jaarverslag wza 2014 def.pdf
Transcript of jaarverslag wza 2014 def.pdf
Jaardocument 2014
Wilhelmina Ziekenhuis AssenVertrouwd en dichtbij
Uitgangspunten van de verslaglegging
Deze jaarverantwoording is opgebouwd volgens het model
dat daarvoor is vastgesteld door het ministerie van VWS
op grond van de Regeling verslaggeving Wet Toelating
Zorginstellingen (WTZi). Tot deze jaarverantwoording
behoren de digitale bijlagen via de webenquête
DigiMV. Deze bevat vragenlijsten over de kern- en
productiegegevens van het WZA, de Jaarenquête Zorg en
de prestatie-indicatoren IGZ en Zichtbare Zorg. De DigiMV
is gedeponeerd bij het CIBG en in te zien via de website
www.jaarverslagenzorg.nl.
Algemene identificatiegegevens Wilhelmina Ziekenhuis Assen
Naam
Stichting Wilhelmina Ziekenhuis Assen
Adres
Europaweg-Zuid 1 / Postbus 30001
Postcode en plaats
9401 RA Assen
Telefoon
(0592) 32 55 55
Identificatienummer Kamer van Koophandel
41017323
Internetpagina
www.wza.nl
E-mailadres
Gebruikte afkortingen in dit jaarverslag
CBT crisisbeleidsteam
CR cliëntenraad
CSA centrale sterilisatieafdeling
EPD elektronisch patiëntendossier
ICM integraal capaciteitsmanagement
IGZ Inspectie voor de Gezondheidszorg
MT managementteam
NIAZ Nederlands Instituut voor Accreditatie in de Zorg
OR ondernemingsraad
PDCA plan-do-check-act
PDMS patiënt data managementsysteem
PRI prospectieve risico-inventarisatie
RvB raad van bestuur
RVE resultaatverantwoordelijke eenheid
RvT raad van toezicht
SB stafbestuur
SE specialistische eenheid
SEH spoedeisende hulp
SMO stafdienst managementondersteuning
VIM veilig incidenten melden
VMS veiligheidsmanagementsysteem
WNT Wet normering bezoldiging topfunctionarissen
publieke en semipublieke sector
WZA Wilhelmina Ziekenhuis Assen
Leeswijzer
In dit digitale jaardocument 2014 van het Wilhelmina
Ziekenhuis Assen is een interactieve navigatie aangebracht.
Alle hoofdstukken en paragrafen in de kleurrijke
inhoudsopgave op de volgende pagina kunt u aanklikken,
waarna u direct naar het betreffende onderwerp springt.
Via de navigatiebalk onderaan elke pagina kunt u met de
pijlen links en rechts door het document bladeren. Als u
klikt op een van de hoofdstuktitels in de navigatiebalk,
gaat u rechtstreeks naar het hoofdstuk van uw keuze.
Ook in de hoofdtekst van het jaardocument zijn hier en
daar hyperlinks aangebracht. Deze zijn herkenbaar aan de
onderstrepingen; uw cursor verandert bovendien in een
handje als u over een hyperlink schuift. Wanneer u op een
hyperlink klikt, opent zich een nieuw venster naar een
externe website. Het WZA-jaardocument blijft open staan.
Colofon
Redactie
Bureau communicatie Wilhelmina Ziekenhuis Assen
Vormgeving
In Ontwerp, Assen
Inhoudsopgave
Over WZAJuridische structuur KernactiviteitenKerngegevens Capaciteit en productieOrganogram interne organisatie Missie en visie Werkgebied
Personele bezetting
Strategie en beleidPrioriteit en positionering Basiswaarden
Strategische risico’s
Zorg Organisatie van de zorg
Ontwikkelingen binnen ZorgOnderzoek en ontwikkeling
De patiënt centraalParelen Gastvrijheid Spiegelgesprekken
Zorgpaden PatiënteninformatieBezoektijden
Kwaliteit en veiligheidAlgemeen kwaliteitsbeleid Externe toetsing KwaliteitsrichtlijnenTransparantie Dossieronderzoek Ranglijsten
Keurmerken
Sterftecijfer/HSMR Informatieveiligheid Operationeel risicomanagement
Calamiteiten Infectiepreventie Medicatieveiligheid
EfficiëntieProgramma Gezonde Toekomst
Integrale capaciteitsplanning
Informatisering en automatisering
Tevredenheid
HuisartsenPatiënttevredenheidsonderzoek
ZorgkaartNederland
KlachtenAansprakelijkheidsstellingen
Toegangstijden en doorlooptijdenZiekenhuisapotheek
MedewerkersOrganisatieontwikkeling PersoneelsontwikkelingArbobeleid Gezondheid- en verzuimbeleid Opleiding en onderwijs Personeels-veiligheid Interne klachten-commissie Interne ontwikkelingen voor medewerkers
Bestuur en toezichtNormen voor goed bestuur
Raad van bestuur Raad van toezicht
Maatschappelijk verantwoord ondernemen Maatschappelijke verantwoordelijkheid MobiliteitsmanagementMilieu- en duurzaamheidsprestaties VerbruikVrijwilligers Zorg- en samenwerkingspartners
FaciliteitenKwaliteit van de gebouwen
BedrijfsveiligheidCrisisbeheersplan Toekomst
Nieuw strategische koers2015-2017
Medezeggenschap en adviesorganenManagementteam
Vereniging medische staf Ondernemingsraad Cliëntenraad
Financieel beleidFinancieel risicomanagement Administratieve organisatie
Correct declareren De ontwikkeling gedurende het boekjaar
Toestand op balansdatumGebeurtenissen na balansdatum
4
Met genoegen biedt de raad van bestuur van het
Wilhelmina Ziekenhuis Assen (WZA) u het jaardocument
maatschappelijke verantwoording 2014 aan. Dit
jaardocument geeft inzicht in onze activiteiten in 2014
en de mate waarin wij onze doelstellingen hebben
gerealiseerd. Tevens biedt het een blik op 2015.
Een belangrijk deel van 2014 heeft in het teken
gestaan van de reorganisatie van het cluster Zorg,
waardoor integraal capaciteitsmanagement beter
vorm gegeven kan worden. Verpleegafdelingen zijn
samengevoegd tot verpleegeenheden en bureau Integraal
capaciteitsmanagement (ICM) is ingevoerd als nieuw
organisatieonderdeel.
Verder hebben wij hard gewerkt aan de totstandkoming
van onze nieuwe strategische koers 2015-2017, waar ook
medewerkers, medisch specialisten, ondernemingsraad,
cliëntenraad, huisartsen en zorgverzekeraars intensief
bij zijn betrokken. In het aldus ontstane breed gedragen
beleidsplan zet het WZA een duidelijke visie op de
toekomst neer. Ons uitgangspunt, nu en in de toekomst:
het WZA wil een volwaardig basisziekenhuis blijven
voor inwoners van Assen en omgeving. Door meer
dan ooit toegevoegde waarde te bieden voor al onze
belangrijke partners (patiënt, collega-zorgaanbieders,
zorgverzekeraars), door met hen in gesprek te gaan en
nadrukkelijk de samenwerking op te zoeken gaan wij vol
vertrouwen de toekomst tegemoet.
Een hoogtepunt van 2014 tot slot was de toekenning
van de instellingsbrede NIAZ-accreditatie voor het gehele
kwaliteitssysteem van het WZA. De vrolijke omslagfoto
getuigt van dit memorabele moment. Ook in 2015 blijven
wij ons ten volle inzetten om het hoge ambitieniveau op
het gebied van kwaliteit vast te houden.
Op deze plek wil ik mijn waardering uitspreken voor alle
medewerkers, medisch specialisten en vrijwilligers die zich
dagelijks met grote betrokkenheid inzetten voor onze
patiënten. Dankzij het vertrouwen van de verwijzers in
ons werkgebied, de zorgverzekeraars en overige relaties
konden wij ook in 2014 onze patiëntenzorg bieden. Daar
zijn wij zeer erkentelijk voor. Op de eerste pagina’s van dit
jaardocument treft u interviews met enkele van onze
gewaardeerde ketenpartners aan.
De raad van bestuur bedankt de raad van toezicht voor de
goede en deskundige samenwerking en het bestuur van
de vereniging medische staf, de ondernemingsraad en de
cliëntenraad voor hun waardevolle inzet en adviezen.
Assen, mei 2015
drs. B.A. Ponsioen
voorzitter raad van bestuur
Voorwoord raad van bestuur
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
5
De raad van toezicht heeft ook in 2014 in goed en
constructief overleg met de raad van bestuur kennis
genomen van, overleg gevoerd over en goedkeuring
gegeven aan de ontwikkelingen en de resultaten van
Wilhelmina Ziekenhuis Assen (WZA). In vele belangrijke
dossiers is de raad van toezicht samen opgetrokken
met de raad van bestuur, ieder vanuit de eigen rol en
verantwoordelijkheid.
De raad van toezicht kende in 2014 geen mutaties. Wel
heeft een herbenoeming plaatsgevonden van de heer drs.
W.A.H. Nugteren.
In dit jaardocument 2014 geeft het WZA inzicht in de
activiteiten en gerealiseerde doelstellingen van het
afgelopen jaar. De raad van toezicht doet in dit document
verslag van het toezicht op de strategie, het beleid, financiën,
risicomanagement, kwaliteit en veiligheid, en de algemene
gang van zaken in het Wilhelmina Ziekenhuis Assen.
De strategische koers die opgesteld is voor de komende
jaren wordt volledig onderschreven door de raad van
toezicht. De vier thema’s (versterken van de positie in de
regio; slagvaardigheid; kwaliteit; doelmatigheid) die in
het plan zijn vastgesteld, vormen ons inziens een goede
strategie om in de huidige snel veranderende zorgmarkt te
kunnen voortbestaan als volwaardig basisziekenhuis.
De raad van toezicht erkent dat de positie van het WZA
als relatief klein ziekenhuis in een regio met meerdere
aanbieders aan de ene kant kwetsbaar is. De hechte
banden en korte lijnen met persoonlijk contact met
huisartsen en andere verwijzers bieden aan de andere kant
grote voordelen en kansen.
De raad van toezicht spreekt het vertrouwen uit dat het
WZA in 2015 voortvarend de nieuwe strategische koers zal
volgen en uitwerken.
Assen, mei 2015
mr. L.J. Klaassen
voorzitter raad van toezicht
Voorwoord raad van toezicht
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
6
Interview
“Het contact tussen de eerste en tweede lijn wordt steeds intensiever. Twintig jaar geleden lagen mensen die een nieuwe knie of heup kregen, drie weken in het ziekenhuis. Met de huidige joint care is dat slechts een paar dagen, maar het fysiologische herstelproces heeft ondertussen wél tijd nodig. Ook de reumabedden in het WZA bestaan niet meer. Dankzij de betere medicatie en OK-technieken hoeven patiënten minder lang opgenomen te worden. De meeste patiënten die vanuit het WZA bij ons en bij andere fysiotherapeuten in de regio belanden, zijn mensen voor wie monodisciplinaire zorg voldoet. Heupen en knieën zijn daarvan een voorbeeld. Als multidisciplinaire zorg nodig is, bijvoorbeeld bij een CVA, dan zijn ze beter af in gespecialiseerde centra.”
KruisbestuivingPeter-Erik van Sisseren is tevreden over de onderlinge kruisbestuiving. “Ook de regionale netwerken waarvan de eerste- en tweedelijnsfysiotherapeuten deel uitmaken, versterken de kwaliteit en het goede contact. Met deze netwerken rond COPD, rond CVA en rond oncologie streven we er met z’n allen naar om de zorg rond de patiënt zo goed mogelijk te coördineren en zo dicht mogelijk bij huis aan te bieden.” Op de vraag hoe het zit met onderlinge concurrentie, komt een stellig antwoord: “Als je de patiënt centraal stelt, beschouw je je vakbroeders niet als concurrent. Is de zorg elders passender, dan moet je gewoon doorverwijzen. Voor een combinatie van fysiotherapie en psychosociale hulp bijvoorbeeld, is een patiënt bij WZA-fysiotherapeuten Netty Gallee en Annette Oosting beter op zijn plek dan bij ons.” Natuurlijk is er op bepaalde punten sprake van overlap tussen zorgaanbieders, besluit hij, maar dat is niet erg. “Het gaat er om dat we onze producten op elkaar afstemmen, dan maken we de zorg écht sterk.”
Peter-Erik
van Sisseren,
fysiotherapeut
bij SKS
“Is de zorg elders passender, dan moet je doorverwijzen” (Dit is een bewerking
van een artikel uit WZA Krant 1/2015)
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
7
Interview
In 2013-2014 transformeerde De Boshof van een verzorgingshuis in een revalidatie- en herstelcentrum. Sinds revalidatiezorg overgegaan is van de AWBZ naar de Zorgverzekeringswet werkt De Boshof niet meer met zorgzwaartepakketten (ZZP’s), maar – net als in het ziekenhuis – met diagnosebehandelcombinaties (DBC’s). Met deze ommezwaai doet de geest van ‘niet pamperen, maar empoweren’, die door heel Nederland waart, ook in De Boshof zijn intrede. “De verpleging stemt met de cliënt af wat hij of zij moet kunnen om zich thuis weer zo snel mogelijk te redden. Waar we in de ZZP-tijd ongeveer tachtig revalidatie-opnamen per jaar hadden en cliënten zes weken tot zes maanden bleven, stevenen wij dit jaar af op tweehonderd veel korter durende opnamen.” Tevreden: “Ik ben erg blij dat het ‘t afgelopen jaar gelukt is om voldoende bedden bezet te hebben. Dankzij het WZA, onze hofleverancier!”
WeegboomHet Transferpunt van het WZA draagt zo’n vier tot zes patiënten per week over aan De Boshof. Het gaat voornamelijk om mensen die revalideren na een heup- , knie- of traumaoperatie. Fina: “Dat is ónze specialiteit, CVA-patiënten gaan naar Anholt.” In het WZA heeft zij vooral contact met de transferverpleegkundigen: “Zij hanteren bij het ontslag van patiënten een ‘weegboom’, een soort criteria-trechter waarmee ze vaststellen wat iemand nog wel en wat niet meer kan. Bij twijfel overleggen we met elkaar. Want van de rapid recovery-patiënten na een heupoperatie is duidelijk dat ze hier op de goede plek zijn, maar bij bijvoorbeeld Parkinsonpatiënten is die afweging soms lastiger. Het wettelijk verplichte triageformulier dat gebruikt wordt bij de overdracht van de patiënt, hebben we gezamenlijk opgesteld. Dat werkt heel goed.”
Fina Ridderbos,
afdelingshoofd
in revalidatie- en
herstelcentrum
De Boshof
“Het WZA is onze hofleverancier”
(Dit is een bewerking van een artikel uit WZA Krant 4/2014)
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
8
Interview
Hospice Het Alteveer is een ‘bijna-thuis-huis’ voor terminaal zieken mensen, voor wie verzorging thuis niet meer mogelijk is en voor wie ziekenhuiszorg niet noodzakelijk is. Het Alteveer is een van de hospices van Stichting Vrijwilligers Terminale Zorg Drenthe (VTZD). Onder het motto “Er zijn in betrokkenheid en bescheidenheid” wil VTZD bevorderen dat de kwaliteit van leven in de laatste levensfase zo goed mogelijk is. Het transferpunt van het WZA verwijst ongeveer vijftien patiënten per jaar door.
DraaglijkElly Gravenland en haar collega-coördinator zijn de enige betaalde krachten in Het Alteveer. “Het regelen van de dagelijkse gang van zaken voor de gasten en de zeventig vrijwilligers”, zo vat ze haar functie samen. Dat moeten we ruim zien: de inroostering, introductiecursussen en bijscholing voor de vrijwilligers horen daarbij, net als contact met naasten van de gasten, overleg met huisartsen en Icare, deelname in het regionale Palliatief Netwerk en externe voorlichting geven. “De dood zal voor mij nooit ‘gewoon’ worden. Het voelt goed dat ik in deze functie kan bijdragen om voor veel mensen het laatste stuk zo draaglijk mogelijk te maken.” Ze is tevreden over de samenwerking met het WZA, die voornamelijk via de transferverpleegkundigen verloopt. “Ze weten ons goed te vinden. Het is wel jammer dat we ze ook regelmatig moeten teleurstellen als het hier vol is. Dan kunnen we weliswaar doorverwijzen naar de hospices in Emmen of Hoogeveen, maar inwoners van Assen willen natuurlijk het liefst zo dichtbij mogelijk.” Om aan te geven hoe laagdrempelig de onderlinge relatie is, vertelt ze dat Het Alteveer onlangs een zuurstoftank van het WZA kon lenen. “Die van ons kon niet op tijd geleverd worden, dus we zaten omhoog. Mooi toch!”
Elly Gravenland,
coördinator in
Hospice Het
Alteveer
“De dood wordt nooit gewoon”
(Dit is een bewerking van een artikel uit WZA Krant 5/2014)
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
9
Interview
“Op onze revalidatieafdelingen heerst een klimaat waarin we mensen in staat stellen weer zo veel mogelijk zelf de regie te nemen,” vertelt Hannie Scheper. “De belangrijkste zorgvraag is hier ‘Help mij om het weer zelf te kunnen’. Dus als het ook maar enigszins mogelijk is, laten we mensen – om een voorbeeld te noemen – zelf hun brood halen en klaarmaken. Als beide armen het goed doen, kan dat óók vanuit een rolstoel. Alles oefenen om het straks thuis ook weer zelf te doen.”Anholt is een van de negen locaties van Interzorg. In het gebouw aan de Paul Krügerstraat in Assen wordt langdurige zorg geboden aan mensen met een fysieke beperking. Er is een aparte vleugel voor (geriatrische) revalidatiezorg.
StroomdiagramHannie Scheper schat dat van de pakweg negen opnames per week, er gemiddeld vijf vanuit het WZA zijn. De samenwerking is goed, vindt ze, mede dankzij het triage-instrument dat zij samen met de revalidatiearts van het WZA heeft opgesteld. “Het bevat een stroomdiagram dat duidelijk maakt wie het beste waarnaar toe kan, en wat er in de overdracht moet staan. Op basis daarvan beoordelen we of we iemand wel of niet opnemen.” In de samenwerking met elkaar en met de cliënt spelen zorgpaden een steeds belangrijker rol. “De bekendste is het CVA-zorgpad, maar we werken ook met zorgpaden rond orthopedie, Parkinson en bij amputatie.”Vanzelfsprekend is ons ziekenhuis niet de enige ketenpartner van Interzorg. “We werken met de meeste zorgpartners prettig samen, met het WZA gaat het extra makkelijk.” Als voorbeelden noemt ze het soepele contact met de transferverpleegkundigen – “we weten precies wat we van elkaar kunnen verwachten”- en haar wekelijkse aanwezigheid bij het multidisciplinaire overleg op de afdeling neurologie van het WZA.
Op de foto staat Hannie Scheper temidden van haar collega´s Els de Lange
(links) en Jacquelien Havinga.
Hannie Scheper,
specialist
ouderen-
geneeskunde bij
Interzorg (locatie
Anholt)
(Dit is een bewerking van een artikel uit WZA Krant 2/2015)
“Zorgpaden steeds belangrijker”
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
10
Juridische structuur
De exploitatie van de ziekenhuisorganisatie vindt plaats
binnen de Stichting Wilhelmina Ziekenhuis Assen. De
Stichting Wilhelmina Ziekenhuis Assen vormt een groep
met de volgende rechtspersonen:
Wilhelmina Zorg Services BV
Wilhelmina Zorg Services BV is een 100% dochter van
de Stichting Wilhelmina Ziekenhuis Assen. Wilhelmina
Zorg Services BV maakt het onder meer mogelijk om
samen met medisch specialisten uit het WZA initiatieven
te ondernemen en eventuele samenwerking met derden
eenvoudiger te kunnen realiseren.
Huidlaserkliniek WZA BV
Wilhelmina Zorg Services BV participeert voor 51% in
Huidlaserkliniek WZA BV De overige 49% van de aandelen
is in handen van de dermatologen die werkzaam zijn in het
ziekenhuis. In deze kliniek worden huidlaserbehandelingen
uitgevoerd door ervaren huidtherapeuten, onder supervisie
van dermatologen.
Apotheek Wilhelmina Ziekenhuis BV
Wilhelmina Zorg Services BV is 100% aandeelhouder in
Apotheek Wilhelmina Ziekenhuis BV, de in het ziekenhuis
gevestigde poliklinische apotheek.
Wilhelmina Zorg Services BV, Huidlaserkliniek WZA BV en
Apotheek Wilhelmina Ziekenhuis BV zijn opgenomen in de
geconsolideerde jaarrekening van de Stichting Wilhelmina
Ziekenhuis Assen.
Kernactiviteiten
Het WZA verleent als algemeen ziekenhuis medisch
specialistische zorg (diagnostiek, behandeling en nazorg)
en de daaraan gerelateerde verpleging en verzorging.
