Inhoud 1 Inleiding 2 Programmeren 3...

322
Inhoud 1 Inleiding 3 2 Programmeren 5 Lokaal bedieningspaneel 5 Bediening van het grafische LCP (GLCP) 5 Modus Snelmenu 13 Functiesetups 16 Modus Hoofdmenu 19 3 Parameterbeschrijving 23 Parameterkeuze 23 Hoofdmenu – Bediening/display – Groep 0 23 Hoofdmenu – Belasting & motor – Groep 1 40 Hoofdmenu – Remmen – Groep 2 51 Hoofdmenu – Ref./Ramp. – Groep 3 54 Hoofdmenu – Begr./waarsch. – Groep 4 61 Hoofdmenu – Digitaal In/Uit – Groep 5 68 Hoofdmenu – Analoog In/Uit – Groep 6 99 Hoofdmenu – Comm. en opties – Groep 8 109 Hoofdmenu – Profibus – Groep 9 118 Hoofdmenu – CAN-veldbus – Groep 10 127 Hoofdmenu – LonWorks – Groep 11 133 Hoofdmenu – Smart Logic – Groep 13 134 Hoofdmenu – Speciale functies – Groep 14 149 Hoofdmenu – Geg. omvormer – Groep 15 158 Hoofdmenu – Data-uitlezingen – Groep 16 166 Hoofdmenu – Data-uitlezingen 2 – Groep 18 175 Hoofdmenu – Omvormer met terugkoppeling – Groep 20 178 Hoofdmenu – Uitgebr. met terugk. – FC 100 – Groep 21 194 Hoofdmenu – Toepassingsfuncties – FC 100 – Groep 22 206 Hoofdmenu – Tijdgebonden functies – FC 100 – Groep 23 221 Hoofdmenu – Toepassingsfuncties 2 – Groep 24 236 Hoofdmenu – Cascaderegelaar – Groep 25 243 Hoofdmenu – Analoge I/O-optie MCB 109 – Groep 26 258 4 Problemen verhelpen 267 Alarmen en waarschuwingen 267 Alarmwoorden 270 Waarschuwingswoorden 271 Uitgebreide statuswoorden 272 Foutmeldingen 273 VLT ® HVAC Drive Programmeerhandleiding Inhoud MG.11.C6.10 – VLT ® is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 1

Transcript of Inhoud 1 Inleiding 2 Programmeren 3...

Inhoud

1 Inleiding 3

2 Programmeren 5

Lokaal bedieningspaneel 5

Bediening van het grafische LCP (GLCP) 5

Modus Snelmenu 13

Functiesetups 16

Modus Hoofdmenu 19

3 Parameterbeschrijving 23

Parameterkeuze 23

Hoofdmenu – Bediening/display – Groep 0 23

Hoofdmenu – Belasting & motor – Groep 1 40

Hoofdmenu – Remmen – Groep 2 51

Hoofdmenu – Ref./Ramp. – Groep 3 54

Hoofdmenu – Begr./waarsch. – Groep 4 61

Hoofdmenu – Digitaal In/Uit – Groep 5 68

Hoofdmenu – Analoog In/Uit – Groep 6 99

Hoofdmenu – Comm. en opties – Groep 8 109

Hoofdmenu – Profibus – Groep 9 118

Hoofdmenu – CAN-veldbus – Groep 10 127

Hoofdmenu – LonWorks – Groep 11 133

Hoofdmenu – Smart Logic – Groep 13 134

Hoofdmenu – Speciale functies – Groep 14 149

Hoofdmenu – Geg. omvormer – Groep 15 158

Hoofdmenu – Data-uitlezingen – Groep 16 166

Hoofdmenu – Data-uitlezingen 2 – Groep 18 175

Hoofdmenu – Omvormer met terugkoppeling – Groep 20 178

Hoofdmenu – Uitgebr. met terugk. – FC 100 – Groep 21 194

Hoofdmenu – Toepassingsfuncties – FC 100 – Groep 22 206

Hoofdmenu – Tijdgebonden functies – FC 100 – Groep 23 221

Hoofdmenu – Toepassingsfuncties 2 – Groep 24 236

Hoofdmenu – Cascaderegelaar – Groep 25 243

Hoofdmenu – Analoge I/O-optie MCB 109 – Groep 26 258

4 Problemen verhelpen 267

Alarmen en waarschuwingen 267

Alarmwoorden 270

Waarschuwingswoorden 271

Uitgebreide statuswoorden 272

Foutmeldingen 273

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding Inhoud

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 1

5 Parameterlijsten 277

Parameteropties 277

Standaardinstellingen 277

0-** Bediening/display 278

1-** Belasting & motor 280

2-** Remmen 281

3-** Ref./Ramp. 282

4-** Begr./waarsch. 283

5-** Digitaal In/Uit 284

6-** Analoog In/Uit 286

8-** Communicatie en opties 288

9-** Profibus 289

10-** CAN-veldbus 290

11-** LonWorks 291

13-** Smart Logic 292

14-** Speciale functies 293

15-** Geg. omvormer 294

16-** Data-uitlezingen 296

18-** Info & uitlez. 298

20-** Omvormer met terugkoppeling 299

21-** Uitgebr. met terugk. 300

22-** Toepassingsfuncties 302

23-** Tijdgebonden functies 304

24-** Toepassingsfuncties 2 305

25-** Cascaderegelaar 306

26-** Analoge I/O-optie MCB 109 308

Trefwoordenregister 309

Inhoud VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

2 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

1 Inleiding

VLT HVAC DriveFC 100-serie

Softwareversie: 2.8.x

Deze handleiding kan worden gebruikt voor alle VLT HVAC Drive-fre-quentieomvormers met softwareversie 2.8.x.

Het actuele softwareversienummer is uit te lezen viaPar.15-43 Softwareversie.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 1 Inleiding

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 3

1

2 Programmeren VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

4 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

2

2 Programmeren

2.1 Lokaal bedieningspaneel

2.1.1 Bediening van het grafische LCP (GLCP)

Onderstaande instructies gelden voor het GLCP (LCP 102).

De functies van het GLCP zijn verdeeld in vier groepen:

1. Grafische display met statusregels.

2. Menutoetsen en indicatielampjes (LED's) – parameters wijzigen en schakelen tussen displayfuncties.

3. Navigatietoetsen en indicatielampjes (LED's).

4. Bedieningstoetsen en indicatielampjes (LED's)

Grafisch display:

Het LCD-display is voorzien van achtergrondverlichting en maximaal 6 alfanumerieke regels. Alle gegevens worden weergegeven op het LCP dat in de

[Status]-modus maximaal vijf bedrijfsvariabelen kan weergeven.

Displayregels:

a. Statusregel: statusmeldingen met pictogrammen en afbeel-

dingen

b. Regel 1-2: bedieningsinformatie over gegevens die door de

gebruiker zijn gedefinieerd of geselecteerd. Er kan maximaal

één extra regel worden toegevoegd met de toets [Status].

c. Statusregel: statusmeldingen met tekst.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 2 Programmeren

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 5

2

Het display bestaat uit 3 delen:

Bovenste gedeelte (a) toont de status in de statusmodus of maximaal 2 variabelen in een andere modus en in geval van een alarm/waarschuwing.

Het nummer van de actieve setup (geselecteerd als Actieve setup in Par.0-10 Actieve setup) wordt weergegeven. Bij het programmeren van een andere

setup dan de Actieve setup zal het nummer van de setup die wordt geprogrammeerd aan de rechterkant tussen haakjes worden weergegeven.

Het middelste gedeelte (b) toont maximaal 5 variabelen met bijbehorende eenheid, ongeacht de status. In geval van een alarm/waarschuwing wordt

de waarschuwing weergegeven in plaats van de variabelen.

Schakelen tussen de drie verschillende statusuitlezingen is mogelijk door op de [Status]-toets te drukken.

In elk statusscherm worden de bedrijfsvariabelen met een andere opmaak weergegeven – zie hierna.

Aan elk van de bedrijfsvariabelen kunnen diverse metingen worden gekoppeld. De te tonen waarden/metingen kunnen worden gedefinieerd via Par.

0-20 Displayregel 1.1 klein, Par. 0-21 Displayregel 1.2 klein, Par. 0-22 Displayregel 1.3 klein, Par. 0-23 Displayregel 2 groot en Par. 0-24 Displayregel 3

groot. Via [Quick Menus], Q3 Functiesetups, Q3-1 Alg. instellingen en Q3-13 Displayinstellingen krijgt u toegang tot deze parameters.

Elke uitleesparameter voor een waarde/meting die is geselecteerd in Par.0-20 Displayregel 1.1 klein tot Par. 0-24 Displayregel 3 groot wordt gekenmerkt

door een eigen schaal en een aantal cijfers achter een eventueel decimaalteken. Bij grotere numerieke waarden worden minder cijfers weergegeven

achter het decimaalteken.

Voorbeeld: uitlezing stroom

5,25 A; 15,2 A 105 A.

Statusdisplay I:

Deze uitleesstatus is standaard actief na een start of initialisatie.

Gebruik [Info] voor informatie over de waarde/meting die is gekoppeld

aan de weergegeven bedrijfsvariabelen (1.1, 1.2, 1.3, 2 en 3).

Zie de bedrijfsvariabelen die worden weergegeven in het afgebeelde

scherm. 1.1, 1.2 en 1.3 staan klein weergegeven. 2 en 3 zijn groter weer-

gegeven.

130BP041.10

1.1

1.3

2

1.2

3

Statusdisplay II:

Zie de bedrijfsvariabelen (1.1, 1.2, 1.3 en 2) die worden weergegeven in

het afgebeelde scherm.

In het voorbeeld zijn Snelheid, Motorstroom, Motorvermogen en Fre-

quentie als variabelen geselecteerd in de eerste en tweede regel.

1.1, 1.2 en 1.3 zijn klein weergegeven. 2 is groot weergegeven.

130BP062.10

2

1.2

1.31.1

2 Programmeren VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

6 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

2

Statusdisplay III

Deze status geeft de gebeurtenis en de actie weer van de Smart Logic

Control. Zie de sectie Smart Logic Control voor meer informatie.

130BP064.10

Het onderste gedeelte toont de status van de frequentieomvormer in

de statusmodus.

Aanpassing contrast display

Druk op [Status] en [] om het display donkerder te maken.

Druk op [Status] en [] om het display helderder te maken.

130B

P07 4

.10 Bovenste

gedeelte

Middelste gedeelte

Onderste gedeelte

Indicatielampjes (LED's):

Als bepaalde drempelwaarden worden overschreden, gaan de alarm- en/of waarschuwings-LED's branden. Er verschijnen tevens een status- en alarmtekst

op het bedieningspaneel.

De On-LED gaat branden wanneer de frequentieomvormer spanning van een netvoeding, DC-bus of externe 24 V-voeding krijgt. Tegelijkertijd is de

achtergrondverlichting aan.

• Groene LED/On: geeft aan dat de besturingssectie is ingescha-

keld.

• Gele LED/Warn.: geeft een waarschuwing aan.

• Knipperende rode LED/Alarm: geeft een alarm aan.

Toetsen op het GLCP

Menutoetsen

De menutoetsen zijn ingedeeld op functie. De toetsen onder het display

en de indicatielampjes dienen voor het instellen van de parameters en

het selecteren van de displayweergave tijdens normaal bedrijf.

130BP045.10

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 2 Programmeren

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 7

2

[Status]

Geeft de status weer van de frequentieomvormer en/of de motor. Via de [Status]-toets zijn 3 verschillende uitlezingen te selecteren:

5-regelige uitlezing, 4-regelige uitlezing of Smart Logic Control.

[Status] dient om de displaymodus te selecteren of om naar de displaymodus terug te schakelen vanuit de modi Snelmenu, Hoofdmenu of Alarm. De

toets [Status] dient tevens om te schakelen tussen de enkele en dubbele uitleesmodi.

[Quick Menus]

maakt een snelle setup van de frequentieomvormer mogelijk. Hiermee kunnen de meestgebruikte HVAC-functies worden geprogrammeerd.

Via [Quick Menus] hebt u toegang tot de volgende onderdelen:

- Persoonlijk menu

- Snelle setup

- Functiesetups

- Gemaakte wijz.

- Logdata

Functiesetups biedt een snelle en eenvoudige toegang tot alle parameters die nodig zijn voor de meeste HVAC-toepassingen, inclusief de meeste VAV

en CAV toevoer- en retourventilatoren, koeltorenventilatoren, primaire, secundaire en condensaatpompen alsmede andere pomp-, ventilator- en com-

pressortoepassingen. Daarnaast bevat het parameters om te bepalen welke variabelen op het LCP moeten worden getoond, parameters voor vooraf in

te stellen snelheden, schaling van analoge referenties, 1- of multi-zone toepassingen met terugkoppeling en specifieke functies met betrekking tot ven-

tilatoren, pompen en compressoren.

De parameters van het Snelmenu zijn direct toegankelijk, tenzij er via Par.0-60 Wachtw. hoofdmenu, Par.0-61 Toegang hoofdmenu zonder wachtw.,

Par.0-65 Wachtw persoonlijk menu of Par.0-66 Toegang pers. menu zonder wachtw. een wachtwoord is ingesteld.

Het is mogelijk om direct te schakelen tussen Snelmenu en Hoofdmenu.

[Main Menu]

Dient om alle parameters te programmeren. De parameters van het hoofdmenu zijn direct toegankelijk, tenzij er via Par.0-60 Wachtw. hoofdmenu, Par.

0-61 Toegang hoofdmenu zonder wachtw.,Par.0-65 Wachtw persoonlijk menu of Par.0-66 Toegang pers. menu zonder wachtw. een wachtwoord is

ingesteld. Voor de meeste HVAC-toepassingen is het niet nodig om via het hoofdmenu parameters te selecteren. In plaats daarvan bieden Snelmenu,

Snelle setup en Functiesetup de snelste en eenvoudigste manier om toegang te krijgen tot de benodigde specifieke parameters.

Het is mogelijk om direct te schakelen tussen Hoofdmenu en Snelmenu.

De parametersnelkoppeling kan worden uitgevoerd door de [Main Menu]-toets gedurende 3 seconden in te drukken. De parametersnelkoppeling geeft

directe toegang tot elke mogelijke parameter.

[Alarm Log]

Toont een overzicht van de laatste vijf alarmmeldingen (genummerd A1-A5). U kunt aanvullende gegevens over een alarm krijgen door via de pijltjes-

toetsen naar het alarmnummer te gaan en op [OK] te drukken. Er wordt informatie weergegeven over de toestand van uw frequentieomvormer net

voordat de alarmmodus werd ingeschakeld.

De [Alarm log]-toets op het LCP geeft toegang tot zowel de Alarmlog als de Onderhoudslog.

[Back]

brengt u een stap of laag terug in de navigatiestructuur.

[Cancel]

annuleert uw laatste wijziging of commando, zolang het display niet is gewijzigd.

[Info]

geeft informatie over een commando, parameter of functie in elk mogelijk scherm. Met [Info] kunt u zo nodig uitgebreide informatie weergeven.

Verlaat de infomodus door op [Info], [Back] of [Cancel] te drukken.

2 Programmeren VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

8 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

2

Navigatietoetsen

Gebruik de vier pijltjestoetsen om te bewegen tussen de verschillende

opties in [Quick Menus], [Main Menu] en [Alarm log]. Gebruik de

toetsen om de cursor te verplaatsen.

[OK] dient om een parameter te selecteren die wordt gemarkeerd door

de cursor en om de wijziging van een parameter te bevestigen.

De bedieningstoetsen voor de lokale bediening bevinden zich onder

aan het bedieningspaneel.

130BP046.10

[Hand On]

Maakt het mogelijk om de frequentieomvormer via het GLCP te besturen. [Hand On] start ook de motor, waarna het mogelijk is om de gegevens voor

de motorsnelheid in te stellen via de pijltjestoetsen. De toets kan worden ingesteld als Ingesch. [1] of Uitgesch. [0] via Par.0-40 [Hand on]-toets op

LCP.

De volgende stuursignalen zullen actief blijven wanneer [Hand On] wordt geactiveerd:

• [Hand On] - [Off] - [Auto on]

• Reset

• Vrijloop na stop, geïnverteerd

• Omkeren

• Setupselectie lsb – Setupselectie msb

• Stopcommando via seriële communicatie

• Snelle stop

• DC-rem

NB!

Externe stopsignalen die via stuursignalen of een seriële bus worden geactiveerd, zullen een 'start'-commando via het LCP onderdruk-

ken.

[Off]

stopt de aangesloten motor. De toets kan worden ingesteld als Ingesch. [1] of Uitgesch. [0] via Par.0-41 [Off]-toets op LCP. Als er geen externe stopfunctie

is geselecteerd en de toets [Off] inactief is, kan de motor worden gestopt door de netvoeding af te schakelen.

[Auto on]

Maakt het mogelijk om de frequentieomvormer te sturen via stuurklemmen en/of seriële communicatie. Als een startsignaal naar de stuurklemmen en/

of de bus wordt gestuurd, start de frequentieomvormer. De toets kan worden ingesteld als Ingesch. [1] of Uitgesch. [0] via Par.0-42 [Auto on]-toets op

LCP.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 2 Programmeren

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 9

2

NB!

Een actief HAND-OFF-AUTO-signaal via de digitale ingangen heeft een hogere prioriteit dan de bedieningstoetsen [Hand on] – [Auto

on].

[Reset]

dient om de frequentieomvormer te resetten na een alarm met uitschakeling (trip). Kan worden geselecteerd als Ingesch. [1] of Uitgesch. [0] via Par.

0-43 [Reset]-toets op LCP.

De parametersnelkoppeling kan worden uitgevoerd door de [Main Menu]-toets gedurende 3 seconden in te drukken. De parametersnelkoppeling geeft

directe toegang tot elke mogelijke parameter.

2.1.2 Bediening van het numerieke LCP (NLCP)

Onderstaande instructies gelden voor het NLCP (LCP 101).

De functies van het bedieningspaneel zijn verdeeld in vier groepen:

1. Numeriek display.

2. Menutoets en indicatielampjes (LED's) – parameters wijzigen en

schakelen tussen displayfuncties.

3. Navigatietoetsen en indicatielampjes (LED's).

4. Bedieningstoetsen en indicatielampjes (LED's).

NB!

Het kopiëren van parameters is niet mogelijk met het

numerieke lokale bedieningspaneel (LCP 101).

Selecteer een van de volgende modi:

Statusmodus: geeft de status van de frequentieomvormer of de motor

aan.

Als zich een alarm voordoet, schakelt het NLCP automatisch naar de sta-

tusmodus.

Er kan een aantal alarmen worden weergegeven.

Modus Snelle setup of Hoofdmenu: geeft displayparameters en pa-

rameterinstellingen weer.

Afbeelding 2.1: Numeriek LCP (NLCP)

130B

P077

.10

Afbeelding 2.2: Voorbeeld van statusdisplay

Indicatielampjes (LED's):

• Groene LED/On: geeft aan of de besturingssectie is ingescha-

keld.

• Gele LED/Warn.: geeft een waarschuwing aan.

• Knipperende rode LED/Alarm: geeft een alarm aan.

130B

P078

.10

Afbeelding 2.3: Voorbeeld van alarmdisplay

Menu-toets

[Menu] geeft toegang tot de volgende modi:

• Status

• Snelle setup

• Hoofdmenu

2 Programmeren VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

10 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

2

[Main Menu] dient om alle parameters te kunnen programmeren.

De parameters zijn direct toegankelijk, tenzij er via Par.0-60 Wachtw. hoofdmenu, Par.0-61 Toegang hoofdmenu zonder wachtw., Par.0-65 Wachtw

persoonlijk menu of Par.0-66 Toegang pers. menu zonder wachtw. een wachtwoord is ingesteld.

Snelle setup dient om de frequentieomvormer in te stellen op basis van de belangrijkste parameters.

De parameterwaarden kunnen met de pijltjestoetsen omhoog/omlaag worden gewijzigd wanneer de waarde knippert.

Selecteer het hoofdmenu door een aantal keren op de [Menu]-toets te drukken totdat het indicatielampje boven Main Menu brandt.

Selecteer de parametergroep [xx-__] en druk op [OK].

Selecteer de parameter [__-xx] en druk op [OK].

Selecteer het arraynummer en druk op [OK] als de parameter een arrayparameter is.

Selecteer de gewenste gegevenswaarde en druk op [OK].

De navigatietoets [Back] dient om een stap terug te gaan.

De pijltjestoetsen [] [] dienen om te wisselen tussen parametergroepen en parameters, en te bewegen binnen parameters.

[OK] dient om een parameter te selecteren die wordt gemarkeerd door de cursor en om de wijziging van een parameter te bevestigen.

13

0B

P07

9.1

0

Afbeelding 2.4: Displayvoorbeeld

Bedieningstoetsen

De toetsen voor de lokale bediening bevinden zich onder aan het bedie-

ningspaneel.

130BP046.10Afbeelding 2.5: Bedieningstoetsen van het numerieke LCP

(NLCP)

[Hand on] maakt het mogelijk om de frequentieomvormer via het LCP te besturen. [Hand on] start ook de motor, waarna het mogelijk is om de gegevens

voor de motorsnelheid in te stellen via de pijltjestoetsen. De toets kan worden ingesteld als Ingesch. [1] of Uitgesch. [0] via Par.0-40 [Hand on]-toets

op LCP.

Externe stopsignalen die via stuursignalen of een seriële bus worden geactiveerd, zullen een 'start'-commando via het LCP onderdrukken.

De volgende stuursignalen zullen actief blijven wanneer [Hand on] wordt geactiveerd:

• [Hand on] - [Off] - [Auto on]

• Reset

• Vrijloop na stop, geïnverteerd

• Omkeren

• Setupselectie lsb – Setupselectie msb

• Stopcommando via seriële communicatie

• Snelle stop

• DC-rem

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 2 Programmeren

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 11

2

[Off] stopt de aangesloten motor. De toets kan worden ingesteld als Ingesch. [1] of Uitgesch. [0] via Par.0-41 [Off]-toets op LCP.

Als er geen externe stopfunctie is geselecteerd en de toets [Off] inactief is, kan de motor worden gestopt door de netspanning af te schakelen.

[Auto on] maakt het mogelijk om de frequentieomvormer te besturen via stuurklemmen en/of seriële communicatie. Als een startsignaal naar de

stuurklemmen en/of de bus wordt gestuurd, start de frequentieomvormer. De toets kan worden ingesteld als Ingesch. [1] of Uitgesch. [0] via Par.

0-42 [Auto on]-toets op LCP.

NB!

Een actief HAND-OFF-AUTO-signaal via de digitale ingangen heeft een hogere prioriteit dan de bedieningstoetsen [Hand on] en [Auto

on].

[Reset] dient om de frequentieomvormer na een alarm (trip) te resetten. De toets kan worden ingesteld als Ingesch. [1] of Uitgesch. [0] via Par.

0-43 [Reset]-toets op LCP.

2.1.3 Snel overzetten van parameterinstellingen naar andere frequentieomvormers

Wanneer de setup van een frequentieomvormer voltooid is, kunt u de

gegevens het beste opslaan in het LCP of op een pc met behulp van de

MCT 10 setup-software.

Gegevensopslag in LCP:

1. Ga naar Par.0-50 LCP kopiëren

2. Druk op de [OK]-toets.

3. Selecteer 'Alles naar LCP'.

4. Druk op de [OK]-toets.

Alle parameterinstellingen worden nu opgeslagen in het LCP, wat wordt aangegeven in de voortgangsbalk. Druk op [OK] als 100% is bereikt.

NB!

Stop de motor vóór u deze handeling uitvoert.

U kunt het LCP nu aansluiten op een andere frequentieomvormer en de parameterinstellingen naar die frequentieomvormer kopiëren.

Gegevensoverdracht van LCP naar frequentieomvormer:

1. Ga naar Par.0-50 LCP kopiëren

2. Druk op de [OK]-toets.

3. Selecteer 'Alles vanaf LCP'.

4. Druk op de [OK]-toets.

2 Programmeren VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

12 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

2

De parameterinstellingen die in het LCP zijn opgeslagen worden nu gekopieerd naar de frequentieomvormer, wat wordt aangegeven in de voortgangsbalk.

Druk op [OK] als 100% is bereikt.

NB!

Stop de motor vóór u deze handeling uitvoert.

2.1.4 Parametersetup

De frequentieomvormer kan voor allerlei verschillende toepassingen worden gebruikt en beschikt daarom over een aanzienlijk aantal parameters. De

serie frequentieomvormers biedt een keuze tussen twee programmeermodi: Snelmenu en Hoofdmenu.

Het hoofdmenu biedt toegang tot alle parameters. Het eerste menu leidt de gebruiker door de parameters die het mogelijk maken om de meeste VLT

HVAC Drive-toepassingen te programmeren.

Ongeacht de programmeermodus waarin het apparaat zich bevindt, zal de wijziging van een parameter zowel in de modus Hoofdmenu als in de modus

Snelmenu zichtbaar zijn.

2.1.5 Modus Snelmenu

Parametergegevens

Het grafische display (GLCP) biedt toegang tot alle parameters die worden vermeld onder het Snelmenu. Het numerieke display (NLCP) biedt enkel

toegang tot de parameters van de Snelle setup. Volg onderstaande procedure om parameterinstellingen in te voeren of te wijzigen met behulp van de

[Quick Menus]-toets.

1. Druk op [Quick Menus]

2. Gebruik de toetsen [] en [] om naar de te wijzigen parameter te gaan.

3. Druk op [OK].

4. Gebruik de toetsen [] en [] om de juiste parameterinstelling te selecteren.

5. Druk op [OK].

6. Gebruik de toetsen [] en [] om naar een ander cijfer binnen de parameterinstelling te gaan.

7. Het gemarkeerde gebied geeft aan welk cijfer is geselecteerd voor wijziging.

8. Druk op de toets [Cancel] om de wijziging ongedaan te maken of druk op de toets [OK] om de wijziging te bevestigen en de nieuwe instelling

op te slaan.

Voorbeeld van het wijzigen van een parameterinstelling

Stel dat par. 22-60 is ingesteld op Uit. U wilt de bewakingsfunctie voor de ventilatorband – wel of niet defect – echter inschakelen. Volg hiervoor

onderstaande procedure:

1. Druk op de [Quick Menus]-toets.

2. Selecteer Functiesetups met behulp van de toets [].

3. Druk op [OK].

4. Selecteer Toepassingsinst. met behulp van de toets [].

5. Druk op [OK].

6. Druk opnieuw op [OK] om Vent. functies te selecteren.

7. Selecteer Functie Defecte band door op [OK] te drukken.

8. Gebruik de toets [] om Uitsch. [2] te selecteren en druk op [OK] om de nieuwe instelling te bevestigen.

De frequentieomvormer zal nu uitschakelen (trip) wanneer een defecte ventilatorband wordt gedetecteerd.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 2 Programmeren

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 13

2

Selecteer Persoonlijk menu om de persoonlijke parameters weer

te geven.

Selecteer Persoonlijk menu om alleen de parameters weer te geven die eerder zijn geselecteerd en geprogrammeerd als persoonlijke parameters. De

OEM van de luchtbehandelingskast (LBK) of pomp kan deze parameters bijvoorbeeld bij de inbedrijfstelling in de fabriek al hebben geprogrammeerd in

het Persoonlijk menu om de inbedrijfstelling/fijnafstelling ter plaatse eenvoudiger te maken. Deze parameters worden geselecteerd via Par.0-25 Per-

soonlijk menu. Er kunnen maximaal 20 parameters worden geprogrammeerd via dit menu.

Selecteer Gemaakte wijz. voor informatie over:

• de laatste 10 wijzigingen. Gebruik de navigatietoetsen omhoog/omlaag om door de laatste 10 gewijzigde parameters te schuiven.

• de wijzigingen die sinds de standaardinstelling zijn gemaakt.

Selecteer [Logdata]:

voor informatie over de uitlezingen in de displayregel. De informatie wordt als grafiek weergegeven.

Het is alleen mogelijk om de ingestelde displayparameters in Par.0-20 Displayregel 1.1 klein en Par. 0-24 Displayregel 3 groot te bekijken. Er kunnen

maximaal 120 voorbeelden in het geheugen worden opgeslagen voor later gebruik.

Efficiënte parametersetup voor VLT HVAC Drive-toepassingen

Via [Quick Menus] kunnen de parameters voor de meeste VLT HVAC Drive-toepassingen op eenvoudige wijze worden ingesteld.

Als u op [Quick Menus] drukt, worden de diverse functies van het snelmenu weergegeven. Zie ook afbeelding 6.1 hieronder en tabel Q3-1 tot Q3-4 in

onderstaande sectie Functiesetups.

Voorbeeld van het gebruik van de optie Snelle setup

Stel dat u de uitlooptijd wilt instellen op 100 seconden!

1. Selecteer Snelle setup. De eerste parameter van de snelle setup, Par.0-01 Taal, wordt weergegeven.

2. Gebruik de toets [] om Par.3-42 Ramp 1 uitlooptijd (met standaardinstelling 20 s) te selecteren.

3. Druk op [OK].

4. Gebruik de toets [] om het tweede cijfer voor het decimaalteken te markeren.

5. Wijzig '0' in '1' met behulp van de toets [].

6. Gebruik de toets [] om het cijfer '2' te markeren.

7. Wijzig '2' in '0' met behulp van de toets [].

8. Druk op [OK].

De nieuwe uitlooptijd is nu ingesteld op 100 seconden.

Het wordt aangeraden om de setup in de aangegeven volgorde uit te voeren.

NB!

Een volledige beschrijving van de functie is te vinden in de betreffende parametersecties van deze handleiding.

Afbeelding 2.6: Overzicht snelmenu

2 Programmeren VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

14 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

2

De optie Snelle setup geeft toegang tot de 13 belangrijkste parameters voor de setup van de frequentieomvormer. Na het programmeren is de frequen-

tieomvormer in de meeste gevallen bedrijfsklaar. De 13 parameters (zie voetnoot) van de Snelle setup worden in onderstaande tabel vermeld. Een

volledige beschrijving van de functie vindt u in de betreffende parametersecties van deze handleiding.

Par. [Eenh]

Par.0-01 Taal

Par.1-20 Motorverm. [kW] [kW]

Par.1-21 Motorverm. [PK] [pk]

Par.1-22 Motorspanning [V]

Par.1-23 Motorfrequentie [Hz]

Par.1-24 Motorstroom [A]

Par.1-25 Nom. motorsnelheid [tpm]

Par.1-28 Controle draair. motor [Hz]

Par.3-41 Ramp 1 aanlooptijd [s]

Par.3-42 Ramp 1 uitlooptijd [s]

Par.4-11 Motorsnelh. lage begr. [RPM] [tpm]

Par.4-12 Motorsnelh. lage begr. [Hz] [Hz]

Par.4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM] [tpm]

Par.4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz] [Hz]

Par.3-19 Jog-snelh. [TPM] [tpm]

Par.3-11 Jog-snelh. [Hz] [Hz]

Par.5-12 Klem 27 digitale ingang

Par.5-40 Functierelais

Tabel 2.1: Parameters Snelle setup

*De weergave op het display hangt af van de geselecteerde waarde in Par.0-02 Eenh. motortoerental en Par.0-03 Regionale instellingen. De standaard-

instelling van Par.0-02 Eenh. motortoerental en Par.0-03 Regionale instellingen hangt af van de geografische regio waarin de frequentieomvormer is

geleverd, maar deze kan indien nodig worden gewijzigd.

** Par.5-40 Functierelais is een array, waar kan worden gekozen tussen Relais 1 [0] en Relais 2 [1]. De standaardinstelling is Relais 1 [0] met de

standaardfunctie Alarm [9].

Zie de parameterbeschrijving verderop in dit hoofdstuk, onder Functiesetups.

Zie de VLT HVAC Drive Programmeerhandleiding, MG.11.Cx.yy, voor uitgebreide informatie over instellingen en programmering.

x = versienummer y = taalcode

NB!

Als Par.5-12 Klem 27 digitale ingang is ingesteld op Niet in bedrijf is er voor klem 27 geen aansluiting naar +24 V nodig om starten

mogelijk te maken.

Als Par.5-12 Klem 27 digitale ingang is ingesteld op Vrijloop geïnv. (fabrieksinstelling) is een aansluiting naar +24 V nodig om starten

mogelijk te maken.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 2 Programmeren

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 15

2

2.1.6 Functiesetups

Functiesetups biedt een snelle en eenvoudige toegang tot alle parameters die nodig zijn voor de meeste VLT HVAC Drive-toepassingen, inclusief de

meeste VAV en CAV toevoer- en retourventilatoren, koeltorenventilatoren, primaire, secundaire en condensaatpompen alsmede andere pomp-, ventilator-

en compressortoepassingen.

Toegang tot Functiesetups – voorbeeld

130BT110.10

Afbeelding 2.7: Stap 1: schakel de frequentieomvormer in

(gele LED gaat branden).

130BT111.10

Afbeelding 2.8: Stap 2: druk op de [Quick Menus]-toets

(snelmenuopties worden weergegeven).

130BT112.10

Afbeelding 2.9: Stap 3: gebruik de navigatietoetsen omh-

oog/omlaag om naar Functiesetups te schuiven. Druk op

[OK].

130BT113.10

Afbeelding 2.10: Stap 4: de Functiesetupopties worden

weergegeven. Selecteer Q3-1 Alg. instellingen. Druk op

[OK].

130BT114.10

Afbeelding 2.11: Stap 5: gebruik de navigatietoetsen omh-

oog/omlaag om bijv. naar 03-11 Analoge uitgangen te

schuiven. Druk op [OK]..130BT115.10

Afbeelding 2.12: Stap 6: selecteer par. 6-50. Druk op [OK].

2 Programmeren VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

16 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

2

130BT116.10

Afbeelding 2.13: Stap 7: gebruik de navigatietoetsen omh-

oog/omlaag om door de diverse opties te schuiven. Druk op

[OK].

Functiesetupparameters

De parameters voor Functiesetups zijn ingedeeld in de volgende groepen:

Q3-1 Alg. instellingenQ3-10 Geav. Motorinstellingen Q3-11 Analoge uitgang Q3-12 Klokinstellingen Q3-13 DisplayinstellingenPar.1-90 Therm. motorbeveiliging Par.6-50 Klem 42 uitgang Par.0-70 Datum & tijd instellen Par.0-20 Displayregel 1.1 kleinPar.1-93 Thermistorbron Par.6-51 Klem 42 uitgang min.

schaalPar.0-71 Datumindeling Par. 0-21 Displayregel 1.2 klein

Par.1-29 Autom. aanpassing mo-torgeg. (AMA)

Par.6-52 Klem 42 uitgang max.schaal

Par.0-72 Tijdsindeling Par. 0-22 Displayregel 1.3 klein

Par.14-01 Schakelfrequentie Par.0-74 DST/zomertijd Par. 0-23 Displayregel 2 grootPar.4-53 Waarschuwing snelheidhoog

Par.0-76 DST/zomertijd start Par. 0-24 Displayregel 3 groot

Par.0-77 DST/zomertijd einde Par.0-37 Displaytekst 1Par.0-38 Displaytekst 2Par.0-39 Displaytekst 3

Q3-2 Inst. geen terugk.Q3-20 Digitale referentie Q3-21 Analoge referentiePar.3-02 Minimumreferentie Par.3-02 MinimumreferentiePar.3-03 Max. referentie Par.3-03 Max. referentiePar.3-10 Ingestelde ref. Par.6-10 Klem 53 lage spanningPar.5-13 Klem 29 digitale ingang Par.6-11 Klem 53 hoge spanningPar.5-14 Klem 32 digitale ingang Par.6-12 Klem 53 lage stroomPar.5-15 Klem 33 digitale ingang Par.6-13 Klem 53 hoge stroom

Par.6-14 Klem 53 lage ref./terugkopp. waardePar.6-15 Klem 53 hoge ref./terugkopp. waarde

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 2 Programmeren

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 17

2

Q3-3 Inst. Met terugk.Q3-30 Eén zone, int. setpoint Q3-31 Eén zone, ext. setpoint Q3-32 Multi-zone/geav.Par.1-00 Configuratiemodus Par.1-00 Configuratiemodus Par.1-00 ConfiguratiemodusPar.20-12 Referentie/terugk.eenheid Par.20-12 Referentie/terugk.eenheid Par.3-15 Referentiebron 1Par.20-13 Minimum Reference/Feedb. Par.20-13 Minimum Reference/Feedb. Par.3-16 Referentiebron 2Par.20-14 Maximum Reference/Feedb. Par.20-14 Maximum Reference/Feedb. Par.20-00 Bron terugk. 1Par.6-22 Klem 54 lage stroom Par.6-10 Klem 53 lage spanning Par.20-01 Conversie terugk. 1Par.6-24 Klem 53 lage ref./terugkopp. waarde Par.6-11 Klem 53 hoge spanning Par.20-02 Eenh. bron terugk. 1Par.6-25 Klem 54 hoge ref./terugkopp. waarde Par.6-12 Klem 53 lage stroom Par.20-03 Bron terugk. 2Par.6-26 Klem 54 filter tijdconstante Par.6-13 Klem 53 hoge stroom Par.20-04 Conversie terugk. 2Par.6-27 Klem 54 live zero Par.6-14 Klem 53 lage ref./terugkopp. waarde Par.20-05 Eenh. bron terugk. 2Par.6-00 Live zero time-out-tijd Par.6-15 Klem 53 hoge ref./terugkopp. waarde Par.20-06 Bron terugk. 3Par.6-01 Live zero time-out-functie Par.6-22 Klem 54 lage stroom Par.20-07 Conversie terugk. 3Par.20-21 Setpoint 1 Par.6-24 Klem 53 lage ref./terugkopp. waarde Par.20-08 Eenh. bron terugk. 3Par.20-81 PID normaal/inv regeling Par.6-25 Klem 54 hoge ref./terugkopp. waarde Par.20-12 Referentie/terugk.eenheidPar.20-82 PID startsnelheid [tpm] Par.6-26 Klem 54 filter tijdconstante Par.20-13 Minimum Reference/Feedb.Par.20-83 PID startsnelheid [Hz] Par.6-27 Klem 54 live zero Par.20-14 Maximum Reference/Feedb.Par.20-93 PID prop. versterking Par.6-00 Live zero time-out-tijd Par.6-10 Klem 53 lage spanningPar.20-94 PID integratietijd Par.6-01 Live zero time-out-functie Par.6-11 Klem 53 hoge spanningPar.20-70 Type met terugk. Par.20-81 PID normaal/inv regeling Par.6-12 Klem 53 lage stroomPar. 20-71 Tuningmodus Par.20-82 PID startsnelheid [tpm] Par.6-13 Klem 53 hoge stroomPar.20-72 PID uitgangswijz. Par.20-83 PID startsnelheid [Hz] Par.6-14 Klem 53 lage ref./terugkopp. waardePar.20-73 Min. terugk.niveau Par.20-93 PID prop. versterking Par.6-15 Klem 53 hoge ref./terugkopp. waardePar.20-74 Max. terugk.niveau Par.20-94 PID integratietijd Par.6-16 Klem 53 filter tijdconstantePar.20-79 PID autotuning Par.20-70 Type met terugk. Par.6-17 Klem 53 live zero

Par. 20-71 Tuningmodus Par.6-20 Klem 54 lage spanningPar.20-72 PID uitgangswijz. Par.6-21 Klem 54 hoge spanningPar.20-73 Min. terugk.niveau Par.6-22 Klem 54 lage stroomPar.20-74 Max. terugk.niveau Par.6-23 Klem 54 hoge stroomPar.20-79 PID autotuning Par.6-24 Klem 53 lage ref./terugkopp. waarde

Par.6-25 Klem 54 hoge ref./terugkopp. waardePar.6-26 Klem 54 filter tijdconstantePar.6-27 Klem 54 live zeroPar.6-00 Live zero time-out-tijdPar.6-01 Live zero time-out-functiePar.4-56 Waarsch: terugk. laagPar.4-57 Waarsch: terugk. hoogPar.20-20 Terugkopp.functiePar.20-21 Setpoint 1Par.20-22 Setpoint 2Par.20-81 PID normaal/inv regelingPar.20-82 PID startsnelheid [tpm]Par.20-83 PID startsnelheid [Hz]Par.20-93 PID prop. versterkingPar.20-94 PID integratietijdPar.20-70 Type met terugk.Par. 20-71 TuningmodusPar.20-72 PID uitgangswijz.Par.20-73 Min. terugk.niveauPar.20-74 Max. terugk.niveauPar.20-79 PID autotuning

2 Programmeren VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

18 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

2

Q3-4 Toepassingsinst.Q3-40 Vent. functies Q3-41 Pompfuncties Q3-42 CompressorfunctiesPar.22-60 Functie Defecte band Par.22-20 Laag verm. autosetup Par.1-03 KoppelkarakteristiekPar.22-61 Koppel Defecte band Par.22-21 Detectie laag verm. Par.1-71 StartvertragingPar.22-62 Vertr. Defecte band Par.22-22 Detectie lage snelh. Par.22-75 Beveilig. korte cyclusPar.4-64 Semi-auto bypass setup Par.22-23 Functie geen flow Par.22-76 StartintervalPar.1-03 Koppelkarakteristiek Par.22-24 Vertr. geen flow Par.22-77 Min. draaitijdPar.22-22 Detectie lage snelh. Par.22-40 Min. draaitijd Par.5-01 Klem 27 modusPar.22-23 Functie geen flow Par.22-41 Min. slaaptijd Par.5-02 Klem 29 modusPar.22-24 Vertr. geen flow Par.22-42 Reactiv.snelh [tpm] Par.5-12 Klem 27 digitale ingangPar.22-40 Min. draaitijd Par.22-43 Reactiv.snelh [Hz] Par.5-13 Klem 29 digitale ingangPar.22-41 Min. slaaptijd Par.22-44 Reactiv.ref/terugk. verschil Par.5-40 FunctierelaisPar.22-42 Reactiv.snelh [tpm] Par.22-45 Boost instelpt Par.1-73 Vlieg. startPar.22-43 Reactiv.snelh [Hz] Par.22-46 Max. boosttijd Par.1-86 Trip Speed Low [RPM]Par.22-44 Reactiv.ref/terugk. verschil Par.22-26 Drogepompfunctie Par.1-87 Trip Speed Low [Hz]Par.22-45 Boost instelpt Par.22-27 Drogepompvertr.Par.22-46 Max. boosttijd Par.22-80 FlowcompensatiePar.2-10 Remfunctie Par.22-81 Kwadr-lineaire curvebenaderingPar. 2-16 AC-rem max. stroom Par.22-82 WerkpuntberekeningPar.2-17 Overspanningsreg. Par.22-83 Snelh. bij gn flow [tpm]Par.1-73 Vlieg. start Par.22-84 Snelh. bij gn flow [Hz]Par.1-71 Startvertraging Par.22-85 Snelh. bij ontwerppunt [tpm]Par.1-80 Functie bij stop Par.22-86 Snelh. bij ontwerppunt [Hz]Par.2-00 DC-houd/voorverw.stroom Par.22-87 Druk bij geen-flowsnelheidPar.4-10 Draairichting motor Par.22-88 Druk bij nom. snelheid

Par.22-89 Flow bij ontwerppuntPar.22-90 Flow bij nom snelh.Par.1-03 KoppelkarakteristiekPar.1-73 Vlieg. start

Zie ook de VLT HVAC Drive Programmeerhandleiding voor een uitgebreide beschrijving van de parametergroepen onder Functiesetups.

2.1.7 Modus Hoofdmenu

Selecteer de modus Hoofdmenu door op de toets [Main Menu] te druk-

ken. Het display toont de volgende uitlezing.

De middelste en onderste gedeelten van het display tonen een lijst met

parametergroepen die met behulp van de toetsen omhoog/omlaag kun-

nen worden geselecteerd.

130B

P 06 6

. 10

Elke parameter heeft een naam en een getal die altijd hetzelfde zijn, onafhankelijk van de programmeermodus. In de modus Hoofdmenu zijn de para-

meters in groepen verdeeld. Het eerste cijfer van het parameternummer (vanaf links) geeft het groepsnummer van de parameter aan.

Alle parameterinstellingen kunnen via het hoofdmenu worden gewijzigd. Afhankelijk van de geselecteerde setup (Par.1-00 Configuratiemodus), kunnen

sommige parameters echter onzichtbaar zijn.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 2 Programmeren

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 19

2

2.1.8 Parameterselectie

In de modus Hoofdmenu zijn de parameters in groepen verdeeld. U kunt

een parametergroep selecteren met behulp van de navigatietoetsen.

De volgende parametergroepen zijn beschikbaar:

Groepnr. Parametergroep:0 Bediening/display1 Belasting & motor2 Remmen3 Ref./Ramp.4 Begr./waarsch.5 Digitaal In/Uit6 Analoog In/Uit8 Comm. en opties9 Profibus10 CAN-veldbus11 LonWorks13 Smart Logic14 Speciale functies15 Geg. omvormer16 Data-uitlezingen18 Data-uitlezingen 220 Omvormer met terugkoppeling21 Uitgebr. met terugk.22 Toepassingsfuncties23 Tijdgebonden functies25 Cascaderegelaar26 Analoge I/O-optie MCB 109

Nadat u een parametergroep hebt geselecteerd, kunt u een parameter

selecteren met behulp van de navigatietoetsen.

Het middelste gedeelte van het display toont het nummer en de naam

van de parameter, evenals de geselecteerde parameterwaarde.

130BP067.10

2.1.9 Gegevens wijzigen

Voor het wijzigen van gegevens geldt dezelfde procedure, ongeacht of de parameter is geselecteerd via het Snelmenu of het Hoofdmenu. Druk op [OK]

om de geselecteerde parameter te wijzigen.

De procedure voor het wijzigen van data is verschillend al naargelang de geselecteerde parameter een numerieke gegevenswaarde of een tekstwaarde

vertegenwoordigt.

2.1.10 Een tekstwaarde wijzigen

Als de geselecteerde parameter een tekstwaarde heeft, is de tekstwaarde

te wijzigen via de navigatietoetsen [] en [].

De toets omhoog verhoogt de waarde en de toets omlaag verlaagt de

waarde. Plaats de cursor op de waarde die u wilt opslaan en druk op [OK].

1 30 B

P 06 8

. 10

2 Programmeren VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

20 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

2

2.1.11 Een groep numerieke gegevenswaarden wijzigen

Als de gekozen parameter een numerieke gegevenswaarde vertegen-

woordigt, kunt u de gekozen gegevenswaarde wijzigen met behulp van

de navigatietoetsen [] en [] of met de navigatietoetsen [] en [].

Gebruik de navigatietoetsen [] en [] om de cursor horizontaal te ver-

plaatsen. 130BP069.10

Gebruik de navigatietoetsen [] en [] om de gegevenswaarde te wij-

zigen. De toets omhoog verhoogt de waarde en de toets omlaag verlaagt

de waarde. Plaats de cursor op de waarde die u wilt opslaan en druk op

[OK].

1 30 B

P 07 0

. 10

2.1.12 Gegevenswaarde wijzigen, stapsgewijs

Bepaalde parameters zijn stapsgewijs of oneindig variabel te wijzigen. Dit geldt voor Par.1-20 Motorverm. [kW], Par.1-22 Motorspanning en Par.

1-23 Motorfrequentie.

Dit betekent dat de parameters niet alleen als een groep van numerieke gegevenswaarden maar ook als oneindig variabele numerieke gegevenswaarden

kunnen worden ingesteld.

2.1.13 Uitlezing en programmering van geïndexeerde parameters

Parameters worden geïndexeerd wanneer ze in een roterende stapel worden geplaatst.

Par.15-30 Alarmlog: foutcode tot Par.15-33 Alarmlog: datum & tijd bevatten een foutlog die kan worden uitgelezen. Selecteer een parameter, druk op

[OK] en gebruik de navigatietoetsen omhoog/omlaag om door de geïndexeerde waarden te schuiven.

Gebruik Par.3-10 Ingestelde ref. als een ander voorbeeld:

Selecteer de parameter, druk op [OK] en gebruik de navigatietoetsen omhoog/omlaag om door de geïndexeerde waarden te schuiven. Wijzig de waarde

van de parameter door de geïndexeerde waarde te selecteren en op de toets [OK] te drukken. Wijzig de waarde via de toetsen omhoog/omlaag. Druk

op [OK] om de nieuwe instelling op te slaan. Druk op [Cancel] om te annuleren. Druk op [Back] om de parameter te verlaten.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 2 Programmeren

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 21

2

2.1.14 Initialisatie tot Standaardinstellingen

De frequentieomvormer kan op twee verschillende manieren worden geïnitialiseerd, waarbij de standaardinstellingen worden hersteld:

Aanbevolen initialisatieherstel (via Par.14-22 Bedrijfsmodus)

1. Selecteer Par.14-22 Bedrijfsmodus

2. Druk op [OK].

3. Selecteer 'Initialisatie'.

4. Druk op [OK].

5. Schakel de netvoeding af en wacht totdat het display is uitge-

schakeld.

6. Sluit de netvoeding weer aan - de frequentieomvormer is gere-

set.

7. Stel Par.14-22 Bedrijfsmodus weer in op Normaal bedrijf.

NB!

Zet de geselecteerde parameters in Persoonlijk menu terug naar de fabrieksinstellingen.

Par.14-22 Bedrijfsmodus initialiseert alles, behalve:Par.14-50 RFI-filterPar.8-30 ProtocolPar.8-31 AdresPar.8-32 BaudsnelheidPar.8-35 Min. responsvertr.Par.8-36 Max. responsvertr.Par.8-37 Max. tss.-tekenvertr.Par.15-00 Bedrijfsuren tot Par.15-05 x Overspann.Par.15-20 Hist. log: event tot Par.15-22 Hist. log: tijdPar.15-30 Alarmlog: foutcode tot Par.15-32 Alarmlog: tijd

Handmatige initialisatie

1. Schakel de netvoeding af en wacht totdat het display is uitgeschakeld.2a. Druk tegelijkertijd op [Status] – [Main Menu] – [OK] terwijl het grafisch display (LCP 102) wordt ingeschakeld.2b. Druk op [Menu] terwijl het numerieke display (LCP 101) wordt ingeschakeld.3. Laat de toetsen los na 5 seconden.4. De frequentieomvormer is nu ingesteld volgens de standaardinstellingen.Met deze procedure wordt alles geïnitialiseerd behalve: Par.15-00 Bedrijfsuren; Par.15-03 Inschakelingen; Par.15-04 x Overtemp.; Par.15-05 xOverspann..

NB!

Bij het uitvoeren van de handmatige initialisatie worden ook de seriële communicatie, Par.14-50 RFI-filter en foutloginstellingen gereset.

Wist de gedefinieerde parameters in Par.25-00 Cascaderegelaar.

NB!

Na initialisatie en opnieuw opstarten, zal het display pas na enkele minuten weer informatie op het display weergeven.

2 Programmeren VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

22 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

2

3 Parameterbeschrijving

3.1 ParameterkeuzeDe parameters voor de frequentieomvormer zijn verdeeld in diverse parametergroepen om een eenvoudige selectie van de juiste parameters mogelijk

te maken voor een optimale werking van de frequentieomvormer.

De instellingen voor de meeste VLT HVAC Drive-toepassingen kunnen worden geprogrammeerd door de [Quick Menus]-toets in te drukken en vervolgens

via Snelle setup of Functiesetups de benodigde parameters te selecteren.

Beschrijvingen en standaardinstellingen van parameters zijn te vinden in de sectie Parameterlijsten achter in deze handleiding.

0-xx Bediening/display 10-xx CAN-veldbus

1-xx Belasting & motor 11-xx LonWorks

2-xx Remmen 13-xx Smart Logic

3-xx Ref./Ramp. 14-xx Speciale functies

4-xx Begr./waarsch. 15-xx Geg. omvormer

5-xx Digitaal In/Uit 16-xx Data-uitlezingen

6-xx Analoog In/Uit 18-xx Info & uitlez.

8-xx Comm. en opties 20-xx Omvormer met terugkoppeling

9-xx Profibus 21-xx Uitgebr met terugk.

22-xx Toepassingsfuncties

23-xx Tijdgebonden functies

24-xx Toepassingsfuncties 2

25-xx Cascaderegelaar

26-xx Anal. I/O-optie

3.2 Hoofdmenu – Bediening/display – Groep 0

3.2.1 0-** Bediening/display

Parameters die betrekking hebben op de basisfuncties van de frequentieomvormer, de functie van de LCP-toetsen en de configuratie van het LCP-display.

3.2.2 0-0* Basisinstellingen

Parametergroep voor het instellen van de basisfuncties van de frequentieomvormer.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 23

3

0-01 Taal

Option: Functie:Bepaalt welke taal wordt gebruikt op het display.

De frequentieomvormer kan worden geleverd met 2 verschillende taalpakketten. Engels en Duits

zijn opgenomen in beide pakketten. Engels kan niet worden gewist of gewijzigd.

[0] * English Opgenomen in taalpakket 1-2

[1] Deutsch Opgenomen in taalpakket 1-2

[2] Francais Opgenomen in taalpakket 1

[3] Dansk Opgenomen in taalpakket 1

[4] Spanish Opgenomen in taalpakket 1

[5] Italiano Opgenomen in taalpakket 1

[6] Svenska Opgenomen in taalpakket 1

[7] Nederlands Opgenomen in taalpakket 1

[10] Chinese Taalpakket 2

[20] Suomi Opgenomen in taalpakket 1

[22] English US Opgenomen in taalpakket 1

[27] Greek Opgenomen in taalpakket 1

[28] Bras.port Opgenomen in taalpakket 1

[36] Slovenian Opgenomen in taalpakket 1

[39] Korean Opgenomen in taalpakket 2

[40] Japanese Opgenomen in taalpakket 2

[41] Turkish Opgenomen in taalpakket 1

[42] Trad.Chinese Opgenomen in taalpakket 1

[43] Bulgarian Opgenomen in taalpakket 1

[44] Srpski Opgenomen in taalpakket 1

[45] Romanian Opgenomen in taalpakket 1

[46] Magyar Opgenomen in taalpakket 1

[47] Czech Opgenomen in taalpakket 1

[48] Polski Opgenomen in taalpakket 1

[49] Russian Opgenomen in taalpakket 1

[50] Thai Opgenomen in taalpakket 2

[51] Bahasa Indonesia Opgenomen in taalpakket 2

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

24 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

0-02 Eenh. motortoerental

Option: Functie:Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.

De weergave op het display hangt af van de instellingen in Par.0-02 Eenh. motortoerental en Par.

0-03 Regionale instellingen. De standaardinstelling van Par.0-02 Eenh. motortoerental en Par.

0-03 Regionale instellingen hangt af van de geografische regio waarin de frequentieomvormer is

geleverd, maar deze kan indien nodig worden gewijzigd.

NB!

Bij een wijziging van Eenh. motortoerental zullen bepaalde parameters terugge-

zet worden naar hun oorspronkelijke waarden. Het wordt aanbevolen om de

eenheid voor het motortoerental in te stellen voordat andere parameters worden

gewijzigd.

[0] TPM Bepaalt dat de parameters voor de motorsnelheid (zoals referenties, terugkoppelingen en begren-

zingen) moeten worden weergegeven op basis van de motorsnelheid (in tpm).

[1] * Hz Bepaalt dat de parameters voor de motorsnelheid (zoals referenties, terugkoppelingen en begren-

zingen) moeten worden weergegeven op basis van de uitgangsfrequentie naar de motor (Hz).

0-03 Regionale instellingen

Option: Functie:Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.

De weergave op het display hangt af van de instellingen in Par.0-02 Eenh. motortoerental en Par.

0-03 Regionale instellingen. De standaardinstelling van Par.0-02 Eenh. motortoerental en Par.

0-03 Regionale instellingen hangt af van de geografische regio waarin de frequentieomvormer is

geleverd, maar deze kan indien nodig worden gewijzigd.

[0] * Internationaal Stelt de eenheid voor Par.1-20 Motorverm. [kW] in op kW en stelt Par.1-23 Motorfrequentie stan-

daard in op 50 Hz.

[1] Noord-Amerika Hiermee stelt u Par.1-21 Motorverm. [PK] in op pk en de standaardwaarde voor Par.1-23 Motor-

frequentie op 60 Hz.

De niet-gebruikte instelling wordt onzichtbaar gemaakt.

0-04 Bedieningsstatus bij insch.

Option: Functie:Selecteer de bedieningsmodus voor het moment waarop de netspanning weer wordt ingeschakeld

na een uitschakeling in de handmatige (lokale) bedieningsmodus.

[0] * Hervatten Start de frequentieomvormer weer op met de lokale referentie en start/stop-instellingen (gegeven

via [Hand on]]/[Off] op het LCP of via een digitale ingang) die vlak voor uitschakeling van de fre-

quentieomvormer van kracht waren.

[1] Gedw. stop, ref=oud Gebruikt de opgeslagen referentie [1] om de frequentieomvormer te stoppen maar slaat tevens de

lokale snelheidsreferentie die actief was voor de uitschakeling, op in het geheugen. Nadat de net-

spanning weer is aangesloten en een startcommando is gegeven (via de [Hand on]-toets op het

LCP of een handmatig startcommando via een digitale ingang) zal de frequentieomvormer weer

starten en werken op basis van de opgeslagen snelheidsreferentie.

0-05 Eenh lok modus

Option: Functie:Bepaalt of de lokale referentie weergegeven moet worden als motorsnelheid (in tpm/Hz) of als

percentage.

[0] * Als eenh motorsnelh

[1] %

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 25

3

3.2.3 0-1* Setupafhandeling

Definieer en beheer de afzonderlijke parametersetups.

De frequentieomvormer heeft vier parametersetups die onafhankelijk van elkaar kunnen worden geprogrammeerd. Dit maakt de frequentieomvormer

bijzonder flexibel en geschikt om te voldoen aan de eisen ten aanzien van veel verschillende regelfuncties voor VLT HVAC Drive-systemen, waardoor vaak

bespaard kan worden op externe regelapparatuur. De parametersetups kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt om de frequentieomvormer te program-

meren voor werking met een bepaald type regeling in één setup (bijv. voor gebruik overdag) en voor werking met een ander type regeling in een andere

setup (bijv. voor de nachtstand). De diverse setups kunnen echter ook door een OEM van luchtbehandelingskasten of kant-en-klare eenheden worden

gebruikt om alle, in de fabriek in elkaar gezette frequentieomvormers voor diverse modellen binnen een productreeks op identieke wijze te programmeren,

zodat tijdens de productie/inbedrijfstelling enkel maar de juiste setup hoeft te worden geselecteerd op basis van het model binnen die productreeks

waarop de frequentieomvormer wordt geïnstalleerd.

De actieve setup (d.w.z. de setup op basis waarvan de frequentieomvormer op dit moment werkt) kan worden geselecteerd via Par.0-10 Actieve setup

en wordt op het LCP weergegeven. Via de optie Multi setup is het mogelijk om via een digitale ingang of seriële communicatie te schakelen tussen setups

(bijv. voor de nachtstand), waarbij de frequentieomvormer in bedrijf is dan wel is gestopt. Als het nodig is om tijdens bedrijf van setup te wisselen, moet

Par.0-12 Setup gekoppeld aan juist zijn geprogrammeerd. Voor de meeste VLT HVAC Drive-toepassingen is het niet nodig om Par.0-12 Setup gekoppeld

aan in te stellen, zelfs niet als een wijziging van setup tijdens bedrijf nodig is, maar voor zeer complexe toepassingen kan het nodig zijn om gebruik te

maken van de volledige flexibiliteit van meerdere setups. Met behulp van Par.0-11 Setup wijzigen kunnen parameters binnen elk van de setups worden

gewijzigd terwijl de frequentieomvormer blijft functioneren in de actieve setup. Dit kan een andere setup zijn dan de setup die wordt gewijzigd. Met

behulp van Par.0-51 Kopie setup kunnen parameterinstellingen van de ene setup naar de andere worden gekopieerd, waardoor de inbedrijfstelling sneller

kan verlopen als vergelijkbare parameterinstellingen nodig zijn in verschillende setups.

0-10 Actieve setup

Option: Functie:Selecteer de setup op basis waarvan de frequentieomvormer moet werken.

Gebruik Par.0-51 Kopie setup om een setup naar een of meer andere setups te kopiëren. Om con-

flicterende instellingen van een bepaalde parameter binnen twee verschillende setups te voorkomen

moeten de setups worden gekoppeld via Par.0-12 Setup gekoppeld aan. Stop de frequentieomvor-

mer alvorens te schakelen tussen setups waarbij parameters die zijn gemarkeerd als 'niet te wijzigen

tijdens bedrijf', verschillende waarden hebben.

Parameters die niet te wijzigen zijn tijdens bedrijf zijn gemarkeerd als FALSE in de parameterlijst in

de sectie Parameterlijsten.

[0] Fabrieksinstell. Kan niet worden gewijzigd. Deze setup bevat de dataset van Danfoss en kan worden gebruikt als

gegevensbron wanneer de andere setups in een bekende staat moeten worden teruggebracht.

[1] * Setup 1 Setup 1 [1] tot Setup 4 [4] zijn de vier afzonderlijke parametersetups waarbinnen alle parameters

kunnen worden geprogrammeerd.

[2] Setup 2

[3] Setup 3

[4] Setup 4

[9] Multi setup Dient voor externe setupselectie via digitale ingangen en de seriële-communicatiepoort. Deze setup

maakt gebruik van de instellingen van Par.0-12 Setup gekoppeld aan.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

26 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

0-11 Setup wijzigen

Option: Functie:Selecteer de setup die tijdens bedrijf moet worden gewijzigd (d.w.z. geprogrammeerd); dit kan de

actieve setup zijn of een van de inactieve setups. Het nummer van de setup die wordt gewijzigd,

wordt tussen haakjes () weergegeven op het LCP.

[0] Fabrieksinstell. kan niet worden gewijzigd maar is nuttig als gegevensbron wanneer de andere setups in een be-

kende staat moeten worden teruggebracht.

