Jaarverslag 2016 VLOCO 2016.pdf · Binnen de werking van VLOCO wordt het luik ‘beleid’ op elke...

24
Jaarverslag 2016 Vlaams Ondersteuningscentrum Ouderenmis(be)handeling VLOCO versterkt welzijn

Transcript of Jaarverslag 2016 VLOCO 2016.pdf · Binnen de werking van VLOCO wordt het luik ‘beleid’ op elke...

Page 1: Jaarverslag 2016 VLOCO 2016.pdf · Binnen de werking van VLOCO wordt het luik ‘beleid’ op elke tweewe-kelijkse teamvergadering geagendeerd. Telkens wordt in overleg bekeken hoe

Jaarv

ersla

g 201

6

Vlaams OndersteuningscentrumOuderenmis(be)handeling

VLOCO

versterkt welzijn

Page 2: Jaarverslag 2016 VLOCO 2016.pdf · Binnen de werking van VLOCO wordt het luik ‘beleid’ op elke tweewe-kelijkse teamvergadering geagendeerd. Telkens wordt in overleg bekeken hoe

Inhoud 2

Voorwoord 3

Inleiding 4 •Missieenvisie 4 •Medewerkers 4 •Definitievanouderenmis(be)handeling(OMB) 5 •Vormenvanouderenmis(be)handeling(OMB) 5

Werking Vlaams Ondersteuningscentrum Ouderenmis(be)handeling 6 •Hulpverlening 6 •Beleid 8 •Vormingendeskundigheidsbevordering 10 Prevalentie van ouderenmis(be)handeling in Vlaanderen 13 •RegistratiecijfersvanVLOCO 13 •RegistratiecijfersRITI 16 •Registratiecijfershulplijn1712 16 •CAW 16

Beleidsaanbevelingen 17 •Sensibilisering 17 •NoodaanlokaleverankeringvanwerkingenrondOMBinVlaanderen 17 •Wetenschappelijkeondersteuning 17

Ter afsluiting 19

Bijlage 20 •Gevolgdevormingenin2016 20

INHOUD

Page 3: Jaarverslag 2016 VLOCO 2016.pdf · Binnen de werking van VLOCO wordt het luik ‘beleid’ op elke tweewe-kelijkse teamvergadering geagendeerd. Telkens wordt in overleg bekeken hoe

VLOCOkijkttrotsterugopdeverwezenlijkingenin2016.Dewebsitewerdineennieuwkleedjegestopt,waardoordezeruimtoegankelijkisgewordeneneenschataaninformatiebevat,zowelvoorburgersalsvoorprofessio-nelen.OndersteuningvoorhulpverlenerswaserookdoordeuitbouwvaneenoverlegplatformOMBinWest-Vlaanderen.

Daarnaast lag de focus in 2016 sterkop het aspect‘beleidsbeïnvloeding’.VLOCOheeft zijn insteekmeegegeven in hetVlaamsWelzijns- enZorg-beleid voor Ouderen, het Mantelzorgplan en het Dementieplan van mi-nisterVandeurzen.Dooreenoverlegophetkabinet in aanwezigheidvan ministerVandeurzenenStefaanBerteloot(raadgeverWoonzorg)kwamenverscheidenesamenwerkingsafsprakentotstand.

UiteraardwerddereedsbestaandeondersteuningvanVLOCOaanprofessi-onelenviadeconsultfunctie,hetvormingsaanbod,hetgebruikvanhetRITI... gecontinueerd.DerodedraaddoorheenaldeactiviteitenvanVLOCOblijftdesensibiliseringinzakehetthema‘ouderenmis(be)handeling’.

Sensibilisering blijft de

rode draad

Voorwoord

3

Page 4: Jaarverslag 2016 VLOCO 2016.pdf · Binnen de werking van VLOCO wordt het luik ‘beleid’ op elke tweewe-kelijkse teamvergadering geagendeerd. Telkens wordt in overleg bekeken hoe

4

MISSIE EN VISIEHet Vlaams Ondersteuningscentrum Ouderenmis(be)handeling (VLOCO) is een expertisecentrum dat burgers en professionelen sensi-biliseert over ouderenmis(be)handeling (OMB), om deze problematiek bespreekbaar te stellen en te voorkomen. Medewerkers zijn experts en bieden deskundig advies, informatie en ondersteuning aan profes-sionelen die met OMB te maken krijgen in de privécontext van ouderen. VLOCO doet aan beleidsbeïnvloeding bij (professionele) organisaties en de Vlaamse overheid omtrent het sensibiliseren, het voorkomen en het gericht aanpakken van OMB.

Professionelen kunnen bij VLOCO terecht voor adequate en kwalita-tieve informatie, vorming, advies, ondersteuning en deskundigheidsbe-vordering. Het centrum streeft naar een betrokken partnerschap bij beleidsbeslissingen in de Vlaamse Gezondheids- en Welzijnssector over OMB.

VLOCO beoogt als expertisecentrum OMB first in mind te zijn in het Vlaamse professionele landschap omtrent de problematiek van OMB. VLOCO schoolt zich daarom permanent bij om up-to-date te blijven wat betreft nieuwe inzichten in de problematiek en ruimere maatschap-pelijke tendenzen en evoluties1.

Voor burgers wil VLOCO het thema OMB uit de taboesfeer halen door

sensibilisering over de problematiek en door de Hulplijn 1712 te promo-ten, zodat de kortste weg naar gerichte hulpverlening gegarandeerd is.

Binnen VLOCO staat welzijnsverhoging van het slachtoffer én zijn con-text voorop. Hierbij wordt voornamelijk krachtgericht gedacht, waar-door de nadruk komt te liggen op de mogelijkheden die er zijn. Dit sluit aan bij het positieve mensbeeld dat VLOCO wil uitdragen en het recht op een menswaardig leven voor iedereen binnen een harmoni-euze samenleving.

MEDEWERKERSVLOCO is ingebed in vzw CAW Oost-Vlaanderen.De medewerkers van VLOCO zijn:Medewerker hulpverlening (19 uur):

Griet De Roeck (maart-augustus), Jolien Van Damme (weer actief vanaf september)Medewerker beleid (38 uur):

Sabine TemmermanMedewerker vorming (19 uur):

Evelien Van Hauwaert

De medewerkers worden ondersteund door:Regiodirecteur CAW Oost-Vlaanderen: Marc BaeleCoördinator: Marc De VeirmanTeambegeleidster: Elsie Vermeulen

Inleiding

VLOCO

1Een overzicht van de gevolgde vorming in 2016 is te vinden in bijlage.

Page 5: Jaarverslag 2016 VLOCO 2016.pdf · Binnen de werking van VLOCO wordt het luik ‘beleid’ op elke tweewe-kelijkse teamvergadering geagendeerd. Telkens wordt in overleg bekeken hoe

5

DEfINItIE VaN ouDERENMIS(bE)haNDElINg (oMb)‘Onder mis(be)handeling van een ouder persoon (iemand van 55 jaar of ou-

der) verstaan we al het handelen of nalaten van handelen van al diegenen die

in een persoonlijke en/of professionele relatie met de oudere staan, waardoor

de oudere persoon (herhaaldelijk) lichamelijke en/of psychische en/of materi-

ele schade lijdt dan wel vermoedelijk zal lijden en waarbij van de kant van de

oudere sprake is van een vorm van gedeeltelijke of volledige afhankelijkheid.’