Het ziekenhuis beschikt in 2014 over de volgende
specialismen:
– Algemene heelkunde
– Anesthesiologie
– Apotheek
– Cardiologie
– Dermatologie
– Farmacie
– Gynaecologie
– Interne geneeskunde
– KNO-heelkunde
– Kindergeneeskunde
– Klinische chemie (vanuit Certe)
– Klinische oncologie
– Maag-darm-leverziekten
– Medische microbiologie (vanuit Certe)
– Mondkaakchirurgie
– Neurochirurgie (vanuit UMCG)
– Neurologie
– Nucleaire geneeskunde
– Oogheelkunde
– Orthopedie
– Pathologie (vanuit Martini Ziekenhuis)
– Plastische chirurgie (vanuit Martini Ziekenhuis)
– Psychiatrie
– Psychologie
– Longgeneeskunde
– Radiologie
– Radiotherapie (vanuit UMCG)
– Reumatologie
– Revalidatie
– Spoedeisende hulp
– Traumatologie
– Urologie
– Vaatchirurgie
Kerngegevens van capaciteit en opbrengsten
Capaciteit
Aantal beschikbare bedden
(klinische en dag/deeltijd-
behandeling) op 31 december
Bedrijfsopbrengsten
Totaal bedrijfsopbrengsten
verslagjaar (€)
Over WZA
2014
284
104.422.321
2013
284
106.689.264
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
11
Over WZA
Organogram interne organisatie
Organogram Wilhelmina Ziekenhuis Assen, maart 2015
Cluster Medische Ondersteuning
Cluster Psychosociaal & Revalidatie
ClusterZorg
ClusterFacilitaire zaken
Apotheek
Röntgenafdeling
Activiteitenbegeleiding
Ergotherapie
Diëtetiek
Infectiepreventie
Fysiotherapie
Geestelijke verzorging
Logopedie
Maatschappelijk werk
Psychologie
Revalidatie
Transferpunt
SE Cardiologie
SE Chirurgie
SE Dermatologie
SE Interne geneeskunde/MDL
SE Gynaecologie
SE Kindergeneeskunde
SE KNO
SE Longziekten
SE Mondkaakchirurgie
SE Neurologie
SE Oogheelkunde
SE Orthopedie
SE Psychiatrie
SE Reumatologie
SE Urologie
E IC/CC
E OK
E SEH
Medisch Centrum Wilhelmina
Servicebureau
Hotelzaken
Technische zaken
KCL/Trombosedienst (Certe)
PA lab (Martini Ziekenhuis)
Medische microbiologie (Certe)
Raad van Toezicht
Raad van Bestuur
Vereniging Medische Staf
Ondernemingsraad
Cliëntenraad
BestuursbureauStafdienst Management
ondersteuning
Planning & Control
Financiële administratie
Informatisering/Automatisering
Inkoopafdeling
Personeel, organisatie en opleidingen
Wilhelmina Zorgservices BV
Huidlaserkliniek WZA BV
Apotheek Wilhelmina Ziekenhuis BV
Kwaliteitszorg
Ombudsfunctionaris
Communicatie
Vrijwilligers
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
12
Over WZA
Missie en visieIn 2014 is een vervolg gegeven aan het beleid zoals dat
beschreven is in het strategisch beleidsplan 2011–2014,
‘Zelfbewust en ambitieus’. In dat strategisch beleidsplan
zijn de missie en visie als volgt geformuleerd:
Missie
Het WZA ondersteunt de patiënt in Assen en omgeving bij
de beantwoording van zijn zorgvraag, levert kwalitatief
hoogwaardige zorg en streeft naar continue verbetering.
Het ziekenhuis is ambitieus en vernieuwend en komt op
mensgerichte wijze tot het best mogelijke resultaat. Dit
vindt plaats in een veilige en vertrouwde omgeving door
gemotiveerde medewerkers.
De missie geeft aan waar het ziekenhuis, zijn medische staf
en zijn medewerkers voor staan:
– mensgerichtheid;
– goed inspelen op de zorgvraag van de individuele patiënt
en zijn zorgbehoefte;
– het ‘beter maken’ door het aanbieden van zorg van de
best mogelijke kwaliteit;
– het steeds (nog) beter willen worden; de best mogelijke
kwaliteit op een steeds betere manier bieden;
– regionaal basisziekenhuis-‘plus’ voor Assen en omgeving.
Voor de overige zorg wordt verwezen naar het beste adres;
– excelleren op onderdelen zorgt voor positieve uitstraling,
ook buiten de eigen regio;
– uitstekende ziekenhuiswerkgever voor medewerkers en
medisch specialisten;
– ketenpartner voor verwijzers en aanbieders van na- en
vervolgzorg.
Visie
Over vier jaar is het Wilhelmina Ziekenhuis Assen (nog
steeds) een autonoom en ambitieus ziekenhuis binnen
een netwerk van samenwerkende ziekenhuizen en andere
zorgaanbieders.
De visie geeft aan waar het ziekenhuis, de medische staf
en de medewerkers voor gaan: een gezonde toekomst,
gebaseerd op eigen kracht. Voorwaarden om dit te
bereiken zijn:
– dat het WZA financieel gezond blijft;
– dat de hoge kwaliteit van zorg aangetoond wordt met
een NIAZ-accreditatie;
– dat het WZA een goede relatie met zijn omgeving
onderhoudt;
– dat de huisvesting op orde is;
– dat goed werkgeverschap zorgt voor voldoende (goed
opgeleid) personeel.
In 2014 heeft een afvaardiging van managementteam en
stafbestuur hard gewerkt aan de nieuwe strategische koers
2015-2017. Deze is eind 2014 goedgekeurd door de raad
van toezicht. Hierin staan ook een nieuwe missie (hoger
doel) en visie (ambitie).
Werkgebied
Het WZA is het ziekenhuis voor de regio Assen en
omgeving. Het betreft hier de gemeenten Assen,
Aa en Hunze, Noordenveld, Midden-Drenthe, Tynaarlo,
Borger-Odoorn en Ooststellingwerf.
* Schatting
Personele bezetting
2014*
109.000
120.500
2013
108.761
120.196
Werkgebied klinisch en dag
Werkgebied poliklinisch
Werkgebied in aantal inwoners
Personele bezetting op 31 december
2014
1231
836
101
77
2013
1254
840
99
76
Aantal personeelsleden in
loondienst excl. medisch
specialisten
Aantal FTE personeelsleden
in loondienst excl. medisch
specialisten
Aantal medisch specialisten
(loondienst + inhuur + vrij
beroep)
Aantal FTE medisch specialisten
(loondienst + inhuur + vrij
beroep)
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
13
Strategie en beleid
Prioriteit en positionering
In 2014 is het eerder ingezette strategisch beleid gevolgd.
Wel is het beleid kritisch tegen het licht gehouden.
Immers; in 2014 is hard gewerkt aan de totstandkoming
van de nieuwe strategische koers voor de komende jaren;
deze is in januari 2015 vastgesteld. In dit beleidsdocument
neemt het WZA een duidelijk standpunt in: “Het WZA wil
een volwaardig basisziekenhuis blijven voor inwoners van
Assen en omgeving”. Dit houdt in dat acute basisfuncties
als spoedeisende zorg, intensive care en verloskunde
onverkort overeind blijven in het WZA.
Basiswaarden
De prioritering en samenhang vinden we door projecten en
ontwikkelingen te toetsen aan de drie basiswaarden van
het WZA, samengevat onder de noemer VET:
V – Veiligheid en kwaliteit: Mensen die zich aan onze
zorg toevertrouwen moeten er vanuit kunnen gaan
dat deze zorgverlening veilig en kwalitatief goed is.
Patiëntveiligheid en kwaliteit hebben dan ook de hoogste
prioriteit en zijn randvoorwaardelijk voor de zorg die we
verlenen.
E – Efficiënte organisatie: Daarvoor is nodig dat processen
optimaal verlopen, maar ook dat het WZA zodanig is
georganiseerd dat het financiële resultaat op langere
termijn goed blijft.
T – Tevreden patiënten en medewerkers: Er wordt veel
aandacht besteed aan mensgerichte zorg, aan gastvrijheid
en service. Met als uiteindelijk doel: tevreden patiënten en
verwijzers én tevreden medewerkers.
Strategische risico´s
De voornaamste strategische risico’s die het WZA ziet zijn:
Herinrichting zorglandschap
De ambitie van het WZA is en blijft het leveren van
volwaardige basiszorg voor Assen en omgeving. Dit is
inclusief 7x24 uur IC, SEH, geboortezorg en (voldoende)
chirurgische behandelingen. Het stellen en verhogen
van volumenormen voor bepaalde behandelingen,
en het aanscherpen van richtlijnen en de invloed van
zorgverzekeraars op de acute zorg, kunnen het in een
aantal gevallen noodzakelijk maken om tot concentratie
over te gaan. Tegelijkertijd wordt beleid ingezet om de
eerste lijn te versterken en zorg uit de ziekenhuizen terug
te leggen bij de huisarts. De discussies over wat wel en niet
zinnig is om te concentreren zijn volop gaande, evenals de
concretisering van wat wel/niet richting de eerste lijn kan
worden gesubstitueerd.
Het WZA is er niettemin van overtuigd dat er plaats blijft
voor een volwaardig basisziekenhuis als wezenlijke schakel
in de regionale zorgketen in Assen en omstreken. Ook
politiek en zorgverzekeraars lijken steeds meer oog te
hebben voor het voortbestaan van kleine en middelgrote
ziekenhuizen als het WZA. Het WZA kiest er daarom voor
om in te zetten op kwalitatief goede en doelmatige zorg.
Het WZA wil op de herinrichting inspelen door meer
dan ooit toegevoegde waarde te bieden voor al onze
belangrijke partners (patiënten, verwijzers, ketenpartners,
zorgverzekeraars), door met hen in gesprek te gaan en
nadrukkelijk de samenwerking op te zoeken. Dit alles
staat te lezen in het nieuwe strategische koersdocument
2015-2017, dat de titel ‘Vertrouwd verbonden’ heeft
gekregen.
In tegenstelling tot diverse andere ziekenhuizen kiest het
WZA in het perspectief van het wijzigende zorglandschap
niet op voorhand voor een fusie met andere ziekenhuizen.
Wel is een weloverwogen keuze gemaakt voor samen-
werking met het Martini Ziekenhuis. Deze samenwerking
biedt mogelijkheden om de kwaliteit van zorg nog verder
te verhogen en slimmer te werken. Bovendien kunnen
beide ziekenhuizen door deze samenwerking aan de
diverse volume-eisen blijven voldoen.
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
14
Imagoschade
Het WZA heeft een goede reputatie opgebouwd. Mede als
gevolg van de (sociale) media, is het risico op imagoschade
echter nooit helemaal uit te sluiten. Het WZA beperkt het
risico van imagoschade door te voldoen aan de hoge eisen
van kwaliteit en veiligheid, alsmede een hoge mate van
transparante communicatie. In dat kader valt te vermelden
dat in 2013 het VMS-certificaat is behaald en in 2014 het
NIAZ-certificaat.
Krimp of groei
Er lijkt landelijke sprake te zijn van een daling van
het aantal ziekenhuisbezoeken. De NVZ heeft in het
brancherapport over 2013 aangegeven dat de omvang van
de ziekenhuiszorg lastig vergelijkbaar is met eerdere jaren
vanwege veranderde registratie en regelgeving. In het WZA
is de omvang van de zorg de afgelopen jaren vrij stabiel
gebleven. Meer dan in het verleden is het belangrijk dat
het WZA snel kan inspelen op eventuele krimp of groei van
de zorgvraag. Er wordt om deze reden geïnvesteerd in een
flexibele ziekenhuisorganisatie. Dit geldt zowel voor het
gebouw als voor de personele bezetting.
Strategie en beleid
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
15
Zorg
Organisatie van de zorg
Reorganisatie
Het cluster Zorg wordt gereorganiseerd, waardoor
integraal capaciteitsmanagement beter vorm gegeven
kan worden. Verpleegafdelingen zijn samengevoegd
tot verpleegeenheden en bureau Integraal
capaciteitsmanagement (ICM) is ingevoerd als nieuw
organisatieonderdeel. Binnen bureau ICM zitten alle
organisatieonderdelen die betrokken zijn bij de planning
van patiënten, zoals de opnameplanning, het preoperatief
spreekuur en het transferbureau. Een nieuw onderdeel
van ICM is de flexeenheid, waarin verpleegkundigen
werken die op basis van de zorgvraag flexibel ingezet
kunnen worden. Om verpleegkundigen optimaal in te
kunnen zetten is gekozen voor centraal roosteren op
alle verpleegeenheden. In 2014 zijn de randvoorwaarden
hiervoor geschapen, in 2015 gaat dit daadwerkelijk van start.
Door het concentreren van de verpleegeenheden is de span
of control van de hoofden verpleegeenheden vergroot. Ter
ondersteuning van de leidinggevenden en vanuit de visie dat
we verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie
willen leggen, zijn de nieuwe functies van coördinator zorg
en coördinator kwaliteit ingevoerd.
Op de OK is een leanproject gestart om de benutting
van de OK te verbeteren. Daarnaast is gewerkt aan een
nieuw OK-programma, waarbij in de planning rekening
wordt gehouden met de uitstroom naar de kliniek. Om de
gewenste veranderingen op de OK te implementeren en
te borgen, is ervoor gekozen een hoofd OK aan te stellen
dat operationeel verantwoordelijk is voor de OK en de
CSA. Daar waar het huidige SE-hoofd maar beperkt op de
OK aanwezig is, zal het hoofd OK zo veel mogelijk op de
werkvloer in beeld zijn. Het hoofd OK is in het verslagjaar
geworven en start in 2015. Ter ondersteuning zijn ook hier
de nieuwe functies van coördinator zorg en coördinator
kwaliteit ingevoerd.
Blik op 2015
In 2015 zal meer focus komen op het optimaliseren van de
patiënten- en werkprocessen op de poliklinieken.
Ontwikkelingen binnen Zorg
Onderstaand worden enkele ontwikkelingen uiteengezet
rond de vier basiselementen van het WZA: spoedeisende
hulp, intensive care, ouder- en kindzorg, operatieve
ingrepen. Aansluitend komen ook enkele andere
onderwerpen aan bod: ouderen, jongeren, oncologie en
palliatieve zorg.
Acute zorg/Spoedeisende hulp
SEH
In het kader van de richtlijn Sedatie en/of analgesie buiten
de operatiekamer worden kinderen niet meer gesedeerd
op de SEH. In plaats daarvan gaan ze naar de OK.
CVA-zorg
In 2014 heeft de CVA-zorg in het WZA erg onder druk
gestaan doordat de zorgverzekeraars het voornemen
hadden deze zorg te concentreren. De neurologen hebben
kunnen aantonen dat de CVA-zorg in het WZA van zeer
hoge kwaliteit is. Dit werd bevestigd doordat het WZA
begin 2015 als eerste ziekenhuis in Noord-Nederland het
Plus Certificaat mocht ontvangen van Zilveren Kruis Achmea.
Dit certificaat is gebaseerd op gerealiseerde kwaliteit in 2013.
Blik op 2015
Een mogelijke nieuwe ontwikkeling is de interventie-CVA,
waarbij een kleine groep CVA-patiënten na diagnostiek
wordt doorverwezen naar het UMCG. Gezien de korte
tijdsduur waarbinnen dit moet gebeuren, is dit een grote
logistieke uitdaging. Dit onderwerp wordt in 2015 uitgewerkt.
Intensive care
In het verslagjaar zijn voorbereidingen getroffen voor
de verhuizing van alle CCU-bedden van de Intensive care
naar de verpleegafdeling cardiologie (C2). In januari 2015
is de CCU daadwerkelijk verhuisd. Een aantal IC/CCU-
verpleegkundigen wordt periodiek ingezet op C2, zodat zij
hun CCU-vaardigheden op peil kunnen houden,.
In 2014 is gestart met de uitwisseling tussen IC-verpleeg-
kundigen en SEH-verpleegkundigen. Door het dubbel
opleiden van deze verpleegkundigen wordt de kwets-
baarheid van deze relatief kleine groepen verminderd.
Onderzocht wordt of deze uitwisseling uitgebreid kan
worden met recoveryverpleegkundigen en in de toekomst
met ambulanceverpleegkundigen.
Intensivisten in het WZA en het Martini Ziekenhuis zijn
met elkaar in gesprek over samenwerking. De al lang
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
16
Zorg
verwachtte richtlijn “Organisatie en werkwijze op de
intensive care afdelingen voor volwassenen” zal van invloed
zijn op de intensiteit van samenwerking. Ter ondersteuning
van dit proces wordt de inrichting van het in 2015 te
implementeren PDMS (patiënt data managementsysteem)
op dat van het Martini Ziekenhuis afgestemd.
Ouder- en kindzorg
In 2014 zijn afspraken gemaakt over de deelname aan of
vertegenwoordiging van alle kraamorganisaties in de regio
in het verloskundig samenwerkingsverband (VSV).
Binnen het VSV (bestaande uit gynaecologen, eerste- en
tweedelijnsverloskundigen, obstetrie- & gynaecologie-
verpleegkundigen, kinderartsen en kraamzorg) is hard
gewerkt aan het integreren van de ketenzorg. Zo is er
een multidisciplinair bestuur ingesteld bestaande uit een
eerstelijns verloskundige, een tweedelijns verloskundige
en een gynaecoloog. Daarnaast zijn er verschillende
protocollen en werkafspraken vastgesteld over
samenwerking in de verloskundige keten en bestaande
protocollen geactualiseerd. In 2015 wordt dit verder
vormgegeven.
Tevens is een VSV-breed beleid opgesteld voor de
gezamenlijke voorlichting aan zwangeren en de stoppen-
met-rokenbegeleiding.
Samen met de maatschap Kindergeneeskunde heeft de
maatschap Obstetrie/Gynaecologie een visie ontwikkeld op
de ouder- en kindzorg. Deze visie is het uitgangspunt voor
het nog te realiseren Ouder- en kindcentrum.
Operatieve ingrepen
Chirurgie
Onder meer voor de gastro-intestinale chirurgie is een fellow
aangetrokken, hij zal in 2015 toetreden tot de maatschap.
Plastische chirurgie
Voor borstreconstructies wordt samengewerkt met plastisch
chirurgen uit het Martini Ziekenhuis. Mede op verzoek van
de huisartsen is ervoor gekozen het specialisme plastische
chirurgie in het WZA uit te breiden. De zorgverzekeraars
hebben zich bereid getoond deze ontwikkeling te
ondersteunen. De uitbreiding vindt plaats in het tweede
kwartaal van 2015.
Anesthesiologie
In 2014 zijn voorbereidingen getroffen om het PDMS te
implementeren. Bij de inrichting van het PDMS wordt
samengewerkt met het Martini Ziekenhuis zodat er zo
veel mogelijk uniformiteit ontstaat tussen beide OK’s.
Implementatie volgt in 2015.
Om te kunnen voldoen aan de richtlijn Sedatie en/of
analgesie buiten de operatiekamer, zijn twee anesthesie-
medewerkers opgeleid tot sedationist. Ook in 2015 wordt
nog een aantal anesthesiemedewerkers opgeleid.
Ouderen
Geriatrie
Een projectteam heeft een business case voor een poli
geriatrie opgesteld en is gestart met de implementatie in
samenwerking met het Martini Ziekenhuis. In december
2014 zijn de geriatrisch verpleegkundigen al gestart op
de poli geriatrie, in januari 2015 begint de poli met eerst
alleen interne consulten. De nieuwe geriater start volledig
op 1 april 2015.
Palliatief team
Het palliatief team, dat eind 2013 werd opgezet, is
inmiddels ingeburgerd in het WZA. Het aantal consulten lag,
conform verwachting in het eerste jaar, rond de tachtig. Het
zorgpad stervensfase is breed geïmplementeerd.
VMS-thema kwetsbare ouderen
De screening van kwetsbare ouderen verloopt uitstekend.
In 2014 zijn 3888 ouderen in het WZA opgenomen, van hen
zijn 3377 personen (= 87%) gescreend. Per kwartaal wordt
gerapporteerd.
Bevolkingsonderzoek darmkanker
Het WZA participeert sinds 2014 in het bevolkings-
onderzoek darmkanker. Om hieraan deel te kunnen nemen
moest aan verschillende kwaliteitseisen worden voldaan.
Het WZA heeft in augustus 2014 samen met de Stichting
Bevolkingsonderzoek Noord de samenwerkings-
overeenkomst Coloscopie ondertekend en voldoet hiermee
aan de gestelde toelatingseisen om te participeren in
het bevolkingsonderzoek darmkanker. De endoscopisten
voldoen aan het toetsingsprogramma en het ondersteunend
personeel aan de eisen van beroeps- en herregistratie
en deskundigheid. Voor de voorzieningen zijn specifieke
richtlijnen opgesteld voor hygiëne, bewakingsfaciliteiten,
capaciteit en routing van de patiënt.
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
18
De patiënt centraal
Parelen
In het WZA staat de parel symbool voor de manier waarop
wij in het WZA willen omgaan met patiënten en met elkaar.
Mensgericht. Met passie, plezier en een positieve instelling.
Iedereen kan op zijn eigen manier een pareltje bijdragen.
Het is een cultuur en een blijvende werkwijze om de
patiënt centraal te stellen in alles wat we doen. Er zijn vijf
kernwaarden geformuleerd:
– Herken wat de verwachting is en maak dit waar
– Passie en plezier
– Beschikbaar en in één keer goed
– Het kan, tenzij
– Ik maak het verschil
Het ‘parelen’ is geborgd in de organisatie doordat het
onderwerp is opgenomen in de jaargesprekken, de
jaarplannen en de introductiebijeenkomsten voor nieuwe
medewerkers.
Gastvrijheid
Mystery visits
Sinds een aantal jaren wordt de gastvrijheid en
gastgerichtheid beoordeeld door zogenaamde mystery
visits en mystery calls. De uitkomsten van zowel de
restauratieve verzorging als de ontvangst waren dit
verslagjaar vergelijkbaar met die van 2013 en scoren het
rapportcijfer 7 of net daarboven.
De resultaten zijn besproken in de verschillende teams.
Naast de cijfers zijn verbeterpunten benoemd waarmee
de teams in 2014 aan de slag zijn gegaan. De visits geven
richting aan de aspecten waar verbeterd kan worden;
gastgericht werken is inmiddels een vast onderdeel op
de agenda van de afdelingen binnen Hotelzaken. In 2015
worden de metingen herhaald.
