INHOUD - Flexious · 2015-01-14 · aan de werkzaamheden van de focusgroep liep een onderzoek naar...

46
INHOUD Voorwoord 2 1. Inleiding 4 2. De ouder wordende mens 6 3. Visie en uitgangspunten 7 4. Beschrijving 10 5. De plaats van ergotherapie in het woon en zorgcentrum 17 6. Raakvlakken met andere disciplines 18 Bijlage 1 Begrippenlijst 19 Bijlage 2 De werkgroep 22 Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 1

Transcript of INHOUD - Flexious · 2015-01-14 · aan de werkzaamheden van de focusgroep liep een onderzoek naar...

INHOUD Voorwoord 2 1. Inleiding 4 2. De ouder wordende mens 6 3. Visie en uitgangspunten 7 4. Beschrijving 10 5. De plaats van ergotherapie in het woon en zorgcentrum 17 6. Raakvlakken met andere disciplines 18 Bijlage 1 Begrippenlijst 19 Bijlage 2 De werkgroep 22

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 1

Voorwoord Contacten en besprekingen met zowel beleidsinstanties, andere zorgberoepen als collega’s lieten scherp de noodzaak voelen om werk te maken van het uitschrijven van een duidelijk en coherent profiel van de ergotherapeut die tewerkgesteld is binnen de residentiële zorg voor ouderen. Het lijkt ons inderdaad heel belangrijk dat, in het huidige zorglandschap, de ergotherapeut zich duidelijk profileert binnen het begeleidingsteam zodat de samenwerkingsmodaliteiten met andere disciplines trans-paranter worden en maximaal betrokken zijn op de oudere cliënt. Meer dan eens blijken heel duidelijke accentverschillen in de manier waarop ergotherapeuten hun taak binnen de residentiële ouderenzorg invullen. Een visietekst als deze doordenken en uitschrijven betekent dan ook het zoeken naar gelijkstemming binnen een heel diverse input. Hierbij werd vertrokken van moderne zorgvisies, modellen en referentiekaders. Om daarna, doorheen de veelheid van aanbod gelijke noemers te duiden waar de grote groep ergotherapeuten zich kan in vinden en van waaruit ze hun eigen interventie op de werkvloer kunnen vormgeven. Het spreekt dan ook vanzelf dat de beroepsvereniging deze uitdaging heeft willen aangrijpen, temeer daar die volledig kadert binnen haar opdrachtverklaring. Zij wil immers de vertolker zijn van de manier waarop de moderne ergotherapeut invulling wil geven aan zijn taak, ondermeer naar al de beleidsinstanties toe die de uitoefening van de ergotherapie binnen deze sector onder hun bevoegdheid hebben. Organisatorisch hebben we gekozen voor een goed werkbare focusgroep met vertegenwoordigers uit gans Vlaanderen. Deze bestaat uit zowel ergotherapeuten als de ervaringsdeskundigen binnen dit werkveld, als collega’s uit de 8 Vlaamse hogescholen die deskundig zijn binnen dit interventiedomein. Bij de totstandkoming van de tekst werd het werkveld maximaal betrok-ken. Bevraging via ondermeer vragenlijsten en individuele interviews lieten toe een aantal inzichten, aannames en vaststellingen te formuleren. Deze werden dan in de focusbijeenkomsten systematisch uitgediept en uitgeschreven. De tekst is daarna bespreekbaar gesteld op de website, op diverse werkgroepbijeenkomsten en is ook voorgelegd aan een aantal directies en andere beroepsgroepen. Alle feedback is verwerkt. Parallel

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 2

aan de werkzaamheden van de focusgroep liep een onderzoek naar de actuele functies en de taken van de ergotherapeut in de sector. Enkele hogescholen bundelden hiervoor hun krachten en studenten hielpen met de uitvoering. We zijn bijzonder blij met de tekst die tot stand kwam onder leiding van Geert Deschacht, ergotherapeut en directeur van het Woon- en Zorg-centrum Nottebohm, Antwerpen. Voor het VE is dit de basisprofieltekst voor dit interventiedomein. Wij hopen dat hij in diverse werkgroepen het onderwerp kan blijven uitmaken van verdere discussie en onderzoek. In die zin blijft de inhoud van deze tekst dan ook een dynamisch gegeven zoals ook de zorgvisie voor de oudere in onze maatschappij een dynamisch gegeven is. Jonny Peeters Voorzitter VE

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 3

1. Inleiding Dit beroepsprofiel uitwerken kon niet los gezien worden van het beschrij-ven van een bepaald mensbeeld en van een welbepaalde zorgvisie. Vandaar gaan wij, na een algemene oriëntatie, dieper in op theoretische achtergronden over het ouder worden. In het derde deel werken wij de specifieke visie uit waarbinnen dit profiel zich kadert. Tegen deze achtergrond volgt dan een zeer concrete beschrijving van de beroeps-activiteiten met mogelijke taken. Hiervoor baseren wij ons op het alge-meen beroepsprofiel van de ergotherapeut zoals dat in 1997 werd uitgeschreven door een Werkgroep Beroepsprofiel, bestaande uit ver-tegenwoordigers van de Hogescholen en de beroepsvereniging, in op-dracht van de Vlaamse Onderwijsraad (D/1997/6356/20). Tot slot leek het ons ook belangrijk aandacht te besteden aan de plaats van de ergotherapie in het woon- en zorgcentrum. Met, hierbij aansluitend, het duiden van de mogelijke raakvlakken met andere disciplines.

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 4

Ergotherapie en levenskwaliteit

Autonoom functioneren en het ontwikkelen of het toepassen van vaardig-heden zijn twee elementen die heel sterk onze levenskwaliteit bepalen. Door het handelen manifesteert de mens zich, geeft hij betekenis aan zijn leven. Een verstoring of beperking in het handelen kan leiden tot een vermindering van het welbevinden. Door adaptatie, in de zin van: zich aanpassen aan aanpassing van de omgeving - aanpassing van de activi-teit, kan het welbevinden terug verbeteren. Het behouden, het herstellen en het bevorderen van het handelen in het dagelijks functioneren is het specifieke werkdomein van de ergotherapie. Dagelijks functioneren heeft betrekking op: het wonen en de zelfzorg, de taken die de bewoner opneemt, de mogelijkheid tot ontspanning en ook zingeving. Ergotherapie wendt “het handelen” van de persoon ook aan als therapeu-tisch middel. Hierbij worden het verleden, heden en toekomst doelbewust en specifiek betrokken. De basis hiervoor is de gedachte dat het ook mogelijk is, door het handelen een beperking te beïnvloeden en dit omdat mensen zich ontwikkelen en leren door het uitvoeren van activiteiten.

Ergotherapie bij de oudere persoon

Ergotherapie voor de oudere persoon legt de klemtoon op het activeren, valideren en onderhouden van de beschikbare energie en de aanwezige capaciteiten tot handelen. Rekening houdend met de beperkingen kunnen ook nieuwe handelingen aangeleerd worden. Wanneer mensen zeer sterk zorgbehoevend zijn, gaat de aandacht van de ergotherapie naar het levenscomfort en de mogelijkheden tot zelf-beschikking van de oudere. Dit gebeurt door het geven van advies, het toepassen van specifieke benaderingswijzen, het voorzien in hulpmidde-len, aanwezig te zijn voor de familie en naastbestaanden en het onder-steunen van het zorgteam.

Ergotherapie en autonomie

Ergotherapie werkt vanuit de waarde en uniciteit van ieder individu, vanuit een fundamenteel holistische visie. Door elk aspect van de relatie: ‘persoon – omgeving - activiteit’ te analyseren schept ergotherapie kansen om de identiteit van de oudere persoon te ondersteunen en te bevestigen. Ook in situaties van buitengewone beperktheid, waar de hulpverlener vele, zo niet alle handelingen van de oudere overneemt, schenkt ergothe-rapie bijzondere aandacht aan de zelfbeschikking van de persoon. Het is de oudere zelf die zijn leven aanstuurt en ergotherapie staat in het ver-lengde hiervan om dit mogelijk te maken.

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 5

2. De ouder wordende mens De langere levensduur van de mens en het toenemend aantal ouderen resulteert in grotere interesse en aandacht voor het verouderingsproces. Dit heeft als gevolg dat er zich, naast de reeds bestaande biologische modellen, sociale theorieën van verouderen ontwikkelen. Ergotherapie maakt vooral gebruik van deze laatste theorieën als basis voor de eigen visie, het gaat ondermeer om: “ Lifespan of Life Course Theory” - Levenslooptheorie (Atchley, 1991 en anderen), “Erikson’s Theory of Human Development” - Erikson’s levenslooptheorie (Erikson, 1985), "Peck’s Stages of Psychological Development” - Fasen van psycho-logische ontwikkeling volgens Peck(Peck, 1968), “Exchange Theory” (Homans, 1961; Dowd 1975,1980), en: “A Holistic Lifespan Theory” - Holistische levensloop-theorie (Haight, Barba, Tesh, & Courts, 2002). De focus ligt hierbij vooral op de ontwikkelingsfasen van de mens en specifiek dan met betrekking tot het ouder worden. Als basisvisie geldt: de mens is continu in een proces van groei, crisis en evenwicht. Ouder worden houdt veranderingen in en dus is het nodig steeds een nieuw evenwicht te zoeken tussen persoon en omgeving. Ouder worden en ontwikkelen horen bijgevolg samen. Levenslang komen winst en verlies aan adaptatievermogen voor. Mensen investeren dan ook levenslang in groei, behoud of herstel van adaptieve kennis, vaardigheden en verliesregulatie (Marcoen, 2005).

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 6

3. Visie en uitgangspunten

Ergotherapie in de residentiële sector vindt plaats in de specifieke omge-ving van een rusthuis of rust- en verzorgingstehuis, verder benoemd als woon- en zorgcentrum. De mate waarin de ergotherapeutische visie en uitgangspunten kunnen gerealiseerd worden, hangt sterk af van de alge-mene visie van het woon- en zorgcentrum. Hoe ergotherapie dit ziet, is het eerste punt van dit derde deel, verder uitgewerkt in: kwaliteit van leven en betekenisvol handelen. Vervolgens komt de eigenlijke ergotherapeutische interventie aan bod en afsluitend een verwijzing naar enkele ergothera-peutische modellen.

