Interview Irshad Manji
Click here to load reader
description
Transcript of Interview Irshad Manji
INTERVIEW
Vol Zin
2 ju
li 20
04
24
”De islam wordt te sterk
bepaald door de
Arabische traditie.”
Met haar boek heeft
Irshad Manji veel discussie
losgemaakt in Amerika.
“Het is een beetje bot
wat ik zeg, maar ik vind
dat wij moslims te lang
om de hete brij hebben
heen gedraaid.
Ook Bin Laden kan zich
beroepen op de koran.”
Irshad Manji: “Als je eenmoslimmeisje opvoedt, voed
je een hele familie op”
CANADESE MOSLIMA IRSHAD MANJI ROEPT OP TOT VERNIEUWING:
“De meeste moeite heb ik met gematigde moslims”
Tekst: Cees Veltman
Irshad Manji – op bezoek in Amsterdam - oogt fra-
giel. Haar smalle schouders verbergen haar vastbe-
slotenheid en enthousiasme. “Ik zeg tegen mijn fel-
low-moslims..”, klinkt het steeds. Haar oproep tot
vernieuwing van de islam komt precies op het
moment dat fundamentalisten het gezicht van de
islam bepalen en gematigde moslims er het zwijgen
toedoen.
De Pakistaanse president Pervez Musharraf heeftgepleit voor ‘een strategie van verlichte gematigdheid’.De islamitische wereld moet de weg van de sociaal-economische verheffing inslaan. Precies in uw straatje?“Ja, dat klinkt wel mooi, maar in de praktijk komt er
van die ontwikkeling niets terecht in Pakistan. Hij
zegt het vooral om de Amerikanen te plezieren. En
verder moet hij de militairen en zelfs extremisten
tevreden houden. In zo’n positie kan hij geen kracht
tot vernieuwing en mensenrechten zijn. Musharraf
is een dictator die net zolang blijft zitten tot hij
wordt weggejaagd of vermoord, zoals de meeste
moslimmachthebbers.”
U bent streng-islamitisch opgevoed op een koran-school in Canada. Hoe is het u gelukt toch zelf te gaannadenken?“Elke zaterdag kregen we op die school urenlang te
horen dat vrouwen inferieur zijn en joden niet te
vertrouwen. Natuurlijk zijn niet alle scholen hetzelf-
de, maar ik denk dat nog steeds veel moslims zo
worden opgevoed. God was voor mij een angstaanja-
gende figuur, plat als een pannenkoek aan het pla-
fond, die me streng aankeek en waarschuwend zijn
vinger opstak: ‘Doe dit niet! Waarom doe je dat? Ik
hou je in de gaten!’ Maar die angst duurde niet lang.
Hoe het komt, weet ik niet, maar als meisje van acht
vroeg ik al waarom meisjes niet mochten voorgaan
in het gebed en jongens wel.
Ik was niet onverschillig over het geloof, zoals de
meesten van mijn klasgenoten en zoals het in elke
religie nog steeds gebruikelijk is. Zo ben ik vragen
blijven stellen aan de juffrouw op school: o, ja,
bestaat er een joods complot tegen de islam? O ja, is
het Westen de vijand van de islam? Waar zijn de
bewijzen? Ik werd de klas uitgezet en stond voor de
keus: vragen blijven stellen of afstand doen van het
geloof. Ik besloot het geloof een tweede kans te
geven en dat doe ik nog steeds. Nu heb ik veel meer
een gevoelsband met mijn schepper opgebouwd. Ik
ben heel ijverig de koran gaan bestuderen en ont-
dekte tot mijn grote verbazing de dertiende-eeuwse
traditie van koran-
uitleg en duiding,
de ijtihad met haar
creativiteit en
onafhankelijk den-
ken. De eerste uni-
versiteit ter wereld
was een islamitische,
in Bagdad. Zo heb ik mijn geloof kunnen redden.
Dankzij de vrijheden van het Westen. Lang leve de
vrijheid van het intellectuele onderzoek. Dat zeg ik
tegen mijn fellow-moslims die beweren dat het
Westen de vijand van de islam is.”
Uw critici betwijfelen of u nog wel een ‘echte’ moslimbent.“Ja, ik word steeds getest met vragen, zoals: Bid je
wel vijfmaal per dag? Nee, zeg ik dan. Tien keer!