Spiegelgesprekken
Een spiegelgesprek is een gesprek met een groep patiënten
onder leiding van een gespreksleider. Achter de groep
patiënten luistert een kring ziekenhuismedewerkers
mee. Het doel van spiegelgesprekken is om artsen,
leidinggevenden en medewerkers (opnieuw) bewust te
maken van het patiëntenperspectief. De directe ‘face to
face’-confrontatie met de mening van de patiënt heeft
een groot effect op het gedrag van de medewerker, zeker
vergeleken bij enquête-uitkomsten en andere vormen van
indirecte terugkoppeling. Naar aanleiding van de feedback
die men van patiënten krijgt kan bovendien besloten
worden tot concrete verbeteracties. In 2014 zijn twee pilots
georganiseerd over de behandeling van patiënten met
blaaskanker en de behandeling van patiënten met een
CVA. Naar aanleiding van deze pilots is afgesproken om elk
jaar vier spiegelbijeenkomsten te organiseren.
Blik op 2015
In het eerste kwartaal van 2015 vinden twee spiegel-
gesprekken plaats over de behandeling van patiënten met
darmkanker en van patiënten met borstkanker.
Zorgpaden
Een zorgpad wordt gebruikt om een proces een naam te
geven waarbij voor een groep patiënten de zorg rondom
een bepaalde ziekte, diagnose of behandeling van begin
tot eind wordt beschreven. Ook in het WZA worden
steeds meer zorgpaden ontwikkeld, geïmplementeerd en
ingebed in de organisatie. Bij de ontwikkeling van een
zorgpad is onze patiënt het uitgangspunt. Het doel van
een zorgpad is om de kwaliteit en veiligheid van zorg over
de grenzen van de eigen discipline voor een bepaalde
patiëntencategorie te verhogen, onder meer door het
proces beter te stroomlijnen, patiënttevredenheid te
verhogen en het middelengebruik onder de loep te nemen.
Hierdoor wordt onze zorg veiliger, patiëntgerichter en
verbetert de patiëntenlogistiek, waardoor wachttijden en
doorlooptijden verkort kunnen worden.
Aan de hand van de richtlijnen CBO/TNO/NKP/KuLeuven
zijn de volgende zorgpaden ontwikkeld: electieve CAG,
poliklinische en klinisch COPD, CVA. In het verslagjaar werd
het zorgpad Hartfalen ontwikkeld binnen de polikliniek, de
klinische afdeling C2, transmuraal en de spoedsetting.
Blik op 2015
In 2015 zal beleid rondom het ontwikkelen van zorgpaden
beschreven worden en geborgd in de organisatie.
In 2015 worden meerdere zorgpaden ontwikkeld, in
ieder geval een zorgpad coloncarcinoom, pacemaker en
slaapkliniek.
Patiënteninformatie
WZA Gezondheidswijzer
Ook in 2014 is de WZA Gezondheidswijzer ingezet voor
publieksinformatie. Dit concept bestaat uit drie onderdelen:
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
19
de maandelijkse informatiepagina in het Gezinsblad, gratis
publiekslezingen (zes in 2014) en interviews met medisch
specialisten op Radio Drenthe. De gezondheidsinformatie
wordt neutraal en objectief gebracht, uiteraard wel met
een link naar de specialismen van het WZA.
Blik op 2015
Vanaf 2015 wordt in de WZA Gezondheidswijzer
minder de nadruk gelegd op algemene medische
voorlichting. In plaats daarvan laten we de mensen van
het WZA zelf aan het woord: artsen, verpleegkundigen,
polikliniekmedewerkers en uiteraard patiënten en
bezoekers. Zo brengen wij het WZA nog dichterbij.
Patiëntenfolders
Alle patiëntenfolders worden eenmaal in de twee jaar
gecontroleerd worden op actualiteit. Op deze manier
wordt de kwaliteit van de folders geborgd. Hiervoor is
in 2014 een nieuwe beheersystematiek opgezet. Op de
website zijn in 2014 tweehonderd extra patiëntenfolders
gedigitaliseerd. Uiteindelijk moeten alle papieren folders
ook van de website te downloaden zijn.
Sociale media
Het WZA maakt steeds meer gebruik van de sociale media.
Op Twitter had het WZA eind 2014 circa 3500 volgers, op
Facebook werden op dat moment ongeveer 1300 likes
geregistreerd. Daarnaast heeft het WZA een eigen kanaal
op YouTube. Sinds 2014 begeven we ons ook op LinkedIn,
vooral bedoeld voor arbeidsmarktcommunicatie. In het
communicatiebeleidsplan 2013-2016 zijn de sociale media
geïntegreerd in de traditionele mediamix.
Blik op 2015
In 2015 wil het WZA meer gebruikmaken van Facebook
als marketinginstrument. Daarvoor wordt een
doelgroepgerichte advertentiecampagne ontwikkeld.
Bezoektijden
Werden twee jaar geleden de bezoektijden verruimd, vanaf
maart 2014 zijn zij op verzoek van onze patiënten, medisch
specialisten en zorgverleners juist weer wat ingeperkt op
de verpleegafdelingen A1, B1, C0 gynaecologie, A2, B2 en
C2. De afgelopen proefperiode is namelijk gebleken dat de
meerderheid van de patiënten het niet op prijs stelt om van
‘s middags 15.00 uur tot ‘s avonds 20.00 uur aan één stuk
door – voor zichzelf of voor medepatiënten – bezoek in de
kamer te hebben. Het WZA heeft naar de opmerkingen
geluisterd.
De patiënt centraal
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
20
Kwaliteit en veiligheid
Wij willen het hoge ambitieniveau op het gebied van
kwaliteit vasthouden. Dit is ook nodig om onze VMS- en
NIAZ-accreditaties te behouden. In de Kadernota 2014 staat
daarom onomwonden: in 2014 willen we bereiken dat de
cultuur rond veiligheid en kwaliteit verder is verbeterd én
geborgd. Drie concrete doelstellingen werden daarvoor
geformuleerd:
– kwaliteit en veiligheid geborgd in het WZA;
– vaststelling strategisch kwaliteits- en veiligheidsplan
2014-2016;
– herpositionering ‘Kwaliteitszorg’ afgerond.
In onderstaande paragrafen staat in hoeverre deze
doelstellingen zijn behaald.
Algemeen kwaliteitsbeleid
Het jaar 2014 stond in het teken van het continueren
en borgen van het kwaliteits- en veiligheids-
managementsysteem (KVMS). Dit betekent dat na de
inspanningen in 2012-2014 de basis van het KVMS staat.
A / Visiedocument KVMS
De Stuurgroep Kwaliteit & Veiligheid heeft begin 2014
gebrainstormd over de toekomst van het KVMS. Waar
wil het WZA in 2018 staan op het gebied van kwaliteit
en veiligheid? En hoe komen wij hier dan? De resultaten
van deze brainstorm zijn verwerkt in een visiedocument
en stappenplan van 2014 t/m 2017. Het WZA wil in 2017
een decentrale kwaliteitsorganisatie hebben waar iedere
medewerker en leidinggevende weet wat zijn/haar rol is
op het gebied van kwaliteit en veiligheid. Het ‘klassieke’
kwaliteitsbureau verdwijnt en de adviseurs veranderen
hun rol in die van een coach, werkzaam in een integraal
kwaliteitscentrum.
Eind 2014 zijn de decentrale kwaliteitscoördinatoren voor
elke verpleegafdeling aangesteld.
B / Continueren van het actieplan per afdeling
Begin 2013 is het actieplan geïntroduceerd als middel om
alle acties en verbeterpunten die op een afdeling liggen in
kaart te brengen en de voortgang hiervan te monitoren.
Het actieplan is opgepakt en gebruikt door alle afdelingen.
In 2014 is het actieplan geëvalueerd. De evaluatie toont
aan dat het een goed en bruikbaar instrument is dat inzicht
geeft in de openstaande verbeteracties. Als verbeterpunt
kwam naar voren het format van de actieplannen te
digitaliseren. In het eerste kwartaal van 2015 is dit gebeurd.
Verder werkt het WZA sinds 2013 met een stappenplan
kwaliteit en veiligheid. Daarin zijn alle te nemen acties
op het gebied van kwaliteit en veiligheid gestructureerd
samengebracht. Het WZA heeft deze acties uitgezet en
geëvalueerd in de stuurgroep Kwaliteit en Veiligheid aan
de hand van de bijhorende planning.
Prestatie-indicatoren
Relevante prestatie-indicatoren neemt het WZA op in de
scorekaarten op specialismeniveau en op ziekenhuisniveau.
Daardoor bestaat continu inzicht in onze kwaliteit en
kunnen we ons continu verbeteren.
Externe toetsing
Veiligheidsmanagementsysteem (VMS)
Alle verbeterpunten die zijn geconstateerd door NIAZ-
auditoren tijdens de toets op het veiligheidsmanagement
(mei 2013) zijn begin 2014 goed opgepakt en
geïmplementeerd.
Om het veiligheidsmanagementsysteem te borgen zijn:
– alle VMS-thema’s opgenomen in de interne
auditplanning 2014 en 2015;
– de VMS-thema’s geëvalueerd;
– verbeterpunten uitgezet en geïmplementeerd.
NIAZ
Het Nederlands Instituut voor Accreditatie in de Zorg (NIAZ)
heeft in maart 2014 de instellingsbrede accreditatie aan
het WZA toegekend voor het gehele kwaliteitssysteem.
Het NIAZ was enthousiast over de kwaliteit in het WZA: op
maar liefst 154 van de 165 eisen scoorde het WZA hoger
dan 3,4 van de maximaal te behalen score van 4.
Er kwamen ook enkele verbeterpunten naar voren. Deze
verbeterpunten zijn verwerkt in een actieplan dat in 2014
centraal werd gemonitord door de stuurgroep Kwaliteit en
Veiligheid.
Kwaliteitsrichtlijnen
Convenant Veilige toepassing medische technologie
In 2014 lag de nadruk op de borging van de procedures
van de gehele levenscyclus van medische apparatuur,
van het pakket van eisen en de aanschaf tot en met de
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
21
diverse technische en veiligheidstesten, het onderhoud
na ingebruikname en de afstoting, en wie waarvoor
verantwoordelijk is. De implementatie van het Convenant
Veilige toepassing medische technologie is uitgebreid
met de gehele levenscyclus van technische medische
hulpmiddelen.
Transparantie
Het WZA levert de verplichte prestatie-indicatoren IGZ, VMS
en Zichtbare Zorg 2014 aan bij IGZ en Zichtbare Zorg in de
landelijke beschikbare portals. De aangeleverde indicatoren
zijn te raadplegen via deze portals. De gegevens worden
gedeeld met de zorgverzekeraars die ze gebruiken om
kwaliteitsafspraken te maken.
Kwaliteitsvenster
In de stuurgroep Kwaliteit & Veiligheid is begin 2014
het besluit genomen dat het WZA deelneemt aan het
kwaliteitsvenster van de NVZ. Het kwaliteitsvenster is een
website waarin patiënten (de doelgroep) geïnformeerd
worden over de kwaliteit van zorg van het desbetreffende
ziekenhuis op basis van tien bestaande indicatoren. In mei
2014 is het kwaliteitsvenster landelijk gelanceerd.
Publicatie sterftecijfer
Met instemming van de Nederlandse Zorgautoriteit
(NZa) heeft het WZA in 2014 voor de eerste keer de
HSMR (Hospital Standardized Mortality Rate) over 2013
gepubliceerd.
Sterftecijfer/HSMR
Het definitieve gestandaardiseerde sterftecijfer (HSMR) van
het WZA over het registratiejaar 2013 is 100. Dat betekent
dat de werkelijke sterfte overeenkomt met de verwachte
sterfte binnen het WZA.
Het WZA gebruikt de kwaliteitsindicatoren HSMR en SMR
voor interne kwaliteitsverbetering.
Dossieronderzoek
In de tweede helft van 2014 is het WZA gestart met het
structureel uitvoeren van dossieronderzoek. Dossier-
onderzoek vindt plaats: van overleden patiënten met de
laagste sterftekans, diagnosegroepen (SMR) die significant
hoger zijn dan het landelijk gemiddelde, patiënten met
opnameduur tweemaal langer dan verwacht en een
randomselectie van opgenomen en ontslagen patiënten.
De artsen van de necrologiecommissie ontvangen deze
dossiers van de verpleegkundigen die deze screenen op de
aanwezigheid van triggers aan de hand van de IHI Global
Triggertool.
In 2014 is de Hospital Data Viewer van Dutch Hospital Data
(DHD) aangeschaft en in juni zijn de verpleegkundigen, de
leden van de necrologiecommissie en codeurs getraind in
het uitvoeren van dossieronderzoek door trainers van DHD.
De eerste bevindingen worden in 2015 gerapporteerd.
Ranglijsten
In de AD Ziekenhuis Top 100 behaalde het WZA een
zestiende plaats. Daarmee waren we net als in 2013 en
2012 het beste ziekenhuis van Noord-Nederland.
Ook in de lijst van ‘Beste ziekenhuizen’ die het opinieblad
Elsevier jaarlijks maakt, scoort het WZA goed. De eindscore
is onderverdeeld in de onderwerpen Medische zorg en
Patiëntgerichtheid. Op beide onderdelen scoorde het WZA
in 2014 drie van de maximaal vier te behalen bolletjes.
Keurmerken
De samenwerking met de patiënten- en consumenten-
organisaties heeft geleid tot het uitreiken of hernieuwen
van verschillende keurmerken van kwaliteitszorg. In 2014
ontving het WZA het roze lintje voor borstkankerzorg en
het spatader- en het vaatkeurmerk gehaald. Ook behaalden
we het groene vinkje voor goede darmkankerzorg en
goede prostaatkankerzorg.
Daarnaast heeft het WZA opnieuw het BFHI-certificaat
(Baby Friendly Hospital Initiative) ontvangen van de
stichting Zorg voor Borstvoeding. Dat betekent dat het
ziekenhuis zich tot en met 2017 een Babyvriendelijk
ziekenhuis mag noemen. Helaas is het de kinderafdeling
nog niet gelukt om de zilveren Smiley te behalen.
Kwaliteit en veiligheid
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
22
Blik op 2015
Het is de ambitie van Kindergeneeskunde om, naast de
bestaande bronzen Smiley voor de kinderverpleegafdeling,
ook Smileys te behalen voor de kraamafdeling (ambitie
zilver), dagbehandeling (ambitie zilver) en de SEH (brons).
Keurmerk Seniorvriendelijk Ziekenhuis
In het nieuwe strategisch beleidsplan is een van
de speerpunten het behalen van het keurmerk
Seniorvriendelijk Ziekenhuis. Een werkgroep heeft in 2014
een actieplan opgesteld aan de hand van het normenkader,
een geriater aangesteld, de processen verbeterd en
geïmplementeerd. Begin 2015 bezoeken seniorenscouts
het WZA om te toetsen op de normen van het keurmerk.
Naast het bezoek van de seniorenscouts wordt door
een vragenlijst getoetst of het WZA voldoet aan de
voorwaarden.
Informatieveiligheid
Bij kwaliteit van dienstverlening speelt een goede en
veilige informatievoorziening een essentiële rol. De
betrouwbaarheid van de informatievoorziening moet te
allen tijde zijn gewaarborgd.
Een interne projectgroep, met daarin vertegenwoordigers
uit ‘de lijn’ en de medische staf, richtte zich in 2014 op
het ontwerp en de implementatie van een werkwijze die
borgt dat alle medewerkers hun verantwoordelijkheid
nemen voor de vertrouwelijkheid, beschikbaarheid en
betrouwbaarheid van informatie. Maatregelen die in 2014
genomen zijn om de informatieveiligheid te bevorderen:
– in de personeelskrant is in 2014 tweemaal een artikel
verschenen over (het belang van) informatieveiligheid.
– er is in eigen beheer een bewustwordingsfilmpje
geproduceerd. Dat is op intranet geplaatst, wordt
in elk werkoverleg besproken, en is onderdeel van het
inwerkprogramma nieuwe medewerkers.
– er zijn vier korte instructiefilmpjes geproduceerd
voor specialisten over het correct gebruik van Ezis
(beschikbaarheid van informatie). Deze worden begin
2015 getoond bij de stafvergadering en zijn op intranet
geplaatst.
– er zijn voorbereidingen getroffen voor beveiligde e-mail
naar externe ontvangers. Dit wordt begin 2015 ingevoerd.
Het is de ambitie om in 2015 volledig te voldoen aan de
norm NEN7510.
Veiligheid in de praktijk
Veilig Incidenten Melden (VIM)
Een belangrijke basis voor veiligheid zit in het bespreekbaar
maken van incidenten. Daarom is Veilig Incident Melden
(VIM) een belangrijke activiteit binnen de veiligheidscultuur
van het WZA. Deze aanpak motiveert alle medewerkers te
melden wat niet of bijna niet goed ging. Dit levert per jaar
duizenden meldingen op die allemaal worden geanalyseerd
onder leiding van speciale decentrale VIM-teams. De
analyses leiden tot grote en kleine verbeteringen.
Gemiddeld waren er in 2014 ruim 500 meldingen per
maand, dit is een afname van 33% in vergelijking
met 2013. Naar aanleiding van de VIM-meldingen zijn
diverse protocollen aangescherpt en zijn medewerkers
geattendeerd op hun eigen gedrag in dezen.
Op afdelingsniveau zijn in het Wilhelmina Ziekenhuis
Assen ongeveer vijftig decentrale VIM-teams actief. Een
deel van de leden zijn in 2014 geschoold in het maken van
oorzaakanalyses, de overige leden ontvangen deze scholing
in 2015.
Prospectieve risico-inventarisaties
Het WZA voert systematisch prospectieve risico-
inventarisaties (PRI’s) uit. Hierbij worden risico’s
binnen zorgprocessen geïnventariseerd en worden
verbetermaatregelen voorgesteld. In 2013 zijn in
totaal zeven PRI’s uitgevoerd. In alle gevallen zijn
verbetermaatregelen benoemd en uitgevoerd. Acties
afkomstig van een PRI worden opgepakt via de lijn.
Ze worden vastgelegd in de actielijsten, waarover elke
afdeling beschikt. De voortgang wordt hier ook geborgd.
Blik op 2015
In 2015 wil het WZA minimaal acht PRI’s uitvoeren op
zorgprocessen, aanschaf hoog-risicoapparatuur en
verbouwingen.
Veiligheidsrondes
Het houden van veiligheidsrondes bevordert de
veiligheidscultuur en maakt leiding en medewerkers
bewust van de mogelijke veiligheidsrisico’s. In 2014 hebben
de raad van bestuur en de voorzitter van het stafbestuur
(met ondersteuning van bureau Kwaliteitszorg) tien
veiligheidsrondes gelopen. Bevindingen zijn mondeling
besproken en schriftelijk teruggekoppeld aan de
Kwaliteit en veiligheid
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
23
leidinggevende van de afdelingen. Leidinggevenden nemen
verbeterpunten op in het actieplan van hun afdeling.
Ook kwaliteitscoördinatoren en teamleiders lopen
decentrale veiligheidsrondes (safety checks) op de
eigen afdelingen. Mede hierdoor zien medewerkers en
medisch specialisten hoe belangrijk het naleven van de
veiligheidsregels wordt gevonden.
Blik op 2015
In 2015 evalueert het WZA de veiligheidsrondes. De
doelstelling is om op alle kritische afdelingen eenmaal per
jaar een veiligheidsronde te lopen.
Interne audits
Om te kunnen vaststellen in hoeverre het kwaliteitssysteem
doeltreffend functioneert, inclusief de daarbij behorende
regelingen, processen en producten en diensten, wordt
periodiek (dat wil zeggen minimaal één keer per vier
jaar) een interne audit uitgevoerd op alle afdelingen. Het
referentiekader voor deze interne audits zijn de NIAZ-
normen. De interne audits worden uitgevoerd op basis van
een meerjarenplanning en gebeurt door medewerkers die
hiervoor zijn opgeleid.
In 2014 stonden zeventien interne audits op de planning.
Hiervan zijn er drie niet doorgegaan. Hiervan zullen twee
alsnog in 2015 worden gehouden.
In de auditorenpool is verloop geweest: vier auditoren
hebben aan het begin van het jaar afscheid genomen. Er
zijn twee nieuwe auditoren aangetrokken. In juni zijn alle
auditoren opnieuw getraind.
Blik op 2015
In 2015 staan zestien interne audits op de planning. Deze
worden uitgevoerd door dertien auditoren. In 2015 worden
nieuwe auditoren geworven. Met de collega’s in het
Martini Ziekenhuis is afgesproken om in 2015 vier audits in
gezamenlijkheid uit te voeren.
Signalenoverleg
De raad van bestuur belegt eenmaal per kwartaal het
zogenaamde signalenoverleg. Dit overleg dient als
preventief risicomanagement- en verbeterinstrument.
Diverse verantwoordelijken worden uitgenodigd om
te vertellen welke trends ze waarnemen binnen hun
verantwoordelijkheidsgebied en om signalen uit de
organisatie door te geven. Het signalenoverleg stelt op
basis van de verkregen informatie drie verbeteracties vast
die het erop volgende kwartaal worden uitgevoerd.
Veiligheidscultuur
Op iedere afdeling en elke polikliniek heeft in 2013
en begin 2014 een meting plaatsgevonden naar
de veiligheidscultuur. Met de IZEP, Instrument voor
Zelfevaluatie Patiëntveiligheidscultuur, wordt de
veiligheidscultuur op elke WZA-afdeling inzichtelijk
gemaakt en worden plannen ter verbetering gemaakt. De
cultuurmeting wordt elke twee jaar herhaald.
Calamiteiten
Mogelijke calamiteiten worden gemeld bij de IGZ en
onderzocht door een interne onderzoekscommissie.
De onderzoekscommissie naar mogelijke calamiteiten
heeft in 2014 in opdracht van de RvB zes casussen
behandeld, die gemeld zijn bij de IGZ. De onderzoeks-
commissie bestaat uit een voorzitter, twee medisch
specialisten en een medewerker bureau Kwaliteitszorg.
