hoorcolleges + werkcolleges communicatie organisatie en interactie
INLEIDING IN DE WETENSCHAP EN SOCIAAL … · Hoorcolleges, een responsiecollege, werkgroepen,...
Transcript of INLEIDING IN DE WETENSCHAP EN SOCIAAL … · Hoorcolleges, een responsiecollege, werkgroepen,...
Bachelor jaar 1 Onderzoeksleer 1 2012-2013
INLEIDING IN DE WETENSCHAP EN SOCIAAL
WETENSCHAPPELIJK KWALITATIEF ONDERZOEK
Examinator: Dr. Pien Bos
Werkboek
Auteur(s): dr. Pien Bos
prof. dr. Gerty Lensvelt-Mulders
1ste
druk, juli 2012
2
Titel Inleiding in de Wetenschap en Sociaal Wetenschappelijk
Kwalitatief Onderzoek
Auteur(s) dr. Pien Bos
prof. dr. Gerty Lensvelt-Mulders
Vormgeving Tessa Striekwold
Druk 1e druk, juli 2012
Uitgave Universiteit voor Humanistiek
Kromme Nieuwegracht 29
3512 HD UTRECHT
Reeks werkboeken Bachelor Humanistiek 2012/2013
Code 12/Ba1/O1-A1/wb
© UvH 2012
3
Inhoudsopgave
VOORWOORD ........................................................................................................... 4
ALGEMENE BESCHRIJVING BACHELOR HUMANISTIEK ............................... 5
1 CURSUSGEGEVENS .............................................................................................. 6
1.1 Algemene gegevens ....................................................................................... 6 1.2 Plagiaatcontrole met Ephorus, fraude en richtlijn werkstukken ................... 6 1.3 Beoogd leerresultaat ...................................................................................... 7
1.5 Feedback ........................................................................................................ 8 1.6 Afronding en beoordeling .............................................................................. 8 1.7 Literatuur ..................................................................................................... 10 1.8 Leeswijzer .................................................................................................... 11
1.9 Onderwijskwaliteitszorg .............................................................................. 11
2 CURSUSPROGRAMMA ....................................................................................... 12 2.1 Cursusrooster .................................................................................................... 12
2.2 Beschrijving van colleges en werkgroepen ...................................................... 14
3 BIJLAGEN .............................................................................................................. 24 3.1 Bijlage 1 Opdracht 1 WLS ............................................................................... 24 3.2 Bijlage 2 Opdracht 2 WLS ............................................................................... 26
3.3 Bijlage 3 Eindtermen Bachelor Humanistiek – juni 2012 ................................ 28
4
VOORWOORD
De studie humanistiek is een wetenschappelijke opleiding, maar wat betekent dat
precies? In deze cursus maak je kennis met enkele belangrijke kenmerken van
wetenschap en wetenschappelijk onderzoek. In de hoorcolleges bekijken we de
manier waarop de wetenschap in onze maatschappij georganiseerd is geraakt. Ook
wordt ingegaan op het verschil tussen kennis die voortkomt uit wetenschappelijk
onderzoek en andere vormen van kennis. Verder komen de verschillende weten-
schappelijke disciplines aan bod; we zien hoe die zijn ontstaan en welke weten-
schapsopvattingen daarbinnen bestaan. Ook de uitwerking van die verschillen op de
inrichting van wetenschappelijk onderzoek en de ethiek van onderzoek doen komen
aan de orde.
Vervolgens bekijken we hoe de humanistiek ten opzichte daarvan kan worden
geplaatst en wat de belangrijke stappen zijn die de praktijk van het wetenschappelijk
onderzoek gezet worden.
Naast de hoorcolleges op de maandagmiddag zijn er op donderdagmiddag werkgroe-
pen met oefeningen in academische vaardigheden die onontbeerlijk zijn in de praktijk
van het wetenschappelijk onderzoek. De eerste vier weken gaat het om wetenschap-
pelijk lezen en schrijven (WLS) en daarna volgt een onderdeel bibliotheekvaardighe-
den (BiVa).
De cursus als geheel bereidt je voor op de eerstejaarsvakken waarin enkele onder-
zoeksmethoden worden gepresenteerd, namelijk empirisch sociaalwetenschappelijk
onderzoek en historisch onderzoek, en op het leeronderzoek.
Elke week bestudeer je ter voorbereiding op het hoorcollege een gedeelte van de
verplichte literatuur. Op de ELO komen elke week leervragen daarover. Het laatste
kwartier van het college is gereserveerd voor vragen over de verplichte literatuur van
die week en voor de leervragen. De hoorcolleges behandelen dezelfde stof, maar niet
precies in dezelfde volgorde en met andere accenten. Het boek Wat is wetenschap? is
gericht op levens- en gezondheidswetenschappen en geneeskunde, en dat van
Michael Quinn Patton is gericht op sociale wetenschappen, de sociologie in het
bijzonder. In de hoorcolleges ligt het accent op disciplines die belangrijk zijn voor de
humanistiek, met name op de sociale wetenschappen. Alles bij elkaar zal je in deze
cursus een breed beeld van wetenschap krijgen.
Tot slot: wij docenten communiceren met jullie, studenten, via de ELO en jullie
studentenmailaccount. Houd beide dus goed in de gaten!
Ik wens jullie veel plezier bij deze cursus.
Pien Bos
examinator
5
ALGEMENE BESCHRIJVING BACHELOR HUMANISTIEK
De UvH verzorgt een brede, multidisciplinaire en arbeidsmarktgerichte bache-
loropleiding met een omvang van 180 EC, die studenten academische kennis en
vaardigheden bijbrengt in de omgang met existentiële en ethische thema’s in diverse
maatschappelijke en beroepspraktijken. De bachelor bevat gedegen en samenhangen-
de inleidingen in de constituerende disciplines van de humanistiek: filosofie,
psychologie, pedagogiek, geschiedwetenschap, religie- en cultuurwetenschappen en
sociaal-politieke wetenschappen. Deze disciplines worden op elkaar betrokken in
thematische onderdelen o.a. op het gebied van humanisme in ethiek en religie, en
waarden, instituties en professionaliteit. Er is een ruim aanbod van onderdelen
gericht op wetenschappelijk onderzoek en academische vaardigheden. De bachelor
wordt afgesloten met een bachelorscriptie. Door de praktijkgerichtheid en de
internationale blik van het onderwijs biedt de bachelor de studenten uiteenlopende
kansen op de arbeidsmarkt.
