Jaarschema kleutertjes Juf Freya - Gymno Kieldrecht · 1)verschil: laat de kls het verschil zien...
Transcript of Jaarschema kleutertjes Juf Freya - Gymno Kieldrecht · 1)verschil: laat de kls het verschil zien...
2
Jaarplanning kleuterturnen 1ste-2de en 3de kleuterklas juf Freya
Dag allemaal!
JOEPIE de vakantie is voorbij! Nu kunnen we weer elke woensdag bij juf Freya gaan ravotten! Samen
met juf Shana (die ken je nog van vorig jaar) en juf Eva (die is helemaal splinter nieuw!) gaan we er
een kweetniehoewijsdemax jaar van maken! Benieuwd wat we dit jaar allemaal gaan doen? Dan vind
je hieronder een stukje van ons jaarschema en een aantal uitgewerkte lessen. Veel leesplezier en tot
woensdag!
De werkelijke lesonderwerpen kunnen afwijken van het jaarschema. Indien uw kleuter iets moet meebrengen krijg je hier
steeds een mailtje voor op voorhand.
Lesverloop Woensdag
Opwarming in spelvorm
In de uitgewerkte lessen hieronder vind je voornamelijk de uitwerking van de eerste 30 min. In die eerste 30 min. Warmen
we op in spelvorm hierbij laten we ook andere sportvormen aan bod komen zoals: balvaardigheid, dansexpressie,
conditielesjes, experimenteren met klein materiaal, enz.. In de opwarming komt ons Thema van die les tot leven en maken
we de kleuters warm voor het echte werk, het echte turnen!
Kern = het echte turnen
Voor de voorbereiding van de kern maak ik gebruik van het handboek voor kleuters van de GYMFED. Ik heb twee
hulptrainsters ter beschikking dus werken we meestal in 2 tot 3 groepjes met een doorschuifsysteem waardoor we zeer
gericht individueel kunnen werken. Aan de hand van regelmatige observaties en evaluaties kunnen we zien hoever onze
groep staat en kunnen we gerichter differentiëren. We hebben een eerste Evaluatie voor we van start gaan met de
opstelling van de Turnshow zodat we de opstelling kunnen aanpassen aan het niveau van onze groep. Een tweede evaluatie
vind plaats op het einde van het jaar, dan worden er ook diplomaatjes uitgedeeld.
Afkoeling
We nemen op het einde van de les even de tijd om samen tot rust te komen. Dit kan in thema van de les gebeuren maar we
merkten vorig jaar dat de parachute echt onmisbaar was :D onder de parachute reflecteren we even over de voorbije les:
wat vond je het leukste, wat vond je niet zo leuk,wat was voor jou super gemakkelijk of wat vond je nog moeilijk?
Kijkmomenten voor de ouders
De eerste les mag je als ouder mee turnen en de tweede les mag je vanaf de tribune mee volgen. Ook op Moederdag en
Vaderdag mogen de ouders meedoen. Het kan natuurlijk dat we in de loop van het jaar nog een extra interactieve les
inlassen. Voor alle interactieve lessen krijg je via mail een uitnodiging met verdere info. Graag vragen wij dat je als ouder
ook sportief gekleed naar de interactieve les komt.
30 min. Opwarming of spel
20 min. Kern = het echte turnen
10 min. afkoeling
3
JAARSCHEMA KLEUTERTURNEN GYMNO KIELDRECHT JUF FREYA
SEPTEMBER OKTOBER
Nr. Lesinhoud onderwerp Pagina 1 tikspelletjes Kat&muis P.4
2 dansexpressie kriebelbeestjes P.6
3 Werpen, rollen en mikken schapen P.8
4 Bewegingsles met linten en mousse isolatieband Olifant P.11
5 dansexpressie vogels P.13
NOVEMBER DECEMBER
7 nov. Omloop met groot materiaal met de dieren uit ‘ik ben de koning’ Leo Timmers
5 dec. Geen les MAAR Sinterklaas komt wel langs op de GYMNO!
14 nov. Herhaling: Omloop met groot materiaal met de dieren uit ‘ik ben de koning’ Leo Timmers
12 dec. gekke sprongen met het paard van sinterklaas
21 nov. Allemaal hoeden. Omgevingsbewustzijn en ritmiek.
19 dec. De kerstbeer. Bewegingslandschap met ijs- en bruine beren
28 nov. Zwartepieten academie 26 dec. Geen les! Kerstvakantie
Nr. Lesinhoud onderwerp Pagina 6 Omloop met groot materiaal ‘ik ben de koning’ P.14
7 Omgevingsbewustzijn en ritmiek hoeden P.16
8 Klimparcours en dieptesprong Zwarte piet P.18 9 Sprong vanuit stilstand, verspringen, hoogspringen
en dieptesprong Paard van sinterklaas P.19
10 Bewegingslandschap beren P.20
JANUARI FEBRUARI
Nr. Lesinhoud onderwerp Pagina 11 Opstelling Turnshow P.22
12 sept. Kat& muis tikspelletjes en sherborne (mama’s en papa’s mogen meedoen!)
3 okt. Herhaling: Dansexpressie rond kriebelbeestjes + kruiptechnieken
19 sept. Dansexpressie rond kriebelbeestjes + kruiptechnieken (mama’s en papa’s mogen blijven kijken)
10 okt. Werpen, rollen en mikken met schaapjes potverdikken!
26 sept. Geen les! (jaarmarkt Kieldrecht) 17 okt. Meneer de olifant. Bewegingsles met linten en mousse isolatieband.
24 okt. Fliederfladder vogeldrol met dansexpressie is het altijd lol!
31 okt. Geen les! Herfstvakantie!
9 jan. Herhaling: de kerstbeer. Bewegingslandschap met ijs- en bruine beren
6 feb. opstelling turnshow
16 jan. Start opstelling turnshow 13 feb. Geen les! Krokus vakantie!
23 jan. opstelling turnshow 20 feb. opstelling turnshow
30 jan. opstelling turnshow 27 feb opstelling turnshow
4
MAART APRIL
Nr. Lesinhoud onderwerp Pagina 12 Dansexpressie en omloop reis rond de wereld vliegreis P.23
13 Balvaardigheid en koprollen, zijrollen en opstart achterwaarts
Paaseieren P.27
14 Omgevingsbewustzijn + omloop koprollen, zijrollen en opstart achterwaarts
‘de koe die een ei legde’ P.31
15 Omloop met baggage Piraten P.33
16 Tikspel in verhaalvorm + omloop met auditieve impulsen
Piraten P.36
MEI JUNI
Nr. Lesinhoud onderwerp Pagina 17 Dansje Moederdag + afwerken koprol start kopstand moederdag P.-
18 Omloop met mama’s moederdag P.- 19 Omloop Wendsprong en opstart radslag met
airtrack / P.-
20 Dansje Vaderdag vaderdag P.-
21 Omloop met papa’s Vaderdag P.-
22 Evaluatieles Piet huysentruyt P.-
23 Feesten als de beesten les Allemaal beestjes P.-
6 ma. Laatste herhaling opstelling turnshow 17 apr. Piraten landschap
9-10 ma. TURNSHOW 24 apr. Piraten tikspelletjes 13 ma. Vliegreis: dansexpressie + omloop reis rond de
wereld
20 ma. Grote Paaseieren
29 ma. ‘de koe die een ei legde’
1 mei Geen les! Dag van de arbeid! 5 jun. Dansje aanleren voor vaderdag
8 mei Dansje aanleren voor moederdag 12 jun. Papa’s en opa’s mogen mee turnen voor vaderdag
15 mei Mama’s en oma’s mogen meeturnen voor Moederdag!
19 jun. Evaluatieles: doelstellingen bereikt? Uitdelen van Diploma’s voor: koprol voor en achter,konijnen en hazensprong, begin radslag en kopstand, sprongen: stilstand, diepte, strek,….
22 mei Omloop rond afwerken wendsprong + opstart ratslag met airtrack
26 jun. Laatste les!! We vieren feest!
29 mei Omloop rond afwerken wendsprong + opstart ratslag met airtrack
5
Activiteit: tikspelletjes KAT & MUIS
1)wie durft door de kamer van de poes?
De helft van het aantal kinderen vormt een kring. De poes zit in de kring de muizen staan
buiten de kring. De muizen mogen proberen door de kring te komen, zonder gepakt te
worden door de poes.
