Jaarmagazine 2013 - Antwerp · Laagdrempelig communiceren met klanten doen we zo • We gebruiken...
Transcript of Jaarmagazine 2013 - Antwerp · Laagdrempelig communiceren met klanten doen we zo • We gebruiken...
Jaarmagazine 2013OCMW Antwerpen
Investeren in kinderen en jongeren
Met reportages, interviews en tussendoortjes
Werk aan de winkel
02
Dit jaar bevat ons jaarmagazine meer inhoud dan je op het eerste gezicht kan zien. Sommige artikels brengen we immers op smaak met een extraatje.
We gebruikten de technologie van Layar om digitale inhoud aan bepaalde artikels toe te voegen. Layar is
een gratis applicatie voor je smartphone of tablet waarmee je onder meer QR-codes, affiches, je omgeving
of in dit geval een pagina kan scannen. Nadat je een object scant, krijg je onmiddellijk digitale inhoud te
zien. Dat kan een filmpje, een fotoreeks of een link naar een webpagina zijn. Ons jaarmagazine komt op
die manier helemaal tot leven.
Hoe het in zijn werk gaat:
1 Scan de QR-code rechtsonder om de gratis app van Layar te downloaden. Je vindt de app ook terug in
de App Store of Android Market.
2 Een interactief artikel herken je aan het Layar-icoontje. Op de inhoudspagina krijg je een overzicht van
welke artikels een extraatje verbergen. Ook op de pagina van het artikel zelf vind je het icoontje terug.
3 Open de app en richt de camera in je toestel op de pagina.
4 Scan de pagina door in het midden van je scherm te tikken.
5 Laat het smaken!
Ontdek deinteractieve content
Download de gratisLayar App
INTERACTIVE PRINT Scan de pagina
Pittig gekruid
11 15 16
03
InhoudVoorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 04
Enkele markante getallen van 2013 . . . . . . . . . . 06
Nederlands leren en oefenen
Hier spreekt men Nederlands . . . . . . . . . . . . . . . 08
Stad, OCMW en VDAB binden de strijd aan
met jeugdwerkloosheid
Jong geleerd is oud gedaan . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Izatullah grijpt alle kansen op een betere toekomst
‘België is nu mijn thuis’ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Uit het dagboek van een medewerker
Drempels verlagen en zelfredzaamheid
verhogen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
De papierberg verkleinen doen we zo
Digitaal versus papier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Een duwtje in de rug voor ouders
met een beperkt netwerk
Ouderradar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Gezond eten en bewegen voor
een kleurrijke doelgroep
Kleurrijk gezond . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Intensieve gezinsbegeleiding voor Romaklanten
Amalia, een dame met pit . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Departement Activering en Sociale Innovatie
uit de startblokken
En … actie! . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Vinger aan de pols bij de winterdagopvang
Warme winter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Geweld kan niet door de beugel
Weg met agressie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Dit realiseerden we ook
In ’t kort . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Zwoegen, zweten, doorzetten en teruggeven
Klanten aan het woord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Kris Drossaert over de koers van klant en
hulpverlener
Peddelen en peinzen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Jaarcijfers online . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Bedankt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
18 22 30
04
Voorwoord
Niet minder dan 182 nationaliteiten zijn in Antwerpen
vertegenwoordigd. Veel OCMW-klanten zijn laagtaal-
vaardig of anderstalig. Maar wie het Nederlands niet
beheerst, heeft veel minder kansen op werk, vorming
en onderwijs. De taal is de eerste stap naar integratie
in onze samenleving. We stimuleren en ondersteunen
onze klanten daarom om een inburgeringstraject te vol-
gen en zo snel mogelijk Nederlands te leren.
Armoede is de voorbije jaren sterk toegenomen in Ant-
werpen. Wie geen inkomen heeft en zijn huishuur niet
kan betalen, loopt bovendien het risico zijn woning te
verliezen. Woonbegeleiding kan veel ellende voorko-
men. Dak- en thuislozen zijn een erg kwetsbare doel-
groep. Samen met verschillende partners organiseert
OCMW Antwerpen daarom een uitgebreide hulpver-
lening, van crisisopvang tot medische consultaties en
warme maaltijden. Daarnaast zoeken maatschappelijk
werkers actief naar manieren om die mensen uit de ar-
moede te helpen.
Ook kinderen en jongeren moeten alle kansen krijgen
om volwaardig deel te nemen aan de maatschappij. Ze
moeten onbezorgd kunnen sporten, op vakantie gaan,
gezond eten … Daar zetten we sterk op in. We pakken
geweld in gezinnen aan, stellen betaalbare schoolkle-
dij beschikbaar, serveren maaltijden aan een euro in de
buurtrestaurants, begeleiden minderjarige vluchtelin-
gen. Van kleins af pakken we het groot aan.
In ons jaarmagazine zetten we verschillende projecten
in de kijker. Met getuigenissen, opvallende cijfers, re-
portages en interviews met klanten en medewerkers
schetsen we een beeld van wat er leeft binnen en buiten
onze organisatie. En waar alle OCMW-medewerkers zich
elke dag voor inzetten.
Liesbeth Homans
Voorzitter OCMW
05
06
Wonen
Nachtopvangcentrum De Biekorf telde 15 198 overnachtingen.
Maatschappelijke ontplooiing
272 klanten kregen individuele begeleiding rond opvoeding en onderwijs. Zo konden we 566 kinderen helpen.
Cultuur
9 298 mensen bezochten het Maagdenhuismuseum, het museum van OCMW Antwerpen.
Activering
2 969 activeringsklanten volgden een opleiding.
2 620 klanten volgden een werkervaringstraject.
Vrije Tijd
We keerden 3 959 vrijetijdstoelagen uit en verdeelden 7 019 goedkope tickets voor culturele en sportieve evenementen.
Gezondheid
Vijf buurtrestaurants serveerden 204 810 gezonde maaltijden.
De sociale steunpunten gezondheid behandelden 16 657 hulpvragen.
Het begeleidingsteam Intrafamiliaal geweld volgde 182 dossiers op.
Recht
De Lokale Adviescommissie behandelde 18 279 energiedossiers.
We startten 1 088 nieuwe dossiers voor schuldbemiddeling op, en 177 nieuwe dossiers voor budgetbeheer.
Middelen
7 648 klanten kregen een leefloon.
3 305 klanten kregen equivalent leefloon.
In totaal kregen 15 351 klanten financiële bijstand.
Het OCMW gaf 59 626 669 euro uit aan financiële bijstand.
Enkele markante getallen van 2013
07
Surf naar www.ocmw.antwerpen.be voor alle jaarcijfers en uitgebreide informatie.
Scan deze pagina met Layarvoor meer cijfers en info
08
Nederlands leren en oefenen
Hier spreekt men klare taal
Nederlands … Voor nieuwkomers is het vaak Chinees.
Maar we doen er alles aan om klanten zo snel mogelijk wegwijs
te maken in onze mooie maar moeilijke taal. Via laagdrempelige
communicatie bevorderen we hun leerproces, want ook in
de omgang met OCMW-medewerkers kunnen ze de taal oefenen.
Daarom communiceren we met
klanten zoveel mogelijk in het Ne-
derlands. Pas wanneer het echt niet
anders kan, schakelen we over op
een andere taal of halen we er een
tolk bij. Elk gesprek start en eindigt
in ieder geval in het Nederlands. Zo
krijgt de klant de kans om de taal
die voor hem nieuw is te oefenen en
verbeteren. Wie het Nederlands niet
beheerst, heeft veel minder kansen
op werk, vorming en onderwijs. De
taal is dus de eerste stap naar inte-
gratie in onze samenleving.
Oefening baart kunstBepaalde OCMW-diensten besteden
extra aandacht aan het Nederlands
leren. In de eerste plaats zijn er de
conversatiegroepen. Coördinator Els
De Bruyn vertelt: ‘Zowel anderstali-
gen als Nederlandstaligen kunnen
zich inschrijven en praten er over
alledaagse dingen.’ Els stelt de groe-
pen zoveel mogelijk samen uit men-
sen met een verschillend niveau. ‘Zo
kunnen ze elkaar helpen en stimule-
ren we tegelijkertijd hun sociaal net-
werk en sociale vaardigheden.’
