O&O fonds jaarverslag 2012

JAARVERSLAG 2012

O&O FONDS | PRODUCTIE- & LEVERINGSBEDRIJVENJAARREKENING

2 O&O FONDS | PRODUCTIE- & LEVERINGSBEDRIJVENINHOUDSOPGAVE

Bestuursverslag

Voorwoord 3CAO en O&O 5Het O&O fonds in mensen 5Het O&O fonds in projecten 6WATT? campagne 6Het O&O fonds in subsidies 14

Jaarrekening

Balans per 31 december 2012 16Rekening van baten en lasten 2012 17Kasstroomoverzicht 18Algemene toelichting 19Toelichting balans per 31 december 2012 20Toelichting op de rekening van baten en lasten 2012 22

3

Voorwoord

Wie terugblikt op 2012 zal onvermijdelijk de crisis in herinnering roepen. Vrijwel geen sector die er aan ontsnapt. Dit geldt zeker voor de energie sector. Dit heeft niet alleen te maken met een economische of financiële crisis, maar zeker ook met alternatieve vormen van energieproductie, de maatschappelijke druk op het terugdringen van fossiele en nucleaire productie van energie. Bovendien is het spel van energieproductie allang niet meer nationaal georiënteerd. De meeste bedrijven kennen een buitenlandse aandeelhouder. De sector is in transitie en dit heeft gevolgen voor de ontwikkeling van opleidingen. De blik is steeds scherper gericht op het rendement van middelen van het O&O fonds. Verantwoording, tussentijdse terugkoppeling en afstemming zijn nodig. Temeer daar er binnen de sector een behoorlijke diversiteit aan bedrijven is. Hier ligt de uitdaging voor de komende tijd; programma op maat en aan de maat.

O&O FONDS | PRODUCTIE- & LEVERINGSBEDRIJVENBESTUURSVERSLAG


4

BESTUURS-VERSLAG

5

O&O en CAO

Voor 2012 gold een premiepauze voor het O&O fonds. De reden hiervoor is dat er voldoende middelen in kas waren om het programma te kunnen uitvoeren.Met deze middelen wordt invulling gegeven aan de doelstellingen van de stichting:

• het ontwikkelen, opzetten en uitvoeren van activitei-ten, liggend op het terrein van opleiding, ontwikkeling en arbeidsvoorziening in de sector Productie- en Leveringsbedrijven;

• het onderzoeken van subsidiemogelijkheden voor de sector en het generen en uitkeren van subsidies, die de scholingsactiviteit binnen de sector ten goede komt.

Het O&O fonds in mensen

Op november 2011 is het bestuur geïnstalleerd. Het bestuur was als volgt samengesteld:

• Ton Meijer (E.ON Benelux), voorzitter • Ruud Cornelisse (Abvakabo-FNV), penningmeester• Michel van Neutigem (DELTA N.V.), bestuurslid • Hans Strootman (CNV Publieke Zaak) , bestuurslid • Marc Donckers als secretaris van het bestuur

Het paritair samengestelde bestuur stelt de uitgangs-punten op die jaarlijks worden getoetst aan de ontwik-kelingen op de arbeidsmarkt, sociaal economische ontwikkelingen en behoefte in de bedrijfstak. Dit vormt de start voor de opleidingscommissie die op basis van de hoofdlijnen haar plannen jaarlijks vaststelt en bijstelt en vervolgens uitvoert. Het bestuur toetst deze plannen op de uitgangspunten, bewaakt het financiële verloop en stuurt op de resultaten. De onderliggende financiële en werkprocessen zijn vastgelegd in het nieuwe huishoudelijk reglement.

De opleidingscommissie bestaande uit• Ton Duijn (Nuon Power Generation B.V.), voorzitter• Gerard Alkema (E.ON Benelux N.V.)• Jasmijn de Boer (Essent N.V.)• Leny den Engelse (DELTA N.V.)• Karin Gibcus (GDF SUEZ Energie Nederland

Holding B.V.)• Roel Koopman (E.ON Benelux n.v.)• Haike Maat (N.V. EPZ)• Ingrid Kremers (Eneco B.V.)• Jasmijn de Boer (Essent N.V.)• Valerie Merien (Eneco B.V.)• Lottie Damen (Ziut)• Bart van Eggelen (O&O fonds Productie- en

Leveringsbedrijven), secretariskan na vaststelling van de plannen haar taken gaan uitvoeren en heeft hierbij ruime mogelijkheden en bevoegdheden om tot resultaten te komen. Met enthousiasme en vooral succesvol heeft de opleidings commissie de onderstaande projecten ten uitvoer gebracht, afgerond of gestart in 2011.

Projectgroep PromotieVanuit de Productie- en Leveringsbedrijven zijn de vol-gende mensen gelieerd aan de projectgroep Promotie die onder leiding staat Liselotte van Doorn (Enexis):

• Karin Gibcus (GDF Suez)• Klaas Laanstra (GDF Suez)• Martin Prins (Essent)• Ilse van Eersel (Essent)• Arie Spruit (Joulz)• Charessa Roet (EON-Benelux)• Tim Brouwer (EPZ)• Anouk IJfs (Nuon)• Paulien Kuijer (Nuon)• Miriam van Dijk (Nuon)



6

Het O&O fonds in projecten

Green dream districtHet O&O fonds heeft het programma Green Dream District gesponsord. Kinderen hebben de toekomst en het is belangrijk dat zij nadenken over onze aarde en de manier waarop wij ermee omgaan. Bij Green Dream District zijn ze altijd op zoek naar de beste, duurzame ideeën bedacht door kinderen! Kinderen worden uitgedaagd en bedenken samen een duur-zame uitvinding! Aangemoedigd op school, een beetje hulp de goede richting in en hulp met het bouwen van een werkend prototype heeft op verschillende scholen in het land plaatsgevonden! Iedereen tussen de 8 en 14 jaar mocht meedoen. Wanneer een groep kinderen een uitvinding had bedacht konden ze zich aanmelden via de site. Als het idee goed genoeg was werden ze uitgenodigd voor een auditie.

