Jaarverslag Arbo, Milieu en Veiligheid FloraHolland 2014 · De afgeronde RI&E’s worden in 2015...

16
1 Jaarverslag Arbo, Milieu en Veiligheid Jaarverslag Arbo, Milieu en Veiligheid FloraHolland 2014 floraholland.com

Transcript of Jaarverslag Arbo, Milieu en Veiligheid FloraHolland 2014 · De afgeronde RI&E’s worden in 2015...

1

Jaarverslag Arbo, Milieu en Veiligheid

Jaarverslag Arbo, Milieu en Veiligheid

FloraHolland 2014

floraholland.com

2

Voorwoord Goede arbeidsomstandigheden creëren in een veilige werkomgeving. Dat ziet FloraHolland als een plicht. Die veilige werkomgeving geldt allereerst voor onze eigen medewerkers maar ook voor andere mensen die op onze locaties werken.

In 2014 heeft FloraHolland een nieuwe strategie uitgewerkt en vastgesteld: FloraHolland 2020.Eén van de thema’s binnen deze strategie is SamenVerbeteren. In het kader van dat thema werken medewerkers en hun leidinggevenden samen aan betere processen, betere werkverhoudingen en betere relaties met kwekers en klanten. Binnen SamenVerbeteren wordt de Lean-filosofie en -aanpak gebruikt. De focus ligt daarbij eerst en vooral op veiligheid en pas daarna (als een uitvloeisel daarvan) op kwaliteit, levering en kosten. Teams worden dagelijks en continu bewust gemaakt en getraind op het veiliger maken van het hun werkprocessen en op het zelf nemen van verantwoordelijkheden. Zoals het hoort.

Vorig jaar is geconstateerd dat binnen FloraHolland geen eenduidig basisniveau van veiligheid bestond. Hieraan hebben we afgelopen jaar gewerkt. Zo heeft meer dan de helft van alle operationeel leidinggevenden een workshop over arbeidsveiligheid gevolgd. Ook zijn we begonnen met het actualiseren van de Risico Inventarisatie & Evaluaties. In 2015 gaan we hiermee verder. Dit betekent dat een aantal van de in 2014 gestarte veiligheidsprojecten door lopen in 2015.Daarnaast worden ook nieuwe projecten gestart. In 2015 willen we een basisniveau van veiligheid bereiken waarop we in de komende jaren verder kunnen bouwen.

Lucas Vosalgemeen directeur

3

Jaarverslag Arbo, Milieu en Veiligheid

Inhoudsopgave

1. Voorwoord 2

2. Inleiding 4

3. Arbeidsveiligheid 4 3.1 jaarplan Arbo, Milieu en Veiligheid 2014 4 3.2 Workshops Arbeidsveiligheid 4 3.3 Arbocatalogus 4 3.4 Dieselmotoremissie (DME), fijnstof en endotoxine 5 3.5 Fysieke belasting 5 3.6 RI&E 6 3.7 Verzuim 6 3.8 Ongevallen 7 3.9 RI&E kantelen stapelwagens en hellingbanen 9 3.10 Veiligheid in het buitenland 9 3.11 VCA en handboeken 9 3.12 Verbetering kennis van veiligheidsinstructies en naleving 10 3.13 Locatie Aalsmeer 10 3.14 Locatie Eelde 10 3.15 Locatie Rijnsburg 10

4. Brandveiligheid 10 4.1 Crisismanagement 10 4.2 Boxcontroles 10 4.3 Bedrijfshulpverlening 10 4.4 Toolboxen 11 4.5 Aalsmeer 11 4.6 Naaldwijk 12 4.7 Rijnsburg 12

5. Milieu 12 5.1 Naaldwijk 12 5.2 Aalsmeer 12 5.3 Afval 12 5.4 Energie-, waterverbruik en afvalwater 13 5.5 Geothermie Naaldwijk 13

6. Colofon 14

4

2. Inleiding

Met dit jaarverslag Arbo-, Milieu en Veiligheid over 2014 rapporteert FloraHolland intern en extern over de maatregelen die zijn getroffen om de arbeidsomstandigheden en de veiligheid te verbeteren. Tevens wordt een doorkijk gegeven naar 2015. Daarnaast wordt gerapporteerd over de milieubelasting in de vorm van energieverbruik en afvalproductie.

Dit verslag is tot stand gekomen door bijdragen van verschillende afdelingen van FloraHolland. Voor 2014 is een concernbreed Jaarplan Arbo, Milieu en Veiligheid opgesteld. In dit concernverslag FloraHolland wordt, op basis van het jaarplan,

Bij FloraHolland is de verantwoordelijkheid voor veiligheid een lijnverantwoordelijkheid: Veiligheid in Lijn. Hierbij ondersteunen en adviseren afdelingen als Facility Management en Human Resources de lijn. Arbeidsomstandigheden en veiligheid worden bij FloraHolland op concernniveau vier keer per jaar besproken en gemonitord in de stuurgroep Arbo, Milieu en Veiligheid.

3. Arbeidsveiligheid

3.1 Jaarplan Arbo, Milieu en Veiligheid 2014Het belangrijkste thema van het jaarplan AMV was het op orde brengen van de basisveiligheid. Door de ingrijpende organisatie-aanpassingen bij de operationele afdelingen van Aalsmeer en Naaldwijk, heeft het tot de zomer van 2014 geduurd voordat deze organisaties op volledige sterkte waren. Dit heeft een direct effect gehad op de realisatie van veel acties uit het jaarplan.

