Jaarverslag Fonds Sluyterman van Loo

25
JAARVERSLAG

description

Het jaarverslag dat wij in druk hebben verspreid dit jaar, is beknopter dan u van ons gewend bent. Het is beschouwelijk van aard en toont de nieuwe wegen die in 2011 zijn ingeslagen. Ook gaat het in op de overwegingen die daaraan ten grondslag liggen. Verder biedt het inzage in onze plannen voor 2012. Tenslotte is er een column in opgenomen van auteur Marian Berk. Ze geeft ons hierin haar inspirerende visie op het ouder worden, onder het motto: ‘Wij hebben de plicht om vrolijk te zijn!’

Transcript of Jaarverslag Fonds Sluyterman van Loo

Page 1: Jaarverslag Fonds Sluyterman van Loo

Jaarverslag

Page 2: Jaarverslag Fonds Sluyterman van Loo

2 - j a a r v e r s l a g 2 0 1 1 - 3

Fonds Sluyterman van Loo – Ouderenprojecten bevordert het welbevinden van ouderen in Nederland en in het Caribisch deel van het Koninkrijk.

Het fonds ondersteunt initiatieven en projecten die zich richten op waardigheid, zingeving, autonomie en welbevinden van ouderen.

Het fonds draagt bij aan sociaalwetenschappelijk onderzoek, onder meer door middel van de Sluyterman van Loo Leerstoel aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

Het fonds houdt het buitengoed Akerendam in Beverwijk in stand.

Page 3: Jaarverslag Fonds Sluyterman van Loo

4 - j a a r v e r s l a g 2 0 1 1 - 5

voorwoord 7

Bij de afBeelding op het omslag 8

Bij de foto’s in dit jaarverslag 10

jaarverslag nu deels op weBsite 12

gerichter Beleid voor meer maatschappelijk effect 14

wie vormen onze doelgroepen? 16

een ‘kwade oude dag’ voorkomen 19

wat is nodig voor een goede oude dag? 24

wij heBBen de plicht om vrolijk te zijn 28

hoe kan ons fonds effectiever opereren? 35

vermogensBeheer in 2011 44

INHOUD

Page 4: Jaarverslag Fonds Sluyterman van Loo

6 - j a a r v e r s l a g 2 0 1 1 - 7

vOOrwOOrD

Vreemd: mijn eerste daad als nieuwe voorzitter van Fonds Sluyterman van

Loo is het schrijven van dit voorwoord. Een wat ongemakkelijke opgave,

want ik ben me nog aan het inwerken. Aan wat in dit verslag staat over het

in 2011 gevoerde beleid, kan en wil ik derhalve inhoudelijk niets toevoegen.

Mijn voorganger, Gérard van Engelen, die negen jaar de voorzittershamer

heeft gehanteerd, wenst het fonds toe een ‘bedrijf’ te blijven dat steeds weer

met succes weet te balanceren tussen idealisme en vernieuwingsdrang

enerzijds, en realisme en zakelijkheid aan de andere kant. Ook ik zal mij

daarvoor graag inzetten.

Bestuur, directie en medewerkers zijn Gérard van Engelen er zeer erken-

telijk voor dat zij onder zijn leiding hebben mogen werken. Zij zullen zijn

beroepsmatige deskundigheid, veelzijdige levenservaring, enthousiaste

energie en collegiale vriendschap missen.

Wij zijn ook dit jaar weer veel dank verschuldigd aan al die personen en

organisaties die, met hun uiteenlopende ideeën en initiatieven, de weg naar

ons fonds hebben weten te vinden. Stuk voor stuk zijn zij gedreven om het

leven van de ouderen onder ons, voor wie zoveel niet meer vanzelfsprekend

is, te veraangenamen, te verlichten, zin te geven.

Namens het College van Regenten,

Mr Els H. Swaab

voorzitter

Page 5: Jaarverslag Fonds Sluyterman van Loo

8 - j a a r v e r s l a g 2 0 1 1 - 9

Bij de afbeelding op het omslag

Tentoonstelling ‘Vijf Eeuwen Bloemperken op Akerendam’

Van 26 mei t/m 16 september 2012 is in het park van Akerendam een bijzondere,

eenmalige zomerexpositie te zien: ‘Vijf Eeuwen Bloemperken op Akerendam’. Deze

wordt georganiseerd in het kader van het Jaar van de Historische Buitenplaats 2012

(zie www.buitenplaatsen2012.nl).

Centraal staan de opeenvolgende stijlen in de aanleg van kleurrijke bloemperken

door de eeuwen heen. Voor zover bekend is deze ontwikkeling nooit eerder aan de

hand van speciaal ontworpen bloemperken getoond. Enkele uitgelezen experts wer-

ken mee aan deze expositie. Willem Zieleman, hoofd van de tuindienst van Paleis

Het Loo, tekende de 17de-eeuwse perken. Korneel Aschman is verantwoordelijk voor

de perken uit de 18de, 19de en 20ste eeuw. Hij is werkzaam als adviseur groen erf-

goedbeheer bij de Stichting In Arcadië. Hans Otten, tuinbaas van Akerendam en

maker van de omslagfoto, combineert in de moestuin oude groentesoorten met een-

jarige bloemen.

Het bloemperk van de 21ste eeuw is van de hand van de bekende tuinontwerpster

Jacqueline van der Kloet. Verder zijn er twee veertig meter lange borders van Piet

Oudolf te zien alsmede een rijke collectie oranjerie- of kuipplanten. In de oranjerie

wordt een kleine expositie over de getoonde ontwerpen gehouden.

Zie voor meer informatie www.vijfeeuwenbloemperken.nl.

Page 6: Jaarverslag Fonds Sluyterman van Loo

1 0 - j a a r v e r s l a g 2 0 1 1 - 1 1

Bij de foto’s in dit jaarverslag

De foto’s in dit jaarverslag zijn gemaakt tijdens het project ‘Door groene tuinen een-

zaamheid ouderen in Betondorp doorbreken’, dat Fonds Sluyterman van Loo in 2011

ondersteunde.

In de Amsterdamse wijk Betondorp wonen veel ouderen die vereenzamen én die hun

tuin zelf niet meer goed kunnen onderhouden. Stichting Present Amsterdam en de

Nederlandse Tuinenstichting bedachten een plan om hierin verbetering te brengen:

ze wierven vrijwilligers om de verwaarloosde tuintjes aan te pakken en van nieuw

groen te voorzien. Daarmee sloegen ze twee vliegen in één klap: de tuintjes staan er

nu weer mooi bij en het isolement van de ouderen werd doorbroken door hun contac-

ten met de vrijwilligers.

Ook nu nog worden de ouderen regelmatig bezocht door een vrijwilliger die de tuin

blijft onderhouden. Zo worden ze op een bijna onopgemerkte, laagdrempelige ma-

nier uit hun isolement gehaald. Het mooiste is dat door dit sociale groenproject ook

nieuwe contacten tussen buren onderling zijn ontstaan.

Op de foto’s zijn o.a. de vrijwilligers te zien, bezig met het opknappen van de tuin-

tjes. Het project wordt in 2012 voortgezet en tevens uitgebreid naar andere wijken in

Amsterdam.

