Jaarverslag Parteon 2010...ken een woning te kopen. Een aantal woningen bieden we daarom met de...
Transcript of Jaarverslag Parteon 2010...ken een woning te kopen. Een aantal woningen bieden we daarom met de...
“Veel bereikt in 2010”
Parteon kijkt tevreden terug op een jaar waarin ze veel be-reikt heeft voor haar
klanten in de Zaanstreek. “We willen onze huurders en kopers dan ook bedanken voor hun vertrouwen in ons. Maar we willen ook zeker dank uitspreken naar onze samen-
werkingspartners die hebben bijgedragen aan de mooie resultaten. Ook voor 2011 zit-ten we weer vol plannen om te bouwen en te onderhou-den zodat we onze huidige en toekomstige huurders en kopers een plezierig (t)huis kunnen geven!”, aldus direc-teur Vincent van Luit.
Parteon investeert fors in woningenNieuwbouw We hebben ondanks de moeilijke woningmarkt, waarin de bouw van veel nieuwbouwprojecten niet van de grond komt, toch diverse projecten kunnen starten en zelfs 160 wonin-gen (koop en huur) aan huurders en
kopers kunnen opleveren! Daarnaast hebben we vijf huureenheden in de Brede School gerealiseerd en de winkelruimte in de Bloemkorf opgele-verd. Ook hebben we in 2010 de eerste palen geslagen voor de bouw van nog maar liefst 489 woningen.
We streven ernaar om ook in 2011 en 2012 rond de 400 sociale huurwo-ningen en koopwoningen per jaar te realiseren.
OnderhoudOok hebben we het afgelopen jaar
een groot aantal huurwoningen � ink aangepakt. In totaal is er in 2010 maar liefst € 46 miljoen uitgegeven aan woonverbeteringen en energiezuinig wonen. Dit betekent dat woningen van meer dan 1.000 huishoudens in de Zaanstreek zijn verbeterd.
Het afgelopen jaar hebben een groot aantal starters, al-leenstaanden en
gezinnen met een midden-inkomen een woning van Parteon gekocht. De woning-en zijn verkocht voor een gemiddelde verkoopprijs van € 160.000,- . Voor meer dan 150 huishoudens is hiermee de droom van een eigen wo-ning werkelijkheid geworden!
Parteon verkoopt een selec-tief aantal huurwoningen, variërend van appartemen-ten tot eengezinswoningen. Met de inkomsten van de verkopen worden nieuwe investeringen gedaan, zoals het bouwen van nieuwe sociale huurwoningen en duurzame investeringen bij huurwoningen.
Jolanda Visser (foto onder) woont in één van de eengezinswoningen in Rooswijk die afgelopen
jaar zijn aangepakt. Zij en an-dere huurders in de wijk heb-ben allemaal nieuwe kozijnen met isolatieglas gekregen. Ook mocht zij een nieuwe badka-mer kiezen en kreeg ze een tweede toilet boven. “Het was een aardige verbouwing, maar wat je ervoor terugkrijgt, is heel wat waard. Het tweede toilet is echt een luxe”, vertelt Jolanda trots. Mevrouw Beerman, (foto bo-
ven) ook woonachtig in Roos-wijk, heeft naast nieuwe kozijnen en een nieuwe badkamer ook een nieuwe keuken gekregen. “Wij wonen hier al 22 jaar en met name de keuken was toe aan een opknapbeurt. We zien de verbetering en genieten enorm van de nieuwe keuken. We heb-ben nu zelfs een vaatwasser”, vertelt mevrouw enthousiast. “Met zo´n grote verbouwing ben je wel vijf weken je huis kwijt, maar wij zijn erg dankbaar”, zegt mevrouw Beerman.
Tevreden huurders na opknapbeurt
Betaalbare koopwoningen
Richard en Michelle Hoonakker uit Zaandijk kochten vorig jaar een huurwoning
van Parteon. “Doordat we geen kosten koper hoefden te betalen, kwam ons
droomhuis ineens heel dichtbij. Anders hadden we het nooit kunnen kopen”.
Ook voor deze doelgroep willen wij het mogelijk ma-ken een woning te kopen. Een aantal woningen bieden we daarom met de Koopga-rant-regeling aan. Hiermee komen we middeninkomens
tegemoet. Via Koopgarant koopt u een huis met 25% korting en loopt u niet de volledige risico’s van een koopwoning. Kijk voor de voorwaarden op www.kopenbijparteon.nl.
StartersleningParteon biedt een starters-lening aan uit eigen mid-delen om te zorgen dat ook starters op de woningmarkt een nieuwbouwwoning kunnen kopen. Lees meer hierover op onze website.
Middeninkomens helpenDoor de nieuwe regels voor het toewijzen van sociale huurwoningen en de aangescherpte regels voor hypotheken, is er een groep mensen die teveel verdient om sociaal te huren en te weinig om te kopen, de zogenaamde middeninkomens (tussen € 33.600 en € 40.000).
Advertentie
Financieel gezond
Door de economische crisis en verscherpte overheids-maatregelen zitten corporaties en projectontwikkelaars in zwaar weer. Parteon heeft ondanks dat een sluitende begroting opgesteld waardoor we nieuwe woningen
kunnen bouwen en onze huurwoningen kunnen blijven onder-houden. Onze gezonde � nanciële positie heeft ons de begeerde A-status opgeleverd die door het Rijk wordt verstrekt. Dit betekent dat uitgaven en inkomsten in balans zijn en dat we de voorgeno-men activiteiten kunnen uitvoeren op een verantwoorde manier.
www.parteon.nl
Géén kosten koper voor huurdersGezien de huidige woning-markt heeft Parteon zich extra ingespannen om het kopen van een woning betaalbaar en bereikbaar te maken.
“Wij nemen voor onze huur-ders de verkoopkosten voor onze rekening waardoor de maandelijkse woonlas-ten een stuk lager zijn. Dit scheelt al snel zo’n 8%”, zegt Marcel de Leijer, verantwoor-delijk voor de verkoop en verhuur bij Parteon.
Wat kunt u in 2011 verwachten van Parteon?Voor 2011 en 2012 staat, evenals vorig jaar,de bouw van circa 400 woningen per jaar gepland. Het gaat hier om zowel koop- als (sociale)huurwoningen in diverse prijsklassen. Daarnaast is er voor onderhoud weer een vergelijkbaar bedrag gereserveerd als in 2010.
Start bouw Koning Davidstraat in Zaandam
Grootschalig onderhoud Molukse wijk in Wormerveer
Nieuwbouwwoningen project Indi in Wormerveer
Jaarverslag Parteon 2010
‘Parteon is een maatschappelijke onderneming die zorgt voor plezierig wonen’
Eindredactie: Leo Adema en Anouscka Muizelaar, Parteon Wormerveer
Tekstredactie: John Custers, Custers teksten Maastricht
Opmaak: Plan B grafische dienstverleners Haarlem
www.parteon.nl
Volkshuisvestingsverslag Parteon 3
Volkshuisvestingsverslag
1 VerslagBestuur................................................... 6 1.1 Onze doelen bereikt ................................... 6 1.2 Oog voor de maatschappij ......................... 7 1.3 Externe ontwikkelingen............................. 8 1.4 Bestuur- Statutair directeur ...................... 9 1.5 Taak en werkwijze van het bestuur ...... 10 1.6 Verklaring van het Bestuur ..................... 11
2 VerslagRaadvanCommissarissen....................... 12 2.1 Samenstelling Raad van Commissarissen ...................................... 13 2.2 Taak en werkwijze van de Raad van Commissarissen ...................................... 15 2.3 Toezicht op dochterondernemingen en verbindingen ....................................... 15 2.4 Reglement Raad van Commissarissen .. 15 2.5 Vergaderingen en behandelde onderwerpen............................................. 15 2.6 Kerncommissies .......................................17 2.7 Integriteit .................................................. 20 2.8 Onafhankelijkheid .................................... 20 2.9 Remuneratierapport Parteon 2010 .........21 2.10 Aanpassingen per 1 januari 2011 .......... 22 2.11 Rooster van aftreden ............................... 23 2.12 Verklaring van de Raad van Commissarissen ...................................... 23
3 Missie,visieenstrategie........................................ 25 3.1 Missie en Koersplan ................................. 25 3.2 DO Jaarplan 2010 ..................................... 26 3.2.1 Organisatie ................................................ 26 3.2.2 Resultaten ................................................. 28 3.3 Landelijke ontwikkelingen ...................... 31 3.4 Regionale en lokale ontwikkelingen ...... 32 3.5 Woningmarkt ............................................ 32
4 Leefbaarheid............................................................ 35 4.1 Inleiding ..................................................... 35 4.2 Activiteiten leefbaarheid.......................... 35 4.2.1 Algemene leefbaarheidsactiviteiten....... 35 4.2.2 Leefbaarheidsactiviteiten per wijk ......... 37 4.2.3 Sponsoractiviteiten .................................. 41 4.3 Uitvoeringsprogramma Poelenburg ....... 41
4.4 Overlast, bemiddeling en onrechtmatige bewoning .................................................. 44
5 Wonenenzorg..........................................................46 5.1 Inleiding ..................................................... 46 5.2 Woonservicewijken .................................. 46 5.3 Overige woonzorgprojecten .................... 47 5.4 Prestatieafspraken met partners........... 48
6 Toewijzing,verhuurenverkoop.............................50 6.1 Inleiding ..................................................... 50 6.2 Verhuur ...................................................... 50 6.3 Huurbeleid ................................................. 51 6.4 Huurincasso, deurwaarderszaken en ontruimingen ............................................ 51 6.5 Verkoop ...................................................... 52 6.5.1 Algemeen................................................... 52 6.5.2 Bestaand bezit .......................................... 53 6.5.3 Nieuwbouw ............................................... 53 6.6 Te Woon ..................................................... 54
7 Onderhoudenverbetering...................................... 56 7.1 Inleiding ..................................................... 56 7.2 Onderhoud en duurzaamheid ................. 56 7.3 Planmatig onderhoud .............................. 57 7.4 Mutatieonderhoud .................................... 57 7.5 Reparatieonderhoud ................................ 58 7.6 Contractonderhoud .................................. 58 7.7 Projectmatig onderhoud .......................... 59
8 Relatiemetbelanghouders.....................................61 8.1 Inleiding ......................................................61 8.2 Participatie Bewonersraad Parteon en bewonerscommissies ..............................61 8.3 Participatie bij dagelijks beheer ............. 64 8.4 Participatie bij herstructurering en gebiedsontwikkeling ................................ 66 8.5 Prestatieafspraken met de gemeente ... 68 8.6 Overige belanghouders ............................ 69
9 Organisatieeninternebeheersing........................ 72 9.1 Inleiding ..................................................... 72 9.2 Reorganisatie ............................................ 72 9.3 Het Nieuwe Werken (HNW) ..................... 72 9.4 Ziekteverzuim ........................................... 73
Inhoudsopgave
Volkshuisvestingsverslag Parteon 4
9.5 Personeelsopbouw................................... 73 9.6 Organogram per 01-01-2010 ................... 74 9.7 Interne controle en risicobeheersing ..... 74 9.8 Nieuw primair systeem SG|tobias .......... 78 9.9 Milieubeleidsplan / duurzaamheid ......... 78 9.10 Communicatiebeleidsplan ....................... 79 9.11 KWH huurlabel en kwaliteit van dienstverlening ........................................ 79 9.12 Telefonische bereikbaarheid ................... 80 9.13 Jongerenbeleid ......................................... 81 9.14 Maatschappelijk onroerend goed ........... 81 9.15 Wijk- en buurtgericht werken .................. 82 9.16 Visitatie ...................................................... 82 9.17 Klachten en geschillen ............................ 82
10 Nieuwbouwengebiedsontwikkeling................85 10.1 Inleiding ..................................................... 85 10.2 Opleveringen ............................................. 85 10.3 Gemiddelde Stichtingskosten > € 240.000 inclusief BTW .................... 85 10.4 Lopende projecten ................................... 86 10.5 Grondaankopen ........................................ 86 10.6 Gebiedsontwikkeling ............................... 86 10.7 Projecten met start bouw / oplevering 2010 ........................................................... 89 10.8 Toelichting projecten met start bouw 2011 en later ............................................. 92
11 Financieelbeleidenbeheer..............................97 11.1 Inleiding ..................................................... 97 11.2 Treasury algemeen .................................. 97 11.3 Beleggingen .............................................. 98 11.4 Renterisico’s ............................................. 99 11.5 Analyse resultaat 2010 .........................100 11.6 Financiële kengetallen .......................... 101 11.7 Integrale VPB-verplichting .................... 103
12 Verbindingen....................................................105 12.1 Inleiding ...................................................105 12.2 Verbindingen algemeen .........................105 12.3 Verbindingen vanuit Projectontwikkeling ...............................106 12.4 Toezicht op verbindingen ...................... 107
13 Governance......................................................109
14 Toekomst.......................................................... 121 14.1 Inleiding ....................................................121 14.2 Ontwikkelingen woningmarkt en de overheidsvisie op de corporatiesector ...121 14.3 Herijking koers ....................................... 122 14.4 Financiële positie ................................... 123 14.5 Versterking woonkwaliteit en imago van de Zaanstreek .................................. 123 14.6 Organisatie .............................................. 123 14.7 Netwerken ............................................... 124 14.8 Afsluitend ................................................ 124
15 JaarverslagexterneGeschillencommissie.... 125 15.1 Inleiding ................................................... 125 15.2 Samenstelling ......................................... 125 15.3 Rooster van aftreden ............................. 125 15.4 Secretariaat ............................................. 126 15.5 Geschillen................................................ 126 15.6 Toetreding stichting Zaanse Volkshuisvesting (ZVH) tot Geschillencommissie ............................ 126
JaarrekeningParteon........................................... 127
Bijlage:Accountantsverklaring
5 Volkshuisvestingsverslag Parteon
Volkshuisvestingsverslag Parteon 6
1 Verslag Bestuur
1.1 Onzedoelenbereikt
Parteon is er in 2010 goed in geslaagd haar belangrijkste doelen te realiseren. In een omgeving die door onder andere
het aantreden van een nieuw kabinet en het invallen van de bouwproductie drastisch veranderde, konden we een aantal
wapenfeiten noteren. Ik loop ze graag met u na.
• Succesvolle reorganisatie.
Begin 2010 heeft Parteon de in 2009 voorbereide reorganisatie doorgevoerd. In de loop van het jaar bleek dat de
organisatie goed is blijven functioneren, terwijl de organisatiekosten met ruim 15% zijn verlaagd. Daarnaast hebben
wij in 2010 ons primaire systeem en de ict-inrichting veranderd. Beide zaken brachten een ingrijpende aanpassing
van de organisatie met zich mee, die veel van onze medewerkers vroeg maar ook het gewenste resultaat heeft op-
geleverd. Een knappe prestatie waarvoor ik alle medewerkers wil bedanken.
• Gezonde financiële positie.
Er komt in de komende jaren het nodige op ons af (zie par. 1.3 ‘Externe ontwikkelingen’). We anticiperen hierop door
in 2011 onze visie, missie en koers te herijken. De voorziene ontwikkelingen zijn ook meegenomen in het Jaarplan
2011 en de Meerjarenbegroting 2011-2015. Deze laat een gezonde financiële positie zien. We kunnen de komende
jaren onze opgave voor onderhoud en nieuwbouw van woningen op een verantwoorde wijze blijven financieren.
• Verbetering van de interne controle en risicobeheersing.
In 2010 hebben we forse stappen gezet in de beoogde verbetering van de interne controle en risicobeheersing,
vooral door het introduceren van een nieuwe functie Organisatiecontrol. We komen hier in hoofdstuk 9 nader op
terug. De verdere implementatie vindt plaats in 2011.
• Prestatieafspraken waargemaakt.
In de gemeentelijke woonvisie en de prestatieafspraken tussen gemeente en corporaties is de versterking van de
woonkwaliteit in de Zaanstreek één van de belangrijkste doelstellingen. Parteon onderschrijft deze doelstelling van
harte en wil er een belangrijke bijdrage aan leveren. De prestatieafspraken zijn begin 2011 geëvalueerd samen met
de gemeente Zaandstad. Eén van de conclusies was dat Parteon de gemaakte afspraken waarmaakt.
• Forse nieuwbouwproductie.
Parteon is in 2010 gestart met zes nieuwbouwprojecten, die maar liefst 489 woningen toevoegen aan de Zaanse
woningmarkt. Een resultaat om trots op te zijn in een tijd waarin de stand van de economie de nieuwbouwproductie
zwaar onder druk zet. Wij danken hierbij ook de gemeente Zaanstad, die de snelle start van de bouw mede stimu-
leerde door de stimuleringsgelden van het Rijk om te zetten in een ‘afnamegarantie’ voor een deel van de bij opleve-
ring eventueel onverkochte koopwoningen. Dit geeft blijk van de goede relatie en samenwerking met de gemeente.
• Omvangrijke investering in onderhoud.
In 2010 heeft Parteon 46 miljoen euro gestoken in het onderhoud van bestaande woningen. Een geplande en om-
vangrijke investering waarmee zo’n 950 woningen zijn verbeterd.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 7
• Verkoopprogramma gerealiseerd.
Parteon heeft in 2010 het geplande verkoopprogramma van bestaande woningen ruimschoots gehaald. Er zijn maar
liefst 150 bestaande huurwoningen verkocht. We hebben daarmee flink bijgedragen aan de verbetering van de wo-
ningkwaliteit in de Zaanstreek.
Meer in het algemeen is in 2010 gebleken dat onze activiteiten goed aansluiten bij de missie, visie en koers die Parteon
heeft vastgelegd in het Koersplan 2009-2011. Wij zijn en blijven dicht bij onze kerntaak ‘wonen’. Als maatschappelijke
partner zien wij voor onszelf een belangrijke rol weggelegd in de noodzakelijke verbetering van de woonkwaliteit in de
Zaanstreek. In hoofdstuk 3 gaan we nader in op de doelen en speerpunten die we onszelf in dit verband hadden gesteld
in 2010. Daarin geven we ook aan in hoeverre deze doelen en speerpunten zijn waargemaakt. De voortgang bewaken we
met behulp van periodieke rapportages.
1.2 Oogvoordemaatschappij
Parteon vindt het belangrijk om de maatschappelijke omgeving waarin zij werkt duidelijk te maken dat ze maatschap-
pelijke belangen op een verantwoorde wijze behartigt. Daarom hechten wij een groot belang aan transparant en integer
handelen, en aan het afleggen van verantwoording aan ‘de maatschappij’. In 2010 hebben we hier op verschillende
manieren inhoud aan gegeven.
• Governance en vernieuwing van de Raad van Commissarissen.
Parteon onderschrijft de sinds 1 januari 2007 van kracht zijnde Aedescode en daarmee ook de Governancecode
voor woningcorporaties. Dit geldt zowel voor het Bestuur als het toezicht daarop door de Raad van Commissaris-
sen (RvC). Om aan de Governancecode te voldoen, hebben wij ervoor gekozen om in twee stappen binnen één jaar
zes van de zeven leden van de RvC te vervangen. In het verslag van de RvC (zie hoofdstuk 2) kunt u hierover meer
lezen. De fasering is bewust gekozen om de overdracht en continuïteit van kennis te waarborgen. Mede hierdoor
heeft de gedeeltelijke vernieuwing van de Raad in 2010 tot het beoogde effect kunnen leiden: een verfrissing van de
toezichtsrelatie tussen Bestuur en Raad.
Eind 2010 hebben de laatste drie ‘oude’ leden van de Raad afscheid genomen. Ik wil hen nogmaals bedanken voor
hun deskundige bijdrage in de afgelopen jaren, een periode waarin de corporatiesector een belangrijke verandering
heeft ondergaan.
• Integriteit.
Parteon heeft in 2008 een integriteitsbeleid vastgesteld, dat is opgenomen in ‘De integriteitsregeling Parteon’. Hier-
aan staat ook een ‘Meldingsregeling’, in de volksmond de ‘klokkenluidersregeling’. De Integriteitsregeling bevat ver-
der een paragraaf over hoe om te gaan met eventuele belangenverstrengeling. Dit dient zo veel mogelijk te worden
voorkomen. Daarnaast kent Parteon een externe vertrouwenspersoon.
In 2010 hebben we voorbereidingen getroffen om de Integriteitsregeling te actualiseren en aan te passen. Dit wordt
in 2011 verder uitgewerkt. Zo gaan we in de toekomst dilemmatrainingen invoeren. Deze zijn bedoeld om integer
handelen niet alleen op papier, maar ook in de praktijk handen en voeten te geven. Dat doen we verder door het on-
derwerp ‘integriteit’ regelmatig te bespreken in de diverse werkoverleggen.
Mocht er sprake zijn van meldingen van integriteitsschendingen, dan bepalen het Bestuur en de RvC in overleg of
we tot publicatie overgaan. Daarbij wegen we de diverse belangen tegen elkaar af. Van belang is met name of publi-
catie kan leiden tot (onnodige) beschadiging van de organisatie en/of personen.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 8
• Aanbestedingsbeleid.
In 2010 hebben interne en externe signalen ons duidelijk gemaakt dat de bestaande aanbestedingsprocedures aange-
scherpt moesten worden. Ook is het noodzakelijk gebleken het naleven van afspraken beter te controleren. We hebben
de voorgestelde verbetermaatregelen laten toetsen en beoordelen door Deloitte. Meer hierover in hoofdstuk 9.
• Afhandeling van klachten en geschillen.
Parteon hecht aan een goede dienstverlening aan al haar klanten. Toch kan het gebeuren dat een klant vindt niet
goed te zijn behandeld. Daarover kan hij/zij bij de organisatie een klacht indienen. Wordt deze niet naar tevredenheid
van de klant afgehandeld, dan gaat de zaak naar de Interne Klachtencommissie die een uitspraak doet. Is deze voor
de klager niet bevredigend, dan kan de klacht worden neergelegd bij de onafhankelijke externe Geschillencommis-
sie. In 2010 is dit geen enkele keer gebeurd.
De Raad van Commissarissen wordt door middel van de kwartaalrapportage geïnformeerd over de ingediende klach-
ten en geschillen en de afhandeling daarvan. Meer informatie vindt u in het jaarverslag van de externe Geschillen-
commissie (zie hoofdstuk 15).
• Overleg met huurders.
Parteon voert zeer regelmatig overleg met de Bewonersraad, de officiële huurdersvertegenwoordiger. De afspraken
zijn vastgelegd in een participatiereglement. Onlangs is dit vernieuwd en door beide partijen ondertekend.
• Relatie met belanghouders.
Parteon is werkzaam in de gemeenten Zaanstad en Wormerland. Met deze belangrijke belanghouders vindt regel-
matig overleg plaats, op ambtelijk en bestuurlijk niveau. In 2010 hebben wij een bijeenkomst gehouden met de
gemeenteraad van Zaanstad om uitleg te geven over de veranderende omstandigheden en financiële mogelijkheden
en de daaraan gekoppelde koers van Parteon.
Ook met onze andere belanghouders maken wij graag op een open en transparante wijze afspraken. We leggen
daarnaast graag verantwoording aan hen af. In december 2010 hebben wij onze koers en de geleverde prestaties
met onze belanghouders besproken. We hebben deze bijeenkomst tevens benut om te discussiëren over onder an-
dere de gevolgen van de extramuralisering in de zorg voor kwetsbare huurders (zie ook hoofdstuk 8).
• Visitatie.
Wij onderschrijven visitatie als objectief instrument voor het meten van onze maatschappelijke prestaties. Belang-
houders krijgen zo een goed beeld van ons functioneren en welke rol ze daarin spelen. De eerste visitatie van Parte-
on vond plaats in 2006/2007. We gaan ons in 2011 opnieuw laten visiteren. In 2010 hebben we een Plan van Aanpak
geschreven en KWH geselecteerd als visiterende organisatie.
1.3 Externeontwikkelingen
Parteon opereert niet in een vacuüm. Wij worden sterk beïnvloed door externe ontwikkelingen. In 2010 veranderde de
omgeving waarin wij opereren ingrijpend. Drie ontwikkelingen zijn daarvoor verantwoordelijk.
• Nieuw kabinet en regeerakkoord.
Het nieuwe kabinet-Rutte heeft niet gekozen voor een integrale herziening van de woningmarkt. Slechts op één
punt, de aanpak van het scheefwonen, is in het regeerakkoord een maatregel opgenomen. Via onze brancheorgani-
satie Aedes en netwerken, zoals De Vernieuwde Stad, zullen wij blijven benadrukken dat een échte integrale hervor-
ming met verantwoorde overgangsmaatregelen noodzakelijk is. De meeste partijen op het gebied van het wonen
zijn daar inmiddels in meer of mindere mate van doordrongen. Dat biedt perspectief.
Het regeerakkoord bevat een aantal zaken die van belang zijn voor het wonen. Aan de lastenkant is dat in ieder
Volkshuisvestingsverslag Parteon 9
geval de voor 2014 aangekondigde heffing. Wij schatten in dat dit voor Parteon een extra last betekent van circa
€ 4 miljoen. Geld dat in de staatskas verdwijnt en niet meer direct gebruikt kan worden voor de (investering in de)
volkshuisvesting. De heffing zal de kasstromen binnen de sector, en onze sturing daarop, (nog meer) onder druk
zetten.
Andere punten in het regeerakkoord – de extra huurverhoging van 5% voor de hogere inkomensgroepen ter bestrij-
ding van de scheefheid, de extra woningwaarderingspunten in schaarstegebieden en het kooprecht voor zittende
huurders – moeten nog verder worden uitgewerkt. Van belang is daarnaast de aanstaande herziening van de Wo-
ningwet en daaraan gekoppelde regeling over (het toezicht op) de activiteiten van de corporaties. Datzelfde geldt
voor de herziening van de Huisvestingswet. Parteon is voorstander van een vrije keuze voor de woonconsument,
mits die kan worden bijgestuurd als er knelpunten ontstaan voor bepaalde groepen.
• Europese regeling over doelgroep en staatssteun.
Nederland is met de Europese Commissie overeengekomen dat met ingang van 1 januari 2011 90% van de vrijko-
mende sociale huurwoningen moet worden toegewezen aan huishoudens met een inkomen tot pakweg 33.000
euro. Parteon volgt met de gemeente en collega-corporaties op de voet welke effecten dit heeft voor de kansen op
de woningmarkt van mensen met lagere middeninkomens. Waar nodig nemen wij passende maatregelen in bijvoor-
beeld het huurbeleid en verkoopbeleid (onder meer de inzet van Koopgarant).
Tweede onderdeel van de Europese regeling is de (administratieve) scheiding van DAEB-activiteiten (de kerntaken)
en niet-DAEB-activiteiten (commerciële activiteiten). De invoeringsdatum hiervan staat nog niet vast, maar werpt
haar schaduw vooruit. In 2011 heeft Parteon geen belangrijke investeringen en dus noodzakelijke financieringen in
het niet-DAEB-deel op het programma staan. Dit jaar zullen wij benutten om in overleg met collega’s en instanties tot
een goed financieringsplan voor deze investeringen te komen.
• Bezuinigingen gemeente Zaanstad.
De gemeente Zaanstad moet bezuinigen. Het is nog niet duidelijk welke gevolgen dit zal hebben voor een aantal
grote projecten. De bezuinigingen treffen ook de gemeentelijke werkorganisatie zelf. Ook de gevolgen hiervan gaan
we het komend jaar merken.
1.4 Bestuur-Statutairdirecteur
Het Bestuur van Parteon bestaat per 31 december 2010 uit één statutair directeur, de heer Vincent van Luit (1956).
Hij is werkzaam als statutair directeur van Parteon en haar rechtsvoorganger De Woonmij Zaanstad sinds 1 september
2002. De heer Van Luit heeft een aanstelling voor onbepaalde tijd.
Uit hoofde van zijn functie als bestuurder van Parteon is de heer Van Luit tevens bestuurder van:
• stichting Monumenten Zaanstad;
• stichting Beheer en Exploitatie Registergoederen Parteon;
• Parteon Projectontwikkeling Holding b.v.;
• lid van de Raad van Commissarissen van AanZet bedrijfsfaciliteiten n.v. (t/m 2010, de n.v. is inmiddels geliquideerd).
In hoofdstuk 12 gaan we verder in op de relatie tussen Parteon en deze verbindingen.
Verder is de heer Van Luit op verschillende manieren betrokken bij landelijke en regionale organisaties, allemaal werk-
zaam op het gebied van de volkshuisvesting:
• vicevoorzitter van de Samenwerkende Woningcorporaties Zaanstreek Waterland (SWZW);
• voorzitter van de Federatie van Zaanse Woningcorporaties (FZW);
• lid van het platform De Vernieuwde Stad;
Volkshuisvestingsverslag Parteon 10
• lid van het WoonNetwerk;
• lid van het Platform Woningcorporaties Noordvleugel Randstad (PWNR);
• lid van het Directeurencontact Aedes.
Het Woonnetwerk heeft in 2010 besloten haar activiteiten te beëindigen.
In 2010 is de heer Van Luit toegetreden tot het Bestuur van de stichting Marketing Zaanstreek.
Hij vertegenwoordigt daarin de functies ‘wonen’ en ‘vastgoed’.
1.5 TaakenwerkwijzevanhetBestuur
Het Bestuur is belast met het besturen van de corporatie. Bij haar taakvervulling richt het Bestuur zich op het belang
van de corporatie in het licht van haar volkshuisvestelijke en maatschappelijke doelstellingen. Het Bestuur is verant-
woordelijk voor het realiseren van de doelstellingen, de strategische koers, de financiële positie (vooral ten aanzien van
financierbaarheid, resultaat en vermogensontwikkeling) en het beleid ten aanzien van het aangaan van verbindingen.
Het Bestuur legt over het gevoerde beleid verantwoording af aan de Raad van Commissarissen (RvC). Ze verschaft de
RvC juiste, tijdige en volledige informatie zodat deze zijn rol als toezichthouder adequaat kan uitoefenen.
Het Bestuur is verantwoordelijk voor de naleving van alle relevante wet- en regelgeving en voor het beheersen van de
risico’s die verbonden zijn aan de door de corporatie uitgeoefende activiteiten.
De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van het Bestuur zijn omschreven in artikel 3 t/m 9 van de statuten
en verder uitgewerkt in het Bestuursreglement. In 2010 is er geen sprake geweest van tegenstrijdige belangen zoals
bedoeld in principe II.3 van de Governancecode.
Enkele in 2010 genomen (relevante) bestuursbesluiten zijn:
• vaststelling van het Treasury jaarplan 2010 en 2011;
• vaststelling van de jaarstukken over 2009, zowel enkelvoudig als geconsolideerd, ook van de verbindingen;
• vaststelling van de Meerjarenbegroting 2011-2015 (inclusief scenario’s);
• in overleg met en na instemming van de RvC: de benoeming van PricewaterhouseCoopers tot
nieuwe controlerend accountant met ingang van het boekjaar 2011;
• vaststelling vervolgacties naar aanleiding van de audit rond het aanbestedingsbeleid;
• diverse stappen rond de te realiseren nieuwe centrale huisvesting in het voormalige NUON-kantoor
in Zaandam. Hierbij wordt rekening gehouden met de vastgestelde randvoorwaarden;
• vaststelling van de visie op de dienstverlening;
• vaststelling van de aanpak van het benchmark-project;
• renovatie van de winkelruimte voor de Vomar in de Bloemkorf;
• vaststelling van de uitgangspunten voor de herontwikkeling van de Chromos-locatie in Krommenie;
• vaststelling van de beleidsnota senioren;
• bepaling van de definitieve conversiedatum van Empire naar SG|Tobias;
• vaststelling van het plan van aanpak en de planning voor het visitatietraject in 2011;
• vaststelling van de gebiedsvisie Wormerveer Noord;
• vaststelling ven het beslisdocument voor de ontwikkeling van Rietvelden Zuid in Wormerveer;
• vaststelling van de optimalisatie c.q. splitsing van de ontwikkeling van de Poort van Wormer.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 11
1.6 VerklaringvanhetBestuur
Het Bestuur van Parteon heeft het Volkshuisvestingsverslag en de jaarrekening over 2010 vastgesteld. Dit besluit is ter
goedkeuring voorgelegd aan de RvC.
In de RvC-vergadering van 20 juni 2011 zijn de jaarstukken besproken in aanwezigheid van PricewaterhouseCoopers
accountants. Daarbij is ook kennis genomen van de bevindingen van de accountant en de daarop door hem afgegeven
goedkeurende verklaring. Op grond daarvan heeft de RvC dit bestuursbesluit goedgekeurd.
In het kader van artikel 26.2.g van het BBSH verklaart het Bestuur dat de middelen van Parteon uitsluitend zijn besteed
in het belang van de volkshuisvesting.
Zaanstad, 20 juni 2011
Vincent van Luit,
Directeurbestuurder
Volkshuisvestingsverslag Parteon 12
RvC 2010, van links naar rechts: Dhr. v. Bortel, Dhr. Esseboom, Dhr. Middelhoven, Dhr. Timmerman, Dhr. Betlem,
Dhr. Conijn, Dhr. v. Tent Beking, Mevr. Keegstra.
RvC 2011, van links naar rechts: Dhr. Keijzer, Dhr. Timmerman, Dhr. Conijn, Dhr. van Bortel, Dhr. Wijngaarde,
Mevr. Josette Keegstra en Dhr. Esseboom.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 13
2 VerslagRaadvan Commissarissen
2.1 SamenstellingRaadvanCommissarissen
De samenstelling van de RvC van Parteon in 2010:
Deheermr.P.W.(Piet)Middelhoven(1946).
Lid sinds 2005, daarvoor meerdere jaren lid van de RvC van de rechtsvoorganger(s) van Parteon, aftredend ultimo
2010, niet meer herkiesbaar.
Voorzitter van de RvC, lid van de Projectontwikkeling- / Vastgoedcommissie.
De heer Middelhoven is werkzaam als ondernemer en is projectontwikkelaar van grootschalige winkels.
Relevante nevenfuncties:
• voorzitter Raad van Toezicht ROC Zaanstreek-Waterland;
• voorzitter Stichting Zaans Museum;
• commissaris bij het beursgenoteerde fonds AND Publishers NV te Rotterdam;
• voorzitter van de Raad van Commissarissen van Aanzet Bedrijfsfaciliteiten n.v. te Zaandam. Parteon heeft een be-
lang van 9,53% in deze n.v.
Binnen de RvC voldoet de heer Middelhoven aan de profielen juridisch, financieel-economisch, markt en marketing.
Mevrouwdrs.J.(Josette)Keegstra(1950).
Lid sinds 2005, daarvoor twee jaar lid van de RvC van de rechtsvoorganger(s) van Parteon, herbenoemd in 2008, aftre-
dend ultimo 2012.
Lid van de RvC op voordracht van de Ondernemingsraad. Vicevoorzitter van de RvC, voorzitter van de Remuneratiecom-
missie.
Mevrouw Keegstra is werkzaam als Psycholoog NIP Arbeid en Gezondheid bij haar eigen bureau Carrière Support. Zij
heeft geen relevante nevenfuncties.
Binnen de RvC voldoet mevrouw Keegstra aan het profiel personeel en organisatie.
DeheerJ.(Jan)Betlem (1951).
Lid sinds 2005, daarvoor meerdere jaren lid van de RvC van de rechtsvoorganger(s) van Parteon, aftredend ultimo
2010, niet meer herkiesbaar.
Voorzitter van de Projectontwikkeling- / Vastgoedcommissie.
De heer Betlem is werkzaam als adviseur bij de ABC Management Groep en was eerder verbonden aan het ROC Zaans-
treek-Waterland. Hij heeft geen relevante nevenfuncties.
Binnen de RvC voldoet de heer Betlem aan het profiel volkshuisvestelijk.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 14
DeheerJ.(Jan)vanTentBeking(1948).
Lid sinds 2005, daarvoor meerdere jaren lid van de RvC van de rechtsvoorganger(s) van Parteon, herbenoemd in 2007,
aftredend ultimo 2010, niet meer herkiesbaar. Lid van de RvC op voordracht van de Bewonersraad.
De heer Van Tent Beking is werkzaam als registertaxateur onroerende zaken bij het Ministerie van Financiën. Hij heeft
geen relevante nevenfuncties.
Binnen de RvC voldoet de heer Van Tent Beking aan het profiel lokaal huurdersnetwerk.
DeheerProf.dr.J.B.S.(Johan)Conijn(1950).
Werkzaam als directeur bij Ortec Finance. Daarnaast buitengewoon hoogleraar Woningmarkt Universiteit van Amster-
dam, verbonden aan de Amsterdam School of Real Estate. Voorzitter van de Audit Commissie.
Relevante nevenfuncties:
• lid van de RvC van Stec Groep b.v.;
• voorzitter bestuur VOGON;
• lid van het curatorium van het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid.
Binnen de RvC voldoet de heer Conijn aan de profielen financieel-economisch en volkshuisvestelijk.
Deheerdrs.ing.G.A.(Gerard)vanBortel(1963).
Werkzaam als onderzoeker Volkshuisvesting en Woningmarkt bij onderzoeksinstituut OTB/TU Delft. Lid van de Project-
ontwikkeling- / Vastgoedcommissie.
Relevante nevenfunctie:
• visitator woningcorporaties via KWH;
Binnen de RvC voldoet de heer Van Bortel aan het profiel volkshuisvestelijk.
Deheerdrs.H.E.(Hugo)Esseboom(1958).
Werkzaam als directeur bij Humain BV met als werkterrein management en innovatie met behulp van ICT-oplossingen.
Lid van de Audit Commissie.
Relevante nevenfunctie:
• voorzitter Raadgevend Orgaan NiNsee (het Nationaal Instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis.
Binnen de RvC voldoet de heer Esseboom aan de profielen financieel-economisch en ICT.
Deheerdrs.S.J.A.(Sicco)Timmerman(1965).
Werkzaam als directeur Vastgoed van zorgaanbieder Omring Hoorn. Lid van de RvC op voordracht van de Bewonersraad.
De heer Timmerman heeft geen relevante nevenfuncties.
Binnen de RvC voldoet de heer Timmerman aan het profiel lokaal huurdersnetwerk.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 15
2.2 TaakenwerkwijzevandeRaadvanCommissarissen
De RvC is belast met het toezicht houden op het beleid van de directie en de algemene gang van zaken binnen Parteon.
Daarnaast staat de RvC de directie met raad terzijde. De organisatiestrategie van Parteon is in eerste instantie vastge-
legd in het Ondernemingsplan 2007-2011, mede op basis van input van belanghouders. In 2009 is het Ondernemings-
plan aangescherpt, waarbij de grenzen waarbinnen Parteon opereert duidelijker zijn afgebakend. Dit is vastgelegd in
het Koersplan 2009-2011 dat het ‘oude’ Ondernemingsplan vervangt. Het Koersplan 2009-2011 vormt de basis voor de
beleidsvorming binnen Parteon en de daarop gebaseerde begroting en jaarplannen van de afdelingen. Door middel van
periodieke rapportages van het Bestuur houdt de RvC zicht op de uitvoering van de begroting en plannen.
Om het functioneren van de organisatie onafhankelijk te laten toetsen, heeft Parteon deelgenomen aan het SEV-expe-
riment om te komen tot een goed stelsel van visitatie. Het visitatierapport is medio 2007 verschenen. In 2011 vindt
opnieuw een visitatie plaats.
2.3 Toezichtopdochterondernemingenenverbindingen
De RvC is het intern toezichthoudend orgaan van de hele organisatie van Parteon, inclusief de dochterondernemingen
waarover Parteon zeggenschap heeft. In BV’s heeft het Bestuur van Parteon doorgaans als meerderheidsdeelnemer
invloed op de besluitvorming in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van de dochter. Voor standpunten die het
Bestuur inneemt bij belangrijke besluiten van de dochter is de voorafgaande instemming van de RvC nodig. Deze bepa-
ling is opgenomen in het reglement voor de RvC.
In stichtingen waaraan Parteon is verbonden, is statutair vastgelegd dat het Bestuur van de stichting bestaat uit de
rechtspersoon stichting Parteon. Op deze manier is gegarandeerd dat zowel in BV’s als in stichtingen het intern toezicht
afdoende is geregeld.
2.4 ReglementRaadvanCommissarissen
De werkwijze van de RvC van Parteon is vastgelegd in een reglement. Hierin zijn ook opgenomen de reglementen voor
de ingestelde kerncommissies en de bepalingen over het toezicht op dochterondernemingen en verbindingen.
2.5 Vergaderingenenbehandeldeonderwerpen
Regulierevergaderingen
De RvC van Parteon heeft in 2010 vier reguliere vergaderingen gehouden.
De belangrijkste onderwerpen waren:
• de periodieke rapportages;
• de toekomstige huisvesting van Parteon;
• de verkoop van het kantoor aan het Dick Laanplein;
• de begroting 2011 en meerjarenbegroting 2011-2015;
• het Jaarplan 2011;
• de ontwikkelingen rond de financiële (meerjaren)situatie, met name ook in relatie tot de toegekende A-status (door
het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting) en de voldoende financierbaarheid c.q. borgingsruimte (volgens de
normen van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw);
Volkshuisvestingsverslag Parteon 16
• de voortgang van de verkoop van nieuwbouwwoningen en bestaand bezit;
• de communicatiestrategie;
• het Strategisch Voorraadbeleid;
• de jaarrekening en het volkshuisvestingsverslag 2009 van Parteon en haar relevante verbindingen;
• de stand van zaken met betrekking tot de reorganisatie, inclusief het Sociaal Plan;
• de keuze voor en selectie van een nieuwe controlerend accountant;
• de mogelijke verkoop van complexen aan het Wooninvesteringsfonds;
• terugkoppelingen uit de vergaderingen van de kerncommissies;
• de aanpassing van het rooster van aftreden van de RvC;
• de selectieprocedure om te komen tot de benoeming van twee nieuwe leden;
• de benoeming van twee nieuwe leden;
• het vaststellen van de beloning van de directeur-bestuurder;
• de benoeming van een voorzitter en vicevoorzitter van de RvC vanaf 1 januari 2011;
• de organisatieontwikkeling binnen Parteon, in relatie tot de rol als maatschappelijke onderneming;
• behandeling afstudeerrapport met betrekking tot de informatievoorziening van de RvC
• het verslag van de interne evaluatievergadering en de actiepunten daaruit;
• de ontwikkelingen met betrekking tot governance en integriteit;
• het huurbeleid voor 2010;
• de keuze voor een nieuw primair systeem, SG|tobias en de implementatie daarvan;
• de stand van zaken met betrekking tot de NV Stadsherstel voor de Zaanstreek;
• het Treasurystatuut en Treasuryjaarplan;
• de vaststelling van het visitatietraject en de keuze voor KWH als visiterende organisatie.
Themavergaderingen
De Raad heeft dit jaar twee themavergaderingen gehouden, in mei en november. Aan de orde kwamen de ontwikkelingen
binnen de sector, de gevolgen van de invoering van de Europese regelgeving, de bezuinigingen binnen de gemeente
Zaanstad en de mogelijke gevolgen van het regeerakkoord.
Interneevaluatievergadering
De RvC heeft in november 2010 vergaderd over haar eigen functioneren. Dit gebeurde in afwezigheid van het Bestuur en
zonder externe ondersteuning. In 2011 zal bij de interne evaluatie wel gebruik worden gemaakt van externe ondersteu-
ning. De opmerkingen van de directeur-bestuurder over zijn ervaringen met de RvC zijn in de bespreking meegenomen.
Tijdens de vergadering is verder gesproken over de benoeming van de nieuwe leden. Ook kwam het functioneren van
het Bestuur aan de orde en is een eerste begin gemaakt met het schetsen van een toezichtkader. Dit wordt, samen met
een aantal aanbevelingen van individuele raadsleden, door een commissie vanuit de RvC verder uitgewerkt. Doel is te
komen tot een toezichtskader dat de RvC kan gebruiken voor een adequaat en integraal toezicht.
OverlegmethetBestuurvandeBewonersraad
Het reguliere jaarlijks overleg stond gepland voor december 2009. Doordat in oktober 2009 een extra vergadering met
het Bestuur van de Bewonersraad had plaatsgevonden, is besloten het jaarlijks overleg door te schuiven naar maart
2010. Het volgende overleg vond, conform het normale schema, weer plaats in december 2010. Aan de orde kwamen:
• het advies van de Bewonersraad over het Strategisch Voorraadbeleid;
• de rol van de Bewonersraad en de zienswijze daarop van de nieuwe leden van de RvC;
• de mening van de RvC over het uittreden van een woningcorporatie uit het bestel;
• de discussie over de middeninkomens;
• de opstelling van de RvC met betrekking tot de in het regeerakkoord aangekondigde heffing;
• de gevolgen van het in het regeerakkoord opgenomen kooprecht van zittende huurders;
• de consequenties van de bezuinigingen van de gemeente Zaanstad voor Parteon.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 17
OverlegmetdeOndernemingsraad
De voltallige RvC heeft in september overleg gevoerd met eveneens de voltallige Ondernemingsraad van Parteon. In dat
overleg is gesproken over de afgelopen reorganisatie, het veiligheidsbeleid en de huidige stand van zaken binnen de
organisatie. Ook zijn de ontwikkelingen in en rond de corporatiesector uitvoerig besproken. Verder heeft de OR toegelicht
hoe hij zij haar eigen activiteiten heeft ondergebracht in diverse werkgroepen.
BesluitenvandeRaadvanCommissarissen
In 2010 heeft de RvC een aantal besluiten van het Bestuur goedgekeurd, conform wat daarover is opgenomen in de
statuten. De belangrijkste zijn:
• de goedkeuring van de jaarrekening en het volkshuisvestingsverslag over 2009 van Stichting Parteon en Parteon
Projectontwikkeling Holding BV;
• de goedkeuring van de begroting 2011 en de meerjarenbegroting 2011-2015, inclusief PPO bv (Parteon
Projectontwikkeling bv);
• de goedkeuring van de jaarstukken van stichting Monumenten en stichting Beheer en Exploitatie Registergoederen
Parteon over 2009. Beide zijn dochterondernemingen van Parteon, het Bestuur van deze stichtingen ligt bij de
rechtspersoon Parteon;
• de goedkeuring van het Treasurystatuut.
Andere besluiten van de RvC:
• de benoeming van twee nieuwe leden van de RvC: de heren P. Keijzer en M. Wijngaarde. In verband met een
gelijkmatig verloop van het rooster van aftreden geldt hun eerste benoeming voor een termijn van twee jaar;
• de goedkeuring van het Treasuryjaarplan 2010 en 2011;
• de benoeming van PricewaterhouseCoopers tot nieuwe controlerend accountant;
• de vaststelling van de uitbreiding van het taakgebied van de Projectontwikkeling Commissie tot Vastgoedcommissie;
• de benoeming van de heer J.B.S. Conijn tot voorzitter en herbenoeming van mevrouw J. Keegstra tot vicevoorzitter
van de RvC met ingang van 1 januari 2011;
• de verkoop van het kantoor aan het Dick Laanplein;
• de start van het visitatietraject en de benoeming van KWH tot visiterende organisatie;
• de beloning van de directeur-bestuurder, passend binnen de sectorbrede beloningscode voor bestuurders van
woningcorporaties.
2.6 Kerncommissies
In verband met de toenemende complexiteit en verdergaande professionalisering van het commissariaatswerk heeft de
RvC eind 2006 drie kerncommissies ingesteld. Deze bestrijken belangrijke deelgebieden van het intern toezicht van de
RvC en bieden de mogelijkheid dieper op de materie in te gaan. De kerncommissies rapporteren aan de voltallige RvC.
Deze blijft als gehele Raad gezamenlijk verantwoordelijk voor de kwaliteit van het totale interne toezicht.
De commissies zijn in 2007 van start gegaan. Het zijn er drie:
• de Remuneratiecommissie;
• de Audit Commissie;
• de Projectontwikkeling Commissie. In de loop van 2010 heeft de RvC besloten het werkterrein van deze commissie
te verbreden tot vastgoedsturing in de breedste zin van het woord. De naam van de commissie is als gevolg hiervan
gewijzigd in Vastgoedcommissie.
De commissies werken volgens eigen reglementen, die deel uitmaken van het reglement van de RvC. Ze zijn te vinden
op de website van Parteon.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 18
Remuneratiecommissie
Deze commissie bestond in 2010 uit mevrouw. J. Keegstra (voorzitter) en de heer P.W. Middelhoven (lid). Volgens het
reglement heeft de commissie de volgende taken:
• het doen van een voorstel voor de beloning van de leden van het Bestuur, ter vaststelling door de RvC. In dit voorstel
komen in ieder geval aan de orde de beloningsstructuur, de hoogte van de vaste bezoldiging, de toe te kennen
variabele beloningscomponenten, de pensioenrechten, de afvloeiingsregelingen (indien op voorhand vastgelegd)
en de prestatiecriteria die als toetssteen worden toegepast;
• het vervullen van een klankbordfunctie voor de directeur-bestuurder bij het opstellen en uitvoeren van het
beloningsbeleid voor de hoofden van de afdelingen van Parteon;
• het doen van een voorstel aan de Raad voor de selectiecriteria en benoemingsprocedure voor de directeur-bestuurder;
• het werven, selecteren en voordragen van directeur-bestuurder(s) ter benoeming door de RvC;
• het doen van een voorstel voor een profielschets van de RvC;
• het werven, selecteren en voordragen van de leden van de RvC ter benoeming door de RvC en het voordragen van
leden voor een eventuele herbenoeming;
• het doen van een voorstel aan de RvC voor het te voeren beloningsbeleid voor de individuele leden van de Raad;
• het voorbereiden van de evaluatievergadering over het functioneren van de individuele leden van de RvC en de RvC
als geheel;
• het opmaken van het remuneratierapport als bedoeld in de uitwerking (II.2.3) van het principe ‘Rechtspositie en
bezoldiging bestuur’ van de Governancecode woningcorporaties.
De Remuneratiecommissie heeft in 2010 drie vergaderingen gehouden. Daarin zijn de volgende onderwerpen besproken:
• de selectieprocedure voor de vervanging van de drie in 2010 aftredende leden van de RvC;
• het introductieprogramma voor de nieuwe leden van de RvC;
• het afscheid van de vertrekkende leden van de RvC;
• het nieuwe rooster van aftreden;
• de evaluatie van het proces rond de interne evaluatie over 2009 en de voorbereiding voor de interne
evaluatievergadering van november 2010;
• de evaluatie van het proces rond de beoordeling van de directeur-bestuurder over 2009 en de voorbereiding voor de
beoordeling van de directeur-bestuurder over 2010;
• de toetsing van de beloning van de directeur-bestuurder aan de sectorbrede beloningscode voor bestuurders van
woningcorporaties;
• de beloning van het Bestuur in 2011;
• het opmaken van het Remuneratierapport.
Het Remuneratierapport over 2010 is opgenomen aan het eind van dit verslag.
AuditCommissie
De Audit Commissie bestond in 2010 uit de heren J.B.S. Conijn (voorzitter) en H.E. Esseboom (lid). De in het reglement
vastgelegde taakomschrijving luidt:
‘De onafhankelijke toetsing en beoordeling van de financiële administratie en verslaglegging, de organisatie-inrichting
en het beheersingsmechanisme behoren tot de kernaspecten van de Audit Commissie. Het Bestuur draagt in beginsel
de zorg hiervoor. Het Bestuur draagt er tevens zorg voor dat de interne auditfunctie, die deze toetsing en beoorde-
ling uitvoert, in de praktijk lijnonafhankelijk functioneert. De RvC ziet er op toe dat het Bestuur deze uitgangspunten
realiseert. In het bijzonder over de waarborgen voor zelfstandigheid ten opzichte van het Bestuur dient de Raad zich
concreet uit te laten.’
De Audit Commissie houdt toezicht op het adequaat functioneren van:
• de interne risicobeheersings- en controlesystemen, waaronder het toezicht op de naleving van de relevante wet- en
regelgeving en de werking van gedragscodes;
Volkshuisvestingsverslag Parteon 19
• de financiële informatieverschaffing: accountancybeleid en keuze externe accountant, inzicht in de behandeling
van ‘schattingsposten’ in de jaarrekening, prognoses, etc.;
• de naleving van aanbevelingen en opvolging van opmerkingen van de controller en de externe accountant;
• de rol en het functioneren van de interne auditfunctie;
• het beleid met betrekking tot taxplanning en de impact van de fiscaliteit in de financiële sturing;
• de relatie met de externe accountant, in het bijzonder zijn onafhankelijkheid, de bezoldiging en eventuele niet-
controle werkzaamheden voor de instelling;
• de financiering van de instelling;
• de toepassing van de informatie- en communicatietechnologie (ICT).
