Inhoud - AOSL · parallelsessie kiezen. Elke sessie duurt 60 minuten. Aan de hand van de informatie...

28

Transcript of Inhoud - AOSL · parallelsessie kiezen. Elke sessie duurt 60 minuten. Aan de hand van de informatie...

Page 1: Inhoud - AOSL · parallelsessie kiezen. Elke sessie duurt 60 minuten. Aan de hand van de informatie in dit boekje kunt u vooraf of tijdens het symposium sessies kiezen. U kunt niet
Page 2: Inhoud - AOSL · parallelsessie kiezen. Elke sessie duurt 60 minuten. Aan de hand van de informatie in dit boekje kunt u vooraf of tijdens het symposium sessies kiezen. U kunt niet

2

Inhoud

Voorwoord ............................................................................................................................. 3

1. Programma ....................................................................................................................... 4

2. Praktische informatie ......................................................................................................... 5

3. Informatie voor presentatoren en zaalvoorzitters ............................................................... 7

4. Overzicht posterpresentaties onderzoek 3e-jaars FLOS-studenten .................................... 9

5. Beschrijvingen 1e parallelsessie: 4e-jaars FLOS-studenten ...............................................11

6. Beschrijvingen 2e parallelsessie: zittende leraren en promovendi .....................................19

Page 3: Inhoud - AOSL · parallelsessie kiezen. Elke sessie duurt 60 minuten. Aan de hand van de informatie in dit boekje kunt u vooraf of tijdens het symposium sessies kiezen. U kunt niet

3

Voorwoord

Geachte symposiumdeelnemers,

Van harte welkom op de zesde editie van het AOSL-symposium, dit jaar onder de noemer ‘Koersen op

Kennis’ en georganiseerd door het samenwerkingsverband AOSL en het FLOS-lectoraat ‘Integratief

Opleiden & Boundary Crossing’. Het symposium is inmiddels uitgegroeid tot regionaal platform waar

leraren (in opleiding), (docent)onderzoekers, opleiders en scholen hun de aanpak en opbrengsten van

onderwijsontwikkeling en flankerend praktijkonderzoek met elkaar delen.

In opleidingstrajecten voor leraren is sprake van een hybride leeromgeving waarin verschillende

systemen en praktijken zoals die van het opleidingsinstituut, de schoolpraktijk en het onderzoek bij

elkaar komen. Verschillen tussen deze werelden worden soms als een belemmering of grens ervaren.

Die grenzen vormen niet alleen een hindernis, maar hebben ook een uitdagende en positieve kant.

We spreken dan van leerpotentieel van grenssituaties waarin mensen inspanningen leveren om

positief en productief met ervaren grenzen om te gaan. Daardoor ontstaan nieuwe praktijken en

aanpakken. Dit vereist van leraren in opleiding, hun opleiders en scholen dat ze (leren) bewegen

tussen en samenwerken met (professionals uit) andere praktijken en systemen. Samenwerken op en

over de ‘grenzen’ van schoolpraktijk, opleidingsinstituut en onderzoek wordt ook wel boundary

crossing genoemd. Het betekent voortdurend in beweging blijven en afstemmen op elkaar.

Professionals die dat doen zou je kunnen omschrijven als grensgangers. Vanuit dit perspectief gezien

vormt het symposium een belangrijke ontmoetingsplaats waar grensinteracties een kans krijgen.

Ook dit jaar is er op het symposium weer een gevarieerd en aantrekkelijk aanbod van bijna 70

bijdragen. Aan het begin van de middag neemt lerarenopleider wiskunde en lector Marjolein Kool van

de Hogeschool Utrecht ons mee in haar perspectief op opleiden en ontwikkelen. Daarna zijn er in twee

rondes met bijdragen van FLOS-studenten, scholen, leraren, AOSL-Leerwerkgroepen (LWG’s) en

FLOS-promovendi. Tussen de rondes door bestaat de mogelijkheid om in gesprek te gaan met de

makers van de posters: derdejaars studenten die kleinschalig actieonderzoek uitvoerden.

De beste bijdragen van studenten worden weer in het zonnetje gezet. Dit jaar is er niet alleen een prijs

voor de beste poster en het beste bachelor-afstudeerwerk. Er is ook een prijs voor het beste

afstudeerwerk van de eerste lichting FLOS-masterafgestudeerden beschikbaar. Genomineerden voor

de bachelorprijs zijn Michelle Hinssen (Ne), Tom van den Eijnden (Ge), Nick van Lieshout (Ge) en

Danielle Worley (En). Genomineerden voor de masterprijs zijn Ilona Koot (Ne) en Lionne Gerards

(Ne). Hun presentaties zijn in het programmaboekje speciaal gemarkeerd. Dat geldt eveneens voor de

presentaties van een aantal AOSL-Leerwerkgroepen (LWG).

Ik wens alle presentoren en bezoekers een inspirerende en plezierige middag toe.

Namens de symposiumcommissie

dr. Frank Crasborn, lector Fontys Lerarenopleidingen Sittard

Page 4: Inhoud - AOSL · parallelsessie kiezen. Elke sessie duurt 60 minuten. Aan de hand van de informatie in dit boekje kunt u vooraf of tijdens het symposium sessies kiezen. U kunt niet

4

1. Programma

Het plenaire deel vindt plaats in het Auditorium in het Fontysgebouw

Vanaf 12.45 uur: Inloop en ontvangst deelnemers symposium met koffie/thee

Tevens eerste mogelijkheid bekijken posterpresentaties

13.30 uur: Opening door dr. Frank Crasborn, lector Fontys Lerarenopleidingen

13.35-14.15 uur: Keynote door lerarenopleider wiskunde en lector Marjolein Kool

Het tweede deel van het symposium vindt plaats in het Fontysgebouw

(zie de symposium-bewegwijzering in het gebouw en vraag de student-hosts)

14.15-14.45 uur: Wisselronde en posterpresentaties (met koffie/thee)

14.45-15.45 uur: 1e ronde parallelsessies met onderzoekspresentaties

15.45-16.15 uur: Wisselronde en posterpresentaties (met koffie/thee)

16.15-17.15 uur: 2e ronde parallelsessies met onderzoekspresentaties

Het slot van het symposium vindt plaats in het Auditorium

17.15 uur: Prijsuitreiking beste poster/afstudeerprojecten door Frank Crasborn

17.30 uur: Sluiting en nazit met drankje en hapje (restaurant Fontys)

Page 5: Inhoud - AOSL · parallelsessie kiezen. Elke sessie duurt 60 minuten. Aan de hand van de informatie in dit boekje kunt u vooraf of tijdens het symposium sessies kiezen. U kunt niet

5

2. Praktische informatie

Symposiumcommissie

Frank Crasborn [email protected]

Jo Gardeniers [email protected]

Sandra Bisschop [email protected]

Marlies Vissers [email protected]

Marion van der Kleij [email protected]

Symposiumlocatie Fontys Lerarenopleiding Sittard Mgr. Claessensstraat 4 6131 AJ Sittard Tel. 08850-77088 Bereikbaarheid en parkeren Met de trein. Vanaf station Sittard is het 5 minuten lopen naar het Fontysgebouw dat naast de Sittardse schouwburg ligt. Komt u met de auto dan kunt u vlakbij betaald parkeren:

In de parkeerkelder van het Fontysgebouw (beperkt aantal plaatsen)

Op de gemeentelijke parkeerplaats direct naast het parkeerterrein van Fontys

Op de gemeentelijke parkeerplaats aan het einde van de parallelweg (sporthal) Deelname studenten Voor 3e- en 4e-jaars FLOS-studenten is actieve aanwezigheid op de symposiummiddag verplicht. Zelf inschrijvingsticket uitprinten en meenemen Nadat u heeft ingeschreven ontving u per e-mail een digitaal toegangsticket met daarop een barcode. Gelieve dit ticket zelf uit te printen en mee te nemen als toegangsbewijs. U hoeft niet apart in te schrijven voor de presentaties tijdens de parallelsessies. Die kunt u ter plekke kiezen. Ontvangst, badge en symposiumboekje De ingang voor het symposium is de hoofdingang van het Fontysgebouw (Mgr. Claessensstraat 4 te Sittard). Vanaf 12.45 uur kunt u zich aanmelden bij de informatiebalie. U ontvangt dan een badge met uw naam, het gedrukte symposiumboekje en een kopje koffie/thee.Tevens eerste mogelijkheid bezichtigen posterpresentaties. Infobalie en symposiumsecretariaat Tijdens de symposiummiddag is de informatiebalie, tevens symposiumsecretariaat, permanent operationeel. U kunt hier tijdens het symposium terecht met logistieke en praktische vragen. Sandra Bisschop en Marlies Vissers zullen u te woord staan. U kunt hen op die dag ook telefonisch bereiken via de conciërge onder nummer 08850-79611. Kiezen van presentaties in twee parallelsessies Na het plenaire openingsdeel vinden er twee rondes met parallelsessies plaats. Per ronde kunt u één parallelsessie kiezen. Elke sessie duurt 60 minuten. Aan de hand van de informatie in dit boekje kunt u vooraf of tijdens het symposium sessies kiezen.

U kunt niet vooraf intekenen voor bepaalde sessies. Op het symposium gaat u naar de sessies waar uw interesse naar uit gaat. Daarbij geldt het adagium ‘vol is vol’.

Tijdens een sessie van 60 minuten kunt u niet wisselen naar een andere parallelsessie. Posterpresentaties in twee wisselrondes Naast het volgen van onderzoekpresentaties in twee aparte rondes, kunt u tijdens twee wisselrondes in gesprek gaan met de makers van de onderzoekposters. Deze vorm maakt een actieve en meer persoonlijke uitwisseling met de onderzoekers mogelijk. Verderop in het programmaboekje treft u de titels van alle presentaties en posters aan, zodat u voor u interessante posters vooraf kunt selecteren.