3.2 Workshops ArbeidsveiligheidIn het jaarplan Arbo, Milieu en Veiligheid 2014 is afgesproken om in 2014 en 2015 alle operationeel leidinggevenden en proces-coördinatoren de workshop Arbeidsveiligheid te geven. In deze workshop wordt aan de operationeel leidinggevenden en proces-coördinatoren op een interactieve manier verteld wat hun verantwoordelijkheid is bij Arbeidsveiligheid en hoe Arbeidsveiligheid en BHV zijn geregeld bij FloraHolland. Vooral voor de vele nieuwe leidinggevenden en proces-coördinatoren heeft dit tot een vergroting van het inzicht in de taken en verantwoordelijkheden op het gebied van arbeidsveiligheid geleid.De basisworkshop bestaat uit 2 delen en wordt gegeven door 1 of 2 adviseurs Arbo, Milieu en Veiligheid. In 2014 zijn 23 workshops gegeven, waaraan 55 teammanagers, 38 proces-coördinatoren en 14 managers hebben deelgenomen. Het doel om in 2014 minimaal de helft van de collega’s te informeren, is behaald. Voor 2015 staan nog 21 workshops gepland.

3.3 Arbocatalogus In 2009 is FloraHolland vanuit de Verenigde Bloemenveilingen Nederland begonnen met het opstellen van een Arbocatalogus. Dit is een overzicht van alle risico’s die de medewerkers binnen een bedrijf of branche kunnen tegenkomen tijdens hun werk, met daarbij de oplossingen, best practices en aanvullende informatie die gevonden zijn om deze risico’s te verkleinen. De catalogus bevat inmiddels de volgende onderwerpen:• DME (dieselmotoren emissie)• Fysieke belasting• Beeldschermwerk• Agressie en geweld• Duurzame Inzetbaarheid *• Psychosociale Sociale Arbeidsbelasting (PSA) **) nog niet goedgekeurd door SZW

In 2014 is gewerkt aan het thema ‘Transportveiligheid’. Dit thema is gereed en moet, na goedkeuring door de vakbonden en de Inspectie SZW, nog toegevoegd worden aan de Arbocatalogus. De arbocatalogus is te vinden op: www.arbocatalogus-bloemenveilingen.nl.

5

Jaarverslag Arbo, Milieu en Veiligheid

3.4 Dieselmotoremissie (DME), fijnstof en endotoxine In Aalsmeer, Naaldwijk en Rijnsburg zijn in de tweede week van maart 2014 de jaarlijkse metingen van fijnstof, DME en endotoxine uitgevoerd. Over meerdere jaren bekeken, vertonen de EC- en respirabel-stofconcentraties een dalende lijn. Er is dus sprake van een steeds lagere blootstelling van onze gebouwgebruikers. Ter illustratie is in de onderstaande figuur het gemiddelde DME niveau (gemeten als EC) weergegeven in de periode 2006-2014 voor de locatie Naaldwijk.

Hieronder worden de belangrijkste conclusies van de metingen weergegeven:• De respirabel stofconcentraties blijven op alle locaties ruim onder de interne streefwaarde van 1 mg/m³ en de wettelijke

grenswaarde van 5 mg/m³. • De concentraties DME liggen op alle locaties beneden het verbodsniveau van 50 μg/m³ en gemiddeld onder de interne

streefwaarde van 12,5 μg/m³. • De endotoxinen concentraties overschrijden op drie locaties de niet wettelijke grenswaarde van 200 EU/m³. Naar aan-

leiding hiervan is besloten om in 2015 een uitgebreider meetprogramma uit te voeren met meer achtergrondinformatie.

In 2014 is met het opstellen van het DME-beleidsplan een concern visie/aanpak op de DME-problematiek vastgelegd. Alle toekomstig te nemen DME-maatregelen zullen aan dit beleidsplan worden getoetst. Hierbij heeft het beleidsplan ‘Visie op Vast-goed’ eveneens een bepalende invloed.

3.5 Fysieke belasting

3.5.1 Algemeen Fysergo heeft zich verder ontwikkeld als partner bij fysieke belasting en inzetbaarheid. De adviseur van Fysergo houdt zich naast de curatieve rol (de Fysio) ook steeds meer bezig met preventie, advisering en coaching over (fysieke) inzetbaarheid en vitaliteit. Zij werken op locatie in Naaldwijk, Rijnsburg en Aalsmeer en zijn adviseur voor management en medeweker.

De activiteiten van Fysergo zijn: • Herstelbegeleiding bij verzuim, instructie en training op de werkplek, fysieke belastbaarheidstraining en overleg met

Arbodienst bij verzuimtrajecten.• Vitaliteitcoaching aan medewerkers tijdens het spreekuur; in 90% van de gevallen gaat dit over beweging, voeding en

10% over psychosociale aspecten. • Onderzoek, advisering en training op de werkplek aan medewerkers gericht op het bevorderen van gezond werkgedrag.

Advisering van leidinggevenden bij het signaleren van knelpunten in de inzetbaarheid middels het spreekuur en met behulp van de VIPP-tool en advisering over knelpunten in de fysieke belasting in relatie tot het (veranderende) werkprocessen.