De Audit Commissie heeft in 2010 vier keer vergaderd. De belangrijkste besproken onderwerpen:
• de jaarrekening, het volkshuisvestingsverslag en het controlerapport over 2009 van Parteon (concern). Bij de
behandeling van dit punt was Deloitte Accountants aanwezig;
• diverse maand- en kwartaalrapportages waarbij de stichting en PPO bv zijn gecombineerd in één rapportage;
• de stand van zaken met betrekking tot de AI/IB en het risicomanagement;
• de fiscale actualiteiten, met name rond de vennootschapsbelasting;
• de stand van zaken rond de implementatie van het nieuwe primaire systeem SG|tobias;
• de jaarstukken 2009 van twee dochterondernemingen: stichting Monumenten en stichting Beheer en Exploitatie
Registergoederen Parteon;
• de managementletter van Deloitte naar aanleiding van de interim-controle;
• de begroting 2011 en meerjarenbegroting 2011-2015;
• het Treasuryjaarplan en Treasurystatuut;
• het Interne Controleplan;
• de ontwikkeling van de financiële situatie (op korte en lange termijn) van Parteon, met name in relatie tot de status
conform de CFV-systematiek en de financierbaarheid c.q. de borgingsruimte conform de WSW-systematiek, inclusief
scenario’s in verband met de risico’s rond de verkopen van bestaand bezit;
• de voorbereidingen voor de verkoop van twee complexen (Perim/Pharus) aan het Wooninvesteringsfonds;
• de algehele liquiditeitspositie;
• de aanbestedingsproblematiek, het onderzoek door Deloitte en de op grond daarvan ingezette verbetermaatregelen;
• het selectietraject van een nieuwe controlerend accountant, afgerond met de keuze voor PricewaterhouseCoopers
met ingang van de activiteiten voor het boekjaar 2010;
• de gevolgen van de toekomstige invoering van de ontwerprichtlijn RJ 645;
• de stand van zaken van de nieuwe afdeling Organisatiecontrol;
• de verkoop van het kantoor aan het Dick Laanplein.
ProjectontwikkelingCommissie/Vastgoedcommissie
De Vastgoedcommissie bestaat uit de heren J. Betlem (voorzitter), P. Middelhoven (lid) en G.A van Bortel (lid). De in het
reglement opgenomen taakomschrijving luidt als volgt:
• het toezien op en beoordelen van activiteiten met betrekking tot de vastgoedontwikkeling en -sturing in brede
zin, inclusief de vastgoedaspecten van gebiedsontwikkelingen. Dit omvat in ieder geval ook de activiteiten met
betrekking tot de ontwikkeling van nieuwbouw- en herstructureringsprojecten en alle deelgebieden van het
Strategisch Voorraadbeleid (bezien vanuit de vastgoedkant);
• het beoordelen van de met deze activiteiten samenhangende risico’s op politiek, bestuurlijk, maatschappelijk,
ruimtelijk, technisch en economisch terrein, mede in relatie tot de ontwikkelingen op de woningmarkt;
• het beoordelen van de gegevens met betrekking tot samenwerkingsconstructies;
• het beoordelen en waarborgen van de kwaliteit van de projectplannen en rekenmodellen;
• het signaleren voor de RvC van alle zaken die een belangrijke invloed kunnen hebben op de financiële positie en/
of activiteiten van de onderneming, inclusief (grote) financiële risico’s die worden gelopen en de wijze waarop het
management deze risico’s effectief beheerst;
Volkshuisvestingsverslag Parteon 20
• het met betrekking tot de organisatie van zowel de stichting als alle relevante verbindingen beoordelen van:
- de structuur van de organisatie, waaronder taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden;
- de processen rond de projectontwikkeling en het projectmanagement en alle overige op de vastgoedsturing
betrekking hebbende activiteiten;
- de cultuur binnen de organisatie (normen en waarden, managementstijl, besturingsfilosofie) en de kwaliteit en
capaciteit van de medewerkers.
De Vastgoedcommissie vergaderde in 2010 vier keer. Aan de orde kwamen:
• de situatie rond de projecten in zijn algemeenheid;
• de meerjarenbegroting 2011-2015, met name de gevolgen van de financiële situatie voor de inhoud en omvang van
de projectenportefeuille;
• de prestatieafspraken met de gemeente;
• de voorbereidingen voor de verkoop van twee complexen (Perim/Pharus) aan het Wooninvesteringsfonds;
• de subsidieregeling in het kader van het ISV en de afspraken met de gemeente over de invulling daarvan;
• de risicobeheersing binnen de te ontwikkelen projecten;
• de kwartaalrapportages van Parteon en Parteon Projectontwikkeling BV;
• de voortgang van de lopende projecten;
• de situatie rond de (stagnatie van de) verkoop van nieuwbouwwoningen en de woningmarkt in het algemeen;
• de uitbreiding van het reglement (van Projectontwikkeling- naar Vastgoedcommissie);
• het Strategisch Voorraadbeleid.
2.7 Integriteit
De RvC heeft in 2010 kennis genomen van de ontwikkelingen op het gebied van de integriteit. Dat geldt zowel voor de
evaluatie van het huidige beleid als voor de plannen van het Bestuur om het integriteitsbeleid te actualiseren c.q. aan
te passen. Ook de rol van de RvC en haar eigen integriteit is behandeld. Dit laatste punt wordt in 2011 verder concreet
vormgegeven.
Mocht er sprake zijn van meldingen van integriteitsschendingen, dan bepalen het Bestuur en de RvC in overleg of we
tot publicatie overgaan. Daarbij wegen we de diverse belangen tegen elkaar af. Van belang is met name of publicatie kan
leiden tot (onnodige) beschadiging van de organisatie en/of personen.
2.8 Onafhankelijkheid
De RvC van Parteon is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar en het Bestuur geheel onafhankelijk
opereren. Er wordt sterk gehecht aan het voorkomen van belangenverstrengeling binnen de RvC. In 2010 is hier geen
sprake van geweest. Tot de Raad behoren geen leden van het college van Burgemeester en Wethouders of van Gedepu-
teerde Staten. In aansluiting hierop onderschrijft de RvC de in de Governancecode opgenomen criteria voor onafhanke-
lijkheid. Uitzondering is het criterium ‘huurder van de corporatie tot relaties in de tweede graad’. Dit beschouwt de RvC
niet als een onafhankelijkheidscriterium.
In 2010 hebben het Bestuur en de RvC in goed onderling overleg de organisatie gekozen die de in 2011 te houden visita-
tie uitvoert. KWH was één van de geselecteerde bureaus. Omdat de heer Van Bortel als visitator optreedt bij KWH, heeft
hij in het selectieproces geen rol gespeeld. De keuze voor KWH staat los van de rol van de heer Van Bortel en is gemaakt
op basis van zakelijke afwegingen.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 21
2.9 RemuneratierapportParteon2010
Het Bestuur en de RvC van Parteon onderschrijven de principes van de Governancode voor woningcorporaties. In hoofd-
stuk 13 van dit jaarverslag wordt aangegeven op welke onderdelen Parteon de code volgt en op welke onderdelen zij
daar gemotiveerd van afwijkt. Conform de afspraken in de code wordt er jaarlijks een Remuneratierapport opgesteld.
Beoordelingsbeleiddirecteur-bestuurder
Het beoordelingsbeleid ten aanzien van het Bestuur van Parteon is gebaseerd op het meten van de behaalde resultaten,
zoals die zijn neergelegd in de prestatieafspraken. Daarnaast beoordeelt de Remuneratiecommissie – en daarmee in
feite de hele RvC – of de invulling van de bestuursrol nog past bij de omvang, ambities, visie en missie van de cor-
poratie. Daarmee wijkt de RvC bewust af van de Governancecode die hiervoor een periode van vier jaar hanteert. Ter
ondersteuning van de feitelijke beoordeling voert de Remuneratiecommissie ook gesprekken met sleutelfiguren uit de
werkorganisatie.
Beloningsbeleiddirecteurbestuurder
De statutair directeur van Parteon krijgt een vaste beloning, gebaseerd op het ‘Advies arbeidsvoorwaarden statutair
directeur’, ook bekend als de Izeboud-regeling. Over het jaar 2010 bedroeg de beloning (belastbaar loon) in totaal
€ 148.000. Er is geen variabele beloning. De pensioenregeling voor de heer Van Luit sluit aan op de normale regeling voor
personeel in dienst van woningcorporaties, zowel voor wat betreft de premiebetaling als het recht op vroegpensioen.
In 2010 zijn de beloning en de overige arbeidsvoorwaarden van de directeur-bestuurder getoetst aan de ‘Sectorbrede
beloningscode voor bestuurders woningcorporaties’. Het inkomen over 2010 voldoet aan deze code. De gebruikelijke
jaarlijkse verhoging is echter niet mogelijk gezien de in de code toegepaste salarisgrenzen. Daarom vindt er voor 2011,
met instemming van de directeur-bestuurder, geen verhoging plaats, hoewel dat gezien zijn positieve beoordeling wel
aan de orde zou zijn geweest.
Verdere toetsing aan de branchecode levert nog één punt van verschil op. De branchecode schrijft voor dat een even-
tuele afkoopsom bij beëindiging van het dienstverband maximaal één jaarsalaris mag bedragen. In de huidige arbeids-
overeenkomst staat een andere afspraak. Er wordt een variabele factor toegepast, variërend van 0,5 tot 2, binnen de in
dat geval te hanteren kantonrechterformule. De afkoopsom zou daardoor hoger kunnen uitkomen dan één jaarsalaris.
De RvC heeft besloten om dit punt ongewijzigd te laten. De directeur-bestuurder heeft inmiddels al afgezien van zijn
recht op een (extra) variabel deel van zijn beloning en van zijn recht op een aanvullende pensioenvoorziening.
Voor het overzicht van de beloning conform de wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens
(WOPT), zie de jaarrekening.
Overigearbeidsrechtelijkeafspraken
De bestuurder heeft een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Het Bestuur krijgt een onkostenvergoeding geba-
seerd op de geschatte werkelijk te maken onkosten. Het Bestuur krijgt een bedrijfsauto ter beschikking gesteld die ook
privé mag worden gebruikt. Voor de overige arbeidsvoorwaarden wordt aangesloten bij de Aanvullende Arbeidsvoorwaar-
den van Parteon.
BeloningsbeleidRaadvanCommissarissen
De RvC van Parteon heeft in 2007 een aanpassing doorgevoerd in de beloningsstructuur.
De Remuneratiecommissie heeft voor de bepaling daarvan aansluiting gezocht bij de Adviesregeling ‘Honorering toe-
zichthouders in woningcorporaties’ van april 2006. Daarin wordt gemotiveerd aangegeven wat er van professioneel
toezicht wordt verwacht en wat daar aan beloning tegenover kan/moet staan.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 22
Voor de opbouw van de honorering wordt uitgegaan van de tijdsbesteding en een daarbij horend uurtarief. Dit tarief
moet enerzijds marktconform zijn en anderzijds passen bij het karakter van een maatschappelijke onderneming. Dat
geldt zowel voor de zittende als voor nieuwe leden. Er moet in de honorering dus een evenwicht worden gezocht tussen
enerzijds de benodigde professionaliteit en anderzijds wat maatschappelijk te verantwoorden is.
De tijdsbesteding bestaat uit het voorbereiden en bijwonen van de vergaderingen van de RvC en de kerncommissies en
het overleg met de Bewonersraad. Daarnaast wordt van de leden verwacht dat ze de voor hun taak relevante ontwik-
kelingen bijhouden. De voorzitter (en in mindere mate de vicevoorzitter) hebben verder nog periodiek overleg met het
Bestuur van de corporatie.
Dit heeft geleid tot de volgende beloningsstructuur in 2010:
• voorzitter € 12.000
• vicevoorzitter € 9.000
• lid € 8.000
De vergoeding is vast. Er is geen sprake van vergoedingen voor eventuele extra werkzaamheden en aparte onkosten-
vergoedingen. Met de leden van de Raad zijn geen arbeidsovereenkomsten gesloten.
Per 1 juli 2010 is een herziene ‘Honoreringscode commissarissen’ van kracht geworden. Deze code is van toepassing
voor de ultimo 2010 benoemde nieuwe leden van de Raad. Hun beloning past binnen de kaders van de code. Voor de
overige leden zal op de daarvoor afgesproken momenten de nieuwe code van toepassing worden. De huidige beloning
van de ‘gewone’ leden past binnen de nieuwe code. De huidige voor de voorzitter en vicevoorzitter geldende toeslag
past net niet. Dit wordt in 2011 aangepast.
2.10 Aanpassingenper1januari2011
VoorzitterRvC
Vanaf 1 januari 2011 is de heer Conijn voorzitter van de RvC en lid van de Audit Commissie en de Remuneratiecommissie.
BenoemingledenRvC
Conform het rooster van aftreden waren in 2010 drie leden aftredend (en niet herkiesbaar). De Remuneratiecommissie
(RC) heeft het proces voor de verkiezing van nieuwe leden voorbereid en uitgevoerd. Door middel van een advertentie
in lokale en landelijke media is de werving in gang gezet. Daarbij werd, door het aangeven van deskundigheidsprofielen,
rekening gehouden met de gewenste samenstelling van de RvC. Er zijn drie leden afgetreden in 2009, en vervolgens
waren er ook nog drie aftredend en niet herkiesbaar in 2010. Om de noodzakelijke continuïteit in het toezicht te garan-
deren, heeft de RvC ervoor gekozen om ultimo 2009 vier nieuwe leden te benoemen. Daarmee bestond de RvC in het
jaar 2010 uit acht leden. Ultimo 2010 zijn, na het aftreden van de genoemde drie leden, twee nieuwe leden benoemd.
Daarmee bestaat de RvC in 2011 weer uit zeven leden.
Eén van de aftredende leden was benoemd op voordracht van de huurdersorganisatie. De Remuneratiecommissie heeft
de Bewonersraad gevraagd een bindende voordracht te doen voor de benoeming van het nieuwe ‘huurderslid’.
De gegevens van de laatste twee benoemde leden zijn:
• Deheering.P.(Piet)Keijzer(1952). Lid met ingang van 2011. Van 2006 – 2010 was hij Wethouder bij de gemeente
Zaanstad met als portefeuille Wonen, Ruimtelijke Ontwikkeling, Werk, Inkomen en Integratie. Hij is zelfstandig
adviseur strategie en communicatie maatschappelijk ondernemen. Tevens is hij gastdocent bij de Stichting Publiek
Domein. Hij is lid van de RvC op voordracht van de Bewonersraad en lid van de Vastgoedcommissie.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 23
Relevante nevenfuncties:
• Lid Raad van Toezicht Stichting Zwembaden Zaanstad;
• Voorzitter Stichting De Waakzaamheid;
• Bestuurslid Stichting Ambassadeurs van het ZMC;
Binnen de RvC voldoet de heer Keijzer aan het profiel lokaal huurdersnetwerk.
Deheermr.M.(Micha)Wijngaarde (1972). Lid met ingang van 2011. Werkzaam als ondernemer in conceptontwikkeling
en interim-management op het gebied van stedelijke en vastgoedontwikkeling. Lid van de Vastgoedcommissie.
De heer Wijngaarde heeft geen relevante nevenfuncties. Binnen de RvC voldoet hij aan de profielen juridisch en volks-
huisvestelijk.
2.11 Roostervanaftreden
Het rooster van aftreden ziet er per 1 januari 2011 als volgt uit:
Naam Aftredend
mw. J. Keegstra 2013 herkiesbaar
P. Keijzer 2013 herkiesbaar
M. Wijngaarde 2013 herkiesbaar
S. Timmerman 2014 herkiesbaar
H. Esseboom 2014 herkiesbaar
J. Conijn 2014 herkiesbaar
G. van Bortel 2014 herkiesbaar
Het rooster van aftreden is op de website van Parteon geplaatst.
2.12 VerklaringvandeRaadvanCommissarissen
De RvC van Parteon verklaart zich hierbij akkoord met het jaarverslag en de jaarrekening over 2010. De Raad baseert
zich daarbij mede op de verklaring van PricewaterhouseCoopers bij de jaarrekening 2010 en het volkshuisvestings-
verslag 2010. De RvC stelt vast dat er in het verslagjaar geen aanleiding is geweest om besluiten van directie of het
Bestuur te schorsen of ongedaan te maken.
Wormerveer, juni 2011.
De Raad van Commissarissen,
namens deze,
J.B.S. Conijn, voorzitter
Volkshuisvestingsverslag Parteon 24
PAR
TEO
N
2
00
9-2
011
K ersplan
Volkshuisvestingsverslag Parteon 25
3 Missie,visieenstrategie
3.1 MissieenKoersplan
In 2007 heeft Parteon een ondernemingsplan opgesteld voor de periode 2007-2011. Hierin staat de missie van Parteon:
Parteon is een maatschappelijke onderneming die zorgt voor plezierig wonen
In 2008 bleken de economie en de woningmarkt dusdanig te zijn veranderd dat Parteon haar koers moest bijstellen. Dit
is begin 2009 gebeurd in het Koersplan 2009-2011. De missie is daarin niet veranderd. Wel is de taakopvatting aange-
past en meer beperkt tot de kerntaak ‘wonen’. Er zijn veel zaken die bijdragen aan plezierig wonen, maar Parteon is niet
overal verantwoordelijk voor. Parteon voelt zich primair verantwoordelijk voor het domein wonen, zonder uit het oog te
verliezen dat de samenwerking met andere partijen noodzakelijk is om plezierig wonen mogelijk te maken.
Parteon is er voor iedereen die niet in staat is zich zelfstandig een woning te verschaffen. Dat is onze primaire doel-
groep, waarin we specifiek nog de doelgroepen jongeren en ouderen onderscheiden. We richten ons daarnaast nog op
andere doelgroepen en op maatschappelijk vastgoed. Dat zorgt voor gevarieerde en vitale woonwijken en draagt bij aan
plezierig wonen. We zoeken hierbij op wijk- en buurtniveau steeds meer de samenwerking op met andere partijen. De
wensen en behoeften van onze klanten staan centraal.
In het Koersplan is de missie vertaald naar drie hoofddoelen. In het jaarplan voor 2010 hebben we deze verder uitge-
werkt in acht speerpunten.
Hoofddoel1:Parteonalsonderneming
Een financieel gezonde en goed functionerende organisatie is wezenlijk voor het uitvoeren van onze taken.
Speerpunt 1: Parteon is financieel een gezonde organisatie.
Speerpunt 2: Parteon ontwikkelt haar organisatie.
Hoofddoel2:Parteonwerktaanplezierigwonen
Bouwen, verhuren, verkopen en beheren is de primaire taak van Parteon.
Speerpunt 3: Parteon beheert, herstructureert, bouwt en verkoopt.
Speerpunt 4: Parteon werkt buurt- en wijkgericht aan vitale wijken.
Speerpunt 5: Parteon heeft extra aandacht voor jongeren en ouderen.
Speerpunt 6: Parteon optimaliseert de dienstverlening.
Hoofddoel3:Parteonheefteenmaatschappelijkeverantwoordelijkheid
Parteon heeft ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid. We halen de agenda op bij onze belanghouders en leggen
daaraan verantwoording af.
Speerpunt 7: Parteon is een maatschappelijke onderneming.
Speerpunt 8: Parteon werkt aan duurzaamheid.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 26
3.2 DOJaarplan2010
De strategische agenda van Parteon voor 2010 is vastgelegd in het ‘Directie Overleg (DO) Jaarplan’. Het plan vloeit voor
uit het ondernemingsplan en bevat onze prioriteiten, passend binnen de koers van onze organisatie op middellange
termijn. We hanteren het INK-model om te kunnen beoordelen in hoeverre wij onze prioriteiten en doelen halen. In dit
model wordt het succes van een organisatie bepaald aan de hand van negen aandachtsgebieden. Vijf daarvan gaan over
de (inrichting van de) organisatie, vier over de behaalde resultaten. In deze paragraaf lopen we de aandachtsgebieden
en onze prestaties daarop in 2010 na.
3.2.1 Organisatie
Leiderschap
Hoe is de houding en het gedrag van alle mensen binnen onze organisatie die een richtinggevende verantwoordelijkheid
hebben? Zij moeten een inspirerende en drijvende kracht zijn achter het voortdurend verbeteren van onze organisatie.
Doelenbeoogdresultaat Realisatie
Doel: organisatieontwikkeling.
Resultaat: start organisatie- en (cultuur)ontwikkelingstraject.
In 2010 zijn we op een aantal gebieden begonnen met de verdere ontwikkeling van onze organisatie: uitwerken van de competenties voor leidinggevenden, houden van inspiratiebijeenkomsten, opstellen van een plan van aanpak om het projectmatig werken te verbeteren, vieren van successen (de ‘parels’), werken aan een visie op dienstverlening, voortzetten van de teambuilding door het directieteam, start van de voorbereidingen voor het nieuwe werken (ParteoNext).
Strategieenbeleid
Wordt onze missie voldoende omgezet in doelen en hoe worden deze bereikt? Houden wij de vinger voldoende aan de
pols en slagen wij er in de strategie en het beleid bijtijds te actualiseren
Doelenbeoogdresultaat Realisatie
Doel: jaarlijkse actualisatie Strategisch Voorraadbeleid.
Resultaat: marktevaluatie en eventuele bijstelling.
De actualisatie is volgens plan in gang gezet en krijgt in 2011 verder vorm.
Doel: Te Woon.
Resultaat: standpunt innemen over verdere uitrol van dit instrument.
We hebben Te Woon geëvalueerd en besloten dit instrument breed in te zetten binnen de voorraad eengezinswoningen die we willen doorexploiteren. De strategische uitgangspunten zijn bepaald door de directie.
Doel: Woon09.
Resultaat: rapportage en gevolgen voor het Strategisch Voorraadbeleid.
De onderzoeksrapportage is voor 1 mei 2010 opgeleverd en levert input voor de actualisatie van het Strategisch Voorraadbeleid.
Doel: actualiseren van het Koersplan.
Resultaat: input voor de jaarplannen.
Het huidige Koersplan heeft een reikwijdte van 2009 – 2011. In 2011 wordt een nieuw plan gemaakt.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 27
Personeelsmanagement
Benutten wij het potentieel aan kennis en kunde in onze organisatie zodanig dat we continu kunnen werken aan verbe-
tering?
Doelenbeoogdresultaat Realisatie
Zie hiervoor bij ‘Organisatieontwikkeling’. Er zijn geen aparte speerpunten op het gebied van personeelsmanagement.
Middelenmanagement
Hoe gaan wij om met de middelen (financiën, materialen, informatie, gebouwen, etc.) van onze organisatie? Slagen wij
er in die zo goed mogelijk te benutten?
Doelenbeoogdresultaat Realisatie
Doel: opstellen gezonde meerjarenbegroting.
Resultaat: liquiditeit borgbaar door het WSW en toekenning van de A-status door het CFV.
Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) en het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting (CFV) hebben op basis van de meerjarenbegroting 2010 positief geoordeeld over de financiële situatie van Parteon. Parteon heeft de A1-status en voldoende faciliteringsruimte voor de geplande investeringen in de komende drie jaar.Het CFV heeft verder een positief solvabiliteitsoordeel afgegeven over het verslagjaar 2009.
Doel: implementatie SG|tobias.
Resultaat: organisatie werkt met nieuw systeem.
SG|tobias is in november 2010 geïmplementeerd. De conversie is naar tevredenheid verlopen. Wel zijn er aanloopproblemen, met name bij de digitale verwerking van de facturen (CORSA). De nazorgfase van het project loopt door tot en met de eerste helft van 2011.
Doel: afronden van de reorganisatie.
Resultaat: evaluatie van de reorganisatie, zowel qua proces als inhoudelijk: zijn de budgetten goed gekoppeld aan de juiste managers, zijn de bevoegdheden goed geregeld?
De reorganisatie werd op 1 januari 2010 officieel van kracht. De directie heeft met de Ondernemingsraad het proces geëvalueerd. Conclusie is dat er tevredenheid heerst over de wijze waarop de reorganisatie heeft plaatsgevonden.
Doel: nieuw kantoor.
Resultaat: Programma van eisen.
Met betrekking tot de nieuwe huisvesting zijn in 2010 de volgende stappen gezet:Januari Ontwikkelbesluit (fase 2).Maart: Voorlopig Ontwerp casco gebouw (fase 3) Programma van Eisen + Plan van AanpakApril Vaststellen ‘DNA Parteon’ Mei Start ontwerp interieur September Facilitair concept ICT Roadmap Vaststellen principe plattegronden Voorlopig Ontwerp interieurNovember Definitief Ontwerp interieur (fase 4) Vaststellen ‘Look & Feel’ (materialisering interieurontwerp) November Dick Laanplein 1, onder voorbehoud van bestemmingswijziging en financiering verkocht.In alle fasen zijn project-, klankbord- en werkgroepen actief geweest om input en feedback te geven aan het ontwikkelproces.
Doel: wijkmonitor.
Resultaat: werkende wijkmonitor.
Een breed samengestelde projectgroep heeft een Programma van Eisen opgesteld voor een wijkmonitor. Daarnaast is de samenwerking gezocht met de gemeente om te onderzoeken in hoeverre we gegevens aan elkaar kunnen koppelen. Dat heeft geleid tot een werkende monitor. Het resultaat is behaald.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 28
Procesmanagement
Op welke manier proberen wij onze interne en externe processen continu te verbeteren?
Doelenbeoogdresultaat Realisatie
Doel: vergroten financiële betrouwbaarheid.
Resultaat: betrouwbare financiële prognoses.
De resultatenrekening is in twee hoofdactiviteiten onderverdeeld en toegelicht:- het exploitatieresultaat ligt in lijn met de jaarbegroting;- het resultaat op de verkopen van bestaand bezit en van nieuwbouwprojecten (inclusief onrendabele toppen) is hoger dan begroot door een andere fasering.De gerealiseerde verkoopaantallen komen overeen met de begroting voor 2010. De verschillen tussen de daadwerkelijke en de begrote resultaten zijn geanalyseerd en waar mogelijk verwerkt in de meerjarenbegroting 2011-2015.
Doel: plan van aanpak risicomanagement.
Resultaat: visie op risicogebieden en een betere sturing daarop.
Deze activiteit is opgenomen in het takenpakket van de in 2010 aangestelde medewerker Organisatiecontrol. De verdere uitwerking is opgenomen in het Jaarplan 2011.
Doel: verdieping van het projectmatig werken.
Resultaat: meerdere projecten.
De verdieping van het projectmatig werken vindt plaats aan de hand van een in het vierde kwartaal gehouden evaluatie. In een Plan van Aanpak zijn acties vastgesteld die worden uitgevoerd medio 2011 en 2012.
3.2.2 Resultaten
Klanten
Is de klant tevreden over het door ons geleverde eindresultaat en de manier waarop dit tot stand is gekomen? Wat doet
Parteon om de klant tevreden te krijgen en houden?
Doelenbeoogdresultaat Realisatie
Doel: marketingplan.
Resultaat: heldere strategie voor huur en verkoop.
Afdeling Wonen: voor de verkoop van bestaand bezit is een marketingplan opgesteld en uitgevoerd. Dit plan heeft bijgedragen aan het behalen van het beoogde resultaat op verkopen in de bestaande voorraad.Parteon Projectontwikkeling: het rapport over de identiteit van de Zaanse Wo-ningmarkt en het rapport over de Zaanse nieuwbouw geven voldoende inzicht.Het resultaat is behaald.
Doel: verbetering participatie.
Resultaat: zes verbeteracties in overleg met de werkgroep participatie van de Bewonersraad.
De op basis van het KWH-onderzoek naar de kwaliteit van de participatie benoemde zes verbeteracties zijn allemaal uitgevoerd. De opzet en uitkomst zijn besproken met de werkgroep participatie van de Bewonersraad. Het resultaat is behaald.
Doel: vertalen van de behoefte aan zorgwoningen in projecten.
Resultaat: voldoende geschikte zorgwoningen.
Eind 2010 hebben we vastgesteld dat jaarlijks gemiddeld 120 woningen in de bestaande voorraad geschikt moeten worden gemaakt voor senioren. De vertaling hiervan in een concreet programma is nog niet afgerond. Het resultaat is nog niet behaald en volgt in 2011.
Doel: optimaliseren van de dienstverlening.
Resultaat: eerste stappen met concrete activiteiten om de organisatie beter bewust te maken van de wensen van de klant.
Op het gebied van de dienstverlening hebben we diverse acties uitgevoerd: - er is een visie op dienstverlening vastgesteld;- er zijn normen en processen vastgesteld;- de competentie klant- en servicegerichtheid is uitgewerkt;- er zijn ondersteunende middelen gemaakt;- het monitorsysteem klachtenmanagement is uitgewerkt;,- het programma beïnvloeding houding en gedrag is benoemd.Het resultaat is behaald, maar het project loopt ook de komende jaren nog door.
Doel: onderzoek naar telefonische bereikbaarheid.
Resultaat: eventuele aanbevelingen om deze te verbeteren.
Het onderzoek is uitgevoerd. De telefonische bereikbaarheid was zeer goed. Er is wel een verbeteractie geformuleerd op het gebied van de afhandeling van spoedeisende klachten.Het resultaat is behaald.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 29
Doel: verbeteren van de website.
Resultaat: een interactieve website die beter aansluit bij de wensen van de klant.
De website is geheel vernieuwd. Het resultaat is behaald. Er is een vervolgproject benoemd voor fase 2 (meer interactiviteit in de website, uitbreiding met een aantal informatievelden).
Medewerkers
Ontevreden medewerkers maken ontevreden klanten. Wat doen wij om het personeel tevreden te krijgen en houden?
Doelenbeoogdresultaat Realisatie
Doel: tevredenheidsonderzoek.
Resultaat: de uitkomst is ruim voldoende of goed.
We selecteerden de methode en het bureau dat het medewerkersonderzoek uitvoert. De uitvoering vindt plaats in januari 2011.
Maatschappij
Wat doet onze organisatie (terug) voor de maatschappij en hoe wordt dat door de maatschappij ervaren? Zijn wij vol-
doende betrokken bij de samenleving?
Doelenbeoogdresultaat Realisatie
Doel: Kamers met kansen.
Resultaat: een vastgesteld project in samenwerking met andere organisaties.
In 2010 hebben we diverse locaties onderzocht op hun mogelijkheden en verkend in hoeverre er voor het initiatief draagvlak bestaat bij maatschappelijke organisaties en de gemeente. Dit heeft geleid tot de selectie van een potentieel geschikte locatie. Het resultaat is behaald, de uitwerking volgt in 2011.
Doel: bieden van stagemogelijkheden.
Resultaat: diverse stages.
Op verschillende afdelingen hebben in 2010 stagiaires gewerkt (onder andere bij Wonen, Scope en Projectontwikkeling).
Doel: bevorderen van de doorstroming senioren.
Resultaat: meer doorstroming, zodat meer eengezinswoningen vrijkomen voor andere groepen.
Onderzocht is welke belemmeringen senioren op dit moment tegenhouden om door te stromen. Dit wordt vooral veroorzaakt door een gebrek aan geschikt aanbod met voorzieningen. Een vervolgonderzoek moet leiden tot concrete maatregelen.Het resultaat is nog niet behaald, het project loopt door in 2011.
Doel: maatschappelijke visitatie in 2011.Resultaat: plan van aanpak en programma van eisen op basis waarvan een bureau kan worden uitgezocht.
Het plan van aanpak is opgesteld en goedgekeurd. Er is een bureau geselecteerd. Volgens planning vindt de visitatie in 2011 plaats. Daarbij wordt nagegaan of de leerdoelen uit de vorige visitatie zijn waargemaakt.
Doel: beter in beeld brengen van de primaire doelgroep.
Resultaat: betere informatie over de primaire doelgroep.
Dit onderwerp wordt gekoppeld aan het Te Woon-onderzoek en de ontwikkeling van een nieuw Strategisch Voorraadbeleid. We ondernemer hiervoor geen aparte actie.
Doel: analyseren van onbedoelde segregatie.
Resultaat: voorstellen op het gebied van woonruimteverdeling om segregatie tegen te gaan.
De analyse heeft ertoe geleid dat Parteon een standpunt in zal nemen over de woonruimteverdeling. Het overleg hierover met collega-corporaties en de gemeente stond gepland voor februari/maart 2011.
Doel: programma duurzame wijk Poelenburg.
Resultaat: energiescan.
Dit project maakt onderdeel uit van het uitvoeringsprogramma voor de krachtwijk Poelenburg. Met de gemeente en corporaties hebben wij de ambities verkend en geprobeerd deze te vertalen in concrete maatregelen. Deze zoektocht is nog niet afgerond. Het resultaat is nog niet behaald, het project loopt door in 2011 en later.
Doel: bouwen van duurzame woningen.
Resultaat: nieuwbouwproject aan de Fortuinlaan in Krommenie.
Het project Fortuinschool zit in de haalbaarheidsfase. Het Definitief Ontwerp wordt in 2011 verwacht. De bouw van het project, waarvoor een Epc is bepaald van 0,4, wordt verwacht in 2012.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 30
Ondernemingsresultaten
In hoeverre weet Parteon haar (financiële en operationele) doelstellingen te halen? In hoeverre voldoet zij aan de ver-
wachtingen van financieel belanghebbenden?
Doelenbeoogdresultaat Realisatie
Doel: keuze van een brede benchmark voor de gehele organisatie.
Resultaat: invoeren benchmarking en kwaliteitssysteem.
Het directieteam heeft besloten om zoveel mogelijk bestaande instrumenten te bundelen. Dit project is afgerond.
Doel: nieuwbouw.
Resultaat: oplevering van 165 huurwoningen.
In 2010 zijn de geplande aantallen gehaald in drie projecten:-WC Saendelft 81 woningen;-Brede School 5 eenheden;-Durghorstplantsoen 79 woningen.
Doelenresultaat: sloop van woningen. Er zijn in 2010 geen sloopwerkzaamheden van woningen gestart.
Doel: verkoop woningen.
Resultaat: verkoop van 192 woningen.
Het geplande aantal is gehaald.
Doel: buurtbroedplaats Koog aan de Zaan.
Resultaat: de voormalige brandweerkazerne in Koog aan de Zaan wordt een centrum voor buurtactiviteiten, in samenwerking met de buurt.
De buurtbroedplaats in de voormalige Brandweerkazerne is in de zomer van 2010 geopend en functioneert. Het resultaat is behaald.
Doel: informatiecampagne onder jongeren om de huisvestingsmogelijkheden te vergroten.
Resultaat: woningzoekenden schrijven zich op jongere leeftijd in.
Samen met andere corporaties en de gemeente willen we een campagne opzetten. Dit proces loopt bij de andere partijen echter trager dan beoogd.
Doel: meer woningen labelen voor jongeren.
Resultaat: een groter aandeel jongeren in de verhuur.
De extra woningen zijn gelabeld. Het resultaat is behaald.
Doel: verhuren van leegstaande woningen aan jongeren bij herstructurering.
Resultaat: groter aandeel jongeren in leegstaande herstructureringswoningen.
Er waren geen leegstaande woningen in 2011. Het beoogde resultaat kon niet worden behaald.
Doel: herijken van de rapportagesystematiek van de Raad van Commissarissen.
Resultaat: minder, maar wel betere informatie over het financieel en maatschappelijk functioneren van Parteon.
De herijking heeft plaatsgevonden. De RvC heeft besloten een ‘dashboard-model’ met financiële en maatschappelijke prestatie-indicatoren te ontwikkelen. Dit is in 2010 in gang gezet en wordt verder uitgewerkt in 2011.Daarnaast zal een deel van de informatie voor de RvC digitaal beschikbaar worden gesteld zodat de papierstroom afneemt.
Doel: rapportage over de stand van zaken met
betrekking tot het milieubeleidsplan.
Resultaat: inzicht in de voortgang.
Eind 2010 is de rapportage verschenen. Conclusie: we liggen in hoofdlijnen op schema.
Er is een vervolgprogramma vastgesteld. Het resultaat is behaald.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 31
3.3 Landelijkeontwikkelingen
Nieuwkabinet
In februari 2010 viel het vierde kabinet-Balkenende. Minister van der Laan ( Partij van de Arbeid) trad af. Drie wetswijzi-
gingen liepen hierdoor vertraging op:
• de wijziging van het woningwaarderingsstelsel;
• de herzieningswet toegelaten instellingen;
• de Huisvestingswet.
Na de landelijke verkiezingen in juni trad op 14 oktober 2011 het kabinet-Rutte aan, gevormd door VVD en CDA met ge-
doogsteun van de PVV. De volkshuisvesting kwam in de portefeuille van minister Donner van Binnenlandse Zaken. Het
kabinet is niet van plan de woningmarkt fundamenteel te hervormen. Ze wil wel de sociale huursector meer toespitsen
op degenen die geen alternatieven hebben. De belangrijkste aangekondigde maatregelen:
• huurders van een corporatiewoning krijgen het recht hun woning tegen een redelijke prijs te kopen;
• de toewijzing van sociale huurwoningen wordt stapsgewijs beperkt tot lagere inkomensgroepen;
• voor huishoudens met een inkomen tot € 43.000 stijgen de huren bij gereguleerde woningen met niet meer dan de
inflatie. Voor huishoudens met een hoger inkomen bedraagt de maximale huurverhoging inflatie + 5%;
• in schaarstegebieden wordt de WOZ-waarde opgenomen in het woningwaarderingsstelsel. Dit geldt vooralsnog niet
voor de Zaanstreek;
• verhuurders met meer dan 10 woningen gaan vanaf 2014 samen een heffing van € 760 miljoen betalen, als
bijdrage aan de rijksuitgaven voor de huurtoeslag;
• de Vogelaarheffing wordt met ingang van 2012 afgeschaft.
Staatssteun
In 2010 kwam duidelijkheid over de ‘Europese regeling’ voor woningcorporaties, die op 1 januari 2011 is ingegaan. Vol-
gens de Europese Commissie is staatssteun alleen toegestaan bij Diensten van Algemeen Economisch Belang (DAEB).
Hieronder valt de verhuur van woningen met een huur lager dan € 653 per maand. Deze woningen moeten vanaf 2011
Volkshuisvestingsverslag Parteon 32
voor minimaal 90% worden toegewezen aan huishoudens met een belastbaar inkomen lager dan € 33.600 per jaar. Om-
dat de staatssteun niet mag weglekken naar activiteiten waarvoor deze niet bedoeld is, moeten corporaties verder een
administratieve scheiding gaan aanbrengen tussen de DAEB- en niet-DAEB-activiteiten. Hoe deze precies vorm moet
krijgen, is nog niet duidelijk.
Parteon heeft er, samen met brancheorganisatie Aedes, meerdere malen op gewezen dat door de nieuwe toewijzingsregels
de mensen met lagere middeninkomens (belastbaar jaarinkomen tussen € 33.600 en € 40.000) in de knel komen. Zij ver-
dienen te weinig om de vrije sectorhuren te kunnen betalen en om een hypotheek te krijgen voor het kopen van een huis.
Vogelaarheffing
Eind 2010 verklaarde de Rechtbank van Utrecht het beroep van veel corporaties tegen de Vogelaarheffing gegrond.
Terugbetaling over 2008 en 2009 is nog niet aan de orde, omdat het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting beroep
heeft aangekondigd. Parteon is ontvanger van Vogelaargelden omdat zij woningen bezit in de Vogelaarwijk Poelenburg in
Zaandam. De corporaties die over 2008 en 2009 Vogelaargelden hebben ontvangen, hoeven dat niet terug te betalen.
3.4 Regionaleenlokaleontwikkelingen
Zes corporaties, waaronder Parteon, hebben het initiatief genomen om samen de regionale opgave aan te pakken. Onder
de noemer ‘Kracht door Verbinding’ ontwikkelden zij een gezamenlijke visie op de toekomst en maakten ze afspraken
met andere maatschappelijke organisaties. Parteon werkt in de woonruimteverdeling samen met corporaties in de
stadsregio Amsterdam.
Na de gemeenteraadsverkiezingen op 3 maart 2010 trad in Zaanstad een nieuw college van B en W aan met vertegenwoor-
digers van de Zaanse Onafhankelijke Groepering, VVD, PvdA en GroenLinks. De al eerder vastgestelde woonvisie blijft het
uitgangspunt voor het nieuwe college. Hierin staat onder meer dat het college in het uiterste geval en tijdelijk bereid is te
experimenteren met maatregelen die de toename van sociaal-economisch zwakkeren in bepaalde gebieden stopt.
3.5 Woningmarkt
In 2009 heeft het landelijk onderzoek Woon09 plaatsgevonden. De gemeente Zaanstad en Parteon hebben opdracht
gegeven om in Zaanstad extra te enquêteren, om de betrouwbaarheid te vergroten. De resultaten werden in 2010 be-
kend. Opvallend is dat de omvang van de primaire doelgroep sinds 2002 sterk is toegenomen met 70%. In Nederland als
geheel is dat gemiddelde ook 70%. Van woningen in de sociale huursector wordt 32% bewoond door huishoudens met
een inkomen hoger dan € 33.000 per jaar.
Het aantal verhuurde huurwoningen in Zaanstad laat het volgende verloop zien.
Jaar Aantalverhuringen
2005 1964
2006 1837
2007 1909
2008 1595
2009 1703
2010 1758
Volkshuisvestingsverslag Parteon 33
Na een dieptepunt in 2008 neemt het aantal verhuurde woningen weer toe. In 2010 draagt de nieuwbouw van 252
huurwoningen daar fors aan bij. Dit is 30% van de totale nieuwbouw van huurwoningen in de stadsregio Amsterdam.
De gemiddelde inschrijfduur van starters bij de huur van een woning nam niettemin toch toe. In 2010 bedroeg deze 8,3
jaar, tegen 7,9 jaar in 2009. De gemiddelde zoekduur werd wel korter. Tussen het voor het eerst invullen van een woon-
bon en de uiteindelijke woningacceptatie zat 3,1 jaar.
De markt van koopwoningen blijft landelijk, maar ook in Zaanstad, stagneren. De gemiddelde transactieprijs in het vierde
kwartaal van 2010 lag 8,6% lager dan in het vierde kwartaal van 2010. Met name hoekwoningen en appartementen
vertoonden een sterke prijsdaling.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 34 Portiekportiers in Poelenburg, Zaandam
Volkshuisvestingsverslag Parteon 35
4 Leefbaarheid
4.1 Inleiding
Parteon werkt aan vitale wijken. Plezierig wonen wordt namelijk niet alleen bepaald door de woningkwaliteit, maar ook
door de kwaliteit van de leefomgeving. Waar voorheen onze maatschappelijke rol breed kon worden opgevat, zijn we na
onze koersbijstelling in 2009 teruggegaan naar onze kerntaak: wonen. Dit heeft gevolgen gehad voor de activiteiten die
we in 2010 hebben uitgevoerd op het gebied van leefbaarheid, zonder daarbij eerder gemaakte afspraken en/of opge-
wekte verwachtingen te schenden.
Vooral de directe woonomgeving is van invloed op de leefbaarheid. Deze moet schoon, heel en veilig zijn en er moeten
goede contacten zijn tussen buren. Omdat wij een wettelijke taak hebben onze huurders rustig woongenot te garande-
ren, bemiddelen wij ook bij overlast, met als laatste redmiddel het starten van een procedure tot ontruiming.
In buurten en wijken waar Parteon veel huurders heeft, zien wij verder maatschappelijk vastgoed als een goed middel
om de leefbaarheid te bevorderen. Wij kunnen zo partijen bij elkaar brengen en hun samenwerking bevorderen, waarbij
we het beheer van het vastgoed bij hen laten. In aandachtswijken kan onze rol verder gaan, maar wij proberen wel altijd
zoveel mogelijk de zelfwerkzaamheid van huurders te stimuleren.
Parteon heeft in 2010 € 464.436 besteed aan directe kosten. De personele kosten gerelateerd aan Wijkontwikkeling &
leefbaarheid bedroegen € 1.547.698. In totaal hebben we in 2010 aan leefbaarheid dus € 2.012.134 uitgegeven.
4.2 Activiteitenleefbaarheid
We onderscheiden drie soorten activiteiten op het gebied van leefbaarheid:
• algemene activiteiten, gericht op het totale bezit van Parteon;
• wijkgerichte activiteiten als antwoord op de specifieke problemen, kansen en bedreigingen in een wijk of buurt;
• activiteiten in het kader van de uitvoeringsovereenkomst Poelenburg.
4.2.1 Algemeneleefbaarheidsactiviteiten
Jongerennetwerken
Per wijk participeren professionals onder regie van de gemeente in het Jongerennetwerk. Deelnemers zijn vertegen-
woordigers van stichting Welsaen, politie Zaanstreek-Waterland, de woningcorporaties, straathoekwerk, Centrum Jong
en de gemeente Zaanstad. Samen vormen deze professionals zich een goed beeld van de jongeren in een wijk. Ze wis-
selen ervaringen uit, bespreken signalen uit de wijk, kijken waar overlast is en zoeken naar oplossingen en een aanpak.
Wijkuitvoeringsprogramma2012-2015
In het najaar van 2010 organiseerde de gemeente voor de negentien wijken van Zaanstad wijkgerichte bijeenkomsten
met de daarin actieve organisaties. Doel was te komen tot wijkuitvoeringsprogramma’s, waarin de prioriteiten per wijk
voor de middellange termijn (tot 2015) zijn vastgelegd. Elke organisatie gaf daarbij haar belangrijkste speerpunten in de
wijk aan. Dit heeft geleid tot enkele gezamenlijke doelstellingen, zoals:
• levensloopbestendig maken van de wijk (Oud Koog, Oud Zaandijk);
Volkshuisvestingsverslag Parteon 36
• ontwikkelen per leeftijdscategorie van voorzieningen en activiteiten voor kinderen en jongeren (Zaandam West);
• bevorderen sociale cohesie (Rosmolenwijk);
• schoner en veiliger maken van de wijk (Kogerveldwijk);
• gebundeld aanbod van sociale voorzieningen maken voor de zwakkeren in de samenleving (Wormerveer);
• Inzetten op de sociale stijging van de jeugd en gezinnen (Zaandam Zuid, Wormerveer).
De organisaties is gevraagd deze doelstellingen, waar mogelijk, binnen de eigen organisatie verder uit te werken in ge-
richte activiteiten. Bij Parteon komen deze terug in de begroting en jaarplannen voor de komende jaren. In 2011 vinden
nieuwe bijeenkomsten plaats om de voortgang te monitoren.
Integraleaanpakschoonmaak
Om de properheid van de algemene ruimten in ons bezit te optimaliseren, heeft de afdeling Wijktoezicht in 2010 de
schoonmaak van onze hoogbouwcomplexen onder de loep genomen. Dit heeft geleid tot maatregelen om de schoon-
maak te verbeteren:
• het aanbieden van een schoonmaakprogramma aan bewoners in complexen waar dit nog niet wordt aangeboden.
Zeventig procent van de bewoners dient hiermee in te stemmen;
• de wijktoezichthouders spreken bewoners aan op hun gedrag;
• de schoonmaak van de algemene ruimten van 43 complexen is opnieuw aanbesteed. Het resultaat heeft geleid tot
een verbetering van de schoonmaak en lagere kosten;
• de wijktoezichthouders controleren de kwaliteit frequenter en spreken het schoonmaakbedrijf aan zodra dat nodig is;
• een klein team van wijktoezichthouders heeft eenmalige schoonmaakacties georganiseerd en uitgevoerd in de
buitenruimten en trappenhuizen, samen met bewoners. Doel was bewoners te stimuleren om samen activiteiten in
hun directe woonomgeving uit te voeren. De bewoners hebben onderling contact kunnen leggen en organiseren nu
zelf schoonmaakacties;
• er zijn schoonmaakmaterialen aangeschaft die door bewoners kunnen worden gereserveerd voor eigen
schoonmaakacties. De wijktoezichthouders bieden zo nodig ondersteuning.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 37
Gladheidbestrijding
Door de extreme weersomstandigheden aan het begin en aan het einde van het jaar ontstonden gevaarlijke situaties
rond onze complexen. De wijktoezichthouders hebben zich extra ingespannen om de gladheid bij de entrees en op de
hellingbanen van onze hoogbouwflats te bestrijden.
AltraCollege
Starters en jongeren vormen een belangrijke doelgroep voor Parteon. Als maatschappelijke onderneming helpen wij
jongeren ook om werkervaring op te doen. Dit doen we onder andere in samenwerking met het Altra College, een school
voor speciaal onderwijs. De leerlingen helpen met eenvoudige klussen in en rond onze complexen. Ze leren zo in de
praktijk leren om in groepsverband projecten uit te voeren en ook af te maken. Bij voorkeur zijn dit projecten die samen
met onze bewoners en wijktoezichthouders worden uitgevoerd.
Parteon heeft dit jaar gratis een mooie en volledig opgeknapte klussenbus aan het Altra College beschikbaar gesteld.
Hiermee wordt het college minder afhankelijk van derden en is zij beter in staat om haar klussen zelfstandig uit te
voeren.
Eenmaligeactiviteiten
Ook in 2010 hebben de wijktoezichthouders samen met de kinderen van bewoners van verschillende complexen in
Krommenie, Zaandijk en Zaandam het inmiddels traditionele paaseieren zoeken georganiseerd. Dit jaarlijkse festijn was
weer een groot succes waaraan veel kinderen deelnamen. Het evenement, waarbij ontmoeting en plezier voorop staan,
heeft een positieve invloed op de sociale cohesie in de complexen.
Buurtconciërges
In 2010 is besloten om de Stichting Leefbaarheid Zaanstreek, waaraan de Zaanse corporaties deelnamen, per 1 januari
2011 op te heffen. De corporaties willen de buurtconciërges beter inbedden in de eigen organisaties. De Stichting Leef-
baarheid, die vijftien jaar bestond, werd gezien als een extra en onnodige schakel. De corporaties maken in 2011 een
doorstart met de buurtconciërges, die actief worden betrokken bij de woon- en leefomgeving van het complex waarin ze
wonen. Ze werken hierbij samen met de wijktoezichthouder. Parteon had in 2010 vier buurtconciërges.
4.2.2 Leefbaarheidsactiviteitenperwijk
Assendelft
EenmaligeschoonmaakactieBoksland
Negatieve signalen uit de buurt, voornamelijk van particuliere eigenaren, en de bevindingen van de wijktoezichthouder
waren de aanleiding om de bewoners van het complex Boksland individueel te benaderen met het verzoek rommel,
onkruid en graffiti te verwijderen. Daarnaast heeft een schoonmaakbedrijf de buitenkant van het gebouw grondig
gereinigd. De acties hebben geleid tot een opgeruimde en schone omgeving. Ook heeft de wijktoezichthouder er goede
contacten aan overgehouden met de bewoners. Ze zijn tevreden en er wordt minder snel vuil gedumpt. De wijktoezicht-
houder blijft bewaken dat de huidige uitstraling van Boksland gehandhaafd blijft. Ook gaan we de acties uitzetten bij
andere, vergelijkbare complexen in de wijk.
Westzaan
OnderhoudvoortuinenJacobusvanWaertstraat
De wijktoezichthouders hebben op verzoek van een aantal bewoners van de Jacobus van Waertstraat eenmalig gehol-
pen met het snoeien van hun voortuin. Positief gevolg was dat een aantal huurders vervolgens zelf aan de slag ging met
het opknappen van de rest van hun tuin. Het aanzicht van de straat is hierdoor aanzienlijk verbeterd.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 38
Krommenie
PleinFortuinlaan/Burgermeesterbuurt
In vervolg op het ‘achter de voordeur project’ uit 2009 heeft Parteon in 2010 een bewonersbijeenkomst georganiseerd.
In het project gaven bewoners aan diverse leefbaarheidsproblemen in de buurt te ervaren. De bewonersbijeenkomst
was bedoeld om de betrokkenheid van de bewoners bij hun woonomgeving stimuleren en de leefbaarheid in de buurt
samen te verbeteren. De bewoners maakten duidelijk welke aspecten van leefbaarheid zij vooral belangrijk vinden: de
cohesie en een schoon en onderhouden plein op de Fortuinlaan. Parteon heeft afspraken gemaakt met het hoveniersbe-
drijf dat het plein onderhoudt, zodat de kwaliteit van het onderhoud verbetert. Ook onderzoeken we in 2011 hoe we de
cohesie in de wijk kunnen bevorderen.
Wormerveer
Zonnehuis,ontmoetingsplekvoordeSchrijversbuurt
Sinds 2008 stelt Parteon een woning beschikbaar die dienst doet als ontmoetings- en activiteitruimte voor buurtbe-
woners. Eén betaalde kracht en vele vrijwilligers organiseren wekelijks activiteiten, vooral gericht op buurtkinderen uit
een sociaal zwakker milieu. In 2010 is rond het Zonnehuis een structureel jongerenoverleg gestart tussen professionals
(waaronder scholen, GGD, Centrum Jong, welzijnsinstelling, gemeente en Parteon) om eventuele problemen achter de
voordeur eerder te herkennen en samen te kunnen oppakken.
In 2010 ontving het Zonnehuis een groot aantal jongeren. De mobiele ontmoetingsplek, het ‘Bakkie in de Buurt’, werd in
die periode door veel buurtbewoners bezocht. Tijdens de zomervakantie konden de buurtkinderen dankzij een sponso-
ring van de Bewonersraad Parteon twee uitstapjes maken, onder andere naar een grote speeltuin. Omdat de resultaten
van het Zonnehuis zo positief zijn, ondersteunt Parteon dit project ook in 2011.