‘We ondersteunen ouderenprojecten op verschillende niveaus, waaronder heel concrete

kleinschalige projecten die rechtstreeks ten goede komen aan de ouderen zelf. Ik vind

dat je als ouderenfonds altijd die concrete ondersteuning moet blijven geven, onder

voorwaarde dat men er zelf ook iets aan bijdraagt. Met relatief weinig geld heb je dan

veel effect. De “gewone ouderen” moeten niet op de achtergrond komen, want om hen

gaat het juist. Je moet dus laagdrempelig blijven.’

Gérard van Engelen, scheidend voorzitter Fonds Sluyterman van Loo

Page 7: Jaarverslag Fonds Sluyterman van Loo

1 2 - j a a r v e r s l a g 2 0 1 1 - 1 3

jaarverslag nu deels op weBsite

PaPIereN Jaarverslag

Het jaarverslag dat u in handen houdt, is beknopter dan u van ons gewend

bent. Het is beschouwelijk van aard, toont de nieuwe wegen die in 2011 zijn

ingeslagen en gaat in op de overwegingen die daaraan ten grondslag liggen.

Ook biedt het inzage in onze plannen voor het lopende jaar. Verder is er een

column in opgenomen van auteur Marian Berk. Ze geeft ons hierin haar

inspirerende visie op het ouder worden, onder het motto: ‘Wij hebben de

plicht om vrolijk te zijn!’

DIgItaal Jaarverslag

Op onze website, www.stsvl.nl, vindt u onze complete jaarverslaglegging,

inclusief onze verkorte jaarrekening, en verder uitgebreide informatie over

• Subsidieverstrekking: een impressie van de met onze bijdragen

gerealiseerde projecten. Ook gaan we hier nader in op onze vernieuwde

aanvraagprocedure.

• Premieplan: 65-plussers worden gestimuleerd iets te ondernemen met

of voor ‘oudere’ ouderen in hun eigen omgeving.

• Gouden Dagen: ouderen die, in meer of mindere mate, afhankelijk

zijn geworden van zorg, krijgen gepaste persoonlijke aandacht, één op

één of in groepsverband (zie ook www.goudendagen.nl).

• Sluyterman van Loo Leerstoel: bijzondere leerstoel Toegepaste Sociale

Gerontologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

• Akerendam: de buitenplaats in Beverwijk waar onze stichting sinds

1916 is gevestigd.

• Bestuur en bureau

Page 8: Jaarverslag Fonds Sluyterman van Loo

1 4 - j a a r v e r s l a g 2 0 1 1 - 1 5

gerichter Beleid voor meer

maatschappelijk effect

fonds sluyterman van loo heeft als doel de levenskwaliteit van ouderen

te bevorderen. wij doen dat door ieder jaar honderden projecten die zich

hierop richten financieel te ondersteunen. kernwaarden die we hierbij

hanteren, zijn: welbevinden, autonomie, zingeving en waardigheid.

In het verslagjaar 2011 hebben wij ons intensief beziggehouden met het

vernieuwen van ons beleid. De centrale vraag daarbij was: hoe kunnen we

ons fonds nog effectiever maken, zodat we een nog grotere bijdrage kunnen

leveren aan de levenskwaliteit van ouderen?

Op grond van diverse onderzoeken en discussies hebben we een aantal

kernvragen geformuleerd:

• WIE willen we ondersteunen? Voor welke groepen zijn we er?

• WAT is nodig om tot op hoge leeftijd een zinvol, betekenisvol leven te

kunnen leiden?

• HOE kunnen we hieraan optimaal bijdragen?

In dit jaarverslag gaan we hier nader op in en kunt u lezen op welke pun-

ten wij ons beleid en onze werkwijze hebben bijgesteld. Sommige van die

wijzigingen waren al merkbaar in 2011, andere zullen pas in 2012 effect

sorteren.

• 2010: onderzoek van Bureau scholten&franssen naar de doelen

en resultaten van de, door fonds sluyterman van loo

gefinancierde, projecten en naar de interne bedrijfsvoering

van het fonds

• februari 2011: Beleidsdiscussie over het fonds met prof. paul schnabel en

prof. frits de lange

• zomer 2011: expertmeeting met prof. pearl dykstra rond het

themaprogramma ‘vitaliteit ontmoet kwetsbaarheid’

• 2011-2012: onderzoek van lesi naar ouderen en kunstbeoefening;

eerste opzet van een stimulerings- en faciliteringsprogramma

• 2011: onderzoek van de radboud universiteit nijmegen naar

de voortgang van de themaprogramma’s ‘ouderen en

levenskunst’ en ‘kracht van ouderen’

• januari 2012: conferentie ‘ouderen en kunstbeoefening’ te amsterdam

Beleidsdiscussies en -onderzoek in het kader van nieuw beleid

Page 9: Jaarverslag Fonds Sluyterman van Loo

j a a r v e r s l a g 2 0 1 1 - 1 71 6 -

wie vormen onze doelgroepen?

In februari 2011 voerde het bestuur van Fonds Sluyterman van Loo een

fundamentele beleidsdiscussie, met Paul Schnabel _ directeur van het

Sociaal Cultureel Planbureau _ en Frits de Lange, hoogleraar Ethiek aan

de Protestantse Theologische Universiteit. Schnabel heeft veel kennis van

maatschappelijke trends die te maken hebben met ouderen en De Lange is

gespecialiseerd in levensbeschouwelijke kwesties rondom het ouder worden.

Gezamenlijk kwamen we tijdens deze discussie tot het formuleren van drie

mogelijke doelgroepen voor ons fonds:

• degenen die nog niet oud zijn (ca. 50-60 jaar)

• fitte senioren (ca. 60-75 jaar)

• kwetsbare ouderen (vanaf ca. 75 jaar)

Nog niet oud, wel fit: achter de kinderwagen én achter de rolstoelmet de eerste twee groepen gaat het, aldus paul schnabel, gemiddeld

genomen goed. ouderen tot 75 jaar zijn doorgaans actief en hebben

het drukker dan ooit. ze zien zichzelf niet als oud en willen niet op hun

‘ouder zijn’ worden aangesproken, laat staan betutteld worden.

veel zestigers ondersteunen hun kinderen en kleinkinderen (opvang).

daarnaast zijn ze vaak belast met de zorg voor hun ouders of andere

hoogbejaarde naasten: de ene dag lopen ze bij wijze van spreken achter

de kinderwagen, de andere dag achter een rolstoel. deze zestigers

vormen bij uitstek de groep die veel bijdraagt aan de levenskwaliteit van

onze kwetsbaarste ouderen.

de 65-plussers (de ‘babyboomers’) zijn gemiddeld genomen behoorlijk

welvarend. ze hebben vermogen opgebouwd en hebben niet veel lasten

meer. dit geeft hun enerzijds de ruimte om van het leven te genieten en

anderzijds om zich in te zetten voor de maatschappij.

