ISSO_Info_44
-
Upload
stichting-isso -
Category
Documents
-
view
222 -
download
4
description
Transcript of ISSO_Info_44
I SS O i n f o 4 4 1 n ove m b e r 2 010
n u m m e r 44 n ove m b e r 2010
•••••••••••••••
3
4
5
6
7
8
8
9
10
11
12
12
13
14
16
Nieuw bedrijfspand voor Ponsioen InstallatietechniekKatalysator bij verduurzaming van bestaande utiliteitsbouwISSO-publicatie ‘Technische aspecten Zonne-energie’Actualisatie en herziening ISSO-publicatie 27Stand van zaken EnergielabelLandelijke informatiedag BinnenmilieuprofielISSO-Najaarsoverleg ‘Nieuwe technieken genereren nieuwe omzet’‘Integraal ontwerpen van legionellaveilige woningen’Herzien: ISSO-publicatie 17‘Regeltechniek voor klimaatinstallaties’Herzien: ISSO/SBR-publicatie 809 ‘Brandveilige doorvoeringen’Agenda 2011‘Inspectie en onderhoud van noodverlichtingsinstallaties’Onderzoek naar de ISSO-uitgavenUitgaven (binnenkort) beschikbaar
ISSO-info nummer 44
Nederlandse installatiesector maakt met ISSO internationaal een vuist
“We zorgen dat regels beter aansluiten op onze praktijk”
In de economie van ons land spelen internationale regels een steeds prominentere rol. In de installatiewereld is dit niet anders. Met name de Europese Unie, maar ook de verschillende internationale normalisatie-instituten, creëren een reeks wetten en richtlijnen waaraan we in ons land moeten voldoen. “Allereerst is het is belangrijk dat we ons dit realiseren. De vervolgstap is dat wij ook invloed hebben op dit proces. Alleen dan kunnen we zorgen dat nieuwe regels ons niet overvallen en liefst nog dat nationale regels daarin leidend kunnen zijn”, zegt Jaap Hogeling, van kennisinstituut ISSO.
ISSO IS bElANgrIJkE SpIl bIJ INtErNAtIONAlE rEgElgEvINg EN NOrMErINg Namens de Nederlandse installatiesector
is Jaap Hogeling een belangrijke spil in de
internationale wereld van regelgeving en
normering. Al in de jaren tachtig begon hij
met dit werk, toen de eerste Europese richt-
lijnen zich aandienden. Aan het einde van de
jaren negentig en zeker sinds de eeuwwis-
seling zijn deze activiteiten een belangrijk
onderdeel van zijn dagelijks werk geworden.
Tot begin dit jaar combineerde hij de interna-
tionale werkzaamheden met zijn functie van
directeur van ISSO. Inmiddels heeft hij het
directeurschap overgedragen aan Rob van
Bergen waardoor hij zich nu nog beter kan
focussen op de manieren waarop wij invloed
kunnen uitoefenen op internationale regels
en normen die voor de sector onvermijdelijk
zijn. “We willen allemaal een open markt,
maar daarbij horen nu eenmaal internatio-
nale richtlijnen en wetten. Dan kun je twee
dingen doen. Afwachten en zien wat er op
ons af komt, waarna we ons aanpassen of
zelfs schikken naar de nieuwe situatie. Maar
we kunnen ook zorgen dat die nieuwe regels
zoveel mogelijk aansluiten bij onze eigen,
dagelijkse praktijk. En dat is precies wat wij
met ISSO binnen de internationale werk-
zaamheden doen.”
INSpElEN Op INtErNAtIONAlE vOOrScHrIftEN EN rIcHtlIJNEN “De eerste internationale wetten en richt-
lijnen die ook in Nederland invloed heb-
ben, hadden vooral betrekking op de wijze
waarop je systemen voor verwarming, ven-
tilatie en later ook energieprestaties moest
omschrijven. Dit is van belang wanneer we
internationaal universele afspraken willen
Jaap Hogeling
I SS O i n f o 4 4 2 n ove m b e r 2 010
nauw bij de voortgaande ontwikkeling van
de EPBD betrokken. “Ik ben nog altijd voor-
zitter van een commissie (CEN TC 371) die
de eerste versie van de Europese energie-
prestatienormering tot stand heeft gebracht
en nu, in samenspraak met de Europese
Commissie, de EU-lidstaten en CEN, plannen
aan het uitwerken is voor de tweede gene-
ratie EPBD-normen. Het is wel duidelijk dat
verbeteringen mogelijk zijn en dat verdere
harmonisatie belangrijk is. Daar zijn we nu
druk mee bezig. Het ziet er naar uit dat de
Europese Commissie nog dit jaar besluit over
een mandaat (een opdracht ) aan CEN om
deze verbeteringsplannen de komende jaren
uit te voeren. In dit verband bekijken we
hoe de normen worden gebruikt, zodat de
knelpunten boven water komen. Deze kennis
kunnen we heel goed gebruiken om ook in
Nederland de toepassing te verbeteren.”
StUDIES vAN vAkOrgANISAtIESBehalve in de commissies van de Europese
Unie, de zogeheten CEN-commissies (de
diverse CEN TC’s), vertegenwoordigt ISSO de
Nederlandse installatiesector ook in twee
ISO-commissies, die zich wereldwijd met
normering bezighouden, en in tien nationale
normcommissies van de NEN. Tevens is Jaap
Hogeling actief betrokken bij studies en richt-
lijnen van de vakorganisaties ASHRAE uit de
Verenigde Staten en Rehva in Europa. “In de
installatiewereld merken wij dat afspraken
en onderzoeken binnen ons eigen vakgebied
eveneens een belangrijke impact hebben.
Het gebeurt met regelmaat dat publicaties
die ASHRAE in de Verenigde Staten opstelt
uiteindelijk tot ISO-normen worden verwerkt.
Die normen komen dan weer terug in ISSO-
publicaties, omdat wij van mening zijn dat
de sector zoveel mogelijk naar de laatste
stand van de techniek moet werken. Het
is dus belangrijk dat wij – selectief, dat wel
– op bepaalde terreinen input leveren aan
bijvoorbeeld onderzoek dat ASHREA of haar
Europese tegenhanger Rehva uitvoert.”
Gevraagd naar zijn persoonlijke drijfveer
om dit werk te doen, noemt Hogeling twee
belangrijke argumenten. “In de eerste plaats
vind ik het fantastisch om met zoveel des-
kundige mensen in aanraking te komen die je
blik steeds weer verruimen. Maar in de twee-
de plaats zie ik nadrukkelijk de maatschap-
maken over de handel in en de prestaties
van deze systemen. ISSO hield zich daar al
jaren mee bezig, wat nationaal in de ISSO-
publicaties tot uiting kwam. Het was, vanuit
de sector gezien, het meest logisch dat wij
de installateurs en hun toeleveranciers ook
internationaal op dit punt zouden vertegen-
woordigen”, vertelt Hogeling.
Dezelfde denkwijze gaat volgens Hogeling
ook op voor internationale normalisatie, dat
vooral plaatsvindt in Europees verband –bin-
nen de CEN- maar ook internationaal binnen
de ISO. “Wij waren nationaal al betrokken
bij normalisatietrajecten, waarbij we de
belangen van de installatiesector vertegen-
woordigen. Dit hebben wij doorgetrokken
naar de internationale projecten. Omdat wij
het in Nederland, met onder meer de vele
ISSO-publicaties, al redelijk goed voor elkaar
hebben, kunnen we met deze kennis ook
een aanzienlijke rol spelen bij internationale
normalisatie en het tot stand brengen van
grensoverschrijdende richtlijnen en wetten.
Aan de andere kant kunnen wij ook, doordat
wij in een vroegtijdig stadium bij dergelijke
projecten aan tafel zitten, ervoor zorgen dat
de nieuwe ISSO-publicaties meteen inspelen
op internationale voorschriften en richtlijnen.