Om iedereen een stukje op weg te helpen is er in samenwerking met de landelijke NME (Natuur- en Milieueducatie) diensten een lesmodule opgesteld. De lesmodule kende een aantal korte filmpjes met bijbehorende vragen over duurzaamheid en techniek. Verder was het pakket uitgerust met een duidelijke handleiding. Met de lesmodule van Green Dream District was men op een leuke manier educatief bezig! De uiteindelijke winnaar was de “Zenzabrush”; de elektrische tandenborstel zonder elektriciteit. Gewoon trekken aan een touwtje en dertig seconden poetsen!

Watt?-campagne

Voorlichtingscampagne WATT? in teken van persoonlijk contactHet O&O fonds Productie- en Leveringsbedrijven, het O&O fonds Netwerkbedrijven en het O&O fonds Afval- & Milieubedrijven voeren sinds 2006 de voor-lichtingscampagne WATT? uit. WATT? heeft tot doel om jongeren die nog moeten kiezen voor een vervolg-opleiding en/of beroep, kennis te laten maken met de energiesector. Zodat zij in hun overwegingen ook de technische opleidingen en beroepen meenemen, die voor de energiesector relevant zijn.

2012 stond voor WATT? nóg meer dan voorgaande jaren in het teken van persoonlijk contact. Dat was mede mogelijk dankzij enkele ontwikkelingen in het onderwijs en de beroepskeuzevoorlichting. De laatste jaren is een trend gaande die beroepsvoorlichting steeds kleinschaliger maakt. Grote centrale voorlich-tingsbeurzen - zoals bijvoorbeeld de Studiebeurs in Utrecht - hebben het niet gered. Regionale voorlich-tingsmarkten schieten echter als paddenstoelen uit de grond. WATT? selecteert in samenwerking met energiebedrijven uit de betreffende regio’s de beurzen waar voorlichting het meest effectief is. Daar biedt WATT? met haar stand bedrijven een podium om één-op-één met technisch geïnteresseerde leerlingen in contact te komen.Dat één-op-één contact is overigens niet nieuw voor WATT?. In 2012 werd ook volop aandacht besteed aan uitgelezen contactmomenten. De landelijke docenten- en decanendagen bijvoorbeeld, waar WATT? met een stand en workshop aanwezig was. En voor leerlingen de bedrijfsbezoeken die WATT? met haar Excursieservice faciliteert.

Ook zijn regionale decanenkringen in opkomst. WATT? legde in 2012 de eerste contacten met deze al langer bestaande maar steeds actiever wordende minivereni-gingen. Voor 2013 staat intensivering van de samen-werking op het programma. Door hen bijvoorbeeld inspirerende locaties te bieden voor hun periodieke samenkomst, bij energiebedrijven op werklocaties. En door voorlichting over de beroepsmogelijkheden binnen de energiesector, die zij gericht kunnen inzet-ten bij technisch geïnteresseerde leerlingen. Dit naast de al bestaande WATT?-voorlichtingsactiviteiten voor decanen.

7

WATT? en het onderwijsDe band met het onderwijs is niet nieuw voor WATT?. In het onderwijs is, mede vanwege de Wet op de leerplicht, de doelgroep relatief eenvoudig te bereiken. Bovendien biedt het onderwijs inhoudelijk diverse mogelijkheden om jongeren met werken in de energie in contact te brengen. Bijvoorbeeld als onderdeel van loopbaanoriëntatie en -begeleiding, waarvoor de decaan verantwoordelijk is. Of als onderdeel van specifieke vakgebieden, zoals het vak techniek. Verder zijn er verschillende manieren waarop de voorlichtingsactiviteiten in het onderwijs vormgegeven kunnen worden, zoals in individuele of groepsgesprek-ken met behulp van voorlichtings- en lesmateriaal, in gastlessen en tijdens bedrijfsbezoeken. Uit onder-zoek blijkt dat docenten en decanen naast ouders de belangrijkste beïnvloeders zijn als het gaat om beroeps- en opleidingskeuzes. Het zijn deze gegevens die al sinds het begin van de campagne hét commu-nicatiekanaal van WATT? bepalen: het onderwijs als medium om jongeren te bereiken.

Informatie voor 5.250 decanen en docentenIn 2012 informeerde WATT? wederom ongeveer 5.250 decanen, techniekdocenten en scheikundedocenten over de voorlichtingsmaterialen en -activiteiten over werken in de energie, via een overzichtsbrochure met bestelkaart die in maart en oktober op naam verstuurd werd. Online bestellen op het docentenpodium van www.watt.nl wordt steeds populairder. Vanaf 2013 zal de brochure daarom nog slechts eenmaal per jaar verschijnen.

Aanvragen voor les- en voorlichtingsmaterialenNaast het speciaal voor WATT? ontwikkelde les- en voorlichtingsmateriaal kunnen docenten en decanen ook materiaal van bij de O&O fondsen aangesloten energiebedrijven bestellen via WATT?. Uiteraard voor zover dit (volgens decanen en docenten) bruikbaar is voor de voorlichting in het onderwijs.