Kwetsbare ouderenvanaf 75 jaar wordt de kans op afhankelijkheid groter. allerlei problemen

kunnen dan gaan samenvallen. echt oude, kwetsbare mensen lijken

er tegenwoordig vaak niet meer bij te horen en worden gezien als

langzaam, lastig, een kostenpost. te vaak wordt met ongehoord

disrespect over hen gesproken en gedacht.

deze ‘bloemetjesjurkgeneratie’ is opgegroeid met weinig middelen,

is bescheiden en met weinig tevreden. ze zullen dan ook niet snel

klagen en zijn snel bang te veel te vragen. als gevolg daarvan ontbreekt

het hun vaak aan zaken waar ze werkelijk behoefte aan hebben, zoals

persoonlijke aandacht en bezigheden die aansluiten op hun interesses

en levensvragen. dit geldt zowel voor ouderen die in een verzorgings- of

verpleeghuis wonen als voor zelfstandig wonende ouderen. hier valt dus

nog een wereld te winnen.

ouderen waren vroeger in financieel opzicht een risicogroep, maar

hun welvaart is in het laatste decennium gestegen. in 2008 bedroeg

het aandeel lage inkomens bij ouderen (3,8%) minder dan de helft van

Page 10: Jaarverslag Fonds Sluyterman van Loo

1 8 - j a a r v e r s l a g 2 0 1 1 - 1 9

dat van de totale bevolking (8%). die tendens heeft de laatste jaren

doorgezet. dit neemt natuurlijk niet weg dat in absolute getallen nog

steeds veel ouderen heel moeilijk kunnen rondkomen. dat geldt met

name voor de oudste ouderen, en die zijn hierdoor extra kwetsbaar.

Ons fonds wil zich primair gaan richten op de groep kwetsbaarste ouderen:

de oudste ouderen. Dat betekent dat ‘degenen die nog niet oud zijn’ (tot ca.

60 jaar) niet langer een directe doelgroep van ons fonds vormen. Voor de

groep vitale senioren (ca. 60-75 jaar) zien we daarentegen een grote rol weg-

gelegd bij de zorg en aandacht voor de kwetsbare ouderen. In die rol willen

we deze actieve senioren stimuleren en, vooral, faciliteren.

Bij de jongere oudere, de ‘fitte senior’, staat autonomie centraal. Dat komt

tot uiting in verantwoord burgerschap en in de behoefte een bijdrage aan

de maatschappij te willen leveren, aansluitend bij het dominante waardepa-

troon van de babyboomgeneratie. Zelfsturing is daarbij het grootste goed.

Uiteraard speelt het idee van zingeving hierbij ook een belangrijke rol: door

je in te zetten voor de maatschappij, voor je naasten, ben je zinvol bezig,

word je een rijker mens.

Bij het beleid van ons fonds staan _ ze werden al eerder genoemd _ vier

kernwaarden centraal: welbevinden, autonomie, zingeving en waardigheid.

Frits de Lange bracht deze vier begrippen onder in twee ‘waardenhiërar-

chieën’ (zie het diagram hieronder).

Bij de ene benadering staat welbevinden bovenaan en worden de andere

waarden daaraan ondergeschikt gemaakt. Hierbij gaat het voornamelijk om

ouderen een prettige oude dag te bezorgen. De Lange noemt dit een ‘chari-

tatieve’ manier om naar ouderdom te kijken. De tweede benadering, die hij

‘emancipatoir’ noemt, gaat uit van waardigheid en zingeving. Daar worden

vervolgens de andere waarden van afgeleid.

Hoe doe je dat, ‘zo goed mogelijk’ oud worden? Met andere woorden: hoe

Een ‘kwade oude dag’ voorkomen

‘Een prett ige oude dag’

( charitatief )

Welbevinden

Autonomie

Zingeving

Waardigheid

‘Van betekenis zi jn en bl i jven’

( emancipatoir )

Waardigheid

Zingeving

Autonomie

Welbevinden

Waardenhiërarchie

‘Een prett ige oude dag’

( charitatief )

Welbevinden

Autonomie

Zingeving

Waardigheid

‘Van betekenis zi jn en bl i jven’

( emancipatoir )

Waardigheid

Zingeving

Autonomie

Welbevinden

Waardenhiërarchie

Page 11: Jaarverslag Fonds Sluyterman van Loo

2 0 - j a a r v e r s l a g 2 0 1 1 - 2 1

voorkom je een ‘kwade oude dag’? Door ernaar te streven je zo lang mogelijk

lekker en jong te blijven voelen, leuke dingen te doen, te genieten? En een

houding aan te nemen van: als dat niet meer lukt, dan zie ik wel weer? Of

door het proces van ouder worden bewust door te maken, het aan te grijpen

voor geestelijke verdieping en verrijking?

Het zijn twee totaal verschillende zienswijzen, die overigens in het dagelijks

leven door elkaar lopen.

De eerste benadering, die uitgaat van ‘een prettige oude dag’, is die van orga-

nisaties die programma’s ontwikkelen en activiteiten ontplooien om ouderen

actief te houden en/of dagbesteding te bieden. Deze benadering is primair

aanbodgericht en overwegend consumptief. Het welbevinden van de oudere

staat hierbij centraal.

Initiatieven die uitgaan van de tweede benadering, het vermijden van een

‘kwade oude dag’, hebben een ander karakter. Deze zijn erop gericht ouderen

te helpen een positief zelfbeeld te behouden of te ontwikkelen, het ouder

worden te accepteren en te appreciëren, van betekenis te zijn en te blijven.

Hierbij staan vooral de kernwaarden zingeving en waardigheid centraal.

Waardigheid wil zeggen: Je bént iemand, je wordt gewaardeerd om wie je

bent en wie je was, je bent nog steeds van betekenis, al zal dat een andere

betekenis zijn dan toen je nog in de kracht van je leven was.

En zingeving, wat wordt daaronder verstaan? Het antwoord zou kunnen lui-

den: dat waarvoor ik vandaag mijn bed uitkom. Maar zingeving is ook terug-

kijken op je leven: ik ben oud geworden, heb ik het in mijn lange leven goed

gedaan? Zich afvragen: ik heb geen contact meer met mijn kinderen, kan ik

dat nog rechtzetten?

‘Een alternatieve term voor waardigheid is dignitas. Dignitas is verbonden

met status en sociale verdienste. Als ouderen hun eigen dignitas hebben, zijn

ze iemand en wordt er nog gekeken naar wie ze vroeger waren en kunnen

ze nog bogen op hun verdiensten. Als je een duidelijke visie hebt over de rol

van ouderen in de samenleving en je dignitas bovenaan stelt, dan heb je een

emancipatoire visie op ouderen; ze zijn en blijven van betekenis.’

Frits de Lange, hoogleraar Ethiek aan de Protestantse Theologische

Universiteit

Waartoe voelen wij ons als fonds het meeste aangetrokken? Tot die benade-

ring die de beste mogelijkheden biedt om een ‘kwade oude dag’ te voorkó-

men of te verzachten. Het is dan ook de emancipatoire benadering die ons

fonds met ingang van 2011 in zijn beleid centraal stelt. Hoe? Door meer

initiatieven te financieren en in gang te helpen zetten waarbij zingeving en

waardigheid centraal staan.

