Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

114

description

Jaarverslag 2009

Transcript of Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

Page 1: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam
Page 2: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

Page 3: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

Jaarverslag 2009

ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM

Page 4: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

2

I N H O U D

deel 1 • Algemeen jaarverslag

Voorwoord 3 Bericht van de Raad van Toezicht 4 Onderwijs 7 Onderzoek 14 Studenten 19 Medewerkers 25 Voorzieningen 32 EUR in het kort 37 Prijzen en onderscheidingen 43

Bijlage • uitwisselingsovereenkomsten 48 Bijlage • lijst met afkortingen 55

deel 2 • Financieel jaarverslag

Jaarverslag 63 Jaarrekening 75 Accountantsverklaring 108 Bijlage 110

Colofon

teksten • Erasmus Universiteit Rotterdam eindredactie • stafafdeling Marketing & Communicatie foto omslag • Michelle Muus

Erasmus Universiteit Rotterdam Bezoekadres • Burgemeester Oudlaan 50 Postadres • Postbus 1738, 3000 DR Rotterdam

e-mail [email protected] www.eur.nl

© Erasmus Universiteit Rotterdam 2010

Page 5: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

3

Voorwoord

Het jaar 2009 stond in het teken van de implementatie van strategiedocument Erasmus 2013‘Thuis in de wereld’. Veel aandacht is daarbij uitgegaan naar de verbreding van het onderwijsaanbod aan de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR). Met deze verbreding wil de universiteit een passend aanbod bieden voor de steeds grotere en diverse groepen studenten die op ons afkomt. Op 1 oktober 2009 studeren aan de EUR 2,2 procent meer studenten dan op dezelfde datum in 2008. Na een lichte daling van 1,7 procent in het collegejaar 2007-2008 zitten de studentenaantallen weer in de lift.

In 2009 is onze opleiding International Bachelor in Communication and Media met tweehonderd studenten van start gegaan. Er zal meer nieuw onderwijsaanbod volgen in de komende jaren. Zo is in 2009 het bestuurlijke besluit genomen tot het voorbereiden van een aanvraag voor een bachelor Pedagogiek en een master Onderwijskunde, de start van een academische PABO (met de Hogeschool Rotterdam) en de educatieve minor. Met de bestaande excellente onderzoeksgroep in de onderwijspsychologie en het aan de Faculteit de Sociale Wetenschappen gelieerde onderzoeksinstituut RISBO wordt zo een sterk cluster gevormd dat door onderzoek en onderwijs kan bij dragen aan een hoger opleidingsniveau in de regio.

Ook op onderzoeksgebied staat de universiteit uiteraard niet stil. Zo is het besluit genomen om de alfa/gamma-middelen die vanaf 2008 vanuit het ministerie van OCW beschikbaar zijn gekomen, te besteden aan een selectie van de beste onderzoeksgroepen met als doel de impact van die groepen verder te versterken. De onderzoeksschool ERIM heeft een prestigieuze NWO-subsidie binnengehaald voor verdere verbeteringen van haar graduate programme. Voor de verdere vorming van graduate schools aan de EUR is een commissie ingesteld. De Times Higher Education heeft het klinische onderzoek aan het Erasmus MC in 2009 uitgeroepen tot het beste van Europa. Diverse wetenschappers verwierven prestigieuze binnen- en buitenlandse beurzen en fondsen, met als klap op de vuurpijl de Advanced Investigator Grant van 3,5 miljoen euro van de European Research Council voor het onderzoek 'Novel strategies to combat future influenza pandemics' van prof.dr. Ab Osterhaus.

Een ander belangrijk strategisch doel is het versterken van de relaties tussen de EUR en de omgeving. Tijdens de opening van het Academisch Jaar 2009-2010 werd samen met burgemeester Aboutaleb een verklaring ondertekend, die in 2010 moet leiden tot een samenwerkingsovereenkomst met de lokale relatie, de gemeente Rotterdam. De universiteit nam in 2009 met gemeente en bedrijfsleven ook deel aan een territorial review van de OESO waarbij de economische kracht van de samenwerking in de regio werd onderzocht. De bevindingen van de OESO volgen begin 2010. Door de opening van de kantoren in Brussel en Beijing, alsmede door de studiereis naar China, zijn de internationale relaties geïntensiveerd.

De behaalde resultaten geven ons veel vertrouwen in de toekomst. De EUR is een ambitieuze en financieel gezonde universiteit, waarin door de onderzoekers, studenten en staf constant wordt gewerkt aan verdere verbetering, en die de internationale competitie met vertrouwen aangaat.

Page 6: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

4

< 1 > BERICHT van de RAAD VAN TOEZICHT

Samenstelling Raad van Toezicht Bij ministerieel besluit van 21 september 2009 benoemde de minister van OCW, dr. R.A.H. Plasterk, op voorstel van de Raad van Toezicht van de Erasmus Universitieit Rotterdam drs. Anton van Rossum per 1 oktober 2009 voor een tweede periode van vier jaar tot voorzitter van die raad.

Wijzigingen in het College van Bestuur De Raad van Toezicht heeft in 2009 veel tijd en aandacht besteed aan de nieuwe samenstelling van het College van Bestuur van de EUR. De voorzitter, drs. Jan Willem Oosterwijk, heeft zich om gezondheidsredenen genoodzaakt gezien zijn functie per 1 januari 2010 ter beschikking te stellen. De Raad spreekt op deze plaats zijn grote waardering en dank uit voor de uitmuntende wijze waarop de heer Oosterwijk aan het voorzitterschap van het College van Bestuur vorm en inhoud heeft gegeven. Onder zijn bezielende leiding zijn onder meer het EUR-Strategiedocument Erasmus 2013: “Thuis in de wereld.” en het EUR-Alumnibeleid tot stand gekomen. Per 1 september trad prof.dr. Steven Lamberts na een rectoraatsperiode van ruim vijf en een half jaar terug als rector magnificus van de EUR, vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Hij werd vervolgens door de Raad van Toezicht tot 1 januari 2010 benoemd tot waarnemend voorzitter van het College van Bestuur. De Raad spreekt hierbij nog eens zijn grote erkentelijkheid uit voor de vele bestuurlijke activiteiten van professor Lamberts gedurende de afgelopen jaren, en voor het feit, dat hij gedurende de laatste vier maanden als waarnemend voorzitter tezamen met de overige leden van het College de bestuurlijke continuïteit voor de EUR als geheel heeft gewaarborgd. Op 1 september is prof.dr. Henk Schmidt, voordien de decaan van de Faculteit der Sociale Wetenschappen, professor Lamberts als rector magnificus opgevolgd De Raad van Toezicht is ook drs. Kees van Rooijen erkentelijk voor de wijze, waarop hij sinds 2002 de aan hem in het kader van de verdeling van aandachtsvelden binnen het College toebedeelde portefeuilles heeft beheerd. In het najaar benoemden de Raad van Toezicht mr. Pauline van der Meer Mohr en drs. Bart Straatman tot nieuwe leden van het College van Bestuur. Mevrouw Van der Meer Mohr vervult per 1 januari 2010 de functie van voorzitter, drs. Straatman treedt als derde lid op 1 februari toe tot het College van Bestuur.

De vergaderingen van de Raad van Toezicht De Raad kwam in 2009 tien keer bijeen, waarvan eenmaal in een gezamenlijk overleg met de Raad van Toezicht van Erasmus MC, voorts eenmaal met de vertrouwenscommissie van de Universiteitsraad en eenmaal met een uitgebreide delegatie van de Universiteitsraad. Voorts woonde de voorzitter tweemaal een overleg bij van de voorzitters van de raden van toezicht resp. bestuurders van de rechtspersonen van de overige Nederlandse universiteiten, waarbij tevens minister Plasterk en enkele ambtenaren van OCW aanwezig waren. In een extra vergadering in maart evalueerde de Raad van Toezicht binnen de eigen kring het functioneren van de Raad zelf en dat van het College van Bestuur, en formuleerde enkele uitgangspunten om de raadsvergaderingen en de informatievoorziening aan de Raad te optimaliseren.

In en ook tussentijds buiten de vergaderingen om wordt de Raad, waar nodig, door (een of meer leden van) het College en door een of meer decanen van de faculteiten geïnformeerd over belangrijke ontwikkelingen binnen en buiten de EUR.

Page 7: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

5

Tijdens de vergadering van de Raad op 16 september presenteerde de decaan van de Erasmus School of Economics (ESE), prof.dr. Philip-Hans Franses, de topics van zijn beleid ten aanzien van het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek binnen deze faculteit. Dergelijke presentaties van faculteitsdecanen vinden met enige regelmaat plaats en komen tegemoet aan het vergroten van het inzicht van de Raad met betrekking tot de bestuursprocessen op decentraal niveau en aan het door de Raad van Toezicht gewenste contact met de decentrale bestuurders.

De vergaderingen met het College van Bestuur De Raad van Toezicht, en ter voorbereiding van de financieel-economische onderwerpen het audit committee van de Raad, heeft in zijn vergaderingen met het College van Bestuur (o.m.) de volgende onderwerpen behandeld:

� De financieel-economische crisis De gevolgen van de inmiddels ontstane (wereldwijde) financieel-economische crisis en de gevolgen hiervan voor de financieel-economische positie van de EUR op korte en op middellange termijn. Aan het College werd verzocht om – zodra over deze gevolgen meer duidelijkheid was verkregen, hierop adequaat beleid vanuit een “sense of urgency” te ontwikkelen.

� Goedkeuring van het EUR-Jaarverslag / de EUR-Jaarrekening 2008 Het EUR-Jaarverslag en de Jaarrekening 2008 en het Accountantsverslag 2008 werden tijdens de vergaderingen van het audit committee en die van de Raad van 18 mei kritisch besproken, waarna de beide eerstgenoemde documenten werden goedgekeurd.

� EUR-Kadernota en EUR-Begroting 2010 In het voorjaar werd de EUR-Kadernota begroting 2010 besproken; op 7 december werd vervolgens door het audit committee, resp. op 14 december werd door de Raad de door het College van Bestuur vastgestelde begroting 2010 besproken, welke nadien werd goedgekeurd.

� Masterplan Campus Woudestein In enkele vergaderingen werden door de Raad opmerkingen gemaakt bij de plannen van het College van Bestuur voor herinrichting van de campus op het Woudesteincomplex, het zgn. Masterplan Campus Woudestein 2013-2028, en met name bij de visie met betrekking tot de projectorganisatie en de financiering voor het realiseren van dit Masterplan op langere termijn.

� Het intrekken van de uitnodiging aan prof. Tariq Ramadan De Raad van Toezicht plaatste enkele kritische kanttekeningen bij de gang van zaken rond de intrekking van de uitnodiging van het College van Bestuur aan prof. Tariq Ramadan om als visiting professor “Burgerschap en Identiteit” bij de Faculteit der Sociale Wetenschappen en de Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen werkzaam te zijn.

� Implementatie van het Strategiedocument Erasmus 2013 “Thuis in de wereld.” Gedurende de verslagperiode werd de Raad door het College regelmatig op de hoogte gehouden van de vorderingen op het terrein van de implementatie van het Strategiedocument Erasmus 2013 en van de in dit kader met de decanen van de faculteiten gesloten convenanten.

� Reorganisatie ondersteunende diensten De in 2008 uitgevoerde reorganisatie ondersteunende diensten ging in 2009 zijn tweede jaar in. Het Bureau van de Universiteit is vervangen door vier shared service centers (Human

Page 8: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

6

Resources & Finance, Informatie & Communicatie Technologie, Onderwijs, Onderzoek & Studentenzaken en het Erasmus Facilitair Bedrijf) en vijf stafafdelingen (Algemene Bestuursdienst, Marketing & Communicatie, Corporate Planning & Control, Corporate Auditing en Institutional Development Office; laatstgenoemde stafafdeling is eind 2009 overgeheveld naar de Algemene Bestuursdienst. In 2009 vond een eerste (voorlopige) tussenevaluatie van deze reorganisatie plaats, waarover door het College van Bestuur aan de Raad werd gerapporteerd.

Het overleg met de Raad van Toezicht Erasmus MC De Raden van Toezicht van EUR en Erasmus MC hechten groot belang zowel aan een effectieve samenwerking tussen de Faculteit der Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen (FGG) van de EUR en het Academisch Ziekenhuis Rotterdam binnen het samenwerkingsverband Erasmus MC, als aan het uitbreiden van de samenwerking van genoemde faculteit met de andere EUR-faculteiten. Daarom wordt jaarlijks tussen beide Raden van Toezicht overleg gepleegd over beleidsmatige en strategische onderwerpen, van wederzijds belang voor de EUR en Erasmus MC gezamenlijk. Bovendien draagt de dubbelbenoeming van twee leden van de Raad in de Raad van Toezicht van Erasmus MC hieraan bij.

Conclusie De Raad van Toezicht constateert dat de EUR in 2009 een bewogen jaar achter de rug heeft, maar stelt met tevredenheid vast dat de bestuurlijke verhoudingen tussen de Raad en het College van Bestuur, tussen dat College en de decanen van de faculteiten en de overige beheerders van de EUR, alsook met de Universiteitsraad onverminderd goed zijn gebleven.

In 2010 zal het College van Bestuur in geheel nieuwe samenstelling met fris élan het bestuur van de universiteit ter hand kunnen nemen. De Raad van Toezicht spreekt hier het vertrouwen uit, dat het College van Bestuur met wijsheid en daadkracht de Erasmus Universiteit Rotterdam door deze, ook in financieel-economisch opzicht moeilijke tijden zal loodsen.

De Raad van Toezicht van de Erasmus Universiteit Rotterdam

drs. Anton van Rossum, voorzitter

Page 9: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

7

< 2 > ONDERWIJS

Kwaliteit en studiesucces Het verbeteren van het rendement (of ‘studiesucces’) in het hoger onderwijs is een belangrijk maatschappelijk thema en voornaamste onderwerp van de meerjarenafspraak per 2011 die de VSNU met de minister van OCW heeft gemaakt. Tegelijkertijd staan de universiteiten voor de opdracht om de kwaliteit van hun opleidingen te verhogen. De EUR streeft voor de meeste van haar opleidingen naar een hoger rendement onder een gelijk of zelfs hoger kwaliteitsniveau. Een tweede doel is het behalen van hogere rankings van alle opleidingen in verschillende rankinglijsten. De nadruk op instellingsbeleid om het rendement te verbeteren betekent dat de centrale kwaliteitszorg van de EUR aan hogere eisen moet voldoen. In het nieuwe accreditatiestelsel van de overheid zal het mogelijk zijn een audit aan te vragen van de kwaliteitszorg van de instelling. De EUR bereidt zich voor op een instellingsaudit (vanaf 2011).

Ranking EUR Een ranking is een middel voor de universiteit om haar positie te bepalen ten opzichte van haar zusterinstellingen. De belangrijkste voor de EUR worden hieronder weergegeven waarbij een onderscheid wordt gemaakt naar rankings van de gehele instelling doorgaans op basis van onderzoekreputatie en rankings op onderwijsgebied. Mede naar aanleiding van de resultaten van deze rankings is op onderzoeksgebied een aantal maatregelen getroffen om de positie te verbeteren. Daarvoor wordt verwezen naar het hoofdstuk onderzoeksbeleid.

Universiteitsrankings: Leiden Ranking, Times Higher Education Supplement

Het Centre for Science and Technology Studies (CWTS), van de Universiteit Leiden heeft een rankingsysteem ontwikkeld op basis van bibliometrische indicatoren. Gekeken wordt naar alle universiteiten wereldwijd met meer dan 700 in de Web of Science opgenomen publicaties (rond de 1000). De eerste resultaten daarvan zijn in 2008 gepubliceerd en betreffen de productie wat betreft Europa over de periode 2000-2007 en de wereld 2003-2007. Hoewel in het verslagjaar geen nieuwe ranking is uitgekomen, wordt hiervan toch gewag gemaakt gelet op het grote belang dat de EUR hecht aan deze ranking. Zij onderscheidt zich van de andere door een wetenschappelijke aanpak die transparanter en zorgvuldiger is en meet wat gemeten moet worden: de impact van wetenschappelijke publicaties. De meest relevante indicator in het Leidse systeem is de zogenaamde Crown Indicator.1 In deze ranking staat de EUR op de eerste plaats in Nederland en achtste binnen Europa. Wereldwijd bekleedt de universiteit de 56e plaats.

Times Higher Education Supplement (THES) Deze ranking wordt voor 40 procent bepaald door middel van peer reviews. Deze worden gecorrigeerd naar regio. Citaties nemen ook een relatief belangrijke plaats in (20 procent) evenals de staf/studentratio (idem). Voor de citaties wordt gebruik gemaakt van Scopus; dit databestand bevat evenwel relatief weinig informatie inzake de sociale en geesteswetenschappen.

1 size-independent, field-normalized average impact ('crown indicator' CPP/FCSm)

Page 10: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

8

Niettemin is er een zeer sterke oververtegenwoordiging in de top van Angelsaksische universiteiten. Wanneer wordt gekeken naar de situatie in Nederland dan blijkt dat de EUR na een dip in 2007 nu weer op de vijfde plaats staat. Zij was daarmee de grootste stijger. Alleen de universiteiten van Utrecht, Delft, Amsterdam en Leiden staan voor de EUR.

Onderwijsranking: Elsevier en Keuzegids

In het jaarlijkse onderzoek van Elsevier onder docenten en studenten naar de beste studies komt de EUR met haar opleidingen sterk naar voren. De universiteit behaalt in 2009 op grond van de studentenoordelen de eerste plaats met zes (van de dertien bij het onderzoek betrokken) bacheloropleidingen. Zij wordt gevolgd door Maastricht (drie keer een eerste plaats), Tilburg, Leiden en Nijmegen (ieder twee) en Wageningen (een eerste plaats). Het aantal eerste plaatsen steeg van vier in 2008 naar zes in 2009. Slechts een opleiding (fiscale economie) stond op de laatste plaats. Wat de masteropleidingen betreft, heeft de EUR twee eerste en vier tweede plaatsen (en geen laatste plaats). Maastricht heeft drie eerste plaatsen, en Groningen twee. De andere universiteiten hebben er minder of geen.

Bij de docenten staat de EUR op de eerste plaats met drie bacheloropleidingen. Zij wordt voorafgegaan door Tilburg (vier) en staat gelijk met Utrecht. Amsterdam (UvA) en Maastricht hebben ieder een eerste plaats. In onderstaande tabellen wordt een en ander samengevat.

Bachelor Docenten Studenten Economie 2/6 4/9 Econometrie 2/6 1/6 Bedrijfskunde 1/72 1/6 International Business Administration 1/5 1/5 Fiscaal Recht 7/7 5/6 Nederlands Recht 9/9 6/9 Bestuurskunde 2/8 3/8 Psychologie 6/10 1/10 Geschiedenis 6/7 1/7 Geneeskunde 1/8 6/8 Beleid Management Gezondheidszorg 2/4 1/4

Er zijn opvallende verschillen bij psychologie, geneeskunde en geschiedenis tussen de oordelen van studenten en docenten. Dit zou verband kunnen houden met de onderzoekreputatie van de betrokken opleidingen.

Aantal eerste plaatsen bachelor- en masteropleidingen volgens studenten

EUR Maastricht Tilburg Leiden Nijmegen Wageningen Groningen

Bacheloropleidingen3 6 3 2 2 2 1 Masteropleidingen 2 3 2

2 1/4 betekent dat er vier opleidingen zijn beoordeeld en de EUR daarbij als eerste uit de bus kwam.3 Verschil tussen aantal eerste plaatsen (16) en aantal opleidingen (13) wordt veroorzaakt door een aantal gedeelde eerste plaatsen

Page 11: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

9

Aantal eerste plaatsen volgens docenten

Tilburg Utrecht EUR Amsterdam (UvA) Maastricht Totaal 4 3 3 1 1

Keuzegids In de Keuzegids worden alle bacheloropleidingen in het hoger onderwijs in Nederland gerangschikt. Er wordt nagegaan of een opleiding is geaccrediteerd door de Nederlands-Vlaamse accreditatie organisatie (NVAO). Verder telt het oordeel van studenten over het onderwijsprogramma, de begeleiding en de docenten mee. De mate van uitval in het eerste jaar is een weegfactor evenals het aantal studenten dat na vier jaar het bachelordiploma heeft behaald. Tot slot wordt gekeken naar contact tussen studenten en docenten en naar kleinschaligheid.

De EUR staat in de Keuzegids 2010 (die is gebaseerd op onderzoek in 2009) op plaats 8 in het overzicht beste universiteiten. Wel blijkt dat van de brede universiteiten alleen Nijmegen hoger scoort: Leiden, de beide Amsterdamse universiteiten, Groningen en Utrecht scoren alle lager dan de EUR. De EUR-opleidingen nemen in de Keuzegids lagere posities in dan bij de lijst van Elsevier. Psychologie, Geschiedenis en Gezondheidwetenschappen hebben in 2010 hun zelfde plaats weten te behouden.

Keuzegids Hoger Onderwijs 2010 EUR Economie 7/10 Econometrie 5/6 Fiscale economie 3/5 Bedrijfskunde 5/8 International Business Administration 3/4 Fiscaal recht 5/6 Nederlands recht 4/10 Bestuurskunde 5/5 Criminologie 2/3 Sociologie 6/7 Psychologie 1/11 Geschiedenis 2/7 Algemene Cultuurwetenschap 6/7 Wijsbegeerte 6/8 Geneeskunde 7/8 Gezondheidswetenschappen 2/5

Page 12: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

10

Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) telt zeven faculteiten. Voor deze faculteiten worden de volgende afkortingen gehanteerd: ESE Erasmus School of Economics FGG/Erasmus MC Faculteit der Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen/ Erasmus

Medisch Centrum, inclusief instituut Beleid en Management Gezondheidszorg

iBMG instituut Beleid en Management Gezondheidszorg FHKW Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen FR Faculteit der Rechtsgeleerdheid FSW Faculteit der Sociale Wetenschappen FW Faculteit der Wijsbegeerte RSM Rotterdam School of Management, Erasmus University Sinds juli 2009 maakt een Haags instituut onderdeel uit van de EUR: ISS international Institute of Social Studies

Kwaliteitszorg Ook in 2009 heeft verbetering van de onderwijskwaliteit hoog op de agenda gestaan. Met de tussentijdse opleidingsevaluatie is voor alle opleidingen een driejarige cyclus ingevoerd, waarbij iedere opleiding tussen twee accreditatiemomenten te maken krijgt met een intern georganiseerde beoordeling. In 2009 zijn tussentijdse opleidingsevaluaties afgerond voor de bachelor- en masteropleidingen van de FHKW, voor de researchmasters van FGG/ Erasmus MC en voor de researchmaster van het Tinbergen Instituut (ESE).

Accreditatie In het verslagjaar heeft de NVAO (Nederlands-Vlaamse accreditatie organisatie) de volgende opleidingen van de EUR opnieuw geaccrediteerd: - bachelor en master Geneeskunde: nadat in 2008 een verkort besluit voor deze opleidingen

was afgegeven, heeft de NVAO in 2009 deze opleidingen formeel opnieuw geaccrediteerd. - Researchmaster Master of Philosophy in Economics (ESE) - Researchmaster Neuroscience (FGG/Erasmus MC) - Researchmaster ERIM Master of Philosophy in Economics (RSM) - Researchmaster Health Sciences/Clinical Epidemiology (FGG/Erasmus MC) - Researchmaster Molecular Medicine (FGG/Erasmus MC) - Niet-initiële master European Master in Law and Economics (FR)

Externe beoordelingen visitatiecommissies In het jaar 2009 is het visitatierapport voor de bachelor- en masteropleidingen in de discipline economie verschenen. Ook de opleidingen in de discipline wijsbegeerte zijn gevisiteerd; het definitieve rapport wijsbegeerte wordt in 2010 verwacht. Voor de opleidingen van iBMG zijn in 2009 zelfevaluaties geschreven en ingediend bij QANU (Quality Assurance Netherlands Universities).

Economie De visitatiecommissie onder voorzitterschap van prof. dr. A. van Witteloostuijn heeft alle onderwerpen voor zowel de bachelor- als de masteropleidingen als voldoende beoordeeld. Elk van de zeven beoordeelde opleidingen scoorde op een of meer facetten het oordeel ‘goed’. Zo vond de commissie van alle zeven opleidingen het didactisch concept goed doordacht. Het werkcollege werd als bijzondere en sterke werkvorm genoemd, waardoor de opleidingen

Page 13: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

11

uitstijgen boven de basiskwaliteit wat betreft het facet afstemming tussen vormgeving en inhoud. Het programma van de bachelor Economie en Bedrijfseconomie werd zeer goed doordacht en duidelijk gevonden. Ook het facet Studiebegeleiding werd voor deze opleiding goed beoordeeld, omdat de commissie van mening is dat ESE uitgebreid aandacht besteedt aan de opvang en begeleiding van studenten in deze grote opleiding. Zowel de bachelor- als de masteropleiding Econometrie zijn goed beoordeeld op het facet Maatregelen tot verbetering. Zij is van mening dat mede door inbreng van een actieve en enthousiaste opleidingscommissie zowel studenten als docenten zich zeer betrokken voelen bij het verbeteren van de kwaliteit van de opleiding. Ook was zij te spreken over de zeer goede samenhang van de masteropleiding Econometrics and Management Science. Vanzelfsprekend heeft de commissie ook aanbevelingen gedaan voor verbetering. Deze worden door de faculteit verwerkt in een plan van aanpak.

Heraccreditatie researchmasters In 2009 is heraccreditatie verkregen voor vijf researchmasters. Voor dergelijke beoordelingen worden de aanvragen ingediend bij de NVAO. NVAO schakelt commissies van de KNAW (Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen) in voor de beoordeling van deze opleidingen.

Tinbergen Institute Master of Philosophy in Economics (ESE): deze opleiding werd zeer goed beoordeeld. Van de 21 facetten van het kader vond de commissie er vijf excellent, dertien goed en drie voldoende.

Health Sciences/Clinical Epidemiology (FGG/Erasmus MC): ook deze opleiding werd zeer goed beoordeeld door de commissie, met vier excellente facetten, twaalf goede en vijf voldoende.

ERIM Master of Philosophy in Business Research (RSM): de commissie was ook zeer goed te spreken over deze opleiding, met een beoordeling van veertien keer goed en zeven keer voldoende.

Neuroscience (FGG/Erasmus MC): de commissie is van mening dat alle 21 facetten een voldoende scoren.

Molecular Medicine (FGG/Erasmus MC): ook van deze opleiding beoordeelde de commissie alle facetten als voldoende.

In het verslagjaar is een aanvraag voor heraccreditatie ingediend bij de NVAO voor de researchmaster Clinical Research. De uitslag wordt in 2010 verwacht.

Onderwijsaanbod De externe procedure voor de accreditatie van nieuwe initiële opleidingen is in 2009 veranderd:

1. de volgorde van de toetsen nieuwe opleiding en doelmatigheid is per 1 juli 2009 omgedraaid. In het vervolg wordt eerst de doelmatigheid getoetst.

2. de minister laat zich per 1 juli 2009 voor de toets doelmatigheid adviseren door de nieuw ingestelde Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs.

3. de universiteiten stemmen sinds 2009 met elkaar af voordat ze een toets doelmatigheid aanvragen. De Commissie Doelmatigheid Onderwijs heeft dit voorgeschreven, waarbij wordt vooruitgelopen op de wijziging van de wet (Wet versterking besturing).

De EUR heeft voor de volgende opleidingen de externe procedure in 2009 met succes afgerond: 1. de International Bachelor in Communication and Media (start per 1 september 2009)

Page 14: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

12

2. de onderzoeksmaster Infection and Immunity (start per 1 september 2009 3. de initiële master Accounting, Auditing and Control. Het gaat hier om de

verzelfstandiging van een afstudeerrichting van de master Economics and Business (per 1 september 2010).

4. de niet-initiële master Master City Developer. Het gaat hier om een al langer bestaande opleiding.

De EUR ambieert een cluster rond pedagogie en onderwijs te ontwikkelen en heeft in 2009 met succes de aanvraag toets doelmatigheid ingediend voor de bacheloropleiding Pedagogie en zal in 2010 de toets nieuwe opleiding bij de NVAO indienen. De toets doelmatigheid van de masteropleiding Pedagogie en onderwijswetenschappen is nog in behandeling en het besluit daarover komt in 2010.

In de loop van 2009 heeft de EUR zonder succes aanvragen ingediend bij de Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs voor de masteropleidingen General Management, en Aansprakelijkheid en verzekering. Over de aanvraag voor de Togamaster valt de beslissing in 2010.

De EUR heeft bij de NVAO een aantal aanvragen toets-nieuwe-opleiding ingediend voor nieuwe initiële masteropleidingen die wel positief zijn beoordeeld bij de toets doelmatigheid, te weten Supply Chain Management en Finance & Investments. Ook liggen er bij de NVAO aanvragen voor de niet-initiële masteropleidingen IT-Auditing en Internal Operational Auditing. De NVAO beslist in 2010 over deze vier aanvragen.

Als gevolg van de integratie van het ISS maakt de niet-initiële masteropleiding Development Studies van het ISS deel uit van het opleidingenaanbod van de EUR.

De instroom van de bacheloropleiding Economie & Informatica stopt per 1 september 2009 met oog op de beëindiging van deze opleiding op 31 december 2013.

De naam van de onderzoeksmaster Clinical Epidemiology wordt veranderd in Health Sciences. Dit krijgt zijn beslag per 1 september 2010.

Minorstelsel De invoering van het bachelor-masterstelsel heeft er bij de EUR toe geleid dat sinds 1 september 2008 alle nieuwe derdejaars bachelorstudenten verplicht zijn tot het volgen van een minor. Dat betekent dat in 2009 de bacheloropleidingen van de EUR voor de tweede keer hun minoren hebben aangeboden. Vanaf 2009 is het ook mogelijk voor studenten van andere universiteiten en hbo-instellingen om aan de EUR bepaalde minoren te volgen. De minor, een samenhangend pakket van 15 ECTS (puntenstelsel volgens European Credit Transfer System), geeft studenten een stimulans over de grens van hun opleiding te kijken. Ruim 2000 studenten hebben van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Zij hadden de keuze uit 52 verbredende en vier verdiepende minoren. Daarnaast konden studenten er voor kiezen de minorperiode in te vullen met een internationale uitwisseling of stage. Uit het onder de deelnemers gehouden tevredenheidsonderzoek blijkt dat studenten tevreden zijn over het minoraanbod van de EUR en over de mogelijkheid een minor te volgen. Opmerkelijk is dat bijna 85 procent van de studenten de door hen gevolgde minor zou aanraden aan andere studenten.