Page 6: Inhoud - AOSL · parallelsessie kiezen. Elke sessie duurt 60 minuten. Aan de hand van de informatie in dit boekje kunt u vooraf of tijdens het symposium sessies kiezen. U kunt niet

6

Prijsuitreiking beste poster De posters van 3e-jaars FLOS-studenten worden door een onafhankelijke jury beoordeeld. Aan het eind van de middag wordt de prijs uitgereikt voor de beste poster. Van studenten wordt verwacht dat ze bij de prijsuitreiking aanwezig zijn. Prijsuitreiking bachelor en master ‘Beste Afstudeerpraktijkonderzoek 2017’ De AOSL-FLOS-prijs voor het ‘Beste Bachelor AfstudeerPraktijkOnderzoek’ en het ‘Beste Master AfstudeerPraktijkOnderzoek’ wordt toegekend door een deskundige jury, bestaande uit dr. Inne Vandyck (Universiteit Maastricht), dr. Paul Hennissen (De Nieuwste Pabo) en dr. Frank Crasborn (Fontys Lerarenopleiding). Helpdesk media-ict Zaalvoorzitters en presentatoren kunnen bij problemen met de mediavoorzieningen om assistentie ter plaatse vragen via telefoon 08850-79346. Frank Kersten zal u dan van dienst zijn. Koffie en thee Koffie en thee zijn doorlopend gratis beschikbaar in het restaurant van het Fontysgebouw. Nazit Na de afsluiting kunt u onder het genot van een drankje en een hapje napraten over de symposiummiddag.

Het volgende AOSL-symposium vindt plaats op donderdag 7 juni 2018 Ook dan bent u weer van harte welkom!

Page 7: Inhoud - AOSL · parallelsessie kiezen. Elke sessie duurt 60 minuten. Aan de hand van de informatie in dit boekje kunt u vooraf of tijdens het symposium sessies kiezen. U kunt niet

7

3. Informatie voor presentatoren en zaalvoorzitters

Hieronder treft u het formats en richtlijnen voor het verloop van de sessies aan:

Er zijn twee rondes met elk 13 parallelsessies waaruit gekozen kan worden door de symposiumbezoekers.

Beide rondes duren precies 60 minuten. Tijdens een ronde kan door bezoekers niet van lokaal gewisseld worden.

Tussen de twee rondes met parallelsessies is er 30 minuten tijd om te wisselen naar het lokaal van de gekozen sessie in de volgende ronde én om de opgestelde onderzoeksposters te bekijken en in gesprek te gaan met de makers.

Tijdens elke sessie is er in het betreffende lokaal een zaalvoorzitter aanwezig. Hij of zij introduceert de presentatoren, bewaakt de tijd en leidt het nagesprek.

In elke ronde bestaan de sessies uit een presentatie- en een vragen/discussiedeel (zie hieronder).

Als er in een sessie drie presentaties zijn duurt elke presentatie maximaal 15 minuten. Als er in een sessie twee presentaties zijn, duurt elke presentatie maximaal 20 minuten. De resterende tijd is bedoeld voor vragen en discussie. De start- en eindtijd van elke sessie en daarbinnen de presentatie- en discussietijd wordt (streng) bewaakt door de zaalvoorzitter.

Presentatoren in presentatieronde 1 en 2 dienen zelf een laptop en/of stick met hun (ppt) presentatie mee te nemen.

Wisselronde 1 en 2 posterpresentaties: van 14.15-14.45 uur en van 15.45-16.15 uur

Tijdens de wisselrondes kiest u een of meerdere opgestelde posters waarop verslag wordt gedaan van een kleinschalig onderzoek. U kunt kiezen uit een aanbod van 16 posters.

Directe interactie en uitwisseling staat centraal in deze presentatievorm. U loopt naar de betreffende poster en gaat met de makers in gesprek over het gepresenteerde onderzoek. U kunt zich daarbij bijvoorbeeld kort laten informeren over het onderzoek, naar aanleiding daarvan vragen stellen en/of gedachten en ideeën uitwisselen.

Page 8: Inhoud - AOSL · parallelsessie kiezen. Elke sessie duurt 60 minuten. Aan de hand van de informatie in dit boekje kunt u vooraf of tijdens het symposium sessies kiezen. U kunt niet

8

Page 9: Inhoud - AOSL · parallelsessie kiezen. Elke sessie duurt 60 minuten. Aan de hand van de informatie in dit boekje kunt u vooraf of tijdens het symposium sessies kiezen. U kunt niet

9

4. Overzicht posterpresentaties 3e-jaars FLOS-studenten (van 14.15-14.45 uur en van 15.45-16.15 uur)

1. Weet wat er speelt in de wereld Etiënne Koreman, Roy Cörvers, Lotte Leurs, Lisa van Buggenum Begeleiding: Reggie Berkers

2. Jeugdliteratureluurs M. Groenen, A. Landman, T. Roumen, R. Velraeds, A. Westerwoudt Begeleiding: Reggie Berkers

3. Beter lezen door differentiëren Myrna Lambrichts, Nadine Meisen, Amy Timmermans, Sandro Kremer, Kevin van Beveren Begeleiding: Reggie Berkers

4. Leercyclus van Kolb Dylan Sormani, Michael Smits, Benjamin Plant, Rik Peeters, Ray Nacken Begeleiding: Raf Ensinck

5. Motivatieproblemen in het mbo Moreno ten Bras, Stan Peters, Levi Heitbrink, Julia Simons Begeleiding: Raf Ensinck

6. Coöperatief leren Salwa Bounaj, Nataly Verheggen, Frederike van der Kop, Charlotte Spa Begeleiding: Raf Ensinck

7. Verwerkingsopdrachten na een demonstratieproef Jop Caris, Jurrian Zandberger Begeleiding: Meity Feher

8. Self-Efficacy en differentiëren Ruben Moonen, Solange Liégois, Cloë Notten Begeleiding: Meity Feher

9. Samen werken, samen leren in het vmbo Lotte Berendsen, Tom Sieben, Tom Westelaken Begeleiding: Meity Feher

10. Context en het leren van woordenschat? Rodney Strolenberg, Lisa Degens, Stan Hoofs, Sév Gardien Begeleiding: Bart Geurden

11. ‘Graded readers’ en leesattitude Siënna Concu, Robin Goertz, Melissa Jansen, Jana Janssen, Koos Korstjens Begeleiding: Bart Geurden

12. Energizers en aandacht Tiffany de Wind, Isabelle Tissen, Katja Rieken, Stephanie Velings, Maudy Mestemakers Begeleiding: Bart Geurden

13. “Hè bah, alweer grammatica?” Jarno Sijben, Paul Simons, Nadine Hendriks, Timo Heijmans Begeleiding: Bart Geurden

Page 10: Inhoud - AOSL · parallelsessie kiezen. Elke sessie duurt 60 minuten. Aan de hand van de informatie in dit boekje kunt u vooraf of tijdens het symposium sessies kiezen. U kunt niet

10

14. Coöperatief leren in geschiedenisonderwijs T. Coumans, C. Dohmen, E. van den Noordt, C. Schreurs, R. Verjans Begeleiding: Arjan Endeman

15. Begripsvorming in vmbo-geschiedenisonderwijs Giscard Delnoye, Thom Hochstenbach, Paul van Kessel, Luuk Buysrogge, Stef Geelen Begeleiding: Arjan Endeman

16. Actualiteit in de geschiedenisles L. Bartels, L. Dols, K. Golob, N. Nöllgen Begeleiding: Arjan Endeman

Page 11: Inhoud - AOSL · parallelsessie kiezen. Elke sessie duurt 60 minuten. Aan de hand van de informatie in dit boekje kunt u vooraf of tijdens het symposium sessies kiezen. U kunt niet

11

5. Presentaties 1e parallelsessie 14.45 – 15.45 uur

Ouderbetrokkenheid Lokaal 0.01

Zaalvoorzitter: Maurice Heemels

Ouderbetrokkenheid in het Praktijkonderwijs Bram Jacobs, teamleider BCPL ([email protected])

Het doel van dit project was om de ervaren ouderbetrokkenheid bij leerlingen, ouders en mentoren te verhogen door middel van een tweetal trainingen voor mentoren: een training ‘huisbezoek’ en een training ‘oudercontacten’. Onderzocht is welke invloed dit had op het schoolverzuim van leerlingen. De waargenomen ouderbetrokkenheid nam niet significant toe. Ook wat betreft schoolverzuim werd er geen significant verschil gemeten tussen de controle- en de experimentele groep. Hoe komt dit? Welke (andere) factoren spelen een rol? Wat zijn effectieve interventies en aanpakken? Zijn er verschillen tussen schooltypen en leerjaren?

Ouderbetrokkenheid 3.0 (LWG-AOSL-versterkingsproject)

Josje Nelissen([email protected]), Hans Hotterbeekx ([email protected])

Trevianum Scholengroep Sittard en Manuela Bertrand ([email protected]) LVO-Weert.

Leerlingen die de onderbouw veelal probleemloos doorlopen, lopen in de bovenbouw soms vast. Marktonderzoek en enquêtes tonen aan dat hiervoor de grotere stofeenheden in de bovenbouw, naast de vaak diepere stof, plús een deuk in de motivatie bij leerlingen de drie meest genoemde oorzaken zijn. Er wordt in de bovenbouw opeens een beroep gedaan op heel andere vaardigheden dan in de onderbouw. Daarnaast blijkt uit diverse onderzoeken dat de mate van ouderbetrokkenheid een positieve invloed heeft op de leerresultaten én het welbevinden van leerlingen. Zodoende heeft Trevianum in samenwerking met andere leden van de LWG een drietal thema-avonden ontwikkeld en uitgevoerd voor ouders én leerlingen. De drie thema’s zijn: leerstrategieën, plannen en motiveren.

Ontwerpen in en voor de praktijk Lokaal 0.02 Zaalvoorzitter: Maurice Smeets

PPL 2.0 J. Gerris-Nelis ([email protected]), M. Brouns ([email protected] ) en

D. Groteclaes-Bergenhuizen ([email protected]), Beroepscollege Parkstad Limburg Ook in de regio Parkstad zijn er scholen voor Praktijkonderwijs (PPL). De doelgroep betreft leerlingen met beperkte cognitieve vaardigheden. Een enkeling gaat verder met een vervolgopleiding niveau 1. De meerderheid verlaat de school weliswaar zonder diploma, maar met een arbeidsplek. Het betreft jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt. PPL is sinds twee schooljaren bezig met een herontwerp van het onderwijs waarbij gepersonaliseerd en effectief leren op school en op stage het uitgangspunt is. Onderwijs en ontwerpen in de praktijk is de methodiek waar voor gekozen is. Kenmerkend elementen daarbij zijn: geloof en vertrouwen in leerlingen, leren in authentieke contexten, functioneel rekenen en taal, meesterproef, certificering.