Actieve kunstbeoefening, gecombineerd met een respectvolle, menselijke

benadering, is een van de bezigheden die sterk kan bijdragen aan het gevoel

dat het leven ook op hogere leeftijd betekenis heeft. Gérard van Engelen,

scheidend voorzitter, zegt hierover:

‘Er zijn goede ervaringen opgedaan met het schrijven van levensverhalen,

bijvoorbeeld als iemand in een verzorgingshuis komt wonen. Zo leren de ver-

zorgenden iemand echt kennen en blijft de identiteit van de oudere, ook in

die laatste levensfase, behouden. Als je mensen op een creatieve manier blijft

prikkelen, kun je met hen blijven communiceren. Dat zou in instellingen

gestimuleerd moeten worden. Door middel van kunst en het vertellen van

levensverhalen kun je mensen langer een zinvol leven bieden, en niet alleen

maar laten bestaan.’

als je een duidelijke visie hebt over de rol van ouderen

in de samenleving en je dignitas bovenaan stelt,

dan heb je een emancipatoire visie op ouderen.

Page 12: Jaarverslag Fonds Sluyterman van Loo

2 2 - j a a r v e r s l a g 2 0 1 1 - 2 3

Bijgesteld beleid

Fonds Sluyterman van Loo

• richt zich per 2012 met zijn beleid primair

op kwetsbare ouderen,

• ondersteunt vooral initiatieven om een

‘kwade oude dag’ te voorkomen en

• hanteert een emancipatoire benadering

die uitgaat van waardigheid (dignitas)

en zingeving.

Page 13: Jaarverslag Fonds Sluyterman van Loo

2 4 - j a a r v e r s l a g 2 0 1 1 - 2 5

Wat heb je als kwetsbare oudere nodig om een hoge kwaliteit van leven te

behouden?

Bij de projecten die wij financieren, spelen zaken als menselijk contact,

gezien worden, het gevoel ertoe te doen en iets te kunnen bijdragen, alsook

zelfexpressie en zingeving, meestal een belangrijke rol. Die factoren maken

het leven de moeite waard, niet alleen voor (nog) vitale mensen maar ook

voor kwetsbare ouderen.

Maar juist de persoonlijke aandacht die daar onlosmakelijk aan verbon-

den is, staat onder druk. Betaalde medewerkers van zorgaanbieders heb-

ben er nauwelijks nog ruimte voor. Aandacht wordt niet beschouwd als een

‘product’ en wordt derhalve niet vergoed. Het gevolg is dat hierdoor steeds

vaker een beroep moet worden gedaan op vrijwilligers.

Uit allerlei onderzoeken en projecten is gebleken dat juist vitale senioren

zeer geschikt zijn om ondersteuning te geven aan kwetsbare ouderen,

waardoor de laatsten het leven weer als zinvol gaan ervaren. Op hun beurt

hebben de vitale ouderen hier baat bij, want zorgen voor een ander verrijkt

hun leven (zingeving).

‘Nederland scoort heel hoog wat betreft vrijwilligerswerk door 50-plussers.

Je hoeft vitale senioren niet te motiveren om iets voor kwetsbare ouderen te

doen. Je moet ze faciliteren!’

Prof. Pearl Dykstra tijdens een expertmeeting, zomer 2011

vItalIteIt ONtmOet KwetsBaarHeID

Om een brug te slaan tussen de behoeften van kwetsbare ouderen en

degenen die hierin kunnen voorzien, heeft Fonds Sluyterman van Loo

samen met Stichting RCOAK het thematisch subsidieprogramma ‘Vitaliteit

ontmoet kwetsbaarheid’ ontwikkeld, dat van 2012 tot 2014 zal lopen

(zie www.vitaliteitontmoetkwetsbaarheid.nl). Het stimuleren en faciliteren

van concrete ontmoetingen tussen vitale senioren en kwetsbare ouderen

vormt de kern van dit programma. Projecten die in dat kader georganiseerd

worden, kunnen als thema hebben elkaar leren kennen, iets voor elkaar

betekenen, de ander bijstaan of helpen, de ander vergezellen. Binnen de

ontmoetingen moet sprake van wederkerigheid zijn.

Met ‘Vitaliteit ontmoet kwetsbaarheid’ wil ons fonds bereiken dat er

• veel en uiteenlopende initiatieven ontstaan die bijdragen aan interactie

tussen kwetsbare ouderen en actieve senioren, en

• nieuwe, succesvolle methodieken worden ontwikkeld, die door anderen

kunnen worden overgenomen.

‘De groep hoogbejaarde kwetsbare ouderen heeft ons het meest nodig en krijgt

de komende jaren een centrale plaats in ons subsidiebeleid. We laten daarbij

de boodschap van onze vorige thema’s niet los: dat met name de jongere en

vitale ouderen nog een geweldige maatschappelijke bijdrage kunnen en wil-

len leveren.’

Gérard van Engelen

projecten kunnen als thema hebben elkaar

leren kennen, iets voor elkaar betekenen,

de ander bijstaan of helpen, de ander vergezellen.wat is nodig voor een goede oude dag?

Page 14: Jaarverslag Fonds Sluyterman van Loo

2 6 - j a a r v e r s l a g 2 0 1 1 - 2 7

thematische subsidieprogramma’s van Fonds sluyterman van loo• 2001: voorkómen en verminderen van eenzaamheid onder ouderen

• 2005: ouderen en levenskunst

• 2007: kracht van ouderen

• 2012: vitaliteit ontmoet kwetsbaarheid

OUDereN eN KUNstBeOeFeNINg

Uit onderzoek is gebleken dat kunstbeoefening de fysieke en psychische

gezondheid van ouderen bevordert. Kunst kan ouderen een zinvolle tijdbe-

steding bieden, en bovendien kan men door kunstbeoefening betekenisvol-

le sociale contacten opdoen. De levenskwaliteit kan er enorm door verhoogd

worden, ook in de laatste levensfase.

Daarom wil Fonds Sluyterman van Loo, in samenwerking met Stichting

RCOAK en Kunstfactor, een stimulerings- en faciliteringsprogramma ont-

wikkelen dat het amateur-kunstaanbod voor ouderen uitbreidt, optima-

liseert en verankert. Het is de bedoeling hierbij centra voor de kunsten,

andere kunstinstellingen, zorg- en welzijnsinstellingen, kunstenaars, de

overheid en het bedrijfsleven te betrekken.

waarom themaprogramma’s? Binnen themaprogramma’s voeren diverse organisaties meerjarige

projecten uit rond een maatschappelijk relevant en actueel onderwerp.

werken met thema’s maakt de kans op blijvende maatschappelijke

veranderingen groter, want

• themaprogramma’s geven een gerichte impuls aan de ontwikkeling van

vernieuwende concepten. ze kunnen bijvoorbeeld bijdragen aan een

positieve cultuuromslag,

• de deelnemende organisaties leren elkaar kennen en kunnen zodoende

ervaringen uitwisselen,

• door aandacht te vragen voor één thema stimuleren we de

ouderensector tot discussie en reflectie,

• de resultaten en ervaringen die tijdens de themaprogramma’s worden

opgedaan, worden breder verspreid dan wanneer het om een op

zichzelf staand project zou zijn gegaan.

gemiddeld 50 procent van de nederlanders houdt zich

(als amateur) actief bezig met de beoefening van kunst. onder

ouderen is dat percentage 35. daar ligt dus een groot potentieel.