Verder zijn er de inspraakgroepen,
die Franky De Prins en Cieltje Cap-
paert van de dienst Inspraak en Par-
ticipatie organiseren. Cieltje: ‘We
richten ons tot nieuwkomers en tot
klanten van bepaalde sociale cen-
tra.’ Ook hier is er geen minimum-
kennis van het Nederlands nodig.
‘We bespreken knelpunten in de
dienstverlening, bedenken verbe-
tervoorstellen en beleidssuggesties.
Op die manier weerklinkt de stem
van de klant binnen het OCMW, let-
terlijk én figuurlijk,’ verduidelijkt
Franky.
Er zijn ook veel groepslessen die
de taalvaardigheid van klanten on-
rechtstreeks stimuleren. De lesge-
vers geven hun cursussen altijd in
eenvoudig Nederlands. Ze gebrui-
ken bovendien veel visueel materi-
aal zoals afbeeldingen, pictogram-
men, filmpjes, collages …
Laagdrempelig communiceren met klanten doen we zo
• We gebruiken zoveel mogelijk eenvoudige en universele woorden.
Bijvoorbeeld:
• dokter in plaats van arts
• controleren in plaats van nakijken
• baby in plaats van kindje
• We maken korte en eenvoudige, maar toch correcte zinnen.
Niet: Jij morgen komen naar hier met papier.
Wel: Kom morgen terug. Breng het papier mee.
• We vertalen belangrijke OCMW-termen niet. De klant zal deze
woorden immers nog vaak tegenkomen. Bijvoorbeeld:
• leefloon
• OCMW
• maatschappelijk werker
09
Op de werkvloerOok het departement Activering en
Sociale Innovatie trekt mee aan de
Nederlandse kar. Klanten kunnen
tijdens hun werkervaringstraject
Nederlandse les volgen. Bestuursco-
ordinator Katelijne Lieten: ‘Dat geeft
niet alleen het traject meer kans
op slagen, maar verhoogt ook de
doorstroomkansen nadien. Vroeger
boden we vooral klassikale lessen
aan, maar we leggen steeds meer de
nadruk op Nederlands op de werk-
vloer. Zo kunnen we veel gerichter
inspelen op de effectieve noden van
de werkplaats.’
Eerste hulp bij taalongevallenOok onze medewerkers ondersteu-
nen en stimuleren we zoveel moge-
lijk om laagdrempelig te communi-
ceren met klanten. In 2013 zijn een
aantal sociale centra gestart met het
proefproject ‘Klare taal’. Een team
van OCMW-medewerkers werkte
samen met het Huis van het Neder-
lands een taalbeleid en toegankelij-
ke communicatieproducten uit.
Tijdens workshops verplaatsen
maatschappelijk werkers uit de
wijk zich in een anderstalige klant.
In groep leren ze technieken om
zich beter verstaanbaar te maken.
Een belangrijk hulpmiddel daarbij
is de map ‘SOS taal’. Die helpt me-
dewerkers hun boodschap visueel
te ondersteunen. In de map zitten
onder andere liggingsplannetjes,
voorbeelddocumenten, een lijst met
klantenpublicaties en overzichten
met foto’s van de medewerkers per
sociaal centrum.
Om alle medewerkers bewust te ma-
ken van taal, verschijnen er regelma-
tig taaltips op intranet. We organise-
ren daarnaast enkele vormingen. In
de basisopleiding ‘Klare taal’ leren
medewerkers duidelijk en eenvor-
mig communiceren. Ze krijgen er on-
der meer uitleg over de huisstijl, tips
om vakjargon te mijden en om actief
en positief te schrijven. In de ver-
volgopleiding ‘Communiceren met
anderstaligen’ leren ze de kneepjes
van het vak om laagdrempelig te
communiceren met klanten bij wie
Nederlands niet de moedertaal is.
De taal leren is de sleutel tot integreren. Als je het Nederlands beheerst, creëer je voor jezelf veel meer kansen.
10
Stad en OCMW Antwerpen en VDAB binden de strijd aan met jeugdwerkloosheid
Jong geleerd is oud gedaanDe jeugdwerkloosheid in Antwerpen is alarmerend hoog. De werkloosheidgraad is 26,6 %, tegenover 16,4 % in Vlaanderen. Toch is het aanbod van vacatures nergens in Vlaanderen zo uitgebreid. De match op de markt blijkt echter een probleem. OCMW, de stad en de VDAB bundelen daarom hun krachten om zoveel mogelijk jongeren aan het werk te krijgen.
SteekproefAlle werkloze jongeren kennen en
bereiken is een eerste grote uitda-
ging. De stad telt 6 777 niet-werken-
de werkzoekende jongeren. Bijna
4 000 van hen zijn laaggeschoold.
We weten dat jongeren uit kansen-
groepen oververtegenwoordigd
zijn. Voor hen is het Nederlands
vaak een struikelblok.
Daarnaast telt Antwerpen 28 % vroe-
ge schoolverlaters, terwijl dat in
Vlaanderen gemiddeld 14 % is. Door
spijbelaars tijdig aan te spreken
en hen te begeleiden, kunnen we
het aantal afhakers terugdringen.
Maatschappelijk werkers moeten de
schoolloopbaan van (kinderen van)
OCMW-klanten dus nauwlettend
opvolgen.
Werk aan de winkelJongeren hebben nood aan laag-
drempelige informatie over be-
roepen, solliciteren, opleidingen,
vakantiejobs … De VDAB experimen-
teert daarom met de Jobbar, een
ruimte voor sollicitatiebegeleiding
voor midden- en hooggeschoolden.
Vandaag bestaan er al job- en op-
leidingspunten voor de bouw, me-
taal en chemie, haven en logistiek
en het onderwijs. Die proberen het
imago van knelpuntberoepen te ver-
sterken en geven advies en onder-
steuning aan werkgevers en poten-
tiële werknemers. We onderzoeken
of een gelijkaardige samenwerking
ook voor de zorgsector het verschil
kan maken.
Maar geen jobs zonder werkaan-
bod. De VDAB promoot daarom bij
werkgevers de verschillende te-
werkstellingsmaatregelen voor jon-
geren, zoals instapstages, IBO- en
BIO-contracten. De stad maakt dan
weer afspraken met bedrijven uit de
sociale economie om meer jongeren
aan te werven.
NabewakingWie werk zoekt, maar dat niet me-
teen vindt, boet al gauw aan zelf-
vertrouwen in. De arbeidsbegelei-
ders in de sociale centra van OCMW
Antwerpen hebben dus ook oog
voor het welzijn van werkzoekende
jongeren.
Het jongerenwerkplan Jongeren-
AanBod omvat momenteel 26 con-
crete acties, maar is geen eindpunt
of afgewerkt product. We willen
met jongeren blijven overleggen en
steeds gerichter inspelen op hun be-
hoeften om hun weg te vinden op
de arbeidsmarkt.Het werkplan Jongeren-AanBod omvat momenteel 26 concrete acties om jeugdwerkloosheid aan te pakken.
11
Izatullah grijpt alle kansen op een betere toekomst
‘België is nu mijn thuis’Panorama bracht vorig jaar een spraakmakende reportage over minderjarige vluchtelingen. Daarin volgden de makers onder andere Izatullah Sultani, een jongen die vluchtte voor het oorlogsgeweld in zijn moederland Afghanistan. In België zocht hij asiel en kreeg hij begeleiding van de dienst Niet-begeleide Minderja-rigen van OCMW Antwerpen. We gingen langs bij Izatullah, onder-tussen meerderjarig, en peilden naar de impact van de reportage.
Izatullah ontvluchtte zijn thuisland,
toen de Taliban hem wilde rekrute-
ren als strijder. Hij voelde zich niet
geremd om over zijn situatie te ver-
tellen. ‘Ik heb niet getwijfeld om te
getuigen. Alleen praten over mijn
familie, vind ik nog steeds vreselijk
moeilijk.’
Wandeling van een halfjaarIzatullah: ‘Ik wist niet dat een re-
portage maken zoveel tijd in beslag
nam. De reportagemakers volgden
me over een periode van zes maan-
den. Het was soms echt puzzelen
wanneer ze konden filmen. Ik had
het zeer druk. Ik werkte, maar volg-
de ’s avonds nog lessen en probeerde
op andere vrije momenten mijn rijbe-
wijs te behalen.’
De vele positieve reacties hebben Iza-
tullah zichtbaar deugd gedaan. ‘Veel
mensen in mijn omgeving spraken
me spontaan aan over de reportage.