6
1 CURSUSGEGEVENS
1.1 Algemene gegevens
Cursustitel: Inleiding in de Wetenschap en Sociaal Wetenschappelijk
Kwalitatief Onderzoek
Cursuscode: O1-A1
Ephorus inlevercode: O1-A1
Studiejaar: 2012-2013
Periode: 1
Omvang: 7,5 EC
Aantal SBU: 210
Onderdeel van: Bachelor Humanistiek
Doelgroep: Bachelor studenten
Verplicht voor: Basisfase Bachelor
Voorkennis: -
Examinator: dr. Pien Bos
kamer: 2.17
tel./ e-mail: [email protected]
spreekuur: op afspraak
onderwerpen: IWSW & WLS
Docent(e): dr. Pien Bos
kamer: 2.17
tel./ e-mail: [email protected]
spreekuur: op afspraak
onderwerpen: IWSW & WLS
Docent(e): prof. Dr. Gerty Lensvelt-Mulders
kamer: 1.01
tel./ e-mail: [email protected]
spreekuur: op afspraak
onderwerpen: WLS
1.2 Plagiaatcontrole met Ephorus, fraude en richtlijn werkstukken
De UvH heeft een actief beleid voor het controleren op plagiaat. Elk afrondend
schriftelijk werkstuk levert de student in via mijnuvh.nl met een specifieke Ephorus
inlevercode (zie 1.1 Algemene gegevens). Het werkstuk wordt dan automatisch
gecontroleerd en komt in een persoonlijke map van de examinator terecht.
7
Het gebruik van uitspraken, teksten, illustraties en meningen van een ander zonder
vermelding van de bron, waarbij de schrijver de indruk wekt alsof deze van hem of
haar zelf zijn, wordt beschouwd als plagiaat. Bij schriftelijke werkstukken en
tentamens wordt dit gezien als een ernstige inbreuk op academische normen omdat
een juiste beoordeling van de kennis en vaardigheden van de student dan niet goed
mogelijk is, en omdat het oneerlijk is tegenover medestudenten. Op tentamenfraude
kunnen zware sancties volgen, tot aan het uitsluiten van de studie toe. Zie voor meer
informatie: http://mijn.uvh.nl/onderwijs/examencommissie/tentamenfraude-en-
plagiaat.Voor meer informatie over het schrijven van een goed werkstuk zie:
http://mijn.uvh.nl/onderwijs/master
1.3 Beoogd leerresultaat
Na deelname aan dit onderdeel volgens de eisen heb je/kun je:
1. Je hebt kennis gemaakt met enkele belangrijke kenmerken van de wetenschap
en wetenschappelijk onderzoek, met verschillen tussen wetenschappelijke disciplines
en met de uitwerking van die verschillen op de inrichting van wetenschappelijk
onderzoek, in het bijzonder op het terrein van de humanistiek (bachelor-eindterm 1, 2
en 3).
2. Je hebt geoefend in de academische vaardigheden Wetenschappelijk lezen en
schrijven en Bibliotheekvaardigheden (bachelor-eindterm 7)
3. Je bent voorbereid op de overige vakken op het gebied van Wetenschapstheorie
en methoden (W&M) in het bachelor-programma. Het gaat bovendien om het kunnen
toepassen van fundamentele kennis die belangrijk is voor alle onderdelen van de
studie humanistiek (bachelor-eindterm 6, 7 en 11).
1.4 Werkvorm en studiebelastingsuren
Werkvormen:
Hoorcolleges, een responsiecollege, werkgroepen, practica en zelfstudie.
Doel en samenhang van de werkvormen in deze cursus:
Aan het einde van ieder hoorcollege is ter voorbereiding op het tentamen tijd
gereserveerd voor vragen over de verplichte literatuur en het behandelen van de
leervragen. Het responsiecollege bereidt eveneens voor op het tentamen. In de
werkgroepen wordt geoefend met enkele van de vaardigheden die nodig zijn om zelf
wetenschappelijk onderzoek te kunnen doen.
8
Samenstelling studiebelastingsuren (SBU):
Activiteit: Aantal uren:
contacturen 48
voorbereiding contacturen 32
zelfstudie colleges 95
opdrachten 30
afronding cursus 5
Totaal SBU: 210
1.5 Feedback
Bij feedback wordt een onderscheid gemaakt tussen formatieve en summatieve
feedback. Formatieve feedback wordt gegeven tijdens het onderwijs zelf en is
bedoeld om je inzicht te geven over je leerproces. Wat weet en kun je al wel en wat
niet? Zo wordt in de hoorcolleges plenair stilgestaan bij voorbeeld-tentamenvragen.
In de werkgroep-bijeenkomsten wordt plenair ingegaan op de ingeleverde verplichte
opdrachten en worden positieve feedback en mogelijke verbeterpunten plenair
besproken. Na het tentamen is er een inzage-moment waarbij individueel vragen over
de tentamenstof en over de ingeleverde opdrachten kunnen worden gesteld.
1.6 Afronding en beoordeling
Beoordeling in relatie tot de doelstellingen van dit blok
Het schriftelijk tentamen toetst het verkregen inzicht in de belangrijkste kenmerken
van wetenschap en wetenschappelijk onderzoek, in verschillen tussen voor de
humanistiek belangrijke disciplines en in verschillende wetenschapsopvattingen
binnen die disciplines. Tot de tentamenstof behoren de verplichte literatuur en de stof
zoals behandeld in colleges en werkgroepen. De opdrachten toetsen de academische
vaardigheden die in de werkgroepen geoefend zijn.
Algemene opmerkingen over de inhoud van de beoordeling
Opmerkingen over de gebruikte afrondingsvormen en het doel ervan:
- met het schriftelijk tentamen wordt je kennis van en inzicht in de verplichte
literatuur, de hoorcollegestof en de stof zoals behandeld in de werkgroepen ge-
toetst;
- de opdrachten bij werkgroepen en practica toetsen je academische vaardighe-
den.