3.1. Het woon- en zorgcentrum, visie vanuit ergotherapie

De kernopdracht van een woon- en zorgcentrum (wzc) is het residentieel verblijf, het is een thuisvervangende woonvorm. Hier komen leven, wonen, zorg en begeleiding samen. De basis is het rusthuis of rust- en verzor-gingstehuis met eventueel de volgende aanvullende modules: o dagverblijf o nachtverblijf o crisisopvang o service flat

o ondersteund wonen

o palliatieve zorg

o kortverblijf o (al dan niet met revalidatie)

o advies en ondersteuning van mantelzorgers Het wzc is ook geïntegreerd in het algemene dienstenaanbod, ingebed in de regio en staat, via onderlinge extramurale samenwerking garant voor een optimale begeleiding van de oudere. Het wzc is een “open” voorziening voor ouderen, het is een schakel in de ouderenzorg. Het uitgangspunt is dat de oudere een aangepaste woon- en zorgvorm kan kiezen. “Aangepast” wil zeggen: op maat van de oudere. Het biedt met andere woorden: dienstverlening op vraag van de oudere, vraaggerichte zorg. De oudere bepaalt zelf wat goed of minder goed is voor hem, hij behoudt zijn autonomie. “Goede zorg” is dan ook die zorg die, rekening houdend met het best mogelijk haalbare, zolang mogelijk de individuele autonomie vrijwaart, het zelfbeschikkingsrecht eerbiedigt en de onafhankelijkheid stimuleert. Medewerkers, waaronder de ergotherapeut, vormen een team en hebben oog voor datgene wat bewoners nog kunnen en baseren hierop wat ze in de zorg van hem overnemen. Ook bij toenemende zorgbehoevendheid is dit het geval, waarbij de aandacht voor comfort een belangrijke plaats zal innemen. De opdracht van het team is ondermeer het optimaliseren van de woon- en leefkwaliteit van de oudere. Het leefklimaat vraagt extra aandacht als

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 7

essentieel onderdeel van het woonaspect en dit op organisatorisch, structureel en individueel menselijk vlak.

Kwaliteit van leven

Binnen de thuisvervangende omgeving van de oudere streeft de ergo-therapeut, samen met het interdisciplinair team ernaar de kwaliteit van leven te bevorderen. “Kwaliteit van leven” is een subjectief gegeven. Het is het individu, samen met zijn naaste omgeving, dat uitmaakt of het leven kwaliteitsvol is en welke de factoren zijn die dit bepalen. De ergotherapeut neemt deze perceptie als uitgangspunt en zal deze vanuit zijn professionaliteit aanvullen met relevante informatie. Duidelijk is dat de dienstverlening start vanuit de vraag en de behoefte van de oudere. Hiermee plaatst de ergotherapeut de autonomie en in het bijzonder de zelfbeschikking van elk individu centraal en kadert dit in een fundamen-teel holistische kijk. De oudere krijgt het aanbod om verantwoordelijkheid te houden en zelf, in zijn huidige context te bepalen wat er nodig is voor zijn welbevinden. Dit spreekt in sterke mate de zelfhelende capaciteiten van de mens aan.

Betekenisvol handelen

De mogelijkheid om zelf keuzes te maken, die handelingen te kunnen stellen die bijdragen tot een gevoel van welbevinden, maakt het leven zinvol. Dit proces speelt zich af in de relatie persoon, omgeving en activiteit en tegen de achtergrond van de levensloop van de oudere. De context is het hier en nu, gebaseerd op een lange en bepalende bestaansgeschiedenis. Elk van die drie aspecten weerhoudt de aandacht van de ergotherapeut, concreet met betrekking tot:

de zelfzorg het productief bezig zijn de ontspanning

het zingevende, het spirituele

Ergotherapie richt zich voornamelijk op de mens als handelend en autonoom wezen. Men wil de oudere de kans geven die zaken, die voor hem zinvol zijn, uit te voeren. Wanneer de mogelijkheden tot “zelf hande-len” afnemen, komt het aanbieden van comfortzorg in een veilige omge-ving op het voorplan. De oudere heeft dan nood aan een aangepaste leefomgeving met bijzondere aandacht en dit om isolement te voorkomen

3.2. Ergotherapeutische interventie

De ergotherapeut, werkzaam in de residentiële ouderenzorg richt zich tot

de zorgvrager die tijdelijk of blijvend beperkt is in zijn functioneren. De

beperkingen kunnen zich situeren op het fysieke, het mentaal-cognitieve

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 8

of het psychosociale vlak. Het gaat om belemmeringen in het uitvoeren van activiteiten van het dagelijks leven (ADL) of om participatie-problemen. Aan de hand van doelgerichte oefeningen en activiteiten worden de handelingen waarin de zorgvrager beperkt is, bijgestuurd. Indien het herwinnen van vaardigheden niet meer mogelijk is zal de ergotherapeut zich richten op vervangende mogelijkheden van de zorg-vrager: dit zal hij doen door het aanbieden en het geven van ondersteuning en begeleiding bij alternatieve handelingen alsook door het adviseren over, en het verstrekken van hulpmiddelen of aanpassingen aan de leefomgeving. Het bereiken of het behouden van een zo groot mogelijke zelfred-zaamheid binnen de ADL staat steeds centraal. De ergotherapeut zal ook interventies uitvoeren voor de zorgvrager die omwille van zijn zware zorgbehoevendheid volledig en blijvend beperkt is in zijn functionele autonomie. Dit zal hij doen door het accepteren van de passiviteit en het aanbieden van een comfortzorg op maat. Hij zal door het analyseren, uitwerken, adviseren en instrueren van de gepaste technieken, hulpmiddelen en aanpassingen, tegemoet komen aan de hulpvragen die gesteld worden door de zorgvrager, de familie alsook door de andere professionelen. Hierbij streeft hij, voor de betrokken bewoner naar een zo groot mogelijke kwaliteit van leven en zorg.

3.3. Concepten en benaderingswijzen

De ergotherapeut maakt gebruik van één of meerdere concepten om de gegevens over het functioneren van de oudere te ordenen en om een keuze te maken in de behandelingsstrategie en begeleidingsstrategie. Van de bestaande modellen zijn voor de ergotherapeut in een woon- en zorgcentrum vooral bruikbaar: het Model of Human Occupation (Kielhofner)1, het Canadian Model of Occupational Performance2 en het Occupational Performance Model – Australia 3. Naast deze beroepseigen modellen baseert de ergotherapie zijn interven-ties eveneens op theorieën die inzichten geven in het wezen van de ouder wordende mens. Zoals reeds eerder vermeld, maakt ergo-therapie vooral gebruik van psychosociale theorieën van verouderen. Het zijn modellen waar de levensloop van de mens centraal staat.

1 http://www.moho.uic.edu/ 2 www.otworks.com 3 http://www.occupationalperformance.com/

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 9

4. Beschrijving van de beroepsactiviteiten

De lijst van de beroepsactiviteiten is gebaseerd op het algemene be-roepsprofiel van de ergotherapeut (1997). Dit is geen weergave van een therapeutische interventie. Het is wel een lijst van beroepseigen activitei-ten voor ergotherapeuten binnen dit werkveld. We beschrijven 10 hoofd-activiteiten, met daarnaast verder in detail uitgewerkt, de bijhorende taken.

Behandelen

Het exploreren, inven-tariseren van behoef-ten, mogelijkheden en beperkingen

- uitvoeren van activiteitenanalyses - opmaken van een anamnese (hetero- ) - gebruiken van geriatrische assessment-

instrumenten - opmaken van een bilan (psychisch, soci-

aal, fysisch) en dit door middel van obser-vaties en interviews met geëigende ergo-therapeutische instrumenten, een vb hier-van is de Canadian Occupational Perfor-mance Measure (COPM)

- toepassen van communicatietechnieken

Bepalen van doelen, plannen van de behan-deling in overleg met de cliënt en het cliënt-systeem

- registratie van de, voor de cliënt belang-

rijke doelen en bepalen van de ergothera-peutische behandelingen

Uitvoeren van de be-handeling. Dit kan in de vorm van individu-ele behandelingen of in de vorm van groeps-sessies.

- Trainen en onderhouden van de capaciteit

tot het uitvoeren van activiteiten van het dagelijks leven (ADL)

- snoezelen: activatie van de sensoriele functies (proeven, ruiken, tactiele stimuli, basale stimulatie) relaxatie (relaxatiebad, relaxatietherapie, aromatherapie)

- uitvoeren van sociotherapeutische activi-teiten

- toepassen van groepsvalidation - werken met reminiscentie bij de behandeling hanteren van activi- teitsgerichte tussenkomsten (crea-atelier,

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 10

- kookactiviteit, huishoudelijke activiteit, mu-

ziek) - geven van cognitieve functie- en functiona-

liteittraining - bieden van ondersteuning en comfortzorg - toepassen van PDL4 met specifiek het

voorzien in hulpmiddelen en aanpassingengeven van mobiliteitstraining, bewegings-

activiteit functie- en functionaliteittraining, transfer-training, rolstoeltraining

maken, aanpassen of het voorzien van orthesen en orthopedische materialen

Evalueren van de be-handeling

- gebruik maken van geriatrische assess-

mentinstrumenten

Preventieve zorg

Gezondheidsvoorlichting - informatie vestrekken met betrekking tot

preventieve maatregelen om afhankelijk-heidspatronen tengevolge van ondermeer institutionalisering tegen te gaan

- werken rond valpreventie, hierin wordt zowel de oudere als zijn omgeving betrok-ken

- nemen van preventieve maatregelen in het voorkomen van decubitus, onder-meer het aanleren van wisselhouding of het voorzien van antidecubitusmateriaal

Ergonomie (medewerkers)

- informeren, adviseren en uitvoeren van aanpassingen van de werkomgeving

- ondersteunen van de zelfredzaamheid van de oudere

- advies geven omtrent het stimuleren van de zelfredzaamheid van de oudere

4 www.stichtingpdl.nl

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 11

Woonomgeving (bewoner)

- structureren van de woonomgeving:

toegankelijkheid, signalisatie, oriëntatie naar tijd - ruimte - personen en voorwer-pen, de mogelijkheden tot het leggen van contacten

