IVN Oost-Veluwezoom Lente 2016 41e jaargang nr. 1

24
KARWIJ IVN Oost-Veluwezoom Karwij 40 jaar Wist je dat ... Weidevogels Gevormd door ijs ... NIEUW: KarwijTJE Marieke aan 't woord Lente 2016 41e jaargang nr. 1

Transcript of IVN Oost-Veluwezoom Lente 2016 41e jaargang nr. 1

KARWIJIVN Oost-Veluwezoom

Karwij 40 jaar

Wist je dat ...

Weidevogels

Gevormd door ijs ...

NIEUW: KarwijTJE

Marieke aan 't woord

Lente 2016 41e jaargang nr. 1

JONGLEREN ... JONG LEREN Afgelopen maand mocht ik toekijken hoe een zilverreiger,al jonglerend, een vis in zijn snavel heen en weer manoeu-vreerde. Want wil deze vis gemakkelijk door de hals richtingmaag glijden, dan moet de kop eerst, willen de schubbenniet tegenwerken. Het lukte de zilverreiger uitstekend. Duszagen we al spoedig de hals dik worden en weer dunner.Altijd weer een fascinerend spektakel, waarbij ik er niet aanmoet denken zelf op deze wijze zo iets groots door teslikken.

Vaardigheden als jongleren, moeten dieren al vroeg leren.Het kuikentje (voorpagina) kijkt nu nog in afwachting naarmoeder kip, die haar de 'kipkunsten' voor kan doen. Waarzij bij gevaar bescherming kan zoeken. Snel wegkruipendonder 'moeders vleugels'. De mus in mijn tuin had duidelijk zijn lesje niet goed genoeggeleerd, of gewoon pech. De sperwer (achterpagina) luktehet om de mus te verrassen. Na het plukken genoot devogel van de maaltijd, continu alert rondkijkend of er geengevaar dreigde. Deze sperwer had duidelijk zijn lesje ge-leerd. Tekst en beeld: Corlène van den Camp

Kopij voor het volgende nummer vóór 12 mei mailen naar [email protected]

2 IVN Oost-Veluwezoom Lente 2016 41e jaargang nr. 1

4 5

Van de voorzitter Bijspijkeren

6 7

Wist je dat ... Terugwinnen van grondstoffen

8 10

Gevormd door ijs, sneeuw en wind IVN zomerkamp ... een beleving

11 12

Aan het woord KARWIJtje: braakballen

14 Karwij, een karwei dat al 40 jaarvoortduurt

17 20

Officiële opening Beekhuizen Weidevogels zoeken rijke weide

VAN DE REDACTIE De eerste editie van een nieuwe jaargang ligt voor je.Daarin kijken we terug op de historie van ons blad, dat in-middels 40 jaar bestaat. Een prestatie, waarop we trotsmogen zijn. Echter, daarmee zijn we er natuurlijk niet. Ooknaar de toekomst toe is het een uitdaging voor de redactieom deze fraaie traditie voort te zetten. Daarbij hebben weeen nieuw element toegevoegd. Want het gezegde luidt:Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Deze Karwij startenwe dan ook met onze jeugdpagina, Karwijtje. MariekeGrijze zal deze samen met mij gestalte geven. We zijnbenieuwd of dit initiatief de (klein)kinderen van onze ledenen donateurs aan zal spreken. Aangezien water een belangrijk element is in de natuur, enzeker ook in ons gebied, hebben wij dit jaar als jaarthemagekozen voor water in de breedste zin van het woord. Deaftrap is gemaakt met een interview over IJstijden, aange-zien ons landschap daardoor gevormd is. Later dit jaarhopen we ook in te mogen gaan op andere aspecten vandit boeiend thema.

Hermine Schut gaat de rubriek 'Wist je dat ...' voor haarrekening nemen. Samen met de bijdragen van enkeleleden, waarvoor onze dank, denken wij dat er weer eeninteressant en goed gevuld blad voor je ligt. Gemaakt 'vooren door leden', dat blijft toch ons motto. Corlène van den Camp

COLOFON COLOFON COLOFON COLOFON COLOFON Verschijnt 4 x per jaar: 1 maart, 1 juni, 15 september en 15 december. Oplage 330 exemplaren. Overname artikelen na toestemming, met bronvermelding. Artikelen in Karwij weerspiegelen niet altijd de mening van de redactie en IVN Oost-Veluwezoom.

Redactie KarwijCorlène van den Camp, Karin Otermann, Barbara de Jong. Leden- en donateursadministratiePer jaar: Lidmaatschap min. € 17,50, donatie min. € 10,-.IBAN [email protected], 0313-484724t.a.v. de penningmeester Gerrie van Vorselen, Lindewal 1,6981 AB Doesburg.Opzeggen: schriftelijk vóór 1 december.

Bestuurvoorzitter - Gerrit Lammerssecretaris - Niki Bouwmanpenningmeester - Gerrie van Vorselenlid - Mieke de Graaff

Secretariaat [email protected] t.a.v. de secretaris,Goudenregenstraat 39 6921 EG Duiven

IVN Oost-Veluwezoom 3Lente 2016 41e jaargang nr. 1

VAN DE VOORZITTER Op het moment van het schrijven van dit stuk bloeien desneeuwklokjes en krokussen in de tuin uitbundig. Dat ge-beurt wel vaker als het een vroeg voorjaar is. Maar dat denarcissen in de gemeentelijke bloemperken ook volopbloeien heb ik nog niet eerder meegemaakt. Volgens Na-tureToDay (vroeger Natuurberichten) is dit jaar het voorjaarzes weken vroeger begonnen dan gemiddeld. Behalve datdaardoor de kans dat we kunnen schaatsen op natuurijsveel kleiner is, vind ik dat niet erg. Voor mij is het voorjaarde mooiste tijd van het jaar. Dat kan dus niet vroeg genoegbeginnen. Het zou nog mooier zijn als de daglengte zichook aanpaste aan het vroege voorjaar, zodat ik ook ’savonds nog door het bos kan wandelen. Nu houden debordjes ‘vrij toegankelijk van zonsopgang tot zonsonder-gang’ mij meestal tegen. Niets is zo veranderlijk als de natuur. Dat geldt ook voorde mens. Vorig najaar hadden we de cursus “Kijk op deVeluwezoom” georganiseerd. Die moesten we toen afzeg-gen, omdat er te weinig belangstelling was. Voor dit voorjaarhebben we een nieuwe poging gedaan. En wat blijkt: binnentwee weken meer dan vol! We kunnen nu zelfs overwegeneen tweede cursus te organiseren. Belangstelling voor denatuur lijkt ook wel seizoensgebonden. In het najaar kruiptiedereen in z’n hol voor de winterslaap en is de natuurbe-langstelling ver te zoeken. Worden de dagen weer langerdan kijkt men weer naar buiten en heeft men ook weerbelangstelling in "wat leeft en groeit en ons altijd weer boeit",zoals Bert Garthoff in de voorloper van het programmaVroege Vogels al zei. NieuwjaarsreceptieDit jaar was de nieuwjaarsreceptie in onze eigen Klaproos.Met ongeveer veertig belangstellenden was het gezelligdruk. Dit jaar geen overladen programma, maar meer tijdom met elkaar te praten. Sandra Omlo heeft ons vermaakt

met één van haar spelletjes. Ze liet details van foto’s zienen wij mochten raden wat het was. Soms werden verma-kelijke antwoorden gegeven.Tijdens de receptie konden de aanwezigen ook rommelenin een grote doos met natuurboeken. Zag je een leuk boekdan mocht je dat meenemen. Deze boeken waren van onslid Fenna Stuut. Fenna is een aantal jaren geleden overle-den. Haar zoon belde mij net voor de kerst en vertelde datFenna haar natuurboeken aan IVN wilde nalaten. Of ik deboeken wilde komen ophalen. Aan het eind van de nieuw-jaarsreceptie was de doos leeg. De boeken lijken dus eengoede bestemming gevonden te hebben. Veertig jaar KarwijOns blad Karwij bestaat veertig jaar. Dat is een felicitatiewaard. Veertig jaar geleden was er behoefte aan meercontact tussen de leden. Het aantal activiteiten dat IVNorganiseerde nam toe en daarmee de behoefte aan afstem-ming. Een contactorgaan van de afdeling dat alleen kanfunctioneren als alle leden meewerken. Wat dat betreft iser niet veel veranderd. De rol Karwij als contactorgaan isnatuurlijk in die veertig jaar wel veranderd. Internet en e-mailhebben veel van de taken van het blad Karwij overgeno-men.Het maken, van handwerk naar vooral digitale werkzaam-heden, van rondbrengen naar per post versturen. Minderwerk, echter we zijn wel van 6 bladen naar 4 bladen perjaar gegaan,hebben ook nu moeite om het blad goed tevullen, zoeken ook nu naar schrijvers en redactieleden. Hetlijkt wel of we het door al die automatisering alleen maardrukker krijgen…. Gerrit Lammers Meer over de 'geschiedenis' van Karwij en uitspraken vanleden vind je elders in dit blad. (redactie)

