van kompels en kolen
is voorbij, maar in Genk
koesteren ze hun verleden.
Op C-mine, de voorma-
lige site van Winterslag,
krijgt het mijnerfgoed een
nieuwe bestemming. Sinds de opening is het
een trekpleister. De site lokt bezoekers naar
cinema Euroscoop, het C-mine designcentrum
en C-mine cultuurcentrum – in het indrukwek-
kend gerestaureerde Energiegebouw – en
studenten naar de MAD-faculty. Het is een
unieke, bijzonder karaktervolle en meermaals
bekroonde plek die Genk een meer wereldse
uitstraling geeft. C-mine speelt niet toevallig een
sleutelrol in het Limburgse kandidaatdossier
voor UNESCO Werelderfgoed. Creativiteit is het
toverwoord op C-mine, of het nu op toeristisch,
cultureel, educatief of economisch vlak is. Die
laatste pijler wordt dit jaar versterkt, want de
investering van 70 miljoen euro voor C-mine
moet gaan opleveren. En dus opent binnenkort
C-mine crib, een businesscentrum voor creatief
ondernemen, waar bedrijfsruimtes en flexibele
werkplekken beschikbaar zullen zijn. Anders
dan Thor Park, dat in de steigers staat op de
mijn van Waterschei, mikt C-mine op creatieve
en artistieke bedrijvigheid. Er vestigden zich al
creatieve bedrijven zoals Nascom, Studio Pieter
Stockmans en Painting With Light, maar het
ontbrak nog aan een internationaal merk. Daar
brengt Microsoft nu verandering in. In Genk
hopen ze dat dat in de toekomst veel jonge,
creatieve bedrijven zal aantrekken.
Meer info en programma-aanbod: C-mine,
3600 Genk, 089 65 44 90, www.c-mine.be
Innoveren met Legoblokjes“In Genk is een zeer creatief, innoverend weefsel aanwezig
en dat strookt heel erg met wat wij willen doen”, zegt Peter
Dedrij, directeur van Microsoft Innovatiecentra (MIC).
Wereldwijd zijn er meer dan 90 MIC’s, waarvoor Microsoft
samenwerkt met overheden en academici en die lokale
bedrijven en starters vooruit helpen. Dit jaar opent het eerste
Vlaamse MIC in Genk en Kortrijk. “Er zijn natuurlijk verschillen-
de paden naar de toekomst, maar samen met de Vlaamse
overheid, één van onze partners, maken we daar een speer-
punt van e-health, digitale toepassingen voor de zorgsector.”
“We brengen de sector, de industrie en andere partijen
samen om innovatie te stimuleren. Want vernieuwing grijpt
vandaag vooral op het snijpunt van verschillende sectoren
plaats. Zo kan het onderzoek over gaming van de
MAD-faculty interessant zijn voor ons. Via spelletjestechnie-
ken kunnen psychiatrische patiënten misschien bepaalde
denkprocessen leren. Ook voor de opleidingen en conferen-
ties die we zullen opzetten is C-mine een goede uitvalsbasis.
En als we nieuwe bedrijven helpen opstarten kunnen die daar
co-workingspace krijgen.”
“Innovatie is een woord dat te pas en te onpas wordt ge-
bruikt. Met het MIC proberen we ervoor te zorgen dat nieuwe
ideeën ook toegepast worden en een economische return
hebben. Ons doel voor de komende drie jaar is 30 nieuwe
ondernemingen te creëren en 300 tot 400 nieuwe jobs.”
“Zakendoen draait rond mensen, want het zijn zij die in-
noveren, niet de technologie zelf. Ik vergelijk IT-producten met
Legoblokjes: wat je ermee bouwt hangt af van de creativiteit
van mensen, van bestaande en potentiële partners. Ik kan
dus niet wachten om met het MIC binnenkort onze definitieve
plek op C-mine te betrekken.”
Design Hub LimburgBinnen dit creatief innoveren past ook de werking van
Design Hub Limburg, een samenwerkingsverband tussen
vijf Limburgse designorganisaties. Ook Design Hub Limburg
zal C-mine als uitvalsbasis kiezen voor het opzetten van een
breed aanbod voor jonge creatieven en designers die zich
willen professionaliseren, die de markt willen verkennen of
de stap naar ondernemerschap willen zetten. Daarnaast is er
een aanbod voor bedrijven die door middel van design willen
innoveren. The Machine (zie verder) is een eerste project van
Design Hub Limburg.
Bijlage_DeStandaard_krantprofiel.indd 4 11/06/12 15:48
Op verkenning Bezoekers kunnen vanaf juli C-mine op eigen houtje
ontdekken met de C-mine guide, een iPod-tour die hen in
het Nederlands, Frans of Engels door de site gidst. Je kunt
de wandeling ook maken met je eigen smartphone. Het
C-mine bezoekersonthaal verkoopt ook een ontdekkings-kaart, op papier. Die kijkt verder dan de site en neemt je
ook mee op verkenning in de nabijgelegen tuinwijk en de
Vennestraat, met z’n volkskeukens en kleine winkels. Wie
liever met een stadsgids op pad gaat door het vernieuwde
Energiegebouw kan elke zondag om 14 uur op C-mine
terecht voor een rondleiding van anderhalf uur.
C-mine bezoekersonthaal, C-mine 10 (ingang tegenover de
twee schachten), 089 65 44 90, www.c-mine.be
UiT in Genk, 089 65 44 80, www.uitingenk.be
“
“Genk is een beetje de Far West: nog niet helemaal af,
met grote stukken groen tussen de bebouwing, en soms
met haken en ogen aan elkaar hangend. Ik vind dat wel
sympathiek en ze hebben er een goed model voor een
positieve samenleving. Neem daar het aparte karakter
van de architectuur bij en je hebt iets min of meer uniek
voor Vlaanderen. Het is niet de grootste hotspot, maar in
de plooien gebeuren er interessante dingen op het vlak
van architectuur. Zo is het Energiegebouw, waarin een
symbiose werd gerealiseerd tussen creatieve en artistieke
functies waaronder het cultuurcentrum en designcentrum,
op C-mine één van de betere gebouwen van de laatste ja-
ren in Vlaanderen. Het mag naast de aanpak van de oude
mijnsites in het Ruhrgebied staan en beantwoordt beter
aan wat een creativiteitscentrum moet zijn dan vele van
zijn nieuwgebouwde evenknieën. Net door de aanwezig-
heid van de geschiedenis heeft C-mine een soort marge
in generositeit. De ruimte is niet 100 procent bepaald of
functioneel. Zo zie je nog altijd de oude turbines, ook al
hebben ze nu geen functie meer. En zo is oud en nieuw
heel interessant met elkaar verknoopt. De architecten van
51N4E articuleren die grens tussen de twee heel zuiver,
bijna als chirurgische incisies. Dat maakt het intrigerend.”
Een plek van verwonderingHet is niet evident om het historische met het hedendaagse
te combineren zonder iets te forceren, maar in C-mine is
dat gelukt. Ik vind het een verbluffende, maar beschei-
den metamorfose van het Energiegebouw. Je voelt dat
er een erg frisse wind heeft gewaaid, maar niet op een
pretentieuze manier. De laatste tien tot vijftien jaar is er de
zogenaamde blub architecture, die spektakel wil en het
Bilbao-effect zoekt. Maar in C-mine vind je weinig zulke
dada’s, gadgets of modieuze elementen. Die discretie vind
ik een grote kwaliteit. De architecten leggen sterke visuele
accenten, zoals het grafisch uitziende buitenterras met de
machinekamervloer, en geven het gebouw daardoor een
eigen identiteit, maar zonder het risico dat het gedateerd
raakt. Ze hebben zich de taal eigen gemaakt. De impact
is niet direct en moeilijk te meten, maar ik geloof wel dat
C-mine een positief effect kan hebben op de identiteit van
Genk. Het toont dat er meer is dan alleen voetbal, om maar
iets te zeggen. De stad gaat in elk geval op een bewuste
en verantwoordelijke manier met architectuur om. Het is
een relatief kleine stad maar als ze bouwen in de publieke
ruimte stellen ze zich vragen en nemen ze het serieus. Als
bezoeker moet je C-mine vooral gaan beleven en je onge-
dwongen laten initiëren in de geschiedenis van de plek. Ga
naar een voorstelling of een feest, maak een wandeling. Je
zult zien dat het echt leeft. C-mine reikt genoeg elementen
aan zodat iedereen er verwonderd kan raken.”
Koen Van Synghel, Architectuurcriticus
“Marge in generositeit”Koen Van Synghel, architectuurcriticus
Bijlage_DeStandaard_krantprofiel.indd 5 11/06/12 15:48
expeditie
C-mine
“C-mine expeditie houdt bezoekers
scherp en geeft ze een voldaan gevoel
als ze zichzelf overwinnen.”
foto: Stijn Bollaertfoto: Stijn Bollaert
foto: Stijn Bollaert
Halewijn Lievens, architect
Bijlage_DeStandaard_krantprofiel.indd 6 11/06/12 15:48
Anderhalve kilometer avontuur C-mine expeditie is een wandeling van anderhalve kilometer
in de authentieke luchtgangen van de mijn van Winterslag,
die eindigt op de hoogste schachtbok van België, op 62 meter
hoog. Onderweg komt de bezoeker door luchtgangen, door
geheugenkokers waarvoor schrijvers en beeldend kunstenaars
samenwerkten, een geluidscel, langs een panoramakijker en
door de voorschacht en een doolhof. Voor kinderen is er het
familiespel ‘Waar is Cyriel de Krekel’.
Met die interactieve en onconventionele benadering hoopt
C-mine toeristen van dicht en ver te lokken en hun een zintuiglij-
ke en leerrijke uitdaging voor te schotelen. Er is vijf jaar gewerkt
aan het concept en de realisatie van C-mine expeditie, dat in
april de deuren opende en in totaal vijf miljoen euro kostte.
C-mine expeditie, C-mine 10 bus 2, 3600 Genk, 089 65 44 90,
elke dag van 10 tot 17 uur, behalve op maandagen.
www.c-mine-expeditie.be
Eenvoud als tegengewichtC-mine expeditie is het grootste project tot nu toe van het Gentse NU Architectuuratelier, dat Halewijn Lievens en Armand Eeckels oprichtten in 2003. Ze kregen de hulp van Grontmij Hasselt en L-groep @rchitectenbureau.
