Introductiecursus Hebreeuws - IsraëlPlatform.nl · Introductiecursus Hebreeuws De studie van mijn...
13
Click here to load reader
Transcript of Introductiecursus Hebreeuws - IsraëlPlatform.nl · Introductiecursus Hebreeuws De studie van mijn...
Introductiecursus Hebreeuws
De studie van mijn jongste zoon in Jeruzalem, enkele jaren geleden, was voor mijn familie een reden om Israël te bezoeken. Dat betekende voor mij ook: mijn Hebreeuwse lesboeken opzoeken om de weggezakte kennis op te halen en aan te vullen. Dat heb ik gedaan door die kennis in deze serie lessen te verwerken. Ik ben dus geen leraar maar leerling Hebreeuws.
In de lessen is gekozen voor een brede aanpak, ze bevatten zowel de opbouw van een woordenschat als uitleg van de grammatica en veel aandacht voor het moeilijkste deel van dezetaal: de werkwoorden. Onderaan deze tekst vindt u een lijst besproken werkwoorden.
De lessen bevatten veel opdrachten, omdat je van zelf iets doen meer leert dan van iets overlezen. In de volgende les staat steeds de uitwerking.De lessen zijn zowel bedoeld voor de toerist als voor wie de Hebreeuwse tekst van de Bijbel probeert te lezen. U leert dus Bijbels en modern Hebreeuws, waarbij aandacht wordt geschonken aan kleine verschillen in schrijfwijze en betekenis.
Hoeveel lessen telt de Introductiecursus? Dat weet ik nog niet; ik heb nog tientallen onderwerpen en pagina's met aantekeningen liggen.Regelmatig verschijnen naast de gewone lessen 'A' lessen, woordenlijsten met de tot dan toe besproken woorden, 'B' lessen, met een samenvatting of naslag van geleerde stof, en 'C' lessen, met extra informatie die buiten de lesstof valt. Op de volgende bladzijden vindt u een overzicht van de lessen.
Hoe gebruik je deze lessen, op papier of op de computer? Beide, papier lijkt me handig om de opdrachten te maken, en op de computer kun je links aanklikken en woorden opzoeken in de woordenlijst, die steeds langer wordt.
Het kan later, na les 70 of zo, wel handig zijn wanneer u een goed woordenboek koopt. Indien ukiest voor de Engelstalige Oxford dictionary van Kernerman en Lonnie Kahn (ISBN 965-307-027-4), koop er dan meteen een vergrootglas bij.
Omdat de cursus wordt verspreid via internet, maakt deze geregeld gebruik van Hebreeuwse liedjes op Youtube, om zo met de uitspraak vertrouwd te raken.
Tenslotte: de cursus heet introductiecursus. Om de taal volledig te leren spreken en schrijven is een intensievere cursus nodig.
Floris Poot.
Dan nog iets over het overnemen van deze lessen op andere websites. Ik zou het als een vorm van waardering moeten opvatten, en waarschijnlijk is het ook zo bedoeld, maar er kleeft een belangrijk nadeel aan. Regelmatig ontdek ik foutjes en verbeter die,of een Youtube-filmpje is verdwenen en ik zoek een andere, of ik vul de lestekst aan – maar dat kan ik alleen bij de lessen die op deze website staan, niet bij alle rondzwervende kopieën. Daarom een verzoek: beperk u tot een link naar de website van het Israelplatform, http://www.israelplatform.nl/hebreeuws/introductiecursus.pdf
Vanaf september 2016 worden de lessen van de Introductiecursus gereviseerd, waarbij de volgorde en indeling verandert en meer aandacht wordt gegeven aan het lezen van modern Hebreeuws. De oude lessen worden in fasen verwijderd.