IN MEMORIAM ONZE ‘GROENTEMAN’ JOOP SCHELLEVIS Op 10 december 2015 is Joop Schellevis op 90-jarigeleeftijd overleden. Joop wist dat hij terminaal ziek was. At-tent en zorgvuldig tot het laatste moment, had hij zijn lid-maatschap alvast opgezegd per 1 januari 2016. Die datumheeft hij niet gehaald.Joop werd in 1989 lid van onze afdeling en startte meteenmet de gidsencursus. Nog voor de diploma-uitreiking hadplaatsgevonden, was hij al aan het gidsen. Eerst als gidsbij de toenmalige ‘IVN-werkgroep Middachten’, die rondlei-dingen verzorgde in de kasteeltuin. Daarna sloot hij zichaan bij de maandagmorgenwandelingen, waar hij al snelcoördinator werd. De mensen liepen graag met hem mee,omdat hij een dragende stem had en bekend stond om zijnvele verhalen. Van Joop hoorden we vijftien jaar geledenvoor het eerst het verhaal van de Duivelssteen en het huisvan Malpartus in de bossen bij De Steeg. Daar hadden we

toen als nieuwe gidsen echt nog nooit van gehoord. Tot zijn80ste verjaardag en meer dan twaalf jaar stond Joop iede-re maand paraat om op de maandagmorgen te gidsen.Totdat hij eind 2006 samen met Tinie Beumer, besloot omafscheid te nemen van de groep en ruimte te geven aaneen nieuwe generatie gidsen.Joop was zijn leven lang in de ban van moestuinieren. Datkwam geregeld tijdens de wandelingen ter sprake. Bijvoor-beeld bij het zien van robertskruid, dat stonk zo als je hetkneusde, maar ook bij het verwijderen uit de moestuin, wistJoop. Tot vorig najaar was hij nog in zijn moestuin te vinden.Geheel in stijl lag Joop na zijn overlijden opgebaard tussenrijk gevulde groentekistjes. Zo zullen velen hem blijvenherinneren, als onze gidsende ‘groenteman’. Karin Otermann

4 IVN Oost-Veluwezoom Lente 2016 41e jaargang nr. 1

OP PAD MET WERKGROEP BIJSPIJKEREN Voor de komende periode heeft de werkgroep bijspijkeren/ scholing een tweetal informatieve excursies georgani-seerd. Dinsdag 5 april, vertrek 19.00 uur vanaf de parkeer-plaats van Kasteel Rozendaal:Excursie met als thema de werkzaamheden op en rondomde Koningsberg onder leiding van Gerard Achterstraat vanhet Gelders Landschap. De Koningsberg wordt een focuspuntDe Koningsberg wordt weer een parkbos, in de geest vanhet oorspronkelijke ontwerp. Het bos heeft altijd een sterkerelatie met landgoed Rosendael gehad. In 1874 is het bos,naar een ontwerp van D. Wattez, als parkbos aangeplant.In zijn ontwerp behield hij de cirkel en een deel van derechte lanen van de formele aanleg uit de periode van Janvan Arnhem. Andere lanen vormde hij om tot vergezichten.

Nu worden de voormalige laanstructuren hersteld. Er zullen146 laanbomen worden geplant. Van de bestaande wan-delpaden zal een deel worden verbeterd en de overigepaden worden opnieuw vormgegeven. Het centrale deel,de heuvel, wordt geaccentueerd en er wordt weer een bij-zondere plek van gemaakt. Ook wordt het park voorzienvan een aantal uitnodigende entrees.Afgelopen herfst is de sprengkop De Raaf, aan de voet vande Koningsberg, al hersteld. Het water uit de sprengkopstroomt weer als vroeger, nadat deze is uitgediept en debeschoeiing werd vernieuwd. Maandag 30 mei, vertrek 19.00 uur Empese en Tonden-se heide, vertrekplaats wordt later bekend gemaakt,excursie o.l.v. Joop Gerritse. Empese en Tondense heide is een gebied waar in 2012en 2013 maatregelen zijn genomen om verdrogingtegen te gaan.Omstreeks 1930 kocht Natuurmonumenten twee heidege-bieden die bij de marken Empe en Tonden behoorden.Vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw verwierf Natuur-monumenten meer gronden, zodat het nu een min of meeraaneengesloten gebied is.Om de verdroging tegen te gaan zijn de twee heidegebiedenontdaan van bomen, de beken ondieper gemaakt en veelsloten gedempt. Ook is een groot deel van de bovenstehumusrijke laag verwijderd. Voor bijzondere soorten in hetblauwgrasland is dit van vitaal belang; er is in heel Neder-land nog maar 30 ha blauwgrasland. Na de herstelperiodeis een wandelroute uitgezet. Er bloeien nu bijzondereplanten zoals de Spaanse ruiter en de gevlekte orchis.Verder zijn er een aantal zeldzame insektensoorten tevinden, zoals de ijsvogelvlinder. Donderdag 29 september is er een lezing door MatthijsVos en Arthur de Bruin van Blikonderwater in deKlaproos, Korenbloemstraat 21 Rheden, aanvang 19.30uur.De onderwaterwereld is adembenemend mooi, met de foto-en film beelden worden we meegenomen naar het onder-waterleven van de IJssel en sprengen en beken. Wil je vasteen voorproefje, kijk dan op hen website.(www.blikonderwater.nl) Deze excursies en lezing zijn bestemd voor onze leden endonateurs. Nadere informatie bij Herma Scherpenzeel, tel0313-619301, Anton Logemann, tel 026-3615341 en06-53133395, Joop Gerritse tel 055-5786717, LambertKouwenberg, tel 0575 540978.

Herstelde sprengkop DE RAAF Foto: Karin Otermann

Joop Schellevis in zijn moestuin

MUTATIESNieuw leden: De heren C. Tuit en K. Kleinleugenmors,de dames M. van der Klooster en A. Scheper.Nieuw landelijk lid: De heer F. ScholtenLidmaaschap beëindigd: De heer. J . Schellevis,Mevr. T. KrugerNieuwe donateurs: Mevr. T. Kruger,de heren J.C. Wolthuis en F. Rentier

IVN Oost-Veluwezoom 5Lente 2016 41e jaargang nr. 1

WIST JE DAT ... De narcis afkomstig is uit Zuid-Europa? Narcissus lestezijn dorst met het heldere water van een riviertje en werdverliefd op zijn eigen spiegelbeeld. Van ziekelijke eigenlief-de kwijnde hij weg (narcisme). Zijn zusters weenden omzijn dood, maar in plaats van zijn lichaam vonden ze eengele bloem, die ze narcis noemden. De naam tulp van “tülbend” komt? Turks voor tulband, naarde vorm van de bloem. Tulpen werden in de 11de eeuw inTurkije gekweekt en werden een algemeen versieringsmo-tief van paleizen van de sultans en van moskeeën. Clusius(1526-1609) heeft de tulp in de Lage Landen geïntrodu-ceerd. In de 16de eeuw ontstond er een ware tulpenmanie.Adellijke personen, vermogende en statuszoekende bur-gers hadden zeer veel belangstelling voor de exotischeplanten en waren bereid er hoge prijzen voor te betalen. Inde 17de eeuw ging de tulp aan zijn eigen succes ten onder,omdat men er een speculatief product van had gemaakt.De tulpenhandel bleek een windhandel te zijn. Iets dat onsook heden ten dage niet onbekend voorkomt. De krokus oorspronkelijk uit Griekenland komt? Van deCrocus Savaticus wordt al eeuwenlang saffraan gemaakt.Hiervoor worden de stampers handmatig geoogst; de stijlenen stempels bevatten zowel smaak- als kleurstoffen.Slechts één draad saffraan geeft één liter water een diepgele kleur. Saffraan wordt gebruikt in sauzen, vlees- envisgerechten. In Spanje wordt het gebruikt in paëlla; inItalië in risotto. Deze speciale krokus wordt onder meergekweekt in Zuid-Europa, Turkije, Iran, Afghanistan enIndia. De paardenbloem de topper onder de wilde planten is eneen onuitputtelijke bron van gezonde bestanddelen bevat?De jonge - wat bittere bladeren- passen fijngesnipperd bijaardappel-, kwark- en eiergerechten. De bloemen zijn zoeten kun je verwerken in confiture: zie Karwij lente 2015.Vroeger werden de wortels gedroogd, geroosterd en ver-malen tot koffiesurrogaat. In de volksgeneeskunst ging menervan uit dat de plant de galafscheiding en de urinelozingbevorderde. De Franse naam is dan ook ‘pissenlit’, watbedplasser betekent.