“De monumentale, functionele gebouwen op C-mine en het
ondergrondse van dit project spraken ons zeer aan”, zegt
Lievens. “Door tunnels lopen is een primaire ervaring, zoals een
berg beklimmen of door een bos wandelen, en dat gaf ons de
kans mensen aan te spreken op een soort archaïsch niveau,
herkenbaar maar niet alledaags.”
Waarom is dat een troef?Het houdt ons ontwerp ver van een oppervlakkige toeristische
attractie, iets wat wij associëren met een soort decor of enter-
tainment. Architectuur wil net ruimtes creëren die niet vluchtig
zijn en waarmee mensen een één-op-één-relatie hebben.
Daarom kozen we ook niet voor een multimediale aanpak
omdat die snel gedateerd kan zijn. Onze wandeling, met het
contrast tussen het ondergrondse van de tunnels en het weidse
uitzicht van op de schachtbok, is een ervaring die over twintig
jaar nog kan aanspreken.
Hoe gaat u om met het mijnverleden?We hebben geprobeerd voorbij te gaan aan clichés door het
verleden creatief en artistiek te vertalen. De wandeling is opge-
hangen aan vijf inhoudelijke punten, waarvan het geheugen
er één is. In de geheugenkokers, een soort klokvormige cellen
onder de grond, vertellen schrijvers, beeldende en geluidskun-
stenaars een verhaal. Ze waren meteen enthousiast toen we
hen vroegen. Als architect was het boeiend een beetje curator
te worden.
Blij met het resultaat?We voelen ons vereerd dat we dit mochten doen. De eersten
die de toer deden waren oud-mijnwerkers en ze waren al-
lemaal enthousiast over onze eigenzinnige aanpak. Dat was
voor mij het beste nieuws. Maar ook de reacties van anderen
interesseren me. Sommige bezoekers duiken makkelijk het
doolhof of de donkere ruimtes in, anderen zijn voorzichtiger.
Maar de voldoening als ze zichzelf overwinnen is des te groter.
Niet weten wat er achter de hoek zit houdt mensen scherp. Een
heel eenvoudig architecturaal concept kan dus ook avontuurlijk
zijn. We zijn geen moraalridders, maar in deze multimediale
tijden zetten we graag in op het fysieke, misschien een beetje
als tegengewicht. Het is heel tof om kinderen nog eens door
een doolhof te zien rennen.
Dichter Luuk Gruwez, fotograaf Stephan Vanfleteren en sound designer Stef van Alsenoy maakten een verhaal voor één van de geheugenkokers.
‘Mijn pa was eigenlijk een zwarte’. Zo begint mijn
verhaal over een jongetje in 1963 wiens vader mijnwer-
ker is. Hij is zijn idool, ook al is hij de grote antiheld, die
gedomineerd wordt door zijn vrouw. Zij is maniakaal
bezig met properheid. Ze heeft altijd gedroomd van
een ridder op het witte paard, maar moet het stellen
met een ridder van de nacht, een simpele mijnwerker.
Anders dan in veel van mijn verhalen is de moeder-
figuur hier een kreng. Als schrijver moet je je niet 100
procent identificeren met je personage. Dit vak geeft
je net de vrijheid om in de huid van personages te
kruipen die ernstig van je eigen ego afwijken.
Mijnwerkers hebben altijd tot mijn verbeelding gespro-
ken. In die duistere, compleet autonome wereld daar
beneden leven alle nationaliteiten op voet van gelijk-
heid, in dezelfde zwartheid. Dwaze menselijke conven-
ties vallen weg. Alleen de grootst mogelijke solidariteit
blijft over. Het is natuurlijk gevaarlijk om te schrijven
over zulke grote thema’s en toch geloofwaardig te
blijven. Ik hoop dat mijn ironische toetsen dit verhaal
in evenwicht houden. Onbewust is de sfeer misschien
mede bepaald door mijn vriendin, die met groot heim-
wee terugdenkt aan haar jeugd in Beringen-Mijn.
Ik vind het heel aangrijpend hoe Stephan met zeer
weinig middelen de essentie van mijn verhaal en het
verloop van de tijd weet te suggereren. Hij brengt een
roerloze mijnwerker in beeld. Alleen de wind beroert
zijn lange haren. Ook voor het concept van C-mine
expeditie sta ik vol bewondering. Het probeert voor iets
wat dreigt verloren te gaan alsnog een artistiek monu-
ment op te richten. Ik zie het als een daad van verzet
tegen de vergetelheid.
Stephan Vanfleteren. ‘Mijn ziel zit erin’‘Als je de mijngang in loopt en de gigantische, oude
ventilator ziet, waan je je in een ondergronds, verlaten
ruimteschip. De verse lucht die vroeger door de gangen
blies, speelt ook in mijn filmpje. Ik werk met bewegend
beeld, maar het is een voortzetting van mijn foto’s. Mijn
ziel zit erin. Je herkent het stille, het niet-spectaculaire
van mijn werk. Meer dan acht minuten lang kijkt een
echte mijnwerker je strak aan. Heel langzaam en subtiel
transformeert zijn properheid in donkerte. Op televisie
zou 95 procent van de kijkers na vijf minuten afhaken,
maar ik hoop dat ze in deze context – in een cel onder
de grond, en met een onwezenlijke soundscape van
Stef Van Alsenoy – meer geduld hebben. Luuk heeft een
prachtige tekst geschreven. Ik heb hem intussen dertig
keer gehoord en ik ontdek nog altijd nieuwe nuances.
Ik wilde hem in zijn volle glorie tonen.
Ik ben verrast door het vakmanschap van mijn twee
collega’s en vind dat we een heel mooi geheel hebben
gemaakt. Het klopt, ook in de ruimte.
C-mine Expeditie is een creatieve beleving. Voor men-
sen met claustrofobie is het een amusante en veilige
beproeving, een beetje zoals thrillers of roetsjbanen. Het
doet je hart sneller slaan en maakt je uiteindelijk sterker.
www.c-mine.be
Ook Bart Moeyaert, Stijn Meuris en Pascale Platel
schreven een verhaal. Ze werkten daarvoor samen
met filmmakers Joke Liberghe en Yacine Talabi en
theatermaker Pol Heyvaert.
De geheugenkokers
foto: Stijn Bollaert
Luuk Gruwez
“Een daad van verzet tegen de vergetelheid.”Luuk Gruwez, dichter
Bijlage_DeStandaard_krantprofiel.indd 7 11/06/12 15:48
Krachten / Forces
“In onze tentoonstelling tonen we ons relatief
stil werk in een sobere, meditatieve ruimte.“
De revolutie van de ontwerpersDe machine. Ooit de motor van de industriële revolutie. Maar hoe ziet die er in
de toekomst uit? Die vraag stelt Design Hub Limburg zich in zijn eerste interac-
tieve designtentoonstelling ‘The Machine – Designing A New Industrial Revo-
lution’. “Jonge ontwerpers hanteren al een paar jaar een nieuwe, zelfstandige
aanpak. Ze werken met computers in plaats van met de hand en ze moeten
niet per se langs de fabriekshal voor de productie. Dankzij crowdsourcing en
allerlei handleidingen op internet kunnen ze het vaak zelf. Daar vinden ze ook
partners, die ze niet langer persoonlijk moeten ontmoeten om iets samen te
maken”, legt Matylda Krzykowski uit, projectmanager van ‘The Machine’.
“Die technologische revolutie verandert het hele ontwerpproces. Ze is al een
tijd bezig, maar mensen begrijpen de gevolgen ervan niet altijd. Dat wil ‘The
Machine’ transparant maken. Curator Jan Boelen, ook artistiek directeur van
Z33, refereert met de titel aan de machine ten tijde van de eerste industriële
revolutie én aan het nieuwe systeem van ontwerpers vandaag. Niet de inge-
nieurs, maar zíj staan nu centraal.” Toch wordt het verleden niet vergeten. De
expo is opgedragen aan de mijnwerkers en vindt plaats in het Designcentrum
van hun C-mine. “Wij willen verleden en toekomst naast elkaar zetten. Een
installatie geeft de geluiden weer van de oude machines – die je ook nog
ziet staan – terwijl je kijkt naar 20 nieuwe concepten. Die zijn stil en staan
voor een zeer helder blauwe achtergrond. Het is een verwijzing naar de blue
screen-techniek alsof we met de concepten een film regisseren en een nieuwe
industriële revolutie ensceneren.”
Menselijke energieDe 20 nieuwe werken konden niet uiteenlopender zijn. “De Franse ontwerper
Thomas Vailly gebruikte zijn eigen lichaam als bron van nieuw materiaal. Met
zijn haar maakt hij een reeks kopjes. Het Oostenrijke designduo Mischer’Traxler
ontwierp dan weer een machine die werkt van zodra mensen er aandacht
aan besteden. Het zegt veel over hoe wij vergeten te zorgen voor machines.
Sommige van de projecten zijn zeer functioneel, andere blijven bij een theorie,
maar allemaal zijn ze onaf. Dat is goed. Ideeën voor de toekomst moeten
blijven groeien.”
“Tijdens onze preview in Milaan bleek dat anderen, los van ons, in dezelfde richting
aan het denken zijn. Het bewijst dat de revolutie er echt is. En ze gaat iedereen
aan.” Er is ook een uitgebreid randprogramma met activiteiten voor elke doel-
groep, verzekert Priscilla Machils, projectmanager van ‘The Machine’. “Er is een
‘Create a fashion thing’-weekend waar zowel kinderen als grootmoeders kledij
kunnen komen maken. Het kan gaan van een print afdrukken op een trui tot het
maken van een lederen accessoire. Er is ook een workshop over het hacken van
alledaagse apparaten, vooral gericht op jongeren, en een introductieworkshop
3D-printen. Tenslotte zit de creatieve industrie samen tijdens een event over onder-
nemen van de toekomst en komen er vijf weekends designers in residence.”
