IVN Oost-Veluwezoom Lente 2015 40e jaargang nr. 1

20
KARWIJ IVN Oost-Veluwezoom Rob: leven met en van de natuur Tuinhuis: nieuw - oud Muizenissen Opmaat naar de lente Beheer, het publiek en de wet Joris aan het woord Lente 2015 40e jaargang nr. 1

Transcript of IVN Oost-Veluwezoom Lente 2015 40e jaargang nr. 1

Page 1: IVN Oost-Veluwezoom Lente 2015 40e jaargang nr. 1

KARWIJIVN Oost-Veluwezoom

Rob: leven met en vande natuur

Tuinhuis: nieuw - oud Muizenissen

Opmaat naar de lente

Beheer, het publiek

en de wet

Joris aan het woord

Lente 2015 40e jaargang nr. 1

Page 2: IVN Oost-Veluwezoom Lente 2015 40e jaargang nr. 1

ONZE TIJD IS GEKOMENSoms moet je er vroeg bij zijn. Kijk bijvoorbeeld naarspeenkruid, bosanemoon en wilde boshyacint oftewel 'BlueBells'. Samen veranderen deze lenteboden de sfeer vanhet bos. Na de donkere dagen van de voorbije winter gevenze licht en kleur aan de omgeving.Zij grijpen hun kans, op het moment dat het lover nog nietvolop aanwezig is. Juist dan kunnen ze zich openstellenvoor de zonnestralen die de bodem bereiken. Zodra het bosdadelijk weer volop in blad staat, is hun kans verkeken.De mossen profiteren eveneens van deze periode. Doordathet vaak vochtig is, zijn ze flink in omvang toegenomen. Desporen kunnen zich in het licht goed ontwikkelen. Belangrijk,want deze zijn nodig voor de voortplanting.

Daarnaast zijn de vogels weer in aantocht, zoekend naarhun stekkie om te broeden. De eerste ooievaars zijn al weergespot. Wellicht exemplaren die in Nederland gebleven zijn.Zij strijken vaak neer op het nest dat zij vorig jaar verlieten.Makkelijk, want het is al klaar voor gebruik. Echter, allevastgeklonken nestmateriaal zorgt, dat bij een zware re-genval, water in het nest blijft staan. Vorig jaar zijn zo velejonge ooievaars verdronken. Daarom is in zo'n nest eenvoorjaarsschoonmaak (hetgeen mensen doen) geenslechte zaak. Want wie wil nou niet even stil staan bij zo'njong dier, dat aarzelend zijn vleugels uitslaat. Wat mij betreft is het tijd. Laat het lenteweer maar komen,kunnen we samen weer genieten van al dat moois. Tekst en beeld: Corlène van den Camp

COLOFON Verschijnt 4 x per jaar: 1 maart, 1 juni, 15 september en 15december. Oplage 330 ex..Overname artikelen na toestemming, met bronvermelding.Artikelen in Karwij weerspiegelen niet altijd de mening vande redactie en IVN Oost-Veluwezoom.

Redactie KarwijCorlène van den Camp, Karin Otermann, Barbara de Jong. Leden- en donateursadministratieLidmaatschap min. € 15,- per jaar, donatie min. € 10,- perjaar.IBAN [email protected], 0313-484724t.a.v. de penningmeester Gerrie van Vorselen, Lindewal 1,6981 AB Doesburg.Opzeggen: schriftelijk vóór 1 december Bestuurvoorzitter - Gerrit Lammerssecretaris - Karin Otermannpenningmeester - Gerrie van Vorselenlid - Gerrit de Jong

Secretariaat [email protected] t.a.v. de secretaris,J. v. Arnhemstraat 23, 6891 BB Rozendaal

2 IVN Oost-Veluwezoom Lente 2015 40e jaargang nr. 1

Page 3: IVN Oost-Veluwezoom Lente 2015 40e jaargang nr. 1

4

Van de voorzitter

5

IVN-uitsraling kan werkenderweggroeien

6

Bijspijkeren

8

Muizenissen

9

Joris aan het woord

10

Leven met en van de natuur

12

In memoriam Fried

13 16

Opmaat naar de lente Beheer, het publiek en de wet

VAN DE REDACTIE Heel even leek het echt winter. Het stelde echter niet zoheel veel voor. Sneeuw en vrieskou vergezelden onsslechts enkele dagen. De vraag rijst dan wederom: betekentdit opnieuw dat plantenknoppen vroeger uitbotten?Zo eenvoudig ligt dat niet. Het tijdstip waarop knoppenuitlopen wordt niet alleen bepaald door de temperatuur,maar vooral ook door de hoeveelheid daglicht. Daarnaastspeelt goed voorwerk uiteraard een cruciale rol, zijn deknoppen al lang helemaal klaar voor de lente. Ook voor de redactie is goed voorwerk essentieel. Dusliggen al vroegtijdig plannen klaar voor weer een nieuweeditie. Echter, soms loopt het anders, kost het wat extramoeite. Karin Otermann, een actief redactielid, brak halver-wege januari haar arm. De artikelen die zij voor deze Karwijzou schrijven leken daardoor in het water te vallen. Geluk-kig kon ons nieuwe redactielied, Barbara de Jong, eenaantal artikelen van haar overnemen, zodat ook deze keerhet blad weer tijdig bij je op de deurmat ligt. Een nieuwe start maakt ook onze INV-tuin, door het nieuwetuinhuis in gebruik te nemen, het oude af te breken. Hetheeft even geduurd, maar was het wachten meer danwaard. Hierover kun je lezen in dit blad.

Voor je ligt de lente editie. Lente associeer ik vaak met eennieuw begin, frisse ideeën. Ook dit jaar hebben we eenjaarthema gezocht en gevonden. Rob Kleinlugtenbelt zalBarbara een jaar lang meenemen in zijn wereld van'bruikbare natuur'. Verder zul je dit jaar nader kennismakenmet enkele actieve leden uit onze afdeling.Jannie zal ook dit jaar de IVN-tuin weer vertegenwoordigenmet haar fraaie verhalen. Mocht je zelf nog ideeën hebben,een artikel willen schrijven. Jouw inbreng is altijd welkom.Laten we opnieuw samen het karwei klaren om te komentot ons afdelingsblad Karwij. Corlène van den Camp

Kopij voor het volgende nummer vóór 11 mei mailen naar [email protected]

Foto: Corlène van den Camp

Sleuteloverdracht nieuwe tuinhuis. Foto: Jannie de Jong

Afbraak oude tuinhuis. Foto: Jannie de Jong

IVN Oost-Veluwezoom 3Lente 2015 40e jaargang nr. 1

Page 4: IVN Oost-Veluwezoom Lente 2015 40e jaargang nr. 1

VAN DE VOORZITTER Het nieuwe jaar is prima begonnen. De tuingroep heeft hetnieuwe tuinhuis in de IVN-tuin in gebruik kunnen nemen.Zie voor een verslag hiervan elders in deze Karwij.

NieuwjaarsbijeenkomstOp 11 januari j.l. hadden we onze nieuwjaarsbijeenkomst.Bijna 50 leden hebben deze bijeenkomst bezocht. Op dezebijeenkomst een mooi verhaal en prachtige beelden vanVilmar Dijkstra over de boommarters in ons gebied. Alsbestuur hebben we deze bijeenkomst aangegrepen om eenaantal leden in het zonnetje te zetten voor hun inzet voorde vereniging in het afgelopen jaar. Dit waren WinfredBrouwer voor het nieuwe elan dat hij aan de steenuilen-werkgroep heeft gegeven, Corlène van den Camp voor degeweldige manier waarop zij ons verenigingsblad Karwijvormgeeft, Hanneke van der Kroft als duwer van de woel-muizengroep en Anton Logemann als medeoprichter encoördinator van de nieuwe fotowerkgroep. Ik hoop jaarlijksop de nieuwjaarsreceptie een aantal leden in het zonnetjete kunnen zetten voor hun inzet voor de vereniging. Wie datzijn, daarvoor laat ik mij graag adviseren door de leden zelf.Ook een bijzonder onderdeel van de nieuwjaarsbijeen-komst was dat het bestuur de leden uitnodigde om te rea-geren op een 4-tal stellingen. We mochten maar liefst 42reacties noteren op deze stellingen. In de voorjaarsleden-vergadering zullen we een vervolg geven aan die stellingen.Bij deze wil ik de leden alvast van harte uitnodigen om op28 april op onze voorjaarsledenvergadering mee te denken. Wandelgids in uitverkoopEind vorig jaar heeft uitgever BDU besloten om onzewandelgids ‘De heuvels op de lanen in’ in de uitverkoop tedoen. We hebben een groot aantal boekjes voor een kleinbedrag van de uitgever kunnen overnemen. Als experimenthad ik tijdens de snert-wandelexcursie in januari de boekjesvoor 3 euro per stuk te koop aangeboden. Ik heb toen gelijkeen 3-tal boekjes kunnen verkopen. Daarna heb ik voorge-steld om ze na afloop van alle wandelexcursies te koop aante bieden. Van Rob Timmerman, coördinator van demaandagochtend wandeling, kreeg ik al een mailtje dat zijer na afloop van de wandeling op 2 februari j.l. maar liefst16 verkocht hadden. Op deze manier raken we de 300boekjes die we overgenomen hebben misschien wel snellerkwijt dan gedacht.