(Comijs e.a.,1996)

Deze gehanteerde definitie van OMB is opgebouwd uit verschillende criteria en dient te worden bekeken in het licht van onderstaande opmerkingen:

• Er wordt vertrokken vanuit de beleving van het slachtoffer. • Het slachtoffer van OMB is 55 jaar of ouder. Het stellen van een leeftijdsgrens dient om het werkterrein van de specifieke hulp- verlening met betrekking tot OMB praktisch af te bakenen. • Er is sprake van een persoonlijke en/of professionele relatie tussen

het slachtoffer en diegene die mis(be)handelt. Hierbij speelt het wederzijdse vertrouwen een belangrijke rol.

• Onder OMB verstaan we hier niet criminaliteit tegen ouderen gepleegd door personen met wie de oudere geen vertrouwensrelatie heeft.• Mis(be)handeling kan het resultaat zijn van zowel actief (plegen van handelingen) als passief (nalaten van handelingen) gedrag.• Kwaadwillig opzet is geen vereiste om te spreken over OMB. OMB

kan intentioneel zijn. De pleger heeft dan de bedoeling de oudere te kwetsen. In andere situaties is men zich niet bewust (niet-intentio-neel) van de gevolgen van zijn handelingen voor de oudere. Bijvoor-beeld: de oudere vastbinden overdag, zodat deze niet kan rondlopen en dus ook niet kan vallen.

• We spreken reeds over OMB bij een eenmalige handeling of het nalaten van een handeling, als dit door het slachtoffer als mis(be)handeling wordt beleefd.

• De meeste ouderen die slachtoffer worden van OMB zijn gedeeltelijk of volledig afhankelijk van de pleger. Deze afhankelijkheid kan bestaan uit economische, lichamelijke, psychische of sociale afhankelijkheid, of een combinatie hiervan. Van de kant van de pleger kan echter ook sprake zijn van een vorm van gedeeltelijke of volledige afhankelijkheid van de oudere. Deze afhankelijkheid dient dus ruim geïnterpreteerd te worden, we spreken hier zeker niet alleen van zorgafhankelijkheid.

• Signalen van OMB kunnen heel subtiel zijn en zijn voor de buitenwe-reld niet altijd zichtbaar.

Eastman, Vier vormen van afhankelijkheid, Zorg om zorg

(Uitgeverij Garant, 1993)

VoRMEN VaN ouDERENMIS(bE)haNDElINg (oMb)

fysieke of lichamelijke mis(be)handeling: Knijpen, duwen, trekken, vastgrijpen, slaan, schoppen, schudden, verbran-den, aan het haar sleuren, laten vallen, onverantwoord vastbinden, on-rechtmatig toedienen van medicijnen…

Seksueel misbruik: Ongewenste intimiteiten, aanranding, verkrachting, zich onnodig moe-ten uitkleden…

Psychische mis(be)handeling: Schelden, pesten, intimideren, chanteren, dreigen, vernederen, infan-tiliseren, negeren, familiale en/of sociale contacten van de oudere niet toelaten…

financieel en materieel misbruik: Stelen van geld of eigendom, misbruik maken van goedgelovigheid, giften eisen, onder valse voorwendselen toe-eigenen van bezittingen, misbruik van volmachten, erfenisbejaging…

Schending van rechten: Onrechtmatig schenden van het recht op vrijheid, privacy, zelfbeschik-king, bijvoorbeeld ongevraagd post lezen of achterhouden, iemand nooit alleen laten, geen bezoek toelaten…

Verwaarlozing: Onvoldoende of niet-aangepaste voeding geven, onvoldoende medische zorg bieden, onaangepaste huisvesting…

Multiple problem-situaties: Situaties waar verschillende vormen (3 of meer) van OMB voorkomen.

Page 6: Jaarverslag 2016 VLOCO 2016.pdf · Binnen de werking van VLOCO wordt het luik ‘beleid’ op elke tweewe-kelijkse teamvergadering geagendeerd. Telkens wordt in overleg bekeken hoe

6

a. hulPVERlENINg

Hoe kan VLOCO helpen?Hulpverleners die zich vragen stellen over de detectie of aanpak van ouderenmis(be)handeling kunnen een casus (anoniem) voorleggen bij VLOCO.

Een hulpverlener van VLOCO brengt samen met de hulpvrager de ge-hele context in beeld. Samen wordt er gezocht naar mogelijkheden om de situatie te verhelpen. Door gericht vragen te stellen, advies en informatie te geven of door te verwijzen krijgt de hulpvrager handvaten aangereikt om verder met de betrokkenen aan de slag te gaan. Bij een casusbespreking wordt steeds vertrokken vanuit een algemene situatieschets, de reeds ondernomen stappen en de concrete vraag van de hulpverlener.

Het gegeven advies is vanzelfsprekend steeds casusspecifiek, maar gros-so modo komen deze punten vaak aan bod:

• Stilstaan bij: hoe ziet de oudere de situatie zelf en wat zijn de veranderingen die hij/zij wil zien? Kan hij/zij actief betrokken wor-den, en welke ondersteuning is daarvoor nodig? Belangrijk daarbij is om nadruk te leggen op het respect voor het tempo van de oudere.

• Focussen op het verhaal van de pleger: wat maakt dat de pleger dergelijk gedrag stelt? Op die manier wordt de context waarin de mis(be)handeling plaatsvindt duidelijker en wordt meerzijdige partij-digheid gestimuleerd.

• Het ruimere hulpverleningsnetwerk in kaart brengen en, mits toe-stemming van het slachtoffer, bezorgdheden delen en een gezamenlijk plan van aanpak opstellen met alle betrokken actoren, zowel profes-sionelen als mantelzorgers.

Werking Vlaams Ondersteuningscentrum Ouderenmis(be)handeling

Page 7: Jaarverslag 2016 VLOCO 2016.pdf · Binnen de werking van VLOCO wordt het luik ‘beleid’ op elke tweewe-kelijkse teamvergadering geagendeerd. Telkens wordt in overleg bekeken hoe

7

ENKElE gEtuIgENISSEN

Graag had ik je van harte bedankt voor het tel. contact dat wij hadden, de tekst die je me eerder stuurde, je mail van vandaag. Alles was een heel grote hulp! … Alvast bedankt voor het goede advies en de bereidheid tot samenwerking. C.L.

Als diensthoofd wil ik u en uw collega’s/medewerkers bedanken voor de steun en de samenwerking die mijn medewerker van u gekregen heeft. Dankzij deze goede samenwerking hebben wij een oplossing kunnen bieden aan de oudere. Allemaal samen aan een oplossing werken, elk vanuit zijn bevoegdheid en met zijn specifieke meerwaarde bij deze situatie. Van harte bedankt allemaal!!! J.L.

Hoe wordt VLOCO gecontacteerd?In bijna driekwart van de gevallen wordt VLOCO telefonisch gecon-tacteerd, wat duidt op het belang van een blijvende profilering van het telefoonnummer.