Maar ik hoef hun mijn geloof niet te bewijzen.
Uiteindelijk ben ik alleen verantwoording schuldig
aan God. Als kind voldeed ik aan mijn religieuze
verplichtingen als een soort robot. Nu begrijp ik
niet hoe mensen in een majesteitelijke God kunnen
geloven die mensen reduceert tot robots. God is
veel grootser en creatiever.
Ik ben nooit gestopt met bidden, maar je moet het
anderen niet onder dreiging van hel en verdoemenis
opleggen, zoals nog vaak gebeurt. Ik vast ook, niet
omdat dat moet, maar om me te disciplineren en
om me in te leven in de positie van de armen. Maar
ik weiger principieel om op bedevaart te gaan naar
Mekka, want joden en christenen zijn daar niet wel-
kom.”
Is het mogelijk dat u over een aantal jaren toch deislam verlaat, maar niettemin waarde blijft hechten aanreligie?“Dat is mogelijk. (Lachend) Sommigen zeggen dat
ik mijn geloof al heb verloren. Maar het is niet
waarschijnlijk. Ik heb een vast geloof. Bewijzen dat
God bestaat, kan ik niet, maar dat bewijs is niet
nodig. Ik ga ervan uit dat alleen God weet wat het
ware geloof is, dat alleen hij mensen mag straffen en
dat hij mensen de vrijheid heeft gegeven zelf te ont-
dekken wat waardevol is in de godsdienstige tradi-
ties. Het gaat nu om de vraag of moslims besluiten
zich slaafs aan te sluiten bij vastgelegde religieuze
opvattingen of niet. Het is tijd voor een vernieuwing
van de islam. Het is een beetje bot wat ik zeg, ik
weet het, maar ik vind dat wij moslims te lang op
onze tenen om de hete brij hebben heen gedraaid.”
INTERVIEW
Vol Zin
2 juli 2004
25
”Ik heb mijn geloof kunnen behouden
dankzij de vrijheden van het Westen“
INTERVIEW
Vol Zin
2 ju
li 20
04
26
Uw grootste angst, schrijft u in uw boek, is iets te ont-dekken in de centrale boodschap van de koran datonverdraagzaamheid en geweld rechtvaardigt.“Aan gewelddadige teksten geen gebrek in de koran,
maar wat de belangrijkste boodschap betreft, ligt
het ingewikkelder. Mij wordt vaak tegengeworpen
dat de koran het doden van mensen verbiedt omdat
het doden van één mens het doden van de gehele
mensheid betekent, maar vergeten wordt de uitzon-
dering daarop en daar verwijzen geweld-
dadige extremisten naar. Doden
van onschuldigen mag niet,
staat in Soera 5, 33, behalve
als straf voor wie Allah
bestrijdt en verderf brengt
in het land. Al Qaida
beroept zich daarop met
haar acties tegen wat
Amerikaanse soldaten
doen in Irak en Saoedi-
Arabië.
We moeten als moslims op een
eerlijke manier naar de koran kijken
en erkennen dat die ook oproept tot de heilige oor-
log. Anders kunnen wij de extremisten die in de
naam van de islam optreden, niet bestrijden. In
plaats daarvan hebben moslims echter de neiging
deze kant van de koran te ontkennen en zeggen ze
dat de islam alleen maar draait om vrede, harmonie
en tolerantie. Ik hoop dat ze gelijk hebben. Daarom
heb ik mijn boek geschreven. Maar het gaat erom
dat we niet stoppen met nadenken. Dat is te gemak-
kelijk en te lui en ontkent de islam in de werkelijk-
heid. Alles is in theorie goed: communisme, kapita-
lisme... Maar in de praktijk desastreus.