Foto: Jannie de Jong

NatuurcursusIVN Eerbeek eo en IVN Oost-Veluwezoom gaan dit voorjaareen natuurcursus organiseren. Deze cursus zal bestaan uit4 cursus-avonden en 4 zaterdagochtend excursies en startop 21 april in het Sprengenhuis te Laag Soeren. De detailsvan de cursus staan op onze website. Sinds een jaar is er intensiever overleg tussen IVN Oost--Veluwezoom, IVN Arnhem en KNNV-Arnhem. Doel van ditoverleg is om te kijken hoe we nauwer kunnen samenwer-ken bij bijvoorbeeld het organiseren van cursussen. Ookwillen we proberen een lijst van namen te maken van do-centen met kennis van specifieke onderwerpen, waardoorhet voor de afdelingen makkelijker wordt docenten te vin-den. Elkaar versterken is het centrale doel van dit overleg. KarinDat Karin haar arm brak maakte ons als bestuur gelijkduidelijk wat zij allemaal voor de vereniging doet. Eenaantal zaken moesten direct door andere bestuursledenovergenomen worden, zoals het jaarverslag en notulen vanvergaderingen. Karin moet in de voorjaarsledenvergade-ring als bestuurslid aftreden, omdat haar 6-jarige termijnerop zit. Voor mij als voorzitter maakt dit voorval directduidelijk dat het persé nodig is dat het aantal bestuursledenuitgebreid wordt. Ik heb intussen al een aantal gesprekkengevoerd met potentiële bestuursleden. Met een beetjegeluk kunnen we op de voorjaarsledenvergadering eenvolledig bestuur presenteren. Gerrit Lammers

4 IVN Oost-Veluwezoom Lente 2015 40e jaargang nr. 1

Page 5: IVN Oost-Veluwezoom Lente 2015 40e jaargang nr. 1

Maandag 12 januari was een heuglijke dag voor de tuin-groep. Op deze dag werd het nieuwe tuinhuis in de IVN-tuinofficieel in gebruik genomen. Als coördinator van de tuin-groep tekende Gerrit de Jong de contracten; namens Na-tuurmonumenten zetten Erik Dubbelaar (de rentmeester)en Eke van den Berg hun handtekening. Eke is in de dage-lijkse praktijk de beheerder. “Onze huisbaas,” lacht Gerritde Jong. Daarna werd de sleutel overhandigd. ZaagselNa deze formele handelingen stappen zo’n vijftien ledenvan de tuingroep opgewekt en nieuwsgierig naar binnen.De loftuitingen tuimelen over elkaar heen. Woorden alsmooi, groot, ruim, licht, luxe klinken veelvuldig. Het apartegereedschaphok en de ‘vide’ (het zoldertje boven het ge-reedschapshok) roepen veel enthousiasme op. De vide kandienen voor de opslag van allerlei (kwetsbare) materialen.Een heus aanrecht met stromend water en een toilet gevenhet gebouw een gevoel van luxe dat de tuingroep nog nietkende. Er wordt wat gegrapt dat het nieuwe tuinhuis ‘tenieuw’ en ‘onpersoonlijk’ is. Dat is natuurlijk ook zo. Hetgebouw ruikt naar vers zaagsel en is uiteraard nog nietingeleefd. Een klein beetje nostalgie is er daarom wel opdeze dag: “Ons oude onderkomen was wel knus en gezel-lig,” mijmert iemand. Gelukkig gaan de oude, doorleefdeklapstoelen mee met de tuingroep. Het vertrouwde keuken-gerei mag in de gootsteenkastjes gestald worden. UitstralingDe ingebruikneming is een mooi moment voor Natuurmo-numenten, maar vooral voor IVN. Alsof hij een professio-nele gangmaker is, vraagt Gerrit de aanwezigen retorisch:“Zijn jullie blij?!” De reactie is een eenstemmig ‘jááá!’ methartelijk applaus. Vervolgens vertelt Gerrit over de afspra-ken die gemaakt zijn met Natuurmonumenten. IVN heefthet tuinhuis namelijk in bruikleen en mag er alleen op devastgelegde dagen en tijden gebruik van maken. Er is bij-voorbeeld een strikt sleutelbeleid in verband met de aan-sprakelijkheid voor schade. Praktische regels voor het gebruik zijn er ook. Natuurmo-numenten wil bijvoorbeeld dat het aanzien van het lokaalnetjes blijft, want zij gebruiken de ruimte immers ook vooreigen activiteiten. Natuurlijk moet de loop vrij blijven; deklapstoelen moeten steeds opgeruimd worden. De tuin-groep mag ook geen kasten of kisten naar eigen inzichtplaatsen, daarvoor zorgt Natuurmonumenten. Een afsluit-bare kast en droogkasten staan al op stapel. “Niks mag hiervan ons zijn,” vat Gerrit samen. Regelmatig overleg metEke, de beheerder, blijft nodig. “Het lijkt erop dat we in eenwat strak keurslijf zitten, maar” relativeert Gerrit, “Ik heb eralle vertrouwen in dat alles soepel zal verlopen. De inrichtingzal ‘werkende weg’ vorm krijgen. De ruimte mag vast weliets van de uitstraling van IVN krijgen,” denkt Gerrit. Zuinig zijn met energie en water is haast vanzelfsprekend.De bouwkosten waren best hoog en daarom wil Natuurmo-numenten de exploitatiekosten zo laag mogelijk houden.Maar niemand zal er bezwaar tegen hebben de kachel op

de spaarstand te zetten bij vertrek en de boiler hoeft nietaangezet te worden voor een klein beetje afwas. Tijdensde koffie kwam een constructief voorstel op tafel: maak eenchecklist voor degene die als laatste weggaat, de deur af-sluit.

IVN-UITSTRALING KAN WERKENDERWEG GROEIEN

Foto: Jannie de Jong

Vandaag nog!Ná de koffie – met overheerlijke zelfgebakken koek – klinktde vraag of men de spullen volgende week gaat verhuizen.“Vandaag kan het ook!!” roept een grapjas. Een week lateris de verhuizing min of meer voltooid. “Ik kon de mensenhaast niet in toom houden, zo enthousiast waren ze!” lachtGerrit. Het was ook een mooie gelegenheid om alle spullente selecteren op bruikbaarheid, dan wel af te danken. “Erkwamen dingen te voorschijn waarvan het we het bestaanniet meer wisten.” Bijvoorbeeld documentatiemappen met knipsels uit kranten en tijdschriften ijverig verzameld doortuinmedewerkers in de tijd dat internet nog een vaag begripwas. “Die mappen gooien we niet meteen weg, daar wil ikeerst in snuffelen,” zegt Gerrit met respect naar degenendie er moeite voor gedaan hebben. Het oude krakkemikkig geworden tuinhuisje – ooit eenkippenschuur – is nu verlaten. Het moet afgebroken wor-den. “Dat gaan we zelf doen,” zegt Gerrit. “We zullen datvoorzichtig doen en zo veel mogelijk materialen hergebrui-ken of weggeven.” De coördinator is blij met het tuinhuis.“Het mooiste vind ik dat er aan de sleutel een label hangtmet de aanduiding ‘IVN-huis’. Dat geeft mij het fijne gevoeldat het huisje er voor óns staat.” Barbara de Jong

IVN Oost-Veluwezoom 5Lente 2015 40e jaargang nr. 1

Page 6: IVN Oost-Veluwezoom Lente 2015 40e jaargang nr. 1

BIJSPIJKEREN ACTIVITEITEN VOOR DE KOMENDE MAANDEN.Het programma dat de werkgroepleden van bijspijkerenvoor jullie bij elkaar hebben gesprokkeld begon dit jaar meteen lezing door Hans Steur uit Ellecom. Hij nam ons menaar een heel ver verleden toen onze planten nog hun heleevolutie moesten doormaken. In de vorm van gevondenfossielen werden we meegenomen door de tijdperken omte beleven hoe onze planten zich ontwikkelden in 400 mil-joen jaren. Zoals de Ginkgo biloba, die er ook nu nog is enwaar Bertus en Corlène ons in het vorige nummer vanvertelden. Hier een overzicht van de komende activiteiten :Dinsdag 24 maart: Lezing 'Ruimte voor de rivier' doorJohan van den Boogaard.Aanvang 19.30 uur, in ’t Sprengenhus, Harderwijkerweg25, Laag Soeren.Woensdag 22 april: Excursie “toekomstvisie Veluwezoom”o.l.v. Andre ten Hoedt, ecoloogbij Natuurmonumenten. Start 19.00 bij het bezoekerscen-trum.Vrijdag 8 mei: Lezing en excursie 'onze vleermuizen' o.l.v. Herman Heskamp.Aanvang 19.30 uur in het Tjark Riks centrum, Derikskamp2a, Eerbeek.De excursie is daarna rondom het Huis te Eerbeek.Augustus, 3e week: lezing over het determineren vanplanten en het werk van de Stichting flora van Nederland.Nadere informatie in het volgende nummer.Zaterdag 23 augustus: excursie planten onderzoek bij dePosbank. Vertrek tijd en plaats wordennog bekend gemaaktDonderdag 17 september: lezing 'zwammen over zwam-men', over gewone en bijzonderepaddenstoelen, door Ruud Knol uit Apeldoorn.Aanvang 19.30 uur in ’t Sprengenhus, Harderwijkerweg 25Laag Soeren.Zaterdag 19 september : Excursie paddenstoelen o.l.v .Ruud KnolAanvang 10.00 uur bij Het Leusveld, Rhienderensestraat,Hall. Voor november zijn we nog op zoek naar iemand die eenavond over landschapslezen of bodem wil verzorgen.

