InVorm december 2015

32
INVORM "Sta positief in het leven" Wilmar Schaufeli over bevlogenheid  "We bepaalden met elkaar de koers" André Groot-Bluemink, Sint Jozefoord  "Zorg moet aanslui ten op het leven van mensen" Jeanny van den Berg, WIJeindhoven "Samenleving heeft recht op professionals die meegroeien" Theo Maas, wethouder gemeente Someren Magazine over ontwikkelingen in zorg & welzijn in Noord-Brabant | december 2015

description

Magazine over ontwikkelingen in zorg & welzijn in Brabant | december 2015 | Wilmar Schaufeli; Theo Maas, gemeente Someren; André Groot-Bluemink, Sint Jozefoord; Jeanny van den Berg, WIJeindhoven; en meer | Uitgave van Stichting Transvorm

Transcript of InVorm december 2015

Page 1: InVorm december 2015

INVORM"Sta positief in hetleven"Wilmar Schaufeli overbevlogenheid 

"We bepaalden metelkaar de koers"André Groot-Bluemink, SintJozefoord 

"Zorg moet aanslui­ten op het leven vanmensen"Jeanny van den Berg,WIJeindhoven

"Samenleving heeft recht opprofessionals die meegroeien"Theo Maas, wethouder gemeente Someren

Magazine over ontwikkelingen in zorg & welzijn in Noord-Brabant | december 2015

Page 2: InVorm december 2015

INHOUD3 COLUMN Wilma de Jong (Transvorm)

4 EXPERT Wilmar Schaufeli over

bevlogenheid

8 OPINIE Theo Maas (gemeente Someren)

12 WERKGEVERSCHAP André Groot Blue­

mink & Peggy Voets (Sint Jozefoord)

14 KORT NIEUWS

16 IN BEELD Woonlandschap De Leyhoeve

18 TOEZICHTHOUDER Hélène Beaard

20 KORT NIEUWS

22 VIJF VRAGEN AAN... Jeanny van den Berg

(WIJeindhoven)

24 DOSSIER Vergrijzing en ontgroening

28 KORT NIEUWS

29 COLUMN Piet Verrijt (Transvorm)

30 PERSONALIA 

4

12

22

2

Page 3: InVorm december 2015

INHOUDVAN DE VOORZITTER

Wilma de Jong

Colofon

Titel InVorm, magazine over ontwikkelingen in zorg & welzijn in

Noord-Brabant

Uitgever Stichting Transvorm

Abonnementsgegevens gratis voor bestuurders, managers en

beleidsmakers van zorg- en welzijnsorganisaties, overheid en

onderwijs in Noord-Brabant. Abonnementen en losse nummers

zijn op te vragen via [email protected] 

Frequentie verschijnt 3 keer per jaar

Omvang 32 pagina's

Oplage 2.000 exemplaren

Teksten Andrea van Geenen, Hans Horsten, Anne-Rieke de Haan

en Simone van Halen

Fotografie Joris Buijs en John Schouten / Beeld Werkt, Joost

Duppen

Eindredactie en advertentie-exploitatie Simone van Halen, Anne-

Rieke de Haan en Marloes Daamen, Transvorm

Redactie- en advertentieadres

Postbus 4275

5004 JG Tilburg

T 088 144 40 00

E [email protected]

I www.transvorm.org

Productie en verspreiding Editoo, Arnhem

Zullen we gaan leren van hetverleden?  Tot op heden sloot mijn column altijd aan bij het hoofdartikel.Door de actualiteit wijk ik daar nu vanaf. De actualiteit vanhet sluiten van contracten tussen zorgverzekeraars en thuis-zorgorganisaties voor het bieden van thuiszorg. Voor het eerstmoet een aanbieder met iedere verzekeraar apart een con-tract afsluiten. De parallel met de hulp bij huishouden, toen deze door ge-meenten gecontracteerd moest worden, is snel gemaakt. Ooknu zien we de beweging dat de verzekeraars, als inkoper gaanvoor de laagste prijs, zoals de gemeenten destijds. Ook nu zienwe aanbieders die zich gedwongen voelen om te tekenen bijhet kruisje ook al is de prijs te laag. Ook nu zien we waarschu-wingen dat organisaties failliet zullen gaan.  We kennen allemaal het vervolg bij hulp bij huishouden: veelorganisaties die deze vorm van hulp hebben afgestoten, inzetvan lagere deskundigheidsniveaus, een forse afname van dewerkgelegenheid en tot op dit moment gerechtelijke procedu-res over het terugbrengen van het salaris van medewerkers.  Ook bij thuiszorg gaat het om arbeidsintensief werk en dusom veel mensen die dit werk doen. Ik ben benieuwd welke dy-namiek er nu ontstaat met de wetenschap hoe het bij de Hulpbij Huishouden is gegaan. Zal blijken dat we ervan hebben ge-leerd? Zullen we er anders mee omgaan?  Wilma de Jongvoorzitter raad van toezicht Transvorm

3INVORM | december 2015

Page 4: InVorm december 2015

“Zorgmedewerkers willen echt ietsbetekenen voor een ander, dat is eengoede basis voor bevlogenheid”

4

EXPERT

Page 5: InVorm december 2015

“Bevlogenheid is een continuproces zonder gouden formule” 

De transitie in Zorg en Welzijn heeft impact op elke organisatie en iedere professional. De werkomgevingstaat onder druk en professionals zijn soms uitgeput van de vele veranderingen die elkaar in hoog tempoopvolgen. Is het in deze tijd wel mogelijk dat medewerkers hun bevlogenheid kunnen behouden? En watis de taak van organisaties, leidinggevenden en de overheid hierin? InVorm legde deze en andere vragenvoor aan Wilmar Schaufeli, hoogleraar Arbeids- en Organisatiepsychologie aan de universiteiten vanUtrecht en Leuven. Bij velen is hij bekend als dé bevlogenheidspecialist. “Bevlogenheid levert veel op,maar vraagt ook om een continue dialoog.”

Bevlogenheid, een mooie term. Wat ver-staat u hieronder?“Bevlogenheid gaat om drie dingen. Teneerste om energie, om vitaal zijn. De twee-de factor is toegewijd zijn aan het werkdat je doet. Tot slot is absorptie cruciaal.Hiermee bedoel ik dat iemand volledig ge-richt is op wat hij op dat moment doet.Opgaan in je werk dus. Als je zo iemandziet, dan weet je wat ik bedoel. Bevlogenheid is overigens goed te meten:we hebben hiervoor een vragenlijst ont-wikkeld die ook internationaal gebruiktwordt.” U spreekt over toewijding aan het werk. Isdat hetzelfde als toegewijd zijn aan eenorganisatie?“Ik vind dat er begrippen zijn die betrok-kenheid bij een organisatie beter definië-ren. Zoals loyaliteit en extra-rol gedragof Organizational Citizenship Behavior(het gedrag van de werknemer dat buitende officiële taakomschrijving valt en watvan nut is voor de organisatie, red.). Bevlo-genheid heeft met name betrekking ophet werk. In de zorgsector zie je vaak datmedewerkers betrokken zijn bij een pa-tiënt of cliënt, en minder bij de organisatie.Dat kan een probleem zijn als een organi-satie een bepaalde koers wil varen. Vaak ishet wel zo dat bevlogen medewerkers zichmeer betrokken voelen bij een organisatiedan niet bevlogen medewerkers, maar dathoeft dus niet per se.” 

Elke organisatie wil waarschijnlijk bevlo-gen medewerkers hebben. Hoe realiseer jedat, bevlogenheid? “Bevlogenheid vraagt iets van jouzelf eniets van de organisatie. Welke acties hetmeest effectief zijn, hangt af van de con-crete situatie. Neem als voorbeeld deleiderschapsstijl. Sturen leidinggevendenvooral op cijfers? Dan kan er bij medewer-kers juist behoefte zijn aan iemand die heninspireert, verbindt, een goede sfeer be-langrijk vindt en mensen in hun kracht zet.Bevlogen leiderschap is niet altijd aanwe-zig, maar kan wel getraind worden. Somsis het leiderschap wel in orde, maar zijnrollen of verantwoordelijkheden niet dui-delijk. En zo zijn er meer factoren waarorganisaties iets mee kunnen doen ombevlogenheid te stimuleren. Welke actiesdat zijn, hangt met name af van wat er opteamniveau en op de werkvloer gebeurt.” Welke rol hebben bestuurders en mede-werkers zelf?“Vooral een bevlogen bestuurder isbelangrijk om condities te scheppen diebevlogenheid bevorderen. Als een bestuur-der ziet wat de positieve gevolgen zijn vanbevlogenheid binnen zijn organisatie, danis er vaak veel mogelijk. Het is daarnaastook aan de medewerker zelf om initiatiefte nemen. Bijvoorbeeld door zijn eigenbaan te kneden en door kritisch te kijkennaar waar hij staat en wat hij over vijf jaarzou willen. En daar dan concreet mee aande slag te gaan.” 

Is er een eenvoudige methode om totmeer bevlogenheid te komen?“Bevlogenheid vraagt continu om aan-dacht. Het is een proces waar geen magi-sche formule voor is. Organisaties die methet thema bevlogenheid aan de slag wil-len gaan, kunnen beginnen met eenmedewerkersonderzoek. Die worden welgehouden, maar belanden regelmatig inde la. Dat kan anders. Meet in zo’n onder-zoek de dingen waar je ook echt acties opzou kunnen inzetten en geef individuelenen teams feedback over hun scores. En gaer vervolgens mee aan de slag.  Bevlogenheid vraagt erom voortdurendmet elkaar in gesprek te zijn op basis vangoede informatie. Het is een proces waar-bij de resultaten van interventies tussen-tijds gemeten en bijgesteld moet worden.Zo veranker je het in je bedrijfsproces. Datduurt lang en vooraf heb je geen garantieop succes.” Zijn er verschillen tussen sectoren? Hoe ishet gesteld met bevlogenheid in de zorg-en welzijnssector?“In Onderwijs, Zorg en Welzijn werkenvaak bevlogen mensen met een soort roe-ping. Van huis uit voelen ze zich betrokkenen verantwoordelijk. Gemiddeld genomenen wetenschappelijk aangetoond zijn ver-pleegkundigen en leerkrachten meerbevlogen dan bijvoorbeeld winkelmede-werkers. Dat is niet zo raar: kenmerkendaan de onderwijs- en zorgsector is dat me-dewerkers betrokken zijn bij mensen. Ze

5INVORM | december 2015

EXPERT

Page 6: InVorm december 2015

kiezen ervoor écht iets te betekenen vooreen ander. Dat is een goede basis voor be-vlogenheid. Een belangrijke vraag is hoe jedeze bevlogenheid vasthoudt. Jonge men-sen zijn gemotiveerd, hebben goedeideeën. Soms gaat dat na een aantal jarenmis. Het is interessant om te kijken hoedat komt en hoe je de vonk weer kuntlaten vlammen.” Speelt de afdeling P&O of HRM hier eenrol in? “Zeker, deze professionals hebben een be-langrijke rol. Om te beginnen moeten ze

Over Wilmar Schaufeli Wilmar Schaufeli is hoogleraar Ar-beids- en Organisatiepsychologie aande Universiteit van Utrecht. Ook is hijals onderzoekshoogleraar verbondenaan de KU Leuven (België) en als gast-docent aan Loughborough BusinessSchool (Groot Brittannië) en Jaume IUniversitat, Castellon (Spanje). Hij is geregistreerd klinisch psycho-loog, GZ-pycholoog en arbeids- en ge-zondheidspsycholoog en samen metzijn zoon heeft hij adviesbureauTriple i. Schaufeli doet onder andere onder-zoek op het gebied van de psycholo-gie van arbeid en gezondheid, in hetbijzonder werkstress, bevlogenheid,workaholisme en verveling (zie www.wilmarschaufeli.nl).

"De mensen in de lijn moetenzorgen dat er iets verandert"

Kortom, kijk slim naar sociale processen.Dit kost weinig of geen extra tijd, maar le-vert wel veel op. Dit vraagt overigens welsociale vaardigheden van leidinggeven-den.” 

zelf bevlogen zijn, zin en plezier hebben inhun werk. Als ze snappen waar bevlogen-heid over gaat en hierin geloven, kunnenze systematisch aandacht vragen voorfeiten, processen begeleiden en hulpmid-delen ontwikkelen, zoals trainingen ofopleidingen. Zo ondersteunen ze de lei-dinggevenden. Want uiteindelijk zijn hetde mensen in de lijn die ervoor moetenzorgen dat er iets verandert.” Het klinkt logisch allemaal. Maar is hetwel zo eenvoudig voor leidinggevenden?“Managers verkeren vaak in een lastigepositie. Enerzijds moeten ze organisatie-doelen behalen met een flinke caseload alsgevolg. Anderzijds moeten ze hun mede-werkers motiveren en meekrijgen. Dat isinderdaad niet altijd gemakkelijk. Daarstaat tegenover dat het erg belonend is alsje zaken voor elkaar krijgt. Als je als teamde schouders eronder zet en doelen be-haalt, geeft dat energie en kom je in eenopwaartse spiraal. Niet elke leidinggeven-de is daar echter even geschikt voor. Stuurje als organisatie op output en op dos-siers? Dan heb je vaak een ander type ma-nager en lever je in op de sociale kant. Datkan zorgen voor een neerwaartse spiraalen klaagsfeer.” Er worden enorm veel eisen gesteld aanzorg- en welzijnsorganisaties. Wat voorimpact heeft dit op bevlogenheid? En watkun je als organisatie doen als er zoveelgevraagd wordt?“Tijden van verandering, zo ook de ontwik-kelingen in de zorg, doen een aanslag opde mate van bevlogenheid. Omdat veelmedewerkers hun werk niet meer kunnendoen zoals ze zouden willen. De eisen diegesteld worden vanwege de nieuwe finan-ciële structuur kun je niet veranderen. Watje wel kunt doen, is werken aan de kantvan de energiebronnen. Als voorbeeld:geef vaker complimenten. Deel successenen besteed aandacht aan wat goed gaat.En zorg dat een teamoverleg met positievezaken wordt afgesloten. 