Page 15: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

13

Niet-initieel onderwijs In het EUR-register niet-initieel onderwijs zijn alle onderwijsactiviteiten aan de EUR opgenomen (cursussen en opleidingen) die buiten het initiële onderwijs van deze instelling vallen. < zie hoofdstuk 7> Alleen onderwijsactiviteiten die geregistreerd staan in het EUR-register mogen gebruik maken van de naam en het logo van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Voor alle niet-initiële masteropleidingen geldt een accreditatieverplichting. Hierbij kunnen opleidingen kiezen voor de NVAO, een internationale organisatie of een beroepsvereniging. Aangezien alleen NVAO accreditatie leidt tot een wettelijk erkende titel hebben de afgelopen jaren (en ook in 2009) veel opleidingen gekozen voor de NVAO. Aan het eind van 2009 stonden er zeventien niet-initiële masteropleidingen van de EUR geregistreerd in het CROHO (Centrale register opleidingen hoger onderwijs). In 2009 is de masteropleiding Health Business Administration van iBMG door FIBAA geaccrediteerd. FIBAA is een Duitse organisatie gericht op ondersteuning van Europese universiteiten bij de ontwikkeling van economisch gerichte opleidingen.

Page 16: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

14

< 3 > ONDERZOEK

De EUR wil in de internationale top van de wetenschappelijke wereld meespelen. De universiteit streeft daarbij naar stijging op de CWTS-rankings (Centrum voor Wetenschaps- en Technologiestudies) en zichtbaarheid van onderzoeksresultaten. Tegelijkertijd is er een grote behoefte bij onze stakeholders aan een bijdrage van de wetenschap aan de grote maatschappelijke opgaven van deze tijd (valorisatie). De EUR wil beter beleid ontwikkelen ter vergroting van de “dubbele” impact van het onderzoek: wereldwijd onder “peers” (citaties in toonaangevende tijdschriften etc.) en maatschappelijk (valorisatie). Uitgangspunt van het beleid is dat beiden verweven zijn: geen valorisatie zonder wetenschappelijke excellentie. Er wordt onderzocht wat de mogelijkheden zijn met betrekking tot de samenhang tussen de researchmaster en het promotietraject.

Kwaliteitszorg onderzoek Eind 2009 is het nieuwe Standard Evaluation Protocol (SEP 2009-2015) uitgebracht als gezamenlijk initiatief van KNAW, NWO en VSNU. In het kader van Kwaliteitszorg Onderzoek hebben wij een uitwerking vastgesteld van dit SEP naar de realiteit en praktijk van de EUR. Dit document is een vervanging van het document SEP-EUR: Standaard Evaluatie Protocol & Onderzoeksbeoordelingen EUR van september 2005 en dient als richtlijn voor de SEP onderzoeksbeoordelingen aan de EUR. Een tijdschema onderzoeksbeoordelingen volgens het SEP per onderzoekseenheid van de EUR voor de periode 2010-2015 is in genoemd document opgenomen.

Onderzoeksbeoordelingen volgens SEP In het kader van onderzoeksbeoordeling volgens het Standard Evaluation Protocol (SEP) is in 2009 een aantal onderzoeksvisitaties uitgevoerd en afgerond. ESE heeft in 2008 een onderzoeksvisitatie door een Internationale Peer Review Committee laten uitvoeren voor al hun onderzoeksactiviteiten in het kader van de externe onderzoeksbeoordeling volgens het Standard Evaluation Protocol. De onderzoeksvisitatie was een gezamenlijk traject met de universiteiten van Amsterdam, Rotterdam, Groningen, Maastricht en Tilburg. In 2009 zijn de resultaten bekend gemaakt. De visitatie is uitgevoerd door een internationale commissie, onder voorzitterschap van prof.dr. R. van Dierdonck, van de Vlerick Leuven Gent Management School. De onderzoeksprogramma’s van ESE zijn zeer goed tot excellent beoordeeld. De evaluatiecommissie was erg onder de indruk van de verdrievoudiging van de onderzoeksoutput per fte gedurende de beoordeelde periode. Verder behoort het merendeel van de onderzoeksgroepen tot de wereldklasse, en de onderzoeksgroep marketing zelfs tot de wereldtop. De definitieve eindversie van het rapport is in november 2009 door QANU gepubliceerd. FR heeft in 2009 tevens een externe onderzoeksbeoordeling ondergaan door een Internationale Peer Review Committee, onder voorzitterschap van prof.dr. A. Koers. De onderzoeksvisitatie was een gezamenlijk traject met de universiteiten van Amsterdam, Utrecht, Leiden, Groningen, Maastricht, Nijmegen en Tilburg. Het evaluatierapport wordt in het eerste kwartaal 2010 verwacht.

Onderzoekscholen Het onderzoek van de EUR is voor 80 procent ondergebracht in erkende onderzoekscholen. Daarmee is aan de streefwaarde voldaan. De EUR is penvoerder van twee facultaire onderzoeksscholen (Cardiovasculaire Onderzoekschool EUR (COEUR), Erasmus Postgraduate School Molecular Medicine

Page 17: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

15

(MolMed)), een interfacultaire onderzoekschool (Erasmus Research Institute of Management (ERIM)) en van vier interuniversitaire onderzoekscholen (Nederlandse Onderzoekschool voor de Bestuurskunde (NIG), Netherlands Institute for Health Sciences (NIHES), Onderzoekschool Maatschappelijke Veiligheid (OMV), Tinbergen Instituut (TI). Daarnaast participeert de EUR in acht interuniversitaire onderzoekscholen: Huizinga Instituut-Interuniversitaire onderzoekschool voor cultuurgeschiedenis (Huizinga), N.W. Posthumus Instituut (Posthumus), Onderzoekschool voor Transport, Infrastructuur en Logistiek (TRAIL), Onderzoekschool Neurowetenschappen Amsterdam Rotterdam (ONWAR), Onderzoekschool Ethiek (OZSE), Research School for Resource Studies for Development (CERES), Onderzoekschool Rechten van de Mens (Mensenrechten), Medisch-Genetisch Centrum Zuid-West Nederland (MGC).

In het verslagjaar heeft COEUR, waarvan de EUR penvoerder is, hererkenning verkregen. Eind 2009 is door MolMed en MGC bij de KNAW een aanvraag tot hererkenning ingediend.

Overzicht onderzoekscholen

Onderzoekscholen met EUR als penvoerder naam onderzoekschool acroniem type

samenwerkingsverband Cardiovasculaire Onderzoekschool Erasmus Universiteit Rotterdam

COEUR Facultair

Erasmus Postgraduate School Molecular Medicine

MOLMED Facultair

Erasmus Research Institute of Management ERIM Interfacultair Nederlandse Onderzoekschool voor de Bestuurskunde

NIG Interuniversitair

Netherlands Institute for Health Sciences NIHES Interuniversitair Onderzoekschool Maatschappelijke Veiligheid OMV InteruniversitairTinbergen Instituut TI Interuniversitair

Onderzoekscholen waar de EUR in participeert naam onderzoekschool acroniem Huizinga Instituut - Interuniversitaire onderzoekschool voor cultuurgeschiedenis

Huizinga

N.W. Posthumus Instituut Posthumus Onderzoekschool voor Transport, Infrastructuur en Logistiek TRAIL Onderzoekschool Neurowetenschappen Amsterdam Rotterdam ONWAR Onderzoekschool Ethiek OZSEOnderzoekschool Rechten van de Mens Mensenrechten Research School for Resource Studies for Development CERES Medisch-Genetisch Centrum Zuid-West Nederland MGC

Researchmasters In 2009 is toestemming verkregen voor de start van de nieuwe researchmaster Infection and Immunity van FGG/Erasmus MC.

Page 18: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

16

Overzicht van researchmasters - Tinbergen Institute Master of Philosophy in Economics (ESE) - ERIM Master of Philosophy in Business Research (RSM) - Justice and Safety & Security (FR) - Research in Public Administration and Organizational Science (FSW) - Early Modern Intellectual History (FHKW) - Sociology of Culture, Media and the Arts (FHKW) - Institutions: Erasmus Research Master in Philosophy and Economics (FW) - Clinical Research (FGG/Erasmus MC) - Health Sciences/Clinical Epidemiology (FGG/Erasmus MC) - Infection and Immunity (FGG/Erasmus MC) - Molecular Medicine (FGG/Erasmus MC) - Neuroscience (FGG/Erasmus MC)

Onderzoeksubsidies De Vernieuwingsimpuls scores zijn ten opzichte van het vorig verslagjaar lager. In 2009 heeft de EUR ten opzichte van 2008 minder Veni-toekenningen gekregen (2008: twaalf en 2009: negen). Opvallend is dat vijf van de negen toekenningen behaald zijn door Woudestein onderzoekers (ESE: drie en RSM: twee), de overige vier toekenningen zijn voor FGG/Erasmus MC. In 2009 zijn er vijf Vidi-subsidies toegekend, allen voor FGG/Erasmus MC. Met deze score viel de EUR in vergelijking met de andere instellingen in de middenmoot. Ten opzichte van vorig jaar betekende dit een Vidi-toekenning minder. Met alleen een Vici-toekenning (FGG/Erasmus MC) scoren we ook bij deze subsidie ten opzichte van vorig jaar (2008: twee toekenningen) iets lager.

Een zeer goed resultaat is behaald in de Mozaïek subsidieronde van NWO. Met vier toekenningen behoorde de EUR tot een van de drie best scorende universiteiten, naast de Universiteit Leiden en de Vrije Universiteit. De KNAW heeft aan twee onderzoekers (FSW en FW) van de EUR een lidmaatschap van De Jonge Akademie toegekend. Binnen de Europese subsidies van het zevende kaderprogramma is door FGG/ Erasmus MC een zeer prestigieus resultaat behaald met de toekenning van een ERC Advanced Grant. In 2009 is aan vier onderzoekers een EUR-Fellowship toegekend.

2009 Veni Vidi Vici Mozaïek EUR Fellow FGG/Erasmus MC 4 5 1 2 2 ESE 3 - - - 1 RSM 2 - - 1 1 FSW - - - 1 - FR - - - - - FHKW - - - - - FW - - - - - Totaal 9 5 1 4 4

Promoties In 2009 is het aantal promoties opnieuw toegenomen. In totaal ontvingen 293 promovendi hun bul. Een deel van de stijging is te verklaren doordat het ISS vanaf juli deel is gaan uitmaken van de EUR. FGG/Erasmus MC levert de grootste bijdrage aan de stijging (in 2008 goed voor 178

Page 19: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

17

promoties, in 2009 voor 198 promoties). Bij FW zijn het afgelopen jaar maar liefst zes promoties afgerond. Net als in 2008 zijn er meer vrouwen dan mannen gepromoveerd: 150 bullen gingen naar vrouwen en 143 naar mannen.

Promoties 2005 2006 2007 2008 2009FGG/Erasmus MC 146 170 151 178 198iBMG 8 9 10 6 7ESE 24 22 25 26 16RSM 13 16 17 27 25FR 13 12 18 15 16FSW 11 14 13 8 11FHKW 1 5 1 3 4FW 4 5 2 2 6ISS 10Totaal 220 253 237 265 293

Kennisvalorisatie Naast de wettelijke taken onderwijs en onderzoek heeft de universiteit een taak op het terrein van de kennisvalorisatie ofwel de zorg dat de op de EUR ontwikkelde kennis wordt ingezet voor de maatschappij. Dit gebeurt enerzijds door het commercialiseren van producten en diensten; deze activiteiten zijn ondergebracht in de verschillende BV’s van de EUR-holding. Anderzijds door de inzet van medewerkers in onderzoeken van bijvoorbeeld de overheid. De ingebrachte deskundigheid draagt bij aan het oplossen van maatschappelijke problemen. < zie kadertekst>

Valorisatievoorbeeld van Faculteit der Rechtsgeleerdheid In de jaren 1999-2004 heeft mr.dr. Arthur Hartmann van de sectie Strafrecht van de faculteit der Rechtsgeleerdheid deelgenomen aan het onderzoeksproject “Strafvordering 2001”, een grotendeels door het ministerie van Justitie gefinancierd onderzoek naar de grondslagen van het Wetboek van Strafvordering in het licht van de maatschappelijke en politieke situatie van die tijd. De resultaten van het onderzoek zijn neergelegd in vier rapporten. Als onderdeel van deze vier rapporten heeft Hartmann twee deelrapporten geschreven inzake de buitengerechtelijke afdoening (de praktijk van de transactie in strafzaken). Beide rapporten hebben in belangrijke mate de opmaat gevormd voor de in 2006 door het parlement aangenomen Wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de buitengerechtelijke afdoening van strafbare feiten (Wet OM-afdoening, Stb. 2006, 330). Gevolg van de wetswijziging is dat de huidige buitengerechtelijke afdoening in strafzaken in de komende jaren in fasen wordt omgevormd tot een meer inzichtelijk en beter genormeerd stelsel van zelfstandige sanctieoplegging, waarin doelmatige rechtshandhaving en rechtsbescherming voor de verdachte adequater zijn vormgegeven, afhankelijk van wat er voor de verdachte op het spel staat.

Onder valorisatie verstaat de EUR ook het verwerven van Europese (internationale) subsidies, zoals die van het EU kaderprogramma 7(KP7). Het openen van een werkplaats voor onderzoekers in het gebouw van Neth-ER (Netherlands house for Education and Research) in Brussel begin 2009 speelt hierbij een belangrijke rol. In het verslagjaar zijn drie

Page 20: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

18

‘consultationmeetings’ belegd. Dit heeft ertoe geleid dat nu ook andere fondsen kunnen worden aangesproken dan KP7. De werkplaats in de Belgische hoofdstad heeft als bijkomend effect de bewustwording van het belang van Brussel voor de ontwikkeling van het onderzoek aan de EUR. Onontbeerlijk hierbij is de steun van het College van Bestuur. De Regiegroep Europa, waarin de vertegenwoordigers van de faculteiten zitting hebben, draagt in belangrijke mate bij van het versterken van kennis over Europa. Het SSC Onderwijs, Onderzoek & Studentenzaken organiseert bijeenkomsten over belangrijke oproepen voor onderzoek uit KP7. Het aantal aanvragen is daardoor flink toegenomen. In 2009 hebben 286 onderzoekers een aanvraag ingediend in KP7; de meesten van hen afkomstig uit het expertisegebied Geneeskunde en Gezondheid.

FGG/Erasmus MC 246 RSM 18 FSW 11 FR 3 ESE 5 FHKW 2 iBMG 1

Internationalisering Door het College van Bestuur is in 2009 het kaderstellend beleid voor de internationalisatie vastgesteld. Het kader is een strategie met als doel het aanboren van toegangen tot nieuwe bronnen van buitenlandse kennis. Dit uitgangspunt leidt tot het benoemen van research als primaire aanjager voor de internationalisatie. Door deze focus is kennisvalorisatie een integraal onderdeel van dit beleid geworden. Daarnaast integreert het nieuwe beleid andere internationale activiteiten zoals onderwijs, werving van studenten en alumnibeleid. Het uitgangspunt is dat door massa te creëren de internationalisatie wordt versterkt. De EUR hanteert verticale integratie om efficiency te bereiken.

Uit het onderzoek van het Centrum voor Wetenschaps- en Technologie Studies is vast komen te staan dat dankzij netwerken de EUR op het terrein van research internationaliseert. Deze netwerkbenadering wordt door het nieuwe beleid gestimuleerd en in de praktijk verder uitgewerkt. Een bijzondere rol is daarbij weggelegd voor het College van Bestuur: het stimuleren van interdisciplinaire samenwerking tussen de faculteiten en nieuwe buitenlandse instituten. De reis in oktober 2009 naar Beijing en Shanghai is hier een voorbeeld van. De EUR-delegatie, bestaande uit 26 onderzoekers afkomstig uit allerlei disciplines, heeft een basis gelegd voor wetenschappelijke uitwisseling. Voor het onderhouden van de contacten is Erasmus University Center in Beijing opgericht, met een lokale medewerker als intermediair. Een belangrijk resultaat van het bezoek aan China is het sluiten van een memorandum of understanding (MOU) geweest met de China Scholarship Counsil voor PhD-beurzen. De vertegenwoordiger van de EUR in Beijing en de vertegenwoordiger van CHERC (China-Holland Education & Research Centre) aan de EUR werken nauw samen om dit een succes te laten zijn.

Page 21: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

19

< 4 > STUDENTEN

Gegeven de landelijke stijging van het aantal studenten, het landelijke beleid om meer uitstroom uit het hoger onderwijs te realiseren (50 procent hoger opgeleid) en de bevolkingsopbouw in de Rotterdamse regio wordt In het strategiedocument Erasmus 2013 daarom als ambitie een stevige groei van het aantal studenten neergezet: naar 28.500 studenten in geaccrediteerde opleidingen in 2013. Een groot deel daarvan zal ook van internationale herkomst moeten zijn: zo kan de EUR haar profiel als diverse, internationale en multiculturele universiteit versterken. Door het portfolio van de EUR te verbreden met nieuwe opleidingen kunnen nieuwe doelgroepen worden aangetrokken. Op de EUR is spanning tussen kwaliteit, kwantiteit en studiesucces een van de centrale strategische dilemma’s. Het bieden van meer maatwerk aan studenten biedt een uitweg uit dit dilemma. Met het oog op ‘leven lang leren’ behoort het uitgroeien tot marktleider in het aanbod van postinitiële opleidingen een belangrijk strategische doel.

Studenten in cijfers Op 1 oktober 2009 studeren 20.403 personen4 (10.812 mannen en 9.591 vrouwen) aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, 2,2 procent meer dan op dezelfde datum in 2008 (19.473 personen5). Na een lichte daling van 1,7 procent in 2008 zitten de studentenaantallen weer in de lift. Omdat er studenten zijn die zich aanmelden voor meer dan een opleiding ligt het aantal inschrijvingen voor de bachelor- en masteropleidingen hoger. Op 1 oktober staan 14.487 studenten ingeschreven voor een bacheloropleiding en 7.497 studenten voor een masteropleiding.

Inschrijvingen per fase 2009 2008 verschil

bachelor 14.487 13.539 948master 7.497 7.189 308

Inschrijvingen per faculteit 2009 2008 verschil

Erasmus School of Economics 5004 4733 271Rotterdam School of Management, Erasmus University 6456 6560 -104Faculteit der Rechtsgeleerdheid 4818 4700 118Faculteit der Sociale Wetenschappen 2682 2588 94Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen 942 794 148Faculteit der Wijsbegeerte 400 345 55Faculteit der Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen / Erasmus MC 2803 2710 93instituut Beleid en Management Gezondheidszorg 763 618 145

totaal 23.868 23.048 820Cijfers inclusief dubbeltellingen en studenten doctoraal oude stijl, peildatum 1 oktober 2009

4 Cijfers gebaseerd op tellingen uit het inschrijfsysteem van de EUR per 1 oktober 2009 en niet gecorrigeerd voor bekostigingsfactoren; na-inschrijvingen van het vorig jaar zijn niet in de telling meegenomen. 5 De (kleine) verschillen tussen de in het jaarverslag 2008 opgenomen getallen en de hier genoemde zijn te verklaren op grond vancorrecties aangebracht na de publicatie van het jaarverslag 2008.

Page 22: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

20

Diploma’s per faculteit collegejaar 2008-2009 bachelor master doctoraal arts ESE 479 568 RSM 488 1197 FR 569 512 18 FSW 250 391 2 FHKW 83 137 6 FW 17 10 FGG/Erasmus MC 1 57 293 280 iBMG 53 126

Diploma’s per jaar studiejaar ’06 - ‘07 ’07 - ‘08 ’08 - ‘09 bachelor 1797 2007 1940 master 2394 2665 3016 doctoraal 533 475 319 arts 282 238 280 totaal 5006 5385 5555

ISS Op 1 oktober 2009 telt het International Institute of Social Studies 396 masterstudenten (verhouding man/vrouw: 40/60 procent) en 47 PhD studenten (verhouding man/vrouw: 47/53 procent) met in totaal 67 nationaliteiten.

Inschrijvingen De inschrijfronde 2009-2010 is uitstekend verlopen. Studenten blijken steeds eerder en beter de weg naar Studielink te vinden, de online inschrijfapplicatie voor het Nederlandse hoger onderwijs. Ook in de interne processen is het gebruik van Studielink steeds meer ingesleten. Dat het vertrouwen toenam bleek wel uit het feit dat een begin is gemaakt het via Studielink laten aanmelden van studenten met een buitenlandse vooropleidingen voor enkele bachelor en masteropleidingen. Ook de functionaliteit in het EUR-inschrijfsysteem (EIS) waardoor gegevens over toelating worden vastgelegd functioneert goed.

Door de wijze waarop het proces verliep konden we ondanks de grote stroom eerstejaars-inschrijvingen en het uitstel van een maand dat het ministerie van OCW gaf voor het verwerken van de machtigingen reeds de eerste week van oktober gegevens uploaden naar de landelijke database voor inschrijvingen (CRI-HO).

Opnieuw nam het aantal vragen bij het ESSC (Erasmus Studenten Service Centrum) over inschrijvingen af in vergelijking met het voorgaande jaar. De daling was 9 procent en dat is opmerkelijk veel tegen de achtergrond van de stijging van vooral de eerstejaars bachelor en pre-master (schakel) studenten.

Begin 2009 zijn nieuwe collegekaarten en bewijzen van inschrijving in gebruik genomen. Het interne proces van afgifte bewijzen betaald collegegeld is gestroomlijnd waardoor studenten eerder over dit document kunnen beschikken.

Numerus fixus en decentrale selectie In studiejaar 2008-2009 hanteren zes bacheloropleidingen een numerus fixus, namelijk Psychologie (250), Criminologie (115 voltijd/10 deeltijd), Rechtsgeleerdheid (480 voltijd/70

Page 23: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

21

deeltijd), Fiscaal Recht (100 voltijd/25 deeltijd), International Business Administration (125) en Geneeskunde (410). De instroombeperking voor de opleiding Geneeskunde is een arbeidsmarktfixus, deze wordt jaarlijks vastgesteld door het ministerie van OCW. Geneeskunde voert naast de numerus fixus jaarlijks ook een decentrale selectie uit op 50% van de bachelorinstroom. De bacheloropleiding International Business Administration (IBA) participeert in het experiment ‘selectie aan de poort’. Het hanteren van een numerus fixus is daarvoor uit de aard van het experiment overbodig, aangezien de opleiding de instroom zelf kan reguleren. De Experimentenwet vooropleidingseisen, selectie en collegegeldheffing is in 2008 voor onbepaalde tijd verlengd. Toch is voor collegejaar 2008-2009 zekerheidshalve een numerus fixus met decentrale selectie bij de IB-groep gemeld voor de bacheloropleiding IBA.

Bindend studieadvies In het collegejaar 2008-2009 is voor alle bacheloropleidingen opnieuw uitvoering gegeven aan het bindend studieadvies (BSA). Dit houdt in dat de bachelorstudenten in het eerste studiejaar minimaal 40 ECTS behoren te halen. Daarnaast moet de propedeusefase in twee jaar zijn afgerond. De EUR wil met het bindend studieadvies de gemiddelde studieduur verkorten, de selectieve functie van het eerste studiejaar versterken en het moment waarop selectiebeslissingen tot stand komen vervroegen. Alle studenten hebben zowel vooraf als aan het begin van hun opleiding informatie gekregen over het BSA. In werk- en mentorengroepen is er veel aandacht aan besteed. Gedurende het studiejaar ontvangt iedere student een aantal maal een tussentijds advies en uitnodigingen voor gesprekken met de studieadviseur. Dreigden zij toch in de gevarenzone te komen, dan volgt een aanbod voor extra begeleiding. Eind augustus ontvangt iedere student schriftelijk het definitieve advies.

De volledige 60 ECTS uit het eerste bachelorjaar is door 35 procent van de studenten behaald, deze studenten hebben een positief bindend studieadvies gekregen. Voorts heeft 36 procent van de eerstejaars studenten tussen de 40-59 ECTS behaald en een voorlopig positief bindend studieadvies gekregen. Een kwart van de studenten heeft de ondergrens van 40 ECTS niet weten te behalen en heeft de opleiding moeten verlaten met een negatief bindend studieadvies. Bij 4 procent van de studenten was er sprake van een persoonlijke omstandigheid, waardoor zij langer de tijd krijgen om het vereiste aantal ECTS te behalen. Van de studenten uit cohort 2007-2008 heeft 82 procent na twee jaar alsnog het eerste bachelorjaar weten af te ronden en is 11 procent alsnog met een negatief bindend studieadvies weggestuurd.

Implementatie BSA Het Taal en Training Centrum verzorgde op verzoek van de faculteiten ESE en Geneeskunde cursussen studievaardigheden als onderdeel van de BSA-trajecten. Studenten die een negatief voorlopig studieadvies kregen, werd een cursus Effectief studeren of Uitstelgedrag aanpakken aangeboden. In totaal namen 65 studenten deel aan deze cursussen.

Specifieke doelgroepen / Diversiteit

Studeren zonder drempels De EUR heeft met het project Studeren Zonder Drempels (SZD) ook dit jaar gestalte kunnen geven aan het door OCW gesubsidieerde ‘Plan van Aanpak Terugdringing belemmeringen studeren met een functiebeperking’. De ingevoerde ‘Puntenkaart’ (voorheen: Tienpuntenkaart) geeft zicht op de aantallen studenten met een functiebeperking. Deze groep groeide in 2009 naar 450 studenten. SZD heeft dit project (na twee en half jaar) in december afgerond met een eindverslag en beleidsstuk. SZD zal op structurele basis doorgaan met het terugdringen van

Page 24: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

22

belemmeringen. De knelpuntenregistratie, informatievoorziening, dyslexie, digitale hulpmiddelen, deskundigheidsbevordering en arbeidsmarkt verdienen blijvende zorg.

Diversiteit Twintig procent van de EUR-studenten is allochtoon (Turks, Marokkaans, Surinaams, Antilliaanse/Arubaans en overig niet-westers). In 2009 is de werkgroep Diversiteit Studenten ingesteld. Het doel van deze werkgroep is het vergroten van de deelname van studenten van niet-westers allochtone afkomst aan het wetenschappelijk onderwijs en het bevorderen van hun studiesucces. Er zijn initiatieven op het terrein van instroom, doorstroom en uitstroom van deze studenten.

� Instroom: dertig student-mentoren begeleiden 165 vwo-leerlingen van vijf Rotterdamse scholen bij hun studiekeuze.

� Doorstroom: allochtone studenten worden gestimuleerd tot een wetenschappelijke carrière met behulp van het NWO Mozaïek-programma, het SAP-programma van FR en het Programma Student-Assistenten Onderzoek (waar nu achttien talentvolle allochtone tweede- en derdejaars bachelorstudenten onderzoekservaring opdoen).

� Uitstroom: (pas) afgestudeerde allochtone studenten krijgen een loopbaancoachingstraject aangeboden.

Er zijn ook initiatieven om een aantrekkelijk studieklimaat voor multiculturele studenten op de EUR te bevorderen. Dit gebeurt door het versterken van de multiculturele studentenverenigingen (KASEUR, de koepelorganisatie van multiculturele studentenverenigingen op de EUR) en het versterken van samenwerking tussen de verschillende verenigingen in gezamenlijke projecten (community service activiteit). Onder community service valt ook het vmbo-mentorenproject, waarin 25 EUR studenten 50 vmbo-leerlingen begeleiden met het als doel hun leermotivatie te versterken en daarmee te voorkomen dat ze als ‘drop out’ eindigen. Voor studenten biedt dit project de gelegenheid sociale vaardigheden te ontwikkelen en hun maatschappelijke verantwoordelijkheid uit te dragen.

Topsportstudenten Het topsportklimaat in Nederland wordt door diverse initiatieven voortdurend verbeterd. Op basis- en middelbare scholen is er bijzondere aandacht voor topsporters en is er zelfs voorzien in aangepaste studietrajecten. Het is dan ook te verwachten dat er steeds meer topsporters na een vwo-diploma doorstromen naar de universiteit.

Logisch is ook dat deze studenten met speciale verwachtingen t.a.v. het onderwijs binnenkomen en dat de topsport voor hen in feite het belangrijkste in hun leven is. Aan de EUR zijn diverse initiatieven genomen om aan deze verwachtingen tegemoet te komen. Het Erasmus Topsport Bureau (ETB) klasseert de studenten in categorieën zoals deze door het Olympisch Netwerk worden voorgeschreven. In totaal heeft het ETB vijftien studenten in het hoofdbestand zitten en dertig in het volgbestand. Ook voorziet het ETB in kleine subsidies.

De studentendecanen in samenwerking met de studieadviseurs adviseren over de mogelijkheden om studie- en topsportprogramma zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. De studentendecaan en het ETB geven verklaringen af over de status van de topsporter ter ondersteuning van eventuele verzoeken aan de examencommissies. Dit studiejaar wordt er in overleg met de faculteiten gewerkt aan een beschrijving van de mogelijkheden voor topsporters. Deze kan dan in de voorlichting worden gebruikt om de verwachtingen van de studenten beter op de realiteit af te stemmen. Ook wordt er gewerkt aan de verbetering van beeldvorming van topsport bij docenten. De Erasmus Universiteit Rotterdam neemt deel aan het onderwijsplatform Topsportcentrum Rotterdam, hierin zijn alle onderwijsvormen in Rotterdam opgenomen. In juni 2009 is tussen

Page 25: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

23

deze partijen een convenant getekend waarin ook de universiteit zich heeft gecommitteerd om het uiterste te doen voor haar topsportstudenten.

Internationalisering De EUR heeft de ambitie om het aantal internationale studenten die een volledige opleiding volgen, sterk te laten stijgen. Een van de randvoorwaarden is dat de voorzieningen voor deze groep kwalitatief goed zijn en positief worden beoordeeld. Het oordeel van de internationale studenten over de huidige voorzieningen is echter matig tot slecht. Om die reden is in het kader van 2013 het project ‘Optimaliseren van de ondersteuning en facilitering van buitenlandse studenten’ gestart. De Commissie Internationale Studenten , in 2008 door het College van Bestuur ingesteld, treedt op als projectgroep.

