Landelijk - Vereniging Hogescholen

32
Landelijk Opleidingsprofiel Ergotherapie Hogeschool van Amsterdam Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool Rotterdam Zuyd Hogeschool December 2017

Transcript of Landelijk - Vereniging Hogescholen

Page 1: Landelijk - Vereniging Hogescholen

SROE 2017 - Landelijk Opleidingsprofiel Ergotherapie | 1

Landelijk Opleidingsprofiel

Ergotherapie

Hogeschool van AmsterdamHogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool RotterdamZuyd Hogeschool

December 2017

Page 2: Landelijk - Vereniging Hogescholen

Colofon:

Publicatie van het Studierichtingen Overleg Ergotherapie (SROE), 2017

Contactpersoon: Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Mevrouw Ineke Stijnen, email [email protected]

Vastgesteld in SROE: december 2017

© Copyright: van deze tekst mag gebruik worden gemaakt met vermelding van de oorsprong

Page 3: Landelijk - Vereniging Hogescholen

SROE 2017 - Landelijk Opleidingsprofiel Ergotherapie | 3

Inhoud

Voorwoord 4

1. Algemeen 6

2. Raadpleging stakeholders 72.1 Bijdrage van het relevante werkveld bij de ontwikkeling van het 7 beroepsprofiel en de beroepscompetenties 2.2 Bijdrage van stakeholders die betrokken zijn geweest bij de 8 ontwikkeling van het opleidingsprofiel

3. Kernelementen van het opleidingsprofiel 103.1 Beschrijving van het werkveld waar de opleiding ergotherapie 10 primair voor opleidt 3.2 Nationale en internationale actuele en toekomstige ontwikkelingen 12 in het werkveld waarvoor binnen de opleiding ergotherapie primair wordt opgeleid 3.3 De beroepscompetenties van de beginnend ergotherapeut 153.4 De samenhang tussen het beroepsprofiel en de beroepscompetenties 173.5 De samenhang tussen de beroepscompetenties en de internationale 18 standaarden voor ergotherapie-opleidingen 3.6 Body of Knowledge, Skills and Attitudes in relatie tot het opleidingsprofiel 193.7 Relatie NLQF-niveau 6, Dublin-descriptoren en de kwalificaties van de 19 beginnend ergotherapeut 3.8 Positionering opleiding ergotherapie ten opzichte van andere opleidingen 243.9 De beroepskolom van de bachelor ergotherapie 243.10 Interprofessioneel samenwerken 253.11 Opleiden met de praktijk 253.12 Beschrijving van de samenwerking van lectoraten met de opleidingen ergotherapie 27

Literatuur 30

Page 4: Landelijk - Vereniging Hogescholen

4 | SROE 2017 - Landelijk Opleidingsprofiel Ergotherapie

Voorwoord

Voor u ligt het landelijk opleidingsprofiel Bachelor Ergotherapie. Dit profiel is gebaseerd op het ‘Kwa-liteitskader opleidingsprofielen sector hoger ge-zondheidszorg onderwijs (HGZO) dat is uitgege-ven door het Sectoraal Advies College HGZO van de Vereniging Hogescholen. In dit opleidingspro-fiel wordt het kwalificatieniveau van de beginnend beroepsbeoefenaar in de actuele beroepspraktijk respectievelijk het eindniveau van de bachelor ergotherapie beschreven.

Dit profiel geeft weer hoe de opleidingen ergothera-pie in Nederland de komende jaren ergotherapeuten opleiden als experts in het mogelijk maken van dage-lijks handelen en participatie.

Het uitgangspunt van ergotherapie is dat ieder mens behoefte heeft aan en recht heeft op zijn eigen betekenisvolle dagelijkse activiteiten. Ergotherapie is gericht op het mogelijk maken van dagelijks hande-len van mensen in hun omgeving, zodat participatie gerealiseerd wordt ten behoeve van gezondheid en welzijn. Ergotherapeuten werken samen met (kwets-bare) burgers aan het (herleren) hun mogelijkheden in het dagelijks handelen te benutten en te vergroten, dan wel door de omgeving aan te passen of te gebrui-ken. Daarbij is ergotherapie gericht op het behouden van de eigen regie en inclusie, zodat iedereen kan deelnemen aan de samenleving.

Dit sluit aan bij het nieuwe beleid in zorg en welzijn en de gevolgen die dit heeft voor (kwetsbare) burgers in onze samenleving. De nadruk van dit beleid ligt op participatie van burgers, positieve gezondheid, vraaggericht werken, zorg dicht bij huis, zorgtech-nologie, wijkgericht werken, behoud van eigen regie en het faciliteren van het zo lang mogelijk thuis wo-nen van onder andere ouderen en mensen met een chronische aandoening. Dit beleid sluit naadloos aan bij het beroep van ergotherapeut, gericht op het mo-gelijk maken van het dagelijks handelen van mensen.

Het landelijk opleidingsprofiel is opgesteld en vastgesteld door de vier bachelor opleidingen ergotherapie aan de hogescholen die bij het studie-richtingenoverleg ergotherapie (SROE) zijn aange-sloten. Dit opleidingsprofiel is tevens de basis voor verdere ontwikkeling van de curricula binnen de op-leidingen. De vernieuwingen in de curricula vinden plaats op basis van de toename van wetenschappelijk onderzoek in de ergotherapie, in de Occupational Science en aanpalende professies en de voortgaan-de veranderingen in zorg en welzijn. De opleiding van ProEducation, sinds 2017 aangesloten bij het SROE, zal het opleidingsprofiel ook als uitgangspunt nemen van het onderwijs.

Het concept opleidingsprofiel is voorgelegd aan de werkveldcommissies van de opleidingen, de opleidingscommissies van de opleidingen, de beroepsvereniging EN, een steekproef van docenten ergotherapie en lectoren waarmee samengewerkt wordt. Hen is gevraagd of zij zich kunnen vinden in de inhoud van dit landelijk opleidingsprofiel. Hun feedback is verwerkt in het definitieve opleidingspro-fiel.

Dit opleidingsprofiel levert een bijdrage aan de kwaliteit van het handelen van de toekomstige er-gotherapeuten zodat zij (groepen) burgers kun-nen ondersteunen in de dagelijkse activiteiten die zij graag weer willen doen en zodat zij goed voor-bereid worden op het werken in het veranderende landschap van zorg en welzijn. In dit veranderen-de landschap werken ergotherapeuten steeds vaker in nieuwe velden. Dit opleidingsprofiel biedt de ruimte om mee te bewegen met de nieuwe rollen die de ergotherapeut vervult.

Page 5: Landelijk - Vereniging Hogescholen

SROE 2017 - Landelijk Opleidingsprofiel Ergotherapie | 5

De strategische agenda van de Vereniging Hoge- scholen1 maakt duidelijk dat de toekomst vraagt om een professional die niet alleen midden in de beroepspraktijk staat, maar die de praktijk ook mee vormgeeft, die heeft geleerd om zelfstandig te denken en te beoordelen, klant- of cliëntgericht denkt en werkt, reflecteert op ontwikkelingen binnen zijn of haar professie, weet heeft van de stand van de kennis en het onderzoek, en zelf ook onderzoekend vermogen heeft. Toekomstige professionals zijn kri-tisch, ondernemend, gericht op samenwerking, on-derzoekend en zij hebben een internationale oriënta-tie. Zij beschikken bovenal over competenties om in een complexe samenleving hun beroep uit te kunnen oefenen en verantwoordelijkheid te dragen. Dit op-leidingsprofiel draagt bij aan het opleiden van deze wendbare en weerbare ergotherapeuten.

Jan Willem BakkerMargo van HartingsveldtIneke StijnenAnnerie Zalmstra

Page 6: Landelijk - Vereniging Hogescholen

6 | SROE 2017 - Landelijk Opleidingsprofiel Ergotherapie

1. Algemeen

Croho-nummer: 34574Opleidingsnaam: Bachelor Opleiding ErgotherapieAanbieders: Hogeschool van Amsterdam Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool Rotterdam Zuyd HogeschoolVoertaal: NederlandsOmvang: 240 ECVoorzitter SROE Mevrouw Ineke Stijnen [email protected]

Contactpersoon SAC HGZO: Mevrouw Wilma Scholten Op Reimer [email protected]

Verklaring betreffende instemming De leden van het studierichtingen overleg Ergotherapie, zijnde: – Mevrouw Ineke Stijnen, voorzitter SROE,

opleidingsmanager Ergotherapie Hogeschool van Arnhem en Nijmegen – Mevrouw Margo van Hartingsveldt,

opleidingsmanager Ergotherapie Hogeschool van Amsterdam – De heer Jan Willem Bakker,

opleidingsmanager Ergotherapie Hogeschool Rotterdam – Mevrouw Annerie Zalmstra,

opleidingsmanager Ergotherapie Zuyd Hogeschool – Mevrouw Manon de Bruin,

opleidingsmanager Ergotherapie Zuyd Hogeschool stemmen in met het opleidingsprofiel versie [maand toevoegen] 2017.

Handtekeningen:

I. Stijnen M. van Hartingsveldt J.W. Bakker A. Zalmstra M. de Bruin

Page 7: Landelijk - Vereniging Hogescholen

SROE 2017 - Landelijk Opleidingsprofiel Ergotherapie | 7

2. Raadpleging stakeholders

De (voltijds) bachelor opleidingen ergotherapie werken nauw samen met het werkveld en met diverse stakeholders. Bij de totstandkoming van het Beroepsprofiel ergotherapeut en de Beroepscompe-tenties ergotherapie, documenten die de basis vor-men voor het opleidingsprofiel, zijn stakeholders uit het werkveld intensief geraadpleegd. Daarbij heeft elke opleiding een werkveldcommissie die regel- matig bijeenkomt en wordt geraadpleegd, een oplei-dingscommissie en een aantal overlegstructuren met het werkveld in het kader van stage/praktijkleren en projectonderwijs. Daarbij is er een intensieve samenwerking met de beroepsvereniging Ergo-therapie Nederland. Ook werken de opleidin-gen ergotherapie samen met meerdere lectoraten en zijn lectoren betrokken bij overlegstructuren (zie paragraaf 3.12).

2.1 Bijdrage van het relevante werk-veld bij de ontwikkeling van het beroepsprofiel en de beroeps-competenties

Het Beroepsprofiel ergotherapeut2 is ontwikkeld in opdracht van de beroepsvereniging Ergotherapie Nederland (EN). Bij het tot stand komen van het beroepsprofiel heeft het werkveld een belangrijke rol gespeeld. Een eerste concept is voorgelegd aan een klankbordgroep, bestaande uit ergotherapeuten die werkzaam waren met cliënten in verschillende leeftijdsgroepen in verschillende praktijkcontex-ten, vertegenwoordigers van de vier opleidingen en een afgevaardigde die het cliëntenperspectief verte-genwoordigde. De feedback van de klankbordgroep is verwerkt in een tweede concept. Daarnaast is het werkveld geconsulteerd ten aanzien van casuïstiek. Een tweede conceptversie is voorgelegd aan het SROE. Een derde en laatste conceptversie is voorge-legd aan de (aspirant) leden van Ergotherapie Ne-derland en aan externe stakeholders. De feedback van deze groepen is verwerkt in de definitieve ver-sie die door de ledenvergadering van Ergotherapie Nederland is goedgekeurd in november 20092.

De samenstelling van de klankbordgroep en een over-zicht van de geraadpleegde externe stakeholders zijn opgenomen in de verantwoording van het document (Van Hartingsveldt et al., 2010, p97).

De Beroepscompetenties ergotherapie3 zijn geformu-leerd in opdracht van het SROE. De vier opleidin-gen hebben elk één auteur afgevaardigd om de be-roepscompetenties te formuleren, op basis van het beroepsprofiel, onderwijskundige opvattingen en de mening van het werkveld. Bij het formuleren van de beroepscompetenties zijn de opvattingen verwerkt van expert-ergotherapeuten uit verschillende werk-velden en stakeholders (zoals arts/verwijzer, zorgver-zekeraar, beleidsmedewerker, onderzoekers) over de huidige en toekomstige taken en daarvoor benodigde competenties.

De mening van het werkveld en stakeholders is geïnventariseerd met behulp van interviews. In totaal zijn 26 interviews afgenomen; een overzicht van de geïnterviewden is opgenomen in de bijlagen (Verhoef & Zalmstra 2013, p43-44). Voor een over-zicht van de werkveldvertegenwoordigers en stake-holders die betrokken zijn wordt verwezen naar het betreffende document (Verhoef & Zalmstra 2013, p3-4; p25-26).

Het betrekken van het werkveld is belangrijk voor goede aansluiting van de opleidingen op de be-roepspraktijk. Daarmee is ook voldaan aan de eis van de Vereniging Hogescholen (voorheen HBO-raad) dat het werkveld betrokken is ge-weest bij het formuleren van een opleidingsprofiel (www.vereniginghogescholen.nl).

Page 8: Landelijk - Vereniging Hogescholen

8 | SROE 2017 - Landelijk Opleidingsprofiel Ergotherapie

2.2 Bijdrage van stakeholders die be-trokken zijn geweest bij de ont-wikkeling van het opleidingspro-fiel

Voor de ontwikkeling en actualisatie van het oplei-dingscurriculum en daarmee ook het opleidingspro-fiel is frequent overleg met stakeholders uit het werk-veld en het onderwijs noodzakelijk. Dit vindt plaats in de volgende overlegvormen.

Structureel overleg met het werkveld in werkveldcommissiesElke opleiding kent een beroepenveldcommissie of werkveldcommissie die drie- à viermaal per jaar bij-eenkomt en wordt geraadpleegd. Het doel is om als opleiding aan te sluiten bij de behoeften vanuit het werkveld. In de werkveldcommissie zijn ergothe-rapeuten en andere stakeholders uit verschillende werkvelden vertegenwoordigd. In dit overleg worden relevante ontwikkelingen in het werkveld besproken, en de aansluiting van de opleiding bij het werkveld.

De leden geven vanuit hun perspectief advies over ontwikkelingen in de beroepspraktijk, ontwikkelin-gen in de zorg en de samenleving, de inhoud en vorm-geving van het curriculum en de wijze van toetsen.

Om de aansluiting met het eigen werkveld van de res-pectievelijke opleidingen te borgen, worden de lan-delijke producten door iedere opleiding met de eigen werkveldcommissie besproken. Indien gewenst wor-den producten met adviezen van het werkveld door het SROE aangepast. Deze procedure is ook gevolgd met dit landelijk opleidingsprofiel.