The Machine brengt een boeiend randprogramma met o.a. Hack a thing,
Create a fashion thing, Print a 3D thing, b-to-b event...
Meer info: www.the-machine.be
‘The Machine - Designing a New Industrial Revolution’ loopt nog tot 7 oktober.
Het is een realisatie van Design Hub Limburg, een koepelorganisatie van
designpartners in de provincie Limburg, en is samengesteld en geproduceerd
door Z33, Design Platform Limburg, C-mine, EDM/UHasselt, MAD-faculty en
Modemuseum Hasselt.
Elke dag van 10 tot 17 uur, behalve op maandagen
Meer info: www.the-machine.be
openingsuren: maandag: gesloten, dinsdag tot zondag: van 11 tot 18 uur
vrijdag: van 11 tot 20 uur
Te bezoeken op C-mine. www.c-mine.be
The Machine
Bijlage_DeStandaard_krantprofiel.indd 8 11/06/12 15:49
Met vereende krachtenDe internationaal gerenommeerde keramist Piet Stockmans woont en werkt op C-mine. Parallel aan Manifesta organiseert hij daar samen met collega-kunstenaars Ado Hamelryck en Hugo Duchateau de tentoonstelling ‘Krachten/Forces’. Alle drie creëerden ze hiervoor nieuwe kunstwerken en samen maakten ze een soort ‘Gesamtkunstwerk’, dat te koop is in een beperkte oplage van twintig stuks.
Piet Stockmans. ‘De vervorming is interessant’Ik ben 72 en ik werk nog even hard als toen ik 27 was. Er is geen
enkele goede reden om op te houden tenzij je sterft. Mijn twee
generatiegenoten hebben dezelfde drive. Onze tentoonstelling
gaat over natuur- en fysische krachten. Ik toon twee toestanden
van klei: van heel zachte, tactiele klei tot gebakken klei bijna zo
hard als diamant. Met het ene maak ik een plas, met het andere
een porseleinen kegel. Die gedaanteverwisseling komt er door
de kracht van het vuur. Vervormt de klei in de oven, dan gebruik
ik de deformatie zodat ze interessant wordt. Soms toon ik ook
de schoonheid van het onvoltooide werk. Het leert veel over ons
ingrijpen in de natuur. Wie tegen de krachten werkt, maakt iets
artificieel, terwijl wie meewerkt vanzelf harmonische producten
krijgt. Ik ben daar al lang mee bezig, maar misschien heb ik
het nooit zo geformuleerd. In je leven leer je voortdurend bij en
verleg je de klemtonen. Zo zijn er iedere keer redenen om nieuwe
dingen te maken. Wat de waarde van mijn werk is laat ik aan de
toeschouwer over. De kunstenaar doet zijn ding en tracht zoveel
mogelijk zichzelf te zijn. Ieder van ons is uniek en dat geeft ook de
kans om uniek werk te maken.
Hugo Duchateau. ‘Een half miljoen kleurpotloden’Voor de tentoonstelling heb ik allerlei meubels kriskras op elkaar
gestapeld en er potloden in geboord. Die staan verticaal, net
zoals bomen die toch recht groeien ongeacht de schuinte van de
helling. Dat is dankzij de zwaartekracht. De kleurpotloden staan
voor kinderlijke creativiteit in de kunst. Mensen zijn vlug gevangen
door kleur. Ik ben er ook altijd door gefascineerd geweest en heb
nog een half miljoen kleurpotloden liggen. Ik streef ernaar kunst
en natuur te verbinden, ook in abstract werk. Dat is vaak natuurlijker
dan een figuratief landschap, bijvoorbeeld door de natuurlijke
textuur van de verf uit te spelen. Dat is iets dat in deze wereld van
design en digitaliteit verloren gaat, terwijl het veel eerlijker is.
Ik noem het de huid van een schilderij, en vergelijk het met de
schors van een boom. De natuur is er altijd. Wij zijn zelf ook
natuur. En het getuigt van een zekere nederigheid en realiteitszin
om te tonen dat kunst heel veel verbindingen heeft met de natuur.
Ado Hamelryck. ‘Zwart is bijlange niet dood’Voor mij telt niet de zwaartekracht, maar de zwarte kracht. Op
mijn leeftijd beperk je het formaat van werken al eens vanwege
de fysieke inspanning die het vraagt, maar de ruimte bij Piet heeft
me geïnspireerd om weer eens uit te halen en de volledige muur
van zeventig meter te bewerken. Vandaar kracht. En zwart? Dat
staat al sinds 1975 centraal bij mij. Ik ging altijd maar reduceren
en uiteindelijk bleef er niets over behalve zwart. Ik vind het nog
altijd de interessantste kleur die er bestaat. Hoe hard de kunst
het ook negeert: zwart is niet dood. Het vraagt wel een soort durf,
want in onze maatschappij wordt zwart vaak als negatief ervaren,
alsof ik mijn ziel aan de duivel heb verkocht. Sommige mensen
boezemt het angst in, maar er is ook een select publiek dat zeer
interessant reageert en een regenboog aan zwarten ziet. Ik ben
een zeventiger en heb me er al lang bij neergelegd dat niet ieder-
een me volgt. Als een vijftal mensen mijn werk apprecieert, ben
ik al gelukkig. Ik ben verplicht dit zwart verder te ontdekken en te
ervaren. Het verhaal is nog niet af. Ik zal hiermee bezig blijven tot
het niet meer gaat.
‘Krachten/Forces’. Van 2 juni tot 30 sept. 2012, van donderdag
tot zondag, telkens van 14 tot 17 uur. Studio Pieter Stockmans,
C-mine 100, 3600 Genk, 089 38 23 62, [email protected],
www.pietstockmans.com, www.hugoduchateau.net
Te bezoeken op C-mine. www.c-mine.be
Bijlage_DeStandaard_krantprofiel.indd 9 11/06/12 15:49
Sofie Muller. Van Barbara tot Brand(t)Op de Welzijnscampus, in de achtertuin van het Emile Van
Dorenmuseum, groeit tegenwoordig zwart gras en ligt een
bloedrode vijver. Een bronzen meisjesfiguur omarmt een
geknotte plataan en zal meegroeien met de boom. “Het
is spannend hoe dit levende werk gaat evolueren”, zegt
kunstenares Sofie Muller (37). Net zoals haar ander werk zal
Mullers artificiële park reacties uitlokken. Critici vinden dat het
werk van de Gentse artieste, die schilderkunst, vrije grafiek
en beeldhouwen studeerde, verwart. Achter zijn bedrieglijke
esthetiek schuilt een confrontatie met het verleden.
Dat geldt ook voor Oscar, een bronzen beeld met verbrande
romp, dat in C-mine te zien is. “Het was in 2009 mijn eerste
ontwerp en heeft tot veel ander werk rond verbranding geleid.
Ik ging alsmaar dieper graven in de psychologie, in trauma’s
of donkere herinneringen. Brandt en Clarysse, twee recen-
tere beelden, proberen hun verleden te vergeten maar laten
sporen na. Ik toon mijn werk nu onder de titel ‘Black Out’, de
zwarte vlek van de herinnering en de geheugenstop typisch
voor kinderen en adolescenten. Zij zijn erg aanwezig in de
tentoonstelling, en misschien zeg ik zo iets over de impact
van de vormende jaren op een mens.”
BezinningMaar Mullers centrale figuur is Barbara, de patrones van de
mijnwerkers. “Sommigen zijn kwaad op haar vanwege de
mijnsluitingen. Het viel me direct op dat er in de gevel van
het hoofdgebouw in Winterslag een lege nis was. Barbara
heeft er ooit gestaan, zo wordt verteld. Via mijn familie van
antiquairs heb ik een nieuw Barbarabeeld uit dezelfde tijd
gevonden en ik heb gefilmd hoe ze op een vreemde manier
wordt verbrand. De vlam valt van boven naar beneden en
verschroeit Barbara’s gelaat.”
De projectie is te zien in C-mine, het verminkte beeld staat in
de oorspronkelijke nis. “Het is een absurde verbranding, een
soort boetedoening en een zwaar iconoclastische ingreep. Ik
behoor wellicht tot de laatste generaties die de invloed van
het katholicisme nog echt gevoeld hebben en met dit werk
stel ik daar vragen over.”
“Achter elk werk zit een stukje van mij of mijn omgeving, maar
eens tentoongesteld wordt het bijna iets universeel.” En dat
hakt erin. “Mijn beelden zijn vrij zwaarmoedig en dwingen
mensen bijna terug te gaan naar hun verleden. Na mijn
vorige tentoonstelling werd ik overrompeld met mails van
mensen die herinneringen of hun hele levensverhaal wilden
delen. Kunst brengt mensen dichter bij zichzelf en bij het
leven. Ik kan alleen maar hopen dat mijn werk dat blijft doen.
Het is heel mooi hoe in Genk de puzzelstukjes in elkaar zijn
gevallen, maar ik zie dit als een eindpunt voor de ‘verbrande’
werken. Het is tijd voor een bezinningsmoment. En daarna
iets nieuws.”
De tentoonstelling ‘Black-out’ van Sofie Muller loopt van
zaterdag 2 juni tot zondag 12 augustus 2012 van 10 tot 17 uur
in het C-mine cultuurcentrum, Galerie C-mine, Energiege-
bouw, C-mine 10 bus 2, 3600 Genk, 089 65 44 90.
www.c-minecultuurcentrum.be.
Daarna blijven een aantal beelden tot eind september in
C-mine te zien. www.sofiemuller.be.
MullerSofie
“Pas toen ik overstelpt werd met mails werd ik me bewust van de impact die mijn beelden kunnen hebben.”
Te bezoeken op C-mine. www.c-mine.be
Bijlage_DeStandaard_krantprofiel.indd 10 11/06/12 15:49
Lara Mennes. Over het stof, de tijd en een beetje thuiskomen“Ik ben niet nostalgisch. Ik verlang niet dromerig terug naar
vroegere tijden. Wat ik doe is zoeken naar sporen van het
verleden om het verhaal van een gebouw af te lezen, en
dus het verhaal van ons allemaal. Door het verleden word
je wat je vandaag bent.”