De beoogde eindresultaten van dit project zijn: � Inzicht te verkrijgen in de noodzakelijke en gewenste verbeteringen, inclusief

implementatieplan en begroting en dit vast te leggen in een rapport � De noodzakelijke verbeteringen door te voeren � De gerealiseerde verbeteringen te evalueren.

Onderwijsvoorlichting Jaarlijks mag de EUR zich verheugen op nieuwe lichtingen studenten. Als de verwachting over de opleiding een goede match vertoont met de realiteit, zal teleurstelling en dus studie-uitval niet snel optreden. Bij de werving van studenten staat een goede en eerlijke voorlichting centraal. De sectie Onderwijsmarketing- en communicatie (OMC) van de stafafdeling Marketing & Communicatie heeft daarbij een sturende en begeleidende rol. De aandacht richt zich zowel op de bacherlor- en masteropleidingen als op de niet-initiële opleidingen en op de internationale student. Naast de traditionele voorlichtingsbijeenkomsten, open dagen op de EUR, bijeenkomsten voor schooldecanen e.d., speelt bij de informatie over opleidingen vooral het web een dominante rol. OMC ontwikkelt en onderhoudt actief de scholierensite en daaraan gerelateerde sites en draagt zorg voor een goede vindbaarheid van sites, inclusief de onderliggende opleidingen en evenementen. Doel is dat iedereen zo snel en gemakkelijk zijn weg kan vinden binnen de talloze EUR-websites die de thema’s studiekeuze en opleidingen raken. In 2009 heeft OMC gekozen om voor het verzamelen van profielgegevens van internationale belangstellenden een interface te ontwikkelen die als ‘schil’ over verschillende systemen gelegd kan worden. Deze flexibele oplossing kan zowel offline als online goed en eenduidig worden gebruikt worden voor het verzamelen van gegevens van deze personen die vervolgens gebruikt kunnen worden om deze man of vrouw maatwerk in informatie te kunnen bieden. Vanwege het succes van het leadsysteem voor de internationale markt is het in 2009 ook voor de nationale markt ontwikkeld.

Alumni Na het afstuderen verwatert het contact met de alma mater. Vele oud-EUR-studenten zijn in de loop der jaren dan ook uit beeld verdwenen. Het substantieel verhogen van het aantal alumni waarmee de EUR contact onderhoudt behoort tot de in het strategiedocument Erasmus 2013geformuleerde ambities. Om de betrokkenheid van afgestudeerden bij de EUR te vergroten heeft het Alumni Office in 2009 een aantal nieuwe initiatieven ontplooid. Met de facultaire alumniverenigingen zijn de banden aangehaald, onder meer door het universitair alumni-officers overleg in het leven te roepen. Verder is de Alumni Adviesraad geïnstalleerd. Deze raad,

Page 26: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

24

bestaande uit alumni van alle faculteiten waarbij ook anderszins naar diversiteit is gezocht, heeft als doel het College van Bestuur te adviseren over universitair alumnibeleid.In het buitenland hebben in 2009 weer de jaarlijkse bijeenkomsten voor alumni plaatsgevonden (Bern, Brussel, New York, Shanghai, Beijing, Curaçao). In Jakarta is met veel enthousiasme een lokale alumni afdeling opgericht; in New York staat er een op stapel. Ook In Nederland zijn bijeenkomsten georganiseerd.

Dankzij de invoering van de namen van alle afgestudeerden sinds 1945 in een database is het aantal gegroeid tot ruim 60.000. Dit project, in 2008 gestart, gaat gestaag door. Naar alle bekende adressen is in het verslagjaar een mailing gestuurd met verwijzing naar het Erasmus Alumni Netwerk (EAN). Mede door deze oproep staan ruim 8.500 actieve alumni in het EAN geregistreerd. De pas afgestudeerden krijgen zoals gebruikelijk de speciale brochure Erasmus Alumni toegestuurd. Op het alumniweb is in 2009 een ‘felicitatie banner’ geplaatst: elke week komen de namen van alle in de voorafgaande week afgestudeerden in beeld onder de titel “De EUR feliciteert”. Hiermee wordt naast een hartelijker afscheid, tevens beoogd dat de kersverse alumnus in de toekomst de weg naar de alumniwebsite - en de alma mater - gemakkelijker zal kunnen vinden.

Page 27: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

25

< 5 > MEDEWERKERS

Een professionele ondersteunende organisatie is noodzakelijk om de ambitieuze universitaire plannen, zoals opgesteld in het strategiedocument Erasmus 2013, te realiseren. Ontwikkeling van een inspirerende aanpak van personeelsbeleid behoort tot de prioriteiten.

Omvang van het personeelsbestand Het verslagjaar 2009 is afgesloten met meer medewerkers dan in 2008. Op peildatum 31 december 2009 zijn 2.436 personen in dienst van de EUR. De toename van 300 personeelsleden komt grotendeels voor rekening van het ISS (145), iBMG (55), ESE (42) en FSW (38). Het volledige aantal arbeidsplaatsen uitgedrukt in fulltime eenheden bedraagt 1.836,36 fte

Verhouding man/vrouw De man/vrouw verdeling is in 2009 nagenoeg gelijk gebleven, 53 procent van het personeelsbestand bestaat uit mannen, 47 procent bestaat uit vrouwen. Indien wordt gekeken naar de man/vrouw verhouding binnen de diverse personeels-categorieën, ontstaat een ander beeld. Van de promovendi is 37,7 procent vrouw en 62,3 procent man. Bij de universitair hoofddocenten (UHD’s) is het percentage vrouwen gedaald naar 22,1 procent en het percentage mannen gestegen naar 77,9 procent. Het grootste verschil in de man/vrouw verhouding is te zien bij de gewoon hoogleraren (HL). In deze hoogste wetenschappelijke categorie is 9,3 procent vrouw. In tegenstelling tot het wetenschappelijke personeel, is het percentage vrouwen bij het ondersteunende personeel (OBP) in de meerderheid met 61,7 procent.

Verhouding man/vrouw

0%

20%

40%

60%

80%

100%

HLUHD UD

Overig

WP

Promov

endi

Studen

t-ass

isten

tOBP

Functie

Perc

enta

ge

vrouwenmannen

Page 28: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

26

Gewoon hoogleraren Op peildatum 31 december 2009 zijn vijftien van de 162 gewoon hoogleraren vrouw. Een absolute toename van zes vrouwen ten opzichte van 2008. Het aantal mannelijke gewoon hoogleraren is toegenomen met zestien personen naar een totaal van 147. In procenten is het aandeel vrouwelijke gewoon hoogleraren met 2.9 procentpunten gestegen naar 9.3 procent. De stijging van zes vrouwelijke gewoon hoogleraren is grotendeels toe te schrijven aan FSW, daar werden in 2009 drie vrouwelijke gewoon hoogleraren aangesteld.

Bijzonder hoogleraren Het aantal bijzonder hoogleraren is ten opzicht van 2008 met 39 personen gestegen naar een totaal van 175 personen in 2009. De stijging is in gelijke mate bij zowel het FGG/ Erasmus MC + iBMG als bij de Woudestein-faculteiten waar te nemen. Van deze 175 bijzondere hoogleraren zijn 27 van het vrouwelijke geslacht, een toename van drie personen in vergelijking met voorgaand rapportagejaar. Het percentage vrouwelijke bijzonder hoogleraren is gedaald van 17.6 procent in 2008 naar 15.4 procent in 2009. Indien alle hoogleraren tezamen in ogenschouw worden genomen, is een toename van 54 hoogleraren waar te nemen: 45 mannen en negen vrouwen. Het totale percentage vrouwelijke hoogleraren is minimaal gestegen met 0.8 procent naar een totaal van 11.8 procent op 31 december 2009.

Leeftijd Het personeelsbestand van de EUR kent een groot aantal personeelsleden (597 werknemers) in de leeftijdscategorieën 25-29 en 30-34 jaar. Deze 597 werknemers beslaan ruim 25 procent van het totale personeelsbestand (exclusief student-assistenten). Opvallend is het grote aantal mannen bij het wetenschappelijk personeel (WP) in de leeftijd van 25 tot 35 jaar. Hoewel het aantal WP’ers vanaf 35 jaar afneemt, is vooral de afname van het aantal vrouwen vanaf die leeftijd in vergelijking met de volgende categorie 35-39 jaar, relatief groot. Vanaf de leeftijdscategorie 40-44 is er een omslagpunt in het aantal WP en OBP waar te nemen. Was voor 40 jarige leeftijd het aantal WP’ers het grootst, na 40 jarige leeftijd is het OBP de grootste groep werknemers. Waarvan de leeftijdscategorie 45-49 het grootste aantal OBP’ers

Aantal bezoldigde hoogleraren (in personen) naar geslacht, per faculteit ( peildatum 31 december 2009) Hoogleraar Bijzonder hoogleraar Totalen

Man Vrouw Totaal Man Vrouw Totaal Man Vrouw Totaal FHKW 8 3 11 10 2 12 18 5 23FR 34 4 38 9 2 11 43 6 49 FSW 24 5 29 12 2 14 36 7 43 FW 3 0 3 4 3 7 7 3 10 ESE 35 0 35 10 2 12 45 2 47 RSM 31 2 33 13 0 13 44 2 46 FGG/Erasmus MC 75 6 81 77 14 91 152 20 172 iBMG 7 2 9 7 0 7 14 2 16ISS 10 1 11 6 2 8 16 3 19 Subtotaal EUR 145 15 160 64 13 77 209 28 237 FGG/Erasmus MC + iBMG 82 8 90 84 14 98 166 22 188 Totaal 227 23 250 148 27 175 375 50 425 % EUR 90,6% 9,4% 83,1% 16,9% 88,2% 11,8% % FGG/Erasmus MC + iBMG 91,1% 8,9% 85,7% 14,3% 88,3% 11,7% % Totaal 90,8% 9,2% 84,6% 15,4% 88,2% 11,8%

Page 29: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

27

telt met 149 personen. De categorie 65+ telt vijf mannen. Zij werken door na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd.

Leeftijdsopbouw

0

50

100

150

200

250

300

350

< 25 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-64 65 >

Leeftijdscategorie in jaren

Aan

tal p

erso

nen

OBP - vrouw

OBP - man

WP - vrouw

WP - man

peildatum 31 december 2009, exclusief student-assistenten.

Institute of Social Studies (ISS) De EUR kent per 1 juli 2009 een nieuw organisatieonderdeel, het internationale Institute of Social Studies. Het ISS verzorgt onderwijs en onderzoek op het gebied van ontwikkelingsvraagstukken en internationale samenwerking. Het internationale karakter komt onder andere tot uiting in de vele, voornamelijk uit ontwikkelingslanden afkomstige stafleden, promovendi en masterstudenten en de leidende rol die het ISS in debatten en onderzoeken heeft.De samenwerking biedt zowel voor het ISS als voor de EUR kansen op strategisch en academisch niveau. De EUR beschouwt de samenwerking met het ISS als een belangrijke stap in het proces van verdere internationalisering en een waardevolle aanvulling op het werkterrein van het Institute of Housing and Urban Development Studies (IHS)

Charter ‘Talent naar de Top’ Het College van Bestuur heeft in juli 2009 het Charter ‘Talent naar de Top’ ondertekend. Het Charter beoogt een hogere toestroom, doorstroom en behoud van vrouwen in topfuncties. Door ondertekening van het Charter geeft de EUR een duidelijk signaal af over het voortdurende belang van diversiteit. Zij committeert zich aan het ontwikkelen of continueren van een heldere strategie voor de toename van vrouwen in topfuncties en initieert instrumenten gericht op carrièrebegeleiding. Onderdeel van het Charter is de nulmeting gebaseerd op kwantitatieve en kwalitatieve gegevens en het formuleren van een streefcijfer. Op basis van de nulmeting, vastgesteld op peildatum 31 december 2008, rapporteert de EUR tot 2013 jaarlijks de voortgang aan de daartoe ingestelde Monitoring Commissie. Naar aanleiding van de ondertekening van het Charter heeft de EUR zich het volgende ten doel gesteld: Op 31 december 2008 waren 9 van de 139 gewoon hoogleraren vrouw, ofwel 6.5%. Het streven is om op 31 december 2012 het aantal van 22 vrouwelijke gewoon hoogleraren te

Page 30: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

28

bereiken. In procenten vertaald komt de EUR uit op een aandeel van 16% vrouwen in de functie van gewoon hoogleraar op 31 december 2012. Een ruime verdubbeling ten opzichte van 2008.

Masterclass Career Development Naar aanleiding van het geringe aantal vrouwelijke hoogleraren is in het najaar van 2009 een start gemaakt met de Masterclass Career Development voor vrouwelijke UHD’s. Centraal thema is strategisch leiderschap en het versterken van de academische loopbaan. De masterclass bestaat uit intensieve training, coaching en mentoring door hoogleraren. Acht talentvolle UHD’s nemen deel aan de masterclass welke tot medio 2010 duurt.

Opleiding en ontwikkeling De EUR biedt sinds 2004 een leergang Academisch Leiderschap aan ten behoeve van de wetenschappelijke staf. Deelname aan deze leergang geldt in het kader van het wetenschappelijk loopbaanbeleid als de managementkwalificatie die behoort bij de profielen UHD en HL. De leergang is daarom bij voorkeur geschikt voor UD’s (universitair docent) en UHD’s. Tot en met 2009 hebben in totaal ruim negentig deelnemers de leergang gevolgd. Uit de evaluaties van de afgelopen drie jaar blijkt dat deelnemers de leergang gemiddeld met een ruime 8 waarderen. Vooral het volgen van een intensieve leergang samen met EUR collega’s, de persoonlijke coaches en de confrontatie met acteurs in praktijkcases scoorden zeer hoog. Op verzoek van diverse organisatieonderdelen wordt de leergang vanaf 2010 ook in het Engels aangeboden.

Nevenwerk Het in 2008 aangekondigde openbaar registratiesysteem voor nevenwerk is in het najaar van 2009 verwezenlijkt. Via de universitaire website is per medewerker of per organisatieonderdeel een overzicht van nevenwerk te raadplegen in het digitale Erasmus Register Nevenwerk. De facultaire procedures betreft de goedkeuring voor het uitvoeren van nevenwerk blijven ongewijzigd van kracht. Nevenwerk uitgevoerd door leden van het College van Bestuur is eveneens inzichtelijk. De EUR is content met het openbare Erasmus Register Nevenwerk en ziet een toename van het aantal registraties met vertrouwen tegemoet.

Internationalisering In 2009 is wederom zowel beleidsmatig als in praktische zin veel aandacht besteed aan internationalisering. In nauw contact met o.a. de IND, de gemeente Rotterdam en de Belastingdienst wordt voortdurend aandacht besteed aan het optimaliseren van procedures. Zo is de gemeente Rotterdam in samenwerking met de IND begin 2009 de ‘expatprocedure’ gestart met als doel de komst van een kennismigrant (en eventuele familieleden) te versoepelen. De aanvraag voor een visum en verblijfsvergunning wordt gelijktijdig ingediend en afgehandeld. Wanneer de kennismigrant naar Nederland komt, kan met één bezoek aan het gemeentehuis de verblijfpas en de registratie bij de Gemeentelijke Basisadministratie worden geregeld. Tevens wordt het Burger Service Nummer versneld toegekend. Voorwaarde is dat de kennismigrant zich in Rotterdam vestigt. Wegens succes is deze pilot halverwege 2009 omgezet in een standaard procedure.

Arbo- en gezondheidsbeleid Ter stimulering van een gezonde levensstijl en fitte werknemers is in 2008 gestart met het programma Erasmus Vitaal. Dit programma kent twee onderdelen; een health check en persoonlijk bewegingsprogramma. De health check bestaat uit een kort medisch onderzoek en een inspanningstest. Naar aanleiding van de resultaten en het advies kan de medewerker

Page 31: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

29

kiezen voor een vervolg in de vorm van een persoonlijk bewegingsprogramma. Dit programma voorziet in concrete en meetbare doelstellingen inclusief eventuele trainingsschema’s en voedingstips. Na een jaar wordt middels een eindevaluatie bekeken of de gestelde doelen zijn behaald. Uit een beknopte evaluatie is gebleken dat ruim honderd medewerkers zich hebben aangemeld voor de health check. Aanleiding voor hen was inzicht te verkrijgen in de eigen gezondheid. Het streven om meer te bewegen bleek niet direct de intentie, er hebben ook weinig mensen deelgenomen aan het persoonlijke bewegingsprogramma. Over de geboden mogelijkheid om een health check en bewegingsprogramma te volgen waren de deelnemers positief. Geconcludeerd wordt dat de health check met leefstijl-adviezen voldoet aan de vraag. Nadere invulling van het bewegingsprogramma wordt bezien.

Ziekteverzuim Nadat het ziekteverzuimpercentage in het vorige verslagjaar licht is gedaald, geldt voor 2009 het tegenovergestelde. Het verzuimpercentage van de EUR is gestegen naar 2.32 procent, desalniettemin een zeer laag verzuimcijfer. De gemiddelde ziekteduur en ziekmeldingfrequentie is uiteraard ook licht gestegen. Hoewel het WP in 2009 een dag langer ziek was dan in 2008, is de ziekmeldingfrequentie voor OBP nog steeds hoger dan voor het WP. In verslagjaar 2009 is weliswaar een medewerker ingestroomd in de WIA, maar op peildatum 31 december 2009 niet meer in dienst van de EUR.

Ziekteverzuimpercentage personeelscategorie WP 1,45 OBP 3,28 WP & OBP 2,32

Gemiddelde duur in dagen personeelscategorie WP 14,64 OBP 9,63 WP & OBP 10,89

Ziekmeldingsfrequentie (gemiddelde aantal ziekmeldingen p.p.)

personeelscategorie WP 0,56 OBP 1,45 WP & OBP 1,04

Percentage niet ziek personeelscategorie WP 72,75 OBP 60,40 WP & OBP 65,59

Inclusief student-assistenten

Page 32: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

30

totaal aantal personen peildatum 31 december 2009

HL UHD UD Overig

WP Promovendi Student-assistent OBP Totaal

Stafafdelingen mannen 161 161en SSC's vrouwen 172 172

totaal 333 333UB mannen 32 32 vrouwen 40 40

totaal 72 72FHKW mannen 8 6 12 15 9 5 4 59 vrouwen 3 1 11 11 8 9 16 59

totaal 11 7 23 26 17 14 20 118FW mannen 3 2 7 8 4 5 3 32 vrouwen 0 2 0 4 3 1 4 14

totaal 3 4 7 12 7 6 7 46RSM mannen 31 41 62 21 49 71 40 315 vrouwen 2 5 19 13 31 46 104 220

totaal 33 46 81 34 80 117 144 535FR mannen 34 21 26 24 22 24 30 181 vrouwen 4 12 20 38 11 32 49 166

totaal 38 33 46 62 33 56 79 347FGG6 mannen 0 0 0 0 0 0 0 0Erasmus MC vrouwen 0 0 0 0 0 0 0 0

totaal 0 0 0 0 0 0 0 0iBMG mannen 2 0 0 6 5 4 1 18Erasmus MC vrouwen 0 0 0 8 7 22 3 40

totaal 2 0 0 14 12 26 4 58FSW mannen 24 22 23 22 23 29 21 164 vrouwen 5 6 19 43 34 58 57 222

totaal 29 28 42 65 57 87 78 386ESE mannen 35 17 51 1 67 65 27 263 vrouwen 0 2 16 9 14 35 57 133

totaal 35 19 67 10 81 100 84 396ISS mannen 10 7 20 1 1 0 27 66 vrouwen 1 5 13 1 1 3 55 79

totaal 11 12 33 2 2 3 82 145Totaal mannen 147 116 201 98 180 203 346 1.291

vrouwen 15 33 98 127 109 206 557 1.145 totaal 162 149 299 225 289 409 903 2.436

Totaal mannen 90,7% 77,9% 67,2% 43,6% 62,3% 49,6% 38,3% 53,0%

% vrouwen 9,3% 22,1% 32,8% 56,4% 37,7% 50,4% 61,7% 47,0%

6 Op 31 december 2009 zijn geen promovendi meer in dienst van de EUR. Nieuwe personeelsleden treden direct in dienst van het Erasmus MC. Hoogleraren bij FGG/Erasmus MC en iBMG worden benoemd door de EUR en zijn in dienst van Erasmus MC.

Page 33: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

31

totaal aantal volledige arbeidsplaatsen (fte) peildatum 31 december 2009 Overig Student-

HL UHD UD WP Promovendi assistent OBP Totaal Stafafdelingen mannen 150,30 150,30 en SSC's vrouwen 138,02 138,02

totaal 288,32 288,32 UB mannen 29,64 29,64 vrouwen 28,27 28,27

totaal 57,91 57,91 FHKW mannen 5,84 5,21 10,94 7,90 8,40 1,40 2,90 42,59 vrouwen 2,54 0,90 9,37 5,85 7,40 2,50 13,35 41,91

totaal 8,38 6,11 20,31 13,75 15,80 3,90 16,25 84,50 FW mannen 2,60 1,60 6,50 6,80 3,10 1,05 2,40 24,05 vrouwen 0,00 2,00 0,00 2,50 2,80 0,20 3,00 10,50

totaal 2,60 3,60 6,50 9,30 5,90 1,25 5,40 34,55 RSM mannen 26,40 37,30 56,00 17,94 49,00 18,60 38,40 243,64 vrouwen 2,00 4,60 17,80 9,70 30,20 12,20 84,94 161,44

totaal 28,40 41,90 73,80 27,64 79,20 30,80 123,34 405,08 FR mannen 22,40 16,25 19,55 15,90 20,90 8,60 25,83 129,43 vrouwen 3,20 10,40 16,75 30,38 10,70 11,00 37,28 119,71

totaal 25,60 26,65 36,30 46,28 31,60 19,60 63,11 249,14 FGG7 mannen 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Erasmus MC vrouwen 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

totaal 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 iBMG mannen 2,00 0,00 0,00 5,64 5,00 1,25 1,00 14,89 Erasmus MC vrouwen 0,00 0,00 0,00 6,70 6,80 5,73 2,80 22,03

totaal 2,00 0,00 0,00 12,34 11,80 6,98 3,80 36,92 FSW mannen 18,40 20,00 20,90 17,30 22,20 9,45 20,15 128,40 vrouwen 2,40 5,60 15,50 29,65 33,20 15,95 43,47 145,77

totaal 20,80 25,60 36,40 46,95 55,40 25,40 63,62 274,17 ESE mannen 26,55 12,20 42,70 1,00 66,60 17,43 25,09 191,57 vrouwen 0,00 1,40 13,30 8,60 14,00 9,10 41,90 88,30

totaal 26,55 13,60 56,00 9,60 80,60 26,53 66,99 279,87 ISS mannen 8,58 6,60 19,84 1,00 0,50 0,00 24,80 61,32 vrouwen 0,80 5,00 12,34 0,25 1,00 1,50 43,69 64,58

totaal 9,38 11,60 32,18 1,25 1,50 1,50 68,49 125,90

Totaal mannen 112,77 99,16 176,43 73,48 176,20 57,78 320,51 1.015,83 vrouwen 10,94 29,90 85,06 93,63 106,10 58,18 436,72 820,53 totaal 123,71 129,06 261,49 167,11 281,80 115,96 757,23 1.836,36

7 Op 31 december 2009 zijn geen promovendi meer in dienst van de EUR. Nieuwe personeelsleden treden direct in dienst van Erasmus MC. Hoogleraren bij FGG/Erasmus MC en iBMG worden benoemd door de EUR en zijn in dienst van Erasmus MC.

Page 34: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

32

< 6 > UNIVERSITAIRE VOORZIENINGEN

Universiteitsbibliotheek In 2009 heeft de Universiteitsbibliotheek (UB) ernaar gestreefd de toegang tot haar voorzieningen en vooral tot haar informatie-aanbod substantieel te verhogen.

Toegang tot de studievoorzieningen � De openingsuren zijn uitgebreid: sinds september kunnen studenten nu ook op zondag in de

studiezalen terecht (11.00 -16.30 uur). � Ook het aantal service-uren is toegenomen. Waar eerder de dienstverlening in de week

beperkt was tot 17.00 uur, is er nu dienstverlening van 9.00 tot 21.00 uur; boeken kunnen daardoor ook door avondstudenten worden opgehaald en terugbezorgd.

� Op 9 september werd in de Posthumuszaal een ruimte met groepswerkplekken door de rector magnificus feestelijk in gebruik genomen. Aan een dergelijke werkruimte bleek veel behoefte te zijn. De studenten beschikken er over verrijdbare tafels, waardoor zij zelf werkplekken kunnen inrichten. Ook zijn er twee onder andere van smartboard voorziene projectruimtes beschikbaar, die door groepen kunnen worden gereserveerd.

Toegang tot de informatiebronnen � Om het zoeken in de vele informatiebronnen die de UB aanbiedt te vergemakkelijken is

gezocht naar een Google-achtige zoekmachine. Een pilot om zoiets samen met OCLC (Leiden) te realiseren is uiteindelijk vervangen door de aanschaf van Summon, een product van Serials Solutions (Seattle). Summon zal onder de naam sEURch aan de gebruikers worden aangeboden. De integrated search technologie die eraan ten grondslag ligt, zorgt voor een snelle presentatie van de zoekresultaten. De UB is de eerste bibliotheek op het Europese vasteland die haar gebruikers deze ‘state of the art’ technologie aanbiedt!

� Ook de behandeling van binnenkomende vragen is drastisch veranderd. Er is een onderscheid gemaakt tussen front en back office. Het leeuwendeel van de vragen, vooral van praktische aard, wordt nu door de afdeling Documentlevering via telefoon, e-mail, chat of persoonlijk in het front office onmiddellijk beantwoord. De meer inhoudelijke vragen worden beantwoord door de afdeling Gebruikersondersteuning in het back office.

� De inhoud van het instellingsrepository RePub is verder gegroeid tot 13.214 documenten, waarvan 9.315 wereldwijd full text geraadpleegd kunnen worden. Daarmee draagt de UB bij tot een grotere zichtbaarheid van de wetenschappelijke output van de EUR en Erasmus MC. Bovendien zijn deze publicaties beter toegankelijk geworden door de invoering van een verbeterde zoek- en browsefaciliteit en een meer gebruikersvriendelijke interface. Op het symposium ‘Open Acces: What’s in it for me?’ van 23 november is informatie verstrekt en gediscussieerd over de voordelen voor onderzoekers van deelname aan open access publiceren.

Integratie bibliotheek ISS Per 1 juli werd het Institute of Social Studies (ISS) een universitair instituut van de EUR, wat ook voor de UB consequenties had. Met het ISS zijn afspraken gemaakt over de onderlinge samenwerking. In het najaar heeft dit geresulteerd in onder andere de conversie van het ISS-bibliotheeksysteem (AdLib) naar dat van de UB (LBS4). ISS-medewerkers hebben nu volledige toegang tot alle EUR-informatievoorzieningen en vice versa.

Page 35: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

33

Cultuur & Wetenschap Studium Generale en Erasmus Cultuur organiseren lezingen, debatten, cursussen, voorstellingen en evenementen met als hoofddoel studenten8 van de EUR inzicht te geven in de samenhang van de wetenschappen, een bijdrage te leveren aan zowel het maatschappelijke verantwoordelijkheidsbesef als aan culturele en maatschappelijke ontplooiing. Naast de organisatie van deze activiteiten wordt een aantal studentenorganisaties ondersteund zoals het studentenharmonieorkest Majeur, het Erasmus Studentenkoor, StuKaFest en het Cultureel Platform van de culturele studentenverenigingen. Veel programma’s zijn toegankelijk voor internationale studenten.

� Samenwerking Er vindt veel samenwerking plaats met studie- en studentenverenigingen, faculteiten, externe organisaties en stedelijke instellingen. Erasmus Podium, Science4you en Arminius werken intensief samen in o.a. het Wetenschapscafé, de Laurenslezing, de Rotterdamlezing en het Denkcafé. Met de Rotterdamse Kamer van Verenigingen wordt het jaarlijkse Eenakterfestival StuKaFest georganiseerd. Samenwerking levert meer draagvlak en studentenpubliek op, alsook een grote diversiteit aan programmavormen. � Programma’s op de campus De ‘Campusprogrammering’ heeft onder meer gezorgd voor het Coversongfestival, Students-On-Stage optredens, de Open Mic Nights en de Pubquiz in café In de Smitse. Op andere locaties op Woudestein zijn evenementen georganiseerd zoals de Openluchtbioscoop, Gedichtendag, Operadag, Straattheaterweek en de Dansweek. � Programmering in de stad Voor de lezingen en culturele activiteiten zijn uiteenlopende locaties benut. Om enige te noemen: in Lantaren/Venster komt de Filmclub bijeen, met als vast onderdeel een wetenschappelijke lezing als achtergrond en verdieping op de vertoonde film. Het maandelijkse Denkcafé in Arminius over uiteenlopende onderwerpen met een filosofische inslag trekt veel studenten. De Kwestie Live in De Unie, waarbij de universiteit zich buigt zich over een actuele maatschappelijke kwestie, kan op veel publiek rekenen. De daar georganiseerde lezingenserie van Ger Groot, over Franse Filosofie in de 20ste eeuw, is erg in de smaak gevallen. De Burgerzaal van het Stadhuis biedt een podium voor een aantal lezingen in samenwerking met het NGIZ (Nederlands Genootschap voor Internationale Zaken, afd. Rotterdam), met als hoogtepunt de lezing van Geert Mak over de herdenking 20 jaar na de val van de Berlijnse Muur. Alle cursussen hebben onderdak gekregen in cursuslocaties van de Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam. � AantallenIn 2009 hebben bijna honderd programma’s plaatsgevonden: een kwart daarvan betreffen lezingen/debatten. Verder tien denkcafé’s, negen wetenschapscafé’s, zes Kwestie Live-programma’s in De Unie, vijf Filmclubavonden in Lantaren/Venster, veertien Pubquizen, twaalf Students-On-Stage optredens en nog een kwart overige evenementen. In totaal hebben 7500 mensen aan deze programma’s deelgenomen, 70 procent daarvan is student. Daarnaast zijn 1508 toegangsbewijzen verkocht voor zo’n zestig theater/muziekvoorstellingen en namen 300 cursisten deel aan de in totaal 24 aangeboden cursussen en workshops.