9
Overzicht van de afrondingen en de data:
Afrondingsopdrachten Wetenschappelijk lezen en
schrijven (WLS)
Opdracht
Bibliotheek-
vaardigheden
(BiVa)
Schriftelijk
tentamen
1 2 3 4
13-09-‘12 20-09-‘12 27-09-‘12 4-10-‘12 Volgen later 13-11-‘12
Opmerkingen over de totstandkoming van het eindcijfer en eventuele compensatie-
mogelijkheden:
a. Een opdracht is voldaan of niet voldaan. Bij niet voldaan krijgt de student een
nieuwe opdracht.
b. Wanneer een of meer opdrachten niet voldaan zijn, kan geen tentamen wor-
den gemaakt.
c. Deelname aan de werkgroepen en practica is verplicht.
- WLS: Van de vier werkgroepen mag je er één missen. Compenseren van deze
gemiste bijeenkomst kan door het schriftelijk maken en inleveren van de voor-
bereidingsopdracht van die week.
- BiVa: van de drie practica mag je één bijeenkomst missen.
De aard van een eventuele verhindering is niet van belang. Verhindering buiten
je schuld wordt je absoluut niet kwalijk genomen, maar het is ook niet zo dat de
docent uit medeleven tekent voor onderdelen die je niet hebt gevolgd.
Afrondingen Afronding 1:
Soort afronding: Opdrachten Wetenschappelijk lezen en schrijven
Inhoud afronding: wekelijkse afrondingsopdrachten, aansluitend bij de
stof die in de desbetreffende werkgroepbijeenkomst be-
handeld is
Inleverdatum: een week na de bijeenkomst, dus respectievelijk 13/9,
20/9, 27/9 en 4/10 2012
Herkansingsdatum: 29 oktober 2012
Cijferbepaling: geen cijfer, maar voldaan of niet voldaan
Datum uitslag een week na de inleverdatum, dus respectievelijk 20/9,
27/9, 4/10 en 11/10
Datum inzage/nabespreking wordt bekend gemaakt op de ELO
Afronding 2:
Soort afronding: Opdracht Bibliotheekvaardigheden
Inhoud afronding: Systematisch en goed zoeken in aangeboden, behandel-
de bestanden en catalogi en goed weergeven van litera-
tuurverwijzingen
Inleverdatum: aan het eind van het laatste practicum
10
Herkansingsdatum: wordt nog bekend gemaakt
Beoordelingscriteria: Zijn er in de relevante bestanden voldoende relevante
literatuurverwijzingen gevonden? Zijn de verwijzingen
weergegeven conform de richtlijnen?
Cijferbepaling: geen cijfer, maar voldaan of niet voldaan
Datum uitslag: donderdag 15 november 2012
Afronding 3:
Soort afronding: Schriftelijk tentamen
Inhoud afronding: Verplichte literatuur en college- en werkgroepstof
Tentamen-/inleverdatum: dinsdag 13 november 2012
Herkansingsdatum: dinsdag 29 januari 2013
Beoordelingscriteria: Zijn de antwoorden gesteld in correct Nederlands?
Is de student in staat de stof op hoofdlijnen te reprodu-
ceren?
Zijn de antwoorden helder en beknopt geformuleerd en
duiden ze op inzicht in de stof?
Kan de student verbanden leggen tussen verschillende
onderdelen van de cursus?
Kan de student de inhoud van de cursus op een goede
manier in verband brengen met de opleiding tot huma-
nisticus?
Datum uitslag dinsdag 11 december 2012
Datum inzage/nabespreking wordt bekend gemaakt op de ELO
Voorbeeldvragen voor het tentamen
De leervragen geven inzicht in het niveau van de tentamenvragen en een ervan zal
ook als tentamenvraag gebruikt worden.
1.7 Literatuur
Verplichte literatuur
- Koster, Edwin, Wat is wetenschap? Een filosofische inleiding voor levensweten-
schappers en medici. Tweede herziene druk, Amsterdam, VU University Press, 2012,
ISBN 9789086595273, zelf aanschaffen.
- Patton, Michael Quinn, Qualitative Research & Evaluation Methods. Third Edition,
Thousand Oaks, London, New Delhi, Sage Publications, 2002, ISBN
9780761919711, zelf aanschaffen.
- Martine Kremers en Hans Tenwolde: De vormgeving van werkstukken: werkboek
met richtlijnen 8e geh herz. dr. 2004
Dit rapport is via mijnuvh.nl downloadable.
11
Aanbevolen online bestand (vrij toegankelijk)
- OMMAT: ondersteuning en instructie bij het vinden van wetenschappelijke
informatie. Een online raadpleegbaar trainingsprogramma, te vinden ondern:
http://ommat.library.uu.nl/
1.8 Leeswijzer
Waarom deze literatuur?
Het boek van Koster gaat niet over de disciplines die belangrijk zijn voor de
humanistiek, maar biedt wel een toegankelijke inleiding op de praktijk en theorie van
de wetenschap. Het boek van Patton bevat deels dezelfde materie als het boek van
Koster, maar dan gezien vanuit de sociale wetenschappen.
1.9 Onderwijskwaliteitszorg
Aan het eind van de cursus kan je gevraagd worden een evaluatieformulier in te
vullen. Het evalueren van het onderwijs is een onderdeel van ons kwaliteitszorgsys-
teem. Elk onderwijsonderdeel wordt minimaal één keer per drie jaar geëvalueerd. De
evaluatieresultaten worden bekeken door de opleiding, de coördinator en de studen-
tenvertegenwoordigers. In de bibliotheek liggen de onderwijsevaluaties in mappen
ter inzage. Hier wordt periodiek informatie aan toegevoegd met verbetermaatregelen
als vervolg op de evaluaties.
