Intelligentie

Inhoud

blz.

1. Inleiding 3

2. Hersenen 4

3. Horen, zien en voelen 5

4. Leerstijlen 5

5. Visueel: leren door zien 6

6. Auditief: leren door horen 6

7. Kinesthetisch: leren door bewegen

7

8. Moeite met leren 7

9. Meervoudige Intelligentie 8

10. Cijferslim 9

11. Woordslim 10

blz.

12. Bewegingslim 11

13. Muziekslim 12

14. Beeldslim 13

15. Mensenslim 14

16. Zelfslim 15

17. Natuurslim 16

18. Hoe ben jij slim? 17

19. Beroemd en intelligent 18

Pluskaarten 19

Bronnen en foto‟s 21

Colofon en voorwaarden 22

www.eduboek.nl

1. Inleiding Toen je de titel van dit e-boek las, dacht je misschien:”Dit is een vreemde titel, Intelligentie, Hoe ben jij slim? Er wordt natuurlijk bedoeld: Hoe slim ben jij?. Nee, de titel van dit e-boek is helemaal goed: Hoe ben jij slim? Dit boek gaat over intelligentie en leren. Het gaat over hoe mensen op een eigen manier hun hersenen gebruiken. In dit boek ga je ook ontdekken, dat niet iedereen iets op dezelfde manier leert. Op deze bladzijde zie je rondom allemaal foto‟s van beroem-de mensen. Van heel veel van die mensen heb je misschien nooit gehoord, maar sommige herken je vast meteen. Deze mensen waren of zijn allemaal beroemd, omdat ze op een bepaalde manier slim waren of slim zijn net zoals jij. Op de laatste bladzijde staan hun namen. Alleen jij bent nog niet beroemd en misschien heb je nog niet ontdekt op welke manier jij slim bent. Hopelijk kun je aan het eind van dit e-boek de vraag beant-woorden: „Hoe ben ik slim‟?

2. Hersenen Het meest verbazingwekkende orgaan, dat een mens bezit zijn de hersenen. De hersenen zijn opgebouwd uit hersencellen, ook wel neuronen genoemd. Zo‟n hersencel lijkt een beetje op een inktvis (zie plaatje ). Hersencellen kunnen zich verbinden met een andere hersencel en zo ontstaat een netwerk van hersencellen. Als je iets nieuws leert bijvoorbeeld een nieuw woord zoals het woord “neuron” dan haakt een nieuwe hersencel met dat nieuw geleerde woord “neuron” zich vast aan een andere cel die iets met dat woord te maken heeft. In dit ge-val aan bijvoorbeeld “hersenen” en “cel” en “leren” en “intelligent” en “slim”. Zo ontstaat een heel netwerk van woorden en ideeën in je geheugen. Eigenlijk is leren het maken van een netwerk van dingen, die met elkaar te maken hebben. En als je dat geleerde weer nodig hebt dan denk je goed na en je hersenen volgen het spoor terug in dat netwerk tot, wat je nodig hebt is, teruggevonden in je geheugen.

het neuron

neuron

slim

intelligent

hersenen

cel

een netwerk in je hersenen

3. Horen, zien en voelen Je hebt maar liefst 100 miljard neuronen in je hersenen en ze maken een netwerk van verbindingen met elkaar. Voordat neuronen verbindingen kunnen maken, moet er eerst informatie de hersenen binnenkomen. Die informatie komt binnen via je zintuigen: oren, ogen, neus en handen (huid en lijf). De meeste informatie komt binnen door zien, horen of voelen (bewegen). Op het plaatje hieronder kun je zien waar die gebieden zich in de hersenen bevinden.

4. Leerstijlen Sommige mensen leren het best door de nieuwe informatie te zien. Hun leerstijl noem je visueel. Anderen leren juist heel goed door de informatie te horen. Dat noem je de auditieve leerstijl. En een andere groep leert goed door het te voelen of uit te beelden of er bij te bewegen. Dat noem je de kinesthetische leerstijl. Alle mensen ge-bruiken alle drie de leerstijlen, maar meestal heb je van die drie één favoriete leerstijl.

visueel

auditief

zien, horen en voelen

Gebied dat beweging regelt

5. Visueel: leren door zien Leerlingen die visueel leren hebben de volgende kenmerken: Ze moeten de meester zien en kijken

naar zijn gezicht en handen als hij ver-telt. Ze zitten het liefst vooraan in de klas.