Doceren en leren door middel van ontwerptaken Dave van Breukelen ([email protected]), Opleider natuurkunde/techniek, Fontys University of Applied Sciences for Teacher Education Sittard Leerlingen worden steeds vaker geconfronteerd met een complexe maatschappij. Dit wordt mede veroorzaakt door een sterke verankering van wetenschap en techniek in de samenleving. Bètaonderwijs speelt hierop in door samenhang te creëren tussen mono-vakken, waarbij leerlingen leren middels ontwerptaken. Dit resulteert in een hoog vaardigheidsniveau maar teleurstellende leeropbrengsten m.b.t. kennisleren. Middels een promotieonderzoek naar dit verschijnsel zijn cruciale problemen blootgelegd en zijn didactische interventies geïmplementeerd die het leren van kennis door (technisch) ontwerpen verstreken. Een aantal opbrengsten van dit onderzoek worden tijdens deze sessie gepresenteerd.

Page 12: Inhoud - AOSL · parallelsessie kiezen. Elke sessie duurt 60 minuten. Aan de hand van de informatie in dit boekje kunt u vooraf of tijdens het symposium sessies kiezen. U kunt niet

12

Preventie van pestgedrag Lokaal 1.01

Zaalvoorzitter: Jos Meuwissen Lessencyclus pestpreventie (LWG-AOSL-versterkingsproject) Bert Pelt, Broeklandcollege ([email protected]), Ellen Hensen, leerlingbegeleidster Broeklandcollege, Debbie Savelkoul, LIO studente Fontys en Imane Anjjar,1e jaars studente pedagogiek In het huidige onderwijs komt naast de cognitieve overdracht zorg voor elkaar, zich veilig voelen steeds centraler te staan: zit een kind sociaal emotioneel in de knoei, komt de cognitieve ontwikkeling in gedrang. Om dit veilig klimaat te scheppen en te behouden is daarom een lessencyclus voor leerlingen om pesten te voorkomen ontwikkeld en in de praktijk getoetst. Dit heeft geresulteerd in een reeks van twee keer 6 lessen geënt op klas 1 en 2Het geeft het de mentor/docent voldoende handvatten om zonder teveel voorbereiding met dit onderwerp bezig te zijn.

Jongeren als coach (LWG-AOSL-versterkingsproject) Manel Manschot, DaCapo College te Sittard ([email protected]), Brigitte van Goethem Bernardinuscollege te Heerlen ([email protected]) en Frank Schure, Fontys Lerarenopleiding Sittard ([email protected])

Leerlingen op vo-scholen ervaren vaak problemen op het gebied van (cyber)pesten, culturele verschillen, gezinsproblemen etc. Het helpt om dergelijke probleem op een laagdrempelige manier aan te kaarten en te bespreken met leeftijdsgenoten. Het project ‘jongeren als coach’ is opgezet met als doel om leerlingen te leren dit soort problematieken bij medeleerlingen te signaleren en binnen school door te verwijzen. De leerling wordt in de rol van coach getraind in een aantal belangrijke sociale vaardigheden. Tijdens de bijeenkomst wordt het traject, de ervaringen van leerlingen en ouders gepresenteerd.

Differentiatie in de klas Lokaal 1.04

Zaalvoorzitter: Reggie Berkers Gedigitaliseerd maatwerk bio en aardrijkskunde (LWG-AOSL-versterkingsproject) Bart Peeters ([email protected]), Felix Peerboom ([email protected]), Bastiaan Vergoosen ([email protected])

Het beeld van een leerling, gekluisterd aan de smartphone is voor veel leraren herkenbaar. Leerlingen leven in een digitaal tijdperk en we kunnen daar legio risico’s van noemen, zoals minder interactie, concentratieverlies, gevaren van social media etc.De AOSL-leerwerkgroep (LWG) gedigitaliseerd maatwerk laat zien dat digitale hulpmiddelen ook positief kunnen bijdragen aan het onderwijs. Met het accent op maatwerk, plezier en samenwerkend leren hebben we leerlingen in lessen biologie en aardrijkskunde kennis laten maken met de meerwaarde van digitale hulpmiddelen. Over die meerwaarde vertellen we graag meer en staan daarbij open voor kritische, prikkelende vragen die tot discussie of dialoog leiden.

Gedifferentieerd samenwerkend leren bij geschiedenis en biologie (LWG-AOSL-versterkingsproject) J. Kohl, Eykenhagen College ([email protected]), M. Janssen, BC Broekhin ([email protected])

In onderzoek is aangetoond dat samenwerkend leren leidt tot verhoogde leerresultaten. Vanuit het AOSL-project LeerWerkGroepen (LWG) zijn de lessenseries ‘gedifferentieerd samenwerkend leren’ HV1 Geschiedenis/Biologie ontwikkeld. De lessenseries zijn geïnspireerd door ‘EduScrum’. De leerlingen werken in groepen en plannen en bepalen zelf hun activiteiten en houden hun voortgang bij. De leraar bepaalt de (eind)opdrachten en het te bereiken doel. De leraar speelt m.n. de rol van procesbegeleider. In deze presentatie geven we een schets van beide lessenseries, de bevinden van de leerlingen en de betrokken docent. Feedback uit het publiek kan bijdragen aan een verbeterde versie.

Page 13: Inhoud - AOSL · parallelsessie kiezen. Elke sessie duurt 60 minuten. Aan de hand van de informatie in dit boekje kunt u vooraf of tijdens het symposium sessies kiezen. U kunt niet

13

Talentontwikkeling Lokaal 1.04a Zaalvoorzitter: Peter Augustin

Talent bij het VMBO (LWG-AOSL-Versterkingsproject) Guusje van den Boogaert ([email protected]), Joyce Douven ([email protected]), Ineke Prick ([email protected]), Anouk Jacobs ([email protected])

Gepersonaliseerd onderwijs zou uit moeten gaan van talenten en ontwikkelpunten van de leerlingen Eén uitgangspunt om hierop in te spelen hierbij is het concept ‘meervoudige intelligentie’ (Gardner 1983). Doel van dit project het ontwikkelen en uitproberen van verschillende samenwerkingswerkvormen om leerlingen (meer) bewust te maken van hun talenten (matchen) en ontwikkelpunten (stretchen). Om talenten en leerstijlen van leerlingen in kaart te brengen gebruikt gemaakt van diagnostische instrumenten en interviews met leerlingen. Opbrengst voor de school zijn onder ander nieuwe werkvormen, testen en vragenlijsten.

Zelfregulerend leren en onderpresteren van leerlingen Leo van Duijvenbode, L ([email protected]) Dit onderzoek is op vwo 2 en 4 uitgevoerd door Peggy Prickaerts en Jos Gulpen

Zelfregulerend leren is één van de weinige interventies die positieve resultaten bij begaafde onderpresteerders oplevert. Het is een actief proces waarbij leerlingen vooraf doelen stellen en vervolgens hun eigen cognitie, motivatie en gedrag gaan monitoren en reguleren om deze doelen te realiseren. De prestaties van onderpresteerders kunnen aanzienlijk verbeteren wanneer zij getraind en gestimuleerd worden om de juiste leerstrategieën in te zetten.

Ontwikkeling van beginnende leraren Lokaal 1.05a Zaalvoorzitter: Pieter Janssen

Identiteitsontwikkeling van beginnende leraren Ella Ait Zaouit ([email protected]), Lerarenopleider Engels • Fontys University of Applied Sciences

De identiteitsvorming van beginnende leraren, oftewel hun teacher identity, staat de laatste jaren steeds meer in de onderzoeksbelangstelling. Een nog weinig onderzochte methodiek om grip te krijgen op teacher identity is portrait methodology. In mijn promotieonderzoek heb ik op exploratieve wijze onderzocht hoe portrait methodology kan bijdragen aan onderzoek naar teacher identity. Tijdens deze presentatie wordt u uitgenodigd om te reflecteren op uw eigen ‘teacher identity’ en op het onderzoeken van identiteitsontwikkeling.

Begeleidingsinstrument beginnende leraren (LWG-AOSL-Versterkingsproject) Nina Boots-Selder; Sint Ursula te Horn ([email protected]), Cristine Hermans, Blariacum college te Venlo ([email protected]), Manon Evers, Het Kwadrant te Weert ([email protected])

Veel jonge leraren wisselen regelmatig van school. Elke school anders om met het coachen, opleiden en begeleiden van deze starters. Om scholen en begeleiders van starters te ondersteunen een digitale werkomgeving ontwikkeld die de startende leraar structuur biedt om zijn/haar leerervaringen onderbouwd en met bewijzen georganiseerd weg te zetten (te uploaden). De competenties uit de Wet Bio, de rollen van de docent en de functieomschrijving vormen daarbij de kaders. De te behalen doelen of de behaalde doelen kunnen besproken worden met de coach en/of leidinggevenden. Bij wisseling naar een andere school blijft de digitale werkomgeving bruikbaar.

Page 14: Inhoud - AOSL · parallelsessie kiezen. Elke sessie duurt 60 minuten. Aan de hand van de informatie in dit boekje kunt u vooraf of tijdens het symposium sessies kiezen. U kunt niet

14

Sociaal-affectieve contexten als motor voor leren 1.27b

Zaalvoorzitter: Frits Criens

De kunst van het koers houden Frank Neiss, Stichting Onderwijs Midden-Limburg (mailto:[email protected])

“De helft van de tijd die ik met leerlingen doorbreng is effectief. Ik weet alleen niet precies welke helft dat is!” We beschikken tegenwoordig over talloze manieren om vele aspecten rondom het leren van leerlingen te objectiveren. Door het meetbare, objectieve, te verbinden met het onmeetbare, de meervoudige subjectiviteit van leerlingen en leraren, ontstaan geweldige lessen, omdat ze uit het hart komen en met aandacht in het hoofd vervolmaakt worden. Waar de kunst van het koers houden met hoofd én hart wordt verstaan, ontstaan lessen die leerlingen hun leven lang niet vergeten.

Leren van executieve vaardigheden via muzieklessen Maud Lemmens, muziekdocente Beroepscollege Parkstad Limburg, locatie PPL & studente MSEN ([email protected]) Onderzoeksbegeleider: John Jeninga

Om zowel thuis als op school goed te kunnen functioneren, zijn goed ontwikkelde executieve functies voor pubers van groot belang. De laatste tijd worden we steeds vaker geïnformeerd over de positieve effecten van muziekonderwijs. Op welke wijze kunnen wekelijkse muzieklessen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van executieve functies van leerlingen uit het praktijkonderwijs? Een speciaal ontworpen lessenreeks is uitgetest en vervolgens bijgesteld tot een waardevol product. Vervolgens is er onderzocht of training door middel van muziek ook daadwerkelijk een positief effect heeft op de executieve functies van de leerlingen.