Wat opvalt is de stijging van het aantal contactnames via e-mail (24%). ‘Direct contact’ verwijst naar o.a. adviesvragen na afloop van een vor-ming of op een beurs (2%).

In de meeste gevallen zijn er meerdere contacten noodzakelijk met de aanwezige hulpverlener(s). VLOCO voorziet ook de nodige opvol-ging. Complexe casussen worden binnen de teamwerking van VLOCO besproken om de uitgebrachte adviezen zo adequaat en uitgebreid mogelijk te maken. Deze extra contactnames en opvolgingen worden niet geregistreerd.

24%

73%

2%1%

Telefonisch Fax

Mail Direct contact

Page 8: Jaarverslag 2016 VLOCO 2016.pdf · Binnen de werking van VLOCO wordt het luik ‘beleid’ op elke tweewe-kelijkse teamvergadering geagendeerd. Telkens wordt in overleg bekeken hoe

8

Hoe wordt VLOCO gevonden?De meeste hulpverleners en intermediairen vinden het aanbod van VLOCO via de website, wat wijst op het belang van een aantrekkelijke en toegankelijke website over het thema ‘ouderenmis(be)handeling’ en de opdrachten van VLOCO.

0%

5%

10%

15%

20%

25%

30%

Onbekend

Inte

rne doorv

erwijz

ing

Extern

e doorverw

ijzing

Folder

Websit

e1712

Geschre

ven pers

Gespro

ken pers

Bekenden

Vorming/v

oorstellli

ng VLOCO

Andere

Uit welke provincie komen de consultvragen?Het grootste deel van de consultvragen komt uit de provincie Oost-Vlaanderen (58%). Een belangrijke verklaring hiervoor is de aanwezig-heid van VLOCO en het Team Ouderenmis(be)handeling van het CAW Oost-Vlaanderen in deze regio. Onder meer door lokale acties blijkt VLOCO goed gekend in de provincie.

Onderstaande cijfergegevens staven de blijvende noodzaak aan sensibi-lisering in de andere Vlaamse provincies.

Uit welke diensten komen de consultvragen?

CAW

Thuisverpleegkundigen

Thuiszorgdiensten

DVC

Politiedienst

Verdwaalde burgers

Logopedisten

Brussels meldpunt OMB

Hulplijn 1712

WZC

Psychiatrie

Gezinszorg

OCMW

Artsen

LDC

Begeleid zelfstandig wonen

Ziekenhuizen

Mutualiteiten

Stadsdiensten

Armoedeverenigingen

DIENSt aaNtal

14

9

2

1

12

9

2

1

26

9

7

2

12

8

2

1

17

9

7

2

PERCENtagE

9,21%

5,90%

1,31%

0,66%

7,89%

5,90%

1,31%

0,66%

17,10%

5,90%

4,61%

1,31%

7,89%

5,26%

1,31%

0,66%

11,18%

5,90%

4,61%

1,31%

b. bElEIDIn 2016 heeft VLOCO heel wat inspanningen geleverd om het thema ‘ouderenmis(be)handeling’ en de werking van VLOCO op de kaart te zetten bij het beleid. Deze acties zijn moeilijk in cijfers te bevatten, maar wel van onmiskenbaar belang in de werking van VLOCO.

Binnen de werking van VLOCO wordt het luik ‘beleid’ op elke tweewe-kelijkse teamvergadering geagendeerd. Telkens wordt in overleg bekeken hoe en wat ondernomen kan worden om beleidsmatig te werken. Als kers op de taart hield VLOCO eind 2016 een inspirerende denkdag om de krijtlijnen voor de toekomst verder uit te zetten en vorm te geven.

Daarnaast stond het thema ouderenmis(be)han-deling in 2016 op de provinciale beleidsagenda van CAW Oost-Vlaanderen. Via deze weg kreeg

OOST-VLAANDEREN 58%

LIMBURG 5%

BRUSSEL3%

ANTWERPEN11%

WEST-VL9%

ONBEKEND 0%

VL-BRABANT13%

versterkt welzijn

Page 9: Jaarverslag 2016 VLOCO 2016.pdf · Binnen de werking van VLOCO wordt het luik ‘beleid’ op elke tweewe-kelijkse teamvergadering geagendeerd. Telkens wordt in overleg bekeken hoe

9

VLOCO de mogelijkheid om zijn werking voor te stellen en de aandacht te vestigen op het steeds groeiend doelpubliek ‘ouderen’ en de be-staande noden voor de specifieke aanpak van ouderenmis(be)handeling.

Op Vlaams gebied is VLOCO betrokken in diverse regionale werkin-gen rond ouderenmis(be)handeling. Zo nam VLOCO deel aan de stuur-groep IFG/OMB Mechelen, de stuurgroep IFG/OMB De Kempen, de stuurgroep OMB Waasland en de stuurgroep OMB SEL Amberes. Door middel van zijn aanwezigheid en deelname aan deze overlegorganen kan VLOCO meewerken aan de verdere uitbouw van een ruimer netwerk van hulpverleners die geëngageerd zijn om rond de problematiek te werken. Daarnaast wordt een vinger aan de pols gehouden m.b.t. lokale ontwikkelingen en initiatieven ter zake en kan VLOCO waar mogelijk ook constructief meehelpen aan de verdere uitbouw hiervan.

VLOCO houdt contact met de collega’s van het Brussels Meldpunt om op de hoogte te blijven van elkaars werkingen, deze op elkaar af te stemmen en te bekijken wat ze samen kunnen betekenen m.b.t. sensibi-lisering over de problematiek.

Via het lidmaatschap van de Vlaamse Ou-derenraad en zijn aanwezigheid binnen de Commissie van Welzijn, Gezondheid en Zorg kon VLOCO adviezen meege-

ven over de preventie en aanpak van ouderenmis(be)handeling. Het is deugddoend te merken dat deze ook daadwerkelijk werden opgeno-men in de nota met betrekking tot het Vlaams Welzijns- en Zorgbeleid voor ouderen, het Dementieplan en het Mantelzorgplan.

Een andere belangrijke pijler binnen het beleidsdomein van VLOCO is zijn betrokkenheid binnen de werking van de Hulplijn 1712. Ook in 2016

sloot VLOCO aan bij de stuurgroep en de werkgroepen ‘communica-tie’ en ‘praktijkondersteuning’. Op die manier levert VLOCO inspan-ningen om de aandacht en het belang voor de doelgroep ‘ouderen’ binnen de Hulplijn 1712 te bewaken en aan te moedigen. Ook wordt bij elke sensibiliseringsactie van VLOCO de Hulplijn 1712 gepromoot naar burgers toe.

Naar aanleiding van de publicatie van het jaarverslag 2015 werd VLOCO uitgenodigd op het kabinet om dit samen met enkele beleids-aanbevelingen aan minister Vandeurzen toe te lichten. Dit leidde tot een constructief gesprek waarbij er verscheidene afspraken gemaakt wer-den rond sensibilisering hierover en de aanpak van ouderenmis(be)han-deling in Vlaanderen. Onder andere werd er een engagement aangegaan om in samenspraak na te gaan hoe het thema zijn plaats kan krijgen binnen de lopende beleidsinitiatieven zoals o.a. de ketenaanpak en de 1712-campagnes.