Per casus wordt desgewenst de commissie aangevuld
met interne of externe deskundigen of specialisten.
De commissie maakt gebruikt van de SIRE-methode
(Systematisch Incident Reconstructie en Evaluatie),
waar zij in oktober in is getraind, en rapporteert aan
de RvB. De commissie doet dossieronderzoek, bekijkt
of protocollen en richtlijnen gevolgd zijn en houdt
interviews met betrokkenen. Op basis van de uitkomsten
geeft de commissie aanbevelingen aan de RvB. De RvB
bespreekt de aanbevelingen met de melder en eventuele
betrokkenen en geeft opdracht aan verantwoordelijken
om de aanbevelingen op te volgen. De opvolging van de
aanbevelingen wordt vier per keer per jaar gemonitord.
Van elke onderzochte casus gaat een geanonimiseerde
eindrapportage naar de IGZ. Na bestudering van de
rapportage geeft de IGZ een terugkoppeling; de casus kan
worden afgesloten of de IGZ vraagt om nadere actie.
Infectiepreventie
Een belangrijk onderdeel in de veiligheid van de
patiëntenzorg is de infectiepreventie. Hierbij gaat het niet
alleen om reiniging en desinfectie van medische apparatuur
zoals flexibele scopen, maar ook om de luchtbeheersing
op de operatie- en verpleegafdelingen. Daarnaast dient
er continu aandacht te zijn voor goede handdesinfectie,
kledingprotocollen en het voorkómen van wond- en
Kwaliteit en veiligheid
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
24
lijninfecties. Hierin speelt discipline bij het naleven van
regels een belangrijke rol.
De afdeling Infectiepreventie ondersteunt medewerkers
en disciplines in het WZA en met enige regelmaat ook
daarbuiten (huisartsen, verzorgingshuizen, thuiszorg,
verpleeghuizen, GGZ-instellingen) door advisering over
bijvoorbeeld MRSA, BRMO, isolaties, vaccinatie hepatitis B,
infectieziekten, et cetera.
Infection Control Unit
In 2014 is de Infection Control Unit gestart. Dit is
een samenvoeging van arts-microbiologen, afdeling
infectiepreventie, de functie van Deskundige Steriele
Medische Hulpmiddelen (DSMH) en Deskundige Reiniging
Desinfectie Scopen (DRDS). Daarnaast zijn in 2014 twee
leerlingen gestart met een opleiding tot Deskundige
Infectiepreventie.
A-team
Het antibiotic stewardship program (ASP) krijgt vorm in
het A-team, bestaande uit een arts-microbioloog, een
apotheker en intensivisten. Hiervoor werd een business
case gemaakt en een projectplan geschreven en gevolgd.
Hiermee voldoet het WZA aan de IGZ-eisen.
De afdeling Infectiepreventie heeft in het verslagjaar onder
meer de onderstaande werkzaamheden uitgevoerd.
Kwaliteit en veiligheid
Werkzaamheden afdeling infectiepreventie
Onderwerp
Opvolging IGZ-bezoek
Hygiëne en
infectiepreventie
op alle verpleeg-
afdelingen
Landelijke Kwaliteits-
richtlijnen Infectie-
preventie Ziekenhuizen
(KRIZ)
Status
Na het IGZ bezoek in
september 2013 is de afdeling
infectiepreventie intensief
betrokken geweest bij facilitaire
processen van de schoonmaak,
procedure luchtbeheersing
isolatiekamers, screening
MRSA en BRMO. Dit traject is
afgesloten met een audit door
een externe partij.
– Er zijn begin 2014 quick-
scans uitgevoerd van hygiëne
en infectiepreventie op alle
verpleegafdelingen, deze
worden herhaald in januari
2015.
– De Hygiëne Kwaliteits-
medewerkers (HKM’ers)
hebben nascholing
ontvangen over omgang met
en opslag van gevaarlijke
stoffen.
Uitwerken en voldoen aan deze
landelijke richtlijnen met de
doelstelling om de afdeling
Infectiepreventie op termijn te
laten visiteren.
Onderwerp
Bouw en verbouw
Regionale samen-
werking rond
BRMO en MRSA
Procedure reiniging
en desinfectie
van endoscopen
Status
Betrokkenheid bij zowel
het verbouwtraject van
verpleegafdeling C2 als de
toekomstige bouw. In 2014
zijn pakketten van eisen en
opleverdocumenten opgesteld.
Er is regionale afstemming
gezocht voor een eenduidige
aanpak van en werkwijze rond
Bijzonder Resistente Micro-
organismen en MRSA in de
noordelijke ziekenhuizen.
Aanpassing reiniging- en
desinfectieprocedure
endoscopen, scheiding
schoon-vuil. Participatie in de
werkgroep die zich hiermee
bezighoudt. Begin 2014 is
gestart met centrale reiniging en
desinfectie van endoscopen van
de scopieafdeling en in de loop
van het jaar van de endoscopen
van de OK en poli urologie.
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
25
Medicatieveiligheid
High risk-medicatie
De apotheek heeft in 2014 de VMS-indicatoren getoetst
voor high risk-medicatie. Het WZA scoort goed op deze
indicatoren. Toch heeft de IGZ opmerkingen gemaakt
over de ruimtes waarin high risk-bereidingen worden
uitgevoerd op de afdeling. WZA is daarom genoodzaakt
om de ruimtevoorzieningen voor de bereiding van high
risk-medicatie aan te passen.
Elektronisch voorschrijven (poliklinisch)
Vanaf 1 januari 2014 mogen er geen geschreven recepten
meer worden verwerkt. De IGZ verplicht vanaf dat
moment dat recepten elektronisch worden voorgeschreven
inclusief medicatiebewaking. Het is in 2014 niet gelukt
alle poliklinieken elektronisch te laten voorschrijven.
Belangrijkste oorzaak is een niet functionerend landelijk
systeem waardoor de veiligheid niet gegarandeerd kan
worden. Dit is besproken met de IGZ. Er is een plan
van aanpak voor de introductie van het elektronisch
voorschrijven op de poliklinieken voor 2015. Dit plan van
aanpak is goedgekeurd door de IGZ.
Medicatieverificatie
Het WZA scoort landelijk goed op het VMS-thema
medicatieverificatie. In het WZA was een beperkt
aantal patiëntcategorieën waar nog geen verificatie
werd uitgevoerd. In 2014 is daarom gestart met
medicatieverificatie bij alle oncologiepatiënten. Dit gaat
verder dan het VMS-thema aangezien daar alleen bij de
electieve opnames een gesprek gevoerd hoeft te worden.
Kwaliteit en veiligheid
Onderwerp
Protocollen en beleid
Samenwerking
Martini Ziekenhuis
Aanpassing Ezis
Status
Er zijn protocollen en
beleidsdocumenten
ontwikkeld over onder meer
ebola, waterpokken, tbc
en assistentiehonden. De
medewerkers van de SEH en de
triagisten van de huisartsenpost
hebben scholing ontvangen over
het ebolabeleid.
De afdeling Infectiepreventie
heeft enkele dagen meegelopen
in het Martini Ziekenhuis en
vice versa.
Infectiepreventie heeft steeds
verzocht dat de uitslagen van
kweken die door de huisartsen
zijn afgenomen ook in Ezis
zichtbaar werden voor overige
disciplines. Dit is in 2014
geëffectueerd.
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
27
Efficiëntie
Programma Gezonde Toekomst
Om een gezonde begroting te realiseren is in 2013 het
programma Gezonde Toekomst opgezet. Het programma
Gezonde Toekomst is gestart vanuit de eerdergenoemde
visie en ambitie:
– WZA blijft een 24/7 basisziekenhuis met als pijlers acute
zorg, IC, ouder en kind, OK;
– Behoud en versterking van deze positie vraagt een
onderscheidend goede prijs-kwaliteitverhouding (in het
beste kwartiel).
Rekening houdend met bovenstaande visie en ambitie
richt de aandacht zich primair op maatregelen en acties die
de positie van het WZA kunnen versterken. Dit betekent
kritisch kijken naar de kosten, met oog voor kwaliteit en
veiligheid van zorg.
Integrale capaciteitsplanning
Flow@wza
Eind 2013 is het ziekenhuisbrede project flow@wza van
start gegaan. Dit staat voor Flexibel en Lean Op Weg in het
WZA. Flexibel betekent in dezen dat de organisatie moet
kunnen meebewegen met de patiëntvraag, oftewel dat
het WZA gaat van aanbod- naar vraaggericht werken. Het
project werkt vanuit Lean Six Sigma, de verbetermethodiek
van het WZA. Deze methodiek is erop gericht zo veel
mogelijk (klant)waarde in de processen te creëren door
verspillingen in het proces te verminderen. Processen
worden hiermee gestroomlijnd en continu verbeterd,
zodat er ‘flow’ wordt gecreëerd in de organisatie. In 2014
hebben op zowel de poli’s, de OK als de verpleegafdelingen
verschillende deelprojecten gedraaid met als doel
het capaciteitsgebruik te optimaliseren. Een van de
deelprojecten is het perfectioneren van de verpleegkundige
inzet, zodat deze beter is afgestemd op de zorgvraag.
Verpleegkundige intake
In 2014 zijn de voorbereidingen getroffen om de
verpleegkundige intake vroeger in het proces te plaatsen,
waardoor piekdrukte op het moment van opname kan
worden voorkomen. De verpleegkundige intake is in
januari 2015 geïmplementeerd.
Informatisering en automatisering
EPD
Binnen het EPD-programma is in 2014 een aantal
projecten afgerond: de afdelingen Fysiotherapie, Medische
Psychologie en Medisch Maatschappelijk Werk hebben het
papieren dossier achter zich gelaten. Alle paramedische
disciplines werken nu met een digitaal dossier. Ook de
poliklinieken Urologie en Orthopedie zijn overgegaan naar
hun eigen specialistische EPD.
Het maken van een Oogheelkundig poliklinische dossier
is begonnen in 2014 en wordt begin 2015 afgerond.
Naast deze dossiers zijn ook WZA-breed nu bijna alle
consultorders digitaal, tussen specialisten en paramedici en
tussen specialisten onderling. Het EPD-programma nadert
daarmee zijn voltooiing.
Blik op 2015
In het eerste kwartaal van 2015 wordt het EPD van
het preoperatieve proces in gebruik genomen. Dit is
het eerste EPD dat betrekking heeft op een complete
zorgketen in het ziekenhuis, namelijk van de specialist op
de polikliniek tot en met de operatiekamer. Het EPD-POP
betekent een belangrijke stap om de patiëntveiligheid
verder te vergroten. In 2014 zijn hiervoor alle processen
in detail onder de loep genomen en op bepaalde punten
aangescherpt. Alle TOP-richtlijnen zijn in het EPD-POP
opgenomen (Toezicht Operatief Proces).
Inzage dossiers door specialisten uit
andere ziekenhuizen
Het is mogelijk gemaakt dat de behandelende arts uit
het Martini Ziekenhuis het WZA-dossier van de patiënt
kan zien, bijvoorbeeld tijdens de dienst. De uitwisseling
van gegevens met andere ziekenhuizen in de regio richt
zich in eerste instantie vooral op beelden. In 2014 zijn,
in samenwerking met de regionale partners verenigd in
Stichting GERRIT, de voorbereidingen getroffen om deze
uitwisseling met behulp van XDS uit te breiden naar alle
beelden met alle aangesloten ziekenhuizen.
Implementatie ICD-10 codering
De eerste specialismen registreren hun diagnoses met
de ICD-10 codering. Deze landelijke verplichting zal
hopelijk op termijn betekenen dat de registratiedruk voor
specialisten iets verlicht wordt, terwijl tegelijkertijd de
mogelijkheden voor kwaliteitsinformatie toenemen. De
diagnosethesaurus, die hierin een centrale rol vervult, is
landelijk nog niet voor alle specialismen van voldoende
kwaliteit om mee te werken.
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
28
Tevredenheid
Huisartsen
Het WZA vindt de relatie met de huisartsen uitermate
belangrijk. Op veel plaatsen binnen de organisatie vindt
overleg met diverse huisartsen(afvaardigingen) plaats. Om
dit te stroomlijnen en te verstevigen zijn in 2014 zijn de
eerste stappen gezet om te komen tot een transmuraal
samenwerkingsverband. Dit wordt in 2015 wordt
geïmplementeerd.
Regionale huisartsencommissie
Er heeft in 2014 viermaal overleg plaatsgevonden tussen
het stafbestuur, de raad van bestuur en de regionale
huisartsencommissie (RHC). Huisartsen hebben aangegeven
een geriater te missen in het aanbod van zorg in het WZA
en ook graag een verdere uitbreiding willen op het gebied
van plastische chirurgie. In het tweede kwartaal van 2015
wordt hier in samenwerking met het Martini Ziekenhuis
invulling aan gegeven door de komst van een geriater en
uitbreiding van plastische chirurgie.
Huisartsengroepen
De promocommissie van het WZA bezoekt jaarlijks
huisartsengroepen (Hagro’s) in het adherentiegebied van
het WZA. Traditioneel worden alle praktijken bezocht
in een cyclus van twee jaar. Van deze bezoeken maken
de commissieleden een verslag. Dit wordt besproken in
de reguliere vergaderingen van de promocommissie. De
resultaten van de bezoeken worden in een brief naar de
Hagro’s teruggekoppeld.
Tijdens de bezoeken wordt aandacht besteed aan de
samenwerking tussen de eerste lijn en het WZA. Eventuele
problemen in de communicatie en de zorg rond de patiënt
hebben de hoogste prioriteit. Om het profiel van het
adherentiegebied te monitoren worden de verwijsgegevens
continu in de gaten gehouden. Welke specialismen
ontbreken en hoe is dit door samenwerking met de
partnerziekenhuizen op te lossen?
Onderwerpen die binnen de promocommissie zijn
besproken, zijn onder meer het gebruik van ZorgDomein,
correspondentie, rapportage van opgenomen patiënten,
bereikbaarheid van huisartsen en specialisten, palliatieve
zorg en het transmuraal beleid, inclusief de anderhalvelijns
zorg.
Het transmuraal beleid is in het WZA nog niet formeel
vastgesteld maar het belang wordt onderkend. Dit
onderwerp wordt samen met de eerste lijn opgepakt. Veel
aandacht krijgt de anderhalvelijns zorg: dit kan ook gezien
worden als een kwaliteitsimpuls. Enkele vragen die gesteld
zijn: wat kan een huisarts zelf doen? Is videoconferentie
een idee of het inrichten van aparte klinieken voor
huisartsen en specialisten? Moeten de zorgverzekeraars
betrokken worden bij het te kiezen beleid?
De pr van het WZA kan in het transmurale beleid worden
ingebed. Alle specialismen van het WZA en gerelateerde
afdelingen moeten de zichtbaarheid en bekendheid bij
patiënt en huisarts waarborgen. Het WZA organiseert
reeds publiekslezingen, heeft contact met RTV Drenthe en
een maandelijkse pagina in het Gezinsblad. Het WZA staat
bekend om zijn korte lijnen, bekende gezichten (‘altijd
dezelfde dokter’) en goede zorg. Het is vertrouwd.
ZorgDomein
Bijna alle huisartsen in ons directe werkgebied maken
gebruik van ZorgDomein om patiënten naar het WZA te
verwijzen. Doelstelling was dat eind 2014 minimaal 30%
van de verwijzingen plaatsvindt via ZorgDomein. Deze
doelstelling is gehaald. Doordat alle producten op het
Kwaliteitsinformatiesysteem van het WZA staan, zijn de
producten altijd actueel. Er is een evaluatie geweest van
de wijze van het verzamelen van toegangstijden. Hierop is
een aantal verbeterpunten toegepast zodat we werkwijze
efficiënter verloopt.
Informatie voor huisartsen
Sinds jaar en dag ontvangen de verwijzers viermaal per
jaar de Nieuwsbrief voor Huisartsen. Deze wordt online
verzonden.
Op de WZA-website bestaat daarnaast een deel
‘Zorgpartners’. Huisartsen en verwijzers kunnen op deze
pagina diverse formulieren downloaden, nieuwsberichten
lezen en recente edities van de Nieuwsbrief voor Huisartsen
inzien.
Patiënttevredenheidsonderzoek (PTO)
Het WZA werkt met een integraal patiënttevredenheids-
onderzoek (PTO). De uitkomsten en de daarbij behorende
verbeteracties dragen bij aan het verhogen van de
kwaliteit van zorg. Het WZA streeft ernaar dat op elke
polikliniek en verpleegafdeling eenmaal per twee jaar een
PTO wordt verricht. Deze doelstelling is behaald: in 2014
is op acht verpleegafdelingen en poliklinieken een PTO
uitgevoerd. Patiënten geven een gemiddelde waardering
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
29
van 8,4. Daarmee is het streefcijfer van een 8,0 ruimschoots
gerealiseerd.
Blik op 2015
De patiënttevredenheidsonderzoeken zoals die tot en met
2014 zijn uitgevoerd, leveren onvoldoende handvatten op
om tot verbeteracties te komen. Daarom wordt vanaf 2015
de patiënttevredenheid op een andere manier gemeten,
namelijk via de CQ-index (Customer Quality).
ZorgkaartNederland
In aanvulling op de traditionele patiënttevredenheids-
onderzoeken doet het WZA actief mee aan de website
ZorgkaartNederland.nl. In 2014 zijn meer nieuwe
waarderingen gescoord dan in 2013. Door posters, flyers
en banners op de website worden patiënten en bezoekers
opgeroepen hun mening te geven over de zorgverlening
in het WZA. Opmerkingen en eventueel klachten
vormen input die we gebruiken om de dienstverlening te
verbeteren. Dit is vastgelegd in beleid.
Minder dan 5% van alle waarderingen samen (specialisten
plus WZA als geheel) scoort lager dan het rapportcijfer
5,5. Alle onvoldoende waarderingen hebben een online
reactie ontvangen waarin veelal op de mogelijkheid wordt
gewezen de ombudsfunctionaris te benaderen.
Klachten
Klachten die binnenkomen bij de ombudsfunctionaris van
het ziekenhuis vormen input voor verbetering. Bij iedere
binnengekomen klacht wordt gecheckt of er mogelijk
sprake is van ‘iets structureels’. Er wordt altijd gekeken of
verbeteringen noodzakelijk zijn. De ombudsfunctionaris
voert regelmatig gesprekken met de diverse MT-leden,
specialisten en medewerkers, en doet aanbevelingen aan
de raad van bestuur om de gewenste verbeteringen onder
de aandacht te brengen.
Om klachten te voorkomen en om structurele signalen te
herkennen vindt ieder kwartaal een overleg plaats tussen
de secretaris raad van bestuur, de voorzitter medisch
stafbestuur en de ombudsfunctionaris. In dit overleg
worden de diverse signalen vanuit de organisatie met
elkaar besproken en wordt zo nodig (preventief) actie
ondernomen.
Per kwartaal geeft de ombudsfunctionaris een presentatie
over de WZA-cijfers van het WZA op ZorgkaartNederland,
het aantal door de ombudsfunctionaris ontvangen
klachten, trends en aandachtpunten.
Er waren in 2014 71 aandachts- en/of verbeterpunten.
Hieronder volgen de meest relevante.
– Bij dagopnamepatiënten die na 17.00 uur worden
ontslagen, wordt voortaan de ontslagmedicatie tijdens
kantooruren bij de politheek besteld om extra kosten
(bijzonder tarief buiten kantooruren) voor de patiënt te
voorkomen.
– Nieuwe rolstoelen werden beter afgesteld (meer
zitcomfort) in overleg met de leverancier.
– Er werden werkafspraken gemaakt zodat voor
zorgverleners duidelijk is hoe te handelen als een patiënt
waarvoor een IBS-verklaring moet worden aangevraagd,
voordien het ziekenhuis wil verlaten.
– Er werden afspraken gemaakt over levering van
thuiszorgartikelen die niet door de politheek worden
geleverd.
– De hoofdbehandelaar is verantwoordelijk voor
het opstarten van postoperatieve antistolling. Verder is
hij ook verantwoordelijk voor het opstarten van anti-
stolling naar aanleiding van een door de anesthesioloog
aangevraagd preoperatief consult bij een ander
specialisme.
– Over patiënten die vanuit een andere instelling in het
WZA worden opgenomen (bijvoorbeeld vanuit de GGZ)
wordt bij ontslag (ook) een ontslagbrief gestuurd naar de
instellingsarts.
– Er werd een brochure uitgebracht: ‘Ziekenhuiszorg in
2014 – wat betaalt u?’.
Tevredenheid
2014
253
8,5
8,7
Aantal nieuwe beoordelingen
(WZA + specialisten)
Gemiddeld rapportcijfer
WZA als geheel
Gemiddeld rapportcijfer
specialisten
2013
201
8,5
8,4
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
30
Ombudsfunctionaris
In het verslagjaar bemiddelde de ombudsfunctionaris 447
klachten, vragen en opmerkingen. Dit is een stijging van
17,5% ten opzichte van 2013.
*Sommige melders noemen meerdere onderwerpen in één
klacht. Daardoor is het aantal meldingen hoger dan het
aantal melders.
De ombudsfunctionaris heeft in 2014 voorlichting gegeven
aan meerdere afdelingen over klachtbehandeling in het
ziekenhuis, maar ook over het voorkómen van klachten én
hoe ermee om te gaan als je betrokken bent bij een klacht.
Tevens is tijdens deze bijeenkomsten aandacht gevraagd
voor communicatie met familie en belangenbehartigers
en is gesproken over de verantwoordelijkheid die het
ziekenhuis heeft voor eigendommen van een patiënt die
niet in staat is deze goed te beheren. In 2014 vonden deze
sessies ook plaats voor de coassistenten van het UMCG, die
hun stage begonnen in het WZA.