De brandnetel al bekend was bij de Romeinen? Plinius (deoudere), 23-79 na Chr., schreef hierover: “Om hun genees-middelen te beveiligen en ongeschonden te houden, heeftde natuur ze met stekels versterkt en met wapens weerbaargemaakt. Zo is zelfs, wat we in die planten haten, ten be-hoeve van de mens uitgedacht. Wat kan men nog meerhaten dan de brandnetel. Toch zit deze plant vol met tallo-ze geneesmiddelen.” Ze zou een bloedzuiverende werkinghebben. Brandnetelgier is een probaat middel om luis optuinplanten te bestrijden. In de Eerste Wereldoorlog werdvan de vezels verband gemaakt. Hoe je touw van brandne-tels kunt maken, lees je in Karwij herfst 2015.

Paardenbloem

Moerasvergeet-mij-niet

Brandnetels

Het moerasvergeet-mij-nietje zijn naam te danken heeftaan een verliefde ridder? Hij werd verliefd op de mooiedochter van een kasteelheer en bedacht een plan om haarliefde te veroveren. Door een smid liet hij zich een nieuwharnas aanmeten, waarmee hij indruk hoopte te maken opzijn geliefde. Zij aanvaardde zijn uitnodiging om een wan-deling door de tuin van het kasteel te maken. Hij verbaasdehaar door zijn grote kennis van de natuur. (voorloper vaneen IVN gids?) In zijn enthousiasme plukte hij schattigeblauwe bloempjes aan de waterkant. Daarbij boog hij te vervoorover, verloor zijn evenwicht en viel in het water met zijnharnas. Met een blauw boeketje in zijn hand, sprak hij zijnlaatste woorden: “Vergeet mij niet!” voor hij in het water vande rivier verdween. Tekst: Hermine Schut Beeld: Corlène van den Camp

6 IVN Oost-Veluwezoom Lente 2016 41e jaargang nr. 1

Boomstam gekapt in 2013

Boomstam gekapt in 1996

TERUGWINNEN VAN GRONDSTOFFEN In de natuur gaat niets verloren. Alles maakt deel uit vaneeuwige cycli. Een dier of plant die sterft dient weer alsvoeding voor andere dieren of planten. Net zolang totdatde grondstoffen in hun basisvorm vrijkomen als voedingvoor bijvoorbeeld nieuwe bomen.Dit proces wordt vaak verval genoemd, maar dat is een watnegatieve benadering ervan, die misschien vooral te wijtenis aan het feit dat we ons wat ongemakkelijk voelen bij allesdat met doodgaan of sterven te maken heeft. Het is veelbeter om dit proces het terugwinnen van grondstoffen tenoemen. Dit kan een geweldig boeiend proces zijn.

Wanneer een boom omvalt …komt er allerlei leven in actie. Om dat te laten zien hebbenwe in onze IVN tuin, in de buurt van de vijver, twee grotestammen liggen. Links een deel van een beuk, omgekaptin 1996. Daaraan is nog net te zien dat het over eenboomstam gaat, maar de natuur heeft al zoveel afgebrokendat het meer en meer op een composthoop gaat lijken. De rechter stam, deel van een zomereik die in 2013 gekaptis, laat zien hoe dat proces begint. Wanneer een boomomgezaagd of omgevallen is en een tijd ligt, beginnen alseerste zwammen (paddenstoelen) zich te voeden met watde boom hen kan leveren. Ze laten een web van fijneschimmeldraden – mycelium – de schors binnendringen envormen met het voedsel dat ze daar vinden de paddenstoe-len die we vaak op dood hout vinden, zoals elfenbanken,zwavelkopjes enz.Ook insecten zoals de boktorren zetten hun eieren af onderde schors. Zo gauw de larven uitkomen beginnen ze zichvol te vreten en zijn ze op hun beurt vaak weer voedsel voorspechten. Die hakken net zolang in het hout tot ze hun buithebben. Daarmee begint de stam geleidelijk aan ook quauiterlijk te veranderen. Zolang er nog voldoende vocht in de boomstam zit, kan hijzelfs nog een paar seizoenen uitlopen. Er komen nieuwetakjes uit de slapende ogen. Maar de boom heeft natuurlijkgeen wortelstelsel meer om die te onderhouden, zodat zijweer afsterven.

In natte periodes ontstaat rot in de stam. De schimmels diebruinrot veroorzaken en de cellulose van de houtcellenafbreken, versnellen het proces. De pulp die overblijft, houdthet vocht steeds langer en beter vast. Die pulp gaat onderinvloed van bacteriën verder composteren en dat is intussenheel goed te zien aan de linker stam.Het zal niet heel lang meer duren voor die helemaal in elkaarzakt en er geen vorm van een stam meer in te herkennenis. Intussen groeien op de plekken waar al vruchtbarecompost gevormd is nu allerlei planten, zoals de lijsterbes,die ontstaan is door een zaadje dat door een merel daaruitgepoept is.De compost wordt door dieren in de bodem, zoals regen-wormen en pissebedden, verder verwerkt tot het donkere,organische deel van zwarte aarde dat uiteindelijk de basisvormt van het voedsel voor planten. Deze processen ge-beuren ook op andere plaatsen in de IVN-tuin, zoals in decompostbakken en de takkenrillen. Tekst: Paul Jongejan Beeld: Jannie de Jong

WANDELPROGRAMMA IVN EERBEEK Meer info: www.inv.nl/eerbeek, mw S. Omlo (0313) 41 67 47 Zondag 13 maart 14:00 uur: Rondje Oeken vanaf vml. basisschool Voorsterweg in Oeken.Zondag 10 april 6:30 uur: Vroegevogelexcursie Leusveld, P Rhienderensestraat HallZondag 8 mei 13.30 uur: Fietsexcursie Brummen e.o., vanaf VSM-treinstation EerbeekDonderdag 19 mei 9:30 uur: 4-seizoenenwandeling deel 2, Voorstonden P Voorsterweg, t.o. Huis Voorstonden.Vrijdag 20 mei 21.30 uur: Vleermuizen Huis te Eerbeek, vanaf Grand Café De Korenmolen Eerbeek.

IVN Oost-Veluwezoom 7Lente 2016 41e jaargang nr. 1

afb 1: Oost Veluwezoom gedurende het Saalien

afb. 3: Oost-Veluwezoom aan het einde van het Weichselien

afb. 2: Dwarsdoorsnede IJsseldal tussen Rheden en Montferland

GEVORMD DOOR IJS, SNEEUW EN WIND Dit jaar heeft de redactie ‘Water’ als jaarthema gekozen.Vier keer laten we leden vertellen over een bepaald aspectvan water, zonder volledigheid na te streven. Deze keervertelt Joan de Vries over de vorming van het landschapdoor ijs, sneeuw en wind. Hij schilderde zelf de prachtigeaquarellen die zijn verhaal goed illustreren. Hier en daar zaldeze leerstof misschien een open deur zijn, maar het isnooit verkeerd om de ontstaansgeschiedenis nog eens opeen rij te zetten. De meeste geologische patronen zijngrootschalig en daardoor lastig te herkennen in het land-schap waar je doorheen wandelt, maar overzicht en kenniszijn van belang voor het begrip van ‘onze’ heuvels. IVN-ersmoeten immers heldere educatie kunnen geven.