RUIMTE VOOR DE RIVIERLezing over graafwerkzaamheden bij Cortenoever Waar zijn al die graafmachines bij Cortenoever in de ge-meente Brummen mee bezig? Johan van den Boomgaard,projectmanager van 'Ruimte voor de rivier', komt het onsop dinsdag 24 maart om 19.30 uur in 't Sprengenhus inLaag-Soeren uitleggen.

Van den Boomgaard houdt op uitnodiging van de werkgroepbijspijkeren/nascholing van IVN Oost-Veluwezoom en IVNEerbeek een lezing over hoogwaterveiligheid en meerruimte voor de rivier. Hij richt zijn blik dan vooral op Corte-noever en het noordelijker gelegen gebied, de Voorsterklei.In beide gebieden komen landinwaarts nieuwe dijken.Hierdoor krijgt de IJssel bij hoogwater meer ruimte. Dehuidige dijken worden op enkele plaatsen verlaagd totdrempels. Dit heeft tot gevolg dat alléén bij extreem hoog-water de gebieden tussen de oude en nieuwe dijk onderwater lopen en daarmee de waterstand in de IJssel verla-gen. Cortenoever en Voorsterklei gaan gemiddeld 1keer per 25 jaar meestromen met de IJssel.Wat betekent dit voor de mensen? En bieden de ingrepenook kansen voor de natuur? Van den Boomgaard beperktzich dan ook niet tot de technische kanten van dezegrootscheepse operatie. Zo komen de verhuizing vandassen uit een dassenburcht en het verplaatsen vansleutelbloemen aan de orde. Maar ook het realiseren vannieuwe onderkomens voor steenuilen, huismussen enkamsalamanders. Datum: Dinsdag 24 maart, 19.30 uur,Locatie: 't Sprengenhus in Laag-Soeren

Dijkverlegging

6 IVN Oost-Veluwezoom Lente 2015 40e jaargang nr. 1

Page 7: IVN Oost-Veluwezoom Lente 2015 40e jaargang nr. 1

Excursie over TOEKOMSTVISIE VELUWEZOOM Natuurmonumenten heeft voor Veluwezoom (NationaalPark en IJsseluiterwaarden) een nieuwe toekomstvisieopgesteld. André ten Hoedt van deze organisatie vertelttijdens een excursie in het veld op 21 april wat dit voor deaanwezige natuur betekent. Natuurmonumenten stelt voor alle natuurgebieden eens inde achttien jaar een toekomstvisie op. Eind vorig jaar ver-scheen dus zo’n document voor Veluwezoom l. Het docu-ment is o.a. van belang voor de toekomstige uitvoering vanhet natuurbeheer.Tijdens een veldexcursie op woensdag 22 april legt Andréten Hoedt uit dat deze toekomstvisie geen grootscheepseveranderingen met zich meebrengt. Wel heeft Natuurmo-numenten bijvoorbeeld zorgen over het in goede banenleiden van de recreatie, wil daar maatregelen voor treffen.Het blijft een zoektocht naar een optimaal natuurbeheer.André zal tijdens de veldexcursie, georganiseerd door dewerkgroep bijspijkeren/nascholing van IVN Oost-Veluwe-zoom en IVN Eerbeek, op enkele plekken stil staan bij hettoekomstige beleid. De avond is interessant voor al onzenatuurgidsen die in het terrein van Natuurmonumentenexcursies houden. Datum: woensdag 22 aprilTijd: 19 uur tot plm 21.30 uurLocatie: parkeerplaats bij bezoekerscentrum Veluwezoom

André ten Hoedt (links) Foto: Corlène van den Camp

IVN ZOMERWEEK 2015: Het Groene HartVan 31 juli t/m 7 augustus 2015 organiseert IVN de 32eZomerweek rond de Nieuwkoopse Plassen. Een compleetverzorgde excursieweek voor natuur- en cultuurliefhebbersvanaf 5 jaar. Een enthousiast jeugdteam begeleidt dezeweek overdag de kinderen, zodat ook ouders zelf op excur-sie kunnen. Wij verblijven op de rustieke kampeerhoeve“Koole” te Noorden aan de Nieuwkoopse Plassen met dehele week biologische maaltijden. Er zijn fiets, wandel- envaarexcursies. Je kunt binnen slapen of kamperen. Informatie: [email protected], [email protected] Tel: 06-38106238 of: www.ivn.nl/zomerweek

OUD EN NIEUW IN DE IVN-TUIN

Maandagochtend 16 februari is het zover, er kan gestartworden met de afbraak van het oude tuinhuis. Dit vindtplaats na het persmoment om half tien in aanwezigheid vanJan Gorter(districtsdirecteur) en Erik Dubelaar (rentmees-ter) van Natuurmonumenten. Na een korte toespraak van Gerrit de Jong (tuincoördinator)- over het verleden van het oude, maar vooral het hedenvan het nieuwe tuinhuis en het nieuwe elan wat dit oproept- worden de ladders tegen het oude tuinhuis geplaatst omals eerste handeling de dakbedekking te verwijderen. Debinnenkant was in de voorafgaande weken al ‘gestript’ endaarbij kwamen oude muizen-, wespen- en vogelnesten(waarbij een nest met daarin een oud eitje!) aan het licht. Jan Gorter spreekt zijn waardering uit over dit mooie ‘erf’van Natuurmonumenten waarbij ook een mooi tuinhuishoort. Daarna is er tijd voor koffie en bijkomen van deemoties. Het zonnetje schijnt, een aantal tuinmedewerkerspopelen en gaan al snel weer verder met het afbreken. Aanhet eind van de middag is de klus zo goed als geklaard, hetmateriaal ligt klaar om opgehaald te worden voor herge-bruik. En een stukje grond ligt klaar om binnenkort beplantte worden. Tekst en beeld: Jannie de Jong

IVN Oost-Veluwezoom 7Lente 2015 40e jaargang nr. 1

Page 8: IVN Oost-Veluwezoom Lente 2015 40e jaargang nr. 1

MUIZENISSEN‘Muizenplaag in Friesland’ is een van de onderwerpen inhet nieuws van begin dit jaar. Door de massale aanwezig-heid van veldmuizen ondervinden boeren enorm veelschade aan weidegronden die nu grote omgewoeldevlaktes zijn.Een veldmuizenplaag ontstaat als een aantal omstandig-heden samenvallen: een droog voorjaar, een zacht najaar,een zachte winter en weinig predatie in voorgaande jaren.Muizenpieken doen zich voor in cycli van gemiddeld driejaar. Na zo’n piek stort de populatie doorgaans weer in dooronder andere voedselgebrek.Nu is er dus zo’n piek en de muizen vinden in de Frieseveengrond zoveel voedsel dat het muizenlegioen zichalsmaar uitbreidt. Daar kunnen de uilen, meeuwen, kraaienen ooievaars die op de weilanden met muizen afkomen niettegenop eten. De boeren hopen dan ook op een wat lan-gere vorstperiode zodat het probleem zich hiermee op eennatuurlijke wijze oplost.Mede oorzaak van de muizenplaag is de vervolging vanroofvogels zoals de buizerd, bruine kiekendief, havik enboomvalk. Friesland heeft op dit gebied een slechte repu-tatie. Met enige regelmaat verschijnen berichten in de persover vernielingen van nesten en doden van jongen, omza-gen van nestbomen, het plaatsen van vergif, vangkooien,klemmen en klapvallen. De daders zijn jammer genoegmoeilijk te achterhalen. De veldmuis (Microtus arvalis) behoort tot de woelmuizen.De veldmuis heeft op zijn rug een dof geel- tot bruingrijze,zachte vacht en zijn buik is vuilwit tot lichtgrijs. De vacht iskort en oogt glad. Hij heeft een relatief korte, behaarde staartdie aan de bovenzijde donkerder gekleurd is dan aan deonderzijde. De veldmuis is van belang in de voedselketenen staat op het menu van de kerkuil, torenvalk, bunzing,ransuil, bosuil, wezel, hermelijn, steenmarter, vos en roof-vogels.Een kenmerk van prooidieren zoals de veldmuis is desnelle voortplanting. In het voorjaar krijgt het vrouwtje zes