Opleidingscommissies De vier opleidingen ergotherapie hebben elk een opleidingscommissie. Deze commissie is een ver-tegenwoordiging van docenten en studenten die vanuit hun ervaringen (zowel binnenschools als buitenschools) actief meedenken aan de ontwikke-ling van de opleiding. De opleidingscommissies ge-ven advies over de inhoud en studeerbaarheid van het programma, de logistieke organisatie van het on-derwijs, de toetsing en eventuele overige zaken die de onderwijsuitvoering betreffen. Vanaf september 2017 heeft ze ook instemmingsrecht op onderdelen van de onderwijs- en examenregeling (OER). Daarmee wordt de opleidingscommissie een formeel medezeg-genschapsorgaan. Ook aan de opleidingscommissies is de conceptversie van het opleidingsprofiel ter be-commentariëring voorgelegd.

Stage/praktijklerenbegeleiders werkveld De vier opleidingen organiseren ieder stage/prak-tijklerenbegeleidersbijeenkomsten waar (stage-) do-centen en praktijkbegeleiders ervaringen uitwisselen en informatie krijgen over aanpassingen in het cur-riculum. Dit overleg kan plaatsvinden op de eigen hogeschool of op een locatie bij een stage verlenende instelling. De hogescholen organiseren dit zelf voor hun eigen partners.

Beroepsvereniging Ergotherapie Nederland (EN)De beroepsvereniging EN is een belangrijke ge-sprekspartner voor de vier hogescholen. EN is de vertegenwoordiging van de afgestudeerde ergo- therapeuten en studenten die lid zijn van EN. EN is de opdrachtgever van het beroepsprofiel ergotherapeut. De directeur van de vereniging overlegt drie tot vier-maal per jaar met de opleidingen als onderdeel van het studierichtingen overleg ergotherapie (SROE), waarbij ook het opleidingsprofiel geagendeerd wordt. Experts van de opleidingen nemen deel in adviesra-den van de beroepsvereniging.

Page 9: Landelijk - Vereniging Hogescholen

SROE 2017 - Landelijk Opleidingsprofiel Ergotherapie | 9

De beroepsvereniging op wereldniveau, the World Federation of Occupational Therapists (WFOT), wil wereldwijd het ergotherapie-onderwijs harmonise-ren en heeft daartoe een minimumstandaard ontwik-keld: ‘The Minimum Standards for the Education of Occupational Therapists’4. De vier voltijd bachelor opleidingen ergotherapie en de deeltijdopleiding van ProEducation in Nederland zijn erkend door de WFOT; deze accreditatie vindt eenmaal per 5 tot 7 jaar plaats.

Hogeschooldocenten Voorts houden de opleidingen via haar docenten di-recte voeling met de werkpraktijk, omdat een deel nog steeds in een voor de opleiding relevante setting werkzaam is of recent werkzaam is geweest. Daar-naast lopen diverse docenten stage in de beroeps-praktijk en docent-onderzoekers doen onderzoek in de beroepspraktijk. Ook aan de docenten is het con-cept opleidingsprofiel ter becommentariëring voor-gelegd.

Samenwerking met lectoren en lectoratenVanuit de lectoraten is er afstemming over de huidige ontwikkelingen in de maatschappij en de inhoud van het onderzoek die van belang zijn voor het opleiden van ergotherapeuten. De op dit moment gerealiseer-de samenwerking met lectoraten is in paragraaf 3.12 beschreven.

Page 10: Landelijk - Vereniging Hogescholen

10 | SROE 2017 - Landelijk Opleidingsprofiel Ergotherapie

3. Kernelementen van het opleidingsprofiel

In dit hoofdstuk wordt een uitwerking gemaakt van het kwaliteitskader op basis van het format van het Sectoraal Advies College HGZO. In 12 paragrafen wor-den de kernelementen van het profiel toegelicht.

3.1 Beschrijving van het werkveld waar de opleiding ergotherapie primair voor opleidt

De Bachelor of Science Ergotherapie is een brede opleiding op hbo-bachelorniveau. Ergotherapeuten die afstuderen zijn opgeleid als generalist binnen het beroep op basis van het Beroepsprofiel ergothe-rapeut2. Na de opleiding kunnen ergotherapeuten als zelfstandige professional aan de slag om door preven-tie en interventie het dagelijks handelen en participa-tie van burgers mogelijk te maken. Daarnaast kunnen zij zich specialiseren als kinderergotherapeut5, han-dergotherapeut6 en ouderen-ergotherapeut7. Voor deze drie specialisaties zijn profielen geschreven die gebaseerd zijn op het Beroepsprofiel ergotherapeut.

Ergotherapeuten bouwen ook op andere gebie-den hun expertise op, bijvoorbeeld bij preventie en reïntegratie in arbeid, of in technologie.

Van het totaal aantal arbeidsplaatsen werkt 75% van de ergotherapeuten in een instelling; 22% werkt in de eerste lijn. Hoewel het nog niet uit de cijfers blijkt is het beroep ergotherapie aan het veranderen: ergo-therapeuten ondernemen en creëren zelf steeds meer banen vanuit de competenties die ze hebben. In an-dere werkgebieden zoals Wmo, jobcoaching, arbeid, scholen kunnen ergotherapeutische competenties goed ingezet worden.

Het kerndomein van ergotherapie is het dagelijks handelen en participatie en dit wordt gedefinieerd de betekenisvolle, doelgerichte uitvoering van dagelijk-se activiteiten die gerelateerd zijn aan het persoonlijk dagelijks en maatschappelijk leven en contextgebon-den zijn. Het dagelijks handelen bevat alles wat men-sen doen en waaraan ze meedoen: voor zichzelf en

anderen zorgen (zorgen/wonen), recreëren, ontspan-ning en sociale contacten (spelen/vrije tijd), deelne-men aan de maatschappij door onderwijs, arbeid of vrijwilligerswerk (leren/werken)2. Ergotherapie gaat er vanuit dat het dagelijks handelen van invloed is op gezondheid en welzijn8. Het uitvoeren van dagelijk-se activiteiten draagt bij aan het ervaren van fysiek, mentaal en sociaal welzijn. Het wetenschapsdomein van de ergotherapie, de Occupational Science, be-studeert de relatie tussen het dagelijks handelen en gezondheid8,9. Dit wetenschapsdomein zorgt voor de theoretische onderbouwing van het fundament van het beroep ergotherapie.

Vanuit het perspectief dat dagelijks handelen bij-draagt aan gezondheid en welzijn8 hebben mensen het recht om de dingen te doen die belangrijk voor hen zijn. In de ergotherapie wordt dit occupational justice genoemd.

Bij preventie en interventie is ergotherapie gericht op het mogelijk maken van het dagelijks handelen, daarbij is er aandacht voor twee perspectieven. Als eerste het individuele perspectief10, dat gezondheid en welzijn ziet als iets wat de handelende persoon zelf kan beïnvloeden. Vanuit dit perspectief richt de ergotherapie zich op de interactie tussen persoon, zijn activiteiten en de context. Als tweede het soci-aal-maatschappelijk perspectief11 waarbij de invloed van de maatschappij en samenleving op gezondheid en welzijn van mensen centraal staat. Het dagelijks handelen van (groepen) mensen wordt daarbij bezien vanuit het beginsel van sociale inclusie en participa-tie voor iedereen. Dit vraagt van de ergotherapeut om zich kritisch te verhouden tot maatschappelijke ont-wikkelingen.

Op basis van het individueel en sociaal-maatschap-pelijk perspectief en de werkplek van ergotherapeu-ten, in een instelling of in de eerste lijn/wijk, kunnen vier praktijkcontexten voor ergotherapeuten worden onderscheiden. Deze zijn verbonden aan de drie ni-veaus waarop ergotherapeuten werkzaam zijn met cliënten: de cliënt als persoon en zijn systeem, als or-ganisatie en als populatie.

Page 11: Landelijk - Vereniging Hogescholen

SROE 2017 - Landelijk Opleidingsprofiel Ergotherapie | 11

In al deze praktijkcontexten zijn de vraag van de cliënt, zijn/haar ervaringskennis, de potentie om zich aan te passen aan veranderende omstandig- heden, zijn visie op wat voor hem kwaliteit van leven bepaalt en zijn visie op mogelijke oplossingen, het uitgangspunt voor de ergotherapeutische interventie. De ergotherapeut werkt in een voortdurende dialoog met de cliënt samen. Daarbij zijn de vier praktijkcontexten in praktijk niet strikt gescheiden: zowel vanuit een instellingscontext als eerste lijn combineren ergotherapeuten het wer-ken vanuit individueel perspectief met werken vanuit het sociaal maatschappelijk perspectief in organisa-ties, en met populatiegericht werken.

11

iedereen. Dit vraagt van de ergotherapeut om zich kritisch te verhouden tot maatschappelijke ontwikkelingen. Op basis van het individueel en sociaal-maatschappelijk perspectief en de werkplek van ergotherapeuten, in een instelling of in de eerste lijn/wijk, kunnen vier praktijkcontexten voor ergotherapeuten worden onderscheiden. Deze zijn verbonden aan de drie niveaus waarop ergotherapeuten werkzaam zijn met cliënten: de cliënt als persoon en zijn systeem, als organisatie en als populatie. In al deze praktijkcontexten zijn de vraag van de cliënt, zijn/haar ervaringskennis, de potentie om zich aan te passen aan veranderende omstandigheden, zijn visie op wat voor hem kwaliteit van leven bepaalt en zijn visie op mogelijke oplossingen, het uitgangspunt voor de ergotherapeutische interventie. De ergotherapeut werkt in een voortdurende dialoog met de cliënt samen. Daarbij zijn de vier praktijkcontexten in praktijk niet strikt gescheiden: zowel vanuit een instellingscontext als eerste lijn combineren ergotherapeuten het werken vanuit individueel perspectief met werken vanuit het sociaal maatschappelijk perspectief in organisaties, en met populatiegericht werken

Figuur 3.1 Praktijkcontexten van de ergotherapeut op basis van het individueel en sociaal-maatschappelijk perspectief en het werken in een instelling of in de eerste lijn/wijk

I. Persoon en systeem: de ergotherapeut werkt vanuit individueel perspectief met de persoon en zijn systeem in een instelling

Ergotherapeuten werken van oudsher met een persoon en zijn naasten (cliëntsysteem) vanuit het individueel perspectief in een intramurale setting (2e-lijns gezondheidszorg) en dit is in Nederland nog steeds de context waar de meeste ergotherapeuten werken. In 2014 werkte het grootste deel van de ergotherapeuten nog in en vanuit de institutionele sector (75%)12, zoals in verpleeghuizen, zorgcentra, revalidatiecentra, ziekenhuizen, GGZ-instellingen en instellingen voor mensen met een verstandelijke beperking. Het overheidsbeleid is gericht op het verplaatsen van dure tweedelijnszorg naar goedkopere eerstelijnszorg, die mensen in staat stelt zoveel mogelijk zelfstandig in hun eigen omgeving te functioneren13,14. Dit heeft gevolgen voor de formatieplaatsen van ergotherapeuten in instellingen. Door het sluiten van afdelingen ergotherapie in ziekenhuizen, zorgcentra en bezuinigingen in de revalidatiesector zal dit aantal in de toekomst dalen.

II. Persoon en systeem: de ergotherapeut werkt vanuit individueel perspectief met de persoon en zijn systeem in de eigen omgeving

Figuur 3.1 Praktijkcontexten van de ergotherapeut op basis van het individueel en sociaal-maatschappelijk perspectief en het werken in een instelling of in de eerste lijn/wijk

I. Persoon en systeem: de ergotherapeut werkt vanuit individueel perspectief met de persoon en zijn systeem in een instellingErgotherapeuten werken van oudsher met een per-soon en zijn naasten (cliëntsysteem) vanuit het indivi-dueel perspectief in een intramurale setting (2e-lijns gezondheidszorg) en dit is in Nederland nog steeds de context waar de meeste ergotherapeuten werken. In 2014 werkte het grootste deel van de ergotherapeu-ten nog in en vanuit de institutionele sector (75%)12, zoals in verpleeghuizen, zorgcentra, revalidatiecen-tra, ziekenhuizen, GGZ-instellingen en instellingen voor mensen met een verstandelijke beperking. Het overheidsbeleid is gericht op het verplaatsen van dure tweedelijnszorg naar goedkopere eerstelijnszorg, die mensen in staat stelt zoveel mogelijk zelfstandig in hun eigen omgeving te functioneren13,14. Dit heeft ge-volgen voor de formatieplaatsen van ergotherapeu-ten in instellingen. Door het sluiten van afdelingen ergotherapie in ziekenhuizen, zorgcentra en bezui-nigingen in de revalidatiesector zal dit aantal in de toekomst dalen.

II. Persoon en systeem: de ergotherapeut werkt vanuit individueel perspectief met de persoon en zijn systeem in de eigen omgevingIn 1996 werd ergotherapie in de eerstelijnszorg gesubsidieerd en in 2001 is dit omgezet in een struc-turele financiering van de eerstelijns ergotherapie15. Sinds de vergoeding vanuit het basispakket ziekte-kostenverzekering en de directe toegankelijkheid er-gotherapie (DTE), is het aantal ergotherapeuten met een vrijgevestigde praktijk in Nederland gestegen van 4% in 2004, 15% in 2011 naar 22% in 201412.

Daarnaast werken ergotherapeuten als zelfstandig- heidstherapeut, trajectbegeleider, rehabilitatie- therapeut, jobcoach, re-integratiebegeleider, of case-manager. Steeds vaker werken ergotherapeuten met kinderen op school (Wet passend onderwijs). Ergo-therapeuten werken bij gemeenten in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Jeugdwet en bij het Centrum voor Indicatiestel-ling in de Zorg (CIZ) werken in het kader van de Wet Langdurige Zorg (Wlz). Binnen al deze functies advi-seren en begeleiden ze de mensen veelal in de eigen omgeving.