8 IVN Oost-Veluwezoom Lente 2016 41e jaargang nr. 1

Dit wordt een verhaal met grote lijnen en enkele details.Joan begint. “Als uitgangspunt moet je je realiseren dat erdrie belangrijke geologische tijdperken zijn geweest die onsheuvellandschap hebben gekneed.Als eerste noem ik het Saalien [spreek uit: Sáaliën], dat isde voorlaatste ijstijd die geduurd heeft van 300.000 tot130.000 jaar geleden.Daarna volgde een interglaciaal, Eemien genoemd. Dit waseen warmere tussenperiode die duurde van 130.000 tot115.000 jaar geleden.De laatste ijstijd heet het Weichselien en duurde van115.000 tot 11.000 jaar geleden, dat is geologisch geziendus heel recent.” Joan voegt eraan toe dat we nu, in hetHoloceen, in een interglaciale periode zitten en dat die,ondanks de huidige opwarming van de aarde, weer opge-volgd zal worden door een nieuwe ijstijd. Joan legt uit: “In het Saalien bereikte het landijs Nederlandtot ongeveer de lijn tussen Haarlem en Groesbeek. Het ijsploegde zich in grote lobben over en door de ondergronden stuwde daarbij alles wat op zijn pad kwam opzij. Daar-door werden er aan weerskanten van de lobben heuvelsgevormd. Eén lob vormde de Gelderse Vallei en deUtrechtse Heuvelrug. De 300 meter dikke ijslob ten oostendaarvan drukte de Oost Veluwezoom op en maakte aan deandere zijde de heuvels van het Montferland tot aan hetReichswald: het huidige IJsseldal werd diep uitgeschaafd,maar van een ‘IJssel’ was nog geen sprake (Afbeelding 1).Dit dal werd later, in het Eemien, bedekt met rivierafzettin-gen van voorlopers van de Rijn en de Maas. Dat is deverklaring waarom we op de stuwwal van de Veluwezoomen in het huidige IJsseldal geen zwerfkeien uit Scandinaviëaan de oppervlakte vinden, maar wel ten noorden van deVeluwezoom.Joan tipt een aardig weetje: “Zwerfkeien liggen er wel in hetIJsseldal, maar op een diepte van 150 meter onder NAP.”Op afbeelding 2 heeft hij een educatieve, schematischeweergave (dus niet op schaal) getekend van het huidigebodemprofiel tussen Rheden en het Montferland. Merk opdat de huidige IJssel maar een minislootje van vier meterdiep is. Aan het einde van het Saalien begint het ijs te smelten, hetEemien is begonnen. “Het is voor het juiste begrip belang-rijk om te beseffen dat íjssmeltwater een andere invloed ophet landschap heeft gehad dan snééuwsmeltwater in hetlatere Weicheselien,” benadrukt Joan. “Het ijssmeltwatervan de gletchers stroomde vooral westwaarts af in heelbrede ondiepe dalen, onder andere ten noorden van deVeluwezoom en ten zuiden van Terlet bij Schaarsbergenrichting Koningsheide, valt dit patroon te herkennen. Dan volgt de laatste ijstijd, het Weichselien. Joan: “Toenbereikte het landijs Nederland niet. Maar het was wel kouden dus viel de meeste neerslag in de winterperiode in devorm van sneeuw. Véél sneeuw. Meer landijs, in deze pe-riode buiten Nederland gebleven, betekende dat deNoordzee droog viel.” Tijdens deze periode heerste er inNederland een toendraklimaat. Hevige westenwindenvoerden veel zand aan van de droge zeebodem. Dit zandwerd als dekzand afgezet op de Veluwe. In de luwere

stukken daalden de kleinste deeltjes neer: de löss, te vindenbij ondermeer Middachten en het Rozendaalse bos. De Rijn(en de Maas en de Schelde) werd gedwongen om naar hetwesten te stromen. Door het dal waar nu de Noordzee ligt,stroomde de Rijn naar het zuiden waar het huidige Nauwvan Calais ligt. Ook aan deze ijstijd kwam een einde. Na het Weichselienging de sneeuw en de ondergrond smelten. “De smeltendesneeuw (en natuurlijk ook wel wat ijs) zorgde voor de vor-ming van smalle diep uitgesleten V-vormige sneeuwsmelt-waterdalen. Die zijn te vinden aan de zuidkant van dedekzanden waarmee het typische landschap van de Velu-wezoom ontstond.”Op afbeelding 3 heeft Joan nauwkeurig alle sneeuwsmelt-water-‘kloven’ ingetekend. Ook ontstonden na het Weich-selien door het afstromen van het sneeuwsmeltwater, dehoge en dus veilige puinwaaiers waarop de dorpen Velp,Rheden en De Steeg werden gevestigd. Het ontstaan van de rivierenTijdens de warmere interglacialen (het Eemien en nu hetHoloceen) en vlak na de ijstijden (Saalien en Weichselien)ontstonden aan de randen van de ijslobben brede en on-diepe vlechtende rivierenstelsels. De ondergrond was na-melijk nog bevroren en begroeiing ontbrak. Ook lag hetdroge Noordzeebekken een stuk lager, waardoor het rivier-water snel afstroomde. In de loop van de warmere intergla-cialen werd door het stijgende water in de Noordzee en doorde toename van begroeiing de afvoer van de rivierstelselsvertraagd. Hierdoor gingen de rivieren zich meer insnijdenin het landschap. - In het Saalien werd het huidige IJsseldal uitgesleten door een ijslob. Er was nog geen sprake van een ‘IJssel’ of ‘Rijn’. Zie afbeelding 1.- Het water dat in westelijke richting liep aan het einde van de ijstijden was een vlechtende rivier door het gehele brede gebied waar de huidige Rijn, Waal, Lek en Maas lopen. Voor het Saalien liep de ‘Rijn’ naar het noorden; dat heeft men kunnen vaststellen door diepe boringen. Wat nu de Oude IJssel heet, was toen een zijrivier van die ‘Rijn’.- Na het Weichselien kreeg de huidige Rijn zijn huidige bedding naar het westen.- De bedding die ontstond tijdens het Eemien en in weste- lijke richting liep, is de geul waar nu de Maas loopt.- De huidige Gelderse IJssel ontstond pas na de Romeinse Tijd (ongeveer 300 tot 600 na Christus) of zelfs pas in de veertiende eeuw. WANDELTIPS- Vanaf de Posbank door het Herikhuizerveld naar de schaapskooi loop je door een sneeuwsmeltwaterdal. De dam halverwege de route werd in de achttiende eeuw door de mens gemaakt om te voorkomen dat bij zware regenval het dorp plotseling overstroomde.- Net buiten dit gebied: vanaf Schaarsbergen richting de Koningsheide. Geschikt voor een lange wandeling. Tekst: Barbara de JongTekeningen: Joan de Vries (bron: www.geopaden.nl)

IVN Oost-Veluwezoom 9Lente 2016 41e jaargang nr. 1

IVN ZOMERKAMP 2015 ... EEN BELEVING Wat een goed bewaard geheim! Nooit hadden we kunnenbedenken dat we zoveel plezier zouden beleven aan hetIVN zomerkamp 2015 bij de Nieuwkoopse plassen.

Bij toeval had ik erover gelezen en met man en vijfjarigekleinzoon erop ingetekend. We gingen naar Kampeerhoe-ve Koole in Noorden. We troffen er een 60tal mensen vanallerlei leeftijden aan. Met hen zouden we samen de natuurbeleven en leren over landschap, cultuurhistorie en natuur-beheer. De plaatselijke IVN afdeling stond garant voor in-teressante lezingen en boeiende excursies: een vogelex-cursie naar de Groene Jonker, een bezoek aan de lusthofde Haeck, bezichtiging van de heemtuin te Nieuwkoop,kanoën op de Nieuwkoopse plassen, een lezing overnachtdieren, nachtdieren vangen, bekijken van diersporen,enz.

Rollebollen in de wei

Samen werken aan natuurbeheer

Voor de kinderen was er een aangepast progamma, zonder- maar voor een deel ook met - de volwassenen. Wathebben we genoten van de jonkies. Wat is er leuker dande kleinen vol trots te zien vertellen over de door hen ge-vonden diersporen, om te horen hoe blij ze zijn met hunvogeldiploma en chocolade medaille die ze gewonnenhebben.De organisatie was vanzelfsprekend, het is duidelijk dat ereen jarenlange ervaring achter zit, Alles verliep heel naturel,heel aangenaam.Onze Amsterdamse kleinzoon genoot elk moment van hetlosgelaten zijn in de vrije natuur: van de dijk afrollen, rolle-bollen in de wei, spelen met de dieren, over het terreinzwermen met de kinderen , hangjongere spelen en ouder-wets kattenkwaad uithalen.De prettige sfeer onder de volwassen werkte aanstekelijkvoor de kinderen. Op de laatste avond hielden de kindereneen quiz met vragen als ‘Wat is geen vlinder: A eenroodje B een witje C een blauwtje D een groentje. Genereuslieten ze de allerkleinste winnen, hadden speciaal eenknuffel voor hem gekocht.