- aanpassen van de woon- en leefom-geving met afstemming op de behoeften van de bewoners

- adviseren en aanpassen van het dag-week- en maandprogramma aan de be-hoeften van de bewoners (leefplan)

Geven van consult, advies en ondersteuning

Aan het team Wat betreft: - het belang van zelfredzaamheid, stimule-

ren tot zelfstandig uitvoeren van activitei-ten van het dagelijks leven positioneren gebruik van hulpmiddelen aspecten van delier, depressie en dementie

- stimuleren tot het toepassen van bewo-nersgerichte zorg aangepaste inrichting, woonvorm

- handelingsproblemen bij specifieke patho-logie ondersteunen van de animatieve grondhou-ding

Aan de cliënt, de fami-lie, de mantelzorgers

Wat betreft: - het gebruik en aankoop van aanpassingen

en hulpmiddelen positioneren verwijzingsadvies

- aspecten van delier, depressie en demen- tie

aankoop aangepaste kledij

Ondersteuning het “nabij zijn”, aanwezig zijn bij belangrijke momenten voor de bewoners en de familie

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 12

Wetenschappelijk onderzoek

Wetenschappelijke projecten

- werken vanuit Evidence-based practice (EBP)- voorstellen van wetenschappelijke projecten - meewerken aan wetenschappelijke projecten- begeleiden van studenten bij een weten- schappelijk onderzoek

Bijdragen tot de ontwikkeling van het beroep

- werken op basis van Evidence-based practice (EBP) - zich duidelijk profileren als ergotherapeut - deelname aan werk- en studiegroepen voor ergotherapeuten - volgen van de nieuwe tendensen in de gezondheidszorg - innovatief werken - schrijven van artikels in vaktijdschriften, het geven van lezingen

Evalueren van beroepsmatig handelen

- evalueren uitgaande van Evidence-based practice (EBP) - deelnemen aan teamvergaderingen en cliëntbesprekingen - beoordelen van de effectiviteit van de thera- pieprogramma’s, doet eventueel aanpassin- gen en stuurt bij (follow-up en remediëring)

Interdisciplinaire en intradisciplinaire samenwerking

Teamoverleg - deelname aan de teamvergaderingen - informatie doorgeven omtrent, de mogelijk- heden, de noden, de behoeften van de cliënt - afspraken maken omtrent het behandelings- en zorgtraject met daarin het aan-deel van de ergotherapie

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 13

- signaleren & registreren van handelings-

mogelijkheden en beperkingen - dagelijkse rapportage aan het team om-

trent actuele toestand van de cliënt informatie doorgeven betreffende de be-

handelresultaten (verbaal en schriftelijk)

Contacten met interne en externe zorgverle-ners

Deelname aan werk-groepen

- organiseren van Peer-review en intervi-sie - actieve participatie aan interne werk-

groepen: PDL, kwaliteitszorg, ergonomie, palliatieve zorg, animatie e.a.

Permanente vorming, ontwikkelen van individuele kennis en kunde

Documentatiesysteem - informeren en documenteren in functie

van het beroepsmatig handelen

Ontwikkeling - deelname aan studiegroepen - volgen van opleidingen en bijscholingen

Management, beheer op het niveau van de ergotherapie

Leidinggevende opdrachten

- vertegenwoordiger en coördinator van het ergoteam

- leiden van projectgroepen

Beheer - beheer van het materieel en materiaal

voor de eigen dienst, aankoopbeleid - beheer van hulpmiddelen - beheer van het ergobudget

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 14

Externe contacten

- contacten aangaan en onderhouden met externe betrokkenen socio – culturele en economisch en instanties

- contacten met de overheid en officiële instanties

- contacten met zorgvertrekkers en verstrekkers van hulpmiddelen

- contacten met onderwijs - contacten met wie de bewoners omringen

(het cliëntsysteem)

Kwaliteitszorg - werken met een kwaliteitssysteem onder

andere afgestemd op de sectorale mini-male kwaliteitseisen (smk)

Geven van onderwijs en begeleiding

- begeleiden van studenten, hun leer-

proces en scripties opleiding verzorgen en informatie ver-

strekken met betrekking tot ergotherapie

Niet specifieke functies, doorstroomfuncties en finaliteits-functies

Heel dikwijls vervullen ergotherapeuten taken die aanverwant zijn aan hun beroepseigen activiteiten en die ook stroken met hun competenties. Diverse factoren binnen een woon- en zorgcentrum kunnen bepalend zijn om in de concrete werking deze opdrachten aan de ergotherapeut toe te wijzen: individuele kwaliteiten van de ergotherapeut, de historische context, een taakverdeling binnen het team zijn hier voorbeelden van.

Het gaat ondermeer om de volgende taken en activiteiten: Niet specifieke functies

- het waarborgen van de privacy van de bewoners

- de organisatie van de bewonersraad en de familieraad

- het onthaal van nieuwe bewoners - het aanleren en toepassen van ergonomische

principes, waaronder tiltechnieken

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 15

- het uitvoeren van taken in de palliatieve zorg (opvang familie, vertrouwenspersoon zijn)

de maaltijdbegeleiding buiten de therapeu-tische interventie

Doorstroomfuncties - het uitoefenen van een ombudsfunctie (intern

en extern) - de coördinatie van de animatie - de coördinatie en opleiding van vrijwilligers

Finaliteitfuncties - leidinggevende van het team van de woon-

leefgroep of de afdeling - management

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 16

5. De plaats van ergotherapie in het woon- en zorgcentrum De ergotherapie heeft in de zorg om de bewoner zijn eigen plaats in de organisatie, in de zorg om de bewoner. Hierbij brengt de ergotherapie zijn eigen deskundigheid, visie en metho-diek naar voor, in afstemming met het team en bij voorkeur zoveel moge-lijk geïntegreerd in de leefgroep. Dit uitgangspunt leidt ertoe dat wij de plaats van de ergotherapie vanuit twee perspectieven beschrijven:

Het bewonersperspectief De ergotherapeut doet aan directe bewonerszorg. Dit gebeurt samen met andere disciplines, elk vanuit de eigen deskundigheid. Deze samenwerking is de kernfunctie van het interdisciplinair team en is gericht op een optimale begeleiding van de bewoner en de uitbouw van de leefgroep. Op dit niveau is het team niet hiërarchisch georganiseerd, maar staat men samen rond de bewoner. Het organisatieperspectief In het organogram plaatst de ergotherapie zich als specifieke discipline in het paramedisch team. De ergotherapeut ontwikkelt een eigen identiteit in de organisatie en toetst dit aan de standpunten en initiatieven van de andere paramedici. De ergotherapeutische inbreng geeft mede richting aan de uitwer-king van de algemene beleidsvisie, de uitbouw van de leefgroepen en de evolutie van de organisatie in zijn geheel.

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 17

6. Raakvlakken met andere disciplines De ergotherapeut is lid van het interdisciplinair team: verpleegkundigen en verzorgenden, kinesitherapeut, logopedist, animator, psycholoog, pastoraal werker, sociaal werker, coördinerend arts. Samen met deze disciplines begeleidt hij de bewoners. Naarmate het team meer vanuit een holistische visie en sterker vanuit een animatieve grondhouding werkt, des te moeilijker is het om duidelijke scheidingslijnen te trekken tussen verschillende disciplines. Niettemin heeft iedere discipline zijn eigen inbreng in de begeleiding van de bewoner. Voor de ergotherapeut is het centrale gegeven: het bereiken of het behouden van een zo groot mogelijke zelfredzaamheid, van de mogelijkheid om zelf keuzes te maken. Dit gaat, zoals reeds vermeld, om het wonen en de zelfzorg, om de eventuele taken die de bewoner doet en om de ontspanning en zingeving. Op deze drie vlakken gaat de ergotherapeut na wat de functionele bekwaamheden van de bewoner zijn, onderzoekt hij of er handelingsproblemen zijn en welke mogelijkheden hij nog kan aanspreken. Hij koppelt hieraan activiteiten die het functioneel handelingsniveau kunnen onderhouden en verbeteren of die de autonomie en de zelfbeschikking kunnen ondersteunen. Vanuit deze achtergrond treedt de ergotherapeut de bewoner tegemoet en geeft hij zijn inzichten aan bij het team waar dan gezamenlijke doelstellingen bepaald worden. Duidelijk is dat de vraag van de bewoner centraal staat. Eens de gemeenschappelijke doelstellingen, in overleg met de bewoner, vastgelegd zijn, bepaalt men in het team welke discipline, beroepshalve het best geplaatst is om een specifieke (be)handeling uit te voeren, of om een bepaalde activiteit te organiseren. Naast de professionele achtergrond speelt hier ook de persoonlijkheid van de hulpverlener een belangrijke rol. Verder is de manier van samenwerken mede afhankelijk van de heer-sende instellingscultuur. In een woon- en zorgcentrum kunnen verschillen-de disciplines immers gelijkwaardige competenties ontwikkelen (hulp-middelen, rolstoelen, kledij, PDL). In de opbouw van een inter-disciplinaire samenwerking wordt verwacht dat men daarbinnen afspraken maakt met betrekking tot taakverdeling en verantwoordelijk-heden.

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 18

7. Het onderzoek

7.1. Onderzoeksopzet

7.1.1 Onderzoeksvragen en vooronderzoek deelnemers

Met dit onderzoek gekoppeld aan de profiel, wil men de ergotherapeuten en hun werk die ze doen binnen een rusthuis in kaart brengen. Daarvoor dient men eerst een zicht te krijgen op het aantal ergotherapeuten in de Vlaamse rusthuizen. Hiertoe werden alle rusthuizen in Vlaanderen telefonisch gecontacteerd om na te gaan of er een ergotherapeut werkzaam was. Dit gebeurde in februari en maart 2004. Er waren 725 rusthuizen in Vlaanderen waar een ergotherapeut werkzaam was. In totaal zijn er 891 ergotherapeuten werkzaam in de Vlaamse rusthuizen die samen 704 FTE5 presteren. Vanuit deze gegevens kan men vertrekken om de taakomschrijving van de ergotherapeuten in de Vlaamse rusthuizen na te gaan.