Ze brachten me een bezoekje, tele-
foneerden of schreven een brief. Ze
waren vooral allemaal heel bezorgd.
Iedereen stond voor me klaar.’
Contracten en diploma’sNa zijn studentenjob, kon Izatullah
tweemaal met een jaarcontract aan
de slag als keukenhulp. Momenteel
werkt hij in woon- en zorgcentrum
De Gulden Lelie. ‘’s Morgens smeer
ik de boterhammen voor de bewo-
ners, daarna help ik ook mee bij de
afwas of maak ik soep.’ Binnenkort
loopt zijn contract af, maar Izatullah
is vastberaden om snel ander werk te
vinden.
Momenteel volgt Izatullah nog drie
avonden in de week les, om zijn Ne-
derlands te verbeteren en om met
de computer te leren werken. Bin-
nenkort krijgt hij zijn diploma. ‘Ik wil
daarna heel graag nog een opleiding
automechanica of elektriciteit vol-
gen.’
LangetermijnsparenAan de slag blijven, is heel belangrijk
voor Izatullah. ‘Ik moet mijn kosten
kunnen betalen, maar ik wil tegelijk
ook sparen. Hopelijk kan ik ooit een
eigen huisje kopen en vind ik een
lieve vriendin. Ik wil een serieuze
relatie, iemand om de rest van mijn
leven mee te delen.’ Izatullah wil na-
tuurlijk ook doodgraag zijn ouders
opzoeken. ‘Ik heb alleen geen idee
wanneer dat zal lukken.’ Terug ver-
huizen naar Afghanistan zit er niet
in. ‘Mijn toekomst ligt in België.’
Bekijk de reportage ‘Jong en op de vlucht’ van Panorama
via Layar of via de OCMW-website
‘Binnenkort loopt mijn contract af, maar ik ben vastberaden om snel ander werk te vinden.’
OCMW Antwerpen heeft een
specifieke sociale dienst die
niet-begeleide minderjarige
vluchtelingen opvangt. Naast
een basisinkomen, zorgt het
OCMW voor begeleiding op
maat. Maatschappelijk wer-
kers leren die kwetsbare jonge-
ren onder meer met hun bud-
get om te gaan. Ze schrijven
de jongeren in voor intensieve
lessen Nederlands en gaan op
zoek naar een geschikte oplei-
ding. Net zo belangrijk is dat
die jongeren een zinvolle vrije-
tijdsbesteding vinden, zodat
ze hun sociaal netwerk zoveel
mogelijk kunnen uitbouwen.
12
Uit het dagboek van een medewerker
Drempels verlagen en zelfredzaamheid verhogen
Dorien Anciaux is medewerker van het jongerenproject Power+.
Samen met haar collega’s begeleidt ze maatschappelijk
kwetsbare jongeren op allerlei levensdomeinen.
Via groepsactiviteiten willen ze de jongeren zelfredzaam maken
en hen kennis bijbrengen over thema’s zoals eigenwaarde,
gezond wonen, hygiëne, relaties en seksualiteit, werk,
vrije tijd … Een dag uit haar leven.
Scan deze pagina met Layarvoor meer foto’s
Power+ op bezoek in het Red Star Line Museum.
6.45 uur
De wekker gaat! Snel de douche in,
ontbijten en vertrekken.
8 uur
Mijn collega’s zijn al ijverig aan het
werk om de groepsactiviteit van
vandaag voor te bereiden. In de
voormiddag geven we uitleg over
de dienst Vrije Tijd, de vrijetijdstoe-
lage, de A-kaart, vakantieparticipa-
tie … Niet gemakkelijk om dat in
begrijpbare taal toe te lichten. We
zetten alles klaar en ik lees snel nog
enkele belangrijke mails.
9 uur
Vier jongeren zijn op tijd. Drie zijn
gewettigd afwezig. De anderen
wandelen druppelsgewijs binnen.
Op tijd komen blijft een groot werk-
punt.
9.15 uur
Vooraleer we van start gaan met de
infosessie, vullen de jongeren een
vragenlijst in. We stellen vast dat
een groot deel van de groep vaak al-
leen thuis zit en zich verveelt. Hoe-
wel ze zelf aangeven dat ze meer
willen bewegen of iets leuks willen
doen, vinden de jongeren hun weg
naar de juiste vrijetijdsbesteding
niet. In groep bespreken we dat en
reiken we hen tips en advies aan om
de drempel naar vrijetijdsinitiatie-
ven te verlagen.
10.10 uur
Tijd voor een eerste pauze, maar
niet voor mijn collega’s en mij! De
pauze is hét moment voor de jon-
geren om allerlei vragen te stellen.
We helpen waar nodig en verwijzen
door naar de juiste contactpersonen
en diensten.
10.20 uur
We starten met het tweede deel van
de infosessie. Speciaal voor de laat-
komers herhalen we het belang van
op tijd komen. Te laat komen op je
werk kan immers niet.
11 uur
Vandaag houden we een vroege
middagpauze. Voor ons is dat een
goed moment om gesprekken aan
te knopen met de jongeren die daar
nood aan hebben.
Mijn collega en ik spreken twee
meisjes aan en vragen hen of ze
willen meewerken aan een filmpje
waarin ze getuigen over hun deelna-
me aan Power+. Ze zijn onmiddellijk
enthousiast. Leuk!
11.45 uur
Snel snel mijn boterhammen op-
eten, want om 12 uur vertrekken we
met de groep richting Buurtsport in
Park Spoor Noord.
13 uur
Vandaag leert een Buurtsportme-
dewerker ons enkele verdedigings-
technieken aan. Sommige jongeren
zijn meteen gemotiveerd, anderen
krimpen in elkaar bij de gedachte
dat ze moeten bewegen. Alle schoe-
nen gaan uit en we starten met een
korte opwarming. We lachen wat
af! Opvallend is dat de meeste jon-
geren snel moe zijn, omdat ze niet
gewoon zijn om te bewegen.
14 uur
De initiatie zit er op. Omdat het
mooi weer is, kiezen we ervoor om
buiten nog enkele groepsoefenin-
gen te doen. Tussen de oefeningen
door, voer ik een gesprek met een
meisje, een alleenstaande moeder.
Haar jongste zoon heeft regelmatig
driftbuien en ze weet niet meer hoe
ze daarmee moet omgaan. Ik zal
de maatschappelijk werker en de
dienst Kansen voor Kinderen contac-
teren.
15 uur
We vertrekken terug richting sociaal
centrum Coevelt. De jongeren gaan
hun eigen weg.
15.30 uur
Opruimen! Daarna overlopen mijn
collega’s en ik de dag. We evalue-
ren de jongeren en delen onze in-
drukken. Dan volgt nog wat admini-
stratie: we schrijven een verslag en
kijken onze mails na.
17 uur
Tijd om naar huis te gaan. Fietsen
helpt om mijn hoofd leeg te maken
na een drukke werkdag.
13
‘Voor ons is de pauze een goed moment om gesprekken aan te knopen met de jongeren die daar nood aan hebben.’
14
Digitaal werken rendeert
Snel, efficiënt, transparant, duurzaam en milieubewust
OCMW Antwerpen trekt resoluut de kaart van digitalisering.
Flexibele werkplekken, elektronische maaltijdcheques,
een eenvormige digitale mappenstructuur … Het zijn maar
enkele stappen die we al hebben gezet. Ook afgelopen jaar
was onze organisatie druk in de weer om de papierberg
te verkleinen.
Papier hierDigitaal werken vraagt meer plaats
op onze servers, maar bespaart
veel papier. In 2010 drukten alle
medewerkers van Den Bell samen
nog meer dan 10 miljoen pagina’s
af. In 2013 is dat nog maar zo’n 6,5
miljoen. Dat betekent dat we maar
liefst 3,5 miljoen pagina’s bespaard
hebben.
Onder de goede begeleiding van
stadsarchivaris Inge Schoups zijn
de diensten Archief en Secretariaat
al jaren bezig met de verhuizing
en opkuis van onze archieven. De
papieren die we moeten bewaren,
kregen eind vorig jaar in het Fe-
lixArchief een veilig onderkomen.
De overbodige dossiers vlogen er
onverbiddelijk uit. Er zijn niet min-
der dan vier containers afgevoerd,
samen goed voor zo’n 110 kubieke
meter papier. Toch is dit werk nooit
helemaal klaar.