[1] Setup 1 Setup 1 [1] tot Setup 4 [4] kunnen vrij worden gewijzigd tijdens bedrijf, ongeacht welke setup actief

is.

[2] Setup 2

[3] Setup 3

[4] Setup 4

[9] * Actieve setup (d.w.z. de setup op basis waarvan de frequentieomvormer werkt) kan ook worden gewijzigd tijdens

bedrijf. Het wijzigen van parameters in de geselecteerde setup wordt gewoonlijk gedaan vanaf het

LCP maar is tevens mogelijk via een seriële-communicatiepoort.

0-12 Setup gekoppeld aan

Option: Functie:Deze parameter hoeft alleen te worden ingesteld als er van setup moet worden gewisseld terwijl de

motor loopt. Het zorgt ervoor dat parameters die niet tijdens bedrijf kunnen worden gewijzigd,

dezelfde waarde hebben in alle relevante setups.

Om probleemloos over te kunnen schakelen naar een andere setup terwijl de frequentieomvormer

in bedrijf is, moeten setups met parameters die niet tijdens bedrijf te wijzigen zijn worden gekop-

peld. De koppeling zorgt ervoor dat de 'niet te wijzigen tijdens bedrijf' parameters worden gesyn-

chroniseerd wanneer tijdens bedrijf tussen setups wordt geschakeld. 'Niet te wijzigen tijdens bedrijf'

parameters zijn gemarkeerd als FALSE in de parameterlijst in de sectie Parameterlijsten.

De functie Par.0-12 Setup gekoppeld aan wordt gebruikt wanneer Par.0-10 Actieve setup is ingesteld

op Multi setup. Multi setup kan worden gebruikt om tussen setups te schakelen tijdens bedrijf (d.w.z.

terwijl de motor draait).

Voorbeeld:

Gebruik Multi setup om van Setup 1 naar Setup 2 te schakelen terwijl de motor draait. Stel eerst de

parameters voor Setup 1 in en zorg er vervolgens voor dat Setup 1 en Setup 2 worden gesynchro-

niseerd (of 'gekoppeld'). De synchronisatie kan worden uitgevoerd op twee manieren:

1. Wijzig de instelling van Par.0-11 Setup wijzigen naar Setup 2 [2] en stel Par.0-12 Setup gekoppeld

aan in op Setup 1 [1]. Dit zal het koppelings(synchronisatie)proces starten.

130BP075.10

of

2. Gebruik, terwijl Setup 1 nog actief is, Par.0-50 LCP kopiëren om Setup 1 te kopiëren naar Setup

2. Stel Par.0-12 Setup gekoppeld aan vervolgens in op Setup 2 [2]. Dit zal het koppelingsproces

starten.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 27

3

130BP076.10

Par.0-13 Uitlez.: Gekopp. setups zal 1,2 weergeven om aan te geven dat alle 'niet te wijzigen

tijdens bedrijf' parameters identiek zijn in Setup 1 en Setup 2. Als er een wijziging optreedt in een

'niet te wijzigen tijdens bedrijf' parameter, bijv. Par.1-30 Statorweerstand (Rs) in Setup 2, dan zal

deze ook automatisch worden aangepast in Setup 1. Het is nu mogelijk om tijdens bedrijf tussen

Setup 1 en Setup 2 te schakelen.

[0] * Niet gekoppeld

[1] Setup 1

[2] Setup 2

[3] Setup 3

[4] Setup 4

0-13 Uitlez.: Gekopp. setupsArray [5]

Range: Functie:0 N/A* [0 - 255 N/A] Geeft een overzicht weer van alle setups die gekoppeld zijn via Par.0-12 Setup gekoppeld aan. De

parameter heeft één index voor elke parametersetup. De parameterwaarde die voor elke index

wordt weergegeven, geeft aan welke setups zijn gekoppeld aan deze parametersetup.

Index LCP waarde

0 0

1 1,2

2 1,2

3 3

4 4

Tabel 3.2: Voorbeeld: Setup 1 en Setup 2 zijn gekoppeld

0-14 Uitlez.: prog. setups/kanaal

Range: Functie:0 N/A* [-2147483648 - 2147483647 N/A] Geef de instelling van Par.0-11 Setup wijzigen weer voor elk van de vier communicatiekanalen.

Wanneer het getal als hex-code wordt weergegeven, zoals op het LCP, geeft elk nummer één kanaal

weer.

De nummers 1-4 staan voor een setupnummer, 'F' betekent fabrieksinstellingen en 'A' betekent

actieve setup. De kanalen zijn, van rechts naar links, LCP, FC-bus, USB, HPFB1-5.

Voorbeeld: het nummer AAAAAA21h betekent dat de FC-bus is ingesteld op Setup 2 via Par.

0-11 Setup wijzigen, het LCP is ingesteld op Setup 1 en dat de overige allemaal de actieve setup

gebruiken.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

28 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

3.2.4 0-2* LCP Display

Definieer de variabelen die worden weergegeven op het grafische lokale bedieningspaneel.

NB!

Zie parameter Par.0-37 Displaytekst 1, Par.0-38 Displaytekst 2 en Par.0-39 Displaytekst 3 voor informatie over het schrijven van dis-

playteksten.

0-20 Displayregel 1.1 klein

Option: Functie:Selecteer een variabele voor weergave in regel 1, linker positie.

[0] * Geen Geen displaywaarde geselecteerd.

[37] Displaytekst 1 Hierin kan een aparte tekstreeks worden geschreven om op het LCP te worden weergegeven of te

worden gelezen via seriële communicatie.

[38] Displaytekst 2 Hierin kan een aparte tekstreeks worden geschreven om op het LCP te worden weergegeven of te

worden gelezen via seriële communicatie.

[39] Displaytekst 3 Hierin kan een aparte tekstreeks worden geschreven om op het LCP te worden weergegeven of te

worden gelezen via seriële communicatie.

[89] Uitlezing datum en tijd Geeft de huidige datum en tijd weer.

[953] Profibus waarsch.-wrd Geeft Profibus-communicatiewaarschuwingen weer.

[1005] Uitlez. zend-foutenteller Geef het aantal zendfouten van de CAN-regelaar na de laatste inschakeling weer.

[1006] Uitlez. ontvangst-foutenteller Geef het aantal ontvangstfouten van de CAN-regelaar na de laatste inschakeling weer.

[1007] Uitlez. bus-uit-teller Geef het aantal Bus-uit-gebeurtenissen na de laatste inschakeling weer.

[1013] Waarschuwingspar. Geeft een DeviceNet-specifiek waarschuwingswoord weer. Voor iedere waarschuwing wordt één bit

toegewezen.

[1115] LON-waarsch.wrd Geeft LON-specifieke waarschuwingen weer.

[1117] XIF-revisie Deze parameter geeft het versienummer van het externe interfacebestand van de Neuron C-chip

op de LON-optie.

[1118] LonWorks-revisie Geeft de softwareversie van het toepassingsprogramma van de Neuron C-chip op de LON-optie.

[1501] Aantal draaiuren Geeft het aantal uren weer dat de motor heeft gedraaid.

[1502] KWh-teller Geeft de vermogensopname van de netvoeding in kWh weer.

[1600] Stuurwoord Geeft het stuurwoord weer dat via de seriële-communicatiepoort als hex-code naar de frequentie-

omvormer wordt verzonden.

[1601] Referentie [Eenh.] Totale referentie (som van digitaal/analoog/vooraf ingesteld/bus/vasthouden ref./inhalen en ver-

tragen) in de geselecteerde eenheid.

[1602] * Referentie %

[1603] Statuswoord Huidige statuswoord.

[1605] Vrnste huid. waarde [%] Geef het woord van twee bytes weer dat met het statuswoord naar de busmaster wordt verstuurd

bij het doorgeven van de Vrnste huid. waarde.

[1609] Standaard uitlez. Geef de door de gebruiker gedefinieerde uitlezingen weer zoals ingesteld in Par.0-30 Eenheid voor

uitlezing gebr., Par.0-31 Min. waarde uitlezing klant en Par.0-32 Max. waarde uitlezing klant.

[1610] Verm. [kW] Huidige door de motor verbruikte vermogen in kW.

[1611] Verm. [pk] Huidige door de motor verbruikte vermogen in pk.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 29

3

[1612] Motorspanning De spanning die naar de motor wordt gevoerd.

[1613] Frequentie

[1614] Motorstroom Fasestroom van de motor, gemeten als effectieve waarde.

[1615] Frequentie [%] Motorfrequentie, d.w.z. de uitgangsfrequentie van de frequentieomvormer in procenten.

[1616] Koppel [Nm] Huidige motorbelasting als een percentage van het nominale motorkoppel.

[1617] Snelh. [RPM] De referentie voor de motorsnelheid. De actuele snelheid hangt af van de gebruikte slipcompensatie

(ingesteld in Par.1-62 Slipcompensatie). Als hier geen gebruik van wordt gemaakt, is de actuele

snelheid de aangegeven snelheid op het display minus de motorslip.

[1618] Motor therm. Thermische belasting van de motor, berekend via de ETR-functie. Zie ook parametergroep 1-9*

Motortemperatuur.

[1622] Koppel [%] Geeft het geproduceerde actuele koppel weer als een percentage.

[1630] DC-aansluitsp. De spanning in de tussenkring van de frequentieomvormer.

[1632] Remenergie/s

[1633] Remenergie/2 min.

[1634] Temp. koellich. De actuele temperatuur van het koellichaam van de frequentieomvormer. De uitschakellimiet is 95

± 5 °C; opnieuw inschakelen vindt plaats bij 70 ± 5 °C.

[1635] Inverter therm. Belastingspercentage van de inverters.

[1636] Geïnv. nom. stroom Nominale stroom van de frequentieomvormer.

[1637] Geïnv. max. ingangsstr. De maximale stroom van de frequentieomvormer.

[1638] SL-controllerstatus Status van de gebeurtenis zoals uitgevoerd door de regelaar.

[1639] Temp. stuurkaart Temperatuur van de stuurkaart.

[1650] Externe referentie Som van de externe referenties als een percentage, d.w.z. de som van analoog/puls/bus.

[1652] Terugk. [Eenh] Referentiewaarde van de ingestelde digitale ingang(en).

[1653] Digi Pot referentie Geeft de bijdrage van de digitale potentiometer aan de terugkoppeling van de actuele referentie

weer.

[1654] Terugk. 1 [Eenh] Geeft de waarde van Terugkoppeling 1 weer. Zie ook par. 20-0*.

[1655] Terugk. 2 [Eenh] Geeft de waarde van Terugkoppeling 2 weer. Zie ook par. 20-0*.

[1656] Terugk. 3 [Eenh] Geeft de waarde van Terugkoppeling 3 weer. Zie ook par. 20-0*.

[1658] PID-uitgang [%] Geeft de uitgangswaarde van de PID-regelaar met terugkoppeling weer als een percentage.

[1660] Dig. ingang Geeft de status van de digitale ingangen weer. Signaal laag = 0; signaal hoog = 1.

Zie Par.16-60 Dig. ingang voor informatie over de volgorde. Bit 0 is de meest rechtse bit.

[1661] Klem 53 schakelinstell. De instelling van ingangsklem 53. Stroom = 0; spanning = 1.

[1662] Anal. ingang 53 De huidige waarde van ingang 53 als referentie- of beschermingswaarde.

[1663] Klem 54 schakelinstell. De instelling van ingangsklem 54. Stroom = 0; spanning = 1.

[1664] Anal. ingang 54 Huidige waarde van ingang 54 als referentie- of beveiligingswaarde.

[1665] Anal. uitgang 42 [mA] De huidige waarde van uitgang 42 in mA. Gebruik Par.6-50 Klem 42 uitgang om de gewenste va-

riabele voor uitgang 42 te selecteren.

[1666] Dig. uitgang [bin] De binaire waarde van alle digitale uitgangen.

[1667] Pulsingang #29 [Hz] Huidige waarde van de toegepaste frequentie van klem 29 als een pulsingang.

[1668] Pulsingang #33 [Hz] Huidige waarde van de toegepaste frequentie van klem 33 als een pulsingang.

[1669] Pulsuitg. nr. 27 [Hz] De huidige waarde van de op klem 27 toegepaste pulsen in de digitale uitgangsmodus.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

30 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

[1670] Pulsuitg. nr. 29 [Hz] De huidige waarde van de op klem 29 toegepaste pulsen in de digitale uitgangsmodus.

[1671] Relaisuitgang [bin] Geeft de instelling van alle relais weer.

[1672] Teller A Geeft de huidige waarde van teller A weer.

[1673] Teller B Geeft de huidige waarde van teller B weer.

[1675] Anal. ingang X30/11

[1676] Anal. ingang X30/12

[1677] Anal. uitgang X30/8 [mA]

[1680] Veldbus CTW 1 Stuurwoord (CTW) afkomstig van de Busmaster.

[1682] Veldbus REF 1 Belangrijkste referentiewaarde verstuurd met stuurwoord vanaf het seriële-communicatienetwerk,

bijv. door GBS, PLC of andere mastercontroller.

[1684] Comm. optie STW Uitgebreid statuswoord voor veldbuscommunicatieoptie.

[1685] FC-poort CTW 1 Stuurwoord (CTW) afkomstig van de Busmaster.

[1686] FC-poort REF 1 Statuswoord (STW) verzonden naar de Busmaster.

[1690] Alarmwoord Een of meer alarmen in hex-code (gebruikt voor seriële communicatie).

[1691] Alarmwoord 2 Een of meer alarmen in hex-code (gebruikt voor seriële communicatie).

[1692] Waarsch.-wrd Een of meer waarschuwingen in hex-code (gebruikt voor seriële communicatie).

[1693] Waarsch.woord 2 Een of meer waarschuwingen in hex-code (gebruikt voor seriële communicatie).

[1694] Uitgebr. statusw. Een of meer statuscondities in hex-code (gebruikt voor seriële communicatie).

[1695] Uitgebr. statusw. 2 Een of meer statuscondities in hex-code (gebruikt voor seriële communicatie).

[1696] Onderhoudswoord De bits geven de status voor de geprogrammeerde preventief-onderhoudsgebeurtenissen in para-

metergroep 23-1* weer.

[1830] Anal. ingang X42/1 Geeft de waarde weer van het signaal dat is toegepast op klem X42/1 op de Analoge I/O-kaart.

[1831] Anal. ingang X42/3 Geeft de waarde weer van het signaal dat is toegepast op klem X42/3 op de Analoge I/O-kaart.

[1832] Anal. ingang X42/5 Geeft de waarde weer van het signaal dat is toegepast op klem X42/5 op de Analoge I/O-kaart.

[1833] Anal. Uit X42/7 [V] Geeft de waarde weer van het signaal dat is toegepast op klem X42/7 op de Analoge I/O-kaart.

[1834] Anal. Uit X42/9 [V] Geeft de waarde weer van het signaal dat is toegepast op klem X42/9 op de Analoge I/O-kaart.

[1835] Anal. Uit X42/11 [V] Geeft de waarde weer van het signaal dat is toegepast op klem X42/11 op de Analoge I/O-kaart.

[2117] Uitgebr ref 1 [Eenh] De waarde van de referentie voor uitgebreide regelaar met terugkoppeling 1.

[2118] Uitgebr terugk. 1 [Eenh] De waarde van het terugkoppelingssignaal voor uitgebreide regelaar met terugkoppeling 1.

[2119] Uitgebr verm 1 [%] De waarde van het uitgangsvermogen van uitgebreide regelaar met terugkoppeling 1.

[2137] Uitgebr ref 2 [Eenh] De waarde van de referentie voor uitgebreide regelaar met terugkoppeling 2.

[2138] Uitgebr terugk. 2 [Eenh] De waarde van het terugkoppelingssignaal voor uitgebreide regelaar met terugkoppeling 2.

[2139] Uitgebr verm 2 [%] De waarde van het uitgangsvermogen van uitgebreide regelaar met terugkoppeling 2.

[2157] Uitgebr ref 3 [Eenh] De waarde van de referentie voor uitgebreide regelaar met terugkoppeling 3.

[2158] Uitgebr terugk. 3 [Eenh] De waarde van het terugkoppelingssignaal voor uitgebreide regelaar met terugkoppeling 3.

[2159] Uitgebr verm 3 [%] De waarde van het uitgangsvermogen van uitgebreide regelaar met terugkoppeling 3.

[2230] Verm. geen flow Het berekende Geen flow-vermogen voor de actuele bedrijfssnelheid.

[2316] Onderhoudstekst

[2580] Cascadestatus Status voor de werking van de cascaderegelaar.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 31

3

[2581] Pompstatus Status voor de werking van elke pomp die wordt bestuurd door de cascaderegelaar.

[3110] Bypass statuswoord

[3111] Bypass draaiuren

NB!

Zie VLT HVAC Drive Programmeerhandleiding, MG.11.Cx.yy, voor meer informatie.

0-21 Displayregel 1.1 klein

Option: Functie:Selecteer een variabele voor weergave in regel 1, middelste positie.

[1614] * Motorstroom

De opties zijn dezelfde als beschreven voor Par.0-20 Displayregel 1.1 klein.

0-22 Displayregel 1.3 klein

Option: Functie:Selecteer een variabele voor weergave in regel 1, rechter positie.

[1610] * Verm. [kW]

De opties zijn dezelfde als beschreven voor Par.0-20 Displayregel 1.1 klein.

0-23 Displayregel 2 groot

Option: Functie:Selecteer een variabele voor weergave in regel 2.

[1613] * Frequentie

De opties zijn dezelfde als beschreven voor Par.0-20 Displayregel 1.1 klein.

0-24 Displayregel 3 groot

Option: Functie:Selecteer een variabele voor weergave in regel 3.

[1502] * KWh-teller

De opties zijn dezelfde als beschreven voor Par.0-20 Displayregel 1.1 klein.

0-25 Persoonlijk menuArray [20]

Range: Functie:0 N/A* [0 - 9999 N/A] U kunt maximaal 20 parameters programmeren via Q1 Persoonlijk menu. Dit menu is toegankelijk

via de toets [Quick Menus] op het LCP. De parameters worden in het Q1 Persoonlijk menu weer-

gegeven in de volgorde waarin ze zijn geprogrammeerd in deze arrayparameter. Parameters kunnen

worden gewist door de waarde in te stellen op '0000'.

Deze functie kan bijvoorbeeld worden gebruikt om snel en op eenvoudige wijze toegang te krijgen

tot maximaal 20 parameters die regelmatig moeten worden gewijzigd (bijv. vanwege onderhoud

aan de installatie). De functie kan ook worden gebruikt voor een OEM om de inbedrijfstelling van

hun apparatuur te vergemakkelijken.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

32 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

3.2.5 0-3*LCP Standaard uitlez.

Het is mogelijk om de display-elementen aan te passen voor diverse doeleinden: *Standaard uitlez. Een waarde die proportioneel is aan de snelheid

(lineair, kwadratisch of kubiek, afhankelijk van de ingestelde eenheid in Par.0-30 Eenheid voor uitlezing gebr.). *Displaytekst. Tekstreeks die in een

parameter wordt opgeslagen.

Standaard uitlez.

De berekende waarde die wordt weergegeven, is gebaseerd op de instellingen in Par.0-30 Eenheid voor uitlezing gebr., Par.0-31 Min. waarde uitlezing

klant (alleen lineair), Par.0-32 Max. waarde uitlezing klant, Par.4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM], Par.4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz] en de huidige

snelheid.

De relatie is afhankelijk van het type eenheid dat is geselecteerd in Par.0-30 Eenheid voor uitlezing gebr.:

Type eenheid Snelheidsrelatie

Dimensieloos Lineair

Draaisnelheid

Flow, volume

Flow, massa

Snelheid

Lengte

Temperatuur

Druk Kwadratisch

Vermogen Kubiek

0-30 Eenheid voor uitlezing gebr.

Option: Functie:Programmeer een waarde voor weergave op het LCP. De waarde staat in een lineaire, kwadratische

of kubieke verhouding tot snelheid. Deze relatie is afhankelijk van de geselecteerde eenheid (zie

bovenstaande tabel). De huidige berekende waarde kan worden uitgelezen via Par.16-09 Standaard

uitlez. en/of worden weergegeven op het display door Standaard uitlez. [16-09] te selecteren in

Par.0-20 Displayregel 1.1 klein tot Par. 0-24 Displayregel 3 groot.

[0]

[1] * %

[5] PPM

[10] 1/min

[11] tpm

[12] PULS/s

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 33

3

[20] l/s

[21] l/min

[22] l/u.

[23] m3/s

[24] m3/min

[25] m3/u.

[30] kg/s

[31] kg/min

[32] kg/u.

[33] t/min

[34] t/u.

[40] m/s

[41] m/min

[45] m

[60] °C

[70] mbar

[71] bar

[72] Pa

[73] kPa

[74] m WG

[75] mm Hg

[80] kW

[120] GPM

[121] gal/s

[122] gal/min

[123] gal/u.

[124] CFM

[125] ft3/s

[126] ft3/min

[127] ft3/u.

[130] lb/s

[131] lb/min

[132] lb/u.

[140] ft/s

[141] ft/min

[145] ft

[160] °F

[170] psi

[171] lb/in²

[172] in wg

[173] ft WG

[174] in Hg

[180] pk

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

34 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

0-31 Min. waarde uitlezing klant

Range: Functie:0.00 Cus-

tomReadou-

tUnit*

[0.00 - 100.00 CustomReadoutUnit] Via deze parameter kan de minimale waarde van de door de gebruiker gedefinieerde uitlezing wor-

den geselecteerd (vindt plaats bij nulsnelheid). Het selecteren van een andere waarde dan 0 is alleen

mogelijk wanneer Par.0-30 Eenheid voor uitlezing gebr. is ingesteld op een lineaire eenheid. Voor

kwadratische en kubieke eenheden is de minimumwaarde altijd 0.

0-32 Max. waarde uitlezing klant

Range: Functie:100.00 Cus-

tomReadou-

tUnit*

[par. 0-31 - 999999.99 CustomRe-

adoutUnit]

Deze parameter bepaalt de maximumwaarde die moet worden weergegeven wanneer de motor-

snelheid de ingestelde waarde in Par.4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM] of Par.4-14 Motorsnelh.

hoge begr. [Hz] heeft bereikt.

0-37 Displaytekst 1

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] In deze parameter kan een aparte tekstreeks worden geschreven om op het LCP te worden weer-

gegeven of te worden gelezen via seriële communicatie. Om de tekst permanent weer te geven,

selecteert u Displaytekst 1 in Par.0-20 Displayregel 1.1 klein, Par. 0-21 Displayregel 1.2 klein,

Par. 0-22 Displayregel 1.3 klein, Par. 0-23 Displayregel 2 groot of Par. 0-24 Displayregel 3 groot.

Gebruik de toetsen en op het LCP om een teken te wijzigen. Gebruik de toetsen en om

de cursor te verplaatsen. Als een teken is gemarkeerd, kan deze worden gewijzigd. Gebruik de

toetsen en op het LCP om een teken te wijzigen. Een teken kan worden tussengevoegd door

de cursor tussen twee tekens te plaatsen en op of te drukken.

0-38 Displaytekst 2

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] In deze parameter kan een aparte tekstreeks worden geschreven om op het LCP te worden weer-

gegeven of te worden gelezen via seriële communicatie. Om de tekst permanent weer te geven,

selecteert u Displaytekst 2 in Par.0-20 Displayregel 1.1 klein, Par. 0-21 Displayregel 1.2 klein,

Par. 0-22 Displayregel 1.3 klein, Par. 0-23 Displayregel 2 groot of Par. 0-24 Displayregel 3 groot.

Gebruik de toetsen en op het LCP om een teken te wijzigen. Gebruik de toetsen en om

de cursor te verplaatsen. Als een teken is gemarkeerd door de cursor kan dit teken worden gewij-

zigd. Een teken kan worden tussengevoegd door de cursor tussen twee tekens te plaatsen en op

of te drukken.

0-39 Displaytekst 3

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] In deze parameter kan een aparte tekstreeks worden geschreven om op het LCP te worden weer-

gegeven of te worden gelezen via seriële communicatie. Om de tekst permanent weer te geven,

selecteert u Displaytekst 3 in Par.0-20 Displayregel 1.1 klein,Par. 0-21 Displayregel 1.2 klein,

Par. 0-22 Displayregel 1.3 klein, Par. 0-23 Displayregel 2 groot of Par. 0-24 Displayregel 3 groot.

Gebruik de toetsen en op het LCP om een teken te wijzigen. Gebruik de toetsen en om

de cursor te verplaatsen. Als een teken is gemarkeerd door de cursor kan dit teken worden gewij-

zigd. Een teken kan worden tussengevoegd door de cursor tussen twee tekens te plaatsen en op

of te drukken.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 35

3

3.2.6 LCP-toetsenbord, 0-4*

Schakel de afzonderlijke toetsen van het LCP in en uit en beveilig ze met een wachtwoord.

0-40 [Hand on]-toets op LCP

Option: Functie:[0] Uitgesch. Geen functie

[1] * Ingesch. [Hand on]-toets is ingeschakeld.

[2] Wachtw. Voorkomt een onbevoegde start in de handmodus. Als Par.0-40 [Hand on]-toets op LCP is opge-

nomen in het persoonlijk menu moet het wachtwoord gedefinieerd zijn in Par.0-65 Wachtw per-

soonlijk menu. Definieer anders een wachtwoord in Par.0-60 Wachtw. hoofdmenu.

0-41 [Off]-toets op LCP

Option: Functie:[0] Uitgesch. Geen functie

[1] * Ingesch. [Off]-toets is ingeschakeld.

[2] Wachtw. Voorkomt een onbevoegde stop. Als Par.0-41 [Off]-toets op LCP is opgenomen in het persoonlijk

menu moet het wachtwoord gedefinieerd zijn in Par.0-65 Wachtw persoonlijk menu. Definieer an-

ders een wachtwoord in Par.0-60 Wachtw. hoofdmenu.

0-42 [Auto on]-toets op LCP

Option: Functie:[0] Uitgesch. Geen functie

[1] * Ingesch. [Auto on]-toets is ingeschakeld.

[2] Wachtw. Voorkomt een onbevoegde start in de automodus. Als Par.0-42 [Auto on]-toets op LCP is opgeno-

men in het persoonlijk menu moet het wachtwoord gedefinieerd zijn in Par.0-65 Wachtw persoonlijk

menu. Definieer anders een wachtwoord in Par.0-60 Wachtw. hoofdmenu.

0-43 [Reset]-toets op LCP

Option: Functie:[0] Uitgesch. Geen functie

[1] * Ingesch. [Reset]-toets is ingeschakeld.

[2] Wachtw. Voorkomt een onbevoegde reset. Als Par.0-43 [Reset]-toets op LCP is opgenomen in het Par.

0-25 Persoonlijk menu moet het wachtwoord zijn gedefinieerd in Par.0-65 Wachtw persoonlijk me-

nu. Definieer anders een wachtwoord in Par.0-60 Wachtw. hoofdmenu.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

36 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

3.2.7 0-5* Kopiëren/Opsl.

Kopieer parameterinstellingen tussen setups en van/naar het LCP.

0-50 LCP kopiëren

Option: Functie:[0] * Geen kopie Geen functie

[1] Alles naar LCP Hierdoor worden alle parameters in alle setups vanuit het geheugen van de frequentieomvormer

gekopieerd naar het LCP-geheugen. Voor servicedoeleinden wordt het aanbevolen om na de inbe-

drijfstelling alle parameters te kopiëren naar het LCP.

[2] Alles vanaf LCP Hierdoor worden alle parameters in alle setups vanuit het LCP-geheugen naar het geheugen van de

frequentieomvormer gekopieerd.

[3] verm.onafh. v. LCP Kopieert alleen de parameters die niet afhankelijk zijn van het motorvermogen. De laatste optie kan

worden gebruikt om verschillende frequentieomvormers te programmeren voor dezelfde functie

zonder de al ingestelde motorgegevens te verstoren.

Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.

0-51 Kopie setup

Option: Functie:[0] * Geen kopie Geen functie

[1] Kopie naar setup 1 Kopieert alle parameters in de huidige, te bewerken setup (ingesteld in Par.0-11 Setup wijzigen)

naar setup 1.

[2] Kopie naar setup 2 Kopieert alle parameters in de huidige, te bewerken setup (ingesteld in Par.0-11 Setup wijzigen)

naar setup 2.

[3] Kopie naar setup 3 Kopieert alle parameters in de huidige, te bewerken setup (ingesteld in Par.0-11 Setup wijzigen)

naar setup 3.

[4] Kopie naar setup 4 Kopieert alle parameters in de huidige, te bewerken setup (ingesteld in Par.0-11 Setup wijzigen)

naar setup 4.

[9] Kopie naar alle Kopieert de parameters in de huidige setup naar setup 1 tot 4.

3.2.8 0-6* Password

Definieer beveiligde toegang tot menu's.

0-60 Wachtw. hoofdmenu

Range: Functie:100 N/A* [0 - 999 N/A] Stel het wachtwoord in voor toegang tot het hoofdmenu via de [Main Menu]-toets. Deze parameter

wordt genegeerd als Par.0-61 Toegang hoofdmenu zonder wachtw. is ingesteld op Voll. toeg. [0].

0-61 Toegang hoofdmenu zonder wachtw.

Option: Functie:[0] * Voll. toeg. Schakelt het ingestelde wachtwoord in Par.0-60 Wachtw. hoofdmenu uit.

[1] Alleen lezen Voorkomt het onbevoegd bewerken van de hoofdmenuparameters.

[2] Geen toeg. Voorkomt het onbevoegd weergeven en bewerken van de hoofdmenuparameters.

[16] Alle: geen toegang

Als Voll. toeg. [0] is geselecteerd, worden Par.0-60 Wachtw. hoofdmenu, Par.0-65 Wachtw persoonlijk menu en Par.0-66 Toegang pers. menu zonder

wachtw. genegeerd.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 37

3

0-65 Wachtw persoonlijk menu

Range: Functie:200 N/A* [0 - 999 N/A] Stel het wachtwoord in voor toegang tot het persoonlijk menu via de [Quick Menus]-toets. Deze

parameter wordt genegeerd als Par.0-66 Toegang pers. menu zonder wachtw. is ingesteld op Voll.

toeg. [0].

0-66 Toegang pers. menu zonder wachtw.

Option: Functie:[0] * Voll. toeg. Schakelt het ingestelde wachtwoord in Par.0-65 Wachtw persoonlijk menu uit.

[1] Alleen lezen Voorkomt het onbevoegd bewerken van de parameters in het persoonlijk menu.

[2] Geen toeg. Voorkomt het onbevoegd weergeven en bewerken van de parameters in het persoonlijk menu.

[16] Alle: geen toegang

Deze parameter wordt genegeerd als Par.0-61 Toegang hoofdmenu zon-

der wachtw. is ingesteld op Voll. toeg. [0].

3.2.9 Klokinstellingen, 0-7*

Stel de tijd en datum voor de interne klok in. De interne klok kan bijvoorbeeld worden gebruikt voor tijdgebonden acties, energielog, trendanalyse, datum/

tijdstempels op alarmen, gelogde gegevens en preventief onderhoud.

Het is mogelijk om de klok in te stellen op Daylight Saving Time/zomertijd, wekelijkse werkdagen/niet-werkdagen inclusief 20 uitzonderingen (feestdagen

enz.). Hoewel de klokinstellingen kunnen worden ingesteld via het LCP, is het ook mogelijk om deze, samen met tijdgebonden acties en preventief-

onderhoudsfuncties, in te stellen met behulp van de MCT 10 software.

NB!

De frequentieomvormer beschikt niet over een backup van de klokfunctie en de ingestelde datum/tijd zal daarom na een uitschakeling

worden teruggezet naar de standaardinstelling (2000-01-01 00:00), tenzij een realtimeklokmodule met backup is geïnstalleerd. Als er

geen module met backup is geïnstalleerd, wordt het aanbevolen om de klokfunctie alleen te gebruiken als de frequentieomvormer is

geïntegreerd in een gebouwbeheersysteem (GBS) door middel van seriële communicatie, waarbij het GBS zorgdraagt voor de syn-

chronisatie van de kloktijden van de regelapparatuur. Via Par.0-79 Klokfout kan worden ingesteld dat er een waarschuwing moet

worden gegenereerd wanneer de klok niet juist is ingesteld, bijv. na een uitschakeling.

NB!

Als een Analoge I/O-optie MCB 109 is geïnstalleerd, wordt tevens voorzien in een backup van datum en tijd.

0-70 Datum & tijd instellen

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Stelt de datum en tijd van de interne klok in. De te gebruiken indeling wordt ingesteld in Par.

0-71 Datumindeling en Par.0-72 Tijdsindeling.

0-71 Datumindeling

Option: Functie:Stelt de datumindeling in die in het LCP wordt gebruikt.

[0] * JJJJ-MM-DD

[1] * DD-MM-JJJJ

[2] MM/DD/JJJJ

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

38 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

0-72 Tijdsindeling

Option: Functie:Stelt de tijdsindeling in die in het LCP wordt gebruikt.

[0] * 24 u

[1] 12 u

0-74 DST/zomertijd

Option: Functie:Selecteer hoe er moet worden omgegaan met Daylight Saving Time/zomertijd. Voor een handmatige

DST/zomertijd programmeert u de begin- en einddatum in Par.0-76 DST/zomertijd start en Par.

0-77 DST/zomertijd einde.

[0] * Uit

[2] Handm

0-76 DST/zomertijd start

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Stelt de datum en tijd in waarop de zomertijd ingaat. De datum wordt ingesteld in de indeling die

is geselecteerd in Par.0-71 Datumindeling.

0-77 DST/zomertijd einde

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Stelt de datum en tijd in waarop de zomertijd eindigt. De datum wordt ingesteld in de indeling die

is geselecteerd in Par.0-71 Datumindeling.

0-79 Klokfout

Option: Functie:Schakelt de klokwaarschuwing in of uit. Een klokwaarschuwing kan worden gegeven wanneer de

klok niet juist is ingesteld of de instellingen zijn gereset tijdens een uitschakeling en geen backup

is geïnstalleerd.

[0] * Uitgesch.

[1] Ingesch.

0-81 Werkdagen

Array met 7 elementen ([0]-[6]) onder het parameternummer op het display. Druk op [OK] en schuif door de elementen via de toetsen en op

het LCP.

Option: Functie:Stel voor elke dag van de week in of het een werkdag of een niet-werkdag is. Het eerste element

van het array is maandag. De werkdagen worden gebruikt voor Tijdgebonden acties.

[0] * Nee

[1] Ja

0-82 Andere werkdagen

Array met 5 elementen ([0]-[4]) onder het parameternummer op het display. Druk op [OK] en schuif door de elementen via de toetsen en op

het LCP.

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Definieert data voor andere werkdagen die normaliter niet-werkdagen zouden zijn op basis van Par.

0-82 Andere werkdagen.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 39

3

0-83 Andere niet-werkdagen

Array met 15 elementen ([0]-[14]) onder het parameternummer op het display. Druk op [OK] en schuif door de elementen via de toetsen en op

het LCP.

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Definieert data voor andere werkdagen die normaliter niet-werkdagen zouden zijn op basis van Par.

0-81 Werkdagen.

0-89 Uitlezing datum en tijd

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Geeft de huidige datum en tijd weer. De datum en tijd worden continu bijgewerkt.

De klok zal pas met tellen beginnen wanneer een standaardinstelling in Par.0-70 Datum & tijd in-

stellen is gewijzigd.

3.3 Hoofdmenu – Belasting & motor – Groep 1

3.3.1 Alg. instellingen, 1-0*

Stel in of de frequentieomvormer met of zonder terugkoppeling moet werken.

1-00 Configuratiemodus

Option: Functie:[0] * Geen terugk. De motorsnelheid wordt bepaald door toepassing van een snelheidsreferentie of door de gewenste

motorsnelheid in te stellen in de handmodus.

Geen terugk. wordt ook gebruikt als de frequentieomvormer deel uitmaakt van een systeem met

terugkoppeling op basis van een externe PID-regelaar die een snelheidsreferentiesignaal als uitgang

geeft.

[3] Met terugk. De motorsnelheid wordt bepaald door een referentie van de ingebouwde PID-regelaar waardoor de

motorsnelheid variabel is als onderdeel van een regelproces met terugkoppeling (bijv. constante

druk of flow). De PID-regelaar moet worden geconfigureerd via parametergroep 20-** of via de

menuoptie Functiesetups na het indrukken van de [Quick Menus]-toets.

NB!

Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.

NB!

Bij een regeling met terugkoppeling zullen de commando's Omkeren en Start omgekeerd de draairichting van de motor niet wijzigen.

1-03 Koppelkarakteristiek

Option: Functie:[0] Compressorkoppel Compressor [0]: voor een snelheidsregeling voor schroef- en scrollcompressoren. Levert een span-

ning die is geoptimaliseerd voor een motorbelasting met een constante koppelkarakteristiek voor

het gehele bereik vanaf 10 Hz.

[1] Variabel koppel Variabel koppel [1]: voor een snelheidsregeling voor centrifugaalpompen en ventilatoren. Moet ook

worden gebruikt voor het regelen van meerdere motoren vanaf dezelfde frequentieomvormer (bijv.

meerdere condensventilatoren of koeltorenventilatoren). Levert een spanning die is geoptimaliseerd

voor motorbelastingen met een kwadratisch verlopende koppelkarakteristiek.

[2] Auto Energie Optim. CT Auto Energie Optim. CT [2]: voor een optimale, energiezuinige snelheidsregeling voor schroef- en

scrollcompressoren. Levert een spanning die is geoptimaliseerd voor een motorbelasting met een

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

40 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

constante koppelkarakteristiek in het totale bereik vanaf 15 Hz, maar de AEO-functie zal bovendien

de spanning nauwkeurig aanpassen aan de huidige belastingscondities, waardoor het energiever-

bruik en de hoorbare ruis van de motor zullen afnemen. Om een optimale werking te verkrijgen,

moet de arbeidsfactor cos phi juist worden ingesteld. De tellerwaarde moet worden ingesteld in

Par.14-43 Cosphi motor. De parameter heeft een standaardinstelling die automatisch wordt aan-

gepast wanneer de motorgegevens worden geprogrammeerd. Deze instelling zal in de meeste

gevallen zorgen voor een optimale motorspanning, maar als de arbeidsfactor cos phi nauwkeuriger

moet worden afgesteld, kan een AMA worden uitgevoerd via Par.1-29 Autom. aanpassing motorgeg.

(AMA). Het is zelden nodig om de parameter voor de arbeidsfactor voor de motor handmatig in te

stellen.

[3] * Auto Energie Optim. VT Automatische energieoptimalisatie [3]: voor een optimale, energiezuinige snelheidsregeling voor

centrifugaalpompen en ventilatoren. Levert een spanning die is geoptimaliseerd voor motorbelas-

tingen met een kwadratisch verlopende koppelkarakteristiek, maar de AEO-functie zal bovendien

de spanning nauwkeurig aanpassen aan de huidige belastingscondities, waardoor het energiever-

bruik en de hoorbare ruis van de motor zullen afnemen. Om een optimale werking te verkrijgen,

moet de arbeidsfactor cos phi juist worden ingesteld. Deze waarde moet worden ingesteld in Par.

14-43 Cosphi motor. De parameter heeft een standaardinstelling die automatisch wordt aangepast

wanneer de motorgegevens worden geprogrammeerd. Deze instelling zal in de meeste gevallen

zorgen voor een optimale motorspanning, maar als de arbeidsfactor cos phi nauwkeuriger moet

worden afgesteld, kan een AMA worden uitgevoerd via Par.1-29 Autom. aanpassing motorgeg.

(AMA). Het is zelden nodig om de parameter voor de arbeidsfactor voor de motor handmatig in te

stellen.

3.3.2 1-2* Motordata

Parametergroep 1-2* bevat invoergegevens voor de gegevens van het motortypeplaatje voor de aangesloten motor.

De parameters in parametergroep 1-2* kunnen niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.

NB!

Het wijzigen van de waarde van deze parameters beïnvloedt de instelling van andere parameters.

1-20 Motorverm. [kW]

Range: Functie:4.00 kW* [0.09 - 3000.00 kW] Stel het nominale motorvermogen in kW in overeenkomstig de gegevens van het motortypeplaatje.

De standaardwaarde komt overeen met het nominale vermogen van de eenheid.

Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt. Afhankelijk van de instelling van

Par.0-03 Regionale instellingen zal Par.1-20 Motorverm. [kW] of Par.1-21 Motorverm. [PK]onzicht-

baar worden gemaakt.

1-21 Motorverm. [PK]

Range: Functie:4.00 hp* [0.09 - 3000.00 hp] Stel het nominale vermogen in pk in overeenkomstig de gegevens van het motortypeplaatje. De

standaardwaarde komt overeen met het nominale vermogen van de eenheid.

Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.

Afhankelijk van de instelling van Par.0-03 Regionale instellingen zal Par.1-20 Motorverm. [kW] of

Par.1-21 Motorverm. [PK]onzichtbaar worden gemaakt.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 41

3

1-22 Motorspanning

Range: Functie:400. V* [10. - 1000. V] Stel de nominale motorspanning in overeenkomstig de gegevens van het motortypeplaatje. De

standaardwaarde komt overeen met het nominale vermogen van de eenheid.

Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.

1-23 Motorfrequentie

Range: Functie:50. Hz* [20 - 1000 Hz] Stel de motorfrequentie in op basis van de gegevens van het motortypeplaatje. Voor 87 Hz-bedrijf

met 230/400 V-motoren zet u de gegevens van het motortypeplaatje in voor 230 V/50 Hz. Stel Par.

4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM] en Par.3-03 Max. referentie in voor de 87 Hz-toepassing.

NB!

Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.

1-24 Motorstroom

Range: Functie:7.20 A* [0.10 - 10000.00 A] Stel de nominale motorstroom in overeenkomstig de gegevens van het motortypeplaatje. Deze ge-

gevens worden gebruikt voor de berekening van koppel, thermische motorbeveiliging en dergelijke.

NB!

Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.

1-25 Nom. motorsnelheid

Range: Functie:1420. RPM* [100 - 60000 RPM] Voer de nominale motorsnelheid in overeenkomstig de gegevens van het motortypeplaatje. Deze

gegevens worden gebruikt voor de berekening van motorcompensaties.

NB!

Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.

1-28 Controle draair. motor

Option: Functie:Na installatie en aansluiting van de motor kan met behulp van deze functie de draairichting van de

motor worden gecontroleerd. Wanneer deze functie wordt ingeschakeld, worden alle commando's

via een bus of de digitale ingangen genegeerd, met uitzondering van Externe vergrendeling en

Veilige stop (indien aanwezig).

[0] * Uit Controle draair. motor is niet actief.

[1] Ingesch. De draairichting van de motor wordt gecontroleerd. Wanneer deze functie is ingeschakeld, toont

het display:

'NB! Motor draait mogelijk in verkeerde richting.'

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

42 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

Wanneer u op [OK], [Back] of [Cancel] drukt, verdwijnt deze melding en verschijnt er een nieuwe melding: 'Druk op [Hand on] om motor te starten.

Druk op [Cancel] om te annuleren.' Wanneer u op [Hand on] drukt, wordt de motor bij 5 Hz in de voorwaartse richting gestart en toont het display:

'Motor loopt. Controleer de draairichting van de motor.' Druk op [Off] om de motor te stoppen.' Wanneer u op [Off] drukt, wordt de motor gestopt en

wordt Par.1-28 Controle draair. motor gereset. Als de draairichting van de motor verkeerd is, moeten twee fasen van de motorkabel worden verwisseld.

LET OP:

Schakel de netspanning af alvorens de fasen van de motorkabel te verwisselen.

1-29 Autom. aanpassing motorgeg. (AMA)

Option: Functie:De AMA-functie optimaliseert de dynamische motorprestaties door een automatische optimalisatie

van de geavanceerde motorparameters (Par.1-30 Statorweerstand (Rs) tot Par.1-35 Hoofdreactan-

tie (Xh)) terwijl de motor stationair loopt.

[0] * Uit Geen functie

[1] Volledige AMA insch. Voert een AMA uit voor de statorweerstand RS, de rotorweerstand Rr, de statorlekreactantie X1, de

rotorlekreactantie X2 en de hoofdreactantie Xh.

[2] Beperkte AMA insch. Voert een beperkte AMA uit waarbij alleen de statorweerstand Rs in het systeem wordt bepaald.

Selecteer deze optie als een LC-filter wordt gebruikt tussen de frequentieomvormer en de motor.

Activeer de AMA-functie door de [Hand on]-toets in te drukken nadat u [1] of [2] hebt geselecteerd. Zie ook de sectie Automatische aanpassing motor-

gegevens. Als de procedure normaal is verlopen, zal het display de melding 'Druk op [OK] om AMA te voltooien' weergeven. Na het indrukken van de

[OK]-toets is de frequentieomvormer gereed voor bedrijf.

Opmerking:

• Voor de beste aanpassing van de frequentieomvormer wordt aanbevolen AMA uit te voeren met een koude motor.

• AMA kan niet worden uitgevoerd terwijl de motor loopt.

NB!

Het is belangrijk om de motorparameters in 1-2* Motordata juist in te stellen, aangezien deze deel uitmaken van het AMA-algoritme.

Een AMA moet worden uitgevoerd om te zorgen voor optimale dynamische motorprestaties. Dit kan tot 10 minuten duren, afhankelijk

van het nominale motorvermogen.

NB!

Voorkom dat tijdens AMA een extern koppel wordt gegenereerd.

NB!

Als een van de instellingen in par. 1-2* Motordata wordt gewijzigd, worden de geavanceerde motorparameters Par.1-30 Statorweer-

stand (Rs) tot Par.1-39 Motorpolen teruggezet naar de standaardinstelling.

Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.

NB!

Een volledige AMA moet zonder filter worden uitgevoerd, terwijl een beperkte AMA moet worden uitgevoerd met filter.

Zie ook de sectie Automatische aanpassing motorgegevens – toepassingsvoorbeeld.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 43

3

3.3.3 1-3* Geav. Motordata

Parameters voor geavanceerde motorgegevens. De motorgegevens in Par.1-30 Statorweerstand (Rs) tot Par.1-39 Motorpolen moeten in overeenstem-

ming met de betreffende motor worden ingesteld om de motor optimaal te laten lopen. De standaardinstellingen zijn gebaseerd op algemene

motorparameterwaarden voor standaardmotoren. Als de motorparameters niet juist zijn ingesteld, kan dit een storing van het frequentieomvormersys-

teem tot gevolg hebben. Als de motorgegevens niet bekend zijn, wordt aangeraden om een AMA (Automatische aanpassing motorgegevens) uit te voeren.

Zie de sectie Automatische aanpassing motorgegevens.. Tijdens de AMA-procedure worden alle motorparameters aangepast, met uitzondering van het

traagheidsmoment van de rotor en de ijzerverliesweerstand (Par.1-36 Ijzerverliesweerstand (Rfe)).

Par. 1-3* en par. 1-4* kunnen niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.

Afbeelding 3.1: Motorequivalentiediagram voor een asynchrone motor

1-30 Statorweerstand (Rs)

Range: Functie:1.4000

Ohm*

[0.0140 - 140.0000 Ohm] Stel de statorweerstandswaarde in. Voer de waarde in op basis van het datablad voor de motor of

voer een AMA uit met een koude motor. Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor

loopt.

1-35 Hoofdreactantie (Xh)

Range: Functie:100.0000

Ohm*

[1.0000 - 10000.0000 Ohm] Stel de hoofdreactantie van de motor in op een van de volgende manieren:

1. Voer een AMA uit op een koude motor. De frequentieomvormer zal de waarde meten via

de motor.

2. Voer de Xh-waarde handmatig in. Vraag de waarde op bij de leverancier van de motor.

3. Gebruik de Xh-standaardinstelling. De frequentieomvormer bepaalt de instelling op basis

van de gegevens van het motortypeplaatje.

NB!

Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.

1-36 Ijzerverliesweerstand (Rfe)

Range: Functie:10000.000

Ohm*

[0 - 10000.000 Ohm] Voer de ijzerverliesweerstandswaarde (RFe) in die nodig is om ijzerverliezen in de motor te com-

penseren.

De RFe-waarde kan niet worden gevonden via een AMA.

De RFe-waarde is vooral belangrijk in koppelregelingstoepassingen. Laat Par.1-36 Ijzerverliesweer-

stand (Rfe) op de standaardinstelling staan als RFe onbekend is.

NB!

Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

44 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

1-39 Motorpolen

Range: Functie:4. N/A* [2 - 100 N/A] Stel het aantal motorpolen in.

Polen ~nn bij 50 Hz ~nn bij 60 Hz2 2700 - 2880 3250 - 34604 1350 - 1450 1625 - 17306 700 - 960 840 - 1153

De tabel geeft het aantal polen weer voor normale snelheidsbereiken voor verschillende typen mo-

toren. Motoren die voor andere frequenties zijn ontworpen, moeten afzonderlijk worden gedefini-

eerd. De waarde voor de motorpolen is altijd een even getal, omdat het verwijst naar het totale

aantal polen en niet naar het aantal paren. De frequentieomvormer stelt Par.1-39 Motorpolen in

eerste instantie in op basis van Par.1-23 Motorfrequentie en Par.1-25 Nom. motorsnelheid.

Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.

3.3.4 1-5* Bel. onafh. inst.

Parameters voor motorinstellingen die niet afhankelijk zijn van de belasting.

1-50 Motormagnetisering bij nulsnelheid

Range: Functie:100 %* [0 - 300 %] Gebruik deze parameter in combinatie met Par.1-51 Min. snelh. norm. magnetisering [TPM] om een

andere thermische belasting op de motor te verkrijgen bij lage snelheden.

Voer een waarde in die een percentage van de nominale magnetiseringsstroom aangeeft. Als de

instelling te laag is, wordt het koppel op de motoras mogelijk verminderd.

1-51 Min. snelh. norm. magnetisering [TPM]

Range: Functie:15. RPM* [10 - 300 RPM] Stel de gewenste snelheid voor normale magnetiseringsstroom in. Als de frequentie lager wordt

ingesteld dan de motorslipfrequentie hebben Par.1-50 Motormagnetisering bij nulsnelheid en Par.

1-51 Min. snelh. norm. magnetisering [TPM] geen betekenis.

Gebruik deze parameter in combinatie met Par.1-50 Motormagnetisering bij nulsnelheid. Zie teke-

ning voor Par.1-50 Motormagnetisering bij nulsnelheid.

1-52 Min. snelh. norm. magnetisering [Hz]

Range: Functie:0.5 Hz* [0.3 - 10.0 Hz] Stel de gewenste frequentie voor normale magnetiseringsstroom in. Als de frequentie lager wordt

ingesteld dan de motorslipfrequentie hebben Par.1-50 Motormagnetisering bij nulsnelheid en Par.

1-51 Min. snelh. norm. magnetisering [TPM] geen betekenis.

Gebruik deze parameter in combinatie met Par.1-50 Motormagnetisering bij nulsnelheid. Zie teke-

ning voor Par.1-50 Motormagnetisering bij nulsnelheid.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 45

3

3.3.5 1-6* Bel. afhank. inst.

Parameters voor de motorinstellingen die afhankelijk zijn van de belasting.

1-60 Belast. comp. bij lage snelheid

Range: Functie:100 %* [0 - 300 %] Voer de %-waarde in voor compensatie van de spanning in verhouding tot de belasting bij een met

lage snelheid draaiende motor en verkrijg zo de optimale U/f-karakteristiek. Het vermogen van de

motor bepaalt het frequentiebereik waarbinnen deze parameter actief is.

Motorvermogen Omschakeling0,25-7,5 kW < 10 Hz11-45 kW < 5 Hz55-550 kW < 3-4 Hz

1-61 Belastingcomp. bij hoge snelheid

Range: Functie:100 %* [0 - 300 %] Voer de %-waarde in voor compensatie van de spanning in verhouding tot de belasting bij een op

hoge snelheid draaiende motor en verkrijg zo de optimale U/f-karakteristiek. Het vermogen van de

motor bepaalt het frequentiebereik waarbinnen deze parameter actief is.

Motorvermogen Omschakeling0,25-7,5 kW > 10 Hz11-45 kW < 5 Hz55-550 kW < 3-4 Hz

1-62 Slipcompensatie

Range: Functie:0 %* [-500 - 500 %] Voer de %-waarde voor slipcompensatie in ter compensatie van toleranties in de waarde van

nM,N. De slipcompensatie wordt automatisch berekend op basis van de nominale motorsnelheid

nM,N.

1-63 Slipcompensatie tijdconstante

Range: Functie:0.10 s* [0.05 - 5.00 s] Voer de reactiesnelheid van de slipcompensatie in. Een hoge waarde resulteert in een trage reactie

en een lage waarde resulteert in een snelle reactie. Stel een langere tijd in als bij lage frequenties

resonantieproblemen optreden.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

46 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

1-64 Resonantiedemping

Range: Functie:100 %* [0 - 500 %] Stel de resonantiedempingswaarde in. Stel Par.1-64 Resonantiedemping en Par.1-65 Resonantie-

demping tijdconstante in om problemen met hoogfrequentresonantie te helpen elimineren. Verhoog

de waarde van Par.1-64 Resonantiedemping om resonantietrilling te verminderen.

1-65 Resonantiedemping tijdconstante

Range: Functie:5 ms* [5 - 50 ms] Stel Par.1-64 Resonantiedemping en Par.1-65 Resonantiedemping tijdconstante in om problemen

met hoogfrequentresonantie te helpen elimineren. Voer de tijdconstante in die de beste demping

oplevert.

3.3.6 1-7* Startaanpassingen

Parameters voor het instellen van speciale startfuncties van de motor.

1-71 Startvertraging

Range: Functie:0.0 s* [0.0 - 120.0 s] Tijdens de vertragingstijd is de in Par.1-80 Functie bij stop geselecteerde functie actief.

Voer de vereiste vertragingstijd voorafgaand aan acceleratie in.

1-73 Vlieg. start

Option: Functie:Deze functie maakt het mogelijk een motor op te vangen wanneer deze vrij draait als gevolg van

een netstoring.

Wanneer Par.1-73 Vlieg. start is ingesteld op Ingesch. heeft Par.1-71 Startvertraging geen functie.

De te zoeken draairichting voor een inschakeling bij draaiende motor is gekoppeld aan de instelling

in Par.4-10 Draairichting motor.

Rechtsom [0]: rechtsom zoeken bij een inschakeling bij draaiende motor. Als het zoeken niets op-

levert, wordt er geremd via de DC-rem.

Bidirectioneel [2]: bij een inschakeling bij draaiende motor wordt eerst gezocht in de richting zoals

bepaald door de laatste referentie (richting). Als de snelheid niet wordt gevonden, zal in de andere

richting worden gezocht. Als dit ook zonder succes is, zal een DC-rem geactiveerd worden gedu-

rende de ingestelde tijd in Par.2-02 DC-remtijd. De start zal dan plaats vinden vanaf 0 Hz.

[0] * Uitgesch. Selecteer Uitgesch. [0] als deze functie niet vereist is.

[1] Ingesch. Selecteer Ingesch. [1] als de frequentieomvormer in staat moet zijn een draaiende motor 'op te

vangen' en te besturen.

3.3.7 1-8* Stopaanpassingen

Parameters voor het instellen van speciale stopfuncties van de motor.

1-80 Functie bij stop

Option: Functie:Selecteer de functie van de frequentieomvormer na een stopcommando of wanneer de frequentie

uitgelopen is naar de ingestelde waarde in Par.1-81 Min. snelh. functie bij stop [RPM].

[0] * Vrijloop Laat de motor vrijlopen.

[1] DC-houd/motorvoorverw Voorziet de motor van een DC-houdstroom (zie Par.2-00 DC-houd/voorverw.stroom).

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 47

3

1-81 Min. snelh. functie bij stop [RPM]

Range: Functie:3. RPM* [0 - 600 RPM] Stel de snelheid in waarbij Par.1-80 Functie bij stop moet worden geactiveerd.

1-82 Min. snelh. voor functie bij stop [Hz]

Range: Functie:0.1 Hz* [0.0 - 20.0 Hz] Stel de uitgangsfrequentie in waarbij Par.1-80 Functie bij stop moet worden geactiveerd.

3.3.8 Uitschakeling (trip) bij minimale motorsnelheid

Via Par.4-11 Motorsnelh. lage begr. [RPM] en Par.4-12 Motorsnelh. lage begr. [Hz] kan de minimale motorsnelheid worden ingesteld om te zorgen voor

een goede oliedistributie.

In bepaalde gevallen, bijv. bij het werken op de stroomgrens vanwege een defect in de compressor, kan de motorsnelheid onder de minimale motor-

snelheid worden onderdrukt. Het is mogelijk om een uitschakellimiet in te stellen om beschadiging van de compressor te voorkomen. Als de motorsnelheid

lager wordt dan deze limiet zal de frequentieomvormer uitschakelen en een alarm (A49) genereren.

Een reset zal plaatsvinden op basis van de geselecteerde instelling in Par.14-20 Resetmodus.

Als de uitschakeling (trip) plaats moet vinden bij een tamelijk specifieke snelheid (tpm) wordt aanbevolen om Par.0-02 Eenh. motortoerental in te stellen

op TPM en gebruik te maken van slipcompensatie; deze kan worden ingesteld in Par.1-62 Slipcompensatie.

NB!

Om de hoogste nauwkeurigheid via de slipcompensatie te verkrijgen, kan het beste een Autom. aanpassing motorgeg. (AMA) worden

uitgevoerd. Deze functie kan worden ingeschakeld via Par.1-29 Autom. aanpassing motorgeg. (AMA).

NB!

Een uitschakeling (trip) zal niet actief zijn bij het gebruik van een normaal stop- of vrijloopcommando.

1-86 Trip Speed Low [RPM]

Range: Functie:0 RPM* [0 - par. 4-13 RPM] Als de uitschakelsnelheid is ingesteld op 0 is de functie niet actief.

NB!

Deze parameter is alleen beschikbaar als Par.0-02 Eenh. motortoerental is ingesteld op TPM.

1-87 Trip Speed Low [Hz]

Range: Functie:0.0 Hz* [0.0 - par. 4-14 Hz] Als de uitschakelsnelheid is ingesteld op 0 is de functie niet actief.

NB!

Deze parameter is alleen beschikbaar als Par.0-02 Eenh. motortoerental is ingesteld op TPM.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

48 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

3.3.9 1-9* Motortemperatuur

Parameters voor het instellen van temperatuurbeveiligingsfuncties voor de motor.

1-90 Therm. motorbeveiliging

Option: Functie:De frequentieomvormer bepaalt de motortemperatuur voor de motorbeveiliging op twee manieren:

• Via een thermistorsensor die is verbonden met een van de analoge of digitale ingangen

(Par.1-93 Thermistorbron).

• Via een berekening (ETR = thermo-elektronisch relais) van de thermische belasting op

basis van de actuele belasting en tijd. De berekende thermische belasting wordt vergeleken

met de nominale motorstroom IM,N en de nominale motorfrequentie fM,N. Op basis van de

berekening wordt bepaald of een lager belasting nodig is bij lagere snelheid vanwege min-

der koeling door de in de motor ingebouwde ventilator.

[0] Geen bescherm. Als er bij overbelasting van de motor geen waarschuwing of een uitschakeling van de frequentie-

omvormer vereist is.

[1] Thermistorwaarsch. Genereert een waarschuwing als de aangesloten thermistor in de motor reageert vanwege een

overtemperatuur van de motor.

[2] Thermistoruitsch. Schakelt de frequentieomvormer uit (trip) als de aangesloten thermistor in de motor reageert van-

wege een overtemperatuur van de motor.

[3] ETR-waarsch. 1

[4] * ETR-uitsch. 1

[5] ETR-waarsch. 2

[6] ETR-uitsch. 2

[7] ETR-waarsch. 3

[8] ETR-uitsch. 3

[9] ETR-waarsch. 4

[10] ETR-uitsch. 4

ETR (Elektronisch Thermisch Relais) functies 1-4 berekenen de belasting wanneer de setup waaronder ze geselecteerd zijn, actief is. ETR 3 zal bijvoorbeeld

een berekening starten wanneer setup 3 is geselecteerd. Voor de Noord-Amerikaanse markt: de functies van de ETR bieden bescherming volgens klasse

20 tegen overbelasting van de motor, conform NEC.

NB!

Danfoss raadt een voedingsspanning van 24 V DC voor de thermistor aan.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 49

3

1-91 Ext. motor-ventilator

Option: Functie:[0] * Nee Er is geen externe ventilator nodig, d.w.z. dat de motor wordt gereduceerd bij lage snelheden.

[1] Ja Maakt gebruik van een externe motorventilator (externe ventilatie), zodat bij lage snelheden geen

reductie van de motor nodig is. Onderstaande grafiek wordt gevolgd als de motorstroom lager is

dan de nominale motorstroom (zie Par.1-24 Motorstroom). Als de motorstroom hoger is dan de

nominale stroom zal de uitvoertijd toch afnemen, alsof er geen ventilator geïnstalleerd was.

1-93 Thermistorbron

Option: Functie:Selecteer de ingang waarop de thermistor (PTC-sensor) moet worden aangesloten. Het is niet mo-

gelijk om een analoge ingang (optie [1] of [2]) te selecteren wanneer de analoge ingang al wordt

gebruikt als referentiebron (ingesteld in Par.3-15 Referentiebron 1, Par.3-16 Referentiebron 2 of

Par.3-17 Referentiebron 3 ).

Bij gebruik van MCB 112 moet deze parameter altijd zijn ingesteld op Geen [0].

[0] * Geen

[1] Anal. ingang 53

[2] Anal. ingang 54

[3] Dig. ingang 18

[4] Dig. ingang 19

[5] Dig. ingang 32

[6] Dig. ingang 33

NB!

Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.

NB!

Digitale ingangen moeten worden ingesteld op Niet in bedrijf – zie par. 5-1*.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

50 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

3.4 Hoofdmenu – Remmen – Groep 2

3.4.1 2-0* DC-rem

Parametergroep voor het configureren van de DC-rem en de DC-houdfuncties.