7.1.2 Onderzoeksgroep

Om de gegevens te verzamelen, werd een samenwerking tussen het VE en de verschillende opleidingen ergotherapie opgezet. De Hogeschool Antwerpen, Gent en West-Vlaanderen en de Artevelde Hogeschool Gent, de EHSAL Europese Hogeschool Brussel en de Provinciale Hogeschool Limburg werkten hieraan mee (zie bijlage 4, blz. 44). De gegevens werden per provincie verzameld en verwerkt door zes ergotherapie studenten in het kader van hun scriptie. De provincie Oost-Vlaanderen werd in twee verdeeld, namelijk de gemeenten van A tot G en de gemeenten van G tot Z.

7.1.3 Onderzoeksinstrument en gegevensverzameling

Voor deze kwantitatieve transversale studie werd er vanuit literatuuronderzoek een vragenlijst opgesteld. Deze proefversie werd afgenomen bij een 25tal stagementoren verspreid over de verschillende hogescholen. Met de opmerkingen werd de vragenlijst aangepast. Met deze aangepaste versie werd een pilootproject opgezet. Elk lid van de onderzoeksgroep nam vijf vragenlijsten af. Met de opmerkingen werd de vragenlijst aangepast. De definitieve versie werd in november 2004 met de post verstuurd naar 826 ergotherapeuten in de rusthuizen.

5 Full time equivalent

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 19

Er gebeurde een telefonisch herhalingsonderzoek in de provincies Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams Brabant met de vraag waarom de ergotherapeuten niet hadden gereageerd. De reden werd genoteerd en er werd gevraagd de vragenlijst alsnog in te vullen en op te sturen. 7.1.4 Verwerking van de gegevens

De kwantitatieve gegevens van de vragenlijst worden verwerkt met SPSS. De open vragen worden gecodeerd zodat ze als kwantitatieve gegevens kunnen worden verwerkt.

7.2. De respons en non-respons

In totaal werden 826 vragenlijsten verstuurd en heeft men er 440 (53,3%) terug gekregen. De respons lag het hoogst in de provincie Vlaams Brabant. Daar had men 82 vragenlijsten opgestuurd maar heeft men er slechts 56 (68,3%) ingevuld teruggestuurd gekregen. Daarna volgt de provincie Limburg. Men verstuurde er 84 vragenlijsten waarvan men er 46 (54,8%) ingevuld terug heeft gekregen. In Oost-Vlaanderen zijn er 228 vragenlijsten verstuurd. Daarvan zijn er 122 (53,0%) teruggestuurd. In West-Vlaanderen heeft men 210 vragenlijsten verstuurd waarvan er 104 (49,5%) terug heeft ontvangen. De respons lag het laagst in de provincie Antwerpen. Daar zijn er 228 vragenlijsten verstuurd en zijn er 112 (49,1%) ingevuld teruggestuurd. 7.3. De deelnemers

De verdeling van de deelnemende ergotherapeuten over de verschillende Vlaamse provincies wordt in tabel 1 weergegeven. Daaruit blijkt dat de meeste ergotherapeuten uit Oost-Vlaanderen komen.

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 20

Tabel 1: Verdeling van de deelnemende ergotherapeuten over de Vlaamse provincies in aantallen en percentages

provincie aantal percentage

Oost-Vlaanderen 122 27,7West-Vlaanderen 104 23,6Antwerpen 112 25,5Limburg 46 10,5Vlaams Brabant 56 12,7totaal 440 100

Op de vraag hoeveel jaren beroepservaring men heeft, hebben 436 ergotherapeuten geantwoord. De resultaten worden weergegeven in tabel 2. Daaruit blijkt dat de meeste ergotherapeuten werkzaam in een rusthuis twee tot vijf jaar beroepservaring hebben.

Tabel 2: Het aantal ergotherapeuten volgens het aantal jaar beroepservaring in aantallen en percentages

jaren beroepservaring aantal percentage

0-1 jaar 91 20,92-5 jaar 160 36,76-10 jaar 72 16,511-15 jaar 59 13,516-20 jaar 37 8,521-25 jaar 15 3,4> 25 jaar 2 0,5totaal 436 100,0

In totaal hebben 438 ergotherapeuten geantwoord op de vraag wanneer ze afgestudeerd zijn. Een overzicht van de gegeven antwoorden wordt in tabel 3 weergegeven.

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 21

Tabel 3: Het aantal en percentage ergotherapeuten tijdens een bepaald tijdsinterval zijn afgestudeerd

afgestudeerd in aantal percentage

1972-1975 11 2,5

1976-1980 36 8,2

1981-1985 40 9,1

1986-1990 41 9,4

1991-1995 45 10,3

1996-2000 133 30,4

2001-2004 132 30,1

totaal 438 100,0 Vierhonderdvierendertig ergotherapeuten hebben geantwoord waar ze werken in de instelling. De meeste ergotherapeuten (n= 263; 60,6%) werken in de ganse instelling. Daarnaast zijn 132 ergotherapeuten (30,4%) alleen werkzaam in de leefgroepwerking en werken 39 ergotherapeuten (9,0%) in hun eigen lokaal. Op de vraag welk takenpakket de ergotherapeuten hebben, hebben 429 ergotherapeuten geantwoord. Daaruit blijkt dat het takenpakket van 269 ergotherapeuten (62,7%) uitvoerende taken omvat. Daarnaast zijn er zes ergotherapeuten (1,4%) die beleidsverantwoordelijke taken uitvoeren en 154 ergotherapeuten (35,9%) die beide taken uitvoeren.

In de vragenlijst heeft men ook bevraagd hoeveel uren de ergothera-peuten spenderen aan groepsbenaderingen, individuele benaderingen, administratie en vergaderen. Het aantal uren per week die men hieraan besteedt, wordt in tabel 4 weergegeven.

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 22

Tabel 4: Het aantal en percentage ergotherapeuten die een bepaald aantal

uren per week aan een activiteit besteden.

activiteit 0 0,5 - 5 5,5 - 10 10,5 - 15 15,5 - 20 20,5 -25 25,5 - 30 > 30 groepsbenadering (n= 421) aantal 3 53 149 106 69 28 11 2 percentage 0,7 12,6 35,4 25,2 16,4 6,7 2,6 0,4 individuele benadering (n= 422) aantal 2 94 143 98 62 18 5 1 percentage 0,5 22,2 33,8 23,2 14,6 4,3 1,2 0,2 administratie (n= 420) aantal 2 325 71 11 8 0 0 3 percentage 0,5 77,4 16,9 2,6 1,9 0 0 0,7 vergaderen (n= 412) aantal 11 378 21 1 0 0 0 1 percentage 2,7 91,7 5,1 0,2 0 0 0 0,2

Het gemiddeld aantal uren dat de ergotherapeuten besteden aan groepsbenadering is 13,3 uur terwijl de mediane waarde 11 uur bedraagt. Aan een individuele benadering besteedt men gemiddeld 10,9 uur. De mediane waarde is 10 uur. De ergotherapeuten besteden gemiddeld 9,6 uur aan administratie. De mediane waarde bedraagt 3 uur. Men besteedt gemiddeld 2,4 uur aan vergaderingen terwijl de mediane waarde 1 uur bedraagt. Van de 437 ergotherapeuten die geantwoord hebben op de vraag in welk uurstelsel ze werken, blijkt dat 413 ergotherapeuten (94,5%) tijdens de kantooruren werkt en 24 ergotherapeuten (5,5%) met wisselende diensten werkt. Vierhonderdzessendertig ergotherapeuten hebben aangegeven hoe groot hun eigen job is. De resultaten worden weergegeven in tabel 5.

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 23

Tabel 5: Het aantal en percentage ergotherapeuten die de aangegeven grootte van job uitvoeren

grootte job aantal percentage 1/2 112 25,7 1/3 2 0,5 1/4 5 1,1 3/5 11 2,5 3/4 42 9,6 4/5 50 11,5 fulltime 214 49,1 totaal 436 100,0

Van de 429 antwoorden, blijkt dat 219 ergotherapeuten (51,0%) onder hen nog een andere functie hebben binnen de instelling. Meestal (n= 144; 65,8%) gaat het om een functie binnen de animatie of een functie als activiteitenbegeleidster. Ook coördinator animatie, ergo, logo en/of kine (n=29; 13,2%), functies binnen werkgroepen (n=13; 5,9%), pastorale functie (n=12; 5,5%) en verzorgende taken (n=11; 5,0%) worden vernoemd. Van de 155 antwoorden, blijkt dat 130 ergotherapeuten (29,7%) lid zijn van het VE en dat 25 ergotherapeuten (6,3%) lid zijn van een andere beroepsvereniging zoals Edith. Men wou ook te weten komen welke plaats de ergotherapeut binnen het organigram van de instelling inneemt. Daarom heeft men naar het onmiddellijk diensthoofd gevraagd. Op deze vraag hebben 435 ergotherapeuten geantwoord. Tabel 6 toont de resultaten.

Tabel 6: Het onmiddellijk diensthoofd van de ergotherapeuten in de Vlaamse rusthuizen in aantal en percentages met n= 435

diensthoofd aantal percentage

algemene directie 151 34,7hoofdverpleegkundige 93 21,4diensthoofd paramedici 67 15,4directie nursing 48 11hoofd bewonerszorg 44 10,1andere 32 7,4

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 24

De 32 ergotherapeuten die een ander diensthoofd hebben, vermelden meestal (n= 18; 56,3%) dat het om een coördinator animatie en/of ergo en/of logo en/of kine gaat. Daarnaast worden onder andere ook directielid bewonerszorg (n= 4; 12,6%) en afdelingsverantwoordelijke (n= 2; 6,3%) vernoemd. Op de vraag wat het hoogste diploma is van hun diensthoofd, hebben 422 ergotherapeuten geantwoord. De resultaten volgen in tabel 7.

Tabel 7: Het hoogste diploma van het onmiddellijk diensthoofd van de ergotherapeuten in de Vlaamse rusthuizen in aantallen en percentages met

n= 422 opleiding diensthoofd aantal percentage

verpleegkunde 193 45,7ziekenhuiswetenschappen / MSW 74 17,5andere 55 13ergotherapie 53 12,6kinesitherapie (lic/grad) 41 9,7economie 6 1,4

MSW= medisch sociale wetenschappen, lic= licentiaat, grad= graduaat

De 55 ergotherapeuten die antwoorden dat hun diensthoofd een andere opleiding heeft, hebben meestal (n= 17; 30,9%) een diensthoofd met als opleiding maatschappelijk assistent. Daarnaast worden onder andere de opleidingen human resources (n= 5; 9,1%), logopedie (n= 4; 7,3%) en opvoeder (n= 3; 5,5%) vernoemd. In totaal hebben 438 ergotherapeuten aangegeven met welke beroepsgroepen ze voor hun taken binnen het RVT samenwerken. Men kon meerdere beroepsgroepen aanduiden. De resultaten worden weergegeven in tabel 8.