Iedereen die geïnteresseerd is, kan
de historische archieven van het
OCMW raadplegen. Op de website
van het FelixArchief vind je een over-
zicht van onder meer processen-ver-
baal, notulen, personeelsregisters,
inkomboeken, geboorteakten, na-
latenschappenboeken en overlij-
densakten. Voorlopig zijn er maar
liefst 25 817 inventarisnummers
toegekend.
GebruiksvriendelijkToch is digitalisering meer dan pa-
pieren opruimen en digitaal bewa-
ren. Het betekent ook op zoek gaan
naar duurzame en efficiënte werk-
methodes. De dienst Informatiebe-
heer houdt zich continu bezig met
die optimalisering.
De federale overheid werkte e-Pro-
curement uit, een digitaal platform
dat alle Vlaamse overheidsdiensten
op termijn moeten gebruiken voor
hun aankoopbeheer. Antwerpen is
als een van de eerste gemeentebe-
sturen mee in dat digitale verhaal ge-
stapt. Als blijk van erkenning voor zijn
baanbrekend enthousiasme bij het
gebruik van de e-Procurementplatfor-
men, ontving de Gemeenschappelij-
ke Aankoopcentrale (GAC) van de stad
en het OCMW een waarderingscertifi-
caat van minister Bourgeois.
Bedrijfsdirecteur van GAC Trees
Quaegebeur licht de voordelen van
e-Procurement toe: ‘We sparen pa-
pier, maar ook tijd en ruimte uit.
We werken efficiënter en transpa-
ranter. Bedrijven zien direct welke
aanbestedingen er zijn en kunnen
er makkelijk op inschrijven. Hier-
door betalen ze geen verzendkosten
meer en moeten ze zich niet meer
verplaatsen. En dankzij de uniforme
werkwijze gebeurt de inschrijving
telkens op dezelfde manier, bij alle
overheden.’
15
3,5 miljoen pagina’s
bespaard.
16 kilometer dossiers
gearchiveerd.
110 kubieke meter papier
afgevoerd. 25 817 inventaris- nummers
aangemaakt.
16
Een duwtje in de rug voor ouders met een beperkt netwerk
Ouderradar
De strijd tegen kinderarmoede is een topprioriteit voor OCMW
Antwerpen. Een van de middelen die we daarbij inzetten is het
project Ouderradar. Dat biedt ouders met een beperkt netwerk
de mogelijkheid om kennis op te bouwen over opvoeding, eigen
ervaringen af te toetsen bij andere ouders en het belang van
gezinsactiviteiten te ervaren.
Sinds het schooljaar 2012-2013 be-
geleidt OCMW Antwerpen alleen-
staande ouders via
het project Ouder-
radar. De medewer-
kers van de dienst
Kansen voor Kin-
deren dachten een
concept uit waarbij
vormingen, bezoe-
ken aan nuttige
diensten én ontspannende daguit-
stappen elkaar afwisselen.
Nuttig en plezantDeelnemers Rachida en Fatiha ver-
tellen over hun ervaringen.
Fatiha: ‘Met workshops over onder
andere gelaatsverzorging en make-
up, computer en vrije tijd vond ik
het vormingsaanbod erg gevarieerd.
Tijdens de workshop Make-up leerde
ik hoe ik mezelf kan verwennen met
eenvoudige en goedkope schoon-
heids- en verzorgingsproducten.’
Rachida: ‘Ook de dienstbezoeken
zijn erg nuttig. Ik vond het bijvoor-
beeld zinvol om sa-
men met de andere
ouders het Intercul-
tureel Vrouwencen-
trum Antwerpen te
bezoeken. Vrouwen
kunnen er allerlei
lessen en activi-
teiten volgen. Erg
boeiend. Ik schreef me onmiddellijk
in voor een cursus Frans.’
Fatiha: ‘Niet alle activiteiten staan
in het teken van opvoeding en on-
derwijs. In de schoolvakanties gin-
gen we in groep naar Bokrijk of de
zee. Regelmatig andere ouders zien,
schept een band. Via Ouderradar
leerde ik zelfs een goeie vriendin
kennen.’
OpvoedingstipsAlleenstaande ouders hebben veel
aan het hoofd. Dikwijls hebben ze
veel meegemaakt. Uit een gesprek
met lotgenoten kunnen ze moed
halen. Bovendien merken we dat
ouders spontaan opvoedingstips uit-
wisselen.
Rachida: ‘Ik heb vijf kinderen. En ze
willen vaak allemaal tegelijk op de
computer. Dat kan natuurlijk niet.
Zo kreeg ik een nuttige tip van een
andere mama om een kookwekker-
tje te zetten. Zo krijgen ze allemaal
evenveel tijd op de pc en is er iets
meer vrede in huis.’
Tijdens het schooljaar 2013-2014
zette OCMW Antwerpen het project
verder. Bovendien breidden we de
doelgroep uit naar ouders met een
beperkt netwerk in de plaats van
enkel alleenstaande ouders. En we
legden de nadruk nog meer op de
thema’s onderwijs en opvoeding,
met specifieke vormingen en dienst-
bezoeken.
‘Na een bezoek aan het Intercultureel Vrouwencentrum
Antwerpen, schreef ik me meteen in
voor een cursus Frans.’
Alleenstaande ouders vin-den via vormingen, bezoe-ken en uitstappen steun bij elkaar. Bovendien merken we dat ouders spontaan opvoedingstips uitwisselen.
17
Gezond eten en bewegen voor een kleurrijke doelgroep
Kleurrijk Gezond
Stad en OCMW Antwerpen, Antwerps integratiecentrum de8 vzw, LOGO Antwerpen vzw en VIGeZ vzw zoeken samen naar doeltreffende manieren om de gezondheid van Antwerpenaren te verbeteren. Het project ‘Kleur-rijk Gezond’ promoot gezond eten en bewegen bij mensen met diverse culturele achtergronden, hun verenigingen en de welzijns- en gezondheidszorg.
De bestaande informatie rond ge-
zonde voeding en levensstijl bereik-
te etnisch-culturele minderheden
te weinig. Bovendien signaleerden
groepswerkers en voedingsdeskun-
digen dat ze de juiste hulpmiddelen
misten om die doelgroep te infor-
meren en sensibiliseren. Daarom
richtten alle eerdergenoemde part-
ners het lerend netwerk ‘Kleurrijk
Gezond’ op. Het doel ervan is om
vanuit de praktijk te zoeken naar
een doeltreffende manier om de
gezondheid van mensen van diverse
herkomst te verbeteren.
Positief prikkelenMet het informatiepakket ‘Gezond
eten en bewegen’ kunnen hulpver-
leners voortaan een prikkelende
infosessie op maat geven. Diëtisten
en groepswerkers krijgen training
om aan de slag te gaan met de in-
teractieve methodiek.
Een pool van lesgevers staat nu klaar
om de infosessies ‘Gezond eten en
bewegen’ te geven aan allerhande
groepen: oudergroepen, culturele
verenigingen, lesgroepen voor vol-
wassenen, welzijnsvoorzieningen,
buurtgroepen … Met oefeningen en
visuele hulpmiddelen blazen ze het
thema nieuw leven in en brengen ze
complexe informatie op een toegan-
kelijke manier.
Voedingstips• Eet gevarieerd.
• Eet veel groenten, fruit,
aardappelen en volle graan-
producten.
• Matig het gebruik van vlees,
vet, suiker en zoet.
• Drink veel water en melk-
producten.
• Eet regelmatig en niet meer
dan 5 tot 6 keer per dag.
Gezondheidstips• Neem voldoende ‘maal-tijd’.
• Was steeds je handen voor
je eet of eten bereidt.
• Lees de verpakking.
• Hou je gewicht op het juiste
peil.
• Beweeg regelmatig.
Wie meer informatie wenst of de infosessie wilt organiseren,
kan contact opnemen met het servicepunt van Kleurrijk Gezond.
Véronique Vangramberen
Wie deelneemt aan de cursus, leert hoe hij met een paar kleine aanpas-singen gezon-der kan leven.
18
Intensieve gezinsbegeleiding voor Romaklanten
Amalia, een dame met pit
OCMW Antwerpen heeft zo’n 150 dossiers van Romagezinnen.