Voor vragen en informatie kun je je wenden tot de verschillende studentafgevaardig-
den (jaarvertegenwoordigers, Universiteitsraad), of tot de beleidsmedewerker
kwaliteitszorg Sophie Wils en assistent Saskia Zuijderduijn, te bereiken via onder-
12
2 CURSUSPROGRAMMA
2.1 Cursusrooster
weeknr.
datum
tijd
onderwerp
docent
1
ma. 3-9-12
12.30-15.15 uur
Inleiding op programma
en thema
PB
do. 6-9-‘12 groep 1: 12.30-13.45 uur
groep 2: 14.00-15.15 uur
Wetenschappelijk lezen
en schrijven 1
PB
groep 3: 12.30-13.45 uur
groep 4: 14.00-15.15 uur
GLM
2
ma. 10-9-‘12
12.30-15.15 uur
Wetenschappelijke
kennis
PB
do. 13-9-‘12 groep 1: 12.30-13.45 uur
groep 2: 14.00-15.15 uur
Wetenschappelijk lezen
en schrijven 2
PB
groep 3: 12.30-13.45 uur
groep 4: 14.00-15.15 uur GLM
3
ma. 17-9-‘12
12.30-15.15 uur
Wetenschap in de
samenleving
PB
do. 20-9-‘12 groep 1: 12.30-13.45 uur
groep 2: 14.00-15.15 uur
Wetenschappelijk lezen
en schrijven 3
PB
groep 3: 12.30-13.45 uur
groep 4: 14.00-15.15 uur
GLM
4
ma. 24-9-‘12 12.30-15.15 uur
Organisatie van de
wetenschap
UJ
do. 27-9-‘12 groep 1: 12.30-13.45 uur
groep 2: 14.00-15.15 uur
Wetenschappelijk lezen
en schrijven 4
PB
groep 3: 12.30-13.45 uur
groep 4: 14.00-15.15 uur
GLM
ma. 1-10-’12 12.30-15.15 uur
Literatuurstudie en PB
13
5 vragen formuleren
Datum +
tijdstip pm
Practicum biblio-
theekvaardigheden 1
6
ma. 8-10-’12 12.30-15.15 uur Ontwerpen van een
onderzoeksopzet.
GLM
Datum +
tijdstip pm
Practicum biblio-
theekvaardigheden 2
Herfstvakantie
7
ma. 22-10-’12 12.30-15.15 u
Ontwerpen van een
onderzoeksopzet
GLM
Datum +
tijdstip pm
Practicum biblio-
theekvaardigheden 3
8
ma. 29-10-’12 12.30-15.15 u
Responsiecollege GLM
9
Zelfstudieweek
10
di. 13-11-‘12 14.00-16.00 uur Schriftelijk tentamen
Richtlijnen voor de studie Hoorcolleges en verplichte literatuur
De hoorcolleges behandelen dezelfde materie als de verplichte literatuur, maar de
inhoud van beiden valt niet precies samen. Verplichte literatuur en hoorcolleges zijn
allebei tentamenstof. Zorg dat je elke week voor het hoorcollege de opgegeven
verplichte literatuur goed gelezen hebt en de leervragen hebt beantwoord, want elke
week wordt minstens een kwartier van het college daaraan besteed. Je krijgt dan de
kans er vragen over te stellen en na te gaan of je de stof goed hebt begrepen. Een
van de leervragen zal ook als tentamenvraag worden gebruikt.
Wetenschappelijk lezen en schrijven (WLS)
Wetenschappelijke teksten kunnen lezen en schrijven zijn twee belangrijke en met
elkaar samenhangende vaardigheden die je zullen helpen je studie op een goede
manier te doorlopen. Daarom is er de eerste vier weken van het programma elke
week een werkgroep WLS. Hier ligt de nadruk op wetenschappelijk lezen; tijdens het
leeronderzoek (LO1) komt het schrijven meer aan bod. In de werkgroepen gaan we
ook aan de slag met teksten uit Patton (2002). Dit is tevens een ondersteuning ter
voorbereiding op het tentamen.
14
Bibliotheekvaardigheden (BiVa)
In het onderdeel bibliotheekvaardigheden leer je wat een systematisch literatuuron-
derzoek inhoudt. Hoe zet je dat op en hoe ga je daarbij te werk? Aan de hand van
gekozen onderwerpen zoek je literatuur vanuit de twee grote wetenschapsgebieden,
te weten sociale wetenschappen en de geesteswetenschappen. Welke bronnen
gebruik je om literatuur te verzamelen? Hoe kies je daarbij de juiste trefwoor-
den/zoektermen? In welke taal zoek je eigenlijk? Heeft je invalshoek (vanuit
alfawetenschappen of gammawetenschappen) gevolgen voor je zoekvraag? Op
deze vragen krijg je in het onderdeel bibliotheekvaardigheden een antwoord. De
opdrachten en bijeenkomsten rond de bibliotheekvaardigheden worden later bekend
gemaakt.
2.2 Beschrijving van colleges en werkgroepen
WEEK 1
College Maandag 3 september 2012
12.30-15.15 uur
Docent: Pien Bos
Thema Inleiding op Programma en Thema
Toelichting Allereerst wordt uitgelegd wat de plaats is van deze cursus in de
bachelor humanistiek en in de W&M-lijn van het eerste jaar. Daarna
wordt ingegaan op de humanistiek als multi- en interdiscipline. Verder
wordt uitleg gegeven over de praktische organisatie van de cursus.
Tot slot verkennen we wat wetenschap is aan de hand van een
vergelijking met andere soorten kennisverwerving en door een docu-
mentaire te bekijken. Aansluitend wonen we de opening van het aca-
demisch jaar bij.
Zelfstudie - Dit werkboek printen, lezen en meenemen!
- Koster, E. (red.), 2012, Wat is wetenschap?, hoofdstuk 1, Inleiding
deel 1 en hoofdstuk 3 (pp. 9-31, 35-36 en 47-67)
- Patton, M.Q., 2002, Qualitative Reserach & Evaluation Methods,
Preface (pp. xxi-xxiv) & hoofdstuk 1, The Nature of Qualitative In-
quiry (pp. 3 -30)
Leervragen m.b.t. Koster, E. (red.), 2002
1. In hoofdstuk 1 van het boek Wat is wetenschap? schrijft Koster over ‘het
common sense-beeld’ van wetenschap.
a. Wat bedoelt hij daarmee?