Klachtencommissie
Wanneer een patiënt nog niet tevreden is na het contact
met de ombudsfunctionaris en de stappen die zijn
gezet, kan hij de klachtencommissie vragen zijn klacht in
behandeling te nemen. De commissie bestaat uit vijf leden:
een onafhankelijke voorzitter (jurist), een huisarts, een lid
vanuit patiëntenperspectief (Zorgbelang Drenthe) en twee
leden vanuit het WZA: een lid van de medische staf en een
lid vanuit de verpleegkundige zorg.
De klachtencommissie heeft in 2014 zeven klachtbrieven
ontvangen. Vijf briefschrijvers gaven de voorkeur aan
het bemiddelingstraject. Twee klachten werden door
de commissie in behandeling genomen. Beide klachten
werden uiteindelijk ongegrond verklaard.
Aansprakelijkheidstellingen
Het WZA is voor aansprakelijkheid verzekerd bij Medirisk.
In 2014 is het ziekenhuis twintig keer aansprakelijk gesteld,
tegen zestien keer in 2013. Dit komt overeen met het
landelijke beeld zoals Medirisk dat weergeeft (het aantal
claims stijgt).
Het WZA conformeert zich aan de GOMA, de gedragscode
openheid medische incidenten, en streeft ernaar, in goede
samenwerking met de aansprakelijkheidsverzekeraar, de
claims binnen de daarvoor gestelde tijd en zo mogelijk
eerder te behandelen.
Het WZA heeft zich in 2014 bij Medirisk aangemeld voor
een pilot waarin bekeken wordt in hoeverre het mogelijk
Tevredenheid
2012
80
55
107
67
38
29
376
%
21
15
28
18
10
8
100
Informatie/communicatie
Medisch/verpleegkundig handelen
Relationeel
Organisatorisch
Voorzieningen
Administratief/financieel
Totaal
%
16,1
20,3
24,2
20
6,1
13,2
100
%
12
20
22
16
7
23
100
2013
61
77
92
76
23
50
380
2014
54
90
97
71
30
104
446
Bemiddelde klachten/meldingen door ombudsfunctionaris
2013
294
380
2012
276
376
Aantal melders*
Aantal meldingen
2014
344
446
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
31
is het ombudstraject en het claimtraject in een vroegtijdig
stadium aan elkaar te koppelen zodat het proces om tot
afhandeling te komen versneld kan worden.
Toegangstijden en doorlooptijden
Volgens de procedure en definities van het ministerie van
VWS zijn ziekenhuizen verplicht om tussen de eerste en
de tiende van de maand informatie over toegangstijden
op de eigen website te publiceren. De gegevens worden
op de tiende van elke maand door het onderzoeksbureau
Mediquest van de WZA-website afgelezen.
Als landelijke streefnorm voor aanvaardbare toegangs-
tijden voor polikliniek, behandeling/operatie en
diagnostiek binnen de ziekenhuissector wordt de
zogenaamde Treek-norm gehanteerd. Ook het WZA
registreert de toegangstijden voor de poli, OK en sommige
onderzoeksfaciliteiten volgens de Treek-norm.
Bijna alle specialismen blijven qua toegangstijden
binnen de treeknormen. Met behulp van integraal
capaciteitsmanagement wordt in 2015 nog steviger
gestuurd op de toegangstijden, zodat zorgvraag en
zorgaanbod beter op elkaar afgestemd wordt.
Ziekenhuisapotheek
Klanten
Twee nieuwe instellingen hebben in 2014 gekozen voor
de WZA-apotheek als partner voor het leveren van de
farmaceutische zorg. De zorggroep Tangenborgh (290
bewoners) is in april 2014 gestart en zorggroep Drenthe
(130 bewoners) in december 2014.
In 2014 hebben Interzorg, de Brink en Vanboeijen
besloten de dienstverleningsovereenkomst met de
ziekenhuisapotheek voor langere duur te verlengen. Deze
lange verbintenis laat zien dat externe partijen tevreden
zijn over de dienstverlening.
Tevredenheid
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
32
Medewerkers
Ons medewerkersbestand kenmerkt zich door een
relatief hoge gemiddelde leeftijd (gemiddeld 44,4 jaar).
De beschikbare ervaring en kwaliteit dienen steeds meer
getoetst te worden aan wat nu en straks nodig is. Dit
geldt ook voor de belasting en belastbaarheid van onze
ouder wordende medewerkers. We sturen steeds meer
op duurzame inzetbaarheid van medewerkers. Dit is een
gedeelde verantwoordelijkheid van zowel de werkgever als
de medewerker waarbij tot op heden met maatwerk goede
oplossingen zijn gerealiseerd. We beseffen dat in de nabije
toekomst maatwerk vanwege de toenemende vergrijzing
lastiger gaat worden.
De veranderingen in de zorgsector stellen andere eisen
aan ons allemaal. De organisatie moet snel en wendbaar
zijn om in te kunnen spelen op veranderingen door
onder andere marktwerking, toenemende complexiteit
van zorg, vergrijzing en externe eisen. Dit geldt op alle
organisatieniveaus (strategisch, tactisch en operationeel)
en voor alle organisatieonderdelen: zowel de zorg als de
ondersteunde afdelingen. In het WZA heerst onder alle
medewerkers en specialisten een ambitieuze sfeer waarin
we onszelf en de werk- en zorgprocessen voortdurend
verbeteren en vernieuwen.
Vitale medewerkers en specialisten die met plezier werken
aan mensgerichte zorg is hiervoor een voorwaarde.
Organisatieontwikkelingen
Arbeidsvoorwaarden en sociaal plan
Het organisatieonderdeel zorg is ingrijpend gewijzigd
als gevolg van de overstap naar zorgbrede integrale
capaciteitsplanning van patiënten en personeel. In
het kader van Gezonde Toekomst zijn ook elders in de
organisatie enkele organisatiewijzigingen doorgevoerd.
Op deze wijzigingen is het sociaal plan van toepassing. Er
zijn mobiliteitbevorderende maatregelen ontwikkeld om
gedwongen boventalligheid zo veel mogelijk te vermijden.
Een aantal medewerkers heeft hier gebruik van gemaakt.
Personeelsontwikkeling
Jaargesprekken
Met het grootste deel van alle medewerkers is een
jaargesprek gevoerd. Aandachtspunten zijn parelgedrag,
patiëntveiligheid, registratie BIG en andere accreditaties,
portfolio, inzetbaarheid en ontwikkelplannen.
Mobiliteit
De interne mobiliteit is fors toegenomen vooral
als gevolg van de reorganisatie binnen zorg en
de loopbaanmogelijkheden die dit creëerde voor
medewerkers. De interne mobiliteit in het WZA bedraagt in
2014 7,8% (2013: 2,5%; 2012: 1,5%).
Exitvragenlijst
Van de vertrekkende medewerkers hebben er
negentien een exitvragenlijst ingevuld. De belangrijkste
vertrekredenen zijn andere werkgever en pensionering.
– Instroom: 8,8% (2013: 9%; 2012: 11,5%)
– Uitstroom: 9,2% (2013: 7,7%, 2012: 9%)
Arbobeleid
Het beleid over arbeidsomstandigheden, kortweg
arbobeleid, is vastgelegd in het arbozorgsysteem. Dit
zorgsysteem omvat, naast alle praktische arboregelingen,
een beschrijving van alle verantwoordelijkheden op arbo-
gebied. De leidinggevenden in het WZA zijn verantwoordelijk
voor de uitvoering van het arbobeleid. De arbocoördinator
coördineert de activiteiten.
Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E)
Het WZA heeft een cyclische regeling voor de RI&E’s en
gebruikt hiervoor het systeem Zorg RIE. Elk jaar wordt
een RI&E gedaan bij een van de organisatieonderdelen.
In 2014 is een RI&E uitgevoerd bij de stafdienst
Managementondersteuning.
Gezondheid- en verzuimbeleid
Verzuim
Over 2014 is het verzuim 4,23%. Dit is (nagenoeg) gelijk
aan de branche (4,15%) en ten opzichte van 2013 gelijk
gebleven. Wel zien we een stijging van het verzuim vanaf
september 2014.
Er is veel gedaan aan maatwerk bij verzuimpreventie en
re-integratietrajecten. In het najaar heeft een evaluatie
van het beleid plaatsgevonden. Dit gaat in 2015 leiden tot
een aanpassing van het verzuimbeleid. Zo wordt er meer
aandacht besteed aan ondersteuning van de organisatie
door het invoeren van een digitaal verzuimsysteem,
training van leidinggevenden en inzet van expertise.
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
33
Vaccinatie
Het WZA biedt medewerkers de gelegenheid zich gratis te
laten vaccineren tegen influenza.
Na een intensieve communicatiecampagne in 2013, is
besloten om de griepprik in 2014 niet zo uitgebreid en
gestructureerd te promoten. Het aantal medewerkers en
specialisten dat zich in 2014 in het WZA liet vaccineren
lag (waarschijnlijk daardoor) weer wat lager dan het jaar
ervoor: 325 in 2014 tegenover 406 in 2013. De medewerkers
die zich bij hun eigen huisarts hebben laten vaccineren, zijn
niet in deze cijfers meegenomen.
Opleiding en onderwijs
Strategisch opleiden
Vanwege de ontwikkelingen in de zorg heeft VWS gelden
beschikbaar gesteld om de komende drie jaar extra te
investeren in de kwaliteit van het personeel in de zorg.
In dit kader is opleidingsbeleid ontwikkeld dat is afgeleid
van de strategische koers van het WZA. Daarbij is gekozen
voor de strategie van de lerende organisatie. Persoonlijke
ontwikkeling en eigenaarschap spelen hierbij een
belangrijke rol. De speerpunten zijn:
– Ontwikkeling van de gewenste kwalificatiestructuur van
het WZA. D.w.z. wat is de gewenste kwalificatiemix (c.q.
mix van opleidingsniveaus) in alle organisatieonderdelen?
– Scholingsplannen om in drie jaar tot een substantiële
kwaliteitsverbetering te komen. Accenten liggen op
het borgen van creativiteit en vakmanschap, (externe)
samenwerking en netwerken, personele ontwikkeling
en samenwerking, managementontwikkeling en de
doorontwikkeling van e-learning.
Collega’s van morgen
Het WZA wil ook op termijn verzekerd zijn van
voldoende gekwalificeerd personeel. In dit kader
biedt het WZA jaarlijks circa zestig stageplaatsen,
merendeels voor toekomstige verpleegkundigen.
Verder waren in 2014 ongeveer acht leerlingen in
opleiding voor anesthesieassistent, IC-verpleegkundige,
apothekersassistent en operatieassistent.
Coassistenten
Het WZA is in 2014 een volwaardige partner geworden
van het Martini Ziekenhuis als affiliatieziekenhuis van
het UMCG. Voortaan begeleiden het WZA en het Martini
Ziekenhuis samen een groep van 128 coassistenten uit het
eerste jaar van de masteropleiding geneeskunde (kortweg
M1); veertig ervan verblijven een heel jaar in Assen en 88
in het Martini Ziekenhuis. De groepen worden gesplitst
en wisselen zes weken ziekenhuisstage steeds af met zes
weken in het Klinisch Trainingscentrum van het UMCG.
Elke zes weken zijn er daarnaast ongeveer tien junior
coassistenten (vierdejaars geneeskundestudenten RUG) in
het WZA.
Erkenningen
Het WZA heeft erkenningen voor het verzorgen van een
aantal specialistische verpleegkundige opleidingen:
– SEH
– IC
– Obstetrie
– Kinderaantekening
– Gipsverbandmeester
– Oncologie
– OK-assistent
– Anesthesiemedewerker
– Recovery
– Deskundige infectiepreventie
Personeelsveiligheid
Prikaccidenten (intern)
Er zijn in 2014 28 prikaccidenten gemeld (2013: 29, 2012: 21).
Bedrijfsongevallen
In verslagjaar zijn dertien meldingen van bedrijfsongeval
gedaan (2013: zeventien). Het betroffen ongevallen met
een laag risico en de arbeidsinspectie hoefde niet ingelicht
te worden.
Agressiebeleid
In 2014 is het vernieuwde agressiebeleid ingevoerd. Hierin
is aangegeven wat het WZA onder agressie verstaat
en ligt het beleid vast over passende maatregelen en
nazorg. Op alle verpleegafdelingen en poliklinieken is
het beleid bekendgemaakt en is gewezen op het belang
van melden om onderregistratie te voorkomen. In 2014
zijn er 45 meldingen van agressie gedaan. Er is twee keer
een rode kaart uitgereikt (toegangsverband en aangifte
bij de politie), dertien keer is de hulp van de beveiliging
ingeroepen en zeven keer de inzet van de politie. Sinds het
najaar 2014 wordt naderhand contact opgenomen met alle
melders in het kader van nazorg.
Medewerkers
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
34
Interne klachtencommissie
Het WZA vindt het belangrijk dat alle medewerkers
zich prettig voelen op hun werk. Als er iets aan de
hand is, moeten er verschillende mogelijkheden zijn om
dat te uiten. Eén van die mogelijkheden is de interne
klachtencommissie voor medewerkers. Deze heeft
een externe, onafhankelijke voorzitter. In 2014 heeft
de klachtencommissie driemaal vergaderd, waarvan
eenmaal in aanwezigheid van de vertrouwenspersonen.
De commissie heeft in 2014 een klacht en een bezwaar
behandeld, beide zijn op grond van het reglement niet-
ontvankelijk verklaard.
Interne ontwikkelingen voor de medewerkers
Intranet
Om de medewerkers goed te informeren en te
ondersteunen bij hun dagelijks werk is het intranet
van het WZA het belangrijkste interne medium. Dit
interactieve intranetplatform beoogt bij te dragen
aan kwaliteitsverbetering en kostenbesparing door
samenwerking en het betrokken houden van de
werknemers bij het WZA. In 2014 is de doorontwikkeling
van het intranet gekoppeld aan een breder project om te
komen tot de werkplek van de toekomst.
Lunchbijeenkomsten met de raad van bestuur
Net als in 2013 heeft de raad van bestuur in 2014 een
aantal lunchbijeenkomsten gehouden met delegaties
van medewerkers van verschillende afdelingen. Het is
een informeel overleg waarbij de afdeling zelf mede
de agenda bepaalt. De raad van bestuur vraagt tijdens
elke lunchbijeenkomst tevens aandacht voor kwaliteit en
veiligheid.
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
Medewerkers
36
Faciliteiten
Kwaliteit van de gebouwen
Het ziekenhuis is sinds 1990 gevestigd op de huidige
locatie aan de Europaweg-Zuid 1 te Assen. Sindsdien is het
ziekenhuis goed onderhouden en hebben diverse interne
verbouwingen en uitbreidingen plaatsgevonden. Zoals
eerder is vastgesteld is het gebouw toe aan een gefaseerde
grootschalige renovatie. Hiertoe wordt in 2015 het
langetermijnhuisvestingsplan opgesteld.
In 2014 is verpleegafdeling C2 verbouwd zodat de CCU-
bedden van de IC verplaatst konden worden naar C2.
Tijdens de verbouw van C2 zijn ook de buitenkozijnen
vervangen waardoor de isolatie van deze kozijnen sterk is
verbeterd. Daardoor zal het energieverbruik verminderen.
Tevens is in verslagjaar het meerjarenonderhoudsplan
ontwikkeld. Hierin zijn de activiteiten gepland die nodig
zijn om het gebouw met de bijbehorende installaties
te onderhouden. Jaarlijks kan deze planning bijgesteld
worden naar aanleiding van eventueel gewijzigd gebruik
van het gebouw en de installaties.
Blik op 2015
– Vanwege de groei van de poli Oogheelkunde van twee
naar drie oogartsen is eind 2014 besloten om een nieuwe
polikliniek te bouwen. Deze poli wordt medio 2015 in
gebruik genomen.
– In 2015 wordt het langetermijnhuisvestingsplan afgerond.
– Los van de grootschalige renovatie wordt een aantal
kleine aanpassingen uitgevoerd in 2015 die noodzakelijk
zijn om te blijven voldoen aan wet- en regelgeving.
Bedrijfsveiligheid
Bedrijfshulpverlening (BHV)
In een ziekenhuis dienen bedrijfshulpverleningstaken
24 uur per dag gewaarborgd te zijn. In het WZA worden
alle medewerkers, vrijwilligers en organisaties die in het
WZA gehuisvest zijn, getraind hoe te handelen bij brand
en ontruiming. Deze training is in 2013 voor het laatst
gegeven en wordt elke drie jaar herhaald. Nieuwe
medewerkers nemen bij aanvang van hun arbeidscontract
deel aan de training. Dit gebeurt als vast onderdeel van
de introductiedag. Zij krijgen op die dag ook het BHV-plan
uitgereikt.
Brand- en ontruimingsoefeningen
Door jaarlijks te oefenen worden de vaardigheden en
bewustwording van medewerkers vergroot.
– In 2014 zijn zes kleine brandoefeningen gehouden
op verpleegafdelingen, verspreid over het hele jaar. De
resultaten van deze oefeningen zijn teruggekoppeld naar
de afdelingen.
– Naast de kleine brandoefeningen hebben de verpleeg-
afdelingen eenmaal geoefend met ontruimen in
samenwerking met de brandweer. Een volgende
ontruimingsoefening is gepland in 2015.
– Voor de poliklinieken zijn een viertal ‘table top’-
oefeningen uitgevoerd.
Crisisbeheersplan
Nadat in 2013 het Crisisbeheersplan is geschreven,
is in 2014 een start gemaakt om de onderliggende
nood- en continuïteitsplannen hierop aan te passen. Op
basis van de escalatiematrix van het Crisisbeheerplan
WZA is een start gemaakt het met omvormen van het
Bedrijfshulpverleningsplan naar een Bedrijfsnoodplan.
Ook verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de
crisisorganisatie zijn aangepast. Het continuïteitsplan
Radiologie kwam gereed en doet dienst als format voor
andere continuïteitsplannen.
Conform het jaarplan Crisisbeheersing 2014 zijn OTO-
trainingen (Opleiden, Trainen, Oefenen) uitgevoerd.
Zo worden jaarlijks brand- en ontruimingsoefeningen
gehouden en de leden van het Crisisbeleidsteam (CBT)
getraind en geoefend. In het kader van de continuïteit
zijn in 2014 de vervangers van de CBT-leden getraind
en geoefend. Verantwoording hierover wordt afgelegd
in het OTO-jaarverslag. In het verslagjaar is een tweede
crisiscoördinator zorginstellingen opgeleid.
De geplande CBRN (Chemisch, Biologische, Radiologische
en Nucleaire) training/oefening is opgeschort naar 2015
wegens de verplichte voorbereidingen in 2014 voor de
opvang en behandeling van eventuele ebolapatiënten.
Bij deze ebolatraining en oefening waren 76 medewerkers
van de SEH betrokken, evenals SEH-artsen en de CHD
(Huisartsenpost). Hierbij werd gebruikgemaakt van
regionale protocollen en procedures.
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
37
Bestuur en toezicht
Normen voor goed bestuur
Het WZA past de Zorgbrede Governancecode 2010
van de Branchorganisaties Zorg onverkort toe in het
streven naar goed bestuur en het afleggen van openbare
verantwoording over het beleid en de activiteiten. Dit
geldt zowel voor de Stichting Wilhelmina Ziekenhuis Assen
als voor de onderliggende Wilhelmina Zorgservices BV, de
Apotheek Wilhelmina Ziekenhuis BV en de Huidlaserkliniek
WZA BV. Ontwikkelingen op het terrein van governance
worden nauwlettend en continu gevolgd.
Uitgangspunten hierbij zijn:
– de patiënt en diens wensen en behoeften staan centraal;
– de zorgverlening geschiedt zodanig dat de daartoe
beschikbare middelen zo effectief en doelmatig mogelijk
worden aangewend;
– de zorgverlening voldoet aan eigentijdse kwaliteitseisen.
De code wordt gehanteerd volgens het ‘pas toe of leg uit-
beginsel’, wat betekent dat de bepalingen uit deze code
worden toegepast, of, waar dit niet gebeurt, in de jaarlijkse
verantwoording gemotiveerd wordt uitgelegd waarom is
afgeweken.
Model van toezichthoudend bestuur
Het WZA hanteert het model van toezichthoudend bestuur
(ook wel raad van toezichtmodel) als bestuursmodel. De
raad van toezicht heeft in dit model primair een toezicht-
houdende en adviserende functie. Dit geldt zowel voor de
Stichting Wilhelmina Ziekenhuis Assen als voor de onder-
liggende Wilhelmina Zorgservices BV (met daaronder de
Apotheek Wilhelmina Ziekenhuis BV en de Huidlaser-
kliniek BV). De raad van bestuur is belast met beleidsvorming
en beleidsuitvoering. Een en ander is statutair vastgelegd.
Klik hier om de statuten van het WZA te raadplegen.
Enquêterecht
Het enquêterecht (het recht om een verzoek in te dienen
bij het gerechtshof om een onderzoek in te stellen naar de
werkwijze in het WZA) is toegekend aan de cliëntenraad
van het WZA.
Externe accountant
Periodiek vindt gestructureerd overleg plaats met de
externe accountant. De externe accountant beoordeelt
uiteraard het jaarverslag en de jaarrekening.
ANBI
Het WZA is een ANBI (Algemeen Nut Beogende Instelling).
Om dat te blijven is in 2013 de hiervoor noodzakelijke
informatie op het internet van het ziekenhuis geplaatst
en hebben de statuten in 2014 een hiervoor noodzakelijke
aanpassing ondergaan.
Raad van bestuur
De Stichting Wilhelmina Ziekenhuis Assen kent een
eenhoofdige RvB. Sinds 1 juni 2007 wordt deze gevormd
door de heer B.A. (Boudewijn) Ponsioen.
Taken en bevoegdheden
De RvB legt verantwoording af aan de raad van toezicht.