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 25

Tabel 8: Het aantal ergotherapeuten die samenwerken met een bepaalde beroepsgroep met n= 438

samenwerken met aantal percentage

verpleegkundigen/ verzorgenden 427 97,0

kinesitherapeuten 414 94,1

animatie 412 93,6

vrijwilligers 363 82,5

kok, keukenpersoneel 323 73,4

medewerkers technische en/of klusjesdienst 294 67,0

administratie 267 60,7

schoonmaak(st)ers 257 58,4

pastorale werkers, morele consulenten 216 49,1

logistieke hulpen 208 47,3

maatschappelijk werker 183 41,8

huisartsen 178 40,5

rolstoelverstrekkers 174 39,5

leerkrachten 170 38,6

logopedisten 144 32,7

pedicuren 112 25,5

diëtisten 86 19,5

bandagisten 55 12,5

specialisten 36 8,2

psychologen 34 7,7

orthoptisten 30 6,8

andere 24 5,5

(ortho)pedagogen 21 4,8

podologen 5 1,1

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 26

Vierhonderdachtentwintig ergotherapeuten hebben geantwoord op de vraag of er al een taakomschrijving van ergotherapie binnen hun instelling bestaat. De meeste ergotherapeuten (n= 346; 80,8%) hebben al een taakomschrijving binnen hun instelling tegenover 59 (13,8%) die geen hebben en 23 (5,4%) die het niet weten. 7.4. Onderzoeksresultaten

7.4.1 Behandelen (zie blz. 9)

In de vragenlijst werd nagegaan in hoeverre de ergotherapeuten de vier stappen in het ergotherapeutisch behandelproces uitvoeren. De resultaten worden weergegeven in tabel 9.

Tabel 9: Mate waarin de ergotherapeuten de vier fases in de behandeling toepassen

fasen in ET proces totaal nooit sporadisch meestal altijd

exploreren, inventariseren 428 49 (11,4%) 138 (32,2%) 146 (34,1%) 95 (22,2%) van mogelijkheden en beperkingen miv meet- instrumentenbepalen van doelen 429 8 (1,9%) 86 (20%) 202 (47,1%) 133 (31%)plannen van de behandeling 427 19 (4,4%) 98 (23%) 189 (44,3%) 121 (28,3%)evalueren 427 8 (1,9%) 61 (14,3%) 204 (47,8%) 154 (36%)nazorg verlenen 399 68 (17%) 110 (27,6%) 143 (35,8%) 78 (19,5%)

ET= ergotherapeutisch, miv= met inbegrip van

In de vragenlijst is men nagegaan in welke mate de Vlaamse ergotherapeuten de opgenoemde taken (zie blz. 9) op zich nemen. Dit wordt weergegeven in tabel 10 waarbij de taken staan gerangschikt volgens dalende frequentie van het dagelijks toepassen.

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 27

Tabel 10: Mate waarin de ergotherapeuten bepaalde taken op zich nemen

neemt u volgende taken op u? nooit één of tweemaal meermaals eenmaal dagelijks

per maand per week per week

n (%) n (%) n (%) n (%) n (%)

ADL maaltijdbegeleiding (n= 434) 36 (8,3) 37 (8,5) 91 (21,0) 21 (4,8) 249 (57,4)

ADL wassen en kleden (n= 431) 97 (22,5) 50 (11,6) 82 (19,0) 19 (4,4) 183 (42,5)

comfortzorg (n= 424) 64 (15,1) 77 (18,2) 106 (25,0) 26 (6,1) 151 (35,6)

mobiliteitstraining (n= 418) 118 (28,2) 62 (14,8) 116 (27,8) 51 (12,2) 71 (17,0)

aanpassen van de omgeving (n= 410) 114 (27,8) 187 (45,6) 45 (1,0) 9 (2,2) 55 (13,4)

cognitieve activiteiten (n= 426) 14 (3,3) 95 (22,3) 156 (36,6) 122 (28,6) 39 (9,2)

huishoudelijke activiteit (n= 420) 110 (26,2) 124 (29,5) 64 (15,2) 89 (21,2) 33 (7,9)

transfertraining (n= 402) 244 (60,7) 69 (17,2) 49 (12,2) 9 (2,2) 31 (7,7)

snoezelen/relaxatie (n= 435) 45 (10,3) 99 (22,8) 156 (35,9) 102 (23,4) 33 (7,6)

crea-activiteit (n= 433) 46 (10,6) 171 (39,5) 71 (16,4) 135 (31,2) 10 (2,3)

groepsgymnastiek (n= 422) 91 (21,6) 105 (24,9) 50 (11,8) 169 (40,0) 7 (1,7)

muziekactiviteit (n= 426) 91 (21,4) 226 (53,1) 23 (5,4) 79 (18,5) 7 (1,6)

rolstoeltraining (n= 401) 286 (71,3) 86 (21,4) 15 (3,7) 9 (2,2) 5 (1,2)

kookactiviteit (n= 435) 61 (14,0) 193 (44,4) 27 (6,2) 150 (34,5) 4 (0,9)

maken van orthesen (n= 416) 395 (95,0) 18 (4,3) 1 (0,2) 0 2 (0,5)

andere (n= 109) 53 (48,6) 17 (15,6) 10 (9,2) 10 (9,2) 19 (17,4)

ADL= Activiteiten van het Dagelijks leven

Van de 109 ergotherapeuten die antwoorden dat ze nog andere taken op zich nemen, hebben 56 ergotherapeuten (51,4%) vernoemd welke taak dit is. Tien ergotherapeuten (17,9%) vernoemen animatie of recreatie activiteiten. Daarnaast worden onder andere therapieën zoals ROT en validation vernoemd, net zoals intergenerationale activiteiten. 7.4.2 Preventieve zorg (zie blz. 10)

De taak van ergotherapeuten binnen een rusthuis omvat ook deels een preventieve factor. Daarbij onderscheidt men drie vormen. Ten eerste de gezondheidsvoorlichting. In de vragenlijst hebben 427 ergotherapeuten geantwoord op de vraag omtrent preventie van vallen en decubitus. Daarvan passen 266 ergotherapeuten (62,3%) valpreventie en 203 (47,5%) decubituspreventie toe in het rusthuis.

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 28

Ten tweede is er de preventie inzake de ergonomie van de medewerkers. In de vragenlijst hebben 418 ergotherapeuten geantwoord op de vraag

omtrent ergonomie. Daaruit bleek dat 160 ergotherapeuten (38,3%) preventief te werk gaan op het vlak van ergonomie.

Ten derde is er de preventie inzake de woonomgeving van de bewoner. Dit werd niet nagegaan in de vragenlijst. Uit de vragenlijst blijkt wel dat er 27 ergotherapeuten zijn die een andere vorm van preventie toepassen. Daarvan geven 16 ergotherapeuten (59,3%) aan dat ze comfortzorg en PDL toepassen, drie ergotherapeuten (11,1%) geven de palliatieve zorg vorm en drie andere ergotherapeuten (11,1%) zijn actief inzake het tilbeleid in de instelling.

7.4.3 Geven van consult, advies en ondersteuning (zie blz. 10)

Men onderscheidt drie vormen: consult aan de cliënt, de mantelzorger of het team. De resultaten van de rondvraag bij de Vlaamse ergotherapeuten in de rusthuizen wordt weergegeven in tabel 11.

Tabel 11: Mate waarin Vlaamse ergotherpeuten consult en advies geven geven van consult en advies totaal nooit sporadisch meestal altijd

n (%) n (%) n (%) n (%)

aan cliënt 430 10 (2,3) 101 (23,3) 214 (49,8) 105 (24,4)aan team 434 13 (3) 159 (36,6) 181 (41,7) 81 (18,7)aan mantelzorger 421 70 (16,6) 194 (34,3) 120 (28,5) 37 (8,8)aan andere 92 56 (60,9) 12 (13,0) 16 (17,4) 8 (8,7)

De anderen waar 36 ergotherapeuten consult en advies aan geven zijn vooral de familie (n= 11; 30,6%) en de vrijwilligers (n= 9; 25,0%).

Ten vierde geven ergotherapeuten ook ondersteuning. Daarmee bedoelt men het nabij zijn, aanwezig zijn bij belangrijke momenten voor de bewoners en de familie. Dit werd niet nagegaan in de vragenlijst.

7.4.4 Wetenschappelijk onderzoek (zie blz. 11)

Men geeft aan dat ergotherapeuten in hun werk in een rusthuis geconfronteerd worden met wetenschappelijk projecten. De resultaten.

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 29

van de bevraging bij de Vlaamse ergotherapeuten in de rusthuizen worden weergegeven in tabel 12.

Tabel 12: Het aantal ergotherapeuten werkzaam die een bepaalde vorm van wetenschappelijk onderzoek toepassen

vormen van wetenschappelijk OZ totaal aantal percentage

begeleiden scripties 433 140 32,3meewerken WO als subject 433 97 22,4meewerken aan WO 431 68 15,8zelfstandig uitvoeren WO 428 10 2,3andere 86 3 3,5

OZ= onderzoek, WO= wetenschappelijk onderzoek

De drie ergotherapeuten die een andere vorm van wetenschappelijk onderzoek doen, halen onder andere het doornemen van literatuur aan.

7.4.5 Bijdragen tot de ontwikkeling van het beroep (zie blz. 11) De ergotherapeuten werkzaam in rusthuizen kunnen ook bijdragen tot de ontwikkeling van hun beroep. De resultaten van de rondvraag bij de ergo-therapeuten in de Vlaamse rusthuizen worden in tabel 13 weergegeven.

