Jaarverslag 2009

76
1 Agentschap voor Natuur en Bos JAARVERSLAG 2009

description

Dit jaarverslag wil groen in de schijnwerpers plaatsen. Groen in de stad, groen in Vlaanderen. Het is niet al kommer en kwel dat bloeit en groeit. De overheid heeft de ambitie om tegen 2020 Vlaanderen op de kaart te zetten als groen stedengewest.

Transcript of Jaarverslag 2009

1

Agentschap voor Natuur en BosJaarverslag 2009

2

Het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB), een agentschap van de Vlaamse

overheid, werkt elke dag aan het behoud, de bescherming en de ontwikkeling van

natuurgebieden, bossen en parken. De missie van het ANB is: ‘Meer, beter en

samen.’

Door samen te werken met veel verschillende partners probeert het ANB een

groter draagvlak voor natuur te creëren. De deur staat open voor iedereen: van

een grote multinational die bomen wil planten tot een lokale jeugdbeweging

die in een stukje natuur wil kamperen.

Als grootste groenbezitter van Vlaanderen heeft het ANB bijna 40 000 hectare

bossen, natuurgebieden en domeinen in handen. Aangezien het agentschap

ook anderen helpt bij het beheren van hun domeinen, komt het totaal op

zo’n 70 000 hectare.

Het ANB staat dus duidelijk met zijn twee ‘botten’ op het terrein. Die

terreinkennis en ervaring vormen belangrijke pijlers om het beleid te

helpen voorbereiden.

Wie zijn we?

© Danni Elskens

3

Het aNB als organisatie 5

Beleid 10

Beheer 21

Het aNB in de provincies

antwerpen 30

vlaams-Brabant 39

scheldeproject 49

Oost-vlaanderen 58

limburg 66

West-vlaanderen 72

Inho

ud

© ANB

4

Rood2009 gaat de geschiedenis in als het jaar na de beurscrash. Het jaar van het stille

en stage herstel, van een record aantal faillissementen en toch wat groene cijfers

op de beurs. Op en neer, hoop en wanhoop, eb en vloed. Zo is het in de economie

en zo is het ook met ecologie. Die twee hebben veel meer gemeen dan u denkt.

Ook in de natuursector is af en toe een ramp nodig om aandacht te krijgen voor

het probleem. Rode cijfers, rode lijsten. Groen valt soms gewoon te weinig op.

Toch wil dit jaarverslag groen in de schijnwerpers plaatsen. Groen in de stad,

groen in Vlaanderen. Het is niet al kommer en kwel dat bloeit en groeit. De over-

heid heeft de ambitie om tegen 2020 Vlaanderen op de kaart te zetten als groen

stedengewest. Aan die ambitie is een heel actieplan gekoppeld waarin ook het

ANB zijn verantwoordelijkheid zal opnemen. Nu en straks werkt het ANB aan drie

prioriteiten. Eén: door van Vlaanderen een volwaardig onderdeel van het Natura

2000-netwerk te maken, wil het ANB in samenwerking met talrijke partners de

Europese natuur alle kansen geven. Twee: met de campagne ‘Groen in de Stad’

bouwt het ANB mee aan groene, lees gezonde, leefbare en duurzame steden voor

Vlaanderen. Drie: het ANB stelt alles in het werk om al wie haar natuurgebieden

en bossen bezoekt, als een welkome gast te ontvangen. Zo kan iedere Vlaming

mee genieten van al die inspanningen om onze natuur écht de moeite waard te

maken. Dit jaarverslag stelt scherp op deze drie pijlers.

Groen valt dan wel niet altijd even hard op, dat betekent niet dat het ANB zich

niet minder hard dan voorheen inzet voor natuur en bos. Om dat extra kracht bij

te zetten, wordt het jaarverslag niet meer in grote oplage op duur papier gedrukt.

‘Less is more’ en bij deze ook goedkoper en milieuvriendelijker…

Geniet van het groen in dit jaarverslag, heradem bij het zien van de verbluffend

mooie beelden en als u zin krijgt in meer, surf gerust naar www.natuurenbos.be

Veel lees- en kijkplezier,

Marleen Evenepoel,

Administrateur-generaal

Agentschap voor Natuur en Bos

Het ANB als organisatie

5

© V

ilda Yves Adam

s

6 6

In 2009 werkten 819 mensen bij het Agentschap voor Natuur en Bos. Dat zijn er zeven minder dan het jaar ervoor. Bijna 80 % zijn mannen. Net zoals in 2008 bedroeg het totale budget van het agentschap ongeveer 115 miljoen euro. Ongeveer de helft daarvan gaat naar wedden, toelagen en subsidies.

Het aantal contractuelen is sterk gedaald ten opzichte van 2008. In 2009 is ruim 40 % van de ANB’ers contractueel. Het jaar ervoor waren dat er nog 56 %. Dit heeft alles te maken met de grote groep arbeiders die statutair werden in 2009.

Het ANB blijft in hoofdzaak een ‘mannenbastion’. Acht op de tien medewerkers zijn mannen. Vooral onder de arbeiders is het over-wicht groot: daar zijn 95 % mannen.

Totaal Man vrouw

Totaal (in hoofden) 819 79% 21%

Niveau A 175 63 % 37%

Niveau B 64 63% 37%

Niveau C 270 76% 24%

Niveau D 310 95% 5%

Personeel is ook een serieuze hap uit het budget van het agent-schap. Ruim een kwart van alle middelen gaat naar wedden en toe-lagen. Het totale budget van het agentschap blijft ongeveer gelijk. Het agentschap beschikt over 114,5 miljoen euro.

Het agentschap heeft een heel ruim werkingsveld. Officieel staat het agent-

schap in voor ‘het beleid, het duur-zaam beheren en versterken van natuur, bos en groen in Vlaanderen, samen met alle partners’. Je vindt in de tabel hiernaast een aantal relevante cijfers binnen het be-leidsveld natuur dat een directe impact heeft op de evoluties van de natuur, het bos en het groen. Deze cijfers zijn in zekere zin een maat voor de inspanning van het beleid om de toestand

van de natuur, het bos en het groen te verbeteren.

Thema Cijfers 2009 Cijfers 2008

Totale oppervlakte Vlaamse natuurreservaten

6 586 ha 6 160 ha

Totale oppervlakte Erkende natuurreservaten

13 862 ha 13 435 ha

Totale oppervlakte Aan-gewezen bosreservaten

2 568 ha 2 547 ha

Totale oppervlakte Erkende bosreservaten

257 ha 218 ha

Aantal lopende natuur-inrichtingsprojecten

17 in uitvoering, 1 in onderzoek

16 in uitvoering, 6 in onderzoek

Totale oppervlakte VEN 89 331 ha 87 022 ha

Totale oppervlakte Speciale Beschermings-zones

166 187 ha 163 499 ha

Aantal soortenbescher-mingsprogramma’s in uitvoering

15 8

Aantal erkende Regionale Landschappen

14 (+3 in oprichting)

10 (+3 in oprichting)

Aantal erkende Bosgroe-pen

19 17 (5 voorlopig)

Aantal Vlaamse Bezoekerscentra

15 15

Totale oppervlakte door ANB beheerde domeinen

40 871 ha 38 125 ha

Totale oppervlakte door ANB beheerde domeinen met beheerplan

16 367 ha 15 000 ha

Totale oppervlakte domei-nen in medebeheer

Openbaar bos

Militair domein

30 597 ha

20 770 ha

9 827 ha

31 362 ha

21 843 ha

9 519 ha

Verleende adviezen, erken-ningen en vergunningen

Adviezen

Vergunningen

Erkenningen

16 786

12 786

4 023

414

17 754

11 634

5 742

378

Totaal aantal jachtverloven 13 073 12 189

Totaal aantal visverloven 60 56 789

Processen-verbaal opgemaakt in 2008

1 232 853

1. Het agentschap in cijfers en letters

© Tom

Linster

60 000

7

jagers, vissers, milieuambtenaren en bosei-

genaars terecht kunnen.

De website lokte in 2009 exact 209 158 unie-

ke bezoekers. Per dag bezochten gemiddeld

zo’n 630 mensen de site. Vooral tijdens de

Dag van het Park keken veel mensen op de

website. Telkens wanneer het ANB in het

nieuws kwam, was dit duidelijk te zien in de

bezoekersaantallen op de website.

Op 1 februari 2009 ging de website van het agentschap online. Dit ambitieuze project nam maanden voorbereiding in beslag. De website beperkt zich dan ook niet tot een droge samenvatting van het werkveld van het ANB. De lat ligt hoger. De site wil niet alleen informeren, maar ook enthousiasme-ren. De website moet mensen warm maken om naar buiten te komen en van de natuur te genieten.

Web 2.0

De nieuwe website biedt de mogelijkheid om op zoek te gaan naar een natuurgebied in de buurt. Er is een activiteitenkalender en een overzicht van een aantal nieuwsberich-ten. De foto van de week biedt de bezoeker de mogelijkheid een foto op onze website te plaatsen. Heel wat zogenaamde web

2.0-toepassingen zijn geïntegreerd. Zo zijn RSS-feeds mogelijk en kan je via facebook, twitter en andere sociale netwerksites op de hoogte blijven. Wie fan wordt van het ANB op facebook, krijgt elke dag een overzichtje van alle nieuwsberichten (www.facebook.com/natuurenbos).

De geïnteresseerde bezoeker vindt nog al-tijd heel wat inhoudelijke informatie in de verschillende themapagina’s. Dit is de plek waar gespecialiseerde doelgroepen zoals de

2. Communicatie. Veel verhalen, één (stijgende) lijn.In 2009 zette het aNB een aantal zeer belangrijke stappen op communicatievlak. De website ging online en de perswerking werd een versnelling hoger geschakeld. De campagnes, de vlaggenschepen van het aNB, profiteerden volop van deze nieuwe wind.

A g e n t s c h a p v o o rNatuur en Bos

VormingsmomentBosspelenmet pit!

Woensdag 23 september 200913.15 u. – 17.00 u.Heempark - Genk

PRAKTISCHE INFORMATIEWanneerWoensdag 23 september 2009, 13.15 u. – 17.00 u.

WaarHeempark, Hoogzij 7, 3600 Genk.DeelnameprijsDeelname kost 5 euro (drankje en infomap inbegrepen),

inschrijven is verplicht.InschrijvenInschrijven kan tot 16 september (tenzij voordien het maxi-

male aantal deelnemers bereikt wordt):- door een e-mail te sturen naar [email protected],

vermeld je naam en de keuze van de workshop.

- door te bellen naar VBV: 09 264 90 57.

Inschrijving is volledig na betaling van 5 euro op rekening-

nummer 448-3605351-56 of IBAN BE20 4483 6053 5156.BereikbaarheidHet Heempark is vlot toegankelijk. Neem een kijkje op

www.heempark.be voor de gedetailleerde routebeschrijving.

Openbaar vervoer: het Heempark ligt op twee kilometer van

het station, waar bussen vertrekken tot aan de halte Heem-

park (lijn 45 en G2). Fiets: vanuit het centrum van Genk zijn er wegwijzers naar

het Heempark.

MEER INFORMATIEVereniging voor Bos in Vlaanderen vzw (VBV)

Geraardsbergsesteenweg 2679090 Gontrode

Tel 09 264 90 57 (Marlies Vanlerberghe – Emma Denorme)

v.u. Dirk BogaertAgentschap voor Natuur en Bos

in

VlaanderenHet ANB inventariseert het bos

BOS

Verantwoordelijke uitgever: Dirk Bogaert

Agentschap voor Natuur en BosKoning Albert II-laan 20, 1000 Brussel

In Vlaanderen bedraagt de totale bosoppervlakte 146.381 ha.

Dit komt overeen met een bosindex (= aandeel van de totale

landoppervlakte) van 10,8 %. Hiermee is Vlaanderen één van

de bosarmste streken in Europa. Binnen de Europese Unie

hebben alleen Ierland (8,6 %), Nederland (10,0 %) en het

Verenigd Koninkrijk (10,3 %) een lagere bosindex (bron: VN,

2000). De bosarmste provincie is West-Vlaanderen

(bosindex = 2,3 %), de bosrijkste provincie is Limburg

(bosindex = 20,6 %).70 % van de bossen in Vlaanderen is privé-eigendom, 13 %

is eigendom van het Vlaamse Gewest en 17 % is eigendom

van andere openbare eigenaars zoals provincies,

gemeenten, OCMW's, kerkfabrieken en intercommunales.

Het aandeel openbare bossen is procentueel het hoogst in

de provincie West-Vlaanderen (53 %) en het laagst in de

provincie Oost-Vlaanderen (17 %).In Vlaanderen bestaat het bos voor 50 % uit loofbos, voor

36 % uit naaldbos en voor 11 % uit gemengde bestanden. De

niet beboste oppervlakte (2 %) omvat o.a. recente kap- en

brandvlaktes, lig- en speelweiden, hooilanden en

braakliggende terreinen die behoren tot het bosdomein.

ProvincieBos (ha)

eigendom vanVlaams Gewest

Ander openbaarbos (ha)Privé-bos (ha)

Totalebosoppervlakte (ha)Bosindex (%)

Antwerpen3.963

7.28535.285

46.53316,2

Limburg6.151

12.70931.229

50.08820,6

West-Vlaanderen1.587

2.2583.477

7.3222,3

Oost-Vlaanderen1.308

1.52514.136

16.9695,6

Vlaams-Brabant5.103

1.55718.808

25.46812,0

Vlaanderen18.111

25.335102.935

146.38110,8

De laatste grote bosinventarisatie gebeurde tien jaar geleden. Tijd dus om een tweede gewestelijke bosinventarisatie te doen.

Binnenkort bezoeken onze meetploegen weer duizenden bossen en bosjes, om er gedetailleerde metingen uit te voeren.

Deze metingen zullen ons opnieuw vertellen wat er in onze bossen voorkomt.

Op basis van het houtvolume zijn de meest voorkomende

loofboomsoorten populier (30 %), zomereik (20 %) en beuk

(14 %). De belangrijkste naaldboomsoorten zijn grove den

(60 %) en Corsicaanse den (27 %).De bosbestanden in Vlaanderen zijn erg jong:

55 % is jonger dan 40 jaar.Slechts 6 % van de bosbestandenis ouder dan 60 jaar en21 % van de bossen teltbomen van verschil-lende leeftijden.

Bos in Vlaanderen toestand 2000

Meer info op: www.natuurenbos.be

© Tom

Linster

DriemaanDelijks nieuwsmagazine van het agentschap voor natuur en Bosjaargang 4 i nummer 1 i april 2010 i afgiftekantoor 8400 oostenDe erkenningsnummer 708746 i pB-nummer 2/111

Dossier: Natuur in de stadInterview met Vlaams Bouwmeester Marcel SmetsJaar van de Biodiversiteit: (W)onderwaterJeugdbewegingen en groen: natuur met de paplepel

SpoorZoekeR

spoorzoeker 2010-def.indd 1

25/03/10 13:17

8

Spoorzoeker

Daarnaast is in 2009 hard gewerkt om de bestaande communicatieproducten nog beter te maken. De externe nieuwsbrief van het agentschap, Spoorzoeker, is een belang-rijk uithangbord. Het concept en de vorm-geving zijn in 2009 sterker gemaakt. Er is op het einde van het jaar een extra oplage gedrukt naar aanleiding van het themanum-mer rond Europa en de Europese natuur-doelen. Ongeveer 15 000 Spoorzoekers zijn toen verspreid.

De Dag van het Park ging voor de 19de keer door. Met als thema ‘Liefde in het Park’ werd het een record editie: 120 000 mensen trokken onder een stralende zon naar het park. Ook de media aandacht was overwel-digend. Alle grote nieuwszenders besteed-den ruim aandacht aan de campagne.

De Week van het Bos kreeg als thema ‘Zaad met Pit’. Deze vaste waarde loste ook in 2009 de verwachtingen in. Heel wat scho-len trokken tijdens de tweede week van oktober naar het bos. En ook hier was de persaandacht groot.

Stijgende persaandacht

In 2009 is ook echt werk gemaakt van een actief persbeleid. Er is een databank met persadressen en er zijn tientallen persbe-richten verstuurd. Die uitbouw loont. In 2008 verschenen 691 krantenartikels waarin het ANB aan bod kwam. In 2009 waren er dat al bijna 1066. Een stijging met bijna 60 %.

Er is daarnaast ook gewerkt aan een nieuwe communicatiestrategie. Het agentschap zal in de toekomst nog meer proberen om beeld- en doelgroepdoorbrekend te com-municeren.

Je kan spoorzoeker en andere publicaties bekijken via www.natuurenbos.be (rubriek Over Ons)

Liefde in het Park en Zaad met Pit

Gespreid over 2009, organiseerde het ANB ook haar drie grote campagnes: het Boom-pjesweekend, de Dag van het Park en de Week van het Bos.

Net als de voorbije edities was het Boom-pjesweekend een succes. Op zes locaties in Vlaanderen is een nieuw Kom op Tegen Kanker – bos aangeplant. Een afscheid in schoonheid, want in 2009 is in overleg met de partners Vereniging voor Bos in Vlaan-deren en Kom Op Tegen Kanker beslist om het Boompjesweekend stop te zetten. Dit omwille van budgettaire en praktische re-denen.

9

In 2009 hebben de inspecteurs in totaal, sa-men met de collega-boswachters, 1232 pro-cessen-verbaal opgesteld. Vergeleken met 2008 is dat goed voor een stijging van bijna 40 %. Ook al zegt dit cijfer niet alles over de kwaliteit van de handhaving, het geeft toch alleszins aan dat de Natuurinspectie op het terrein alomtegenwoordig was.

2009 is ook het jaar waarin het Milieuhand-havingsdecreet in werking trad. Dat decreet harmoniseert het toezicht, de handhaving en de veiligheidsbepalingen van de belang-rijkste milieuregelgeving. Ook de hand-having op het vlak van bos, natuur, jacht, openbare visserij en vogelbescherming is hierin geïntegreerd. Het decreet levert een hele waaier aan middelen waarmee bos-wachters en natuurinspecteurs doeltreffend kunnen optreden op het terrein. Nieuw is bijvoorbeeld dat overtreders administratief bestraft kunnen worden wanneer het parket beslist om niet strafrechtelijk te vervolgen. De Natuurinspectie kan dan alsnog een geldboete opleggen. De handhaver kan daarnaast maatregelen opleggen om de na-tuurschade te herstellen. Ook voor de bur-ger is het decreet goed nieuws: het zal meer klaarheid scheppen over de handhaving van het milieu- en natuurbeheerrecht.

3. Natuurinspectie op kruissnelheidals voor de Natuurinspectie 2008 het jaar was van de start, dan is 2009 het jaar waarin ze helemaal tot ontplooiing is gekomen: de ontwikkelde procedures en richtlijnen op het gebied van handhaving werden voor het eerst volledig toegepast. Zes nieuwe natuurinspecteurs zijn aangeworven. Zij kijken erop toe dat de wetgeving en reglementering die de natuur moeten beschermen, wordt nageleefd. Zonder handhaving blijft de wet immers dode letter. Hierdoor waren er eind 2009 in totaal 25 natuurinspecteurs actief.

© Tom Linster© Tom Linster

© T

om L

inst

er

1010

Beleid

© T

om L

inst

er

11

Limburg

In elke provincie wordt hard gewerkt aan de opmaak van instandhoudingsdoelstellin-gen. Zo zijn bijvoorbeeld in Limburg de ont-werprapporten van de Habitat- en/of Vogel-richtlijngebieden het Vijvergebied Midden-Limburg, de Maten en de Maas grotendeels geschreven. Het ontwerp rapport voor de Mangelbeek is in opmaak, en ook met de andere zal gestart worden.

De Maten

In het natuurgebied De Maten vind je vooral zeldzame Vlaamse water- en moe-rasvegetaties. Door de grote variatie in de waterkwaliteit van de vijvers tref je hier bo-vendien een enorme verscheidenheid aan habitattypes. Dat is het gevolg van de histo-rische viskweek en het beekwater dat in de vijver stroomt.

Vroeger was het gebied vooral gekend voor de voedselarme en zwak tot matig gebuf-ferde vijver- en moerashabitats van zandige bodems en droogvallende oevers. Door al-

lerlei ontwikkelingen geraakte het beekwater dat de vijvers doorstroomt, echter meer en meer aangerijkt. De verrijking van het water met nutriënten in combinatie met het weg-vallen van de traditionele viskweek zorgde ervoor dat zich een voedselrijker zoetwa-terhabitattype in de Maten ontwikkelde. De matig gebufferde vijver- en moerashabitats komen vandaag nog amper voor. De voed-selarme types zijn zelfs volledig verdwenen uit De Maten.

De enorme verscheidenheid aan habitat-types lokt heel wat zeldzame soorten. Je treft hier typische Europees beschermde planten en dieren aan, zoals gevlekte wit-snuit, drijvende waterweegbree, knoflook-pad, woudaap, roerdomp, ijsvogel, kwak, porseleinhoen en krakeend.

De Maas

Ook de Maas is een bron van zeldzame habitats. Zo herbergt deze rivier zelfs de habitat van drijvende en onderdoken water-planten, die tot het verbond van vlottende waterranonkel behoren. De dynamische rivier geeft ook leven aan slikoevers met zeer zeldzame vegetaties. Ook voor ver-schillende dieren zoals rivierrombout, vis-dief, bever, otter en verschillende vissen (rivierdonderpad, rivierprik, kleine mod-derkruiper, bittervoorn en zalm) is de Maas een belangrijk leefgebied en migratieroute.

Tezelfdertijd werd met de betrokken belan-gengroepen en Vlaamse administraties af-gesproken hoe die S-IHD zullen worden op-gesteld. Ook het overlegproces werd samen uitgetekend. Het overlegproces start met een controle van de wetenschappelijke zijde van het verhaal en de leesbaarheid daarvan. In de volgende fase wordt de maatschappe-lijke en beleidsmatige kant grondig bespro-ken.

In 2009 is op basis van de methodiek gestart met de opmaak van S-IHD-rapporten. Die zijn een concrete vertaling van de gewes-

telijke (G-IHD) naar gebieds-specifieke natuurdoelen. De

globale natuurdoelen wor-den zo verfijnd per SBZ: in welke gebieden moeten we inspanningen leveren voor welke soorten en habitats?

Instandhoudings-doelstellingen in Vlaanderen

2009 was een mijlpaal in het IHD-verhaal. De vlaamse regering keurde de gewestelijke Instandhoudingsdoelstellingen (g-IHD) principieel goed. Deze instrumenten tekenen de krijtlijnen uit voor heel vlaanderen waarbinnen de specifieke Instandhoudingsdoelstellingen (s-IHD) per speciale Beschermingszone (sBZ) uitgewerkt kunnen worden.

© T

om L

inst

er

12

eenschakeling van honderden vijvers, hooilanden en oude bosjes. Het is dan ook niet verwonderlijk dat tal van typische soorten (roer-domp, woudaap) zich hier als een vis in het water voelen. Je treft hier ook tal van zeld-zame habitats aan.

Het oostelijke deel van het gebied ziet er volledig anders uit. Hier bepalen uitgestrekte hei-delandschappen het uitzicht. Ze wor-den doorsneden door enkele beekvalleien die leven geven aan heel wat uiteenlopende biotopen. Hier vind je een heel ander gam-ma aan typische soorten. Zo is het gebied zeer belangrijk voor natte en venige heiden met bloeiende veenorchissen en voor soor-ten als nachtzwaluw en knoflookpad.

In het zuiden van het vijvergebied ligt Bokrijk. Het oostelijke deel daarvan is al geruime tijd in de goede handen van Na-tuurpunt. Hier vind je tal van zeldzame planten en dieren zoals grote modderkrui-per, woudaap, roerdomp en drijvende wa-terweegbree. In het westelijke deel zijn de afgelopen decennia bijna alle natuurwaar-den verloren gegaan. Hopelijk kunnen de

vooropgestelde doelen en het aankomende landschapsbeheerplan hier een hefboom voor de natuur vormen.