2)tikspel met schuilplaatsen
De tikker probeert de kinderen te tikken. De kinderen kunnen schuilen achter grootmateriaal
dat nog in de zaal staat. De kinderen mogen niet op of onder de hindernissen. Ben je af dan
ga je in een hoepel staan. Zijn alle hoepels vol? Dan komt er een nieuwe tikker en mag
iedereen weer meedoen.
3)muizen
De peuters zijn muizen (denk aan snuffelen) en verstoppen zich. Gebruik het aanwezige
meubilair om achter te verstoppen. Je zingt het lied, de muizen komen tevoorschijn en
dansen op de muizen muziek. Als de muziek afgelopen is verstoppen ze zich opnieuw.
Lied: ‘muizen’ Bouwen Breeman – peuters dansen! Deel 1 1998 p 18
3)variant op 10-vingers
Iedereen verstopt zich terwijl de kat (tikker) zijn/haar ogen dicht doet. Wanneer de muizen
muziek begint houd de kat zijn ogen gesloten en moeten de muizen uit hun schuilplaats
komen om de kat aan te raken. De muizen moeten daarna heel snel weer naar hun
schuilplaats lopen nog voor de muziek stopt , want wanneer de muziek stopt mag de kat
weer kijken. Wanneer de kat mag kijken meg hij max. 5 stappen zetten om te zoeken.
4)nog meer muizen!
Lied: ‘nog meer muizen’ Marianne zevenbergen - peuters dansen! Deel 1 1998 p 19
Ik ben een heel klein muisje,
En dans graag in het rond.
Ik kom dan uit mijn huisje,
= rond de parachute dansen
En spring hoog van de grond.
= hoge sprong maken
Maar roept de poes miauw!
6
Dan kruip ik in mijn holletje gauw!
=stil staan
Piep piep piep piep piep piep
= de muizen kruipen snel onder het laken.
5) kat en muis
De kls zitten op de grond en houden de parachute vast. 1kl kruipt onder de parachute en is
de muis. De ander kls beginnen met de parachute te wapperen en dan pas mag de kat op de
parachute kruipen om de muis te vangen.
Ontwikkelingsdoelen Differentiatie + begeleidingsimpulsen
Kls kunnen spontaan reageren bewegen op de muziek Kls kunnen verschillen tussen dieren vaststellen
De kls aanmoedigen om kleine muizen stapjes te zetten en om je eens heel klein te maken als een muis.
Materiaal veiligheid
-parachute -groot materiaal in de zaal -muziek
-De kls mogen de parachute niet aan de lusjes vast houden! Zo vermijd je het risico dat er vingertjes vast dreigen te zitten. -De kls mogen niet op of onder het groot materiaal kruipen -De kls moeten voorzien zijn van turnsloefjes (geen kousenvoeten!!!)
7
1) Bewegingszin/dier zonder muziek
Per dier doe je even kort de bewegingszin na van elke dier dat de kls benoemen.
Slak= traag
Bij= vliegt snel
Vlinder= vliegt sierlijk en danst
Spin= heeft kriebelpoten (met vingers kriebelen in de lucht)
2)elk dier individueel
De slak
1) slepend kruipen: met de billen op de voeten en de onderarmen op de grond sleep je je traag voort
als een slak. (want de slak heeft geen benen)
2)traag stappen: kunnen wij net zo traag als de slak stappen?
3) ter plaatse: kunnen we ook ter plaatse zo traag stappen? Zonder vooruit te gaan?
De spin
1)kriebelpoten: de armen dansen alle kanten op en onze vingers maken kriebel bewegingen
De bij
1) vliegensvlug wapperen met de handen naast het lichaam ( de vleugeltjes)
Ter plaatse
2) vliegensvlug wapperen met de handen naast het lichaam ( de vleugeltjes)kris kras door de ruimte.
3)je kan er ook zoemgeluiden bij maken
De vlinder
1)verschil: laat de kls het verschil zien tussen een bij die vliegt of een vlinder
2) sierlijk in het verlengde: geef de kls stroken crêpe-papier om als een echte vlinder sierlijk te
kunnen vliegen.
! verzamel daarna weer alle stoken crêpe papier !
Activiteit: dansexpressie KRIEBELBEESTJES
8
3) afkoeling
Zet het muziekje op en begin te geeuwen. Hhmpf goho de juf is moe hoor van al dat dansen. KO
vertelt wat de kls mogen doen in een verhaal vorm:
Het werd al donker buiten en het was muisstil sssssst. we begonnen te geeuwen. En we rekten ons
eens uit. We waren zelfs zoooo moe dat onze
Ontwikkelingsdoelen Differentiatie + begeleidingsimpulsen
Kls kunnen spontaan reageren bewegen op de muziek Kls kunnen in het bewegen ervaren wat snel en langzaam is Kls kunnen een eigen interpretatie tonen van een dans Kls kunnen verschillen tussen dieren vaststellen
Materiaal veiligheid
-2 linten per kind -1 bloemetje per kind -prenten van de kriebelbeestjes -muziek
-Geen kousenvoetjes in de zaal = risico op uitglijden. -voorzie voldoende bewegingsruimte
9
Activiteit: werpen en rollen + mikken SCHAPEN
OUDSTE KLS
Bewegingsles: ‘Het schaapje zijn wol.’
1) Sfeerschepping DUUR: 5 MIN.
KO zit een sjaal te breien en telt de steken heel ritmisch. (1,2,3,4) uiteindelelijk stampt ze telkens op
de derde maat mee met haar tellen en zorgt ervoor dat de kls mee gaan doen. Uiteindelijk resulteert
het in een echt stamp liedje. Op het einde gaan de stampende voeten in een crescendo en is het
daarna stil. Je begint je uitleg:
Ik ben een sjaal aan het breien van schapenwol. Welke kleuren hebben schapen? Precies, wit! En
wou zo graag een groene sjaal! Heb jij al eens een groen schaap gezien? Hoe kan ik nu aan groene
schapenwol geraken. Misschien kan ik schaapjes hun wol in het groen schilderen? Zo kan ik van hun
vachtje groene schapenwol maken en dan kan ik er een groene sjaal van maken! Doen jullie mee?
2)Opwarming DUUR: 10 MIN.
*)Loopspelletje
Liedje: ‘klein schaapje’ Heidi De Clercq – kleuterhoekenboek p112
Klein schaapje wat ben je aan het doen?
Ik verf mijn wol zo groen als een meloen (zo rood als een pompoen-zo geel als een citroen)
De kls lopen rond op een leuk muziekje van danskriebel. Wanneer de muziek stopt gaan de kls op
handen en knieën verder zoals schaapjes en zingt de juf het liedje. Ze moeten goed luisteren in welke
kleur ‘schaapje’ zijn wol schildert. Schildert ‘schaapje’ zijn wol groen? Dan moeten alle schaapjes aan
een groene kegel gaan staan
*)Auditief spelletje
De schapenboer moet altijd heel vroeg opstaan. Daarom is het ook heel belangrijk dat hij een goede
nachtrust heeft, hij slaapt met een blinddoekje op. Maar deze morgen was hij wat verstrooid en is hij
het vergeten uitdoen. Hij is op zoek naar de boerin maar ziet haar nergens. De boerin is de schaapjes
eten gaan geven.
Boer= geblinddoekte kl
Boerin= kl met belletjespak aan
Schaapjes= alle andere kl
Het is de bedoeling dat de boer de boerin zoekt en dat de schaapjes in de weg lopen.
(zie veiligheid!!)
10
3)verdeling van de groepen op een speelse manier DUUR 2MIN.
*)Het schapenrijtje
Versje: ‘Het schapenrijtje’ Geert De Kockere – kleuterhoekenboek p111
Er wordt een rij gevormd van spelers die achter elkaar staan. Er is ook een lief en er is een dief. De rij
zegt het rijmpje op, tot ‘zingt een liedje voor de dief’. Daarna gaan de dief en zijn lief verder. Daarbij
houden ze een vangnet (elkaars handen) vast en gaan met hun net over de hoofden van de spelers
uit de rij. Zo vangen ze telkens een schaapje. Bij het eerste zeggen ze ‘eentje is geentje’ bij het
tweede ‘tweede een beetje’,enz. bij de vijfde speler in de rij zeggen ze: ‘dit schaapje nemen we mee’
ze nemen het tussen hun armen mee en kietelen het. Moet het lachen of roept het stop dan is het
een zwart schaapje. Anders is het een wit. Zo wordt de rij in twee groepen verdeelt.