Naast de reguliere activiteiten zijn de volgende projecten uitgevoerd:

Concernbreed:• Project advies hoogte belading karren• Bijdrage aan topfit week

Naaldwijk:• Project vitaliteitcoaching + dialoog; training voor teammanagers• Training gezond en veilig werken Distributie Planten• Training gezond en veilig werken LDA ontvangst• Training gezond en veilig werken LDA sorteren en opstellen

6

Rijnsburg:• Programma de vitaliteitsdialoog voor managers en leidinggevenden Logistiek• Trainingen vitaliteitsdialoog voor alle leidinggevenden

Aalsmeer:• Quick scan ergonomie aanvoerproces LDA• Quick scan gezond en veilig werkgedrag LO DS Bloemen• Workhardening / fittraining bij flexibilisering (Logistiek)

3.6 RI&E

FloraHolland heeft de Bloemistenklok verhuisd van locatie Bleiswijk naar locatie Naaldwijk. Afmijnzaal A is omgebouwd met een nieuw opstelgebied met 3 sporen voor vervoer van klok gereed product met een automatisch geleid voertuig (AGV). Het toepassen van deze onbemande voertuigen is nieuw in Naaldwijk en daarom moest de bestaande RI&E worden uitgebreid met de risico’s van deze AGV’s. De RI&E is in oktober 2014 uitgevoerd door de firma Themag en zal in 2015 aan de OR worden aangeboden.

In 2014 hebben in Rijnsburg hebben alle logistieke afdelingen hun RI&E gelopen. In Aalsmeer heeft Logistieke Operatie de RI&E’s gelopen bij Distributie Bloemen en Planten. In 2014 zijn in totaal 22 RI&E’s uitgezet. Hiervan zijn er 9 in 2014 afgerond, de overige 13 RI&E’s worden in 2015 afgerond. De afgeronde RI&E’s worden in 2015 aan de OR voorgelegd.

3.7 Verzuim

3.7.1 AlgemeenHet verzuim is in 2014 gestegen naar 5,8% ten opzichte van 5% in 2013. Deze stijging heeft te maken met diverse factoren rondom gezondheid en vitaliteit van medewerkers, zoals de combinatie veroudering en fysieke belasting. En heeft ook te maken met sturing op inzetbaarheid; dialoog, ondersteuning, betrokkenheid en vertrouwen. FloraHolland heeft immers in 2014 een roerig jaar meegemaakt, waaronder de staking en de reorganisatie(s). Dergelijke factoren zullen hebben bijgedragen aan de werkbeleving, tevredenheid en motivatie. In 2014 heeft FloraHolland gewerkt aan de beïnvloeding van verzuim door de kwaliteit van de dialoog te verbeteren en preventief en curatief problemen op het gebied van fysieke belasting te verbeteren. Het eigen regiemodel is leidend, dit betekent dat de leidinggevende de regie voert op verzuim en inzetbaarheid en zich laat ondersteunen door Arbo-dienstverleners. De inzet van bedrijfsmaatschappelijk werk is in 2014 laagdrempeliger geworden doordat medewerkers zichzelf kunnen aanmelden voor een intake. In deze trajecten werd vooral een toename van stress gerelateerde klachten gesignaleerd zoals; onzekerheid, omgaan met veranderingen en functioneringsproblematiek. In de vorm van onder andere de Topfitweek is dit jaar ook weer gewerkt aan de bewustwording van het belang van duurzame inzetbaarheid van medewerkers. Deze week is goed bezocht en gewaardeerd.

3.7.3 CijfersFloraHolland heeft begin 2015 te maken met een negatieve ontwikkeling van het verzuimpercentage. We zien dat de stijgende trend van 2012 en 2013 zich voortzet in 2014. De hoogte van het verzuimpercentage wordt vooral bepaald door de hoogte van het langverzuim (>42 dagen). De verzuimcijfers zijn weergegeven in de onderstaande tabellen.

Jaartal Verzuimpercentage Concern2012 4,72013 5,02014 5,8

Achter dit concerncijfer zijn grote verschillen in verzuimcijfers tussen de operationele en niet-operationele afdelingen. Binnen Logistiek is het, ondanks alle aandacht die er voor verzuim is, soms lastig de gestelde targets te behalen. Opvallend is ook het relatief hoge percentage bij Commercie.

Bedrijfsonderdelen Verzuimpercentage 2014 Commercie 5,3 Strategy, Marketing & Business Development 2,7Operations 6,8ICT 3,4HR 2,0Finance 3,3Staf overig 4,4Totaal FloraHolland 5,8

7

Jaarverslag Arbo, Milieu en Veiligheid

3.7.4 Focus op Logistieke afdelingen met relatief hoog verzuim Afgelopen jaar heeft FloraHolland voor wat betreft het verzuim en inzetbaarheidsbeleid veel aandacht besteed aan de Logistieke afdelingen. Daarbij hebben de bedrijfsonderdelen ook zelf de regie gepakt, activiteiten opgezet en zich laten ondersteunen door professionals. Op het gebied van fysieke belasting is veel geïnvesteerd in preventie en begeleiding van medewerkers. Ook is verder gewerkt aan de flexibilisering en het passend inzetten van logistieke medewerkers die verminderd inzetbaar zijn. De verminderde inzetbaarheid is vooral het gevolg van veroudering en fysieke belasting. Gezien de ontwikkelingen in de organisatie van het werk wordt dit ook vanuit werkaanbod gestimuleerd en is dit op zich een goede ontwikkeling dat FloraHolland flexibeler kijkt naar werkaanbod. Kanttekening is wel dat passend werk bij verminderde inzetbaarheid geen definitieve status heeft en een tijdelijk karakter heeft met als doel de ontwikkeling naar optimale inzetbaarheid te vergroten. Dit in combinatie met de toename van verminderde inzetbaarheid door verstoringen in de belasting en belastbaarheid van medewerkers was dit in 2014 een uitdaging. ArboUnie, Fysergo en Gimd, onze belangrijkste dienstverleners op het gebied van curatie en preventie hebben hier samen met ons aan gewerkt. Tevens heeft vooral het laatste deel van 2014 in het teken gestaan van het terugdringen van het aantal langverzuimers door gericht aandacht te besteden aan dossiers en oplossingen te zoeken in het belang van bedrijf en medewerker.