Als journalist heb ik de taak naar de werkelijkheid
te kijken. In Pakistan zien we elke dag twee gevallen
van eerwraak, in Tunesië - een gematigd moslimland
– mag een man wel trouwen met een niet-moslim,
maar een vrouw niet, in Saoedi-Arabië mag een
vrouw niet een auto besturen, in Iran mogen vrou-
wen niet zonder toestemming van de man naar het
buitenland reizen en zo kan ik nog talloze voorbeel-
den noemen. Oké, dit hóeft niet te maken te hebben
met de koran en het is mogelijk dat de islam
progressief is, maar in de praktijk heeft het er wél
mee te maken. De koran spreekt zich met opzet niet
uit over regeringsvormen, dus er is ruimte voor
hedendaagse vormen, maar in de praktijk is daar
niets van te zien. Ik zeg niet dat maar één interpre-
tatie van de koran mogelijk is, maar pleit voor een
vrije competitie van ideeën over de koran. Hoe moet
je bijvoorbeeld het woord eer opvatten? Dat wordt,
zoals alles in de islam, te sterk bepaald door de
Arabische traditie. Misschien is de islam niet het
probleem, maar de Arabische cultuur die de islam
zo sterk heeft beïnvloed in zevenhonderd jaar dat
moslims zijn gaan geloven dat de Arabieren bepa-
lend zijn voor het moslimgeloof, hoewel zij een
minderheid vormen binnen de islam.
Voor een man betekent het woord eer in de praktijk
iets anders dan voor een vrouw. Zij moet haar indi-
vidualiteit opgeven, want ze is eigendom van de
familie en van de gemeenschap. Vandaar dat bij
overtredingen straffen voor een vrouw veel zwaarder
zijn dan voor een man. Ze heeft immers niet slechts
één persoon schade toegebracht, maar de hele
gemeenschap. Dat is moeilijk te begrijpen voor wes-
terlingen, die veel meer uitgaan van de rechten van
het individu. Ik moedig vooral vrouwen aan zich te
ontwikkelen. Als je een moslimmeisje opvoedt, voed
je een hele familie op.”
Fundamentalisten mogen het beeld van de godsdienstniet bepalen?“Het gaat me om meer. Voor mij, net als voor veel
mensen, is het gemakkelijk me te verzetten tegen
het fundamentalisme. Ik heb meer moeite met de
gematigde moslims die passief blijven tegenover
religieuze terreur en het dus bevorderen. Ze vragen
zich niet af of ze genoeg doen om de toekomst van
de godsdienst veilig te stellen. Voor mij is het
Probleem met de Islam (de titel van het boek in het
Engels) niet eens zozeer het fundamentalisme, maar
het zogenaamd letterlijk nemen van de koran dat
gemeengoed wordt. Je ziet die stroming ook bij pro-
testantse evangelicalen waarvan nu een vertegen-
“Ik word elke dag
bedreigd met de dood.
Dat verbaast me niks, wel
dat ik zoveel bijval krijg”
Irshad Manji (35) werd geboren in Oeganda en vluchttein 1972 met haar ouders naar Canada. Daar is ze bekendgeworden met een eigen televisieprogramma als voor-vechtster van vernieuwing van de islam. Haar boek Thetrouble with Islam komt nu in Nederland uit onder de titelHet islam dilemma. Het is een bestseller, maar in de ogenvan veel moslims controversieel, ook omdat ze uitkomtvoor haar homoseksualiteit. Ze beschrijft haar ontdekkingvan de eeuwenoude traditie van zelfstandig denken in deislam, de ijtihad, rond de twaalfde eeuw in Spanje.
INTERVIEW
Vol Zin
2 juli 2004
27
woordiger in het Witte Huis zetelt. Zelfs de boed-
dhisten kennen hun fundamentalisten. Wij moslims
worden opgevoed met het idee dat de koran, omdat
die na de thora en de bijbel is gekomen, de definitie-
ve en meest perfecte uitdrukking is van Gods wil.
Zelfs gematigde moslims voelen zich dus superieur,
in tegenstelling tot gematigde christenen. De mees-
te moslims hebben er geen idee van dat je ook vra-
gen kunt stellen over de koran. Dat zijn ze nooit
gewend geweest. En dat terwijl de koran vol tegen-
strijdigheden zit.”