Hiermee garanderen wij dat de kennis in onze
sector altijd zoveel mogelijk is afgestemd op
de internationale richtlijnen en normen.”
ISSO blIJft IN EUrOpA HAMErEN Op NOODzAAk vAN vAkMANScHApHogeling erkent dat zijn taak binnen de
internationale projecten in zekere mate
defensief is, maar hij benadrukt liever de
offensieve rol die hij namens de nationale
installatiesector vervult. “Je zou ons werk
defensief kunnen noemen omdat wij bin-
nen de commissies erop toezien dat Europa
niet onnodig ingewikkelde regels opstelt die
voor ons land negatief uitpakken. We zijn in
die rol een soort bewaker van onze instal-
latiepraktijk. Maar in offensieve zin proberen
wij in de nieuwe regels zoveel mogelijk de
competenties van de vakman gewaardeerd
te krijgen. Wij denken dat het belangrijk is
dat Europa erop toeziet dat de installateur
met kennis van zaken werkt. Zeker als het om
de belangrijke installaties in woningen en
gebouwen gaat. Vanuit meerdere Europese
lidstaten is er de neiging dat het, wat de kwa-
liteit betreft, niet allemaal zo strikt hoeft. Wij
willen dit tegengaan door te blijven hameren
op de noodzaak van vakmanschap. Zeker met
de nieuwe, duurzame installatietechnieken
die steeds ingewikkelder worden en waarbij
producten zich ontwikkelen naar systemen
en zelfs naar complete concepten, moeten
we van onze sector juist eerder meer ken-
nis en kunde eisen dan minder.” Hogeling
benadrukt dat het ‘op tijd er bij zijn’ al flinke
voordelen voor de sector heeft gehad. “Ik
durf de stelling wel aan dat alle recente
ISSO-publicaties bij de onderwerpen waar
dat relevant is, nauwgezet aansluiten bij de
internationale regels en normen. Bovendien
kunnen wij in Nederland vaak snel en rela-
tief gemakkelijk de nationale implementatie
van Europese regelgeving verzorgen, omdat
die regels vaak niet veel afwijken van wat
we nationaal al doen. Je ziet dan ook dat de
zogeheten ‘nationale annex’, een uitwerking
om op nationaal niveau Europese regels te
implementeren, in veel situaties verwijzen
naar bestaande ISSO-publicaties.
EUrOpESE ENErgIEprEStAtIESEen van de meest prominente, internationale
regelgevingprojecten van de afgelopen jaren
is het Europese project om tot universele
regels te komen voor de Energieprestatie van
woningen en gebouwen. Omdat Nederland
op nationaal niveau al vroeg bezig was met
de EPN, de nationale energieprestatienor-
mering, was het logisch dat ook wij bij de
Europese regelgeving betrokken zouden
raken. In dit geval was het Jaap Hogeling
die al vanaf het begin een prominente rol
in dit traject speelde. Uiteindelijk is hij zelfs
voorzitter geworden van de Europese norm-
commissie voor de EPBD, zoals het project
heet. Als resultaat hiervan lijken de Europese
regels voor de energieprestatie van wonin-
gen en gebouwen nu erg veel op de gehan-
teerde praktijk die in Nederland al bestond.
“Zo waren wij in staat om in ons land snel
en actueel in te spelen op deze regels. In
opdracht van het ministerie van VROM heb-
ben we de ISSO-publicaties 75 en 82 opge-
steld, waarin de nationale werkwijze rondom
de energieprestatie bestaande bouw, het
Energielabel en het EPA-maatwerkadvies, is
vastgelegd.”
Ook de komende jaren blijft Hogeling nog
I SS O i n f o 4 4 3 n ove m b e r 2 010
pelijke relevantie van dit werk. Als we over
vijf jaar, door al het werk dat wij nu doen, een
wereldwijd geaccepteerde ISO-norm heb-
ben voor de energieprestatie van gebouwen,
dan zijn we eindelijk in staat om waar ook ter
wereld gebouwen op energieverbruik met
elkaar te vergelijken. Pas dan kun je echt zeg-
gen, gebaseerd op harde feiten, of de afspra-
ken die we nu in bijvoorbeeld Kyoto-verband
maken ook effect hebben.”
Voor een overzicht van de commissies waarin
ISSO participeert verwijzen we u naar het
ISSO-jaarboek 2010-2011.
Internationale erkenning Jaap Hogeling
In januari 2011 zal Jaap Hogeling worden benoemd tot zogeheten ‘Fellow’ van de Amerikaanse vakorganisatie Ashrae. Dit gebeurt tijdens de jaarlijkse conferentie van Ashrae, die dit jaar in Las Vegas plaatsvindt. De status van ‘Fellow’ is wegge-legd voor leden van de organisatie die een ‘ongewone bijdrage’ hebben geleverd aan het vakgebied van verwarming, koeling, klimaatbeheersing en ventilatie. Tevens bedankt Ashrae hiermee ook de organisatie ISSO voor de inspanningen die Jaap Hogeling tijdens zijn dienstverband voor het vakgebied heeft mogen leveren. In 2009 werd Hogeling ook al onderscheiden met de Rehva Professional Award, een soortgelijke onderscheiding van de Europese vakorganisatie.
Nieuw bedrijfspand voor ponsioen Installatietechniek
Op uitnodiging van onze penningmeester Winfried ponsioen waren wij begin juni aanwezig bij de feestelijke opening van het nieuwe bedrijfspand van ponsioen Installatie techniek b.v. te Alphen aan de rijn. Een indrukwekkend gebouw dat visueel warmte uitstraalt maar de fysieke warmte binnenhoudt en verwerkt. De bedrijfsfilosofie van duurzaamheid is perfect vertaald in het nieuwe pand.
Een warmtepompsysteem met gesloten
bodemwisselaar zorgt voor de juiste tempe-
ratuur in winter en zomer; een energiebespa-
ring van circa 60 procent per m² ten opzichte
van de vorige huisvesting. Verder is het pand
voorzien van warmteterugwinventilatie.
De kamers zijn voorzien van sensoren. Als er
niemand aanwezig is, staat het licht niet aan.
Verder is er op de directie-etage een pilot
met dynamisch licht. Met dat systeem kan
natuurlijk licht worden nagebootst, regel-
baar voor wat betreft helderheid en warmte.
Wisselingen op de goede momenten op de
dag resulteert in verhoging van de producti-
viteit op de werkplek.
De nog te plaatsen windmolens moeten,
ook wat betreft uitstraling, de duurzaamheid
compleet maken.
MAAtpAkNaast de officiële opening door de
Burgemeester van Alphen werd ook door
de architecten een uitleg gegeven over het
ontwerp en de inbreng daarbij van Winfried
Ponsioen die speciaal voor deze gelegenheid
een maatpak kreeg aangemeten in de ont-
werpstijl van het pand. Het studentenorkest
met Ponsioen jr. zorgde voor de muzikale
omlijsting. Wij wensen Winfried en zijn mede-
werkers veel succes in de nieuwe huisvesting.
I SS O i n f o 4 4 4 n ove m b e r 2 010
platform Duurzame Huisvesting
katalysator bij verduurzaming van bestaande utiliteitsbouw
Energiebesparing en verduurzaming in de bestaande voorraad utiliteitsgebouwen is alleen mogelijk als alle partijen in de huis-vestingsketen samenwerken. Met deze overtuiging is - op initiatief van Agentschap Nl - in 2008 het platform ‘Duurzame Huisvesting’ opgericht. In het platform werden alle koepelorganisaties bij elkaar gebracht die betrokken zijn bij het gebruik van kantoorgebouwen. Het platform heeft inmiddels al twee keer - in 2009 en in 2010 - een lande-lijke themadag over energiebesparing georganiseerd. In februari 2011 zal het derde symposium plaatsvinden. Deze bijeenkomst gaat over de successen van samenwerking bij verduurzaming.
gEzAMENlIJkE MISSIEMaar er gebeurt meer. De afgelopen maan-
den hebben de partners elkaar bevraagd
over de duurzame doelstellingen van hun
organisatie. Welke rol speelt duurzaamheid
voor jou en hoe maak je dat concreet? Ook
werd een gezamenlijke missie vastgesteld:
het platform ‘Duurzame Huisvesting’ wil de
katalysator zijn bij de verduurzaming van de
bestaande utiliteitsbouw door samenwerking
in de huisvestingsketen te stimuleren. In de
komende maanden zal het platform officieel
naar buiten treden.