WATT?-materialen besteld in 2012

Vmbo-magazines 7590Mbo-magazines 5580Havo/vwo-magazines 5985Leerlingenboekjes mbo 1313Leerlingenboekjes hbo 495Hbo-readers 311Sets techniekposters 414Posters - Opleidingen in de energie 291Posters - Kom werken in de energie 119Lesmaterialen - Van stoom naar stroom 604Lesmaterialen - Biogas als brandstof 203Tutorials 1188Samenwerking in beeld 137Dvd - Werken in de energie 286Folders - Power Minor (TenneT) 139Brochures - Jongeren en techniek (Nuon) 235Leaflets - Werken bij TenneT 72Totaal aantal bestellingen 499 Online Downloads door docenten en decanen 220Nieuwsbrief docenten en decanen 889Nieuwsbrief leerlingen 388

Nieuwe en aangepaste materialenBegin 2012 kwam het havo/vwo magazine over werken in de energie uit, dat WATT? via docenten aan leerlingen aanbiedt. In de bijgevoegde docenten- en decanenhandleiding staan suggesties voor het inzet-ten van de magazines in de les. Daarnaast bracht WATT? op suggestie van docenten voor zowel het vmbo, mbo- als havo/vwo-magazine een set werkbla-den uit die docenten kunnen inzetten in de klas.


8

Een bijzonder project dat in 2012 werd afgerond, is het lesmateriaal Biogas als brandstof. Met dit lespak-ket kunnen leerlingen in de vakken Natuur, Leven en Techniek (en scheikunde) van de bovenbouw havo/vwo met huis-, tuin- en keukenmiddelen een eigen werkende biovergistingsinstallatie maken. De bouw is gekoppeld aan informatie over de manier waarop de sector in werkelijkheid biogas wint, en wat voor werk je daar zoal kunt doen. Het lespakket kwam tot stand in samenwerking met studenten techniek van de Hogeschool Windesheim in Zwolle, en afvalener-giebedrijven ROVA, Attero en HVC. Bij het lesmateriaal hoort een techniekposter en een dvd met filmpjes over biovergisting. Zoals gebruikelijk in de WATT?-campagne is de vorm en inhoud in overleg met de doelgroep (docenten en leerlingen) en de energiebe-drijven ontwikkeld.

Website steeds belangrijker als informatieportaalSinds de herziening van watt.nl in 2011 is het belang van de site als informatieportaal fors toegenomen. Het is voor docenten en decanen via de website eenvoudig om bestellingen te plaatsen, contact met bedrijven te leggen voor gastlessen of bedrijfsbe-zoeken en op te geven voor een bedrijfsexcursie. Behalve bestellingen komen ook, vaak via de website en e-mail, vragen binnen over (werken in) de energie-sector, bedrijfsbezoeken, gastlessen, enzovoort. Met medewerking van de bedrijven worden deze vragen zo goed mogelijk beantwoord. Opvallend is vooral ook het toegenomen aantal downloads van producten vanaf de website, zoals de techniekposters en beroepenfilmpjes. Dit hangt samen met de ook in het voortgezet onderwijs rap voortschrijdende introductie van het digitale schoolbord, dat docenten nieuwe mogelijkheden biedt om materialen te presen-teren. WATT? springt bij de ontwikkeling van nieuwe en bij het aanbieden van reeds bestaande producten in nauw overleg met docenten in op deze ontwikke-ling, die nieuwe kansen biedt voor succesvolle beroe-penvoorlichting onder scholieren.

Het aantal unieke pageviews van www.watt.nl was 59.771 in 2012. Deze pagina’s werden bekeken tijdens 21.224 bezoeken. De meest bezochte pagina’s op de website zijn de webshop, downloads, beroepen-pagina’s en de pagina waarop de energieketen staat uitgelegd. Het materiaal wat het meest gedownload wordt, zijn de verschillende techniekposters.

9

Contact met docenten en decanenDocenten en decanen werden persoonlijk over WATT? en werken in de energiesector geïnformeerd tijdens de jaarlijkse conferentie voor techniekdo-centen (VeDoTech = Vereniging Docenten Techniek) en de NVS-NVL decanendag. Naast deze landelijke docentendagen was WATT? ook aanwezig op de techniekdag van het Consortium Beroepsonderwijs. Docenten en decanen uit het WATT?-adressenbestand ontvingen zes keer een digitale nieuwsbrief, waarvoor verschillende bedrijven input leverden.

Contact met jongerenNet als de docenten en decanen ontvingen ook de leerlingen uit het WATT?-bestand zes keer een digitale nieuwsbrief met informatie van en over energie(bedrijven) en open dagen. Daarnaast ver-scheen de special TKMST Xtra over werken in de energie, waarin naast algemene informatie ook advertenties van afzonderlijke energiebedrijven waren opgenomen.Op zes regionale onderwijsbeurzen konden leerlingen in de WATT?-stand kennismaken met werken in de energiesector. Met twee interactieve spellen over energieproductie en -distributie kregen ze een indruk hoe in respectievelijk een productiecentrale en bij een

stroomstoring in een wijk gehandeld wordt. Dankzij de WATT?-hostessen en de medewerkers van energiebe-drijven op de stand, zijn vele persoonlijke gesprekken met de standbezoekers gevoerd. De opzet van de stand werd in 2012 verder verfijnd naar aanleiding van evaluatie met bezoekers.

Onderdelen van de WATT?-stand, zoals de verschil-lende interactieve spellen, de voorlichtingsmaterialen en WATT?-tassen zijn in 2012 weer veelvuldig ter beschikking gesteld voor open dagen bij energiebe-drijven en regionale onderwijsinstellingen. In 2012 maakten de volgende bedrijven gebruik van deze vorm van WATT?-ondersteuning bij voorlichting: E.ON, AVR, TenneT, Cogas, Enexis, EPZ, GDF Suez, Nuon.