4)Kern DUUR: +/- 25 MIN.
ORGANISATIE:
-Vertrek vanuit de verzamelplaats en zorg ervoor dat de kls de plaats herkennen.
-de hoeken mogen de kls vrij exploreren MAAR ze blijven wel binnen hun bewegingslandschap/weitje
waneer het schaapje (=handpop van de juf) mekkert komen de kls naar de afgesproken plaats.
*)Bewegingslandschap 1: werpen/ mikken
*) krantenlijn:
Kranten die met hun naad over een waslijn hangen. De schaapje kunnen de kranten er met behulp
van bollen wol afgooien of raken.
*)slapende schapen:
Op een scheidingszeil teken je 6 schapen die slapen je zet er een getalbeeld op in bolletjes van 1-6.
Je legt een hoepel klaar met een bol wol/bal en een dobbelsteen. De kinderen rollen met de
dobbelsteen en proberen dan het slapende schaap te raken met hun bol wol vanuit de hoepel.
*)de auto van de boer vol laden:
Kies een grote bak op wieltjes en kleef aan de voorkant een A1 blad waar een grote auto
opgeschilderd staat. De kls moeten zoveel mogelijk bollen wol in de vrachtwagen gooien vanuit een
hoepel. Je kan de auto ook heen en weer laten bewegen door 1 of 2 kls oz word het moeilijker.
*)schaapjes willen hun wol terug
Velcro jasjes om aan te doen, kls kunnen met een balletje (bolletje wol) de andere kl raken.
*)Bewegingslandschap 2: rollen/mikken
*)sneller als een bolletje wol
Zet 2 banken dicht genoeg tegen elkaar zodat je een klein gootje krijgt. De kls rollen een bal tussen
het gootje en lopen het snel genoeg achterna om het aan het einde van de bank op te vangen.
11
*)tunneldoos
Kls rollen een bal vannaf een bepaalde afstand door de tunnel doos.
*) bol wol van schuin vlak in de doos rollen
De kls rollen een bal van een schuin vlak in een doos.
*)door de benen en opnieuw
Op de grond liggen wesco voeten zodat de kls zelfstandig in een rijtje achter elkaar kunnen staan. De
eerste kl rolt de bal tussen zijn benen door naar de laatste persoon in het rijtje. Die neemt de bal aan
en loopt naar voren om de bal weer aan det achterste schaapje door te geven.
5)Afkoeling
Zet de kls per 2. Een kl gaat liggen met armen en benen gespreid op de grond. De andere kl heeft een
bol wol en rolt deze rondom (het lichaam volgend) af. Daarna moet de kl die neerligt heel voorzichtig
recht staan. Nu kan de kl zijn lichaamsvorm zien. Er word ook eens gewisseld.
TIP: ‘slaap kindje slaap’ / ‘gaap’ van danskant opzetten.
Ontwikkelingsdoelen Differentiatie + begeleidingsimpulsen
Ontwikkeling oog-hand-coördinatie Ontwikkelen doelgericht werpen Ontwikkelen balgevoel Voorspellen van de balbaan Ontwikkelen reactiesnelheid Beheersing en automatisering werppatroon
-Afstand tussen kl en doel groter of kleiner maken -De grote van het doel kan variëren -Je kan het doel bewegelijk maken -Het materiaal om te werpen of rollen kan variëren in gewicht of textuur.( Een zachte bal zal minder snel rollen dan een harde bal.)
materiaal veiligheid
-kegels in 3 tot 5 kleuren -belletjes pak voor een kl -sjaaltje voor de boer aan te duiden -bollen wol en ballen in versch. vormen en gewichten -krijt -banken -werpdozen -kranten +toverkoord -handpop schaap -…
-Bij blinddoek spel wijzen op gevaren en deze proberen te vermijden door de kls rustig te houden. (geen swingend muziekje opzetten) -Afspraken maken rond balbezit. Alle ballen moeten terug bij hun afgesproken hoek. Je doet enkel met de ballen wat er gevraagd word. Heb je toch een leuk ideetje dan kom je het aan de juf tonen. -we mikken nooit op het hoofd!
12
Activiteit: bewegingsles met linten en mousse isolatiebuizen OLIFANT
1)sfeerschepping:
Lied: ‘olifant’ Anneclaire Van Leest- peuters dansen! Deel 1 1998 p 20
Op de muziek stappen de kls door de ruimte tijdens het zingen van de eerst twee regels; bij
het tweede gedeelte word gezwaaid met de slurf (=lint).laat de kls eerst experimenteren
met zwaar stappen en zwaaibewegingen. Je kan de slurf ook eerst met de handen laten
maken ipv meteen een lint te geven. Dan kan de slurf tussen de benen door zwaaien,
helemaal naar boven, blaadjes plukken met de slurf of water sproeien.
2)opwarming:
Geef de kls elk een slurf (= lint) en voer de volgende bewegingen uit:
-heen en weer
-van voor naar achter
-van links naar rechts boven het hoofd
-op en neer
-zwaaien terwijl je voortbeweegt
-zwaaien terwijl je stil staat
-serpentines draaien
-cirkel voor, naast en boven je
-je lichaam draait mee om en om
3)kern:
Bewegingsimpulsen met isolatiebuizen (voornamelijk expliciet aanbieden!)
4) afkoeling
Een aantal kls krijgen een slurf de kls zonder slurf gaan op de grond liggen en sluiten hun
ogen.zet een rustig muziekje op en de kls met een slurf (lint) strelen met de linten over de
andere kls. Daarna is het wisseltijd.
Ontwikkelingsdoelen Differentiatie + begeleidingsimpulsen
Ontwikkeling van grove motoriek Ontwikkeling van voorkeurshand
-laat de kinderen explorerend beleven geef hen de kans om het materiaal te ontdekken
13
Oriëntatie in de ruimte -je kan letten op interessante bewegingen en die even met de hele groep nadoen
materiaal veiligheid
-linten -mousse isolatiebuizen
-afspraken maken rond het slaan met isolatie buizen
14
Activiteit: dansexpressie VOGELS
Liedje: ‘vogels’ Marjon beltman – peuters dansen! Deel 1 1998 – p 26-27
1)Werkwijze:
Kijk eens met de peuters hoe vogels vliegen. Het eerste liedje kan je zingen als introductie tot het
onderwerp vogels.vogels vliegen op verschillende manieren. Probeer samen met de peuters met de
armen wijd, die rustig op en neer bewegen, rustig door de ruimte te bewegen. Je eindigt gehurkt op
de grond. Neem de tijd om te stijgen als je het lied opnieuw gaat zingen.
Het tweede liedje is eveneens om met de peuters vliegend door de ruimte te dansen. De woorden
geven aan of je omhoog (op je tenen) of omlaag (gehurkt) geet. De woorden “hoog” en “laag”
aanhouden zodat de beweging tot z’n recht kan komen.
2)Verwerking:
*)schrijfdans
Elke kl neemt in elk hand een waskrijtje en voorzie hen van een A2-papier (kleef het papier met tape
vast). Zet muziek een instrumentaal muziekje op dat je tijdens de bewegingsles reeds gebruikte om
op te vliegen. De kls vormen op hun bald een V-vorm door schuin omhoog en schuin omlaag te
bewegen met hun waskrijtjes. Breng differentiatie door grote of kleine bewegingen te maken.
*)bewegingshoek
Boven een kleine ronde trampoline hangen ‘vogeltjes’ (lichte sjaaltjes aan een wasdraad) het is de
bedoeling dat de kindjes door te springen 2 vogeltjes kunnen vangen. Wanneer ze twee’ vogeltjes’
hebben gevangen kunnen ze met de ‘vogeltjes’ (sjaaltjes) gaan vliegen.