Eerstelijns ergotherapeuten werken samen met pro-fessionals in de wijkteams. Wijkteams zijn gericht op het versterken van de eigen regie, participatie en het uitbouwen van het sociaal netwerk van de indi-viduele burger. Ergotherapeuten overbruggen daarbij ‘the gap’ tussen het meer medische en individuele perspectief van de huisarts en wijkverpleegkundige en het sociaal en populatieperspectief van het maat-schappelijk werk16. III. Organisatie: de ergotherapeut werkt vanuit sociaal perspectief in en met de organisatieBinnen zorginstellingen werken ergotherapeuten niet alleen vanuit een individueel perspectief, maar ook vanuit sociaal perspectief, gericht op de orga-nisatie en het werken in en met de context. Hierbij is er veel aandacht voor preventie. Ergotherapeu-ten dragen, naast de individuele zorg, bij aan het woonklimaat en geven adviezen over dagbeste-ding, in bijvoorbeeld een verpleeghuis of instelling voor mensen met een verstandelijke beperking. Kinderergotherapeuten werken zowel in het regulier als in het speciaal onderwijs met leerkrachten sa-men gericht op expertiseoverdracht. Het werken in de context draagt positief bij aan het overdragen van

Page 12: Landelijk - Vereniging Hogescholen

12 | SROE 2017 - Landelijk Opleidingsprofiel Ergotherapie

de geleerde kennis en vaardigheden in de dagelijkse praktijk van het (speciaal) onderwijs17. Ergotherapeu-ten die in een organisatie werken als arbeidsadviseur kijken niet alleen naar de individuele werknemer, maar ook naar het werkproces op organisatie niveau.

Daarnaast werken ergotherapeuten bij gemeenten als adviseurs op beleidsniveau (organisatieniveau) of ne-men deel aan projectgroepen.

IV. Populatie: de ergotherapeut werkt vanuit sociaal-maatschappelijk perspectief populatie-gericht in de wijkOmdat ergotherapeuten gericht zijn op vraagstuk-ken die gaan over het mogelijk maken van het dage-lijks handelen in de samenleving, en er hierbij meer en meer aandacht is voor het werken met popula-ties, werken ergotherapeuten in toenemende mate in wijkteams – en in andere samenwerkingsverban-den. Dit gebeurt vanuit een community-based (top down) benaderingen en vanuit een community-de-velopment (bottum up) benadering. Hierbij is er veel aandacht voor preventie. Zij gaan daarbij een sterke samenwerkingsrelatie aan met de groep en dragen als lid van de groep in co-creatie bij participatie en inclusie. Wijkteams spelen een rol in het verbin-den van mensen en het stimuleren van gezamen-lijke activiteiten. Een aantal gemeentes werkt met (sociale) wijkteams gericht op buurtkracht en sociale cohesie.

Ergotherapeuten in deze praktijkcontext maken ook gebruik van andere financieringsstructuren dan Wmo, Zvw en Wlz. De verwachting is dat ergotherapeuten in toenemende mate zullen werken als projectondersteuner bij organisaties die werken aan innoverende participatie projecten, ten behoeve van populaties.

Overige praktijkcontextenTenslotte werkt 3% van de ergotherapeuten in het HBO ergotherapie onderwijs12 en in het master- onderwijs aan de verschillende hogescholen. Daarnaast verzorgen ergotherapeuten post-hbo scho-ling. Ook werken ergotherapeuten als wetenschappe-lijk onderzoeker, als onderzoeksassistent en/of kwa-liteitszorgmedewerker of zij dragen vanuit de praktijk bij aan wetenschappelijk praktijkgericht onderzoek.

3.2 Nationale en internationale ac-tuele en toekomstige ontwikke-lingen in het werkveld waarvoor binnen de opleiding ergothera-pie primair wordt opgeleid

Zorg en welzijn veranderen in snel tempo, dat heeft gevolgen voor de burgers in Nederland en voor de professionals in zorg en welzijn. De uitgangspunten van het beroep ergotherapie, dat het professioneel handelen cliëntgecentreerd is, op dagelijks handelen is gericht (occupation-based), in de context is gesi-tueerd (context-based) en evidence-based is sluiten goed aan bij de huidige visie van de overheid op zorg en welzijn.

De Commissie Innovatie Zorgberoepen & Opleidingen heeft de afgelopen jaren twee rappor-ten uitgegeven: ‘Naar nieuwe zorg en zorgberoepen: de contouren’14 en ‘Anders kijken, anders leren, anders doen: Grensoverstijgend leren en opleiden in Zorg en Welzijn in het digitale tijdperk’18.

Beide rapporten zijn belangrijk voor het onderwijs en voor de opleidingen ergotherapie. In beide rap-porten staan functioneren, veerkracht en eigen regie centraal en in het tweede rapport wordt geadviseerd om deze begrippen de rode draad te laten zijn van het curriculum.

Ergotherapie is een beroep dat zich richt op het bevorderen van de gezondheid en het welzijn van mensen door het dagelijks handelen en participatie te bevorderen. Dagelijks handelen is het kerndomein van het beroep, en wordt gedefinieerd als de beteke-nisvolle en doelgerichte uitvoering van dagelijkse ac-tiviteiten in de eigen omgeving (van Hartingsveldt et al, 2010).

Het dagelijks handelen wordt in boven genoemde rapporten benoemd als functioneren: het (lichame-lijk, psychisch en sociaal) functioneren in het dage-lijks leven op individueel en collectief niveau. Dit wordt gedefinieerd als het in staat zijn van mensen om zoveel mogelijk het leven te leiden dat ze willen leiden14.

Page 13: Landelijk - Vereniging Hogescholen

SROE 2017 - Landelijk Opleidingsprofiel Ergotherapie | 13

Veranderingsprocessen in het dagelijks handelen staan centraal in de ergotherapie en daarbij wordt altijd uitgegaan van de mogelijkheden (fysiek, cognitief, mentaal, sociaal). Veranderen betekent in de ergotherapie: anders, opnieuw of beter leren han-delen. De ergotherapeut gebruikt verschillende com-petenties (screenen, inventariseren en analyseren, be-handelen en begeleiden, adviseren, en ondersteunen en versterken) om het veranderproces te begeleiden. Hij heeft daarbij aandacht voor het maken van keu-zes en daarmee voor het (her)nemen van de (eigen) regie over het vervullen van betekenisvolle, dagelijkse en maatschappelijke activiteiten en rollen (Verhoef & Zalmstra, 2013). Uitgangspunt van het beroep ergo-therapie is cliëntgecentreerd werken: de persoon (po-pulatie) is expert ten aanzien van het eigen handelen en participatie en wordt actief betrokken bij het ver-anderingsproces. Het aanspreken van de kracht van de cliënt of burger is een belangrijk aspect van een cli-entgericht werken. Dit komt in genoemde rapporten overeen met het begrip eigen regie: naar vermogen sturing geven aan je leven. Eigen regie is onderdeel van het nieuwe concept van gezondheid van Huber: “het vermogen om je aan te passen en je eigen regie te voeren, in het licht van de sociale, mentale en fysieke uitdagingen van het leven”.

Veerkracht is het vermogen om je aan te passen aan verandering en tegenslag. Dit vermogen van de mens om te blijven functioneren en zelfs te groeien na te-genslag wordt in het Engels ‘resilience’ genoemd. Ergotherapeuten richten zich daarbij op de dagelijkse activiteiten van mensen. Door het (opnieuw) uitvoe-ren van dagelijkse activiteiten doen mensen ervarin-gen op waardoor zij bewustere keuzes kunnen maken en verder komen in het leven. Mensen passen hun handelen gedurende hun hele leven aan op basis van ervaringen, de omgeving of verander(en)de mogelijkheden. Diverse ergothera-peutische (inhouds)modellen bieden theoretische kaders voor occupational adaptation: het aanpassen van het handelen bij een (dreigende) ervaren be-perking in het dagelijks handelen. Deze concepten komen overeen met het concept veerkracht als het vermogen om je aan te passen aan tegenslag.

Ergotherapeuten richten zich op de dagelijkse activi-teiten van mensen: door het (opnieuw) uitvoeren van dagelijkse handelingen kunnen mensen meedoen in

hun omgeving en in de samenleving en worden veer-kracht en eigen regie versterkt.

Niet alle burgers hebben veerkracht en kunnen in de-zelfde mate regie voeren over het eigen leven. Com-petenties van burgers verschillen evenals hun sociale netwerken en kwetsbare burgers hebben daar on-dersteuning bij nodig. Met de beroepscompetentie “ondersteunen en versterken”, richt de ergotherapeut zich op het ondersteunen van burgers, een gemeen-schap of populatie om de aanwezige mogelijkheden, veerkracht en eigen regie te versterken en de nodige voorwaarden in de omgeving te creëren, gericht op het mogelijk maken van participatie en sociale inclu-sie. Niet alleen ‘zorgen voor’ maar ook ‘zorgen dat’ is vanaf het ontstaan van het beroep in de ergotherapie verankerd. Ergotherapeuten loopt daarmee voorop in de ontwikkelingen in zorg en welzijn.

In de curricula van de opleidingen ergotherapie staat het nieuwe concept van gezondheid van Huber centraal: ‘gezondheid als het vermogen je aan te passen en je eigen regie te voeren, in het licht van de sociale, emotionele en fysieke uitdagingen van het leven’19. Dit nieuwe concept van gezondheid sluit aan bij ergotherapie, dat zich richt op het on-dersteunen en versterken van mensen en hun net-werken met als aangrijpingspunt het dagelijks handelen. Ook sluit het aan bij de integratie van het biomedisch en sociaal model, dat de kracht en meerwaarde is van het beroep. Townsend et al (2013) noemen ergotherapie een translational pro-fession, een beroep dat de vertaalslag maakt tussen het medische en het sociale domein. Ergotherapeu-ten vertalen ideeën, taal, praktijk en onderzoek vice versa tussen het medisch en sociale domein20. Ergo-therapeuten hebben kennis van het medisch domein en kunnen de gevolgen van een diagnose of aandoe-ning omzetten in de mogelijkheden die de cliënt heeft in het dagelijks handelen thuis, op school, op het werk en in de buurt20. Ook hebben zij inzicht in maatschappelijke structuren en fenomenen die parti-cipatie bevorderen of belemmeren.

De transitie van verzorgingsstaat naar participatie- samenleving en de decentralisatie ingezet vanaf januari 2015 veranderen zorg en welzijn in Neder-land in een snel tempo. De invoering van de Par-ticipatiewet, de overheveling van een deel van de

Page 14: Landelijk - Vereniging Hogescholen

14 | SROE 2017 - Landelijk Opleidingsprofiel Ergotherapie

Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) naar de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Jeugdzorg vallen vanaf 2015 onder verantwoorde-lijk van de gemeentes. Deze veranderingen zijn in-gezet door de dubbele vergrijzing, een toenemend aantal mensen met chronische aandoeningen, co-morbiditeit, toenemende diversiteit in de samen-leving, een toenemende kloof tussen arm en rijk en kostenbeheersing in de zorg. Dit heeft gevolgen voor alle burgers in ons land en heeft invloed op de rol van de professionals. Dit vraagt van professionals, dus ook van ergotherapeuten dat zij de burger met zijn vraag centraal stellen, aandacht hebben voor alle leefdomeinen en gezondheidsdimensies van de bur-ger, en kunnen samenwerken in netwerken ook met informele zorgverleners.

De huidige ontwikkelingen in zorg en welzijn worden veroorzaakt door verschillende factoren die naast el-kaar bestaan14,18,21-23: – een veranderende relatie cliënt-professional, de

relatie wordt meer gelijkwaardig en de begeleiding wordt meer ‘op maat’;

– meer aanbod van leefstijlbegeleiding en zelfma-nagement en meer behoefte aan coachende en on-dersteunende vormen van begeleiding gericht op functioneren van mensen;

– doordat opname in de tweede lijn wordt terugge-drongen verplaatst de zorg zich naar de eerste en nulde lijn en vindt deze steeds meer plaats in de directe leefomgeving;

– toegenomen wetenschappelijke onderbouwing van het medisch en therapeutisch handelen en het steeds meer professioneel kritisch redeneren op basis van evidence-based practice (EBP);

– toenemend gebruik van zorgtechnologie; – meer zorgen voor elkaar, zodat mensen steeds

meer zelf en samen met hun sociaal-maatschappe-lijke omgeving voorzien in oplossingen.

De inhoud van de opleidingen ergotherapie is gebaseerd op het Beroepsprofiel ergotherapeut2 waarin de vier uitgangspunten van de ergothera-pie beschreven zijn. Ergotherapie is: 1) cliëntgecen-treerd; 2) op dagelijks handelen gericht (occupa- tion-based); 3) in de context van de cliënt gesitueerd (context-based); en 4) evidence-based. Op basis van de huidige ontwikkelingen in zorg en welzijn, en de daardoor toegenomen focus op technologie en populatie-gebaseerde zorg, zijn er in 2017 in de

nieuwe druk van Grondslagen voor de ergotherapie twee uitgangspunten aan toegevoegd: 5) techno-logy-based en 6) population-based24. Met deze zes uitgangspunten sluit ergotherapie aan bij de boven-staande ontwikkelingen in zorg en welzijn14,21: – Een veranderende relatie cliënt-professional

vraagt een andere mindset, gericht op dialoog en eigen verantwoordelijkheid en regie van de cliënt. Het cliëntgecentreerd werken van de ergothera-peut, dat al meer dan 15 jaar op de opleidingen centraal staat, sluit hierbij aan. De toenemen-de diversiteit in de samenleving vraagt van de ergotherapeut ook bekwaamheid in interculturele competenties.

– Vanuit het perspectief van positieve gezondheid is er meer vraag naar leefstijlbegeleiding en zelf-management, en meer behoefte aan coachende en ondersteunende vormen van begeleiding ten aanzien van het functioneren van mensen. Het occupation-based werken sluit hierbij aan. De cli-ent bepaalt besluit, op basis wat voor hem kwali-teit van leven bepaalt, welke dagelijkse activitei-ten centraal staan in de interventie. Verandering in handelingspatronen zoals leefstijlbegeleiding, zelfmanagement en het (her)nemen van de eigen regie behoeft zorgvuldige ondersteuning en coa-ching van de ergotherapeut met aandacht voor em-powerment25.

– Meer zorg in de directe leefomgeving, doordat opname in de tweede lijn wordt teruggedrongen. Het context-based werken sluit hierbij aan26. Ergo-therapeuten werken steeds meer in de eigen om-geving van de cliënt en richten zich daarbij ook op het betrekken van de mantelzorger of primaire ver-zorger en het bevorderen van inclusie.

– Toegenomen wetenschappelijke onderbouwing en het steeds meer toegepaste kritisch redeneren op basis van onder meer evidence-based practice. Dit sluit aan bij het evidence-based werken, waarbij de gezamenlijke besluitvorming gebaseerd is op het perspectief van de cliënt, de context, de expertise van de professional en het bewijs uit de literatuur.