MOgElIJk EN NOODzAkElIJkJan Terlouw, voorzitter van PeGo (platform
‘Energietransitie Gebouwde Omgeving’),
hield als aanjager van het transitieproces
tijdens de laatste platformbijeenkomst
een warm betoog voor verduurzaming.
Verduurzaming is mogelijk en noodzakelijk,
zo stelde hij. Mogelijk: een vat olie kan je een
week warm houden, de zon straalt per secon-
de 10 miljoen vaten olie per aardbewoner uit!
Ruim voldoende dus en de levering is voor
de komende 5 miljard jaar gegarandeerd!
Noodzakelijk uit zowel ecologisch als econo-
misch oogpunt want de huidige energieleve-
ring is allerminst gegarandeerd. Ecologisch
noodzakelijk omdat wij in rap tempo bezig
zijn de voorraden op aarde ‘op te vreten’. En
verduurzaming is ook economisch noodza-
kelijk want Nederland loopt duidelijk achter
op andere landen. Als voorbeeld haalde Jan
Terlouw de Amerikaanse staat Californië
aan die op dit moment al 30 procent van
haar energie duurzaam opwekt en de staat
Colorado waar de groei van duurzame ener-
gie van 10 naar 30 procent over 10 jaar bij wet
is geregeld. En dichter bij huis hebben enkele
grote concerns uit ons omringende landen
concrete plannen om 20 procent van Europa’s
energiebehoefte in de Sahara op milieuvrien-
delijke manier op te wekken.
SAMENWErkINg bEvOrDErENVanaf de start is ISSO partner in het platform
‘Duurzame Huisvesting’. Via de ontwikkeling
van technische richtlijnen voor duurzame
technieken werken we met onze kennispart-
ners aan de kwaliteit van de technische instal-
laties die aan verduurzaming bijdragen, zoals
warmtepompen, zonthermische en zonelek-
trische systemen enzovoort. ISSO wil zich ook
in dit platform inzetten om de samenwer-
king bij verduurzaming van onze bestaande
gebouwenvoorraad te bevorderen.
Ook het ISSO-project ‘Duurzaam beheer en
onderhoud’ besteedt aandacht aan de facet-
ten van duurzame huisvesting.
I SS O i n f o 4 4 5 n ove m b e r 2 010
ISSO-publicatie ‘Installatie- en bouwtechnische aspecten zonne-energie’
In ISSO Info 41 hebben wij u al geïnformeerd over het Masterplan zonne-energie. Het Masterplan zonne-energie is opgezet om in de toekomst de kwaliteit van zonne-energie-installaties te kunnen bor-gen. In het Masterplan is gekozen om de kwaliteitsborging te realise-ren via kennis door opleidingen en examens. Het is daarbij van belang dat als eerste de kennis toegankelijk gemaakt wordt.
HErzIEN EN gEïNtEgrEErDMet financiële steun van Agentschap NL,
OTIB en Uneto-VNI gaan we de komende
maanden de ISSO-publicaties 14 ‘Zonne-
boilers, ontwerp, uitvoering en advisering’,
59 ‘Grote zonneboilers - ontwerp, uitvoering
en advisering’ en 78 ‘Handleiding zonne-
stroom voor ontwerper en installateur’
volledig herzien en integreren tot één
publicatie. Deze publicatie komt tot stand in
samenwerking met SBR zodat ook de bouw-
kundige integratie van de zonne-installaties
2. Specialisatie Zonnestroomsystemen
(Voorbereiding);
3. Specialisatie Zonnewarmtesystemen
(Voorbereiding);
4. Uitvoering Zonnestroomsystemen
(Uitvoering);
5. Uitvoering Zonnewarmtesystemen
(Uitvoering);
6. Bouwkundige montage op daken
(Uitvoering).
Op dit moment worden de verschillende kon-
taktgroepen samengesteld. De verwachting
is dat de publicatie en de opleidingen in het
derde kwartaal van volgend jaar beschikbaar
zullen komen. Voor meer informatie hierover
kunt u terecht bij de projectcoördinator
André Derksen, [email protected].
beschreven wordt. De publicatie zal geactu-
aliseerde en deels nieuwe referentiedetails
voor integratie in daken en gevels bevatten.
De uitwerking van de referentiedetails zal
aansluiten bij de methodiek die SBR hanteert
voor de referentiedetails.
Parallel aan het realiseren van de publicatie
zullen een zestal opleidingen ontwikkeld
worden:
1. Basiskennis Zonne-energiesystemen
(Voorbereiding);
I SS O i n f o 4 4 6 n ove m b e r 2 010
Actualisatie en herziening ISSO-publicatie 27 luchtfiltersISSO-publicatie 27 ‘luchtfilters voor comfortinstallaties’ gaat in op de selectie, installatie en het onderhoud van luchtfiltersystemen. De publicatie is ontwikkeld in 1990. Sinds die tijd hebben zich meerdere ontwikkelingen voorgedaan die vragen om een herziening van deze ISSO-publicatie. Daarom wordt er gestart met de herziening en uit-breiding van deze uitgave.
ONtWIkkElINgENEr is een aantal belangrijke ontwikkelingen en
aandachtspunten die bij de herziening wordt
meegenomen. De classificatie van luchtfilters
is inmiddels aangepast en is hierdoor moeilijk
onderling te vergelijken (Ashrae, EN, ISO, etc.),
terwijl een juiste interpretatie cruciaal is voor
het maken van de keuze van het luchtfilter.
Belangrijke recente normen zijn hierbij:
• NEN-EN 779 ‘Luchtfilters voor ventilatiedoel-
einden - Bepaling van de filterprestatie’ uit
2003 en 2009 (Ontw.);
• NEN-EN 13779 ‘Ventilatie voor utiliteitsge-
bouwen - Prestatie-eisen voor ventilatie- en
luchtbehandelingssystemen’ uit 2007;
• NEN-EN1822 ‘Luchtfilters met een hoog ren-
dement (EPA, HEPA en ULPA)’ uit 2009.
Met de bestaande informatie en normen is er
voldoende theoretische kennis beschikbaar
over de efficiency van een luchtfilter, maar
praktische kennis over het functioneren en
het verloop van het rendement tijdens het
gebruik in de praktijk ontbreekt. Een test-
norm is hiervoor in ontwikkeling.
Ook zijn er inmiddels verscheidene nieuwe
filtermaterialen op de markt geïntroduceerd.
Welke eigenschappen hebben ze en hoe die-
nen ze toegepast te worden? Tevens is het in
dit kader belangrijk te weten hoe luchtfilters
zelf als bron van verontreiniging werken:
• emissie van vezeldeeltjes aan de schone
luchtzijde bij ingebruikname nieuwe lucht-
filters;
• geuremissie door groei van micro-orga-
nismen op gebruikte luchtfilters en uitein-
delijke emissie microbiologische deeltjes,
schimmels in de toevoerlucht.
fIJNStOfDankzij het steeds luchtdichter bouwen is het
mechanisch ventilatiesysteem in een modern
gebouw een belangrijke factor geworden in
het bereiken van een goede binnenluchtkwa-
liteit. Bij de keuze van een luchtfilter moet
daarom ook steeds meer rekening gehouden
worden met de aanwezigheid van fijnstof en
ultrafijnstof in de buitenlucht (PM2.5 – PM10).