Ontwikkelingsdoelen Differentiatie + begeleidingsimpulsen
Danswoord: Vliegen Tijden, dalen Hoog (op de tenen) ,laag (gehurkt) De kls kunnen hun armen afzonderlijk bewegen van hun lichaam De kls kunnen bewegingen al lopend uitvoeren De kls kunnen grote bewegingen met hun armen uitvoeren De kls kunnen bewegingsopdrachten uitvoeren zoals: zich klein maken/ zich groot maken De kls willen graag zelf kiezen en initiatief nemen door een beweging aan te halen
-let goed op of een van je kls een interessante beweging maakt. Verwijs naar die beweging laat de kl het even voor doen en spoor de andere kls aan om dat ook even te proberen -breng variatie in het vliegen door verschillende niveaus van hoog en laag aan te halen, of door verschillende snelheden kenmerkend aan bep. Vogels aan te halen.
Materiaal veiligheid
-CD-speler/ ipod -voorzie voldoende bewegingsruimte
15
Activiteit: omloop met groot materiaal DIEREN ‘IK BEN DE KONING’
1)opwarming
De aap en de kokosnoot
De kinderen zitten in een open kring. 1 van de kinderen zit op ruime afstand van de kring op een mat
met de rug naar de kring toe(de aap). In het midden van de kring ligt een pittenzak of bal
(kokosnoot). De KO duidt een geheime bewaker aan. De aap moet proberen de kokosnoot te stelen
en ongetikt terug op de mat te komen. De bewaker mag pas gaan tikken als de aap de kokosnoot
heeft opgepakt.
2)kern
AAP:
-omgekeerd hangen aan touwen of ringen
-vorderen over 2 parallelle, asymmetrische banken
OLIFANT:
-vrij experimenteren met mousse isolatiebuizen (eventueel kegels bijplaatsen met gaten in ter
grootte van de diameter van een isolatiebuis)
-grote olifanten stappen in hoepels
BERGGEIT:
-op schuin vlak naar bovenklimmen (schuine dikke valmat + dieptesprong eraf)
- op en af lopen van een trap uit dikke valmatten
3) Afkoeling:
Zelfde afkoeling als bij activiteit ‘bewegingsles met linten en mousse isolatiebuizen’
ontwikkelingsdoelen Differentiatie + begeleidingsimpulsen
AAP: Gewenning aan omkering Evenwichtregeling in hang Ontwikkeling arm en rompkracht Dynamische evenwichtregeling Ontwikkeling oog voet coördinatie OLIFANT: Ontwikkeling van de grove motoriek Ontwikkeling van de voorkeurshand Oriëntatie in de ruimte BERGGEIT:
-bij touwen: een opstapje kan helpen om makkelijker te draaien -bij de parallelle asymmetrische banken: je kan de banken langs een muur of een sportraam zetten zodat de kls die dat nodig hebben nog een houvast hebben + zorg voor een veilige op – en afstapplaats
16
Beheersing en automatisering stappatroon Variaties i n voortbewegingspatroon Ontwikkeling kracht in de benen
Materiaal veiligheid
-Touwen -2 zweedse banken -isolatiebuizen en kegels -hoepels -3 dikke matten + zweedse banken en kleine matjes -bal
-maak de hellingen niet te hoog en zorg voor een veilige afstapplek -leg bij BERGGEIT de nadruk op voorzichtigheid bij het afstappen van de matten. (voorkom verzwikte enkels!)
17
Activiteit: omgevingsbewustzijn en ritmiek HOEDEN
1)opwarming
1.1 Aanzet sfeerschepping
De juf maakt de kleuters nieuwsgierig.
Impulsen:
Kijk eens wat een grote zak! Weegt hij zwaar, denk je? Wie komt eens voelen? Wat zou daar in zitten?
Is het iets wat geluid maakt? - Even luisteren. Zullen we eens kijken?
Wow … allemaal hoeden. Ik ga voor ieder kindje een hoed op de grond leggen. De juf verspreid de hoeden in de zaal.
Afspraak: we stappen niet op de hoeden.
2) Kern
2.1.1 Groot bewegen door de ruimte.
Als we de trom horen, gaan we allemaal bij een witte hoed staan. Een bruine hoed, een rode pet …
2.1.2 Bewegen door de zaal.
Als de trom slaat, mag iedereen bij een willekeurige hoed gaan staan. Hoe ziet die hoed eruit?
Kleur? Groot of klein? Spring er eens over, weer naar achter … Draai rond de hoed.
Herhaal de oefening enkele keren.
Impulsen:
Spring, loop, waggel, kruip … tussen de hoeden.
Vooruit en achteruit, met de ogen open, met de ogen dicht.
2.1.3 Combineer bewegingen met de armen
klappen op iedere sprong, draaien als een molen …
2.1.4 Iedereen staat bij een hoed?
Voel eens met je hand in de hoed … Er zit kleefpoeder in.
We nemen een beetje kleefpoeder in onze hand en strooien het op de hoed.
Neem de hoed in je hand.
18
Kleef hem achter je rug. / Voor op je buik.
Hoog in de lucht. / Op ons hoofd.
Tussen de benen. / Op de tenen.
Kleef hem op je schouders, je neus, je mond …
Kleef de hoeden op de grond.
3) afkoeling
Sluit af met het liedje ‘Hoedendans’ - Pim pam Peus deel 1.
Differentiatie:
Voor de oudere kleuters: wie kan zijn hoed terugvinden?
Herhaal de oefening. Als de trom slaat, gaan de kinderen bij dezelfde hoed staan.
Ontwikkelingsdoelen Differentiatie + begeleidingsimpulsen
PO BAB 4.2
PO BAB 5.2
PO BWB 3.3
PO BWB 3.4
Zie lesverloop voor differentiatie
Materiaal veiligheid
-een grote zak vol hoeden (min. 21) -muziek -trom
We stappen niet op de hoeden.
19
Activiteit: klimparcours en dieptesprong ZWARTE PIET
1)opwarming
2)kern
3) afkoeling
ontwikkelingsdoelen Differentiatie + begeleidingsimpulsen
materiaal veiligheid
20
Activiteit: Sprong vanuit stilstand, verspringen, hoogspringen en dieptesprong PAARD V. DE SINT 1)opwarming
2)kern
3) afkoeling
Ontwikkelingsdoelen Differentiatie + begeleidingsimpulsen
Materiaal veiligheid
21
Activiteit: bewegingslandschap BEREN
Oudste kls
1)berenspel
In het lokaal worden 2 grote kooien getekend, een voor de bruine beer en 1 voor de ijsbeer. De
afstand tussen de muur en het dichtst bijzijnde punt van de kooi is ongeveer 50 cm. De afstand
tussen de kooien is dus ongeveer 1m. de afstanden moeten namelijk zo zijn zodat de twee tikkers de
3 doorgangen met hun armen af kunnen schermen. De beren mogen hun kooi niet verlaten. Er
blijven dus steeds 1 of twee doorgangen vrij. Wanneer de beren teveel op 1 plaats blijven staan,kan
de lesgever het bewegen stimuleren, door zelf de rol van beer in te nemen.
2) bewegingslandschap bruine beer VS ijsbeer
ORGANISATIE
Spreek met de kls een verzamelplaats af en een eindsignaal.
De kls mogen de hoeken binnen hun bewegingslandschap vrij ontdekken MAAR ze mogen niet van
bewegingslandschap wisselen. Wisselen gebeurt pas wanneer je de beer (handpop) hoort brullen.
*)Bewegingslandschap ijsbeer:
-Een hoop ballonnen in een groot wit hoeslaken = berg met ijs
-Een bank schuin tegen het sportraam waarop kls kunnen lopen en afspringen in een
sneeuwlandschap = witte kussens, witte fleecedekens, witte pluimpjes, watjes, witte knuffels,…
-skiën : zelf gemaakte ski-latten uit karton met stokken/ echte ski-latten + een parcours om rond te
skiën.
-sneeuwballen gooien naar de bruine beren: met 7 banken word een veld gemaakt. Deze hoek word
gedeeld door zowel de bruine- als de ijsberen. De beren gooien met papieren propjes (ijsballen) naar
elkaar en proberen hun landschap zo sneeuwbal vrij mogelijk te houden.