U bent een groot voorstander van een po-sitieve benadering binnen het werk.Waarom werkt dit beter? “We hebben van nature vaak de neigingom te kijken naar de negatieve dingen.Terwijl juist het belichten van positievezaken veel meer effect heeft. Natuurlijkkun je niet je ogen sluiten voor dingen dieniet goed gaan. Maar het is effectiever omvooral te kijken naar waar het wel goedgaat en hoe andere teams daarvan kunnenleren. Mensen vinden het leuk om hunsuccessen te delen. Het geeft energie enkan een ander in beweging brengen. Be-langrijk is wel dat leidinggevendengesteund worden in zo’n proces. Ze moe-ten durven delen met en leren van elkaar.Dat kan alleen in een veilige omgevingmet goede coaching of intervisie.” Levert het werken aan bevlogenheid je alsorganisatie aantoonbaar voldoende op?“Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat bijverpleegkundigen minder prikincidentenvoorkomen als ze meer bevlogen zijn. Uiteen ander onderzoek van Jelle Prins onderartsen blijkt dat zij minder fouten makenals ze meer bevlogen zijn. Is het personeelin een horecazaak enthousiast en bevlo-gen? Dan zijn klanten meer tevreden enkomen ze sneller terug. Dit is logisch. Denker zelf maar aan hoe je benaderd wilt wor-den als je bijvoorbeeld in het ziekenhuisligt. Dan vind je het fijn als een verpleeg-kundige oprecht aandacht voor je heeft entoegewijd is.  Kortom: mensen vinden een goede bejege-ning belangrijk en dit hangt vaak samenmet bevlogenheid. En dat levert aantoon-baar iets op. Overigens niet alleen voor jeklant en organisatie, maar ook voor demedewerkers zelf. Ze zitten beter in hunvel, hebben minder stress en het verzuimis lager.” Medewerkers in de Zorg zijn vaak heeltoegewijd. Hoe zorg je ervoor dat bevlo-genheid gezond blijft?

“Als je mensen andere dingen laat doen -zoals administratief werk, veel vergaderenof formulieren invullen - dan wat zijbelangrijk vinden - zorgen voor mensen -dan ontstaat er druk. Het is een uitdaging

6

EXPERT

Page 7: InVorm december 2015

10 gouden regels  1. Benut zoveel mogelijk je eigen ta-lenten en volg je dromen en passies.  2. Zorg voor een goede balans tussenwerk en privé. 3. Focus niet alleen op resultaat, maarook op je persoonlijke ontwikkeling.  4. Wees optimistisch: denk in moge-lijkheden in plaats van problemen. 5. Help en steun anderen op het werk,wees coöperatief. 6. Vraag regelmatig feedback van an-deren; blijf in gesprek met je baas. 7. Zorg goed voor je lijf; bewegen, sla-pen en ontspannen. 8. Stel jezelf uitdagende, maar welrealistische, doelen. 9. Neem initiatief, benut de mogelijk-heden die het werk biedt. 10. Houd het werk uitdagend, ookvoor de toekomst. 

“Kijk juist in zware tijden naar desociale kant en deel successen”

om dit tot een minimum te beperken.Naast de sociale zaken die ik eerder noem-de, kun je mensen betrekken bij besluitvor-ming en hun werk. Ga als leidinggevendemet je team in gesprek. Hebben medewer-kers zelf ideeën om het werk anders in terichten? Geef hen die ruimte en experi-menteer hiermee. Dat geeft motivatie enenergie. Natuurlijk kost dit in het beginvan zo’n proces meer tijd, maar dat win jelater ruimschoots terug. Andersom: kies jeals leidinggevende voor een autoritairestijl en houd je je vast aan systemen enregels? Dan levert dat in beginsel wellichttijd op. Maar medewerkers komen in op-stand, raken motivatie kwijt. Uiteindelijkkost dat tijd. Kies dus slim. Ga met elkaaraan de slag, probeer uit, deel kennis envaardigheden. Durf zaken uit handen tegeven. Van een bestuurder vraagt dat omkeuzes maken. Stuur je vanuit cijfers enangst? Of vanuit kwaliteit enregelruimte?” Feit blijft dat de overheid allerlei zakenoplegt. Hoe kijkt u tegen de rol van deoverheid aan?“Ik zie twee bewegingen. Aan de ene kantwordt bevlogenheid steeds belangrijker.De cliënt wordt kritischer en laat bejege-

ning volop meespelen bij de keuze vooreen bepaald ziekenhuis of zorginstelling.De beste ervaring krijg je waar medewer-kers het meest bevlogen zijn. Anderzijds iser de druk vanuit de overheid. Er is volopcontrole, registratie en eisen voor transpa-rantie. De overheid zou deze controle-stroom kunnen verminderen. Daarnaastkan de overheid een stem geven aan eind-gebruikers en professionals. Betrek hen bijbesluitvoering en verminder de bureaucra-tie. Eigenlijk geldt hiervoor hetzelfde alswat je op teamniveau wilt realiseren.” Tot slot: wat kan de lezer van dit artikelzelf morgen doen?“Sta positief in het leven. Schrijf elke dagvijf dingen op die goed gingen of waar jeblij van werd. Na twee tot drie weken zul jehier zeker effect van merken. Kijk ook kri-tisch naar je pro-sociale gedrag: ben hulp-vaardig en geef gemeende complimenten.Om in tegeltjeswijsheden te vervallen:“Wie goed doet, goed ontmoet”. Tot slot:begin klein en stel reële doelen. Een heleafdeling morgen aan het lachen krijgen,is een onmogelijke ambitie. Een glimlachop het gezicht van één cliënt is wel haal-baar. Dat zal je ongetwijfeld zelf ook veelplezier geven.”

7INVORM | december 2015

EXPERT

Page 8: InVorm december 2015

Over Theo Maas Theo Maas werkte jarenlang in de ge-handicaptenzorg. Daarnaast vervuldehij de nodige bestuursfuncties in hetonderwijs en de zorg. Zijn betrokken-heid uitte hij ook politie, voor de PvdAzat hij in ‘regiegroepen’ voor het lo-kaal bestuur. In 2006 werd Maasraadslid in Someren, gevolgd door eenoverstap naar het college van B&W in2010. Daar maakt hij zich sterk voorSociale Zaken, Zorg en Welzijn, Jeugd-beleid en Onderwijs.

8

OPINIE

Page 9: InVorm december 2015

"De samenleving heeft recht opprofessionals die meegroeien"

Als wethouder voor het sociale domein en maatschappelijke zorg staat Theo Maas (PvdA) in Somerensinds 1 januari 2015 in het oog van de orkaan. Op die dag werd de decentralisatie van een aantal zorg- enwelzijnstaken een feit en kwamen de gemeenten aan het roer te staan. Na bijna een jaar is het tijd omeen tussenbalans op te maken. Hoe roerig ging het eraan toe in een gemeente waar iedereen elkaar kent?Een terugblik. "De enige stabiele factor in de Zorg is dat de veranderingen door zullen gaan."

Someren is al langer vertrouwd met dekanteling in de Zorg. De meest recenteoverheveling van zorgtaken naar de ge-meente is in het Peeldorp nu bijna een jaaronderweg. Te vroeg om eenduidige con-clusies te trekken, vindt Maas, al zijn er weltendensen zichtbaar. "We zitten nog volopin die overgangsfase tussen oud en nieuw.Niet alle consequenties zijn al even duide-lijk, en de wet- en regelgeving is nog aanhet uitkristalliseren. Tegelijk zie ik dat ereen vernieuwingsslag gaande is. Als ge-meente kijken we waar we kunnen aan-sluiten bij wat er in de gemeenschap aanactiviteiten leeft. Die proberen we vervol-gens zoveel mogelijk ruimte te geven. Metmooie initiatieven als gevolg. Zo ben ikontzettend trots op onze dorpscoöperatiein de kern Lierop waar duizend personenlid van zijn. Over de omslag tot nu toe ben ik in grotelijnen tevreden. Er is een beperkt aantalklachten rondom de her-indicaties. Wezien dat het voor deze mensen lastig is omte wennen aan de nieuwe realiteit. Bijnieuwe indicaties merk ik dat mensenhiermee al meer vertrouwd zijn. Ze vindenhet normaler om eerst te kijken wat je zelfkunt doen of via familie en informele net-werken. Tegelijk moet je goed kijken omwelke problemen het nu werkelijk gaat. Alshet ‘onleefbare’ situaties betreft, biedenwe professionele ondersteuning en zorg.Maar we horen ook regelmatig: ik red mewel." Ons kent onsAls lokaal bestuurder opereert Maas in eenspanningsveld dat weleens kan knellen.

Theo Maas heeft het niet zo op criticastersdie het mantra ‘vroeger was alles beter’ook van toepassing verklaren op zorg enwelzijn. "De klassieke zorg bood maximumgarantie bij de voordeur. En vervolgens konje niet meer bewegen omdat alles inmuurvaste protocollen en regels vast lag.De deskundigen wisten wat het beste wasvoor pupil en patiënt. Ik heb zelf jaren alsverpleegkundige en teamhoofd gewerkt inde gehandicaptenzorg, maar de veronder-stelde ‘gezellige sfeer’ in instellingenkende ook zijn keerzijde. Het was een con-text waarin cliënten nauwelijks een vrijekeuze hadden. Ze gingen samen op dezelf-de tijd onder de douche, samen naar de-zelfde dagbesteding, keken met zijn allensamen naar hetzelfde televisieprogramma.Van enige eigen regie en ontwikkeling wasnauwelijks sprake. Let wel: ik bedoel ditniet als een verwijt aan de zorg. Het wasnu eenmaal eigen aan een systeem dat wezelf zo hadden ingericht. Maar je zag opeen bepaald moment dat heel veel zorg demensen niet gelukkiger maakte. Hulp in het huishouden, Tafeltje Dek Je;we hebben mensen in de loop van de jarenenorm veel bezigheden uit handen geno-men. Maar het creëerde tegelijkertijd eensoort aangeleerde hulpeloosheid die ookeen isolement in de hand werkte. Ik vinddaarom de beweging naar meer eigenregie en verantwoordelijkheid en minderinstituties in beginsel goed. Vanaf hetbegin heb ik als wethouder geroepen datik in mijn gemeente een maximaal beroepzou doen op het vermogen van mensen.Zowel lichamelijk, psychisch en financieel." 

Transitie en de kleineregemeente Onze samenleving verandert in hoogtempo. De participatiesamenlevingheeft wellicht een politieke klank,maar de trend die er achter schuilgaatis breder. Samenspraak, inspraak,meedenken en meedoen. Voor ge-meenten is dit geen kleine verande-ring, maar een ware paradigmashift.De omslag van ‘zorgen voor’ naar‘zorgen dat’ vraagt om een andere rolvan de lokale overheid. De transitievan de zorg naar de gemeenten kanheel veel opleveren, want de maniervan organiseren kan en moet andersen beter. Hoe gaan kleinere gemeen-ten - die vaak al worstelen met capa-citeitsproblemen - ermee om? Hoegaan zij met de uitdagingen van detransitie om?