– Toenemend gebruik van zorgtechnologie om zelf-redzaamheid, participatie en sociale inclusie te faciliteren. Het technology-based werken sluit hierbij aan. De ergotherapeut adviseert over het gebruik van ondersteunende technologie om de mogelijkheden van cliënten en zorgprofessionals te vergroten en begeleidt hen in het gebruik daar-van, kan eHealth effectief gebruiken, technologie

Page 15: Landelijk - Vereniging Hogescholen

SROE 2017 - Landelijk Opleidingsprofiel Ergotherapie | 15

inzetten ter ondersteuning van een interventie en in een interdisciplinair team meewerken aan de in-novatie van technologie27.

– Meer zorgen voor elkaar, zodat mensen steeds meer zelf en samen met hun sociale omgeving van familie, vrienden, buurt of wijk voorzien in op-lossingen. Dit sluit aan bij het population-based werken, waarbij ergotherapeuten vanuit commu-nity development en community-based benadering werkzaam kunnen zijn28.

Om zijn diensten voortdurend te verbeteren heeft de ergotherapeut ook een gerichtheid op internationa-le ontwikkelingen, weet die op waarde te schatten en kan die integreren in zijn professioneel handelen. Hij is in staat om met een kritisch-reflectieve houding en onderzoekend vermogen zijn functioneren steeds te analyseren en te verbeteren. De ergotherapeut is een professional, die vanuit een instrumenteel-technische professionaliteit, een per-soonlijke en normatieve professionaliteit handelt en reflecteert.

3.3 De beroepscompetenties van de beginnend ergotherapeut

De bacheloropleiding leidt op tot een ergotherapeut met een wettelijk beschermde beroepstitel in het ka-der van de wet BIG (artikel 34). De Beroepscompetenties Ergotherapie beschrijven het kwalificatieniveau van de beginnend ergothera-peut in de actuele beroepspraktijk. Ze bepalen het eindniveau van de bacheloropleiding en zijn leidend voor de toetsing en inhoud van het onderwijspro-gramma. Er zijn drie niveaus van beheersing van de competenties bepaald voor de verschillende oplei-dingsfasen: opleidingsbekwaam (propedeuse), sta-gebekwaam (start stage) en beginnend beroepsbe-kwaam.Gedurende zijn opleiding ontwikkelt de student zich tot een beroepsbekwame ergotherapeut op het niveau van Bachelor of Science in de cliëntgerichte, organisatiegerichte en beroepsgerichte competenties (Verhoef & Zalmstra, 2013).

Deze competenties zijn als volgt gedefinieerd:

Cliëntgerichte competenties

ScreenenDe ergotherapeut inventariseert bij een cliënt die zich zonder verwijzing van een arts aanmeldt, methodisch de ervaren handelingsproblemen. Hij onderzoekt of er sprake is van medische rode vlaggen en evalueert of ergotherapie geïndiceerd is, zodat hij een onderbouwd advies kan geven aan de cliënt en de huisarts over het al dan niet vervolgen van ergotherapie.

Inventariseren en analyseren De ergotherapeut inventariseert, prioriteert en analyseert methodisch in dialoog met de cliënt (en zijn systeem) de ervaren handelingsproble-men ten aanzien van wonen/zorgen, leren/wer-ken en/of spelen/vrije tijd als ook zijn wensen en mogelijkheden tot verandering.

Behandelen en begeleidenDe ergotherapeut behandelt, begeleidt en adviseert de cliënt op methodische wijze om het betekenisvol, dagelijks en maatschappelijk handelen te bevorderen, zodat de cliënt naar vermogen activiteiten en rollen kan vervullen om naar zijn tevredenheid te participeren.

Adviseren aan derden De ergotherapeut adviseert op methodische wijze aan derden over zorg of begeleiding, hulpmiddelen en voorzieningen, arbeid en arbeidsomstandigheden, zodat participatie en inclusie van de belanghebbende(n) toenemen.

Ondersteunen en versterken De ergotherapeut ondersteunt (leden van) een kwetsbare groep, gemeenschap of populatie om de aanwezige mogelijkheden en eigen regie te versterken en om voorwaarden in de omgeving te creëren, zodat participatie en sociale inclusie toenemen.

Page 16: Landelijk - Vereniging Hogescholen

16 | SROE 2017 - Landelijk Opleidingsprofiel Ergotherapie

Organisatiegerichte competenties

SamenwerkenDe ergotherapeut werkt samen met professio- nals binnen en buiten de eigen werkorganisatie en levert zo een beroepseigen bijdrage aan gezamenlijke besluitvorming en het gezamen- lijke resultaat van het interprofessionele team, zodat de totale dienstverlening aan de cliënt effectief en efficiënt verloopt.

OrganiserenDe ergotherapeut draagt bij aan de continuïteit en de effectiviteit van de bedrijfsvoering van de organisatie. Hij organiseert de eigen dienst-verlening met effectieve en efficiënte inzet van medewerkers, middelen en materialen, zodat hij de cliënt kwalitatief goede zorg biedt tegen aanvaardbare kosten (doelmatigheid).

OndernemenDe ergotherapeut speelt in op veranderende vra-gen en behoeften en neemt initiatieven om nieu-we klanten en markten te vinden om diensten en producten te positioneren en te realiseren, zodat continuering of uitbreiding van ergotherapeuti-sche zorg en dienstverlening binnen de organisa-tie in de toekomst gewaarborgd is.

Zorg dragen voor kwaliteitDe ergotherapeut analyseert en evalueert op sys-tematische wijze de effectiviteit en efficiëntie van de ergotherapeutische zorg en dienstverlening, zodat hij bijdraagt aan het planmatig verbeteren en borgen van verantwoorde zorg die aansluit bij de vraag van de cliënt en de doelstellingen van de organisatie.

Beroepsgerichte competenties

OnderzoekenDe ergotherapeut verricht praktijkgericht onder-zoek door het verzamelen en verwerken van gege-vens uit literatuur en praktijk, zodat hij bijdraagt aan effectieve en efficiënte ergotherapeutische zorg en dienstverlening en de onderbouwing daarvan.

InnoverenDe ergotherapeut implementeert of ontwikkelt nieuwe werkwijzen (methoden, procedures, in-terventies, evidence), producten of diensten, zo-dat hij bijdraagt aan vernieuwing en verbetering van ergotherapeutische zorg en dienstverlening en aan de ontwikkeling van het beroep.

Leren en ontwikkelenDe ergotherapeut ontwikkelt en onderhoudt voortdurend en planmatig zijn eigen deskundig-heid en draagt bij aan het ontwikkelen van de deskundigheid van collega’s, zodat hij handelt volgens actuele maatschappelijke en professione-le richtlijnen en bijdraagt aan de verdere profile-ring en professionalisering van het beroep.

Page 17: Landelijk - Vereniging Hogescholen

SROE 2017 - Landelijk Opleidingsprofiel Ergotherapie | 17

3.4 De samenhang tussen het be-roepsprofiel en de beroepscom-petenties

De beroepscompetenties zijn een verdere uitwer-king van de competentiegebieden in het Beroeps-profiel Ergotherapie (Van Hartingsveldt, Logister & Kinébanian, 2010). De laatste zijn gebaseerd op het CanMEDS Competency Framework.

De samenhang tussen de competentiegebieden van het beroepsprofiel en de beroepscompetenties is weergegeven in tabel 3.1.

Figuur 3.2 Raamwerk competentiegebieden beroepsprofiel ergotherapeut

Tabel 3.1 Samenhang competentiegebieden van het beroepsprofiel en de beroepscompetenties

Competentiegebieden BeroepsprofielErgotherapie

Beroepscompetenties Ergotherapie

Expert in het mogelijk maken van het handelen

Screenen

Clie

ntge

rich

tInventariseren en analyseren

Behandelen en begeleiden

Adviseren aan derden

Pleiten voor participatie Ondersteunen en versterken

Samenwerken Samenwerken

Org

anis

atie

-ge

rich

t

Ondernemen Ondernemen

Professioneel werken Organiseren

Zorg dragen voor kwaliteit

Leven lang leren Onderzoeken

Bero

eps-

geri

cht Innoveren

Leren en ontwikkelen

Communiceren (Dublin descriptoren)Tevens verwerkt in een groot aantal beroepscompetenties.

18

De ergotherapeut ontwikkelt en onderhoudt voortdurend en planmatig zijn eigen deskundigheid en draagt bij aan het ontwikkelen van de deskundigheid van collega’s, zodat hij handelt volgens actuele maatschappelijke en professionele richtlijnen en bijdraagt aan de verdere profilering en professionalisering van het beroep.

3.4 De samenhang tussen het beroepsprofiel en de beroepscompetenties De beroepscompetenties zijn een verdere uitwerking van de competentiegebieden in het Beroepsprofiel Ergotherapie (Van Hartingsveldt, Logister & Kinébanian, 2010). De laatste zijn gebaseerd op het CanMEDS Competency Framework.

Figuur 3.2 Raamwerk competentiegebieden beroepsprofiel ergotherapeut De samenhang tussen de competentiegebieden van het beroepsprofiel en de beroepscompetenties is weergegeven in tabel 3.1. Tabel 3.1 Samenhang competentiegebieden van het beroepsprofiel en de beroepscompetenties

Competentiegebieden Beroepsprofiel Ergotherapie

Beroepscompetenties Ergotherapie

Expert in het mogelijk maken van het handelen

Screenen

Clie

ntge

richt

Inventariseren en analyseren Behandelen en begeleiden Adviseren aan derden

Pleiten voor participatie Ondersteunen en versterken

Samenwerken Samenwerken

Orga

nisa

tie-

geric

ht

Ondernemen Ondernemen Professioneel werken Organiseren

Zorg dragen voor kwaliteit

Page 18: Landelijk - Vereniging Hogescholen

18 | SROE 2017 - Landelijk Opleidingsprofiel Ergotherapie

3.5 De samenhang tussen de beroepscompetenties en de internationale standaarden voor ergotherapie-opleidingenIn de opleidingsprogramma’s is geborgd dat deze voldoen aan de Europese Tuning-competences zoals geformuleerd in de Descriptors for Education in Occupational Therapy (Tuning Projects, 2008). Deze zijn ontwikkeld door het European Network of Occupational Therapy in Higher Education (ENOTHE) en de Council of Occupational Therapists for the European Countries (COTEC).Ook voldoen de opleidings-programma’s aan de Minimum Standards for the Education of Occupational Therapists van de World Fede-ration of Occupational Therapists (WFOT, 2016). De laatste beschrijft de kennis, vaardigheden en de attitudes voor competente beroepsuitoefening. De samenhang tussen de beroepscompetenties, beroepsprofiel, Tuning competences en de Minimum- standards is weergegeven in tabel 3.2.

Tabel 3.2 Samenhang minimum standards, beroepscompetenties, competentiegebieden beroepsprofiel, Tuning competences

Minimum standards for the education of occupational therapists

Beroepscompetenties Ergotherapie

Beroepsprofiel Ergotherapeut

Tuning competences

An occupational therapy process encompassing collaborative, people- centred, occupation focused processes

The person-Occupation – Environment Relation- ships & the relationship of occupation to health and wellbeing

Screenen Expert in het mogelijk maken van het handelen

Knowlegde of occupational therapy

Occupational therapy process and professional reasoning

Inventariseren en analyseren

Behandelen en begeleiden

Adviseren aan derden

Ondersteunen en versterken

Pleiten voor participatie

Therapeutic & Professional Relationships

Samenwerken Samenwerken Professional relationships and partnerships

Context of Professional Practice

Ondernemen Ondernemen Management and promotion of occupational therapy

Organiseren Professioneel werken

Professional Reasoning & Behaviour

Zorg dragen voor kwaliteit Professioneel werken Professional autonomy and accountability

Onderzoeken Leven lang leren Research and development of occupational therapy/ science

Innoveren

Leren en ontwikkelen Professional autonomy and accountability

Communiceren

Page 19: Landelijk - Vereniging Hogescholen

SROE 2017 - Landelijk Opleidingsprofiel Ergotherapie | 19

3.6 Body of Knowledge, Skills and Attitudes in relatie tot het opleidingsprofiel

In het National Transcript Bachelor of Science Oc-cupational Therapy 2017-2020 is in de zogenaamde BOKSA-domeinen op hoofdlijnen de inhoud van de opleiding beschreven met betrekking tot de theore-tische basis, de ergotherapeutische beroepsvaardig-heden en attituden. De kennisdomeinen omvatten Occupational Science (kerndomein ergotherapie), medische, gedrags-, gezondheids- en organisatie- wetenschappen, ethiek en onderzoeksmethodologie.

Deze inhoud voldoet aan de Minimum Standards for the Education of Occupational Therapists (WFOT, 2016) 1. Het National Transcript is in 2012 tot stand geko-men onder de verantwoordelijkheid van het landelijk Studie Richtingen Overleg Ergotherapie (SROE) en wordt elke vier jaar geactualiseerd29.

3.7 Relatie NLQF-niveau 6, Dublin-descriptoren en de kwalificaties van de beginnend ergotherapeut

In onderstaande tabel is zichtbaar hoe de relatie is tussen kwalificaties van de beginnend ergotherapeut, de kwalificaties van de beroepsbeoefenaar op niveau 6 van het Nederlands Kwalificatieraamwerk (NLQF) en de Dublindescriptoren.

1 Alle ergotherapieopleidingen in Nederland zijn erkend door de WFOT en accreditatie door de WFOT vindt om de 5 - 7 jaar plaats.

Page 20: Landelijk - Vereniging Hogescholen

20 | SROE 2017 - Landelijk Opleidingsprofiel Ergotherapie

Kw

alifi

cati

es b

egin

nend

erg

othe

rape

ut

Dub

lind

escr

ipto

ren

NLQ

F-ni

veau

6

Gen

erie

ke e

indt

erm

De

begi

nnen

d e

rgot

hera

peut

ver

toon

t effe

ctie

f pr

ofes

sion

eel g

edra

g in

uite

enlo

pend

e au

then

tie-

ke b

eroe

pssi

tuat

ies d

at is

afg

este

md

op d

e do

el-

stel

ling

en m

ogel

ijkhe

den

van

de o

rgan

isat

ie, e

n de

ont

wik

kelin

gen

in b

eroe

p en

maa

tsch

appi

j. H

ij ve

rant

woo

rdt z

ijn h

ande

len

door

afw

egin

gen

en k

euze

s te

bear

gum

ente

ren

vanu

it be

roep

s-ke

nnis

, de

voor

keur

van

de

clië

nt, d

e co

ntex

t en

besc

hikb

aar b

ewijs

. H

ij to

etst

en

eval

ueer

t de

kwal

iteit

van

zijn

di

enst

verl

enin

g en

de

beha

alde

resu

ltate

n.