Excursieservice groot succesHoewel de bedrijfspresentaties op beurzen een goede indruk geven van werk in de energiesector, is de beste manier om jongeren enthousiast te maken voor werk in de energiesector: hen de werkpraktijk in het écht te laten zien en ervaren. Met excursies en bedrijfsbezoe-ken bijvoorbeeld. Sinds de pilot in 2011 bood WATT? in 2012 een volwaardige excursieservice aan. Inclusief busvervoer waarmee geïnteresseerde scholen hun leerlingen naar en van een bedrijfslocatie kunnen

Studiebeurs West(Rotterdam)

Onderwijsbeurs Zuid-Nederland (Eindhoven)

Onderwijsbeurs Groningen

Studiebeurs Zwolle

Beroepskeuzebeurs West-Nederland (Rijswijk)

Beroepskeuzebeurs West-Nederland (Utrecht)

14 / 15 nov

16 / 17 nov

7 / 8 dec

Datum

6.393

4.729

7.764

BezoekersDeelnemende energie-bedrijven

4 / 5 okt 15.900

28 / 29 sept 19.516

15 / 17 mrt 9.368 E.ON, HVC

Enexis

Enexis, Nuon

Cogas, Enexis, O&O fonds

Westland Infra, Joulz

Nuon, Joulz


10

laten vervoeren. Op die locatie biedt het betreffende energiebedrijf vervolgens een op de doelgroep afgestemd programma. De excursieservice bleek in 2012 zó succesvol, dat deze inmiddels als structureel onderdeel van de WATT?-activiteiten is opgenomen. In 2012 vonden 25 excursies plaats, waarbij ongeveer 500 leerlingen een kijkje in de keuken van energie-bedrijven namen. Voor sommige locaties is de vraag vanuit scholen inmiddels groter dan het aanbod van excursies.

Energiebedrijven aan het stuurDe energiebedrijven bepalen al sinds de start van de campagne welke activiteiten en producten voor de WATT?-campagne worden gerealiseerd. In de Projectgroep Promotie die destijds (toen nog als onderdeel van het O&O fonds ENb) is ingesteld, bestaat uit vertegenwoordigers van Productie- en Leveringsbedrijven, Netwerkbedrijven en Afval- en Milieubedrijven. De projectgroep komt zes keer per jaar bij elkaar om de koers van WATT? te bespreken en aan het uitvoerende bureau DST Educatieve Communicatie te laten weten waar prioriteiten gelegd

moeten worden. Tegelijk wordt de voortgang van WATT? regelmatig gemonitord door onafhankelijk onderzoek, waarvan de resultaten in de koersbepaling door de projectgroep worden meegenomen.

LeerloopbanenHet O&O fonds ondersteunt de komende 4 jaar de bijzondere leerstoel van prof.dr. Marinka Kuijpers. Marinka Kuijpers is door het College van bestuur van de Open Universiteit per 1 april 2012 benoemd tot

bijzonder hoogleraar “Leeromgeving en loopbanen in het voorbereidend en middelbaar beroepsonderwijs”.

Deze bijzondere leerstoel is ingesteld bij het Ruud de Mooi Centrum (RdMC) van de Open Universiteit door twaalf organisaties die het professionaliseren van (v)mbo leraren hoog in het vaandel hebben. Veranderingen in onze samenleving vragen dat leer-lingen gedurende hun (leer)loopbaan talenten leren ontdekken, ontwikkelen en bewijzen. Docenten zullen leerlingen moeten begeleiden bij het leren kiezen van opleidingen en werk die passen bij hun talenten.

11

kwalificatiedossier (KD) technicus infra. De combinatie van BCP’s en het KD vormen voor de onderwijsinstel-lingen het fundament voor het regulier mbo-onderwijs: deze BCP’s en het KD bieden de scholen de leidraad voor de opleidingsdoelen en –inhoud voor de begin-nend beroepsbeoefenaar.

Met de vernieuwing van de BCP’s heeft het O&O fonds ook een arbeidsmarktverkenning uitgevoerd, die een beeld geeft van de instroombehoefte aan monteurs in de warmtebedrijven.

Voor O, C&W levert de arbeidsmarktverkenning belangwekkende informatie op om vast te kunnen stellen of scholing tot monteurs in de warmtebedrijven voldoende arbeidsmarktkansen biedt. Pas als een mbo-opleiding aan dit criterium voldoet, kan deze in het reguliere onderwijs worden uitgevoerd.

Subsidieregeling Productie- en LeveringsbedrijvenIn 2012 voerde het O&O fonds voor de Productie- en Leveringsbedrijven een subsidieregeling uit, die zich richtte op de defensieve en offensieve scholing. Defensieve scholing heeft betrekking op opleidings-activiteiten, waarmee de medewerker zijn kennis en vaardigheden op peil houdt voor zijn huidige functie. Met opleidingen uit deze categorie zorgt de medewerker, dat hij inzetbaar blijft. Met de offensieve scholingsactiviteiten verbreedt de medewerker zijn inzetbaarheid en verbetert hij zijn positie op de arbeidsmarkt.

Voor de subsidieregeling gold de volgende toekenningscriteria:

• Scholing die het noodzakelijk gevolg zijn van een gewijzigde functie(-inhoud)

• EVC-trajecten• Reguliere opleidingen op mbo- t/m wo niveau• Activiteiten en middelen, die de samenwerking tussen

Productie- en Leveringsbedrijven en onderwijsinstel-lingen versterken.

Het eerste toekenningscriterium wordt gerangschikt onder de defensieve scholing. Het tweede en derde criterium vanwege het kwalificerende karakter onder offensieve scholing. Het vierde toekenningscriterium is aan de subsidieregeling toegevoegd om de samen-werking tussen ROC’s en bedrijven, met het oog op de instroombevordering, te stimuleren.

Dit vraagt een specifieke leeromgeving en hiervoor is het noodzakelijk dat docenten zich op dit terrein kunnen scholen.

De leerstoel gaat de komende vier jaar kennis ont-wikkelen en verspreiden over de meest effectieve leeromgeving en begeleiding van leerlingen. Kijk voor meer informatie over de Bijzondere Leerstoel Leeromgeving & -loopbanen op de website van LOOK (Wetenschappelijk Centrum Leraren Onderzoek): www.ou.nl/web/look.