Tabel 13: Het aantal ergotherapeuten werkzaam die op een bepaalde manier bijdragen tot de ontwikkeling van het beroep

ontwikkeling van beroep totaal aantal percentage

geven info rond bepaalde aspecten 436 282 64,7

deelname externe werkgroep 437 196 44,9

geven lezing 436 137 31,4

schrijven artikel voor tijdschrift 438 79 18,0

andere 77 13 16,9

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 30

Van de 13 ergotherapeuten die een andere manier aangeven om het beroep te ontwikkelen, antwoorden zeven ergotherapeuten (53,8%) dat ze vorming, bijscholing geven. 7.4.6 Evalueren van het beroepsmatig handelen (zie blz. 11)

De ergotherapeuten werkzaam in rusthuizen kunnen hun beroepsmatig handelen evalueren. Van de 434 ergotherapeuten die de vraag hebben ingevuld, blijkt dat 394 van hen (90,8%) deelneemt aan de cliënt/residentbespreking.

7.4.7 Interdisciplinaire en multidisciplinaire samenwerking (zie blz. 11)

Men onderscheidt hierin drie vormen van samenwerking: teamoverleg, samenwerken met interne en externe zorgverleners en deelnemen aan werkgroepen. De resultaten van de bevraging van de ergotherapeuten in de Vlaamse rusthuizen wordt weergegeven in tabel 14.

Tabel 14: Het aantal ergotherapeuten die interdisciplinair en multidisciplinair samenwerken

inter-multidisc. samenwerking totaal aantal percentage

disciplinaire vergadering 427 375 87,8interne werkgroep 431 349 80,9multidisciplinaire stafvergadering 429 306 71,3

7.4.8 Permanente vorming, ontwikkeling van individuele kennis en kunde Daarbij kan men ten eerste een documentatiesysteem ontwikkelen. Daarmee bedoelt men dat ergotherapeuten zich informeren en documenteren in functie van hun beroepsmatig handelen. Ten tweede kunnen ergotherapeuten ook deelnemen aan studiegroepen en kunnen ze opleidingen en bijscholingen volgen.

In de vragenlijst werd het aantal uren bijscholing dat de ergotherapeuten gevolgd hebben in het afgelopen jaar bevraagd. De resultaten worden weergegeven in tabel 15.

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 31

Tabel 15: Het aantal uren bijscholing dat de ergotherapeuten gevolgd hebben in het afgelopen jaar.

uren bijscholing aantal percentage

0 uur 26 6,3

1-8 uur 100 24,2

8,5-16 uur 99 23,9

17-24 uur 64 15,5

24,5-32 uur 48 11,6

33-40 uur 32 7,7

> 40 uur 45 10,9

414 100 totaal

Gemiddeld volgen de ergotherapeuten 21,3 uren bijscholing. De mediane waarde ligt op 15 uur. Er hebben 419 ergotherapeuten weergegeven of het huidig aanbod bijscholing voldoet aan hun behoefte. Voor 247 ergotherapeuten (58,9%) voldoet het huidig aanbod tegenover 172 ergotherapeuten (41,1%) waarvoor het huidig aanbod bijscholingen niet voldoet aan hun behoeften. Er werd gevraagd om voorstellen te doen rond thema’s waar men graag meer bijscholingsactiviteiten zou rond georganiseerd zien. Tweehonderdenzes voorstellen werden geformuleerd. Het meest vernoemde thema was praktische bijscholing rond zintuiglijke stimulatie zoals snoezelen, aromatherapie en dergelijke. Dit werd vernoemd door 35 ergotherapeuten (17,0%). Daarnaast waren er 31 ergotherapeuten (15,0%) die een bijscholing omtrent PDL en comfortzorg suggereerden. Een bijscholing over psychogeriatrie, dementie en psychiatrie werden door 24 ergotherapeuten (11,7%) aangehaald. 7.4.9 Management, beheer op het niveau van de ergotherapie (zie blz. 12)

Hieronder categoriseert men vier functies. Ten eerste zijn er de leidinggevende opdrachten zoals het vertegenwoordigen en coördineren van het ergoteam en het leiden van projectgroepen. Dit werd niet bevraagd.

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 32

Ten tweede is er het beheer. In welke mate de ergotherapeuten deze zaken toepassen in hun dagelijkse praktijk binnen het rusthuis, wordt weergegeven in tabel 16.

Tabel 16: Het aantal ergotherapeuten die bepaalde taken in verband met management en beheer op het niveau van ergotherapie uitvoeren.

management, beheer totaal aantal percentage

beheer materiaal 435 390 89,7

beheer hulpmiddelen 430 291 67,7

jaarverslag 431 251 58,2

begroting eigen dienst 430 174 40,5

Ten derde omvat het de externe contacten. In welke mate de ergothe-rapeuten ingaan op deze contacten, wordt weergegeven in tabel 17.

Tabel 17: Het aantal ergotherapeuten die bepaalde taken in verband met management en beheer op het niveau van ergotherapie uitvoeren.

management, beheer totaal aantal percentage

overleg interne diensten 430 353 82,1

externe contacten 431 243 56,4

Ten vierde omvat de taak van de ergotherapeut ook een deel kwaliteitszorg. In welke mate de ergotherapeuten dit toepassen in hun dagelijkse praktijk, wordt weergegeven in tabel 18.

Tabel 18: Het aantal ergotherapeuten die kwaliteitszorg uitvoeren.

management, beheer totaal aantal percentage

kwaliteitszorg 429 330 76,9

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 33

7.4.10 Geven van onderwijs en begeleiding (zie blz. 12)

De taak van ergotherapeuten binnen een rusthuis omvat onder andere het begeleiden van studenten in hun leerproces en scripties. Daarnaast omvat het ook het verzorgen van opleiding en het verstrekken van informatie met betrekking tot ergotherapie. De resultaten van de bevraging omtrent het geven van onderwijs en begeleiding van de ergotherapeuten in de Vlaamse rusthuizen, wordt weergegeven in tabel 19.

Tabel 19: Het aantal ergotherapeuten die onderwijs en begeleiding geven.

onderwijs en begeleiding totaal aantal percentage

info omtrent ergo 428 345 80,6

begeleiden studenten 434 330 76,0

begeleiden scripties 430 135 31,4

7.4.11 Niet specifiek ergotherapeutische activiteiten, deelactiviteiten en taken

Heel dikwijls vervullen ergotherapeuten taken die aanverwant zijn aan hun beroepseigen activiteiten en die ook stroken met hun competenties. Diverse factoren binnen een woon- en zorgcentrum kunnen bepalend zijn om in de concrete werking deze opdrachten aan de ergotherapeut toe te wijzen: individuele kwaliteiten van de ergotherapeut, de historische context, een taakverdeling binnen het team zijn hier voorbeelden van.

De resultaten van de bevraging geven een overzicht van het aantal ergotherapeuten die deze taken op zich nemen. De gegevens worden weergegeven in tabel 20.

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 34

Tabel 20: Het aantal ergotherapeuten die een bepaalde niet specifiek ergotherapeutische activiteit op zich nemen.

niet-specifiek ET activiteiten totaal aantal percentage

animatieve activiteiten 432 382 88,4

coordinate animatie 426 231 54,2

palliatieve zorg 426 210 49,3

coördinatie vrijwilligers 429 200 46,6

organisatie bewonersraad 430 171 39,8

organisatie familieraad 423 91 21,5

andere 74 18 24,3

ET= ergotherapeutische

De 18 ergotherapeuten die aangeven dat ze nog andere niet specifiek ergotherapeutische activiteiten uitvoeren, halen daarbij onder andere pastorale activiteiten en het samenstellen van het huiskrantje aan. 7.4.12 De belangrijkste knelpunten in het werk van een ergotherapeut in een rustoord, rust- en verzorgingstehuis of woon-, zorgcentrum In totaal zijn er 310 antwoorden geformuleerd op deze vraag. Daarbij is het mogelijk dat één ergotherapeut verschillende knelpunten aanhaalt. De vijf meest aangehaalde knelpunten worden in tabel 21 weergegeven. Tabel 21: Het aantal ergotherapeuten die bepaalde knelpunten binnen hun

werk aanhalen.

knelpunten aantal percentage

profilering 84 27,1begrenzing, overlap animatie 80 25,8niet gekend, gerespecteerd door andere discip lines 42 13,5tijdsgebrek 23 7,4vooral u itvoeren van groepsact. 11 3,5

Act.= activiteiten

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 35

7.4.13 Wat zijn de toekomstige ontwikkelingen in de residentiele ouderenzorgsector en de gevolgen voor ergotherapie? In totaal zijn er 282 antwoorden geformuleerd op deze vraag. Daarbij is het mogelijk dat één ergotherapeut verschillende antwoorden heeft gegeven. De vijf meest aangehaalde ontwikkelingen en hun implicaties voor ergotherapie worden in tabel 22 weergegeven.

Tabel 22: Het aantal ergotherapeuten die bepaalde ontwikkelingen binnen de residentiele zorgsector en de gevolgen hiervan op

ergotherapie aanhalen.

ontwikkelingen aantal percentage

stijgen van aantal ouderen, zorgbehoefdheid dus PDL, comfortzorg,… 120 42,6individueler werken 59 20,9ET aan huis 22 7,8huiselijker, leefgroepen 16 5,7mondiger, veeleisender worden van cliënt/familie 15 5,3

PDL= passiviteiten van het dagelijks leven, ET= ergotherapie

7.4.14 Geografische verschillen Voor alle activiteiten vernoemd in de vragenlijst werd aan de hand van Chi-kwadraat test nagegaan of er significante verschillen zijn tussen de provincies. In tabel 23 zijn enkel die taken opgenoemd waarbij een significant verschil tussen de provincies is gevonden. Voor de activiteiten ‘advies aan mantelzorgers’ zijn de gegevens van altijd advies geven, in rekening genomen.