*)bewegingslandschap bruine beer:
-met een dennenappel (tennisbal) de bijenkorf (springbal)verschuiven door hem van op afstand hard
te raken met je tennisbal
-de dam van de bevers omver gooien zodat je terug kan vissen (met bal van op afstand een toren uit
kartonnen dozen omver gooien)
-visjes vangen (eendjes vangen met een hengel)
-sneeuwballen gooien naar de bruine beren: met 7 banken word een veld gemaakt. Deze hoek word
gedeeld door zowel de bruine- als de ijsberen. De beren gooien met papieren propjes (ijsballen) naar
elkaar en proberen hun landschap zo sneeuwbal vrij mogelijk te houden.
3)afkoeling
22
Elke kl heeft een knuffelBEER meegebracht. We gaan in een grote kring zitten met onze beer op onze
schoot. Wanneer het berenlied begint (if you go out in the wouds tonight (instrumentaal)) laten de
kls hun beer op de muziek dansen. Je kan ze ook laten rondstappen zodat de beren met elkaar in
interactie kunnen gaan.
Liedje: ‘beer’ Marian Meeusen –peuters danse! Deel 1 p 40
Als de beren moe geworden zijn van het dansen willen ze misschien slapen. Je kan dan het liedje
‘beer’ zingen als afsluiting van het dansen. Laat de kls hun beer in bedje leggen.
ontwikkelingsdoelen Differentiatie + begeleidingsimpulsen
-Eventueel sneeuwballen gooien begeleiden -Schuine Zweedse bank in het oog houden -eventueel de skiërs een aansporen om achteruit te stappen -bij de dam van de bevers eens op een ander manier de dam terug opbouwen
materiaal veiligheid
-hoeslaken met ballonnen -kussens,fleeces,knuffelberen,pluimpjes (WIT!) -8 Zweedse banken -skie-latten + materiaal voor parcours -tennisballen en springbal -teil voor visjes vangen + hengel -kartonnen dozen.
-Zweedse bank tegen het sportraam moet tegen een kant staan, mag niet te hoog en er moeten valmatjes onder liggen! - Een dikke valmat of een matje onder het hoeslaken met ballonnen -geen kousenvoeten!!
23
Activiteit: Opstelling Turnshow
NOG OP TE STELLEN! = verrassing!!!
1)opwarming
2)kern
3) afkoeling
ontwikkelingsdoelen Differentiatie + begeleidingsimpulsen
materiaal veiligheid
24
Activiteit: dansexpressie + omloop wereldreis
1)opwarming
1.1 organisatie
De kls zitten nog hun schoenen aan te doen. De KO weegt even af aan de hand van het aantal kls dat
al klaar is of ze begint aan de sfeerschepping. Het is niet erg als er kls zijn die nog niet klaar zijn want
die kls kunnen pas mee met het vliegtuig als ze klaar zijn. Op deze manier moedig je ze aan om zich
sneller klaar te maken.
1.2 sfeerschepping
KO komt binnen met een strooien hoed op, een Hawaï krans en een zonnebril aan. Ze heeft ook een
koffer bij. Ze loopt wat druk door de zaal.
Oei, oei,oei ik ga mijn vliegtuig missen! Ze vraagt aan een kleuter: Het vliegtuig dat naar Spanje
gaat…is dat al opgestegen? Ooh amai ik ga mijn moeten haasten! Want ik ga op reis naar Spanje! Oei
maar wat doe ik dan met jullie? Weet je wat ga maar gewoon mee.
1.3 individuele vliegtuigjes (ter plaatse!)
Inleiding:
KO heeft pilotenpet op: Attentie leerling piloten! Welkom op de pilotenschool. Vandaag krijgen jullie
van mij, kapitein Freya, jullie eerste vliegles. Nog een klein vraagje: zijn er kinderen met hoogtevrees?
Geen probleem we vliegen ook laag vandaag. Ga allemaal op een stip staan zoals een echt piloot!
Correctie van de houding:
Zet de kls allemaal in een mooie piloten houding= rug mooi recht hoofd omhoog en je hand tegen je
slaap.
Liedje: (KO zingt het lied zelf)
Alle piloten vliegen
(hand als piloot naast het hoofd)
Vliegen,vliegen,vliegen
(met open gestrekte armen heen en weer bewegen, romp gaat mee)
Ze vliegen hoog,
(armen open gestrekt naast het lichaam en je zo groot mogelijk maken)
Ze vliegen laag,
(armen open gestrekt naast het lichaam en je zo groot mogelijk maken)
Vliegen doen ze oh zo graag.
(met open gestrekte armen heen en weer bewegen, romp gaat mee)
1.4 individuele vliegtuigjes (door de ruimte)
Liedje: vliegtuiggeluiden duur: 3 min
SNEL/TRAAG:De kls mogen met hun eigen vliegtuigje door de zaal bewegen. Ze moeten goed naar de
muziek luisteren want die begeleid het snel of traag vliegen.
HOOG/LAAG:De KO of de kapitein beslist dan weer of ze hoog of laag vliegen.
Doel:
25
-rekening houden met je eigen lichaamsruimte en rekening houden met andere personen in de
ruimte.
-De verschillende lagen in dans ervaren.
Muziek stopt:
De kls gaan terug op hun stip staan zoals een piloot.
2)kern
2.1organisatie
Er staan twee Zweedse banken op 1,5m van de muur. Dit is ons vliegtuig.
De KO legt uit dat we er zo dadelijk in gaan zitten. hoe gaan we dat doen?
Kapitein…zal dat eens voor doen. (aan elke kant een been)
Je zet de kls zo dat de kls van de ene bank in het gezicht kijken van de kls van de andere bank. Jij als
KO zet zich in het midden zo is iedereen mee.
Je maakt enkele afspraken:
-in mijn vliegtuig word er niet gespeeld! Jullie zijn deftige piloten, iedereen moet meehelpen om het
vliegtuig te besturen of we storten neer!
-maak je toch domme grapjes in mijn vliegtuig dan zet ik jou eruit!
2.2 Het vliegtuig:
Lied: vliegreis vliegtuig duur: 1min.10
0:00-0:08 = je staat recht met je benen over de bank gespreid in pilotenstand
0:08-0:10= je zet je neer
0:10-0:20= je strekt armen eerst omhoog en laat ze daarna zakken tot dat het vleugels zijn.
0:20-0:34= je gaat als vliegend rechtstaan op de bank.
0:34 = WE GAAN LANDEN
0:34-0:59= heel traag al vliegend op je hurkje gaan zitten op de bank.
0:59= BEL= zitten! we zijnaangekomen.
0:59-1:10= kapitein / KO zegt op welke bestemming we zijn aangekomen en dat de kls mogen
uitstappen om het land al dansend te ontdekken.
3.3 land 1 = zuid Afrika
Lied: South Afrika- the opposites Duur: 00:51 x 2
kls bewegen vrij rond in de ruimte.
3.4 vliegtuig:
Lied: vliegreis vliegtuig duur: 1min.10
0:00-0:08 = je staat recht met je benen over de bank gespreid in pilotenstand
0:08-0:10= je zet je neer
0:10-0:20= je strekt armen eerst omhoog en laat ze daarna zakken tot dat het vleugels zijn.
0:20-0:34= je gaat als vliegend rechtstaan op de bank.
0:34 = WE GAAN LANDEN
26
0:34-0:59= heel traag al vliegend op je hurkje gaan zitten op de bank.
0:59= BEL= zitten! we zijnaangekomen.
0:59-1:10= kapitein / KO zegt op welke bestemming we zijn aangekomen en dat de kls mogen
uitstappen om het land al dansend te ontdekken.
2.5 land 2 = Schotland
Lied: Schotland (danskriebel 2) Duur: 3:35 1:30
kls bewegen vrij rond in de ruimte.
2.6 vliegtuig:
Lied: vliegreis vliegtuig duur: 1min.10
0:00-0:08 = je staat recht met je benen over de bank gespreid in pilotenstand
0:08-0:10= je zet je neer
0:10-0:20= je strekt armen eerst omhoog en laat ze daarna zakken tot dat het vleugels zijn.
0:20-0:34= je gaat als vliegend rechtstaan op de bank.
0:34 = WE GAAN LANDEN
0:34-0:59= heel traag al vliegend op je hurkje gaan zitten op de bank.
0:59= BEL= zitten! we zijnaangekomen.
0:59-1:10= kapitein / KO zegt op welke bestemming we zijn aangekomen en dat de kls mogen
uitstappen om het land al dansend te ontdekken.