Someren telt ruim 18 duizend inwoners, dezorgwethouder is in zo’n overzichtelijkegemeenschap een publieke persoon diemen makkelijk aan het jasje trekt. "The-ma’s als WMO en Jeugdzorg raken hetleven van veel mensen. De bestuurder diedaarop als eerste aanspreekbaar is, komenze gewoon tegen als ze boodschappendoen bij de supermarkt. Vaak zijn de reac-ties leuk, soms niet. En het kan heel dicht-bij komen. Sommige beslissingen die jemoet nemen, raken zelfs je eigen familie.Mijn moeder bijvoorbeeld moest ook in ge-sprek om een herindicatie te krijgen. Als

9INVORM | december 2015

OPINIE

Page 10: InVorm december 2015

het oudere inwoners betreft die klagenover de bezuinigingen is mijn verweer: gain gedachten eens terug naar het jaar datje 21 werd, of naar je trouwdag. Had jetoen ooit kunnen bedenken dat de zorg inons land vandaag de dag zo’n hoge kwali-teit zou kennen? Nee, is dan meestal heteerlijke antwoord, dat hadden we nooitkunnen bedenken." Maas straalt in zijn betoog bevlogenheiden elan uit. Om zich heen ziet hij dat de sa-menleving volop in beweging is en de be-reidheid toont zoveel mogelijk zelf hetstuur in handen te nemen. Twee actuelevoorbeelden pikt hij eruit. "Someren is delaatste tijd nogal in de media gekomenvanwege het drugsgebruik onder jonge-

"Die vitale samenleving van de toekomst willen we dichterbij brengen"

ren. Misschien komt dat mede omdat bur-gers en bestuur over dat toch gevoeligeitem open en vrijuit met elkaar in gesprekzijn gegaan. Dan kijk je ook met andereogen naar je eigen rollen. Op een scholen-gemeenschap hadden we laatst een avondover drugs, waar vierhonderd ouders op afkwamen. Vooral dat samen optrekkenmoet je in je policy zien te verankeren. Wezijn nu bezig met ‘Plan van Weerbaarheid’,als onderdeel van het integraal jeugdbe-leid. Dat gaat niet alleen over weerbarejongeren, maar ook over weerbare ouders,en een weerbare gemeenschap." DagbestedingEen andere mooie case van coöperatiefdenken noemt hij de wijze waarop eenleegstaande school een alternatieve zorg-bestemming heeft gekregen. "Eerst washet plan om het gebouw te slopen en ereen paar nieuwe huizen te bouwen. Metdie oplossing was eigenlijk niemand in So-meren tevreden. Tegelijk vroeg SWZ ons ofwij in Someren een locatie hadden waar zijeen vorm van dagbesteding zouden kun-nen aanbieden. Door dit met elkaar te ver-binden ontstond een kans voor onze ge-meente en de gemeenschap. We willenniet echt op de huurprijs toeleggen, maarhebben ons wel coulant opgesteld. In debesprekingen met SWZ brachten we ookde wens naar voren om het pand voor an-dere maatschappelijke functies open tegooien. SWZ heeft daar werk van gemaakten samenwerking gezocht met onder an-

dere de GGZ en ORO. Met elkaar hebbenwe lef getoond, want het mixen van ver-schillende doelgroepen gaat niet altijdzonder slag of stoot. In het oude zorgmo-del was dat ondenkbaar." Wat in het zorglandschap van Somerenopvalt, is het relatief grote aantal ouderini-tiatieven, doorgaans beschouwd als hetsummum van zelfregie in de zorg. De ver-klaring? "We zien dat in Zuidoost Brabant,ook in de Peel, naar verhouding veel jonge-ren met autisme wonen. Juist onder dezegroep tref je veel actieve ouders aan die viazorg in natura of met PGB-arrangementenzorg en welzijn voor hun kinderen zo dichtmogelijk bij huis proberen te organiseren.Een ander aspect is dat Someren veel

dorpskernen telt. De bewoners daar koes-teren van oudsher hun eigenheid, zijn ge-wend zaken zelf op te pakken. Dat zie jeterug in de wijze waarop ze zorg voorgroepen uit hun midden regelen." Een meisje van tienJuist omdat zorg in al zijn hoedanighedenmensenwerk is, bouwde de gemeente decommunicatie over de transities in dezesector rond de fictieve figuur ‘Fleur van So-meren’, een meisje van tien jaar. Tijdenshaar tocht door het leven laat deze alle-mansvriend zien wat je allemaal voor el-kaar kunt betekenen als je er samen deschouders onder zet. Een positieve bood-schap die aanslaat in het ‘allemansdorp’Someren. "Wat vindt u van de WMO of deWLZ?, krijgen burgers in benchmarks vaakals vragen voorgelegd. Maar zulke algeme-ne begrippen zeggen de gemiddelde inwo-ner niet veel. Belangrijk is dat ze de wegnaar ondersteuning weten als ze met vra-gen of problemen zitten. Daarom moet jehet menselijke aspect op de voorgrond zet-ten. Maak de veranderingen persoonlijk enherkenbaar. Laat het verhaal van de man-telzorger uit de mond van een mantelzor-ger komen. Bij het kader van de WMO gaathet over structuur. Maar als je de essentiehiervan wilt laten landen in de maatschap-pij praat je over cultuur. Dan gaat er algauw een generatie overheen voordat ie-dereen zo’n ingrijpende wending gewoonvindt." 

Het algemene beeld in Someren is dus po-sitief. Dat neemt niet weg dat er ook knel-punten liggen. "De jeugdzorg is zo’n lastigdossier. We willen daar de slag naar meerpreventie maken, maar dat vraagt tijd engeld. Je moet eerst investeren om op delangere termijn te kunnen oogsten. Veelbetrokkenen onderschrijven de weg die delandelijke politiek in de zorg is ingeslagen,maar de financiële kaders en het tempoknellen regelmatig. Niet alleen voor ge-meenten, ook voor instellingen. Wat helptis om de manco’s waar je tegenaan looptop tafel te leggen. Deel de dilemma’s metelkaar. Maak een probleem tot gezamenlij-ke uitdaging. In de praktijk zie je nog veelbureaucratie en regels die burgers belem-meren in hun rol als informeel zorgverle-ner. Een tijdje terug heb ik in een pleegge-zin meegegeten en met alle betrokken ge-sproken hoe dat werkt. Daar woont al achtjaar een meisje. Al die jaren moeten depleegouders elke maand bij Jeugdzorg opgesprek komen en altijd is de conclusie dathet prima gaat met het meisje. Die ouderssnappen niet waarom dat nog steeds zomoet. Is het dan niet mogelijk om dit an-ders aan te pakken, vanuit gefundeerd ver-trouwen bijvoorbeeld." Haagse reflexEen ander heikel issue is het beschermdwonen, mede vanwege de perikelen rondde PGB’s en de SVB ging veel tijd en ener-gie verloren. "Maar ook hier zetten we allespelers aan één tafel. PGB-bureaus, ouder-initiatieven, de zorg, de gemeente. Dat le-vert vaak mooie allianties op en nieuweproducten waarmee we passende zorgkunnen bieden." In dat verband wil Maasgraag kwijt dat een collectief sterke lokalevuist richting de Tweede Kamer bij hemhoog op de agenda staat. "Je ziet dat hetparlement vanuit die typische Haagse re-flex reageert als zich ergens in het landiets voordoet. Met als gevolg dat als er inBaarle-Nassau iets verkeerd gaat, de poli-tiek komt met antwoorden, regels enmaatregelen waar wij in Someren ook lastvan hebben. Als je de zorg bij de lokaleoverheid neerlegt, houd het dan ook lo-kaal. In zo’n geval moet de staatssecretarisdurven zeggen: daar ga ik niet over." Juist om de transitie in de zorg voor allebetrokken partijen zo soepel mogelijk telaten verlopen werken zes gemeenten inZuidoost-Brabant (Helmond, Someren,Asten, Gemert-Bakel, Deurne & Laarbeek)samen in Peel 6.1. Dit gremium maakteook regionale afspraken met de zorgaan-

10

OPINIE

Page 11: InVorm december 2015

bieders. "Het werkt als een dialoogtafel. Jemaakt niet alleen afspraken over de cen-ten maar je staat ook als partners in hetproces Dan merk je dat zorgorganisatiesgeen wezenlijk andere ambities hebbendan wij. Uit die besprekingen rolden eenaantal overeenkomsten met tarieven en fi-nanciële kaders. Ook de inwoners zatenmet een afvaardiging van lokale WMO-ra-den mee aan tafel. Zij lieten weten dat hetbelang van de cliënt vanaf het begin werd

"Deel de dilemma's met elkaar, maak een probleem tot gezamenlijke uitdaging"

meegenomen. Dat vond ik een mooi com-pliment. Toen ik dat hoorde dacht ik: datgaat de goede kant op." De wethouderconstateert niettemin dat sommige zorg-aanbieders met de nieuwe mores in deknoop zitten. "Waar hun inzet voorheenwas gericht op het binnenhalen van pro-ductie, moeten ze nu met een samenle-ving en individuele burgers in conclaaf dienogal wisselende eisen stellen. Niet ieder-een heeft dat meteen in de vingers. Daar-naast laten bezuinigingen hun sporen ach-

ter. Soms rollen er tarieven uit waarvanzorgaanbieders zeggen: voor dat geld kun-nen we het niet doen, dan moeten wemensen ontslaan. Als dat iemand is die60% van de markt bedient, heb je een pro-bleem en moet je zien hoe je dit oplost.Daarnaast neemt de diversiteit enorm toe.Er is een groeiend aantal kleine zorgorga-nisaties, maar grote spelers zullen er altijdblijven." 

Hart en zielOok bij de professionals ging volgensMaas op 1 januari niet als bij toverslagmeteen de knop om. "Ik begrijp dat wel,"zegt hij. "Toen ik in 1980 als verpleegkundi-ge aan de slag ging, was dat ook een heelander beroep dan nu. De enige stabielefactor in de Zorg van nu is dat de verande-ringen door zullen gaan, we zullen nooitstoppen met nadenken over verbeterin-gen. Ik vind dat je als professional moetzorgen daar deelgenoot van te zijn. Doe je

dat niet, dan sta je aan de zijlijn. Als je alsprofessional een rustig beroep wilt waarin,nadat je het vak geleerd hebt, weinig totniets meer wijzigt, kies dan niet voor dezorg. Je moet hart en ziel hebben voor jeprofessie en dat betekent: in bewegingblijven. De samenleving en vooral cliëntenen patiënten hebben recht op professio-nals die meegroeien." Mede daarom isTheo Maas voorzitter van het Kennisplat-form Vitale Samenleving van de MetropoolRegio Eindhoven (MRE, een samenwer-kingsverband van 21 gemeenten in Zuid-oost-Brabant). "We reflecteren op nieuweontwikkelingen in de zorg en zoeken naarwegen om die vitale samenleving van detoekomst dichterbij te brengen. Dat doenwe samen met kennisinstellingen als Fon-tys Hogeschool. Ook onderzoeken we deeffecten van zorgtransities en proberendie te vertalen voor professionals."

11INVORM | december 2015

OPINIE

Page 12: InVorm december 2015

"Werken aan verbinding, open contact en samen ontwikkelen zijn typerend voor Sint Jozefoord""Werken aan verbinding, open contact en samen ontwikkelen zijn typerend voor Sint Jozefoord"

12

WERKGEVERSCHAP

Page 13: InVorm december 2015

"We willen alles doen vanuitverbondenheid"

Stichting Sint Jozefoord werd begin oktober verkozen tot Beste Werkgever in de categorie tot 1000 me-dewerkers in de Beste Werkgevers Verkiezing 2015 van Intermediair en Effectory. Eerder dit jaar ontvingde stichting in Nuland voor de tweede keer op rij het Gouden Kwaliteitskeurmerk. InVorm sprak met di-recteur-bestuurder André Groot Bluemink en HR-manager Peggy Voets om het geheim van Sint Jozefoordte ontdekken.

In een bosrijke omgeving aan de rand vanNuland ligt het voormalig klooster Sint Jo-zefoord. De relatief kleine zorgorganisatie(140 bewoners, 240 medewerkers) werd in1950 opgericht voor oudere en/of ziekekloosterzusters. Tegenwoordig richt de or-ganisatie zich op het welzijn en de zorgvoor ouderen. Hoewel er in de loop derjaren veel veranderd is, staat het credo vantoen, in een modern jasje, nog steeds over-eind: 'Alles vanuit verbondenheid'. Verbon-denheid met en respect voor de bewonersen elkaar. En dat is in alles voelbaar. Positief mensbeeldDe afgelopen jaren heeft de organisatiehard gewerkt om te komen waar ze nu is.“Dat gaat niet vanzelf”, vertelt PeggyVoets. "Toen ik hier kwam in 2007 stond deorganisatie onder verscherpt toezicht. Demate waarin medewerkers konden mee-praten was beperkt. Dat is nu wel anders:we hebben veel instrumenten voor mede-zeggenschap." De komst van André GrootBluemink in 2011 heeft daar een grote rolin gespeeld. De directeur-bestuurder gingleiding geven vanuit een positief mens-beeld. "Ik ben ervan overtuigd dat mensenvan nature graag werken, betrokken willenworden en verantwoordelijkheid nemen.Dat kan alleen als leidinggevenden ver-trouwen geven, coachend en ondersteu-nend optreden en luisteren. En bijsturenwaar nodig." Luisteren met aandachtDat klinkt mooi, maar hoe doe je dat? SintJozefoord startte allereerst met een trajectvoor leidinggevenden. Dat bestond uit eenharde kant, het decentraliseren van be-voegdheden, en een zachte kant, het leren

luisteren naar elkaar. André Groot Blue-mink: "We hebben een uitgebreid oplei-dingspakket ontwikkeld samen met Fon-tys. In de volle breedte kwamen gespreks-vaardigheden aan bod. Dit was de basisvoor leidinggevenden en noodzakelijk omiedereen op dezelfde lijn te krijgen." Hetvoeren van verzuim- en functioneringsge-sprekken was een onderdeel van het oplei-dingspakket. Een belangrijke stap, lichtPeggy Voets toe: "We zijn gaan praten metlangdurig zieken. Zo kregen we een beterbeeld van hoe medewerkers de verzuimbe-geleiding binnen Sint Jozefoord ervoerenen wat er beter kon. Bovendien ging ieder-een weg zonder last op zijn schouder. Erwerd echt naar hen geluisterd. Een bewe-ging was in gang gezet." Gezamenlijke koers bepalenEen andere stap was het organiseren vande eerste heidagen voor de gehele organi-satie. Met als doel: het ontwikkelen vaneen gezamenlijke koers voor onze organi-satie. "We hebben gesproken over het ver-leden en ontstaan van Sint Jozefoord. Overde transitie naar minder zusters tot wel-licht geen zusters meer in 2025. En wat ditbetekent voor ons bestaansrecht als weniet aantrekkelijk zijn voor andere senio-ren. Het belang werd goed begrepen doorde medewerkers", vervolgt de directeur-be-stuurder. 'We organiseerden rondetafelge-sprekken waarbij ik, samen met een staf-medewerker of leidinggevende, met me-dewerkers in gesprek ging over hun werk-beleving. Ondanks dat uit deze gesprekkenvele actiepunten voortvloeiden, werd ditbinnen de organisatie juist opgevat als eenkans om verder te verbeteren."