De taken, bevoegdheden en verplichtingen van de RvB
zijn vastgelegd in het Reglement raad van bestuur. Dit
reglement gaat onder meer in op:
– de positionering van de raad van bestuur in de stichting;
– de verantwoordelijkheid van de RvB;
– de wijze waarop de RvB verantwoording aflegt aan de
RvT.
Informatievoorziening
De informatievoorziening naar de RvT en de medezeggen-
schapsorganen is eveneens beschreven in het reglement
raad van bestuur. Daarnaast is er een informatieprotocol
voor de RvT dat dieper ingaat op informatievoorziening
over de onderwerpen kwaliteit, veiligheid en financiën.
Informatievoorziening aan de RvT heeft in 2014 conform
dit protocol plaatsgevonden.
Structuur
De RvB geeft rechtstreeks leiding aan de managers van
de clusters zorg, psychosociaal & revalidatie, facilitaire
zaken en medische ondersteuning, alsmede aan het hoofd
stafdienst managementondersteuning en de secretaris raad
van bestuur. Deze managers en functionarissen vormen het
managementteam, samen met twee vaste leden van het
stafbestuur.
Blik op 2015
Medio 2015 wordt een aanpassing in het hoger
management doorgevoerd. Een belangrijke verandering is
het instellen van een directieteam als vervanging van het
huidige managementteam. De wijziging moet zorgen voor
medezeggenschap en medeverantwoordelijkheid, alsmede
bestuurlijke continuïteit.
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
38
Nevenfuncties
De heer Ponsioen heeft de volgende nevenfuncties:
– voorzitter Coöperatie samenwerkende ziekenhuizen
Noord-Nederland;
– lid externe klachtencommissie UMCG Ambulancezorg;
– lid raad van advies scholengemeenschap Vincent van
Gogh;
– lid raad van toezicht Certe;
– arbiter in Kamer Beheersmodel honoraria vrijgevestigd
medisch specialisten van het Scheidsgerecht Gezondheids-
zorg.
De nevenfuncties van de raad van bestuur hebben de
goedkeuring van de raad van toezicht.
Belangenverstrengeling
De regeling voor conflicten tussen het toezichthoudend
orgaan en de dagelijkse leiding van het ziekenhuis
is opgenomen in de statuten. In artikel 6 en 7 van
deze statuten staat beschreven hoe mogelijke
belangenverstrengeling van de bestuurder wordt
voorkomen.
Overleg met inspraakorganen
De RvB heeft geregeld overleg met de verschillende
inspraakorganen van het ziekenhuis. In 2014 was de RvB
elf keer aanwezig bij de vergadering van de medische
staf. Er vond twintig keer overleg plaats met het medisch
stafbestuur, negen keer met de ondernemingsraad en vier
keer met de cliëntenraad.
De raad van bestuur voert maandelijks overleg met het
managementteam.
Tijdens bovengenoemde overleggen is gesproken over
diverse onderwerpen die bijdragen aan de in de kadernota
2014 verwoorde doelstellingen. Enkele voorbeelden
hiervan zijn:
– de nieuwe strategische koers van het ziekenhuis;
– samenwerking WZA en Specialisten Coöperatie Assen;
– samenwerking WZA en Martini Ziekenhuis;
– transmurale zorg;
– project gezonde toekomst;
– integrale capaciteitsplanning;
– kwaliteit en veiligheid (o.a. scorecards, NIAZ-accreditatie
en prestatie-indicatoren);
– bouw;
– patiëntenparticipatie;
– ouderenzorg in het algemeen en de komst van geriatrie
in het WZA in het bijzonder;
– aanpassing en vaststelling regelingen, procedures
en plannen (o.a. strategisch opleidingsbeleid; ebola-
protocol; agressiebeleid; crisisbeheersplan, wijziging
bezoektijden).
Bezoldiging
De bezoldiging van de eenhoofdige RvB voldoet aan
de richtlijn van de Balkenende-norm en wordt conform
de Wet openbaarmaking uit publieke middelen
gefinancierde topinkomens (WOPT) openbaar gemaakt.
Met inachtneming van die wet, maar ook op basis van
de arbeidsovereenkomst, worden geen bonussen of
tantièmes uitgekeerd. Er is geen variabele component in de
bezoldiging.
December 2014 is in de Tweede Kamer de Wet verlaging
bezoldigingsmaximum WNT (WNT2) aanvaard, waarmee
het bezoldigingsmaximum voor topfunctionarissen met
ingang van 1 januari 2015 wordt verlaagd naar € 178.000.
Daarmee valt de RvB vanaf 2015 onder het overgangsrecht
dat gepaard gaat met de invoering van WNT2.
De bestuurdersbeloning is destijds tot stand gekomen
conform de NVZD-adviesregeling. Voor meer informatie
over de bezoldiging van de bestuurder wordt verwezen
naar de jaarrekening en DigiMV.
Raad van toezicht
De raad van toezicht houdt toezicht op de algemene gang
van zaken, het handelen van de raad van bestuur en op
de financiële huishouding van het ziekenhuis. De RvT is
bevoegd tot benoeming, schorsing en ontslag van de raad
van bestuur. Daarnaast is de RvT een klankbord voor de RvB
van het WZA.
De werkwijze van de RvT is gebaseerd op de Zorgbrede
Governancecode en vastgelegd in het Reglement raad van
toezicht.
Bestuur en toezicht
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
39
Dhr. mr. L.J. Klaassen
– Voorzitter raad van toezicht nov. 2006 2011 juni 2015 – Juridische Hoofdfunctie
– Voorzitter remuneratiecommissie deskundigheid Voorzitter college van bestuur Stenden Hogeschool
Leeuwarden
Nevenfuncties
– Voorzitter raad van toezicht RTV Noord, regionale
omroep Groningen
– Voorzitter raad van toezicht ZINN Verpleeg- en
verzorgingshuizen in Groningen, Haren en
Hoogezand
– Voorzitter maatschappelijke adviesraad Stichting
Philadelphia, te Nunspeet
– Lid bestuur NNO-Fonds, Groningen
– Voorzitter Gebiedscoöperatie Westerkwartier, Leek
– Onafhankelijke raadsman schadeafhandeling
gaswinning Groningen
Mw. drs. J.E.A.M. Nooren
– Vicevoorzitter raad van toezicht april 2008 2012 juni 2016 – Kwaliteit Hoofdfunctie
– Lid remuneratiecommissie – Branchekennis Voorzitter raad van bestuur Bartiméus
– Bestuurlijke ervaring Nevenfuncties
– Kennis van bedrijfs- – Voorzitter raad van toezicht stichting Nederlands
leven en semi-publieke Gebarencentrum, Bunnik
organisaties – Lid raad van toezicht Vilans, Utrecht
– Begeeft zich in een – Lid raad van toezicht, Onbeperkt Sportief /
voor het ziekenhuis Special Olympics, Bunnik
relevant netwerk – Bestuurslid Progressief Akkoord Montfoort
– Bestuurslid NVZD , Vereniging van bestuurders
in de zorg, Utrecht
Bestuur en toezicht
Naam Jaar Jaar Jaar van aftreden Aandachtsgebied Hoofd- en nevenfunties benoeming herbenoeming huidige benoemings- periode
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
40
Mw. drs. I.A.M. Derks-Groenendijk
– Lid raad van toezicht dec. 2009 2013 juni 2017 – Financiële deskundigheid Hoofdfunctie
– Voorzitter auditcommissie – Kwaliteit Concerncontroller/hoofd algemene zaken gemeente
– Patiëntenperspectief Midden-Drenthe, Beilen
– Branchekennis Nevenfuncties
– Beschikt over regionaal – Voorzitter bestuur Onderlinge Univé Midden-
netwerk Drenthe / Ooststellingwerf
Dhr. drs. W.A.H. Nugteren
– Lid raad van toezicht juni 2010 2014 Juni 2018 – Kennis van de zorg Hoofdfunctie
– Kwaliteit ZZP-er: Nugteren Consultancy Health
– Bestuurlijke ervaring Nevenfuncties
– Beschikt over regionaal – Voorzitter Stichting Burns Turiani
netwerk – Deelnemer project Infection Prevention and (Burn)
Wound management van Stichting Burns Turiani in
Tanzania
– Lid klachtenadviescommissie Inspectie voor de
Gezondheidszorg
Dhr. drs. C. Bus
– Lid raad van toezicht juni 2011 — juni 2015 – Financiële deskundigheid Hoofdfunctie
– Lid auditcommissie – Juridische deskundigheid Algemeen directeur en mede-eigenaar Winel Industry
– Kennis van het bedrijfs- Group te Assen
leven Nevenfuncties
– Beschikt over regionaal – Reserve officier Koninklijke Landmacht, lid van
netwerk IDEA/Cimic, inzetbaar als consultant voor
wederopbouwmissies
– Lid raad van advies Store Support
– Voorzitter IBK
Bestuur en toezicht
Naam Jaar Jaar Jaar van aftreden Aandachtsgebied Hoofd- en nevenfunties benoeming herbenoeming huidige benoemings- periode
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
41
De raad van toezicht werkt voor het bepalen van zijn
samenstelling met een profielschets. Hierin staan onder
andere de kennis, ervaring en vaardigheden beschreven
die de RvT nodig heeft voor zijn functioneren. Wanneer
zich een vacature in de raad van toezicht voordoet, stelt
de RvT een individueel profiel op voor die betreffende
zetel. Dit profiel is afgestemd op de uitdagingen
die er zijn binnen het ziekenhuis, de veranderende
maatschappelijke opvattingen over de ziekenhuiszorg,
de gewenste samenstelling van de raad van toezicht en
passend binnen het algemene profiel van de RvT. De leden
van de RvT hebben, buiten hun toezichthoudende rol,
geen betrokkenheid bij of belangen in het Wilhelmina
Ziekenhuis Assen. Hierop wordt ook bij het invullen van
nieuwe vacatures nauwlettend toegezien. In 2014 is gestart
met het opstellen van een profiel voor het invullen van de
aanstaande vacature van voorzitter RvT.
De bevoegdheden en de wijze van functioneren van de
raad van toezicht zijn vastgelegd in het Reglement raad
van toezicht.
Besluitenlijst raad van toezicht 2014
– RvT gaat akkoord met het aanpassen van de statuten
opdat het ziekenhuis zijn ANBI-status behoudt.
– RvT gaat akkoord met liquidatie van de Stichting
Ondersteuning.
– RvT gaat akkoord met het vaststellen van de begroting 2014.
– RvT verleent goedkeuring aan het Jaardocument 2013.
– RvT verleent goedkeuring aan de Jaarrekening 2013
(deze goedkeuring heeft in december 2014
plaatsgevonden).
– Dhr. drs. W.A.H. Nugteren wordt herbenoemd als raadslid
per 1 juni 2014.
– RvT gaat akkoord met het vaststellen van de begroting
2015.
– RvT keurt de samenwerkingsovereenkomst van het WZA
met de Specialisten Coöperatie Assen goed.
– RvT keurt de strategische koers 2015-2017 goed.
Aanwezigheid bij vergaderingen
De RvT heeft in 2014 vijfmaal vergaderd. De vier
reguliere vergaderingen hebben in de maanden april,
mei, september en december plaatsgevonden. De
novembervergadering was bedoeld als themavergadering
maar is verworden tot een reguliere vergadering. Dit
gezien het grote aantal onderwerpen dat er zowel in
de branche als het WZA speelde. De themavergadering
in oktober had betrekking op de zelfevaluatie. Deze is
verschoven en heeft inmiddels plaatsgevonden in januari
2015.
In onderstaande tabel staat de frequentie waarin de leden
de vergaderingen in 2014 hebben bijgewoond.
Tijdens de reguliere vergaderingen kwamen onder andere
de volgende onderwerpen aan de orde: strategisch
beleid, ontwikkelingen ten aanzien van acute zorg,
ontwikkelingen ten aanzien van ‘specialist 2015’, inrichten
van een nieuwe topstructuur, strategische en financiële
risico’s, samenwerkingsverbanden, zorginkoop, integrale
capaciteitsplanning, bouw- en renovatieplannen.
Kwaliteit en veiligheid waren vaste agendapunten. Zo werd
onder meer gesproken over de voortgang van de VMS- en
NIAZ-accreditatie, de veiligheidscultuur in het ziekenhuis,
prestatie-indicatoren, calamiteiten, het IFMS-traject, het
meer decentraal beleggen van kwaliteit en veiligheid in de
organisatie en de relatie en samenwerking tussen medisch
specialisten en het management.
Zelfevaluatie
Aan het eind van iedere vergadering heeft een evaluatie
van de vergadering plaatsgevonden.
De zelfevaluatie die voor de themavergadering in oktober
gepland stond, is verschoven naar januari 2015 (en heeft
inmiddels plaatsgevonden).
Informatievoorziening
Naast de vergaderingen wordt de RvT ook op andere
wijze geïnformeerd, zowel schriftelijk als mondeling.
Dit is conform hetgeen hierover beschreven staat in het
Reglement raad van toezicht en het informatieprotocol dat
RvB en RvT onderling overeengekomen zijn.
De RvT volgt daarnaast de actuele landelijke, regionale
en lokale ontwikkelingen op het gebied van de
gezondheidszorg in het algemeen en specifiek op het
gebied van de ziekenhuissector.
Bestuur en toezicht
Leden Aanwezigheid
Dhr. mr. L.J. Klaassen vijfmaal
Mw. drs. J.E.A.M Nooren vijfmaal
Mw. drs. I.A.M. Derks-Groenendijk vijfmaal
Dhr. drs. W.A.H. Nugteren viermaal
Dhr. drs. C. Bus vijfmaal
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
42
Delegaties van de RvT hadden in het verslagjaar een
ontmoeting met de ondernemingsraad en het stafbestuur.
De RvB was bij deze ontmoetingen aanwezig.
Commissies
De RvT kent twee vaste commissies: de remuneratie-
commissie en de auditcommissie.
De remuneratiecommissie doet voorstellen aan de
gehele RvT over het bezoldigingsbeleid van de RvB
en voert het functioneringsgesprek met de RvB. Dit
functioneringsgesprek vindt plaats met minimaal twee
leden van de remuneratiecommissie en heeft ook in
2014 plaatsgevonden. Daarnaast bereidt deze commissie
besluiten voor over de bezoldiging van de RvT. De precieze
taken en werkwijze van de remuneratiecommissie zijn
opgenomen in het Reglement raad van toezicht.
De auditcommissie ziet toe op het gevoerde financiële
beleid van het ziekenhuis, de daarbij behorende beheer-
en risicosystemen en voert namens de RvT het overleg met
de accountant. De auditcommissie adviseert hiertoe de
raad van toezicht. Het Reglement van de auditcommissie
is hier te raadplegen. De auditcommissie bestaat uit twee
leden van de RvT, van wie ten minste één met financiële
expertise.
De auditcommissie is in verslagjaar 2014 drie keer
bijeen geweest in vergadering met de RvB en het hoofd
stafdienst managementondersteuning. Tijdens één
vergadering was tevens de externe accountant aanwezig.
Deze besprekingen stonden in het teken van het volgen
van de financiële huishouding van het ziekenhuis. De
belangrijkste agendapunten waren de jaarrekening
2013, de managementletter 2014, beleid en begroting
2015, het reorganisatiedocument Gezonde Toekomst, het
zelfonderzoek in het kader van het landelijk onderzoek
correct declareren, het monitoren van de tussentijdse
resultaten en de hiermee samenhangende aannames en
risico’s. Tevens is gekeken in hoeverre deze resultaten zich
verhouden tot de gestelde doelen.
De externe accountant heeft ook een deel van de mei-
vergadering van de RvT bijgewoond. Gesproken is over
het traject met betrekking tot de totstandkoming van
de jaarrekening. De RvT heeft toen, op advies van de
accountant, besloten de goedkeuring van de jaarrekening
2013 aan te houden tot er een goedkeurende verklaring
door de accountants gegeven kan worden. De externe
account heeft ook het accountantsverslag toegelicht.
De externe accountant heeft ook een deel van de
decembervergadering van de RvT bijgewoond. De
accountant was aanwezig bij het bespreken van het verslag
met de auditcommissie, het toelichten van het accountants-
verslag, het bespreken van de managementletter 2014
en het afleggen van de goedkeurende verklaring over de
jaarrekening 2013, die vervolgens in dezelfde vergadering
door de raad van toezicht is goedgekeurd.
Bezoldiging raad van toezicht
De RvT kent een vergoedingsregeling die binnen de in de
WNT aangegeven maxima blijft. Deze is in 2013 geëvalueerd
en herzien. De nieuwe regeling is op 1 januari 2014 ingegaan
en gepubliceerd op de website van het ziekenhuis.
De regeling wordt tweejaarlijks geëvalueerd en zo nodig
bijgesteld. Voor meer informatie over de bezoldiging van
de RvT wordt verwezen naar de jaarrekening.
De Belastingdienst heeft over stichtingen met een ANBI-
status bepaald dat leden van een RvT geen andere beloning
mogen ontvangen dan een vergoeding voor gemaakte
onkosten. Ook mogen ze, als ze daarvoor in aanmerking
komen, een vacatiegeld (vergoeding voor het voorbereiden
en bijwonen van een vergadering) ontvangen dat niet
bovenmatig is. Het WZA is in bezit van de ANBI-status.
De bezoldigingsregeling voldoet aan bovengenoemde
bepaling.
Bestuur en toezicht
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
44
Medezeggenschap en adviesorganen
Managementteam
Het MT komt maandelijks bijeen onder voorzitterschap
van de raad van bestuur. Het MT is geen besluitvormend
orgaan, maar heeft een adviserende rol richting de raad
van bestuur.
Het managementteam van het WZA bestaat uit de
volgende personen:
– dhr. B.A. Ponsioen, raad van bestuur
– dhr. T.J. Blink, clustermanager facilitair
– mw. E.J. Groen, manager zorg
– mw. A. van Loon, clustermanager psychosociaal en
revalidatie
– mw. A.L. Lukkes, hoofd managementondersteuning
– dhr. H. Mulder, clustermanager medische ondersteuning
– dhr. W.A. Bleeker, voorzitter medisch stafbestuur
– mw. J. Swart-Heikens, secretaris medisch stafbestuur
– dhr. P. Wijnja, secretaris raad van bestuur
In het vierde kwartaal 2014 is afscheid genomen van de
heer Blink. Dit in verband met zijn pensionering.
Vereniging medische staf
De vereniging medische staf WZA is opgericht per
3 februari 1999. De vereniging heeft tot doel als forum te
fungeren voor leden, een goede geneeskundige zorg te
bevorderen en de belangen van de leden te behartigen.
Per 31 december 2014 had de vereniging 95 leden, twintig
buitengewone leden en één erelid.
Stafbestuur
De vereniging medische staf benoemt een stafbestuur,
dat belast is met het besturen van de vereniging. Het
stafbestuur heeft de volgende taken:
– voorbereiden en uitvoeren van de besluiten van de
algemene ledenvergadering;
– coördineren van werkzaamheden van de vereniging en
de individuele leden;
– zorgdragen voor een goede onderlinge samenwerking en
communicatie tussen de leden;
– bevorderen van goede samenwerking en communicatie
tussen de vereniging en haar leden enerzijds en
medewerkers en diensten van het ziekenhuis anderzijds.
De samenstelling van het stafbestuur was in 2014 als volgt:
– dhr. W.A. Bleeker, chirurg, voorzitter
– dhr. R.J.H. Schaafsma, uroloog, vicevoorzitter
– mw. S. Jupa, anesthesioloog, penningmeester
– mw. J. Swart-Heikens, internist, secretaris
– dhr. H.J.B. van den Brom, oogarts, lid
– dhr. R.M. de Jong, cardioloog, lid
Integrale bekostiging
Op 1 januari 2015 vindt de overgang naar integrale
bekostiging plaats. Dit betekent dat vrijgevestigd
specialisten voortaan hun honorarium niet meer aan de
patiënt declareren, maar van het ziekenhuis ontvangen.
Voor de vrijgevestigd medisch specialisten betekent dit een
verandering in hun fiscale positie.
Ziekenhuis en vrijgevestigd specialisten hebben
intensief overleg gevoerd over de manier waarop de
vrijgevestigd medisch specialisten in het ziekenhuis
hun fiscale status als ondernemer kunnen behouden.
Vrijgevestigd specialisten hebben hiertoe specialisme-
BV’s opgericht die alle lid zijn van de Specialisten
Coöperatie Assen B.A. (SCA). Het ziekenhuis en SCA
hebben een samenwerkingsovereenkomst afgesloten en
afspraken gemaakt over het financieel kader 2015. De
kaakchirurgen zijn niet toegetreden tot de CSA, maar
hebben MKA Wilhelmina Ziekenhuis Assen BV opgericht
(MKA). Het ziekenhuis en MKA hebben eveneens een
samenwerkingsovereenkomst gesloten. Daarnaast zijn
er individuele overeenkomsten afgesloten tussen het
ziekenhuis en elke vrijgevestigd medisch specialist.
In verband met de overgang naar de integrale bekostiging
hebben de gynaecologen besloten een dienstverband met
het WZA aan te gaan.
Dienstverbanders Convent
In 2014 hebben de specialismen die een dienstverband
met het WZA hebben, voorbereidingen getroffen voor
de oprichting van het Dienstverbanders Convent. In
dit convent zijn verenigd de neurologen, kinderartsen,
revalidatieartsen, anesthesiologen, gynaecologen,
apothekers, psychologen en spoedartsen. Het convent is op
1 januari 2015 van kracht geworden.
Overlegvormen
Er worden elf stafvergaderingen per jaar gehouden.
Daarnaast heeft een algemene ledenvergadering
plaatsgevonden op 14 april 2014, waarbij het jaarverslag
2013 is gepresenteerd en het financieel verslag 2013 is
goedgekeurd.