Kwaliteitbraakliggendeterreinen
In 2010 hebben de eerste gesprekken tussen de gemeente Zaanstad en Parteon plaatsgevonden om het terrein
Noordeinde (een toekomstige nieuwbouwlocatie) tijdelijk in te richten. Het terrein wordt al enkele jaren minimaal
onderhouden. In 2011 krijgt de herinrichting zijn beslag. Ook in de Indische Buurt zijn concrete acties ondernomen om,
in samenspraak met bewoners, een toekomstige bouwlocatie op te knappen en tijdelijk in te richten met enkele speelat-
tributen. We verwachten dat dit de leefbaarheid voor omwonenden aanzienlijk verbetert.
BuurtkrantDeZuid
De buurtkrant is een professioneel opgezet initiatief voor en door bewoners van de Indische Buurt. In de buurtkrant
staat informatie over actuele zaken en interessante achtergrondartikelen uit de wijk. De Zuid wordt zeer gewaardeerd
door de buurt. Parteon draagt financieel bij.
KoogaandeZaan
Buurtpeers
Met het lokale jongerennetwerk is onder begeleiding van ‘Peer educators’ een project opgezet om de leefbaarheid in de
buurt te vergroten en bewoners dichter bij elkaar te brengen. Dit heeft in 2010 geresulteerd in een geslaagd Koogerfeest
op 23 juni, georganiseerd door leerlingen van groep 8.
Westerkoog
Camera’snaarbuitenverplaatstbijdeVuister
Om de overlast van hangjongeren rond de Vuister te beperken en bezoekers een veiliger gevoel te geven, hebben we
twee van de vier camera’s, die binnen bij de ingang van de bibliotheek hingen, naar buiten verplaatst. Sindsdien hebben
zich geen incidenten meer voorgedaan.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 39
Zaandam,Kogerveld
BuurtbureauHofwijk
Het Buurtbureau Hofwijk bestaat nu vijf jaar en organiseert activiteiten voor en door bewoners, bedoeld om de sociale
cohesie en leefbaarheid te bevorderen. Het beheer van het bureau is in 2010 in handen gekomen van de stichting Sa-
men Thuis. Deze verandering heeft meteen geleid tot een aantal nieuwe activiteiten. Parteon draagt bij aan de huur.
KunstflatsLeverkruidweg
Kinderen uit de flats aan de Leverkruidweg interviewden onder leiding van een kunstenaar bewoners in de wijk. Ze vroe-
gen naar hun levensverhaal en een speciaal voorwerp dat hiervoor symbool stond. De kunstenaar heeft de voorwerpen
samen met de kinderen uitvergroot en in ‘Delfts blauw’ op grote panelen gespoten. Deze zijn later in de portieken van de
flats in de wijk opgehangen.
Het kunstproject heeft de betrokkenheid bij en herkenbaarheid van de wijk vergroot. De kinderen hebben ervaren dat
achter de voordeur soms een heel leuk of bijzonder verhaal verstopt zit.
OudeHaven,‘tEiland
KunstopdeBadhuisweg
In 2009 vond in het kader van het kunsteiland het kunstproject ‘de Woordenflat’ plaats. Vanwege het grote succes is
het project in 2010 herhaald. De kunstenares, bewonerscommissie, gemeente en Parteon willen er een terugkerend
evenement van maken.
NieuwWest
Buurtpeers
Na het succesvolle project Buurtpeers in Oud Koog is in Westerwatering een nieuwe groep gestart. Jongeren hebben
samen met de ‘Peer educators’ en het jongerenwerk een project opgezet om de kloof tussen jong en oud te dichten.
Resultaat was een drukbezochte dag met activiteiten voor jongeren en ouderen in het verzorgingstehuis. De landelijke
organisatie Buurtpeers heeft deze bijeenkomst beloond met de eerste prijs. Door de dag is er meer begrip ontstaan tus-
sen jong en oud. De jongeren zijn van plan vaker activiteiten met de ouderen te organiseren.
Poelenburg
Bloemkorf
Op de locatie De Bloemkorf, waar Parteon in 2010 is gestart met de herontwikkeling, hebben wij de organisatie FunUp
ingehuurd om samen met de bewoners de leefbaarheid te verbeteren. In de tweede helft van 2010 zijn tien activiteiten
uitgevoerd in voornamelijk lege woningen. Ze hadden een ‘broedplaatsachtig’ karakter. In totaal hebben 150 wijkbewo-
ners en een aantal organisaties meegedaan. In 2011 krijgt het project geen vervolg omdat op de gehele locatie bouw-
werkzaamheden plaatsvinden.
Cameratoezicht
Dit project is gestart in 2009 in het kader van de Wijkaanpak om een bijdrage te leveren aan de leefbaarheid en veilig-
heid in complexen. Parteon heeft in 2010 in één complex tien camera’s geplaatst. Het project voldoet aan de doelstelling.
Het vandalisme is voor 90% afgenomen en de bewoners zijn tevreden over het resultaat. Parteon gaat in 2011 nog één
complex van camera’s voorzien.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 40
Rosmolenwijk
TijdelijkeinvullingbouwterreinVeeringplein
Parteon gaat het bouwterrein Veeringplein een tijdelijke bestemming geven omdat de grond naar verwachting minimaal
een jaar braak komt te liggen. Aan de bewoners in de naaste omgeving is gevraagd met ideeën te komen. Ook is er een
bijeenkomst geweest met een aantal kinderen uit de wijk. Parteon is gestart met de aanleg van een avonturenspeel-
plaats. Begin 2011 worden de werkzaamheden afgerond.
KunstprojectMyHome
In oktober heeft het succesvolle project ‘het verzamelmuseum’ in een voormalige meubelwinkel aan de Oostzijde een
vervolg gekregen. Er komen zeven wisselende etalagetentoonstellingen gemaakt door bewoners, onder regie van een
kunstenaar. Het project, dat wordt gefinancierd door Parteon, Fluxus en de gemeente, beoogt de binding van bewoners
met de buurt te vergroten.
Peldersveld/Hoornseveld
Box8
Parteon stelt de grote ruimte in de flat de Perim beschikbaar voor (buurt)activiteiten die de sociale samenhang stimu-
leren. Bewoners organiseren in samenspraak met en ondersteund door Parteon kinderactiviteiten en burenbijeenkom-
sten. Kinderen hebben zo een ruimte om te spelen en bewoners kunnen elkaar ontmoeten. Door de jongerenruimte
gaan jongeren mogelijk minder snel op straat hangen.
P5
Parteon stelt deze ruimte beschikbaar aan het jongerenwerk en straathoekwerk. In de ruimte worden meidenmiddagen
georganiseerd. Het meidenwerk biedt de gelegenheid bepaalde problemen ter sprake te brengen en geeft de meisjes
inzicht in hun keuzemogelijkheden in het dagelijks leven. De middagen worden goed bezocht en er is een beter beeld
ontstaan van de problemen en mogelijkheden in de groep meiden. In 2011 zetten we het project verder. Nevendoel is dat
de meiden niet meer op straat gaan hangen.
Wijk Poelenburg
Volkshuisvestingsverslag Parteon 41
LeefbaarheidgroepDePerim&Pharus
Parteon heeft samen met de bewonerscommissie, de Verenigingen van Eigenaren en enkele individuele bewoners een
groep opgezet om de leefbaarheid in en om de twee flats te verbeteren. Dit heeft de relatie tussen de eigenaar-bewoners
en huurders verbeterd. Ze zoeken samen naar oplossingen om een schonere flat te realiseren. In het eerste kwartaal
van 2011 komt de groep weer bijeen om te brainstormen over een ludieke actie. Hiermee hoopt de groep de bewoners
bewust te maken van het belang om je leefomgeving zelf schoon en netjes te houden.
Walvisvaardersbuurt
KobanCrew
In 2009 startte het project Sociaal Huis, in opdracht van Parteon. Het project was een vervolg op het ‘achter de voordeur-
project’ in 2008. Hierin bezocht de Tiffcompany een kleine honderd huishoudens om te zoeken naar talenten van bewoners
in de buurt. De Tiffcompany deed ook het project Sociaal Huis en rondde in 2010 haar werkzaamheden af. Acht bewoners,
die samen de Koban Crew vormen, hebben coaching en ondersteuning gekregen. Parteon heeft het project nu overge-
dragen aan de gemeente en de lokale welzijnsorganisatie Welsaen. Parteon stelt haar ruimte van de wijktoezichthouder
beschikbaar voor de Koban Crew. Wekelijks wordt er een spreekuur gehouden voor buurtbewoners. Doel van het project is
het bevorderen van de zelfredzaamheid en sociale stijging van de bewoners door hen aan te spreken op hun talenten.
4.2.3 Sponsoractiviteiten
Parteon sponsorde in 2010 de volgende activiteiten:
Activiteit Begunstigde €
Restauratie en onderhoud van een monumentaal pand Stichting ‘T Reght Huys Banne te Westzaan 450
Onderhouden en uitbouwen van de activiteiten Stichting Babel te Zaandam, podium voor vormgeving en kwaliteit
5.253
Organisatie van een loopevenement Sportevenement Loop voor Hoop te Wormer, zaterdag 28 augustus 2010
350
Bijdrage voor de aankleding met kunst van de vernieuwde afdeling kleinschalig wonen voor dementerenden
Zorgcentrum Pennemes 690
Totaal 6.743
Sponsorbeleid
In hoofdlijn is het sponsorbeleid van Parteon als volgt vastgesteld. Het belangrijkste doel is versterking van gewenst
imago en/of tonen van maatschappelijke betrokkenheid. De sponsoractiviteit dient wel aan te sluiten op de aard van
onze kernactiviteiten, waaronder bijvoorbeeld leefbaarheid, kwaliteit van woonmilieu. Dat geldt zowel voor bedrijfsbre-
de sponsoring als voor de meer wijkgerichte aanpak. Lokale betrokkenheid is daarbij een voorwaarde.
4.3 UitvoeringsprogrammaPoelenburg
Parteon heeft in 2010 verder gewerkt aan de grootschalige gebiedsontwikkeling van de wijk Poelenburg. De vernieuwing
neemt volgens verwachting tien jaar in beslag. Onderdeel van de aanpak is het in 2008 gestarte sociaal programma. Dit
programma is in 2010 kritisch onderzocht door Regioplan. Aanleiding was dat het programma zeer ambitieus, divers en
veelomvattend was opgezet, maar onvoldoende samenhang vertoonde tussen programma- en projectdoelen. Daarnaast
bracht de visitatiecommissie van het ministerie van WWI in oktober een bezoek aan Poelenburg. De commissie, die onder
Volkshuisvestingsverslag Parteon 42
leiding stond van de heer Deetman, deed een aantal aanbevelingen over het sociale domein en de bewonersparticipatie.
Het onderzoek van Regioplan en het bezoek van de visitatiecommissie hebben geleid tot meer focus in het sociaal
programma. De werkgroep sociaal, die bestaat uit de gemeente en de corporaties Rochdale, ZVH en Parteon, gaat de
programma’s en uitvoerende organisaties voortaan sterker sturen op resultaat. Activiteiten die in het kader van het so-
ciaal programma worden uitgevoerd, moeten bijdragen aan het bevorderen van de zelfredzaamheid en sociale stijging
van de bewoners in Poelenburg, aan een veilige en leefbare woonomgeving en aan het bevorderen van de (bewoners)
participatie.
Het sociaal programma, dat voortvloeit uit het Wijkactieplan, bevat de reguliere activiteiten van organisaties en nieuwe
projecten. Het is gebaseerd op de vijf thema’s uit de wijkenaanpak van het voormalige ministerie van Wonen, Wijken en
Integratie (WWI). Elk thema levert een bijdrage aan de sociale stijging en ‘empowerment’ van de bewoners in Poelen-
burg. Parteon richt haar inzet vooral op het domein Wonen.
In 2010 zijn in het kader van het uitvoeringsprogramma de volgende projecten uitgevoerd:
Activiteitperthema Wijkactieplan
€
Wonen
Arenatraject Urgenda 29.155
Energiebesparing door gedragsverandering 33.520
Veiligheid
Cameratoezicht eerste flat 62.788
Portiekportiers 14.011
Stimulering nuttige tijdsbesteding via sport 50.739
Lerenenopgroeien
Brede School, conciërges 67.520
Combinatiefuncties sport/cultuur 32.000
Huiswerkbegeleiding 2.142
Terugdringen aantal schoolverlaters 20.000
Werken
Bedrijfscoachmanager 40.401
Begeleiding moeilijk bereikbare groepen 22.271
Coaching ondernemers 10.000
Informatiemateriaal startende ondernemers 3.735
Kleurrijk ondernemen 11.500
Leerstage werkwijk 18.445
Ondernemersvereniging 4.998
Overbruggingsplan winkelcentra 31.871
Programmamanager sociaal, wijkeconomie & werkgelegenheid 220.000
Tijdelijk bedrijfsverzamelgebouw voorbereiding 18.743
Integratieensocialesamenhang
Ontwikkelen plan van aanpak Achter de voordeur en ketenaanpak 2.142
Apparaatskosten + projectmanagement + administratiekosten 20% 210.000
Basiscursus wonen & Leefbaarheid II 26.428
Bewegen op recept 42.446
Buurderij advies MFA 2.371
Communicatie Nieuw Poelenburg 107.380
Volkshuisvestingsverslag Parteon 43
Communicatieadviseur Nieuw Poelenburg 19.744
Doelgroep communicatieadviseur 49.723
Fitnesstoestellen op twee locaties in de wijk 10.000
Informatiecentrum buurtfeest ter ere van opening 31.380
Informatiecentrum exploitatie 171.229
Informatiecentrum opbouw 39.513
Integrale aanpak gezondheidsverbetering 42.446
Intensivering gezondheidsinformatie aan allochtonen 18.096
Jongerenparticipatie 15.000
Kinderparticipatie 32.228
Koppeling inburgerings- en duale taaltrajecten 11.900
Kunstproject 14.792
Meer mensen op de fiets 9.925
MFA - Vitri 4.647
Opstellen sociaal uitvoeringsprogramma 2009-2018 57.864
Sociaal steunpunt met als doel zelfstandigheid 111.790
Terugbrengen aantal depressies 10.000
Vormgeving uitvoeringsprogramma - uitwerking WAP 14.145
Vroeg erop af 26.188
Vrouwenbrigade 1.840
Wereld vrouwen zingen samen 6.445
Zomers sportevenement voor de hele wijk 18.753
Totaal2010 1.802.254
De Rijksbouwmeester heeft Zaanstad het ontwerpen van een veilige route door de wijk voor kinderen cadeau gegeven.
Hiervoor is een intensief participatietraject opgezet met kinderen in de wijk. De gemeente en corporaties zijn hier nauw
bij betrokken geweest. De uitkomst en aanbevelingen worden meegenomen in het stedebouwkundig plan en bij de her-
inrichting van de openbare ruimte. Ook is er een werktuigkist ontwikkeld met verschillende maatregelen en instrumen-
ten voor de realisatie van de kindroute.
Wonen in Poelenburg
Volkshuisvestingsverslag Parteon 44
4.4 Overlast,bemiddelingenonrechtmatigebewoning
Overlastenleefbaarheid
In 2010 kreeg Parteon 590 overlastmeldingen, zeventig minder dan in 2009. Sinds de reorganisatie worden de meldin-
gen die betrekking hebben op tuinen en de openbare ruimten in en om de complexen opgepakt door het team Wijktoe-
zicht. Ze worden niet meer als zodanig geregistreerd. Vanaf 2011 gebeurt dat weer wel in het nieuwe systeem SG|tobias.
De meeste meldingen hebben te maken met geluidsoverlast. In veel gevallen komen die voort uit verschillen in leefstijl,
houding en gedrag. Een rol speelt ook de geluidsisolatie van woningen. In veel gevallen voldoet de isolatie van onder-
vloeren niet aan de huidige norm. Hierover zijn intussen afspraken gemaakt met de mutatieopzichters.
Om vroegtijdig te kunnen ingrijpen bij bewoners die vanuit psychische of psychiatrische problemen overlast veroorza-
ken, werken we samen met de GGD. Opvallend is dat vanuit herstructureringswijken weinig meldingen binnenkomen.
Wel bespeuren we een toename van slepende en tijdrovende zaken elders. In veel gevallen is de GGZ hierbij betrokken.
Parteon heeft in 2010 vier keer een gerechtelijke procedure aangespannen die tot ontbinding en ontruiming heeft
geleid. Daarnaast hebben we door het versturen van sommatiebrieven van de advocaat om overlast te staken een aan-
tal dossiers succesvol kunnen afsluiten. Met de komst van de Matron begin 2011 verwachten we meer zaken zonder
inmenging van juristen te kunnen oplossen. De Matron is een apparaat dat geluidsoverlast objectief registreert en de
feiten onbetwistbaar weergeeft.
Buurtbemiddeling
Parteon is, met de gemeenten Zaanstad en Wormerland, Rochdale, ZVH en Wormer Wonen, medefinancier van het in
2002 gestart project Buurtbemiddeling, dat is ondergebracht bij Stichting Welsaen. De politie doet mee als adviseur
en verwijzer. In het project worden getrainde mediators ingezet om de verstoorde communicatie tussen huurders te her-
stellen en een oplossing te vinden. Dit draagt bij aan het bevorderen van de sociale cohesie, veiligheid en leefbaarheid in
wijken.
De toename van het aantal bemiddelingen bij een gelijkblijvend budget maakt dat de huidige werkwijze moet worden
herzien. De Stuurgroep heeft hier in 2010 meerdere keren over vergaderd.
In 2010 heeft Parteon 48 zaken aangemeld bij Buurtbemiddeling.
SOSmeldingen
In 2010 is Parteon gestart met het interne project ‘Signaleren van Ongewone Situaties’. Medewerkers van Parteon die
in contact komen met klanten, aan de balie, telefonisch of bij mensen thuis, kunnen een zorgelijke situatie melden bij
de consulenten sociaal beheer. In 2010 zijn er veertig meldingen gedaan, die allemaal zijn onderzocht. Vervuiling en
verwaarlozing en een vermoeden van onrechtmatige bewoning komen het vaakst voor. Een aantal adressen was reeds
bekend bij de afdeling sociaal beheer en/of de GGZ. Een aantal meldingen over onrechtmatige bewoning is nog in on-
derzoek en over vervuiling en verwaarlozing is contact gelegd met de GGD. Deze heeft de zaken overgenomen en waar
nodig passende maatregelen getroffen. Het project heeft daarmee zijn nut ruimschoots bewezen.
Onrechtmatigebewoning
In april 2006 hebben de gemeente Zaanstad, de corporaties en de politie een convenant afgesloten om onrechtmatige
bewoning tegen te gaan. Het project is bekend onder de naam Woonwijs! Begin 2010 heeft een pilot plaatsgevonden in
Poelenburg. De op basis van een bestandsvergelijking met de Gemeentelijke Basisadministratie gevonden verdachte
adressen zijn bezocht door de corporaties. Dit heeft weinig resultaat opgeleverd. Veel bewoners hadden verzuimd
wijzigingen in hun omstandigheden door te geven. Het lijkt er bovendien op dat mensen die onrechtmatig hun woning
verhuren dit administratief goed regelen.
In 2010 zijn 168 zaken aangemeld, tegen 207 in 2009. Dit heeft geleid tot 41 beëindigde huurcontracten. Nieuw is het
opleggen van boetes, in 2010 bijna € 30.000. Deze zijn nog allemaal geïnd zijn.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 45 Project Durghorst, Krommenie
Volkshuisvestingsverslag Parteon 46
5 Wonen en zorg
5.1 Inleiding
Ouderen krijgen binnen de primaire doelgroep extra aandacht van Parteon. We voorzien daarnaast in woonvormen voor
specifieke doelgroepen zoals mensen met verstandelijke, psychische of lichamelijke beperkingen. Ook zijn we actief
in het souterrain van de woningmarkt met woonvormen voor maatschappelijke opvang zoals het sociaal pension en
vrouwenopvang.
Door de vergrijzing neemt het aantal ouderen toe. Van de groeiende groep ouderen zal een steeds groter aantal door
de extramuralisering van de zorg zelfstandig blijven wonen. Parteon heeft daarom te maken met een groeiende groep
huurders die extra zorg nodig hebben. Ook wij streven ernaar mensen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen. Dat
doen we door nieuwe woningen en woonvormen te bouwen voor senioren en specifieke doelgroepen en door bestaande
woningen aan te passen en op te plussen. Naast een geschikte woning is een schone, prettige en veilige woonomge-
ving van belang, met winkels en voorzieningen op het gebied van zorg en welzijn in de buurt. Hiervoor werken we op
wijkniveau samen met maatschappelijke partners aan het realiseren van woonservicewijken, waarin een integraal
aanbod van wonen, zorg en welzijn tot stand komt.
5.2 Woonservicewijken
WoonservicewijkWormerveer
In het overleg met de sociale partners is in 2010 vooral aandacht uitgegaan naar het in kaart brengen van het sociale
aanbod voor ouderen en mensen met een beperking. Partijen uit de sociale en zorgsector kunnen hun activiteiten beter
op elkaar afstemmen. Parteon richt zich vooral op het wonen. De komende jaren plegen wij in diverse complexen pro-
jectmatig onderhoud. In het kader van de woonservicewijk onderzoeken we waar woningaanpassingen mogelijk zijn.
WoonservicewijkZaandam-Zuid
In Zaandam-Zuid is verder onderzocht hoe het met de voorzieningen in de wijk staat en welke voorzieningen nog nodig
en/of wenselijk zijn. In 2011 wordt dit verder uitgewerkt. Daarnaast heeft er in de Burgemeesterbuurt een pilot ‘op-
plussen’ van de woning plaatsgevonden. Doel was de bewoners te informeren over welke voorzieningen in de woning
mogelijk zijn om er langer zelfstandig te kunnen blijven wonen. Parteon wil in het kader van de herstructurering van de
Walvisvaardersbuurt nieuwe zorgwoningen bouwen om het tekort aan dit woningtype in Zaandam-Zuid terug te dringen.
WoonservicewijkWesterwatering
In 2010 heeft de eerste oriënterende bijeenkomst over de woonservicewijk Westerwatering plaatsgevonden. In 2011
gaan de betrokken organisaties nader onderzoeken welke programma’s en welk aanbod nodig zijn.
WoonservicewijkWesterkoog
Het opplussen van de tien flats in Westerkoog is in volle gang. Naast de noodzakelijke onderhoudsmaatregelen en het
vervangen van sanitair en keukens worden de flats geschikt gemaakt voor ouderen. Dit gebeurt onder meer door drem-
pels te verwijderen, de scootmobielruimtes te verbeteren en automatische deuropeners aan te brengen. Volgens plan
worden de werkzaamheden in 2011 afgerond. Parteon wil op de huidige plek van buurthuis de Vuister zorgwoningen
bouwen in combinatie met zorgvastgoed.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 47
WoonservicewijkRosmolenwijk
In 2010 is de laatste hand gelegd aan het uitvoeringsprogramma woonservicewijk Rosmolenwijk. Belangrijkste consta-
tering is dat er een tekort dreigt aan aanpasbare woningen. Een goede inventarisatie van aanpasbare woningen voor de
gehele wijk (koop- en huurwoningen) ontbreekt nog.
Omdat de gemeente geen initiatief nam, hebben de activiteiten in 2010 in het kader van de woonservicewijk enige tijd
stilgelegen. In deze herstructureringswijk hebben langs andere wegen wel veel activiteiten plaatsgevonden op het
gebied van welzijn en zorg.
5.3 Overigewoonzorgprojecten
ProjectdeDurghorstteKrommenie
In Krommenie heeft Parteon 79 woningen opgeleverd voor senioren en mensen met een zorgbehoefte. De feestelijke
opening was op 2 september. De bewoners mochten samen beslissen hoe de gemeenschappelijke ruimte – het atrium
– werd ingevuld. Parteon heeft de seniorenmarkt gefaciliteerd en gezorgd voor de extra spreekuren speciaal voor
senioren en zorgbehoevenden. De bewoners hebben nu een korte lijn met medewerkers van Parteon en geven aan dit
zeer prettig te vinden.
PlintTriPaS-flatsinZaandijk
Parteon had in 2010 de intentie om in de plint van de flats in Zaandijk een kinderdagverblijf en naschoolse opvang te
realiseren. Dit zou de levendigheid en sociale controle rond de flats kunnen verhogen. Na een haalbaarheidsonderzoek
hebben wij het plan gepresenteerd aan de bewonerscommissie en deze adviseerde negatief. Vanwege dit advies en de
financiële gevolgen van het plan hebben we besloten ervan af te zien.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 48
5.4 Prestatieafsprakenmetpartners
Parteon heeft met diverse maatschappelijke instellingen convenanten afgesloten over te leveren prestaties. Doel is de
doorstroming van cliënten vanuit de instellingen met voorrang mogelijk te maken. Cliënten kunnen doorstromen naar
zelfstandige woonruimte, maar ook naar woonvormen met begeleiding, die in veel gevallen door Parteon worden beheerd.
In 2010 hebben wij geen nieuwe convenanten afgesloten en zijn er geen wijzigingen aangebracht in de bestaande con-
venanten.
In het overzicht ziet u hoeveel woningen wij in het kader van de verschillende convenanten ter beschikking hebben
gesteld in 2010 en 2009.
Naaminstantie Afspraakinconvenant Aantalgeleverdewoningenin2010
Aantalgeleverdewoningenin2009
Leger des Heils 15 totaal 3 7
Odion 5 per jaar 3 2
Brijder Stichting 3 per jaar 2 1
RIBW 12 per jaar 3 2
Heliomare 2 per jaar - -
Brandweer 3 per jaar 1 1
Blijfgroep* 8 per jaar 6 7
*Het convenant met de Blijfgroep (voorheen Vrouwenopvang) is afgesloten met meerdere corporaties die in totaal 15 woningen kunnen leveren.
Parteon heeft aan alle verzoeken van de maatschappelijke instellingen kunnen voldoen, in de meeste gevallen binnen
de gestelde termijn. We hebben verder vier woningen in het pand aan de M.L. Kingweg in Zaandam met voorrang ver-
huurd aan medewerkers van Evean. Met wederzijds goedvinden is het convenant tussen Evean en Parteon per januari
2011 beëindigd. Beide partijen zagen geen aanleiding meer om medewerkers van Evean met voorrang een woning aan
te bieden.
Zowel met het Leger des Heils als met de Blijfgroep zijn we in gesprek over een nieuwe locatie. De huidige locaties
voldoen niet meer aan de vraag en aan de eisen van deze tijd.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 49
Volkshuisvestingsverslag Parteon 50
6 Toewijzing, verhuur en verkoop
6.1 Inleiding
De kerntaak van Parteon is het verzorgen van huisvesting voor hen die daar niet zelfstandig in kunnen voorzien. In onze
visie wordt het plezierig wonen voor onze doelgroep bevorderd door verschillende soorten woningen in verschillende
prijsklassen aan te bieden binnen aantrekkelijke en gevarieerde wijken. Binnen onze (financiële) mogelijkheden stellen
we de wensen en behoeften van onze klanten daarbij centraal.
Bij het aanbieden van vrijkomende woningen hanteert Parteon verschillende instrumenten. De verhuur van woningen
gebeurt conform de woonruimteverdelingsregels binnen de Stadsregio en de resultaatafspraken van Parteon met de
gemeente Zaanstad. Een aantal gelabelde woningen verkopen we bij leegkomen. Daarmee bevorderen wij de differenti-
atie in nu nog eenzijdig samengestelde buurten, optimaliseren we onze portefeuille en genereren we inkomsten voor de
bekostiging van onze doelen. Om klanten een optimale keuzevrijheid te geven, hebben we ook in 2010 de woningen Te
Woon aangeboden. Zowel de zittende als de nieuwe bewoners kunnen kiezen uit twee koopvarianten en drie huurvari-
anten.
6.2 Verhuur
In 2010 bedroeg de mutatiegraad in ons woningbezit 6,5%. Ten opzichte van 2009 en eerder was er sprake van een
trendbreuk: na een steeds verder dalende mutatiegraad liet 2010 voor het eerst weer een lichte stijging zien. Waar-
schijnlijk houdt dit verband met de in de loop van 2009 ingevoerde regels met betrekking tot tijdelijk behoud van woon-
of inschrijfduur. Woningzoekenden hebben hier in 2010 inderdaad gebruik van gemaakt om (een keer extra) te kunnen
verhuizen.
Een nadere analyse van het teruglopende aandeel passende toewijzingen in de voorgaande jaren heeft aan het licht ge-
bracht dat de gegevens vanuit Woningnet niet op de Zaanse regels waren afgestemd. Voor het verslagjaar is dit gecorri-
geerd, in de komende jaren worden de Woningnet-gegevens aan de Zaanse toewijzingsregels aangepast. Na de correctie
blijkt 99% van onze voorraad passend te zijn toegewezen.
Het aantal verhuringen van woningen bedroeg in 2010 1.076 (inclusief 109 nieuwbouwverhuringen). Gemiddeld werd
een woning bij een nieuwe verhuring door de 6,9e persoon geaccepteerd (= de acceptatiegraad). We hadden daarnaast
23 nieuwe verhuringen in bedrijfsonroerend goed (inclusief 7 door nieuwbouw) en 54 verhuringen in ons overig bezit,
met name garages.
Naast de reguliere toewijzing via Woningnet wordt een deel van de woningen met voorrang toegewezen. Het betreft
woningzoekenden die een urgentie hebben gekregen van het Sociaal Medisch Team of het RIO en woningzoekenden
of huurders die, vanwege speciale omstandigheden, direct door de corporatie worden bemiddeld naar een (andere)
woning. Volgens de ROA Raamovereenkomst mag dit aantal directe bemiddelingen niet groter zijn dan 25% van het jaar-
lijkse aanbod. Parteon is in 2010 met 19% onder de afgesproken hoeveelheid directe bemiddelingen gebleven.
Verder heeft Parteon 24 woningen geleverd voor status- en vergunninghouders en twee woningen voor huishoudens die
in aanmerking kwamen voor het Tweede Kans-beleid.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 51
6.3 Huurbeleid
Het huurbeleid van Parteon heeft drie onderdelen:
• de streefhuursystematiek;
• het gemiddelde percentage van de maximale huurprijs;
• het huurverhogingsbeleid.
Streefhuursystematiek
Parteon hanteert bij de verhuur van woningen een streefhuur die een percentage vormt van de maximale huur op basis
van het woningwaarderingsstelsel. Begin 2010 werden bij de Tweede Kamer plannen ingediend om het energielabel van
woningen op te nemen in het woningwaarderingsstelsel. Door de val van het kabinet Balkenende IV heeft de Tweede
Kamer de plannen niet behandeld. Het woningwaarderingsstelsel is daarom in 2010 niet veranderd.
Hetgemiddeldepercentagevandemaximalehuurprijs
Per 1 mei 2009 trekt Parteon bij een nieuwe verhuring van een woning de huur op naar 90% van de maximale huurprijs.
Dit geldt ook voor nieuwbouw. Uitzonderingen zijn woningen waarvan de exploitatie binnen vijf jaar afloopt en nieuw-
bouw waarover afspraken zijn gemaakt met andere partijen. In 2010 hebben wij deze lijn doorgezet.
Hethuurverhogingsbeleid
Het Rijk heeft al enige jaren het beleid de jaarlijkse huurverhoging per 1 juli te maximeren op het inflatiepercentage van
het voorafgaande jaar. Per 1 juli 2010 was de maximale huurverhoging 1,2%. Met enige uitzonderingen kregen alle wo-
ningen deze huurverhoging.
Met de Bewonersraad is afgesproken dat de huren van niet-geliberaliseerde woningen die hoger zijn dan de streefhuur
van 90% van de maximale huur worden bevroren. Dit is per 1 juli 2010 gebeurd.
6.4 Huurincasso,deurwaarderszakenenontruimingen
Project‘Huurdersvanbuitenlandseafkomst’
In 2009 hebben we onderzoek gedaan naar de huurschuldproblematiek onder huurders van buitenlandse afkomst (zie
het jaarverslag over 2009). De afdeling Incasso heeft in 2010 de aanbevelingen van het onderzoek verder uitgewerkt.
Daarbij werken we samen met andere corporaties in de Zaanstreek en het gespecialiseerde zorgkantoor Saen Professio-
nals. Samen met dit bureau geven wij voorlichting en gaan we in 2011 bij deze groep huurders huisbezoeken afleggen.
Het jaarplan van de afdeling Incasso kent vier speerpunten.
• Incassobeleid.
Parteon gaat alleen tot ontruiming over bij onderhuur, wanprestatie of het niet willen meewerken aan geboden re-
gelingen bij huurachterstand (bijvoorbeeld schuldhulpverlening of een Tweede Kans-contract). In 2010 hebben 36
ontruimingen plaatsgevonden vanwege huurschuld, twee minder dan in 2009. Daarnaast hebben we vanwege huur-
schuld één garage en één vrije sectorwoning ontruimd. In alle gevallen is het volledige incassotraject doorlopen
met aanmelding bij het Meldpunt en een bijbehorend aanbod van hulp. Aan de bovengenoemde uitgangspunten van
het incassobeleid is niet getornd. •
• Kwartaalrapportage.
Om het percentage huurachterstand meer te kunnen inzetten als stuurmiddel hebben we met ingang van het eerste
kwartaal van 2010 een nieuw format geïntroduceerd voor de kwartaalrapportage. In de eerste drie kwartalen bleek
Volkshuisvestingsverslag Parteon 52
dat we zo beter kunnen bepalen of en hoe we via het incassobeleid een constant laag achterstandspercentage kun-
nen behalen. In het vierde kwartaal was rapporteren niet mogelijk door de overgang naar een nieuw primair sys-
teem. De afdeling Incasso zal nu een nieuwe standaard moeten ontwikkelen.
• Incassoproces.
We streven naar een zo efficiënt en effectief mogelijke inzet van incassomiddelen. In 2008 hebben Parteon en
Rochdale hiervoor een samenwerkingsovereenkomst gesloten met het Meldpunt Overlast & Bemoeizorg van de
GGD. Op 1 juli 2009 is deze samenwerking overgegaan in de samenwerking met het Meldpunt vanuit de gemeente
Zaanstad. Het convenant met het Meldpunt liep tot en met 31 december 2010. Een evaluatie liet in 2010 een aan-
tal verbeterpunten zien. Parteon heeft besloten om één incassomedewerker/schuldhulpverlener in te zetten om
huisbezoeken af te leggen en één administratief medewerker aan te trekken voor algemene taken van de afdeling
Incasso. Het convenant met het Meldpunt is hierop verlengd tot 1 juli 2011.
• Incasso-instrumenten.
Parteon stelt zich ten doel om, voordat wij de vordering overdragen aan een deurwaarder, contact te krijgen met alle
huurders die na het ontvangen van een aanmaning nog niet tot (volledige) betaling zijn overgegaan. Wij willen een
excellente dienstverlening naar onze huurders en een stabiel achterstandspercentage. In 2010 hebben wij op twee
manieren contact gezocht met de betrokken huurders: telefonisch via het Meldpunt of direct via een wijktoezicht-
houder. In het algemeen reageren de huurders positief. Het achterstandspercentage bedroeg in 2010 circa 0,6%.
Onze doelstelling is hiermee behaald.
6.5 Verkoop
6.5.1 Algemeen
In 2010 veranderde de koopmarkt van een verkopersmarkt in een kopersmarkt. Het belang van een marktconform
product is bijzonder groot geworden. Om het kleine aantal potentiële kopers nog te interesseren moet de combinatie
van kwaliteit, ligging en prijs helemaal kloppen.
Verkoopbijeenkomst nieuwbouwproject Koning Davidstraat, Zaandam
Volkshuisvestingsverslag Parteon 53
6.5.2 Bestaandbezit
De voor verkoop bestemde woningen worden bij leegkomen op de vrije markt te koop aangeboden. We doen dat tegen
een marktconforme prijs, gebaseerd op taxaties door onafhankelijke, gecertificeerde taxateurs. Om de verkoop te sti-
muleren, neemt Parteon bij levering aan een huurder de overdrachtskosten voor haar rekening (‘vrij op naam’ levering).
Daarnaast hebben we in het verslagjaar een marketingcampagne gevoerd om ons aanbod goed in de markt te zetten.
De kosten hiervan zijn ruimschoots gecompenseerd doordat (mede door deze campagne) meer woningen zijn verkocht
dan begroot (zie hieronder).
In 2010 zijn 69 woningen uit de bestaande voorraad in de vrije verkoop verkocht. Samen met de verkopen binnen Te
Woon (89, zie hierna) is dat zo’n 12% meer dan begroot. Het overgrote deel van het verkoopresultaat wordt behaald uit
leeggekomen woningen. Gemiddeld ligt de verkoopprijs op het niveau van de getaxeerde waarde.
6.5.3 Nieuwbouw
Dit jaar hebben we veel inzet moeten leveren om in nieuwbouwprojecten de aandacht te trekken van kopers. Voor elk
project is een marketingstrategie bepaald met gerichte instrumenten om de gewenste doelgroep te bereiken. Daarnaast
hebben we per doelgroep verkoopbevorderende maatregelen ingezet zoals de starterslening of Koopgarant.
Van groot belang was ook de subsidieverlening in de tweede en derde tranche van de rijksregeling ter stimulering van
de werkgelegenheid. De gemeente Zaanstad heeft de subsidies omgezet in een afnamegarantie voor niet verkochte
koopwoningen met een maximum-aantal van 30% per gehonoreerd project. Hierdoor kon het risicoprofiel van deze
projecten worden verkleind.
Door de goede verkoopresultaten en de combinatie van bovenstaande maatregelen konden we in 2010 starten met de
bouw van zes projecten met in totaal 489 woningen. Het aantal opgeleverde woningen en maatschappelijk vastgoed
kwam vorig jaar, mede door de economische terugval in 2009, uit op 166 eenheden. Hiervan zijn 50 opgeleverde wonin-
gen in het winkelcentrum Saendelft verkocht met inzet van Koopgarant.
Makelaar in gesprek met kopers project winkelcentrum Saendelft, Assendelft
Volkshuisvestingsverslag Parteon 54
6.6 TeWoon
Om de klant meer keuzevrijheid te geven, bieden we ook het concept Te Woon aan. In diverse complexen kunnen zit-
tende en nieuwe bewoners kiezen tussen de onder Te Woon vallende varianten van gewone huur, huurvast, Koopgarant
(25% korting op de marktwaarde met een terugkoopverplichting en deling van winst of verlies) en Koopcomfort (geen
korting, wel de garantie dat de woning bij verhuizing kan worden terugverkocht aan Parteon). De varianten waarvoor
gekozen kan worden, kunnen per complex verschillen.
Net als bij vrije verkoop worden de verkoopprijzen bij Te Woon gebaseerd op taxaties van onafhankelijke, gecertificeerde
taxateurs. In 2010 zijn 82 woningen verkocht in Koopgarant en zeven in Koopcomfort. Veertien huishoudens kozen voor
de huurvast-variant.
In het concept Te Woon is Parteon verplicht om bij toepassing van Koopgarant de woning terug te kopen. Dit is in 2010
negentien keer gebeurd, waarna de woningen weer zijn doorverkocht, opnieuw in Koopgarant. Deze verkopen zijn niet
meegeteld in de bovengenoemde 82.
Een evaluatie van het concept heeft in het verslagjaar tot de conclusie geleid dat we Te Woon structureel blijven aanbie-
den. Wel bekijken we nog of het wenselijk is om het aanbod nader te differentiëren. In bepaalde complexen zouden we
dan, afhankelijk van de visie op de betreffende wijk, nog selectiever dan nu bepaalde varianten van Te Woon aanbieden.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 55 Inspecties woningen Molukse Wijk, Wormerveer
Volkshuisvestingsverslag Parteon 56
7 Onderhoud en verbetering
7.1 Inleiding
Het imago van Parteon bij haar huurders wordt vooral bepaald door de onderhoudskwaliteit van de woning en de manier
waarop reparaties worden verricht. Parteon besteedt dan ook veel aandacht aan de kwaliteit van de bestaande woning-
voorraad. Wij hebben een basiskwaliteit geformuleerd waaraan alle woningen in de komende tien jaar moeten gaan
voldoen. Dit vraagt om forse investeringen in het projectmatig onderhouden en verbeteren van onze woningen. Een
belangrijk speerpunt daarbij is het terugdringen van de uitstoot van CO2 door energiebesparende maatregen. Daarnaast
streven we naar het gebruik van duurzame materialen.
7.2 Onderhoudenduurzaamheid
In het Milieubeleidsplan heeft Parteon doelstellingen en activiteiten geformuleerd op het gebied van duurzaamheid,
voor zowel de bestaande voorraad als nieuwbouw. Dit heeft in 2010 tot de volgende resultaten geleid:
• in 2009 heeft Parteon voor circa 14.500 woningen een Energie Prestatie Advies (EPA) laten maken, vergezeld van
een nulmeting. Na aanpassingen in de overheidsregelgeving is het advies aangepast, wat ook consequenties had
voor de nulmeting. De verbetering van de energiescores tussen 1 juli 2009 en 1 juli 2010 is (nog) niet groot (circa
2,5 %). Dit komt omdat op 1 juli 2010 de aanpak van een groot aantal woningen nog gaande was en de nieuwe
Energielabels pas worden toegekend na het gereedkomen van het gehele cluster. Wel is de vervanging van het
aantal c.v.-ketels in een Hoog Rendement-ketel in 2010 verder toegenomen;
• we hebben het Programma van Eisen materiaaltoepassing in bestaande bouw en nieuwbouw eind 2009
geactualiseerd en duurzamer gemaakt. De toepassing van FSC gecertificeerd hout is een belangrijk onderdeel. We
hebben in 2010 een ‘pilot’ project voor de toelevering van aanvullende energiebesparende maatregelen afgerond
dat begin 2011 is geëvalueerd. Voor de elektriciteitsvoorziening bij collectieve aansluitingen zijn we overgestapt op
groene stroom. Vanaf 1 januari 2011 maken we bij de collectieve gasinstallaties gebruik van groen gas;
• in de nieuwbouw wordt per 1 januari 2011 de verbetering van de Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC van 0,8 naar
0,6) doorgevoerd in de bouwregelgeving. We hebben de gevolgen daarvan in onze projecten doorgevoerd. In het in
2010 opgeleverde project Durghorst hebben we een Warmte Koude Opslag installatie toegepast. Deze zorgt voor
een grote beperking van de CO2-uitstoot. Het project Fortuinschool in Krommenie is aangewezen als proefproject
duurzaamheid. We hebben hiervoor een aanvullend budget beschikbaar gesteld en het eerste onderzoek naar
haalbaarheid en ontwerp is in volle gang. De uitwerking van de mogelijkheden voor een duurzame wijk Poelenburg
is afgerond. Er is een energiescan gemaakt en hierin zijn interessante mogelijkheden opgenomen waarvan de
haalbaarheid op dit ogenblik nader wordt onderzocht.
De ontwikkeling van de duurzaamheidsactiviteiten loopt met deze maatregelen volgens planning. In 2011 worden de
resultaten van de diverse activiteiten nadrukkelijker zichtbaar.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 57
7.3 Planmatigonderhoud
Onder planmatig onderhoud verstaan we het periodieke onderhoud aan en de verbetering van de oorspronkelijke
elementen van de woningen, gericht op de instandhouding van ons bezit en de verhoging van het comfort voor de
bewoners. Om op de hoogte te blijven van de conditie van het woningbezit wordt deze in de praktijk voortdurend
geïnventariseerd en geactualiseerd. Wijzigingen en bijstellingen rekenen we door in de meerjaren onderhoudsbegroting.
Deze vormt de basis voor de jaarlijkse onderhoudsbegroting. In 2010 is er in totaal voor € 12.319.000 aan opdrachten
verstrekt voor planmatig onderhoud. Begroot was een bedrag van € 14.713.000.
De uitgaven aan verbeteringen na individuele verzoeken van huurders zijn in 2010 aanzienlijk lager uitgevallen dan
in 2009. Dit komt omdat we in het planmatig onderhoud in een aantal complexen alle keukens en badkamers hebben
vernieuwd. Individuele aanvragen hiervoor konden zo worden meegenomen in de aanpak van het gehele complex. Door
deze efficiëntere aanpak werden de uitgaven lager. In totaal hebben we in 2010 € 359.000 uitgegeven aan individuele
verbeteringen, waarvan € 83.000 in rekening is gebracht bij de huurders. In 2010 hebben we verder € 188.000 uitge-
geven aan het preventief vervangen van c.v.-installaties.
Voor een aantal specialistische zaken hebben we externe deskundigen ingeschakeld, zoals op het gebied van EPA-
beleid, het beheer van liften, collectieve technische installaties en schilderwerkadvies. In totaal bedroegen de advies-
kosten €133.328.
7.4 Mutatieonderhoud
Onder mutatieonderhoud vallen alle onderhoudsactiviteiten die plaatsvinden bij mutatie, met als doel de woning (weer)
op het niveau van de basiskwaliteit te brengen.
In 2010 heeft Parteon € 3.021.030 uitgegeven aan mutatieonderhoud, 25% minder dan begroot (€ 4.086.000). Het
mutatieonderhoud stemmen we altijd af op de andere geplande ingrepen in de woning, zoals planmatig en/of project-
matig onderhoud en eventuele sloop. Dit kan ertoe leiden dat we bij een mutatie minder onderhoud plegen, waardoor
Volkshuisvestingsverslag Parteon 58
de mutatiekosten lager uitvallen. Omdat een individuele aanpak altijd duurder uitvalt dan een planmatige, zorgt dit voor
een efficiëntere aanpak van het onderhoud. De dalende lijn uit 2009 voor het mutatieonderhoud heeft zich dan ook
in 2010 doorgezet. In de toekomst verwachten we een verdere daling als gevolg van de lopende programma’s om het
interieur van woningen projectmatig op te knappen (zie hierna).
7.5 Reparatieonderhoud
Onder reparatieonderhoud vallen alle onvoorziene onderhoudsactiviteiten, bedoeld om klachten te verhelpen en het
woongenot van de klant te herstellen en behouden. De totale uitgaven voor reparatieonderhoud hebben in 2010 de
begroting licht overschreden. De prognose voor 2010 (4,3 miljoen euro) was gebaseerd op de voorgaande jaren en de
ontwikkelingen in het eerste half jaar. De uiteindelijke uitgaven aan reparatieverzoeken bedroegen € 4.379.960. Dit is
€ 265 per woning, tegen € 271 in 2009. De overschrijding is veroorzaakt door een aantal (incidenteel) dure verzoeken
in het eerste half jaar. Deze hadden veelal betrekking op een calamiteit.
Voor 2011 hebben we een aantal verbetermaatregelen gepland, zoals het opstellen van eenheidsprijzen voor veel
voorkomende reparatieverzoeken. Verder optimaliseren we de inkoop van materialen en brengen we de opdrachten aan
derden terug. Hierdoor kan de capaciteit van de interne reparatieservice nog beter worden benut.
7.6 Contractonderhoud
Onder contractonderhoud vallen alle onderhoudscontracten voor kort-cyclische onderhoudsactiviteiten en het ver-
helpen van storingen aan woongebouwen en installaties, zoals c.v.-installaties, liften, hydrofoor, rioolontstopping,
legionellapreventie en onderhoud aan kunststof kozijnen. In 2010 bedroegen de kosten € 2.244.345. In 2011 worden
de contracten voor het c.v.-onderhoud opnieuw afgesloten voor de komende jaren. Ook het contract voor het onderhoud
aan kunststof kozijnen wordt afgebouwd. Verder vindt in 2011 de tweejaarlijkse dakgootreiniging plaats.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 59
7.7 Projectmatigonderhoud
Onder projectmatig onderhoud valt de uitvoering van geclusterde en grootschalige onderhoudswerkzaamheden in com-
binatie met de uitvoering van verbeteringen en leefbaarheidsmaatregelen, met als doel de woningen op het niveau van
de basiskwaliteit te brengen.
In 2010 stond 24,5 miljoen euro begroot voor projectmatig onderhoud. De daadwerkelijke uitgaven bedroegen 25,6 mil-
joen euro. Mede door de goede voorbereidingen in 2009 konden we 950 woningen op het niveau van de basiskwaliteit
brengen, door nieuwe badkamers, keukens en toiletten te plaatsen. Dit ambitieuze plan kreeg vorm in vijf projecten:
• Westerkoog (290 woningen);
• Heiligeweg - Schaarstraat in Krommenie (102 woningen);
• Molukse wijk/ Schrijversbuurt in Wormerveer (57 woningen);
• Rooswijk laagbouw in Zaandijk (178 woningen);
• Paukenhof, Jan Steinstraat en Triangelhof in Zaandijk (384 woningen).
Ondanks de langdurige overlast tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden zijn er geen ernstige klachten gemeld. De
bewoners zijn in het algemeen zeer tevreden. In 2011 plegen we in 550 woningen projectmatig onderhoud.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 60
Volkshuisvestingsverslag Parteon 61
8 Relatie met belanghouders
8.1 Inleiding
Parteon hecht als maatschappelijke onderneming veel waarde aan een goede relatie en zinvol overleg met haar be-
langhouders. Dit zijn in de eerste plaats de bewoners, die op meerdere niveaus op verschillende manieren participeren.
Daarnaast is de gemeente Zaanstad voor Parteon een belangrijke maatschappelijke partner. Er is regelmatig overleg op
bestuurlijk niveau met de gemeente. Ook met andere maatschappelijke organisaties voeren we overleg.
Bij alle activiteiten in de wijken en bij beleidsvraagstukken denken we na over hoe we de bewoners hierbij kunnen
betrekken. Dit is niet alleen bedoeld om het draagvlak voor ons beleid te vergroten. We streven ook naar het verster-
ken van de eigen kracht van buurten en bewoners. We vinden de inbreng van de bewoners van essentieel belang om
invulling te kunnen geven aan onze missie plezierig wonen mogelijk te maken. Zij zijn de ervaringsdeskundigen in de
wijken en weten als geen ander wat er speelt in de woon- en leefomgeving. Daarom maken we bewoners, waar mogelijk,
zoveel mogelijk medeverantwoordelijk voor het plezierig wonen in de wijken en stellen we in ons beleid hun wensen en
behoeften centraal.
Om het overleg met en de participatie van de bewoners kritisch te blijven volgen, vindt er eenmaal per jaar een ‘benen-
op-tafel-overleg’ plaats tussen het Bestuur van de Bewonersraad en de algemeen directeur van Parteon. Daarnaast
schuift de manager van de afdeling Wijkontwikkeling periodiek aan bij het overleg van de Bewonersraad met de voorzit-
ters van de Bewonerscommissies. Ook wordt jaarlijks de keten visie-beleid-uitvoering-overleg geëvalueerd.
8.2 ParticipatieBewonersraadParteonenbewonerscommissies
Op corporatieniveau voeren wij het overleg met de Vereniging Bewonersraad Parteon. Alle huurders zijn automatisch lid
van de vereniging tenzij ze hebben aangegeven dat niet te willen. Om haar werkzaamheden goed te kunnen uitvoeren,
stelt de Bewonersraad jaarlijks een activiteitenplan en een begroting op. Voor 2010 was er voor de activiteiten en de
huisvesting van de Bewonersraad een bedrag van ongeveer € 79.000 begroot. Hiervan is circa € 65.000 besteed.
OntwikkelingvandeBewonersraad
De Bewonersraad stelt zich ten doel de belangen van de huurders te vertegenwoordigen en er voor te zorgen dat het
huurdersbelang op een goede wijze is terug te vinden in het beleid van Parteon en de uitvoering daarvan. In 2009 zijn
we samen met de Bewonersraad begonnen op een gestructureerde manier na te denken over haar toekomst. Hoe kan
de raad ook in de toekomt een slagvaardige en kwalitatief hoogstaande organisatie blijven met voldoende draagvlak en
betrokkenheid vanuit de achterban? De gezamenlijke analyse heeft tot een aantal verbeterpunten geleid. Zo heeft de
Bewonersraad gekozen voor een nieuw organisatiemodel dat meer moet aansluiten op de veranderende behoeftes van
bewoners. In dit model richt het bestuur van de raad zich op het besturen van de vrijwilligersorganisatie en de totstand-
koming van nieuw beleid. De evaluatie van het beleid komt in het model meer bij werkgroepen te liggen. De werkgroe-
pen bieden ruimte voor individuele bewoners om over een onderwerp van hun interesse mee te praten. Ook (beleids)
medewerkers van Parteon doen aan de werkgroepen mee. Hierdoor kunnen we samen aan het beleid werken. De rol
van het Bestuur ligt in dit model, dat in 2010 is ingevoerd, vooral in het opstellen van het jaarplan en de begroting, het
opdrachtgeverschap van de werkgroepen en het monitoren van de voortgang binnen de werkgroepen.
