Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

76

description

Jaarverslag 2007

Transcript of Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

Page 1: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam
Page 2: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

 

Page 3: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

Jaarverslag 2007

ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM

Page 4: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

2

I N H O U D J A A R V E R S L A G 2 0 0 7

Voorwoord 3

1. Bericht van de Raad van Toezicht 4

2. Denken • kiezen • doen, strategisch plan 2004-2008 7

3. Onderwijs 8

4. Onderzoek 15

5. Studenten 19

6. Faculteiten 21

7. Personeel 27

8. Voorzieningen 39

9. Relaties 45

10. Financiën 50

11. EUR in het kort 59

12. Prijzen en onderscheidingen in 2007 67

Bijlage 1 • resultaten Strategisch Plan 2004-2008 71

Bijlage 2 • lijst met afkortingen 73 Colofon teksten • Erasmus Universiteit Rotterdam eindredactie • stafafdeling Marketing & Communicatie foto omslag • Levien Willemse oplage • 40 stuks Erasmus Universiteit Rotterdam Bezoekadres • Burgemeester Oudlaan 50 Postadres • Postbus 1738, 3000 DR Rotterdam e-mail [email protected] web www.eur.nl © Erasmus Universiteit Rotterdam 2008

Page 5: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

3

VOORWOORD Het jaarverslag van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) biedt u een overzicht van de activiteiten die in 2007 zijn ontplooid. De geboekte resultaten geven aan waar onze instelling voor staat, zowel op het gebied van wetenschappelijk onderzoek als wetenschappelijk onderwijs. Zo heeft de EUR een goede score behaald in de persoonsgebonden subsidieprogramma’s van NWO. Het aantal studenten is ten opzichte van 2006 gestegen met drie procent. De vier beoordeelde bachelor- en masteropleidingen ontvingen van de visitatiecommissie positieve tot zeer positieve waardering. Verder is in 2007 gewerkt aan de toekomst: over vier toekomstscenario’s is EUR-breed van gedachten gewisseld. De nieuwe universitaire strategie Erasmus 2013 heeft vorm gekregen. Over de resultaten van dit proces hopen wij in het verslagjaar 2008 te kunnen berichten. Het jaarverslag 2007 van de Erasmus Universiteit Rotterdam is op 21 april 2008 vastgesteld door het College van Bestuur en op 26 mei 2008 goedgekeurd door de Raad van Toezicht. Het College van Bestuur van de Erasmus Universiteit Rotterdam, Drs. J.W. Oosterwijk Voorzitter

Page 6: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

4

< 1 > BERICHT VAN DE RAAD VAN TOEZICHT Samenstelling Raad van Toezicht Op 20 april nam de Raad van Toezicht met verslagenheid kennis van het plotselinge overlijden van prof.mr. Ad Geelhoed, die sinds 1 september 2002 deel uitmaakte van de Raad en intensief betrokken was bij het wel en wee van de EUR. Door zijn brede juridische achtergrond, zijn bestuurlijke ervaring en zijn omvangrijk netwerk in binnen- en buitenland was Ad Geelhoed een zeer gewaardeerd lid van de Raad. Ad Geelhoed werd per 1 augustus 2007 opgevolgd door mr. Erik van den Emster, sinds 1 november 2002 President van de Arrondissementsrechtbank te Rotterdam, en met ingang van 1 januari 2008 voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak. Erik van den Emster maakte vanaf 1 december 2006 al deel uit van de Raad van Toezicht van Erasmus MC. Zoals bekend plegen beide Raden van Toezicht regelmatig onderling overleg over de kernvragen die in beide instellingen aan de orde komen, alsmede over hun jaarlijkse begrotingen en financiële resultaten. In september 2006 was in de Raad een vacature ontstaan als gevolg van het ministerschap van VROM van prof.dr. Pieter Winsemius. In diens plaats werd, eveneens per 1 augustus 2007, mevrouw dr. Veronique Timmerhuis door de minister van OCW, dr. Plasterk, benoemd. Veronique Timmerhuis is sinds 1 februari 2007 werkzaam als algemeen secretaris/algemeen directeur van de S.E.R., en voordien secretaris-directeur van de Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT). Ten slotte werd op voorstel van de Raad per 1 mei prof.dr. Willem Vermeend voor een nieuwe periode van vier jaar herbenoemd. Willem Vermeend is eveneens lid van de Raad van Toezicht van Erasmus MC. Samenstelling van het College van Bestuur Met ingang van 1 maart 2007 trad ook de nieuwe voorzitter van het College van Bestuur, drs. J. W. Oosterwijk, in functie bij de Erasmus Universiteit Rotterdam. Voor zijn indiensttreding was de heer Oosterwijk o.m. secretaris-generaal van het Ministerie van Economische Zaken en thesaurier-generaal bij het Ministerie van Financiën. De heer Oosterwijk heeft zich - na een korte kennismakingsperiode – samen met de beide andere collegeleden met volle inzet o.m. bezig gehouden met het proces van het geven van vorm en inhoud aan een ambitieuze visie voor de EUR voor het jaar 2013, het jaar van het honderdjarig bestaan van de EUR (kortweg: Erasmus 2013). Dit gebeurde in goed overleg met de decanen van de faculteiten. Ook werd onder zijn leiding de besluitvorming over de reorganisatie van het Bureau van de Universiteit afgerond. Met het versterken van de verschillende netwerken van de EUR werd een begin gemaakt, zoals de stad en de regio Rotterdam, de alumni van de EUR, het bedrijfsleven en diverse maatschappelijke en overheidsinstellingen in binnen- en buitenland. Per 1 december werd voorts de Rector Magnificus van de EUR, prof.dr. Steven Lamberts, als zodanig door de Raad herbenoemd tot aan zijn pensionering in oktober 2009. Beide benoemingen hebben de bestuurlijke daadkracht van en de continuïteit in het College van Bestuur in belangrijke mate versterkt en een solide basis gecreëerd voor een hechte samenwerking van het College van Bestuur en de bestuurders/beheerders binnen de EUR. Vergaderingen van de Raad van Toezicht De Raad van Toezicht kwam gedurende het verslagjaar 2007 acht keer bijeen, waarvan twee keer in een gezamenlijk overleg met de Raad van Toezicht van Erasmus MC.

Page 7: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

5

In de reguliere vergaderingen van de Raad met het College van Bestuur werd o.m. de nieuwe Strategische Visie van de EUR, Erasmus 2013, het reilen en zeilen van de EUR-faculteiten en hun ranking op nationaal en internationaal niveau, en de reorganisatie van het Bureau van de Universiteit besproken. Daarnaast werd met het College van Bestuur in de vergadering van de Raad in mei indringend gesproken over de EUR Jaarverslag en Jaarrekening 2006, en in de decembervergadering over de EUR Begroting 2008, en het nog inzichtelijker maken van deze documenten. Uiteindelijk keurde de Raad beide documenten goed, het eerste document gelet op het positieve advies van de accountant, en het tweede document onder de aantekening, dat begin 2008 de financiële ramingen voor dat jaar, behorende bij de invoering van de Strategische Visie 2013 door het College aan de Raad nog ter goedkeuring zullen worden voorgelegd. De Raad ontmoette eind juni de Vertrouwenscommissie van de Universiteitsraad in verband met de voorgenomen benoeming van de twee nieuwe leden van de Raad en de herbenoeming van de Rector Magnificus, prof. Lamberts. Daarbij werd afgesproken, dat de voorzitter van de Raad van Toezicht zal optreden als het (in de wet genoemde) lid van de Raad, dat in het bijzonder het vertrouwen van de Universiteitsraad geniet. Voorts pleegde (een afvaardiging van) de Raad twee keer overleg met een delegatie van de Universiteitsraad, waarbij, naast de nieuwe strategische visie Erasmus 2013, onder meer van gedachten werd gewisseld over de reeds genoemde reorganisatie bij het Bureau van de Universiteit en over het masterplan 2025 voor de herinrichting van een universitaire campus op Woudestein. Bijzondere gespreksonderwerpen De gewenste samenstelling van de Raad Voor het zekerstellen van een evenwichtige samenstelling van de Raad werd, na overleg met het College van Bestuur en met de Universiteitsraad, een profielschets opgesteld. Hierin wordt het gewenste ervaringsprofiel voor de leden van de Raad vastgesteld. Toetsbare doelstellingen voor het College van Bestuur Met het oog op het (jaarlijks) kunnen beoordelen van hun functioneren werd – op verzoek van de Raad – door ieder van de leden van het College van Bestuur toetsbare doelstellingen opgesteld, die als eerste aanzet voldoen, maar nog verder geconcretiseerd zullen worden. Presentatie Erasmus MC Tijdens de raadsvergadering in maart verzorgde de decaan van Erasmus MC, prof.dr. H.A.P. Pols, een presentatie over het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek van dit universitair medisch centrum. Het Erasmus MC behoort voor wat deze laatste taak betreft tot de top in Europa. Samenwerking met het ISS De Raad besprak de door het College van Bestuur voorgenomen samenwerking tussen de EUR en het Institute of Social Studies (ISS) te Den Haag. Het inpassen van dit instituut in het wetenschappelijk beleid en binnen de governancestructuur van de EUR en het realiseren van de samenwerkingssynergie stonden daarbij centraal.

Page 8: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

6

EUR Holding-structuur Tevens wisselde de Raad met het College van Bestuur van gedachten over de verschillende activiteiten, ondergebracht in de EUR Holding-structuur en de plaats en verantwoordelijkheid van de Raad en van het College van Bestuur in dat verband. De EUR Holding werd aan het begin van de jaren negentig door het College van Bestuur ingesteld als antwoord op een kritisch rapport van de Rekenkamer over de verantwoording van het universitaire contractonderzoek en de inkomsten daaruit. De Raad wacht de conclusies van de door het College van Bestuur toegezegde evaluatie van de huidige governancestructuur van de EUR Holding met belangstelling af. De Financiële Reserves van de EUR Op verzoek van de Raad werd door het College van Bestuur een analyse gemaakt van de strategische reserves en van het weerstandsvermogen van de EUR. Inzicht in beide componenten is van groot belang als basis voor de verdere uitwerking en invoering van de strategische visie Erasmus 2013 en van het masterplan 2025. Een eerste overzicht daartoe, vervaardigd door PriceWaterhouseCoopers in opdracht van het College, werd in september aan de Raad voorgelegd. Conclusie In 2007 werd zowel op beleidsmatig als op bestuurlijk terrein een goede voortgang gerealiseerd. Belangrijk hierbij was vooral, dat dit gebeurde in goede en effectieve onderlinge verhoudingen tussen de Raad en het College van Bestuur, en met de decanen en overige beheerders van de EUR, alsook met de Universiteitsraad. De gehele EUR-gemeenschap bouwt met veel enthousiasme en kennis van zaken aan zijn eigen toekomst op basis van de in 2007 opgestelde nieuwe strategische visie Erasmus 2013, waarvoor in 2008 een invoeringsplan zal worden opgesteld en uitgewerkt. De Raad van Toezicht van de Erasmus Universiteit Rotterdam,

drs. Anton van Rossum, voorzitter

Page 9: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

7

< 2 > STRATEGISCH PLAN 2004 - 2008 De voorbereiding van het nieuwe strategisch plan Erasmus 2013 heeft niet verhinderd dat er ook dit verslagjaar weer hard is gewerkt aan de uitvoering van het Strategisch Plan 2004 – 2008 ´Denken • kiezen • doen´. Een aantal projecten is tot een succesvol einde gebracht. In de verschillende paragrafen van dit verslag wordt hierop uitgebreid ingegaan. Enkele ontwikkelingen worden hier niettemin aangestipt. Op onderzoeksgebied zijn diverse maatregelen voorbereid en ingevoerd ter versterking van de kwaliteit. Het gaat onder meer om het aantrekken en behouden van wetenschappelijk toptalent, het onderbrengen van het wetenschappelijk onderzoek in door de KNAW erkende onderzoekscholen en het verhogen van het aantal promoties. Ook zijn er researchopleidingen gestart. In het kader van het nieuwe strategisch plan wordt per faculteit een afspraak gemaakt over de positie van het onderzoek ten opzichte van nationale en internationale onderzoeksorganisaties. Voor het onderwijs is in 2007 de tussentijdse opleidingsevaluatie ingevoerd. Ook zijn er stappen gezet in de richting van het uitbreiden van het aanbod van Engelstalige opleidingen. Met het project ´Massaliteit en Anonimiteit´ wordt de ambitie van het strategisch plan nagestreefd om de sociale cohesie tussen studenten te bevorderen. Tevens zou dit positief kunnen zijn voor de doorstroom in de opleiding en daarmee, uiteindelijk, voor het rendement. Wat het personeel betreft, wordt het recent invoeren van de plannen voor tenure track genoemd evenals het project met betrekking tot diversiteit. Met dit laatste wordt beoogd een hoger aantal vrouwen en personen met een andere culturele achtergrond te laten in- en doorstromen in de universitaire werkgemeenschap. Bijlage I op pagina 71 geeft een overzicht van de behaalde resultaten van het Strategisch Plan 2004 – 2008 ´Denken • kiezen • doen´ . Erasmus 2013: de nieuwe strategie in wording In 2007 is energie gestopt in het verder inkleuren van de nieuwe universitaire strategie, Erasmus 2013, op basis van een visienotitie die eind 2006 verscheen. Daartoe zijn in het eerste kwartaal twaalf workshops georganiseerd waar leden van het College van Bestuur van gedachten wisselden met vertegenwoordigers uit de binnen- en buitenwereld van de EUR: beleidsmedewerkers, internationale studenten, decanen, onderzoeksdirecteuren, communicatiemedewerkers en marketeers, directeuren van BV’s en anderen. Als afsluiting heeft in april een strategiedebat voor alle medewerkers en studenten plaatsgevonden. Via de projectwebsite en de uitgave ‘Erasmus 2013- 4 toekomstscenario’s’ is het contact met de universitaire gemeenschap onderhouden. In de tweede helft van het verslagjaar gaf het College van Bestuur in samenspraak met decanen verder vorm aan de universitaire ambities voor 2013, het jaar waarin de universiteit honderd jaar zal bestaan. Eind december is de definitieve tekst voor het strategiedocument ‘Thuis in de wereld’ verschenen en zijn de voorbereidingen voor invoering van de nieuwe strategie in 2008 gestart.

Page 10: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

8

< 3 > ONDERWIJS Hoofdlijnen onderwijsbeleid De kwaliteitsverbetering van het onderwijs is ook in 2007 een belangrijk onderwerp gebleven. De invoering van een universiteitsbreed systeem van onderwijskwaliteitszorg zal naar verwachting niet alleen leiden tot meer efficiëntie en daardoor minder druk op de faculteiten wat betreft het voorbereiden en aanvragen van accreditaties, maar meer nog dat de kwaliteit van het onderwijs (verder) zal stijgen. In 2007 heeft de EUR krachtig ingezet op het bestrijden van het gevoel van massaliteit en anonimiteit bij studenten. Dit sluit aan bij de doelstelling in het Strategisch Plan 2004-2008, waarin is gesteld dat het curriculum en de studiebegeleiding zo dienen te zijn ingericht dat de sociale cohesie tussen studenten wordt bevorderd en dat iedere student wordt gekend. In de periode 2006-2008 is er een bedrag van M€ 3 vrijgemaakt voor facultaire projecten op dit gebied. In 2007 is het resterende deel van het budget toegewezen aan de faculteiten naar aanleiding van de laatste ronde met projectvoorstellen. Het project zal in 2009 worden geëvalueerd. Kwaliteitszorg Doelstelling: de EUR verhoogt de kwaliteit van haar onderwijs en de onderwijsomgeving. Ook in 2007 heeft verbetering van de onderwijskwaliteit hoog op de agenda gestaan. Met de tussentijdse opleidingsevaluatie wordt voor alle opleidingen een driejarige cyclus ingevoerd, waarbij iedere opleiding tussen twee accreditatiemomenten te maken krijgt met een intern georganiseerde beoordeling. In 2007 zijn verschillende faculteiten gestart met het traject van de tussentijdse opleidingsevaluatie, met eerste tussentijdse opleidingsevaluaties tot gevolg. Externe monitoren In 2007 is de EUR langs drie verschillende meetlatten gelegd. De oordelen van studenten en alumni zijn terug te vinden in:

1. de Keuzegids HO 2008, o.a. gebaseerd op landelijke studentenenquêtes, 2. Elseviers Themanummer Studeren, oktober 2007, 3. de WO-Monitor 2006, een landelijk onderzoek onder alumni van het WO (rapportage

in 2007). Deze onderzoeken hebben gemeen dat vragen gesteld zijn aan mensen die onderwijs aan de Erasmus Universiteit Rotterdam genoten hebben. Bij de eerste twee is dat recent, bij de WO-Monitor zijn alumni ondervraagd die tussen een en twee jaar geleden zijn afgestudeerd. De rapporten zijn in de tweede helft van 2007 verschenen. De doelstelling van de onderzoeken zijn verschillend en daardoor ook de gestelde vragen. De Keuzegids HO en Elsevier trachten aankomende studenten voor te lichten door de opleidingen van verschillende universiteiten naast elkaar te zetten. De WO-Monitor vergelijkt niet direct opleidingen, maar geeft wel oordelen van oud-studenten over hun eigen opleiding, die vergeleken worden met een landelijk gemiddelde van vergelijkbare opleidingen. De Keuzegids HO heeft dit jaar studenten van zeven EUR-bacheloropleidingen geënquêteerd. De oordelen over tien andere opleidingen zijn van eerder datum. Drie opleidingen staan landelijk gezien op de eerste plaats: Criminologie, Econometrie en Geschiedenis. Psychologie verdient als tweede van de elf opleidingen in Nederland een eervolle vermelding. In de rankings van Elsevier zijn elf bacheloropleidingen van de EUR betrokken: in 2007 staan opnieuw de opleidingen Bedrijfskunde, Psychologie (gedeelde eerste plaats met UM)

Page 11: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

9

en Gezondheidswetenschappen (gedeelde eerste plaats met VU en UM) bovenaan. Vorig jaar was daar Geschiedenis ook bij. Bij de meeste opleidingen is het oordeel over ‘faciliteiten’ in waardering gestegen. Over docenten is het beeld - net als in vorige jaren - wisselend. De resultaten per opleiding (in alfabetische volgorde): 1. Algemene Cultuurwetenschappen is in de Keuzegids op plaats drie van de zes

opleidingen gebleven, terwijl de waardering van de studenten omhoog ging van gemiddeld 7,04 naar 7,22.

2. Bedrijfswetenschappen staat bij Elsevier zowel volgens de studenten als de docenten

op de eerste plaats. De waardering (Keuzegids 2007 t.o.v. 2005) voor de docenten is licht gedaald (-0,1), maar voor de studie-inhoud (+0,2) en vooral voor het gebouw (+0,8) gestegen. De EUR ligt in de Keuzegids op de derde plaats, maar de afstand tot nummer twee op de lijst geslonken is van 0,17 tot 0,01 punt. De alumni beoordelen de beroepsvoorlichting en de aansluiting opleiding-werk iets hoger dan gemiddeld.

De scores van de IBA-studenten stegen op de punten studie-inhoud, docenten en vooral het gebouw; in totaal kwamen zij 0,01 punt hoger uit dan de scores van de Nederlandstalige opleiding.

3. Bestuurskunde is in de beoordeling van de Keuzegids gestegen van 6,71 naar 6,86

gemiddeld over alle onderdelen, maar gelijk gebleven met de ranking van 2005; Bestuurskunde haalde toen de zesde plaats van acht opleidingen. Bij Elsevier is Bestuurskunde gezakt van plaats vier naar de laatste plaats van zeven opleidingen, terwijl de beoordeling gelijk bleef; de UL en de VU verbeterden zich met 0,4 respectievelijk 0,5 punt gemiddeld, waardoor beide de EUR inhaalden bij de opleiding Bestuurskunde. RUG doet niet mee bij Elsevier, maar wel in de Keuzegids, waar de Groningse opleiding bestuurskunde op de laatste plaats staat.

4. Hoewel de drie opleidingen van UL, VU en EUR veel gemeen hebben, is Criminologie

in Rotterdam als hoogste beoordeeld door de studenten in de Keuzegids. In de WO-Monitor zijn nog geen resultaten voor Criminologie, omdat de opleiding nog te jong is. Bij Elsevier is Criminologie niet in de selectie meegenomen.

5. De drie opleidingen bij Economie zijn in 2006 geënquêteerd voor de Keuzegids. Toen

verbeterden de resultaten. Econometrie is dit jaar, mede door het verdwijnen van RUG uit deze ranking, gestegen naar de eerste plaats. Bij Elsevier steeg Economie dit jaar in waardering van 7,3 naar 7,4, maar zakte in de ranking van de tweede naar de vierde plaats (van resp. acht en zeven opleidingen). Volgens de WO-Monitor past het functieniveau van de economen beter dan gemiddeld bij hun opleidingsniveau. Ze verdienen meer, maar de EUR-economen hebben een iets zwakkere positie op de arbeidsmarkt (2,1 procent werkloos tegen 1,3 procent landelijk).

6. De tevredenheid (Keuzegids) van de studenten Geneeskunde is gestegen van 6,98 tot

7,15. Desondanks blijft de EUR met Geneeskunde in de Keuzegids op de laatste plaats staan van de acht opleidingen in Nederland. Bij Elsevier steeg Geneeskunde in de ranking van plaats zeven naar plaats vijf. Het oordeel over de docenten steeg van 7,3 naar 7,4, terwijl de oordelen over hoor- en werkcolleges meer opliep (resp. van 7,3 naar 7,7 en van 7,0 naar 7,5). De alumni waardeerden de diepgang van hun opleiding zeer goed (85 procent) ten opzichte van het landelijk gemiddelde (69 procent). Het totaaloordeel over huisvesting en voorzieningen was lager (8,1) dan landelijk (8,7). Nieuw bij Elsevier is dit jaar dat er ook researchmasteropleidingen aan bod kwamen. Van de EUR zijn de medische researchmasteropleidingen in de beoordeling opgenomen. Opvallend hierbij is, dat de studenten de ‘voorbereiding op een promotietraject’ vrij laag waarderen (6,4) evenals de multidisciplinariteit (6,3), terwijl de ‘ervaring van docenten

Page 12: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

10

met wetenschappelijk onderzoek’ zeer hoog scoort (9,2). Er is echter geen vergelijking met andere researchmasteropleidingen, omdat de andere universiteiten op dit terrein ontbreken in de beoordeling van Elsevier.

7. Geschiedenis van de EUR staat in de Keuzegids bovenaan van zeven opleidingen door

de enquêteresultaten van 2005. Bij Elsevier is Geschiedenis achteruitgegaan in oordeel van 7,6 naar 7,3 totaalscore en daardoor gezakt van de eerste naar de derde plaats.

8. Gezondheidswetenschappen staat dit jaar in Elsevier op een gedeelde eerste plaats

(met UM en VU) van de vier opleidingen in Nederland. In de Keuzegids doet bij gezondheidswetenschappen ook Wageningen mee. Wageningen scoort gemiddeld een halve punt hoger (7,5) dan de andere vier opleidingen, die rond 7,0 zitten.

9. Nederlands Recht van de EUR staat bij Elsevier op plaats zes van de negen

Nederlandse rechtenopleidingen met maar een klein verschil (0,1 punt) met de nummers drie (ex aequo UL, RUG en UM). In de Keuzegids staat de EUR precies in het midden op plaats vijf.

10. Psychologie had in de vorige ronde de koppositie in de Keuzegids en is nu iets

teruggezakt, tot de tweede plaats van de elf door stijging van de concurrenten; UM staat nu op één in de Keuzegids. Bij Elsevier staan de EUR en de UM samen op een gedeelde eerste plaats. Vooral op faciliteiten en de kwaliteit van het onderwijs scoort de EUR hier goed.