Lara Mennes (30) helpt meteen mogelijke verwarring
over haar werk uit de wereld. De kunstenares stelde de
voorbije jaren zorgvuldig grote fotoreeksen samen. Met
haar afstudeerproject ‘Cité’, over de mijnwerkerswijken
van Winterslag, won ze in 2009 de Prijs Jonge Belgische
Schilderkunst, de meest prestigieuze kunstprijs voor aanko-
mend talent in ons land. “Dat was zeer verrassend, maar
ook heel motiverend. Het was een bevestiging dat ik op de
goede weg zat.”
Die weg brengt haar bijna altijd bij architectuur. “De
locaties die me interesseren zijn vaak dode plaatsen, of
plekken die zweven tussen twee verhalen. Daar ga ik dan
dieper op in, dat doe ik graag, liever dan vluchtig wat
mooie beelden bij elkaar te schieten. Mijn studies kunstge-
schiedenis zitten daar wel voor iets tussen.”
Mennes stelt nu tentoon in C-mine, een plek bulkend van
erfgoed. “Dat voelt heel juist. Ik ben ook blij dat ik een per-
manente sculptuur mag installeren in de tuin van het Emile
van Dorenmuseum, want sinds ‘Cité’ heb ik een warm
gevoel bij Genk. De Cité-foto’s komen nu een beetje thuis.
Eindelijk kan ik ze tonen in Winterslag zelf.”
Even veel verhalen als verdiepingenIn C-mine hangt ook een groot deel van Mennes’ reeks
‘Capturing the Sensible’. “In leegstaande scholen, ziekenhui-
zen en andere functionele gebouwen ging ik op zoek naar
sporen van menselijke activiteit en dingen die kunnen wijzen
op de tijd dat het al leegstaat: afbladderende verf, dikke
lagen stof. Het lukt niet vaak om zo de tijd vast te leggen.”
Daar is het haar meer om te doen dan om reacties uitlokken,
ook in de reeks ‘Het lelijkste land van België’, geïnspireerd
op het gelijknamige pamflet van de architect Renaet Braem.
“Hij hekelde de Belgische koterijen en het gebrek aan stijl. In
mijn foto’s toon ik niet hoe het zou moeten zijn, maar stel ik
de vraag wat het zou kunnen zijn. Elke kijker koppelt er weer
zijn verhaal aan en dat is absoluut toegestaan. Er is niet één
waarheid.” Dat benadrukt ook de titel van Mennes’ Genkse
expo, ‘Between Stories’. “Mijn beelden en locaties hebben
verschillende verhalen, evenveel als de verdiepingen van een
gebouw – storeys in het Engels.” “Dat maakt kunstenaar-
schap zo interessant. Ik zou me geen ander leven kunnen
indenken. Ik hoop dat er nog een lange weg volgt. Geregeld
neem ik afstand van mijn werk om niet te vervallen in een
stramien. Anders ben je snel uitgepraat.”
De tentoonstelling ‘Between Stories’ van Lara Mennes loopt van
19 augustus tot 14 oktober 2012 van 10 tot 17 uur in het C-mine
cultuurcentrum, C-mine 10 bus 2, 3600 Genk, 089 65 44 90,
www.c-minecultuurcentrum.be, www.laramennes.be
“Ik fotografeer vaak dode plaatsen. Of
plekken die zweven tussen twee
verhalen. Daar vind ik sporen van het
verleden.”
Mennes
Lara
Te bezoeken op C-mine. www.c-mine.be
Bijlage_DeStandaard_krantprofiel.indd 11 11/06/12 15:49
Kunstenaarsdorp
Een vluchtig maar duurzaam kruispuntRobert Rauschenberg, John Cage en Merce Cunningham: het legendarische trio had misschien nooit bestaan als de drie elkaar niet ontmoet hadden tijdens een summer school aan het intussen even legendarische Black Mountain College. “Dat inspireerde ons om een kunste-naarsdorp op te zetten”, zegt Stef Van Bellingen, artistiek verantwoordelijke van WARP, Contemporary Art Platform en initiatiefnemer van de vijfdaagse.
Wat is het idee? 25 jonge kunstenaars uit de hele wereld krijgen intensieve
feedback op hun werk. Het speelt in op de nood van kunste-
naars om hun relatieve isolatie te doorbreken en professio-
nele commentaar te krijgen op hun werk. In deze Facebooktij-
den leggen mensen wel makkelijk contact, maar paradoxaal
genoeg snakt men naar duurzame en echte gesprekken. Er
zijn nu al meer dan 60 kandidaten.
Hoe gebeurt de selectie?Op basis van het werk, de internationale ervaring en de kans
dat ze een bijdrage zijn in ons geheel. Dat ze jonger dan 35
moeten zijn is omdat het even kan duren eer mensen zich
positioneren in de kunstwereld. Ik denk altijd aan Michaël
Borremans. Die brak ook maar door op zijn 35ste.
Wie geeft de feedback?Curatoren, critici, kunstenaars, museumdirecteurs of verza-
melaars. Ze komen zowel uit België als uit alle hoeken van
de wereld. Het is het soort mensen dat goed weet wat nu
belangrijk is in de kunsten en met een betekeniszoekende blik
naar het jonge werk kijkt.
Hoe verloopt zo’n gesprek?Voor beide partijen is het een inspanning. De kunstenaar stelt
zich kwetsbaar op en moet de confrontatie kunnen verdra-
gen, terwijl de commentator zich telkens moet openen voor
de denkwereld van de kunstenaar. Dit is geen platte beurs
waarop kunstenaars zichzelf verkopen, maar soms worden
ze natuurlijk gevraagd voor een tentoonstelling of wedstrijd.
Dan geeft dit vluchtige kruispunt ook duurzame resultaten.
En zijn jullie tevreden?Ja, maar minstens even belangrijk zijn de contacten tussen
de kunstenaars onderling, bijvoorbeeld tijdens de maaltijden
of als ze even niets te doen hebben. Het werkt soms enorm
bevruchtend. Oostenrijkse, Duitse, Belgische en Nederlandse
kunstenaars hebben vorig jaar een project in Charleroi opge-
zet nadat ze elkaar ontmoet hadden in het kunstenaarsdorp.
Ons informele avondprogramma, dat ook openstaat voor
het brede publiek, speelt daar ook op in. Er zijn lezingen van
Koen Vanmechelen en de verantwoordelijke van Cittadellarte,
filmvertoningen, bluesconcerten en meer.
Waarom slaan jullie je tenten op op C-mine?Anders dan in een grote cultuurstad is dit een soort geïso-
leerde plek waar je je enorm kunt concentreren. Er moeten
natuurlijk genoeg impulsen zijn, maar daar zullen Manifesta
en de sfeer van C-mine wel voor zorgen. We gaan ook
onderzoeken of we hier voortaan echte summer schools kun-
nen organiseren.
Het kunstenaarsdorp wordt georganiseerd door
kunstenplatform WARP, i.s.m. de stad Genk, C-mine,
de provincie Limburg, KunstinLimburg.be en het FLACC.
Het loopt van 21 t.e.m. 25 augustus. De laatste dag is er een
‘meet & greet’ voor jonge kunstenaars uit Limburg en de
Euregio Maas-Rijn, en een grote WARP-ART-PARTY. Voor infor-
matie over het avondprogramma surf naar www.warp-art.be
Te bezoeken op C-mine. www.c-mine.be
Bijlage_DeStandaard_krantprofiel.indd 12 11/06/12 15:49
“De gesprekken zijn zeer persoonlijk en soms confronterend. Zowel voor de artiesten als de commentatoren is het telkens een mentale reis“Stef Van Bellingen, artistiek verantwoordelijke van WARP
The best of EXIT 2012 Uit de eindwerkprojecten van haar masterstu-
denten selecteert de Media, Arts & Design faculty
de beste werken voor Manifesta9 en presenteert
ze aan het grote publiek onder de noemer
‘The best of EXIT 2012’. Het is een mix van
vernieuwende projecten uit alle opleidingen:
Communicatie- & Mediadesign, Animatiefilm,
Televisie-Film, Fotografie, Grafisch Ontwerp,
Juweel & Edelsmeedkunst, Vrije Kunsten en
Productdesign. De locatie voor ‘The best of EXIT
2012’ is de campus C-mine.
Daarnaast zijn alle eindwerken te zien op de
traditionele eindejaarstentoonstelling, die dit jaar
plaatsvindt op 23 en 24 juni in één van de twee
torens in de Tweetorenwijk van Hasselt.
MAD-faculty, Campus C-mine Genk,
C-mine 5, 3600 Genk, www.mad-fac.be
De tentoonstelling is geopend van 5 juli tot 13
juli en 6 tot 24 augustus (niet op 15 augustus),
telkens van 10 tot 16 uur.
Hidden Places and Identities + Coalface In de Vennestraat denken ze deze zomer na
over identiteit, zowel de identiteit van een plek
– bijvoorbeeld door zijn groen of erfgoed – als
die van mensen – in dit geval een zeer diverse
populatie. De Finse kalligrafe Vivan Majevski en
de Genkse fotograaf Karel van Gerven brengen
de vennen tot in Galleriet in de Vennestraat. In de
inkomhal van Cinema Victoria creëert ZimmerFrei
een stereoscopisch beeld op diezelfde vennen.
Nog in de cinema denkt de Italiaan Vittorio
Mortarotti na over migratie in een multimediale
installatie. Iedere zaterdag in september nemen
diverse kunstenaars deel aan de versmarkt op
de Vennestraat en worden de groene plekken
- Schlammbekkens, de Vennen, wijngaard en
citétuin – opengesteld. Er is ook een picknick op
C-mine in samenwerking met de marktkramers.
De galerijen in de Vennestraat presenteren
ook ‘Coalface’, een fototentoonstelling over de
mijnstreek.
Van zondag 3 juni tot zaterdag 29 september
2012. Van woensdag tot zaterdag, telkens van
13 tot 18 uur
Cinema Victoria, Vennestraat 114, 3600 Genk.