2.7 land 3 = Amerika
Lied: captain Jo Duur:
Kls bewegen vrij rond in de ruimte
2.8 vliegtuig
Lied: vliegreis vliegtuig duur: 1min.10
0:00-0:08 = je staat recht met je benen over de bank gespreid in pilotenstand
0:08-0:10= je zet je neer
0:10-0:20= je strekt armen eerst omhoog en laat ze daarna zakken tot dat het vleugels zijn.
0:20-0:34= je gaat als vliegend rechtstaan op de bank.
0:34 = WE GAAN LANDEN
0:34-0:59= heel traag al vliegend op je hurkje gaan zitten op de bank.
0:59= BEL= zitten! we zijnaangekomen.
0:59-1:10= kapitein / KO zegt op welke bestemming we zijn aangekomen en dat de kls mogen
uitstappen om het land al dansend te ontdekken.
3) afkoeling
3.1 organisatie
Verdeel de kls in 4 groepen en vraag hen per groep een kring te maken. Zorg ervoor dat de groepen
een even aantal kls bevatten. Vul zelf bij indien nodig.
Alle kls gaan nu op hun rug liggen in de cirkel en sluiten hun ogen. Ze beginnen op rustige muziek
‘engeltjes’ / ‘vliegtuigjes’te maken (zoals in de sneeuw) vliegtuigjes.
27
Wanneer ze vliegtuigjes maken zullen ze ook merken dat ze andere kinderen raken. Ze proberen zich
op hun rug te verplaatsten zodat ze bij het maken van een vliegtuigje niemand meer raken.
Doelen:
= intens voelen
=rekening houden met de bewegingsruimte
=oriëntatie vermogen
ontwikkelingsdoelen Differentiatie + begeleidingsimpulsen Danswoord: balanceren met stijve armen en vrij dansen
MT50: de kls leren juist bewegen op de gepaste muziek. Ze leren bewegingen nabootsen, leren bewegingen zelf bedenken en leren de juiste frasering.
Zie lesverloop
materiaal veiligheid
Zie spelverloop
28
Activiteit: balvaardigheid en omloop voor koprol Paaseieren 1)opwarming
1.1 Voorbereiding:
-KO verkleed zich als paashaas
-KO heeft op voorhand reeds de kegels en de strandballen klaar gezet.
-KO laat de kls plaatsnemen op de bank
NIET ALLE ACTIVITEITEN OP DE LVB WORDEN GEGEVEN! DIT DIENT ALS DIFFERENTIATIE OF ALS
FLEXIBELE INSPELING OP DE BEWEGINGSDRANG VAN DE KLS!
1.2 Sfeerschepping:
‘welkom in de paasei fabriek! Wij Paashazen hebben het deze tijd van het jaar zo druk met
paaseieren te schilderen dat we bijna niet meer van onze stoel afkomen. Daarom hebben we
vandaag een dagje vrij om wat met onze eieren te spelen!
-de KO zegt hen dat ze mogen recht staan en legt de eerste opdracht uit.
1.3 opwarming
Opdracht1:
Als je de muziek hoort, mag je overal door de zaal springen als een echte paashaas.
Als de muziek stopt, blijf je onmiddellijk staan.
Begeleidingsimpuls:
Je kan op verschillende manieren springen als een paashaas. Spring zelf mee en wijs op kls die eens
op een andere manier springen.
Opdracht2: (dezelfde opdracht)
Als ik de grote strandbal ik de lucht steek stop je met springen en maak je van jezelf een groot paasei.
(laat de kinderen even voor doen hoe ze een groot paasei zouden kunnen maken van zichzelf
alvorens van start te gaan) X2
Opdracht3: ( dezelfde opdracht)
Als ik de tennisbal in de lucht steek, stop je met rennen en maak je van jezelf een heel klein paaseitje.
(laat de kinderen even voor doen hoe ze een klein paaseitje zouden maken van zichzelf) X2
Opdracht4: (dezelfde opdracht)
Kijk goed! Kunnen jullie de juiste vorm nabootsen? Tennis- of strandbal in de hoogte steken. (zonder
muziek/ springen.) X2
Na de laatste opdracht laat de KO de kinderen terug op de banken plaatsnemen.
2)kern
2.1 uitdelen KO deelt strandballen uit ‘kleef het paasei tegen je buik zodat die niet wegrolt’
29
2.2 kernactiviteiten 2.2.1 vaardigheden met de bal = ik + materiaal Opdracht1: -je mag even spelen met je bal overal in de zaal, maar wanneer je het fluitje hoort kom je meteen bij mij en steek je de bal in de lucht. Taak KO: stimulerende tussenkomsten aanreiken. duur:5 tot 10 min. Opdracht2: (we maken een grote kring) -kan je de bal kleven tegen het lichaamsdeel dat ik benoem? = arm,buik,hoofd, been, ander been, neus,… -kan je de bal rollen over je lichaam? =tussen open benen, rond gesloten benen, van je buik naar je tenen en andersom,… Taak KO: opdracht uitleggen, meedoen en begeleiden , interessante ontdekkingen van kleuters opmerken en interesse tonen. Duur: 5 tot 10 min. Opdracht3: -kan je de bal gooien en vangen? -kan je de bal gooien, 1 keer in je handen klappen en terug vangen? -… Taak KO: de kinderen uitdagen met nieuwe opdrachten Duur: 5 min. Opdracht4: -wie weet nog iets? Wat kan je nog met je bal doen? -de kls tonen verschillende bewegingsvormen en die worden door de hele groep over genomen. Taak KO: wanneer een kl iets interessant toont de ander kls aansporen dit ook even te proberen Duur: 5 min. nadien vraagt de KO om terug op de lijn te gaan staan 2.2.2 bewegingsruimte + materiaal+ ik Alle opdrachten worden indien nodig meerdere keren uitgevoerd. De kls wachten na het uitvoeren van de opdracht steeds aan de andere kant van de lijn met de bal tegen hun buik. (! Bij het overlopen niet de hele lengte van de sporthal gebruiken! = te lang) Opdracht1: -Probeer de bal op mijn teken zo ver mogelijk te schoppen/ slaan naar de overkant. -daarna mag je de bal halen en terug hier op je plaats komen staan -met je andere voet/hand? Duur: 5min.
30
Opdracht2: KO haalt slinger met vlaggetjes (1 kant aan sportraam bevestigen) -probeer je bal over de vlaggetjes te gooien en kruip er zelf onderdoor om je bal te gaan halen. Let op! Probeer de vlaggetjes niet te raken! -hoger lager Duur: 8 min. 2.2.3 bewegingsruimte+ materiaal + partner Opdracht1: -hoe kan je de bal met jullie tweetjes naar de overkant brengen zonder dat je jouw handen gebruikt? -vindt je nog andere manieren? Idee: eventueel een rad meenemen met lichaamsdelen op. De ene kl van een groepje draait 1 keer (bv: hoofd) de andere draait ook 1 keer (bv: buik) dan moeten deze twee hun bal tussen hoofd en buik naar de overkant proberen brengen. Duur: 10 min Kls mogen de strandballen in de wasmanden gaan leggen 3) afkoeling
3.1 Verdeling:
-KO vraagt aan de kinderen om terug per 2 op een strandlaken te gaan liggen.
-1 van de kls mag een strandbal en een tennisbal komen halen en gaat naast het strandlaken staan.
3.2 Tot rust komen
Opdracht1:
- 1 kl mag op zijn/haar buik gaan liggen, de andere kl neemt de strandbal en legt die op de rug van de
1ste kl.
-rol de bal heel zachtjes over de ene kl. Gebruik je 2 handen zodat je jouw bal niet verliest.
Opdracht2:
-Neem een tennis bal en doe hetzelfde
Daarna mogen de kinderen van plaats wisselen.
Duur: 6 min.
ontwikkelingsdoelen Differentiatie + begeleidingsimpulsen
MT44 kls ontwikkelen werpen,vangen,rollen,slaan ,schoppen en klemmen MT48 klskls voelen aan dat de ene helft van hun lichaam spontaan de voorkeur geniet omdat die reflexmatiger werkt
Zie lesverloop
31
ZS83 kls geven een gepast bewegingsantwoord op de bewegingsopdrachten
materiaal veiligheid
strandballen Zie lesverloop
32
Activiteit: omgevingsbewustzijn ‘de koe die een ei legde'
1)grote koe, ei, kleine koe, nest
Bewegingsvorm: lopen
Accent: verbale instructies juist interpreteren door een gepaste lichaamshouding aan te nemen bij
een ei naar keuze
Ook nog:
-evenwicht bewaren en loopbewegingen afremmen
-snel reageren op een verbale instructie
-rekening houden met de plaats van het ei en de loopbaan van jezelf en andere kls
-een geheugen voor lichaamshoudingen ontwikkelen.