11. Sociologie is in de keuzegids gezakt van plaats twee naar drie door een lichte

achteruitgang in de beoordelingen op enkele punten, zoals de keuzeruimte en samenhang in de opleiding en de kwaliteit van de docenten. Het oordeel over het gebouw en de communicatie gingen vooruit. Bij Elsevier staat Sociologie op een gedeelde laatste plaats (van de zes opleidingen) en is de gemiddelde tevredenheidscore het laagst van alle beoordeelde opleidingen van de EUR (7,0 gemiddeld). In de WO-Monitor is de beoordeling van Sociologie van de EUR over het geheel genomen gemiddeld. Het is opvallend dat de werkloosheid landelijk gezien het hoogst is, maar ook de aansluiting opleiding - werk, de tevredenheid met de functie en de benutting van de capaciteiten het hoogst scoren. Al deze oordelen zijn echter gebaseerd op een te klein aantal respondenten om representatief te mogen heten.

12. Wijsbegeerte aan de EUR staat op plaats vier van zes opleidingen in de Keuzegids. Bij

Elsevier doen landelijk acht opleidingen mee (inclusief VU en UvT) en staat de EUR op plaats drie.

De WO-Monitor geeft de beoordeling door alumni van de EUR in vergelijking met een landelijk gewogen gemiddelde, waarin de opleidingenmix van de EUR is verdisconteerd. Het oordeel over de totale EUR wijkt gemiddeld weinig af van het landelijk gewogen gemiddelde. De EUR-alumni vinden enerzijds hun functie wat minder passen bij hun opleidingsniveau en capaciteiten, maar anderzijds hebben ze in hun opleiding wel voldoende basis gevonden om te starten op de arbeidsmarkt en hun competenties verder te ontwikkelen. Voorgaande jaren lagen de gemiddelde lonen van de EUR-alumni nog boven het landelijk gemiddelde; dat is in 2007 nog zo, maar ze liggen onder het gewogen gemiddelde. Per opleiding zijn er grotere afwijkingen van het gemiddelde. De oordelen in de WO-Monitor hebben vrijwel uitsluitend betrekking op de alumni van de oude doctoraalopleidingen en zijn dus minder relevant voor de huidige opleidingen.

Page 13: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

11

Accreditatie Bij de omzetting van de ongedeelde opleidingen naar de bama zijn alle bachelor- en masteropleidingen van rechtswege tot 31 december 2007 geaccrediteerd. In 2007 zijn de laatste visitaties ten behoeve van heraccreditatie van de opleidingen afgerond. In het verslagjaar heeft de EUR voor veertien initiële opleidingen vernieuwde NVAO- accreditatie verkregen voor een periode van zes jaar. Het gaat om de bacheloropleidingen Business Administration/Bedrijfskunde, International Business Administration, Economie & Informatica, Criminologie, Sociologie, Geschiedenis en Algemene Cultuurwetenschappen en de masteropleidingen Business Administration, International Business Administration, Criminologie, Sociologie, Maatschappijgeschiedenis, Kunst- en Cultuurwetenschappen en Media en Journalistiek. Door het grote aantal aanvragen bij de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) is voor de bachelor- en masteropleiding Psychologie pas in januari 2008 opnieuw accreditatie verkregen. Met deze laatste twee besluiten zijn alle opleidingen van de EUR opnieuw van accreditatie voorzien. Externe beoordelingen visitatiecommissies In het jaar 2007 zijn visitatierapporten voor de bachelor- en masteropleidingen in de disciplines Sociologie, Psychologie, Kunst en Cultuur, Criminologie en de bachelor Economie & Informatica verschenen. Sociologie De visitatiecommissie heeft alle facetten van het NVAO-kader voor de bachelor- en masteropleiding Sociologie positief beoordeeld, behalve het facet Kwantiteit personeel, waar de commissie van mening was dat er vooral in de masteropleiding niet voldoende personeel beschikbaar is om de opleiding van de gewenste kwaliteit te voorzien. De maatregelen die door de opleiding al in gang waren gezet om deze situatie te verbeteren, werden door de commissie ondersteund. Andere aanbevelingen voor verbetering waren gericht op een betere samenhang binnen de programma’s, het researchseminar en een aanscherping van de beoordeling van afstudeerwerken. Psychologie De visitatiecommissie heeft de bachelor- en masteropleiding Psychologie van de EUR landelijk gezien als beste beoordeeld. Voor beide opleidingen werden alle 21 facetten positief beoordeeld met de oordelen voldoende en goed. De commissie had grote waardering voor onder andere de heldere doelstellingen, de samenhang binnen het bachelorprogramma, de afstemming tussen vormgeving en inhoud van de programma’s, de kwaliteit van het personeel, de studiebegeleiding en het onderwijsrendement van beide opleidingen. De commissie heeft ook enkele aanbevelingen gedaan, waaronder een meer systematische check op ethische aspecten bij de start van de masterthesis, beleid om verschillen in beoordeling tussen tutoren te monitoren en bij te stellen, een onafhankelijk oordeel van de tweede beoordelaar bij de beoordeling van de afstudeerwerken en het vergroten van de inbreng van toppsychologen in de masteropleiding. Kunst en Cultuur De commissie beoordeelde alle facetten van de bacheloropleiding Algemene Cultuurwetenschappen en de masteropleidingen Kunst- en Cultuurwetenschappen (KCW) en Media en Journalistiek positief. De beoordelingen varieerden van voldoende tot goed. Zo had de commissie grote waardering voor de afstemming tussen vormgeving en inhoud van de programma’s en de samenhang binnen de programma’s. Aanbevelingen van de commissie waren onder andere gericht op een beter gebruik van de instrumenten voor kwaliteitszorg, het heroverwegen van het mentorsysteem na het eerste studiejaar van de bachelor en verbeterpunten ten aanzien van de masterscripties bij KCW.

Page 14: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

12

Criminologie Zowel de bachelor- als de masteropleiding werden door de commissie op alle onderwerpen en facetten van het NVAO-kader positief beoordeeld. Deze beoordelingen varieerden van voldoende tot goed. De commissie had onder meer grote waardering voor de samenhang binnen de programma’s en de kwaliteit van het personeel. De commissie heeft ook een aantal aanbevelingen gedaan, waaronder het zorgvuldig in kaart brengen van de haalbaarheid van de deeltijdopleiding, de invoering van de bachelorscriptie als onderdeel van het programma te heroverwegen, te investeren in een uitbreiding van de criminologische collectie van de bibliotheek en maatregelen te treffen om de doorstroom in de masteropleiding te bevorderen. Bachelor Economie & Informatica De commissie beoordeelde van de 21 facetten uit het NVAO-kader negen facetten met goed en twaalf facetten met voldoende. De goed beoordeelde facetten zijn onder andere samenhang binnen het programma, het gerealiseerde niveau en de kwaliteit van het personeel. De commissie heeft ook een aantal aanbevelingen gedaan ter verdere verbetering van het programma, waaronder het verder uitdragen van de eigen positionering, waarbij ook internationalisering steviger verankerd wordt. Opleidingenaanbod In 2007 is het opleidingenaanbod van de EUR uitgebreid met de researchmaster Justice and Safety & Security. Deze opleiding gaat in september 2008 van start. Op de aanvraag, in 2007 ingediend voor de researchmaster Sociology of Culture, Media and the Arts, heeft de NVAO in januari 2008 gunstig gereageerd. Daarnaast is een aanvraag voor Toets Nieuwe Opleiding voor de tweejarige masteropleiding Klinische Psychologie positief beoordeeld door de NVAO. In het verslagjaar wijzigde de naam van de master International Business Administration in International Management. Rendement van onderwijs Doelstelling: de EUR voert streefrendementen in voor de bachelor- en masterfase. Studieuitval moet worden beperkt. Inmiddels is het ruim vijf jaar geleden dat de eerste bachelorstudenten bij de Erasmus Universiteit Rotterdam instroomden. Van dit eerste cohort haalde zeventien procent in drie jaar, 31 procent in vier jaar en 38 procent in vijf jaar het bachelordiploma in de richting van hun eerste inschrijving. De cijfers van het instroomcohort van september 2003 zijn een fractie lager. De verschillen tussen de opleiding met het hoogste en laagste rendement zijn aanzienlijk; bijna de helft van de opleidingen heeft een rendement na vijf jaar van ruim meer dan vijftig procent. Niet geteld hierbij zijn degenen die in hun opleidingstraject van studierichting zijn veranderd, omdat zij heel lastig te onderscheiden zijn van studenten, die in het oude (doctoraal)programma zijn begonnen en overstapten op een bachelorprogramma. Ook het feit dat veel studenten met een masteropleiding beginnen, voordat de bacheloropleiding geheel is afgerond (de zogenaamde zachte knip) zorgt voor langere inschrijving in de bacheloropleiding en dus lagere rendementen. Rendementen van de masteropleiding op zich zijn niet gedefinieerd; na een aantal jaren, als de oude-stijl-doctoraalstudenten zijn uitgestroomd, kan een balans worden opgemaakt tussen instroom en uitstroom in de masteropleidingen. diploma studiejaar ’06-‘07 studiejaar ’05-‘06 toename/afname doctoraal oude stijl 323 744 - 421 bachelor 1790 1788 + 2 master 2394 1760 + 634 artsexamen 282 230 + 52

Page 15: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

13

ICT in het Onderwijs Doelstelling: de EUR verhoogt de kwaliteit van haar onderwijs en de onderwijsomgeving. Er is veel inzet van ICT-middelen geweest om studenten snel aan het studeren te krijgen en daardoor de rendementen te verhogen. Dit gebeurde in 2007 door tussentijdse toetsen in te lassen. Voor een deel zijn dat 'take home exams' die via Blackboard of SIN-Online worden ingeleverd. Anderzijds zijn er, om fraude en plagiaat tegen te gaan, pilots georganiseerd om op grote schaal - tot duizend studenten - computertentamens op de campus af te nemen. Het experiment verliep zo succesvol dat het College van Bestuur bereid is om de inrichting van ruim duizend computerwerkplekken te financieren. Voorwaarde is wel dat de faculteiten de exploitatiekosten voor deze ICT-ondersteuning voor het afnemen van tentamens op zich nemen. Voor het verbeteren en meer aantrekkelijk maken van het onderwijs met geavanceerde ICT-toepassingen is jaarlijks een budget uitgetrokken van K€ 350. Docenten kunnen hieruit ondersteund worden door deskundigen die hen op weg helpen ICT-toepassingen in hun onderwijs te verwerken. Zo zijn in 2007 weer veel colleges en (deel)thema's opgenomen die als audio- en videopodcast beschikbaar zijn gesteld. Met ingang van het collegejaar 2007-2008 participeert - als laatste EUR-faculteit- ook Erasmus MC in SIN-Online. Mede hierdoor heeft SIN-Online meer dan 20.000 abonnees. Ruim 15.000 bezoekers op een dag is daardoor geen uitzondering meer. Niet-initieel en contractonderwijs Doelstelling: de EUR biedt een palet aan van niet-initiële en postinitiële cursussen en opleidingen, die van nut zijn voor de beroepspraktijk of de persoonlijke ontplooiing. De EUR biedt een breed palet aan cursussen, opleidingen en contractonderwijs aan dat inspeelt op de behoeften vanuit het bedrijfsleven en beroepssectoren. Het sluit aan bij persoonlijke behoefte aan ontwikkeling en het opfrissen of bijhouden van (vak)kennis. Vele opleidingen bewijzen hun succes al jaren en zijn een begrip geworden. Ook in 2007 zijn er weer nieuwe opleidingen en cursussen ontwikkeld. Een aantal daarvan is opgenomen in het EUR-register niet-initieel onderwijs. Dit overzicht staat vermeld in het hoofdstuk 11 - EUR in het kort. In het EUR-register, dat in 2006 werd vastgesteld, is een verplichte externe accreditatie van de niet-initiële masteropleidingen opgenomen. Dit vloeit voort uit (inter)nationale ontwikkelingen en de ‘Gedragscode internationale studenten in het Nederlandse hoger onderwijs’. Nadat al eerder de masteropleidingen European Master in Law and Economics en de Executive Master of Finance and Control (de Registercontrolleropleiding van de Erasmus School of Accounting and Assurance) waren geaccrediteerd door de NVAO, hebben in 2007 drie niet-initiële masteropleidingen erkenning van NVAO verkregen:

- Urban Management and Development (bij Institute for Housing and Development Studies);

- Management of the European Metropolitan Region (bij FEW); - LL.M. Business, Corporate and Maritime Law (bij FR).

Voor een aantal andere opleidingen is in 2007 gewerkt aan het opstellen van een accreditatieaanvraag. Erasmus Academie Erasmus Academie BV kreeg per 1 september 2007 een nieuwe directeur, drs. A.C.L. Hofstede. Met het aantreden van een nieuwe directie is ook een begin gemaakt met een herziening van de strategie en doelstellingen van Erasmus Academie BV. Het aanbod aan opleidingen is herschikt rond drie heldere en herkenbare kennisthema’s: Economie & Bedrijf,

Page 16: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

14

Mens & Bestuur en Cultuur & Samenleving. De keuze van de thema’s correspondeert met de faculteiten waarmee Erasmus Academie BV voornamelijk samenwerkt: Economie, Sociale Wetenschappen, Historische en Kunstwetenschappen en Wijsbegeerte. Daarnaast is besloten Erasmus Academie BV nog meer dan voorheen te positioneren als een instituut voor academisch onderwijs, met extra nadruk op het universitaire karakter van de opleidingen. Het is juist de bedoeling dat de opleidingen van Erasmus Academie zich onderscheiden door de combinatie van recente en relevante wetenschappelijk inzichten en de verbondenheid aan de (beroeps)praktijk. Het doel is om intellectuele gereedschappen en conceptuele denkkaders te verschaffen die uitdagen en stimuleren tot verder nadenken en bijdragen aan zowel de persoonlijke als professionele ontwikkeling van cursisten. Het aantal postacademische opleidingen was in 2007 op ongeveer het zelfde niveau als het jaar ervoor. In 2006 telde PAO (postacademische opleidingen) 33 projecten, inclusief drie op het terrein van de wetenschapscommunicatie. In 2007 had PAO in totaal 32 projecten onder handen, waaronder dit keer geen projecten op het gebied van de wetenschapscommunicatie, maar wel twee symposia die door HOVO Rotterdam zijn georganiseerd: ‘Over rijpe hersenen’ (augustus en december 2007). In 2007 is verder een contract afgesloten met Het Expertise Centrum in Den Haag, om in samenwerking met FSW en met TiasNimbas (Tilburg) vier opleidingen Master of Public Information Management (MPIM) te verzorgen. De eerste opleiding van deze serie (MPIM 3) is in 2007 van start gegaan, de rest volgt binnen vier jaar. Hoger Onderwijs voor Ouderen (HOVO) In 2006 is het idee voor een Steunfonds HOVO uitgewerkt, wat in 2007 resulteerde in een aparte stichting die onder het College van Bestuur van de EUR is opgericht en ingeschreven is bij de Kamer van Koophandel en die als doelstelling heeft de bevordering van HOVO. Het bestuur komt in 2008 bijeen om een verdere concretisering uit te werken. De daling van het aantal inschrijvingen bij HOVO zette zich helaas ook in dit verslagjaar voort; van 4191 (exclusief deelnemers van door HOVO georganiseerde reizen) in 2006, naar 3943 in 2007. Terwijl het aantal inschrijvingen op lezingen afnam in 2006, gaf het aantal inschrijvingen op cursussen en reisgerelateerde lezingencycli daarentegen een lichte stijging te zien. De kwaliteitsbewaking van alle opleidingen stond hoog op de agenda. De commissie HOVO droeg zorg voor de kwaliteit van het HOVO-aanbod. De kwaliteit van de afzonderlijke PAO-opleidingen wordt gewaarborgd door kerndocenten en curatoria.

Page 17: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

15

< 4 > Onderzoek Onderzoek De Erasmus Universiteit Rotterdam ziet het aantrekken van wetenschappelijk toptalent als een prioriteit. Het onderzoek van de Erasmus Universiteit Rotterdam is hecht verankerd in internationale onderzoekscholen en heeft een sterke maatschappelijke oriëntatie. In het verslagjaar staan de ontwikkeling en versterking van een beperkt aantal speerpunten centraal. Kwaliteitszorg onderzoek Doelstelling: de EUR wil de kwaliteit van onderzoek(prestaties) verbeteren. Sinds januari 2003 worden de onderzoekbeoordelingen uitgevoerd volgens het Standaard Evaluatie Protocol (SEP), ontwikkeld door de Vereniging van Nederlandse Universiteiten (VSNU), Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW). In 2007 heeft geen externe beoordeling van onderzoek plaatsgevonden. Wel heeft het Erasmus Research Institute of Management (ERIM) in 2006 een interne onderzoekevaluatie uitgevoerd. Het eindverslag van deze ERIM Midterm Review is in 2007 afgerond. Er is een zelfstudie uitgevoerd in lijn met het SEP-protocol en vergelijkbaar met het document voor de hererkenningsaanvraag onderzoekscholen. Een internationale ‘peer review committee’ heeft de evaluatie uitgevoerd. De commissie complimenteert ERIM met haar vooruitgang in het streven naar het ‘global leadership in research in management’. De commissie is van oordeel dat de kwaliteit en de productiviteit van het onderzoek de afgelopen jaren significant is toegenomen. Alle onderzoekprogramma’s worden op kwaliteit, productiviteit, relevantie en vitaliteit op zijn minst als erg goed en vaak als uitstekend beoordeeld. De commissie adviseert de best practices binnen alle programma’s onderling uit te wisselen. Verder concludeert de commissie onder meer dat het nieuwe Doctoral Programme succesvol is geherstructureerd. Onderzoekscholen Doelstelling: het onderzoek van de EUR is of wordt zoveel mogelijk ondergebracht in door de KNAW erkende onderzoekscholen. Het onderzoek van de EUR is voor circa tachtig procent ondergebracht in erkende onderzoekscholen. Daarmee is aan de streefwaarde voldaan. De EUR is penvoerder van een facultaire en een interfacultaire onderzoekschool en van vijf interuniversitaire onderzoekscholen. Daarnaast participeert de EUR in nog twaalf interuniversitaire onderzoekscholen. In 2007 is de onderzoekschool Transport, Infrastructuur en Logistiek (TRAIL), waarin de EUR participeert, hererkend. In het jaarverslag van 2006 zijn al de conclusies van de commissie aangegeven. Eind 2007 heeft NIHES (The Nederlands Institute For Health Sciences), waarvan de EUR penvoerder is, hererkening aangevraagd. Het ‘preview comittee’ is van mening dat de kern van niches bestaat uit excellent onderzoek en onderwijsprogramma’s die voldoen aan de hoogste internationale standaard. Het netwerk rond de niches beschouwt de commissie als een model voor andere landen. De commissie raadt aan om meer geld te verwerven en meer aandacht te besteden aan de marketing van het onderwijsnetwerk.

Page 18: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

16

Maatschappelijke topinstituten In 2006 zijn in het kader van de Smart Mix-regeling van OCW bij de EUR vier maatschappelijke topinstituten (MTI’s) tot ontwikkeling gekomen. Het gaat hierbij om een samenwerkingsverband waar ook niet-academische partijen bij betrokken zijn, gericht op breed erkend toponderzoek met een grote maatschappelijke impact. Medio 2007 is de Smart Mix-regeling komen te vervallen. Voor de EUR betekende dit echter niet het beëindigen van de ontwikkeling van de MTI’s. Integendeel, zij zijn in het verslagjaar voorzien van een startsubsidie door het CvB. De MTI’s zijn: - Gezond ouder worden; - (Economie van de ) Gezondheidszorg; - Sociale Innovatie; - Toezicht & Compliance. Holland Program on Entrepreneurship Ondernemerschap in het hoger onderwijs is een van de manieren waarop de overheid de kenniseconomie wil stimuleren. Om die reden is de subsidieregeling Ondernemerschap en Onderwijs door het ministerie van Economische Zaken in 2007 in het leven geroepen. Doel van de regeling is het versterken van ondernemerschapsvaardigheden en van ondernemerschap bij studenten. De EUR heeft met de TUD, UL en niet-academische partijen het projectvoorstel HOPE (Holland Program on Entrepreneurship) ingediend. Eind 2007 is daarvoor een subsidie van ruim M€3 toegekend. Researchmasters Doelstelling: de EUR streeft ernaar de opleiding van onderzoekers via researchmasters te intensiveren. In 2007 heeft FR toestemming gekregen voor de nieuwe researchmaster, Justice and Safety & Security. Deze opleiding gaat in september 2008 van start. In het verslagjaar is een aanvraag ingediend voor de researchmaster Sociology of Culture, Media and the Arts, een samenwerkingsverband tussen FHKW en FSW. Hiervoor is in januari 2008 een positief besluit van de NVAO ontvangen. In de voorgaande jaren heeft de EUR acht researchmasters ingericht:

• Philosophy in Economics (FEW); • ERIM Master of Philosophy in Business Research (RSM Erasmus University); • Clinical Epidemiology (Erasmus MC); • Clinical Research (Erasmus MC); • Molecular Medicine (Erasmus MC); • Neuroscience (Erasmus MC); • Institutions: Erasmus Research Master in Philosophy and Economics (FW); • Research in Public Administration and Organizational Science (FSW).

Page 19: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

17

Toptalent Doelstelling: de EUR wil wetenschappelijk toptalent aantrekken en behouden. De Erasmus Universiteit heeft in 2007 een goede score behaald in de persoonsgebonden subsidieprogramma’s van NWO. Twee jonge, allochtone onderzoekers hebben een NWO Mozaïeksubsidie gekregen. Zij ontvingen op 1 november deze prestigieuze subsidie uit handen van de minister van OCW, dr. R.H.A. Plasterk . Ook in de Vernieuwingsimpuls van NWO doen de onderzoekers van de Erasmus Universiteit Rotterdam het goed. In 2007 heeft de EUR acht Veni’s, vier Vidi’s en twee Vici’s behaald. In de voor het eerst uitgereikte NWO Toptalent-subsidie verwierf de EUR twee subsidies. Naast deze persoonsgebonden subsidies heeft de EUR ook twee projectsubsidies ontvangen in het NWO Omstreden Democratie-programma. Promoties Doelstelling: de EUR wil haar positie als wetenschappelijk onderzoekinstituut versterken door verhoging van het aantal promoties. promoties 2003 2004 2005 2006 2007 Erasmus MC 116 125 146 170 151 iBMG 4 5 8 9 10 FEW 17 17 24 22 25 RSM EU 11 12 13 16 17 FR 7 12 13 12 18 FSW 19 4 11 14 13 FHKW 3 4 1 5 1 FW 2 2 4 5 2 totaal 179 181 220 253 237 Na vier jaar van vooruitgang nam in het verslag jaar 2007 het aantal gepromoveerden - 110 vrouwen en 127 mannen - licht af. Een aanwijsbare oorzaak is daar niet voor te geven. Het ministerie van OCW streeft naar verhoging van het aantal promoties van hbo-docenten. Voor de begeleiding van deze hbo-docenten is in 2007 aan de universiteiten in totaal M€3 beschikbaar gesteld. Vanaf 2008 zal het bedrag oplopen tot M€5 per jaar. Daarvan heeft de EUR in het verslagjaar € 65.000 ontvangen. Dit bedrag is weliswaar aan de faculteiten beschikbaar gesteld, maar er is geen aanspraak op gemaakt. De begeleiding van hbo-docenten zal pas in de komende jaren leiden tot afgeronde promoties. Internationalisering Doelstelling: de EUR wil met het onderwijs bijdragen aan de vorming van internationaal georiënteerde professional, met een goed ontwikkeld gevoel voor verschillen en overeenkomsten tussen landen en culturen. Kaderprogramma 6 en 7 De EUR heeft dit jaar geparticipeerd in het zesde en zevende kaderprogramma van de Europese Commissie (KP6 / KP7). Het kaderprogramma beoogt het versterken van het concurrentievermogen van de Europese Unie en vloeit voort uit de zogenoemde Lissabondoelstelling om in 2010 de meest concurrerende kenniseconomie ter wereld te zijn. In KP6 participeren FHKW en FR in het project CRIMPREV. Het project betreft een interdisciplinaire benadering van criminaliteit in al zijn facetten. Zo zijn er workshops over het thema geweld en verschijnen regelmatig publicaties over de resultaten van het project. FSW participeert in zowel KP6- als in het KP7-programma. Een van de projecten is Euroccupations. FSW verzamelt door middel van surveys informatie voor de Europese

Page 20: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

18

beroependatabase. Ook Erasmus MC neemt volop deel aan topics uit de werkprogramma’s van KP6 en KP7. RSM Erasmus University en ERIM zijn in 2007 eveneens goed vertegenwoordigd in beide Europese kaderprogramma´s. Zo is een groot project binnengehaald over transparantie in supply chain, INTEGRITY. Erasmus Mundus external window Het Erasmus Mundus-programma verschaft de mogelijkheid voor EU-studenten om een opleiding te volgen aan verschillende universiteiten in een van de lidstaten. De ‘external window’ is een uitbreiding van het Mundus-programma en is bestemd voor studenten uit landen buiten de EU. De EUR heeft in een consortium met andere universiteiten succesvol meegedongen naar de subsidiemogelijkheden in dit programma. Studenten uit Iran, Jemen, Turkije en Rusland hebben zich in het verslagjaar aangemeld voor deelname. CHERC CHERC - het China Center binnen de EUR - assisteert, coördineert, promoot en adviseert de diverse China-activiteiten. In 2007 heeft CHERC

• meegeholpen aan de ontvangst van diverse delegaties van Chinese universiteiten; • deelgenomen aan de internationale hogeronderwijsbeurzen in China; • nieuwe marktverkenningen gedaan; • tientallen zelfbetalende Chinese master- en PhD-studenten geworven.