Ze denken in plaatjes en zien dingen in gedachten gebeuren.

Ze gebruiken graag plaatjes, tekenin-gen, schema‟s en video bij het leren.

Ze maken veel aantekeningen. 6. Auditief: leren door horen Leerlingen die auditief leren heb-ben de volgende kenmerken: Ze horen de meester graag ver-

tellen en voorlezen, maar hoe-ven hem niet te zien.

Ze zijn gevoelig voor toonhoogte en snelheid van de stem waar ze naar luisteren.

Ze lezen vaak geschreven aan-tekeningen hardop.

visueel

auditief auditief

7. Kinesthetisch: leren door bewegen Kinesthetische leerlingen hebben de vol-gende kenmerken: Ze leren door iets meteen te doen en te

voelen. Ze verliezen hun concentratie als ze

lang stil moeten zitten tijdens lessen. Ze willen ontdekken en aanraken. Ze doen graag proefjes, spelen graag

toneel of dansen graag.

8. Moeite met leren Als je een meester hebt die heel veel vertelt dan heb je geluk als je auditief bent, maar pech als je visueel en kinesthetisch bent. Het is ook een ramp als je een meester hebt die geen geloop door de klas wil hebben en jij bent toe-vallig iemand die leert door voelen en bewegen. Dat betekent dan extra veel moeite met leren. Meesters zouden van hun leerlingen moeten weten hoe ze het beste leren. En het is ook handig als je dat zelf weet. Het kan je goed helpen om beter te leren.

kinesthetisch

9. Meervoudige intelligentie Tot in de jaren 80 van de vorige eeuw waren lezen, rekenen en taal de belangrijkste vakken. Was je daar goed in dan werd je al snel intelligent genoemd. In de jaren 80 ontwikkelde de Amerikaanse wetenschapper Ho-ward Gardner de theorie dat mensen op een heleboel ver-schillende manieren intelligent konden zijn. Dus niet alleen op reken– of taalgebied.

1. Cijferslim 5. Beeldslim

2. Woordslim 6. Mensenslim

3. Bewegingslim 7. Zelfslim

4. Muziekslim 8. Natuurslim

Howard Gardner noemt dit meervoudige intelligentie. Hij onderscheidt 8 manieren waarop je slim kunt zijn:

Iedereen bezit volgens Gardner alle acht soorten intelligentie, maar niet elk mens ontwikkelt alle intelligenties even goed en zo ontstaan er verschillen tussen mensen.

woord-beweeg

slim

muziekslim

zelfslim

reken-

slim Natuur-

slim

mensenslim

beeld-

slim

10. Cijferslim Mensen die cijferslim zijn hebben de volgende ken-merken: Ze zijn nieuwsgierig en willen weten hoe apparaten

en dingen werken. Ze stellen veel vragen en onderzoeken graag. Ze gebruiken graag getallen en lossen graag puz-

zels op. Ze spelen ook graag spelletjes waarbij je een paar

stappen vooruit moet denken

Ze zoeken naar verbanden tussen dingen en naar oorzaken en gevolgen.

Ze organiseren graag gegevens in tabellen en gra-fieken.

Albert Einstein Albert Einstein was een beroemde geleerde die cijfer-slim was. Als kind sprak hij pas laat en moeilijk. Hij raakte al jong geïnteresseerd in rekenen en in het heel-al. Zijn vader liet hem als kind een kompas zien en dat maakte een enorme indruk op hem. Hij wist toen dat er meer moest zijn in de ruimte. Van zijn moeder moest hij op vioolles, maar hij haatte die lessen. Albert knutselde liever aan zijn bouw-modellen.

Beroepen Cijferslimme mensen ko-men vaak terecht in be-paalde beroepen: pro-grammeurs, uitvinders, technici, ingenieurs en wetenschappers

Albert Einstein

11. Woordslim Woordslimme mensen hebben de volgende kenmer-ken: Ze hebben een grote woordenschat en zijn geïn-

teresseerd in de betekenis van woorden. Ze spellen gemakkelijk. Ze luisteren, vertellen, schrijven en lezen graag. Ze kunnen andere mensen gemakkelijk over-

tuigen dat ze gelijk hebben. Ze spelen graag woordspelen.

