IS 06 2011

60
INTERNATIONALE SAMENWERKING IS NUMMER 06 / JULI 2011 IS het magazine over Internationale Samenwerking nummer 6 / juli 2011 IS houdt het niet droog Verloren zoon keert terug in Farabako Pagina 38 IS hangt aan de lippen Fukuyama’s geschiedenisles Pagina 34 IS zoekt bescherming Gevaarlijk Mogadishu Pagina 21

description

Thema: Vrijwilligers

Transcript of IS 06 2011

Page 1: IS 06 2011

INT

ER

NA

TIO

NA

LE SA

ME

NW

ER

KIN

G IS

NU

MM

ER 06

/ JULI 20

11

IS het magazine over Internationale Samenwerkingnummer 6 / juli 2011

IS houdt het niet droog

Verloren zoon keert terug in FarabakoPagina 38

IS hangt aan de lippen

Fukuyama’s geschiedenislesPagina 34

IS zoekt bescherming

Gevaarlijk Mogadishu Pagina 21

Page 2: IS 06 2011

2 juli 2011 IS

Page 3: IS 06 2011

IS juli 2011 3

Urgent

Blijf van m’n mijn  Het is gevaarlijk werken in een mijn op 4000 meter hoogte, zonder lift of elektriciteit, met temperaturen tot wel 50 gra-den. De tinmijn bij het stadje Siglo XX in Bolivia werd in 1900 geopend. Duizenden Bolivianen uit alle uithoeken van het land vonden er werk. In 1952 werd de mijn genatio-naliseerd. Als gevolg van de dalende tinprijzen besloot de regering in 1986 de mijn te sluiten, maar een aantal mijn-werkers weigerde te vertrek-ken. Zij zetten coöperaties op en namen de mijn over. Sinds een aantal jaar stijgt de tin-prijs weer en is het aantal mijnwerkers opgelopen tot meer dan vijfduizend. Presi-dent Evo Morales wil de mijn opnieuw nationaliseren, maar de coöperaties houden het beheer liever in eigen handen. 

Deze fotoserie maakt deel uit van het migratieproject van fotograaf Kadir van Lohuizen. Zie ook pagina 24 in deze IS. www.viapanam.org

Foto’s pagina 2: Linksboven: Mijnwer-kers gaan naar huis na een lange dag werk. Rechtsboven: Gonzalo zegt dat hij zestien jaar oud is. Hij werkt sinds twee dagen in de mijn. Linksmidden: Florencio Mamani uit Tomaycuri werkt al vijftien jaar in de mijn. Rechtsmidden: Op zoek naar mineralen vergruizen vrouwen stenen aan de buiten-kant van de mijn. Linksonder: Mijnwerkers in de rij voor het ontbijt. Foto’s pagina 3: Rechtsboven: Barbara Mamani komt uit Pocuata. Rechtsmidden: De mijnwerkers hopen hun kinderen naar school te kunnen sturen met het geld dat ze verdienen in de mijn. Rechtsonder: Floren-cio Mamani rust uit in de mijn. De mijnwer-kers kauwen cocabladeren om vermoeid-heid tegen te gaan. Linksboven: Het werk zit erop voor vandaag. Mannen verlaten de mijn. Linksonder: Gerardo Gabriel en zijn gezin thuis. Zes jaar geleden zijn ze van Pocarasi naar Siglo XX gekomen.

Beeld

Kad

ir va

n Lo

huiz

en /

Noor

Page 4: IS 06 2011

Beeld

Ann

eke

Hym

men

Teks

t Han

na H

ilhor

st

4 juli 2011 IS

IS en Brecht van Hulten

“Ik dacht dat ik goed voorbereid was, maar ik was echt verbijsterd”

Met ouders die allebei bij de KRO werkten, leek de liefde voor media haar met de paplepel ingegoten. Toch ging Brecht van Hulten (41) in eerste instantie voor een baan in de ontwikke-lingshulp. Voor IS gaat ze terug naar het jaar 1993, toen ze vrijwilligerswerk deed in Mexico.

“Het was tegen het eind van mijn doctoraal Europese Studies toen ik besloot om vier maanden naar het Mexicaanse dorpje San Felipe del Progreso te gaan om Indiaanse vrouwen Spaanse les te geven. Aan de

hand van de theorieën van de Braziliaanse pedagoog Paolo Freire moest ik een leerschema voor de vrou-wen opstellen. Op zijn kantoor in Mexico City had de baas van de ontwikkelingsorganisatie waarvoor ik zou werken me daar helemaal over bijgepraat. Zijn advies was de vrouwen vooral woorden te leren schrijven uit hun eigen belevingswereld. Dus geen aap-noot-mies, maar woorden als maïskolf en bonen. Ik dacht dat ik goed voorbereid was, maar de eerste les was ik echt verbijsterd. De vrouwen wisten niet eens dat ze eerst de dop van de pen moesten halen voordat ze konden gaan schrijven. Toen ik ze dat had geleerd, begonnen ze rechts onder in de hoek van het papier wat te krabbelen, in plaats van linksboven. Twee keer in de week gaf ik les, maar op donderdag waren ze alweer vergeten wat ze op dinsdag hadden geleerd. Na vier maanden waren we pas op de helft van het alfabet. Ik leerde mijn beperkingen kennen. Voor ontwikke-lingswerk moet je geduldig, optimistisch en idealis-tisch zijn. Ik ben meer een realist, die ervan houdt om dingen snel voor elkaar te krijgen. Kennis overbren-gen en uitleg geven kon ik goed, anders zou ik later ook nooit bij het Jeugdjournaal terecht gekomen zijn. Maar om na drie weken nog steeds met de letter A bezig te zijn, vond ik moeilijk. De vrouwen kon ik niks verwijten. Zij stonden elke dag om vijf uur op om het land te bewerken, het vee te melken en de kinderen te verzorgen. Hun mannen lagen al om acht uur ’s och-tends laveloos onder de boom. Ik wist dat de vrou-wen graag wilden leren, maar dat ze geen tijd hadden voor huiswerk. En dan blijft het trekken aan een dood paard. Terug in Nederland maakte ik de balans op. Ik had een mooie tijd gehad, maar had het zin gehad? Ik was gedesillusioneerd, sceptisch. Van een baan in de ontwikkelingssector is het dus niet gekomen. Met een paar omwegen ben ik dus uiteindelijk toch mijn ouders achterna gegaan.”

Page 5: IS 06 2011

IS juli 2011 5

reportage

Verbroken belofte pagina 30De Nederlandse ont-wikkelingshulp was succesvol, vooral op het gebied van onder-wijs. Toch wil Neder-land zich terugtrekken uit Burkino Faso. De keuze blijkt daar lastig uit te leggen.

BrecHT vaN HulTeN:

“Mijn spontane reactie is dat je niet moet bezuinigen op ontwik-kelingsgeld, anders wordt het nooit gelijker in de wereld. Het is een slechte reden om je terug te trekken uit puur eigenbelang. Aan de andere kant zie ik ook wel dat het geen goede motivatie is om het alleen voor de ander te doen. Het moet ook uit de mensen zelf komen.”

Jaarlijks worden dui-zenden vrijwilligers warm ontvangen door gastgezinnen in ontwikkelingslanden. Maar wat dragen deze idealisten bij en waar lopen ze tegenaan? IS trok de afritsbroek aan en ging op onderzoek.

rubrIeken

CoverSilaba Kante is uit Libië teruggekeerd naar zijn geboor-tedorp Farabako in Mali (lees verder op pagina 38). Foto: Seydou Camara

HIer 6

Daar 26

cHeF GloBalISerING 32

receNT 33

DuurzaaM GeMak 44

aGeNDa 56

INGezoNDeN 59

velDwerk 60

thema

Alleen maar aardige mensen pagina 10

feuilleton

Akker af, goudmijn in pagina 38Het gevonden goud levert de bewoners van het Malinese dorp Fara-bako aardig wat inkom-sten op, maar verandert ook het dagelijkse leven rigoureus. vrouwen vergruizen tegenwoor-dig meer stenen dan graan en hopen op de jackpot.

BrecHT vaN HulTeN:

BrecHT vaN HulTeN:

Goudkoorts in de Amazone

Balanceren op een schildpad

De draad bij het woord

De toekomst tegemoetOp stap in Mogadishu

Inhoud

“Wat leuk om zo’n dorp als Farabako te volgen. Ik zou ook wel weer eens willen teruggaan naar San Felipe, om te kijken hoe het met de vrouwen is. Ik ben benieuwd of ze nog op dezelfde manier wonen, of dat er huizen zijn bij gebouwd. Wellicht is hun leven iets verbeterd. Misschien kunnen ze nu wel lezen en schrijven.”

“In Mexico keken de vrouwen heel erg tegen me op, omdat ik uit het Westen kwam, blond was en ‘zoveel wist’. Heel ongemakkelijk en misplaatst voelde dat. ‘Weten jullie wel hoe sterk jullie zijn? Dat doe ik jullie niet na’, zei ik dan. Kritisch over mijn aanpak waren ze nooit. In de Indiaanse cultuur leren vrouwen geen eigen mening te hebben. De man is de baas.”

21 34 53

24 46

Page 6: IS 06 2011

6 juli 2011 IS

Hier Ingekort

redactioneel

De hulp aan Afghanistan is volgens Concord, waar ook organisaties als Cordaid en Oxfam bij zijn aange-sloten, een goed voorbeeld van het Europese veilig-heidsbelang. Het land staat als prioriteit op de hulp-agenda van elf EU-landen terwijl er nog tientallen 

andere ‘fragiele staten’ zijn. De EU volgt hiermee een wereldwijde trend: 30 procent van alle ontwikkelings-hulp gaat sinds 2002 naar Irak, Afghanistan en Paki-stan. Het Aidwatch-rapport stelt verder dat 10 pro-cent van de Europese hulpgelden ten onrechte als ontwikkelingshulp wordt aangemerkt. Zo’n 5 miljard euro gaat naar het kwijtschelden van schulden, naar studenten uit ontwikkelingslanden en naar de opvang van vluchtelingen in donorlanden zelf. Naast de oproep om alleen ‘echte’ hulp als zodanig aan te mer-ken, beveelt het Aidwatch-rapport aan om meer geld aan democratisering te besteden, gezien de recente ontwikkelingen in de Arabische landen. Ook zouden vrouwen meer centraal moeten staan in het hulpbe-leid. Nog altijd vertegenwoordigen zij 70 procent van ‘s werelds armen. paul teule

Beste Ewout,

Fijn dat we ons in je warme belangstelling mogen verheugen. Aan onze volksvertegenwoordi-gers hebben we veel te danken, zoals je weet. Op aandringen van je collega Mariko Peters ver-klaarde de toenmalige minister Bert Koenders dat IS redactionele autonomie bezit. Maar wat jij pre-cies beoogt met je Kamervragen aan staatssecretaris Knapen is ons niet helemaal duidelijk. ‘Acht u het wenselijk dat IS zonder overheidssubsidie wordt gemaakt’, vroeg je. En: ‘Zo nee,

waarom niet? Zo ja, wanneer wilt u dit gaan invoeren?’ We vrezen dat je je even hebt laten meesle-pen door je collega’s van de PVV, voor wie subsidie (‘van onze belastingcenten’) per definitie een vies woord is. Van de SP had-den we dat eerlijk gezegd niet verwacht. Subsidie wordt ver-strekt voor publieke taken die niet door de markt vervuld worden. Ik weet niet of je wel eens in de kiosk staat, Ewout, maar een blad als IS zul je er niet aantreffen. Berichtgeving over wat achter onze horizon ligt, maar wat ons wel aangaat, is even schaars als

hard nodig in het Nederlandse medialandschap. Gelukkig rekent de overheid dit nog steeds tot haar taken. Dankzij subsidie kun-nen wij ons blad gratis versprei-den onder 130.000 abonnees. Met een betaald blad zouden we alleen een klein clubje ‘gevor-derde wereldburgers’ bereiken. Maar we willen onze afhankelijk-heid van subsidie verminderen en daarom zou ik met jouw goedvin-den je Kamervraag willen herfor-muleren: ‘Vindt u het geen goed idee als IS in staat wordt gesteld advertenties te werven?’hans ariëns

brusselhulp

Eigenbelang voorop bij Europese hulp Europese ontwikkelingshulp staat steeds meer in het teken van nationale politieke doelen, zoals veiligheid, immigratie en commerciële belangen. Dat stelt het Aidwatch-rapport van Concord, de Europese federa-tie van 1900 ontwikkelingsorganisaties.

1 miljoen nieuwe hiv-infecties kunnen per jaar voorko-men worden met hulp van aidsremmers. Medicijnen

verbeteren namelijk niet alleen de levens van mensen met de ziekte zelf, maar voorkomen in 90 procent van de gevallen ook dat de ziekte wordt overgedra-gen. Het rapport Getting ahead of the Wave pleit dan ook voor meer en goedkopere medicijnen. artsenzondergrenzen.nl

2 miljoen banen kunnen er in Europa bijko-men als de CO2-uitstoot niet met 20 maar

met 30 procent wordt geredu-ceerd. Meer werkgelegenheid én meer economische groei én een beter milieu: het is mogelijk, concludeert de studie A new growth path for Europe. newgrowthpath.eu

1/3van de Afrikanen besteedt per dag tussen de 2 en 20 dollar. De middenklasse in Afrika groeit, is te lezen in Middle of the Pyramid: Dynamics of the Middle Class in Africa. Volgens de onderzoekers kan een stevige middenklasse democratisering en economische groei bevorderen. www.afdb.org

60% van de vermindering van de uitstoot van schadelijke uitstoot-gassen zal in 2020 door ontwik-kelingslanden worden opgebracht. Dat stelt Oxfam Novib in Growing a better Future. Volgens de ontwikke-lingsorganisatie zouden alle lan-den een eerlijke bijdrage moeten leveren om klimaatverandering aan te pakken. www.oxfam.org

Page 7: IS 06 2011

IS juli 2011 7

Dankzij de competitie Ondernemen Zonder Grenzen kreeg haar bedrijf Buddhi een flinke impuls. Kim van Beek overtuigde

met haar businessplan investeerders om geld te steken in de door haar zelf ontworpen tassen die in Nepal worden gemaakt.

Waarom deed je mee aan deze competitie? “Mijn eerste tassencollectie heb ik grotendeels aan vrienden en familie verkocht. Toch bleef mijn hal vol staan met tassen die ik niet afgezet kreeg. Ik kreeg na mijn inschrijving bij Ondernemen Zonder Grenzen meteen een gratis coach toegewezen. Samen met haar werkte ik aan een solide ondernemingsplan. Tijdens mijn pitch zat de zaal zat vol inves-teerders met interesse in sociale projecten. Na afloop kwam een van de investerdeers naar me toe en bood me aan mijn reis naar Nepal en mijn tweede collectie te financieren.”

Hoe fair trade zijn jouw tassen? “De fabriek in Nepal betaalt werknemers drie keer zo veel als andere fabrieken. De werktijden zijn van half tien tot half zes, met lunchpauze en twee theepauzes inbegrepen. Ik heb dat met eigen ogen gezien, omdat ik zelf een maand in de fabriek heb gewerkt. Ik heb nu echt een persoon-lijke band met de mensen die mijn tassen maken. " Is je hal inmiddels leeg? “Nog niet helemaal. Helaas wonen er in Nederland veel praktisch inge-stelde vrouwen, die niet veel geld willen uitgeven aan een tas. Als hard-core vegetariër werk ik niet met leer, maar met dure producten als vilt en handgewoven katoen. De kostprijs is dus hoog. Amerikanen en Japan-ners zijn wel bereid veel geld neer te leggen voor een mooie tas. Ik richt mij voorlopig vooral op hen.” hanna hilhorstDe competitie Ondernemen Zonder Grenzen is inmiddels weer in volle gang. Op 1 september moeten deelnemers hun businessplan inleveren. Kijk op ondernemenzondergrenzen.nl

Gepolst

ontwerper bij Buddhi

Kim van Beek

warme cultureel centrum De Groene Engel. Tal van scholen, de Osse Rotaryclubs, middenstan-ders zoals reisbureauhouder John van Boekel - op vele Ossenaren werkte het idealisme en de gedrevenheid van Acket en Van der Laan aan-stekelijk. Ze uitten dat door optredens, spon-sorlopen, tentoonstellingen en gewone geldin-zamelacties. “Met hun studie op zak hadden deze twee jonge mensen een riant leven kun-nen leiden”, verklaarde de Rotary Oss, onder de indruk. “Maar zij kozen ervoor hun kennis en kunde in te zetten voor de meest kwetsba-ren in een chaotische samenleving. ”Met een vette opbrengst van 219.486 euro kunnen Van der Laan en Acket het project nu overdragen aan de Zimbabwanen zelf. Het is de beloning voor onvoorwaardelijke inzet met de nodige tegenwerking en tegenslagen – een corrupte burgemeester, politieke rellen waarbij zij als blanken het doelwit waren, een verbroken rela-tie. Maar met altijd de doelgroep voor ogen. Acket: “IMBA geeft een stem aan kansarme 

Van Groningen tot Maastricht, de IS-agenda staat elke maand weer boordevol met debatten, borrels en andere bijeenkomsten waarin uitge-breid over het nut en de nonsens van hulp wordt gefilosofeerd. IS doet elke maand verslag ergens uit het land.

Waar: De Groene Engel in Oss  Wie: Marijke Acket en Ronald van der Laan Wat: inzamelingsactie voor IMBA

Ze deden het, ‘omdat je niet weg kunt lopen’. Marijke Acket en Ronald van der Laan, twee begin-dertigers uit het Brabantse Oss, woon-den bijna vijf jaar in Zimbabwe om in de town-ship Chitungwiza het kinderproject ‘IMBA’ op te zetten en uit te voeren. Half mei was de slot-manifestatie van het project in het dampend 

bijeenkomstnederland

IS in het land

Beeld

Han

s Arië

ns

kinderen en geeft ze de kans zich te ontwikke-len tot zelfstandige individuen. Iedere keer als we naar het ziekenhuis gingen, troffen we daar weer andere kindjes aan, verlaten door een moeder, misbruikt door een vader, ingezet als sex worker door een tante, of wees geworden omdat beide ouders waren overleden.” John Mutumburanzou, programmamedewerker kin-deren en Daniel Dzobo, algemeen directeur van IMBA, waren in Oss om de overdracht te bevestigen. Acket: “Bij hen is het project in goede handen."hans ariëns

blogswereldwijd

Ondertussen op ismagazine.nl   Als reporter voor oneMen had blogger Annemiek Tigche-laar inmiddels al aardig wat interviews gedaan, maar in gesprek met ex-kindsoldaten in Uganda liepen de rillingen over haar lijf. ‘Ze hadden gezien dat de rebellen hun familie vermoordden en moesten zelf ook op gruwelijke wijze men-sen vermoorden. Meestal soldaten uit het Ugandese leger, maar ook gewone burgers en andere kindsoldaten die niet gehoorzaamden.’ Als de kindsoldaten wisten te ontsnappen en terug wilden keren in het ‘normale’ leven, stonden inter-nationale organisaties klaar voor een rehabilitatiepro-gramma van twee tot twaalf weken. Veel te kort, vindt Annemiek. ‘Hoe kan een kind of jongere in maximaal drie maanden weer het normale leven oppakken na zolang getraumatiseerd te zijn?’Aan de westkust van Afrika stuit ook blogger Nils Elzenga op een verbazingwekkende zaak. Vanwege zijn ‘exceptio-nele kwaliteiten’, zou de Senegalese presidentszoon de lei-ding over vier ministeries hebben gekregen. Volgens critici zou deze Karim Wade (42) zelfs de helft van het staatsbud-get dankzij paps beheren. ‘Volgend jaar zijn er verkiezingen in Senegal, en de angst heerst hier nogal dat Wade senior zijn impopulaire zoon op de een of andere manier naar voren zal proberen te schuiven als zijn opvolger. Senior heeft de verdenkingen verworpen met de stelling dat hij zoonlief beschouwt als een ‘burger als ieder ander’. To be continued, dat is duidelijk.’  

Volg alle blogs via Facebook, Twitter (@isredactie) en LinkedIn. Of begin je eigen blogpagina. Mail naar redacteur Hanna Hilhorst, [email protected]

Page 8: IS 06 2011

8 juli 2011 IS

Hier

nederlandpolitiek

Kwartetten met landen Waarom Rwanda wel en Congo niet op de lijst? Hoezo investeren in water maar niet in onderwijs? De nieuwe koers van het ontwikkelingsbeleid leverde medio juni een stevig debat op in de Kamer.

Spijkers met koppen werden er niet geslagen, wel harde noten gekraakt. De in de Focusbrief voorgestelde thema’s, partnerlanden én bezuini-gingen konden niet op louter applaus rekenen bij de volksvertegenwoordi-gers. Of de staatssecretaris wel eens heeft geprobeerd 0,7% van een stukje pizza te snijden? Sjoera Dikkers (PVDA) zet aan het begin van het debat meteen de toon. “Zelfs dat kleine stukje moet nu terug naar ons hongerige Holland!” Dikkers vindt dat het Nederlandse eigenbe-lang, ‘de kruideniersmentaliteit’, te veel de boventoon voert in het nieuwe beleid. In de vier gekozen thema’s (water, voedselzekerheid, veiligheid & rechtsorde en seksuele & reproductieve gezondheid en rech-ten, red.) kan de PVDA zich wel vin-den, maar dat geldt niet voor de keuze van landen waar Nederland de hulp op richt. Dikkers is niet het enige Kamerlid dat over het lijstje partner-landen, dat van 33 naar 15 is terugge-bracht, valt. Ook Kathleen Ferrier van het CDA heeft haar twijfels:“Gaan we zomaar weg uit Bolivia 

waar we na de vondst van gas net de vruchten zouden kunnen plukken van onze jarenlange inspanningen?” Joël Voordewind (ChristenUnie) maakt zich vooral zorgen dat de meest hulpbehoevende landen niet op het lijstje staan. “Waar is de soli-dariteit met de allerarmsten in de wereld gebleven!?” De angst dat het straatarme Burkina Faso, dat van de lijst is verdwenen, ‘verweesd’ achter blijft, wordt in de Kamer breed gedeeld. Maar staatssecretaris Kna-pen blijft achter zijn keuze staan. “Ik heb een goede afweging gemaakt. In Burkina Faso blijven nog negen of tien andere serieuze donoren, zoals de Fransen, de Duitsers en de Zwe-den. In Benin waren dat er maar drie.” Dikkers is er niet gerust op: “Het is kwartetten met de aller-armsten.” Joël Voordewind blijkt ook wel van een kaartspelletje te houden: “Is de staatssecretaris bereid Rwanda in te ruilen voor Congo?” Een vervolgdebat, bij het ter perse gaan van deze IS nog niet gehouden, moet uitsluitsel geven. pieternel gruppen

Beeld

Mau

rits G

iese

n

evelijne

D eeerstelessenmoestikbehoorlijkwennen.Datiknadrukkelijknietdeleidingmochtnemen.

Wantvólgenisveelgevraagdvooreenvrijgevochtenvrouwmeteenvastevoorkeurvoorhetvoortouw.Paseenstapzettenalsjedaareenuitnodigingvoorkrijgt.Engeenmillimetereerder.Nadatik-nietzondermoeite-mijnweerzinhadoverwonnen,werdhetwer-kelijkleuk.Wantjuistindiekleineruimtetussenlei-denenvolgenontstaanersomsspannendedingen.En

datinzichtgebruikiknuweerinmijnwerk.HetisnamelijkeengoedgebruikdatdeNederlandseoverheideendeelvanhaarontwikkelingstakendoorontwikkelingsorganisatieslaatuitvoeren.Alwashetalleenalvanwegedeefficiëntie.Helaaswerdendeafgelopenjarendesubsidievoorwaardendermatestrakaangetrokken,daterwelheelergweinigdans-ruimteoverbleef.Daaromdeedonzeorganisatiedusnietmee.Enwarenwedaarookweleenbeetjetrotsop.Nulkommanuloverheidsgeldisindezesectoropzijnzachtstgezegdongebruikelijk.Hettijlijktnutekeren.Wantonlangsverscheenereennieuwesubsidieregeling.Eenspeciaalvrouwen-fonds.Endaarlijktechtmuziekintezitten.Wemoe-tenerweleenbehoorlijkaantalingewikkeldepassenvoorzetten.Opheelhogehakken.Maardatdwingtonsookomonzeeigenaannamesenwerkprocessennogeensscherptegenhetlichttehouden.Engrotertedurvendromendandatwatwenualdoen.Tangosoloisimmersmisschienwelmakkelijker,maarmededoorhettekortaantegenkrachtookstukkenmindervruchtbaar.

Tango

Evelijne Bruning is directeur van The Hunger Project. Hiervoor werkte ze onder andere als microkredietadviseur in Vietnam, als voorlichter in Den Haag, en als hoofdredacteur van ViceVersa, het vakblad voor ontwikkelingssamenwerking.

Beeld

Mau

rits G

iese

n

Gaat het samen, duurzaam zaken doen en winst maken? Die vraag stond centraal tijdens de derde editie van talkshow IS Live!, dit keer over de ‘groene economie’ vanaf de Amsterdamse Zuidas. Een keur aan gasten, van auteur Mark Schalekamp (De Parvenu), tot aan fi nancieel geograaf Ewald Engelen en Roland Duong (Keurings-dienst van Waarde), schoven bij presentator Marcia Luyten aan. Bekijk het fi lmpje op www.ismagazine.nl.

“Juist in die kleine ruimte tussen leiden en volgen ontstaan er soms spannende dingen”

Page 9: IS 06 2011

IS juli 2011 9

1 Bent u trots dat u een Young Global

Leader bent?

“Ik vind het vooral fi jn dat ik de komende vijf jaar naar alle bijeenkomsten van het World Economic Forum mag. Natuurlijk is het gaaf om te praten met mensen als Des-mond Tutu of Kofi Annan, maar ik ben vooral onder de indruk van ontmoetingen met een aantal denkers die bijna niemand kent. Mensen die proberen de spelregels te veranderen, waardoor iedereen anders gaat handelen. Dat zijn de echte helden!”

2 Hoe verander je de spelregels?

“Lange tijd werd onduurzaam gedrag in de handel van grondstoffen beloond. Het loonde in de koffi esector om te graaien, de winst op te strijken en de gevolgen ervan af te wentelen op toe-komstige generaties of op koffi eboe-ren 10.000 kilometer verderop. Het is de kunst de stimulans in de handel zo te krijgen dat iedereen met elkaar wedijvert in duurzaamheid. Dat lukt alleen als je de hele sector verandert en laat zien dat verandering in ieders belang is.”

3 Wat is dan het belang van de

Nestlés en Douwe Egbertsen van deze

wereld?

“Als de boeren goed georganiseerd zijn en duurzamer en effi ciënter produceren, gaan de productie en kwaliteit omhoog. Om toe-gang te houden tot de steeds schaarser wor-dende grondstoffen is een goede verstand-houding met de boeren ook geen overbodige luxe. Grote spelers ervan overtuigen dat duurzaam produceren in hun eigen voordeel werkt, zet meer zoden aan de dijk dan de boeren af te schermen van de wereldmarkt met ontwikkelingsprojecten of minimum-prijzen. Je biedt deze boeren een veilige

haven, maar zodra het project is afgelopen, zal de marktwerking veel teniet doen.”

4 Ondertussen is Max Havelaar met

nog geen 3 procent marktaandeel wel een

bekend merk.

“Veel certifi caten zijn inderdaad minder bekend, maar hebben wel een veel groter marktaandeel en bereiken daarmee ook veel meer boeren. En zo hoort het ook. Je moet de consument niet te veel lastigvallen met allerlei keurmerken en ethische keuzes. Mensen moeten al zo veel keu-zes maken! De consument moet er gewoon op kunnen vertrouwen dat de koffi e die hij graag drinkt op een duurzame manier is geprodu-ceerd. Nu word je in de supermarkt met zo veel dubbele boodschappen geconfronteerd. Het is toch onlogisch dat tonijn, een bedreigde dier-soort, in de aanbieding in de schappen ligt! We kunnen wel miljoenen viswijzers produceren, maar laten we ervoor zorgen dat die bedreigde tonijn helemaal niet meer te koop is. En zo is het met heel veel producten.”

5 Als de verandering niet van de con-

sument komt, van wie dan wel?

“Vernieuwing komt nooit vanuit de consu-ment en bijna niet van bestaande instituties. Universiteiten, maatschappelijke organisaties, ze moeten allemaal binnen het bestaande sys-teem scoren. Daardoor worden problemen vaak lineair opgelost. Ben je arm, dan is geld de oplossing. Geen onderwijs? Dan bouwen we toch een school? Zo zitten we met duizen-den projecten van ontwikkelingsorganisaties wereldwijd die allemaal met elkaar concurre-ren. Maar systeemverandering, het verande-ren van de spelregels, heeft tijd nodig en is niet zo aaibaar en sexy. Je kunt namelijk niet claimen dat je de boer x of y hebt geholpen. Mensen die daar toch, tegen de klippen op, mee bezig zijn, hebben erkenning, netwerken en geld nodig.” pieternel gruppen

een handvol vragen: Lucas Simons

“Verander de spelregels”Zijn inzet voor het verduurzamen van productieketens is niet onopgemerkt gebleven.

Lucas Simons, die met de stichting Utz Certifi ed 40 procent van de Nederlandse

koffi esector verduurzaamde in tien jaar tijd, werd eerder dit jaar door het World

Economic Forum uitgeroepen tot Young Global Leader.

wie is lucas Simons?

Lucas Simons (Zeist, 1971) is oprichter en directeur van adviesbureau NewForesight en ForeFinance. Tussen 2002 en 2008 was hij als directeur van Utz Certifi ed verantwoordelijk voor het opzetten van certifi ceringsprogramma’s voor onder andere koffi e, thee en cacao. Hij is door het World Economic Forum verkozen tot Young Global Leader 2011 voor zijn verdiensten op het gebied van duurzame handel.

Beeld

Mar

tin W

aalb

oer

kent. Mensen die proberen de spelregels te veranderen, waardoor iedereen anders gaat handelen. Dat zijn de echte helden!”

2“Lange tijd werd onduurzaam gedrag in de handel van grondstoffen beloond. Het loonde in de koffi esector om te graaien, de winst op te strijken en de gevolgen ervan af te wentelen op toe-komstige generaties of op koffi eboe-ren 10.000 kilometer verderop. Het is de kunst de stimulans in de handel zo te krijgen dat iedereen met elkaar

en laat zien dat verandering in ieders belang is.”