tot acht jongen. Al na een maand zijn de jongen geslachts-rijp en krijgen zelf jongen. Behalve in de Friese veenklei woelen er ook heel watmuizen in de grond van de IVN-tuin. Gelukkig niet zomassaal maar er zijn wel overal in de tuin gaatjes van hungangenstelsel te zien. Deze gaatjes zijn zo groot als eenmunt van twee euro. Op dit moment (begin februari) zijn erook veel molshopen, ik vraag mij af of muizen en mollenelkaar ondergronds wel eens ontmoeten… Muizen richtenschade aan door het eten van plantenwortels en woelenmet hun gegraaf de aarde om zodat wortels vrij komen teliggen waardoor de planten ongemerkt kunnen uitdrogen.Tijdens tuinwerkzaamheden kan een schepje ineens eenholle ruimte van een muizengang inschieten. Soms schar-relt er een muis in de buurt rond of steekt er eentje het padover om vervolgens een holletje in te glippen. De toegang tot het onlangs afgebroken oude schuurtje, eenvoormalig kippenhok, ontdekten de muizen lang geledenal. Hier stonden aanvankelijk dozen met zaden voor deverkoop. Een verpakking van papier of karton is echter geenbelemmering, muizen knagen zich er dwars doorheen.Daarom werden (en worden) zaden voor de verkoop eneetwaren in plastic bakken bewaard. Zaden hebben devoorkeur maar een muis is, vooral in de winter, niet ergkieskeurig wat zijn eten betreft, dan smaakt zelfs het doekvan een partytent. Hoewel muizen lastig kunnen zijn, is hetook grappig om te zien hoe of ze zich gedragen. Zoals eenmuisje dat gedurende een zomer regelmatig over dewerkbank liep en zich weinig van de aanwezigen aantrok.Ze kunnen op onverwachte plaatsen zitten. Dit merkte eenbezoeker van de tuin die voor de grap de vogelverschrikkereen hand wilde geven. Tot grote hilariteit van iedereensprong er een muis uit de met stro gevulde mouw van devogelverschrikker. Jannie de Jong

Rosse woelmuis, die in de IVN-tuin een kers eet. Foto: Jan Scheerder

8 IVN Oost-Veluwezoom Lente 2015 40e jaargang nr. 1

Page 9: IVN Oost-Veluwezoom Lente 2015 40e jaargang nr. 1

JORIS VAN IJKEN AAN HET WOORDLeden vertellen aan leden. Dit keer laten we Joris van IJken(24 jaar) aan het woord. Welke specifieke kennis, ervaringen vaardigheden heeft Joris? Daar kan de vereniging wataan hebben! Verder kan een persoonlijk verhaal de betrok-kenheid met elkaar natuurlijk bevorderen. Liefde voor de natuur had Joris allang: als kind maakte hijal heel wat omzwervingen. Dierverzorger worden was Jor-is’ jeugdambitie. Maar al tijdens zijn stages viel het werktegen. “Je bent eigenlijk een veredelde schoonmaker. Meerdan de helft van de dag ben je bezig met hokken schoon-maken. Dat werk zag ik niet zitten.” Toch blijft het verlangennaar een baan met natuur en dieren kriebelen. “Ik wil graagsafarigids in Afrika worden. In Nederland zijn haast geenbetaalde banen in de natuur te vinden.”

Foto: Karin Otermann

Wat Joris betreft bestaat er in Nederland, op de Waddenzeena, geen ‘oer’-natuur. “Het laatste oerbos is in 1870 gekapt.Maar de invloed van de mens hoeft niet altijd negatief tezijn. Door de grootschalige schapenteelt zijn mooie heide-velden ontstaan. Nu nog zijn schapen onmisbaar voor deinstandhouding ervan. Een stuk hei helemaal kaal makenveroorzaakt ook een verrijking van de natuur. Op stuifzan-den leven weer andere soorten planten en dieren. Op diemanier zorgen mensen juist voor meer biodiversiteit.” Motivatie“Tijdens mijn stages als dierverzorger in dierentuinen hebik educatief werk gedaan. Bij voederpresentaties verteldeik over de leefwijze van dieren, uit welk deel van de wereldze komen. Daar heb ik mijn belangstelling voor rondleiden,het gidsen, opgedaan.” Zijn opleiding tot dierverzorger zetteJoris op het spoor naar IVN: op school lagen folders. “DeIVN sprak me aan! Ik dacht: als ik tot gids word opgeleid,dan ben ik beter in staat rondleidingen te geven, kennis enervaring uit te dragen.” De stap naar het lidmaatschapmaakte hij toen vlot. “In 2013 heb ik de gidsencursus ge-volgd. Daarbij heb ik natuurlijk oefenexcursies georgani-seerd. In december heb ik twee keer gegidst; dat ging bestgoed, maar veel ervaring bij de IVN heb ik nog niet.” Blij“Na de gidsencursus van anderhalf jaar – je moet best veeltijd in de opleiding steken – is mijn verwachting helemaaluitgekomen. Het is de beste beslissing die ik tot nu toe heb

genomen. Ik ben blij met IVN! Het diploma kan nog van paskomen bij sollicitaties. Ervaring met gidswerk is een mooieregel op mijn curriculum Vitae, IVN-gids zijn wordt gewaar-deerd. Ik zou best aan de slag willen bij natuurmonumentenof Staatsbosbeheer, maar ik denk dat Nederland veel teklein is voor betaalde banen in de natuur.” De vereniging kan blij zijn met Joris, want men wil graagmeer jongeren als lid krijgen. Joris begrijpt dat hij een soortambassadeursfunctie kan vervullen. “Mijn verhaal kan er-voor zorgen dat er meer jongeren naar de vereniging ge-trokken worden. Ik weet ook wat er onder mijn generatiespeelt, hoe je kennis en ervaring aan jongeren van nudoorgeeft. Jongeren zijn nodig om het bestaan van devereniging te waarborgen.” BelevingJoris geeft graag educatie. Hij heeft daar een uitgesprokenvisie op. “Voorafgaand educatie is beléving nog belangrij-ker. Mensen moeten eerst gegrépen worden voordat zewaarde gaan hechten aan liefde en zorg voor de natuur. Ikdenk dat ik als gids de deelnemers een beleving kan latenervaren zodat ze ‘gegrepen’ worden. Dat doet een gids dooraanwijzingen te geven hoe je beter leert waarnemen. Pasdaarna staat men open voor kennis.” VernieuwendJoris doet op dit moment niet veel ‘voor de natuur’, maarwel in de natuur: vogels en planten bekijken, verschillendenatuurgebieden bestuderen, dierentuinen en natuurhistori-sche musea bezoeken. “Ik ben nog jong. Ik wil eerst meerkennis en kunde over de natuur in Nederland opdoen. Ikben volop bezig met mijn ontwikkeling en vind dat ik nu nogniet klaar ben voor bijvoorbeeld een werkgroep.” Te zijnertijd wil hij zijn activiteiten binnen IVN wel uitbreiden, wellichtzelfs vernieuwingen invoeren. ”IVN zou, zowel in de plaat-selijke afdeling als landelijk, actiever met sociale mediakunnen worden, want daarmee heb je een veel groter be-reik.” Bij deze woorden spreidt hij zijn armen maximaal. “Datnu veel ouderen niet goed met de computer, internet ensociale media kunnen omgaan, blijft een vicieuze cirkel. Devereniging moet die cirkel proberen te doorbreken door deleden workshops en cursussen aan te bieden. Niet iedereenzal het kunnen of willen leren, maar je moet èrgens begin-nen. Er zijn hoogbejaarden die wel op facebook zitten,sommigen pikken de digitale kennis dus wel op. ”Joris sluitniet uit dat hij op het gebied van omgaan met sociale mediaeen bijdrage zal gaan leveren. HarmonieJoris is een idealist. “Ik denk dat het mogelijk is dat de mensin harmonie met de natuur samenleeft. De mens heeft ereen rotzooi van gemaakt, maar we kunnen dat rechtzetten,fouten uit het verleden herstellen. Gun de mensheid eentweede kans! De mens is immers afhankelijk van een goedfunctionerende natuur! De Indianen hebben een prachtigespreuk: we hebben de wereld niet geërfd van onze voorou-ders, maar we hebben de wereld te leen van onze kinderen.” Barbara de Jong

IVN Oost-Veluwezoom 9Lente 2015 40e jaargang nr. 1

Page 10: IVN Oost-Veluwezoom Lente 2015 40e jaargang nr. 1

LEVEN MET EN VAN DE NATUURIn vier keer gaat Rob Kleinlugtenbelt (36) uit Dieren inKarwij vertellen over ‘bruikbare’ natuur. Robs interesse in,voor de mens, bruikbare planten en andere materialen deedhij op tijdens het primitief kamperen en cursussen. Sinds2006 is hij verslingerd aan ‘bushcraft’. In deze serie belichthij wat in elk seizoen mogelijk en bruikbaar is. Hij beperktzich wel tot wat er in deze contreien concreet mogelijk is.Deze eerste keer legt Rob vooral uit wat ‘bruikbaar’ inhoudt.

Brandneteltopjes plukken Foto: Rob Kleinlugtenbelt

Het begripWat is volgens Rob eigenlijk ‘bruikbaar’ van de natuur? Rob:“Ik zou dit begrip in de breedste zin van het woord willengebruiken. Mijn uitgangspunt is hoe mensen 5000 jaargeleden leefden, in en met de natuur. Hoe kwamen zij aaneten, drinken, een onderkomen, touw, leer, vuur en alleswat ze verder nodig hadden?” De benodigde kennis leerdehij uit boeken en van internet, maar vooral tijdens cursussen‘bushcraft’: je moet toch vooral in de praktijk leren door tedoen. “Tijdens zulke weekends of zelfs hele weken kom jede echte moeilijkheden pas daadwerkelijk tegen. Je hebtbijvoorbeeld gelezen dat een bepaalde bloem eetbaar is.Maar als je hem ziet staan, dan bekruipt je terecht twijfel.Is dit ècht dat ene plantje dat ik bedoelde?”