3.8 Ongevallen

3.8.1 Manier van registratieFloraHolland registreert ongevallen sinds 2010 in het BROS-systeem (Beveiliging Registratie Opsporing Systeem).De registratie gebeurt in een aantal categorieën:1. Onwel wordingen en EHBO niet werk gerelateerd2. Ongevallen met letsel en zonder verzuim (zgn. pleisterongeval)3. Ongevallen met letsel en > 1 dag verzuim 4. Ongevallen meldingsplichtig bij de Inspectie SZW

Sinds 2012 wordt op alle locaties uniform gerapporteerd. Hierdoor is een goede vergelijking mogelijk. De afdeling AMV draagt zorg voor een eenduidige rapportage van alle ongevallen.

3.8.2 Ongevallen Frequentie-indexBinnen FloraHolland wordt de Ongevallen Frequentie-index (Injury-Frequency, IF) gehanteerd om het aantal ongevallen te relateren aan het aantal gewerkte uren. Met de IF kunnen afdelingen waar ongeveer hetzelfde werk gedaan wordt, maar in een verschillende intensiteit, objectief met elkaar vergeleken worden. De IF is het aantal verzuimongevallen per miljoen gewerkte uren en wordt als volgt berekend:IF = (verzuimongevallen > 1dag) x 1.000.000 / aantal gewerkte uren per afdeling. De verzuimongevallen > 1 dag worden berekend uit de som van de aantallen categorie 3 en categorie 4 ongevallen.In de onderstaande figuur is de IF voor de afdeling Operations weergegeven, afgezet tegen de norm voor 2014.

8

In 2014 was voor verschillende afdelingen een verschillende norm bepaald, gebaseerd op een verlaging ten opzichte van de gerealiseerde IF in 2013. In de bovenstaande figuur zijn de normen en resultaten weergegeven. Uit de figuur blijkt:• Logistiek Aalsmeer blijft geheel onder de norm Logistiek Naaldwijk overschrijdt de norm (Logistieke operatie, LDK en

afdeling als geheel)• Logistiek Rijnsburg overschrijdt de norm (LDA, Logistieke operatie en afdeling als geheel)• Supply Chain blijft als totale afdeling onder de norm Facilitair Management blijft als totale afdeling onder de norm• Operations als gehele afdeling blijft onder de norm

3.8.3 Totaal aantal gevallen en oorzakenIn 2014 zijn er op de locaties Aalsmeer, Naaldwijk en Rijnsburg 307 ongevallen gerapporteerd bij FloraHolland medewerkers (inclusief uitzendkrachten), dit is 16% minder dan in 2013. Dit is exclusief de 3 ongevallen in Bleiswijk. In de onderstaande figuur is het aantal ongevallen (categorie 1 t/m 4) voor de locaties Aalsmeer, Naaldwijk en Rijnsburg weergegeven. Bij 80 ongevallen is een uitzendkracht betrokken geweest, dit is 21% meer dan in 2013, daarom wordt sinds begin 2015 extra aandacht besteed aan instructie en voorlichting aan uitzendkrachten. Daarnaast worden de risico’s binnen FloraHolland gedeeld met de uitzendbureaus.

Het aantal gerapporteerde ongevallen op locatie Naaldwijk is met 1% toe genomen, het is niet bekend of dit is veroorzaakt door een toename van het aantal ongevallen of alleen een betere rapportage van de ongevallen. Op de locaties Aalsmeer en Rijnsburg zijn, respectievelijk, 28% en 17% minder ongevallen gerapporteerd dan in 2013.

Bijschrift. Grafische weergave van het aantal ongevallen per locatie (categorieën 1 t/m 4)

In de volgende grafiek is te zien wat de oorzaken van de ongevallen waren in 2014. Dit geeft een handvat voor een gerichte aanpak van ongevallen en gevaarlijke situaties in 2015.

9

Jaarverslag Arbo, Milieu en Veiligheid

3.9 RI&E kantelen stapelwagens en hellingbanenEind 2012 is het project van de uniformering van de stapelwagens afgerond. Vanaf dat moment werden op alle locaties de unforme stapelwagens laag gekoppeld. Door de lage koppeling en de hogere belading van de stapelwagens in 2013 is het risico op het kantelen van een stapelwagen bij remmen toegenomen. Op neergaande hellingbanen is dit risico groter dan bij vlak op opgaand transport. Om het risico goed te beoordelen is begin 2014 concernbreed een RI&E uitgevoerd naar dit kantelgevaar van laag gekoppelde stapelwagens. Uit deze RI&E zijn de volgende actiepunten gekomen, welke in 2014 zijn afgerond.• Het plaatsen van anti-kantelbeugels op de sleeptrekkers• Het maken van een duidelijke en uniforme trekkerinstructie met specifieke aandacht voor het kantelrisico en aandacht

voor de beheersmaatregelen, zoals het correct samenstellen van een sleep.

Anti-kantelbeugel op elektrotrekker

In 2015 wordt een aantal hellingbanen in het gebouw aangepast om ook daar het risico op het kantelen van een stapelwagen te beperken, onder andere:• Duidelijkere bebording en belijning om te voorkomen dat een verkeerde hellingbaan wordt gebruikt.• Betere inrijdgeleiding om te voorkomen dat een stapelwagen bij het inrijden kantelt.• Verbeteren van de verlichting.