2-00 DC-houd/voorverw.stroom

Range: Functie:50 %* [0 - 160. %] Stel de houdstroom in als een percentage van de nominale motorstroom IM,N die is ingesteld in Par.

1-24 Motorstroom. 100% DC-houdstroom komt overeen met IM,N.

Deze parameter dient om de motor (houdkoppel) te handhaven of om de motor voor te verwarmen.

Deze parameter is actief als DC-houd/motorvoorverw [1] is geselecteerd in Par.1-80 Functie bij

stop.

NB!

De maximumwaarde is afhankelijk van de nominale motorstroom.

NB!

Vermijd 100% stroom gedurende een langere periode, omdat dit de motor kan beschadigen.

2-01 DC-remstroom

Range: Functie:50 %* [0 - 1000. %] Stel de waarde voor stroom in als een percentage van de nominale motorstroom IM,N; zie Par.

1-24 Motorstroom. 100% DC-remstroom komt overeen met IM,N.

DC-remstroom wordt toegepast na een stopcommando, wanneer de snelheid lager is dan de inge-

stelde begrenzing in Par.2-03 Inschakelsnelh. DC-rem [tpm], wanneer de functie DC-rem geïnver-

teerd actief is of via de seriële-communicatiepoort. De remstroom is actief gedurende de periode

die in parameter Par.2-02 DC-remtijd is ingesteld.

NB!

De maximumwaarde is afhankelijk van de nominale motorstroom.

NB!

Vermijd 100% stroom gedurende een langere periode, omdat dit de motor kan beschadigen.

2-02 DC-remtijd

Range: Functie:10.0 s* [0.0 - 60.0 s] Bepaal hoe lang de ingestelde DC-remstroom in Par.2-01 DC-remstroom na activering moet worden

toegepast.

2-03 Inschakelsnelh. DC-rem [tpm]

Range: Functie:0 RPM* [0 - par. 4-13 RPM] Bepaal de inschakelsnelheid van de DC-rem bij activering van de in Par.2-01 DC-remstroom inge-

stelde DC-remstroom na een stopcommando.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 51

3

3.4.2 2-1* Remenergie-functie

Parametergroep voor het selecteren van de parameters voor dynamisch remmen.

2-10 Remfunctie

Option: Functie:[0] * Uit Er is geen remweerstand geïnstalleerd.

[1] Weerstand rem Er is een remweerstand opgenomen in het systeem om overtollige remenergie als warmte af te

voeren. De aansluiting van een remweerstand laat een hogere DC-tussenkringspanning tijdens het

remmen (generatorwerking) toe. De functie Weerstand rem is alleen actief bij frequentieomvormers

met een ingebouwde dynamische rem.

[2] AC-rem

2-11 Remweerstand (ohm)

Range: Functie:50. Ohm* [5. - 32000. Ohm] Stel de weerstandswaarde in ohm in. Deze waarde wordt gebruikt voor het bewaken van het ver-

mogen naar de remweerstand in Par.2-13 Bewaking remvermogen. Deze parameter is alleen actief

bij frequentieomvormers met een ingebouwde dynamische rem.

Gebruik deze parameter als xxxx moet worden geselecteerd. Gebruik Par. 3-81 Snelle stop ramp-

tijd als xxx,xx moet worden gebruikt.

2-12 Begrenzing remvermogen (kW)

Range: Functie:5.000 kW* [0.001 - 500.000 kW] Stel de bewakingslimiet in voor het remvermogen dat wordt overgebracht naar de weerstand.

De bewakingslimiet is een product van de maximale werkcyclus (120 s) en het maximale vermogen

van de remweerstand tijdens die werkcyclus. Zie onderstaande formule.

Voor 200-240 V-eenheden:Pweerstand = 3902 × bedrijfstijd

R × 120Voor 380-480 V-eenheden:

Pweerstand = 7782 × bedrijfstijdR × 120

Voor 380-500 V-eenheden:Pweerstand = 8102 × bedrijfstijd

R × 120Voor 575-600 V-eenheden:

Pweerstand = 9432 × bedrijfstijdR × 120

Deze parameter is alleen actief bij frequentieomvormers met een ingebouwde dynamische rem.

2-13 Bewaking remvermogen

Option: Functie:Deze parameter is alleen actief bij frequentieomvormers met een ingebouwde dynamische rem.

Deze parameter zorgt voor bewaking van het vermogen naar de remweerstand. Het vermogen

wordt berekend op basis van de waarde van de weerstand (Par.2-11 Remweerstand (ohm)), de DC-

tussenkringspanning en de cyclustijd van de weerstand.

[0] * Uit Er is geen bewaking van het remvermogen nodig.

[1] Waarsch. Hiermee wordt een waarschuwing op het display weergegeven wanneer het vermogen dat gedu-

rende 120 seconden wordt afgegeven, hoger is dan 100% van de bewakingslimiet (Par.

2-12 Begrenzing remvermogen (kW)).

De waarschuwing verdwijnt wanneer het afgegeven vermogen lager wordt dan 80% van de bewa-

kingslimiet.

[2] Uitsch. Schakelt de frequentieomvormer uit en geeft een alarm weer wanneer het berekende vermogen

hoger is dan 100% van de bewakingslimiet.

[3] Waarsch. en uitsch. Beide bovengenoemde functies worden geactiveerd, inclusief waarschuwing, uitschakeling (trip) en

alarm.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

52 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

Als vermogensbewaking is ingesteld op Uit [0] of Waarsch. [1] zal de remfunctie actief blijven, zelfs wanneer de bewakingslimiet is overschreden. Dit

kan leiden tot thermische overbelasting van de weerstand. Het is ook mogelijk om een waarschuwing te genereren via een relais-/digitale uitgang. De

meetnauwkeurigheid van de vermogensbewaking is afhankelijk van de nauwkeurigheid van de weerstand (beter dan ± 20%).

2-15 Remtest

Option: Functie:Selecteer een test/bewakingsfunctie om de aansluiting naar de remweerstand te controleren, of om

te controleren of een remweerstand aanwezig is, en een waarschuwing of alarm weer te geven in

geval van een fout. De remtest wordt uitgevoerd bij inschakeling van de frequentieomvormer. De

rem-IGBT wordt echter getest wanneer er niet wordt geremd. Een waarschuwing of uitschakeling

(trip) deactiveert de remfunctie.

De testvolgorde is als volgt:

1. De rimpelamplitude van de DC-tussenkring wordt gemeten gedurende 300 ms zonder

remmen.

2. De rimpelamplitude van de DC-tussenkring wordt gemeten gedurende 300 ms met geac-

tiveerde rem.

3. Als de rimpelamplitude van de DC-tussenkring tijdens het remmen lager is dan de rimpe-

lamplitude van de DC-tussenkring voor het remmen + 1%: remtest mislukt; geef een

waarschuwing of alarm.

4. Als de rimpelamplitude van de DC-tussenkring tijdens het remmen hoger is dan de rim-

pelamplitude van de DC-tussenkring voor het remmen + 1%: remtest OK.

[0] * Uit De remweerstand en rem-IGBT worden tijdens bedrijf bewaakt op kortsluiting. Als er kortsluiting

optreedt, wordt een waarschuwing weergegeven.

[1] Waarsch. Bewaakt de remweerstand en rem-IGBT in verband met kortsluiting en voert bij inschakeling van

de frequentieomvormer een remtest uit.

[2] Uitsch. Bewaakt de remweerstand in verband met kortsluiting of ontkoppeling, of bewaakt de rem-IGBT in

verband met kortsluiting. Als er een fout optreedt, zal de frequentieomvormer uitschakelen en een

alarm weergeven (uitschakeling met blokkering).

[3] Stop en uitsch. Bewaakt de remweerstand in verband met kortsluiting of ontkoppeling, of bewaakt de rem-IGBT in

verband met kortsluiting. Als er een fout optreedt, zal de frequentieomvormer uitlopen tot vrijloop

en vervolgens uitschakelen. Er wordt een alarm weergegeven voor uitschakeling met blokkering.

[4] AC-rem

NB!

NB! Om een waarschuwing met betrekking tot Uit [0] of Waarsch. [1] op te heffen, moet de netvoeding worden afgeschakeld en

opnieuw worden aangesloten. De fout moet eerst worden opgeheven. Bij Uit [0] of Waarsch. [1] blijft de frequentieomvormer functi-

oneren, zelfs als er een fout is gevonden.

2-17 Overspanningsreg.

Option: Functie:De overspanningsregeling (OVC – Over Voltage Control) beperkt de kans op een uitschakeling (trip)

van de frequentieomvormer als gevolg van een overspanning op de DC-tussenkring die wordt ver-

oorzaakt door genererend vermogen van de belasting.

[0] Uitgesch. Geen OVC vereist.

[2] * Ingesch. Schakelt OVC in.

NB!

De ramp-tijd wordt automatisch aangepast om uitschakeling (trip) van de frequentieomvormer te voorkomen.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 53

3

3.5 Hoofdmenu – Ref./Ramp. – Groep 3

3.5.1 3-0* Ref. begrenz.

Parameters voor het instellen van de referentie-eenheid, begrenzingen en bereiken.

Zie ook par. 20-0* voor informatie over de instellingen bij een regeling

met terugkoppeling.

3-02 Minimumreferentie

Range: Functie:0.000 Refe-

renceFeed-

backUnit*

[-999999.999 - par. 3-03 Referen-

ceFeedbackUnit]

Stel de minimumreferentie in. De minimumreferentie is de laagste waarde die kan worden verkregen

als alle referenties bij elkaar worden opgeteld. De waarde en eenheid voor de minimumreferentie

komen overeen met de gemaakte instellingen in Par.1-00 Configuratiemodus en Par.20-12 Refe-

rentie/terugk.eenheid.

NB!

Deze parameter wordt alleen gebruikt bij een regeling zonder terugkoppeling.

3-03 Max. referentie

Range: Functie:50.000 Re-

ference-

FeedbackU-

nit*

[par. 3-02 - 999999.999 Referen-

ceFeedbackUnit]

Voer de maximumwaarde in voor de externe referentie. De waarde en eenheid voor de maximum-

referentie komt overeen met de gemaakte instellingen in Par.1-00 Configuratiemodus en Par.

20-12 Referentie/terugk.eenheid.

NB!

Par. 20-14 Max. referentie/terugk. moet worden gebruikt als par. 1-00 Configu-

ratiemodus is ingesteld op Interne regeling [3].

3-04 Referentiefunctie

Option: Functie:[0] * Som Telt de externe en digitale referentiebronnen bij elkaar op.

[1] Extern/digitaal Gebruikt enkel de digitale of de externe referentiebron.

Schakelen tussen extern en digitaal is mogelijk met behulp van een commando via een digitale ingang.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

54 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

3.5.2 3-1* Referenties

Parameters voor het instellen van de referentiebronnen.

Selecteer de vooraf ingestelde referentie(s). Selecteer Ingest. ref. bit 0/1/2 [16], [17] of [18] voor de corresponderende digitale ingangen in parame-

tergroep 5-1*.

3-10 Ingestelde ref.Array [8]

Range: Functie:0.00 %* [-100.00 - 100.00 %] Voer maximaal acht verschillende digitale referenties (0-7) in deze parameter in, door middel van

arrayprogrammering. De digitale referentie wordt gegeven als een percentage van de waarde

RefMAX (Par.3-03 Max. referentie; zie Par.20-14 Maximum Reference/Feedb. voor een regeling met

terugkoppeling). Wanneer gebruik wordt gemaakt van digitale referenties moet Ingesteld ref. bit

0/1/2 [16], [17] of [18] worden geselecteerd voor de betreffende digitale ingangen in parameter-

groep 5-1* Dig. ingangen.

3-11 Jog-snelh. [Hz]

Range: Functie:10.0 Hz* [0.0 - par. 4-14 Hz] De jogsnelheid is de vaste uitgangssnelheid waarbij de frequentieomvormer functioneert wanneer

de jogfunctie is geactiveerd.

Zie ook Par.3-80 Jog ramp-tijd.

3-13 Referentieplaats

Option: Functie:Selecteer welke referentieplaats moet worden geactiveerd.

[0] * Gekoppeld Hand/Auto Gebruik de lokale referentie in de handmodus en de externe referentie in de automodus.

[1] Extern Gebruik de externe referentie zowel in de handmodus als de automodus.

[2] Lokaal Gebruik de lokale referentie zowel in de handmodus als de automodus.

NB!

Wanneer de waarde Lokaal [2] is geselecteerd, zal de frequentieomvormer deze

instelling ook gebruiken wanneer de frequentieomvormer opstart na een uitscha-

keling.

3-14 Ingestelde relatieve ref.

Range: Functie:0.00 %* [-100.00 - 100.00 %] De actuele referentie, X, wordt verhoogd of verlaagd met percentage Y, dat is ingesteld in Par.

3-14 Ingestelde relatieve ref.. Dit levert de actuele referentie, Z, op. Actuele referentie (X) is de

som van de ingangen die zijn geselecteerd in Par.3-15 Referentiebron 1, Par.3-16 Referentiebron

2, Par.3-17 Referentiebron 3 en Par.8-02 Stuurwoordbron.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 55

3

3-15 Referentiebron 1

Option: Functie:Stel in welke referentie-ingang moet worden gebruikt voor het eerste referentiesignaal. Par.

3-15 Referentiebron 1, Par.3-16 Referentiebron 2 en Par.3-17 Referentiebron 3 definiëren maximaal

drie verschillende referentiesignalen. De som van deze referentiesignalen bepaalt de actuele refe-

rentie.

Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.

[0] Geen functie

[1] * Anal. ingang 53

[2] Anal. ingang 54

[7] Pulsingang 29

[8] Pulsingang 33

[20] Dig. potmeter

[21] Anal. ingang X30/11

[22] Anal. ingang X30/12

[23] Anal. ingang X42/1

[24] Anal. ingang X42/3

[25] Anal. ingang X42/5

[30] Uitgebr. met terugk. 1

[31] Uitgebr. met terugk. 2

[32] Uitgebr. met terugk. 3

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

56 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

3-16 Referentiebron 2

Option: Functie:Stel in welke referentie-ingang moet worden gebruikt voor het tweede referentiesignaal. Par.

3-15 Referentiebron 1, Par.3-16 Referentiebron 2 en Par.3-17 Referentiebron 3 definiëren maximaal

drie verschillende referentiesignalen. De som van deze referentiesignalen bepaalt de actuele refe-

rentie.

Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.

[0] Geen functie

[1] Anal. ingang 53

[2] Anal. ingang 54

[7] Pulsingang 29

[8] Pulsingang 33

[20] * Dig. potmeter

[21] Anal. ingang X30/11

[22] Anal. ingang X30/12

[23] Anal. ingang X42/1

[24] Anal. ingang X42/3

[25] Anal. ingang X42/5

[30] Uitgebr. met terugk. 1

[31] Uitgebr. met terugk. 2

[32] Uitgebr. met terugk. 3

3-17 Referentiebron 3

Option: Functie:Stel in welke referentie-ingang moet worden gebruikt voor het derde referentiesignaal. Par.

3-15 Referentiebron 1Par.3-16 Referentiebron 2 en Par.3-17 Referentiebron 3 definiëren maximaal

drie verschillende referentiesignalen. De som van deze referentiesignalen bepaalt de actuele refe-

rentie.

Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.

[0] * Geen functie

[1] Anal. ingang 53

[2] Anal. ingang 54

[7] Pulsingang 29

[8] Pulsingang 33

[20] Dig. potmeter

[21] Anal. ingang X30/11

[22] Anal. ingang X30/12

[23] Anal. ingang X42/1

[24] Anal. ingang X42/3

[25] Anal. ingang X42/5

[30] Uitgebr. met terugk. 1

[31] Uitgebr. met terugk. 2

[32] Uitgebr. met terugk. 3

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 57

3

3-19 Jog-snelh. [TPM]

Range: Functie:300. RPM* [0 - par. 4-13 RPM] Voer een waarde in voor de jogsnelheid nJOG, wat een vaste uitgangssnelheid is. De frequentieom-

vormer loopt op deze snelheid wanneer de jogfunctie is ingeschakeld. De maximale begrenzing is

ingesteld in Par. .

Zie ook Par.3-80 Jog ramp-tijd.

3.5.3 3-4* Ramp 1

Configureer de aan/uitloopparameter, aan/uitlooptijden voor elk van de twee aan/uitlopen (par. 3-4* en 3-5*).

3-41 Ramp 1 aanlooptijd

Range: Functie:10.00 s* [1.00 - 3600.00 s] Voer de aanlooptijd in, d.w.z. de versnellingstijd van 0 tpm tot Par.1-25 Nom. motorsnelheid. Stel

de aanlooptijd zo in dat de uitgangsstroom tijdens het aanlopen de ingestelde stroomgrens in Par.

4-18 Stroombegr. niet overschrijdt. Zie uitlooptijd in Par.3-42 Ramp 1 uitlooptijd.

par..3 − 41 = tacc × nnorm par..1 − 25ref tpm s

3-42 Ramp 1 uitlooptijd

Range: Functie:20.00 s* [1.00 - 3600.00 s] Voer de uitlooptijd in, d.w.z. de tijd die nodig is om te vertragen van Par.1-25 Nom. motorsnel-

heid tot 0 tpm. Stel de uitlooptijd zo in dat er in de inverter geen overspanning ontstaat als gevolg

van de generatorwerking van de motor en de opgewekte stroom de ingestelde stroomgrens in Par.

4-18 Stroombegr. niet overschrijdt. Zie aanlooptijd in Par.3-41 Ramp 1 aanlooptijd.

par..3 − 42 = tdec × nnorm par..1 − 25ref tpm s

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

58 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

3.5.4 3-5* Ramp 2

Instellen van de parameters voor aan/uitlooptijden; zie 3-4*.

3-51 Ramp 2 aanlooptijd

Range: Functie:10.00 s* [1.00 - 3600.00 s] Voer de aanlooptijd in, d.w.z. de versnellingstijd van 0 tpm tot Par.1-25 Nom. motorsnelheid. Stel

de aanlooptijd zo in dat de uitgangsstroom tijdens het aanlopen de ingestelde stroomgrens in Par.

4-18 Stroombegr. niet overschrijdt. Zie uitlooptijd in Par.3-52 Ramp 2 uitlooptijd.

par.. 3 − 51 = tacc × nnorm par.. 1 − 25 ref tpm s

3-52 Ramp 2 uitlooptijd

Range: Functie:20.00 s* [1.00 - 3600.00 s] Voer de uitlooptijd in, d.w.z. de tijd die nodig is om te vertragen van Par.1-25 Nom. motorsnel-

heid tot 0 tpm. Stel de uitlooptijd zo in dat er in de inverter geen overspanning ontstaat als gevolg

van de generatorwerking van de motor en de opgewekte stroom de ingestelde stroomgrens in Par.

4-18 Stroombegr. niet overschrijdt. Zie aanlooptijd in Par.3-51 Ramp 2 aanlooptijd.

par..3 − 52 = tdec × nnorm par.. 1 − 25 ref tpm s

3.5.5 3-8* Andere Ramps

Stel de parameters in voor speciale aan/uitlopen, zoals Jog of Snelle stop.

3-80 Jog ramp-tijd

Range: Functie:20.00 s* [1.00 - 3600.00 s] Stel de jog-aan/uitlooptijd in die nodig is om te versnellen/vertragen tussen 0 tpm en de nominale

motorsnelheid (nM,N) die is ingesteld in Par.1-25 Nom. motorsnelheid. Zorg ervoor dat de totale

uitgangsstroom die nodig is voor de betreffende jog-aan/uitlooptijd niet hoger is dan de ingestelde

stroomgrens in Par.4-18 Stroombegr.. De jog-aan/uitlooptijd start wanneer er via het bedienings-

paneel, een geselecteerde digitale ingang of de seriële-communicatiepoort een jogsignaal wordt

gegeven.

par.. 3 − 80 = tjog × nnorm par.. 1 − 25 jog snelheid par.. 3 − 19 s

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 59

3

3.5.6 3-9* Dig. pot.meter

De digitale-potentiometerfunctie stelt de gebruiker in staat om de actuele referentie te verhogen of te verlagen door de setup voor de digitale ingangen

aan te passen via de functies VERHOGEN, VERLAGEN of WISSEN. Om de functie te activeren, moet minstens één digitale ingang worden ingesteld op

VERHOGEN of VERLAGEN.

3-90 Stapgrootte

Range: Functie:0.10 %* [0.01 - 200.00 %] Stel de stapgrootte voor VERHOGEN/VERLAGEN in als een percentage van de synchrone motor-

snelheid ns. Als VERHOGEN/VERLAGEN is geactiveerd, zal de totale referentie worden verhoogd/

verlaagd met de ingestelde waarde in deze parameter.

3-91 Ramp-tijd

Range: Functie:1.00 s [0.00 - 3600.00 s] Stel de aan/uitlooptijd in, d.w.z. de tijd die nodig is om de referentie aan te passen naar 0 of 100%

van de ingestelde digitale-potentiometerfunctie (VERHOGEN, VERLAGEN of WISSEN).

Als VERHOGEN/VERLAGEN wordt geactiveerd gedurende een tijd die langer is dan de ingestelde

vertragingstijd in Par.3-95 Aan/uitloopvertr. zal de actuele referentie aan/uitlopen op basis van deze

aan/uitlooptijd. De aan/uitlooptijd is gedefinieerd als de tijd die nodig is om de referentie aan te

passen op basis van de stapgrootte die is ingesteld in Par.3-90 Stapgrootte.

3-92 Spann.herstel

Option: Functie:[0] * Uit Zet de digitale-potentiometerreferentie na inschakeling van de omvormer terug naar 0%.

[1] Aan Stelt de meest recente digitale-potentiometerreferentie opnieuw in na inschakeling van de omvor-

mer.

3-93 Max. begrenzing

Range: Functie:100 %* [-200 - 200 %] Stel de maximaal toegestane waarde voor de totale referentie in. Dit wordt aanbevolen als de di-

gitale potentiometer wordt gebruikt voor een fijnafstelling van de totale referentie.

3-94 Min. begrenzing

Range: Functie:0 %* [-200 - 200 %] Stel de minimaal toegestane waarde voor de totale referentie in. Dit wordt aanbevolen als de digitale

potentiometer wordt gebruikt voor een fijnafstelling van de totale referentie.

3-95 Aan/uitloopvertr.

Range: Functie:1.000 N/A* [0.000 - 3600.000 N/A] Stel de vertraging in die nodig is vanaf activering van de digitale-potentiometerfunctie tot aan het

moment dat de frequentieomvormer begint met het aan/uitlopen van de referentie. Met een ver-

traging van 0 ms zal de referentie gaan aan/uitlopen zodra VERHOGEN/VERLAGEN wordt geacti-

veerd. Zie ook Par.3-91 Ramp-tijd.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

60 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

3.6 Hoofdmenu – Begr./waarsch. – Groep 4

3.6.1 4-** Begr./waarsch.

Parametergroep voor het configureren van begrenzingen en waarschuwingen.

3.6.2 4-1* Motorbegr.

Definieer de koppel-, stroom- en snelheidsbegrenzingen voor de motor en de reactie van de frequentieomvormer wanneer de begrenzingen worden

overschreden.

Een begrenzing kan een melding op het display genereren. Een waarschuwing genereert altijd een melding op het display of op de veldbus. Een bewa-

kingsfunctie kan zorgen voor een waarschuwing of een uitschakeling (trip), waarna de frequentieomvormer zal stoppen en een alarmmelding zal

genereren.

4-10 Draairichting motor

Option: Functie:Stelt de gewenste draairichting van de motor in.

Gebruik deze parameter om ongewenste omkering te voorkomen.

[0] Rechtsom A;leen rechtsom draaien is toegestaan.

[2] * Bidirectioneel Zowel rechtsom als linksom draaien is toegestaan.

NB!

De instelling van Par.4-10 Draairichting motor is van invloed op Par.1-73 Vlieg. start.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 61

3

4-11 Motorsnelh. lage begr. [RPM]

Range: Functie:0 RPM* [0 - par. 4-13 RPM] Stel de lage begrenzing voor de motorsnelheid in. De Motorsnelh. lage begr. kan worden ingesteld

op de door de fabrikant aanbevolen minimale motorsnelheid. De Motorsnelh. lage begr. mag de

instelling in Par.4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM] niet overschrijden.

4-12 Motorsnelh. lage begr. [Hz]

Range: Functie:0 Hz* [0 - par. 4-14 Hz] Stel de lage begrenzing voor de motorsnelheid in. De lage begrenzing voor de motorsnelheid kan

worden ingesteld overeenkomstig de minimale uitgangsfrequentie van de motoras. De Motorsnelh.

lage begr. mag de instelling in Par.4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz] niet overschrijden.

4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM]

Range: Functie:1500. RPM* [par. 4-11 - 60000. RPM] Voer de hoge begrenzing voor de motorsnelheid in. De Motorsnelh. hoge begr. kan worden ingesteld

overeenkomstig de door de fabrikant aanbevolen maximale motorklasse. De hoge begrenzing voor

de motorsnelheid moet hoger zijn dan de instelling in Par.4-11 Motorsnelh. lage begr. [RPM]. Alleen

Par.4-11 Motorsnelh. lage begr. [RPM] of Par.4-12 Motorsnelh. lage begr. [Hz] zal worden weer-

gegeven; dit hangt af van andere parameters die zijn ingesteld in het Hoofdmenu en de standaard-

instellingen die worden bepaald door de ingestelde geografische regio.

NB!

De uitgangsfrequentiewaarde van de frequentieomvormer mag geen waarde hebben die hoger is dan 1/10 van de schakelfrequentie.

NB!

Wanneer de instelling van Par.4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM] wordt gewijzigd, zal Par.4-53 Waarschuwing snelheid hoog worden

ingesteld op dezelfde waarde als Par.4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM].

4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz]

Range: Functie:50/60.0

Hz*

[par. 4-12 - par. 4-19 Hz] Voer de hoge begrenzing voor de motorsnelheid in. De hoge begrenzing voor de motorsnelheid kan

worden ingesteld overeenkomstig het door de fabrikant aanbevolen maximum van de motoras. De

hoge begrenzing voor de motorsnelheid moet hoger zijn dan de instelling in Par.4-12 Motorsnelh.

lage begr. [Hz]. Alleen Par.4-11 Motorsnelh. lage begr. [RPM] of Par.4-12 Motorsnelh. lage begr.

[Hz] zal worden weergegeven; dit hangt af van andere parameters die zijn ingesteld in het Hoofd-

menu en de standaardinstellingen die worden bepaald door de ingestelde geografische regio.

NB!

De maximale uitgangsfrequentie mag niet hoger zijn dan 10% van de schakelfrequentie van de omvormer (Par.14-01 Schakelfrequen-

tie).

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

62 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

4-16 Koppelbegrenzing motormodus

Range: Functie:110.0 %* [0.0 - 1000.0 %] Stel de maximale koppelbegrenzing voor motorwerking in. De koppelbegrenzing is actief in het

snelheidsbereik tot en met de ingestelde nominale motorsnelheid in Par.1-25 Nom. motorsnelheid.

Om de motor te beschermen tegen het bereiken van het uitvalkoppel is de standaardinstelling 1,1

x het nominale motorkoppel (berekende waarde). Zie ook Par.14-25 Uitsch.vertr. bij Koppelbegr.

voor meer informatie.

Wanneer een instelling in Par.1-00 Configuratiemodus tot Par.1-28 Controle draair. motor wordt

gewijzigd, wordt Par.4-16 Koppelbegrenzing motormodus niet automatisch teruggezet naar de

standaardinstelling.

4-17 Koppelbegrenzing generatormodus

Range: Functie:100.0 %* [0.0 - 1000.0 %] Stel de maximale koppelbegrenzing voor generatorwerking in. De koppelbegrenzing is actief in het

snelheidsbereik tot en met de nominale motorsnelheid (Par.1-25 Nom. motorsnelheid). Zie Par.

14-25 Uitsch.vertr. bij Koppelbegr. voor meer informatie.

Wanneer een instelling in Par.1-00 Configuratiemodus tot Par.1-28 Controle draair. motor wordt

gewijzigd, wordt Par.4-17 Koppelbegrenzing generatormodus niet automatisch teruggezet naar de

standaardinstelling.

4-18 Stroombegr.

Range: Functie:110.0 %* [1.0 - 1000.0 %] Voer de stroomgrens voor motor- en generatorwerking in. Om de motor te beschermen tegen het

bereiken van het uitvalkoppel is de standaardinstelling 1,1 x de nominale motorstroom (ingesteld

in Par.1-24 Motorstroom). Wanneer een instelling in Par.1-00 Configuratiemodus tot Par.1-28 Con-

trole draair. motor wordt gewijzigd, worden Par.4-16 Koppelbegrenzing motormodus tot Par.

4-18 Stroombegr. niet automatisch teruggezet naar de standaardinstelling.

4-19 Max. uitgangsfreq.

Range: Functie:100.0 Hz* [1.0 - 1000.0 Hz] Stel de maximale uitgangsfrequentie in. Par.4-19 Max. uitgangsfreq. specificeert de absolute be-

grenzing van de uitgangsfrequentie van de frequentieomvormer voor een verbeterde veiligheid voor

toepassingen waarbij onbedoelde, te hoge snelheden moeten worden vermeden. Deze absolute

begrenzing geldt voor alle configuraties, ongeacht de instelling in Par.1-00 Configuratiemodus. Deze

parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 63

3

3.6.3 4-5* Aanp. waarsch.

Definieer instelbare waarschuwingsbegrenzingen voor stroom, snelheid, referentie en terugkoppeling.

NB!

Niet zichtbaar op het display; enkel via de VLT Motion Control Tool, MCT 10.

Waarschuwingen worden weergegeven op het display, de geprogrammeerde uitgang of de seriële bus.

4-50 Waarschuwing stroom laag

Range: Functie:0.00 A* [0.00 - par. 4-51 A] Stel de waarde voor ILOW in. Wanneer de motorstroom lager wordt dan deze begrenzing (ILOW)

verschijnt op het display de melding 'Stroom laag'. De signaaluitgangen kunnen worden gepro-

grammeerd voor het genereren van een statussignaal via klem 27 of 29 en via relaisuitgang 01 of

02. Zie de afbeelding in deze sectie.

4-51 Waarschuwing stroom hoog

Range: Functie:par. 16-37

A*

[par. 4-50 - par. 16-37 A] Stel de waarde voor IHIGH in. Wanneer de motorstroom hoger wordt dan deze begrenzing (IHIGH)

verschijnt op het display de melding 'Stroom hoog'. De signaaluitgangen kunnen worden gepro-

grammeerd voor het genereren van een statussignaal via klem 27 of 29 en via relaisuitgang 01 of

02. Zie de afbeelding in deze sectie.

4-52 Waarschuwing snelheid laag

Range: Functie:0 RPM* [0 - par. 4-53 RPM] Stel de waarde voor nLOW in. Wanneer de motorsnelheid lager wordt dan deze begrenzing (nLOW)

verschijnt op het display de melding 'Snelh. laag'. De signaaluitgangen kunnen worden geprogram-

meerd voor het genereren van een statussignaal via klem 27 of 29 en via relaisuitgang 01 of 02.

Programmeer het signaal voor de hoge begrenzing van de motorsnelheid nLOW binnen het normale

werkbereik van de frequentieomvormer. Zie de afbeelding in deze sectie.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

64 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

4-53 Waarschuwing snelheid hoog

Range: Functie:par. 4-13

RPM*

[par. 4-52 - par. 4-13 RPM] Voer de waarde voor nHIGH in. Wanneer de motorsnelheid deze waarde (nHIGH) overschrijdt, ver-

schijnt op het display de melding 'Snelh. hoog'. De signaaluitgangen kunnen worden geprogram-

meerd voor het genereren van een statussignaal via klem 27 of 29 en via relaisuitgang 01 of 02.

Programmeer het signaal voor de hoge begrenzing van de motorsnelheid nHIGH binnen het normale

werkbereik van de frequentieomvormer. Zie de afbeelding in deze sectie.

NB!

Wanneer de instelling van Par.4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM] wordt gewijzigd, zal Par.4-53 Waarschuwing snelheid hoog worden

ingesteld op dezelfde waarde als Par.4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM].

Als voor Par.4-53 Waarschuwing snelheid hoog een andere waarde nodig is, moet deze worden ingesteld nadat Par.4-13 Motorsnelh.

hoge begr. [RPM] is geprogrammeerd!

4-54 Waarsch: referentie laag

Range: Functie:-999999.99

9 N/A*

[-999999.999 - par. 4-55 N/A] Stel de lage referentiebegrenzing in. Als de huidige referentie lager wordt dan deze begrenzing geeft

het display 'Ref laag' aan. De signaaluitgangen kunnen worden geprogrammeerd voor het genereren

van een statussignaal via klem 27 of 29 en via relaisuitgang 01 of 02.

4-55 Waarsch: referentie hoog

Range: Functie:999999.999

N/A*

[par. 4-54 - 999999.999 N/A] Stel de hoge referentiebegrenzing in. Als de huidige referentie hoger wordt dan deze begrenzing

geeft het display 'Ref hoog' aan. De signaaluitgangen kunnen worden geprogrammeerd voor het

genereren van een statussignaal via klem 27 of 29 en via relaisuitgang 01 of 02.

4-56 Waarsch: terugk. laag

Range: Functie:-999999.99

9 Pro-

cessCtrlU-

nit*

[-999999.999 - par. 4-57 Pro-

cessCtrlUnit]

Stel de lage terugkoppelbegrenzing in. Als de terugkoppeling lager wordt dan deze begrenzing geeft

het display Terugk. laag aan. De signaaluitgangen kunnen worden geprogrammeerd voor het ge-

nereren van een statussignaal via klem 27 of 29 en via relaisuitgang 01 of 02.

4-57 Waarsch: terugk. hoog

Range: Functie:999999.999

ProcessCtr-

lUnit*

[par. 4-56 - 999999.999 ProcessCtr-

lUnit]

Stel de hoge terugkoppelingsbegrenzing in. Als de terugkoppeling hoger wordt dan deze begrenzing

geeft het display Terugk. hoog aan. De signaaluitgangen kunnen worden geprogrammeerd voor het

genereren van een statussignaal via klem 27 of 29 en via relaisuitgang 01 of 02.

4-58 Motorfasefunctie ontbreekt

Option: Functie:Geeft een alarm weer in geval van een ontbrekende motorfase.

Selecteer 100 ms voor een korte detectietijd en een alarm in geval van een ontbrekende motorfase.

100 ms wordt aanbevolen voor hijstoepassingen.

[0] Uit Er wordt geen alarm weergegeven in geval van een ontbrekende motorfase.

[1] * Aan Er wordt een alarm weergegeven in geval van een ontbrekende motorfase.

NB!

Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 65

3

3.6.4 4-6* Snelh.-bypass

Definieer de snelheidsbypassgebieden voor de aan/uitlopen.

Bij sommige systemen dienen bepaalde uitgangsfrequenties/snelheden te worden vermeden om problemen met resonantie in het systeem te voorkomen.

Er kunnen maximaal vier frequentie- of snelheidsbereiken worden vermeden.

4-60 Bypass-snelh. vanaf [RPM]Array [4]

Range: Functie:0 RPM* [0 - par. 4-13 RPM] Bij sommige systemen dienen bepaalde uitgangssnelheden te worden vermeden om problemen met

resonantie in het systeem te voorkomen. Stel de lage begrenzing van de te vermijden snelheden

in.

4-61 Bypass-snelh. vanaf [Hz]Array [4]

Range: Functie:0 Hz* [0.0 - par. 4-14 Hz] Bij sommige systemen dienen bepaalde uitgangssnelheden te worden vermeden om problemen met

resonantie in het systeem te voorkomen. Stel de lage begrenzing van de te vermijden snelheden

in.

4-62 Bypass-snelh. naar [RPM]Array [4]

Range: Functie:0 RPM* [0 - par. 4-13 RPM] Bij sommige systemen dienen bepaalde uitgangssnelheden te worden vermeden om problemen met

resonantie in het systeem te voorkomen. Voer de hoge begrenzingen van de te vermijden snelheden

in.

4-63 Bypass-snelh. tot [Hz]Array [4]

Range: Functie:0 Hz* [0.0 - par. 4-14 Hz] Bij sommige systemen dienen bepaalde uitgangssnelheden te worden vermeden om problemen met

resonantie in het systeem te voorkomen. Voer de hoge begrenzingen van de te vermijden snelheden

in.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

66 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

3.6.5 Semi-automatische setup bypasssnelh.

De semi-automatische setup bypasssnelh. kan worden gebruikt om te programmeren welke frequenties moeten worden overgeslagen in verband met

resonantie in het systeem.

Volg hiervoor onderstaande procedure:

1. Stop de motor.

2. Selecteer Ingesch. in Par.4-64 Semi-auto bypass setup.

3. Druk op [Hand on] op het LCP om te starten met zoeken naar frequentiebanden die resonantie veroorzaken. De motor zal aanlopen op basis

van de ingestelde aanloop.

4. Wanneer een resonantieband is doorlopen, drukt u op [OK] op het LCP om de band te verlaten. De actuele frequentie zal worden opgeslagen

als het eerste element in Par.4-62 Bypass-snelh. naar [RPM] of Par.4-63 Bypass-snelh. tot [Hz] (array). Herhaal deze stappen voor elke reso-

nantieband die is gevonden tijdens het aanlopen (er kunnen er maximaal vier worden aangepast).

5. Wanneer de maximumsnelheid is bereikt, zal de motor automatisch gaan uitlopen. Herhaal de bovenstaande procedure wanneer de snelheid

tijdens het vertragen buiten de resonantiebanden komt. De actuele frequenties die worden geregistreerd wanneer op [OK] wordt gedrukt, zullen

worden opgeslagen in Par.4-60 Bypass-snelh. vanaf [RPM] of Par.4-61 Bypass-snelh. vanaf [Hz].

6. Druk op [OK] wanneer de motor is uitgelopen tot stop. Par.4-64 Semi-auto bypass setup zal automatisch worden teruggezet naar Uit. De

frequentieomvormer zal in de [Hand]-modus blijven totdat [Off] of [Auto on] op het LCP wordt ingedrukt.

Als de frequenties voor een bepaalde resonantieband niet in de juiste volgorde zijn geregistreerd (frequentiewaarden die zijn opgeslagen in Bypass-snelh.

tot moeten hoger zijn dan die in Bypass-snelh. vanaf), of als voor Bypass-snelh. vanaf en Bypass-snelh. tot niet hetzelfde aantal registraties zijn opge-

slagen, zullen alle registraties worden geannuleerd en verschijnt de volgende melding: Opgeslagen snelheidszones overlappen of zijn niet volledig

gedefinieerd. Druk op [Cancel] om te annuleren.

4-64 Semi-auto bypass setup

Option: Functie:[0] * Uit Geen functie

[1] Ingesch. Start de Semi-auto bypass setup waarna bovenstaande procedure moet worden gevolgd.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 67

3

3.7 Hoofdmenu – Digitaal In/Uit – Groep 5

3.7.1 5-** Digitaal In/Uit

Parametergroep voor het configureren van digitale in- en uitgangen.

3.7.2 5-0* Dig. I/O-modus

Parameters voor het configureren van in- of uitgang, en voor NPN of PNP.

5-00 Dig. I/O-modus

Option: Functie:Digitale ingangen en geprogrammeerde digitale uitgangen zijn vooraf te programmeren voor ge-

bruik in PNP- of NPN-systemen.

[0] * PNP - actief bij 24V Actie na positieve directionele pulsen (0). PNP-systemen worden naar aarde getrokken.

[1] NPN - actief bij 0V Actie na negatieve directionele pulsen (1). NPN-systemen worden verhoogd tot +24 V, intern in de

frequentieomvormer.

NB!

Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.

5-01 Klem 27 modus

Option: Functie:[0] * Ingang Stelt klem 27 in als digitale ingang.

[1] Uitgang Stelt klem 27 in als digitale uitgang.

Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.

5-02 Klem 29 modus

Option: Functie:[0] * Ingang Definieert klem 29 als een digitale ingang.

[1] Uitgang Definieert klem 29 als een digitale uitgang.

Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

68 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

3.7.3 5-1* Dig. ingangen

Parameters voor het configureren van de ingangsfuncties voor de ingangsklemmen.

De digitale ingangen worden gebruikt om verschillende functies van de frequentieomvormer in te stellen. Alle digitale ingangen kunnen worden ingesteld

op de volgende functies:

Functie digitale ingang Instell. KlemNiet in bedrijf [0] Alle *klem 19, 32, 33Reset [1] AlleVrijloop geïnv. [2] 27Vrijloop & reset inv [3] AlleDC-rem geïnv. [5] AlleStop geïnverteerd [6] AlleExt. vergrendeling [7] AlleStart [8] Alle *klem 18Pulsstart [9] AlleOmkeren [10] AlleStart omgekeerd [11] AlleJog [14] Alle *klem 29Digitale ref. aan [15] AlleIngest. ref. bit 0 [16] AlleIngest. ref. bit 1 [17] AlleIngest. ref. bit 2 [18] AlleRef. vasthouden [19] AlleUitgang vasth. [20] AlleSnelheid omhoog [21] AlleSnelheid omlaag [22] AlleSetupselectie bit 0 [23] AlleSetupselectie bit 1 [24] AllePulsingang [32] klem 29, 33Ramp bit 0 [34] AlleNetstoring geïnv. [36] AlleBrandmodus [37] AlleStartvoorwaarde [52] AlleHandmatige start [53] AlleAutostart [54] AlleDigiPot verhogen [55] AlleDigiPot verlagen [56] AlleDigiPot wissen [57] AlleTeller A (omhoog) [60] 29, 33Teller A (omlaag) [61] 29, 33Reset Teller A [62] AlleTeller B (omhoog) [63] 29, 33Teller B (omlaag) [64] 29, 33Reset Teller B [65] AlleSlaapstand [66] AlleReset onderhoudswoord [78] AlleStart hoofdpomp [120] AlleWisseling hoofdpomp [121] AlleVergr. pomp 1 [130] AlleVergr. pomp 2 [131] AlleVergr. pomp 3 [132] Alle

3.7.4 Digitale ingangen, 5-1* vervolg

Alle = klem 18, 19, 27, 29, 32, 33, X30/2, X30/3, X30/4. X30/ zijn de klemmen op MCB 101.

Functies die specifiek zijn voor één digitale ingang worden in de betreffende parameter vermeld.

Alle digitale ingangen kunnen worden ingesteld op de volgende functies:

[0] Niet in bedrijf Geen reactie op signalen die naar de klem worden gestuurd.

[1] Reset Reset de frequentieomvormer na een uitschakeling/alarm. Niet elk alarm kan gereset worden.

[2] Vrijloop geïnv. Laat de motor vrijlopen. Logisch '0' => vrijloop na stop.

(Standaard digitale klem 27): vrijloop na stop, geïnverteerde ingang (NC).

[3] Vrijloop & reset inv Reset en vrijloop na stop, ingang geïnverteerd (NC).

Laat de motor vrijlopen en voert vervolgens een reset van de frequentieomvormer uit. Logisch '0'

=> vrijloop na stop en reset.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 69

3

[5] DC-rem geïnv. Ingang geïnverteerd voor DC-rem (NC).

Stopt de motor door gedurende een bepaalde tijd gelijkstroom toe te voeren. Zie Par.2-01 DC-

remstroom tot Par.2-03 Inschakelsnelh. DC-rem [tpm]. Deze functie is alleen actief wanneer de

waarde in Par.2-02 DC-remtijd niet 0 is. Logisch '0' => DC-remmen.

[6] Stop geïnverteerd Geïnverteerde stopfunctie. Genereert een stopfunctie wanneer de geselecteerde klem van logisch

'1' naar '0' gaat. De stop wordt uitgevoerd op basis van de geselecteerde uitlooptijd (Par.3-42 Ramp

1 uitlooptijd, Par.3-52 Ramp 2 uitlooptijd, 3-62 en 3-72).

NB!

Wanneer de frequentieomvormer de koppelbegrenzing heeft bereikt en een stop-

commando heeft ontvangen, zal hij mogelijk niet vanzelf stoppen. Om ervoor te

zorgen dat de frequentieomvormer stopt, moet een digitale uitgang worden in-

gesteld op Koppelbegr. & stop [27] en moet deze digitale uitgang worden

aangesloten op een digitale ingang die als vrijloop is ingesteld.

[7] Ext. vergrendeling Dezelfde functie als Vrijloop, geïnv. maar Ext. vergrendeling genereert de alarmmelding 'externe

storing' op het display wanneer de geprogrammeerde klem voor Vrijloop, geïnv. logisch '0' is. De

alarmmelding wordt ook actief via digitale uitgangen en relaisuitgangen als deze voor Ext. vergren-

deling zijn geprogrammeerd. Het alarm kan worden gereset via een digitale ingang of de [Reset]-

toets als de oorzaak voor de externe vergrendeling is weggenomen. In Par.22-00 Ext.

vergrendel.vertr. kan een vertragingstijd worden geprogrammeerd. Nadat een signaal op de ingang

wordt toegepast, zal bovenstaande actie worden vertraagd met de ingestelde tijd in Par.22-00 Ext.

vergrendel.vertr..

[8] Start Selecteer start voor een start/stopcommando. Logisch '1' = start, logisch '0' = stop.

(Standaard voor digitale ingang 18)

[9] Pulsstart De motor start als gedurende minstens 2 ms een puls wordt gegeven. De motor stopt na activering

van Stop geïnv.

[10] Omkeren Wijzigt de draairichting van de motoras. Logisch '1' leidt tot omkeren. Het omkeersignaal wijzigt

alleen de draairichting. Het activeert de startfunctie niet. Selecteer Bidirectioneel in Par.4-10 Draai-

richting motor.

(Standaard voor digitale ingang 19)

[11] Start omgekeerd Gebruikt voor start/stop en voor omkeren via dezelfde draad. Gelijktijdige startsignalen zijn niet

toegestaan.

[14] Jog Gebruikt om de jogsnelheid in te schakelen. Zie Par.3-11 Jog-snelh. [Hz].

(Standaard voor digitale ingang 29)

[15] Digitale ref. aan Gebruikt om te schakelen tussen externe referentie en digitale referentie. Hiervoor moet Extern/

digitaal [1] echter zijn geselecteerd in Par.3-04 Referentiefunctie. Logisch '0' = externe referentie

actief; logisch '1' = een van de acht digitale referenties actief.

[16] Ingest. ref. bit 0 Maakt het mogelijk om een van de acht vooraf ingestelde referenties te selecteren overeenkomstig

onderstaande tabel.

[17] Ingest. ref. bit 1 Maakt het mogelijk om een van de acht vooraf ingestelde referenties te selecteren overeenkomstig

onderstaande tabel.

[18] Ingest. ref. bit 2 Maakt het mogelijk om een van de acht vooraf ingestelde referenties te selecteren overeenkomstig

onderstaande tabel.

Ingest. ref. bit 2 1 0Ingest. ref. 0 0 0 0Ingest. ref. 1 0 0 1Ingest. ref. 2 0 1 0Ingest. ref. 3 0 1 1Ingest. ref. 4 1 0 0Ingest. ref. 5 1 0 1Ingest. ref. 6 1 1 0Ingest. ref. 7 1 1 1

[19] Ref. vasthouden Houdt de huidige referentie vast. De vastgehouden referentie is nu het punt van inschakelen/de

voorwaarde om Snelh. omh. en Snelh. omlaag te gebruiken. Als Snelh. omh./Snelh. oml. wordt

gebruikt, volgt de snelheidsverandering altijd ramp 2 (Par.3-51 Ramp 2 aanlooptijd en Par.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

70 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

3-52 Ramp 2 uitlooptijd) in het bereik 0 - Par.3-03 Max. referentie. (Zie Par.20-14 Maximum Refe-

rence/Feedb. voor een regeling met terugkoppeling).

[20] Uitgang vasth. Houdt de huidige motorfrequentie (in Hz) vast. De vastgehouden motorfrequentie is nu het inscha-

kelpunt/de voorwaarde voor het gebruik van Snelh. omh. en Snelh. omlaag. Als Snelh. omh./Snelh.

oml. wordt gebruikt, volgt de snelheidsverandering altijd ramp 2 (Par.3-51 Ramp 2 aanlooptijd en

Par.3-52 Ramp 2 uitlooptijd) in het bereik 0 - Par.1-23 Motorfrequentie.

NB!

Als Uitgang vasth. actief is, kan de frequentieomvormer niet gestopt worden via

een laag 'start [13]'-signaal. De frequentieomvormer wordt gestopt via een klem

die ingesteld is op Vrijloop geïnv. [2] of Vrijloop & reset inv [3].

[21] Snelheid omhoog Voor digitale besturing voor het verhogen/verlagen van de snelheid (motorpotentiometer). Selec-

teer Ref. vasthouden of Uitgang vasth. om deze functie te activeren. Als Snelh. omh. wordt

geactiveerd voor minder dan 400 ms, wordt de totale referentie verhoogd met 0,1%. Als Snelh.

omh. wordt geactiveerd voor meer dan 400 ms zal de totale referentie uitlopen op basis van Ramp

1 in Par.3-41 Ramp 1 aanlooptijd.

[22] Snelh. omlaag Vergelijkbaar met Snelh. omh. [21].

[23] Setupselectie bit 0 Selecteert een van de vier setups. Stel par. 0-10 in op Multi setup.

[24] Setupselectie bit 1 Vergelijkbaar met Setupselectie bit 0 [23].

(Standaard voor digitale ingang 32)

[32] Pulsingang Selecteer Pulsingang wanneer een pulsreeks wordt gebruikt als referentie of terugkoppeling. Het

schalen wordt uitgevoerd via parametergroep 5-5*.

[34] Ramp bit 0 Selecteer welke ingang moet worden gebruikt. Logisch '0' selecteert ramp 1, terwijl logisch '1' ramp

2 selecteert.

[36] Netstoring geïnv. Activeert de ingestelde functie in Par.14-10 Netstoring. Netstoring is actief in een logische '0'-situ-

atie.

[37] Brandmodus Als dit signaal wordt toegepast, zal de frequentieomvormer in de Brandmodus worden gezet en

zullen alle andere commando's worden genegeerd. Zie 24-0* Brandmodus.

[52] Startvoorwaarde De ingangsklem waarvoor Startvoorwaarde is geprogrammeerd, moet logisch '1' zijn om een start-

commando te kunnen accepteren. Startvoorwaarde heeft een logische 'AND'-functie die gerelateerd

is aan de klem die is geprogrammeerd voor Start [8], Jog [14] of Uitgang vasth. [20], wat betekent

dat aan beide voorwaarden moet zijn voldaan voordat de motor kan worden gestart. Als Startvoor-

waarde is geprogrammeerd op meerdere klemmen, mag Startvoorwaarde slechts op een van de

klemmen logisch '1' zijn; anders wordt de functie niet uitgevoerd. Het digitale uitgangssignaal voor

Startverzoek (Start [8], Jog [14] of Uitgang vasth. [20]) dat is geprogrammeerd in par. 5-3* of par.

5-4* zal niet worden beïnvloed door Startvoorwaarde.

[53] Handmatige start Als dit signaal wordt toegepast, zal de frequentieomvormer in de handmodus worden gezet alsof

de [Hand on]-toets op het LCP werd ingedrukt. Hierbij zal een normaal stopcommando worden

genegeerd. Als het signaal wordt weggenomen, zal de motor stoppen. Om een ander startcom-

mando geldig te maken, moet een andere digitale ingang worden toegewezen aan Autostart en

moet hierop een signaal worden toegepast. De toetsen [Hand on] en [Auto on] op het LCP hebben

geen invloed. Met de [Off]-toets op het LCP worden Handmatige start en Autostart onderdrukt. Druk

op de toets [Hand on] of [Auto on] om Handmatige start en Autostart weer te activeren. Als noch

op Handmatige start noch op Autostart een signaal wordt toegepast, zal de motor stoppen ongeacht

eventuele normale startcommando's die worden gegeven. Als op zowel als Handmatige start als

Autostart een signaal wordt toegepast, zal de functie Autostart zijn. Als op de [Off]-toets op het

LCP wordt gedrukt, zal de motor stoppen, ongeacht eventuele signalen op Handmatige start en

Autostart.

[54] Autostart Een toegepast signaal zal de frequentieomvormer in de automodus plaatsen alsof de [Auto on]-

toets op het LCP werd ingedrukt. Zie ook Handmatige start [53].

[55] DigiPot verhogen Gebruikt de ingang als een VERHOOG-signaal naar de digitale-potentiometerfunctie die wordt be-

schreven in parametergroep 3-9*.

[56] DigiPot verlagen Gebruikt de ingang als een VERLAAG-signaal naar de digitale-potentiometerfunctie die wordt be-

schreven in parametergroep 3-9*.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 71

3

[57] DigiPot wissen Gebruikt de ingang voor het WISSEN van de digitale-potentiometerreferentie die wordt beschreven

in parametergroep 3-9*.

[60] Teller A (omhoog) (Alleen voor klem 29 of 33) Ingang om de telling in de SLC-teller stapsgewijs te verhogen.

[61] Teller A (omlaag) (Alleen voor klem 29 of 33) Ingang om de telling in de SLC-teller stapsgewijs te verlagen.

[62] Reset Teller A Ingang om teller A te resetten.

[63] Teller B (omhoog) (Alleen voor klem 29 en 33) Ingang om de telling in de SLC-teller stapsgewijs te verhogen.

[64] Teller B (omlaag) (Alleen voor klem 29 en 33) Ingang om de telling in de SLC-teller stapsgewijs te verlagen.

[65] Reset Teller B Ingang om teller B te resetten.

[66] Slaapstand Dwingt de frequentieomvormer om in de Slaapstand te gaan (zie par. 22-4*). Reageert op de voor-

flank van het toegepaste signaal!

[78] Reset prev. onderhoudswoord Reset alle elementen in de tellers voor Par.16-96 Onderhoudswoord.

Onderstaande instelmogelijkheden hebben allemaal betrekking op de cascaderegelaar. Voor meer informatie over bedradingsschema's en parameterin-

stellingen, zie 25-**.

[120] Start hoofdpomp Start/stopt de hoofdpomp (bestuurd door de frequentieomvormer). Voor een start is het tevens

nodig dat een systeemstartsignaal is toegepast, bijv. een van de digitale ingangen die is gepro-

grammeerd voor Start [8]!

[121] Wisseling hoofdpomp Dwingt een wisseling van hoofdpomp in een cascaderegelaar af. Par.25-50 Wisseling hoofdpomp

moet worden ingesteld op Op commando [2] of Bij staging/op commando [3]. Par.25-51 Wissel-

gebeurt. kan worden ingesteld op elk van de vier mogelijke opties.

[130 - 138] Vergr. pomp 1 - Vergr. pomp 9 Voor de bovenstaande 9 instelmogelijkheden moet par. 25-10 zijn ingesteld op Aan [1]. De functie

hangt mede af van de instelling in Par.25-05 Vaste hoofdpomp. Als deze is ingesteld op Nee [0]

heeft pomp 1 betrekking op de pomp die wordt bestuurd door RELAIS 1 enz. Als deze parameter is

ingesteld op Ja [1] heeft pomp 1 betrekking op de pomp die enkel door de frequentieomvormer

wordt bestuurd (waarbij geen enkel ingebouwd relais betrokken is) en pomp 2 op de pomp die wordt

bestuurd door RELAIS 1. Een pomp met variabele snelheid (hoofdpomp) kan niet worden vergren-

deld.

Zie onderstaande tabel:

Instelling in par. 5-1* Instelling in Par.25-06 Aantal pompen

[0] Nee [1] Ja

[130] Vergr. pomp 1 Bestuurd door RELAIS 1

(indien niet de hoofdpomp)

Bestuurd door frequentieomvormer

(kan niet worden vergrendeld)

[131] Vergr. pomp 2 Bestuurd door RELAIS 2 Bestuurd door RELAIS 1

[132] Vergr. pomp 3 Bestuurd door RELAIS 3 Bestuurd door RELAIS 2

[133] Vergr. pomp 4 Bestuurd door RELAIS 4 Bestuurd door RELAIS 3

[134] Vergr. pomp 5 Bestuurd door RELAIS 5 Bestuurd door RELAIS 4

[135] Vergr. pomp 6 Bestuurd door RELAIS 6 Bestuurd door RELAIS 5

[136] Vergr. pomp 7 Bestuurd door RELAIS 7 Bestuurd door RELAIS 6

[137] Vergr. pomp 8 Bestuurd door RELAIS 8 Bestuurd door RELAIS 7

[138] Vergr. pomp 9 Bestuurd door RELAIS 9 Bestuurd door RELAIS 8

5-10 Klem 18 digitale ingang

Option: Functie:[0] Niet in bedrijf

[1] Reset

[2] Vrijloop geïnv.

[3] Vrijloop & reset inv

[5] DC-rem geïnv.

[6] Stop geïnv.

[7] Ext. vergrendeling

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

72 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

[8] * Start Dezelfde opties en functies als par. 5-1*, behalve voor Pulsingang.

[9] Pulsstart

[10] Omkeren

[11] Start omgekeerd

[14] Jog

[15] Digitale ref. aan

[16] Ingest. ref. bit 0

[17] Ingest. ref. bit 1

[18] Ingest. ref. bit 2

[19] Ref. vashouden

[20] Uitgang vasth.

[21] Snelh. omh.

[22] Snelh. omlaag

[23] Setupselectie bit 0

[24] Setupselectie bit 1

[34] Ramp bit 0

[36] Netstoring geïnv.

[37] Brandmodus

[52] Startvoorwaarde

[53] Handmatige start

[54] Autostart

[55] DigiPot verhogen

[56] DigiPot verlagen

[57] DigiPot wissen

[62] Reset Teller A

[65] Reset Teller B

[66] Slaapstand

[78] Reset prev. onderhoudswoord

[120] Start hoofdpomp

[121] Wisseling hoofdpomp

[130] Vergr. pomp 1

[131] Vergr. pomp 2

[132] Vergr. pomp 3

5-11 Klem 19 digitale ingang

Option: Functie:[0] * Niet in bedrijf Dezelfde opties en functies als 5-1*, behalve voor Pulsingang.

[1] Reset

[2] Vrijloop geïnv.

[3] Vrijloop & reset inv

[5] DC-rem geïnv.

[6] Stop geïnv.

[7] Ext. vergrendeling

[8] Start

[9] Pulsstart

[10] Omkeren

[11] Start omgekeerd

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 73

3

[14] Jog

[15] Digitale ref. aan

[16] Ingest. ref. bit 0

[17] Ingest. ref. bit 1

[18] Ingest. ref. bit 2

[19] Ref. vashouden

[20] Uitgang vasth.

[21] Snelh. omh.

[22] Snelh. omlaag

[23] Setupselectie bit 0

[24] Setupselectie bit 1

[34] Ramp bit 0

[36] Netstoring geïnv.

[37] Brandmodus

[52] Startvoorwaarde

[53] Handmatige start

[54] Autostart

[55] DigiPot verhogen

[56] DigiPot verlagen

[57] DigiPot wissen

[62] Reset Teller A

[65] Reset Teller B

[66] Slaapstand

[78] Reset prev. onderhoudswoord

[120] Start hoofdpomp

[121] Wisseling hoofdpomp

[130] Vergr. pomp 1

[131] Vergr. pomp 2

[132] Vergr. pomp 3

5-12 Klem 27 digitale ingang

Option: Functie:Dezelfde opties en functies als par. 5-1*, behalve voor Pulsingang.

[0] * Niet in bedrijf

[1] Reset

[2] Vrijloop geïnv.

[3] Vrijloop & reset inv

[5] DC-rem geïnv.

[6] Stop geïnv.

[7] Ext. vergrendeling

[8] Start

[9] Pulsstart

[10] Omkeren

[11] Start omgekeerd

[14] Jog

[15] Digitale ref. aan

[16] Ingest. ref. bit 0

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

74 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

[17] Ingest. ref. bit 1

[18] Ingest. ref. bit 2

[19] Ref. vashouden

[20] Uitgang vasth.

[21] Snelh. omh.

[22] Snelh. omlaag

[23] Setupselectie bit 0

[24] Setupselectie bit 1

[34] Ramp bit 0

[36] Netstoring geïnv.

[37] Brandmodus

[52] Startvoorwaarde

[53] Handmatige start

[54] Autostart

[55] DigiPot verhogen

[56] DigiPot verlagen

[57] DigiPot wissen

[62] Reset Teller A

[65] Reset Teller B

[66] Slaapstand

[78] Reset prev. onderhoudswoord

[120] Start hoofdpomp

[121] Wisseling hoofdpomp

[130] Vergr. pomp 1

[131] Vergr. pomp 2

[132] Vergr. pomp 3

5-13 Klem 29 digitale ingang

Option: Functie:[0] Niet in bedrijf

[1] Reset

[2] Vrijloop geïnv.

[3] Vrijloop & reset inv

[5] DC-rem geïnv.

[6] Stop geïnv.

[7] Ext. vergrendeling

[8] Start

[9] Pulsstart

[10] Omkeren

[11] Start omgekeerd

[14] * Jog Dezelfde opties en functies als par. 5-1*.

[15] Digitale ref. aan

[16] Ingest. ref. bit 0

[17] Ingest. ref. bit 1

[18] Ingest. ref. bit 2

[19] Ref. vashouden

[20] Uitgang vasth.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 75

3

[21] Snelh. omh.

[22] Snelh. omlaag

[23] Setupselectie bit 0

[24] Setupselectie bit 1

[30] Telleringang

[32] Pulsingang

[34] Ramp bit 0

[36] Netstoring geïnv.