Op www.natuurenbos.be (rubriek Thema’s > Natuur) ontdek je het laatste nieuws over de Instandhoudingsdoelstellingen in vlaanderen

Dit ecosysteem hangt nauw samen met on-der meer de zeer goede waterkwaliteit, het hoge zuurstofgehalte en de matige water-temperatuur.

Langs de Maas zijn er voedselrijke ruigten van het verbond van harig wilgenroosje, kalkrijke stroomdalgraslanden en glansha-verhooilanden. Die dienen als leefgebied voor onder andere kwartelkoning, grauwe klauwier en boomkikker.

De grindplassen herbergen dan weer drij-vende en onderdoken waterplanten. Deze plassen spelen ook een belangrijke rol voor vissen (bittervoorn, kleine modderkruiper), eenden (tafeleend en rakeend), ganzen (grauwe gans, kolgans en rietgans) en vis-dief. Door de kwaliteit van deze plassen te verbeteren en de rust te garanderen, zullen deze watervogels zich hier meer dan ooit thuis voelen.

Het Vijvergebied Midden-Limburg

Het Vijvergebied Midden-Limburg is een zeer gevarieerd Habitatrichtlijngebied met ook twee Vogelrichtlijngebieden. Het weste-lijke deel van de SBZ-H bestaat uit een aan-

© To

m L

inste

r

© Danni Elskens

13

De Vlaamse dagvlinders hebben het hard te verduren. Zo gaat meer dan één derde van de soorten erop achteruit en nog eens 30 % is helemaal verdwenen. Ook verschil-lende algemene soorten komen vergeleken met vroeger veel minder voor. Eén van deze soorten is de bruine vuurvlinder. Dat is een dagvlinder uit de familie van de blauwtjes en vuurvlinders, die tot de jaren 1950 al-gemeen verspreid was in de Kempen en in Vlaams-Brabant. Daarna ging het van kwaad naar erger: in de jaren 1990 kwam hij nog amper op twee plaatsen voor. Sinds 1997 heeft de vlinder in Vlaanderen niets meer van zich laten zien. Op de Rode Lijst staat de bruine vuurvlinder dan ook in de categorie uitgestorven.

In de zomer van 2005 werd onverwacht een aantal exemplaren van de bruine vuurvlin-

der gespot op verschillende locaties in de regio Tremelo-Begijnendijk-Aarschot. Het ANB startte daarom een onderzoek naar de verspreiding van de bruine vuurvlinder. De resultaten werden neergeschreven in een soortbeschermingsplan.

Met de hulp van privé-eigenaars

Op basis van dit plan heeft het ANB een driesporenbeleid uitgestippeld. Zo werden voor de terreinen van het ANB richtlijnen opgemaakt en geïmplementeerd in de be-staande beheerplannen. Een gelijkaardig scenario kwam tot stand voor de erkende natuurreservaten. De mogelijkheden in deze gebieden zijn echter beperkt, gezien hun ligging in de vochtige valleien en in bosgebieden. Omdat het voortplantings-

gebied van de bruine vuurvlinder voor een groot deel bestaat uit hooiland, is er ook een derde spoor uitgewerkt, gericht op de kleinschalige terreinen van privé-eigenaars. Via overeenkomsten zetten deze privé-ei-genaars zich in om de kwaliteit van waard- en nectarplanten in graslandvegetaties te verbeteren en een gevarieerd landschap te creëren. In 2009 hebben al acht grond-eigenaars zich geëngageerd om de bruine vuurvlinder alle kansen te geven op hun terreinen.

En met succes: in 2009 werden 81 bruine vuurvlinders waargenomen in de streek, tegenover 9 vlinders het jaar voordien en 59 in 2007. Hopelijk zet de stijgende trend zich in 2010 voort.

Vlaming helpt de bruine vuurvlinder

© T

om L

inst

er

© T

om L

inst

er

Kerkzolder wordt paradijs voor vleermuis

Het ANB is daarom een project gestart, waarin een honderdtal kerkzolders op maat van vleermuizen worden ingericht. Het pro-ject kon al vroeg rekenen op de nieuwsgie-righeid van de nationale media, zodat snel tal van kerkraden bereid waren om mee te helpen. De samenwerking mondde uit in een duidelijke werkwijze: het ANB enga-geert zich om de inrichting van de kerkzol-ders tot een goed einde te brengen, terwijl de kerkraad zich in de toekomst zal inzetten om de maatregelen in stand te houden.

Bij de inrichting van de zolders staan drie maatregelen centraal: de zolder moet on-

14

Joac

him

De

Mae

sene

er

Het kerkzolderproject: de eerste resultaten

verschillende vleermuissoorten doorstaan barre tijden in vlaanderen. Door het verdwijnen van hun natuurlijke overwinteringplaatsen, zomerverblijven en jachtgebieden krijgen ze het steeds moeilijker. via het life-project Bataction wil het aNB deze dieren dan ook opnieuw meer kansen geven. In de eerste plaats werden de voorbije jaren al tal van winterverblijven vleermuisvriendelijker ingericht. voor de inrichting van zomerverblijfplaatsen was er echter nog weinig actie ondernomen. Nochtans zijn zes bedreigde vleermuissoorten tijdens de zomer afhankelijk van grote zolders om hun jongen groot te brengen.

toegankelijk worden voor duiven, de plaats moet donkerder worden en er moet ruimte zijn voor verschillende microklimaten. Dat is nodig omdat verschillende soorten vleer-muizen verschillende eisen stellen aan hun leefomgeving. Bovendien moeten vleermui-zen zowel in warme als koude periodes een geschikte hangplek vinden op de zolder. Ondertussen heeft het ANB al 20 kerkzol-ders, verspreid over heel Vlaanderen, inge-richt voor vleermuizen.

Blijf op de hoogte over het life-project Bataction via www.natuurenbos.be (ru-briek Projecten > Bataction)

© T

om L

inst

er

© T

om L

inst

er

15

Europees project tegen invasieve exoten van start

Palingbeheerplannen goedgekeurd

Invasieve exotische planten en dieren zijn soorten die van nature niet in Vlaanderen voorkomen, maar zich hier toch op som-mige plaatsen massaal vestigen. Hun ex-plosieve groei kan leiden tot ecologische en economische schade. Ondanks de in-spanningen van de afgelopen jaren is het probleem nog lang niet onder controle. Samen met 23 partners uit Vlaanderen en Nederland heeft het ANB met Europese steun een Interreg-project gestart. Dat project mikt op een grensoverschrijdend, kosteneffectief en ecologisch verantwoord beheersysteem voor exotische soorten. Eén van de aandachtsoorten binnen dit project is de stierkikker. De soort is door de ‘Inva-sieve species specialist group’ van de In-ternational Union for the Conservation for Nature (IUCN) opgenomen in de lijst van de 100 meest invasieve soorten. Zowel in Vlaanderen als Nederland worden momen-teel zware inspanningen geleverd om de populaties van inheemse amfibieënsoorten te beschermen en te herstellen. Om deze inspanningen niet te ondermijnen, is be-strijding en beheer van de stierkikker essen-tieel. Bij de aanpak van de stierkikker staan drie doelstellingen voorop:

- communicatie van de problematiek van invasieve soorten/stierkikker naar de ver-schillende bestuurlijke niveaus en naar de burger;

- evaluatie en optimalisatie van gangbare bestrijdings- en beheertechnieken;

- ontwikkeling van innovatieve methoden om populaties uit te roeien of te contro-leren.

Eén van de maatregelen is de uitzet van glasaaltjes. Dat zijn jonge palingen, die zoals hun naam al doet vermoeden, een doorzichtig uiterlijk hebben. Na een lange reis van meer dan 6000 kilometer vanuit de Sargassozee, hun geboorteplaats, komen deze visjes toe aan de Europese kust. De Belgische kust is voor hen steeds moei-lijker te bereiken. Daarom heeft het ANB glasaaltjes aangekocht en ze uitgezet in ge-schikte opgroeigebieden in de Vlaamse wa-terlopen. In totaal heeft het ANB in 2009, 152 kilo glasaal aangekocht, goed voor ruim een half miljoen stuks.

Zoeken naar oplossingen voor migratieknelpunten

Een andere belangrijke maatregel is het herstel van de migratie. Om een duurzaam herstel van de palingpopulatie mogelijk te maken, is het van belang dat glasaal en jonge paling de stroomopwaarts gelegen opgroeigebieden in de binnenwateren kun-nen bereiken. Momenteel is dit onmoge-lijk door tal van migratieknelpunten, zoals sluizen en stuwen. De komende jaren wor-

den daarom visdoorgangen aangelegd. Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) heeft in 2009 in opdracht van het ANB onderzocht hoe zeesluizen kunnen aangepast worden, zodat ze passeerbaar zijn voor glasaal. Een ander knelpunt zijn pompgemalen die dienen om de lager ge-legen polders te ontwateren. Deze polder-gebieden zijn belangrijke opgroeigebieden voor paling. Wanneer de volwassen paling richting zee trekt om te gaan paaien, moe-ten ze de pompgemalen passeren. Derge-lijke pompen blijken vaak een dodelijke hindernis voor de paling. Het INBO zal on-derzoeken welke pompgemalen de meeste schade aanrichten.

Tot slot is het optreden van de Natuur-inspectie tegen palingstroperij cruciaal. Vooral de gebieden grenzend aan de Schel-de en de polders in West-Vlaanderen wer-den nauwlettend in de gaten gehouden. In dit kader werd fuikvisserij in de Beneden-Zeeschelde ook verboden.

Ook in 2010 en daarna zal het ANB tal van maatregelen nemen om de palingpopulatie te herstellen.

eind 2008 diende België het palingbeheerplan in bij de europese Commissie met als doel de palingpopulatie te herstellen. Het palingbeheerplan voor vlaanderen focust vooral op het mogelijk maken van vrije migratie voor de paling, het uitzetten van glasaal en het aanpakken van illegale stroperij. In 2009 gingen al enkele maatregelen van start.

© A

lain

Dill

en

16

Een aanpassing van de bestaande Vlaamse regelgeving voor planten- en diersoorten drong zich al enkele jaren op. Onder meer het versnipperde karakter van de bestaande regelgeving, een gebrekkige eenvormigheid met de Europese normering rond biodiver-siteit en het ontbreken van een rechtsgrond om een actieve soortenbescherming moge-lijk te maken, waren belangrijke redenen om te streven naar een geïntegreerde Vlaamse regelgeving.

In totaal worden maar liefst vijf bestaande besluiten opgeheven en omgevormd tot één geheel.

16

Het Soortenbesluit: de regelgeving gebundeld Op 1 september 2009 is het nieuwe soortenbesluit in werking getreden. Het besluit legt in de eerste plaats de krijtlijnen vast waarbinnen een vlaams soortenbeleid kan worden gevoerd.

© T

om L

inst

er©

Tom

Lin

ster

17

vlaanderen leefbaar maken, nu en in de toekomst, vormt al tien jaar een rode draad doorheen het beleid van de vlaamse overheid. Ook de natuur speelt hierin een belangrijke rol. Zo tonen verschillende studies aan dat een groene leefomgeving bijdraagt tot een positieve ingesteldheid, tot de gezondheid … kortom, tot een betere levenskwaliteit. In sterk verstedelijkte gebieden (zoals vlaanderen) klinkt de vraag naar een meer leefbare, groene omgeving dan ook steeds luider. Dit is niet verwonderlijk: op een beperkte oppervlakte moeten alle (economische, sociale, recreatieve …) functies van een maatschappij ingevuld worden. In het verleden was de directe economische impact van een functie echter vaak heel bepalend. Dat openbaar groen daardoor in de verdrukking kwam, zal niet verbazen.

Op weg naar een groen stedengewest

Meer dan een oase van rust

Openbaar groen wordt vandaag maat-schappelijk hoog gewaardeerd; er bestaat een breed draagvlak voor het realiseren van meer groen in de stad. Mensen die in een niet-groene omgeving leven, voe-len zich immers vaak minder goed, zo-wel lichamelijk als geestelijk. Wie er toe in staat is, zoekt plekken op waar hij wel een groene, leefbare omgeving vindt: of-wel trekt hij naar kwaliteitszones binnen de stad, ofwel naar het buitengebied. Deze trend zorgt ervoor dat de scheiding tus-sen de verschillende bevolkingsgroepen in de stad versterkt wordt. Daarnaast wordt ook extra druk gelegd op het buitengebied, door bewoning en recreatie. Dat openbaar groen aan belang wint, komt ook omdat het steeds meer functies vervult:- als katalysator voor de leefbaarheid en

de leefkwaliteit in verstedelijkte omge-vingen;

- als publieke ruimte voor sociaal-recrea-tieve functies;

- als stimulans voor integratie en het op-bouwen van een sociaal weefsel;

- als middel om een schoner leefmilieu in de stad te bereiken;

- als toevluchtsoord voor de biodiversiteit;- als onderdeel van het integraal waterbe-

heer, met belangrijke kansen om water vast te houden.

De positieve gevolgen van openbaar groen voor de burgers zijn legio. Investeren in openbaar groen zorgt ervoor dat burgers een positief beeld hebben van het beleid. Dit kan nog versterkt worden door bur-gers te laten meewerken aan het openbare groenbeleid.

Stadsgroen krijgt nieuwe invulling

De maatschappij legt op het openbaar groen - bewust en onbewust - een steeds grotere druk. Het is belangrijk om tegemoet te komen aan de groeiende behoefte aan openbaar groen, zonder dat dit de eigen-heid en de duurzaamheid van het gebied hy-pothekeert. Het ANB wil de uitdaging aan-gaan om groen, bos en natuur een plaats te geven in een steeds meer verstedelijkt Vlaanderen. Daartoe heeft het een nieuw beleid uitgestippeld. Het beleid ‘Groen in de stad’ focust op volgende thema’s:• De mens centraalNatuur, bos en groen worden ingezet in functie van en voor de mens met oog voor de basisnatuur en de biodiversiteit. Het ANB streeft naar aantrekkelijke en kleurrijke steden waar het aangenaam wonen, werken en ontspannen is, waar de burger zich thuis voelt en de ruimte krijgt om die plek mee uit te denken en uit te werken. • Dubbele winstDe groenrealisaties in functie van de mens worden flankerend ingezet als antwoord op actuele en toekomstige maatschappelijke

uitdagingen. De focus ligt op het behalen van doelen op het gebied van ruimte, wel-zijn, gezondheid en energie.• via centrumsteden naar een groen stedengewest vlaanderenVlaanderen in Actie wil tegen 2020 verschil-lende ambitieuze doelen op het gebied van leefbaarheid, gerealiseerd hebben. Een groen stedengewest is er één van. ‘Groen in de stad’ moet hiertoe bijdragen. • ruimtelijk geïntegreerde projecten als knooppunt tussen stad en buitengebiedHet concept ‘ruimtelijk geïntegreerde pro-jecten’ (onder de vorm van bijvoorbeeld een stadsbos, stadsrandbos of groenpool) is de sleutel om stad en buitengebied met elkaar te verbinden. Zo’n groenpool of stadsbos is een gevarieerd en geïntegreerd gebied dat zowel voor verbinding als voor buffering zorgt. Lopende projecten worden geactiveerd en nieuwe projecten worden opgestart: hierdoor beschikt elk verstede-lijkt gebied over een geïntegreerd natuur-, bos- en/of groenproject tegen 2014. • Innoverende topregio groen stedengewestWerken in de stad is werken in een dyna-mische en complexe omgeving. Vlaanderen zal zich binnen Europa profileren als levend laboratorium waar het groene en dynami-sche stedengewest van overmorgen vorm krijgt. Dat Vlaanderen voortdurend evo-lueert, kan de wereld op een vijfjaarlijkse internationale tentoonstelling komen aan-schouwen.

In de ban van stedelijk groen? Op www.natuurenbos.be (rubriek Thema’s > groen) vind je meer informatie

© T

om L

inst

er

© T

om L

inst

er

18

Recreatie versus ecologie: het toetsingskader toont de juiste weg

Het toetsingskader geeft niet expliciet aan welke beslissing dient te worden genomen in een bepaalde situatie, maar reikt enkele richtlijnen aan om een beslissing te onder-steunen.

Handig werkinstrument

Het toetsingskader wil de natuurbeheerder op drie niveaus bijstaan:

- als hulpmiddel bij de opmaak van de toegankelijkheidsregeling (beslissingson-dersteunend);

- als legitimering en ruggensteun wanneer hij het voorstel van toegankelijkheidsre-geling wenst te bespreken met de betrok-ken actoren;

- als instrument om de administratie toe te laten eventuele problemen te detecteren tijdens de goedkeuringsprocedure.

Door de verschillende functies die dit toet-singskader moet vervullen, is de uitwerking pragmatisch en laagdrempelig opgevat. Het toetsingskader moet een handig wer-kinstrument vormen, dat zowel op het ter-rein als op kantoor voor een breed publiek zijn diensten kan bewijzen.

De studie geeft in een uiterst bruikbare vorm de beschikbare kennis weer over het samengaan van recreatie en natuur. Hoewel in deze uitgave niet uitgebreid verwezen wordt naar bestaande wetenschappelijke literatuur, ligt een wetenschappelijke onder-bouwing aan de grondslag van het instru-ment.

Dit toetsingskader maakt het mogelijk om, door overleg met alle betrokkenen, een doordachte oplossing te vinden die maat-werk biedt voor de problematiek van toe-gankelijkheid tot de natuur.

Meer dan een zuiver ecologische afweging

Sociaal-maatschappelijke en economische afwegingen maken geen deel uit van het toetsingskader. Deze worden tijdens het overleg tussen de betrokken actoren geïn-tegreerd en kunnen zo de beslissing sturen.

De ecologische draagkracht zal dus uitein-delijk niet de enige bepalende factor zijn in het beslissingsproces, ook maatschappe-lijke trends en evoluties maken er deel van uit. Ook de historische en actuele toestand (recreatiedruk, inrichting …) en de afstem-ming met beheerplanning zal telkens mee-spelen in de beoordeling.

Klik hier voor meer info

Natuurgebieden zijn vaak kwetsbaar. Wie een natuurgebied wil openstellen voor bezoekers, moet dan ook voortdurend recreatieve en ecologische wensen afwegen: een lastige evenwichtsoefening. Om de natuurbeheerder in zijn keuze meer houvast te geven, heeft het aNB in 2009 een opdracht uitgeschreven met als doel een toetsingskader op te maken.

© T

om L

inst

er

© T

om L

inst

er

19

Studiedag krijgt weerklank

Om de inheemse Vlaamse bomen en strui-ken in de schijnwerpers te plaatsen, heeft het ANB op 5 oktober een studiedag ge-organiseerd. Wetenschappers, beleidsme-dewerkers en praktijkdeskundigen gaven vanuit hun vakgebied een toelichting over de uitgevoerde inventarisaties, het behoud en de opkweekacties (met onder andere het ‘Plant van Hier-project’ van de Limburgse Regionale Landschappen). De leerrijke na-middag werd afgerond met een discus-sieronde.

Week van het Bos zet autochtone bomen en struiken in de kijker

V.u

. Dir

k B

ogae

rt (A

gen

tsch

ap v

oor

Nat

uu

r en

Bos

) - K

onin

g A

lber

t II

-laan

20

bu

s 8

- 10

00

Bru

ssel

| C

reat

ie: w

ww

.mag

elaa

n.b

e

11-18 oktober 2009Programma: www.weekvanhetbos.beof via de Vlaamse Infolijn

Themakrant te verkrijgen in uw gemeentehuis of bibliotheek.

De studiedag zette haar blik ook scherp

op een nieuwe databank met inventarisa-

tiegegevens en kaartmateriaal. Deze data-

bank bevat de opnamegegevens van een

gebiedsdekkende inventarisatie die al sinds

eind jaren 1990 in Vlaanderen liep en recent

werd afgerond. Deze databank geeft een

snellere toegang tot gegevens over autoch-

tone bomen en struiken.

Om de gegevens voor iedereen toeganke-

lijk te maken, is de GIS-laag ook via Google

Earth beschikbaar.

Meer info en een deel van de rapporten kan je hier terugvinden.

Meer info over de presentaties en een ver-slag van de studiedag: www.weekvanhetbos.be > terugblik > 2009

De Week van het Bos is een begrip. sinds de start in de jaren 1980 is deze actie uitgegroeid tot de grootse boshappening in vlaanderen. Ook in 2009 bracht dit event heel wat volk op de been. Het thema dit jaar was ‘Zaad met Pit’ en had als doel de autochtone bomen en struiken, een deel van ons natuurlijk erfgoed, in de kijker te zetten. Deze planten zijn door eeuwenlange natuurlijke selectie als geen ander aangepast aan de lokale vlaamse situatie. Toch komen ze steeds meer in de verdrukking door het verdwijnen van hun habitat en het aanplanten van exoten of uitheemse planten. volgens onderzoek is vandaag nog amper 5 % van de bomen en struiken in vlaanderen autochtoon.

© M

arc

De

Vos

2020

FSC-label

Het ANB kon natuurlijk niet ontbreken. Het nam samen met de Fair Timber deel met een stand op de drukbezochte infomarkt in het Boudewijngebouw in Brussel. Fair Tim-ber is de Belgische vertegenwoordiging van het FSC-label (Forest Stewardship Council). Het event was een uitgelezen kans om de link tussen het duurzaam uitgevoerde bos-beheer in de Vlaamse bossen en het be-schikbare gelabelde hout toe te lichten voor de Vlaamse ambtenaren. Velen kennen im-mers het FSC-label, dat garant staat voor verantwoord bosbeheer, maar brengen dit vooral in verband met tropische bossen en hout. De informatie op de stand rond het Vlaamse groepscertificeringsproject zette deze misvatting recht.

ANB is present op Dag(en) van de Duurzame Ontwikkeling

Duurzame ontwikkeling krijgt de laatste jaren meer en meer aandacht in de samenleving, ook op beleidsniveau. een belangrijk initiatief is de ‘Dag(en) van de Duurzame Ontwikkeling’, dat dit jaar doorging van maandag 5 tot en met vrijdag 9 oktober 2009. Dit event wil ambtenaren laten proeven van duurzame ontwikkeling; het thema in 2009 was ‘Duurzaamheid? Ik doe mee!’.

Verder kwamen er vooral praktische vra-gen naar boven, zoals met welke houtsoor-ten je duurzaam kan renoveren, waar je ze vindt en welke garantie je ontvangt als consument. Informatie over de Chain of Custod-certificering bracht verheldering. Zo’n certificering garandeert dat alle bedrij-ven in de handelsketen, van de zagerij tot de fabrikant van eindproducten, de stroom FSC-gecertificeerde houtproducten apart houden van de overige producten.

Meer info vind je hier http://www.natuuren-bos.be/Home/Thema/Bos/Bosbeleid/Cer-tificering.aspx

Op www.natuurenbos.be (rubriek The-ma’s) kom je meer te weten over de FsC-certificering

© D

anni

Els

kens

© D

anni

Els

kens

Beheer

21

© D

anni

Els

kens

22

Aankopen voor meer natuur

22

Het aNB is met bijna 40 000 hectare bossen, natuurreservaten en parken in eigendom en meer dan 70 000 hectare in beheer, de grootste groenbezitter en -beheerder van vlaanderen. Maar dit is allerminst een eindpunt. elk jaar weer zet het aNB heel wat middelen in om zijn areaal te vergroten. Daarbij is ‘de grootste zijn’ niet de drijfveer; het is gewoonweg de invulling van de missie om door het streven naar ‘meer’, de natuur, het bos en het groen in vlaanderen te versterken. voor het aNB is het aankopen van terreinen dan ook één van de belangrijkste pijlers om meer natuur in vlaanderen te realiseren. De beleidsverklaring van de minister voor leefmilieu, Natuur en Cultuur heeft de ambities van het aNB op dat vlak alleen maar bevestigd.

20,5 miljoen euro

Het budget voor aankoop is al jaren een belangrijke post op de begroting van het ANB. Dat was in 2009 niet anders. Op 31 december werd ongeveer 20,5 miljoen euro goedgekeurd om nieuwe terreinen mee aan te kopen. 1 miljoen euro daarvan is afkom-stig uit het boscompensatiefonds. Dat is goed voor een potentiële uitbreiding van het areaal met zowat 790 hectare. In reali-teit is de oppervlakte zelfs nog hoger, om-dat een deel van het vastgelegde budget is toegewezen aan grondenbanken.