LESSENLIJST INTRODUCTIECURSUS HEBREEUWS (REVISIE)
Woordenschat Judaïca Grammatica Werkwoorden
Les 01 Alfabet Les 02 Alfabet extra Les 03 Schrijfletters
Les 04 (J1) MasoretenLes 05 Spelling en klankwetten
Les 06 Het lidwoord Les 07 Persoonlijke enaanwijzende voornaamwoorden
Les 08 (C1) Uren (klokkijken)
Les 09 (J2) Klassiek en modern HebreeuwsBen Jehoeda
Les 10 Meervoud Les 11 (W1) Tegenwoordige tijd
Les 12 (C2) Dagen (rangtelwoorden)Hayom yom shishie
Les 13 (J3) Kippa, keppeltje
Les 14 Tweevoud Les 15 (W2) Verleden of voltooide tijd
Les 16 (C3) Maanden Les 17 (J4) DavidssterZien {ra'ah} TT+VT
Les 18 Voegwoord en lettervoorzetsels
Les 19 (W3) Toekomende of onvoltooide tijd
Les 20 (C4) JarenSchrijven {katav}
Les 21 (J5) YadZitten {yashav}
Les 22 Bijvoeglijk naamwoord
Les 23 (W4) Infinitief; Gebiedende wijs
Les 24 Zwart of witSchilderen {tzava}
Les 2 5 Woordenlijst t/m les 24
Les 2 6 (V1) Vragende voornaamwoordenLiefhebben {ahav}Mie ohev et hashabbat
Les 27 (W5) Zijn en Hebben {hayah}Leven {chayah}Avadien hayinoeExtra: Gods naam
Les 2 8 GeldzakenKopen {qanah}
Les 29 (J6) Talliet en vlag. Juichen {tzahal}Kol ha'aretz degaliem
Les 30 (V2) Antwoorden gevenKomen {bo}
Les 31 (W6) Passieve vorm [nif'al]Verkocht zijn {nimkar}
Les 32 WinkelenVerkopen {machar}
Les 33 (J7) MenorahSchijnen {nirah}
Les 34 Tweede naamvalZingen {shier}
Les 35 (W7) Intensieve vorm [pi'el] Regelen {sidder}Spreken {diber}
Les 3 6 (C5) Computer en InternetDenken {chashav}Computers in Israël
Les 3 7 (J8) PesachOverslaan {pasach}Mah nishtanah
Les 3 8 Status constructus Vertrouwen {samach}
Les 3 9 (W8) Intensief lijdende vorm [poe'al]Tellen {safar}Vertellen {siper}
Les 40 (C6) Rekenen 1Optellen en aftrekkenRekenen {chishev}
Les 41 (J9) OmertellingLopen, gaan {halach}Qashtenoe al shichmenoe
Les 42 Derde naamvalVaren {shat}Mozes vaart
Les 4 3 (W9) Oorzake-lijke vorm [hif'il]Aansteken {hidlieq}Schijnen {he'ier}Ner li
Les 4 4 (C7) Rekenen 2, Delen en vermenigvuldigen(Ver)delen {chileq}Willen {ratzah}
Les 4 5 (J10) Shavoe'ot, PinksterenFeest vieren {chagag}Salenoe al ktefenoe
Les 4 6 Vierde naamval; zinsbouwDienen {sheret}
Les 4 7 (W10) Oorzakelijk lijdende vorm [hoef'al]Huren {sachar}, Ge-huurd zijn {hoeskar}
Les 4 8 (C8) Rekenen. 3Rangtelwoorden en breuken. Vermenig-vuldigen {hichpiel}
Les 4 9 (J11) Tien GebodenHeiligen {qiddesh}
Les 50 Woordenlijst t/m les 49
Les 51 (W11) Refle-xieve vorm [hitpa'el]Zien {ra'ah}Elkaar weerzien {hitrá'áh} Shalom chaveriem
Les 52 (C9) TelwoordenBewaren {shamar}Extra: overzicht telwoorden
Les 5 3 (J12) Rosh HashanahZegenen {berach}Shanah tovah
Les 5 4 Bijwoorden; langzaam of snelZeggen {ámar}
Les 5 5 (W12)Overzicht vervoegingen
Les 5 6 KrantenAfdrukken {hidpies}
Les 5 7 (J13) Yom KippoerVerzoenen {kiper}
Les 5 8 (R1)Richting-HeReizen {nasa}
Les 5 9 (W13)Lijdend deelwoordLezen {qara}; Geroe-pen worden {niqra}
Les 60 (R2) Op de wegRijden {nahag}
Les 61 (J14) LoofhuttenfeestBouwen {banah}Patiesh masmer
Les 62 Voorzetsels 2, voor of achterStaan {amad}
Les 6 3 (W14) Voltooide of onvoltooide tijd?Repareren {tiqqen}
Les 64 (R3) De autoSchoonmaken {niqqáh}
Les 65 (J15)Simchat Torah.Verheugen {samach}Sisoe wesimchoe
Les 66 Voorzetsels 3Horen {shama}Yeroeshalayiem hariem saviev
Les 67 (W15)Aanvoegende wijsOpstaan {qam}
Les 6 8 (R4)Hebreeuwse landkaartZoeken {chipes}Hine mah tov
Les 69 (J16) Tanach, de Joodse BijbelPsalm 150Extra: Biblia Hebraica
Les 70 Voorzetsels 4Ontmoeten {pagash}Extra: Overzicht voor-zetsels, voorvoegsels
Les 71 (W16) Eerste radicaal yodBaren {yalad}
Les 72 MuziekMusiceren {niggen}
Les 73 (J17)De Talmoed. Leren {lamad}
Les 74 AchtervoegselsOnderwijzen {limmed}
Les 75 Woordenlijst t/m les 74
Les 76 ConversatieBezoeken {biqqer}
Les 77 (J18)HalachaBevelen {tziwah}
Les 78 VerkleinwoordenBrengen {hevie}
Les 79 (W17) Eerste radicaal alefBakken {afah}
Les 80 TelefoonTelefoneren {tilfen}
Les 81 (J19) Geloofs-belijdenis en Tellied. Weten {yada}Echad mie yode'a?