Vooral op PhD-niveau heeft CHERC een goede samenwerking met de faculteiten; tot nu toe zijn er acht Chinese studenten onder CHERC-vlag met succes bij de EUR gepromoveerd.

Page 21: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

19

< 5 > STUDENTEN Studenten in cijfers Op 1 oktober 2007 stonden 19.781 studenten ingeschreven bij de Erasmus Universiteit Rotterdam, drie procent meer dan op dezelfde datum in 2006 (18.922 studenten). Het aantal nieuwe studenten bedroeg 4790. Dat is zeven procent meer dan op 1 oktober 2006. Deze stijging komt op rekening van de masteropleidingen; de instroom van studenten van buiten de EUR nam toe van 397 in 2006 tot 635 in 2007, een toename van bijna zestig procent. De groei van het aantal studenten bij de bacheloropleidingen - zo’n twee procent (van 3695 naar 3769) is zeer ongelijk verdeeld over de faculteiten. Faculteiten met stijgende aantallen eerstejaars zijn FEW (22 procent), FW (13 procent), FHKW (12 procent) en de opleiding Algemene Gezondheidswetenschappen (40 procent). De bachelorinstroom van RSM, FR en FSW is gedaald met zes, drie en tien procent. De stijging in 2007 van de instroom masterstudenten van buiten de EUR komt voornamelijk op het conto van RSM Erasmus University (toename 126 procent) en FEW (toename 91 procent) en van FR (toename 84 procent).∗ Numerus fixus en decentrale selectie Doelstelling: de Erasmus Universiteit Rotterdam ontwikkelt een samenhangend selectiebeleid met het oog op de toelating tot haar bachelor- en masteropleidingen. De EUR wijst (aspirant-) studenten tijdig een pad dat bij hen past. In studiejaar 2006-2007 hanteerden drie opleidingen een numerus fixus. Het betrof de opleiding Geneeskunde (410), de bacheloropleiding Psychologie (250) en de bacheloropleiding Criminologie (125). De inschrijfbeperking voor de opleiding Geneeskunde is een arbeidsmarktfixus, jaarlijks vastgesteld door het ministerie van OCW. De opleiding Geneeskunde heeft evenals voorgaande jaren gebruik gemaakt van de mogelijkheid om maximaal vijftig procent van de opleidingsplaatsen decentraal te selecteren. De numerus fixus van de bacheloropleiding Criminologie is in 2005 ingesteld in overleg met de zusteropleidingen in Leiden en Amsterdam om de instroom van deze populaire studie het hoofd te kunnen bieden. De numerus fixus van de bacheloropleiding Psychologie komt eveneens voort uit de grote populariteit van de opleiding. De bacheloropleiding International Business Administration (IBA) neemt deel aan een experiment met honderd procent decentrale selectie in het kader van het project ‘Ruim baan voor talent’. Dit experiment valt onder de ‘Experimentenwet vooropleidingseisen en collegegeldheffing’. Het zou een doorlooptijd hebben tot en met 31 augustus 2007, maar op 16 mei is de Experimentenwet voor onbepaalde tijd verlengd. Een evaluatie vindt echter plaats medio 2008. Om te voorkomen dat de studierichting bij een negatieve uitslag van de evaluatie terugvalt op een open instroom is voor de bacheloropleiding IBA zekerheidshalve een numerus fixus (380) en decentrale selectie bij de IB-groep gemeld. In collegejaar 2008-2009 zal naar verwachting het aantal opleidingen met een numerus fixus worden uitgebreid. ∗ De vermelde studentencijfers zijn gebaseerd op telling uit het inschrijfsysteem van de EUR per 1 oktober 2007 en niet gecorrigeerd voor bekostigingfactoren; na-inschrijvingen van het vorig studiejaar zijn niet in de telling meegenomen.

Page 22: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

20

Bindend studieadvies In het collegejaar 2006-2007 heeft de EUR opnieuw voor alle bacheloropleidingen en de opleiding Geneeskunde uitvoering gegeven aan het bindend studieadvies (Bsa). Dit houdt in dat de bachelorstudenten in het eerste studiejaar minimaal 40 ECTS dienen te halen, daarnaast moet het eerste bachelorjaar in twee jaar afgerond zijn. De EUR wil met het bindend studieadvies de gemiddelde studieduur verkorten, de selectieve functie van het eerste studiejaar versterken en het moment waarop selectiebeslissingen tot stand komen vervroegen. Alle studenten hebben zowel vooraf als aan het begin van hun opleiding informatie gekregen over het Bsa. In werk- en mentorengroepen is veel aandacht besteed aan het bindend studieadvies. Gedurende het studiejaar ontving iedere student een aantal keren een tussentijds advies. Dreigden de studenten toch in de ECTS-gevarenzone te komen, dan volgde het aanbod voor extra begeleiding. Eind augustus ontving iedere student schriftelijk het definitieve advies. Voor 29,7 procent van cohort 2006-2007 betrof het een negatief advies en kreeg 39,3 procent een voorlopig positief advies. Het eerste bachelorjaar werd door 31 procent in een keer behaald. Van de studenten cohort 2005-2006 met een voorlopig positief Bsa-advies, rondde 78 procent het eerste bachelorjaar alsnog volledig af. Helaas kreeg vijftien procent van de studenten uit deze cohort het dwingende advies de studie te beëindigen. Er blijken veel verschillen te bestaan tussen de Bsa-resultaten, afhankelijk van het karakter van de opleidingen. In september 2007 is de EUR gestart met een groot Bsa-onderzoek. De cohorten 2005-2006 tot en met 2009-2010 gaan hiervan deel uitmaken om zo te komen tot een universiteitsbrede Bsa-evaluatie. Uit de procesevaluatie in 2007 in naar voren gekomen dat, op enkele administratieve strubbelingen na, het Bsa-proces redelijk soepel is verlopen. Doorstroom van en naar het hbo De Erasmus Universiteit Rotterdam heeft samenwerkingsovereenkomsten met de Hogeschool Rotterdam, de Hogeschool INHOLLAND (en de Hogeschool voor Muziek en Dans). Het contact met de hogescholen is gericht op het creëren van een optimale samenwerking. Over het over en weer uitwisselen van studenten zijn afspraken gemaakt. Een goede doorstroom stimuleert de studenten om de studie in de regio voort te zetten. Een aantal faculteiten is in gesprek met de hogescholen om te komen tot een soepele doorstroom. Bij de Faculteit der Economische Wetenschappen draait een succesvol programma, waarbij een deel van het schakelprogramma is opgenomen in de hbo-bachelor van de Hogeschool Rotterdam en van de Hogeschool INHOLLAND. De samenwerking tussen de EUR en de regionale hbo-instellingen zal in 2008 worden voortgezet met een nieuwe overeenkomst.

Page 23: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

21

< 6 > FACULTEITEN Faculteit der Economische Wetenschappen In 2007 werd een start gemaakt met het Mature Talent-project. Dankzij dit project, gericht op het zogenoemde ‘ mature’ (of vrouwelijk) talent in de economische wetenschap, met enige jaren werkervaring, zijn vier vrouwen aangetrokken. Zij kregen een benoeming tot universitair docent in opleiding. De faculteit biedt met dit project de mogelijkheid om in slechts twee jaar een belangrijk onderzoeksthema uit te werken in de vorm van een proefschrift, onder intensieve begeleiding van hoogleraren. Professor Herman van Dijk (Econometrie) kreeg van het NWO een vernieuwingssubsidie voor zijn project Econometrische analyse van risico in financiële en monetaire economie. De subsidie werd toegekend voor het academische jaar 2007-2008. Ook professor Otto Swank en Bauke Visser van de capaciteitsgroep Algemene Economie ontvingen in 2007 subsidie van NWO. Dit geld was bestemd voor de financiering van het promotieonderzoek van Paul Steffens. In de jaarlijkse Economentop van het vakblad ESB (Economisch Statistische Berichten) heeft de EUR een eerste plaat weten te verwerven in zowel de top veertig van de meest publicerende economen als in de rangschikking van de meest publicerende deelnemende universiteiten. Er waren acht Rotterdamse wetenschappers bij de eerste veertig, waarvan er zeven bij de twintig hoogst genoteerden. Decaan Philip Hans Franses stond met 59 publicaties op de eerste plaats. Het betrof publicaties uit de periode 2001-2005. RSM Erasmus University Met in totaal zo’n 7200 studenten en tachtig nationaliteiten, verspreid over de verschillende programma’s, levert RSM Erasmus University een grote bijdrage aan de diversiteit van de universiteit. Met ruim vijftig procent meer masterstudenten, veertig procent meer post-graduate studenten en maar liefst een verdubbeling van het aantal PhD- studenten heeft de faculteit ook in 2007 weer een flinke groei gekend. In het verslagjaar consolideerde RSM Erasmus University zijn plaats in de top tien van Europese business scholen (Financial Timesranking) en zijn eerste plaats in de Elsevierranking van bedrijfskundeopleidingen. De nauwe banden die de faculteit op verschillende gebieden heeft met het bedrijfsleven, heeft naast studiebeurzen, stageplaatsen en guest lectures van multinationals zoals Shell, Unilever, DSM, Procter & Gamble, Eastman Chemicals ook geleid tot ‘sponsored chairs‘. Met steun van DSM werd per 1 september het Innovation and Cocreation Lab opgericht, onder leiding van professor Harry Barkema. Een van de vernieuwende masterprogramma’s is de tweejarige Engelstalige General Management (GM) opleiding. GM biedt bachelorstudenten van non-business opleidingen (economie, techniek, recht) de mogelijkheid in twee jaar een BA masterdiploma te halen. Dit interdisciplinaire en internationaal gerichte programma levert zowel een brede kijk op de bedrijfskundige grondregels als de keuze uit een van de elf gespecialiseerde masteropleidingen. RSM Erasmus University is aanjager geweest van het thans universiteitsbreed gedragen Greening the Campus-initiatief. Door het jaar heen is een aantal belangwekkende initiatieven opgezet, zoals een congres rond armoede als business-strategie en het organiseren van een dag in het teken van de film van Al Gore, ‘An Inconvenient Truth’, voor alle studenten en medewerkers. Daarnaast stond de managementweek van de studentenvereniging STAR dit jaar ook in het kader van ‘sustainability’ en ‘leadership’. Een nieuw onderdeel was de Max

Page 24: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

22

Havelaar lezing, met als belangrijke gastspreker de Amerikaanse econoom professor Jeffrey Sachs. Een hoogtepunt voor ERIM dit verslagjaar was, naast de uitgave van de honderdste PhD- dissertatie, de opening van het Erasmus Behavioral Lab, waar in samenwerking met het Psychologisch Instituut onderzoek wordt gedaan naar gedragseconomie en management en naar gedragspsychologie. Erasmus MC Het advies van de Stuurgroep Erasmusarts 2008 over de vernieuwde opleiding Geneeskunde (BaMa-structuur) is door de Raad van Bestuur overgenomen en zal in gang worden gezet. Ook over de vorming van een nieuw klantvriendelijk Dienstencentrum Onderwijs is een besluit genomen. De nieuwe structuur gaat in per 1 januari 2008. Er is een prioriteitenplan ontwikkeld voor de explosief groeiende vraag aan ICT ondersteuning voor opslag (o.a. Biobank, ERGO, Generation R) en de uitwisseling van onderzoeksgegevens, inclusief financiële consequenties. Het ontwikkelen van een Digitaal Research Archief respectievelijk het ontwikkelen van GRID-computing zullen in 2008 tot resultaten leiden. In het verslagjaar oreerden tien professoren in de aula van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Met het uitspreken van hun oraties aanvaardden de acht mannen en twee vrouwen hun benoeming als bijzonder cq gewoon hoogleraar. Vooraanstaande positie van Erasmus MC in onderzoek Het CWTS (Centrum voor Wetenschaps- en Technologie Studies, Leiden) heeft op verzoek van de gezamenlijke universitaire medische centra (UMC’s) een bibliometrische analyse van het onderzoek van die UMC’s uitgevoerd. Nadere beschouwing van die analyse maakt duidelijk dat voor de periode 1998-2006 geldt dat: De productie van het Erasmus MC circa dertig procent hoger is dan het eerstvolgende UMC. De gemiddelde kwaliteit van het onderzoek, afgemeten aan de veldcitatiescore met 1,59 hoger is dan de score van ieder van de andere UMC’s. Ook wanneer naar de publicaties met de meeste citaties wordt gekeken (verwacht versus gerealiseerd aantal toppublicaties), heeft het Erasmus MC veruit de hoogste ratio: 2,29 x meer toppublicaties dan verwacht. Het eerstvolgende UMC heeft een ratio van 1,94 (laagste UMC 1,21). De initiatieven voor Topinstituten ‘Gezondheidszorg’ (iBMG) en ‘Gezond Ouder Worden’ hebben geleid tot externe financiering. Voor het Topinstituut Gezond Ouder (Tigo) is in 2007 samen met het LUMC M € 1 verworven bij het NGI (Regie-orgaan Genomics). Voor het Topinstituut Gezondheidszorg (coördinatie via iBMG) is bij een aantal zorgverzekeraars op zeer uitgebreide schaal externe financiering (ruim meer dan M€ 1) verkregen voor onderzoek en ontwikkeling. Instituut Beleid en Management Gezondheidszorg Voor het iBMG was 2007 een gedenkwaardig jaar. Het iBMG bestond 25 jaar en dat is uitbundig gevierd. Er was elke maand een lustrumactiviteit voor de medewerkers, met als hoogtepunt in november een feest in de Van Nelle Fabriek en een congres over ‘maatstafconcurrentie’ in de gezondheidszorg voor onze relaties. Ook werd in 2007 Frans Rutten als voorzitter van iBMG opgevolgd door Wilfried Notten. Het onderzoek is met ingang van 2007 georganiseerd rond drie thema’s: ‘marktordening en stelselinrichting’, ‘kwaliteit en doelmatigheid in de zorg’ en ‘bedrijfsvoering van zorgorganisaties’. Binnen deze thema’s wordt multidisciplinair samengewerkt en worden

Page 25: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

23

projecten opgezet met academische en maatschappelijke partners. De aandacht die onderzoek en onderzoekers het afgelopen jaar in de nieuwsmedia hebben gehad, is illustratief voor het maatschappelijk belang van de resultaten voor de zorgsector. Door een internationale commissie is het onderzoek van het iBMG afgelopen jaar met een vierenhalf op een schaal van vijf beoordeeld. Er zijn tien promoties afgerond in 2007. Het onderwijs van iBMG groeit en bloeit. In 2007 startten 146 nieuwe eerstejaars in de bachelor, een groei van 38 procent ten opzichte van het jaar ervoor. Ook werden 125 nieuwe zij-instromers verwelkomd in het schakeljaar voor de twee masteropleidingen: Zorgmanagement en Health Economics, Policy and Law. Het totaal aantal studenten bij iBMG lag in het verslagjaar rond de 650. De kwaliteit en ambities van het iBMG worden gedragen door een hooggekwalificeerde en betrokken staf. In 2007 zijn wervingsacties georganiseerd voor het aantrekken van een groot aantal nieuwe medewerkers. Het binnenhalen en ontwikkelen van toptalent was en blijft een belangrijke uitdaging voor het instituut. Vanwege de groei is een start gemaakt met de verhuizing van iBMG naar een nieuwe locatie op het Woudesteincomplex. In 2007 is al een deel van de staf verhuisd; in 2008 volgt de rest. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Voor de Faculteit der Rechtsgeleerdheid is 2007 het eerste jaar waarin de resultaten van het nieuw ingezette beleid zichtbaar worden, zowel voor onderzoek, onderwijs en faciliteiten. Kwaliteitsverbetering staat daarbij centraal. Onderzoek; het aantal publicaties stijgt De Sanderskwalificatie werpt in 2007 zijn eerste vruchten af. Het kwaliteitssysteem, dat in 2005 werd ingevoerd, stimuleert medewerkers om te voldoen aan de facultaire publicatienormen. Het aantal Sanderskwalificaties neemt toe en het aantal publicaties stijgt. Maar ook de kwaliteit van het onderzoek stijgt. Er is meer focus en een toename van het aantal internationale publicaties. Het recent ingevoerde puntensysteem is erop gericht deze ontwikkelingen verder te stimuleren. Onder leiding van de nieuwe onderzoeksdecaan Maarten Kroeze is een voortvarend beleid ingezet om de tweede geldstroom te vergroten. Naast internationale congressen, een nieuwe bezetting van de Sanders leerstoel, de jaarlijkse Winterlezing en maar liefst zestien promoties, werden hoge rechters, buitenlandse hoogleraren en andere gasten welkom geheten. Het was ook het jaar waarin Erasmus Law Review (eigen e-journal) werd gelanceerd en waarin een nieuw interdisciplinair instituut van start ging, Erasmus Institute of Monitoring and Compliance. Onderwijs; nieuw curriculum zorgt voor kwaliteit en binding De bacheloropleidingen Nederlands recht en Fiscaal recht kennen een te laag rendement. Reden voor een curriculumherziening in 2007, gericht op kleinschaliger, intensiever en beter onderwijs. Kleinschaligheid wordt geregeld door de invoering van een gelimiteerde instroom (nummers fixus in 2008). Intensivering krijgt vorm door het werken in kleinere groepen, meer contacturen, meer tijd per vak en meer training in vaardigheden. De ingezette internationalisering van masteronderwijs vraagt in 2008 om een volgende stap. Een Europese bachelor in Law & Economics past in het Rotterdams profiel en verdient nader onderzoek. Nieuw en succesvol in 2007 is de start van de minor Gezondheidsrecht, een van de snelst groeiende disciplines. In deze minor werken de Faculteit der Geneeskunde en Gezondheidszorg (Erasmus MC, iBMG) samen met de Faculteit der Rechtsgeleerdheid. Faciliteiten, contact met het praktijkveld Er zijn volop plannen voor nieuwe activiteiten, zoals een ‘mootcourt’ en een ‘legal clinic’. Omdat te kunnen realiseren zijn de banden aangehaald met de Rotterdamse advocatuur. Uit

Page 26: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

24

gesprekken met de markt komen meer ideeën voor dienstverlening en samenwerking. Bijvoorbeeld het vooraf toetsen van het aanbod van postacademisch onderwijs, het gebruik van de Universiteitsbibliotheek of het leveren van analyses of een second opinion. De samenwerking met het praktijkveld en nieuwe activiteiten stellen ook eisen aan het faculteitsgebouw. Vandaar de plannen voor nieuwbouw. Zo wordt er gewerkt aan een moderne faculteit met publieksvoorzieningen die ruimte geeft aan nieuwe activiteiten en hechte relaties in de regio. Faculteit der Sociale Wetenschappen Het onderwijs binnen de Faculteit der Sociale Wetenschappen (FSW) stond in 2007 in het teken van (her)erkenning en verandering. Uit de rapportage van de onderwijsvisitatiecommissie Psychologie kan worden geconcludeerd dat de Rotterdamse opleiding eenzaam aan de Nederlandse top staat. Deze positieve evaluatie leidde tevens tot de accreditatie voor zowel de bachelor- als de masteropleiding. Het oordeel van de visitatiecommissie van de opleiding Sociologie was kritisch, doch stond de accreditatie van deze opleidingen niet in de weg. De bacheloropleidingen van Bestuurskunde en Sociologie ondergingen een ingrijpende verandering. Kleinschalig onderwijs in combinatie met kennisoverdracht in overzichtelijke blokken, met per blok één vak, moeten zorgen voor een betere studeerbaarheid en dus een hoger rendement. De eerste ervaringen van zowel docenten als studenten zijn positief. De toestroom van studenten naar alle bachelor- en masteropleidingen verloopt naar wens. Wel leidt de toename van het aantal hbo-schakelstudenten tot zorg, omdat niet iedere HBO-bachelor voldoende kwalificeert om verder te studeren aan de universiteit. Om teleurstellingen van beide kanten te voorkomen heeft de opleiding Sociologie een toelatingstoets in de vorm van het schrijven van een essay en beantwoorden van vragen aan de hand van teksten, ingevoerd. Voor veelbelovende en gemotiveerde Bestuurskunde en Sociologie studenten is een honoursprogamma ontwikkeld. Psychologie stimuleert haar topstudenten in een Advanced research program psychology, dat tevens een alternatief vormt voor een research master. De FSW streeft ernaar het talent in haar midden te koesteren en te ondersteunen. In 2007 is een aantal eigen medewerkers benoemd tot hoogleraar: Marise Born en Eric Rassin bij Psychologie, Dick Houtman bij Sociologie en Erik Hans Klijn bij Bestuurskunde. Naast deze interne bevorderingen werden nog vier hoogleraren benoemd die van buiten de EUR/FSW afkomstig waren. Voor talentvolle medewerkers heeft de faculteit in 2007 een beurzenstelsel ingesteld die veelal jonge onderzoekers faciliteert bij het opstellen van een onderzoeksvoorstel voor NWO-aanvragen. In de loop van 2008 wordt duidelijk wat daarvan het resultaat zal zijn. In dit verband mag niet ongenoemd blijven dat de psycholoog dr. Ingmar Franken door NWO een VIDI-beurs is toegekend voor zijn voorstel op het gebied van verslavingsonderzoek. Met de benoeming van de internationaal bekende filosoof, politicoloog en theoloog Tariq Ramadan als gasthoogleraar op de leerstoel Identiteit en Burgerschap begon voor de Faculteit der Sociale Wetenschappen in 2007 een intensieve samenwerking met de gemeente Rotterdam. De gemeente Rotterdam heeft de leerstoel, waaraan ook drie promotieplaatsen zijn verbonden, ingesteld om de koppeling te maken tussen het academisch denken en de sociale dimensie in de stad op het terrein van Burgerschap en Identiteit.