Een extra kwetsbare doelgroep die specifieke begeleiding vraagt,
onder andere op het vlak van onderwijs, huisvesting, gezondheid,
taal en communicatie. Daarom gingen we in juni 2013
met de steun van het Europees Sociaal Fonds van start
met het Romaproject ‘Amalia’.
Sofie: ‘Het allerbelangrijk-ste om het vertrouwen van Romaklanten te winnen is interesse in hun cultuur tonen.’
19
Proef op de somMaatschappelijk werkers Annick Mi-
chielsen en Sofie De Wit proberen de
Romaklanten zoveel mogelijk te ac-
tiveren via een tra-
ject op maat. ‘Door
aan de randproble-
men te werken, wil-
len we de mensen
uiteindelijk aan de
slag krijgen,’ steekt
Annick van wal.
‘Dat kan ook een sociale activering
zijn,’ vult Sofie aan. ‘Zo gaat Sejdi
(42) wekelijks naar het Buurthuis
om zijn Nederlands te oefenen. Hij
is helemaal verslingerd aan de kruis-
woordraadsels in de Wablieft-krant.’
Daniel (22) en zijn vrouw hebben
drie kindjes. Hij
krijgt arbeidsbe-
geleiding en vond
het in het verleden
moeilijk om op tijd
op zijn werk te ge-
raken. ‘In december
heb ik daarom een
miniproefproject doorlopen,’ vertelt
hij trots. ‘Iedere ochtend moest ik
stipt om 9 uur in sociaal centrum
Coevelt een formulier aftekenen. En
het is me gelukt!’
Een goed begin is het halve werk‘De meeste klanten zijn bijzonder
gemotiveerd en grijpen de hulp
die we bieden met beide handen,’
vertelt Annick. ‘Om Nederlands te
leren, om zichzelf te bewijzen en
om verder te geraken in hun leven.’
Dat bewijst Suzana (27), een alleen-
staande vrouw met zeven kinderen.
Ze stapt binnenkort in een active-
ringstraject, nu haar jongste zoon-
tje naar school gaat. Suzana kreeg
er nooit les in, maar spreekt toch
vloeiend Nederlands. ‘Dat heb ik
van mijn kinderen geleerd,’ lacht ze.
‘We spreken altijd Nederlands met
elkaar en kijken ook naar de Neder-
landse tv.’
‘We willen de gezinnen leren om stil-
aan op eigen benen te staan,’ ver-
telt Sofie nog. ‘Als we de kinderen
stimuleren om naar school te gaan,
staan ze sterker in hun onderwijscar-
rière en latere tewerkstellingskan-
sen.’ Suzana moesten ze daar alvast
niet meer van overtuigen. ‘Kinderen
moeten naar school gaan,’ knikt ze
vastberaden. ‘Ik heb zelf geen oplei-
ding gehad, en net daarom vind ik
het extra belangrijk dat mijn kinde-
ren het goed doen op school. Als één
van mijn kinderen problemen heeft,
zoek ik altijd naar een manier om ze
te helpen.’
Een open geest‘Weet je wat het allerbelangrijkste
is om hun vertrouwen te winnen?’
vraagt Sofie nog. ‘Een open hou-
ding. Interesse tonen in hun cul-
tuur, in hun doen en laten. We stel-
len veel vragen, zodat ze zich niet
geremd voelen om te vertellen. Ze
zijn klant, maar ook gewoon mens,
weliswaar met een specifieke ach-
tergrond.’
Erkenning van die achtergrond en de
problemen die daar soms uit voort-
komen is ook belangrijk. Daniel:
‘Ik zit soms wat gewrongen tussen
mijn Romacultuur en de Belgische
maatschappij. Voor mijn ouders was
schoolgaan bijvoorbeeld niet zo be-
langrijk, terwijl de samenleving dat
natuurlijk wel van mij verwacht. Dat
ga ik met mijn eigen kinderen anders
aanpakken. En ze zullen zelf mogen
kiezen met wie ze trouwen. Maar ik
wil ook wel bepaalde waarden uit
de Romacultuur doorgeven aan mijn
kinderen: de taal en het lekkere eten
bijvoorbeeld!’, lacht hij.
‘Iedere ochtend moest ik om 9 uur in sociaal centrum
Coevelt staan. Het is me gelukt!’
De term ‘Roma’ is vaak erg
beladen. Daarom gebruiken
we in onze briefwisseling een
nieuwe naam. Amalia is een
oude wijze vrouw uit de Ro-
macultuur.
20
Hiep hiep hoeraIn 2013 mocht inspraakgroep De Vondel
vijf kaarsjes uitblazen. Reden genoeg
voor een feestje. En wat voor een:
het werd een heuse ‘bowlingparty’!
Via inspraak- en participatiegroepen
luisteren we naar onze klanten om
de werking van het OCMW nog te
verbeteren.
21
22
Departement Activering en Sociale Innovatie (ACSI) uit de startblokken
En … actie!
Voor OCMW Antwerpen is activering een absolute prioriteit.
Het strategische departement Activering en Sociale Innovatie
zet sterk in op dat thema. We definiëren het begrip activering
heel breed: we willen dat mensen actief zijn in de samenleving
in de ruimste zin. Door te werken, door stappen te zetten om
werk te kunnen vinden of door zich op een of andere manier
vrijwillig in te zetten.
StappenplanWie geen werk heeft, loopt een
hoog risico om onder de armoede-
grens te belanden. Kinderen uit een
gezin waar niemand werkt, hebben
bovendien 70 procent kans om later
ook in armoede te leven. Ze zijn ge-
doemd om van generatie op gene-
ratie arm te zijn en te blijven. Die
vicieuze cirkel wil het OCMW door-
breken, en wel zo vroeg mogelijk.
Tegelijkertijd zijn we ons ervan be-
wust dat niet iedereen onmiddel-
lijk aan de slag kan. Anderstalige
nieuwkomers moeten eerst Neder-
lands leren en niet- of laaggeschool-
den moeten een opleiding krijgen.
Mensen moeten de kans krijgen om
ervaring op te doen en de juiste ar-
beidsattitudes te verwerven. Ook
die stappen zijn essentieel.
Actief in de maatschappijEn dan zijn er nog de mensen die
misschien nooit zullen werken.
Door gezondheidsproblemen bij-
voorbeeld, of omdat de producti-
viteit van de huidige arbeidsmarkt
gewoonweg te hoog gegrepen is.
Maar ook voor die mensen is het be-
langrijk om actief in de maatschap-
pij te staan. Want werken betekent
meer dan geld verdienen. Door te
werken kom je in contact met an-
dere mensen. Je voelt je nuttig, je
krijgt er waardering voor en bouwt
zelfvertrouwen op.
Mensen die niet kunnen werken,
missen dus al die bijkomende func-
ties van werk. Daarom doen we al
het mogelijke om hen toch sociaal
te activeren, bijvoorbeeld met klei-
ne taken als vrijwilliger. Zodat ook
zij een reden hebben om ’s morgens
op te staan en zich te verzorgen. En
zodat ze misschien daarna de stap
kunnen zetten naar een job in het
reguliere circuit.
Win-winAan al die mogelijke vormen van ac-
tivering werken onze medewerkers
samen met verschillende partners.
Bij niet minder dan honderd exter-
ne werkgevers kunnen onze klanten
terecht voor een sociale tewerkstel-
ling, het zogenaamde artikel 60-sta-
tuut. Het is een win-winsysteem:
onze klanten doen werkervaring op,
de werkgevers tonen hun sociaal
engagement en kunnen rekenen
op begeleiding door het OCMW. Bo-
vendien is het voor hen natuurlijk
financieel aantrekkelijk. Zorgbedrijf
Antwerpen, Manus en allerhande
ngo’s en vzw’s maken er gretig ge-
bruik van.
WerkpleklerenSinds kort hebben we de mogelijk-
heid om klanten in de tweede helft
van hun sociale tewerkstelling een
maand ervaring te laten opdoen bij
een privéwerkgever. Dat past in het
concept van het zogenaamde ‘werk-
plekleren’. ‘Het OCMW wil de door-
stromingskansen naar de reguliere
23
arbeidsmarkt van sociaal tewerkge-
stelden immers vergroten’, vertelt
bestuurscoördinator Katelijne Lie-
ten. ‘Als de klant zich voldoende kan
bewijzen tijdens die periode, krijgt
hij misschien een vast contract aan-
geboden. En al is dat niet het geval,
dan krijgen we toch nuttige feed-
back over de competenties waaraan
hij nog moet werken.’