Zullen progressieven niet altijd een minderheid vormen?“Ja, de meeste mensen confirmeren zich liever aan
een behoudende meerderheid. Iedereen heeft
natuurlijk het recht om het niet met mij eens te
zijn. Na een lezing in Amerika over mijn boek stapte
een moslimvrouw woedend op me af. Ze vond het
onzin dat de islam vernieuwing nodig heeft: ‘Maar je
hebt me ervan overtuigd dat ik me nu echt in de
koran moet verdiepen om te bewijzen dat je ongelijk
hebt.’ Kijk, als ik dat kan bereiken, is mijn werk
gedaan. Ik wil niet de leiding nemen van een her-
vormingsbeweging en me ook niet bemoeien met
politiek. Ik ga niet voorop lopen in demonstraties
met borden We Want Liberalism. Het gaat mij erom
dat mensen individueel die ijtihad-traditie ontdekken
en zelf gaan nadenken over het geloof. Achthonderd
jaar geleden heeft de islam zo’n vernieuwingsperio-
de doorgemaakt, waarom zou dat nu niet meer kun-
nen? Ik vraag mijn medegelovigen niet tradities en
waarden van anderen over te nemen, wij hebben zelf
voldoende in onze eigen traditie om ons geloof te
moderniseren.”
In de koran is Allah geslachtsloos. Hier is de koranmoderner dan de bijbel.“Ja, toch vind ik het te afstandelijk om Allah als
‘het’ aan te duiden. Voor het gemak zeg ik ‘hij’,
maar het maakt mij niet uit. Als ik Allah als vrouw
had omschreven in mijn boek, zou dat te veel heb-
ben afgeleid van mijn boodschap. Ik zie God in alles,
dus ook in de slechte dingen in de wereld. Ook in
Bin Laden of Musharraf, want God is een complex
begrip, niet alleen aan te duiden als liefde en har-
monie. Ik zie hem ook niet als almachtig, want dan
had hij ons mensen wel beter gemaakt dan we nu
zijn. Waarom zou hij zich dan tevreden hebben
gesteld met onze middelmatigheid? Nee, God is
kwetsbaar en heeft ons nodig als partners in zijn
reis naar gerechtigheid. Hij heeft ons even hard
nodig als wij hem.”
Wat zijn uw favoriete passages in de koran en in de bijbel?“In de koran staat dat God de mensen niet verandert
totdat mensen zelf tot verandering besluiten. En:
het is zijn vooropgezette bedoeling geweest diversi-
teit te brengen onder de mensen. Anders had hij
ons wel tot één volk gemaakt. Pluriformiteit is niet
iets dat lijdelijk getolereerd moet worden, maar is
juist bedoeld om ons aan te sporen in het goede met
elkaar te concurreren.
In de bijbel vind ik het verhaal van de barmhartige
Samaritaan prachtig en het verhaal van Job omdat
het zo mysterieus en paradoxaal is. Job wil meteen
antwoord op zijn vragen en denkt dat God zijn gebe-
den niet verhoort, maar dat doet hij wel. Alleen niet
op de manier zoals Job wenst. Dat herinnert ons aan
de deugd van het geduld en aan het feit dat God een
mysterie is.”
Met uw oproep tot vernieuwing wordt u beschouwdals gevaarlijk en loopt u persoonlijk ook risico’s.“Ik word elke dag bedreigd, maar dat verbaast me
niet zo. Wel dat ik zoveel bijval krijg en zelfs liefde.
Vooral van jonge moslims, al durven ze me die
slechts te fluisteren in mijn oor. Hun vrees voor ver-
volging is vaak terecht.
Soms zeggen mensen: als
je niet zo positief over
het Westen zou
schrijven, zouden we
je oproep tot ver-
nieuwing best willen
volgen. Maar het is
nu eenmaal een feit
dat het Westen meer
mogelijkheden biedt voor
onafhankelijk denken dan
moslimlanden. Die waarheid moet gezegd kunnen
worden. Nu gaat het erom hoe we de ondergrondse
honger naar verandering aan de oppervlakte krijgen.
Daar weet ik het antwoord nog niet op. Ik heb geen
grootse strategie of een van God gegeven plan. Ik
kan alleen maar doen wat ik nu als individu doe en
jonge moslims voorhouden dat het mogelijk is het
hardop oneens te zijn met de hoofdstroom van de
islam en toch in leven te blijven. Daarom neem ik
geen lijfwachten meer mee, want dat zou mijn stel-
ling ondergraven. Ik moet mijn doel nastreven, zelfs
op het gevaar af dat ik er het leven bij laat.” ■
“Ik bid niet vijfmaal per dag,
maar tienmaal”