Enkele voorbeelden van de activiteiten van de werkgroepen die in 2010 zijn ontstaan:
Volkshuisvestingsverslag Parteon 62
• samen met de werkgroep jongeren hebben we het koersplan jongeren verder uitgewerkt. Het aantal woningen dat
specifiek is gelabeld voor jongeren is vergroot. Daarnaast heeft de werkgroep onderzocht of kluswoningen kunnen
worden verkocht aan jongeren om hun positie op de woningmarkt te verbeteren;
• met de werkgroep senioren is het beleidsplan senioren opgesteld en zijn we begonnen met de uitwerking van een
pilot op het gebied van het bevorderen van de doorstroming. Als eerste is onderzocht wat de belangrijkste redenen
zijn voor oudere bewoners om (niet) te verhuizen naar een seniorenwoning;
• de werkgroep milieubeleidsplan is geïnformeerd over het opzetten van een pilot in Rooswijk voor extra
keuzemogelijkheden op het gebied van milieubesparing in de woning;
• met de werkgroep participatie zijn de verbeterpunten die voortkwamen uit de KWH-meting naar de kwaliteit van de
participatie (zie par. 9.3) omgezet in concrete acties en producten: er is een nieuwsbrief voor bewonerscommissies
ontwikkeld, de agenda van de overleggen met de bewonerscommissies is meer gestructureerd en eenduidig
gemaakt en de manager wijkontwikkeling heeft periodiek contact met de Bewonersraad over de uitvoering van de
participatie op wijk, buurt- en complexniveau;
• het gezamenlijk in een werkgroep opgestelde handboek Gemengd beheer regelt op de diverse beleidsterreinen de
rolverdeling tussen Vereniging van Eigenaren, beheerder en Parteon en daarmee tussen huurders en kopers;
• ook het beleid ten aanzien van de verhuur van vrije sectorwoningen is met een werkgroep ontwikkeld. Dit heeft
geleid tot afspraken over onder andere het huurprijsbeleid, de inkomenseisen waaraan huurders moeten voldoen en
de toewijzingscriteria;
• het samen met een werkgroep ontwikkelde nieuwe servicekostenbeleid is in 2010 vrijwel afgerond en kan in de loop
van 2011 de advisering in.
Deze nieuwe werkwijze heeft landelijk aandacht getrokken. Ze lijkt een oplossing te bieden voor de problemen waar veel
huurdersorganisaties tegenaan lopen: overvolle agenda’s, veel overleggen en een afname van het aantal vrijwilligers.
Aan het eind van het jaar hebben we geconstateerd dat de werkwijze succesvol is: er doen meer nieuwe leden mee aan
de werkgroepen en de manier van werken is efficiënt. Aandachtspunt is wel de kwetsbaarheid van het Bestuur. Met de
Raad is besloten in 2011 een plan van aanpak op te stellen om het Bestuur zowel in omvang als kwaliteit te versterken.
Parteon heeft de Bewonersraad voorgedragen voor de door de Woonbond georganiseerde verkiezing van de huurders-
organisatie van 2010. Een vakjury koos de raad als een van de drie genomineerden. Vervolgens kon via internet worden
gestemd: de Bewonersraad eindigde als tweede.
Adviseringen
Over de volgende beleidsonderwerpen heeft de Bewonersraad in 2010 positief geadviseerd:
• Strategisch Voorraadbeleid (SVB);
• handboek Gemengd beheer;
• huurverhoging per 1 juli 2010;
• volkshuisvestingsverslag 2009;
• jaarrekening 2010;
• aanvulling verkoopvijver;
• beleidsuitgangspunten voor verhuur vrije sector;
• beleid scootmobielruimtes;
• meerjarenbegroting 2011-2014;
• wederzijdse bezitsovername met Rochdale in kader van herstructurering Poelenburg.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 63
Op de adviesaanvraag met betrekking tot het beleid scootmobielruimte was in eerste instantie positief geadviseerd. De
aanvraag bleek niet juist te zijn waarop het positief advies is ingetrokken. Hier wordt nu verder overleg over gevoerd.
Op de adviesaanvraag meerjarenbegroting 2010-2013 heeft de Bewonersraad aangegeven niet te willen adviseren
omdat op dat moment ook de advisering over het strategisch voorraadbeleid (SVB) nog liep.
Prestatieafspraken
We hebben met de Bewonersraad in de loop van de tijd over diverse beleidsonderwerpen prestatieafspraken gemaakt.
Enerzijds zijn dat afspraken die we maken in het jaarplan van Parteon, anderzijds zijn het afspraken die verankerd zijn
in beleid. De afspraken worden periodiek gemeten, bewaakt en met de Bewonersraad besproken. De belangrijkste:
• het realiseren van de vastgestelde basiskwaliteit in een periode van tien jaar (onderdeel van het Strategisch
Voorraadbeleid);
• het realiseren van de wensportefeuille (incl. verkoopopgave, onderdeel van het Strategisch Voorraadbeleid);
• woningtoewijzing: het realiseren van de prestatieafspraken die gemaakt zijn met de gemeente;
• kwaliteit dienstverlening: het behalen van de KWH-normen die horen bij het Huurlabel;
• kwaliteit participatie: het behalen van de KWH-normen die horen bij het kwaliteitslabel Participatie;
• jaarplanactiviteiten: in het jaarplan 2010 was een groot aantal onderwerpen benoemd waarop we ons beleid zouden
actualiseren dan wel nieuw ontwikkelen, namelijk de verhuur van vrije sectorwoningen, het handboek Gemengd
beheer, de scootmobielruimtes, schotelantennes, het servicekostenbeleid, het opstellen van seniorenbeleid en de
uitwerking van het jongerenbeleid. Deze acties zijn allemaal uitgevoerd of worden conform de afspraken ontwikkeld.
Informeeloverleg
Behalve de formele advisering op relevante beleidsonderwerpen wisselen we met de Bewonersraad ook actief van
gedachten over actuele externe en interne beleidsonderwerpen. Zo hebben we met de raad gesproken over de nieuwe
Huisvestingswet en haar gevolgen voor de huurders, het Europa-dossier en het effect daarvan op de toewijzing van
huurwoningen en de positie van mensen met middeninkomens op de woningmarkt, en de plannen van het kabinet-
Rutte en de gevolgen daarvan voor Parteon en de huurders.
Interne onderwerpen die we met de Bewonersraad bespraken, waren onder meer de evaluatie leefstijlen en de evaluatie
achter de voordeur. De raad deelde de conclusies uit deze evaluaties. De Bewonersraad ontving verder (ter informatie):
• de nulmeting van de EPA-Monitor;
• het verslag van de interne klachtencommissie over 2009;
• het verslag van de externe Geschillencommissie over 2009;
• de kwartaalrapportages;
• de rapportages van het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting.
OverlegmetdeRaadvanCommissarissen(RvC)
Jaarlijks vindt er een gesprek plaats tussen de RvC en de Bewonersraad. Aan de orde kwamen:
• de gevolgen van de Europese regelgeving voor de mensen met middeninkomens;
• de gevolgen van enkele voorgenomen beleidsmaatregelen van het kabinet Rutte: het kooprecht en de
aangekondigde heffing voor woningcorporaties ten behoeve van de huurtoeslag;
• de gevolgen van de gemeentelijke bezuinigingen voor Parteon.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 64
Participatiebewonerscommissies
Parteon onderhield in 2010 met 36 bewonerscommissies een overleg- en samenwerkingsrelatie. We overleggen jaar-
lijks gemiddeld twee keer met elke bewonerscommissie over de leefbaarheid, het onderhoud (planmatig en projectma-
tig) en de sociale samenhang in het complex of de buurt. We betrekken of informeren de commissies over onze plannen
op deze gebieden.
De uitgangspunten van de Overlegwet en de samenwerkingsovereenkomst zijn leidend in ons contact met de bewo-
nerscommissies. Naast de functioneringskosten is er voor hen ook projectbudget beschikbaar. Dit is bedoeld voor
activiteiten die de leefbaarheid, cohesie of participatie in het complex of de buurt bevorderen. De meeste commissies
maken er gebruik van.
VerbeterpuntenKWHonderzoekParticipatie
In 2009 heeft Parteon door KWH (Kwaliteitscentrum Woningcorporaties Huursector) onderzoek laten doen naar de
kwaliteit van haar inzet op het gebied van bewonersparticipatie. De meting leverde twaalf verbeterpunten op. Zes daarvan
hebben we, in overleg met de bewonerscommissies en de Bewonersraad, in 2010 opgepakt. De overige zes volgen in 2011.
De zes maatregelen uit 2010:
1. introductie van de twee keer per jaar verschijnende nieuwsbrief Parti-on voor bewonerscommissies met actueel
nieuws en interessante wetenswaardigenheden;
2. de mogelijkheid voor huurders om als gastredacteur op te treden bij het bewonersmagazine Parteons;
3. Parteon maakt een organogram van de overlegstructuren met bewonersorganisaties en zet deze op de website;
4. de informatie over werkzaamheden van Parteon wordt eerst naar de bewonerscommissie gestuurd en pas daarna
naar de overige bewoners van het complex;
5. het ontwikkelen van een brochure over bewonerscommissies. Hierin wordt onder meer ingegaan op wat een
commissie en Parteon van elkaar kunnen en mogen verwachten;
6. Parteon en de Bewonersraad baseren zich in hun samenwerking op de Overlegwet en de onderlinge
Samenwerkingsovereenkomst.
Begin 2011 gaan we onder de bewonerscommissies peilen of de bovengenoemde maatregelen hebben bijgedragen aan
een betere kwaliteit van participatie.
8.3 Participatiebijdagelijksbeheer
HuurdersincomplexenmeteenVerenigingvanEigenaren
Om de participatie en de invloed van huurders in een complex met een Vereniging van Eigenaren (VvE) te verbeteren,
hebben we in 2010 twee pilots uitgevoerd in:
• het complex Zocalo in Assendelft.
Naast de VvE is in dit complex ook een bewonerscommissie actief. In 2010 zijn de contacten tussen beide
geïntensiveerd, wat heeft geresulteerd in een structureel overleg. Ook worden de huurders goed door de VvE
geïnformeerd. Overwogen wordt nu om (een aantal) huurders ook de ledenvergaderingen van de VvE te laten bijwonen.
• het complex Confiserie in Wormerveer.
Aan het Bestuur van de VvE is gevraagd of de huurders in het complex de ledenvergaderingen van de VvE mochten
bijwonen. De eigenaren hebben daarmee ingestemd. De eerste VvE-vergadering met aanwezigheid van de huurders
(zonder stemrecht) heeft plaatsgevonden. Een van de huurders is vervolgens toegetreden tot de technische
commissie van de VvE en is betaald huismeester geworden.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 65
Eind 2010 hebben we de VvE-besturen en de huurders uit beide complexen gevraagd naar hun ervaringen. Allen zijn
positief over deze ontwikkeling en willen de samenwerking graag voortzetten. Vanwege de positieve resultaten willen
we bekijken of deze vorm van participatie in de toekomst verder kan worden uitgebouwd, ook in andere complexen.
Nog twee andere complexen met interessante ontwikkelingen in de relatie tussen huurders en de VvE:
• Woongebouw Jedeloo.
In dit woongebouw heeft een huurder gevraagd of hij deel mocht nemen aan de technische commissie van de VvE.
De VvE heeft hiermee ingestemd.
• Perim en Pharus.
Ter verbetering van de relatie tussen de eigenaar-bewoners en VvE’s en de individuele huurders en bewonerscom-
missie van de Perim en de Pharus heeft Parteon periodieke bijeenkomsten gestimuleerd en georganiseerd. Hierin
hebben de partijen hun gezamenlijke belangen en hun relatie besproken. Dit heeft geleid tot een betere onderlinge
communicatie. Hierdoor neemt de spanning in de relatie af en beginnen de bewoners iets meer elkaar te informeren
en soms zelfs samen te werken.
Participatievanbewonersinanderecomplexenenbuurten
• Buurtconciërges in Poelenburg.
In drie complexen in Poelenburg zijn buurtconciërges. In het complex waarin ze wonen spreken ze bewoners aan
op hun gedrag en signaleren ze gebreken in het complex of de openbare ruimte. De buurtconciërges werken nauw
samen met de wijktoezichthouder van Parteon.
• Buurtbroedplaats ‘het Brandtweer’ (Koog aan de Zaan).
Na een periode van intensieve voorbereiding en samenwerking met de wijkmanager van de gemeente, het wijkover-
leg en buurtbewoners zijn in 2010 de activiteiten gestart in ‘het Brandtweer’. Oud Koog heeft hiermee een plek waar
bewoners activiteiten kunnen ontwikkelen, zodat de sociale cohesie verbetert. De stichting het Brandtweer richt
zich vooral op de jongeren en ouderen in Oud Koog. Ook Parteon maakt wekelijks gebruik van de buurtbroedplaats
met een spreekuur van het wijktoezicht.
• Projectmatig onderhoud Molukse Wijk (Wormerveer).
In 2009 zijn we in de Molukse Wijk begonnen met projectmatig onderhoud in 56 woningen. Het werk is in 2010
afgerond. De Molukse Raad (de bewonerscommissie) was nauw bij het project betrokken. Als dank voor de samen-
werking met de Molukse gemeenschap hebben Parteon en de aannemer een donatie van € 2.000 gedaan aan de
Molukse evangelische kerk. Deze wordt besteed aan technisch onderhoud van de kerk.
• Nieuwe bewonerscommissie Borneostraat (Wormerveer).
Op initiatief van de Bewonersraad Parteon is een nieuwe bewonerscommissie opgericht in de Borneostraat. Met de
commissie heeft eenmaal overleg plaatsgevonden. De commissie richt zich vooral op het organiseren van leefbaar-
heidsactiviteiten voor de buurt.
• Gagarin- en Van Allenstraat (Krommenie).
Eind 2010 begon het groot onderhoud aan de Gagarin- en Van Allenstraat in Krommenie. De bewonerscommissie
heeft een werkgroep opgericht die gaat participeren in het project.
• Adviesgroep groot onderhoud Heiligeweg- en G. Schaarstraat (Krommenie).
Parteon is in 2009 een samenwerkingsverband aangegaan met de adviesgroep. Deze bestaat uit bewoners van de
diverse portiekflats. We doorlopen samen alle fases van het groot onderhoud (voorbereiding, advies vragen, uitvoe-
ring, afronding en evaluatie). De adviesgroep heeft zich, met medewerking en ondersteuning van Parteon, in 2010
omgevormd tot een bewonerscommissie.
• Klankbordgroep De Durghorst (Krommenie)
Het glazen atrium van de Durghorst in Krommenie was bij de oplevering een lege ruimte. Parteon is daarom op zoek
gegaan naar actieve bewoners die willen meedenken en -praten over de invulling van het Atrium. Veel bewoners ga-
ven via een antwoordformulier ideeën door. Twintig bewoners meldden zich aan voor een eerste bijeenkomst over de
Volkshuisvestingsverslag Parteon 66
inrichting van het atrium. De architect van het gebouw heeft alle ideeën van de bewoners verwerkt in een maquette
die is gepresenteerd tijdens een tweede bijeenkomst in het eerste kwartaal van 2011.
• Nieuwe bewonerscommissie Lambert Melisz (Westzaan).
Op 3 mei 2010 vond de oprichtingsvergadering plaats van de nieuwe bewonerscommissie Lambert Melisz en omge-
ving. De Bewonersraad Parteon ondersteunde de bewoners bij de oprichting.
• Projectmatig onderhoud TriPaS flats (Zaandijk).
Wij voeren sinds 2010 eens in de zes weken overleg over het projectmatig onderhoud van de TriPaS flats met een
klankbordgroep met vertegenwoordigers van de acht flats. Een afvaardiging van de groep neemt deel aan de bouw-
vergaderingen. Op verzoek van de groep hebben we een spreekuur voor de bewoners in het leven geroepen, maken
we informatieboekjes voor de bewoners en wordt de achterban via nieuwsbrieven op de hoogte gehouden van de
laatste ontwikkelingen. Naar verwachting worden de werkzaamheden medio 2011 afgerond.
• Rooswijk laagbouw (Zaandijk).
We hebben in 2010 bij 178 woningen in Rooswijk projectmatig onderhoud. Een klankbordgroep bestaande uit drie
bewoners uit de wijk praatte mee over de uitvoering.
8.4 Participatiebijherstructureringengebiedsontwikkeling
WormerveerNoord
Hoewel de gemeente de noodzaak van een integrale gebiedsgerichte aanpak heeft onderstreept, heeft zij de regie niet
op zich genomen. Parteon heeft daarom moeten besluiten de communicatie en participatie per deelproject te organise-
ren. De extra inspanningen zijn gericht op herstel van het imago van Parteon. Het gaat om twee projecten:
Voorgenomen sloop A. Meijnsstraat (90 woningen).
Sinds 2009 is in dit complex een bewonerscommissie actief waarmee Parteon ook in 2010 veelvuldig overleg heeft ge-
voerd over de voorgenomen sloop. Eind 2010 hebben we de nieuwbouwplannen voor deze locatie aan de bewonerscom-
missie gepresenteerd. In 2011 worden ze officieel ter advies aan haar voorgelegd. In het complex hebben we in 2010
nog enkele andere maatregelen genomen.
• Begin 2010 heeft Parteon op verzoek van de bewonerscommissie een afsluitbaar hek geplaatst om het
voetbalveldje voor de flat. Hondenpoep belemmerde de kinderen om op dit veld te spelen. Het hek is effectief
gebleken; er is nauwelijks meer hondenpoep op het veld.
• In het kader van schoon, heel en veilig hielden we iedere zes tot acht weken een schouw met bewoners
en medewerkers van Parteon. Deze werden echter nauwelijks bezocht door bewoners. In overleg met de
bewonerscommissie bekijken we of het voortzetten van de schouwen zinvol is.
• In enkele boxen was asbest aangetroffen. Op verzoek van de bewonerscommissie organiseerde Parteon een
voorlichtingsavond over de verwijderingswerkzaamheden. Slechts twee bewoners waren aanwezig. Het asbest is
zonder problemen verwijderd.
Voorgenomen sloop Krokusstraat (24 woningen).
In augustus 2010 heeft Parteon de bewoners van de Krokusstraat uitgenodigd voor een informatiebijeenkomst over
de vertraging in de voorgenomen sloop. We hebben uitgelegd dat de gemeente Zaanstad meer duidelijkheid wil over
de plannen voordat zij een stadsvernieuwingsurgentie afgeeft. Onder de bewoners is er geen belangstelling voor het
oprichten van een bewonerscommissie, ook niet na herhaalde oproepen. Daarom zal de Bewonersraad deze rol op zich
nemen.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 67
ZaandamZuid
• Vijfhoek.
Parteon heeft de sloop- en nieuwbouwplannen uitgesteld en bekijkt over vijf jaar opnieuw of een herontwikkeling
nodig is. De bewoners zijn geïnformeerd via een brief en een spreekuur. Naar aanleiding van dit besluit voeren
we in 2011 en 2012 planmatig onderhoud uit. Om een bijdrage te leveren aan de leefbaarheid en veiligheid van de
complexen gaan we in 2011 over tot cameratoezicht. Ook ontwikkelen we dan een plan van aanpak om te kijken of
de anonimiteit in deze buurt kan worden doorbroken.
• Walvisvaardersbuurt.
De bewonerscommissie is geïnformeerd over de vertraging van de geplande nieuwbouw aan de Morgensterstraat.
Omdat dit gevolgen heeft voor de sloop en nieuwbouw aan de Straat Davis voeren we in dit complex in 2011 planma-
tig onderhoud uit.
• Poelenburg.
In het kader van Nieuw Poelenburg vinden in Poelenburg tal van projecten en activiteiten plaats die gericht zijn op
participatie en meedoen in de wijk. Parteon is nog geen sloop-/nieuwbouw projecten gestart. De participatie moet
daarom nog beginnen. De verwachting is dat dit gebeurt in 2011.
• PortiekPortiers.
Dit project is uitgevoerd in het kader van de Wijkaanpak, samen met Stichting De Bakkerij. Doel is kinderen actief
bij hun woon- en leefomgeving te betrekken. Hiertoe zijn elf kinderen in zes weken tijd opgeleid tot PortiekPortier.
Met een diploma op zak zijn ze assistent van de wijktoezichthouder geworden. Wekelijks gaan ze door de wijk en
complexen. Bijkomend resultaat van het project is dat we bij een aantal kinderen signalen hebben gekregen over
hun thuissituatie. Deze zijn neergelegd bij Centrum Jong.
Rosmolenwijk
• Sociaal programma.
Sinds 2009 voert de gemeente de regie over de voortgang van de aanpak van deze wijk. In 2009 heeft een extern
bureau het sociale streefbeeld voor 2015 geformuleerd. Dit is begin 2010 gepresenteerd aan de wijk. Samen met het
uitvoeringskader Rosmolenwijk uit 2005 vormt het streefbeeld de basis voor de invulling van de sociale pijler in de
aanpak. Een werkgroep heeft geanalyseerd welke maatregelen al zijn uitgevoerd, dan wel wanneer en door wie ze
gerealiseerd gaan worden. Tevens zijn de prioriteiten en de eigenaren van activiteiten benoemd. De gemeente is trekker
van het sociale programma. Waar sprake is van raakvlakken met leefbaarheid vindt de uitvoering plaats in samenwerking
met Parteon. Knelpunt in de uitvoering is dat het programma (nog steeds) niet bestuurlijk is vastgesteld.
Parteon heeft in 2010 hard gewerkt aan het herstel van haar imago in de wijk. We zijn in gesprek gegaan met het
collectief van bezwaarmakers in de Jan Bouwmeesterstraat, onder het motto ‘we doen wat we zeggen’. Het vertrouwen
is nog broos, maar gaat zeker de goede kant op. We hebben het vertrouwen verder proberen te herstellen door de
stuurgroep te positioneren als de strategische gespreks- en samenwerkingspartner in de gebiedsontwikkeling. Ook
hebben we onderhoud op maat verricht in de projecten waarvan de vernieuwing voor onbepaalde tijd is uitgesteld.
• Adviesgroep voor funderingsherstel en onderhoud Havenbuurt (Oude Haven).
In de Havenbuurt heeft Parteon besloten de fundering van de huurwoningen te herstellen en waar nodig groot
onderhoud uit te voeren, zo mogelijk en indien gewenst in combinatie met een aantal extra woningverbeteringen.
In juli is een informatieavond gehouden. Tijdens deze avond hebben we de bewoners opgeroepen een adviesgroep
te formeren. Dit heeft geleid tot de Adviesgroep Havenbuurt met vijf buurtbewoners. Doel van de participatie is de
bewoners mee te laten praten over de ingrepen en werkzaamheden, de leefbaarheid en het sociaal plan. Vanaf juli
2010 voeren we maandelijks overleg. Dit wordt in 2011 voortgezet. We streven naar uitvoering van de werkzaamhe-
den in 2012. Het sociaal plan wordt begin 2012 definitief vastgesteld. Ook is in de Havenbuurt in samenwerking met
ZVH en Rochdale eind 2010 ‘het Havenhuis’ geopend. Dit dient als ontmoetingsplaats voor bewoners en de bewo-
nersvertegenwoordiging.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 68
8.5 Prestatieafsprakenmetdegemeente
In januari 2010 heeft Parteon individuele prestatieafspraken gemaakt met de gemeente Zaanstad voor de periode 2009
tot en met 2014. Uitgangspunt voor de gemeente Zaanstad is de Woonvisie die de gemeenteraad in 2009 heeft goedge-
keurd. In de Woonvisie ligt de nadruk op het verhogen van de kwaliteit van woningen en het woonmilieu in Zaanstad. Dit
moet de stad aantrekkelijker maken voor mensen met midden- en hogere inkomensgroepen. Uitgangspunt voor Parteon
bij het maken van de prestatieafspraken was de in 2009 bijgestelde koers. Parteon wil niet langer zaken bekostigen die
in haar visie op het terrein van de gemeente liggen.
Gemeente en Parteon hebben afspraken gemaakt over het:
• sterker sturen op kwaliteit en gedifferentieerde woonmilieus door met name nieuwbouw en herstructurering;
• tegengaan van verval en benutten van kansen in de wijken;
• verder uitrollen van het ingezette beleid op het gebied van wonen, welzijn en zorg;
• stimuleren van duurzaamheid;
Rosmolenwijk
Volkshuisvestingsverslag Parteon 69
In de onderstaande tabel staan de behaalde resultaten in 2010 voor de afspraken die concreet zijn geformuleerd.
Afspraak Resultaatin2010 Toelichting
Bouw van 110 sociale huurwoningen en 200 koopwoningen per jaar.
Er zijn 110 sociale huurwoningen en 50 koopwoningen gebouwd.
De bouw van koopwoningen blijft achter als gevolg van marktontwikkelingen.
Sloop van 140 à 150 woningen per jaar. In 2010 zijn geen woningen gesloopt. In 2008 en 2009 zijn respectievelijk 146 en 300 woningen gesloopt. Het tempo stagneert omdat we pas willen slopen als we zeker zijn van terugbouw.
Verkoop van 100 tot 150 sociale huurwoningen per jaar.
In 2010 zijn 148 sociale huurwoningen verkocht, waarvan 74 met Koopgarant.
Bouw van 50 zorgwoningen en 70 nultredewoningen, en 120 woningaanpassingen per jaar.
In 2010 zijn 79 voor zorg geschikte huurwoningen opgeleverd. Elke gestapelde nieuwe huurwoning is in principe een nultredewoning. In Westerkoog worden 290 woningen opgewaardeerd ten behoeve van senioren.
Realisatie van 64 eenheden ten behoeve van de vervolghuisvesting van mensen uit beschermde en begeleide woonvormen.
Parteon is bezig met de ontwikkeling van eenheden in een sociaal pension en vrouwenopvang.
De gemeente moet nog invulling geven aan de 64 woonvormen.
In 2008 hebben de gezamenlijke woningcorporaties collectieve prestatieafspraken gemaakt met de gemeente Zaanstad
voor de periode 2008 tot en met 2010. Deze afspraken stonden ook wel bekend als de ‘aanbiedingsafspraak’. De corpo-
raties garandeerden of ‘boden aan’ dat er voldoende betaalbare woningen zouden vrijkomen voor de verhuur.
Er zijn drie afspraken:
• 70% van het jaarlijkse aanbod heeft een huur lager dan € 554. In 2010 was dat bij 65% van het aanbod het geval
(in 2009: 83%, in 2008: 82%);
• jaarlijks komen minimaal 1100 woningen vrij met een subsidiabele huur lager dan € 548. In 2010 waren dat er
1150 (in 2009: 1414, in 2008: 1306);
• jaarlijks wordt ten minste 60% van het totale aanbod toegewezen aan de primaire doelgroep. Dit bleek in 2010 te
gelden voor 53% van het aanbod (in 2009: 61%, in 2008: 59%).
Gemeente en woningcorporaties hebben besloten de collectieve prestatieafspraak niet te verlengen. De toewijzingsre-
gels als gevolg van de Europese beschikking zorgen er voor dat de kansen voor lagere inkomensgroepen op de woning-
markt zullen toenemen.
8.6 Overigebelanghouders
Parteon hecht veel belang aan het onderhouden van goede contacten met haar belanghouders. In december hielden we
een bijeenkomst voor alle belanghouders waarin we onze plannen voor 2011 presenteerden. Er vond tevens een discus-
sie plaats over het thema kwetsbare huurders en het belang van de ‘gewone’ mens bij hulp aan buren. De boodschap
voor Parteon was om bij haar inplaatsingsbeleid in portieken goed te letten op het behoud van goede contacten tussen
de buren. De bijeenkomst werd bijgewoond door de Bewonersraad, vertegenwoordigers van Dijk en Duin, Brijderstich-
ting, Evean, Gemeente Zaanstad, Leger des Heils, Odion, RIBW, Rochdale, Saen Professionals, Spirit en Welsaen.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 70
Met diverse maatschappelijke organisaties hebben we afspraken gemaakt over de verhuur van woningen met woonbe-
geleiding, zoals:
• het Leger des Heils om doorstroming te bevorderen vanuit het sociaal pension;
• de Blijfgroep Zaanstreek. Ook hier is doorstroming van belang;
• Heliomare;
• de Regionale Instelling voor Beschermde woonvormen;
• Odion.
Parteon werkt met andere in Zaanstad actieve woningcorporaties samen in de Federatie van Zaanse woningcorporaties.
De Federatie hield in juni 2010 een bijeenkomst voor de nieuwe gemeenteraad.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 71
Volkshuisvestingsverslag Parteon 72
9 Organisatie en interne beheersing
9.1 Inleiding
Een belangrijk speerpunt voor Parteon is organisatieontwikkeling. In 2010 startten we een organisatieontwikkeltraject,
waarbij we focussen op de drie kernwaarden van Parteon: ondernemend, professioneel en betrokken. Daarnaast voer-
den we een nieuw primair systeem in, kreeg de in 2009 aangekondigde reorganisatie haar beslag en introduceerden we
de nieuwe functie Organisatiecontrol om meer werk te kunnen maken van de interne controle en risicobeheersing.
9.2 Reorganisatie
In 2010 is de in 2009 aangekondigde reorganisatie doorgevoerd. Parteon heeft haar organisatie laten inkrimpen. Wonen
en Projectontwikkeling zetten meteen een grote stap omdat de reorganisatie daar inging op 1 januari 2010. Bij Finan-
ciën en Middelen gaat de inkrimping geleidelijker. Hier werkt sterk door dat Parteon medio 2012 op één locatie zal zijn
gehuisvest. Dat is ook het moment om de laatste reorganisatieactiviteiten door te voeren.
Op 1 januari 2010 ging Parteon alvast van vijf naar drie vestigingen. De afdelingen zijn nu verdeeld over de vestigingen
in Wormerveer (Dick Laanplein) en Zaandam (Westzijde en Rosmolenstraat).
9.3 HetNieuweWerken(HNW)
In 2010 hebben wij besloten om in 2012 Het Nieuwe Werken te gaan toepassen, dat bij Parteon de naam ParteoNext
heeft gekregen. Vanaf 2012 zijn er geen vaste werkplekken meer en zal er activiteitengerelateerd en tijd- en plaatsonaf-
hankelijk worden gewerkt. Parteon wil met dit eigentijdse concept in de toekomst een aantrekkelijke werkgever blijven.
Ook een hoogwaardige inrichting van het gebouw en state-of-the-art ICT-technologie moet hier aan bijdragen.
Andere doelen van ParteoNext:
• het vestigen en versterken van één organisatiecultuur;
• het tot stand brengen van een open werkomgeving die medewerkers faciliteert en stimuleert elkaar op te zoeken,
kennis en kwaliteiten te delen en samen aan producten of projecten te werken;
• flexibiliteit: er kan makkelijker worden ingespeeld op veranderingen;
• een betere benutting van technologische mogelijkheden waarbij digitalisering en een betere ontsluiting van
informatie leidt tot meer efficiency en het slimmer inrichten van werkprocessen;
• meer vrijheid en verantwoordelijkheid voor medewerkers, wat bijdraagt aan hun werkplezier en van Parteon een
aantrekkelijk werkgever maakt.
In 2010 zijn we gestart met de eerste voorbereidingen om ParteoNext in 2012 te kunnen invoeren.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 73
9.4 Ziekteverzuim
20101ekwartaal
20102ekwartaal
20103ekwartaal
20104ekwartaal
2010Totaal2010
Totaal2009
Totaalziekteverzuim
Incl. zwangerschap 5,95 4,01 3,69 5,33 4,76 7,21
Excl. zwangerschap 4,76 3,14 3,06 4,48 3,87 6,95
Ziekteverzuimfrequentie
Incl. zwangerschap 1,45 0,68 0,97 1,55 1,17 1,15
Excl. zwangerschap 1,44 0,65 0,97 1,51 1,15 1,13
9.5 Personeelsopbouw
Per 31 december 2010
Totaalaantalmedewerkers 220
Fulltime 129
Parttime 91
Mutaties2010 Indienst Uitdienst
Totaal 17 34
Eigen verzoek 3
Einde contract 3
Boventallig 17
(Vroeg)pensioen 2
Andere reden 8
Overlijden 1
Volkshuisvestingsverslag Parteon 74
9.6 Organogramper01-01-2010
OrganisatiecontrolBestuurssecretaris
DirecteurFinanciën&Middelen
AlgemeenDirecteur
Gebieds-ontwikkeling Bedrijfsbureau
Projecten
DirecteurProject-ontwikkeling
ManagerScope-teamS&I-teamP&O-teamCommunicatie
Financiën-teamP&C-teamFA
Middelen-teamICT-teamFacilitaireZaken
StafWonen-teamStaf-teamVvE
Klantenservice-teamKIC-teamReparatieservice
Vastgoed-teamPlanmatigOnderhoud&Verbetering-teamProjectmatigonderhoud-teamStafVastgoed
Wijkontwikkeling&leefbaarheid-teamWijktoezicht-teamWijkontwikkeling&Leefbaarheid
DirecteurWonen
Verhuur,Verkoop&Incasso-teamVerhuur&Verkoop-teamIncasso
9.7 Internecontroleenrisicobeheersing
Medio mei 2010 is bij Parteon de nieuwe functie ‘medewerker Organisatiecontrol’ van start gegaan. De functie is ont-
staan in nauw overleg met de RvC van Parteon. We spelen hiermee in op het grote belang dat in de sector wordt gehecht
aan goed bestuur, control en transparante verantwoording. De medewerker Organisatiecontrol ressorteert rechtstreeks
onder de algemeen directeur en is verantwoordelijk voor de advisering over en bewaking van de kwaliteit van de be-
drijfsbesturing, als bijdrage aan (de bewaking van) de realisering van de bedrijfsdoelstellingen.
Inventarisatieinstrumentariumvoorbesturingenbeheersing
Organisatiecontrol heeft zich aanvankelijk gefocust op het inventariseren van het beschikbare instrumentarium
voor besturing en beheersing. Met welke instrumenten kon Parteon op dat moment al bewaken dat de uitvoering van
activiteiten aansluit bij de focus zoals verwoord in de missie, de visie en het koersplan? Op basis van deze inventa-
risatie heeft Organisatiecontrol in een advies verbeterpunten geformuleerd, die zijn besproken met de directie en de
Audit Commissie. Belangrijke onderwerpen waren onder meer de aansluiting van het jaarplan op het koersplan (doen
Volkshuisvestingsverslag Parteon 75
we de goede dingen) en de wijze van bewaking van de uitvoering van het jaarplan door onder meer de formulering van
kritische succesfactoren en prestatie-indicatoren (doen we de dingen goed). Andere verbetermogelijkheden die vanaf
2011 meer aandacht zullen krijgen:
• het gebruik van benchmarkinformatie als integraal onderdeel van het managementinformatiesysteem;
• verbetering van de kwaliteit van het projectmatig werken;
• het opstellen van een risicobeleid en van processen en procedures voor systematische risico-identificatie.
• het opstellen c.q. verbeteren van een samenhangend integriteitsbeleid.
Risicomanagement
Een integraal overzicht van de grootste risico’s en bijbehorende beheersmaatregelen moet onderdeel gaan uitmaken
van het risicomanagementsysteem van Parteon. Wij hebben op het gebied van risicobeheersing overigens al de nodige
maatregelen in werking gezet (zie het overzicht hieronder).
Financiëlerisico’s
Voor de beheersing van de financiële risico’s beschikt Parteon over een up-to-date treasurybeleid, een actueel treasu-
rystatuut en een treasuryjaarplan. Elk kwartaal wordt een treasuryrapportage opgesteld waarin de voortgang wordt
gemonitord en verantwoording wordt afgelegd over het gevoerde treasurybeleid. Minimaal vier keer per jaar overlegt de
treasurycommissie over treasuryaangelegenheden.
Naast de genoemde kwartaalrapportage worden de belangrijkste financiële pijlers (verkoop bestaand bezit, terugkopen,
verkopen nieuwbouw, onderhoudsuitgaven) bewaakt via de maandrapportage. Het betreft de ‘levensaders’ van Parteon
waarop bovendien op korte termijn gestuurd kan worden. Om financieel gezond te blijven, is het van essentieel belang
dat de realisatie in lijn ligt met de begroting.
Planning & Control (P&C) heeft sinds juni 2010 de beschikking over WALS ter uitbreiding van de meerjarenprognose tool
FMP. Hiermee kan Parteon door middel van scenarioanalyse een risicoanalyse uitvoeren op macro-economische variabe-
len als rente, inflatie en waardeontwikkeling van vastgoed. P&C analyseert twee varianten: een beleidsvariant met eigen
parameters en één met de parameters van het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting.
Naast de risicoanalyse op externe variabelen rekent Planning & Control met deze tool verschillende beleidsvarianten door.
Dat maakt een ‘what if...’ analyse mogelijk, waarmee de effecten van bepaalde ontwikkelingen in kaart kunnen worden
gebracht. We moeten dan denken aan bijvoorbeeld de afwaardering van grondposities voor koopwoningen, lagere verkopen
van bestaand bezit, een lagere mutatiegraad, een hogere huurverhoging dan inflatie en lagere productieaantallen.
Projectontwikkelingsrisico’s
Om het projectontwikkelingsproces te beheersen, moet er inzicht bestaan in de voortgang, de belangrijkste kengetallen
en de risico’s van een project. Parteon beschikt over een systeem voor monitoring Reasult en bespreekt ieder kwartaal
alle projecten. We werken met een standaard procesmodel vastgoedontwikkeling en met interne verslaglegging en
besluitvorming op basis van fasedocumenten. Voor het identificeren van de risico’s van een project werkten we in 2010
met de tool Atrisk Pro. Een ander beheersingsinstrument is dat de bouw van nieuwbouwprojecten pas start bij verkoop
van 70% van de te realiseren woningen.
Exploitatierisico’s
Het beheer van de bestaande voorraad behoort tot de kernactiviteiten van Parteon. Om de woningvoorraad kwalitatief
op peil te houden en de daarmee gemoeide kosten te beheersen, streven we naar een planmatige aanpak van het peri-
odiek onderhoud en de verbetering van het woningbezit. Hiertoe werken we met een meerjarenonderhoudsbegroting.
Externe ontwikkelingen en eigen beleidskeuzes, bijvoorbeeld ten aanzien van milieu en energieprestaties, worden hierin
meegenomen. Om op de hoogte te blijven van de conditie van het woningbezit wordt dit in de praktijk voortdurend
geïnventariseerd en geactualiseerd. De wijzigingen en bijstellingen worden doorgerekend in de meerjarenonderhouds-
begroting en in de begroting voor het komende jaar.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 76
De omvang van de uitgaven voor onderhoud, renovatie en uitbreiding leidt tot een aanzienlijk inkooprisico. Parteon
heeft in 2010 voor zowel de projectontwikkelingsactiviteiten als voor onderhoud de taken, bevoegdheden en ver-
antwoordelijkheden en beleidsuitgangspunten vastgelegd in een inkoop- en aanbestedingsbeleid. Met dit beleid als
uitgangspunt gaan we in 2011 de huidige processen en procedures voor projectontwikkeling en onderhoud tegen het
licht houden en waar nodig aanpassen.
HRMrisico’s
Voor het realiseren van onze doelstellingen is voldoende goed gekwalificeerd en gemotiveerd personeel belangrijk.
Parteon beschikt over een goed systeem van functiebeschrijvingen, een beoordelingssystematiek en een bijbeho-
rende beloningssystematiek. Voor iedere medewerker is vanaf 2010 een eigen budget beschikbaar voor persoonlijke
loopbaanontwikkeling. Daarnaast hebben we in 2010 een aanzet gegeven voor organisatieontwikkeling. We richten ons
daarbij onder meer op leiderschapsontwikkeling en vergroting van de resultaatgerichtheid door middel van beoordelen
en belonen.
ICTrisico’s
Goede informatievoorziening is voor Parteon onmisbaar. In 2010 heeft Parteon gewerkt aan de vervanging van het
primaire automatiseringssysteem Empire door SG|tobias. Door de overstap naar een meer gestandaardiseerd systeem
wil Parteon de onderhouds- en beheersrisico’s verminderen.
Imagorisico
Parteon neemt als maatschappelijke organisatie een belangrijke plaats in in de Zaanstreek. Zij staat daardoor regelmatig
‘in de schijnwerpers’. Soms positief, maar in het verleden (te) vaak negatief. Dat levert imagoschade op. Door het voeren
van een actief pers- en communicatiebeleid zijn we er in geslaagd de negatieve spiraal om te buigen naar een positieve.
Daarmee geven we actief invulling aan ons imagorisico. Natuurlijk is daarmee negatieve perspubliciteit nooit helemaal
te voorkomen.
Integriteitsbeleid
Naar aanleiding van aanbevelingen van het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting heeft de afdeling P&O een scan
gedaan van het integriteitsbeleid van Parteon. Dit heeft geleid tot een aantal acties, zoals het voorbereiden van een
dilemmatraining voor medewerkers om hen bewust te maken van integriteitskwesties. Naar aanleiding van een audit op
de aanbestedingsprocedure heeft Deloitte geadviseerd de aanbevelingen binnen het bredere perspectief van integri-
teitsbeleid te plaatsen. Organisatiecontrol heeft hiervoor een gefaseerde aanpak met verbeteringen in het integriteitsbe-
leid opgesteld. Dit wordt in 2011 door de afdeling P&O verder uitgewerkt.
ProcesmanagementAO/IC(AdministratieveOrganisatie/InterneControle)
Procesmanagement bestaat voornamelijk uit het continu actualiseren en verbeteren van de procesbeschrijvingen
en de bij de processen geldende interne beheersingsmaatregelen. De procesbeschrijvingen zijn enkele jaren geleden
opgesteld, tegelijkertijd met het benoemen van de proceseigenaren. Ze zijn vastgelegd in het zogenaamde ‘proceshuis’
op intranet.
Het proceshuis is de basis voor het beheersen en verbeteren van processen en moet daarvoor altijd actueel blijven. De
in 2010 afgeronde reorganisatie binnen Parteon en de invoering van een nieuw primair systeem maken het noodzake-
lijk de kwaliteit en actualiteit van de vastgelegde informatie te controleren en waar nodig te optimaliseren. Dit gebeurt
in 2011.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 77
Audits
Auditing vindt plaats op basis van het audit-jaarplan, dat onderdeel is van het interne controleplan. Leidraad bij het
opstellen van het audit-jaarplan zijn de risicoaandachtsgebieden zoals die in 2009 in samenwerking met de accountant
zijn uitgewerkt. De audits richten zich op het beoordelen van het bestaan en de werking van de geldende procedures.
Daarnaast wordt aandacht besteed aan mogelijke verbeteringen in de interne beheersing.
In overleg met de Audit Commissie en de directie is besloten om in 2010 de volgende audits uit te voeren:
Audit Risicogebied
Woningtoewijzingsproces Juridisch risico, klanttevredenheid, imagorisico
Treasurybeleid en aangaan leningen Financieel risico
Aanbestedings- en offerteprocedure Juridisch risico, financieel risico
Betalingsverkeer Financieel risico
Aankoopbiedingen en verkooptransacties Juridisch risico, financieel risico
ICT-project (invoering nieuw primair systeem) Financieel risico, klanttevredenheid
Een toelichting per audit:
• de audit voor het woningtoewijzingsproces is, in overleg met de Audit Commissie en de directie, vanwege de druk
op de organisatie door de invoering van een nieuw primair systeem doorgeschoven naar 2011;
• de audits op het treasurybeleid en op het betalingsverkeer hebben eind 2010 plaatsgevonden. De bevindingen van
deze audits zijn in 2011 aan directie en Audit Commissie gerapporteerd;
• de bevindingen uit de audit op de aanbestedings- en offerteprocedure hebben geleid tot het inrichten van een
projectteam dat een uniform inkoop- en aanbestedingsbeleid ten behoeve van werken voor Parteon gaat opstellen.
Deloitte controleert hoe de aanbevelingen met betrekking tot het aanbesteden worden verwerkt. In 2011 worden
op basis van het vastgestelde inkoop- en aanbestedingsbeleid de relevante processen en procedures waar nodig
aangepast. Ook wordt dan onderzocht of de werking van het inkoop- en aanbestedingsbeleid kan worden uitgebreid
naar diensten en leveringen;
• de audit op het te implementeren systeem SG|tobias, uitgevoerd door PricewaterhouseCoopers, heeft geen punten
opgeleverd die de livegang belemmerden. Ook na livegang hebben zich geen onoplosbare problemen voorgedaan. De
module voor het afhandelen van de digitale factuurstroom behoeft nog enige aandacht. De eindrapportage van de
door PwC uit te voeren post GOLIVE-check wordt in het eerste kwartaal van 2011 verwacht.
Nulmetinginternebeheersing
PricewaterhouseCoopers, onze nieuwe accountant, heeft in het kader van haar controleaanpak een toetsingskader in-
terne beheersing ontwikkeld. Op twaalf deelgebieden is eind 2010 de interne beheersing beoordeeld en is het verbeter-
potentieel in kaart gebracht. Algemeen beeld uit deze nulmeting interne beheersing is dat Parteon de relevante externe
ontwikkelingen scherp op het netvlies heeft en op een professionele wijze invulling geeft aan interne controle en de
realisatie van haar doelstellingen.
De belangrijkste aanbevelingen:
• identificeer, categoriseer en kwantificeer de projectontwikkelrisico’s en manage daarop. We zijn hiermee gestart in
Rearisk, maar dit moet verder worden geprofessionaliseerd;
• volg de ontwikkelrisico’s van de totale projectenportefeuille systematisch en zorg voor de financiële vertaling;
• veranker de fiscaliteit integraal in de bedrijfsprocessen en de fasebesluitvorming (de fiscale paragraaf);
• formuleer en stel beleid vast rond het optimaliseren van fiscaliteiten, zodat de fiscale risico’s worden beperkt en
fiscale kansen tijdig en optimaal worden benut;
Volkshuisvestingsverslag Parteon 78
• geef beter invulling aan het automatiseringsbeleid en de hiermee samenhangende inrichting van functionaliteit en
ingebouwde controls. Dit is gebeurd bij de implementatie van het nieuwe primaire systeem;
• veranker het sturen op waarde in de Planning & Control cyclus. Maak een onderscheid tussen bedrijfswaarde en
beleidswaarde en analyseer de ontwikkeling hierin;
• stel een protocol onafhankelijkheid externe accountant vast en geef invulling aan een zelfstandig contact met de
externe accountant (zonder aanwezigheid van het bestuur).
Deze aanbevelingen worden besproken met de directie en vertaald in concrete acties.
De uitkomsten van de nulmeting interne beheersing door PwC zien er schematisch als volgt uit.
Juridische aspecten
Fiscaliteit
Inkoopcontrol
Sturen op waarde
Exploitatie
Wonen & Zorg
Projectontwikkeling
Planning & Control
Treasury
HRM
ICT
WaardeBenchmarkBestinClass
Toezicht (Corporate Governance)
100
75
50
25
0
9.8 NieuwprimairsysteemSG|tobias
Begin 2009 is Parteon gestart met een proces van selectie en implementatie van een nieuw primair systeem. Aanlei-
ding was de wens om met een meer gestandaardiseerd systeem te gaan werken om zo het beheer ervan te vereenvou-
digen. Bij de huidige leverancier en drie andere partijen hebben we nauwkeurig onderzocht welke functionaliteiten het
best passen bij de wensen en (werk)processen van Parteon. Ook hebben we referentiebezoeken afgelegd bij collega-
corporaties. Medio 2009 heeft dit geleid tot de keuze voor leverancier SG|automatisering en het systeem SG|tobias. De
implementatie van het systeem ging in januari 2010 van start. De livegang was op 15 november 2010.
9.9 Milieubeleidsplan/duurzaamheid
We boekten in 2010 vooruitgang op het gebied van de mobiliteit. Het aantal bedrijfsauto’s is verminderd met circa 25
stuks en op enkele auto’s na zijn de oude ‘poolauto’s’ vervangen door zuinige auto’s met het A-label. Alle bedrijfsauto’s
van de interne aannemerij met dieselmotor zijn voorzien van een roetfilter. Het gebruik van de elektrische scooter viel
tegen. De actieradius is te beperkt en we schaffen voorlopig geen nieuwe aan. Wel kochten we twee extra brommers en
een aantal dienstfietsen die goed worden gebruikt. Door middel van een reserveringsoverzicht wordt het gebruik van de
fietsen en de poolauto’s zo efficiënt mogelijk gestuurd.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 79
Op het gebied van de huisvesting wisten we het energie- en materiaalgebruik fors terug te dringen door het aantal
kantoorlocaties te verminderen van vijf naar drie. Door de ontwikkeling van de nieuwe centrale huisvesting zetten we
hierin een volgende stap. Ook aan de medewerkers hebben we gevraagd extra aandacht te besteden aan het gebruik
van energie en materialen.
Het aantal stand alone printers in de kantoren is afgenomen en de multifunctionals zijn standaard afgesteld op dubbel-
zijdig printen. Al het kopieerpapier is voorzien van het FSC-certificaat evenals alle visitekaartjes. Het bedrijfsrestaurant
is overgestapt op Fair Trade koffie.
Verder hebben we op het gebied van onderhoud, renovatie en nieuwbouw maatregelen getroffen in het kader van milieu
en duurzaamheid (zie hoofdstuk 7).
9.10 Communicatiebeleidsplan
In 2009 heeft Parteon een communicatiebeleidsplan opgesteld voor de periode 2009 – 2011. De belangrijkste aanlei-
dingen hiervoor waren het matige imago van de corporatiesector, de opkomst van nieuwe media, de steeds grotere
verschillen tussen de klantgroepen van Parteon en de toename van de mondigheid van de klant. Doel van het commu-
nicatiebeleid is er voor te zorgen dat communicatiedoelgroepen, de opiniemakers voorop, een beeld van Parteon hebben
dat overeenkomt met het gewenste beeld. Dat beeld komt voort uit de kernboodschap van Parteon: ‘Parteon verhuurt
en verkoopt woningen in de Zaanstreek. Alles draait om plezierig wonen.’
In het kader van het communicatiebeleidsplan heeft Parteon in 2010 de volgende activiteiten uitgevoerd:
• het bijeenroepen van een Alert-team om snel te kunnen handelen in situaties met een hoog afbreukrisico;
• extra investeringen in relaties met de pers;
• ondersteuning bij de verkoop van woningen;
• een nieuwe website;
• ondersteuning bij de blog van de algemeen directeur.
Parteon onderscheidt in het communicatiebeleid twee typen doelgroepen:
• interne doelgroepen: Raad van Commissarissen, directie, Ondernemingsraad en medewerkers;
• externe doelgroepen: huurders en potentiële huurders, potentiële kopers, inwoners van de Zaanstreek, jongeren,
ouderen, belanghebbenden en samenwerkingspartners, gemeente en politieke partijen, media.
9.11 KWHhuurlabelenkwaliteitvandienstverlening
In afwachting van de uitkomsten van het onderzoek naar een benchmarkinstrument hebben we in 2009 besloten om
voor 2010 geen reguliere KWH-meting Huurlabel in te plannen. In de zoektocht naar een ander instrument moeten we
het gevoel over de klanttevredenheid echter niet kwijtraken, ook omdat we in 2008 voor de laatste keer hierop zijn
gemeten. Om in 2010 toch de kwaliteit van onze dienstverlening te meten, hebben we KWH gevraagd een pilot rond
aftersales te ontwikkelen. Met dit meetinstrument wordt de klanttevredenheid continu gemeten en direct in beeld
gebracht. Zo is steeds informatie beschikbaar om te kunnen (bij)sturen op resultaten, processen en medewerkers (en
indirect op leveranciers en kosten). Het uiteindelijke doel van het instrument is het verhogen van de klanttevredenheid
en voorkomen van klachten.
De metingen vonden plaats rond drie processen: betrekken van een woning, uitvoeren van een reparatie en verlaten
van een woning. Klanten werden maandelijks per email benaderd met een korte vragenlijst, waarin de dienstverlening
Volkshuisvestingsverslag Parteon 80
centraal stond. De pilot is in juni en in december 2010 geëvalueerd. Klanten bij wie Parteon een reparatie had uitge-
voerd, gaven een redelijke respons. Degenen onder hen die ontevreden waren over de dienstverlening, werden door
Parteon gebeld om de klachten te verhelpen. Dit leverde vervolgens tevreden klanten op. Het doel is bij dit proces dus
behaald. De respons op de vragenlijsten over de twee andere processen was zeer gering en gaf geen zicht op ontevre-
den klanten. We hebben daarom besloten om in 2011 alleen door te gaan met aftersales bij uitgevoerde reparaties.
9.12 Telefonischebereikbaarheid
Parteon heeft een Klanten Informatie Centrum (KIC) om optimaal bereikbaar te zijn en vragen en meldingen in de eerste
lijn te kunnen afhandelen. Bij te lange wachttijden tijdens kantooruren en na kantoortijd krijgen huurders contact met
ons callcentrum, waardoor we 7 dagen per week, 24 uur per dag bereikbaar zijn. Het callcentrum behandelt zaken die
niet kunnen wachten tot de volgende werkdag. Huurders en klanten kunnen met hun vragen, meldingen en klachten
verder terecht op de website.
Voor een optimale dienstverlening hanteren we voor onze telefonische bereikbaarheid de volgende normen:
• van alle binnenkomende telefoontjes moet 85% binnen twintig seconden zijn opgenomen;
• 90% van de bellers moet direct contact krijgen en geen ingesprektoon;
• niet meer dan 20% van het binnenkomende telefoonverkeer mag worden doorverbonden.