Roald Dahl Roald Dahl was een beroemd schrijver. Hij schreef “Sjakie en de chocolade-fabriek”, “De Grote Vriendelijke Reus” en “Mathilde”. Op jonge leeftijd verloor Roald zijn zusje en vader. Hij ging op jonge leef-tijd naar een kostschool en had enorme heimwee. Om van dat vervelende gevoel af te komen schreef de jonge Roald bijna elke dag een brief naar zijn moeder. Geen wonder dat je daar steeds beter door gaat schrijven.

Beroepen Woordslimme mensen worden vaak schrijver, journalist, onderwijzer, politicus, interviewer, commentator.

Roald Dahl

12. Bewegingslim Bewegingslimme mensen herken je aan de volgende kenmerken: Ze gebruiken hun lichaam om met mensen

te communiceren en om problemen op te lossen.

Als ze leren willen ze dingen aanraken en voelen.

Ze leren door spelen, bewegen, bouwen en toneelspelen.

Ze sporten, knutselen en dansen graag. Ook spelen ze graag toneel.

Michael Phelps Michael Phelps won bij de Olympische Spelen in Beijing 2008 maar liefst acht gouden plakken bij het zwemmen. Op de spelen in Athene in 2004 won hij er al zes. Nog nooit heeft een spor-ter zoveel medailles gewonnen op de Olympi-sche Spelen. Als kind was Michael druk en beweeglijk. Hij had moeite met stilzitten. Met zijn oudere zus mocht hij mee naar het zwembad. De eerste slag die hij leerde was de rugslag, omdat hij niet met zijn hoofd onder water durfde bij de zwemlessen.

Beroepen Sporters, dansers, toneel-spelers, acrobaten, trainers, goochelaars, chirurgen.

Michael Phelps in actie

13. Muziekslim Muziekslimme personen hebben de volgende kenmerken: Ze herkennen gemakkelijk tonen, ritme en

muzikale patronen. Ze luisteren graag naar muziek en zingen of

fluiten graag. Ze leren door te luisteren en te denken in rit-

mes. Ze leren vaak gemakkelijk een vreemde taal.

Beroepen musici, componisten, dirigenten, dansers, pianostemmers, zan-gers, disc jockeys (dj‟s)

Wolfgang Amadeus Mozart Wolfgang Amadeus Mozart werd geboren in een muzikale familie in Oostenrijk. Zijn zusje, Nan-nerl, kreeg op 7-jarige leeftijd pianoles van haar vader. De 3-jarige Mozart keek en luisterde voor-al goed tijdens de lessen. Mozart”s vader speel-de hem op 4-jarige leeftijd kleine muziekstukken voor op de piano als een spelletje. Hij speelde ze al snel foutloos na. Toen Mozart 5 jaar was, kon hij noten lezen en schrijven en een jaar later trok hij met zijn vader en zus door Europa om op te treden. Mozart zou uitgroeien tot één van de grootste componisten.

Mozart’s vader, Mozart en Nannerl

Wolfgang Amadeus Mozart

14. Beeldslim Beeldslimme mensen hebben de volgende ken-merken: Ze slaan alles wat ze leren op in beelden in

hun hersenen. Ze zijn goed in meetkunde en het herkennen

van platte en ruimtelijke figuren. Ze zijn gevoelig voor kleuren, lijnen en vor-

men. Ze kunnen zich goed uitdrukken door teke-

nen, beeldhouwen, bouwen en foto-grafie.

Ze zien vaak oplossingen voor problemen in

Pablo Picasso Pablo Picasso geldt als één van de grootste schil-ders van de vorige eeuw. Geboren is Spanje groeit hij op in een gezin waarvan de vader kunstschilder is. Volgens Pablo‟s moeder waren zijn eerste woor-den: “Piz, piz”. (Spaans voor potlood). Pablo leerde veel van de schildertechniek van zijn vader. Op een dag ontdekte zijn vader toen hij verder wilde werken aan een schets van een duif dat de 13-jarige Pablo over deze schets een schilderij had gemaakt. Het was zo mooi dat de vader besefte dat zijn zoon een betere schilder was geworden dan hij.