Match met de markt
Een partner waar OCMW Antwer-
pen heel nauw mee samenwerkt is
de VDAB. Al onze sociaal tewerkge-
stelden gaan in de laatste periode
van hun sociale tewerkstelling al
naar de VDAB. Zo verhogen we de
kans dat ze meteen op de regulie-
re arbeidsmarkt terechtkunnen na
hun werkervaring binnen artikel
60. Drie maanden voor het traject
eindigt, krijgen ze een sollicitatie-
training. Daarna volgt een ‘warme
overdracht’ tussen de OCMW- en
VDAB-begeleider. Verder bekijken
we vooral met de VDAB hoe we onze
klanten beter kunnen matchen met
de realiteit van de arbeidsmarkt.
Het heeft geen zin om veel mensen
via artikel 60 tewerk te stellen in
een bepaalde job waar geen vraag
naar is. En het is belangrijk dat onze
werkervaringsklanten de opleiding
krijgen die werkelijk nodig is op de
werkvloer.
WelzijnstrajectenWerk zoeken is niet gemakkelijk, als
je een pak andere problemen aan je
hoofd hebt. Sinds een paar jaar biedt
het OCMW daarom zijn diensten aan
VDAB-klanten aan om hun randpro-
blemen aan te pakken. Maatschap-
pelijk werker Nancy Thues legt uit:
‘Wij zijn dagelijks aanwezig in de
Werkwinkels en bieden onze dien-
sten aan op het vlak van welzijn. De
trajectbegeleider van de VDAB roept
onze hulp in wanneer hij vermoedt
dat er problemen zijn. Het kan gaan
om louter administratieve hulp bij
het invullen van allerlei documen-
ten. Maar we begeleiden klanten
ook op het gebied van huisvesting,
schulden, psychische of medische
problemen. Verder schenken we
extra aandacht aan de klanten die
uitstromen na artikel 60 en op zoek
gaan naar een andere job.’
Door te werken kom je in contact met andere mensen. Je voelt je nuttig, je krijgt er waardering voor en bouwt zelfvertrouwen op.
24
Vinger aan de pols bij de winterdagopvang
Warme winter
Tijdens de winterperiode breiden stad en OCMW Antwerpen het opvangaan-bod voor dak- of thuislozen aanzienlijk uit.
De winterdagopvang voor dak- en thuislozen liep van 25 november 2013 tot en met 31 maart 2014. Een groot aantal OCMW-mede-werkers was bereid om de win-terwerking tijdens hun werkuren te combineren met hun vaste takenpakket. Benieuwd naar hun ervaringen!
Helpende handDak- en thuislozen zijn erg kwetsba-
re klanten. Ze hebben vaak te ma-
ken met verschillende problemen,
zoals werkloosheid, een slechte
gezondheid of psychiatrische pro-
blemen. Stad en OCMW Antwerpen
realiseren samen met verschillende
partners een uitgebreid vangnet.
In de sociale centra kunnen dakloze
mensen terecht voor hulp op ver-
schillende vlakken. De medewerkers
van de centrale dispatch ondersteu-
nen de maatschappelijk werkers in
de zoektocht naar geschikte (nacht)
opvang. In sommige gevallen kun-
nen ze tijdelijke crisisopvang aan-
bieden.
25
De maatschappelijk werkers kij-
ken ook voor alle klanten uit naar
manieren om hen uit de armoede
te helpen, in te schakelen in de sa-
menleving en waar mogelijk zelf-
redzaam te maken. Wanneer een
dak- of thuisloze een verblijfplaats
vindt, heeft hij recht op een eenma-
lige installatiepremie. Zo kan hij zijn
woning inrichten en bijvoorbeeld
keukenspullen kopen.
De klok rondTijdens de winterperiode breiden
OCMW en stad Antwerpen het op-
vangaanbod voor dak- en thuislozen
aanzienlijk uit. Het hele jaar door
wijst de centrale dispatch de be-
schikbare bedden toe. Indien nodig
werkt de dienst samen met enkele
hotels.
De verschillende Centra voor Alge-
meen Welzijnswerk (CAW De Mare,
CAW De Terp en CAW Metropool)
zetten het hele jaar door sterk in op
daklozenopvang. Onder andere Out-
reach-medewerkers en straathoek-
werkers spreken de mensen aan en
proberen hen door te verwijzen naar
de juiste opvangmogelijkheden. De
zorgteams van CAW De Terp en Dok-
ters van de Wereld houden regelma-
tig medische consultaties.
‘De bezoekers leerden me met de pitjesbak spelen.’
Oole Posseltmaatschappelijk werker bij
de afdeling Woonzekerheid
‘Crisisopvang, mijn specialisa-
tie, en daklozenopvang sluiten
vrij nauw bij elkaar aan. Daar-
om was het vooral leerrijk om
de klanten eens in een andere
situatie te zien. Ik verwees en-
kele mensen naar mijn eigen
spreekuur en heb ze daar on-
dertussen ook ontvangen.’
‘Het werk leek ook een beetje
op wat ik vroeger in het jeugd-
huis deed: ‘functioneel rond-
hangen’, soep maken met de
bezoekers, vernederd worden
bij Rummikub, mijmeren over
de wereldvrede …’
Maarten Versichelmaatschappelijk werker bij de
dienst Budgetbeheer
‘Ik sprong in op een dag dat de meeste mensen nog be-
komen waren van hun kerstmaaltijd. Er kwam niet zoveel
volk opdagen als verwacht, maar het was toch een ge-
zellige samenkomst. Een extra meevaller was dat er nog
spaghetti over was van de dag ervoor, die de gasten zelf
hadden klaargemaakt. Smullen geblazen!’
‘Het mooiste aan de dag was dat er geen drempels wa-
ren om met de klanten te spreken. Ik moest even geen
‘OCMW-maatschappelijk werker’ zijn. Supertof was dat
de gasten mij leerden om met de pitjesbak te spelen, een
oud Vlaams dobbelspel. Nieuwsgierige omwonenden
stapten binnen voor een korte babbel, waardoor er een
leuke mix van bezoekers ontstond.’
Tine Vinckmaatschappelijk werker
in sociaal centrum Plein
‘De winterwerking was een
leuke ervaring. Het is volledig anders
dan mijn huidige job. Even geen admi-
nistratie, geen moeilijke vragen stellen
… Gewoon koffie uitdelen en een ‘klap-
ke’ doen met de mensen.’
‘Door een dagje mee te draaien met de
medewerkers van het activeringsproject
van Free Clinic kreeg ik meer respect
voor hun job en manier van hulpver-
lening. Meer nog, hun ervaring was
onmisbaar voor de winterwerking. Ze
kennen de doelgroep door en door en
anticiperen wanneer nodig. Agressief
gedrag of onder invloed zijn kan niet
door de beugel, maar de volgende dag
krijgen die mensen wel opnieuw een
kans. Daarnaast weten de hulpverle-
ners goed wat haalbaar is met de voor-
zieningen die soms beperkt zijn.’
26
CO3-project krijgt Europese erkenningCO3 is een pilootproject dat geweld in gezinnen
aanpakt. Medewerkers van justitie, politie, hulpver-
lening, OCMW, stad en provincie werken samen om
geweld in gezinnen te stoppen. Ze besteden niet
alleen aandacht aan het geweld, maar ook aan ach-
terliggende problemen, bijvoorbeeld huisvesting,
schulden … Ze begeleiden en helpen zowel slacht-
offers als daders van het geweld. Twee medewer-
kers van het project deelden hun ervaringen en ex-
pertise tijdens een Europese bijeenkomst in Wenen.
In december 2013 vond in Vilnius de uitreiking van
de Europese Veiligheidsprijs plaats. Die prijs be-
loonde projecten die huiselijk geweld proberen te
voorkomen. Projecten uit achttien landen dongen
mee. CO3 kreeg de prijs voor het beste samenwer-
kingsverband. Het eindigde daarmee tweede in de
competitie voor de Europese Veiligheidsprijs.
In september 2013 won het project ook al de Belgi-
sche prijs voor veiligheid en criminaliteitspreventie.