8 Bij bepaalde programmaonderdelen zijn medewerkers en buitenuniversitaire belangstellenden eveneens welkom

Page 36: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

34

KunstKunstzaken is verantwoordelijk voor kunstbeleid en -beheer van de universiteit. Daarbij draagt zij zorg voor de kunstcollectie, de universitaire historische collecties, waaronder die van het Nederlands Economisch PenningKabinet, en de kunst op de campus. � In 2009 is de inventarisatie en de digitalisering van de kunst in de gebouwen voortgezet. Dat

geldt ook voor de werkzaamheden ter behoud van de collectie. De kunstcollectie bevat ruim 1600 werken. Vanwege de renovatie van het A-gebouw en de daarmee gepaard gaande nieuwe behuizingen is de vraag naar kunst in de openbare ruimte en op werkplekken dit verslag jaar groter geweest dan voorgaande jaren.

� De Erasmus Galerij, de door de renovatie ontstane expositiezaal in de A-vleugel, is in juni met de expositie Erasmus verzamelt, 45 jaar kunstcollectie EUR feestelijk in gebruik genomen.

� Ter gelegenheid van het afscheid van prof.dr. S.W. J. Lamberts als rector magnificus is de publicatie Eramus in art verschenen. Inhoudelijk sluit deze uitgave aan op de ingerichte tentoonstelling over 45 jaar kunstcollectie.

� Er is onder andere advies gegeven over de plaatsing en het schenkingsrecht van het beeld PolyederNetstructuur van Gerard Caris in de hal van het C-gebouw (een geschenk van enegiebedrijf E-on) en over de ontwerp- en uitvoeringsfase voor de prof. H.W. Lamberspenning voor excellente studenten.

� Ook in 2009 heeft Kunstzaken weer een aantal kunstrondleidingen op Woudestein verzorgd, onder meer aan de medewerkers van ISS.

Campus Woudestein Na grondige renovatie cq restauratie is het A-gebouw in maart 2009 in gebruik genomen door de leden van het College van Bestuur en de stafdienstmedewerkers. Op de AB-verdieping heeft de Erasmus Galerij een prominente plaatst gekregen; de kunstwerken van de universiteit kunnen daar permanent worden tentoongesteld. Het aantal examenkamers is uitgebreid en dat heeft geleid tot de inrichting van een wachtruimte annex koffiekamer voor de familieleden van de geëxamineerden. Bij de examenkamers domineert Desiderius Multiplex. Deze afbeelding van Erasmus, bestaande uit diverse bronslegeringen, is een creatie van renovatiearchitect Gerard Frishert. De onthulling van het beeld in december vormde de afsluiting van het eerste restauratieproject. Die van het C-gebouw - eveneens een pand met de status van gemeentelijk monument - is alweer in voorbereiding. De restauratie van het collegezalengebouw zal in het collegejaar 2011–2012 ter hand worden genomen.

De vorming van Shared Service Centers heeft tot de nodige verhuizingen geleid en tot een herinrichting van de gebouwen. Na vertrek van het College van Bestuur en de stafdiensten is het E-gebouw grondig onder handen genomen. Het SSC Human Resources & Finance heeft daarna haar nieuwe werkomgeving in het E-gebouw kunnen betrekken. De SSC Onderwijs, Onderzoek & Studentenzaken zal in 2010 eveneens in het E-gebouw haar intrek nemen. Voor het gehele SSC Informatie & Communicatie Technologie is in 2010 een plaats in het H-gebouw ingeruimd. Het SSC Erasmus Facilitair Bedrijf heeft in het verslagjaar de eigen kantoren in het P-gebouw aan een opknapbeurt onderworpen.

Bij aanvang van het collegejaar zijn 109 wooneenheden voor buitenlandse studenten in het verbouwde F-gebouw in gebruik genomen. Om ook in de toekomst de vraag naar woonruimte te kunnen accommoderen is de planvorming voor een nieuw studentenhuisvestinggebouw op de campus een volgende fase ingegaan.

Page 37: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

35

Door de bewoning is de campus sinds september 2009 voor voetgangers en fietsers 24 uur per dag open. Dit heeft uiteraard gevolgen voor het beveiligingsbeleid, maar ook voor de catering. Uitbreiding van horeca- en winkelvoorzieningen op de campus staan op stapel.

ICT In het verslagjaar zijn de technische voorzieningen voor opslag van computergegevens verder uitgebouwd. Zo is een enkelvoudige snelle veiligstellingfunctie (“backup naar disk” medium; 20 terabyte9) gerealiseerd in het E-gebouw, gescheiden van de twee datacentra elders op de campus. Hiermee is de kwetsbaarheid verlaagd en de beschikbaarheid verhoogd van de Storage Area Network (SAN)/backup-infrastructuur, bestaande uit twee SAN’s die geografisch gescheiden opgesteld staan in gebouw H en T. Onderling zijn de beide SAN’s en backupvoorziening gekoppeld via high speed fibre optic verbindingen. Ten behoeve van veiligstelling over langere periode is in 2009 de `backup naar disk’ (snelheid) voorziening uitgebreid met een backup naar een hoog volume tape robot (lange(re) termijn bewaarfunctie). Samen met de uitbouw van de in 2009 gerealiseerde computervirtualisatie (VMWare; inmiddels 146 virtuele servers) is er een flexibele, (op)schaalbare en goed beheersbare technische infrastructuur ontstaan.

� Telefonie De omschakeling naar de digitale op het Internet Proctocal (IP) gebaseerde telefonie is in 2009 bijna voltooid. Alle werkplekken van medewerkers zijn voorzien van de IP-toestellen. De telefonievoorzieningen in onder meer liften en openbare ruimten zal in 2010 worden aangepast. � Studenten De wooneenheden voor buitenlandse studenten in het F-gebouw zijn voorzien van vaste en draadloze netwerkinfrastuctuur. Voor studenten met de functiebeperking dyslexie is het speciale softwareprogramma Kurzweil 3000 met bijbehorende scanners aangeschaft. In de pc-zalen in het G-gebouw en in de Universiteitsbibliotheek zijn computers geschikt gemaakt voor deze groep studenten. De coördinatie en instructie wordt verzorgd door de afdeling Studentenvoorzieningen van ssc OO&S. � Speciale projecten Voor de stafafdelingen en SSC’s zijn in 2009 diverse informatiesystemen aangepast of vernieuwd. Zo kan SSC Human Resources & Finance onder meer beschikken over een nieuw financieel systeem voor de faculteiten, SSC’s en stafdiensten, een personeelskostenprognosesysteem, een aangepaste collegegeld-administratie en een website voor nevenwerkzaamheden wetenschappelijk personeel. Voor SSC Onderwijs, Onderzoek & Studentenvoorzieningen zijn onder meer het Erasmus Inschrijf Systeem en Studielink verbeterd, de elektronische betaling via iDEAL voor taalcursussen gerealiseerd en het digitale onderwijssysteem Blackboard gemigreerd naar een nieuwe versie. De stafafdeling Marketing & Communicatie heeft ten behoeve van de werving van studenten een ‘leadsystem’ gekregen voor het verwerken van gegevens die (inter)nationale scholieren en studenten achterlaten na het downloaden van studie-informatie van de EUR-website.

9 tera = 1012 (Bytes)

Page 38: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

36

Maatschappelijk verantwoord ondernemen De EUR heeft in 2009 een aanzet gegeven om maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) duidelijker vorm te geven. Het gaat daarbij om het vinden van een balans tussen de economische prestaties (profit), de sociale aspecten (people) en randvoorwaarden rond milieu en duurzaamheid (planet); ook wel aangeduid als de triple-P benadering. Op verzoek van het College van Bestuur is in 2008 een werkgroep MVO van start gegaan, onder leiding van prof.dr. Lucas Meijs. De commissie zal advies geven over de rol en invulling van MVO voor de universiteit.

De EUR levert via haar klassieke universitaire hoofdtaken – onderwijs, onderzoek en kennisvalorisatie – van oudsher een bijdrage aan oplossingen voor maatschappelijke kwesties. Om dicht bij huis te blijven: Het in 2007 gelanceerde project ‘Greening the Campus’ voor het complex Woudestein is ook in 2009 voortgezet. Zo is milieuvriendelijk kopier- en briefpapier ingevoerd, via een Europese aanbesteding. Op het gebied van inkoop zijn er afspraken over te schakelen op duurzame materialen met het streven hiermee in 2012 de norm van vijftig procent te halen. Het Energie Efficiency Plan 2009-2012 is er op gericht jaarlijks een gemiddelde besparing van twee procent op het energieverbruik te bereiken. Bij de renovatie van het A-gebouw zijn naast de plaatsting van dubbel glas energiezuinige installaties en warmteterugwinningsinstallaties aangebracht. Het energielabel van het A-gebouw is daardoor duidelijk verbeterd: van de classificatie G naar C. Sinds 2008 is de EUR volledig over op groene energie. In september 2009 is voor de tweede jaar Erasmus Vitaal gelanceerd, met het doel de fysieke fitheid van de medewerkers op een hoger plan te brengen. Om de betrokkenheid van de EUR-gemeenschap met de Rotterdamse samenleving tot uiting te laten komen is in 2009 contact gezocht met de stichting Workmate. In ruil voor bedrijfstijd leveren medewerkers op vrijwillige basis een maatschappelijke bijdrage bij groepen in de Rotterdamse samenleving die wel een steuntje kunnen gebruiken: gehandicapten, kinderen, ouderen. De stichting Workmate coördineert en organiseert de vrijwilligersactiviteiten. Ook studenten zijn bij dit project betrokken. Bij het afscheid van twee leden van het College van Bestuur hebben zij met een symbolisch cadeau hun steun betuigd. De studenten ondertekenden een contract dat voor het eeuwfeest van de universiteit in 2013 duizend studenten deze zogeheten community services bij Workmate hebben verricht.

Page 39: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

37

< 7 > EUR IN HET KORT

Raad van Toezicht Drs. A. van Rossum, voorzitter Mw. prof.dr. J.M. Bensing Mr. E. van den Emster Mw. dr. V. Timmerhuis Prof.dr. W.A.F.G. Vermeend

College van Bestuur Drs. J.W. Oosterwijk, voorzitter Prof.dr. S.W.J. Lamberts, voorzitter a.i. (per 1 september 2009)Prof.dr. S.W.J. Lamberts, rector magnificus (tot 1 september 2009) Prof.dr. H.G. Schmidt, rector magnificus (per 1 september 2009) Drs. C.W. van Rooijen

Decanen Prof.dr. P.H.B.F. Franses, decaan ESE Prof. G.S. Yip, decaan RSM Prof.dr. H.A.P. Pols, decaan FGG/Erasmus MC Prof.mr. M.A. Loth, decaan FR (tot 1 februari 2009) Prof.mr. M.J. Kroeze, decaan FR (per 1 februari 2009) Prof.dr. H.G. Schmidt, decaan FSW (tot 1 september 2009) Prof.dr. H.T. van der Molen, decaan FSW (per 1 september 2009) Prof.dr. L. van Bunge, decaan FW Prof.dr. D. Douwes, decaan FHKW

Page 40: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

38

Universiteitsraad Dr. H.H.F.M. Daemen, voorzitter Mr. L.A.J. Baars, secretaris

Personeelsgeleding 2009 Dr. B. Bode Dr. A.P. den Exter W.C. Dahlhaus (vanaf 1 september 2009)J.G.C.M. Galle (vanaf 1 september 2009)Mr. A.G.H. Klaassen A.F.M. Krijnen (vanaf 1 september 2009)Dr. M. Lückerath-Rovers Dr. F. Mast Ing. F.C. van der Meulen-Lenselink T. de Mey (vanaf 1 september 2009)M.B.J. Schauten (vanaf 1 september 2009)Dr. A.W.A. Scheepers N.M. Voogd

Studentgeledingen tot 1 september 2009 L. Baerwaldt B. van den Beuken F.J. Boers E.F. van der Gaast J.H.B. Gorsira D.H.M. Heppe T.M. Onnes L. Raoui J.F. Soliman O.D. Waterberg H. Yilmaz A.M.L. van der Zalm

Studentengeledingen vanaf 1 september 2009 E.K. Asscheman S.L. Blauw C.T.P. Brandes J.P.A. Bruins S. di Rocco O.T. Esser A. Keles O.S. Olivier D.S. Poot V.E. Ruitinga J.J. Visser T.F.L. Storm

Page 41: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

39

Expertisegebieden en opleidingen

Onderwijs en onderzoek van de EUR zijn gebundeld in drie expertisegebieden. Binnen deze drie expertisegebieden heeft de EUR in 2009 de volgende initiële bachelor- en masteropleidingen aangeboden:

Expertisegebied Economie en Management B Bedrijfskunde B International Business Administration B International Bachelor Economics and Business Economics B Econometrie & Operationele research B Economie & Bedrijfseconomie B Fiscale Economie B Mr.drs.-programma

M Business AdministrationM Econometrics & Management Science M Economics & Business M Economics & Informatics M ERIM Master of Philosophy in Business Research (research) M Fiscale Economie M International Management (including CEMS) M Tinbergen Philosophy in Economics (research)

Expertisegebied Geneeskunde en Gezondheid B Geneeskunde B Gezondheidswetenschappen, Beleid & Management Gezondheidszorg

M Health Sciences M Health Economics, Policy and Law M Clinical Research (research) M Infection & Immunity (rearch) M Molecular Medicine (research) M Neuroscience (research) M Zorgmanagement

Expertisegebied Recht, Cultuur en Maatschappij B Rechtsgeleerdheid B Fiscaal Recht B Mr.drs.-programma B Criminologie B Geschiedenis B Algemene Cultuurwetenschappen B International Bachelor Communication and Media B Bestuurskunde B Psychologie B Sociologie B Filosofie

M Bedrijfsrecht

Page 42: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

40

M Bestuurskunde M Criminologie M Financieel Recht M Fiscaal Recht M Kunst- en Cultuurwetenschappen M Maatschappijgeschiedenis M Media en JournalistiekM Philosophy and Economics (research master) M Psychology M Rechtsgeleerdheid M Research Master Early Modern Intellectual History M Research Master Sociology of Culture, Media and the Art M Sociologie M Wijsbegeerte M Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied

Overzicht van in het EUR-register opgenomen opleidingen en cursussen

Expertisegebied Economie en Management Nederlandstalig:

Beleggen voor bestuurders van pensioenfondsen Beroepsopleiding Financieel-Economisch Beleidsmedewerker Business Valuation Corporate Social Responsibility Auditing Corporate Social Responsibility Management Executive Master of Finance and Control (Registercontroller)

Executive Master of IT-Auditing Interim Management Essentials Master City Developer

Master in Internal/Operational Auditing Master in Management Consultancy Master of Management Control Master Public Controlling Masterclass Estate Planning Masterclass Farmaceutisch Ondernemerschap Masterclass Interim Management Masterclass Marketing Strategy for the Life Sciences Mastercourse Financial Planning Mastercourse Vastgoed Fiscaal Postdoctorale Leergang Europese Fiscale Studies Postinitiële Opleiding Accountancy Programma voor commissarissen en toezichthouders Programma voor publieke aandeelhouders Sales Practice Perfection Sales and Account Leadership Strategisch Account Management

Engelstalig:

Page 43: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

41

Corporate Communication Energy Risk and Porfolio Management for Executives European Experience Executive Leadership Development Executive MBA Program Finance for Corporate Communications Professionals

Global e-Management Program (GeM) Global Executive OneMBA In-company Programs International Master of Corporate Communication Program part-time International MBA

Management of the European Metropolitan Region (MEMR) Maritime Economics & Logistics Master in Financial Management Master in Hospitality Management Master in Human Resource Program Master in Urban Management and development MBA and MBA/MBI program full-time OneMBA Modular Executive MBA Program Open Executive Programs Strategic ICT Leaderschip Program Trading Room

Expertisegebied Geneeskunde en gezondheid Nederlandstalig:

Master of Health Business Administration Masterclass voor bestuurders van gezondheidszorgorganisaties Medisch Management Programma

Topclass/Master of Health Care Management

Engelstalig: DSc in Health Sciences DSc in Clinical epidemiology DSc in Epidemiology DSc in Genetic epidemiology DSc in Medical informatics DSc in Public health Master of Health Information Management Short Courses in Quantitative Medicine and Health Sciences

Expertisegebied Recht, cultuur en maatschappij Nederlandstalig:

Certificaatonderwijs Electronic Government Financiële economie voor curatoren Juridisch Postacademisch Onderwijs Leergang Arbeidsrecht Masterclass Procesmanagement Masterclass Psychologisch kapitaalmanagement

Page 44: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

42

Masterclass Transitiemanagement Mastercourse Beleidsonderzoek Master of Public Finance Management Postacademische dagbladopleiding Journalistiek

Postacademische leergang Informatie en document management Postacademische masterclass De nieuwe media voorbij

Voortgezette Stagiaire Opleiding Beroepsopleiding Advocatuur

Engelstalig: European Master in Law and Economics Business, Corporate and Maritime Law Erasmus Mundus Masters Program in Public Policy Executive course Housing People ... Housing in Transition ... Housing the Future Executive course Law and Land Policy in an Urbanising World Executive course Leading Cities, Creating and Implementing Strategies that Work Executive course Leveraging Public-Private Opportunities for City Regeneration

Executive course Organising for a Competitive Local Economy: Institutional Strategies and Approaches International PhD Programme in Cleaner Production, Cleaner Products, Industrial Ecology & Sustainability Master Development Studies Master in Urban Management and Development International Course on Housing and Urban Development Land Management and Informal Settlement Regularization

Page 45: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

43

< 8 > PRIJZEN en ONDERSCHEIDINGEN in 2009

In 2009 zijn verschillende prijzen en onderscheidingen aan leden van EUR-gemeenschap toegekend.

Eredoctoraat Professor Daniel Kahneman kreeg op 6 november ter ere van de 96ste Dies Natalis een eredoctoraat op voordracht van de Erasmus School of Economics. De Israëlische econoom geldt als de geestelijke vader van de gedragseconomie. Voor zijn baanbrekende werk ontving hij in 2002 de Nobelprijs

Mandevillelezing ‘De Verenigde Staten van Europa’ luidde de titel van de Mandeville lezing, uitgesproken op 3 juni - aan de vooravond van de Europese verkiezingen - door Guy Verhofstadt, minister van staat van België. Deze lezing vond in 2009 voor de vijftiende keer plaats. De invitatie is een blijk van grote waardering voor de grote maatschappelijke verdiensten van de spreker. De Mandevillelezing moet dan ook worden gezien als het maatschappelijke equivalent van het eredoctoraat dat aan de Erasmus Universiteit Rotterdam alleen op grond van wetenschappelijke verdiensten wordt toegekend.

Onderwijs en Onderzoeksprijs EUR De onderwijsprijs ging dit verslagjaar naar prof.dr. Jacques Vromen. De hoogleraar in de Theoretische Filosofie bij de Faculteit der Wijsbegeerte, kreeg de prijs voor de vernieuwende wijze waarop hij het curriculum van de onderzoekmaster Filosofie en Economie heeft vormgegeven. De onderzoekprijs werd in 2009 toegekend dr. Meike Vernooij. In bijzonder korte tijd schreef zij een vernieuwend proefschrift over het nut van MRI-technieken bij het onderzoeken van aan veroudering gerelateerde hersenveranderingen, voorboden voor dementie en beroerte. De prijzen werden uitgereikt tijdens de opening van het Academisch Jaar.

Prof. G.W.J. Bruinsprijs In 2009 werd voor de eerste keer de prof. G.W.J. Bruinsprijs toegekend aan de beste reasearchmaster student die een bijzondere studieprestatie heeft gekoppeld aan een veelbelovend onderzoek. Roel Klein Wolterink (FGG/Erasmus MC) mocht tijdens de opening van het Academisch Jaar een cheque van € 4500 in ontvangst nemen. Deze prijs draagt de naam van prof.mr.dr. G.W.J. Bruins, in 1913 de eerste hoogleraar van de Nederlandsche Handels-Hoogeschool, en is in het leven geroepen door zijn nazaten.

Prof. H.W. Lambersprijs Eveneens voor de eerste keer vond de uitreiking plaats van de Prof. H.W. Lambersprijs. Rector magnificus Lamberts reikte de cheque van € 3000 en een speciale penning uit aan Niels Karsten, volgens de jury de beste student met dubbele masterstitels (onderzoeksmaster Bestuurskunde en master Filosofie). De prijs, vernoemd naar prof. H.W. Lambers, hoogleraar Economie en diverse keren rector-magnificus aan de Nederlandse Economische Hogeschool in de periode 1950-1970, is ingesteld met een donatie van het ARK Fonds.

Page 46: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

44

Swammerdamprijs 2009De Nederlandse Vereniging voor Hematologie kende in 2009 de tweejaarlijkse Swammerdamprijs toe aan dr. Frank Leebeek, verbonden aan FFG/Erasmus MC. Aan de prijs is een bedrag van €40.000 verbonden voor wetenschappelijk onderzoek.

KNAW Prof.dr. Johan Mackenbach, hoogleraar Maatschappelijke gezondheidszorg bij FGG/Erasmus MC, werd in 2009 gekozen tot nieuw lid van de Koninklijke Academie van Wetenschappen

KNAW – De Jonge Akademie Prof.dr. Ingrid Robeyns, bijzonder hoogleraar Praktische Filosofie bij FW, en dr. Tamara van Gog (FSW – Psychologie) behoorden in 2009 tot de jaarlijkse lichting van tien jonge excellente wetenschappers voor De Jonge Akademie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Vanaf 2010 maken zij voor vijf jaar deel uit van deze wetenschappelijke denk-tank.

Bekroonde publicaties

Scriptieprijs CIDI De jaarlijkse scriptieprijs van het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) werd toegekend aan de FHKW-studente Elzelien de Jong voor Dienstweigeren in de bezette gebieden, haar afstudeerscriptie voor Maatschappijgeschiedenis. Zij won daarmee een prijs van € 2500.

Leo Polak scriptieprijs Promovendus Christian van der Veeke (FW) mocht in januari 2009 de Leo Polak scriptieprijs in ontvangst nemen voor zijn scriptie Heimwee van de filosofie: een analyse en evaluatie van de wijsgerige toepassing van vervreemding.

NVZD scriptieprijs Studente Trudie van Duin won met haar onderzoek naar prestatie-indicatoren in de ambulancezorg de scriptieprijs van de Nederlandse Vereniging van Bestuurders in de Gezondheidszorg ter waarde van €1500. Zij behaalde haar master Zorgmanagement aan het instituut Beleid en Management Gezondheidszorg.

Johannes Cornelis Ruigrok Prijs De Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen kende aan dr. Martijn de Jong (Rotterdam School of Management, Erasmus University) in juni 2009 de J.C. Rijgrok Prijs toe voor zijn dissertatie Respons Bias in International Marketing Research.

Volksgezondheidsprijs Voor haar dissertatie over de rol van omgevingsfactoren als verklaring voor sociaal-economische gezondheidsverschillen mocht dr. Carlijn Kampuis (Erasmus MC – Maatschappelijke Gezondheidszorg) een oorkonde en een bedrag van € 1500 ontvangen van de Vereniging voor Volksgezondheid en Wetenschap.

Page 47: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

45

Dr. R.J. van Helsdingen-essaywedstrijd 2009 De stichting Psychiatrie & Filosofie kende aan dr. Elke Müller de aanmoedigingsprijs toe voor ‘Het fenomeen modeziekte; cultuurpathologische uitingen van technologische incorporatiemoeheid’, onderdeel van haar dissertatie Tijdreizen in de grot. Virtualiteit en lichamelijkheid van panorama tot CAVE waarop zij in april promoveerde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Studieprijs Praemium Erasmianum Voor haar proefschrift Creole Jewes. Negotianting Community in Colonial Surinam kreeg Wieke Vink in december 2009 uit handen van de voorzitter van de Stichting Praemium Erasmianum de Studieprijs. De promovenda van de faculteit der Historische en Kunstwetenschappen ontving naast een oorkonde een geldbedrag van € 3000.

Onderzoeksprijs Italië Studies Het bestuur van de Nederlands-Vlaamse Werkgroep Italië Studies besloot de driejaarlijkse Italië Studies onderzoeksprijs voor een publicatie op het terrein van de Italiaanse geschiedenis en cultuur toe te kennen aan dr. Koen Stapelbroek van de opleiding Bestuurskunde voor zijn publicatie Love, Self-Deceit, and Money: Commerce and Morality in the Early Neapolitan Enlightenment. De prijs, bestaande uit een oorkonde en een bedrag van € 1000, werd ter beschikking gesteld door de Italiaanse regering.

Wetenschapsprijs vervoersplanologie Op het Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk in november 2009 in Antwerpen beloonde de jury de bestuurskundigen dr. Bonno Pel en prof.dr.ing. Geert Teisman met de wetenschapsprijs voor hun paper 'Mobiliteitsbeleid als klimaatbeleid of watermanagement; zelforganisatie als aangrijpingspunt voor effectieve beleidsmatige interventies'.

Kooiman Award 2009 De International Research Society for Public Management selecteerde het artikel van dr. Steven Van der Walle (FSW) voor de Kooiman Award 2009. Het artikel ‘International Comparisons of Public Sector Performance: How to Move Ahead?’ verscheen in 2009 in Public Management Review.

Unilever Researchprijs 2009 Voor zijn scriptie The EU’s legitimicy in the eye of the beholders: an analyses of the public discourse on the legitimacy of the EUR in the Netherlands, the United Kingdom and Franceontving dit jaar bestuurskundestudent Jan Pieter Beetz de Unilever Researchprijs. Naast een kunstwerk mocht hij een bedrag van € 2500 in ontvangst nemen.

Award for Excellence in Application of Pharmacoeconomics and Health Outcomes Research Dr. Maureen Rotten – Van Mölken (iBMG) ontving voor haar paper over ‘value of information’ in Value in Health een prijs tijdens het 12e Europese congres van ISPOR (International Society for Pharmacoeconomics and Outcomes Research). Pepijn Vemer en Margriet Franken werden op dit congres beloond met de ‘Best New Investigator Podium Presentation’.

Page 48: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

46

Koninklijke onderscheidingen De hoogleraar Economische Geografie prof.dr. G.A. van der Knaap verliet na zijn afscheidscollege op 27 maart de Aula als Officier in de orde van Oranje Nassau. Burgemeester H.C.J. Roijers van Waddinxveen had hem deze koninklijke onderscheiding uitgereikt. Van der Knaap was sinds 1984 hoogleraar bij de EUR.

Bij de jaarlijkse ‘lintjesregen’ ter gelegenheid van Koninginnedag werd prof.mr. D. Mentink benoemd tot Officier in de orde van Oranje Nassau. De emeritus hoogleraar Onderwijsrecht op pluriforme grondslag kreeg de koninklijke onderscheiding in zijn woonplaats Schoonhoven.

Tijdens de opening van het Academisch Jaar deelde Rotterdams burgemeester ing. A. Aboutaleb mee dat scheidend rector magnificus prof.dr. S.W.J. Lamberts was benoemd tot Officier in de orde van Oranje Nassau. Hij overhandigde hem de versierselen behorende bij deze koninklijke onderscheiding. Lamberts was sinds 1981 hoogleraar Inwendige geneeskunde. Van december 2003 tot september 2009 maakte hij als rector magnificus deel uit van het College van Bestuur.

Planciusmedaille Naast een koninklijke onderscheiding werd prof.dr. G.A. van der Knaap bij zijn afscheid als hoogleraar Economische Geografie op 27 maart 2009 vereerd met de Planciusmedaille van het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap. In de 135 jaar van haar bestaan heeft dit genootschap de medaille slechts twaalf keer uitgereikt.

Wolfert van Borselenpenning Tijdens het diner ter ere van de dies natalis 2009 in de Burgerzaal van het Stadhuis ontving oud-rector magnificus prof.dr. S.W.J. Lamberts uit handen van burgemeester Aboutaleb de Wolfert van Borselenpenning. Hij kreeg deze gemeentelijke onderscheiding omdat hij in zijn functie op meerdere terreinen activiteiten ontplooide ten behoeve van de Rotterdamse samenleving.

Laureaten onderzoekssubsidies

ERC Grant - onderzoeksubsidie European Research Counsil Prof.dr. A.D.M.E. Osterhaus FGG/Erasmus MC

Vici - gericht op senoir-onderzoekers Dr. J.H. Gribnau FGG/Erasmus MC

Vidi - na de promotie al een aantal jaren onderzoek verricht op postdocniveau Dr. T.M. Cupedo FGG/Erasmus MC Dr. M. Eijpe FGG/Erasmus MC Prof. S.A. Kusher PhD MD FGG/Erasmus MC Dr. J.B.J. van Meurs FGG/Erasmus MC Dr. H.W. Tiemeier MA MD PhD FGG/Erasmus MC

Veni - voor pas gepromoveerde onderzoekers Dr. T.M. Bago d’Uva ESEDr. E. Hoogerheide ESE

Page 49: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

47

Dr. A. Lemmens ESEDr. M.G. de Jong RSMDr. R.J.A. van der Lans RSML. Gutierrez PhD FGG/Erasmus MC Dr. V.W.V. Jaddoe FGG/Erasmus MC Dr. ir. S. Klein FGG/Erasmus MC Dr. J.A.C. Rientjes FGG/Erasmus MC

Mozaïek - promotieonderzoek jonge, talentvolle allochtone afgestudeerden K. Manevska BSc FSWI.N. Naumovska BA FSWR. Bouamar MSc FGG/Erasmus MC Drs. M.M. Mokhles FGG/Erasmus MC

EUR Fellow - voor veelbelovende jonge EUR-onderzoekers Dr. W.A. Felps RSMDr. C. Zhou RSMDr. M. Schonewille FGG/Erasmus MC Dr. I. Soerjomataram FGG/Erasmus MC

Erasmus MC Fellow - voor veelbelovende jonge onderzoekers bij Erasmus MC Dr. A.M. Bertoli-Avella FGG/Erasmus MC Dr. F.J.M.F. Dor MD PhD FGG/Erasmus MC Dr. K. Nieman FGG/Erasmus MC Dr.ing. W.J. van de Sande FGG/Erasmus MC Dr. S.N. de Wildt FGG/Erasmus MC

Page 50: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

48

bijlage • UITWISSELINGSOVEREENKOMSTEN 2009

Erasmus School of Economics Uitgezonden Inkomend Uitw.ov.k.