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
45
Het stafbestuur vergadert wekelijks aan de hand van een
agenda. Daarnaast voert het stafbestuur geformaliseerd
overleg met de raad van bestuur. In 2014 heeft dat twintig
keer plaatsgevonden. Er wordt dan over uiteenlopende
onderwerpen van gedachten gewisseld.
Sinds 2000 hebben twee leden van het stafbestuur zitting
in het managementteam van het WZA. In verslagjaar 2014
waren dat de heer W.A. Bleeker en mevrouw J. Swart-
Heikens. In de stafbestuursvergadering wordt de MT-
agenda voorbesproken en de notulen ervan nabesproken.
In de maandelijkse stafvergadering kan het beleid van het
managementteam op verzoek worden toegelicht.
Er heeft in 2014 viermaal overleg plaatsgevonden tussen
het stafbestuur, de raad van bestuur en de regionale
huisartsencommissie (RHC). Besproken zijn onderwerpen
als transmurale coördinatie, regiovisie Achmea, zorgpakket
WZA 2015, geriatrie, zorgoverdracht terminale zorg,
opleiden coassistenten in het WZA, ‘bij elkaar in de keuken
kijken’.
Er heeft op 27 oktober 2014 een gesprek plaatsgevonden
met de heren L. Klaassen en C. Bus van de raad van
toezicht. De volgende onderwerpen zijn aan de orde
geweest: samenwerking Martini Ziekenhuis, positie medisch
specialisten in 2015, topstructuur, flow/bezuinigingen,
samenwerking met de raad van bestuur.
Er heeft een gesprek plaatsgevonden met een delegatie
van de cliëntenraad op 29 september 2014. Besproken
onderwerpen:
– spreiding spreekuurtijden/openingstijden poliklinieken;
– visie op (financiële) veranderingen/verhoudingen per 1
januari 2015 voor specialisten;
– patiëntparticipatie, rol van naasten, voortgang
spiegelgesprekken.
Klinische avonden en compagnonscursus
Voor de vierde keer heeft het WZA een compagnonsdiner
georganiseerd voor ruim negentig genodigde huisartsen
en medisch specialisten, en wel op 22 januari 2014. Een
afvaardiging van de raad van bestuur, managementteam,
medische staf en huisartsen hebben samen een
zevengangendiner bereid in de centrale keuken van het
ziekenhuis. Tussen de gangen door hebben enkele nieuwe
huisartsen en specialisten zich voorgesteld.
Er zijn in 2014 twee klinische avonden voor medisch
specialisten geweest; op 14 mei en 24 september. Tijdens
elke avond hielden twee sprekers een voordracht over een
bepaald onderwerp. Tussendoor was er een buffet.
Er heeft in verslagjaar een compagnonscursus plaats-
gevonden voor huisartsen en specialisten van het WZA:
‘Het Kostbare Kader: de do’s en don’ts van professionele
betrokkenheid’, in twee sessies van 19 t/m 21 maart en van
2 t/m 4 april 2014.
Visitaties
In 2014 hebben visitaties plaatsgevonden bij de
maatschappen/vakgroepen Orthopedie, Radiologie,
Kindergeneeskunde.
Individueel Functioneren Medisch Specialisten (IFMS)
Via het kwaliteitsinstrument Individueel Functioneren
Medisch Specialisten (IFMS) wordt het professioneel
functioneren van medisch specialisten getoetst. De
gesprekken worden gevoerd in vakgroepsverband. In 2011
is gestart met dit instrument. Na evaluatie is een aantal
zaken rondom de uitvoering veranderd en verbeterd. Het
IFMS-traject wordt elke twee jaar herhaald; zodoende is de
tweede ronde van dit traject in 2013 afgerond en volgt een
nieuwe ronde in 2015.
Voor het IFMS-systeem zijn vragenlijsten ontwikkeld die
per vakgroep anoniem worden ingevuld door verschillende
medewerkers van het ziekenhuis. Deze feedbackgegevens
worden vervolgens (onder leiding van een externe
psycholoog en een zelfgekozen tweede gespreksleider)
per maatschap besproken in een vertrouwelijk
groepsgesprek waarin met iedereen persoonlijk over
zijn/haar functioneren wordt gesproken. Op basis daarvan
formuleert elke specialist een individueel verbeterplan
met zo concreet mogelijke actiepunten. Het werken aan
deze actiepunten wordt door de vakgroep ondersteund en
gemonitord. Binnen een jaar ontvangt de IFMS-commissie
een schriftelijke rapportage met de bereikte resultaten.
Ondernemingsraad (OR)
Conform de Wet op de Ondernemingsraden heeft het WZA
een democratisch gekozen ondernemingsraad, bestaande
uit vijftien personen uit alle geledingen van de organisatie.
De taakverdeling en werkwijze van de OR zijn vastgelegd in
een reglement.
Medezeggenschap en adviesorganen
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
46
Missie van de ondernemingsraad
De ondernemingsraad denkt kritisch na over de
veranderingen in de organisatie en laat zowel het
personele als het organisatorisch belang meewegen in de
advisering.
Visie van de ondernemingsraad
Wettelijke kaders waaronder de Wet op de
Ondernemingsraden (WOR) zijn het uitgangspunt. De raad
geeft gevraagd en ongevraagd zijn mening en richt zich op
het gewenste resultaat.
Overlegvormen
De ondernemingsraad komt vier donderdagen per maand
bijeen. Een keer per zes weken vindt er een OR-vergadering
plaats, evenals een overlegvergadering met de raad van
bestuur.
De OR heeft frequent contact met de voorzitter van
het medisch stafbestuur, clustermanagers, PO&O,
leidinggevenden en betrokken medewerkers over de aan
de OR krachtens de WOR voorgelegde adviesplichtige en
instemmingplichtige zaken.
Eenmaal per jaar heeft de OR een overleg met de raad
van toezicht. Dat gebeurde in 2014 op 5 september.
Gespreksonderwerpen waren: de lopende zaken, flow en
topstructuur.
Verkiezingen
In 2016 worden er weer algemene OR-verkiezingen
gehouden. Dat betekent dat ieder lid zich opnieuw
verkiesbaar kan stellen.
Scholing
De OR heeft in 2014 vier dagen maatwerktraining gevolgd.
Adviezen krachtens artikel 25 van de WOR
Over de volgende onderwerpen heeft de
ondernemingsraad in 2014 advies uitgebracht:
– reorganisatie document gezonde toekomst fase 1;
– reorganisatie en boventalligheid;
– Flow@WZA;
– flexeenheid;
– strategische koers 2015-2017;
– samenwerking coöperatie van specialisten.
Instemmingsverzoeken krachtens artikel 27 van de WOR
Over de volgende onderwerpen is in 2014 aan de OR
instemming verzocht:
– centraal roosteren;
– wijziging klachtenregeling;
– terughoudend aannamebeleid;
– agressiebeleid;
– fietsregeling;
– personele maatregelen;
– regeling schokkende gebeurtenissen;
– wijziging werktijden logistiek apotheek;
– opleidingsbeleid;
– wijziging werktijden restaurant en winkel;
– strategisch opleidingsplan 2014-2018.
Commissies
Met ingang van 6 maart 2014 is de ondernemingsraad
gestart met een nieuwe manier van werken. Het komt
er op neer dat de ondernemingsraad niet meer denkt
voor de medewerkers, maar dat de medewerkers
meedenken met de OR. De OR zoekt de medewerkers op
om te inventariseren of de informatie over het project is
ontvangen, of dit wordt begrepen en wat de meningen
zijn. Die worden gebundeld en getoetst aan de algemene
toetsingscriteria van de ondernemingsraad. Hieruit komt
het advies van de OR naar de initiatiefnemers tot stand. De
mening van de medewerkers is dus erg belangrijk.
De nieuwe werkwijze betekent ook dat niet meer gewerkt
wordt met de oude, uitgebreide commissiestructuur maar
met nog slechts drie commissies: de netwerkcommissie, de
pr-commissie en de financiële commissie.
Faciliteiten
Om de taken goed uit te kunnen voeren beschikt de OR
over de volgende faciliteiten:
– vier donderdagen per maand zijn de OR-leden vrijgesteld
van hun reguliere werkzaamheden om te besteden aan
het OR-werk;
– een eigen OR-ruimte en -kantoor;
– scholing op het gebied van OR-werkzaamheden;
– een eigen budget;
– een ambtelijk secretaris.
Communicatie met de achterban
De ondernemingsraad heeft een eigen pagina op het
intranet waar alle notulen en agenda’s van de verschillende
commissies kunnen worden gepubliceerd. Verder verschijnt
vijf keer per jaar een digitale nieuwsbrief. Ook deze wordt
via het intranet verspreid. Op het OR-prikbord bij de ingang
van het personeelsrestaurant worden aankondigingen en
berichten gehangen.
Leden van de OR hebben in 2014 regelmatig persoonlijke
Medezeggenschap en adviesorganen
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
47
bezoeken afgelegd aan afdelingen tijdens de koffiepauzes,
om direct contact met de achterban te onderhouden en
input te vergaren voor de adviesvorming. Ook wordt
gebruikgemaakt van de Elektronische klankbordgroep
waarbij medewerkers digitaal input leveren aan de OR over
vraagstukken. Daarnaast heeft de OR – wanneer het advies-
of instemmingsverzoek hier aanleiding toe gaf – contact
gezocht met de medewerkers van de desbetreffende
afdelingen.
Cliëntenraad
Het Wilhelmina Ziekenhuis Assen heeft een cliëntenraad
(CR). Deze raad functioneert op basis van de Wet
Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ).
Samenstelling
Per 31 december 2014 bestond de cliëntenraad uit
onderstaande personen:
– mw. M. Bodegom-van der Male (voorzitter), lid sinds
1-1-2010
– mw. R. Kruisinga (secretaris), lid sinds 1-09-2014
– dhr. J. van der Vliet (penningmeester), lid sinds 1-4-2010
– mw. L. Herrmann (lid), lid sinds 1-12-2013
– mw. A. Kasper (lid), lid sinds 1-12-2013
– dhr. C.J. Onderwater (lid), lid sinds 1-11-2008
Op 1 september 2014 heeft mw. B. Marijnissen afscheid
genomen van de cliëntenraad. Wij danken haar hartelijk
voor haar inbreng in de cliëntenraad sinds 2006.
Overlegvormen en in- en externe contacten
De cliëntenraad vergadert iedere maand. Daarnaast is er
vier keer per jaar een medezeggenschapsvergadering met
de raad van bestuur van het ziekenhuis.
De cliëntenraad gebruikt verschillende bronnen om te
weten wat er speelt. Graag wil de cliëntenraad aan de
hand van stellingen en opiniërende discussies met elkaar
in gesprek. In 2014 heeft de cliëntenraad de volgende
contacten onderhouden:
– eenmaal per jaar overleg met de raad van toezicht;
– eenmaal per jaar overleg en uitwisselen werkplan en
jaarverslag met de ondernemingsraad;
– ten minste eenmaal per jaar overleg met het medisch
stafbestuur;
– periodiek overleg met de coördinator patiënten-
voorlichting;
– periodiek overleg met de ombudsfunctionaris;
– periodiek overleg met de cliëntenraden van
Nij Smellinghe en Martini Ziekenhuis;
– deelname werkgroep patiënttevredenheidsonderzoek;
– incidenteel overleg met de manager zorg.
Speerpunten
In 2014 heeft de cliëntenraad de volgende speerpunten
gedefinieerd:
– kwaliteit en veiligheid van zorg;
– patiëntparticipatie;
– ouderenbeleid;
– het nieuwe werken.
Adviezen
Over onderstaande onderwerpen heeft de cliëntenraad in
2014 advies uitgebracht:
– jaarrekening WZA 2013;
– agressiebeleid;
– benoeming lid klachtencommissie;
– begroting 2014;
– reorganisatiedocument flow@wza;
– wijziging patiëntentelefonie;
– ontwikkeling strategisch beleidsplan;
– integrale capaciteitsplanning;
– mutaties klachtencommissie;
– samenwerkingsovereenkomst met coöperatie van
specialisten;
– samenvoeging receptie en patiënteninschrijving;
– strategische koers 2015-2017;
– begroting 2015;
– wijziging topstructuur.
Deskundigheidsbevordering cliëntenraad
De CR is aangesloten bij het Landelijk Steunpunt
Medezeggenschap (LSR).
De CR volgt het opleidingsaanbod van het LSR en de
uitwerking van het adviesrapport Medisch-specialistische
zorg in 20/20 van de Raad voor Volksgezondheid & Zorg.
Medezeggenschap en adviesorganen
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
48
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Mensgerichtheid is opgenomen in de missie en visie van het
WZA. Binnen het WZA staat de mens centraal in de zorg die
we aan de patiënt leveren.
Maatschappelijke verantwoordelijkheid
Het WZA rekent het tot zijn taak om bij te dragen aan een
goede en betaalbare gezondheidszorg voor de inwoners
van Assen en omstreken. Zij hebben recht op de beste zorg,
in het WZA dan wel elders. Dit is ook de leidraad voor de
manier waarop het WZA omgaat met vraagstukken als
kwaliteit, bereikbaarheid, specialisatie en concentratie van
zorg. In het strategisch beleidsplan 2011-2014 is dit als volgt
verwoord:
Het ziekenhuis kiest ervoor zorg aan anderen over te laten als:
– het zelf de vereiste kwaliteit niet kan bieden: we leveren
kwaliteit of we leveren niet;
– het vereiste volume niet gehaald wordt: we leveren
genoeg of we leveren niet.
Milieu- en duurzaamheidsprestaties
Het WZA streeft op het gebied van milieu een
maatschappelijk verantwoord beleid na. Het ziekenhuis
realiseert zich dat het als een relatief grote onderneming
zuinig moet omgaan met energiebronnen. Zorgvuldigheid
is geboden bij milieubelastende stoffen. Er vindt daarom
geregeld overleg en afstemming plaats met daartoe
bevoegde instanties zoals de gemeente Assen en het
Waterschap Hunze en Aa’s.
Milieu binnen het WZA is een lijnverantwoordelijkheid en
ondergebracht bij het cluster Facilitair. Milieuvraagstukken
komen terecht bij een werkgroep milieu. De werkgroep
laat zich ondersteunen door een extern milieu-
adviesbureau en legt verantwoording af aan de cluster-
manager Facilitair. In deze paragraaf legt het WZA
verantwoording af aan derden.
Energieverbruik
Het WZA heeft zich ten doel gesteld om goed naar het
energieverbruik te kijken in het kader van maatschappelijk
ondernemen. In 2014 is een energieplan ontwikkeld waarin
diverse maatregelen voorgesteld worden.
De maatregelen op gebied van het reduceren van het
energieverbruik die haalbaar lijken worden in 2015 verder
onderzocht. Op basis van de resultaten van dit onderzoek
wordt besloten welke aanvullende aanpassingen worden
uitgevoerd aan de bestaande installaties van het gebouw
van het ziekenhuis.
Naast de vervanging van de kozijnen is het WZA gestart
met een project om energie te besparen door samen met
medewerkers gedrag te ontwikkelen dat leidt tot een
lager energieverbruik. De resultaten zullen in de loop
van 2015 duidelijk worden door het gebruik van slimme
energiemeters op afdelingen.
Milieuvergunning
Begin 2014 heeft de gemeente Assen, met een aantal
voorwaarden, de milieuvergunning aan het WZA
afgegeven.
Recycling afvalstromen
In 2013 is veel aandacht geweest voor het (nog) beter
scheiden van de diverse afvalstromen. Het WZA scheidt
papier, glas, TL-lampen, bouw- en sloopafval, specifiek
ziekenhuisafval en verschillende overige gevaarlijke
afvalstromen zoals batterijen, koelkasten, accu’s en
IT-apparatuur. De hygiëne-kwaliteitsmedewerkers
zijn geïnformeerd en hebben op de verschillende
afdelingen een rol als aanspreekpunt op het gebied van
milieugerelateerde zaken.
Afgeschreven medische apparatuur en materialen worden
ingezameld door verschillende organisaties binnen het
ziekenhuis die ervoor zorgen dat dit naar goede doelen
gaat.
Gevaarlijke afvalstoffen
Het WZA maakt gebruik van de diensten van het
adviesbureau BMD. Naast advisering op het gebied van
gevaarlijk afval, laat het WZA via BMD taken uitvoeren die
een zogenoemde veiligheidsadviseur moet verrichten. Elk
ziekenhuis is verplicht een veiligheidsadviseur in huis te
hebben, dan wel in te kopen. Afgesproken is dat jaarlijks
door een veiligheidsadviseur vier inspectierondes worden
gelopen. Deze hebben ook in 2014 plaatsgevonden.
In de eerste helft van 2014 heeft de Inspectie Leefomgeving
en Transport (ILT) een inspectie gedaan of gevaarlijk afval
op de juiste manier ter transport wordt aangeboden.
Tijdens de eerste inspectie in juni heeft het ILT een aantal
verbeterpunten genoemd die ten tijde van de laatste
inspectie in oktober 2014 opgelost bleken.
Medewerkers van de afdeling Logistiek zijn in 2014 extra
getraind over de procedures rondom gevaarlijk afval.
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
49
Mobiliteitsmanagement
Het WZA neemt deel aan het Regionaal Convenant
Mobiliteitsmanagement en kiest daarmee bewust voor
het stimuleren van duurzame alternatieven voor de auto.
Doelstelling is reductie van de autokilometers woon-
werkverkeer in 2014 met 10% ten opzichte van 2012 door
uitvoering van het in 2012 vastgestelde vervoerbeleid.
Medio 2014 is een nieuwe fietsenstalling in gebruik
genomen met oplaadpunten voor e-bikes.
Verbruik
Doelstelling
In de kadernota 2014 staat de volgende duurzaamheids-
doelstelling verwoord: 5% reductie van het verbruik van
energie en van de productie van regulier afval ten opzichte
van realisatie 2013. Hiernaast is te zien in hoeverre deze
doelstelling is gerealiseerd.
Door een relatief zachte winter is het gasverbruik niet zo
hoog als in 2013.
Doordat in het WZA steeds meer elektrische apparaten
in gebruik zijn, neemt het elektriciteitsverbruik toe. De
verwachting is dat dit de komende jaren nog verder zal
toenemen. Wel wordt onderzoek gedaan naar meer
energievriendelijke alternatieven, zoals LED-verlichting in
plaats de traditionele gloeilampen.
Toelichting op de getallen:
Papier vertrouwelijk
In 2014 zijn nog meer poliklinieken overgegaan op het
elektronisch patiëntendossier, waardoor er steeds minder
vertrouwelijk papier is.
Bouw- en sloopafval
In 2014 is er relatief weinig verbouwd in het WZA. Hierdoor
is deze afvalstroom kleiner dan de voorgaande jaren.
Op het moment dat de verbouwingen starten zal deze
afvalstroom weer toenemen.
Etensresten
Vanaf 2014 worden de etensresten in kilogrammen
weergegeven, terwijl dit voorheen in 120-litervaten werd
gemeten.
Folie
In 2014 is het WZA begonnen om folie apart in te zamelen.
Voorheen werd dit bij het restafval gegooid. Net als in de
gemeente Assen is nu de mogelijkheid om folie apart in te
zamelen en af te voeren.
Vervuild glas
In 2014 is besloten om het vervuilde glas, zoals
medicijnflesjes, apart in te zamelen. Voorheen kwam
dit gedeeltelijk in het restafval, klein chemisch afval
of glas terecht. Dit vervuilde glas krijgt een aparte
afvalbehandeling. Daardoor zijn de zojuist genoemde
stromen afgenomen.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
2013
911.646
5.6 mln
33.104
% verschil
–8
+3
+1
Gas (in m3)
Elektriciteit (in kWh)
Water (in m3)
2014
839.314
5.8 mln
33.487
Gas, elektriciteit en water
Glas
Papier en karton
Papier vertrouwelijk
Datadragers
Specifiek ziekenhuis-
afval*
Bouw- en sloopafval
Etensresten
Restafval
Klein chemisch afval**
Folie
Vervuild glas
Afvalstoffen
in kg x 1000
2013
4,2
48,6
37,6
0,3
36,8
74,9
10
223,8
2,4
–
–
% verschil
–48
+5
–30
+33
–7
–23
–3
–2
–75
2014
2,2
51,4
26,6
0,4
34,4
58,3
9,7
219,8
0,6
1,7
5,6
* Specifiek ziekenhuisafval bevat onder andere cytostatica
en OK-afval (botten, weefsel etc.)
** Onder klein chemisch afval wordt verstaan: batterijen,
verontreinigd glas, toner etc.
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
50
Vrijwilligers
Persoonlijke aandacht voor de patiënt is voor het WZA
een belangrijk beleidsdoel. Doordat het ziekenhuis niet zo
groot is, straalt het een persoonlijke, vriendelijke sfeer uit.
Het inzetten van niet-professionele hulpverleners levert
hieraan een goede bijdrage.
De circa vijftig gastvrouwen en gastheren in het WZA zijn
allen vrijwilligers, die een dagdeel per week in het WZA
werken. Zij ontvangen patiënten, begeleiden patiënten bij
opname en zorgen ervoor dat zaken als bloedafname en
medicijnintake snel geregeld worden. Verder zijn zij
vraagbaak voor patiënten en bezoekers op meerdere
plaatsen in het WZA en controleren ze bij de
functieafdeling ook de planning van de patiënten.
Ook zijn vrijwilligers werkzaam bij de maandelijkse kerk-
diensten, dit in samenwerking met de Asser Werk-
gemeenschap voor Kerken. Vrijwilligers van het WZA en de
Stichting Look Good, Feel Better verzorgen workshops voor
mensen met kanker over uiterlijke verzorging.
Natuurlijk worden er aan de vrijwilligers ook eisen gesteld.
Daarom worden er selectiegesprekken gevoerd en krijgen
zij een contract waarin wederzijdse afspraken worden
geregeld en waarin ook de geheimhoudingsplicht is
vastgelegd.