De aandacht ligt daarom meer op het reali-
seren van ventilatiesystemen met minimale
luchtlekkage en vooral ook op het selecteren,
toepassen en tijdig vervangen van de juiste
luchtfilters. Zo blijkt bijvoorbeeld uit de
praktijk dat het, nu vaak toegepaste, F7 filter
onvoldoende rendement heeft op de filtering
van fijnstof uit de buitenlucht; uit metingen
blijkt dat er minimaal met een filterklasse F9
gewerkt moet worden om serieus fijnstof te
lijf te gaan.
Ook mechanische ventilatiesystemen in
(nieuwbouw)woningen worden steeds vaker
voorzien van luchtfilters. Enerzijds om de
installatie schoon te houden, maar steeds
meer ook om de kwaliteit van de binnenlucht
te verbeteren. In de markt voor woningventi-
latie en bij de gebruikers van die systemen is
nog weinig kennis aanwezig over juiste toe-
passing en gebruik. Daarnaast is er discussie
over de reinigbaarheid van luchtfilters. Hoe
moet het onderhoud van de filters plaats-
vinden en hoe kan de juiste vervangingsfre-
quentie vastgesteld worden?
ISSO-prOJEctHet doel van het project (uitvoering vanaf
2011) is partijen, werkzaam in de klimaattech-
niek, te voorzien van alle benodigde infor-
matie over een juiste selectie, uitvoering en
toepassing van luchtfilters. Zowel voor instal-
laties in de utiliteitsbouw als woningbouw. Te
denken valt aan installatie- en adviesbureaus,
service- en onderhoudsbedrijven, leveran-
ciers en woningbeheerders. ISSO gaat op
zoek naar partijen die willen bijdragen om
dit project te starten, zoals luchtfilterfabri-
kanten verenigd in de VLA, koepelorganisa-
ties t.a.v. woningbeheer, facilitair bedrijf en
gezondheidsorganisaties. Voor vragen over
dit project kunt u terecht bij Marco Hofman,
I SS O i n f o 4 4 7 n ove m b e r 2 010
Het ministerie van vrOM zal per 1 januari 2011 de NEN 7120 ‘Energieprestatie voor gebouwen’ voor nieuwbouw nog niet aanwij-zen. De NEN 7120 is op dit moment nog van onvoldoende kwaliteit, rekenkundige controles geven nog geen betrouwbare uitkomsten. Waarschijnlijk pas medio 2011 of begin 2012 zal de NEN 7120 voor nieuwbouwbouw worden aangewezen. Wel wordt per 1 januari 2011 de Epc-eis voor woningen verlaagd van 0,8 naar 0,6. voor utiliteitsgebouwen wordt geen verlaging doorge-voerd. De reden hiervoor is dat de eisen voor de utiliteitsgebouwen per 1 januari 2009 al zijn aangescherpt.
De nieuwe Energieprestatienorm en het Energielabel
Stand van zaken
Voor bestaande bouw wordt de NEN 7120
ook voorlopig nog niet aangewezen omdat
de marktpartijen voor hun bestaande voor-
raad gebouwen niet op te veel wijzigingen
zitten te wachten. Per 1 januari 2010 is
namelijk de Energielabelmethodiek voor
woningen en utiliteitsgebouwen aangepast
en bij de invoering van de Recast van de
EPBD in 2012/2013 komen er weer een aantal
verplichte wijzigingen aan. Bij de verplichte
invoering van de Recast van de EPBD zal de
NEN 7120 ook voor de bestaande bouw wor-
den aangewezen, dit zal dus niet eerder zijn
dan 2012/2013.
lAbElMEtHODIEkEr wordt wel overwogen om de huidige label-
methodieken op een klein aantal punten te
wijzigen. Afgelopen jaar heeft er een aantal
partijen nog wat wensen en uitbreidingen
kenbaar gemaakt bij ISSO. Ook zijn in 2009
niet alle wensen en uitbreidingen doorge-
voerd omdat toen de planning was dat op 1
januari 2011 ook NEN 7120 voor bestaande
bouw zou worden aangewezen. Nu deze
planning achterhaald is zal ISSO samen met
de marktpartijen en Agentschap NL bekijken
op welke punten de huidige methodiek nog
aangepast moet worden.
De NEN 7120 geeft de berekeningsmethode
voor de EPC en de Energie-index, voor
bestaande bouw is de NEN 7120 vergelijkbaar
met de formulestructuur zoals deze is gege-
ven in ISSO 82.3 voor woningen en ISSO 75.3
voor utiliteitsgebouwen. Als de NEN 7120
door de overheid wordt aangewezen dan zal
ISSO de publicaties 82.3 en 75.3 intrekken. De
opnamemethodiek voor woningen - ISSO-
publicatie 82.1 - en voor utiliteitsgebouwen
- 75.1 - blijven wel gehandhaafd. Deze beide
opnamemethodieken zullen in 2011 worden
afgestemd op de NEN 7120 evenals de BRL
9500.
AANpASSINgDe NEN 7120 dient ten behoeve van
bestaande gebouwen nog enigszins aange-
past te worden. De invoer voor bestaande
gebouwen moet afgestemd worden op de
gebouw- en installatie-eigenschappen die
in het gebouw waarneembaar zijn. Op een
aantal punten vraagt de NEN 7120 voor
bestaande bouw invoergegevens die alleen
te achterhalen zijn bij nieuwbouwgebouwen
of bij gebouwen die goed gedocumenteerd
zijn. Begin 2011 zal deze aanpassing gereed
zijn. ISSO zal hierna starten met de aanpas-
sing van de opnamemethodiek zoals deze
beschreven is in ISSO 82.1 en 75.1. Het wordt
dan mogelijk om zowel met minder gedetail-
leerde (vergelijkbaar met de huidige opna-
memethodiek) als met gedetailleerde infor-
matie een Energielabel te maken.
SEmINARISSO organiseert in maart 2011 een seminar over de nieuwe energierichtlijnen en wat deze voor de installatiesector betekenen.
I SS O i n f o 4 4 8 n ove m b e r 2 010
bEpAlINgSMEtHODE
bINNENMIlIEUprOfIElWONINgEN ENErgIEprEStAtIE ADvIES
publicatie
82.4kE
NN
ISIN
St
ItU
Ut
vO
Or
DE
INS
tA
ll
At
IES
Ec
tO
r
ISSO-Najaarsoverleg ‘Nieuwe technieken genereren nieuwe omzet’
NOtEEr DEzE DAtUM AlvASt IN UW AgENDA
Op 15 september 2011 organiseert ISSO voor de vijfde keer haar
relatiedag het ISSO-Najaarsoverleg. Deze keer zal de dag in het
teken staan van ‘Nieuwe technieken genereren nieuwe omzet’.
Zoals u van ons gewend bent, krijgt u ook een overzicht van de
lopende en komende projecten. Daarnaast gaan we in op de
trends en ontwikkelingen die in 2011-2012 gaan spelen.
ONDErWErpVindt u dat er een onderwerp echt niet mag ontbreken tijdens
het Najaarsoverleg? Laat het ons weten! Stuur uw suggestie naar
Susanne Suvaal, [email protected].
vOOr WIE?ISSO-relaties, partners, opdrachtgevers en overige
geïnteresseerden.
UW INvEStErINgDe relaties van ISSO worden op persoonlijke titel uitgenodigd
deze dag gratis bij te wonen. Overige geïnteresseerden zijn van
harte welkom deze dag bij te wonen voor € 195,00 per persoon.
NEtWErkDINErTijdens het ISSO-Najaarsoverleg is voor de aanwezigen altijd
ruimte om te netwerken. Op veler verzoek is de gelegenheid om
te netwerken uitgebreid. Daarom organiseert ISSO aansluitend
op het najaarsoverleg ook een netwerkdiner. Dit diner biedt u de
kans in een informele setting samen te komen om uw collega’s en
(nieuwe) relaties te ontmoeten.