Ook bij het struiken uittrekken voor Natuurmonumentendeden de jonkies mee. Ze deden niet onder voor de vol-wassenen, en genoten van dit werk.Wij weten een ding zeker: dit is voor herhaling vatbaar, in2016 zijn we weer van de partij.

tekst en beeld: Agnes Legierse Enthousiast geworden, wil je meer weten, ga dan naar:https://www.ivn.nl/zomerweek

10 IVN Oost-Veluwezoom Lente 2016 41e jaargang nr. 1

MARIEKE GRIJZE AAN HET WOORD Leden vertellen aan leden. Dit keer laten we Marieke Grijze(44 jaar) aan het woord.Vanaf heden gaat zij voor Karwij pagina’s gericht op kinde-ren maken. Het leek ons, de redactie, namelijk een goedplan om kinderen tussen vier en twaalf warm te maken voornatuuractiviteiten. Tieners hebben vaak al hun interessesgevormd, dan ben je te laat. Dit is een goede aanleiding omnader kennis te maken met haar. Haar verhaal kan debetrokkenheid onder de leden bevorderen, want Mariekedeelt haar vaardigheden graag met de andere leden. En zedoet een oproep: “Grootouders, rukt uw kleinkinderen deiPad uit de handen, zet de tv uit, lees Karwij met ze en gaerop uit.” Marieke is een fantasierijke creatieveling met heel veelervaring in de omgang met jonge kinderen. Ze deed degidsencursus in 2013/ 14. “Ik werk nu bij een echte búíten--schoolse opvang; buiten dus, in weer en wind. Ik had tienjaar voor de klas gestaan, maar daar ben ik mee gestopt.Ik was al van plan bij IVN te gaan en mijn nieuwe werkgeververwacht ook van zijn medewerkers dat zij natuurkennishebben. Alles kwam mooi bij elkaar.” Natuureducatie is een belangrijk aspect bij deze bso. “Heteerste wat kinderen bij ons leren is brandnetel. Als eennieuweling zich prikt, dan komen anderen direct aanlopenmet hondsdraf of weegbree. Ze helpen elkaar.” Marieke zetvooral in op natuurbeleving. “Als we een wandeling gaanmaken, dan ‘wandelen’ we niet want dat is saai. We ‘gaanop ontdekking’ of we ‘zoeken een goede klimboom’. Ik laatze zelf de terugweg zoeken, dat maakt het spannend.”Spelenderwijs stopt ze wat kennis in het naschoolse ge-beuren. “We spelen bijvoorbeeld bloemenbingo. Ik plukenkele verschillende bloemen en de kinderen moeten dandezelfde zoeken. We zeggen niet ‘dat is een vogel’, het iseen meeuw, gans, eend of meerkoet, een mus of een merel.Ik leer ze verschillen te zien. Maar als een kind – ik heb degroep jongste kinderen – een adelaar meent te zien, dan isdat ook goed. Kleuters weten immers ‘alles’ en dan laat ikhet zo.” Wat Marieke ook belangrijk vindt is dat de kinderen kleinebeestjes niet eng of vies vinden. “Zet eens een slak op jehand, vang een pissebed of een regenworm. Ik help zegraag over drempels heen, ik leid ze ‘uit het bekende’ naarwat daarbuiten ligt. Als je iets nieuws echt leert kennen, danwordt het een vriend van je en ga je er zuiniger mee om.”Marieke is ‘bevlogen maar wel reëel’. “Ik druk het leren nietdoor. Als ze willen spelen, dan gaat spelen voor. Maar danzeg ik wel weer ‘bij de berk is de buut’, dat pakken ze danweer mee.” Marieke zegt er meteen bij dat zij zelf ook niet‘alles’ weet. “We vonden een heel dikke regenworm. ‘Heefthij ogen?’ vroeg ik de kinderen. Dan gaan zelfs die kleintjesserieus met elkaar in discussie. En vragen vervolgens ‘hetantwoord’ aan mij. Maar dan zeg ik gewoon dat ik het nietweet.” Ze leert er zelf steeds iets bij door dit werk. “Wat ikniet weet, zoek ik thuis op. Of ik zet een foto op internet.Geheid dat ik reactie krijg.” Soms moet ze wel lachen omde ernst onder sommige volwassen IVN-ers. ‘Gaan ze zó

serieus in discussie welk soort beuk het is. Ik zeg dan: ‘-mensen, het is gewoon een mooie boom!’. Breng er eenbeetje humor in.” Bij slecht weer worden er hutten gebouwd en vuurtjes ge-stookt. Soms wordt er een zeiltje gespannen. “Dan gaanwe knutselen. In kleine stokjes boor ik een gaatje en makenwe kettingen. Of ik teken wat in het zand, dan gaan zespontaan meedoen. Slecht weer bestaat trouwens niet, oponweer na. We letten op dat de kinderen goed gekleed zijn.Ze hebben laarzen en een regenpak bij zich, skibroeken eneen thermo’tje eronder. We brengen ze bij dat ze er trotsop mogen zijn dat ze ook bij regen en kou buiten zijn ge-weest.” Door alle voorbeelden proef je dat Marieke gemakkelijkallerlei leuke spelletjes en leerzame vragen kan bedenken.“Ik ben wel creatief en fantasierijk, ja. En ik houd vaneducatie. Ik ben tenslotte juf, maar ik heb ook de kunstaca-demie gedaan. Dat heeft mij gevormd tot wie ik ben. Ikgeniet van alle bijzonderheden en probeer de kinderenverwondering over alles om zich heen bij te brengen. Ikhoud van mijn werk: lekker buiten zijn met kinderen. Ik zegwel eens dat dit werk ‘professioneel buiten spelen’ is.”Marieke deelt graag haar ervaring met de vereniging. ”Ikhoop dat de leden me weten te vinden. Mail of bel me.” Dusmensen: maak gebruik van haar kwaliteiten! Barbara de Jong

IVN Oost-Veluwezoom 11Lente 2016 41e jaargang nr. 1

BRAAKBALLEN Alle roofvogels spugen braakballen uit. Het meest bekendzijn uilenballen, maar wist je dat reigers, meeuwen, kraai-achtigen en zelfs ijsvogels braakballen spugen? De braak-ballen van een reiger zijn soms zo groot als een tennisbalen meestal zwart door de haren van de mollen die de reigerveel eet. In de braakbal van een ijsvogel vind je alleenvisgraatjes, want dat is het menu van dit vogeltje. UilenballenUilen eten hun prooi vaak in zijn geheel op. De stukjes dieonverteerbaar zijn, blijven in hun maag achter en wordenna een poosje weer uitgebraakt: de braakbal.Als je een braakbal uit elkaar peutert, kun je er preciesachter komen wat uilen eten. Je vindt dan bijvoorbeeld eenschedeltje en haren van een muis of het schild van eenkever.

Wat heb je nodig?Je hebt nodig: braakballen, pincet, satéprikkers, vergroot-glas.Een oude tandenborstel of kwastje om de botjes schoon teborstelen, is ook handig. En leg even een vel papier ofplacemat op tafel. Scheelt opruimen en schoonmakenachteraf! Niet vies….als je het goed doetAls je de gevonden braakballen in een oven 10 minutenverhit tot 90°C. gaan alle bacteriën dood. Ook het eitje vande vossenlintworm, dat in de muis kan zitten die door de uilgegeten is. Je kunt de braakbal nu rustig met blote handenvastpakken. Toch altijd na het pluizen je handen wassen! Het uitpluizenPluis de braakbal voorzichtig uit met behulp van een saté-prikker of pincet en je vingers. Doe dit heel voorzichtig wantde botjes zijn breekbaar!Met een zoekkaart (zoek op internet) kun je erachter pro-beren te komen om welke muis het gaat. Gebruik eventueelhet vergrootglas om goed te kunnen kijken.