3.10 Veiligheid in het buitenlandMedewerkers van FloraHolland verblijven regelmatig in het buitenland. Bij deze verblijven lopen de medewerkers van FloraHolland en hun gasten andere risico’s dan in Nederland. In 2014 is geconstateerd dat de risico’s wel inzichtelijk waren en dat de afdekking van de risico’s verbeterd kon worden door de voorbereiding door medewerkers te verbeteren. Daarom is in 2014 de informatie verbeterd over veiligheid in het buitenland die voor medewerkers en leidinggevenden beschikbaar was. Er is een uitgebreide set aan informatie beschikbaar gesteld zodat medewerkers goed voorbereid op reis kunnen. Hier zit ook een training met video’s in over de voorbereiding en het gedrag op reis. Ook is een uitgebreide checklist gemaakt om stapsgewijs de risico’s te beoordelen en af te dekken. Voor de borging van het gebruik van deze middelen is de procedure voor het reizen naar het buitenland verbeterd en zijn afspraken gemaakt over de bespreking van de risico’s tussen medewerkers met hun leidinggevende voorafgaand aan een reis.Voor eventuele calamiteiten in het buitenland met FloraHolland-medewerkers is een calamiteiten-team ingericht.

3.11 VCA en handboekenBij de onderhoudsafdelingen van FloraHolland Rijnsburg en Naaldwijk is het certificaat VCA* verlengd. Dit is tot stand gekomen door een goede samenwerking van de afdelingen en de VCA coördinator. In navolging van deze twee locaties is in 2014 tevens het VCA* certificaat behaald door de afdeling onderhoud van Faciliteiten Aalsmeer. Alle afdelingen hebben in dit jaar de noodzakelijke individuele certificaten behaald, zoals heftruck, hoogwerker VCA basis en VCA Vol.

Ook zijn de veiligheidshandboeken van de fustwasserijen in Naaldwijk en Aalsmeer gereed gekomen. Met deze handboeken is de veiligheid beter geborgd en zijn er ook vele processen gelijk getrokken. In 2015 wordt gewerkt aan het handboek van de fustwasserij van de locatie Rijnsburg.

10

3.12 Verbetering kennis van veiligheidsinstructies en nalevingVeiligheidsinstructies hebben als doel om werk veilig te maken. Dit werkt alleen goed als medewerkers de veiligheidsinstructies begrijpen, kennen en naleven. Vorig jaar zijn er diverse initiatieven op dit vlak geweest.• Binnen de verschillende afdelingen van Supply Chain is meer aandacht geweest op de verplichting van het dragen van

veiligheidsschoenen in het operationele proces. Door te informeren en aan te spreken is de acceptatie van de draagplicht en de naleving sterk verbeterd.

• Binnen Logistiek Aalsmeer is een communicatie-campagne uitgerold, gericht op de veiligheidsvoorschriften, de aanleiding voor de deze voorschriften en de naleving ervan. Het thema was veilig rijden. In de campagne zijn foto’s op de digitale informatieschermen bij Logistiek, posters en vooral ook de communicatie tussen leidinggevende en medewerker ingezet.

• Vorig jaar is gestart met het verbeteren van de arbeidsomstandigheden rondom hoog beladen stapelwagens in de processen. Hier zijn twee sporen gevolgd. Enerzijds is gezorgd dat de stapelwagens goed worden aangevoerd. Anderzijds is gezorgd voor een goede verwerking van deze stapelwagens, dit speelt vooral binnen de distributie processen. Vooral in de distributie van Rijnsburg zijn hier in 2014 al goede stappen gezet, de rest volgt in 2015.

3.13 Locatie AalsmeerIn Aalsmeer is een vervolg gegeven aan het project dakveiligheid. Het resultaat hiervan is dat het grootste gedeelte van het dak op Centrum en op Oost gereed zijn om gecertificeerd te worden. Dit laatste zal begin 2015 moeten gebeuren.In 2015 zal er op Centrum en Oost na aanleiding van deze certificatie mogelijk nog werkzaamheden moeten worden uitgevoerd om aan dit certificaat te voldoen.

3.14 Locatie EeldeDe inzet van de bedrijfsfysiotherapeut is aangepast en efficiënter gemaakt.In de tweede helft van 2014 zijn de Arbo-zaken in Eelde verder opgepakt. In begin 2015 heeft dit geresulteerd in een Arbo en veiligheidsworkshop voor leidinggevenden. Deze wordt in 2015 voortgezet.

3.15 Locatie RijnsburgEr heeft een extra stofmeting plaatsgevonden bij de Karrenblazer. Medewerkers moeten dagelijks deze uitruimen door karton en plastic te scheiden. Vanuit gezondheidsoogpunt was er behoeft om te meten of medewerkers blootgesteld werden aan te hoge concentraties stof.Uit de resultaten van het onderzoek is gebleken dat de grenswaarde niet wordt overschreden.

4. Brandveiligheid

4.1 CrisismanagementDe crisismanagementstructuur van FloraHolland was in 2012 beschreven in het concern crisismanagementplan. De wijzigingen in de managementstructuur van FloraHolland maakte een actualisatie van het crisismanagementplan nodig. Daarom is het crisismanagementplan geactualiseerd, ook de locatiegebonden plannen (Bedrijfsnoodplan, Bedrijfshulpverleningsplan en Ontruimingsplan) zijn geactualiseerd. Tevens is op de locaties met het bedrijfsnoodplan geoefend. Voor 2015 staan weer een aantal oefeningen gepland om de nieuwe bezetting van het crisismanagementteam goed voor te bereiden.

