Internationale uitdagingen voor de vlaamse hogescholen vlhora, 9 feb 2015

23
INTERNATIONALE UITDAGINGEN VOOR DE VLAAMSE HOGESCHOLEN Dirk Van Damme OECD/EDU/IMEP

Transcript of Internationale uitdagingen voor de vlaamse hogescholen vlhora, 9 feb 2015

INTERNATIONALE

UITDAGINGEN VOOR DE

VLAAMSE HOGESCHOLEN

Dirk Van Damme – OECD/EDU/IMEP

• Uitdaging 1: De aangroei van hoogopgeleide

jongeren vertraagt t.o.v. andere landen

• Uitdaging 2: We boeken te weinig

vooruitgang in gelijke kansen en aanboren

van nieuwe talentenreservoirs

• Uitdaging 3: Een te rigide onderscheid

tussen academisch en professioneel hoger

onderwijs is nefast

3 uitdagingen

UITDAGING 1:

DE AANGROEI VAN

HOGEROPGELEIDE JONGEREN

VERTRAAGT T.O.V. ANDERE LANDEN

• Vlaanderen heeft zijn groei en welvaart sinds

midden 20ste eeuw in grote mate te danken aan

investeringen in hoger onderwijs en groei aantal

hooggeschoolden

– Academisch gevormde maar ook technisch

geschoolde professionals

– Voor innovatie en economische groei, maar ook voor

sociale vooruitgang en culturele ontwikkeling

• Het is van cruciaal belang om die instroom van

hooggeschoolden in economie en samenleving op

hoog niveau te houden

Hooggeschoolden zijn belangrijke bron van

welvaart, groei en sociale vooruitgang

Aandeel hooggeschoolden in 25-34j

bevolking, 2000 en 2013

0

10

20

30

40

50

60

70

Kore

a

Pola

nd

Luxe

mb

ou

rg

Latv

ia

Ire

land

Un

ited

Kin

gd

om

Slo

vak R

epu

blic

Slo

ven

ia

Cze

ch R

ep

ub

lic

Sw

itze

rla

nd

Port

ug

al

Hung

ary

Ne

the

rla

nds

Austr

alia

OE

CD

ave

rag

e

Tu

rkey

Gre

ece

Fra

nce

Italy

Esto

nia

Denm

ark

Norw

ay

Ne

w Z

eala

nd

Sw

ede

n

Austr

ia

Ja

pa

n

Icela

nd

Cana

da

Me

xic

o

Spa

in

Un

ited

Sta

tes

Belg

ium

Germ

any

Fin

land

2000 2013%

Gemiddelde jaarlijkse groei hoger-onderwijs-

kwalificaties in 25-34-jarigen 2000-2013

%

0

1

2

3

4

5

6

7

8

9

Fin

land

Un

ited

Sta

tes

Belg

ium

Cana

da

Spa

in

Germ

any

Ja

pa

n

Norw

ay

Sw

ede

n

Icela

nd

Esto

nia

Ne

w Z

eala

nd

Fra

nce

Denm

ark

Me

xic

o

Austr

alia

OE

CD

ave

rag

e

Gre

ece

Ne

the

rla

nds

EU

21 a

vera

ge

Un

ited

Kin

gd

om

Sw

itze

rla

nd

Ire

land

Austr

ia

Kore

a

Slo

ven

ia

Hung

ary

Luxe

mb

ou

rg

Italy

Port

ug

al

Tu

rke

y

Cze

ch R

ep

ub

lic

Slo

vak R

epu

blic

Pola

nd

Percentage werkenden in hooggeschoolde

en laaggeschoolde arbeid

30

20

10

0

10

20

30

40

50

60

Au

stri

a

Ital

y

Cze

ch R

epu

blic

Slo

vak

Rep

ub

lic

Jap

an

Ger

man

y

Engl

and

/N. I

rela

nd

(U

K)

Au

stra

lia

Po

lan

d

Ave

rage

Irel

and

Un

ited

Sta

tes

Net

her

lan

ds

Spai

n

Swed

en

Esto

nia

No

rway

Den

mar

k

Ko

rea

Cyp

rus¹

²

Can

ada

Fin

lan

d

Flan

der

s (B

elgi

um

)

Primary education or less Tertiary education or more

• In 2000 had België de 6de rank van 32 OESO-

landen in % hooggeschoolden in 25-34 jarige

bevolking – in 2013 gezakt naar 15de rank

• Gemiddelde jaarlijkse aangroei tussen 2000 en

2013 was 1.3% – tien jaar eerder (35-44 jarigen)

was dit nog 2.7%

• Tussen 2009 en 2013 is de gemiddelde jaarlijkse

groei zelfs gedaald naar 0.1% (OESO: 2.3%)

• Conclusie: de broodnodige groei van onze

belangrijkste bron van menselijk kapitaal en

innovatiepotentieel valt stil

Aandeel hooggeschoolden in jonge

beroepsbevolking stijgt, maar te traag

• Wil Vlaanderen ook in de toekomst een

innovatieve kenniseconomie zijn, moet het

sterker in zijn menselijk kapitaal investeren

• Hogescholen zijn – meer dan universiteiten – de

expansieve component van het HO-bestel

Wat betekent dit?