Met dank aan de kinderen van BSO Struin, Nijmegen. Foto's: Marieke Grijze

12 IVN Oost-Veluwezoom Lente 2016 41e jaargang nr. 1

In Nederland leven zes soorten uilen.· De kerkuil, leeft in schuren.· Oehoe, zeldzaam· Velduil, ook overdag te zien· Bosuil, in het bos komt het meest voor.· Ransuil, opvallende veren op de kop, die op oortjes lijken.· Steenuil, kleinste uiltje. Marieke Grijze

Tip: Er zitten ook allerlei andere botjes in de braakbal. Naafloop kun je de botjes en kaakjes op een zwart vel papierplakken met wat lijm. Zo kun je ze bewaren. NatuurproductBraakballen vind je op plekken waar uilen zitten. Ze komendus recht uit de natuur en de natuur is onvoorspelbaar. Water in een braakbal zit, is dus altijd weer een verrassing. Pluizen van braakballen is nuttig.Onderzoekers pluizen ook braakballen uit omdat ze er eenhoop van te weten kunnen komen. Zo komen ze erachter:· Wat een uil op het menu had. Je kunt de muizensoor-ten bepalen door naar het gebit van de muizen te kijken.· Welke soorten muizen in een bepaalde omgevingvoorkomen.· Of er veranderingen zijn in de verspreiding van be-paalde muizensoorten.· Hoe ze bedreigde uilensoorten het beste kunnenhelpen: als je weet welke muizensoorten ze lekker vinden,kun je daar rekening mee houden. En een gebied zo ver-anderen en inrichten dat juist die muizen er gaan leven.· Hoe ze bedreigde muizensoorten het beste kunnenhelpen: weten waar ze wel voorkomen en waar niet meer.En actie ondernemen als dat nodig is.· Welke (nieuwe) soorten muizen in een gebied zitten:soms komen ze daar via een braakbal pas achter.

Internetzoek op braakballen, uilen, muizenbotjes zoekkaartFilmpjes over uilen en braakballen: schooltv.nl Lesbrief met zoekkaart: uurnatuur.nl/doc/braakballen-pluizen (van NME Achtkarspelen)zoekkaart braakbal pluizen: veldwerkwinkel.nlmet leuke kinderpagina: katoelenkiekers.nluilen en muizen zoekkaart: zoogdiervereniging.nl Wist je dat ...?Wist je dat merels en lijsters ook wel eens een braakbaluitspugen? Daar zitten dan kleine takjes en grassprietjesin. Als de vogels jongen hebben moeten ze zelf snel tus-sendoor eten. Ze maken dan de wormen en slakken nietgoed schoon en eten ook de grasjes op die aan de prooiblijven plakken. Later in het jaar zijn de jongen groot enhebben ze meer tijd om hun voedsel beter schoon te maken.

Oehoe Foto: Corlène van den Camp

Ransuil Foto: Corlène van den Camp

Kerkuil Foto: Corlène van den Camp

IVN Oost-Veluwezoom 13Lente 2016 41e jaargang nr. 1

KARWIJ, EEN KARWEI DAT AL 40 JAAR VOORT DUURT Het karwijzaad werd geplant in 1976 door de toenmalige redactie, actieve leden die ik inmiddels niet meer aantref in onsledenbestand:

Karin Otermann, die al een stuk langer meeloopt in onze vereniging, wist Dhr. D.J. Radstake nog te vinden bij KNNVArnhem, zie onderstaande reactie:

Niet elk redactielid voelde zich even lang geroepen om het eigen geesteskind te blijven voeden. Gelukkig werden ersteeds weer nieuwe mensen bereid gevonden om hun energie te steken in de voortgang. Het redactielid met de kortstestatus van dienst hield het, naar voor mij onbekende reden, na een blad voor gezien. Anderen waren veel langer van departij. Leen Pols versterkte de redactie 25 jaar. Jannie de Jong zat dik 13 jaar in de redactie om daarna terug te kerenals vaste 'correspondent' voor de tuin. Chris van der Wilde, 11 jaar redactielid, liet afgelopen Karwij nog eens van zichhoren. Blijkbaar is meewerken, schrijven, toch een passie voor mensen. Wellicht ook voor jou? Zoals altijd zijn redactie-leden ook nu zeer welkom.. Er werd gestart met 6 uitgaven per jaar. Een jaar uitgezonderd hield de redactie dit vol tot 2006. Daarna werden het er5, om nu te komen tot een per seizoen. (Daarmee lees je nu het 225e blad KARWIJ.) Als huidig redactielid, druk met 4edities per jaar, neem ik mijn petje dan ook af voor de mensen van het eerste uur. Vooral als ik denk aan de hulpmidde-len die hen toen ter beschikking stonden. Het echte handwerkMisschien kennen enkele van ons dit nog: typen op een dun stencilvel, foutjes wegpoetsen met correctielak om danopnieuw te typen. Met een pennetje een tekening maken, hopende dat het vel niet scheurt. Vervolgens voorzichtig hetdun vel op de stencilmachine leggen, ook dan ligt het gevaar op de loer dat het mis gaat. Daarna dan 'beïnkten' entenslotte begint het afdraaien, handmatig of via een druk op de knop.Daarmee was de klus echter niet geklaard. Het rapen en nieten kon beginnen. Else Wannee kan zich dit waarschijnlijknog zeer goed herinneren, aangezien dit hele afdrukproces jarenlang bij haar op de slaapkamer plaats vond. Tenslottewerden vele Karwij's met de fiets rondgebracht. In het A4-tje werd aan de linker zijkant geniet, echter, er vielen onder onze leden gewonden omdat de nietjes soms noguitstaken. In een volgend stadium konden zij zich verheugen over een blad op A3-formaat, dat in de middenvouw genietkon worden. Voor de redactie betekende dit echter dat een blad moest bestaan uit een veelvoud van vier.

14 IVN Oost-Veluwezoom Lente 2016 41e jaargang nr. 1

Het digitale tijdperkIn later jaren volgde de computer, kon de redactie drukopdrachten geven en digitaal tekeningen en foto's toevoegen aande tekst. Echter het adresseren van de diverse edities bleef nog tot 2013 handwerk. Waren er vroeger vaste voorkanten,omdat eenmalig een grote oplage duidelijk goedkoper was, met de huidige techniek is dit verleden tijd.

IVN Oost-Veluwezoom 15Lente 2016 41e jaargang nr. 1

De inhoudStartte men met 8 pagina's, het werden er al snel 14, soms 24 en gemiddeld lagen er door de jaren heen 20 pagina's opje deurmat. Daarbij zijn er zaken tijdsgebonden geweest en ook items die nog steeds in het blad voorkomen. Verslagenvan ledenvergaderingen of mededelingen, kunnen nu via de mail gemakkelijk verspreid worden en vullen dus het bladniet meer. Werd er ooit enthousiast verslag gedaan van een reeds gemaakte wandeling, de huidige redactie blikt vooruit.Maar het blad is nog steeds een platform voor actuele zaken, ontwikkelingen in ons gebied en de diverse landgoederen.Ook passeren nog regelmatig wetenswaardigheden over flora en fauna de revue. Terugbladerend door de vele edities is het leuk dat soms mensen van nu al heel lang mee blijken te draaien, ook toenal actief waren binnen het IVN.Ook kun je terugkijkend kennis nemen van werkzaamheden uit een vroegere periode (1976). Wellicht activiteiten die ooknu niet zouden misstaan.