 Brainstormen tijdens heidagenNiet alleen de rondetafelgesprekken, maarook de jaarlijkse afdelingsbezoeken en hei-dagen dragen bij aan het gevoel van ver-binding. Peggy Voets: "Tijdens de heidagenbrainstormen medewerkers in gemengdegroepen over relevante onderwerpen. In deochtend kijken we terug op het afgelopenjaar: Wat hebben we samen gedaan? Enwat zijn de resultaten hiervan? Het mid-dagprogramma staat in het teken van éénthema. We nodigen interessante sprekersuit die over het thema vertellen. Vervol-gens gaan de aanwezigen in groepjes metelkaar brainstormen. Heel belangrijk, wantjuist hierdoor leer je elkaar te begrijpen enkom je nader tot elkaar. De eindresultatenvan zo'n heidag worden vervolgens doorvertaald naar projecten, waarmee ge-mengde werkgroepen aan de slag gaan.Want met één vruchtbare dag ben je ernog lang niet." Vitaliteit en gezondheidVorig jaar was het centrale thema vitaliteiten gezondheid van cliënten. Dit jaar staatvitaliteit en gezondheid van de medewer-kers centraal. "Door zo’n thema centraal testellen en daar met elkaar aan te werken,gaat het bij iedereen leven", vertelt AndréGroot Bluemink. “Het thema bespreek ikbijvoorbeeld tijdens de huiskamerbezoe-ken met bewoners. Bewoners denken zelfmee over hoe zij vitaal kunnen blijven. Zowilde een bewoner voor mij koffie in-schenken in plaats van andersom. Want'dat houdt me in beweging', zo beargu-menteerde ze." Peggy Voets vult aan: "Voormedewerkers werkt het net zo. Ook zijgaan aan de slag met het thema. Wemaken vier deelprojecten en enthousias-

13INVORM | december 2015

WERKGEVERSCHAP

Page 14: InVorm december 2015
Page 15: InVorm december 2015

meren medewerkers om daarin te partici-peren vanuit hun intrinsieke motivatie.Dan merk je vaak pas hoeveel kennis erverscholen zit en hoe waardevol deze isvoor de organisatie." TopprojectenEen ander instrument dat Sint Jozefoordinzet zijn zogenaamde topprojecten. Destart van elk topproject kent drie fases. Infase 1 worden in groepen de aandachts-punten naar boven gehaald, in een bijzon-dere setting. André Groot Bluemink: "Aande tafels zitten een aantal medewerkers,cliënten en leidinggevenden die vragenstellen over het onderwerp. Deze vragenstellen ze aan twee of drie zogenaamde'kritische vrienden'. Dit zijn mensen vanbuiten de afdeling, zoals een arts of man-telzorger. De rol van de kritische vriendenis om eerlijk en open antwoord te geven.De rol van de deelnemende medewerkersis om uitsluitend vragen te stellen: reage-ren op de antwoorden en discussiëren isniet mogelijk. Dit wordt in de gaten ge-houden door een procesbegeleider." "Dat is

"Tijdens onze eerste heidag bepaalden we met elkaar de koers van onze organisatie"

best spannend," bevestigt Peggy Voets."Maar hiermee kun je echt iets doorbreken.Iedereen komt op gelijke voet te staan enalles wordt besproken. Pas dan kun je echtverder." Bij fase 2 worden de aandachtspunten om-gezet in verbetersuggesties. In fase 3 wor-

den de suggesties omgezet in vier the-ma’s. Daar gaan medewerkers van afdelin-gen in werkgroepen mee aan de slag. Hetproject wordt na een maand of drie afge-sloten met een presentatie met verbeter-voorstellen aan elkaar. "De vorm is vrij, watenorm veel creativiteit oplevert: een pre-sentatie, een gedicht of filmpje bijvoor-beeld. Dit maakt echt indruk en zo inspire-ren we elkaar."

 Verbinden en borgenWerken aan verbinding, open contact ensamen ontwikkelen voor een duurzametoekomst staan bij Sint Jozefoord continucentraal. Dat deze aanpak werkt, blijkt uitde resultaten van het medewerkersonder-zoek: de organisatie scoort een 8,4 op be-

vlogenheid en een 9,0 op betrokkenheid.Heeft de organisatie nog wensen? "Nu ishet zaak om te gaan borgen en veranke-ren. Daar zullen we in blijven investeren,net als in alle contactmomenten die weeerder benoemden. Deze aandacht blijftnoodzakelijk. Maar terug naar het oude zalniet zo snel gebeuren. Daarvoor heeft te-veel bewustwording plaatsgevonden."

15INVORM | december 2015

WERKGEVERSCHAP

Page 16: InVorm december 2015

De Zorg in de steigersSamen oud worden op Woonlandschap De Leyhoeve

In december openen de deuren van Woonlandschap De Leyhoeve Tilburg. De insteek van het woonland-schap is 'samen oud worden', iets wat Laurens van Rij, directeur projecten bij ontwikkelaar Roozen vanHoppe, persoonlijk belangrijk vindt. "Ik heb het met mijn eigen opa en oma meegemaakt. Doordat éénvan de twee dementeerde, moesten zij gescheiden leven. Ik ben hierdoor extra dankbaar dat ik mee hebmogen werken aan dit project, waarbij het anders kan." Hoe anders de zorg dan precies is? "Er is acht jaarlang onderzoek gedaan om dit concept te perfectioneren. Er zijn in De Leyhoeve 200 reguliere apparte-menten voor ouderen en 85 zorgsuites voor mensen met gevorderde dementie." Technische hoogstand-jes zorgen ervoor dat ouderen zich veilig voelen. Zij hoeven geen verstand te hebben van de techniek, hetwijst zich vanzelf. Zo kunnen ze een horloge gebruiken dat een val detecteert, zelfs als de persoon aan hetdouchen is. "Er wordt dan contact gelegd met een verpleegkundige, de gevallen persoon kan direct pratenvia het horloge. Voor dementerende ouderen komt het ook van pas. Zij gaan wel eens onaangekondigdwandelen, bijvoorbeeld naar een plek waar ze vroeger vaak kwamen. Als zij buiten hun 'veilige zone'komen, deelt het horloge de locatie en maakt verbinding met De Leyhoeve."

16

IN BEELD

Page 17: InVorm december 2015

17INVORM | december 2015

IN BEELD

Page 18: InVorm december 2015

18

TOEZICHTHOUDER

Page 19: InVorm december 2015

"Met alleen aardig zijn, voldoe jeniet meer aan het predicaat'goede zorg'" 

Hélène Beaard kent de weg in de Zorg. Haar carrière voerde haar langs diverse organisaties waaronderhet Tweesteden Ziekenhuis in Tilburg, TNO en het Nederlands Instituut voor Accreditatie in de Zorg (NIA-Z), waar ze tien jaar de scepter zwaaide. Inmiddels heeft ze de overstap gemaakt naar het toezichthou-den. Ze is lid van de raden van toezicht van ziekenhuis Bernhoven in Uden en Het Spectrum in Dordrechten voorzitter van de raad van toezicht van Zorgplein Maaswaarden in Wijk en Aalburg.

Hoe bent u toezichthouder geworden?Was er sprake van een bewuste keuze? "Ik ben altijd in de wereld van de Zorgactief geweest. Als verpleegkundige, alsmanager in een ziekenhuis en als bestuur-der. Toen ik ruim drie jaar terug stopte alsdirecteur van het Nederlands Instituutvoor Accreditatie in de Zorg, wilde ik dekennis die ik tijdens al mijn jaren in de sec-tor had opgedaan gebruiken voor ietsanders. Als lid van de raad van toezicht vanZorgplein Maaswaarden zou de kwaliteitvan de zorg mijn aandachtsterreinworden. Dat sprak me erg aan, want datbetekende dat ik de deskundigheid waar-over ik beschik, optimaal zou kunneninzetten. Ik ben er blanco ingestapt, ik wistniet heel veel meer over Zorgplein Maas-waarden dan de doorsnee inwoner vanWijk en Aalburg." Hoe heeft u dat vervolgens aangepakt? "Ik vind dat je als toezichthouder een grotebetrokkenheid met de organisatie aan dedag moet leggen. En dat gaat een stuk ver-der dan alleen de vergaderingen van deraad van toezicht bijwonen. Ik heb de tijdgenomen om me goed te verdiepen in hetwerk en de organisatie te leren kennen.Waar zijn ze goed in? Waar niet? De eisendie aan toezichthouders in de hoek vanZorg en Welzijn worden gesteld, zijn in deloop van de tijd aangescherpt. Vooral deInspectie voor de Gezondheidszorg heeftde eisen opgeschroefd en verlangt dat ookraden van toezicht hun verantwoordelijk-heden nemen voor kwaliteit en veiligheid.

Ik vind dat een goede ontwikkeling, mijmag je daarop aanspreken. Maar het is ookmoeilijk, want je bevindt je een beetje ineen schemergebied van verantwoordelijk-heden. Enerzijds moet je over alle relevan-te informatie beschikken en overal overkunnen meepraten, anderzijds moet jetoch op afstand kunnen blijven. Je balan-ceert constant." U was koud bij Zorgplein Maaswaardenbinnen of er diende zich daar een grotecrisis aan. De organisatie werd onder ver-scherpt toezicht geplaats van de Inspectievoor de Gezondheidszorg en u heeft nogalwat maatregelen moeten nemen, waaron-der wijzigingen in de leiding van de orga-nisatie. "Ik was nog maar net drie maanden voor-zitter en werd totaal verrast. Laat ikvooropstellen dat de kritiek van de inspec-tie terecht was. Het schortte bijvoorbeeldaan medicatieveiligheid. Daarnaast warende zorgdossiers niet op orde en voldedenwe ook op andere punten niet aan de nor-men. We zijn toen meteen maatregelengaan nemen om die kwaliteit van de zorgomhoog te brengen. Binnen een half jaarwaren we de problemen de baas. Mede-werkers en bewoners van onze voorzie-ningen waren het niet altijd eens met watwe deden. "Ze zijn zo aardig", verteldenoudere bewoners over de zorgverlenerswaar ze dagelijks mee te maken hadden.Zo’n reactie is begrijpelijk, maar met alleenaardig zijn voldoe je vandaag de dag nietaan het predicaat 'goede zorg'. We zaten er

Rubriek ‘Toezichthouder’ Zorg en Welzijn in Brabant staan vooreen ingrijpende transformatie. Datwerpt nieuw licht op het belang vangoed toezicht op organisaties die indeze sectoren actief zijn. Jarenlangkregen bestuurders vrij baan om degrenzen van publiek en privaat op tezoeken. Dat leidde tot een aantal inci-denten en een roep in de maatschap-pij om een scherper toezicht op dehandelwijze van de zorgwereld en zijnbestuurders. Met nieuwe regels encodes probeert de overheid de rol vanraden van toezicht te versterken. Indeze jaargang interviews met toe-zichthouders. Hoe vullen zij hun taakin? En welk spanningsveld zien zij?  

als raad van toezicht bovenop en hebbengeen moment getwijfeld over de juistheidvan de ingrepen. Toen het verscherpt toe-zicht officieel werd opgeheven toonde deInspectie veel waardering voor onze aan-pak van de crisis bij Maaswaarden." Welke lessen heeft u uit deze affairegetrokken? "Allereerst: het is heel belangrijk dat je ineen raad van toezicht een aantal mensenhebt zitten die beschikbaar zijn en er ooktijd in willen steken. Een ander heikel punt:hoe word ik en blijf ik goed geïnformeerdover de cruciale thema’s? Wat heb ik nodig

19INVORM | december 2015

TOEZICHTHOUDER

Page 20: InVorm december 2015

Leerprogramma Mpower kwaliteitsverbetering in degehandicaptenzorg 

Het leerprogramma Mpower van Cello iseen van de drie genomineerden voor deJenneke van Veen-Verbeterprijs 2015. Mpower is een programma gemaakt doorcliënten en medewerkers van gehandicap-tenorganisatie Cello. Met Mpower lerencliënten om zelfstandiger te wonen. Het iseen combinatie van e-learning en oefenenin de praktijk. Er zijn drie Mpower thema's:

het kan gaan over zelf de was leren doen,over leren koken of schoonmaken. Je kuntaan e-learning doen, zelf werkbladenmaken en in de praktijk oefenen. Cliëntenleren digitaal met filmpjes en foto’s, metinformatie én oefeningen op de computer.Mpower doe je alleen of samen met ie-mand die je kan helpen, een MpowerCoach. Samen met hun ouder, broer, zus,begeleider of vrijwilliger bekijken cliëntenwat zij met Mpower kunnen leren.Elk jaar wordt aan een project in de gehan-dicaptenzorg de Jenneke van Veen-verbe-terprijs uitgereikt. Een project is een suc-cesvolle kwaliteitsverbetering, die zoweltechnologisch als maatschappelijk vanaard kan zijn. www.mpower.nu

Nieuw nachtzorgsys-teem GGzE cliëntgericht Een nachtdienst die om de zoveel tijdzijn rondes loopt; deur open, met zak-lamp kijken of iemand nog in zijn bedligt en of het goed met hem gaat, deurweer dicht. En als een cliënt tussen derondes door zorg nodig heeft, moet hijvaak wachten tot er iemand komt hel-pen... Een nachtrust verstorende, ar-beidsintensieve en niet cliëntgerichtemanier van nachtzorg.  