Galleriet, Vennestraat 187, 3600 Genk.
www.galleriet.be
The Miners’ Hymns De zeer gewaardeerde IJslandse muzikant Jóhann
Jóhannson brengt een orgelspeler en achttien
koperblazers mee naar C-mine – voor de gelegen-
heid onder leiding van Dirk Brossé – om er live de
soundtrack te verzorgen bij The Miners’ Hymns. Die
documentaire van Bill Morisson is een soort lofzang
op de ter ziele gegane Noord-Engelse mijnindustrie.
“Ik componeerde een soort requiem voor die verlo-
ren industrie en cultuur”, zegt Jóhann Jóhannson.
“Ik speel zelf trombone en heb nu met lokale Engelse
blazers samengewerkt. Want elke mijngemeente
had een brass band, waarin de mijnwerkers vaak
zelf speelden en die hen begeleidde van de wieg
tot het graf. De film is dan ontwikkeld op het ritme
van de muziek.” Resultaat: emotionele muziek en
indringende beelden die wereldwijd op lof werden
onthaald. The New York Times sprak van ‘A majes-
tically somber, anthemlike melody’. Het concert
in Genk is het eerste op het Europese vasteland.
Jóhann Jóhannsson/ Bill Morrison/ Belgian
Brass/ Dirk Brossé, donderdag 5 juli, 20u15,
C-mine cultuurcentrum, C-mine 10 bus 2,
3600 Genk, 089 65 44 90,
www.c-minecultuurcentrum.be
Theater in het Zadel Theater in het zadel is een fietstocht die vertrekt
op C-mine, loopt langs boeiende plekken met
artistieke verrassingen, en eindigt op C-mine met
een theatervoorstelling.
Zondag 26 augustus van 11 tot 20u – inschrijven
tussen 11u en 13 u op het C-mine plein
C-mine cultuurcentrum, C-mine 10 bus 2, 3600 Genk
www.c-minecultuurcentrum.be
De ParadeDe verkavelingRegisseur Rudi Meulemans schreef een stuk voor
drie acteurs, met verzonnen gesprekken tussen
Virginia Woolf, Leonard Woolf en Vita Sackville-
West. Deze drie prominente figuren van de
Bloomsbury-groep praten in de laatste levensda-
gen van Virginia Woolf over de zoektocht van de
kunstenaar naar stilte en afzondering.
Vrijdag 15 juni om 20u15, zaterdag 16 juni om
20u15 en zondag 17 juni om 15u
Emile Vandorenmuseum, Henri Decleenestraat 21,
3600 Genk
www.c-minecultuurcentrum.be
Compagnie CeciliaLacrima “Lacrima” is een portret van een gehavende
man met een haat-liefdeverhouding voor de
plek waar hij vandaan komt. Een fictief verhaal
gebaseerd op echte levens.
Maandag 27 augustus, dinsdag 28 augustus en
woensdag 29 augustus om telkens om 20u15
C-mine cultuurcentrum, kleine zaal, C-mine 10 bus 2,
3600 Genk
www.c-minecultuurcentrum.be
Nog op C-mine
Bijlage_DeStandaard_krantprofiel.indd 13 11/06/12 15:49
een (r)evolutie
Manifesta
“Ik hoop dat bezoekers gewoon op wandel
gaan door deze 24.000 vierkante meter cultuur, ervan genieten en zich
laten verrassen.”Cuauhtémoc Medina, curator Manifesta9
Bijlage_DeStandaard_krantprofiel.indd 14 11/06/12 15:49
Cuauhtémoc Medina, curator Manifesta9
Manifesta, de curator‘Van Rocco Granata tot Estse kunst’Cuauhtémoc Medina is het hoofd van het curatorenteam van Manifesta9. Hij is een vermaarde Mexicaanse kunsthis-toricus en -criticus, die sinds 1992 fulltime als onderzoeker verbonden is aan het Instituto de Investigaciones Estéticas van de Nationale Universiteit van Mexico. Hij was van 2002 tot 2008 de eerste conservator van Latijns-Amerikaanse kunst in de Londense Tate Modern en één van de oprichters van Teratoma, een groep van curatoren, critici en antropologen in Mexico City, waar hij woont en werkt. Medina cureerde ook tentoonstellingen in Venetië en Londen.
“Ik ben nu al verschrikkelijk tevreden. De tentoonstelling heeft
prachtig vorm gekregen en dit is een project voor de stad: niet om
Genk te vertegenwoordigen, maar om in interactie te gaan met
wie hier leeft en om zijn enorme creatieve potentieel te tonen.
Wat was uw eerste gevoel?Genk is één van Europa’s interessantste sociale en historische
kruispunten. Ik was meteen onder de indruk van het sociale en
architecturale karakter van de stad. Het is duidelijk een metafoor
voor de cycli van modernisatie en de industriële tijd, en de span-
ning tussen het sociale geheugen en de forces of change zijn
erg betekenisvol. En dan is er nog de energie die ik kreeg van de
schone herinneringen van ex-mijnwerkers en mijnorganisaties.
U was dus meteen enthousiast?Het was vooral een kwestie van interesse. Ik ben een wetenschap-
per, en die werkt meer vanuit nieuwsgierigheid en zoeken naar
betekenis dan vanuit gevoelens. Het was natuurlijk een verrassing
dat ik gekozen werd, ook omdat Manifesta tot nu toe Europese cu-
ratoren heeft gehad. Dit is voor mij vooral een uitstekende kans om
mijn interesses als goed opgeleide historicus naar voor te brengen.
Het erfgoedluik betekent een radicale verandering? Veel meer dan vorige edities gaat deze expo uit van de plek waar
ze plaatsvindt. Manifesta is de perfecte context om te experimen-
teren en te verbreden, maar voor een biënnale is het echt een
uitdaging om een kunsthistorisch luik te presenteren omdat zulke
werken zich meestal bewegen in een zeer gesloten circuit van
gevestigde musea. Zowel qua techniek en economie als prestige
was het een hele klus om werken te lenen en de juiste omstandig-
heden te creëren om ze in te tonen.
Waarom wilt u dat per se?Ik vind het zeer belangrijk om het publiek manieren van kijken te
bieden die je niet in die andere musea vindt. Vaak worden werken
daar gegroepeerd per stijl of periode, maar buigt men zich niet
over vragen als hoe de schilderkunst samenging met de vervuiling
in de 19de eeuw of hoe het afbeelden van landschappen veran-
derde door de industrialisatie. Kunsthistorici en musea onderzoe-
ken te weinig hoe kunst intiem gelinkt is met veranderingen in het
leven en in onze ervaringen. Maar in een biënnale als deze kan je
zoiets perfect in vraag stellen.
Wat verwacht u van het publiek?Mensen zullen verschillende reacties en ervaringen hebben, die hun
kijk hopelijk verandert of uitdaagt. Ik hoop dat ze zonder vooroor-
delen komen kijken. Van buitenaf wordt de kunstwereld soms
gezien als een elitaire plek waar het om veel geld draait, maar mijn
ervaring is dat het een plaats is waar nagedacht wordt en informatie
uitgewisseld wordt op een manier die getuigt van enthousiasme en
verlangen. Ik hoop dan ook dat Manifesta mooi en toegankelijk zal
overkomen, vol vragende en mysterieuze momenten. Er is zowel
een kabinet ter ere van Rocco Granata als Estse kunst, en Turkse
artiesten liggen naast Suske & Wiske. Sommige dingen zullen beter
begrepen worden door iemand van hier in Winterslag dan iemand
die van New York afzakt en omgekeerd, maar elke nieuwsgierige
persoon kan hier komen genieten van 24.000 vierkante meter
cultuur. En daarna een biertje gaan drinken.
Zal het u ook beïnvloeden?Manifesta heeft me al erg veranderd omdat het me deed beseffen
hoe ik dingen kan herdenken en uitzonderlijk inventieve combi-
naties kan maken. Ik heb hiervan genoten als nooit tevoren. Ik
hoop natuurlijk dat ik nog eens zo’n kans krijg, maar dat mag nog
even duren. Vaker projecten doen van deze omvang zou ik niet
overleven.” (lacht)
Samen met de Biënnale van Venetië en Documenta in Kassel behoort Manifesta tot de belangrijkste kunst-
manifestaties van Europa. Het zoekt altijd de periferie op, regio’s waar het broeit, met een zekere sociale frictie.
Voor de negende editie werd dat Genk, en zo vindt de kunstbiënnale voor het eerst op Belgisch grondgebied
plaats. Het mijnverleden en -erfgoed in Genk bleek zo inspirerend dat Manifesta besloot meer te doen dan
een conventionele biënnale, namelijk een volledig overzicht geven van wat de hedendaagse kunst pretendeert
te zijn. Onder het motto ‘The Deep of the Modern’ laat Manifesta9 kunst van vandaag in dialoog treden met
oudere kunst en industrieel erfgoed. Dat is een primeur.
Cuauhtémoc Medina, die begin 2011 tot curator werd benoemd, krijgt de hulp van de Britse Dawn Ades en
Katerina Gregos, een Griekse die in Brussel woont.
Manifesta9, de Europese Biënnale voor Hedendaagse Kunst, loopt van 2 juni tot 30 september in en rond het
voormalige mijncomplex van Waterschei. Rondleidingen van dinsdag t/m zondag om 11u, 14u en 17u. Vrijdag is
er een extra rondleiding om 20u. www.manifesta9.org
Bijlage_DeStandaard_krantprofiel.indd 15 11/06/12 15:49
Steenkooltijdperkhet kunsthistorische luik
Er was lang artistiek verzet tegen de steenkoolindustrie
en ze wordt zelden beschouwd als een bron van cul-
turele energie. Nochtans heeft steenkool als brandstof,
milieufactor, fossiel en industrie de moderne kunst ge-
inspireerd en beïnvloed. Het tweede en kunsthistorische
luik van Manifesta presenteert een selectie van werken
van de late 18de tot het begin van de 21ste eeuw die dat
toont. ‘Samen vormen ze een essay over de onder-
grondse geschiedenis van het modernisme’, klinkt het.
17 Tonshet erfgoedluik Eén van de meest bekende mijnwerkersliederen ooit
is ’16 Tons’, opgenomen in 1946 door Merle Travis.
Door het erfgoedluik ’17 Tons’ te titelen wil Manifesta de
mogelijkheid aangeven dat de traditionele ideeën over
erfgoed met één ton kunnen worden overtroffen.