VLOCO nam in 2016 deel aan de ron-detafelgesprekken in het kader van het lopende D-SCOPE-project. Dit heeft als doel om de kwetsbaarheid of ‘frailty’ bij ouderen preventief te detecteren en wil

daarbij de juiste ondersteuning en begeleiding aanreiken. De focus ligt hierbij op het sensibiliseren van het lokale beleid.

Voorstelling jaarverslag op het kabinetOp 30 juni 2016 was VLOCO aanwezig op het kabinet

van minister Vandeurzen om het Jaarverslag 2015 voor te

stellen. Er werd toelichting gegeven bij de werking van het

afgelopen jaar, de cijfergegevens en de beleidsaanbevelin-

gen omtrent de preventie en aanpak van ouderenmis(be)

handeling. Nadien had VLOCO een constructief gesprek

over hoe hierrond verder samengewerkt kan worden.

(foto v.l.n.r.: Evelien Van Hauwaert, Sabine Temmerman, minister Jo Vandeurzen, Elsie Vermeulen)

Page 10: Jaarverslag 2016 VLOCO 2016.pdf · Binnen de werking van VLOCO wordt het luik ‘beleid’ op elke tweewe-kelijkse teamvergadering geagendeerd. Telkens wordt in overleg bekeken hoe

10

C. VoRMINg EN DESKuNDIghEIDSbEVoRDERINgVLOCO onderneemt heel wat acties om de eigen expertise zo ruim mogelijk uit te dragen. In 2016 kwamen volgende acties in het spotlight te staan:

VLOCO voorziet vormingen op maat voor professionelen, ouderen, mantelzorgers, … Een belangrijk kanaal om te sensibiliseren en handvaten te bieden in het omgaan met OMB is het vormingsaanbod van VLOCO.

In 2016 gaf VLOCO 22 vormingen verspreid over Vlaanderen. Inhoude-lijk wordt de vorming steeds op maat van het doelpubliek uitgewerkt, waarbij er zo interactief mogelijk gewerkt wordt.

Bij ouderen zelf en vrijwilligers van thuiszorgorganisaties ligt eerder de nadruk op bewustwording van de problematiek en het belang van er niet mee te blijven zitten.

Bij studenten en hulpverleners (verpleegkundigen, medewerkers sociale diensten, eerstelijnsmedewerkers...) ligt de focus op het detecteren van signalen en het aanreiken van concrete handvaten in het mee op weg gaan met de oudere en zijn omgeving.

Vrijwilligers Senioren Studenten Hulpverleners

DOELPUBLIEK VORMING 2016

0

1

2

3

4

5

6

7

8

Het is interessant om te kijken naar de spreiding van de vormingen die VLOCO gaf de voorbije 5 jaar. Daarbij is duidelijk dat VLOCO erin geslaagd is om in elke provincie te sensibiliseren via vormingen. In Oost-Vlaanderen en Antwerpen was VLOCO het meest aanwezig, terwijl de regio’s van de Westhoek en vooral de Kempen eerder ondervertegenwoordigd zijn.

In de Kempen kan de aanwezigheid van diensten die rond ouderenmis(be)handeling werkzaam zijn een mogelijke verklaring zijn. In deze regio is het CAW voortrekker van de stuurgroep IFG/OMB, waardoor heel wat expertise via deze weg verspreid wordt en er vermoedelijk minder een beroep gedaan wordt op VLOCO.

VLOCO nam het initiatief voor de opstart van een overlegplatform ouderenmis(be)handeling in West-VlaanderenVLOCO nam dit initiatief vanuit de ervaren noden bij hulpverleners uit die regio.

De bedoeling is het thema onder de aandacht te brengen en ondersteu-ning te bieden rond de problematiek. Het overlegplatform richt zich naar hulpverleners die dagdagelijks met ouderen werken. De deelne-mers komen uit een waaier van organisaties: thuiszorgdiensten, OCMW, psychiatrisch ziekenhuis, dagverzorgingscentrum, dienst voor thuisver-pleegkunde... De diversiteit in de groep draagt bij tot een optimaal leren kennen van de verschillende diensten en disciplines en zicht krijgen op wat elkeen kan doen in de aanpak van ouderenmis(be)handeling.

In de eerste bijeenkomst werd uitvoerig stilgestaan bij de verwachtingen van de deelnemers en de concrete uitwerking van het kader. De tweede bijeenkomst had als thema ‘communicatie’. Aan de hand van rollenspel-len werd duidelijk wat belangrijk is in het gesprek met de oudere en zijn omgeving. Bij elke bijeenkomst is er ook ruimte voor een anonieme casusbespreking. Andere thema’s die op de agenda staan zijn ‘omgaan met beroepsgeheim’ en ‘de positie en het mandaat van de hulpverlener’.

VLOCO richtte zijn aandacht op het vernieuwen van de websiteEen attractieve website is een onmisbaar kanaal om informatie te delen rond de problematiek. Aangezien de vorige site hoognodig aan

Page 11: Jaarverslag 2016 VLOCO 2016.pdf · Binnen de werking van VLOCO wordt het luik ‘beleid’ op elke tweewe-kelijkse teamvergadering geagendeerd. Telkens wordt in overleg bekeken hoe

11

vernieuwing toe was, werd in de eerste maanden van 2016 intensief gewerkt aan de opbouw en de invulling van een aangepaste versie. Na een brainstorm rond de lay-out, het schrijven van de teksten en overleg met de ontwerper werd zo een informatieve en breed toegankelijke website ontworpen. Er wordt specifiek aandacht geschonken aan de 3 doelgroepen, namelijk de oudere zelf, mantelzorgers en professionelen. Telkens wordt stilgestaan bij de definitie en vormen van OMB, waar je terechtkan met vragen, getuigenissen, infotheek. Sinds de vernieuwde website midden 2016 online kwam, namen reeds meer dan 3.000 unieke bezoekers een kijkje op www.ouderenmisbehandeling.be!

VLOCO nam deel aan het opmaken van een protocol rond ouderenmis(be)handeling (project SEL Waasland)Midden 2015 kwam er vanuit het werkveld een noodkreet omtrent en-kele zorgwekkende evoluties in de ouderenzorg. Diverse hulpverleners uit de eerstelijnszorg stelden een toename vast van het aantal complexe dossiers, die het dagdagelijkse werk overstijgen en om een structurele en gestructureerde aanpak vragen.

Kenmerken van deze situaties zijn: een vermoeden van wilsonbekwaam-heid, ontbreken van een netwerk rond de oudere, levensbedreigende situaties van zware verwaarlozing, moeizame samenwerking met politie of justitie. Een overkoepelende protocollaire aanpak binnen de regio kan hierop een antwoord bieden.

SEL Waasland nam deze taak op zich en richtte een stuurgroep op om een strategisch plan te ontwikkelen.

Op basis van dat strategisch plan werd in 2016 overgegaan tot het in-stalleren van een werkgroep ‘protocol’ en een werkgroep ‘vorming’, waarin VLOCO telkens vertegenwoordigd is.