© Danni Elskens

23

772 hectare

Een bepaalde som geld opzijleggen om ge-bieden mee aan te kopen is één zaak, het terrein verwerven een ander. Geld op tafel leggen is enkel het startschot om met alle betrokkenen samen te zitten en te onder-handelen over de aankoop. Dit leidt meest-al tot een succesvolle afronding van een dossier, maar dat is niet altijd een sinecure.

Voorlopig is de teller voor de effectief ge-realiseerde aankopen in 2009 afgeklokt op 772 hectare. De komende maanden ver-wacht het ANB nog aktes van aankopen die in 2009 zijn gerealiseerd. De gerealiseerde aankopen vertegenwoordigen een budget van net iets meer dan 12 miljoen euro.

Van De Panne tot het Meerdaalwoud

Net zoals ieder jaar zijn er ook in 2009 enkele grotere aankopen gerealiseerd. In het duinengebied is meer dan 10 hectare aangekocht in het Oostvoorduinengebied (Koksijde) en bijna 7 hectare in het Garze-bekeveld (De Panne). In Vlaams-Brabant heeft het ANB een aantal militaire domei-nen aangekocht: iets meer dan 11 hectare in Houtembos en bijna 100 hectare aanvul-lend aan het Meerdaalwoud. In het gebied van de Lage Moere werd het areaal uitge-breid met 26 hectare. In het West-Vlaam-se Heuvelland werd ook de symbolisch belangrijke Cosmos-site aangekocht. De aankoop van grotere gebieden is belangrijk om voelbaar vooruitgang te boeken. Maar minstens even belangrijk is de aankoop van

kleinere percelen om zo te streven naar steeds grotere, aaneengesloten gebieden. Die zijn veel efficiënter te beheren en ko-men ook de natuur ten goede.

Recht van voorkoop geoptimaliseerd

Het recht van voorkoop is een wettelijk (of contractueel) recht dat het ANB de mo-gelijkheid geeft om gronden die worden verkocht, aan te kopen boven de andere kandidaat-kopers. Het is dan ook een heel belangrijk instrument voor het realiseren van de ANB-doelen. Er wordt heel bedacht-

zaam gebruik van gemaakt. Om het inzet-ten van het instrument verder te verfijnen is in 2009 een overeenkomst onderhandeld met de Vlaamse Landmaatschappij (VLM). Tevens werden de lopende dossiers uit het verleden aangezuiverd.

Een blik op de toekomst

2009 was een belangrijk jaar voor de na-tuur omdat met het aantreden van de nieuwe Vlaamse Regering de lijnen voor de volgende jaren worden uitgezet. Zowel de Regeerverklaring als de Beleidsnota van de minister voor Leefmilieu zijn duidelijk: de lijn van de aankopen wordt doorgetrokken. Meer nog, het is de ambitie om in budget-tair moeilijker tijden het huidige aankoop-ritme aan te houden en zelfs te versterken.

Drie aankoopprioriteiten worden naar voor geschoven:

- het realiseren van de instandhoudings-doelstellingen;

- het realiseren van stadsbossen;

- het verder realiseren van aangesloten ge-bieden in functie van een optimale func-tievervulling en een efficiënt beheer.

© D

anni

Els

kens

© D

anni

Els

kens

24

Twintig hectare extra bos

voor Ter Rijst

Het domein Ter Rijst in Heikruis behoort tot het prachtigste natuurschoon dat het Pajot-tenland te bieden heeft. Een park, een kasteel, een bosreservaat en een golvend land-schap met machtige bomen en talrijke vogels maken het domein tot een pareltje. Samen goed voor 49,5 hectare en 28 hectare bosreservaat. Hier werd in 2009 nog eens 20 hectare bos aan toegevoegd. Zo heeft het ANB de delen aangekocht die aansluiten bij het park in de richting van Edingen.

Een waardevol bos

Het aangekochte bos is een gemengd loofhoutbos met eiken, beuken, elzen, essen, es-doorns en zoete kers. Er komen ook bijzonder veel kruiden voor zoals de wilde hyacint, de gevlekte aronskelk en de wilde narcissen. Wie rustig observeert, kan ook heel wat vogel-soorten en reeën zien. Het is de bedoeling om het bos open te stellen voor wandelaars, zoals dat ook al met een groot deel van het bestaande domein het geval is.

© D

anni

Els

kens

© S

hutt

erst

ock

Meer bos voor Meerdaal

Het aankoopbeleid in de beheer-regio Meerdaal stelde in 2009 scherp op drie gebieden: de vallei van Dijle en bijrivieren, het Meer-daalwoud en het Houtem bos.

De vallei van Dijle en bijrivieren

Met de aankoop van het Rodebos in 1984 werd de aanzet gegeven voor de uitbouw van een gebied waarin beboste plateaugronden aansluiten bij gevarieerde natte hooilanden in de valleien van de Laan, de IJsse en de Dijle. Vertrekkende vanaf het Egenhovenbos (vlak bij Leuven) werd in die 25 jaar een gebied van meer dan 360 hectare eigendom verworven. Meer en meer begint het samen met de domeinbossen en het Natuurreservaat ‘Doode Bemde’ (Natuurpunt, VHM) een aaneengesloten gebied te vormen.

In 2009 werd aan de uiterste zuidrand van dit gebied een bos met een bijzondere geschie-denis verworven. Het gaat over ruim 20 hectare vallei- en hellingbossen gelegen tussen de Laan en het gekende sanatorium Lemaire. De volgende jaren zal er werk worden gemaakt van de omvorming van valleibossen met populier tot een essenbronbos. Hier staat er ook een bijzonder gebouw: het mortuarium van het voormalige sanatorium. In overleg met lokale verenigingen zoekt het ANB naar mogelijkheden om dit mortuarium te restaureren en een (liefst hartverwarmende) functie te geven voor de bosbezoekers. Ook in Margijsbos (Loonbeek - Huldenberg) werd een aaneengesloten bos van 9 hectare aangekocht.

Meerdaalwoud

In het Meerdaalwoud ligt de nadruk eerder op bosversterking en bosver-binding dan op bosuitbreiding. In 2009 werd met de aankoop van 98 hec-tare militair domein een belangrijke barrière tussen het Heverleebos en het Meerdaalwoud weggenomen. 60 jaar lang zorgde het munitiedepot van Meerdaal voor een scherpe ecologische en recreatieve scheiding. Na meer dan 10 jaar onderhandelen met Defensie, staan de boswachters scherp om de rijke potenties van dit gebied te ontwikkelen. In een eerste fase zal het gaan over grootschalige opruimwerken: vele kilometers be-tonplaten en rasters, tientallen munitiebunkers en duizenden kubieke meters schutsdammen. Nadien komt de tijd om het gebied passend in te richten. De aandacht zal vooral gaan naar restauratie van meer dan 20 hectare heide en heischraal grasland.

Houtembos

De derde groeipool is het Houtembos in Vilvoorde. Hier werd in 2009 meer dan 7 hectare bos- en 5 hectare te bebossen grond verworven. Het betreft vooral delen van het militair domein van Peutie. Op minder dan 10 jaar tijd werd van nul ha een aaneensluitend domeinbos van meer dan 60 hectare verworven. Ongeveer de helft ervan is nieuw bos. De kern van dit bosgebied wordt gevormd door het ‘Witte Kinderwandelbos’.

25

© S

hutt

erst

ock

© D

anni

Els

kens

26

Van losse initiatieven naar ADAGIO

Er zijn de voorbije jaren al heel wat suc-cesvolle en losstaande initiatieven gelan-ceerd, zoals het organiseren van leerrijke wandelingen, het aanleggen van kijkhutten en avontuurlijke vlonderpaden … Om deze initiatieven beter te ondersteunen heeft het ANB in 2009 het project ADAGIO gelan-ceerd. Met dit project wil het ANB, als een goede gastheer, bezoekers beter onthalen in zijn domeinen: zowel op het vlak van in-frastructuur, informatieverstrekking als de dynamische werking rond de domeinen. Om het project te versterken, zal het ANB duurzame partnerschappen sluiten.

Op kruissnelheid

Tijdens de zomer van 2009 is het ANB begonnen met het inventariseren van zijn domeinen. De onthaalinfrastructuur en de aanpak per regio werden in kaart gebracht. Op basis hiervan worden de domeinen met gelijkaardige kenmerken gegroepeerd; per groep wordt het aanbod aan onthaalinfra-structuur vastgelegd.

In ADAGIO staat niet alleen het verbeteren van het onthaalbeleid centraal, het ANB gaat ook initiatieven nemen om meer Vla-mingen op een innovatieve en inspirerende manier te laten kennismaken met zijn do-meinen.

ADAGIO : het ANB als goede gastheerDe natuur zoveel mogelijk openstellen voor het publiek, zonder dat de natuur daar zelf schade van ondervindt: het is één van de paradepaardjes van het aNB. Het aNB geeft alvast zelf het goede voorbeeld, door haar eigen domeinen zoveel mogelijk open te stellen. Maar het aNB wil meer doen en stelt alles in het werk om bezoekers optimaal van de vlaamse natuur te laten genieten.

© T

om L

inst

er©

Tom

Lin

ster

Op www.natuurenbos.be (rubriek Thema’s >Toegankelijkheid) vind je meer informatie

27

veilige werkomstandigheden creëren voor al zijn werknemers: het is één van de speerpunten van het aNB. Het globaal preventieplan 2010-2014 en het jaaractieplan 2010 spelen hierin een belangrijke rol. Deze twee documenten leggen de belangrijkste initiatieven rond veiligheid vast voor de komende vijf jaar. Het aNB is het eerste agentschap dat deze documenten heeft opgemaakt. enkele projecten die hierin centraal staan, zijn al gestart.

Zo zag in de loop van 2009 een aantal instructiekaarten het levenslicht over wer-ken met grazers, contact met asbest, wes-pen- en bijensteken en knotten van bomen. Instructiekaarten over elektrisch vissen en de functie van natuurinspecteur zitten in de pijplijn.

Veiligheidsrichtlijnen, loodsbezoeken, screening

Er traden het voorbije jaar ook verschei-dene richtlijnen en procedures in werking over onder meer de preventie en aangifte van de ziekte van Lyme, de terugbetaling van de EpiPen (een noodpen om adrena-line toe te dienen) en het voorkomings-beleid. Om de achterstand weg te werken voor het gebruik van machines, startte het ANB een inhaalbeweging.

Naar jaarlijkse gewoonte stonden er ook

officiële welzijnsrondgangen op de agenda: negen in totaal, aangevuld met vijf loods-bezoeken. Ook het Ferrarisgebouw in Brus-sel, de hoofdzetel van het ANB, werd op het vlak van veiligheid gescreend. In het project ‘Procesmanagement‘ zijn de processen ’beheren van indienststellingsverslagen’ en ’beheren van instructiekaarten’ onder de loep genomen. Dat leverde een heel aantal verbetervoorstellen op. Tot slot zijn er heel wat vragen van de provinciale diensten en de overlegorganen rond veiligheid, omge-zet in acties. Zo zijn er veiligheidsmappen voor in de loodsen aangeleverd en is er een informatiecampagne gestart over gevaar-lijk, ongezond en hinderlijk werk.

Foto

: Tom

Impe

ns

Veiligheid voor alles

© T

om L

inst

er

28

De komende tien jaar worden de Vlaamse openbare- en privébossen bemonsterd vol-gens een meetnet van 1 kilometer x 0,5 ki-lometer. Jaarlijks zoekt het ANB een tiende van alle meetpunten op. Voor 2009 waren dit 411 punten.

Omdat het ANB zowel in bossen in eigen beheer als in openbaar bos en privébos wil meten, werden de eigenaars van de bosjes waar het ANB metingen wilde uitvoeren, gecontacteerd. Zo ontvingen in 2009 436 personen een brief waarin om hun mede-werking werd gevraagd. Slechts een tiental personen weigerde mee te werken.

In april startte het ANB met het opzoeken van de punten op het terrein. In juni 2009 werden de eerste vegetatiemetingen uitge-voerd. Tussen oktober 2009 en maart 2010 heeft het ANB een aantal bosbouwpara-meters (boomsoort, omtrek, hoogte, hout-kwaliteit...) opgemeten van alle levende en dode bomen binnen de steekproefcirkel.

Om zeker te zijn dat de metingen geduren-de tien jaar voortdurend van hoog niveau zijn, heeft het ANB een controlemeetnet (schaduwmeetnet) in het leven geroepen. Jaarlijks meten de verschillende terreinploe-gen een aantal punten opnieuw. Wanneer de verschillen tussen de eerste en de twee-de meting (te) groot zijn, betekent dit dat er een probleem is met de kwaliteit van de gegevens. Het schaduwmeetnet laat toe om tijdig in te grijpen, zodat de bosinventarisa-tie correcte cijfers oplevert.

Monitoringsplannen

In september 2009 ging met ‘Monitoring Natura 2000 en monitoring beheer’ een tweede belangrijk project rond monitoring van start. Het project wil een plan opmaken voor de monitoring van de IHD en van het

beheer van de ANB-domeinen een plan op-maken. Het ANB is samen met het INBO verantwoordelijk voor de uitvoering van het project, dat drie jaar zal lopen.

Het opmaken van de monitoringsplannen gebeurt op basis van de handleiding ‘Lei-draad voor het ontwerp en de evaluatie van meetnetten voor het milieu- en natuurbe-leid’. Hierbij worden volgende fasen door-lopen:

- informatiebehoeften duidelijk in kaart brengen;

- steekproefontwerp en de gegevensinza-meling uitwerken;

- gegevensverwerking plannen;

- rapportering en communicatie plannen;

- implementeren en kwaliteitszorg organi-seren.

Hierbij moet steeds de financiële haalbaar-heid voor ogen worden gehouden. Indien de kosten te hoog oplopen, is het nodig de meetvragen en de methodologie aan te pas-sen.

Eens de meetvragen eenduidig geformu-leerd zijn, moet het zonneklaar zijn welke gegevens ingezameld worden en welke (be-staande) meetnetten hiervoor ingezet wor-den. Dan kan ook beslist worden wie welke gegevens inzamelt (ANB/INBO/derden).

Je komt meer te weten over de bosinven-tarisatie op www.natuurenbos.be (rubriek Thema’s > Bos)

in

Vlaanderen

Het ANB inventariseert het bosBOS

Verantwoordelijke uitgever: Dirk Bogaert

Agentschap voor Natuur en Bos

Koning Albert II-laan 20, 1000 Brussel

In Vlaanderen bedraagt de totale bosoppervlakte 146.381 ha.

Dit komt overeen met een bosindex (= aandeel van de totale

landoppervlakte) van 10,8 %. Hiermee is Vlaanderen één van

de bosarmste streken in Europa. Binnen de Europese Unie

hebben alleen Ierland (8,6 %), Nederland (10,0 %) en het

Verenigd Koninkrijk (10,3 %) een lagere bosindex (bron: VN,

2000). De bosarmste provincie is West-Vlaanderen

(bosindex = 2,3 %), de bosrijkste provincie is Limburg

(bosindex = 20,6 %).

70 % van de bossen in Vlaanderen is privé-eigendom, 13 %

is eigendom van het Vlaamse Gewest en 17 % is eigendom

van andere openbare eigenaars zoals provincies,

gemeenten, OCMW's, kerkfabrieken en intercommunales.

Het aandeel openbare bossen is procentueel het hoogst in

de provincie West-Vlaanderen (53 %) en het laagst in de

provincie Oost-Vlaanderen (17 %).

In Vlaanderen bestaat het bos voor 50 % uit loofbos, voor

36 % uit naaldbos en voor 11 % uit gemengde bestanden. De

niet beboste oppervlakte (2 %) omvat o.a. recente kap- en

brandvlaktes, lig- en speelweiden, hooilanden en

braakliggende terreinen die behoren tot het bosdomein.

Provincie Bos (ha)

eigendom van

Vlaams Gewest

Ander openbaar

bos (ha)

Privé-bos (ha) Totale

bosoppervlakte (ha)

Bosindex (%)

Antwerpen 3.963 7.285 35.285 46.533 16,2

Limburg 6.151 12.709 31.229 50.088 20,6

West-Vlaanderen 1.587 2.258 3.477 7.322 2,3

Oost-Vlaanderen 1.308 1.525 14.136 16.969 5,6

Vlaams-Brabant 5.103 1.557 18.808 25.468 12,0

Vlaanderen 18.111 25.335 102.935 146.381 10,8

De laatste grote bosinventarisatie gebeurde tien jaar geleden. Tijd dus om een tweede gewestelijke bosinventarisatie te doen.

Binnenkort bezoeken onze meetploegen weer duizenden bossen en bosjes, om er gedetailleerde metingen uit te voeren.

Deze metingen zullen ons opnieuw vertellen wat er in onze bossen voorkomt.

Op basis van het houtvolume zijn de meest voorkomende

loofboomsoorten populier (30 %), zomereik (20 %) en beuk

(14 %). De belangrijkste naaldboomsoorten zijn grove den

(60 %) en Corsicaanse den (27 %).

De bosbestanden in Vlaanderen zijn erg jong:

55 % is jonger dan 40 jaar.

Slechts 6 % van de bosbestanden

is ouder dan 60 jaar en

21 % van de bossen telt

bomen van verschil-

lende leeftijden.

Bos in Vlaanderen toestand 2000

Meer info op: www.natuurenbos.be

Het ANB zet stevig in op monitoring

Worden de bossen diverser? Komt er meer inheems loofhout voor dan voorheen? en hoeveel dood hout ligt er eigenlijk in de vlaamse bossen? Het zijn vragen waar het aNB op dit moment geen duidelijk antwoord op kan geven. Nochtans is dergelijke informatie cruciaal om het natuur- en bosbeleid in vlaanderen te ondersteunen. vandaar dat het aNB in 2009 met een nieuwe bosinventarisatie is gestart.

© D

anni

Els

kens

Het ANB in de provincies

29

© S

hutt

erst

ock

Antwerpen

30

© M

arc

De

Vos

31

Droge heiden, venrelicten, bossen en … een landingsbaan

Sinds 2006 is het ANB eigenaar van het 170 hectare grote domein Eksterheide in Beerse. Je vindt hier tal van Kempense bio-topen, zoals naaldhoutaanplantingen op voormalige heide- en duingronden, elzen-hakhout, eiken-berkenbos, stukjes natte en droge heide, venrelicten en heischrale gras-landen.

Centraal in het gebied strekte er zich tot voor kort ook een heus vliegveld uit met een landingsbaan van 800 meter lang. Het vlieg-veld werd sinds de jaren 1960 tot in de jaren 1980 gebruikt door de voormalige directeur van Metallo Chimique, het aanpalende non-

ferrobedrijf dat tot 2006 eigenaar was van het domein.

De aanleg van het vliegveld deed het oor-spronkelijke relïef compleet teniet: een nu volledig met naaldhout beboste landduinen-gordel werd doorsneden en afgegraven. Een natte depressie - het historische Ekstergoor - werd ontwaterd en (licht) opgehoogd, met alle gevolgen van dien voor de natuur.

Vliegveld ruimt baan voor natuurherstel

In augustus 2009 startte het ANB met de afbraak van de landingsbaan en het herstel van het oorspronkelijke landschap. De tien

centimeter dikke asfaltlaag werd verwijderd en ongeveer 5000 m³ mager zand en maas-grind, dat dienst deed als funderingsmateri-aal, werd deels afgevoerd en deels verwerkt in vernieuwde boswegen.

Hierna heeft het ANB het historische Ek-stergoor in ere hersteld door de opgevoerde grond tot aan het oorspronkelijke niveau af te graven. Het resultaat is een reliëfrijke de-pressie, met hogere en lagere delen. Over een lengte van 500 meter en over de ganse breedte van het vroegere vliegveld heeft het ANB ook een nieuwe duinengordel aange-legd. De basis van deze duinen bestaat uit de afgegraven teeltlaag en het uitgezeefde funderingszand van de landingsbaan, met daarboven een laag mager zand (zavel).

Vliegveld verandert in duinen- en vennenlandschap

© L

uc V

an A

ssch

e

Wil je weten wat er zoal te beleven valt op eksterheide? ga dan naar www.natuuren-bos.be (rubriek Domeinen)

32

Werken Eksterheide lopen in 2010 door

Deze werken zijn geen eindpunt, maar wel de start van grootsere plannen. In 2010 begint het ANB met de opmaak van het beheerplan voor de Eksterheide. In de hui-dige beheervisie is voorzien dat het vroe-gere vliegveld deel zal uitmaken van een groter open gebied, dat ook grotendeels de huidige beboste landduinen en de ven- en heiderelicten zal omvatten. Bovendien zullen ook twee zijlobben van het vroegere Ekstergoor, die voorlopig nog grotendeels onder bos liggen, hersteld worden.

Oase voor libellen en amfibieën

Naast het vliegveld lag er ook een tien me-ter brede drainagegracht, die zich over de ganse lengte van het vliegveld uitstrekte. Deze gracht werd volledig gedempt over een afstand van zo’n 750 meter. De rest van de gracht werd geherprofileerd: sommige stukken werden gedempt, de overblijvende grachtdelen natuurtechnisch bijgewerkt. Zo ontstonden vrij natuurlijk ogende ‘venne-tjes’, in de onmiddellijke nabijheid van de nieuwe landduinen. Deze plasjes werden afgevist, zodat amfibieën (zoals heikikker en poelkikker) en libellen hier voortaan vrij hun gang kunnen gaan. Naast deze groot-schalige inrichtingswerken werden ook nog drie nieuwe amfibieënpoelen aangelegd, en twee bestaande poelen vergroot en natuurtechnisch bijgewerkt. Een groot deel van de Eksterheide - een onderdeel van de historische, ruim 900 hectare grote Abtsheide - is aangeduid als Habi-tatrichtlijngebied, met de kamsalamander als prioritaire soort. Deze soort komt nu niet meer in het gebied voor, maar houdt zich wel nog in de omgeving schuil. Door nieuwe voortplantingsplaatsen aan te leg-gen, probeert het ANB de kamsalamander opnieuw richting de Eksterheide te lokken.

Tijdens de laatste maanden van 2009 heeft het ANB in het gebied zitbanken, picknick-plaatsen, een knuppelpad, en drie kijkhut-ten geplaatst. Hierdoor kunnen bezoekers op een comfortabele manier de fonkelnieu-we Eksterheide komen bewonderen.

© Luc Van Assche

© Danni Elskens

33

zenmaker, noordse witsnuitlibel en bruine winterjuffer.

Om de natte heide in ere te herstellen, heeft het ANB in de zomer van 2009 bijna de volledige oppervlakte vergraste heide afge-plagd: goed voor 6,5 hectare. Locaties waar nog vrij veel doelsoorten (zoals dophei en veenpluis) aanwezig waren, werden uit-gespaard. Hetzelfde geldt voor enkele ‘ei-landen’ met pijpenstrootje, die voor onder meer de levendbarende hagedis en heidesa-belsprinkhaan geliefkoosde plekjes zijn.

Een groene buffer

Het ANB heeft een boomrijke middendijk, die dwars door de natte hei liep, ontbost, gefreesd en vervolgens afgeplagd: dat moet leiden tot een wat droger heidetype waar vooral struikheide goed gedijt. Enkele boomgroepjes en mooie individuele bomen werden gespaard, om landschappelijke én

ecologische redenen: voor de broedende boompieper bijvoorbeeld zijn bomen zijn favoriete zangpost.

Met het afgeplagde materiaal wordt er la-ter een wal aangelegd, die als buffer dienst zal doen tussen het industrie- en natuur-gebied. Na afloop van de plagwerken werd de afgeplagde zone bekalkt. De jarenlange emissies van de nabijgelegen industriële bedrijven hebben immers een sterk ver-mestend en verzurend effect gehad op de heidevegetaties, en hebben de snelle en sterke vergrassing mee in de hand gewerkt. In de nabije toekomst zal het ANB ook een 1,5 hectare groot deel van het aanpalende grove dennenbos vellen en afplaggen, zo-dat de heideoppervlakte nog gevoelig toe-neemt. Het is nu te hopen dat ook vroegere broedvogels zoals wulp, boomleeuwerik en nachtzwaluw hun weg naar de Abtsheide terugvinden.