Gepersonaliseerde leerroutes Lokaal 2.05a

Zaalvoorzitter: Tim Neutelings

‘Koers’: op weg naar gepersonaliseerd leren Marc Wassen ([email protected]), Peter Coenders ([email protected]), Jules Teeven , Mijntje van Lith – LVO Weert

In augustus 2016 is in Weert ‘Koers’ van start gegaan. “Koers ’is een nieuwe vorm van onderwijs voor leerlingen van mavo, havo en atheneum waarbij de leerling zelf de koers mag bepalen van zijn of haar leerproces. Kernwoorden zijn: keuze, ruimte, structuur en coaching. Binnen Koers werken leerlingen en docenten met elkaar samen, willen leerlingen graag leren, uitgaande van hun eigen interesses en kwaliteiten. Koers is gestart in augustus 2016 met 40 leerlingen op Het College in Weert.

Een effectieve vorm van mentoraat Chantal Bold ([email protected]), Farnao Prince ([email protected]), Leontien Puijk ([email protected]), Mijntje Weijers ([email protected]) LVO Heuvelland, SG Sophianum

Een mentor vervult een belangrijke rol in de driehoek leerling, ouders en school. Op welke manier kan deze rol op een effectieve en efficiënte manier worden vorm gegeven? Door middel van literatuur onderzoek, het bevragen van collega’s, leerlingen en ouders en het zoeken naar “good-practices” wordt getracht een antwoord te geven op deze vraag. Het doel is om te komen tot een pallet aan mogelijkheden om op een effectieve manier invulling te geven aan het mentoraat op een wijze die recht doet aan de behoeften van de verschillende kolommen binnen het Sophianum.

Page 15: Inhoud - AOSL · parallelsessie kiezen. Elke sessie duurt 60 minuten. Aan de hand van de informatie in dit boekje kunt u vooraf of tijdens het symposium sessies kiezen. U kunt niet

15

Taalvaardigheid Lokaal 2.13

Zaalvoorzitter: Harold Koolen

Hoe verwerk je onderzoeksresultaten in begrijpelijke taal? Lianne Schuppert ([email protected]) en Huub van den Bergh ([email protected]) Lianne Schuppert en Huub van den Bergh beschreven in LTT een experimentele studie naar effecten van verschillende leesstrategieën op het tekstbegrip van leerlingen in 4 vwo: evidence-based leesstrategieën, en leesstrategieën uit de lesmethode Nieuw Nederlands. Deze studie werd uitgevoerd in het kader van een masterthesis. Hoe werkt zo'n experimentele studie en hoe krijg je gegevens uit een onderzoek begrijpelijk en voor de lezer interessant op papier?

Grammatica: waar gaat dat eigenlijk over? Jimmy van Rijt, Lerarenopleider Nederlands, docent taalkunde en taalbeheersing ([email protected]) Het grammaticaonderwijs binnen het schoolvak Nederlands is al decennialang onderhevig aan veel kritiek. Een van de voornaamste kritiekpunten is dat het gebaseerd is op ezelsbruggetjes en controlevragen en niet op concepten uit de moderne taalkunde. Veel van die concepten zouden juist kunnen bijdragen aan een verhoogd grammaticaal inzicht. In deze workshop bekijken we aan de hand van concrete voorbeelden welke concepten volgens taalkundigen gebruikt zouden moeten worden om het grammaticaonderwijs te verrijken.

Schrijfvaardigheid Lokaal 0.04

Zaalvoorzitter: Vincent Westerwoudt

Persoonlijk schrijven Een methode om leerlingen meer te motiveren voor schrijfonderwijs

Kelly van Eersel, Het Kwadrant te Weert ([email protected]) Begeleider Fontys: Vincent Westerwoudt ([email protected]) Begeleider stageschool: Pieter Janssen ([email protected])

Een onderzoek naar de invloed van persoonlijk schrijfonderwijs op de motivatie en resultaten van vmbo-basisleerlingen. Aan zes leerlingen is in een tijdsbestek van vijf weken persoonlijk schrijfonderwijs gegeven. Elke leerling had toegang tot vier persoonlijke schrijfopdrachten. Voorafgaand aan het onderzoek is het niveau van elke leerling gemeten alsmede de motivatie voor schrijfvaardigheid. De resultaten van de voor- en nameting, vragenlijsten en diepte-interviews bij deze kleine groep leerlingen lijken te wijzen op een mogelijk positieve invloed van het schrijfonderwijs op de motivatie van leerlingen.

Hakken en plakken: morfologisch bewustzijn en spellingvaardigheid

Genomineerd AOSL-FLOS-prijs ‘Beste master afstudeerpraktijkonderzoek

Ilona Koot, Trevianum Scholengroep te Sittard ([email protected]) Begeleider Fontys: Jimmy van Rijt ([email protected]) Begeleider stageschool: Hans Hotterbeekx ([email protected])

Het doel van dit onderzoek is om te achterhalen in hoeverre expliciete morfologische kennis van meerwaarde kan zijn binnen het spellingonderwijs. Daartoe is een interventie (4 havo) ontwikkeld die gericht was op het aanbrengen van deze kennis, alsmede op het vergroten van het bijbehorende morfologisch bewustzijn. Het onderzoek volgde een ‘mixed method-opzet’: de spellingvaardigheid is m.b.v. dictees onderzocht bij de onderzoeks- en controlegroep en het morfologisch bewustzijn is m.b.v. hardop-denkprotocollen verkend. Hieruit is gebleken dat alle leerlingen na de lessenreeks een groter morfologisch bewustzijn ontwikkelen en op langere termijn ook behouden, terwijl de spellingvaardigheid alleen bij slechte spellers verbetert.

Inzicht in grammatica Nicky Bours, Sint-Janscollege te Hoensbroek ([email protected]) Begeleider Fontys: Jimmy van Rijt ([email protected])

Grammatica zou een grote rol kunnen spelen in hogere orde denkvaardigheden door leerlingen kritisch te laten nadenken over grammaticale vraagstukken. De hoofdvraag van dit onderzoek is: In hoeverre kunnen in het grammaticaonderwijs werkvormen gericht op denkvaardigheid redeneringen van leerlingen stimuleren? Ook kijk ik naar de ontwerpeisen waar die werkvormen aan moeten voldoen. Het gaat hierbij hoofdzakelijk om denkstappen, redeneringen en argumenten die leerlingen gebruiken, niet om hun uiteindelijke antwoord.

Page 16: Inhoud - AOSL · parallelsessie kiezen. Elke sessie duurt 60 minuten. Aan de hand van de informatie in dit boekje kunt u vooraf of tijdens het symposium sessies kiezen. U kunt niet

16

Leren van concepten Lokaal 2.04a

Zaalvoorzitter: Jimmy van Rijt

Het begrip charisma als middel om historisch besef te onwikkelen

Genomineerd AOSL-FLOS-prijs ‘Beste bachelor afstudeerpraktijkonderzoek ’

Nick van Lieshout, Bonnefanten College te Maastricht ([email protected]) Begeleider Fontys: Jos Meuwissen ( [email protected]) Begeleider stageschool: Jane Kappers, ([email protected])

Charisma intrigeert, charmeert, interesseert, exploiteert en verwondt. Dit afstudeeronderzoek poogt om, door middel van het begrip charisma, een verdiepende dimensie in het historisch denken en redeneren van de leerlingen aan te brengen. Het onderzoek stelt de vraag hoe een mysterieus en abstract begrip als charisma effectief in het geschiedenisonderwijs ingebouwd kan worden. Het doel van het onderzoek is om erachter te komen of door middel van het begrip charisma historisch besef vergroot kan worden bij havo 3 leerlingen. Met behulp van observatieformulieren, enquêtes, interviews, lessen en toetsen zijn onderzoeksgegevens verzameld.

“Fly eagle fly”

Genomineerd AOSL-FLOS-prijs ‘Beste master afstudeerpraktijkonderzoek ’

Lionne Kockelkoren,Trevianum te Sittard ([email protected]) Begeleider Fontys: Jimmy van Rijt, [email protected] Begeleider stageschool: Hans Hotterbeekx ([email protected])

Een onderzoek naar de invloed van lessen in de klassieke retorica op het stijlfigurengebruik van leerlingen van gymnasium 4 in geschreven teksten. Dit onderzoek exploreert de suggestie van Jansen (2016) om de klassieke retorica in te zetten voor een meer bewuste taalvaardigheid in het schrijfonderwijs, met een specifieke focus op stijlfigurengebruik. De resultaten lijken te suggereren dat een dergelijke benadering tot een grotere bewustwording kan leiden: niet alleen gebruikten leerlingen uit gymnasium 4 na een lessenreeks klassieke retorica in hun schrijfproducten veel goede stijlfiguren, ook konden ze daarop adequaat reflecteren.

Wereldburgerschap in de klas Dennis Mulderij, Bernardinuscollege te Heerlen (d.mulderij@[email protected]) Begeleider Fontys: Marcel Sevenich (Wim Hassing) ([email protected]) Begeleiders stageschool: Bert Elands (([email protected]) en Brigitte van Goethem ([email protected])

Wereldburgerschap, wat is dat nou eigenlijk en welke plaats heeft wereldburgerschap binnen het huidige onderwijs. Wereldburgerschap is een zeer breed begrip waar moeilijk een definitie aan te koppelen is, maar toch is het van belang in het onderwijs. Wereldburgerschap in de klas kan niet alleen ervoor zorgen dat de maatschappij minder individualiseert, maar kan er ook voor zorgen dat de sleur van de standaard lessen meer wordt doorbroken en daardoor de intrinsieke motivatie van de leerlingen kan bevorderen. In dit onderzoek wordt er gekeken naar wat het wereldburgerschap precies is, welke manieren van lesgeven bij het wereldburgerschap komen kijken én waarom het wereldburgerschap belangrijk is.