Page 27: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

25

Dit project staat echter niet op zichzelf want er zijn diverse grote onderzoeksprojecten in 2007 gestart in opdracht van de gemeente Rotterdam of met (sociale fenomenen binnen) de gemeente Rotterdam als object. Daarbij zijn centrale leerstoelhouders als Han Entzinger, Godfried Engbersen, Jan Rotmans, Victor Bekkers, alsook onderzoekster Jacqueline Schenk betrokken. Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen Voor de Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen verliep 2007 in financieel opzicht voorspoedig. Voor het eerst in jaren was er een positieve reserve, terwijl de exploitatie, wederom, een overschot opleverde. Dat kan grotendeels worden toegeschreven aan verbeterde prestaties in onderwijs en onderzoek en aan de doorwerking van de in 2003 ingezette reorganisatie. Het onderzoek is in 2007 herordend rond een aantal kernthema’s binnen het facultaire Research Institute of History, Culture and Media (HCM). Daarmee is de oude structuur rond twee kernprogramma’s losgelaten. HCM voert onderzoek uit op het terrein van geschiedenis, cultuur en media. Dat onderzoek is interdisciplinair, comparatief en verankerd in de historische, sociale, culturele en economische wetenschappen. Het richt zich zowel op het forum van vakgenoten, op hen die uit hoofde van hun professie geïnteresseerd zijn als op een breder publiek. Hoewel nominaal vier promoties gepland stonden, werd één promotie daadwerkelijk afgerond. De NWO Vernieuwingsimpuls ging helaas aan de faculteit voorbij, maar diverse aanvragen voor programmatisch onderzoek werden wel gehonoreerd. Aan dr. B. Wubs werd een EUR-Fellowship toegekend. Mevrouw prof.dr. M.C.R. Grever viel op door haar bijdragen aan de canondiscussie en de NWO-Huygenslezing, die in 2007 handelde over cultuur en identiteit. Het onderwijs zag in 2007 de (her-)accreditatie van de bachelors Algemene Cultuur- wetenschappen en Geschiedenis en van de masters Kunst- en Cultuurwetenschappen en Media en Journalistiek, nadat de master Maatschappijgeschiedenis al in 2006 het stempel van goedkeuring gekregen had. Eind 2007 werd tevens de Research Master in the Sociology of Culture, Media and the Arts geaccrediteerd, die samen met Sociale Wetenschappen opgezet is. Tevens werd de Research Master in Early Modern Intellectual History, waarin ook Wijsbegeerte en Rechtsgeleerdheid participeren, bij de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie voorgedragen. Bovendien viel in het najaar het besluit om een nieuwe, Engelstalige bachelor Communication and Media te beginnen. Het aantal eerstejaars bachelors steeg (van 141 in 2006 naar 153 in 2007), evenals het aantal nieuwe schakelaars (van 46 naar 55) en masters (van 78 naar 113). De bekostigde instroom bleef ongeveer gelijk, nl. tweederde van het totaal. In totaal stonden 674 studenten voor hun hoofdopleiding bij de faculteit ingeschreven, 100 meer dan het jaar daarvoor. De organisatie werd in 2007 geherstructureerd. Daarbij ging het aantal capaciteitsgroepen terug van vijf naar drie, met inbegrip van een nieuwe op het terrein van de Media. Het aantal personeelsleden bleef in de buurt van de honderd liggen. In 2007 bezette dr. T.J. Dowd de Erasmus Wisselleerstoel (Erasmus Chair in the Humanities) en werd dr. F.W.A. Korsten de eerste bekleder van de bijzondere leerstoel Literatuur en samenleving. Mevrouw prof.dr. M.S.S.E. Janssen werd tot gewoon hoogleraar Media en cultuur, in het bijzonder de sociaalwetenschappelijke aspecten, benoemd.

Page 28: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

26

Binnen het managementteam namen mevrouw dr. P.E.M. van Dijk en prof.dr. H.A.M. Klemann de portefeuilles voor resp. cultuurwetenschappen en geschiedenis over, en trad, in de persoon van S. Leewis, een nieuw studentlid aan. Dr. G. Oonk nam het voorzitterschap van de faculteitsraad op zich. Faculteit der Wijsbegeerte Het jaar 2007 kende vele hoogtepunten voor de Faculteit der Wijsbegeerte. In februari promoveerde Awee Prins op het spraakmakende, vuistdikke Uit verveling, dat inmiddels aan een zesde druk toe is. Een nu reeds klassieke analyse van de verveling als verborgen en onderdrukte grondstemming van de Westerse cultuur. In het voorjaar trad, met dank aan de G.Ph. Verhagen Stichting, professor Simon Blackburn (Trinity College, Cambridge) aan als Erasmushoogleraar. Blackburn geldt als een van de belangrijkste hedendaagse ethici, en de twee seminars die hij verzorgde waren een doorslaand succes, niet in de laatste plaats door de actieve betrokkenheid van de studenten. In het najaar ging vervolgens het onderzoeksproject van Gijs van Oenen van start, getiteld "Interactive metal fatigue: the interpassive transformation of democratic life". Dit onderdeel van het NWO-programma Omstreden Democratie werd gedoteerd met een half miljoen euro (k € 459 ).

Page 29: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

27

< 7 > PERSONEEL Erasmus-personeel is ondernemend, sterk internationaal georiënteerd en staat voor hoogwaardig wetenschappelijk onderzoek en onderwijs. De Erasmus Universiteit Rotterdam kiest voor een beleid dat inzet en kwaliteit beloont en bijdraagt aan de realisering van de doelstellingen van de universiteit. Voor de EUR als kennisintensieve instelling zijn de medewerkers immers het belangrijkste kapitaal. Daarbij ziet de EUR zich niet alleen voor de uitdaging geplaatst om in toenemende mate (wetenschappelijk) talent aan zich te binden, maar is het bovendien zaak bestaand EUR-talent te ontwikkelen én – gezien de toenemende concurrentie op de arbeidsmarkt – voor de universiteit te behouden. Dit vergt van de EUR een modern en concurrerend Human Resources-beleid. Diversiteitsbeleid De EUR streeft naar een personeelsbestand dat op alle niveaus een betere afspiegeling vormt van de samenleving. Deze doelstelling uit het Strategisch Plan 2004-2008 blijft ook de komende jaren als belangrijk aandachtspunt op de (strategische) agenda staan. Ter invulling van de doelstelling heeft de EUR zich onder de projectnaam ‘Erasmus Universiteit als smeltkroes van talent’ als ontwikkelingspartner aangesloten bij het EQUAL-project ‘Participatie als prioriteit’ van het Europees Sociaal Fonds (ESF). Het grootschalige ESF-EQUAL-initiatief is gericht op het creëren van gelijke kansen en het bestrijden van discriminatie op de arbeidsmarkt en is in 2007 afgerond. Concrete activiteiten in het kader van het project waren: Trainingen op het gebied van interculturele communicatie, interculturele werving &

selectie, vrouwen & leiderschap en mentoring; Het ‘Mature Talent’-programma van FEW, een verkort promotietraject voor succesvolle

personen uit het bedrijfsleven, waarbinnen tot dusver vier vrouwen zijn aangesteld als universitair docent in opleiding;

Een student-assistentprogramma binnen FR, veelbelovende bachelorstudenten van allochtone afkomst worden gekoppeld aan wetenschappers om op deze manier kennis te maken met de wetenschap;

Publicatie van het onderzoeksrapport ‘Onderzoek naar de barrières voor vrouwen en minderheden binnen de EUR’;

Een pilot-project voor mentoring binnen de RSM Erasmus University; De start van het ‘Netwerk vrouwelijke hoogleraren’, een gezamenlijk initiatief van de EUR

en het Erasmus MC. Uit de evaluatie van het EQUAL-project is gebleken dat het project binnen de EUR succesvol mag worden genoemd. Niet alleen is sprake van een sterk toegenomen bewustwording van de noodzaak om het potentieel van getalenteerde vrouwen en allochtonen beter te benutten, ook kan een gestage toename van het aandeel vrouwen in de functies universitair hoofddocent en hoogleraar worden geconstateerd. De aandacht voor diversiteit is overigens niet beperkt gebleven tot de activiteiten in het kader van het bovengenoemde project. Ook buiten het project zijn initiatieven ontplooid om een bijdrage te leveren aan een meer divers samengesteld personeelsbestand. De bevindingen uit het onderzoeksrapport vormden de directe aanleiding tot het formuleren van een diversiteitsprogramma dat loopt tot 2010. Het diversiteitsprogramma vormt het kader voor twintig concrete initiatieven die direct of indirect zijn gericht op het beter benutten van vrouwelijk en allochtoon talent. Daarnaast is diversiteit als aandachtspunt al meerdere keren aan de orde geweest bij het vaststellen van regulier Human Resource-beleid, zoals bijvoorbeeld het Tinbergen-programma met senior tenure tracks voor wetenschappelijk toptalent.

Page 30: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

28

Vrouwen - WP Op 31 december 2007 waren 925 vrouwen in dienst van de EUR; 44,3 procent van het personeelsbestand. Het aandeel vrouwelijke wetenschappers in de hogere posities – universitair hoofddocent en hoogleraar – is gestegen van 8,7 procent in 2006 naar 10,7 procent in 2007. Het aandeel vrouwelijke hoogleraren bedroeg in 2007 voor de gehele universiteit (EUR, inclusief Erasmus MC) 9,8 procent. Aantal hoogleraren - in personen - naar geslacht, per faculteit peildatum 31 december 2007 hoogleraar bijzonder hoogleraar totalen man vrouw totaal man vrouw totaal man vrouw totaal FHKW 8 4 12 6 1 7 14 5 19 FR 31 3 34 10 2 12 41 5 46 FSW 16 2 18 11 2 13 27 4 31 FW 2 0 2 3 1 4 5 1 6 FEW 36 0 36 6 1 7 42 1 43 RSM 32 1 33 11 0 11 43 1 44 Erasmus MC 82 7 89 54 9 63 136 16 152 iBMG 10 1 11 4 1 5 14 2 16 Subtotaal EUR 125 10 135 47 7 54 172 17 189 Subtotaal Erasmus MC 92 8 100 58 10 68 150 18 168 Totaal 217 18 235 105 17 122 322 35 357 % EUR 92,6 7,4 87,0 13,0 91,0 9,0 % Erasmus MC 92,0 8,0 85,3 14,7 89,3 10,7 % Totaal 92,3 7,7 86,1 13,9 90,2 9,8 Het aantal medewerkers in wetenschappelijke posities is gestegen met 22, terwijl het aantal vrouwelijke medewerkers in wetenschappelijke posities toenam met elf. De bijbehorende groei van het totaal aantal fte’s is bijna twintig. Vrouwen zijn verantwoordelijk voor 85,4 procent van deze toename.

Page 31: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

29

* De sterke daling van het aandeel vrouwelijke promovendi vanaf 2006 is een gevolg van de verandering van dienstverband. Alle Erasmus MC-promovendi zijn sinds 2006 in dienst van Erasmus MC en staan daardoor niet meer in de EUR-statistieken. Uit de bovenstaande grafiek is af te lezen dat het aandeel vrouwen in de verschillende wetenschappelijke functies bij de EUR gestaag toeneemt. In 2007 heeft het aandeel vrouwen bovendien een belangrijke impuls gekregen. Het aantal vrouwelijke hoogleraren is in 2007 met twee toegenomen, het aantal vrouwelijke universitair hoofddocenten met vier en er kwam een universitair docente bij. Ter vergelijking: het aantal mannelijke hoogleraren nam in dezelfde periode met vier af, het aantal mannelijke universitair hoofddocenten steeg met zes (+5,52 fte), terwijl het aantal mannelijke universitair docenten met zes af nam. De stimuleringsmaatregel van het College van Bestuur, die bij de aanstelling van een vrouwelijke hoogleraar door een faculteit leidt tot vergoeding van 25 procent van facultaire kosten gedurende een periode van vier jaar, is in 2007 twee keer toegepast (bij iBMG en bij FHKW). Vrouwen - OBP Bij het ondersteunend en beheerspersoneel (OBP) is het aantal personen in totaal met vier toegenomen tot 784. In 2007 waren vrouwen bij het OBP met 60,3 procent in de meerderheid (in 2006: 59 procent). Het aantal vrouwen is met dertien toegenomen, het aantal mannen daalde met negen.

Wetenschappelijk loopbaanbeleid Binnen het wetenschappelijk loopbaanbeleid is in 2006 ruim baan gemaakt voor tenure tracks, oftewel het ontwikkelingspad van universitair docent naar universitair hoofddocent. FEW, FSW, FR en RSM Erasmus University beschikten in 2007 allen over een afgestemd programma en zagen de eerste wetenschappers op basis van een tenure track van start gaan. Daarmee bevindt de EUR zich in een goede uitgangspositie om jong, gepromoveerd wetenschappelijk talent te werven en te behouden. Om faculteiten ook te ondersteunen bij de werving van wetenschappelijk toptalent, heeft het College van Bestuur besloten vanaf het collegejaar 2007-2008 het Tinbergen-programma aan te bieden. Vernoemd naar de enige Nobelprijswinnaaar van de EUR wordt met dit

Percentage vrouwen in WP staffuncties 2000 -2007

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

2000 2002 2004 2005 2006* 2007

promovendi OVWP UD UHD HGL

Page 32: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

30

programma faculteiten de mogelijkheid geboden om een gescheiden ‘senior’ tenure track te creëren, een traject dat een vierjarig pad beslaat van universitair hoofddocent naar hoogleraar. De beoogde doelgroep voor het Tinbergen-programma is de groep van gepromoveerde en talentvolle wetenschappers uit binnen- en buitenland met ruime ervaring, bewezen onderwijs- en onderzoekskwaliteiten en de potentie het binnen afzienbare termijn te brengen tot hoogleraar. De EUR acht het Tinbergen-programma mede een instrument ter ondersteuning van de strategische keuzes van de EUR. Daarom is voor de tien te creëren posities expliciet aansluiting gezocht bij de versterking van een aantal onderzoeksgroepen en/of het programma om te komen tot meer diversiteit in de (hogere posities binnen de) wetenschappelijke staf. In het eerder genoemde wetenschappelijk loopbaanbeleid werden de voor de diverse wetenschappelijke rangen benodigde kwalificaties op hoofdlijnen geduid. De faculteiten hebben deze kwalificaties in 2006 en 2007 specifiek toegesneden op de eigen facultaire situatie. Daarmee beschikt de EUR over een raamwerk dat het mogelijk maakt enerzijds uitdagende loopbanen te bieden aan wetenschappers én anderzijds geleidelijk over te gaan naar een situatie waarin zowel de organisatie als de medewerkers meer beoordeeld worden op basis van prestaties. Internationalisering De toenemende internationale oriëntatie van de EUR vindt weerslag in de samenstelling van het personeelsbestand. Om de onvermijdelijke bureaucratie bij het aanstellen van internationale medewerkers het hoofd te bieden zet de EUR in op het zoveel mogelijk stroomlijnen van procedures en het bieden van adequate ondersteuning aan de betrokken leidinggevenden. In 2007 werd veel voorwerk verricht ten aanzien van het in kaart brengen van processen en procedures en werd een aanvang gemaakt met het opbouwen van de benodigde netwerken. Arbeidsvoorwaarden Beloningen Aan medewerkers die goed of zeer goed gefunctioneerd hebben wordt een extra beloning toegekend in de vorm van een gratificatie, een extra periodiek of functioneringstoelage. In 2007 is aan 420 medewerkers een extra beloning toegekend. Beloningen Toekenning aantal personen Gratificatie 327 Extra periodiek 46 Functioneringstoelage 47 Totaal 420 Arbeidsmarkttoelagen en persoonlijke toelagen Sectoren aantal personen percentage Financieel-economisch 7 4,9 Automatisering 12 8,5 Wetenschappelijk 73 51,4 Overig 50 35,2 Totaal 142 100,0

Page 33: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

31

In 2007 kregen 142 medewerkers een arbeidsmarkttoelage of persoonlijke toelage, waarmee in totaal een bedrag van € 702.053 was gemoeid. Per persoon komt dit neer op een gemiddelde van ongeveer € 5.000. Keuzemodel arbeidsvoorwaarden In het verslagjaar namen 1004 medewerkers deel aan het keuzemodel arbeidsvoorwaarden. Het deelnamepercentage is ten opzichte van 2006 gedaald van 53,2 procent naar 47 procent. Ondanks deze daling is het aantal keuzes dat in 2007 is gemaakt, nagenoeg gelijk gebleven omdat de deelnemende medewerkers in veel gevallen meerdere keuzes maken. Bij de in totaal 1.334 keuzes die medewerkers maakten, bleek het inruilen van verlofdagen voor extra inkomen het meest populair te zijn. Ook de fiscaalvrije reiskostenvergoeding blijft, net als in 2006, een veel voorkomende keuze. Arbo- en gezondheidsbeleid Ziekteverzuim Ten opzichte van 2006 is het ziekteverzuimpercentage licht gestegen van 2,2 procent naar 2,5 procent. Ook de gemiddelde ziekteduur is toegenomen van 8,87 dagen naar 9,71 dagen. Het percentage medewerkers dat zich het afgelopen jaar niet ziek heeft gemeld is nagenoeg gelijk gebleven te weten, 63,8 procent in 2006 en 63,7 procent in 2007. Eén persoon is als gevolg van niet-arbeidsgerelateerde ongeschiktheid in 2007 volledig in de WIA ingestroomd.

Ziekteverzuimpercentage personeelscategorie percentage WP 1,13 OBP 4,38 WP & OBP 2,45

Gemiddelde ziekteduur in dagen1 personeelscategorie duur WP 10,15 OBP 9,55 WP & OBP 9,71

Ziekmeldingsfrequentie personeelscategorie gemiddelde aantal ziek-

meldingen per persoon WP 0,46 OBP 2,06 WP & OBP 1,06

1 De gemiddelde ziekteduur is berekend aan de hand van de in 2007 beëindigde ziektegevallen, zonder verrekening van verlofdagen of deeltijdfactor.

Top 5 van keuzes: 1. Extra inkomen 589 keer 2. Reiskosten 516 keer 3. Fiets 95 keer 4. Vakbondscontributie 69 keer 5. Meerjaren spaarmodel 39 keer

Page 34: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

32

Percentage niet ziek personeelscategorie niet ziek per 100

medewerkers WP 79,42 OBP 32,96 WP & OBP 63,72

Arbeidsongeschikt aantal volledig gedeeltelijk

1 0

Reorganisatie Bureau van de Universiteit Was in 2006 nog sprake van een mogelijk universiteitsbrede reorganisatie van de ondersteunende diensten, een door het College van Bestuur (CvB) ingestelde stuurgroep adviseerde de omvang van een reorganisatie in eerste instantie tot het Bureau van de Universiteit (BvdU) te beperken. Het CvB nam het advies van de stuurgroep over en besloot in januari 2007 tot deze fasering om de procesgang niet nodeloos te compliceren en de snelheid van het proces beter te kunnen waarborgen. De aanleiding voor deze reorganisatie was gelegen in de bevindingen van het bureau Berenschot naar aanleiding van een evaluatie van de toenmalige structuur, werkwijze en houding van het BvdU. De belangrijkste conclusies uit deze evaluatie waren: a) er bestond onduidelijkheid ten aanzien van de organisatie en de aansturing van de

universiteit, i.e. er diende een bij de strategie passende besturingsfilosofie te worden ontwikkeld;

b) de inrichting van de dienstverlening van het centrale niveau naar het decentrale niveau was, in het licht van de eisen van faculteiten, niet toereikend;

c) faculteiten vroegen meer ondersteuning, meer servicegerichtheid en een minder controlerende opstelling van het BvdU;

d) op centraal niveau diende meer vitale kennis en expertise te worden opgebouwd die het decentrale niveau overstijgt;

e) als gevolg van een sterk op bureaucratische en bestuurlijke zorgvuldigheid gerichte houding deden zich tussen centraal en decentraal niveau attitudeproblemen voor (dubbele loyaliteit problematiek).

Start van het reorganisatieproces Met het aanbieden van het voornemen tot reorganisatie aan het CvB in de tweede week van februari trad de Reorganisatiecode EUR formeel in werking. Kort daarna vonden voorlichtingsbijeenkomsten plaats voor de medewerkers van het BvdU en begon het overleg met de betrokken medezeggenschapsorganen. Voor de reorganisatie werden in het voornemen de volgende doelen geformuleerd: het versterken en integreren van de ondersteuning op het terrein van strategische

beleidsvorming; het ondersteunen van faculteiten bij de beleidsvorming en kwaliteitszorg op het terrein

van onderwijs en onderzoek; het vraaggericht organiseren van de uitvoerende diensten van het ondersteunende

apparaat en het logisch groeperen daarvan; het creëren van een heldere structuur voor dienstverlening aan het College van Bestuur

enerzijds en organisatieonderdelen anderzijds;

Page 35: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

33

het stimuleren van een open communicatie tussen alle geledingen; het inrichten van een eenduidige bestuurlijke informatievoorziening, waaronder het

opzetten en onderhouden van een inhoudelijke planning & control-cyclus; het in staat stellen van faculteiten om de dienstverlening inhoudelijk te beïnvloeden. Het reorganisatievoornemen voorzag in de opheffing van het BvdU. Daarvoor in de plaats dienden enerzijds een aantal afdelingen te worden ingericht dat het CvB direct ondersteunt en anderzijds een aantal shared service centers te worden gevormd voor de dienstverlening aan de organisatieonderdelen. Als randvoorwaarde bij reorganisatie gold een efficiencyslag van tien procent op de structurele personeelslasten. De daarmee vrijkomende middelen komen ten goede aan onderwijs, onderzoek en organisatie. Bij een herinrichting van en een attitudeverandering bij de ondersteunende diensten werd de aanwezigheid van een heldere concernstrategie als conditio sine qua non ervaren. Het CvB en de decanen schetsten daartoe parallel aan het reorganisatieproces de contouren in een visiedocument Erasmus 2013. Naar een nieuwe inrichting van de ondersteunende diensten Zowel de dienstraad van het BvdU (17 april 2007) als de Universiteitsraad (19 juni 2007) gaven uiteindelijk, zij het onder voorwaarden, een positief advies ten aanzien van het reorganisatievoornemen. Daarmee was de weg vrij om in de zomer van 2007 het reorganisatieplan, evenals de daaruit voortvloeiende personele gevolgen tot in detail uit te werken. Bij het opstellen van het reorganisatieplan werd gebruik gemaakt van de deelplannen voor de zes functiegebieden (Algemene & Bestuurlijke Zaken, HR, Financiën, Facilitair Bedrijf, ICT, Marketing & Communicatie en Onderwijs, Onderzoek & Studentendienstverlening). Zogeheten kwartiermakers onderhielden nauw contact met de faculteiten bij het opstellen van de desbetreffende deelplannen. De beheerder van het BvdU voerde daarnaast uitgebreid overleg met de dienstraad over de inhoud van het resulterende reorganisatieplan. De totale omvang van deze centrale diensten en de shared service center zou volgens het reorganisatieplan 281,7 fte komen te bedragen. Ten opzichte van de omvang van het eerdere BvdU (313,6 fte) werd daarmee voldaan aan de door het CvB gestelde randvoorwaarde om tien procent te bezuinigen op de personele lasten. Na uitvoerig overleg met de beheerder en onder formulering van enige voorwaarden stemde de dienstraad in december in met het reorganisatieplan.

Page 36: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

34

Organogram nieuwe organisatie

Personele gevolgen Als gevolg van de reorganisatie werd van ca. zestig medewerkers de functie opgeheven. Tegelijkertijd was sprake van nieuwe functies in de nieuwe organisatie. Een plaatsingsadviescommissie (PLAC) werd ingesteld om een zo objectief mogelijke afweging te kunnen waarborgen voor de herplaatsing van medewerkers. Deze commissie functioneerde onder een deskundige en onafhankelijke voorzitter en bestond voorts uit een onafhankelijk lid en een vertegenwoordiger van het bij een vacature betrokken organisatieonderdeel. Bij alle zittingen van de PLAC was een vertegenwoordiger van de werknemersorganisaties aanwezig.