Page 15: Jaarverslag Fonds Sluyterman van Loo

2 8 - j a a r v e r s l a g 2 0 1 1 - 2 9

Ik ben een fulltime werkend mens, schrijver, columnist en scenarioschrijver,

79 jaar oud. Toch beschouw ik mijzelf nog steeds als een homo ludens, een

spelende mens. Daarom is mijn dagelijks leven, ondanks de druk van het

halen van twee deadlines per week plus twee deadlines per vier weken, gevuld

met vitaal plezier, muziek en nachtelijk dansen. Dat dansen heeft niet meer

om het lijf dan, bij het veelvuldig nachtelijk wakker zijn _ wat bij mijn leeftijd

hoort _, huppelen op de muziek van de cd’s die ik opzet, of de jazz van Radio

6. Ik zie mijn huppel, mijn lyrisch armzwaaien en exotisch voetenwerk weer-

spiegeld in de dubbele ramen van het balkon. Soms zorgt de volle maan voor

een sprookjesachtige belichting en zing ik zachtjes mee. Deze nachtelijke

uitingen van artistieke bewegingsdrift maken mij heel gelukkig.

Af en toe pluk ik de vruchten van de zes jaar pianoles die ik als kind kreeg. Ik

heb dat spelen jaren verwaarloosd, maar ik heb het weer opgepakt en oefen

met mijn stroeve artrosevingers de makkelijkste walsen van Chopin en de

Mouvements Perpetuel van Poulenc. Het klinkt voor geen meter, maar ik

word er buitengewoon tevreden van. Ik herinner me nog dat ik direct na de

oorlog met mijn grootmoeder naar een concert van Alfred Cortot ging. Hij

was vóór de oorlog een groot Chopin-vertolker, was in de oorlog berooid ge-

raakt en moest nu op hoge leeftijd nog concerten geven om in zijn onderhoud

te voorzien. Zijn virtuositeit had behoorlijk geleden, af en toe sloeg hij er flink

naast. Maar zijn touché was zo prachtig, vooral in de langzame passages,

dat ik heel erg geïnspireerd werd (14 jaar oud) en mij de volgende dag weer

vol goede moed op de pianoles stortte. Zo koester ik nog steeds een wens,

een beetje een geheime wens: ik wil zo graag nog eens de tango heel goed

Marjan Berk (79): Wij hebben de plicht om vrolijk te zijn (García Lorca)

foto

: hes

ter-

do

ove

Page 16: Jaarverslag Fonds Sluyterman van Loo

3 0 - j a a r v e r s l a g 2 0 1 1 - 3 1

onder de knie krijgen. Of die wens ooit nog wordt vervuld... Tussen droom

en daad... Dan denk ik liever aan de opdracht van de Spaanse dichter García

Lorca ‘WIJ HEBBEN DE PLICHT OM VROLIJK TE ZIJN!’

lust om vorm te geven

Wat ik met dit persoonlijk verslag van mijn artistieke erupties wil zeggen,

is dat mensen, oud en jong, lust kunnen voelen, lust om vorm te geven aan

wat er aan creativiteit in hun hoofd leeft. En wanneer na het pensioen de

vrijheid zich aandient, kunnen veel sluimerende wensen de ontstane ruimte

te gebruiken om die lust tot schrijven, dichten, schilderen, zingen, dansen,

musiceren, videofilms maken, vaardigheden op culinair gebied, kortom de

rudimentaire creativiteit alsnog te ontwikkelen, eindelijk aan bod komen.

Als ik kijk naar de mogelijkheden die er zijn om aan te meren bij scholing en

bij kennis, toegesneden op de oprechte amateur, dan zijn wij een rijk land.

Zeker nu de babyboomer zich in de arena van de kunstbeoefening meldt,

moet de drempel laag zijn en de inspirerende factoren ruim aanwezig. Ik

weet dat er bij uitgeverijen enorme hoeveelheden manuscripten op de mat

vallen. De behoefte van mensen om op schrift hun wederwaardigheden met

de wereld te delen, is gigantisch.

moedig mensen aan en ze barsten los

Met grote regelmaat worden mij boeken toegestuurd, boeken die er door de

mogelijkheid van printing on demand prachtig uitzien. De schrijvers hopen

ontdekt te worden. Zoals de oude vrouw uit de Weerribben, waar ik woon.

Ze belde mij: ‘Marjan, ik heb een prachtig verhaal. Je moet een middag bij

me komen zitten met een schrift, dan zal ik het je vertellen! Dan kan jij het

opschrijven!’

Ik heb workshops korte verhalen schrijven gegeven, waarbij de opdracht was

geschiedenissen te schrijven waarin de werkelijkheid ontspoorde. Het was

werkelijk ongelofelijk hoe de cursisten ‘los’ gingen; hun fantasie was on-

begrensd! Moedig mensen aan en ze barsten los. Ook op de lezingen voor

laaggeletterden liet ik de cursisten schrijven. En hoewel de gemiddelde leer-

ling daar best moeite mee had, kwamen er op heel eenvoudig niveau fantas-

tische verhalen los. Chinezen gaven loempiarecepten, Irakezen en Iraniërs

uitten zich in hun eigen taal in poëzie, die ze dan braaf in hun hulpeloos

Nederlands vertaalden. Ik heb avonden meegemaakt waar grote samenhang

ontstond door de inspanning van eenieder iets te schrijven over wat hen

bezighield. Een avond was er een vrouwtje uit de Congo dat nog nooit een

pen had vastgehouden. De docente zei: ‘Ik laat haar wel de bibliotheek zien’,

waarop ik haar vriendelijk vroeg de tijd te benutten om de vrouw te leren hoe

ze een ballpoint moest vasthouden en desnoods een boom te laten tekenen.

‘Denken jullie dat er nog wel eens iets leuks met mij gebeurt?’

Kunst in al zijn verschijningsvormen en op alle niveaus maakt gelukkig.

Leren kijken, leren luisteren, leren lezen, leren doen: er is veel te halen. Het

aanbod blijkt groot te zijn, wanneer ik zie wat Kunstfactor _ het sectorin-

stituut amateurkunst _ te bieden heeft. Maar hoe vind de kunstbehoeftige,

de dorstige en hongerige verlangende de plek waar hij kan leren en geïn-

spireerd wordt? Hoe leert hij zijn eventuele onzekerheid overwinnen? Hoe

wordt hij de oprechte amateur, de werkelijke liefhebber?

Tot besluit: in de jaren dat ik mijn brood op het toneel verdiende, was ik

afhankelijk van het aanbod aan werkgelegenheid. Als bruikbare kracht had

ik altijd werk, maar de kwaliteit die ik had leren kennen bij Wim Kan, Jaap

van der Merwe en de cabaretgroep Lurelei was niet altijd vanzelfsprekend.