Omdat Rob niet voor niets gids bij IVN is (sinds 2009), vindthij het ook leuk educatie te geven over de bruikbaarheidvan de natuur. “Ik houd ervan om de kennis die ik heb op-gedaan, uit te dragen en iets te leren aan anderen. Zo magik graag tijdens de zondagwandelingen de zintuigen vanonze deelnemers prikkelen. Dat is heus niet alleen iets voorkinderen, ook voor volwassenen is dat heel interessant.Proeven, ruiken en handelen maken je bewust van wat jemet de natuur kan. Ik probeer te zoeken naar een verbindingmet de natuur.” Eetbaar“Bushcraft heeft vier peilers, namelijk de primaire levens-behoeften,” zo structureert Rob. Het maken van beschuttingtegen wisselende weersomstandigheden is er één van.Daar zou Rob best wat over kunnen vertellen, maar ditonderdeel is niet bijster toepasbaar tijdens IVN-wandelin-gen. Schoon water is een ander belangrijk aspect. Ook ditis een aspect dat in de praktijk niet erg uitvoerbaar is. Robbetoogt: “Condenswater en regenwater liggen voor dehand, maar zelfs dat zou ik voor de zekerheid eerst kokenin verband met mogelijke contaminaties (verontreinigingen)tijdens het opvangen/ verzamelen.” Over het maken vanvuur en overige ambachten, het vervaardigen van allerleihulpmiddelen, komt hij nog te spreken in de volgendeverhalen. Deze keer richt hij zich op wat eetbaar is in hetvoorjaar. Als goed docent schetst Rob eerst de kaders. “Waar moetje op letten als je eetbare planten wilt verzamelen?” Hij somtvier aandachtpunten op. “Staat de plant op een schoneplek? Vlakbij landbouwgrond en autowegen zou ik niksplukken. Je kunt dan niet weten of er pesticiden of andereverontreiniging in of op de plant terecht zijn gekomen. Tentweede: heeft de plant geen giftige dubbelganger? Of kunje een plant alleen maar in een bepaald stadium van zijnontwikkeling eten? Wees er 100% zeker van dat het om dejuiste plant gaat! Een derde punt is dat er geen parasietenop de plant mogen zitten. Dat kun je lang niet altijd zien. Jemoet dus goed op de omgevingsfactoren letten. Bij wildwis-sels of vee in een nabijgelegen weiland kun je eerder pa-rasieten verwachten dan midden in een bos. Nabij lang-zaam stromend of stilstaand water zitten ook meer parasie-ten. Met logisch nadenken kun je al een hoop narigheidvoorkomen.” Enkele voorbeelden illustreren het probleem.“Eitjes van de vossenlintworm zijn microscopisch klein.Goed wassen – in schoon water! – en de plant verhitten issterk aan te bevelen. Via de ontlasting van schapen enrunderen kan leverbot in een sloot terecht komen. Slakkenbrengen die ziekte over op waterplanten, dus die moet jeniet eten. Teken zijn ook beruchte overbrengers van ziekte.Ten vierde moet je natuurlijk geen beschermde plantenplukken.” De praktijkRob: “Vaak denken we dat alleen planten die op de grondstaan, eetbaar zijn. Maar ook de jonge frisse blaadjes vanbeuk en linde zijn lekker, bijvoorbeeld in een salade. Dejonge blaadjes zijn nog zacht van structuur en bevatten noggeen tannines. Ook de lichtgroene topjes van dennen zijn

Rob Kleinlugtenbelt Foto: Karin Otermann

10 IVN Oost-Veluwezoom Lente 2015 40e jaargang nr. 1

Page 11: IVN Oost-Veluwezoom Lente 2015 40e jaargang nr. 1

Paardenbloemenconfiture: geplukte bloemen gepelde bloemen confiture in weckpot. Foto: Rob Kleinlugtenbelt

Boter, kruiden en viooltjes Foto: Rob Kleinlugtenbelt

bruikbaar. Die topjes doe je in stukjes in kokend water. Dankrijg je een lichtzure, citroenachtig smakende thee.” Robgeeft er een tip bij: “Pluk alleen van zijtoppen, laat dehoofdtop staan ten behoeve van de groei van de den.”Waarschijnlijk is bij velen bekend dat de brandnetel eetbaaris. “De jonge topjes kun je gebruiken zoals spinazie. Desmaak lijkt er ook op.” De netels van deze plant kun jevolgens Rob omzeilen: “Als je van onder naar boven plukt,met de groeirichting mee trekt, dan kun je brandnetel zelfszonder handschoenen plukken. En anders staat er in debuurt vrijwel altijd wel de gewone weegbree. Het gekneus-de blad daarvan geeft verlichting.” Een soepje van brand-netel is heerlijk. Brandnetelblad kan ook rauw gegetenworden. “Het blaadje dubbelvouwen met de bovenkantbinnen en een beetje rollen, dan knappen de netelcellen en is de prik weg. Het rauwe blad heeft een milde smaak.”Zevenblad (dat is heel neutraal van smaak) en zuringkunnen ook gegeten worden in een salade. Waterpeper iseen lekkere smaakmaker. En Rob noemt een paar leuke,verrassende mogelijkheden: eetbare bloemen! “Zoalsviooltjes, de bloemen van komkommerkruid/ bernagie, depaardebloem, de bloemetjes van dovenetel. Die laatstekunnen een beetje zoetig smaken als er nectar op zit.” Depaardebloem is trouwens in z’n geheel bruikbaar. “Het blad,de stengel en de bloemen kun je eten. Als je de wortelroostert dan kun je er iets koffie-achtigs van brouwen.” Veel energie leveren al die planten niet op. Toch hebbenze hun waarde: “Al het frisse groen bevat heel veel micro--voedingsstoffen: vitamines en mineralen. Eten uit het wild

is geconcentreerder dan gecultiveerde planten. Daar zijnde extreme smaken uitgehaald, maar daarbij ook veelvoedingsstoffen.” ReceptenOmdat het best lastig is om echt lekker te koken met alleenmaar wilde planten is het vooral ‘koken mèt’ in plaats van‘koken ván’ de natuur. Brandnetelsoep:Fruit een gesnipperd uitje in 2 eetlepels olie. Voeg eenteentje koflook toe.Voeg vervolgens 200 gr jonge brandne-teltopjes toe die in stukjes zijn gesneden. Voeg, als het bladgeslonken is, een halve liter groentebouillon en een inkleine blokjes gesneden aardappel toe. Kook de soep on-geveer 20 minuten. Maak op smaak met zout, peper en eenscheutje room. Paardebloemconfiture, ongeveer 1 liter:Haal het groene stukje af van 250 gram (= ongeveer 250stuks) paardebloem-hoofdjes. Schil een sinaasappel eneen citroen dun; snijd de schilletjes in smalle reepjes. Pershet sap uit de sinaasappel en de citroen. Doe bloemhoofd-jes, sap, schilletjes en een halve liter water in een pan metdikke bodem. Breng dit aan de kook. Voeg 500 gram gelei-suiker toe en laat de massa een kwartier koken. Doe deconfiture direct in schone weckpotten.(zie ook Robs eigen website: www.beorc.nl) WandeltipsEnkele leuke tips om te doen tijdens de wandeling:- Gebruik de naalden van de grove den om je tanden testoken.- Kauw op een takje van de zwarte els en gebruik deze alseen tandenbosrtel. De zwarte els bevat bepaalde stoffendie bacteriedodend werken. Wie meer wil weten over eetbare planten kan boeken ge-bruiken: Het grote wildplukboek door Edwin FlorèsEetbare planten, vertaald uit het Tsjechisch; bevat eenhandige kalender wanneer je de plant kunt verzamelenWild Food door Roger Phillips, in het EngelsZie ook www.stichtingbushcraft.nl Barbara de Jong