Van kleiputten tot libellenparadijs

Het noordelijke deel van de Abtsheide is op het einde van de negentiende eeuw op kleinschalige wijze uitgegraven om klei te winnen voor de lokale steenbakkerijen. Dat zorgt voor een unieke natuur. Hier vind je nog enkele kleinere kleiputjes met zeldzame flora als naaldwaterbies en loos blaasjeskruid. Daarnaast tref je er vooral gemengd loofbos en enkele naaldhoutaan-plantingen aan. Het zuidelijke deel van het domein heeft zijn oorspronkelijke reliëf wél kunnen behouden en bestaat uit vergraste heide met enkele vennetjes, die omringd zijn door gemengd bos en wilgenstruweel. Alhoewel dit gebied hoger ligt dan de rest van de Abtsheide, is het toch opmerke-lijk natter. Dat is het gevolg van een (niet doorgraven) schijngrondwatertafel die op de ondiepe kleilagen rust. Dit deel van de Abtsheide is dan ook erg in trek bij libellen. Er zijn hier al meer dan dertig soorten waar-genomen, waaronder de zeldzame vengla-

33

Natuurherstel op de Abtsheideabtsheide, een voormalig industriegebied en eigendom van het recyclagebedrijf Campine, bestaat voornamelijk uit bos en (vergraste) heide. Het aNB kreeg in 2005 het beheer in handen, nadat enkele kleinere stukken natuurgebied langs het kanaal schoten-Dessel een bestemming als industrieterrein kregen. Ter compensatie werd dit gebied groen ingekleurd. Het nieuwe natuurgebied kreeg de passende naam abtsheide, aangezien het een restant is van het ooit 900 hectare grote gelijknamige gebied dat zich over de gemeenten Beerse, rijkevorsel en Merksplas uitstrekte. Het door het aNB beheerde stuk maakt helemaal deel uit van het Habitatrichtlijngebied ‘Kempense kleiputten’.

© S

hutt

erst

ock

© L

uc V

an A

ssch

e

Via de werking van het team Beleidsuitvoe-ring werkt het ANB op een kleinschaliger manier: door te adviseren en waar gewenst bij te sturen levert het uiteindelijk ook een belangrijke bijdrage aan het behoud van kleine landschapselementen, waardevolle bossen en groen in de maatschappij. En zelfs al zijn de meeste adviezen gunstig, door gewoon al de impact van de aanvra-gen te toetsen, voorkomt het ANB in veel gevallen verdere achteruitgang van de na-tuur.

In de provincie Antwerpen bestaat het team Beleidsuitvoering uit zowel specialisten als uit drie teams die een breder gamma aan dossiers behandelen, elk voor hun regio. Dit biedt het voordeel dat er gemakkelijker verbanden worden gelegd tussen bouwver-gunningen, milieuvergunningen en andere aanvragen.

Door de eigenheid van de provincie, het hoge aantal inwoners en een sterke bedrij-vigheid, gecombineerd met de belangrijke natuur- en boswaarden in de provincie, is een efficiënte werking absoluut noodzake-lijk. Meer dan één derde van de kapmach-tigingen en de bouwvergunningsaanvragen voor Vlaanderen werden in 2009 ingediend in de provincie Antwerpen. Voor de onthef-fingen op het verbod tot ontbossing werden vorig jaar meer aanvragen ingediend, door uitbreiding van de vergunningsplicht voor verkavelingen in zones voor verblijfsrecre-atie.

De ligging van de zetel in de stad, helemaal op de grens van de provincie, maakt dat de inbreng van terreinkennis van de beleids-adviseurs en de boswachters met een deel-tijdse beleidstaak van cruciaal belang is om de werking vlot te laten verlopen.

Op 4 oktober 2009 werd de speelzone in het elsenbos plechtig geopend met de onthulling van een vier meter hoge totempaal. In deze speelzone kunnen kinderen naar hartenlust ravotten tussen eikenbomen en in weilandjes.

De opening werd voorafgegaan door een geleide wandeling, waarna meer dan 150 kinderen van lokale jeugdverenigingen het terrein inspeelden. Nadien volgde een af-sluitende receptie.

Het Elsenbos neemt nu ongeveer 60 hecta-re in, waarvan 48 in eigendom van het ANB en 12 hectare van de gemeente Stabroek.

Speelzone in Elsenbos geopend

Cel beleid doorgelicht: hoe integreert het ANB haar missie in maatschappelijke evoluties

34

Het aNB trekt ten strijde op verschillende fronten: zo neemt het zijn verantwoordelijkheid om een duurzame instandhouding van de meest kwetsbare en waardevolle gebieden te realiseren, door deze gebieden te beheren. Maar deze doelstelling kan het aNB als organisatie nooit helemaal alleen verwezenlijken. via het team gebiedsgericht Beleid werkt het aNB op grotere schaal om via processen zoals natuurinrichting, instandhoudingsdoelstellingen, het afbakenen van het buitengebied en ontsnippering een robuust kader te scheppen voor een duurzame instandhouding. Het team Fauna en Flora werkt horizontaal vanuit de invalshoek van de soorten.

© D

aelem

ans

© Danni Elskens

Natuurinrichtingsproject Turnhouts Vennengebied-West gaat laatste fase in

De laatste 10 jaar stellen het aNB, de vlM en Natuurpunt

alles in het werk om de bedreigde biotopen in het Turnhouts

vennengebied te herstellen en optimaal te beheren. Dat kadert

binnen het overkoepelende life-project ‘grootschalig Habitatherstel

in het Turnhouts vennengebied’, dat Natuurpunt coördineert. Het gebied werd

in verschillende deelprojecten aangepakt, en met gerichte studies onderbouwd.

35

© T

om L

inst

er

Natuur herleeft

Voor het natuurbehoud zijn deze maatrege-len van levensbelang. Het Turnhouts Ven-nengebied is immers de laatste Vlaamse groeiplaats van waterlobelia en drijvende waterweegbree. Ook de natte overgangen van de vennen naar de heide zijn echt bij-zonder: ze vormen een ideale voedingsbo-dem voor unieke vegetaties met zonnedauw, witte en bruine snavelbies en klokjesgenti-aan. En de oorverdovende rust en eindelo-ze openheid van dit gebied trekken talloze weidevogels aan. Voor grutto’s bijvoorbeeld staat het Turnhouts Vennengebied in de top drie van Vlaamse broedplaatsen, maar ook wulpen voelen zich hier uitstekend thuis.

En ook de landbouw heeft er indirect baat bij: de afvoer van afgegraven (voor land-bouw nog steeds waardevolle) gronden en plagsel in samenspraak met landbouwers, werd verwerkt binnen de landbouwpercelen. Op die manier werd een win-winsituatie ge-realiseerd, onder meer met de aanpalende ruilverkaveling Merksplas.

Tegelijk is ook de kijktoren langs het Bels Lijntje afgewerkt en ingefeest. De uitkijkto-ren laat de bezoeker vanop een strategische plaats kennismaken met het landschap rond de Grote en Kleine Klotteraard en omgeving. De horizon zal de komende maanden en ja-ren nog verder worden opengemaakt, in het kader van het natuurinrichtings- en Life-pro-ject. Vooral het herstel van het Haverven – ooit het meest biodiverse ven van Turnhout – krijgt hier voorrang. Gepast beheer in het kader van het beheerplan, ingevuld door Na-tuurpunt, zal de cirkel rond maken.

36

Grootste ven hersteld

In 2009 was het derde deelproject aan de beurt. In dit deelproject stond het herstel van het grootste nog bestaande ven in Turn-hout, de Grote Klotteraard, centraal. Ook het hoogstgelegen ven in Turnhout, Peerds-ven, werd aangepakt.

In dit deelproject stond allereerst een gron-dige studie- en inventarisatiewerk voorop. Hierin werd onder meer het gebied hydro-logisch doorgelicht en kiezelwieren onder de loep genomen. Ook de milieudruk op de vennen heeft het ANB via cijfers aan-getoond. Daaruit blijkt dat venherstel een ruimtelijke aanpak vraagt. In overleg met landbouwers, Natuurpunt en de VLM wer-den dan ook oplossingen op maat gevon-den - door gebruiksruil, of lokaal, vervroeg-de ontpachting met vergoe ding. Zonder een hydrologisch voldoende gebufferde situatie bestaat er immers geen duurzame toekomst voor kwetsbare, vanouds voedsel-arme habitats als vennen.

Propere lei

Op basis van de verschillende studies is het ANB begonnen om gericht te plaggen, te graven en te ontslibben. Omdat er in de Grote Klotteraard nog historisch veen aan wezig is, dat koste wat het kost moest behouden worden, heeft het ANB het ven op een unieke manier (via verplaatsbare sporen van rijplaten en overdwars gelegde dragline schotten, rupskranen met lange giek, kleine rupskranen en dumpers) ont-slibd. De natuur kan hier zo met een pro-pere lei herbeginnen. En met succes: na amper enkele maanden nam de soortenrijk-dom al opnieuw toe. De zeldzame witbloe-mige waterranonkel bijvoorbeeld, groeit hier na meer dan 25 jaar opnieuw. Ook de plag- en graafwerken rondom zijn van groot belang: heide, veenslenken en - vooral - hei-schraal grasland kunnen zo weer tot volle ontwikkeling komen. Aan heikikker, blauwe kiekendief en dodaars om het nieuwe land-schap op zijn waarde te schatten …

Meer plaats voor Peerdsven

Ook Peerdsven, eigendom van het ANB, werd in 2009 hersteld. Dit ven, dat vooral door regenwater wordt gevoed, groeide langzaam dicht met pitrus en knolrus, en het bos nam steeds meer plaats in. Afgelo-pen jaar werd het ven ontslibd en via kap-pingen en plagwerken geïntegreerd in een drie hectare grote open plek en verrijkt met een mantel- en zoomvegetatie.

© T

om L

inst

er©

Tom

Lin

ster

3737

Ook in 2009 is er heel wat werk verricht: eind augustus werd gestart met het plaggen van ongeveer acht hectare in de omgeving van Paalberg. Hierdoor krijgen typische hei-desoorten opnieuw volop kansen. Op voch-tige plaatsen kunnen bijzonder waardevolle vegetaties ontstaan met onder andere klei-ne zonnedauw, bruine en witte snavelbies, dophei, ... Op de drogere plaatsen is het de beurt aan struikhei om te schitteren. Het wandelpad ‘Schaap’, dat tijdelijk werd om-

gelegd buiten de werkzone, is opnieuw toe-gankelijk. Aanvullend zijn nog sterke dun-ningen voorzien in de bosrand ten zuiden van het projectgebied. Hierdoor kan een meer geleidelijke overgang ontstaan tussen bos en open heide. Deze werken zijn voor-zien voor 2010.

Op www.natuurenbos.be (rubriek Domei-nen) blijf je op de hoogte van het life-pro-ject Hela

In de domeinbossen, de vlaamse reservaten en de bossen van de openbare besturen werd het afgelopen jaar in totaal 50 437 m³ hout verkocht in loten voor de houthandel. Dit is minder dan de voorbije twee jaar, maar duidelijk meer dan daarvoor. De totale opbrengst bedroeg € 1 428 628.

Grote loten naaldhout haalden een prijs van ongeveer € 27/m³, met opvallend wei-nig speling (max. € 34/m³). De dikte of de kwaliteit zijn blijkbaar steeds minder be-langrijk. Ondanks de economische crisis is de prijs, vergeleken met 2008 met meer dan een kwart gestegen. Daarmee ligt de prijs ongeveer even hoog als in 2007. De prijzen blijven dus jaar na jaar sterk schommelen.

Heel wat kleine loten werden aan ongeveer dezelfde prijzen bijgekocht door de koper van een groot lot. De andere kleine loten haalden slechts € 12/m³ of zelfs nog min-der.

De prijzen voor kaalkappen van populier stabiliseerden zich op ongeveer € 23/m³, met een uitschieter van € 30/m³ en liggen dus lager dan die van de naaldhoutloten. De prijzen zijn vergelijkbaar met vorig jaar, en liggen ongeveer een derde hoger dan de historisch lage prijzen van 2007. In 2006 werd nog € 35/m³ en meer gehaald. De ruimingsmogelijkheden blijven een grote invloed hebben op de prijs.

Loofhout van vooral Amerikaanse eik haal-de zo’n € 35/m³, maar varieert zeer sterk

Heideherstel in de Kalmthoutse Heide

Heide herstellen en open gebieden aan weerszijden van de Belgisch-Nederlandse grens met elkaar verbinden: daar draait het om in het life-project Heideherstel op landduinen (Hela), dat een gebied van 180 hectare omvat. De oorspronkelijke landschappen in deze streek zijn door intensieve bebossing, droogte en een gebrek aan een aangepast natuurbeheer jarenlang verwaarloosd. Het aNB en de Nederlandse vereniging Natuurmonumenten herstellen aan beide zijden van de grens het areaal droge en natte heide, het open zand en de vennen. Dat gebeurt via de aankoop van 52 hectare bos en gerichte kappingen van bomen. een eengemaakt heidegebied is goed nieuws voor verschillende bedreigde soorten zoals nachtzwaluw en drijvende waterweegbree.

Houtverkoop is succes

© K

arel

Mol

enbe

rghs

© B

art

Roe

land

t

In de provincie Antwerpen zijn op dit mo-ment vier Regionale Landschappen actief: tussen de stad Antwerpen en de Kem-pen vind je het Regionaal Landschap de Voorkempen, in de regio rond Mechelen ontstond het Regionaal Landschap Rivie-renland, in het oosten van de provincie vind je het Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete en het uiterste zuidwesten van de provincie maakt deel uit van het Regio-naal Landschap Schelde-Durme. Dit laatste Regionaal Landschap is als eerste in Vlaan-deren actief over de provinciegrenzen heen.

Hiermee heeft de provincie, waar tot voor kort geen enkel Regionaal Landschap actief was, haar achterstand ruimschoots inge-haald.

Met steun van het ANB

Het ANB begeleidt de Regionale Land-schappen en ondersteunt ze financieel van zodra ze voorlopig erkend zijn. Hiervoor moet het samenwerkingsverband voldoen aan bepaalde vereisten: zo moet het kun-

nen aantonen dat het 2 jaar werkzaam is en activiteiten ontplooit op het vlak van natuur- en landschapszorg, natuurgerichte recreatie en educatie, en verbreding van het draagvlak voor natuur. Voor het Regionaal Landschap de Voorkempen en het Regio-naal Landschap Schelde-Durme is deze stap gezet in 2009, het Regionaal Land-schap Rivierenland zal een erkenningsaan-vraag indienen in de loop van 2010. Het Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete volgt in 2011.

Meer informatie over de antwerpse regio-nale landschappen

regionaal landschap rivierenland: www.rlrl.be

regionaal landschap de voorkempen: www.rldevoorkempen.be

regionaal landschap Kleine en grote Nete: www.rlkgn.be

regionaal landschap schelde-Durme: www.rlsd.be

Vier Regionale Landschappen zien het levenslicht

een regionaal landschap is een samenwerkingsverband tussen ver-schillende actoren, zoals natuurverenigingen, wildbeheereenheden, landbouwers, toeristische organisaties en lokale overheden in een streek met een eigen identiteit en met belangrijke natuur- en landschapswaarden. De verschillende partners ontwikkelen samen activiteiten rond duurzame streekontwikkeling die in de lijn liggen van de typische natuur in de regio, het landschap en de streekidentiteit. vlaanderen telt momenteel 17 regionale landschappen. Daarvan zijn 14 voorlopig of definitief erkend door de vlaamse minister voor leefmilieu, Natuur en Cultuur.

naargelang de kwaliteit en ruimingsmoge-lijkheden. Kleine loten beuk haalden onge-veer € 20/m³.

Het meest opvallende lot was dat uit het Kapellekensbos in Lint, een inlands eiken-bos van het OCMW van Lier. Een zomer-storm had daar veel windworp veroorzaakt. Dit lot van 527 m³ (bijna 2,5 m³ per boom) werd verkocht voor bijna € 79/m³. Dat is een nieuw record voor bomen op stam in de buitendienst Antwerpen.

Daarnaast werden nog een 500-tal kleine loten brandhout openbaar verkocht aan particulieren.

38

© ANB

© ANB ??

© Vilda Yves Adams

Vlaams-Brabant

39

© M

arc

De

Vos

Dat stukken dood hout een onontbeerlijk onderdeel vormen van de voedselketen, staat vast. Ze vormen een broedhaard van leven, waar heel wat dieren op af komen. Maar minder bekend is dat, net zoals dood hout, ook dode dieren van vitaal belang zijn voor planten en dieren in het bos. Ook al zien de kadavers er niet altijd even aantrekkelijk uit, vossen en everzwijnen smullen ervan en ook paddenstoelen halen er heel wat voedingsstoffen uit. Maar niet alleen als voedingsbron hebben deze kadavers hun nut. De leerachtige huid van de stoffelijke overschotten beschermt ook verschillende soorten insecten tegen de regen.

werd noodgedwongen scherpgesteld op de grotere en gemakkelijk te herkennen soor-ten. Het was pas in een tweede fase dat het NICC actief betrokken werd in de studie. Het onderzocht in relatie met de studie op menselijke resten, welke insecten de kada-vers aantrekken. Met het aan boord nemen van het NICC nam dit project een grote stap vooruit.

Midden 2009 - na grondig terreinonder-zoek - werd het project aan het publiek

voorgesteld. Dit gebeurde onder meer via krantenartikels, een educatief wandelpar-cours langsheen kadavers en via presenta-ties over de resultaten.

Dat er ook gegevens beschikbaar zijn over de plaatsen waar de dieren doodgereden worden, is mooi meegenomen voor de op stapel staande ontsnipperingsstudie van het ANB in het Zoniënwoud.

Kom meer te weten op www.natuurenbos.be (rubriek Projecten > Dood doet leven)

Dood doet leven, ook in het Zoniënwoud

In het Zoniënwoud werd in 2007, in samen-werking met de Nederlandse collega’s van ARK Natuurontwikkeling, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten, een studie gestart over kadavers en hun functies. Het voorbije jaar nam ook het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC) hier-aan deel.

In de eerste fase werd via dag- en nachtca-mera’s en terreinverkenningen onderzocht welke dieren op de kadavers afkomen. Hier

40

© D

irk R

aes

© D

irk R

aes

domein grotendeels aan zijn lot overgela-ten. Het was dan ook hoog tijd om een de-gelijke en duurzame visie uit te werken voor het park. Samen met de stad Vilvoorde en Erfgoed Vlaanderen voert het ANB een stap-penplan uit om het domein op een duurza-me wijze te laten voortbestaan in de eenen-twintigste eeuw. Het ANB is al sinds 2006 verantwoordelijk voor het beheer van deze groene brok tuinkunstgeschiedenis. De res-tauratie van de ‘Franse’ tuin was een van de eerste realisaties van het totaalconcept.

Het ANB als drijvende kracht achter restauratie

In 2009 heeft het ANB de vijvers gerestau-reerd en de parking en de vroegere dieren-weide geïntegreerd in één landschapspark. Daarnaast werden belangrijke zichtassen hersteld zoals degene die over de vallei loopt tot aan de kerk van Vilvoorde: een zichtas van ruim 3 kilometer zoals je die al-leen kan zien in de grote Engelse parken. Ook de zichtas vanaf de Franse tuin naar VTM werd hersteld. Bovendien heeft het ANB de historische toegangsbrug over de

holle weg hersteld, waardoor het park zijn ongekende grandeur herwint.

Van basiliek tot basiliek

De restauratie van het park Drie Fonteinen past binnen het project ’Van basiliek tot basiliek’. Dat verbindt de basiliek van Grim-bergen met de basiliek van Vilvoorde, goed voor een acht kilometer lange fiets- en wan-delverbinding doorheen een natuur-, bos- en parkgebied in de Vlaamse Groene Rand.

Brok tuinkunstgeschiedenis

Het landgoed Drie Fonteinen in Vilvoorde is één van de oudste landschappelijke ‘En-gelse’ tuinen van België. Zijn wortels lig-gen in het midden van de achttiende eeuw, toen de Brusselse bankier Jean-Jozef Wal-ckiers op de flanken van het kanaal Brus-sel-Willebroek een buitenverblijf bouwde. Rond 1778 legde hij er een tien hectare grote Engelse tuin aan met onder meer een langgerekte vijver, zichtassen, paviljoenen, glooiende grasvlakten en kronkelende pa-den. Aangrenzende buitenverblijven die in dezelfde landschappelijke trend werden aangelegd, achtereenvolgende eigenaars die gedurende 150 jaar persoonlijke toet-sen aanbrachten in de buitenaanleg van de landgoederen, en de vernielingen tijdens de Tweede Wereldoorlog resulteerden in een opmerkelijk, divers en uniek cultuurhisto-risch park. In 1956 kocht de stad Vilvoorde het domein. De noordoostelijke hoek kreeg met onder meer een voetbalveld een spor-tieve invulling. Vijf hectare werd verkaveld voor de aanleg van de wijk De Lenterik.

Ondertussen werd de rest van het prachtige

ANB restaureert Drie Fonteinen

41

© D

anni

Els

kens

© D

anni

Els

kens

© Danni Elskens

kunnen afzetten. Daarnaast legde het ANB enkele ijsvogelwanden aan, zodat deze prachtige vogel hier op-nieuw in alle rust kan broeden.

Na de werken werd de vijver lang-zamerhand gevuld, zodat tal van planten kunnen kiemen in de pas geruimde bodem, wat bijzonder be-langrijk is voor talloze vissen zoals de snoek. De snoeken verhuizen in het voorjaar van 2010 vanuit de vis-kwekerij in Linkebeek terug naar hun nieuwe leefomgeving. Deze snoeken worden gebruikt als kweekdieren voor de herbepoting van de Vlaam-se openbare viswateren.

De nieuwe Ganzenpootvijver zal op deze manier bijdragen tot een fraai-ere en rijkere natuur in de vallei van Groenendaal.

Schuilplaatsen voor vissen en amfibieën

Tegen het einde van de werken, op 10 sep-tember 2009, was er uit de 2,8 hectare grote vijver ongeveer 12 000 m3 nat slib geruimd. Dit slib was hoofdzakelijk afkomstig van bodemmateriaal dat door erosie werd afge-spoeld. Het was niet verontreinigd, zodat het naar landbouwgronden kon worden af-gevoerd.

Na de slibruiming werd de Ganzenpoot-vijver waar mogelijk op een natuurvriende-lijke manier ingericht. Enkele schanskorven moeten de oevers op een aantal plaatsen verstevigen. Op andere plaatsen werd de vijverbodem schuiner gemaakt zodat riet-kragen hier meer plaats krijgen. Het ANB heeft verschillende dode en afstervende bomen niet geruimd of gekapt, zodat vis-sen en amfibieën ze kunnen gebruiken als schuilplaatsen en er later hun eieren op

De Ganzenpootvijver in Groenendaal: nieuwe kansen voor visteelt en natuurDe eerste toegangspoort tot het Zoniënwoud (het Kasteel van groenendaal) is nog maar net geopend, of het aNB zet al een nieuwe stap in de verfraaiing van de vallei van groenendaal. Na maandenlange voorbereidingen, waaronder het uitvoeren van slibdiktemetingen en het afvissen van de vijver, startte het aNB begin augustus met de slibruiming, en de onderhouds- en herstellingswerken aan de ganzenpootvijver.

42

© S

hutt

erst

ock

© A

NB

de oude zaadbomen wil omvormen naar een bos met een meer open structuur.

Het bos wordt bovendien ook uitgebreid. Een voormalige maïsakker van 1,6 hectare wordt beplant met 6500 bomen en struiken. Het ANB kon bij de beplanting tijdens de eerste week van maart rekenen op de hulp van bijna 140 leerlingen van de lokale basi-school. Op zondag 8 maart kreeg ook het brede publiek de kans om mee te helpen met de beplanting.