Licenties voor het LeerManagementSysteem EKP/Netdimensions Medio 2010 kocht het O&O fonds ENb zo’n 25.000 EKP-licenties in voor de sectoren Netwerk-, Produktielevering-, Kabel&Telecom- en Afval&Milieubedrijven. In 2012 maakten Nuon, Eneco en EPZ gebruik van deze licenties. Behalve de drie bedrijven met een eigen leeromgeving, krijgen cursis-ten van de warmtebedrijven en de aannemerij via de O&O-leeromgeving, de ENb-Academie, toegang tot de veiligheidsinstructie warmte ofwel VeWa.

Het assortiment aan e-learningpakketten binnen het fonds en de bedrijven neemt toe. Deze worden opgenomen in de opleidingscatalogus in de leerom-geving. Daarmee neemt ook het belang toe van deze leeromgeving.

De leeromgeving wordt overigens niet alleen ingezet voor de organisatie en registratie van e-learning, maar ook voor cursorische opleidingsactiviteiten. Verder beschikt de leeromgeving over de mogelijkheid om bedrijfsspecifieke en sectorale e-learning, die met O&O-gelden ontwikkeld zijn, aan te bieden. Daarmee krijgen de medewerkers van de Productie- en Leveringsbedrijven de beschikking over een samenhangend totaalpakket van generieke en bedrijfsspecifieke e-learning.

Vernieuwing BCP’s warmtebedrijvenDe oude beroepscompetentieprofielen voor (eerste) monteur en technicus warmte dateren van 2003 en 2005. Toen in 2012 het kenniscentrum Kenteq startte met de hervorming van het kwalificatiedossier infra-techniek, was dat een goede aanleiding voor het O&O fonds om de beroepscompetentieprofielen (BCP’s) te updaten. De BCP’s vormen namelijk de input voor het


12

Optimalisering Power Plant SimulatorIn 2007 besloot het O&O fonds een Power Plant Simulator te financieren voor de opleiding Algemene Operationele Techniek (AOT) van het Scheepvaart&Transport College (STC) en het Nova College. Door de simulator te integreren in de AOT-opleiding krijgen de mbo-cursisten een goed inzicht in het werk van bedieningsdeskundige in een centrale. Deze cursisten leren met de simulator basale kennis en vaardigheden, waarmee zij ‘aan de knoppen kunnen draaien’ van een energieproduktiecentrale. Naast de vakvaardigheden, die de cursisten leren, is een andere voordeel van deze simulatie, dat de energiesector zich hiermee goed kan profileren. De cursisten krijgen een duidelijk beeld van de beroepspraktijk van een bedieningsdeskundige in een centrale. Met dit beeld kunnen cursisten een welover-wogen beroepskeuze maken. De verwachting is, dat met het ‘wervend’ karakter van de simulator meer dan voorheen jonge mbo-ers zullen kiezen voor een baan bij een energieproduktiecentrale.

Bij de financiering van deze simulator is met de twee onderwijsinstellingen afgesproken, dat zij met de ‘floating licenses’ ook andere opleidingsinstituten in de gelegenheid stellen om met de simulator en het bijbehorende lespakket te werken. En de afspraak was tevens, dat het STC en Nova College deze opleidings-instituten de benodigde ondersteuning bieden.

Nu een paar onderwijsorganisaties en één energie-bedrijf via de ‘floating licences’ werken met de si mu-la tor, blijkt dat de inzet van dit instrument bij deze organisaties nog niet optimaal verloopt. Om die reden is in 2012 een project gestart onder de noemer ‘Herijken Power Plant simulator’. Doel van dit project is om een blauwdruk op te stellen, waarmee een efficiënter beheerorganisatie wordt opgezet voor de huidige en toekomstige onderwijsinstellingen. De implementatie van deze gebruikersorganisatie zal in 2013 plaatsvinden.

De beperkte administratieve lastendruk voor het declareren van de subsidie leidde binnen deze subsi-dieregeling tot een goede benutting door de bedrijven.

Ontwikkeling e-moduul KolenstokenNa een behoefte-inventarisatie onder de Productie- en Leveringsbedrijven en de bespreking van de opzet in de opleidingscommissie heeft het O&O fonds in 2012 besloten om te starten met de pilot. In deze pilot wil het fonds een duidelijk beeld krijgen van de invulling van de e-learning in relatie tot de ontwikkelkosten. Met de ervaringen uit de pilot zal het fonds een go-/no-go besluit nemen over het overige deel van het te ontwikkelen e-learningtraject.

Deze e-moduul Kolenstoken richt zich op de doel-groep van ervaren medewerkers in een produktiecen-trale. De gebieden, die deze pilot bestrijkt, zijn:

• Meestoken• Malen & verbranden• Afzetten & vervuilen• Verbrandingssystemen

Met een groep van inhoudelijke experts uit de energieproduktiecentrale vult het e-learningbureau de pilotmoduul in, zodat deze is afgestemd op de gebruikersdoelgroep.

Derde kwartaal 2013 zal deze pilotmoduul opgele-verd kunnen worden. Eind 2012 is voor de sector afval&milieu de ontwikkeling van de e-moduul Rookgasreiniging en verbrandingstechniek gestart. Inhoudelijk heeft deze moduul raakvlakken met de e-opleiding Kolenstoken. Gedurende de ontwikke-ling van beide modulen zal optimaal gebruik worden gemaakt van de synergie van beide ontwikkeltrajecten.