Veiligheid, eigen regie en menselijkcontactDe oude ‘rondes’ kunnen niet meer,vond GGzE. Ze wilde op een meervraaggerichte wijze haar nachtzorginrichten. De eisen voor de ontwikke-ling van de nieuwe nachtzorg waren:eigen regie van de cliënt, menselijkcontact, zorg op maat, veiligheid enefficiëntie. De uitkomst is een gecen-traliseerde nachtzorg ondersteunddoor menswaardige technologie. Allekamers zijn uitgerust met technologi-sche middelen, zoals een spreek-luis-ter-verbinding die de cliënt naar eigenbehoeven kan gebruiken. Het draaitnu driekwart jaar naar ieders tevre-denheid, zozeer zelfs dat andere or-ganisaties ook interesse tonen. 

Hogere kwaliteit voor lagere kostenDe nieuwe vorm van nachtzorg isbeter, omdat cliënten zelf aan kunnengeven of zij behoefte hebben aan on-dersteuning. Hierdoor hebben ze meereigen regie én krijgen zij een bete-re nachtrust. Daarnaast is de nieuwenachtzorg efficiënter omdat de bezet-ting in de nacht afgestemd is op dedaadwerkelijke behoefte aan onder-steuning en niet op het waarborgenvan zorg bij ongeplande zorgvragenen crises. De zorg is er ook kwalitatiefbeter op geworden. Elke cliënt heeftvia een spreek-luisterverbinding snelcontact met een hulpverlener. Metcamera’s worden gebouwen engangen gemonitord en kan men snelreageren als er iets is. Slechtsdrieëntwintig medewerkers zijn nuelke nacht actief om de circa 750cliënten op Landgoed De Grote Beekbetere en efficiëntere nachtzorg tebieden. Voorheen waren dat zo’n veer-tig medewerkers.

Innovatienetwerk Jeugd wint Social Innovation AwardSamenwerking tussen burgers, professionals, marktpartijen en gemeenten

Innovatienetwerk Jeugd van de regio Hartvan Brabant heeft tijdens de European So-cial Innovation Week de Social InnovationAward gewonnen. Deze prijs wordt jaar-lijks toegekend aan een organisatie of ini-tiatief dat een toonbeeld van succesvolleSocial Innovation is. De award werd ditjaar voor de vijfde keer uitgereikt.  Innovatienetwerk Jeugd regio Hart vanBrabant is een netwerk waarin professio-nals van diverse organisaties, betrokkenouders, ondernemers en actieve jongeren,zelf bepalen – met behulp van deskundi-gen – welke hulp zij nodig hebben. Vol-gens de jury is deze nieuwe aanpak eenmooi voorbeeld van instituties die aan hettransformeren zijn. De samenwerking tus-sen burgers, professionals, marktpartijenen gemeenten wordt als indrukwekkendbestempeld. Innovatienetwerk Jeugd wintonder andere een lidmaatschap tot de So-cial Innovation Award Academy, een co-werkplek op het MCSI voor 6 maanden engebruik van de Social Media Desk van IN-DICIA. Andere genomineerden waren de opensource boerderij van de PietvanMeintjes-hoeve, NL voor elkaar, Talent Base enDoorn Social. Inzendingen voor de award

waren afkomstig uit het hele land. Win-naars van de award vormen samen de So-cial Innovation Academy. Zij komen regel-matig samen om de ontwikkelingen inhun innovatie te bespreken en te bekijkenhoe werken aan Social Innovation verderversterkt kan worden. De uitreiking van de Social InnovationAward vond plaats in het kader van de Eu-ropean Social Innovation Week 2015 (ESI-W). De winnaar ontving de prijs uit han-den van burgemeester Noordanus van Til-burg. www.zorginregiohartvanbrabant.nl

20

KORT NIEUWS

Page 21: InVorm december 2015

om een goed toezichthouder te kunnenzijn? Dat betekent doorvragen en je kri-tisch opstellen. Bij Maaswaarden waren deproblemen juist ontstaan omdat de raadvan toezicht onvoldoende op de hoogtewas van een aantal zaken die niet goedzaten. Een derde les is dat je bij zulke cala-miteiten altijd transparant en helder moetcommuniceren. Zowel intern, als in je con-tacten met de pers en je stakeholders in deomgeving." Wat moet je meebrengen om een goedtoezichthouder te kunnen zijn?"Behalve tijd en betrokkenheid moet je ookgoed kunnen samenwerken. Want je krijgtmet steeds meer partijen te maken diezich met de zorg bemoeien. Vroeger zag jeals raad van toezicht een Inspectie voor deGezondheidszorg nooit, nu ga je minstenséén keer per jaar het gesprek met hen aan.Die veelheid aan contacten maakt hetwerk leuk; je hebt veel meer het gevoel datje wat toe kunt voegen. Er kon vroeger ookmakkelijker iets fout gaan bij zorginstellin-gen; nu ga je zelf actief op zoek als ietsniet blijkt te deugen. Dat venster op de we-reld wordt steeds groter. Dat betekent datje steeds vaker specifieke expertise in huis

"Je krijgt met steeds meer partijen te maken die zich met de zorg bemoeien"

moet zien te halen. Voor Zorgplein Maas-waarden werven we momenteel een nieu-we toezichthouder. We zoeken bewustnaar iemand die bekend is met het ge-meentelijk domein. Straks wordt de zorgsteeds meer lokaal geregeld. Dan heb jeook iemand nodig die de weg weet binnenhet openbaar bestuur." Welke ontwikkelingen in de Zorg houdenu het meeste bezig? "De participatiesamenleving is op zichgoed. Je blijft langer thuis, doet dingenzoveel mogelijk zelf en je maakt waar mo-gelijk gebruik van informele zorg in je om-geving. Dat moet je niet mooier makendan het is, want bezuinigingen spelen hierook een flinke rol in. En de zorg kan ookbest goedkoper. Maar zo’n systeem werktalleen goed als de aansluiting tussen infor-mele en formele zorg klopt en als je dethuiszorg goed regelt. Helaas is dat niet al-tijd zo. De huidige thuiszorg voldoet nogniet. Particuliere zorg is enkel voorbehou-den aan een beperkte groep mensen.Daardoor krijgen we een tweedeling. Ikzou het heel jammer vinden als het diekant opgaat, maar het zit er wel in." 

Wat zijn de gevolgen voor de arbeids-markt, voor de medewerkers die nu bij aldie instellingen en instituten op de loon-lijst staan? "Verzorgingshuizen houden op te bestaan,alleen verpleeghuizen blijven over. Danheb je het over langdurige en zware zorg.Dat maakt het werken in die zorgorganisa-ties intens en complex. Zorgverlenersmoeten daartoe goed zijn opgeleid, overvoldoende vaardigheden beschikken. Zoalshet goed kunnen communiceren. Want jekrijgt als zorgverlener steeds meer metmantelzorgers en familie van de cliënt temaken. Als je goed bent toegerust, vindt jehet werk meestal ook leuk om te doen, duswerken in zo’n setting zal iets bijzonderszijn. In de thuiszorg is nog een kwaliteits-slag nodig. Daar vraagt het om een betereafstemming met de betreffende opleidin-gen. Ook de technologie zal een stevigerstempel op de zorg drukken."

21INVORM | december 2015

TOEZICHTHOUDER

Page 22: InVorm december 2015

"De huidige kanteling in denken biedt ruimte omsamen te kijken hoe het anders en beter kan""De huidige kanteling in denken biedt ruimte omsamen te kijken hoe het anders en beter kan"

22

VIJF VRAGEN AAN...

Page 23: InVorm december 2015

De nieuwe organisatie WIJeindhoven past helemaal in de huidige participatiesamenleving. Stichting WIJ-eindhoven werd samen met de bewoners gestart. Met de benoeming van bestuurder Jeanny van denBerg en een raad van toezicht is de organisatie toe aan een volgende fase. Centraal staat dat Eindhovena-ren de regie over hun eigen leven oppakken en houden, met wanneer nodig ondersteuning door een me-dewerker van het WIJteam in hun wijk. 

Jeanny van den Berg,bestuurder WIJeindhoven

Wat is uw huidige gemoedstoestand?“Ik ben sinds 1 september 2015 werkzaamals bestuurder bij WIJeindhoven. Op dekop af drie maanden. In deze periode hebik kennis gemaakt met enthousiaste enbevlogen medewerkers. Ook de ontwikke-lingen waarin de organisatie zich bevindt,leveren mij veel positieve energie op.We bouwen met de bewoners van Eindho-ven aan de verhoging van de sociale cohe-sie in de stad en ondersteunen bewonersop alle levensgebieden om zelf de regie tehouden of weer te krijgen. Waar nodig,lopen we een tijdje mee met de bewonersom hier samen voor te zorgen. Deze ge-dachte is gebaseerd op eigen kracht, sa-menkracht en wederkerigheid.” Hebt u bewust gekozen voor een baan inde zorg- en welzijnssector?“Voor mij is het belangrijk dat ik een bij-drage lever aan het ondersteunen vanmensen die het niet zo gemakkelijk heb-ben in onze samenleving en vaak met uit-sluiting te maken hebben. Dit is leidendvoor de keuzes die ik maak in mijn loop-baan. Het gezegde ‘It takes a village toraise a child’ vind ik aansprekend. Helaas isdat in de Nederlandse samenleving doorde individualisering niet meer vanzelfspre-kend. De huidige kanteling in denken biedtweer ruimte om samen te kijken hoe hetanders en beter kan. Uiteraard wordt dezekanteling ook ingegeven om de zorg be-taalbaar te houden. In deze baan sta ikmidden in deze verandering.” 

Wat vindt u de aantrekkelijkste aspectenvan uw baan en waaraan heeft u eenhekel?“Ik bouw mee aan de wijze waarop Eind-hoven vorm geeft aan een grote verande-ring in het sociale domein. Dit is voor mijeen grote uitdaging. Het is belangrijk datmensen de juiste hulp en ondersteuningkrijgen en dat we de opgebouwde experti-se behouden en verder vergroten. Hetvormgeven van een nieuw sociaal domeinmet de bewoners van Eindhoven, om tekomen tot een grotere sociale samenhangen betrokkenheid in de stad, maakt dezebaan erg aantrekkelijk.We gaan uit van de talenten en kwalitei-ten van bewoners. Het bieden van goede,verantwoorde zorg en ondersteuning zijnhierbij doorslaggevend. We moeten name-lijk voorkomen dat we ons niet enkel latenleiden door te veel procedures en protocol-len. Daarbij voel ik mij minder thuis; hethaalt mensen uit hun kracht.” Welke eigenschappen waardeert u hetmeest bij uw medewerkers en aan welkeeigenschappen ergert u zich?“Wat ik erg waardeer is de betrokkenheidvan medewerkers. We kunnen de verande-ring waar we voor staan alleen realiserenmet bevlogen medewerkers. Medewerkersdie bereid zijn voortdurend te leren en re-flecteren op hun werk in relatie tot de re-sultaten die WIJeindhoven wenst te beha-len. Daarnaast is het belangrijk om talen-ten van mensen te kennen en te benutten.Dit voorkomt ergernis en frustratie bij mijen bij de medewerkers.” 

Wat zou u veranderen in de zorg- en wel-zijnssector als u de vrije hand zou hebben?“Ik laat mij graag inspireren door de ‘pre-sentiebenadering’, met als geestelijk vaderprof. dr. Andries Baart. Het voeren van hetgesprek met alle betrokkenen over wat nuecht goede zorg is, is essentieel. De centra-le vraag daarbij is hoe wij het beste kun-nen aansluiten bij de behoefte van de be-woners. Dit gedachtegoed omarm ik alshet gaat over de uitgangspunten vangoede zorg. De huidige transformatie inEindhoven biedt ruimte en kansen om ditte realiseren. Ik ben ervan overtuigd datwanneer de zorg aansluit op de situatie enhet leven van mensen, de zorg beter engoedkoper wordt. Niet alleen in Eindho-ven, maar in heel Nederland.”

23INVORM | december 2015

VIJF VRAGEN AAN...

Page 24: InVorm december 2015

Je leven lang werken in Zorg enWelzijn, kan dat?

Het aantal ouderen neemt rap toe. Ook de gemiddelde leeftijd van medewerkers in Zorg en Welzijn stijgtin hoog tempo. Daarbij komt de ontgroening van de Nederlandse bevolking en daarmee het medewer-kersbestand van zorg- en welzijnsorganisaties. Deze trends vormen een uitdaging op het gebied van ar-beidsmarktbeleid. Want hoe zorg je voor een toereikend medewerkersbestand voor de groeiende zorg-vraag? InVorm dook in de feiten en ging op pad in Brabant, op zoek naar medewerkers van verschillendeleeftijden. Wat is hun verhaal?