Beroepen timmerlieden, kunstschilders, artiesten, beeldhouwers, re-clamemakers, ontwerpers re-gisseurs, kleermakers, tand-artsen.

Pablo Picasso

15. Mensenslim Personen die mensenslim zijn hebben de vol-gende kenmerken: Ze geven veel om andere mensen en be-

grijpen goed wat andere mensen voelen. Ze gaan gemakkelijk met andere mensen

om en herkennen verschillen tussen men-sen.

Ze letten erg op bewegingen, uitdruk-kingen van het gezicht en stemmen van an-dere mensen.

Beroepen Onderwijzers, verplegers, politieagenten, verkopers, politici, dominees.

Moeder Teresa: Moeder Teresa was een beroemde katholieke zuster (non) die in India de orde van de Zus-ters van de Naastenliefde oprichtte. Ze be-steedde een leven lang aan de zorg voor ar-men, zieken en vondelingen. Haar lief-dadigheid begon in India, maar verspreidde zich langzaam uit over andere landen in de wereld. Moeder Teresa was op jonge leeftijd al geïnte-resseerd in het leven van zendelingen en rond haar twaalfde wist ze dat ze ook zendeling wil-de worden.

Moeder Teresa

16. Zelfslim Zelfslimme mensen hebben de volgende ken-merken: Ze weten heel goed hun sterke en zwakke

punten in hun karakter. Ze weten vaak wat ze willen (bereiken) en

waarom ze dat willen. Ze leren veel dingen zelf zonder hulp van

anderen. Ze zijn zelfstandig en werken graag alleen

in een rustige omgeving.

Beroepen Geestelijken, artiesten, psycho-logen, onderzoekers, politici, schrijvers en psychiaters.

Martin Luther King Jr. Martin Luther King Jr. was de zoon van een dominee in Ame-rika. Hij werd ook dominee en is vooral bekend ge-worden door zijn strijd voor gelijke rechten voor de Afrikaans-Amerikaanse bevolking in Amerika in de jaren „60 van de vo-rige eeuw. In die tijd moest bijvoorbeeld een Afrikaans-Amerikaanse reiziger zijn plaats afstaan aan een blanke reizi-ger. Hij had een droom dat ooit alle mensen in Amerika ongeacht hun ras of huidskleur hetzelfde behandeld zouden worden. Dominee King was niet alleen zelfslim, maar ook woordslim. Hij kon geweldig preken. Hij werd in 1968 vermoord door mensen die heel anders dachten over zijn droom.

Martin Luther King Jr.

17. Natuurslim Natuurslimme mensen hebben de volgende kenmerken: Ze herkennen gemakkelijk dieren, planten en

andere dingen in de natuur, zoals stenen, wolken, fossielen, planeten.

Ze doen graag dingen buiten in de natuur: vissen en kamperen.

Ze zijn dol op het verzamelen van dingen uit de natuur en ordenen deze dingen graag in tabellen of schema‟s.

Ze verzorgen graag dieren en planten.

Charles Darwin “Jij bent alleen geïnteresseerd, in jagen, honden en ratten vangen. Je wordt nog de schande van de fami-lie”. Die woorden sprak de vader van Charles Dar-win. Charles moest net als zijn vader dokter worden, maar hij kon niet tegen opereren en stopte met zijn studie. Charles werd later beroemd als natuurken-ner. Op zijn reizen ontdekte Charles dat dieren, maar ook mensen zich langzaam aanpassen om beter te kunnen overleven. Daardoor ontstaan er kleine ver-anderingen en ontstaan er verschillende soorten mensen, muizen, vlinders, hagedissen, duiven enz.

Beroepen Biologen, boeren, weerkun-digen, klimatologen, tuinders, oppassers in dierentuinen, na-tuurfotografen, jagers

alle soorten duiven

Charles Darwin

18. Hoe ben jij slim? Tijdens het lezen van de hoofdstukken 10 tot en met 18 heb je misschien gedacht: “Deze ken-merken passen bij mij”. Dan heb je ontdekt hoe jij slim bent en wat jouw sterke kant van leren is. Je bent meestal niet op één manier slim. Soms ont-dek je dat er wel drie of vier manieren van slim zijn bij je passen. Ook heb je nu misschien ontdekt op welke gebie-den je minder slim bent. Op een basisschool moet je alle vakken leren en moet je proberen de gebieden waar je minder slim in bent te verbeteren.