IVN Oost-Veluwezoom 11Lente 2015 40e jaargang nr. 1

Page 12: IVN Oost-Veluwezoom Lente 2015 40e jaargang nr. 1

IN MEMORIAM FRIED VAN DEN BROEK HUMPHREY

Op 9 februari is Fried van den Broek Humphrey overledenop 74-jarige leeftijd. In het hart van menig IVN’er nam Friedeen bijzondere plaats in: betrouwbaar, betrokken en zeerbegaan met haar medemens. Zes jaar geleden deed ik eeninterview met haar voor Karwij. We spraken over haar visieop natuur. Als doordenker met filosofische inslag zei ze hetzo: “Voor mij is de natuur heel breed. Niet alleen ‘natuur’,in de zin van bos en hei maar ook bijvoorbeeld chemie engeofysica. Al die dingen die buiten gebeuren en die wij nietin de hand hebben. Het boeiende is dat achter ieder ant-woord steeds weer de volgende vraag klaarligt. De mensis zo verschrikkelijk klein vergeleken met die natuur. Het isfantastisch om dat iedere keer weer nadrukkelijk te ervaren.Je raakt nooit verzadigd in die hele, niet door mensen ge-reguleerde wereld, het is uitdagend.”De bewondering en fascinatie voor de natuur zat diep inhaar. Daarbij had ze een enorme drive om dat over tebrengen op anderen. Die uitdaging ging ze gretig aan. Ze was altijd al gewend om bezig te zijn en vond gidsengewoon verschrikkelijk leuk, vertelde ze. “Het bij elkaarzoeken van materiaal, het samen voorwandelen en elkaarinformeren. Het enthousiasme van het publiek, de gezellig-heid, de foto’s die ze je later over de mail sturen, als dank.Die combinatie van natuur, hoe je dat ervaart en hoe je datdeelt met je publiek, de educatieve kant. Het is een prach-tige drie-eenheid.” De gidsencursus die ze volgde in 2002bij onze IVN-afdeling noemde ze één van de betere dingendie haar in haar leven waren overkomen. “Zo’n cursus, hetenthousiasme van de anderen, de gedachte erachter, alleswaar je kennis mee maakt, geweldig.” Fried ging voor de

mensen en haar eigen hartelijke natuur maakte het plaatjecompleet. Na de cursus was ze zes jaar bestuurslid in de functie vansecretaris, gevolgd door een jarenlang adviseurschap. Datwas niet alles, dag en nacht stond ze voor de afdeling ende leden klaar, draaide mee in de scholenwerkgroep en dewerkgroep bijspijkeren. Ze was een echte teamplayer.Betrokken, bevlogen en met een tomeloze energie.Het is duidelijk dat IVN Oost-Veluwezoom een bijzondereplaats had in het hart van Fried: “Het IVN is een fijne club,”zei ze, “hartverwarmend. Het gemeenschappelijke met denatuur, dat samenbindende waarmee we elkaar stimuleren.Met elkaar blijven delen en tegelijk ieders eigenheid res-pecteren. Dat is de sterke kant van het IVN. Daar kan jeeindeloos veel plezier uit putten.”Voor Fried is het leven op deze aardbol voorbij. Voor onsblijft de herinnering aan deze fantastische vrouw met haarbijzondere eigenschappen. Tekst en beeld: Karin Otermann

MUTATIESNieuwe leden: De dames: M. Kroese – Verweij, B. de Jong,Y. Hermsen. De heren J. Gerretse, J. Boland, H. van Gelder.Overgestapt naar donateur: Mevr. I. van Veelen.Nieuwe donateur: Mevr. E. van den Berg.LANDELIJK: Nieuwe leden: Mevr. A. van Hoecke, De heerR. van der Weijde. Lidmaatschap beëindigd: Mevr. R.Verzantvoort

12 IVN Oost-Veluwezoom Lente 2015 40e jaargang nr. 1

Page 13: IVN Oost-Veluwezoom Lente 2015 40e jaargang nr. 1

OPMAAT NAAR DE LENTEWaar waren ze deze winter, wat deden ze om zich voor tebereiden op de komende lente. Kou, minder voedsel voorhet grijpen. Wat doe je dan om gezond het nieuwe seizoentegemoet te treden? Als mens leg je voorraden aan, ver-warm je de woning, trek je warme kleding aan. Is dat ookde manier waarop dieren te werk gaan? Dieren die voorzichzelf moeten zorgen. Maakt het dan uit of je klein of grootbent, warm- of koudbloedig? Maak het uit wat je eet?

Koningin Duitse wesp schuilt onder dode tak

Oranjetipje warmt op, zittend op een pinksterbloem.

Koud- of warmbloedig?Als je de uitzonderingen buiten beschouwing laat kun jezeggen:Koudbloedige dieren produceren zelf geen lichaamswarm-te. Hun lichaamstemperatuur is gelijk aan de omgeving.Wel kunnen ze actief zoeken naar een warmere of koelereplek. Voorbeelden van koudbloedige dieren zijn: vissen,reptielen, amfibieën, insecten.Warmbloedige dieren kunnen zelf warmte produceren, hunlichaamstemperatuur regelen. Voorbeelden van warmbloe-dige dieren zijn: vogels, zoogdieren. Koudbloedige dieren: Wanneer het koud is, zijn ze loom, stijf, bewegingsloos. Zezoeken dan het liefst een vorstvrije plek op, zodat hun li-chaamstemperatuur niet TE veel daalt. Ze gaan in winter-slaap. Zodra het lekker warm wordt komen ze weer tevoor-schijn, liggen ze graag op een zonnig plekje op te warmen.Dan worden ze levendig, actief.

Warmbloedige dieren moeten extra hard werken als hetflink koud wordt, om de lichaamstemperatuur op peil tehouden. Daarbij is onder andere het lichaamsgewicht be-palend. Winterslaap: Hoe kleiner je bent, hoe groter je buitenkant(in verhouding) is, hoe meer warmte je daardoor kunt ver-liezen. Kleine warmbloedige dieren, tot zo’n 8 kilo, zullendaarom vaak kiezen voor een winterslaap. Zo kunnen zekrachten sparen. Eind zomer, begin herfst, wanneer er veelvoedsel is, zullen ze veel eten, een extra vetlaag opbouwen.Die vetlaag houdt hun warm en dient als energievoorraad.Zodra het kouder wordt zoeken ze een veilige, beschutteplek. Ze kunnen hun temperatuur omlaag brengen tot netboven het vriespunt, hun hartritme en ademhalingsritmelaten dalen. Dit proces duurt enkele uren, en dan gebruikensommige dieren nog maar 1% van de normale energie.Daardoor kunnen ze enkele weken tot maanden blijvenslapen. En omdat de stofwisseling op zo’n laag pitje staat,produceren ze vrijwel geen ontlasting en urine. Handig.Een strenge winter is gunstiger voor deze dieren dan eenkwakkelwinter, want tijdens een kwakkelwinter kunnen zete vroeg wakker worden, te veel energie verbruiken.Zodra het dadelijk warmer wordt zullen ze naarstig op zoekgaan naar voedsel, want van de extra vetlaag is dan nietveel meer over.

IVN Oost-Veluwezoom 13Lente 2015 40e jaargang nr. 1

Page 14: IVN Oost-Veluwezoom Lente 2015 40e jaargang nr. 1

Vleermuizen met jongen.Aan haakpoten hangende vleermuizen in grot.

Voor grotere dieren, boven 8 kilo, is winterslaap niet ver-standig. Het afkoelen en opwarmen zou veel te lang duren,teveel energie kosten. Het is levensgevaarlijk voor hen.Winterrust is dan een optie. In de herfst worden vetreser-ves opgebouwd, zodat deze dieren al tegen een stootjekunnen. Door veel te slapen daalt hun energieverbruik naarcirca 10%. Ze moeten regelmatig wakker worden om teeten. Daarom leggen ze in de herfst een wintervoorraad

Gaai na een periode van winterrust.

aan. Ze verstoppen eikels, noten en kegels op geheimeplekken in de buurt van hun nest. Tijdens de winterrust daalthet hartritme wel, de lichaamstemperatuur nauwelijks.

14 IVN Oost-Veluwezoom Lente 2015 40e jaargang nr. 1

Page 15: IVN Oost-Veluwezoom Lente 2015 40e jaargang nr. 1

Warmbloedige dieren kunnen ook verhuizen. Dit doenbijvoorbeeld trekvogels (zwaluw, tjiftjaf, nachtegaal) entrekvlinders (atalanta, distelvlinder). Zij vliegen, soms metbehulp van de wind, grote afstanden. Ons roodborstje leeftnu nog in het warme zuiden, en haar noordelijke soortge-noot is hier komen overwinteren. Dit 'winter'roodborstje isroder, agressiever.Wintergasten (ganzen, kleine en wilde zwaan, ruigpootbui-zerd), trekvogels die uit het koudere noorden hier naar toezijn gekomen, zullen weer vertrekken als de lente aan-breekt. Doortrekkers (visarend, beflijster, kleine vliegenvan-ger) zijn vogels die op hun reis naar het zuiden/noordenhier een tussenstop maken om aan te vetten.Tenslotte zijn er dan nog de standvogels (huismus, kool-mees, winterkoning). Zij blijven het hele jaar bij ons. Zijhebben in de winter een wintervacht met meer donsveer-tjes om zich warm te houden. Staartmezen vindt je in dewinter op een rijtje op een tak. Ze kruipen dicht tegen elkaaraan om warm te blijven. Laatkomers gaan graag op de rugvan andere staartmezen zitten, om zo een plekje middenin de groep te verwerven. In de nawinter vormen zichnieuwe paartjes, die een eigen stek zoeken zodra de lenteis begonnen.Standvogels moeten hun voedselbron zo nodig aanpas-sen aan het seizoen. Een koolmees heeft in de winter ge-leefd op zaden. Zodra er weer insecten zijn zal de stofwis-seling veranderen, leeft de koolmees op dit voedsel, het-geen nodig is om zijn jongen groot te brengen. Ook zal dekoolmees na de wat stillere winterperiode zangoefeningengaan houden, om zo weer zijn partner te lokken. Het aanleggen van een wintervacht, het aanpassen van devoedselbron zie je ook bij grazers.Een wintervacht aanleggen: dit doen koeien, paarden,schapen, konijnen. Die wintervacht bestaat uit: stevigelange haren en veel dikke wollige haren waar lucht tussenzit. Lucht houdt warmte vast. Dat deze wintervacht primaisoleert kun je zien als het sneeuwt. De sneeuw blijft netjesop de vacht liggen, smelt niet meteen.Wordt het warmer dan verharen de dieren, dan kun je alwandelend in het bos plukken wintervacht vinden.