15
b. Wat zijn de belangrijkste kenmerken van dat beeld van wetenschap?
c. Wat zeggen de door Koster aangehaalde voorbeelden (over het onder-
zoek van Darwin en dat van Pasteur) over die kenmerken?
2. Aan het eind van hoofdstuk 3 schrijft Koster dat hij heeft willen aantonen dat
wetenschappelijk onderzoek niet losstaat van de historische, sociaal-culturele
en religieuze context waarin het plaatsvindt. Dat aantonen doet hij in het
hoofdstuk aan de hand van vijf voorbeelden.
a. Welke voorbeelden zijn dat?
b. Wat laten die voorbeelden volgens Koster zien?
c. Wat betekent dat voor ‘het common sense-beeld’ van weten-
schap?
3. Waarmee houdt, volgens Koster, de wetenschapsfilosofie zich bezig?
Werkgroep donderdag 6 september 2012
12.30 tot 13.45 uur of 14.00 tot 15.15 uur
docent: Pien Bos of Gerty Lensvelt-Mulders
Thema Kenmerken van wetenschappelijke teksten
Toelichting Studenten leren wetenschappelijke van niet-
wetenschappelijke teksten te onderscheiden. Er wordt geoe-
fend aan de hand van een peer-reviewed kwantitatief onder-
zoek.
Voorbereidingsopdracht: Printen en lezen:
Hieronder staat een link van een bewerking van een artikel van
Robert Putnam. Dit artikel heet: ‘De prijs van immigratie: door
grote verschillen kruipen mensen in hun schulp’. Het stond op
30 juni 2007 in het NRC-Handelsblad.
Surf via de link naar het artikel, print het uit en lees het vervolgens goed door.Neem
je print mee naar de werkgroep-bijeenkomst op 6 september.
http://www.nrc.nl/opinie/article1812927.ece/De_prijs_van_immigratie_door_grote_v
erschillen_kruipen_mensen_in_hun_schulp
WEEK 2
College maandag 10 september 2012
12.30 tot 15.15 uur
docent: Pien Bos
16
Thema Wetenschappelijke kennis?
Toelichting In dit college behandelen we de vraag wat ‘kennis’ eigenlijk
is. Welke soorten kennis bestaan er? Welke wetenschappe-
lijke strategieën zijn er ontworpen om tot ‘ware’ kennis te
komen? Je krijgt een eerste inkijk in de manieren waarop
wetenschappelijke kennis in verschillende disciplines wordt
verzameld en tot stand komt. Denk aan observatie, experi-
menteren, redeneren/argumenteren, beschrijven, wetmatig-
heden formuleren, inductie en deductie. Ook de zogenaam-
de empirische cyclus komt daarbij aan bod.
Zelfstudie - Koster, E. (red.), 2012, Wat is wetenschap? hoofdstuk 4, 5,
inleiding deel 2 en hoofdstuk 6 (pp. 69-123)
- Patton, M.Q., 2002, Qualitative Reserach & Evaluation
Methods, hoofdstuk 2, Strategic Themes in Qualitative In-
quiry (pp. 37 -74)
Leervragen
1. Leg in je eigen woorden uit wat het verschil is tussen definiëren en operatio-
naliseren.
2. In hoofdstuk 4 blijkt dat er uiteenlopende antwoorden bestaan op de vraag
wat een psychiatrische stoornis is. Welke gevolgen heeft dat voor wetenschappe-
lijk onderzoek op het terrein van de psychiatrie?
3. a. Wat wordt verstaan onder Evidence Based Medicine (EBM)?
b. Welke kanttekeningen plaatst Koster bij de hoge status die EBM heeft?
4. a. Wat verstaat Koningsveld onder wetenschappelijke rationaliteit?
b. Leg in je eigen woorden uit wat de empirische cyclus is.
Werkgroep donderdag 13 september 2012
12.30 tot 13.45 uur of 14.00 tot 15.15 uur
docent: Pien Bos of Gerty Lensvelt-Mulders
Thema Een betoog opzetten
Deze bijeenkomst staat centraal op welke wijze een weten-
schappelijk betoog wordt opgebouwd. Tevens wordt stilge-
staan bij de wijze waarop conform de APA-
publicatievoorschriften naar verschillende soorten teksten
wordt verwezen.
Voorbereidingsopdracht: Zie bijlage Opdracht 1
17
WEEK 3
College maandag 17 september 2012
12.30 tot 15.15 uur
docent: Pien Bos
Thema Wetenschap in de samenleving.
Toelichting Kan er wel worden gesproken van ‘ware kennis’ als product
van wetenschappelijk onderzoek? Van het standaardbeeld
van wetenschap is na de kritiek van Popper en Kuhn in ieder
geval weinig meer heel. In de wetenschapssociologie is een
heel ander beeld ontstaan van wat wetenschap is, juist door
naar het verschijnsel wetenschap te kijken als deel van de
samenleving. In dit college wordt dat nader toegelicht door
te kijken naar veranderingen in de praktijk van de weten-
schap in de loop van de geschiedenis. Ook worden de in het
boek gebruikte voorbeelden aangevuld met voorbeelden uit
de geschiedwetenschap, een van de toeleverende disciplines
van de multidiscipline humanistiek.
Zelfstudie - E. Koster (red.), Wat is wetenschap?, hoofdstuk 7, 8, 9 en
10 (pp. 125-182)
- Patton, M.Q., 2002, Qualitative Reserach & Evaluation
Methods, hoofdstuk 3, Variety in Qualitative Inquiry (pp. 75
-142)
Leervragen
1. In hoofdstuk 7 bespreekt Koningsveld de kritiek van Popper op het stan-
daardbeeld van wetenschap. Noem een belangrijk element van die kritiek.
2. In hoofdstuk 7 behandelt Koningsveld de vraag of Popper een relativist is.
Ook De Vries en Harbers bespreken in respectievelijk hoofdstuk 9 en 10
het releativisme.
a. Wat is relativisme?
b. Waarom is Popper volgens Koningsveld geen relativist?
c. Wat is, volgens Harbers, de visie van Latour op de tweedeling tussen
realisme en relativisme?