‘Verborgen parels’“Wij Limburgers zien de terrils en schachtbokken bijna
niet meer”, zegt Edgar Hermans, erfgoedcoördinator
bij Manifesta9. “Maar het erfgoed is indrukwekkend. Ik
hoop dat niet alleen bezoekers, maar ook de inwoners
zullen beseffen wat we hier hebben. Medina had dat in
elk geval snel door en wilde een stapje verdergaan dan
helmen en lampen. Hij zag vooral het potentieel van
het culturele en sociale erfgoed en vroeg me op zoek
te gaan naar verborgen parels: objecten en documen-
ten die in andere musea, politiearchieven of tussen
de familieschatten lagen. Daarrond bouwden we 17
kleine tentoonstellingen die het mijnverleden in Limburg
en ver daarbuiten weerspiegelen. Bij Oost-Europese
mijnwerkersfamilies ontdekten we doekjes waarop de
vrouwen authentieke spreuken en huiselijke taferelen
hadden geborduurd. In Nederland vonden we nooit
geziene maquettes van de ondergrond voor leerling-
mijnwerkers en in Frankrijk legden we contact met een
jongen die hele mijnen nabouwde in Legoblokjes. Het
verleden leeft dus voort in de jongere generatie, maar
ook in andere culturen. De islam deed voor een groot
stuk zijn intrede in België via de steenkoolindustrie. Elke
Turkse mijnwerker bracht een authentiek bidmatje mee.
Daarvan tonen we er een honderdtal, niet alleen omdat
ze mooi zijn maar vooral omdat ze het erfgoed van de
toekomst zijn.
Ook fantastisch is het werk van Eva Gronbach, een Duitse
kunstenares die van oude mijnwerkerskleren nieuwe
mode maakt. Ze maakt haar ‘German jeans’ ook met
allochtone jongeren en geeft in Genk een workshop.
Dromen van meerToen hij bijna rond was met zijn zoektocht miste Medina
nog één ding: de spanning rond de mijnsluitingen. Na
maanden zoeken heb ik in Brussel de politiearchieven
over het drama in Zwartberg in 1966 kunnen inkijken.
Op Manifesta kan iedereen ze voor het eerst lezen.
De reacties zijn bijzonder enthousiast, ook van de
kunstenaars hier. Ik heb het gevoel dat veel van hen de
laatste jaren teruggrijpen naar het verleden. Medina’s
aanpak was in dat opzicht zeer inspirerend en zal ook
mensen lokken die hier anders nooit zouden komen.
Hij slaat bruggen naar de anders zo gesloten wereld
van de hedendaagse en kunsthistorische werken.
Maar onze belangrijkste bedoeling is een duurzaam
effect te hebben op onze omgang met erfgoed. Er komt
een vervolgtraject met een internationaal symposium
in september. We willen niets forceren, maar ik hoop
dat de plannen voor de mijnstreek die al een tijdje in de
lade liggen nu eindelijk iets concreet zullen opleveren.
Een manifest voor de mijnstreek zou ons heel gelukkig
maken.”
een drieluik
Manifesta
Bijlage_DeStandaard_krantprofiel.indd 16 11/06/12 15:49
‘Poëzie van de herstructurering’het hedendaagse luik
Het kapitalisme stelt voortdurend het economische en productiesys-
teem bij. Daarmee verandert het niet alleen de sociale verhoudingen
en onze manier van leven, maar ook onze gevoeligheden en kijk
op de dingen. Het derde, meest actuele luik van Manifesta speelt
daarop in en toont de esthetische respons van 41 kunstenaars op
het industrialisme, het postindustrialisme, de hedendaagse arbeids-
omstandigheden en alle gevolgen daarvan. Kunst als getuige van
en plaats voor ‘ontregelingen’.
Ante TimmermansEen poëtisch confettiheuveltjeAnte Timmermans is één van de Belgische kunstenaars op Manifesta. Hij maakt al tien jaar tekeningen en objec-ten waarin hij de tragiek en de humor van het menselijke bestaan probeert te vatten. Timmermans woont en werkt in Gent en Zürich.
“Je moet daar eerlijk in zijn: het is een eer om te mogen deel-
nemen aan Manifesta. Het is een internationaal platform, dat
inhoudelijk goed in elkaar zit en niet voor the usual suspects
kiest. Dat is fijn. Het is ook geen tentoonstelling waarbij een
bende kunstenaars een ruimte gebruikt of misbruikt en dan
weer verdwijnt. Daar zullen de curatoren zeker voor zorgen.
Met Medina en Gregos kunnen spreken vond ik zeer inspi-
rerend. En dat gebouw in Waterschei … Ik heb er een ruimte
in de hoek van het gebouw gekregen met een mooi uitzicht
op de hoge schachtbok en op een mijnterril. Het was een
uitdaging om dat verleden als uitgangspunt te nemen. Ook dit
werk is ontstaan vanuit mijn fascinatie voor routine, absurdi-
teit en het alledaagse. Daarin probeer ik een soort poëzie te
vinden. De poëzie van de verveling, zou je kunnen zeggen. We
vinden het leven en onze bezigheden allemaal zo belangrijk,
maar eigenlijk stelt het niet zo veel voor. Hoe absurd is het niet
dat de steenkoolwinning maar 60 jaar heeft geduurd en dat
daar nu alleen mijnterrils van overschieten? Ze hebben hier 60
jaar putten gegraven om uiteindelijk een berg achter te laten.
Vandaar dat mijn installatie getiteld is ‘Make a Molehill out of a
Mountain of Work’.
PerforatiefIk vergelijk het soort fysiek onmenselijke, claustrofobische werk
in de mijnen met de mentale claustrofobie van de bureaucra-
tie van vandaag. Het is even absurd. Ik doe dat in een setting
die een soort vereenvoudigd kantoor is. Daarbinnen toon ik
werk, zoals een reeks van 80 tekeningen, en speelt er zich een
performatieve, perforatieve installatie af die alles in gang zet.
Tijdens de openingsdagen ga ik er stapels papier stempelen,
perforeren en klasseren. Vanuit die sleur ontstaat er een poë-
tisch confettiheuveltje. Enerzijds is het mijn manier om met het
absurde en alledaagse om te gaan, anderzijds wil ik erover
communiceren. Het idee achter deze installatie is misschien
zwaarmoedig, maar de uitwerking heeft ook iets ludieks. Het
zal weer ander werk doen ontstaan. Dit mijnverleden is mijn
gedachten binnengeslopen en zal er zorgen voor veel nieuwe,
interessante associaties.”
www.antetimmermans.be
foto: Kristof Vrancken
een drieluik
Bijlage_DeStandaard_krantprofiel.indd 17 11/06/12 15:49
Dumont 20-90: Jong erfgoed in de buurt
Waar? In de Dumontlaan nemen
kunstenaars uit verschillende disciplines
huizen tussen nummer 20 en 90 in.
“Mijn collega Niek Kosten en ik namen
graag pand nummer 40 aan”, zegt
grafisch ontwerper Stijn Segers, die mee
de looks en gezamenlijke communicatie
van de tijdelijke cultuurstraat bepaalde.
Wie? In ongeveer twaalf panden zijn 85
kunstenaars aan het werk uit verschil-
lende disciplines zoals beeldende kunst,
fotografie, productdesign en grafische
vormgeving.
Wat? “Niek en ik – allebei gebeten door
typografie en erfgoed – willen vanuit
ons huis een ‘Monument voor de Onbe-
kende Trucker’ oprichten, als herinne-
ring aan de truckchauffeurs die tot vier
jaar geleden hun vaste rustplek hadden
op de parking voor het mijngebouw van
Waterschei, waar nu Manifesta plaats-
vindt. Onder meer via interviews met
bewoners onderzoeken we de impact
daarvan op de buurt en ontwerpen we
een monument dat een plaats krijgt op
de parking. Wij willen het jonge erfgoed
niet vergeten, een beetje als tegenge-
wicht voor Manifesta dat veel aandacht
schenkt aan een verder verleden. Het
monument wordt in samenwerking met
Manifesta geopend op 14 september.”
Waarom? “De tijdelijke cultuurstraat
is een open systeem dat geen oor-
deel probeert te vellen over wat goed
of slecht is, wat een amateur en wat
een professional is, iets wat toch vaak
gebeurt in de kunstensector. Balan-
cerend op de grens met ironie willen
we de discussie aanwakkeren. En dat
in de wijk, waar we de straat en het
buurtgevoel willen doen heropleven. We
hopen dat er met dit evenement een
nieuwe dynamiek ontstaat die de trieste
leegstand wat terugdringt.”
Dumont 20-90, Temporary
Contemporary Neighbourhood –
Professional and amateur artists living
peacefully together.
André Dumontlaan 20 – 90, 3600 Genk.
Van zondag 1 juli t.e.m. zondag
30 september 2012 van 09 tot 22 uur
www.facebook.com/dumont2090
Er zijn zo’n tachtig parallel-events die tegelijkertijd met Manifesta plaatsvinden. Wij belichten er drie.
Bijlage_DeStandaard_krantprofiel.indd 18 11/06/12 15:50
FLACC: Kleine verhalen, grote verbanden
Wie? FLACC is een werkplaats in Genk in de
nabijheid van de Manifestalocatie waar beeldend
kunstenaars inhoudelijke, praktische en financiële
steun kunnen krijgen voor projecten. “Het was
voor ons niet evident om aan Manifesta deel te
nemen omdat we geen presentatieplek zijn”, zegt
artistiek leider Luuk Nouwen. “Uiteindelijk kwamen
we tot een project dat én een presentatie is én
een werkplaatsproject.”
Wat? Het Duits-Britse duo Nilson Plugfelder wil
archieven een actievere rol laten spelen en ervoor
zorgen dat kennis niet in de vergetelheid geraakt.
In FLACC verwerken ze eerder gemaakte kunst-
werken, documenten of testprints in een presen-
tatie die knipoogt naar de 19de-eeuwse ‘Wun-
derkammers’, privéverzamelingen zonder enige
samenhang, maar zijn coherentie benadrukt in de
titel ‘The Verbandkammer’.