3

Beeld

Mar

tin W

aalb

oer

Page 10: IS 06 2011

backpacken en goed doen

10 juli 2011 IS

bestemmingen van tien grote vrijwilligersorganisaties

a ibob dare 2 go c ontmoet africa d stichting via e siw f projects abroad g vrijwillig werelwijd h be more i travel active J activity international

Page 11: IS 06 2011

backpacken en goed doen

IS juli 2011 11

Heb jij er vooral iets aan, of hebben ze er dáár misschien ook iets aan? En waarom moet het zo ver van huis, zitten ze in het buurthuis om de hoek niet ook om mensen te springen? De discussie over de reizende vrijwiliger is opgelaaid. Is hij – zonder veel bagage en levenservaring – een toerist die wat langer blijft hangen? Of is hij een onmisbare mondiale burger die bruggen slaat tussen Noord en Zuid en en passant nog wat nuttige werken ver-richt? IS buigt zich over het nut van de vrijwilliger met ervaringsdeskundigen van nu en vroeger, en met de gast-heren en vrouwen ter plekke.

De werelD vAn De vrIjwIllIGer

Page 12: IS 06 2011

12 juli 2011 IS

vrijwilligersorganisaties vergeleken

PROJECTS ABROADKOSTEN: D 2000,– Voor 4 weken

BESTEMMING: Marokko, Senegal, Ghana, Togo, Ethiopië, Tanzania, Zuid-Afrika, Mongolië, China, India, Thailand, Mexico, Brazilië, Ecuador, Peru, Bolivia, Argentinië

www.projects-abroad.nl

250 vrijwilligers per jaar

ACTIVITY INTERNATIONALKOSTEN: D 1000,– tot D 1500,– Voor 4 weken

BESTEMMING: India, Nepal, Malei-sië, China, Thailand, Vietnam, Cam-bodja, Laos, Indonesië, Singapore, Israël, Costa Rica, Guatemala, Mexico, Peru, Ecuador, Argentinië, Suriname, Venezuela, Brazilië, Nica-ragua, Zuid-Afrika, Zambia, Tanzania, Mozambique, Kenia, Burkina Faso, Ghana, Namibië, Botswana, Seychel-len, Swaziland

www.activityinternational.nl700-800 vrijwilligers per jaar

TRAVEL ACTIVEINSCHRIJFKOSTEN: D 50,– VERBLIJF: D 45,– per weekKOSTEN: D 830,– tot D 1300,– Voor 4 weken

BESTEMMING: Ghana, Benin, Kenia, Tanzania, Zuid-Afrika, Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Costa Rica, Ecuador, Guatemala, Mexico, Nicaragua, Peru, Nepal, India, Thailand, Vietnam, Cambodja, China

www.travelactive.nl

500 vrijwilligers per jaar

VRIJWILLIG WERELDWIJDINSCHRIJFKOSTEN: D 350,–VERBLIJF: D 45,– tot D 85,– per week

BESTEMMING: Ghana, Peru, Viet-nam, Nepal, Burkina Faso, Suriname, Zuid-Afrika, Brazilië

www.vrijwilligwereldwijd.nl

300 vrijwilligers per jaar

ONTMOET AFRIKAINSCHRIJFKOSTEN: D 350,–VERBLIJF: Eerste 2 maanden D 220,– per maand, daarna D 140,– per maand

BESTEMMING: Ghana, Kameroen

www.ontmoetafrika.nl

70 vrijwilligers per jaar

STICHTING VIAKOSTEN: D 150– Voor 2 tot 3 weken

BESTEMMING: Egypte, Jordanië, Marokko, Palestina/Israel, Syrië, Tunesië, Bangladesh, India, Maleisië, Nepal, Sri Lanka, Kenia, Tanzania

www.stichtingvia.nl

75 vrijwilligers per jaar

SIWINSCHRIJFKOSTEN: D 375,– voor een project langer dan 2 maanden, D 199,– voor een project korter dan 2 maandenKOSTEN: D 200,– tot D 300,– per maand voor projecten buiten Europa

BESTEMMING: China, India, Indone-sië, Japan, Korea, Kirgizië, Mongolië, Nepal, Thailand, Vietnam, Argenti-nië, Costa Rica, Ecuador, Guatemala, Haïti, Honduras, Marokko, Tunesië, Jordanië, Botswana, Kenia, Malawi, Senegal, Tanzania, Togo, Uganda, Zambia

www.siw.nl

150 vrijwilligers per jaar

DARE 2 GOINSCHRIJFKOSTEN: D 100,–VERBLIJF: D 7,50 tot D 10,– per dag bij een gastgezin

BESTEMMING: Ghana, Kenia, Uganda, Malawi, Zambia, India, Sri Lanka, Bolivia, Brazilië, Chili, Equa-dor, Guatemala, Peru

www.dare2go.nl

50 vrijwilligers per jaar

IBOINSCHRIJFKOSTEN: D 35,–KOSTEN: D 749,– tot D 1675,–Voor 3 tot 4 weken

BESTEMMING: Kameroen, Marokko, Rwanda, Senegal, Egypte

www.ibo-nederland.org

323 vrijwilligers per jaar

a

e BE MOREKOSTEN: Voor de eerste 4 weken Malawi: D 531,– tot D 568,–Uganda: D 585,– tot D 703,–Zuid-Afrika: D 832,– tot D 1457,–

BESTEMMING: Malawi, Uganda, Zuid-Afrika

www.be-more.nl

378 vrijwilligers per jaar

h

i

j

f

*

*

*

g

B

C

d

Organisatie met winstoogmerk

= 25 vrijwilligers

Voorbereidingsweekend of cursus

Taalcursus

Vliegticket

Transfer van vliegveld naar accomodatie

Accomodatie

Maaltijden

Begeleiding

Excursies

Donatie of ondersteuning van project

Verzekering

Reisgids

Evaluatie

Fiets

Ze bieden je een keur aan bestemmingen, een veelheid aan projecten en de garantie van ‘een mooie levenservaring’. Maar wat kost het om vrijwilligerswerk te mogen doen? En wat krijg je daarvoor?De drie grote organisaties (F, I, J) mogen dan wel veel ervaring met vrijwilligers hebben en veel bestemmingen aanbieden: de prijs is er ook naar. Daarom heb-ben we ook de wat minder bekende organisaties met elkaar vergeleken.Stel, je wilt kort maar krachtig aan de slag in Marokko. Dan bie-den SIW, stichting VIA en IBO-Nederland een leuk pakket voor een laag tarief. Liever voor langere tijd naar Ghana? Dan hebben Dare2Go en Vrijwillig Wereldwijd een verge-lijkbaar aanbod. Voor een half jaar ben je bij hen rond de 1500 euro aan inschrijfkosten en pro-jectkosten kwijt (exclusief ticket en verzekering).Noot van de redactie: de prijzen en het aanbod kunnen binnen een organisatie per project verschillen.

Tip: Zit hier niet bij wat je zoekt? Zoek contact met iemand met een particulier initiatief, ga naar www.joho.nl of kijk op de servicepagina achterin de IS.

Page 13: IS 06 2011

IS juli 2011 13

W e zitten in café ’t Hoogt in Utrecht. Aan tafel vier jonge twintigers die na hun mid-delbare schooltijd niet kozen

voor een backpack-avontuur aan de Australi-sche oostkust, maar voor een ontwikkelings-project in de Afrikaanse sloppenwijken en

Vietnamese jungle. ‘Nét even wat stoerder.’ De ‘o-dat-had-ik-ook!’-uitroepen vliegen over tafel. We lachen om cultuurverschillen waar de meeste vrijwilligers tegenaan liepen. Waar de een positief terugkijkt, is de ander vooral teleurgesteld. Een eerlijk gesprek.

Pijnpunt 1: Vrijwilligers kunnen nietsLara: “Ik stond voor een klas met zestig kleine kinderen, terwijl ik helemaal geen les-ervaring had. Ik improviseerde en bedacht hoe ik vroeger zelf woordjes leerde. Ik maakte tekeningen en schreef het woord eronder. Liever had ik de oudere kinderen Franse grammatica geleerd, maar mijn Frans was niet toereikend.” Marcel: “Kon je het niet leren door het gewoon te doen? Ik begon ook onzeker, maar na een half jaar zag ik wel dat ik was gegroeid.”

Lara: “Ik zou überhaupt maar vier maanden blijven. En ik raakte ontzettend ontmoedigd doordat ik zag dat wat ik de kinderen ’s och-tends had geleerd, ’s middags weer op een

* Zezijntejongenonervaren,hebbengeenkennisvandetaalencultuurenpakkenhetwerkvandelokalebevolkingaf,zoluidtdetoenemendekritiekopwestersevrijwilli-gersinontwikkelingslanden.

* Tijdommeteenaantalvrijwilligersomtafeltezittenenhendebelangrijkstepijn-puntenvoorteleggen.Hoenuttigvindenvrijwilligerszichzelf?

Naïeve wijsneuzen of gepassioneerde bruggenbouwers?

vooroordelen over vrijwilligers op tafel

tekst hanna hilhorst & leonie wolters

 “Ik was 19 jaar oud toen ik naar Benin ging. Ik had net mijn middelbare schooldi-ploma gehaald en het pakket 

dat Travel Active aanbood leek perfect. Ik zou aan de slag gaan in een weeshuis en daarnaast cursussen Frans, muziek, dans en theater volgen. Ik kwam terecht bij een gastgezin, sliep in een kleihutje, met een bak water om mezelf te wassen. Dat was geen probleem, daar wen je aan. Wel verve-lend was dat niemand wist dat ik zou komen, en dat ik zelf ook nergens op was voorbereid. Ik werd voor een klas met zestig kinderen gezet, terwijl ik niet met ze kon communiceren. Mijn Frans was matig, zij spraken een inheemse taal. Ik had 4000 euro voor dit programma neergeteld, maar kreeg totaal geen begeleiding. Ik heb nog geprobeerd om Franse taallesjes te improvi-seren, maar na een maand concludeerde ik dat het weinig zin had. Toen ben ik gestopt. Ik heb nog anderhalve maand door Togo en Ghana gereisd. Dat was wel fantastisch.” 

“Ik was nergens op voorbereid”

Lara Coomans (22)Studeerd: taal- en cultuurstudiesGing naar: BeninHoe lang: tweeënhalve maandOrganisatie: Travel Active

vrIjwIllIGerS

‘Leraar’ Marcel tussen joelende schoolkinderen in Namibië.

Page 14: IS 06 2011

14 juli 2011 IS

andere manier werd aangepakt. Ik voelde dat ik niks kon bijdragen en ben toen gestopt.” Steffi e: “Ik denk dat veel projecten niet goed lopen, omdat vrijwilligers niet op de juiste plekken worden ingezet. Hier in Nederland ga je toch ook niet op je negentiende voor de klas staan?” Marcel: “Ja, maar hier hebben we gekwalifi -ceerde docenten. Ik gaf Engelse les, omdat niemand anders dat kon. Alles wat ik heb kunnen bijdragen, zie ik als winst. Natuurlijk spreken die kinderen niet de rest van hun leven vloeiend Engels, en hebben ze niet

meteen een gouden toekomst. Maar ik denk wel dat het mogelijk is om een verschil te maken.”

Pijnpunt 2: Vrijwilligers zijn betwetersJasmin: “Vrijwilligers zijn geen arrogante mensen die ‘even laten zien hoe het moet’. In het kleine dorpje in Vietnam waar ik zat, probeerde ik niet de cultuur radicaal te ver-anderen of de mensen op te voeden.”Lara: “Ik voelde mij vanwege mijn blanke huid eerder een rariteit dan superieur. Ieder-een staarde naar me en wees me na. Ik ver-wachtte dat de mensen op de school waar ik kwam helpen, bij mijn aankomst zouden roepen ‘eindelijk, je bent er’, maar ze gaven geen kik. Het voelde vaak of ik alleen voor de

klas mocht staan omdat ik blank was. Ik kon niks, en deed eigenlijk ook niks.”Steffi e: “Door het contact met vrijwilligers zien Afrikanen dat blanken ook niet alles goed doen, en dat niet alle blanken slimmer zijn dan zij. Zo had een Namibische vrouw na een aantal maanden de moed om mij te zeggen: ‘Steffi e, wij zeggen hier eerst ‘Hallo, hoe gaat het?’ voordat we een zin beginnen.’ Dat durfde ze eerst echt niet.”

Pijnpunt 3: Vrijwilligers spreken de taal niet en begrijpen niks van de cultuurSteffi e: “Vooral in het begin ken je de spelre-gels niet. In Namibië zijn uiterlijk en kleding heel belangrijk. Wist ik veel! Als wij de kin-deren meenamen voor een uitje, dachten we: ‘we doen ze oude kleren aan, want ze worden vast vies’. Hun moeders werkten tegen, maar we snapten niet waarom. Tot we ontdekten dat ze zich schaamden als hun kinderen zon-der schoenen en in vieze kleding buiten lie-pen.”Lara: “Culturele verschillen waren voor mij de voornaamste reden om te stoppen. Ik werd lastig gevallen, heb enge dingen mee-gemaakt. Huilend belde ik mijn moeder. Het was een verademing om naar Ghana te gaan. Ik had beter voorbereid moeten worden.”Marcel: “Het ligt er ook aan wie je waar naartoe stuurt. Misschien had een jongen het makkelijker gehad in Benin. Was Lara meteen naar Ghana gegaan, dan had ze een heel ander gevoel gehad. Ik heb in Schotland een selectieweek en een trainingsweek gehad. Maar je kunt niet alles van te voren snappen. Sommige dingen moet je meema-ken. Ik moest wennen, maar omdat er eerder blanke vrijwilligers waren geweest, begrepen de Namibiërs daar mijn cultuur.”Steffi e: “Ik woonde samen met vier andere

vrijwilligers. Zij waren al een paar weken in Namibië toen ik kwam. Ze wezen me de win-kels, lieten zien hoe je een taxi pakt en waar de goede feesten waren. Dat was fi jn. Je loopt allemaal tegen hetzelfde aan, terwijl locals niet weten wat er voor jou anders is.”

Pijnpunt 4: Vrijwilligers gaan alleen om met andere vrijwilligersMarcel: “Ik ging het meest om met Engel-sen. Ik werkte in de sloppenwijken, maar omdat de mensen daar geen Engels spraken en zo’n ander leven hadden dan ik, was het moeilijk om vriendschappen te sluiten. Ik vond de mensen heel lief, maar om echt vrienden te worden moet ik kwijt kunnen

 “Uit principe ben ik ertegen een organisatie te betalen om vrijwilligerswerk te kunnen doen. Daarom heb ik zelf alles 

via een bevriende tropenarts geregeld. In het weeshuis waar ik terecht kwam zorgde ik voor medische begeleiding voor kinderen met HIV en tuberculose, bracht weer wat orde in de medicijnkasten en zette een kleu-terschooltje op. Ook heb ik een wekelijkse sportmiddag opgestart en organiseerde maandelijkse activiteiten als zwembaduitjes of een talentenjacht. Momenteel ben ik bezig met het oprichten van een stichting die het weeshuis structureel kan steunen: Hope Village Europe. Betrokken bedrijven en vrijwilligers doneren vaak eenmalig een bedrag, genoeg voor een auto bijvoorbeeld, maar niet voor benzine. Daarom heb ik tweehonderd ex-vrijwilligers gevraagd zoveel mogelijk familieleden en vrienden aan te sporen om maandelijks drie euro te doneren, bij elkaar is dat genoeg om de vaste lasten te dekken.”

“Ik betaal niet om werk te mogen doen”

Steffi e Heemelaar (24)Studeerd: geneeskunde Ging naar: NamibiëHoe lang: tien maandenOrganisatie: geen, op eigen initiatief

 “Al sinds mijn twaalfde wilde ik naar Vietnam, dus toen ik mijn diploma had behaald stapte ik in het vliegtuig. Na 

een maand door het land te hebben gereisd, werkte ik een maand in een weeshuis. Ik speelde met de kinderen, kocht speelgoed voor ze en ging dagjes met ze op stap. Ook schilderde ik het weeshuis. Vervolgens vertrok ik naar Thailand, waar ik drie weken in een olifantenkamp werkte. Ik verzorgde de olifanten, ging met ze zwem-men en bracht ze elke avond naar het oer-woud. Daarnaast hielp ik bij het vernieuwen van de website en gaf ik voorlichting aan toeristen, want de medewerkers spraken slecht Engels.Het was niet goedkoop en ik moest zelf mijn reis betalen, maar ik kreeg wel luxe onder-dak. Het was het geld wel waard, ik was voor de eerste keer alleen op reis en wilde alles goed geregeld hebben. Ik wilde zeker weten dat ik levend terug zou komen.”

“Het was het geld waard”

Jasmin Schous (19)Studeerd: rechtenGing naar: Vietnam en ThailandHoe lang: zeven wekenOrganisatie: Activity International

“Iedereen staarde me aan en wees me na”

Ballonnen uit Nederland.

Tachtig broodjes pindakaas voor kinderen bij het zwembad.

Page 15: IS 06 2011

IS juli 2011 15

waar ik mee zit, en dat lukte alleen bij andere buitenlanders. Goede gesprekken met locals krijg je pas als je langer in een land bent.”Jasmin: “Als je in een land met zo’n andere cultuur terechtkomt, wil je af en toe stoom afblazen. Gewoon even klagen. Dan wil ik niet mijn vader bellen, want die zegt: ‘kom dan naar huis’.”Lara: “Precies. Je wilt kunnen zeggen: ‘Bah, wat is dat eten goor.’ Of: ‘Er passen zeven kippen op een scooter, dat is raar.’ Dat kan je best in je dagboek schrijven, maar je wil met iemand praten die ‘inderdaad!’ roept.”

Pijnpunt 5: Vrijwilligers zijn gevlogen voor ze iets bereikt hebbenJasmin: “Je moet eerst in de cultuur thuisra-ken. Ik was pas een maand in Vietnam toen

ik een maand vrijwilligerswerk ging doen. Ik heb niet echt iets achtergelaten.”Steffi e: “Dat kan ook bijna niet, als je er maar zo kort bent. In het begin wilde ik zwemmen met de kinderen en talentenjach-ten organiseren. Het personeel van het wees-

huis hield dit tegen, ze zagen er het nut niet van in. Ik snapte daar niks van. Pas na vier maanden, toen ik een goede band met hen had opgebouwd, hoorde ik dat ze ’s avonds geen talentenjacht wilden organiseren, omdat ze geen vervoer hadden om na afl oop veilig thuis te komen. We konden erover pra-ten en uiteindelijk heb ik taxi’s geregeld. De talentenjachten bleken een groot succes, het hele dorp liep uit. Was ik slechts drie maan-den gebleven, dan had ik dit niet bereikt.” Marcel: “Je kunt zelf ook zorgen voor conti-nuïteit. Ik gooi er even een cliché in: het is beter iemand een hengel te geven dan een vis. Je moet zorgen dat wanneer jij weggaat, een local je werk kan overnemen.” Steffi e: “Ja, of dat er een paar weken overlap is tussen een oude en nieuwe vrijwilliger, zodat het werk kan worden overgedragen. Ik bleef zelf tien maanden, het meisje dat na mij kwam een jaar. Samen hadden we een goed-lopend project opgezet. De volgende vrijwilli-ger kwam echter maar een half jaar, en het meisje daarna bleef slechts drie maanden. Toen was het project eigenlijk terug bij af.”

Pijnpunt 6: Vrijwilligers pikken het werk in van localsSteffi e: “Volgens mij heeft 90 procent van het werk dat gedaan wordt door vrijwilligers, geen prioriteit voor de lokale mensen. Zij zien het sporten met kinderen en het doen van spelletjes niet als een eerste levensbe-hoefte.”Marcel: “Mensen die een opleiding hebben, komen wel aan een baan. Het is niet zo dat er tien leraren staan te wachten, tot de vrij-

williger eindelijk stopt met lesgeven. Wel vind ik dat bouwprojecten door de bevolking moeten worden gedaan. We kunnen geld doneren, maar bouwen kunnen mannen prima.”Jasmin: “In het olifantenkamp waar ik drie weken verbleef, hadden dorpelingen mijn werk ook kunnen doen. Maar de werkne-mers hadden ruzie met elkaar. Ik vulde het gat dat daardoor was ontstaan. Een van de werknemers heb ik een beetje Engels geleerd, zodat hij met toeristen kan praten. En toen ik wegging, kon hij ook fi lmpjes monteren en de website bijhouden.”

Pijnpunt 7: Vrijwilligers zien armoede als toeristische attractieSteffi e: “Het weeshuis waar ik werkte orga-niseerde wekelijks rondleidingen voor toe-risten. Het voelde alsof die mensen aapjes kwamen kijken. Tegelijkertijd vormden de toeristen de enige bron van inkomsten voor het weeshuis. Hoewel het bezoek me tegen-stond, heb ik me er om die reden bij neerge-legd.”Marcel: “Ontwikkelingswerk doe je voor jezelf. Je verwacht een ervaring terug te krij-gen. Ik wilde altijd al naar Afrika om zielige kindjes te zien, dat is niet anders dan wan-neer je naar Parijs gaat om de Eiffeltoren te bewonderen.” Lara: “Als er dankzij vrijwilligerswerk toeris-ten naar arme landen komen, dan vind ik daar niks mis mee.” Marcel: “Misschien wordt Afrika te roman-tisch neergezet. Vooraf dacht ik dat ik bij wijze van spreken een jaar zou doorbrengen in een hutje op de hei, waarvandaan ik elke dag 20 kilometer zou moeten lopen om water te halen. ‘Dát wil ik’, dacht ik. Lekker in de zon met een leeuwenvelletje aan. Maar eenmaal in Afrika was dat beeld snel ver-dwenen.”

Pijnpunt 8: Vrijwilligers maken de lokale bevolking afhankelijkMarcel: “Daarom laat de organisatie waar-mee ik naar Namibië ben gegaan lokale instellingen betalen voor vrijwilligers. Er moet een drempel zijn, zodat een organisatie bewust kiest voor de hulp van vrijwilligers. Als het gratis is, kan iedereen zomaar langs-komen.”Steffi e: “Weeshuizen kunnen niet bestaan zonder donaties. Krijgen ze geen geld van de overheid, dan blijven ze afhankelijk van wes-terlingen.” Marcel: “Ja, maar bij vrijwilligershulp ont-breekt het aan feedback. Doe je iets niet goed, dan durven de locals dat niet te zeg-gen. Je werkt tenslotte voor niks en je bent er om te helpen. Pas als ze voor je hulp moeten betalen, spreken ze je aan als je je werk niet goed doet.”

“Ik wilde altijd al naar Afrika om die zielige kindjes te zien”

 “Ik ging naar Namibië om daar gewoon een heel cool jaar te hebben. En dat heb ik zeker gehad. Ik heb Engelse 

les gegeven in een sloppenwijk, gewerkt in een visverwerkingsfabriek, geholpen op een basis- en middelbare school en een lokale krant gemaakt.De organisatie draait geheel op donoren. Daarom moest ik voor vertrek 6250 euro ophalen. Op die manier betaalde ik mijn reis, verzekeringen en verblijf daar. Het lijkt heel veel geld, maar ik haalde met gemak het dubbele op. Ik zou anderen zo’n jaar zeker aanraden, je leert jezelf heel goed kennen.”

ken. Ik was pas een maand in Vietnam toen

“Ik wilde een heel cool jaar hebben”

Marcel Belderbos (23)Studeerd: geschiedenisGing naar: NamibiëHoe lang: een jaarOrganisatie: Project Trust

vrIjwIllIGerS

williger eindelijk stopt met lesgeven. Wel vind ik dat bouwprojecten door de bevolking moeten worden gedaan. We kunnen geld doneren, maar bouwen kunnen mannen prima.”Jasmin: “In het olifantenkamp waar ik drie weken verbleef, hadden dorpelingen mijn werk ook kunnen doen. Maar de werkne-mers hadden ruzie met elkaar. Ik vulde het gat dat daardoor was ontstaan. Een van de werknemers heb ik een beetje Engels geleerd, zodat hij met toeristen kan praten. En toen ik wegging, kon hij ook fi lmpjes Warming-up tijdens de wekelijkse sportmiddag in het sportcomplex van de Namibische overheid.

Page 16: IS 06 2011

16 juli 2011 IS

Terug naar Nagojje

vijft ien jaar na het stenen stapelen

Edward doet voor hoe je cement maakt.

Metselen van het schoolgebouw.

tekst janneke juffermans & ilse zeemeijer

* JournalistJannekeJuffermansmetseldevijftienjaargeledenalsvrijwilligereenschoolinUganda.

* ZevroegaanIS-bloggerIlseZeemeijer,dievoorhaarafstudeeronderzoekinUgandaverblijft,omtekijkenofdeschoolernogstaat.

ZevroegaanIS-bloggerIlseZeemeijer,die

To: Ilse ZeemeijerFrom: Janneke JuffermansSubject: Nagojje Village vijftien jaar later22 mei 2011 09:53:43 

Ha Ilse,

Na een jaar werken en sparen, vertrok ik in de zomer van 1996 naar Uganda. Ik reisde rond, bezocht ontwikkelingsprojecten en bouwde samen met andere vrijwilligers uit Europa, Japan en Uganda, twee schooltjes in het dorp Nagojje, niet ver van Kampala. Het kostte driehonderd dollar per persoon om dit vrij-willig te doen. Daar werd ons onderdak - we sliepen in het dorpshuis - het eten en materiaal voor de school van betaald. Dagelijks waren we van 9.00 tot 13.00 uur aan het metselen. ’s Middags speelden we met de kinderen van het dorp, lazen we een boek of luisterden we muziek. Het was moeilijk je af te zonderen. Ik wandelde een keer met muziek op mijn oren een leegstaande kerk in om te dansen. Ineens zag ik veel kinderen door de raamopeningen naar me kijken. Toen ze merkten dat ze ontdekt waren, stoven sommigen de kerk binnen. Binnen twee tellen was er een ritme, was er dans en zang. Ont-roerend! Het belangrijkste dat ik leerde in de twee weken dat ik daar was, is dat je (liefde voor) muziek, maar ook humor en saamhorigheid kan delen met mensen die op een totaal andere plek op de wereld zijn opgegroeid. 

Steven - een man uit het dorp - en ik deden elkaars manier van metselen na, daar hadden we veel lol om. Toen we vertrokken, waren de scholen nog niet af, de muren reikten tot heuphoogte. Ik ben heel benieuwd hoe het er nu uit-ziet en of de scholen af en in gebruik zijn. Wil jij een kijkje voor me nemen? Destijds kon je vanuit Kampala een eindje met een matatu (taxibusje) en dan vanaf daar achterop een brommertje naar het dorp komen.

Succes! Janneke 

Page 17: IS 06 2011

IS juli 2011 17

Dit klaslokaal is nog niet af en staat dus nog leeg.

Klaslokaal dat met steun van de lokale overheid en ouders is afgebouwd.

Schoolgebouw dat met steun van de lokale overheid is afgemaakt.

To: Janneke JuffermansFrom: Ilse ZeemeijerSubject: Re: Nagojje Village vijftien jaar later27 mei 2011 19:37:56 

Hoi Janneke, 

Gisteren ben ik voor je op pad gegaan. Inderdaad met de matatu naar Mukono en daarna nog een half uur op de boda. We passeerden veel dorpen en ik vermoed dat er niet veel is veranderd sinds jij hier vijftien jaar geleden bent vertrokken. De weg naar het dorp is niet geasfalteerd. Het kerkje staat er nog steeds, een bijzonder mooie plek. Heel groen, met vogels op de achter-grond. Eenmaal aangekomen in Nagojje vonden we de basisschool snel. Deze school telt 457 kinderen, heeft zeven klassen en negen docenten. We spraken met het schoolhoofd, John Muyonjo. Hij liet ons de schoolgebouwen zien (uiteraard onder grote belangstelling van alle kinderen). Beide gebouwen zijn gedeeltelijk in gebruik, en nog niet helemaal af. Het ene blok telt vier lokalen, waarvan er twee in 2005 en 2006 zijn opgeknapt met geld van de lokale over-heid. Voor de andere twee lokalen is een fi nanciële bijdrage aan de ouders van de kinderen gevraagd. Met elkaar hebben zij een miljoen shilling (285 euro) opgehaald om de muren te kunnen pleisteren. 

John werd schoolhoofd nadat jullie vertrokken waren, maar Norah Yamu-lemye herinnert zich jullie nog wel. Deze 61-jarige vrouw woont sinds haar elfde in het dorp. Ze vertelde: ‘Er waren erg veel vrijwilligersgroepen die elkaar afl osten. Ze kregen allemaal een lokale naam. We verwelkomden hen en werkten samen. Ze aten het lokale eten, we kletsten met ze en leerden hen Luganda.’

Volgens John is er nog steeds veel werk te doen. ‘We weten niet wanneer we verder kunnen met het opknappen van de lokalen. Het budget van de lokale overheid is klein en er zijn te veel scholen die geld nodig hebben. We willen graag een evenement organiseren om fondsen te werven, maar de ouders van de kinderen hebben weinig te besteden. Bovendien vinden zij het de verant-woordelijkheid van de overheid om de school af te bouwen. Een nieuwe lich-ting vrijwilligers zou daarom van harte welkom zijn!’

Hartelijke groet, Ilse

vrIjwIllIGerS

Page 18: IS 06 2011

18 juli 2011 IS

Adrie Sluijs (70) Beroep: houtvakmanVrijwilliger voor: PUM Netherlands senior experts

“e en jaar na mijn pensioen ging ik in mijn uppie naar Armenië, om te adviseren over houtbewerking. PUM

zendt gepensioneerde experts uit, die kennis over hun vakgebied willen delen met colle-ga’s uit ontwikkelingslanden. Daar stond ik dan, als enige grijze man tussen allemaal mensen met pikzwarte haren. Gelukkig had

ik een tolk, want het is best moeilijk om met mensen te praten die je taal niet spreken. Ik ben daarna meteen op Engelse les gegaan. Als ik ergens aan begin, wil ik het goed doen. De eerste dag ging ik kijken in een werk-plaats. Onvoorstelbaar, zo armoedig. Ik ben naar buiten gelopen en heb staan huilen. Toen ben ik aan de slag gegaan. Dankzij de hulp van oud-collega’s kon ik een werkplaats inrichten met machines die in Nederland waren afgeschreven. Bij het lesgeven had ik

wel voordeel van m’n leeftijd. Ik heb vroeger nog geleerd om iets met mijn handen te maken. De Nederlandse jeugd kan alleen met de computer omgaan. Na Armenië ben ik in Roemenië, Suriname en Bosnië-Herzegovina geweest. Overal werd ik als een gast onthaald. Omdat je kennis komt brengen, zien de mensen je daar echt als een professor. Dat voelt soms wat deca-dent. Ze hebben niet veel, maar delen alles met je. Ik eet liever bij mensen thuis dan in een restaurant, omdat ik binding wil krijgen met de mensen met wie ik werk. Als ik wil lunchen, pak ik gewoon een tafeltje uit de werkplaats en leg daar wat plastic over heen. Dat vinden die jongens mooi! Het enige wat ze niet snappen is dat ik dit werk vrijwillig doe. Dat ik speciaal voor hen op reis ga, mijn vrouw alleen laat, zonder dat ik er wat aan verdien, gaat er niet in.Soms is het behelpen. Bijvoorbeeld als je na een dag hard werken een warme douche wil nemen, maar alleen de beschikking hebt over een kuip met koud water en een steelpanne-tje. Dan moet je improviseren. Kan je dat niet, dan moet je geen vrijwilligerswerk doen.”