INtErESSE IN DEElNAME?Indien u ons al wil laten weten dat u aanwezig bent op het
Najaarsoverleg in 2011 dan kunt u zich opgeven bij Susanne
Suvaal, [email protected].
ISSO heeft, met financi-
ele steun van de stichting
‘Meer Met Minder’ een
methode ontwikkeld voor
het opstellen van een
Binnenmilieuprofiel voor
bestaande woningen.
Deze methode is beschre-
ven in de ISSO-publicatie
82.4 ‘Binnenmilieuprofiel
woningen’, die begin 2010
is verschenen. Op 17 febru-
ari 2011 organiseert ISSO een landelijke
informatiedag omtrent dit onderwerp.
Tijdens deze dag wordt u door verschil-
lende sprekers bijgepraat over het
Binnenmilieuprofiel; het
belang, de aanleiding, de
methodiek en de laatste
stand van zaken rondom de
invoering. Tevens krijgt u de
laatste informatie over het
Energielabel.
InzIcht In bInnenmIlIeukwalIteItHet Binnenmilieuprofiel geeft
de opdrachtgever (eigenaar
of bewoner) inzicht in de te verwachten
kwaliteit van het binnenmilieu, als aanvul-
ling op het EPA-maatwerkadvies. In de
methode voor het Binnenmilieuprofiel staan
het gebouw en de installaties centraal. Met
het Binnenmilieuprofiel wordt een woning
beoordeeld met een horizontale ‘stoplicht-
score’ - groen, oranje, rood - op acht verschil-
lende binnenmilieuaspecten: luchtverversing,
vocht en schimmel, verbrandingsgassen,
thermisch comfort winter, oververhitting
zomer, installatiegeluid, geluidisolatie en
daglichttoetreding.
Voor wie?De informatiedag is bedoeld voor EPA-
adviseurs, woningbouwcorporaties, mede-
werkers gemeenten, medewerkers GGD en
overige geïnteresseerden werkzaam in de
bestaande bouw. De deelnameprijs bedraagt
€ 295,00 per persoon. U kunt zich opgeven
via www.isso.nl.
1 5 s e p t e m b e r 2 0 1 1
landelijke informatiedag binnenmilieuprofielDatum: 17 februari 2011 locatie: Houten
I SS O i n f o 4 4 9 n ove m b e r 2 010
REGIONALEINSTRUCTIEBIJEENKOMSTEN
KE
NN
ISI
NS
TI
TU
UT
V
OO
R
DE
I
NS
TA
LL
AT
IE
SE
CT
OR
ISSO
Postbus 577
3000 AN Rotterdam
FRAN
KEREN
ISSO, het kennisinstituut voor de installatiesector
ISSO is opgericht om te voorzien in de technische kennisbehoefte
van de installatiesector. ISSO doet dit door de kennisvragen vanuit
de sector te identifi ceren en door het ontsluiten en toegankelijk
maken van deze kennis in de vorm van praktische ISSO-publicaties,
instructiebijeenkomsten, digitale producten en overige diensten.
Samengevat kan men de activiteiten van ISSO als volgt omschrijven:
kennisidentifi catie, kennisontwikkeling en kennisoverdracht.
Integraal ontwerpen van
legionellaveilige woningen
<––––– v o u w l i j n e n –––––––>
ISSO
postbus 577
3000 AN rotterdam
tel. 010 - 206 59 69
fax 010 - 213 03 84
E-mail: [email protected]
Internet: www.isso.nl
Nieuw: ISSO/Sbr-publicatie 811
‘Integraal ontwerpen van legionellaveilige woningen’Het voorkomen van ongewenste opwarming van leidingwater is een voortdurend punt van aandacht. Met het verschijnen van een nieuwe versie van NEN 1006 - Algemene voorschriften voor leidingwaterinstallaties - in 2002 werd een eerste stap gezet om leidingwaterinstallaties veilig te ontwerpen met betrekking tot ongewenste opwarming. NEN 1006, die aangewezen is door het bouwbesluit, geeft voorschriften voor de maximum temperatuur van drinkwater en 'afgekoeld' warmtapwater. boven deze tempe-ratuur van 25 °c kunnen bacteriën, waaronder legionella, uitgroei-en tot schadelijke concentraties. Na het verschijnen van NEN 1006 zijn er verschillende praktische richtlijnen gepubliceerd om aan de voorschriften te kunnen voldoen.
die voorzien in bruikbare en toepasbare
oplossingen in technisch en organisatorisch
opzicht.
SAMENWErkINg ONONtbEErlIJkDe richtlijn geeft niet alleen technische
oplossingen, maar hij zet ook duidelijk uiteen
hoe u dit in het bouwproces moet organise-
ren. Samenwerking en coördinatie tussen de
ontwerper (vaak architect), de aannemer en
de watertechnisch en cv-installateur is onont-
beerlijk. De werkvoorbereiders, uitvoerders
en monteurs op de bouw moeten goed op de
hoogte zijn van wat WEL en wat NIET meer
mag en wat de mogelijke oplossingen zijn.
INStrUctIEbIJEENkOMSt ‘INtEgrAAl ONtWErpEN vAN lEgIONEllAvEIlIgE WONINgEN’ISSO organiseert in januari en februari een
instructiebijeenkomst over dit onderwerp.
De onderstaande onderwerpen komen aan
de orde:
• Hoe waarborgt u de waterkwaliteit en voor-
komt u legionella?
• Welke wetgeving is van toepassing (nieuwe
Drinkwaterbesluit)?
• Welke problemen komt u in de praktijk
tegen bij het voorkomen van hotspots?
• Waar mogen de cv- en drinkwaterleidingen
wel en waar niet lopen?
• Hoe kunt u hieraan voldoen?
• Welke oplossingen staan er in de herziene
ISSO/SBR-publicatie 811?
• Hoe moet u dit organiseren?
tErUgkOMDAgHeeft u in 2009 deelgenomen aan de instruc-
tiebijeenkomst ‘Hotspotvrij bouwen en instal-
leren’, dan kunt u deelnemen aan de terug-
komdag op 18 januari 2011. Tijdens deze dag
worden de belangrijkste wijzigingen t.o.v. de
versie uit 2007 toegelicht.
vOOr WIE?De instructie is gericht op installateurs, pro-
jectleiders, bouwkundige uitvoerders, tech-
nici, werkvoorbereiders en (leidinggevende)
monteurs die zich direct of indirect bezighou-
den met de aanleg van cv- en drinkwaterin-
stallaties. De terugkomdag is geschikt voor
personen die in 2009 hebben deelgenomen
aan de instructiebijeenkomst ‘Hotspotvrij
bouwen en installeren’.
AANMElDENAls u wilt deelnemen aan de terugkomdag of
de instructiebijeenkomst dan kunt u zich aan-
melden via www.isso.nl.
Maar de praktijk van de woningbouw blijkt
weerbarstiger. Het voldoende uit elkaar hou-
den van verwarmingsleidingen en waterlei-
dingen blijkt een zodanig lastige opgave dat
de watertechnisch installateur het probleem
niet meer alleen kan oplossen. De instal-
latiesector heeft hierop in 2007 adequaat
gereageerd door de ISSO/SBR-publicatie 811
‘HotSpotVrij ontwerpen bouwen en installe-
ren’ te ontwikkelen.
ONtWErpcONcEptENTijdens de ontwikkeling kwam naar voren dat
er nog concepten ontbraken voor renovatie-
bouw en hoogbouw met stadsverwarming.
Begin 2011 verschijnt daarom de herziene
uitgave van ISSO/SBR-publicatie 811 'Integraal
ontwerpen van legionellaveilige woningen’.