De werkgroep protocol kwam regel-matig samen met als doel het inven-tariseren en aantonen van de noden van het werkveld. Dit dient als input om hiermee aan de slag te kunnen

en zo te komen tot een protocol, bruikbaar in deze regio. Deelnemers zijn vertegenwoordigers van huisartsen, sociale dienst OCMW, soci-ale dienst mutualiteit, thuiszorgdiensten, zelfstandige verpleegkundigen, politie en VLOCO, onder coördinatie van het SEL Waasland.

De werkgroep vorming kwam eind 2016 samen om te kunnen inspelen op het geïnventariseerde, het verder uitgewerkte protocol en de daaraan gekoppelde vormingsnoden. Ook daarin is VLOCO vertegenwoordigd.

VLOCO investeert in het stimuleren tot het gebruik van het risicotaxatie-instrument (RITI)Om hulpverleners ondersteuning te bieden in het detecteren van ouderenmis(be)handeling werd enkele jaren geleden samen met VUB een risicotaxatie-instrument ontwikkeld.

Het RITI is een korte en praktijkgerichte checklist die gebaseerd is op gekende signalen en risicofactoren van OMB. Er wordt rekening gehou-den met signalen en risicofactoren die men bij het slachtoffer kan zien, maar ook signalen die bij de pleger of omgeving kunnen worden opge-merkt. Dit helpt hulpverleners alerter te zijn voor bepaalde signalen en/of mogelijke probleempunten (zoals bijvoorbeeld overbelasting van de mantelzorger). Het geeft dus een indicatie dat er in dat gezin belastende factoren aanwezig zijn of zich zouden kunnen ontwikkelen.

Om de werking en het gebruik van het RITI grondig te evalueren, deed VLOCO in maart 2016 een algemene enquête bij de RITI-gebruikers. Er was een responsrate van meer dan 80%.

Enkele belangrijke conclusies zijn:• 86,7% ervaart het gebruik van RITI ondersteunend in de (vroeg)

detectie van OMB.• Het gebruik van het RITI leidt bij 80% tot een grotere alertheid

voor signalen van OMB.

Artikel Sociaal.netIn het artikel ‘Ouderenmis(be)handeling, samen het taboe

doorbreken (27/06/2017)’ op sociaal.net staat VLOCO stil

bij de complexiteit van de problematiek en de moeilijkhe-

den die je als hulpverlener in de begeleiding van de oudere

en zijn contact kan ervaren.

http://sociaal.net/analyse-xl/ouderenmisbehandeling/

Page 12: Jaarverslag 2016 VLOCO 2016.pdf · Binnen de werking van VLOCO wordt het luik ‘beleid’ op elke tweewe-kelijkse teamvergadering geagendeerd. Telkens wordt in overleg bekeken hoe

12

• De ingevulde RITI-schaal wordt bij 73,3% ook geregistreerd in de online applicatie.• Het RITI wordt door geen enkele organisatie (0%) preventief gebruikt binnen elk dossier. 86,6% van de ondervraagden geeft aan dat het RITI enkel bij vermoeden wordt ingevuld.

Toch ligt het aantal ingevulde RITI’s onder de verwachtingen. Alle res-pondenten (100%) gaven ook aan dat het RITI momenteel weinig wordt gebruikt. Sommigen geven als reden aan dat het RITI enkel gebruikt wordt bij grote vermoedens, ten dienste van registratie. Anderen zijn er nog onvoldoende mee vertrouwd gezien de recente opstart. Men geeft

ook aan dat het bijkomend werk is en men mist het ervaren van een onmiddellijk resultaat. Men pleit ook voor periodieke sensibilisering bin-nen de organisatie, zodat ook nieuwe medewerkers op de hoogte zijn. Anderen geven aan meer energie te willen investeren in de begeleiding en minder in de registratie.

33,3% of 1 op 3 geeft aan dat het RITI momenteel niet meer gebruikt wordt. Als mogelijke reden geeft men aan dat het beter zou moeten opgevolgd worden en/of dat het verdwijnt in de veelheid der taken. Deze resultaten worden verder meegenomen in de formulering van een aantal beleidsaanbevelingen.

Artikel in Knack en reportage in vtm-nieuws

Steun van Soroptimist Zottegem

Op woensdag 12 oktober 2016 publiceerde Ann Peuteman in Knack een artikel over financieel misbruik bij ouderen. Medewerkers van

VLOCO werden uitgebreid geciteerd in haar uiteenzetting. Het bericht werd opgepikt door een journalist van VTM-nieuws. Een reporter

en cameraploeg kwamen ter plaatse en maakten er een korte reportage over. De daaropvolgende dag deelde VLOCO zijn expertise over

hetzelfde thema in ‘Hautekiet’, het programma op Radio 1.

VLOCO kreeg om de nieuwe website te ontwikkelen de financiële steun van Soroptimist Zottegem,

dat een cheque ter waarde van €1.800 schonk. Op die manier kan VLOCO een bijdrage leveren

aan het sensibiliseren omtrent geweld tegen vrouwen, een van de doelstellingen van Soroptimist.

Page 13: Jaarverslag 2016 VLOCO 2016.pdf · Binnen de werking van VLOCO wordt het luik ‘beleid’ op elke tweewe-kelijkse teamvergadering geagendeerd. Telkens wordt in overleg bekeken hoe

13

Om een zicht te krijgen op de prevalentie van ouderenmis(be)handeling in Vlaanderen doet VLOCO een beroep op verschillende kanalen.

Eerst en vooral zijn er de eigen cijfers, afkomstig van de consultvragen van hulpverleners.

Daarnaast kan ook informatie gehaald worden uit de ingevulde RITI- schalen. Burgers (ouderen, mantelzorgers, kennissen...) komen met hun vragen terecht bij Hulplijn 1712. Binnen CAW Oost-Vlaanderen werden ook de cijfers opgevraagd vanuit de verschillende andere deelwerkin-gen (vb. slachtofferhulp, partnergeweld...). Dezelfde vraag werd gesteld aan andere CAW’s in Vlaanderen, maar deze zijn tot op heden nog niet beschikbaar.

Uit de optelsom blijkt dat er in 2016 in totaal 436 slachtoffers van OMB geregistreerd werden in Vlaanderen. Vanzelfsprekend is dit een onderschatting van het probleem. Heel veel ouderen durven om verschillende redenen (schaamte, angst, loyaliteit...) niemand in vertrouwen te nemen. Bovendien zijn er veel hulpverleners die met situaties van ouderenmis(be)handeling zelf aan de slag gaan zonder dat dit ergens officieel geregistreerd wordt. Dit maakt dat het heel moeilijk is om een realistisch beeld te schetsen van de prevalentie van ouderenmis(be)handeling in Vlaanderen.

In wat volgt, worden de registratiecijfers vanuit de verschillende kanalen concreter omschreven.

a. REgIStRatIECIjfERS VaN VloCoElke consultvraag die bij VLOCO toekomt, wordt geregistreerd in een online registratiesysteem. Een aantal medewerkers van regionale OMB-werkingen hebben hier ook toegang toe. Dit biedt de mogelijkheid om de aangemelde casussen uitgebreid te analyseren en zo meer inzicht te verwerven in de problematiek van ouderenmis(be)handeling. In 2016 werden 177 consultvragen geregistreerd.