Jantje Struif Bontkes-Bruning (64)Beroep: Voorlichtingscoördinator voedingVrijwilliger voor: PUM Netherlands senior experts

“d ertien jaar lang woonde en werkte ik met mijn man in ontwikkelingslanden. Hij werkte als landbouwinge-

nieur, ik als voedingsvoorlichter. Terug in Nederland wilde ik actief blijven in de

wereld, dus meldde ik me als expert aan bij PUM. Mijn eerste uitzending was naar Mali, waar ik een voedselprogramma heb geadvi-seerd. Vervolgens ging ik langs bij een platte-landsvrouwenorganisatie in de Oekraïne. Nu ben ik landencoördinator voor Rwanda. Twee keer per jaar reis ik voor veertien dagen naar Rwanda om daar met de lokale PUM verte-genwoordigers potentiële bedrijven te bezoe-ken en te evalueren. Ik vind het een enorme verrijking om met zoveel verschillende men-sen en bedrijven kennis te maken.

Mijn man is ook vrijwilliger, maar we gaan nooit samen op reis voor PUM. Het lokale bedrijf dat een expert uit Nederland aan-vraagt, betaalt de accommodatie en transport van de expert ter plekke. Om ook voor een partner nog kosten te maken is dan wat veel gevraagd. Bovendien wil ik de volle aandacht aan het project geven.Soms vragen mensen mij waarom ik me zo druk moet maken na mijn zestigste. Maar het werk voor PUM kost me slechts twee dagen in de week, en ik krijg er heel veel energie van. Ik sport, heb tijd voor mijn kleinkinde-ren en heb een leesclub. Als ik geen vrijwilli-gerswerk zou doen, zou ik me veel minder fi t voelen. Bovendien blijf ik op de hoogte van mijn vakgebied. Het houdt me scherp. Ik kan mailen en skypen en heb leuke contacten over de hele wereld. Een lintje voor het vrij-willigerswerk dat ik doe, hoef ik niet. De vol-doening die ik eruit haal is het lintje.”

export van ervaring

Wijze raad* Vrijwilligerswerkalleenietsvoorgoedbe-

doelendescholierenofstudentendiewelwatstenenwillensjouwenofwoordjesstampen?Zeerzekerniet.

* Juistgepensioneerdenblijkenvanwegehunexpertisemetopenarmentewordenontvangen.

tekst hanna hilhorst

“Ik heb staan huilen”

“Ik zou mij minder fi t voelen zonder vrijwilligerswerk”

Page 19: IS 06 2011

IS juli 2011 19

V eel onderzoek naar ‘de mening van de andere kant’ is er nog niet gedaan. Francien van Driel van het Centre for International

Development Issues Nijmegen (CIDIN) wil daar verandering in brengen. Van Driel heeft de beeldvorming van vrijwilligerswerk tot onderwerp van onderzoek gemaakt voor haar studenten Culturele Antropologie en

Ontwikkelingsstudies. Een aantal van hen is momenteel in Ghana en Thailand om het beeld dat de lokale bevolking jegens vrijwilli-gers heeft te analyseren.Dergelijk onderzoek brengt als gevaar met zich mee dat het lokale schoolhoofd of de weeshuisdirecteur tijdens het interview soci-aal gewenste antwoorden geeft. Onaardige woorden zal hij niet spreken, uit angst dat de geldkraan wordt dichtgedraaid. En enkel positieve geluiden maken een onderzoek ongeloofwaardig.In afwachting van de resultaten van het CIDIN gingen IS-correspondenten Nils Elzenga en Isabel Callejas in gesprek met ngo-medewerkers in Senegal en Nicaragua. Ondanks de valkuilen wisten zij een mix van lovende én kritische geluiden los te krijgen.

Hoe wordt de hulp ontvangen?

“Kleurplaten groot succes”

* Wekomenmetdebestebedoelingenenwordenbeleefdontvangen.

* Maarwatvindenzeterplekkevandiehor-desblankevrijwilligers?Zijnzevannutofeenplaaginafritsbroek?

tekst hanna hilhorst & leonie wolters

Het dorpje Campirano in het wes-ten van Nicaragua is in rep en roer. Overmorgen komen elf Ame-rikaanse vrijwilligers van een mid-

delbare school in Georgia de dorpsschool her-bouwen. Het oude gebouw werd vorig jaar weggespoeld door overstromingen. De les van juf Karla Patricia Bravo gaat gewoon door onder een afdak naast de bouwplaats. Ze is blij dat vrijwilli-gers voor een gebouw gaan zorgen waarin kinde-ren rustig kunnen leren. Maar de praktische kant van de zaak is voor haar niet de belangrijkste. “Wij kunnen leren van hun inzet. Als er eentje voor langere tijd wil komen helpen lesgeven zou dat een grote steun zijn.” Daarmee houden Kar-la’s loftuitingen niet op: “Zonder deze vrijwilli-gers zou ons land zich niet ontwikkelen.” In Nica-ragua drijven dorpsscholen normaliter op lokale vrijwilligers. Moeders uit het dorp geven er les, en ontvangen daarvoor een vergoeding van 500 cordoba (19 euro) per maand. Karla pauzeert haar les, want het is tijd voor lunch. Terwijl de kinderen rijst met bonen, quajada (een lokale kaas) en pap krijgen, lassen ook de bouwvakkers een pauze in. Benito Ricardo Mejia vertelt dat hij de buitenlandse vrijwilligers bewondert: “Ze komen hierheen en leven in barre omstandighe-den. Sommige vrijwilligers sterven zelfs in ver-keersongelukken. En toch komen ze hiernaartoe, en leven zoals wij doen.” In het stof van de bouw-plaats overheerst dankbaarheid en worden kriti-sche vragen over vrijwilligers begroet met schou-derophalen. ‘Waarom zou het erg zijn dat een stel buitenlanders een klus opknapt die anders zou blijven liggen?’ De jonge advocate Michelle Chavez verricht werk voor een Nicaraguaanse vrijwilligersorganisatie en begeleidt honderden buitenlanders tijdens bouwprojecten. Vanuit de stad León laat ze weten vrijwilligerswerk heel nuttig te vinden voor jongeren uit landen ‘waar extreme armoede alleen op televisie bestaat’. Maar ze plaatst ook een kanttekening: “In plaats van contact te leggen met de lokale bevolking, brengen veel vrijwilligers hun tijd door in clubs en bars en drinken ze rum met andere buitenlan-ders die ze net ontmoet hebben.” Maar ook daar zullen de bewoners van Campirano geen last van hebben. isabel callejas

“We leren van hun inzet”

Karla Patricia BravoWaar: NicaraguaProject: Bouwen van dorpsschool

vrIjwIllIGerS

Middagpauze op school in Nicaragua

Page 20: IS 06 2011

20 juli 2011 IS

Beeld

Mau

rits G

iese

n

Peter

N ahetproducerenvanMinder pretentie, meer ambitie zijnweaandeslaggegaanmeteeninternationale

versie.WehebbendespecifiekNederlandsedetailsverwij-derdeneenmeerinternationaalvergelijkendperspectiefingebracht.DaarbijhebbenwedankbaargebruikgemaaktvanalledebatteninNederland.Devraagwasnatuurlijkwel:zatiemanddaaroptewachten?Aanvankelijkleekhetvanniet.Deeerstemaandenbleefhetstil.Toenechterbegonerinteresseteontstaan.België,KoreaenJapankwa-menalseersteoverdestreep.EnzokwamhetdatikbijhetministerievanBuitenlandseZakenvanJapanonsrapportmochtpresenteren.Datwerdeeninteressantebijeenkomst,wantdeJapannerswarenwatinverwarring. Japanwasaltijdeenbuitenbeentjeinontwikkelingsland.Hetlandwasinabsolutetermenlangdegrootstedonor,maargafvooralgelduitaaninfrastructurelezakenenwassterkgerichtopsamenwerkingmetdeprivatesector.Derestvandewereldhadhetdaarnietzoop.KortvoormijnbezoekwasdepeerreviewvandeOESO(DAC)overJapanverschenen.IndieteksthadJapanopzijnkopgekregen:teweinigfocusopmillenniumdoelen,teweiniggeldvoormaatschappelijkeorganisaties,teveelvertrouwendopbila-teralekanalen,teveelredenerendvanuiteigensterktes.Menwasbezigdezegedachtenteverwerkenenhadinmid-delshetbeleidsdocumentEnhancingEnlightenedNationalInterestopgesteld.EndankwamernueenNederlanderdiegingvertellendateenaantalzakendiezevolgensdeOESOfoutdeden,helemaalnietzofoutwaren. Hetwerddusvooraleenverwarrendebijeenkomst,waarbijdevraagoptafelkwamopgrondvanwelkeuit-gangspuntendeOESOeigenlijkmeentJapandemaattekunnennemen.Zoslechtdedenzehetniet,zohieldikdeaanwezigenvoor.Wehebbenrustigdoorgepraatoverdewijzewaaropzijwilleninvestereninproductievesectoren,endevraagofdatnoginAziëmoet.Ookzijzienhetnutvaneengoedewerkverdeling. DeJapannerszijnoverigenszeertevredendatzein2008hunhulpactiviteitenhebbenondergebrachtineenaparteeenheid,JICA(JapanInternationalCooperationAgency).Zevondendatzehetvoorbeeldvanderestvandewereldmoestenvolgen.IkhebzemaaruitgelegddatookNederlandinditopzichtgoedomzichheenkijkt…

Japan

Psycholoog en fi losoof Peter van Lieshout is lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Hij leidde het onderzoek naar de toekomst van ontwikkelingssa-menwerking, dat resulteerde in het rapport Minder pretentie, meer ambitie. Hij refl ecteert voor IS over de voortgaande discussie rond het rapport.

Beel

d An

neke

Hym

men

vrIjwIllIGerS

De samenwerking met buitenlandse vrijwilligers bevalt Samba Diouf prima. “Ze brengen goede nieuwe ideeën in”, zegt de coördinator van

schoolproject Taxawu Sunuy Xales, ‘Assisteer onze kinderen’ in het Wolof, de lingua franca van het West-Afrikaanse Senegal. “Een mooi voorbeeld is het verpakken van woorden- en cijferreeksen in liedjes. Zo onthouden de kinderen de woorden sneller en beter, en op een leukere manier.” Ook nemen vrijwil-ligers geregeld lesmaterialen mee die de kinderen nog nooit gezien hebben. “Vooral kleurplaten waren een groot succes”, weet Diouf.De afgelopen jaren heeft Diouf een constante stroom van vrijwilligers over de vloer gehad in zijn school aan het strand in Yoff, een vissersgemeenschap die is vast gegroeid aan Senegals snelgroeiende hoofdstad Dakar. Altijd minimaal één, vaker drie à vier. Soms een Nederlander, maar meestal Belgen, want fi nan-ciering komt van de Belgische ontwikkelingsorgani-satie Afractie. Heel soms ontstaan er misverstanden tussen buiten-lands bezoek en Senegalese medewerkers. Zo herin-nert Diouf zich een vrijwilliger die consequent bin-nenliep zonder groeten. Dat viel slecht. Diouf: “De Senegalese cultuur verschilt erg van de westerse. Bij jullie is het ieder voor zich. Hier is de band met fami-lie en vrienden veel belangrijker.” Een uiting van die mentaliteit is elkaar uitgebreid groeten, bij elke ont-moeting weer. “Gaat het goed met je?”, doet Diouf handenschuddend voor. “Lekker geslapen? Alles goed ook met vrouw en kinderen? En je ouders? Gaat echt alles goed met je? Fijn om te horen.” Zelfs kleine kinderen worden zo begroet, een kwestie van res-pect. “Deze vrijwilliger begreep daar niets van.” Meestal verloopt de samenwerking in een sfeer van nieuwsgierigheid. “Ik leer veel van de vrijwilligers. Discipline, arbeidsethos en effectiviteit. Wij Senega-lezen hebben altijd de tijd. Zij niet. Daar kijk ik met bewon-dering naar.” Op hun beurt kunnen de Belgische dames wat opsteken van onze gast-vrijheid. Hoewel wederzijds verrijkend, is de buitenlandse inbreng in zijn school volgens Diouf overigens niet onmis-baar. “Onze Senegalese medewerkers hebben zelf voldoende capaciteiten om de kinderen een gedegen opleiding te geven.” De vrij-willigers zijn voor Diouf eer-der een mooie ‘extra’.nils elzenga

“Vrijwilligers zijn eenmooi extraatje”

Samba Diouf (30)Waar: SenegalProject: Schoolproject Taxawu Sunuy Xales

lezen hebben altijd de tijd. Zij niet. Daar kijk ik met bewon-

verrijkend, is de buitenlandse inbreng in zijn school volgens

Page 21: IS 06 2011

IS juli 2011 21

Overleven in een oorlogsstad

Het dagelijkse gevecht van

de inwoners van Mogadishu

Said Sheikh Mahmoud woont in een kamp voor ontheemden.

H ij zit in het zand tussen jonge mannen die allemaal groter, ster-ker en ouder zijn. Zijn ellebogen rusten op zijn opgetrokken

knieën. Om de paar minuten schuift hij een stukje op, tot hij vooraan zit en zijn naam en

geboortejaar moet opgeven aan een militair van de Afrikaanse Unie (AU). “Fadima Has-san Ismail, 1992”, zegt de jongen dapper. De militair lacht als hij de nog gladde huid van de jongen ziet. Dan zet hij Fadima op de lijst met nieuwe rekruten voor het Somalische leger. In de buurt staat een oudere man. Hij grinnikt schamper. “De jongen is amper der-tien jaar oud, maar zijn ouders zijn gedood door de islamitische terreurorganisatie Al-Shabaab. Hij wil vechten.”

Eindeloze strijdSomalië kent een lange geschiedenis van oorlog. Al twintig jaar, sinds 1991, is er in het Oost-Afrikaanse land geen centrale overheid. Krijgsheren, milities en clans hebben vrij spel. Sommige straten in Mogadishu worden

gecontroleerd door militairen van de Afri-kaanse Unie. Zij steunen het Somalische leger en de internationaal erkende over-gangsregering (TFG). Andere gebieden zijn in handen van milities, waarvan Al-Shabaab de voornaamste is. Al-Shabaab is voortgekomen uit de Unie van Islamitische Rechtbanken (UIR), een groe-pering die er in 2006 in slaagde om orde en relatieve veiligheid te brengen in Mogadishu. Het christelijke Ethiopië vreesde dat buur-land Somalië onder invloed van de UIR zou veranderen in een moslimstaat. Met steun van de Verenigde Staten vielen Ethiopische troepen Somalië binnen om de overgangsre-gering in het zadel te houden. Het merendeel van de UIR-leden ging in ballingschap in Eritrea. Maar ongeveer drieduizend leden

tekst & beeld klaas van dijken

* DeinwonersvandeSomalischehoofdstadMogadishulevendagelijksinangst.Deoorloglijktuitzichtlooseneencentraleoverheidontbreekt.

* Bijnageenhulporganisatieofverslaggeverwaagtzichinhetgebied.JournalistKlaasvanDijkenreisdemeemetdeAfrikaanseUnieensprakmetgewoneSomaliërsoverdegevarenindestad.

Page 22: IS 06 2011

22 juli 2011 IS

van de UIR’s militante jeugdbeweging Al-Shabaab gingen ondergronds en startten een guerrillastrijd. Na vredesonderhandelingen sloot de gema-tigde vleugel van de UIR zich aan bij de overgangsregering. Hun voormalige leider Sharif Sheik Ahmed werd op 31 januari 2009 benoemd als president.Sinds 2007 is een vredesmacht van de Afri-

kaanse Unie in Somalië aanwe-zig om de overgangsregering

te steunen en de voorwaar-

den te creëren voor stabilisatie en wederop-bouw. Ondertussen wordt aan een nieuw Somalisch leger gebouwd dat op termijn de taken van de AU-militairen moet overnemen.

SoldijDe nieuwe rekruten worden getraind op legerbasis Aljazira in Mogadishu, waar ook Fadima zich gemeld heeft. Honderden voe-ten stampen het zand omhoog. Door de hitte blijft het stof op elk stukje blote huid plak-ken. Nieuwelingen die niet goed marcheren, worden door de commandanten toege-schreeuwd of met een stok op hun hoofd geslagen. Anna Diraya (20) is een van de weinige vrouwen in de groep. Net als Fadima is ze niet bij het leger gegaan om geld te ver-dienen. “Mijn broer en oom zijn gedood door Al-Shabaab. Ik wil vechten, net als de man-nen.”Het is maar de vraag of Fadima en Anna ooit betaald zullen krijgen. De meeste van hun toekomstige collega’s ontvangen al maanden geen soldij. Ambtenaren steken het geld voor de soldaten in eigen zak. Onbetaalde solda-ten vechten in Mogadishu aan de frontlinie. De 21-jarige Abdi Rahman is gehuld in een namaak-designshirt en een camoufl age-broek. Zijn tanden zijn groen van het kau-wen van qat-bladeren. In de zes maanden die hij nu in dienst is, heeft hij nooit een cent gezien. Zijn collega Ahmed Hussein Milolwe

kreeg een kogel in zijn been. De afgelopen vier maanden ontving hij geen soldij meer. Sommige militairen hebben zo hard geld nodig dat ze hun wapens verkopen aan Al-Shabaab.Ondertussen worden er in Uganda duizend nieuwe Somalische rekruten getraind met geld van de Europese Unie. De EU steunt de strijd tegen Al-Shabaab met honderden mil-joenen euro’s.

OverlevenOoit was Mogadishu een stad die trots oprees aan de kustlijn van de Indische Oce-aan. Door de jarenlange oorlog zijn de gebouwen veranderd in karkassen. Gaten worden gedicht met zandzakken. Daarachter

liggen soldaten van de Afrikaanse Unie met hun wapens in de aanslag. Wordt er op ze geschoten, dan schieten ze terug op een onzichtbaar doel of op een gebouw waarvan ze vermoeden dat het leeg staat. Zo laten ze zien dat ze hun posten niet verlaten. Hun echte vijanden zien ze zelden. Al-Shabaab maakt vooral gebruik van sluipschutters en

Nieuwe rekruten voor het leger van de overgangsregering.

“Als ik ’s ochtends de deur uitga, weet ik niet of ik ’s mid-dags levend thuiskom”

Fatuna

“Nu wil mijn man me terug”

In een van de ziekenhuizen in Mogadishu ligt de zestienjarige Fatuma Aden Hassan. Ze is geopereerd aan haar vagina en mag bijna weer naar huis. “Naar mijn vader. Met mijn man wil ik niets meer te maken hebben”, zegt ze. Vier jaar geleden werd het meisje uitgehuwelijkt als tweede vrouw aan een man van veer-tig jaar oud. Een jaar later baarde ze een dode baby. “Ik weet niet eens of het een jongetje of een meisje was”, zegt ze zacht. Haar man troostte haar niet. Hij vertelde haar dat ze vies is en stinkt. Omdat ze als jong meisje is besneden en haar vagina werd dichtgenaaid, werd ze na de geboorte van haar kind incontinent. Haar man stuurde haar weg. Hij hield niet van pro-blemen. “Nu ik geopereerd ben, wil hij me ineens terug. Maar hij is niet eens naar me komen kijken in het ziekenhuis”, zegt Fatuma. “Ik heb echt geluk dat mijn vader achter me staat. Veel vrouwen moeten gewoon terug naar hun man.”

zig om de overgangsregering te steunen en de voorwaar-

Fatuna

“Nu wil mijn man me terug”

Page 23: IS 06 2011

IS juli 2011 23

zelfmoordterroristen.Als er geschoten wordt, zie je de mensen over straat rennen om zichzelf in veiligheid te brengen, vertelt Dunia Ahmed (48). Ze maakt schoon om in haar levensonderhoud

te voorzien. “Als ik ’s ochtends de deur uitga, weet ik niet of ik ’s middags levend thuis-kom. Het ene moment wordt er gevochten, het volgende is het weer stil. Het leven is hier heel onzeker.”Said Sheikh Mahmoud (37) is opgeleid als verpleegster, maar kan haar beroep niet uit-oefenen. In de stad heeft ze een winkeltje met parfums, maar ze merkt dat haar klandi-zie niet langs komt wandelen als het niet strikt noodzakelijk is. “Mensen durven zich hier niet vrij te bewegen.” Said woont in een ontheemdenkamp. “In het gebied rond mijn eigen huis heeft Al-Shabaab veel macht. Zien ze dat ik uit een buurt kom die door de over-heid wordt gecontroleerd, dan denken ze dat ik een spion ben. Ze zullen me zeker doden.” Volgens Said zijn de mensen het zat dat Al-Shabaab hen met de rug tegen de muur duwt.Ook Gulet Mohamed (33) denkt dat veel

Somaliërs genoeg hebben van Al-Shabaab. Tot een jaar geleden werkte hij als journalist voor internationale persbureaus. “Gevaarlijk werk. Vooral in 2007, toen Ethiopië ons land binnenviel.” Maar toen zijn vrouw in ver-wachting raakte, besloot hij toch met zijn werk te stoppen. Hij is nu voorlichter voor de overheid en hoeft in die functie niet continu de straat op. “Ik mis het schrijven, maar ik help nu wel om Al-Shabaab te verslaan.”

ExplosiesBurgemeester Mohamoud Ahmed Nur heeft naar eigen zeggen de moeilijkste baan van de wereld. De afgelopen zeventien jaar woonde Nur in het buitenland. Eerst in Djibouti, ver-volgens tien jaar in Saudi-Arabië en daarna runde hij een internetcafé in Londen. Afgelo-pen zomer werd hij gebeld door de Somali-sche president. Die vroeg hem terug te komen naar Mogadishu en burgemeester te worden. “Eerst dacht ik dat ik zou falen. De krijgsheren hebben al zo lang greep op de hoofdstad, iedereen is zo corrupt en de orga-nisatie is zo ineffi ciënt. Maar ik zag een kansje toen ik 15 procent van de inkomsten uit de haven kon toevoegen aan het stads-budget.” Nur vindt dat andere Somaliërs in de diaspora ook moeten terugkeren. “Als iedereen in Canada, de VS of Engeland blijft wachten op verandering, gebeurt er niets. Toen ik hier net kwam, waren er elke dag

explosies. Ook liepen er sluipmoordenaars rond. Nu worden er in gebieden die de over-heid controleert niet meer dan vijftien of twintig mensen per dag gedood. Mogadishu is niet gevaarlijker dan Bagdad of Kabul.” Toch ziet Nur dat Mogadishu nog een lange weg te gaan heeft. “Een leven is hier niets waard. De jongeren groeiden op met oorlog, dood en verwoesting. Ze weten niet eens hoe een stad met een overheid eruitziet.”

Mogadishu

Militairen van de Afrikaanse Unie in de frontlinies van Mogadishu.

“Mogadishu is niet gevaar-lijker dan Bagdad of Kabul”

Somalië

Hoofdstad: MogadishuOppervlakte: 637.657 km2

(15 keer Nederland)Aantal inwoners: 10.000.000 BNP per hoofd: 600 dollar

Human Development Index: onbekendPresident: Sharif Sheikh AhmedOntwikkelingsgeld vanuit Nederland in 2011: -

In Europa is Somalië vooral bekend vanwege de piraten die de wateren voor de kust onveilig maken. Nederland draagt bij aan een VN-missie om de piraterij te bestrijden en schepen te beschermen. Gedacht wordt dat Al-Shabaab deels gefi nancierd wordt met geld uit de piraterij.

Page 24: IS 06 2011

Stad in het woud

24 juli 2011 IS

Fotoreportage vía PanAm

tekst & beeld kadir van lohuizen | noor | paradox.nl/viapanam

Foto linksboven: Delta 1 bestond vroeger uit zes huizen, maar nu is het een stadje waar de mijnwerkers ’s avonds vertier zoeken.Foto rechtsboven: Epueto Nivas en zijn vrouw zoeken naar goud in het afval van de grotere mijnbedrijven.Foto linksonder: Een illegale goud-mijn in de jungle vlak bij Delta 1. Foto rechtsonder: De mijnwerkers komen uit heel Peru. Deze mannen hebben hun thuisbasis in de steden Cusco en Tumbes.

Er woedt een ware goudkoorts diep in de Amazone. In de Madre de Dios, een regio in het zuiden van Peru, zijn veer-tigduizend goudzoekers neergestre-ken. Ze kappen het oerwoud om en verleggen rivierstromen op zoek naar goud. Het kwik, waar goud zich aan bindt, vervuilt het land. Water dat sporen van kwik bevat is een groot gevaar voor de gezondheid. Peru is een van de grootste goudproducenten ter wereld, maar vrijwel alle mijnen zijn illegaal. De goudbazen zijn mach-tig en lokale autoriteiten zijn vaak zelf betrokken bij de goudhandel. Overal in de Amazone zijn er dorpen, soms zelfs stadjes, van mijnwerkers. Delta 1 is zo’n stadje. Tot een paar jaar gele-den stonden er zes huizen, nu wonen er 6500 mijnwerkers én prostituees. Veel van de prostituees zijn hier terechtgekomen door mensenhandel.

* FotograafKadirvanLohuizenreistvoorzijnprojectViaPanAmvanChilinaarAlaskaoverdePan-AmericanHighway.

* Indevijftienlandenlangsderoutelegthijdeoorzakenengevolgenvanmigratievast.InPerutrektdevondstvangoudduizendenmensen,aldannietgedwongen,naardeAmazone.

Page 25: IS 06 2011

IS juli 2011 25

Page 26: IS 06 2011

26 juli 2011 IS

Daar

Zijn handen trillen, maar koud kan hij het niet hebben in de brandende middagzon. Bodenge neemt plaats onder een afdakje van palmblade-ren, hoogst verrast door het bezoek van een blanke. Mbandaka ligt afge-legen en is alleen per vliegtuig of boot te bereiken. Omdat Congo zo uitgestrekt is, hebben de provincies een verregaande autonomie. Als lid van de ‘Assemblee Provinciale’ heeft Bondenge een grote verantwoorde-lijkheid. Hij werkte zich van docent op tot directeur van een basisschool. De zetel in de Assemblee viel hem onlangs toe, toen zijn voorganger plotseling overleed. Als ‘pygmeepo-liticus’ heeft hij het niet makkelijk. “Leden van andere etnische groepen discrimineren soms”, zei hij in april tegen een Congolese krant. Bokele rent zijn huis binnen en geeft me het nummer van de auteur van het stuk. “Alles wat ik te zeggen heb staat in die krant, ik heb daar niets aan toe te voegen,” zegt hij tot mijn stomme verbazing. “Hij is bang,” meent mijn gids. “Vergeet niet dat zijn volk, de 

kleine mensen uit het bos, jarenlang is gediscrimineerd en achtergesteld. Ze hebben een diep wantrouwen en de politiek van Congo is gevaarlijk.” Veel pygmeeën leven nog zoals dit oude volk al eeuwen doet: in hutten in het bos. Voor voedsel zijn ze aan-gewezen op wat het bos te bieden heeft. “Ik zal me gaan inzetten voor meer onderwijs voor ons volk,” stelt Bondenge in de krant. “Ook moeten er hier meer ziekenhuizen komen en meer banen.” In november zijn er weer verkiezingen. Jérôme hoopt dan herkozen te worden. Hij staat ons toe een foto te maken, waarna we weer vertrekken. arne doornebal

De kookwedstrijden, die veel weg hebben van een afl evering uit ‘Topchef’, zijn vooral bedoeld om moeders aan gezonde, goedkope en aan-trekkelijke recepten voor hun ondervoede kinderen te hel-pen. De kinderen moeten de gerechten vol proteïne en vita-minen natuurlijk wel willen eten. Met tahoe-hartjes op een stokje, cassave-teddybeertjes en groentecakes lukt dat wel. Die zien er net zo lekker uit als gekleurde kroepoek of roze suikerspinnen, constateert de jury tevreden. Kookcompetities zijn het nieuwste wapen in de strijd tegen ondervoeding. Niet alleen in Krawang, maar in heel 

Indonesië. Bijna een op de vijf kinderen kampt met ondervoe-ding, eenderde van de kinde-ren blijft in groei achter van-wege een tekort aan vitaminen en mineralen. Dat is vaak niet alleen een kwestie van geld, maar ook van verkeerde voe-dingsgewoonten. Rijk en arm consumeren vooral witte rijst en als het even kan gefrituurde snacks, maar nau-welijks groenten. En dat terwijl er genoeg goedkope groente en ander gezond voedsel voor-handen is, zoals tahoe en casave, wortels en pepers, benadrukken gezondheids-voorlichters. Maar je moet wel weten hoe je dat voedsel lek-ker en feestelijk kunt bereiden. De kookcompetities helpen moeders daarbij. En de kinde-ren profi teren er meteen van mee. De borden met hartjes en teddybeertjes zijn in een mum van tijd leeg. hilde janssen

congopolitiek

Pygmee in de politiekJérôme Bokele Bondenge (44) werd onlangs als eerste pygmee ooit lid van de Congolese Provinciale Staten. IS-correspondent Arne Doornebal zocht hem op in Congo’s vierde stad Mbandaka en schreef een verslag van de ontmoeting.

indonesiegeZondheid

‘Topchef’ voor de armenMoeders uit het Javaanse Krawang komen een keer in de drie maanden bij elkaar voor een kookcompetitie tegen ondervoe-ding. Zij presenteren hun nieuwste smulcreaties van tahoe en cassave aan een deskundige jury.

De Afrikanen – en dat zijn voor de meerderheid jonge mensen - geloven in toenemende mate in hun toekomst. Zonder de ogen te sluiten voor de ellende die hen nog omringt, zijn zij ervan overtuigd dat ze kansen zullen krijgen, en die ook zullen aangrijpen. Correspondent Kees Broere laat hen de komende tijd op deze plek aan het woord.