13

Herziening opleidingsmateriaal VeWa (Veiligheidsvoorschrift Warmte)In 2009 is het veiligheidsvoorschrift warmte geheel vernieuwd. Het O&O fonds heeft in dat jaar in samen-werking met de warmtebedrijven van Essent, Eneco en Nuon een webbased e-learningpakket ontwikkeld.Inmiddels hebben zo’n 1.800 medewerkers van de warmtebedrijven, aannemers en installateurs de VeWa-opleiding gevolgd. Na 3 jaar moeten deze medewerkers, conform het voorschrift, opnieuw examen doen om de houdbaarheid van het certificaat te kunnen verlengen. Voor de stuurgroep veiligheid van Energie-Nederland, de beheerder van VeWa, was dit aanleiding nog eens goed naar de inhoud en uitvoering te kijken. Na het inventariseren van ervaringen en meningen heeft de stuurgroep veiligheid besloten om met een boekje ‘VeWa 2009, aanpassingen per 2012’ de oorspronke-lijke VeWa aan te vullen. De aanvullingen waren van dien aard, dat het eerder ontwikkelde e-learningpakket niet hoefde te worden aangepast.

Naast het boekje met de aanpassingen 2012 bleef de bijstelling beperkt tot wijziging van het opleidingsma-teriaal voor klassikale (her)instructie en de vernieuwing van de toetsen. In 2012 zijn de producten van dit project opgeleverd.

Herziening praktijkopdrachten vmboHet O&O fonds heeft voor de vmbo-leerlingen vier praktijkopdrachten ontwikkeld waarmee docenten in de klas aan de slag kunnen. Dit lesmateriaal koppelt theorie en praktijk op een inventieve en slimme manier aan elkaar. Dit lesmateriaal heeft een update gekregen is ondergebracht bij het WATT-materiaal, zodat er 1 loket is voor docenten waar dit materiaal te vinden is. En met succes want de afname van het materiaal is substantieel gestegen. In dit lesmateriaal wordt ook uitgelegd hoe de energie werkt en wat er te doen valt.

Het lesmateriaal bestaat uit de Gasbarbecue, de Energy Trike, de Funlamp en de Pressurecar.

Afdeling energie

Sector techniekDe energy trike

Sector techniekVMBo, hAVo en VWo leerjaar twee voortgezet onderwijs

de fun-lAMpenergie - prAktiJkopdrAcht

BEGELEIDERSVERSIE

die

pg

An

g 2

OOF1134_H005_Diepgang 2_ E_Trike_docent_tweededruk.indd 1 27-01-12 11:52


14

Het O&O fonds in subsidies

De sluiting van het ESF subsidieloket in 2012 zorgde ervoor dat het niet meer mogelijk was om ESF subsidie aan te vragen voor scholingsactiviteiten. 2012 was vooral het jaar van de uitvoering van de opleidingstrajecten die in 2011 door de Productie- en Leveringsbedrijvenbedrijven waren aangevraagd, en het samenstellen van de einddeclaraties. Samen met de bedrijven, heeft het O&O fonds vlak voor het eind van het jaar, de verschillende eindde-claraties ingediend bij het Agentschap Sociale Zaken & Werkgelegenheid (AgSZW). Dat moment is meteen een goede graadmeter om te kijken naar de benutting van de beschikbare gelden. Was de benutting tot en met 2010 van de ESF projecten ongeveer 30%. Bij de 2011 projecten is de gemiddelde benutting van de ingediende einddeclaraties meer dan 50% van de aangevraagde subsidie voor de WENb secto-ren (incl. drinkwaterbedrijven). De projecten zullen in de loop van 2013 worden gecontroleerd door accoun-tant KPMG in opdracht van het AgSZW.

Het O&O fonds heeft in 2011 5 ESF aanvragen ingediend voor een totaal bedrag van € 1.268.044 (projecten EPZ, Nuon. Eneco, E.On Benelux en GDF Suez). Het totaalbedrag van de ingediende eindde-claraties was groot € 394.389 (voorlopige benutting 32%). Dit resultaat kwam vooral omdat 2 bedrijven hun subsidieaanvraag hebben teruggetrokken tijdens de uitvoering van de opleidingsactiviteiten.

Het O&O fonds zal samen met de Subsidie Expertise Groep in het najaar van 2013 een conferentie organi-seren om de WENb bedrijven voor te bereiden op de nieuwe ESF programmaperiode 2014 – 2020. De geruchtenmachine rondom deze nieuwe sub-sidieregeling draait op volle toeren. De verwachte thema’s zijn Duurzame Inzetbaarheid medewerkers en re-integratie van mensen die moeilijk aan werk komen. Doel van de toekomstige subsidieregeling is te komen tot een arbeidsparticipatie van 80% in 2020.

Ontwikkelen van opleidingsmateriaal VICO (Veiligheidsvoorschrift CO2 transport en distributie)Bij het verbranden van onder andere aardgas en kolen komt CO2 vrij. Deze CO2-gas wordt tijdens de verbran-ding afgevangen. Vervolgens wordt dit CO2-gas op druk gebracht en getransporteerd naar de tuinders. En deze tuinders gebruiken het vrijkomend CO2-gas om hun planten te bemesten. Eneco en Essent ver-zorgen de transport en de distributie van CO2-gas. Afgelopen jaren is gebleken dat de veiligheidsvoor-schriften voor aardgas (VIAG) van de netbeheerders geen passende oplossing bieden voor transport en distributie van CO2-gas. VIAG is enerzijds te zwaar voor de warmtebedrijven, anderzijds worden de specifieke risico’s van CO2-gas niet behandeld. Samen met een gerenommeerde aannemer op dit gebied (Pipeline Control) hebben de bedrijven beslo-ten regels voor CO2-transport en -distributie bij warm-tebedrijven op te stellen. Deze VICO is gebaseerd op de structuur van VeWa en VEI (Veiligheidsvoorschrift Elektrische Installaties Warmte) van de warmtebedrij-ven en VIAG van de netbeheerders. Het ontwikkelen van het veiligheidsvoorschrift is afgerond en wordt uitgegeven onder de vlag van Energie-Nederland.