3. In hoofdstuk 8 behandelt Koningsveld de paradigmatheorie van Kuhn.
a. Leg in je eigen woorden uit wat een paradigma is.
b. Op welke manier weerlegt Kuhn Poppers visie op theorievorming?
18
4. Met welk type vraagstukken houdt, volgens De Vries, de sociologie van
de wetenschappelijke kennis zich bezig?
5. In hoofdstuk 9 bespreekt De Vries het voorbeeld van Weber en de gravi-
tatiegolven dat door Collins wordt gebruikt.
a. Wat wil Collins volgens De Vries met dat voorbeeld laten zien?
b. En wat zijn volgens Harbers (hoofdstuk 10) de conclusies die Collins
uit het voorbeeld trekt?
Werkgroep donderdag 20 september 2012
12.30 tot 13.45 uur of 14.00 tot 15.15 uur
docent: Pien Bos of Gerty Lensvelt-Mulders
Thema Tekst-analyse
Studenten leren wetenschappelijke van niet-wetenschappelijke
teksten te onderscheiden. Er wordt geoefend aan de hand van
een peer-reviewed kwalitatief onderzoek.
Voorbereidingsopdracht: Zie bijlage opdracht 2
WEEK 4
College maandag 24 september 2012
12.30 tot 15.15 uur
docent: Ulla Jansz
Thema Organisatie van de wetenschap.
Toelichting Eerst bekijken we hoe de wetenschap in onze maatschappij
in grote lijnen georganiseerd is. Dat die manier niet vanzelf-
sprekend is, kun je zien door naar de geschiedenis van de
wetenschap te kijken. Daarbij komt het ontstaan van het zo-
genaamde Knowledge Filter aan bod. Ook kijken we naar de
steeds verdere differentiatie van disciplines en naar de te-
genbeweging: het streven naar interdisciplinair onderzoek
en de problemen die erbij komen kijken.
Verder gaan we in op de plaats van de wetenschap in de
hedendaagse maatschappij: wie beslist erover en wie betaalt
het?
Zelfstudie - E. Koster (red.), Wat is wetenschap?, hoofdstuk 11,
19
inleiding deel 4, hoofdstuk 16 en 17 (pp. 183-207 en 263-
288)
- M. Q. Patton, 2002, Qualitative Reserach & Evaluation
Methods, hoofdstuk 4, Particularly Appropriate Qualitative
Applications (pp. 143 - 206)
Leervragen Patton: Volgen later, Op ELO.
Leervragen Koster, E. (red.):
1. a. Wat is volgens Koster (in hoofdstuk 11) de rol van consensus in de we-
tenschap?
b. Hoe komt hij tot die conclusie?
2. In hetzelfde hoofdstuk behandelt Koster de methode van het convergerend
bewijs.
a. Leg uit wat die methode inhoudt.
b. Welk voorbeeld geeft Koster van convergerend bewijs?
3. In hoofdstuk 16 bespreekt Kupper twee verschillende beleidsmodellen.
a. Welke twee modellen zijn dat en wat zijn de belangrijkste verschillen
tussen de twee?
b. Welke rol speelt wetenschap in elk van de twee modellen?
4. In hoofdstuk 17 behandelt Kupper drie visies op de relatie tussen weten-
schap, technologie en samenleving. Van welke visie is Kupper een aan-
hanger? Licht je antwoord toe.
Werkgroep donderdag 27 september 2012
12.30 tot 13.45 uur of 14.00 tot 15.15 uur
docent: Pien Bos of Gerty Lensvelt-Mulders
Thema Zoeken en verzamelen van bestaande en adequate
kennis.
Zelfstudie/voorbereiding Volgt later, op ELO
WEEK 5
College maandag 1 oktober 2012
12.30 tot 15.15 uur
docent: Pien Bos
Thema Onderzoek in de praktijk:
20
Literatuurstudie en vragen formuleren.
Toelichting In dit en de volgende twee hoorcolleges wordt ingegaan op
de praktijk van het onderzoek doen. Daarbij gaat het om de
regels die voor leeronderzoek en scripties gelden, maar ook
voor onderzoek in het algemeen.
Vandaag gaat het om de eerste stappen daarvan: een
verkennende literatuurstudie en het formuleren van eigen
vragen die daaruit voorkomen. Deze stappen zijn mede ter
voorbereiding op het vak MSW, in periode 2. Verder wordt
ter voorbereiding op de practica Bibliotheekvaardigheden
uitgelegd wat het verschil is tussen een zoekmachine, een ca-
talogus en een bibliografie.
Zelfstudie Patton, M.Q., 2002, Qualitative Reserach & Evaluation
Methods, hoofdstuk 5, Designing Qualitative Studies (pp.
209-258)
Leervragen Volgen later, op ELO
Practicum data worden nog bekend gemaakt
Thema BIBLIOTHEEKVAARDIGHEDEN 1:
SYSTEMATISCH ZOEKEN NAAR LITERATUUR
Toelichting In enkele practica bibliotheekvaardigheden, en door zelfstan-
dig literatuur te zoeken, leer je een systematisch literatuuron-
derzoek opzetten en uitvoeren. De data en bijbehorende op-
drachten worden later bekend gemaakt.
Voorbereidingsopdracht Voor het (gratis) gebruik van de diensten van de Universi-
teitsbibliotheek Utrecht zijn een lenerspas en SolisID nood-
zakelijk. Meer informatie vind je op de website van de bibli-
otheek:
http://www.uu.nl/university/library/NL/informatie/lenen.
Regel je pas en ID tijdig! Kies bij voorkeur een rustig tijd-
stip, in het begin van het nieuwe academische jaar kan het
extra druk zijn bij de balie.
Vraag bij de balie van de UB Uithof of de Universiteitsbibli-
otheek Binnenstad (UBB), Drift 27, een lenerspas aan.
Let op: daarbij wordt gevraagd om
21
a. een geldig legitimatiebewijs, en
b. je collegekaart (of een bewijs van inschrijving, te
verkrijgen bij de balie van OSZ). Na enkele dagen kun je de lenerspas afhalen bij diezelfde
balie.
2. Vraag daar dan meteen een SolisID aan. Let op: ook
daarvoor moet je weer een geldig legitimatiebewijs tonen!