C ijfers liegen niet. De verklarin-gen van die cijfers liegen maar

al te vaak wel. Zo mochten we onlangs vernemen dat inmiddels ‘een op de drie’ Afrikanen tot de midden-klasse behoort. Prachtig natuurlijk. En onzin.Een op de drie Afrikanen verdient meer dan twee dollar per dag. Wie dan het gebied boven die armoede-grens meteen maar ‘middenklasse’ noemt, haalt op een te gemakkelijke manier zijn gelijk. Want laat ons wel

zijn: ooit wezen funshoppen met drie dollar op zak?Ik kan een ander criterium bedenken om de zaken nóg mooier voor te stel-len. ‘Alleen mensen die echt rijk zijn, kunnen zich een hulp in de huishou-ding veroorloven.’ De cijfers in mijn persbericht maken van Afrika dan een koploper. Want ik ken hier bijna geen enkele hulp in de huishouding die thuis zelf niet ook een hulp heeft.Dat steeds meer Afrikanen ietsje meer te besteden hebben, is een feit. De markt speelt hierop in door steeds meer producten beschikbaar te stellen waarop kooplustige klanten hun middenklasse-oog zullen laten vallen.Dat hoeft niet per se in weelderige

winkelcentra te gebeuren. Een kle-dingverkoper in Nairobi vertelde me laatst dat hij een nieuwe zaak ging openen met (echte!) Hugo Boss spul-len. Niet in een winkelcentrum, maar ergens in een achterafstraatje in de binnenstad.“De jongens met het grote geld komen niet in winkelcentra”, zei hij. “Die maken hun omzet in de binnen-stad, en willen hun centen daar met-een kunnen uitgeven.” Wat voor klan-ten dat dan wel waren, was mijn vraag? “Crooks!”, was zijn kernach-tige, maar lastig te vertalen ant-woord. Oplichters dus. Het is waar. Het Keniaanse parlement zit in de binnenstad.

MIDDEN-KLASSE

Page 27: IS 06 2011

IS juli 2011 27

Zuid*afrikageZondheid

Lachen zonder grappen Lachen is goed voor de gezondheid. In Zuid-Afrika wordt het als therapie gebruikt om verzor-gers van aidspatiënten en aidswezen van hun trauma’s en depressies af te helpen.

Een groep vrouwen van middelbare leeftijd staat in een kring op een grasveld van het plattelandsstadje Klerksdorp. Ze zuchten en puffen als warming up. Ze maken hun lach-spieren los. Slechts wat gegiechel en een kinderlijke oefening zijn nodig om hen aan het schuddebuiken te krijgen.Een paar keer per week doen deze verpleeg-sters en verzorgers aan de zogenoemde lach-aerobics. En dat juist op een plek waar je schaterlachen niet verwacht. Ze zorgen voor terminaal zieke patiënten, van wie het merendeel aids heeft, en voor aidswezen. Veel van hen lopen twee tot drie begrafenis-sen per week af.Juist door het emotioneel zware werk heeft het verplegende personeel het hard nodig om te lachen. Voordat het personeel mee-deed aan deze therapie, waren mensen depressief en overwerkt en was er onderling veel conflict, vertelt Bill Gee van het Interna-tional Happiness Instituut in Johannesburg. Hij trainde al meer dan duizend verzorgers en verpleegsters en evalueerde het effect van de lachtherapie. “Binnen een paar weken waren de depressieve gevoelens verdwenen. Nog een paar weken later en de burn-out was ook weg.”

ImmuunsysteemLachen is goed voor de mentale en fysieke gezondheid. Mensen die veel lachen zijn minder gestrest en hebben een beter immuunsysteem. Tijdens het lachen produ-ceren je hersenen het gelukshormoon endor-fine. En bij de Zuid-Afrikaanse verpleegsters draait het hormoon op volle toeren, want de 

volgende oefening gaat beginnen. De vrou-wen doen aan wat ze de ‘constipatielach’ noemen. Ze gaan door hun knieën en druk-ken hard alsof ze op het toilet zitten. Lach-salvo’s volgen. “Het is extra grappig omdat patiënten hun ontlasting nog wel eens laten vliegen”, zegt een verpleegster.Het ziet er allemaal nogal kinderlijk uit. En dat is ook de bedoeling. De kinderlijke, spon-tane lach die we diep hebben weggestopt moet weer naar boven komen. “Kinderen lachen tweehonderd tot vijfhonderd keer per dag”, legt Gee uit. “We noemen dat de natuurlijke lach. Als volwassenen stoppen we daarmee en wordt lachen meer een intel-lectuele beslissing. We lachen dan nog maar tien tot vijftien keer per dag. Dat is spijtig voor onze gezondheid.” Gee ontwikkelde zijn therapie op basis van kennis die hij opdeed over lachyoga in India. De 67–jarige Bushy Dimo is een van de verpleegsters die mee-doet aan de therapie. “We zorgen voor erg zieke patiënten en waren altijd verdrietig,” vertelt ze, nadat ze eerst haar aanstekelijke lach heeft laten horen. “We huilden veel. Maar nu kijken we anders tegen het leven aan. We zijn gelukkiger en lachen ook met onze patiënten.” De manager van het kinder-dagverblijf voor aidswezen, Anita Savvas, is ook blij met de therapie omdat het voor teambuilding zorgt. “Ik moest eerst constant onderlinge ruzies oplossen”, vertelt zij. “Nu is dat voorbij. We doen de therapie ook in ons kinderdagverblijf met getraumatiseerde kinderen. Je ziet ze opbloeien en weer kind worden.”www.inhappiness.org elles van gelder

Beeld

Elle

s van

Gel

der

Aandeel Afrika

Journalist en Afrika-kenner Roeland Muskens wordt durfkapitalist. Hij investeert in een bedrijf in Burkina Faso. Voor IS doet hij verslag van zijn mede-eigenaarschap.

Eén centime

E en paar afleveringen geleden noemde ik de naam van Ablassé Ouadrougo, de weldoener van het bedrijfje waarin

ik heb geïnvesteerd, en tevens de beroemdste zoon van het dorpje Dabare. Bij een recent bezoek aan Burkina Faso kon ik voor de eerste keer monsieur Ablassé ontmoe-ten. Hij vertelde over zijn ministerschap van Buitenlandse Zaken onder president Compa-oré, over zijn tijd als adjunct directeur-gene-raal van de wereldhandelsorganisatie WTO en over de toekomst van Burkina Faso en Afrika. Ik vroeg hem waarom hij ons zo hielp met het project van zonne-energie in zijn geboortedorp. Hij vertelde: “Op de lagere school was ik een van de beste leerlingen. Er werd besloten dat ik wel naar de middelbare school kon. Ver weg in Ouagadougou, een dag reizen van Dabare.

Dus dat werd een kostschool. Ik kwam alleen tijdens de grote vakantie thuis. Ieder jaar in oktober, de avond voordat ik weer voor veel maanden weg zou gaan, kwamen alle familie-hoofden langs. Iedere familie gaf mij één cen-time – een cent, een heel bedrag! – om dingen te kopen voor school. Het was de investering van het dorp in een van hen. En het bleek een goede investering. Ik deed het ook goed op de middelbare school. De beste leerlingen van het land konden een beurs krijgen om te studeren in Frankrijk. En zo ging het door. Ik ben alleen maar geworden wie ik ben omdat ik op de schouders mocht staan van mijn dorpsgenoten. Hun centimes hebben mij op weg geholpen. En daarom moet ik wat terug doen. Ik wil niet zomaar geld geven. Ik wil iets steunen waar ze echt iets aan hebben voor de toekomst. Ik heb daarom een waterput laten slaan in Dabare, ik heb een school neergezet en een moskee. En nu dan de spiegelparabolen, om energie te geven aan het dorp. Zoals zij ooit in mij inves-teerden, zo investeer ik nu in hen.” roeland muskens

“Ik ben alleen maar gewor-den wie ik ben omdat ik op de schouders mocht staan van mijn dorpsgenoten”

Page 28: IS 06 2011

28 juli 2011 IS

Twee dagen trokken vrouwen van verschil-lende organisaties zich terug om met elkaar over een nieuwe grondwet te praten. Sarah Awel James, voorzitter van de Algemene Vrou-wenbond in Zuid-Sudan wees erop dat de rechten en ontwikkeling van vrouwen nooit eerder in de grondwet zijn opgenomen.“We werden als bezit beschouwd. Er werd niet erkend dat wij ook een bijdrage leverden aan de ontwikkeling van ons land. Nu we legitieme burgers van dit nieuwe land zijn moeten we onze stem laten horen.” Volgens Lillian Rizik, directeur van het Zuid-Sudanese vrouwennetwerk, moet de regering ook kijken naar zaken als gewoonterecht. “Nu is de rechtspraak vaak in het voordeel van mannen. Na de oorlog werden vrouwen bij-voorbeeld niet geholpen ook al hadden zij aan de zijde van mannen gevochten.” De bond van vrouwelijke advocaten bena-

drukte dat het belangrijk is om in de toekomst vrouwen beter te informeren over hun rechten. De vrouwen zullen begin juli hun aanbevelin-gen aanbieden aan het parlement. annet yobu

Sinds 2005 komen praatgroepen bij elkaar om over hun verleden te praten. “Traditioneel los-sen we in Rwanda problemen op in groepsver-band”, merkt de anglicaanse bisschop Emma-nuel Ngendahayo op. Hij nam het initiatief voor de sociotherapie omdat hij om zich heen veel huiselijk geweld en drankmisbruik, gevolgen van de oorlog en de genocide, zag. In Byumba, het bisdom van Ngendahayo, heb-

ben al ongeveer achtduizend mensen deelge-nomen aan een praatgroep. “Ik ontdekte door de praatgroep dat ik niet de enige ben die worstelt met het verleden”, zegt Vivienne, een van de deelnemers van een vrou-wenpraatgroep. “Het zou goed zijn als onze verkrachters met ons in een groep zouden zit-ten om erover te praten, zodat we allemaal ver-der kunnen met ons leven.”De Nederlandse organisatie Cordaid steunde enige tijd de sociotherapie, maar trekt zich later dit jaar terug. De Rwandese regering heeft er geen geld voor. “Psychologische en sociale pro-blemen worden als minder belangrijk ervaren dan economische ontwikkeling”, merkt de Nederlandse psychotherapeute Henny Slegh op, die in Rwanda de onbezoldigde groepslei-ders traint. “Recht spreken is heel belangrijk in de Rwandese context. Maar onderlinge relaties herstellen mag niet vergeten worden.” ilona eveleens

Daar

sudanvrouwen

“Vrouwen op de bres voor eerlijke grondwet” Terwijl Zuid-Sudan zich opmaakt voor de officiële onafhankelijkheid op 9 juli, wordt er druk gesleuteld aan de grondwet. Vrouwen grijpen hun kans om hun rechten veilig te stellen.

rwandageZondheid

Verwerken door praten Zeventien jaar na de volkenmoord worstelen Rwandezen nog altijd met de gevolgen. Het ver-woeste land wordt weliswaar in rap tempo opgebouwd, maar de mentale beschadigingen vereisen veel tijd en geduld.

Beeld

Ilon

a Ev

elee

ns

Beeld

Sve

n To

rfinn

wereldmensen

Op dOOrreISWie: Rikus Wegman en Sijmen Tenwolde (beiden 27 jaar) Waar: Amsterdam Waarom: Ze zijn benoemd als Internatio-naal Goede Doelen Ambassadeurs van de Postcode Loterij.

Zetwitterden,bombardeerdendejuryenhunfacebookvriendenmetcreatievefilmpjesenklop-

tenvooradviesspontaanaanbijJanPronkenRuudLubbers.Decreatieveenaansprekendeverslaggevingwerdbeloond.HetkomendehalfjaarreizenRikusenSijmenvoordePostcodeLoterijdehelewereldoveromjongerentever-tellenwatergebeurtmethetgeldvandePostcodeLoterij.

In hoeverre kunnen jullie als ambassa-deurs kritisch berichten over het werk van de goede doelen? “we hebben geen restricties opgelegd gekregen. De opdracht is ook helder: ga kijken bij onze projecten en vertel ons wat je ziet. als in onze ogen een project niet goed gaat, gaan we geen mooi verkoop-praatje houden. we leggen per project uit wat het probleem is en hoe er aan een oplossing gewerkt wordt, maar we doen dat wel op onze eigen manier.”

Hoe ziet jullie eigen manier eruit? “we gaan de mensen die we tegenkomen niet portretteren als slachtoffers. en we zoeken naar overeenkomsten. zo brengen we ook items als ‘wat vinden pubers in arme wijken hip om te dragen?’ Maar we zullen ook voor een paar dagen gedropt worden in een leprakolonie. we krijgen daar bij wijze van spreken een gouden envelop mee met 1000 euro. aan ons de opdracht te bepalen welk onderdeel van het project die extra 1000 euro krijgt. een dilemma waar ontwikkelingsorganisaties dagelijks mee te maken hebben. Geld kun je maar één keer uitgeven.”

Wat hopen jullie met deze tocht te bereiken? “we willen jongeren meer betrekken bij goede doelen. Maar we zien deze trip ook als de kans van ons leven. we kunnen nu laten zien wat we in huis hebben. Deze kans krijg je maar één keer in je leven, die moet je volledig pakken!”ellen davids Het hele interview met Sijmen en Rikus is te lezen op www.ismagazine.nl

Page 29: IS 06 2011

IS juli 2011 29

Marcia

E enongepastevraag”,beetdetopmanagervanPhilipsmetoeterwijlwevanhetpodiumaflie-

pen.Hetwasopeenconferentieoversocial business.DePhilips-manverteldehoezijnbedrijfmedischeapparatuurleverdeaan169ziekenhuizeninTanzaniaenZambia.Deapparatuurvooroperatiekamers,enecho-enröntgenapparatenwerdendeelsbetaalddoordeAfrikaanseoverheden,deelsdoordeNederlandse.Demultinationalleerterdoktersenverpleegkundigenhoedieapparatentegebruiken.OoktraintPhilipsdetechnicidiehetmateriaalmoetenonderhouden. DaarmeewordentweegrotehobbelsgenomeninhetverbeterenvanmedischezorginAfrika.Alseralmoderneapparatuuris,weetbijnaniemandhoedenieuwemri-scanprecieswerkt.Ofeenhalfjaarnaaanschafhoudthetapparaatermeeop.DieklassiekersonderdehulpblundersheeftPhilipsmooiondervangen.HetniveauvanmedischezorgisvolgensPhilipssterkgestegen. MetgepastetrotsdeeldedePhilips-baaszijnprak-tijkvoorbeeldenvanmaatschappelijkondernemen.TotikvroeghoeveelwinstPhilipsopdezeordersmaakt. “Datkaniknietzeggen.” “MeerofminderdanopeeninNederlandverkochtemri-scan?” “Geenidee”,zeidemanager. Devraaginvijfvariantengesteldleverdebijdezakenmanvijfmaaleenverwonderingopalsofhemwerdgevraagdnaarhetliefdeslevenvandetijgerslak(gepassioneerd).Uiteindelijkwashijboos. Naafloopkwameenoud-collegavandePhilips-topmanmeteeneenvoudigantwoordopmijnvraag.DezemedischeapparatuurwasdeelsbetaalduithetORET-potjevoor‘ontwikkelingsrelevanteexport’vanBuitenlandseZaken.InprojectenwaarNederlandhulpgeldinstopt,mageenbedrijfmaximaal10procentwinstmaken. Alsdatzohelderensimpelis,danwakkerthetzwijgenvandePhilips-topmanmijnongerustheidaan.StaatssecretarisBenKnapenzetinzijnnieuwebeleidflinkwatkaartenophetNederlandsebedrijfsleven.Datmoeteenrolgaanspeleninhetstimulerenvanbedrij-vigheidinAfrika.Noglosvanhetfeitdatbedrijvennietpersebijdragenaanhetstimulerenvaneconomischegroeielders,verliezenondernemingenaangeloofwaar-digheidalszehunwinsttaboeverklaren.Wiemoetstraksbepalenhoesocialdebusinessis?

Ongerust

Marcia Luyten is journalist en publicist. Tot vorig jaar woonde ze met man en drie kinderen in Uganda. www.marcialuyten.nl

Beeld

Mau

rits G

iese

n

indiacultuur

Fotograferen op de tast Partho Bhowmick uit India leert blinde landgenoten fotograferen. Met suc-ces. Meer dan honderd blinden en slechtzienden hebben inmiddels een foto-grafiecursus bij hem gevolgd. “Dat blinden kunnen fotograferen, schokt mensen.”

Satvir Yogi staat er goed op. Zijn halflange, zwarte haar wappert in de wind, terwijl hij lachend op een bankje zit aan de zonovergoten boulevard van Mumbai. Een geslaagd toeristisch kiekje. Gemaakt door Yogi’s blinde vriend Mahesh Umrrania. “Blijf nog even stil zitten”, zegt Umrrania, wiens ogen verstopt zit-ten achter een grote zwarte zonne-bril. Hij voelt hoe Yogi op het betonnen bankje zit. Dan mikt hij zijn camera op zijn vriend. Hardop telt hij zijn stappen terwijl hij naar achteren loopt. “Je moet wel blijven praten, anders kan ik niet goed richten”, zegt Umrrania streng. De fotograaf houdt zijn camera op borsthoogte. Door het zoekscherm kan hij toch niets zien. “Smile!” Yogi lacht. Klik, klik, klik. 

LondenSatvir Yogi (25) en Mahesh Umrra-nia (20) zijn twee van de ruim hon-derd blinde studenten die Partho Bhowmick de afgelopen paar jaar heeft leren fotograferen. Bhowmick kwam in 2006 op het idee na het lezen van een artikel over Evgen Bavcar, een blinde fotograaf in Parijs. “Als amateurfotograaf dacht ik ‘hé, dat ga ik in Mumbai ook pro-beren’.” Dat bleek lastiger dan gedacht. “In eerste instantie kreeg ik geen serieuze reacties op mijn advertentie waarin ik aanbood blin-den te leren fotograferen.” Maar inmiddels begint het concept aan bekendheid te winnen, mede dank-

zij de succesvolle fototentoonstel-ling die door het hele land en zelfs naar Zürich en Londen reisde. 

MensenmassaUmrrania, die inmiddels vier jaar fotografeert, is Bhowmick’s eerste leerling. De constante herrie van mensen en verkeer in de Indiase metropool maken het werken voor blinde fotografen extra lastig, zegt hij. “Geluid is ons licht, het zorgt er voor dat we kunnen ‘zien’. Op een rustige plek kun je beter luisteren naar je omgeving en is het dus makkelijker om te fotograferen. Helaas is stilte schaars in Mum-bai”, lacht hij. Niet alleen geluid, ook tast is belangrijk voor blinde fotografen, zegt Yogi. “Je kan voe-len hoe en waar mensen staan, hoe een standbeeld eruit ziet of een boom. Ook kun je voelen of je onderwerp in de zon of in de scha-duw staat.” Het resultaat van hun werk kunnen de fotografen niet zien. Voor Umrrania is fotografie vooral een manier om verbinding te maken met de wereld en de men-sen om zich heen. “De meeste mensen zijn zo onwetend over blin-den”, zegt hij. Dat blinden kunnen fotograferen, schokt mensen. Ik krijg vaak twee soorten reacties. ‘Wat een onzin’ of ‘Wauw, waan-zinnig’. Beide reacties vind ik niet bevredigend. Wij willen serieus genomen worden.” maarten van der schaaf www.seeingtheunseen.com

Beeld

Cor

nelie

de

Jong

Page 30: IS 06 2011

30 juli 2011 IS

Adieu, burkina Faso

nederland verrast Burkinabé én donoren met besluit tot vertrek

Beel

d G

iaco

mo

Piro

zzi /

Pan

os /

HH

Page 31: IS 06 2011

IS juli 2011 31

Z e zijn hét beeld van het succes van het onderwijsbeleid van Burkina Faso: de eindeloze rijen met schoolkinderen die ’s ochtends tus-

sen zeven en acht uur de trottoirs van hoofd-stad Ouagadougou vullen. Druk kwebbe-lend, al dan niet in schooluniform, op weg naar een nieuwe dag in het klaslokaal. Er is de afgelopen periode veel verbeterd op het gebied van onderwijs in Burkina Faso. Het percentage schoolgaande kinderen is in tien jaar vrijwel verdubbeld. Het aantal analfabe-ten daalt ook, zij het langzamer: van 82 pro-cent van de volwassenen in 1994 tot zo’n 70 procent in 2006 toen voor het laatst een meting werd gedaan. Het zijn indrukwek-kende cijfers. Het zijn ook prestaties die mede tot stand zijn gekomen dankzij Neder-landse steun. Nederland is de grootste donor van het onderwijs in dit straatarme Sahel-land.

Kansen voor bedrijvenEen hulpbehoevend land, Nederlandse hulp die aantoonbaar helpt, een overheidsbeleid dat niet tot de slechtste van Afrika behoort, relatief weinig corruptie, en toch is Burkina Faso een van de landen waar Nederland zal vertrekken, als het aan staatssecretaris Kna-pen ligt. Dat klinkt bizar. Toch zijn er goede argumenten voor, zegt Ernst Noorman, de Nederlandse ambassadeur in Ouagadougou: “De overweging was vooral dat in Burkina Faso veel donoren zitten. In Benin zagen we dat donoren weggaan, dat was een belang-rijk argument om te zeggen: dan gaan wij weg uit Burkina en blijven we in Benin.” Daarnaast is er voor het Nederlandse bedrijfsleven weinig perspectief, voegt Noor-man toe. Kansen voor Nederlandse bedrijven vormen een nieuwe factor in het Neder-landse hulpbeleid. Hoewel Burkina Faso steeds beter scoort op de indicatoren van het jaarlijkse Doing Business-rapport van de Wereldbank, dat het ondernemingsklimaat in verschillende landen meet, hebben Neder-landse bedrijven volgens Noorman nauwe-lijks interesse voor Burkina Faso. “Burkina Faso heeft weinig grondstoffen en ook als afzetmarkt voor Nederlandse producten zijn de mogelijkheden beperkt.”

OnbegripNoorman had de afgelopen maanden de taak om de andere donoren en de overheid van Burkina Faso te laten weten dat Nederland van plan was de hulp te stoppen en de ambassade te sluiten. Het was geen makke-lijke boodschap, zegt hij, “maar gaandeweg kreeg ik er een zekere routine in”. De vraag is hoe overtuigend Noorman de Nederlandse boodschap heeft overgebracht. Want hoewel de ambassadeur, als loyaal ambtenaar, het besluit van de regering met verve verdedigt, klinkt in zijn verhaal ook nauw verholen enthousiasme door over wat er in ‘zijn’ land is bereikt. “Het Human Development Report 2010 laat zien dat Burkina Faso over de afge-lopen veertig jaar tot de top-25 behoort wat betreft het behalen van ontwikkelingsresul-

taten. Burkina Faso heeft daarom zelfs een apart kadertje gekregen.”Duidelijk is dat Nederland er niet in is geslaagd om lokale partners te overtuigen van de juistheid van de Nederlandse beslis-sing om ermee op te houden. Een rondgang langs overheidsdiensten en buitenlandse donoren laat zien dat Nederland daarmee vooral onbegrip oogst. Ibrahim Kaboré, permanent secretaris van PDDEB, het tienjarenplan dat het basison-derwijs in Burkina Faso op peil moet bren-gen, is veel te beleefd om het te zeggen, maar het is duidelijk dat hij zich door Nederland in de steek gelaten voelt. “Dit is een grote schok voor ons. Nederland is de grootste donor aan het onderwijsplan, als die steun wegvalt, redden we het niet.”Dat basisonderwijs geen Nederlandse priori-teit meer is verbaast Kaboré ook. Basison-derwijs is voor een land als Burkina Faso zeker een prioriteit, zegt hij. “Het is van belang dat elke Burkinabé een zeker basisni-veau van onderwijs heeft genoten; in ieder geval kan lezen, schrijven en rekenen. Dat zijn de basisvoorwaarden om mee te doen in de samenleving en om een stabiele democra-tie op te bouwen. We zijn goed op weg, maar we zijn er nog niet.”

Dure plichtKaboré wijst op de dure plicht die Nederland op zich heeft genomen in het kader van de millenniumdoelen, de acht afspraken om wereldwijde armoede terug te dringen. “We hebben in het jaar 2000 toch doelen afge-

sproken om tot 2015 aan te werken? Jullie zeiden: laten we een partnerschap sluiten, waarbij donoren en ontvangende landen gezamenlijk werken aan het bereiken van die doelen. En dat werkt. De coördinatie tussen donoren is verbeterd, wij doen ons best als overheid en met z’n allen hebben we een goed plan opgesteld. We zien steeds meer resultaten van ons werk. En nu zegt Neder-land ineens: wij houden ermee op. Dat begrijp ik niet. Het is alsof je de vlam uitzet net voordat het water kookt.” Kaboré vindt dat Nederland de plicht heeft om tot 2015 de millenniumbelofte na te komen. “In die tijd kunnen we een plan ontwikkelen om de hulp daarna af te bouwen.” Volgens Kaboré zijn donoren als Nederland veel te gehaast. “Eerst ging Nederland voor de millennium-doelen. Geen enkel land zette daar zwaarder op in dan jullie. En nu worden die ineens aan de kant gezet, en richten jullie je op het bedrijfsleven. Straks wordt het weer wat anders. Zo werkt ontwikkeling gewoon niet. Veranderingen gaan veel geleidelijker dan de prioriteiten van de donoren.”De suggestie dat Nederland zich als een onbetrouwbare partner gedraagt, werpt Noorman verre van zich. “Betrouwbaarheid hang niet af van het feit dát je weggaat, maar hoe je weggaat”, stelt Noorman. Ondanks de twijfel die daarover wordt gewekt in de Focusbrief waarin de keuze voor de partner-landen wordt toegelicht, gaat de ambassa-deur ervanuit dat Nederland alle bestaande afspraken zal nakomen in Burkina Faso. “Mogelijk zullen we zelfs enkele nieuwe ver-plichtingen aangaan om ons vertrek te ver-soepelen.”Voorlopig zijn er binnen de donorgemeen-schap in Burkina Faso nog geen afspraken gemaakt over hoe het gat dat Nederland laat vallen, zal worden opgevuld. Nederland heeft andere donoren daar nog niet over

“Het is alsof je de vlam uitzet net vóórdat het water kookt”

* Waarom,owaarom?InBurkinaFasostuitIS-reporterRoelandMuskensvooraloponbegripoverdebeslissingomdeNeder-landsehulpaanhetlandstoptezetten.

* “Veranderingengaanveelgeleidelijkerdandeprioriteitenvandedonoren.”

tekst roeland muskens

Burkina Faso

Hoofdstad: OuagadougouOppervlakte: 274.200 km2

(6,5 keer Nederland)Aantal inwoners: 16,8 miljoen BNP per hoofd: 1200 dollar

Human Development Index: 161 (van 169)President: Blaise CompaoréOntwikkelingsgeld vanuit Nederland in 2011: 43,3 miljoen euro

Ouagadougou

Page 32: IS 06 2011

J e moet het in perspectief zien. Je kunt roe-pen dat wij arbeiders in arme landen uit-

buiten, maar dat is te makkelijk. Kijk, Chine-zen en Indiërs verdienen een paar euro per dag aan het in elkaar zetten van onze spullen, omdat ze nu eenmaal armer zijn. Krijgen ze ineens meer loon, dan stijgen de lokale prij-zen. Huurbazen, winkeliers, sigarettenverko-pers: allemaal willen ze een graantje meepik-ken. Iedereen is de dupe van die hogere prijzen. Daarnaast gaan werknemers in andere fabrieken ook hogere lonen eisen. Voor je het weet wordt een land te duur en verhui-zen bedrijven naar een buurland. Dan is iedereen werkloos, wil je dat? Ook arbeidsrechten kun je niet met één pennenstreek verbeteren. Niet iedereen denkt hetzelfde over mensenrechten als wij, en je moet de lokale omstandigheden en opvattin-gen accepteren. Het Westen is democratisch en welvarend geworden, omdat onze grootouders zelfstandig de barricaden opgingen. Het heeft geen zin om arbeidsrechten te exporteren, ze moeten ingebed zijn in een cultuur. Dit vereist een lange adem. Met onze aanwezigheid ver-spreiden we ook onze normen en waarden, en dat is een fl inke, positieve bijdrage aan de mensenrechtensituatie. Dit is de redeneertrant van veel Ameri-kaanse consumenten, politici en opinieleiders (en geef toe, in Nederland is dat niet anders). Maar in een verrukkelijk ironische speling van het lot voelt Amerika zich uitgebuit door Zweden. In Danville, een zieltogend industrie-stadje in Virginia met 10 procent werkloos-heid, heeft Ikea een fabriek geopend. Wat blijkt: werknemers verdienen veel minder dan hun collega’s in Zweden terwijl ze exact het-zelfde werk doen. Het lokale minimumloon wordt met trucjes ontdoken, overwerk wordt afgedwongen en vakbonden worden geweerd. Het management is strikt en streng, zo schrijft de L.A. Times. De werknemers van Danville verdienen eerlijk loon voor eerlijk werk, net als hun col-lega’s in China, India en Indonesië. Dat maakt de ophef zo hypocriet. Vul ‘China’ of ‘India’ in waar ‘Amerika’ staat, en de bericht-geving is zo vertrouwd dat het saai wordt. Maar nu zijn de Amerikanen diep gegriefd en vervloeken ze Ikea. Cynisch genoeg wordt het Zweedse bedrijf ook nog eens van racisme beschuldigd.

Evert Nieuwenhuis schreef De Grote Globalise-ringsgids – van Aandeel-houder tot Zapatista. Voor IS belicht hij elke maand een actuele mondiale kwestie. Vragen of ideeën? Mail ze naar Chef Globalisering: [email protected]

Ikea-gate

Chef Globalisering

32 juli 2011 IS

benaderd. Dat bevreemdt, omdat de ‘werk-verdeling’ tussen de donoren volgens de brief van Knapen onderdeel was van de over-wegingen om bepaalde landen wel en andere niet te kiezen.

ExodusDe Denen hebben in Burkina op het gebied van onderwijs nauw met Nederland samen-gewerkt. Op het gebied van donorcoördina-tie heeft Nederland hier een uitstekende rol gespeeld, zegt Jytte Vagner van de Deense ambassade in Ouagadougou. Toch is ook niet met de Denen overlegd over het aan-

staande Nederlandse vertrek. Vooral op het gebied van onderwijs komt het Nederlandse vertrek slecht uit, meent Vagner. “Wij had-den eerder ook al aangekondigd met de onderwijshulp te stoppen, al geven wij de Burkinabé meer tijd om zich op ons vertrek voor te bereiden.” Kaboré vreest voor een ware exodus van donoren in de onderwijs-sector. “Al met al zien we dat ongeveer de

helft van de fondsen is weggevallen of bin-nenkort zal wegvallen. Dat is dramatisch. Dat kan de overheid van dit land nooit opvangen. Meer belastingen heffen? Dat leidt tot sociale onrust. Belastingontduiking aanpakken? Fraude moet eerst bewezen worden en als dat al lukt, duurt het jaren voordat er extra geld in de schatkist vloeit.”