Zorg voor alle OCMW-medewerkers centraal
Weg met agressieOCMW-medewerkers werken voor én met klanten. Dat kunnen ook leveranciers, advocaten
of partnerorganisaties zijn. Soms loopt er iets mis en ontstaat er agressie: verbaal of fysiek.
Agressie tegen onze medewerkers is ontoelaatbaar, daarom werkte OCMW Antwerpen
in samenwerking met de Gemeenschappelijke Preventiedienst een nieuw agressiebeleid uit.
1 Voorkomen en
voorbereid zijn
Leidinggevenden en mede-
werkers krijgen vorming,
zodat ze weten hoe ze
agressie kunnen voorko-
men en hoe ze ermee moe-
ten omgaan als het zich
toch voordoet. Bovendien
is het belangrijk dat elk
team preventief duidelijke
afspraken maakt. Mede-
werkers kunnen vooraf
ook bij de sociale dienst
Centrum terecht voor tips,
wanneer ze bijvoorbeeld
een moeilijk gesprek ver-
wachten.
2 Interventie
Agressie is vaak onvoor-
spelbaar. Net daarom is
het belangrijk dat iedereen
op de hoogte is van wat hij
in zo’n situatie kan en moet
doen. Dat verschilt naarge-
lang de heftigheid van het
incident. Bij een boze tele-
foon moet je voornamelijk
je eigen grenzen duidelijk
maken. Maar staat er een
kwade klant met een wa-
pen te dreigen, dan moet
er politie aan te pas ko-
men. Goede afspraken zijn
een houvast.3 Herstel en nazorg
Na elk incident is nazorg
nodig. Ook als het om min-
der heftige agressie gaat.
Onze medewerkers moe-
ten weten waar ze terecht
kunnen met vragen. Het
is ook belangrijk dat col-
lega’s en leidinggevenden
het incident niet minima-
liseren.4 Registreren en
evalueren
Konden we de agressie
voorkomen? Wat is het
profiel van de dader? We
kunnen veel informatie
halen uit meldingsformu-
lieren. Op die manier wil-
len we het agressiebeleid
voortdurend bijsturen.
27
Betaalbare en op maat gemaakte schoolkledijOuders die in armoede leven vragen alsmaar vaker een financiële tussenkomst voor school-
aankopen. Naast schoolboeken en -uitstappen is degelijke schoolkledij voor hen een zware
extra kost. Om kinderarmoede terug te dringen en de schoolparticipatie van kinderen te
vergroten, kocht de dienst Binnenste Buiten duurzame, gebruiksvriendelijke stoffen aan.
Daarmee maken de kleermakers van het naaiatelier mooie, hedendaagse schoolkledij, vol-
ledig op maat van het kind. Het aanbod bestaat uit rokjes, broeken en vesten in neutrale
(uniform)kleuren. Per stuk betaalt de klant vier euro.
Binnenste BuitenMensen in armoede voelen zich vaak uitgesloten op basis van hun uiterlijk en dat verkleint
hun kansen op integratie, tewerkstelling, wonen ... Binnenste Buiten is voor OCMW- klan-
ten naast een ondersteunende dienst rond zelfzorg en kleding(advies) ook een werkerva-
ringsproject. Er zijn twee medewerkers actief in het naaiatelier, die zelf patronen ontwer-
pen en kleding maken.
Dilemmatraining ondersteunt OCMW-medewerkers bij morele beslissingen‘Wat is in deze situatie de juiste mo-
rele beslissing?’ Met die vraag ko-
men alle OCMW-medewerkers vroeg
of laat in aanraking. Door voorbeel-
den van lastige beslissingen uit de
eigen werkpraktijk in groep te bekij-
ken, leren de deelnemers om zelf-
standig een correct moreel oordeel
te vormen. ‘Het gaat vooral om recht
doen aan anderen. Je moet rekening
houden met de rechten, belangen en
wensen van alle betrokkenen. Een
moreel oordeel hangt altijd af van
de situatie’, verduidelijkt lesgever Pa-
trick Geussens.
De cursus gaat dieper in op onze
A-waarden, die een belangrijke rol
spelen bij de overweging van more-
le beslissingen: kostenbewustzijn,
klantgerichtheid, samenwerken, in-
tegriteit en omgaan met diversiteit.
De cases die tijdens de opleiding aan
bod komen, zijn volledig op maat van
het OCMW. Voorbeelden van vragen
die aan bod komen:
• In welke gevallen primeert het
recht van de gemeenschap (ge-
meenschapsgeld) op het recht van
het individu (de klant) of omge-
keerd?
• Hoe weeg je de zorgplicht af tegen
de activeringsplicht van de klant?
• Hoe ver ga je in het respect voor
de cultuur van je klant?
• Wat betekent klantgerichtheid?
• Hoe beoordeel ik mijn medewer-
kers en collega’s op integriteit?
28
Het Maagdenhuismuseum stelde vo-
rig jaar een deel van de grafiekcollec-
tie van OCMW Antwerpen tentoon.
De titel van de expo, ‘Gekregen, gete-
kend, gedrukt’, verwees naar de oor-
sprong en aard van de tentoongestel-
de werken. Het OCMW verzamelde
de werken vooral door schenkingen.
Naast oude gravures en originele te-
keningen, exposeerde het museum
ook etsen, houtsneden en litho’s van
bekende hedendaagse kunstenaars.
Zo kwamen werken van onder ande-
re Sam Dillemans, Joris Minne, Hugo
Claus en Fred Bervoets aan bod. De
expo gaf op die manier een boeiend
artistiek overzicht van de Antwerpse
grafiek van 1710 tot vandaag. Tegelijk
kreeg de bezoeker een originele kijk
op de geschiedenis van het OCMW.
De talrijke huldebe-
wijzen, diploma’s en
Gulden Boeken illus-
treerden treffend de
werking van de vroe-
gere Commissie voor
Openbare Onderstand
(COO) en het huidige
OCMW.
Gekregen, getekend, gedrukt
Gekregen,getekend,gedrukt
Grafi ek van 1710 tot vandaag Van 15 december 2012 tot 30 juni 2013 in het Maagdenhuismuseum
Maagdenhuismuseum | Lange Gasthuisstraat 33 | 2000 Antwerpen | www.ocmw.antwerpen.be/Maagdenhuismuseum
2012
073_
st •
Ver
antw
oord
elijk
e u
itge
ver:
Mar
c D
e B
ens,
Lan
ge G
asth
uis
stra
at 3
3, 2
000
Antw
erpe
n
Gel
egen
hei
dsgr
afi e
k u
it h
et G
uld
enbo
ek O
CMW
An
twer
pen
, H
outs
ned
e ©
Fri
eda
Mae
s
Collectie OCMW Antwerpen
29
Handen uit de mouwenTijdens de grafiekexpo in het
Maagdenhuismuseum gaf de
Antwerpse grafiekkunstenares
Veerle Rooms een boeiende lezing
over de druktechniek collografie.
Geïnteresseerden leerden nadien
tijdens een interactieve workshop
een collage tot drukplaat verwerken.
De helft van de aanwezigen waren
klanten van dagcentrum De Vinken.
Dat dagcentrum biedt mensen
met een chronisch psychische
kwetsbaarheid creatieve en artistieke
activiteiten aan zoals etsen,
boetseren, schilderen of musiceren.
30
Zwoegen, zweten, doorzetten en teruggeven
Klanten aan het woord
OCMW-klanten hebben elk hun uniek verhaal. Ze werken hard
om hun situatie te verbeteren. En sommigen van hen
vinden daarbovenop de kracht om anderen te helpen.
Hieronder getuigen vijf klanten over hun sociaal engagement
en hun inspanningen om te integreren.
Geluksbrenger voor seniorenAmra, een 25-jarige student
afkomstig uit Mongolië, krijgt
begeleiding bij sociaal centrum
Veemarkt. In woon- en zorgcen-
trum Bilzenhof is hij een graag
geziene gast. Hij komt er we-
kelijks over de vloer om samen
met een groep jongeren de
bewoners te bezoeken. Daarbij
ziet Amra soms een ‘magische
interactie’ ontstaan.
Amra: ‘Ik denk dat het een
win-winsituatie is. De jongeren
voelen zich uitgesproken wel-
kom bij de bewoners en kunnen
hun Nederlands oefenen. En
voor de senioren is de eenzaam-
heid even doorbroken. Ik geloof
dat iedere mens een gevoel voor
solidariteit heeft. Als ik langsga
bij scholen om vrijwilligers
aan te trekken, dan gebruik
ik filmmateriaal om de jon-
geren te prikkelen. De beel-
den verduidelijken hoe ge-
lukkig de bewoners zijn als
ze bezoek krijgen.’