Les 82 Groot – groter – grootstVerzamelen {ásaf}
Les 83 (W18) Werkwoorden Eten {achal} enKunnen {yachol}
Les 84 Zon of maanStralen {zarach}Adonay shomrecha
Les 85 (J20)Rosh Chodesh. Vernieuwen {chiddesh}
Les 86 Groot of kleinGroeien {gadal}Kweken {giddel}
Les 87 (W19) Eerste radicaal noenAanraken {naga}Naderen {nagash}
Les 88 Weer of geen weerAfdalen {yarad}Haqayitz avar, de zomer is voorbij
Les 89 (J21) Shabbat Staken, rusten {shavat}Shisha yamim asinoe avodot
Les 90 Meer of minderOntvangen {qibel}
Les 91 (W20) Eerste radicaal he chet ayinRegelen {arach}
Les 92 Heet of koudAfkoelen {hitqarer}
Les 93 (J22) ShabbatsjaarOogsten {qatzar}Doen, maken {asah}
Les 94 Lang of kortMeten {madad}
Les 95 (W21) Tweede radicaal waw, yodWonen {gar}Terugkeren {shoev}Rusten {nach}
Les 96 Bomen en plantenBloeien {parach}Vruchtbaar zijn {parah}
Les 97 (J23) Toe bisvatVertrekken {yatza}De Amandelboom bloeit
Les 98 Voor, tegen of achterTegenwerken {hitnaged}
Les 99 Bijwoorden; langzaam of snelRennen {ratz}Willen (ratza}
Les 100 Woordenlijstt/m les 99
Les 101 (J24)PoeriemWERK IN UITVOERING
Les 102 (T1) Vroeg of laat
Les 103 (W22) Tweede radicaal alef, he, chet, ayinWassen?Douchen?
Les 104 Schoon of vuilAfwassen {shataf}Kleren wassen {kibes}
Les 105 (J25) MikweOnderdompelen {laval}
Les 106 (T2) Vandaag of morgen
Les 107 (W23) Derde radicaal alef Vinden {matzo}Haten {sane}
Les 108 Post Les 109 (J26)Tisha b'av
Les 110 (T3) Altijd of nooit
Les 111 (W24) Komen {bo}Bouwen {bana}
Les 112 Foto Les 113 (J27)Chanoekah
Les 114 (T4) Langzaam of snel
Les 115 (W25)Derde radicaal yod, he
Les 116 Bioscoop en theater
Les 117 (J28)Holocaust
Les 118 (T5) Begin of einde
Les 119 (W26)Uitgangen
Les 120 Radio en TV Les 121 (J29) Yom hasho'ah
Les 122 (T6) Tijd of geen tijd
Les 123 (W27) Onregelmatige werkwoorden
Les 124 (R5) Vliegveld Les 125 Woordenlijstt/m les 124
Les 126
gedenken? zachar
Les 127 (W28) Onbepaalde wijs, infinitief
Les 128 (R6) Vliegtuig Les 129 (J30) Yom hazikaron
Les 130 Wederkerig voornaamwoord
Les 131 (W27) Gebiedende wijs onregelmatig
Les 132 (R7) Landing Les 133 (J31) Yom ha'atzma'oet
Les 134 Les 135 (W28) Onpersoonlijke uitdrukkingen
Les 136 (R8) Douane Les 137 (J32) MezoezahVastmaken {qava}Bouwtekening
Les 138 Les 139 (W29) Modalewerkwoorden 1
Les 140 (R9) Landen Les 141 Les 142 Les 143 (W30Modale werkwoorden 2
Les 144 (R10) Talen Les 145 Les 146 Les 147 (W31)
Les 148 (R11) De trein
Les 149 Les 150 Woordenlijstt/m les 149
Les 151
Les 152 (R12) Autobus en taxi
Les 156 (R13) Garage
LESSENLIJST INTRODUCTIECURSUS HEBREEUWS
Deze oude lessen zijn verwijderd.