J / N EUThe university of Wien 1 2 J University of Economics, Prague 2 2 J Technische Universität Dresden 1 J Friedrich Schiller University Jena 4 J Christian-Albrachts-Universitat zu Kiel 3 J The university of Kopenhagen 2 J Ludwig Maximilians universitat Munchen 4 J Universitat Autonoma de Barcelona 1 J Universitat Pompeu Fabra de Barcelona 2 2 J Universidad Autonoma de Madrid 1 J Carlos lll Universidad Madrid 4 2 J Universidad de Zaragoza 1 2 J Ecole Normale Superieure de Cachan 4 J Essec – EPSCI 2 2 J EM-Lyon Ecole de Management 2 J Université Paul Cézanne Aix-Marseille III 4 J Université de Nantes 1 J Athens University of Ecnics & Buss. 1 3 J The university of Budapest 1 J Trinity College Dublin 4 J Universita Commerciale Luigi Bocconi 10 10 J University of Milano-Bicocca 2 J Universita degli Studi di Roma 2 J Universita Degli Studi di Venezia 1 J Universidade de Coimbra 2 J Universidade Nova de Lisboa 3 1 J Universidade Tecnica de Lisboa 2 2 J The University of Goteborg 4 3 J University of Bratislavia 4 J The University of Orebro 1 J Stockholms Universitet 2 J Uppsala Universitet 2 2 J Bogazici University 1 3 J Universitat Zurich 1 J University of Essex 1 J Universita' Di Pisa 1 J

subtotaal 49 71

Niet EU The University of Carleton International 2 J University of Calgary 1 J George Mason University 4 J Hitotsubashi University 1 J Hofstra University, New York* J

Page 51: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

49

The City University of Hong Kong 4 4 J Keio University 2 2 J The University of Richmond 1 2 J Universidade de Sao Paulo 1 2 J The University of Stellenbosch 3 J The Swinburne University of Technology 3 1 J The University of Sydney 3 3 J The university of Technology Sydney 2 J Yonsei University 3 J Shanghai University of Finance & Economics (SUFE) 4 3 J Moscow HSE** 1 J

subtotaal 30 22 Totaal aantal 79 93 Rotterdam School of Management, Erasmus University

Uitgezonden Inkomend Uitw.ov.k. J / N Aston University, UK 6 0 J Brandeis University, USA 4 2 J Copenhagen Business School, Denmark 9 7 J Corvinus Budapest Univesity, Hungary 5 5 J COPPEAD, Brasil 0 2 J ESADE, Spain 10 12 J ESAN, Peru 1 2 J Vargas, Brasil 1 2 J Gadjah Mada, Indonesie 4 5 J HEC Paris 7 8 J HEC Montreal 2 3 J Helsinki School of Economics 6 4 J IIM Bangalore, India 2 2 J HKUST, Hong Kong 4 4 J IAG, Belgium 5 3 J IESA, Venezuela 0 1 J ITAM, Mexico 2 0 J ITESM, Mexico 4 4 J LSE, UK 1 3 JManchester Business School, UK 5 4 JMarshall School of Business, USA 5 6 JMcCombs, USA 2 2 JNanyang, Singapore 1 0 JNCCU, Taiwan 8 9 JNUS, Singapore 3 2 JNHH Bergen, Norway 14 12 JPUC, Chile 3 0 JSchool of Economics, Prague 5 6 JReykjavik University, Iceland 1 4 J

Page 52: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

50

Richard Ivey School of Business, Canada 3 3 JSt.Petersburg State University, Russia 4 2 JSSE, Sweden 6 3 JThammasat Unviersity, Thailand 4 2 JUniversity of Bath, UK 5 5 JBelgrano, Argentina 1 0 JBocconi, Italy 12 23 JUBC, Canada 2 8 JCalgary, Canada 2 0 JUniversity of California at Davis, USA 2 0 JUC Dublin, Ireland 2 2 JSt. Gallen, Switzerland 8 11 JUniversity of Illinois, USA 4 0 JUniversitat zu Koln, Germany 3 5 JUniversity of Lancaster, UK 1 2 JUniversity of Melbourne, Australia 2 1 JUniversity of Michigan, USA 2 1 JUNSW, Australia 2 3 JUniversity of Otago, New Zealand 2 3 JTorucato di Tella, Argentina 2 2 JUniversity of Warwick, UK 2 0 JWarsaw School of Economics, Poland 4 3 JWharton School, USA 6 8 JWu Wien, Austria 5 5 JYork University, Canada 5 3 JMons FUCaM, Belgium 0 1 J IAE aix en provence, France 2 1 J Athens university, Greece 2 0 J Tel Aviv University, Israel 0 0 J Babson college, USA 2 1 J Cass Business School, UK 4 0 J Georgia State university, USA 2 0 J McGill University, Canada 1 2 J Singapore Management University, Singapore 2 0 J University of N.Carolina, Kenan-Flagler, USA 2 1 J University of IOWA, USA 2 0 J CUHK Hong Kong 2 4 J Fudan China 2 0 J Indian School of Business 2 0 J INCAE, Costa Rica 2 0 J MDI India 1 2 J Queens Canada 3 1 J Univ of Washington, USA 2 2 J Yonsei 4 0 J Claremont Grad. University, USA 0 1 J WITS South Africa 0 0 J Totaal aantal 248 225

Page 53: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

51

Faculteit der Sociale Wetenschappen Uitgezonden Inkomend Uitw.ov.k. J / N

University of Teesside J University of Warsaw, Warsaw, Polen 3 J Universityh of Lund, Lund, Zweden J Swinburne University, Melbourne, Australie 4 5 J University of Gothenburg 3 1 J Carleton University, Ottawa, Canada 6 1 J University of Western Sydney 1 J University of Calgary, Canada 2 J University of the Fraser Valley, Abbotsford, Canada 2 J Keio University, Tokyo, Japan 1 J Yeditepe University, Istanbul, Turkije 4 J National Univeristy of Singapore, Singapore 1 1 J University of Western Ontario, London, Canada 5 11 J Gonzaga University, Spokane, USA 3 4 J Univeristy of Joensuu, Joensuu, Finland 1 J Gadjah Mada University,. Yogyakarta, Indonesie 1 J University of Stellenbosch, Stellenbosch, Zuid Afrika 2 J Universidad Complutense de Madrid 1 4 J Universita degli Studi G. d'Annunzio Chieti 1 J Stockholm University, Zweden J Konkuk University Korea 2 J Universität Leipzig 1 J University of Vaasa J Institute d'Etudes Politique de Bordeaux J Universität Wien 4 J University of Glasgow 2 J Volda University College J Adam Mickiewicz University Poznan, Poland 4 J Universität Bremen J Universita Degli Studi di Milano Bicocca J Alma Mater Studiorum Universita di Bologna 1 J Universität Salzburg 1 J Marmara University Istanbul 1 J University of Limerick, Limerick, Ierland 2 J University of Potsdam, Potsdam, Duitsland 1 2 J Florida State University, USA 2 2 J Western Wasington University, Bellingham, USA 1 J Bilgi University Istanbul 1 J James Cook University, Townsville, Australie` 1 J University of Trier 1 N Roskilde Universitet 1 J KU Leuven 1 J ISCTE 1 J Universitat Autonoma de Barcelona 1 J Queens University Belfast 1 J Universität Konstanz 1 J Totaal aantal 40 63

Page 54: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

52

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Uitgezonden Inkomend Uitw.ov.k. J / N Ankara University, Turkey 1 J American University, USA 3 J Baltimore University, USA 1 2 J Bilkent University, Turkey 2 J Carleton University, Canada 2 1 J City University of Hong Kong 1 J Comenius University, CZ 1 J CUPL, China 5 J ECUPL, China 2 J Eötvös Loránd University, Hungary 2 J Europa Universität Viadrina Frankfurt,Germany 1 J Florida State University, USA 2 2 J Hebrew University of Jerusalem, Israel 2 J Hofstra University, USA 4 3 J ITAM Mexico 1 1 J Istanbul Bilgi University, Turkey 1 2 J Istanbul University, Turkey 1 J Latvijas Universitate, Latvia 2 J Lund University, Sweden 2 J Masarykova Univerzita, CZ 3 J National University of Singapore 4 1 J Northeastern University, USA 3 J Palacky University, CZ 5 J San Diego State University, USA 5 2 J Santa Clara University, USA 2 J Universidad de Zaragoza, Spain 1 J Universidade de Lisboa, Portugal 2 J Università Bicocca Milano, Italy 2 J Università Bocconi, Italy 2 J Università di Roma "La Sapienza", Italy 1 J Universitat Autònoma de Barcelona, Spain 1 5 J Universität Innsbruck, Austria 1 J Universität Wien, Austria 1 J Université d'Aix-Marseille, France 2 J Université René Descartes-Paris 5, France 2 J University of Bucharest, Romania 2 J University of Copenhagen, Denmark 2 J University of Girona, Spain 1 J University of Glasgow, U.K. 3 J University of Helsinki, Finland 2 J University of Hong Kong 5 J University of Kent, U.K. 1 J University of Indonesia 2 J University of Maribor, Slovenia 1 J University of Manchester, U.K. 1 J University of New South Wales, Australia 2 2 J University of Pretoria, South Africa 2 J

Page 55: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

53

University of Stockholm, Sweden 3 1 J University of Tartu, Estonia 1 J University of Technology Sydney, Australia 4 J University of Warwick, U.K. 2 2 J University of Western Sydney, Australia 2 J University of Zagreb, Croatia 1 J University of Zurich, Switzerland 1 J Warsaw University, Poland 4 J Yeditepe University, Turkey 2 J

Totaal aantal 58 83

Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen Uitgezonden Inkomend Uitw.ov.k.

J / N

Universitat Wien 1 J Univsersitat Salzburg J Université Libre de Bruxelles J Rosklde University 1 J Université Charles de Gaulle Lille J Université Lumière Lyon II J Leibniz Universitat Hannover J Universitat Leipzig J Albert Ludwigs Universitat Freiburg 1 J Martin Luther Universitat Wittenberg J Universita Bocconi 2 2 J Universita degli studi di Milano 2 J Universita di Catania J Universita Ca'Foscari Venezia 2 J Adam Mickiewicz University Poznan 3 J University of Wroclaw 2 J ISCTE Lisboa J Universidad de Barcelona J Universidad de Sevilla 4 J Universidad de Cantabria J Uppsala Universitet J Stockholm Universitet J Sabanci Universitesi 1 1 J Istanbul Bilgi Universitesi 2 J University of Essex 2 J University College London 2 J University of Manchester 1 J Glasgow Caledonian University 2 J Universidad de Buenos Aires 2 J University of Western Sydney 1 J Swinburne University Melbourne 4 1 J James Cook University J Carleton University 2 J

Page 56: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

54

University of Fraser Valley J University of Western Ontario 1 J University of Calgary J Chinese University of Hong Kong 1 6 J Keio University 2 J Konkuk University Seoul 2 J Universidad de Monterrey J Western Washington University J Gonzaga University J University of Mississippi J Central Michigan University 1 J Florida State University 1 via ESL

Totaal aantal 25 30

Faculteit der Wijsbegeerte Uitgezonden Inkomend Uitw.ov.k.

J / N

Universidad Complutense Madrid (Spanje) 1 1 J Universitat Bayreuth (Duitsland) 2 J Universidad de Valladolid (Spanje) 1 J Universiteit van Stockholm (Zweden) 1 J Universiteit van Wroclaw (Polen) 1 J Universidad de Monterrey (Mexico) 1 J University of Sydney (Australie) 1 J

Totaal aantal 5 4

Faculteit der Geneeskunde en Gezondheids- wetenschappen /Erasmus MC Uitgezonden Inkomend Uitw.ov.k.

J / N

keuze onderwijs in het derde jaar 40 keuzeonderzoek in het vierde jaar 53 keuze co-schap in het zesde jaar 62 oudste co-schap in het zesde jaar 6 Msc-opleidingen 29 IFMSA 11 Bureau Internationalisering 33

Bovenstaande cijfers zijn niet volledig. Er blijken regelmatig studenten te zijn die rechtstreeks een afdeling hebben benaderd voor een stage zonder tussenkomst van de IFMSA of de coördinator internationalisering. Om hoeveel studenten het gaat is onbekend.

Totaal aantal 190 44

Page 57: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

55

bijlage • lijst van afkortingen

Bama Bachelor-Master BKO Basiskwalificatie Onderwijs Bsik Besluit subsidies investeringen kennisinfrastructuur Bsa Bindend studieadvies COEUR Cardiovasculair Onderzoekschool EUR CROHO Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs CvB College van Bestuur CWTS Centrum voor Wetenschaps- en Technologie Studies ECTS European Credit Transfer System EDSC Erasmus Data Service Centre EEPI Erasmus Electronic Publishing Initiative EHP Erasmus Honours Programme Erasmus MC Erasmus Universitair Medisch Centrum ERIM Erasmus Research Institute of Management ESNR European Student Network Rotterdam ESE Erasmus School of Economics ESSC Erasmus Studenten Servicecentrum EUR Erasmus Universiteit Rotterdam FGG Faculteit der Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen FHKW Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen FR Faculteit der Rechtsgeleerdheid FSW Faculteit der Sociale Wetenschappen Fte Fulltime equivalent FW Faculteit der Wijsbegeerte HL Hoogleraar HO Hoger Onderwijs HOVO Hoger Onderwijs voor Ouderen HST Instituut Health Science & Technology IBA International Business Administration iBMG instituut Beleid en management Gezondheidszorg ICES-KIS Interdepartementale Commissie voor het Economisch

Structuurbeleid-Kennisinfrastructuur ICTO informatie- en communicatietechnologie in het onderwijs IHS Institute for Housing and Urban Development Studies IPRC International Peer Review Committee ISS International Institute of Social Studies KNAW Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen NCSI Nederlands Centrum voor Sociale Innovatie NIHES Netherlands Institute For Health Sciences NVAO Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie NWO Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek OBP Ondersteunend en beheer personeel OBR Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam OCW ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap OECR Onderwijskundig Expertisecentrum Rotterdam QANU Quality Assurance Netherlands Universities RISBO Rotterdams Instituut voor Sociaal-wetenschappelijk BeleidsOnderzoek

Page 58: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

56

RKvV Rotterdamse Kamer van Vereningen RSM Rotterdam School of Management, Erasmus University SEP Standaard Evaluatie Protocol SSVR Stichting Studentenvoorzieningen Rotterdam SVKR Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam UB Universiteitsbibliotheek UD Universitair docent UHD Universitair hoofddocent VSNU Vereniging van Nederlandse Universiteiten VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs WFHW Wet aangaande Financiering Hoger Onderwijs WHOO Wet op Hoger Onderwijs en Onderzoek WP Wetenschappelijk personeel WO Wetenschappelijk Onderwijs

© Erasmus Universiteit Rotterdam 2010

Page 59: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

57

Page 60: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

58

Page 61: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

59

Financieel jaarverslag 2009

ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM

Page 62: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

60

Page 63: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

INHOUDSOPGAVE

63 JAARVERSLAG 63

75 JAARREKENINGAlgemeen 75Grondslagen 77Geconsolideerde balans per 31 december 2009 na resultaat bestemming 82Geconsolideerde staat van baten en lasten over 2009 83Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2009 84Toelichting behorende tot de geconsolideerde balans 85Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen 91Toelichting behorende tot de geconsolideerde staat van baten en lasten 92

Enkelvoudige balans per 31 december 2009 na resultaat bestemming 98Enkelvoudige staat van baten en lasten over 2009 99Toelichting behorende tot de enkelvoudige balans 100Toelichting behorende tot de enkelvoudige staat van baten en lasten 105

108 ACCOUNTANTSVERKLARING 108

110 BIJLAGEGegevens over rechtspersoon 110

Financieel jaarverslag 2009 - Erasmus Universiteit Rotterdam - 61 -

Page 64: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

- 62 -

Page 65: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

JAARVERSLAG

ALGEMEEN

De Erasmus Universiteit heeft in financieel opzicht een goed jaar achter de rug. Er is sprake van een positief

exploitatieresultaat en van een verdere versterking van de liquiditeits- en vermogenspositie. Het geconsolideerde resultaat van

de Erasmus Universiteit over 2009 - inclusief de O&O-activiteiten van het Erasmus MC (hierna aangeduid als Erasmus MC) -

bedraagt M€ 17,4 (2008: M€ 28,4). Dit bij een batentotaal van M€ 468,2 (2008: 439). Het netto-resultaat – d.w.z. het resultaat

exclusief het Erasmus MC – bedraagt M€ 4,2 (2008: M€ 8,1).

In de jaarcijfers 2009 zijn voor het eerst integraal de cijfers van het ISS opgenomen. Dit instituut is per 1 juli 2009 juridisch

geïntegreerd binnen de EUR. Financieel-administratief is de samenwerking verwerkt alsof de integratie vanaf 1 januari heeft

plaatsgevonden. Het ISS heeft over 2009 een tekort van k€ 468. Hierin is een eenmalig negatief effect verwerkt van k€ 320

door een verandering van het tempo waarin de onderwijsgelden worden verantwoord.

In M€ Realisatie 2009 Realisatie 2008 Rijksbijdrage 216,5 209,1Collegegelden 33,2 32,0Overige baten 218,5 197,9TOTAAL BATEN 468,2 439,0

Personele Lasten 291,5 252,5Materiële Lasten 162,6 162,2TOTAAL LASTEN 454,1 414,7

Saldo baten en lasten 14,1 24,3

Saldo financiële baten en lasten 3,3 4,1RESULTAAT 17,4 28,4Aandeel Erasmus MC 13,2 20,3NETTO RESULTAAT 4,2 8,1

Het totale resultaat is voor M€ 13,2 toerekenbaar aan de O&O-activiteiten van het Erasmus MC (2008: M€ 20,3).

Het netto resultaat ad M€ 4,2 is opgesplitst in een positief resultaat van M€ 4,5 van de Erasmus Universiteit in enkelvoudige

zin en een tekort van M€ 0,3 van de groepsmaatschappijen. Het tekort van de groepsmaatschappijen is opgebouwd uit een

positief resultaat van de EUR Holding ad M€ 2,2, een negatief resultaat van RSM BV ad M€ 2,2 en een negatief resultaat van

de andere groepsmaatschappijen (Beleggingen BV, Stichting Studentenvoorzieningen Rotterdam en Erasmus Center for

Strategic Philantropy) ad M€ 0,3. Het negatieve resultaat van de RSM BV kent twee belangrijke oorzaken. Enerzijds zijn er in

2009 eenmalig inkomsten weggevallen doordat besloten is om de cursusduur van de MBA-opleiding te verkorten van 15

maanden naar 12 maanden onder gelijktijdige verschuiving van de startdatum van de opleiding van oktober (2009) naar

januari (2010). In de tweede plaats is de omzet op het gebied van ‘Executive Education’ substantieel lager uitgevallen door

een tegenvallende markt. De RSM BV beschikt over voldoende reserves om dit negatieve resultaat op te vangen. Het Eigen

Vermogen van de RSM BV bedraagt M€ 6,2 aan het eind van 2009.

Het geconsolideerd Eigen Vermogen van de Erasmus Universiteit is in totaliteit met M€ 6,8 toegenomen tot M€ 193,3,

waarvan M€ 2,7 toewijsbaar is aan de toevoeging van het beginvermogen van het ISS aan het EUR-vermogen. De

ontwikkeling en samenstelling van het eigen vermogen is als volgt:

Financieel jaarverslag 2009 - Erasmus Universiteit Rotterdam - 63 -

Page 66: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

0,0

50,0

100,0

150,0

200,0

250,0M€

Bestemmingsfonds 0,6 0,4 0,5

Bestemde Reserve Privaat 30,6 31,9 30,8

Bestemde Reserve Publiek 102,3 99,4 100,4

Algemene Reserve Decentraal 18,7 23,2 24,2

Algemene Reserve Centraal 26,1 31,6 37,4

2007 2008 2009

178,2186,5

193,3

De daling van het private vermogen, d.w.z. het vermogen van de groepsmaatschappijen, wordt voornamelijk veroorzaakt door

het negatieve resultaat in 2009 van RSM BV en door dividenduitkeringen.

In het verslagjaar hebben wij M€ 11,0 geïnvesteerd in strategische projecten waarvan circa M€ 4,6 in thema’s uit de Strategie

2013. Het restant is voortzetting van ‘oud’ beleid. De samenstelling van de uitgaven op de strategische thema’s 2013 is

globaal als volgt:

Strategische uitgaven in k€

828

291

586

247961

1.665

Onderwijs Onderzoek campusAlumni en MVO studenten en ow marketing organisatie ontwikkeling

Gegeven onze besluitvorming, verwachten wij dat de strategische investeringen in onderwijs en onderzoek de komende jaren

substantieel zullen stijgen. Wij hebben inmiddels besloten om te investeren in de opleiding Pedagogische en

Onderwijswetenschappen en in een Engelstalige Bachelor Psychologie (geschatte investering t/m 2013 M€ 6,2). Daarnaast

wordt de komende jaren ook in onderzoek flink geïnvesteerd vanuit de alfa/gamma middelen (investering 2009 t/m 2011 = M€

10,1 met een verwachte oploop naar 2013 van minimaal M€ 7,2).

- 64 -

Page 67: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

Resultaatontwikkeling ten opzichte van de begroting

-10.000

-5.000

0

5.000

10.000

15.000

20.000

25.000

30.000

Begroting 2009 -827 -395 -940 -4.966 428 -6.700 118 -6.582

Realisatie 2009 128 -468 -1.332 6.179 -286 4.221 13.173 17.394

Verschil 955 -73 -392 11.145 -714 10.921 13.055 23.976

Woudestein faculteiten ISS SSC's + Staf + UB Centraal Gelieerde Partijen

WoudesteinExploitatieresultaat

Woudestein Erasmus MC Totaal exploitatieresultaat

Het geconsolideerde exploitatieresultaat ligt M€ 24,0 boven het begrote resultaat. Van dit verschil is M€ 13,1 toerekenbaar

aan het Erasmus MC, waarvan het overgrote deel (M€ 12,7) het gevolg is van een andere administratieve verwerking van de

reservering voor het lange termijn huisvestingsplan. Bij het opstellen van begroting 2009 was deze reservering verwerkt als

een last via de exploitatie conform de oude OCW-richtlijnen. Met de toepassing van Boek 2 BW, titel 9 en Richtlijn 660 is deze

verwerkingswijze niet meer toegestaan, hetgeen geleid heeft tot een resultaatopstuwend effect.

Het verschil ad M€ 10,9 van Woudestein valt uiteen in een negatief verschil van M€ 0,7 voor de groepsmaatschappijen en een

positief verschil van M€ 11,6 voor de EUR in enkelvoudige zin. Dit laatste verschil wordt voor M€ 11,1 veroorzaakt door

centrale posten. De samenstelling van dit verschil is als volgt:

Oorzaak verschil M € 1. Lagere lasten op diverse rechtspositionele maatregelen (wachtgeld, laatste tranche stuwmeer

vakantiedagen, reorganisatievoorziening en meerjaren spaarverlof) 6,0

2. Hogere Rijksbijdrage - BAMA-compensatie 2009 - Niet optreden ingecalculeerde negatieve bijstelling - Joint Degrees en Geesteswetenschappen

1,51,10,3

3. Overige per saldo meevallers in begrote centrale posten 2,2Totaal 11,1

De faculteiten en de ondersteunende afdelingen (i.e. SSC, staf en UB) zitten ongeveer M€ 0,5 boven begroting.

Financieel jaarverslag 2009 - Erasmus Universiteit Rotterdam - 65 -

Page 68: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

Ontwikkeling Baten en Lasten (2008 versus 2009)

Verschil 2009 - 2008 in baten per component (in M€)

-2,0 0,0 2,0 4,0 6,0 8,0 10,0 12,0 14,0 16,0

Rijksbijdrage

Collegegeld

Cursusgelden

Contractonderzoek

Overige contractbaten

Overige baten

Financiele baten en lasten

Verschil 09-08 7,4 1,2 1,5 13,7 2,7 2,7 -0,9

Rijksbijdrage Collegegeld Cursusgelden Contractonderzoek

Overige contractbaten

Overige baten Financiele baten en lasten

De geconsolideerde baten (inclusief het saldo financiële baten & lasten) zijn in totaal met M€ 28,3 gestegen ten opzichte van

2008. De Rijksbijdrage en het contractonderzoek zijn het meest gestegen. De stijging van de Rijksbijdrage is in overwegende

mate het gevolg van loon- en prijspeilcompensatie (circa M€ 6,7). De Rijksbijdrage is ook gestegen uit hoofde van diverse

prestatie- en beleidsmatige ontwikkelingen (M€ 4,3), waaronder BAMA-compensatie toewijsbaar aan 2009 (M€ 1,5).

Daartegenover staat een daling in subsidies van OCW (M€ 3,6), voornamelijk door het aflopen van de subsidie huisvesting ten

behoeve van noodzakelijke investeringen uit hoofde van wettelijke eisen. De stijging in het contractonderzoek wordt

voornamelijk veroorzaakt door het O&O deel van het Erasmus MC, maar ook de integratie van het ISS zorgt voor een stijging

van ruim M€ 2. De ontwikkeling van de resterende baten (anders dan collegegelden en financiële baten) wordt in belangrijke

mate beïnvloed door de integratie van het ISS. De financiële baten en lasten zijn gedaald door lagere marktrente op

uitstaande gelden.

Verschil 2009 - 2008 in lasten per component (in M€)

-10,0 -5,0 0,0 5,0 10,0 15,0 20,0 25,0 30,0 35,0 40,0 45,0

Salarissen & sociale lasten

Overige personele lasten

Uitkeringen

Afschrijving

Huisvesting

Apparatuur & inventaris

Overige lasten

Verschil 09-08 38,2 1,3 -0,6 2,4 1,2 1,0 -4,1

Salarissen & sociale lasten

Overige personele

lastenUitkeringen Afschrijving Huisvesting

Apparatuur & inventaris Overige lasten

De geconsolideerde lasten zijn in totaal met M€ 39,4 gestegen, voornamelijk als gevolg van een stijging van de salarissen en

sociale lasten. Hiervan is circa M€ 9,0 het gevolg van de integratie van het ISS. De resterende stijging is enerzijds het gevolg

van een toename van het gemiddelde personeelsbestand met circa 287 fte, waarvan circa 213 bij het Erasmus MC, en

anderzijds door een stijging van de lonen en salarissen. De andere lastencomponenten zijn na eliminatie van de invloed van

het ISS marginaal gewijzigd.

- 66 -

Page 69: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

Ontwikkeling Activa en Passiva De Erasmus Universiteit heeft een gezonde balanspositie. Zowel de liquiditeit als de solvabiliteit zijn solide. De activa bestaan

voor 48% uit gebouwen en terreinen, voor 36% uit liquide middelen, voor 14% uit vorderingen en voor 2 % uit apparatuur en

inventaris. De passiva bestaan voor 58% uit Eigen Vermogen, voor 27% uit kortlopende schulden, voor 8% uit langlopende

schulden en voor 7% uit voorzieningen.

Activa 2009 (M€ 330,9)

0%

0%14%

36%

0%

48%

2%

Ontw ikkelingskosten Gebouw en en terreinen Apparatuur en inventaris

Financieel Vaste Activa Voorraden Vorderingen

Liquide middelen

Passiva 2009 (M€ 330,9)

58%

3%4%

8%

27%

Eigen Vermogen Personeelsvoorzieningen Overige voorzieningen

Langlopende schulden Kortlopende schulden

De balans is in belangrijke mate beïnvloed door de integratie van het ISS. Naast het Eigen vermogen, wordt in het bijzonder

de liquiditeiten en de overige schulden genoemd die door de integratie met M€ 9,1 respectievelijk met M€ 7,7 zijn gestegen.

Verschil 2009- 2008 in activa en passiva per component (in M€)

-5,0 0,0 5,0 10,0 15,0 20,0

Ontw ikkelingskosten

Gebouw en en terreinen

Apparatuur en inventaris

Financieel Vaste Activa

Voorraden

Vorderingen

Liquide middelen

Eigen Vermogen

Personeelsvoorzieningen

Overige voorzieningen

Langlopende schulden

Kortlopende schulden

Verschil 09-08 0,1 -3,3 0,6 -1,5 0,4 10,8 14,3 6,8 -2,6 1,0 0,1 16,1

Ontwikkelingskosten

Gebouwen en

terreinen

Apparatuur en

inventaris

Financieel Vaste Activa

Voorraden Vorderingen

Liquide middelen

Eigen Vermogen

Personeelsvoorzieni

ngen

Overige voorzienin

gen

Langlopende

schulden

Kortlopende

schulden

De personele voorzieningen zijn ten opzichte van 2008 verder gedaald. Met name is een daling opgetreden in de

verplichtingen uit hoofde van reorganisaties en uit hoofde van meerjarig spaarverlof.

De daling van de waarde van de financieel vaste activa wordt nagenoeg geheel veroorzaakt door een aflossing van een aan

de stichting SMO verstrekte lening die in de loop van 2010 zal plaatsvinden.

Financieel jaarverslag 2009 - Erasmus Universiteit Rotterdam - 67 -

Page 70: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

De EUR t.o.v. het WO gemiddelde De relatieve positie van de Erasmus Universiteit t.o.v. 2008 is nagenoeg gelijk gebleven. Ten opzichte van het landelijk

gemiddelde blijft de Erasmus Universiteit consistent een betere liquiditeitspositie tonen (af te lezen aan de current ratio). De

solvabiliteitspositie bevindt zich nagenoeg op het landelijk gemiddelde. Daartegenover staat nog steeds een iets slechtere

verhouding van de langlopende schulden t.o.v. het eigen vermogen. De EUR-positie nadert evenwel het landelijk gemiddelde

doordat er landelijk sprake is van een stijging van 9,5% naar 11 %.

In de batensfeer kent de Erasmus Universiteit ten opzichte van het landelijk gemiddelde een relatief betere verhouding tussen

de overige baten en collegegelden afgezet tegen de Rijksbijdrage. Opvallend is ook het lage percentage aan

afschrijvingslasten. Ook de afschrijvingslast per m2 blijkt substantieel lager te liggen dan gebruikelijk in de markt. Op dit

moment herijken wij onze totale afschrijvings- en onderhoudssystematiek, zodanig dat er een reëler beeld van onze

huisvestingslasten ontstaat.