Daar kunnen je onderwijzer en je medeleerlingen bij hel-pen. Je vrienden zijn misschien niet op dezelfde manier slim als jij bent. Dat is eigenlijk mooi, want als je dan met een ander samenwerkt kun je gebruik maken van el-kaars slimheid. Je vriend is minder woordslim. Dus jij schrijft het verslag en omdat hij meer beeldslim is, verzorgt hij de tekenin-gen en plaatjes en hoe de tekst er op papier gaat uitzien. Zo kun je gebruik maken van elkaars intelligentie, want intelligent zijn we allemaal.

The Beatles. Beroemde pop-groep uit de jaren 60. Muz-iekslim

Carl Jung Bero-emde psychi-ater uit de vorige eeuw. Zelfslim

Bill Clinton. Voormalig President VS Mensenslim

Pablo Picasso. Schilder uit de vorige eeuw Beeldslim

Florence Nightingale werkte als verpleegster tijdens de Krimoorlog Mensenslim

Martin Luther King Jr. Dominee en strijder voor gelijke rechten Zelfslim

Jean Jacques Cousteau Natuur-kenner van vooral oceanen Natuurslim

William Shakespeare Beroemde Engelse scrijver Woordslim

Roald Dahl Schrijver voor kinderen en volwas-senen. Woordslim

Howard Gard-ner Bedacht de the-orie van de meervoudige intelligentie Zelfslim

Ludwig von Beethoven Beroemde klassiekecomponist Muziekslim

Sir Winston Church-ill Beroemde Engels politicus Leidde Engeland door de Tweede Wereldoorlog Woordslim

Plato Beroemde Griekse filosoof Zelfslim

Oprah Winfrey Amerikaanse presentratrice Mensenslim

David Attenborough Maker van natururprogram-ma’s

Leonardo da Vinci Schilder, Architect, Beeld-houwer Beeldslim

Tiger Woods Beroemd golfspeler Bewegingslim

Galileo Astroloog Natuurslim en Cijferslim

Madonna Popzangeres Muziekslim

J.K. Rowling Schrijfster van Harry Potter-boeken Woordslim

Charles Darwin Natuurkenner en bedenker van de Evolutietheorie Natuurslim

Wolfgang Amadeus Mozart Beroemd componist Muziekslim

Rembrandt van Rijn Beroemd kunstschil-der Beeldslim

Cristiano Ronaldo Portugees voetballer Bewegingslim

Mahatma Gandhi Geweldloos politiek en geestelijk leider Zelfslim

1

8 3

2

4

5 6

7

Vincent van Gogh Kun-stschilder. Beeldslim en Zelfslim

1

Siegmund Freud Psychiater Zelfslim

2

Michael Phelps Olympisch zwemkampioen bewegingslim

3

Sir Isaac Newton Natuurkundige, wiskundige en astroloog Cijferslim en Natu-urslim

4

Annie M.G. Schmidt Schrijfster Woordslim

5 Jac. P. Thijsse Onderwijzer en natuurbeschermer Natuurslim

6 Albert Einstein Natuurkundige Cijferslim

7 Moeder Teresa Missionariszuster Mesnenslim

8

19. Beroemd en intelligent

Bronnen en.wikipedia.org/wiki/Theory_of_multiple_intelligences www.ldpride.net/learningstyles.MI.htm - www.infed.org/thinkers/gardner.htm surfaquarium.com/MI/ http://www.en.wikipedia: Albert Einstein, Charles Darwin, Marin Luther King Jr., Mother Theresa, Roald Dahl, Michael Phelps, Wolfgang Amadeus Mozart, Pablo

Foto‟s http://www.en.wikipedia: Albert Einstein, Charles Darwin, Marin Luther King Jr., Mother Theresa, Roald Dahl, Michael Phelps, Wolfgang Amadeus Mozart, Pablo Picasso en.wikipedia.org/wiki/Theory_of_multiple_intelligences www.ldpride.net/learningstyles.MI.htm - www.infed.org/thinkers/gardner.htm surfaquarium.com/MI/

www.eduboek.nl

© Copyright Age Cnossen 2016