[37] Brandmodus

[52] Startvoorwaarde

[53] Handmatige start

[54] Autostart

[55] DigiPot verhogen

[56] DigiPot verlagen

[57] DigiPot wissen

[60] Teller A (omhoog)

[61] Teller A (omlaag)

[62] Reset Teller A

[63] Teller B (omhoog)

[64] Teller B (omlaag)

[65] Reset Teller B

[66] Slaapstand

[78] Reset prev. onderhoudswoord

[120] Start hoofdpomp

[121] Wisseling hoofdpomp

[130] Vergr. pomp 1

[131] Vergr. pomp 2

[132] Vergr. pomp 3

5-14 Klem 32 digitale ingang

Option: Functie:[0] * Niet in bedrijf Dezelfde opties en functies als par. 5-1*, behalve voor Pulsingang.

[1] Reset

[2] Vrijloop geïnv.

[3] Vrijloop & reset inv

[5] DC-rem geïnv.

[6] Stop geïnv.

[7] Ext. vergrendeling

[8] Start

[9] Pulsstart

[10] Omkeren

[11] Start omgekeerd

[14] Jog

[15] Digitale ref. aan

[16] Ingest. ref. bit 0

[17] Ingest. ref. bit 1

[18] Ingest. ref. bit 2

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

76 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

[19] Ref. vashouden

[20] Uitgang vasth.

[21] Snelh. omh.

[22] Snelh. omlaag

[23] Setupselectie bit 0

[24] Setupselectie bit 1

[34] Ramp bit 0

[36] Netstoring geïnv.

[37] Brandmodus

[52] Startvoorwaarde

[53] Handmatige start

[54] Autostart

[55] DigiPot verhogen

[56] DigiPot verlagen

[57] DigiPot wissen

[62] Reset Teller A

[65] Reset Teller B

[66] Slaapstand

[78] Reset prev. onderhoudswoord

[120] Start hoofdpomp

[121] Wisseling hoofdpomp

[130] Vergr. pomp 1

[131] Vergr. pomp 2

[132] Vergr. pomp 3

5-15 Klem 33 digitale ingang

Option: Functie:[0] * Niet in bedrijf Dezelfde opties en functies als par. 5-1* Dig. ingangen.

[1] Reset

[2] Vrijloop geïnv.

[3] Vrijloop & reset inv

[5] DC-rem geïnv.

[6] Stop geïnv.

[7] Ext. vergrendeling

[8] Start

[9] Pulsstart

[10] Omkeren

[11] Start omgekeerd

[14] Jog

[15] Digitale ref. aan

[16] Ingest. ref. bit 0

[17] Ingest. ref. bit 1

[18] Ingest. ref. bit 2

[19] Ref. vashouden

[20] Uitgang vasth.

[21] Snelh. omh.

[22] Snelh. omlaag

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 77

3

[23] Setupselectie bit 0

[24] Setupselectie bit 1

[30] Telleringang

[32] Pulsingang

[34] Ramp bit 0

[36] Netstoring geïnv.

[37] Brandmodus

[52] Startvoorwaarde

[53] Handmatige start

[54] Autostart

[55] DigiPot verhogen

[56] DigiPot verlagen

[57] DigiPot wissen

[60] Teller A (omhoog)

[61] Teller A (omlaag)

[62] Reset Teller A

[63] Teller B (omhoog)

[64] Teller B (omlaag)

[65] Reset Teller B

[66] Slaapstand

[78] Reset prev. onderhoudswoord

[120] Start hoofdpomp

[121] Wisseling hoofdpomp

[130] Vergr. pomp 1

[131] Vergr. pomp 2

[132] Vergr. pomp 3

5-16 Klem X30/2 digitale ingang

Option: Functie:[0] * Niet in bedrijf Deze parameter is actief wanneer optiemodule MCB 101 is geïnstalleerd in de frequentieomvormer.

Deze heeft dezelfde opties en functies als par. 5-1*, behalve voor Pulsingang [32].

[1] Reset

[2] Vrijloop geïnv.

[3] Vrijloop & reset inv

[5] DC-rem geïnv.

[6] Stop geïnv.

[7] Ext. vergrendeling

[8] Start

[9] Pulsstart

[10] Omkeren

[11] Start omgekeerd

[14] Jog

[15] Digitale ref. aan

[16] Ingest. ref. bit 0

[17] Ingest. ref. bit 1

[18] Ingest. ref. bit 2

[19] Ref. vashouden

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

78 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

[20] Uitgang vasth.

[21] Snelh. omh.

[22] Snelh. omlaag

[23] Setupselectie bit 0

[24] Setupselectie bit 1

[34] Ramp bit 0

[36] Netstoring geïnv.

[37] Brandmodus

[52] Startvoorwaarde

[53] Handmatige start

[54] Autostart

[55] DigiPot verhogen

[56] DigiPot verlagen

[57] DigiPot wissen

[62] Reset Teller A

[65] Reset Teller B

[66] Slaapstand

[78] Reset prev. onderhoudswoord

[120] Start hoofdpomp

[121] Wisseling hoofdpomp

[130] Vergr. pomp 1

[131] Vergr. pomp 2

[132] Vergr. pomp 3

5-17 Klem X30/3 digitale ingang

Option: Functie:[0] * Niet in bedrijf Deze parameter is actief wanneer optiemodule MCB 101 is geïnstalleerd in de frequentieomvormer.

Deze heeft dezelfde opties en functies als par. 5-1*, behalve voor Pulsingang [32].

[1] Reset

[2] Vrijloop geïnv.

[3] Vrijloop & reset inv

[5] DC-rem geïnv.

[6] Stop geïnv.

[7] Ext. vergrendeling

[8] Start

[9] Pulsstart

[10] Omkeren

[11] Start omgekeerd

[14] Jog

[15] Digitale ref. aan

[16] Ingest. ref. bit 0

[17] Ingest. ref. bit 1

[18] Ingest. ref. bit 2

[19] Ref. vashouden

[20] Uitgang vasth.

[21] Snelh. omh.

[22] Snelh. omlaag

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 79

3

[23] Setupselectie bit 0

[24] Setupselectie bit 1

[34] Ramp bit 0

[36] Netstoring geïnv.

[37] Brandmodus

[52] Startvoorwaarde

[53] Handmatige start

[54] Autostart

[55] DigiPot verhogen

[56] DigiPot verlagen

[57] DigiPot wissen

[62] Reset Teller A

[65] Reset Teller B

[66] Slaapstand

[78] Reset prev. onderhoudswoord

[120] Start hoofdpomp

[121] Wisseling hoofdpomp

[130] Vergr. pomp 1

[131] Vergr. pomp 2

[132] Vergr. pomp 3

5-18 Klem X30/4 digitale ingang

Option: Functie:[0] * Niet in bedrijf Deze parameter is actief wanneer optiemodule MCB 101 is geïnstalleerd in de frequentieomvormer.

Deze heeft dezelfde opties en functies als par. 5-1*, behalve voor Pulsingang [32].

[1] Reset

[2] Vrijloop geïnv.

[3] Vrijloop & reset inv

[5] DC-rem geïnv.

[6] Stop geïnv.

[7] Ext. vergrendeling

[8] Start

[9] Pulsstart

[10] Omkeren

[11] Start omgekeerd

[14] Jog

[15] Digitale ref. aan

[16] Ingest. ref. bit 0

[17] Ingest. ref. bit 1

[18] Ingest. ref. bit 2

[19] Ref. vashouden

[20] Uitgang vasth.

[21] Snelh. omh.

[22] Snelh. omlaag

[23] Setupselectie bit 0

[24] Setupselectie bit 1

[34] Ramp bit 0

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

80 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

[36] Netstoring geïnv.

[37] Brandmodus

[52] Startvoorwaarde

[53] Handmatige start

[54] Autostart

[55] DigiPot verhogen

[56] DigiPot verlagen

[57] DigiPot wissen

[62] Reset Teller A

[65] Reset Teller B

[66] Slaapstand

[78] Reset prev. onderhoudswoord

[120] Start hoofdpomp

[121] Wisseling hoofdpomp

[130] Vergr. pomp 1

[131] Vergr. pomp 2

[132] Vergr. pomp 3

3.7.5 5-3* Dig. uitgangen

Parameters voor het configureren van de uitgangsfuncties voor de uitgangsklemmen. De 2 digitale halfgeleideruitgangen zijn gemeenschappelijk voor

klem 27 en 29. Stel de I/O-functie voor klem 27 in Par.5-01 Klem 27 modus in en stel de I/O-functie voor klem 29 in Par.5-02 Klem 29 modus in. Deze

parameters kunnen niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.

De digitale uitgangen kunnen worden ingesteld op de volgende functies:

[0] Niet in bedrijf Standaard voor alle digitale uitgangen en relaisuitgangen

[1] Besturing gereed De stuurkaart krijgt voedingsspanning.

[2] Omv. gereed De frequentieomvormer is gereed voor bedrijf en geeft een voedingssignaal aan de stuurkaart.

[3] Omv. gereed/extern De frequentieomvormer is gereed voor bedrijf en staat in de automodus.

[4] Standby/gn waarsch. De frequentieomvormer is gereed voor bedrijf. Er is geen start- of stopcommando gegeven (start/

uitsch.). Er zijn geen waarschuwingen.

[5] Actief De motor loopt.

[6] Draaien/gn wsch. Uitgangssnelheid is hoger dan de ingestelde snelheid in Par.1-81 Min. snelh. functie bij stop

[RPM]. De motor loopt en er zijn geen waarschuwingen.

[8] Op ref/geen waarsch. De motor loopt op de referentiesnelheid.

[9] Alarm Een alarm activeert de uitgang. Er zijn geen waarschuwingen.

[10] Alarm of waarsch. Een alarm of een waarschuwing activeert de uitgang.

[11] Op koppelbegr. De koppelbegrenzing die is ingesteld in parPar.4-16 Koppelbegrenzing motormodus of par. 1-17 is

overschreden.

[12] Buiten stroombereik De motorstroom ligt buiten het ingestelde bereik in Par.4-18 Stroombegr..

[13] Onder stroom, laag De motorstroom is lager dan is ingesteld in Par.4-50 Waarschuwing stroom laag.

[14] Boven stroom, hoog De motorstroom is hoger dan is ingesteld in Par.4-51 Waarschuwing stroom hoog.

[15] Buiten snelh.-bereik De uitgangssnelheid ligt buiten het bereik dat is ingesteld via Par.4-52 Waarschuwing snelheid

laag en Par.4-53 Waarschuwing snelheid hoog.

[16] Onder snelh., laag De uitgangssnelheid is lager dan is ingesteld in Par.4-52 Waarschuwing snelheid laag.

[17] Boven snelh., hoog De uitgangssnelheid is hoger dan is ingesteld in Par.4-53 Waarschuwing snelheid hoog.

[18] Buiten terugk.bereik De terugkoppeling is buiten het bereik dat is ingesteld via Par.4-56 Waarsch: terugk. laag en Par.

4-57 Waarsch: terugk. hoog.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 81

3

[19] Onder terugk., laag De koppeling is lager dan de begrenzing die is ingesteld in Par.4-56 Waarsch: terugk. laag.

[20] Boven terugk., hoog De terugkoppeling is hoger dan de begrenzing die is ingesteld in Par.4-57 Waarsch: terugk. hoog.

[21] Therm. waarsch. Een thermische waarschuwing wordt gegeven als de temperatuurbegrenzing in de motor, frequen-

tieomvormer, remweerstand of thermistor is overschreden.

[25] Omkeren Omkeren. Logisch '1' = relais geactiveerd, 24 V DC wanneer de motor rechtsom draait. Logisch '0'

= relais niet geactiveerd, geen signaal wanneer de motor linksom draait.

[26] Bus ok Actieve communicatie (geen time-out) via de seriële-communicatiepoort.

[27] Koppelbegr. & stop Gebruik deze functie bij vrijloop na stop en in koppelbegrenzingssituaties. Het signaal is logisch '0'

wanneer de frequentieomvormer een stopsignaal heeft ontvangen en de koppelbegrenzing heeft

bereikt.

[28] Rem, geen waarsch. De rem is actief en er zijn geen waarschuwingen.

[29] Rem klaar, geen fout De rem is bedrijfsklaar en er zijn geen fouten.

[30] Remfout (IGBT) De uitgang is logisch '1' wanneer de rem-IGBT is kortgesloten. Gebruik deze functie om de fre-

quentieomvormer te beschermen ingeval er een fout optreedt in de remmodules. Gebruik de

uitgang/het relais om de netvoeding van de frequentieomvormer uit te schakelen.

[35] Ext. vergrendeling De externe vergrendelfunctie is geactiveerd via een van de digitale ingangen.

[40] Buiten ref.bereik

[41] Onder ref, laag

[42] Boven ref, hoog

[45] Busbest.

[46] Busbest, 1 bij t-o

[47] Busbest, 0 bij t-o

[55] Pulsuitgang

[60] Comparator 0 Zie parametergroep 13-1*. De uitgang zal hoog worden als Comparator 0 als TRUE wordt geëva-

lueerd. In overige gevallen zal de uitgang laag zijn.

[61] Comparator 1 Zie parametergroep 13-1*. De uitgang zal hoog worden als Comparator 2 als TRUE wordt geëva-

lueerd. In overige gevallen zal de uitgang laag zijn.

[62] Comparator 2 Zie parametergroep 13-1*. De uitgang zal hoog worden als Comparator 2 als TRUE wordt geëva-

lueerd. In overige gevallen zal de uitgang laag zijn.

[63] Comparator 3 Zie parametergroep 13-1*. De uitgang zal hoog worden als Comparator 3 als TRUE wordt geëva-

lueerd. In overige gevallen zal de uitgang laag zijn.

[64] Comparator 4 Zie parametergroep 13-1*. De uitgang zal hoog worden als Comparator 4 als TRUE wordt geëva-

lueerd. In overige gevallen zal de uitgang laag zijn.

[65] Comparator 5 Zie parametergroep 13-1*. De uitgang zal hoog worden als Comparator 5 als TRUE wordt geëva-

lueerd. In overige gevallen zal de uitgang laag zijn.

[70] Log. regel 0 Zie parametergroep 13-4*. De uitgang zal hoog worden als Log. regel 0 als TRUE wordt geëvalueerd.

In overige gevallen zal de uitgang laag zijn.

[71] Log. regel 1 Zie parametergroep 13-4*. De uitgang zal hoog worden als Log. regel 1 als TRUE wordt geëvalueerd.

In overige gevallen zal de uitgang laag zijn.

[72] Log. regel 2 Zie parametergroep 13-4*. De uitgang zal hoog worden als Log. regel 2 als TRUE wordt geëvalueerd.

In overige gevallen zal de uitgang laag zijn.

[73] Log. regel 3 Zie parametergroep 13-4*. De uitgang zal hoog worden als Log. regel 3 als TRUE wordt geëvalueerd.

In overige gevallen zal de uitgang laag zijn.

[74] Log. regel 4 Zie parametergroep 13-4*. De uitgang zal hoog worden als Log. regel 4 als TRUE wordt geëvalueerd.

In overige gevallen zal de uitgang laag zijn.

[75] Log. regel 5 Zie parametergroep 13-4*. De uitgang zal hoog worden als Log. regel 5 als TRUE wordt geëvalueerd.

In overige gevallen zal de uitgang laag zijn.

[80] SL dig. uitgang A Zie Par.13-52 SL-controlleractie. De ingang zal hoog worden wanneer SL-controlleractie [38] Dig.

uitgang A hoog wordt uitgevoerd. De ingang zal laag worden wanneer SL-controlleractie [32] Dig.

uitgang A laag wordt uitgevoerd.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

82 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

[81] SL dig. uitgang B Zie Par.13-52 SL-controlleractie. De ingang zal hoog worden wanneer SL-controlleractie [39] Dig.

uitgang B hoog wordt uitgevoerd. De ingang zal laag worden wanneer SL-controlleractie [33] Dig.

uitgang B laag wordt uitgevoerd.

[82] SL dig. uitgang C Zie Par.13-52 SL-controlleractie. De ingang zal hoog worden wanneer SL-controlleractie [40] Dig.

uitgang C hoog wordt uitgevoerd. De ingang zal laag worden wanneer SL-controlleractie [34] Dig.

uitgang C laag wordt uitgevoerd.

[83] SL dig. uitgang D Zie Par.13-52 SL-controlleractie. De ingang zal hoog worden wanneer SL-controlleractie [41] Dig.

uitgang D hoog wordt uitgevoerd. De ingang zal laag worden wanneer SL-controlleractie [35] Dig.

uitgang D laag wordt uitgevoerd.

[84] SL dig. uitgang E Zie Par.13-52 SL-controlleractie. De ingang zal hoog worden wanneer SL-controlleractie [42] Dig.

uitgang E hoog wordt uitgevoerd. De ingang zal laag worden wanneer SL-controlleractie [36] Dig.

uitgang E laag wordt uitgevoerd.

[85] SL dig. uitgang F Zie Par.13-52 SL-controlleractie. De ingang zal hoog worden wanneer SL-controlleractie [43] Dig.

uitgang F hoog wordt uitgevoerd. De ingang zal laag worden wanneer SL-controlleractie [37] Dig.

uitgang F laag wordt uitgevoerd.

[160] Geen alarm De uitgang is hoog als er geen alarm aanwezig is.

[161] Omgekeerd draaien De uitgang is hoog als de frequentieomvormer linksom loopt (het logische product van de statusbits

'actief' EN 'omkeren').

[165] Lokale ref. actief De uitgang is hoog wanneer Par.3-13 Referentieplaats is ingesteld op Lokaal [2] of wanneer Par.

3-13 Referentieplaats is ingesteld op Gekoppeld Hand/Auto [0] terwijl het LCP op dat moment in de

handmodus staat.

[166] Externe ref. actief De uitgang is hoog wanneer Par.3-13 Referentieplaats is ingesteld op Extern [1] of Gekoppeld Hand/

Auto [0] terwijl het LCP in de automodus staat.

[167] Startcomm actief De uitgang is hoog wanneer er een actief startcommando is (bijv. via digitale busaansluiting, [Hand

on] of [Auto on]), en er geen stop- of startcommando actief is.

[168] Handmodus De uitgang is hoog wanneer de frequentieomvormer in de handmodus staat (zoals aangegeven door

de LED boven [Hand on]).

[169] Automodus De uitgang is hoog wanneer de frequentieomvormer in de automodus staat (zoals aangegeven door

de LED boven [Auto on]).

[180] Klokfout De klokfunctie is teruggezet naar de standaardinstelling (2000-01-01) vanwege een stroomstoring.

[181] Prev. onderhoud Een van de preventief-onderhoudsgebeurtenissen die zijn geprogrammeerd in Par.23-10 Onder-

houdspunt heeft de tijd die voor de actie in Par.23-11 Onderhoudsactie is ingesteld, overschreden.

[190] Geen flow Er is een situatie zonder stroming of een situatie met minimumsnelheid gedetecteerd. Deze functie

moet zijn ingeschakeld in Par.22-21 Detectie laag verm. en/of Par.22-22 Detectie lage snelh..

[191] Droge pomp Er is een situatie met een droge pomp gedetecteerd. Deze functie moet zijn ingeschakeld in Par.

22-26 Drogepompfunctie.

[192] Einde curve Detectie van een pomp die gedurende een bepaalde tijd op max. snelheid draait zonder de inge-

stelde druk te bereiken. Zie Par.22-50 Einde-curvefunctie voor informatie over het inschakelen van

deze functie.

[193] Slaapstand De frequentieomvormer/het systeem is in de slaapstand gegaan. Zie par. 22-4*.

[194] Band defect Er is een situatie met een defecte band gedetecteerd. Deze functie moet zijn ingeschakeld in Par.

22-60 Functie Defecte band.

[195] Bypassklepregeling De bypassklepregeling (digitale/relaisuitgang in de frequentieomvormer) wordt gebruikt voor com-

pressorsystemen om de compressor door middel van een omloopklep te ontlasten tijdens het

opstarten. Nadat het startcommando is gegeven, zal de omloopklep open blijven totdat de fre-

quentieomvormer de ingestelde waarde in Par.4-11 Motorsnelh. lage begr. [RPM] heeft bereikt.

Nadat de limiet is bereikt, wordt de omloopklep gesloten, waardoor de compressor weer normaal

zal werken. Deze procedure zal pas opnieuw worden geactiveerd als een nieuwe start wordt geïni-

tieerd en de snelheid van de frequentieomvormer tijdens de ontvangst van het startsignaal nul is.

Par.1-71 Startvertraging kan worden gebruikt om de motorstart te vertragen. Het principe van de

omloopklepregeling:

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 83

3

[196] Brandmodus De frequentieomvormer werkt in de Brandmodus. Zie parametergroep 24-0* Brandmodus.

[197] Brandmodus was actief De frequentieomvormer heeft in de Brandmodus gewerkt, maar is nu teruggekeerd naar normaal

bedrijf.

[198] Omv.bypass Te gebruiken als een signaal voor het activeren van een externe elektromechanische bypass waar-

mee de motor rechtstreeks op het net wordt geschakeld. Zie 24-1* Omv.bypass.

Als de omvormerbypassfunctie wordt ingeschakeld, voldoet de frequentieomvor-

mer niet langer aan de veiligheidseisen (m.b.t. het gebruik van de functie Veilige

stop in relevante omvormers).

Onderstaande instelmogelijkheden hebben allemaal betrekking op de cascaderegelaar.

Zie parametergroep 25-** voor meer informatie over bedradingsschema's en parameterinstellingen.

[200] Volle capac. Alle pompen draaien op volle snelheid.

[201] Pomp 1 draait Een of meer pompen die door de cascaderegelaar worden bestuurd, draaien. De functie hangt mede

af van de instelling in Par.25-06 Aantal pompen. Als deze is ingesteld op Nee [0] heeft pomp 1

betrekking op de pomp die wordt bestuurd door RELAIS 1 enz. Als deze parameter is ingesteld op

Ja [1] heeft pomp 1 betrekking op de pomp die enkel door de frequentieomvormer wordt bestuurd

(waarbij geen enkel ingebouwd relais betrokken is) en pomp 2 op de pomp die wordt bestuurd door

RELAIS 1. Zie onderstaande tabel:

[202] Pomp 2 draait Zie [201].

[203] Pomp 3 draait Zie [201].

Instelling in par. 5-3* Instelling in Par.25-06 Aantal pompen

[0] Nee [1] Ja

[200] Pomp 1 draait Bestuurd door RELAIS 1 Bestuurd door frequentieomvormer

[201] Pomp 2 draait Bestuurd door RELAIS 2 Bestuurd door RELAIS 1

[203] Pomp 3 draait Bestuurd door RELAIS 3 Bestuurd door RELAIS 2

5-30 Klem 27 dig. uitgang

Option: Functie:[0] * Niet in bedrijf Dezelfde opties en functies als par. 5-3*.

[1] Besturing gereed

[2] Omv. gereed

[3] Omv gereed/rembest.

[4] Standby/gn waarsch.

[5] Actief

[6] Draaien/gn wsch.

[8] Op ref/geen waarsch.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

84 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

[9] Alarm

[10] Alarm of waarsch.

[11] Op koppelbegr.

[12] Buiten stroombereik

[13] Onder stroom, laag

[14] Boven stroom, hoog

[15] Buiten snelh.-bereik

[16] Ondersnelh., laag

[17] Boven snelh., hoog

[18] Buiten terugk.bereik

[19] Onder terugk., laag

[20] Boven terugk., hoog

[21] Therm. waarsch.

[25] Omkeren

[26] Bus ok

[27] Koppelbegr. & stop

[28] Rem, geen waarsch.

[29] Rem klaar, geen fout

[30] Remfout (IGBT)

[35] Ext. vergrendeling

[40] Buiten ref.bereik

[41] Onder ref, laag

[42] Boven ref, hoog

[45] Busbest.

[46] Busbest, 1 bij t-o

[47] Busbest, 0 bij t-o

[55] Pulsuitgang

[60] Comparator 0

[61] Comparator 1

[62] Comparator 2

[63] Comparator 3

[64] Comparator 4

[65] Comparator 5

[70] Log. regel 0

[71] Log. regel 1

[72] Log. regel 2

[73] Log. regel 3

[74] Log. regel 4

[75] Log. regel 5

[80] SL dig. uitgang A

[81] SL dig. uitgang B

[82] SL dig. uitgang C

[83] SL dig. uitgang D

[84] SL dig. uitgang E

[85] SL dig. uitgang F

[160] Geen alarm

[161] Omgekeerd draaien

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 85

3

[165] Lokale ref. actief

[166] Externe ref. actief

[167] Startcomm actief

[168] Handmodus

[169] Automodus

[180] Klokfout

[181] Prev. onderhoud

[190] Geen flow

[191] Droge pomp

[192] Einde curve

[193] Slaapstand

[194] Band defect

[195] Bypassklepregeling

[196] Brandmodus actief

[197] Brandmodus was actief

[198] Bypassmodus actief

[200] Volle capac.

[201] Pomp 1 draait

[202] Pomp 2 draait

[203] Pomp 3 draait

5-31 Klem 29 dig. uitgang

Option: Functie:[0] * Niet in bedrijf Dezelfde opties en functies als par. 5-3* Dig. uitgangen.

[1] Besturing gereed

[2] Omv. gereed

[3] Omv gereed/rembest.

[4] Standby/gn waarsch.

[5] Actief

[6] Draaien/gn wsch.

[8] Op ref/geen waarsch.

[9] Alarm

[10] Alarm of waarsch.

[11] Op koppelbegr.

[12] Buiten stroombereik

[13] Onder stroom, laag

[14] Boven stroom, hoog

[15] Buiten snelh.-bereik

[16] Ondersnelh., laag

[17] Boven snelh., hoog

[18] Buiten terugk.bereik

[19] Onder terugk., laag

[20] Boven terugk., hoog

[21] Therm. waarsch.

[25] Omkeren

[26] Bus ok

[27] Koppelbegr. & stop

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

86 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

[28] Rem, geen waarsch.

[29] Rem klaar, geen fout

[30] Remfout (IGBT)

[35] Ext. vergrendeling

[40] Buiten ref.bereik

[41] Onder ref, laag

[42] Boven ref, hoog

[45] Busbest.

[46] Busbest, 1 bij t-o

[47] Busbest, 0 bij t-o

[55] Pulsuitgang

[60] Comparator 0

[61] Comparator 1

[62] Comparator 2

[63] Comparator 3

[64] Comparator 4

[65] Comparator 5

[70] Log. regel 0

[71] Log. regel 1

[72] Log. regel 2

[73] Log. regel 3

[74] Log. regel 4

[75] Log. regel 5

[80] SL dig. uitgang A

[81] SL dig. uitgang B

[82] SL dig. uitgang C

[83] SL dig. uitgang D

[84] SL dig. uitgang E

[85] SL dig. uitgang F

[160] Geen alarm

[161] Omgekeerd draaien

[165] Lokale ref. actief

[166] Externe ref. actief

[167] Startcomm actief

[168] Handmodus

[169] Automodus

[180] Klokfout

[181] Prev. onderhoud

[190] Geen flow

[191] Droge pomp

[192] Einde curve

[193] Slaapstand

[194] Band defect

[195] Bypassklepregeling

[196] Brandmodus actief

[197] Brandmodus was actief

[198] Bypassmodus actief

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 87

3

[200] Volle capac.

[201] Pomp 1 draait

[202] Pomp 2 draait

[203] Pomp 3 draait

5-32 Klem X30/6 dig. uitgang (MCB 101)

Option: Functie:[0] * Niet in bedrijf Deze parameter is actief wanneer optiemodule MCB 101 is geïnstalleerd in de frequentieomvormer.

[1] Besturing gereed

[2] Omv. gereed

[3] Omv gereed/rembest.

[4] Standby/gn waarsch.

[5] Actief

[6] Draaien/gn wsch.

[8] Op ref/geen waarsch.

[9] Alarm

[10] Alarm of waarsch.

[11] Op koppelbegr.

[12] Buiten stroombereik

[13] Onder stroom, laag

[14] Boven stroom, hoog

[15] Buiten snelh.-bereik

[16] Ondersnelh., laag

[17] Boven snelh., hoog

[18] Buiten terugk.bereik

[19] Onder terugk., laag

[20] Boven terugk., hoog

[21] Therm. waarsch.

[25] Omkeren

[26] Bus ok

[27] Koppelbegr. & stop

[28] Rem, geen waarsch.

[29] Rem klaar, geen fout

[30] Remfout (IGBT)

[35] Ext. vergrendeling

[40] Buiten ref.bereik

[41] Onder ref, laag

[42] Boven ref, hoog

[45] Busbest.

[46] Busbest, 1 bij t-o

[47] Busbest, 0 bij t-o

[55] Pulsuitgang

[60] Comparator 0

[61] Comparator 1

[62] Comparator 2

[63] Comparator 3

[64] Comparator 4

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

88 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

[65] Comparator 5

[70] Log. regel 0

[71] Log. regel 1

[72] Log. regel 2

[73] Log. regel 3

[74] Log. regel 4

[75] Log. regel 5

[80] SL dig. uitgang A

[81] SL dig. uitgang B

[82] SL dig. uitgang C

[83] SL dig. uitgang D

[84] SL dig. uitgang E

[85] SL dig. uitgang F

[160] Geen alarm

[161] Omgekeerd draaien

[165] Lokale ref. actief

[166] Externe ref. actief

[167] Startcomm actief

[168] Handmodus

[169] Automodus

[180] Klokfout

[181] Prev. onderhoud

[190] Geen flow

[191] Droge pomp

[192] Einde curve

[193] Slaapstand

[194] Band defect

[195] Bypassklepregeling

[196] Brandmodus actief

[197] Brandmodus was actief

[198] Bypassmodus actief

[200] Volle capac.

[201] Pomp 1 draait

[202] Pomp 2 draait

[203] Pomp 3 draait

5-33 Klem X30/7 dig. uitgang (MCB 101)

Option: Functie:[0] * Niet in bedrijf Deze parameter is actief wanneer optiemodule MCB 101 is geïnstalleerd in de frequentieomvormer.

[1] Besturing gereed

[2] Omv. gereed

[3] Omv gereed/rembest.

[4] Standby/gn waarsch.

[5] Actief

[6] Draaien/gn wsch.

[8] Op ref/geen waarsch.

[9] Alarm

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 89

3

[10] Alarm of waarsch.

[11] Op koppelbegr.

[12] Buiten stroombereik

[13] Onder stroom, laag

[14] Boven stroom, hoog

[15] Buiten snelh.-bereik

[16] Ondersnelh., laag

[17] Boven snelh., hoog

[18] Buiten terugk.bereik

[19] Onder terugk., laag

[20] Boven terugk., hoog

[21] Therm. waarsch.

[25] Omkeren

[26] Bus ok

[27] Koppelbegr. & stop

[28] Rem, geen waarsch.

[29] Rem klaar, geen fout

[30] Remfout (IGBT)

[35] Ext. vergrendeling

[40] Buiten ref.bereik

[41] Onder ref, laag

[42] Boven ref, hoog

[45] Busbest.

[46] Busbest, 1 bij t-o

[47] Busbest, 0 bij t-o

[60] Comparator 0

[61] Comparator 1

[62] Comparator 2

[63] Comparator 3

[64] Comparator 4

[65] Comparator 5

[70] Log. regel 0

[71] Log. regel 1

[72] Log. regel 2

[73] Log. regel 3

[74] Log. regel 4

[75] Log. regel 5

[80] SL dig. uitgang A

[81] SL dig. uitgang B

[82] SL dig. uitgang C

[83] SL dig. uitgang D

[84] SL dig. uitgang E

[85] SL dig. uitgang F

[160] Geen alarm

[161] Omgekeerd draaien

[165] Lokale ref. actief

[166] Externe ref. actief

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

90 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

[167] Startcomm actief

[168] Handmodus

[169] Automodus

[180] Klokfout

[181] Prev. onderhoud

[190] Geen flow

[191] Droge pomp

[192] Einde curve

[193] Slaapstand

[194] Band defect

[195] Bypassklepregeling

[200] Volle capac.

[201] Pomp 1 draait

[202] Pomp 2 draait

[203] Pomp 3 draait

3.7.6 5-4* Relais

Parameters voor het configureren van de tijdslimieten en de uitgangsfuncties voor de relais.

5-40 FunctierelaisArray [8]

(Relais 1 [0], Relais 2 [1]

Optie MCB 105: Relais 7 [6], Relais 8 [7] en Relais 9 [8])

Option: Functie:[0] * Niet in bedrijf Selecteer de opties om de functie van de relais in te stellen.

De selectie van elk mechanische relais vindt plaats in een arrayparameter.

[1] Besturing gereed

[2] Omv. gereed

[3] Omv gereed/rembest.

[4] Standby/gn waarsch.

[5] Actief

[6] Draaien/gn wsch.

[8] Op ref/geen waarsch.

[9] Alarm

[10] Alarm of waarsch.

[11] Op koppelbegr.

[12] Buiten stroombereik

[13] Onder stroom, laag

[14] Boven stroom, hoog

[15] Buiten snelh.-bereik

[16] Ondersnelh., laag

[17] Boven snelh., hoog

[18] Buiten terugk.bereik

[19] Onder terugk., laag

[20] Boven terugk., hoog

[21] Therm. waarsch.

[25] Omkeren

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 91

3

[26] Bus ok

[27] Koppelbegr. & stop

[28] Rem, geen waarsch.

[29] Rem klaar, geen fout

[30] Remfout (IGBT)

[35] Ext. vergrendeling

[36] Stuurwoord bit 11

[37] Stuurwoord bit 12

[40] Buiten ref.bereik

[41] Onder ref, laag

[42] Boven ref, hoog

[45] Busbest.

[46] Busbest, 1 bij t-o

[47] Busbest, 0 bij t-o

[60] Comparator 0

[61] Comparator 1

[62] Comparator 2

[63] Comparator 3

[64] Comparator 4

[65] Comparator 5

[70] Log. regel 0

[71] Log. regel 1

[72] Log. regel 2

[73] Log. regel 3

[74] Log. regel 4

[75] Log. regel 5

[80] SL dig. uitgang A

[81] SL dig. uitgang B

[82] SL dig. uitgang C

[83] SL dig. uitgang D

[84] SL dig. uitgang E

[85] SL dig. uitgang F

[160] Geen alarm

[161] Omgekeerd draaien

[165] Lokale ref. actief

[166] Externe ref. actief

[167] Startcomm actief

[168] Handmodus

[169] Automodus

[180] Klokfout

[181] Prev. onderhoud

[190] Geen flow

[191] Droge pomp

[192] Einde curve

[193] Slaapstand

[194] Band defect

[195] Bypassklepregeling

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

92 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

[196] Brandmodus actief

[197] Brandmodus was actief

[198] Bypassmodus actief

[211] Cascadepomp 1

[212] Cascadepomp 2

[213] Cascadepomp 3

5-41 Aan-vertr., relaisArray [8] (Relais 1 [0], Relais 2 [1], Relais 3 [2], Relais 4 [3], Relais 5 [4], Relais 6 [5], Relais 7 [6], Relais 8 [7], Relais 9 [8])

Range: Functie:0.01 s* [0.01 - 600.00 s] Stel de vertraging voor de inschakeltijd van het relais in. Selecteer een van de beschikbare interne

mechanische relais en MCO 105 in een arrayfunctie. Zie Par.5-40 Functierelais. Relais 3-6 maken

deel uit van de MCB 112 (ATEX).

5-42 Uit-vertr., relaisArray [8] (Relais 1 [0], Relais 2 [1], Relais 3 [2], Relais 4 [3], Relais 5 [4], Relais 6 [5], Relais 7 [6], Relais 8 [7], Relais 9 [8])

Range: Functie:0.01 s* [0.01 - 600.00 s] Stel de vertragingstijd voor uitschakeling van het relais in. Selecteer een van de beschikbare interne

mechanische relais en MCO 105 in een arrayfunctie. Zie Par.5-40 Functierelais.

Als de conditie voor de geselecteerde gebeurtenis wijzigt voordat de timer voor de in- of uitschakelvertraging is verstreken, blijft de relaisuitgang onge-

wijzigd.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 93

3

3.7.7 5-5* Pulsingang

De pulsingangparameters worden gebruikt om een geschikt raamwerk te definiëren voor de pulsreferenties door de schaling en filterinstellingen voor de

pulsingangen in te stellen. Ingangsklem 29 of 33 functioneert als frequentiereferentie-ingang. Stel klem 29 (Par.5-13 Klem 29 digitale ingang) of klem

33 (Par.5-15 Klem 33 digitale ingang) in op Pulsingang [32]. Als klem 29 wordt gebruikt als ingang, moet Par.5-02 Klem 29 modus worden ingesteld op

Ingang [0].

5-50 Klem 29 lage freq.

Range: Functie:100 Hz* [0 - 110000 Hz] Stel de lage begrenzing voor de frequentie in die overeenkomt met de lage motorassnelheid (d.w.z.

lage referentiewaarde) in Par.5-52 Klem 29 lage ref./terugk. waarde. Zie het schema in deze sectie.

5-51 Klem 29 hoge freq.

Range: Functie:100 Hz* [0 - 110000 Hz] Stel de hoge begrenzing voor de frequentie in die overeenkomt met de hoge motorassnelheid (d.w.z.

hoge referentiewaarde) in Par.5-53 Klem 29 hoge ref./terugk. waarde.

5-52 Klem 29 lage ref./terugk. waarde

Range: Functie:0.000 N/A* [-999999.999 - 999999.999 N/A] Stel de lage begrenzing voor de referentiewaarde in voor de motorassnelheid [tpm]. Dit is tevens

de laagste terugkoppelingswaarde; zie ook Par.5-57 Klem 33 lage ref./terugk. waarde.

5-53 Klem 29 hoge ref./terugk. waarde

Range: Functie:100.000 N/

A*

[-999999.999 - 999999.999 N/A] Stel de hoge referentiewaarde [tpm] voor de motorassnelheid en de hoge terugkoppelingswaarde

in; zie ook Par.5-58 Klem 33 hoge ref./terugk. waarde.

5-54 Pulsfilter tijdconstante nr. 29

Range: Functie:100 ms* [1 - 1000 ms] Stel de tijdconstante voor het pulsfilter in. Het pulsfilter dempt oscillaties van het terugkoppelsignaal,

wat een voordeel is als er veel ruis in het systeem optreedt. Een hoge waarde voor de tijdconstante

zorgt voor een betere demping maar verhoogt ook de vertragingstijd door het filter.

Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.

5-55 Klem 33 lage freq.

Range: Functie:100 Hz* [0 - 110000 Hz] Stel de lage frequentiewaarde in die overeenkomt met de lage motorassnelheid (d.w.z. lage refe-

rentiewaarde) in Par.5-57 Klem 33 lage ref./terugk. waarde.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

94 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

5-56 Klem 33 hoge freq.

Range: Functie:100 Hz* [0 - 110000 Hz] Stel de hoge frequentiewaarde in die overeenkomt met de hoge motorassnelheid (d.w.z. hoge re-

ferentiewaarde) in Par.5-58 Klem 33 hoge ref./terugk. waarde.

5-57 Klem 33 lage ref./terugk. waarde

Range: Functie:0.000 N/A* [-999999.999 - 999999.999 N/A] Stel de lage referentiewaarde [tpm] voor de motorassnelheid in. Dit is tevens de lage terugkoppel-

waarde, zie ook Par.5-52 Klem 29 lage ref./terugk. waarde.

5-58 Klem 33 hoge ref./terugk. waarde

Range: Functie:100.000 N/

A*

[-999999.999 - 999999.999 N/A] Stel de hoge referentiewaarde [tpm] voor de motorassnelheid in. Zie ook Par.5-53 Klem 29 hoge

ref./terugk. waarde.

5-59 Pulsfilter tijdconstante nr. 33

Range: Functie:100 ms* [1 - 1000 ms] Stel de tijdconstante voor het pulsfilter in. Het laagdoorlaatfilter vermindert de invloed van, en

dempt oscillaties op het terugkoppelsignaal vanaf de besturing.

Dit kan bijvoorbeeld een voordeel zijn wanneer er veel ruis in het systeem optreedt. Deze parameter

kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.

3.7.8 5-6* Pulsuitgang

Parameters voor het configureren van de schalings- en uitgangsfuncties of pulsuitgangen. De pulsuitgangen zijn toegewezen aan klem 27 of 29. Stel

klem 27 in op uitgang in Par.5-01 Klem 27 modus en klem 29 als uitgang in Par.5-02 Klem 29 modus.

Opties voor het uitlezen van uitgangsvariabelen:

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 95

3

[0] Niet in bedrijf

[45] Busbest.

[48] Busbest. t-o

[100] Uitgangsfrequentie

[101] Referentie

[102] Terugkopp.

[103] Motorstroom

[104] Koppel tov begr.

[105] Koppel tov nom.

[106] Vermogen

[107] Snelh.

[108] Koppel

[109] Max uitg.freq.

[113] Uitgebr. met terugk.

[114] Uitgebr. met terugk.

[115] Uitgebr. met terugk.

5-60 Klem 27 pulsuitgangsvariabele

Option: Functie:[0] * Niet in bedrijf Dezelfde opties en functies als par. 5-6*.

Selecteer de bedrijfsvariabele die is toegekend voor uitlezing van klem 27.

Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.

[45] Busbest.

[48] Bustbest, time-out

[100] Uitgangsfrequentie

[101] Referentie

[102] Terugkopp.

[103] Motorstroom

[104] Koppel tov begr.

[105] Koppel tov nom.

[106] Vermogen

[107] Snelh.

[113] Uitgebr. met terugk. 1

[114] Uitgebr. met terugk. 2

[115] Uitgebr. met terugk. 3

5-62 Max. freq. pulsuitgang 27

Range: Functie:5000 Hz* [0 - 32000 Hz] Stel de maximumfrequentie voor klem 27 in overeenkomstig de uitgangsvariabele die is geselec-

teerd in Par.5-60 Klem 27 pulsuitgangsvariabele.

Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

96 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

5-63 Klem 29 pulsuitgangsvariabele

Option: Functie:[0] * Niet in bedrijf Selecteer de variabele voor uitlezing van klem 29.

Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.

[45] Busbest.

[48] Bustbest, time-out

[100] Uitgangsfrequentie

[101] Referentie

[102] Terugkopp.

[103] Motorstroom

[104] Koppel tov begr.

[105] Koppel tov nom.

[106] Vermogen

[107] Snelh.

[113] Uitgebr. met terugk. 1

[114] Uitgebr. met terugk. 2

[115] Uitgebr. met terugk. 3

5-65 Max. freq. pulsuitgang 29

Range: Functie:5000 Hz* [0 - 32000 Hz] Stel de maximumfrequentie voor klem 29 in overeenkomstig de uitgangsvariabele die is geselec-

teerd in Par.5-63 Klem 29 pulsuitgangsvariabele.

Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.

5-66 Klem X30/6 pulsuitgangsvariabele

Option: Functie:[0] * Niet in bedrijf Selecteert de variabele voor uitlezing op klem X30/6.

Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.

Deze parameter is actief wanneer optiemodule MCB 101 is geïnstalleerd in de frequentieomvormer.

[45] Busbest.

[48] Bustbest, time-out

[100] Uitgangsfrequentie

[101] Referentie

[102] Terugkopp.

[103] Motorstroom

[104] Koppel tov begr.

[105] Koppel tov nom.

[106] Vermogen

[107] Snelh.

[113] Uitgebr. met terugk. 1

[114] Uitgebr. met terugk. 2

[115] Uitgebr. met terugk. 3

5-68 Max. freq. pulsuitgang X30/6

Range: Functie:5000 Hz* [0-32000 Hz] Stel de maximumfrequentie in op klem X30/6 die verwijst naar de uitgangsvariabele in Par.

5-66 Klem X30/6 pulsuitgangsvariabele. Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor

loopt.

Deze parameter is actief wanneer optiemodule MCB 101 is geïnstalleerd in de frequentieomvormer.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 97

3

3.7.9 5-9*Via busbesturing

Deze parametergroep selecteert digitale en relaisuitgangen via een veldbusinstelling.

5-90 Digitale & relaisbesturing bus

Range: Functie:0 N/A* [0 - 2147483647 N/A] Deze parameter houdt de busgestuurde status van de digitale uitgangen en relais vast.

Een logische '1' geeft aan dat de uitgang hoog of actief is.

Een logische '0' geeft aan dat de uitgang laag of inactief is.

Bit 0 CC Digitale uitgangsklem 27Bit 1 CC Digitale uitgangsklem 29Bit 2 GPIO Digitale uitgangsklem X30/6Bit 3 GPIO Digitale uitgangsklem X30/7Bit 4 CC Relais 1 uitgangsklemBit 5 CC Relais 2 uitgangsklemBit 6 Optie B Relais 1 uitgangsklemBit 7 Optie B Relais 2 uitgangsklemBit 8 Optie B Relais 3 uitgangsklemBit 9-15 Gereserveerd voor toekomstige klemmenBit 16 Optie C Relais 1 uitgangsklemBit 17 Optie C Relais 2 uitgangsklemBit 18 Optie C Relais 3 uitgangsklemBit 19 Optie C Relais 4 uitgangsklemBit 20 Optie C Relais 5 uitgangsklemBit 21 Optie C Relais 6 uitgangsklemBit 22 Optie C Relais 7 uitgangsklemBit 23 Optie C Relais 8 uitgangsklemBit 24-31 Gereserveerd voor toekomstige klemmen

5-93 Pulsuitgang 27 busbesturing

Range: Functie:0.00 %* [0.00 - 100.00 %] Bevat de frequentie die moet worden toegepast op digitale uitgangsklem 27 wanneer deze is ge-

programmeerd voor Busbest.

5-94 Pulsuitgang 27 time-outinstelling

Range: Functie:0.00 %* [0.00 - 100.00 %] Bevat de frequentie die moet worden toegepast op digitale uitgangsklem 27 wanneer deze is ge-

programmeerd voor Busbest, time-out en een time-out wordt gedetecteerd.

5-95 Pulsuitgang 29 busbesturing

Range: Functie:0.00 %* [0.00 - 100.00 %] Bevat de frequentie die moet worden toegepast op digitale uitgangsklem 29 wanneer deze is ge-

programmeerd voor Busbest.

5-96 Pulsuitgang 29 time-outinstelling

Range: Functie:0.00 %* [0.00 - 100.00 %] Bevat de frequentie die moet worden toegepast op digitale uitgangsklem 29 wanneer deze is ge-

programmeerd voor Busbest, time-out en een time-out wordt gedetecteerd.

5-97 Pulsuitgang X30/6 busbest.

Range: Functie:0.00 %* [0.00 - 100.00 %] Bevat de frequentie die moet worden toegepast op digitale uitgangsklem 27 wanneer deze is ge-

programmeerd voor Busbest.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

98 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

5-98 Pulsuitgang X30/6 time-outinst.

Range: Functie:0.00 %* [0.00 - 100.00 %] Bevat de frequentie die moet worden toegepast op digitale uitgangsklem 6 wanneer deze is gepro-

grammeerd voor Busbest t-o en een time-out wordt gedetecteerd.

3.8 Hoofdmenu – Analoog In/Uit – Groep 6

3.8.1 6-** Analoog In/Uit

Parametergroep voor het configureren van de analoge in- en uitgangen.

3.8.2 6-0* Anal. I/O-modus

Parametergroep voor het instellen van de analoge I/O-configuratie.

De frequentieomvormer is voorzien van 2 analoge ingangen: klem 53 en 54. De analoge ingangen kunnen naar keuze worden gebruikt als spanningsingang

(0-10 V) of stroomingang (0/4-20 mA).

NB!

De thermistoren kunnen worden aangesloten op een analoge of digitale ingang.

6-00 Live zero time-out-tijd

Range: Functie:10 s* [1 - 99 s] Stel de live zero time-out-tijd in. Live zero time-out-tijd is actief voor analoge ingangen, d.w.z. klem

53 of klem 54, ingesteld voor stroom en gebruikt als referentie- of terugkoppelingsbron. Als de

waarde van het referentiesignaal dat is ingesteld voor de stroomingang, lager wordt dan 50% van

de in Par.6-10 Klem 53 lage spanning, Par.6-12 Klem 53 lage stroom, Par.6-20 Klem 54 lage span-

ning or Par.6-22 Klem 54 lage stroom ingestelde waarde gedurende een langere periode dan de

ingestelde tijd in Par.6-00 Live zero time-out-tijd zal de geselecteerde functie in Par.6-01 Live zero

time-out-functie worden geactiveerd.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 99

3

6-01 Live zero time-out-functie

Option: Functie:Selecteer de time-outfunctie. De ingestelde functie in Par.6-01 Live zero time-out-functie wordt

geactiveerd als het ingangssignaal op klem 53 of 54 minder dan 50% bedraagt van de ingestelde

waarde in Par.6-10 Klem 53 lage spanning, Par.6-12 Klem 53 lage stroom, Par.6-20 Klem 54 lage

spanning of Par.6-22 Klem 54 lage stroom gedurende de tijd die is ingesteld in Par.6-00 Live zero

time-out-tijd. Als meerdere time-outs gelijktijdig verstrijken, zal de frequentieomvormer de time-

outfuncties in onderstaande volgorde van belangrijkheid afhandelen:

1. Par.6-01 Live zero time-out-functie

2. Par.8-04 Time-out-functie stuurwoord

De uitgangsfrequentie van de frequentieomvormer kan:

• [1] worden vastgehouden op de huidige waarde;

• [2] worden geforceerd naar stop;

• [3] worden geforceerd naar de jogsnelheid;

• [4] worden geforceerd naar de maximumsnelheid;

• [5] worden geforceerd naar stop, gevolgd door uitschakeling.

[0] * Uit

[1] Uitgang vasth.

[2] Stop

[3] Jogging

[4] Max. snelh.

[5] Stop en uitsch.

6-02 Live zero time-outfunctie brandmodus

Option: Functie:De ingestelde functie in Par.6-01 Live zero time-out-functie wordt geactiveerd als het ingangssignaal

op de analoge ingangen minder dan 50% bedraagt van de ingestelde waarde voor 6-1* to 6-6*

'Klem xx lage stroom/spanning' gedurende de tijd die is ingesteld in Par.6-00 Live zero time-out-tijd

[0] * Uit

[1] Uitgang vasth.

[2] Stop

[3] Jogging

[4] Max. snelh.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

100 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

3.8.3 6-1* Analoge ingang 1

Parameters voor het configureren van de schaling en begrenzingen voor analoge ingang 1 (klem 53).

6-10 Klem 53 lage spanning

Range: Functie:0.07 V* [0.00 - par. 6-11 V] Stel de waarde voor lage spanning in. De schaalwaarde van deze analoge ingang moet overeenko-

men met de lage referentie/terugkoppelwaarde die is ingesteld in Par.6-14 Klem 53 lage ref./

terugkopp. waarde.

6-11 Klem 53 hoge spanning

Range: Functie:10.00 V* [par. 6-10 - 10.00 V] Stel de waarde voor hoge spanning in. De schaalwaarde van deze analoge ingang moet overeen-

komen met de hoge referentie/terugkoppelwaarde die is ingesteld in Par.6-15 Klem 53 hoge ref./

terugkopp. waarde.

6-12 Klem 53 lage stroom

Range: Functie:4.00 mA* [0.00 - par. 6-13 mA] Stel de waarde voor lage stroom in. Dit referentiesignaal moet overeenkomen met de lage referen-

tie/terugkoppelwaarde die is ingesteld in Par.6-14 Klem 53 lage ref./terugkopp. waarde. De waarde

moet worden ingesteld op > 2 mA om de Live zero time-out-functie in Par.6-01 Live zero time-out-

functie te activeren.

6-13 Klem 53 hoge stroom

Range: Functie:20.00 mA* [par. 6-12 - 20.00 mA] Voer de hoge stroomwaarde in die overeenkomt met de hoge referentie/terugkoppelwaarde die is

ingesteld in Par.6-15 Klem 53 hoge ref./terugkopp. waarde.

6-14 Klem 53 lage ref./terugkopp. waarde

Range: Functie:0.000 N/A* [-999999.999 - 999999.999 N/A] Voer de schaalwaarde van de analoge ingang in die overeenkomt met de waarde voor laag vermo-

gen/lage stroom die is ingesteld in Par.6-10 Klem 53 lage spanning en Par.6-12 Klem 53 lage

stroom.

6-15 Klem 53 hoge ref./terugkopp. waarde

Range: Functie:50.000 N/

A*

[-999999.999 - 999999.999 N/A] Voer de schaalwaarde van de analoge ingang in die overeenkomt met de waarde voor hoge span-

ning/hoge stroom die is ingesteld in Par.6-11 Klem 53 hoge spanning en Par.6-13 Klem 53 hoge

stroom.

6-16 Klem 53 filter tijdconstante

Range: Functie:0.001 s* [0.001 - 10.000 s] Stel de tijdconstante in. Dit betreft de tijdconstante voor een digitale eerste-aanvraag laagdoor-

laatfilter voor het onderdrukken van elektrische ruis op klem 53. Een hoge waarde voor de

tijdconstante zorgt voor een betere demping maar verhoogt ook de vertragingstijd door het filter.

Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 101

3

6-17 Klem 53 live zero

Option: Functie:Deze parameter maakt het mogelijk om live-zerobewaking in te schakelen. Moet bijvoorbeeld wor-

den gebruikt als de analoge uitgangen worden gebruikt als onderdeel van een decentraal I/O-

systeem (bijv. wanneer ze geen deel uitmaken van regelfuncties voor de frequentieomvormer, maar

een gebouwbeheersysteem voeden met data).

[0] Uitgesch.

[1] * Ingesch.

3.8.4 6-2* Analoge ingang 2

Parameters voor het configureren van de schaling en begrenzingen voor analoge ingang 2 (klem 54).

6-20 Klem 54 lage spanning

Range: Functie:0.07 V* [0.00 - par. 6-21 V] Stel de waarde voor lage spanning in. De schaalwaarde van deze analoge ingang moet overeenko-

men met de lage referentie/terugkoppelwaarde die is ingesteld in Par.6-24 Klem 53 lage ref./

terugkopp. waarde.

6-21 Klem 54 hoge spanning

Range: Functie:10.00 V* [par. 6-20 - 10.00 V] Stel de waarde voor hoge spanning in. De schaalwaarde van deze analoge ingang moet overeen-

komen met de hoge referentie/terugkoppelwaarde die is ingesteld in Par.6-25 Klem 54 hoge ref./

terugkopp. waarde.

6-22 Klem 54 lage stroom

Range: Functie:4.00 mA* [0.00 - par. 6-23 mA] Stel de waarde voor lage stroom in. Dit referentiesignaal moet overeenkomen met de lage referen-

tie/terugkoppelwaarde die is ingesteld in Par.6-24 Klem 53 lage ref./terugkopp. waarde. De waarde

moet worden ingesteld op > 2 mA om de Live zero time-out-functie in Par.6-01 Live zero time-out-

functie te activeren.

6-23 Klem 54 hoge stroom

Range: Functie:20.00 mA* [par. 6-22 - 20.00 mA] Voer de hoge stroomwaarde in die overeenkomt met de hoge referentie/terugkoppelwaarde die is

ingesteld in Par.6-25 Klem 54 hoge ref./terugkopp. waarde.

6-24 Klem 53 lage ref./terugkopp. waarde

Range: Functie:0.000 N/A* [-999999.999 - 999999.999 N/A] Voer de schaalwaarde van de analoge ingang in die overeenkomt met de waarde voor laag vermo-

gen/lage stroom die is ingesteld in Par.6-20 Klem 54 lage spanning en Par.6-22 Klem 54 lage

stroom.

6-25 Klem 54 hoge ref./terugkopp. waarde

Range: Functie:100.000 N/

A*

[-999999.999 - 999999.999 N/A] Voer de schaalwaarde van de analoge ingang in die overeenkomt met de waarde voor hoge span-

ning/hoge stroom die is ingesteld in Par.6-21 Klem 54 hoge spanning en Par.6-23 Klem 54 hoge

stroom.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

102 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

6-26 Klem 54 filter tijdconstante

Range: Functie:0.001 s* [0.001 - 10.000 s] Stel de tijdconstante in. Dit betreft de tijdconstante voor een digitale eerste-aanvraag laagdoor-

laatfilter voor het onderdrukken van elektrische ruis op klem 54. Een hoge waarde voor de

tijdconstante zorgt voor een betere demping maar verhoogt ook de vertragingstijd door het filter.

Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.

6-27 Klem 54 live zero

Option: Functie:Deze parameter maakt het mogelijk om live-zerobewaking uit te schakelen. Moet bijvoorbeeld wor-

den gebruikt als de analoge uitgangen worden gebruikt als onderdeel van een decentraal I/O-

systeem (bijv. wanneer ze geen deel uitmaken van regelfuncties voor de frequentieomvormer, maar

een gebouwbeheersysteem voeden met data).

[0] Uitgesch.

[1] * Ingesch.

3.8.5 6-3* Anal. ingang 3 MCB 101

Parametergroep voor het configureren van de schaling en begrenzingen voor analoge ingang 3 (X30/11) die op optiemodule MCB 101 wordt geplaatst.

6-30 Klem X30/11 lage spanning

Range: Functie:0.07 V* [0.00 - par. 6-31 V] Stelt de schaalwaarde van de analoge ingang in overeenkomstig de lage referentie/terugkoppel-

waarde die is ingesteld in Par.6-34 Klem X30/11 lage ref./terugk. waarde.

6-31 Klem X30/11 hoge spanning

Range: Functie:10.00 V* [par. 6-30 - 10.00 V] Stelt de schaalwaarde van de analoge ingang in overeenkomstig de hoge referentie/terugkoppel-

waarde die is ingesteld in Par.6-35 Klem X30/11 hoge ref./terugk. waarde.

6-34 Klem X30/11 lage ref./terugk. waarde

Range: Functie:0.000 N/A* [-999999.999 - 999999.999 N/A] Stelt de schaalwaarde van de analoge ingang in overeenkomstig de lage spanningswaarde die is

ingesteld in Par.6-30 Klem X30/11 lage spanning.

6-35 Klem X30/11 hoge ref./terugk. waarde

Range: Functie:100.000 N/

A*

[-999999.999 - 999999.999 N/A] Stelt de schaalwaarde van de analoge ingang in overeenkomstig de hoge spanningswaarde die is

ingesteld in Par.6-31 Klem X30/11 hoge spanning.

6-36 Klem X30/11 filtertijdconstante

Range: Functie:0.001 s* [0.001 - 10.000 s] Tijdconstante voor een digitale eerste-aanvraag laagdoorlaatfilter voor het onderdrukken van elek-

trische ruis op klem X30/11.

Par.6-36 Klem X30/11 filtertijdconstante kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 103

3

6-37 Klem X30/11 live zero

Option: Functie:Deze parameter maakt het mogelijk om live-zerobewaking uit te schakelen. Dit kan bijvoorbeeld

nuttig zijn in situaties waarbij de analoge uitgangen worden gebruikt voor een decentraal I/O-sys-

teem (bijv. wanneer de analoge uitgangen niet behoren tot de regelfuncties van een frequentie-

omvormer maar worden gebruikt om een gebouwbeheersysteem te voorzien van gegevens).

[0] * Uitgesch.

[1] * Ingesch.

3.8.6 6-4* Anal. ingang 4 MCB 101

Parametergroep voor het configureren van de schaling en begrenzingen voor analoge ingang 4 (X30/12) die op optiemodule MCB 101 wordt geplaatst.

6-40 Klem X30/12 lage spanning

Range: Functie:0.07 V* [0.00 - par. 6-41 V] Stelt de schaalwaarde van de analoge ingang in overeenkomstig de lage referentie/terugkoppel-

waarde die is ingesteld in Par.6-44 Klem X30/12 lage ref./terugk. waarde.

6-41 Klem X30/12 hoge spanning

Range: Functie:10.00 V* [par. 6-40 - 10.00 V] Stelt de schaalwaarde van de analoge ingang in overeenkomstig de hoge referentie/terugkoppel-

waarde die is ingesteld in Par.6-45 Klem X30/12 hoge ref./terugk. waarde.

6-44 Klem X30/12 lage ref./terugk. waarde

Range: Functie:0.000 N/A* [-999999.999 - 999999.999 N/A] Stelt de schaalwaarde van de analoge ingang in overeenkomstig de lage spanningswaarde die is

ingesteld in Par.6-40 Klem X30/12 lage spanning.

6-45 Klem X30/12 hoge ref./terugk. waarde

Range: Functie:100.000 N/

A*

[-999999.999 - 999999.999 N/A] Stelt de schaalwaarde van de analoge ingang in overeenkomstig de hoge spanningswaarde die is

ingesteld in Par.6-41 Klem X30/12 hoge spanning.

6-46 Klem X30/12 filtertijdconstante

Range: Functie:0.001 s* [0.001 - 10.000 s] Tijdconstante voor een digitale eerste-aanvraag laagdoorlaatfilter voor het onderdrukken van elek-

trische ruis op klem X30/12.

Par.6-46 Klem X30/12 filtertijdconstante kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.

6-47 Klem X30/12 live zero

Option: Functie:Deze parameter maakt het mogelijk om live-zerobewaking uit te schakelen. Dit kan bijvoorbeeld

nuttig zijn in situaties waarbij de analoge uitgangen worden gebruikt voor een decentraal I/O-sys-

teem (bijv. wanneer de analoge uitgangen niet behoren tot de regelfuncties van een frequentie-

omvormer maar worden gebruikt om een gebouwbeheersysteem te voorzien van gegevens).

[0] * Uitgesch.

[1] * Ingesch.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

104 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

3.8.7 6-5* Anal. uitgang 1

Parameters voor het configureren van de schaling en begrenzingen voor analoge uitgang 1, d.w.z. klem 42. Analoge uitgangen zijn stroomuitgangen:

0/4-20 mA. De gemeenschappelijke klem (klem 39) wordt voor zowel de gemeenschappelijke analoge als de gemeenschappelijke digitale aansluiting

gebruikt en heeft hetzelfde elektrische potentiaal. De resolutie op de analoge uitgang is 12 bit.