De relatieve positie van de EUR ziet er als volgt uit.

1,0%

10,0%

100,0%

1000,0%Current ratio

Solvabiliteitsratio

LanglSch/EV

PL%

Baten%

%Coll/Rb

% Afschr

Mat.Vaste Activa/(EV+langlSchuld)

WO 2008 EUR 2008 EUR 2009

Current ratio: vlottende activa afgezet tegen de vlottende passivaSolvabiliteitsratio: eigen vermogen afgezet tegen het totaal vermogenLangl.schuld/Ev: langlopende schuld als percentage van het eigen vermogen PL%: percentage personeelslasten afgezet tegen totale lasten Baten%: percentage baten buiten rijksbijdrage %Coll/Rb: percentage collegegelden afgezet tegen rijksbijdrage %Afschr: % afschrijving afgezet tegen totale lastenMat.vaste activa/Ev.langl.schuld: materiële vaste activa als percentage eigen vermogen plus langlopende schuld

WO 2009

EUR2009

EUR2008

EUR2007

Current ratio 92,8% 181,2% 186,1% 185,2%Solvabiliteitsratio 54,5% 58,4% 60,3% 59,6% Langl. Schuld/EV 11,0% 13,2% 13,6% 14,8%PL% 61,9% 64,2% 60,9% 60,5%Baten% 35,0% 47,0% 45,6% 49,2%%Coll/Rb 10,9% 15,3% 15,3% 16,8%% Afschr 6,2% 3,3% 3,0% 3,1%Mat.Vaste Activa/(EV+langlSchuld) 110,6% 75,6% 79,3% 78,7%

- 68 -

Page 71: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

Liquiditeitenbeheer en rente-management De Erasmus Universiteit en haar werkmaatschappijen beschikken eind 2009 over M€ 118,5 aan liquide middelen (2008:M€

104,2). Hiervan bevindt zich M€ 81,4 bij de Universiteit in enkelvoudige zin en M€ 37,1 bij de werkmaatschappijen. In het

verslagjaar zijn overtollige middelen conform ons Treasury Statuut op spaarrekeningen en deposito’s bij grote Nederlandse

banken met minimaal een A-rating weggezet. Gegeven de lage vaste termijn depositorente in 2009 zijn gedurende het jaar

steeds meer middelen overgeheveld naar flexibele spaarrekeningen die bovendien hogere rentepercentages boden dan een

vast deposito. Eind 2009 stond een bedrag van M€ 50,7 op korte termijn deposito´s (eind 2008: M€ 85,8). Van het restant

staat het merendeel op flexibele spaarrekeningen.

Vooruitzichten Het Hoger Onderwijs is in beweging en staat voor grote uitdagingen. De budgettaire krapte van de overheid noodzaakt tot

flinke ingrepen. Ook het Hoger Onderwijs is onderwerp van het zogenaamde ‘heroverwegingenonderzoek’ van de overheid,

waarover de ambtelijke werkgroepen onlangs hebben gerapporteerd. Tegelijkertijd heeft de Nederlandse overheid de wens

om de Nederlandse kenniseconomie naar de mondiale top te stuwen. Recentelijk is het advies van de commissie

‘toekomstbestendig hoger-onderwijsstelsel’ (onder voorzitterschap van prof. dr. C.P. Veerman) gepresenteerd. Hogere

kwaliteit, meer profilering door universiteiten en hogescholen en meer differentiatie in het onderwijs zijn de drie

kernboodschappen uit het advies. Volgens de commissie kan dit niet bereikt worden door verdere bezuinigingen door te

voeren op het Hoger Onderwijs. Integendeel, hogere investeringen zijn nodig. Hoe de diverse onderzoeken in de praktijk gaan

uitwerken is nog onzeker. De ambities van de Nederlandse overheid gekoppeld aan bugettaire schaarste en de noodzaak om

de middelen zo effectief mogelijk in te zetten, wijzen in de richting van belangrijke herzieningen, met vergaande implicaties

voor studenten en universiteiten. In de tussentijd wordt in 2011 ook een nieuw onderwijsbekostigingsmodel ingevoerd, terwijl

het ‘oude’ BAMA-model nog niet is uitgewerkt. Ook dit leidt tot de nodige complicaties en onzekerheden. Het moge duidelijk

zijn dat het in een zodanig bewegende omgeving niet makkelijk is om een uitspraak te doen over ons financiële perspectief.

Desalniettemin zien wij een aantal zaken die positief zijn voor de Erasmus Universiteit. Zo is de onderzoeksbekostiging van

universiteiten buiten het ‘heroverwegingenonderzoek’ gelaten, hetgeen impliceert dat er niet bezuinigd zal worden op

onderzoeksmiddelen van universiteiten. Bovendien geldt dat de Erasmus Universiteit de komende jaar mag rekenen op een

groei van haar onderzoeksmiddelen, uit hoofde van de extra middelen voor (jonge) alfa/gamma universiteiten en uit hoofde

van extra middelen voor Geesteswetenschappen. Daarnaast is gebleken dat de Erasmus Universiteit met de invoering van de

BAMA-structuur in haar financiering is benadeeld, wat in het nieuwe bekostigingsstelsel (enigszins) zal worden rechtgezet. Al

met al schatten wij in dat de Erasmus Universiteit in financieel opzicht een redelijk gunstig vooruitzicht heeft. Dit komt ook naar

voren in onze begroting 2010.

Ten tijde van de begroting hebben wij een positief resultaat afgegeven van M€ 3,2 voor 2010. In dit resultaat hadden wij nog

niet het effect van de BAMA-compensatie verwerkt, omdat het ten tijde van het opstellen van de begroting nog niet duidelijk

was of OCW zou voorschrijven dat deze compensatie à tempo van de Rijksbijdrage verwerkt zou moeten worden. Inmiddels is

duidelijk dat op de BAMA-compensatie het realisatieprincipe van toepassing is, waardoor wij in 2010 een extra resultaat zullen

verantwoorden van M€ 5,3. Daarbovenop verwachten wij evenals in voorgaande jaren diverse positieve bijstellingen op de

begroting.

Hierna wordt in gecomprimeerde vorm de begroting voor 2010 weergegeven, ten opzichte van de begroting 2009 en realisatie

2007 t/m 2009.

Financieel jaarverslag 2009 - Erasmus Universiteit Rotterdam - 69 -

Page 72: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

..In M€ Begroting 2010

Realisatie 2009

Begroting 2009

Realisatie 2008 Realisatie 2007

Rijksbijdrage 226,9 216,5 206,1 209,1 186,5Collegegelden 34,4 33,2 32,6 32,0 31,3Overige baten 227,3 218,5 197,0 197,9 208,3TOTAAL BATEN 488,6 468,2 435,7 439,0 426,1

Personele Lasten 306,5 291,5 273,9 252,5 243,2Materiële Lasten 167,2 162,6 171,2 162,2 159,0TOTAAL LASTEN 473,7 454,1 445,1 414,7 402,3

SALDO BATEN EN LASTEN 14,9 14,1 (9,7) 24,3 23,8

Saldo financiële baten en lasten 1,1 3,3 2,9 4,1 3,1RESULTAAT 16,0 17,4 (6,7) 28,4 26,9Aandeel Erasmus MC 12,8 13,2 0,1 20,3 12,8NETTORESULTAAT 3,2 4,2 (6,6) 8,1 14,1

Opvallend aan de begroting 2010 is de omzwaai van een negatief begroot saldo in 2009 naar een positief saldo in 2010 met

een totaalverschil van bijna M€ 10,0. Bijzonder is de grote toename van de Rijksbijdrage ten opzichte van 2008 (bijna M€

21,0) maar ook ten opzichte van de realisatie van 2009 (ruim M€ 10,0). Dit is - naast de loon- en prijspeilcompensatie - met

name het gevolg van een groter marktaandeel in het gradencompartiment van de overheidsbekostiging en het effect van een

hogere prijs voor proefschriften in combinatie met een hoger aantal proefschriften. Ook de overige baten nemen fors toe ten

opzichte van de begroting 2009 ( M€ 30,0). Voor ongeveer 2/3 wordt dit veroorzaakt door het O&O deel van het Erasmus MC.

Daartegenover staat een grote stijging in de personele lasten (circa M€ 33 ten opzichte van de begroting 2009). Enerzijds

wordt dit verklaard door de het verschil in loonpeil samen met de groei van het personeelsbestand. Daarnaast wordt de

stijging veroorzaakt omdat wij in de begroting 2010 rekening hebben gehouden met een stijging van de pensioenpremie met in

totaal 3% ten opzichte van 1 januari 2009. Tevens hebben we in de begroting 2010 rekening gehouden met een eventuele

stijging van de CAO-lonen. Omdat de pensioenpremie niet is gestegen en omdat er naar verwachting geen CAO-bijstelling zal

plaatsvinden, zullen beide componenten leiden tot een bijstelling van het resultaat over 2010.

Risico en risicobeheersing

Strategische Risico’s De Erasmus Universiteit is onderhevig aan diverse risico’s, waarvan het kernrisico inherent verbonden is aan haar status van

publiekrechtelijke onderwijs- en onderzoeksinstelling. Zonder twijfel kan gesteld worden dat het huidige politiek-economische

klimaat een grote uitdaging vormt voor het Hoger Onderwijs in Nederland en ook voor onze universiteit. Niet alleen vanwege

onzekerheden over mogelijke (directe en/of indirecte) bezuinigingsmaatregelen door het grote begrotingstekort van de

Nederlandse overheid. Maar ook vanwege de discussie rondom de herziening van het stelsel van Hoger Onderwijs, inclusief

een daarbij behorende bekostigingssystematiek. Daarnaast zorgt de nieuwe onderwijsbekostiging die in 2011 wordt ingevoerd

ook nog voor de nodige onzekerheid. Veel van de externe ontwikkelingen ‘overkomen’ ons. Desalniettemin proberen wij de

gevolgen ervan zo vroeg mogelijk te signaleren en te beperken, door nauwlettend de ontwikkelingen te volgen. Daarnaast zijn

wij actief betrokken in overlegstructuren, al dan niet in VSNU-verband, om waar mogelijk sturing te geven aan onze toekomst.

In de tussentijd draait onze bedrijfsvoering door. In dat kader hebben wij de kwantitatieve en kwalitatieve ontwikkeling van

onze studentenaantallen geïdentificeerd als een kernrisico. Enerzijds omdat studenten een deel van ons bestaansrecht

vormen, maar anderzijds omdat de studentgebonden financiering (nu nog) een belangrijk deel van onze bekostiging vormt. In

onze strategie 2013 hebben wij een bovengemiddelde groeidoelstelling neergelegd. Wij constateren evenwel dat hoewel de

absolute aantallen studenten toenemen, wij gestaag marktaandeel verliezen. Ons beleid is erop gericht om onder meer via de

ontwikkeling van nieuwe opleidingen deze trend te keren. Per september 2009 is de International Bachelor Communication &

- 70 -

Page 73: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

Media succesvol van start gegaan. Het eerste jaar van deze opleiding is succesvol gestart met ongeveer 120 studenten, daar

waar gerekend was op een instroom van rond de 75 studenten. Wij zijn voornemens om per september 2011 te starten met

een nieuwe opleiding Pedagogische en Onderwijswetenschappen, inclusief een Academische PABO. Naast diverse andere

initiatieven (zoals researchmasters en een Engelstalige bachelor Psychologie) werken wij tevens aan de ontwikkeling van een

brede Erasmus Bachelor. Wij streven niet alleen naar groei via nieuwe opleidingen maar ook naar groei binnen bestaande

opleidingen. Een aantal faculteiten bekijkt daarom de mogelijkheden om te komen tot een betere profilering van haar

masteraanbod.

Tegelijkertijd werken wij aan het verbeteren van de studeerbaarheid en de verhoging van het rendement van onze

opleidingen. Veelal wordt dit laatste vertaald als het beter laten door- en uitstromen van studenten die een universitaire

opleiding zijn gestart. Bekend is evenwel dat ongeveer een derde van de bachelorstudenten vroegtijdig uitvalt doordat ze een

verkeerde studiekeuze hebben gemaakt of dat ze verkeerde verwachtingen hadden van de opleiding. Vanuit onze

maatschappelijke taak hebben wij de plicht om iets te doen tegen deze vroegtijdige uitval.

De Erasmus Universiteit is in 2005 universiteitsbreed gestart met de invoering van een bindend studieadvies (BSA). Met het

bindend studieadvies streeft de Erasmus Universiteit er naar studenten zo snel mogelijk bewust te maken van hun

mogelijkheden en de studenten te verwijzen naar een opleiding die bij hen past. Uit de resultaten tot nu toe blijkt dat het

bindend studieadvies het rendement van de opleiding niet verhoogt, maar dat de uitval onder studenten eerder plaatsvindt. In

plaats van dat studenten een paar jaar lang ‘doormodderen’ wordt met het bindend studieadvies al binnen een jaar duidelijk

welke studenten de studie succesvol kunnen afronden. Een volgende stap is studenten nog voor de start van hun opleiding te

begeleiden. Binnen de Rotterdam School of Management (RSM) loopt een project om studenten na aanmelding, maar voor de

start van de opleiding bewust te maken van hun studiekeuze. Dit project loopt nog door tot maart 2010.

Een logisch vervolg is om studenten nog voordat ze het keuzeproces doorlopen hebben en dus voordat ze zich bij een

universiteit of hogeschool hebben aangemeld te begeleiden in hun studiekeuze. Wij gaan daarom een project starten waarbij

we een selecte groep middelbare scholen in de regio een extra begeleidingstraject aanbieden voor hun 6-VWO scholieren. De

doelgroep bestaat uit scholieren die nog geen keuze hebben gemaakt voor hun vervolgstudie of die twijfelen over hun keuze.

De ontwikkeling in onze studentpopulatie bepaalt ook in belangrijke mate de ontwikkeling in onze ruimtebehoefte. Zelfs al zou

onze studentenpopulatie niet groeien, dan nog zullen we moeten investeren in de kwaliteit van de campus. Wij zullen over

voldoende en adequate onderwijs- en kantoorruimte moeten beschikken om onze studenten en ons personeel te huisvesten.

Wij hebben een omvangrijk plan opgesteld voor de verdere ontwikkeling van onze campus (het z.g. Masterplan Campus

Woudestein). Dit plan omvat een totale investering van rond de M€ 380,0 in de periode 2009-2028. Hiervan valt ruim M€

132,0 in de periode tot aan 2015. De uitvoering van het Masterplan brengt niet alleen uitvoeringsrisico’s met zich mee maar

ook exploitatie- en (her)financieringsrisico’s. De hogere investeringen in gebouwen zullen via de exploitatie een steeds hoger

beslag gaan leggen op de eerste geldstroom. In het huidig politiek-economische klimaat is dat een groot risico. Daarnaast

geldt ook dat wij voor de financiering van ons Masterplan naar alle waarschijnlijkheid vreemd vermogen zullen moeten

aantrekken, of andere financieringsvormen zullen moeten overwegen, met alle gevolgen van dien voor onze exploitatie. Wij

zullen de diverse opties goed tegen elkaar afwegen alvorens tot een besluit te komen.

Risicobeheersing (governance) De kernbegrippen van interne governance zijn: besturen, beheersen, toezicht houden en verantwoording afleggen. Ons

systeem van interne beheersing bestaat, naast de strategische kaderstelling en de organisatie-structuur, uit reglementen en

procedures die gericht zijn op het verschaffen van redelijke waarborgen waardoor de belangrijkste risico’s van de organisatie

worden geïdentificeerd en de doelstellingen uit het Strategisch Plan 2008-2013 worden gehaald; dit met inachtneming van de

vigerende wet- en regelgeving.

Financieel jaarverslag 2009 - Erasmus Universiteit Rotterdam - 71 -

Page 74: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

De belangrijkste onderdelen (niet limitatief) van de interne governance zijn: � het Strategisch Plan 2008-2013 van de Erasmus Universiteit, waarin onze lange termijn strategische doelen en

doelstellingen zijn geformuleerd, en de doorvertaling ervan naar onderliggende convenanten met de beheerseenheden; � het Bestuurs- en Beheersreglement waarin de bevoegdheden van de beheersfunctionarissen, aangesteld door het CvB

zijn geregeld;� een door het CvB goedgekeurd beheersreglementen inclusief mandatering van bevoegdheden per faculteit c.q.

organisatieonderdeel; � een begrotingscyclus die bestaat uit een kaderstelling, begrotingsplannen en een instellingsbegroting. Het CvB keurt de

begrotingsplannen van faculteiten en overige organisatieonderdelen goed. Zij vormen de basis voor de instellingsbegroting die wordt goedgekeurd door de RvT;

� een bottom-up gevoed stelsel van ten minste viermaandelijkse rapportage aan het CvB over financiële en niet-financiële feiten, met een afschrift aan de RvT; de rapportages kijken niet alleen naar hetgeen gerealiseerd is maar er wordt ook een eindejaarsprognose opgesteld;

� meerjarige cashflowprognoses, gebaseerd op resultaatprognoses en een meerjarige investeringsagenda; deze prognoses worden een aantal malen per jaar bijgesteld, aan de hand van de laatste financiële inzichten;

� een stelsel van periodieke bilaterale overleggen tussen het CvB en de organisatie-onderdelen, alsmede periodieke bestuurlijke overleggen tussen het CvB en de decanen gezamenlijk;

� de Integriteitcode waarin een drietal begrippen centraal staan: professionaliteit, teamwork en fair play; � de Regeling nevenwerkzaamheden; � een goedgekeurd Treasury Statuut dat voldoet aan de Regeling Beleggen en Belenen; overtollige liquiditeiten zetten wij

primair weg bij Nederlandse banken met ten minste een A-rating. Wij zorgen tevens zoveel mogelijk voor een spreiding van onze liquiditeiten over meerdere financiële instellingen;

� de jaarlijkse getrapte Letter of Representation, waarin (sub)beheerders verklaren in te staan voor de volledigheid en juistheid van de informatie m.b.t. relevante financiële beheersfeiten binnen hun mandaatgebied;

� een interne auditfunctie. Review vindt plaats door de externe accountant die vervolgens een verklaring afgeeft bij de jaarrekening;

� Het Audit Committee, dat als subcommissie van de RvT ten minste twee keer per jaar vergadert en extra aandacht schenkt aan het financiële reilen en zeilen van de universiteit in brede zin en daarover rapporteert aan de RvT.

Wij zijn ons er van bewust dat geen enkel risicobeheersings- en controlesysteem volledig garandeert dat er geen fouten of

verliezen optreden, noch dat onze doelstellingen volledig worden gerealiseerd. Wij zijn ons er ook van bewust dat het systeem

regelmatig getoetst en geëvalueerd moet worden. Zo hebben wij besloten om in 2010 te evalueren of de in 2008

doorgevoerde reorganisatie van het bureau van de Universiteit in voldoende mate bijdraagt aan het realiseren van een

effectievere en efficiëntere bedrijfsvoering. Daarnaast werken wij aan een geïntegreerde strategische en financiële planning &

controlcyclus, zodanig dat er een sterke koppeling ontstaat tussen (strategische) inhoud en financiën.

De rollen van het CvB en de RvT op het gebied van interne governance voldeden in het verslagjaar aan de wettelijke kaders

zoals deze zijn opgenomen in de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek. Wij zijn verder van mening dat

onze beheersstructuur en –mechanismen toereikend zijn en voldoende waarborgen bieden om de risico’s waaraan wij

onderhevig zijn te onderkennen en te beheersen. Wij constateren wel dat ons systeem verdere ontwikkeling behoeft, mede in

het licht van diverse externe onderwerpen. Genoemd worden onder meer de ontwikkelingen rondom het Horizontaal Toezicht

van de Belastingdienst gekoppeld aan Tax Control Frameworks, de discussies aangaande brede (financiële) rechtmatigheid

en Internal Control Statements. Al deze punten maken het noodzakelijk om ons interne risico- en beheersingsmodel

inzichtelijker, gestructureerder en toetsbaarder te maken.

- 72 -

Page 75: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

Financieel jaarverslag 2009 - Erasmus Universiteit Rotterdam - 73 -

Page 76: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

- 74 -

Page 77: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

JAARREKENING

ALGEMEEN

Op de jaarrekening is van toepassing de relevante bepalingen en richtlijnen uit het Burgerlijk Wetboek (BW Boek 2, titel 9) en de richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving (incl. jaarverslag RJ 660). De Stichting Erasmus Centre For Strategic Philanthropy en Institute Of Social Studies zijn als nieuwe entiteiten toegevoegd aan de consolidatiekring. De presentatie van de cursusgelden is gewijzigd. Deze is opgenomen onder de college-, cursus-, les- en examengelden.

Consolidatie

In de consolidatie worden de financiële gegevens van de instelling opgenomen en haar groepsmaatschappijen. Dit zijn rechtspersonen waarin de instelling overheersende zeggenschap, direct of indirect, kan uitoefenen doordat zij beschikt over de meerderheid van de stemrechten of op enig andere wijze de financiële en operationele activiteiten kan beheersen. De groepsmaatschappijen, worden voor 100% in de consolidatie betrokken. Het aandeel van derden in het groepsvermogen en in het groepsresultaat wordt afzonderlijk vermeld.

Waarderingsgrondslagen van groepsmaatschappijen zijn waar nodig gewijzigd om aansluiting te krijgen bij de geldende waarderingsgrondslagen voor de Groep.

Alle groepsmaatschappijen evenals de deelnemingen worden aangemerkt als verbonden partijen. Transacties tussen groepsmaatschappijen worden in de consolidatie geëlimineerd.

Erasmus MCAlle baten uit Onderwijs en Onderzoek (O&O gelden) van het Erasmus MC, de daaraan toe te rekenen lasten van de facultaire taken en de baten en lasten van de te consolideren O&O-satellietorganisaties van het medisch cluster zijn in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen conform RJ 660.603. De balansgegevens zijn gezien het daartoe met het Erasmus MC gesloten convenant niet geïncorporeerd in dit jaarverslag. Dit is conform brief RvB/MM/MS/ef/0059750/223.222 datum 12 december 2002, die OCW bij brief WO/F/2003/4057 datum 3 februari 2003 heeft geaccordeerd.

Stichting Erasmus Centre For Strategic Philanthropy (ECSP)

In 2009 is de Stichting ECSP opgericht waarbij overeenkomstig de statuten de EUR een meerderheid in het bestuur heeft. Op grond hiervan zijn de cijfers van de Stichting ECSP in de consolidatie van de EUR betrokken.

Institute Of Social Studies (ISS)

Per 1 juli 2009 is de juridische inbedding van de activiteiten van de Stichting ISS, die sinds begin van 2008 gelieerd was aan de EUR, binnen de Erasmus geëffectueerd. Dit onder gelijktijdige liquidatie van de stichting ISS en overdracht van alle activa en passiva van de stichting aan de Erasmus Universiteit. De activiteiten van het ISS worden binnen de Erasmus Universiteit voortgezet binnen een separaat instituut met de naam "Internationaal Instituut voor Sociale Studiën". Het vermogen van de geliquideerde Stichting ISS is geheel ter beschikking gesteld van dit Instituut.

Met de inbedding van het ISS binnen de EUR heeft ook het ministerie van OCW het claimrecht op het pand waarin het ISS gehuisvest is aan de Kortenaerkade te ’s-Gravenhage aan de Erasmus Universiteit overgedragen. Hiermee heeft de Erasmus Universiteit het volle eigendom over het desbetreffende pand verkregen.

Omdat er in materiële zin sprake is van een bundeling van belangen is de integratie van het ISS in de jaarrekening ook als zodanig verwerkt (“pooling of interests”). De pooling of interests methode brengt met zich mee dat bij een fusiedatum die niet samenvalt met het begin van het boekjaar, de staat van baten en lasten de resultaten van de gecombineerde entiteit weergeeft alsof de fusie al aan het begin van het boekjaar plaatsvond. De cijfers van het ISS zijn derhalve met ingang van 1 januari 2009 in de jaarrekening van de Erasmus Universiteit verwerkt. De pooling of interests methode brengt ook met zich mee dat samengevoegde activa en passiva in beginsel opgenomen worden tegen de bestaande boekwaardes. Voor het ISS betekent dit dat de gecontroleerde eindbalans van de Stichting ISS per 31 december 2008 overgenomen is als de beginbalans van het Instituut ISS binnen de Erasmus Universiteit.

Financieel jaarverslag 2009 - Erasmus Universiteit Rotterdam - 75 -

Page 78: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

Ten gevolge van de samenvoeging zijn de waarderingsgrondslagen van het ISS geharmoniseerd met die van de Erasmus Universiteit. Uitsluitend op het punt van waardering van enkele groepen van vaste activa, en in het bijzonder de afschrijvingssystematiek, zijn afwijkingen geconstateerd. Dit heeft geleid tot een inhaalafschrijving van k€ 544 bij het ISS. Deze correctie is verwerkt als een rechtstreekse mutatie in het eigen vermogen en is als zodanig niet van invloed op het resultaat 2009.

Kasstroomoverzicht

Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen en het bankkrediet opgenomen onder de kortlopende schulden. Ontvangen en betaalde rente zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Investeringen in groepsmaatschappijen worden verwerkt tegen de verkrijgingsprijs onder aftrek van binnen de geacquireerde onderneming aanwezige geldmiddelen.

Schattingen

Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toepassen, is het nodig dat de leiding van de instelling over verschillende zaken zich een oordeel vormt, en dat de leiding schattingen maakt die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in art. 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten.

- 76 -

Page 79: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

GRONDSLAGEN voor waardering van activa en passiva

Algemeen

Activa en passiva (met uitzondering van het groepsvermogen) worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of lagere actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Voor deze referenties wordt verwezen naar de toelichting.

Vergelijking met voorgaand jaar

Waar relevant zijn wijzigingen in de gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling verwerkt in de vergelijkende cijfers.

Immateriële vaste activa

Op de immateriële vaste activa wordt tijdsevenredig afgeschreven.

Materiële vaste activa

Bedrijfsgebouwen en -terreinen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs plus bijkomende kosten of vervaardigingsprijs, onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de geschatte economische levensduur. Op terreinen wordt niet afgeschreven. Er wordt rekening gehouden met de bijzondere waardeverminderingen die op balansdatum worden verwacht.

Terreinen en gebouwenBij de bepaling van de boekwaarde hebben de volgende waarderingsregels als uitgangspunt gediend:

� De afschrijvingstermijn op het bouwkundig deel is 60 jaar met een restwaarde van 20% van de historische aanschafwaarde.

� Technische installaties en overige niet tot het bouwkundig deel te rekenen investeringen worden in 25 jaar geheel afgeschreven.

� Het aandeel van het bouwkundig deel bij oplevering bedraagt 75% (casco).

� Afgeschreven wordt met ingang van het jaar volgend op het jaar van ingebruikname. In afwijking hiervan wordt op het M-, J- en T-gebouw tijdsevenredig 2% per jaar afgeschreven.

Overige vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs inclusief direct toerekenbare kosten, onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de verwachte toekomstige gebruiksduur, of lagere bedrijfswaarde.

De vervaardigingsprijs bestaat uit de aanschaffingskosten van grond- en hulpstoffen en kosten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan de vervaardiging inclusief installatiekosten.

Inventaris, apparatuur (incl.1e inrichting)De EUR hanteert een afschrijvingsregime voor roerende goederen met een aanschaffingsprijs van meer dan k€ 15,0. De EUR Holding BV en haar dochters hanteren een meerjarig afschrijvingssysteem voor roerende goederen met een aanschafwaarde vanaf k€ 0,5. De eerste afschrijvingstranche vindt plaats in het jaar van aanschaf. De afschrijvingstermijn is afhankelijk van het soort apparaat en varieert van 3 tot 25 jaar. Van derden ontvangen bijdragen voor apparatuuraanschaffingen zijn als inhaalafschrijving in mindering op de boekwaarde gebracht.

Subsidies op investeringen worden in mindering gebracht op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs van de activa waarop de subsidies betrekking hebben.

Voor de toekomstige kosten van groot onderhoud aan de bedrijfsgebouwen is een voorziening voor groot onderhoud gevormd. De toevoeging aan de voorziening wordt bepaald op basis van het geschatte bedrag van het onderhoud en de periode die telkens tussen de werkzaamheden van groot onderhoud verloopt.

Het boekenbezit is niet geactiveerd. De aanschaf wordt direct ten laste van de exploitatierekening gebracht.

Financieel jaarverslag 2009 - Erasmus Universiteit Rotterdam - 77 -

Page 80: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

Financiële vaste activa

DeelnemingenDeelnemingen in groepsmaatschappijen en overige deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd volgens de nettovermogenswaardemethode.

Vorderingen op deelnemingenDe onder financiële vaste activa opgenomen vorderingen worden gewaardeerd tegen de reële waarde van het verstrekte bedrag, gewoonlijk de nominale waarde, onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen.

EffectenDe onder financiële vaste activa opgenomen effecten, die bestemd zijn om de uitoefening van de werkzaamheid van de onderneming duurzaam te dienen, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Indien sprake is van een duurzame waardevermindering vindt waardering plaats tegen deze lagere waarde; afwaardering vindt plaats ten laste van de staat van baten en lasten.

Voorraden

De waarderingsgrondslag voor de voorraden is gebaseerd op inkoopprijzen.

Onderhandenprojecten in opdracht van derden

De onderhanden projecten worden door de verbonden partijen volgens de ‘percentage of completion’-methode gewaardeerd en verwerkt. De aard van de projecten bij de EUR definiëren zich niet als onderhanden werk. Conform de RJ 270 worden deze bij de EUR-sec verwerkt onder vlottende activa of passiva.

Vorderingen

Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering. De stand van de voorziening wordt statisch bepaald.

Effecten

De Erasmus Universiteit Rotterdam heeft een goedgekeurd treasury statuut. Er wordt voldaan aan de Regeling beleggen en belenen. Beleggingen vinden plaats met minimaal een hoofdsomgarantie. De EUR belegt uitsluitend bij instellingen met minimaal een A-rating.

Liquide middelen

Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden.

Eigen vermogen

Het eigen vermogen bestaat uit algemene reserves en bestemmingsreserves en/of -fondsen. Hierin is tevens een segmentatie opgenomen naar publieke en private middelen.