Belangrijk uitgangspunt bij het formuleren
van de concepten om ongewenste opwar-
ming tegen te gaan, vormen de onderzoeken
van TNO uit 2007, 2008 en 2010 naar:
• de minimale afstanden tussen waterleidin-
gen en verwarmingsleidingen in vloeren en
verlaagde plafonds;
• de temperatuur die ontstaat in een leiding-
schacht waarin cv- en waterleidingen zijn
gecombineerd;
• de ventilatievoorziening die nodig is om
de warme leidingschacht met stadsverwar-
ming te koelen tot onder 25 °C.
Het realiseren van de concepten is niet alleen
een zaak van de watertechnisch installateur,
maar ook van de ontwerper van het gebouw.
Daarom zijn ontwerpconcepten ontwikkeld
I SS O i n f o 4 4 10 n ove m b e r 2 010
publicatie
17kE
NN
ISIN
St
ItU
Ut
vO
Or
DE
INS
tA
ll
At
IES
Ec
tO
rKwaliteitseisen voor luchtkanaal-systemen in woning- en utiliteitsbouw
Herzien: ISSO-publicatie 17 ’kwaliteitseisen voor luchtkanaalsystemen in woning- en utiliteitsbouw’
Onlangs is de nieuwe versie van ISSO-publicatie 17 ’kwaliteitseisen voor luchtkanaalsystemen in woning- en utiliteitsbouw’ versche-nen. ISSO-publicatie 17 is basisgereedschap voor het ontwerpen van alle klimaatinstallaties waar lucht mechanisch wordt toe- en afgevoerd. Deze uitgave is een herziene versie van de in 1993 uit-gegeven gelijknamige publicatie. Het belangrijkste verschil is de aansluiting op Europese normen en enige aanpassingen in het licht van de huidige inzichten en kennis.
lUcHtkANAAlbErEkENINgMet de luchtkanaalberekening kunt u het
drukverlies van het kanalensysteem bere-
kenen om daarmee de opvoerhoogte van
de ventilator te bepalen. Ook wordt met
deze berekening de drukverliezen over de
inregelkleppen bepaald. Deze gegevens zijn
nodig bij het inregelen van de ontwerp volu-
mestromen. Deze uitgave behandelt ook de
berekening van het warmteverlies van lucht-
kanalen. Deze berekeningen zijn nodig om
het afkoelen van de lucht tijdens transport te
bepalen en het voorkomen van condens op
het isolatieoppervlak. Tevens worden er kwa-
liteitseisen gegeven voor materialen en mon-
tagetechnieken van luchtkanalen en isolatie.
HUlpStUkkENIn deze publicatie wordt in principe uitge-
gaan van hulpstukken volgens LUKA. Voor
deze gestandaardiseerde hulpstukken met
een ronde en rechthoekige doorsnede wor-
den weerstandscoëfficiënten gegeven. Voor
zover hulpstukken niet zijn gestandaardi-
seerd is uitgegaan van een aantal door de
kontaktgroep gekozen hulpstukken.
DrUkvErlIESbErEkENINgIn verband met het gebruik van computers
voor het uitvoeren van drukverliesbereke-
ningen en een eenduidige interpretatie zijn
zowel de natuurkundige eigenschappen van
lucht als de weerstandscoëfficiënten van
hulpstukken in formulevorm gegeven. Voor
handberekeningen zijn de weerstandscoëf-
ficiënten in tabelvorm gepresenteerd.
Het is wenselijk om het kanalenontwerp bin-
nen de gestelde randvoorwaarden te opti-
maliseren, zodanig dat de som van de kosten
voor afschrijving, onderhoud en energie een
minimum bereikt. De problematiek van het
optimaliseren komt in deze publicatie aan de
orde. Aan de hand van uitgewerkte reken-
voorbeelden van een kanalensysteem in de
utiliteits- en woningbouw wordt de druk-
verliesberekening stap voor stap toegelicht,
evenals de berekening van het optredende
lekverlies.
Verder wordt in deze publicatie aandacht
besteed aan een gestandaardiseerde bere-
keningsmethode voor de thermische isolatie
van metalen luchtkanalen in gebouwen. De
onderliggende berekeningsgrondslagen zijn
voor de stationaire situatie uitgewerkt voor
ronde kanalen. De keuze van de isolatiedikte
kan, afhankelijk van de situatie, worden
bepaald op grond van de volgende in tabel-
vorm uitgewerkte criteria:
• het voorkomen van oppervlakteconden-
satie;
• het toelaatbare energieverlies per m kanaal;
• de toelaatbare opwarming/afkoeling in het
kanalensysteem;
• economische afweging op basis van mini-
male jaarlijkse kosten.
bEStEllENDe publicatie is verkrijgbaar via de ISSO-
winkel op www.isso.nl en kost € 160,–
(ex. BTW). Tevens is de uitgave digitaal
beschikbaar via de online bibliotheek
www.isso-digitaal.nl.
I SS O i n f o 4 4 11 n ove m b e r 2 010
publicatie
94
kE
NN
ISIN
St
ItU
Ut
vO
Or
DE
INS
tA
ll
At
IES
Ec
tO
r
regeltechniek voor klimaatinstallaties en warmtapwater bereiding
Nieuw: ISSO-publicatie 94
‘regeltechniek voor klimaatinstallaties’Onder druk van energiebespa-ring is het deellastgedrag van klimaatinstallaties steeds belangrijker geworden. Dit betekent voor een installatie-ontwerper dat hij/zij naast de ontwerpsituatie ook rekening moet houden met de verschillen-de deellastsituaties en het dyna-misch gedrag van een installatie. bij het uitwerken van de ver-schillende deellastsituaties van een klimaatinstallatie met een automatische werking, speelt de regeltechniek een belang-rijke rol. Om deze reden is ISSO-publicatie 94 ‘regeltechniek voor klimaat installaties’ ontwikkeld.
2 de te volgen regelstrategie, hierbij wordt
duidelijk welke processen wel of niet in
volgorde kunnen worden geregeld;
3 het bepalen van de kenmerken van het te
regelen proces geeft als resultaat wat de
invloed is van het ontwerp op het dyna-
misch gedrag van de geregelde grootheid;
a overdrachtkarakteristiek (regelbereik en
overdrachtsfactor)
b moeilijkheidgraad
5 bepalen van de parameters van de
regelaar, hierbij wordt gebruik gemaakt
van praktische instelregels voor zowel
continue regelaars als discrete rege-
laars;
6 bepalen van de regeldiagrammen,
hierbij wordt duidelijk wat het gevolg
is voor het regelbereik als regelsignalen
uit de regelaar elkaar overlappen.
Bij het toepassen van ISSO-publicatie
94 wordt duidelijk dat de installatieont-
werper de benodigde gegevens voor de
automatische werking van een klimaatin-
stallatie moet bepalen. De huidige prak-
tijk laat nog te vaak zien dat de beno-
digde gegevens voor de automatische
werking van een klimaatinstallatie door
de automatiseerder in het softwarepro-
gramma worden ingevuld.
MEEr INfOrMAtIEISSO-publicatie 94 kost € 135,00 (ex. BTW)
en is te bestellen via de ISSO-winkel op
www.isso.nl. Tevens is de uitgave digitaal
beschikbaar via de online bibliotheek
www.isso-digitaal.nl.
AUtOMAtIScHE WErkINgISSO-publicatie 94 dwingt de installatieont-
werper na te denken over de automatische
werking van een installatie. ISSO-publicatie
94 begint waar de standaard boeken over
regeltechniek ophouden. Via een aantal con-
crete stappen wordt de regelkring bepaald
en uitgewerkt. De te volgen stappen in ISSO-
publicatie 94 zijn:
1 bepalen van het te regelen proces en de
stoorinvloeden;
In 2007 verscheen de eerste ver-sie van de ISSO/Sbr-publicatie 809 ‘brandveilige doorvoerin-gen’. Deze publicatie is onlangs herzien. Met de herdruk van 2010 is de publicatie aangepast aan de huidige stand van kennis en normen met betrekking tot het onderwerp brandveilige door-voeringen.