6-50 Klem 42 uitgang

Option: Functie:Selecteer de functie voor klem 42 als een analoge stroomuitgang. Een motorstroom van 20 mA komt

overeen met Imax

[0] * Niet in bedrijf

[100] Uitgangsfrequentie 0-100 Hz, (0-20 mA)

[101] Referentie Minimumreferentie - Max. referentie, (0-20 mA)

[102] Terugkopp. -200% tot +200% van Par.20-14 Maximum Reference/Feedb., (0-20 mA)

[103] Motorstroom 0 - Inv. max. ingangsstroom (Par.16-37 Geïnv. max. ingangsstr.), (0-20 mA)

[104] Koppel tov begr. 0 - Koppelbegrenzing (Par.4-16 Koppelbegrenzing motormodus), (0-20 mA)

[105] Koppel tov nom. 0 - Nom. motorkoppel, (0-20 mA)

[106] Vermogen 0 - Nom. motorvermogen, (0-20 mA)

[107] Snelh. 0 - Motorsnelh. hoge begr. (Par.4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM] en Par.4-14 Motorsnelh. hoge

begr. [Hz]), (0-20 mA)

[113] Uitgebr. met terugk. 1 0-100%, (0-20 mA)

[114] Uitgebr. met terugk. 2 0-100%, (0-20 mA)

[115] Uitgebr. met terugk. 3 0-100%, (0-20 mA)

[130] Uitg.freq. 4-20mA 0-100 Hz

[131] Referentie 4-20 mA Minimumreferentie - Max. referentie

[132] Terugk. 4-20 mA -200% tot +200% van Par.20-14 Maximum Reference/Feedb.

[133] Motorstr. 4-20mA 0 - Inv. max. ingangsstr. Par.16-37 Geïnv. max. ingangsstr.

[134] Kopp. % lim 4-20 mA 0 - Koppelbegrenzing (Par.4-16 Koppelbegrenzing motormodus)

[135] Kopp. % nom 4-20mA 0 - Nom. motorkoppel

[136] Vermogen 4-20 mA 0 - Nom. motorvermogen

[137] Snelh. 4-20 mA 0 - Motorsnelh. hoge begr. (4-13 en 4-14)

[139] Busbest. 0-100%, (0-20 mA)

[140] Busbest. 4-20 mA : 0 - 100%

[141] Busbest. t-o 0-100%, (0-20 mA)

[142] Busbest. 4-20mA t-o : 0 - 100%

[143] Uitgebr. met terugk. 1 4-20 mA : 0 - 100%

[144] Uitgebr. met terugk. 2 4-20 mA : 0 - 100%

[145] Uitgebr. met terugk. 3 4-20 mA : 0 - 100%

NB!

De minimumreferentie wordt ingesteld via Par.3-02 Minimumreferentie (voor een regeling zonder terugkoppeling) en Par.20-13 Minimum Reference/

Feedb. (voor een regeling met terugkoppeling) – de maximumreferentie wordt ingesteld via Par.3-03 Max. referentie (zonder terugkoppeling) en Par.

20-14 Maximum Reference/Feedb. (met terugkoppeling).

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 105

3

6-51 Klem 42 uitgang min. schaal

Range: Functie:0.00 %* [0.00 - 200.00 %] Schaling voor de minimale uitgang (0 of 4 mA) van het analoge signaal op klem 42.

Stel de waarde in als een percentage van het volledige bereik van de variabele dat is ingesteld via

Par.6-50 Klem 42 uitgang.

6-52 Klem 42 uitgang max. schaal

Range: Functie:100.00 %* [0.00 - 200.00 %] Schaal de maximale uitgangswaarde (20 mA) van het analoge signaal op klem 42.

Stel de waarde in als een percentage van het volledige bereik van de variabele, dat is ingesteld via

Par.6-50 Klem 42 uitgang.

Via onderstaande formule is het mogelijk om een waarde lager dan 20 mA bij volledige schaling te

krijgen bij programmeerwaarden > 100%:

20 mA / gewenste maximale stroom × 100 %

i.e. 10mA : 20 mA10 mA × 100 % = 200 %

VOORBEELD 1:

Gegevenswaarde = UITGANGSFREQUENTIE, bereik = 0-100 Hz

Vereiste bereik voor uitgang = 0-50 Hz

Een uitgangssignaal van 0 of 4 mA is vereist bij 0 Hz (0% van bereik) – stel Par.6-51 Klem 42 uitgang min. schaal in op 0%

Een uitgangssignaal van 20 mA is vereist bij 50 Hz (50% van bereik) – stel Par.6-52 Klem 42 uitgang max. schaal in op 50%

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

106 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

VOORBEELD 2:

Variabele = TERUGKOPPELING, bereik = -200% tot +200%

Vereiste bereik voor uitgang = 0-100%

Een uitgangssignaal van 0 of 4 mA is vereist bij 0% (50% van bereik) – stel Par.6-51 Klem 42 uitgang min. schaal in op 50%

Een uitgangssignaal van 20 mA is vereist bij 100% (75% van bereik) – stel Par.6-52 Klem 42 uitgang max. schaal in op 75%

VOORBEELD 3:

Variabele = REFERENTIE, bereik = Min. ref. - Max. ref.

Vereiste bereik voor uitgang = Min. ref. (0%) - Max. ref. (100%), 0-10 mA

Een uitgangssignaal van 0 of 4 mA is vereist bij Min. ref. – stel Par.6-51 Klem 42 uitgang min. schaal in op 0%

Een uitgangssignaal van 10 mA is vereist bij Max. ref. (100% van bereik) – stel Par.6-52 Klem 42 uitgang max. schaal in op 200%

(20 mA / 10 mA x 100% = 200%).

6-53 Klem 42 uitgang busbesturing

Range: Functie:0.00 %* [0.00 - 100.00 %] Houdt het niveau van uitgang 42 vast in als de uitgang wordt bestuurd door een bus.

6-54 Klem 42 uitgang time-outinstelling

Range: Functie:0.00 %* [0.00 - 100.00 %] Houdt het vooraf ingestelde niveau van uitgang 42 vast.

Als een bustime-out en een time-outfunctie zijn geselecteerd in Par.6-50 Klem 42 uitgang wordt de

uitgang ingesteld op dit niveau.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 107

3

3.8.8 6-6* Anal. uitgang 2 MCB 101

Analoge uitgangen zijn stroomuitgangen: 0/4-20 mA. De gemeenschappelijke klem (klem X30/8) wordt voor de gemeenschappelijke analoge aansluiting

gebruikt en heeft hetzelfde elektrische potentiaal. De resolutie op de analoge uitgang is 12 bit.

6-60 Klem X30/8 uitgang

Option: Functie:[0] * Niet in bedrijf

[100] Uitgangsfrequentie

[101] Referentie

[102] Terugkopp.

[103] Motorstroom

[104] Koppel tov begr.

[105] Koppel tov nom.

[106] Vermogen

[107] Snelh.

[113] Uitgebr. met terugk. 1

[114] Uitgebr. met terugk. 2

[115] Uitgebr. met terugk. 3

[130] Uitg.freq. 4-20mA

[131] Referentie 4-20 mA

[132] Terugk. 4-20 mA

[133] Motorstr. 4-20mA

[134] Kopp. % lim 4-20 mA

[135] Kopp. % nom 4-20mA

[136] Vermogen 4-20 mA

[137] Snelh. 4-20 mA

[139] Busbest.

[140] Busbest. 4-20 mA

[141] Busbest. t-o

[142] Busbest. 4-20mA t-o

[143] Uitgebr. met terugk. 1 4-20 mA

[144] Uitgebr. met terugk. 2 4-20 mA

[145] Uitgebr. met terugk. 3 4-20 mA

6-61 Klem X30/8 min. schaling

Range: Functie:0.00 %* [0.00 - 200.00 %] Schaalt de minimale uitgang van het geselecteerde analoge signaal op klem X30/8. Schaal de mi-

nimumwaarde als percentage van de maximale signaalwaarde, d.w.z. als 0 mA (of 0 Hz) gewenst

is bij 25% van de maximale uitgangswaarde, moet 25% worden geprogrammeerd. Als deze waarde

lager is dan 100% kan hij nooit hoger zijn dan de bijbehorende instelling in Par.6-62 Klem X30/8

max. schaling.

Deze parameter is actief wanneer optiemodule MCB 101 is geïnstalleerd in de frequentieomvormer.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

108 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

6-62 Klem X30/8 max. schaling

Range: Functie:100.00 %* [0.00 - 200.00 %] Schaalt de maximale uitgang van het geselecteerde analoge signaal op klem X30/8. Schaal de

waarde op basis van de gewenste maximumwaarde van de stroomsignaaluitgang. De uitgang kan

worden geschaald om een stroom van minder dan 20 mA te geven na volledige schaling of 20 mA

bij een uitgang met een maximale signaalwaarde van minder dan 100%. Als 20 mA de gewenste

uitgangsstroom is bij een waarde tussen 0 en 100% van de uitgang met volledige schaling, moet

de procentuele waarde in de parameter worden geprogrammeerd, d.w.z. 50% = 20 mA. Als een

stroom tussen 4 en 20 mA is gewenst bij een maximale uitgang (100%) kunt u de procentuele

waarde als volgt berekenen:

20 mA / gewenste maximale stroom × 100 %

i.e. 10 mA : 20 mA10 mA × 100 % = 200 %

6-63 Klem X30/8 uitgang busbesturing

Range: Functie:0.00 %* [0.00 - 100.00 %] Bevat de waarde die moet worden toegepast op de uitgangsklem wanneer deze is geprogrammeerd

voor Busbest.

6-64 Klem X30/8 uitgang time-outinstelling

Range: Functie:0.00 %* [0.00 - 100.00 %] Bevat de waarde die moet worden toegepast op de uitgangsklem wanneer deze is geprogrammeerd

voor Busbest, time-out.

3.9 Hoofdmenu – Comm. en opties – Groep 8

3.9.1 8-** Communicatie en opties

Parametergroep voor het configureren van communicatie en opties.

3.9.2 8-0* Alg. instellingen

Algemene instellingen voor communicatie en opties.

8-01 Stuurplaats

Option: Functie:De instelling van deze parameter heeft een hogere prioriteit dan de instellingen in Par.8-50 Vrij-

loopselectie tot Par.8-56 Select. ingestelde ref..

[0] * Dig. en stuurwoord Voor een regeling die gebruik maakt van zowel digitale ingang als stuurwoord.

[1] Alleen dig. Voor een regeling die enkel gebruik maakt van digitale ingangen.

[2] Alleen stuurwoord Voor een regeling die enkel gebruik maakt van stuurwoord.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 109

3

8-02 Stuurwoordbron

Option: Functie:Selecteert de bron voor het stuurwoord: één of twee seriële interfaces of vier geïnstalleerde opties.

Tijdens de eerste inschakeling stelt de frequentieomvormer deze parameter automatisch in op Optie

A [3] wanneer de omvormer detecteert dat er een geldige veldbusoptie is geïnstalleerd in deze sleuf.

Als de optie is verwijderd, detecteert de frequentieomvormer een wijziging in de configuratie en

wordt Par.8-02 Stuurwoordbron weer ingesteld op de standaardinstelling FC RS485, waarna de fre-

quentieomvormer uitschakelt. Als een optie na de eerste inschakeling wordt geïnstalleerd, wordt de

instelling van Par.8-02 Stuurwoordbron niet gewijzigd, maar schakelt de frequentieomvormer uit

(trip) en toont het display: Alarm 67 Optie gewijzigd.

[0] Geen

[1] FC RS485

[2] FC USB

[3] * Optie A

[4] Optie B

[5] Optie C0

[6] Optie C1

[30] Externe CAN

NB!

Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.

8-03 Time-out-tijd stuurwoord

Range: Functie:60.0 s* [1.0 - 18000.0 s] Stel de maximumtijd in die mag verstrijken tussen de ontvangst van twee opeenvolgende tele-

grammen. Overschrijding van deze tijd betekent dat de seriële communicatie is gestopt. In dat geval

wordt de geselecteerde functie in Par.8-04 Time-out-functie stuurwoord Time-out-functie stuur-

woord uitgevoerd.

In geval van LonWorks zal Time-out-tijd stuurwoord worden geactiveerd door onderstaande varia-

belen.

nviStartStop

nviReset Fault

nviControlWord

nviDrvSpeedStpt

nviRefPcnt

nviRefHz

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

110 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

8-04 Time-out-functie stuurwoord

Option: Functie:Selecteer de time-outfunctie. De time-outfunctie wordt geactiveerd als het stuurwoord niet is bij-

gewerkt binnen de geprogrammeerde tijd in Par.8-03 Time-out-tijd stuurwoord. Optie [20] ver-

schijnt alleen als het protocol N2 is ingesteld.

[0] * Uit

[1] Uitgang vasth.

[2] Stop

[3] Jogging

[4] Max. snelh.

[5] Stop en uitsch.

[7] Kies setup 1

[8] Kies setup 2

[9] Kies setup 3

[10] Kies setup 4

[20] N2-vrijgave negeren

In geval van LonWorks wordt de time-outfunctie tevens geactiveerd als onderstaande SNVT's niet zijn bijgewerkt binnen de geprogrammeerde tijd in

Par.8-03 Time-out-tijd stuurwoord.

nviStartStop

nviReset Fault

nviControlWord

nviDrvSpeedStpt

nviRefPcnt

nviRefHz

8-05 Einde-time-out-functie

Option: Functie:Selecteer de uit te voeren actie na het ontvangen van een geldig stuurwoord na een time-out. Deze

parameter is alleen actief wanneer Par.8-04 Time-out-functie stuurwoord is ingesteld op Setup

1-4.

[0] Setup vasth. Houdt de setup vast die is geselecteerd in Par.8-04 Time-out-functie stuurwoord en geeft een

waarschuwing totdat Par.8-06 Stuurwoordtime-out reset wisselt. Daarna gaat de frequentieomvor-

mer verder in de oorspronkelijke setup.

[1] * Setup hervatt. Gaat verder in de setup die voor de time-out actief was.

8-06 Stuurwoordtime-out reset

Option: Functie:Deze parameter is alleen actief wanneer Setup vasth. [0] is geselecteerd in Par.8-05 Einde-time-

out-functie.

[0] * Niet resetten Houdt de ingestelde setup in Par.8-04 Time-out-functie stuurwoord Kies setup 1-4 vast na een

stuurwoordtime-out.

[1] Resetten Zet de frequentieomvormer na een stuurwoordtime-out terug naar de originele setup. Wanneer de

parameter is ingesteld op Resetten [1] voert de frequentieomvormer de reset uit en keert deze

vervolgens onmiddellijk terug naar de instelling Niet resetten [0].

8-07 Diagnose-trigger

Option: Functie:Deze parameter heeft geen functie in geval van LonWorks.

[0] * Uitsch.

[1] Trigger bij alarm

[2] Trigg. alarm/wrsch.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 111

3

3.9.3 8-1* Stuurwoordinst.

Parameters voor het configureren van de optie Stuurwoordprofiel.

8-10 Stuurwoordprofiel

Option: Functie:Stel in op basis van welke geïnstalleerde veldbus de stuur- en statuswoorden moeten worden ge-

interpreteerd. Op het LCP worden alleen de opties weergegeven die relevant zijn voor de geïnstal-

leerde veldbus in sleuf A.

[0] * FC-profiel

[1] PROFIdrive-profiel

[5] ODVA

[7] CANopen DSP 402

8-13 Instelbaar statuswoord STW

Option: Functie:Deze parameter maakt de configuratie van bit 12-15 in het statuswoord mogelijk.

[0] Geen functie

[1] * Std. profiel Functie komt overeen met het standaardprofiel dat is geselecteerd in Par.8-10 Stuurwoordprofiel.

[2] Alleen alarm 68 Wordt alleen ingesteld in geval van Alarm 68.

[3] Trip muv alarm 68 Wordt ingesteld in geval van een uitschakeling (trip), behalve als de uitschakeling wordt uitgevoerd

via Alarm 68.

[16] T37 DI-status Het bit geeft de status van klem 37 aan.

De waarde '0' geeft aan dat T37 laag is (veilige stop)

De waarde '1' geeft aan dat T37 hoog is (normaal).

3.9.4 8-3* FC-poortinst.

Parameters voor het configureren van de FC-poort.

8-30 Protocol

Option: Functie:Protocolselectie voor de ingebouwde (standaard) FC-poort (RS 485) op de stuurkaart.

Parametergroep 8-7* is alleen zichtbaar als FC-optie [9] is geselecteerd.

[0] * FC Communicatie volgens het FC-protocol zoals beschreven in de VLT HVAC Drive Design Guide, RS

485 installatie en setup.

[1] FC MC Vergelijkbaar met FC [0] maar te gebruiken bij het downloaden van software naar de frequentie-

omvormer of het uploaden van een dll-bestand (met informatie over beschikbare parameters in de

frequentieomvormer en hun afhankelijkheden) naar de Motion Control Tool MCT 10.

[2] Modbus RTU Communicatie volgens het RTU-protocol zoals beschreven in VLT HVAC Drive Design Guide, RS 485

installatie en setup .

[3] Metasys N2 Communicatieprotocol. Het N2-softwareprotocol is een algemeen protocol om het geschikt te maken

voor de unieke kenmerken van elk toestel. Zie de afzonderlijke handleiding VLT HVAC Drive Meta-

sys, MG.11.Gx.yy. voor meer informatie.

[9] FC-optie Te gebruiken wanneer een gateway is aangesloten op de ingebouwde RS 485-poort, bijv. de BAC-

net-gateway.

De volgende wijzigingen zullen worden gemaakt:

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

112 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

- Het adres voor de FC-poort zal worden ingesteld op 1 en Par.8-31 Adres zal nu worden gebruikt

om het adres voor de gateway op het netwerk (bijv. BACnet) in te stellen.

Zie de afzonderlijke handleiding VLT HVAC Drive BACnet, MG.11.Dx.yy, voor meer informatie.

- De baudsnelheid voor de FC-poort zal worden ingesteld op een vaste waarde (115200 baud) en

Par.8-32 Baudsnelheid zal nu worden gebruikt om de baudsnelheid voor de netwerkpoort (bijv.

BACnet) op de gateway in te stellen.

[20] LEN

NB!

Meer informatie is te vinden in de handleidingen voor BACnet en Metasys.

8-31 Adres

Range: Functie:1. N/A* [1. - 126. N/A] Stel een adres voor de (standaard) FC-poort in.

Geldig bereik: 1-126.

8-32 Baudsnelheid

Option: Functie:De te selecteren baudsnelheid is afhankelijk van het geselecteerde protocol in Par.8-30 Protocol.

[0] 2400 baud

[1] 4800 baud

[2] * 9600 baud

[3] 19200 baud

[4] 38400 baud

[5] 57600 baud

[6] 76800 baud

[7] 115200 baud

De standaardinstelling heeft betrekking op het FC-protocol.

8-33 Par./stopbits

Option: Functie:Pariteit en stopbits voor het protocol (Par.8-30 Protocol) dat gebruikt maakt van de FC-poort. Voor

sommige protocollen zullen niet alle opties zichtbaar zijn. De standaardinstelling is afhankelijk van

het geselecteerde protocol.

[0] * Even par, 1 stopbit

[1] Oneven par, 1 stopbit

[2] Geen par, 1 stopbit

[3] Geen par, 2 stopbits

8-35 Min. responsvertr.

Range: Functie:10. ms* [5. - 10000. ms] Specificeer de minimale vertragingstijd tussen het ontvangen van een verzoek en het verzenden

van een respons. Deze wordt gebruikt om omkeervertragingen van het modem af te handelen.

8-36 Max. responsvertr.

Range: Functie:10001. ms* [11. - 10001. ms] Specificeer de maximaal toegestane vertragingstijd tussen het versturen van een verzoek en het

ontvangen van een respons. Een overschrijding van deze vertraging zal een stuurwoordtime-out

veroorzaken.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 113

3

8-37 Max. tss.-tekenvertr.

Range: Functie:25.00 ms* [0.00 - 35.00 ms] Specificeer het maximaal toegestane tijdsinterval tussen de ontvangst van twee bytes. Deze para-

meter activeert een time-out als de transmissie onderbroken wordt.

8-40 Telegramselectie

Option: Functie:Maakt het mogelijk om vrij te definiëren telegrammen of standaardtelegrammen te gebruiken voor

de FC-poort.

[1] * Standaardtelegram 1

[101] PPO 1

[102] PPO 2

[103] PPO 3

[104] PPO 4

[105] PPO 5

[106] PPO 6

[107] PPO 7

[108] PPO 8

[200] Klantsp. telegram 1

3.9.5 8-5* Digitaal/Bus

Parameters voor het configureren van het stuurwoord in combinatie met Digitaal/Bus.

8-50 Vrijloopselectie

Option: Functie:Stel in of de vrijloopfunctie via de klemmen (digitale ingang) en/of via de bus moet worden bestuurd.

[0] Dig. ingang Activeert het startcommando via een digitale ingang.

[1] Bus Activeert het startcommando via de seriële-communicatiepoort of de veldbusoptie.

[2] Log. AND Activeert het startcommando via de veldbus/seriële-communicatiepoort EN bovendien via een van

de digitale ingangen.

[3] * Log. OR Activeert het startcommando via de veldbus/seriële-communicatiepoort OF via een van de digitale

ingangen.

NB!

Deze parameter is alleen actief wanneer Par.8-01 Stuurplaats is ingesteld op Dig. en stuurwoord [0].

8-52 DC-remselectie

Option: Functie:Stel in of de DC-rem via de klemmen (digitale ingang) en/of via de veldbus moet worden bestuurd.

[0] Dig. ingang Activeert het startcommando via een digitale ingang.

[1] Bus Activeert het startcommando via de seriële-communicatiepoort of de veldbusoptie.

[2] Log. AND Activeert het startcommando via de veldbus/seriële-communicatiepoort EN bovendien via een van

de digitale ingangen.

[3] * Log. OR Activeert het startcommando via de veldbus/seriële-communicatiepoort OF via een van de digitale

ingangen.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

114 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

NB!

Deze parameter is alleen actief wanneer Par.8-01 Stuurplaats is ingesteld op Dig. en stuurwoord [0].

8-53 Startselectie

Option: Functie:Stel in of de startfunctie van de frequentieomvormer via de klemmen (digitale ingang) en/of via de

veldbus moet worden bestuurd.

[0] Dig. ingang Activeert het startcommando via een digitale ingang.

[1] Bus Activeert het startcommando via de seriële-communicatiepoort of de veldbusoptie.

[2] Log. AND Activeert het startcommando via de veldbus/seriële-communicatiepoort EN bovendien via een van

de digitale ingangen.

[3] * Log. OR Activeert het startcommando via de veldbus/seriële-communicatiepoort OF via een van de digitale

ingangen.

NB!

Deze parameter is alleen actief wanneer Par.8-01 Stuurplaats is ingesteld op Dig. en stuurwoord [0].

8-54 Omkeerselectie

Option: Functie:Stel in of de omkeerfunctie van de frequentieomvormer via de klemmen (digitale ingang) en/of via

de veldbus moet worden bestuurd.

[0] * Dig. ingang Activeert het omkeercommando via een digitale ingang.

[1] Bus Activeert het omkeercommando via de seriële-communicatiepoort of de veldbusoptie.

[2] Log. AND Activeert het omkeercommando via de veldbus/seriële-communicatiepoort EN bovendien via een

van de digitale ingangen.

[3] Log. OR Activeert het omkeercommando via de veldbus/seriële-communicatiepoort OF via een van de digi-

tale ingangen.

NB!

Deze parameter is alleen actief wanneer Par.8-01 Stuurplaats is ingesteld op Dig. en stuurwoord [0].

8-55 Setupselectie

Option: Functie:Stel in of de setupselectie van de frequentieomvormer via de klemmen (digitale ingang) en/of via

de veldbus moet worden bestuurd.

[0] Dig. ingang Activeert de setupselectie via een digitale ingang.

[1] Bus Activeert de setupselectie via de seriële-communicatiepoort of de veldbusoptie.

[2] Log. AND Activeert de setupselectie via de veldbus/seriële-communicatiepoort EN bovendien via een van de

digitale ingangen.

[3] * Log. OR Activeert de setupselectie via de veldbus/seriële-communicatiepoort OF via een van de digitale in-

gangen.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 115

3

NB!

Deze parameter is alleen actief wanneer Par.8-01 Stuurplaats is ingesteld op Dig. en stuurwoord [0].

8-56 Select. ingestelde ref.

Option: Functie:Stel in of de selectie van de ingestelde referentie van de frequentieomvormer via de klemmen (di-

gitale ingang) en/of via de veldbus moet worden bestuurd.

[0] Dig. ingang Activeert de selectie van de ingestelde referentie via een digitale ingang.

[1] Bus Activeert de selectie van de ingestelde referentie via de seriële-communicatiepoort of de veldbu-

soptie.

[2] Log. AND Activeert de selectie van de ingestelde referentie via de veldbus/seriële-communicatiepoort EN bo-

vendien via een van de digitale ingangen.

[3] * Log. OR Activeert de selectie van de ingestelde referentie via de veldbus/seriële-communicatiepoort OF via

een van de digitale ingangen.

NB!

Deze parameter is alleen actief wanneer Par.8-01 Stuurplaats is ingesteld op Dig. en stuurwoord [0].

3.9.6 8-7* BACnet

BACnet-configuratie

8-70 BACnet Device Voorbld

Range: Functie:1 N/A* [0 - 4194304 N/A] Voer een unieke identificatienummer voor het BACnet-apparaat in.

NB!

Deze parameter is alleen actief wanneer Par.8-30 Protocol is ingesteld op FC-optie [9].

8-72 MS/TP Max Masters

Range: Functie:127 N/A* [0 - 127 N/A] Stel het adres in van de master die het hoogste adres in dit netwerk heeft. Het verlagen van deze

waarde zorgt voor optimale polling via tokens.

NB!

Deze parameter is alleen actief wanneer Par.8-30 Protocol is ingesteld op FC-optie [9].

8-73 MS/TP Max Info Frames

Range: Functie:1 N/A* [1 - 65534 N/A] Stel in hoeveel info-/dataframes het apparaat mag zenden wanneer deze een token ontvangen

heeft.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

116 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

NB!

Deze parameter is alleen actief wanneer Par.8-30 Protocol is ingesteld op FC-optie [9].

8-74 "Startup I am"

Option: Functie:[0] * Zenden bij insch.

[1] Continu Selecteer of het apparaat een 'I am'-servicebericht enkel bij het inschakelen moet zenden of continu

met intervallen van circa 1 min.

NB!

Deze parameter is alleen actief wanneer Par.8-30 Protocol is ingesteld op FC-optie [9].

8-75 Initialisatie wachtw.

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Voer het wachtwoord in dat nodig is voor het uitvoeren van een nieuwe initialisatie van de omvormer

via BACnet.

NB!

Deze parameter is alleen actief wanneer Par.8-30 Protocol is ingesteld op FC-optie [9].

3.9.7 8-8* FC-poortdiagnostiek

Deze parameters worden gebruikt voor het bewaken van de buscommunicatie via de FC-poort.

8-80 Bus Berichtenteller

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Deze parameter toont het aantal geldige telegrammen dat op de bus is gedetecteerd.

8-81 Bus Foutenteller

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Deze parameter toont het aantal telegrammen met fouten (bijv. CRC-fout) dat op de bus is gede-

tecteerd.

8-82 Slaveberichtenteller

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Deze parameter toont het aantal geldige, aan de slave geadresseerde telegrammen dat door de

frequentieomvormer is verzonden.

8-83 Slavefoutenteller

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Deze parameter toont het aantal ongeldige telegrammen dat niet door de frequentieomvormer kon

worden verzonden.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 117

3

3.9.8 8-9* Bus-jog

Parameters voor het configureren de bus-jog.

8-90 Snelheid bus-jog 1

Range: Functie:100 RPM* [0 - par. 4-13 RPM] Stel de jogsnelheid in. Dit is een vaste jogsnelheid die wordt geactiveerd via de seriële-communi-

catiepoort of de veldbusoptie.

8-91 Snelheid bus-jog 2

Range: Functie:200 RPM* [0 - par. 4-13 RPM] Stel de jogsnelheid in. Dit is een vaste jogsnelheid die wordt geactiveerd via de seriële-communi-

catiepoort of de veldbusoptie.

8-94 Bus Terugk. 1

Range: Functie:0 N/A* [-200 - 200 N/A] Schrijf een terugkoppeling weg naar deze parameter via de seriële-communicatiepoort of de veld-

busoptie. Deze parameter moet in Par.20-00 Bron terugk. 1, Par.20-03 Bron terugk. 2 of Par.

20-06 Bron terugk. 3 zijn ingesteld als terugkoppelingsbron.

8-95 Bus Terugk. 2

Range: Functie:0 N/A* [-200 - 200 N/A] Zie Par.8-94 Bus Terugk. 1 voor meer informatie.

8-96 Bus Terugk. 3

Range: Functie:0 N/A* [-200 - 200 N/A] Zie Par.8-94 Bus Terugk. 1 voor meer informatie.

3.10 Hoofdmenu – Profibus – Groep 9

3.10.1 9-** Profibus

Parametergroep voor alle Profibus-specifieke parameters.

9-15 PCD-schrijfconfig.Array [10]

Option: Functie:Selecteer de parameters die moeten worden toegekend aan PCD 3 tot 10 van de telegrammen. Het

nummer van de beschikbare PCD's is afhankelijk van het telegramtype. De waarden in PCD 3 tot

10 worden vervolgens als gegevenswaarden naar de geselecteerde parameters geschreven. Het is

echter ook mogelijk om een standaard Profibus-telegram te definiëren in Par.9-22 Telegramkeuze.

[0] * Geen

[302] Minimumreferentie

[303] Max. referentie

[341] Ramp 1 aanlooptijd

[342] Ramp 1 uitlooptijd

[351] Ramp 2 aanlooptijd

[352] Ramp 2 uitlooptijd

[380] Jog ramp-tijd

[381] Snelle stop ramp-tijd

[411] Motorsnelh. lage begr. [RPM]

[413] Motorsnelh. hoge begr. [RPM]

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

118 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

[416] Koppelbegrenzing motormodus

[417] Koppelbegrenzing generatormodus

[590] Digitale & relaisbesturing bus

[593] Pulsuitgang 27 busbesturing

[595] Pulsuitgang 29 busbesturing

[597] Pulsuitgang X30/6 busbest.

[653] Klem 42 uitgang busbesturing

[663] Klem X30/8 uitgang busbesturing

[890] Snelheid bus-jog 1

[891] Snelheid bus-jog 2

[894] Bus Terugk. 1

[895] Bus Terugk. 2

[896] Bus Terugk. 3

[1680] Veldbus CTW 1

[1682] Veldbus REF 1

[2013] Minimumreferentie/terugk.

[2014] Max. referentie/terugk.

[2643] Klem X42/7 uitgang busbesturing

[2653] Klem X42/9 uitgang busbesturing

[2663] Klem X42/11 uitgang busbesturing

9-16 PCD-leesconfig.Array [10]

Option: Functie:Selecteer de parameters die moeten worden toegekend aan PCD 3 tot 10 van de telegrammen. Het

nummer van de beschikbare PCD's is afhankelijk van het telegramtype. PCD 3-10 houdt de huidige

gegevenswaarde van de geselecteerde parameters vast. Zie Par.9-22 Telegramkeuze voor stan-

daard Profibus-telegrammen.

[0] * Geen

[894] Bus Terugk. 1

[895] Bus Terugk. 2

[896] Bus Terugk. 3

[1600] Stuurwoord

[1601] Referentie [Eenh.]

[1602] Referentie %

[1603] Statuswoord

[1605] Vrnste huid. waarde [%]

[1609] Standaard uitlez.

[1610] Verm. [kW]

[1611] Verm. [pk]

[1612] Motorspanning

[1613] Frequentie

[1614] Motorstroom

[1615] Frequentie [%]

[1616] Koppel [Nm]

[1617] Snelh. [RPM]

[1618] Motor therm.

[1622] Koppel [%]

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 119

3

[1630] DC-aansluitsp.

[1632] Remenergie/s

[1633] Remenergie/2 min.

[1634] Temp. koellich.

[1635] Inverter therm.

[1638] SL-controllerstatus

[1639] Temp. stuurkaart

[1650] Externe referentie

[1652] Terugk. [Eenh]

[1653] Digi Pot referentie

[1654] Terugk. 1 [Eenh]

[1655] Terugk. 2 [Eenh]

[1656] Terugk. 3 [Eenh]

[1660] Dig. ingang

[1661] Klem 53 schakelinstell.

[1662] Anal. ingang 53

[1663] Klem 54 schakelinstell.

[1664] Anal. ingang 54

[1665] Anal. uitgang 42 [mA]

[1666] Dig. uitgang [bin]

[1667] Pulsingang #29 [Hz]

[1668] Pulsingang #33 [Hz]

[1669] Pulsuitg. nr. 27 [Hz]

[1670] Pulsuitg. nr. 29 [Hz]

[1671] Relaisuitgang [bin]

[1672] Teller A

[1673] Teller B

[1675] Anal. ingang X30/11

[1676] Anal. ingang X30/12

[1677] Anal. uitgang X30/8 [mA]

[1684] Comm. optie STW

[1685] FC-poort CTW 1

[1690] Alarmwoord

[1691] Alarmwoord 2

[1692] Waarsch.-wrd

[1693] Waarsch.woord 2

[1694] Uitgebr. statusw.

[1695] Uitgebr. statusw. 2

[1696] Onderhoudswoord

[1830] Anal. ingang X42/1

[1831] Anal. ingang X42/3

[1832] Anal. ingang X42/5

[1833] Anal. Uit X42/7 [V]

[1834] Anal. Uit X42/9 [V]

[1835] Anal. Uit X42/11 [V]

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

120 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

9-18 Node-adres

Range: Functie:126 N/A* [0 - 126. N/A] Stel het stationadres in deze parameter of in de hardwareschakelaar in. Om het stationadres in Par.

9-18 Node-adres te wijzigen, moet de hardwareschakelaar worden ingesteld op 126 of 127 (d.w.z.

alle schakelaars op 'aan'). Anders zal deze parameter de huidige instelling van de schakelaar weer-

geven.

9-22 Telegramkeuze

Option: Functie:Stel een standaard Profibus-telegramconfiguratie voor de frequentieomvormer in, als een alternatief

voor het gebruik van de vrij configureerbare telegrammen in Par.9-15 PCD-schrijfconfig. en Par.

9-16 PCD-leesconfig..

[1] Standaardtelegram 1

[101] PPO 1

[102] PPO 2

[103] PPO 3

[104] PPO 4

[105] PPO 5

[106] PPO 6

[107] PPO 7

[108] * PPO 8

[200] Klantsp. telegram 1

9-23 SignaalparametersArray [1000]

Option: Functie:Deze parameter bevat een lijst van signalen die kunnen worden geselecteerd in Par.9-15 PCD-

schrijfconfig. en Par.9-16 PCD-leesconfig..

[0] * Geen

[302] Minimumreferentie

[303] Max. referentie

[341] Ramp 1 aanlooptijd

[342] Ramp 1 uitlooptijd

[351] Ramp 2 aanlooptijd

[352] Ramp 2 uitlooptijd

[380] Jog ramp-tijd

[381] Snelle stop ramp-tijd

[411] Motorsnelh. lage begr. [RPM]

[413] Motorsnelh. hoge begr. [RPM]

[416] Koppelbegrenzing motormodus

[417] Koppelbegrenzing generatormodus

[590] Digitale & relaisbesturing bus

[593] Pulsuitgang 27 busbesturing

[595] Pulsuitgang 29 busbesturing

[597] Pulsuitgang X30/6 busbest.

[653] Klem 42 uitgang busbesturing

[663] Klem X30/8 uitgang busbesturing

[890] Snelheid bus-jog 1

[891] Snelheid bus-jog 2

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 121

3

[894] Bus Terugk. 1

[895] Bus Terugk. 2

[896] Bus Terugk. 3

[1600] Stuurwoord

[1601] Referentie [Eenh.]

[1602] Referentie %

[1603] Statuswoord

[1605] Vrnste huid. waarde [%]

[1609] Standaard uitlez.

[1610] Verm. [kW]

[1611] Verm. [pk]

[1612] Motorspanning

[1613] Frequentie

[1614] Motorstroom

[1615] Frequentie [%]

[1616] Koppel [Nm]

[1617] Snelh. [RPM]

[1618] Motor therm.

[1622] Koppel [%]

[1630] DC-aansluitsp.

[1632] Remenergie/s

[1633] Remenergie/2 min.

[1634] Temp. koellich.

[1635] Inverter therm.

[1638] SL-controllerstatus

[1639] Temp. stuurkaart

[1650] Externe referentie

[1652] Terugk. [Eenh]

[1653] Digi Pot referentie

[1654] Terugk. 1 [Eenh]

[1655] Terugk. 2 [Eenh]

[1656] Terugk. 3 [Eenh]

[1660] Dig. ingang

[1661] Klem 53 schakelinstell.

[1662] Anal. ingang 53

[1663] Klem 54 schakelinstell.

[1664] Anal. ingang 54

[1665] Anal. uitgang 42 [mA]

[1666] Dig. uitgang [bin]

[1667] Pulsingang #29 [Hz]

[1668] Pulsingang #33 [Hz]

[1669] Pulsuitg. nr. 27 [Hz]

[1670] Pulsuitg. nr. 29 [Hz]

[1671] Relaisuitgang [bin]

[1672] Teller A

[1673] Teller B

[1675] Anal. ingang X30/11

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

122 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

[1676] Anal. ingang X30/12

[1677] Anal. uitgang X30/8 [mA]

[1680] Veldbus CTW 1

[1682] Veldbus REF 1

[1684] Comm. optie STW

[1685] FC-poort CTW 1

[1690] Alarmwoord

[1691] Alarmwoord 2

[1692] Waarsch.-wrd

[1693] Waarsch.woord 2

[1694] Uitgebr. statusw.

[1695] Uitgebr. statusw. 2

[1696] Onderhoudswoord

[1830] Anal. ingang X42/1

[1831] Anal. ingang X42/3

[1832] Anal. ingang X42/5

[1833] Anal. Uit X42/7 [V]

[1834] Anal. Uit X42/9 [V]

[1835] Anal. Uit X42/11 [V]

[2013] Minimumreferentie/terugk.

[2014] Max. referentie/terugk.

[2643] Klem X42/7 uitgang busbesturing

[2653] Klem X42/9 uitgang busbesturing

[2663] Klem X42/11 uitgang busbesturing

9-27 Param. wijzigen

Option: Functie:Parameters kunnen worden gewijzigd via Profibus, de standaard RS 485-interface, of het LCP.

[0] Uitgesch. Schakelt het wijzigen via Profibus uit.

[1] * Ingesch. Schakelt het wijzigen via Profibus in.

9-28 Procesregeling

Option: Functie:Procesregeling (instellen van stuurwoord, snelheidsreferentie en procesdata) is mogelijk via Profibus

of de standaard veldbus, maar niet via beide tegelijkertijd. Lokale besturing is altijd mogelijk via het

LCP. Besturing via procesregeling is mogelijk via de klemmen of de veldbus, afhankelijk van de

instellingen in Par.8-50 Vrijloopselectie tot Par.8-56 Select. ingestelde ref..

[0] Uitsch. Schakelt de procesregeling via Profibus uit en schakelt procesregeling via een standaard veldbus of

Profibus-master klasse 2 in.

[1] * Cycl. master insch. Schakelt de procesregeling via Profibus-master klasse 1 in en schakelt procesregeling via een stan-

daard veldbus of Profibus-master klasse 2 uit.

9-53 Profibus waarsch.-wrd

Range: Functie:0 N/A* [0 - 65535 N/A] Deze parameter geeft Profibus-communicatiewaarschuwingen weer. Raadpleeg de Profibus Bedie-

ningshandleiding voor meer informatie.

Alleen lezen

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 123

3

Bit: Betekenis:0 Aansluiting met DP-master is niet OK1 Niet gebruikt2 FDLNDL (veldbus datakoppellaag) is niet OK3 Datawiscommando ontvangen4 Actuele waarde is niet bijgewerkt5 Baudsnelheid zoeken6 PROFIBUS ASIC is niet bezig met zenden7 Initialiseren van PROFIBUS is niet OK8 Frequentieomvormer is uitgeschakeld en geblokkeerd9 Interne CAN-fout10 Foute configuratiegegevens van PLC11 Onjuist ID verzonden door PLC12 Interne fout opgetreden13 Niet geconfigureerd14 Time-out actief15 Waarschuwing 34 actief

9-63 Huid. baudsnelh.

Option: Functie:Deze parameter geeft de actuele Profibus-baudsnelheid weer. De Profibus-master stelt de baud-

snelheid automatisch in.

[0] 9,6 kbit/s

[1] 19,2 kbit/s

[2] 93,75 kbit/s

[3] 187,5 kbit/s

[4] 500 kbit/s

[6] 1500 kbit/s

[7] 3000 kbit/s

[8] 6000 kbit/s

[9] 12000 kbit/s

[10] 31,25 kbit/s

[11] 45,45 kbit/s

[255] * Geen baudsnelh. gev.

9-65 Profielnummer

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Deze parameter bevat de profielidentificatie. Byte 1 bevat het profielnummer en byte 2 het versie-

nummer van het profiel.

NB!

Deze parameter is niet zichtbaar via het LCP.

9-70 Setup wijzigen

Option: Functie:Selecteer de setup die moet worden gewijzigd.

[0] Fabrieksinstell. Gebruikt de standaardgegevens. Deze optie kan worden gebruikt als gegevensbron om de andere

setups terug te brengen in een bekende staat.

[1] Setup 1 Wijzigt Setup 1.

[2] Setup 2 Wijzigt Setup 2.

[3] Setup 3 Wijzigt Setup 3.

[4] Setup 4 Wijzigt Setup 4.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

124 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

[9] * Actieve setup Volgt de in Par.0-10 Actieve setup geselecteerde setup.

Deze parameter geldt alleen voor LCP en veldbussen. Zie ook Par.0-11 Setup wijzigen.

9-71 Datawaarden Profibus opslaan

Option: Functie:Parameterwaarden die via Profibus worden gewijzigd, worden niet automatisch opgeslagen in een

niet-vluchtig geheugen. Gebruik deze parameter om een functie te activeren die alle parameter-

waarden in EEPROM (niet-vluchtig geheugen) opslaat, zodat de parameterwaarden bij een uitscha-

keling bewaard blijven.

[0] * Uit Schakelt de functie voor opslag in het niet-vluchtige geheugen uit.

[1] Alle setups opsl. Slaat de parameterwaarden van alle setups op in het niet-vluchtige geheugen. De waarde keert

terug naar Uit [0] wanneer alle parameterwaarden zijn opgeslagen.

[2] Alle setups opsl. Slaat de parameterwaarden van alle setups op in het niet-vluchtige geheugen. De waarde keert

terug naar Uit [0] wanneer alle parameterwaarden zijn opgeslagen.

9-72 ProfibusOmvReset

Option: Functie:[0] * Geen actie

[1] Reset bij insch. Reset de frequentieomvormer bij het inschakelen, zoals bij een inschakelcyclus.

[3] Comm. optie reset Reset enkel de Profibus-optie, wat nuttig is na het wijzigen van bepaalde instellingen in parame-

tergroep 9-**, bijv. Par.9-18 Node-adres.

Wanneer de frequentieomvormer wordt gereset, verdwijnt deze van de veldbus, wat kan leiden tot

een communicatiefout van de master.

9-80 Ingestelde par. (1)Array [116]

Geen LCP-toegang

Alleen lezen

Range: Functie:0 N/A* [0 - 9999 N/A] Deze parameter geeft een lijst weer met alle gedefinieerde parameters van de frequentieomvormer

die beschikbaar zijn voor Profibus.

9-81 Ingestelde par. (2)Array [116]

Geen LCP-toegang

Alleen lezen

Range: Functie:0 N/A* [0 - 9999 N/A] Deze parameter geeft een lijst weer met alle gedefinieerde parameters van de frequentieomvormer

die beschikbaar zijn voor Profibus.

9-82 Ingestelde par. (3)Array [116]

Geen LCP-toegang

Alleen lezen

Range: Functie:0 N/A* [0 - 9999 N/A] Deze parameter geeft een lijst weer met alle gedefinieerde parameters van de frequentieomvormer

die beschikbaar zijn voor Profibus.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 125

3

9-83 Ingestelde par. (4)Array [116]

Geen LCP-toegang

Alleen lezen

Range: Functie:0 N/A* [0 - 9999 N/A] Deze parameter geeft een lijst weer met alle gedefinieerde parameters van de frequentieomvormer

die beschikbaar zijn voor Profibus.

9-90 Gewijzigde par. (1)Array [116]

Geen LCP-toegang

Alleen lezen

Range: Functie:0 N/A* [0 - 9999 N/A] Deze parameter geeft een lijst weer met alle parameters van de frequentieomvormer die een waarde

hebben die afwijkt van de standaardinstelling.

9-91 Gewijzigde par. (2)Array [116]

Geen LCP-toegang

Alleen lezen

Range: Functie:0 N/A* [0 - 9999 N/A] Deze parameter geeft een lijst weer met alle parameters van de frequentieomvormer die een waarde

hebben die afwijkt van de standaardinstelling.

9-92 Gewijzigde par. (3)Array [116]

Geen LCP-toegang

Alleen lezen

Range: Functie:0 N/A* [0 - 9999 N/A] Deze parameter geeft een lijst weer met alle parameters van de frequentieomvormer die een waarde

hebben die afwijkt van de standaardinstelling.

9-94 Gewijzigde par. (5)Array [116]

Geen LCP-toegang

Alleen lezen

Range: Functie:0 N/A* [0 - 9999 N/A] Deze parameter geeft een lijst weer met alle parameters van de frequentieomvormer die een waarde

hebben die afwijkt van de standaardinstelling.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

126 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

3.11 Hoofdmenu – CAN-veldbus – Groep 10

3.11.1 10-** DeviceNet- en CAN-veldbus

Parametergroep voor DeviceNet CAN-veldbusparameters.

3.11.2 10-0* Alg. instellingen

Parametergroep voor het configureren van standaardinstellingen voor CAN-veldbusopties.

10-00 CAN-protocol

Option: Functie:[1] * DeviceNet Geef het actieve CAN-protocol weer.

NB!

De opties zijn afhankelijk van de geïnstalleerde optie.

10-01 Gesel. baudsnelh.

Option: Functie:Selecteer de overdrachtssnelheid voor de veldbus. De selectie moet overeenkomen met de over-

drachtssnelheid van de master en de andere veldbusnodes.

[16] 10 kbps

[17] 20 kbps

[18] 50 kbps

[19] 100 kbps

[20] * 125 kbps

[21] 250 kbps

[22] 500 kbps

[23] 800 kbps

[24] 1000 kbps

10-02 MAC ID

Range: Functie:63. N/A* [0 - 63. N/A] Selecteer het stationadres. Elk station dat is aangesloten op hetzelfde DeviceNet-netwerk moet een

uniek adres bevatten.

10-05 Uitlez. zend-foutenteller

Range: Functie:0 N/A* [0 - 255 N/A] Geef het aantal zendfouten van de CAN-regelaar na de laatste inschakeling weer.

10-06 Uitlez. ontvangst-foutenteller

Range: Functie:0 N/A* [0 - 255 N/A] Geef het aantal ontvangstfouten van de CAN-regelaar na de laatste inschakeling weer.

10-07 Uitlez. bus-uit-teller

Range: Functie:0 N/A* [0 - 255 N/A] Geef het aantal bus-uit-gebeurtenissen na de laatste inschakeling weer.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 127

3

3.11.3 10-1* DeviceNet

Parameters die specifiek zijn voor de DeviceNet-veldbus.

10-10 Procesdata typeselectie

Option: Functie:Selecteer het Geval (telegram) voor dataoverdracht. De beschikbare Gevallen zijn afhankelijk van

de instelling van Par.8-10 Stuurwoordprofiel.

Wanneer Par.8-10 Stuurwoordprofiel is ingesteld op FC-profiel [0] zijn in Par.10-10 Procesdata ty-

peselectie de opties [0] en [1] beschikbaar.

Wanneer Par.8-10 Stuurwoordprofiel is ingesteld op ODVA [5] zijn in Par.10-10 Procesdata typese-

lectie de opties [2] en [3] beschikbaar.

Gevallen 100/150 en 101/151 zijn specifiek voor Danfoss. Gevallen 20/70 en 21/71 zijn ODVA-

specifieke AC-omvormerprofielen.

Raadpleeg de DeviceNet Bedieningshandleiding voor aanwijzingen over het selecteren van tele-

grammen.

Houd er rekening mee dat een wijziging van deze parameter onmiddellijk wordt uitgevoerd.

[0] * GEVAL 100/150

[1] GEVAL 101/151

[2] GEVAL 20/70

[3] GEVAL 21/71

10-11 Procesdata config. schrijven

Option: Functie:Selecteer de te schrijven procesgegevens voor I/O-constructievoorbeelden 101/151. De elementen

[2] en [3] van deze array kunnen worden geselecteerd. De elementen [0] en [1] van het array liggen

vast.

[0] * Geen

[302] Minimumreferentie

[303] Max. referentie

[341] Ramp 1 aanlooptijd

[342] Ramp 1 uitlooptijd

[351] Ramp 2 aanlooptijd

[352] Ramp 2 uitlooptijd

[380] Jog ramp-tijd

[381] Snelle stop ramp-tijd

[411] Motorsnelh. lage begr. [RPM]

[413] Motorsnelh. hoge begr. [RPM]

[416] Koppelbegrenzing motormodus

[417] Koppelbegrenzing generatormodus

[590] Digitale & relaisbesturing bus

[593] Pulsuitgang 27 busbesturing

[595] Pulsuitgang 29 busbesturing

[597] Pulsuitgang X30/6 busbest.

[653] Klem 42 uitgang busbesturing

[663] Klem X30/8 uitgang busbesturing

[890] Snelheid bus-jog 1

[891] Snelheid bus-jog 2

[894] Bus Terugk. 1

[895] Bus Terugk. 2

[896] Bus Terugk. 3

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

128 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

[1680] Veldbus CTW 1

[1682] Veldbus REF 1

[2013] Minimumreferentie/terugk.

[2014] Max. referentie/terugk.

[2643] Klem X42/7 uitgang busbesturing

[2653] Klem X42/9 uitgang busbesturing

[2663] Klem X42/11 uitgang busbesturing

10-12 Procesdata config. lezen

Option: Functie:Selecteer de proces-uitleesgegevens voor I/O-constructievoorbeelden 101/151. De elementen [2]

en [3] van deze array kunnen worden geselecteerd. De elementen [0] en [1] van het array liggen

vast.

[0] * Geen

[894] Bus Terugk. 1

[895] Bus Terugk. 2

[896] Bus Terugk. 3

[1600] Stuurwoord

[1601] Referentie [Eenh.]

[1602] Referentie %

[1603] Statuswoord

[1605] Vrnste huid. waarde [%]

[1609] Standaard uitlez.

[1610] Verm. [kW]

[1611] Verm. [pk]

[1612] Motorspanning

[1613] Frequentie

[1614] Motorstroom

[1615] Frequentie [%]

[1616] Koppel [Nm]

[1617] Snelh. [RPM]

[1618] Motor therm.

[1622] Koppel [%]

[1630] DC-aansluitsp.

[1632] Remenergie/s

[1633] Remenergie/2 min.

[1634] Temp. koellich.

[1635] Inverter therm.

[1638] SL-controllerstatus

[1639] Temp. stuurkaart

[1650] Externe referentie

[1652] Terugk. [Eenh]

[1653] Digi Pot referentie

[1654] Terugk. 1 [Eenh]

[1655] Terugk. 2 [Eenh]

[1656] Terugk. 3 [Eenh]

[1660] Dig. ingang

[1661] Klem 53 schakelinstell.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 129

3

[1662] Anal. ingang 53

[1663] Klem 54 schakelinstell.

[1664] Anal. ingang 54

[1665] Anal. uitgang 42 [mA]

[1666] Dig. uitgang [bin]

[1667] Pulsingang #29 [Hz]

[1668] Pulsingang #33 [Hz]

[1669] Pulsuitg. nr. 27 [Hz]

[1670] Pulsuitg. nr. 29 [Hz]

[1671] Relaisuitgang [bin]

[1672] Teller A

[1673] Teller B

[1675] Anal. ingang X30/11

[1676] Anal. ingang X30/12

[1677] Anal. uitgang X30/8 [mA]

[1684] Comm. optie STW

[1685] FC-poort CTW 1

[1690] Alarmwoord

[1691] Alarmwoord 2

[1692] Waarsch.-wrd

[1693] Waarsch.woord 2

[1694] Uitgebr. statusw.

[1695] Uitgebr. statusw. 2

[1696] Onderhoudswoord

[1830] Anal. ingang X42/1

[1831] Anal. ingang X42/3

[1832] Anal. ingang X42/5

[1833] Anal. Uit X42/7 [V]

[1834] Anal. Uit X42/9 [V]

[1835] Anal. Uit X42/11 [V]

10-13 Waarschuwingspar.

Range: Functie:0 N/A* [0 - 65535 N/A] Geef een DeviceNet-specifiek waarschuwingswoord weer. Voor iedere waarschuwing wordt één bit

toegewezen. Raadpleeg de DeviceNet Bedieningshandleiding (MG.33.Dx.yy) voor meer informatie.

Bit: Betekenis:0 Bus niet actief1 Expliciete aansluitingstime-out2 I/O-aansluiting3 Begrenzing voor opnieuw proberen bereikt4 Huidig is niet bijgewerkt5 CAN-bus uit6 I/O-zendfout7 Initialisatiefout8 Geen busvoeding9 Bus uit10 Fout passief11 Foutwaarschuwing12 Dubbele MAC-ID-fout13 RX-wachtrij overrun14 TX-wachtrij overrun15 CAN overrun

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

130 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

10-14 NetreferentieAlleen lezen vanaf LCP.

Option: Functie:Selecteer de referentiebron voor Geval 21/71 en 20/70.

[0] * Uit Maakt referentie via analoge/digitale ingangen mogelijk.

[1] Aan Maakt referentie via de veldbus mogelijk.

10-15 NetcontroleAlleen lezen vanaf LCP.

Option: Functie:Selecteer de stuurbron voor Geval 21/71 en 20/70.

[0] * Uit Maakt besturing via analoge/digitale ingangen mogelijk.

[1] Aan Maakt besturing via de veldbus mogelijk.

3.11.4 10-2* COS-filters

Parameters voor het configureren van de COS-filterinstellingen.

10-20 COS-filter 1

Range: Functie:0 N/A* [0 - 65535 N/A] Stel de waarde in voor COS-filter 1 voor het instellen van het filtermasker voor het statuswoord. Bij

het werken in COS (Change-Of-State) filtert deze functie bits uit het statuswoord die niet moeten

worden verzonden als deze wijzigen.

10-21 COS-filter 2

Range: Functie:0 N/A* [0 - 65535 N/A] Stel de waarde in voor COS-filter 2 voor het instellen van het filtermasker voor de voornaamste

actuele waarde. Bij het werken in COS (Change-Of-State) filtert deze functie bits uit de voornaamste

actuele waarde die niet moeten worden verzonden als deze wijzigen.

10-22 COS-filter 3

Range: Functie:0 N/A* [0 - 65535 N/A] Stel de waarde in voor COS-filter 3 voor het instellen van het filtermasker voor PCD 3. Bij het werken

in COS (Change-Of-State) filtert deze functie bits uit PCD 3 die niet moeten worden verzonden als

deze wijzigen.

10-23 COS-filter 4

Range: Functie:0 N/A* [0 - 65535 N/A] Stel de waarde in voor COS-filter 4 voor het instellen van het filtermasker voor PCD 4. Bij het werken

in COS (Change-Of-State) filtert deze functie bits uit PCD 4 die niet moeten worden verzonden als

deze wijzigen.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 131

3

3.11.5 10-3* Toeg. parameters

Parametergroep voor toegang tot geïndexeerde parameters en het definiëren van de programmeringssetup.

10-30 Array-index

Range: Functie:0 N/A* [0 - 255 N/A] Geef de arrayparameters weer. Deze parameter is alleen van toepassing als een DeviceNet-veldbus

is geïnstalleerd.

10-31 Datawaarden opsl.

Option: Functie:Parameterwaarden die via DeviceNet worden gewijzigd, worden niet automatisch opgeslagen in een

niet-vluchtig geheugen. Gebruik deze parameter om een functie te activeren die alle parameter-

waarden in EEPROM (niet-vluchtig geheugen) opslaat, zodat de parameterwaarden bij een uitscha-

keling bewaard blijven.

[0] * Uit Schakelt de functie voor opslag in het niet-vluchtige geheugen uit.

[1] Alle setups opsl. Slaat alle parameterwaarden van de actieve setup op in het niet-vluchtige geheugen. De waarde

keert terug naar Uit [0] wanneer alle waarden zijn opgeslagen.

[2] Alle setups opsl. Slaat de parameterwaarden van alle setups op in het niet-vluchtige geheugen. De waarde keert

terug naar Uit [0] wanneer alle parameterwaarden zijn opgeslagen.

10-32 Revisie DeviceNet

Range: Functie:0 N/A* [0 - 65535 N/A] Geef het versienummer voor DeviceNet weer. Deze parameter wordt gebruikt voor EDS-bestands-

aanmaak.

10-33 Altijd opslaan

Option: Functie:[0] * Uit Schakelt de opslag van gegevens in een niet-vluchtig geheugen uit.

[1] Aan Slaat parametergegevens die worden ontvangen via DeviceNet standaard op in het niet-vluchtige

geheugen (EEPROM).

10-39 DeviceNet F parametersArray [1000]

Geen LCP-toegang

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Deze parameter wordt gebruikt om de frequentieomvormer te configureren via DeviceNet en voor

het aanmaken van het EDS-bestand.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

132 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

3.12 Hoofdmenu – LonWorks – Groep 11

3.12.1 LonWorks, 11-**

Parametergroep voor alle LonWorks-specifieke parameters.

Parameters met betrekking tot het LonWorks ID.

11-00 Neuron ID

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Geef het unieke ID-nummer van de Neuron-chip weer.

11-10 Omv.profiel

Option: Functie:Deze parameter maakt het mogelijk om een functioneel profiel van LonMark in te stellen.

[0] * VSD-profiel Het Danfoss-profiel en het nodeobject zijn gemeenschappelijk voor alle profielen.

[1] Pompregelaar

11-15 LON-waarsch.wrd

Range: Functie:0 N/A* [0 - 65535 N/A] Deze parameter bevat de LON-specifieke waarschuwingen.

Bit Status

0 Interne fout

1 Interne fout

2 Interne fout

3 Interne fout

4 Interne fout

5 Ongeldige typewijziging voor nvoAnIn1

6 Ongeldige typewijziging voor nvoAnIn2

7 Ongeldige typewijziging voor nvo109AnIn1

8 Ongeldige typewijziging voor nvo109AnIn2

9 Ongeldige typewijziging voor nvo109AnIn3

10 Initialisatiefout

11 Interne communicatiefout

12 Incompatibele softwareversies

13 Bus niet actief

14 Optie niet aanwezig

15 LON-ingang (nvi/nci) overschrijdt limieten

11-17 XIF-revisie

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Deze parameter geeft het versienummer van het externe interfacebestand op de Neuron C-chip op

de LON-optie.

11-18 LonWorks-revisie

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Deze parameter bevat de softwareversie van het toepassingsprogramma op de Neuron C-chip op

de LON-optie.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 133

3

11-21 Datawaarden opsl.

Option: Functie:Deze parameter wordt gebruikt om gegevens op te slaan in niet-vluchtig geheugen.

[0] * Uit De opslagfunctie is niet actief.

[2] Alle setups opsl. Slaat alle parameterwaarden op in EEPROM. De waarde wordt teruggezet naar Uit wanneer alle

parameterwaarden zijn opgeslagen.

3.13 Hoofdmenu – Smart Logic – Groep 13

3.13.1 13-** Smart Logic

Smart Logic Control (SLC) is in feite een reeks van gebruikersgedefinieerde acties (zie Par.13-52 SL-controlleractie [x]) die worden uitgevoerd door de

SLC als de bijbehorende gebruikersgedefinieerde gebeurtenis (zie Par.13-51 SL Controller Event [x]) door de SLC wordt geëvalueerd als TRUE. Gebeur-

tenissen en acties zijn genummerd en in paren gekoppeld. Dit betekent dat actie [0] wordt uitgevoerd wanneer gebeurtenis [0] heeft plaatsgevonden

(de waarde TRUE heeft gekregen). Hierna worden de omstandigheden van gebeurtenis [1] geëvalueerd en bij de evaluatie TRUE wordt actie [1] uitge-

voerd, enz. Er wordt steeds slechts één gebeurtenis geëvalueerd. Als een gebeurtenis wordt geëvalueerd als FALSE gebeurt er niets (in de SLC) tijdens

het huidige scaninterval en zullen er geen andere gebeurtenissen worden geëvalueerd. Dit betekent dat bij het starten van de SLC gebeurtenis [0] (en

enkel gebeurtenis [0]) tijdens elk scaninterval zal worden geëvalueerd. Alleen als gebeurtenis [0] is geëvalueerd als TRUE voert de SLC actie [0] uit en

begint hij met het evalueren van gebeurtenis [1]. Er kunnen 1 tot 20 gebeurtenissen en acties worden geprogrammeerd.

Als de laatste gebeurtenis/actie is geëvalueerd, begint de cyclus opnieuw vanaf gebeurtenis [0] / actie [0]. De afbeelding toont een voorbeeld met drie

gebeurtenissen/acties:

SLC starten en stoppen:

Het starten en stoppen van de SLC kan worden uitgevoerd door Aan [1] of Uit [0] te selecteren in Par.13-00 SL- controllermodus. De SLC start altijd in

status 0 (waarbij gebeurtenis [0] wordt geëvalueerd). De SLC start wanneer de startgebeurtenis (gedefinieerd in Par.13-01 Gebeurt. starten) wordt

geëvalueerd als TRUE (op voorwaarde dat Aan [1] is geselecteerd in Par.13-00 SL- controllermodus). De SLC stopt zodra Gebeurt. stoppen (Par.