Waar? De archiefinstallatie is te zien in FLACC en
wordt na afloop verdeeld over het gebouw. “Zo
wordt het archief meer een intrinsiek onderdeel
van de werking. In de komende jaren gaat FLACC
de notie van werkplaats onderzoeken. Om dat
een goede start te geven moet je weten waar
je staat en daarbij kan ‘The Verbandkammer’
helpen. Het is een installatie die interessant is voor
een meer ingewijd publiek en zeker voor kunste-
naars die hier nog iets zouden willen doen.”
Wat nog? Misschien minder kunstminnend, maar
gewoon nieuwsgierig publiek kan mee met
‘A Subjective Bus Line’, van de Poolse kunstenaar
Grzegorz Klaman. Het personeel van de nu bijna
verlaten scheepswerven in Gdansk streed vroeger
tegen het communisme, maar romantiseert nu
soms wat ze vroeger verafschuwden. Klaman wil
die persoonlijke verhalen redden van de vergetel-
heid. Hij doet dat nu ook voor de ex-mijnwerkers
in Genk, die de gids laat zijn op een bustour door
de stad. De vertellers kiezen een persoonlijke
route. “Met die kleine verhalen vormen we een
tegengewicht voor de grote verhalen van Mani-
festa.Tijdens de finissage zorgt het Nederlandse
koppel Kaleb De Groot en Roosje Klap voor een
performance, gebaseerd op onderzoek dat ze
hier zullen gevoerd hebben. Het enige dat we nu
al weten is dat De Groot een verwijzing naar dit
project nadien op zijn lijf zal tatoeëren – zoals hij
altijd doet.”
‘The Verbandkammer’, FLACC, van 31 mei tot
30 september, open elke donderdag, vrijdag,
zaterdag en zondag tussen 10 en 18 uur.
www.flacc.info
‘A Subjective Bus Line’, vertrek vanaf de parkeer-
plaats van het mijngebouw van Waterschei, op
vrijdag om 12.30 uur en zaterdag om 15 uur.
Reserveren via Het Vervolg: [email protected]
of 011 60 30 19
FLACC, Casino Modern, André Dumontlaan 2,
B-3600 Genk
Drie parallel-events GIGOS: In real time Wie? In 2004 fuseerden verschillende jeugdwelzijnswer-
kingen in Genk tot Gigos. Dat probeert een zinvol vrijetijds-
aanbod te bieden voor kinderen vanaf drie jaar, vooral van
allochtone afkomst. Zwiep is Gigos’ fotografieatelier.
Wat? “Toen 17 jaar geleden de koeltorens in Waterschei
werden opgeblazen heeft Zwiep dat vastgelegd in een foto-
reportage, stofwolk en al”, zegt directeur Leo Nouwen. “Op
die plaats hebben ze nu een container gezet waarin je dat
proces weer kan beleven. Ernaast staat een grote camera
obscura, waar wekelijks een fragmentarische, analoge
opname wordt gemaakt, die na 16 weken een totaalbeeld
gaat vormen.”
Waar? “Het fotoatelier zit op de Manifesta-site zelf, niet
evident voor een parallel-event. Het is echt een knap project
en dat zeg ik niet uit chauvinisme. We ijveren altijd voor
kwaliteit. Het moet meer zijn dan een charmant projectje,
want dat zou onze jongeren geen goed doen. Vaak hebben
ze een laag zelfbeeld, dus het is belangrijk in the picture te
komen met iets dat ook echt mag gezien worden. Dat krikt
hen enorm op.”
Wat nog? Samen met Manifesta heeft Zwiep een geluids-
wandeling in de tuinwijk van Waterschei uitgewerkt, die
bezoekers met een koptelefoon en infoboekje door de wijk
loodst. Al het beeldmateriaal in het boekje is gemaakt door
de jongeren van Zwiep. Gigos werkte ook een schattentocht
uit die cultureel weinig ervaren kinderen en jongeren de weg
naar Manifesta helpt vinden.
Real Time 1&2, nog tot 30 september op het mijnterrein van
Waterschei. Open van dinsdag tot zondag, van 10 tot 19 uur,
en op vrijdag van 10 tot 22 uur.
www.gigos.be
Bijlage_DeStandaard_krantprofiel.indd 19 11/06/12 15:50
culturen proeven
Culinair
De Polen, Italianen, Turken en Marokkanen. Allemaal kwamen ze in de mijnen werken en allemaal brachten ze hun familie, talen en gewoontes mee. Ook moeders en keukens verhuis-den mee. Gevolg: vandaag kan je nog altijd veel verschillende culturen proeven in Genk. De Vennestraat, de Stalenstraat en de Hoevenzavellaan lopen langs de voormalige mijnsites en zijn gekend voor hun Italiaanse, Griekse, Turkse, kortom multi-culturele restaurants. In Genk noemen ze het de ‘volkskeukens’ en de Vennestraat heet nu zelfs de ‘Straat van de Zintuigen’. Wie op culinaire wandeling wil, vindt tips in het boekje bij de ‘Ingrediëntentocht’ in de Vennestraat. Deze zomer kan je voor de tocht een gids inhuren. En vergeet vooral het jaarlijkse volksfeest in de Vennestraat en op C-mine niet, dat dit jaar een echte Passegiata wordt en plaatsvindt op 15 september.
Voor de beste korst en topping moeten we bij Massimo Zam-
poni (31) zijn. In augustus opende hij in Genk Il Proverbio, de
enige plek in ons land waar je de echte Napolitaanse pizza
kunt eten.
Waar liggen uw roots? Ik ben geen Belg en geen Italiaan. Misschien ben ik het al-
lebei. Mijn beide grootouders zijn uit Italië naar hier geëmi-
greerd in de jaren ‘50 om in de mijnen te werken. Ik ben hier
geboren, in de mengelmoes aan culturen. Na mijn studies
Toegepaste Economische Wetenschappen heb ik voor een
bruidsjurkenatelier en porseleinfabrikant gewerkt en ik zou
nog zo veel andere dingen kunnen doen. Het leven lijkt soms
veel te kort. Nu heb ik voorlopig voor pizza gekozen. Daar hou
ik al mijn hele leven van.
Zijn er niet genoeg pizzeria’s?Mijn omgeving verklaarde me gek dat ik aan een pizzaoven
wou gaan staan. En dan nog in Genk, waar het al barst
van de Italianen. Ze hadden een punt, maar ik wist dat mijn
verhaal heel anders zou zijn. Ik bak de Napolitaanse pizza, de
enige echte oorspronkelijke afstammeling van de foccaccia’s
van de Romeinen.
Van wie leerde u dat?Ik volgde les bij Enzo Coccia, één van Italië’s beroemdste piz-
zabakkers, die ook achter de AVPN zat, een organisatie die
de oorspronkelijke pizza wil beschermen. Want het is één van
de meest verspreide culinaire producten ter wereld, maar ook
één van de meest misbruikte. De AVPN legde daarom regels
vast en in 2010 kreeg de Napolitaanse pizza een beschermd
statuut. Ik bak hem in een ambachtelijke houtoven op hoge
temperatuur – tussen de 400 en 500 graden. Hij moet daar-
door maar 60 à 70 seconden liggen en bewaart de smaken
optimaal.
Hoe staat het in Genk?Er is veel potentieel, zeker als het juist aangepakt wordt.
In Stuttgart heb ik ooit de lekkerste kebab ooit gegeten. Er
stond een file van twintig man, ook al was het middernacht.
Er was maar één saus, maar die was huisgemaakt, net als
het brood, de kruidenmix en het vlees. Wie zich onderscheidt
en durft te investeren in kwaliteit wint altijd. Je moet risico’s
durven nemen, maar het geeft echt voldoening als je aan het
juiste eind trekt.
Il Proverbio, Noordlaan 24b1, 3600 Genk, 089 30 67 50,
www.ilproverbio.be, elke dag geopend van 18 tot 22 uur,
behalve op maandag en dinsdag.
Meer gezellige volksrestaurants in genkSaloniki (Grieks) • Stalenstraat 93 • +32 89 38 14 28----------------------------------------------------------------------Polat (Turks) • Vennestraat 146 • +32 89 24 31 41www.restaurant-polat.be----------------------------------------------------------------------La Posta (Italiaans) • Vennestraat 185 • +32 89 30 30 48www.lapostagenk.be----------------------------------------------------------------------El Greco (Grieks) • Hoevezavellaan 68A • +32 89 38 37 70 www.elgreco.webs.com
Voor meer culinaire adressen in genk, surf naar:www.uitingenk.be
Bijlage_DeStandaard_krantprofiel.indd 20 11/06/12 15:50
Hooverphonic doet deze zomer alleen Genk en Leuven aan.“Dit voelt als een eerste blind date”Genk on stage blaast deze zomer tien kaarsjes uit. Het gratis stadsfestival viert die
verjaardag met toeters en bellen, of beter gezegd met blazers en strijkers, want op de
affi che – met daarop onder meer Milow, Daan, Suzanne Vega, Will Tura en School is
Cool – prijkt Hooverphonic with orchestra. “Naast Beleuvenissen spelen we deze zomer
alleen dit festival”, zegt frontman Alex Callier. “We willen tijd om aan de nieuwe plaat te
schrijven, maar optreden op Genk on stage doen we met veel plezier en in stijl.
Hooverphonic is een sterke, hechte groep en we gaan er prat op altijd kwaliteit te
brengen. Daar werk ik hard voor. Ook in Genk wil ik een supergoede set neerzetten.”
Het oogt alvast veelbelovend. “We wilden absoluut iets speciaals doen en dus brengen
we een afgeslankte versie van ons groot orkest mee: twaalf strijkers, drie blazers
en een percussionist. Het is de eerste keer dat we dat voor een festival doen. Zo’n
orkestbezetting is een echte meerwaarde omdat we dan alles live kunnen spelen en
omdat het een extra vibe geeft. Het is de ultieme set-up voor Hooverphonic omdat
onze sound gebaseerd is op strijkers en blazers. Dat fi lmische en luxueuze is waarom
mensen van ons houden. Als het aan mij lag speelde ik al sinds 1998 met een orkest,
maar dat was fi nancieel niet haalbaar. Nu geniet ik er ontzettend van. Het is een
beetje kicken.”