Hij

rapp

orte

ert o

p pr

ofes

sion

ele

wijz

e en

vol

gens

de

rich

tlijn

en v

an d

e or

gani

sati

e.

Hij

toon

t een

ond

erne

men

de, o

nder

zoek

ende

en

posi

tief

kri

tisc

he h

oudi

ng.

Con

text

: Een

onb

eken

de, w

isse

lend

e le

ef- e

n w

erko

mge

ving

, ook

inte

rnat

iona

al.

Tabe

l 3.3

Rel

atie

kw

alifi

catie

s va

n de

beg

inne

nd e

rgot

hera

peut

, Dub

linde

scri

ptor

en e

n N

LQF-

nive

au 6

Page 21: Landelijk - Vereniging Hogescholen

SROE 2017 - Landelijk Opleidingsprofiel Ergotherapie | 21

Kw

alifi

cati

es b

egin

nend

erg

othe

rape

ut

Dub

lind

escr

ipto

ren

NLQ

F-ni

veau

6

Cli

entg

eric

hte

com

pete

ntie

s

De

begi

nnen

d er

goth

erap

eut w

erkt

in d

ialo

og

met

de

clië

nt e

n he

t clië

ntsy

stee

m. H

ij w

erkt

m

etho

disc

h, k

an m

etho

den

en p

roce

dure

s com

-bi

nere

n en

is fl

exib

el.

Scre

enen

De

ergo

ther

apeu

t inv

enta

rise

ert b

ij ee

n cl

iënt

die

zi

ch z

onde

r ver

wijz

ing

van

een

arts

aan

mel

dt,

met

hodi

sch

de e

rvar

en h

ande

lings

prob

lem

en.

Hij

onde

rzoe

kt o

f er s

prak

e is

van

med

isch

e ro

de

vlag

gen

en e

valu

eert

of e

rgot

hera

pie

geïn

dice

erd

is, z

odat

hij

een

onde

rbou

wd

advi

es k

an g

even

aa

n de

clië

nt e

n de

hui

sart

s ove

r het

al d

an n

iet

verv

olge

n va

n er

goth

erap

ie.

Inve

ntar

iser

en e

n an

alys

eren

D

e er

goth

erap

eut i

nven

tari

seer

t, pr

iori

teer

t en

anal

ysee

rt m

etho

disc

h in

dia

loog

met

de

clië

nt

(en

het c

liënt

syst

eem

) de

erva

ren

hand

elin

gspr

o-bl

emen

ten

aanz

ien

van

won

en/z

orge

n, le

ren/

wer

ken

en/o

f spe

len/

vrije

tijd

als

ook

zijn

wen

-se

n en

mog

elijk

hede

n to

t ver

ande

ring

.B

ehan

dele

n en

beg

elei

den

De

ergo

ther

apeu

t beh

ande

lt, b

egel

eidt

en

advi

seer

t de

clië

nt o

p m

etho

disc

he w

ijze

om

het b

etek

enis

vol,

dage

lijks

en

maa

tsch

appe

lijk

hand

elen

te b

evor

dere

n, z

odat

de

clië

nt n

aar

verm

ogen

act

ivite

iten

en ro

llen

kan

verv

ulle

n om

na

ar z

ijn te

vred

enhe

id te

par

tici

pere

n.A

dvis

eren

aan

der

den

De

ergo

ther

apeu

t adv

isee

rt o

p m

etho

disc

he

wijz

e aa

n de

rden

ove

r zor

g of

beg

elei

ding

, hul

p-m

idde

len

en v

oorz

ieni

ngen

, arb

eid

en a

rbei

ds-

omst

andi

ghed

en, z

odat

par

tici

pati

e en

incl

usie

va

n de

bel

angh

ebbe

nde(

n) to

enem

en.

Ond

erst

eune

n en

ver

ster

ken

De

ergo

ther

apeu

t ond

erst

eunt

(led

en v

an) e

en

kwet

sbar

e gr

oep,

gem

eens

chap

of p

opul

atie

om

de

aan

wez

ige

mog

elijk

hede

n en

eig

en re

gie

te

vers

terk

en e

n om

voo

rwaa

rden

in d

e om

gevi

ng

te c

reër

en, z

odat

par

tici

pati

e en

soc

iale

incl

usie

to

enem

en.

Hee

ft a

anto

onba

re k

enni

s en

inzi

cht v

an e

en v

akge

bied

, waa

rbij

wor

dt v

oort

gebo

uwd

op h

et n

i-ve

au b

erei

kt in

het

voo

rtge

zet o

n-de

rwijs

en

dit w

ordt

ove

rtro

ffen;

fu

ncti

onee

rt d

oorg

aans

op

een

nive

au w

aaro

p m

et o

nder

steu

ning

va

n ge

spec

ialis

eerd

e ha

ndbo

e-ke

n en

ige

aspe

cten

voo

rkom

en

waa

rvoo

r ken

nis v

an d

e la

atst

e on

twik

kelin

gen

in h

et v

akge

bied

ve

reis

t is.

Is in

sta

at o

m z

ijn/h

aar k

enni

s en

inzi

cht o

p du

sdan

ige

wijz

e to

e te

pa

ssen

, dat

dit

een

prof

essi

onel

e be

nade

ring

van

zijn

/haa

r wer

k of

ber

oep

laat

zie

n, e

n be

schi

kt

verd

er o

ver c

ompe

tent

ies v

oor h

et

opst

elle

n en

ver

diep

en v

an a

rgu-

men

tati

es e

n vo

or h

et o

plos

sen

van

prob

lem

en o

p he

t vak

gebi

ed.

Is in

sta

at o

m re

leva

nte

gege

vens

te

ver

zam

elen

en

inte

rpre

tere

n (m

eest

al o

p he

t vak

gebi

ed) m

et

het d

oel e

en o

orde

el te

vor

men

da

t med

e ge

base

erd

is o

p he

t af-

weg

en v

an re

leva

nte

soci

aal-

maa

t-sc

happ

elijk

e, w

eten

scha

ppel

ijke

of e

this

che

aspe

cten

Is in

sta

at o

m in

form

atie

, ide

eën

en o

plos

sing

en o

ver t

e br

enge

n op

ee

n pu

blie

k be

staa

nde

uit s

peci

a-lis

ten

of n

iet-

spec

ialis

ten

Ken

nis

Bezi

t gev

orde

rde

gesp

ecia

lisee

rde

kenn

is e

n kr

itis

ch in

zich

t in

theo

rieë

n en

be

gins

elen

van

een

ber

oep

en k

enni

sdom

ein

en b

reed

wet

ensc

haps

gebi

ed.

Bezi

t bre

de, g

eïnt

egre

erde

ken

nis e

n be

grip

van

de

omva

ng, d

e be

lang

rijk

ste

ge-

bied

en e

n gr

enze

n va

n ee

n be

roep

, ken

nisd

omei

n en

bre

ed w

eten

scha

psge

bied

.Be

zit k

enni

s en

begr

ip v

an e

nkel

e be

lang

rijk

e ac

tuel

e on

derw

erpe

n en

spe

cial

is-

men

ger

elat

eerd

aan

het

ber

oep

of k

enni

sdom

ein

en b

reed

wet

ensc

haps

gebi

ed.

Vaar

digh

eden

To

epas

sen

van

kenn

is

Repr

oduc

eert

en

anal

ysee

rt d

e ke

nnis

en

past

dez

e to

e, o

ok in

and

ere

cont

exte

n zo

dani

g da

t dit

een

prof

essi

onel

e en

wet

ensc

happ

elijk

e be

nade

ring

in b

eroe

p en

ke

nnis

dom

ein

laat

zie

n.St

elt a

rgum

enta

ties

op

en v

erdi

ept d

ie. E

valu

eert

en

com

bine

ert k

enni

s en

inzi

ch-

ten

uit e

en s

peci

fiek

dom

ein

krit

isch

.Si

gnal

eert

bep

erki

ngen

van

bes

taan

de k

enni

s in

de

bero

epsp

rakt

ijk e

n in

het

ke

nnis

dom

ein

en o

nder

neem

t act

ie.

Ana

lyse

ert c

ompl

exe

bero

eps-

en

wet

ensc

happ

elijk

e ta

ken

en v

oert

dez

e ui

t.

Vaar

digh

eden

Pr

oble

emop

loss

ende

va

ardi

ghed

en

Ond

erke

nt e

n an

alys

eert

com

plex

e pr

oble

men

in d

e be

roep

spra

ktijk

en

in h

et

kenn

isdo

mei

n en

lost

dez

e op

tact

isch

e, s

trat

egis

che

en c

reat

ieve

wijz

e op

doo

r ge

geve

ns te

iden

tific

eren

en

te g

ebru

iken

.

Vaar

digh

eden

C

omm

unic

atie

-va

ardi

ghed

en

Com

mun

icee

rt d

oelg

eric

ht o

p ba

sis v

an in

de

cont

ext e

n be

roep

spra

ktijk

ge

lden

de c

onve

ntie

s m

et g

elijk

en, s

peci

alis

ten

en n

iet-

spec

ialis

ten,

le

idin

ggev

ende

n en

clië

nten

.

Vera

ntw

oord

elijk

-he

id e

n

zelfs

tand

ighe

id

Wer

kt s

amen

met

gel

ijken

, spe

cial

iste

n en

nie

t-sp

ecia

liste

n, le

idin

ggev

ende

n

en c

liënt

en.

Dra

agt v

eran

twoo

rdel

ijkhe

id v

oor r

esul

tate

n va

n ei

gen

wer

k en

stu

die

en h

et

resu

ltaat

van

het

wer

k va

n an

dere

n.D

raag

t ged

eeld

e ve

rant

woo

rdel

ijkhe

id v

oor h

et a

anst

uren

van

pro

cess

en.

Verz

amel

t en

inte

rpre

teer

t rel

evan

te g

egev

ens

met

het

doe

l een

oor

deel

te

vorm

en d

at m

ede

geba

seer

d is

op

het a

fweg

en v

an re

leva

nte

soci

aalm

aat-

sc

happ

elijk

, ber

oeps

mat

ige,

wet

ensc

happ

elijk

e of

eth

isch

e as

pect

en.

Page 22: Landelijk - Vereniging Hogescholen

22 | SROE 2017 - Landelijk Opleidingsprofiel Ergotherapie

Kw

alifi

cati

es b

egin

nend

erg

othe

rape

ut

Dub

lind

escr

ipto

ren

NLQ

F-ni

veau

6

Org

anis

atie

geri

chte

com

pete

ntie

s

Sam

enw

erke

nD

e er

goth

erap

eut w

erkt

sam

en m

et p

rofe

ssio

nals

bi

nnen

en

buite

n de

eig

en w

erko

rgan

isat

ie e

n le

vert

zo

een

bero

epse

igen

bijd

rage

aan

gez

a-m

enlij

ke b

eslu

itvo

rmin

g en

het

gez

amen

lijke

re

sulta

at v

an h

et in

terp

rofe

ssio

nele

team

, zod

at

de to

tale

die

nstv

erle

ning

aan

de

clië

nt e

ffect

ief

en e

ffici

ënt v

erlo

opt.

Org

anis

eren

De

ergo

ther

apeu

t dra

agt b

ij aa

n de

con

tinu

ïteit

en d

e eff

ectiv

iteit

van

de b

edri

jfsvo

erin

g va

n de

org

anis

atie

. Hij

orga

nise

ert d

e ei

gen

dien

st-

verl

enin

g m

et e

ffect

ieve

en

effici

ënte

inze

t van

m

edew

erke

rs, m

idde

len

en m

ater

iale

n, z

odat

hi

j de

clië

nt k

wal

itat

ief g

oede

zor

g bi

edt t

egen

aa

nvaa

rdba

re k

oste

n (d

oelm

atig

heid

)

Ond

erne

men

De

ergo

ther

apeu

t spe

elt i

n op

ver

ande

rend

e vr

a-ge

n en

beh

oeft

en e

n ne

emt i

niti

atie

ven

om n

ieu-

we

klan

ten

en m

arkt

en te

vin

den

om d

iens

ten

en

prod

ucte

n te

pos

itio

nere

n en

te re

alis

eren

, zod

at

cont

inue

ring

of u

itbre

idin

g va

n er

goth

erap

euti

-sc

he z

org

en d

iens

tver

leni

ng b

inne

n de

org

anis

a-ti

e in

de

toek

omst

gew

aarb

orgd

is.

Zorg

dra

gen

voor

kw

alit

eit

De

ergo

ther

apeu

t ana

lyse

ert e

n ev

alue

ert o

p sy

s-te

mat

isch

e w

ijze

de e

ffect

ivite

it en

effi

ciën

tie

van

de e

rgot

hera

peut

isch

e zo

rg e

n di

enst

verl

enin

g,

zoda

t hij

bijd

raag

t aan

het

pla

nmat

ig v

erbe

tere

n en

bor

gen

van

vera

ntw

oord

e zo

rg d

ie a

ansl

uit b

ij de

vra

ag v

an d

e cl

iënt

en

de d

oels

telli

ngen

van

de

orga

nisa

tie.

Hee

ft a

anto

onba

re k

enni

s en

inzi

cht v

an e

en v

akge

bied

, waa

rbij

wor

dt v

oort

gebo

uwd

op h

et n

i-ve

au b

erei

kt in

het

voo

rtge

zet o

n-de

rwijs

en

dit w

ordt

ove

rtro

ffen;

fu

ncti

onee

rt d

oorg

aans

op

een

nive

au w

aaro

p m

et o

nder

steu

ning

va

n ge

spec

ialis

eerd

e ha

ndbo

e-ke

n en

ige

aspe

cten

voo

rkom

en

waa

rvoo

r ken

nis v

an d

e la

atst

e on

twik

kelin

gen

in h

et v

akge

bied

ve

reis

t is.