13-02 Gebeurt. stoppen) TRUE is. Par.13-03 SLC resetten reset alle SLC-parameters en start het programmeren geheel opnieuw.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

134 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

3.13.2 13-0* SLC-instellingen

Gebruik de SLC-instellingen om de Smart Logic Control in- en uit te schakelen of te resetten.

13-00 SL- controllermodus

Option: Functie:[0] * Uit Schakelt de Smart Logic Controller uit.

[1] Aan Schakelt de Smart Logic Controller in.

13-01 Gebeurt. starten

Option: Functie:Selecteer de booleaanse ingang (TRUE of FALSE) voor het activeren van de Smart Logic Control.

[0] * FALSE Voert de vaste waarde FALSE in de logische regel in.

[1] TRUE Voert de vaste waarde TRUE in de logische regel in.

[2] Actief Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[3] Binnen bereik Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[4] Op referentie Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[5] Koppelbegr. Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[6] Stroombegr. Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[7] Buiten stroombereik Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[8] Onder I, laag Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[9] Boven I, hoog Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[10] Buiten snelh.-bereik

[11] Onder snelh., laag Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[12] Boven snelh., hoog Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[13] Buiten terugk.bereik

[14] Onder terugk., laag

[15] Boven terugk., hoog

[16] Therm. waarsch. Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[17] Netsp. buiten bereik Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[18] Omkeren Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[19] Waarsch. Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[20] Alarm (uitsch.) Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[21] Alrm (uitsch & blok) Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[22] Comparator 0 Gebruik het resultaat van comparator 0 in de logische regel.

[23] Comparator 1 Gebruik het resultaat van comparator 1 in de logische regel.

[24] Comparator 2 Gebruik het resultaat van comparator 2 in de logische regel.

[25] Comparator 3 Gebruik het resultaat van comparator 3 in de logische regel.

[26] Log. regel 0 Gebruik het resultaat van logische regel 0 in de logische regel.

[27] Log. regel 1 Gebruik het resultaat van logische regel 1 in de logische regel.

[28] Log. regel 2 Gebruik het resultaat van logische regel 2 in de logische regel.

[29] Log. regel 3 Gebruik het resultaat van logische regel 3 in de logische regel.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 135

3

[33] Digitale ingang DI18 Gebruik de waarde van DI18 in de logische regel (Hoog = TRUE).

[34] Digitale ingang DI19 Gebruik de waarde van DI19 in de logische regel (Hoog = TRUE).

[35] Digitale ingang DI27 Gebruik de waarde van DI27 in de logische regel (Hoog = TRUE).

[36] Digitale ingang DI29 Gebruik de waarde van DI29 in de logische regel (Hoog = TRUE).

[37] Digitale ingang DI32 Gebruik de waarde van DI32 in de logische regel (Hoog = TRUE).

[38] Digitale ingang DI33 Gebruik de waarde van DI33 in de logische regel (Hoog = TRUE).

[39] Startcommando Deze gebeurtenis is TRUE als de frequentieomvormer wordt gestart, op welke wijze ook (via een

digitale ingang, veldbus of op andere wijze).

[40] Omv. gestopt Deze gebeurtenis is TRUE als de frequentieomvormer stopt of vrijloopt, op welke wijze ook (via een

digitale ingang, veldbus of op andere wijze).

[41] Reset uitsch. Deze gebeurtenis is TRUE als de frequentieomvormer uitgeschakeld (trip) maar niet geblokkeerd is

en de [Reset]-toets is ingedrukt.

[42] Uitsch autoreset Deze gebeurtenis is TRUE als de frequentieomvormer uitgeschakeld (trip) maar niet geblokkeerd is

en een automatische reset wordt gegenereerd.

[43] Toets OK Deze gebeurtenis is TRUE als de [OK]-toets op het LCP is ingedrukt.

[44] Toets Reset Deze gebeurtenis is TRUE als de [Reset]-toets op het LCP is ingedrukt.

[45] Toets links Deze gebeurtenis is TRUE als de pijltjestoets links op het LCP is ingedrukt.

[46] Toets rechts Deze gebeurtenis is TRUE als de pijltjestoets rechts op het LCP is ingedrukt.

[47] Toets omhoog Deze gebeurtenis is TRUE als de pijltjestoets omhoog op het LCP is ingedrukt.

[48] Toets omlaag Deze gebeurtenis is TRUE als de pijltjestoets omlaag op het LCP is ingedrukt.

[50] Comparator 4 Gebruik het resultaat van comparator 4 in de logische regel.

[51] Comparator 5 Gebruik het resultaat van comparator 5 in de logische regel.

[60] Log. regel 4 Gebruik het resultaat van logische regel 4 in de logische regel.

[61] Log. regel 5 Gebruik het resultaat van logische regel 5 in de logische regel.

13-02 Gebeurt. stoppen

Option: Functie:Selecteer de booleaanse ingang (TRUE of FALSE) voor het activeren van de Smart Logic Control.

[0] * FALSE Voert de vaste waarde FALSE in de logische regel in.

[1] TRUE Voert de vaste waarde TRUE in de logische regel in.

[2] Actief Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[3] Binnen bereik Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[4] Op referentie Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[5] Koppelbegr. Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[6] Stroombegr. Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[7] Buiten stroombereik Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[8] Onder I, laag Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[9] Boven I, hoog Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[10] Buiten snelh.-bereik

[11] Onder snelh., laag Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

136 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

[12] Boven snelh., hoog Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[13] Buiten terugk.bereik Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[14] Onder terugk., laag Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[15] Boven terugk., hoog Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[16] Therm. waarsch. Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[17] Netsp. buiten bereik Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[18] Omkeren Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[19] Waarsch.

[20] Alarm (uitsch.) Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[21] Alrm (uitsch & blok) Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[22] Comparator 0 Gebruik het resultaat van comparator 0 in de logische regel.

[23] Comparator 1 Gebruik het resultaat van comparator 1 in de logische regel.

[24] Comparator 2 Gebruik het resultaat van comparator 2 in de logische regel.

[25] Comparator 3 Gebruik het resultaat van comparator 3 in de logische regel.

[26] Log. regel 0 Gebruik het resultaat van logische regel 0 in de logische regel.

[27] Log. regel 1 Gebruik het resultaat van logische regel 1 in de logische regel.

[28] Log. regel 2 Gebruik het resultaat van logische regel 2 in de logische regel.

[29] Log. regel 3 Gebruik het resultaat van logische regel 3 in de logische regel.

[30] SL time-out 0 Gebruik het resultaat van timer 0 in de logische regel.

[31] SL time-out 1 Gebruik het resultaat van timer 1 in de logische regel.

[32] SL time-out 2 Gebruik het resultaat van timer 2 in de logische regel.

[33] Digitale ingang DI18 Gebruik de waarde van DI18 in de logische regel (Hoog = TRUE).

[34] Digitale ingang DI19 Gebruik de waarde van DI19 in de logische regel (Hoog = TRUE).

[35] Digitale ingang DI27 Gebruik de waarde van DI27 in de logische regel (Hoog = TRUE).

[36] Digitale ingang DI29 Gebruik de waarde van DI29 in de logische regel (Hoog = TRUE).

[37] Digitale ingang DI32 Gebruik de waarde van DI32 in de logische regel (Hoog = TRUE).

[38] Digitale ingang DI33 Gebruik de waarde van DI33 in de logische regel (Hoog = TRUE).

[39] Startcommando Deze gebeurtenis is TRUE als de frequentieomvormer wordt gestart, op welke wijze ook (via een

digitale ingang, veldbus of op andere wijze).

[40] Omv. gestopt Deze gebeurtenis is TRUE als de frequentieomvormer stopt of vrijloopt, op welke wijze ook (via een

digitale ingang, veldbus of op andere wijze).

[41] Reset uitsch. Deze gebeurtenis is TRUE als de frequentieomvormer uitgeschakeld (trip) maar niet geblokkeerd is

en de [Reset]-toets is ingedrukt.

[42] Uitsch autoreset Deze gebeurtenis is TRUE als de frequentieomvormer uitgeschakeld (trip) maar niet geblokkeerd is

en een automatische reset wordt gegenereerd.

[43] Toets OK Deze gebeurtenis is TRUE als de [OK]-toets op het LCP is ingedrukt.

[44] Toets Reset Deze gebeurtenis is TRUE als de [Reset]-toets op het LCP is ingedrukt.

[45] Toets links Deze gebeurtenis is TRUE als de pijltjestoets links op het LCP is ingedrukt.

[46] Toets rechts Deze gebeurtenis is TRUE als de pijltjestoets rechts op het LCP is ingedrukt.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 137

3

[47] Toets omhoog Deze gebeurtenis is TRUE als de pijltjestoets omhoog op het LCP is ingedrukt.

[48] Toets omlaag Deze gebeurtenis is TRUE als de pijltjestoets omlaag op het LCP is ingedrukt.

[50] Comparator 4 Gebruik het resultaat van comparator 4 in de logische regel.

[51] Comparator 5 Gebruik het resultaat van comparator 5 in de logische regel.

[60] Log. regel 4 Gebruik het resultaat van logische regel 4 in de logische regel.

[61] Log. regel 5 Gebruik het resultaat van logische regel 5 in de logische regel.

[70] SL time-out 3 Gebruik het resultaat van timer 3 in de logische regel.

[71] SL time-out 4 Gebruik het resultaat van timer 4 in de logische regel.

[72] SL time-out 5 Gebruik het resultaat van timer 5 in de logische regel.

[73] SL time-out 6 Gebruik het resultaat van timer 6 in de logische regel.

[74] SL time-out 7 Gebruik het resultaat van timer 7 in de logische regel.

[80] Geen flow

[81] Droge pomp

[82] Einde curve

[83] Band defect

13-03 SLC resetten

Option: Functie:[0] * SLC niet resetten Handhaaft de geprogrammeerde instellingen voor alle parameters in groep 13 (13-*).

[1] SLC resetten Stelt alle parameters in groep 13 (13-*) weer in op de standaardwaarde.

3.13.3 13-1* Comparatoren

Comparatoren worden gebruikt om continue variabelen (bijv. uitgangsfrequentie, uitgangsstroom, analoge ingang, e.d.) te vergelijken met een vaste

ingestelde waarde. Daarnaast zijn er digitale waarden die zullen worden vergeleken met vaste ingestelde waarden. Zie de toelichting bij Par.

13-10 Comparator-operand. Comparatoren worden eenmalig geëvalueerd in elk scaninterval. Maak rechtstreeks gebruik van het resultaat (TRUE of

FALSE). Alle parameters in deze parametergroep zijn arrayparameters met index 0 tot 5. Selecteer index 0 om comparator 0 te programmeren, index 1

om comparator 1 te programmeren, enzovoort.

13-10 Comparator-operandArray [4]

Option: Functie:Selecteer de variabele die moet worden bewaakt door de comparator.

[0] * UITGESCH.

[1] Referentie

[2] Terugkopp.

[3] Motorsnelheid

[4] Motorstroom

[5] Motorkoppel

[6] Motorvermogen

[7] Motorspanning

[8] DC-link spanning

[9] Motor thermisch

[10] VLT thermisch

[11] Temp. koellich.

[12] Anal. ingang AI53

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

138 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

[13] Anal. ingang AI54

[14] Anal. ingang AIFB10

[15] Anal. ingang AIS24V

[17] Anal. ingang AICCT

[18] Pulsingang FI29

[19] Pulsingang FI33

[20] Alarmnummer

[30] Teller A

[31] Teller B

13-11 Comparator-operatorArray [6]

Option: Functie:[0] * < Selecteer < [0] als het resultaat van de evaluatie TRUE moet zijn indien de in Par.13-10 Comparator-

operand geselecteerde variabele kleiner is dan de vaste waarde in Par.13-12 Comparatorwaarde.

Het resultaat zal FALSE zijn als de in Par.13-10 Comparator-operand geselecteerde variabele groter

is dan de vaste waarde in Par.13-12 Comparatorwaarde.

[1] ≈ (gelijk) Selecteer ≈ [1] als het resultaat van de evaluatie TRUE moet zijn als de in Par.13-10 Comparator-

operand geselecteerde variabele ongeveer gelijk is aan de vaste waarde in Par.13-12 Comparator-

waarde.

[2] > Selecteer > [2] voor de omgekeerde logica van optie < [0].

13-12 ComparatorwaardeArray [6]

Range: Functie:0 N/A* [-100000.000 - 100000.000 N/A] Stel het 'triggerniveau' in voor de variabele die wordt bewaakt door deze comparator. Dit is een

arrayparameter die de comparatorwaarden 0 tot 5 bevat.

3.13.4 13-2* Timers

Deze parametergroep bestaat uit timerparameters.

Gebruik het resultaat (TRUE of FALSE) van timers om rechtstreeks een gebeurtenis te definiëren (zie Par.13-51 SL Controller Event) of als booleaanse

ingang in een logische regel (zie Par.13-40 Logische regel Boolean 1, Par.13-42 Logische regel Boolean 2 of Par.13-44 Logische regel Boolean 3). Een

timer is alleen FALSE als deze wordt geactiveerd door een actie (d.w.z. Start timer 1 [29]) totdat de ingestelde tijd in deze parameter is verstreken.

Daarna wordt hij weer TRUE.

Alle parameters in deze parametergroep zijn arrayparameters met index 0 tot 2. Selecteer index 0 om timer 0 te programmeren, index 1 om timer 1 te

programmeren, enzovoort.

13-20 Timer SL-controllerArray [3]

Range: Functie:0 N/A* [0.000 - 360000.000 N/A] Stel de waarde in voor de tijdsduur van de FALSE-uitgang van de geprogrammeerde timer. Een

timer is alleen FALSE als deze wordt geactiveerd door een actie (bijv. Start timer 1 [29]) en totdat

de betreffende timerwaarde is verstreken.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 139

3

3.13.5 13-4* Log. regels

Combineer maximaal drie booleaanse ingangen (TRUE/FALSE-ingangen) van timers, comparatoren, digitale ingangen, statusbits en gebeurtenissen die

de logische operatoren AND, OR en NOT gebruiken. Selecteer booleaanse ingangen voor de berekening in Par.13-40 Logische regel Boolean 1, Par.

13-42 Logische regel Boolean 2 en Par.13-44 Logische regel Boolean 3. Definieer de operatoren die worden gebruikt om de geselecteerde ingangen in

Par.13-41 Logische regel operator 1 en Par.13-43 Logische regel operator 2 logisch te combineren.

Prioriteit van berekening

De resultaten van Par.13-40 Logische regel Boolean 1, Par.13-41 Logische regel operator 1 en Par.13-42 Logische regel Boolean 2 worden als eerste

berekend. Het resultaat (TRUE/FALSE) van deze berekening wordt gecombineerd met de instellingen van Par.13-43 Logische regel operator 2 en Par.

13-44 Logische regel Boolean 3 en bepaalt zo het eindresultaat (TRUE/FALSE) van de logische regel.

13-40 Logische regel Boolean 1Array [6]

Option: Functie:[0] * FALSE Voert de vaste waarde FALSE in de logische regel in.

[1] TRUE Voert de vaste waarde TRUE in de logische regel in.

[2] Actief Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[3] Binnen bereik Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[4] Op referentie Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[5] Koppelbegr. Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[6] Stroombegr. Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[7] Buiten stroombereik Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[8] Onder I, laag Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[9] Boven I, hoog Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[10] Buiten snelh.-bereik

[11] Onder snelh., laag Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[12] Boven snelh., hoog Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[13] Buiten terugk.bereik Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[14] Onder terugk., laag Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[15] Boven terugk., hoog Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[16] Therm. waarsch. Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[17] Netsp. buiten bereik Zie parametergroep voor een nadere beschrijving.

[18] Omkeren Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[19] Waarsch. Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[20] Alarm (uitsch.) Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[21] Alrm (uitsch & blok) Zie parametergroep 5-3* voor een nadere beschrijving.

[22] Comparator 0 Gebruik het resultaat van comparator 0 in de logische regel.

[23] Comparator 1 Gebruik het resultaat van comparator 1 in de logische regel.

[24] Comparator 2 Gebruik het resultaat van comparator 2 in de logische regel.

[25] Comparator 3 Gebruik het resultaat van comparator 3 in de logische regel.

[26] Log. regel 0 Gebruik het resultaat van logische regel 0 in de logische regel.

[27] Log. regel 1 Gebruik het resultaat van logische regel 1 in de logische regel.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

140 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

[28] Log. regel 2 Gebruik het resultaat van logische regel 2 in de logische regel.

[29] Log. regel 3 Gebruik het resultaat van logische regel 3 in de logische regel.

[30] SL time-out 0 Gebruik het resultaat van timer 0 in de logische regel.

[31] SL time-out 1 Gebruik het resultaat van timer 1 in de logische regel.

[32] SL time-out 2 Gebruik het resultaat van timer 2 in de logische regel.

[33] Digitale ingang DI18 Gebruik de waarde van DI18 in de logische regel (Hoog = TRUE).

[34] Digitale ingang DI19 Gebruik de waarde van DI19 in de logische regel (Hoog = TRUE).

[35] Digitale ingang DI27 Gebruik de waarde van DI27 in de logische regel (Hoog = TRUE).

[36] Digitale ingang DI29 Gebruik de waarde van DI29 in de logische regel (Hoog = TRUE).

[37] Digitale ingang DI32 Gebruik de waarde van DI32 in de logische regel (Hoog = TRUE).

[38] Digitale ingang DI33 Gebruik de waarde van DI33 in de logische regel (Hoog = TRUE).

[39] Startcommando Deze logische regel is TRUE als de frequentieomvormer wordt gestart, op welke wijze ook (via een

digitale ingang, veldbus of op andere wijze).

[40] Omv. gestopt Deze logische regel is TRUE als de frequentieomvormer stopt of vrijloopt, op welke wijze ook (via

een digitale ingang, veldbus of op andere wijze).

[41] Reset uitsch. Deze logische regel is TRUE als de frequentieomvormer uitgeschakeld (trip) maar niet geblokkeerd

is en de [Reset]-toets is ingedrukt.

[42] Uitsch autoreset Deze logische regel is TRUE als de frequentieomvormer uitgeschakeld (trip) maar niet geblokkeerd

is en de [Reset]-toets is ingedrukt.

[43] Toets OK Deze logische regel is TRUE als de [OK]-toets op het LCP is ingedrukt.

[44] Toets Reset Deze logische regel is TRUE als de [Reset]-toets op het LCP is ingedrukt.

[45] Toets links Deze logische regel is TRUE als de pijltjestoets links op het LCP is ingedrukt.

[46] Toets rechts Deze logische regel is TRUE als de pijltjestoets rechts op het LCP is ingedrukt.

[47] Toets omhoog Deze logische regel is TRUE als de pijltjestoets omhoog op het LCP is ingedrukt.

[48] Toets omlaag Deze logische regel is TRUE als de pijltjestoets omlaag op het LCP is ingedrukt.

[50] Comparator 4 Gebruik het resultaat van comparator 4 in de logische regel.

[51] Comparator 5 Gebruik het resultaat van comparator 5 in de logische regel.

[60] Log. regel 4 Gebruik het resultaat van logische regel 4 in de logische regel.

[61] Log. regel 5 Gebruik het resultaat van logische regel 5 in de logische regel.

[70] SL time-out 3 Gebruik het resultaat van timer 3 in de logische regel.

[71] SL time-out 4 Gebruik het resultaat van timer 4 in de logische regel.

[72] SL time-out 5 Gebruik het resultaat van timer 5 in de logische regel.

[73] SL time-out 6 Gebruik het resultaat van timer 6 in de logische regel.

[74] SL time-out 7 Gebruik het resultaat van timer 7 in de logische regel.

[80] Geen flow

[81] Droge pomp

[82] Einde curve

[83] Band defect

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 141

3

13-41 Logische regel operator 1Array [6]

Option: Functie:Selecteer de logische operator die moet worden gebruikt voor de booleaanse ingangen van Par.

13-40 Logische regel Boolean 1 en Par.13-42 Logische regel Boolean 2.

[13 -XX] staat voor de booleaanse ingang van par. 13-*.

[0] * UITGESCH. Negeert Par. , Par.13-43 Logische regel operator 2 en Par.13-44 Logische regel Boolean 3.

[1] AND Evalueert de uitdrukking [13-40] AND [13-42].

[2] OR Evalueert de uitdrukking [13-40] OR[13-42].

[3] AND NOT Evalueert de uitdrukking [13-40] AND NOT [13-42].

[4] OR NOT Evalueert de uitdrukking [13-40] OR NOT [13-42].

[5] NOT AND Evalueert de uitdrukking NOT [13-40] AND [13-42].

[6] NOT OR Evalueert de uitdrukking NOT [13-40] OR [13-42].

[7] NOT AND NOT Evalueert de uitdrukking NOT [13-40] AND NOT [13-42].

[8] NOT OR NOT Evalueert de uitdrukking NOT [13-40] OR NOT [13-42].

13-42 Logische regel Boolean 2Array [6]

Option: Functie:Selecteer de tweede booleaanse ingang (TRUE of FALSE) voor de geselecteerde logische regel.

Zie Par.13-40 Logische regel Boolean 1 voor een beschrijving van de mogelijke opties en hun functie.

[0] * FALSE

[1] TRUE

[2] Actief

[3] Binnen bereik

[4] Op referentie

[5] Koppelbegr.

[6] Stroombegr.

[7] Buiten stroombereik

[8] Onder I, laag

[9] Boven I, hoog

[10] Buiten snelh.-bereik

[11] Onder snelh., laag

[12] Boven snelh., hoog

[13] Buiten terugk.bereik

[14] Onder terugk., laag

[15] Boven terugk., hoog

[16] Therm. waarsch.

[17] Netsp. buiten bereik

[18] Omkeren

[19] Waarsch.

[20] Alarm (uitsch.)

[21] Alrm (uitsch & blok)

[22] Comparator 0

[23] Comparator 1

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

142 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

[24] Comparator 2

[25] Comparator 3

[26] Log. regel 0

[27] Log. regel 1

[28] Log. regel 2

[29] Log. regel 3

[30] SL time-out 0

[31] SL time-out 1

[32] SL time-out 2

[33] Digitale ingang DI18

[34] Digitale ingang DI19

[35] Digitale ingang DI27

[36] Digitale ingang DI29

[37] Digitale ingang DI32

[38] Digitale ingang DI33

[39] Startcommando

[40] Omv. gestopt

[41] Reset uitsch.

[42] Uitsch autoreset

[43] Toets OK

[44] Toets Reset

[45] Toets links

[46] Toets rechts

[47] Toets omhoog

[48] Toets omlaag

[50] Comparator 4

[51] Comparator 5

[60] Log. regel 4

[61] Log. regel 5

[70] SL time-out 3

[71] SL time-out 4

[72] SL time-out 5

[73] SL time-out 6

[74] SL time-out 7

[80] Geen flow

[81] Droge pomp

[82] Einde curve

[83] Band defect

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 143

3

13-43 Logische regel operator 2Array [6]

Option: Functie:Selecteer de tweede logische operator die moet worden gebruikt bij de booleaanse ingang die wordt

berekend in Par.13-40 Logische regel Boolean 1, Par.13-41 Logische regel operator 1, en Par.

13-42 Logische regel Boolean 2 en de booleaanse ingang van Par.13-42 Logische regel Boolean 2.

[13-44] geeft de booleaanse ingang aan die afkomstig is van Par.13-44 Logische regel Boolean 3.

[13-40/13-42] geeft de booleaanse ingang die wordt berekend in Par.13-40 Logische regel Boolean

1, Par.13-41 Logische regel operator 1, en Par.13-42 Logische regel Boolean 2. UITGESCH. [0]

(fabrieksinstelling). Selecteer deze optie om Par.13-44 Logische regel Boolean 3 te negeren.

[0] * UITGESCH.

[1] AND

[2] OR

[3] AND NOT

[4] OR NOT

[5] NOT AND

[6] NOT OR

[7] NOT AND NOT

[8] NOT OR NOT

13-44 Logische regel Boolean 3Array [6]

Option: Functie:Selecteer de derde booleaanse ingang (TRUE of FALSE) voor de geselecteerde logische regel.

Zie Par.13-40 Logische regel Boolean 1 voor een beschrijving van de mogelijke opties en hun functie.

[0] * FALSE

[1] TRUE

[2] Actief

[3] Binnen bereik

[4] Op referentie

[5] Koppelbegr.

[6] Stroombegr.

[7] Buiten stroombereik

[8] Onder I, laag

[9] Boven I, hoog

[10] Buiten snelh.-bereik

[11] Onder snelh., laag

[12] Boven snelh., hoog

[13] Buiten terugk.bereik

[14] Onder terugk., laag

[15] Boven terugk., hoog

[16] Therm. waarsch.

[17] Netsp. buiten bereik

[18] Omkeren

[19] Waarsch.

[20] Alarm (uitsch.)

[21] Alrm (uitsch & blok)

[22] Comparator 0

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

144 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

[23] Comparator 1

[24] Comparator 2

[25] Comparator 3

[26] Log. regel 0

[27] Log. regel 1

[28] Log. regel 2

[29] Log. regel 3

[30] SL time-out 0

[31] SL time-out 1

[32] SL time-out 2

[33] Digitale ingang DI18

[34] Digitale ingang DI19

[35] Digitale ingang DI27

[36] Digitale ingang DI29

[37] Digitale ingang DI32

[38] Digitale ingang DI33

[39] Startcommando

[40] Omv. gestopt

[41] Reset uitsch.

[42] Uitsch autoreset

[43] Toets OK

[44] Toets Reset

[45] Toets links

[46] Toets rechts

[47] Toets omhoog

[48] Toets omlaag

[50] Comparator 4

[51] Comparator 5

[60] Log. regel 4

[61] Log. regel 5

[70] SL time-out 3

[71] SL time-out 4

[72] SL time-out 5

[73] SL time-out 6

[74] SL time-out 7

[80] Geen flow

[81] Droge pomp

[82] Einde curve

[83] Band defect

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 145

3

3.13.6 13-5* Standen

Parameters voor het programmeren van de Smart Logic Controller.

13-51 SL Controller EventArray [20]

Option: Functie:Selecteer de booleaanse ingang (TRUE of FALSE) om de Smart Logic Control-gebeurtenis te defi-

niëren.

Zie Par.13-02 Gebeurt. stoppen voor een beschrijving van de mogelijke opties en hun functie.

[0] * FALSE

[1] TRUE

[2] Actief

[3] Binnen bereik

[4] Op referentie

[5] Koppelbegr.

[6] Stroombegr.

[7] Buiten stroombereik

[8] Onder I, laag

[9] Boven I, hoog

[10] Buiten snelh.-bereik

[11] Onder snelh., laag

[12] Boven snelh., hoog

[13] Buiten terugk.bereik

[14] Onder terugk., laag

[15] Boven terugk., hoog

[16] Therm. waarsch.

[17] Netsp. buiten bereik

[18] Omkeren

[19] Waarsch.

[20] Alarm (uitsch.)

[21] Alrm (uitsch & blok)

[22] Comparator 0

[23] Comparator 1

[24] Comparator 2

[25] Comparator 3

[26] Log. regel 0

[27] Log. regel 1

[28] Log. regel 2

[29] Log. regel 3

[30] SL time-out 0

[31] SL time-out 1

[32] SL time-out 2

[33] Digitale ingang DI18

[34] Digitale ingang DI19

[35] Digitale ingang DI27

[36] Digitale ingang DI29

[37] Digitale ingang DI32

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

146 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

[38] Digitale ingang DI33

[39] Startcommando

[40] Omv. gestopt

[41] Reset uitsch.

[42] Uitsch autoreset

[43] Toets OK

[44] Toets Reset

[45] Toets links

[46] Toets rechts

[47] Toets omhoog

[48] Toets omlaag

[50] Comparator 4

[51] Comparator 5

[60] Log. regel 4

[61] Log. regel 5

[70] SL time-out 3

[71] SL time-out 4

[72] SL time-out 5

[73] SL time-out 6

[74] SL time-out 7

[80] Geen flow

[81] Droge pomp

[82] Einde curve

[83] Band defect

13-52 SL-controlleractieArray [20]

Option: Functie:Selecteer de actie die overeenkomt met de SLC-gebeurtenis. Acties worden uitgevoerd wanneer de

bijbehorende gebeurtenis (gedefinieerd in Par.13-51 SL Controller Event) als TRUE is geëvalueerd.

De volgende acties kunnen worden geselecteerd:

[0] * UITGESCH.

[1] Geen actie

[2] Kies setup 1 Wijzigt de actieve setup (Par.0-10 Actieve setup) naar '1'.

[3] Kies setup 2 Wijzigt de actieve setup (Par.0-10 Actieve setup) naar '2'.

[4] Kies setup 3 Wijzigt de actieve setup (Par.0-10 Actieve setup) naar '3'.

[5] Kies setup 4 Wijzigt de actieve setup (Par.0-10 Actieve setup) naar '4'. Bij een wijziging van de setup wordt de

setup samengevoegd met andere setupcommando's die via de digitale ingangen of een veldbus

worden gegeven.

[10] Kies ingest. ref 0 Selecteert vooraf ingestelde referentie 0.

[11] Kies ingest. ref 1 Selecteert vooraf ingestelde referentie 1.

[12] Kies ingest. ref 2 Selecteert vooraf ingestelde referentie 2.

[13] Kies ingest. ref 3 Selecteert vooraf ingestelde referentie 3.

[14] Kies ingest. ref 4

[15] Kies ingest. ref 5 Selecteert vooraf ingestelde referentie 5.

[16] Kies ingest. ref 6 Selecteert vooraf ingestelde referentie 6.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 147

3

[17] Kies ingest. ref 7 Selecteert vooraf ingestelde referentie 7. Als de actieve, vooraf ingestelde referentie wordt gewij-

zigd, zal deze worden samengevoegd met de andere vooraf ingestelde referentiecommando's die

via de digitale ingangen of een veldbus worden gegeven.

[18] Kies ramp 1 Selecteert aan/uitloop 1.

[19] Kies ramp 2 Selecteert aan/uitloop 2.

[22] Dr. Geeft een startcommando aan de frequentieomvormer.

[23] Omgekrd dr. Geeft een commando voor omgekeerd starten aan de frequentieomvormer.

[24] Stop Geeft een stopcommando aan de frequentieomvormer.

[26] Dcstop Selecteert vooraf ingestelde referentie 6.

[27] Vrijloop De frequentieomvormer loopt onmiddellijk vrij. Alle stopcommando's, waaronder het vrijloopcom-

mando, stoppen de SLC.

[28] Uitgang vasth. Houdt de uitgangsfrequentie van de frequentieomvormer vast.

[29] Start timer 0 Start timer 0; zie Par.13-20 Timer SL-controller voor een beschrijving.

[30] Start timer 1 Start timer 1; zie Par.13-20 Timer SL-controller voor een beschrijving.

[31] Start timer 2 Start timer 2; zie Par.13-20 Timer SL-controller voor een beschrijving.

[32] Dig. uitgang A laag Elke uitgang waarvoor 'digitale uitgang 1' is geselecteerd, is laag (uit).

[33] Dig. uitgang B laag Elke uitgang waarvoor 'digitale uitgang 2' is geselecteerd, is laag (uit).

[34] Dig. uitgang C laag Elke uitgang waarvoor 'digitale uitgang 3' is geselecteerd, is laag (uit).

[35] Dig. uitgang D laag Elke uitgang waarvoor 'digitale uitgang 4' is geselecteerd, is laag (uit).

[36] Dig. uitgang E laag Elke uitgang waarvoor 'digitale uitgang 5' is geselecteerd, is laag (uit).

[37] Dig. uitgang F laag Elke uitgang waarvoor 'digitale uitgang 6' is geselecteerd, is laag (uit).

[38] Dig. uitgang A hoog Elke uitgang waarvoor 'digitale uitgang 1' is geselecteerd, is hoog (gesloten).

[39] Dig. uitgang B hoog Elke uitgang waarvoor 'digitale uitgang 2' is geselecteerd, is hoog (gesloten).

[40] Dig. uitgang C hoog Elke uitgang waarvoor 'digitale uitgang 3' is geselecteerd, is hoog (gesloten).

[41] Dig. uitgang D hoog Elke uitgang waarvoor 'digitale uitgang 4' is geselecteerd, is hoog (gesloten).

[42] Dig. uitgang E hoog Elke uitgang waarvoor 'digitale uitgang 5' is geselecteerd, is hoog (gesloten).

[43] Dig. uitgang F hoog Elke uitgang waarvoor 'digitale uitgang 6' is geselecteerd, is hoog (gesloten).

[60] Reset Teller A Stelt teller A weer in op nul.

[61] Reset Teller B Stelt teller A weer in op nul.

[70] Start timer 3 Start timer 3; zie Par.13-20 Timer SL-controller voor een beschrijving.

[71] Start timer 4 Start timer 4; zie Par.13-20 Timer SL-controller voor een beschrijving.

[72] Start timer 5 Start timer 5; zie Par.13-20 Timer SL-controller voor een beschrijving.

[73] Start timer 6 Start timer 6; zie Par.13-20 Timer SL-controller voor een beschrijving.

[74] Start timer 7 Start timer 7; zie Par.13-20 Timer SL-controller voor een beschrijving.

[80] Slaapstand

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

148 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

3.14 Hoofdmenu – Speciale functies – Groep 14

3.14.1 14-** Speciale functies

Parametergroep voor het configureren van speciale functies van de frequentieomvormer.

3.14.2 Inverterschakeling 14-0*

Parameters voor het configureren van de inverterschakeling.

14-00 Schakelpatroon

Option: Functie:Keuze tussen de schakelpatronen 60° AVM en SFAVM.

[0] * 60 AVM

[1] SFAVM

14-01 Schakelfrequentie

Option: Functie:Stel de schakelfrequentie van de inverter in. Het wijzigen van de schakelfrequentie kan de akoes-

tische ruis van de motor helpen verminderen.

NB!

De uitgangsfrequentiewaarde van de frequentieomvormer mag nooit hoger zijn

dan 1/10 van de schakelfrequentie. Pas, terwijl de motor draait, de schakelfre-

quentie in Par.14-01 Schakelfrequentie aan totdat de motor zo weinig mogelijk

lawaai maakt. Zie ook Par.14-00 Schakelpatroon en de sectie Reductie.

[0] 1,0 kHz

[1] 1,5 kHz

[2] 2,0 kHz

[3] 2,5 kHz

[4] 3,0 kHz

[5] 3,5 kHz

[6] 4,0 kHz

[7] * 5,0 kHz

[8] 6,0 kHz

[9] 7,0 kHz

[10] 8,0 kHz

[11] 10,0 kHz

[12] 12,0 kHz

[13] 14,0 kHz

[14] 16,0 kHz

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 149

3

14-03 Overmodulatie

Option: Functie:[0] Uit Selecteert geen overmodulatie van de uitgangsspanning om koppelrimpels op de motoras te voor-

komen.

[1] * Aan De overmodulatiefunctie genereert een extra spanning van maximaal 8% van de uitgangsspanning

Umax zonder overmodulatie, wat resulteert in een extra koppel van 10-12% in het midden van het

oversynchrone bereik (van 0% bij een nominale snelheid tot ongeveer 12% bij een dubbele nomi-

nale snelheid).

14-04 PWM Random

Option: Functie:[0] * Uit Het geluid van de motorschakeling wordt niet gewijzigd.

[1] Aan Wijzigt het geluid van de motorschakeling van een heldere beltoon in een minder opvallende 'witte'

ruis. Dit wordt bereikt door op willekeurige wijze het synchronisme van de door de pulsbreedte

gemoduleerde uitgangsfasen iets te wijzigen.

3.14.3 14-1* Netsp. Aan/Uit

Parameters voor het configureren van het bewaken en afhandelen van netfouten.

14-10 Netstoring

Option: Functie:Selecteer de functie op basis waarvan de frequentieomvormer moet reageren wanneer de ingestelde

drempelwaarde in Par.14-11 Netspanning bij netfout is bereikt of het commando Netstoring ge-

inv. is geactiveerd via een van de digitale ingangen (par. 5-1*).

[0] * Geen functie De energie die in de condensatorbatterij achterblijft, zal niet worden gebruikt om de motor 'aan te

drijven' maar zal worden afgevoerd.

[1] Gecontr. uitloop De frequentieomvormer zal een gecontroleerde uitloop uitvoeren. Par.2-10 Remfunctie moet zijn

ingesteld op Uit [0].

[3] Vrijloop De omvormer zal uitschakelen en de condensatorbatterij zal de stuurkaart blijven voorzien van

spanning zoadat een snellere herstart mogelijk is wanneer de netvoeding weer wordt aangesloten

(bij korte spanningsdips).

[4] Kinetische backup De frequentieomvormer zal de snelheid blijven regelen bij generatorwerking van de motor door

gebruik te maken van het traagheidsmoment van de belasting, zolang er voldoende energie aan-

wezig is.

NB!

Voor de beste prestaties bij een gecontroleerde uitloop en kinetische backup moet Par.1-03 Koppelkarakteristiek worden ingesteld op

Compressorkoppel [0] of Variabel koppel [1] (automatische energieoptimalisatie mag niet actief zijn).

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

150 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

Afbeelding 3.2: Gecontroleerde uitloop – korte netstoring. Uitlopen tot stop gevolgd door aanlopen tot referentie.

Afbeelding 3.3: Gecontroleerde stop – langere netstoring. Uitlopen zolang de energie in het systeem dit toelaat; vervolgens vrijlopen van

de motor.

Afbeelding 3.4: Kinetische backup – korte netstoring. Doorgaan zolang de energie in het systeem dit toelaat.

Afbeelding 3.5: Kinetische backup – langere netstoring. De motor zal gaan vrijlopen zodra de energie in het systeem te laag wordt.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 151

3

14-11 Netspanning bij netfout

Range: Functie:342. V* [180 - 600 V] Deze parameter definieert de drempelspanning waarbij de geselecteerde functie in Par.14-10 Net-

storing moet worden geactiveerd.

14-12 Functie bij onbalans netsp.

Option: Functie:Werking bij ernstige onbalans van het net vermindert de levensduur van de motor. De condities

worden als ernstig beschouwd wanneer de motor continu in bedrijf is met een bijna nominale be-

lasting (bijv. een pomp of ventilator die bijna op volle toeren draait).

Wanneer een ernstige onbalans van het net wordt gedetecteerd:

[0] * Uitsch. Selecteer Uitsch. [0] om de frequentieomvormer uit te schakelen.

[1] Waarsch. Selecteer Waarsch. [1] om een waarschuwing te genereren.

[2] Uitgesch. Selecteer Uitgesch. [2] als geen actie nodig is.

[3] Reductie Selecteer Reductie [3] om voor reductie van de frequentieomvormer te zorgen.

3.14.4 14-2* Reset na trip

Parameters voor het configureren van de afhandeling van resets, afhandeling van speciale uitschakelingen (trip) en zelftest of initialisatie van de stuur-

kaart.

14-20 Resetmodus

Option: Functie:Stel in welke resetfunctie moet worden gebruikt na een uitschakeling (trip). Na de reset kan de

frequentieomvormer opnieuw worden gestart.

[0] * Handm. reset Selecteer Handm. reset [0] om een reset uit te voeren via [Reset] of via de digitale ingangen.

[1] Autom. reset x 1 Selecteer Autom. reset x 1 ... x 20 [1]-[12] om één tot twintig automatische resets uit te voeren na

een uitschakeling (trip).

[2] Autom. reset x 2

[3] Autom. reset x 3

[4] Autom. reset x 4

[5] Autom. reset x 5

[6] Autom. reset x 6

[7] Autom. reset x 7

[8] Autom. reset x 8

[9] Autom. reset x 9

[10] Autom. reset x 10

[11] Autom. reset x 15

[12] Autom. reset x 20

[13] Onbegr. aut. reset Selecteer Onbegr. aut. reset [13] om altijd te resetten na een uitschakeling (trip).

NB!

De motor kan onverwachts zonder waarschuwing starten. Als het ingestelde aantal AUTOMATISCHE resets binnen 10 minuten bereikt

wordt, dan schakelt de frequentieomvormer over naar Handm. reset [0]. Nadat de handmatige reset is uitgevoerd, keert de instelling

van Par.14-20 Resetmodus terug naar de oorspronkelijke waarde. Als het aantal automatische resets niet binnen 10 minuten wordt

bereikt of een handmatige reset is uitgevoerd, wordt de interne AUTOMATISCHE RESET-teller weer op nul gezet.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

152 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

NB!

Een automatische reset wordt ook gebruikt om de functie Veilige stop voor firmwareversie < 4.3x te resetten.

NB!

De instelling in Par.14-20 Resetmodus wordt genegeerd wanneer de brandmodus ingeschakeld is (zie 24-0* Brandmodus).

14-21 Tijd tot autom. herstart

Range: Functie:10 s* [0 - 600 s] Stel het tijdsinterval tussen de uitschakeling (trip) en de start van de automatische resetfunctie in.

Deze parameter is actief wanneer Par.14-20 Resetmodus is ingesteld op Autom. reset [1] - [13].

14-22 Bedrijfsmodus

Option: Functie:Gebruik deze parameter om normaal bedrijf te specificeren, tests uit te voeren of alle parameters

behalve Par.15-03 Inschakelingen, Par.15-04 x Overtemp. en Par.15-05 x Overspann. te initialise-

ren. Deze functie is alleen actief wanneer het afgegeven vermogen teruggevoerd wordt (uitscha-

kelen – inschakelen) naar de frequentieomvormer.

[0] * Normaal bedrijf Selecteer Normaal bedrijf [0] voor normaal bedrijf van de frequentieomvormer met de motor in de

geselecteerde toepassing.

[1] Stuurkaarttest Selecteer Stuurkaarttest [1] om de analoge en digitale ingangen en de +10 V-stuurspanning te

controleren. Voor deze test is een teststekker met interne aansluitingen nodig.

Ga voor de stuurkaarttest als volgt te werk:

1. Selecteer Stuurkaarttest [1].

2. Schakel de netvoeding af en wacht tot de displayverlichting uit gaat.

3. Zet de schakelaars S201 (A53) en S202 (A54) = 'AAN'/I.

4. Plaats de teststekker (zie hieronder).

5. Sluit aan op de netvoeding.

6. Voer diverse tests uit.

7. De resultaten worden weergegeven op het LCP en de frequentieomvormer komt in een

oneindige lus terecht.

8. Par.14-22 Bedrijfsmodus wordt automatisch ingesteld op Normaal bedrijf. Schakel na het

uitvoeren van een stuurkaarttest de frequentieomvormer af en weer in om in Normaal

bedrijf op te starten.

Als de test succesvol is:

Uitlezing LCP: Stuurkaart OK.

Schakel de netvoeding af en verwijder de teststekker. De groene LED op de stuurkaart zal gaan

branden.

Als de test mislukt:

Uitlezing LCP: Stuurkaart I/O-fout.

Vervang de frequentieomvormer of de stuurkaart. De rode LED op de stuurkaart gaat branden. Om

de stekkers te testen, verbindt/groepeert u de volgende klemmen zoals hieronder aangegeven: (18

- 27 - 32), (19 - 29 - 33) en (42 - 53 - 54).

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 153

3

[2] Initialisatie Selecteer Initialisatie [2] om alle parameterwaarden terug te zetten naar de standaardinstelling,

met uitzondering van Par.15-03 Inschakelingen, Par.15-04 x Overtemp. en Par.15-05 x Over-

spann.. De frequentieomvormer zal bij de eerstvolgende inschakeling resetten.

Hierbij wordt ookPar.14-22 Bedrijfsmodus teruggezet naar de standaardinstelling Normaal bedrijf

[0].

[3] Bootmodus

14-25 Uitsch.vertr. bij Koppelbegr.

Range: Functie:60 s* [0 - 60 s] Stel de uitschakelvertraging bij koppelbegrenzing in, in seconden. Wanneer het uitgangskoppel de

koppelbegrenzingen (Par.4-16 Koppelbegrenzing motormodus en Par.4-17 Koppelbegrenzing ge-

neratormodus) bereikt, wordt een waarschuwing gegenereerd. De frequentieomvormer schakelt uit

als de koppelbegrenzingwaarschuwing continu aanwezig is gedurende de tijd die in deze parameter

is ingesteld. Schakel de uitschakelvertraging uit door de parameter in te stellen op 60 s = UIT. De

thermische bewaking zal nog steeds actief zijn.

14-26 Uitschakelvertraging bij inverterfout

Range: Functie:0. s* [0 - 35 s] Wanneer de frequentieomvormer binnen de ingestelde tijd een overspanning detecteert, zal hij na

het verstrijken van deze tijd uitschakelen.

14-29 Servicecode

Range: Functie:0 N/A* [-2147483647 - 2147483647 N/A] Alleen voor service

3.14.5 14-3* Stroombegr.reg.

De frequentieomvormer is uitgerust met een ingebouwde stroombegrenzer die geactiveerd wordt wanneer de motorstroom, en daarmee dus het koppel,

hoger is dan de koppelbegrenzingen die zijn ingesteld in Par.4-16 Koppelbegrenzing motormodus en Par.4-17 Koppelbegrenzing generatormodus.

Wanneer de stroombegrenzing wordt bereikt tijdens motor- of generatorwerking zal de frequentieomvormer proberen om het koppel zo snel mogelijk te

reduceren tot onder de vooraf ingestelde koppelbegrenzingen, zonder de controle over de motor te verliezen.

Terwijl de stroombegrenzing actief is, kan de frequentieomvormer uitsluitend worden gestopt door middel van een digitale ingang die is ingesteld op

Vrijloop geïnv. [2] of Vrijloop & reset inv [3]. Een signaal op klem 18 tot 33 zal pas actief worden wanneer de frequentieomvormer weer uit de buurt van

de stroombegrenzing is.

Bij gebruik van een digitale ingang die is ingesteld op Vrijloop geïnv. [2] of Vrijloop & reset inv [3] zal de motor geen gebruik maken van de uitlooptijd,

omdat de frequentieomvormer zal vrijlopen.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

154 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

14-30 Stroombegr. reg., proport. versterk.

Range: Functie:100 %* [0 - 500 %] Stel de proportionele versterking voor de stroombegrenzer in. De regelaar reageert sneller bij een

hogere waarde. Een te hoge instelling leidt tot instabiliteit van de regeling.

14-31 Stroombegr. reg., integratietijd

Range: Functie:0.020 s* [0.002 - 2.000 s] Deze parameter regelt de integratietijd van de stroombegrenzer. De regelaar reageert sneller bij

een lagere waarde. Een te lage instelling leidt tot instabiliteit van de regeling.

3.14.6 14-4*Energieoptimalisatie

Parameters voor het aanpassen van het energieoptimalisatieniveau in zowel de variabel-koppelmodus (VT) als de automatische-energieoptimalisatiemo-

dus (AEO).

Automatische energieoptimalisatie is alleen actief als Par.1-03 Koppelkarakteristiek is ingesteld op Auto Energie Optim. [2] of Auto Energie Optim. VT

[3].

14-40 VT-niveau

Range: Functie:66 %* [40 - 90 %] Stel het niveau in voor motormagnetisering bij lage snelheid. Het instellen van een lage waarde

vermindert het energieverlies in de motor maar vermindert tevens het maximale belastingsniveau.

Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.

14-41 Min. magnetisering AEO

Range: Functie:40. %* [40 - 75 %] Stel de minimaal toegestane magnetisering voor AEO in. Het instellen van een lage waarde ver-

mindert het energieverlies in de motor maar kan ook de weerstand tegen plotselinge veranderingen

in de belasting verminderen.

14-42 Min. AEO-frequentie

Range: Functie:10 Hz* [5 - 40 Hz] Stel de minimumfrequentie in waarbij de Automatische Energieoptimalisatie (AEO) actief is.

14-43 Cosphi motor

Range: Functie:0.66 N/A* [0.40 - 0.95 N/A] Het Cos(phi)-instelpunt wordt tijdens een AMA automatisch ingesteld voor optimale AEO-prestaties.

Deze parameter moet normaliter niet worden gewijzigd. In bepaalde situaties kan het nodig zijn om

een nieuwe waarde in te voeren in verband met een fijnafstelling.

3.14.7 14-5* Omgeving

Deze parameters dienen om de frequentieomvormer te laten functioneren onder speciale omgevingscondities.

14-50 RFI-filter

Option: Functie:[0] Uit Selecteer Uit [0] alleen als de frequentieomvormer gevoed wordt via een geïsoleerde netbron, d.w.z.

via een speciale IT-netbron.

In deze modus worden de interne RFI-condensatoren tussen het chassis en het RFI-filtercircuit

uitgeschakeld om beschadiging van de tussenkring te voorkomen en de aardlekstromen te reduce-

ren conform IEC 61800-3.

[1] * Aan Selecteer Aan [1] om ervoor te zorgen dat de frequentieomvormer voldoet aan de EMC-normen.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 155

3

14-52 Ventilatorreg.

Option: Functie:Stel de minimale snelheid voor de hoofdventilator in.

[0] * Auto Selecteer Auto [0] om de ventilator alleen te gebruiken wanneer de interne temperatuur van de

frequentieomvormer zich binnen het bereik van 35 °C tot circa 55 °C bevindt. De ventilator zal bij

35 °C op lage snelheid lopen en bij circa 55 °C op hoge snelheid.

[1] Op 50%

[2] Op 75%

[3] Op 100%

14-53 Ventilatorbew.

Option: Functie:Selecteer hoe de frequentieomvormer moet reageren als er een fout wordt gedetecteerd in de ven-

tilator.

[0] Uitgesch.

[1] * Waarschuwing

[2] Uitschakeling (trip)

3.14.8 14-6* Autoreductie

Deze parametergroep bevat parameters voor het reduceren van de frequentieomvormer bij hoge temperaturen.

14-60 Functie bij overtemperatuur

Option: Functie:Als de temperatuur van het koellichaam of de stuurkaart een fabrieksinstelling voor de tempera-

tuurbegrenzing overschrijdt, zal een waarschuwing worden gegenereerd. Stel in of de frequentie-

omvormer moet uitschakelen (uitschakeling met blokkering) of de uitgangsstroom moet reduceren

wanneer de temperatuur nog verder toeneemt.

[0] * Uitsch. de frequentieomvormer zal uitschakelen (uitschakeling met blokkering) en een alarm genereren. De

spanning moet uit- en weer ingeschakeld worden om het alarm te resetten, maar de motor kan pas

weer worden opgestart wanneer de temperatuur van het koellichaam onder de alarmlimiet is gezakt.

[1] Reductie als de kritische temperatuur wordt overschreden, zal de uitgangsstroom worden gereduceerd totdat

de toegestane temperatuur weer is bereikt.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

156 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

3.14.9 Geen uitschakeling (trip) bij overbelasting van omvormer

In sommige pompsystemen is het vermogen van de frequentieomvormer niet goed afgestemd op de stroom die nodig is op alle punten van de operationele

flow-opvoerhoogtekarakteristiek. Op deze punten heeft de pomp een hogere stroom nodig dan de nominale stroom van de frequentieomvormer. De

frequentieomvormer kan 110% van de nominale stroom continu leveren gedurende 60 s. Als er dan nog steeds sprake is van overbelasting zal de

frequentieomvormer gewoonlijk uitschakelen (waarbij de pomp zal vrijlopen tot stop) en een alarm genereren.

Als het niet mogelijk is om continu met de gevraagde capaciteit te draaien, kan het beter zijn om de pomp enige tijd te laten draaien op een lagere

snelheid.

Selecteer Par.14-61 Functie bij inverteroverbel. Functie bij inverteroverbel. om de pompsnelheid automatisch te verlagen totdat de uitgangsstroom lager

is dan 100% van de nominale stroom (ingesteld in Par.14-62 Geïnv. reductiestroom bij overbel.).

Functie bij inverteroverbel. is een alternatief voor het laten uitschakelen van de frequentieomvormer.

De frequentieomvormer schat de belasting op de vermogensectie door middel van een omvormeroverbelastingsteller, die een waarschuwing zal genereren

bij 98% en de waarschuwing zal resetten bij 90%. Bij de waarde 100% schakelt de frequentieomvormer uit en wordt een alarm gegenereerd.

De status van de teller kan worden uitgelezen via Par.16-35 Inverter therm..

Als Par.14-61 Functie bij inverteroverbel. is ingesteld op Reductie zal de pompsnelheid worden verlaagd wanneer de teller 98 overschrijdt en laag blijven

totdat de teller onder de 90,7 is gezakt.

Als Par.14-62 Geïnv. reductiestroom bij overbel. bijvoorbeeld is ingesteld op 95% zal een aanhoudende overbelasting ertoe leiden dat de pompsnelheid

varieert tussen waarden die overeenkomen met 110% en 95% van de nominale uitgangsstroom van de frequentieomvormer.

14-61 Functie bij inverteroverbel.

Option: Functie:Wordt gebruikt in plaats van een aanhoudende overbelasting boven de thermische begrenzingen

(110% gedurende 60 s).

[0] * Uitsch. Selecteer Uitsch. [0] als de frequentieomvormer moet uitschakelen en een alarm moet genereren.

[1] Reductie Selecteer Reductie [1] om de pompsnelheid te reduceren zodat de belasting op de vermogensectie

zal afnemen en deze kan afkoelen.

14-62 Geïnv. reductiestroom bij overbel.

Range: Functie:95 %* [50 - 100 %] Definieert het gewenste stroomniveau (in % van de nominale uitgangsstroom van de frequentie-

omvormer) in situaties met een gereduceerde pompsnelheid nadat de belasting van de frequentie-

omvormer de toegestane limiet (110% gedurende 60 s) heeft overschreden.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 157

3

3.15 Hoofdmenu – Geg. omvormer – Groep 15

3.15.1 15-** Geg. omvormer

Parametergroep met informatie over de frequentieomvormer, zoals bedrijfsgegevens, hardwareconfiguratie en softwareversies.

3.15.2 15-0* Bedrijfsgegevens

Parametergroep met bedrijfsgegevens, bijv. bedrijfsuren, kWh-tellers, inschakelingen, enz.

15-00 Bedrijfsuren

Range: Functie:0 h* [0 - 2147483647 h] Geef weer hoeveel uren de frequentieomvormer in bedrijf is geweest. De waarde wordt opgeslagen

wanneer de frequentieomvormer wordt uitgeschakeld.

15-01 Aantal draaiuren

Range: Functie:0 h* [0 - 2147483647 h] Geef weer hoeveel uur de motor heeft gedraaid. Reset de teller in Par.15-07 Draaiurenteller reset.

De waarde wordt opgeslagen wanneer de frequentieomvormer wordt uitgeschakeld.

15-02 KWh-teller

Range: Functie:0 kWh* [0 - 2147483647 kWh] Registreert het energieverbruik van de motor als gemiddelde waarde over één uur. Reset de teller

in Par.15-06 kWh-teller reset.

15-03 Inschakelingen

Range: Functie:0 N/A* [0 - 2147483647 N/A] Geef het aantal uren weer dat de frequentieomvormer in bedrijf is geweest.

15-04 x Overtemp.

Range: Functie:0 N/A* [0 - 65535 N/A] Geef weer hoeveel temperatuurfouten er voor de frequentieomvormer zijn opgetreden.

15-05 x Overspann.

Range: Functie:0 N/A* [0 - 65535 N/A] Geef weer hoe vaak er overspanning van de frequentieomvormer is opgetreden.

15-06 kWh-teller reset

Option: Functie:[0] * Niet resetten Selecteer Niet resetten [0] als een reset van de kWh-teller niet nodig is.

[1] Teller reset Selecteer Teller reset [1] en druk op [OK] om de kWh-teller terug te zetten op nul (zie Par.

15-02 KWh-teller).

NB!

De reset wordt uitgevoerd door op [OK] te drukken.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

158 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

15-07 Draaiurenteller reset

Option: Functie:[0] * Niet resetten Selecteer Niet resetten [0] als een reset van de draaiurenteller niet nodig is.

[1] Teller reset Selecteer Teller reset [1] en druk op [OK] om de draaiurenteller (Par.15-01 Aantal draaiuren) en

Par.15-08 Aantal starts terug te zetten naar nul (zie ook Par.15-01 Aantal draaiuren).

15-08 Aantal starts

Range: Functie:0 N/A* [0 - 2147483647 N/A] Dit is enkel een uitleesparameter. De teller toont het aantal starts en stops die het gevolg zijn van

een normaal start/stopcommando en/of het in/uitschakelen van de slaapstand.

NB!

Deze parameter wordt gereset wanneer Par.15-07 Draaiurenteller reset wordt teruggezet naar nul.

3.15.3 15-1* Instellingen datalog

De datalog maakt het mogelijk om continu tot 4 gegevensbronnen (Par.15-10 Logbron) met afzonderlijke intervallen (Par.15-11 Loginterval) te loggen.

Een triggergebeurtenis (Par.15-12 Triggergebeurt.) en enkele steekproeven (Par.15-14 Steekproeven voor trigger) worden gebruikt om het loggen con-

ditioneel te starten en te stoppen.

15-10 LogbronArray [4]

Option: Functie:Selecteer welke variabelen moeten worden gelogd.

[0] * Geen

[1600] Stuurwoord

[1601] Referentie [Eenh.]

[1602] Referentie %

[1603] Statuswoord

[1610] Verm. [kW]

[1611] Verm. [pk]

[1612] Motorspanning

[1613] Frequentie

[1614] Motorstroom

[1616] Koppel [Nm]

[1617] Snelh. [RPM]

[1618] Motor therm.

[1622] Koppel [%]

[1630] DC-aansluitsp.

[1632] Remenergie/s

[1633] Remenergie/2 min.

[1634] Temp. koellich.

[1635] Inverter therm.

[1650] Externe referentie

[1652] Terugk. [Eenh]

[1654] Terugk. 1 [Eenh]

[1655] Terugk. 2 [Eenh]

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 159

3

[1656] Terugk. 3 [Eenh]

[1660] Dig. ingang

[1662] Anal. ingang 53

[1664] Anal. ingang 54

[1665] Anal. uitgang 42 [mA]

[1666] Dig. uitgang [bin]

[1675] Anal. ingang X30/11

[1676] Anal. ingang X30/12

[1677] Anal. uitgang X30/8 [mA]

[1690] Alarmwoord

[1691] Alarmwoord 2

[1692] Waarsch.-wrd

[1693] Waarsch.woord 2

[1694] Uitgebr. statusw.

[1695] Uitgebr. statusw. 2

[1830] Anal. ingang X42/1

[1831] Anal. ingang X42/3

[1832] Anal. ingang X42/5

[1833] Anal. Uit X42/7 [V]

[1834] Anal. Uit X42/9 [V]

[1835] Anal. Uit X42/11 [V]

[3110] Bypass statuswoord

15-11 Loginterval

Range: Functie:0 N/A* [0 - 86400.000 N/A] Selecteer het interval in milliseconden tussen alle steekproeven van de variabelen die moeten wor-

den gelogd.

15-12 Triggergebeurt.

Option: Functie:Selecteert de triggergebeurtenis. Als er een triggergebeurtenis plaatsvindt, wordt een tijdvenster

toegepast om de log vast te houden. De log zal vervolgens een bepaald percentage van de steek-

proeven die vooraf gaan aan de triggergebeurtenis (Par.15-14 Steekproeven voor trigger) vasthou-

den.

[0] * FALSE

[1] TRUE

[2] Actief

[3] Binnen bereik

[4] Op referentie

[5] Koppelbegr.

[6] Stroombegr.

[7] Buiten stroombereik

[8] Onder I, laag

[9] Boven I, hoog

[10] Buiten snelh.-bereik

[11] Onder snelh., laag

[12] Boven snelh., hoog

[13] Buiten terugk.bereik

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

160 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

[14] Onder terugk., laag

[15] Boven terugk., hoog

[16] Therm. waarsch.

[17] Netsp. buiten bereik

[18] Omkeren

[19] Waarsch.

[20] Alarm (uitsch.)

[21] Alrm (uitsch & blok)

[22] Comparator 0

[23] Comparator 1

[24] Comparator 2

[25] Comparator 3

[26] Log. regel 0

[27] Log. regel 1

[28] Log. regel 2

[29] Log. regel 3

[33] Digitale ingang DI18

[34] Digitale ingang DI19

[35] Digitale ingang DI27

[36] Digitale ingang DI29

[37] Digitale ingang DI32

[38] Digitale ingang DI33

[50] Comparator 4

[51] Comparator 5

[60] Log. regel 4

[61] Log. regel 5

15-13 Logmodus

Option: Functie:[0] * Altijd loggen Selecteer Altijd loggen [0] om continu te loggen.

[1] 1x loggen na trigger Selecteer 1x loggen na trigger [1] om het loggen te starten en te stoppen op basis van Par.

15-12 Triggergebeurt. en Par.15-14 Steekproeven voor trigger.

15-14 Steekproeven voor trigger

Range: Functie:50 N/A* [0 - 100 N/A] Geef aan welk percentage van alle steekproeven voorafgaand aan een triggergebeurtenis moeten

worden vastgehouden in het logbestand. Zie ook Par.15-12 Triggergebeurt. en Par.15-13 Logmo-

dus.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 161

3

3.15.4 15-2* Hist. log

Geef tot 50 gelogde gegevensitems weer via de arrayparameters in deze parametergroep. Voor alle parameters in de groep geldt dat [0] de meest recente

gegevens aanduidt en [49] de oudste gegevens. De gegevens worden gelogd bij elke gebeurtenis (niet te verwarren met SLC-gebeurtenissen). Gebeur-

tenissen heeft in deze context betrekking op wijzigingen in een van de volgende gebieden:

1. Digitale ingang

2. Digitale uitgangen (niet bewaakt in deze SW-versie)

3. Waarsch.woord

4. Alarmwoord

5. Statuswoord

6. Stuurwoord

7. Uitgebreid statuswoord

Gebeurtenissen worden vastgelegd met de waarde en een tijdstempel in ms. Het tijdsinterval tussen twee gebeurtenissen is afhankelijk van het aantal

keren dat de gebeurtenissen optreden (maximaal één keer per scaninterval). Het loggen van data is een continu proces, maar bij het optreden van een

alarm wordt de log opgeslagen en worden de waarden op het display weergegeven. Deze functie is bijvoorbeeld nuttig wanneer na een uitschakeling

(trip) onderhoud moet worden uitgevoerd. Geef de historische log uit deze parameter weer via de seriële-communicatiepoort of via het display.