(Vak)didactische strategieën Lokaal 2.04b

Zaalvoorzitter: Hanneke Theelen

Leesvaardigheid: van passief consumeren naar actief participeren

Genomineerd AOSL-FLOS-prijs ‘Beste bachelorafstudeerpraktijkonderzoek

Michelle Hinssen, Blariacumcollege te Venlo ([email protected]) Begeleider Fontys: Hanneke Theelen ([email protected]) Begeleider stageschool: Nick Sloesen ([email protected])

Wat is de perceptie van vmbo-leerlingen ten aanzien van Flipping the classroom en op welke wijze maken de leerlingen gebruik van Flipping the classroom bij het aanleren van leesstrategieën in het leesvaardigheidsonderwijs? In drie kaderklassen zijn leesvaardigheid-slessen gegeven waarin Flipping the classroom werd ingezet. Voorafgaand aan iedere les bekeken leerlingen thuis een kennisclip waarin de theorie aangeboden werd. De theorie werd door middel van diverse coöperatieve opdrachten in de klas verwerkt. Resultaten van enquêtes, diepte-interviews en observaties lijken uit te wijzen dat Flipping the classroom niet bijdraagt aan het bevorderen van leerprestaties, het sneller volbrengen van taken en het verhogen van de productiviteit.

Ondersteuning van chronologie- en bronnenvragen bij geschiedenis Job Flekken, s.g. Trevianum ([email protected]) Begeleider Fontys: Peter Augustin ([email protected]) Begeleider stageschool: Hans Hotterbeekx ([email protected])

In dit onderzoek is bekeken op welke wijze VWO-2 klassen die moeite hebben met het maken van beeldbron- en chronologieopdrachten ondersteund kunnen worden. Wat betreft het gebruik van beeldbronnen is gekozen voor het aanbieden van een bestaande strategieën aan de leerlingen. Het oefenen met chronologieopdrachten is een eigen aanpak ontwikkeld.

Meer motivatie door zelfsturing? Een onderzoek naar invloed en sturing tijdens de les op de motivatie van T3-leerlingen Boy Radermacher, Sintermeertencollege ([email protected]) Begeleider Fontys: Reggie Berkers ([email protected]) Begeleider stageschool: Paul Roosjen

In dit onderzoek is een poging gedaan om uit te vinden in hoeverre de mate van sturing de motivatie van T3-leerlingen beïnvloedt. De theorie van Ryan en Deci (2000) vormt het denkkader voor het onderzoek. Er worden de verschillende vormen van sturing met elkaar vergeleken. Naast het literatuuronderzoek heeft er een praktijkonderzoek plaatsgevonden op het Sintermeertencollege. Door middel van twee verschillende onderzoeksinstrumenten zijn de data verzameld. Aan het praktijkonderzoek hebben twee T3-klassen deelgenomen. Los van elkaar hebben zij een lessenserie gevolgd. De interventieklas kreeg les volgens een leerlinggestuurde aanpak en de controleklas kreeg les volgens een leraargestuurde aanpak.

Page 17: Inhoud - AOSL · parallelsessie kiezen. Elke sessie duurt 60 minuten. Aan de hand van de informatie in dit boekje kunt u vooraf of tijdens het symposium sessies kiezen. U kunt niet

17

Authentieke leercontexten Lokaal 0.03

Voorzitter: Frank Schure

Simulaties in het natuurkundeonderwijs Rick Blom, Scholengemeenschap Groenewald te Stein ([email protected]) Begeleider Fontys: Maurice Smeets ([email protected])

Het elektriciteitspracticum verloopt organisatorisch niet naar behoren. Het blijkt dat bij veel leerlingen nog misconcepten aanwezig zijn. Onderzocht is of hierin verbetering kan worden aangebracht door voorafgaand aan het practicum leerlingen te laten oefenen met digitale simulaties. Aan de hand van vragenlijsten, interviews en observaties is vastgesteld dat door de inzet van simulaties organisatorische winst te boeken is. Bijkomend voordeel is dat leerlingen meer gemotiveerd lijken te raken.

Teaching job-specific English to enhance vocational student motivation

Genomineerd AOSL-FLOS-prijs ‘Beste bachelor afstudeerpraktijkonderzoek ’

Daniëlle Worley, Gilde Opleidingen Roermond ([email protected]) Begeleider Fontys: Lonneke Notermans ([email protected]) Begeleider stageschool: Gerard Kockelkoren ([email protected])

Veel mbo-studenten zijn niet gemotiveerd voor het vak Engels. De onderzoeksvraag was: ‘Kan de motivatie van mbo-studenten voor het vak Engels verbeterd worden door het aanbieden van beroeps-specifiek Engels?’ 42 mbo-studenten van verschillende technische opleidingen kregen 8 weken lang les in beroeps-specifiek Engels. De motivatie voor en na de interventie werd gemeten door middel van een enquête. Aanvullend werden er nog diepte-interviews gehouden om de resultaten van de enquêtes te specificeren. Resultaten indiceren dat het aanbieden van beroeps-specifiek Engels een positieve invloed had op de motivatie van mbo-studenten voor het vak Engels.

(Hoe) motiveert veldwerk leerlingen voor aardrijkskunde? Bas van der Linden, Mavo Roermond ([email protected]) Begeleider Fontys: Reggie Berkers ([email protected])

Het onderzoek gaat over de mate van motivatie om aardrijkskundeonderwijs te volgen op basis van een veldwerk. De bijbehorende hoofdvraag luidt: Wat is het effect van het veldwerk „Duisburg” op de motivatie van leerlingen van 3 vmbo-t van Mavo Roermond voor het studeren van het vak aardrijkskunde? Het veldwerk Duisburg is een ontworpen interventie om de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden. De instrumenten die daarbij worden gebruikt zijn vragenlijsten, observaties en interviews. De gemeten motivatie wordt opgedeeld in 3 onderdelen, namelijk: locatie, veldwerk en de vorm van het veldwerk.

Page 18: Inhoud - AOSL · parallelsessie kiezen. Elke sessie duurt 60 minuten. Aan de hand van de informatie in dit boekje kunt u vooraf of tijdens het symposium sessies kiezen. U kunt niet

18

Page 19: Inhoud - AOSL · parallelsessie kiezen. Elke sessie duurt 60 minuten. Aan de hand van de informatie in dit boekje kunt u vooraf of tijdens het symposium sessies kiezen. U kunt niet

19

Digitaal leren en onderwijzen Lokaal 0.01

Zaalvoorzitter: Laura Theunissen

Mehrwert des Wortschatzlernens mit Hilfe von ICT-Tool “Quizlet” Roel Geelen, Gildeopleidingen te Venlo ([email protected]) Begeleider Fontys: Laura Theunissen ([email protected]) Begeleider stageschool: Maurice Hommen ([email protected])

Leerlingen geven vaak aan niet goed te weten hoe ze woordjes in een moderne vreemde taal moeten leren. Er bestaan inmiddels vele online-tools die aanbieden en beweren te ondersteunen bij het leren van woordenschat, zoals teach2000, WRTS en Quizlet. De vraag is dan in hoeverre het leren met hulp van deze tools ook echt meerwaarde heeft? In het onderzoek gebruiken we als interventie de tool Quizlet, waarbij wordt geleerd met online-flashcards die zelf te maken zijn. Bij een eerder meetmoment hebben de leerlingen de taak gekregen, op de “traditionele” manier met een tweetalige woordenlijst te leren. Daarna zijn nieuwe woordjes aangeboden via “Quizlet”.

Differentiëren met een i-pad op basis van leervoorkeuren Melvin Pluijmaekers, Grotius College te Heerlen ([email protected]) Begeleider Fontys: Hanneke Theelen ([email protected]) Begeleider stageschool: drs. Petra Pasmans - van der Zee ([email protected])

De leerlingen zijn gedurende twee lessen aan het werk gegaan met verschillende applicaties (Google Documenten & Formulieren en kennisclipjes) die tegenmoet kwamen aan hun leervoorkeuren, terwijl observerende leraren, interviews en vragenlijsten later de perceptie van de leerlingen vastlegden. De verschillende applicaties -inclusief het iPadgebruik- werden positief ontvangen door de leerlingen. De leerlingen ervoeren de iPad en de applicaties als nuttig en leerzaam en hadden het idee dat de iPad bruikbaar is voor differentiatie.

Chromeboek: Handvatten voor de leraar Bart Geurts, DaCapo College te Born ([email protected]) Begeleider Fontys: Harold Koolen Begeleider stageschool: Eva Daemen

Het onderzoek gaat over de werkingen van het Chromebook in aardrijkskundelessen op het VMBO-tl leerjaar 1. De voordelen of nadelen op gebied van motivatie en een mogelijke vooruitgang in resultaten van leerlingen. Het gaat hierbij om veel zelfstandig werken in de aardrijkskundelessen waarbij de docent een meer begeleidende rol krijgt. Daarnaast het werken met een online leeromgeving die gemaakt is door de module ''De Geo''.

Digitaal leren en onderwijzen Lokaal 1.04

Zaalvoorzitter: Bram de Wever

Blended Learning Tessa Blume, Sophianum te Gulpen ([email protected]) Begeleider Fontys: Corinne Struijs ([email protected]) Begeleider stageschool: Leontien Puijk ([email protected]) Leerlingen zijn steeds meer met internet verbonden. Ondanks die ontwikkeling is het Duits onderwijs de afgelopen jaren nauwelijks veranderd. ICT-tools zijn beschikbaar, maar worden vaak beperkt of verkeerd ingezet in lessen Duits. Hoe kan Blended Learning de motivatie van VMBO-leerlingen bij het vak Duits vergroten? De leerlingen kregen één uur online leren en één uur per week klassikaal leren. D.m.v. een vragenlijst is getracht de motivatie te meten. De gevonden resultaten lijken er op te wijzen dat ‘Blended Learning’ aanpak de motivatie van leerlingen niet heeft beïnvloedt. Desondanks blijkt uit interviews dat leerlingen positief waren over de aanpak.

Tablet als instructietool Jordi Janssen, Bernardinuscollege te Heerlen ([email protected]) Begeleider Fontys: Dave van Breukelen ([email protected]) Begeleider stageschool: Brigitte van Goethem ([email protected]) In dit onderzoek wordt de leerlingtevredenheid in kaart gebracht ten aanzien van twee verschillende instructiemiddelen: een powerpointpresentatie in combinatie met schoolbord en een tablet. Uit de enquêtes van het onderzoek blijkt dat er geen zichtbare verandering van leerlingtevredenheid optreedt. De interviews die na de interventie zijn afgenomen laten echter wel zien dat beide werkvormen door de leerlingen geapprecieerd werden.