Les- 31 Status ConstructusRepareren {tiqen}
Les- 32 (W9) Oorzakelijk lijdend [hoef'al] Zitten, rusten {yashav}Hine mah tov
Les- 33 (R3) De AutoHuren {sachar}
Les- 34 Voorzetsels 2Gaan, lopen {halach}
Les- 35 (W10) Reflexieve vorm [hitpa'e]. Elkaar weerzien {hitra'ah}Shalom chaveriem
Les- 36 (R4)Hebreeuwse landkaart
Les-35B Werkwoordenoverzicht
Les- 37 Voorzetsels 3.Staan {amad}
Les- 38 (W11)Zijn en Hebben. Zijn {hayah}Avadiem hayinoe
Les- 39 ConversatieBezoeken {biqer}
Les- 40 Voorzetsels 4. Regelen, ordenen {sider}
Les- 41 (J1) Pesach, SederavondOverslaan {pasach}Mah nishtanna
Les- 42 KrantenSchrijven {katav}
Les- 40 A Woordenlijst t/m les 40 (8 blz).Les- 40B Overzicht voorzetsels en voorvoegsels
Les- 43 Achtervoegsels, afleiden van woordenTellen {safar}
Les- 44 (J2) Omertelling, Lag ba' omer. Fotograferen {tzillem} Onze boog op onze schouder
Les- 45 Foto en filmVertonen {herah}
Les- 46 VerkleinwoordenBrengen {hevie}
Les- 47 (J3) Shavoe'ot Feest vieren {chagag}Salenoe al ketefenoe
Les- 48 De Post Zenden {shalach}
Les- 48 A Woordenlijst t/m les 48(10 blz).
Les- 49 Groot-groter-grootstGedenken {zachar}
Les- 50 (J4) Tien Geboden. Heiligen {qidesh} Torah tziwah lanoe Moshe
Les- 51 TelefoonTelefoneren {tilfen}
Les- 52 Groot of kleinLaten groeien {giddel}
Les- 53 (J5) Rosh HashanahZegenen {berach}Shanah tovah
Les- 54 Computer en InternetDenken {chashav}
Les- 55 Meer of minderVerzoenen {kiper}
Les- 56 (J6) Yom Kipoer,Geven {natan}
Les- 57 (C5)Rekenen 1Rekenen {chishev}
Les- 5 6 A Woordenlijst t/m les 56(12 blz)
Les- 58 Lang of kortMeten {madad}
Les- 59 (J7) Loofhuttenfeest Bouwen {banah}Patiesh masmer
Les- 60 (C6)Rekenen 2(Ver)delen {chileq}
Les- 61 (T1) Vroeg of laatOnderwijzen {horah}
Les- 62 (J8) Simchat Torah. Zich verheugen {samach}
Les- 63 (C7)Rekenen 3Rangtelwoorden en breuken. Vermenig-vuldigen {hichpiel}
Les-63B Overzicht Telwoorden en Rekenen
Sisoe wesimchoe 2x
Les- 64 (T2)Vandaag of morgenBetalen {shillem}
Les- 65 (J9) TenachLoven {hillel}Psalm 150
Les- 66 MuziekMusiceren {nigen}
Les-64AWoordenlijst t/m les 64(14 blz)
Les- 67 (T3)Altijd of nooitVergeten {shachach}
Les-68 (J10)De Talmoed. Overhandigen {masar}
Les-69 (C8)TelwoordenVertellen {siper}
Les-65CTenach extraBiblia Hebraica
Les-70 (T4)Langzaam of snelHaasten {miher}
Les-71 (J11)HalachaBevelen {tziwah}
Les-72 (R5)Het vliegveldOpstijgen {himrie}
Les-72AWoordenlijst t/m les 72(16 blz)
Les-73 (T5)Begin of eindeHoren {shama}
Les-74 (J12)Geloofsbelijdenis en Tellied. Weten {yada}Echad mie yode'a?