Kinderen de natuur in

Het Hallerbos is niet alleen vanuit ecologisch oogpunt goud waard, het vervult ook al lang een belangrijke educatieve functie. Zo geno-ten in 2009 bijna 200 klassen van de derde kleuterklas tot en met het zesde leerjaar een begeleide natuurwandeling tijdens de Week van de Hyacint (van 21 april tot 4 mei) en tij-

dens de Week van het Bos (van 2 tot 27 ok-tober). Ook de tentoonstellingen in het Bos-museum over het Hallerbos brachten heel wat volk op de been.

Op zondag 15 maart stond het Hallerbos in het kader van het Plan Boommarter in het teken van een publieksdag. Maar liefst 240 personen namen deel aan de geleide wande-lingen en fietstocht. Ook doorheen het jaar kan je als bezoeker deelnemen aan meer dan 15 open wandelingen onder leiding van een natuurgids. Met twee wandeltochten op maat van kinderen worden ook de kleinsten niet vergeten.

Elke donderdag van maart hebben 17 natuur-gidsen de reeën in het bos geteld. Bij zons-opgang worden telkens vijf lussen gewandeld van ongeveer vijf kilometer. Met een gemid-deld aantal van 19 getelde reeën per ochtend-wandeling zijn de resultaten mooier dan ver-hoopt.

Economische functie

Voor het dienstjaar 2009 worden 24 brand-houtloten verkocht (1058,57 m³ beuk, 419,35 m³ eik, 211,3 m³ allerlei loofhout en 457,09 m³ allerlei naaldhout) en 11 zaag- en naaldhoutloten (1097,15 m³ beuk, 114,84 m³ eik, 313,12 m³ allerlei loofhout en 1309,49 m³ allerlei naaldhout).

Naar een meer inheems bos

2009 was ook het jaar van het nieuwe be-heerplan. Belangrijke ingrepen die hierin zijn opgenomen, zijn onder andere het aan-leggen van meer natuurlijke bosranden en de omvorming en de verjonging van beu-kenbestanden. Daarnaast wordt ook, door selectieve dunningen, systematisch gewerkt aan een meer gemengd en inheems bos. Het ANB is al begonnen met de uitvoering van een aantal van deze ingrepen.

Zo heeft het ANB een hele strook homogene beukenrand en fijnspar geveld, om later een meer natuurlijke bosrand te creëren. De an-dere bestanden die in 2009 aan bod komen voor beheer, krijgen een selectieve hoogdun-ning.

In het bosreservaat Vroenenbos heeft het INBO de 18 geplagde proefvlakken geïnven-tariseerd. Dit kadert in het beheerplan, dat

Verantwoord bosbeheer in het Hallerbosgoed nieuws voor het Hallerbos: afgelopen jaar heeft het belangrijkste bosgebied tussen de Zenne en Zoniën de FsC-certificering ontvangen. Dat heeft het te danken aan een degelijk beheer en een goedgekeurd beheerplan voor de periode 2009-2028, dat voldoet aan de richtlijnen van de internationale ngo Forest stewardship Council. Zo’n certificering is een erkenning voor het jarenlange ecologisch verantwoorde bosbeheer van het aNB.

43

© S

hutt

erst

ock

© A

NB

??

44

ze staan immers graag warm. Om de wind geen kans te geven, werd de Japanse rozen-tuin als een kom uitgegraven. Zo kunnen de rozen naar hartenlust groeien.

Op 28 juni 2009 werd onder een stralend blauwe hemel deze tuin officieel geopend, onder grote belangstelling en in aanwezig-heid van een delegatie van de Japanse am-bassade in België.

Wereldfaam

Ondertussen bieden verschillende landen hun rozenvariëteiten aan. Zo kwam er in 2009 een rozencollectie uit Bulgarije. Ook de komende jaren mag het ANB ongetwij-feld nog heel wat nieuwe en verrassende rozenvariëteiten verwelkomen.

Op www.natuurenbos.be (rubriek Domei-nen) ontdek je het laatste nieuws over de Japanse en alle andere rozenvariëteiten

De Japanse roos: van aah tot zen

De Japanner is een eilandbewoner en

heeft doorheen de eeuwen een heel

eigen politieke en culturele eigenheid

ontwikkeld. voeg daar nog een

subtropisch klimaat en het gebruik

van een andere onderstam aan toe, en

het mag niet verbazen dat de Japanse

roos en de rozenveredeling in dit land

uniek zijn.

In de Japanse rozentuin van Coloma

vind je al typische voorbeelden

van de rozenvariëteiten ‘shino’,

‘Zen’, ‘Ichiyo’ en ‘ryo’ van de groep

van de ZeN-rozen, veredeld door

Takashi Kawai. Hij wou met deze

rozenvariëteiten de eigenheid van het

Japanse volk illustreren. Met succes:

de bloemkleuren van deze rozen

veranderen volgens de seizoenen wat

maakt dat ze een unieke verschijning

hebben. Kenmerkend ook voor de

Japanse rozen, is dat ze allemaal

geuren, de ene subtiel, de andere heel

intens.

Het land van de rijzende zon

Ook Japan krijgt nu zijn plaats in deze feno-menale rozentuin. Met de aanleg van deze Japanse rozentuin introduceert het ANB de Oosterse roos in het park Coloma. De vol-tooiing van een internationale rozentuin die zijn gelijke in Vlaanderen en daarbuiten niet kent, komt hierbij weer een stapje dichter. In samenwerking met een Japanse rozen-vereniging zullen er in Coloma tegen 2010 in totaal 150 Japanse rozenvariëteiten te be-wonderen zijn in een prachtig vormgegeven tuin. Met zijn halfrond grondoppervlak en rozen op de stralen verwijst deze nieuwe tuin naar het land van de rijzende zon. Cen-traal staan kraanvogels, het Japanse sym-bool voor de vrede. Enkele kunstwerken en Japanse bomen en heesters versterken de oosterse sfeer.

Deze mooie vorm heeft echter niet alleen een esthetische waarde. Japanse rozen hebben ook een specifiek biotoop nodig;

Nu ook Japanse rozen in de rozentuin van ColomaDat de rozentuin van Coloma in sint-Pieters-leeuw voor bloemenliefhebbers een paradijs op aarde is, staat vast: van overal komen bloemenliefhebbers er heen om de meer dan 3000 rozenvariëteiten uit 25 landen te bewonderen, samen goed voor 300 000 rozen. en jaarlijks komen er nog rozenvariëteiten en landen bij.

© F

ilip

Hub

in

45

westzijde van het Meerdaalwoud, op de kruising van de Weertse Dreef en de Her-culesdreef in Sint-Joris-Weert een toegangs-port gecreëerd: de Speelberg. Ze werd ingericht als een halfopen ruimte die de geleidelijke overgang tussen het dorp Sint-Joris-Weert en het bos vormt.

Het ontwerpplan van de Speelberg in het Meerdaalwoud is gebaseerd op enkele een-voudige principes: de parking met schuilhut en sanitair zo dicht mogelijk bij de bewo-ning situeren en van daaruit een eenvoudig en logisch wegpatroon uittekenen. Van bij de aanvang heeft het ANB ervoor gekozen om vooral niet te bruuskeren en het land-schap ‘open’ te laten.

Bezoeker verwend

Alleen het forum, een soort verzamelruimte, springt er uit door zijn strakke vormgeving en zijn locatie vlak tegen de Weertse Dreef. Bij de realisatie kregen ecologisch en duur-zaam materiaalgebruik en toegankelijkheid de volle aandacht. De schuilhut is gebouwd uit eik van het Meerdaalwoud. De vormge-ving past perfect in het totaalconcept.

Hoewel de werken voor het grootste deel zijn uitgevoerd, zal de Speelberg nog ver-der vorm krijgen wanneer de pas geplante alleenstaande bomen, struikengordels en hagen verder uitgroeien. De bosbezoeker zal zich snel thuis voelen in deze groene ruimte. Daartoe dragen het buitenmeubi-lair met picknickbanken, rustbanken, fiets-stalling, barbecues en de nabijheid van het avontuurlijke speelbos ‘Everzwijnbad’ zeker bij.

Kom op www.natuurenbos.be (rubriek The-ma’s > Toegankelijkheid) te weten waar in jouw buurt een speelzone ligt

Van veel naar weinig infrastructuur

Met de opmaak van een structuurvisie voor Meerdaalwoud en Heverleebos werd dit allemaal erg concreet. Als bezoeker word je hier met picknickruimtes, een rui-me parking, infoborden en aantrekkelijke wandelpaden vanuit enkele goed gekozen onthaalzones in het bos geleid. Naarmate je verder het bos in trekt, verdwijnt de in-frastructurele ondersteuning langzaam, tot volledig in de kwetsbare zones. Hierdoor zal de bosliefhebber voornamelijk de min-der kwetsbare locaties bezoeken en blijft de verstoring in de ecologisch meer kwetsbare zones beperkt.

Volgens dit principe heeft het ANB aan de

De opmaak van een ruimtelijke visie voor de bossen ten zuiden van leuven, betekende een echte ommekeer voor het gebruik ervan. ‘afnemende geleiding’ was hét na te streven principe om recreatie en bosbescherming met elkaar te verzoenen.

Inrichting van de Speelberg in het Meerdaalwoud

© Danni Elskens

46

Weg met rioleringswater

Ondertussen heeft Aquafin in de omgeving van het park grootse rioleringswerken uit-gevoerd. Het vervuilde afvalwater van een groot gedeelte van de dorpskernen van Ter-vuren en Duisburg wordt voortaan via de nieuwe collector afgevoerd naar het nieuwe waterzuiveringstation in Vossem. Vanaf nu worden de vijvers nog enkel gevuld met hemelwater. Dat is voor de typische water-fauna- en flora erg goed nieuws.

Door het kappen van de houtopslag op de

oevertaluds heeft het geheel nu een veel opener karakter gekregen. Het vergezicht vanaf de Vossemvijver, over de twee Sint-Gertrudisvijvers en de Grote Kanaalvijver tot aan de Kleine Kanaalvijver, zal ongetwij-feld de vele bezoekers van het Park van Ter-vuren charmeren.

Ook tal van andere maatregelen dragen bij tot de herontwikkeling van de vijvers in het Park van Tervuren. Zo verstevigen rondhouten palen in Europees naaldhout de langsoevers. De kopse oevers van de twee Kanaalvijvers, die de golfslag moeten trotseren, en het eiland in de Grote Ka-naalvijver, werden dan weer verstevigd met schanskorven en opgevuld met natuurlijke breuksteen. Achter de oeververdediging werd het gestabiliseerde slib geplaatst. Als afwerking plantte het ANB een laag plas-tisch slib met daarbovenop moeraszegge.

Vijvers in het Park van Tervuren als herboren

Na meer dan een jaar zijn de onderhoudswerken en de slibruiming van de vier vijvers van het zuidelijke

vijversysteem in het Park van Tervuren afgerond. Het slib van drie vijvers werd afgevoerd naar omliggende akkers. Uit de analyse van het slib van de kleine

sint-gertrudisvijver bleek echter dat dit slib niet geschikt was om op landbouwgrond te gebruiken. Om dit (vervuilde) slib te stabiliseren - noodzakelijk om het in een latere fase te hergebruiken -,

heeft het aNB het gemengd met papieras, een afvalproduct dat vrijkomt bij de productie van papier. Hierna kon het aNB het slib gebruiken om de oevers her aan te leggen.

© D

anni

Els

kens

47

ook vervangen door een volinventaris van ‘dikke’ bomen, met een omtrek van meer dan 250 centimeter, en een meer gedetail-leerde wetenschappelijke inventaris van gereserveerde bomen met een omtrek van meer dan 300 centimeter.

Een belangrijk deel van de inventaris werd uitgevoerd in eigen regie. De hand-GPS-toestellen die de boswachters ter beschik-king hebben, zijn voldoende nauwkeurig voor deze opdracht. De positie van de bo-men wordt bepaald met een foutenmarge tot ongeveer tien meter: ruim voldoende om een boom nadien eventueel weer op te sporen. Naast de positie worden van elke boom enkele basisgegevens genoteerd, zo-als de soort en de omtrek. In augustus 2009 werd een laatste inspanning geleverd met de hulp van een extern bureau.

De onderstaande tabel geeft de inventaris samengevat weer. De tabel heeft betrek-

In de loop van 2009 werd een volledige inventarisatie afgerond van alle dikke bomen in het Zoniënwoud. er waren drie goede redenen om tot zo’n volledige inventaris over te gaan.

Zo is het ten eerste bekend dat dergelijke bomen belangrijk zijn als biotoop voor een zeer groot aantal andere organismen (holenbroeders, paddenstoelen, insecten, epifytische planten ...).

Daarnaast is er ook de ‘beheervisie’ van ANB, die formeel een aantal streefdoelen oplegt:

“Per bestand worden individuele bomen of groepen aangeduid die hun natuurlijke leef-tijdsgrens kunnen bereiken (…)”. Er is een richtwaarde voor individuele bomen (10 bomen per hectare of lager bij zeer zware bomen zoals Zoniën) en er is een richt-waarde voor groepen. Conform dezelfde beheervisie moet het beheer er ook naar streven voldoende dood hout in de bestan-den te bereiken (4 % van de biomassa). Uit het bosreservatenonderzoek is bekend dat vooral het zwaarste dode hout (omtrekken van 300 cm en meer) de meest spectacu-laire ‘dood hout’-organismen oplevert.

Een derde aanleiding is de FSC-erkenning van het beheer van Zoniën. Bij eerdere FSC-controles kwamen al volgende vragen aan bod als worden oude bomen in het bos ge-identificeerd en gedocumenteerd en wordt er voldoende aandacht besteed aan de ruimtelijke spreiding van oude bomen.

De databank van genummerde gereser-veerde bomen die van 1995 tot 2005 werd bijgehouden, bleek geen antwoord te kun-nen bieden op deze vragen. Ze werd dan

Dikke en gereserveerde bomen in het Zoniënwoud geïnventariseerd

© D

anni

Els

kens

© Tom Linster

aantal levende bomen in Zoniënwoud (> 250 centimeter omtrek)

Omtrek (in centimeter) aantal bomen aantal bomen/hectare

> 250 16 809 7,8

> 260 12 974 6,0

> 280 8 489 3,9

> 300 5 338 2,5

> 320 3 107 1,4

> 340 1 788 0,8

> 350 1 292 0,6

> 360 926 0,4

Aantal dode bomen in het Zoniënwoud (DBH > 40 centimeter)

Zoniën-bos-zuid

Zoniën-bos-noord

Park van Tervuren

Totaal ANB

Totaal aantal dode staande bomen 322 6 57 385

Totaal aantal dode liggende bomen 398 86 41 525

Niet gedefinieerd 36 26 0 62

Totaal aantal dode bomen 757 118 98 973

Aantal dode bomen/hectare 0,59 0,17 0,86 0,47

king op de oppervlakte (2150 hectare) Zo-niënwoud in het Vlaamse Gewest buiten de bosreservaten. Eén van de opvallendste conclusies was wel dat de gemeten aan-tallen de (gefundeerde) schattingen ruim overtroffen. Waar het ANB oorspronkelijk vermoedde dat nog zo’n 12 000 tot 13 000

bomen met een omtrek van meer dan 250 centimeter aanwezig zouden zijn, bleek dat uiteindelijk minstens 30 % meer.

Hoe dan ook zal deze inventaris een waar-devolle bijdrage leveren aan het beheerplan van Zoniën, dat verwacht wordt tegen 2012.

48

© D

anni

Els

kens

© D

anni

Els

kens

Scheldeproject

49

© B

. Van

Ele

gem

50

De Kalkense Meersen, een 600 hectare groot natuurgebied langs de oever van de schelde wordt in

het kader van het geactualiseerde sigmaplan verder ontwikkeld tot ‘wetland’. Door meer ruimte te geven

aan de rivier, wordt niet alleen de regio van antwerpen tot gent beter beschermd tegen overstromingen

maar krijgt ook de natuur in het schelde-estuarium een serieuze boost. Zo zullen in 2010 maar liefst 200

hectaren in de Kalkense Meersen omgevormd worden tot weidevogelgebied. Ook de landbouwers helpen daarbij. via

een contract met de vlaamse overheid engageren ze zich voor een aangepast weidevogelbeheer. Om de weidevogels

de kans te geven hun kuikens groot te brengen, zullen de boeren hun percelen pas na 15 juni maaien. In ruil voor het

natuurvriendelijkere, minder intensieve beheer, krijgen ze een vergoeding om het opbrengstverlies te compenseren.

© D

anni

Els

kens

Weidevogelbeheer in de Kalkense

Meersen

51

Bovendien zijn er verschillende landbou-wers bereid gevonden om op hun percelen weidevogels te beschermen. Hierdoor ont-staat een duurzame relatie tussen landbou-wers en vrijwilligers, die garant staat voor een blijvende weidevogelbescherming. Het is niet toevallig dat alle in 2008 gestarte sa-menwerkingsovereenkomsten in 2009 op zijn minst zijn hervat en in veel gevallen zelfs werden uitgebreid.

Beheerovereenkomsten in de lift

In 2009 hebben het ANB en het Regionaal Landschap op 55,77 hectare agrarisch gras-land in de Kalkense Meersen beheerover-eenkomsten ‘gruttobeheer’ gesloten voor de duur van één broedseizoen (1 april - 15 juli). Dat is bijna 20 % meer dan in 2008. In 2009 werden bovendien op alle ‘sleutelper-celen’ beheerovereenkomsten afgesloten.

De percelen werden in het broedseizoen van 2009 intensiever gemonitord op broedende grutto’s en kieviten. Dit gebeurde in samen-werking met een masterproject van de vak-groep Biologie van de Universiteit Gent. Dit onderzoek loopt nog tot 2010 en tracht het

Brutto Terrioriaal Succes van beide soorten in drie deelgebieden vast te stellen.

Dichter bij elkaar

Het ANB heeft dit project in het leven ge-roepen in de aanloop naar de realisatie van het Sigmaplan. Naast het in stand houden van de weidevogels, is het belangrijk een goede relatie te creëren met de diverse ac-toren in het buitengebied. Samen met het Regionaal Landschap en Natuurpunt slaagt het ANB erin om diverse groepen, zoals na-tuurliefhebbers en landbouwers, dichter bij elkaar te brengen en hen in team te laten samenwerken. Dankzij de kennismaking met weidevogelbeheer en de doorgedreven communicatie werkt het ANB verder aan de verbreding van het draagvlak voor de na-tuurontwikkeling binnen het Sigmaplan.

Het weidevogelproject kreeg veel belang-stelling in de lokale en bovenlokale pers en op het web. Op 6 oktober 2009 kreeg het weidevogelproject een eervolle vermelding bij de ‘Prijs voor het Leefmilieu’ (Inbev- Baillet Latour-fonds).

Meer info: www.rlsd.be/weidevogels

In samenwerking met Regionaal Landschap

Om de periode tot het aangepaste maai-beheer te overbruggen, heeft het ANB aan het Regionaal Landschap Schelde-Durme ook in 2009 de de opdracht gegeven voor een weidevogelproject. Zo willen we de weidevogelpopulatie beschermen. Dit door de maaidatum aan te passen, of door de nesten te markeren of te verplaatsen vlak voor de landbouwers begonnen te maaien. Hierdoor bleven heel wat kuikens gespaard. Bovendien kregen de landbouwers de kans om kennis te maken met het weidevogelbe-heer. Wanneer straks het omvormings- en natuurbeheer start in het kader van het Sigmaplan hebben ze deze beheervorm al goed in de vingers.

Het Regionaal Landschap Schelde-Durme heeft, met financiële steun van het ANB, de voorbije jaren een groep van gemotiveerde vrijwilligers uitgebouwd die continu instaan voor de bescherming van weidevogels.

© D

anni

Els

kens

©Fi

lip V

an B

oven

© V

ilda

Yves

Ada

ms

De Kalkense Meersen

Over het GRUP van het projectgebied Kal-kense Meersen liep van 15 juni tot 13 au-gustus 2009 een openbaar onderzoek. De Vlaamse Commissie voor Ruimtelijke Or-dening (VLACORO) bezorgde haar advie-zen aan de voogdijminister. Het ontwerp van het milieueffectenrapport (MER) werd intussen voorgelegd aan de Sigmastuur-groep. Onafhankelijke onderzoekers ver-werken de reacties en ronden begin 2010 de studie af.

Cruciaal voor de Kalkense Meersen is dat de verschillende deelgebieden of zelfs delen daarvan in verschillende fasen worden inge-richt. Door een uitgekiende timing ontstaat een sluitende koppeling tussen het GRUP, de start van de nulbemesting, de onteige-ning en het omvormingsbeheer.

In de Kalkense Meersen willen nv Water-wegen & Zeekanaal (W&Z) en het ANB de inspraak en samenwerking met de landbou-wers, die er vandaag het land bewerken, stimuleren en respecteren. De meest inten-sieve landbouwgebieden worden het lang-ste gevrijwaard.

Voorbereidingen Sigmaplan draaien op volle krachteen ambitieus project als het sigmaplan raakt de leefwereld van velen. Omwonenden, landbouwers en grondbezitters zijn erg nieuwsgierig naar wat er in hun omgeving gebeurt en voelen er zich graag bij betrokken. goede communicatie is daarom van groot belang. Zo werd er voor elk projectgebied een algemene projectnieuwsbrief opgemaakt en werd de website in een nieuw kleedje gestoken. voor betrokkenen is de besluitvorming echter niet altijd even duidelijk. sinds de zomer van 2009 bieden 3D-visualisaties een duidelijk beeld van hoe de projectgebieden er in de toekomst zullen uitzien. Twee nieuwe folders, ‘Jouw stem in het gewestelijke uitvoeringsplan’ en ‘Onteigeningen toegelicht’, bieden geïnteresseerden meer inzicht in deze - vaak ingewikkelde - procedures. vooraleer de plannen definitief vorm kregen, werden ook publieke inspraakmomenten georganiseerd.

Elk deelproject uitgekiend

In 2009 liepen openbare onderzoeken voor

de ontwerpen van het gewestelijk ruimtelijk

uitvoeringsplan (GRUP) in drie clusters:

Durmevallei, Kalkense Meersen en Vlassen-

broek-Wal Zwijn. Op drie infodagen werden

deze projecten voorgesteld aan de geïnte-

resseerde bezoekers. In 2010 volgt de info-

dag voor de Dijlemonding.

De GRUP’s van Vlassenbroek, Grote en

Kleine Wal, Zwijn en Groot Schoor, de ‘Clus-

ter Kalkense Meersen’ en de ‘Durmevallei’

zijn definitief goedgekeurd in het voorjaar

van 2010.

52

© E

velie

n D

e M

unte

r

53

Ook hier kon de lokale bevolking naar aan-leiding van het openbaar onderzoek in het kader van de GRUP-procedure op de info-markt meer informatie krijgen. Het GRUP werd definitief vastgesteld in maart 2010. Een studie voor het technische ontwerp van zowel de dijkwerken als de natuurontwikke-ling is begonnen voor zowel Vlassenbroek als Wal-Zwijn. Na de goedkeuring van het GRUP, de afwerking van het MER en de technische plannen, vragen W&Z en het ANB de stedenbouwkundige vergunningen aan. Wanneer deze goedgekeurd zijn, kun-nen de werken beginnen.

Dijlemonding

Op de grens van Mechelen en Willebroek ligt een echt rivierenland: de Dijle, de Zenne en de Nete vloeien er samen en vormen zo de Rupel. Dat zijn allemaal getijdenrivieren die dagelijks twee keer, bij vloed, een golf Noordzeewater te verwerken krijgen. Die getijdenwerking maakt deze regio erg ge-voelig voor overstromingen. Alle gebieden binnen dit project worden gecontroleerde overstromingsgebieden van in totaal 207 hectare. Terwijl de huidige activiteiten in Heindonk en een deel van de Grote Vijver behouden blijven, zal zich in het gebied ten noorden van de Grote Vijver, het Zennegat en de Oude Dijlearm straks getijdennatuur ontwikkelen die een positieve invloed heeft op de waterkwaliteit en heel wat unieke fau-na en flora weet te bekoren.