Ik had één clichéverzuchting wanneer het waterdragerswerk dat ik deed

mij niet gelukkig maakte: ‘Denken jullie dat er nog wel eens iets leuks met

mij gebeurt?’ Vanaf het ogenblik dat ik ben gaan schrijven _ ik was al bijna

vijftig _, heb ik dat nooit meer gezegd. Ik werd mijn eigen directeur! Auto-

nomie, ofwel zelf (kunnen) bepalen wat je wilt doen, is, ook in de amateur-

kunstbeoefening, van groot belang.

marjan Berk (1932) is

schrijfster van romans,

korte verhalen, literaire

non-fictie en columns.

deze column

werd door haar uit-

gesproken tijdens de

conferentie ‘ouderen en

kunstbeoefening’ op 20

januari 2012.

Page 17: Jaarverslag Fonds Sluyterman van Loo

3 2 - j a a r v e r s l a g 2 0 1 1 - 3 3

ONDerzOeK OUDereN eN KUNstBeOeFeNINg

In 2011 deed het Landelijk Expertisecentrum Sociale Interventie (LESI) in

opdracht van Fonds Sluyterman van Loo, Stichting RCOAK en Kunst factor,

onderzoek naar ouderen en kunstbeoefening, ter voorbereiding van een

stimulerings- en faciliteringsprogramma. Op 20 januari 2012 vond in dit

kader in Amsterdam de conferentie ‘Ouderen en Kunstbeoefening’ plaats,

waaraan vierhonderd mensen deelnamen.

Behoefte aan kunst is intrinsiekeen van de belangrijkste conclusies uit het lesi-onderzoek is dat

ouderen die zich wijden aan een kunstactiviteit, dit niet in de eerste

plaats doen uit verveling of uit een behoefte aan sociale contacten,

maar vanwege een intrinsieke behoefte. zij kiezen dus bewust voor het

beoefenen van een kunstvorm, omdat zij een oude passie nieuw leven

willen inblazen of daartoe al heel lang een sluimerende wens hebben.

Kunst beoefenen? Dan wel goed gefaciliteerdouderen hebben meestal een duwtje in de rug nodig om creatieve

activiteiten (weer) op te pakken. daarnaast zijn er andere randvoor-

waarden nodig, zoals een prikkelende sociale omgeving, ruimte om

invulling te geven aan eigen ambities en bevlogenheid bij de begeleiders.

‘Initiatieven mogen nevendoelen hebben, maar het is verstandig om de liefde

voor de kunst als uitgangspunt te hanteren. Want juist dan blijken gunstige

spin-off effecten op te treden voor de gezondheid en het sociale functioneren.’

Prof. dr. Roelof Hortulanus, directeur LESI

structureel aanbod kunstactiviteiten nodigeen andere conclusie van lesi is dat er voor ouderen weliswaar succesvol-

le kunstprojecten zijn opgezet, maar dat er nog geen structureel aanbod

van kunstactiviteiten voor deze doelgroep bestaat. hiernaar is zeker vraag:

ouderen hebben er behoefte aan hun identiteit te ontwikkelen, zich creatief

te uiten, hun leervermogen te vergroten en eigen initiatieven te ontplooien.

‘Ouderen doen niet aan kunstbeoefening om een positief beeld van zichzelf

als oudere neer te zetten. Ouderen willen niet op hun leeftijd aangesproken

worden. Ze hebben echter wel specifieke behoeften en belemmeringen, en dat

wordt nogal eens vergeten.’

Deelnemer conferentie ‘Ouderen en Kunstbeoefening’

In vervolg op het onderzoek van LESI en het congres in januari 2012 wordt

dit jaar gestreefd naar het sluiten van een deelconvenant met de ministeries

van OCW en VWS over ouderen en kunstbeoefening. In dit deelconvenant,

dat tot stand zal komen in het kader van het, in 2011 tussen het kabinet

en de filantropische sector gesloten, convenant Ruimte voor geven, zullen

Stichting RCOAK, Fonds Sluyterman van Loo, Kunstfactor en Fonds voor

Cultuurparticipatie partij zijn.

ouderen kiezen bewust voor het beoefenen van een kunstvorm,

omdat zij een oude passie nieuw leven willen inblazen.

Page 18: Jaarverslag Fonds Sluyterman van Loo

3 4 - j a a r v e r s l a g 2 0 1 1 - 3 5

Hoe kan ons fonds duurzaam bijdragen aan het verhogen van de levens-

kwaliteit van ouderen? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat goedlopende

projecten ook zonder onze steun een vervolg krijgen, zodat er geen kapi-

taalvernietiging plaatsvindt? Hoe kunnen we onze rol als ‘partner in maat-

schappelijk initiatief’ zo adequaat mogelijk invullen? Ook deze vragen heb-

ben ons in het verslagjaar beziggehouden.

Ontwikkeling in fondsenwereld: fungeren als partnerde vragen die we ons stelden, staan niet op zichzelf: binnen de fin

(vereniging van fondsen in nederland) wordt door de leden intensief

gediscussieerd over de rol die ze in een sterk veranderende maatschappij

kunnen spelen.

we zien dat fondsen zich steeds meer ontwikkelen tot partners bij

maatschappelijke initiatieven. door zich langer aan een organisatie

te verbinden en samen te zoeken naar andere financieringsvormen

en verdienmodellen, kunnen fondsen eraan bijdragen dat succesvolle

initiatieven worden bestendigd. zo kunnen projecten worden

verduurzaamd, en treden we uit de ‘projectencarroussel’ _ het

verschijnsel dat eenzelfde soort project steeds weer opnieuw wordt

opgezet.

hoe kan ons fonds effectiever opereren?

Page 19: Jaarverslag Fonds Sluyterman van Loo

3 6 - j a a r v e r s l a g 2 0 1 1 - 3 7

verNIeUwINgeN IN werKwIJze

Om de kans te vergroten dat onze projecten bestendigd worden, hebben wij

onze werkwijze op een aantal punten bijgesteld.

1. meer focus

We blijven een brede waaier aan projecten ondersteunen, maar leggen daar-

bij meer dan tevoren de nadruk op de doelgroep van kwetsbare ouderen en

op projecten waarin waardigheid en zingeving kernbegrippen zijn. Kleine,

eenmalige initiatieven van ouderen voor ouderen worden meer en meer

gefinancierd via Premieplan en het Gouden Dagen Fonds.

Bij directe financiering zal onze focus zich de komende jaren vooral richten

op initiatieven die een daadwerkelijke verandering teweeg kunnen brengen,

initiatieven met een langere adem.

‘Het breed financieren van een veelheid aan projecten is een belangrijke taak

van vermogensfondsen, die daarmee allerlei kleinere, lokale, vaak zeer nut-

tige initiatieven voor ouderen mogelijk maken. De particuliere fondsen zijn

de smeerolie of het kraakbeen en geven de ruimte die de overheid niet kan

bieden.’

Prof. Paul Schnabel tijdens de beleidsdiscussie in 2011

2. verbeterde aanvraagprocedure

We hebben vorig jaar onze beoordelingsprocedure en ons monitoringsys-

teem zodanig aangepast, dat we aan het eind van een project beter kunnen

nagaan of de doelen zijn bereikt en het project is geslaagd. Dit houdt onder

meer in dat we indringender navraag doen naar de doelgroepen die men wil

bereiken en de resultaten die de aanvrager voor ogen staan.