Les-75 (R6)Het vliegtuigVliegen {tas, toes}
Les-77C Maak zelf een mezoezah
Les-76 (T6)Tijd of geen tijdUitnodigen {zimen}
Les-77 (J13)MezoezahVastmaken {qava}Bouwtekening
Les-78 (R7)De landingLanden {nachat}
Les-79C Lied Adonay shomrecha, God is uwbewaarder, Ps121
Les-79Zon of maan. Stralen {zarach} Adonay shomrecha, Ps. 121
Les-80 (J14)Rosh Chodesh. Ver-nieuwen {chiddesh}
Les-81 (R8)Douane. Nodig hebben {tzarach}
Les-80AWoordenlijst t/m les 80(18 blz)
Les-82Weer of geen weer?Afdalen {yarad}Haqayitz avar
Les-83 (J15)Shabbat Staken {shavat}Shisha yamim asinoe avodot
Les-84 (R9)LandenZeggen {amar}
Les-85Heet of koudAfkoelen {hitqarer}
Les-86 (J16)ShabbatsjaarOogsten {qatzar}Doen {asah}
Les-87 (R10)TalenVertalen {tirgem}Verstaan {hevien}
Les-88Bomen en plantenBloeien {parach}
Les-89 (J17)Toe BishvatVertrekken {yatza}hashqediah porachat
Les-90 (R11)De treinRijden {rachav}
Les- 9 0AWoordenlijst t/m les 90
Les-91 (W12) Voltooid of onvoltooid?Zetten, leggen {sam}
Les-92 (J18)Poeriem, LotenfeestLezen {qara}Yom tov lanoe
Les-93 (R12)Autobus en taxiAankomen {higgia}
Les-94 (W13)Lijdend deelwoordVerkocht zijn {nimkar}
Les-95 (J19)Tisha be'avWenen {bachah}
Les-96 (R13)De garageRemmen {balam}
Les-97 (W14)Aanvoegende wijsOpstaan {qam}
Les-9 8 (J20)ChanoekahDoen {asah}Hanerot hallaloe
Les-99 (R14)De fietsWachten {chikah}
Les 100Meer aanwijzende
Les-101 (J21)Holocaust Gedenkdag
Les 102 (R15)Het verkeer
Les-100AWoordenlijst t/m les
voornaamwoordenAanduiden {ramaz}
Geloven {hè'èmien}Passeren {ávar}Ani ma'amien
Parkeren {chánáh} 100Les-101C Vertalingvan Ani ma'amien
Les-103Vragende voornaam-woorden 2, wie, wat?Vragen {shá'al}
Les-104 (J22)Yom haShoaVallen {náfal}Redden {hitziel}In elke generatie
Les-105 (R16)VerkeersongevalGewond raken {niftza}Helpen {ázar}
Les 104CYom Hashoa extra, lied In elke generatie.
Les-106Vragende voornaam-woorden 3, waar?Antwoorden {anah}
L es-107 (J23)Yom HazikaronKunnen {yachol}Zwijgen {shataq}Als 't harte huilt
Les-108PolitieStoppen {átzar}Stelen {gánav}
Grammatica Judaïca Woordenschat Werkwoorden
Les-109 Wederkerig voornaamwoordSterk worden {átzam}Vermelden {hizkier}Les 109B Overzicht voornaamwoorden
Les-110 (J24)OnafhankelijheidsdagHopen {qiwah}HatikwahLes-110A Woorden-lijst t/m les 110
Les-111JustitieBerechten {shafat}
Les-112 (W15)Eerste radicaal yodBaren {yalad}
Les-113 Vragende voornaamwoorden 4, Wanneer en hoe?Vinden {matza}
Les-114 (J25)Joodse vluchtelingen uit Arabische landenVluchten {barach}
Les-11 5 Veiligheid en zekerheidVertrouwen {batach}Verzekeren (bittach}
Les-116 (W16)Eerste radicaal AlefBakken {afah}
Les-11 7Voegwoorden 2Optellen {chibber}Werken {avad}
Les-11 8 (J26)Yom JeroeshalayiemYeroeshalayiem shel zahav
Les-119Civiele verdedigingVerdedigen {hegen}
Les-120 (W17)Eerste radicaal NoenAanraken {naga}Naderen {nagash}Les-120A Woordenlijst
Les-1 21 Voegwoorden 3Zoeken {chipes}
Les-1 22 (J27)AliyahdagOpgaan (alah}
Les-123 DefensieVechten {lacham}
Les-124 (W18) 1e radicaal He, chet, ayinRegelen {arach}
Les-12 5 Zinsbouw en bijzinnenVerkopen {machar}