De bestemmingsreserves zijn reserves met een beperktere bestedingsmogelijkheid, welke door het bestuur is aangebracht.

De bestemmingsfondsen zijn reserves met een beperktere bestedingsmogelijkheid, welke door derden zijn aangebracht.

Voorzieningen

AlgemeenVoorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen alsmede risico’s, die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld.

- 78 -

Page 81: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

Voor uitgaven voor groot onderhoud wordt een voorziening gevormd om deze lasten gelijkmatig te verdelen over een aantal boekjaren.

PersoneelsvoorzieningenDe EUR conformeert zich aan de richtlijn van de jaarverslaggeving met betrekking tot de vorming van een voorziening voor personeelsbeloningen.

Indien op balansdatum verplichtingen bestaan tot het in de toekomst doorbetalen van beloningen aan personeelsleden die op balans datum door ziekte, arbeidsongeschiktheid of anderszins geen prestaties meer leveren, wordt een verplichting opgenomen. Pensioenen Erasmus Universiteit Rotterdam heeft een pensioenregeling bij het bedrijfspensioenfonds ABP die wordt gekwalificeerd als een toegezegd-pensioenregeling. Onder een toegezegd-pensioenregeling wordt verstaan een regeling waarbij aan de werknemers een pensioen wordt toegezegd, waarvan de hoogte afhankelijk is van leeftijd, salaris en dienstjaren.

De EUR heeft de toegezegd-pensioenregeling bij het bedrijfspensioenfonds conform richtlijn 271 § 310 van de richtlijnen voor de jaarverslaggeving verwerkt als zou sprake zijn van een toegezegde-bijdrageregeling. De verschuldigde premies over het lopende boekjaar worden als last verantwoord in de staat van baten en lasten. Voor zover de verschuldigde premie nog niet is voldaan, wordt deze als verplichting op de balans opgenomen.

Tezamen met gelieerde rechtspersonen past de EUR dezelfde bedrijfspensioenregeling toe. De EUR heeft in geval van een tekort bij het bedrijfspensioenfonds geen verplichting tot het doen van aanvullende bijdragen, anders dan hogere toekomstige premies.

Langlopende schulden

Langlopende schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

De effectieve rente gedurende de looptijd van de schulden wordt in de staat van baten en lasten verwerkt.

GRONDSLAGEN voor bepaling van het resultaat

Algemeen

De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn verwezenlijkt. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen, indien zij voor het vaststellen van de jaarrekening bekend zijn geworden.

Opbrengstverantwoording

Verlenen van dienstenOpbrengsten uit het verlenen van diensten geschieden naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten.

Projectopbrengsten en projectkostenVoor onderhanden projecten, waarvan het resultaat op betrouwbare wijze kan worden bepaald, worden de projectopbrengsten en de projectkosten verwerkt als baten werk in opdracht van derden en als kosten in de staat van baten en lasten naar rato van de verrichte prestaties per balansdatum (de ‘Percentage of Completion’-methode, ofwel de PoC-methode).

De voortgang van de verrichte prestaties wordt bepaald op basis van de tot de balansdatum gemaakte projectkosten in verhouding tot de geschatte totale projectkosten. Als het resultaat (nog) niet op betrouwbare wijze kan worden ingeschat, dan worden de opbrengsten verwerkt als baten werk in opdracht van derden in de staat van baten en lasten tot het bedrag van de gemaakte projectkosten, dat waarschijnlijk kan worden verhaald; de projectkosten worden dan verwerkt in de staat van baten en lasten in de periode waarin ze zijn gemaakt. Zodra het resultaat wel op betrouwbare wijze kan worden bepaald, vindt opbrengstverantwoording plaats volgens de PoC-methode naar rato van de verrichte prestaties per balansdatum.

Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de projectopbrengsten en projectkosten. Projectopbrengsten zijn de contractueel overeengekomen opbrengsten en opbrengsten uit hoofde van meer- en minderwerk, claims en vergoedingen indien en voor zover het waarschijnlijk is dat deze worden gerealiseerd en ze betrouwbaar

Financieel jaarverslag 2009 - Erasmus Universiteit Rotterdam - 79 -

Page 82: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

kunnen worden bepaald. Projectkosten zijn de direct op het project betrekking hebbende kosten, die kosten die in het algemeen aan projectactiviteiten worden toegerekend en toegewezen kunnen worden aan het project en andere kosten die contractueel aan de opdrachtgever kunnen worden toegerekend.

Indien het waarschijnlijk is dat de totale projectkosten de totale projectopbrengsten overschrijden, dan worden de verwachte verliezen onmiddellijk in de staat van baten en lasten verwerkt. Dit verlies wordt verwerkt in de kostprijs van de omzet. De voorziening voor het verlies maakt onderdeel uit van de post onderhanden projecten.

Overige bedrijfsopbrengsten

Overige bedrijfsopbrengsten bestaan uit baten uit verhuur, detachering en overige baten.

- 80 -

Page 83: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

Overheidssubsidies

Exploitatiesubsidies worden als bate verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer een gesubsidieerd exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen en de instelling de condities voor ontvangst kan aantonen.

Subsidies met betrekking tot investeringen in materiële vaste activa worden in mindering gebracht op het desbetreffende actief.

Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa

Op de immateriële vaste activa wordt tijdsevenredig afgeschreven. De onder materiële vaste activa opgenomen gebouwen wordt m.i.v. het jaar volgend op het jaar van ingebruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Op terreinen wordt niet afgeschreven. De onder materiële vaste activa opgenomen inventaris en apparatuur vindt afschrijving plaats in het jaar van aanschaf. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de economische levensduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast.

Boekwinsten en -verliezen bij verkoop van materiële vaste activa zijn begrepen onder de afschrijvingen (zie materiële vaste activa).

Personeelsbeloningen

Periodiek betaalbare beloningenLonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de staat van baten en lasten voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers.

PensioenenDe instelling heeft de toegezegd-pensioenregelingen bij bedrijfstakpensioenfondsen verwerkt als zou sprake zijn van een toegezegde-bijdrageregeling.

Voor toegezegde-bijdrageregelingen betaalt de instelling op verplichte, contractuele of vrijwillige basis premies aan pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen. Behalve de betaling van premies heeft de instelling geen verdere verplichtingen uit hoofde van deze pensioenregelingen. De premies worden verantwoord als personeelskosten als deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien dit tot een terugstorting leidt of tot een vermindering van toekomstige betalingen.

Bijzondere posten

Bijzondere posten zijn baten of lasten die voortvloeien uit gebeurtenissen of transacties die behoren tot het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening, maar die omwille van de vergelijkbaarheid apart toegelicht worden op grond van de aard, omvang of het incidentele karakter van de post.

Financiële baten en lasten

Rentebaten en rentelastenRentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen.

Financieel jaarverslag 2009 - Erasmus Universiteit Rotterdam - 81 -

Page 84: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2009 na resultaat bestemming

in M € 2009 2008

1. ACTIVA

Vaste activa

1.1 Immateriële vaste activa 0,1 -

1.2 Materiële vaste activa 165,4 168,1 1.3 Financiële vaste activa 0,7 2,2

Totaal vaste activa 166,2 170,3

Vlottende activa1.4 Voorraden 1,2 0,8 1.5 Vorderingen 45,0 34,2 1.7 Liquide middelen 118,5 104,2

Totaal vlottende activa 164,7 139,2

Totaal activa 330,9 309,5

2. PASSIVA

2.1 Eigen vermogen 193,3 186,5

2.2 Voorzieningen 21,2 22,8 2.3 Langlopende schulden 25,5 25,4 2.4 Kortlopende schulden 90,9 74,8

Totaal passiva 330,9 309,5

- 82 -

Page 85: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

GECONSOLIDEERDE STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2009

in M € Rekening Begroting Rekening2009 2009 2008

3. BATEN3.1 Rijksbijdragen 216,5 206,1 209,13.3 College-, cursus-, les- en examengelden 68,8 69,1 66,13.4 Baten werk i.o.v.derden 124,0 86,3 107,63.5 Overige baten 58,9 74,2 56,2

Totaal baten 468,2 435,7 439,0

4. LASTEN4.1 Personele lasten 291,5 273,9 252,54.2 Afschrijvingen 14,9 10,5 12,54.3 Huisvestingslasten 34,7 31,4 33,54.4 Overige lasten 113,0 129,3 116,2

Totaal lasten 454,1 445,1 414,7

Saldo baten en lasten 14,1 -9,4 24,3

5 Financiële baten en lasten 3,3 2,9 4,1

Resultaat 17,4 -6,5 28,4

8 Aandeel derden in resultaat - Erasmus MC 13,2 0,1 20,3

Nettoresultaat 4,2 -6,6 8,1

Financieel jaarverslag 2009 - Erasmus Universiteit Rotterdam - 83 -

Page 86: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT OVER 2009

in M €

Kasstroom uit operationele activiteiten

(vlgs. de indirecte methode)

Saldo baten en lasten 14,1 24,3

Overige vermogensmutaties 2,6 0,2

Eliminatie resultaat Erasmus MC -13,2 -20,3

Aanpassingen voor:

- afschrijvingen 7,2 6,3

- mutaties voorzieningen -1,6 1,3

5,6 7,6

Veranderingen in vlottende middelen:

- voorraden -0,4 0,2

- vorderingen -10,8 0,3

- schulden 16,1 1,8

4,9 2,3

Kasstroom uit bedrijfsoperaties 14,0 14,1

Ontvangen interest 4,7 5,3

Betaalde interest -1,4 -1,2

3,3 4,1

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 17,3 18,2

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

Integratie ISS -0,9

Investeringen in materiële vaste activa -3,5 -13,5

Investeringen in immateriële vaste activa -0,2 0,0

Mutaties leningen 1,6 -0,3

Overige investeringen in financiële vaste activa -0,1 1,1

Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -3,1 -12,6

Kasstroom uit financieringsactiviteiten

Mutatie langlopende schulden 0,1 -1,0

Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten 0,1 -1,0

Mutatie liquide middelen 14,3 4,6

2009 2008

- 84 -

Page 87: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

TOELICHTING BEHORENDE TOT DE GECONSOLIDEERDE BALANS

VASTE ACTIVA

1.1 – Immateriële vaste activa

M € 0,1 – (2008: M € 0,0)

Ontwikkelings-

kosten

Investeringen 0,2

Afschrijvingen 0,1-

Aanschafprijs 0,2

Cum.afschr.en waardeverminderingen 0,1-

Boekwaarde 31 december 2009 0,1

1.2 – Materiële vaste activa

M € 165,4 – (2008: M € 168,1)

Gebouwen Inventaris en app. In uitvoering en Totaal

en terreinen (incl.1e inrichting) vooruitbetalingen

Aanschafprijs 215,4 19,9 10,8 246,1

Cum.afschr.en waardeverminderingen 64,4- 13,6- - 78,0-

Boekwaarde 1 januari 2009 151,0 6,3 10,8 168,1

Saldo ISS per 01.01.2009;

- Aanschafprijs 10,0 1,5 11,5

- Cum.afschr.en waardeverminderingen * 10,0- 0,6- 10,6-

Investeringen 12,3 2,0 10,8- 3,5

Mutatie / desinvesteringen 0,2 0,2- -

Afschrijvingen 5,0- 2,1- 7,1-

Aanschafprijs 237,9 20,8 - 258,7

Cum.afschr.en waardeverminderingen 79,4- 13,9- - 93,3-

Boekwaarde 31 december 2009 158,5 6,9 - 165,4

* Hierin is naast de cumulatieve afschrijving een bedrag van M € 7,3 aan investeringssubsidie van OCW verwerkt.

De kosten van ‘eerste inrichting’ zijn opgenomen onder ‘inventaris en apparatuur’.

Financieel jaarverslag 2009 - Erasmus Universiteit Rotterdam - 85 -

Page 88: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

OZB en verzekerde waarde gebouwen en terreinen en boeken (in M €)

OZB-waarde Verzekerde

waarde

Peildatum Aanschaf

waarde 2009

Gebouwen en terreinen (OZB-waarde) 231,3 2008

Gebouwen en terreinen (verz.waarde) 325,8 2008/2009

Boeken 33,3 2008 0,7

1.3 - Financiële vaste activa

M € 0,7 – (2008: M € 2,2)

Hieronder is opgenomen een effectenportefeuille in eigendom van de RSM BV met een looptijd langer dan 1 jaar ad M € 0,7 (2008: M € 0,8).

Boekwaarde Desinvest.en Bijz.waarde- Boekwaarde

1 jan.2009 afgel.leningen verminderingen 31 dec.2009

1.3.6 Overige effecten 0,8 0,2- 0,1 0,7

1.3.7 Overige vorderingen * 1,4 1,4- -

2,2 1,6- 0,1 0,7

* Lening Stichting SMO

Specificatie overige effecten; rating aantal/nominaal koers 31-dec-09 waarde 31-dec-09

1,2% abn amro rente booster ct 14 500.000 86,82 0,4

4¾% asif iii jersey 03/13 AA3 315.000 90,87 0,3

0,7

Koersverlaging heeft geleid tot bijstelling van het saldo ultimo 2009 met een waardevermindering ad M € 0,1.

VLOTTENDE ACTIVA

1.4 - Voorraden

M € 1,2 – (2008: M € 0,8)

1.4.3 Onderhanden werk i.o.v.derden 1,2 0,8

2009 2008

- 86 -

Page 89: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

1.5 - Vorderingen

M € 45,0 – (2008: M € 34,2)

Onder de vorderingen zijn opgenomen:

1.5.1 Debiteuren 24,7 21,2

1.5.2 OCW * 3,2 2,3

Personeel 0,1 0,2

Overige 0,1 0,1

1.5.7 Overige vorderingen 0,2 0,3

Vooruitbetaalde kosten 3,6 2,7

Verstrekte voorschotten 0,2 0,1

Overige 14,1 8,4

1.5.8 Overlopende activa 17,9 11,2

1.5.9 Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid 1,0- 0,8-

45,0 34,2

2009 2008

Onder overlopende activa is opgenomen het saldo aan nog te declareren project kosten.

* Uit hoofde van BAMA-compensatie is hieronder een vordering op OCW opgenomen ad M € 1,1.

Het verloop van de voorziening wegens oninbaarheid is als volgt:

2009 2008

Stand per 1 januari 0,8- 0,9- Mutatie 0,2- 0,1

1.5.9 Stand per 31 december 1,0- 0,8-

1.7 - Liquide middelen

M € 118,5 – (2008: M € 104,2)

Het saldo liquide middelen is als volgt opgebouwd:

2009 2008

1.7.1 Kasmiddelen 0,1 0,1

1.7.2 Tegoeden op bank- , giro- en spaarrekeningen 67,7 18,3

1.7.3 Deposito's * 50,7 85,8

118,5 104,2

* Uitstaande deposito’s bij de ABNAMRO, Rabobank, ING, Fortis.

De EUR heeft een zogenaamde "parapluafspraak" met de huisbankier, die inhoudt dat negatieve saldi op de ene rekening worden

gecompenseerd met positieve saldi op andere rekeningen. Rente wordt berekend over de som van de saldi.

Financieel jaarverslag 2009 - Erasmus Universiteit Rotterdam - 87 -

Page 90: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

2.1 - EIGEN VERMOGEN

M € 193,3 – (2008: M € 186,5)

Het eigen vermogen is opgebouwd uit de algemene reserve en bestemmingsreserves en –fondsen (onderverdeeld naar publiek

cq privaat).

Het verloop in het eigen vermogen is als volgt:

Resultaat Ov.mutaties

2.1.1 Algemene reserve 54,8 1,3 5,5 61,6

2.1.2 Bestemmingsreserve (publiek)

Strategische ruimte 11,7 0,4- 0,1- 11,2

Gelden vanwege het sectoroverleg 0,5 0,5

Reserve vh verm.uit onroerende goederen 72,9 72,9

Investeringsreserve 7,6 1,0 8,6

Stuwmeer verlofdagen 0,9- 0,9 -

Dividend RSM BV 2,0 0,6- 0,2 1,6

Vervangingsreserves 2,9 0,4- 2,5

Overige 2,7 2,6 2,2- 3,1

99,4 100,4

2.1.3 Bestemmingsreserve (privaat)

EUR Beleggingen BV 5,6 0,3- 5,3

EUR Holding BV 17,1 2,2 0,5- 18,8

Rotterdam School of Management BV 8,6 2,2- 0,2- 6,2

St.Studenten Voorzieningen Rotterdam 0,6 0,1- 0,5

31,9 30,8

2.1.5 Bestemmingsfonds (privaat)

Tinbergen Instituut 0,4 0,2 0,1- 0,5

186,5 4,2 2,6 193,3

Stand per 1 januari 2009 Stand per 31 december 2009

Het saldo ov.mutaties is opgebouwd uit het saldo beginbalans Institute of Social Studies (M € 2,7) en bijstelling vermogen Tinbergen Instituut (M €

0,1) v.w.b. het aandeel van 50% hierin door participerende partijen (VU/UVA).

- 88 -

Page 91: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

2.2 - VOORZIENINGEN

M € 21,2 – (2008: M € 22,8)

Het verloop van de voorzieningen is als volgt:

Personeels- Voorziening Overige Totaal

voorzieningen verlieslatende voorzieningen

contracten

Stand per 1 januari 2009 11,3 11,5 22,8

Dotaties 1) 5,4 0,1 1,7 7,2

Ov.mutaties 2) 2,4 2,4

Vrijval 5,1- 0,5- 5,6-

Onttrekkingen 2,9- 2,7- 5,6-

Stand per 31 december 2009 8,7 0,1 12,4 21,2

Kortlopende deel < 1 jaar 2,2 0,1 12,4 14,7

Langlopende deel > 1 jaar 6,5 - - 6,5

1) De dotatie aan de overige voorzieningen is gebaseerd op het groot-onderhoudsplan.

2) Onder ov.mutaties is opgenomen het saldo beginbalans Institute of Social Studies.

Personele voorzieningen

De personele voorzieningen zijn als volgt nader onderverdeeld:

Stand per Dotatie Vrijval Onttrekking Stand per Kortl.deel Langl.deel

1 jan.2009 31 dec.2009 < 1 jaar > 1 jaar

Rechtspositionele maatregelen 3,8 4,8 3,2- 1,7- 3,7 1,1 2,6

Reorganisatiekosten 2,4 0,7- 0,4- 1,3 0,4 0,9

Spaarverlof 2,8 0,7- 0,3- 1,8 0,1 1,7

Ambtsjubilea 1,4 0,1 1,5 0,2 1,3

Ov.rechtspos.maatregelen 0,9 0,5 0,5- 0,5- 0,4 0,4

11,3 5,4 5,1- 2,9- 8,7 2,2 6,5

2.3 - LANGLOPENDE SCHULDEN

M € 25,5 - (2008: M € 25,4)

Krediet- Overige Totaal

instellingen

Stand per 1 januari 2009 25,0 0,4 25,4

Aangegane leningen 2009 0,1 0,1

Stand per 31 december 2009 25,0 0,5 25,5

Looptijd > 1 jaar 25,0 25,0

Looptijd > 5 jaar 0,5 0,5

Rentevoet 4,71% -

Kredietinstellingen:

In 2002 heeft de Bank Nederlandse Gemeenten aan de EUR een lening verstrekt ad M € 25,0 tegen een rentepercentage van

4,71% met een looptijd van 10 jaar. De aflossing zal geschieden in één termijn op 2 december 2012.

Financieel jaarverslag 2009 - Erasmus Universiteit Rotterdam - 89 -

Page 92: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

Overige langlopende schulden:

Tinbergen Instituut

Het eigen vermogen van de Faculteit der Economische Wetenschappen bestaat voor M € 1,0 uit cumulatief resultaat ten

behoeve van het Tinbergen Instituut dat voor 50% het karakter heeft van een langlopende verplichting. In de

samenwerkingsovereenkomst tussen de participerende partijen (EUR, VU, UVA) is geen bepaling opgenomen inzake eventuele

verdeling van overschotten en/of tekorten. Om die reden is een langlopende schuld ad M € 0,5 opgenomen.

2.4 - KORTLOPENDE SCHULDEN

M € 90,9 - (2008: M € 74,8)

Deze schulden zijn als volgt uit te splitsen:

2.5.3 Crediteuren 7,0 6,4

Loonheffing 6,9 5,3

Omzetbelasting 0,2 0,1

2.5.7 Belastingen en premies soc.verzekeringen 7,1 5,4

2.5.8 Schulden terzake van pensioenen 1,8 1,4

2.5.9 Overige kortlopende schulden 0,4 0,5

Vooruitontvangen college- en lesgelden 23,8 22,1

Vooruitontvangen subs.OCW geoormerkt 0,9 0,9

Vooruitontvangen termijnen * 14,1 7,7

Vakantiegeld en -dagen 6,0 5,3

Overige 29,8 25,1

2.5.10 De overlopende passiva 74,6 61,1

90,9 74,8

2009 2008

Ter toelichting wordt het volgende opgemerkt:

* Onder vooruitontvangen termijnen is het saldo aan vooruit gedeclareerde projectkosten opgenomen.

Overzicht geoormerkte doelsubsidies OCW (RJ 660, model G)

Projectomschrijving Bedrag van Saldo Ontvangen Lasten Saldo

Beschikking (kenmerk en datum) toewijzing 2008 2009 2009 2009

Investeringssubsidie huisvesting universiteiten

- BVH/BHO-2004/75047 M 27 juli 2004 7,7 0,8 0,8

Terugdringing belemmeringen in het HO

voor stud.met een functiebeperking

- BGS/UBT-06/214510 M 20 december 2006 0,2 0,1 0,1- -

Programma voor Akademie-assistenten

-HO&S/BL/103061 20 feb.2009 0,1 - 0,1 - 0,1

0,9 0,1 0,1- 0,9

- 90 -

Page 93: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN

De niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen betreffen:

� De EUR heeft een samenwerkingsovereenkomst met Stadswonen ten behoeve van de huisvesting van buitenlandse

studenten waarin is geregeld dat de EUR tot k€ 333 garant staat voor kosten als gevolg van leegstand.

� Uit het contingent woonunits van RSM BV zijn 30 wooneenheden met alle rechten en verplichtingen overgegaan naar RSM

EU.

� De navolgende contracten zijn aangegaan met;

� DGMA voor communicatie werkzaamheden met een looptijd t/m 2013. Resterende contractwaarde is k€ 330.

� Auxios professionals tot eind 2010 voor financieel management. Contractwaarde is k€ 65.

� Nyenrode Business Universiteit t/m september 2013 voor detachering onderwijsdirecteur. Resterende contractwaarde is

k€ 488.

� Stad + Bedrijf voor het verzorgen van boek ESE 2013 met een looptijd t/m april 2013. Resterende waarde van het

contract is k€ 145.

� Het Institute of Social Studies (ISS) heeft meerjarige contracten voor m.n.:

1. Huur studentenhuizen – looptijd variërend t/m 2023 – jaarlijkse kosten M € 1,2

2. Kantoormachines – looptijd t/m 30.09.2012 – jaarlijkse kosten k€ 143,2

3. Overig contracten – looptijd variërend t/m 2017 – jaarlijkse kosten k€ 573,6

� EUR Holding BV:

1. De EUR Holding BV is opgenomen in de fiscale eenheid voor de omzetbelasting met haar dochtermaatschappijen en de

EUR. Op grond van de standaardvoorwaarden zijn de vennootschappen hoofdelijk aansprakelijk voor de door de

combinatie verschuldigde belastingen.

2. De EUR Holding BV heeft voor garantie-, lease- en researchverplichtingen en huur een bedrag ad M € 1,7 opgenomen.

� De Rotterdam School of Management B.V. heeft de volgende lopende verplichtingen:

1. Contract gesloten inzake 3 wooneenheden via Stadswonen Rotterdam. Dit contract met Stadswonen heeft een looptijd

van 5 jaar en loopt af medio 2013. De maandelijkse verplichting voortvloeiend uit dit contract bedraagt ongeveer k€ 48.

De overige contracten betreffende huur van wooneenheden hebben een looptijd van korter dan een jaar.

2. Lease contract voor 16 printers/copiers gesloten met Xerox Nederland in Capelle a/d IJssel. Dit contract heeft een

looptijd van 5 jaar en loopt af medio 2013. De driemaandelijkse verplichting als gevolg van dit contract bedraagt k€ 21.

3. Overige uitstaande garanties voor een bedrag ad k€ 20.

� De Erasmus Beleggingen BV heeft de hierna genoemde lopende overeenkomsten:

1. Huurovereenkomsten met derden gesloten met een looptijd t/m 31.12.2011 resp.01.05.2015 (de jaarlijkse verplichting

bedraagt M € 1,4).

2. Contract voor levering elektra met Electrabel met een looptijd t/m 31.12.2012 (jaarlijkse kosten k€ 650).

3. Schoonmaakcontract met de GOM met een looptijd t/m 31.12.2010 (jaarlijkse kosten k€ 729).

4. Onderhoudscontract met TBI voor onderhoudswerkzaamheden elektro en werkbouwkundig met een looptijd t/m

31.12.2011 (jaarlijkse kosten k€ 111 resp. k€ 114).

� Het Hof in Den Haag constateerde in het vonnis van 10 januari 2008 dat de verkoop/levering van het Visser 't Hooft gebouw

als het niet-nakomen van de in de akte van erfpacht van 1993 opgenomen kwalitatieve verplichting (architecten voor vrede

en gerechtigheid) moet worden beschouwd en dat Erasmus Beleggingen BV een boete per dag verschuldigd is. Op 11 juni

2008 heeft de Stichting Oecumenisch Centrum Visser 't Hooft (S-VHC) een dagvaarding uitgebracht maar tot op heden

heeft zij geen stappen ondernomen om tot inning over te gaan. Dit kan te maken hebben met de uitspraak in augustus van

de rechter in kort geding waarin hij een status quo nastreeft totdat in de procedure tussen Erasmus Beleggingen BV en de

S-VHC door de Hoge Raad arrest is gewezen. Dit cassatieberoep is op 10 april 2008 ingesteld.

Financieel jaarverslag 2009 - Erasmus Universiteit Rotterdam - 91 -

Page 94: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

TOELICHTING BEHORENDE TOT DE GECONSOLIDEERDE STAAT VAN BATEN EN LASTEN

3.1 - Rijksbijdragen

M € 216,5 – (2008: M € 209,1)

De door het departement toegekende rijksbijdrage 2009 bedroeg, inclusief de uitkering voor wachtgelden en investeringen,

M € 295,7. Hierop is in mindering gebracht de toegewezen rijksbijdrage voor de werkplaatsfunctie AZ van M € 80,3 en de als

vooruitontvangen doelsubsidie verantwoorde rijksbijdrage van M € 0,1. Toegevoegd aan de rijksbijdrage is een vordering op

OCW uit hoofde van BAMA-compensatie ad M € 1,1 en een bedrag van M € 0,1 aan doelsubsidies die als vooruitontvangen

rijksbijdrage waren opgenomen. Zoals blijkt uit brief BEK/BPR-2009/137387 M d.d. 9 december 2009 heeft de Staten-Generaal

de 2e suppletoire wet 2009 en de slotwet 2009 nog niet goedgekeurd en geldt dus het voorbehoud van de goedkeuring door de

begrotingswetgever.

3.1.1 Rijksbijdrage OCW 296,7 283,9 281,5

3.1.2 Overige subsidies OCW 0,1 - 3,7

Rijksbijdrage academische ziekenhuizen 80,3- 77,8- 76,1-

3.1.3 Af: inkomensoverdrachten 80,3- 77,8- 76,1-

216,5 206,1 209,1

2009 Begroting 2009 2008

De toename rijksbijdrage wordt bij benadering verklaard door prestatie- en beleidsmaatregelen (M € 2,8), BAMA-compensatie

(M€ 1,5) en loon en prijspeil wijzigingen excl. werkplaatsfunctie AZ (M € 6,7).

Rijksbijdrage werkplaatsfunctie Medische Faculteit

In 2009 heeft de EUR M € 80,3 (BEK/BPR-2009/137387 M d.d. 9 december 2009) aan rijksbijdrage ontvangen voor de

werkplaatsfunctie ten behoeve van de Medische Faculteit, die ter beschikking wordt gesteld aan het Academisch Ziekenhuis

van het Erasmus MC. Deze rijksbijdrage was als volgt opgebouwd:

Modelmatige bijdrage (incl.structurele bijdrage ad M € 2,4 vanaf 2006 aan het Erasmus MC voor

oplossingen van knelpunten in de financiering van wetenschappelijk oncologisch onderzoek)

68,6

Rente 9,2

Mutaties gedurende het jaar w.o.salaris- en prijsbijstellingen 2,5

Totaal 80,3

In de rijksbijdrage werkplaatsfunctie Medische Faculteit is een rentecomponent opgenomen ten bedrage van 25% van de

rentekosten samenhangend met de financiering van investeringen in gebouwen op basis van goedgekeurde plannen.

De prestatieparameters conform de opgave Erasmus MC zijn:

aantal ingeschreven studenten EMC (excl.dubbele inschrijvingen) (peildatum 01/10/09) 2008/2009 3.308

aantal ingeschreven studenten Geneeskunde (excl.dubbele inschrijvingen) (peildatum 01/10/09) 2008/2009

aantal ingeschreven studenten iBMG (excl.dubbele inschrijvingen) (peildatum 01/10/09) 2008/2009

aantal artsgetuigschriften studiejaar 2008/2009

2.686

622

233

aantal leden WP Geneeskunde in dienst (fte) op 31-12-2009 1099,1

aantal leden WP iBMG in dienst gemiddeld over 2009

aantal Medische specialisten in dienst inclusief O&O (incl.Daniël den Hoed) (fte) op 31-12-2009

aantal Medische specialisten in dienst O&O (fte) op 31-12-2009

100,0

578,5

35,6

aantal AIO'S-en (jaargemiddelden excl.ANIOS en AGIKO) op 31-12-2009 386,4

aantal proefschriften Geneeskunde in 2009 196

aantal proefschriften iBMG in 2009 7

aantal co-assistentplaatsen (excl.geaffilieerd) 2009 218,2

- 92 -

Page 95: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

3.3 – College-, cursus-, les en examengelden

M € 68,8 - (2008: M € 66,1)

3.3.2 Cursusgelden 35,6 36,5 34,1

3.3.4 Collegegelden 33,2 32,6 32,0

68,8 69,1 66,1

2009 Begroting 2009 2008

De stijging van het collegegeld met M € 1,2 wordt verklaard door verhoging van de tarieven met ruim 3,5 %.