2 3 7

9 5

2 9 5

1 3 8

2 7 4

9 7

2 0 9

9 3

2 3 5

9 3

Toekenningen en afwijzingen

350

300

250

200

150

100

50

0

50

100

150

Aantal projecten toegekend, exclusief Premieplan

Aantal projecten afgewezen, exclusief Premieplan

2007 2008 2009 2010 2011

‘Als je vooraf niet scherp formuleert wat een project moet opleveren, kun je

aan het eind niet vaststellen of het een succes is geworden.’

Gérard van Engelen

3. verbeterde aanpak van nieuwe themaprogramma’s

Bij de ontwikkeling van ons nieuwe themaprogramma ‘Vitaliteit ontmoet

Kwetsbaarheid’ hebben we een aantal verbeterpunten doorgevoerd. Hier-

voor hebben we gebruikgemaakt van de aanbevelingen uit een in 2011

uitgevoerd onderzoek naar onze vorige themaprogramma’s ‘Ouderen en

Levenskunst’ en ‘Kracht van Ouderen’. De verbeterpunten zijn gericht op

de kwaliteit, effectiviteit en verduurzaming van de projecten:

Page 20: Jaarverslag Fonds Sluyterman van Loo

3 8 - j a a r v e r s l a g 2 0 1 1 - 3 9

• Projecten in het themaprogramma moeten aantoonbaar aansluiten bij

concrete, individuele behoeftes van kwetsbare ouderen.

• We ondersteunen niet alleen projecten van organisaties, maar ook

burgerinitiatieven (bijvoorbeeld van buurtgenoten).

• We kunnen ervoor zorgen dat mensen die een goed idee voor een

project aandragen, gecoacht en getraind worden.

Onderzoek thematische subsidieprogramma’sin 2011 deed de radboud universiteit nijmegen onderzoek naar onze

vorige twee thematische subsidieprogramma’s.1 deze programma’s

bleken op de korte termijn een aantoonbaar positief effect te hebben

gehad. zo zorgden de projecten voor meer zelfwaardering bij de

deelnemers, een gevoel van nuttigheid, het aangaan van (vriendschaps)

relaties en het doorbreken van sociaal isolement. maar na vier resp. twee

jaar na afloop van de themaprogramma’s bleek toch dat een substantieel

aantal van de projecten niet was uitgebreid, voortgezet of overgenomen,

zoals we hadden gehoopt.

de onderzoekers hebben een aantal aandachtspunten benoemd, die

eraan kunnen bijdragen dat succesvolle initiatieven worden verankerd

en overgenomen. deze aandachtspunten hebben hun weerslag gehad in

onze nieuwe aanvraagprocedure:

• we stellen hogere eisen aan de omschrijving van de beoogde

doelen/resultaten.

• we willen van de initiatiefnemers weten waarom hun aanpak, in hun

ogen, werkt.

• de indiener moet aangeven wat zijn project toevoegt aan het

bestaande aanbod van ouderenprojecten.

Toekenningen

2.250.000

2.215.000

2.000.000

1.875.000

1.750.000

1.625.000

1.500.000

1.375.000

1.250.000

1.125.000

1.000.000

875.000

750.000

625.000

500.000

375.000

250.000

125.000

0

Toegekend subsidiebedrag voor:

Caribisch deel Koninkrijk

Cultuur en recreatie

Inrichting

Voorlichting en deskundigheidsbevordering

Premieplan

Vervoer

Diversen / meervoudige doelstelling

aantal projecten

420.755

93.643

2.058.114

2010

432.478

589.361

349.957

40.755

131.165

11

79

50

59

67

263

8

596.275

190.199

2.199.356

2011

352.928

488.427

342.003

62.480

167.045

16

94

42

72

56

342

15

402.407

252.2551.708.720

2009

292.721

221.133

287.160

103.543

00

149.500

11

80

34

44

47

324

21

1 laury achten, albert felling

en jeannette heldens, Kracht

van Ouderen. Een systematische

verkenning van de voortgang van de

projecten gesubsidieerd

via het subsidieprogramma

‘Kracht van Ouderen’ van

Stichting Sluyterman van Loo.

Page 21: Jaarverslag Fonds Sluyterman van Loo

4 0 - j a a r v e r s l a g 2 0 1 1 - 4 1

Nationaal Ouderen Fonds [ 129x ]

De Zonnebloem [ 208x ]

PCOB [ 3x ]

Johanniter Hulpverlening [ 2x ]

Verdeling Premieplantoekenningen over de provincies in 2011

• ook moet in de aanvraag worden uiteengezet hoe men denkt de

doelgroepen (deelnemers, vrijwilligers) te bereiken.

• ons fonds wil graag weten of en, zo ja, hoe het voorgestelde project

binnen het beleid van de betreffende organisatie past en hoe breed

het daar wordt gedragen.

• als sprake is van de inzet van vrijwilligers is de vraag: is er een goed

functionerend vrijwilligersbeleid binnen de organisatie?

• tot slot dienen de initiatiefnemers toe te lichten hoe ze zich

voorstellen dat hun activiteiten worden voortgezet nadat onze

financiering is afgerond.

4. Intensievere samenwerking met partners

We leven in een tijd van forse bezuinigingen en stelselwijzigingen, die een

grote negatieve invloed hebben op de zorg en het welzijnswerk voor oude-

ren. Dat is voor ons een reden temeer om opnieuw na te denken over de rol

die we in de maatschappij kunnen spelen. Dat die rol niet moet bestaan uit

het financieren van wat wegvalt door overheidsbezuinigingen is voor ons

duidelijk. Wel zien we het als onze taak om intelligent samen te werken

met andere fondsen en partners in het veld, meer bekendheid te geven aan

effectieve werkwijzen en ons beleid goed af te stemmen op dat van andere

partijen, opdat onze doelgroep optimaal wordt ondersteund.

Die intensieve samenwerking hebben we jaren geleden al ingezet met

263

324

131.165

149.500

242

2009 2010 2011

Toegekend bedrag

Aantal toekenningen

Premieplan

175.000

150.000

125.000

100.000

75.000

50.000

25.000

0

350

300

250

200

150

100

50

0

167.044

via premieplan verdubbelen fonds sluyterman van loo en stichting rcoak de opbrengst van geldinzamelacties voor kleinschalige

projecten gericht op het welzijn van kwetsbare ouderen. in 2011 deden het nationaal ouderen fonds, de zonnebloem, pcoB en de

johanniter hulpverlening aan premieplan mee.

sinds 2010 wordt premieplan ook uitgevoerd door kBo Brabant. aangezien de financiering hiervan niet wordt gedaan door ons maar

door stichting dijkverzwaring, blijft dit hier verder buiten beschouwing.

Page 22: Jaarverslag Fonds Sluyterman van Loo

4 2 - j a a r v e r s l a g 2 0 1 1 - 4 3

Stichting RCOAK, wat resulteerde in gezamenlijk ontwikkelde program-

ma’s, zoals Premieplan en Gouden Dagen. Met het samen organiseren

van het themaprogramma ‘Vitaliteit ontmoet kwetsbaarheid’ zetten we een

spannende en inspirerende stap.