Page 37: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

35

In december 2007 rondde de commissie haar adviezen over herplaatsing van medewerkers af. In dezelfde periode kwam het College van Bestuur met het EUR overleg voor personeelsaangelegenheden (EUROPA) een sociaal plan overeen om de individuele gevolgen van de reorganisatie voor de betrokken medewerkers zoveel mogelijk te verzachten. Zo voorziet het sociaal plan gedurende vijftien maanden in ontslagbescherming en herplaatsingstrajecten voor de medewerkers voor wie geen functie is gevonden in de nieuwe organisatie. Vaststelling en invoering Het reorganisatieplan in 2007 is vastgesteld en per 1 januari 2008 ingevoerd. Herplaatsing van een deel van de medewerkers heeft eind 2007 plaatsgevonden. De veranderingen in de werkprocessen, de daadwerkelijke gevolgen van de reorganisatie, krijgen in de periode 2008-2009 hun beslag. Naast de al eerder genoemde andere aanpak van dienstverlening, het effectueren van nieuwe overlegmodellen en het starten van een competentiegericht veranderingstraject, dienen ook andere aangelegenheden nog te worden afgehandeld. Een voorbeeld hiervan is een nieuwe medezeggenschapsstructuur voor de ondersteunende diensten. De dienstraad blijft in functie totdat de nieuwe medezeggenschapsstructuur van start gaat. Twee jaar na implementatie van de reorganisatie zal een evaluatie plaatsvinden van de mate waarin de beoogde effecten zijn verwezenlijkt.

Omvang van het personeelsbestand

Vast/tijdelijk

2007 WP WP

vast WP

tijdelijk %

tijdelijk OBP OBP vast

OBP tijdelijk

% tijdelijk totaal

BvdU 0 0 0 0,0 341 306 35 10,3 341 UB 0 0 0 0,0 80 75 5 6,3 80 FR 189 115 74 39,2 78 71 7 9,0 267 FEW 197 81 116 58,9 77 61 16 20,8 274 FSW 196 86 110 56,1 63 46 17 27,0 259 FGG 35 0 35 100,0 0 0 0 0,0 35 iBMG 2 0 2 100,0 0 0 0 0,0 2 FHKW 58 34 24 41,4 21 14 7 33,3 79 RSM 265 138 127 47,9 118 107 11 9,3 383 FW 31 11 20 64,5 7 7 0 0,0 38 Totaal 973 465 508 52,2% 785 687 98 12,5% 1.758 tabel is excl. student-assistenten

Page 38: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

36

Leeftijdsopbouw

0

50

100

150

200

250

300

<- 24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-64 65->

leeftijdscategorie

aa

nta

l p

ers

on

en

OBP

WP

Leeftijdsopbouw OBP WP <- 24 34 57 25-29 72 242 30-34 96 173 35-39 94 118 40-44 115 86 45-49 114 81 50-54 108 87 55-59 103 73 60-64 49 55 65-> 1 totaal 785 973 1758

Deeltijdfactor (exclusief student-assistenten)

<25 25-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-99 fulltime

<25 81 25-50 164 51-60 117 61-70 46 71-80 202 81-90 77 91-99 1 fulltime 1070

totaal 1758

Page 39: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

37

Totaal personeel

Totaal aantal personen (peildatum 31 december 2007)

hl uhd ud overig

wp promo-

vendi

student-assisten

t obp totaal BvdU mannen 0 0 0 0 0 0 167 167 vrouwen 0 0 0 0 0 0 174 174 totaal 0 0 0 0 0 0 341 341 UB mannen 0 0 0 0 0 0 36 36 vrouwen 0 0 0 0 0 0 44 44 totaal 0 0 0 0 0 0 80 80 FHKW mannen 8 3 13 10 6 5 4 49 vrouwen 4 1 7 4 3 4 17 40 totaal 12 4 20 14 9 9 21 89 FW mannen 2 2 5 10 5 4 3 31 vrouwen 0 0 1 2 4 2 4 13 totaal 2 2 6 12 9 6 7 44 RSM EU mannen 32 44 50 27 45 44 34 276 vrouwen 1 5 16 13 32 38 85 190 totaal 33 49 66 40 77 82 119 466 FR mannen 31 19 36 21 19 29 28 183 vrouwen 3 7 22 16 15 46 49 158 totaal 34 26 58 37 34 75 77 341 FGG mannen 0 0 0 0 14 0 0 14 vrouwen 0 0 0 0 21 0 0 21 totaal 0 0 0 0 35 0 0 35 iBMG mannen 0 0 0 0 1 0 0 1 vrouwen 0 0 0 0 1 0 0 1 totaal 0 0 0 0 2 0 0 2 FSW mannen 16 24 24 26 25 21 17 153 vrouwen 2 4 16 31 28 43 45 169 totaal 18 28 40 57 53 64 62 322 FEW mannen 36 17 58 3 58 61 22 255 vrouwen 0 1 9 4 11 35 55 115 totaal 36 18 67 7 69 96 77 370 totaal mannen 125 109 186 97 173 164 311 1.165 vrouwen 10 18 71 70 115 168 473 925 totaal 135 127 257 167 288 332 784 2.090

Page 40: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

38

Totaal aantal volledige arbeidsplaatsen (peildatum 31 december 2007)

hl uhd ud overig

wp promo-

vendi student-

assistent obp totaal BvdU mannen 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 154,03 154,03 vrouwen 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 132,47 132,47 totaal 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 286,50 286,50 UB mannen 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 31,74 31,74 vrouwen 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 30,81 30,81 totaal 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 62,55 62,55 FHKW mannen 6,04 2,51 10,93 4,88 5,80 1,55 3,50 35,21 vrouwen 3,38 0,80 5,78 3,65 2,80 1,30 13,40 31,11 totaal 9,42 3,31 16,71 8,53 8,60 2,85 16,90 66,32 FW mannen 2,80 0,70 4,30 6,40 3,80 0,90 2,40 21,30 vrouwen 0,00 0,00 0,80 2,00 3,60 0,40 2,60 9,40 totaal 2,80 0,70 5,10 8,40 7,40 1,30 5,00 30,70 RSM EU mannen 24,30 39,47 44,10 22,84 44,50 11,56 32,34 219,11 vrouwen 1,00 4,60 15,10 10,70 32,00 9,86 69,57 142,83 totaal 25,30 44,07 59,20 33,54 76,50 21,42 101,91 361,94 FR mannen 20,88 16,03 27,90 13,50 18,40 8,73 23,93 129,37 vrouwen 2,40 6,00 18,80 13,38 14,50 14,77 37,09 106,94 totaal 23,28 22,03 46,70 26,88 32,90 23,50 61,02 236,31 FGG mannen 0,00 0,00 0,00 0,00 14,00 0,00 0,00 14,00 vrouwen 0,00 0,00 0,00 0,00 20,24 0,00 0,00 20,24 totaal 0,00 0,00 0,00 0,00 34,24 0,00 0,00 34,24 iBMG mannen 0,00 0,00 0,00 0,00 1,00 0,00 0,00 1,00 vrouwen 0,00 0,00 0,00 0,00 1,00 0,00 0,00 1,00 totaal 0,00 0,00 0,00 0,00 2,00 0,00 0,00 2,00 FSW mannen 13,20 24,00 22,10 20,56 24,20 7,05 15,20 126,31 vrouwen 1,20 3,70 14,30 20,14 27,00 10,20 36,80 113,34 totaal 14,40 27,70 36,40 40,70 51,20 17,25 52,00 239,65 FEW mannen 26,05 13,00 48,24 2,80 57,40 17,13 21,24 185,86 vrouwen 0,00 0,40 8,50 3,60 10,20 10,35 39,70 72,75 totaal 26,05 13,40 56,74 6,40 67,60 27,48 60,94 258,61 totaal mannen 93,27 95,71 157,57 70,98 169,10 46,92 284,38 917,93 vrouwen 7,98 15,50 63,28 53,47 111,34 46,88 362,44 660,89

totaal 101,25 111,21 220,95 124,45 280,44 93,80 646,82 1.578,82

• In 2007 nam het aantal personen in dienst van de EUR af van 2.199 personen op 31 december 2006 naar 2.090 personen op 31 december 2007. Een afname van vijf procent.

• Het aantal volledige arbeidsplaatsen daalde met 8,9 procent van 1.733,3 fte naar 1.578,8 fte.

• Deze daling volgt in belangrijke mate uit de afname van het aantal promovendi met een dienstverband bij Erasmus MC dat nog in dienst is van de EUR. Nieuwe promovendi treden direct in dienst van Erasmus MC.

• Hoogleraren bij FGG en iBMG worden benoemd door de EUR en zijn in dienst van Erasmus MC.

Page 41: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

39

< 8 > VOORZIENINGEN Universiteitsbibliotheek Opvallende ontwikkelingen bij de Universiteitsbibliotheek (UB) waren: De herinrichting van het UB-gebouw Op 15 juni opende de voorzitter van het College van Bestuur de nieuw ingerichte studiezalen. Het aantal individuele werkplekken is daarbij van zeshonderd uitgebreid naar zevenhonderd, waarvan 180 met vaste pc. Tevens kregen de studiezaalcollecties één doorlopende opstelling, werd een nieuwe vloerbedekking aangebracht, zithoeken gecreëerd en differentiatie in geluid/stiltezones aangebracht. Digitalisering van het UB-informatie-aanbod en –gebruik In 2007 is het aantal door de UB aangeboden elektronische boeken (e-books) spectaculair gestegen van 20.300 tot 166.400. Het aantal raadplegingen van de online-pakketten bleef stijgen tot meer dan 2,5 miljoen. De voortgang op het gebied van het elektronisch publiceren Het CvB ondertekende in 2007 de ‘Berlin Declaration on Open Access to Knowledge in the Sciences and Humanities’. Het RePub repository zelf werd niet alleen technisch helemaal vernieuwd, maar groeide ook van 4.000 naar 6.500 full text-publicaties (+ 63 procent). Daarnaast verdient zeker ook te worden vermeld:

• de participatie van UB-medewerkers in het onderwijs, zowel aan bachelor- als aan masterstudenten;

• de migratie van het lokaal bibliotheeksysteem (LBS) van versie drie naar vier; • de invoering van geautomatiseerde uitlening door het Rotterdamsch Leeskabinet; • het online zetten van een geheel vernieuwde UB-website; • het installeren van een link resolver voor snellere doorverbinding naar opgevraagde

tijdschriftartikelen; • de zodanige uitbreiding van het EDSC-team (Erasmus Data Service Centre) dat

naast diverse workshops per week ook nog twintig uur individuele ondersteuning gegeven kan worden.

Ten slotte valt met betrekking tot extern gefinancierde projecten te melden dat:

• RePub (institutionele repository voor de EUR) voortvarend meegewerkt heeft in het kader van het JISC-project ‘Version’;

• de Europese Commissie het Nereus-project ‘Network of European Economists Online (NEEO)’ heeft goedgekeurd; de UB is een van de zestien partners; van 43 Rotterdamse onderzoekers zal de wetenschappelijke output wereldwijd via de NEEO-portal worden gepubliceerd;

• en werd gestart met de werkzaamheden van het door SURF gehonoreerde project ‘Virtual Knowledge Studio Collaboratory’.

Huisvesting Doelstelling: de EUR wil voor onderwijs- en onderzoektaken faciliteiten bieden op een aantrekkelijke campus, waar studenten en medewerkers hun activiteiten optimaal kunnen uitvoeren. Campusontwikkelingen De Erasmus Universiteit Rotterdam heeft de ambitie om het Woudestein complex in de komende jaren om te vormen tot een aantrekkelijke en duurzame campus met internationale uitstraling, met up-to-date voorzieningen voor onderwijs en onderzoek, met

Page 42: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

40

studentenhuisvesting, met voorzieningen voor sport en ontspanning en met een goede aansluiting met de stad. In dat kader is een prijsvraag uitgeschreven onder vijf architecten. Het winnende ontwerp van architectenbureau Juurlink & Geluk voorziet in een nieuw hart van de campus op een fraai vormgegeven oost-west as waarop zoveel mogelijk voorzieningen gepositioneerd zijn. Deze lijn van denken wordt mede in het licht van de (groei)ambities vanuit de visie Erasmus 2013 verder uitgewerkt. In 2008 mondt dit uit in een nieuw masterplan. In het verslagjaar is gestart met de planvorming voor het bouwen van ± 250 studentenwoningen op de plaats van het huidige N-gebouw en rondom het sportgebouw. Tevens wordt hierbij meegenomen de uitbreiding van fitnessruimten en het verfraaien van de ingang en het sportcafé. Verwachte oplevering is 2010. Verhuizing Adequate huisvesting van medewerkers is een voorwaarde om optimaal te kunnen presteren. Op basis van wensen en verwachte ontwikkelingen met betrekking tot huisvesting is besloten dat IHS naar de 14e verdieping van het T-gebouw gaat verhuizen en dat iBMG gehuisvest gaat worden op een aantal verdiepingen in het J-gebouw. In de voorbereidingen is nadrukkelijk aandacht besteed aan de wijze waarop werkplekconcepten en inrichtingskeuze de werkomgeving en de samenwerking op een positieve wijze kunnen beïnvloeden. De daadwerkelijke verhuizing gaat in 2008 plaatsvinden. In het kader van de renovatie van het A-gebouw zijn alle daarin werkzame medewerkers verhuisd naar een andere (tijdelijke) plek. ICT-voorzieningen op de campus Doelstelling: de EUR wil studenten en medewerkers betrouwbare, tijd- en plaats-onafhankelijke, ICT-voorzieningen en diensten voor studie en werk bieden. Deze voorzieningen worden permanent kwalitatief en kwantitatief op de vragen van de afnemers en de technologische ontwikkelingen afgestemd. PC- en studiewerkplekken in relatie tot het draadloze netwerk Het gebruik van het in 2006 gereed gekomen draadloze netwerk is in 2007 aanmerkelijk toegenomen. Logden aanvankelijk gemiddeld 1450 gebruikers per dag in op genoemd netwerk, aan het einde van 2007 was dit aantal al gegroeid tot 4400. Vooral studenten zijn gebruikers van deze voorziening en lijken door de beschikbaarheid van het draadloze netwerk gemotiveerd om te investeren in een laptop. Via deze eigen laptop en het over de gehele campus Woudestein beschikbare draadloze netwerk kunnen zij alle voor de studie belangrijke elektronische diensten en producten activeren en toegang verkrijgen tot het internet. Onderwijsportal / MyEUR De onderwijsportal biedt aan studenten toegang tot de belangrijkste applicaties en levert informatie met betrekking tot de studie. Het gebruik hiervan is in 2007 met ca. tien procent gestegen. De Faculteit der Sociale Wetenschappen heeft van de mogelijkheid gebruikgemaakt om via dit portal specifieke informatie te ontsluiten. De in 2006 ontwikkelde dienst Studentvolgende Virtuele Storage, die aan studenten de mogelijkheid biedt om via het internet (dus plaatsonafhankelijk) elektronische bestanden te benaderen, maakt sinds 2007 deel uit van ‘MyEUR’ en werkt op basis van Single Sign On. Inschrijving studenten via Studielink Na de succesvolle invoering bij de EUR van Studielink-1 in 2006 voor de herinschrijvingen, is Studielink-2 in het verslagjaar opengesteld voor alle bekostigde studenten van de initiële opleidingen. De inschrijving in 2007 via Studielink is goed verlopen met efficiëntie- en kwaliteitsverbetering tot gevolg. In 2007 is een traject ingezet om de administratieve

Page 43: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

41

organisatie rondom het inschrijven verder te verbeteren en aansluiting te realiseren tussen ‘admissions’ en Studielink. Verhoging beschikbaarheid en verlaging kwetsbaarheid Onderwijs, onderzoek en beheer zijn in toenemende mate afhankelijk van ICT-voorzieningen. Vooral het onderwijsproces verdraagt uitval van voorzieningen slecht. Ter verhoging van de continuïteit en verlaging van de kwetsbaarheid zijn in 2007 dan ook de volgende maatregelen genomen:

• het tweede netwerksterpunt in het T-gebouw is volledig ‘verglaasd’. Dit betekent onder meer dat alle gebouwnetwerken nu aan twee netwerksterpunten gekoppeld zijn. Uitval door storing of onderhoud aan de netwerkswitches in een sterpunt leiden daardoor niet meer tot onderbreking van de netwerkconnectiviteit;

• de computerruimten in het H-gebouw en het T-gebouw zijn voorzien van een automatische branddetectie- en blusvoorziening. Hiermee wordt een eventuele brand vroegtijdig gesignaleerd. Door een fijnmazige gasblusvoorziening wordt vervolgens de brandhaard geïsoleerd en gedoofd: de gevolgschade aan computerapparatuur kan hierdoor beperkt blijven.

Efficiëntieverbetering en verantwoord energiegebruik Mede als gevolg van herstructurering van de ICT-organisatie is een aantal maatregelen genomen, dat tot verbetering van de efficiëntie en verantwoord energieverbruik heeft geleid:

• consolidatie van computerruimten; het aantal computerruimten is in 2007 teruggebracht van drie naar twee, waarbij de computerkast-capaciteit in het T-gebouw (T3) en het H-gebouw (H2) is uitgebreid;

• Cold Corridor; de hogere ‘computerdichtheid’ in vooral de H2-computerruimte leidde tot een zwaardere aanslag op de beschikbare lucht- en temperatuurconditionering. Door toepassing van zogenaamde ‘Cold Corridors’ (die een betere luchttrek door de computerkasten opleveren) is een effectieve koeling bereikt met eenzelfde conditioneringcapaciteit.

Netwerk en telefonie Vanwege de toenemende verwevenheid van computertoepassingen met telefonie- of spraaktoepassingen, zijn in 2007 voorbereidingen getroffen om het beheer van de bedrijfstelefonievoorziening over te dragen van het directoraat EFB naar directoraat I & A (DIA). Deze overdracht is per 1 januari 2008 geëffectueerd. De nieuwe beheerder heeft, om de continuïteit van de telefonievoorziening in de toekomst te garanderen, in 2007 een plan opgesteld om de bestaande analoge telefoniecentrale te vervangen door een op IP (Internet Protocol) gebaseerde telefooncentrale (IPT). Dit plan voorziet erin om op een termijn van twee jaar (2008 en 2009) de huidige bedrijfstelefonie te vervangen. Op basis van een aanbesteding volgens de Europese richtlijnen is een marktpartij geselecteerd om het vernieuwingsproject samen met het DIA (SSC-ICT) uit te voeren. De gunningprocedure is afgerond in december 2007. Nieuw content management systeem (CMS) en vernieuwing Erasmus Web In het verslagjaar is het project dat tot doel had de ‘webpresence’ van de instelling te moderniseren en het informatie- en contentbeheer met betrekking tot ErasmusWeb beter te faciliteren, met succes afgerond. Enerzijds is de presentatie (qua vormgeving en huisstijl) op het Internet vernieuwd. Anderzijds is, onder de noemer ‘content management systeem’ (CMS), een voorziening gerealiseerd om de onderliggende informatie van het Erasmus Web eenvoudiger en effectiever te kunnen beheren. De EUR heeft in dit verband gekozen voor een open source-product, dat in nauwe samenwerking met de gebruikersorganisatie aangepast is op de functionele wensen. De migratie naar de nieuwe omgeving is afgerond in oktober 2007.

Page 44: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

42

Professionalisering Identity en Access Management Een groot deel van de processen binnen de universiteit heeft een aanzienlijke ICT-component. Het niet tijdig beschikbaar zijn van de juiste (ICT-) voorzieningen voor onderwijs, onderzoek en beheer kunnen dan ook ernstige negatieve gevolgen hebben voor de dienstverlening. Daarnaast is het, uit oogpunt van beveiliging en vanuitgebruiksgemak, noodzakelijk om de toegang tot ICT-voorzieningen en diensten gecontroleerd te laten plaatsvinden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het controleren van de identiteiten, rollen en privileges van personen in zowel de studie- en onderzoeksfeer als het dagelijkse werk. De omvang van het aantal deelnemers aan de verschillende processen in de EUR- gemeenschap maakt een geautomatiseerd systeem, om dit effectief en efficiënt te organiseren, noodzakelijk. Onder de titel ‘Professionalisering van het Identity & Access Management’ (I&AM) is in 2007 dan ook een project gestart om de bestaande oplossing te vervangen door een nieuw marktproduct. De invoering van I&AM voor de studentenpopulatie en de technische inrichting van de ICT-tools rond I&AM vormden (de in 2007 afgeronde) eerste fase van de ‘roadmap’ die in totaal drie jaar tot uitvoering zal komen. Vervanging salarisverwerking De afbouw van het salarisverwerkingsyteem IPA heeft de EUR genoodzaakt een andere voorziening in deze te realiseren. Onder de naam Uvipa (universiteiten verlaten IPA) is door een aantal universiteiten (waaronder de EUR) een gezamenlijk project opgezet. Binnen dit project zijn de verwerkingsystematiek alsmede de huidige processen rondom de salarisverwerking ingrijpend gewijzigd en bij de EUR eind 2007 in gebruik genomen. Customer Relation Management (CRM) Onder de projectnaam SPA (studenten, prospects en alumni) wordt SAP CRM ter verbetering van de onderwijsmarketing en het alumnibeleid ingezet. Hiertoe is in 2007 het vervangen van het huidige alumnisysteem ALIS voorbereid. Door gebruik te maken van een zogenaamde ‘webshop’ kunnen alumni zelf via het internet hun gegevens actualiseren. Voor het beheer van relaties van de afdeling Interne en Externe Betrekkingen werd in 2007 de CRM-functie van het Erasmus Adressen en Communicatie-systeem (EAC) eveneens vervangen door SAP CRM. In het verlengde hiervan is, mede door de afbouw van een tweede EAC-functio-naliteit (richting Erasmus MC), een begin gemaakt met het ‘ontmantelen’ van het huidige EAC. Invoering nieuw financieel systeem In 2006 werd een eerste aanzet gegeven tot invoering van SAP Financials voor de verwerking van en informatievoorziening rondom de financiële functie. Begin 2007 is hiertoe een (deel)project gestart dat tot doel had een pilot-implementatie te realiseren voor de Faculteit der Rechtsgeleerdheid (FR). In goed overleg en tot volle tevredenheid is FR op 1 juni 2007 van start gegaan met SAP Financials ter vervanging van MultiRecord. Op grond van de hierbij opgedane ervaring zullen ook de overige faculteiten en beheerseenheden in 2008 overgaan naar de nieuwe SAP-module. Kunst, cultuur en sport Doelstelling: de Erasmus Universiteit Rotterdam wil studenten en medewerkers activeren en stimuleren in hun culturele en sportieve ontwikkeling Kunst, cultuur en wetenschap Studium Generale, Erasmus Cultuur en Kunstzaken vormen samen de sectie Kunst, cultuur en wetenschap (KCW). Ze werken samen op het gebied van programmering en publiciteit. Inhoudelijk zijn het programmeren voor internationale studenten en het bewust zoeken naar samenwerking met studentenorganisaties twee gemeenschappelijke noemers.