In 2009 werd gestart met de MER-studie. Ook de opmaak van de GRUP-procedure

begon in dat jaar. Een studiebureau is ge-start met de opmaak van het technische ontwerp voor het project. In 2010 volgt de infodag voor de Dijlemonding.

MEREen MER of milieueffectenrapport bestudeert - stevig wetenschappelijk onderbouwd - de verwachte milieuef-fecten van een project. Het basisidee is dat de schadelijke effecten voor het milieu in een vroeg stadium van de be-sluitvorming worden meegenomen om de plannen tijdig bij te sturen.

(G)RUPEen GRUP of gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan is een instrument om op het gewestelijke Vlaamse beleids-niveau een ruimtelijk structuurplan uit te voeren. Het bevat onder meer juri-dische bepalingen die aangeven welke stedenbouwkundige werken toegelaten zijn.

InrichtingsplanHet inrichtingsplan geeft een geïnte-greerd beeld van de vooropgestelde inrichtingsmaatregelen. Het vormt de basis voor het MER en het GRUP en wordt toegevoegd aan de stedenbouw-kundige vergunningsaanvraag.

Stedenbouwkundige vergunningVoor bepaalde bouwwerken is een ste-denbouwkundige vergunning nodig. De werken in het kader van het Sig-maplan zijn vergunningsplichtig. Een vergunning kan alleen worden verleend als ze niet in strijd is met de geldende plannen van aanleg en de ruimtelijke uitvoeringsplannen.

Het ANB stelde het project Kalkense Meer-sen ook voor tijdens de Dag van de Aarde in Kalken en tijdens de Week van het Bos. Ook op de Schelde-tentoonstelling in de biblio-theek van Laarne kreeg dit Sigmaproject rui-me aandacht. Hierdoor slagen de project-partners erin een breed publiek te bereiken.

Durmevallei

In 2009 werden de MER-studies voor de estuariene projecten aan de monding en de wetlandprojecten stroomopwaarts op-gemaakt. Begin 2010 werden de definitieve MER’s goedgekeurd.

De GRUP’S werden voorbereid en er werd een openbaar onderzoek georganiseerd. Naar aanleiding hiervan kon de lokale be-volking in juni op een infomarkt al haar vragen kwijt. Het GRUP werd definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering in maart 2010. Een studie voor het technische ontwerp van de wetlandgebieden werd uit-gevoerd en afgerond in 2009. Ook voor de estuariene gebieden langs de Durme is een opdracht lopende voor de opmaak van een technisch ontwerp.

Vlassenbroek-Wal Zwijn

In september gaven de lokale besturen feedback op een voorlopige versie van het MER. Een onafhankelijk studiebureau ver-werkt de opmerkingen in de definitieve ver-sie. Het rapport zal klaar zijn in 2010, zodat de nodige stedenbouwkundige vergunnin-gen aangevraagd kunnen worden.

© D

anni

Els

kens

54

plan de uitgewerkte dienstenconvenanten. Dankzij deze flankerende maatregelen van het Sigmaplan konden het ANB en zijn partners al een behoorlijk aandeel gronden vrijwillig verwerven. In de projectgebieden van het ANB (Kalkense Meersen, Paarde-weide en Paardebroek) is op dit moment meer dan 100 hectare verworven of in af-handeling. Het leeuwendeel hiervan (84 hectare) ligt in de Kalkense Meersen. In het zoekgebied van de grondenbank is al een

kleine 20 hectare verworven of in afhande-ling.

Administratieve, financiële en praktische ondersteuning

Wanneer een landbouwbedrijf ernstig wordt getroffen door het Sigmaplan, kan een land-bouwer in hoofdberoep aan de gronden-bank vragen om zijn volledige bedrijf aan te kopen. Zo heeft één van de meest getroffen melkveebedrijven in de Kalkense Meersen alvast beslist om het bedrijf op een andere locatie verder te zetten. De Vlaamse Land-maatschappij begeleidt de landbouwer bij diverse administratieve, financiële en prak-tische aspecten van de verhuis.

Wie graag op de hoogte blijft over het schel-deproject, kan terecht op www.natuuren-bos.be (rubriek Projecten > scheldeproject)

84 hectare

In 2009 maakte het ANB samen met de an-der projectpartners en de landbouworgani-saties in de Kalkense Meersen verder werk van het flankerend landbouwbeleid. Dank-zij belangrijke stimuli zoals de ‘wijkerssti-mulus’, de ‘wederbeleggingsvergoeding’, de ‘grondenbank’ en de ‘dienstenconve-nanten’ kon het ANB belangrijke gronden verwerven in de Kalkense Meersen. In 2009 bekrachtigde de Stuurgroep van het Sigma-

Flankerend landbouwbeleid in de Kalkense Meersen

Om overstromings- en natuurgebieden in het kader van het sigmaplan aan te leggen, is er veel open ruimte nodig. en die is in het dichtbevolkte vlaanderen erg schaars. een belangrijk deel van de open ruimte wordt momenteel ingenomen door de landbouw. Het sigmaplan houdt dan ook zoveel mogelijk rekening met de landbouwsector. Zo werden bij de selectie van de overstromingsgebieden de meest landbouwgevoelige gebieden niet opgenomen. voor landbouwers die toch grond verliezen, is een uitgebreide begeleiding voorzien: het flankerend landbouwbeleid. De Kalkense Meersen fungeert als een voorbeeldgebied.

© A

NB

55

eerste lading voor een tweede zandstock van ruim 400 000 m³. Die levering loopt nog tot mei 2010.

Problemen rond Hedwigepolder van de baan

Politiek en maatschappelijk gezien lag de ont-poldering van de Hedwigepolder zeer gevoe-lig. Vooral in Nederland bestonden er grote bezwaren. Hierdoor werd de ontpoldering uit-gesteld en liep het project grote vertraging op. Ook de verhouding tussen de Nederlandse en Vlaamse partijen kwam onder druk te staan. Op 9 oktober 2009 herbevestigde de Neder-landse regering de afspraken met Vlaanderen over de ontpoldering van de Hedwigepolder. Het spoeddebat van 3 december 2009 in de Tweede Kamer bevestigde deze uitspraak. Verwacht wordt dat de werken op Nederlands grondgebied voor het einde van 2012 starten.

Informatie en overleg centraal

Het Sigmaplan besteedt veel aandacht aan het informeren van lokale betrokkenen en wil hen zoveel mogelijk betrekken bij wat er gebeurt in de Hedwige-Prosperpolder. Vijf borden aan de rand van het gebied lichten de voorbijgangers in over het project.

Elke drie maanden bereiken ook ongeveer 4600 nieuwsbrieven de inwoners van Pros-perdorp en Ouden Doel. Zo kunnen ze op de hoogte blijven van de recentste ontwikkelin-gen. In september was de algemene project-nieuwsbrief klaar. Die geeft in een twintigtal pagina’s een overzicht van het project en een antwoord op de belangrijkste vragen. Visua-

lisaties tonen hoe het gebied er later zal uit-zien. Er werd ook een nieuwe infokeet inge-richt. Geïnteresseerden kunnen iedere werk-dag in de infokeet terecht voor een bezoek aan de infotentoonstelling. Groepen krijgen er een projectpresentatie bovenop. In 2009 brachten al een tiental groepen een bezoek aan de in-fokeet.

Scheldedag succes

Tijdens de jaarlijkse Scheldedag van Natuur-punt, op 27 september 2009, ontvingen het ANB en Waterwegen & Zeekanaal 600 bezoe-kers in de infokeet. Ze woonden er een pre-sentatie bij en genoten van een skyview over het projectgebied. Een hoogtewerker ging hiervoor maar liefst twintig keer de lucht in. Laurent Vanden Abeele, projectleider bij het ANB gidste de bezoekers: “Dankzij het weidse uitzicht waren alle bouwstenen van het pro-jectgebied in één oogopslag te zien. Onder meer de ligging van de ringdijk en het pomp-station was heel precies te tonen. Ook de uit-gestrektheid van het gebied is vanuit de lucht meteen duidelijk.” Niet alleen het hoge aantal bezoekers en de goede persreacties benadruk-ken het succes van deze dag. “Vooral het feit dat naast leden van Natuurpunt ook heel wat buurtbewoners, landbouwers en een aantal betrokkenen uit Zeeland een bezoekje brach-ten is positief. We kregen de gelegenheid om de totaalaanpak van het Sigmaplan met oog voor veiligheid, natuur, economie en recreatie uit te leggen. Vele bezoekers raakten zo over-tuigd van de sterkte van het Sigmaplan.”

In het internationale Hedwige-Prosperproject krijgt het brakwatergetij straks 465 hectare extra speelruimte. Samen met het Verdron-ken land van Saeftinghe vormt het gebied een uitgestrekt bekken dat de dynamiek van een stormgolf breekt. Een stevige ringdijk be-waakt de veiligheid van het achterland. Ook de natuur vaart wel bij deze maatregelen. Het Scheldewater zal hier het gebied tweemaal per dag boetseren tot een waardevol landschap van slikken en schorren. Zeldzaam geworden getijdennatuur krijgt hier straks nieuwe kan-sen. Laurent Vanden Abeele, de projectleider van het ANB: “Naast het waterzuiverende vermogen vormen slikken en schorren het leefgebied voor tal van organismen. Vooral het rijke bodemleven in het ondiepe water en in de slikken is belangrijk. De slikken zijn de geliefkoosde voedselgronden voor vis, steltlo-pers en eenden. De luwe ondiepe waterzones zijn ook geschikte paaiplaatsen voor vis. De begroeide getijdenzones (schorren) dienen als broedgebied voor riet- en moerasvogels. Al deze leefgebieden kunnen in een natuurlijk evenwicht ontwikkelen tot één grote natuur-kern: een uniek Vlaams-Nederlands project.”

Ringdijk rond Prosperpolder

In Vlaanderen startten de werken aan de Prosperpolder al eind 2008. De bouw van een nieuwe ringdijk rond het toekomstige getij-dennatuurgebied zal de omliggende dorpen en polders tegen het binnenstromende water beschermen. Eind 2008 begon de zandaan-voer over de Schelde, en tegen april 2009 was er maar liefst 250 000 m³ zand aangevoerd. Hierna kon de bouw van de nieuwe ringdijk beginnen. Sinds mei 2009 rijden opnieuw vrachtwagens vol zand af en aan langs de Zoetenberm. Half oktober 2009 arriveerde de

Hedwige-Prosperpolder krijgt facelift

© A

NB

56

wassende water bij stormtij. Ook de in- en uitwateringsconstructies in de Kruibeekse Polder en aan de Kapelbeek zijn helemaal klaar.

Overgangsbeheer opgestart

Voor het beheer van het weidevogelgebied werkt het ANB samen met de plaatselijke landbouwers. Zij vormen hun akkers om naar weiland. Door een aangepast beheer

met bemaaiing en beweiding komen er bloemenrijke graslanden. Extra bemesting wordt verboden, zodat allerhande kruiden de kans krijgen om zich te ontwikkelen.

Hoog bezoek

Ook dit jaar kon het ANB rekenen op de hulp van de lokale natuurvereniging Kruin. Die speurde dagelijks het projectgebied af om alle vogels te inventariseren. Hierdoor is het mogelijk de evolutie van de vogel-soorten in het overstromingsgebied in kaart te brengen. Dit jaar bezochten al heel wat hoogvliegers zoals visarend, wespendief en tureluur het gebied. Ook de aanleg van kreekjes spelen hierin een belangrijke rol. Zij houden het weidevogelgebied drassig. De eerste natuurinrichtingsmaatregelen werpen dus hun vruchten af.

Boscompensatie

Voor elke boom die plaats ruimde voor het open weidevogelgebied en de ringdijk, komt elders minstens één nieuwe boom in de plaats. Met de hulp van de lagere scho-len uit de regio werden in februari enkele duizenden nieuwe boompjes aangeplant. Op enkele plaatsen laat het ANB de natuur ongestoord haar gang gaan, in de hoop dat boomzaad spontaan tot ontkieming komt.

In de toekomstige boszone heeft het W&Z op enkele percelen de vette grond afgegra-ven om de ringdijk af te dekken. De ‘putten’ die daardoor ontstonden, inspireerden bio-logen tot een creatieve en natuurvriendelij-ke oplossing. Veen of turf dat elders moest wijken voor onder andere de fundering van de sluizen, werd naar de uitgegraven perce-len vervoerd. Het INBO onderzoekt of hier een elzenbroekbos kan groeien.

Kruibeeks sluizencomplex voltooid

De werken zijn in 2009 goed opgeschoten: de ringdijk in Kruibeke en Bazel is gereali-seerd en ingezaaid. De dijkdelen in Rupel-monde werkt W&Z verder af in 2010. De overloopdijken in Kruibeke en Bazel kregen in 2009 een flauwere helling aan de polder-kant, een laag open steenasfalt, een extra laag vette grond en de kiemen van een ste-vige grasmat. De verschillende bouwlagen maken de dijkdelen stevig genoeg voor het

Werken GOG Kruibeke Bazel

Rupelmonde op kruissnelheid

al enkele jaren wordt er met man en macht gewerkt in de polder van Kruibeke, Bazel en rupelmonde. In 2009 was dat niet anders. Waterwegen & Zeekanaal bouwt er samen met het aNB aan het grootste gecontroleerd overstromingsgebied uit het oorspronkelijke sigmaplan van 1977. Naast veiligheid is ook natuurontwikkeling hierin een belangrijk onderdeel. Met 600 hectare zal het overstromingsgebied het grootste natuurgebied in de regio worden met een talloze europees beschermde natuurtypen: slikken en schorren, elzenbroekbos, natte graslanden en weidevogelgebied

© Iz

aak

Vere

ecke

n

De broedvogelkarteringen worden uitge-voerd of gecoördineerd door wetenschap-pers van het ANB en het INBO. Het is de bedoeling om het broedvogelbestand vóór en ná de inrichting van de natuurgebieden te bepalen om na te gaan of de natuurin-

richting van het Sigmaplan effectief bij-draagt aan de doelstellingen. Met andere woorden, om na te gaan of de soorten de gecreëerde ruimte en leefgebieden ook effectief gebruiken.

Infokeet open

Normaal gezien is de werf verboden terrein, maar op 10 oktober kwamen meer dan 300 nieuwsgierigen naar de infrastructuurwer-ken kijken. In de infokeet werden de plan-nen toegelicht aan de hand van een presen-tatie en projectfilm. De belangrijkste bouw-stenen (de overloopdijk, de ringdijk en de in- en uitwateringsconstructies) waren voor één dag toegankelijk. Ook doorheen het jaar werd de Kruibekenaar geïnformeerd met een driemaandelijkse nieuwsbrief.

Duurzame recreatie

Eind 2009 stapte het ANB samen met W&Z, Nationaal Park de Biesbosch in Nederland en National Park The Broads in Engeland in het Europese uitwisselingsproject STEP (Sustainable Tourism in Estuary Parks) om een duurzame recreatie uit te bouwen in deze unieke getijdengebieden. Tegelijk wordt met internationale knowhow bekeken hoe plaatselijke verenigingen, organisaties en bedrijven een rol kunnen spelen in de toeristische omkadering van het project.

Meer info: www.sigmaplan.be/kbr

Broedvogels in de Sigmagebieden in kaart gebrachtHet sigmaplan heeft een dubbele doelstelling. Het moet enerzijds de veiligheid tegen overstromingen in het schelde-estuarium verzekeren en anderzijds ook de ecologische instandhoudingsdoelstellingen (IHD’s) die voor het estuarium en de vallei zijn vastgelegd mee helpen realiseren. De doelstellingen voor broedvogels zijn voor een aantal soorten overigens behoorlijk ambitieus. Zo moet er binnen de Zeescheldevallei (inclusief zijrivieren) voldoende ruimte en geschikte habitat gecreëerd worden binnen strikt beschermde natuurgebieden. Dat is bijvoorbeeld het geval voor 550 koppels blauwborst, 50 koppels bruine kiekendief, 100 koppels baardmannetje, maar ook voor 40 koppels kwartelkoning, 40 koppels porseleinhoen, 40 koppels paapje en zelfs 60 koppels purperreiger. In dit kader worden alle projectgebieden van het sigmaplan geïnventariseerd op broedvogels.

57

© D

anni

Els

kens

58

© M

arc

De

Vos

Oost-Vlaanderen

110 hectare). Dankzij intensief overleg met

BLOSO, Toerisme Vlaamse Ardennen, buurt-

bewoners en trouwe bezoekers van het Kluis-

bos vond het ANB een duurzame en leefbare

oplossing voor alle gebruikers (wandelaars,

mountainbikers, ruiters). Dit leidde uitein-

delijk tot uniform bewegwijzerde wandel-,

mountainbike- en ruiterpaden, die bovendien

naadloos aansluiten op de routes van het

Kluisbos in Wallonië. Tegelijkertijd werd ook

werk gemaakt van infoborden en een folder.

Samen met Regionaal Landschap

In de zomer van 2009 stampte het Regio-naal Landschap Vlaamse Ardennen in het Kluisbos een nieuwe speelzone uit de grond. Eddy Raepsaet, voorzitter van het Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen is fier op ‘zijn’ mannen die instonden voor de aanleg van de speelzone. “Alle speeltuigen zijn vervaardigd met hout uit het Kluisbos zelf, met hout dus dat op een duurzame manier werd ontgon-nen. Die speeltuigen werden niet vervaardigd volgens ingewikkelde plannen maar volgens de ideeën van onze arbeiders. Naast speeltui-gen in hout liggen hier ook nog losse stukken hout. Met dit hout kunnen de kinderen zelf aan de slag en kunnen ze hun eigen kamp maken of nieuwe speeltoestellen bouwen.”

Om de kinderen te tonen van wat wel en niet mag in het bos, werden kindvriendelijke toe-gankelijkheidsborden voorgesteld waarop bosdieren de nodige richtlijnen verschaffen om het bos intact te houden.

Ontdek op www.natuurenbos.be (rubriek Do-meinen) wat er allemaal te beleven valt in het Kluisbos

Openstellingsplan

Het Kluisbos lokt – ook al door de aanwezig-heid van het recreatieoord in de buurt – bij-zonder veel bezoekers. De oorspronkelijke inrichting was niet langer in staat om de tal-loze natuurliefhebbers op te vangen. Daarom sloegen het ANB en de gemeente Kluisbergen de handen in elkaar om een gemeenschappe-lijk openstellingsplan op te maken voor het deel van het Kluisbos dat ze samen in eigen-dom hebben (respectievelijk 35 hectare en

In 2009 kreeg het Kluisbos in de vlaamse ardennen een complete make-over. Zo voerde het aNB er - in overeenstemming met het goedgekeurde beheerplan, opgemaakt volgens de criteria van duurzaam bosbeheer - een aantal dunningen uit. Deze ingreep was noodzakelijk om het Kluisbos een duurzame toekomst te geven. De beuken van het Kluisbos zijn immers ongeveer allemaal even oud. Binnenkort zullen deze bomen aftakelen en krijgen ze rotte plekken in hun kern. Door nu dunningen uit te voeren, kunnen andere boomsoorten en struiken zich hier al vestigen. Daarenboven verteren de bladeren van de beuk moeilijk, waardoor de bodem sterk verzuurt. slechts enkele plantensoorten kunnen in deze zure bodem overleven. Dankzij deze ingreep zal op termijn een bloeiende kruidlaag met voorjaarsbloeiers tot stand komen. Op enkele plaatsen werd er intensiever gedund, zodat hier een bosrand kan ontstaan.

Nieuwe start voor het Kluisbos

59

© G

riet

Buy

se

De commissie nam begin 2009 het initia-tief om een gemeenschappelijk Draaiboek Schaatsen uit te werken. Want plots is de winter in het land, loopt iedereen storm om te schaatsen en dan is het bijzonder moei-lijk om alles nog in goede (schaats)banen te krijgen. Nu geeft dit draaiboek klaar en dui-delijk aan wie wat moet doen en wanneer.

Met respect voor natuur

Zodra de temperatuur onder nul duikt, controleren ijsmeesters of de brandweer de dikte van het ijs. Wanneer het ijs 10 à 12 centimeter dik is, kan de ijspret begin-nen. Zolang dit niet het geval is, wijst een elektronisch infobord van de lokale politie ter plekke op het schaatsverbod. Als schaat-sen toegelaten wordt, laat de gemeente in de aanpalende (smalle) straat het verkeer slechts in één richting toe en wordt het autoverkeer naar verschillende tijdelijke parkings geleid. Linten, dranghekkens en een loper brengen de schaatsers ‘op het juiste pad’ en leiden ze zo naar de schaats-

vlakte. Zo wordt vermeden dat schaatsers zich via de oevers op het ijs begeven en de bodem beschadigen.

Geslaagd met onderscheiding

Vrijwillige ijsmeesters houden constant een oogje in het zeil. Vooraf vegen ze een lange en een korte ijspiste en voorzien ze ook een plek om ijshockey te spelen. Ze zien ook toe of iedereen zich aan de spel-regels houdt – zo mogen sleeën en kinder-wagens wel op het ijs, maar fietsen niet - en maken hierbij dankbaar gebruik van het infobord aan de toegang die de schaatsers wijzen op wat mag en wat niet. In de winter 2009-2010 doorstond dit Draaiboek Schaat-sen met glans zijn vuurdoop. Dat is alvast goed nieuws voor de Kraenepoel, maar ook de schaatsers waren in hun nopjes met de efficiëntere organisatie (parkeergeleiding, toiletten, afvalkorven, toezicht ...). Meteen levert deze aanpak ook het levende bewijs dat beschermde natuur en (veilige) ijspret elkaar niet in de weg hoeven te staan.

als koning winter zijn intrede doet, is de Kraenepoel in aalter keer op keer één van de eerste waterplassen in het noorden van vlaanderen die volledig dichtvriest. van heinde en ver komen mensen dan massaal naar deze europees beschermde waterplas om er hun schaatsen aan te binden.

Draaiboek Schaatsen

Het zuidelijke deel van de Kraenepoel is eigendom van het ANB en de gemeente Aal-ter. Het noordelijk deel is privé-eigendom. Al deze partijen zijn vertegenwoordigd in een commissie (met daarnaast ook de cel Ruimte en Erfgoed van de provincie Oost-Vlaanderen, Natuurpunt en buurtbewo-ners) die het beheer van deze voedselarme en structuurrijke waterplas ter harte neemt.

IJspret op de Kraenepoel

60

© G

emee

nte

Aal

ter

61

Meestal staan hiervoor drie Natuurinspec-teurs in, soms uitgebreid met of onder leiding van gespecialiseerde diensten. Zo geeft de lokale politie ondersteuning bij acties rond stroperij, nemen de federale recherchediensten het voortouw in het ge-val van internationale roofvogelhandel en begeleiden de diensten van het Federale Agentschap voor de Veiligheid van de Voed-selketen (FAVV) de Natuurinspecteurs bij de controle van vogelhouders en dieren-handelszaken. Soms wordt ook een beroep gedaan op de bouwinspectie van het de-partement Ruimtelijke Ordening, Woning-beleid en Onroerend Erfgoed (RWO) en de

Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschap-

pij (OVAM), voornamelijk voor afvalstorten

in speciale beschermingszones. Er werden

in 2009 36 prioritaire campagnes uitge-

voerd. Deze resulteerden in meer dan 40

processen-verbaal. De Natuurinspectie in

Oost-Vlaanderen was vooral succesvol op

het vlak van de opsporing en/of controle

van:

- verboden tuigen waaronder de vossen-

klemmen;

- spreeuwenvangsten in het noorden van de

provincie;

- roofvogelvervolging;

- vogelhandel;

- afvalstorten in speciale beschermingszo-

nes;

- de vernietiging van kleine landschapsele-

menten door overvloedig gebruik van

herbiciden.

Dagelijkse bijsturing

Acties die voorzien zijn in het Handha-

vingsplan, moeten soms wijken voor de

opsporing van gemelde delicten. De plan-

matige aanpak vraagt dan ook de nodige

soepelheid en bijsturing in functie van wat

zich dagelijks aandient. In 2009 werden

daardoor minder acties uitgevoerd rond

de illegale visserij in de Zeeschelde, die

nochtans de vorige jaren steeds hoog op

de agenda stond. Anderzijds is de doorge-

dreven aanpak van bepaalde overtredingen

die doorheen het jaar worden gemeld, vaak

een garantie dat in de daaropvolgende ja-

ren het aantal meldingen gevoelig lager ligt.