Het Nederlandse vertrek was ook nog niet doorgedrongen bij Gétawendé Zaonga, de directeur van l’Ecole Bilingue de Gambas-tenga, zo’n 40 kilometer buiten Ouaga-dougo. Nadat de IS-reporter door de leerlin-gen van de school was ontvangen met tromgeroffel, zang en dans kwam het droeve nieuws. De school van Gabastenga profi teert van de Nederlandse hulp. Mede dankzij Nederlandse fi nanciering krijgen de kinde-ren op deze school tweetalig onderwijs: in het Frans en in het Moré, de moedertaal van de leerlingen in deze regio van het land. Een (ook door Nederland gefi nancierd) experi-ment heeft aangetoond dat leerlingen die tweetalig onderwijs krijgen veel betere resul-taten halen. Zaonga snapt er niks van dat Nederland uit Burkina Faso weggaat en blijft in Benin: “Benin? Benin is zooo rijk. Ze heb-ben daar de zee en alle grondstoffen die je je kunt voorstellen. In Benin hebben ze toch helemaal geen hulp nodig?”

“Betrouwbaarheid hangt niet af van dát je weggaat, maar hoe je weggaat”

Dankzij Nederland krijgen deze kinderen tweetalig onderwijs.Be

eld

Roel

and

Mus

kens

Page 33: IS 06 2011

IS juli 2011 33

oprah winfrey heeft vele levens veran-derd. zo ook dat van lisa Shannon. zij ver-diende haar geld met reclamefotografi e en leidde een luxe en onbezorgd leventje in de vS. Totdat oprah in 2005 een item van twintig minuten wijdde aan de epidemie van verkrachtingen in congo. Shannon kon de beelden niet meer loslaten. a-sportief als ze was, besloot ze toch te gaan hard-lopen om geld in te zamelen voor de vrou-wen in congo. zes jaar later heeft haar organisatie run for congo duizenden vrouwen in de vS en daarbuiten gelinkt

aan vrouwen in congo (‘zusjes’), die hen geld en brieven sturen. In Duizend zusjes beschrijft Shannon hoe ze met de nodige (sportieve) ups en downs uiteindelijk heel veel mensen wist te mobiliseren voor de goede zaak. Inmiddels is run for women uitgegroeid tot een invloedrijke lobby-organisatie.“Het grote probleem is de straffeloos-heid”, vertelt Shannon via Skype vanuit Nairobi, waar ze op doorreis is. “als daders al gepakt en gestraft worden, gaan ze een paar dagen of hoogstens een paar weken de cel in. Naast rebellen zijn de meeste daders te vinden bij de politie en het leger. logisch dat vrouwen dan niet eens aangifte durven te doen. De helft van de nationale begroting van congo bestaat uit hulpgeld. De internationale donoren mogen de regering dus best wel wat har-der aanspreken op hun verantwoordelijk-heid om het geweld tegen vrouwen te stoppen.”zelf rent Shannon nog steeds voor congo, maar op een minder ambitieus niveau. “Ik ben gestopt met de lange afstanden. Ik trainde me helemaal suf, maar eigenlijk is 10 of 5 kilometer rennen ook al een fan-tastische prestatie. vorig jaar hebben we voor het eerst een hardloopactie in congo zelf georganiseerd, in de stad Bukavu in oost-congo. congolese vrouwen wilden zelf ook eens rennen, als steunbetuiging voor verkrachte vrouwen. Generose, over wie ik in mijn boek schrijf, deed mee. zij is zelf ook ooit verkracht en haar belagers hebben haar been afgehakt. Toch wilde ze per se een stuk meerennen. ‘Ik wil laten zien dat je altijd je steentje kunt bijdragen op je eigen manier’, zei ze tegen mij. Man-nen langs de kant van de weg riepen ‘cou-rage’ om ons aan te moedigen. en dat moedigt ook mij aan om door te gaan. Soms denk ik: ‘al dat werk, al die moeite, helpt het wel? Maar ik wil nooit meer terug naar mijn oude baan. Dit is wie ik echt ben.”

Dochters van Durga. Op zoek naar de godinnen van India / Marnel Breure / Augustusy 19,95Publicist Marnel

Breure trok langs de Ganges en ont-moette allerlei Indiase vrouwen, van hoeren tot heiligen. Ze ging ook op zoek naar de godin in zichzelf.

De beul van Zim-babwe. Mugabe en een land in angst /Peter Godwin /Meulenhoffy 19,95Robert Mugabe, pre-

sident van Zimbabwe, weigert in 2008 zijn verkiezingsnederlaag te accepteren en begint een terreurcam-pagne tegen zijn volk. De in Zimbabwe geboren auteur Peter Godwin doet verslag van deze zwarte periode.

De oliekoning. Hugo Chávez en de beloftes van zijn Latijns-Ameri-kaanse revolutie / Edwin Koopman / y 17,50

De president van Venezuela is een mediagenieke, autoritaire dwarsligger die scheldt op de rijken en de armen een nieuwe heilstaat belooft. Correspondent Latijns-Amerika Edwin Koopman pro-beert het fenomeen te doorgronden.

Ru / Kim Thúy /Van Gennepy 14,95Kim Thúy verliet op haar tiende als boot-vluchteling Vietnam. Inmiddels is ze advo-

caat in Canada en blikt ze terug op haar familiegeschiedenis. Voor liefheb-bers van een poëtische, impressionisti-sche stijl.

De fonteinen van Herodotus. Voor-bij de bronnen van de Nijl / E.J. Groeskamp / EJG Publications y 19,95

Reisschrijver E.J. Groeskamp, die debu-teerde met een anti-reisboek over India, doorkruiste Afrika van Caïro naar Kaapstad en keek daarbij kritisch naar de effecten van ontwikkelingshulp.

Samenstelling: Lonneke van Genugtenrecent

Zuster Courage

Duizend zusjes

Lisa Shannon / De Boekerij318 pagina’s / y 19,95

Dochters van Durga. Op zoek naar de godinnen van India / Marnel Breure / Augustusy

Publicist Marnel Breure trok langs de Ganges en ont-

De beul van Zim-babwe. Mugabe en een land in angst /Peter Godwin /Meulenhoffy

Robert Mugabe, pre-sident van Zimbabwe, weigert in

De oliekoning. Hugo Chávez en de beloftes van zijn Latijns-Ameri-kaanse revolutie / Edwin Koopman / y

De president van Venezuela is een

Ru / Kim Thúy /Van Gennepy

Kim Thúy verliet op haar tiende als boot-vluchteling Vietnam. Inmiddels is ze advo-

caat in Canada en blikt ze terug op

De fonteinen van Herodotus. Voor-bij de bronnen van de Nijl / E.J. Groeskamp / EJG Publications y

Reisschrijver E.J. Groeskamp, die debu-

Anno 2011 ziet de toekomst er niet bijster rooskleurig uit. De fi nanciële crisis confron-teert ons met de rampzalige gevolgen van gebrek aan regulering. De hervorming van de VN heeft weinig opgeleverd voor de armen en veiligheid wordt onder-mijnd door fragiele staten. We kunnen het tij keren, als we gezamenlijke belangen op wereldniveau veiligstel-len. Hoe precies, dat kwam aan bod in de lezingenreeks Common Goods in a Divided World van de Nederlandse afdeling van SID (Society for International Development). De voordrachten van onder andere Yvo de Boer, Herman Wijffels, Joke Brandt, Aart de Geus, Ton Dietz, Ruud Lubbers, René Grotenhuis en Jos van Gennip zijn nu gebundeld.

We kennen milieukundige Guus Geurts vooral als andersglobalist en frontman van solidariteitsfonds X min Y. In Wereldvoedsel geeft hij inzicht in zowel de westerse voedingsindustrie achter de rijkgevulde schappen van onze supermarkten als de traditionele voedselvoorzie-ning in ontwikkelingslanden. Hij laat daarbij de verschillen, maar vooral ook de samen-hang zien. In het tweede deel van het boek pleit hij voor voedselsoevereiniteit door regionalisering van voedsel-ketens en een drastisch anders Europees en wereld-handelsbeleid, maar steekt hij ook de Nederlandse boer een hart onder de riem. Her-man Wijffels schrijft in zijn voorwoord dat hij twijfelt aan de haalbaarheid van Geurts’ ideeën, maar desal-niettemin een prikkelend en informatief boek.

Wereldvoedsel pleidooi voor een rechtvaardige en ecologische voedselvoorziening

Guus Geurts

In de hele wereld stijgen de voedselprijzen. Ondanks een hoge landbouwproductie dreigt er op korte termijn een voedselcrisis. Hoe is dit mogelijk? Welke onevenwichtigheden zitten er in het wereldwijde voedselsysteem en hoe kunnen die worden weggenomen? Welke rol kunnen Nederland en de EU hierbij spelen? Auteur en milieukundige Guus Geurts schetst in Wereldvoedsel een alternatief voor de heden-daagse voedselproductie en -handel. Hij kiest voor regionalisering en voedselsoevereiniteit, en hoopt dat er zo meer recht wordt gedaan aan mens en natuur. Voor een eerlijke voedselverdeling is een drastisch ander Europees- en wereldhandelsbeleid nodig, naast de eigen verantwoorde-lijkheid van consument, boer en bedrijfsleven. De verschillen in landbouw en voedselproductie tussen onze westerse wereld en de ontwikke-lingslanden zijn groot; de samenhang nog groter. In meer dan honderd foto's, begeleidende teksten en achtergrondinformatie zet de auteur deze twee werelden inzichtelijk naast elkaar. Wereldvoedsel is vooral ook een warm pleidooi om te leren van elkaars culturen, en om bruggen te bouwen tussen boeren, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Met een voorwoord van Herman Wijffels, Hoogleraar Duurzaamheid en Maatschappelijke Verandering aan de Universiteit Utrecht.

pleidooi voor een rechtvaardige en ecologische voedselvoorziening

Guus Geurts

WERELDVOEDSEL

Persbericht

Titelinformatie Titel: Wereldvoedsel Paperback, binnenwerk full color Formaat: 17 x 23 cm, 176 pagina's. Verkoopprijs: € 19,95 ISBN 9789086050086 Meer informatie, aanvraag van recensie-exemplaren of verzoeken voor interviews: [email protected]

Dit boek levert een prikkelende en inspirerende bijdrage aan de discussie over de noodzakelijke omslag in het denken over landbouw en voedsel-voorziening in Nederland en daarbuiten. Foto’s en tekst geven de lezer een verrassend beeld op de complexe wereld achter het voedsel dat (nu nog) als vanzelfsprekend in de schappen van de super-markt ligt. - Herman Wijffels

Verdeelde wereld Common goods in a divided World

Bernard Berendsen (red.)KIT Publishers

245 pagina’s / ¤ 26,50

Super-boeren

Wereldvoedsel

Guus Geurts / De Republiek 176 pagina’s / ¤ 17,50

Page 34: IS 06 2011

InterviewFilosoof Francis Fukuyama

Op de ruG VAn HeT VerLeden

Francis Fukuyama, de befaamde Amerikaanse denker die het einde van de geschiedenis afkondigde, bestudeert tegenwoordig de geschiedenis van staatsvorming. De geschiedenis is machtig: zo wortelt het zwakke bestuur in Afrika in de koloniale tijd, toen de westerse landen hun manne-tjes neerzetten om voor hen te heersen. “Dat was het begin van de postko-loniale bobo, die zijn eigen macht in stand houdt door mensen via geld en baantjes aan zich te binden.”

tekst lonneke van genugten beeld peter boer

34 juli 2011 IS

Page 35: IS 06 2011

IS juli 2011 35

Page 36: IS 06 2011

36 juli 2011 IS

G eschiedenis is een schild-pad, zegt Francis Fukuy-ama. We zitten in de bibliotheek van het Amsterdamse Ambassa-dehotel, vaste stopover voor schrijvers in transit.

De Amerikaanse filosoof/politicoloog laat de mededeling heel even inwerken. Geschiede-nis is een stapel schildpadden, vervolgt hij. “Stephen Hawking, de beroemde natuurkun-dige, gaf een lezing over de oerknal, waarna een bejaarde dame opstond en zei: ‘Nee, de aarde is een schijf die balanceert op de rug van een schildpad. En die schildpad staat weer op een andere schildpad en die staat ook weer op een andere. Dat gaat oneindig door’.” Hij maakt een deze-vuist-op-deze-vuist-beweging. “De stapel schildpadden is een metafoor voor causale verbanden tussen toen en nu. Onder elke schildpad die je oplicht, zit er weer een andere. Om de wereld te begrijpen, zoeken we naar economische, politieke of sociale verklaringen, maar de antwoorden liggen in de geschiedenis.” Fukuyama schreef 22 jaar geleden zelf geschiedenis met The End of History, het pamflet waarin hij met de val van de Muur het einde van de ideologische evolutie voor-spelde, met de westerse liberale democratie als de ultieme vorm van menselijk bestuur. De wereld heeft niet bepaald stilgestaan na

het einde van de Koude Oorlog. Maar om te begrijpen waarom bijvoorbeeld Argentinië bankroet kon raken of waarom in Iran de ayatollahs aan de macht blijven, moeten we volgens Fukuyama ver teruggaan, naar het begin van onze beschaving. Hij werkt aan zijn magnum opus, De oorsprong van onze politiek, een tweeluik over de geschiedenis van onze democratie. Deel 1, van de eerste moderne staten in China, India en het Mid-den-Oosten tot aan de Franse Revolutie, is net in Nederlandse vertaling verschenen.

In uw boek kijkt u naar staatsvorming door de eeuwen heen. Een effectieve staatsmacht, functionerende rechtsorde en politieke ver-antwoordingsplicht zijn volgens u de basis-ingrediënten van een functionerende staat. Waarom blijven veel Afrikaanse landen ste-ken in wanbeleid?

“Dat is te begrijpen als je de schildpad van het kolonialisme optilt. Afrika bleek geen heel vruchtbare grond voor exploitatie. Daarom wilden de Europeanen er niet te veel geld in stoppen en creëerden ze een systeem van indirect bestuur. Ze hadden iemand nodig die belastingen voor ze inde en met ijzeren hand de lokale bevolking onder de duim hield. De Europeanen wezen een lokale man aan als hun tussenpersoon, zodat ze zelf niet een enorme infrastructuur van soldaten en ambtenaren op hoefden te zetten. Dat was het begin van de postkoloniale bobo, die zijn eigen macht in stand houdt door mensen via geld en baantjes aan zich te binden. Tel daar-bij op de rigide vastgestelde landsgrenzen die etniciteit en religie doorkruisen. Zwak bestuur in hedendaags Afrika is een optel-som van al die factoren.”

Brengt het westerse democratische model de oplossing voor Afrika? “Nou, nee. In de filosofie van de Wereldbank is democratie hét tovermiddel, omdat de kie-zers corrupte politici zullen afstraffen in het stemhokje. Maar de geschiedenis laat een ander patroon zien. In veel recentelijk ont-stane democratieën is patronage onderdeel van het systeem. Dat zie je in India, waar politici voordeeltjes, cadeautjes en banen uit-delen aan individuen, van wie ze op die manier electorale steun kopen. Patronage is de armeluisversie van verantwoording afleg-gen aan de kiezers. Zo geeft de politicus ten-minste íets terug. Er zijn immers ook genoeg vormen van corruptie waarbij de machtheb-bers alleen zichzelf verrijken.”

Maar is corruptie dan wel uit te bannen? “Dat is een politiek proces, dat laat ik ook in mijn boek zien. Dat kost veel tijd en moeite, want corrupte politici zijn niet corrupt omdat ze niet beter weten. Ze zijn corrupt omdat het lucratief is. Arme mensen zullen stemmen op degene die belooft hen te helpen. Daarom is economische groei een voorwaarde om cor-ruptie uit te bannen. Het begint bij een poli-ticus die tegen de stroom in durft te roeien en een anti-corruptie-coalitie bouwt, waarbij anderen zich aansluiten. Je hebt goed opge-leide middenklasse-stemmers nodig die deze vorm van politieke transformatie steunen. Denk aan zakenmensen die het zat zijn om steekpenningen te betalen of gewone burgers die betere publieke diensten opeisen. Dat is nu aan de gang in Brazilië.” Werkt het westerse ontwikkelingsmodel daarbij als – moreel - kompas?

“De huidige financiële crisis betekent het failliet van de Washington Consensus. Het liberale geloof dat een vrije markt de motor is van economische groei, heeft twintig jaar lang ons ontwikkelingsdenken gedomineerd. Dat heeft tot zekere hoogte gewerkt. Kijk naar het succes van China en India. Maar meer economische groei betekent niet auto-matisch minder armoede. Bovendien zijn de Verenigde Staten zelf de dupe geworden van de adviezen die ze aan andere landen gaven. Het openstellen van hun financiële markt heeft tot een enorme kapitaalvlucht geleid. Ontwikkelingslanden luisteren daarom niet meer naar Washington, maar komen zelf met strategieën voor economische groei.”

Wordt die groei dan wel gekoppeld aan armoedebestrijding? “Mexico heeft een programma ontwikkeld dat nu al een groot succes is in verschillende landen in Latijns-Amerika, waaronder Brazi-lië. Het idee is simpel. Gezinnen ontvangen contant geld, op voorwaarde dat ze hun kin-

deren naar school sturen of op tijd naar de dokter gaan. De programma’s zijn zo ontwor-pen, dat de impact goed meetbaar is. De sta-tistische resultaten liegen er niet om en dat vergroot de bereidheid bij de rijken om meer belasting te betalen. De opkomende landen hebben dus heel wat te leren aan de wereld. Het centrum van de ontwikkelingsideeën verschuift naar waar het zou moeten zijn: in het Zuiden.” China is een grote speler op het wereldtoneel geworden. Welke lessen hebben de Chinezen voor ons?“China voorziet in infrastructuur en voorzie-ningen op plaatsen die westerse donoren links laten liggen, maar China opereert vaak niet in het belang van de armen. In Papua heb ik gezien hoe ze honderden laagbetaalde Chinese arbeiders het werk in de nikkelmij-nen lieten doen. De lokale bevolking verdient er dus geen cent aan. Dankzij Chinees olie-geld kan de Sudanese regering vreselijke din-gen doen in Darfur en Zuid-Sudan. Tegelij-kertijd voelen veel mensen in ontwikkelingslanden weerstand tegen de bazigheid van westerse donoren, die ze con-stant vertellen wat ze moeten doen en wat ze zouden moeten willen. Stel, ik vraag een bur-

“Patronage is de armeluis-versie van verantwoording afleggen aan de kiezers”

“Afrikaanse leiders blijven bijna altijd te lang hangen”

Interview

Page 37: IS 06 2011

IS juli 2011 37

gemeester wat hij wil voor zijn stad. Een voetbalstadion, zegt hij. Dan zeg ik: ‘Nee, daar gaan we je niet bij helpen. Je hebt geen stadion nodig, maar een kliniek of een school’. Vervolgens komen de Chinezen en die bouwen een voetbalstadion. En dat blijkt dan ook nog eens goed te zijn voor de onder-

linge saamhorigheid en de kinderen van de straat te houden.”

De crisis heeft het imago van het kapitalisti-sche Westen geen goed gedaan. Biedt ons model nog wel perspectief voor de Egypti-sche en Tunesische jongeren die hun samen-leving opnieuw willen vormgeven?“De aantrekkingskracht van het westerse, democratische model zit minstens evenveel op een sociaal-cultureel niveau als op het politieke, institutionele niveau. Jongeren in de Arabische wereld zien leeftijdgenoten in een liberale samenleving waar ze hun mening kunnen uiten, zich vrij kunnen bewegen en kunnen solliciteren naar banen. Dat is en blijft een heel krachtig voorbeeld.”

Bent u optimistisch over het perspectief voor de Arabische wereld?“De democratiseringsbeweging gaat het moeilijk krijgen, want ze hebben historisch gezien geen ervaring met zich organiseren in politieke partijen, vrije media en maatschap-pelijke organisaties. Het grote voordeel van Egypte en Tunesië is dat ze een behoorlijk goed ontwikkelde nationale identiteit heb-ben. Je hoeft niet bang te zijn voor tribalisme, voor gevechten langs etnische lijnen zoals in Bahrein of Libië.”

Tribalisme en moderne staatsvorming gaan niet samen, schrijft u in uw boek.“Het zijn twee kanten van dezelfde medaille. Als de staat niet functioneert, viert tribalisme hoogtij. Dat zie je in Afghanistan. Daar is het een geografische consequentie, want hoe kun je in zo’n ondoordringbaar berggebied zor-gen dat de regels en wetten van een centrale overheid gerespecteerd worden?” Toch lijken wij in Nederland te geloven dat staatsvorming zelfs in Afhanistan mogelijk is. Kamp Holland is verlaten, maar we sturen deze zomer wel politietrainers naar Kunduz.

“Het is de vraag hoeveel tijd, geld en levens we nog willen inzetten om de Taliban van de macht weg te houden, want Afghanistan vormt geen internationale terroristische drei-ging meer. Al-Qaida gebruikte Afghanistan als uitvalsbasis om de VS en andere landen aan te vallen, maar opereert nu vanuit Paki-stan en Jemen. De Taliban zijn strijders van het Pashtun-volk die hun eigen land willen besturen. En het is waar, dat gaan ze niet doen op een plezierige manier, zeker niet op het gebied van vrouwenrechten en vrijheid van meningsuiting. Maar ze zijn niet van plan om Nederland aan te vallen. In plaats van de Taliban te bestrijden, zouden we daarom tot een overeenkomst moeten komen. Zij zouden delen in het zuiden van Afghani-stan kunnen bestieren. Het probleem is ook dat we geen goede coalitiepartner hebben om democratie te promoten. President Karzai tolereert een grote hoeveelheid corruptie.” In uw boek beschrijft u China als een kapita-listische, maar totalitaire staat die de VS de loef afsteekt op dit moment. Daarmee raakt u aan de discussie die ook wordt gevoerd over Afrikaanse leiders. Wat weegt zwaar-der: economische voorspoed of vrijheid?“Ik denk niet dat het een duurzaam model is in China. Als er op een dag een minder sterke leider aantreedt, klapt het systeem alsnog in elkaar. In Oost-Azië hebben een aantal auto-ritaire moderniseerders, zoals Park Chung-Hee in Korea, de KMT-partij in Taiwan of Lee Kwan Yew in Singapore, behoorlijk knap werk verricht. Als president Kagame van Rwanda later een Afrikaanse Lee Kwan Yew blijkt, dan zeg ik: oké. Maar het lukt maar

weinig Afrikaanse leiders om hun macht te materialiseren. Kijk naar Museveni. Hij heeft Uganda omhoog getrokken uit de ellende na de vreselijke periode onder dictator Idi Amin, maar in zijn derde termijn gaat het land nu ten onder aan wanbestuur. Hetzelfde verhaal met Meles Zenawi in Ethiopië. Die deed het de eerste tien jaar ook aardig goed. Maar sindsdien is het regime steeds autoritairder en corrupter geworden. Afrikaanse leiders blijven bijna altijd te lang hangen. Daarom heeft Afrika institutionele controlemechanis-men nodig, zodat de machthebbers verkie-zingsuitslagen niet kunnen manipuleren.

Er zijn ook genoeg landen waar het systeem wel functioneert. Botswana, Mozambique, Ghana, Tanzania en Mali doen het goed. Ze zijn democratisch, er is oppositie mogelijk, ze laten economische vooruitgang zien en bou-wen aan instituties.” Nederland is wel een staat die beantwoordt aan uw criteria. Betekent dat dat ons land ‘af’ is? “Nee, verre van dat. Uit zelfgenoegzaamheid vloeit veel van het idealisme in westerse lan-den weg naar het buitenland. Mensen willen armoede bestrijden in Afrika, in ontwikke-lingslanden, omdat ze denken dat thuis alle problemen zijn opgelost. Daarmee geef je ruim baan aan populistische politici, die wél beloven zich in te zetten voor de mensen die het gevoel hebben dat ze alleen de negatieve gevolgen ondervinden van globalisering, migratie en de Europese eenwording. Na de Tweede Wereldoorlog is een begrip als ‘nati-onale identiteit’ besmet geraakt. Nederlan-ders, Fransen en Duitsers zouden voortaan alleen nog maar Europeaan zijn. Maar de elite rende voor de troepen uit, want op indi-vidueel niveau koesteren mensen hun cultuur en hun tradities. Ze voelen zich bedreigd door nieuwkomers die die cultuur niet erkennen en andere gewoonten mee-brengen.” In 1989 schreef u dat het einde van de geschiedenis een droevige tijd zou zijn, omdat we geen idealen meer zouden hoeven nastreven en alleen maar bezig zouden zijn met het oplossen van technische en milieu-problemen. Is die voorspelling uitgekomen? “Nou ja, ik schreef ook dat het vooruitzicht op eeuwen van verveling ons zou kunnen helpen om de geschiedenis weer opnieuw te laten beginnen. Elk land staat weer voor zijn eigen uitdagingen. Ik geloof nog steeds in het liberaal-democratische model, maar bin-nen die staatsinrichting zijn er elke dag weer problemen te overwinnen. Dus saai is het zeker niet geworden, nee.”

“Een door China gebouwd voetbalstadion blijkt goed voor de saamhorigheid”

"Ook in een liberale demo-cratie zijn er elke dag proble-men te overwinnen”

wie is Francis Fukuyama? Yoshihiro Francis Fukuyama (Chicago, 1952) is socioloog, politi-coloog en filosoof. Hij was als hoogleraar verbonden aan de Johns Hopkins University in Baltimore en geeft nu les aan Stan-ford University, Californië. Fukuyama verwierf internationale faam met The End of History and the Last Man (1992) en The Great Disruption (1996). Als neoconservatief denker adviseerde hij president George Bush om Irak binnen te vallen, maar nam daar later afstand van. De Nederlandse vertaling van het eerste deel van The origins of political order verscheen in mei bij uitge-verij Contact (De oorsprong van onze politiek , D 69,95).

Page 38: IS 06 2011

38 juli 2011 IS

tekst esther bakker beeld seydou camara

* Farabako.ZomaareendorpinMali.Voordevondstvangoud,nutweejaargeleden,stonddetijdstil.Nuheeftdegoudkoortstoegeslagen.Goudzoekersstromenvanheindeenverretoeomhungeluktebeproeven.

* Dedorpsbewonersproberenmeetedelenindewinst,maargaatdatlukken?ISvolgtdeontwikkelingeninFarabakoopdevoet.Dezemaanddeel2,waarinblijktdathetgouddevrouwenvanhunnachtrustberooft.

FeuilletonOns dorp

Deel 2

Namagan Kante

zandlezer

Hoofdstad: BamakoOppervlakte: 1.240.192 km2 (37 keer Nederland)Aantal inwoners: 14 miljoen BNP per hoofd: 1200 dollar

Human Development Index: 160 (van 182 landen)President: Amadou Toumani ToureOntwikkelingsgeld vanuit Nederland in 2010: 46 miljoen euro

Mali

BamakoFarabako

Page 39: IS 06 2011

IS juli 2011 39

Volgens Silaba is Farabako in zijn afwezig-heid flink veranderd. De gemeenschappelijke vrouwentuin staat er prachtig bij, er is een kleine verloskundekliniek en natuurlijk is er de goudmijn. Is het genoeg om hem te laten blijven? “Zeker niet”, zegt Silaba vol afgrijzen. “Ik heb de wereld gezien. Ik wil terug naar Libië. Als dat niet kan, wil ik naar Tunesië of Marokko.” Ziet hij geen kansen in de goudmijn? “Wat ik in Libië verdiende in de bouw, kan ik nooit in de goudmijn verdienen.”Toch is in Farabako de afgelopen weken goed geld verdiend in de mijn en dat is te merken. Op vrijdag, de dag dat de mijn altijd gesloten is wegens aanwezigheid van kwade geesten, zijn bijna alle mannen in het dorp aange-schoten. Ze steken de ene goedkope sigaret aan met de andere, uit een felgekleurd pakje dat ze bij zich dragen. Dat is heel bijzonder, want in Mali kopen mensen sigaretten meestal per stuk.Ook de vrouwen zijn ontspannen en spelen met de kinderen als ze even een minuutje de tijd hebben. De kinderen vermaken zich met voddenballen, zelfgemaakte karretjes en fietsbanden. Ze lopen rond met eindjes wol-len draad waarmee ze de mooiste figuren maken tussen hun vingers. Zelfs de aloude kop-en-schotel komt voorbij.

Bij Alamako thuis is veel veranderd. Zij kookt niet meer voor de mijnwerkers, omdat die nu genoeg verdienen om een maaltijd te kopen bij een eetstalletje. Ze geven liever geen aan-

delen in de winst meer weg, want dat kost ze te veel geld. Gelukkig is Alamako’s investe-ring ruimschoots terug betaald. Ze zoekt nu zelf naar goud en verdient daar goed mee.Op haar erf staat een grote ijzeren vijzel met een stamper, gemaakt van oude vrachtwa-genonderdelen. Naast het traditionele stam-pen van graan in de houten vijzels, staat elke

vrouw in Farabako tegenwoordig de god-ganse dag stenen te vergruizen. De erts komt van diep uit de grond en bevat veel goud. De vrouwen verdienen er 1,5 tot 4,5 euro per dag mee. Alamako’s zoontje Madou (11) komt uit school, zijn lunch-emmertje hangt aan zijn arm. Hij heeft er vandaag al 10 kilometer opzitten. Samen met elf andere leerlingen uit het dorp vertrekt hij elke dag in alle vroegte naar school. Hij houdt van leren en wil dok-ter worden.Alamako en haar man Abdoulla vinden school belangrijk. Hun oudste dochter Sitan woont al jaren bij haar opa in Bamako. “Ik

Goud houdtFarabakoin z’n greep

Wat vooraf gingIn deel 1 maakten we kennis met de inwo-ners van Farabako. De mijn had veel goud-zoekers van buiten naar het vierhonderd inwoners tellende dorp getrokken. Onder hen M’bamaka Kante (20), die haar spik-splinternieuwe huisje showde. Ze vertelde 

dat ze wilde terugkeren naar haar eigen dorp zodra ze genoeg verdiend had. Ala-

mako Kante (30) kookte voor de mijnwer-kers, maar zou pas geld krijgen als er goud gevonden was. Dorpssmid Diankini Kante (54) maakte overuren om de mijnwerkers van gereedschap te voorzien. Dorpshoofd Madou Keita zag intussen met lede ogen 

aan hoe de dorpsbewoners, bevangen door goudkoorts, hun akkers lieten verslonzen. 

Zijn echtgenote Djeneba Kamara (70) wist de vrouwen gelukkig weer terug te krijgen 

naar de gezamenlijke groentetuin.

e en verloren zoon is teruggekeerd naar Farabako. Silaba Kante (30, te zien op de cover van deze IS) werkte drie jaar lang in Libië. Hij

moest vluchten vanwege de opstand en is op het vliegtuig terug naar Mali gezet, samen met duizenden landgenoten. Gelukkig kon hij zijn bezittingen meenemen.