Uit interne metingen (zie de tabel) blijkt dat de prestaties van het KIC op sommige onderdelen op of net iets onder de
normen liggen. Dit wordt met name veroorzaakt door de toename van het aantal telefonische contacten. Voor 2011 ma-
ken we opnieuw een capaciteitsberekening. Hiermee stellen we vast hoeveel medewerkers nodig zijn voor een optimale
bereikbaarheid, ook in de piekuren.
totaal2009 totaal2010 normParteon
Service niveau (%/sec.) 86/20 84/20 85/20
Bereikbaarheid 99% 99% 99%
Doorverbinden 20% 19% 20%
Aantal telefonische contacten 80.646 85.803 n.v.t.
MeetresultatenKWHonderzoektelefonischebereikbaarheid
We hebben in 2010 onze telefonische bereikbaarheid ook laten meten door KWH. De tabel bevat de resultaten. De 1,8 op
het onderdeel snelle en correcte afhandeling van reparatieverzoeken komt doordat we niet aan de KWH-norm voldoen.
Wij lossen spoedeisende reparatieverzoeken niet binnen twee uur (de KWH-norm), maar wel dezelfde dag op.
De corporatie is telefonisch goed bereikbaar 9,8
De klant voelt zich welkom en weet met wie hij spreekt 8,0
De klant krijgt snel antwoord op zijn vraag 9,0
Spoedeisende reparatieverzoeken die de klant meldt, worden snel en correct afgehandeld 1,8
Ieder telefoongesprek wordt klantvriendelijk afgehandeld 7,4
Heteindcijfervoorhetonderzoeknaardetelefonischebereikbaarheidis: 7,2
Volkshuisvestingsverslag Parteon 81
Evaluatiecallcentrumbuitenkantoortijd
In maart 2010 hebben we een evaluatie uitgevoerd van de bereikbaarheid en dienstverlening van het callcentrum.
We concludeerden dat de samenwerking volgens afspraak verloopt. Voor de puntjes op de i en de dagoverdracht heeft
Parteon bijna dagelijks contact met het callcentrum. We hebben vertrouwen in de kwaliteit van de samenwerking. In de
meting van KWH voor het Huurlabel in 2011 wordt ook het callcentrum gemeten.
9.13 Jongerenbeleid
Het Koersplan benoemt jongeren tot specifieke doelgroep van Parteon. In de Beleidsnota jongeren hebben we in 2009
de focus op deze groep verder uitgewerkt in enkele concrete activiteiten:
• het labellen van bestaand bezit voor jongeren, zodat ze betere kansen krijgen op de woningmarkt;
• het instellen van tijdelijke huurcontracten in bijvoorbeeld te slopen woningen;
• het aanbieden van kluswoningen;
• het houden van een voorlichtingscampagne voor jongeren over de werking van de woningmarkt.
In 2010 hebben we een aantal van deze punten verder uitgewerkt. De afdeling verhuur is gestart met het labelen van
woningen voor jongeren. Dit gebeurt nu bij alle woningen die voldoen aan de gestelde criteria. De overige punten worden
opgepakt in het kader van de verdere uitwerking van de doelgroepen in het Strategisch Voorraadbeleid.
Op sociaal-maatschappelijk gebied hebben we met de gemeente, het Regio College en Straathoekwerk verder inhoud
gegeven aan het project ‘Kamers met kansen’. Dit project richt zich op jongeren die een steuntje in de rug nodig hebben
op het gebied van wonen, leren en werken. De eerste stappen naar een project- en samenwerkingsplan zijn gezet. Ons
streven is het project in 2011 te starten.
9.14 Maatschappelijkonroerendgoed
In 2009 hebben we een beleidsnota geschreven over de rol van Parteon bij maatschappelijk vastgoed. Wij zijn van ouds-
her actief op dit gebied en willen onze inzet ook in de toekomst voortzetten. We gaan daarbij wel selectief te werk:
• is er sprake van een woonfunctie, zoals bij een sociaal pension?
• faciliteert het maatschappelijk vastgoed het wonen (bijvoorbeeld een zorgsteunpunt bij zorgwoningen)?
• wat is de functie? Welzijn en zorg liggen dichter bij het wonen dan bijvoorbeeld sport en cultuur;
• wat is de schaal? We richten ons niet op maatschappelijk vastgoed met een stedelijke functie, wel op
maatschappelijk vastgoed met een wijk- of complexfunctie, op voorwaarde dat we in de wijk een substantieel aantal
woningen beheren;
• we nemen bij maatschappelijk vastgoed alleen het technisch beheer op ons. Het operationeel en programmatisch
beheer is een taak voor de huurder.
In 2010 hebben we een brede school in Westerkoog opgeleverd. Verder hebben we gezocht naar nieuwe panden voor
het sociaal pension en vrouwenopvang. Samen met Evean ontwikkelen we een woonvorm voor mensen die zorg nodig
hebben ter plekke van het huidige verzorgingshuis de Durghorst in Krommenie.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 82
9.15 Wijk-enbuurtgerichtwerken
Parteon werkt wijk- en buurtgericht aan vitale wijken. We willen aansluiten bij vraagstukken die op buurt- en wijkniveau
spelen en op dat niveau overleggen we met bewoners en belanghouders. Daarbij richten we ons niet alleen op het
wonen, maar ook op de bredere kwaliteit van de buurten en wijken waarin onze woningen liggen. In veel wijken is een
integrale aanpak nodig. Om hier meer greep op te krijgen, ontwikkelen we een wijkmonitor die aangeeft hoe wijken er
voor staan en waar we prioriteiten leggen. Onze leefbaarheidsactiviteiten willen we richten op een beperkt aantal aan-
dachtswijken. We werken daarin nauw samen met de gemeente Zaanstad.
Parteon heeft in 2010 actief meegeholpen bij de organisatie van een gemeentelijke conferentie over wijkplannen. In
het kader van de woonservicewijken vindt op wijkniveau afstemming plaats van activiteiten op het gebied van wonen,
welzijn en zorg.
9.16 Visitatie
In 2007 heeft Parteon meegedaan aan een pilot met betrekking tot een maatschappelijke visitatie. We zijn toen gevisi-
teerd door Ecorys. In 2010 hebben we KWH opdracht gegeven om ons in de tweede helft van 2011 opnieuw te visiteren.
9.17 Klachtenengeschillen
Parteon heeft een klachten- en geschillenregeling waarin staat hoe bewoners klachten over de dienstverlening kunnen
uiten. Ook staat in de regeling hoe, met welke stappen en binnen welke termijnen Parteon klachten moet behandelen. Is
de klant daar niet tevreden over, dan kan hij de klacht laten behandelen door de Interne Klachtencommissie. Daarna is
er dan nog de mogelijkheid de klacht voor te leggen aan een externe, onafhankelijke Geschillencommissie.
In 2010 kreeg de Interne Klachtencommissie zes klachten voorgelegd, twee uit 2009 en vier uit 2010. In vijf geval-
len oordeelde de commissie contrair aan het eerdere oordeel van Parteon. Opvallend is dat in al deze gevallen ook de
afhandeltermijn ruimschoots was overschreden. De interne klachtencommissie heeft de uitspraken met de betreffende
afdelingen besproken en toegelicht. Ook heeft zij speciale aandacht gevraagd voor een snelle afwikkeling van de klach-
ten binnen de gestelde termijnen. In het zesde geval heeft de klachtencommissie geen uitspraak kunnen doen. Er werd
in 2010 geen enkele klacht niet-ontvankelijk verklaard.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 83
Een overzicht van de zes klachten. Eerst de twee klachten uit 2009 die in dat jaar nog niet waren afgehandeld:
• het wel of niet toekennen van schadevergoeding in verband met waterschade en de afhandeltermijn;
• het wel of niet toekennen van schadevergoeding in verband met stookkosten versus slechte isolatie en de
afhandeltermijn.
Deze klachten zijn beide in het voordeel van de huurder beslist en naar tevredenheid afgerond. Parteon erkent dat
ze bij beide zaken de afhandeltermijnen ruimschoots heeft overschreden.
De vier klachten uit 2010:
• de manier waarop een geiser geïnstalleerd was, het niet documenteren van de onderlinge afspraken hierover en
de manier waarop Parteon het probleem heeft willen oplossen. Ook deze klacht is in het voordeel van de huurder
beslist. Omdat Parteon verantwoordelijk is voor het onderhoud, draagt zij ook zorg voor een goede en veilige afvoer
van de geiser. Parteon heeft vanuit dat oogpunt de kosten voor haar rekening genomen. Verder zijn alle gemaakte
afspraken hierover nu goed gedocumenteerd. Parteon erkent dat de afhandeltermijn ruimschoots is overschreden;
• de duur van de klachtenafhandeling alsmede de manier waarop Parteon het geschil tussen twee buren over
huisdieren heeft willen oplossen. De klachtencommissie oordeelde dat Parteon maar een beperkte rol kan spelen
in dit soort overlastklachten, maar dit was niet duidelijk genoeg voor de huurder. Door deze uitspraak zijn de
verwachtingen op dit gebied nu beter afgestemd. Parteon erkent ook hier de afhandeltermijn ruimschoots te hebben
overschreden;
• het wel of niet vergoeden van de aanpassingen van een douchevloer in een seniorencomplex en de afhandeltermijn.
Deze klacht is in het voordeel van de huurder beslist. Parteon heeft alle kosten voor haar rekening genomen en
erkent dat de afhandeltermijn ruimschoots is overschreden;
• een overlastzaak en, in de ogen van de klant, de afhandeltermijn daarvan. Over deze klacht heeft de commissie
geen uitspraak kunnen doen. Er waren onvoldoende juridische bewijzen van de overlast waardoor de afdeling
Wijkontwikkeling de zaak niet kon afwikkelen. De commissie bevestigde dit en oordeelde dat er geen sprake was
van nalatigheid van de afdeling. De zaak blijft voorlopig in behandeling bij de afdeling Wijkontwikkeling.
De Interne Klachtencommissie heeft in 2010 de klanten telefonisch benaderd met de vraag of men tevreden of ontevre-
den was over de uitspraak. Vijf huurders waren tevreden over de uitspraak. Eén klant gaf aan de inhoud van de uitspraak
onvoldoende te vinden. Dit was voor hem echter geen reden de zaak voor te leggen aan de externe Geschillencommis-
sie. Deze commissie heeft in 2010 dan ook geen zaak in behandeling genomen.
Bewonersraad
De werkzaamheden en uitspraken van de Interne Klachtencommissie zijn in 2010, conform de Overlegwet, bespro-
ken met de Bewonersraad van Parteon. De raad heeft ook het Jaarverslag 2009 van de Externe Geschillencommissie
ontvangen.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 84 Slaan van de eerste paal voor nieuwbouwproject Koning Davidstraat, Zaandam
Volkshuisvestingsverslag Parteon 85
10 Nieuwbouw en gebiedsontwikkeling
10.1 Inleiding
In 2009 heeft Parteon het Strategisch Voorraadbeleid vastgesteld. Om te voldoen aan de woningbehoefte in Zaanstad
streven wij naar een jaarlijkse nieuwbouw van 150 sociale huurwoningen en 250 koopwoningen. Dat laatste onder de
voorwaarde dat 70% van de woningen is verkocht. Parteon wil verder ter verhoging van de kwaliteit van de woningvoor-
raad jaarlijks 140 woningen slopen. In 2010 is geen enkele woning gesloopt. In 2009 sloopten wij 301 woningen en wij
willen daarvoor eerst woningen terugbouwen, alvorens andere woningen te slopen. Sloop vindt plaats in een breder
kader van gebiedsontwikkeling waarbij ook sociale ontwikkelingen en ontwikkelingen in de woonomgeving aan de orde
zijn.
Parteon voert in Poelenburg en de Rosmolenwijk de regie bij de gebiedsontwikkeling. Voor Wormerveer-Noord stelden
wij een wijkvisie op. Bij de gebiedsontwikkelingen zijn we in 2010 gestart met het herstellen van het vertrouwen bij de
bewoners en het managen van de verwachtingen. In het verleden leidden het hoge slooptempo en de daarbij gecom-
municeerde zeer optimistische planningen voor de vervolgprojecten tot onrust in de buurten. Door de verwachtingen
tot reële proporties terug te brengen, proberen we het vertrouwen bij de bewoners te herstellen. Dit is in eerste instantie
goed gelukt maar het vertrouwen blijft, vanwege de ervaringen in het verleden, broos. Des te belangrijker om alleen
toezeggingen te doen die we kunnen waarmaken.
10.2 Opleveringen
In 2010 zijn de volgende eenheden opgeleverd:
Projectnaam Deelgemeente Totaal HuurOnrendabel
Bedragp/wonKoop Verkocht
WC Saendelft Assendelft 81 31 € 65.421 50 50
Durghorstplantsoen Krommenie 79 79 € 137.000 0 nvt
Brede School Koog aan de Zaan 5 5 € 0 nvt
Bloemkorf fase 1 Zaandam 1 1 € 0 nvt
TOTAAL 166 116 € 50 50
10.3 GemiddeldeStichtingskosten> €200.000
Durghorstplantsoen €235.000
Dit betreft de bouw van 79 huurappartementen voor ouderen. Het betreft zorgwoningen, aanleunwoningen en overige
seniorenwoningen. Het gebouw heeft een verwarmd Atrium. De verwarming en koeling wordt volgens een WKO-installa-
tie verzorgd. De installatie wordt zonodig aangevuld met zonnepanelen en een cv installatie. Het gebouw heeft een hoog
afwerkingsniveau.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 86
10.4 Lopendeprojecten
Parteon heeft een aantal projecten in aanbouw. Daarnaast is een aantal projecten (in meer of mindere mate) in voorberei-
ding. De ontwikkelportefeuille omvat in totaal 2.065 koopwoningen en 1.432 huurwoningen. De (verwachte) start bouw
varieert daarbij tussen 2010 en 2017. In de paragrafen 7 en 8 van dit hoofdstuk worden de projecten nader beschreven.
10.5 Grondaankopen
Parteon heeft in 2010 geen gronden aangekocht.
10.6 Gebiedsontwikkeling
Parteon hanteert gebiedsontwikkeling als middel in complexe en/of veelzijdige opgaven. Begin 2010 heeft de directie
de Handreiking Gebiedsontwikkeling vastgesteld. Deze beoogt heldere uitgangspunten te verschaffen voor gebieds-
ontwikkelingen door Parteon. Belangrijke elementen daarin zijn goed opdrachtgeverschap, een duidelijke kaderstelling
en een goede interne en externe communicatie. Verder houden we in onze gebiedsontwikkelingsplannen rekening met
meerdere aspecten, zoals:
• de wensen van verschillende partijen;
• gewenste ingrepen op fysiek, sociaal en economisch terrein;
• de taken en verantwoordelijkheden van belanghebbenden (Parteon zelf maar ook de gemeente en andere corporaties);
• de afstemming tussen korte en lange termijn;
• de afstemming tussen ontwikkeling en beheer.
In 2010 heeft Parteon aan gebiedsontwikkelingen gewerkt in Poelenburg en de Rosmolenwijk in Zaandam en in
Wormerveer-Noord.
Veeringplein, Rosmolenwijk Zaandam
Volkshuisvestingsverslag Parteon 87
Poelenburg
Op basis van het in december 2009 door de Gemeenteraad goedgekeurde Uitvoeringsprogramma geeft Parteon mede
uitvoering aan een integraal vernieuwingsprogramma op fysiek, sociaal en economisch terrein. Volgens het fysieke
programma gaan wij in een tijdsbestek van circa 10 jaar zo’n 250 huur- en koopwoningen bouwen, zowel appartementen
als eengezinswoningen. Ook neemt Parteon de ontwikkeling van een nieuw buurtwinkelcentrum voor haar rekening.
Rochdale bouwt volgens de plannen onder meer een brede school. Om de nieuwe woningen en het winkelcentrum te
kunnen bouwen, sloopt Parteon twee flats: een haakflat met 96 woningen aan de Lobeliusstraat / Poelenburg en een
zogenaamde E-flat met 72 woningen aan de Wachterstraat / Poelenburg. Daarnaast renoveert Parteon in de periode
2012 – 2016 diverse flats.
Eind 2010 heeft Parteon fase 1 van de Bloemkorf opgeleverd, de herbouwde winkelruimte van de Vomar. We willen in 2011
starten met de tweede en derde fase: de overige eenheden op de begane grond en de bovenliggende woningen. Volgens
plan starten we in 2011 ook met de voorbereiding van de nieuwbouwprojecten aan de Lobeliusstraat en de Wachterstraat.
Het sociale en economische programma in Poelenburg is vooral gebaseerd op het Wijkactieplan, dat in 2008 en 2009
in samenwerking met betrokken organisaties en buurtbewoners is uitgewerkt in een concreet uitvoeringsprogramma.
Poelenburg is een van de veertig zogenaamde Vogelaarwijken. Voor het bereiken van een sociaal sterke wijk leggen de
partijen de nadruk op het bieden van kansen om vooruit te komen. De belangrijkste doelen in het sociale programma
zijn het opheffen van de achterstandssituatie, vooruitzicht bieden aan jongeren, een betere inburgering en integratie
van allochtone bewoners, verbetering van de positie van ouderen en het benutten van de sterke kanten van mensen
in participatie. Het uitvoeringsprogramma werkgelegenheid heeft tot doel iedereen die kan werken ook daadwerkelijk
aan het werk te krijgen, betaald of onbetaald. Het aantal bijstandsgerechtigden in Poelenburg zou hierdoor op hetzelfde
niveau moeten komen als in vergelijkbare wijken in Zaanstad.
Onderdeel van het economisch programma voor Poelenburg is de wijkeconomie. De projecten op dit gebied moeten een bij-
drage leveren aan een gezonde, aantrekkelijke woonwijk. Dat gebeurt onder meer door het bieden van commerciële basisvoor-
zieningen op het vlak van winkelen en ontspanning, zichtbaar ondernemerschap en verbetering van het imago van de wijk.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 88
Nog een mijlpaal op sociaal vlak voor Poelenburg: in september 2010 werd het Infocentrum geopend in de E. Heimans-
straat. Dit is een belangrijke laagdrempelige informatievoorziening voor de buurtbewoners.
In oktober 2010 heeft de Visitatiecommissie voor de Wijkaanpak Poelenburg bezocht. Deze commissie werkt in
opdracht van de Tweede Kamer en rapporteert aan de minister. Voorzitter is Wim Deetman. De commissie uitte zich in
positieve bewoordingen over de aanpak in Poelenburg, maar sprak zich op enkele punten kritisch uit. Zo vond de com-
missie dat er meer focus moet komen in de te behalen doelstellingen. Volgens de commissie was niet altijd duidelijk
welke bijdrage projecten leveren aan de doelstellingen van de wijkaanpak. Eind 2010 zijn partijen begonnen de focus
van de wijkaanpak te verbeteren.
Al eerder in het jaar, in de eerste helft van 2010, werkten de corporaties en de gemeente hard aan de voltooiing van de
Samenwerkingsovereenkomst (SOK), die als contractdocument moet dienen voor de realisering van het Uitvoeringspro-
gramma. De corporaties hadden al eerder aangegeven dat zij het essentieel vinden met elkaar duidelijke tussentijdse
evaluatiemomenten vast te leggen, om de uitgangspunten voor nieuwe deelplannen te kunnen ‘ijken’ aan de actuele
situatie, met name aan de marktontwikkelingen. Volgens de corporaties is het niet reëel te veronderstellen dat partijen
de ontwikkelingen in de komende tien jaar nu al kunnen voorzien. In het plan zou dit leiden tot een verschil in status
tussen Poelenburg-West (de herstructurering ten westen van de straat Poelenburg) en Poelenburg-Oost (de uitbreiding
ten oosten van de straat Poelenburg). De discussie tussen de gemeente en de corporaties over dit onderscheid en de
mogelijke consequenties daarvan beheerste de tweede helft van 2010. Uiteindelijk heeft het college van B en W op
hoofdlijnen ingestemd met het standpunt van de corporaties. In december 2010 stemde ook de Raad ermee in. Volgens
plan wordt voor de zomer van 2011 de Samenwerkingsovereenkomst alsnog getekend.
Een belangrijke ontwikkeling voor Poelenburg was verder de komst van het nieuwe kabinet. De status van de Vogelaar-
wijken, die niet worden genoemd in het regeerakkoord, is zeer onzeker geworden en daarmee ook de beschikbaarheid
van de hieraan verbonden middelen. In het voorjaar van 2011 komt hierover mogelijk meer duidelijkheid.
Rosmolenwijk
Het jaar 2010 stond in het teken van de herijking van het Uitvoeringsplan 2005 herstructurering Rosmolenwijk. De
economische recessie, de vertraging in de planning van Parteon, de invoering van de woonservicewijk en met name de
gevolgen van het veranderde gemeentelijke (parkeer)beleid hebben tot het inzicht geleid dat de huidige overeenkomst
onuitvoerbaar is. Een pas op de plaats is noodzakelijk, maar met een streep onder de afgelopen vijf jaar en de balans op-
maken zijn we er niet. Vanuit het oogpunt van leefbaarheid en geloofwaardigheid mag de ontwikkeling niet stil komen te
liggen. Gemeente en Parteon hebben daarom gewerkt aan nieuwe afspraken over de gebiedsontwikkeling in de wijk. Om
geïntegreerd en gefaseerd te ontwikkelen en te kunnen anticiperen op nieuwe ontwikkelingen, stellen we een steden-
bouwkundig raamwerk op. Het proces liep in het najaar zeker drie maanden vertraging op toen bleek dat de gemeente
nog niet duidelijk wist hoe ze kan en wil omgaan met parkeren in de wijk. De verwachting is nu dat er medio 2011 een
nieuw uitvoeringsplan ligt voor de wijk. Ook is voor de komende jaren een extra bedrag van € 4 miljoen opgenomen
voor planmatig onderhoud.
Gedurende dit proces van herijking is naar de bewoners gecommuniceerd wat er in de tussentijd gaat gebeuren in de wijk:
• Parteon zoekt naar tijdelijke oplossingen voor de braakliggende sloopterreinen Veeringplein en
Jan Bouwmeesterstraat;
• de bouw aan de Koning Davidstraat en Luikse Hoven start per 1 juli 2010;
• in vier projecten waarvan de vernieuwing is uitgesteld, vindt onderhoud op maat plaats;
• de gemeente heeft de intentie de nieuwbouw aan de Bloemstraat, Jan Bouwmeesterstraat en het Veeringplein zo
spoedig mogelijk te laten starten;
• de gemeente onderzoekt hoe het in de Rosmolenwijk met het parkeerbeleid kan en wil omgaan.
Het consequente handelen van Parteon in dit proces en de wijze waarop Parteon de samenwerking met bewoners heeft
gezocht, heeft positief bijgedragen aan het herstel van vertrouwen en het imago van Parteon in de Rosmolenwijk.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 89
Wormerveer-Noord
Het ontbreken van een standpunt van de gemeente in de gebiedsontwikkeling Wormerveer-Noord heeft Parteon
genoodzaakt een aanpak op projectbasis te volgen, terwijl alles wijst op de noodzaak van een geïntegreerde gebieds-
gerichte aanpak van de wijk. Om te vermijden dat er een hypotheek op de toekomst wordt genomen, heeft Parteon de
sociale visie Wormerveer-Noord met de fysieke uitwerking als kader meegegeven voor de ontwikkeling van de wijk. Zo-
dra de gemeente heeft bepaald welke rol zij in dit gebied wil spelen, wordt dit kader door Parteon gehanteerd. De sloop/
nieuwbouw aan de Albert Meijnsstraat en de Krokusstraat zijn de eerste twee projecten.
10.7 Projectenmetstartbouw/oplevering2010
• Durghorstplantsoen Krommenie
Dit project is in 2010 opgeleverd.
• Saendelft winkelcentrum Assendelft
In tegenstelling tot de eerdere planning zijn 31 van de 81 appartementen in de verhuur gebracht. De overige vijftig
appartementen zijn in 2010 verkocht in Koopgarant.
• Brede school Koog aan de Zaan
Dit project is in 2010 opgeleverd.
• Jedelooschool Zaandam
Dit project omvat 66 woningen en is opgedeeld in twee fasen. Fase I is de renovatie van het hoofdgebouw en de conci-
ergewoning. In deze fase zijn dertig woningen gebouwd waarvan twintig sociale huur en tien koop. Fase I is eind 2009
opgeleverd. Fase II bestaat uit nieuwbouw achter het hoofdgebouw en omvat 36 eengezinswoningen, allen koop. In-
middels is ruim 90% van de woningen verkocht. De bouw van fase II is in 2010 gestart. Jedeloo fase II is een project
in de 2e tranche van de rijksregeling ter stimulering van de werkgelegenheid. Er bestaat een afnamegarantie door de
gemeente van twee woningen.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 90
• Indische Buurt West Wormerveer
Dit project bestaat uit 58 grondgebonden woningen, waarvan 33 koop en 25 sociale huur. Het is een project in de 3e
tranche. Met behulp van de afnamegarantie door de gemeente van negentien woningen is dit project in 2010 kun-
nen starten.
• Rietvelden Wormerveer
De bouw van Rietvelden Noord is in 2010 gestart. Van de twintig koopwoningen waren er bij de start van de bouw
dertien verkocht. Tevens lag er een optie op vier woningen. Rietvelden Noord is een 2e tranche project, met een afna-
megarantie door de gemeente van zes woningen.
Voor Rietvelden Zuid is medio 2009 de bouwvergunning aangevraagd. Vanwege langdurige procedures en een veel
omvangrijkere bodemverontreiniging dan eerder aan ons was meegedeeld, is de start van de bouw vertraagd. Vol-
gens plan kan de bouw in 2011 starten. Een eventuele verdere vertraging als gevolg van het niet verkrijgen van een
bouwvergunning zal deze planning ernstig in gevaar brengen.
• Luikse Hoven Zaandam
Het project maakt deel uit van de herstructureringsaanpak Rosmolenwijk en bestaat uit 32 koopwoningen en 12
sociale huurwoningen. Luikse Hoven is een 2e tranche project met een afnamegarantie van tien woningen. De bouw
is in 2010 gestart en het project wordt in 2011 opgeleverd.
• Koning Davidstraat
Ook dit project maakt deel uit van de herstructureringsaanpak Rosmolenwijk. Het bestaat uit de laagbouw van 25
eengezinswoningen (20 koop, 5 sociale huur) en een hoogbouwcomplex van 119 appartementen (67 koop, 52
sociale huur). In het appartementencomplex bevinden zich 82 overdekte parkeerplaatsen op maaiveldniveau. Het
project Koning Davidstraat is een 2e tranche project met een afnamegarantie van de gemeente voor 25 woningen.
In januari 2011 waren 34 woningen verkocht, inclusief drie woningen die de aannemer volgens afspraak afneemt.
Daarboven komen dan nog de 25 woningen waarvoor een afnamegarantie geldt. Al me al was dit op dat moment nog
niet voldoende om met de bouw te kunnen starten.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 91
• Poort van Rustenburg Zaandam
In dit Inverdanproject worden 58 huurwoningen gebouwd. De start was in juni 2010, de oplevering vindt voor een
belangrijk deel plaats in het vierde kwartaal van 2011.
• Bloemkorf 1e fase Zaandam
Na de brand in dit winkelcentrum hebben wij in 2010 als eerste fase de 750 m² winkelruimte van de VOMAR geheel
hersteld.
Hoogste punt voor project Poort van Rustenburg, Zaandam
Volkshuisvestingsverslag Parteon 92
10.8 Toelichtingprojectenmetstartbouw2011enlater
• Durghorst fase 2
Dit project omvat het slopen en herbouwen van het verzorgingshuis aan de Eikenlaan in Krommenie, direct naast
Durghorst 1. Naast zorgwoningen creëren we op de begane grond een ruimte voor een AHOED (Apotheekhoudende
Huisartsen Onder Een Dak). Evean is voornemens een deel van de zorgwoningen af te nemen. Met de gebruikers
van de AHOED hebben we mondeling overeenstemming bereikt. De gemaakte afspraken worden nu in een overeen-
komst vastgelegd. In het eerste kwartaal van 2011 wordt de fase van Voorlopig Ontwerp afgerond. Het streven is
nog in 2011 te starten met de bouw.
• Bloemkorf 2e en 3e fase Zaandam
Na fase 1 (zie hiervoor) worden de overige 2200 m² bedrijfseenheden en de daarboven gelegen 28 woningen her-
steld van de brandschade. De start van de bouw is gepland in 2011, de oplevering in 2012.
• Jan Bouwmeesterstraat Zaandam
Dit project is een ontwikkeling binnen de herstructurering van de Rosmolenwijk. Het programma bestaat uit 111
eengezinswoningen en beneden-/bovenwoningen waarvan er 89 worden verkocht. Parteon bouwt 22 huurwonin-
gen. De aanvraag voor de bouwvergunning is in juni 2008 ingediend en 16 september 2010 is het concept-besluit
vrijstelling bestemmingsplan gepubliceerd. Momenteel is er nog één bezwaarmaker. Zijn bezwaar ligt bij de be-
zwarencommissie, die volgens plan in februari 2011 uitspraak doet. Deze uitspraak heeft een adviserend karakter.
Uiteindelijk zal het college van B en W een beslissing moeten nemen over het bezwaar en onze aanvraag van de
bouwvergunning. De verkoop kan pas starten als de bouwvergunning onherroepelijk is.
• Nieuw kantoor Parteon Zaandam
De ontwerpfase van ons nieuwe kantoor is in volle gang. De start van de bouw is gepland in 2011.
• Boon blok 3 Wormerveer
Het project bestaat uit 17 sociale huurwoningen en circa 1.100 m² BVO winkelruimte. De winkelruimte wordt ver-
kocht. In 2011 wordt volgens plan het fase 4-besluit genomen. De bouw start naar verwachting in 2012. Mogelijk
kan het project worden versneld.
• Noordeinde Wormerveer
In dit samenwerkingsproject met Bouwfonds hebben we een grondpositie ingenomen. Er zijn nog tal van moeilijkhe-
den te overwinnen, bijvoorbeeld op planologisch gebied.
• Warmoesstraat-Hartog Wormerveer
Dit project van twaalf woningen staat in de meerjarenbegroting vooralsnog opgenomen als huurproject.
• Poort van Wormer Wormer
Het project Poort van Wormer ligt aan de Zaan in de gemeente Wormerland. Het huidige programma bestaat uit 367
koop- en huurwoningen, circa 200 gebouwde parkeerplaatsen en circa 1.000 m² bedrijfsruimte. Het plan bestaat
uit acht deelprojecten, met zowel laagbouw als gestapelde bouw voor diverse doelgroepen. Er worden eengezins-
woningen ontwikkeld in verschillende prijsklassen. De appartementen zijn deels bestemd voor senioren, deels voor
starters. Bij de entree van de locatie wordt een appartementengebouw ontwikkeld met circa twintig zorgeenheden.
Dit complex wordt verhuurd aan RIBW.
Voor het project is opnieuw de WRO-procedure gestart in de vorm van de coördinatieregeling. In deze procedure
worden het bestemmingsplan, de ontheffingsprocedure hogere grenswaarde en de bouwvergunningsaanvragen
voor de deelprojecten Buurtstraat en De Velden in één keer behandeld. Naar verwachting doet de Raad van State in
het vierde kwartaal van 2011 uitspraak.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 93
• Krokusstraat
• Albert Meijnsstraat
• Vondelstraat
• Herman Gorterstraat
• Tulpkade
Deze vijf projecten worden voorbereid binnen de gebiedsontwikkeling Wormerveer Noord. In het vierde kwartaal van
2009 zijn ze vastgelegd in visiedocumenten. De voorlopige programma’s omvatten in totaal zo’n 170 woningen. De
projectdelen Vondelstraat, Herman Gorterstraat en Tulpkade bevinden zich in de visiefase. Voor de projectdelen Kro-
kusstraat en Albert Meijnstraat is een visiedocument afgerond.
• Fortuinschool
Parteon heeft samen met het Zaans Bouwplatform een basisdocument opgesteld voor het project Fortuinschool. Dit
is een pilot ten behoeve van duurzaam bouwen in Zaanstad. De locatie biedt ruimte aan circa 75 eengezinswonin-
gen. Met de gemeente wordt naar verwachting in het eerste kwartaal van 2011 een exploitatieovereenkomst geslo-
ten. De start bouw is voorzien in 2012, de oplevering in 2014.
• Krommenie Oost (Chromos) Krommenie
Dit project bestaat uit 22 sociale huurwoningen en verkoop van de resterende kavel. De grond is eind 2010 aan ons
geleverd en wij hebben een gebiedsverkenning opgesteld. In 2011 wordt het project verder uitgewerkt.
• Heliomare
Het project bestaat uit acht zorgwoningen die worden verhuurd aan Heliomare. Het betreft een uitbreiding van het
bestaande complex. In januari 2011 is de fase van het haalbaarheidsonderzoek afgerond.
• De Dansschool Assendelft
In 2010 hebben we met ontwikkelpartner Heddes besloten om het eerdere plan van vrije kavels te verlaten
en 31 eengezinswoningen te ontwikkelen. In de recente globale planning wordt uitgegaan van de aanvraag
bouwvergunning in het tweede kwartaal van 2011. Een eerste presentatie van de verkaveling bij de projectleiding
van de gemeente is positief ontvangen.
• Luyt Assendelft
Parteon besloot in 2009 het project Luyt een aantal jaren uit te stellen. Begin 2011 onderzoeken we of het plan toch
op een eerder moment tot ontwikkeling kan worden gebracht.
• Smeeke Ven 2 Assendelft
Smeeke Ven 2 is bedoeld om in samenwerking met Ypsilon zelfstandige woningen te ontwikkelen voor mensen
met een schizofrene stoornis. RIBW is benaderd als beoogd zorgverlener. Voor het project hebben we van twee
eigenaren zes percelen aangekocht. De overdracht heeft reeds plaatsgevonden. Parteon heeft besloten het project
in het kader van de optimalisering van de projectenportefeuille met twee jaar te vertragen en door te schuiven naar
2014. Het concept- Programma van Eisen wordt nog verder afgerond met alle partijen. Dit vormt de basis voor de
stedenbouwkundige studie.
• Morgensterstraat
De woningen in de Morgensterstraat (Walvisvaardersbuurt) zijn vanwege hun slechte bouwkundige staat begin
2009 gesloopt. Recent zijn de saneringswerkzaamheden afgerond. In 2010 hebben we de haalbaarheidsfase af-
gerond. Begin 2011 startte de fase van het Voorlopig Ontwerp. Het programma bestaat uit 54 huurappartementen,
waarvan 16 begane grondwoningen van 80 m² en 38 appartementen van 85 m². Daarnaast is er ruimte gereser-
veerd voor een AHOED (zie eerder) of ander maatschappelijk vastgoed. De start van de bouw is voorzien medio
2012. Onderzocht wordt of de planning kan worden versneld.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 94
• Straat Davis
De negentig portiek-/etagewoningen en tien seniorenwoningen in de Straat Davis zullen plaats maken voor
nieuwbouw. De sloop volgt in beginsel na de nieuwbouw in de Morgensterstraat zodat binnen de buurt een logische
verhuisbeweging ontstaat. Het gevarieerde programma bestaat uit 25 huurwoningen (14 eengezinswoningen en 11
appartementen) en 57 koopwoningen (26 eengezinswoningen en 31 appartementen. De bouw start vermoedelijk
medio 2014.
• Kakesblok
• Belgischestraat
Deze projecten vallen onder de herijking van het oorspronkelijk programma voor de Rosmolenwijk.
• Veeringplein Zaandam
Ook dit project is onderdeel van de herstructurering van de Rosmolenwijk. In december 2009 is een ontwikkel-be-
slisdocument vastgesteld. Voor de nieuwbouwontwikkeling worden 83 woningen gesloopt. De sloop is afgerond. Het
project bestaat uit drie plandelen. Van de fasen 1 en 3 zijn de programma’s nog niet geheel uitgekristalliseerd. Dui-
delijk is wel dat het Buurthuis niet wordt verplaatst. Fase 2 bestaat uit 29 eengezins-rijwoningen aan de Rosmolen-
en Kopermolenstraat. Voor dit project is de WABO-procedure ter verkrijging van de omgevingsvergunning gestart.
• Hovenierstraat Zaandam
Dit project in de Rosmolenbuurt bestaat uit de sloop van 115 woningen en nieuwbouw van 113 woningen.
• Callierstraat Zaandam
Het project Callierstraat is een ontwikkeling binnen de herstructurering van de Rosmolenwijk in Zaandam. Het pro-
gramma bestaat uit 80 grondgebonden woningen, waarvan 33 sociale huur en 47 koop. Het project bevindt zich in
de haalbaarheidsfase.
• Bloemstraat Zaandam
Ook dit project past binnen de herstructurering van de Rosmolenwijk. Het programma is recent aangepast met meer
(nu 24) eengezinswoningen en minder (4) beneden-bovenwoningen. In het vierde kwartaal van 2010 is de haal-
baarheidsfase afgerond. Het Voorlopig Ontwerp volgt in het eerste kwartaal van 2011.
• Sociaal pension Zaandam
Voor dit opvangproject voor daklozen hebben we in samenspraak met de gemeente enkele locaties onderzocht. Dit
heeft voorlopig geleid tot één haalbare locatie. Vanwege de impact op de directe omgeving is nader onderzoek nodig
alvorens een definitief besluit kan worden genomen.
• NUON terrein Zaandam
Dit project behelst de nieuwbouw van ongeveer 150 woningen op het voormalig gasfabriekterrein aan de Zaan in
Zaandam door het samenwerkingsverband van Giesbers, Bouwfonds en Parteon. Als reactie op problemen rond de
levering van de grond heeft het samenwerkingsverband eind 2010 besloten een rechtszaak aan te spannen.
• Lobeliusstraat
• Wachterstraat
Dit zijn toekomstige projecten in Poelenburg. De start van de bouw is voorzien in 2013.
• Overtuinen A Zaandam
Overtuinen A is sinds een jaar weer een intensief onderwerp van gesprek met de gemeente. De gemeente overweegt
een deel van de plannen in Inverdan West aan te passen. In dit kader heeft ze voorgesteld op deze locatie alleen
Volkshuisvestingsverslag Parteon 95
koopwoningen te ontwikkelen. In december 2010 vond een workshop met de gemeente plaats om te komen tot een
voor zowel de gemeente als Parteon acceptabele verkaveling.
• De Eilanden Zaandam
Het laatste stedenbouwkundig plan voor De Eilanden bestaat uit 126 eengezinswoningen, alle in de koopsector. Parteon
heeft aan de gemeente laten weten dat ze voor dit project, gezien de huidige markt, betere tijden wil afwachten. De Eilan-
den maken onderdeel uit van de ‘Samenwerkingsovereenkomst Inverdan deelgebied 3 de Knoop’ uit 2004. Hoewel deze
overeenkomst formeel is verlopen, ziet de gemeente Zaanstad Parteon vooralsnog als de beoogde ontwikkelaar van deze
locatie. Het project valt net als Overtuinen A binnen het gebied waarvan de plannen mogelijk worden aangepast.
• De Slinger (voorheen de buiging) Zaandam
• Planonderdeel 19.3 Zaandam
• Planonderdeel 16.2 Zaandam
Deze projecten zijn evenals de Eilanden onderdeel van de door de gemeente te heroverwegen ontwikkelingen.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 96
Volkshuisvestingsverslag Parteon 97
11 Financieel beleid en beheer
11.1 Inleiding
Parteon is een maatschappelijke onderneming die zorgt voor plezierig wonen. Deze missie is uitvoerbaar als er vol-
doende financiële middelen beschikbaar zijn die efficiënt worden ingezet. Om dit te bereiken is goed financieel beheer
en beleid noodzakelijk.
De financiële uitgangspunten
Binnen Parteon is de financiële positie geen doelstelling, maar een randvoorwaarde. Anders gezegd; ‘geld is een middel
en geen doel’. Er dient continue bewaakt te worden dat het bereiken van de doelstellingen gebeurt binnen de financiële
randvoorwaarden. Deze financiële randvoorwaarden zijn uitgewerkt in een financiële meerjarenplanning die elk jaar
wordt geactualiseerd. Zolang deze financiële meerjarenplanning aan deze randvoorwaarden voldoet, is Parteon in hoge
mate vrij om haar strategische doelen te realiseren. De randvoorwaarden komen voort uit de doelstelling van Parteon
om borging van financiering te behouden (via het WSW) en om de A-status bij het Centraal Fonds voor de Volkshuisves-
ting (CFV) te behalen. Op basis van de managementinformatie wordt getoetst of aan de financiële randvoorwaarden
wordt voldaan.
Financiële doelstellingen Parteon
In het jaar 2009 heeft Parteon de B1-status gekregen van het CFV. De reorganisatie die bij Parteon is doorgevoerd en
een aangepaste meerjarenplanning hebben er echter toe geleid dat de voorgenomen activiteiten in financieel opzicht
passen bij de vermogenspositie van Parteon. Dit heeft geresulteerd in het ontvangen van de A-status van het Centraal
Fonds. Parteon bleef in het verslagjaar binnen het afgegeven faciliteringsvolume welke verstrekt is door het WSW.
Conclusie is dat de financiële continuïteit gewaarborgd is.
11.2 Treasury
Het treasury-statuut bepaalt de spelregels voor de treasury-activiteiten van Parteon. Het statuut is de basis voor het
treasury-jaarplan, op basis waarvan de treasury-operaties worden uitgevoerd. Het treasury-statuut heeft de volgende
doelstellingen:
• het waarborgen van de toegang tot de kapitaalmarkt;
• het beheersen van renterisico’s;
• het financieren tegen zo laag mogelijke kosten;
• het beschikken over voldoende liquiditeit.
In het treasury-statuut staan de kaders voor het maken van treasury-keuzes, risicoprofielen, verantwoordelijkheden en
bevoegdheden.
In 2010 is het treasury-statuut geëvalueerd. Na de reorganisatie in 2009 zijn de ‘functienamen’ van de bij het treasury-
proces betrokken personen gewijzigd. Het treasury-statuut is hierop aangepast.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 98
Daarbij liet de definitie van het renterisico ruimte voor verschillende interpretatie. In het bijgewerkte treasury-statuut
zijn de definities van het WSW-renterisico (extern kader) en het bedrijfseconomisch renterisico (intern kader) eendui-
dig verwoord. Het nieuwe treasury-statuut is vastgesteld door de directeurbestuurder en goedgekeurd door de Raad van
Commissarissen.
Het treasury-jaarplan wordt jaarlijks vastgesteld door de directeurbestuurder en goedgekeurd door de Raad van Com-
missarissen. Het treasury-jaarplan 2010 is vastgesteld door de directeurbestuurder en is goedgekeurd door de Raad
van Commissarissen.
WaarborgfondsSocialeWoningbouw(WSW)
De belangrijkste kredietbeoordelaars hebben het WSW hun hoogste rating toegekend (triple A-status). Dankzij deze
status kunnen corporaties geld lenen tegen gunstige voorwaarden indien deze leningen zijn geborgd door het WSW.
Het WSW beoordeelt haar deelnemers op basis van kasstromen. Hierbij wordt beoordeeld of de organisatie vanuit de
exploitatiekasstroom in staat is de rente te voldoen, vermeerderd met een normatieve aflossingsplicht van 2% over de
verwachte leningenportefeuille (inclusief de toekomstige financieringsbehoefte).
Het faciliteringsvolume is het maximale bedrag aan externe financiering waarvoor het WSW van tevoren aangeeft dat zij
borg staat. Dit volume wordt bepaald op basis van de prognosecijfers die voor 1 februari aan Corpodata zijn aangeleverd.
Voor het jaar 2010 is gekeken naar de prognoses van de jaren 2010 tot en met 2012. Het door het WSW afgegeven facili-
teringsvolume bedraagt € 209,9 miljoen. Voor een totaalbedrag van € 160 miljoen zijn leningen ten laste van het facili-
teringsvolume aangetrokken. Hiervan heeft € 125 miljoen aan leningen betrekking op 2010 en€ 35 miljoen betrekking
op 2011. Parteon bleef in het verslagjaar binnen het afgegeven faciliteringsvolume. Het WSW heeft bij Parteon voor rond
€ 516 miljoen aan leningen geborgd.
Mutaties2010
In 2010 zijn een tweetal leningen gestort voor een totaalbedrag van € 40 miljoen. De overeenkomsten van deze lenin-
gen waren reeds afgesloten in 2007 en 2008.
Gegeven de lage marktrente is in 2010 een analyse gemaakt van de leningenportefeuille met als doel de financierings-
lasten van de leningenportefeuille te verlagen en de gemiddelde looptijd te verlengen.
Naar aanleiding van deze analyse zijn in 2010 totaal 16 leningen met eindaflossing in 2011 tot en met 2013 afgekocht
voor een bedrag van € 58,4 miljoen. In totaal zijn hier 6 nieuwe leningen voor een bedrag van € 85 miljoen aan herfi-
nanciering ‘tegenover’ geplaatst. Daarmee is in 2010 € 26,6 miljoen aan additionele financiering gestort. In juli 2010 is
een tweetal leningen afgesloten voor een totaalbedrag van € 20 miljoen met een stortingsdatum in 2011 om het rente-
risico in 2011 te verlagen.
Daarnaast is in december 2010 is een roll-over lening van € 15 miljoen aangetrokken ter afdekking van een per 1 april
2011 ongedekte swap.
11.3 Beleggingen
In 2010 zijn geen structurele beleggingen aangehouden. Eind 2010 is er wel sprake van een overschot aan liquide mid-
delen, hetgeen met name het gevolg is van de in 2010 aangetrokken additionele financiering van € 26,6 miljoen. Om
het overschot aan liquide middelen weg te zetten is in 2010 een spaarrekening geopend. Eind 2010 bedraagt het saldo
op de spaarrekening € 20 miljoen.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 99
11.4 Renterisico’s
In 2010 zijn in het treasury-statuut de renterisico’s eenduidig gedefinieerd. Op basis van het externe kader is het WSW-
renterisico verwoord en op basis van het interne kader het bedrijfseconomisch renterisico.
In de loop van 2010 heeft het WSW het beleid inzake basisrenteleningen gewijzigd. Met ingang van 22 september 2010
heeft het WSW besloten de basisrentelening onder de 15%-richtlijn te brengen op het moment dat de kredietopslag
herzien gaat worden. Deze wijziging leidt tot een hoger WSW- en bedrijfseconomisch renterisico.
WSW-renterisico
Het WSW bepaalt het renterisico op basis van de bestaande portefeuille. Het bedrag waarover risico wordt gelopen
bestaat uit leningen welke een eindaflossing dan wel een renteaanpassing kennen en uit het effect van eventuele rente-
instrumenten. Dit bedrag wordt vervolgens afgezet tegenover het saldo uitstaande leningen van het laatste verslagjaar.
Basisrenteleningen worden op het moment dat de kredietopslag herzien gaat worden in het renterisico meegenomen.
20%
15%
10%
5%
0% 2011 2012 2013 2014 2015
Renterisico 0% 11,87% 12,69% 8,05% 5,11%
Norm 15% 15% 15% 15% 15% 15%
De norm van het WSW-renterisico van 15% wordt in geen enkel jaar overschreden.
Bedrijfseconomischrenterisico
Het bedrijfseconomisch renterisico gaat uit van de jaarlijkse financieringsbehoefte. Dit betekent, dat naast de leningen
met een eindaflossing, ook rekening wordt gehouden met kasstromen uit de reguliere rente- en aflossingsverplichtin-
gen en met de kasstromen vanuit exploitatie en (des)investeringen. Daarnaast bestaat het bedrag van het renterisico
uit leningen die een renteaanpassing of een herziening van de kredietopslag kennen en uit het effect van eventuele
rente-instrumenten. Het aldus verkregen bedrag aan renterisico wordt afgezet tegen de geprognosticeerde vreemd ver-
mogenspositie. De geprognosticeerde vreemd vermogenspositie is de optelsom van de bestaande leningenportefeuille
en de cumulatieve financieringsbehoefte, verminderd met eventuele beleggingen en beschikbare liquiditeiten.
20%
15%
10%
5%
0% 2011-2013 2012-2014 2014-2015
Renterisico 10,07% 12,92% 10,10%
Norm 15% 15% 15%
Volkshuisvestingsverslag Parteon 100
Het statuut bepaalt dat het bedrijfseconomisch renterisico gemiddeld over een periode van 3 jaar niet meer mag bedra-
gen dan 15%. De norm van het bedrijfseconomisch renterisico wordt in geen enkele periode overschreden
11.5 AnalysevanhetresultaatHet resultaat over 2010 bedraagt -/- € 13.8 miljoen. Over 2009 was dat € 86,6 positief.
Het verschil ad € 100,4 miljoen kan als volgt verklaard worden:
Omschrijving(bedragenxe1.000) Verschilpositief Verschilnegatief
Huren 2.629
Vergoedingen 395
Overheidsbijdragen
Verkoopopbrengsten onroerende zaken 7.870
Geactiveerde productie voor eigen bedrijf 1.754
Overige bedrijfsopbrengsten 322
Afschrijvingen op (im)materiële vaste activa 92
Overige waardeveranderingen materiële vaste activa 3.715
Erfpacht 4
Lonen en salarissen 2.339
Sociale lasten 101
Pensioenlasten 263
Lasten onderhoud 5.815
Overige bedrijfslasten 1.339
Rentebaten en soortgelijke opbrengsten 311
Opbrengsten financiële vaste activa en effecten 285
Rentelasten en soortgelijke kosten 3.006
Belastingen 2.2163
Resultaat deelnemingen 706
Mutatie actuele waarde materiële vaste activa 92.736
Totaalpositief 22.732
Totaalnegatief 123.113
Persaldo 100.381
Huren
De huurinkomsten zijn per saldo toegenomen ten opzichte van 2009. Dit heeft voornamelijk te maken met de jaarlijkse
huurverhoging (in 2010 1,2%). Deze toename wordt gedeeltelijk vereffend door een afname in de huurinkomsten door-
dat het aantal verhuureenheden is afgenomen van 17.845 eind 2009 naar 17.780 eind 2010.
Verkoopopbrengsten onroerende zaken
De verkoopopbrengsten onroerende zaken zijn verbeterd met € 7,9 miljoen. Deze verbetering valt voor het grootste
gedeelte te verklaren doordat in 2009 voor € 7,7 miljoen grond afgewaardeerd is. In 2010 is voor € 0,6 miljoen afge-
waardeerd.
Geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf
De geactiveerde productie wordt gerealiseerd gedurende fase overgangen in het bouwproces.
In 2010 zijn er binnen de nieuwbouwprojecten minder faseovergangen geweest waardoor de activering lager uitvalt.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 101
Overige waardeveranderingen (immateriële vaste activa)
In de overige waardeveranderingen worden de onrendabele toppen op nieuwbouwprojecten verantwoord. De onrenda-
bele top is het verschil tussen de stichtingskosten en de bedrijfswaarde van de gebouwde woningen. In 2010 is deze
post verbeterd ten opzichte van 2009 omdat er minder projecten waren welke fase 4 definitief ontwerp gepasseerd zijn.
Op dat ogenblik wordt het onrendabel gerealiseerd.
Lonen en salarissen
Als gevolg van de reorganisatie is het personeelsbestand gedaald van 210 FTE in 2009 naar 191 FTE in 2010. Door de
vorming van de reorganisatievoorziening in 2009 en door de daling van het aantal FTE’s zijn de lonen en salarissen
gedaald met € 2,3 miljoen.
Lasten onderhoud
De verminderde uitgaven voor onderhoud ad € 5,8 miljoen zijn voor het grootste gedeelte (€ 4 miljoen) te herleiden
naar het planmatig onderhoud.
Rentelasten en soortgelijke kosten
De toename van deze kosten met € 3 miljoen wordt met name veroorzaakt doordat een agio betaald diende te worden
omdat leningen vervroegd zijn afgelost. Deze vervroegde aflossing maakte onderdeel uit van de herfinanciering van de
leningportefeuille.
Belastingen
Het verschil valt te verklaren doordat de actieve belasting latentie in 2010 geheel ten laste van het resultaat verant-
woord is. De verwachting is dat de actieve latentie niet verrekend kan worden in de toekomst.
Mutatie actuele waarde materiële vaste activa
De mutatie actuele waarde die wordt verwerkt in de resultatenrekening is afgenomen met € 92,7miljoen. Deze afname
is voornamelijk het gevolg van aanpassingen van beleidsparameters, uitgangspunten en de rentabiliteitswaardecorrectie.
11.6 Financiëlekengetallen
Solvabiliteit
Voor de berekening van de solvabiliteit wordt onderscheid gemaakt tussen wel/geen ‘verkopen onder voorwaarden’
(VOV). De verhouding tussen het eigen vermogen en het totaal vermogen eind 2010 was inclusief de VOV 28,3%, en ex-
clusief 29,9%.