Page 45: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

43

Studium Generale Studium Generale (SG) organiseert lezingen, debatten, podiumprogramma’s, symposia en workshops met het doel studenten over de grenzen van hun eigen studiegebied te laten kijken. Thema’s betreffen de onderlinge samenhang van de wetenschappen, maatschappelijke vraagstukken en ontwikkelingen in kunst en cultuur. De in 2007 geprogrammeerde onderwerpen varieerden van ‘Management en Spiritualiteit’, ‘Roemie in Woord en Dans’ tot ‘Waste Equals Food’ over een ecologisch-industriële revolutie. Daarnaast is er voor het eerst de ‘Erasmus-Pelgrimstocht’ georganiseerd en heeft een aantal series toon weten te zetten zoals ‘Kinderpsychiatrie in Beeld’, ‘Weg van Strafrecht’ en het geopolitiek georiënteerde ‘Luizen in de Westerse Pels’. Er wordt in grote mate samengewerkt met studieverenigingen, faculteiten, externe organisaties en stedelijke instellingen. Dit levert meer draagvlak en studentenpubliek op, als ook een grote diversiteit aan programmavormen. Naast de meer incidentele samenwerkingsverbanden per programma is SG betrokken bij het ‘Wetenschapscafé’ en het ‘Denkcafé’ in de Rotterdamse binnenstad. Met behoorlijke regelmaat zijn er programma’s in de Engelse taal. Hieronder zijn ook enkele programma’s die zich specifiek richten op internationale studenten zoals ‘We Hate You Welcome To The Netherlands’ over de Engelstaligheid van Nederlanders, en ‘Ideological Gap’ over de Nederlandse politiek-maatschappelijke situatie. Daarnaast is met studenten de internationale SG Filmclub opgestart. Wekelijks wordt op campus Woudestein een klassieke en/of geëngageerde film vertoond in de Engelse taal of Engels ondertiteld. Spraakmakend en actueel in 2007 waren programma’s zoals ‘An Inconvenient Day’, ‘The Pornographic Universe’ en over de internationale pijndossiers Iran en Rusland. Studium Generale heeft in cijfermatig opzicht een goed jaar achter de rug. Er kwamen in totaal 6.358 bezoekers; 56 procent daarvan studenten. De 48 lezingen & symposia trokken 5.243 belangstellenden, performances telden 350 toeschouwers en de filmclub telde 765 bezoekers bij 21 filmvertoningen. Erasmus Cultuur Erasmus Cultuur organiseert culturele cursussen (voornamelijk samen met de SKVR), voorstellingen (met de Rotterdamse theaters) en culturele evenementen voor studenten en medewerkers van de EUR. Het studentenharmonieorkest Majeur en het Erasmus Studentenkoor vallen onder haar hoede, evenals het Cultuurplatform van de culturele studentenverenigingen van de EUR. Internationale studenten worden actief betrokken bij de activiteiten van Erasmus Cultuur; er is een Engelstalige brochure en website en enkele activiteiten worden speciaal voor deze studenten georganiseerd. Erasmus Cultuur initieerde nieuwe evenementen zoals het Rotterdams studentenfestival Tilt en studentenkamerfestival Stukafest en begeleidde de studentenbesturen met de organisatie hiervan. In 2007 namen bijna 550 studenten (waaronder internationale studenten) deel aan de door Erasmus Cultuur aangeboden cursussen op het gebied van muziek, schrijven, theater, beeldende kunst, dans en audiovisuele media. Dit aantal is in vergelijking tot vorig jaar (ruim vierhonderd) duidelijk gestegen. Bestelden de studenten eerst een theaterabonnement (drie voorstellingen), vanaf september konden zij uitsluitend losse voorstellingen afnemen omdat de abonnementen als te beperkend werden ervaren. In totaal verkocht Erasmus Cultuur in 2007 ruim 3.200 toegangsbewijzen. De groei ten opzichte van 2006 (bijna zeshonderd abonnementen en 1150 losse toegangsbewijzen), is te danken aan het loskoppelen van de abonnementen. Erasmus Cultuur werkte ook samen met diverse Rotterdamse evenementen, zoals het Internationaal Filmfestival, de Museumnacht en organiseerde in het kader van het

Page 46: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

44

Rotterdamse Architectuurjaar een fotowedstrijd. Ook andere Rotterdamse festivals en evenementen worden via Erasmus Cultuur aan studenten bekend gemaakt. Op de campus Woudestein vonden in 2007 evenementen plaats als: Gedichtendag met dichterscafé, het Popfestival Woodstone, de Openluchtbioscoop en een optreden van de English Theatre Group (met internationale studenten). In diverse theaters en op podia in de stad waren de studenten zelf actief: een theaterspektakel met optredens van alle culturele studentenverenigingen, een dansevenement met optredens van cursisten en studentendansgezelschappen, een eenakterfestival in samenwerking met de RKVV, een studenten-coversongfestival, de studentenbandcontest ‘het Oor van Erasmus’. In samenwerking met Histartes (FHKW) kwam de singer/songwritercontest ‘Nootuitgang’ tot stand, een landelijk festival van alle universiteiten. Deze evenementen mochten dit jaar weer op veel belangstelling rekenen. In totaal waren ruim tweeduizend studenten hierbij aanwezig. Ook voor de medewerkers heeft Erasmus Cultuur veel te bieden. Via een brochure konden zij een keuze maken uit honderd voorstellingen in diverse theaters in en rond Rotterdam. Daarnaast zijn er voor hen door het jaar heen diverse aanbiedingen voor voorstellingen en evenementen. Ruim zestien procent van de medewerkers maakte hier gebruik van, bijna een verdubbeling ten opzichte van 2006. Kunstzaken Kunstzaken is verantwoordelijk voor kunstbeleid en -beheer van de universiteit. Daarbij draagt zij zorg voor de kunstcollectie, de universitaire historische collecties, waaronder het Penningkabinet en de kunst op de campus. In 2007 is de inventarisatie en de digitalisering van de kunst in de gebouwen voortgezet. Ook vond de restauratie plaats van topstukken uit de grafiekcollectie. Kunstzaken organiseerde tien tentoonstellingen, waarvan de helft in aansluiting op programma’s van SG en Erasmus Cultuur of op evenementen op de campus zoals ‘Greening the campus’ en de Mandevillelezing. Enkele tentoonstellingen zijn georganiseerd in samenwerking met studenten(verenigingen). Deze exposities vonden plaats in de Erasmus Luchtbrug, de AB-galerij, de UB en de galerijen boven de C-hal. Een enkele tentoonstelling ging gepaard met een evenement gericht op studenten, zoals het fotoproject ‘I am’, waarbij studenten werden geportretteerd voor een gezamenlijk kunstwerk. Daarnaast vond het project ‘Window-printing’ plaats. Hiervoor zijn de ramen van luchtbrug tussen Hoogbouw en de A-vleugel voorzien van kunst van Stefan Hoffman. In september startte Kunstzaken op Woudestein de Erasmus Galerij, voorheen door Studium Generale georganiseerd in Erasmus MC. Sport De SSVR heeft als missie: het aanbieden van een kwalitatief hoogwaardig en gedifferentieerd sportprogramma aan zoveel mogelijk studenten en medewerkers van de EUR, tegen voor studenten betaalbare prijzen. Om aan deze missie te kunnen voldoen is de doelstelling het sportgebouw zo optimaal mogelijk te exploiteren, waarbij een hoge kwaliteit van het complex, het personeel, en het sportprogramma voorop staat. In 2007 heeft een reorganisatie plaats gevonden, waarbij verbetering van de klantvriendelijkheid en de efficiëntie de doelen waren. De SSVR heeft ongeveer tachtig medewerkers (voltijd en deeltijd). Samen met de Rotterdamse Studenten Sport Raad, met twintig aangesloten Studenten Sportverenigingen, werd het sportprogramma aangeboden, met net als ieder jaar nieuwe sporten in cursusvorm. Er zijn een 6.500 sportkaarten verkocht.

Page 47: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

45

< 9 > RELATIES Interne en externe communicatie De Erasmus Universiteit Rotterdam wil haar relaties doelgericht onderhouden, evalueren en uitbreiden Corporate communicatie Doelstelling: om een consistente corporate identity te kunnen realiseren, streeft de EUR naar een optimale afstemming van de communicatie-uitingen. De EUR opereert in een krachtenveld waarin nieuwe ontwikkelingen zich in een steeds hoger tempo aandienen. In deze omgeving, die meer en meer internationaal wordt, maakt de EUR voortdurend strategische keuzes die ook gevolgen hebben voor de (corporate) communicatie.

Sinds de vorming van Erasmus MC (in 2002) en RSM Erasmus University (in 2005) is de identiteitsstructuur van de instelling ingrijpend veranderd. Daarnaast ontplooiden vele - vaak kleinere - organisatieonderdelen hun activiteiten onder een eigen (merk)naam, mét een eigen huisstijl. Dat leidde soms tot een diffuus beeld van de organisatie. In het belang van een heldere beeldvorming bij de diverse relaties is medio 2006 een identiteits- en brandingtraject gestart met als doel aanbevelingen te doen voor het merkenbeleid van de EUR. In de zomer van 2007 is een eerste merkenmodel aan decanen, CvB en verschillende partijen binnen de universiteit gepresenteerd. Voorjaar 2008 wordt een definitieve blauwdruk van de merkenarchitectuur verwacht.

De gerevitaliseerde huisstijl is in het verslagjaar nader uitgewerkt: nieuwe logo’s op de gebouwen T en H, nieuwe bullen en bullenkokers, stramien elektronische nieuwsbrief en andere corporate onderdelen. Op de website is de huisstijl in het Engels als ‘toolbox’ beschikbaar gemaakt. Vanuit het streven om de huisstijl meer te verankeren in de organisatie is het netwerk van huisstijlcoördinatoren opgericht. In 2007 is het gehele jaar gewerkt aan de implementatie van een nieuw webontwerp en cms (content management systeem) voor Erasmus Web. Deze operatie is aan het einde van het jaar afgerond. In december is het project Vernieuwing in Erasmus Web Services (VIEWS) van start gegaan, een project waarmee wordt beoogd de organisatie en samenwerking rond de universitaire website te herijken op de ambities van de diverse stakeholders voor de komende jaren.

Relatieontwikkeling Doelstelling: de Erasmus Universiteit Rotterdam heeft structureel aandacht voor de wijze waarop de betrekkingen met relevante interne en externe relaties (personen en organisaties) zich ontwikkelen. In de informatiesamenleving waarvan de universiteit deel uitmaakt, is krachtig relatiebeleid noodzakelijk; binnen dit speelveld zal de EUR voortdurend moeten zoeken naar een optimale positionering. In 2007 is een begin gemaakt voor beleid op dit gebied.

• Pers en publiek In 2007 is een notitie Persbeleid geschreven met als doel het mediabeleid samen met de faculteiten beter te stroomlijnen, de gemeenschappelijke vertrekpunten in het persbeleid te integreren en prioriteiten te kunnen stellen. De opzet krijgt in 2008 een vervolg, in overleg met de faculteiten. Relaties met journalisten zijn verder uitgebouwd. Het persbestand is gespecificeerd en geactualiseerd. In het verslagjaar werd een debat georganiseerd in samenwerking met Vrij Nederland, kregen wetenschappers een training voor hun presentaties op Bessensap (persontmoeting

Page 48: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

46

van de NWO/ Vereniging van Wetenschapsjournalisten/NEMO) en werd in samenwerking met FSW en FW bij een perslunch het contact met de mediavertegenwoordigers verstevigd. De persberichten en wekelijkse nieuwsbrief hebben een nieuwe opmaak gekregen. Met behulp van een abonnement op Lexis Nexis Publisher zijn monitorverslagen gemaakt, waarmee de zichtbaarheid van de EUR in de media kan worden geanalyseerd. In het kader van professionalisering zijn workshops Mediatraining, Crisiscommunicatie en Actief persbeleid gevolgd én verzorgd. • Wetenschapscommunicatie Met als uitgangspunt de nota Wetenschapsvoorlichting (eind 2005) is in 2007 de wetenschapscommunicatie geïntensiveerd, vooral met nieuwe publieksevenementen voor stad en stedelingen. Onder de noemer Erasmus Podium worden bestaande en nieuwe initiatieven van zowel EUR als Erasmus MC gecoördineerd, gefinancierd, gefaciliteerd (promotie, website, publiciteit) en geprofessionaliseerd. Ruim veertig wetenschappers uit beide instellingen werkten in 2007 aan dergelijke publieksprogramma’s mee - Boekenweek, Wetenweek, wetenschapscafé, Laurenslezing - die zo’n vierduizend bezoekers trokken en vooral lokale en regionale publiciteit genereerden. • Interne en externe publieksgroepen Samen met faculteiten, directoraten en afdelingen zijn in 2007 verschillende communicatiemiddelen en -activiteiten ontwikkeld om de betrokkenheid van medewerkers en studenten bij de EUR te bevorderen en te onderhouden. Vooral de inspanningen in het licht van het strategietraject Erasmus 2013 (website, folder ‘scenario’s EUR 2013, plenaire discussies met interne stakeholders) zijn belangrijk geweest voor de inkleuring van de strategische ambities voor de komende vijf jaar. Er zijn voor medewerkers en studenten diverse campagnes gevoerd (onder meer over diversiteitsbeleid). Talentvolle studenten en wetenschappers kwamen bijeen op de speciaal voor hen georganiseerde ‘Talent Day’. Voor belangrijke (bedrijfs)relaties van de universiteit werd - gekoppeld aan de opening van het Academisch Jaar - een zogenoemde Community Lunch georganiseerd. • Promovendi In 2007 is besloten het systeem waarin de gegevens van promoties digitaal worden verwerkt (PROMAD) te vervangen door een promotiemodule in METIS. In het nieuwe systeem worden veel zaken digitaal verwerkt die nu nog op papier gebeuren. Een ander voordeel van dit systeem is dat betrokkenen (promotoren en promovendi) online de vorderingen in de procedure kunnen volgen. Het systeem zal naar verwachting in het najaar van 2008 in werking treden. Studentenwerving In het kader van de werving van studenten zijn uiteenlopende activiteiten ontwikkeld. • Bachelors Onder de doelgroep scholieren is dankzij de marketinginspanningen het aantal eerstejaars bachelorstudenten toegenomen van 4480 in 2006 tot 4790 in 2007. Rotterdam kent een van het landelijke beeld afwijkende demografische opbouw. Toch houdt de groei van de eerstejaars bij de EUR gelijke tred met de landelijke stijging. De ‘nabijheidsfactor’ speelt een steeds grotere rol in het studiekeuzeproces. Focus op bepaalde postcodegebieden zorgt voor een kostenefficiënte inzet van de beschikbare middelen. Voor de bachelormarkt zijn hiertoe drie wervingsregio’s benoemd. De toegenomen interesse van scholieren voor de EUR is ook terug te zien in de stijging van de deelname aan voorlichtingsevenementen. Voor de kleinschalige evenementen is veel animo. Het programma Proefstuderen mag zich nog steeds verheugen in een zeer grote

Page 49: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

47

interesse. Bij veel opleidingen vindt dan ook selectie plaats. Een andere vorm van kleinschalige voorlichting, de Erasmus Meeloopdagen, groeit sterk. Vooral leerlingen die aan dit soort kleinschalige voorlichting deelnemen, kiezen voor een studie aan de EUR. De inschrijving voor een opleiding vindt steeds later plaats, met uitzondering van die opleidingen met afwijkende vormen van selectie, zoals Geneeskunde en International Business Administration. In 2007 is meer aandacht besteed aan het in de studievoorlichting nog duidelijker schetsen van het verwachtingspatroon en de eisen die aan de aankomende student worden gesteld: eerlijke voorlichting. Er is meer aandacht besteed aan studiebeleving en studieomgeving in de communicatie met aanstaande studenten. EUR-studenten leveren nu actief bijdragen aan de scholierenwebsite (weblogs). Met de gemeente Rotterdam en andere instellingen voor hoger onderwijs in de Maasstad is de samenwerking gezocht om Rotterdam sterker als studiestad te promoten. Dit heeft in het verslagjaar geleid tot nieuwe voorlichtingsmiddelen (o.a. het Bachelormagazine) en een Erasmus VIP-arrangement voor aanstaande studenten. De voorbereidingen voor een campagne Rotterdam StudentCity hebben een aanvang genomen. Gelet op het toenemende belang van de aanwezigheid op het web is opnieuw geïnvesteerd in de vindbaarheid van opleidingen zowel op het internet als in studiekeuzetools. Search engine-optimalisatie en search engine-adverteren, belangrijke sleutels tot succes in de webmarketing, zijn in 2007 flink aangezet. Medio 2007 is een aanvang gemaakt met een nieuwe inrichting van het CRM (klantvolgsysteem). Een dergelijk systeem is onontbeerlijk voor een goede inrichting van de onderwijsmarketing. Het belang van ouders als begeleiders bij de studiekeuze neemt sterk toe. De jaarlijkse Erasmus Ouderdag trok met circa driehonderd deelnemers dan ook weer meer belangstelling dan het jaar ervoor. • Erasmus MC Junior Science Het ‘Junior Science programma’ (Erasmus MC) kan zich in een toenemende populariteit verheugen. Door deel te nemen aan laboratoriumstages en workshops kunnen leerlingen van vijfde en zesde klas vwo binnen dit programma kennismaken met de biowetenschappen in de hedendaagse onderzoekpraktijk. Ruim honderd leerlingen, afkomstig van twintig middelbare scholen uit de regio Rotterdam, volgden een stage bij een van de 54 deelnemende onderzoekgroepen van Erasmus MC. De drie Junior Science workshops trokken ruim driehonderd bezoekers. • Masters Nadat in 2006 een vernieuwde wervingsstrategie was ingevoerd, is in dit verslagjaar bij de masterwerving aandacht besteed aan het keuzeproces en de studiekeuzemotieven die aan dit tweede instroommoment ten grondslag liggen. Daartoe is het onderzoek Bachelor’s Loyalty Benchmark uitgevoerd. De vindbaarheid van de opleidingen is verbeterd. Met een mix aan middelen zijn zowel de eigen studenten als studenten bij andere instellingen geïnformeerd over de mogelijkheden van masteropleidingen aan de EUR. Voor het promoten van de opleidingen zijn in 2007 onder meer de eigen studenten ingezet. • Internationale marketing Het aantal internationale studenten nam toe van 2675 in 2006 tot 2789 in 2007 (groei: 4,3 procent). De inspanningen op de buitenlandse onderwijsmarkten sluiten aan bij de ambities van de EUR. De scherpe beleidskeuzes met betrekking to de internationale dimensie (Erasmus 2013) dwingen de universiteit tot grote inspanning op de internationale markt. Een bedreiging vormt de plaats van de EUR op de internationale ranking; van groot belang bij de keuze van een universiteit voor de internationale student. Het bouwen aan relaties met aanstaande internationale studenten stond centraal, evenals het vergroten van de mogelijkheden om hen beter voorbereid tot studiekeuze te laten komen.

Page 50: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

48

In 2007 is een Engelstalig themanummer (The world is our home) van Erasmus Magazine uitgegeven, bestemd voor onze internationale studenten, maar ook bedoeld voor de internationale werving. Centraal daarin stond de studie- en stadsbeleving. In twaalf landen was de EUR vertegenwoordigd op internationale onderwijsbeurzen. De inspanningen op de Duitse en Oost-Europese onderwijsmarkt werden geïntensiveerd. Internet is een belangrijk instrument bij de internationale marketing. Er konden aantoonbaar relaties worden gelegd tussen het bezoek aan EUR-websites en bezoek aan beurzen waarop de EUR aanwezig was. Internationale wervingsactiviteiten worden uiteraard in overleg met faculteiten voorbereid en ten uitvoer gebracht, met de kanttekening dat er steeds meer gedifferentieerd wordt gekeken naar de specifieke behoeften van een faculteit. Alumni Doelstelling: het College van Bestuur van de Erasmus Universiteit Rotterdam hecht grote waarde aan contact met de afgestudeerden om voeling te houden met de maatschappelijke omgeving en de schat aan ervaring en kennis die alumni meebrengen te benutten. In 2007 heeft het College van Bestuur een nieuwe impuls gegeven voor het verstevigen van relaties met de alumni. In het verslagjaar verschijnt een notitie alumnibeleid die gericht is op het intensiveren van de banden met de afgestudeerden van de EUR. Dat zal uiteindelijk tot uitdrukking komen in het Erasmus Alumni Netwerk. Er wordt nauwer samengewerkt met alumniverenigingen en het Trustfonds, gericht op wederzijdse belangen. Als gevolg van een toenemend aantal buitenlandse studenten stimuleert het CvB het ontwikkelen, implementeren en uitvoeren van het internationale alumnibeleid in hoge mate. Het Alumni Office van de EUR heeft opdracht gekregen om in nauwe samenwerking met het Alumni Office van RSM Erasmus University internationale netwerken op te zetten. Via deze zogenoemde Local Chapters wordt de visie uit Erasmus 2013 verspreid onder haar afgestudeerden. In het verslagjaar zijn naast de reguliere local chapterbijeenkomsten een aantal diners voor alumni gehouden. • ALIS Het Alumni Informatie Systeem telt ruim 45.000 adressen en vormt de belangrijkste schakel in de communicatie met afgestudeerden. In 2007 is gestart met het ontwikkelen en inrichten van een nieuw relatiesysteem SPA Alumni Systeem dat zich kenmerkt door het decentrale gebruik. Alumni kunnen online hun gegevens aanpassen. • Ea boekje Bij aanvang van een nieuw academisch jaar geeft het Alumni Office het Ea boekje (Erasmus Alumni) uit. Dit informatieboekje, bestemd voor alle pas afgestudeerden, is tevens te downloaden vanaf de webpagina www.eur.nl/alumni. De tweetalige uitgave bevat onder andere informatie over alumniverenigingen en het aanbod aan postinitiële opleidingen. • Alumni Actueel Alumni Actueel, de digitale nieuwsbrief van de EUR, telt twaalfhonderd abonnees en verschijnt met een onregelmatige frequentie. Naast een algemene versie is er een facultaire variant. • Community Lunch Op maandag 3 september 2007, voorafgaand aan de Opening Academisch Jaar, namen alumni, vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en studentenorganisaties deel aan een gezamenlijke lunch, met als thema Erasmus 2013.

Page 51: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

49

• Local chapters In het verslagjaar zijn in binnen- en buitenland netwerkbijeenkomsten georganiseerd voor alumni. Zo zijn EUR-alumni te gast geweest bij de Nederlandse ambassadeur in London. In Willemstad, Curaçao hebben twee bijeenkomsten plaatsgevonden. Er hebben verder bijeenkomsten plaatsgevonden in Zürich, New York, Den Haag, Shanghai en Barcelona.

Page 52: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

50

< 10 > FINANCIËN Doelstelling: de EUR streeft naar voldoende financiële ruimte op zowel universitair als facultair niveau. Het financiële beleid is gericht op een structureel sluitend resultaat.

Samenstelling resultaat (in M!)

4

4

3

3

12

Woudestein faculteiten en centrale diensten Groepsmaatschappijen Extra collegegeld Overig Erasmus MC

De Erasmus Universiteit Rotterdam heeft het boekjaar met een positief financieel resultaat afgesloten. Het totale resultaat over 2007 bedraagt M€ 26. De onderwijs- en onderzoekactiviteiten van het Erasmus MC hebben hier voor M€ 12 aan bijgedragen. Groepsmaatschappijen van de EUR hebben in totaal voor M€ 4 bijgedragen aan het exploitatieresultaat. Het resultaat van de faculteiten en centrale diensten op Woudestein bedroeg per saldo een kleine M€ 4, terwijl aan collegegelden ruim M€ 3 meer werd ontvangen dan verwacht. De overige M€ 3 is grotendeels het gevolg van een onderuitputting van middelen waar een bestemming op rust wat naar verwachting in de toekomst tot uitgaven zal leiden. De totale baten (inclusief saldo financiële baten en lasten) zijn in 2007 over de gehele linie gestegen. In totaal zijn de baten M€37 hoger dan in 2006. De stijging in de rijksbijdrage met M€11 komt voor ruim M€ 6 voort uit hogere onderzoeksprestaties en de ophoging van de numerus fixus Geneeskunde. Daarnaast is er een nettobedrag van een kleine M€ 2 extra aan doelsubsidies ontvangen, voornamelijk betrekking hebbend op huisvesting. Tot slot is er M€3 meer aan rijksbijdrage ontvangen voor de werkplaatsfunctie geneeskunde. De stijging in de onderzoek-, onderwijs- en overige baten werd voornamelijk gerealiseerd door Erasmus MC en aan haar verbonden partijen.

Page 53: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

51

Verschil 2007 - 2006 in batencomponent (in M!)