4.2 BoxcontrolesIn Aalsmeer, Naaldwijk en Rijnsburg worden twee maal per jaar de verhuurde ruimtes gecontroleerd. In Aalsmeer en Naaldwijk worden deze controles door de bedrijfsbrandweer van FloraHolland uitgevoerd, op locatie Rijnsburg wordt dit door de bedrijfsbeveiliging gedaan.Bij deze controles wordt gekeken naar de veiligheid van de boxen, en naar milieu-aspecten. Wanneer onveilige situaties worden aangetroffen, hoort de eigenaar binnen welke termijn de situatie moet zijn opgelost.De controles worden samen met de eigenaar of boxmanager uitgevoerd. Door samen een ronde door de box te maken stijgt de betrokkenheid bij de veiligheid van de box en krijgen ze de kans om mee te denken over eventuele oplossingen. Specifieke aandacht heeft opslag van materialen op koelcellen. Dit onderwerp leeft onvoldoende onder de huurders. Tijdens de controle zijn op alle locaties geen bijzondere constateringen waargenomen.

4.3 BedrijfshulpverleningDe BHV heeft in hun herhalingscyclus specifiek aandacht besteed aan:Aalsmeer: herhaling EHBO en kleine blusmiddelen.Naaldwijk: herhaling EHBO en ontruiming.Rijnsburg: brand en ontruiming Naast de ontruiming heeft iedereen zijn BHV-certificaat (certificaat eerste hulp bij ongevallen en kleine blusmiddelen) verlengd.

11

Jaarverslag Arbo, Milieu en Veiligheid

NaaldwijkEr hebben 10 ontruimingsoefeningen op diverse locaties binnen FloraHolland Naaldwijk plaatsgevonden. Alle ontruimingen verliepen soepel.

Aalsmeer In Aalsmeer oefent de bedrijfsbrandweer elke donderdagmiddag in een cyclus van 4 weken oplopend van een kleine oefening naar een eindoefening. Deze eindoefeningen worden gedaan in samenwerking met de beveiliging, EHBO en BHV-ontruiming. De BHV‘ers en EHBO’ers worden bijgeschoold door de bedrijfsbrandweer conform de NIBHV norm.

RijnsburgIn Rijnsburg hebben alle BHV- en EHBO-medewerk(st)ers de jaarlijkse herhalingsopleidingen gevolgd en zijn weer volledige gecertificeerd op de onderdelen: Brand & Ontruiming, Eerste hulp en het gebruik van de AED.Deze trainingen zijn door de bedrijfsbrandweer gegeven.

4.4 ToolboxenDe afdeling Onderhoud heeft specifieke toolboxen gehad om de gevaren in hun eigen omgeving te laten zien. Doel van deze toolboxen is om het veiligheidsbewustzijn te vergroten.In Naaldwijk is dit in 2014 afgerond, in Aalsmeer is nog een enkele sessie te gaan en in Rijnsburg wordt dit in Q2 2015 gedaan.

4.5 AalsmeerIn Aalsmeer zijn de onderstaande projecten uitgevoerd als onderdeel van het Masterplan brandveiligheid.

Brandscheiding AN Vanaf 2009 is gefaseerd gewerkt aan de Brandscheiding op AN. Na de afronding van de laatste details is in juni 2014 de gehele wand, over 3 etages met een omvang van ca. 700 m bij 19 m met de gemeente gecontroleerd en goedgekeurd.

Trappenhuis G Trappenhuis G is een belangrijke vluchtweg voor de 1e en 2e etage, inclusief afmijnzaal G (plantentribune). In de oude situatie voldeed het trappenhuis niet geheel aan de eisen voor vluchtveiligheid. Daarnaast vormde het trappenhuis bij brand of rook een ongewenste verbinding tussen de verschillende bouwlagen. Daarom is het trappenhuis brand- en rookwerend gescheiden van de rest van het gebouw. Hierbij zijn grote delen van de schil van het trappenhuis vervangen.

Brandwerende wandpanelen met fotopanelen in Trappenhuis G

Sprinklerinstallaties In 2013 is gestart met het verbeteren van de brandveiligheid van het Cultra Groothandelscentrum en is ca. 20.000 m2 voorzien van een sprinklerinstallatie. In 2014 is de overige 15.000 m2 aangepakt waardoor nu het gehele Cultra Groothandelscentrum met een oppervlakte van 15.000 m2 gesprinklerd is. Naast de Cultra ligt het kantoor van het Expeditie Centrum Aalsmeer (ECA). Van dit kantoor is in 2014 de helft (4.000 m2) gesprinklerd.

In 2014 is gestart met het aanbrengen van een sprinklerinstallatie op de begane grond van de betonbouw. Eind 2014 is het eerste gedeelte in bedrijf gesteld, het gaat hierbij om ruim 25.000 m2.

12

OntruimingsalarminstallatieHet aanbrengen van de ontruimingsalarminstallatie in de betonbouw (ca. 300.000 m2) is afgerond. Tevens is begonnen met het aanbrengen van een ontruimingsalarminstallatie in het exportgebied in de staalbouw (ca. 165.000 m2). Hierbij is eerst een ruime periode gebruikt voor het optimaliseren van het installatie-concept. Uiteindelijk is goed onderbouwd gekozen voor een combinatie van gesproken woord en slow whoop. Na een paar testen met een proefopstelling is dit gewijzigde concept ook door de gemeente Aalsmeer goedgekeurd.