2008 2009 2010
Solvabiliteit inclusief VOV n.v.t. 31,0% 28,1%
Solvabiliteit exclusief VOV 24,65% 32,09% 29,6%
Meerjarenbegroting
Parteon heeft een meerjarenprognose 2011-2015 opgesteld. Hieronder volgt een perspectief op basis van de meerjaren-
begroting van Stichting Parteon. De meerjarenbegroting is gebaseerd op basis van bedrijfswaarde:
Volkshuisvestingsverslag Parteon 102
Omschrijving
(bedragenx€1.000)
2011 2012 2013 2014 2015
Solvabiliteit 28,0 27,8 27,1 27,7 28,4
Omvang eigen vermogen 241.906 243.228 241.186 248.954 254.347
Lang vreemd vermogen 548.490 556.701 570.762 574.338 565.704
Rente vreemd vermogen 24.000 24.415 24.791 25.031 25.126
Operationele kasstroom1 18.422 18.469 19.243 19.837 20.420
Jaarresultaat -5.443 1.321 -2.042 7.766 5.392
Binnen Parteon is de financiële positie geen doelstelling, maar een randvoorwaarde. Anders gezegd; ‘geld is een middel
en geen doel’. Er dient continue bewaakt te worden dat het bereiken van de doelstellingen gebeurd binnen de financiële
randvoorwaarden. Zolang de financiële meerjarenplanning aan deze randvoorwaarden voldoet, is Parteon in hoge mate
vrij om haar strategische doelen te realiseren. De randvoorwaarden komen voort uit de doelstelling van Parteon om
borging van financiering te behouden (via het WSW) en om de A-status bij het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting
(CFV) te behalen. Op basis van de managementinformatie wordt getoetst of aan de financiële randvoorwaarden wordt
voldaan. De financiële (bij)sturing van Parteon is daarom in het bijzonder gericht op:
Omschrijving Criteriavoor Nieuweparameter
Operationele kasstromen WSWCumulatief positief saldo komende 5 jaar
rekening houdens met 2% aflossingsnorm.
Faciliteringsvolume WSWVrijgegeven Faciliteringsvolume is groter
dan het totaal saldo te borgen leningen komende 3 jaar
Solvabiliteit/ Continuïteit CFVHet volkshuisvestelijk vermogen in
procenten van het balans totaal is groter dan 20% en kleiner dan 30%)
Parteon sluit hiermee aan bij de belangrijkste financiële randvoorwaarden welke het WSW en het CFV hanteren. Voren-
staande kan als volgt worden weergegeven:
Volkshuisvestingsverslag Parteon 103
GrenzenWSWOperationelekasstroom
Faciliteringsvolume
GrenzenCFVSolvabiliteit
Volkshuisvestelijkvermogen
Bijsturen aan grenzen CFV
Bijsturen aan grenzen CFV
Bijsturen aan grenzen WSW
Bijsturen aan grenzen WSW
Ondernemingsplan
Doelstellingen
Doelstellingen
Doelstellingen
Doelstellingen
Realisatie
Realisatie
Realisatie
Realisatie
Bijsturingrealisatieaandoelstellingen
11.7 IntegraleVPB-verplichting
Parteon moet sinds 2008 over al haar activiteiten vennootschapsbelasting betalen. Hoeveel dit is, wordt bepaald aan de
hand van het fiscale resultaat. Het fiscale resultaat wijkt meestal af van het bedrijfseconomische resultaat zoals op-
genomen in de jaarrekening. Hierdoor kan de belastingdruk substantieel verschillen van circa 25% (VPB-tarief) van het
bedrijfseconomische resultaat. De afboeking van onrendabele toppen op verhuur mogen bijvoorbeeld niet worden mee-
genomen in het fiscale resultaat, terwijl deze toppen wel voor verlaging zorgen van het bedrijfseconomisch resultaat.
Onrendabele toppen zijn niet in de verhuur terug te verdienen investeringen c.q. exploitatie-uitgaven. Om duidelijkheid te
scheppen over de concrete details van de integrale belastingplicht, hebben Aedes en de belastingdienst overeenstem-
ming bereikt over Vaststellingsovereenkomst II (VSO II). VSO II betreft onder meer de openingsbalans, projectontwikke-
lingen en tussenvormen.
Parteon heeft zich in 2009 en 2010 gericht op de aangifte over het fiscale jaar 2008. Over 2008 heeft Parteon een
fiscaal verlies geleden waardoor er geen vennootschapsbelasting betaald diende te worden. Parteon verwacht eind juli
2011 de aangifte over het fiscale jaar 2009 af te ronden.
Aanvullende informatie over de VPB-plicht en de cijfermatige afwerking hiervan voor Parteon staat in de jaarrekening.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 104 Wijkfeest Poelenburg
Volkshuisvestingsverslag Parteon 105
12 Verbindingen
12.1 Inleiding
Parteon heeft als organisatie een aantal verbindingen. Een verbinding wordt gedefinieerd als het hebben van (belang-
rijke) invloed op een andere rechtspersoon. Dat kan door deelneming in het aandelenkapitaal, door zitting te nemen in
directie of bestuur of door andere vormen van zeggenschap. Parteon kiest voor het aangaan van verbindingen om onder
meer bepaalde activiteiten te kunnen ontplooien. Voorbeelden daarvan zijn WoningNet NV en stichting Koopgarant. In
andere gevallen kiezen we voor een verbinding om risico’s te spreiden (en dus verminderen) of om een bijdrage te leve-
ren aan specifieke volkshuisvestingsactiviteiten.
12.2 Verbindingenalgemeen
• Parteon Projectontwikkeling Holding BV.
In 2007 is deze Holding BV opgericht. Daarmee werd de afdeling Projectontwikkeling van Parteon verzelfstandigd.
Stichting Parteon is 100% aandeelhouder van de BV. Per 31 december 2010 bedroeg het eigen vermogen van de BV
-/- € 10,9 miljoen. Het resultaat over 2010 was -/- € 1,3 miljoen. De cijfers van Parteon Projectontwikkeling Holding
BV zijn opgenomen in de geconsolideerde cijfers van stichting Parteon.
• Stichting Monumenten Zaanstad.
Deze stichting exploiteert een tiental monumentale panden (woningen) en het voormalige gemeentehuis van
Zaandam De Burcht (bedrijfsonroerend goed). Ze is van oorsprong opgericht om voor de panden subsidiegeleden
binnen te halen. Het beheer van de panden past binnen het reguliere beheer van Parteon. Stichting Parteon is
de enige bestuurder van de stichting en heeft door deze zeggenschap invloed op de risicobeheersing. Zij staat
garant voor € 50.000 aan betalingsverplichtingen. Het eigen vermogen bedroeg per ultimo 2010 € 2,4 mln. De
jaaromzet over 2010 bedroeg € 173.000. De cijfers van stichting Monumenten Zaanstad zijn opgenomen in de
geconsolideerde cijfers van stichting Parteon.
• Stichting Beheer en Exploitatie Registergoederen Parteon (SBERP).
Deze stichting beheert het kantoorpand van Parteon aan de Rosmolenstraat in Zaandam. De stichting is opgezet om
fiscale redenen en past volledig in de bij een woningcorporatie toegestane activiteiten, namelijk het beheer van een
eigen kantoorpand. Parteon is de enige bestuurder van de stichting en heeft een lening verstrekt die is verantwoord
onder de financiële vaste activa. Het eigen vermogen bedroeg ultimo 2010 € 187.000, de jaaromzet € 122.000. De
cijfers van SBERP zijn opgenomen in de geconsolideerde cijfers van stichting Parteon.
• Stichting Koopgarant – stichting OpMaat.
Deze stichting is een netwerkorganisatie die al het werk levert voor het product Koopgarant. Stichting Koopgarant
heeft in 2008 haar krachten gebundeld met het Te Woon-platform. Daarbij is de naam veranderd in stichting
OpMaat. Het doel van deze stichting is producten en diensten aan te bieden die de kloof tussen kopen en huren
kleiner maken. Naast Koopgarant is dat KoopComfort. Beide maken deel uit van het Te Woon-concept. De producten
worden gesteund door Aedes en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Parteon maakt deel uit van het
Bestuur van de stichting. De activiteiten van deze stichting passen binnen de toegestane activiteiten van een
woningcorporatie. Er zijn geen financiële banden.
• WoningNet.
Woningcorporaties hebben deze vennootschap opgericht om de woonruimteverdeling van hun bezit in het ROA-
gebied te coördineren. De activiteiten van deze verbinding passen binnen de kernactiviteiten van Parteon, meer
in het bijzonder het prestatieveld ‘bij voorrang en passend huisvesten van de primaire doelgroep’. Parteon heeft
Volkshuisvestingsverslag Parteon 106
een belang in het aandelenkapitaal van WoningNet van 3,8%, dat is verantwoord onder de financiële vaste activa.
Vanwege deze deelname houdt Parteon de vinger aan de pols met betrekking tot beleidsplannen en de ontwikkeling
van vermogen en resultaat van WoningNet. De meest recente cijfers zijn van het boekjaar 2009. Het eigen
vermogen bedroeg € 6,8 mln. en het resultaat was nagenoeg nihil. Deze cijfers zijn niet geconsolideerd.
• AanZet Bedrijfsfaciliteiten NV.
Deze Naamloze Vennootschap werd opgericht in 2002. Ze richtte zich op het (her)ontwikkelen van oude,
beeldbepalende panden voor de vestiging van specifieke doelgroepen, zoals creatieve en zakelijke dienstverlenende
bedrijven en startende productiebedrijven. Dit stimuleert de werkgelegenheid en de betreffende panden blijven
zo behouden doordat ze een nieuwe functie krijgen. Parteon heeft sinds 2004 een belang van 14,29% in het
aandelenkapitaal.
Omdat ook de markt op de doelstelling van AanZet kan inspelen, is in december 2009 besloten de activiteiten van de NV
te staken. Het enige bezit, bedrijfspand ‘De Drieling’, is in mei 2010 verkocht. Met de directeur, het enige personeelslid, is
een passende vertrekregeling afgesproken. De voorlopige liquidatiecijfers laten daarnaast nog ruimte voor teruggave van
ingelegd kapitaal, vermeerderd met jaarlijks 4% rente over de periode dat dat vermogen daadwerkelijk was ingelegd. De
definitieve liquidatie is mede afhankelijk van de fiscale afwikkeling van het boekjaar 2010.
• VvE Appart BV.
Parteon heeft op 28 september 2010 de aandelen van deze BV overgedragen aan Pro VvE-beheer, voor een bedrag
van € 30.000. Dit bedrijf heeft daarbij tevens de openstaande schuld van VvE Apart BV aan stichting Parteon ad
€ 50.000 in zijn geheel afgelost. Daarmee zijn alle mogelijke wederzijdse rechten en verplichtingen afgehandeld.
• NV Stadsherstel Zaanstreek.
Al geruime tijd geleden heeft Parteon initiatieven ontplooid om te komen tot een organisatie voor stadsherstel
binnen de Zaanstreek, om daarmee een bijdrage te leveren aan het behoud van de grote hoeveelheid monumenten,
beschermde dorpsgezichten en beeldbepalende panden. Daarvoor is aansluiting gezocht met NV Stadsherstel
Amsterdam die daar al meer dan vijftig jaar ervaring mee heeft. Ultimo december 2009 heeft dit geleid tot de
oprichting van de NV Stadsherstel Zaanstreek. Het geplaatste aandelenkapitaal bedraagt € 100.000, het aandeel
Parteon is € 49.000. Daarmee is Parteon minderheidsaandeelhouder. Het bezit van de NV Stadsherstel Zaanstreek
bestaat uit 23 monumentale (voornamelijk woon-)panden op de Zaanse Schans. Met de aankoop was een bedrag
van circa € 2,7 miljoen gemoeid. Dit is (vrijwel) geheel extern gefinancierd. Het eigen vermogen ultimo 2010
bedroeg € 1,4 mln. en het resultaat was € 13.000 negatief. Deze cijfers zijn niet geconsolideerd.
12.3 VerbindingenvanuitProjectontwikkeling
Parteon is specifiek voor het ontwikkelen van projecten een aantal samenwerkingsverbanden aangegaan:
• Parteon Projectontwikkeling Holding BV heeft dertig dochterondernemingen: PPO 1 t/m PPO 30 BV;
• De Hemmes BV en De Hemmes CV. Parteon is aandeelhouder in de BV en vennoot in de CV;
• Zaanpracht VOF (voorheen Noordeinde). Parteon is één van de twee vennoten;
• Gasfabriekterrein BV en Gasfabriekterrein CV. Parteon is aandeelhouder in de BV en vennoot in de CV;
• Rosarium VOF. Parteon is één van de vennoten.
De inhoudelijke beschrijving van deze projecten is opgenomen in de jaarrekening 2010.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 107
12.4 Toezichtopverbindingen
Het Reglement RvC Parteon regelt het toezicht op daarvoor in aanmerking komende verbindingen. De RvC van Parteon
is verantwoordelijk voor het toezicht op dochterondernemingen als de rechtspersoon Parteon:
• in een NV of BV meer dan de helft van de stemrechten in de algemene vergadering van aandeelhouders kan uitoefenen;
• in een stichting het bestuur vormt.
Voor de verdere (eventuele) financiële gegevens van deze verbindingen verwijzen we ook naar de jaarrekening.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 108
Rooswijk laagbouw, Zaandijk
Volkshuisvestingsverslag Parteon 109
13 Governance
I NalevingenhandhavingvandeGovernanceCode
Principe HetBestuurendeRaadvanCommissarissen(RvC)zijnverantwoordelijkvoordeinrichtingentoepassingvandegovernancevandewoningcorporatieendenalevingvandeGovernancecodewoningcorporaties.
Dit hoofdstuk bevat de door Parteon gemaakte keuzes met betrekking tot de principes van de op 1 januari 2007 in wer-
king getreden Governancecode, die deel uitmaakt van de Aedes-code. Het Bestuur en de RvC onderschrijven de code en
zien actief toe op de naleving en handhaving van de in de code gemaakte afspraken. De Governancecode en de op basis
daarvan door Parteon gekozen Governancestructuur zijn geplaatst op de website van Parteon.
De in dit hoofdstuk gehanteerde indeling sluit aan op die van de Governancecode. Per paragraaf is (vetgedrukt) het
principe van de code opgenomen. Daaronder wordt verantwoord hoe Parteon met het principe omgaat.
II HetBestuur
II.1 Taakenwerkwijze
Principe Het Bestuur is belast met het besturen van de woningcorporatie, hetgeen onder meerinhoudt dat het Bestuur verantwoordelijk is voor de realisatie van de doelstellingen van dewoningcorporatie, de strategie, de financiering en het beleid en de daaruit voortvloeienderesultatenontwikkeling en het beleid ten aanzien van deelnemingen van de corporatie. HetBestuurlegthieroververantwoordingafaandeRvC.HetBestuurrichtzichbijdevervullingvanzijntaaknaarhetbelangvandewoningcorporatieinhetlichtvanhaarvolkshuisvestelijkeenmaatschappelijkedoelstellingenweegtdaartoedeinaanmerkingkomendebelangenvanbijdewoningcorporatiebetrokkenenaf.HetBestuurverschaftdeRvCtijdigdeinformatiedienodigisvoordeuitoefeningvandetaakvandeRvC.
HetBestuurisverantwoordelijkvoordenalevingvanallerelevantewet-enregelgevingenvoorhetbeheersenvanderisico’sverbondenaandeactiviteitenvandewoningcorporatie.HetBestuurrapporteerthieroveraanenbespreektdeinternerisicobeheersings-encontrolesystemenmetdeRvCenzijnauditcommissie,indieningesteld.
Parteon stelt elke drie jaar een Ondernemingsplan op. Hierin worden de visie, missie en strategische uitgangspunten
vastgesteld. Het plan wordt jaarlijks vertaald in een jaarplan en -begroting, die op hun beurt weer bestaan uit afdelings-
plannen en daaraan gekoppelde budgetten. De belanghouders worden nauw bij het opstellen van het Ondernemingsplan
betrokken. Het plan wordt waar nodig tussentijds bijgesteld. Het in 2007 opgestelde Ondernemingsplan 2007-2011 is in
2009 herzien. Dit is vastgelegd in het Koersplan 2009-2011.
Jaarlijks voert Parteon overleg met (een delegatie van) de onderkende belanghouders. Wij verantwoorden hierbij aan de
belanghouders hoe we hun inbreng binnen onze organisatie vorm hebben gegeven.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 110
In de statuten van Parteon is opgenomen welke besluiten vooraf door de RvC moeten worden goedgekeurd:
• de vaststelling van het volkshuisvestingsverslag, de jaarrekening en het jaarverslag;
• de vaststelling dan wel wijziging van de begroting;
• de vaststelling van de meerjarenprognoses en de financiële meerjarenplanning;
• een voorstel tot wijziging van de statuten en/of het huishoudelijk reglement;
• een voorstel tot ontbinding van de stichting of wijziging van de rechtsvorm;
• het vaststellen dan wel wijzigen van het financieel statuut;
• een ingrijpende wijziging in de arbeidsomstandigheden van een aantal werknemers;
• de beëindiging van de dienstbetrekking van een aanmerkelijk aantal werknemers;
• het aangaan of verbreken van een al dan niet duurzame samenwerking met een andere rechtspersoon, indien deze
samenwerking ingrijpend is;
• het oprichten van andere rechtspersonen;
• het vaststellen dan wel wijzigen van de voor enig jaar of reeks van jaren opgestelde beleidsplannen;
• het aanvragen van surseance van betaling of faillissement;
• het aangaan van verplichtingen boven een door de RvC te bepalen waarde, voor zover de Raad aan deze
verplichtingen niet reeds eerder haar goedkeuring heeft gehecht, bijvoorbeeld bij de goedkeuring van de begroting
of het beleidsplan.
Over het toezicht op deelnemingen staat in het Reglement voor de RvC het volgende:
‘Overeenkomstig het bepaalde in de statuten is een besluit van het Bestuur tot het oprichten van een rechtspersoon
aan voorafgaande goedkeuring van de RvC onderworpen. Het Bestuur legt ter goedkeuring aan de RvC voor de uitoe-
fening van het stemrecht met betrekking tot de aangelegenheden vermeldt in artikel 7 lid 4 van de statuten van de
stichting in haar dochtermaatschappij. Onder een dochtermaatschappij wordt verstaan een rechtspersoon waarin de
stichting of één of meer van zijn dochtermaatschappijen meer dan de helft van de stemrechten in de algemene verga-
dering kan uitoefenen. Het Bestuur staat er voor in dat in een dochtermaatschappij van de stichting de onderwerpen
bedoeld in artikel 7 lid 4 van de statuten van de stichting door de betreffende dochtermaatschappij aan voorafgaande
goedkeuring van haar algemene vergadering van aandeelhouders worden onderworpen.’
Andere relevante zaken met betrekking tot taak en werkwijze van het Bestuur:
• de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van het Bestuur zijn opgenomen in een door de RvC
goedgekeurd bestuursreglement;
• Parteon beschikt over een systeem voor interne controle en risicobeheersing. Deze problematiek is voortdurend in
beweging en er vinden regelmatig verdere aanscherpingen plaats;
• Parteon hanteert een Integriteitscode. De inhoud van deze code is in 2007 uitvoerig in alle geledingen binnen het
bedrijf besproken. Bewust omgaan met integriteit en integer handelen in de praktijk zijn immers belangrijker dan
een papieren code. De gesprekken over integriteit werden gevoerd aan de hand van een voor Parteon ontwikkeld
Integriteitsspel. De interne gespreksronde leverde input voor de in 2008 opgestelde Gedragscode en daarmee
samenhangende klokkenluidersregeling. We streven naar een cultuur binnen Parteon waarin open en eerlijk
met elkaar wordt gecommuniceerd. We gaan er dan ook van uit dat de klokkenluidersregeling alleen op papier
hoeft te bestaan. De aandacht voor integriteit houden we vast door het onderwerp regelmatig te agenderen in
werkoverleggen;
• Parteon beschikt, conform artikel 16 van het BBSH, over een externe Geschillencommissie die jaarlijks verslag
uitbrengt. Deze komt in beeld als de bij Parteon bestaande interne klachtencommissie een zaak niet naar
tevredenheid van de klager heeft kunnen oplossen. Het jaarverslag van de externe geschillencommissie vindt u
terug in hoofdstuk 15 van dit jaarverslag. Het reglement en de te volgen werkwijze door klagers staan op de website
van Parteon.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 111
II.2 Rechtspositieenbezoldiging
Principe DeRvCstelthetbezoldigingsbeleidvoorhetBestuurvast.DeRvCbepaaltdebezoldigingvanindividuele bestuurders binnen het kader van het bezoldigingsbeleid. Het bezoldigingsbeleidwordtvastgesteldmetinachtnemingvandeaanbevelingenvanhetadviesarbeidsvoorwaardenstatutairdirecteurenwoningcorporatieszoalsperiodiekaangepast,enmetinachtnemingvandetoepasselijkewet-enregelgeving.
Het jaarverslag bevat de hoofdlijnen van het remuneratierapport van de RvC waarin zijnopgenomen het bezoldigingsbeleid van de woningcorporatie en de wijze waarop dit in hetafgelopenboekjaarindepraktijkisgebracht.Detoelichtingopdejaarrekeningbevatiniedergeval een vermelding van de hoogte en de structuur van de bezoldiging van de individueleledenvanhetBestuurvolgensdeaanbevelingenvanhetadviesarbeidsvoorwaardenstatutairdirecteurenwoningcorporatieszoalsperiodiekaangepast.
Het Bestuur van Parteon is arbeidsrechtelijk benoemd voor onbepaalde tijd. Benoeming voor een periode van vier jaar is
in de ogen van de RvC niet aan de orde. Jaarlijks wordt het Bestuur beoordeeld. Bij onvoldoende functioneren door welke
reden dan ook neemt de RvC passende maatregelen, los van een ergens vastgelegde periode.
Het Bestuur krijgt geen persoonlijke leningen of garanties van de corporatie.
Het functioneren van het Bestuur wordt jaarlijks beoordeeld door de Remuneratiecommissie. Deze bespreekt de uit-
komsten in de volledige RvC en stelt een Remuneratierapport op. Dit rapport maakt deel uit van het jaarverslag van de
RvC, dat wordt opgenomen in het jaarverslag van Parteon en op de website wordt geplaatst.
Op grond van het functioneren stelt de RvC de beloning van het Bestuur vast. Daarbij wordt aangesloten bij het advies
van de commissie ‘arbeidsvoorwaarden statutair directeuren bij woningcorporaties’. In 2010 is deze getoetst aan de
door het Directeurencontact van Aedes en de Vereniging van Toezichthouders bij Woningcorporaties (VTW) aanvaarde
‘Sectorbrede beloningscode bestuurders woningcorporaties’.
II.3 Tegenstrijdigebelangenennevenfuncties
Principe ElkevormenschijnvanbelangenverstrengelingtussendewoningcorporatieenledenvanhetBestuur wordt vermeden. Besluiten tot het aangaan van transacties waarbij tegenstrijdigebelangenvan ledenvanhetBestuurkunnenspelendievanmateriëlebetekeniszijnvoordewoningcorporatieen/ofvoordebetreffendeledenvanhetBestuur,behoevendegoedkeuringvandeRvC.
HetdooreenlidvanhetBestuuraanvaardenvaneennevenfunctiediegezienaardoftijdsbeslagvan betekenis is voor de uitoefening van de taak van bestuurder behoeft voorafgaandegoedkeuringvandeRvC.
Het Bestuur doet alles binnen haar vermogen om de schijn van belangenverstrengeling te vermijden. Uitgangspunt
daarbij is dat het Bestuur en haar aanverwanten nooit transacties aangaan waarbij tegenstrijdige belangen kunnen
ontstaan, ook niet als die van ondergeschikt belang zijn. De goedkeuring in welke vorm dan ook door de RvC is dan ook
niet aan de orde. Eenvoudig gezegd: het is niet toegestaan en behoeft dus ook geen goedkeuring. Mocht er toch sprake
zijn van een schijn van belangenverstrengeling, dan informeert het Bestuur meteen de voorzitter van de RvC. Tevens
wordt dit voorval dan opgenomen in het jaarverslag. In 2010 is er geen enkele keer sprake geweest van tegenstrijdige
belangen of de schijn daarvan.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 112
Het Bestuur dient nevenfuncties te melden aan en te laten goedkeuren door de RvC. Deze neven-functies mogen geen
tegenstrijdige belangen opleveren. In 2010 heeft het Bestuur geen relevante nevenfuncties vervuld.
III RvC
III.1 Taakenwerkwijze
Principe DeRvCheefttottaaktoezichttehoudenophetBestuurenopdealgemenegangvanzakenindewoningcorporatieendemethaarverbondenondernemingenstaathetBestuurmetraadterzijde.DeRvCrichtzichbijdevervullingvanzijntaaknaarhetbelangvandewoningcorporatieenweegtdaartoedeinaanmerkingkomendebelangenvanbijdewoningcorporatiebetrokkenenaf.DeRvCisverantwoordelijkvoordekwaliteitvanzijneigenfunctioneren.DeRvCbeslistoverbenoeming,beoordeling,beloning,schorsingenontslagvanbestuurders.
De RvC heeft voor zijn functioneren een Reglement opgesteld en handelt conform de daarin vastgelegde afspraken. De
volledige RvC vergadert minimaal eenmaal per jaar met de Ondernemingsraad en minimaal eenmaal per jaar met het
Bestuur van de huurdersbelangenvereniging Bewonersraad Parteon. De RvC stelt jaarlijks een jaarverslag op. Daarin
vermeldt hij in ieder geval de relevante gegevens van de leden van de RvC, naast het verslag over zijn functioneren.
Het toezicht van de RvC omvat in ieder geval:
• de realisatie van de doelstellingen van de woningcorporatie;
• de strategie en de risico’s verbonden aan de activiteiten van de corporatie;
• de opzet en de werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen;
• het kwaliteitsbeleid;
• de kwaliteit van de maatschappelijke verantwoording als voorzien in hoofdstuk V van de Governancecode;
• het proces van financiële verslaggeving;
• de naleving van de toepasselijke wet- en regelgeving.
De RvC vergadert eenmaal per jaar zonder het Bestuur. In deze vergadering bespreekt hij het eigen functioneren, zowel
van de Raad als geheel als van de individuele leden. De Raad vraagt daarbij ook naar de visie van het Bestuur. Aan de
uitkomsten van deze kritische zelfevaluatie verbindt de Raad, indien nodig, gevolgen.
In deze vergadering bespreekt de volledige RvC ook de bevindingen van de Remuneratiecommissie. De werkwijze is
vastgelegd in het reglement van deze commissie.
III.2 Onafhankelijkheid
Principe IederlidvandeRvCheeftdeverantwoordelijkheidonafhankelijkenkritischbijtedragenaandebesluitvormingzodanigdatdeRvCdeinaanmerkingkomendebelangenopevenwichtigewijzekanafwegen.DeRvCiszodanigsamengestelddatdeledentenopzichtevanelkaar,hetBestuurenwelkdeelbelangdanookonafhankelijkenkritischkunnenopereren.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 113
De RvC vindt dat de individuele leden allen onafhankelijk moeten zijn. Dat staat los van de in de Governancecode
opgenomen criteria waardoor die onafhankelijkheid voor een deel van de leden niet zou gelden, met name ten aanzien
van het begrip ‘huurder van de corporatie’. Volgens de code is dit begrip van toepassing tot relaties in de tweede graad.
Dit uitgangspunt doet onrecht aan het functioneren van de betreffende leden, aldus de Raad. De RvC onderschrijft dit
formele criterium in de code dan ook niet. Hij verklaart bij deze dat alle leden onafhankelijk hun rol vervullen.
Overigens voldoen alle leden wel aan alle andere onafhankelijkheidscriteria in de code.
III.3 Deskundigheidensamenstelling
Principe ElklidvandeRvCdientinstaattezijnomdehoofdlijnenvanhettotalebeleidtebeoordelen.Elk lid van de RvC beschikt over de specifieke deskundigheid die noodzakelijk is voor devervullingvanzijntaak,binnenzijnrolinhetkadervandeprofielschetsvandeRaad.Ookledendieopvoordrachtzijnbenoemddienenaanditprofieltevoldoen.DeRvCdientzodanigtezijnsamengestelddathijzijntaaknaarbehorenkanvervullen.EenherbenoemingvaneenlidvandeRvCvindtslechtsplaatsnazorgvuldigeoverweging.Ookbijeenherbenoemingwordtdehiervoorgenoemdeprofielschetsinachtgenomen.
De RvC heeft een profielschets met daarin de algemene en specifieke eisen waaraan de leden van de raad moeten vol-
doen. Deze profielschets staat op de website van Parteon. Voor de specifieke eisen geldt dat binnen de RvC de volgende
disciplines vertegenwoordigd moeten te zijn:
• volkshuisvestelijke kennis;
• financieel-economisch kennis;
• juridische kennis;
• kennis over personeel en organisatie;
• kennis van huurdersparticipatie;
• kennis over markt en marketing.
Deze deskundigheden zijn vertaald in een aantal kwaliteitsprofielen, die leidend zijn bij de benoeming c.q. herbenoe-
ming van de leden:
• kwaliteitsprofiel voorzitter;
• kwaliteitsprofiel volkshuisvestelijk/ruimtelijke ordening;
• kwaliteitsprofiel financieel-economisch;
• kwaliteitsprofiel juridisch;
• kwaliteitsprofiel markt en marketing;
• kwaliteitsprofiel lokaal (huurders)netwerk;
• kwaliteitsprofiel personeel en organisatie.
De leden van de RvC volgen, indien noodzakelijk, de benodigde scholing.
De maximale zittingsduur van de RvC-leden is driemaal een periode van vier jaar. Er is een rooster van aftreden, dat
u kunt vinden op de website en in het jaarverslag van de RvC. In 2009 is het rooster van aftreden aangepast. Om te
voorkomen dat de continuïteit van het toezicht onder druk komt te staan, besloot de RvC dat drie leden zouden aftreden
in 2009 en drie in 2010. In 2009 zijn vier nieuwe leden benoemd, mede met het oog op de hiervoor genoemde continu-
iteit. Daardoor bestond de RvC in 2010 uit acht leden. In 2010 zijn twee nieuwe leden benoemd zodat met ingang van
2011 de Raad weer uit zeven leden bestaat. Met deze aanpassingen voldoet het rooster van aftreden volledig aan de
Governancecode, met name op het punt van de maximale zittingsduur.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 114
III.4 RolvandevoorzittervandeRvC
Principe DevoorzittervandeRvCbereidtdeagendavandevergaderingvoorenleidtdevergaderingenvandeRaad,ziettoeophetgoedfunctionerenvandeRaadenzijncommissies,draagtzorgvooreenadequateinformatievoorzieningaandeledenvandeRaad,zorgtervoordatvoldoendetijdbestaatvoordebesluitvorming,draagtzorgvooreenadequateintroductie,isnamensdeRvChetvoornaamsteaanspreekpuntvoorhetBestuur,eninitieertdeevaluatievanhetfunctionerenvandeRvCenvanhetfunctionerenvanhetBestuur.
DewoningcorporatiedraagtzorgvooreenadequateondersteuningvandevoorzittervandeRvC(informatie,agendering,evaluatie,introductienieuweleden,etc.)
De RvC heeft een voorzitter, niet zijnde een voormalig bestuurder van de corporatie. De voorzitter ziet er op toe dat:
• de leden van de RvC tijdig de informatie ontvangen die nodig is voor de goede uitoefening van hun taak;
• er voldoende tijd bestaat voor de beraadslaging en besluitvorming door de RvC;
• de commissies van de RvC naar behoren functioneren;
• de leden van het Bestuur en de leden van de RvC tenminste eenmaal per jaar worden beoordeeld op hun functioneren;
• de contacten van de RvC met het Bestuur, de Bewonersraad en de Ondernemingsraad naar behoren verlopen;
• de commissarissen de benodigde scholing volgen.
III.5 Samenstellingenrolkerncommissies
Principe IndiendeRvCmeerdanvijfledenomvat,kandeRvCuitzijnmiddeneenauditcommissieeneenselectie/remuneratiecommissieinstellen.DetaakvandecommissiesisomdebesluitvormingvandeRvCvoortebereiden.InhetjaarverslagvandewoningcorporatiedoetdeRvCverslagvandeuitvoeringvandetaakopdrachtvandecommissiesinhetboekjaar.
Het speelveld van de corporaties omvat veel aspecten. Op al die aspecten is de rol van het intern toezicht van groot
belang. Daarom is de RvC zodanig samengesteld dat alle aandachtsgebieden bestreken kunnen worden. De aandachts-
gebieden zijn en blijven altijd de verantwoordelijkheid voor de gehele RvC. Desondanks heeft de RvC besloten drie kern-
commissies in te stellen, bestaande uit leden van de RvC:
1. de Remuneratiecommissie, met als belangrijkste taken:
• het doen van een voorstel voor selectiecriteria en een benoemingsprocedure voor de leden van de RvC en van het
Bestuur;
• het doen van een voorstel voor een profielschets van de RvC;
• het werven, selecteren en voordragen van leden van de RvC ter benoeming door de RvC;
• het doen van een voorstel aan de RvC over het te voeren bezoldigingsbeleid;
• het doen van een voorstel over de bezoldiging van de individuele leden van het Bestuur ter vaststelling door de RvC;
• het opmaken van het remuneratierapport.
2. de Audit Commissie, met als belangrijkste taken het toezicht op:
• de werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen, waaronder de naleving van de relevante wet- en
regelgeving en de werking van de integriteitscode;
• de financiële informatieverschaffing door de woningcorporatie (keuze van accountingpolicies, toepassing en
beoordeling van effecten van nieuwe regels, prognoses, werk van in- en externe accountants, etc.);
• de naleving en opvolging van aanbevelingen en opmerkingen van in- en externe accountants;
• de voorgeschreven financiële informatieverschaffing aan de externe toezichthouder.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 115
3. de Projectontwikkeling/Vastgoedcommissie, met als belangrijkste taken:
• de beoordeling van de algehele systematiek rond de vastgoedsturing en –ontwikkeling;
• de werking van het risicobeheersingssysteem, specifiek op het terrein van de projecten in ontwikkeling;
• het volgen van de ontwikkelingen in de koop- en huursector in relatie tot de te ontwikkelen projecten.
Voor iedere commissie is een reglement opgesteld met daarin in ieder geval de rol en verantwoordelijkheden van de
betreffende commissie, de samenstelling, de wijze van verantwoording naar de gehele RvC en de vergaderfrequentie.
Het voorzitterschap van de commissies wordt in geen geval vervuld door de voorzitter van de RvC.
III.6 Tegenstrijdigebelangen
Principe ElkevormenschijnvanbelangenverstrengelingtussendewoningcorporatieenledenvandeRvCwordtvermeden.
Besluiten tot het aangaan van transacties door de woningcorporatie waarbij tegenstrijdigebelangen van leden van de RvC kunnen spelen, die van materiële betekenis zijn voor dewoningcorporatieen/ofvoordebetreffende ledenvandeRvC,behoevendegoedkeuringvandeRvC.DeRvCisverantwoordelijkvoordebesluitvormingoverdeomgangmettegenstrijdigebelangenbijledenvanhetBestuur,ledenvandeRvCendeexterneaccountantinrelatietotdewoningcorporatie.
Hetdooreen lidvandeRvCaanvaardenvaneennevenfunctiediegezienaardoftijdsbeslagvan betekenis is voor de uitoefening van de taak van commissaris behoeft voorafgaandegoedkeuringvandeRvC.
De leden van de RvC doen alles binnen hun vermogen om de schijn van belangenverstrengeling te vermijden. Uitgangs-
punt daarbij is dat leden van de RvC en hun aanverwanten nooit transacties aangaan waarbij tegenstrijdige belangen
kunnen ontstaan, ook niet als die van ondergeschikt belang zijn. Nevenfuncties van de leden van de RvC moeten
worden gemeld aan en goedgekeurd door de RvC. Deze nevenfuncties mogen geen tegenstrijdige belangen opleveren.
Mocht de schijn van belangenverstrengeling worden gewekt, dan meldt de RvC dit in zijn jaarverslag.
III.7 Bezoldiging
Principe DeRvCsteltdebezoldigingvandeledenvandeRvCvast.DebezoldigingvaneenlidvandeRvCisnietafhankelijkvanderesultatenvandewoningcorporatie.Detoelichtingopdejaarrekeningbevat in ieder geval informatie over de hoogte en de structuur van de bezoldiging van deindividueleledenvandeRvC.
De leden van de RvC ontvangen een vaste bezoldiging, gebaseerd op de verwachte tijdsbesteding.
De vice-voorzitter ontvangt 125% van deze beloning, de voorzitter 150%. De beloning wordt vermeld in het jaarverslag.
Aan de leden van de RvC worden geen persoonlijke leningen of garanties verstrekt.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 116
IV Deauditvandefinanciëleverslaggevingendepositie vandeinternecontrolfunctieenvandeexterneaccountant
IV.1 Financiëleverslaggeving
Principe HetBestuurisverantwoordelijkvoordekwaliteitendevolledigheidvandeopenbaargemaaktefinanciëleberichten.DeRvCzieteroptoedathetBestuurdezeverantwoordelijkheidvervult.
Het Bestuur is verantwoordelijk voor de juiste, tijdige en volledige informatievoorzieningen, zowel van de corporatie
zelf als van de deelnemingen. Daarvoor gelden vaste procedures. De financiële informatie van de deelnemingen wordt
rechtstreeks aan het Bestuur van Parteon verstrekt. Waar nodig wordt bij andere informatie dan de jaarstukken de ex-
terne accountant ingeschakeld. De RvC houdt toezicht op de gang van zaken rond de algehele informatiestromen.
IV.2 Rol,benoeming,beloningenbeoordelingvanhet functionerenvandeexterneaccountant
Principe DeRvCbenoemtdeexterneaccountantensteltdebeloningvandeexterneaccountantvast.DeRvClaatzichdaartoedoorhetBestuuradviseren.
De keuze van de externe accountant wordt door de RvC bepaald, na overleg met het Bestuur en na advies van de Audit
Commissie. Daarbij wordt een periode van vier jaar aangehouden, met na die periode een eventuele herbenoeming voor
weer vier jaar. Periodiek beoordeelt de Audit Commissie het functioneren van de externe accountant. Zij laat zich daarbij
adviseren door het Bestuur. De uitkomsten van deze beoordeling worden vermeld in het jaarverslag.
Opdrachten voor niet-controlewerkzaamheden aan de externe accountant zijn de verantwoordelijkheid van het Bestuur.
In principe wordt bij dergelijke werkzaamheden een andere partij dan de externe accountant gekozen.
In 2010 heeft de RvC besloten om vanaf het boekjaar 2010 te kiezen voor een nieuwe controlerend accountant: Pricewa-
terhouseCoopers.
IV.3 Internecontrolefunctie
Principe De interne accountant c.q. controller, die een belangrijke rol kan spelen in het beoordelenen toetsen van interne risicobeheersings- en controlesystemen, functioneert onder deverantwoordelijkheidvanhetBestuur.Indienaaneenwoningcorporatiegeeninterneaccountantc.q.controllerisverbondenisditprincipeendaaruitafgeleideuitwerkingvanovereenkomstigetoepassingopdefinancieelverantwoordelijkevandewoningcorporatie.
De functie van ‘controller’ is binnen Parteon neergelegd bij de medewerker Organisatiecontrol. Deze zorgt ervoor dat
onze bedrijfsbesturing (ondernemingsplan, jaarplannen en instrumenten, interne controle en risicobeheersing, regel-
geving en rapportages op gebied van visitatie, kwaliteitsbeheersing, benchmark, etc.) goed, in een logische samenhang
en met een goede bewaking functioneert. Ook het Interne Controleplan behoort tot de verantwoordelijkheid van de
controller. Dit plan wordt besproken in de Audit Commissie.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 117
De medewerker Organisatiecontrol, die rechtstreeks onder de directeur-bestuurder functioneert, bepaalt daarmee in
hoge mate het ‘in control zijn’ van onze organisatie. Deze heeft het recht (c.q. de plicht) om, indien nodig, rechtstreeks
aan het Bestuur en/of de RvC te rapporteren.
IV.4 Relatieencommunicatievandeexterneaccountantmet deorganenvandewoningcorporatie
Principe De externe accountant woont in ieder geval de vergadering van de RvC bij waarin over devaststelling van de jaarrekening wordt besloten. De externe accountant rapporteert zijnbevindingenbetreffendehetonderzoeknaarde jaarrekeninggelijktijdigenopdezelfdewijzeaanhetBestuurendeRvC.
Het verslag van de externe accountant met betrekking tot de controle op de jaarstukken gaat met name in op onderwer-
pen op drie gebieden.
Met betrekking tot de accountantscontrole:
• informatie over zaken die van belang zijn voor de beoordeling van de onafhankelijkheid van de externe accountant;
• informatie over de gang van zaken tijdens de controle en de samenwerking met de interne accountant,
discussiepunten met het Bestuur, een overzicht van niet aangepaste correcties, etc.
Met betrekking tot de financiële cijfers:
• analyses van ontwikkelingen van het vermogen en het resultaat, die niet in te publiceren cijfers voorkomen en die
naar de mening van de externe accountant bijdragen aan het inzicht in de financiële positie en resultaten van de
woningcorporatie;
• commentaar op de verwerking van eenmalige posten, de effecten van schattingen en de wijze waarop deze tot
stand zijn gekomen, de keuze van accountingpolicies wanneer ook andere keuzes mogelijk waren, alsmede de
bijzondere effecten die daaruit voortvloeien;
• opmerkingen over de kwaliteit van prognoses en budgetten.
Met betrekking tot de werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen (inclusief de betrouwbaarheid en
continuïteit van de geautomatiseerde gegevensverwerking) en de kwaliteit van de interne informatievoorziening:
• verbeterpunten, geconstateerde leemten en kwaliteitsbeoordelingen;
• opmerkingen over bedreigingen en risico’s voor de woningcorporatie en de wijze waarop daarover in te publiceren
gegevens gerapporteerd dient te worden;
• naleving van statuten, instructies, regelgeving, vereisten van externe toezichthouders, etc.
V Maatschappelijkeverantwoordingenbeleidsbeïnvloeding doorbelanghebbenden
V.1 Devisievandecorporatieophaarmaatschappelijke functieenbenoemingvandebelanghouders
Volkshuisvestingsverslag Parteon 118
Principe Het Bestuur hanteert een visie op de maatschappelijke positie van de woningcorporatie alsuitgangspuntvoorzijnbeleid.HetBestuurvertaaltdievisieineenmissieenbeleidsdoelstellingen.HetBestuurbetrektbelanghebbendenbijbeleidsvormingenvoertmetheneendialoogoverdeuitvoeringvanhetbeleid.HetBestuurgeeftinzichtinderealisatievandebeleidsdoelstellingenencommuniceerthierovermetrelevantebelanghebbenden.
Parteon ziet zichzelf als een maatschappelijke onderneming met een stevige verankering in de Zaanstreek. Om haar
maatschappelijke en volkshuisvestelijke missie te kunnen realiseren, werkt zij nauw samen met belanghouders. Deze
zijn te onderscheiden in ten minste de volgende categorieën:
• de gemeente Zaanstad;
• de gemeente Wormerland;
• de huurders van Parteon in de vorm van de Bewonersraad en bewonerscommissies;
• projectontwikkelaars;
• makelaars;
• zorginstellingen;
• welzijnsinstellingen;
• maatschappelijke organisaties;
• lokale collega-woningcorporaties.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 119
V.2 Overlegmetbelanghoudersenverantwoordingoverhet gevoerdebeleid
Principe De woningcorporatie voorziet in een vorm van overleg met de door haar benoemdebelanghebbenden over het door de woningcorporatie voorgenomen beleid en de uitvoeringdaarvan.Inhetgovernancehoofdstukinhetjaarverslagverantwoordtdewoningcorporatiedevormvanoverlegdiezijheeftgekozen.Dedoordewoningcorporatiebenoemdebelanghebbendenwordentenminsteeenmaalperjaarinhetoverlegbetrokken.
Vertegenwoordigers van Parteon overleggen regelmatig met de afzonderlijke belanghouders, vaak op operationeel
niveau. Daarom wordt jaarlijks één overlegvergadering gehouden met een zo groot mogelijk deel van de belanghouders
samen. Op deze wijze wil het Bestuur van Parteon de belanghouders in de gelegenheid stellen advies uit te brengen over
de strategie en beleidsvoornemens van Parteon, specifiek in het kader van haar maatschappelijke en volkshuisveste-
lijke doelstellingen voor de komende periode. Tevens wordt deze vergadering gebruikt om aan te geven hoe het er met
de afspraken over de voorgaande periode voor staat. Ook het visitatierapport staat, indien van toepassing, op de agenda.
Het Bestuur van Parteon is bij dit overleg aanwezig. Er wordt een verslag op hoofdlijnen gemaakt dat binnen drie maan-
den na de overlegdatum op de website wordt gepubliceerd. De RvC ziet deze overleg- en verantwoordingstaak als een
taak voor het Bestuur. Hij is dan ook niet per definitie in zijn geheel bij deze vergadering aanwezig. Wel woont de voorzit-
ter van de RvC de vergadering altijd bij. Verder ziet de RvC erop toe dat het overleg op een goede wijze plaatsvindt.
V.3 Visitatie
Principe Dewoningcorporatielaatzicheenkeerpervierjaarvisiterenwaarbijeengestructureerdoordeelwordt gegeven over het volkshuisvestelijk en maatschappelijk presteren. Visitatie is eengezamenlijkeverantwoordelijkheidvanbestuurenRvC.
Parteon laat zich eenmaal per vier jaar visiteren door een daartoe bevoegde onafhankelijke organisatie. Dit is voor de
eerste keer gebeurd in 2007, in het kader van een door de Stichting Experimenten Volkshuisvesting begeleid experiment.
Deze visitatie gaf een beeld van het maatschappelijk en volkshuisvestelijk presteren, de wijze waarop de belanghouders
bij beleidszaken zijn en worden betrokken en de kwaliteit van de governance van Parteon. De uitkomsten zijn openbaar
en beschikbaar via onze website. In 2011 laat Parteon zich wederom visiteren. Gekozen is voor KWH als visiterende
instelling.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 120
Atrium van project Durghorst, Krommenie
Volkshuisvestingsverslag Parteon 121
14 Toekomst
14.1 Inleiding
Was de volkshuisvesting enkele jaren geleden nauwelijks een (politiek) onderwerp van gesprek, anno 2010 en zeker
ook 2011 staat dit juist volop in de schijnwerpers. Allerlei landelijke en lokale ontwikkelingen op diverse gebieden zijn de
komende periode van grote invloed op de corporaties en dus ook op Parteon. Zo zullen in 2011 de hervormingen in de
woningmarkt en de rol van de corporaties daarin duidelijk op de agenda staan. De druk op de financiële positie van de
corporaties neemt intussen steeds verder toe, een ontwikkeling die veel aandacht vraagt. Hoe dan ook zal dit Parteon
niet afbrengen van haar centrale taak: het blijven bijdragen aan het verbeteren van de woonkwaliteit in de Zaanstreek.
14.2 Ontwikkelingenwoningmarktendeoverheidsvisieopde corporatiesector
Al een aantal jaren geleden was het duidelijk dat de woningmarkt steeds meer in het slop dreigde te raken. Door de
enorm gestegen koopprijzen en het door de overheid vastgestelde inflatievolgend huurbeleid werd de kloof tussen koop
en huur steeds groter en kwam de doorstroming haast tot stilstand. De financiële en daarna de economische crisis
hebben de situatie nog verder verergerd omdat ook de bouwproductie in elkaar zakte. In het verleden konden de corpora-
ties in een dergelijk geval door anticyclisch te bouwen de productie nog enigszins op peil houden. Omdat hun financiële
positie de afgelopen jaren door tal van overheidsingrepen stelselmatig is uitgehold, is dat nu nauwelijks meer mogelijk.
De economische crisis lijkt intussen weliswaar over zijn hoogtepunt te zijn, in de woningmarkt is dit nog niet zichtbaar.
Oorzaak is dat het evenwicht op de woningmarkt nog steeds ver te zoeken is. Het kabinet-Rutte heeft in het regeerak-
koord slechts één, kleine, maatregel opgenomen die kan bijdragen aan het herstel van het evenwicht, namelijk de
aanpak van het scheefwonen. Nagenoeg alle marktpartijen zijn er inmiddels van overtuigd dat dit niet volstaat. Alleen
een integrale hervorming van de woningmarkt, met verantwoorde stappen in de tijd, kan leiden tot een gezond herstel.
Deze partijen werken, los van de overheid, aan een voorstel hiervoor.
In de politiek leeft momenteel een betrekkelijk breed gedragen visie dat de sociale huursector meer moet worden be-
perkt tot de groepen die deze echt nodig hebben. De door de Europese commissie geïntroduceerde regels ter voorko-
ming van staatssteun worden dan ook gesteund door een meerderheid van het parlement. Corporaties krijgen daardoor
te maken met grenzen. Met ingang van 1 januari 2011 moet minimaal 90% van de sociale huurwoningen passend wor-
den toegewezen aan de gedefinieerde doelgroep met een inkomen van maximaal € 33.600. Parteon gaat de effecten
hiervan op de mensen met (lagere) middeninkomens, de groep die (net) boven de genoemde grens valt, samen met de
gemeente en collega-corporaties nauwlettend volgen. Waar nodig zullen wij passende maatregelen nemen in het kader
van bijvoorbeeld het huurbeleid en het verkoopbeleid, bijvoorbeeld door het toepassen van Koopgarant.
Het andere onderwerp van het ‘Europa-dossier’, de (administratieve) scheiding tussen DAEB-activiteiten (de kerntaken)
en niet-DAEB-activiteiten (de commerciële activiteiten), is weliswaar niet meteen aan de orde maar werpt, zeker waar
het de (niet-)borgbare financieringen betreft, haar schaduw vooruit. In 2011 heeft Parteon geen belangrijke investe-
ringen en dus noodzakelijke financieringen gehad in het zogenoemde niet-DAEB-deel. Dit jaar zullen wij benutten om in
overleg met de diverse collega’s en instanties tot een goed financieringsplan voor deze investeringen te komen.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 122
Het regeerakkoord bevat nog enkele andere punten die van belang zijn voor het wonen. Aan de lastenkant is dat in ieder
geval de voor 2014 aangekondigde heffing, die de regering wil opleggen aan corporaties als bijdrage aan de uitgaven
voor huurtoeslag. Dit gaat Parteon naar verwachting circa vier miljoen euro per jaar kosten; middelen die niet meer
direct gebruikt kunnen worden voor de (investeringen in de) volkshuisvesting. Dit zal de kasstromen binnen onze orga-
nisatie (nog meer) onder druk zetten. Wij blijven stevig hierop sturen. In 2011 zijn de kasstromen in elk geval voldoende
om de geplande investeringen te kunnen financieren.
De overige punten uit het regeerakkoord - de extra huurverhoging van 5% voor de hogere inkomens, de extra WWS-pun-
ten en het kooprecht voor huurders – moeten nog verder worden uitgewerkt. De effecten daarvan op onze kasstromen
c.q. vermogenspositie zijn nog onduidelijk.
De laatste belangrijke ontwikkeling is de nieuwe regeling met betrekking tot de rol en taken van corporaties en het toe-
zicht. Dit krijgt vorm in de nieuwe Woningwet. De voorstellen hiervoor gaan voorjaar 2011 naar de Tweede Kamer.
14.3 Herijkingkoers
In 2010 heeft Parteon door middel van een reorganisatie de bedrijfslasten verlaagd en daardoor de efficiency verbeterd.
Een jaar eerder, in 2009, hebben we ons portefeuillebeleid geoptimaliseerd, in combinatie met onder andere het huurbe-
leid, kwaliteitsbeleid, (des)investeringsbeleid en verkoopbeleid. Mede daardoor hebben wij in 2010 alle energie kunnen
richten op de versterking van de woonkwaliteit in onze portefeuille, met goede resultaten.
Al deze ontwikkelingen zijn voor ons aanleiding om in 2011 ons koers- of ondernemingsplan te herijken. In 2009 hebben
wij er al bewust voor gekozen dichter bij ‘wonen’ te blijven. Die lijn zetten wij naar alle verwachting door. Bij de herijking
staan we verder expliciet stil bij de veranderde overheidsvisie op de rol van corporaties. Wat betekent dat voor onze rol
en maatschappelijke meerwaarde in de Zaanstreek? Naar aanleiding van deze vraag nemen wij ook ons Strategisch
Voorraadbeleid onder de loep.
Woningbezit in Wormerveer
Volkshuisvestingsverslag Parteon 123
14.4 Financiëlepositie
In de tweede helft van 2010 hebben wij, mede op basis van ons Koersplan en de daarvan afgeleide door ons geformu-
leerde speerpunten, de Meerjarenbegroting 2011-2015 opgesteld. Daarin zijn niet alleen onze ambities verwerkt, maar
is ook rekening gehouden met de financiële mogelijkheden van onze corporatie. De criteria van het CFV en WSW zijn in
deze leidend. We constateren dat we met onze meerjarenbegroting aan alle criteria voldoen. Voor het Centraal Fonds
geldt dat wij blijven voldoen aan de normen die gelden voor de A1-status. Die status hebben wij nu en we willen deze niet
kwijt. Voor het WSW geldt dat er voor de gehanteerde periode van vijf jaar sprake is van positieve kasstromen, rekening
houdend met de genormeerde aflossing van 2%. Zo houden we voldoende borgingsruimte. We moeten daarbij wel extra
aandacht schenken aan de gevolgen van de financiering van niet-DAEB-activiteiten.