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 36

Tabel 23: Activiteiten waarvoor geografische verschillen bestaan tussen het relatief aantal ergotherapeuten per provincie die ze uitvoeren.

activiteit OV WV A L Vl B

n (%) n (%) n (%) n (%) n (%)

huishoudelijke activiteiten *** 95 (77,9) 86 (82,7) 59 (52,7) 29 (63,0) 41 (73,2)

muziekactiviteiten ** 107 (87,7) 83 (79,8) 73 (65,2) 34 (73,9) 38 (67,9)

advies aan de mantelzorger * 13 (10,7) 9 (9,1) 3 (2,9) 8 (18,2) 4 (7,5)

geven van een lezing * 36 (29,8) 34 (33,0) 44 (39,3) 6 (13,3) 17 (30,9)

deelname aan ext. werkgr. * 44 (36,4) 57 (55,9) 53 (47,3) 17 (37,0) 25 (44,6)

deelname aan disciplinaire vergaderingen ** 113 (92,6) 89 (85,6) 94 (85,9) 32 (69,6) 47 (83,9)

maken van jaarverslag * 72 (59,0) 71 (68,3) 57 (50,9) 25 (54,3) 26 (46,4)

begroting eigen dienst, beheer budget * 43 (35,2) 45 (43,3) 44 (39,3) 26 (56,5) 16 (28,6)

coördinatie vrijwilligers ** 72 (59,0) 49 (47,1) 40 (35,7) 20 (43,5) 19 (39,9)

organisatie bewonersraad ** 60 (49,2) 48 (46,2) 29 (25,9) 16 (34,8) 18 (32,1)

organisatie familieraad ** 26 (21,3) 33 (31,7) 15 (13,4) 11 (23,9) 6 (10,7)

palliatieve zorg * 69 (56,6) 37 (35,6) 55 (49,1) 19 (41,3) 30 (53,6)

animatieve activiteiten ** 112 (91,8) 91 (87,5) 86 (76,8) 42 (91,3) 51 (91,1) ext.werkgr.= externe werkgroep, OV= Oost-Vlaanderen, WV= West-Vlaanderen, A= Antwerpen, L= Limburg, Vl B= Vlaams Brabant, * (p<0.05), ** (p<0.01), *** (p<0.01), verschillen aan de hand van de Chi-kwadraat test. 7.4.15 Methodisch werken

Zoals eerder aangegeven, is men nagegaan in hoeverre de ergotherapeuten de stappen in het ergotherapeutisch proces doorlopen (zie tabel 9). In verdere analyse werd nagegaan hoeveel ergotherapeuten methodisch werken. Hieronder wordt het doorlopen van de eerste vier stappen verstaan. De laatste stap, het verlenen van nazorg werd buiten beschouwing gelaten omdat deze stap in een rust- en verzorgingstehuis niet altijd duidelijk te onderscheiden valt van de andere stappen. Uit de vragenlijst blijkt dat 183 ergotherapeuten (41,6% met n= 440) methodisch werken

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 37

Aan de hand van de Chi-kwadraat test werd nagegaan of er verschillen bestaan in het uitvoeren van bepaalde activiteiten tussen de ergotherapeuten die methodisch werken en diegene die niet alle vier de stappen doorlopen. In tabel 24 worden de activiteiten waarvoor een significant verschil bestaat, weergegeven. Tabel 24: Activiteiten waarvoor een significant verschil bestaat tussen het relatief aantal ergotherapeuten die methodisch werken en niet methodisch

werken.

rolstoeltraining * transfertraining *** groepsgymnastiek *

n (%) n (%) n (%)

methodisch werken (n= 183) 57 (31,7) 82 (44,8) 128 (69,9)

niet methodisch werken (n= 257) 58 (22,6) 76 (29,6) 203 (79,0)

* (p<0.05), ** (p<0.01), *** (p<0.01), verschillen aan de hand van de Chi-kwadraat test. Er blijkt geen significant verschil te bestaan tussen het aantal taken die men opneemt. Als men methodisch werkt neemt men gemiddeld 10,6 taken op zich terwijl men gemiddeld 10,2 taken op zich neemt als men niet methodisch handelt. . 7.4.16 Ergotherapie en animatie

De antwoorden van de 144 ergotherapeuten die naast hun functie als ergotherapeut ook animatie op zich nemen, werden nader bekeken. Er is nagegaan of zij samenwerken met andere disciplines in vergelijking met de ergotherapeuten die geen animatie op zich nemen. Blijkt dat ergotherapeuten die een animatie functie op zich nemen significant minder samenwerken met de maatschappelijk werker (n= 55, 38,2% met p<0.05) en leerkrachten (n=58, 40,3% met p<0.05). 7.5. Bespreking

In Vlaanderen zijn er 725 rusthuizen waar ergotherapeuten werken. In totaal zijn er 891 ergotherapeuten werkzaam in de Vlaamse woon- en zorgcentra.

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 38

In totaal werden 826 vragenlijsten verstuurd waarvan 440 vragenlijsten ingevuld werden teruggestuurd. De respons is matig. Uit dit verkennend onderzoek is gebleken dat de ergotherapeuten in de Vlaamse woon- en zorgcentra veelal jonge mensen zijn met een beperkte beroepservaring. Een minderheid is lid van het VE. Als diensthoofd hebben ze meestal de algemene directie die meestal een verpleegkundig diploma heeft. De meeste instellingen hebben al een taakomschrijving van ergotherapie. De ergotherapeuten werken meestal over de ganse instelling, tijdens de kantooruren en hebben meestal uitvoerende taken. De meeste tijd besteedt men aan groepsbenaderingen, namelijk gemiddeld ongeveer één derde van een FTE. Het verschil met de tijd die men gemiddeld besteedt aan de individuele benadering bedraagt ongeveer twee uur. Toch blijkt dat de drie activiteiten die men dagelijks het meeste uitvoert als ergotherapeut voornamelijk individuele activiteiten zijn namelijk maaltijdbegeleiding, ADL wassen en kleden en comfortzorg. Meer dan de helft van de ergotherapeuten in de woon- en zorgcentra nemen dagelijks de maaltijdbegeleiding op zich. Minder dan de helft van de ergotherapeuten nemen dagelijks de ADL wassen en kleden en de comfortzorg op zich. Quasi geen ergotherapeuten maken orthesen. En meer dan de helft van de ergotherapeuten geven nooit rolstoel en/of transfertraining. Ongeveer éénderde van de ergotherapeuten neemt ook de functie animatie en/of activiteitenbegeleidster op zich. Bij de vraag of men animatieve activiteiten doet, antwoorden bijna alle ergotherapeuten positief. De helft neemt ook de coördinatie animatie op zich. Hieruit kan men besluiten dat niet alle ergotherapeuten die animatieve activiteiten uitvoeren, vinden dat ze een functie animatie op zich nemen. Uit de gegevens blijkt dat de ergotherapeuten die de taak animatie en/of activiteitenbegeleidster op zich nemen, minder zouden samenwerken met maatschappelijk assistenten en leerkrachten.

Quasi alle ergotherapeuten werken samen met verpleegkundigen en verzorgden, kinesitherapeuten en animatie. Bijna alle ergotherapeuten werken samen met vrijwilligers. Daarnaast hebben de ergotherapeuten disciplinair- en interdisciplinair contact via vergaderingen en werkroepen. Bijna alle ergotherapeuten nemen deel aan de cliënt/residentbe-

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 39

sprekingen en de disciplinaire vergadering. Ongeveer zeven op tien ergotherapeuten neemt deel aan de multidisciplinaire vergadering. Bijna alle ergotherapeuten in de Vlaamse woon- en zorgcentra plegen overleg met interne diensten en iets meer dan de helft pleegt overleg met externe diensten. Daarnaast zitten bijna alle ergotherapeuten in een interne werkgroep terwijl minder dan de helft in een externe werkgroep meewerkt. De vijf stappen in het ergotherapeutisch proces voeren de ergotherapeuten meestal uit. De stap die het minst wordt uitgevoerd is het verlenen van nazorg. De stap die het vaakst wordt uitgevoerd is het evalueren van de behandeling. Toch werkt minder dan de helft van de ergotherapeuten op een methodisch manier. Het methodisch werken kan gekoppeld worden aan transfer- en rolstoeltraining terwijl het niet methodisch werken kan gekoppeld worden aan groepsgymnastiek. Meer dan de helft van de ergotherapeuten doet aan valpreventie terwijl minder dan de helft decubituspreventie op zich neemt. En er wordt nog minder ergonomisch advies gegeven. Als men nagaat hoe vaak men advies geeft, gebeurt dit aan het team meestal. De helft van de ergotherapeuten geeft meestal advies aan de cliënt terwijl de mantelzorger krijgt in éénderde van de gevallen sporadisch advies. Ongeveer éénderde van de ergotherapeuten begeleidt scripties. Op andere vlakken gaat er heel weinig aandacht naar wetenschappelijk onderzoek: het geven van een lezing of het schrijven van een artikel voor een tijdschrift wordt door weinig ergotherapeuten gedaan. Naast scriptiesbegeleiden, geven bijna alle ergotherapeuten info omtrent ergotherapie. Een meerderheid begeleidt studenten. De helft van de ergotherapeuten volgt tussen de 1 en 16 uur bijscholing. Meer dan de helft is tevreden met het huidig aanbod van bijscholingen. En indien men voorstellen omtrent bijscholing formuleert gaat dit meestal over zintuiglijke stimulatie en/of PDL en comfortzorg. De meeste ergotherapeuten geven aan dat ze aan kwaliteitszorg doen. Bijna alle ergotherapeuten beheren hun materiaal. De meesten beheren ook de hulpmiddelen en maken een jaarverslag. Minder dan de helft van de ergotherapeuten maakt een begroting op voor de eigen dienst.

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 40

De twee belangrijkste knelpunten die de ergotherapeuten aangeven zijn problemen omtrent de profilering en de begrenzing en/of overlap met animatie. Eerdere gegevens bevestigen dat vele ergotherapeuten deze twee taken combineren waardoor de begrenzing inderdaad moeilijker wordt. Naar de toekomst toe, voorspelt men een stijging van het aantal ouderen met daarmee gepaard gaan het stijgen van de zorgbehoevendheid. Dit zou op zijn beurt het accent leggen op PDL, comfortzorg enz. Dit sluit aan bij de bovengenoemde hiaten in het vormingsaanbod. 7.6. Discussie en conclusie

7.6.1 Beperkingen van het onderzoek Om de gegevensverzameling en -verwerking op een zo uniform mogelijke manier aan te pakken, werden er werkvergaderingen tussen de verschillende leden van de werkgroep georganiseerd. Toch kunnen er nog systematische fouten in de gegevens van de verschillende provincies zijn geslopen. Bij het samenvoegen van de gegevens blijven deze hiaten bestaan. Zo is er bijvoorbeeld niet in alle provincies een herhalingsonderzoek uitgevoerd.