Met de middelen van het O&O fonds is voor de betrokken medewerkers instructiemateriaal vervaar-digd. Vanwege de beperkte doelgroep (100 à 200 personen) wordt niet gekozen voor e-learning. En ook de examens zijn in 2012 opgeleverd.

15

JAAR-REKENING


16

Balans St. O&O fonds Productie- en Leveringsbedrijven

per 31 december 2012

ACTIVA 2012 2011 (na voorgestelde resultaatbestemming)

VorderingenDebiteuren 9.196 -Nog te ontvangen bestemmingsreserve O&O fonds ENb 2011 - 4.477.427Rekening courant O&O fonds ENb 2.410.004 -Overige activa 68.170 -Te vorderen omzetbelasting 48.043 - 2.535.413 4.477.427

Liquide middelen 1.673.784 1.499.729

Totaal 4.209.197 5.977.156

PASSIVA 2012 2011(na voorgestelde resultaatbestemming)

Eigen vermogenBureau O&O fonds Productie- en Leveringsbedrijven minimumkapitaal 500.000 500.000

Stand per 1 januari 4.219.408 -3.273Ten laste van het kapitaal -1.519.048 -1.754.747Bestemmingsreserve O&O fonds ENb 2011 - 5.477.427 2.700.360 4.219.408Kortlopende schuldenToegekende subsidies 948.137 1.464.000Toegekende ontwikkelingskosten 380.084 98.657Crediteuren 137.187 -Overlopende passiva 43.429 195.091 1.508.837 1.757.748

Totaal 4.209.197 5.977.156

Balans St. O&O fonds Productie- en Leveringsbedrijven per 31 december 2012

17

Rekening van baten en lasten St. O&O fonds Productie- en

Leveringsbedrijven 2012

BATEN 2012 2011

Overige baten 50.650 -

LASTEN 2012 2011

Toegekende subsidies 2012 630.280 1.500.000Toegekende ontwikkelingskosten 2012 799.913 259.115Kosten/vrijval toegekende ontwikkelingskosten 1.244 -14.784Secretariaatskosten 149.377 -Overige lasten 18.374 9.076 1.599.188 1.753.407

Exploitatieresultaat -1.548.538 -1.753.407

Financiële baten/lasten -29.490 1.340

Nadelig saldo -1.519.048 -1.754.747

Bestemming saldo:

Ten laste van het kapitaal -1.519.048 -1.754.747

Rekening van baten en lasten St. O&O fonds Productie- en Leveringsbedrijven over 2012


18

Kasstroomoverzicht over 2012 van St. O&O fonds Productie- en

Leveringsbedrijven

KASSTROOM 2012 2011 Kasstroom uit operationele activteitenBedrijfsresultaat -1.548.538 -1.753.407

Veranderingen in werkkapitaal

Vorderingen 1.942.014 -4.477.427Kortlopende schulden -248.911 257.748 1.693.103 -4.219.679 Kasstroom uit bedrijfsoperaties 144.565 -5.973.086

Ontvangen/betaalde interest 29.490 -1.340 29.490 -1.340 Kasstroom uit operationele activteiten 174.055 -5.974.426

Kasstroom uit financieringsactivteitenMutatie minimumkapitaal - 500.000Mutatie bestemmingsreserve - 5.474.154 Kasstroom uit financieringsactivteiten 0 5.974.154 Toename geldmiddelen 174.055 -272

Het verloop van de geldmiddelen is als volgt:

Stand per begin boekjaar 1.499.729 1.500.000Mutatie boekjaar 174.055 -272 Stand per eind boekjaar 1.673.784 1.499.729

Kasstroomoverzicht over 2012 van St. O&O fonds Productie- en Leveringsbedrijven

19

Algemene toelichting

Algemeen

ActiviteitenDe Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Productie- en Leveringsbedrijven is opgericht op 12 juli 2010 ten behoeve van de bedrijven die vallen onder werkingssfeer van de cao Productie & Levering binnen de WENb.De stichting heeft tot doel het ontwikkelen, opzet-ten en uitvoeren van activiteiten op het terrein van opleiding, ontwikkeling en arbeidsvoorziening in de productie- en leveringsector.

PersoneelDe stichting heeft geen personeel in dienst.

Grondslagen voor waardering van activa en passivaAlgemeenDe jaarrekening is opgesteld in euro’s in overeenstem-ming met de richtlijnen voor de jaarverslaggeving 640, Organisaties-zonder-winststreven. Activa en passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde, tenzij een andere waarderingsgrondslag is vermeld.

Vergelijking met voorgaand jaarDe gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd gebleven ten opzichte van het voorgaande jaar.

VorderingenVorderingen worden gewaardeerd op nominale waarde onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen voor oninbaarheid.

Liquide middelenHet saldo van de liquide middelen is opgenomen tegen nominale waarde en staat vrij ter beschikking.

Eigen VermogenHet eigen vermogen is het verschil tussen bezit (activa) en schulden (passiva) inclusief reserves.

Grondslagen voor bepaling van het resultaatResultaatbepalingOnder de baten wordt verstaan de in enig jaar ontvangen en toegezegde bijdrage op basis van de loonsomheffing.Deze loonsom komt tot stand middels een loonsom-enquête, uitgevoerd door VNO-NCW, voor de branche vereniging WENb. Voor zover geen definitieve gege-vens over de loonsom beschikbaar zijn, wordt de loonsom bij de participant opgevraagd.Op moment van toekenning worden de eigen subsi-dies en de kosten van O&O projecten ten laste van het exploitatieresultaat gebracht. De eindafrekening van de toegekende subsidies vindt plaats op basis van de werkelijk bestede kosten. Bij de eindafrekening van desbetreffende projecten komt de afwijking ten gunste van de exploitatie in het lopende jaar.De overige opbrengsten en kosten worden bepaald op historische basis en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben.