Grijze druk neemt toeIn verhouding wordt de potentiële be-roepsbevolking kleiner. Rond 2025 is diebevolking nog maar 60 procent van de to-tale bevolking. In 2012 waren er nog vierpotentieel werkenden op elke oudere, in2040 is dit afgenomen naar twee potenti-eel werkenden voor iedere 65-plusser. Dezogenaamde ‘grijze druk’ neemt toe.Het CBS definieert die grijze druk als hetaantal personen van 65 jaar en ouder als

percentage van het aantal personen van20-64 jaar. Zij zien de grijze druk stijgenvan 20 procent (1990-2000) naar 50 pro-cent (2040). Dat betekent dat er minderwerkenden zijn die de sociale lasten, zoalsgezondheidszorg, kunnen dragen. Leeftijden op de werkvloerInVorm sprak met zes medewerkers inZorg en Welzijn van verschillende leeftij-den. Zij kozen elk om een eigen reden voor

de sector. En hun loopbaan verliep steedsanders. Uit hun verhalen blijkt dat werkenin Zorg en Welzijn op elke leeftijd kan. Alzien zij ook dat de sector veel veranderd is.Niet alleen qua organisatie, financieringen credo (van ‘zorgen voor’ naar 'zorgendat’) maar ook wat betreft de manier vanwerken. Je leven lang werken in Zorg enWelzijn kan, maar vraagt veel van je. 

24

DOSSIER

Page 25: InVorm december 2015

Priscilla Bouwens, 37 jaarPedagogisch werker

“Ik deed de opleiding Detailhandel, maarwerken met kinderen bleef me trekken.Nadat ik mijn diploma had, heb ik de oplei-ding SPW 3 gedaan. Ik ging stage lopen bijeen kinderdagverblijf en 16 jaar later werkik daar nog steeds, en met veel plezier!Werken met kinderen is inspirerend en ergafwisselend. Geen dag is hetzelfde. Ik sta op een groep met baby’s tot 1 jaar. Zijlaten me meegenieten van hun eerste ont-wikkelingen. Dat vind ik een voorrecht. Tijdens een werkdag ben je met veel din-gen tegelijk bezig. Elk kind heeft een eigenritme en behoefte. Bij dreumesen en peu-ters heb je meer een ritme met de helegroep. Je kan niet alles onthouden, daaromwerken we met een kaartenbak, elk kindheeft een kaart met alle bijzonderheden.Dat is niet hightech maar werkt prima bijons. Behalve de zorg voor de kindjes houdik me ook bezig met verslagen maken, sta-gebegeleiding en contacten met ouders.De leeftijden in ons team variëren vanmidden twintig tot in de vijftig. Ik denk datwij allemaal van elkaar leren. De jongerenzijn een frisse wind en hebben nieuwe in-zichten en de ouderen hebben ervaring enzijn creatief met ‘vergeten’ materiaal. Het werk is sterk veranderd, vroeger zoch-ten ouders een oppas voor hun kind. Nuverwachten zij dat je bijdraagt aan de ont-wikkeling van hun kind. Dat vraagt meervan de medewerkers. Ook zijn we meerbezig met verslagen over de kinderen. Hoegaat het? Hoe ontwikkelen ze zich?Ik vind het fijn dat we kinderen positieverbenaderen. Er wordt niet meer gestraft,maar goed gedrag wordt beloond. Daarleren ze veel van. Ik hoop dat er niet meerbezuinigd wordt zodat alle ouders, vooralook moeders, kunnen blijven werken. Endat er meer mannen in de kinderopvangkomen werken. Nu zijn dat er heel weinig,erg jammer!”

Marga Bertens, 41 jaarVerpleegkundige

"Jong wist ik het al: ik word verpleegkundi-ge! Op mijn 17e startte ik, officieel te jong,de in-service opleiding, een combinatievan werken en leren. Ik liep stage op ver-schillende afdelingen in het ziekenhuis. Alslaatste op de afdeling Kraam en Gynaeco-logie. Daar werkte ik 7 jaar als verpleeg-kundige. Vervolgens werd ik fertiliteitsver-pleegkundige op de polikliniek.Ik houd zelfstandig spreekuur met patiën-ten bij wie zwanger worden niet vanzelfgaat. Zij krijgen uitleg over verschillendeonderzoeken en behandelingen. Daarnaastwerk ik als polimedewerker. Ik bemens detelefoon en de balie, assisteer bij kleine in-grepen en ondersteun het spreekuur vande arts.We werken al een tijd met het huidigeteam, we vullen elkaar goed aan. Doormijn ervaring heb ik veel vakkennis, daardoen collega’s graag een beroep op. En ikblijf vaak rustig in hectische situaties, dankan ik me prima afsluiten en me richten opwat prioriteit heeft. Wat ik heb moetenleren, is omgaan met verschillende men-sen, dat vraagt wat van je. Daarnaast moetik opletten dat ik voldoende afstand houdbij het begeleiden van patiënten. Je maaktsamen veel mee, maar ik ben de professio-nal. Inhoudelijk is mijn werk niet veel veran-derd. Ik merk wel dat de maatschappij ver-andert en dat we anders kijken naar kos-ten van zorg. Verzekeraars spelen daarineen grote rol. We kunnen daardoor niet al-tijd alles bieden qua zorg vanwege de kos-ten of administratieve rompslomp. Dat be-treur ik, zeker als de administratie bete-kent dat we minder tijd voor de patiënthebben. De patiënt moet altijd op nummer 1 staan,niet de organisatie of de financiën. Als me-dewerker moet je dat ook altijd voor ogenhouden. Ik verwacht dat er een golfbewe-ging komt waarbij er weer meer middelenen meer personeel beschikbaar komt."

Rein van Bedaf, 24 jaarmuziektherapeut

“Mijn voorliefde voor muziek en mensenleidde tot de opleiding tot muziekthera-peut. Toen ik in de ouderenzorg terechtkwam, was er meteen een ‘klik’. Het posi-tieve effect van muziektherapie is voor dedoelgroep ouderen ook het meest bewe-zen. Dat rationele aspect past bij mij. Hetis een kwetsbare groep waarop je je aan-pak goed moet afstemmen. Hun dementiezit hen in de weg in het verwoorden vanhun behoeftes. Die probeer ik in te voelenen daar mijn sessie op af te stemmen. Heelindividueel. Van mens tot mens. Dat vindik mooi. Voor mij als ondernemer kan hetgeen kwaad dat de groep ouderen de ko-mende jaren alleen maar groeit. De doel-groep ‘ouderen’ is wel aan het veranderen.Ouderen nu vragen wat anders dan vroe-ger.Na mijn afstuderen ben ik mijn eigen on-derneming gestart en ik werk nu ruim eenjaar gediplomeerd als zelfstandige in deZorg. Ik ben er als vrijwilliger en stagiairbegonnen. Nu word ik ingehuurd door zor-gorganisaties of rechtstreeks door cliën-ten. Meestal werk ik een dagdeel als mu-ziektherapeut met cliënten bij een oude-renorganisatie of een woongroep. Dan gaik met mijn gitaar op pad. Ik werk samenmet de psychologen en geef ook na elkesessie een terugkoppeling. Het is fijn ommet mensen met meer ervaring te kunnen‘sparren’. Je moet wel kritisch blijven. Als jelanger werkt, is gewenning een valkuil.Waarom kies je voor ‘Kortjakje’? Het moetin het belang zijn van de cliënt. Ik hoop dit werk tot mijn zeventigste tedoen! Ik vind het zo’n mooi beroep. Warm-te en liefde geven. De leefwereld en dekwaliteit van leven van mensen te vergro-ten. Daar krijg ik energie van. De Zorg vande toekomst? Er zijn veel ontwikkelingenin technologie, misschien ontdekken wewel dat dementie te genezen is… Maar watmij betreft zal de mens altijd nodig zijn inde Zorg. Eén op één contact helpt mensenhet beste.”

25INVORM | december 2015

DOSSIER

Page 26: InVorm december 2015

Nelly Schuurmans, 70 jaarVrijwilliger

“Mijn loopbaan startte met een opleidingaan de Sociale Academie. Ik werd begelei-der van jongeren met een verstandelijkebeperking en later paviljoenhoofd bij eenmedisch kinderdagverblijf. En ik werkte bijeen orthopedagogisch instituut met zeermoeilijk opvoedbare kinderen. Later, nadatik een aantal jaar thuis was toen mijneigen kinderen klein waren, ben ik aan deslag gegaan in de thuiszorg en opnieuw inde gehandicaptenzorg. Na mijn pensione-ring miste ik het samenwerken met colle-ga’s en het ritme van een werkweek. Datwas de aanleiding om op vrijwillige basisgastvrouw te worden bij De Honingraad,een inloophuis voor mensen met kankeren hun naasten. Dat doe ik nu zo’n 8 jaar.Het werk voegt iets toe voor mij en vooronze bezoekers. Ze kunnen hun verhaalkwijt. Daarnaast organiseren we diverseactiviteiten en zijn er verschillende moge-lijkheden voor persoonlijke begeleiding.We zijn altijd met zijn tweeën aanwezig;maken een praatje met bezoekers, doenintakegesprekken en beantwoorden de te-lefoon. We werken in totaal met zo’n 60vrijwilligers. Iedereen begint met een trai-ning en ook tussendoor krijgen we begelei-ding en trainingen. We zijn op de hoogtevan de ontwikkelingen in de zorg voormensen met kanker. De meeste vrijwilligers zijn 50-plussers, ikben één van de oudsten. Door mijn erva-ring en leeftijd kan ik makkelijker relative-ren en rust nemen. En heb ik geleerd omniet direct te oordelen. We merken dat er meer waardering komtvoor de nazorg van mensen met kanker endus voor ons werk en de stichting. KWFsteunt ons nu ook financieel. Eerder ginger met name geld naar onderzoek. Doordatmensen eerder thuis komen na behande-ling groeit de behoefte aan onze onder-steuning. Ik zou willen dat er in de toe-komst verder gekeken werd dan alleen ge-nezing van kanker. Om te kunnen functio-neren in de maatschappij is meer nodigdan enkel medische zorg.”

Mieke Schoormans, 63 jaarVerzorgende IG

“Sinds mijn zeventiende werk ik in de zorg,het was altijd mijn wens om ‘zuster’ teworden. Mijn loopbaan startte met de op-leiding bejaardenzorg. Daarna werkte ik ineen protestants verzorgingshuis en was iknachtwacht in een kloosterbejaardenoord.Op mijn veertigste begon ik met de in-ser-vice opleiding ziekenverzorgende. Sinds-dien werk ik in de verpleegzorg met de-menterende ouderen. Ik doe het werk graag, je bent voor decliënten echt belangrijk. En ik heb er fee-ling voor om goed met dementerendenom te gaan.Het dagprogramma op onze gesloten af-deling met 14 bewoners draait om de huis-kamer. Daar verzorg ik samen met decliënten de maaltijden en verschillende ac-tiviteiten. Ik laat de bewoners zo veel mo-gelijk zelf doen. De bewoners behoudenondanks hun dementie hun eigenwaardeen functioneren zo veel mogelijk als eenvolwaardige volwassenen.We werken met een team, maar in dehuiskamer werk ik alleen. De leeftijden inons team variëren sterk van begin twintigtot 64 jaar. Ik ben een van de oudsten. Vande jongere collega’s leer ik nieuwe technie-ken en inzichten. Van mij leren zij hoe jehet beste om gaat met dementerenden.Dat het belangrijk is om rust te nemen inhet werken met cliënten. Daar win je veelmee. Dat heb ik geleerd door ervaring engeef ik aan hen door. Het werk is ingrijpend veranderd. Het is za-kelijker geworden. Ik kan me goed vindenin ‘zorgen dat’ in plaats van ‘zorgen voor’.Vroeger vond men mij daar hard in, tegen-woordig is dat het credo. De bezuinigingen zijn nodig, maar wemoeten kijken naar wat haalbaar is. Ik ver-wacht dat de zorg afbrokkelt en er experti-se en ervaring verloren gaat. De participa-tiemaatschappij is een mooi idee, maarwerkt het in de praktijk?”

Paul Kuiper, 57 jaarProgrammaleider langdurige geestelijkegezondheidszorg / Behandelaar

“Ik werk na 33 jaar nog altijd met veel ple-zier in de psychiatrie. De rode draad inmijn carrière is het opzoeken van uitdagin-gen. Dit dynamische werkveld heeft diezeker te bieden. In de psychiatrie verander-de er de afgelopen jaren al zoveel en dat isnog steeds gaande. Mijn baan bij een the-ater bood weinig perspectief, dus begon ikmet de opleiding psychiatrisch B-Verpleeg-kundige. Ik was al jong geïnteresseerd inmensen en kende het werk via mijn moe-der, verpleegkundige. Het contact met decliënt wil ik altijd behouden. De laatste 5jaar combineer ik werken als behandelaarmet mijn functie als programmaleider.Juist die combinatie van inhoud en uitvoe-ring maakt mijn baan zo leuk.De huidige maatschappelijke veranderin-gen vragen van de GGZ meer contact metgemeenten en ketenpartners. We denkenveel meer dan vroeger vanuit de mogelijk-heden van de cliënt en proberen meer zorgin de wijk te bieden. Mijn doel is altijd tekijken naar kansen, naar wat mensen wélkunnen. Het geeft mij energie als mensenzich ontwikkelen. Dat is ook de reden dat ikdit werk nog jaren wil doen. Ik vind het eenuitdaging om iets te betekenen voor hunlevenskwaliteit. In dit vak ben je je eigengereedschap. Natuurlijk vraagt dat watvan je, maar je krijgt er ook veel voor terug.Als gecommitteerde aan de Hogeschoolvan Arnhem en Nijmegen zie ik dat stu-denten bij hun afstuderen meer bagagehebben dan ik toen. Er is aandacht voor deaansluiting tussen de opleiding en depraktijk. Er wordt methodischer gedacht.Studenten zijn zich bewuster van de gevol-gen van wat zij doen voor cliënten.Voor de toekomst heb ik de wens dat debeheerscultuur verder verdwijnt. De psy-chiatrie mag haar deuren verder open zet-ten. Er zijn veel vooroordelen en wij heb-ben de taak die te doorbreken. Samenwer-king met ketenpartners als maatschappe-lijk werk en thuiszorg helpt daarbij. Zokunnen meer cliënten thuis blijven wonenin plaats van in een voorziening.”