Les-12 6 (J28)KeppeltjeDragen (lavash)
Les-12 7 BrandweerBlussen (kibah)
Les-128 (W19)2e radicaal Waw, yodTerugkeren {shav}
Les-1 29 Bijwoorden; langzaam of snel,Rennen {ratz}Willen {ratzah}
Les-1 30 (J29)De DavidssterZien {ra'ah}Les-130A Woordenlijst
Les-131 RegeringKiezen {bachar}
Les-132 (W20)2e rad alef,he,chet,ayinWassen {rachatz}Douchen {hitqale'ach}
Les-1 33 Schoon of vuil(Af)wassen {shafat}Wassen {kibes}
Les-1 34 (J30) MikweOnderdompelen, dopen {taval}
Les-135 (L1) Alle mensenWonen {shachan}
Les-136 (W21)Derde radicaal Alef, Vinden {matza}Haten {sane}Hailĺi Nafshi
Les-13 7Dichtbij of ver wegNaderbij komen {qarav}
Les-13 8 (J31) Talliet en vlagHonger hebben {rá'av}
Les-13 9 (L2) Familie Zich verloven {hit'ares}
Les-140 (W22) Derde radicaal yod/he(+ Opticien)Zien {ra'ah}
Les-141 (L3) Vriendenen bekenden
Les-142 (J32) Huwelijk
Les-143 (L4) Voortplanting
Les-144 (W23) Persooons- en bezitsuitgangen
Les-145 Zwart of wit Les-146 (J33) Echtscheiding
Les-147 (L4) Geboorte Les-148 (W24) Onregelmatige werkwoorden
Les-149 Jong of oud Les-150 (J34)BesnijdenisLes-150A Woordenlijst
Les-151 (L5) Onderwijs
Les-152 (W25)Infinitief
Les-153 Les-154 (J35) Bar mitzwah
Les-155 (L6) Lichaam Les-156 (W26)
Les 157Ziek of gezond
Les-158 (J36)Overlijden, begrafenis,Kadish
Les-159 (L7)Ziekenhuis
Les-160 (W27)
Les-161 Les-162 (J37) Les-163 (L8) Apotheek
Les-164
Les-165 Les-166 (J38) Les-167 (L9) Tandarts
Les-168
Les-169 Les-170 (J39) Les-171 (L10) Apotheek
Les-172
Les-173 Les-174 (J40) Les-175 (L11) Les-176
Les-177 Les-178 (J41) Les179 (L12) Les-180
Les-181 Les-182 (42) Les-183 Les-184
Besproken werkwoorden in de Revisie lessen
11 W1 Tegenwoordige tijd (Tegenwoordig deelwoord)11 ל קקטט qátal pa'al Doden tegenwoordige tijd11 אַכטל áchal pa'al Eten tegenwoordige tijd11 הָתקה שק shátáh pa'al Drinken tegenwoordige tijd13 סקַרטג sárag pa'al Breien tegenwoordige tijd10 לקבטש lávash pa'al Dragen, aantrekken tegenwoordige tijd15 W2 Verleden of Voltooide tijd15 קקם,קום qam, qoempa'al Opstaan verleden tijd15 נקה קק qánáh pa'al Kopen verleden tijd15 בקַרקא bárá pa'al Scheppen verleden tijd15 אַמטַר ámar pa'al Zeggen verleden tijd15 אַכטל áchal pa'al Eten verleden tijd15 הָתקה שק shátáh pa'al Drinken verleden tijd16 אבטד ávad pa'al Werken tegenwoordige tijd17 ַרקאה rá'ah pa'al Zien tegenw + verleden tijd19 W3 Toekomende of Onvoltooide tijd19 ל קקטט qátal pa'al Doden toekomende tijd19 ַר בקחט báchar pa'al Kiezen toekomende tijd19 גקדטל gádal pa'al Groeien toekomende tijd19 פקקטד páqad pa'al Bevelen, bezoeken, tellen toekomende tijd19 קקַרקא qárá pa'al Lezen, roepen, noemen toekomende tijd20 קקהָתטב qátav pa'al Schrijven 3 tijden21 ב יקשט yáshav pa'al Zitten, rusten, wonen 3 tijden23 W4 Gebiedende wijs, Onbepaalde wijs23 Drinken, breien, kopen, dragen, scheppen, zien: Toekomende tijd, geb. wijs, infinitief24 צקבטע tzáva pa'al Verven, kleuren26 אהקב áhav pa'al Liefhebben27 W5 Zijn en hebben27 יקה הק háyáh pa'al Zijn27 יקה חק cháyáh pa'al Leven28 נקה קק qánáh pa'al Kopen29 ל צקהט tzáhal pa'al Juichen30 בֹוא bo pa'al