BelastingenOver de loonsomheffing welke de participanten van de Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Productie- en Leveringsbedrijven in rekening wordt gebracht, is omzetbelasting verschuldigd. De hiermee samenhangende voorbelasting wordt hierop in minde-ring gebracht.

Kasstroomoverzicht

De staat van herkomst en besteding van middelen geeft de inkomende- en uitgaande geldstromen aan binnen het boekjaar. Deze is weergegeven conform de directe methode.


20

Toelichting op de balans

ACTIVA 2012 2011

Vorderingen

Debiteuren Stand per 31 december 9.196 -

Overlopende activa Nog te ontvangen rente 4.917 -Overige overlopende activa 63.253 - 68.170 -

Te vorderen omzetbelasting 48.043 -

Liquide middelenABN AMRO 47.84.73.249 (rekening courant) 418.575 1.499.729ABN AMRO 42.67.81.732 (deposito) 1.255.209 - 1.673.784 1.499.729

PASSIVA 2012 2011

Eigen vermogen

Minimumkapitaal 500.000 500.000Op advies accountant is een bedrag gereserveerd om aan verplichtingen te voldoen bij het opheffen van de stichting.

Verloop van het eigen vermogen Stand per 1 januari 3.719.408 -3.273Saldo rekening van baten en lasten -1.519.048 -1.754.747Dotatie bestemmingsreserve O&O fonds ENb 2011 - 5.477.427 Stand per 31 december 2.200.360 3.719.408

2121

Kortlopende schulden

Kosten O&O subsidies Nog te verrekenen bedragen van in 2011 toegekende subsidies 336.499 1.464.000Nog te verrekenen bedragen van in 2012 toegekende subsidies 611.638 - 948.137 1.464.000

Verloopoverzicht O&O Productie- en Leveringsbedrijven-subsidies Stand per 1 januari 1.424.800 -Toegekende subsidies 630.280 1.500.000Uitgekeerde subsidies -1.106.943 -75.200 Stand per 31 december 948.137 1.424.800

Kosten O&O projecten Nog te verrekenen kosten van in 2011 toegekende O&O projecten 17.822 98.657Nog te verrekenen kosten van in 2012 toegekende O&O projecten 362.262 - 380.084 98.657

Verloopoverzicht kosten O&O projecten Stand per 1 januari 137.858 -Toegekend in het lopend jaar 799.913 259.115Uitgevoerde kosten O&O projecten -558.931 -106.473Kosten/vrijval niet uitgevoerde O&O projecten 1.244 -14.784 Stand per 31 december 380.084 137.858

Crediteuren Stand per 31 december 137.187 -

Overlopende passiva Accountantskosten 4.250 4.250Kosten jaarverslag 1.500 2.000Vacatievergoedingen bestuur 2012 3.476 2.528Overige passiva 34.203 186.313 43.429 195.091

(vervolg PASSIVA)


22

Toelichting op de rekening van baten en lasten

BATEN 2012 2011

VEWA lespakketten 25.050 -LMS EKP licenties 25.600 - 50.650 -In 2012 is idem 2011 geen contributie geheven van de aangesloten leden (voorheen 0,2 % van de loonsom). Afspraken hierover worden vastgelegd in de cao door sociale partners.

LASTEN 2012 2011

Toegekende subsidies 2012 630.280 1.500.000De opleidingscommissie binnen het O&O fonds Productie- en Leveringsbedrijven bepaalt in eerste instantie de inzet van de financiële middelen middels jaarplannen. Het bestuur van het O&O fonds neemt de beslissing over de plannen.

Toegekende projecten 2012 799.913 259.115Kosten / vrijval projecten 1.244 -14.784 801.157 244.331Vrijval ontstaat wanneer projecten niet worden uitgevoerd of minder kosten zijn betaald dan in eerste instantie begroot.

Secretariaatskosten Bureau secretariaat 133.122 -Huisvesting 12.779 -Overige secretariaatskosten 3.476 - 149.377 -

Algemene kosten Advisering/projectbegeleiding 2.047 -Accountantskosten 4.250 4.250Kosten jaarverslag 1.500 2.000Overige algemene kosten 10.577 2.826 18.374 9.076

Financiële baten en lasten Rente kosten lening O&O fonds ENb - 1.340

Rente baten deposito ABN AMRO -10.125 -Rente baten rekening courant O&O fonds ENb -19.365 - -29.490 1.340

23

De in dit jaarverslag 2012 opgenomen balans met toelichting per 31 december 2012 en de staat van baten en lasten over 2012 is ontleend aan de door Result Accountants B.V. gecontroleerde jaarrekening van Opleidings- en Ontwikkelings fonds Productie- en Leveringsbedrijven per 31 december 2012. Wij hebben een goedkeurend oordeel verstrekt bij die jaarrekening in onze controle verklaring van 3 juli 2013. De desbetreffende jaarrekening en de daaraan ontleende balans met toelichting en staat van baten en lasten met toelichting bevatten geen weergave van gebeurte nissen die hebben plaatsgevonden sinds de datum van onze controleverklaring van 3 juli 2013.

Gendt, 3 juli 2013Result Accountants B.V.R.J. Wolffensperger RA

Utrechtseweg 3106812 AR Arnhem

Postbus 90096800 DL Arnhem

T (026) 356 95 63F (026) 356 95 60

[email protected]

tekst O&

O fond

s, Arnhem

on

twerp

Vormgeversassociatie B

V

Partners van het O&O fonds

LEREN

TRAINEN

GROEIEN

O&O fonds jaarverslag 2012

Documents

Transcript of O&O fonds jaarverslag 2012