BovengrondsIn Genk verwacht hij dan ook goede reacties. “Ik vind het ongeloofl ijk tof om er te spe-
len. Een Limburger voelt zich niet te goed om zijn enthousiasme te tonen. We hebben
al op C-mine gespeeld – onze drummer is trouwens van Genk – en dat vond ik indruk-
wekkend. Hooverphonic heeft zich altijd geprofi leerd als een retrofuturistische groep
en het Energiegebouw belichaamt die sfeer helemaal. Het oude en moderne schuift er
perfect ineen. Ik vind het geslaagd en inspirerend. Er zijn veel toffe zalen in België en
C-mine is daar zeker één van. Ik zou me wel niet geroepen voelen om af te dalen in een
mijnschacht. Daar ben ik te claustrofobisch voor. Doe mij maar Genk bovengronds.”
Vlinders in de buikWat hij van Genk on stage moet verwachten weet hij niet. “We hebben er nog nooit
gespeeld. Het is een gigantisch voordeel dat we heel veel hits hebben die bijna instant
herkenbaar zijn, maar het is toch afwachten hoe het publiek zal reageren. Dat is geen
onaangenaam gevoel. Het geeft gezonde stress en zenuwen, een beetje vlinders in
de buik. Daar hou ik wel van. Het is vergelijkbaar met een nieuwe plaat maken. Ook
deze keer heb ik geen fl auw benul van waar we gaan uitkomen. Maar het boeiende
aan wat ik doe is net dat ik altijd weet waar ik begin, maar nooit waar ik eindig. Het
wordt natuurlijk wel een Hooverphonic-plaat. Ik noem dat de blauwdruk. Als artiest
ben je soms gefrustreerd dat je er niet van weg geraakt, maar de fan is daar blij om.
Voor hem is het herkenbaar. Ik probeer het positief te zien: ik wil altijd evolueren, maar
uiteindelijk is het sterker dan jezelf. Je blijft wie je bent.”
Genk on stage loopt van 22 t.e.m. 24 juni. Hooverphonic beklimt het Headliners-
podium op zaterdag. Het album ‘Hooverphonic with Orchestra’ is overal verkrijgbaar.
Meer info en programma: www.genkonstage.be
Download de festivalapp van Genk on stage vanaf volgende week.
Genkmuzikaal
Download de festivalapp van Genk on stage vanaf volgende week.
“Een Limburger voelt zich niet te goed om zijn enthousiasme te tonen”
Alex Callier, frontman van Hooverphonic
Hooverphonic op Genk on stage
Bijlage_DeStandaard_krantprofiel.indd 21 11/06/12 15:50
‘Krijt hecht goed’Musea zijn heel belangrijk om projecten te tonen en ondersteunen, maar voor mij is het een
te artificiële omgeving om te werken. Ik wil de echte wereld aanraken. De afgelopen tien jaar
heb ik veel gewerkt in volksbuurten: in Gent, Aalst, Rio de Janeiro en nu sinds januari in Genk.
Een heel jaar lang maak ik er krijttekeningen in opdracht van de stad Genk. Ik begin gewoon te
tekenen, laten we zeggen op de stoep. Op het eerste zicht heeft niemand er wat aan, maar ik
probeer met die lijnen overal te komen en er een soort vanzelfsprekendheid van te maken dat ik
terugkom. Ik ben nu geen onbekende meer in Sledderlo en in Nieuw Texas. Ik werk vooral in de
allochtone gemeenschap. Eigenlijk is geen één buurt geschikt om te tekenen. Je zit met voegen
in muren, gebouwen waarop ik niet mag tekenen en mensen die het niet goed vinden. Ik moet
veel problemen overwinnen voor ik daadwerkelijk aan de slag kan, maar dat levert wel span-
ning op. Het is een weerstand en sociale dynamiek die je niet in een museum vindt en waardoor
het interessant wordt. Als je een verhaal leest en er gaat niets mis, dan is er toch niets aan?
Ongeschreven wettenSommige mensen vragen me waarom ik het doe terwijl de tekeningen toch gewoon weg-
geregend worden, maar dat onschuldige van krijt is ook handig. Ik heb geen officiële toestem-
ming nodig en kan in korte tijd veel zetten doen. Daardoor ontstaat er een grote dichtheid aan
tekeningen, en soms aan ontmoetingen. Ik word gevraagd voor een kopje koffie, of zelfs het
avondeten. Ik mag tekenen op huizen, garages en soms zelfs op het plafond van de woon- of
slaapkamer. Dat vind ik het spannendst: vragen of ik in huis mag tekenen. Dan komt ook het
ambivalente: kinderen – in mijn ogen de oorspronkelijke gebruikers van het krijt – tekenen
met mij mee, maar eens ik van de stoep of straat af ga mogen ze van hun ouders niet meer
meedoen. En zo is er een heel web aan ongeschreven wetten waar ik doorheen moet navigeren.
Schoonheid oprapenKinderen reageren het best en het meest fantasievol. Het zijn alleen volwassenen die het
verspilling noemen. Daarop zeg ik tegen zo’n man dat het dan ook verspilling is wanneer op
schoolborden kennis wordt overgedragen met krijt dat ’s avonds wordt weggevaagd. Natuurlijk
is krijt vergankelijk, maar het hecht wel goed. Al mijn kleine ingrepen leiden tot reacties en
resultaten die ik van tevoren niet kan bedenken. Ik schrijf ze allemaal op, alsof ik een documen-
taire maak over een buurt, maar dan vanuit het tekenen. In alledaagse ontmoetingen tussen
mensen zit zo veel schoonheid en ik wil ze overal oprapen.”
Van donderdag 31 mei t.e.m. zondag 30 september 2012 van 15 tot 21 uur op verschillende loca-
ties in Genk. Bart blogt over dit project op www.flacc.infobe. Meer info op www.bartlodewijks.nl.
in de stad
Kunst
“Dat vind ik het spannendst:
vragen of ik in huis mag tekenen.”Bart Lodewijks
Bijlage_DeStandaard_krantprofiel.indd 22 11/06/12 15:50
Stefan Brijs & Koenraad Tinel
Brijs: ‘Een glimlach of grimlach’Paul Auster heeft de Amerikanen ooit gevraagd
om waargebeurde verhalen op te sturen, met een
enorme respons en boek tot gevolg. Dat heeft
me geïnspireerd voor dit Genkse verhalenproject.
Mensen mogen een herinnering komen vertel-
len, een flard van iets dat ze ooit meegemaakt
hebben. Het kan een verhaal over heimwee zijn,
maar ook over een huisdier waarmee iets fantas-
tisch is gebeurd. Wij noteren de verhalen. Die zul-
len in Genk wellicht heel multicultureel zijn, maar
voor de rest weet ik niet waar ik aan begonnen
ben. (lacht) Dat is geen beangstigende ervaring,
want iedere keer dat ik aan een roman begin,
weet ik niet wat er gaat komen. Met de jaren is er
alleen de geruststelling dat het wel goed komt. Ik
woon toch redelijk als een kluizenaar en iedere
keer dat ik door een project als dit mag buiten
spelen ben ik blij. Het is extra boeiend omdat ik
van Genk ben. Ik heb er dertig jaar gewoond.
Mijn ene grootvader was mijnwerker, de andere
heeft er als metselaar een kerk gebouwd. Ik heb
vroeger hard uitgehaald naar de stad vanwege
de bouwwoede en het beton, maar nu gaat het
de goeie kant op, onder meer met C-mine. De
jeugd, de liefde, het schrijverschap, ik heb het
allemaal ontdekt in Genk, maar ik weet nog niet
wat ik zelf ga vertellen. Mensen moeten geen
drempelvrees voelen. Het verhaal moet gewoon
kort een herkenbare emotie oproepen.
Een glimlach of een grimlach.
www.stefanbrijs.be
Tinel: ‘Goesting en eenvoud’Na de oorlog hoorde ik spreken over een
verenigd Europa. Geen geruzie meer, dat klonk
me natuurlijk als muziek in de oren. Sindsdien
heb ik me verdiept in de geschiedenis van
Europa. In de mythologie is zij de mooie
dochter van Azië en Afrika die door Zeus, de
oppergod van de Grieken, geschaakt wordt.
Hij vlucht met het meisje op zijn rug naar Kreta.
Daar heb ik een paar jaar geleden een sculp-
tuur van gemaakt. Ik had daar goesting in. Dat
is belangrijk voor mij. Het beeld is acht meter
hoog, negen meter lang en drie meter breed
en heeft een tijd bij mij in Vollezele op de heuvel
gestaan. Maar je laat je werk natuurlijk graag
zien. Iedereen mag ernaar kijken en er het zijne
van denken. Ik kan alleen maar zeggen dat het
een eenvoudige vorm heeft omdat ik dat dikwijls
het krachtigst vind. Het zal natuurlijk interes-
sant zijn om de reacties van de Genkenaren te
horen en hun verhalen te verzamelen. Zelf zou
ik over de oorlog vertellen. Ik heb in Duitsland in
de bossen geleefd, Russen gezien en ben dan
met de Amerikanen teruggekeerd naar Gent.
Mijn familie, die goed leefde voor de oorlog,
kwam in de gevangenis terecht en ik woonde
op een kamertje met mijn moeder en mijn zus.
Zoiets bepaalt je leven, willens nillens. Ik werk
graag mee aan een multicultureel project als
dit want de mentaliteit van oorlog en uitsluiting
mag nooit meer voet aan de grond krijgen.
www.koenraadtinel.be
Kunstenaar Koenraad Tinel plant zijn groots monument voor Europa deze zomer neer in Genk. Aan de voet daarvan vinden avonden plaats waarop Genkenaren mogen vertellen over keerpunten in hun leven. Schrijver Stefan Brijs noteert ze en maakt er later, samen met Tinel, een publicatie, een tentoonstelling en theater-voorstelling van.
Bijlage_DeStandaard_krantprofiel.indd 23 11/06/12 15:50
Bijlage_DeStandaard_krantprofiel.indd 24 11/06/12 15:50