15-20 Hist. log: eventArray [50]

Range: Functie:0 N/A* [0 - 255 N/A] Geef het type gebeurtenis voor de gelogde gebeurtenissen weer.

15-21 Hist. log: waardeArray [50]

Range: Functie:0 N/A* [0 - 2147483647 N/A] Geef de waarde van de gelogde gebeurtenis weer. De gebeurteniswaarden kunnen aan de hand

van de volgende tabel worden geïnterpreteerd:

Digitale ingang Decimale waarde. Zie Par.16-60 Dig. ingang voor een be-schrijving na het converteren naar een binaire waarde.

Digitale uitgang (niet bewaakt indeze SW-versie)

Decimale waarde. Zie Par. DR-66 Digital Output [bin] vooreen beschrijving na het converteren naar een binaire waar-de.

Waarsch.woord Decimale waarde. Zie Par. DR-92 Warning Word voor eenbeschrijving.

Alarmwoord Decimale waarde. Zie Par. DR-90 Alarm Word voor een be-schrijving.

Statuswoord Decimale waarde. Zie Par.16-03 Statuswoord voor een be-schrijving na het converteren naar een binaire waarde.

Stuurwoord Decimale waarde. Zie Par.16-00 Stuurwoord voor een be-schrijving.

Uitgebreid statuswoord Decimale waarde. Zie Par. DR-94 Ext. Status Word voor eenbeschrijving.

15-22 Hist. log: tijdArray [50]

Range: Functie:0 ms* [0 - 2147483647 ms] Geef de tijd weer waarop de gelogde gebeurtenis plaatsvond. De tijd wordt gemeten in ms vanaf

het moment dat de frequentieomvormer is gestart. De max. waarde komt overeen met ca. 24 dagen,

dat wil zeggen dat de telling na deze periode weer bij nul begint.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

162 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

3.15.5 15-3* Alarmlog

Parameters in deze groep zijn arrayparameters en maken het mogelijk om max. 10 foutlogs weer te geven. [0] staat voor de meest recent opgeslagen

gegevens en [9] voor de oudste. Foutcodes, waarden en tijdstempel kunnen worden weergegeven voor alle gelogde gegevens.

15-30 Alarmlog: foutcodeArray [10]

Range: Functie:0 N/A* [0 - 255 N/A] Geef de foutcode weer en zoek de betekenis ervan op in het hoofdstuk Problemen verhelpen.

15-31 Alarmlog: waardeArray [10]

Range: Functie:0 N/A* [-32767 - 32767 N/A] Geef een extra beschrijving van de fout weer. Deze parameter wordt meestal gebruikt in combinatie

met alarm 38 'interne fout'.

15-32 Alarmlog: tijdArray [10]

Range: Functie:0 s* [0 - 2147483647 s] Geef de tijd weer waarop de gelogde gebeurtenis plaatsvond. De tijd wordt gemeten in seconden

vanaf het moment dat de frequentieomvormer is gestart.

15-33 Alarmlog: datum & tijd

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Arrayparameter; Datum & tijd 0-9: deze parameter geeft de datum en tijd weer waarop de gelogde

gebeurtenis plaatsvond.

3.15.6 15-4* ID omvormer

Parameters met alleen-lezeninformatie over de hardware- en softwareconfiguratie van de frequentieomvormer.

15-40 FC-type

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Geef het FC-type weer. De uitlezing is gelijk aan het vermogensveld van de typecodedefinitie van

de frequentieomvormerserie, tekens 1-6.

15-41 Vermogensectie

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Geef het FC-type weer. De uitlezing is gelijk aan het vermogensveld van de typecodedefinitie van

de frequentieomvormerserie, tekens 7-10.

15-42 Spanning

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Geef het FC-type weer. De uitlezing is gelijk aan het vermogensveld van de typecodedefinitie van

de frequentieomvormerserie, tekens 11-12.

15-43 Softwareversie

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Geef de gecombineerde softwareversie( of 'pakketversie') weer, bestaande uit vermogenssoftware

en besturingssoftware.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 163

3

15-44 Bestelde Typecode

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Geef de typecodereeks weer voor het opnieuw bestellen van de frequentieomvormer met de oor-

spronkelijke configuratie.

15-45 Huidige typecodereeks

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Geef de huidige typecodereeks weer.

15-46 Bestelnr. freq.-omvormer

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Geef het 8-cijferige bestelnummer weer voor het opnieuw bestellen van de frequentieomvormer

met de oorspronkelijke configuratie.

15-47 Bestelnr. voedingskaart

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Geef het bestelnummer van de voedingskaart weer.

15-48 LCP ID-nr.

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Geef het ID-nummer van het LCP weer.

15-49 SW-id stuurkaart

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Geef het softwareversienummer van de stuurkaart weer.

15-50 SW-id voedingskaart

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Geef het softwareversienummer van de voedingskaart weer.

15-51 Serienr. freq.-omvormer

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Geef het serienummer van de frequentieomvormer weer.

15-53 Serienr. voedingskaart

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Geef het serienummer van de voedingskaart weer.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

164 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

3.15.7 15-6* Optie-ident.

Deze alleen-lezenparametergroep bevat informatie over de hardware- en softwareconfiguratie van de geïnstalleerde opties in sleuf A, B, C0 en C1.

15-60 Optie gemonteerd

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Geef weer welk type optie is geïnstalleerd.

15-61 SW-versie optie

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Geef de softwareversie van de geïnstalleerde optie weer.

15-62 Bestelnummer optie

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Geef het bestelnummer van de geïnstalleerde opties weer.

15-63 Serienummer optie

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Geef het serienummer van de geïnstalleerde optie weer.

3.15.8 15-9* Parameterinfo

Parameterlijsten

15-92 Ingest. parametersArray [1000]

Range: Functie:0 N/A* [0 - 9999 N/A] Geef een lijst weer met alle gedefinieerde parameter in de frequentieomvormer. De lijst eindigt met

0.

15-93 Gewijzigde param.Array [1000]

Range: Functie:0 N/A* [0 - 9999 N/A] Geef een lijst weer met de parameters die zijn gewijzigd ten opzichte van de standaardinstelling.

De lijst eindigt met 0. Het kan tot 30 seconden duren voordat wijzigingen na implementatie zichtbaar

worden.

15-99 Parameter metadataArray [23]

Range: Functie:0 N/A* [0 - 9999 N/A] Deze parameter bevat gegevens die worden gebruikt door de MCT 10 software.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 165

3

3.16 Hoofdmenu – Data-uitlezingen – Groep 16

3.16.1 16-** Data-uitlezingen

Parametergroep voor data-uitlezing, bijv. actuele referenties, spanning, regeling, alarmen, waarschuwingen en statuswoorden.

3.16.2 16-0* Alg. status

Parameters voor het uitlezen van de algemene status, bijv. de berekende referentie, het actieve stuurwoord, status, enz.

16-00 Stuurwoord

Range: Functie:0 N/A* [0 - 65535 N/A] Geeft het stuurwoord weer dat via de seriële-communicatiepoort als hex-code naar de frequentie-

omvormer wordt verzonden.

16-01 Referentie [Eenh.]

Range: Functie:0.000 Refe-

renceFeed-

backUnit*

[-999999.000 - 999999.000 Refe-

renceFeedbackUnit]

Geef de actuele referentiewaarde weer die in de eenheid wordt toegepast op basis van pulsen of

analoge signalen als gevolg van de geselecteerde configuratie in Par.1-00 Configuratiemodus (Hz,

Nm of tpm).

16-02 Referentie %

Range: Functie:0.0 %* [-200.0 - 200.0 %] Geef de totale referentie weer. De totale referentie is de som van digitale, analoge, vooraf inge-

stelde, bus- en vasthoudreferenties, plus inhalen en vertragen.

16-03 Statuswoord

Range: Functie:0 N/A* [0 - 65535 N/A] Geef het statuswoord weer dat via de seriële-communicatiepoort in hex-code wordt verzonden vanaf

de frequentieomvormer.

16-05 Vrnste huid. waarde [%]

Range: Functie:0.00 %* [-100.00 - 100.00 %] Geef het woord van twee bytes weer dat met het statuswoord naar de busmaster wordt verstuurd

bij het doorgeven van de Vrnste huid. waarde.

16-09 Standaard uitlez.

Range: Functie:0.00 Cus-

tomReadou-

tUnit*

[-999999.99 - 999999.99 Custom-

ReadoutUnit]

Geef de door de gebruiker gedefinieerde uitlezingen weer zoals ingesteld in Par.0-30 Eenheid voor

uitlezing gebr., Par.0-31 Min. waarde uitlezing klant en Par.0-32 Max. waarde uitlezing klant.

3.16.3 16-1* Motorstatus

Parameters voor het uitlezen van de motorstatus.

16-10 Verm. [kW]

Range: Functie:0.00 kW* [0.00 - 1000.00 kW] Geef het motorvermogen in kW weer. De getoonde waarde wordt berekend op basis van de feitelijke

motorspanning en motorstroom. De waarde wordt gefilterd, waardoor het na een wijziging van een

ingangwaarde circa 30 ms kan duren voordat de uitleesgegevens zijn bijgewerkt.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

166 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

16-11 Verm. [pk]

Range: Functie:0.00 hp* [0.00 - 1000.00 hp] Geef het motorvermogen in pk weer. De getoonde waarde wordt berekend op basis van de feitelijke

motorspanning en motorstroom. De waarde wordt gefilterd, waardoor het na een wijziging van een

ingangwaarde circa 30 min kan duren voordat de uitleesgegevens bijgewerkt zijn.

16-12 Motorspanning

Range: Functie:0.0 V* [0.0 - 6000.0 V] Geef de motorspanning weer, een berekende waarde die wordt gebruikt voor het besturen van de

motor.

16-13 Frequentie

Range: Functie:0.0 Hz* [0.0 - 6500.0 Hz] Geef de motorfrequentie weer zonder resonantiedemping.

16-14 Motorstroom

Range: Functie:0.00 A* [0.00 - 1856.00 A] Geef de motorstroom weer, gemeten als een gemiddelde waarde, IRMS. De waarde wordt gefilterd,

waardoor het na een wijziging van een ingangwaarde circa 30 min kan duren voordat de uitlees-

gegevens bijgewerkt zijn.

16-15 Frequentie [%]

Range: Functie:0.00 %* [-100.00 - 100.00 %] Geef een woord van twee bytes weer dat de huidige motorfrequentie (zonder resonantiedemping)

aangeeft als een percentage (schaal 0000-4000 hex) van Par.4-19 Max. uitgangsfreq.. Stel index 1

in Par.9-16 PCD-leesconfig. in om deze mee te sturen met het statuswoord en niet met de MAV.

16-16 Koppel [Nm]

Range: Functie:0.0 Nm* [-30000.0 - 30000.0 Nm] Geef de koppelwaarde, inclusief teken, weer die wordt geleverd aan de motoras. De verhouding

tussen 110% motorstroom en koppel ten opzichte van het nominale koppel is niet exact lineair.

Sommige motoren leveren een koppel hoger dan 160%. De min. waarde en max. waarde zijn dan

ook afhankelijk van de max. motorstroom en de gebruikte motor. De waarde wordt gefilterd, waar-

door het na een wijziging van een ingangswaarde circa 1,3 seconde kan duren voordat de uitlees-

gegevens zijn bijgewerkt.

16-17 Snelh. [RPM]

Range: Functie:0 RPM* [-30000 - 30000 RPM] Geef het huidige motortoerental (tpm) weer.

16-18 Motor therm.

Range: Functie:0 %* [0 - 100 %] Geef de berekende thermische belasting op de motor weer. De uitschakellimiet is 100%. De bere-

kening is gebaseerd op de ETR-functiefunctie voor de thermo-elektronische overbelastingsbeveili-

ging die is geselecteerd in Par.1-90 Therm. motorbeveiliging.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 167

3

16-22 Koppel [%]

Range: Functie:0 %* [-200 - 200 %] Dit is enkel een uitleesparameter.

Geeft het huidige gegenereerde koppel weer als een percentage van het nominale koppel op basis

van de instelling van het motorvermogen en de nominale motorsnelheid in Par.1-20 Motorverm.

[kW] of Par.1-21 Motorverm. [PK] en Par.1-25 Nom. motorsnelheid.

Dit is de waarde die wordt bewaakt door de functie Detectie band defect die wordt ingesteld in par.

22-6*.

3.16.4 16-3* Status omvormer

Parameters voor het aangeven van de status van de frequentieomvormer.

16-30 DC-aansluitsp.

Range: Functie:0 V* [0 - 10000 V] Geef een gemeten waarde weer. De waarde wordt gefilterd via een tijdconstante van 30 ms.

16-32 Remenergie/s

Range: Functie:0.000 kW* [0.000 - 675000.000 kW] Geef het remvermogen weer dat naar een externe remweerstand wordt overgebracht, weergegeven

als een momentane waarde.

16-33 Remenergie/2 min.

Range: Functie:0.000 kW* [0.000 - 500.000 kW] Geef het remvermogen weer dat naar een externe remweerstand wordt overgebracht. Het gemid-

deld vermogen wordt berekend als een gemiddelde over de laatste 120 seconden.

16-34 Temp. koellich.

Range: Functie:0 C* [0 - 255 C] Geef de temperatuur van het koellichaam van de frequentieomvormer weer. De uitschakellimiet is

90 ± 5 °C en de eenheid schakelt opnieuw in bij 60 ± 5 °C.

16-35 Inverter therm.

Range: Functie:0 %* [0 - 100 %] Geef de procentuele belasting op de inverter weer.

16-36 Geïnv. nom. stroom

Range: Functie:10.00 A* [0.01 - 10000.00 A] Geef de waarde van de nominale stroom van de inverter weer. Deze waarde moet overeenkomen

met de gegevens op het motortypeplaatje van de aangesloten motor. De gegevens worden gebruikt

voor het berekenen van het koppel, de motorbeveiliging en dergelijke.

16-37 Geïnv. max. ingangsstr.

Range: Functie:16.00 A* [0.01 - 10000.00 A] Geef de maximale stroom van de inverter weer. Deze waarde moet overeenkomen met de gegevens

op het motortypeplaatje van de aangesloten motor. De gegevens worden gebruikt voor het bere-

kenen van het koppel, de motorbeveiliging en dergelijke.

16-38 SL-controllerstatus

Range: Functie:0 N/A* [0 - 100 N/A] Geef de status weer van de gebeurtenis die wordt uitgevoerd door de SL-controller.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

168 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

16-39 Temp. stuurkaart

Range: Functie:0 C* [0 - 100 C] Geef de temperatuur van de stuurkaart weer in °C.

16-40 Logbuffer vol

Option: Functie:Geef weer of de logbuffer vol is (zie par. 15-1*). De logbuffer zal nooit vol raken wanneer Par.

15-13 Logmodus is ingesteld op Altijd loggen [0].

[0] * Nee

[1] Ja

3.16.5 16-5* Ref. & terugk.

Parameters voor het aangeven van de referentie en terugkoppelwaarden.

16-50 Externe referentie

Range: Functie:0.0 N/A* [-200.0 - 200.0 N/A] Geef de totale referentie weer, d.w.z. de som van digitale, analoge, vooraf ingestelde, bus- en

vasthoudreferenties, plus inhalen en vertragen.

16-52 Terugk. [Eenh]

Range: Functie:0.000 Pro-

cessCtrlU-

nit*

[-999999.999 - 999999.999 Pro-

cessCtrlUnit]

Geef de waarde weer van de totale terugkoppeling nadat terugkoppeling 1-3 (zie Par.16-54 Terugk.

1 [Eenh], Par.16-55 Terugk. 2 [Eenh] en 16-56) zijn verwerkt door de terugkoppelingsmanager.

Zie par. 20-0* Terugkoppeling.

De waarde wordt begrensd door de instellingen in par. 20-13 en par. 20-14. De eenheden worden

ingesteld in Par.20-12 Referentie/terugk.eenheid.

16-53 Digi Pot referentie

Range: Functie:0.00 N/A* [-200.00 - 200.00 N/A] Geef de bijdrage van de digitale potentiometer aan de actuele referentie weer.

16-54 Terugk. 1 [Eenh]

Range: Functie:0.000 Pro-

cessCtrlU-

nit*

[-999999.999 - 999999.999 Pro-

cessCtrlUnit]

Geef de waarde van Terugk. 1 weer; zie par. 20-0* Terugkoppeling.

De waarde wordt begrensd door de instellingen in Par. en Par. . De eenheden worden ingesteld

in Par.20-12 Referentie/terugk.eenheid.

16-55 Terugk. 2 [Eenh]

Range: Functie:0.000 Pro-

cessCtrlU-

nit*

[-999999.999 - 999999.999 Pro-

cessCtrlUnit]

Geef de waarde van Terugk. 2 weer; zie par. 20-0* Terugkoppeling.

De waarde wordt begrensd door de instellingen in par. 20-13 en par. 20-14. De eenheden worden

ingesteld in Par.20-12 Referentie/terugk.eenheid.

16-56 Terugk. 3 [Eenh]

Range: Functie:0.000 Pro-

cessCtrlU-

nit*

[-999999.999 - 999999.999 Pro-

cessCtrlUnit]

Geef de waarde van Terugk. 3 weer; zie par. 20-0* Terugkoppeling.

De waarde wordt begrensd door de instellingen in Par.20-13 Minimum Reference/Feedb. en Par.

20-14 Maximum Reference/Feedb.. De eenheden worden ingesteld in Par.20-12 Referentie/te-

rugk.eenheid.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 169

3

16-58 PID Output [%]

Range: Functie:0.0 %* [0.0 - 100.0 %] Deze parameter geeft de uitgangswaarde van de PID-regelaar met terugkoppeling weer als een

percentage.

3.16.6 16-6* In- & uitgangen

Parameters voor het aangeven van de digitale en analoge I/O-poorten.

16-60 Dig. ingang

Range: Functie:0 N/A* [0 - 1023 N/A] Geef de signaalstatus van de actieve digitale ingangen weer. Voorbeeld: ingang 18 komt overeen

met bit 5; '0' = geen signaal, '1' = signaal aangesloten. Bit 6 werkt op omgekeerde wijze: aan =

'0', uit = '1' (ingang veilige stop)

Bit 0 Digitale ingang klem 33Bit 1 Digitale ingang klem 32Bit 2 Digitale ingang klem 29Bit 3 Digitale ingang klem 27Bit 4 Digitale ingang klem 19Bit 5 Digitale ingang klem 18Bit 6 Digitale ingang klem 37Bit 7 Digitale ingang alg. I/O-klem X30/4Bit 8 Digitale ingang alg. I/O-klem X30/3Bit 9 Digitale ingang alg. I/O-klem X30/2Bit 10-63 Gereserveerd voor toekomstige klemmen

130BA894.10

00000000000000000DI T-33DI T-32DI T-29DI T-27DI T-19DI T-18DI T-37DI X30/4DI X30/3DI X30/2DI X46/13DI X46/11DI X46/9DI X46/7 DI X46/5 DI X46/3DI X46/1

16-61 Klem 53 schakelinstell.

Option: Functie:Geef de instelling van ingangsklem 53 weer. Stroom = 0; spanning = 1.

[0] * Stroom

[1] Spanning

[2] Pt 1000 [°C]

[3] Pt 1000 [°F]

[4] Ni 1000 [°C]

[5] Ni 1000 [°F]

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

170 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

16-62 Anal. ingang 53

Range: Functie:0.000 N/A* [-20.000 - 20.000 N/A] Geef de huidige waarde van ingang 53 weer.

16-63 Klem 54 schakelinstell.

Option: Functie:Geef de instelling van ingangsklem 54 weer. Stroom = 0; spanning = 1.

[0] * Stroom

[1] Spanning

[2] Pt 1000 [°C]

[3] Pt 1000 [°F]

[4] Ni 1000 [°C]

[5] Ni 1000 [°F]

16-64 Anal. ingang 54

Range: Functie:0.000 N/A* [-20.000 - 20.000 N/A] Geef de huidige waarde van ingang 54 weer.

16-65 Anal. uitgang 42 [mA]

Range: Functie:0.000 N/A* [0.000 - 30.000 N/A] Geef de huidige waarde van uitgang 42 weer in mA. Deze waarde is gebaseerd op de instelling van

Par.6-50 Klem 42 uitgang.

16-66 Dig. uitgang [bin]

Range: Functie:0 N/A* [0 - 15 N/A] Geef de binaire waarden van alle digitale uitgangen weer.

16-67 Pulsingang #29 [Hz]

Range: Functie:0 N/A* [0 - 130000 N/A] Geef de actuele frequentiewaarde van klem 29 weer.

16-68 Pulsingang #33 [Hz]

Range: Functie:0 N/A* [0 - 130000 N/A] Geef de huidige waarde weer van de toegepaste frequentie op klem 33, die als pulsingang fungeert.

16-69 Pulsuitg. nr. 27 [Hz]

Range: Functie:0 N/A* [0 - 40000 N/A] Geef de huidige waarde weer van de op klem 27 toegepaste pulsen in de digitale uitgangsmodus.

16-70 Pulsuitg. nr. 29 [Hz]

Range: Functie:0 N/A* [0 - 40000 N/A] Geef de huidige waarde weer van de op klem 29 toegepaste pulsen in de digitale uitgangsmodus.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 171

3

16-71 Relaisuitgang [bin]

Range: Functie:0 N/A* [0 - 31 N/A] Geef de instellingen van alle relais weer.

16-72 Teller A

Range: Functie:0 N/A* [-2147483648 - 2147483647 N/A] Geef de huidige waarde van Teller A weer. Tellers zijn nuttig als comparator-operanden, zie Par.

13-10 Comparator-operand.

De waarde kan worden gereset of gewijzigd via digitale ingangen (parametergroep 5-1*) of met

behulp van een SLC-actie (Par.13-52 SL-controlleractie).

16-73 Teller B

Range: Functie:0 N/A* [-2147483648 - 2147483647 N/A] Geef de huidige waarde van Teller B weer. Tellers zijn nuttig als comparator-operanden (Par.

13-10 Comparator-operand).

De waarde kan worden gereset of gewijzigd via digitale ingangen (parametergroep 5-1*) of met

behulp van een SLC-actie (Par.13-52 SL-controlleractie).

16-75 Anal. ingang X30/11

Range: Functie:0.000 N/A* [-20.000 - 20.000 N/A] Geef de huidige waarde van het signaal op ingang X30/11 van de MCB 101 weer.

16-76 Anal. ingang X30/12

Range: Functie:0.000 N/A* [-20.000 - 20.000 N/A] Geef de huidige waarde van het signaal op ingang X30/12 van de MCB 101 weer.

16-77 Anal. uitgang X30/8 [mA]

Range: Functie:0.000 N/A* [0.000 - 30.000 N/A] Geef de huidige waarde van uitgang X30/8 weer in mA.

3.16.7 16-8* Veldbus & FC-poort

Parameters voor het aangeven van de busreferenties en stuurwoorden.

16-80 Veldbus CTW 1

Range: Functie:0 N/A* [0 - 65535 N/A] Geef het stuurwoord (CTW) van twee bytes weer dat afkomstig is van de busmaster. De interpretatie

van het stuurwoord hangt af van de geïnstalleerde veldbusoptie en het geselecteerde stuurwoord-

profiel in Par.8-10 Stuurwoordprofiel.

Raadpleeg de handleiding voor de betreffende veldbus voor meer informatie.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

172 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

16-82 Veldbus REF 1

Range: Functie:0 N/A* [-200 - 200 N/A] Geef het woord van twee bytes weer dat door de busmaster met het stuurwoord wordt verstuurd

om de referentiewaarde in te stellen.

Raadpleeg de handleiding voor de betreffende veldbus voor meer informatie.

16-84 Comm. optie STW

Range: Functie:0 N/A* [0 - 65535 N/A] Geef het uitgebreide statuswoord voor de veldbuscommunicatieoptie weer.

Raadpleeg de handleiding voor de betreffende veldbus voor meer informatie.

16-85 FC-poort CTW 1

Range: Functie:0 N/A* [0 - 65535 N/A] Geef het stuurwoord (CTW) van twee bytes weer dat afkomstig is van de busmaster. De interpretatie

van het stuurwoord hangt af van de geïnstalleerde veldbusoptie en het geselecteerde stuurwoord-

profiel in Par.8-10 Stuurwoordprofiel.

16-86 FC-poort REF 1

Range: Functie:0 N/A* [-200 - 200 N/A] Geef het statuswoord (STW) van twee bytes weer dat naar de busmaster wordt verzonden. De

interpretatie van het statuswoord hangt af van de geïnstalleerde veldbusoptie en het geselecteerde

stuurwoordprofiel in Par.8-10 Stuurwoordprofiel.

3.16.8 16-9* Diagnose-uitlez.

Parameters voor het weergeven van alarm-, waarschuwings- en uitgebreide statuswoorden.

16-90 Alarmwoord

Range: Functie:0 N/A* [0 - 4294967295 N/A] Geef het alarmwoord weer dat via de seriële-communicatiepoort als hex-code werd verzonden.

16-91 Alarmwoord 2

Range: Functie:0 N/A* [0 - 4294967295 N/A] Geef alarmwoord 2 weer dat via de seriële-communicatiepoort als hex-code werd verzonden.

16-92 Waarsch.-wrd

Range: Functie:0 N/A* [0 - 4294967295 N/A] Geef het waarschuwingswoord weer dat via de seriële-communicatiepoort als hex-code werd ver-

zonden.

16-93 Waarsch.woord 2

Range: Functie:0 N/A* [0 - 4294967295 N/A] Geef waarschuwingswoord 2 weer dat via de seriële-communicatiepoort als hex-code werd verzon-

den.

16-94 Uitgebr. statusw.

Range: Functie:0 N/A* [0 - 4294967295 N/A] Geeft het uitgebreide statuswoord dat via de seriële-communicatiepoort als hex-code werd verzon-

den.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 173

3

16-95 Uitgebr. statusw. 2

Range: Functie:0 N/A* [0 - 4294967295 N/A] Geeft uitgebreid statuswoord 2 dat via de seriële-communicatiepoort als hex-code werd verzonden.

16-96 Onderhoudswoord

Range: Functie:0 N/A* [0 - 4294967295 N/A] Uitlezing van het Onderhoudswoord. De bits geven de status van de geprogrammeerde Preventief-

onderhoudsgebeurtenissen in parametergroep 23-1* weer. De 13 bits geven combinaties van alle

mogelijke onderhoudspunten aan:

• Bit 0: Motorlagers

• Bit 1: Pomplagers

• Bit 2: Vent.lagers

• Bit 3: Klep

• Bit 4: Drukzender

• Bit 5: Flowzender

• Bit 6: Temperatuurzender

• Bit 7: Pompafdicht

• Bit 8: Vent.riem

• Bit 9: Filter

• Bit 10: Koelvent. omv.

• Bit 11: Algehele check omv.syst.

• Bit 12: Garantie

• Bit 13: Klantspec. 1

• Bit 14: Klantspec. 2

• Bit 15: Klantspec. 3

• Bit 16: Klantspec. 4

• Bit 17: Klantspec. 5

Positie 4⇒ Klep Vent.lagers Pomplagers Motorlagers

Positie 3 ⇒ Pompafdicht. Temperatuurzen-

der

Flowzender Drukzender

Positie 2 ⇒ Algehele check

omv.syst.

Koelvent. omv. Filter Vent.riem

Positie 1⇒ Garantie

0hex - - - -

1hex - - - +

2hex - - + -

3hex - - + +

4hex - + - -

5hex - + - +

6hex - + + -

7hex - + + +

8hex + - - -

9hex + - - +

Ahex + - + -

Bhex + - + +

Chex + + - -

Dhex + + - +

Ehex + + + -

Fhex + + + +

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

174 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

Voorbeeld:

Het Onderhoudswoord geeft 040Ahex aan.

Positie 1 2 3 4

hex-waarde 0 4 0 A

Het eerste cijfer, 0, geeft aan dat geen enkel punt van de vierde rij onderhoud nodig heeft.

Het tweede cijfer, 4, verwijst naar de derde rij en geeft aan dat de koelventilator van de omvormer

onderhoud nodig heeft.

Het derde cijfer, 0, geeft aan dat geen enkel punt van de tweede rij onderhoud nodig heeft.

Het vierde cijfer, A, verwijst naar de bovenste rij en geeft aan dat de klep en de pomplagers on-

derhoud nodig hebben.

3.17 Hoofdmenu – Data-uitlezingen 2 – Groep 18

3.17.1 18-0* Onderhoudslog

Deze groep bevat de laatste 10 logs voor preventief onderhoud. Onderhoudslog 0 is de meest recente log en Onderhoudslog 9 de oudste.

Door een van de logs te selecteren en vervolgens op [OK] te drukken, kunnen het Onderhoudspunt, de Onderhoudsactie en de tijd van de gebeurtenis

worden gevonden in Par.18-00 Onderhoudslog: item tot Par.18-03 Onderhoudslog: datum en tijd.

De [Alarm log]-toets op het LCP geeft toegang tot zowel de Alarmlog als de Onderhoudslog.

18-00 Onderhoudslog: itemArray [10]

Range: Functie:0 N/A* [0 - 255 N/A] De betekenis van het onderhoudspunt is terug te vinden in de beschrijving voor Par.23-10 Onder-

houdspunt.

18-01 Onderhoudslog: actieArray [10]

Range: Functie:0 N/A* [0 - 255 N/A] De betekenis van het onderhoudspunt is terug te vinden in de beschrijving voor Par.23-11 Onder-

houdsactie

18-02 Onderhoudslog: tijdArray [10]

Range: Functie:0 s* [0 - 2147483647 s] Geeft aan wanneer de gelogde gebeurtenis plaatsvond. De tijd wordt gemeten in seconden vanaf

de laatste inschakeling.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 175

3

18-03 Onderhoudslog: datum en tijdArray [10]

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Geeft aan wanneer de gelogde gebeurtenis plaatsvond.

NB!

Hiervoor is het nodig dat de datum en tijd zijn geprogrammeerd in Par.

0-70 Datum & tijd instellen.

De datumindeling is afhankelijk van de instelling in Par.0-71 Datumindeling, terwijl de tijdsindeling

afhankelijk is van de instelling in Par.0-72 Tijdsindeling.

NB!

De frequentieomvormer beschikt niet over een backup van de klokfunctie en de

ingestelde datum/tijd zal daarom na een uitschakeling worden teruggezet naar

de standaardinstelling (2000-01-01 00:00), tenzij een realtimeklokmodule met

backup is geïnstalleerd. Via Par.0-79 Klokfout kan worden ingesteld dat er een

waarschuwing moet worden gegenereerd wanneer de klok niet juist is ingesteld,

bijv. na een uitschakeling. Een onjuiste klokinstelling zal van invloed zijn op de

tijdstempels voor de onderhoudsgebeurtenissen.

NB!

Als een Analoge I/O-optie MCB 109 is geïnstalleerd, wordt tevens voorzien in een backup van datum en tijd.

3.17.2 18-1* Brandmoduslog

Dit logboek bevat de laatste 10 fouten die door de brandmodusfunctie zijn onderdrukt. Zie par. 24-0* Brandmodus. Het logboek kan worden bekeken

via onderstaande parameters of door de [Alarm log]-toets op het LCP in te drukken en vervolgens Brandmoduslog te selecteren. Het niet mogelijk om

de brandmoduslog te resetten.

18-10 Brandmoduslog: event

Range: Functie:0 N/A* [0 - 255 N/A] De parameter bevat een array met 10 elementen. Het uitgelezen nummer staat voor een foutcode

die correspondeert met een bepaald alarm. Een overzicht hiervan is te vinden in het hoofdstuk

Problemen verhelpen in de Design Guide.

18-11 Brandmoduslog: tijd

Range: Functie:0 s* [0 - 2147483647 s] De parameter bevat een array met 10 elementen. De parameter geeft de tijd weer waarop de ge-

logde gebeurtenis plaatsvond. De tijd wordt gemeten in seconden vanaf de eerste motorstart.

18-12 Brandmoduslog: datum en tijd

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] De parameter bevat een array met 10 elementen. De parameter geeft de datum en tijd weer waarop

de gelogde gebeurtenis plaatsvond. Deze functie werkt alleen wanneer een actuele datum en tijd

zijn ingesteld in Par.0-70 Datum & tijd instellen. NB De klok beschikt niet over een geïntegreerde

noodstroombatterij. Er moet gebruik worden gemaakt van een externe backup, bijvoorbeeld via de

Analoge I/O-optiekaart MCB 109. Zie 0-7* Klokinstellingen.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

176 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

3.17.3 18-3* In- en uitgangen

18-30 Anal. ingang X42/1

Range: Functie:0.000 N/A* [-20.000 - 20.000 N/A] Lees de waarde uit van het signaal dat is toegepast op klem X42/1 op de Analoge I/O-kaart.

De eenheid van de getoonde waarde op het LCP zal overeenkomen met de geselecteerde modus in

Par.26-00 Modus klem X42/1.

18-31 Anal. ingang X42/3

Range: Functie:0.000 N/A* [-20.000 - 20.000 N/A] Lees de waarde uit van het signaal dat is toegepast op klem X42/3 op de Analoge I/O-kaart.

De eenheid van de getoonde waarde op het LCP zal overeenkomen met de geselecteerde modus in

Par.26-01 Modus klem X42/3.

18-32 Anal. ingang X42/5

Range: Functie:0.000 N/A* [-20.000 - 20.000 N/A] Lees de waarde uit van het signaal dat is toegepast op klem X42/5 op de Analoge I/O-kaart.

De eenheid van de getoonde waarde op het LCP zal overeenkomen met de geselecteerde modus in

Par.26-02 Modus klem X42/5.

18-33 Anal. Uit X42/7 [V]

Range: Functie:0.000 N/A* [0.000 - 30.000 N/A] Lees de waarde uit van het signaal dat is toegepast op klem X42/7 op de Analoge I/O-kaart.

Deze waarde is gebaseerd op de instelling van Par.26-40 Klem X42/7 uitgang.

18-34 Anal. Uit X42/9 [V]

Range: Functie:0.000 N/A* [0.000 - 30.000 N/A] Lees de waarde uit van het signaal dat is toegepast op klem X42/9 op de Analoge I/O-kaart.

Deze waarde is gebaseerd op de instelling van Par.26-50 Klem X42/9 uitgang.

18-35 Anal. Uit X42/11 [V]

Range: Functie:0.000 N/A* [0.000 - 30.000 N/A] Lees de waarde uit van het signaal dat is toegepast op klem X42/11 op de Analoge I/O-kaart.

Deze waarde is gebaseerd op de instelling van Par.26-60 Klem X42/11 uitgang.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 177

3

3.18 Hoofdmenu – Omvormer met terugkoppeling – Groep 20

3.18.1 20-** Omvormer met terugkoppeling

Deze parametergroep wordt gebruikt voor het configureren van de PID-regelaar voor een regeling met terugkoppeling, die de uitgangsfrequentie van de

frequentieomvormer regelt.

3.18.2 20-0* Terugkoppeling

Deze parametergroep wordt gebruikt voor het configureren van het terugkoppelsignaal voor de PID-regelaar met terugkoppeling van de frequentieom-

vormer. Wanneer de frequentieomvormer in de modus met of zonder terugkoppeling draait, kan het terugkoppelsignaal ook worden weergegeven op

het display van de frequentieomvormer, worden gebruikt om een analoge uitgang van de frequentieomvormer te besturen, en via diverse seriële-com-

municatieprotocols worden verstuurd.

20-00 Bron terugk. 1

Option: Functie:Er kunnen maximaal drie verschillende terugkoppelingssignaal worden gebruikt als terugkoppe-

lingssignaal voor de PID-regelaar van de frequentieomvormer.

Deze parameter bepaalt welke ingang op de frequentieomvormer moet worden gebruikt als de bron

voor het eerste terugkoppelingssignaal.

Anal. ingang X30/11 en Anal. ingang X30/12 hebben betrekking op de optionele Algemene I/O-

kaart.

[0] Geen functie

[1] Anal. ingang 53

[2] * Anal. ingang 54

[3] Pulsingang 29

[4] Pulsingang 33

[7] Anal. ingang X30/11

[8] Anal. ingang X30/12

[9] Anal. ingang X42/1

[10] Anal. ingang X42/3

[11] Anal. ingang X42/5

[100] Busterugk. 1

[101] Busterugk. 2

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

178 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

[102] Busterugk. 3

NB!

Als een terugkoppeling niet wordt gebruikt, moet de relevante bron worden ingesteld op Geen functie [0]Par.20-20 Terugkopp.func-

tie bepaalt hoe de drie mogelijke terugkoppelingen zullen worden gebruikt door de PID-regelaar.

20-01 Conversie terugk. 1

Option: Functie:Deze parameter maakt het mogelijk om een conversiefunctie toe te passen op Terugkoppeling 1.

[0] * Lineair Lineair [0] heeft geen invloed op de terugkoppeling.

[1] Vierkantswortel Vierkantswortel [1] wordt vaak gebruikt wanneer gebruik wordt gemaakt van een druksensor om

te zorgen voor terugkoppeling van de flow (( flow ∝ druk)).

[2] Druk naar temperatuur Druk naar temperatuur [2] wordt gebruikt in compressortoepassingen om te zorgen voor terug-

koppeling van de temperatuur door middel van een druksensor. De temperatuur van het koelme-

dium wordt berekend aan de hand van de volgende formule:

Temperatuur = A2(ln(Pe + 1) − A1) − A3 waarbij A1, A2 en A3 koelmedium-specifieke constan-

ten zijn. Het koelmedium moet worden geselecteerd in Par.20-30 Koelmedium. Met behulp van de

Par.20-21 Setpoint 1 tot en met Par.20-23 Setpoint 3 kunnen voor A1, A2 en A3 waarden worden

ingesteld die niet zijn opgenomen in Par.20-30 Koelmedium.

20-02 Eenh. bron terugk. 1

Option: Functie:Deze parameter bepaalt de eenheid die wordt gebruikt voor deze terugkoppelingsbron, voordat de

terugkoppelingsconversie van Par.20-01 Conversie terugk. 1 wordt toegepast. Deze eenheid wordt

niet gebruikt door de PID-regelaar.

[0] *

[1] %

[5] PPM

[10] 1/min

[11] tpm

[12] PULS/s

[20] l/s

[21] l/min

[22] l/u.

[23] m3/s

[24] m3/min

[25] m3/u.

[30] kg/s

[31] kg/min

[32] kg/u.

[33] t/min

[34] t/u.

[40] m/s

[41] m/min

[45] m

[60] °C

[70] mbar

[71] bar

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 179

3

[72] Pa

[73] kPa

[74] m WG

[75] mm Hg

[80] kW

[120] GPM

[121] gal/s

[122] gal/min

[123] gal/u.

[124] CFM

[125] ft3/s

[126] ft3/min

[127] ft3/u.

[130] lb/s

[131] lb/min

[132] lb/u.

[140] ft/s

[141] ft/min

[145] ft

[160] °F

[170] psi

[171] lb/in²

[172] in wg

[173] ft WG

[174] in Hg

[180] pk

NB!

Deze parameter is alleen beschikbaar bij gebruik van Druk naar temperatuur als terugkoppelingsconversie.

Wanneer Par.20-01 Conversie terugk. 1 is ingesteld op Lineair [0] is de instelling van Par.20-02 Eenh. bron terugk. 1 niet van belang,

omdat het in dit geval gaat om een een-op-eenconversie.

20-03 Bron terugk. 2

Option: Functie:Zie Par.20-00 Bron terugk. 1 voor meer informatie.

[0] * Geen functie

[1] Anal. ingang 53

[2] Anal. ingang 54

[3] Pulsingang 29

[4] Pulsingang 33

[7] Anal. ingang X30/11

[8] Anal. ingang X30/12

[9] Anal. ingang X42/1

[10] Anal. ingang X42/3

[11] Anal. ingang X42/5

[100] Busterugk. 1

[101] Busterugk. 2

[102] Busterugk. 3

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

180 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

20-04 Conversie terugk. 2

Option: Functie:Zie Par.20-01 Conversie terugk. 1 voor meer informatie.

[0] * Lineair

[1] Vierkantswortel

[2] Druk naar temperatuur

20-05 Eenh. bron terugk. 2

Option: Functie:Zie Par.20-02 Eenh. bron terugk. 1 voor meer informatie.

[0] *

[1] %

[5] PPM

[10] 1/min

[11] tpm

[12] PULS/s

[20] l/s

[21] l/min

[22] l/u.

[23] m3/s

[24] m3/min

[25] m3/u.

[30] kg/s

[31] kg/min

[32] kg/u.

[33] t/min

[34] t/u.

[40] m/s

[41] m/min

[45] m

[60] °C

[70] mbar

[71] bar

[72] Pa

[73] kPa

[74] m WG

[75] mm Hg

[80] kW

[120] GPM

[121] gal/s

[122] gal/min

[123] gal/u.

[124] CFM

[125] ft3/s

[126] ft3/min

[127] ft3/u.

[130] lb/s

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 181

3

[131] lb/min

[132] lb/u.

[140] ft/s

[141] ft/min

[145] ft

[160] °F

[170] psi

[171] lb/in²

[172] in wg

[173] ft WG

[174] in Hg

[180] pk

20-06 Bron terugk. 3

Option: Functie:Zie Par.20-00 Bron terugk. 1 voor meer informatie.

[0] * Geen functie

[1] Anal. ingang 53

[2] Anal. ingang 54

[3] Pulsingang 29

[4] Pulsingang 33

[7] Anal. ingang X30/11

[8] Anal. ingang X30/12

[9] Anal. ingang X42/1

[10] Anal. ingang X42/3

[11] Anal. ingang X42/5

[100] Busterugk. 1

[101] Busterugk. 2

[102] Busterugk. 3

20-07 Conversie terugk. 3

Option: Functie:Zie Par.20-01 Conversie terugk. 1 voor meer informatie.

[0] * Lineair

[1] Vierkantswortel

[2] Druk naar temperatuur

20-08 Eenh. bron terugk. 3

Option: Functie:Zie Par.20-02 Eenh. bron terugk. 1 voor meer informatie.

[0] *

[1] %

[5] PPM

[10] 1/min

[11] tpm

[12] PULS/s

[20] l/s

[21] l/min

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

182 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

[22] l/u.

[23] m3/s

[24] m3/min

[25] m3/u.

[30] kg/s

[31] kg/min

[32] kg/u.

[33] t/min

[34] t/u.

[40] m/s

[41] m/min

[45] m

[60] °C

[70] mbar

[71] bar

[72] Pa

[73] kPa

[74] m WG

[75] mm Hg

[80] kW

[120] GPM

[121] gal/s

[122] gal/min

[123] gal/u.

[124] CFM

[125] ft3/s

[126] ft3/min

[127] ft3/u.

[130] lb/s

[131] lb/min

[132] lb/u.

[140] ft/s

[141] ft/min

[145] ft

[160] °F

[170] psi

[171] lb/in²

[172] in wg

[173] ft WG

[174] in Hg

[180] pk

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 183

3

20-12 Referentie/terugk.eenheid

Option: Functie:Deze parameter bepaalt de eenheid die wordt gebruikt voor de setpointreferentie en de terugkop-

peling die door de PID-regelaar wordt gebruikt om de uitgangsfrequentie van de frequentieomvor-

mer te regelen.

[0] *

[1] %

[5] PPM

[10] 1/min

[11] tpm

[12] PULS/s

[20] l/s

[21] l/min

[22] l/u.

[23] m3/s

[24] m3/min

[25] m3/u.

[30] kg/s

[31] kg/min

[32] kg/u.

[33] t/min

[34] t/u.

[40] m/s

[41] m/min

[45] m

[60] °C

[70] mbar

[71] bar

[72] Pa

[73] kPa

[74] m WG

[75] mm Hg

[80] kW

[120] GPM

[121] gal/s

[122] gal/min

[123] gal/u.

[124] CFM

[125] ft3/s

[126] ft3/min

[127] ft3/u.

[130] lb/s

[131] lb/min

[132] lb/u.

[140] ft/s

[141] ft/min

[145] ft

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

184 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

[160] °F

[170] psi

[171] lb/in²

[172] in wg

[173] ft WG

[174] in Hg

[180] pk

20-13 Minimum Reference/Feedb.

Range: Functie:0.000 Pro-

cessCtrlU-

nit*

[-999999.999 - par. 20-14 Pro-

cessCtrlUnit]

Voer de gewenste minimale waarde voor de externe referentie in voor situaties waarbij par. 1-00

Configuratiemodus is ingesteld op Met terugk. [3]. De betreffende eenheid wordt ingesteld in par.

20-12 Referentie/terugk.eenheid.

De minimale terugkoppeling zal -200% bedragen van de ingestelde waarde in par. 20-13 of 20-14,

afhankelijk van welke numerieke waarde hoger is.

NB!

Wanneer par. 1-00 Configuratiemodus is ingesteld op Geen terugk. [0] moet par.

3-02 Minimumreferentie worden gebruikt.

20-14 Maximum Reference/Feedb.

Range: Functie:100.000

ProcessCtr-

lUnit*

[par. 20-13 - 999999.999 Pro-

cessCtrlUnit]

Stel de waarde voor maximumreferentie/terugkoppeling voor een regeling met terugkoppeling in.

De instelling bepaalt de hoogste waarde die kan worden verkregen bij een regeling met terugkop-

peling als alle referentiebronnen bij elkaar worden opgeteld. De instelling komt overeen met een

terugkoppeling van 100% bij een regeling met of zonder terugkoppeling (totale referentiebereik:

-200% tot +200%).

NB!

Wanneer Par.1-00 Configuratiemodus is ingesteld op Geen terugk. [0] moet Par.3-03 Max. referentie worden gebruikt.

NB!

De dynamiek van de PID-regelaar is afhankelijk van de geprogrammeerde waarde in deze parameter. Zie ook Par.20-93 PID prop.

versterking.

Par. 20-13 en par. 20-14 bepalen ook het terugkoppelingsbereik wanneer terugkoppeling wordt gebruikt voor uitlezing op het display

terwijl Par.1-00 Configuratiemodus is ingesteld op Geen terugk. [0]. Dezelfde condities als hierboven.

3.18.3 20-2* Terugk. & setpoint

Deze parametergroep wordt gebruikt om in te stellen hoe de PID-regelaar van de frequentieomvormer de drie mogelijke terugkoppelsignalen zal gebruiken

om de uitgangsfrequentie van de frequentieomvormer te regelen. Deze groep wordt tevens gebruikt om de drie interne setpointreferenties op te slaan.

20-20 Terugkopp.functie

Option: Functie:Deze parameter bepaalt hoe de drie mogelijke terugkoppelingen zullen worden gebruikt om de

uitgangsfrequentie van de frequentieomvormer te regelen.

[0] Som Som [0] bepaalt dat de PID-regelaar de som van Terugkoppeling 1, Terugkoppeling 2 en Terug-

koppeling 3 als terugkoppeling moet gebruiken.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 185

3

NB!

Terugkoppelingen die niet worden gebruikt, moeten worden ingesteld op Geen

functie in Par.20-00 Bron terugk. 1, Par.20-03 Bron terugk. 2 of Par.20-06 Bron

terugk. 3.

De som van Setpoint 1 en andere referenties die eventueel zijn ingeschakeld (zie par. groep 3-1*)

zullen worden gebruikt als de setpointreferentie van de PID-regelaar.

[1] Verschil Verschil [1] bepaalt dat de PID-regelaar het verschil tussen Terugkoppeling 1 en Terugkoppeling 2

als terugkoppeling moet gebruiken. Terugkoppeling 3 wordt in dit geval niet gebruikt. Alleen setpoint

1 zal worden gebruikt. De som van Setpoint 1 en andere referenties die eventueel zijn ingeschakeld

(zie par. groep 3-1*) zullen worden gebruikt als de setpointreferentie van de PID-regelaar.

[2] Gemiddelde Gemiddelde [2] bepaalt dat de PID-regelaar het gemiddelde van Terugkoppeling 1, Terugkoppeling

2 en Terugkoppeling 3 als terugkoppeling moet gebruiken.

NB!

Terugkoppelingen die niet worden gebruikt, moeten worden ingesteld op Geen

functie in Par.20-00 Bron terugk. 1, Par.20-03 Bron terugk. 2 of Par.20-06 Bron

terugk. 3. De som van Setpoint 1 en andere referenties die eventueel zijn inge-

schakeld (zie par. groep 3-1*) zullen worden gebruikt als de setpointreferentie

van de PID-regelaar.

[3] * Minimum Minimum [3] bepaalt dat de PID-regelaar Terugkoppeling 1, Terugkoppeling 2 en Terugkoppeling

3 met elkaar moet vergelijken en de laagste waarde als terugkoppeling moet gebruiken.

NB!

Terugkoppelingen die niet worden gebruikt, moeten worden ingesteld op Geen

functie in Par.20-00 Bron terugk. 1, Par.20-03 Bron terugk. 2 of Par.20-06 Bron

terugk. 3. Alleen setpoint 1 zal worden gebruikt. De som van Setpoint 1 en andere

referenties die eventueel zijn ingeschakeld (zie par. groep 3-1*)) zullen worden

gebruikt als de setpointreferentie van de PID-regelaar.

[4] Maximum Maximum [4] bepaalt dat de PID-regelaar Terugkoppeling 1, Terugkoppeling 2 en Terugkoppeling

3 met elkaar moet vergelijken en de hoogste waarde als terugkoppeling moet gebruiken.

NB!

Terugkoppelingen die niet worden gebruikt, moeten worden ingesteld op Geen

functie in Par.20-00 Bron terugk. 1, Par.20-03 Bron terugk. 2 of Par.20-06 Bron

terugk. 3.

Alleen setpoint 1 zal worden gebruikt. De som van Setpoint 1 en andere referenties die eventueel

zijn ingeschakeld (zie par. groep 3-1*) zullen worden gebruikt als de setpointreferentie van de PID-

regelaar.

[5] Multi-setpoint min Multi-setpoint min [5] bepaalt dat de PID-regelaar het verschil tussen Terugkoppeling 1 en Setpoint

1, Terugkoppeling 2 en Setpoint 2, en Terugkoppeling 3 en Setpoint 3 moet berekenen. Vervolgens

moet hij gebruik maken van het terugkoppeling/setpointpaar waarbij de terugkoppeling het verst

onder de bijbehorende setpointreferentie ligt. Als alle terugkoppelsignalen hoger zijn dan de bijbe-

horende setpoints zal de PID-regelaar het terugkoppeling/setpointpaar gebruiken waarbij het

verschil tussen de terugkoppeling en het setpoint het kleinst is.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

186 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

NB!

Als slechts twee terugkoppelsignalen worden gebruikt, moet de terugkoppeling

die niet wordt gebruikt, worden ingesteld op Geen functie in Par.20-00 Bron te-

rugk. 1, Par.20-03 Bron terugk. 2 of Par.20-06 Bron terugk. 3. Houd er rekening

mee dat elke setpointreferentie de som is van de bijbehorende parameterwaarde

(Par.20-21 Setpoint 1, Par.20-22 Setpoint 2 en Par.20-23 Setpoint 3) en eventu-

ele andere referenties die zijn ingeschakeld (zie par. groep 3-1*).

[6] Multi-setpoint max Multi-setpoint max [6] bepaalt dat de PID-regelaar het verschil tussen Terugkoppeling 1 en Setpoint

1, Terugkoppeling 2 en Setpoint 2, en Terugkoppeling 3 en Setpoint 3 moet berekenen. Vervolgens

moet hij gebruik maken van het terugkoppeling/setpointpaar waarbij de terugkoppeling het verst

boven de bijbehorende setpointreferentie ligt. Als alle terugkoppelsignalen lager zijn dan de bijbe-

horende setpoints zal de PID-regelaar het terugkoppeling/setpointpaar gebruiken waarbij het

verschil tussen de terugkoppeling en het setpoint het kleinst is.

NB!

Als slechts twee terugkoppelsignalen worden gebruikt, moet de terugkoppeling

die niet wordt gebruikt, worden ingesteld op Geen functie in Par.20-00 Bron te-

rugk. 1, Par.20-03 Bron terugk. 2 of Par.20-06 Bron terugk. 3. Houd er rekening

mee dat elke setpointreferentie de som is van de bijbehorende parameterwaarde

(Par.20-21 Setpoint 1, Par.20-22 Setpoint 2 en Par.20-23 Setpoint 3) en eventu-

ele andere referenties die zijn ingeschakeld (zie par. groep 3-1*).

NB!

Terugkoppelingen die niet worden gebruikt, moeten worden ingesteld op Geen functie in de bijbehorende parameter voor de terug-

koppelingsbron: Par.20-00 Bron terugk. 1, Par.20-03 Bron terugk. 2 of Par.20-06 Bron terugk. 3.

De terugkoppeling die is ingesteld in Par.20-20 Terugkopp.functie zal door de PID-regelaar worden gebruikt om de uitgangsfrequentie van de frequen-

tieomvormer te regelen. Deze terugkoppeling kan ook worden weergegeven op het display van de frequentieomvormer, worden gebruikt om een analoge

uitgang van de frequentieomvormer te besturen, en via diverse seriële-communicatieprotocollen worden verstuurd.

De frequentieomvormer kan worden geconfigureerd voor het afhandelen van toepassingen met meerdere zones. De volgende twee multi-zonetoepas-

singen worden ondersteund:

• Multi-zone, één setpoint

• Multi-zone, multi-setpoint

Het verschil tussen deze twee wordt duidelijk gemaakt via de volgende voorbeelden:

Voorbeeld 1 – Multi-zone, één setpoint

In een kantoorgebouw moet een VLT HVAC Drive-systeem met VAV (variabel luchtvolume) zorgen voor een minimumdruk in bepaalde VAV-kasten.

Vanwege de wisselende drukverliezen in elk kanaal kan er niet van worden uitgegaan dat de druk in elke VAV-kast hetzelfde is. Voor alle VAV-kasten is

dezelfde minimumdruk vereist. Deze regelmethode kan worden ingesteld door Par.20-20 Terugkopp.functie in te stellen op Minimum [3] en de gewenste

druk in te stellen in Par.20-21 Setpoint 1. De PID-regelaar zal de ventilatorsnelheid verhogen als een van de terugkoppelingen onder het ingestelde

setpoint komt en de ventilatorsnelheid verlagen als alle terugkoppelingen zich boven het ingestelde setpoint bevinden.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 187

3

Voorbeeld 2 – Multi-zone, multi-setpoint

Het vorige voorbeeld kan worden gebruikt om het gebruik van een regeling met multi-zone, multi-setpoint te illustreren. Als voor elke VAV-kast in de

zones een andere druk nodig is, kunnen de afzonderlijke setpoints worden ingesteld in Par.20-21 Setpoint 1, Par.20-22 Setpoint 2 en Par.20-23 Setpoint

3. Wanneer Par.20-20 Terugkopp.functie wordt ingesteld op Multi-setpoint min [5] zal de PID-regelaar de ventilatorsnelheid verhogen als een van de

terugkoppelingen onder het ingestelde setpoint komt en de ventilatorsnelheid verlagen als alle terugkoppelingen zich boven de bijbehorende setpoints

bevinden.

20-21 Setpoint 1

Range: Functie:0.000 Pro-

cessCtrlU-

nit*

[-999999.999 - 999999.999 Pro-

cessCtrlUnit]

Setpoint 1 wordt bij een regeling met terugkoppeling gebruikt om een setpointreferentie voor de

PID-regelaar van de frequentieomvormer in te stellen. Zie de beschrijving van Par.20-20 Terug-

kopp.functie.

NB!

De setpointreferentie die hier wordt ingevoerd, wordt opgeteld bij alle andere

referenties die zijn ingeschakeld (zie par. groep 3-1*).

20-22 Setpoint 2

Range: Functie:0.000 Pro-

cessCtrlU-

nit*

[-999999.999 - 999999.999 Pro-

cessCtrlUnit]

Setpoint 2 wordt bij een regeling met terugkoppeling gebruikt om een setpointreferentie voor de

PID-regelaar van de frequentieomvormer in te stellen. Zie de beschrijving van Par.20-20 Terug-

kopp.functie Terugkopp.functie.

NB!

De setpointreferentie die hier wordt ingevoerd, wordt

opgeteld bij alle andere referenties die zijn ingescha-

keld (zie par. groep 3-1*).

20-23 Setpoint 3

Range: Functie:0.000 Pro-

cessCtrlU-

nit*

[-999999.999 - 999999.999 Pro-

cessCtrlUnit]

Setpoint 3 wordt bij een regeling met terugkoppeling gebruikt om een setpointreferentie voor de

PID-regelaar van de frequentieomvormer in te stellen. Zie de beschrijving van Par.20-20 Terug-

kopp.functie.

NB!

De setpointreferentie die hier wordt ingevoerd, wordt opgeteld bij alle andere

referenties die zijn ingeschakeld (zie par. 3-1*).

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

188 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

3.18.4 20-3* Terugk. geav. conv.

In toepassingen met airconditioningcompressoren is het vaak nuttig om het systeem te regelen op basis van de temperatuur van het koelmedium. Het

is echter vaak gemakkelijker om direct de druk te meten. Deze parametergroep maakt het voor de PID-regelaar van de frequentieomvormer mogelijk

om de drukmetingen voor het koelmedium om te zetten naar temperatuurwaarden.

20-30 Koelmedium

Option: Functie:Selecteer het koelmedium dat in de compressortoepassing wordt gebruikt. Deze parameter moet

juist worden ingesteld om te zorgen voor een juiste conversie van druk naar temperatuur. Selecteer

Klantspec. [7] als het gebruikte koelmedium niet staat vermelde bij opties [0] tot en met [6]. Gebruik

vervolgens Par.20-31 Klantspec. koelmedium A1, Par.20-32 Klantspec. koelmedium A2 en Par.

20-33 Klantspec. koelmedium A3 om A1, A2 en A3 voor de volgende vergelijking in te stellen:

Temperatuur = A2(ln(Pe + 1) − A1) − A3

[0] * R22

[1] R134a

[2] R404a

[3] R407c

[4] R410a

[5] R502

[6] R744

[7] Klantspec.

20-31 Klantspec. koelmedium A1

Range: Functie:10.0000 N/

A*

[8.0000 - 12.0000 N/A] Gebruik deze parameter om de waarde van coëfficiënt A1 in te voeren wanneer Par.20-30 Koelme-

dium is ingesteld op Klantspec. [7].

20-32 Klantspec. koelmedium A2

Range: Functie:-2250.00 N/

A*

[-3000.00 - -1500.00 N/A] Gebruik deze parameter om de waarde van coëfficiënt A2 in te voeren wanneer Par.20-30 Koelme-

dium is ingesteld op Klantspec. [7].

20-33 Klantspec. koelmedium A3

Range: Functie:250.000 N/

A*

[200.000 - 300.000 N/A] Gebruik deze parameter om de waarde van coëfficiënt A3 in te voeren wanneer Par.20-30 Koelme-

dium is ingesteld op Klantspec. [7].

3.18.5 20-7* PID autotuning

De PID-regelaar voor een regeling met terugkoppeling van de frequentieomvormer (parametergroep 20-**, Omvormer met terugkoppeling) kan auto-

matisch worden afgesteld, wat de inbedrijfstelling sneller en eenvoudiger maakt, terwijl een nauwkeurige afstelling van de PID-regeling is gewaarborgd.

Om gebruik te maken van de functie Autotuning moet de frequentieomvormer via par. Par.1-00 Configuratiemodus worden ingesteld op een regeling

met terugkoppeling.

Om tijdens het autotuningproces te kunnen reageren op meldingen moet gebruik worden gemaakt van een grafisch lokaal bedieningspaneel (LCP).

Wanneer de functie in Par.20-79 PID autotuning wordt ingeschakeld, wordt de frequentieomvormer in autotuningmodus gezet. Het LCP leidt de gebruiker

vervolgens via instructies op het scherm.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 189

3

De ventilator/pomp wordt gestart door de toets [Auto on] op het LCP in te drukken en een startsignaal toe te passen. De snelheid wordt met behulp van

de toetsen [] en [] op het LCP handmatig ingesteld op een niveau waarbij de terugkoppeling ongeveer gelijk is aan het instelpunt van het systeem.

NB!

Wanneer de motorsnelheid handmatig wordt aangepast, is niet mogelijk om de motor op minimale of maximale snelheid te laten

draaien, aangezien de motor tijdens het autotuningproces een stap omhoog of omlaag moet kunnen gaan.

PID autotuning werkt op basis van stapsgewijze wijzigingen bij een stationaire toestand, waarbij de terugkoppeling wordt bewaakt. Op basis van de

terugkoppeling worden de vereiste waarden voor Par.20-93 PID prop. versterking en Par.20-94 PID integratietijd berekend. Par. Par.20-95 PID differen-

tiatietijd wordt ingesteld op de waarde 0 (nul). De instelling voor Par.20-81 PID normaal/inv regeling wordt bepaald tijdens het afstellingsproces.

Deze berekende waarden worden weergegeven op het LCP, waarna de gebruiker deze kan accepteren of afwijzen. Wanneer de waarden zijn geaccepteerd,

worden ze naar de relevante parameters weggeschreven en wordt de PID autotuningmodus uitgeschakeld via Par.20-79 PID autotuning. Afhankelijk van

het betreffende systeem kan het automatisch afstellen een aantal minuten duren.

Het wordt aanbevolen om de aan/uitlooptijden in Par.3-41 Ramp 1 aanlooptijd, Par.3-42 Ramp 1 uitlooptijd of Par.3-51 Ramp 2 aanlooptijd en Par.