Spel: elke kl krijgt een ei uit piepschuim. Je vraagt aan de kls wie zich zoals Nellie in een grote koe kan
veranderen. (= met je benen over je ei gaan staan)
Grote koe = met je benen over je ei gaan staan
Kleine koe = brug over je ei maken
Nest= je rond om je ei opkrullen
Je zet muziek op waarop de kls specifiek moeten voortbewegen. (traag, snel met kleine passen of
huppelen) de kls lopen in het rond en wanneer je 1 van je instructies roept zoeken ze snel een ei om
hun beweging uit te voeren.
Extra: je kan de kls zelf instructies laten uitvinden.
2) een koe die eitjes kan leggen…
Bewegingsvorm: lopen
Accent: loopsnelheid ontwikkelen
Ook nog:
-loopbewegingen afremmen en versnellen
-snel reageren na het einde van het liedje
-een kringopstelling bewaren
-accepteren dat je aangetikt werd
Spel: naar traditioneel kinderspel zakdoekje leggen (in dit geval is de zakdoek het ei van Nellie
3) kip kip koe!
Bewegingsvorm: lopen
Accent: snel reageren op de combinatie van auditieve en tactiele prikkel en achtervolgen
Ook nog:
-bewegingen afremmen
-een lege plaats vinden
-de juiste looprichting volgen
-snelheid ontwikkelen
-alert zijn
-beurt afwachten en accepteren dat je getikt bent
Spel: stel de kls op in een cirkel (gebeurde reeds vanuit ‘zakdoek leggen’) 1 kl staat buiten de kring en
gaat de kring rond terwijl hij op de hoofden van de kls tikt en zegt: kip, kip, kip ,kip,koe! Wanneer de
kl buiten de kring op je hoofd tikt wanneer hij koe zegt ga je hem achteraan en probeer je hem te
tikken nog voor hij op jouw plaats in de kring kan gaan zitten.
33
4) eieren door het kippenhok
Bewegingsvorm: rollen en stoppen van de bal
Accent: de bal richten naar de gespreide benen van een kleuter
Ook nog:
-snel reageren op een visuele impuls
-inspelen op de bewegingsbaan van een rollende bal
-een afstand overbruggen door de bal te rollen
-zelfstandig in een subgroepje functioneren!!!!
Spel: leg het spel eerst in 1 grote kring uit en verdeel daarna de groep in 2 kringen.
Zelfde systeem als chinese voetbal maar met aangepaste regels en sfeerschepping:
-1ste keer bal door de benen = 1hand word een hoorn van koe Nellie
-2de keer bal door de benen = 2 hoorns van de koe dus je draait je om (speelt wel terug met 2
handen)
-3de keer bal door de benen= 1 hand word een staart
-4de keer bal door de benen= een geluid maken van een koe. In kleermakers zit gaan zitten en telkens
als er een bal door iemand zijn benen gaat het geluid van een koe maken.
5)kipke
Bewegingsvorm: diverse verplaatsingsvormen
Accent: creatief nieuwe verplaatsingsvormen bedenken of nabootsen
Ook nog:
-het eigen bewegingstempo aanpassen aan dat van andere groepsleden
-op eigen initiatief in een bepaalde tijdsvolgorde bewegen
-leiding durven nemen en accepteren
Spel: vraag de kls trio’s te vormen en zich achter elkaar op te stellen. Toon de speelkriebel met een
andere kl dan kan iedereen onmiddellijk na een korte demonstratie aan het werk.
De leider vindt allerlei bewegingen en houdingen uit (al dan niet met verplaatsing) de andere kls
volgen en proberen de houdingen na te doen. Wanneer de muziek stopt gaat de eerste kl achteraan
staan en word de tweede kl dus de leider.
ontwikkelingsdoelen Differentiatie + begeleidingsimpulsen
-evenwicht bewaren en loopbewegingen afremmen -snel reageren op een verbale instructie -rekening houden met de plaats van het ei en de loopbaan van jezelf en andere kls -een geheugen voor lichaamshoudingen ontwikkelen.
Zie lesverloop
materiaal veiligheid
-muziek -isimo eieren
Zie lesverloop
34
Activiteit: omloop PIRATEN
1)opwarming
Een piraat luistert goed naar zijn kapitein.
De KO zet tijdens de pauze alle materialen al klaar.
Voor de deur van de gymzaal vraagt de KO aan de kleuters om naar de bank te gaan, dit wordt vanaf
nu ons piratenschip. Hier blijven ze zitten en luisteren ze wat ze moeten doen.
Instructie 1:
De KO vertelt dat de kls logen rondlopen binnen de kegels. Opgepast dat je niet tegen elkaar botst.
Wanneer de KO de muziek start lopen de kls rond. Ze vertelt hen dat wanneer de muziek stopt ze om
ter snelst moeten zitten op hun poep.
Instructie 2:
De KO vraagt aan de kleuters dat ze tussen de hoepels moeten lopen.
- Als de KO de muziek op zet beginnen de kleuters zo snel mogelijk tussen de hoepels te lopen. Als de muziek stopt moeten ze direct stil staan.
Dit doen we twee keer.
Instructie 3:
- Als de KO de muziek op zet beginnen de kleuters zo snel mogelijk tussen de hoepels lopen. Als de muziek stopt moeten ze per twee met de buik tegen elkaar staan.
Dit doen we twee keer.
Instructie 4:
- Als de KO de muziek op zet beginnen de kleuters zo snel mogelijk tussen de hoepels lopen. Als de muziek stopt moeten ze per twee met de rug tegen elkaar staan. Dit doen we twee keer.
- De KO kan ook andere opdrachten geven zoals, draaien, liggen, op één been staan, enz.
Duur van de activiteit: 10 min
Dansende piraatjes
De KO heeft 2 houten lepels omgetoverd tot 2 piraten.
Ze stelt de 2 piraten voor aan de kls.
De 2 piraten houden enorm veel van dansen. En ze vinden het heel fijn om damen te dansen met
anderen. Vooral met kinderen.
De KO heeft muziek bij en zet deze op.
Instructie 1:
35
De KO gebruikt maar 1 piraat die lag dansen. Het is de bedoeling dat de kls deze proberen na te doen
en te volgen. Gaat het mannetje naar links, dan gaan de kls ook naar links.
De kls moeten goed kijken wat de piraat doet.
Instructie 2:
De KO gebruikt nu de 2 piraten. Bij deze oefening moeten de kls een beetje samenwerken.
Ze staan per 2 in de zaal. Wanneer het ene mannetje beweegt, beweegt de ene kl en omgekeerd. Dit
wordt eerst getoont wie welke piraat moet volgen.
Duur van de activiteit: 7 min
2)kern
Bewegingsomloop
Verkennen van de afbakening van het speelveld:
De KO overloopt samen met de kls het speelvlak. De omloop stond al klaar in de zaal.
Stap 1: samen de omloop bekijken en bespreken van materiaal.
Stap 2: samen met alle kls doorlopen we de omloop een paar keer.
Spelverloop:
De KO zet alle kls op een rij. Het kindje van de dag staat telkens voorop.
De KO past haar parcour telkens een beetje aan door er een opdracht aan toe te voegen, door er
(rollen)spel aan toe te voegen.
Parcours 1:
Stap 1: starten met alle kls op het doek.
Stap 2: de kls stappen voorzichtig op de omgedraaide bank.
Stap 3: de kls springen van biervilt naar biervilt.
Stap 4: de kls kruipen op de plint en springen op de dikke mat.
Stap 5: dan moeten ze onder de parachute kruipen. Deze ligt over banken en vormt zo een grot.
Stap 6: Nadien springen de kls in de hoepels. Ze klimmen via het klimrek omhoog en glijden dan op
de bank naar beneden.
Stap 7: via de matten springen ze naar de stokken en gekels. Hier moeten ze overspringen.