BrandmeldinstallatieIn 2014 is gestart met de vervanging van de brandmeldinstallatie in de staalbouw en is ongeveer de helft van de 165.000 m2 gedaan. De rest wordt in 2015 vervangen. In de staalbouw wordt de brandmeldinstallatie gecombineerd met een slow-whoop ontruimingsinstallatie voor de kantoren.

4.6 Naaldwijk Vanuit het Masterplan Brandveiligheid zijn brandscheidingen rond en in Fase J opgewaardeerd tot brandscheidingen van 60 minuten. Hiervoor zijn de oude branddeuren vervangen door nieuwe firescreens, zijn extra brandwerende wanden geplaatst, is brandwerende beglazing toegepast en is ook de bevestiging van de wandpanelen brandwerend afgewerkt.

4.7 Rijnsburg

4.7.1 BrandbeveiligingssystemenDe afdeling Onderhoud heeft er voor gezorgd dat alle kleine blusmiddelen (brandblussers en slangenhaspels) zijn gekeurd, onderhouden en waar nodig vervangen.

Er zijn 2 halfjaarlijkse inspecties uitgevoerd voor de certificering van de aanwezige sprinklerinstallaties, brandmeldcentrales en de gasblussing. Beide inspecties hebben geleid tot een verlenging van de certificering van de installaties.

5. Milieu

5.1 NaaldwijkIn december 2014 heeft Omgevingsdienst Haaglanden een controle uitgevoerd in het kader van de omgevingsvergunning (voorheen milieuvergunning). Hierbij is wederom de NH3-installatie (ammoniak) en de LNG-afleverinstallatie (eigenaar Running-on-Flowers) beoordeeld. Bij de LNG-installatie is met betrekking tot periodieke inspectie aanvankelijk een overtreding geconstateerd. De overtreding is na toezending van de juiste documenten opgeheven.

5.2 AalsmeerIn Aalsmeer is de milieuvergunning op diverse kleine punten aangepast als gevolg van wijzigingen in het bedrijf, onder ander voor de verplaatsing van de stapelwagenwerkplaats.

5.3 Afval

5.3.1 AfvalgegevensIn onderstaande tabel is een globaal overzicht gegeven van de afgevoerde afvalstromen van de locaties (in tonnen). Tevens is het scheidingspercentage recyclebaar en composteerbaar afval weergegeven.

Afvalstroom (ton) Aalsmeer Naaldwijk Rijnsburg Bleiswijk Eeldeongesorteerd afval 2.895 2.866 2.553 394 170organisch afval 5.738 4.791 5.289 906 129Karton (per ton) 13.845 5.992 3.312 369 222Kunststofafval 952 1.297 538 243 116Overig 1.429 310 3 126 0Totaal (2014) 24.859 15.256 11.695 2.037 637Totaal (2013) 28.891 16.206 7.989 2.763 762Scheidingspercentage 88% 79% 78% 75% 73%

13

Jaarverslag Arbo, Milieu en Veiligheid

5.3.2 Rijnsburg In Rijnsburg is veel geïnvesteerd in milieukarren. Dit zijn oude veilingkarren met netten voor het recyclebare materiaal. Door de hele veiling zijn vorig jaar milieu-eilanden gecreëerd. In samenwerking met de beveiliging is de huurder geïnformeerd over hoe het afval beter gesorteerd aan te leveren. In 2015 krijgt dit een vervolg. In de handelsgebieden zijn meerdere toiletgroepen opgeknapt. Hierdoor is de klantbeleving verbeterd en is het gemakkelijker schoon te maken.

5.3.3 NaaldwijkFloraHolland Naaldwijk heeft in samenwerking met haar dienstverleners en klanten veel energie gestoken in een schone en opgeruimde (werk)omgeving. Zo zijn er in het voorjaar en najaar dagen georganiseerd waarop klanten hun afvalcontainer konden laten reinigen en grof vuil konden aanbieden. Het gehele jaar is er schoongemaakt in de handelsgebieden. Tevens is een pilot gestart om de geurproblemen in enkele toiletgroepen te verbeteren. Met als doel de beleving in de gebouwen gezamenlijk voor klanten te verbeteren. FloraHolland Naaldwijk heeft in samenwerking met haar dienstverlener geïnvesteerd in een nieuwe schoonmaakwagen voor de toiletgroepen in de handelsgebieden. De nieuwe schoonmaakwagen wordt door middel van een spijkstaal voortbewogen in plaats van de fiets en heeft de capaciteit om alle materialen te vervoeren. De nieuwe schoonmaakwagen heeft de schoonmaakbeleving verbeterd, werkt efficiënter en zorgt voor minder fysieke belasting bij de schoonmakers.

5.4 Energie-, waterverbruik en afvalwater

5.4.1 Overzicht verbruik Aalsmeer Naaldwijk Rijnsburg Bleiswijk EeldeElektriciteitsverbruik (MWh) 56.868 35.000 22.765 5.340 1.940Veiling (MWh) 42.000 25.500 11.250 2.718 1.435Huurders (MWh) 15.000 9.500 10.500 2.622 505Gasverbruik (m3) 3.974.810 4.320.000 1.470.000 945.000 360.893Waterverbruik (inkoop) (m3) 168.468 98.494 58.500 17.504 5.245Afvalwaterlozing op riolering (m3) 85.000* 131.500* 76.600 n.b. n.b.vervuilingseenheden (v.e.) 1.623* 2.044* 1.153 n.b. 121*Bedrijven op Aalsmeer-Zuid worden hebben eigen meters en verrekening. Voor bedrijven op TPW Naaldwijk loopt dat via FloraHolland.