0 2 4 6 8 10 12 14 16

Rentesaldo

Overige baten

Onderwijsbaten

Onderzoekbaten

Collegelden

Rijksbijdrage

Verschil 2 13 3 6 1 11

Rentesaldo Overige baten Onderw ijsbaten Onderzoekbaten Collegelden Rijksbijdrage

De baten (inclusief Erasmus MC) laten de volgende samenstelling zien:

Totale Baten 2007 (M! 501)-incl. financiele baten en lasten -

52%

6%

21%

7%

13%1%

Rijksbijdrage Collegegelden Onderzoekbaten Onderwijsbaten Overige baten Rentesaldo

De relatieve samenstelling van de baten is nagenoeg identiek aan 2006.

Page 54: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

52

De lasten zijn ten opzichte van 2006 per saldo met M€36 gestegen naar M€ 476. De stijging in de lasten is voornamelijk toewijsbaar aan de personele en personeelsgerelateerde lasten en de overige instellingslasten. Evenals bij de baten is de stijging in de overige lasten toewijsbaar aan Erasmus MC, en in het bijzonder aan de facultaire activiteiten.

Verschil 2007 - 2006 in lasten (M!)

-4 -2 0 2 4 6 8 10 12 14 16

Salarissen & sociale lasten

Overige personele lasten

Wachtgeld etc.

Huisvesting

Apparatuur & inventaris

Overige lasten

Subsidies

Werkplaats AZ

Verschil 14 4 1 1 1 13 -2 3

Salarissen &

sociale lasten

Overige

personele

lasten

Wachtgeld etc. HuisvestingApparatuur &

inventarisOverige lasten Subsidies Werkplaats AZ

Het beeld voor de lasten is als volgt:

Lasten 2007 (M! 476)

45%

6%2%

24%

3%

15%

4% 1%

Salarissen & sociale lasten Overige personele lasten Wachtgeld etc.

Huisvesting Apparatuur & inventaris Overige lasten

Subsidies Werkplaats AZ

Page 55: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

53

Specifieke personele lasten Vanwege het OCW-controleprotocol 2006 en de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens is een overzicht opgenomen van inkomens (en functie) van medewerkers die in dienst zijn van de rechtspersoon EUR. (norm € 169.000). In deze uitgave is rekening gehouden met de omvang van het dienstverband en zijn dienstverbanden kleiner dan voltijds, omgerekend naar het voltijdse equivalent. Bezoldiging leden College van Bestuur2

Bezetting 2007

Lasten 2007 Lasten naar dagtaak 2007

Belastbaar loon 2007

Pensioen premie werkgever

Pensioen premie werknemer

Belastbaar loon 2007 cf definitie

Voorzitter CvB* Rector Magnificus** Lid CvB Gewezen voorzitter CvB***

1,00 1,00 1,00 1,00

175.178,00 185.865,00 193.179,00 155.786,00

211.876,80 185.865,00 193.179,00 155.786,00

140.750,00 149.403,00 156.294,00 124.030,17

21.299,00 21.525,00 20.231,00 18.956,00

14.515,00 14.292,00 11.524,00 10.757,00

176.564,00 185.220,00 188.049,00 153.743,17

* Bezoldiging sinds indiensttreding per 1 maart 2007 ** De rector magnificus heeft een aanstelling bij de EUR van 1,0 fte. Voor 0,3 fte vindt doorbelasting plaats aan Erasmus MC *** Op basis van een overeenkomst tussen de gewezen voorzitter en de Raad van Toezicht De beloning van de bestuurders is gebaseerd op en volledig in overeenstemming met het in het jaar 2000 door de Hay-groep opgestelde beleidskader ‘remuneratie Colleges van Bestuur Universiteiten’. De minister van OCW heeft een voornemen bekend gemaakt voor een salarisnorm voor de bestuurders van universiteiten. Hoewel de norm nog niet van toepassing was in 2007 heeft de Raad van Toezicht geconstateerd dat de huidige beloning van de bestuurders hiermee op hoofdlijnen in overstemming is. Zodra de norm definitief is vastgesteld zal de Raad van Toezicht deze norm als uitgangspunt hanteren bij het te voeren bezoldigingsbeleid. Onderstaand een overzicht van andere medewerkers dan bestuursleden waarvan het inkomen boven het criteriumbedrag uitstijgt

Bezetting 2007

Lasten 2007 Lasten naar dagtaak 2007

Belastbaar loon 2007

Pensioen premie werkgever

Pensioen premie werknemer

Belastbaar loon 2007 cf definitie

Directeur/hoogleraar Hoogleraar Hoogleraar Hoogleraar Hoofd IEB****

1,00 1,00 1,00 1,00 0,80

204.348,00 185.044,00 179.296,00 181.322,00

72.070,00

204.348,00 185.044,00 179.296,00 181.322,00

90.088,00

163.992,00 151.503,00 140.886,00 140.934,00

56.514,00

19.636,00 20.860,92 20.027,00 21.876,00

7.323,00

11.190,00 11.877,00 19.281,84 12.447,00

4.243,00

194.818,00 184.240,92 180.194,84 175.257,00 172.070,00

**** Belastbaar loon 2007 cf definitie is inclusief ontslaguitkering (103.990,00)

2 Lasten 2007: werkelijk uitgaven Lasten naar dagtaak 2007: omgerekend naar heel jaar Belastbaar loon 2007: bedrag waarover loonheffing wordt betaald Belastbaar loon 2007 conform definitie: som van belastbaar loon en de pensioenpremies werkgever en werknemer

Page 56: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

54

Activa en passiva De EUR vertoont een gezonde balanspositie. De current (en quick) ratio is t.o.v. 2006 verbeterd van 1,62 naar 1,89 wat betekent dat de EUR over voldoende liquiditeiten beschikt om haar verplichtingen op korte termijn te kunnen te voldoen. De solvabiliteit is eveneens licht verbeterd. De verbeterde liquiditeit is ook zichtbaar in de activasamenstelling 2007 (exclusief Erasmus MC). Ten opzichte van 2006 heeft zich een sterke stijging voorgedaan in het aandeel van de liquide middelen (2006: 29%). Daartegenover staat een daling van het aandeel van de gebouwen en terreinen (2006: 57%) ten gevolge van beperkte investeringen. In de passiva is het relatieve aandeel van het eigen vermogen licht gestegen met 1 %. In absolute zin is het eigen vermogen met M€ 14 gestegen t.o.v. 2006. De stijging in de voorzieningen met M€ 2 betreft voornamelijk een toevoeging aan de voorziening groot onderhoud.

Verschil 2007 - 2006 activa en passiva per component

-10 -5 0 5 10 15 20 25

Gebouwen en terreinen

Apparatuur en inventaris

Financieel Vaste Activa

Vorderingen

Liquide middelen + effecten

Eigen Vermogen

Voorzieningen

Langlopende schulden

Kortlopende schulden

Verschil -4 0 1 0 20 14 2 -1 1

Gebouw en

en terreinen

Apparatuur

en inventaris

Financieel

Vaste

Activa

Vorderingen

Liquide

middelen +

ef fecten

Eigen

Vermogen

Voorziening

en

Langlopende

schulden

Kortlopende

schulden

Page 57: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

55

De relatieve samenstelling van de activa en passiva in 2007 is als volgt:

Activa 2007 (M! 295)

52%

2%11%

34%

1%0%

Gebouw en en terreinen Apparatuur en inventaris Financieel Vaste Activa Voorraden Vorderingen Liquide middelen

Passiva (M! 295)

61%

7%

9%

23%

Eigen Vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden

Page 58: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

56

De EUR en het WO gemiddelde De relatieve positie van de EUR t.o.v. 2006 is relatief stabiel gebleven. Ten opzichte van het landelijk gemiddelde toont de EUR een betere liquiditeitspositie (af te lezen aan de current ratio). De solvabiliteitspositie bevindt zich nagenoeg op het landelijk gemiddelde, met de aantekening dat de EUR relatief weinig langlopende schulden heeft. Tevens vertoont de Erasmus Universiteit Rotterdam een relatief betere verhouding tussen de overige baten en collegegelden afgezet tegen de rijksbijdrage. De relatieve positie van de EUR ziet er als volgt uit.

1,0%

10,0%

100,0%

1000,0%

Current ratio

Solvabiliteitsratio

LanglSch/EV

PL%

Baten%

%Coll/Rb

% Afschr

Mat.Vaste Activa/(EV+langlSchuld)

WO'06 excl. LUW EUR 2006 EUR 2007

Solvabiliteitsratio = eigen vermogen afgezet tegen het totaal vermogen Langl.schuld/Ev = langlopende schuld als percentage van het eigen vermogen PL% = percentage personeelslasten Baten% = percentage baten buiten rijksbijdrage %Coll/Rb = percentage collegegelden afgezet tegen rijksbijdrage %Afschr = % afschrijving afgezet tegen totale lasten Mat.vaste activa/Ev.langl.schuld = materiële vaste activa als percentage eigen vermogen + langlopende schuld Vooruitzichten De EUR beschikt over een gezonde financiële basis. Naar verwachting zal het aandeel van de EUR in het macrokader qua prestaties vanaf 2008 enigszins gaan dalen. Dit is enerzijds het gevolg van de vroege introductie van de BaMA, dat in 2006 en 2007 tot een tijdelijke toename in het aantal diploma’s heeft geleid. Anderzijds is dit het gevolg van een onevenredige verdeling van de verwachte groei in de studentenaantallen over de diverse onderwijssectoren. Verwacht wordt dat de sectoren ‘gezondheidszorg’ en ‘natuur’ een bovengemiddeld groeipercentage zullen vertonen. Van de sterk binnen de EUR vertegenwoordigde sectoren - ‘economie’, ‘recht’ en ‘gedrag & maatschappij’ – wordt echter een lager dan gemiddelde groei voorzien. Ook dit zou een daling van het relatieve aandeel van de EUR in de totale middelenverdeling tot gevolg kunnen hebben.

Page 59: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

57

Daarnaast is bekend dat het Ministerie van OCW binnenkort met een nieuw onderwijsbekostigingsstelsel gaat komen, waarbij sterker sprake zal zijn van variabele bekostiging (gebaseerd op aantal inschrijvingen en verleende graden). Welke gevolgen dit nieuwe stelsel op de bekostiging van de EUR gaat hebben is vooralsnog niet uitgekristalliseerd. Naast de nieuwe wijze van bekostiging van onderwijsprestaties zet ook de dynamisering van de onderzoeksbekostiging, waarbij beta-onderzoek duidelijk in het voordeel is, de toewijzing van onderzoeksmiddelen onder druk. Tegenover deze budgettaire bedreigingen kan zich ook een budgettaire kans voor onze instelling voordoen indien de minister meer middelen vrijmaakt voor het alfa/gamma onderzoek en jonge universiteiten. De Erasmus Universiteit Rotterdam zet mede gelet op deze financiële onzekerheden in op een versterking van de overige geldstromen naast de rijksbijdrage. Corporate governance De rollen van het CvB en de RvT op het gebied van interne governance voldeden in het verslagjaar aan de wettelijke kaders zoals deze zijn opgenomen in de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek. De kernbegrippen van interne governance zijn: besturen, beheersen, toezicht houden en verantwoording afleggen. Het systeem van beheersing bestaat uit reglementen en procedures die gericht zijn op het verschaffen van redelijke waarborgen waardoor de belangrijkste risico’s van de organisatie worden geïdentificeerd en de doelstellingen uit het Strategisch Plan 2004-2008 worden gehaald; dit met inachtneming van de vigerende wet- en regelgeving. De belangrijkste onderdelen (niet limitatief) van de interne governance zijn: • het Bestuurs- en Beheersreglement en de faculteitsreglementen waarin de bevoegdheden van de beheersfunctionarissen, aangesteld door het CvB zijn geregeld; • beheersinstructies en mandatering bevoegdheden per faculteit c.q. organisatieonderdeel, opgesteld door bovengenoemde beheersfunctionarissen. Het CvB keurt deze goed; • de begrotingscyclus die bestaat uit een kaderstelling, begrotingsplannen en een instellingsbegroting. Het CvB keurt de begrotingsplannen van faculteiten en overige organisatieonderdelen goed. Zij vormen de basis voor de instellingsbegroting die wordt vastgesteld door het CvB en wordt goedgekeurd door de RvT; • een viermaandelijkse rapportage aan het CvB over financiële en niet-financiële feiten, met een afschrift aan de RvT; • de Integriteitcode waarin een drietal begrippen centraal staan: professionaliteit, teamwork en fair play; • de Regeling nevenwerkzaamheden; • de jaarlijkse getrapte Letter of Representation, waarin (sub)beheerders verklaren in te staan voor de volledigheid en juistheid van de informatie m.b.t. relevante financiële beheersfeiten binnen hun mandaatgebied; • een interne auditfunctie. Review vindt plaats door de externe accountant (Price Waterhouse Coopers) die vervolgens een verklaring afgeeft bij de jaarrekening; • Het Audit Committee, dat als subcommissie van de RvT ten minste twee keer per jaar vergadert en extra aandacht schenkt aan het financiële reilen en zeilen van de universiteit in brede zin en daarover rapporteert aan de RvT.

Page 60: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

58

• De externe verantwoording geschiedt door middel van een jaarverslag en een financieel jaarverslag waarbij de financiële verslaglegging volledig voldoet aan de OCW-Richtlijn Jaarverslaggeving.

Page 61: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

59

< 11 > EUR IN HET KORT

Organogram

Raad van Toezicht Drs. A. van Rossum, voorzitter Mw. prof.dr. J.M. Bensing Mr. F.W.H. van den Emster (sinds 1 augustus) Prof.dr. L.A. Geelhoed † (tot 20 april) Mw. dr. V.C.M. Timmerhuis (sinds 1 augustus) Prof.dr. W.A.F.G. Vermeend

College van Bestuur Drs. J.W. Oosterwijk, voorzitter (sinds 1 maart) Prof.dr. S.W.J. Lamberts, rector magnificus Drs. C.W. van Rooijen

Decanen / Beheerders Prof.dr. Ph.H.B.F. Franses, decaan FEW Prof.dr. H.G. van Dissel, decaan RSM Erasmus University (tot 1 september) Prof.dr.ir. B. Wieringa, decaan RSM Erasmus University a.i. (vanaf 1september) Prof.dr. H.A.P. Pols, decaan FGG – Erasmus MC Prof.mr. M.A. Loth, decaan FR Prof.dr. H.G. Schmidt, decaan FSW Prof.dr. L. van Bunge, decaan FW Prof.dr. D. Douwes, decaan FHKW Dr. P.E.L.J. Soetaert, Universiteitsbibliotheek Drs. A.D. van der Pijl, Bureau van de Universiteit a.i.

Page 62: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

60

Universiteitsraad Dr. H.H.F.M. Daemen, voorzitter Mw.mr. X.R. Ras, secretaris (tot 1 april) Mw.mr. I.N. Fokma-Lanzing, secretaris a.i. (tot 1 september) Mw.mr. L.A.J. Baars, secretaris (vanaf 1 september) Personeelsgeleding tot 1 september 2007 Dr. B. Bode Prof.dr. R.C.F. von Friedeburg R.M. Geluk Dr. C. Heij Mw. mr. A.G.H. Klaassen Mw. Ing. F.C. van der Meulen-Lenselink Drs. P. Molendijk Dr. E.B.M. Rood-Pijpers Mw.drs. M.W. Roza-van Vuren Mw.drs.W.M. van Sonderen-Huisman Dr. H.B. Thio Personeelsgeleding vanaf 1 september 2007 Dr. B. Bode Prof.dr. R.C.F. von Friedeburg R.M. Geluk Dr. C. Heij Mw. mr. A.G.H. Klaassen Mw.dr. M. Lückerath-Rovers Mw. Ing. F.C. van der Meulen-Lenselink Dr. A.W.A. Scheepers Drs. J.H. Timmermans Mw. N.M. Voogd Studentengeleding tot 1 september 2007 E.P. Bakker Mw F.D. Bijleveld Mw. I.E.J. Bonfrer A.W.T. van den Brink S. van Doorn Mw. W.A. Hooimeijer Mw. D. Knieriem W.J. Schipper P.F. van Soldt K. Verdonk Mw. R.M.F. Verkleij T.W. Zijlstra Studentgeledingen vanaf 1 september 2007 Mw. S.F.M. Blom R.J.K. Deusing Mw. A.L.M. van Eekeren E.A.J. Gruwel Mw. I.M. Hermsen Mw. S.A.E. Konings Mw. L.M. Kranenburg F.M.A. Morsen Mw. M. Naăs

Page 63: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

61

J.M.M. van Ommen M. Reijerkerk E.L. de Waard Domeinen, faculteiten, opleidingen Onderwijs en onderzoek van de EUR zijn gebundeld in drie domeinen. Binnen deze drie domeinen bood de EUR in 2007 de volgende initiële bachelor- en masteropleidingen aan: Domein 1 - Economie en Management B Business Administration/Bedrijfskunde B International Business Administration B Econometrie & Besliskunde B Economie & Bedrijfseconomie B Economie & Informatica B Fiscale Economie M Business Administration M International Management M ERIM Master of Philosophy in Business Research (research) M Economics & Business M Econometrics & Management Science M Economics & Informatics M Fiscale Economie M Philosophy in Economics (research) Domein 2 - Geneeskunde en Gezondheid Geneeskunde (ongedeelde opleiding) B Gezondheidswetenschappen M Health Economics, Policy and Law M Zorgmanagement M Clinical Epidemiology (research) M Clinical Research (research) M Molecular Medicine (research) M Neuroscience (research) Domein 3 - Recht, Cultuur en Maatschappij B Nederlands Recht B Fiscaal Recht B Criminologie B Geschiedenis B Algemene Cultuurwetenschappen B Bestuurskunde B Psychologie B Sociologie B Wijsbegeerte B Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied M Bedrijfsrecht M Financieel Recht M Fiscaal Recht M Rechtsgeleerdheid M Criminologie

Page 64: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

62

M Kunst- en Cultuurwetenschappen M Maatschappijgeschiedenis M Media en Journalistiek M Psychology M Public Administration M Research in Public Administration and Organizational Science (research) M Sociologie M Wijsbegeerte M Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied M Institutions: Erasmus Research Master in Philosophy and Economics (research) Overzicht onderzoekscholen Onderzoek aan de EUR is voor ongeveer tachtig procent ondergebracht in erkende onderzoekscholen. De EUR in penvoerder van een facultaire en een interfacultaire onderzoekschool en van vijf interuniversitaire onderzoekscholen. De EUR is als deelnemer betrokken bij twaalf interuniversitaire onderzoekscholen. Domein 1 - Economie en Management Erasmus Research Institute of Management (ERIM) (her)erkend in 1999 en 2004 Interfacultaire onderzoekschool EUR (FEW en RSM Erasmus University) Tinbergen Instituut (TI) (her)erkend in 1996, 2001, 2006 Interuniversitaire onderzoekschool, met EUR als penvoerder Deelnemers: EUR (FEW), UvA en VU Onderzoekschool Transport, Infrastructuur en Logistiek (TRAIL) (her)erkend 1997, 2002 en 2007 Interuniversitaire onderzoekschool, met TUD als penvoeder Deelnemers: EUR (FSW en RSM Erasmus University), RUG en TUD Domein 2 - Geneeskunde en Gezondheid Cardiovasculaire Onderzoekschool Erasmus Universiteit Rotterdam (COEUR) Erkend 2003 Facultaire onderzoekschool EUR Netherlands Institute for Health Sciences (NIHES) (her)erkend 1992, 1997, 2002 Interuniversitaire onderzoekschool, met Erasmus MC als penvoerder Deelnemers: Erasmus MC-EUR, AMC-UvA, UMC-UU en RIVM Postgraduate School Molecular Medicine/Pathofysiologie van Groei en Differentiatie (MM/OPGD) (her)erkend 1994, 1999, 2004 Interuniversitaire onderzoekschool, met Erasmus MC als penvoerder Deelnemers: Erasmus MC-EUR en LUMC-UL Medisch-Genetisch Centrum Zuid-West Nederland (her)erkend 1992, 1997, 2003 Interuniversitaire onderzoekschool, met LUMC-UL als penvoerder Deelnemers: Erasmus MC-EUR, LUMC-UL

Page 65: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

63

Helmholtzschool for Autonomous System Research (her)erkend 1994, 2000, 2005 Interuniversitaire onderzoekschool, met UMC-UU als penvoerder Deelnemers: Erasmus MC-EUR, UMC-UU Domein 3 - Recht, Cultuur en Maatschappij Onderzoekschool Maatschappelijke Veiligheid (OMV) (her)erkend 2000, 2005 Interuniversitaire onderzoekschool, met EUR als penvoerder Deelnemers: EUR (FR), UL, VU, TNO en NSCR Netherlands Institute of Government (NIG) (her)erkend 1996, 2001, 2006 Interuniversitaire onderzoekschool, met EUR als penvoerder Deelnemers: EUR (FSW), RUN, TUD, UL, UT, UU, UvT en VU Huizinga Instituut voor Cultuurgeschiedenis (her)erkend 1995, 2000, 2005 Interuniversitaire onderzoekschool, met UvA als penvoerder Deelnemers: EUR (FHKW), RUN, UvA, UL, UM, UU, UvT en VU Interuniversitaire Onderzoekschool N.W.Posthumus Instituut (her)erkend 1994, 1999, 2004 Interuniversitaire onderzoekschool, met RUG als penvoerder Deelnemers: EUR (FHKW), RUG, RUN, TUE, UvA, UL, UT, UU, VU en WUR Amsterdam School for Social Science Research (her)erkend 1994, 1999, 2004 Interuniversitaire onderzoekschool, met UvA als penvoerder Deelnemers: EUR (FSW), UvA Onderzoekschool Experimentele Psychologie (EPOS) (her)erkend 1995, 2000, 2005 Interuniversitaire onderzoekschool, met UM als penvoerder Deelnemers: EUR (FSW), RUG, RUN, UvA, UL, UM en VU Kurt Lewin Instituut (her)erkend 1995, 2000, 2005 Interuniversitaire onderzoekschool, met VU als penvoerder Deelnemers: EUR (FSW), RUG, RUN, UvA, UL en VU Onderzoekschool rechten van de Mens (her)erkend 1995, 2000, 2005 Interuniversitaire onderzoekschool, met UU als penvoerder Deelnemers: EUR (FR), UM en UU Onderzoekschool Ethiek (her)erkend 1994, 1999, 2006 Interuniversitaire onderzoekschool, met UU als penvoerder Deelnemers: EUR (FW), RUN, UvA, UvT, UU en VU

Page 66: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

64

Overzicht van in het EUR-register opgenomen opleidingen en cursussen Domein 1 - Economie en Management

Nederlandstalig: Beleggen voor bestuurders van pensioenfondsen Beroepsopleiding Financieel-Economisch Beleidsmedewerker Business Valuation Corporate Social Responsibility Auditing Corporate Social Responsibility Management Erasmus Masterclass Ondernemen Executive Master of Finance and Control (Registercontroller)

Executive Master of IT-Auditing Inleidende leergangen accountancy

Interim Management Essentials Master City Developer

Master in Internal/Operational Auditing Master in Management Consultancy Master of Management Control Master of Marketing Management Master Public Controlling Masterclass Bedrijfsopvolging Masterclass Employee Benefits Advisering Masterclass Estate Planning Masterclass Farmaceutisch Ondernemerschap Masterclass Interim Management Masterclass Management van voedselveiligheid en verpakken in de keten Masterclass Modern Railgoederen Vervoer Masterclass Security and Risk Management for the Air Cargo Industry Masterclass Supply Chain Manager Mastercourse Financial Planning Mastercourse Vastgoed Fiscaal Opfrisprogramma Econometrie Postdoctorale Leergang Europese Fiscale Studies Postdoctorale Opleiding Accountancy Programma voor Commissarissen en Toezichthouders Sales and Accountmanagement

Verkopen aan grote accounts Engelstalig:

Energy Risk and Porfolio Management for Executives Executive Leadership Development Executive MBA Program Finance for Corporate Communications Professionals