WEEK 6
College maandag 8 oktober 2012
12.30 tot 15.15 uur
docent: Gerty Lensvelt-Mulders
Thema Onderzoek in de praktijk:
Ontwerpen van een onderzoeksopzet (I)
Toelichting Data verzamelen gebeurt in sociaalwetenschappelijk en
historisch onderzoek op allerlei manieren. Het materiaal kan
al bestaan, bijvoorbeeld in de vorm van documenten, beelden
of geluid. Maar het kan ook pas tijdens het onderzoek door
de onderzoeker worden gemaakt door vragenlijsten op te
stellen en door respondenten te laten invullen of door inter-
views af te nemen. De keuze voor een bepaalde manier van
data verzamelen vloeit voort uit de probleemstelling van het
onderzoek. Maar praktische mogelijkheden en ethische
overwegingen spelen ook een rol. In het vak MSW (periode
2) zal op de onderzoeksopzet worden aangesloten.
Zelfstudie Patton, M.Q., 2002, Qualitative Reserach & Evaluation
Methods, hoofdstuk 6 en hoofdstuk 7 (pp. 259 - 427)
Leervragen Volgen later, op ELO
Practicum data worden nog bekend gemaakt
Thema BIBLIOTHEEKVAARDIGHEDEN 2:
SYSTEMATISCH ZOEKEN NAAR LITERATUUR
22
WEEK 7
College maandag 22 oktober 2012
12.30 tot 15.15 uur
docent: Gerty Lensvelt-Mulders
Thema Onderzoek in de praktijk:
Ontwerpen van een onderzoeksopzet (II)
Zelfstudie Patton, M.Q., 2002, Qualitative Reserach & Evaluation
Methods, hoofdstuk 8 en hoofdstuk 9 (pp. 431-598)
Leervragen Volgen op ELO
Practicum data worden nog bekend gemaakt
Thema BIBLIOTHEEKVAARDIGHEDEN 3:
SYSTEMATISCH ZOEKEN NAAR LITERATUUR
WEEK 8
College maandag 29 oktober 2012
12.30 tot 15.15 uur
docent: Gerty Lensvelt-Mulders
Thema Responsiecollege
Toelichting De grote lijn van alle hoorcolleges worden nog eens
samengevat. Ook wordt vooruitgekeken naar de volgende
W&M-onderdelen. Ter voorbereiding op het tentamen wor-
den vragen die je hebt over de verplichte literatuur beant-
woord.
Voorbereidingsopdracht Neem de verplichte literatuur en je aantekeningen van de
colleges nog eens goed door en noteer al je vragen en ondui-
delijkheden. Dit is je laatste kans vóór het tentamen!
23
WEEK 9
Zelfstudie
Thema Voorbereiding op het tentamen.
WEEK 10
Afronding dinsdag 13 november 2012
14.00 tot 16.00 uur
Thema SCHRIFTELIJK TENTAMEN
Toelichting Het tentamen gaat over de verplichte literatuur:
- E. Koster (red.), Wat is wetenschap? (2e druk!) (met uit-
zondering van de hoofdstukken 2 en 12 t/m 15);
- Patton, Michael Quinn, Qualitative Research & Evaluation
Methods. Third Edition, Thousand Oaks, London, New Del-
hi, Sage Publications, 2002
NB: je kunt alleen meedoen met het tentamen als je voldaan
hebt aan alle opdrachten van WLS en BiVa!
24
3 BIJLAGEN
3.1 Bijlage 1 Opdracht 1 WLS
Tekstanalyse:
Bestudeer nogmaals de hoofdstukken 1 & 2 (pp. 3 - 74) uit het boek Qualitative
Research & Evaluation Methods (Patton, 2002)1. Reproduceer in gedachten of op
schrift en in eigen woorden wat volgens Patton de kenmerken van kwalitatief
onderzoek zijn en waarin kwalitatief onderzoek verschilt van kwantitatief onderzoek.
Schrijfopdracht:
Beschrijf de kernboodschappen van de twee hoofdstukken in een soepel lopende en
goed gestructureerde samenvatting van hooguit 1500 woorden2. Reproduceer in deze
samenvatting de kenmerken van kwalitatief onderzoek en de belangrijkste verschillen
tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek.
Zorg dat je in de samenvatting de volgende begrippen terug laat komen:
- controle en manipulatie
- holistisch beschrijven
- inductie en deductie
- afstand en betrokkenheid
- objectiviteit en subjectiviteit
- reflexiviteit
Het is niet noodzakelijk dat de volgorde die in het boek wordt gehanteerd in de
samenvatting gehandhaafd blijft. Zorg dat de belangrijke kenmerken die genoemd
staan in deze samenvatting terugkomen.
Let op
- Het inleveren van de opdracht is verplicht.
- De opdracht wordt beoordeeld met een ‘voldaan’ of een ‘niet-voldaan’
- De opdracht wordt beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:
o Inhoud: belangrijke onderwerpen worden kort en adequaat uitgewerkt.
o Minder dan 1500 woorden
o Structuur en opbouw
o Spelfouten (de samenvatting moet worden geschreven in de Neder-
landse taal)
1 Patton, Michael Quinn, Qualitative Research & Evaluation Methods. Third Edition,
Thousand Oaks, London, New Delhi, Sage Publications, 2002 2 Het programma Word biedt onder de functie Extra de mogelijkheid om woorden te
tellen.
25
Inleveren
De deadline is dinsdag 11 september voor 17.00 uur. De opdracht moet digitaal en
uitgeprint worden ingeleverd: [email protected] en in het postvakje van Pien Bos.
NB. De samenvattingen worden gescreend op plagiaat. Als blijkt dat teksten van
studenten overeenkomen worden beide studenten geschorst van deelname aan de
opdracht.