3.4 - Baten werk in opdracht van derden

M € 124,0 - (2008: M € 107,6)

Onder ‘baten werk i.o.v. derden’ zijn alle opbrengsten van de in het verslagjaar opgeleverde (deel-) projecten verantwoord.

Collectebusfondsen 12,3 11,8

Bedrijven en overig 34,1 20,4

Overheid 11,3 9,6

BSIK 6,4 6,0

Internationale organisaties;

- Europese Unie 30,0 36,9

NWO 21,7 17,4

3.4.2 Contract onderzoek 115,8 83,7 102,1

3.4.3 Overige 8,2 2,6 5,5

124,0 86,3 107,6

2009 Begroting 2009 2008

In de baten uit contractonderzoek is M € 20,7 (2008: M € 19,3) begrepen voor overdrachten aan partners in programma's waarbij de EUR optreedt

als penvoerder en beursbetalingen in het kader van uitwisselingsprogramma's.

Financieel jaarverslag 2009 - Erasmus Universiteit Rotterdam - 93 -

Page 96: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

3.5 - Overige baten

M € 58,9 - (2008: M € 56,2)

Deze opbrengsten zijn als volgt te rubriceren:

3.5.1 Verhuur 1,9 2,9 2,2

3.5.2 Detachering personeel 4,2 0,3 1,8

3.5.3 Schenking 0,6 0,3

3.5.6 Overige:

- Economie en Management 3,0 3,0 2,5

- Geneeskunde en Gezondheid 38,7 51,3 40,1

- Recht, Cultuur, en Maatschappij 2,1 2,2 1,7

- ISS 0,5 0,5

- Verbonden partijen 5,0 9,9 4,1

- UB, Staf, SSC's, overig 2,9 4,1 3,5

52,2 71,0 51,9

58,9 74,2 56,2

2009 Begroting 2009 2008

4.1 - Personele lasten

M € 291,5 - (2008: M € 252,5)

De personele uitgaven zijn als volgt onder te verdelen:

Brutolonen en salarissen 215,4 184,0

Sociale lasten 10,1 7,7

Pensioenpremies 37,6 33,2

4.1.1 Lonen en salarissen 263,1 237,6 224,9

Dotaties personele voorzieningen 0,3 6,6 0,7

Personeel niet in loondienst 12,3 12,3 12,8

Overig 17,5 17,5 15,3

4.1.2 Overige personele lasten 30,1 36,4 28,8

4.1.3 Af: uitkeringen 1,7- 0,1- 1,2-

291,5 273,9 252,5

2009 Begroting 2009 2008

De personele lasten zijn ten opzichte van 2008 met M € 39,0 (15,4%) toegenomen waarvan M € 15,6 (6,2%) valt toe te rekenen

aan de in de consolidatie betrokken verbonden partijen en M € 10,5 (4,2%) door het ontbreken van de cijfers 2008 ISS. De post

‘Lonen en salarissen’ laat een stijging zien van M € 38,2 (17%) mede door een toename van het aantal fte’s met 11,0% van

3.720 naar 4.131 fte’s waarvan 3,5% valt toe te rekenen aan het ontbreken van de bezettingsgegevens over 2008 van ISS. De

mutatie ‘dotaties personele voorzieningen’ ad M € 0,3 bestaat naast een storting ad M € 5,4 uit een vrijval ad M € 5,1.

Ingevolge het OCW-controleprotocol 2009 en de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens is

onderstaand een overzicht opgenomen van inkomens (en functie) voor zover deze uitstijgen boven de in het protocol en de Wet

genoemde criteria van medewerkers die in dienst zijn van de rechtspersoon EUR incl. de leden van het CvB (norm 2009 is k€

188). In deze opgave (bedragen in k€) is rekening gehouden met de omvang van het dienstverband en zijn dienstverbanden

kleiner dan voltijds, omgerekend naar het voltijdse equivalent.

- 94 -

Page 97: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders.

De genoemde CvB leden zijn ook opgenomen in het WOPT overzicht.

Bedragen in k€ 2009 Begroting 2008

2009

College van Bestuur:

- Drs.J.W.Oosterwijk, voorzitter 234,4 226,2

- Prof.dr.H.G.Schmidt, rector magnificus 61,9 - - aanstell.rector magnificus per 1 sept.'09

- Prof.dr.S.W.J.Lamberts, rector magnificus 194,5 191,9 - vanaf 1 sept.'09 plv voorzitter

- Drs.C.W.van Rooijen, lid 203,7 195,7

694,5 603,5 613,8

Gewezen bestuurders:

- Prof.dr.J.C.M.van Eijndhoven 115,6 157,4

Raad van Toezicht:

- Drs.A.van Rossum, voorzitter 12,1 12,1

- Mw.prof.dr.J.M.Bensing 9,7 9,7

- Mr.F.W.H.van den Emster 9,7 9,7

- Prof.dr.W.A.F.G.Vermeend 9,7 9,7

- Mw.dr.V.C.M.Timmerhuis 9,7 13,8

50,9 - 55,0

861,0 603,5 826,2

Functie-omschrijving

Bedragen in €

vanaf tot 2009 2008 2009 2008

Hoogleraar B 01.03.1985 03.05.2025 191.779 167.729 224.333 198.374

Voorzitter CvB 01.03.2007 01.03.2015 187.053 181.077 232.404 224.073 *Decaan / Hoogleraar B 01.09.1987 30.09.2028 177.562 151.699 216.270 183.267

Hoogleraar B 01.02.1973 15.04.2012 176.149 120.665 207.815 150.516

Decaan 16.01.2008 15.01.2012 175.072 153.671 211.084 186.307

Hoogleraar B 01.09.1984 15.06.2016 172.817 152.615 212.700 189.284

Hoogleraar B 15.11.1991 28.02.2029 167.157 136.011 201.103 168.042

Rector Magnificus 01.01.2001 01.09.2013 163.946 159.205 205.847 196.713 *Lid CvB 01.05.2002 01.05.2010 158.408 153.480 196.841 189.853 *

Belastbaar loon 2)

in het verslagjaar

Duur dienstverband Belastbaar loon 1)

* Het verschil met de werkelijke kosten betreft belastingvrije toelagen en vrijwillige (pensioen-) premies.

1) Belastbaar loon: bedrag waarover loonheffing wordt betaald.

2) Belastbaar loon conform definitie: som van belastbaar loon en de pensioenpremies werkgever en werknemer.

Gemiddeld aantal fte's 2009 2008

WP 1.010,8 909,8

OBP 739,5 642,0

Sub-totaal 1.750,3 1.551,8

EUR-BV's 233,0 233,6

Personeel Erasmus MC (niet in dienst van de EUR) 2.147,9 1.934,6

Totaal 4.131,2 3.720,0

De rapportage van de medewerkers Erasmus MC incl. de hierin geconsolideerde BV’s zijn opgenomen in de jaarrekening van

het Erasmus MC.

Financieel jaarverslag 2009 - Erasmus Universiteit Rotterdam - 95 -

Page 98: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

De presentatie van de personeelsbezetting naar inrichting van de organisatie ziet er als volgt uit:

WP NWP BV's Totaal Totaal

org.ondd. domein

Geneeskunde & Gezondheid Geneeskunde 1.026,6 948,6 1.975,2 2.147,9

iBMG 72,4 57,6 130,0

BV's 42,7 42,7

Economie en Management ESE 207,5 62,4 269,9 661,7

RSM EU 270,7 121,1 391,8

Recht, Cultuur en Maatschappij FR 189,7 63,4 253,1 620,0

FSW 197,2 58,5 255,7

FHKW 60,8 15,9 76,7

FW 29,1 5,4 34,5

Institute of Social Studies ISS 55,8 68,3 124,1 124,1

Centraal incl. UB UB 0,1 55,7 55,8 577,5

Staf 75,3 75,3

SSC's 213,4 213,4

BV's 233,0 233,0

Totaal 2.109,9 1.745,6 275,7 4.131,2 4.131,2

4.2 – Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa

M € 14,9 - (2008: M € 12,5)

4.2.1 Immateriële vaste activa 0,1

4.2.2 Materiële vaste activa 14,8 10,5 12,5

14,9 10,5 12,5

2009 * Begroting 2009 2008

* Hieronder is een bedrag van M € 2,3 en M € 5,3 voor afschrijving gebouwen resp.apparatuur van het Erasmus MC opgenomen.

4.3 - Huisvestingslasten

M € 34,7 - (2008: M € 33,5)

4.3.1 Huur 4,8 3,3 4,3

4.3.2 Verzekeringen 0,3 0,2 0,2

4.3.3 Onderhoud 3,8 - -

4.3.4 Energie en water 9,5 5,9 6,0

4.3.5 Schoonmaakkosten 4,9 1,1 3,4

4.3.6 Heffingen 1,8 0,9 1,0

4.3.7 Dotatie ov.onderhoudsvoorz. 4,0 10,4 13,4

4.3.8 Overige 5,6 9,6 5,2

34,7 31,4 33,5

2009 Begroting 2009 2008

- 96 -

Page 99: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

4.4 – Overige lasten

M € 113,0 - (2008: M € 116,2)

4.4.2 Inventaris, apparatuur en leermiddelen 4,9 5,0 4,0

4.4.3 Dotatie overige voorzieningen 0,2 0,2

4.4.4 Overige:

- Economie en Management 10,5 10,7 10,3

- Geneeskunde en Gezondheid 62,7 67,2 61,5

- Recht, Cultuur, en Maatschappij 6,3 5,6 7,3

- ISS 5,6 7,3

- Verbonden partijen 6,7 12,7 6,9

- UB, Staf, SSC's, overig 16,1 20,8 26,0

107,9 124,3 112,0

113,0 129,3 116,2

De onder 4.4.4 Overige opgenomen accountantskosten zijn als volgt gespecificeerd (in k€);

2009 2008

PWC - Honorarium

- Controle van de jaarrekening 273,3 277,9

- Andere controle opdrachten 33,4 44,8

- Fiscale advies diensten 19,4 9,1

- Andere niet-controle diensten 29,1 33,7

355,2 365,5

Honorarium ov.acc.organisaties

- Controle van de jaarrekening 30,7 37,4

- Andere controle opdrachten 16,9

- Fiscale advies diensten 97,2 7,0

500,0 409,9

2009 Begroting 2009 2008

5 - Financiële baten en lasten

M € 3,3 - (2008: M € 4,1)

5.1 Rentebaten 4,7 4,1 5,3

5.4 Rentelasten 1,4- 1,2- 1,2-

3,3 2,9 4,1

2009 Begroting 2009 2008

Financieel jaarverslag 2009 - Erasmus Universiteit Rotterdam - 97 -

Page 100: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2009 na resultaat bestemming

in M € 2009 2008

1. ACTIVA

Vaste activa

1.1 Immateriële vaste activa 0,1 -

1.2 Materiële vaste activa 73,5 73,5 1.3 Financiële vaste activa 110,9 112,4

Totaal vaste activa 184,5 185,9

Vlottende activa1.5 Vorderingen 43,0 39,0 1.7 Liquide middelen 81,4 66,6

Totaal vlottende activa 124,4 105,6

Totaal activa 308,9 291,5

2. PASSIVA

2.1 Eigen vermogen 193,3 186,5

2.2 Voorzieningen 20,7 22,4 2.3 Langlopende schulden 25,5 25,4 2.4 Kortlopende schulden 69,4 57,2

Totaal passiva 308,9 291,5

- 98 -

Page 101: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

ENKELVOUDIGE STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2009

in M € Rekening Begroting Rekening2009 2009 2008

3. BATEN3.1 Rijksbijdragen 216,5 206,1 209,13.3 College-, cursus-, les- en examengelden 41,6 41,0 39,23.4 Baten werk i.o.v.derden 15,5 14,5 10,83.5 Overige baten 23,8 19,8 21,6

Totaal baten 297,4 281,4 280,7

4. LASTEN4.1 Personele lasten 132,0 125,9 110,04.2 Afschrijvingen 3,9 2,5 3,24.3 Huisvestingslasten 22,3 21,5 18,64.4 Overige lasten 141,2 145,9 150,4

Totaal lasten 299,4 295,8 282,2

Saldo baten en lasten -2,0 -14,4 -1,5

5 Financiële baten en lasten 6,5 7,4 8,2

7 Resultaat deelnemingen -0,3 0,4 1,4

Resultaat 4,2 -6,6 8,1

Financieel jaarverslag 2009 - Erasmus Universiteit Rotterdam - 99 -

Page 102: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

TOELICHTING BEHORENDE TOT DE ENKELVOUDIGE BALANS

1.1 - Immateriële vaste activa

M € 0,1 – (2008: M € 0,0)

Ontwikkelings-

kosten

Investeringen 2009 0,1

Aanschafprijs 0,1

Cum.afschr.en waardeverminderingen -

Boekwaarde 31 december 2009 0,1

1.2 - Materiële vaste activa

M € 73,5 – (2008: M € 73,5)

Gebouwen Inventaris en app. In uitvoering en Totaal

en terreinen (incl.1e inrichting) vooruitbetalingen

Aanschafprijs 102,9 12,4 10,8 126,1

Cum.afschr.en waardeverminderingen 44,7- 7,9- - 52,6-

Boekwaarde 1 januari 2009 58,2 4,5 10,8 73,5

Saldo ISS per 01.01.2009;

Aanschafprijs 10,0 1,5 11,5

Cum.afschr.en waardeverminderingen * 10,0- 0,6- 10,6-

Investeringen 12,1 1,4 10,8- 2,7

Mutatie / desinvesteringen - -

Afschrijvingen 2,2- 1,4- 3,6-

Aanschafprijs 125,0 15,0 - 140,0

Cum.afschr.en waardeverminderingen 56,9- 9,6- - 66,5-

Boekwaarde 31 december 2009 68,1 5,4 - 73,5

* Hierin is naast de cumulatieve afschrijving een bedrag van M € 7,3 aan investeringssubsidie van OCW verwerkt.

- 100 -

Page 103: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

1.3 - Financiële vaste activa

M € 110,9 – (2008: M € 112,4)

Boekwaarde Desinvest.en Resultaat Boekwaarde

1 jan.2009 afgel.leningen deelnemingen 31 dec.2009

1.3.1 Groepsmaatschappijen 31,9 0,8- 0,3- 30,8

1.3.3 Vorderingen op groepsmaatschappijen 80,5 0,4- 80,1

112,4 1,2- 0,3- 110,9

Naam Juridische Statutaire Code * Eigen Exploitatie- Verklaring Consolidatie Deelname

vorm zetel activiteiten vermogen saldo 2009 art.2:403 percentage percentage

31-12-2009 BW ja/nee

Erasmus Beleggingen BV BV Rotterdam 3 5,3 -0,3 nee 100% 100%

EUR Holding BV BV Rotterdam 1/2 18,8 2,2 nee 100% 100%

RSM BV BV Rotterdam 1/2 6,2 -2,1 nee 100% 100%

Stichting SSVR Stichting Rotterdam 4 0,5 -0,1 nee 100%

Stichting ECSP Stichting Rotterdam 4 - 0,0 nee 100%

Totaal 30,8 -0,3

� Code activiteiten: 1 = Contractonderwijs, 2 = Contractonderzoek, 3 = Onroerende zaken, 4 = Overig

Naam verbonden partij Omschrijving doelstelling Samenstelling van bestuur en directie

Erasmus Beleggingen BV Het beleggen van vermogen in de meest ruime zin des woords en al hetgeen daarmee verband houdt of daaraan bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin van het woord.

Drs.C.A.Lansbergen / Directeur

EUR Holding BV Het ten behoeve van de primaire activiteiten van de Universiteit faciliteiten in de vorm van werkmaatschappijen te bieden (100% dochters van de EUR Holding) waarin onderwijs en onderzoek kunnen worden ondergebracht indien universitaire onderdelen daar redenen voor zien.

Prof.Dr.H.R.Commandeur / Directeur

Rotterdam School of Management BV

Het organiseren en het (doen) verzorgen van privaat-gefinancierde, door Erasmus Universiteit Rotterdam geaccrediteerde niet-initiële managementopleidingen (full-time dan wel part-time) op het gebied van de bedrijfskunde, zulks in nauwe samenhang met de opleidingen, die worden verzorgd door Erasmus Universiteit Rotterdam, meer in het bijzonder de faculteit der Bedrijfskunde van de EUR.

Ms.D.Bevelander / Statutory Director J.P.A.de Goede / Statutory Director R.K.Goins / Statutory Director

Stichting Studenten Voorzieningen Rotterdam

Behartigen van gemeenschappelijke belangen van studenten van de EUR; in bijzondere gevallen ook anderen (na goedkeuring CvB) dmv: � Bevorderen lichamelijke vorming en sport � Beheren fondsen cult./esth./soc.activiteiten

Bestuur; - Mr.Daniël E.Sikkens / Voorzitter - Drs.Jos. Van Wollingen / Secretaris - Drs.John K.Poot / Penningmeester - Drs.Jon de Ruijter / Lid

M.De Maar / Directeur/adviseur Drs.Jean Baptist Benraad / Adviseur

Stichting Erasmus Centre For Strategic Philanthropy

Vergroten van de kwaliteit, effectiviteit en transparantie van de filantropische sector in Europa en meer in het bijzonder in Nederland.

C.Th.Erkelens / Directeur

Financieel jaarverslag 2009 - Erasmus Universiteit Rotterdam - 101 -

Page 104: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

1.5 - Vorderingen

M € 43,0 – (2008: M € 39,0)

1.5.1 Debiteuren 17,7 15,0

1.5.2 OCW * 3,2 2,3

1.5.3 Groepsmaatschappijen 8,2 11,9

Vooruitbetaalde kosten 3,4 2,8

Verstrekte voorschotten 0,2 0,1

Overige 11,0 7,4

1.5.8 Overlopende activa 14,6 10,3

1.5.9 Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid 0,7- 0,5-

43,0 39,0

2009 2008

Onder overlopende activa is opgenomen het saldo aan nog te declareren project kosten.

* Uit hoofde van BAMA-compensatie is hieronder een vordering op OCW opgenomen ad M € 1,1.

Het verloop van de voorziening wegens oninbaarheid is als volgt:

2009 2008

Stand per 1 januari 0,5- 0,5- Mutatie 0,2- -

1.5.9 Stand per 31 december 0,7- 0,5-

1.7 - Liquide middelen

M € 81,4 – (2008: M € 66,6)

2009 2008

1.7.1 Kasmiddelen 0,1 0,1

1.7.2 Tegoeden op bank-, giro- en spaarrekeningen 46,3 6,5

1.7.3 Deposito's * 35,0 60,0

81,4 66,6

* Uitstaande deposito’s bij de Rabobank, ING, Fortis.

De EUR heeft een zogenaamde "parapluafspraak" met de huisbankier, die inhoudt dat negatieve saldi op de ene rekening worden

gecompenseerd met positieve saldi op andere rekeningen. Rente wordt berekend over de som van de saldi.

- 102 -

Page 105: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

2.1 - Eigen vermogen

M € 193,3 – (2008: M € 186,5)

Het eigen vermogen is opgebouwd uit de algemene reserve en bestemmingsreserves en –fondsen (onderverdeeld naar publiek

cq privaat).

Het verloop in het eigen vermogen is als volgt:

Resultaat Ov.mutaties

2.1.1 Algemene reserve 54,8 1,3 5,5 61,6

2.1.2 Bestemmingsreserve (publiek)

Strategische ruimte 11,7 0,4- 0,1- 11,2

Gelden vanwege het sectoroverleg 0,5 0,5

Reserve vh verm.uit onroerende goederen 72,9 72,9

Investeringsreserve 7,6 0,9 8,5

Stuwmeer verlofdagen 0,9- 0,9 -

Dividend RSM BV 2,0 0,6- 0,3 1,7

Vervangingsreserves 2,9 0,4- 2,5

Overige 2,7 2,6 2,2- 3,1

99,4 100,4

2.1.3 Bestemmingsreserve (privaat)

EUR Beleggingen BV 5,6 0,3- 5,3

EUR Holding BV 17,1 2,2 0,5- 18,8

Rotterdam School of Management BV 8,6 2,1- 0,3- 6,2

St.Studenten Voorzieningen Rotterdam 0,6 0,1- 0,5

31,9 30,8

2.1.5 Bestemmingsfonds (privaat)

Tinbergen Instituut 0,4 0,2 0,1- 0,5

186,5 4,2 2,6 193,3

Stand per 1 januari 2009 Stand per 31 december 2009

Het saldo ov.mutaties is opgebouwd uit het saldo beginbalans Institute of Social Studies (M € 2,7) en bijstelling vermogen Tinbergen Instituut (M €

0,1) v.w.b. het aandeel van 50% hierin door participerende partijen (VU/UVA).

2.2 - Voorzieningen

M € 20,7 – (2008: M € 22,4)

Personeels- Voorziening Overige Totaal

voorzieningen verlieslatende voorzieningen

contracten

Stand per 1 januari 2008 11,3 11,1 22,4

Dotaties 1) 5,4 1,5 6,9

Ov.mutatie 2) 0,1 2,4 2,5

Vrijval 5,1- 0,5- 5,6-

Onttrekkingen 2,9- 2,6- 5,5-

Stand per 31 december 2009 8,7 0,1 11,9 20,7

Kortlopende deel < 1 jaar 2,2 0,1 10,9 13,2

Langlopende deel > 1 jaar 6,5 - 1,0 7,5

1) De dotatie aan de overige voorzieningen is gebaseerd op het groot-onderhoudsplan.

2) Onder ov.mutaties is opgenomen het saldo beginbalans Institute of Social Studies.

Financieel jaarverslag 2009 - Erasmus Universiteit Rotterdam - 103 -

Page 106: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

2.3 - Langlopende schulden

M € 25,5 – (2008: M € 25,4)

Krediet- Overige Totaal

instellingen

Stand per 1 januari 2009 25,0 0,4 25,4

Aangegane leningen 2009 0,1 0,1

Stand per 31 december 2009 25,0 0,5 25,5

Looptijd > 1 jaar 25,0 25,0

Looptijd > 5 jaar 0,5 0,5

Rentevoet 4,71% -

Kredietinstellingen:

In 2002 heeft de Bank Nederlandse Gemeenten aan de EUR een lening verstrekt ad M € 25,0 tegen een rentepercentage van

4,71% met een looptijd van 10 jaar. De aflossing zal geschieden in één termijn op 2 december 2012.

Overige langlopende schulden:

Tinbergen Instituut

Het eigen vermogen van de Faculteit der Economische Wetenschappen bestaat voor M € 1,0 uit cumulatief resultaat ten

behoeve van het Tinbergen Instituut dat voor 50% het karakter heeft van een langlopende verplichting. In de

samenwerkingsovereenkomst tussen de participerende partijen (EUR, VU, UVA) is geen bepaling opgenomen inzake eventuele

verdeling van overschotten en/of tekorten. Om die reden is een langlopende schuld ad M € 0,5 opgenomen.

2.4 - Kortlopende schulden

M € 69,4 – (2008: M € 57,2)

2.5.3 Crediteuren 5,8 5,1

2.5.5 Schulden aan groepsmaatschappijen 1,8 4,1

Loonheffing 6,2 4,7

Omzetbelasting 0,3 0,2

2.5.7 Belastingen en premies soc.verzekeringen 6,5 4,9

2.5.8 Schulden terzake van pensioenen 1,7 1,4

2.5.9 Overige kortlopende schulden 0,4 0,3

Vooruitontvangen college- en lesgelden 23,7 22,1

Vooruitontvangen subs.OCW geoormerkt 0,9 0,9

Vooruitontvangen termijnen * 11,9 5,7

Vakantiegeld en -dagen 4,9 4,1

Overige 11,8 8,6

2.5.10 De overlopende passiva 53,2 41,4

69,4 57,2

2009 2008

Ter toelichting wordt het volgende opgemerkt:

* Onder vooruitontvangen termijnen is het saldo aan vooruit gedeclareerde projectkosten opgenomen.

- 104 -

Page 107: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

TOELICHTING BEHORENDE TOT DE ENKELVOUDIGE STAAT VAN BATEN EN LASTEN

3.1 - Rijksbijdragen

M € 216,5 – (2008: M € 209,1)

3.1.1 Rijksbijdrage OCW 296,7 283,9 281,5

3.1.2 Overige subsidies OCW 0,1 - 3,7

Rijksbijdrage academische ziekenhuizen 80,3- 77,8- 76,1-

3.1.3 Af: inkomensoverdrachten 80,3- 77,8- 76,1-

216,5 206,1 209,1

2009 Begroting 2009 2008

De toename rijksbijdrage wordt bij benadering verklaard door prestatie- en beleidsmaatregelen (M € 2,8), BAMA-compensatie (M€ 1,5) en loon en

prijspeil wijzigingen excl. werkplaatsfunctie AZ (M € 6,7).

3.3 - College-, cursus-, les- en examengelden

M € 41,6 – (2008: M € 39,2)

3.3.2 Cursusgelden 8,4 8,4 7,2

3.3.4 Collegegelden 33,2 32,6 32,0

41,6 41,0 39,2

2009 Begroting 2009 2008

De stijging van het collegegeld met M € 1,2 wordt verklaard door verhoging van de tarieven met ruim 3,5 %.

3.4 - Baten werk in opdracht van derden

M € 15,5 – (2008: M € 10,8)

Onder ‘baten werk i.o.v. derden’ zijn alle opbrengsten van de in het verslagjaar opgeleverde (deel-) projecten verantwoord.

Collectebusfondsen 0,4 0,4

Bedrijven en overig 2,8 1,1

Overheid 1,7 1,7

BSIK 2,3 2,5

Internationale organisaties;

- Europese Unie 0,8 1,7

NWO 3,6 2,7

3.4.2 Contract onderzoek 11,6 11,9 10,1

3.4.3 Overige 3,9 2,6 0,7

15,5 14,5 10,8

2009 Begroting 2009 2008

Financieel jaarverslag 2009 - Erasmus Universiteit Rotterdam - 105 -

Page 108: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

3.5 - Overige baten

M € 23,8 – (2008: M € 21,6)

3.5.1 Verhuur 5,2 4,6 1,6

3.5.2 Detachering personeel 6,8 2,0 1,8

3.5.3 Schenking 0,6 - 0,3

3.5.6 Overige:

- Economie en Management 3,0 3,0 2,5

- Recht, Cultuur, en Maatschappij 2,0 2,2 1,7

- ISS 0,5 0,5

- UB, Staf, SSC's, overig 5,7 7,5 13,7

11,2 13,2 17,9

23,8 19,8 21,6

2009 Begroting 2009 2008

4.1 - Personeelslasten

M € 132,0 – (2008: M € 110,0)

Brutolonen en salarissen 97,6 80,7

Sociale lasten 8,6 6,3

Pensioenpremies 12,5 10,2

4.1.1 Lonen en salarissen 118,7 103,7 97,2

Dotaties personele voorzieningen 0,3 4,9 0,7

Personeel niet in loondienst 5,9 3,7 5,4

Overig 7,6 13,7 7,1

4.1.2 Overige personele lasten 13,8 22,3 13,2

4.1.3 Af: uitkeringen 0,5- 0,1- 0,4-

132,0 125,9 110,0

2009 Begroting 2009 2008

4.2 - Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa

M € 3,9 – (2008: M € 3,2)

4.2.2 Materiële vaste activa 3,9 2,5 3,2

2009 Begroting 2009 2008

- 106 -

Page 109: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

4.3 - Huisvestingslasten

M € 22,3 – (2008: M € 18,6)

4.3.1 Huur 1,3 1,9 0,6

4.3.2 Verzekeringen 0,2 0,2 0,2

4.3.3 Onderhoud 4,0 2,8 -

4.3.4 Energie en water 3,3 - 2,2

4.3.5 Schoonmaakkosten 2,7 - 2,1

4.3.6 Heffingen 1,1 0,9 1,0

4.3.7 Dotatie ov.onderhoudsvoorz. 1,0 4,8 11,8

4.3.8 Overige 8,7 10,9 0,7

22,3 21,5 18,6

2009 Begroting 2009 2008

4.4 - Overige lasten

M € 141,2 – (2008: M € 150,4)

4.4.2 Inventaris, apparatuur en leermiddelen 4,9 4,9 3,9

4.4.4 Overige

- Economie en Management 10,5 10,7 10,2

- Recht, Cultuur, en Maatschappij 6,3 5,6 7,3

- ISS 5,6 7,3 -

- UB, Staf, SSC's, overig 113,9 117,4 129,0

136,3 141,0 146,5

141,2 145,9 150,4

2009 Begroting 2009 2008

5 - Financiële baten en lasten

M € 6,5 – (2008: M € 8,2)

5.1 Rentebaten 7,7 8,6 9,4

5.4 Rentelasten 1,2- 1,2- 1,2-

6,5 7,4 8,2

2009 Begroting 2009 2008

7 - Resultaat deelnemingen

M € 0,3 neg. – (2008: M € 1,4)

Erasmus Beleggingen BV 0,3- 0,3- 0,2-

EUR Holding BV 2,2 1,6 2,0

Rotterdam School of Management BV 2,1- 0,9- 0,2-

St.Studenten Voorzieningen Rotterdam 0,1- - 0,2-

Nettoresultaat 0,3- 0,4 1,4

2009 Begroting 2009 2008

Financieel jaarverslag 2009 - Erasmus Universiteit Rotterdam - 107 -

Page 110: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

- 108 -

Page 111: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

Financieel jaarverslag 2009 - Erasmus Universiteit Rotterdam - 109 -

Page 112: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

BIJLAGE

GEGEVENS OVER RECHTSPERSONEN

Bestuursnummer 00010 – 21PE

Naam instelling Erasmus Universiteit Rotterdam

Adres

Postadres

Burg.Oudlaan 50

Postbus 1738

Postcode / Plaats 3000 DR Rotterdam

Telefoon (010) 408 1111

Fax (010) 408 9073

Internet-site http://www.eur.nl

Contactpersoon mw. drs. C.M. Taia Boneco

Telefoon (010) 408 1692

Fax (010) 408 9084

e-mail [email protected]

- 110 -

Page 113: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

Page 114: Jaarverslag 2009 Erasmus Universiteit Rotterdam

� �