Stap 8: via de kranten bereiken ze het lange touw. Dit moeten ze helemaal bewandelen om tot bij
het volgende opstakel te komen.
Stap 9: dit zijn de springplanken. Door te springen komen ze terug op het doek terecht. Dit is de start
en het einde van de omloop.
Bedoeling is dat de kls tijdens deze paar rondjes hun eigen fantasie en inspiratie gebruiken om
verschillende manier te vinden voor het springen, stappen,…
Het is een explorerende ronde.
3) afkoeling
Kanonskogels gooien
36
Alle kls zitten op de bank. (het piratenschip)
Elke kl krijgt een vel krantenpapier.
We maken van dat vel krantenpapier een prop.
Deze prop wordt onze kanonskogels.
Instructie 1:
De kls gooien om ter verst hun kogel.
De kls gooien allemaal te gelijk. Lukt dit niet dan laat je ze 1 voor 1 gooien.
De kls moeten hun kanonskogel wel goed in het oog houden want dat is belangrijk om te weten wie
zijn kogel het verst kan gooien.
Instructie 2:
De kls gooien nu hun kogel en proberen hem op een mat te doen landen. Hiervoor moeten ze
proberen goed te mikken.
Instructie 3:
De KO heeft een doos mee. De kls proberen hun kogel 1 voor 1 hierin te mikken. Hierdoor zijn de
proppen krantenpapier meteen mee opgeruimd.
Duur van de activiteit: Max.10 min.
ontwikkelingsdoelen Differentiatie + begeleidingsimpulsen MT44: De kleuters kunnen verschillende hanteervormen toepassen zoals, schuiven, klimmen, gooien, rollen. De kleuters kunnen verschillende verplaatsingsvormen toepassen zoals, kruipen, gaan, schuiven, springen, hinken. S19: de kls kunnen bewegingen meedoen, gedrag van een piraat nadoen en kunnen zich uitleven in een rol als echte piraat.
Zie lesverloop
materiaal veiligheid
Zie lesverloop
37
Activiteit: tikspel in verhaalvorm + omloop PIRATEN 1)opwarming
Schatten verzamelen De KO legt 4 hoepels in de zaal (niet te ver uit elkaar maar ook niet te dicht) van allemaal een andere
kleur.
Ze maakt 4 teams van kleuters:ongeveer 6 kls per hoepel. De KO legt allemaal pittezakjes verspreid
over de zaal (minstens evenveel als aantal kleuters).
De KO vraagt aan de verschillende teams welke kleur ze hebben. Zo zullen ze dit beter onthouden.
Het spel wordt kort uitgelegd:
Jullie zijn vier families van piraten met een eigen schip (hoepel). Elke familie wil de meeste schatten
verzamelen. De schatten liggen verspreid in de zaal. Als ik start roep, mogen jullie vertrekken en
zoveel mogelijk schatten verzamelen, MAAR je mag telkens maar één schat nemen en die in je
hoepel (schip) leggen vooraleer je een tweede schat gaat halen. Als ik ‘stop’ roep verzamelen al de
piraten terug bij hun schip en gaan zitten.
Wie heeft de meeste schatten verzameld?
Kan enkele keren gespeeld worden.
2)kern
Uit de boot Eerste opdracht
De Ko plaatst samen met enkele kls twee banken in de vorm van een boot. Ze vraagt aan andere kls
om onderussen 3 matten rond de boot te leggen, ver uit elkaar.
Er was eens een boot met allemaal piraten op die op de grote zee aan het varen waren. Ze hadden niets te doen en de kapitein verzon een leuk spelletje. Er lagen 3 eilanden vlakbij de piratenboot en de kapitein zei dat al zijn piraten op zijn teken naar een eiland moesten zwemmen. Ze zongen samen een liedje op hun boot en als de kapitein riep ‘uit de boot’, moesten de piraten vlug naar een eiland gaan. Dit was hun spelletje, gaan wij dat ook eens proberen? De KO gaat op het puntje van de twee banken zitten (vanvoor), de kls zoeken allemaal een plekje om
één van de banken. De KO zingt samen met de kls ‘Wij zijn piraten’ van Samson en Gert. Plots roept
de KO ‘uit de boot!’ en dan moeten de kls snel reageren. Ze moeten naar een eiland lopen/zwemmen
= een matje.
Als de KO roept ‘in de boot!’ moeten de kls snel terug naar het schip gaan = terug gaan zitten.
Dit wordt enkele keren gedaan.
Tweede opdracht
De KO vertelt het verhaal verder.
De kapitein en zijn piraten vonden dit een heel leuk spel, maar plots kwam er een haai aangezwommen die rond de eilanden bleef zwemmen. De piraten daagden elkaar uit om het spel toch verder te spelen, maar de piraten die door de haai werden gevangen konden niet meer op het schip geraken..
38
De KO gaat terug met de kls op de boot zitten. Ze kiest een kleuter aan die tikker gaat zijn = haai.
Deze mag rond de boot en tussen de eilanden lopen/zwemmen. Wanneer de KO roept ‘Uit de boot’
of ‘In de boot’ probeert de haai zoveel mogelijk piraten te vangen. Dit kan enkel als ze niet op de
boot of op een eiland zitten. Wie overleefd?
Tikspel: Kapitein mag ik overvaren? Eerste spel De KO zet de kls op een rij aan de ene kant van de zaal. Ze kiest een kapitein die in het midden van de zaal mag gaan staan. Deze is de tikker. De piraten zingen samen met de KO het lied ‘kapitein mag ik overvaren’. Als de kapitein roept ‘Ja!’ dan zingen we het lied nog eens, als de kapitein roept ‘Nee!’ lopen de piraten naar de overkant. De kapitein probeert zoveel mogelijk piraten te tikken. Wie getikt is gaat op de bank zitten aan de kant. Tweede spel De kapitein vraagt om op een bepaalde manier over te lopen bv. al roeiend, op één been, al bukkend,.. Eventueel als het goed gaat derde spel: De kapitein kan beperkingen inbouwen: “De piraten met witte sokken aan mogen naar de overkant”. Deze kls kunnen gewoon naar de overkant gaan, de andere kunnen door de schipper getikt worden.
3) afkoeling
De piraat en zijn schat Alle kls staan in een kring met het aangezicht naar het midden = bomen op het eiland. In het midden van de kring wordt een juweel gelegd, dit is de schat. De KO duidt een kleuter aan die zich buiten de kring met de rug naar de anderen opstelt = de slechte piraat/dief. De KO duidt nu snel een andere piraat aan zonder dat de dief dit ziet. Op het teken van de KO mag de dief rond de kring bewegen. Hij probeert de schat te stelen en daarvoor moet hij tussen twee bomen door. Op het moment dat de dief de schat heeft gestolen, mag de aangeduide piraat (onbekend voor de dief) de dief proberen te vangen= tikken. Dit kan enkel in dekring, buiten de kring is de dief veilig. Als de piraat de dief kan vangen, mag hij de plaats innemen van de dief. Zo niet wordt er een nieuwe aap gekozen. Het spel begint opnieuw met een nieuwe piraat.
ontwikkelingsdoelen Differentiatie + begeleidingsimpulsen Verwijzend naar MT50: De kls kunnen door de zaal lopen zonder tegen elkaar te botsen. (schatten verzamelen en uit de boot) De kls kunnen de tikker ontwijken (Schipper mag ik overvaren en uit de boot) De dief kan gaan lopen van de piraat zonder tegen de bomen te lopen (slot) Verwijzend naar T70:
Zie lesverloop
39
De kls rennen zo vlug mogelijk naar een eiland op het signaal van de KO De kls rennen meteen terug naar de boot op het teken van de KO De kls rennen naar de overkant als de schipper ‘Nee’ roept. De kls rennen naar de overkant terwijl ze het juiste lichaamsdeel aanraken met een vinger (schipper) Verwijzend naar MT51: De kls kunnen zo snel mogelijk een schat gaan halen en naar de juiste hoepel brengen De dief en de piraat reageren meteen wanneer de dief de schat heeft genomen (gaan lopen en gaan tikken)
materiaal veiligheid
tamboerijn 4 gekleurde hoepels Pittezakjes 2 banken 3 matten Signaal schipper Juweel
Zie lesverloop!