“ Wat ik in Libië verdiende in de

bouw, kan ik nooit in de goudmijn

verdienen ”

Page 40: IS 06 2011

40 juli 2011 IS

wil dat voor haar. Ze is erg intelligent. Ze moet in Bamako blijven om te studeren en goed werk te vinden”, zegt Abdoulla. Het echtpaar ziet hun vijftienjarige dochter maar af en toe. “Ze is veranderd in Bamako. Ze is modern”, zegt haar vader trots. Maar ze was ook zwanger vorig jaar. Het kindje is dood-gegaan tijdens de geboorte.

GokkastDe jonge étrangère M’bamaka komt langs-

zwieren. In Farabako heet iedereen die van buiten komt een ‘buitenlander’. Sinds de vondst van het goud zijn heel wat mensen van buiten het dorp hun geluk komen beproeven. Ook M’bamaka heeft goede zaken gedaan de afgelopen maanden. “Ik heb al wat verdiend en dat terwijl we nog maar aan het begin van het gat zitten”, ver-telt ze met stralende ogen. Haar man zal bepalen wat ze doen met het spaargeld. Als het aan haar ligt,

bouwt ze een huis en legt ze een tuin aan in het dorp van haar man. Maar daar heeft ze helaas niets over te zeggen.M’bamaka werkt niet meer in de groentetuin van de vrouwen, omdat ze te veel uren maakt bij de mijn. Haar moeder, die ook op haar kinderen past, neemt haar taken over. Ze komt alleen nog sproeien aan het eind van de dag. M’bamaka werkt dagelijks van acht tot vier uur in de mijn. Ze kookt voor de mijn-werkers en wordt betaald in emmers erts.Stampen, stampen, stampen in de goudvij-

De verloskundige verricht ook kleine medische ingrepen.

Djeneba Kante

verloskundige

Page 41: IS 06 2011

IS juli 2011 41

zels. Het gaat door tot middernacht en begint weer vroeg. Om de beurt een half uurtje, vaak met zijn tweeën. Het goud stampen lijkt ver-dacht veel op spelen op een gokkast. Nog een kansje wagen? Wie weet blijkt een steen puur goud? In de praktijk halen de vrouwen niet veel goud uit de stenen, slechts eenderde van wat erin zit. Daarom zijn er nu mannen uit buurland Burkina Faso gekomen. Ze hebben machines die de erts vermalen en wassen.

VoorraadschurenDjeneba Kamara, de vrouw van het dorps-hoofd, heeft sinds een paar weken een baan-tje bij een groep kokende vrouwen. Ze haalt steentjes uit de rijst, een goed klusje voor een oudere dame. Ook zij krijgt betaald in emmers steen. Die verkoopt ze aan mannen uit Burkina Faso. Dat doen meer vrouwen die niet zelf kunnen stampen. De prijs is afhan-kelijk van de kwaliteit van de stenen. “Ik zoek steentjes in de rijst en via die steentjes vind ik goud”, grapt Djeneba. Ze heeft de afgelo-pen dagen genoeg verdiend om pauze te houden. Het is tijd om haar privé-tuin op orde te brengen. De omheining vertoont grote gaten en zal geiten of wilde dieren niet buiten houden. “Het is een kwestie van eer”, vertelt ze. “Het is slecht voor je imago als je kinderen honger lijden, omdat wilde dieren je tuin hebben leeggegeten.” Als over een maand de grote regens beginnen, zal ze maïs en andere gewassen planten. Haar man, het dorpshoofd, werkt in de familie-tuin, kilome-ters ver weg. De economie van man en vrouw

in Farabako is gescheiden, zoals gebruikelijk in Mali.De gemeenschappelijke groentetuin is bijna leeg aan het eind van de droge tijd. De regen-tijd is altijd een beproeving voor de boeren in Mali. De voorraadschuren met maïs of fonio zijn bijna leeg en de meeste groente is van de akker. Gelukkig bengelen er tienduizenden mango’s in de bomen van Farabako. De tak-

ken buigen helemaal door. Dat zal de vitami-nebron moeten zijn tot het najaar. De mensen in Farabako maken zich dit jaar niet veel zorgen. Ze hebben geld in hun zak. Ze kunnen rijst kopen. “Ik hoop wel dat de mensen in augustus op de akkers komen werken”, zegt dorpshoofd Madou Keita zui-nig. Hij vindt het zonde om geld uit te geven aan eten als je het zelf kunt verbouwen, vooral omdat voedsel op het moment zo duur is. Als het aan hem lag, verliet iedereen stante pede de mijn om de akkers zaaiklaar te maken.

PromotieOmdat de mannen in de mijn werken, zijn het de jongens die de taak hebben de akkers schoon te branden, de omheiningen te repa-reren en de grond in gereedheid te brengen. School is bijzaak. Ook de vier zonen van zandlezer en veehandelaar Namagan Kante vertrekken ’s ochtends bij hem achterop op één brommer naar de akker. Om een uur of twee keren ze weer vrolijk terug. Klaar om te spelen. Hun zusjes zeulen rond met de baby’s en peuters en houden ze weg van open vuur, teilen met water en passerende koeien. Ze lijken geen vrij moment te heb-ben.De mannen missen het werk op de akker wel. Diankini Kante, de smid en surveillant bij de mijn, verheugt zich erop straks op de familieakker te werken. “In het regenseizoen loopt de mijn vol met water. Dan verzamelen we ons op de akker. Dat vind ik fijn, ik werk er liever dan op de mijn. Je maakt eten!” De familie Kante (die bestaat uit vier à vijf grote gezinnen) bezit 40 hectare grond. Daarop verbouwen ze sorghum, pinda’s en rijst. De oogst eten ze met zijn allen op, er blijft niets over voor de verkoop. Diankini heeft promo-tie gemaakt. Hij is nu de trotse vertegen-woordiger van de griots (troubadours) en smeden in de streek. Het levert hem geen geld op, maar wel veel eer. Diankini is een tevreden man, omdat hij ook al zijn smeed-werk bij de mijn heeft verkocht. Hij kan zelfs financieel bijspringen in het gezin van zijn zoon. Diankini knipoogt vet en steekt nog

Alamako Kante kookte voor de mijnwerkers, nu alleen nog voor haar familie.

“ Ik hoop wel dat de mensen in augustus op

de akkers komen werken”

Dorpssmid Diankini verheugt zich erop weer op de akker te werken.

Page 42: IS 06 2011

42 juli 2011 IS

moet doen. Stoppen of doorgaan? Hij zei dat ik het moet blijven proberen.” Sadio zoekt goud namens de hele familie, in ruil zorgt zijn broer voor zijn gezin. De charmante

goudzoeker lijkt verslagen, hij blesseerde ook nog zijn voet in de mijn. Obsessief keert hij zijn brokjes steen om en om en wijst hij fl intertjes goud aan. Zo dichtbij...

StampwerkEr zijn twee mannen in het dorp die bovenal profi teren van de nieuwe welvaart. Het zijn de grote en de kleine winkelier, zoals ze in het dorp worden genoemd, tevens goudko-pers. De kleine winkelier, de ellenlange Peul Ousmane Sidibe, kan nieuwe koeien kopen. Hij heeft goed geboerd en zijn kinderen gaan nu allemaal naar school. De grote winkelier, de kleine Komakan Keita, rijdt regelmatig naar Bamako om zijn goud te verkopen. Daar levert het edelmetaal meer op en kan hij meteen nieuwe voorraden voor zijn win-keltje meenemen. Hij denkt aan uitbreiding.Terwijl Komakan praat, wast hij wat goud in

een sigaretje op. Van een tobberig mens is hij een olijke bon vivant geworden die trots zijn vrouw pre-senteert. “Mijn eigen vrouw!”, roept hij nadrukkelijk. Niet zoals de drie vrouwen van zijn overleden broer

die hem in de maag zijn gesplitst.

Flinters goudEén man heeft het duidelijk minder goed getroffen: Sadio Sankare, de mijnwer-ker van buiten die bij zand-lezer Namagan logeert. Hij krijgt zijn verhaal nauwelijks over zijn lip-pen. “De exploiteur van mijn goudput is plat-zak. Hij kan het zoeken naar goud niet meer betalen. Terwijl ik het

goud al kan ruiken, dikke platen vol goud!” Tot overmaat van ramp is in de naburige put heel veel goud gevonden. “Ik ben van ellende twee dagen in bed gebleven”,

geeft Sadio toe. Nu doet hij klusjes rond de mijn om

wat emmers met erts te ver-dienen. Daar klopt en wast hij

nog wat fl inters goud uit. “Ik heb mijn broer gevraagd wat ik

Nassiran, een van de vrouwen van Namagan met hun jongste zoontje.

Djeneba Kamara

vrouw van chief

Madou Keita

chief

Boven: de zonen van Namagan aan het ontbijt. Onder: de dochter van verloskun-dige Djeneba Kante is net terug uit Ivoorkust.

“ Mijn broer zegt dat ik naar goud

moet blijvenzoeken ”

Page 43: IS 06 2011

Beeld

Mau

rits G

iese

n

Monique

A fgelopendecemberbezochtikdeDominicaanseRepu-bliekopuitnodigingvaneenchristelijkeorganisatie.

Ikschrokvanhetaantaltienerzwangerschappen,dewijdver-breidheidvanseksueelmisbruikendemassaleprostitutie.Meisjesvanveertienofvijftienjaarmettweekindereneneenderdeopkomst,verwektdoorevenzoveelverschillendemannen. Slaaptdevadervanmijnkinderenvannachtbijmij?Datisdevraagwaardearmevrouwelijkeonderklassezichmeebezighoudt.Hetiseenvoortdurendecompetitieommanne-lijkezorgenaandacht.Volledigopgemaakteengekaptemeis-jesstaanmetgelakteteennageltjesopstraatindehooptewordenopgepiktenwatetenengeldtekrijgen. Inhethotellopenmannenmetdonkeremeisjesinweer-zinwekkendeminibroekjesdedanszaaluit. Opdehotelgangenstommelenhalfdronkencallgirls.‘Ishetnietvreselijkdatinditchiquehotelzoopenlijkgepros-titueerdwordt?’,vroegikeenHaïtaanseober. ‘Dezemeisjeshebbengeluk’,antwoorddehijzondermetzijnogenteknipperen.‘Inhethotelwordenzeopziektesgecontroleerd,verdienenzeredelijkenzijnzeiniedergevalnietjongerdanzeventien.Opstraatzijnzesomstwaalf,ofjonger.Niemandkenthen.’ AandatgesprekmoetikterugdenkenalsikopLeidenCentraalopm’nzusjestatewachtenenwordtaangesprokendooreenvlottejongenmetdetekstGirls firstopz’nshirt.HijblijkteenmedewerkervaneencampagnevanPLANNederland,gerichtophetregistrerenen‘bevrijden’vanille-galekind-entienerprostituees. ‘Meisjesvannoggeenvijfjaaroudwordensomsalgebruiktalsseksslaaf’,zegthijernstig. Eigenlijklijdikaangoededoelenvermoeidheid.Altijdweerdiestrijkstokenverlammendedruppelopdegloeiendeplaat.Hetsysteemzelfmoetopdeschop!Maarhetsysteemveran-dertvoorlopignietenondertussenmoetendezekinderenweerzinwekkendehandelingenuitvoeren. Ikdenkaanmezelfopdieleeftijdenzieeenlachendmeisjemeteenenormevlecht.Voormijnogenklampenpiep-jongeDominicaanseprostitueesmijaan.Omhenheenkrioe-lenhunkinderendiewaarschijnlijknetzozulleneindigen Ikpakeenpenentekenindehoopiniedergevaléénkindweerkindtelatenzijn.

Meisjes

Monique Samuel (1989) is politicoloog en auteur. Ze studeert momenteel International Relations and Diplomacy aan de Universiteit Leiden.

Beel

d M

aurit

s Gie

sen

IS juli 2011 43

Sadio Sankare zoekt namens zijn familie naar goud, zijn broer zorgt voor zijn gezin.

een klein weegschaaltje om het precieze gewicht van de goudschraapsels te wegen. De echtgenote van zandlezer Namagan komt langs om de opbrengst te verkopen van de emmer stenen die ze die dag heeft staan stampen. Met het verdiende geld koopt ze suiker en olie in de boetiek van Komakan. De winkelier verdient dus twee keer aan haar stampwerk.

Het grote nieuws is dat de goudmijn van Farabako is verkocht aan een onbekend bui-tenlands bedrijf. Voorlopig mogen de dorps-bewoners nog naar goud blijven zoeken. Het bedrijf heeft nog niet besloten wat zij precies met de mijn gaan doen. Misschien gebeurt er nooit iets. De bewoners van Farabako maken zich in ieder geval nog geen zorgen. Er is hen voorspeld dat ze zes jaar goud zul-len vinden in de mijn en dat het daarna afge-lopen is. Voorlopig kijken ze niet verder.

De mensen slapen vannacht buiten, want het is veel te heet om binnen te slapen. Pas met de grote regens komen de muggen terug en daarmee de malariakoorts. Met de regen komt ook het isolement, want de rivieren lopen vol en er zijn geen bruggen. Farabako wordt afgesloten van de rest van de wereld. Ook de mijn zal sluiten. Nu gaat het gestamp in de ijzeren vijzels nog door tot midder-nacht. Het goud berooft de vrouwen van hun nachtrust. Misschien dat het werk op de akkers de goudkoorts straks voor even kan genezen.

Page 44: IS 06 2011

44 juli 2011 IS

Duurzaam gemakSamenstelling: Marieke AafjesSuggesties? Mail: [email protected]

Doe ‘s GoedieWat geef je aan iemand die alles al heeft? Een DoeGoodie, een cadeau waarmee je een kind helpt. Voor iets meer dan 10 euro geef je 50 vaccins tegen mazelen. Voor 372 euro heb je een waterpomp. Voor 150 zakjes Pumply Nut, voedzame noten-pasta voor ernstig ondervoede kinderen, betaal je 56 euro. Je kunt je cadeau en persoonlijke boodschap per e-mail of per post versturen.  www.doegoodies.nl

Personal TouchNieuw voor de iPad, iPhone en MacBook: handgemaakte hoes-jes van duurzaam gelooid koeleer uit India. Aan elk hoesje hangt een label met de naam van de maker. Via internet kun je meer over hem of haar te weten komen en zelfs contact opnemen. 

Patch8 x 29,- tot x 99,-www.goodforall.eu

De vijf Re’sHet nieuwe Nederlandse merk RE-5 is gebaseerd op vijf 're's: re-think, re-turn, re-cycle, re-vive en re-fund. Alle kleding is van biologische fairtrade katoen. Wij zijn dol op deze mouwloze lange blouse van dunne, geweven denimstof. 

Blouse Paula x 44,95www.watmooi.nl

¤ 69,–

¤ 29,–

¤ 44,95

AvondlichtDeze papieren lampionnetjes zijn perfect voor een mooie zomeravond in de tuin of op het bal-kon. Het papier wordt gemaakt door de schors van de Thaise moerbeiboom te koken. De over-gebleven ‘smurrie’ gaat met kleurstof in een zeef tot er een dun laagje overblijft. Gedroogd in de zon wordt dit vrolijk gekleurd papier. Ieder lampionnetje is met de hand beplakt.

Snoer met Dreamlights x 19,95(3 meter, 20 lampjes)www.wereldwinkel.nl

¤ 19,95

Page 45: IS 06 2011

IS juli 2011 45

Tekst: Guerrilla-interviews.nlFotografie: Lizzy Kalisvaart

winkel

“Glas wijn erbij en klaar”Dit voorjaar opende Landmarkt haar deuren in Amsterdam-Noord. Een overdekte markt-plaats waar een deel van de producten van boerderijen uit de directe omgeving komt. Ini-tiatiefnemer Harm Jan van Dijk (37) vertelt over zijn droom om consumenten en produ-centen weer met elkaar te verbinden.

“De gedachte achter Landmarkt is dat we hier zoveel mogelijk producten van boeren en pro-ducenten uit de buurt verkopen. Zoals de paprika’s van Ron Jansen uit Andijk, de vrije-uitloopeieren van Jan Meijer uit Vreeland en de appels van Erik van Drogenbroek uit Loenen aan de Vecht. We willen dat het winkelend publiek een band opbouwt met onze leveran-ciers. Daarom zie je foto’s en namen van de mensen die hun ziel en zaligheid in al die mooie producten stoppen. Ik wil dat de waardering voor producten en het plezier in het kopen, koken en opeten groter wordt. Toch houden we er niet halsstarrig aan vast dat alles uit de regio moet komen. Dan eet je in de winter alleen nog maar kool en schorseneren. Onze klanten moeten elke dag iets lekkers kun-nen bereiden. Zijn er geen sperziebonen van de koude grond in Nederland beschikbaar, dan verkopen we gewoon bonen die vanuit Afrika zijn ingevlogen. Hollandse sperziebonen uit  

de kas kosten  nog veel meer ener-gie.”

Liever appelsap“In onze winkel is 80 procent van de producten vers, terwijl de super-markten nog geen 40 procent halen. Daar zijn we trots op. We verkopen trouwens ook gewoon Lay’s chips en Coca-Cola. Maar de chips van de boer verkoopt veel beter. Net als de flessen puur appelsap van Vink. Daarvan verkopen we vaak een pal-let per dag. Doordat de fabriekspro-ducten naast de authentieke produc-ten in het schap liggen, wordt de consument getriggerd om de bijzon-dere variant te kiezen. In natuurwin-kels ligt het er soms zo dik bovenop dat alles verantwoord is, dat de eet-lust je vergaat." 

Snijmachine"Onze producten zijn niet veel duurder voor de consument. Dat komt doordat we directe afspraken met de producenten maken. Als je een directe band met elkaar aangaat, wil je de ander niet afknijpen. Ze houden twee tot drie keer meer aan de verkoop over, dan wanneer ze 

hun spullen in de reguliere keten verkopen."Op de groenteafdeling maken we, met behulp van een snijmachine, verse salades. Volgens mij zijn we de enige groentewinkel in Neder-land die dat doet. Ook het gehakt in de slagerij maken we zelf. In onze proeverij, een restau-rant zoals je die in Zuid-Europa veel tegenkomt,  gaan producten vers uit de winkel op de grill of in de pan. Glas wijn erbij en klaar.Wij spreken nooit over duurzaamheid. Volgens mij is duurzaamheid over vijf jaar geen issue meer, dan is het de standaard. Duurzaamheid moet het uitgangspunt zijn, niet iets waarmee je je wilt onderscheiden. We hopen in de toe-komst meer vestiging te openen. Dat het con-cept werkt, bewijzen we hier.”

Tinka (46)“Het is een prettige gedachte dat de groenten verderop

geteeld zijn. Dat weet je bij Dirk van de Broek of Albert

Heijn nooit. Verder vind ik de visafdeling een groot genot.

Die is in z’n eentje al een bezoek aan Landmarkt waard."

Ikbengekopgroei.Allesindenatuurbestaatbijdegratievangroei.Maardeeconomi-

schegroeizoalswedietotophedenkennenzadeltons-envooralookanderen-metenormemilieupro-blemenop.Consuminderen,hoewelheelbelangrijk,isnietdeoplossing:inveelopzichtenishet‘businessasusual,’maardannetineenietslageredosis.Hetantwoordlijktnietalleeneenvoudig,maaríshetook:

groenegroei.Denkaanhernieuw-bareenergie,duurzamelandbouw,ontwikkelingvangroeneproducten.HetmilieupogrammavandeVNheeftonlangseenlijvigrapportuit-gebrachtmetstoereconclusies.Wehoevenslechts2procentvanhetmondialebrutoproductgroenteinvesterenomdeovergangnaareenduurzamesamenlevingingangtezetten.Engroeneinvesteringenblijkenzelfsbinnenvijftottienjaaralmeereconomischegroeiopteleverendangangbare,grijzeinves-teringen!Wauw.Milieublijktgeenlinksehobbymaareenkwestievankoelbloedigeeconomischerationa-

liteit.Deervaringleertechterdatrationeleargumentenengoedonderbouwdestudiesnietpersedoorslaggevendzijn.Mensenheb-bentochdeneigingtegelovenwatzewillengeloven.Maarhetleukeis:ookdeconsumentheefteenaar-digevingerindepap.WordthetdePriusofdeSuv,deMaxHavelaarofdeChiquitabanaan,deKuyichiofdegewonespijkerbroek?Iemandnoemdehetooit‘stemmenmetdeportemonnee’.Metelkeeurodieweuitgevenco-creërenweonzeecono-mie.Hetisdusaanmijenaanu:wordtheteengrauw-grijzeofeenfris-groenetoekomst?

Annick Hedlund - de Witt (1978) doet aan de Vrije Universiteit promotieonder-zoek naar de relatie tussen wereld-beelden en duurzame ontwikkeling.

Groen blaadje

Gek op groene groei

Beeld

Mau

rits G

iese

n

Page 46: IS 06 2011

46 juli 2011 IS

door-breien voor delhi

‘V andaag is het zover, de bekendmaking van mijn per-soonlijke eindstand voor de actie ‘Brei mee voor India’,’

blogt Maike eind februari. ‘Na vier maanden breien heb ik 68 mutsjes af.’ Wie googelt op ‘muts’ en ‘India’ vindt nog tientallen blog-gende breisters. Ook in verzorgingstehuizen, bij verenigingen en op scholen tikten de afgelopen maanden de breipennen. Het resultaat: tweehonderdduizend babymutsjes. Per containerschip worden de mutsjes naar

Mumbai vervoerd, waarvandaan ze op trans-port gaan naar het Indiase kantoor van kin-derrechtenorganisatie Save The Children in Delhi. Vervolgens zullen ze als kraamcadeau-tjes worden uitgedeeld in de sloppenwijken. Maar wat moeten zuigelingen in het tropi-sche India met mutsjes? “Nu is het 40 gra-den in Delhi, maar in de winternachten kan de temperatuur tot het vriespunt dalen”, ver-telt Sabine Copinga, campagnemedewerker van Save the Children. “Een mutsje beschermt baby’s tegen verkoudheid en longontsteking. De pasgeborenen in de slop-penwijken zijn vaak zwak, en dan kan zo’n ziekte fataal zijn.” Hoewel verkoudheid niet wordt veroorzaakt door kou, maar door het rhinovirus, kan kou het neusslijmvlies irrite-ren, waardoor het virus er makkelijk vat op krijgt. En kou kost energie, wat ten koste gaat van de weerstand. Als je weet dat een baby een kwart van de lichaamswarmte ver-liest via het hoofd, klinkt het mutsenplan zo gek nog niet.

Foute hulpToch is er kritiek op de mutsenactie. Zitten ze in India wel te wachten op onze mutsen? Waarom spullen sturen die mensen ter

plekke ook zelf kunnen maken? “India heeft een enorme textielindustrie”, stelt columnist Han Koch in dagblad Trouw. “Juist door daar producten aan te schaffen zodat de lokale bevolking werk heeft, kun je verbetering rea-liseren.” Koch pleit zelfs voor schorsing van Save the Children door Partos, de brancheor-ganisatie die is opgericht om de kwaliteit van hulp te verbeteren. Ook Gerard Oonk van de Landelijke India Werkgroep hekelt de mut-senactie. “De breiende dames krijgen het idee dat mensen in India dolblij zijn met onze oude troep of zelfgeknutselde spulle-tjes.”

Groter geheel“Wij zeggen niet dat je met een mutsje een leven redt”, reageert Copinga namens Save the Children. “Het mutsje staat symbool voor hoe je met iets kleins een groot verschil kunt maken. We willen Nederlanders op een actieve manier betrekken bij onze campagne ‘Stop Kindersterfte!’. We hadden ze ook kun-nen vragen om een kaartje te sturen aan een Indiase moeder.” De mutsjes worden uitge-deeld in mobiele klinieken die elke dag twaalf sloppenwijken aandoen. “Komt een moeder voor controle tijdens haar zwanger-

tekst sanne terlingen beeld zsuzsanna ilijin

Handwerken zonder grenzen

* NaeenoproepvanSavetheChildrenbrei-denNederlandersafgelopenwintertwee-honderdduizendmutsjesvoorbaby’sinIndia.Anderehulporganisatieszijnscep-tisch:gevenverstoortdemarkt,enboven-dien:watmoetenmensendaarmetmuts-jes?

* VoorSavetheChildrenwasdecampagneeenenormsucces.BreisterAnsjeline:“Ikheb1730mutsjesverzameld.Enbesefhoejemetietskleinseengrootverschilkuntmaken.”

Page 47: IS 06 2011

IS juli 2011 47

schap naar de bus, dan geven we haar een mutsje en leggen we haar uit hoe ze ervoor kan zorgen dat haar baby gezond blijft”, zegt Save the Children-woordvoerder Marinke Ros. “Een mutsje helpt daarbij, maar goed handenwassen ook.” Ros deelde in november al een zak mutsjes uit in Delhi. “Een voor-proefje. Vrouwen stonden met open mond te

kijken. Dat er elders ter wereld mensen zijn die beseffen dat zij hun kind onder moeilijke omstandigheden opvoeden, en die met hen meeleven, dat is echt een steuntje in de rug.” Dat lokale kleermakers oneerlijke concurren-tie zouden krijgen door de gratis mutsjes, vindt Ros onzin. “Toen ik in India was, heb ik geen mutsenmaker gezien”, zegt Ros. “De muts is geen Indiaas gebruik, vrouwen wik-kelen hun baby meestal in doeken. Mogelijk bevordert de actie zelfs de productiviteit. Als de mutsjes bevallen, kunnen Indiërs ze zelf gaan maken.”

InlevenPaul de Leeuw liet het publiek bij zijn MaDi-WoDoVrijdagshow een uitzending lang breien. Er verschenen bijna tweehonderd artikelen in (regionale) kranten. Dat de brei-campagne zo’n hit werd, is ook voor Save the Children een verrassing. Copinga: “We had-den ingezet op vijftigduizend mutsjes. Een ambitieus plan, dachten we. Het werden er tweehonderdduizend.” En hoewel de actie inmiddels is afgelopen, blijven er mutsjes binnenkomen. “Breien is hip”, zegt Richard Lamb van Bureau Trendwatcher.com. Eerder voorspelde hij dat huiselijkheid, van breien tot appeltaart bakken, een comeback zou maken in 2010. De timing was bovendien ideaal, denkt Lamb. “De campagne vond plaats in de winter, waardoor mensen zich konden inleven in anderen die kou ervaren. Geld storten is ook simpel, maar dat duurt kort en het wordt door niemand gezien. Mensen willen iets creëren of iets beleven. Denk aan andere succesacties zoals de Alpe d’HuZes, fietsen tegen kanker. Of de Haeg-sche Culitour van Right to Play.”

Nog een keer?Gaan we volgend jaar weer breien voor

India? “Dat kan makkelijk”, denkt trendwat-cher Lamb. “Juist omdat de actie al een suc-ces was, zullen mensen er deel van willen uitmaken. Denk aan het Glazen Huis van radio 3FM. Die maken slim gebruik van de media om het publiek op te jutten. Dat zou ook met de mutsjes kunnen: ‘vorig jaar twee-honderdduizend baby’s geholpen, dit jaar willen we driehonderdduizend mutsjes. Brei mee!’”Maar Save the Children is een kinderrechten-organisatie, geen mutsenclub. Die balans moet duidelijk blijven in de hulpacties. “De succeselementen zullen we gebruiken bij een volgende actie”, zegt Copinga. “Of dat weer breien wordt, dat valt nog niet te zeggen.”

“We hadden ingezet op vijf-tigduizend mutsjes. Een ambiteus plan, dachten we”

Breien voor India

In India overlijden jaarlijks twee miljoen kinderen jonger dan vijf jaar aan ziektes die eenvoudig te voorkomen en te genezen zijn. Voor de campagne ‘Stop Kindersterfte!’ ontving kinderrechten-organisatie Save the Children 1,6 miljoen euro van de Postcode-loterij. Hiervan worden de brei-campagne en mobiele klinieken in Delhi gefinancierd. Het idee stamt uit Amerika, waar dames na een uitzending over Save the Children spontaan de breipen-nen oppakten. Ook in Duitsland en Groot-Brittannië zijn mutsjes voor pasgeborenen gebreid. www.breivoorindia.nl

Page 48: IS 06 2011

48 juli 2011 IS

k irrend van plezier kruipt de zes maanden oude Upasna door het smerige zand voor het zelfge-maakte hutje van blauw zeil en

bamboestokken, waarin hij met zijn ouders en broertje en zusjes woont. Zijn moeder Aruna (ze weet niet hoe oud ze is) veegt het zweet van haar gezicht af. Het is heet van-daag met temperaturen boven de 45 graden. In oktober wordt het pas weer koeler. Dan ligt de familie ‘s nachts te rillen van de kou in hun tentje. Vooral de kleintjes hebben het dan koud. Warme kleren heeft Aruna niet voor haar vier kinderen. Als ik haar vertel dat in oktober de mobiele bus van de internatio-nale hulporganisatie Save the Children ver-moedelijk ook bij haar langs komt met een warm gebreid mutsje voor Upasna, begint ze te giechelen. Ze weet ze niet zo goed wat ze met het cadeau uit Nederland aan moet. Geen van haar kinderen droeg er ooit een. Niet omdat ze er geen geld voor had. Op de markt kost een mutsje maar een paar euro-cent. Ze is er niet mee opgegroeid.

Bladeren beschermen ook

* InNederlandwasdemutsenactievanSavetheChildreneendoorslaandsucces.MaarzittenmoedersinIndiaweltewachtenopwarmeHollandsemutsjes?

* CorrespondentWilmavanderMatenpeildedestemminginDelhi.“Kinderenhebbengeenmutsnodig,maarbeterevoe-dingenhulp.”

tekst wilma van der maten

“In de activiteitenruimte van het tehuis wordt vaker gebreid: poppen, dieren, tas-jes. Maar bewoners die de folder van Save the Children hadden gezien, vroegen of ze mutsjes konden breien voor India. Ook mensen die niet eerder gebreid hadden, sloten zich aan, net als familieleden en mensen uit de buurt. Mijn zus werkt in

een verzorgingstehuis in Zee-land. Daar wilde een blinde vrouw zo graag mee breien dat ze met behulp van een plankje met zetspijkertjes een muts maakte. We hebben nog geprobeerd om ook de mannen in het tehuis te laten breien, maar dat is niet gelukt. Ze toon-den wel belangstelling. Vooral toen medewerkers van Save the Children de mutsjes kwamen ophalen en vertelden waar ze naartoe zouden gaan.De actie is nu afgelopen, maar er komen nog steeds bewoners vragen wanneer we weer gaan breien. Het voelde voor hen goed om iets voor anderen te kunnen betekenen.”