‘We vormen als fonds een stuk van het maatschappelijk middenveld. Ik

noem dat graag ‘het hart van onze samenleving’. Daarin zit voor mij de

duurzame kracht van ons land. Als ouderenfonds moeten we van daaruit

blijven werken.’

Gérard van Engelen

‘De Ouderen’ zijn niet zielig, maar kunnen nog veel. Dat was in de jaren

dat ik voorzitter ben geweest van Fonds Sluyterman van Loo de boodschap

waarmee we de vaak negatieve beeldvorming rond ouderen wilden bijstellen.

Wij wilden met onze themaprogramma’s ‘Levenskunst’ en ‘Kracht van

Ouderen’ laten zien dat je, door hen op een goede manier te helpen, ouderen

kunt stimuleren om mooie dingen tot stand te brengen.

Het accent lag sterk op krachtige, vitale ouderen; we wilden niet de nadruk

leggen op wat ouderen niet kunnen, maar op wat ze wél kunnen en hoe

ze nuttig kunnen zijn en blijven in de maatschappij. Door onze thema’s

hebben we positieve accenten weten te leggen. Het is nog niet zo dat oud

zijn ‘cool’ en hip is, maar we hebben toch binnen onze mogelijkheden veel

gedaan om het beeld dat we maar al te vaak tegenkomen van ‘ouderen,

teveel en te duur’ in positieve zin bij te stellen.’

Gérard van Engelen

het college van regenten in 2011. v.l.n.r.: staand rené mazel, koeno sluyterman van loo, peter Blumenthal,

arthur modderkolk; zittend pearl dykstra, gérard van engelen, sophia de rooij.

Page 23: Jaarverslag Fonds Sluyterman van Loo

4 4 - j a a r v e r s l a g 2 0 1 1 - 4 5

vermogensBeheer in 2011

Om ons werk te kunnen (blijven) doen, moet ons vermogen goed beheerd

worden. Dit is een verantwoordelijkheid van het gehele College van Regen-

ten. Onze penningmeester, Peter Blumenthal, speelt hierbij de hoofdrol.

Aan hem in dit hoofdstuk het woord.

De financiële marken werden in 2011 gedreven door heftige ontwikke-

lingen op het wereldtoneel, zoals de ‘Arabische lente’, de kernramp van

Fukushima, de eurozone schuldencrisis en de Occupy-bewegingen. In het

licht hiervan is het dan ook verrassend dat het resultaat van de beleggings-

portefeuille van Fonds Sluyterman van Loo per saldo over het gehele jaar

gezien buitengewoon vlak was: een vooruitgang van 0,2%, iets beter dan

onze benchmark, die 0,2% moest inleveren. Dit stemt slechts tot relatieve

tevredenheid, omdat wij in absolute zin een resultaat van ten minste 6%

nodig hadden om onze rendementsdoelstelling voor de lange termijn waar

te maken.

tOtaal reNDemeNt 2004-2011

In de spreiding over de beleggingscategorieën vonden geen grote veran-

deringen plaats. Wij hebben de obligatieallocatie laag gehouden, waarbij

wij ons hebben beperkt tot Duitse en Nederlandse staatsleningen, BNG-

leningen en een investering in een actief beheerd, breed gespreid invest-

ment grade obligatiefonds.

asset allOcatIe 2004-2011

Door ons wat de obligatieallocatie betreft op kwaliteit te concentreren,

hebben we onze risico’s beperkt. Dit ging uiteraard ten koste van het ren-

dement.

In de aandelenallocatie werd onze aanpak van brede geografische spreiding

en brede spreiding van bedrijfstakken gehandhaafd met behulp van de

indexfondsen die de MSCI Wereldindex repliceren.

Er heerste betrekkelijke transactierust in de portefeuille: de vlucht naar vei-

ligheid in de obligatieallocatie ging gepaard met verkopen ter waarde van

€ 7,4 mln en aankopen ter waarde van € 6,4 mln, terwijl in de aandelen-

allocatie voor € 1,5 mln werd verkocht en voor € 1 mln werd gekocht.

Totaal rendement belegd vermogen

2004 20112005 2006 2007 2008 2009 2010

Fonds Sluyterman van Loo

Benchmark ( 50% MSCI World, 50% JPMorgan EMU Government Bond )

6.09%

7.01%

3.74%

4.84%

0.19%

1.42%

-0.20%

0.21%

15.40%

11.96%

10.34%

17.00%

-16.93%

-20.56%

15.35%15.91%

22.5%

20.0%

17.5%

15.0%

12.5%

10.0%

7.5%

5.0%

2.5%

0

-2.5%

-5.0%

-7.5%

-10.0%

-12.5%

-15.0%

-17.5%

-20.0%

-22.5%

Page 24: Jaarverslag Fonds Sluyterman van Loo

4 6 - j a a r v e r s l a g 2 0 1 1 - 4 7

55

.19

6.0

00

20115

3.7

38

.00

0

2009

47

.59

4.0

00

2008

63

.03

5.0

00

2007

63

.03

5.0

00

2006

61

.89

0.0

00

2005

54

.95

8.0

00

2004

Belegd vermogen

Aandelenallocatie

Oligatieal locatie

Liquide middelen5

7.6

23

.00

0

2010

65.000.000

60.000.000

55.000.000

50.000.000

45.000.000

40.000.000

35.000.000

30.000.000

25.000.000

20.000.000

15.000.000

10.000.000

5.000.000

0

De resultaten van het belegd vermogen in 2011 hebben nauwelijks ef-

fect gehad op het begrote uitgavenbudget voor 2012. Onze spending rule

draagt voor een bedrag van € 2.323.000 bij aan onze financiële ruimte voor

uitgaven in 2012 (in 2011 was dat € 2.339.000).

Onze investeringen in het service-appartementengebouw Nieuw Akeren-

dam (bouw 1977, uitbreiding 1988 en renovatie 2002) rekenen we niet tot

de beleggingsportefeuille, maar kunnen gezien worden als maatschappe-

lijke investeringen waarbij een bescheiden financieel rendement hand in

hand gaat met een maatschappelijk rendement: tevreden huurders in een

aangename en veilige woonomgeving.

veraNtwOOrD BeleggeN

Samen met onze adviseur, Providence Capital, hebben wij een beleggings-

beleid geformuleerd dat rekening houdt met ESG-criteria (Environment,

Social, Governance). Dit beleid is opgenomen in het document ‘Verant-

woord beleggen’, dat eind 2011 door het College van Regenten is vastge-

steld. Het omvat een plan van aanpak, de doorlooptijd en de uitwerking.

De principes zoals vastgelegd in de UN Global Compact zullen leidend

zijn. Onze adviseur heeft de Principles for Responsible Investment van de

Verenigde Naties ondertekend.

KOsteN vaN vermOgeNsBeHeer

De directe kosten van het vermogensbeheer kwamen in 2011 uit op

€ 74.500: dat is 0,14% van het gemiddeld belegde vermogen (in 2010 en

2009 was dit resp. 0,23% en 0,18%).

Page 25: Jaarverslag Fonds Sluyterman van Loo

4 8 -