Is in

sta

at o

m z

ijn/h

aar k

enni

s en

inzi

cht o

p du

sdan

ige

wijz

e to

e te

pa

ssen

, dat

dit

een

prof

essi

onel

e be

nade

ring

van

zijn

/haa

r wer

k of

ber

oep

laat

zie

n, e

n be

schi

kt

verd

er o

ver c

ompe

tent

ies v

oor h

et

opst

elle

n en

ver

diep

en v

an a

rgu-

men

tati

es e

n vo

or h

et o

plos

sen

van

prob

lem

en o

p he

t vak

gebi

ed.

Is in

sta

at o

m re

leva

nte

gege

vens

te

ver

zam

elen

en

inte

rpre

tere

n (m

eest

al o

p he

t vak

gebi

ed) m

et

het d

oel e

en o

orde

el te

vor

men

da

t med

e ge

base

erd

is o

p he

t af-

weg

en v

an re

leva

nte

soci

aal-

maa

t-sc

happ

elijk

e, w

eten

scha

ppel

ijke

of e

this

che

aspe

cten

Is in

sta

at o

m in

form

atie

, ide

eën

en o

plos

sing

en o

ver t

e br

enge

n op

ee

n pu

blie

k be

staa

nde

uit s

peci

a-lis

ten

of n

iet-

spec

ialis

ten

Ken

nis

Bezi

t gev

orde

rde

gesp

ecia

lisee

rde

kenn

is e

n kr

itis

ch in

zich

t in

theo

rieë

n en

be

gins

elen

van

een

ber

oep

en k

enni

sdom

ein

en b

reed

wet

ensc

haps

gebi

ed.

Bezi

t bre

de, g

eïnt

egre

erde

ken

nis e

n be

grip

van

de

omva

ng, d

e be

lang

rijk

ste

ge-

bied

en e

n gr

enze

n va

n ee

n be

roep

, ken

nisd

omei

n en

bre

ed w

eten

scha

psge

bied

.Be

zit k

enni

s en

begr

ip v

an e

nkel

e be

lang

rijk

e ac

tuel

e on

derw

erpe

n en

spe

cial

is-

men

ger

elat

eerd

aan

het

ber

oep

of k

enni

sdom

ein

en b

reed

wet

ensc

haps

gebi

ed.

Vaar

digh

eden

To

epas

sen

van

kenn

is

Repr

oduc

eert

en

anal

ysee

rt d

e ke

nnis

en

past

dez

e to

e, o

ok in

and

ere

cont

exte

n zo

dani

g da

t dit

een

prof

essi

onel

e en

wet

ensc

happ

elijk

e be

nade

ring

in b

eroe

p en

ke

nnis

dom

ein

laat

zie

n.St

elt a

rgum

enta

ties

op

en v

erdi

ept d

ie. E

valu

eert

en

com

bine

ert k

enni

s en

in

zich

ten

uit e

en s

peci

fiek

dom

ein

krit

isch

.Si

gnal

eert

bep

erki

ngen

van

bes

taan

de k

enni

s in

de

bero

epsp

rakt

ijk e

n in

het

ke

nnis

dom

ein

en o

nder

neem

t act

ie.

Ana

lyse

ert c

ompl

exe

bero

eps-

en

wet

ensc

happ

elijk

e ta

ken

en v

oert

dez

e ui

t.

Vaar

digh

eden

Pr

oble

emop

loss

ende

va

ardi

ghed

en

Ond

erke

nt e

n an

alys

eert

com

plex

e pr

oble

men

in d

e be

roep

spra

ktijk

en

in h

et

kenn

isdo

mei

n en

lost

dez

e op

tact

isch

e, s

trat

egis

che

en c

reat

ieve

wijz

e op

doo

r ge

geve

ns te

iden

tific

eren

en

te g

ebru

iken

.

Vaar

digh

eden

C

omm

unic

atie

-va

ardi

ghed

en

Com

mun

icee

rt d

oelg

eric

ht o

p ba

sis v

an in

de

cont

ext e

n be

roep

spra

ktijk

ge

lden

de c

onve

ntie

s m

et g

elijk

en, s

peci

alis

ten

en n

iet-

spec

ialis

ten,

leid

ingg

even

den

en c

liënt

en.

Vera

ntw

oord

elijk

-he

id e

n

zelfs

tand

ighe

id

Wer

kt s

amen

met

gel

ijken

, spe

cial

iste

n en

nie

t-sp

ecia

liste

n, le

idin

ggev

ende

n

en c

liënt

en.

Dra

agt v

eran

twoo

rdel

ijkhe

id v

oor r

esul

tate

n va

n ei

gen

wer

k en

stu

die

en h

et

resu

ltaat

van

het

wer

k va

n an

dere

n.D

raag

t ged

eeld

e ve

rant

woo

rdel

ijkhe

id v

oor h

et a

anst

uren

van

pro

cess

en.

Verz

amel

t en

inte

rpre

teer

t rel

evan

te g

egev

ens

met

het

doe

l een

oor

deel

te v

orm

en

dat m

ede

geba

seer

d is

op

het a

fweg

en v

an re

leva

nte

soci

aalm

aats

chap

pelij

k,

bero

epsm

atig

e, w

eten

scha

ppel

ijke

of e

this

che

aspe

cten

.

Page 23: Landelijk - Vereniging Hogescholen

SROE 2017 - Landelijk Opleidingsprofiel Ergotherapie | 23

Kw

alifi

cati

es b

egin

nend

erg

othe

rape

ut

Dub

lind

escr

ipto

ren

NLQ

F-ni

veau

6

Ber

oeps

geri

chte

com

pete

ntie

s

Ond

erzo

eken

De

ergo

ther

apeu

t ver

rich

t pra

ktijk

geri

cht o

n-de

rzoe

k do

or h

et v

erza

mel

en e

n ve

rwer

ken

van

gege

vens

uit

liter

atuu

r en

prak

tijk

, zod

at h

ij bi

j-dr

aagt

aan

effe

ctie

ve e

n effi

ciën

te e

rgot

hera

peu-

tisc

he z

org

en d

iens

tver

leni

ng e

n de

ond

erbo

u-w

ing

daar

van

in a

uthe

ntie

ke b

eroe

pssi

tuat

ies.

H

ij pa

st o

nder

zoek

sres

ulta

ten

toe

in d

e pr

akti

jk.

Hij

vera

ntw

oord

t zijn

han

dele

n en

de

(ver

bete

-ri

ng v

an) k

wal

iteit

van

zorg

van

uit b

eroe

pske

n-ni

s en

inzi

cht e

n be

schi

kbaa

r bew

ijs.

Inno

vere

nD

e er

goth

erap

eut i

mpl

emen

teer

t of o

ntw

ikke

lt m

etho

disc

h, o

p ba

sis v

an e

en a

naly

se v

an d

e hu

idig

e en

gew

enst

e si

tuat

ie e

n ee

n vo

orst

el v

oor

vera

nder

ing,

nie

uwe

wer

kwijz

en, p

rodu

cten

of

dien

sten

in a

uthe

ntie

ke b

eroe

pssi

tuat

ies,

zod

at

hij b

ijdra

agt a

an v

erni

euw

ing

en/o

f ver

bete

ring

va

n er

goth

erap

euti

sche

zor

g en

die

nstv

erle

ning

. H

ij ev

alue

ert o

f de

vera

nder

ing

bijd

raag

t aan

ve

rbet

erin

g va

n de

kw

alite

it va

n zo

rg.

Hij

vera

ntw

oord

t zijn

han

dele

n en

de

(ver

bete

-ri

ng v

an) k

wal

iteit

van

zorg

van

uit b

eroe

pske

n-ni

s en

inzi

cht (

o.a.

theo

rie

over

inno

vere

n en

im

plem

ente

ren)

en

vanu

it be

schi

kbaa

r bew

ijs.

Lere

n en

ont

wik

kele

nD

e er

goth

erap

eut o

ntw

ikke

lt en

ond

erho

udt

voor

tdur

end

en p

lanm

atig

de

eige

n pr

ofes

sion

ele

desk

undi

ghei

d, o

p ba

sis v

an re

flect

ie, a

ctie

f fee

d-ba

ck v

rage

n en

sys

tem

atis

che

eval

uati

e, z

odat

hi

j han

delt

volg

ens a

ctue

le m

aats

chap

pelij

ke e

n pr

ofes

sion

ele

stan

daar

den

en ri

chtli

jnen

. Hij

legt

de

resu

ltate

n va

n zi

jn p

rofe

ssio

nele

ont

wik

kelin

g va

st.

Hij

draa

gt b

ij aa

n he

t ont

wik

kele

n va

n de

des

-ku

ndig

heid

van

col

lega

’s en

aan

de

verd

ere

profi

-le

ring

en

prof

essi

onal

iser

ing

van

het b

eroe

p do

or

het v

ersp

reid

en v

an (n

ieuw

e) b

eroe

pske

nnis

.

Hee

ft a

anto

onba

re k

enni

s en

inzi

cht v

an e

en v

akge

bied

; fun

c-ti

onee

rt d

oorg

aans

op

een

nive

au

waa

rop

met

ond

erst

euni

ng v

an

gesp

ecia

lisee

rde

hand

boek

en e

ni-

ge a

spec

ten

voor

kom

en w

aarv

oor

kenn

is v

an d

e la

atst

e on

twik

kelin

-ge

n in

het

vak

gebi

ed v

erei

st is

.

Is in

sta

at o

m z

ijn/h

aar k

enni

s en

inzi

cht o

p du

sdan

ige

wijz

e to

e te

pa

ssen

, dat

dit

een

prof

essi

onel

e be

nade

ring

van

zijn

/haa

r wer

k of

ber

oep

laat

zie

n, e

n be

schi

kt

verd

er o

ver c

ompe

tent

ies v

oor h

et

opst

elle

n en

ver

diep

en v

an a

rgu-

men

tati

es e

n vo

or h

et o

plos

sen

van

prob

lem

en o

p he

t vak

gebi

ed.

Is in

sta

at o

m re

leva

nte

gege

vens

te

ver

zam

elen

en

inte

rpre

tere

n (m

eest

al o

p he

t vak

gebi

ed) m

et

het d

oel e

en o

orde

el te

vor

men

da

t med

e ge

base

erd

is o

p he

t af-

weg

en v

an re

leva

nte

soci

aal-

maa

t-sc

happ

elijk

e, w

eten

scha

ppel

ijke

of e

this

che

aspe

cten

.

Is in

sta

at o

m in

form

atie

, ide

eën

en o

plos

sing

en o

ver t

e br

enge

n op

ee

n pu

blie

k be

staa

nde

uit s

peci

a-lis

ten

of n

iet-

spec

ialis

ten.

Bezi

t de

leer

vaar

digh

eden

die

no

odza

kelij

k zi

jn o

m e

en v

ervo

lg-

stud

ie d

ie e

en h

oog

nive

au v

an

auto

nom

ie v

eron

ders

telt

aan

te

gaan

.

Ken

nis

Bezi

t gev

orde

rde

gesp

ecia

lisee

rde

kenn

is e

n kr

itis

ch in

zich

t in

theo

rieë

n en

be

gins

elen

van

een

ber

oep

en k

enni

sdom

ein

en b

reed

wet

ensc

haps

gebi

ed.

Bezi

t bre

de, g

eïnt

egre

erde

ken

nis e

n be

grip

van

de

omva

ng, d

e be

lang

rijk

ste

ge-

bied

en e

n gr

enze

n va

n ee

n be

roep

, ken

nisd

omei

n en

bre

ed w

eten

scha

psge

bied

.Be

zit k

enni

s en

begr

ip v

an e

nkel

e be

lang

rijk

e ac

tuel

e on

derw

erpe

n en

spe

cial

is-

men

ger

elat

eerd

aan

het

ber

oep

of k

enni

sdom

ein

en b

reed

wet

ensc

haps

gebi

ed.

Vaar

digh

eden

To

epas

sen

van

kenn

is

Repr

oduc

eert

en

anal

ysee

rt d

e ke

nnis

en

past

dez

e to

e, o

ok in

and

ere

cont

exte

n zo

dani

g da

t dit

een

prof

essi

onel

e en

wet

ensc

happ

elijk

e be

nade

ring

in b

eroe

p en

ke

nnis

dom

ein

laat

zie

n.

Past

com

plex

e ge

spec

ialis

eerd

e va

ardi

ghed

en to

e op

de

uitk

omst

en v

an o

nder

-zo

ek.

Bren

gt m

et b

egel

eidi

ng o

p ba

sis v

an m

etho

dolo

gisc

he k

enni

s een

pra

ktijk

geri

cht

onde

rzoe

k to

t een

goe

d ei

nde.

Stel

t arg

umen

tati

es o

p en

ver

diep

t die

. Eva

luee

rt e

n co

mbi

neer

t ken

nis e

n

inzi

chte

n ui

t een

spe

cifie

k do

mei

n kr

itis

ch.

Sign

alee

rt b

eper

king

en v

an b

esta

ande

ken

nis

in d

e be

roep

spra

ktijk

en

in h

et

kenn

isdo

mei

n en

ond

erne

emt a

ctie

.A

naly

seer

t com

plex

e be

roep

s- e

n w

eten

scha

ppel

ijke

take

n en

voe

rt d

eze

uit.

Vaar

digh

eden

Pr

oble

emop

loss

ende

va

ardi

ghed

en

Ond

erke

nt e

n an

alys

eert

com

plex

e pr

oble

men

in d

e be

roep

spra

ktijk

en

in h

et

kenn

isdo

mei

n en

lost

dez

e op

tact

isch

e, s

trat

egis

che

en c

reat

ieve

wijz

e op

doo

r ge

geve

ns te

iden

tific

eren

en

te g

ebru

iken

.

Vaar

digh

eden

Info

rmat

ie-

vaar

digh

eden

Verz

amel

t en

anal

ysee

rt o

p ee

n ve

rant

woo

rde,

kri

tisc

he m

anie

r bre

de, v

erdi

epte

en

ged

etai

lleer

de b

eroe

ps-g

erel

atee

rde

of w

eten

scha

ppel

ijke

info

rmat

ie o

ver e

en

bepe

rkte

reek

s van

bas

isth

eori

eën,

pri

ncip

es e

n co

ncep

ten

van

en g

erel

atee

rd a

an

een

bero

ep o

f ken

nisd

omei

n, e

vena

ls b

eper

kte

info

rmat

ie o

ver e

nkel

e be

lang

rijk

e ac

tuel

e on

derw

erpe

n en

spe

cial

ism

en g

erel

atee

rd a

an h

et b

eroe

p en

ken

nisd

o-m

ein

en g

eeft

dez

e in

form

atie

wee

r.