Algemeen

Fysiek

Psych

isch

Financieel/m

aterie

el

Seksueel

Verwaarlo

zing

Schending van re

chte

n

Multi

problem

0%

10%

20%

VORMEN VAN OMB

18,40% 18,40%15%

11,20% 11%

1%

25%

Volgend op de tendens van de laatste jaren werd er ook in 2016 het meeste advies gevraagd rond situaties van psychische mis(be)hande-ling, gevolgd door fysiek en financieel/ materieel misbruik. In iets meer dan 10% is er sprake van een ‘multiple problem’ situatie, waarbij er 3 of meer verschillende vormen aanwezig zijn.

Prevalentie van ouderenmis(be)handeling in Vlaanderen

Page 14: Jaarverslag 2016 VLOCO 2016.pdf · Binnen de werking van VLOCO wordt het luik ‘beleid’ op elke tweewe-kelijkse teamvergadering geagendeerd. Telkens wordt in overleg bekeken hoe

14

In de overgrote meerderheid van de gevallen zijn er reeds 1 of meer-dere vormen van hulpverlening betrokken (sociale dienst, huisarts, thuisverpleegkundige...). Dit is evident aangezien de melders hulpver-leners zijn. In 4% van de gevallen is er geen hulpverlening aanwezig in het gezin. Mogelijk betreft dit consultvragen vanuit hulpverleners die aan de deur gezet werden, politionele diensten, bezorgde burgers...

Wie is het slachtoffer?

LEEFTIJD SLACHTOFFER

< 55 jaar

55 - 59 ja

ar

60 - 64 ja

ar

65 - 69 ja

ar

70 - 74 ja

ar

75 - 79 ja

ar

80 - 84 ja

ar

85 - 89 ja

ar

> 90 jaar

0%

5%

10%

15%

20%

25%

30%

0,72%

8,63%5,76% 6%

12% 13%

18,71%

10%

25,18%

Het is duidelijk dat meer dan de helft van de geregistreerde slachtof-fers ouder zijn dan 80 jaar. Met de leeftijd stijgt vaak ook de zorg-behoevendheid, wat een belangrijke risicofactor blijkt te zijn voor ouderenmis(be)handeling.

In meer dan driekwart van de gevallen worden vrouwen aangemeld als slachtoffer. Demografisch gezien kan dit verklaard worden door het grotere percentage oudere vrouwen ten opzichte van mannen in onze huidige samenleving. Een andere mogelijke hypothese is dat de factor ‘schaamte’ bij de mannelijke slachtoffers een grote rol speelt, waardoor zij nog minder geneigd zijn om met hun moeilijkheden naar buiten te komen.

WOONSITUATIE SLACHTOFFER

0%

5%

10%

15%

20%

25%

30%

35%

40%

19,20%

37,10%

25,20%

6,50%10%

2%

Alleensta

and

Met partn

er

Met kindere

n

Met andere

n

Andere w

oonvorm

Onbekend

HULPVERLENING AANWEZIG?

87%

9%4%

GESLACHT SLACHTOFFER

77%

22%

1%

Page 15: Jaarverslag 2016 VLOCO 2016.pdf · Binnen de werking van VLOCO wordt het luik ‘beleid’ op elke tweewe-kelijkse teamvergadering geagendeerd. Telkens wordt in overleg bekeken hoe

15

In meer dan 68% van de gevallen woont het slachtoffer samen met ofwel zijn/haar partner, kinderen of anderen. Daarnaast blijkt dat in 64,50% van de gevallen het slachtoffer samenwoont met de pleger. Dit gegeven kan soms grote bezorgdheden met zich meebrengen wat de veiligheid of schending van de integriteit van de oudere betreft. Het toont ook aan dat hulpverlening doorgaans complex is, aangezien er veel partijen betrokken zijn.

4%

Geen

Licham

elijke beperk

ing

Psych

iatrisc

h ziekte

beeld

Verslaving

Psych

osocia

al pro

bleem

Laagbegaafdheid

Financieel/m

aterie

el

Dementie

Andere

Onbekend0%

10%

20%

30%

40%KWETSBAARHEDEN SLACHTOFFER

33%

12%6%

2%

17% 15%

3% 0%8%

Wanneer de kwetsbaarheden van het slachtoffer in kaart gebracht worden, blijkt dat het hebben van een lichamelijke beperking een ster-ke risicofactor is. Daarnaast zien we ook dat hulpverleners vaak een consult vragen, indien er sprake is van een dementieproblematiek bij de oudere.

Wie is de pleger?

Partner

Ex-partn

erZoon

Dochte

r

Schoonzo

on

Schoondoch

ter

Fam

ilielid

Hulp- o

f dienstv

erlener

Huisvrie

nd

Andere0%

5%

10%

15%

20%

25%

30%

35%

Onbekend

22%

0,50% 0,50% 0,50%

34%

18,50%

5,50%

13,70%

1,60%1,60%1,60%

PLEGERS

In 74,5% van de gevallen is de pleger iemand uit de dichte familiale kring van het slachtoffer (partner of kind). Dit lijkt evident gezien de oudere in moeilijke situaties het meest een beroep doet op steunfigu-ren uit de dichte omgeving. Mis(be)handeling kan o.a. een gevolg zijn van overbelasting van de steunfiguur, waardoor de zorg ontspoort.

Het merendeel van de plegers blijkt een man te zijn. Het gaat dan vooral over de zonen en in tweede instantie ook over de mannelijke partners. Het zou interessant zijn te weten welke factoren hierin een rol spelen.

0%

2%

4%

6%

8%

10%

12%

14%

16%

18%

20%

22%

KWETSBAARHEDEN PLEGER

24%

26%

28%

Geen

Overbelasti

ng/onkunde

Dementie

Licham

elijke beperk

ing

Psych

iatrisc

h ziekte

beeld

Verslaving

Psych

osocia

al pro

bleem

Laagbegaafdheid

Financieel/m

aterie

el

Andere

1,60%

2,60%

14%

2,20%

9,20%10%

3%

Onbekende

27%

19%

4,40%

7%

GESLACHT PLEGER

63%

34%

3%

Page 16: Jaarverslag 2016 VLOCO 2016.pdf · Binnen de werking van VLOCO wordt het luik ‘beleid’ op elke tweewe-kelijkse teamvergadering geagendeerd. Telkens wordt in overleg bekeken hoe

16

Bij de pleger kunnen verschillende factoren een rol spelen. Vaak is er een psychosociale problematiek aanwezig of zijn er financiële/materiële motieven. In meer dan een kwart van de gevallen heeft de hulpverlener nog geen zicht op de kwetsbaarheden van de pleger. De focus ligt in eerste instantie natuurlijk op het slachtoffer, maar om de aanpak van ouderenmis(be)handeling een kans te geven, dien je als hulpverlener ook de moeilijkheden van de pleger in kaart te brengen. Dit is vaak een belangrijk aandachtspunt in het aangereikte advies.

b. REgIStRatIECIjfERS RItIIn 2016 werd de RITI-vragenlijst 28 keer ingevuld. Bij allemaal was de kleurcode ‘rood’, wat erop wijst dat het risico op ouderenmis(be)han-deling binnen deze casussen zeer groot is. De vragenlijsten werden in-gevuld door verscheidene OCMW’s, ziekenhuizen, thuiszorgdiensten en mutualiteiten.