Herzien: ISSO/Sbr-publicatie 809 ‘brandveilige doorvoeringen’
gEtEStE OplOSSINgENDeze publicatie kan daarom gezien worden
als een vervolg op het ISSO-rapport 3217
‘Brandveilige doorvoeringen in de sanitaire
techniek’. De publicatie behandelt ook de
doorvoeringen van kabels al dan niet in
kabelgoten en van luchtkanalen. Ze gaat ech-
ter minder diep in op bepaalde onderdelen
dan het ISSO-rapport 3217. In de publicatie
is ervoor gekozen zo dicht mogelijk bij de
geteste oplossingen te blijven. Voor bijzon-
dere situaties wordt wel een denkstrategie
Op het gebied van brandwerende doorvoe-
ringen zijn inmiddels veel producten ontwik-
keld. Desondanks leven er bij aannemers en
installateurs nog vaak vragen over hoe ze
het doorvoeren van leidingen, kabels etc.
zodanig kunnen realiseren dat de brandwe-
rendheid van de wand of vloer intact blijft.
Om die reden hebben ISSO en SBR de handen
ineen geslagen en is met behulp van veel
belanghebbenden deze publicatie tot stand
gekomen die het merendeel van die vragen
beantwoordt.
I SS O i n f o 4 4 12 n ove m b e r 2 010
omschreven waarmee men zelf de benodigde
maatregelen kan bepalen om een brandwe-
rende doorvoering te realiseren.
Deze publicatie kan men zien als een nadere
uitwerking van bijvoorbeeld ISSO-publicatie
76 over warmwaterverwarmingsinstallaties.
Deze beschrijft concepten voor het realiseren
van de brandwerendheid die in de onderha-
vige publicatie nader worden uitgewerkt. De
uitwerking vindt plaats op specificatiebladen
die wat betreft opbouw aansluiten bij de bla-
den in ISSO-publicatie 76. In situaties waarbij
geen test voorhanden is bij doorvoeringen
met geïsoleerde buis kan men overwegen
de isolatie te onderbreken bij de doorvoe-
ringen, zoals dat in ISSO 76 als uitgangspunt
is genomen, en te kijken bij doorvoeringen
met ongeïsoleerde buizen. Tenslotte wordt
voor de volledigheid ook verwezen naar het
Kleintje Gas van ISSO waarin aanwijzingen
voor brandwerende doorvoeringen voor
rookgasafvoer zijn opgenomen. Een overzicht
van de wijzigingen ten opzichte van de vori-
ge versie is te downloaden van www.isso.nl.
De ISSO/SBR-publicatie 809 kost € 120,00 (ex.
BTW) en is te bestellen via de ISSO-winkel op
www.isso.nl. De uitgave is tevens beschikbaar
via de online ISSO-bibliotheek isso-digitaal.nl.
Agenda 2011Activiteit Wanneer Waar
Terugkomdag Integraal ontwerpen van Legionellaveilige woningen 18 januari Rotterdam
Instructiebijeenkomst Integraal ontwerpen van Legionellaveilige woningen 20, 25 januari – 3, 8 februari Regionaal
Landelijke informatiedag Binnenmilieuprofiel 17 februari Houten
Instructiebijeenkomst Koeltorens (verschillende doelgroepen) maart Regionaal
Seminar Betonkernactivering 24 maart Nooddorp
Seminar ‘De praktijk van Nationale en Internationale richtlijnen 31 maart Nader te bepalenvoor de installatiesector
ISSO-najaarsoverleg 15 september Nader te bepalen
Meer informatie over deze bijeenkomsten vindt u op onze website. Hier kunt u zich tevens aanmelden.
I SS O i n f o 4 4 13 n ove m b e r 2 010
publicatie
79kE
NN
ISIN
St
ItU
Ut
vO
Or
DE
INS
tA
ll
At
IES
Ec
tO
r
INSpEctIE EN ONDErHOUD vAN
NOODvErlIcHtINgSINStAllAtIES
herziene versie 2010
Nieuw: ISSO-publicatie 79
‘Inspectie en onderhoud van noodverlichtingsinstallaties’
De eerste versie van ISSO-publicatie 79 ‘Inspectie en onderhoud van noodverlichtingsinstallaties’ stamt uit 2004. Door de gewijzigde wetgeving was het nodig om deze publicatie te herzien. binnenkort verschijnt daarom de nieuwe ISSO-publicatie 79.
gOEDE NOODvErlIcHtINg IS NOODzAkElIJkNoodverlichting neemt in onze samenleving
een zeer belangrijke plaats in met betrekking
tot het veilig kunnen verlaten van gebouwen
bij calamiteiten en het wegvallen van de elek-
trische voedingsvoorzieningen. Zeker na ram-
pen in Volendam en Enschede is het belang
van goede noodverlichting steeds duidelijker
geworden. Dit geldt niet alleen voor de aan-
leg van een noodverlichtingsinstallatie maar
zeker ook voor het noodzakelijke onderhoud
ervan. Immers een installatie moet vele jaren
betrouwbaar zijn werk kunnen doen.
ISSO-publicatie 79 gaat in op de huidige
eisen en voorwaarden voor inspectie en
onderhoud van noodverlichtingsinstallaties.
In de diverse hoofdstukken komen bouw-
regelgeving, normen, aanbevelingen, rand-
voorwaarden voor inspecties en onderhoud
en de ter beschikking staande systemen voor
noodverlichting aan de orde. De uitleg wordt
gegeven aan de hand van beeldmateriaal,
plaatjes, tabellen en stroomschema’s. Tevens
besteedt de publicatie aandacht aan het
toepassen van een checklist, onderhouds-
schema en het opzetten en gebruiken van
een logboek.
vOOr WIE?De publicatie is bedoeld voor organisaties
en personen die verantwoordelijk zijn voor
inspectie en onderhoud en voor personen
in de opdrachtgeversfeer als (gedelegeerd)
installatieverantwoordelijke en toezichtbehe-
rende instanties (gemeente/ brandweer).
Het Bouwbesluit en Gebruiksbesluit wor-
den vervangen door het Bouwwerkbesluit.
Deze AMvB integreert Bouwbesluit,
Gebruiksbesluit en een groot deel van de
Bouwverordening. Naar verwachting resul-
teert deze wijziging niet in inhoudelijke wij-
zigingen van de te volgen procedures voor
inspectie en onderhoud van noodverlich-
tingsinstallaties.
MEEr INfOrMAtIEDe nieuwe ISSO-publicatie 79 is te bestellen
via de ISSO-winkel op www.isso.nl. De uit-
gave is tevens digitaal verkrijgbaar via www.
isso-digitaal.nl.