14.5 VersterkingwoonkwaliteitenimagovandeZaanstreek
Op het domein ‘wonen’ is er in de Zaanstreek nog het nodige te verbeteren. De woonkwaliteit in onze regio verdient,
in verhouding tot de overige gebieden in de Stadsregio Amsterdam, een sterke impuls. Parteon neemt hierin, met een
woningaandeel van ruim 25% in Zaanstad, een verantwoordelijke positie in. Wij vullen die positie in onze meerjarenbe-
groting ook in. Jaarlijks verwachten wij circa € 45 miljoen te kunnen investeren in de woonkwaliteit van het bestaande
bezit en gemiddeld 150 nieuwe huur- en 250 koopwoningen te ontwikkelen. Om dit te kunnen financieren en de diver-
siteit te versterken, verwachten wij jaarlijks zo’n 130 woningen uit ons bezit te verkopen. De verkopen vinden gericht
plaats via ons Te Woonprogramma, zodat de potentiële kopers meerdere varianten wordt geboden.
Van belang voor de woonkwaliteit is zeker ook de gebiedsgerichte aanpak. Deze vindt de eerste jaren vooral plaats in de
Rosmolenwijk en de krachtwijk Poelenburg (beide in Zaandam) en in Wormerveer-Noord. Wij verwachten per jaar gemid-
deld honderd woningen te slopen.
Naast de woonkwaliteit verdient ook het imago van de streek een oppepper. Uit de edities van de ‘Atlas van gemeenten’
blijkt dat Zaanstad op de woonaantrekkelijkheid al enige jaren aan het dalen is. Na de zeventiende plaats in 2005 volgde
de dertigste plaats in 2010. Nagenoeg tegengesteld hieraan blijkt uit de Zaanpeiling dat de bewoners de eigen buurt met
het cijfer 7,9 waarderen en de omgeving met een 7,1. Parteon participeert daarom, samen met het bedrijfsleven en de
gemeente Zaanstad, in een platform (onder leiding van burgemeester Geke Faber) om het imago te versterken.
14.6 Organisatie
Voor het jaar 2011 hebben wij, op basis van koers, missie, doelstellingen en ambities, vijf speerpunten voor de organi-
satie benoemd. Ze staan in het Bedrijfsjaarplan en worden uiteraard periodiek op hun voortgang beoordeeld. We willen
daarbij gebruik gaan maken van een nieuw te ontwikkelen sturingsmodel. Daarin benoemen we Kritische Succes
Factoren (KSF) die we gaan meten aan de hand van gedefinieerde, relevante Prestatie Indicatoren (PI). Het jaar 2011
wordt gebruikt om voor dit model een eerste aanzet te maken. De verdere uitbouw vindt dan in de komende jaren plaats.
De vijf speerpunten zijn:
StrategischVoorraadbeleid(SVB)
De actualisering van het huidige SVB was al gepland, maar wordt door de actuele (politieke) ontwikkelingen sterk beïn-
vloed. Met name geldt dat voor de in 2011 ingevoerde inkomensgrens bij de toewijzing. Welk effect heeft dat voor onze
keuze van doelgroepen? Hoe kijken wij naar de regio, met name Amsterdam? En hoe gaan wij in de toekomst om met
de (on)mogelijkheden voor het huurbeleid? Allemaal vragen die we in 2011 willen beantwoorden, om de voor dit jaar
geplande herijking van onze strategische koers goed vorm te kunnen geven.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 124
Visitatie
In 2007 was Parteon één van de eerste corporaties die zich liet visiteren. Deze visitatie dient elke vier jaar plaats te
vinden. In 2011 gebeurt dat opnieuw. Wij laten dat doen door KWH. We vinden het belangrijk, zeker ook voor onze be-
langhouders, dat er een onafhankelijk onderzoek plaatsvindt naar de maatschappelijke prestatie van Parteon.
BehalenKWH-dienstverleningscertificaat
De dienstverlening naar onze klanten is van groot belang. Om daar vorm en structuur aan te geven, heeft het KWH een
set van regels en normen opgesteld om de dienstverlening zo optimaal mogelijk te laten verlopen. Als een corporatie
aan de KWH-normen voldoet, krijgt zij een ‘keurmerk’, het KWH-dienstverleningscertificaat. Wij willen dat certificaat in
2011 behalen.
Waarmakenproductie
We hebben in de meerjarenbegroting een stevige ambitie opgenomen om bij te dragen aan de woonkwaliteit in de
Zaanstreek, via onderhoud, sloop, nieuwbouw en herstructurering. We zullen de voortgang van de activiteiten op deze
gebieden nauwlettend blijven volgen. De samenwerking op bestuurlijk en ambtelijk niveau met de gemeente is daarbij
essentieel. Daar zetten we in 2011 stevig op in. Ook aan de verkoop van nieuwbouw en bestaande woningen besteden
we extra aandacht.
Organisatieontwikkeling
Binnen het directieteam staat organisatieontwikkeling hoog op de agenda. Dit wordt in goede samenwerking met de
managers aangepakt. Van daaruit ‘daalt’ dit af naar de rest van de organisatie, gekoppeld aan andere ontwikkelingen
zoals bijvoorbeeld het ‘projectmatig werken’.
14.7 Netwerken
Alle geledingen van Parteon zijn actief betrokken bij de ontwikkelingen in de sector. Dat gebeurt veelal in Aedes-ver-
band. Maar ook op andere terreinen, zoals bijvoorbeeld zorg en welzijn, is er sprake van een actief tweerichtingsverkeer,
zowel formeel als informeel.
Op bestuurlijk niveau zijn we landelijk betrokken bij De Vernieuwde Stad en het Woonnetwerk. Dat laatste netwerk heeft
inmiddels haar activiteiten beëindigd omdat het, naast de overige bestaande netwerken en onderlinge contacten, geen
toegevoegde waarde meer had.
14.8 Afsluitend
De keuzes in de komende periode zijn van groot belang voor de woningmarkt en de rol van de corporaties hierin en
in het brede maatschappelijke middenveld. Die meerwaarde van de corporatiesector is van groot belang gebleken en
menige buitenlandse (overheids)organisatie komt op bezoek om te leren van dit succes. Uiteraard zijn hervormingen
van alle tijd en noodzakelijk. Maar laten wij wel beseffen dat wat zorgvuldig in honderd jaar is opgebouwd ook zorgvuldig
moet worden hervormd. De volkshuisvesting in Nederland verdient dat.
Volkshuisvestingsverslag Parteon 125
15 Jaarverslag externe Geschillencommissie
15.1 Inleiding
Het Besluit Beheer Sociale Huursector schrijft in art. 16 voor dat elke toegelaten instelling een geschillencommissie
moet hebben. De huurders van woongelegenheden van een toegelaten instelling moeten de gelegenheid hebben om
klachten over het handelen van personeel in dienst bij of werkzaam voor de corporatie in te dienen bij een klachten-
commissie. Deze commissie heeft tot taak de toegelaten instelling te adviseren over de afdoening van de klacht. De
toegelaten instelling dient vervolgens de klager schriftelijk en gemotiveerd mee te delen of en zo ja wanneer ze welke
maatregelen neemt naar aanleiding van de klacht. Tegen de beslissing van het Bestuur of de directie is geen beroep
mogelijk, het is een eindbeslissing.
De Geschillencommissie is het sluitstuk van de klachtenbehandeling. Via een correcte behandeling van klachten kan de
corporatie haar relatie met klanten verbeteren en kan ze inzicht krijgen in eventuele fouten en tekortkomingen in haar
functioneren. Een klacht kan daarom pas bij de commissie worden ingediend als het werkapparaat eerst de kans heeft
gehad deze te behandelen. Niet elke klacht hoort bij de Geschillencommissie thuis. Zo is er ook de Huurcommissie, kan
iemand naar de rechter stappen of kan de klacht thuishoren bij WoningNet of de Stedelijk Klachtencommissie voor de
woonruimteverdeling.
De Geschillencommissie dient vanuit een onafhankelijke positie tot een goede afweging te komen, op voldoende
afstand van partijen. Daarom is er in de commissie geen plaats voor werknemers van een corporatie of leden van een
bewonerscommissie of huurdersvereniging. De leden van de commissie moeten over voldoende kennis van de materie
beschikken. Daarom moeten ze afkomstig zijn ‘uit de kring van, maar niet namens (corporatie of huurdersorganisatie)’.
15.2 Samenstelling
De samenstelling van de Geschillencommissie is als volgt:
• mr. G. Kramer, advocaat te Alkmaar (onafhankelijk voorzitter);
• mw. Mr. E. Sluis, adjunct-directeur Achmea Retail Bank NV (lid benoemd uit de kring van de huurders);
• L.A. Abbenhuijs, voormalig directeur Centraal Woningbeheer (lid benoemd uit de kring van de verhuurders).
15.3 Roostervanaftreden
De leden van de Geschillencommissie zijn allen per 1 januari 2006 benoemd. Per 1 juli van enig jaar zijn ze aftredend en
herkiesbaar voor maximaal één nieuwe termijn. De termijn van lidmaatschap is drie jaar.
Het rooster van aftreden is als volgt vastgesteld:
Roostervanaftredentotenmet2010
Naam Aftredendper Terstondherbenoembaartot
L. Abbenhuijs, lid verhuurders 1 juli 2007 1 juli 2010
G. Kramer, voorzitter 1 juli 2008 1 juli 2011
E. Sluis, lid huurders 1 juli 2009 1 juli 2012
Volkshuisvestingsverslag Parteon 126
Het rooster van aftreden geeft aan dat per 1 juli 2010 de heer Abbenhuijs aftredend en niet meer herkiesbaar zou zijn.
Besloten is de mogelijkheid voor herbenoeming voor nog maximaal één termijn extra mogelijk te maken.
Daarmee wordt het nieuwe rooster van aftreden als volgt:
Roostervanaftredenvanaf2011
Naam Aftredendper Terstondherbenoembaartot
L. Abbenhuijs, lid verhuurders 1 juli 2010 1 juli 2013
G. Kramer, voorzitter 1 juli 2011 1 juli 2014
E. Sluis, lid huurders 1 juli 2012 1 juli 2015
15.4 Secretariaat
Het secretariaat van de geschillencommissie is ondergebracht bij Parteon. Als ambtelijk secretaris treedt op
de heer L.R.M. Adema, bestuurssecretaris bij Parteon.
15.5 Geschillen
Geschillen dienen bij het secretariaat te worden ingediend. Daarvoor is een meldingsformulier ontwikkeld, verkrijgbaar
bij de aangesloten corporaties op kantoor en tevens via de website. Ook is er voldoende informatiemateriaal beschik-
baar, zowel in de vorm van een folder als via de betreffende websites. Voor de ontvankelijkheid en de verdere afhande-
ling van geschillen verwijzen we naar het in de bijlage opgenomen reglement.
In 2010 zijn geen klachten ingediend bij de Geschillencommissie.
Voor de vergelijking met vorige jaren geldt het volgende overzicht:
Aantalgeschillenindeperiode2006–2010
2006 2007 2008 2009 2010
Parteon 0 1 1 0 0
Woningstichting Wormer 0 0 0 0 0
Woningbouwvereniging Jisp 0 0 0 0 0
Voor de vergelijkbaarheid zijn de cijfers voor Saenwonen en De Woonmij Zaanstad samengevoegd. Deze corporaties zijn
medio 2005 gefuseerd in Parteon. Datzelfde geldt met ingang van 2007 voor Parteon en Goed Wonen Assendelft.
15.6 ToetredingstichtingZaanseVolkshuisvesting(ZVH)tot GeschillencommissieIn de loop van 2010 heeft ZVH laten weten zich aan te willen sluiten bij de Geschillencommissie. De besturen van de
aangesloten corporaties hebben aangegeven daarmee te kunnen instemmen.
Jaarrekening Parteon 127
Jaarrekening 2010Stichting Parteon
te Wormerveer
Jaarrekening Parteon 128
16 Kengetallen Aantalverhuureenhedeninexploitatie 2010 2009 2008 2007 2006
Woningen en woongebouwen 16.472 16.529 16.821 16.948 17.103
Boxen 39 40 40 38 36
Bedrijfspanden 130 135 136 143 155
Parkeerplaatsen 105 105 75 75 63
Garages 999 1.007 1.036 1.038 1.069
Maatschappelijk gebonden onroerend goed 21 21 21 11 11
Overig 10 8 5 6 4
Totaal 17.776 17.845 18.134 18.259 18.441
Mutatiesinhetaantalverhuureenheden 2010 2009 2008 2007 2006
Mutaties in verhuureenheden: Nieuwbouw 111 67 86 59 139
Mutaties in verhuureenheden: Aankoop 19 19 23 5 3
Mutaties in verhuureenheden: Verkoop -182 -77 -89 -161 -157
Mutaties in verhuureenheden: Sloop -8 -301 -146 -71 -66
Mutaties in verhuureenheden: Toevoeging 2 3 1 -14 41
Mutaties in verhuureenheden: Overig -11 0 0 0 0
Totaal -69 -289 -125 -182 -40
Aantalwoningennaarhuurprijsklasse 2010 2009 2008 2007 2006
Goedkoop (per 31-12-10 is dit tot € 357,37) 5.140 5.626 6.194 6.349 6.626
Betaalbaar (per 31-12-10 is dit € 357,37 tot € 548,18) 9.926 9.808 9.713 9.675 9.613
Duur (per 31-12-10 is dit vanaf € 548,18) 1.406 1.095 914 924 864
Totaal 16.472 16.529 16.821 16.948 17.103
Kostenonderhoudperwoning 2010 2009 2008 2007 2006
Kosten mutatieonderhoud per woning 190 286 363 379 369
Kosten klachtenonderhoud/contractonderhoud per woning 409 413 443 458 420
Kosten planmatig onderhoud per woning 780 1.020 842 771 693
Totaal 1.379 1.719 1.648 1.608 1.482
Verhurenvanwoningen 2010 2009 2008 2007 2006
Mutatiegraad 6,5% 8,2% 6,7% 7,5% 8,3%
Acceptatiegraad 6,9% 5,0% 6,0% 5,9% 5,4%
Huurachterstand in % van de jaarhuur 1,3% 1,5% 1,8% 2,2% 2,3%
Huurderving in % van de jaarhuur 0,9% 0,6% 0,8% 1,5% 1,7%
Financiëlecontinuïteit(*) 2010 2009 2008 2007 2006
Solvabiliteit (inclusief VOV) 28,1% 31,0% n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Solvabiliteit (exclusief VOV) 29,6% 32,1% 24,6% 20,1% 20,1%
Rentedekkingsgraad 1,52 1,40 1,19 1,27 1,13
Liquiditeit: Current ratio 2,72 1,10 1,21 1,43 1,38
Liquiditeit: Quick ratio 1,08 0,81 0,72 1,10 0,68
(*) De financiële kengetallen zijn vanaf het jaar 2008 gebaseerd op het waarderingsstelsel van bedrijfswaarde. De jaren
2007 en eerder zijn (nog) gebaseerd op het stelsel van historische kostprijs.
Jaarrekening Parteon 129
17 Geconsolideerde balans (na resultaatbestemming)
ACTIVA 31-12-2010 31-12-2009
x e 1.000 x e 1.000
VASTEACTIVA
1. (On)roerende zaken in exploitatie 699.936 693.190
2. (On)roerende zaken verkocht onder voorwaarden 43.705 26.276
3. (On)roerende zaken in ontwikkeling 8.198 6.935
4. (On)roerende zaken ten dienste van de exploitatie 8.736 8.057
Totaalmateriëlevasteactiva 760.575 734.458
FINANCIËLE VASTE ACTIVA
5. Deelnemingen 1.056 1.051
6. Leningen u/g 414 18
7. Latente vennootschapsbelasting 0 17.251
Totaal financiële vaste activa 1.470 18.320
Totaalvasteactiva 762.045 752.778
VLOTTENDE ACTIVA
8. VOORRADEN 221 179
9. VOORRADEN ONDERHANDEN WERK 58.602 62.215
10. ONDERHANDEN PROJECTEN 1.883 0
VORDERINGEN
11. Huurdebiteuren 1.012 791
12. Gemeenten 0 2.903
13. Overige vorderingen 323 3.871
14. Overlopende activa 1.523 622
Totaalvorderingen 2.858 8.187
15. LIQUIDE MIDDELEN 37.188 1.982
Totaalvlottendeactiva 100.752 72.563
TOTAALACTIVA 862.797 825.341
Volkshuisvestingsverslag Parteon
Jaarrekening Parteon 130
PASSIVA 31-12-2010 31-12-2009
x e 1.000 x e 1.000
16. EIGEN VERMOGEN 242.274 256.074
VOORZIENINGEN
17. Voorziening reorganisatie 540 2.803
18. Voorziening loopbaanbudget 609 0
19. Voorziening toekomstige project resultaten 9.944 9.103
Totaalvoorziening 11.093 11.906
LANGLOPENDE SCHULDEN
20. Leningen overheid en kredietinstellingen 528.125 465.374
21. Waarborgsommen 100 82
22. Verplichtingen u.h.v. (on)roerende zaken verkocht onder voorwaarden
44.026 26.599
23. Overig 70 227
Totaallanglopendeschulden 572.321 492.282
KORTLOPENDE SCHULDEN
24. Schulden aan kredietinstellingen 11.157 40.582
25. Schulden aan gemeenten 62 0
26. Schulden aan leveranciers 3.491 6.307
27. Belastingen en premies sociale verzekering 2.857 4.734
28. Overige schulden en overlopende passiva 19.542 13.456
Totaalkortlopendeschulden 37.109 65.079
TOTAALPASSIVA 862.797 825.341
Jaarrekening Parteon 131
18 Geconsolideerde winst- en verliesrekening
2010 2009
x e 1.000 x e 1.000
BEDRIJFSOPBRENGSTEN
29. Huren 85.019 82.390
30. Vergoedingen 4.019 4.414
31. Overheidsbijdragen 33 33
32. Verkoop onroerende goederen -4.630 -12.500
33. Geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf 3.911 5.665
34. Overige bedrijfsopbrengsten 420 742
Somderbedrijfsopbrengsten 88.772 80.744
BEDRIJFSLASTEN
35. Afschrijvingen op (im)materiële vaste activa 889 797
36. Overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa 7.107 10.822
37. Erfpacht 58 54
38. Lonen en salarissen 9.808 12.147
39. Sociale lasten 1.263 1.364
40. Pensioenlasten 1.779 2.042
41. Lasten onderhoud 22.705 28.520
42. Overige bedrijfslasten 17.159 15.820
Somderbedrijfslasten 60.768 71.566
BEDRIJFSRESULTAAT 28.004 9.178
FINANCIËLE BATEN EN LASTEN
43. Rentebaten en soortgelijke opbrengsten 4.303 4.614
44. Opbrengsten financiële vaste activa en effecten 256 541
45. Rentelasten en soortgelijke kosten -26.717 -23.711
Financieringsresultaat -22.158 -18.556
GROEPSRESULTAATUITGEWONEBEDRIJFSVOERINGVÓÓRBELASTINGEN 5.846 -9.378
46. Belastingen -16.968 5.195
47. Resultaat deelnemingen -34 672
GROEPSRESULTAATNABELASTINGENVOORMUTATIEACTUELEWAARDEMATERIËLEVASTEACTIVA -11.156 -3.511
48. Mutatie actuele waarde materiële vaste activa -2.644 90.089
GROEPSRESULTAATNABELASTINGENENNAMUTATIEACTUELEWAARDEMATERIËLEVASTEACTIVA
-13.800 86.578
Jaarrekening Parteon 132
19 Geconsolideerd kas- stroomoverzicht (indirecte methode)
2010 2009
x e 1.000 x e 1.000
Bedrijfsresultaat 28.004 9.178
Aanpassingen voor: Verkopen, aanpassing opgeofferde waarde 19.203 15.580 Vrijval / dotatie voorzieningen -813 -4.113 Afschrijvingen 889 797 Overige waardeveranderingen 7.107 10.822
26.386 23.086
Voorraden -42 12 Vorderingen 5.329 2.023 Kortlopende schulden -16.860 -4.987
Veranderingen in werkkapitaal 16.431 -2.953
Kasstroom uit bedrijfsuitoefening 42.817 29.312
Ontvangen rente 4.303 4.614 Betaalde rente -26.717 -23.711
Kasstroom uit financiële baten en lasten -22.414 -19.097
KASSTROOMUITOPERATIONELEACTIVITEITEN 20.403 10.215
Mutatie materiële vaste activa -49.554 -48.869 Mutatie voorraden onderhanden werk 3.613 -5.173 Mutatie onderhanden projecten -1.883 0 Mutatie financiële vaste activa -152 6.677
KASSTROOMUITINVESTERINGSACTIVITEITEN -47.976 -47.365
Ontvangsten uit langlopende schulden (nieuw) 125.477 50.000 Mutatie waarborgsommen 18 -16 Aflossing langlopende schulden -62.727 -30.258 Mutatie verplichting VOV 17.427 0 Mutatie overige langlopende schulden -157 -147
KASSTROOMUITFINANCIERINGSACTIVITEITEN 80.038 19.580
52.464 -17.570
Saldo liquide middelen 1 januari -15.276 2.294 Saldo liquide middelen 31 december 37.188 -15.276
KASSTROOMTOTAAL 52.464 -17.570
Jaarrekening Parteon 133
20 Algemene toelichting Algemeen
Wooncorporatie Parteon is een stichting met de status van “toegelaten instelling volkshuisvesting”. Zij heeft specifieke
toelating in de Zaanstreek en is werkzaam binnen de juridische wetgeving van uit de Woonwet en het Besluit Beheer
Sociale Huursector. De vestigingsplaats is Wormerveer.
Regelgeving
De jaarverslaggeving door toegelaten instellingen volkshuisvesting dient te voldaan aan de eisen zoals deze zijn gefor-
muleerd in het Besluit beheer sociale huursector. In dit besluit wordt BW2 Titel 9 voorgeschreven behoudens enkele uit-
zonderingen van specifieke aard. Voor verslagjaren vanaf 2005 is door de Raad voor de Jaarverslaggeving de definitieve
Richtlijn 645 Toegelaten Instelling Volkshuisvesting uitgegeven. In deze richtlijn zijn onder meer specifieke modellen
voor de balans en winst-en verliesrekening opgenomen en zijn voor de sector specifieke presentatie, waarderings-en
verslaggevingsvoorschriften geformuleerd.
De geconsilideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en
de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving.
Toelichtingen op posten in de balans, winst-en verliesrekening en kasstroomoverzicht worden in de jaarrekening ge-
nummerd.
Schattingen
Bij toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt de directie van Parteon zich
verschillende oordelen en maakt schattingen die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedra-
gen. Indien het voor het geven van het in artikel 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze
oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende
jaarrekeningposten.
Stelselwijziging
In het verslagjaar heeft Parteon verdere stappen ondernomen om de transparantie in de financiële berichtgeving van
de corporatie te vergroten en een beter inzicht te geven in het resultaat, de vermogenspositie en de kasstromen van de
groep. Voor dit doel is een aantal wijzigingen in de verslaggeving en presentatie doorgevoerd.
Stichting Parteon verkoopt jaarlijks een deel van haar bezit via het Te Woon principe. Hierbij worden de woningen
verkocht met een terugkooprecht of terugkoopplicht. Als gevolg van een wijziging in de Richtlijnen voor de Jaarverslag-
geving dienen dergelijke verkopen voortaan on-balance verantwoord te worden.
Jaarrekening Parteon 134
Vanaf het boekjaar 2010 worden de materiële vaste activa verkocht onder voorwaarden daarom on-balance verant-
woord. Voor deze stelselwijziging is gekozen om het inzicht in de jaarrekening in belangrijke mate te verbeteren. De
vergelijkende cijfers zijn hierop aangepast.
Eigen vermogen (geconsolideerd) per 31-12-09 volgens jaarrekening 2009 256.396.000
Aanpassing verkopen onder voorwaarden -322.000
Eigen vermogen (geconsolideerd) per 31-12-09 inclusief aanpassing verkopen onder voorwaarden 256.074.000
Grondslagenvoorconsolidatie
In de consolidatie worden de financiële gegevens van woningcorporatie Parteon en haar groepsmaatschappijen opgeno-
men. Dit betreft alle maatschappijen waarmee zij een organisatorische en economische eenheid vormt. Integraal in de
consolidatie worden opgenomen deelnemingen waarin beslissende zeggenschap op het beleid kan worden uitgeoefend.
In het algemeen betreft het deelnemingen waarin het belang meer dan 50% bedraagt. Vanaf de oprichtings-/overname-
datum worden de resultaten en de identificeerbare activa en passiva van nieuwe groepsmaatschappijen opgenomen
in de geconsolideerde jaarrekening. De oprichtings/overnamedatum is het moment dat beslissende zeggenschap kan
worden uitgeoefend in de betreffende groepsmaatschappij.
Groepsmaatschappijen blijven in de consolidatie opgenomen tot het moment dat zij worden verkocht; de consolidatie
vindt plaats op het moment dat de beslissende zeggenschap wordt overgedragen.
De in de consolidatie begrepen rechtspersonen en vennootschappen zijn:
Volledig geconsolideerd Aandeel
Parteon Projectontwikkeling Holding B.V. 100%
Stichting Monumenten 100%
Stichting Beheer en Exploitatie Registergoederen Parteon (SBER) 100%
Overige deelnemingen, gewaardeerd op nettovermogenswaarde
De Hemmes Beheer B.V. 25,00%
De Hemmes C.V. 25,00%
Woningnet 3,75%
Gasfabriekterrein Zaandam B.V. 33,33%
Zaanpracht V.O.F. 50,00%
Stadsherstel Zaanstreek N.V. 49,00%
Rosarium VOF 50,00%
Parteon Projectontwikkeling Holding B.V.
Parteon Projectontwikkeling Holding B.V. verzorgt de projectontwikkeling van Parteon. Nieuwbouwprojecten worden
uitgevoerd binnen deze B.V. Parteon is 100% eigenaar van Parteon Projectontwikkeling Holding B.V.
Stichting Monumenten
Stichting Monumenten exploiteert tien monumentale panden in De Burcht in Zaandam. De verbinding is van oorsprong
opgericht om subsidiegelden te ontvangen voor de monumentale panden binnen deze stichting. Het beheren van deze
panden om ze te behouden voor de toekomst is voor Parteon een kernactiviteit en kan onder het prestatieveld ‘leefbaar-
heid’ worden gerangschikt. Parteon heeft als bestuurlijke vertegenwoordiger van de stichting invloed op de risicobe-
heersing.
Jaarrekening Parteon 135
Stichting Beheer en Exploitatie Registergoederen Parteon (SBER)
De SBER beheert het kantoorpand van Parteon in Zaandam. Deze stichting is opgezet vanuit een fiscale invalshoek en
voldoet volledig als kernactiviteit, namelijk het beheer van een eigen kantoorpand. Parteon is de bestuurder van de
stichting.
De Hemmes B.V. en C.V.
De doelstelling van deze B.V. en C.V. is met andere partners woningbouw te ontwikkelen op een locatie in Zaanstad. De
activiteiten van de verbinding zijn in het kader van de kernactiviteiten van Parteon.
WoningNet
WoningNet is opgericht door woningcorporaties, met als doelstelling de woningruimteverdeling van corporatiewonin-
gen voor het SRR-gebied te coördineren. De activiteiten van de verbinding passen bij de kernactiviteiten van Parteon.
Parteon houdt deze verbinding aan voor het prestatieveld ‘voorrang en passend huisvesten primaire doelgroep’.
Gasfabriekterrein Zaandam B.V. en C.V.
Parteon heeft een deelname in deze B.V. uit hoofde van haar projectontwikkelingsactiviteiten.
Zaanpracht V.O.F.
De vennootschap heeft tot doel het voor eigen rekening en risico ontwikkelen en realiseren van het project Noordeinde
te Wormerveer.
Stadsherstel Zaanstreek N.V.
De vennootschap heeft ten doel de instandhouding van monumenten en overig cultureel erfgoed en het daartoe verkrij-
gen, exploiteren en vervreemden van registergoederen, het daartoe aangaan van financieringsovereenkomsten.
Rosarium VOF
De vennootschap heeft tot doel het ontwikkelen en (doen) realiseren van Plan Rosariumplein. Deelneming Rosarium
VOF heeft een negatief vermogen. Aangezien Parteon Projectontwikkeling B.V. aansprakelijk is voor de schulden van
deze deelneming is er een voorziening gevormd.
Voor een uitgebreidere toelichting op de deelnemingen en de risico’s daarin verwijzen wij naar de toelichting op de balans.
Intercompany-transacties en -posities
Intercompany-transacties, intercompany-winsten en onderlinge vorderingen en schulden tussen groepsmaatschap-
pijen worden geëlimineerd voor zover de resultaten niet door transacties met derden buiten de groep zijn gerealiseerd.
Ongerealiseerde verliezen op intercompany-transacties worden ook geëlimineerd tenzij er sprake is van een bijzondere
waardevermindering. Resultaten op intercompany-transacties tussen de consolidatie opgenomen groepsmaatschap-
pijen worden volledig uit zowel de balanswaardering als het groepsresultaat geëlimineerd voorzover deze resultaten
nog niet door een overdracht van het verkregen actief of passief aan derden buiten de groep zijn gerealiseerd.
Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Bij deze methode wordt het nettoresultaat aange-
past voor posten van de winst- en verliesrekening die geen invloed hebben op ontvangsten en uitgaven in het verslag-
jaar, mutaties in de balansposten en posten van de winst- en verliesrekening waarvan de ontvangsten en uitgaven
niet worden beschouwd als behorende tot de operationele activiteiten. De liquiditeitspositie in het kasstroomoverzicht
bestaat uit de liquide middelen onder aftrek van bankkredieten. In het kasstroomoverzicht wordt onderscheid gemaakt
tussen operationele, investerings- en financieringsactiviteiten. De kasstromen uit hoofde van de financiering zijn
gesplitst in kasstromen met betrekking tot mutaties in de hoofdsom (opgenomen onder financieringsactiviteiten) en
betaalde interest (opgenomen onder operationele activiteiten).
Jaarrekening Parteon 136
21 Geconsolideerde waarderingsgrondslagenActivaenpassiva
Algemeen
De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW
en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslagge-
ving.
De gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn ongewijzigd gebleven ten opzichte van voor-
gaand jaar, met uitzondering van de toegelichte stelselwijziging.
Verwerkingverplichtingen
In de jaarrekening worden naast juridisch afdwingbare verplichtingen tevens feitelijke verplichtingen verwerkt die kun-
nen worden gekwalificeerd als “intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd”. Hiervan is sprake wanneer uitingen
namens de corporatie zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders aangaande verplichtingen
inzake toekomstige herstructureringen en toekomstige nieuwbouwprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld
aan het besluitvormingsproces van de corporatie rondom projectontwikkeling en herstructurering. Van een feitelijke
verplichting is sprake indien de formalisering van de definitief ontwerp fase en afgeleid het aanvragen van de bouwver-
gunning heeft plaatsgevonden. Dit komt overeen met fase 4 binnen de Parteon fase-structuur.
MateriëleVasteActivaOnroerendeenroerendezakeninexploitatie
Waardering
De onroerende zaken in exploitatie worden gewaardeerd tegen de reële waarde gebaseerd op bedrijfswaarde (en voor
woningen die bestemd zijn voor verkoop de marktwaarde). De bedrijfswaarde wordt gevormd door de contante waarde
van de geprognosticeerde kasstromen uit hoofde van toekomstige exploitatieopbrengsten en toekomstige exploitatiel-
asten over de geschatte resterende looptijd van de investering, rekening houdend met een ingeschatte restwaarde aan
het einde van de levensduur, verminderd met kosten van sloop, verhuiskostenvergoedingen e.d. Daarbij wordt rekening
gehouden met de voorgenomen bestemming en aard van het bezit. De jaarlijkse stijging of daling van de bedrijfswaarde
wordt verantwoord via de winst- en verliesrekening.
De kasstroomprognoses zijn gebaseerd op redelijke en onderbouwde veronderstellingen die de beste schatting van
de directie weergeven van de economische omstandigheden die van toepassing zullen zijn gedurende de resterende
levensduur van het actief. De kasstromen zijn, voor de eerste vijf jaren, conform best practices gebaseerd op het beleid
van Parteon. Voor latere jaren wordt uitgegaan van de verwachte gemiddelde groeivoeten voor inflatie, huurstijging en
rente, evenals genormeerde lastenniveaus voor dagelijks onderhoud en overige variabele lasten.
“Eenheden die zijn gelabeld voor verkoop in de eerste vijf jaar worden gewaardeerd tegen opbrengstwaarde (taxatie of
WOZ). Eenheden waarvoor een sloopbesluit is genomen worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de laatste
exploitatiejaren plus de contante waarde van de restwaarde grond, onder aftrek van kosten.
Jaarrekening Parteon 137
Bij de bepaling van de bedrijfswaarde wordt rekening gehouden met de rentabiliteitswaardecorrectie van de bestaande
leningenportefeuille. De rentabiliteitswaardecorrectie betreft het verschil tussen de contante waarde van de verwachte
kasstromen uit hoofde van leningen en de waardering van deze posten op de balans.
Bedrijfswaarde
De uitgangspunten bij de bedrijfswaardeberekeningen zijn gebaseerd op de meerjarenbegroting.
De economische parameters daarbij zijn producten van inschattingen en visie. Om teveel “buikgevoel”te voorkomen
baseert Parteon haar lange termijnvisie op de inschatting van het CFV. Indien het CFV geen uitspraken doet hanteert
Parteon de visie van Ortec Finance van maart 2010. Het CFV en Ortec Finance maken onderscheid tussen de eerste vijf
jaar en periode na vijf jaar.
Uitgangspunten:
• De reguliere huurverhoging is afhankelijk van wettelijke beperkingen. De maximale huurstijging is gekoppeld aan
de prijsinflatie van het voorgaand jaar. Parteon baseert de jaarlijkse huurverhoging op de raming van de prijsinflatie
van het CFV voor de eerste vijf jaar.
• Jaarlijkse huurderving van 1,10%.
• De mutatiegraad is gestandaardiseerd.
Eengezinswoningen 3,5%; Meergezinswoningen met lift 7,2%; meergezinswoningen zonder lift 9,7% en gemengde
complexen en overige eenheden 6,1%.
• Huurharmonisatie
De huurharmonisatie wordt conform best pratices voor vijf jaar ingerekend. De harmonisatie vindt in een keer plaats
bij mutatie. De geliberaliseerde huurvoorraad tot 100% van maximaal redelijk.
De sociale woningvoorraad tot 90% van maximaal redelijk. De te slopen woningvoorraad tot 75% van maximaal
redelijk bij sloop binnen 5 jaar. Geen huurverhoging voor woningen die binnen 2 jaar gesloopt worden.
• Stijging van de begrote lasten:
- Stijging van de variabele lasten jaarlijks met loonindex
- Stijging loonkosten jaarlijks met loonindex
- Stijging onderhoudslasten jaarlijks met onderhoudsindex
- Stijging opbrengsten verkoop met markindex
Jaar Huurstijging Prijsindex Loonindex Onderhoudsindex Marktindex
2011 1,00% 1,25% 1,25% 1,65% 2,45%
2012 1,25% 1,50% 1,50% 2,05% 2,45%
2013 1,50% 1,75% 1,75% 2,45% 2,45%
2014 1,75% 2,00% 2,00% 2,85% 2,45%
2015 2,00% 2,25% 2,25% 3,25% 2,45%
2016 en verder 2,00% 2,00% 3,00% 3,00% 2,45%
Het reparatie- en mutatieonderhoud worden ingerekend op bedrijfseconomische interne normen, die de basis vormen
voor de meerjaren begroting.
Jaarrekening Parteon 138
• Het disconteringspercentage is 5,25% gebaseerd op de best practice binnen de branche.
Parteon disconteert medio boekjaar, conform het CFV.
• In de bedrijfswaardeberekening is rekening gehouden met de verkopen volgens de opgave van de afdeling Scope.
Deze worden over een periode van vijf jaar meegenomen in de berekening. Hierbij is aangenomen dat de verkopen
op basis van de mutatiegraad plaats vinden. De verkoopprijzen zijn bepaald op basis van de WOZ-waarde of indien
beschikbaar de taxatiewaarde. Op de WOZ-waarde wordt 8% afslag genomen op basis van historische gegevens.
Er wordt geen boekwaarde toegerekend aan het verkoopresultaat aangezien de waardering van materiële vaste
activa in exploitatie op bedrijfswaarde is. De verkoopkosten en huurderving voor verkoop zijn opgenomen in het
verkoopresultaat. De verkoopkosten zijn gemiddeld 3% van de verkoopprijs. De huurderving is voor negen maanden
ingerekend in 2011 en voor zes maanden vanaf 2012. De verkopen uit koopgarant worden tegen 75% van de
taxatiewaarde verkocht.
• De investeringen Projectmatig onderhoud worden volgens de opgave van afdeling Projectmatig onderhoud &
verbetering voor vijf jaar ingerekend in de bedrijfswaarde berekening, conform de best practices.
Bij de verbeteringen wordt beoordeeld in hoeverre de ingreep een verlenging van de exploitatieperiode als gevolg
heeft. Hierbij wordt een verlenging van de exploitatieperiode van 15 of 25 jaar toegepast. De mate van de renovatie
bepaald de betreffende levensduurverlenging (de bijbehorende uitgaven liggen gemiddeld rond de € 40.000).
Hiernaast brengt de ingreep een verhoging van de taxatiewaarde met zich mee. Uitgangspunt hierbij is dat 25%
van de investering wordt ‘terugverdiend indien het pand verkocht wordt. De verlenging van de exploitatieperiode
heeft doorgaans een verhoging van de bedrijfswaarde tot gevolg. De verhoging van de taxatiewaarde heeft hogere
verkoopprijzen als gevolg.
• Het budget regulier planmatig onderhoud bestaat uit het onderhoudsdeel en het aanbrengen van energiezuinige
maatregelen. Het onderhoudsdeel bestaat uit het terugbrengen van de bestaande elementen op het oorspronkelijke
kwaliteitsniveau (bijvoorbeeld cyclische maatregelen zoals het schilderwerk). De energiezuinige maatregelen zijn
opgebouwd uit het aanbrengen van dubbele beglazing en gevelisolatie.
• De restant levensduur is, conform de best practice, gezet op minimaal 10 jaar indien er nog geen concrete plannen
voor woningen zijn beschreven (zoals sloop, verkoop etc.).
De levensduur van woningen kan gedurende de exploitatie wijzigen. Middels (grootschalige) renovatie kan de
exploitatieduur worden verlengd. Deze verlenging komt na het uitvoeren van de renovatie in de berekening van de
bedrijfswaarde tot uitdrukking.
• De bedrijfswaarde bevat een restwaarde aan het eind van de levensduur. De restwaarde bestaat uit de waarde
van de grond minus de uitgaven om de grond bouwrijp te maken. Deze kasstromen worden met de prijsindex
geïndexeerd naar het einde van de levensduur en contant gemaakt met de disconteringsfactor. Uitgangspunt bij de
verwachte bestemming van de grond is bouwrijpe grond met een sociale huurbestemming.
De grondwaarde einde exploitatie en bijkomende kosten zijn gebaseerd op de best practices.
Sociale woningbouw € 20.000
Sloopkosten € 5.000
Uitplaatsingkosten € 5.000
Kosten bouwrijp maken € 5.000
• Bij de bepaling van de bedrijfswaarde wordt rekening gehouden met de rentabiliteitswaarde-correctie van de
bestaande leningen portefeuille.
Onroerendeenroerendezakenverkochtondervoorwaarden
Waardering tegen actuele waarde
“Onroerende zaken die in het kader van een regeling Verkoop onder Voorwaarden (VOV) zijn overgedragen aan een derde
en waarvoor de woningcorporatie een terugkoopplicht kent worden aangemerkt als financieringsconstructie. De betref-
fende onroerende zaken worden gewaardeerd tegen actuele waarde zijnde de met de koper overeengekomen contract-
prijs (eerste waardering) en daarna de marktwaarde op basis van VOV.
Jaarrekening Parteon 139
Indien de regeling voorziet in een terugkooprecht tegen een significant lagere terugkoopprijs dan de reële waarde op
het terugkoopmoment dan is de verwerking overeenkomstig de terugkoopplicht.
Voor de in de regeling overeengekomen overdrachtswaarde wordt aan de creditzijde van de balans een terugkoop-
verplichting opgenomen. Deze terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd en getoetst aan de bij overdracht
ontstane verplichting rekening houdend met de contractvoorwaarden.
In het kader van de verkoop van woningen onder voorwaarden heeft de corporatie een terugkoopverplichting en/of
recht die/dat mede afhankelijk is van de ontwikkeling van de waarde van de woningen in het economisch verkeer. De
terugkoopverplichting/recht wordt jaarlijks gewaardeerd.
De mogelijke per saldo toename van de terugkoopverplichting ten opzichte van de bij overdracht ontstane verplichting
wordt geactiveerd, een per saldo afname wordt als resultaat verantwoord.”
Onroerende en roerende zaken in ontwikkeling
Dit betreffen huurcomplexen in aanbouw die worden gewaardeerd tegen uitgaafprijzen en toegerekende kosten van
het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directievoering onder aftrek van een bijzondere waardever-
mindering uit hoofde van te dekken stichtingskosten.De bijzondere waardevermindering (onrendabele top) wordt in de
resultatenrekening verantwoord onder de post Overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa.
Voorts wordt rente tijdens de bouw toegerekend. De geactiveerde rente wordt berekend tegen de gemiddelde rentevoet
over het totale vreemde vermogen. Voor onroerende zaken waarvoor specifieke financiering is aangetrokken wordt de
interestvoet van deze specifieke financiering gehanteerd. Indien de bijzondere waardevermindering hoger is dan de
waarde van de onroerende zaken in ontwikkeling, dan wordt de onroerende zaak op nihil gewaardeerd en wordt een
voorziening aan de creditzijde van de balans opgenomen.
Rentetoerekening vindt eerst plaats nadat ontwikkelactiviteiten zijn gestart.
Met betrekking tot zogeheten gecombineerde projecten wordt het huurdeel en het koopdeel apart verantwoord. Oftewel
als aparte projecten gezien en als zodanig verantwoord.
Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie
“De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gewaardeerd op basis van aanschafwaarde
onder aftrek van lineaire of annuïtaire afschrijvingen en waardeverminderingen.
Afschrijvingstermijnen
Kantoor 50 jaar annuïtair
Inventaris 5 jaar lineair
Automatisering 3 jaar lineair
Materiële investeringen in software 5 jaar lineair
Vervoermiddelen 5 jaar lineair
TevorderenBWS-subsidies
Dit betreft de vordering uit hoofde van binnen het Besluit Woninggebonden Subsidies toegezegde bedragen. Aflossing
vindt plaats middels annuïteiten. Jaarlijks wordt de vordering verlaagd met de ontvangen bedragen van de gemeente. Het
kortlopende deel van deze post is opgenomen onder de vlottende activa. In 2010 is de BWS afgekocht door de gemeente.
Jaarrekening Parteon 140
Deelnemingen
Deelnemingen in groepsmaatschappijen en overige deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden uitgeoe-
fend worden gewaardeerd volgens de nettovermogens-waardemethode. Invloed van betekenis wordt in ieder geval
verondersteld aanwezig te zijn bij een aandeelhoudersbelang van meer dan 20%.
De nettovermogenswaarde wordt berekend volgens de grondslagen die gelden voor deze jaarrekening; voor deelnemin-
gen waarvan onvoldoende gegevens beschikbaar zijn voor aanpassing aan deze grondslagen, wordt uitgegaan van de
waarderingsgrondslagen van de betreffende deelneming.
Indien de waardering van een deelneming volgens de nettovermogenswaarde negatief is, wordt deze op nihil gewaar-
deerd. Indien en voorzover Parteon in deze situatie geheel of ten dele instaat voor de schulden van de deelneming
respectievelijk het stellige voornemen heeft de deelneming tot betaling van haar schulden in staat te stellen wordt een
voorziening getroffen.
Deelnemingen waar geen invloed van betekenis kan worden uitgeoefend worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of,
indien hiertoe aanleiding bestaat, een lagere waarde.
Overigefinanciëlevasteactiva
De onder financiële vaste activa opgenomen vorderingen omvatten verstrekte leningen en overige vorderingen, alsme-
de gekochte leningen dit tot einde looptijd zullen worden aangehouden. Deze vorderingen worden initieel gewaardeerd
tegen reële waard.Indien leningen niet vorderbaar zijn, zal daarvoor een voorziening getroffen worden.
Latentebelastingvorderingenen-verplichtingen
“Latente belastingvorderingen en -verplichtingen worden opgenomen voor tijdelijke verschillen tussen de waarde van de
activa en passiva volgens fiscale voorschriften enerzijds en de boekwaarden die in deze jaarrekening gevolgd worden
anderzijds. De berekening van de latente belastingvorderingen en -verplichtingen geschiedt tegen de belastingtarieven
die op het einde van het verslagjaar gelden, of tegen de tarieven die in de komende jaren gelden, voor zover deze al bij
wet zijn vastgesteld.
Latente belastingvorderingen uit hoofde van verrekenbare verschillen en beschikbare voorwaartse verliescompensa-
tie worden opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat er toekomstige fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee
verliezen kunnen worden gecompenseerd en verrekeningsmogelijkheden kunnen worden benut.
Latente belastingen worden verantwoord voor tijdelijke verschillen inzake groepsmaatschappijen, deelnemingen en
joint ventures, tenzij Parteon in staat is het tijdstip van afloop van het tijdelijk verschil te bepalen en het niet waar-
schijnlijk is dat het tijdelijke verschil in de voorzienbare toekomst zal aflopen.
Latente belastingvorderingen zijn opgenomen onder de financiële vaste activa, latente belastingverplichtingen zijn
opgenomen onder de voorzieningen. Belastinglatenties worden gewaardeerd op basis van contante waarde.
Voorraden
Waardering van voorraden grond- en hulpstoffen vindt plaats tegen verkrijgingsprijs. Tevens wordt rekening gehouden
met een aftrek voor mogelijke incourantheid gebaseerd op verwachte lagere marktwaarde.
Voorradenonderhandenwerk
Dit betreffen (nog) onverkochte koopcomplexen in aanbouw die worden gewaardeerd tegen uitgaafprijzen en toegerekende
kosten van het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directievoering onder aftrek van eventuele voor-
zienbare verliezen. Tevens worden de grondposities en alle projecten t/m fase 3 van het Parteon fase model verantwoord.
Jaarrekening Parteon 141
Voorts wordt rente tijdens de bouw toegerekend. De geactiveerde rente wordt berekend tegen de gemiddelde rentevoet
over het totale vreemde vermogen. Voor onroerende zaken waarvoor specifieke financiering is aangetrokken wordt de
interestvoet van deze specifieke financiering gehanteerd. Indien de (eventueel) genomen verliezen hoger zijn dan de
waarde van de reeds gemaakte kosten, dan wordt de onroerende zaak op nihil gewaardeerd en wordt een voorziening
aan de creditzijde van de balans opgenomen.
Grondposities zijn per jaareinde beoordeeld o.b.v. de minimumwaarderingsregel. Dit houdt in dat de boekwaarde van de
grondposities getoetst is aan de actuele waarde van de grondposities en eventuele noodzakelijke afboekingen hebben
plaatsgevonden.
Onderhandenprojecten
De post onderhanden projecten (reeds verkochte productie) bestaat uit, indien van toepassing, het saldo van gereali-
seerde projectkosten (inclusief toegerekende rente en algemene kosten), toegerekende winst, verwerkte verliezen en
reeds gedeclareerde termijnen met betrekking tot alle verkochte panden. De winsten worden in principe genomen naar
rato van de voortgang van het project (percentage of completion methode) en verliezen indien voorzienbaar.
Vorderingen
Waardering geschiedt tegen nominale waarde rekening houdend met een voorziening voor mogelijke oninbaarheid.
Liquidemiddelen
Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-
courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden.
Overigereserve
De overige reserve is de reserve van Parteon waarover de daartoe bevoegde organen zonder belemmering door wet-
telijke of statutaire bepalingen kunnen beschikken.
Voorzieningen
Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen en verliezen die op balansdatum
bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de hoogte redelijker-
wijs kan worden geschat. Voorzieningen worden tegen nominale waarde opgenomen.
De voorziening voor reorganisatiekosten betreft de kosten samenhangend met in gang gezette reorganisaties. De vor-
ming van de reorganisatievoorziening vindt plaats op het moment waarop tot aanpassing van de organisatie is besloten
en dit kenbaar is gemaakt.
De voorziening voor toekomstige projecten wordt gevormd voor projecten welke zich in de fase van definitief ontwerp
(intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd) of verder bevinden en er een begroot verlies/onrendabel aanwezig is.
Langlopendeschulden
De leningen worden afgelost op basis van annuïteiten, lineair of worden na afloop van de leningsduur ‘ineens’ (fixe-lenin-
gen) afgelost. Ook worden leningen afgelost volgens het dynamische kostprijssysteem. In het laatste geval vindt geen
aflossing plaats zolang de exploitaties van de activa, die met klimleningen zijn gefinancierd, voorgecalculeerde exploitatie-
verliezen opleveren. Gedurende die periode worden deze leningen jaarlijks met genoemde verliezen verhoogd. De aflos-
singsverplichting voor het komend jaar van de langlopende schulden is opgenomen onder de kortlopende schulden.
In het kader van de verkoop van woningen onder voorwaarden heeft de corporatie een terugkoopverplichting die mede
afhankelijk is van de ontwikkeling van de waarde van de woningen in het economisch verkeer. De terugkoopverplichting
wordt jaarlijks gewaardeerd.
Jaarrekening Parteon 142
Overigeactivaenpassiva
Voor zover in het bovenstaande niet anders is aangegeven, worden activa en passiva gewaardeerd op nominale waarde.
Hierbij wordt op vorderingen, indien dit noodzakelijk is, een voorziening wegens mogelijke oninbaarheid in mindering
gebracht.
Grondslagenvoorbepalingvanhetresultaat
Opbrengstenenkosten
Algemeen
Het resultaat wordt bepaald als verschil tussen de opbrengstwaarde van de geleverde prestaties en de kosten en
andere lasten over het jaar. De resultaten op transacties worden verantwoord in het jaar waarin zij zijn gerealiseerd;
verliezen reeds zodra zij voorzienbaar zijn.
Opbrengsten uit de levering van goederen worden verwerkt zodra alle rechten en risico’s met betrekking tot het eigen-
dom van de goederen zijn overgedragen aan de koper.
Opbrengsten uit de levering van diensten geschieden naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte
diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten.
Opbrengsten met betrekking tot onderhanden projecten in opdracht van derden bestaan uit de contractueel overeen-
gekomen tegenprestaties, meer- en minderwerk en claims en vergoedingen voor zover die opbrengsten zullen worden
gerealiseerd en betrouwbaar kunnen worden vastgesteld.
Huren
Jaarlijks worden de huren verhoogd met een percentage welke door het huurbeleid is vastgesteld. De opbrengsten
bestaan uit de huren van de woningen, kantoren, winkels, bedrijfspanden en garages.
Vergoedingen
De vergoedingen bestaan uit bijdragen voor geisers en de voorschotten van servicecomponenten. Deze vergoedingen
zijn gebaseerd op de geraamde kosten. Jaarlijks vindt op basis van de werkelijke kosten een afrekening plaats.
Overheidsbijdragen
Jaarlijks worden er bijdragen ontvangen van de gemeente voor in het verleden aangebrachte woning aanpassingen ten
behoeve van mindervaliden.
Verkooponroerendezaken
“De post verkopen onroerende zaken betreft, bij verkoop bestaand bezit, het saldo van de behaalde verkoopopbrengst
minus verkoopkosten en minus de opgeofferde bedrijfswaarde. De opgeofferde bedrijfswaarde is gelijkgesteld aan 100%
van de WOZ-waarde.
Bij verkoop nieuwbouwwoningen wordt onder de post verkopen onroerende zaken opgenomen de behaalde verkoop-
opbrengst minus de vervaardigingsprijs en verkoopkosten. Eventuele verliezen op nieuwbouw koopprojecten worden
verantwoord zodra deze voorzienbaar zijn.
De opbrengst uit woningen verkocht onder voorwaarden worden niet verantwoord als verkoopopbrengst daar de
belangrijkste economische rechten niet zijn overgedragen aan de koper. De gegarandeerde terugkoopverplichting wordt
opgenomen onder de post Langlopende schulden, terugkoopverplichting VOV woningen en wordt jaarlijks met inacht-
name van de contractvoorwaarden gewaardeerd.
Jaarrekening Parteon 143
Geactiveerdeproductietenbehoevevanheteigenbedrijf
De toe te rekenen interne directe kosten in het kader van voorfinanciering ten behoeve van onroerende zaken in ont-
wikkeling worden hieronder verantwoord.