Nieuwsgierig geworden? Kijk dan zelf eens terug in ons rijke archief dat momenteel voor leden digitaal beschikbaar is.Leden, geïntervieuwd tijdens de voorjaarsvergadering over ons blad, geven hun mening op pagina 18 en 19. Namens de redactie, Corlène van den Camp

16 IVN Oost-Veluwezoom Lente 2016 41e jaargang nr. 1

OFFICIËLE OPENING BROEDPLAATS BEEKHUIZEN

Op 15 december, een mooie, zachte decembermiddag,kwamen er allerlei meer of minder officiële mensen de af-sluiting vieren van de bouw van Broedplaats Beekhuizen.Dat is de naam van het voormalige zwembad waar alweerruim tien jaar geleden een groep idealisten(huurders enkrakers) besloot de plek geschikt te maken voor amfibieën.De wethouder, de gedeputeerde, de bouwer, de Stichtings-bestuurder en de bewoners zwaaiden elkaar lof toe. Enterecht. Ondanks de crisis, en ondanks vele tegenslagen,is hier een voorbeeld van duurzaam, gemeenschappelijkwonen/natuurbeheer gerealiseerd dat er zijn mag. Ook voorons als IVN'ers was, is en wordt het een plek waar we graagpubliek zullen rondleiden.Hier komen duurzaamheid en verantwoord natuurbeheersamen met sociale woningbouw.En het is niet eens helemaal klaar. In de loop van 2016 zalnog een pad worden aangelegd aan de benedenzijde, datdoorloopt in noordoostelijke richting het bos in. Waar danook een mooie uitkijktoren staat. Ook zal het voormaligketelhuis worden opgeknapt en ingericht als educatieveruimte. Als er tenminste een oplossing wordt gevonden voorde vleermuizen die in het buizenstelsel zijn gaan wonen.Die ruimte is misschien wel geschikt voor schoolklassen,

of voor aangevraagde wandelingen? Als theehuis? Alsgalerie? De toekomst is nog onduidelijk, dus is er ook nogveel mogelijk. Ook nu al – en tijdens de verbouwing – zijnwe met enthousiaste schoolklassen op het terrein geweestvoor onze opdrachtenroute. Naast vleermuizen, hazel-worm, ringslangen, kikkers en salamanders, woont er in-middels ook weer de ijsvogel.De huizen zijn nagenoeg klimaatneutraal met een warmte-wisselsysteem, met wanden van strobalen en leemstuc,met zonnepanelen en natuurlijke materialen.Voor een kapitaalkrachtige liefhebber is er nog de moge-lijkheid de resterende bebouwing te kopen, te slopen of omte bouwen tot (duurzame) villa of 2-onder-1 kap. Bij dehuidige zes woningen is alle bestaande materiaal zoveelmogelijk hergebruikt, en de toekomstige bewoners hebbenhard meegewerkt. Zij hebben zich bovendien verplicht tot8 uur natuurbeheer in de week, om het terrein geschikt tehouden voor de vele rode-lijst soorten èn voor het publiek.Zo zie je maar: nieuwe ontwikkelingen aan de rand van hetbos kúnnen ook heel fraai uitpakken. Toch een reden voortrots op de velen die daaraan hebben bijgedragen. Tekst en beeld: Hanneke van der Kroft

IVN Oost-Veluwezoom 17Lente 2016 41e jaargang nr. 1

18 IVN Oost-Veluwezoom Lente 2016 41e jaargang nr. 1

IVN Oost-Veluwezoom 19Lente 2016 41e jaargang nr. 1

WEIDEVOGELS ZOEKEN RIJKE WEIDE Weidevogels, wat zijn dat? Leven in onze uiterwaarden ookde grutto en de kievit, weidevogels die momenteel in debelangstelling staan? Hoe is het gesteld met hun leefom-geving, hun habitat? Weidevogels, wat zijn dat?Het zijn de vogelsoorten die in uitgestrekte graslandenbroeden, op de grond. Het kunnen zangvogels zijn ofwadvogels (die leven op de grens tussen water en land).Vogels die in meer of mindere mate zijn aangewezen opeen door de mens gevormd landschap, waarin zich een rijkbodemleven bevindt en dus voedsel. Een bodem met eenhoge grondwaterstand en voldoende neerslag, waardoordeze ook in de zomer niet te droog is. We spreken dan vande zogenaamde cultuurvolgers, die van nature graag levenin open gebieden, nu kiezen voor gebieden die door men-selijke activiteiten zo geworden zijn. Veel weidevogels zijntrekvogels die in de winter naar het zuiden gaan.Alle grotere weidevogels zijn zogenaamde 'nestvlieders'.Zodra de jongen uit het ei zijn gekropen verlaten ze binneneen dag het nest en moeten zelf hun kostje bijeen scharre-len. Uitzondering is de scholekster. Om te zorgen dat allejongen tegelijk het nest verlaten zal het vrouwtje pas gaanbroeden als ze alle eieren (meestal 4) heeft gelegd.

Kievit Foto: Sandra Omlo

Primair of secundairMen onderscheidt primaire en secundaire weidevogels. Deeerste categorie broedt hoofdzakelijk op grasland, detweede doet dat in mindere mate, zoekt ook andere land-schappen. Daarbij kunnen door verandering in gedrag en/of omstandigheden verschuivingen plaats vinden in beidegroepen.Tot de primaire weidevogels rekent men steltlopers, kievit,scholekster, grutto, tureluur, wulp en de zeer zeldzamekemphaan en watersnip. Ook eenden als de zomertaling,kuifeend broeden vooral op graslanden en de veldleeuwe-rik, graspieper en gele kwikstaart voelen zich er eveneensprima thuis.Veel voorkomende secundaire weidevogels zijn meerkoeten wilde eend. Daarnaast is er ook nog de fazant, slobeend,krakeend, bergeend. Zeldzamer zijn de wintertaling, bont-bekplevier, kleine plevier, kluut, visdief, kokmeeuw, water-hoen, patrijs, kwartel, kwartelkoning, paapje en grauwegors. Twee weidevogels zullen hier uitgebreider aan bod komen.De grutto, november 2015 in het programma Vroege Vogelsverkozen tot onze nationale vogel. De kievit, dankzij SovonVogelonderzoek Nederland de vogel van het jaar 2016.Vogels die beiden kunnen gedijen bij een gemiddeld exten-sief beheer.

20 IVN Oost-Veluwezoom Lente 2016 41e jaargang nr. 1

Kieviten en grutto's werken in groepsverband. Zo kunnenze hun eieren en jongen beschermen. Samen verjagen zekraaien, meeuwen, reigers en roofvogels. Bij gevaar hoorje fel alarmerende kreten. De tureluur nestelt dan ook graagin de buurt van deze weidevogels. Samen met de gruttokun je hem wel vinden als uitkijkpost op een paaltje. Maarer zijn meer predatoren. Ook voor de vos, hermelijn, marter,egel en bunzing is een ei of kuiken niet te versmaden. Naastintensieve landbouw (waarover later meer) was er tot verin de twintigste eeuw in Nederland ook nog het geaccep-teerd gebruik: het rapen van het eerste kievitsei. Daarvooris nu (Flora en Faunawet) een vergunning nodig. De grutto, limosa limosa Weliswaar omgekeerd, roept degrutto zijn eigen naam: to-gruut, to-gruut. Voor deze stelt-loper met zijn lange poten is Nederland het belangrijkstebroedgebied. Eind februari komen ze uit West-Afrika,kunnen in drie dagen non-stop vliegen en meer dan 5000kilometer afleggen. Daarbij halen ze gemiddeld 70 km peruur. In juli zijn de meeste al weer vertrokken. Komendeperiode zouden ze dus te horen en te zien moeten zijn inonze uiterwaarden en niet alleen in reservaten van Natuur-monumenten. Gerapporteerde waarnemingen in ons ge-bied in het afgelopen jaar (2015) zijn op een hand te tellen.Het is te hopen dat 'subsidie en inspanningen van ProvincieGelderland, Stichting Landschapsbeheer Gelderland,agrarische natuurverenigingen en vrijwilligers' ook in onzeuiterwaarden hun vruchten afwerpen, want de grutto ismeestal trouw aan zijn geboorteplaats.

Scholeksters Foto: Corlène van den Camp

Grutto Foto: Sandra Omlo

Sinds begin 1900 is het aantal broedparen ongeveer ge-halveerd en de grutto staat inmiddels op de rode lijst. Naasteerder beschreven oorzaken speelt ook mee dat de vogelstijdens hun overwintering en trektocht minder voedsel vin-den, aangezien er minder rijst achter blijft op het land inAfrika, Portugal en Spanje. De kleine groep grutto's die inIJsland leeft, overwintert in ons land.Het vrouwtje, dat na twee jaar geslachtsrijp is, legt meestal4 eieren in een nest bestaande uit grashalmen en stengels.liggend in een ondiep kuiltje tussen hoog gras. Het kuiken