Komen, binnengaan31 W6 Passieve vorm nif'al31 ננַממכטַר nimkar nif'al Verkocht zijn32 ַמקַכטַר máchar pa'al Verkopen33 ננַרמאה niráh nif'al Schijnen, gezien worden, zichtbaar zijn34 ַר שק shár pa'al Zingen35 W7 Intensieve vorm pi'el35 ידדַר סנ sidder pi'el Regelen, ordenen35 דניבדַר diber pi'el Spreken36 ב חקשט cháshav pa'al Denken37 פקסטח pásach pa'al Overslaan, stappen over38 סקַמטךמ sámach pa'al Vertrouwen39 W8 Intensief lijdende vorm poe'al39 סקַפטַר sáfar pa'al Tellen, nummeren39 סנפדַר siper pi'el Vertellen, tellen40 ב ישד חנ chishev pi'el Rekenen41 לטךמ הק hálach pa'al Gaan, lopen,42 ט שק shát pa'al Varen43 W9 Oorzakelijke vorm hif'il43 דמלניק הנ hidlieq hif'il Aansteken
43 יַר אנ הד he'ier hif'il Schijnen, licht geven44 ילדק חנ chilleq pi'el (Ver)delen44 ַרקצקה rátzáh pa'al Willen45 גטג חק chágag pa'al Feest vieren46 ַרדהָת שד sheret pi'el Dienen47 W10 Oorzakelijk lijdende vorm hoef'al47 hoezman הוְזמַמטן hoef'al Uitgenodigd worden47 ַכטַר שק sáchar pa'al Huren47 כטַר הושמ hoeskar hoef'al Gehuurd/verhuurd zijn48 ַכמפניל הנ hichpiel hif'il Vermenigvuldigen, verdubbelen49 ידדש קנ qiddesh pi'el Heiligen51 W11 Reflexieve vorm, hitpa'el51 ַרקאה rá'áh pa'al Zien51 ַרקאה הנהָתמ hitrá'áh hitpa'el Elkaar aanzien, elkaar weerzien52 ַמטַר שק shámar pa'al Bewaren, bewaken53 ךמַרטבד berach pi'el Zegenen54 ámar אַמטַר pa'al Zeggen
Besproken werkwoorden
11 ל קקטט W2 qátal pa'al Doden toekomende tijd11 ַר בקחט báchar pa'al Kiezen toekomende tijd11 גקדטל gádal pa'al Groeien toekomende tijd11 פקקטד páqad pa'al Bevelen toekomende tijd14 ל קקטט W3 qátal pa'al Doden tegenwoordige tijd14 לקַמטד lámad pa'al Leren tegenwoordige tijd14 אַכטל áchal pa'al Eten tegenwoordige tijd14 הָתקה שק shátáh pa'al Drinken tegenwoordige tijd16 אהטב áhav pa'al Liefhebben17 W4 Gebiedende wijs (imperatief) en Onbepaalde wijs (infinitief)19 בֹוא bo pa'al Komen onregelmatig20 ל ננקקטט W5 niqtal nif'al Gedood worden Passieve vorm21 ַרקצקה rátzáh pa'al Willen22 ַר שק shár pa'al Zingen23 ל קנטט W6 qittel pi'el Uitmoorden Intensieve vorm23 לנמדד limmed pi'el Onderwijzen24 דנבדַר dibber pi'el Spreken25 יני חק cháyie pi'el Leven26 ל קקטט W7 qoettal poe'al Uitgemoord worden Lijdend-intensieve vorm27 נקסטע nása pa'al Reizen28 ַרדהָת שד sheret pi'el Dienen29 יל קקטנ הנ W8 hiqtiel hif'il Doen doden Oorzakelijke vorm29 יח במטנ הנ hivtiech hif'il Beloven30 ג נקהט náhag pa'al Besturen, rijden31 ן קד הָתנ tiqen pi'el Repareren32 ן הוְזקמט W9 hoezman hoef'al Uitgenodigd worden Oorzakelijk lijdend vorm32 ב יקשט yáshav pa'al Zitten, rusten33 ַכטַר שק sáchar pa'al Huren34 לטךמ הק hálach pa'al Gaan, lopen35 ל W10 הנתקטטט hitqattel hitpa'el 'Elkaar doden' Reflexieve vorm35 ַרקאה הנהָתמ hitrá'áh hitpa'el Elkaar weerzien35B Overzicht werkwoord vervoegingen37 עקַמטד ámad pa'al Staan38 יקה הק W11 háyáh pa'al Zijn, hebben39 בנקדַר biqer pi'el Bezoeken, controleren40 ידדַר סנ sidder pi'el Ordenen; zetten41 פקסטח pásach pa'al Overslaan42 כקהָתטב kátav pa'al Schrijven43 סקַפטַר sáfar pa'al Tellen, nummeren44 צנילדם tzillem pi'el Fotograferen45 ַרקאה הה hèrah pi'el Vertonen46 בניא הד hevie hif'íl Brengen47 גטג חק chágag pa'al Feest vieren48 לטח שק shálach pa'al Zenden49 ְזקַכטַר záchar pa'al Herdenken, zich herinneren50 ידדש קנ qiddesh pi'el Heiligen51 ן לַפד טנ tilfen pi'el Telefoneren52 גנדדל, גנידדל giddel pi'el Kweken, fokken, laten groeien53 בדַרטךמ berach pi'el Zegenen54 ב חקשט cháshav pa'al Denken, van plan zijn55 ַר, כניפדַר כנפד kiper pi'el Verzoenen56 ן נקהָתט nátan pa'al Geven