6. Presentaties 2e parallelsessie 16.15-17.15 uur

Page 20: Inhoud - AOSL · parallelsessie kiezen. Elke sessie duurt 60 minuten. Aan de hand van de informatie in dit boekje kunt u vooraf of tijdens het symposium sessies kiezen. U kunt niet

20

Samenwerkend leren Lokaal 0.02

Zaalvoorzitter: Kevin de Bruijn

Het GIPS-model op school Roy de Ruyter, Sint-Janscollege te Hoensbroek ([email protected]) Begeleider Fontys: Kevin de Bruijn ([email protected])

Het Sint-Janscollege wil meer tijd en ruimte invoeren voor groepswerk dat nu te weinig aan bod komt. Het doel van dit onderzoek om te beschrijven in welke mate volgens leraren en leerlingen in 3 VWO de implementatie van het GIPS-model gericht op groepswerk bijdraagt aan de visie van het Sint-Janscollege. Dit gegevens worden verzameld door middel van diepte-interviews met leraren en directieleden, enquêtes voor de leerlingen en een vragenlijst voor de leraar die de groepsopdracht uitvoert.

(Hoe) werkt coöperatief leren bij aardrijkskunde? Daan Stotijn, Graaf Huyn College te Geleen ([email protected]) Begeleider Fontys: Riet de Reijke-Gubbens, [email protected]

Dit onderzoek had als aanleiding de soms wisselende motivatie van leerlingen voor het vak aardrijkskunde. (Hoe) kan samenwerkend leren die verhogen? Daarnaast is ervoor gekozen hier atlasvaardigheden bij te betrekken, omdat de onderzoeker heeft ervaren dat hier (te) weinig aandacht aan wordt besteed binnen de aardrijkskunde. Ook is er vanuit de aardrijkskundesectie altijd vraag naar extra onderwijsmateriaal. Enquêtes, diepte-interviews en observaties zijn gecombineerd bij de gegevensverzameling.

Cooperative Learning and motivation

Hannah Downs, BC Broekhin Jenaplan te Reuver ([email protected]) Begeleider Fontys: Richard Conen email: [email protected]

Het doel van dit afstudeerproject is om na te gaan of en in hoeverre samenwerkend leren invloed heeft op de motivatie en resultaten van brugklasleerlingen wat betreft grammatica Engels. Er waren twee parallel klassen gekozen waarbij de ene klas door middel van samenwerkend leren nieuwe grammatica stof behandelde en de andere klas via klassieke uitleg van de lerares. Via een enquête werd de motivatie in kaart gebracht en door middel van een toets de grammaticakennis.

Leesvaardigheid Lokaal 0.03

Zaalvoorzitter: Susan Beckers

Strategisch eloquente leerlingen door krantenartikelen Marijke Eggen, Scholengemeenschap Sophianum te Gulpen ([email protected]) Begeleider Fontys: Susan Beckers ([email protected]) Begeleiders stageschool: Mijntje Weijers-Daamen ([email protected]) en Leontien Puijk ([email protected]).

Een zesde van de leerlingen heeft een tekort aan woordenschat. Dat belemmert de leesvaardigheid. De hoofdvraag van dit onderzoek luidt: ‘’Wat is de meerwaarde van de koppeling van woordleerstrategieën van woordenschat op het verwerven van onbekende woorden en het vergroten van de leeswoordenschat van de tweedeklasleerlingen atheneum van het Sophianum te Gulpen?’’ Tijdens dit onderzoek heeft één klas verplicht eens per week een zelfgekozen krantenartikel gelezen aan tijdens de les, één klas doet hetzelfde alleen zij onderstrepen moeilijke woorden en gaan aan de hand van woordleerstrategieën op zoek naar de betekenis en een controlegroep die reguliere lessen volgt.

Taalsteun in de wiskundeles Denise Peters, Lyceum Schöndeln ([email protected]) Begeleider Fontys: Jos van den Broek ([email protected])

Taalsteun in de wiskundeles is een onderzoek naar een manier waarop taalproblemen aangepakt kunnen worden in de wiskundeles. Het doel is om te onderzoeken of en in hoeverre een woordenlijst helpt bij het verhogen van de studieresultaten. De vraag is: ‘Welke invloed heeft het bieden van taalondersteuning in de vorm van een woordenlijst bij wiskunde op de studieresultaten van de leerlingen?’ De leerlingen krijgen een digitale woordenlijst aangeboden waarbij de begrippen uit een hoofdstuk worden toegelicht met een definitie en een voorbeeld. Tevens is ook de uitspraak te beluisteren. Via observaties, vragenlijsten en cijfers zal de onderzoeksvraag beantwoord worden.

Differentiëren op basis van leerstijlen in lessen fictie Sanne de Vries, Emmacollege te Heerlen ([email protected]) Begeleider Fontys: Susan Beckers ([email protected])

Begeleider stageschool: Rob Keulers ([email protected])

Veel leerlingen zijn ongemotiveerd voor het onderdeel fictie bij het vak Nederlands. Ze lezen niet graag en de verwerking van het gelezen boek vinden ze alles behalve leuk en interessant. De ontworpen interventie had tot doel de motivatie van leerlingen voor het lezen van fictie te verhogen via gedifferentieerde verwerkingsopdrachten. In twee kaderbrugklassen maken de leerlingen een leerstijlentest van Kolb. De leerlingen verwerken een gelezen boek middels een regulier leesverslag en een verwerkingsopdracht in hun eigen leerstijl. De motivatie wordt voor beide opdrachten gemeten door enquêtes en interviews. Een verwacht resultaat is dat de motivatie voor de verwerkingsopdrachten volgens Kolb hoger is dan die voor het reguliere leesverslag.

Page 21: Inhoud - AOSL · parallelsessie kiezen. Elke sessie duurt 60 minuten. Aan de hand van de informatie in dit boekje kunt u vooraf of tijdens het symposium sessies kiezen. U kunt niet

21

Spreekvaardigheid Lokaal 2.04a

Zaalvoorzitter: Mandy Jackson

Zielaufgaben im DaF-Anfängerunterricht - eine Untersuchung zur Förderung der Sprechfertigkeit auf A1 Niveau Denise Mertens, Charlemagne College te Langraaf ([email protected]) Begeleider Fontys: Ferun Böttcher-Wolf ([email protected]) Begeleider Eijkhagen: Harry Curfs ([email protected])

Wat is een didactisch zinvolle en motiverende manier om de Duitse spreekvaardigheid, zonder lesmethode, efficiënt in de lessen van de brugklas te integreren? Het onderzoek heeft als doel om na te gaan of een lessenserie met betrekking tot een bepaald thema, ingebed in een realistische en situatieve context, de leerlingen in de brugklas motiveert tot spreekvaardigheid. De hoofdvraag is: ‘’Kann man die Sprechfertigkeit auf A1 Niveau und die Motivation zur Sprechfertigkeit, durch den Einsatz von Wortschatz und Redemitteln in einem situativen und realistischen Kontext, fördern?‘‘. Aan de hand van verschillende deelvragen en onderzoeksmethoden, zoals literatuuronderzoek, enquêtes en interviews , heb ik antwoord op mijn hoofdvraag proberen te geven.

Speaking anxiety in the EFL classroom Are pupils anxious to speak English during the lessons? Gemma Bouwens, Graaf Huyn College te Geleen ([email protected]) Begeleider Fontys: Ellen Pecasse ([email protected]) Begeleider stageschool: Maurice Leenders ([email protected])

Spreekangst van leerlingen in het Engels is onderzocht via vragenlijsten en observaties in de lessen Engels. De vragenlijsten zijn ingevuld door derdejaars leerlingen op vmbo-b, vmbo-kb en vmbo-tl niveau. Daarnaast zijn in de derde klassen minimaal twee lessen geobserveerd om te zien of er effecten van spreekangst zichtbaar waren. Uit de resultaten bleek onder andere dat er een deel van de leerlingen mogelijk last heeft van spreekangst. Ze voelen zich onzeker tijdens spreekactiviteiten en geven aan zich daarbij niet prettig te voelen. Tijdens de lessen, zoals geobserveerd, uitte zich dit in effecten zoals lachen en stotteren bij de uitspraak van nieuwe/onbekende woorden.

Van trucjes aanleren tot begrip creëren Lynne Janssen, Trevianum Scholengroep te Sittard ([email protected]) Begeleider Fontys: Tim Neutelings ([email protected]) Begeleider stageschool: Hans Hotterbeekx ([email protected])

Het doel van dit afstudeeronderzoek is het taalbeschouwelijk denkvermogen van leerlingen vergroten. De interventie bestaat uit het vervangen van traditionele grammaticalessen door taalbeschouwelijk grammaticalessen. Oftewel, grammaticalessen waarbinnen de focus niet alleen ligt op de vorm van een taalsituatie, maar ook op de inhoud en de functie. De hoofdvraag van het onderzoek luidt: In hoeverre zorgt een focus op inhoud, functie, en vorm van taalsituaties in de grammaticalessen voor een vergroot taalbeschouwelijk denkvermogen bij vwo-leerlingen op de Trevianum scholengroep te Sittard? Met behulp van een hardopdenkprotocol en een vragenlijst die vooraf en na de interventie zijn afgenomen, wordt het effect dat de vernieuwende didactiek heeft gehad getoetst.

Gepersonaliseerde leerroutes Lokaal 2.04b

Zaalvoorzitter: Francis Vanhommerig

Weg met de bevorderingsnorm in VWO-4! ... maar dan?

Harm Wieldraaijer, docent BC Broekhin te Roermond ([email protected])

Dit schooljaar heeft vwo-4 op BC Broekhin voor het eerst geen cijfermatige bevorderingsnorm. In plaats daarvan krijgen leerlingen mondeling en schriftelijk feedback op hun cognitieve en non-cognitieve ontwikkeling. De docenten van de vakken bepalen zelf wat precies de eisen zijn die aan de leerlingen gesteld worden en hoe ze de toetsing daarvan organiseren. In deze voordracht zullen we bespreken wat het doel van deze verandering is en wat de voor- en nadelen van deze manier van werken zijn.