26

DOSSIER

Page 27: InVorm december 2015

Vergrijzing en ontgroening de feiten

VergrijzingVolgens de CBS Bevolkingsprognoseneemt het aantal 65-plussers toe van 2,7miljoen in 2012 tot een hoogtepunt van 4,7miljoen in 2041. Tot 2060 blijft het aantalschommelen rond 4,7 miljoen. Dubbele vergrijzingHet CBS voorspelt ook dubbele vergrijzing.Alhoewel de komende jaren vooral hetaandeel 65-79-jarigen op de totale bevol-king sterk stijgt, neemt vanaf 2025 ook degroep 80-plussers sterk toe. En dat is dedubbele vergrijzing. Op het hoogtepuntvan het aantal 65-plussers in 2040, is naarschatting 26 procent van de bevolking 65-plusser. Daarvan is dan een derde ouderdan 80 jaar. In 2012 waren er 686.227 men-sen van 80 jaar of ouder, in 2040 zijn dater 1.554.742. Nieuwe ouderenTegelijkertijd met de toename van hetaantal ouderen, lijkt het beeld van ‘de ou-dere’ te veranderen. Ouderen zijn welva-render, vitaler, fitter en mondiger danvroeger. De ‘gevoelsleeftijd’ is aan hetdalen. De ‘nieuwe oudere’ wil meer zelf be-palen. Zorgvraag neemt toe en wordt complexerMet de toename van het aantal ouderenstijgt de zorgvraag. Van de mensen van 65jaar en ouder heeft 70 procent een chroni-sche ziekte. Van de mensen van 75 jaar en

ouder heeft de helft meer dan één chroni-sche ziekte. Van de mensen van 75 jaar enouder met een chronische ziekte, heeft 63procent twee of meer chronische ziekten(multimorbiditeit) en 32 procent drie ofmeer. Naar verwachting zal in 2030 38 pro-cent van de mensen ouder dan 75 jaarmeer dan drie aandoeningen hebben.De combinatie van aandoeningen maaktde zorgvraag complexer. Ook de extramu-ralisering werkt dat in de hand. Zorg die in-tramuraal niet als complex wordt gezien,is dat extramuraal mogelijk wel. WerkgelegenheidIn de pas verschenen Arbeidsmarkt  inKaart (AiK), het arbeidsmarktrapport vanTransvorm, zien we hoe de werkgelegen-heid in Zorg en Welzijn verandert. Sinds2013 krimpt het aantal medewerkers bin-nen de sector in onze provincie. In de peri-ode 2013 t/m 2014 is het aantal medewer-kers met 5,2% gedaald. Uit voorlopige cij-fers blijkt dat de krimp doorzet met 4,2 %.Dat telt op tot een verlies van werkgele-genheid voor ruim 15.000 medewerkers inNoord-Brabant. Onderstaande grafiekgeeft dit weer. Veranderende vraag naar personeelDe AiK laat ook zien dat de vraag naarlager geschoold personeel is afgenomen;van de werknemers die sinds 2012 de bran-che zorg moesten verlaten, had het over-grote merendeel een functie op de laagste

kwalificatieniveaus. De vraag naar hogeropgeleid personeel neemt toe. Voor som-mige functies zijn vacatures op dit mo-ment al moeizaam in te vullen.Tekorten en overschotten komen dus tege-lijkertijd voor, gedifferentieerd naar bran-ches en functies. Dat geldt zowel voor dehuidige situatie als de situatie op de korte-en middellange termijn (0 tot 5 jaar). Veranderende leeftijdsopbouw medewer-kers Zorg en Welzijn: ontgroeningIn de AiK zien we ook hoe de leeftijdsop-bouw van de medewerkers in Zorg en Wel-zijn verandert. Belangrijkste conclusie: ditjaar werken voor het eerst meer 55-plus-sers in de sector dan mensen jonger dan30 jaar. Onderstaande grafiek maakt dezeconclusie in een oogopslag duidelijk. 

Bron: Arbeidsmarkt in Kaart november 2015, Transvorm

KennissiteArbeidsmarkt in Kaart  Uitgebreide informatie over de Bra-bantse arbeidsmarkt Zorg en Welzijnvindt u in de rapportage Arbeidsmarktin Kaart november 2015. Downloaddeze op de website van Transvorm,transvorm.org/AiK, of op de kennissi-te (arbeidsmarktinkaart.transvorm.org). Op de Arbeidsmarkt in Kaartkennissite vindt u meer uitgebreiderapportages per branche en per ar-beidsmarktregio.

27INVORM | december 2015

DOSSIER

Page 28: InVorm december 2015

De Zorggroep Volwassenen van GGZ Bre-burg start begin 2016 met de digitale pre-intake, als eerste stap in de ‘intake nieuwestijl’. De digitale pre-intake is een vernieu-wend e-health initiatief dat samen met er-varingsdeskundigen is ontwikkeld en be-staat uit animatiefilmpjes, opdrachten ende mogelijkheid om vóór de intake al con-tact te leggen met een ervaringsdeskundi-ge. Het doel is dat cliënten zich, samenmet hun naaste(n), goed kunnen voorbe-reiden op de intake, zich minder onzekervoelen over de stap naar de ggz, meerregie ervaren over de keuze van de bestepassende behandeling en de kans krijgenom zelf een vinger aan de pols te houdenbij het verloop van hun herstel. Kortom: dedigitale pre-intake moet positief gaan bij-dragen aan ‘empowerment’ van cliëntenen een sneller herstel.De komende maanden wordt de invoeringvoorbereid. De centra Angst- & stem-mingsstoornissen en Persoonlijkheids-stoornissen zullen in februari 2016 als eer-sten hiermee starten. De digitale pre-inta-ke komt beschikbaar in het cliëntportaal,naast andere e-health initiatieven die dezorggroep voorbereidt.Parallel hieraan vindt onderzoek plaatsnaar de effectiviteit van de intake nieuwe

stijl, met de digitale pre-intake als eerstebelangrijke stap. Dit onderzoek is onder-deel van een promotietraject van GGz Bre-burg medewerker Margot Metz. Er wordtnagegaan in hoeverre de cliënt beter instaat is om een actieve rol te vervullen inde behandeling, in welke mate de werkre-latie tussen cliënt en behandelaar veran-dert (bijvoorbeeld meer gelijkwaardig endoelgericht) en welke invloed er is op deafname van symptomen.

GGZ Breburg start met digitale pre-intake

Subsidiescanner.nu wil arbeidsmarktkansen verbeteren

Subsidiescanner.nu wil de kansen vanwerkzoekenden en werkenden op de Bra-bantse arbeidsmarkt verbeteren. Dat doenze door subsidieregelingen die daaraan bij-dragen toegankelijk en inzichtelijk temaken. Een recente vernieuwing is dat allenieuwste landelijke en regionale subsidie-regelingen in de database staan. Veel overheidsinstanties bieden financiëleondersteuning bij het aannemen of be-

houden van (nieuwe) medewerkers. Opsubsidiescanner.nu worden alle subsidiesen regelingen op dit gebied gebundeld.Niet alleen landelijke subsidies (van minis-teries, UWV en Belastingdienst), maar ooksectorale en Brabantse gemeentelijke sub-sidies en regelingen. Via de scan op www.subsidiescanner.nubekijkt een werkgever welke regelingenvoor hem van toepassing zijn. Op basis vande persoonsgegevens van de werknemertoont de scanner de subsidieopties. Via de scan kan een werkgever, op basisvan de kenmerken van de werknemer, be-kijken of er subsidiemogelijkheden zijn. In-formatie over financieringsmogelijkhedenen overige ondersteuning bij het in dienstnemen of houden van werkzoekenden enwerkenden is zo eenvoudig toegankelijk.

Eindhoven start vergelij-kingssite zorg en welzijn

Eindhovenaren kunnen vanaf 1 januari2016 een vergelijkingssite gebruikenbij het zoeken van passende zorg enhulp, waarop ze ook kunnen zien watde ervaringen van eerdere 'klanten'waren.  De gemeente ziet het als een middelom de zorg te verbeteren: een organi-satie die slecht scoort, ziet zijn klan-tenstroom opdrogen. "Het wordt eensoort Autotrack of Zoover, maar danvoor sociale dienstverlening", zegt Je-roen Hoenderkamp, strategisch advi-seur sociaal domein. "Er zijn landelijk al andere zorgverge-lijkingssites. Nieuw in Eindhoven isdat we dit op de volle breedte van hetsociaal domein gaan toepassen." Hetaanbod op de site omvat straks dien-sten op het gebied van dagbesteding,hulp bij het huishouden, individuelebegeleiding van mensen met een ver-standelijke beperking of psychischeproblemen, re-integratietrajecten enjeugdzorg. "Nieuw is ook dat wij ditmiddel onderdeel maken van de basisvan de keukentafelgesprekken." Als uit deze gesprekken eenmaal dui-delijk is dat iemand bepaalde zorg ofondersteuning nodig heeft, dan kiesthij of zij samen met de medewerkervan de welzijnsinstelling WIJeindho-ven op de site een geschikt aanboduit. Zoals men nu bij de site Autotrackheel makkelijk precies het aanbod aanauto's kan oproepen waarnaar men opzoek is, zo moet dat ook met zorg enwelzijn gaan. Bij elke dienst komen waarderingscij-fers te staan, net als bij de vakantie-website Zoover. Waren eerdere 'klan-ten' tevreden, waren de betrokkenWIJ-medewerkers tevreden? En ook:werd het beoogde resultaat behaald?Dit laatste houdt de gemeente bij.  Bron: Eindhovens Dagblad     

28

KORT NIEUWS

Page 29: InVorm december 2015

De toekomst is al begonnen! 

Vergrijzing en ontgroening zijn bekende begrippen in het arbeidsmarktbeleid. Talloze nota’s zijn er alover volgeschreven en de gevolgen voor het personeelsaanbod zijn al jaren bekend. Toch lijkt het erop datwe ons laten verrassen.

Enige tijd geleden moest ik een oogopera-tie ondergaan. Het zou allemaal in één dagworden uitgevoerd. 's Ochtends vroeg deoperatie, 's middags langzaam bijkomenvan de narcose en de wondverzorging envoor het avondeten weer thuis. Ik had megoed voorbereid en vooraf de website vande oogkliniek zorgvuldig bestudeerd. Diezag er prima uit en wekte vertrouwen. Zegebruikten gelukkig de modernste techno-logieën en apparatuur en de oogchirurgenzagen er op de foto's betrouwbaar en rust-gevend uit. Ze hadden al duizenden opera-ties achter de rug. Toch leefde ik met enigespanning naar de dag toe. Ik heb weinig'ervaring' op dit gebied en niemand laatgraag in zich snijden, lijkt me; zeker nietals het je kwetsbare ogen betreft. Inmiddels ligt de operatie alweer een tijdachter me. Het gaat prima met mijn ogen(dank je!) en de kliniek heeft zijn reputatieeer aangedaan. Maar als ik aan die dag te-rugdenk, denk ik toch vooral aan Jan enaan Henk. Jan was namelijk de verpleeg-kundige die mij vanaf het begin tot heteinde opving en begeleide. Hij zorgde bijde intake dat ik me op mijn gemak voeldeen dat ik precies wist wat er stond te ge-beuren. Na de operatie verzorgde hij dewond en in de loop van de middag vertel-de hij op een uiterst toegankelijke en dui-delijke manier alles wat ik moest wetenom verder thuis te herstellen. In de loopvan de dag heb ik Jan goed leren kennen.Hij was een enthousiast verteller en ikmankeerde natuurlijk niks aan mijn oren.Hij was 68 jaar en had een jarenlangeervaring in verpleegkundige functies. Sindstwee jaar deed hij dit werk voor drie dagenper week. Hij deed het met liefde enplezier en natuurlijk kwamen de extrainkomsten ook goed van pas. Hij zou ditwerk graag nog jarenlang blijven doen. 