57 ב ישד ב, חנ שד חנ chishev pi'el Rekenen58 ַמקדטד mádad pa'al Meten59 בקנקה bánáh pa'al Bouwen60 ילדחנ קלדק, חנ chilleq pi'el (Ver)delen61 הֹוַרקה horáh hif'iel Onderwijzen, instrueren, opdragen62 ַמטח שק sámach pa'al Zich verheugen, blij zijn63 ַכמפניל הנ hichpiel hif'il Vermenigvuldigen, verdubbelen64 ילדם לדם, שנ שנ shillem pi'el Betalen66 ננגדן, נניגדן niggen pi'el Musiceren, muziek maken67 ַכטח שק sháchach pa'al Vergeten68 ַמקסטַר másar pa'al Overhandigen, aangeven69 סנפדַר siper pi'el Vertellen; tellen70 ַר ַמניהד miher pi'el Zich haasten71 צניוקוה tziwáh pi'el Bevelen72 ַממַרניא הנ himrie hif'il Opstijgen, take-off73 ַמטע שק sháma paál Horen74 יקדטע yáda pa'al Weten75 ס, טוס טק tás, toes pa'al Vliegen76 ן ְזניַמד zimen pi'el Uitnodigen77 קקבטע qáva pa'al Vastmaken, vaststellen78 נקחטהָת náchat pa'al Landen, neerkomen79 ְזקַרטח zárach pa'al Stralen, schijnen80 ידדש חנ chiddesh pi'el Vernieuwen, herstellen81 צקַרטךמ tzárach pa'al Nodig hebben, verbruiken82 יקַרטד yárad pa'al Neerdalen; emigreren (uit Israël)83 בטהָת שק shávat pa'al Rusten, staken84 אַמטַר ámar pa'al Zeggen85 קקַרדַר הנהָתמ hitqárer hitpa'el Afkoelen; verkouden worden86 קקצטַר qátzar pa'al Oogsten; Kort zijn86 י ה/עקשנ עקשק ásáh/ásie pa'al Doen, maken87 ַרמגדם תנ tirgem pi'el Vertalen87 ין בנ הד hevien hif'il Verstaan, begrijpen 88 פקַרטח párach pa'al Bloeien89 יקצקא yátzá pa'al Vertrekken90 ב ַרקחט ráchav pa'al Rijden91 W12 Voltooid of onvoltooid?91 ים ם, שנ שק sám, siem pa'al Zetten, leggen92 קקַרקא qárá pa'al Lezen, roepen93 גניעט הנ higgia hif'iel Aankomen94 W13 Lijdend deelwoord94 ננַממכטַר nim'kar nif'al Verkocht zijn95 בקַכקה bácháh pa'al Wenen, huilen96 בקלטם bálam pa'al Remmen97 W14 Gebiedende en Aanvoegende Wijs97 םקק qám pa'al Opstaan.98 ד פקחט páchad pa'al Vrezen, bang zijn99 יכקה כקה, חנ חנ chikáh pi'el Wachten100 ַרקַמטְז rámaz pa'al Aanduiden, wenken, toespelen op101 ין ַמנ אא הה hè'èmien hif'il Geloven101 ávar עקבטַר pá'al Passeren102 נקה חק chánáh pa'al Parkeren103 לַאל shá'al שק pa'al Vragen104 נקַפטל náfal pa'al Vallen104 צניל הנ hitziel hif'il Redden
105 ננַפמצטע niftza nif'al Gewond worden/raken105 ázar עקְזטַר pa'al Helpen106 עקנקה ánáh pa'al Antwoorden107 יקַכֹול yáchol pa'al Kunnen, in staat zijn107 הָתטק שק shátaq pa'al Zwijgen108 עקצטַר átzar pa'al Stoppen108 גקנטב gánav pa'al Stelen109 עקצטם átzam pa'al Sterk worden, sluiten
118 W15 Eerste radicaal yod
121 W16 Eerste radicaal alef
124 W17 Eerste radicaal noen
127 W18 Eerste radicaal he, chet, yod
130 W19 Tweede radicaal waw, yod
133 W20 Derde radicaal alef
136 W21 Derde radicaal yod/he