Kan ik op je rekenen? (LWG-AOSL-Versterkingsproject) José Faarts, opleider wiskunde Fontys Lerarenopleiding Sittard ([email protected])

Het gepresenteerde scholingstraject voor beginnende rekendocenten dat werd ontwikkeld in het kader van het AOSL-versterkingsproject. Het traject is bedoeld voor (toekomstige) leraren, VO en MBO, die geen of weinig ervaring hebben met het ontwikkelen en geven van reken-onderwijs.Tijdens deze interactieve presentatie zullen de diverse onderwerpen en de bijbehorende werkwijzen die in het scholingstraject op aan de orde komen de revue passeren. Ook worden ervaringen van cursisten besproken.

Page 22: Inhoud - AOSL · parallelsessie kiezen. Elke sessie duurt 60 minuten. Aan de hand van de informatie in dit boekje kunt u vooraf of tijdens het symposium sessies kiezen. U kunt niet

22

Leerlingbegeleiding Lokaal 1.04a

Zaalvoorzitter: Shelley Kil

Digitaal doorstroomportfolio voor LOB Ivo Wintraecken, s.g. Groenewald te Stein ([email protected]) Begeleider Fontys: Maurice Smeets [email protected] Begeleider stageschool: Paul Cuijpers ([email protected])

Scholengemeenschap Groenewald in Stein heeft voor LOB (loopbaanoriëntatie en- begeleiding) een digitaal systeem aangeschaft waarin leerlingen een doorstroomportfolio bijhouden. Voor dit systeem moesten nieuwe opdrachten in het kader van PSO (praktische sectororiëntatie) ontwikkeld worden. Op basis van literatuuronderzoek zijn nieuwe opdrachten ontwikkeld welke in de praktijk ook zijn ingezet. In flankerend onderzoek is nagegaan hoe de opdrachten door de leerlingen zijn ontvangen. Daarvoor is er een vragenlijst ontworpen en afgenomen en zijn in focusgroepen leerlingen geïnterviewd. Daarnaast zijn mentoren die met het nieuwe materiaal hebben gewerkt geïnterviewd.

PBS in de klas Maxime Mertens, Emmacollege ([email protected]) Begeleider Fontys: Frank Schure ([email protected]) Begeleider stageschool (voorzitster SWPBS Emmacollege): Christel Steinbusch ([email protected])

“Straffen of belonen?” dat is de vraag die hier wordt beantwoord. Positive Behavior Support (PBS) gaat er vanuit dat belonen een positievere invloed heeft op het gedrag van leerlingen en daarmee het leefklimaat op school. Tot op heden wordt PBS alleen ingezet buiten de klas. In dit onderzoek wordt binnen één klas van het Emmacollege PBS in de klas toegepast om te kijken of er positieve verandering van leerklimaat plaatsvindt. In de presentatie wordt ingegaan wat PBS is en hoe het werkt binnen de school. Vervolgens wordt gedemonstreerd hoe PBS in de klas is ingezet en wat de resultaten zijn.

Rekenvaardigheid Lokaal 1.01

Zaalvoorzitter: Maarten America

21st century skills Mikel Wolters, ROC Leeuwenborg Sittard en Maastricht ([email protected]) Begeleider Fontys: Harold Koolen ([email protected])

Voor mijn afstudeerpraktijkonderzoek ben ik aan de slag gegaan met de vraag ‘hoe kun je het vak commercieel rekenen voor de eerstejaars niveau 4 studenten van de opleiding Marketing & Communicatie 21st century skills proof maken en heeft dat invloed op de motivatie en resultaten van studenten?’. Bestaand lesmateriaal over het berekenen van een kostprijs is vertaald naar de 21st century skills zoals omschreven door SLO en Kennisnet. Het onderzoek heeft, naast vernieuwd lesmateriaal, ook een werkboek voor docenten die ook met 21st century skills willen werken opgeleverd.

Gepersonaliseerd leren in het rekenonderwijs Kay Habets, Leeuwenborgh Opleidingen te Sittard ([email protected]) Begeleider Fontys: Maarten America ([email protected])

Het afstudeeronderzoek ‘Gepersonaliseerd leren in het rekenonderwijs’ brengt in kaart of en in hoeverre gedifferentieerd rekenonderwijs invloed heeft rekenvaardigheden van leerlingen.Twee klassen hebben deelgenomen aan de interventie. Klas A heeft de stof doorlopen met gepersonaliseerd leren en klas B heeft de stof op een traditionele manier verwerkt. Meerdere onderzoeksinstrumenten zijn gebruikt; toetsresultaten, een leerlingen-enquête en een lerareninterview. Resultaten lijken te wijzen op verbetering van rekenvaardigheid bij een gedifferentieerde lesaanpak. De leerlingen geven wel aan dat ze de klassikale lessen missen.

Het buddysysteem als motiverende factor in rekenonderwijs Guido Roumen, Gilde Opleidingen ([email protected]) Begeleider Fontys:Harold Koolen ([email protected]) Begeleider stageschool: Maurice Hommen ([email protected])

Zorgt het werken met buddy’s in het generieke rekenonderwijs op het MBO voor een bevordering van de intrinsieke motivatie en de resultaten van de individuele leerling? De motivatie is een groot probleem bij het generieke rekenonderwijs. Dit heeft verschillende oorzaken, zoals concentratieproblemen, faalangst en motivatieproblemen. Sommige kunnen worden opgelost met de hulp van zorgmedewerkers binnen of buiten de school. Zou het gebruik van een buddysysteem als werkvorm een oplossing kunnen bieden? Dit heb ik onderzocht door het systeem uit te testen en aan de hand van toetsen en enquêtes.

Page 23: Inhoud - AOSL · parallelsessie kiezen. Elke sessie duurt 60 minuten. Aan de hand van de informatie in dit boekje kunt u vooraf of tijdens het symposium sessies kiezen. U kunt niet

23

Interne differentiatie Lokaal 1.27b Zaalvoorzitter: Paul Roosjen

Differentiëren bij wiskunde in een basis- en kaderberoepsgerichte leerweg

Wesley Denie, Techniekcollege Parkstad Limburg te Heerlen ([email protected]) Begeleider Fontys: Kevin de Bruijn ([email protected]) Begeleider stageschool: Sonja Heynsdijk-Koch ([email protected]) Het doel van het onderzoek is om ervaringen van leraren wiskunde bij het lesgeven aan een vmbo-combinatieklas met leerlingen van basis- en kaderberoepsgerichte leerweg in kaart te brengen. Gedurende een hoofdstuk uit de wiskundemethode wordt een aansluitend differentiatiemodel toegepast teneinde de negatieve ervaringen te verminderen. De uitkomsten van het onderzoek worden vergaard middels diepte-interviews, observaties en vragenlijsten. Het project heeft als resultaat een aangepast en uitgewerkt hoofdstuk met lesvoorbereidingsformulieren waarbij een differentiatiemodel tijdens de wiskundelessen wordt toegepast dat aansluit op de ervaringen van de docenten.

Invloed van differentiatie in instructie Marc Héman, Sintermeerten College te Heerlen ([email protected]) Begeleider Fontys: Maarten America ([email protected]) Begeleider stageschool: Paul Roosjen ([email protected])

Omgaan met verschillen tussen leerlingen is een bekend probleem voor leraren. Differentiëren is een manier om in te spelen op verschillen tussen leerlingen. Het onderzoek is ontstaan door interesse in het omgaan met verschillen tussen leerlingen in economielessen. Er is voor gekozen om te differentiëren bij instructiemomenten. Bij de instructie wordt er gewerkt volgens het IGDI-model. De basis van het IGDI-model is het ADI-model, ook wel het activerende directe instructie model. Aan de hand van dit model worden de leerlingen verdeeld in drie niveau groepen. Hierbij krijgen de leerlingen een klassikale instructie en een verlengde instructie aangeboden.

Peer buddies in economielessen Nieck Huygen, Arcus College te Heerlen ([email protected]) Begeleider Fontys: Jo Gardeniers ([email protected]) Differentiëren in de les, dat gebeurt frequent, maar hoe kun je dat nou beter doen als docent? Juist, via het peer buddy onderwijs. Het implementeren van het peer buddy systeem is alleen zo makkelijk nog niet. Welke dingen moet je juist wel doen en wat vooral niet? In mijn presentatie zal ik aandacht besteden aan de opgedane ervaringen bij het Arcus College.

Interne differentiatie Lokaal 2.05a Zaalvoorzitter: Bart Geurden

Differentiëren binnen het mbo Devi Moonen, Gilde Opleidingen te Roermond ([email protected]) Begeleiders Fontys: Meity Feher ([email protected]) en Lotte Lathouwers ([email protected])

In dit afstudeeronderzoek is onderzocht of en in hoeverre gedifferentieerde tempo-instructie via videoclips de motivatie van leerlingen beinvloedt. De interventie bestaat uit instructievideo die een PowerPointpresentatie laten zien met daarbij mondelinge toelichting van de leraar. Wat betreft de gegevensverzameling is gebruik gemaakt van meerdere onderzoeksinstrumenten: een leerlingen-enquête, een docenten-vragenlijst en lesobservaties. Resultaten lijken te wijzen op een positieve invloed op de motivatie van de leerlingen als ze in hun eigen tempo kunnen werken. De gekozen vorm van de tempodifferentie (instructievideo’s) werd door leerlingen niet geapprecieerd.

Gepersonaliseerd lezen Lisa Brosius, BCPL, locatie Herle te Heerlen ([email protected]) Begeleider Fontys: Patrick Wenmakers ([email protected]) Begeleider BCPL: Sonja Heynsdijk ([email protected])

In dit afstudeeronderzoek wordt in kaart gebracht of en in hoeverre de leesmotivatie en de leesattitude van vmbo-leerlingen beïnvloedt wordt in lessen Nederlands als op een gedifferentieerde manier wordt gewerkt aan het (schoolse) leesgedrag. De hoofdvraag van het onderzoek luidt: In welke mate heeft het aanbieden van zowel leesboeken als verwerkingsopdrachten die beide aansluiten op de meervoudige intelligenties van de leerlingen van vmbo-basis een effect op de leesmotivatie en de leesattitude? Na het doen van literatuuronderzoek wordt met behulp van drie verschillende enquêtes (leesmotivatie, leesattitude en leeservaring) en een aantal diepte-interviews in kaart gebracht in welke mate de interventie effect heeft gehad.