“Ik was een beetje huiverig toen wolfabri-kant Phildar vroeg of onze winkel de mut-senactie wilde steunen. Je verbindt toch je naam ergens aan. Maar deze breiactie bleek zorgvuldig georganiseerd. En het raakte mijn omahart – ik heb twee klein-dochters. In India gaan kindjes dood. Ik was me er niet van bewust dat je met een kleine daad een verschil van levensbelang kunt maken daar. Die mutsjes kunnen gebruikt worden om vrouwen naar de mobiele kliniek te krijgen. Anders gaan ze

alleen als ze erg ziek zijn. Iets weggeven werkt. Dat zie ik ook in mijn winkel. En met het mutsje ontvangen de vrouwen ook voorlichting over het ver-zorgen van hun baby, én zichzelf.Je merkt het: ik word weer enthousiast als ik erover praat. Ik heb het verhaal ook verteld aan twee streekkranten en aan de streekradio. Daarna sloeg zelfs de journa-liste aan het breien.Zelf heb ik maar tien mutsjes gebreid. Ik werk zestig tot tachtig uur per week, dus het moest tussen de bedrijven door. Mijn man doet de zakelijke kant van de winkel. Hij breit niet. Maar hij was wel enthousi-ast. Hij bedacht kortingsbonnen: wie een mutsje inleverde kreeg een euro korting. ‘Laat maar zitten’, zeiden de klanten. Ze vonden het zo fijn om de moeders in India te helpen.”

“Ik zag de mutsjesactie voor het eerst bij het televisieprogramma Koffietijd. Daar vertelden ze dat je het patroontje kon krijgen bij een wolwinkel. Ik was net aan mijn heup geopereerd en ik moest veel rusten, dus ik was blij om een doel te hebben. Ik breide in mijn luie stoel, met mooie muziek op de radio. Soms keek ik er ook tv bij.

Tegenwoordig draait het altijd om geld, geld en nog eens geld. Ik ben liever bezig voor mensen. Uiteinde-lijk heb ik alle mutsjes in een mooie doos gedaan met een kaartje erbij. Daarop heb ik geschreven dat ik heel erg van kinde-ren houd. Ik houd ook erg van oude men-sen. Ik ben zelf oud. Je keert weer terug naar dingen die je vroeger deed. In mijn jonge jaren en toen ik kleine kinderen had, breide ik veel. Vestjes, truitjes, broekjes, alles. Ik moest toen altijd spa-ren voor de missie. Die herinneringen kwamen terug tijdens het breien van de mutsjes. Ik ben niet kinds, hoor. Ik ben verdomd goed bij de tijd.”

“Het voelt goed om iets voor anderen te betekenen”

“Deze campagne raakt mijn omahart”

“Herinneringen kwa-men terug”

Ina van Doorn (62) Activiteitenbegeleider bij zorg-groep Charim, locatie Mirtehof in ZeistAantal mutsjes: ruim 5000, gebreid door bewoon-sters van het tehuis en mensen uit de omgeving.

Ansjeline Faber (51) Wol- en hobbywinkel LenianeL in SchagenAantal mutsjes: 1730, waarvan 10 zelf gebreid en de rest door klanten.

Dieny van der Wal - de Graaf (78) BundeAantal mutsjes: 48, allemaal zelf gebreid.

NEDERLAND BREIDE TWEEHONDERDDUIZEND MUTSJES VOOR INDIA, BIJNA TWEEDUIZEND PER DAG. WIE ZIJN TOCH DIE STRAFFE BREISTERS?

48

1730

5000

Page 49: IS 06 2011

IS juli 2011 49

Belachelijk“Slechts in de noordelijke en bergachtige deelstaten Kasjmir en Himachal Pradesh dragen kinderen een muts tijdens de winter die nog geen drie maanden duurt. Een tradi-tionele muts die is gemaakt van bladeren. Indiase baby’s worden met veel haren gebo-ren, die hen op een natuurlijke manier

beschermen en hun hoofdjes warm houden”, legt dr. George Mathew van het Instituut voor Sociale Wetenschappen op een cynische toon uit. Hij noemt de mutsenactie van Save the Children ronduit ‘belachelijk’. Dr. Mathew staat in India bekend als een voor-aanstaand mensenrechtenactivist, die het vooral voor de armste gezinnen opneemt. Zijn organisatie de People’s Union for Civil Liberties vecht al jaren tegen de hoge kinder-sterfte. “In India sterven elke dag 2500 kin-deren aan de verschijnselen van ondervoe-ding. Ze lopen door vies drinkwater of vervuiling infecties op. Doordat hun lichaam geen weerstand heeft en hun ouders geen geld bezitten voor medicijnen, halen ze vaak niet eens hun vijfde levensjaar. Die kinderen hebben geen muts nodig, maar betere voe-ding en medische hulp”, vindt dr. Mathew.

PlattelandDe mensenrechtenactivist spande vorige maand zelfs een rechtszaak aan tegen de Indiase staat, met als eis dat er meer gesubsi-dieerd voedsel naar de allerarmsten gaat. “De rechter schrok toen ik hem vertelde dat er in India jaarlijks net zoveel kinderen ster-ven als er in Groot-Brittannië worden gebo-ren.” De meeste kinderen sterven in de slop-penwijken of in de onderontwikkelde dorpjes op het platteland. Ook Aruna, die aan een stinkende rivier in Delhi woont, verloor twee jaar geleden haar dochtertje. Het meisje werd niet ouder dan een jaar. “Ze kreeg koorts. Ze was zo mager. Ik had geen geld voor medicijnen.” Dr. Mathew windt zich tij-dens het gesprek steeds meer op over de brei-actie in Nederland. “Ik hoop niet dat meer landen dit voorbeeld gaan volgen. Als die Nederlandse moeders echt iets voor onze Indiase kinderen willen doen, moeten ze zich organiseren en samen een sloppenwijk of een dorp adopteren. En een betrouwbare lokale hulporganisatie zoeken die effectieve armoedeprojecten heeft opgezet. Op die manier kunnen Nederlandse moeders en Indiase hulpverleners samen de levens van onze kinderen redden.”

“Als die Nederlandse moeders echt iets voor onze Indiase kinderen willen doen, moeten ze een sloppenwijk of een dorp adopteren”

Ton

Rituelen

Ton Dietz is hoogleraar ‘Ontwikkeling in Afrika’ aan de Universiteit Leiden en directeur van het Afrika-Studiecentrum in Leiden. Hij was een van de initiatiefnemers van de Worldconnectors, een denktank voor mondiale vraagstukken.

Beel

d M

aurit

s Gie

sen

O phetAfrika-Studiecentrumontvangenweelkjaartienvisiting fellowsuitAfrika.Driemaandenzijndezecol-

lega-wetenschapperstegast.EenvandenieuwegastenisDr.OkaObono,eenprominenteintellectueeluitNigeria,dieregelmatigcolumnsschrijftvoorhetbladBusiness Day,Afri­ca’s financial newspaper of the Year.Okaheeftzichvoorgeno-menomzijnervaringeninNederlandmetzijnlezerstedelen.Nietalseenreisverhaal.Nuelkeplekopdewerelddankzijhetinternetslechtseenmuisklikveris,isdetraditievanverhalengeschrevendoordereizendehappyfewvolgenshemachter-haald.Hijnoemthet‘narcistischemonologen’.Watnodigis,isvergelijking.NederlandenNigeriakunnenlerenvanhetuit-wisselenvanervaringenmetmondialiseringenwatOka‘reko-lonisatie’noemt,nunietdoorlanden,maardoorbedrijven.Watuitvergrootwordtalsverschil,isbijnaderinzienvaakeenovereenkomstdiealleenontdektmoetworden. OkawasnauwelijksinNederlandgearriveerdtoenhemdeverbijsterendeervaringoverkwamvandrieritueledagenach-terelkaar:Koninginnedag(‘orange madness’),Dodenherden-kingenBevrijdingsdag.Vooraldecombinatie,zodichtopelkaar,vielhemop.InzijncolumndeelthijmetzijnAfrikaanseenvooralNigeriaanselezersdeobservatiedatjuistzo’nthe-matischekoppelinginAfrikalijktteontbreken.Nationaleritu-elenzijnernatuurlijkvolop,maargeenwaarbijaandachtvoornationaleeenheidrondomderegeerdergevolgdwordtdooraandachtvoormensendiezijnomgekomenbijgeweldtegendenationalesoevereiniteit(ofpolitiekgeweldinhetalge-meen)endatdanweergevolgddooreenfeestwaarbijdenationalezelfstandigheidwordtgevierdendebevrijdingvanongewenstepolitiekeinmenging.Hijconstateertdaterookeigenlijkgeenfeestvieringhoorttezijnzonderherdenkingendaterzonderherinneringgeendemocratiekanzijn.AlsonderzoekerwilikdaneigenlijkmeteenwetenwatenhoeerinAfrikaallemaalvanuitdestaataanrituelenwordtgevierd. ZoalsveelbuitenlandsebezoekersopKoninginnedagwasOkatrouwenshelemaalverbaasdoverdevrijmarkt.Aldiemensendietegenonwaarschijnlijklagebedragenritueelafstanddoenvanhunrommel!InNigeriahoudtvolgenshemiedereenamechtigvastaanallerleijunkom,zoalshijprachtigschrijft,eindeloosdoortekunnengaanmethetdoorgevenvanintergenerationelearmoede(‘the perpetuation of inter­generational poverty’).Ikbenbenieuwdnaarzijnvolgendeobservaties.

Page 50: IS 06 2011

50 juli 2011 IS

“We investeren vooral uit eigenbelang”

nederlandse ondernemers zien kansen in Ghana

Page 51: IS 06 2011

IS juli 2011 51

I nvesteren in de Ghanese cacaosector past prima in het straatje van staats-secretaris van Buitenlandse Zaken Ben Knapen. Ghana is een van de

vijftien uitverkoren partnerlanden, voedsel-zekerheid is een speerpunt en landbouw een key sector. Daarbij is Knapen niet vies van een beetje eigenbelang – Nederland mag best profijt hebben van ontwikkelingsuitga-ven. Nederland heeft de grootste cacaover-werkingsindustrie ter wereld en importeert 20 procent van alle cacao. Verschillende Nederlandse bedrijven leveren op hun eigen manier een bijdrage aan de ontwikkeling van de cacaosector in Ghana. Zo verstrekt landbouwbedrijf Wienco kunstmest op kre-diet aan cacaoboeren. Bouwbedrijf BAM International legde asfaltwegen aan, zodat boeren hun cacaobonen sneller naar de markt kunnen brengen. De bonen worden verwerkt in de nieuwe fabriek van Cargill. Zijn Nederlandse bedrijven die investeren in de cacaosector daarmee meteen ook de drij-vende kracht achter de ontwikkeling van Ghana? Drie Nederlandse medewerkers van Wienco, Cargill en BAM International geven hun visie.

Wie: Marc Kok, algemeen directeur Bedrijf: landbouwbedrijf WiencoIn Ghana sinds: 1979Bijdrage aan de cacaosector: verzorgt training, gewasbescherming en meststoffen op krediet voor Cacao Abrabopa, een associatie van cacaoboeren. 

“Als de boer geld verdient, komt ons geld vanzelf. Dat is onze visie. Toch willen we de boeren niet op hun blauwe ogen krediet geven. Ze kwamen toen zelf met het idee om zich te organiseren in een associatie.” In zijn kantoor in een buitenwijk van Accra vertelt Marc Kok hoe zijn bedrijf de voorbereidin-gen voor Cacao Abrabopa in 2002 startte. Inmiddels sloten 23.000 boeren zich bij de associatie aan. “In drie jaar tijd steeg hun

gemiddelde inkomen van 1400 dollar naar 6000 dollar per jaar”, zegt Kok. Afgelopen jaar loste 98 procent van de boeren hun lening netjes af. “Bij elkaar verdienden ze in 2010 bijna 50 miljoen euro meer dan voor het programma. Kun je dat ontwikkeling noemen? Ik denk het wel!” De afgelopen jaren heeft Wienco geld toegelegd op Cacao Abrabopa, maar dit jaar hoopt het bedrijf quitte te spelen. “Ik denk dat wij het model hebben gevonden waarmee we op een soci-ale manier allemaal een goed belegde boter-ham kunnen verdienen. Een boer die geld verdient kan zelf zijn ziekenhuisrekening betalen. De kwaliteit van de zorg is niet opti-maal in Ghana, maar er zijn meer boeren die dankzij ons cacaoprogramma extra geld ver-dienen, dan boeren die te ziek zijn om te werken. Echt, het is geen rocket science.”Landbouw is volgens Kok de ruggengraat van elke zich ontwikkelende economie. “Dat

was in Europa zo, in Amerika, in Azië. Zowel in Afrika als in het Westen denken ze dat Afrika de landbouwfase kan overslaan. Dat kan dus niet.” Ook Wienco heeft er baat bij als de landbouwsector zich in Ghana verder ontwikkelt. “Wienco is een van de voor-naamste zaden- en meststoffenimporteurs in Ghana, maar de gemiddelde Ghanese cacao-boer kan geen kunstmest betalen. Als we moeten wachten tot Ghana zichzelf ontwik-kelt, dan gebeurt er niks. Wachten we op ontwikkelingsorganisaties, dan gebeurt er ook niks. Vraag tien ontwikkelingsorganisa-ties om de klassieke Ghanese cacaoboer te identificeren; ik denk dat ze het allemaal fout hebben. Ze besteden miljoenen aan het helpen van boeren, terwijl ze niet eens pre-cies weten wie die mensen zijn en wat hun probleem is. Blijkt het project geen succes, dan gaan ze happy clappy door met het vol-gende plan.” Een bedrijf kan zich die hou-ding niet permitteren, omdat het privégel-den investeert, zegt Kok: “Pakt onze investering niet goed uit, dan zegt niemand: ‘kan gebeuren, we betalen nog drie jaar door’. Ik zorg echt wel dat we ons geld aan het eind van het jaar hebben terug verdiend.”Toch klopte Wienco, dat zelf 8 miljoen euro investeerde in Cacao Abrabopa, aan bij de Nederlandse ambassade, die 1 miljoen in het programma investeerde. “Daardoor konden we sneller starten”, legt Kok uit. “We hadden weinig cash tot onze beschikking. Cacao levert pas geld op als het is geoogst.”

* NederlandsebedrijveninvesterenindeontwikkelingvandecacaosectorinGhana.Watkunnenbedrijvendatontwikkelings-organisatiesnietkunnen?Enhebbenzedaarons–tochalverminderde–subsi-diepotjebijnodig?

* DrieNederlandsezakenmannenvertellenoverhun‘ontwikkelingshulp’.“Gaatdeproductiviteitnietomhoog,danhebbenwijgeenbedrijfmeer.”

tekst sanne terlingen beeld nana kofi acquah

“Landbouwontwikkeling is geen rocket science”

Regiodirecteur Stan Aarts van BAM in Accra.

Page 52: IS 06 2011

52 juli 2011 IS

Wie: Stan Aarts, algemeen directeur in West-AfrikaBedrijf: BAM International In Ghana sinds: 1990Bijdrage aan de cacaosector: aanleg van asfalt-wegen waarover de boeren hun producten naar de markt brengen.

“Ons laatste project was de weg van Sefwi Wiawso naar Benkyema, dichtbij de grens met Ivoorkust, een gebied waar veel cacao wordt verbouwd.” In het kantoor in de Gha-nese hoofdstad waar tl-lampen, ijzeren archiefkasten en drie landkaarten het interi-eur vormen, legt Aarts het belang van goede wegen voor de cacaosector uit. “De weg ont-sluit de markt voor cacaoboeren”, aldus Aarts. Duurde het voorheen vier uur om de rit van 45 kilometer te maken, nu legt een reiziger de afstand in 35 minuten af. BAM legde nog vier wegen aan volgens hetzelfde concept. Niet alleen goed voor de boeren, ook voor lokale arbeiders. Aarts: “Er is wei-nig werk in Ghana. Wij creëren banen, trai-nen werkers en betalen net iets meer salaris dan lokale bedrijven.” Toch voert BAM op dit moment geen projecten uit in Ghana. “Ghana levert ons niet zoveel werk op als vroeger.” Volgens Aarts heeft dat te maken met het afschaffen van de ORET-subsidie (Ontwikkelingsrelevante Exporttransacties) die Nederlandse bedrijven, die actief willen zijn in ontwikkelingslanden, ondersteunde. De ORIO-regeling (Ontwikkelingsrelevante Infrastructuurontwikkeling) die er in 2009 voor in de plaats kwam, werkt op een andere

manier. Een ontwikkelingsland schrijft zelf de subsidieaanvraag, en bedrijven uit alle delen van de wereld kunnen intekenen voor de uitvoering. “Voor ons heeft inschrijven geen zin meer”, zegt Aarts. “De Chinezen doen het goedkoper. Maar die Chinezen zijn eigenlijk Chinese overheidsbedrijven die hun eigen arbeiders invliegen. Nederland zegt dat het zo belangrijk is om lokaal werk te creëren, maar in de praktijk krijgen de Chi-nezen de job.” Het einde van ORET betekent niet het einde van BAM in Ghana. “Maar BAM is een beursgenoteerd bedrijf ”, bena-drukt Aarts. “Dat betekent dat we verant-woording verschuldigd zijn aan onze aan-deelhouders. We kunnen niet goedkoop wegen gaan aanleggen omdat dat goed is voor de ontwikkeling van Ghana. Tegelijk willen aandeelhouders dat BAM verant-

woord onderneemt. Daarom willen wij gaan samenwerken met lokale bedrijven. Zij heb-ben lagere vaste lasten en ze kennen Ghana. Wij hebben de technische kennis. We gaan ons op de haveninfrastructuur en de con-structie van luchthavens richten, daar heb-ben we minder concurrentie. Jammer voor de Ghanese boeren, want die profiteren minder van een luchthaven dan van een weg. Ik las in de krant dat het kabinet-Rutte Neder-landse bedrijven meer wil betrekken bij ont-wikkelingswerk. Maar wij hebben nog niets concreets gezien.”

Wie: Taco Terheijden, manager duurzame cacaoBedrijf: CargillIn Ghana sinds: 2006Bijdrage aan de cacaosector: een cacaover-werkingsfabriek in Tema, steun aan cacaoboe-ren en hun families via ontwikkelingsorganisa-tie CARE

Slechts drie dagen is Taco Terheijden in Ghana. “Ik kom kijken hoe we hier duur-zame cacaoprogramma’s kunnen opzetten”, vertelt hij. Het woord ‘duurzaam’ associëren mensen al snel met biologisch en groen, maar duurzaam betekent ook het verhogen van de productiviteit van boeren, legt Ter-heijden uit. “In Ghana wordt de cacaopro-ductie, in tegenstelling tot in andere cacao-producerende landen, gecontroleerd door de overheid. Ghana voert geen efficiënt beleid, zeker niet als je bedenkt dat cacao de hoofdoogst is. In 1965 werd evenveel cacao geproduceerd als in 2008. De gemiddelde opbrengst per hectare is 377 kilo, maar potentieel kan er 1000 tot 1500 kilo worden geoogst.” Alle Ghanese bonen worden voor een vaste prijs opgekocht door de Cacaoraad. Bedrijven als Cargill bestellen hun cacao bij de Raad. “Niet alleen voor de boeren, ook voor Cargill is het van belang dat de produc-tie wordt opgevoerd. De wereldvraag naar cacao neemt toe. Hebben wij over twintig jaar onvoldoende toevoer van goede cacao, dan is ons bedrijf weg. Het is haast onmoge-lijk om grond vrij te maken voor de cacao-teelt, dus moet de productie per vierkante meter omhoog.” Cargill wil boeren daarom trainen of – net als Wienco – kunstmest op krediet verstrek-ken. Maar daarmee ben je er nog niet, zegt Terheijden. “De Cacaoraad zal blij zijn met meer bonen, maar vervolgens moeten wij evenveel voor die bonen betalen als wanneer we geen training geven. Zo wordt onze inves-tering niet beloond.” Dus probeert Cargill ook langs andere wegen de productie van

cacao te waarborgen. De cacaogigant betaalt ontwikkelingsorganisatie CARE om te zor-gen voor goede scholen en ziekenhuizen op het platteland, zodat boeren niet naar de stad trekken. Ook is het in het belang van Cargill

dat de boeren een goed salaris verdienen. “Cacao is een cash crop”, vertelt Terheijden. “Een gewas dat wordt geteeld voor de ver-koop, niet voor eigen consumptie.” Verdient een boer met minder inspanning meer geld als hij katoen verbouwt, dan ruilt hij cacao zo in. Ghana zou meer van de cacao profiteren, als de bonen lokaal worden verwerkt, ver-handeld, verkocht en geconsumeerd. Dan zijn er ook inkomsten voor fabrieksarbeiders en vrachtwagenchauffeurs, voor winkeliers en ingenieurs die machines onderhouden. De overheid zou meer belasting ontvangen. Nu worden de bonen direct geëxporteerd. “Echte ontwikkeling zit ‘m in kleine onder-nemingen”, vindt Terheijden. “Daar heeft Ghana meer aan dan dat ze een Cargill, Nestlé of Unilever binnenhalen. Dat zijn grote bedrijven, maar uiteindelijk bouwen ze maar tien fabrieken.” Cargill maakt steeds meer gebruik van lokale diensten. “Maar we zeggen niet tegen een onbekend Ghanees bedrijf: ‘probeer maar, wellicht kunnen jullie het aan’. Het blijft business.”

“Als de productie niet stijgt, hebben wij straks geen bedrijf meer”

“We kunnen niet con- curreren met de Chinezen”

lucratieve business

Cacao creëert werk. Na goud is de cacaoboon Ghana’s tweede exportproduct. Voor een kwart van de Ghanezen vormt de teelt van cacao de voornaamste inkomstenbron. Gerard Duijfjes, de Nederlandse ambassadeur in Ghana, noemt drie redenen om in cacao te investeren:

1 Cacao levert meer op dan olie“De olie die hier gevonden is zal een hoop geld in het laatje van de Ghanese overheid brengen, Maar olie an

sich creëert geen werk. Ghana heeft baat bij een evenwichtige economische groei. Op het platteland wonen een heleboel mensen en die moeten ook nuttig werk hebben. Als je inves-teert in landbouw, zit je goed.”

2 Andere sectoren profiteren mee “Verduurzaming van de cacaoketen leidt ook tot posi-tieve ontwikkelingen buiten de landbouwsector. De

cacaoboom groeit in de schaduw, meestal op de grens met het tropisch regenwoud, dus moet je ook de bossen beschermen. En scholen en klinieken bouwen op het platteland – anders trek-ken de jongeren naar de stad.”

3 Makkelijk uitbreiden naar andere producten“Opslagloodsen, certficering, coöperaties: gebruik die infrastructuur ook bij de productie van maïs, katoen,

soja of kariténoten.”

Page 53: IS 06 2011

IS juli 2011 53

GLOBALISERING GENEEST NIET ALLE KWALEN

De lange weg naar een globaliseringagenda

O p verzoek van de Tweede Kamer komt staatssecretaris Ben Kna-pen binnenkort met een voorzet voor een Nederlandse globalise-

ringagenda. Het parlement volgt hiermee een suggestie uit het rapport over ontwikke-lingsbeleid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, WRR, waarin wordt gepleit voor het in samenhang beschouwen van mondiale vraagstukken en het ontwikkelen van een Nederlands per-spectief daarop. Het zou mooi zijn als dit leidt tot een debat over hoe om te gaan met globalisering waarin niet alleen experts zich roeren, want zo’n debat is in ons land nog niet eerder van de grond gekomen. Om die reden is het ook zaak om er goed de tijd voor te nemen.

“Vertrouw ons”Dat er een globaliseringagenda moet komen is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan. Wat zijn eigenlijk onze (al dan niet ver-lengde) nationale belangen in een globalise-rende wereld? Het gaat om veel meer dan handel en afzetmarkten, dat is wel duidelijk,

maar om daar preciezer over te kunnen zijn moeten veel thema’s en onderwerpen worden bekeken en gewogen, zoals bijvoorbeeld eer-der in Noorwegen gedaan is (Lunde et al, 2008). Die moeten vervolgens waar moge-lijk, onderbouwd, met elkaar in verband wor-den gebracht – denk bijvoorbeeld aan de relaties tussen de opwarming van de aarde en armoedebestrijding. De logische volgende stap is om daar een weging in aan te bren-gen: dat vereist politieke keuzes en een goed inzicht in waar internationaal onze toege-voegde waarde kan liggen, gezien waar we goed in zijn en wat anderen al doen (zie Yesilkagit en Princen, 2010). Uiteindelijk kan zo een strategie ontstaan voor wat Inge Kaul (2002), de ‘moeder’ van de global public goods benadering, ‘verantwoordelijke soeve-

reiniteit’ noemt: een doordachte manier om met onze eigen belangen en de belangen van de rest van de wereld om te gaan (zie Evans et al, 2010).

Dat alles doe je niet even in een paar weken, en dat moet je ook niet willen. Een blog van The Economist (2011) ontdekte onlangs een interessante overeenkomst tussen de FIFA, het IMF en de EU, organisaties die je nor-maal niet zo snel met elkaar in verband zou brengen. Alle drie menen ze besluiten te kunnen rechtvaardigen met een ‘Vertrouw ons nou maar, wij zijn de elite’, maar die tijd

Aan de zegeningen van glo-balisering wordt inmiddels steeds meer getwijfeld

* Kanonslandeensamenhangendbeleidontwikkelenvoormondialevraagstukkenalsarmoede,klimaatverandering,migratieenvoedselzekerheid?

* Hetkabinetbuigtzicherbinnenkortover,maarRobertWent,senior-onderzoekerbijdeWRR,geeftvasteenvoorzetvoordediscussieovereenNederlandseglobalise-ringagenda.

tekst robert went beeld maarten donders

Page 54: IS 06 2011

54 juli 2011 IS

is voorbij en dat zal hen ook opbreken, aldus de blogger. Ons land heeft met een vergelijk-bare benadering het nodige leergeld betaald – denk aan de consensus binnen de elite over integratie, ontwikkelingshulp en Europa, die op een gegeven moment toch minder steun bleek te hebben onder de bevolking. Aan de zegeningen van globalisering wordt inmid-dels ook steeds meer getwijfeld. Die twijfel betreft niet alleen – en misschien zelfs niet op de eerste plaats – het buitenlandbeleid in het algemeen of ontwikkelingsbeleid in het bijzonder, maar ook een sterke binnenlandse component: zorgen over de sociale en econo-mische gevolgen van globalisering.

Koos Clinton showNobelprijswinnaar Michael Spence (2011) schrijft in zijn nieuwe boek dat de voordelen van de wereldwijde openheid van landen en markten oversold zijn. Die constatering geldt ook ons land, waar tot voor kort nauwelijks aandacht was voor de problemen en nadelen van globalisering. Toen in 1994 minister Koos Andriessen van Economische Zaken een groot nationaal globaliseringdebat orga-niseerde dat live op de televisie te volgen was – gekscherend werd over de ‘Koos Clinton

show’ gesproken – was van verliezers nog geen sprake. Het spektakel ging vooral over hoe de wereld anders wordt door globalise-ring, en dat Nederland – dus – moet veran-deren om mee te kunnen blijven doen (Van Bergeijk, 2007). Ik herinner me bijvoorbeeld nog dat op een gegeven moment een paar

steekkarretjes het beeld in werden gereden met dikke boeken vol regels en wetten waar bedrijven zich aan moeten houden. ‘Kijk, meneer Andriessen’, was de boodschap van de ondernemers, ‘dit moet echt minder als we de concurrentiestrijd met de rest van de wereld niet willen verliezen’ – bekend ver-haal trouwens, horen we dat niet nog steeds?

Hierna is in ons land eigenlijk nooit een dis-cussie over globalisering tot stand gekomen buiten een kleine kring deskundigen en

beleidsmakers (Went, 2007). In sommige landen is dat anders aangepakt. Onze ooster-buren brachten een stel parlementsleden van alle partijen en academici uit diverse weten-schappelijke disciplines en scholen samen in de enquêtecommissie over de globalisering van de wereldeconomie. Die commissie orga-niseerde publieke hoorzittingen met deskun-digen en voor- en tegenstanders van globali-sering, en schreef een lijvig rapport (Deutsche Bundestag, 2002). In Finland dis-cussieerde en publiceerde de Economische Raad van de premier uitgebreid over globali-sering. Internationaal kreeg de discussie over de wenselijkheid en (on)mogelijkheid om glo-balisering bij te sturen of in te tomen een ste-vige impuls door de Azië-crisis van 1997 en de Battle Of Seattle tijdens de Top van de Wereldhandelsorganisatie in 1999. De Inter-national Labour Organization, ILO, haalde daarop een aantal internationale prominen-ten bij elkaar in de World Commission on the Social Dimension of Globalization, die samen tekenden voor het nog steeds lezens-waardige rapport A fair globalization: crea-ting opportunities for all (2004). In ons land concludeerde staatssecretaris van Economi-

Het Nederlandse buitenland-beleid is als een donut: er gebeurt van alles, maar er is geen strategische kern

Page 55: IS 06 2011

IS juli 2011 55

sche Zaken Frank Heemskerk in 2007 dat een brede maatschappelijke discussie over winnaars en verliezers van globalisering echt noodzakelijk was: hij vroeg de SER een advies te schrijven over de betekenis van glo-balisering en open markten voor onze econo-mie. De SER onderkent in haar rapport dat in ons land nervositeit bestaat over de uitein-delijke effecten van globalisering, maar stelt dat ook in een globaliserende wereld overhe-den ruimte hebben en houden voor eigen beleidskeuzes op zowel nationaal als boven-nationaal (Europees) niveau. Het is derhalve goed mogelijk het globaliseringproces in goede banen te leiden, aldus de SER.

Na de crisisSinds de recente financiële crisis is de twijfel over globalisering wereldwijd meer toegeno-men, terwijl de toenemende onderlinge afhankelijkheid tussen landen juist vraagt om nieuwe mondiale en regionale vormen van samenwerking en coördinatie. Dat is een groot probleem, en auteurs en denktanks hebben zich gestort op de vraag hoe hier ver-standig mee om te gaan. Dat levert interes-sant materiaal op over de complexiteit en onvoorspelbaarheid van het huidige kapita-

lisme, waarin overheden en markten het bij het verkeerde eind kunnen hebben (Kaletsky, 2010). En over de noodzaak om economische integratie en regulering als complementair en niet als tegenpolen te beschouwen (Ghe-mawat, 2011). De belangrijkste buitenland-commentator van de Financial Times, Gideon Rachman, heeft lang geloofd dat ‘als je glo-balisering haar gang laat gaan, ze uiteinde-lijk de problemen oplost waarin ze verzeild raakte’, maar is dat vertrouwen kwijt. Hij vreest voor een ‘Zero-Sum World’, waarin spanningen tussen landen toenemen en onvoldoende kan worden voorzien in de glo-bal public goods waar we allemaal veel belang bij hebben. Harvardeconoom Dani Rodrik komt in zijn boek The Globalization Paradox tot de conclusie dat eerder sprake is van te veel dan van te weinig globalisering. Hij stelt dat hyperglobalisering de democratie zal ondermijnen, en bepleit een nieuwe balans tussen nationale beleidsruimte en wat mon-diaal geregeld wordt, in een ‘getemperde vorm van globalisering’.