Vaar

digh

eden

Leer

- en

ontw

ikke

l-va

ardi

ghed

en

Ont

wik

kelt

zich

doo

r zel

frefl

ecti

e en

zel

f beo

orde

ling

van

eige

n(le

er) r

esul

tate

n.

Vaar

digh

eden

C

omm

unic

atie

-va

ardi

ghed

en

Com

mun

icee

rt d

oelg

eric

ht o

p ba

sis v

an in

de

cont

ext e

n be

roep

spra

ktijk

gel

den-

de c

onve

ntie

s m

et g

elijk

en, s

peci

alis

ten

en n

iet-

spec

ialis

ten,

leid

ingg

even

den

en

clië

nten

.

Vera

ntw

oord

elijk

-he

id e

n

zelfs

tand

ighe

id

Verz

amel

t en

inte

rpre

teer

t rel

evan

te g

egev

ens

met

het

doe

l een

oor

deel

te v

orm

en

dat m

ede

geba

seer

d is

op

het a

fweg

en v

an re

leva

nte

soci

aal-

maa

tsch

appe

lijk,

be

roep

smat

ige,

wet

ensc

happ

elijk

e of

eth

isch

e as

pect

en.

Page 24: Landelijk - Vereniging Hogescholen

24 | SROE 2017 - Landelijk Opleidingsprofiel Ergotherapie

3.8 Positionering opleiding ergothe-rapie ten opzichte van andere op-leidingen

Ergotherapie is een paramedisch beroep. Ergothera-pie richt zich op het mogelijk maken van het beteke-nisvolle, dagelijks handelen zodat participatie gerea-liseerd wordt met als doel gezondheid en welzijn van de cliënt(en) of burger(s) te bevorderen. Om parti-cipatie mogelijk te maken, combineert ergotherapie kennis en kunde uit de Occupational science, het bio-medische domein als ook het psychosociale domein als het technologische domein.

Vanuit deze basis is ergotherapie ten opzichte van andere opleidingen en beroepen als volgt gepositi-oneerd. Ergotherapie integreert en verbindt de ver-schillende domeinen, daarbij vormt de Occupational Science de theoretische basis van de ergotherapie.

3.9 De beroepskolom van de bachelor ergotherapie

In de beroepskolom kent het beroep een lijn in op-leidingsniveau specifiek voor het beroep en de op-leiding ergotherapie. Deze is weergegeven in de derde kolom. Ergotherapie kent geen MBO-vari-ant. Daarnaast kent ergotherapie een aanpalende beroepskolom, weergegeven in de laatste kolom.

Figuur 3.4 Beroepskolom ergotherapie

Figuur 3.3 Positionering ergotherapie ten opzichte van andere opleidingen

Bero

epsk

olom

Erg

othe

rapi

e

PhD

WO/Master European Master of Science in Occupational Therapy

GezondheidswetenschappenBewegingswetenschappenPedagogische wetenschappenSociologieAntropologie

Professionele masters zoals:NeurorevalidatieInnovation in Care

Post-HBO Specialist KinderergotherapeutSpecialist HandergotherapeutSpecialist Ouderenergotherapeut

Overige Post-HBO scholingen (interprofessioneel)

HBO Bachelor of Science Ergotherapie

3.8 Positionering opleiding ergotherapie ten opzichte van andere opleidingen Ergotherapie is een paramedisch beroep. Ergotherapie richt zich op het mogelijk maken van het betekenisvolle, dagelijks handelen zodat participatie gerealiseerd wordt met als doel gezondheid en welzijn van de cliënt(en) of burger(s) te bevorderen. Om participatie mogelijk te maken, combineert ergotherapie kennis en kunde uit de Occupational science, het biomedische domein als ook het psychosociale domein als het technologische domein. Vanuit deze basis is ergotherapie ten opzichte van andere opleidingen en beroepen als volgt gepositioneerd. Ergotherapie integreert en verbindt de verschillende domeinen, daarbij vormt de Occupational Science de theoretische basis van de ergotherapie.

Figuur 3.3 Positionering ergotherapie ten opzichte van andere opleidingen 3.9 De beroepskolom van de bachelor ergotherapie In de beroepskolom kent het beroep een lijn in opleidingsniveau specifiek voor het beroep en de opleiding ergotherapie. Deze is weergegeven in de derde kolom. Ergotherapie kent geen MBO-variant. Daarnaast kent ergotherapie een aanpalende beroepskolom, weergegeven in de laatste kolom.

Biomedisch domein: - Paramedisch, bv Fysiotherapie,

Logopedie- Verpleegkunde

Medisch, bv 1e lijnsgeneeskunde

Technologisch domein:

- Techniek, bv industrieel product

ontwerpen- ICT

- BouwkundePsychosociaal domein:

- Social studies, bv Maatschappelijk werk en dienstverlening, SPH, Pedagogiek, Toegepaste Psychologie, Sociologie

Occupational Science domein

Ergotherapie

Page 25: Landelijk - Vereniging Hogescholen

SROE 2017 - Landelijk Opleidingsprofiel Ergotherapie | 25

3.10 Interprofessioneel samenwerkenVan de professional wordt verwacht dat hij of zij zowel een hoogwaardig generalist als erkend specialist is, de zogenoemde T-shaped professional27. Een T-shaped professional is een professional die is gericht op het creëren van meerwaarde, die staat voor zichzelf en onderscheidend durft te zijn in samenhang en weder-kerigheid met zijn omgeving.

Studenten ergotherapie worden opgeleid tot inno-vatieve, onderzoekende en reflectieve professionals. Niet alleen leiden we ergotherapeuten op in het ka-der van de wet BIG, maar ook tot ergotherapeuten die breder inzetbaar zijn in aanpalende domeinen zoals welzijn, onderwijs en het bedrijfsleven. Hiervoor is het noodzakelijk dat dit ergotherapeuten zijn met een eigen identiteit en vakbekwaamheid, die vanuit zichzelf als persoon en als professional, een bijdra-ge kunnen leveren aan gezondheid en welzijn van de mensen, door hen te ondersteunen in dagelijks han-delen en participatie. Om zich te ontwikkelen tot die unieke professional krijgen studenten tijdens hun studie mogelijkheden om eigen accenten aan te bren-gen. Zij kunnen, naast de eigen keuzen in het major programma (stages en praktijkgericht onderzoek), gebruik maken van diverse minoren, honourspro-gramma´s, excellentieprogramma´s en internationa-liseringsactiviteiten.

Gezien de huidige transities en veranderingen in zorg, welzijn en het maatschappelijke domein ont-staan er nieuwe samenwerkingsvraagstukken. Deze vraagstukken zijn complex van aard en worden daar-om interprofessioneel opgepakt. Interprofessioneel samenwerken betekent dat men elkaar samenwerkt vanuit gedeelde visie, waarden en perspectief30. Te-vens gaat het over leren met-van-over elkaar om ge-zamenlijk antwoord te kunnen geven op het vraag-stuk dat er ligt. Hierin nemen ergotherapeuten hun eigen identiteit en vakbekwaamheid mee (specialist) als ook hun generalistische kwaliteiten op het gebied van cliëntgecentreerd werken, samenwerken en sa-men leren en innoveren.

Het interprofessioneel samenwerken dat centraal staat in de opleidingen draagt ook bij aan het inte-graal werken dat veel in de wijken plaatsvindt. Men-sen hebben vaak vragen op meerdere leefgebieden, zoals werkloosheid, schulden, slechte gezondheid, opvoedings- of relatieproblemen. Het oplossen van het ene probleem heeft effect op het andere. Een in-tegrale werkwijze, waarin je als wijkteam deze vragen in samenhang benadert wordt steeds meer toegepast.

Binnen de opleidingen is er, zowel in het major als minor programma, op verschillende manieren aan-dacht voor Interprofessionele Samenwerking en In-terprofessionele Educatie.

3.11 Opleiden met de praktijkDe samenwerking tussen opleiding en de praktijk wordt langs twee lijnen ingevuld. Enerzijds doordat de opleidingen in de driehoek van onderzoek, oplei-ding en praktijk een bijdrage leveren aan de ontwik-keling van het beroep door, uit onderzoek, verkregen inzichten in de curricula in te brengen en op deze wij-ze het beroep (mede) vorm te geven.Anderzijds door, vanuit het perspectief van de oplei-dingen, het werkveld te betrekken bij de vier stan-daarden van het accreditatie kader, te weten:1) Waar leiden we toe op?2) Hoe leiden we op?3) Hoe toetsen we?4) Kwaliteit eind niveau

De betrokkenheid krijgt invulling doormiddel van een stevige rol van het werkveld in een of meerdere fases van de PDCA-cyclus zoals die voor iedere stan-daard binnen de respectievelijke opleidingen doorlo-pen wordt: – de P(lan)-fase; onderwijs ontwikkeling – de D(o)-fase; onderwijs uitvoering – de C(heck)- fase; onderwijs evaluatie – de A(ct)-fase; onderwijs bijstelling

Page 26: Landelijk - Vereniging Hogescholen

26 | SROE 2017 - Landelijk Opleidingsprofiel Ergotherapie

In het hierna volgende is per fase de rol en betrok-kenheid van het werkveld uitgewerkt per standaard, onderverdeeld naar verschillende fases van de PDCA-cyclus:

Ad 1 Waar leiden we toe op?P-fase: Iedere opleiding heeft een werkveldadvies-raad. Deze raden worden periodiek geraadpleegd over ontwikkelingen in het werkveld die van invloed (kunnen) zijn op het curriculum. Daarnaast wordt de raden gevraagd uitspraak te doen over de relevantie van de opleidings- , onderwijsdoelen en competen-ties die aan de basis van de opleiding liggen in rela-tie tot de ontwikkelingen in het werkveld. Daarnaast geven ook het werkveld en de praktijkadressen waar studenten stage lopen belangrijke feedback.Ook door de samenwerking met de lectoraten, al dan niet ondergebracht bij een kenniscentrum, en het opstellen en uitvoeren van onderzoeks- en kennisagenda’s werken opleidingen aan de actualise-ring en borging van het curriculum.

Nb. Een aantal opleidingen hebben naast een werk-veldadviesraad ook een cliëntenraad

Ad 2 Hoe leiden we op?P-fase: delen van het curriculum worden periodiek ter advisering voorgelegd aan de werkveldcommissie waarbij advies ingewonnen wordt m.b.t. relevantie voor het beroep en relevantie van de onderwijscon-text.

D-fase; Naast de fases van praktijkleren in het cur-riculum (beroepsvormende-stages) waarin het werk-veld actief betrokken is bij het beschikbaar stellen van stageplaatsen en het verzorgen van begeleiding van stagiaires, werken de opleidingen in alle vier de leerjaren in het curriculum nauw samen met de praktijk. In deze vorm van samenwerking fungeert de praktijk veelal als opdrachtgever en/of facilitator van de relevante praktijk context voor bijvoorbeeld afstu-deeronderzoeken, projecten gericht op ondernemen en innoveren, minorprojecten.In deze fase dient ook de samenwerking met de ver-schillende lectoraten vermeldt te worden doormiddel waarvan studenten participeren in praktijkonder-zoek.

C-fase; zowel door middel van het bespreken van on-derwijsevaluaties met de werkveldadviesraad als het betrekken van het werkveld bij de verschillende on-derwijsevaluaties waar het onderwijs zelf onderdeel van uitmaakt.

Ad 3 Hoe toetsen we?P-fase: toetsing vormt onderdeel van het curriculum dat voorgelegd wordt ter advisering aan de werkveld adviesraad.

Do-fase; In ieder geval bij de eindfase van de oplei-ding (eindgesprekken, eindstage en afstudeeronder-zoeken) en bij de eerste stage, maar ook in eerdere fases van het curriculum is de praktijk betrokken bij het beoordelen en asessen van studenten bij verschil-lende curriculum onderdelen.

Check-fase; zowel door middel van het bespreken van onderwijsevaluaties met de werkveldadviesraad als het betrekken van het werkveld bij de verschillende onderwijsevaluaties waar het onderwijs zelf onder-deel van uitmaakt.

Ad 4. Kwaliteit eindniveauP-fase; Iedere opleiding heeft het afstudeerprogram-ma ter advisering voorgelegd aan de werkveldadvies-raad.

D-fase: iedere opleiding heeft t.b.v. het vaststellen van het eindniveau van afgestudeerden het werkveld opgenomen in de beoordelingsprocedure als onaf-hankelijke derde.

C-fase: iedere opleiding houdt periodiek een onder-zoek onder werkveld en alumni t.a.v. aansluiting van de opleiding op de beroepspraktijk. De uitkomsten van dit onderzoek vormen de basis voor verbeter- slagen.

Page 27: Landelijk - Vereniging Hogescholen

SROE 2017 - Landelijk Opleidingsprofiel Ergotherapie | 27

3.12 Beschrijving van de samenwer-king van lectoraten met de oplei-dingen ergotherapie

Vanuit hun maatschappelijke opdracht verzorgen hogescholen onderwijs en voeren zij praktijkgericht onderzoek uit, met het doel het onderwijs actueel te houden en steeds verder te verbeteren, innovatie te bevorderen en bij te dragen aan de ontwikkeling van de beroepspraktijk.

De opleidingen ergotherapie sluiten aan bij twee van de drie maatschappelijke uitdagingen uit de hbo onderzoeksagenda31, die geformuleerd zijn op basis van de inventarisatie van de regionale onderzoeksa-genda’s van de verschillende hogescholen in relatie tot de uitdagingen zoals die door (inter)nationale organisaties zijn geformuleerd (o.a. Verenigde Naties, EU Grand Challenges, Nederlandse topsectoren). – Hoe creëren we een gezonde en vitale samenle-

ving? – Hoe creëren we een veilige en inclusieve samenle-

ving?

Om een bijdrage te leveren aan de oplossing van deze uitdagingen hebben de hogescholen hun praktijkge-richt onderzoek en kennisactiviteiten gebundeld in tien thema’s. De opleidingen ergotherapie sluiten aan bij de thema’s 1 en 3 31: 1. Gezondheid: zorg en vitaliteit 3. Veerkrachtige samenleving: in wijk, stad en regio 4. Slimme technologie en duurzame materialen5. De gebouwde omgeving: duurzaam en leefbaar

1. Gezondheid: zorg en vitaliteit Uitgangspunten bij dit thema zijn: – ‘Hoe houden we Nederland vitaal?’ – in een

samenleving met een dubbele vergrijzing en steeds meer medisch-technologische mogelijkheden èn met veel ethische, organisatorische en financiële uitdagingen.