De voedselbron aanpassen. Runderen zijn de winterdoorgekomen met takken, twijgen, kruiden. Verder eengroene voedselbron die aanwezig bleef: de braam. Het bladis behendig met de tong van de stengel getrokken ensmaakvol naar binnen gewerkt. Deze groene bladerenbevatten nog relatief veel voedingsstoffen. Van de stengelsmet stevige doornen zijn de runderen af gebleven. Het liefsteten de runderen dadelijk weer het eiwitrijke gras. Dit groeitechter niet als de temperatuur 's nachts onder de 4º C daalt.En aan kort gras hebben runderen niets. Het moet minimaal8 cm. lang zijn willen ze hun lange tong er omheen kunnenslaan om het uit te trekken.Paarden en herten, die knabbelen met hun lippen en tan-den, kunnen het gras eten tot 2 cm. lengte. Zij zijn dus eenkortere periode aangewezen op alternatief voedsel, zoalsboombast, vergeelde grassen en boombladeren. Ookgraven ze met hun hoeven wortels uit.Het echt korte gras is als fly-inn restaurant alleen geschiktvoor de ganzen. De lente is in aantocht, dieren vinden straks weer voldoen-de voedsel, komen weer te voorschijn. Heerlijk. Ze gevenaan de lente, en straks de zomer, toch een extra levendigtintje. Tekst en beeld: Corlène van den Camp

Grote grazer, gespot bij Stikke Trui.

Schotse hooglander, bladeren etend.

Roodborstje uit het noorden, een wintergast.

IVN Oost-Veluwezoom 15Lente 2015 40e jaargang nr. 1

Page 16: IVN Oost-Veluwezoom Lente 2015 40e jaargang nr. 1

BEHEER, HET PUBLIEK EN DE WETIn januari werden de oude beuken aan het Boswachters-laantje gerooid en vervangen door jonge exemplaren. Hetlaantje hoort bij Hof te Dieren, dat maakt deel uit van debezittingen van de stichting Twickel. Het vernieuwen vanhet laantje vormt de aanleiding voor een gesprek met WilkeSchoemaker, de beheerder van de Hof (en vier anderelandgoederen) in dienst van Twickel. Met het Boswachters-laantje als voorbeeld belicht hij de beheersvisie van destichtingTwickel. Wilke vertelt. “Op het 1000 hectare grote Hof te Dierenworden vrijwel alle oude beukenlanen de komende 50 jaarvervangen, dus ook in het zeventien hectare grote park. Indat kader hebben we onlangs het Boswachterslaantjeaangepakt. De bomen zijn meer dan tweehonderd jaar oud,dat is wel zo’n beetje de normale levensduur van beuken.Bovendien hebben de oude beuken te lijden gehad onderde zure regen en het veranderende beleid van Vitens. Sindsde jaren vijftig van de vorige eeuw pompte men ongeveerdrie miljoen kuub grondwater op, maar in de jaren tachtigwerd die hoeveelheid opgevoerd tot tien miljoen kuub. Vooroude bomen is een dergelijke verandering van het grond-waterpeil funest. Ze kunnen hun wortels niet meer aanpas-sen aan de veranderde omgevingsfactoren. Daarom halenbeuken tegenwoordig zelden meer de leeftijd van tweehon-derd jaar, ze takelen veel eerder af. De aanleg met dehuidige lanenstructuur stamt uit ongeveer 1820. De bomenvan toen moeten dus vervangen worden want ze zijn logi-scherwijze aan vervanging toe.” Noodvelling Januari 2012 Foto: Wilke Schoemaker

RichtlijnIn de statuten van de stichting Twickel staat nadrukkelijkdat de cultuurhistorie van de landgoederen de belangrijksteleidraad voor het beheer is. Hof te Dieren is bovendien eenrijksmonument; je mag er dus ‘niets’ aan veranderen enalleen iets herstellen ‘op een verantwoorde manier’’. Wilkenuanceert deze opvatting: “Aan welke periode refereer jeeigenlijk? Welke fase die je aanhoudt in een oud landschapis heel lastig. Kies je voor de parkaanleg van 1820 of voorde veel oudere geschiedenis van dit gebied? Voordat Zo-cher het parkdeel ontwierp in 1820 was er een formele tuindie stamde uit de tweede helft van de zeventiende eeuw.Als we nu graven, treffen we in de bodem wel eens sporen

16 IVN Oost-Veluwezoom Lente 2015 40e jaargang nr. 1

Page 17: IVN Oost-Veluwezoom Lente 2015 40e jaargang nr. 1

aan waar de paden van toen gelegen hebben; moeten dieweer hersteld worden? Er zijn heel oude en uitgebreidearchieven bewaard gebleven, maar welke tekening hanteerje als richtlijn? Soms brengen we elementen aan van deoorspronkelijke ontwerpen die er nog nooit geweest waren.En dan blijkt het zo goed in de omgeving te passen dat jeniet eens merkt dat het er voorheen niet stond.” De richtlijn voor Twickel, hier in het parkdeel, is de tuinaan-leg in Engelse landschapsstijl te handhaven en waar nodigte herstellen. Soms moet er dan bomen wijken voor decultuurhistorie. ‘Natuurlijk beheer’ is in een bos wel mogelijk,maar is in een park te gevaarlijk. Wilke stelt: “In een voorpubliek toegankelijk gebied kunnen we vanwege de wette-lijke aansprakelijkheid bij ongelukken, niet het risico nemendat er door een storm een dikke tak afbreekt of zelfs eencomplete 44 meter hoge boom omwaait. We móetendaarom wel tijdig ingrijpen. Tachtig procent van de beukenwas zo slecht geworden dat ingrijpen aan het Boswachters-laantje direct noodzakelijk was.” ConditieOf een beuk in slechte conditie is, is overigens door lekenlang niet altijd goed te beoordelen. Dat is frustrerend voorde beheerder. Wilke: “Ik heb hier gelopen met een journa-list en vroeg hem om aan te wijzen welke bomen echt slechtwaren en welke niet. De man wees verschillende bomenaan met flinke gaten erin; die moesten nodig vervangenworden, dacht hij. Maar een beuk kan over het algemeenheel goed gaten in de stam verdragen. Ik legde dat uit enwees daarna naar boven: tonderzwammen, moeilijk zicht-baar vanaf de grond. Als die op een beuk zitten, is hij tendode opgeschreven. Persoonlijk sta ik achter vernieuwing.Is dit ecologische vernietiging? Ik vind van niet. Ik wil graagdat mijn kleinkinderen en achterkleinkinderen ook weer vaneen mooie laan kunnen genieten. Maar vanuit het publiekkomt er altijd weerstand tegen het kappen van bomen, ookal is het vaak maar van een kleine groep.” Een beheerderleert gelukkig van het verleden. “We weten inmiddels aardiggoed waar het publiek over valt, we moeten daarom onsbest doen om de publieke opinie voor te bereiden op ver-anderingen. Zo hangen we tegenwoordig van tevoren in-formatieborden op met de uitleg wat we gaan doen envooral waarom, welke visie erachter zit. Bij de uitvoeringkappen we als eerste de beste bomen, dan valt het wan-delaars beter op hoe slecht de conditie van de rest is. Weproberen bezoekers zo besef bij te brengen hoe het wer-kelijk met de bomen gesteld is. In het algemeen ruimen wetakken die vanzelf uit bomen gevallen zijn, ook niet meermeteen op. Als een tak een half jaar blijft liggen, dan gaatmen beter om zich heen kijken en bedenkt dat die tak ookop hun eigen hoofd terecht had kunnen komen.” VoorwaardenNaast de publieke opinie heeft een beheerder zeker ook temaken met de Flora en Faunawet. Wilke beschrijft hoe striktde regels zijn waaraan hij zich moet houden. “Toen dezewet net van kracht was geworden, moesten we voor elkesoort van de rode lijst afzonderlijk benoemen of die schadezou lijden door de ingreep, tot aan de witsnuitdolfijn aantoe. Pure gekheid natuurlijk. Nu kunnen we volstaan om per