7.6.2 Aanbevelingen voor verder onderzoek

In verder onderzoek kan men nagaan waarom bepaalde taken weinig door ergotherapeuten in de Vlaamse rust- en verzorigngstehuizen worden opgenomen. Aan de hand van de verzamelde gegevens kan men de knelpunten belichten zodat men actiepunten kan ontwikkelen om deze taken uit te bouwen in de praktijk. Deze studie kan ook aanleiding geven tot een kwalitatief onderzoek naar de beleving van de ergotherapeuten omtrent de dualiteit animatie – ergotherapie. Op die manier kan in de praktijk de afbakening en profilering van ergotherapie ten opzichte van animatie plaatsvinden.

Naar analogie van dit onderzoek kan men het functieprofiel van de ergotherapeut in andere settings omschrijven en onderzoeken. Dit draagt

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 41

bij tot de profilering van ergotherapie in de voorzieningen voor ouderen en naar de buitenwereld toe. 7.7. Besluit

Vele mensen hebben de ontwikkeling van en het onderzoek omtrent het functieprofiel van de ergotherapeuten in de Vlaamse rust- en verzorgingstehuizen mogelijk gemaakt. Hopelijk mag dit geen eindpunt zijn maar een tussenstation naar het uiteindelijke doel om ergotherapie in de Vlaamse rust- en verzorgingstehuizen verder te professionaliseren en te profileren. 7.8. Onderzoeksgroep

Artevelde Hogeschool Gent promotor: Patricia De Vriendt student: Ingrid De Buck EHSAL Europese Hogeschool Brussel promotor: Anne De Vesse student: Karla Hulpiau Hogeschool Antwerpen promotor: Hilde Cuylie student: Femke Meeusen Hogeschool Gent promotor: Wivina De Keyser student: Lies Taillieu Hogeschool West-Vlaanderen promotor: Linda Nuyttens student: Liesje Lagrou Provenciale Hogeschool Limburg promotor: Rudi Ghysels en Jan Valy student: Merel Schols

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 42

Bijlage 1 Begrippenlijst In deze lijst geven wij een verduidelijking betreffende enkele kern-begrippen binnen de ergotherapie. Wij hebben hier vooral duidelijkheid betracht voor mensen die minder vertrouwd zijn met ergotherapie, de omschrijvingen zijn hierop afgestemd. A.D.L. Activiteiten van het dagelijkse leven zoals: eten en

drinken, lichaamsverzorging, aan- en uitkleden, toilet en continentie, transfer (gaan liggen, gaan zitten, gaan staan ..).

Anamnese (hetero-) Informatie afkomstig van anderen dan de cliënt zelf, bijvoorbeeld partner of familie.

Assessment Het proces van het verzamelen van die informatie, die relevant is voor het opstellen van een behan-delplan.

Beperking Een verlies of afwijking van het vermogen van een persoon om activiteiten te verrichten.

Canadian Occupational Performance Measure (COPM)

Het COPM is een meetinstrument ontworpen voor en door ergotherapeuten om op individueel niveau veranderingen in de zelfperceptie van de cliënt met betrekking tot zijn handelen te kunnen vaststellen.

Cliënt Elk individu, groep of organisatie die met de ergo-therapeut een samenwerkingsrelatie kan aangaan.

Evidence-based practice EBP

Dit is een besluitvormingsproces, waarbij klinische beslissingen genomen worden op basis van het best beschikbare bewijs, de kennis en ervaring van de paramedicus en de waarde en voorkeur van de individuele patiënt. Het is met andere woorden praktijk die gebaseerd is op bewijsvoering en effectiviteit.

Handelen en de re-latie met taak - acti-viteit

Handelen is niet gelijk aan taak of activiteit. Handelen omvat diverse taken en is gerelateerd aan de diverse rollen van een persoon. Een activiteit zien is de basiseenheid van een taak

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 43

Een taak bestaat uit een serie doelgerichte activi-teiten. Het handelen is breder dan een taak of activiteit. Waar taken en activiteiten direct gericht zijn op vervullen van bepaalde doelen, geeft het handelen betekenis (occupation) aan het leven. Het handelen is een complex proces waarin een persoon behoeftes en doelen vervult in interactie met zijn omgeving. De complexiteit is niet zichtbaar omdat de betekenis, doelen, waarden en overtuigingen achter het menselijk handelen niet direct waarneembaar zijn. (Volgens Law et al.,1996: In Townsend et al., 1997, 2002: auteurs van CMOP)

Interventie De ergotherapeutische interventie is gericht op het handelen. Ervaart de cliënt geen problemen in het handelen, dan is er op dat moment geen reden voor ergotherapeutische interventie. Observeert de ergotherapeut functiestoornissen die niet direct relatie hebben met (problemen in) het handelen van die persoon, dan is er niet direct een reden voor de ergotherapeut zich hiermee bezig te houden, en kan er doorverwezen worden naar een andere discipline. De therapeutische relatie wordt fundamenteel ge-kenmerkt door een cliëntgerichte aanpak, een vorm van partnerschap.

Intervisie Intervisie is een vorm van deskundigheids-bevordering, een methodiek waarbij de eigen deskundigheid binnen de organisatie wordt benut en verder wordt ontwikkeld met als doel het bevorderen van de kwaliteit van het werk. Dit meedenken gebeurt niet door het aandragen van oplossingen maar door het stellen van vragen om zo met behulp van eigen analytisch en probleem-oplossend vermogen zicht te krijgen op het ingebrachte probleem en hoe hierin te handelen.

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 44

PDL – passiviteiten van het dagelijks leven

Het complex van handelingen, maatregelen en voorzieningen dat bijdraagt tot optimale bege-leiding, verzorging en verpleging van mensen bij wie zelfzorgtekorten niet zijn terug te dringen zijn.

In PDL onderscheidt men zeven onderdelen, de zogenaamde factoren. Deze zeven PDL-factoren zijn: Liggen, Zitten, Gewassen Worden, Gekleed Worden, Verschoond Worden, Verplaatst Worden, Gevoed Worden. Zie ook: www.stichtingpdl.nl

Peer-review Collegiale toetsing (peer review) is een methode om de kwaliteit van geschreven werk te verbeteren door het werk te onderwerpen aan de kritische blik van een aantal gelijken van de auteur.

Reminiscentie Een methode om verwerkte herinneringen op te roepen door de deelnemer iets te laten waarne-men wat aan een vroegere ervaring doet denken en/of vragen over vroeger te stellen en vervolgens te helpen deze herinneringen mondeling, schrif-telijk of beeldend vorm te geven.

Validation - groepsvalidation

Validation is een methodiek om beter met demen-terende oudere mensen te kunnen communiceren.Hun innerlijke wereld is vol gevoelens die hen overstelpen. Het zijn gevoelens van verdriet, boosheid, angst, maar ook liefde. Ze willen nuttig zijn, gezien worden en intimiteit en liefde de-len. Het is mogelijk hen daarin te volgen en hen in hun gevoelens te bevestigen. De ‘waarheid’ is daarbij niet belangrijk, hun eigen werkelijkheids-beleving des te meer. In plaats van dementerende oudere mensen te corrigeren, wordt geprobeerd in te gaan op de emotionele behoeften die achter ge-drag of woorden schuilgaan. Validation reikt daar-toe een verzameling technieken aan.

VE Vlaams Ergotherapeutenverbond VZW

Zelfredzaamheid Het zelfstandig uitvoeren van de activiteiten van het dagelijkse leven, ook inhoudend: het desnoods hulp vragen als men bepaalde items niet zelfstan-dig kan uitvoeren.

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 45

Bijlage 2 De werkgroep Op vraag van het VE werd een werkgroep in het leven geroepen om dit beroepsprofiel uit te werken. Met een 15- tal deelnemers is de groep met zijn activiteiten gestart in januari 2004. Er is vrij intensief gewerkt aan de uitgangspunten van dit profiel en steeds was er ook een toetsing met het werkveld en betrokken collega’s. De personen van de eigenlijke werkgroep zijn in de onder-staande lijst opgenomen. Naast deze groep willen wij ook alle mensen danken die de teksten kritisch hebben nagelezen, enquêtes hebben ingevuld en de werkgroep hebben gesteund in dit opzet. Bien Claes Ergotherapeute, WZC Den Olm, Bonheiden Dirk Vandercruysen

Ergotherapeut, WZC Sint Vincentius; Zaffelare

Dirk Watthy Ergotherapeut, diensthoofd AZ Damiaan, Oostende, lesgever KHBO Opleiding. Ergotherapie Ergotherapeute, Els Penneman Verpleegtehuis Joostens, Sint-Antonius Zoersel

Geert Deschacht Ergotherapeut – directeur Wzc. Nottebohm

Heleen Debaene Ergotherapeute, Merkem Seniorenzorg, Merkem

Hildegard Cuylle Ergotherapeute, lesgeefster HIKE, Hogeschool Antwerpen Inge Melis Ergotherapeute – Wzc. Nottebohm, Antwerpen Jan Valy Ergotherapeut, lesgever PHLimburg, Hasselt Jonny Peeters Ergotherapeut, voorzitter VE VZW

Karen Maselis Ergotherapeute, RVT Bilzenhof, Antwerpen

Koen Geenen Ergotherapeut, Opleidingscoördinator Ergotherapie, KHKempen, Geel

Linda Nuyttens Ergotherapeute, lesgeefster HIEPSO, Hogeschool West-Vlaanderen Kortrijk – Wzc De Meers, Waregem

Mieke Van Acker Ergotherapeute, WZC Herdershove, Brugge,

KHBO Opl. Ergotherapie Patricia De Vriendt Ergotherapeute, Gerontologe,

Lesgeeftster Arteveldehoge-school, Gent Rita Bijnens Ergotherapeute, RVT Zonnestraal, Hasselt Rudi de Henau Ergotherapeut, lesgever EHSAL, Brussel Vera Beuselinck Ergotherapeute, lesgeefster Arteveldehogeschool Gent Wivina De Keyser Ergotherapeute, lesgeefster Vesalius, Hogeschool Gent

Functieomschrijving Ergotherapeut in RVT of Woon- en Zorgcentrum pagina 46