UITDAGING 2:

WE BOEKEN TE WEINIG

VOORUITGANG IN GELIJKE KANSEN

EN AANBOREN VAN NIEUWE

TALENTENRESERVOIRS

Intergenerationele onderwijsmobiliteit 25-34j

Australia

Austria

CanadaDenmark

Estonia

FinlandFrance

Germany

IrelandItaly

Japan

Netherlands

Norway

Poland

Spain

SwedenUnited States

Flanders (Belgium)

England/N. Ireland (United Kingdom)

Russian Federation*

Average

15

20

25

30

35

40

45

50

12345678910

Up

wa

rd m

ob

ilit

y

Odds ratio

inequality of opportunity

low educational mobility

inequality of opportunity

high educational mobility

equality of opportunity

high educational mobility

equality of opportunity

low educational mobility

Intergenerationele onderwijsmobiliteit 25-34j

en gelijke kansen HO-participatie 20-34j

Australia

Austria

CanadaDenmark

Estonia

FinlandFrance

Germany

IrelandItaly

Japan

Netherlands

Norway

Poland

Spain

SwedenUnited States

Flanders (Belgium)

England/N. Ireland (United Kingdom)

Russian Federation*

Average

15

20

25

30

35

40

45

50

12345678910

Up

wa

rd m

ob

ilit

y

Odds ratio

inequality of opportunity

low educational mobility

inequality of opportunity

high educational mobility

equality of opportunity

high educational mobility

equality of opportunity

low educational mobility

• Vlaanderen situeert zich net boven gemiddelde voor

onderwijsmobiliteit bij de 25-34 jarigen – 35% van

die groep heeft een hoger diploma dan ouders

• Maar de mobiliteit heeft zich vooral bij

middenklassen voorgedaan; de doorstroom van

kinderen van laaggeschoolde ouders naar het hoger

onderwijs blijft erg laag

• Een kind van hooggeschoolde ouders heeft 5.7 keer

meer kans op een hoger onderwijsdiploma dan een

kind van laaggeschoolde ouders

Onderwijsmobiliteit en gelijke kansen

• Toekomstige welvaart Vlaanderen hangt in grote

mate af van de mate waarin HO er in slaagt

nieuwe bronnen van talent aan te boren, vooral

bij kansengroepen die nog te weinig

doorstromen naar het hoger onderwijs

• Hogescholen zijn – meer dan universiteiten –

goed geplaatst om toegankelijkheid en gelijke

kansen centraal te stellen en talentontwikkeling

te bevorderen.

Wat betekent dit?

UITDAGING 3:

EEN TE RIGIDE ONDERSCHEID

TUSSEN ACADEMISCH EN

PROFESSIONEEL HOGER

ONDERWIJS IS NEFAST

• Internationaal is het onderscheid tussen

geïntegreerde en binaire systemen van hoger

onderwijs aan het milderen – veel binaire stelsels

evolueren naar meer gedifferentieerde systemen

met tussenvormen en flexibele overgangen

• Sterk dynamische ontwikkeling van professies –

toenemende impact professies op opleidingen over

het ganse spectrum

• ‘21st century skills’ laten zich moeilijk ordenen op

continuüm professioneel versus academisch

Toekomst van het binaire bestel

17

Wijzigende vraag naar competenties

35

40

45

50

55

60

65

70

1960 1970 1980 1990 2000 2006 2009

Routine manual Nonroutine manual Routine cognitive

Nonroutine analytic Nonroutine interpersonal

Mean task input in percentiles of 1960 task distribution

Evolutie tewerkstelling van beroepscategorieën

naar competentieniveaus

-20

-15

-10

-5

0

5

10

15

20

25 Occupations withhighest averagescores

Occupations withnext to highestaverage scores

Occupations withnext to lowestaverage scores

Occupations withlowest averagescores

Percent

• Evolutie competentie-noden

– Communicatie, problem-solving, creativiteit, team-work

– Onderzoeksvaardigheden, zowel wetenschappelijk als

‘mode 2’, vaak in mengvormen

– Inter-disciplinariteit maar met vaardigheid om in een

kennisdomein in de diepte te gaan

– Meta-cognitie

– Veranderingsbereidheid, risk-taking, entrepreneurial

– ‘Global competences’

– Leadership

Wijzigende vraag naar competenties

• Vraag naar competenties differentieert zich op

andere dimensies dan louter hiërarchische

academisch-professioneel dimensie

• Diversifiëring academisch versus professioneel

weerspiegelt arbeids- en beroepencontext 20ste

eeuw, bereidt niet voor op 21ste eeuw

• Professionele verankering en normering

noodzakelijk, maar liefst niet te strak omwille van

mobiliteit en evolutief perspectief

• Blijvende aandacht nodig voor flexibele overgangen

Wat betekent dit?

CONCLUSIES

• Meer studenten naar hoger onderwijs, op de

eerste plaats naar hogescholen

• Betere doorstroom en hogere uitstroom

• Aanboren van nieuwe talen bij laaggeschoolde

gezinnen en gezinnen met migratie-achtergrond

door ambitieus en krachtig kansenbeleid

• Van rigide tweedeling academisch-professioneel

naar flexibeler continuüm met gelijkwaardige

partners in functie van ‘21st skills’

Conclusies

Dank!

[email protected]/edu/ceri

twitter @VanDammeEDU

23