Henk was de taxichauffeur die me vanhuis ophaalde en 's middag weer thuis-bracht. Hij was 71 jaar en had jarenlang alsuitvoerder in de bouwsector gewerkt.Sinds zijn pensionering was hij parttimetaxichauffeur. Bij het taxibedrijf deed hijvrijwel alle ritjes voor de oogkliniek en datwas te merken. Ook hij leverde een primaaanvullende bijdrage om deze voor mijbijzondere dag comfortabel te kunnen be-leven. Demografie is eigenlijk een eenvoudigewetenschap. Jaren vooraf kun je redelijkprecies voorspellen hoe 'leeftijdscohorten'het personeelsaanbod zullen beïnvloeden.Ik was behoorlijk verbaasd over de lichtepaniek die het afgelopen jaar ontstond bijeen aantal beroepsopleidingen die moge-lijk hun deuren zouden moeten sluiten,omdat er (vanwege de ontgroening)onvoldoende aanmeldingen waren omde schoolbanken te vullen. Vergrijzing incombinatie met ontgroening zullen dekomende jaren zorgen voor een enormeomwenteling in het personeelsaanbod.Ook in de zorg- en welzijnssector. Jan enHenk vormen daarvan de voorboden. Detoekomst is al begonnen! Piet Verrijtdirecteur/bestuurder Transvorm

29INVORM | december 2015

COLUMN: PIET VERRIJT

Page 30: InVorm december 2015

Anita Habets nieuwe directeur-bestuur-der Stichting WoonzorgcentraZuiderhout

Anita Habets is per 21 september 2015 be-noemd tot nieuwe directeur-bestuurdervan Stichting Woonzorgcentra Zuiderhoutin Teteringen. Habets volgt Ton van Dae-len op, die na tien jaar afscheid heeft ge-nomen na het bereiken van de pensioen-gerechte leeftijd.Anita Habets is haar carrière in de zorg be-gonnen als verpleegkundige. Nadat zij deHBO-V en de Masteropleiding of HealthAdministration met succes heeft afgerond,bekleedde zij diverse functies in de oude-renzorg. Tot voor kort was zij directeurZorg en Behandeling bij de ouderenzorgor-ganisatie Van Neynsel in Den Bosch.Anita heeft binnen Zuiderhout inmiddelskennisgemaakt met enthousiaste mede-werkers. Samen met hen wil zij verder wer-ken aan de ontwikkeling van vraaggerichtezorg- en dienstverlening. Haar belangrijk-ste drijfveer is het optimaliseren van depositie van de cliënt. Zowel in contact metde cliënt en/of het netwerk als in contactmet medewerkers en externen zoekt zijsteeds naar de toegevoegde waarde voorde cliënt. 

Amphia wijzigt topstructuur

Mary Groenewoud is per 1 september 2015benoemd tot lid van de raad van bestuurvan het Amphia Ziekenhuis. Amphia krijgtdaarmee een driehoofdige raad van be-stuur. Deze bestaat naast Groenewoud uitvoorzitter Olof Suttorp en Ernst Hoette.Daarnaast krijgt de raad van toezicht drienieuwe leden.Het Amphia Ziekenhuis in Breda kendesinds 2010 een vijfhoofdig directiecomité.Binnen deze structuur vormden Suttorp enHoette tevens de raad van bestuur. Dekeuze 'breed aan de top' had als doel omde noodzakelijke vernieuwing en professi-onalisering van het ziekenhuis efficiënteren effectiever door te voeren.Kiki Lombarts, Machteld Roos en Wim Stal-man zijn per 1 september benoemd tot lidvan de raad van toezicht. Zij volgen Fredvan Raaij, Bart van Halder en Ron Dingjanop in verband met het verstrijken van destatutaire zittingstermijn. Floris Sandersen André Goedée blijven in functie. 

Pieter Hermsen nieuwe raad van bestuurSeverinus

Sinds eind 2014 leidde interim-bestuurderFrans Croonen Severinus. Per 1 december2015 nam Pieter Hermsen het stokje vanhem over. Pieter Hermsen werkte tot danals bestuurder bij Stichting Maasduinen.Hij heeft veel ervaring in de zorg- endienstverlening aan mensen met een ver-standelijke beperking. De benoeming vanPieter Hermsen krijgt brede steun van decliëntenraad, de ondernemingsraad en hetmanagementteam van Severinus.In de eerste week van december 2015draagt Frans Croonen zijn werkzaamhedenaan hem over. De raad van toezicht heefter alle vertrouwen in dat Hermsen de inge-zette koers van Severinus op een goedewijze een vervolg gaat geven. Daarnaast isde raad van toezicht Frans Croonen er-kentelijk voor zijn werkzaamheden vooren betrokkenheid bij Severinus. 

Twee nieuwe toezichthouders StichtingZuidwester

Leo Schoots en Saskia van Opijnen zijn inoktober toegetreden tot de raad van toe-zicht van Stichting Zuidwester. LeoSchoots is een ervaren bestuurder in deziekenhuiszorg en zal de voorzittersrol opzich nemen. Ook lid raad van toezicht Sas-kia van Opijnen heeft jarenlange ervaringopgedaan in commerciële en algemene di-rectiefuncties.In de regio’s Zuid-Holland, Zeeland enWest-Brabant is Zuidwester er voor kwets-bare burgers: kinderen en volwassenen diemet enige ondersteuning zelf hun weg inhet leven kunnen vinden, of die dag ennacht volledige zorg en aandacht vragen. 

Katja Hoorn in bestuur Kentalis

Katja Hoorn is per 1 januari 2016 benoemdtot lid van de raad van bestuur van Konink-lijke Kentalis. Zij vormt vanaf dan met be-stuursvoorzitter Henk Bakker het bestuur.Hoorn is op dit moment directievoorzittervan Cordaan Thuiszorg in Amsterdam.Haar focus ligt hierbij op het veranderings-proces, om de organisatie in sterk verande-rende omstandigheden in de zorg naareen nieuwe toekomst te loodsen. Daarvoorwas zij onder meer directeur van Amster-dam Thuiszorg, waar zowel klantgericht-heid als het versterken van de bedrijfsma-tige kant een belangrijk thema was.

Marion van Zoom nieuwe directeurAnanz

De raad van bestuur van de St. Anna Zorg-groep heeft Marion van Zoom benoemdtot directeur Ananz. Zij startte 1 november2015 in deze functie. Hiermee is de vacatu-re vervuld die ontstond na het vertrek vanKoen van Haaren en die Jeroen Collette tij-delijk invulde. Marion van Zoom werkte hiervoor bij zie-kenhuis Bernhoven en is bekend met ou-derenzorg. Zowel bij de realisatie van denieuwbouw van ziekenhuis Bernhoven alsin haar vorige functie als programmama-nager werkte zij nauw samen op hetgrensvlak tussen de ziekenhuiskant vanBernhoven en de ouderenzorg van Bra-bantZorg (gebiedsontwikkeling, zorghotel,financiering etc.) in de regio Oss, Uden enVeghel. Ook heeft zij ervaring opgedaan inhet opzetten en uitvoeren van nieuwezorgvormen tussen eerste en tweede lijn.

30

PERSONALIA

Page 31: InVorm december 2015

Anita Wydoodt in raad van bestuur Elisa-beth-TweeSteden Ziekenhuis

Anita Wydoodt stapt per 21 december 2015over naar het Elisabeth-TweeSteden Zie-kenhuis (ETZ). Zij vormt daar samen metvoorzitter Bart Berden en de zittende be-stuurders de raad van bestuur. Wydoodtmaakt op dit moment nog deel uit van deraad van bestuur van Meander MedischCentrum in Amersfoort.Zij volgt Marcel Visser op, die afscheidneemt van het ETZ en als bestuurder is be-noemd in het Jeroen Bosch Ziekenhuis.Anita Wydoodt kijkt uit naar haar start:"Het ETZ blinkt uit in lieve, gastvrije zorg.Daarmee kunnen we voor de patiënt hetverschil maken. Ik wil het ziekenhuis graagmeenemen naar de volgende fase, waarbijde patiënt steeds meer zelf de regie krijgtin het zorgproces. Verder ga ik me sterkmaken voor het leggen van nieuwe verbin-dingen in het fusieziekenhuis”.Joep Hubben, voorzitter van de raad vantoezicht, is blij met de komst van Wydoodt.“Met de juridische fusie per 1 januari 2016in het vooruitzicht staat het ETZ voor forseopgaven. Anita Wydoodt is een bijzonderervaren bestuurder met een nieuwe, ver-frissende kijk op zorg, die het belang vande patiënt altijd centraal stelt.”Wydoodt heeft een uitgebreide staat vandienst in de zorgsector. Zij was onder meerdirecteur bij de Compaan in Den Haag enbij Orbis Medisch Centrum in Sittard. 

Marcel Visser in raad van bestuur JeroenBosch Ziekenhuis

Per 1 december 2015 is Marcel Visser over-gestapt naar het Jeroen Bosch Ziekenhuis.Samen met voorzitter Piet-Hein Buitingvormt hij vanaf die datum de raad van be-stuur. Hij volgt Peter Langenbach op, dielid van de raad van bestuur wordt van hetMaasstad Ziekenhuis in Rotterdam. MarcelVisser maakte deel uit van de raad van be-stuur van het Elisabeth-TweeSteden Zie-kenhuis in Tilburg.“Na een periode van fusie en nieuwbouwbevindt het Jeroen Bosch Ziekenhuis zichnu in een fase waarin onderwerpen als destrategische positionering, samenwerkingmet ketenpartners en de implementatievan een nieuw EPD en e-health toepassin-gen op de agenda staan. Ik vind het eengrote uitdaging om daar samen met Piet-Hein Buiting en een voor mij nieuwe orga-nisatie de schouders onder te zetten. Deoverstap komt voor mij op een logisch mo-ment, nu de juridische fusie van het St. Eli-sabeth en het TweeSteden ziekenhuis per1 januari 2016 een feit is”, aldus Marcel Vis-ser. 

Bestuurswissel Instituut Verbeeten

Jeroen Collette is aangesteld als interimvoorzitter raad van bestuur van InstituutVerbeeten. Hij volgt daarmee Gerard Tij-mes op. Jeroen Collette heeft een jarenlan-ge ervaring als interim bestuurder in dezorg, zowel in de cure als in de care.Gerard Tijmes verlaat na 11,5 jaar en 2 jaarna het bereiken van de pensioengerechtig-de leeftijd Instituut Verbeeten. Onder zijnleiding is Instituut Verbeeten uitgebreidnaar drie locaties en is een overgang naareen volledig digitale werkwijze gereali-seerd. 

Twee nieuwe leden raad van toezichtPrisma

Afgelopen mei is Jan-Willem Meijer, opvoordracht van de Centrale Cliëntenraad,lid van de raad van toezicht van Prisma ge-worden. Meijer is als revalidatiearts en me-disch directeur werkzaam bij Stichting Re-vant. Ook daarvoor vervulde hij diversecoördinerende en leidinggevende functiesin o.a. het Jeroen Bosch Ziekenhuis en re-validatiecentrum Beatrixoord, onderdeelvan het UMCG. Het signaleren van verbe-terpunten in de zorg, het wetenschappelijkonderbouwen daarvan en het motiverenvan mensen om de zorg vervolgens te ver-beteren zijn altijd een rode draad in zijnwerk geweest. Jan-Willem is blij met zijnnieuwe functie in een sector die hem alsmens zeer na aan het hart ligt, de verstan-delijk gehandicaptenzorg. Met ingang van 11 september 2015 is FerryMuller benoemd als lid van de raad vantoezicht van Prisma. Zijn aandachtsgebie-den zijn Financiën en Vastgoed. Als CFO bijVebego International is Muller nu ruimtwee jaar eindverantwoordelijk voor de fi-nanciën, de corporate governance, juridi-sche zaken, inkoop en ICT.

Mireille de Wee nieuw lid raad van be-stuur De Riethorst Stromenland

Mireille de Wee is toegetreden tot de raadvan bestuur van zorgorganisatie De Riet-horst Stromenland. Sinds 1 december 2015neemt zij samen met bestuursvoorzitterFrank Staal de dagelijkse leiding over deorganisatie op zich. De Wee werkte als zorgmanager in het Eli-sabeth-TweeSteden Ziekenhuis in Tilburg.Zij heeft jarenlange ervaring in en uitge-breide kennis van de zorgsector. Het nieu-we lid van de raad van bestuur studeerdeonder meer Gezondheidswetenschappenaan de universiteit van Maastricht.

Katja Smitskamp directeur Zorg & Inno-vatie Tzorg

Katja Smitskamp is per 10 september 2015gestart als directeur Zorg & Innovatie bijthuiszorgorganisatie Tzorg. Met de nieuwefunctie wil Tzorg nog meer focus leggenop de ontwikkelingen binnen de Wmo,kwaliteit van zorg, innovaties en verderedigitalisering.Smitskamp deed in voorgaande functiesruime ervaring met de zorg, managementen directievoering op. Ze was eerder werk-zaam als manager Zorg bij Fortis ASR, sec-tormanager Medisch bij SOS Internationalen adjunct-directeur Zorg bij ASR Verzeke-ringen.Tzorg is een landelijke leverancier vanthuishulp, maatwerkondersteuning en be-geleiding binnen de Wmo en heeft con-tracten met 310 gemeenten.

31INVORM | december 2015

PERSONALIA

Page 32: InVorm december 2015

“Werken in de zorg, dat is mij n passie. Maar ik ben me ook bewust van de risico’s. Als ik ziek word of een burn-out krij g en daardoor (deels) niet meer kan werken, wil ik mij n inkomen wel beschermen. Met de arbeids ongeschiktheids verzekering van Loyalis kan ik ook in de toekomst mij n woonlasten blij ven betalen. Voor maar een paar euro per maand verzeker ik mij n inkomen.”

“ Mij n inkomen beschermen heb ik zelf in de hand”

www.loyalis.nl/aov

Adv InVorm december A4.indd 1 18-11-15 16:36