Bij de geschiedenisles is iedereen intelligent! Etiènne Orbons, Bernardinuscollege te Heerlen ([email protected]) Begeleider Fontys: Lotte Lathouwers ([email protected]) en Meity Feher ([email protected]) Begeleider stageschool Brigitte van Goethem ([email protected])

Bij de geschiedenisles is iedereen intelligent! Een gewaagde uitspraak, maar wel het uitgangspunt van de meervoudige intelligentietheorie van Howard Gardner. Hij wijkt af van de gebruikelijke IQ score en stelt dat er 8 intelligenties bestaan, waarin de leerlingen in verschillende mate ontwikkeld zijn. Het doel van het onderzoek is onderzoeken of de meervoudige intelligentietheorie een bijdrage kan leveren aan het vergroten van de betrokkenheid tijdens de geschiedenislessen. Na een intelligentietest en een lessenserie, gebaseerd op de MI-theorie, werden twee brugklassen havo gevraagd naar hun meningen en ervaringen middels enquêtes, waarbij aangetoond werd dat de betrokkenheid op 7 vlakken vergroot werd.

Page 24: Inhoud - AOSL · parallelsessie kiezen. Elke sessie duurt 60 minuten. Aan de hand van de informatie in dit boekje kunt u vooraf of tijdens het symposium sessies kiezen. U kunt niet

24

(Vak)didactische strategieën Lokaal 2.13

Zaalvoorzitter: Hannie Lucassen

Motivatie en leerstof in hapklare brokken Dewi ten Kate, Leeuwenborgh (Zorg&Welzijn) te Sittard ([email protected] ) Begeleider Fontys: Lonneke Notermans ([email protected])

Door de lesopbouw aan te passen op de limiet van het werkgeheugen van leerlingen wordt onderzocht of dit de motivatie verhoogt. Het gaat hierbij om het opdelen van de leerstof in kleine stukjes, waarna deze gelijk geoefend worden en de docent hierbij veel vragen stelt om het geheugen te activeren. Voorafgaand en achteraf vullen twee vergelijkbare eerstejaarsklassen van het Leeuwenborgh Sittard vragenlijsten in waarna interviews gehouden zullen worden om te achterhalen wat de redenen zijn dat mogelijke verschillen ontstaan zijn.

Differentiëren bij bedrijfsadministratie Maud Naus, ROC-terAA te Helmond ([email protected]) Begeleider Fontys: Raf Ensinck, ([email protected]) In dit praktijkonderzoek wordt er gekeken of differentiëren op basis van lestijd met de methode ‘’Flipping the Classroom’’ ertoe leidt dat leerlingen hogere cijfers halen. Hiervoor is de volgende hoofdvraag gebruikt: “Zorgt Flipping the Classroom, waarbij gebruik wordt gemaakt van instructiefilmpjes, ervoor dat eerstejaars MBO-niveau 4 leerlingen bij het vak bedrijfsadministratie betere resultaten behalen?” Om antwoord te krijgen op deze vraag, is er gebruik gemaakt van een enquête voor de leerlingen en zijn de toetsresultaten geanalyseerd.

Motiveren van dyslectische leerlingen voor het leren van Engels Nicolle Vos, Nevenvestiging zorg (OPDC St. Michael) te Maastricht ([email protected]) Begeleider Fontys: Hannie Lucassen ([email protected]) Begeleider stageschool: Jane Kappers ([email protected])

Voor studenten met dyslexie is het lastig om gemotiveerd en betrokken te blijven bij de les. Het doel van dit onderzoek is door middel van nieuwe technologieën en visualisatie van lesstof juist deze leerlingen gemotiveerd te krijgen en bij de les te betrekken. De onderzoeksvraag van dit onderzoek is “hoe kunnen docenten de motivatie en betrokkenheid vergroten bij leerlingen met dyslexie?” De gebruikte onderzoeksmethoden zijn vragenlijsten, aangepaste lessen en mondelinge toetsen. De resultaten geven aanwijzingen dat leerlingen met dyslexie te motiveren zijn om een tweede taal te leren. Essentieel hierbij is om de lessen visueel en communicatief te maken.

Spelelementen als leermiddel Lokaal 1.05a

Voorzitter: Marcel Sevenich

Spelelementen in economielessen Roos Ploeg, Gilde Opleidingen te Weert ([email protected]) Begeleider Fontys: Jo Gardeniers ([email protected]) Dit praktijkonderzoek richt zich op de vraag of en in hoeverre spelelementen in de economieles invloed hebben op de actieve deelname van leerlingen in economielessen.

Gamificatie bij het leren van woordenschat: go of no go? Angelique van Knippenberg, Sint Ursula te Horn ([email protected]) Begeleider Fontys: Ferun Bötcher, [email protected] Begeleider stageschool: Nicole Didden ([email protected])

Games in de klas worden steeds populairder. Onderzoek laat zien dat leerlingen leren leuker vinden als er een spelelement aan wordt toegevoegd. Desondanks wordt er in lessen Duits nauwelijks gebruik gemaakt van (digitale) spelelementen. Ik onderzoek daarom of en in hoeverre in lessen Duits het toevoegen van een spelfactor aan een onlinetool het leren van leerlingen beïnvloedt.

Kahoot, leuk én leerzaam? Chris Weerts, Graaf Huyn College te Geleen ([email protected]) Begeleider Fontys: Marcel Sevenich ([email protected]) Begeleider stageschool: Ronald Deumens ([email protected])

Vanwege de talloze nieuwe ICT-mogelijkheden in het onderwijs wordt game-based learning steeds populairder. Dit onderzoek focust zich op een van de meest populaire games, Kahoot. Centraal staat de vraag: ‘Wat zijn de leereffecten van Kahoot, gemeten via het OBIT-model?’. Door middel van mijn onderzoek probeer ik de nieuwe én huidige generatie leerkrachten inzicht te verschaffen in Kahoot zelf, de effecten van het gebruik van Kahoot en het OBIT model. Via een interactie presentatie worden de onderzoeksmethoden en opbrengsten besproken en toegelicht.

Page 25: Inhoud - AOSL · parallelsessie kiezen. Elke sessie duurt 60 minuten. Aan de hand van de informatie in dit boekje kunt u vooraf of tijdens het symposium sessies kiezen. U kunt niet

25

Vakdidactiek Lokaal 0.04

Voorzitter: Riet de Reijke

Veldwerk, de sleutel tot historisch besef? 'Meneer waarom krijgen we geschiedenis, dat is toch allemaal al geweest?' 'Die mensen zijn toch al dood!'

Genomineerd AOSL-FLOS-prijs ‘Beste bachelor afstudeerpraktijkonderzoek ’

Tom v.d. Eijnden, Graaf Huyn College ([email protected]) Begeleider Fontys: Maurice Heemels ([email protected])

Dit is de hamvraag van de leerlingen bij de start van iedere stage. De vraag waarop vaak geen verhelderend antwoord gegeven wordt, terwijl het misschien wel de belangrijkste vraag is die leerlingen kunnen stellen. Waarom zou je iets leren, als je niet weet waarom je het leert? Die vraag wil ik beantwoorden en dat is de ban in het geschiedenisonderwijs die ik wil doorbreken met mijn onderzoek. Door leerlingen uit het klaslokaal te halen en ze mee te nemen op een historisch veldwerk door hun eigen stad, wil ik de leerlingen in laten zien wat het nut van geschiedenis is en wil ik ze in laten zien dat alles wat zij leren in de geschiedenisboeken, ook terug te vinden is in hun eigen leefomgeving. Door middel van enquêtes, interviews en een kleine toets meet ik of een veldwerk daadwerkelijk de sleutel tot historisch besef kan zijn.

Vormen van docentsturing Jarno Nagy, BC Broekhin Roermond ([email protected]) Begeleider Fontys: Wim Hassing ([email protected]) Begeleider stageschool: Felix Peerboom ([email protected])

Met dit praktijkonderzoek is geprobeerd te achterhalen of er verschillen optreden als twee parallelklassen aan dezelfde opdracht, maar met verschillende begeleiding van een docent aan de slag gaan. Om te onderzoeken of er verschillen waar te nemen zijn is er gekozen voor een drietal onderzoeksmethoden. Ten eerste waren er lesobservaties, ten tweede de eindproducten van de leerlingen en als laatste zijn er enquêtes over het project gehouden onder de leerlingen. Uiteindelijk bleek het verschil tussen de twee klassen niet schokkend, maar dusdanig en van structurele aard dat er wel conclusies uit de verschillende werkwijzen getrokken konden worden.

Procesgericht schrijfonderwijs Bente Pieters, Trevianum Scholengroep te Sittard ([email protected]) Begeleider Fontys: Patrick Wenmakers ([email protected])

Het onderzoek heeft als doel te meten in hoeverre er verschil is in de schrijfvaardigheid van eerstejaarshavoleerlingen na het aanbieden van procesgerichte schrijflessen waarin de schrijffasen niet lineair voor één eindproduct worden doorlopen, maar waarin per les één fase van het schrijfproces wordt doorlopen voor vier verschillende schrijfproducten. De fases van het schrijfproces zijn gebaseerd op de voor het primair onderwijs ontwikkelde methode Tekster, waarin er gewerkt wordt met het acroniem Ekster. Elke letter van het acroniem Ekster staat voor één schrijffase, die doorlopen wordt voor elk schrijfproduct: een uitnodiging, een instructie, een advertentie en een nieuwsbericht. Als eindmeting schrijven de leerlingen een zakelijke e-mail.

Page 26: Inhoud - AOSL · parallelsessie kiezen. Elke sessie duurt 60 minuten. Aan de hand van de informatie in dit boekje kunt u vooraf of tijdens het symposium sessies kiezen. U kunt niet

26

Page 27: Inhoud - AOSL · parallelsessie kiezen. Elke sessie duurt 60 minuten. Aan de hand van de informatie in dit boekje kunt u vooraf of tijdens het symposium sessies kiezen. U kunt niet

27

Page 28: Inhoud - AOSL · parallelsessie kiezen. Elke sessie duurt 60 minuten. Aan de hand van de informatie in dit boekje kunt u vooraf of tijdens het symposium sessies kiezen. U kunt niet

28

Fontys Lerarenopleiding Sittard

Bernardinuscollege

Beroepscollege Parkstad Limburg

Blariacumcollege

BC Broekhin

Charlemagne College

Connect College

DaCapo College

Graaf Huyn College

LVO Maastricht

LVO Parkstad

LVO Weert

Sintermeertencollege

S.G. Sophianum

Trevianum Scholengroep

S.G. Sint Ursula

Welten-instituut (Open Universiteit)

TIER (Universiteit Maastricht)

School of Business and Economics (Universiteit Maastricht)