Het relatief hoge gasverbruik van locatie Naaldwijk wordt veroorzaakt de wkk’s die naast warmte ook elektriciteit opwekken. Op de overige locaties zijn geen wkk’s.

5.4.2 Energiebesparende maatregelen Er zijn op de verschillende locaties maatregelen genomen om het energie- en waterverbruik te verminderen.

AalsmeerGedurende het jaar is het vervangen van de verouderde verlichting in het gebouw gecontinueerd. Na onderzoek is gekozen voor zeer energiezuinige LED-verlichting. De verlichting is, zoals daarvoor, in verschillende delen schakelbaar maar ook dimbaar, waardoor het verlichtingsniveau veel gelijkmatiger en geleidelijker kan worden veranderd. Naast besparing komt dit ook ten goede aan de arbeidsomstandigheden.De renovatie van de koelcellen op locatie 027 en 138 is gestart. Oude installaties worden vervangen door nieuwe energiebesparende installaties.Bij het upgraden van het computercentrum op VBA-Zuid is de koelinstallatie vervangen door een energievriendelijke uitvoering die werkt met een deel vrije koeling.Voor de levering van gebouwwarmte zijn de ingestelde waarden vanuit de ketelhuizen scherp gemonitord. Daarnaast is de vervanging van cv pompen door HR pompen verder uitgerold.Na renovatie van enkele ondergrondse dieselolietanks zijn deze gevuld met GTL (synthetische diesel) i.p.v. reguliere diesel, ter voorkoming van veroudering en vervuiling van de voorraad.

Naaldwijk Op het gebied van beheer zijn instellingen van verlichting en klimaatinstallaties gecontroleerd en waar nodig bijgesteld. Verder is koeling op het koelcel dak aangebracht ter beperking van de warmte toetreding.

Rijnsburg In Rijnsburg is een deel van de terreinverlichting vervangen door LED-verlichting.De temperatuurinstellingen van de ketelhuizen zijn aangepast zodat de ketels later inschakelen.

14

5.4.2 CO2 en NOx emissies

Aalsmeer en Naaldwijk vallen onder Europese verplichting om een CO2 emissievergunning te hebben en deel te nemen aan

de CO2 emissiehandel. De overige locaties vallen niet onder de deze verplichting. De CO

2 uitstoot wordt veroorzaakt door het

verstoken van aardgas voor energie-opwekking. Sinds 2014 is de verplichting voor een NOx-emissievergunning en NOx-emissiehandel vervallen.

Locatie CO2-emissie

Aalsmeer 6.837 tonNaaldwijk 7.790 ton

5.5 Geothermie Naaldwijk In 2008 en 2009 is een masterplan energie voor Naaldwijk opgesteld, waarin onderzoek is gedaan naar mogelijke toekomstige energievoorzieningen, waaruit geothermie als meest kansrijke bron naar voren kwam. In 2010 is de geologie van de Trias laag (4 km diep) in detail onderzocht en daaruit blijkt dat er tussen de 25 en 40 MW aan warmte naar boven gehaald kan worden. In de periode van 2011 tot 2013 zijn diverse initiatieven en samenwerkingsvormen onderzocht en is ook onderzoek gedaan naar politieke, financiële haalbaarheid en mogelijke subsidievormen. Vanaf zomer 2013 tot en met begin 2014 heeft de gemeente samen met HVC en Westland Infra met het ministerie van EZ een “green deal” voorbereid, welke op 5 september 2014 is ondertekend. Deze “deal” houdt in dat de genoemde partijen zelf een put slaan naar 2 km (OnderKrijt). Vervolgens wordt met subsidies bij een eerste put het stuk van 2 km naar 4 km gefaciliteerd. Een bron op 2 km diepte is rendabel, haalbaar en inmiddels meer gangbaar. Het risico zit met name in het stuk van 2 km naar 4 km en de onzekerheid of daar voldoende water zit. Dit onzekere stuk wordt hiermee als een proeftraject ingezet om kennis op te doen en wordt daarom gesubsidieerd. Kortom, een doublet op 2 km is haalbaar en kan op korte termijn gerealiseerd worden en een boring naar 4 km is afhankelijk van het Ministerie van EZ.

6. Colofon Dit concernverslag is tot stand gekomen door tekstuele bijdragen van: Wim van Baalen, Novie Bikkers, Arend Bouwman, Ed Hulst, Theo Kremer, Jan Osterkamp, Jos van Rijn, Hans Snoek, Paola van der Spek, Anya van der Vlist en John Webster.

Eindredactie: Wim HoogervorstOpmaak: Sandra Treffers - afdeling Communicatie FloraHolland

15

Jaarverslag Arbo, Milieu en Veiligheid

16

floraholland.com

AalsmeerLegmeerdijk 313Postbus 1000 1430 BA AalsmeerT +31 (0)88 789 89 89 E [email protected]

NaaldwijkMiddel Broekweg 29Postbus 220 2670 AE NaaldwijkT +31 (0)88 789 89 89 E [email protected]

RijnsburgLaan van Verhof 3Postbus 10 2230 AA RijnsburgT +31 (0)88 789 89 89 E [email protected]

BleiswijkKlappolder 130Postbus 500 2665 ZM BleiswijkT +31 (0)88 789 89 89 E [email protected]

EeldeBurg. J.G. Legroweg 80 9761 TD EeldeT +31 (0)88 789 89 89 E [email protected]

Veiling Rhein-MaasVeilingstrasse A-147638 Straelen-Herongen, DuitslandT +49 (0)2839-59 32 00F +49 (0)2839-59 12 11E [email protected] www.veilingrheinmaas.com