DonutIn het rapport Aan het buitenland gehecht vergelijkt de WRR het Nederlandse buiten-

landbeleid met een donut: er gebeurt van alles, maar er is geen strategische kern. Dat gat vullen gaat het werkterrein van een bewindspersoon van ontwikkelingsbeleid natuurlijk ver te buiten, en onze korte schets van het (gebrek aan) debat over globalise-ring in ons land laat zien dat dit nog meer geldt voor een globaliseringagenda. Behalve een buitenlandse zal zo’n strategie ook een binnenlandse component moeten hebben, die betrekking heeft op onze groeistrategie en op de economische en sociale toekomst en positionering van ons land. Nu even snel een globaliseringagenda in elkaar zetten, in de Tweede Kamer aannemen en vervolgens voor de komende jaren heilig verklaren, is dan ook de beste manier om daar straks geen draagvlak voor te krijgen. Dat risico zou nie-mand moeten willen nemen: als je dit goed wil doen moet je er de tijd voor nemen, zover mogelijk weg proberen te blijven bij ideolo-gische dogma’s en heilige huisjes, en politici, beleidsmakers, ontwikkelingsorganisaties, bedrijven en maatschappelijke organisaties er actief bij betrekken. Michael Spence en Dani Rodrik treden op tijdens de jaarlijkse WRR-lezing op 1

december. www.wrr.nl

wie is robert went?

Robert Went is econoom, senior wetenschappelijk medewerker bij de WRR en projectcoördinator van het rapport Minder pre-tentie, meer ambitie. Hij tweet links over globalisering en eco-nomie op www.twitter.com/went1955

Bergeijk, P. van (2007) ‘Globaliseren zonder angst’, ESB 92 (4514S) juli 2007, pp. 4-9.

Deutsche Bundestag (hrsg.) (2002) Schlussbericht der Enquete-Kom-mission: Globalisierung der Welt-wirtschaft. Opladen: Leske + Budrich.

Economist (2011) The EU, the IMF and FIFA: “Trust us, we’re the elite”, 31 mei 2011.

Evans, A, B. Jones en D. Steven (2010), Confronting the long crisis of globalization: risk, resilience and international order, Washington DC: Brookings/CIC,

Ghemawat, P. (2011) World 3.0: Glo-bal Prosperity and How to Achieve It, Boston: Harvard Business Review Press.

Heemskerk, F. (2007) ‘Draagvlak voor globalisering’, S&D, juli-augus-tus 2007, p. 4-5.

Kaletsky, A. (2010) Capitalism 4.0: The Birth of a New Economy in the Aftermath of the Crisis, New York: Public Affairs.

Lunde, L., H. Thune en Ministry of Foreign Affairs’ Refleks project (2008) National interest: foreign policy for a globalised world, the case of Norway, Oslo: Noors minis-terie van Buitenlandse Zaken.

Rachman, G. (2010) Zero-Sum

World: Politics, Power and Prospe-rity After the Crash, Londen: Atlantic Books.

Rodrik, Dani (2011) The Globaliza-tion Paradox: Democracy and the Future of the World Economy, New York en Londen: Norton.

Sociaal-Economische Raad (SER) Duurzame globalisering: een wereld te winnen, Den Haag: SER.

Yesilkagit, K. en S. Princen (2010) ‘De internationalisering van beleid. Implicaties voor het openbaar bestuur’, in H. Dijstelbloem, P. den Hoed, J.W. Holtslag en S. Schouten (red.) (2010), Het gezicht van de publieke zaak : openbaar bestuur onder ogen, WRR-verkenning 23, Den Haag: WRR.

Went, R. (2007) ‘Globalisering is onbekend en omstreden’, ESB 92 (4514S) juli 2007, pp. 10-14.

World Commission on the Social Dimension of Globalization (2004), A fair globalization: creating oppor-tunities for all. Genève, Geneve: ILO.

WRR (2010a) Minder pretentie, meer ambitie: ontwikkelingshulp die verschil maakt, WRR-rapport 84, Den Haag: WRR.

WRR (2010b) Aan het buitenland gehecht: over verankering en strate-gie van het Nederlands buitenland-beleid, WRR-rapport 85, Den Haag: WRR, www.wrr.nl

verder lezen

Page 56: IS 06 2011

56 juli 2011 IS

Samenstelling: Roselyn Flach en Sanne Terlingen

Uitgelicht

festivalAlles uit AfrikaGevestigde namen, jong talent, traditionele en moderne muziek: de line-up van het afrikafestival is ook deze 23e editie weer net zo gevarieerd als de verschil-lende afrikaanse landen waar de artiesten vandaan komen.2 & 3 juliOpenluchttheater, Hertmeopenluchttheaterhertme.nl

Zomercarnaval

Dit jaar viert rotterdam alweer voor de 26e keer car-naval in de zomer. Met op vrijdag brassmuziek bij de battle of the drums en op zaterdag de beroemde straat-parade. 29 & 30 juliRotterdam De parade start om 13.00 uur bij de Erasmusbrugwww.zomercarnaval.nl

GrensverleggendTien kilometer onder antwer-pen barst de 36e editie van Sfinks Mixed los. Het dorpje

Boechout biedt drie dagen lang een podium voor cam-bodjaans ballet, Balkanrock, Ivoriaanse reggae en andere acts uit de hele wereld. 29 t/m 31 juliBoechout, Belgiëwww.sfinks.be

Schapendans

Het Drentse odoorn telt krap tweeduizend inwoners, maar huisvest elk jaar het grootste folklorefestival van Neder-land. Met niet alleen dans-groepen uit onder andere china, Martinique, Puerto rico en Togo, maar ook De Schoap’ndansers uit exloo.3 t/m 7 augustusDe Goorns, Odoornwww.sivofestival.nl

Buikdansfeestalle facetten van het buik-dansen komen aan bod tij-dens het driedaagse interna-tionale bellydance festival. er zijn workshops, wedstrijden en zelfs een buikdansgala. 5 t/m 7 augustusVerschillende locaties, Leidensummerbellydancefestival.com

Indie uit IndiaDe beste onafhankelijk geproduceerde films uit latijns-amerika, azië en afrika zijn te zien tijdens het world cinema Festival. In het speciale programma Soul of India worden 15 films ver-toond die van de gebaande Bollywoodpaden afwijken.10 t/m 21 augustusVerschillende locaties, Amsterdamworldcinemaamsterdam.nl

Afrika in het parkDe amsterdamse Tolhuistuin viert de zomer. Negen week-enden kun je er eten, drinken, dansen, muziek luisteren of over de markt lopen. Het laatste weekend staat in het teken van afrika, met op zaterdag Ghana Today en op zondag ‘Doin’ it in the Park’.27 & 28 augustusTolhuistuin, Amsterdamwww.tolhuistuin.nl

muZiekGrammywinnaarsIn latijns-amerika is de reg-gaetongroep calle 13 onge-kend populair met hun satiri-sche teksten en ongebruike- lijke instrumentarium. De Puerto ricaanse halfbroertjes sleepten dan ook al vijf latin Grammy’s in de wacht.

21 juli, 21.30 uurMelkweg, Amsterdamwww.melkweg.nl

filmSlaapziekteIn het Duits-Nederlandse drama Schlafkrankheit van ulrich köhler is Pierre Bokma te zien als tropenarts, gespe-cialiseerd in de slaapziekte. Hij verliest zichzelf tussen zijn ontwikkelingswerk in kameroen en zijn gezinsleven in Duitsland.Vanaf 27 juliVerschillende bioscopenwww.wildbunch.nl

Wereldreisreis op een groot scherm langs kameleons op Mada-gaskar, nomaden op de hoog-vlakten in Tibet, de Iguaçu-watervallen in Brazilië, de amazone en de Namibische woestijn, de ijsbergen van Groenland en neushoorns in

de okavango Delta in Bots-wana.The greatest places, dage-lijks, 13.00 uur en 18.00 uurOmniversum, Den Haag www.omniversum.nl

tentoonstellingVandaag is rood…De kleur rood neemt in bijna alle culturen een belangrijke plaats in. De tentoonstelling rooD laat driehonderd objecten van over de hele wereld zien. onze favoriet is de gebreide Ferrari. wegens succes verlengd. t/m 31 juliTropenmuseum, Amsterdamwww.tropenmuseum.nl

Dagje Afrika

Het afrika Museum biedt een spannend zomerprogramma. Bouw een traditionele Mali-nese leemhut, volg een archi-tectuurrondleiding of luister naar verhalen. elke zondag live muziek uit west-afrika.Afrika Museum, Berg en Dalwww.afrikamuseum nl

GoudgraversDuizenden kinderen in Burkina Faso graven op 100 meter diepte naar goud. Na uren werk klimmen ze weer naar boven, uitgeput en snakkend naar zuurstof. Ze verkopen het gevonden edelmetaal aan lokale opkopers voor een honderdste van de uiteindelijke marktprijs. Foto kopen? Documentai-refotograaf Daimon Xanthopoulos schenkt de opbrengst aan UNICEF.t/m 11 juliCentrale Bibliotheek, Den Haagwww.daimon.nl

Agenda juli & augustus 2011

Beeld

Dai

mon

Xan

thop

oulo

s

Agenda

Page 57: IS 06 2011

IS juli 2011 57

Japans vingerverven

Iedereen mag meeverven met de Japanse kunstenares ayako rokkaku. Drie weken werkt ze in de kunsthal aan wandschilderingen. ook is er eerder werk van haar te zien. kenmerkend zijn de meisjes met grote ogen en lange armen, de heldere kleuren en de bloemen, diertjes, boten en huisjes. t/m 21 augustusKunsthal, Rotterdamwww.kunsthal.nl

Amsterdam in 2040Hoe ziet onze hoofdstad eruit in 2040? vijf amsterdamse en vijf New Yorkse jonge ont-werpbureaus bouwden de toekomstige stad in het klein. Denk aan: energie produce-rende eilandenrijken, interac-tie tussen leren en werken op Schiphol, duurzaam transport aan de zuidas, voedselpro-ductie en bijzondere woon-vormen op de vierkante meter, om de toenemende inwonertallen het hoofd te bieden.

t/m 13 augustusARCAM, Amsterdamwww.arcam.nl

Tatoeages en oorlogs-dansenwegens succes verlengd: de interactieve familietentoon-stelling over de Maori, de Nieuw-zeelandse tegenhan-ger van de aboriginals. Je leert er over de oeroude tatoeages, de krijgsdans Haka en het landschap waar the lord of the rings is ver-filmd.t/m 18 septemberMuseum Volkenkunde, Leidenwww.volkenkunde.nl

Fantasiewereld

alleen kinderen van 4 tot 12 jaar mogen langs de douane op de derde verdieping van het Museum voor communi-catie. Daarna kunnen ze zelf-standig op reis en spelletjes doen in anderland, Toenland, vreemdland, Droomland, Digiland en Huisland. De lan-den zijn ontworpen door art director erly Brugmans, bekend van het huidige Sesamstraat-decor en de sets van knofje en de Dal-tons. Museum voor Communicatie, Den Haagwww.muscom.nl

Chinese Dinosaurus

De hele zomer in Den Haag: beeldhouwkunst uit china. In de kloosterkerk exposeert wenda Gu. op het lange voorhout is een gratis open-luchttentoonstelling met grote sculpturen van verschil-lende kunstenaars, waarvan Sui Jianguo de bekendste is. Hij maakte Grieks-romeinse beelden gekleed in Mao-jas-jes en een metershoge rode Dinosaurus.t/m 18 septemberVerschillende locaties, Den Haagdenhaagonderdehemel.com

Made in TibetTibetaanse fotografen legden zowel de tradities als de vooruitgang in hun land vast. t/m 28 augustusMelkweg Gallerie, Amsterdamwww.melkweg.nl

actieDuurzaamheid loontonder de dertig, en het afge-lopen jaar een actie opgezet voor een betere maatschap-pij? Meld je dan aan voor de Jongerenprijs 2011 van kerk en wereld. De beste initiatie-ven op het gebied van duur-zaamheid, solidariteit en geloof worden beloond met een geldprijs.Aanmelden kan tot 14 juli via de websitewww.jongerenprijs.nl

Babah

N avijftigjaarimmigratiezijndeeerstegast-arbeidersonderwegnaarhetbejaardente-

huis.Metgebogenhoofdleggenzevermoeidenverslagenhunlaatstesprintaf.Alsikeenvanhenopstraattegenkom,neemikmijnpetjeafenbuigdiep.Ikhebveelrespectvoorze,omdatzijdebrughebbengetimmerdwaaroveriknumak-kelijkerkanlopen. EenbekendeAfrikaansespreukzegt:‘alsjenietweetwaarjeheengaat,weetdaniniedergevalwaarjevandaankomt’.Laathetlevenspadvandegastarbeiderseenbelangrijkeleszijnvoordeimmigrantvannu.Menzegtweldatdetijdenzijnveranderd,maarlopendewijzersvandeklokineensvanrechtsnaarlinksomdatdemakerdatgraagwil? Dezeoudgediendenonderdeimmigrantendoenmedenkenaandeveteranendieop5meideTweedeWereldoorlogherdenken.Zijvochtenalleeneenandereoorlog.ZehebbendestrijdtegendetoenhomogeneNederlandsecultuurgewonnenendaarmeedetoekomstvoorhunnageslachtveiliggesteld.Methunsterkezaadcreëerdenzedemulticultu-relesamenlevingwaarinJan,Fatima,Mohamed,Sandra,YacubenKofidezelfdeNederlandsetaalspreken,naardezelfdeschoolgaan,samenwer-ken,trouwenenophunbeurtkinderenkrijgen.Hunkinderenenkleinkinderenhebbenbereiktwaardebejaardeimmigrantenalleenvankon-dendromen. Netalsinelkeoorloghebjedeserteurs,krijgsgevangenen,burgerslachtoffersenonbe-doeldedoden.DeAmerikanennoemendit‘colla-teraldamage’.InNederlandnoemenwezoietsgewoonkut-Marokkanen.DezegroephoudtNederlandinzijngreepenhierdoorverklarenwemetzijnallendatdemulticulturelesamenlevingismislukt.Daarmeegooitdegastheerdehand-doekindering,maarterugkerennaardetijdvanvoordegastarbeidersisnietsandersdaneenutopie.Ikroepdaaromdelezersopommijnvoorbeeldtevolgen.Petjeafvooronzegastarbeidersenhenmetrespectnaarhuneindstreepbegeleiden.

Petje af

Beeld

Mau

rits G

iese

n

Babah Tarawally is journalist, verhalenverteller en schrijver van het boek De god met de blauwe ogen.

“Zelf stroom maken”Mijn aanrader

zin in een week vol creativiteit, live muziek, workshops, organisch eten en buitenlucht? kom naar project willekleurig in Groningen. Daar kun je een pagode bouwen, fairtrade bingo spelen, meedoen aan een vlottenrace, praatstokjes en mandala’s maken, leren vliegvissen en een windmolen bouwen. “we proberen het festival al jaren zelfvoorzie-nend te maken”, zegt Tony Mahoney, initia-tiefnemer van de windmolenworkshop. “eerder had ik een fiets gebouwd die energie genereerde als vijf mensen tegelijk fietsten, maar dat fietsen vergde veel inspanning en was niet zo efficiënt. vorig jaar hadden we

zonne-energie, maar het is prettig om ook na zonsondergang nog elektriciteit te heb-ben. Daarom bouwen we dit jaar een wind-molen.” De onderdelen regelt Tony al van tevoren. “Maar we zullen al bouwende vast op verrassingen stuiten. Dan kunnen we samen brainstormen over oplossingen.” werkt de windmolen echt, dan kan hij gebruikt worden op andere festivals.

Iedereen is welkom bij Willekleurig. Kosten voor vijf dagen: D 50,- inclusief vijf keer avondeten. Slapen doe je in je eigen tentje of onder de sterrenhemel. www.willekleurig.nl

Wie: Tony MahoneyWat: Windmolen bouwen tijdens creatieve week Willekleurig (18 t/m 26 juli)Waar: Aduarderdiep 22, Groningen

Page 58: IS 06 2011

58 juli 2011 IS

Tinem ngatimin (42)

Is : straatventer van jamu, traditionele kruiden-dranken Waar: Jakarta, IndonesiëInkomen: maximaal 5 euro per dagHobby’s: geen tijd voor, kijkt heel soms naar soaps op tvEet graag: bakso, soep met vismeelballetjesDrinkt graag: zoete theeRelatie: getrouwd, een studerende dochter

Nog even wat crème op het gezicht smeren. “Als jamu-verkoop-ster moet je er goed verzorgd uitzien. Anders koopt niemand je kruiden.” Tinem leerde het vak van een oude buurvrouw in haar geboortedorp in Midden-Java. “Mijn man verkoopt mie-kip. Omdat we eigen baas zijn, kun-nen we elke maand naar de kampong, naar ons rijstveld en naar onze dochter die bij oma woont.”

“jamu, jamu.” Tinem lokt haar klanten met haar stem. Elke dag loopt ze twee vaste routes, opgeteld ongeveer 10 kilometer. “Het is hard werken, maar ja, in het dorp valt weinig te verdienen en we hebben het geld hard no-dig. voor onze studerende dochter.”

Bidtijd. Tinem is moslima en haar dagritme is afge-stemd op de vijf dagelijk-se gebeden. Ze staat vroeg op, zodat ze voor het ochtendgebed ge-wassen is en het ontbijt heeft gekookt. Voor het middaggebed is ze thuis, daarna doet ze een dutje en na het derde gebed om drie uur gaat ze weer op pad. Eten doet ze pas na het laatste avondge-bed, na half acht.

“Hard werken en elke maand naar de kampong”

Het huisje van Bu (mevrouw) Tinem ruikt naar gember, tamarinde, kentjoer en geelwortel. Ze is al een uur bezig met het schillen, snijden, raspen en koken van de kruiden die ze straks gaat venten. Geconcentreerd vult ze de eerste fl essen met het kruidendrankje beras kencur. “Daar is veel vraag naar voor kinde-ren, het stimuleert de eetlust. Moeders drinken liever een cocktail van geelwortel en tamarinde, om af te val-len, en sirihblad, om lekker te ruiken. Mannen willen potentie verhogende kruiden.”

12.00

Een buurvrouw staat voor de deur. “Mijn zoontje is al tweeënhalf jaar, tijd om met borstvoeding te stoppen.” Tinem wikkelt een paar bittere kruiden in een doekje en druppelt het vocht in de mond van het schreeuwende kind. “na een paar behande-lingen vinden ze de borst niet meer lekker.”

“voor een jamudrankje voor de kinderen hebben de ouders wel 15 eurocent over,” lacht Tinem. Ze doet goede zaken. Na anderhalf uur zijn de jamufl essen bijna leeg. “Gelukkig komt er van-avond een nieuwe lading kruiden uit het dorp binnen, de buschauff eur heeft me net ge-sms’t.”

Even uitblazen. Tinem zet de tv aan en telt haar geld. Tien euro en vijftig cent in totaal.

“niet slecht,” vindt ze, “dat zijn ruim zestig drankjes.” Ze leunt tegen het matras dat overdag tegen de muur staat. Het huis is maar 5x3 meter. De woonkamer is ook slaapkamer en de badka-mer fungeert als spoelbak. “Het is maar tijde-lijk. In de kampong hebben we een groot huis. Als mijn dochter een-maal werkt, gaan we terug.”

07.35

05.15

tekst & beeld hilde janssen

14.35 17.10

18.30

06.10

een dag uit het leven van Tinem

Page 59: IS 06 2011

IS juli 2011 59

Ingezonden

*Schrijfwedstrijd*

Tien jaar na de oorlogsverklaring van George Bush daagt

Oxfam Novib je uit in maximaal 2000 woorden op te

schrijven wat volgens jou de belangrijkste gevolgen van

de War on Terror zijn. Deelnemers dienen hun essay

voor 20 augustus in te zenden naar essay@oxfamnovib.

nl. De prijs bestaat uit een uitnodiging voor een net-

werkdiner na afl oop van een masterclass die Oxfam op 8

september organiseert, een stage bij Oxfam Novib en

een geldbedrag van 300 euro.

www.oxfamnovib.nl

365 Dagen

Onderweg

Ga je bijna op vakantie en heb je

nog geen boek voor onderweg?

Kies voor het nieuwe reisdagboek

waarin Floortje Dessing in een

jaar de wereld rond reist. Op een

persoonlijke manier vertelt zij

over de dingen die ze meemaakt

en de mensen die zij ontmoet.

Bestel het boek op www.EEN.

nl/shop en draag hierdoor

tevens bij aan een beter milieu.

BilkertsFantastisch, zoveel aandacht in IS voor het Fair-trade gebeuren op het Bildt (IS5). Bildtenaren 

bestaan alleen niet: Bilkerts is het juiste woord. En we zijn echt wel modern hoor. Op het platteland 

dragen wij geen ‘geitenwollen sokken’ meer, maar duurzame trendy teenslippers. Als enige wereld-

winkel in de regio Noord-West Friesland verkopen wij de nieuwe Kadangas trendy teenslippers, zelfs Leeuwarden durfde dat niet aan. Deze trendy slip-

pers worden gemaakt in de sloppenwijken van Durban in Zuid-Afrika. De zool is gemaakt van 

gerecyclede autobanden.  Tineke de Jong

Lidl mistakeDe kop van het artikel ‘Malinese pinda’s bij Lidl’ 

(IS5, p. 28) klopt niet. Deze wekt de suggestie dat onze pinda’s bij Lidl worden verkocht, maar dat is niet het geval. Wij hopen volgend jaar onze eerste 

pinda’s in Nederland te verkopen, maar dat zal niet bij genoemde supermarktketen zijn. Onze 

sesam wordt wel al sinds 2009 als sesamolie via Aldi en Lidl verkocht.

Kees-Jan van Til, Directeur Général Yiriwa SA  

Colofon

RedactieHans Ariëns (hoofdredacteur), Lonneke van Genugten (eindredacteur), Pieternel Gruppen, Hanna Hilhorst (redacteur), Roselyn Flach (stagiaire) & Ellen Davids (stagiaire).

Aan dit nummer werkten meeMarieke Aafjes, Esther Bakker, Peter Boer, Kees Broere, Evelijne Bruning, Isabel Callejas, Seydou Camara, Ton Dietz, Klaas van Dijken, Arne Doornebal, Maarten Donders, Nils Elzenga, Ilona Eveleens, Freaky Fauna, Elles van Gelder, Guerilla-interviews.nl, Annick Hedlund-de Witt, Anneke Hymmen, Zsuzsanna Ilijin, Hilde Janssen, Cornelie de Jong, Janneke Juffermans, Peter van Lieshout, Kadir van Lohuizen, Marcia Luyten, Wilma van der Maten, Roeland Muskens, Evert Nieuwenhuis, Maarten van der Schaaf, Babah Tarawally, Sanne Terlingen, Paul Teule, Sven Torfi nn, Robert Went, Leonie Wolters, Annet Yobu, Ilse Zeemeijer

Basisontwerp Luis Mendo, GOOD Inc. Art direction en vormgeving Bouwe van der Molen Graphic Design, Wouter Overhaus (Atelier van GOG) Beeldredactie Anja Koelstra Bladconcept Fred Hermsen, Maters & Hermsen Journalistiek Lithografi e MediaTraffi c Press, Amsterdam Druk Habo DaCosta, Vianen

Redactieraad: Pieter Broertjes (voorzitter), Frans van den Boom, Tineke Ceelen, Anna Chojnacka, Annemarie van Doorn, René Grotenhuis, Aad van den Heuvel, Bram van Ojik, Fatma Wakil

AbonnementenEen abonnement op IS is gratis. Abonneren, opzeggen of adreswijzigingen doorgeven kan via de antwoordkaart in dit blad en via de website www.ismagazine.nl. Of stuur een briefje naar:Abonnementenadministratie ISAntwoordnummer 5523840 WB HarderwijkMailen kan ook: [email protected]

Redactie adresPostbus 94020, 1090 GA Amsterdamtel.: 020-5682055, [email protected] www.ismagazine.nl

IS is een gratis uitgave van NCDO. NCDO staat voor Nationale Commissie voor Internationale Samenwerking en Duurzame Ontwikkeling. NCDO betrekt mensen in Nederland bij internationale samenwerking. www.ncdo.nl

IS werkt samen met lokaalmondiaal en Vice Versa in het Wereldmediahuis. www.wereldmediahuis.nl

Meningen en standpunten die te lezen zijn in dit blad, worden niet noodzakelijkerwijs door NCDO onderschreven. IS verschijnt tien keer per jaar. De volgende uitgave verschijnt op 13 september.

Ticket to the tropics

JoHo is een belangenorganisatie die vrijwilligers uitzendt naar ontwikkelingsprojecten wereldwijd.

Hondenbaan? Alles behalve!Help mee bij de verzorging van honden en katten

in een asiel in Beijing en volg tegelijkertijd een chinese taalcursus.

Backpackers hangoutBen jij een creatief designer of zoek je een stage in die richting? Pak je kwast en werk samen met

lokale kunstanaars aan de inrichting van een nieuw backpackerscentrum in Malawi.

Fata morganaIn een uniek dorpje in de woestijn in Israël help je mee met het bouwen van nieuwe hutten. Daar-naast verwelkom je nieuwe gasten van over de hele wereld die het dorp komen bezoeken en assisteer je bij het bereiden van maaltijden.

Groene vingerswerk samen met lichamelijk en verstandelijk beperkte Thaise kinderen in een ecologische tuin, rijd paard met hen en organiseer buurt-

evenementen.

Rolstoelracerolstoelracen in zuid-afrika? Niks te gek! vanaf september werk je 3 maanden aan een sportpro-

ject voor mensen in ontwikkelingslanden. Je ondersteunt lessen, werft fondsen en organiseert

sportevenementen.

Deze en talloze andere vrijwilligerswerkvacatures vind je in de oriëntatie- en keuzegidsen van de JoHo Go Abroad services.

vrijwilligerswerkinhetbuitenland.nl

Ga je bijna op vakantie en heb je

nog geen boek voor onderweg?

Kies voor het nieuwe reisdagboek

jaar de wereld rond reist. Op een

over de dingen die ze meemaakt

www.EEN.

tevens bij aan een beter milieu.

Sorry Kees!De ‘notoire dwarsligger’ uit het redactioneel van IS 5 heet niet Kees maar Johan Driessen. Kees Driessen, voormalig boekenmedewerker van dit blad, heeft geen reputatie als dwarsligger, anders dan PVV-Kamerlid en woordvoerder ontwikkelingssamenwerking Johan Driessen.

De hoofdredacteur

¤ 18,95

Page 60: IS 06 2011

60 FEBRuARi 2011 IS

veldwerk

wie: Gerard Lommerse (55) woont in: AmsterdamIs: directeur van Alice O (educatie in wereldperspectief ) en projectlei-der bij het Gondar on the Move Millenniumakkoordenprojectwaar: Gondar, Ethiopië waarom: “Ik ben ervan overtuigd dat mensen een betere toekomst krijgen als ze zelf de lokale economie verbeteren. Daarom willen we ondernemerschap bevorderen door jongeren vakvaardigheden bij te brengen. Zonne-energie kan daarbij een belangrijke rol spelen.”www.gondaronthemove.blogspot.com www.gondaronthemove.nl www.aliceo.nl

Groeten uit Gondar

Ethiopische favorieten• Drankje: Vers fruitsap van mango, avocado en papaja• Hapje: geroosterd lamsvlees• Plekje: Aan het einde van de dag in de winkel van Dereje

Weekend: Mooie mensen Met zestien jonge installateurs van InstallatieWerk Nederland en hun trainers reizen we naar Gondar, een kleine stad in de provincie Amhara. Daar gaan de groepsleden voor Gondar on the Move een zonne-energie opleidingsmodule installeren voor de lokale beroepsopleiding. Voor de Nederlandse jongeren is het een enorme ervaring. Veel van hen zijn nooit buiten Europa geweest. Ze zien armoede en mooie mensen. De tijd in de stad lijkt te hebben stilgestaan. Er hangt een relaxte sfeer. Na een dag voelen de jongeren zich al thuis.

Zondag: Eindelijk spullenWe zijn al een week in Gondar als ons materiaal arriveert. Eindelijk. We moeten veel belasting betalen. Met de lokale cursisten installeren we de zonnepanelen en de boilers. Tientallen leerlingen, leraren en mensen uit de stad komen kijken hoe alles werkt. De hele dag geven we korte trainingen. Als de dag vordert, zien we hoe de lokale cursisten zelf uitleg gaan geven aan de toeschouwers. Ze vinden het allemaal ‘amazing’. We discussiëren over de voor- en nadelen van zonne-energie en over het grote stuwmeer dat in Ethiopië wordt gebouwd. ’s Avonds vieren we de oplevering met een klein feestje.

Vrijdag: SuperervaringOnze tijd in Ethiopië zit erop. De directeur van de opleiding en onderwijsdirec-teur van de regio Amhara bedanken ons. Ze geven aan dat ze veel problemen hebben, en dat wij hen kunnen helpen om die op te lossen. Het liefst willen ze dat we blijven om meer training te geven. Helaas hebben we minder tijd voor trainingen gehad dan gehoopt, doordat de lading een week te laat aankwam. Dat moeten we later oplossen. ’s Avonds hebben we hier met de groep een pittige discussie over. Had ons opleidingsproject wel zin? Krijgen de mensen hier het georganiseerd als wij weer weg zijn? Ethiopië is nogal bureaucratisch en de mensen stellen zich erg afhankelijk op. De conclusie van de cursisten is dat het voor hen in ieder geval een superervaring was.

Zondag: Eindelijk spullen

Vrijdag: SuperervaringOnze tijd in Ethiopië zit erop. De directeur van de opleiding en onderwijsdirec-

Maandag: Duur gereedschapWe staan vroeg op. De beroepsopleiding telt vijfduizend cursisten, de meerderheid is vrouw. Met negen grote ‘stoere’ jongens uit Nederland in ons midden, valt onze groep erg op. Aan 26 cursisten introduceren we ons project offi cieel. Iedereen is nieuwsgierig wat we doen en wil een praatje met ons maken. We verkennen de werkruimte. Die ziet er goed en opgeruimd uit. Er is meer gereedschap dan we hadden gedacht. Sommige dure werktuigen staan in grote hoeveelheden ongebruikt in het schap. Een gulle gever heeft ze geschonken en niemand weet wat ermee te doen. Het voornaamste probleem is de kapotte waterleiding. Die blijkt al jaren stuk. Onze lading staat nog steeds op het vliegveld in Addis Abeba.

kapotte waterleiding. Die blijkt al jaren stuk. Onze lading staat nog steeds op het vliegveld in Addis Abeba.

Ethiopische favorieten• Drankje: Vers fruitsap van mango, avocado en