Blijvende aandachtspunten voor de Natuur-

inspectie zijn het gebruik van verboden tui-

gen in het buitengebied, de frequente uit-

zettingen van fazanten en het vernietigen

van kleine landschapselementen.

Op www.natuurenbos.be (rubriek Thema’s

> Natuurinspectie) kom je meer te weten

over de natuurhandhaving

De campagnes in het kader van het toezicht gebeuren hoofdzakelijk tijdens het weekend en zijn vooral preventief. Ze zijn bedoeld om toezicht te houden op recreatieve activi-teiten zoals vissen en jagen en op georgani-seerde recreatie in bos- en natuurgebieden.

Ondersteuning

Om jachtdelicten en misdrijven op het ge-bied van vogelhandel en vogelvangst op te sporen is een goede voorbereiding cruciaal. Verschillende opsporingsacties nemen ver-schillende dagen in beslag en zijn dikwijls het gevolg van jaren gegevens verzamelen.

De handhavingscampagnes in Oost-Vlaanderen

Het Handhavingsplan 2009 van de Natuurinspectie legt een aantal prioriteiten vast op het vlak van toezicht en opsporing. De planmatige aanpak van de handhaving staat hierin centraal. elke provincie maakt bij het begin van het jaar een uitvoeringsplan op voor de campagnes op het terrein. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de uitgevoerde campagnes in het kader van toezicht en opsporing door de Natuurinspectie Oost-vlaanderen.

aantal uitgevoerde georganiseerde acties in het kader van het toezicht en opsporing in 2009Aard van de georganiseerde actie Toezicht Opsporing Totaal acties1. Jachtcontrole (stroperij, uitzetten van wild)

3 6 9

2. Roofvogelvergiftiging 0 2 2

3. Illegale vogelvangst 1 3 44. Illegale vogelhandel 2 5 76. Regio Schelde-estuarium: controleacties naar illegale palingfuiken Durme (Hamme)

1 0 1

7. Controle op de aanwezigheid van illegale palingfuiken: Leopoldskanaal en Krekengebied

2 0 2

8. Algemene controle van recreatieve hengelaars.

Vissen in gesloten tijd en ’s nachts

Controle in knelpuntregio’s Dender, Berlarebroek, Melkader

3

5

0

0

3

5

9. Controle op georganiseerde recreatieve organisaties: Lozerbos en Kluisbergen

1 1 2

10. Controle wildcrossers en quads Linkerscheldeoever

1 0 1

Totaal 19 17 36

© D

anni

Els

kens

62

interventie noodzakelijk: daarbij werd het Vlaams Opvang Centrum (VOC) ingescha-keld om de dieren uit hun benarde situatie te bevrijden. Tweemaal kwam er melding van uitgebroken dieren uit domeinen. Om veiligheidsreden was ook hier een direct op-treden nodig. Nu het ANB voortdurend be-reikbaar is, neemt de kans om het probleem snel en doeltreffend op te lossen, fors toe. Toch behoren niet alle meldingen die het ANB bereiken tot het takenpakket van de Natuurinspectie.

Eerste stap richting interventie

Verschillende meldingen (33) die de Na-tuurinspectie aanbelangen, vroegen geen directe interventie. De burger wilt enkel ge-hoord worden en vraagt informatie of een bepaalde activiteit al dan niet mag, zoals jagen tijdens bepaalde periodes of vissen langs specifieke waterlopen.

Er kwam ook een aantal meldingen bin-

nen van delicten die nog maar net hadden plaatsgevonden zoals de vergiftiging van een buizerd, de vernietiging van een klein landschapselement, het overdadig gebruik van herbiciden langs waterlopen, de om-zettingen van graslanden. Deze meldingen worden na het weekend tijdens de reguliere diensten van de Natuurinspectie behan-deld. In een aantal gevallen zijn de overtre-dingen zoals het kappen van bomen, jagen op andermans grond, vangen van vogels nog bezig terwijl de melding het ANB be-reikt. Indien mogelijk wordt de weekend-ploeg dan ter plaatse gestuurd om de vast-stellingen te doen.

Dispatching scoort

De CVNI beoordelen het permanentie-systeem over het algemeen positief. Het permanentiesysteem is belangrijk voor de klantvriendelijkheid en bereikbaarheid van het ANB. Meestal zijn de meldingen niet dringend en behoren ze niet tot het taken-pakket van de Natuurinspectie. Het verwij-zen naar andere actoren zoals de VOC is bijzonder nuttig gebleken. Zwaktes van het huidige systeem zijn dat het oproepnum-mer niet voldoende gekend is, en de be-perkte mogelijkheden van het ANB om snel op te treden.

In de praktijk heeft elke provinciale celver-antwoordelijke de dispatchingtaak in zijn eigen provincie opgenomen. Tijdens va-kantieperiodes werd die taak in onderling overleg opgenomen door een CVNI van een buurprovincie.

Over heel Vlaanderen werden 129 meldin-gen geregistreerd. In bepaalde periode zijn er beduidend meer meldingen binnenge-komen, zoals in het begin van het jachtsei-zoen, tijdens een duivenweekend, de ope-ning van het visseizoen …

Oost-Vlaanderen nader belicht

Oost-Vlaanderen was goed voor 43 mel-dingen. Dat kon gaan van de melding dat een levende buizerd gevangen zat in een draad, over een sperwer die via de voordeur in de woonkamer terecht was gekomen, tot de melding van een dolfijn in de Schel-de in Verrebroek … Voor tien meldingen, voornamelijk over vogels was een directe

Een eerste evaluatie van de dispatching in 2009

voor al wie vragen of opmerkingen had over de handhaving, was het aNB in 2009 steeds telefonisch bereikbaar tussen 6 uur ’s ochtends en 22 uur ’s avonds, zowel op weekdagen als tijdens het weekend. voor het startjaar 2009 werden de celverantwoordelijken Natuurinspectie (CvNI) aangewezen als dispatcher.

© T

om L

inst

er

Duwtje in de rug

Om een aantal doelstellingen uit dit natuur-richtplan op het terrein te ondersteunen, zal het ANB starten met een onderzoek naar de haalbaarheid van twee natuurin-richtingsprojecten: één project speelt zich af ter hoogte van De Nuchten, Gemene Meers en Lestpolder; het ander project in de Europees beschermde gebieden van het Boelare-, Raspaille- en Geitebos.

In deze natuurinrichtingsprojecten staat het herstellen, ontwikkelen of behouden van waardevolle natuur via inrichtingswer-ken, centraal. Beide projecten hebben als doel om zowel het herstel van Europees beschermde soorten en natuurtypes mo-gelijk te maken (volgens de instandhou-dingsdoelstellingen) als om een leefbaar toekomstperspectief voor de landbouwers in de streek te garanderen.

63

Natuurrichtplan Dendervallei goedgekeurd

Hilde Crevits, voormalig minister van Natuur en leefmilieu, heeft op 14 mei 2009 het natuurrichtplan Dendervallei tussen de gewestgrens en Ninove evenals het raspaillebos en geitebos definitief vastgesteld. In het kader hiervan organiseerde het aNB in samenwerking met de gemeenten Ninove, galmaarden en geraardsbergen drie informatiemomenten. In totaal daagden een 120-tal geïnteresseerden op. Tijdens het openbaar onderzoek maakten enkele landbouwers en bezorgde inwoners een aantal bezwaren. aan de hand van bepaalde opmerkingen werd het plan nog aangepast. Dit natuurrichtplan vormt de leidraad voor het toekomstige beheer, de inrichting van dit gebied, en de vergunningsverlening. Met dit plan nodigt de vlaamse overheid de verschillende eigenaars en beheerders uit om zich bij deze gebiedsvisie aan te sluiten. enkel als iedereen samenwerkt, is het mogelijk om dit prachtige landschap in stand te houden en werk te maken van méér biodiversiteit in de Dendervallei.

Natuurinrichtingsprojecten voeren het natuurrichtplan uit

Het natuurrichtplan valt uiteen in twee grote delen. Het behoud en herstel van het typische landschap langs de Dender is het streefdoel van het eerste natuurin-richtingsproject. Dat landschap bestaat uit open tot halfopen vochtige weilan-den (bijvoorbeeld in Schendelbeke, Pol-lare en de Nuchten). Her en der geven hagen, bomenrijen en bosjes langs wei-landen het landschap een meer gesloten karakter zoals in de Boelaremeersen. De landbouw blijft een belangrijke rol spe-len om dit meersenlandschap in stand te houden. Ook populierenbossen be-houden hun plek in het landschap. Op heel wat natte plekken in de vallei (bij-voorbeeld de kom van de Nuchten) gaat echter de voorkeur naar de ontwikkeling van natte broekbossen met zwarte els. Dit waardevolle bostype is de laatste eeuw sterk achteruitgegaan. Het na-tuurrichtplan besteedt ook aandacht aan het behoud en de ontwikkeling van de kasteelparken als cultuurhistorische stapstenen.

In de bossen op de heuvels streeft het natuurrichtplan met een tweede na-tuurinrichtingsproject naar bos met een hoge natuurkwaliteit. Hagen en houtkanten kunnen de versnipperde bossen opnieuw met elkaar verbinden. Op lange termijn wordt waar mogelijk gestreefd naar bosuitbreiding.

© A

NB

© ANB

overgangsmaatregelen, en het faciliteren van omschakelingen en innovaties op de land- en tuinbouwbedrijven. Ondertussen zijn er in en rond het Parkbos ook al 25 hectare ruil-gronden voor de landbouw aangekocht.

Boomplantactie

Verder zijn ook al zo’n 30 hectare gronden aangekocht en ingericht overeenkomstig de natuur- of bosbestemming. Zo kon het ANB in maart rekenen op de hulp van 1100 kinderen uit alle scholen van de gemeente Sint-Martens-Latem om het Neckersbosje langs de Hooglatembeek aan te planten.

Via groenas het Parkbos in

Een van de sleutelprojecten voor de groen-pool is de realisatie van een groenas langs de oude spoorweg Gent - De Pinte. Zo’n groenas is een lang smal park voorzien van een wandel- en fietspad, dat de schakel vormt tussen de stadskern en de meer lande-lijk groene gebieden. Via de groenassen lif-ten de Gentenaars rechtstreeks het Parkbos in. Bovendien staat deze groenas voor de

fietsende werk- en schoolpendelaars garant voor een veilige verplaatsing van en naar de woongebieden ten zuiden van Gent. De re-alisatie van deze langzame verkeersverbin-ding moet echter twee barrières overbrug-gen, met name de E40 en de Ringvaart/R4 overbruggen. Het Vlaamse Gewest, de pro-vincie Oost-Vlaanderen, de stad Gent en de gemeenten De Pinte en Sint-Martens-Latem hebben alvast in een formele overeenkomst de verdere werkwijze, de rol en de financiële bijdrage van elke partner vastgelegd.

Veelbelovend begin

Tijdens de Week van het Bos kwamen ruim 700 mensen opdagen om - naar de formule van het televisieprogramma Fata Morgana - het Parkbos tot een vijfsterrenbos te dopen. Op dit evenement oogstte de première van de Parkbosfilm niets dan lovende commen-taren.

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikke-lingen via www.natuurenbos.be (rubriek Projecten > Parkbos)

64

sinds juli 2007 coördineert het projectbureau Parkbos de werkzaamheden van het aNB, de vlM, de provincie Oost-vlaanderen, stad gent en de gemeenten De Pinte en sint-Martens-latem. Dat moet leiden tot de voltooiing van het Parkbos tot een multifunctionele groenpool in het zuiden van gent.

Natuur en landbouw hand in hand

Een belangrijke realisatie hierbij is de onder-tekening van het landbouwprotocol op 29 april 2009. Naast 340 hectare oud en nieuw bos en 200 hectare park- en natuurgebied is er in het Parkbos immers ook ruimte voor-zien voor 500 hectare duurzame landbouw. Dit protocol, uitgewerkt door de VLM, in nauw overleg met het ANB en de werkgroep ‘duurzame landbouw’, wil landbouwbedrij-ven in het Parkbosgebied alle kansen geven voor een duurzame bedrijfsvoering. Dit pro-tocol reikt verschillende oplossingen aan zoals het aanbieden van ruilgronden, het in-schakelen van landbouwers bij onderhouds- en beheerswerken, het uitwerken van

Het Parkbos, een vijfsterrenbos

© Hannelore V

andorpe

© H

anne

lore

Van

dorp

e

Stropersbos kan met propere lei beginnen

Vroeger was het Stropersbos een moza-iek van waardevolle biotopen zoals elzen-broekbossen, heide en zeldzame heischrale graslanden. Met het natuurinrichtings- en LIFE-project gaven het ANB en de VLM deze typische habitats opnieuw de kans om zich optimaal te ontwikkelen. In 2009 wer-den de laatste percelen in het noorden van het bos geplagd. Hierdoor kregen de zaden van de heide, die zich in de bodem schuil houden, opnieuw de kans om te groeien en te bloeien. Verder werden langs de Linie en de Maatbeek vistrappen en dammetjes aangelegd, die het water tijdens de zomer langer in het gebied ophouden. Hierdoor

kunnen waardevolle elzenbroekbossen zich opnieuw ten volle ontwikkelen.

Historische verdedigingswal

Niet alleen op landschappelijk, maar ook op cultuurhistorisch gebied heeft het ANB het Stropersbos in ere hersteld. Dankzij het Interreg-IVa project Forten en linies ‘In grensbreed perspectief’ kon ook de Bed-marlinie in zijn oorspronkelijke staat her-steld worden. Deze historische verdedi-gingswal is in 1701 aangelegd om de grens te beschermen tegen invallen van de Ne-derlanders. Naar de reconstructie van de Bedmarlinie loopt een pad dat ook voor mindervaliden toegankelijk is.

Voor iedereen

Verder kregen de paden, de gebiedstoegan-gen en de recreatieve infrastructuur een serieuze opknapbeurt. Twee wandellussen laten de bezoekers ten volle genieten van het Stropersbos. Ook de schapen, Gallo-wayrunderen en Konikpaarden die hier gra-zen, vormen een extra attractie. Er zijn ook verschillende routes voor ruiters en fietsers voorzien. En niet te vergeten: in het Stro-persbos vinden kinderen ook een speelzone waar ze naar hartenlust kunnen ravotten.

65

Het Stropersbos in een nieuw kleedje

Dankzij een natuurinrichtingsproject, dat later opgevolgd en versterkt werd door een europees life-project, onderging het stropersbos in het Waasland het voorbije jaar een ware gedaantewisseling. Na de werken kwamen op 15 november 2009 zo’n 800 bezoekers een kijkje nemen in het vernieuwde bos. en op dit gesmaakte evenement, met toneeltjes in het bos, kon iedereen zien dat er het voorbije jaar niet op een inspanning meer of minder is gekeken ...

© P

atric

k Ve

rhey

e

© Patrick Verheye

Limburg

66

© W

ilfrie

d R

entm

eest

ers

Projectvoorstel goedgekeurd

Een belangrijke stap is de goedkeuring van het projectvoorstel van Bosland door Vlaams minister van Begroting Philip Muyters. Dat is een erkenning van het bovenlokale en in-tegrale karakter van Bosland en de vernieu-wende aanpak op het vlak van functionele verweving, lokale betrokkenheid en samen-werking. Met de subsidie kan Bosland voor de komende drie jaar een projectcoördinator aanstellen en bijkomende initiatieven nemen om de ruimtelijke kwaliteit in het werkingsge-bied te verbeteren.

Het dossier maakt een onderscheid tussen processen, sleutelsites en sleutellandschap-pen. De processen hebben betrekking op het verder actualiseren van de structuurvisie voor Bosland en het vertalen van deze visie in ruimtelijke uitvoeringsplannen. De sleu-telsites zijn vooral van groot belang voor het ontwikkelen van een kwaliteitsvol onthaal en het geleiden van de bezoekersstromen in het gehele werkingsgebied van Bosland. De sleutellandschappen ten slotte zijn elk op zich unieke deelgebieden die bijdragen tot de identiteit van Bosland als een belangrijk Vlaams open ruimtegebied. Door samen te werken zullen in deze landschappen extra ini-tiatieven genomen worden om de natuur- en landschapswaarden, cultuurhistorische waar-den en functionele verankering binnen het gebied te versterken.

Op www.natuurenbos.be (rubriek Projecten > Bosland) ontdek je het laatste nieuws over Bosland

Landcommanderij kleurt groen

Op dit moment is al een aantal werkzaam-heden uitgevoerd. Zo is het herstel van de slotgracht afgerond en is de rode beuk in de Engelse tuin omwille van veiligheidsoverwe-gingen geruimd. Tijdens de winter werden ook de boomgaarden in ere hersteld met de (her)aanplanting van enkele honderden fruitbomen, historische hagen en dreven. De renovatie van de Engelse tuin staat de komende periode op het programma. Dank-zij deze ingrepen zal de uitstraling van dit topdomein nog toenemen en kunnen de be-zoekers ook in de toekomst blijven genieten van deze prachtige Vlaamse kasteelsite. Ook de stad Bilzen wil er alles aan doen om van de Landcommanderij een kasteel-, cultuur- én parkcentrum te maken met een wijdver-spreide uitstraling. De stad zal daarom het beheer van het aanliggende Rentmeesterij afstemmen op dat van Alden Biesen.

In samenwerking met …

De kasteelsite Alden Biesen is al jarenlang

in handen van twee agentschappen: aan de ene kant is er het Agentschap voor Facilitair Management, dat verantwoordelijk is voor het onderhoud en de verdere verfraaiing van het kasteel en de omliggende gebou-wen. Aan de andere kant neemt ook het Agentschap Kunsten en Erfgoed cultureel aanbod op zich. Zo organiseert dit agent-schap verschillende cultureel getinte activi-teiten, zoals de Zomeropera en het Interna-tionaal Vertelfestival.

Met het ANB wordt nu een derde agent-schap betrokken bij de Landcommanderij Alden Bisen. Het ANB zal er een werkgroep groenbeheer coördineren. Die zal het on-derhoud van het park en de omliggende landerijen bestendigen en verder uitwerken.

Op 10 juli 2009 werden deze doelstellin-gen bekrachtigd door de vier partijen. De stad Bilzen, het Agentschap voor Facilitair Management, het Agentschap Kunsten en Erfgoed en het ANB ondertekenden toen een samenwerkingsovereenkomst in Alden Biesen.

67

Bosland mag prat gaan op de naam ‘grootste bosgebied van vlaanderen’. Deze groene long van Noord-limburg omvat meer dan 6000 hectare bos, verspreid over de gemeenten Hechtel-eksel, lommel en Overpelt. De bossen bieden een ruime waaier aan sport- en ontspanningsmogelijkheden.Tegen 2012 moet Bosland niet alleen het grootste maar ook het meest kindvriendelijke bos van vlaanderen worden. De eerste stappen zijn alvast gezet …

Bosland erkend als strategisch project

Naar een nog mooier landschap voor de Landcommanderij Alden BiesenDe afgelopen jaren lag in de landcommanderij alden Biesen de klemtoon vooral op architectuur en cultuur. en dat is niet helemaal terecht, want ook de natuur is hier meer dan het bewonderen waard. Daarom zal in de toekomst het landschap van alden Biesen meer in de kijker worden gezet. sinds september is er dan ook gestart met een Harmonisch Park- en groenbeheerplan waarin alle beschikbare informatie van de landerijen en tuinen gebundeld wordt.

© M

athi

lde

Bar

tels

Voor de bezoekers tekende het ANB in 2009 een gevarieerd en interessant jaarprogram-ma uit. De activiteitenkalender met 97 ac-tiviteiten, waaronder midweekwandelingen, seizoenswandelingen in heel het beekdal-landschap, cursussen, beheerswerkdagen, … was het hoogtepunt. Ook de feestelijke seizoensopening op zondag 29 maart met een schaapscheerfeest, het zomerprogram-ma met een tentoonstelling over ‘zomerse zwaluwen’, een tekenwedstrijd, een foto-zoektocht en wekelijkse themawandelingen mogen niet in het rijtje ontbreken. Het stan-daardaanbod werd ook aangepast op maat van groepen en scholen.

Het ANB en Natuurpunt: een geslaagd team

De algemene coördinatie en de financiering van het Bezoekerscentrum is in handen van het ANB. Drie medewerkers van Natuur-punt staan in voor de praktische uitvoering, zoals programma’s uitwerken, reservaties en de inrichting van het centrum opvolgen, evenementen en tentoonstellingen orga-niseren, de vrijwilligersgroep coachen en wandelingen begeleiden. Ook de begelei-ding van de meeste groepen nam Natuur-

punt voor zijn rekening. Boswachters en andere medewerkers van het ANB zorgden voor de begeleiding van overheden en mi-litairen.

In 2009 bezochten 12 913 mensen het Bezoekerscentrum. Vergeleken met 2008 een lichte daling: het gevolg van het feit dat er het voorbije jaar geen grootschalige evenementen hebben plaatsgevonden. Het aantal individuele bezoekers en klassen blijft stijgen. Dat is positief, aangezien bei-de een belangrijke doelgroep vormen.

68

Bezoekers sensibiliseren en laten kennismaken met de uitzonderlijke natuurwaarden van de vallei van de Zwarte Beek: het vormt al jaren de belangrijkste reden van bestaan van het vlaamse Bezoekerscentrum ‘De Watersnip’ in Koersel. Het Bezoekerscentrum is dan ook de ideale uitvalsbasis om één van de grootste, meest gevarieerde en ecologisch waardevolste natuurgebieden van vlaanderen beter te leren kennen. een belangrijk hulpmiddel daarbij, ook in 2009, is de permanente tentoonstelling over het beekdallandschap van de Zwarte Beek en haar bewoners.

Vlaams Bezoekerscentrum De Watersnip blikt tevreden terug

Totaal Individu-ele bezoe-

kers

groeps-bezoek

scholen Wandel-aanbod

evene-ment

vorming Overleg

1997 7 585 2785 1159 1871 100 1608 153

1998 10 456 3 279 1 756 3 273 675 824 358

1999 12 073 3 704 1 729 2 834 724 2 743 175

2000 7 778 2 415 1 355 2 052 650 1 050 246

2001 8 642 2 292 1 922 1 744 553 1 742 389

2002 7 707 2 555 2 261 1 227 764 766 134

2003 10 337 2 897 1 934 1 636 749 2 946 175

2004 10 695 3 151 1 653 2 509 1 108 2 190 84

2005 12 183 3 566 1 862 2 048 1 106 3 264 337

2006 12 9963 964 2 838 2 730 1 145 1 214

361 744

2007 14 0334 662 2 770 2 742 1 211 1 570

539 539

2008 13 1394 551 2 069 2 254 1 127 2 131

410 586

2009 12 9134 799 1 908 3 179 1 114 957

368 588

Evolutie van de bezoekersaantallen 1997 - 2009

© S

hutt

erst

ock

© S

hutt

erst

ock

Wil je meer weten over Bezoekerscentrum De Watersnip? ga dan naar www.natuuren-bos.be (rubriek Domeinen)

Dunnen om te groeien

Zo werden onder meer in en nabij de Vallei van de Zijpbeek, in het domeinbos Heiweek en de bossen van de gemeente Dilsen bomen gekapt. Voornamelijk naaldbomen en exoten zoals de Amerikaanse vogelkers moesten de duimen leggen. Hierdoor krijgen voortaan het loofbos, de heide en de moerasvegetaties in deze gebieden meer kans om zich te ontwik-kelen. Nabij de Gaarvijver is er ook een moe-raszone aangelegd, die voor tal van zeldzame dieren zoals de speerwaterjuffer een geschikte biotoop vormt. Maar er zijn niet alleen bomen gekapt in de Hoge Kempen, er is ook heel wat hectare bos bijgeplant, zoals in Aertshouw, in het Drie Beukenbos en in Meeswijk in de Maasvallei.