– De overheveling van vele taken van de landelijke overheid naar gemeenten, de herziening van di-verse stelsels (zorg, jeugd, sociaal), toename van groei in complexe (ouderen)zorg vragen andere werkwijzen en competenties van zorgprofessionals en meer samenwerking tussen professionals en de informele zorg.

– Technologische innovaties kunnen er toe bijdragen dat de burger beter in staat is om zelf meer regie te houden over het zorgproces en de mate van zelf-standig wonen en functioneren. Verschuivingen in de zorgketen worden mogelijk: van de tweede lijn naar de eerste lijn en van de eerste lijn naar de 0 lijn: zelfhulp en automatische, proactieve hulp door apps en overige ict tools.

– Niet alleen de curatieve maar ook de preventieve aspecten van gezondheid komen in dit thema aan bod. Sport, bewegen en gezonde voeding leveren een belangrijke bijdrage aan de vitaliteit van de mens.

3. Veerkrachtige samenleving: in wijk, stad en regio Uitgangspunten bij dit thema zijn: – Mensen leven met en naast elkaar in de stad. Kan

de stad een leefbare plaats voor alle stedelingen zijn?

– Veerkrachtige samenlevingen zijn in staat om veranderingen als gevolg van o.a. migratie, kli-maatverandering, nieuwe technologieën, sociaal-culturele diversiteit en geopolitieke verschuivin-gen op te vangen. De huidige maatschappelijke structuren zijn steeds minder toereikend om de uitdagingen succesvol aan te pakken. Steeds meer zal een beroep gedaan worden op veerkracht; van burgers, instituties, overheden in wijk, stad en re-gio. Dit vraagt om participatie, co creatie en nieuwe vormen van professionaliteit. Er komt een steeds grotere nadruk te liggen op de ‘civil society’ een beweging naar meer zelfbeschikking en vrijwillig-heid, naar dejuridisering en deregulering.

– Het onderzoek van de lectoraten waarmee de op-leidingen verbonden zijn richt zich op de stedelijke omgeving met vragen van innovatie en onderne-merschap tot maatschappelijke problemen van ar-moede, werkloosheid, segregatie en (on)veiligheid. Maar ook richt het onderzoek zich op de regionale omgeving. Thema’s die hier aan bod komen betref-fen de krimpregio’s, de ondermijningsproblema-tiek en criminaliteit.

Page 28: Landelijk - Vereniging Hogescholen

28 | SROE 2017 - Landelijk Opleidingsprofiel Ergotherapie

4. Slimme technologie en duurzame materialen – De digitalisering, automatisering en robotisering

van onze industrie neemt een grote vlucht. Het gaat daarbij om een combinatie van digitalisering, koppelingen van intelligente systemen en nieuwe technologieën waardoor productieprocessen in de industrie en uiteindelijke businessmodellen en consumptiepatronen ingrijpend zullen wijzigen.

– Hierdoor wordt een nieuwe basis gelegd voor het ontwikkelen van producten, diensten en materia-len.

– Hierbij moet ook rekening worden gehouden met de maatschappelijke impact en acceptatie van de versnelling van de digitalisering en de producten en diensten die deze teweeg brengt.

5. De gebouwde omgeving: duurzaam en leefbaar – Ontwikkelingen in de maatschappij dwingen de

bouw en vastgoedsector om niet langer uit te gaan van bestaande huisvestingsconcepten, maar te on-derzoeken aan welke vormen behoefte zal zijn in de toekomst.

– Bovendien zullen we antwoorden op vragen moe-ten vinden die betrekking hebben op de inrichting van onze toekomstige leefomgeving. De leefomge-ving wordt niet alleen bepaald door de gebouwen, maar ook door tuinen en parken, door inpassing van gebouwen in het landschap.

– Dit alles betekent dat de inrichting van de leef-omgeving een integrale activiteit moet zijn van een breed samengesteld multidisciplinair ontwik-kelteam (o.a. architecten, bouwbedrijven, land-schapsontwerpers, woningcorporaties, gedrags-wetenschappers, overheid, bewoners), steeds in samenspraak met alle overige belanghebbenden. Interactieve planvorming en burgerparticipatie zijn daarom ook een onlosmakelijk deel van dit proces.

De opleidingen leveren in de samenwerking met lec-toraten een bijdrage aan kennisontwikkeling en inte-greren de kennis die voortkomt uit onderzoek in hun curricula.

De opleiding ergotherapie van de HAN werkt samen met de volgende kenniscentra en lectoraten: – Kenniscentrum HAN SOCIAAL

– Lectoraat Zorg voor Mensen met een Verstande-lijke Beperking

– Lectoraat Levensloopbegeleiding bij Autisme – Lectoraat Versterken van Sociale Kwaliteit – Lectoraat Werkzame Factoren in de Zorg voor

Jeugd – Kenniscentrum Duurzame Zorg

– Associate Lectoraat e-Health in paramedische beroepen

– Kenniscentrum Revalidatie, Arbeid, Sport – Lectoraat Arbeid & Gezondheid – Lectoraat Musculoskeletale Revalidatie – Lectoraat Neurorevalidatie – Bijzonder Lectoraat Arbeidsdeskundigheid

De opleiding ergotherapie van de HvA werkt samen met de volgende kenniscentra en lectoraten: – Kenniscentrum ACHIEVE

– Lectoraat Ergotherapie – Participatie en Omgeving

– Lectoraat Oefentherapie – Participatie en Bewegen

– Lectoraat Fysiotherapie – Transitie van zorg bij complexe patiënten

– Lectoraat Transmurale ouderenzorg – Amsterdams Kenniscentrum voor Maatschappe-

lijke Innovatie – Lectoraat Community Care – Lectoraat Outreachend werken en Innovatie

– Kenniscentrum Bewegen, Sport en Voeding – Lectoraat Gezondheid en Omgeving

– Kenniscentrum CREATE-IT – Lectoraat Digital Life

Page 29: Landelijk - Vereniging Hogescholen

SROE 2017 - Landelijk Opleidingsprofiel Ergotherapie | 29

De opleiding ergotherapie van Zuyd werkt samen met de volgende kenniscentra [graag nog aanvullen] en lectoraten – Expertisecentrum voor innovatieve Zorg en

Technologie – Lectoraat Autonomie en Participatie van

Chronisch Zieken – Lectoraat Inclusie van mensen met een

verstandelijke beperking – Lectoraat Ondersteunende Technologie in de

Zorg – Lectoraat Wijkgerichte Zorg – Lectoraat Informele Zorg – Lectoraat Zorg op Afstand

– Centre of expertise Chemelot Innovation and Learning Labs – Lectoraat Smart Devices

– En de volgende lectoraten: – Facility Management – Data Intelligence – Opleiden in de school – Professionalisering van het Onderwijs – Professioneel Beoordelen

De opleiding ergotherapie van de HR werkt samen met het volgende kenniscentrum en lectoraten: – Kenniscentrum Zorginnovatie

– Arbeid en Gezondheid – Bewegen naar Gezondheid – Disability Studies, Diversiteit in Participatie – Evidence-based Care – Functiebehoud bij Ouderen in Levensloop-

perspectief – Participatie – Publieke Zorg en Preventie voor Jeugd – Samenhang in de Ouderenzorg – Technische Innovatie in de Zorg – Transities in Zorg – Wijkzorg – Zorg voor Communicatie

– Kenniscentrum Talentontwikkeling – Kenniscentrum Creating 010

Page 30: Landelijk - Vereniging Hogescholen

30 | SROE 2017 - Landelijk Opleidingsprofiel Ergotherapie

Literatuur1. Stategische visie Vereniging Hogescholen - Wendbaar en Weerbaar [database on the Internet]. Vereni-

ging Hogescholen. 2015. Available from: http://www.vereniginghogescholen.nl/vereniging-hogescholen/publicaties/publicaties-gesorteerdop-verschijningsjaar-1/1-2015/2181-strategische-visie-vereniging-hoge-scholen-wendbaarweerbaar/file.

2. Van Hartingsveldt M, Logister-Proost I, Kinébanian A. Beroepsprofiel Ergotherapeut. Utrecht: Ergotherapie Nederland; 2010.

3. Verhoef J, Zalmstra A. Beroepscompetenties Ergotherapie. Utrecht: Lemma; 2013.4. WFOT. Revised minimum standards for the education of occupational therapists 2016. Forrestfield Aus-

tralie: WFOT; 2016.5. van Hartingsveldt M, van den Houten J, van der Leij-Hemmen I, ten Velden M. Profiel specialisatie kin-

derergotherapeut. Utrecht: Ergotherapie Nederland; 2014.6. Boer-Vreeke K, van de Ven-Stevens L, Vroomen M, Eissens M. Profiel specialisatie handergotherapeut.

Utrecht: Ergotherapie Nederland; 2014.7. Gommers I, Graff M, Leijenhorst A, Verstraten P. Profiel specialisatie ouderen-ergotherapeut.

Utrecht: Ergotherapie Nederland; 2016.8. Wilcock AA, Hocking C. An occupational perspective on health. 3rd ed. Thorofare Slack Incorporated;

2015.9. Pierce D. Occupational Science for Occupational Therapy. Thorofare: SLACK Incorporated; 2014.10. Townsend EA, Trentham B, Clark J, Dubouloz-Wilner C, Pentland W, Doble S, et al. Enabling individual

change. In: Townsend EA, Polatajko HJ, editors. Enabling Occupation II: Advancing an occupational therapy vision for health well-being, & justice through occupation- second edition. 2 ed. Ottawa: CAOT Publications ACE; 2013. p. 135-52.

11. Townsend EA, Cockburn L, Letts L, Thibeault R, Trentham B. Enabling Social Change. In: Townsend EA, Polatajko HJ, editors. Enabling Occupation II: Advancing an occupational therapy vision for health well-being, & justice through occupation - second edition. 2nd ed. Ottawa: CAOT Publications ACE; 2013. p. 153-76.

12. van Hassel DTP, Kenens RJ. Cijfers uit de registratie van ergotherapeuten - Peiling 1 januari 2014. Utrecht: Nivel; 2014.

13. VWS. Landelijke nota gezondheidsbeleid ‘Gezondheid dichtbij’. Den Haag: Ministerie van Volksgezond-heid, Welzijn en Sport; 2011.

14. Kaljouw M, van Vliet K. Naar nieuwe zorg en zorgberoepen: de contouren. Diemen: Zorginsituut Neder-land; 2015.

15. Kinébanian A, Nierstasz H, van der Velde D. De beroepsvorming van de ergotherapie. In: Granse Ml, Hartingsveldt MJv, Kinébanian A, editors. Grondslagen van de ergotherapie. 5 ed. Hou-ten: Bohn, Stafleu en van Loghum; 2017. p. 7-42.

16. Trentham B, Cockburn L. Promoting occupational therapy in a community health centre. In: Thew M, Edwards M, Baptiste S, Molineux M, editors. Role emerging occupational therapy. Oxford: Wiley-Blackwell; 2011. p. 97-110.

17. Houten Jvd, Kuiper C. Leren en werken. In: Granse Ml, Hartingsveldt MJv, Kinébanian A, editors. Grondslagen van de ergotherapie. 5 ed. Houten: Bohn, Stafleu en van Loghum; 2017. p. 273-90.

18. Van Vliet K, Grotendorst A, Roodbol P. Anders kijken, anders leren, anders doen – grensoverstijgend leren en opleiden in zorg en welzijnin het digitale tijdperk. Diemen: Zorginstituut Nederland; 2016.

19. Huber M, Knottnerus AJ, Green L, van der Horst H, Jadad AR, Kromhout D, et al. How should we define health? Br Med J. 2011:235-7.

Page 31: Landelijk - Vereniging Hogescholen

SROE 2017 - Landelijk Opleidingsprofiel Ergotherapie | 31

20. Townsend EA, Freeman A, Liu L, Quach J, Rappolt S, Rivard A. Accountibility for enabling occupation: Discovering opportunities. In: Townsend EA, Polatajko HJ, editors. Enabling Occupation II: Advancing an occupational therapy vision for health well-being, & justice through occupation - second edition. 2nd ed. Ottawa: CAOT Publications ACE; 2013. p. 305-22.

21. RVZ. Zorg voor je gezondheid! Gedrag en gezondheid: de nieuwe ordening. Den Haag: Raad voor de Volksgezondheid en Zorg; 2010.

22. HBO-raad. Voortrekkers in verandering - zorg en opleidingen -partners in innovatie. Den Haag: HBO-raad; 2013.

23. Hoogervorst W, van Zwieten M. Opleiden tot flexibele zorgprofessionals - visiedocument curriculu-montwikkelingen Amsterdam School for Healthprofessions Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam; 2014.

24. Le Granse M, van Hartingsveldt MJ, Kinébanian A. Grondslagen van de ergotherapie. 5 ed. Houten: Bohn, Stafleu en van Loghum; 2017.

25. van Regenmortel MRF. Empowerment in de praktijk van het OCMW. Leuven: Hoger instituut voor ar-beid, Katholieke Universiteit van Leuven; 2004.

26. Darrah J, Law MC, Pollock N, Wilson B, Russell DJ, Walter SD, et al. Context therapy: a new intervention approach for children with cerebral palsy. Dev Med Child Neurol. 2011;53(7):615-20. Epub 2011/05/17.

27. VerenigingHogescholen. Inspiratiebrief voor alle Hoger Gezondheiszorgopleidingen in Nederland. Den Haag: Sectraal Advies College Hoger Gezondheidszorgonderwijs Vereniging Hogescholen; 2015.

28. van Hartingsveldt M, Hengelaar R, Logister-Proost I. De praktijkcontext van de ergotherapeut beweegt mee met de veranderingen in zorg en welzijn. Ergotherapie Magazine. 2015;43(3):40-6.

29. SROE. National Transcript Bachelor of Science Ergotherapie 2017-2020. Heerlen: Studierichtingenoverleg ergotherapie; 2017.

30. Thylefors I, Persson O, Hellström D. Team types, perceived efficiency and team climate in Swedish cross-professional teamwork. Journal of interprofessional care. 2005;19(2):102-14.

31. VerenigingHogescholen. Onderzoek met Impact. Strategische onderzoeksagenda hbo 2016 – 2020. Den Haag: Vereniging Hogescholen; 2016.

Page 32: Landelijk - Vereniging Hogescholen