I SS O i n f o 4 4 14 n ove m b e r 2 010
Handboek integraal ontwerpen van collectieve installaties met warmtepompen in de woningbouw
publicatie
80
kE
NN
ISIN
St
ItU
Ut
vO
Or
DE
INS
tA
ll
At
IES
Ec
tO
r
Handboek integraal ontwerpen van warmtepompinstallaties voor utiliteitsgebouwen
publicatie
81k
EN
NIS
INS
tIt
UU
t v
OO
r D
E IN
St
Al
lA
tIE
SE
ct
Or
Handboek integraal ontwerpen van warmtepompinstallaties voor utiliteitsgebouwen KLEINTJE
KE
NN
ISIN
ST
ITU
UT
VO
OR D
E INS
TA
LL
AT
IES
EC
TO
R
Individuele Centrale Verwarming
vErWAcHtINgEN
Voldoet ‘Kleintje CV’ aan uw verwachtingen? Resultaat
Een beetje 10,7%
Bijna helemaal 57,1%
Helemaal 32,2%
Voldoen de ISSO-publicaties aan uw verwachtingen? Resultaat
Onbekend 14,8%
Helemaal niet 3,7%
Bijna helemaal 63%
Helemaal 18,5%
NIvEAU
Niveau ‘Kleintje CV’ Resultaat
HBO 14,3%
MBO 85,7%
Niveau ISSO-publicaties Resultaat
HBO 37%
MBO 37%
VMBO 3,7%
Onbekend 22,2%
tOEpASbAArHEID
Is ‘Kleintje CV’ toepasbaar in uw werk? Resultaat
Een beetje 14,3%
Bijna helemaal 46,4%
Helemaal 39,3%
Zijn de ISSO-publicaties toepasbaar in uw werk? Resultaat
Een beetje 11,1%
Bijna helemaal 40,7%
Helemaal 33,3%
Onbekend 14,9%
vOllEDIgHEID
Is de informatie in ‘Kleintje CV’ volledig Resultaat
Een beetje 3.6%
Bijna helemaal 67,9%
Helemaal 28,5%
Is de informatie in de ISSO-publicaties volledig? Resultaat
Een beetje 11,1%
Bijna helemaal 63%
Helemaal 11,1%
Onbekend 14,8%
Onderzoek naar de ISSO-uitgavenISSO heeft onlangs een onderzoek gedaan onder de
gebruikers van ‘Kleintje Centrale Verwarming’, ISSO-
publicaties 80 ‘Handboek integraal ontwerpen van
collectieve installaties met warmtepompen in de
woningbouw’ en 81 ‘Handboek integraal ontwerpen van
warmtepompinstallaties voor utiliteitsgebouwen’. Het
onderzoek richtte zich vooral op de toepasbaarheid, de
gebruiksvriendelijkheid en het niveau van de uitgaven.
Met de uitkomsten wil ISSO haar producten nog beter
afstemmen op de doelgroep.
Een korte samenvatting van de uitkomsten vindt u hier:
I SS O i n f o 4 4 15 n ove m b e r 2 010
cONclUSIEHet is verheugend te constateren dat de producten aan de verwachting van de
gebruikers voldoen. Ook aan de doelstelling om met ISSO-kleintjes praktische
gebruikersinformatie en met de publicaties meer theoretische achtergrond (het hoe
en waarom) te verstrekken wordt voldaan. De toepasbaarheid en praktische gericht-
heid wordt over het algemeen positief beoordeeld. Resultaten die bemoedigend
zijn om de ingeslagen weg voort te zetten en waar mogelijk te verbeteren.
prAktIJkgErIcHt
Is de informatie in kleintje CV praktijkgericht Resultaat
Ja 82,1%
Niet genoeg 17,9%
Is de informatie in de ISSO-publicaties praktijkgericht Resultaat
Onbekend 22,2%
Ja 55,6%
Niet genoeg 22,2%
tEcHNIScHE kENNIS
Bevat ‘Kleintje CV’ voldoende technische kennis? Resultaat
Bijna helemaal 57,1%
Helemaal 42,9%
Bevatten de ISSO-publicaties voldoende
technische kennis? Resultaat
Onbekend 14,8%
Een beetje 11,1%
Bijna helemaal 44,4%
Helemaal 29,7%
INDElINg
Hoe beoordeelt u de structuur (indeling van hoofdstukken
en paragrafen) van ‘Kleintje CV’? Resultaat
Onbekend 7,1%
Onvoldoende 3,6%
Neutraal 3,6%
Voldoende 78,6%
Geheel voldoende 7,1%
Hoe beoordeelt u de structuur (indeling van hoofdstukken
en paragrafen) van de ISSO-publicaties? Resultaat
Onbekend 25,9%
Neutraal 11,1%
Voldoende 59,3%
Geheel voldoende 3,7%
bINk SOftWArE bvVoor installatietechniek,
bouwfysica en bouwbesluit berekeningen
Dordrecht
www.binksoftware.nl
Installatiebedrijf
kWEkEl bv 's Hertogenbosch
www.kwekel.nl
EUrO-INDExmeetinstrumenten,
kalibraties en C.V.-componenten Capelle a/d IJssel
www.euro-index.nl
kEMAbusiness & technische concultancy
operationele dienstenmetingen & inspecties
testen & certificatie
www.kema.com
I SS O i n f o 4 4 16 n ove m b e r 2 010
COlOfONISSO Info is een uitgave van
kE
NN
ISIN
St
ItU
Ut
vO
Or
DE
INS
tA
ll
At
IES
Ec
tO
r
bezoekadres Kruisplein 25
(Weenapointgebouw B)
3014 DB Rotterdam
postadres Postbus 577
3000 AN Rotterdam
tel. 010 - 206 59 69
fax 010 - 213 03 84
E-mail [email protected]
Internet www.isso.nl
Wat is ISSO ISSO, het kennisinstituut van
de installatiesector, houdt zich bezig
met het identificeren van kennisvra-
gen binnen de installatiesector, het
ontsluiten en toegankelijk maken van
deze kennis in de vorm van praktische
ISSO-publicaties en het bevorderen van
het gebruik van ISSO publicaties als
normstellende richtlijnen.
Op 29 april 1974 werd ISSO
opgericht door de volgende
organisaties:
tvvl Nederlandse Technische Vereniging
voor Installaties in Gebouwen
Uneto-vni Ondernemersorganisatie voor
de installatiebranche en de
technische detailhandel
pIt Stichting Promotie Installatietechniek
in een later stadium traden de
volgende organisaties toe:
Nlingenieurs Organisatie van Nederlandse
Raadgevende Ingenieursbureaus
vabi Vereniging voor Automatisering in de
Bouw en Installatietechniek
vormgeving Stijlmeesters
redactie P.P.H. 't Lam
A.B. van Kleven-Pijpers
Stijlmeesters
De uitgever kan niet aansprakelijk wor-den gesteld voor persoonlijke of materië-le schade, veroorzaakt door onjuistheden in de redactionele kolommen.
Nieuwe ISSO-uitgaven
Onderstaande uitgaven zijn (binnenkort) beschikbaar
publicaties:
ISSO-publicatie 17 ‘Kwaliteitseisen voor luchtkanaalsystemen
in woning - en utiliteitsbouw’
ISSO-publicatie 42 ‘Ontwerp van sprinklerinstallaties’
ISSO-publicatie 61 ‘Kwaliteitseisen woningventilatie’
(herziene versie)
ISSO-publicatie 62 ‘Kwaliteitseisen voor systemen met centrale
gebalanceerde ventilatie met warmteterug-
winning in woningen en woongebouwen’
(herziene versie)
ISSO-publicatie 79 ‘inspectie en onderhoud van noodverlich-
tingsinstallaties
ISSO-publicatie 85 ‘Betonkernactivering’
ISSO-publicatie 90 ‘Energie-efficiënte verlichting in en rondom
gebouwen’
ISSO-publicatie 94 ‘Regeltechniek voor klimaatinstallaties en
warmtapwaterbereiding’
ISSO-publicatie 100 ‘Duurzaam beheer en onderhoud gebou-
wen - Feiten en voordelen op een rij’
ISSO-publicatie 104 ‘Stappenplan Duurzaam Beheer
en Onderhoud’
ISSO-publicatie 106 ‘Functionele inspectiemethode Duurzaam
Beheer en Onderhoud’
Instructieboek: ‘ElektroMechanisch Onderhoud, module 4;
Generatoren (IBemogr)’
kleintjes:
Kleintje 'Meetmethoden Verlichting’
Kleintje 'Koellast'
ISSO/Sbr-publicaties:
ISSO/SBR-publicatie 809 ‘Brandveilige doorvoeringen’
(herziene versie)
ISSO/SBR-publicatie 811 ‘Integraal Ontwerpen van legionellaveilige
woningen’ (herziene versie)
ISSO/SBR-publicatie 812 ‘Energieconcepten bestaande bouw’
Meer informatie over de publicaties vindt u in de ISSO-winkel op www.isso.nl.