26
3.2 Bijlage 2 Opdracht 2 WLS
Tekstanalyse:
Bestudeer Hoofdstuk 3 (pp. 75 - 143) uit het boek Qualitative Research & Evaluati-
on Methods (Patton, 2002)3. Lees daarna (nogmaals) de vetgedrukte koppen in de
paragraaf ‘Theoretische Traditions and Orientations’ (pp.81 – 138) en reproduceer in
gedachten of op schrift en in eigen woorden wat over de hierna volgende theoretische
traditie of oriëntatie staat geschreven:
Ethnography, Autoethnography, Truth & Reality-Oriented Correspondence Theory,
Social Construction versus Constructivism, Phenomenology, Heuristic Inquiry,
Qualitative Heuristics, Ethnomethodology, Symbolic Interaction, Hermeneutics,
Narratology, Ecological Psychology, Systems Perspective-Systems Theory, Chaos &
Complexity Theory, Grounded Theory, Orientational Qualitative Inquiry, Pragma-
tism.
Schrijfopdracht:
Beschrijf de kernboodschappen van het hoofdstuk in een soepel lopende en gestruc-
tureerde samenvatting van hooguit 1000 woorden4. Reproduceer in deze samenvat-
ting de beschrijvingen van Ethnography, Truth and Reality-Oriented Correspond-
ence Theory, Social Construction and Constructivism, Phenomenology, Heuristic
Inquiry, Hermeneutics, Narratology, Grounded Theory en Pragmatism.
Het is niet noodzakelijk dat de volgorde die in het boek wordt gehanteerd in de
samenvatting gehandhaafd blijft. Zorg dat de belangrijke kenmerken die genoemd
staan in deze samenvatting terugkomen.
Let op
- Het inleveren van de opdracht is verplicht.
- De opdracht wordt beoordeeld met een ‘voldaan’ of een ‘niet-voldaan’
- De opdracht wordt beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:
o Inhoud: belangrijke onderwerpen worden kort en adequaat uitgewerkt.
o Minder dan 1500 woorden
o Structuur en opbouw
o Spelfouten (de samenvatting moet worden geschreven in de Neder-
landse taal)
3 Patton, Michael Quinn, Qualitative Research & Evaluation Methods. Third Edition, Thousand Oaks,
London, New Delhi, Sage Publications, 2002 4 Het programma Word biedt onder de functie Extra de mogelijkheid om woorden te tellen.
27
Inleveren5
De deadline is dinsdag 18 september voor 17.00 uur. De opdracht moet digitaal en
uitgeprint worden ingeleverd. Digitaal via:
http://www.uvh.nl/mijnuvh/onderwijs/studentenzaken/inleveren-werkstukken met de
ephorus inlevercode O1-A1 en uitgeprint in het postvakje van Pien Bos op de UvH.
5 NB. De samenvattingen worden gescreend op plagiaat. Als blijkt dat teksten van studenten
overeenkomen worden beide studenten geschorst van deelname aan de opdracht.
28
3.3 Bijlage 3 Eindtermen Bachelor Humanistiek – juni 2012
Kennis en inzicht wat betreft humanistiek
1. De Bachelor beschikt over kennis van theorieën, methodologische inzichten en de
wetenschapstheoretische context van de humanistiek, van haar verhouding tot andere
wetenschappelijke disciplines, en toont een houding van openheid voor de paradig-
matische pluriformiteit van hedendaagse wetenschapsbeoefening;
Toepassen van kennis over humanistiek
2. De Bachelor is in staat om processen van zingeving en humanisering creatief en
systematisch te conceptualiseren en analyseren, daarbij gebruikmakend van kennis en
inzichten uit de multidisciplinaire kennisdomeinen van de humanistiek;
Kennis en visie wat betreft levensbeschouwing
3. De Bachelor beschikt over kennis en inzicht in theorieën en praktijken van
levensbeschouwing in het algemeen en humanistische tradities in het bijzonder, kan
deze plaatsen in culturele en historische contexten, en is in staat een eigen visie op
humanisme als levensbeschouwing te formuleren en deze op wetenschappelijk
verantwoorde wijze te onderbouwen;
Toepassen en oordeelsvorming in mondiaal perspectief en wat betreft diversiteit
4. De Bachelor is in staat om standpunten te formuleren en onderbouwen ten aanzien
van vraagstukken van diversiteit en hun maatschappelijke en historische gesitueerd-
heid en ten aanzien van vraagstukken van zingeving en humanisering vanuit
mondiaal perspectief en internationale verhoudingen;
Onderzoeksvaardigheden
5. De Bachelor kan onder begeleiding een wetenschappelijk verantwoord en voor de
humanistiek elementair onderzoek opzetten en uitvoeren en daarover communiceren
in woord en geschrift;
Literatuurvaardigheden
6. De Bachelor kan zelfstandig voor de humanistiek relevante (inter)nationale
wetenschappelijke publicaties opsporen en interpreteren en beoordelen op hun
kwaliteit;
Projectvaardigheden en organisatievaardigheden
7. De Bachelor beschikt over vaardigheden om planmatig en in teamverband een
project op te zetten in relatie met een opdrachtgever, kan schriftelijk verslag doen en
een mondelinge presentatie geven over de resultaten en legt daarbij tevens een relatie
met de ontwikkeling van een eigen normatieve professionele houding;
Communicatievaardigheden
8. De Bachelor kan interactie- en communicatieprocessen tussen individuen, in
groepen en in organisaties analyseren en beschikt over reflectieve en dialogische
vaardigheden om zodanig te participeren dat deze processen kwalitatief verbeteren;
Attitude
9. De Bachelor geeft blijk van ontwikkeling van een authentieke en open levensover-
tuiging en een doorleefd normatief kader en kan zich positioneren in het veld van
29
levensbeschouwelijke tradities, daarbij tevens verwijzend naar persoonlijke inspira-
tiebronnen;
Bagage voor vervolg
10. De Bachelor heeft leervaardigheden, zelfkennis en vormen van zelfzorg ontwik-
keld, die het mogelijk maken om een vervolgstudie die een hoog niveau van
autonomie veronderstelt aan te gaan en kan zijn of haar kwaliteiten en voorkeuren
benoemen voor verder studie en toekomstige loopbaan.
NB. De Dublin-descriptoren uit de Bolognaverklaring en het accreditatiekader
bestrijken de categorieën: kennis en inzicht; toepassen kennis en inzicht; oordeels-
vorming; communicatie en leervaardigheden