Om meer duidelijkheid te krijgen op het gebruik van het RITI, nam VLOCO een enquête af bij de gebruikersorganisaties. Meer info hier-over is te vinden in het onderdeel ‘vorming en deskundigheidsbevor-dering’.

C. REgIStRatIECIjfERS hulPlIjN 1712Bij de Hulplijn 1712 kwamen er 138 meldingen toe van situaties van ouderenmis(be)handeling. Dit is een duidelijke stijging in vergelijking met 2015 (80 oproepen). Dit is mogelijk te linken aan de doorgevoerde aanpassingen aan het registratiesysteem medio 2016, waardoor de si-tuaties van ouderenmis(be)handeling nadrukkelijker geregistreerd wer-den. De melders waren in meer dan 70% van de situaties de (stief)kinderen, het slachtoffer zelf en andere familieleden van de oudere. Een melding (te begrijpen als 1 contactname) kan ook over verschillende personen gaan. Het aantal gemelde personen binnen de problematiek van ouderenmis(be)handeling bedraagt 189. Dit omvat zo’n 3% van het totale aantal oproepen bij de Hulplijn 1712.

D. CaWBinnen de verschillende deelwerkingen van CAW Oost-Vlaanderen waren er in 2016 zo’n 93 hulpverleningstrajecten waarbij er rond de thematiek van ouderenmis(be)handeling werd gewerkt.

Facebook

Aanwezigheid op beurzen

Informatie over interessante studiedagen, artikels, acties van VLOCO, aandacht rond de problematiek vanuit andere organisaties... wordt stee-

vast gedeeld via de Facebookpagina van VLOCO.

Om het grote publiek, zowel hulpverleners als ouderen en mantelzorgers, te sensibiliseren rond OMB staat VLOCO regelmatig op beurzen met

een infostand. In 2016 kwam VLOCO in beeld bij de Wintermeeting BVGG in Oostende, de seniorenbeurs in Aalst, de welzijnsdag in Ninove en

de opendeurdag van Politie Brakel.

Verhuis Sinds juli 2016 heeft VLOCO een nieuwe stek in de Ooststraat 27 in Zottegem!

Page 17: Jaarverslag 2016 VLOCO 2016.pdf · Binnen de werking van VLOCO wordt het luik ‘beleid’ op elke tweewe-kelijkse teamvergadering geagendeerd. Telkens wordt in overleg bekeken hoe

17

a. SENSIbIlISERINgVLOCO stelt vast dat er nood is aan een continue algemene sensibili-sering over de problematiek. Deze bewustmaking dient te gebeuren op verschillende niveaus.

Bewustmaking bij burgers en hulpverleners over de problematiek blijft een noodzaak. Enerzijds kan o.a. een mediacampagne helpen om het grote publiek, zowel de ouderen zelf als mantelzorgers en familieleden, bewust te maken van het thema. Hierin liggen kansen in de uitgebouwde samenwerking met Hulplijn 1712. Anderzijds blijven er ook inspannin-gen nodig naar hulpverleners, zorgorganisaties en intermediairs (politie en parket) toe. Alleen op die manier kan het taboe rond OMB opge-heven worden en kan de opvatting dat het iedereen kan overkomen, ongeacht status, leeftijd of geslacht, meer en meer voeding krijgen.

Op het niveau van onderwijs dient ouderenmis(be)handeling gezien te worden als een maatschappelijk relevant thema en zodoende zijn vaste plaats te krijgen binnen het curriculum van verschillende afstudeer-richtingen (verpleegkunde, sociaal werk, ergotherapie, geneeskunde, psychologie, criminologie, politieschool...). Het uitdragen van informatie

rond risicofactoren en signalen van ouderenmis(be)handeling verhoogt de alertheid ervoor bij toekomstige hulpverleners en intermediairs, die het op hun beurt kunnen opnemen met de oudere en zijn omgeving.

Op het niveau van organisaties uit het taboe zich niet alleen in een tekort aan kennis bij de hulpverleners, maar ook in het gebrek aan aandacht tot soms zelf de ontkenning van het bestaan van OMB vanuit het ma-nagement. De structurele inbedding van een protocol rond omgaan met OMB binnen de organisatie kan hierop een antwoord bieden. Dit omvat o.a. richtlijnen over het signaleren van risicofactoren of vermoedens, het uitstippelen van een vormingsplan, het opmaken van een intern stroom-diagram, informatie over omgaan met het beroepsgeheim, lokale door-verwijsmogelijkheden ... Ook de invoering van een duidelijke registratie bij situaties van OMB kan hiertoe bijdragen. Dit kan bijvoorbeeld door gebruik te maken van het risicotaxatie-instrument voor ouderenmis(be)handeling. Ook kan nagegaan worden of er een link mogelijk is met reeds bestaande registratie-instrumenten, vb. Bel-Rai of Vitalink.

Op het niveau van intermediairs krijgt VLOCO vanuit het werkveld geregeld signalen m.b.t. de nood aan een betere samenwerking met

Beleidsaanbevelingen

Page 18: Jaarverslag 2016 VLOCO 2016.pdf · Binnen de werking van VLOCO wordt het luik ‘beleid’ op elke tweewe-kelijkse teamvergadering geagendeerd. Telkens wordt in overleg bekeken hoe

18

politie en parket. Dit heeft onder meer te maken met uiteenlopende visies rond ouderenmis(be)handeling en de aanpak ervan. Deze blijken momenteel te verschillen binnen de gerechtelijke arrondissementen en binnen de verschillende politiezones. Bovendien lijkt het te vaak afhan-kelijk van de persoon bij wie de vraag terecht komt. Deze versnippering maakt de drempel voor hulpverleners om samen te werken (los van de moeilijkheden in het omgaan met het beroepsgeheim) heel hoog.

Momenteel wordt er sterk ingezet op de ketenaanpak en de uitbouw van family justice centers in Vlaanderen. Uiteraard is een totaalbena-dering van de problematiek, met een goede afstemming van de inter-venties van de verschillende actoren, een grote stap vooruit. Een kant-tekening hierbij echter is de vrees dat enkel de reeds vergevorderde of extreme noodsituaties aan bod zullen komen. Het zou zeer zinvol zijn om reeds in een vroeger stadium te investeren in samenwerking of overleg tussen verschillende actoren. Op die manier kan verdere escalatie van de problemen voorkomen worden. In ieder geval blijft het gegeven van beroepsgeheim versus ambtsgeheim een verder te bekijken punt.