Zorg- en samenwerkingpartners
Het WZA staat midden in de maatschappij. Het
ziekenhuis is de belangrijkste leverancier van tweedelijns
gezondheidszorg in Assen en omliggende regio. Maar de
zorg voor de inwoners van het werkgebied van het WZA is
natuurlijk niet voorbehouden aan het ziekenhuis alleen.
Om goede zorg te leveren is samenwerking met andere
zorgpartners essentieel. Het gaat hierbij onder andere
om huisartsen, verloskundigen, tandartsen en andere
verwijzers, de geestelijke gezondheidszorg, verpleeg- en
verzorgingshuizen, andere ziekenhuizen, thuiszorg en
ondersteunende diensten. Vanuit deze maatschappelijke
rol hecht het WZA waarde aan samenwerking en overleg
met de diverse belanghebbende partijen. Zonder hierbij te
pretenderen uitputtend te zijn, gaan wij hieronder kort in
op een aantal van deze samenwerkingsverbanden.
Samenwerkingen eerste lijn
De huisarts is als verwijzer een belangrijke samenwerkings-
partij van het WZA. Zo houdt het ziekenhuis intensief
contact met de verwijzers door onder meer tripartiet
overleg met de Regionale Huisartsencommissie,
compagnonscursussen, refereeravonden, en bezoeken aan
hagro’s door een ziekenhuisdelegatie bestaande uit raad
van bestuur en één of meerdere medisch specialisten.
Gynaecologen en verloskundigen uit het ziekenhuis
en de eerstelijnsverloskundigen in de regio hebben al
jaren een verloskundig samenwerkingsverband (VSV).
Uitvloeisel van deze samenwerking is onder meer
dat alle eerstelijnsverloskundigen een individuele
toelatingsovereenkomst met het ziekenhuis hebben
afgesloten.
Transmurale zorg en ketenzorg
Stroke Service Assen is een samenwerkingsverband van
het WZA, Stichting Icare, Interzorg Noord-Nederland
locatie Anholt, en Zorggroep Drenthe locatie Vijverhof.
Deze samenwerking heeft als doel patiënten met een
beroerte optimale zorg te bieden, ook in de periode van
revalideren. Interzorg Noord-Nederland is daarnaast een
partner van het WZA op het gebied van revalidatienazorg,
farmaceutische zorg, diëtetiek, geestelijke verzorging en
infectiepreventie.
Ook Icare en het WZA werken samen op specialistische
(transmurale) verpleegkundige zorggebieden, zoals bij de
zorg voor reumapatiënten, COPD-patiënten en patiënten
met de ziekte van Parkinson. Met de verpleeghuizen van
Icare is een samenwerkingsovereenkomst op het gebied
van revalidatienazorg, met verpleeghuis Vierackers (GGZ
Drenthe) op het gebied van (revalidatie)nazorg voor PG-
patiënten.
Daarnaast maakt het WZA deel uit van een aantal
netwerken zoals het Netwerk Dementie Drenthe, en het
Palliatief Netwerk Noord- en Midden-Drenthe.
Martini Ziekenhuis
In november 2013 hebben het Wilhelmina Ziekenhuis
Assen en het Groninger Martini Ziekenhuis een
samenwerkingsverband opgericht met de naam Coöperatie
Samenwerkende Ziekenhuizen Noord Nederland
Coöperatief U.A. De coöperatie heeft een gezamenlijk
bestuur, met als leden de bestuurders van het Martini
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
51
Ziekenhuis en het WZA, en de voorzitters van de medische
staven van beide ziekenhuizen. Het voorzitterschap
rouleert elke twee jaar.
Er is inmiddels een aantal mooie samenwerkingsvormen
in ontwikkeling of al tot stand gekomen, zoals bij
longoncologie. In 2014 zijn afspraken gemaakt over de
volgende samenwerkingen (starten allen in 2015):
– vaatdiensten
– geriatrie
– ICD-implantaties (cardiologie)
– uitbreiding plastische chirurgie
Daarnaast zijn voorwaarden voor samenwerking gecreëerd,
zoals overeenkomsten voor het uitlenen van personeel,
inzage in patiëntgegevens en toelating van medisch
specialisten, en toegang tot elkaars EPD.
Blik op 2015
– Start van geriatrie en uitbreiding plastische chirurgie in
WZA in tweede kwartaal 2015
– Strategische samenwerkingsprojecten van IC, MDL en
Chirurgie
Medisch specialismen
De maatschap Urologie van het WZA werkt samen met het
Scheper Ziekenhuis en Ziekenhuis Bethesda. Patiënten uit
Emmen en Hoogeveen worden voor de Bricker-operatie
naar Assen verwezen. Door de samenwerking voldoet het
WZA aan de aangescherpte volumenorm.
Urologie werkt tevens samen met de ziekenhuizen in
Hardenberg en binnen Treant Zorggroep: er zijn afspraken
gemaakt dat de behandeling van blaascarcinomen in
het WZA plaatsvindt. Hiermee voldoet het WZA aan de
volumenorm.
De vaatchirurgen werken samen met het Scheper
Ziekenhuis en Ziekenhuis Bethesda in een regionale
dienst voor acute vaatchirurgie, waaronder het acute
aneurysma. In 2014 heeft het Martini Ziekenhuis zich hierbij
aangesloten. De dienstdoende WZA-vaatchirurg doet dus
in de dienstweek dienst voor Assen, het Martini Ziekenhuis
in Groningen, Emmen en Hoogenveen. Op deze manier is
de zorg voor patiënten met vaatlijden geborgd. Dit model
is opgezet in overleg met de IGZ, de centrale post voor
ambulancevervoer en de regionale huisartsen.
Alle acute cardiologische interventies, STEMI/PCI, worden
in zeer nauwe samenwerking uitgevoerd in het Scheper
Ziekenhuis te Emmen en het UMCG.
Klinische chemie en medische microbiologie
De afdeling Medische Microbiologie van Certe verzorgt
laboratoriumdiensten in het Wilhelmina Ziekenhuis
Assen. Wegens een reorganisatie van Certe is het lokale
laboratorium voor microbiologie in het WZA eind 2014
gesloten en vervangen door een servicedesk.
Certe verzorgt evenees de klinische chemie voor het WZA.
In 2015 wordt vastgesteld op welke wijze Certe en het WZA
in gezamenlijkheid de klinische chemie gaan invullen en
willen we tot een nieuwe dienstverleningsovereenkomst
komen voor de lange termijn.
Blik op 2015
Er is een implementatietraject overeengekomen dat moet
leiden tot accreditatie van de trombosedienst in 2015.
Ziekenhuisapotheek
De ziekenhuisapotheek van het WZA voorziet een
groot aantal externe zorgaanbieders (cure en care) van
geneesmiddelen waaronder een psychiatrisch ziekenhuis,
verpleeghuizen, instellingen voor gehandicapten en het
Sint Lucas Ziekenhuis in Winschoten. In totaal bedient de
ziekenhuisapotheek hiermee vierduizend externe
bedden.
De ziekenhuisapotheken van het WZA en het Martini
werken samen bij het aanbieden van de farmacie ten
behoeve van de Ommelander ZiekenhuisGroep (OZG). Er
zijn in 2014 verkennende gesprekken gevoerd om deze
samenwerking in de dienstverlening aan derden uit te
breiden.
De ziekenhuisapotheek heeft in 2014 de visie voor
de periode 2014-2019 vastgesteld. De belangrijkste
koerswijziging is dat de apotheek samen met de keten
de farmaceutische zorg in de regio wil gaan invullen.
In 2014 is daartoe het KANS-overleg opgericht waar
overlegd wordt met de regionale apotheken. In 2014 zijn
afspraken gemaakt over de verantwoordelijkheden rondom
medicatieoverdracht.
Overige samenwerkingen
Het Dialyse Centrum Groningen werkt samen met het
Martini Ziekenhuis op de locatie WZA. De patiënten
worden door specialisten uit zowel het Martini Ziekenhuis
als het WZA behandeld.
Daarnaast participeert het WZA in oncologische netwerken
als het Managed Clinical Network voor verschillende
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
52
specialismen/aandoeningen en zijn er diverse andere
specialistische samenwerkingen zoals gezamenlijk
organiseren van de diensten.
De revalidatiegeneeskunde van het WZA kent al lange tijd
een intensieve samenwerking met de revalidatieafdelingen
van Ziekenhuis Bethesda en het Scheper Ziekenhuis. Deze
samenwerking is gericht op inhoud en kwaliteit.
Het WZA neemt tevens deel aan het ICT-netwerk ‘GERRIT’
Groningen en aan het mobiliteitsconvenant Groningen-
Assen.
Zorgverzekeraars
Het WZA onderhoudt intensief contact met de drie
grootste zorgverzekeraars in het adherentiegebied
Achmea, VGZ en Menzis en heeft daarnaast enkele keren
per jaar contact met CZ, Multizorg, DSW en ASR. In 2014
vonden diverse gesprekken plaats tussen het ziekenhuis en
de zorgverzekeraars over onder meer financiële afspraken,
kwaliteit, en de ontwikkelingen van het ziekenhuis.
Het is de intentie van het WZA om meer te investeren
in de relatie met verzekeraars. Het WZA wil van
zorginkoop naar partnership toegroeien. Het maken van
meerjarenafspraken past bij deze ontwikkeling. Het WZA
nodigt de drie grootste verzekeraars (Achmea, VGZ en
Menzis) regelmatig uit voor een bijeenkomst op bestuurlijk
niveau waarbij strategische onderwerpen worden
besproken (onder andere positionering, gezamenlijke
benadering van doelgroepen, samenwerking, bouw).
Samenwerking met gemeenten
Het WZA heeft geregeld overleg met de gemeente Assen
over bouw en inrichting van de ziekenhuislocatie. Verder
werkt het WZA samen met de gemeente Assen en de
omliggende gemeenten Tynaarlo, Noorderveld, Midden-
Drenthe, Borger-Odoorn en Aa en Hunze in het kader van
de uitvoering van de WMO.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
54
Financieel beleid
Conform het Financieel Statuut WZA stelt het WZA zich
structureel ten doel een financieel gezond ziekenhuis te
zijn. Dit vereist jaarlijks positieve exploitatieresultaten
die kunnen worden aangewend voor versterking van
de solvabiliteit en het scheppen van financiële ruimte
voor vernieuwing, geplande bouwactiviteiten en verdere
ontwikkeling van de te leveren zorg. Uitgangspunten
daarbij zijn de continuïteit van de organisatie en het
handelen in lijn met corporate governance.
Ter bewaking van de financiële doelstellingen worden
maandelijks reguliere managementrapportages
uitgebracht. In de kwartaalrapportages wordt vervolgens
dieper ingegaan op financiële ontwikkelingen en achter-
liggende oorzaken. Bovendien worden hierin de financiële
risico’s en de bijbehorende maatregelen gerapporteerd.
Deze rapportages worden besproken in het MT, de audit-
commissie en raad van toezicht. Verder is de financiële
commissie vier keer per jaar bijeen geweest om specifieke
aandachtspunten op het gebied van financiën te bespreken.
Financieel risicomanagement
Het ziekenhuis rapporteert eens per kwartaal in het kader
van de reguliere planning & controlcyclus over de belangrijkste
financiële risico’s en de beheersing van deze risico’s. Input
hiervoor komt onder andere vanuit de beoordeling van
landelijke en regionale ontwikkelingen, interne audits,
benchmarks en externe beoordeling door de accountant.
Het WZA werkt met een treasurystatuut dat in 2013 is
vastgesteld.
Administratieve organisatie
Het ziekenhuis heeft de AO/IC-functie ingericht in lijn
met de landelijk afgesproken procedure Administratieve
Organisatie en Interne Controle inzake registratie en
facturering. In dit kader heeft de interne controlefunctie
achteraf controles uitgevoerd op de rechtmatigheid van
de verleende zorg. In dit kader is een steekproef van 259
DBC’s gecontroleerd. Uit deze steekproef is een foutfractie
van 1,73 gevonden. Dit is binnen de gestelde grenzen. De
steekproefcontroles over de afgelopen jaren laten een
positief beeld zien van de betrouwbaarheid van de DBC-
registratie binnen het WZA.
Correct declareren
Naar aanleiding van het self assessment correct declareren
zijn wijzigingen doorgevoerd in de registratie. Over
het boekjaar 2014 is een ‘normaal’ jaarrekeningtraject
doorlopen en heeft het WZA een goedkeurende verklaring
van de accountant ontvangen.
In april 2015 is de definitieve handreiking
rechtmatigheidscontroles 2014 gepubliceerd. De
handreiking controles 2014 is gericht op de uit te voeren
rechtmatigheidscontroles op declaraties die tot de omzet
2014 behoren. Ziekenhuizen controleren op basis van de
handreiking zelf de rechtmatigheid van de declaraties.
Zij rapporteren hierover aan de zorgverzekeraars.
Zorgverzekeraars beoordelen de door het ziekenhuis
uitgevoerde werkzaamheden en komen tot een
gezamenlijke conclusie. De controle door het ziekenhuis
dient uiterlijk 30 juni 2015 aangeleverd te worden aan
verzekeraars. Op 31 oktober 2015 dient de review door
zorgverzekeraars gereed te zijn. Eventuele correcties die
uit de controles voortvloeien dienen in 2015 volledig te
worden afgerond.
Banken
Het WZA onderhoudt reguliere contacten met de
belangrijkste banken en met het Waarborgfonds voor
de Zorg. Dit gebeurt zowel op bestuurlijk niveau als op
meer inhoudelijk niveau. Banken en het Waarborgfonds
zijn geïnformeerd over de op handen zijnde
bouwinvesteringen.
De ontwikkeling gedurende het boekjaar
Bedrijfsopbrengsten
De totale bedrijfsopbrengsten zijn € 2,3 miljoen gedaald
ten opzichte van 2013. In de bedrijfsopbrengsten 2013
was echter een eenmalige correctie uit hoofde van
transitieregeling van € 4,1 miljoen opgenomen. Indien
hiervoor wordt gecorrigeerd, is er sprake van een stijging
van de bedrijfsopbrengsten met € 1,8 miljoen.
De omzet van DBC’s in het A- en B-segment is € 3,0
miljoen, ofwel 4,1 % gestegen. Daarvan wordt € 1,7
miljoen veroorzaakt door de herwaardering van het
OHW (Onderhanden Werk) ultimo 2011, zodat de reële
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
55
omzetstijging € 1,3 miljoen, ofwel 1,8 % bedraagt.
Anderzijds is de omzet voor add-ons en overige producten
gedaald met € 1,4 miljoen (7,6 %). Daarmee is de totale
omzet uit patiëntenzorg, exclusief transitieregeling, per
saldo vrijwel op hetzelfde niveau gebleven als in 2013.
De overige bedrijfsopbrengsten zijn met 8,5% gestegen.
Dit is voor een belangrijk deel het gevolg van ontvangen
subsidies.
Bedrijfslasten
De personeelskosten laten een lichte daling zien ten
opzichte van 2013 met 0,6%. Dit hangt samen met een
afname van de gemiddelde personele formatie van 868
naar 865 fte. Daartegenover staat echter een toename van
de kosten per fte (onder andere door periodieken) en een
stijging van de werkgeverslasten.
De afschrijvingskosten zijn ten opzichte van het
voorgaande jaar gedaald. Dit komt doordat in 2013 een
relatief hoog bedrag is afgeschreven op materiële activa
die samenhangen met verbouwingen en renovatie van
bestaande bouwdelen.
De overige bedrijfskosten zijn met € 2,1 miljoen gestegen.
De verklaring hiervoor is een dotatie aan de voorziening
groot onderhoud ter hoogte van ditzelfde bedrag.
De geconsolideerde deelnemingen, Wilhelmina Zorgservices
BV, Apotheek Wilhelmina Ziekenhuis BV en Huidlaserkliniek
WZA BV, hebben gezamenlijk een positief resultaat van
€ 113.000 behaald.
Exploitatieresultaat
Het WZA heeft in 2014 een positief exploitatieresultaat
gerealiseerd van € 2,8 miljoen. Dit is 3,0 miljoen lager
dan in 2013, hetgeen wordt verklaard door de eerder
genoemde correctie uit hoofde van transitieregeling in
2013. De netto winstmarge bedraagt 2,6%.
Toestand op balansdatum
Eigen vermogen
Het positieve exploitatieresultaat over 2014 wordt
ingezet ter versterking van het eigen vermogen. Het
eigen vermogen van het Wilhelmina Ziekenhuis Assen is
toegenomen van € 29,0 miljoen per ultimo 2013 naar € 31,8
miljoen per ultimo 2014. Over de periode 2010-2014 heeft
het eigen vermogen zich als volgt ontwikkeld:
Financieel beleid
2014
2.757Exploitatieresultaat
Exploitatieresultaat
(x 1.000 €) 2013
5.783
2012
2.402
2011
2.254
2010
1.818
2014
31.785Eigen vermogen
Eigen vermogen
(x 1.000 €) 2013
29.029
2012
23.285
2011
20.884
2010
18.629
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
56
Solvabiliteit
De solvabiliteit wordt gedefinieerd als het eigen
vermogen gedeeld door het balanstotaal. De solvabiliteit
is toegenomen van 28.9% naar 30,9%. Het WZA voldoet
hiermee aan de doelstellingen conform het financieel
statuut en heeft hiermee een solide uitgangspositie voor
toekomstige ontwikkeling en bouw.
Liquiditeit
De current ratio, ofwel de verhouding tussen de vlottende
activa en het kort vreemd vermogen, geeft een indicatie
van de liquiditeit. Het WZA streeft naar een current ratio
van minimaal 1,0. De current ratio bedraagt ultimo 2014
2,23 en is daarmee in overeenstemming met dit streven.
Financieel beleid
2014
30,9%Solvabiliteit
2013
28,9%
2012
24,6%
2011
22,1%
2010
23,7%
2014
69.405
31.055
2,23
Vlottende activa (x 1.000 €)
Kort vreemd vermogen (x 1.000 €)
Current ratio
2013
64.683
31.806
2,03
2012
65.176
38.039
1,71
2011
77.885
50.976
1,53
2010
51.691
37.038
1,40
Uitkomsten stresstest
Ernst & Young voert jaarlijks een stresstest uit voor
Nederlandse zorginstellingen. De stresstest bestaat uit zes
financiële kengetallen die inzicht geven in de capaciteit om
aan rente en aflossingen te voldoen, de solvabiliteit en de
winstgevendheid. Op basis van deze kengetallen maken
banken veelal een risico-inschatting voor het verstrekken
van financiering. Het WZA voldoet aan vijf van de zes
normen en krijgt daarmee de kwalificatie ‘financieel
gezonde zorginstelling’. De scores van WZA op de zes
financiële kengetallen volgens de stresstest zijn als volgt.
Solvabiliteit
Liquiditeit
2014
1,09
2,83
(0,26)
30,9%
13,3%
2,6%
2013
1,69
4,36
0,54
28,9%
19%
5,4%
Norm
> 1,25x
> 2,00x
< 3,50x
> 20%
> 7,5%
> 1,5%
Categorie
Rente/aflossing capaciteit
Rente/aflossing capaciteit
Rente/aflossing capaciteit
Solvabiliteit
Rentabiliteit
Rentabiliteit
Kengetal
DSCR
ICR
Net Debt/EBITDA
Solvabiliteit
ROIC
Rentabiliteit
Stresstest
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
57
Gebeurtenissen na balansdatum
Er hebben zich in de periode tussen 31 december 2014 en
de datum van vaststelling van de jaarrekening 2014 geen
gebeurtenissen voorgedaan die gevolgen hebben gehad
voor de financiële resultaten over 2014.
Kasstromen en financieringsbehoeften
De mutatie geldmiddelen in het kasstroomoverzicht wordt
in belangrijke mate beïnvloed doordat de terugbetaling
van financieringsoverschotten aan verzekeraars nu vrijwel
geheel is afgewikkeld. Verder is in het boekjaar 2014
relatief weinig geïnvesteerd.
Er zijn in 2014 geen nieuwe leningen opgenomen. Het
ziekenhuis ontwikkelt op dit moment plannen voor
vernieuwbouw. In het kader hiervan wordt in 2015 een
business case opgesteld waarin de financieringsbehoeften
worden uitgewerkt.
Financieel beleid
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal
58
Toekomst
Nieuwe strategische koers 2015-2017
In januari 2015 is de strategische koers vastgesteld voor de
jaren 2015-2017. Het belangrijkste uitgangspunt daarbij
is dat het WZA een volwaardig basisziekenhuis wil blijven
voor inwoners van Assen en omgeving. De komende jaren
richten we onze energie op het versterken van onze positie
in de regio. Daarbij hebben we extra aandacht voor het
24/7 behouden van SEH-zorg, verloskundige zorg, een
basis-IC en een goed toegeruste OK. Samenwerking is bij
dit alles onze sleutel tot succes.
Onze opdracht voor de komende drie jaar laat zich
samenvatten in vier strategische thema’s:
– In het hart van de regio: het versterken van de positie
van het WZA in de regio;
– Alert en doortastend: het vergroten van de
slagvaardigheid van het WZA ;
– Goed en veilig: continu verbeteren en onze
kwaliteitsaccreditaties behouden;
– Slim en verstandig: efficiënt werken en duidelijke keuzes
maken.
Het volledige strategische koersdocument is te downloaden
op de WZA-website: www.wza.nl/over-wza.
> Maatschappelijk
verantwoord ondernemen
> Financieel beleid
> Toekomst
> Faciliteiten
> Bestuur en toezicht
> Medezeggenschap
en adviesorganen
> Kwaliteit en veiligheid
> Efficiëntie
> Tevredenheid
> Medewerkers
> Inhoud > Voorwoord raad van bestuur
> Voorwoord raad van toezicht
> Interviews
> Over WZA
> Strategie en beleid
> Zorg
> De patiënt centraal