IVN Oost-Veluwezoom 21Lente 2016 41e jaargang nr. 1

verlaat meteen het nest, maar blijft het hoge gras nodighebben als beschutting. Wormen, insecten en larven vaninsecten zoals emelten, staan hier bovenaan op de menu-lijst. Hij waadt graag door ondiep water, vochtige weiden.De mannetjes, in de zomer herkenbaar aan hun oranjebrui-ne kop, nek en borst, zijn tegenwoordig bleker. Of dit komtdoor natuurlijke selectie omdat het hun broedsucces ver-groot, is nog de vraag? Vliegt de grutto, dan vallen de wittestrepen boven en onder de vleugels op. De grutto wordtgemiddeld 10 tot 15 jaar oud, al bleek ooit een geringdevogel 29 jaar, 9 maanden en 8 dagen geleefd te hebben. De kievit, vanellus vanellusOok deze vogel met zijn typische zwarte kuif, heeft hetmoeilijk. De aantallen nemen jaarlijks met circa vijf procentaf. In onze uiterwaarden is in 2015 slechts een handjevolgerapporteerd. Ook deze vogel roept zijn eigen naam,echter hun 'kie-woeiet' is nog maar sporadisch te horen.We zien ze nog zelden buitelen over het weiland. Daaromwil SOVON in 2016 het broedsucces van deze vogel in kaartbrengen. Zo wil men wellicht komen tot helpende maatre-gelen om het tij te keren. Toch heeft de kievit zich beter aankunnen passen aan de veranderde omstandigheden danveel andere weidevogels. Naast akkers en weiden broedtde kievit nu ook op andere open terreinen.De kievit broedt hier en trekt in het najaar richting zuiden.Sommige zijn hier wintergast en broeden in het noorden.Daarbij volgen ze de vorstgrens, blijven liefst zo dicht mo-gelijk bij hun broedgebied, waarmee ze natuurlijk wel hetrisico van bevriezen lopen.In weilanden maakt het mannetje enkele onopvallendekuiltjes. Het vrouwtje kiest voor de vier eieren 'haar'broednest. Beiden broeden en beiden zorgen voor dejonkies. Zoals al eerder vermeld worden jongen verdedigd.Woedend wordt de achtervolging ingezet. Heeft dit geen

succes dan kan deze uitstekende toneelspeler de rover vanhet nest weglokken door een gebroken vleugel te simuleren. De leefomgeving, habitatWeilanden, ze bestaan nog, maar zijn wel veranderd.Doordat het melkquotum is afgeschaft, mag er meer melkgeproduceerd worden (meer dan momenteel verwerkt kanworden). Als gevolg daarvan spreekt VogelbeschermingNederland over een 'koeienexplosie'. Koeien moeten, willenze veel melk produceren, kort eiwitrijk gras eten. Nu al zijndankzij de intensieve melkveehouderij bloemrijke weidessteeds zeldzamer geworden.Daar waar de habitat verandert heeft dit invloed op de be-woners ervan. Weidevogels verliezen hun broedgebied,want om te broeden hebben ze langer gras nodig, watonkruid, wat bloemen en ongelijk terrein. Ook een hogeregrondwaterstand is nodig voor een zachte bodem, waarvogels met hun snavels makkelijk naar insecten kunnenzoeken. Dan kunnen ze nestelen, hun kuikens beschermentegen predatoren en vinden ze voldoende insecten om hunjongen te voeden. Momenteel zijn de weidevogels metzeker 60% afgenomen. Weidebeheer is hier mede debetaan. Naar natuurgebieden met toenemende verzuring enverruiging met pitrus, riet en boomopslag kunnen weidevo-gels niet uitwijken. De verstedelijking van Nederland be-perkt hun gebied verder.Als een vijfde van het grasland weer bloemrijk wordt, eendoelstelling van Vogelbescherming Nederland, dan kanvolgens hun het tij gekeerd worden. Bijen en vlinders zullener graag van mee profiteren, evenals de mens. De koeienzullen ruwer voer eten omdat ze kruiden en dik gras eten.Daardoor zal er minder melk zijn, echter de mest zal ookdroger zijn waardoor de bodemstructuur verandert, verbe-terd. In sommige gebieden kan de boer ter compensatievan zijn inkomstenderving subsidie aanvragen. MaaibeleidNaarmate de akkers droger zijn geworden, onder anderedoor het verlagen van de grondwaterstand, kunnen boereneerder in het voorjaar maaien. Gelukkig zijn er momenteelal landbouwers die oog hebben voor de weidevogels. Dieook in hun maaibeleid rekening houden met de dieren. Doorlater in het seizoen te maaien krijgen de kuikens kans omgroot te worden, de kruiden om hun zaden te verspreiden.Door nesten te markeren met paaltjes kan de boer tijdenswerkzaamheden broedplekken vermijden. Nadat de kui-kens zijn uitgekomen is dit echter een nog arbeidsintensie-ver verhaal. Ook is het de vraag of de paaltjes kunnenfungeren als richtingwijzers voor roofvogels en vossen.Een andere succesvolle maatregel zijn de vluchtheuvels.Stroken lang gras van enkele meters breed waar de vogelszich bij gevaar in terug kunnen trekken.De nieuwste tactiek is het mozaïekbeheer, waarbij depercelen niet ineens, maar in fasen gemaaid worden. Danzijn er ook in mei en juni nog stukken lang gras die dekuikens bescherming bieden. Want wees nou eerlijk, je wiltdeze vogels toch niet alleen tegenkomen in speciale vogel-reservaten, maar ook horen en zien wanneer je dwaalt dooronze uiterwaarden. Corlène van den Camp

Bloermrijke berm Foto: Corlène van den Camp

22 IVN Oost-Veluwezoom Lente 2016 41e jaargang nr. 1

Computers op maat

OnderhoudNetwerkenReparatieSupplies

Emmastraat 29 • 6881 SN Velp • (026) 3640641Internet: www.ictvisie.eu

IVN Oost-Veluwezoom 23Lente 2016 41e jaargang nr. 1

www.editoo.nl

Indien onbestelbaar: Lindewal 1, 6981 AB Doesburg

Oost-VeluwezoomWANDELPROGRAMMAVoorwandelen

Hierbij zijn ook niet-gidsende IVN-leden welkom.Maandagmorgen: altijd vrijdagmorgen ervoor, om 9.00 uur.Zondag: doorgaans zaterdag voorafgaande om 9.00 uur.Andere wandelingen: voorwandelen varieert.Wil je zeker zijn van de tijd, bel of mail de eerste gids. Maandag 7 maart, 09.30 uurKuren tussen schadden en sprengenStart: Priesnitzhoeve, Priesnitzlaan 23, Laag SoerenEerste gids: Corlène van den Camp Zondag 20 maart, 13.00 uurVoorjaargevoel in de Middachter bosschenStart: P De Lappendeken, Diepe-steeg/Beekhuizenseweg,De SteegEerste gids: Mieke de Graaff Maandag 4 april, 09.30 uurHistorie van het Herikhuizerveld van laag naar hoogStart: hoek Arnhemsestraatweg/Valkenbergerweg, RhedenEerste gids: Rob Timmerman Zondag 17 april, 14.00 uurStinzenplanten op MiddachtenStart: P Kasteel Middachten, De SteegEerste gids: Rob Timmerman Maandag 2 mei, 09.30 uurHavikerwaard uitbundig bloeiendStart: P Kasteel Middachten, De SteegEerste gids: Hermine Schuit Zondag 15 mei, 14.00 uurDe bloemenpracht van LarensteinStart: P Hogeschool Van Hall/Larenstein, Larensteinselaan26A, VelpEerste gids: Erik van Dijk Zondag 22 mei, 9.30 uur Oost-Veluwezoom'Kiek' mei. Een fotowandeling.Beperkt aantal deelnemers.Opgave via website of telefonisch.

Maandag 6 juni, 09.30 uurLarenstein belevenStart: P Hogeschool Van Hall/Larenstein, Larensteinselaan26A, VelpEerste gids: Corlène van den Camp / Marleen Houben BIJSPIJKEREN (kijk ook op pagina 5)Dinsdag 5 april 19.00 uur: excursie P Kasteel Rozendaal: werkzaamheden op en rondom de KoningsbergMaandag 30 mei 19.00 uur : Empese en Tondense heide:resultaat van maatregelen in 2012 en 2013 om verdrogingtegen te gaan.Donderdag 29 september 19.30 uur: lezing door MatthijsVos en Arthur de Bruin van Blikonderwater in de Klaproos.

Wandelingen aanvragen Erik van Dijk 026-379355606-81254430 [email protected] [email protected] IVN-tuin Gerrit de Jong 06 36593816,[email protected] WANDELPROGRAMMA IVN EERBEEKMeer info: www.inv.nl/eerbeek, mw S. Omlo (0313) 41 67 47 PROGRAMMA KNNV ARNHEMZie agenda op www.knnv.nl/arnhem

Indien onbestelbaar: Lindewal 1, 6981 AB Doesburg

Oost-VeluwezoomPROGRAMMA