Maaibeheer

Niet alleen bos, ook grasland vormde het de-cor voor heel wat werkzaamheden. Zo heeft het ANB in de regio Hoge Kempen in 2009 ruim 60 hectare gemaaid en laat het 36 hec-tare (Duivelsberg, Ziepbeek, Asbroek, Kikbeek-bron) door paarden en runderen begrazen.

Bijzondere aandacht ging naar het maaibeheer van de bermen langs het vliegveld van het mi-litaire domein van Wiemesmeer. Hier bevindt zich één van de laatste populaties van veldpa-relmoervlinder. In het militaire domein heeft het ANB ruim 30 hectare bermen in beheer.

In de heidegebieden van de Hoge Kempen werd 27 hectare beheerd, deels in eigen regie, deels via het heidebestek. In het gebied Kla-verberg tot slot, dat tot de gemeentebossen van As behoort, stond heideherstel centraal. Dennenopslag werd gekapt en over een op-pervlakte van twee hectare werden vergraste heidepercelen geplagd. In samenwerking met de stad Genk is het ANB hier gestart met een begrazingsproject.

Ontdek op www.natuurenbos.be (rubriek Projecten > NP Hoge Kempen) de laatste ontwikkelingen

Dat wachtbekken zal gebouwd worden in een waardevol natuurgebied. Om de na-tuur te beschermen, zijn er dan ook mil-derende maatregelen uitgevoerd. Die moe-ten het unieke vallei-ecosysteem van de Jeker garanderen. Daarom heeft het ANB in samenwerking met de Vlaamse Milieu-maatschappij (VMM) een goede uitgangs-situatie voor natuurontwikkeling gecreëerd door de structuurkwaliteit van de waterloop te verhogen en de natuurlijke relatie tussen de waterloop en de vallei te herstellen. De voornaamste ingreep bestond uit het ver-lagen en het herprofileren van de oevers van de Jeker. Er werden ook waterkeerkrib-

ben geplaatst, om voor differentiatie in de stroming te zorgen. Door de opgehoogde oeverwallen te verwijderen, kan de Jeker zich beter integreren in het omliggende landschap. Van de gelegenheid werd ook gebruikgemaakt om een aantal poelen te graven om de kamsalamander alle kansen te bieden. Naast een groot aantal knotwil-gen werden ook enkele waardevolle knotes-sen gesnoeid. De inrichtingswerken streven naar een verbeterde leefomgeving voor Europese Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten. Of de ecologische potenties optimaal benut werden, zal blijken uit de monitoringresul-taten.

69

Natuurherstel in de Hoge KempenIn het natuurrichtplan Hoge Kempen stond het afgelopen jaar de fase van de uitvoering centraal. In de Hoge Kempen hebben dan ook heel wat natuurorganisaties samen met het aNB de handen uit de mouwen gestoken.

Beekherstel op de Jeker in Tongeren-LauwDe voorbije jaren kregen de inwoners van de Tongerse deelgemeente lauw regelmatig te kampen met overstromingen. De aanleg van een wachtbekken stroomopwaarts de Jeker moet dit probleem in de toekomst verhelpen.

© P

aul P

rince

n

Bosplantactie in speelbos Kermisveldje

voor het aNB is het verwerven van

grond een belangrijke doelstelling. Het

is dan ook al enkele jaren druk in de

weer om grond te verwerven in een

uitgestrekt boscomplex ten zuidwesten

van de Herkrodeabdij. Momenteel heeft

het aNB hier al ongeveer 130 hectaren

in eigendom. In de toekomst zal het

aNB proberen om nog aansluitende

bosuitbreidingsoppervlakten te

realiseren. Dat kadert in de plannen

om er samen met de stad Hasselt een

stadsbos te realiseren, dat het nu al

aantrekkelijke groene gebied in de rand

nog zal versterken.

16 000 bomen

In het kader hiervan vond er op

7 maart 2009 een bosplantactie

plaats in runkst. vanaf 14 u

kwamen meer dan 265 kinderen,

leden van acht jeugdbewegingen,

het terrein opgestormd. Ook de

kindergemeenteraad was present. In

totaal hebben ze in de vorm van een

ludiek spel met heksen en kabouters

ongeveer 16 000 bomen (essen, beuken,

lorken, hazelaars, …) geplant.

Laatste loodjes

Het jaar 2009 was dan wel officieel het laat-ste projectjaar, toch was er op sommige militaire domeinen nog veel op te knappen. Vooral op de militaire domeinen Kamp Be-verlo en de schietvelden van Kamp Bras-schaat wachtten begin 2009 nog meer dan 300 hectare heide op herstel en moest het ANB nog 43 hectare plaggen. Een andere nog af te werken opdracht was de bestrij-ding van de Amerikaanse vogelkers; een taak die zich in totaal uitstrekte over maar liefst 1 526 hectare. Hoewel begin 2009 het grootste deel van deze klus geklaard was, stond er op Kamp Beverlo nog 342 hectare

nabehandeling op het programma. Het verwijderen van Amerikaanse vogelkers verloopt immers gefaseerd. Na de hoofd-behandeling in het ene jaar, worden in het daaropvolgende jaar de hardnekkige zaai-lingen verwijderd. In de andere project-gebieden werden de opdrachten, die de voorbije jaren door het slechte weer niet konden worden voltooid, afgerond. Vooral het herstel van het ven Diepgoor op Tielen-kamp in Kasterlee verdiende nog bijzondere aandacht.

Op www.natuurenbos.be (rubriek Projec-ten > DaNaH) staat alle informatie gebun-deld

70

Life-project DANAH succesvol afgerondsinds 2004 leveren het ministerie van Defensie en het aNB grote inspanningen op 12 vlaamse militaire domeinen in het kader van het door europa ondersteunde life-project DaNaH. In 2009 werd dit project grotendeels afgerond. De resultaten na vijf jaar zijn gerust uitzonderlijk te noemen. Over niet minder dan 4 000 hectare, verspreid over 12 militaire domeinen in vlaamse NaTUra 2000-gebieden, werd de natuur hersteld. Het life-project DaNaH was hiermee het grootste natuurherstelproject in de hele europese Unie. De herstelwerkzaamheden waren erg divers en hadden tot doel het enorme natuurpotentieel op de militaire domeinen volledig te doen ontluiken. voornamelijk het herstel van heidelandschappen stond centraal.

© D

omin

ique

Can

nier

e

Mooie resultaten

De balans op het einde van 2009 is rond-uit positief. Het gros van het natuurherstel is volledig gerealiseerd. De resultaten op het terrein ogen indrukwekkend en doen dagdromen over hoe het landschap er bin-nen enkele jaren uit zal zien. De heideher-stelwerkzaamheden op de schietvelden van Kamp Brasschaat en het venherstel in Tielenkamp konden omwille van over-macht nog niet volledig afgerond worden. Zo zorgde onder meer het faillissement van een hoofdaannemer voor een aanzienlijke vertraging. Ook naast het terrein werden grootse resultaten geboekt. Defensie en het ANB werkten in 2009 beter dan ooit samen en goten hun gezamenlijk visie in richt- en beheerplannen. Na vijf jaar onderhande-len beschikken de projectpartners vandaag over instrumenten die een duurzaam be-heer van 9 400 hectare militaire domein mogelijk maken. Militair en ecologisch beheer zijn daarbij harmonisch op elkaar afgestemd. De ecologische prioriteiten werden in beeld gebracht en vertaald. Het toekomstige beheer is voor een periode van zevenentwintig jaar uitgestippeld in de beheerplannen. Hierdoor kan Defensie de militaire gebieden volop blijven gebruiken, zonder dat de fauna en flora daaronder lij-den. De terreinbeheerders van zowel Defen-

sie als het ANB kunnen de afspraken in de beheerplannen te allen tijde raadplegen via een geografische informatietool. Deze GIS-tool werd het afgelopen jaar gerealiseerd en is ook geïntegreerd in ‘ANB in kaart’.

Het ANB en Defensie reiken de handen

Van 18 tot 20 mei 2009 organiseerden De-fensie en het ANB in het kader van DANAH de internationale studiedag ‘NATURE in DEFENCE: back to life, after LIFE’. De stu-diedag ging door in de Abdijhoeve van Her-kenrode. Het programma bestond uit pre-sentaties, terreinbezoeken en workshops. In totaal werden een 50-tal gasten uit wel 20 verschillende landen ontvangen, met zowel een militaire als ecologisch - wetenschap-pelijke achtergrond. Daarnaast namen ook 50 medewerkers van het ANB en Defensie deel aan deze conferentie. Liefst 15 buiten-landse sprekers reikten ideeën aan om de samenwerking op een duurzame na de pro-jecttermijn voort te zetten. Lokale besturen en verenigingen uit de omgeving van de mi-litaire domeinen werden evenmin vergeten: tijdens de infosessies kwamen ze meer te weten over de belangrijkste resultaten van het project en kregen ze een zicht op het toekomstige beheer. De leerrijke en infor-mele infosessies waren unieke ontmoe-tingsmomenten tussen de projectpartners

en de lokale sleutelfiguren uit omliggende gemeenten. Om een succesvol vervolg op het project te garanderen, werden ook mi-lieu- en natuuropleidingen voor het militai-re personeel voorbereid. Elke militair krijgt tijdens de basisopleiding een les natuur en milieu. Een film met Carry Goossens leidt de lessen passend in. De film kadert in de campagne ‘Forces in Nature’ waarvoor ook al kaartspelen, een kalender en T-shirts wer-den gemaakt. Op het Italiaanse militaire filmfestival ‘Eserciti e Popoli’ sleepte deze film in november 2009 de eerste prijs weg in de categorie ‘Natuur en milieu’.

Toekomst verzekerd

De Europese Commissie ging DANAH steeds meer als een na te volgen voorbeeld beschouwen voor andere Europese lidsta-ten: om via samenwerkingsprojecten het NATURA 2000-netwerk vorm te geven. Dat is meteen een belangrijke reden waarom de Europese Commissie de resterende werken zo graag wil afgewerkt zien. Enkel en alleen voor de werken in Brasschaat en Tielen-kamp werd eind 2009 een verlenging van zes maanden toegestaan. Deze werken zijn beëindigd voor het broedseizoen van start ging.

De inspanningen van Defensie en het ANB mikten steeds op duurzame resultaten. Het Life-project is dan ook een goede voorberei-ding op een geslaagde en duurzame samen-werking tussen beide overheden morgen. Binnen het project waren er tijdelijk meer middelen, personeel en tijd ter beschikking om het achterstallige beheer op het terrein weg te werken en om de militaire en ecolo-gische noden op een duurzame en realisti-sche manier te integreren. Eind 2009 - op enkele nog te beëindigen werken na - was het moment gekomen om de fakkel door te geven aan de protocolpartners. Defensie en het ANB zullen blijven samenwerken via de gewestelijke en lokale commissies voor na-tuur- en bosbeheer, die via de protocolover-eenkomst geïnstalleerd werden. Een heuse inhaaloperatie op het terrein zorgde voor een prima uitgangssituatie voor een realis-tisch en duurzaam beheer, de plannen leg-gen de basis voor de integratie van militaire en ecologische noden.

71

© Jo

han

Vans

wijg

enho

ven

72

West-Vlaanderen©

Tom

Lin

ster

Voor iedereen wat wils

Niet toevallig was 2009 een recordjaar: het Bezoekerscentrum De Nachtegaal mocht maar liefst 61 861 bezoekers verwelkomen. Zowel groepen toeristen als scholen en ge-zinnen met kinderen vonden gretig hun weg naar De Nachtegaal. Zowel voor de kenner als de natuurliefhebber geeft De Nachte-gaal informatie op maat. De Nachtegaal is bovendien het uitgelezen vertrekpunt voor een betoverende wandeling in en rond de mooie natuur aan de Westkust. Bezoekers kunnen verschillende wandel- en fietsrou-tes, natuurbrochures en determineerkaar-ten krijgen aan de balie. Ook de permanen-te tentoonstelling rond zee, strand en duin trekt heel wat volk. Elk jaar kan je daarnaast verschillende tijdelijke tentoonstellingen bezichtigen. Zo ging er in 2009 het cartoon-festijn door en de fototentoonstelling over het boek ‘Onze kust anders bekeken’.

‘Onze Kust Anders Bekeken’

Dat boek werd op 10 november in het VBNC De Nachtegaal ook officieel voorgesteld. In het boek dompelen zeewetenschapper Jan Seys en fotograaf Misjel Decleer je onder in 25 mysteries van onze kust. Ze nemen je mee op evenveel verrassingstochten langs mosselkweekpercelen op zee, markante gebouwen op de zeedijk en nog zoveel meer. Dit boek is een absolute must voor wie onze kust met andere ogen wil leren bekijken.

Gevarieerd (jaar)programma voor een breed publiek

Ook de natuurtuin rond het centrum is de bron van heel wat activiteiten. Hier kan je kennismaken met de biotopen van de kust. Voor gezinnen met kinderen zijn er rugzak-ken met educatieve opdrachten en een spe-ciale bloemen- en schelpengids. Ook voor scholen en andere groepen stelt De Nach-tegaal verschillende leerrijke pakketten ter beschikking.

In samenwerking met ARGUS kon je in 2009 op een smokkelfietstocht. Deze fiets-tocht van 15 of 28 kilometer brengt de be-zoeker langs fossiele duinen en doorheen de Moeren. Voor gezinnen met kinderen werd een rugzak met tal van doe-activiteiten uitgewerkt.

Tijdens de zomervakantie was het genieten van een wandelzoektocht die georganiseerd werd in samenwerking met de gemeente De Panne. Deze zoektocht met start en einde aan De Nachtegaal kon meer dan 2000 deelnemers bekoren.

Tijdens het eerste weekend van oktober zakten dan weer meer dan 2000 mensen af naar de tweede editie van het Natuurfestival voor een uitgebreid natuurprogramma met een vleugje cultuur.

Het boek ‘Onze kust anders bekeken’ kost € 39,50 en kan in de groene winkel van De Nachtegaal aangekocht worden. een 33-tal foto’s uit het boek werden uitvergroot en kregen telkens een korte duiding in een tijdelijke tentoonstelling.

Ontdek op www.natuurenbos.be (rubriek Projecten > NP Hoge Kempen) de laatste ontwikkelingen

73

gelegen tussen verschillende natuurreservaten is het vlaams Bezoekers- en Natuureducatiecentrum (vBNC) De Nachtegaal in De Panne de ideale uitvalsbasis om er op uit te trekken in de natuur. Ook in 2009 vormde De Nachtegaal het decor voor heel wat activiteiten.

Bezoekerscentrum De Nachtegaal, de poort tot de natuur aan de (west)kust

© M

arc

De

Vos

© D

anni

Els

kens

Dat blijkt ook uit de cijfers. Hoewel die niet de hele lading dekken, bieden ze wel een objectieve maatstaf. Zo geeft het aantal op-gestelde processen-verbaal een beeld van de gepleegde inbreuken op diverse wetgevingen, en toont het aantal kantschriften, uitgevaar-digd door de procureurs, de complexiteit aan van de dossiers en de samenwerking met de parketten. Interessant worden cijfers pas echt als ze verzameld worden over meerdere jaren, zodat trends kunnen worden afgeleid.

Internationaal

In Vlaanderen werden in 2009 858 aanvan-kelijke en 374 navolgende processen-verbaal opgemaakt. West-Vlaanderen had daarin een aandeel van 241 aanvankelijke en 107 navol-gende.

Het grootste aandeel handelt over jacht en vogelvangstregelgeving. Een opvallende ken-tering in de vogelvangstdossiers is de meer gestructureerde aanpak, waarbij netwerken van vangers en verkopers worden aangepakt. Deze aanpak is een stuk efficiënter dan de ad hocbenadering uit het verleden. Zowel in West- als in Oost Vlaanderen lopen nu dos-siers met internationale vertakkingen.

In 2009 werden 1020 vogels vrijgelaten of overgebracht naar een vogelopvangcentrum. Daarnaast werden 155 mistnetten, 154 andere vogelvangstnetten en 416 stuks vangstmateri-aal allerhande in beslag genomen. Opvallend, maar wel logisch is dat de overtredingen op vogelvangst samenvallen met het trekseizoen.

Vademecum in de pijplijn

In 2009 werden 91 aanvankelijke processen-verbaal gemaakt voor visserij. Op 2570 gecon-troleerde visverloven betekent dit dat slechts 3,5 % van de vissers in overtreding was. In 2008 werden 2142 vissers gecontroleerd en werden 138 processen-verbaal opgesteld. Dit

bewijst dat een volgehouden handhaving het aantal overtredingen doet dalen. Deze cijfers zijn dan ook onontbeerlijk om het handha-vingsbeleid te evalueren en eventueel bij te sturen.

Voor de bos- en natuurwetgeving is er even-eens een stijging van het aantal processen-verbaal vast te stellen in vergelijking met de vorige jaren. Dit komt vooral omdat de bescherming van permanente graslanden hoog op de agenda staat, al moet hier in de toekomst nog zwaar in geïnvesteerd worden. Een van de belangrijkste aandachtspunten vormt de opmaak van een degelijk Vademe-cum Natuurwetgeving. Het blijkt immers dat door de vele wijzigingen in de uitvoeringsbe-sluiten de wetgeving zo complex is geworden dat natuurinspecteurs onzeker zijn geworden. Intussen wordt de laatste hand gelegd aan het Vademecum Visserij en het Vademecum Jacht en vogelvangst.

Samen met politie

Cijfers zeggen niet alles. Zo kan de sterk verbeterde relatie tussen het ANB en de par-ketten en verschillende politiediensten niet in cijfers worden uitgedrukt. Evenmin is het mogelijk om de sterk doorgedreven ratio-nalisatie en uniformiteit in aanpak en optre-

den in cijfers te vertalen. Overleg tussen de provincies, uitwisseling van informatie en kennis, juridische ondersteuning, een erg performante centrale dienst Natuurinspectie, sterke IT-toepassingen voor de opmaak van processen-verbaal, bestuurlijke maatregelen, aanmaningen, klachten en meldingen: het zijn stuk voor stuk verdiensten van de voor-bije twee jaar, waarmee de cel Natuurinspec-tie kordate stappen richting professionaliteit heeft gezet. De procureurs zijn erg tevreden met de hoge kwaliteit van de processen-ver-baal van het ANB, zodat de Natuurinspectie stilaan wordt aangesproken om zaken, inge-leid door de politie, over te nemen, dagvaar-dingen naar vernieuwde wetgevingen te verta-len en deskundig advies te geven.

Het uitgebreide Milieuhandhavingsdecreet, van kracht sinds 25 juni 2009, geeft vleugels aan de natuurinspecteurs, die nu eveneens bestuurlijke handhaving kunnen hanteren. De invoering van dit decreet betekent een flinke stap voorwaarts in de bescherming van na-tuur en milieu, en stelt paal en perk aan de eerder lage vervolgingsgraad uit het verleden.

74

De Natuurinspectie in West-Vlaanderen

op koers

De nieuwe structuur van het aNB blijkt een schot in de roos te zijn voor de cel Natuurinspectie. een gespecialiseerde cel blijkt veel beter in staat een handhavingsbeleid uit te stippelen en uit te voeren dan vroeger, toen het politionele werk nog een deeltaak was van elke boswachter. De onafhankelijkheid van de cel natuurinspectie leidt ook tot een slagkrachtiger handhaving.

© D

anni

Els

kens

Terug naar vroeger

Het ANB heeft in dit gebied een aankoop-project lopen. Om de natuur in dit uitge-strekte gebied optimaal te herstellen, is het noodzakelijk te weten hoe het gebied tradi-tioneel beheerd werd en welke natuurwaar-den hier vroeger aanwezig waren.

De studie van Arnout Zwaenepoel leverde een grote en onschatbare bron van informa-tie over het reilen en zeilen in de broeken: informatie die heel vaak enkel nog in het ge-heugen van oudere bewoners aanwezig is. Gecombineerd met archiefonderzoek paste hij alle puzzelstukjes in elkaar zodat het ANB nu een veel beter zicht heeft op hoe dit halfnatuurlijke ecosysteem functioneerde

en geleidelijk is gedegradeerd tijdens de twintigste eeuw. Naast een flink pak leuke anekdotes en prachtige oude foto’s uit foto-albums van de geïnterviewden, levert deze studie ook tips en aanbevelingen op voor het herstelbeheer.

Onze Vallei van Toen

Het Vlaams Bezoekerscentrum (VBC) De Otter besloot, nadat de studie was afge-rond, om met deze informatie de boer op te gaan. Het organiseerde vier verschillende winterse vertelavonden in samenwerking met de steden en gemeenten van de IJzer- en Handzamevallei. De lezingenreeks kreeg de naam ‘Onze Vallei van Toen’ en werd een grandioos succes. Niet enkel door de hoge opkomst maar ook door de diversiteit in het publiek: zowel natuurliefhebbers en

heemkundigen als landbouwers, waterbe-heerders, vissers en jagers vonden de weg naar de culturele centra van de gaststeden en -gemeenten.

Vlaams Bezoekerscentrum De Otter heeft succes

En alsof dit niet genoeg is, heeft De Otter een recordjaar achter de rug. Niet minder dan 16 000 bezoekers kwamen langs. Dat betekent een stijging van 84 % ten opzichte van 2008. Daarnaast werd in januari 2009 een officiële samenwerkingsovereenkomst getekend tussen de verschillende partners in het bezoekerscentrum: het ANB, Natuur-punt en het Regionaal Landschap IJzer & Polder. Hiermee engageren de partners zich om samen de schouders te zetten onder de werking en promotie van het VBC De Otter.

leer dit natuurgebied beter kennen op www.natuurenbos.be (rubriek Domeinen)

75

Historisch-ecologisch onderzoek in de IJzer-en HandzamevalleiIn opdracht van het aNB ging arnout Zwaenepoel van de West-vlaamse Intercommunale (WvI) de voorbije twee jaar op de koffie bij tal van oude landbouwers, jagers, vissers, waterbeheerders… in de IJzer- en Handzamevallei. Hij liet hen honderduit vertellen over de goeie oude tijd in de broeken en de veranderingen sinds de eerste Wereldoorlog in beheer, waterkwaliteit, visstand …

© In

ge M

esue

re

Om dit mooie natuurrijke gebied ook in de toekomst alle kansen te bieden, heeft het ANB (dat 150 hectare in beheer heeft) samen met de VLM van 2001 tot 2009 een natuurinrichtingsproject uitgevoerd. Dat project had tot doel om opnieuw vochtige weiden en hooilanden te creëren en het oorspronkelijke open karakter van het ge-bied te herstellen. Dat is de beste manier om de talloze zeldzame vogels en planten te beschermen. Sinds de jaren 1980 werd het gebied immers flink ontwaterd, zodat de Meetkerkse Moeren voor een groot deel

in cultuurgrasland en akkerland werd om-gezet.

In het kader van het natuurinrichtingspro-ject werd lokaal het waterpeil verhoogd met 25 centimeter en de landbouwers vergoed voor het landbouwverlies. Ook werden de karakteristieke ondiepe laantjes opnieuw uitgegraven om de hooilanden vochtig te houden. Bezoekers vinden er typische ‘nat-te’ planten zoals de egelboterbloem. Er zijn de voorbije jaren zes poelen uitgegraven, een ideale leefomgeving voor kikkers, sala-manders en libellen. Rond de betonfabriek,

die aan de rand van het natuurgebied ligt, is een groenbuffer aangelegd. Ook aan de bezoekers is gedacht: via een nieuw wan-delpad kunnen zij de Meetkerkse Moeren verkennen.

76

Meetkerkse Moeren in ere hersteldDe Meetkerkse Moeren bestaat uit ongeveer 370 hectare natuurschoon en ligt op het grondgebied van sint-andries, Nieuwege (varsenare) en de lieftallige dorpjes Meetkerke en Houtave. Weilanden, hooilanden en akkers wisselen elkaar af. Hier en daar zijn populierenrijen of kleine bosjes aangeplant. vooral tijdens de winter zijn de Meetkerkse Moeren meer dan een bezoekje waard: dan gaan ganzen en heel wat weide- en roofvogels er op zoek gaan naar eten.

© V

LM©

VLM