Overigebedrijfsopbrengsten
Alle overige opbrengsten kunnen verdeeld worden naar doorbelastingen, administratiekosten en overige opbrengsten.
Afschrijvingenopmateriëlevasteactiva
De afschrijvingen op materiële vaste activa ten dienste van de exploitatie worden gebaseerd op basis van de verkrij-
gings- of vervaardigingsprijs. Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode danwel de annuïtaire methode
op basis van de geschatte economische levensduur. Met een mogelijke restwaarde wordt geen rekening gehouden.
Overigewaardeveranderingenmateriëlevasteactiva
“De overige waardeveranderingen materiële vaste activa in ontwikkeling worden gebaseerd op de waardering van de
projecten in ontwikkeling. De onder deze post verantwoorde bedragen hebben betrekking op een afboeking dan wel
terugneming van een bijzondere waardevermindering.
Periodiekbetaalbarebeloningen
Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winst-en-verliesreke-
ning voorzover ze verschuldigd zijn aan werknemers.
Pensioenregeling
De pensioenregeling van SPW is een toegezegde pensioenregeling bij het bedrijfstakpensioenfonds.Hierbij is een
pensioen toegezegd aan personeel op de pensioengerechtigde leeftijd, afhankelijk van leeftijd, salairs en dienstjaren.
Deze toegezegde pensioenregeling is verwerkt als zou sprake zijn van een toegezegde bijdrageregeling. In het geval
van een tekort bij SPW heeft de werkgever geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen, behalve een
verplichting tot het voldoen van hogere toekomstige premies. Indien een tekort/overschot in het fonds een mutatie van
de premie tot gevolg heeft, dient de werkgever informatie van SPW te ontvangen betreffende het tekort /overschot en
de mogelijke gevolgen voor de werkgever. De premies worden verantwoord als personeelskosten als deze verschuldigd
zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien deze tot een terugstorting leiden of tot
een vermindering van toekomstige betalingen.
Lastenonderhoud
Onder deze post worden alle direct aan het verslagjaar toe te rekenen kosten van onderhoud verantwoord. Van toe-
rekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. Reeds
aangegane verplichtingen waarvan de werkzaamheden nog niet zijn uitgevoerd op balansdatum worden verwerkt onder
de niet uit de balans blijkende verplichtingen.
Het klachten- en mutatieonderhoud wordt onderscheiden in kosten van derden en eigen dienst, alsmede de kosten van
het materiaalverbruik. In de winst- en verliesrekening zijn de kosten van de eigen dienst opgenomen bij de kostensoort
salarissen en sociale lasten. De lasten van onderhoud onderscheiden zich van activeerbare uitgaven door het feit dat er
geen sprake is van een waardeverhoging van het actief.
Overigebedrijfslasten
De overige bedrijfslasten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben.
Rentebatenen-lasten
Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de
betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde
transactiekosten op de ontvangen leningen.
Jaarrekening Parteon 144
Rentelasten worden geactiveerd voor kwalificerende activa gedurende de periode van vervaardiging van een actief, in-
dien het een aanmerkelijke hoeveelheid tijd vergt om het actief gebruiksklaar of verkoopklaar te maken. De te activeren
rente wordt berekend op basis van de verschuldigde rente over specifiek voor de vervaardiging opgenomen leningen
en van de gewogen rentevoet van leningen die niet specifiek aan de vervaardiging van het actief zijn toe te rekenen, in
verhouding tot de uitgaven en periode van vervaardiging.
Financiëleinstrumenten
“Binnen het treasurybeleid van Parteon dient het gebruik van financiële instrumenten ter beperking van inherente
(rente-, looptijden- en markt) risico’s. Op grond van het vigerende interne treasurystatuut is het gebruik van financiële
instrumenten slechts toegestaan voor zover er een
materieel verband met het belegde/gefinancierde vermogen kan worden gelegd en de toepassing er van tot een positie
van de totale leningen-/beleggingenportefeuille leidt welke vergelijkbaar is met een positie zonder gebruik te maken
van deze instrumenten.
Belastingen
“Vanaf 1 januari 2008 is Parteon integraal belastingplichtig geworden voor de vennootschapsbelasting. Corporaties zijn
sindsdien verplicht over hun integrale activiteiten vennootschapsbelasting te betalen. Een en ander is vastgelegd in een
vaststellingsovereenkomst (VSO). In deze VSO zijn specifieke bepalingen opgenomen met betrekking tot de waardering
van posten op de fiscale openingsbalans en de wijze van resultaatneming.
De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst-en-verliesrekening, reke-
ning houdend met beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in
de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Tevens
wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden
uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief.
Deze last is in de geconsolideerde resultatenrekening opgenomen.
Ten aanzien van de acute belastinglast en belastinglatenties in de jaarrekening heeft Parteon een aantal standpunten
ingenomen die eerst bij afwerking van de aangifte over de verslagjaren 2006 tot en met 2010 door de fiscus zullen
worden getoetst. De belangrijkste standpunten betreffen:
• Het onderscheid tussen onderhoudskosten en investeringen;
• De verwerking van projectontwikkelingsresultaten
• Dientengevolge kan de fiscale last over 2010 en voorgaande jaren nog wijzigingen ondergaan en belastinglatenties
een andere waarde kennen.
Mutatieactuelewaarde
Onder deze post worden de wijzigingen in de actuele waarde verantwoord die betrekking hebben op het vastgoed van
Parteon dat op de balans tegen actuele waarde is gewaardeerd.
Jaarrekening Parteon 145
22 Toelichting op de geconsolideerde balans(bedragenx€1.000)
1. Onroerendeenroerendezakeninexploitatie
De mutaties in de onroerende zaken in exploitatie zijn als volgt:
2010 2009
Bedrijfswaarde per 1 januari 693.190 577.298
Stap 1: Effecten realisatie en autonome ontwikkelingen
Mutatie in de bedrijfswaarde van de materiële vaste activa 1.431 15.545
Effect contante waarde en restant levensduur 7.803 -12.767
Subtotaal 9.234 2.778
Stap 2: Gevolgen van aanpassingen beleidsparameters en uitgangspunten
Huurbeleid 2.514 -27.194
Onderhoudslasten -18.806 22.483
Overige exploitatie baten en lasten -22.088 33.676
Levensduur -3.280 7.830
Restwaarde 2.886 0
Voorgenomen investeringen (projectmatig onderhoud) 2.060 19.763
Inflatie -30.441 26.275
Disconteringsvoet 53.511 0
Subtotaal -13.644 82.833
Stap 3: Gevolgen van mutaties in het bezit
Aankoop en nieuwbouw 8.622 6.830
Sloop, verkoop en uit exploitatie -11.353 24.651
Subtotaal -2.731 31.481
Stap 4: Gevolgen van mutatie in stelsel-/schattingswijziging
Disconteringsmethodiek 0 0
Subtotaal 0 0
Stap 5: Rentabiliteitswaarde correctie
Effect jaar opschuiven -1.950 167
Disconteringsvoet -31.976 0
Invloed nieuwe leningen 47.720 113
Mutatie in bestaande leningen 93 -1.480
Subtotaal 13.887 -1.200
Bedrijfswaardeper31december 699.936 693.190
Jaarrekening Parteon 146
Bedrijfswaarde per 1 januari 693.190 577.298
Investeringen 14.918 37.353
Desinvesteringen verkoop -5.528 -11.550
Mutatie actuele waarde (via V&W) -2.644 90.089
Bedrijfswaardeper31december 699.936 693.190
Op basis van de historische kostprijs is de waarde van de materiële vaste activa 522 miljoen (2009:512 miljoen)
Stap 1: Effecten realisatie en autonome ontwikkelingen
In deze stap worden de effecten van het verleggen van het jaar op de ongewijzigde materiële vaste activa in kaart
gebracht. Het effect wordt veroorzaakt door het wegvallen van de kasstromen 2010, het één jaar dichterbij komen
van de kasstromen en nieuwe (des)-investeringen binnen de waarderingshorizon van vijf jaar.
Stap 2: Gevolgen van aanpassingen beleidsparameters en uitgangspunten
In deze stap worden de effecten van de gewijzigde aannames voor de parameters in kaart gebracht. Het
effect wordt veroorzaakt door wijzigingen in het beleid, aanpassingen van indexaties en wijziging van de
disconteringsvoet. De indexaties en disconteringsvoet zijn aangepast conform de aanpassingen van de parameters
van het Centraal Fonds Volkshuisvesting en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw.
Stap 3: Gevolgen van mutaties in het bezit
Dit betreft de veranderingen in de bedrijfswaarde als gevolg van mutaties in het bezit. Enerzijds wordt dit effect
veroorzaakt door het verschil tussen de realisatie in 2010 en de ingerekende mutaties in de bedrijfswaarde ultimo
2009. Anderzijds door wijzigingen in het het toekomstige beleid verkoop, sloop, nieuwbouw en aankoop.
Stap 5: Rentabiliteitswaarde correctie
De mutatie in de rentabiliteitswaardecorrectie wordt veroorzaakt door het verleggen van het jaar, nieuwe leningen,
renteconversies, aanpassingen in de bestaande leningenportefeuille en aanpassing van de disconteringsvoet.
Voor nadere informatie: zie geconsolideerde waarderingsgrondslagen paragraaf “Bedrijfswaarde”.
2. Onroerendeenroerendezakenverkochtondervoorwaarden
De mutaties in de onroerende zaken verkocht onder voorwaarden zijn als volgt:
2010
Boekwaarde per 1 januari 26.276
Investeringen (nieuwe verkopen) 19.312
Waardeontwikkeling portefeuille 8
Desinvesteringen (terugkopen) 1.891-
Boekwaarde per 31 december 43.705
Per 31 december 2010 zijn er 381 woningen verkocht onder voorwaarden (2009: 247)
Jaarrekening Parteon 147
3. Onroerendeenroerendezakeninontwikkeling
De mutaties in de onroerende en roerende zaken in ontwikkeling zijn als volgt:
2010 2009
Beginstand MVA in ontwikkeling 6.935 12.186
Beginstand onderhanden werk 62.215 57.042
Beginstand Voorzieningen -9.103 -15.917
Boekwaarde per 1 januari 60.047 53.311
(Des)investeringen 45.376 47.153
Resultaatneming -8.931 -33.544
Oplevering projecten -37.754 -6.874
Mutaties -1.308 6.735
Eindstand MVA in ontwikkeling 8.198 6.935
Eindstand onderhanden werk 58.602 62.215
Eindstand onderhanden projecten 1.883 0
Eindstand Voorzieningen -9.944 -9.103
Boekwaardeper31december 58.739 60.047
(On)roerendezakenin
ontwikkeling
Voorradenonderhanden
werk
Onderhandenprojecten
Voorzieningtoekomstige
projectresultaten
Totaal
Beginstand 6.935 62.215 - -9.103 60.047
Overboekingen 2.898 -3.415 239 278 0
Investeringen 2.535 9.37 2.837 30.633 45.376
Resultaatneming huur -424 -1.719 - -4.969 -7.113
Resultaatneming koop 194 -645 340 -1.707 -1.818
Opleveringen -3.940 -7.204 -1.533 -25.076 -37.754
Eindstand 8.198 58.602 1.883 -9.944 58.739
31-12-10 31-12-09
Fase 0: Acquisitie 1.812 0
Fase 1: Gebiedsvisie 9.085 4.060
Fase 2: Haalbaarheid 11.769 7.202
Fase 3: Voorlopig ontwerp 18.290 12.941
Fase 4: Definitief ontwerp 18.421 22.162
Fase 5: Bouwvoorbereiding -8.294 1.370
Fase 6: In uitvoering 7.656 12.312
Fase 7: Nazorg 0 0
Totaal 58.739 60.047
In de projecten is een bedrag van € 3,5 miljoen (2009: € 4,1 miljoen) aan toegerekende rente en € 3,9 miljoen
(2009: € 5,7 miljoen) aan toegerekende algemene kosten opgenomen. Het rentepercentage over 2010 bedroeg 5,0%
(2009: 5,0%).
Jaarrekening Parteon 148
De systematiek voor de vrijval van de toerekening algemene kosten is als volgt:
Fase nr. Omschrijving AK % Cummulatief AK %
0 Acquisitie 0,0% 0,0%
1 Gebiedsvisie 0,0% 0,0%
2 Haalbaarheid 0,7% 0,7%
3 Voorlopig ontwerp 1,3% 2,0%
4 Definitief ontwerp 1,3% 3,3%
5 Bouwvoorbereiding 1,2% 4,5%
6 In uitvoering 0,5% 5,0%
7 Nazorg 0,0% 5,0%
4. Onroerendeenderoerendezakentendienstevandeexploitatie:
De mutaties in de onroerende en de roerende zaken ten dienste van de exploitatie zijn als volgt:
2010 2009
Verkrijgings-/vervaardigingsprijs 21.016 19.522
Cumulatieve afschrijvingen -12.959 -12.582
Boekwaardeper1januari 8.057 6.940
Investeringen 1.163 2.127
Desinvesteringen 211 -633
Desinvesteringen afschrijvingen 174 -798
Afschrijvingen -869 421
Mutaties 679 1.117
Verkrijgings-/vervaardigingsprijs 22.390 21.016
Cumulatieve afschrijvingen -13.654 -12.959
Boekwaardeper31december 8.736 8.057
Verzekeringen
De onroerende zaken (inclusief kantoorpanden inclusief inventaris) zijn per 31 december 2010 voor € 1,3 miljard
verzekerd tegen het uitgebreide risico van brand- en stormschade. De waarde van de onroerende goederen bedroeg
volgens de aanslag onroerend zaakbelasting ruim € 2,7 miljard. De onroerende en roerende zaken zijn per
31 december 2010 verzekerd. De specificatie van de lopende verzekeringen is:
- Kantoorpanden, woningen en BOG: brand/storm
- Inventaris: inboedelverzekering
- Vervoermiddelen: wa + casco
- Reconstructie: premie risque
Jaarrekening Parteon 149
5. Deelnemingen 2010 2009
Saldo 1 januari 1.051 345
Investeringen 0 49
Afboeking deelneming 0 0
Resultaat deelnemingen 5 657
Saldo31december 1.056 1.051
Woonplaats AandeelNetto
vermogens-waarde
Nettovermogenswaarde(aandeelParteon)
De Hemmes Beheer B.V. Wormerveer 25,00% 17.000 4.000
De Hemmes C.V. Wormerveer 25,00% 45.000 11.000
Woningnet Utrecht 3,75% 6.815.000 255.563
Gasfabriekterrein Zaandam B.V. Utrecht 33,30% 69.000 23.000
Zaanpracht V.O.F. Haarlem 50,00% 146.000 73.000
Stadsherstel Zaanstreek Amsterdam 49,00% 1.406.000 688.940
Rosarium VOF Wormerveer 50,00% (26.212) (13.106)
HemmesBeheerB.V. De vennootschap heeft ten doel het beheren, exploiteren, financieren en administreren, alsmede
het verkrijgen en vervreemden van aandelen en andere registergoederen en roerende zaken, alsmede het beheren van
vermogenswaarden, het deelnemen in, het bestuur voeren over en het financieren van andere ondernemingen, van
welke aard ook en voorts het verrichten van alle overige handelingen op commercieel, financieel, en industrieel gebied
en alles wat met het vorenstaande samenhangt of daartoe bevorderlijk is, daaronder begrepen het toezicht houden op
andere ondernemingen.
HemmesC.V.Doel van Hemmes C.V. is om partner te zijn van Gemeente Zaanstad voor ontwikkeling, realisatie en
verkoop van woningen alsmede bedrijfsruimte op het schiereiland De Hemmes en het tot stand brengen van optimaal
woon en werkmilieu.
WoningNet WoningNet is opgericht door woningcorporaties, met de doelstelling om de woningruimteverdeling van
corporatiewoningen voor het SRR-gebied te coördineren. De activiteiten van de verbinding passen bij de kernactiviteiten
van Parteon.
GasfabriekterreinZaandamB.V. Parteon heeft een deelname in deze B.V. uit hoofde van haar
projectontwikkelingsactiviteiten.
V.O.F.Zaanpracht. De vennootschap heeft tot doel het voor eigen rekening en risico ontwikkelen en realiseren van het
project Noordeinde te Wormerveer.
StadsherstelZaanstreekN.V.De vennootschap heeft ten doel de instandhouding van monumenten en overig cultureel
erfgoed en het daartoe verkrijgen, exploiteren en vervreemden van registergoederen, het daartoe aangaan van
financieringsovereenkomsten.
RosariumVOF.De vennootschap heeft tot doel het ontwikkelen en (doen) realiseren van Plan Rosariumplein.
Deelneming Rosarium VOF heeft een negatief eigen vermogen. Aangezien Parteon Projectontwikkeling B.V. aansprakelijk
is voor de schulden van deze deelneming is er een voorziening gevormd.
Jaarrekening Parteon 150
6. Leningenu/g 31-12-10 31-12-09
Leningen starters 408 0
Leningen personeel 6 18
Totaal 414 18
Voor de lening aan de Hemmes wordt verwacht dat deze niet terugbetaald wordt door de Hemmes C.V. Ten behoeve van de vordering is een voorziening getroffen. De uitstaande lening staat nu nog voor € 1,- op de balans.
Leningen starters 2010 2009
Saldo 1 januari 0 0
Nieuwe leningen 408 0
Aflossingen 0 0
Saldo31december 408 0
Leningen personeel 2010 2009
Saldo 1 januari 18 27
Nieuwe leningen 0 0
Aflossingen -12 -9
Saldo31december 6 18
7. Latentevennootschapsbelasting 31-12-10 31-12-09
Latentie uit hoofde van tijdelijke verschillen 0 17.251
Latentie verrekenbaar resultaat 2006 0 0
Latentie verrekenbaar resultaat 2007 0 0
0 17.251
De latentie uit hoofde van tijdelijke verschillen bestaat uit: 31-12-10 31-12-09
Actieve latentie uit hoofde van tijdelijke verschillen 0 17.369
Passieve latentie uit hoofde van tijdelijke verschillen 0 -118
0 17.251
“De latentie vennootschapsbelasting is op nihil gewaardeerd, omdat het de inschatting is dat er in de toekomst nooit verrekening zal plaatsvinden. Indien de latentie zou worden gewaardeerd tegen nominale waarde dan bedraagt deze circa € 335 miljoen, dit betreft met name het vastgoed. Naar verwachting zal deze latentie over het vastgoed niet tot afwikkeling komen binnen een afzienbare termijn.
8. Voorraden 31-12-10 31-12-09
Onderhoudsmaterialen 132 89
Overige voorraden 89 90
Totaal 221 179
9. Voorraadonderhandenwerk 31-12-10 31-12-09
Voorraad onderhanden werk 58.602 62.215
Totaal 58.602 62.215
Voor een nadere toelichting van de voorraden onderhanden werk, wordt verwezen naar de toelichting op de materiële
vaste activa in ontwikkeling.
Jaarrekening Parteon 151
10. Onderhandenprojecten 31-12-10 31-12-09
Onderhanden projecten 1.883 0
Totaal 1.883 0
Voor een nadere toelichting van de onderhanden projecten, wordt verwezen naar de toelichting op de materiële vaste activa in ontwikkeling.
11. Huurdebiteuren 31-12-10 31-12-09
Huurdebiteuren 1.347 1.257
Voorziening dubieuze huurdebiteuren -335 -466
Totaal 1.012 791
12. Gemeenten 31-12-10 31-12-09
BWS subsidie (kortlopend deel) 0 2.808
BWS subsidie oude jaren al vrijgevallen 0 95
Totaal 0 2.903
13. Overigevorderingen 31-12-10 31-12-09
Kortlopende deel leningen u/g 21 1.365
Te vorderen b.t.w. 0 783
Overige vorderingen 302 1.262
Vorderingen op instellingen 0 461
Totaal 323 3.871
14. Overlopendeactiva 31-12-10 31-12-09
Vooruitbetaalde pensioenpremie 0 267
Vooruitbetaalde verzekering 164 62
Nog te ontvangen huur 235 0
Vooruitbetaalde servicenota 785 0
Overige overlopende posten 339 293
Totaal 1.523 622
15. Liquidemiddelen 31-12-10 31-12-09
Kas 1 2
Banken 37.187 1.980
Totaalliquidemiddelen 37.188 1.982
16. Groepsvermogen(naresultaatbestemming) 2010 2009
Saldo 1 januari 256.074 169.496
Jaarresultaat -13.800 86.578
Saldo31december 242.274 256.074
Solvabiliteit inclusief VOV 28,1% 31,0%
Solvabiliteit exclusief VOV 29,6% 32,1%
Het eigen vermogen wordt in de toelichting op de enkelvoudige balans nader toegelicht.
Jaarrekening Parteon 152
17. Voorzieningreorganisatie 2010 2009
Saldo 1 januari 2.803 102
Dotatie 0 2.803
Onttrekking -2.263 -102
Saldo31december 540 2.803
De voorziening dient ter dekking van de kosten van boventallige niet-actieve personeelsleden als gevolg van de reorganisatie per 1 januari 2010. De voorziening is berekend op basis van de begrote kosten, zoals salaris-kosten, outplacement. De voorziening is gebaseerd op het sociaal plan. De voorziening zal naar verwachting in 2011 worden afgewikkeld.
18. Voorzieningloopbaanbudget 2010 2009
Saldo 1 januari 0 0
Dotatie 609 0
Onttrekking 0 0
Saldo31december 609 0
De voorziening loopbaanbudget is gevormd naar aanleiding van de verplichting in de CAO om medewerkers budget beschikbaar te stellen voor hun ontwikkeling in hun loopbaan.De totale voorziening wordt naar verwachting binnen vijf jaar afgewikkeld.
19. Voorzieningtoekomstigeprojectresultaten 31-12-10 31-12-09
Voorziening toekomstige project resultaten 9.944 9.103
Totaal 9.944 9.103
De totale voorziening wordt naar verwachting binnen vijf jaar afgewikkeld.Voor nadere toelichting zie materiële vaste activa in ontwikkeling
20. Langlopendeschulden 31-12-10 31-12-09
Waarvan leningen met een looptijd > 5 jaar 407.509 378.635
Het verloop van deze post is als volgt:
2010 2009
Saldo 1 januari 488.698 468.937
Nieuwe lening 125.477 50.000
Aflossingen -8.127 -7.800
Extra aflossingen -68.854 -22.439
537.194 488.698
Overboeking naar kortlopend schulden -9.069 -23.324
Saldo31december 528.125 465.374
Rentevoetenaflossingssysteem
De gemiddelde rentevoet van de uitstaande leningen bedraagt in 2010 circa 4,3% ( 5,1% in 2009). Binnen een periode
van vijf jaar dienen leningen met een schuldrestant van € 130 miljoen afgelost te worden. Voor de afzonderlijke lenin-
gen zal bezien worden op welke wijze zij geherfinancierd worden.
Looptijd
De duration van de portefeuille bedraagt 13 jaar (2009: 11 jaar).
Jaarrekening Parteon 153
Zekerheden
De rente en aflossing van alle leningen zijn door het WSW gegarandeerd.
21. Waarborgsommen 31-12-10 31-12-09
Waarborgsommen 100 82
Totaal 100 82
Dit betreffen waarborgsommen voor kantoren en bedrijfsruimten. Er wordt eenmaal de maandhuur als waarborg gevraagd. De toegerekende rente wordt bij begroting vastgesteld voor het komende jaar. De waarborgsom inclusief de rente wordt bij beëindiging van de huurovereenkomst verrekend.
22. Verplichtingenu.h.v.(on)roerendezakenVOV
Het verloop van deze post is als volgt:
2010
Saldo 1 januari 26.599
Nieuwe verplichtingen 19.312
Waardeontwikkeling 5
Afwikkeling verplichting 1.890-
Saldo31december 44.026
23. Overigelanglopendeschulden 2010 2009
Saldo 1 januari 227 374
Bij: rente 7% 16 26
Af: vrijval ten gunste van de exploitatie -173 -173
Saldo31december 70 227
Dit betreft vooruit ontvangen huur gemeente Zaanstad. Het betreft de vergoeding (huur) voor een periode van 15 jaar, die van de gemeente Zaanstad is ontvangen voor het gebruik van de schoolwoningen die wij in de wijk Westerwatering hebben gerealiseerd. De schoolwoningen zijn in juni 1996 aan de betrokken scholen ter beschikking gesteld. Jaarlijks wordt aan het saldo 7,0% rente toegerekend en wordt € 173.057 ten gunste van de exploitatie gebracht.
24. Schuldenaankredietinstellingen 31-12-10 31-12-09
Saldo Postbank 0 0
Saldo ING (combinatierekening) 2.133 17.258
Kortlopend deel langlopende schulden 9.024 23.324
Totaal 11.157 40.582
25. Schuldenaangemeente 31-12-10 31-12-09
Te betalen facturen aan de gemeente 62 0
Totaal 62 0
26. Schuldenaanleveranciers 31-12-10 31-12-09
Schulden aan leveranciers 3.491 6.307
Totaal 3.491 6.307
Jaarrekening Parteon 154
27. Belastingenpremiessocialeverzekering 31-12-10 31-12-09
Af te dragen integratieheffing omzetbelasting i.v.m. nieuwbouw 0 2.282
Omzetbelasting 1.622 817
Loonheffing en sociale lasten 823 919
Pensioenfonds woningcorporaties 412 433
Te betalen vennootschapsbelasting 0 283
Totaal 2.857 4.734
28. Overigeschuldenenoverlopendepassiva 31-12-10 31-12-09
(Niet) vervallen rente leningen 10.868 10.164
Vooruit ontvangen huur 1.145 1.071
Af te rekenen service kosten 825 352
Nog te betalen kosten Evean 0 362
Nog te betalen verlof 267 81
Nog te betalen kosten DCO 1.100 0
Nog te betalen onderhoudsuitgaven 2.850 0
Nog te betalen kosten G/W/L 375 0
Nog te betalen verzekeringen 240 250
Overig 1.872 1.176
Totaal 19.542 13.456
Financiëleinstrumenten
Om het renterisico dat voortkomt uit vrij zekere kasstromen te reduceren is besloten tot voorfixatie over te gaan. Dit is
de reden dat met de Bank Nederlandse Gemeenten diverse fixerende Interest Rate Swaps (IRS) zijn gesloten.
Begindatum Einddatum Hoofdsom Parteonbetaalt Parteonontvangt
16-08-06 18-08-24 € 4.000.000 5,060% 6 maand Euribor
03-03-08 03-03-36 € 15.000.000 4,097% 6 maand Euribor
01-04-09 01-04-37 € 15.000.000 4,100% 6 maand Euribor
01-03-10 01-03-21 € 20.000.000 4,789% 6 maand Euribor
Verbondenpartijen
Met de meeste van haar deelnemingen heeft Parteon naast haar aandelenbelang ook een zakelijke relatie, waarbij pro-
ducten (veelal onroerende zaken bestemd voor de verhuur) en/of diensten van de betreffende deelnemingen worden
afgenomen. Deze transacties zijn behoudens onderstaand steeds gebaseerd op gebruikelijke contractuele afspraken
waarbij marktconforme condities zijn overeengekomen.Parteon vormt met Parteon Projectontwikkeling een fiscale
eenheid voor de vennootschapsbelasting. Op grond van de voorwaarden zijn de stichting/vereniging en de met haar
gevoegde dochteronderneming ieder hoofdelijk aansprakelijk voor terzake door de combinatie verschuldigde belasting.
Nietindebalansopgenomenverplichtingen
Afgeleide financiële instrumenten
In het kader van de beheersing van haar renterisico’s maakt Parteon gebruik van afgeleide financiële instrumenten
(derivaten) zoals renteswaps (interest rate swaps). Deze instrumenten worden nimmer gebruikt voor speculatieve
doeleinden. Parteon gebruikt derivaten om te komen tot het gewenste risicoprofiel met betrekking tot haar vaste en
variabele renteposities, voorvloeiende uit haar activiteiten. Parteon heeft voor een totaalbedrag van € 54 miljoen aan
payers swaps in portefeuille waarmee de rente op reeds aangetrokken dan wel in de toekomst aan te trekken financie-
ring is vastgelegd. De marktwaarde van de swaps bedraagt op 31 december 2010 € 8,1 miljoen negatief. Dit is inclusief
€ 1,7 mln opgelopen rente.
Jaarrekening Parteon 155
Gegarandeerde leningen
Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw heeft per balansdatum voor ruim € 516 miljoen leningen gegarandeerd. Op de
verstrekte leningen rust een obligo van € 19 miljoen. Dit obligo kan worden opgevraagd door het WSW indien het eigen
vermogen van het WSW onder een bepaald niveau komt.
Leaseverplichtingen
De leaseverplichting inzake kantoormachines bedraagt ultimo 2010 circa € 108.000 per jaar. De looptijd is tot juni
2013.
Aangegane verplichtingen nieuwbouwprojecten
Ultimo 2010 is voor € 48 miljoen aan verplichtingen aangegaan met betrekking tot het ontwikkelen van projecten.
Verplichting huur bedrijfspand
Er is een verplichting voor de betaling van huur voor een bedrijfspand, dat wordt gebruikt ten dienste van de exploitatie,
ter hoogte van € 165.000. Dit betreft de jaarhuur.De looptijd is tot en met december 2012.
Hoofdelijke aansprakelijkheid
De dochterondernemingen van Parteon Projectontwikkeling Holding B.V. zijn firmant in Zaanpracht VOF en Rosarium VOF
en uit dien hoofde hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van deze vennootschap onder firma.
Jaarrekening Parteon 156
23 Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening
(bedragenx€1.000)
29. Huren 2010 2009
Te ontvangen netto huur 85.452 82.919
Huurderving wegens leegstand -433 -529
Totaal 85.019 82.390
De te ontvangen nettohuur is t.a.v. het vorige boekjaar gewijzigd als gevolg van de huurverhoging per 1 juli van 1,2% (2009: 2,5%), de huurharmonisatie, sloop en verkoop van woningen.
30. Vergoedingen 2010 2009
Overige zaken, leveringen en diensten 4.111 4.477
Vergoedingsderving wegens leegstand -92 -63
Totaal 4.019 4.414
De vergoedingsderving bedraagt 2,2 % (2009: 1,4%) van de ontvangen vergoedingen
31. Overheidsbijdragen 2010 2009
Mindervalideaanpassing bijdrage 33 33
Totaal 33 33
32. Verkooponroerendegoederen 2010 2009
Verkoopopbrengsten bestaand bezit -2.419 -3.547
Verkoopopbrengsten nieuwbouw -1.611 -647
Resultaatneming grondposities -600 -8.306
Totaal -4.630 -12.500
33. Geactiveerdeproductietenbehoevevanheteigenbedrijf 2010 2009
Geactiveerde productie m.b.t. projecten koop 3.207 4.320
Geactiveerde productie m.b.t. projecten huur 704 1.345
Totaal 3.911 5.665
34. Overigebedrijfsopbrengsten 2010 2009
Doorbelasting aan huurders/instellingen 99 464
Administratievergoedingen 235 184
Overige 86 94
Totaal 420 742
Jaarrekening Parteon 157
35. Afschrijvingenop(im)materiëlevasteactiva 2010 2009
Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie 889 797
Totaal 889 797
36. Overigewaardeveranderingen(im)materiëlevasteactiva 2010 2009
Materiële vaste activa in ontwikkeling -7.107 -10.822
Totaal -7.107 -10.822
De onrendabele toppen met betrekking tot activa in ontwikkeling worden genomen voor zover het project zich in de fase “definitief ontwerp” of in een verder gevorderd stadium bevindt. Dit laatste betekent dat het project intern is geformaliseerd en extern is gecommuniceerd.
37. Erfpacht 2010 2009
Erfpacht 58 54
Totaal 58 54
38. Lonenensalarissen 2010 2009
Bruto salarissen (incl. ziekengeld) 7.886 7.998
Uitzendkrachten/Inhuur personeel 1.407 1.557
Mutatie voorziening reorganisatie/loopbaan/verlofuren 639 2.698
Ontvangen ziekengelden -124 -106
Totaal 9.808 12.147
Voor de salariëring en onder andere de pensioenregeling van het bestuur is verband gelegd met de CAO voor de woningcorporaties. Het aantal werknemers aan het eind van het boekjaar was 215 (2009: 235) omgerekend naar formatieplaatsen is dit 191,2 fte (2009: 210,53).Voor een toelichting op de bezoldiging van de directeur-bestuurder wordt verwezen naar de overige vermeldingen.
39. Socialelasten 2010 2009
Sociale lasten 1.263 1.364
Totaal 1.263 1.364
40. Pensioenlasten 2010 2009
Pensioenlasten 1.779 2.042
Totaal 1.779 2.042
41. Lastenonderhoud 2010 2009
Reparatieonderhoud 4.484 4.488
Mutatieonderhoud 3.136 4.725
Contractonderhoud 2.244 2.346
Planmatig onderhoud 12.843 16.859
Bijdrage onderhoud aan Vereniging van Eigenaren 1.152 1.086
Af: lasten werkapparaat eigen dienst -1.154 -984
Totaal 22.705 28.520
De kosten werkapparaat eigen dienst zijn opgenomen bij de kostensoorten salarissen, sociale lasten en overige
bedrijfslasten.
Jaarrekening Parteon 158
42. Overigebedrijfslasten 2010 2009
Zakelijke lasten 4.865 5.389
Overige lasten 12.294 10.431
Totaal 17.159 15.820
Zakelijke lasten 2010 2009
Belastingen 4.342 4.571
Verzekeringen 523 818
Totaal 4.865 5.389
Overige lasten 2010 2009
Overige personeelskosten 681 669
Huisvestingskosten 677 788
Raad van Commissarissen: bezoldiging 69 65
Raad van Commissarissen: overige kosten 4 8
Algemene kosten 4.800 2.033
Leefbaarheid 2.044 2.454
Overige directe exploitatielasten 4.019 4.414
Totaal 12.294 10.431
De stijging van de algemene kosten wordt met name verklaard door een eenmalige opbrengst Pro rata in 2009 van 1,9 miljoen.Voor een nadere toelichting op de kosten leefbaarheid wordt verwezen naar het volkshuisvestingsverslag.
Bezoldiging leden van de Raad van Commissarissen:Onder de algemene kosten valt de bezoldiging van de commissarissen en voormalige commissarissen. Deze bedroeg over het jaar 2010 € 69.000 (2009: € 64.600).
Onder de algemene kosten vallen ook de accountantskosten. Deze kostenpost is als volgt te specificeren:
2010 2009
Kosten ten behoeve van de controle jaarrekening 67 166
Kosten ten behoeve van fiscale advisering 0 211
Overige kosten 0 2
Totaal 67 379
43. Rentebatenensoortgelijkeopbrengsten 2010 2009
Toegerekende rente onroerende en roerende zaken in ontwikkeling 3.468 4.096
Rente rekening-courant/spaarrekeningen 835 518
Totaal 4.303 4.614
De toegerekende rente onroerende en roerende zaken in ontwikkeling is berekend op basis van een renteper-centage van 5,0% (2009: 5,0%).
44. Opbrengstenfinanciëlevasteactivaeneffecten 2010 2009
Rente te vorderen subsidie BWS 166 164
Rente overige vorderingen 90 377
Totaal 256 541
Jaarrekening Parteon 159
45. Rentelastenensoortgelijkekosten 2010 2009
Rente leningen lang 26.395 23.208
Rente waarborgsommen 1 1
Overige rente en kosten 321 501
Totaal 26.717 23.711
46. Belastingen 2010 2009
Latentie uit hoofde van tijdelijke verschillen 0 -6.004
Latentie verrekenbaar resultaat 2006 0 0
Latentie verrekenbaar resultaat 2007 0 526
Betaalde vennootschapsbelasting 2009 0 283
Vrijval belastinglatentie 16.968 0
Totalevennootschapsbelasting 16.968 -5.195
De latentie vennootschapsbelasting is vrijgevallen, omdat het de inschatting is dat er in de toekomst nooit ver-rekening zal plaatsvinden.
47. Deelnemingen 2010 2009
Resultaat deelneming Woningnet -1 19
Resultaat overige deelnemingen -33 653
Totaal -34 672
48. Mutatieactuelewaardemateriëlevasteactiva 2010 2009
Mutatie rentabiliteitswaardecorrectie 13.887 -1.200
Mutatie actuele waarde bestaand bezit (16.531) 91.289
(2.644) 90.089
Voor nadere informatie over de mutatie bedrijfswaarde wordt verwezen naar de toelichting op de materiële vaste activa in exploitatie.
Toerekeningjaarresultaat 2010 2009
Overige reserves -13.800 86.578
Jaarresultaat -13.800 86.578
Overigevermeldingen
Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomensIn 2010 heeft de directeur-bestuurder een vergoeding ontvangen welke boven de WOPT-grens (€193.000) uitkomt.
2010 2009
Loon 147.857 146.000
Pensioen 46.923 45.000
Subtotaal normale beloning 194.780 191.000
Eénmalige toezegging pensioenverzekering - 171.000
Totaal 194.780 362.000
Met de directeur-bestuurder is afgesproken dat zijn salaris wordt bevroren totdat deze onder de WOPT-grens, welke
jaarlijks omhoog wordt bijgesteld, komt.
Jaarrekening Parteon 160
24 Enkelvoudige balans (na resultaatbestemming)
ACTIVA 31-12-10 31-12-09
x € 1.000 x € 1.000
VASTEACTIVA
MATERIËLE VASTE ACTIVA
50. (On)roerende zaken in exploitatie 697.394 690.973
51. (On)roerende zaken verkocht onder voorwaarden 43.705 26.276
52. (On)roerende zaken in ontwikkeling 30.863 32.258
53. (On)roerende zaken ten dienste van de exploitatie 7.458 6.648
Totaalmateriëlevasteactiva 779.420 756.155
FINANCIËLE VASTE ACTIVA
54. Deelnemingen 3.518 3.068
54. Groepsmaatschappijen 1.049 1.071
54. Leningen u/g 413 18
54. Latente vennootschapsbelasting 0 17.251
Totaalfinanciëlevasteactiva 4.981 21.408
Totaalvasteactiva 784.401 777.563
VLOTTENDE ACTIVA
VOORRADEN 221 179
VORDERINGEN
Huurdebiteuren 1.012 791
Gemeenten 0 2.903
55. Groepsmaatschappijen 73.301 79.418
Overige vorderingen 338 3.003
Overlopende activa 1.507 622
Totaalvorderingen 76.158 86.737
LIQUIDE MIDDELEN 30.254 1.495
Totaalvlottendeactiva 106.633 88.411
TOTAALACTIVA 891.034 865.974
Jaarrek ening Parteon 161
PASSIVA 31-12-10 31-12-09
x € 1.000 x € 1.000
56. EIGEN VERMOGEN 242.274 256.074
VOORZIENINGEN
57. Voorziening deelnemingen 10.937 9.621
57. Voorziening reorganisatie 527 2.803
57. Voorziening loopbaanontwikkeling 609 0
57. Voorziening toekomstige onrendabele top huurprojecten 28.438 44.320
Totaalvoorziening 40.512 56.744
LANGLOPENDESCHULDEN
58. Leningen overheid en kredietinstellingen 527.785 464.989
59. Waarborgsommen 101 82
60. Verplichtingen u.h.v. (on)roerende zaken verkocht onder voorwaarden 44.026 26.599
61. Overig 70 227
Totaallanglopendeschulden 571.981 491.898
KORTLOPENDESCHULDEN
Schulden aan kredietinstellingen 11.112 40.540
Schulden aan gemeenten 62 0
Schulden aan leveranciers 3.491 2.691
Belastingen en premies sociale verzekering 2.857 4.301
Overige schulden en overlopende passiva 18.744 13.726
Totaalkortlopendeschulden 36.266 61.258
TOTAALPASSIVA 891.034 865.974
Jaarrekening Parteon 162
25 Enkelvoudige winst- en verliesrekening
2010 2009
x € 1.000 x € 1.000
BEDRIJFSOPBRENGSTEN
Huren 84.846 82.219
Vergoedingen 4.019 4.414
Overheidsbijdragen 33 33
Verkoopopbrengsten onroerende goederen -2.818 -3.547
Geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf 704 2.017
Overige bedrijfsopbrengsten 1.809 3.122
Somderbedrijfsopbrengsten 88.593 88.258
BEDRIJFSLASTEN
Afschrijvingen op (im)materiële vaste activa 759 695
Overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa 7.107 10.822
Erfpacht 61 56
Lonen en salarissen 9.479 12.545
Sociale lasten 1.263 1.364
Pensioenlasten 1.779 2.042
Lasten onderhoud 22.690 28.512
Overige bedrijfslasten 16.420 15.356
Somderbedrijfslasten 59.558 71.392
BEDRIJFSRESULTAAT 29.035 16.866
FINANCIËLEBATENENLASTEN
Rentebaten en soortgelijke opbrengsten 4.365 4.520
Waardeveranderingen financiële vaste activa en effecten 0 0
Opbrengsten financiële vaste activa en effecten 256 541
Rentelasten en soortgelijke kosten -26.692 -23.672
Financieringsresultaat -22.071 -18.611
RESULTAATUITGEWONEBEDRIJFSUITOEFENINGVÓÓRBELASTINGEN 6.964 -1.745
Belastingen -16.968 5.195
Resultaat deelnemingen -828 -6.744
JAARRESULTAATVOORMUTATIEACTUELEWAARDE -10.832 -3.294
Mutatie actuele waarde materiële vaste activa -2.968 89.871
JAARRESULTAATNAMUTATIEACTUELEWAARDE -13.800 86.577
Jaarrekening Parteon 163
26 Enkelvoudige waarderingsgrondslagen
Grondslagenvanwaarderingenbepalingvanhetresultaat
De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling voor de vennootschappelijke jaarrekening en de geconsoli-
deerde jaarrekening zijn gelijk. Deelnemingen in groepsmaatschappijen worden gewaardeerd op de nettovermogens-
waarde. Voor de grondslagen van de waardering van activa en passiva en voor de bepaling van het resultaat wordt
verwezen naar de opgenomen toelichting op de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening.
Jaarrekening Parteon 164
27 Toelichting op de enkelvoudige balans
(bedragenx€1.000)
50. Onroerendeenroerendezakeninexploitatie
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de toelichting in de geconsolideerde jaarrekening.
51. Onroerendeenroerendezakenverkochtondervoorwaarden
De mutaties in de onroerende zaken verkocht onder voorwaarden zijn als volgt:
2010
Boekwaarde per 1 januari 26.276
Investeringen (nieuwe verkopen) 19.312
Waardeontwikkeling portefeuille 8
Desinvesteringen (terugkopen) 1.891-
Boekwaardeper31december 43.705
Per 31 december 2010 zijn er 381 woningen verkocht onder voorwaarden (2009: 247)
52. Onroerendeenroerendezakeninontwikkeling
De mutaties in de onroerende en roerende zaken in ontwikkeling zijn als volgt:
2010 2009
Beginstand MVA in ontwikkeling 32.258 25.947
Beginstand voorziening huur -44.320 -24.555
Boekwaarde per 1 januari -12.062 1.392
(Des)investeringen 20.958 19.822
Resultaatneming -7.110 -26.402
Oplevering projecten 638 -6.874
Mutaties 14.486 -13.454
Boekwaardeper31december 2.424 -12.062
Eindstand MVA in ontwikkeling 30.863 32.258
Eindstand voorziening huur -28.438 -44.320
2.424 -12.062
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de toelichting in de geconsolideerde jaarrekening.
Jaarrekening Parteon 165
53. Onroerendeenderoerendezakentendienstevandeexploitatie:
De mutaties in de onroerende en de roerende zaken ten dienste van de exploitatie zijn als volgt:
2010 2009
Verkrijgings-/vervaardigingsprijs 19.393 19.089
Cumulatieve afschrijvingen -12.745 -12.470
Boekwaardeper1januari 6.648 6.619
Investeringen 1.183 937
Desinvesteringen 212 -633
Desinvesteringen afschrijvingen 174 420
Afschrijvingen -759 -695
Mutaties 810 29
Verkrijgings/vervaardigingsprijs 20.788 19.393
Cumulatieve afschrijvingen -13.330 -12.745
Boekwaardeper31december 7.458 6.648
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de toelichting in de geconsolideerde jaarrekening.
54. Financiëlevasteactiva
De mutaties in de financiële vaste activa zijn als volgt:
Deel-nemingen
Groeps-maat-
schappijen
Leningenu/g
LatenteVPB
Totaal2010
Totaal2009
Verkrijgings-/vervaardigingsprijs 3.068 1.071 22 17.251 21.412 17.349
Cumulatieve afschrijvingen 0 0 -4 0 -4 -4
Boekwaardeper1januari 3.068 1.071 18 17.251 21.408 17.345
Investeringen 0 0 0 0 0 49
Nieuwe leningen 0 0 408 0 408 1.345
Desinvesteringen 0 0 0 0 0 0
Afschrijvingen 0 0 0 0 0 0
Waardeverminderingen 0 0 0 0 0 0
Terugneming van waardeverminderingen 0 0 0 0 0 0
Aflossingen 0 -20 -13 0 -33 -28
Te vorderen rente 0 0 0 0 0 0
Mutatie latente VPB 0 0 0 -17.251 -17.251 5.479
Resultaat deelnemingen 450 0 0 0 450 1.009
Afboeking deelneming 0 0 0 0 0 0
Naar kortlopende vorderingen 0 -1 0 0 -1 -2.446
Naar voorzieningen 0 0 0 0 0 -1.345
Overboekingen 0 0 0 0 0 0
Mutaties 450 -21 395 -17.251 -16.427 4.062
Verkrijgings/vervaardigingsprijs 3.518 1.049 418 0 4.985 21.411
Cumulatieve afschrijvingen 0 0 -4 0 -4 -4
Boekwaarde31december 3.518 1.049 414 0 4.981 21.407
Jaarrekening Parteon 166
De deelnemingen betreffen:
Woonplaats Aandeel Nettovermogens-waarde
Nettovermogens-waarde
(aandeelParteon)
Woningnet Utrecht 3,75% 6.815.000 255.563
Stichting Monumenten Wormerveer 100,00% 2.386.533 2.386.533
SBER Wormerveer 100,00% 187.177 187.177
Parteon Projectontwikkeling B.V. Zaandam 100,00% 10.583.383- -10.583.383
Stadsherstel Zaanstreek Amsterdam 49,00% 1.406.000 688.940
Gezien de negatieve stand bij de deelneming van PPO is deze opgenomen onder de voorzieningen
Stichting Parteon heeft voor de vennootschapsbelasting een fiscale eenheid gevormd met Parteon Projectontwikkeling B.V.
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de toelichting in de geconsolideerde jaarrekening.
55. Vorderingenopgroepsmaatschappijen 31-12-10 31-12-09
Vordering op Parteon Projectontwikkeling Holding BV 73.301 79.418
Totaal 73.301 79.418
Over het saldo van de rekening courantverhoudingen wordt rente berekend. Omtrent aflossing en zekerheden is niets
overeengekomen.
56. Eigenvermogen 2010 2009
Saldo 1 januari 256.074 169.496
Jaarresultaat -13.800 86.577
Saldo31december 242.274 256.074
57. Voorzieningen
De mutaties in de voorzieningen zijn als volgt:
Deel-nemingen
Reorga-nisatie
Loopbaan-budget
Onrendabeletophuur-projecten
Totaal2010 Totaal2009
Saldo 1 januari 9.621 2.803 0 44.320 56.744 26.511
Dotatie 1.316 0 609 0 1.925 32.757
Onttrekking 0 -2.276 0 -15.882 -18.158 -102
Vrijval 0 0 0 0 0 -2.421
Saldo31december 10.937 527 609 28.438 40.511 56.745
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de toelichting in de geconsolideerde jaarrekening.
Jaarrekening Parteon 167
58. Leningenoverheidenkredietinstellingen 31-12-10 31-12-09
Waarvan leningen met een looptijd > 5 jaar 407.509 378.208
Het verloop van deze post is als volgt:
2010 2009
Saldo 1 januari 488.270 468.469
Nieuwe lening 125.475 50.000
Aflossingen -8.127 -7.760
Extra aflossingen -68.854 -22.439
536.764 488.270
Overboeking naar kortlopend schulden -8.979 -23.281
Saldo31december 527.785 464.989
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de toelichting in de geconsolideerde jaarrekening.
59. Waarborgsommen 31-12-10 31-12-09
Waarborgsommen 101 82
Totaal 101 82
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de toelichting in de geconsolideerde jaarrekening.
60. Verplichtingenu.h.v.(on)roerendezakenVOV
Het verloop van deze post is als volgt:
2010
Saldo 1 januari 26.599
Nieuwe verplichtingen 19.313
Waardeontwikkeling 5
Afwikkeling verplichting 1.891-
Saldo31december 44.026
61. Overigelanglopendeschulden 2010 2009
Saldo 1 januari 227 374
Bij: rente 7% 16 26
Af: vrijval ten gunste van de exploitatie -173 -173
Saldo31december 70 227
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de toelichting in de geconsolideerde jaarrekening.
Nietindebalansopgenomenverplichtingen
Afgeleide financiële instrumenten
In het kader van de beheersing van haar renterisico’s maakt Parteon gebruik van afgeleide financiële instrumenten
(derivaten) zoals renteswaps (interest rate swaps). Deze instrumenten worden nimmer gebruikt voor speculatieve
doeleinden. Parteon gebruikt derivaten om te komen tot het gewenste risicoprofiel met betrekking tot haar vaste en
variabele renteposities, voorvloeiende uit haar activiteiten. Parteon heeft voor een totaalbedrag van e 54 miljoen aan
payers swaps in portefeuille waarmee de rente op reeds aangetrokken dan wel in de toekomst aan te trekken financie-
ring is vastgelegd. De marktwaarde van de swaps bedraagt op 31 december 2010 e 8,1 miljoen negatief. Dit is inclusief
e 1,7 mln opgelopen rente.
Jaarrekening Parteon 168
Gegarandeerde leningen
Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw heeft per balansdatum voor ruim e 516 miljoen leningen gegarandeerd. Op de
verstrekte leningen rust een obligo van e 19 miljoen. Dit obligo kan worden opgevraagd door het WSW indien het eigen
vermogen van het WSW onder een bepaald niveau komt.
Leaseverplichtingen
De leaseverplichting inzake kantoormachines bedraagt ultimo 2010 circa e 108.000 per jaar. De looptijd is tot juni 2013.
Verplichtingen aankoop woningen
Er zijn niet in de balans opgenomen verplichtingen voor aankoop van nieuwbouwwoningen van Parteon Projectontwik-
keling Holding BV tot een bedrag van e 93 miljoen tot en met 2015. Dit betreft projecten vanaf fase “Definitief Ontwerp”.
Jaarrekening Parteon 169
Ondertekening van de jaarstukken
Wormerveer, 20 juni 2011
Directie RaadvanCommissarissen
Jaarrekening Parteon 170
Overige gegevens
Controleverklaring
Hiervoor wordt verwezen naar de hierna opgenomen verklaring.
Statutaireregelingbetreffendedebestemmingvanhetresultaat
Parteon kent geen statutaire bepalingen omtrent de winstverdeling. Artikel 70 van de Woningwet bepaalt dat toegelaten
instellingen alleen uitkeringen mogen doen in het belang van de volkshuisvesting. De directie bepaalt met goedkeuring
van de Raad van Commissarissen dat het resultaat van een boekjaar aan de reserves wordt toegevoegd.
Gebeurtenissennabalansdatum
Heddes bouw en ontwikkeling heeft op 14 februari 2011 surseance van betaling aangevraagd. Daarna heeft zij op ver-
zoek van de bank het faillissement aangevraagd van het gehele concern. Heddes had overeenkomsten met Parteon op
gebied van ontwikkeling en bouw. Totaal betreffen het drie projecten. De twee in aanbouw zijnde projecten liggen vanaf
14 februari stil. Inmiddels is bekend dat een andere partij alle lopende projecten heeft overgenomen van Heddes in een
nieuw opgerichte entiteit, handelend onder Ballast Nedam. Parteon is in gesprek met de nieuwe organisatie, curator en
Woningborg (verzekeraard van verkochte woningen). Uitgangspunt is dat de oorspronkelijke contracten worden voort-
gezet zonder aanpassing van de overeengekomen prijs. De geleden schade richt zich op het renteverlies van de periode
van stilstand. Alle partijen hebben de intentie dat de werken begin april weer in uitvoering zullen zijn.
Bestemmingvanhetresultaatoverhetboekjaar2009
De jaarrekening 2009 is vastgesteld in de vergadering van de Raad van Commissarissen gehouden op 28 juni 2010. De
vergadering van de Raad van Commissarissen heeft de bestemming van het resultaat vastgesteld conform het daartoe
gedane voorstel.
Voorsteltotbestemmingvanhetresultaatoverhetboekjaar2010
De resultaatbestemming is vooruitlopend op en onder voorbehoud van de goedkeuring door de Raad van Commissaris-
sen reeds in de jaarrekening verwerkt. Het jaarresultaat is volledig toegerekend aan de overige reserves.
171
Accountantsverklaring
Plezierig wonen in de Zaanstreek www.parteon.nl
p a r t e o n