VLOCO ziet hier op alle bovenvermelde niveaus een belangrijke taak weggelegd voor de overheid, door het uitschrijven van richtlijnen hier-omtrent. VLOCO denkt hierbij aan:

• De opname van het thema OMB in diverse curricula aanmoedigen.• Sensibilisering rond de noodzaak van de aanwezigheid van een protocol rond OMB in organisaties (cfr. grensoverschrijdend gedrag).• Het herkaderen van het beroepsgeheim i.f.v een betere samenwerking tussen hulpverleners en ambtenaren.

b. NooD aaN loKalE VERaNKERINg VaN WERKINgEN RoND oMb IN VlaaNDERENVLOCO krijgt vanuit het werkveld regelmatig de vraag naar concrete, lokale doorverwijsmogelijkheden binnen situaties van OMB. Hierbij botst VLOCO op de grootte van het werkingsgebied. Het is immers niet evident om met 2 FTE en met de huidige locatie van VLOCO hierover kennis te hebben die up-to-date is. Omgekeerd ervaart het werkveld ook een drempel om contact op te nemen met een organisatie die veraf staat, ondanks de vele investeringen die VLOCO reeds deed om de werking bekend te maken. VLOCO ijvert voor meer aandacht voor de problematiek OMB binnen de ruime koepel van IFG. Op deze manier ziet VLOCO de mogelijkheid om ankerpunten verspreid over Vlaande-ren in beeld te brengen en waar nodig ondersteuning te geven. Dit is nu reeds het geval bij de OMB/IFG-werkingen van CAW De Kempen en CAW Boom-Mechelen-Lier. VLOCO is er immers van overtuigd dat de lokale kennis en ‘knowhow’ aanwezig zijn, maar duidelijker in beeld dienen te komen.

C. WEtENSChaPPElIjKE oNDERStEuNINg Meer investering in wetenschappelijk onderzoek zou leiden tot een grotere expertise rond OMB. Deze kan aangewend worden om er nog meer preventief in te spelen op de problematiek en nieuwe tenden-zen vlugger op te merken. VLOCO probeert hier en daar aansluiting te vinden met wetenschappers en onderzoekscentra, maar liet, gezien de beperkte tijd en middelen, nog te veel kansen daartoe liggen. VLOCO heeft onder andere interesse in kwalitatief en kwantitatief onderzoek naar profiel van pleger en slachtoffer, dynamieken in de spiraal van mis(be)handeling, evoluties in OMB-situaties doorheen de tijd...

Aanwezigheid op het CD&V-congresn.a.v. Dag van de oudereNaar aanleiding van Dag van de Oudere hielden de CD&V-Senioren op 30 september 2016 een

themadag omtrent ouderenmis(be)handeling. Naast een algemeen luik kwam ook minister Geens de

inspanningen die vanuit Justitie gedaan worden toelichten. VLOCO kreeg uitgebreid het woord om stil

te staan bij zijn eigen werking en realisaties.

Page 19: Jaarverslag 2016 VLOCO 2016.pdf · Binnen de werking van VLOCO wordt het luik ‘beleid’ op elke tweewe-kelijkse teamvergadering geagendeerd. Telkens wordt in overleg bekeken hoe

VLOCO kan terugkijken op een bruisend en ondernemend 2016, met diverse nieuwe initiatieven en projecten.

Dat er zowel op het vlak van beleid, ondersteuning van hulpverleners als deskundigheidsbevordering duidelijke noden zijn, toont aan dat ouderenmis(be)handeling wel degelijk een maatschappelijk relevant thema is én leeft in het werkveld van de ouderenzorg.

VLOCO engageert zich om zich ook in 2017 ten volle in te zetten om verder te sensibiliseren rond de problematiek, hiaten in de aanpak ervan aan de kaak te stellen en professionelen te blijven ondersteu-nen. Er wordt onder meer verder geïnvesteerd in de uitwerking van een aantal projecten in samenwerking met het kabinet, zoals de toe-passingsmogelijkheden van het RITI en een sensibiliseringscampagne in samenwerking met Hulplijn 1712. De inspiratiedag met diverse workshops voor professionelen op 15 juni (internationale dag tegen ouderenmis(be)handeling) wordt alvast iets om naar uit te kijken!

Ter afsluiting

Contacten met studentenStudenten die een eindwerk of masterproef maken rond OMB vragen frequent ondersteuning aan VLOCO. De helft van de vragen werd per

mail of telefonisch beantwoord, maar er kwamen ook 4 groepjes studenten op dienst langs.

Page 20: Jaarverslag 2016 VLOCO 2016.pdf · Binnen de werking van VLOCO wordt het luik ‘beleid’ op elke tweewe-kelijkse teamvergadering geagendeerd. Telkens wordt in overleg bekeken hoe

20

1. gEVolgDE VoRMINgEN IN 2016

WIE BESLIST? EnKELE ETHISCHE THEMA’S juRIDISCH GEKADERD

WERKEn MET FACEBOOK In CAW OVL

BEWInD OVER MEERDERjARIGE OnBEKWAMEn

EIGEn KRACHT COnFEREnTIE VOOR PROFESSIOnALS

ZORG ZONDER NAAM

OuDEREnMIS(BE)HAnDELInG, EEn VERDOKEn PROBLEMATIEK!

INTERVISIE GEWELD

WINTERMEETING GERIATRIE

AD HOC OVERLEG BESCHERMInG VAn MEDEWERKERS En HET GEBRuIK VAn HET SPREEKRECHT

BOTERHAMMEn MET LIEFDE En SOEP (OVER PARTnERGEWELD)

OPLEIDInG InTERVISIE/SuPERVISIE

Bijlage

VLOCO

Voorstel project Anders Ouder Worden 2.0 (CERA)VLOCO diende een projectvoorstel in met als doel het verhogen van de psychische weerbaarheid van ouderen, om zo de kans op ouderenmis(be)

handeling te verlagen. De bedoeling hiervan was om naast het sensibiliseren rond de problematiek ook in te zetten op ondersteuning en bege-

leiding rond het versterken van de eigenwaarde en het aangeven van grenzen. Helaas werd dit project niet weerhouden.

Page 21: Jaarverslag 2016 VLOCO 2016.pdf · Binnen de werking van VLOCO wordt het luik ‘beleid’ op elke tweewe-kelijkse teamvergadering geagendeerd. Telkens wordt in overleg bekeken hoe

21

En dan was er ook nog...Deelname aan het multidisciplinair seminarie OMB in Odisee Aalst, de werk-

veldcommissie Artevelde Hogeschool, publicatie van een artikel in Courant...

Page 22: Jaarverslag 2016 VLOCO 2016.pdf · Binnen de werking van VLOCO wordt het luik ‘beleid’ op elke tweewe-kelijkse teamvergadering geagendeerd. Telkens wordt in overleg bekeken hoe

34

Page 23: Jaarverslag 2016 VLOCO 2016.pdf · Binnen de werking van VLOCO wordt het luik ‘beleid’ op elke tweewe-kelijkse teamvergadering geagendeerd. Telkens wordt in overleg bekeken hoe

versterkt welzijn

Page 24: Jaarverslag 2016 VLOCO 2016.pdf · Binnen de werking van VLOCO wordt het luik ‘beleid’ op elke tweewe-kelijkse teamvergadering geagendeerd. Telkens wordt in overleg bekeken hoe

CONTACTVlaams Ondersteuningscentrum Ouderenmis(be)handeling

Ooststraat 27 I 9620 [email protected] I www.ouderenmisbehandeling.be

VLOCO

versterkt welzijn