‘Als student sociologie
heb ik een uitgebreide in-
teresse voor maatschap-
pelijke integratie. Zo ging mijn
thesis over een verplichte soci-
ale stage voor jongeren in het
middelbaar onderwijs. Bij jonge-
ren die zo’n stage volgden is de
kans groter dat ze later iets bij-
dragen op maatschappelijk vlak.
Die vaststelling laat mij alleen
nog meer geloven in het sociaal
nut van mijn werk.’
‘Iedere mens heeft een gevoel voor solidariteit.’
31
Al veertien jaar enthousiast vrijwilligerNa een zware operatie verbleef Julia Cools, in begelei-
ding bij sociaal centrum Kyle, een maand lang in een
revalidatiecentrum in Nieuwpoort. Vrijwilligers legden
haar daar in de watten. Zo goed, dat ze dat zelf ook voor
anderen wilde doen.
Julia: ‘Bij vrijwilligerswerk komen veel dingen kijken.
Je bent de hele dag in de weer. Patiënten moeten tijdig
naar de kinesist, dokter, diëtist … Verder ga je veel met
de patiënten wandelen. En dan probeer je nog tijd te
maken voor een babbeltje. Daar hebben mensen met ge-
zondheidsproblemen vaak nood aan.’
Wat is Julia’s drijfveer om te blijven doorgaan? Julia: ‘Bij
ons in de familie is sociaal engagement heel gewoon.
Mijn ouders waren heel sociaal en hadden een druk ver-
enigingsleven. Ik heb dat ook aan mijn kinderen meege-
geven. Ondertussen is mijn zoon opvoeder bij autistische
jongeren en geeft mijn dochter les aan gehandicapten.
Het bloed kruipt waar het niet gaan kan.’
Bruggen bouwen tussen culturenHet multiculturele praatcafé in
de Berchemse zaal De Vrede is
een initiatief van de Iraanse Madi
Zajjadi en zijn vrouw Soodabeh
Ghorbadine, twee maatschappe-
lijk geëngageerde klanten van
sociaal centrum Berchem. Waar-
om doen ze dat?
Madi: ‘Als je vanuit een ander
land naar België verhuist, dan
weet je in het begin niets. Dat
kan tot grote problemen en soci-
ale isolatie leiden. Stel je voor dat
je ziek bent en tegen niemand er-
over kan vertellen. Of dat je graag
eens buiten komt, maar je hebt
niemand om naartoe te gaan.
Met het praatcafé willen we die
mensen in groep opvangen en
een steuntje in de rug geven.’
Soodabehi: ‘Het praatcafé is ont-
staan als een ontmoetingsplek
voor de Antwerpse Iraanse ge-
meenschap. Maar we hebben de
doelgroep al snel opengetrokken
naar andere culturen. Zo vinden
we het belangrijk dat Belgen ook
participeren aan de gesprekken.
Daarvoor schakelen we zelfs een
tolk in. We willen de Belgen to-
nen dat we echt moeite doen om
te integreren.’
‘We willen Belgen en mensen van
een andere origine samenbrengen.’
‘Ik probeer altijd tijd vrij te maken voor een babbeltje.’
32
Verhaal van een doorzetterSangar Majid vluchtte 6,5 jaar ge-
leden weg uit zijn thuisland Irak.
Toen hij aankwam in België, was
alles nieuw voor hem: de cultuur,
de taal … Via zijn maatschappelijk
werker in het asielcentrum kwam
hij bij OCMW Antwerpen terecht.
In het begin ging alles moeizaam.
Zijn kennis van de Nederlandse
taal was slecht en de vooruitzich-
ten op tewerkstelling waren on-
gunstig. Toch bleef Sangar niet bij
de pakken neerzitten. Bekijk zijn
bemoedigende getuigenis via La-
yar (meer info op p. 2).
Scan deze pagina met Layarvoor de getuigenis van Sangar
33
Column
Peddelen en peinzen
Op de achterkant van dit jaarmagazine staat een beeldverhaal
over onze visie op hulpverlening. Beelden zeggen veel, maar
niet alles. De lezer moet er nog een eigen interpretatie aan
geven. Een beeld maakt gedachten en gevoelens los.
Als ik mijn ogen sluit …
Mensen ervaren hun leven en de uitdagingen die op
hen afkomen op verschillende manieren en gaan er
ook anders mee om. Klanten ervaren hoe moeilijk hun
tocht kan zijn. Ze zien de boot van de hulpverlener niet
altijd. Soms kiezen ze een andere boot dan die van de
hulpverlener. Of nemen ze in de boot een plek in die we
niet verwachtten. Misschien kunnen ze de aangereikte
roeispanen niet grijpen of weten ze niet hoe die te ge-
bruiken. Klanten zijn soms geen vragende partij om zelf
te roeien. Of ze willen wel, maar roeien in een andere
richting.
En voor de hulpverlener is het een regelrechte uitda-
ging en een opdracht om de positieve krachten in de
klant te benoemen en daarop in te zetten. Om de boot
in evenwicht te houden, ook in complexe en moeilijke
situaties. Om vast te stellen waarom de boot zus of zo
vaart en soms kapseist. Om steeds opnieuw de klant
uit te nodigen om de roeispanen over te nemen. Om de
moeilijke vaargeulen en stroomversnellingen te signale-
ren aan leidinggevenden en aan het beleid.
Klantgericht zijn en tegelijkertijd loyaal aan de eigen
organisatie en het beleid blijven, is een voortdurende
zoektocht naar evenwicht. Maar de wil is er zeker om
een stevig beleid uit te bouwen dat inspeelt op de snel
veranderende samenleving. Een beleid dat klantsitua-
ties en regelgeving samenbrengt tot een innovatief ge-
geven. Een beleid dat anticipeert op de noden van zowel
de klant als de hulpverlener en inspireert om zorgzaam
om te gaan met elkaar. Om samen de uitdagingen van
een grootstad als Antwerpen aan te gaan.
Sluit even de ogen en droom je eigen beeldverhaal.
Kris Drossaert
afdelingschef maatschappelijk werk
34
Jaarcijfers onlineOp onze website www.ocmw.antwerpen.be/jaarverslag vind je uitgebreid
cijfermateriaal en gedetailleerde informatie over de inspanningen die we
in 2013 deden.
Je leest er ook meer over onze interne organisatie, de samenstelling
van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn, het Managementcomité,
het personeelsbestand … Ook de jaarrekening is hier te vinden.
www.ocmw.antwerpen.be/jaarverslag
Colofon
Verantwoordelijke uitgeverMarc De Bens, Lange Gasthuisstraat 33, 2000 Antwerpen
Concept, redactie, vormgeving en secretariaatCommunicatiedienst OCMW AntwerpenPostadres: Lange Gasthuisstraat 39, 2000 Antwerpentel. 03 338 67 [email protected]
FotografieCommunicatiedienst OCMW Antwerpen, Tim De Weerdt, Elisabeth Verwaest
OCMW-infopunttel. 03 338 28 [email protected]
Bedankt Een duizendtal medewerkers zet zich elke dag opnieuw in om kansen
te creëren voor alle Antwerpenaren. Om te vechten tegen (kans)armoede,
om mensen te versterken, te activeren en te integreren … Dat doen we
met overtuiging en met de vijf grote A-waarden in het achterhoofd:
samenwerken, klantgerichtheid, integriteit, diversiteit en kostenbewustzijn.
Aan iedereen een oprecht dankjewel voor de geleverde prestaties!
Op onze website krijgen die gepassioneerde collega’s een gezicht.
Daar vertellen ze over hun ervaringen als OCMW-medewerker en wat
hen inspireert.
Scan deze pagina met Layarom naar het getuigenissenplatform te gaan
35
Wil je op de hoogte blijven van het reilen en zeilen bij OCMW Antwerpen? Volg ons!
www.facebook.com/OCMWAntwerpenwww.facebook.com/Maagdenhuismuseum
www.twitter.com/OCMWAntwerpen
www.linkedin.com/company/278824?trk=tyah
Volg OCMW Antwerpen op sociale media
Onze visie op hulpverlening