groep dieren te rapporteren dat het betreffende gebied voorhen ‘geen geschikte biotoop’ is. Voor de soorten die hierwel kunnen voorkomen moeten we tenminste een jaar langonderzoeken of ze voorkomen in het stuk waar je wilt ingrij-pen en daarvan een nauwkeurig rapport indienen, anderskrijg je geen ontheffing voor een ingreep. We hadden in ditgeval het geluk dat er vanwege de plannen voor de verleg-ging van de N348 al drie jaar intensief ecologisch onderzoekwas gedaan, dus hoefden we zelf alleen het laatste jaar tegaan observeren. Dassen zijn dan makkelijk te volgen, diehebben vaste plekken en routes. Broedende kauwtjesvinden wel een nieuwe plek in het nabije bosgebied. Ge-lukkig vonden we geen roofvogelhorst. Maar de vleermui-zen zijn altijd een hot item op Hof te Dieren, in dit gevalomdat het laantje een belangrijke vliegroute is van het bosnaar de vijvers.” De werkgroepen die zich met de bescher-ming van deze beestjes bezig houden, hebben heel goedopgelet toen de wet werd opgesteld, meent Wilke. “In dewet is vastgelegd dat er tijdens de voorbereidingsfasenestkastjes opgehangen moeten worden om nieuwebroedgelegenheid aan te bieden. En dat mogen dan geenwillekeurige kastjes zijn, maar een heel precies omschrevenmodel. Ik vergelijk het wel met autotypes of wasmachines:geen type uit de C-serie maar een met het typenummerGTI-x. Onzin natuurlijk, want als er een alternatief in debuurt is – en die is hier – dan zoekt een vleermuis lievereen andere boom met spleten en gaten om te broeden.Maar toch móet je die kastjes ophangen.” Zin en onzinDe wet schrijft vervolgens heel nauwkeurig voor wat ergedaan moet worden in het hele uitvoeringsproces. “Voor-dat je tot vellen mag overgaan, moet je met een camera inelk spleet en holte controleren of je iets ziet. Natuurlijk zagenwe niets, want het Boswachterslaantje is een zomer verblijfplek; de vleermuizen overwinteren elders.” Tijdens het

Het vellen van de oude beuken. Foto: Wilke Schoemaker

IVN Oost-Veluwezoom 17Lente 2015 40e jaargang nr. 1

Page 18: IVN Oost-Veluwezoom Lente 2015 40e jaargang nr. 1

vellen moet er een externe waarnemer bij staan die kijkt ofer niet tijdens de werkzaamheden een vleermuis uit een gatkomt. En ná het vellen moet een boom met een spleet nog24 uur blijven liggen met het gat naar boven gericht voordatde stam in stukken verzaagd mag worden. “Onzin natuurlijk,want als het gat naar boven wijst, kan het inregenen of in-sneeuwen en dan verdrinkt het dier. Ook is het maar devraag of een vleermuis tijdens vorst actief kan worden enopstijgen vanuit zijn hol. Wij hebben dit praktischer bena-derd. Elke holte is op de grond grondig bekeken en waarnodig geopend. Als we wat hadden aangetroffen danzouden we deze verplaatsen naar een alternatieve locatie in een nestkast. Ambtenaren met vaste regels – zwart iszwart en wit is wit – kunnen het met de wet in de hand debeheerder wel knap lastig maken. Ik heb geprobeerd demensen van Kritisch Bosbeheer uit te leggen dat we hebbengedaan wat moet volgens de wet en in overeenstemmingis met de voorwaarden voor de ontheffing, dus waaromageren ze zo? Aan het Boswachterslaantje zijn jonge beuken van viermeter hoog aangeplant. “Dat stelt de wet als voorwaardebij het verlenen van de ontheffing. Met bomen van minimaalvier meter hebben de vleermuizen er wat aan bij hunechonavigatie, is de redenering, want ze vliegen ongeveerop die hoogte. Maar vleermuizen vinden heel snel een al-ternatieve vliegroute. In dit geval is er vlakbij een anderlaantje met oude bomen waar ze gebruik van kunnenmaken. Als beheerder zet ik veel liever kleinere bomen vaneen meter of twee neer: die slaan veel makkelijker aan.” Inde wet is ook tot op de datum vastgelegd in welke periodeer in het bos gewerkt mag worden. Wilke haalt zijn schou-ders op. “Soms lach je je kapot, want de natuur laat zichniet vastleggen in maat en getal. De natuur is niet zwart ofwit, het is meestal grijs. Soms is het in februari zo warm enzonnig, dat de vleermuizen al vliegen en zangvogels al

De jonge aanplant. Foto: Gerrit Lammers

actief bezig met hun nest te bouwen en dan moet je vooralniets doen in het bos. Omgekeerd kan het eind maartvriezen dat het kraakt en kun je rustig gaan zagen. Eigenlijkhad er in de wet moeten staan bij welke temperaturen enandere weersomstandigheden je wel of niet in de natuurmag werken, die zijn voor de natuur veel interessanter danexacte data. De wet is star, die laat geen ruimte toe om zelfna te denken vanuit ecologische inzichten.” Over de uitvoering van de herplant maakt Wilke nog eenslotopmerkingen. “Tegenwoordig werken we zo snel mo-gelijk; vroeger ging er soms wel drie maanden overheenom zo’n laan te verjongen. Deze keer zat het echt mee enkonden we binnen twee weken kappen, stobben uitfrezenen opnieuw aanplanten. Dat is wel veel duurder, maar hetpubliek ziet wel gauw het resultaat: de nieuwe laan.” Barbara de Jong

WANDELPROGRAMMA IVN EERBEEKMeer info: www.inv.nl/eerbeek, mw S. Omlo (0313) 41 67 47 Zondag 8 maart 14.00 uur. Knoppen. Leusveld HallZondag 12 april 14.00 uur. Bomen. Café De Korenmolen Eerbeek.Zondag 3 mei 06.30 uur. Vroege vogelwandeling. De Sterre TondenZondag 31 mei Fotowandeling i.s.m. IVN Oost-Veluwe- zoom. Vooraf aanmelden via website. PROGRAMMA KNNV ARNHEM:Zie agenda op www.knnv.nl/arnhem

18 IVN Oost-Veluwezoom Lente 2015 40e jaargang nr. 1

Page 19: IVN Oost-Veluwezoom Lente 2015 40e jaargang nr. 1

Computers op maat

OnderhoudNetwerkenReparatieSupplies

Emmastraat 29 • 6881 SN Velp • (026) 3640641Internet: www.ictvisie.eu

IVN Oost-Veluwezoom 19Lente 2015 40e jaargang nr. 1

Page 20: IVN Oost-Veluwezoom Lente 2015 40e jaargang nr. 1

www.editoo.nl

Indien onbestelbaar: Lindewal 1, 6981 AB Doesburg

Oost-VeluwezoomWANDELPROGRAMMA

VoorwandelenHierbij zijn ook niet-gidsende IVN-leden welkom.Maandagmorgen: altijd vrijdagmorgen ervoor, om 9.00 uur.Zondag: doorgaans zaterdag voorafgaande om 9.00 uur.Andere wandelingen: voorwandelen varieert.Wil je zeker zijn van de tijd, bel of mail de eerste gids. Maandag 2 maart, 09.30 uurBeekhuizenStart: P tennispark Beekhuizen, Beekhuizenseweg 99, VelpEerste Gids: Rob Timmerman Zondag 15 maart, 13.00 uurWandelen op ‘niveau’Start: Voormalig asielzoekerscentrum, SnippendaalseWeg, RhedenEerste gids: André Lathouwers Maandag 13 april, 09.30 uurOverleven in de MiddachterbossenStart: P Het Sterrenbos, Zutphensestraatweg, EllecomEerste gids: Rob Timmerman Zondag 19 april, 14.00 uurRozendaalsche Zand en hoogste punt VeluweStart: P aan de weg naar de brandtoren bij paddenstoel21064, VelpEerste gids: Erik van Dijk Maandag 4 mei, 09.30 uurVoorjaar op MiddachtenStart: P Kasteel Middachten, De SteegEerste gids: Henk Grijzen Zondag 17 mei, 14.00 uurKleurenexplosie op LarensteinStart: P Hogeschool Van Hall/Larenstein, Larensteinselaan26 A, Velp.Eerste gids: Erik van Dijk

Zondag 31 mei 09.30 uur EerbeekWilde planten en bloemen ‘kieken’ een fotowandelingBeperkt aantal deelnemers, opgave via de website. Maandag 1 juni, 09.30 uurWilde planten in de HavikerwaardStart: P kasteel Middachten, De SteegEerste gids: Rob Timmerman WERKGROEP BIJSPIJKEREN/ SCHOLINGDinsdag 24 maart: lezing 'Ruimte voor de rivier' doorJohan van den Boogaard.Aanvang 19.30 uur, ’t Sprengenhus, Laag Soeren. Woensdag 22 april: excursie 'toekomstvisie Veluwezoom' o.l.v. Andre ten Hoedt, ecoloog bij Natuurmonumenten.Start 19.00 bij het bezoekerscentrum. Vrijdag 8 mei: Lezing 'onze vleermuizen' o.l.v. HermanHeskamp. Start 19.30 uur in Tjark Riks centrum Eerbeek.Aansluitend excursie rondom het Huis te Eerbeek.Meer informatie kun je lezen op bladzijde 6 en 7. Woensdag 28 april, 19.30 uurLEDENVERGADERING Parkhuis, parkweg 5, De Steeg

Kraailook Foto: Corlène van den Camp

Wandelingen aanvragen Erik van Dijk 026-379355606-81254430 [email protected] Riek van de Veen 026-4952809,[email protected] IVN-tuin Gerrit de Jong 06-36593816,[email protected]

Indien onbestelbaar: Lindewal 1, 6981 AB Doesburg

Oost-VeluwezoomPROGRAMMA