Global e-Management Program (GeM) Intermodal masterclass

International MBA program Master in Financial Management Master in Hospitality Management Master in Human Resource Program Master in Maritime Economics & Logistics Master in Urban Management and development Master Management of the European Metropolitan Region (MEMR) OneMBA Modular Executive MBA Program

Page 67: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

65

Part-time Executive International Master of Corporate Communication Program Strategic ICT Leaderschip Program

Domein 2 - Geneeskunde en gezondheid Nederlandstalig:

Academische Leergang Zorg Informatiemanagement Erasmus-Orde Medisch Management Programma Master of Health Business Administration

Masterclass voor Directeuren van Gezondheidsinstellingen Topclass/Master of Health Care Management Engelstalig: Master in Health Sciences Master of Health Information Management Short Courses in Quantitative Medicine and Health Sciences

Domein 3 - Recht, cultuur en maatschappij Nederlandstalig: Beroepsopleiding Rechtsbijstandjuristen Certificaatonderwijs Certificaatstudie Kunst- en Cultuurmanagement Cyclus Management voor Juristen Electronic Government Erasmus Leergang Bestuursrecht Erasmus Leergang Contractueel Recht Erasmus Leergang Europees Recht EU-concoursstrainingen Grootstedelijke vraagstukken Juridisch Postacademisch Onderwijs Leergang Arbeidsrecht Leergang Mededingingsrecht en Economie Leergang Ondernemingsrecht Master Beleidsonderzoek Master Migratie en integratiestudies Master of Public Finance Management

Master Public Information Management Onderhandelen binnen de publieke sector Opfrisprogramma voor juristen Overheid en recht Postacademische dagbladopleiding Journalistiek Postacademische opleiding Informatie en document management

Procesmanagement Specialisatie Opleiding Financiële economie voor Curatoren Transitiemanagement Voortgezette Stagiaire Opleiding Beroepsopleiding Advocatuur Werking en invloed van de media

Engelstalig:

European Master in Law and Economics Executive course Housing People ... Housing in Transition ... Housing the Future Executive course Law and Land Policy in an Urbanising World Executive course Leading Cities, Creating and Implementing Strategies that Work

Page 68: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

66

Executive course Leveraging Public-Private Opportunities for City Regeneration Executive course Organising for a Competitive Local Economy: Institutional Strategies and Approaches International PhD Programme in Cleaner Production, Cleaner Products, Industrial Ecology & Sustainability Land Management and Informal Settlement Regularization (LNIS)

LL.M in Business, Corporate and Maritime Law

Page 69: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

67

< 12 > PRIJZEN en ONDERSCHEIDINGEN in 2007 In 2007 werden de volgende prijzen en onderscheidingen aan leden van EUR-gemeenschap toegekend. Eredoctoraat Op voordracht van Erasmus MC ontving de Amerikaanse hoogleraar Barry R. Bloom ter gelegenheid van de 94ste Dies Natalis op 8 november een eredoctoraat. Bloom, decaan van de Harvard School of Public Health, heeft onder meer een belangrijke bijdrage geleverd aan het inzicht in de factoren die van invloed zijn op de immuunrespons bij tuberculose. Als erepromotoren traden op prof.dr. A. Hofman en prof.dr. J.P.Mackenbach. De Universiteit van Napels verleende prof.dr. S.W.J. Lamberts een eredoctoraat vanwege zijn verdiensten voor de endocrinologie. De rector magnificus van de Erasmus Universiteit Rotterdam nam op 15 november in Italië het eerbetoon in ontvangst. Mandevillelezing De dertiende Mandevillelezing werd op 30 mei uitgesproken door de voorzitter van het internationale bestuur van Amnesty International, mevrouw mr. Lilian Gonçalves-Ho Kang You. Zij kreeg de Mandevillepenning en een oorkonde voor haar grenzeloze inzet en streven naar een betere en rechtvaardige samenleving. Deze lezing is een blijk van waardering voor de grote maatschappelijke verdiensten van personen in Nederland of daarbuiten. De Mandevillelezing moet worden gezien als het maatschappelijke equivalent van het eredoctoraat dat aan de Erasmus Universiteit Rotterdam alleen op grond van wetenschappelijke verdiensten wordt toegekend. PRIJZEN Onderwijs en Onderzoeksprijs EUR De onderwijsprijs ging dit verslagjaar naar dr. R. Huisman, docent Financieel Management bij RSM Erasmus University. De onderzoekprijs kende in 2007 twee winnaars: de econoom dr. D. Fok, lid onderzoekschool ERIM en onderzoekfellow Tinbergen Instituut, en kinderarts-in-opleiding V. Jaddoe, verbonden aan Erasmus MC. De prijzen werden uitgereikt tijdens de opening van het Academisch Jaar op 3 september. Dale Medal Rector Magnificus prof.dr. S.W.J. Lamberts nam op het jaarlijkse congres van de Britse Society for Endocrinology in maart de Dale Medal in ontvangst. Jaarlijks gaat deze onderscheiding naar een lid van de wetenschappelijke gemeenschap uit erkenning voor buitengewoon onderzoek, dat het doorgronden van de endocrinologie op een fundamentele manier heeft veranderd. Alcon Research Institute (ARI) Award 2007 De ARI Award, een van de meest prestigieuze prijzen op het gebied van de oogheelkunde, viel in 2007 toe aan prof.dr. P.T.V.M. de Jong. Het bij de prijs behorende geldbedrag van $ 100.000 is bestemd voor wetenschappelijk onderzoek. Grand Prix scientifique De viroloog prof.dr. A.D.M.E. Osterhaus nam op 13 juni in Parijs de Grand Prix scientifique 2007 in ontvangst. De Fondation Louis D. , ingesteld door de Académie des Sciences van het Institut de France, verleende hem de eer voor zijn onderzoek op het gebied van infectieziekten die overdraagbaar zijn van dier op mens. Aan de prijs was een bedrag van € 375.000 verbonden.

Page 70: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

68

FEDERA-prijs Voor zijn klinisch en fundamenteel onderzoekprogramma naar borstkanker, heeft prof.dr. J.G.M. Klijn, hoogleraar Endocrine Oncologie, de FEDERA-prijs gekregen. Hij nam op 15 juni in Leiden de prijs in ontvangst. Simon Steven Meester De Technologiestichting STW verleende aan prof.dr.ir. A.F.W. van der Steen de eretitel Simon Steven Meester 2007 voor zijn grote verdienste in de technologieontwikkeling in de cardiologie. Van der Steen, hoofd Biomedische Technologie van het Erasmus MC Thoraxcentrum, kreeg in oktober naast deze titel een bedrag van € 500.000, vrij te besteden aan wetenschappelijk toepassingsgericht onderzoek. UN HABITAT Scroll of Honour Award Het Institute for Housing and Urban Development Studies (IHS) viel in oktober tijdens de Wereld Habitatdagen in Den Haag de eer te beurt een onderscheiding van de Verenigde Naties te mogen ontvangen. Het betrof de UN Habitat Scroll of Honour Award, de meest prestigieuze onderscheiding die de VN uitreikt op het gebied van stedelijke ontwikkeling en huisvesting. IHS verzorgt op dit terrein onderwijs en training. Het Rotterdamse instituut ondersteunt vele lokale en nationale overheidsorganisaties in ontwikkelingslanden en landen in transitie bij hun capaciteitsopbouw. Career Achievement Award Op 24 oktober beloonde de Society for Medical Decision Making prof.dr. P.P. Wakker (Econometrisch Instituut FEW) met de Career Achievement Award voor zijn onderzoek naar risicogedrag en de toepassing hiervan in de gezondheidszorg. Hij nam de prijs in Pittsburgh (VS) in ontvangst. IBM Faculty Award Tijdens de bijeenkomst op 1 november van de VLM, deskundigen uit de wereld van de logistiek, mocht prof.dr. J.A.E.E. van Nunen de IBM Faculty Award in ontvangst nemen. Van Nunen (RSM Erasmus University) kreeg de prijs van IBM - mede voor zijn onderzoekers - voor het uitmuntende werk op het gebied van Services Sciences en Integrated Supply Chain Managment. Bekroonde publicaties ICEEM Mw.dr. Katja Rusinovic (FSW) ontving op 23 maart in Bradford (GB) tijdens het congres van International Colloquium on Ethnic Entrepreneurship and Management (ICEEM) de ‘Best Paper Award’ voor haar paper Moving between markets? Immigrant Entrepreneurs in different markets. Richard and Peggy Musgrave 2007 Award Prof.dr. R.A. de Mooij, hoogleraar Fiscale Economie FEW, kreeg samen met de in België werkzame onderzoeker Gaeten Nidoceme de Richard and Peggy Musgrave 2007 Award voor beste paper van economen onder de 40 jaar. De titel van de paper is Corporate tax policy and incorporation in the EU. Zij ontvingen op 30 augustus de prijs uit handen van een van de twee naamgevers, Peggy Musgrave, op het congres van de International Institute for Public Finance in Warwick (GB).

Page 71: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

69

Nicolas Mullins Award Het artikel Competition in the wild; emerging figurations of healthcare markets van dr. T. Zuiderent-Jerak (Health Care Governance iBMG) werd op 12 oktober bij de Annual meeting van de Society for Social Studies and Science bekroond met de Nicolas Mullins Award. Theo Kraan Award De voorzitter van de Raad van Bestuur van Van Lanschot Bankiers reikte op 31 oktober de eerste Theo Kraan Award uit aan Edward de Stigter (FEW). De prijs, met een geldbedrag van € 2500, was bestemd voor de student die met oog voor presentatie, actuele ontwikkelingen in de financiële sector op een professionele wijze voor een breed publiek weet te ontsluiten. Unilever Researchprijs Voor haar afstudeerscriptie De wil tot (w)eten. Een aanzet tot een genealogie van de nutricialiteit ontving Ilja Fase, studente Sociologie op 8 november de jaarlijkse Unilever Researchprijs (€ 2500). De jury beoordeelde haar scriptie over de relatie tussen voeding en het lichaam als een absoluut innovatieve bijdrage aan de wetenschap vanwege de combinatie van historische bronnen, sociologie en filosofie. Nokia EFB Phd Award Dr. Erik Kole nam op 30 november in Milaan de Nokia EFB Phd Award in ontvangst tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van CEMS (Community for European Management Schools and International Compagnies). Hij kreeg deze prijs, ingesteld door het tijdschrift European Business Forum, voor zijn dissertatie On crises, crashes and comovements waarop hij in 2006 promoveerde aan RSM Erasmus University. Kole is universitair docent bij FEW, capaciteitsgroep Econometrie. HBD Scriptieprijs Het Hoofdbedrijfschap Detailhandel kende in 2007 de jaarlijkse prijs voor de beste WO-scriptie over de detailhandel toe aan Otto Dekkers, student Bedrijfskunde RSM Erasmus University. Op 17 december mocht hij de oorkonde en een cheque van € 3000 in ontvangst nemen. Dekkers behandelde in zijn scriptie de invloed van de digitale revolutie in de fotografie op de overlevingskansen voor de Nederlandse fotohandel. Koninklijke onderscheidingen Prof.dr. H. Galjaard, emeritus hoogleraar Humane Genetica, kreeg op 6 juni in Paleis Huis ten Bosch door koningin Beatrix de gouden erepenning voor Kunst en Wetenschap van de Huisorde van Oranje opgespeld. Galjaard kreeg de erepenning als uitdrukking van grote waardering voor zijn wetenschappelijke bijdragen op het gebied van genetica en de wijze waarop hij daar in het belang van de volksgezondheid publiciteit aan heeft weten te geven. Prof.dr. A. Ringeling verliet na zijn afscheidscollege op 28 september de Aula als officier in de orde van Oranje Nassau. Deze onderscheiding had de hoogleraar Bestuurskunde bij zijn afscheid van de EUR mogen ontvangen uit handen van mr. H.D. Tjeenk Willink, vice-voorzitter van de Raad van State. Sinds 1985 was Ringeling hoogleraar in de Faculteit der Sociale Wetenschappen. Bij zijn afscheid als hoogleraar Epidemiologie van oogziekten Erasmus MC werd prof.dr. P.T.V.M. de Jong benoemd tot ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw. Drs. J.W. Oosterwijk, voorzitter van het College van Bestuur, reikte hem in de aula van de EUR op 13 december de koninklijke onderscheiding uit. De Jong werd in 1982 hoogleraar bij de EUR.

Page 72: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

70

Laureaten onderzoekssubsidies Veni Dr. H.J.W.E. Kole FEW Mw.dr. K.I.M. Rohde FEW Dr. Y Yugang RSM Erasmus University Dr. M. Avendano Erasmus MC Mw. dr. J.H. Blok Erasmus MC Dr. E.H. Jacobs Erasmus MC Dr. L.C. Kapitein∗ Erasmus MC Dr. C.P.J. de Kock Erasmus MC Dr.ir. S.W.F. Meenderink Erasmus MC Mw.dr. A.B. Mohd-Sarip∗ Erasmus MC Dr. R.T.S. Palstra Erasmus MC Vidi Dr. I.H.A. Franken FSW Dr. V. Bonifati, MD, PhD Erasmus MC Mw. Dr. A.C.J.W. Janssens Erasmus MC Dr. E.E.S. Nieuwenhuis Erasmus MC Vici Mw.dr. A.S. Akhmanova Erasmus MC Dr. Y. Elgersma Erasmus MC Mozaïek Mw. B. Abaâziz, MSc FSW Ir. N.S.D. Larmonie Erasmus MC NWO Toptalent Drs. D. Caudri Erasmus MC Mw.drs. S.M.I. Goorden Erasmus MC EUR Fellow Dr. W. van den Heuvel FEW Dr. M.G. de Jong RSM Erasmus University Dr. B. Wubs FHKW Mw. dr. J.A.C. Rietjens Erasmus MC Erasmus MC Fellow Dr. L.C. Kapitein∗ Erasmus MC Mw.dr. A.B. Mohd-Sarip∗ Erasmus MC Dr. R.P. Peeters Erasmus MC Mw.dr. A.M.C. van Rossum Erasmus MC

∗ dubbelsubsidie: zowel Veni-laureaat als Erasmus MC fellow

Page 73: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

71

bijlage 1 • Resultaten Strategisch Plan 2004-2008 ‘ Denken • Kiezen • Doen’ Onderzoek De doelstellingen in het Strategisch Plan 2004-2008 waren gericht op de organisatie van het onderzoek, de kwaliteit van het onderzoek, de toegankelijkheid van resultaten en de bijdrage van het onderzoek aan stad en regio. Een belangrijk deel van deze doelstellingen is gerealiseerd:

• onderzoek is ondergebracht in door de KNAW erkende onderzoeksscholen; • het Tinbergenprogramma is gerealiseerd; • premieregeling van tweede geldstroomaanvragen is doorgevoerd in het verdeelmodel; • research masters voor het opleiden van nieuwe onderzoekers zijn opgericht; • in aanvulling op de externe visitaties is een intern kwaliteitssysteem opgesteld; het

aantal promovendi stijgt jaarlijks. Deelname aan internationale accrediteringsprocessen vindt vooralsnog niet plaats. Een bijdrage aan de maatschappelijke vraagstukken in stad en regio biedt de EUR onder meer door de start van twee topinstituten (Pharma en Health Science & Technology) en participatie in de Economic Development Board Rotterdam (EDBR). Onderwijs Kwaliteitsverbetering van het onderwijs kende de hoogste prioriteit. Doelstellingen waren:

• het verhogen van de rendementen; • het deelnemen aan internationale benchmarks; • studenten adviseren over en selecteren voor het voor hen meest geschikte

onderwijstraject. Om dit te bereiken is een kwaliteitscyclus ingericht, selectiebeleid ontwikkeld en doorstroom naar hbo gefaciliteerd. Voorts zijn Engelstalige masteropleidingen ingericht. De streefrendementen zijn in het vorige plan niet gerealiseerd vanwege de invoer van het bachelor-mastersysteem en de verschuivingen in de registratie die dit met zich meebracht. Wel zijn verschillende instrumenten gerealiseerd voor het adviseren en selecteren van studenten voor het voor hen meest geschikte onderwijstraject. De mogelijkheden om hieraan invulling te geven zijn uitgebreid, bijvoorbeeld door het inrichten van Erasmus Honours Programme en facultaire honours programmes, doorstroomregelingen naar het hbo en uitbreiding van het Engelstalige bachelor- en masteronderwijs. Dit wordt in de komende jaren versterkt. Studenten De Erasmus Universiteit Rotterdam vindt het belangrijk dat studenten weten wat van zij van de EUR kunnen verwachten en wat de universiteit van hen verwacht. Dat ze betrokken zijn bij de instelling, de beleidsvorming, de omgeving van de universiteit en de maatschappij. In de vormgeving van het curriculum is het verbeteren van de sociale cohesie tussen studenten en docenten en studenten onderling. De diversiteit van studenten aan de EUR stijgt. Het is belangrijk om de verschillende groepen aan onze academie te stimuleren om snel en succesvol hun studie af te ronden. Er zijn verschillende projecten, gericht op sociale cohesie en internationale oriëntatie, gestart. Daarnaast faciliteert de EUR culturele en maatschappelijke projecten en initiatieven. Tot slot worden studenten door deelname aan adviserende werkgroepen betrokken bij de beleidsvorming over studenten. Personeel Het personeelsbeleid draagt bij aan het realiseren van de doelstellingen van de universiteit en beloont inzet en kwaliteit van haar medewerkers. Het beleid richt zich op ontwikkeling en ontplooiing van individuele medewerkers. Dit betekent enerzijds vakinhoudelijke verdieping en anderzijds professionalisering. Tot slot is het belangrijk de diversiteit van het personele bestand te vergroten.

Page 74: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

72

Een deel van de bijbehorende doelstellingen is gerealiseerd:

• een leergang managementkwalificatie voor professioneel management; • specifiek beleid voor wetenschappelijk personeel; • een EQUAL-onderzoek naar vergroten diversiteit; versterken van aandacht voor

integriteit (onder meer door dit onderwerp mee te nemen in functioneringsgesprekken en een regeling voor nevenwerkzaamheden in te voeren).

Deels is de realisatie van doelstellingen in ontwikkeling: aandacht voor integriteit kan verder versterkt worden, diversiteit wordt verder uitgewerkt met het Tinbergenprogramma, de implementatie van het EQUAL-programma loopt. De wijze waarop ‘overmatige belasting van wetenschappelijk personeel door managementtaken’ kan worden voorkomen, wordt nader uitgewerkt. Relaties De doelstelling t.a.v. relatiebeheer was tweeledig: het onderhouden van een levenslange relatie met alumni en het aangaan van strategische partnerships met relevante partijen, regionaal, nationaal en internationaal. Momenteel wordt een CRM-systeem geïmplementeerd voor het structureel bijhouden van de relaties van de EUR. De ontwikkeling van gestructureerd alumnibeleid wordt verder uitgewerkt. Om de ‘corporate identity’ van de EUR te versterken, zijn universitaire communicatiemiddelen qua huisstijl op elkaar afgestemd. Ondersteunende activiteiten Ook hier was sprake van een tweeledige doelstelling: enerzijds de financiële kant met stimulansen om het onderwijs- en onderzoeksbeleid te sturen en de relatie tussen beleid en realisatie inzichtelijk te maken. Anderzijds het, samen met de gemeente Rotterdam, ontwikkelen van een cité universitaire: een combinatie van wetenschappelijke bedrijvigheid, andere kennisactiviteiten, kunst, cultuur, recreatie, sport en wonen. Op financieel gebied is een groot deel van de doelstellingen gerealiseerd: er is op centraal niveau voldoende financiële ruimte gecreëerd om te kunnen sturen, groei van inkomsten uit de derde en vierde geldstroom is opgezet en het stimuleren van persoonsgebonden subsidies is gestart, maar nog niet afgerond. De EUR is in staat een structureel sluitend resultaat te realiseren. Voor de ontwikkeling van de campus worden momenteel plannen gemaakt. Dankzij een wireless netwerk zijn studenten en medewerkers nu in staat om hun activiteiten deels onafhankelijk van tijd en plaats uit te voeren. ICT-mogelijkheden op dit terrein worden verder ontwikkeld. Tot 2013 is een aantal nieuwe streefpunten geformuleerd. Daar waar bovenstaande doelstellingen niet volledig zijn afgerond of in een volgende fase zijn beland, komen ze terug in het Strategisch Plan Erasmus 2013.

Page 75: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

73

bijlage 2 • Lijst van afkortingen BaMa Bachelor-Master Bsik Besluit subsidies investeringen kennisinfrastructuur Bsa Bindend studieadvies BvdU Bureau van de Universiteit CD Centrale diensten CHEPS Center for Higher Education and Policy Studies CHOI Centrum voor Hoger Onderwijs en Informatie CMS Content Mangement System CRM Customer Relation Management CROHO Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs CvB College van Bestuur CWTS Centrum voor Wetenschaps- en Technologie Studies EAPAA European Association for Public Administration Accreditation EBL Erasmus Behaviour Lab EBS Economisch Statisctische Berichten ECOS Erkenningcommissie Onderzoekscholen ECTS European Credit Transfer System EDSC Erasmus Data Service Centre EEPI Erasmus Electronic Publishing Initiative EFB Erasmus Facilitair Bedrijf EHP Erasmus Honours Programme Erasmus MC Erasmus Universitair Medisch Centrum ERIM Erasmus Research Institute of Management ESF Europees Sociaal Fonds ESSC Erasmus Studenten Servicecentrum EUR Erasmus Universiteit Rotterdam EUROPA Erasmus Universiteit Rotterdam overleg personele aangelegenheden EURYI European Young Investigators DIA Directoraat Informatie en Automatisering FEW Faculteit der Economische Wetenschappen FHKW Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen FR Faculteit der Rechtsgeleerdheid FSW Faculteit der Sociale Wetenschappen Fte Fulltime equivalent FW Faculteit der Wijsbegeerte HCM institute of History, Culture and Media HEC Het Expertise Centrum HL Hoogleraar HO Hoger Onderwijs HOVO Hoger Onderwijs voor Ouderen HST Instituut Health Science & Technology I&AM Identity & Access Managment iBMG instituut Beleid en management Gezondheidszorg ICES-KIS Interdepartementale Commissie voor het Economisch

Structuurbeleid-Kennisinfrastructuur ICTO informatie- en communicatietechnologie in het onderwijs IHS Institute for Housing and Urban Development Studies IPRC International Peer Review Committee KCW Kunst- en Cultuurwetenschappen KNAW Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen LUMC Leids Universitair Medisch Centrum NCSI Nederlands Centrum voor Sociale Innovatie NEREUS Network Economics Resources for EUropean Scholars

Page 76: Jaarverslag 2007 Erasmus Universiteit Rotterdam

74

NVAO Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie NWO Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek OBP Ondersteunend en beheer personeel OCW ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap OECR Onderwijskundig Expertisecentrum Rotterdam PAO Postacademisch onderwijs PLAC Plaatsingsadviescommissie QANU Quality Assurance Netherlands Universities RePub Repository UB RKVV Rotterdamse Kamer van Verenigingen RSM EU Rotterdam School of Management, Erasmus University RUG Rijksuniversiteit Groningen SEP Standaard Evaluatie Protocol SKVR Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam SSVR Stichting Studentenvoorzieningen Rotterdam SURF Stichting ter bevordering van ICT-gebruik in het onderwijs TUD Technische Universiteit Delft UB Universiteitsbibliotheek UD Universitair docent UHD Universitair hoofddocent UL Universiteit Leiden UM Universiteit Maastricht UT Universiteit Twente UU Universiteit Utrecht UvA Universiteit van Amsterdam VIEWS Vernieuwing in Erasmus Web Services VSNU Vereniging van Nederlandse Universiteiten VU Vrije Universiteit VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs WFHW Wet aangaande Financiering Hoger Onderwijs WHOO Wet op Hoger Onderwijs en Onderzoek WP Wetenschappelijk personeel WO Wetenschappelijk Onderwijs