3-52 Ramp 2 uitlooptijd in te stellen op basis van de massatraagheid voordat PID autotuning wordt ingeschakeld. Als PID autotuning met lage aan/

uitlooptijden wordt uitgevoerd, zullen de afgestelde parameters meestal resulteren in een zeer trage regeling. Extreme ruis van de terugkoppelingssensor

kan worden verwijderd met behulp van een ingangsfilter (parametergroep 6-**, 5-5* en 26-** Klem 53/54 filter tijdconstante/Pulsfilter tijdconstante nr.

29/33) voordat PID autotuning wordt ingeschakeld. Voor de betrouwbaarste regelaarinstelling wordt aanbevolen om PID autotuning uit te voeren terwijl

de toepassing werkt in typische bedrijfscondities, d.w.z. met een typische belasting.

20-70 Type met terugk.

Option: Functie:Deze parameter bepaalt de reactie van de toepassing. De standaardmodus zou geschikt moeten

zijn voor de meeste toepassingen. Als de toepassingssnelheid bekend is, kan deze hier worden

geselecteerd. Dit zal de benodigde tijd voor het PID autotuningproces verkorten. De instelling heeft

geen invloed op de waarde van de afgestelde parameters en wordt uitsluitend gebruikt voor de

autotuningprocedure.

[0] * Auto

[1] Snelle druk

[2] Trage druk

[3] Snelle temp.

[4] Trage temp.

20-71 Tuningmodus

Option: Functie:[0] * Normaal De instelling Normaal is geschikt voor een drukregeling in ventilatorsystemen.

[1] Snel De instelling Snel wordt over het algemeen gebruikt in pompsystemen, wanneer een snellere re-

gelrespons gewenst is.

20-72 PID uitgangswijz.

Range: Functie:0.10 N/A* [0.01 - 0.50 N/A] Deze parameter bepaalt de grootte van de stappen tijdens het automatisch afstellen. De waarde is

een percentage van de maximumsnelheid. Wanneer de maximale uitgangsfrequentie in Par.

4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM]/Par.4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz] bijvoorbeeld is ingesteld

op 50 Hz, dan staat de waarde 0,10 voor 10% van 50 Hz, oftewel 5 Hz. Om de beste afstellings-

nauwkeurigheid te verkrijgen, moet deze parameter worden ingesteld op een waarde die leidt tot

een wijziging in de terugkoppeling van 10-20%.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

190 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

20-73 Min. terugk.niveau

Range: Functie:-999999.00

0 Pro-

cessCtrlU-

nit*

[-999999.999 - par. 20-74 Pro-

cessCtrlUnit]

Het minimaal toegestane terugkoppelingsniveau moet hier worden ingesteld in de eenheid die is

geselecteerd in Par.20-12 Referentie/terugk.eenheid. Als het niveau lager wordt dan de ingestelde

waarde in Par.20-73 Min. terugk.niveau wordt het automatisch afstellen afgebroken en verschijnt

er een foutmelding op het LCP.

20-74 Max. terugk.niveau

Range: Functie:999999.000

ProcessCtr-

lUnit*

[par. 20-73 - 999999.999 Pro-

cessCtrlUnit]

Het maximaal toegestane terugkoppelingsniveau moet hier worden ingesteld in de eenheid die is

geselecteerd in Par.20-12 Referentie/terugk.eenheid. Als het niveau hoger wordt dan de ingestelde

waarde in Par.20-74 Max. terugk.niveau wordt het automatisch afstellen afgebroken en verschijnt

er een foutmelding op het LCP.

20-79 PID autotuning

Option: Functie:Deze parameter start het PID autotuningproces. Wanneer het automatisch afstellen met succes is

voltooid en de instellingen via de [OK]-toets of de [Cancel]-toets op het LCP door de gebruiker zijn

geaccepteerd dan wel afgewezen, wordt deze parameter teruggezet op Uitgesch. [0].

[0] * Uitgesch.

[1] Ingesch.

3.18.6 20-8* PID-basisinstell.

Deze parametergroep dient om de basiswerking van de PID-regelaar van de frequentieomvormer te configureren, waaronder de wijze waarop de PID-

regelaar moet reageren op een terugkoppeling die lager of hoger is dan het setpoint, de snelheid waarbij hij in werking moet treden en het moment

waarop hij moet aangeven dat het systeem het setpoint heeft bereikt.

20-81 PID normaal/inv regeling

Option: Functie:[0] * Normaal Normaal [0] zorgt ervoor dat de uitgangsfrequentie van de frequentieomvormer verlaagd wordt

wanneer de terugkoppeling hoger is dan de setpointreferentie. Deze instelling wordt veel gebruikt

voor toepassingen met drukgestuurde toevoerventilatoren en pompen.

[1] geïnverteerd

20-82 PID startsnelheid [tpm]

Range: Functie:0 RPM* [0 - par. 4-13 RPM] Wanneer de frequentieomvormer voor de eerste keer wordt opgestart, loopt hij in de modus zonder

terugkoppeling eerst aan tot deze uitgangssnelheid op basis van de actieve aanlooptijd. Wanneer

de geprogrammeerde uitgangssnelheid is bereikt, zal de frequentieomvormer automatisch over-

schakelen naar de modus met terugkoppeling en zal de PID-regelaar in werking treden. Dit is nuttig

voor toepassingen waarbij de aangedreven last na het opstarten snel moet versnellen naar een

minimumsnelheid.

NB!

Deze parameter is alleen zichtbaar als Par.0-02 Eenh. motortoerental is ingesteld

op TPM [0].

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 191

3

20-83 PID startsnelheid [Hz]

Range: Functie:0 Hz* [0.0 - par. 4-14 Hz] Wanneer de frequentieomvormer voor de eerste keer wordt opgestart, loopt hij in de modus zonder

terugkoppeling eerst aan tot deze uitgangsfrequentie op basis van de actieve aanlooptijd. Wanneer

de geprogrammeerde uitgangsfrequentie is bereikt, zal de frequentieomvormer automatisch over-

schakelen naar de modus met terugkoppeling en zal de PID-regelaar in werking treden. Dit is nuttig

voor toepassingen waarbij de aangedreven last na het opstarten snel moet versnellen naar een

minimumsnelheid.

NB!

Deze parameter is alleen zichtbaar als Par.0-02 Eenh. motortoerental is ingesteld

op Hz [1].

20-84 Bandbreedte op referentie

Range: Functie:5 %* [0 - 200 %] Wanneer het verschil tussen de terugkoppeling en de setpointreferentie minder is dan de waarde

van deze parameter, zal de tekst 'Op referentie' op het display van de frequentieomvormer worden

getoond. Deze status kan extern doorgegeven worden door een van de digitale uitgangen te pro-

grammeren voor Op ref/geen waarsch. [8]. Voor seriële communicatie geldt tevens dat het statusbit

'Op referentie' van het statuswoord van de frequentieomvormer hoog (1) zal zijn.

De waarde van Bandbreedte op referentie wordt berekend als een percentage van de setpointre-

ferentie.

3.18.7 20-9* PID-regelaar

Deze parametergroep biedt mogelijkheden om de PID-regelaar handmatig aan te passen. Door een aanpassing van de parameters voor de PID-regelaar

kunnen de regelprestaties worden verbeterd. Zie de sectie PID in de VLT HVAC Drive Design Guide, MG.11.Bx.yy voor aanwijzingen over het aanpassen

van de parameters voor de PID-regelaar.

20-91 PID-integratiebegrenzing

Option: Functie:[0] Uit Uit [0] De integrator zal doorgaan met het wijzigen van de waarde, ook nadat het uitgangssignaal

de uiterste waarde heeft bereikt. Dit kan naderhand een vertraagde wijziging in het uitgangssignaal

van de regelaar veroorzaken.

[1] * Aan Aan [1] De integrator zal worden geblokkeerd wanneer het uitgangssignaal van de ingebouwde PID-

regelaar de uiterste waarde (min. of max. waarde) heeft bereikt en dan geen bijdrage meer leveren

aan een wijziging van de waarde van de betreffende procesparameter. Hierdoor kan de regelaar

sneller reageren op het moment dat hij het systeem weer kan regelen.

20-93 PID prop. versterking

Range: Functie:0.50 N/A* [0.00 - 10.00 N/A]

Als (fout x versterking) sterk wijzigt met een waarde die overeenkomt met de instelling in Par.20-14 Maximum Reference/Feedb. zal de PID-regelaar

proberen om de uitgangssnelheid aan te passen overeenkomstig de ingestelde waarde in Par.4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM]/Par.4-14 Motorsnelh.

hoge begr. [Hz]; in de praktijk betekent dit dat hij door deze instelling wordt begrensd.

De proportionele band (fout die maakt dat het uitgangsvermogen wijzigt van 0-100%) kan worden berekend aan de hand van de volgende formule:

( 1Prop. versterking ) × (Max Referentie)

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

192 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

NB!

Stel de gewenste waarden voor Par.20-14 Maximum Reference/Feedb. altijd in voordat u de waarden voor de PID-regelaar in parametergroep 20-9*

instelt.

20-94 PID integratietijd

Range: Functie:20.00 s* [0.01 - 10000.00 s] In de loop der tijd levert de integrator een bijdrage aan het vermogen van de PID-regelaar zolang

er een verschilt bestaat tussen de referentie/het setpoint en de terugkoppelsignalen. De bijdrage is

proportioneel met de hoogte van de afwijking. Dit zorgt ervoor dat de afwijking (fout) in de buurt

van nul komt.

Een snelle reactie op een afwijking wordt verkregen wanneer de integratietijd wordt ingesteld op

een lage waarde. Een te lage waarde kan er echter toe leiden dat de regelaar instabiel wordt.

De ingestelde waarde is de tijd die de integrator nodig heeft om dezelfde bijdrage te leveren als het

proportionele deel voor een bepaalde afwijking.

Wanneer de waarde wordt ingesteld op 10.000 zal de regelaar werken als een echte proportionele

regelaar met een P-band die is gebaseerd op de ingestelde waarde in Par.20-93 PID prop. verster-

king. Wanneer er geen afwijking is, zal het vermogen van de proportionele regelaar 0 zijn.

20-95 PID differentiatietijd

Range: Functie:0.00 s* [0.00 - 10.00 s] De differentiator bewaakt de mate waarin de terugkoppeling wijzigt. Als de terugkoppeling snel

wijzigt, zal hij de uitgang van de PID-regelaar aanpassen om de mate waarin de terugkoppeling

wijzigt, te beperken. Een snelle reactie van de PID-regelaar wordt verkregen als deze waarde hoog

is. Als de waarde echter te hoog is, kan de uitgangsfrequentie van de frequentieomvormer instabiel

worden.

Een differentiatietijd is nuttig in situaties waarbij een uiterst snelle reactie van de frequentieomvor-

mer en een nauwkeurige snelheidsregeling nodig zijn. Het kan lastig zijn om deze aan te passen

voor een goede systeemregeling. Differentiatietijd wordt niet vaak gebruikt in VLT HVAC Drive-

toepassingen. Daarom is het meestal beter om deze parameter op 0 of Uit te laten staan.

20-96 PID diff. verst.limiet

Range: Functie:5.0 N/A* [1.0 - 50.0 N/A] De differentiator van een PID-regelaar reageert op de mate waarin de terugkoppeling wijzigt. Een

abrupte verandering in de terugkoppeling kan er daarom toe leiden dat de differentiator een zeer

grote wijziging in de uitgang van de PID-regelaar veroorzaakt. Deze parameter beperkt het maxi-

male effect dat de differentiator van de PID-regelaar kan leveren. Een lagere waarde beperkt het

maximale effect van de differentiator van de PID-regelaar.

Deze parameter is alleen actief wanneer Par.20-95 PID differentiatietijd niet is ingesteld op Uit (0

s).

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 193

3

3.19 Hoofdmenu – Uitgebr. met terugk. – FC 100 – Groep 21

3.19.1 21-** Uitgebr. met terugk.

De FC 102 biedt behalve de PID-regelaar ook 3 uitgebreide PID-regelaars met terugkoppeling. Deze kunnen onafhankelijk van elkaar worden geconfi-

gureerd om externe actuatoren (kleppen, luchtregelkleppen, enz.) te besturen of om te worden gebruikt in combinatie met de interne PID-regelaar om

de dynamische reacties op setpointwijzigingen of verstoringen in de belasting te verbeteren.

De uitgebreide PID-regelaars met terugkoppeling kunnen onderling met elkaar of met de PID-regelaar met terugkoppeling worden verbonden om een

configuratie met dubbele lus te vormer.

Als de uitgebreide regelaar wordt gebruikt om een modulatieapparaat (bijv. een kleppenmotor) te besturen, moet dit een positioneringsservo zijn met

ingebouwde elektronica die een stuursignaal van 0-10 V (signaal van analoge I/O-kaart MCB 109) of 0/4-20 mA (signaal van stuurkaart en/of algemene

I/O-kaart MCB 101) kan accepteren.

Deze uitgangsfuncties kunnen geprogrammeerd worden in de volgende parameters:

• Stuurkaart, klem 42: Par.6-50 Klem 42 uitgang (optie [113] ... [115] of [149] ... [151]), Uitgebr. met terugk. 1/2/3

• Algemene I/O-kaart MCB 101, klem X30/8: Par.6-60 Klem X30/8 uitgang, (optie [113] ... [115] of [149] ... [151]), Uitgebr. met terugk. 1/2/3

• Analoge I/O-kaart MCB 109, klem X42/7 ... 11: Par.26-40 Klem X42/7 uitgang, Par.26-50 Klem X42/9 uitgang, Par.26-60 Klem X42/11 uitgang

(optie [113] ... [115]), Uitgebr. met terugk. 1/2/3

Algemene I/O-kaart en Analoge I/O-kaart zijn optionele kaarten.

3.19.2 21-0* Uitgebr. PID autotuning

De uitgebreide PID-regelaars voor een regeling met terugkoppeling (par. 21-** Uitgebr. met terugk.) kunnen automatisch worden afgesteld, wat de

inbedrijfstelling sneller en eenvoudiger maakt, terwijl een nauwkeurige afstelling van de PID-regeling is gewaarborgd.

Om de functie PID autotuning te kunnen gebruiken, moet de betreffende uitgebreide PID-regelaar geconfigureerd zijn voor de toepassing.

Om tijdens het autotuningproces te kunnen reageren op meldingen moet gebruik worden gemaakt van een grafisch lokaal bedieningspaneel (LCP).

Wanneer het automatisch afstellen Par.21-09 PID autotuning wordt ingeschakeld, wordt de PID-regelaar in de autotuningmodus gezet. Het LCP leidt de

gebruiker vervolgens via instructies op het scherm.

PID autotuning werkt op basis van stapsgewijze wijzigingen waarbij de terugkoppeling bewaakt wordt. Op basis van de terugkoppelreactie worden de

vereiste waarden berekend, nl. Par.21-21 Uitgebr prop. verst 1, Par.21-41 Uitgebr prop. verst 2, en Par.21-61 Uitgebr prop. verst 3 voor de waarde van

de PID proportionele versterking van uitgebreide terugkoppeling 1-3, en Par.21-22 Uitgebr integr.tijd 1, Par.21-42 Uitgebr integr.tijd 2 en Par.

21-62 Uitgebr integr.tijd 3 voor de waarde van de PID integratietijd van uitgebreide terugkoppeling 1-3. De parameters voor PID differentiatietijd, nl.

Par.21-23 Uitgebr diff.tijd 1, Par.21-43 Uitgebr diff.tijd 2 en Par.21-63 Uitgebr diff.tijd 3 voor uitgebreide terugkoppeling 1-3, worden ingesteld op de

waarde 0 (nul). De instellingen voor PID normaal/inv regeling, nl. Par.21-20 Uitgebr normaal/omgekrd 1, Par.21-40 Uitgebr normaal/omgekrd 2 en Par.

21-60 Uitgebr normaal/omgekrd 3 voor uitgebreide terugkoppeling 1-3, worden bepaald tijdens het afstellingsproces.

Deze berekende waarden worden weergegeven op het LCP, waarna de gebruiker deze kan accepteren of afwijzen. Wanneer de waarden geaccepteerd

zijn, worden ze naar de relevante parameters weggeschreven en wordt de PID autotuningmodus uitgeschakeld via Par.21-09 PID autotuning. Afhankelijk

van het betreffende systeem kan het automatisch afstellen een aantal minuten duren.

Extreme ruis van de terugkoppelingssensor kan worden verwijderd met behulp van een ingangsfilter (parametergroep 6-**,5-5* and 26-** Klem 53/54

filter tijdconstante/Pulsfilter tijdconstante nr. 29/33) voordat PID autotuning wordt ingeschakeld.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

194 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

21-00 Type met terugk.

Option: Functie:Deze parameter bepaalt de reactie van de toepassing. De standaardmodus zou geschikt moeten

zijn voor de meeste toepassingen. Als de relatieve toepassingssnelheid bekend is, kan deze hier

worden geselecteerd. Dit zal de benodigde tijd voor het PID autotuningproces verkorten. De instel-

ling heeft geen invloed op de waarde van de afgestelde parameters en wordt uitsluitend gebruikt

voor de PID autotuningprocedure.

[0] * Auto

[1] Snelle druk

[2] Trage druk

[3] Snelle temp.

[4] Trage temp.

21-01 Tuningmodus

Option: Functie:[0] * Normaal De instelling Normaal is geschikt voor een drukregeling in ventilatorsystemen.

[1] Snel De instelling Snel wordt over het algemeen gebruikt in pompsystemen, wanneer een snellere re-

gelrespons gewenst is.

21-02 PID uitgangswijz.

Range: Functie:0.10 N/A* [0.01 - 0.50 N/A] Deze parameter bepaalt de grootte van de stappen tijdens het automatisch afstellen. De waarde is

een percentage van het volledige werkbereik. Wanneer de maximale analoge uitgangsspanning

bijvoorbeeld is ingesteld op 10 V staat de waarde 0,10 voor 10% van 10 V, oftewel 1 V. Om de

beste afstellingsnauwkeurigheid te verkrijgen, moet deze parameter worden ingesteld op een waar-

de die leidt tot een wijziging in de terugkoppeling van 10-20%.

21-03 Min. terugk.niveau

Range: Functie:-999999.00

0 N/A*

[-999999.999 - par. 21-04 N/A] Het minimaal toegestane terugkoppelingsniveau moet hier worden ingesteld in de eenheid die is

geselecteerd in Par.21-10 Uitgebr ref/terugk.eenh 1, Par.21-30 Uitgebr ref/terugk.eenh 2 of Par.

21-50 Uitgebr ref/terugk.eenh 3 voor uitgebreide terugkoppeling 1-3. Als het niveau lager wordt

dan de ingestelde waarde in Par.21-03 Min. terugk.niveau wordt het automatisch afstellen afge-

broken en verschijnt er een foutmelding op het LCP.

21-04 Max. terugk.niveau

Range: Functie:999999.000

N/A*

[par. 21-03 - 999999.999 N/A] Het maximaal toegestane terugkoppelingsniveau moet hier worden ingesteld in de eenheid die is

geselecteerd in Par.21-10 Uitgebr ref/terugk.eenh 1, Par.21-30 Uitgebr ref/terugk.eenh 2 of Par.

21-50 Uitgebr ref/terugk.eenh 3 voor uitgebreide koppeling 1-3. Als het niveau hoger wordt dan de

ingestelde waarde in Par.21-04 Max. terugk.niveau wordt het automatisch afstellen afgebroken en

verschijnt er een foutmelding op het LCP.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 195

3

21-09 PID autotuning

Option: Functie:Deze parameter maakt het mogelijk om een uitgebreide PID-regelaar te selecteren en de PID au-

totuningprocedure voor deze regelaar te starten. Wanneer het automatisch afstellen met succes is

voltooid en de instellingen via de [OK]-toets of de [Cancel]-toets op het LCP door de gebruiker zijn

geaccepteerd dan wel afgewezen, wordt deze parameter teruggezet op Uitgesch. [0].

[0] * Uitgesch.

[1] Uitgebr PID1 ingesch.

[2] Uitgebr PID2 ingesch.

[3] Uitgebr PID3 ingesch.

3.19.3 21-1* Uitgebr. CL 1 ref/tk

Configureer de referentie en terugkoppeling voor uitgebreide regelaar met terugkoppeling 1.

21-10 Uitgebr ref/terugk.eenh 1

Option: Functie:Kies de gewenste eenheid voor referentie en terugkoppeling.

[0]

[1] * %

[5] PPM

[10] 1/min

[11] tpm

[12] PULS/s

[20] l/s

[21] l/min

[22] l/u.

[23] m3/s

[24] m3/min

[25] m3/u.

[30] kg/s

[31] kg/min

[32] kg/u.

[33] t/min

[34] t/u.

[40] m/s

[41] m/min

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

196 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

[45] m

[60] °C

[70] mbar

[71] bar

[72] Pa

[73] kPa

[74] m WG

[75] mm Hg

[80] kW

[120] GPM

[121] gal/s

[122] gal/min

[123] gal/u.

[124] CFM

[125] ft3/s

[126] ft3/min

[127] ft3/u.

[130] lb/s

[131] lb/min

[132] lb/u.

[140] ft/s

[141] ft/min

[145] ft

[160] °F

[170] psi

[171] lb/in²

[172] in wg

[173] ft WG

[174] in Hg

[180] pk

21-11 Uitgebr min.referentie 1

Range: Functie:0.000 Ex-

tPID1Unit*

[-999999.999 - par. 21-12 Ex-

tPID1Unit]

Selecteer het minimum voor Regelaar met terugkoppeling 1.

21-12 Uitgebr max.referentie 1

Range: Functie:100.000 Ex-

tPID1Unit*

[par. 21-11 - 999999.999 Ex-

tPID1Unit]

Selecteer het maximum voor Regelaar met terugkoppeling 1.

De dynamiek van de PID-regelaar is afhankelijk van de geprogrammeerde waarde in deze parame-

ter. Zie tevens Par.21-21 Uitgebr prop. verst 1.

NB!

Stel de gewenste waarden voor Par.21-12 Uitgebr max.referentie 1 altijd in voordat u de waarden voor de PID-regelaar in par. 20-9*

instelt.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 197

3

21-13 Uitgebr referentiebron 1

Option: Functie:Deze parameter bepaalt welke ingang op de frequentieomvormer moet worden gebruikt als de bron

voor het referentiesignaal voor Regelaar met terugkoppeling 1. Analoge ingang X30/11 en Analoge

ingang X30/12 hebben betrekking op de Algemene I/O.

[0] * Geen functie

[1] Anal. ingang 53

[2] Anal. ingang 54

[7] Pulsingang 29

[8] Pulsingang 33

[20] Dig. potmeter

[21] Anal. ingang X30/11

[22] Anal. ingang X30/12

[23] Anal. ingang X42/1

[24] Anal. ingang X42/3

[25] Anal. ingang X42/5

[30] Uitgebr. met terugk. 1

[31] Uitgebr. met terugk. 2

[32] Uitgebr. met terugk. 3

21-14 Uitgebr terugk.bron 1

Option: Functie:Deze parameter bepaalt welke ingang op de frequentieomvormer moet worden gebruikt als de bron

voor het terugkoppelsignaal voor Regelaar met terugkoppeling 1. Analoge ingang X30/11 en Ana-

loge ingang X30/12 hebben betrekking op de Algemene I/O.

[0] * Geen functie

[1] Anal. ingang 53

[2] Anal. ingang 54

[3] Pulsingang 29

[4] Pulsingang 33

[7] Anal. ingang X30/11

[8] Anal. ingang X30/12

[9] Anal. ingang X42/1

[10] Anal. ingang X42/3

[11] Anal. ingang X42/5

[100] Busterugk. 1

[101] Busterugk. 2

[102] Busterugk. 3

21-15 Uitgebr instelpt 1

Range: Functie:0.000 Ex-

tPID1Unit*

[par. 21-11 - par. 21-12 Ex-

tPID1Unit]

Het instelpunt wordt gebruikt bij een regeling met terugkoppeling 1. Uitgebr instelpt 1 wordt op-

geteld bij de waarde van de Uitgebr referentiebron 1 die is ingesteld in Par.21-13 Uitgebr referen-

tiebron 1.

21-17 Uitgebr ref 1 [Eenh]

Range: Functie:0.000 Ex-

tPID1Unit*

[-999999.999 - 999999.999 Ex-

tPID1Unit]

Uitlezing van de referentiewaarde voor Regelaar met terugkoppeling 1.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

198 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

21-18 Uitgebr terugk. 1 [Eenh]

Range: Functie:0.000 Ex-

tPID1Unit*

[-999999.999 - 999999.999 Ex-

tPID1Unit]

Uitlezing van de terugkoppelwaarde voor Regelaar met terugkoppeling 1.

21-19 Uitgebr verm 1 [%]

Range: Functie:0 %* [0 - 100 %] Uitlezing van de uitgangswaarde voor Regelaar met terugkoppeling 1.

3.19.4 21-2* Uitgebr. CL 1 PID

Configureer PID-regelaar met terugkoppeling 1.

21-20 Uitgebr normaal/omgekrd 1

Option: Functie:[0] * Normaal Selecteer Normaal [0] als de uitgang moet verlaagd worden wanneer de terugkoppeling hoger is

dan de referentie.

[1] geïnverteerd

21-21 Uitgebr prop. verst 1

Range: Functie:0.01 N/A* [0.00 - 10.00 N/A]

Als (fout x versterking) sterk wijzigt met een waarde die overeenkomt met de instelling in Par.20-14 Maximum Reference/Feedb. zal de PID-regelaar

proberen om de uitgangssnelheid aan te passen overeenkomstig de ingestelde waarde in par. 4-13/4-14 Motorsnelh. hoge begr.; in de praktijk betekent

dit dat hij door deze instelling wordt begrensd.

De proportionele band (fout die maakt dat het uitgangsvermogen wijzigt van 0-100%) kan worden berekend aan de hand van de volgende formule:

( 1Prop. versterking ) × (Max referentie)

NB!

Stel de gewenste waarden voor Par.20-14 Maximum Reference/Feedb. altijd in voordat u de waarden voor de PID-regelaar in par. 20-9* instelt.

21-22 Uitgebr integr.tijd 1

Range: Functie:10000.00

s*

[0.01 - 10000.00 s] In de loop der tijd levert de integrator een bijdrage aan het vermogen van de PID-regelaar zolang

er een verschilt bestaat tussen de referentie/het setpoint en de terugkoppelsignalen. De bijdrage is

proportioneel met de hoogte van de afwijking. Dit zorgt ervoor dat de afwijking (fout) in de buurt

van nul komt.

Een snelle reactie op een afwijking wordt verkregen wanneer de integratietijd wordt ingesteld op

een lage waarde. Een te lage waarde kan er echter toe leiden dat de regelaar instabiel wordt.

De ingestelde waarde is de tijd die de integrator nodig heeft om dezelfde bijdrage te leveren als het

proportionele deel voor een bepaalde afwijking.

Wanneer de waarde wordt ingesteld op 10.000 zal de regelaar werken als een echte proportionele

regelaar met een P-band die is gebaseerd op de ingestelde waarde in Par.20-93 PID prop. verster-

king. Wanneer er geen afwijking is, zal het vermogen van de proportionele regelaar 0 zijn.

21-23 Uitgebr diff.tijd 1

Range: Functie:0.00 s* [0.00 - 10.00 s] De differentiator reageert niet op een constante fout. Hij levert alleen een versterking wanneer de

terugkoppeling wijzigt. Hoe sneller de terugkoppeling wijzigt, hoe groter de versterking is die de

differentiator levert.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 199

3

21-24 Uitgebr dif. verst.limiet 1

Range: Functie:5.0 N/A* [1.0 - 50.0 N/A] Stelt een begrenzing in voor de differentiatorversterking (DG). De DG zal toenemen als er snelle

veranderingen optreden. Begrens de DG om een reguliere differentiatorversterking te verkrijgen bij

langzame veranderingen en een constante differentiatorversterking bij snelle veranderingen.

3.19.5 21-3* Uitgebr CL 2 ref/tk

Configureer de referentie en terugkoppeling voor uitgebreide regelaar met terugkoppeling 2.

21-30 Uitgebr ref/terugk.eenh 2

Option: Functie:Zie Par.21-10 Uitgebr ref/terugk.eenh 1 voor meer informatie.

[0]

[1] * %

[5] PPM

[10] 1/min

[11] tpm

[12] PULS/s

[20] l/s

[21] l/min

[22] l/u.

[23] m3/s

[24] m3/min

[25] m3/u.

[30] kg/s

[31] kg/min

[32] kg/u.

[33] t/min

[34] t/u.

[40] m/s

[41] m/min

[45] m

[60] °C

[70] mbar

[71] bar

[72] Pa

[73] kPa

[74] m WG

[75] mm Hg

[80] kW

[120] GPM

[121] gal/s

[122] gal/min

[123] gal/u.

[124] CFM

[125] ft3/s

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

200 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

[126] ft3/min

[127] ft3/u.

[130] lb/s

[131] lb/min

[132] lb/u.

[140] ft/s

[141] ft/min

[145] ft

[160] °F

[170] psi

[171] lb/in²

[172] in wg

[173] ft WG

[174] in Hg

[180] pk

21-31 Uitgebr min.referentie 2

Range: Functie:0.000 Ex-

tPID2Unit*

[-999999.999 - par. 21-32 Ex-

tPID2Unit]

Zie Par.21-11 Uitgebr min.referentie 1 voor meer informatie.

21-32 Uitgebr max.referentie 2

Range: Functie:100.000 Ex-

tPID2Unit*

[par. 21-31 - 999999.999 Ex-

tPID2Unit]

Zie Par.21-12 Uitgebr max.referentie 1 voor meer informatie.

21-33 Uitgebr referentiebron 2

Option: Functie:Zie Par.21-13 Uitgebr referentiebron 1 voor meer informatie.

[0] * Geen functie

[1] Anal. ingang 53

[2] Anal. ingang 54

[7] Pulsingang 29

[8] Pulsingang 33

[20] Dig. potmeter

[21] Anal. ingang X30/11

[22] Anal. ingang X30/12

[23] Anal. ingang X42/1

[24] Anal. ingang X42/3

[25] Anal. ingang X42/5

[30] Uitgebr. met terugk. 1

[31] Uitgebr. met terugk. 2

[32] Uitgebr. met terugk. 3

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 201

3

21-34 Uitgebr terugk.bron 2

Option: Functie:Zie Par.21-14 Uitgebr terugk.bron 1 voor meer informatie.

[0] * Geen functie

[1] Anal. ingang 53

[2] Anal. ingang 54

[3] Pulsingang 29

[4] Pulsingang 33

[7] Anal. ingang X30/11

[8] Anal. ingang X30/12

[9] Anal. ingang X42/1

[10] Anal. ingang X42/3

[11] Anal. ingang X42/5

[100] Busterugk. 1

[101] Busterugk. 2

[102] Busterugk. 3

21-35 Uitgebr instelpt 2

Range: Functie:0.000 Ex-

tPID2Unit*

[par. 21-31 - par. 21-32 Ex-

tPID2Unit]

Zie Par.21-15 Uitgebr instelpt 1 voor meer informatie.

21-37 Uitgebr ref 2 [Eenh]

Range: Functie:0.000 Ex-

tPID2Unit*

[-999999.999 - 999999.999 Ex-

tPID2Unit]

Zie Par.21-17 Uitgebr ref 1 [Eenh] Uitgebr ref 1 [Eenh] voor meer informatie.

21-38 Uitgebr terugk. 2 [Eenh]

Range: Functie:0.000 Ex-

tPID2Unit*

[-999999.999 - 999999.999 Ex-

tPID2Unit]

Zie Par.21-18 Uitgebr terugk. 1 [Eenh] voor meer informatie.

21-39 Uitgebr verm 2 [%]

Range: Functie:0 %* [0 - 100 %] Zie Par.21-19 Uitgebr verm 1 [%] voor meer informatie.

3.19.6 21-4* Uitgebr. CL 2 PID

Configureer PID-regelaar met terugkoppeling 2.

21-40 Uitgebr normaal/omgekrd 2

Option: Functie:Zie Par.21-20 Uitgebr normaal/omgekrd 1 voor meer informatie.

[0] * Normaal

[1] geïnverteerd

21-41 Uitgebr prop. verst 2

Range: Functie:0.01 N/A* [0.00 - 10.00 N/A] Zie Par.21-21 Uitgebr prop. verst 1 voor meer informatie.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

202 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

21-42 Uitgebr integr.tijd 2

Range: Functie:10000.00

s*

[0.01 - 10000.00 s] Zie Par.21-22 Uitgebr integr.tijd 1 voor meer informatie.

21-43 Uitgebr diff.tijd 2

Range: Functie:0.00 s* [0.00 - 10.00 s] Zie Par.21-23 Uitgebr diff.tijd 1 voor meer informatie.

21-44 Uitgebr dif. verst.limiet 2

Range: Functie:5.0 N/A* [1.0 - 50.0 N/A] Zie Par.21-24 Uitgebr dif. verst.limiet 1 voor meer informatie.

3.19.7 21-5* Uitgebr CL 3 ref/tk

Configureer de referentie en terugkoppeling voor uitgebreide regelaar met terugkoppeling 3.

21-50 Uitgebr ref/terugk.eenh 3

Option: Functie:Zie Par.21-10 Uitgebr ref/terugk.eenh 1 voor meer informatie.

[0]

[1] * %

[5] PPM

[10] 1/min

[11] tpm

[12] PULS/s

[20] l/s

[21] l/min

[22] l/u.

[23] m3/s

[24] m3/min

[25] m3/u.

[30] kg/s

[31] kg/min

[32] kg/u.

[33] t/min

[34] t/u.

[40] m/s

[41] m/min

[45] m

[60] °C

[70] mbar

[71] bar

[72] Pa

[73] kPa

[74] m WG

[75] mm Hg

[80] kW

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 203

3

[120] GPM

[121] gal/s

[122] gal/min

[123] gal/u.

[124] CFM

[125] ft3/s

[126] ft3/min

[127] ft3/u.

[130] lb/s

[131] lb/min

[132] lb/u.

[140] ft/s

[141] ft/min

[145] ft

[160] °F

[170] psi

[171] lb/in²

[172] in wg

[173] ft WG

[174] in Hg

[180] pk

21-51 Uitgebr min.referentie 3

Range: Functie:0.000 Ex-

tPID3Unit*

[-999999.999 - par. 21-52 Ex-

tPID3Unit]

Zie Par.21-11 Uitgebr min.referentie 1 voor meer informatie.

21-52 Uitgebr max.referentie 3

Range: Functie:100.000 Ex-

tPID3Unit*

[par. 21-51 - 999999.999 Ex-

tPID3Unit]

Zie Par.21-12 Uitgebr max.referentie 1 voor meer informatie.

21-53 Uitgebr referentiebron 3

Option: Functie:Zie Par.21-13 Uitgebr referentiebron 1 voor meer informatie.

[0] * Geen functie

[1] Anal. ingang 53

[2] Anal. ingang 54

[7] Pulsingang 29

[8] Pulsingang 33

[20] Dig. potmeter

[21] Anal. ingang X30/11

[22] Anal. ingang X30/12

[23] Anal. ingang X42/1

[24] Anal. ingang X42/3

[25] Anal. ingang X42/5

[30] Uitgebr. met terugk. 1

[31] Uitgebr. met terugk. 2

[32] Uitgebr. met terugk. 3

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

204 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

21-54 Uitgebr terugk.bron 3

Option: Functie:Zie Par.21-14 Uitgebr terugk.bron 1 voor meer informatie.

[0] * Geen functie

[1] Anal. ingang 53

[2] Anal. ingang 54

[3] Pulsingang 29

[4] Pulsingang 33

[7] Anal. ingang X30/11

[8] Anal. ingang X30/12

[9] Anal. ingang X42/1

[10] Anal. ingang X42/3

[11] Anal. ingang X42/5

[100] Busterugk. 1

[101] Busterugk. 2

[102] Busterugk. 3

21-55 Uitgebr instelpt 3

Range: Functie:0.000 Ex-

tPID3Unit*

[par. 21-51 - par. 21-52 Ex-

tPID3Unit]

Zie Par.21-15 Uitgebr instelpt 1 voor meer informatie.

21-57 Uitgebr ref 3 [Eenh]

Range: Functie:0.000 Ex-

tPID3Unit*

[-999999.999 - 999999.999 Ex-

tPID3Unit]

Zie Par.21-17 Uitgebr ref 1 [Eenh] voor meer informatie.

21-58 Uitgebr terugk. 3 [Eenh]

Range: Functie:0.000 Ex-

tPID3Unit*

[-999999.999 - 999999.999 Ex-

tPID3Unit]

Zie Par.21-18 Uitgebr terugk. 1 [Eenh] voor meer informatie.

21-59 Uitgebr verm 3 [%]

Range: Functie:0 %* [0 - 100 %] Zie Par.21-19 Uitgebr verm 1 [%] voor meer informatie.

3.19.8 21-6* Uitgebr. CL 3 ref/tk

Configureer PID-regelaar met terugkoppeling 3.

21-60 Uitgebr normaal/omgekrd 3

Option: Functie:Zie Par.21-20 Uitgebr normaal/omgekrd 1 voor meer informatie.

[0] * Normaal

[1] geïnverteerd

21-61 Uitgebr prop. verst 3

Range: Functie:0.01 N/A* [0.00 - 10.00 N/A] Zie Par.21-21 Uitgebr prop. verst 1 voor meer informatie.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 205

3

21-62 Uitgebr integr.tijd 3

Range: Functie:10000.00

s*

[0.01 - 10000.00 s] Zie Par.21-22 Uitgebr integr.tijd 1 voor meer informatie.

21-63 Uitgebr diff.tijd 3

Range: Functie:0.00 s* [0.00 - 10.00 s] Zie Par.21-23 Uitgebr diff.tijd 1 voor meer informatie.

21-64 Uitgebr dif. verst.limiet 3

Range: Functie:5.0 N/A* [1.0 - 50.0 N/A] Zie Par.21-24 Uitgebr dif. verst.limiet 1 voor meer informatie.

3.20 Hoofdmenu – Toepassingsfuncties – FC 100 – Groep 22Deze groep bevat parameters voor het bewaken van VLT HVAC Drive-toepassingen.

22-00 Ext. vergrendel.vertr.

Range: Functie:0 s* [0 - 600 s] Alleen relevant als een van de digitale ingangen in par. 5-1* is ingesteld op Ext. vergrendeling [7].

Deze parameter zal een vertraging veroorzaken nadat het signaal is verwijderd van de digitale in-

gang die voor Ext. vergrendeling is geprogrammeerd, voordat een reactie plaatsvindt.

3.20.1 22-2* Detectie geen flow

De frequentieomvormer is uitgerust met functies om te detecteren of de belastingscondities in het systeem het mogelijk maken om de motor te stoppen:

*Detectie laag verm.

*Detectie lage snelh.

Een van deze twee signalen moet actief zijn gedurende een bepaalde tijd (Par.22-24 Vertr. geen flow) voordat de geselecteerde actie wordt uitgevoerd.

Mogelijke acties om te selecteren (Par.22-23 Functie geen flow): Geen actie, Alarm, Slaapstand.

Detectie geen flow:

Deze functie dient om een situatie te detecteren zonder stroming in pompsystemen waarbij alle kleppen kunnen worden gesloten. Kan worden gebruikt

bij besturing via de ingebouwde PI-regelaar in de frequentieomvormer of een externe PI-regelaar. De actuele configuratie moet worden ingesteld in Par.

1-00 Configuratiemodus.

Configuratiemodus voor

- Ingebouwde PI-regelaar: met terugkoppeling

- Externe PI-regelaar: zonder terugkoppeling

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

206 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

Voer een aanpassing voor situaties zonder stroming uit alvorens de parameters voor de PI-regelaar in te stellen!

Detectie geen flow is gebaseerd op een meting van snelheid en vermogen. De frequentieomvormer berekent het vermogen bij geen stroming voor een

bepaalde snelheid.

Deze samenhang is gebaseerd op de aanpassing van twee sets van snelheid en een bijbehorend vermogen bij geen stroming. Door het vermogen te

bewaken, is het mogelijk om situaties zonder stroming te detecteren in systemen met een fluctuerende zuigdruk of wanneer de pomp een vlakke ka-

rakteristiek heeft bij lagere snelheden.

De twee datasets moeten worden gebaseerd op vermogensmetingen bij circa 50% en 85% van de maximumsnelheid met gesloten klep(pen). De gegevens

worden geprogrammeerd in par. 22-3*. Het is ook mogelijk om een Laag verm. autosetup (Par.22-20 Laag verm. autosetup) uit te voeren, waarbij het

inbedrijfstellingsproces automatisch wordt doorlopen en de gemeten gegevens automatisch worden opgeslagen. De frequentieomvormer moet in Par.

1-00 Configuratiemodus ingesteld zijn op Geen terugk. om de autosetup te kunnen uitvoeren (zie par. 22-3*).

Bij gebruik van de ingebouwde PI-regelaar moet u de vermogensaanpassing bij geen stroming instellen voordat u de parameters voor

de PI-regelaar instelt!

Detectie lage snelh.:

Detectie lage snelh. geeft een signaal als de motor draait op de minimumsnelheid die is ingesteld in Par.4-11 Motorsnelh. lage begr. [RPM] of Par.

4-12 Motorsnelh. lage begr. [Hz]. Acties worden veel gebruikt in combinatie met Detectie geen flow (geen individuele selectie mogelijk).

Het gebruik van Detectie lage snelh. is niet beperkt tot systemen met een situatie zonder stroming, maar kan gebruikt worden in alle systemen waarbij

een werking bij de minimumsnelheid kan leiden tot het stoppen van de motor totdat de belasting vraagt om een snelheid die hoger ligt dan de mini-

mumsnelheid, bijv. in systemen met ventilatoren en compressoren.

Zorg er bij pompsystemen voor dat de ingestelde minimumsnelheid in Par.4-11 Motorsnelh. lage begr. [RPM] of Par.4-12 Motorsnelh.

lage begr. [Hz] hoog genoeg is voor detectie, aangezien de pomp ook kan draaien op een tamelijk hoge snelheid wanneer alle kleppen

gesloten zijn.

Drogepompdetectie:

Detectie geen flow kan ook worden gebruikt om te detecteren of de pomp drooggelopen is (laag energieverbruik – hoge snelheid). Kan worden gebruikt

in combinatie met de ingebouwde PI-regelaar of een externe PI-regelaar.

De conditie voor een drogepompsignaal:

- Energieverbruik lager dan het niveau bij geen stroming

en

- Pomp draaiend op maximumsnelheid of maximumreferentie met terugkoppeling, afhankelijk van welke van deze het laagst is.

Het signaal moet actief zijn gedurende een bepaalde tijd (Par.22-27 Drogepompvertr.) voordat de geselecteerde actie wordt uitgevoerd.

Mogelijke acties om te selecteren (Par.22-26 Drogepompfunctie):

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 207

3

- Waarschuwing

- Alarm

Detectie laag verm. moet zijn ingeschakeld (Par.22-23 Functie geen flow) en in bedrijf zijn gesteld (via 22-3* Verm.aanp. geen flow) om de drogepomp-

detectie te kunnen gebruiken.

22-20 Laag verm. autosetup

Option: Functie:Wanneer deze parameter ingesteld is op Ingesch. wordt een autosetupprocedure geactiveerd,

waarbij de snelheid automatisch wordt ingesteld op circa 50 en 85% van het nominale motortoe-

rental (Par.4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM]Par.4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz]). Bij deze twee

snelheden wordt het energieverbruik automatisch gemeten en opgeslagen.

Voordat u autosetup inschakelt:

1. Sluit de klep(pen) om een situatie zonder flow te creëren.

2. De frequentieomvormer moet worden ingesteld op Geen terugk. (Par.1-00 Configuratie-

modus).

Het is belangrijk om ook Par.1-03 Koppelkarakteristiek in te stellen.

[0] * Uit

[1] Ingesch.

NB!

Autosetup moet worden uitgevoerd wanneer het systeem de normale bedrijfstemperatuur heeft bereikt!

NB!

Het is belangrijk dat Par.4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM] of Par.4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz] is ingesteld op de max. bedrijfs-

snelheid van de motor!

Het is belangrijk om de Autosetup uit te voeren alvorens de ingebouwde PI-regelaar te configureren, aangezien de instellingen zullen

worden gereset wanneer de instelling in Par.1-00 Configuratiemodus wordt gewijzigd van Met terugk. naar Geen terugk.

NB!

Voer de fijnafstelling uit met de instellingen in Par.1-03 Koppelkarakteristiek die ook na de fijnafstelling gewenst zijn.

22-21 Detectie laag verm.

Option: Functie:[0] * Uitgesch.

[1] Ingesch. Wanneer deze parameter is ingesteld op Ingesch. moet de functie Detectie laag verm. worden in-

geschakeld om de parameters in groep 22-3* voor een juiste werking in te stellen!

22-22 Detectie lage snelh.

Option: Functie:[0] * Uitgesch.

[1] Ingesch. Selecteer Ingesch. om te detecteren wanneer de motor werkt op de snelheid die is ingesteld in Par.

4-11 Motorsnelh. lage begr. [RPM] of Par.4-12 Motorsnelh. lage begr. [Hz].

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

208 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

22-23 Functie geen flow

Option: Functie:Standaardacties voor Detectie laag verm. en Detectie lage snelh. (individuele selectie niet mogelijk).

[0] * Uit

[1] Slaapstand

[2] Waarsch.

[3] Alarm de frequentieomvormer schakelt uit en de motor stopt totdat een reset plaatsvindt.

22-24 Vertr. geen flow

Range: Functie:10 s* [1 - 600 s] Stel in hoe lang Laag verm/Lage snelh. gedetecteerd moet blijven voordat het signaal voor acties

wordt ingeschakeld. Als detectie stopt voordat de ingestelde tijd is verstreken, wordt de timer ge-

reset.

22-26 Drogepompfunctie

Option: Functie:Detectie laag verm. moet zijn ingeschakeld (Par.22-21 Detectie laag verm.) en in bedrijf zijn gesteld

(via 22-3* Verm.aanp. geen flow of Par.22-20 Laag verm. autosetup) om de drogepompdetectie te

kunnen gebruiken.

[0] * Uit

[1] Waarsch.

[2] Alarm de frequentieomvormer schakelt uit en de motor stopt totdat een reset plaatsvindt.

22-27 Drogepompvertr.

Range: Functie:10 s* [0 - 600 s] Bepaalt hoe lang de drogepompconditie actief moet zijn voordat een waarschuwing of alarm wordt

gegenereerd.

3.20.2 22-3* Verm.aanp. geen flow

Afstelprocedure als Par.22-20 Laag verm. autosetup niet is ingesteld op Ingesch.:

1. Sluit de hoofdklep om de stroming te stoppen

2. Draai met ingeschakelde motor totdat het systeem de normale bedrijfstemperatuur heeft bereikt.

3. Druk op [Hand on] op het LCP en pas de snelheid aan tot circa 85% van de nominale snelheid. Noteer de exacte snelheid.

4. Lees het energieverbruik af aan de hand van het actuele vermogen in de dataregel op het LCP of bekijk de waarde van Par.16-10 Verm. [kW]

of Par.16-11 Verm. [pk] via het hoofdmenu. Noteer de uitgelezen vermogenswaarde.

5. Wijzig de snelheid tot circa 50% van de nominale snelheid. Noteer de exacte snelheid.

6. Lees het energieverbruik af aan de hand van het actuele vermogen in de dataregel op het LCP of bekijk de waarde van Par.16-10 Verm. [kW]

of Par.16-11 Verm. [pk] via het hoofdmenu. Noteer de uitgelezen vermogenswaarde.

7. Programmeer de snelheden die worden gebruikt in Par.22-32 Lage snelh. [tpm], Par.22-33 Lage snelh. [Hz] en Par.22-36 Hoge snelh. [tpm].

Par.22-37 Hoge snelh. [Hz]

8. Programmeer de bijbehorende vermogenswaarden in Par.22-34 Verm. lage snelh. [kW], Par.22-35 Verm. lage snelh. [pk] en Par.22-38 Verm.

hoge snelh. [kW]. Par.22-39 Verm. hoge snelh. [pk]

9. Schakel terug via [Auto on] of [Off].

NB!

Stel Par.1-03 Koppelkarakteristiek in voordat het afstellen begint.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 209

3

22-30 Verm. geen flow

Range: Functie:0.00 kW* [0.00 - 0.00 kW] Uitlezing van het berekende vermogen bij geen flow bij de actuele snelheid. Als het vermogen onder

de displaywaarde zakt, zal de frequentieomvormer deze conditie beschouwen als een situatie zonder

flow.

22-31 Verm.correctiefactor

Range: Functie:100 %* [1 - 400 %] Voer correcties uit op het berekende vermogen bij Par.22-30 Verm. geen flow.

Als een situatie zonder flow wordt gedetecteerd, terwijl deze niet zou moeten worden gedetecteerd,

moet een lagere waarde worden ingesteld. Als een situatie zonder flow echter niet wordt gedetec-

teerd, terwijl deze wél zou moeten worden gedetecteerd, moet de waarde worden verhoogd tot

meer dan 100%.

22-32 Lage snelh. [tpm]

Range: Functie:0 RPM* [0 - par. 22-36 RPM] Moet worden gebruikt als Par.0-02 Eenh. motortoerental is ingesteld op Hz (parameter niet zichtbaar

als TPM is geselecteerd).

Stel de snelheid in voor een niveau van 50%.

Deze functie wordt gebruikt om de benodigde waarden voor de fijnafstelling van Detectie geen flow

op te slaan.

22-33 Lage snelh. [Hz]

Range: Functie:0 Hz* [0.0 - par. 22-37 Hz] Moet worden gebruikt als Par.0-02 Eenh. motortoerental is ingesteld op Hz (parameter niet zichtbaar

als TPM is geselecteerd).

Stel de snelheid in voor een niveau van 50%.

De functie wordt gebruikt om de benodigde waarden voor de fijnafstelling van Detectie geen flow

op te slaan.

22-34 Verm. lage snelh. [kW]

Range: Functie:0 kW* [0.00 - 0.00 kW] Moet worden gebruikt als Par.0-03 Regionale instellingen is ingesteld op Internationaal (parameter

niet zichtbaar als Noord-Amerika is geselecteerd).

Stel het energieverbruik in voor een snelheidsniveau van 50%.

Deze functie wordt gebruikt om de benodigde waarden voor de fijnafstelling van Detectie geen flow

op te slaan.

22-35 Verm. lage snelh. [pk]

Range: Functie:0 hp* [0.00 - 0.00 hp] Moet worden gebruikt als Par.0-03 Regionale instellingen is ingesteld op Noord-Amerika (parameter

niet zichtbaar als Internationaal is geselecteerd).

Stel het energieverbruik in voor een snelheidsniveau van 50%.

Deze functie wordt gebruikt om de benodigde waarden voor de fijnafstelling van Detectie geen flow

op te slaan.

22-36 Hoge snelh. [tpm]

Range: Functie:0 RPM* [0 - par. 4-13 RPM] Moet worden gebruikt als Par.0-02 Eenh. motortoerental is ingesteld op Hz (parameter niet zichtbaar

als TPM is geselecteerd).

Stel de snelheid in voor een niveau van 85%.

De functie wordt gebruikt om de benodigde waarden voor de fijnafstelling van Detectie geen flow

op te slaan.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

210 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

22-37 Hoge snelh. [Hz]

Range: Functie:0.0 Hz* [0.0 - par. 4-14 Hz] Moet worden gebruikt als Par.0-02 Eenh. motortoerental is ingesteld op Hz (parameter niet zichtbaar

als TPM is geselecteerd).

Stel de snelheid in voor een niveau van 85%.

De functie wordt gebruikt om de benodigde waarden voor de fijnafstelling van Detectie geen flow

op te slaan.

22-38 Verm. hoge snelh. [kW]

Range: Functie:0 kW* [0.00 - 0.00 kW] Moet worden gebruikt als Par.0-03 Regionale instellingen is ingesteld op Internationaal (parameter

niet zichtbaar als Noord-Amerika is geselecteerd).

Stel het energieverbruik in op een snelheidsniveau van 85%.

Deze functie wordt gebruikt om de benodigde waarden voor de fijnafstelling van Detectie geen flow

op te slaan.

22-39 Verm. hoge snelh. [pk]

Range: Functie:0 hp* [0.00 - 0.00 hp] Moet worden gebruikt als Par.0-03 Regionale instellingen is ingesteld op Noord-Amerika (parameter

niet zichtbaar als Internationaal is geselecteerd).

Stel het energieverbruik in op een snelheidsniveau van 85%.

Deze functie wordt gebruikt om de benodigde waarden voor de fijnafstelling van Detectie geen flow

op te slaan.

3.20.3 22-4* Slaapstand

Als de belasting op het systeem het mogelijk maakt om de motor te stoppen en de belasting wordt bewaakt, kan de motor worden gestopt door de

slaapstandfunctie in te schakelen. Dit is geen normaal stopcommando; de motor zal uitlopen tot 0 tpm en niet langer worden voorzien van spanning. Als

het systeem in de slaapstand staat, worden bepaalde condities bewaakt om te bepalen wanneer het systeem weer wordt belast.

Slaapstand kan worden ingeschakeld via Detectie geen flow/Detectie lage snelh. (te programmeren via de parameters voor Detectie geen flow; zie het

signaal-flowschema in parametergroep 22-2* Detectie geen flow) of via een extern signaal dat wordt toegepast op een van de digitale ingangen (te

programmeren als Slaapstand [66] via de parameters voor het configureren van de digitale ingangen, par. 5-1*). De slaapstand wordt alleen geactiveerd

wanneer er geen reactiveringscondities aanwezig zijn.

Om het mogelijk te maken om bijv. een elektromechanische flowschakelaar te gebruiken om een conditie zonder stroming te detecteren en de Slaapstand

in te schakelen, vindt de actie plaats op de voorflank van het externe signaal dat wordt toegepast (anders zou de frequentieomvormer nooit meer uit de

Slaapstand komen, aangezien het signaal continu aangesloten zou zijn).

NB!

Als de slaapstand moet worden gebaseerd op Detectie geen flow/Detectie lage snelh. moet Par.22-23 Functie geen flow worden

ingesteld op Slaapstand [1].

Als Par.25-26 Destaging bij geen flow is ingesteld op Ingesch. wordt door het inschakelen van de slaapstand een commando naar de cascaderegelaar

(indien ingeschakeld) gestuurd om secundaire pompen (vaste snelheid) gefaseerd uit te schakelen voordat de hoofdpomp (variabele snelheid) wordt

gestopt.

Wanneer de slaapstand actief wordt, dan verschijnt de tekst 'Slaapstand' op de onderste statusregel van het lokale bedieningspaneel.

Zie ook het signaal-flowschema in sectie 22-2* Detectie geen flow.

Er zijn drie manieren om de Slaapstandfunctie te gebruiken:

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 211

3

1) Systemen waarbij de ingebouwde PI-regelaar wordt gebruikt voor het regelen van de druk of de temperatuur, bijv. boostsystemen die een drukte-

rugkoppelsignaal vanaf een druktransductor naar de frequentieomvormer sturen. Par.1-00 Configuratiemodus moet zijn ingesteld op Met terugk. en de

PI-regelaar moet zijn geconfigureerd voor de gewenste referentie- en terugkoppelsignalen.

Voorbeeld: boostsysteem.

Als een situatie zonder stroming wordt gedetecteerd, zal de frequentieomvormer het druksetpoint verhogen om te zorgen voor een geringe overdruk in

het systeem (boost is in te stellen in Par.22-45 Boost instelpt).

De terugkoppeling vanaf de druktransductor wordt bewaakt en wanneer deze druk met een ingesteld percentage onder het normale setpoint voor druk

(Pset) is gezakt, zal de motor weer aanlopen en wordt de druk geregeld totdat de ingestelde waarde (Pset) is bereikt.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

212 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

2) In systemen waarbij de druk of de temperatuur wordt geregeld door een externe PI-regelaar kunnen de reactiveringscondities niet worden gebaseerd

op terugkoppeling vanaf de druk/temperatuurtransductor omdat het setpoint niet bekend is. In het voorbeeld met een boostsysteem is de gewenste

druk, Pset, niet bekend. Par.1-00 Configuratiemodus moet zijn ingesteld op Geen terugk.

Voorbeeld: boostsysteem.

Wanneer een laag vermogen of een lage snelheid wordt gedetecteerd, wordt de motor gestopt. Het referentiesignaal (fref) wordt echter nog steeds

bewaakt, en vanwege de lage druk die wordt gecreëerd, zal de regelaar het referentiesignaal verhogen om de druk te verhogen. Wanneer het referen-

tiesignaal de ingestelde waarde fwake heeft bereikt, zal de motor opnieuw starten.

De snelheid wordt handmatig ingesteld door middel van een extern referentiesignaal (Externe referentie). De parameters (22-3*) voor het afstellen van

Functie geen flow moet zijn ingesteld op de standaardwaarde.

Overzicht van configuratiemogelijkheden:

Ingebouwde PI-regelaar(Par.1-00 Configuratiemodus: Met terugk.)

Externe PI-regelaar of handmatige besturing(Par.1-00 Configuratiemodus: Geen terugk.)

Slaapstand Reactiv. Slaapstand Reactiv.Detectie geen flow (alleen pom-pen)

Ja Ja (m.u.v. handmatige in-stelling snelheid)

Detectie lage snelh. Ja JaExtern signaal Ja Ja Druk/temperatuur (aangeslotenzender)

Ja Nee

Uitgangsfrequentie Nee Ja

NB!

De slaapstand zal niet actief zijn als de lokale referentie actief is (stel de snelheid handmatig in via de pijltjestoetsen op het LCP). Zie

Par.3-13 Referentieplaats.

Werkt niet in de handmodus. Voordat de in/uitgangen voor een regeling met terugkoppeling worden ingesteld, moet een automatische

setup worden uitgevoerd bij een regeling zonder terugkoppeling.

22-40 Min. draaitijd

Range: Functie:10 s* [0 - 600 s] Programmeer de gewenste minimale draaitijd voor de motor die moet verstrijken na een startcom-

mando (digitale ingang of bus) voordat het systeem in de Slaapstand gaat.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 213

3

22-41 Min. slaaptijd

Range: Functie:10 s* [0 - 600 s] Programmeer de gewenste minimumtijd die het systeem in de Slaapstand moet blijven. Deze functie

heeft prioriteit over eventuele reactiveringscondities.

22-42 Reactiv.snelh [tpm]

Range: Functie:0 RPM* [par. 4-11 - par. 4-13 RPM] Moet worden gebruikt als Par.0-02 Eenh. motortoerental is ingesteld op Hz (parameter niet zichtbaar

als TPM is geselecteerd). Kan alleen worden gebruikt als Par.1-00 Configuratiemodus is ingesteld

op Externe regeling en een snelheidsreferentie wordt toegepast via een externe regelaar.

Programmeer de referentiesnelheid waarbij de Slaapstand moet worden opgeheven.

22-43 Reactiv.snelh [Hz]

Range: Functie:0 Hz* [par. 4-12 - par. 4-14 Hz] Moet worden gebruikt als Par.0-02 Eenh. motortoerental is ingesteld op Hz (parameter niet zichtbaar

als TPM is geselecteerd). Kan alleen worden gebruikt als Par.1-00 Configuratiemodus is ingesteld

op Geen terugk. en een snelheidsreferentie wordt toegepast via een externe regelaar die de druk

regelt.

Programmeer de referentiesnelheid waarbij de Slaapstand moet worden opgeheven.

22-44 Reactiv.ref/terugk. verschil

Range: Functie:10 %* [0 - 100 %] Kan alleen worden gebruikt als Par.1-00 Configuratiemodus is ingesteld op Interne regeling en de

ingebouwde PI-regelaar wordt gebruikt om de druk te regelen.

Programmeer de drukval die is toegestaan voordat de Slaapstand wordt geannuleerd. Voer de

waarde in als een percentage van het setpoint voor de druk (Pset).

NB!

Als deze functie wordt gebruikt in een toepassing waarbij de ingebouwde PI-regelaar in Par. 20-71 Tuningmodus is ingesteld op

geïnverteerde werking (bijv. voor koeltorentoepassingen), zal de druk automatisch worden verhoogd met de ingestelde waarde in Par.

22-44 Reactiv.ref/terugk. verschil.

22-45 Boost instelpt

Range: Functie:0 %* [-100 - 100 %] Kan alleen worden gebruikt als Par.1-00 Configuratiemodus is ingesteld op Met terugk. en de inge-

bouwde PI-regelaar wordt gebruikt. In systemen met een constante druk, bijvoorbeeld, kan het

nuttig zijn om de druk in het systeem te verhogen voordat de motor wordt gestopt. Dit verlengt de

tijd waarin de motor wordt gestopt en helpt veelvuldig starten/stoppen te voorkomen.

Programmeer de overdruk/-temperatuur die moet zijn bereikt voordat het systeem in de Slaapstand

gaat. Voer de waarde in als een percentage van het setpoint voor de druk (Pset)/temperatuur.

Bij een instelling van 5% zal de boostdruk Pset*1,05 bedragen. Negatieve waarden kunnen worden

gebruikt voor bijvoorbeeld koeltorenbesturing waarbij een negatieve wijziging nodig is.

22-46 Max. boosttijd

Range: Functie:60 s* [0 - 600 s] Kan alleen worden gebruikt als Par.1-00 Configuratiemodus is ingesteld op Met terugk. en de inge-

bouwde PI-regelaar wordt gebruikt om de druk te regelen.

Programmeer de maximumtijd waarbij de boostmodus is toegestaan. Als de ingestelde tijd wordt

overschreden, wordt de Slaapstand geactiveerd en wordt niet gewacht totdat de boostdruk wordt

bereikt.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

214 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

3.20.4 22-5* Einde curve

De Einde-curvecondities doen zich voor wanneer een pomp een te hoog volume genereert om de ingestelde druk te handhaven. Dit kan het geval zijn

bij lekkage in de distributieleidingen na de pomp waardoor de pomp actief is aan het einde van de pompkarakteristiek die van toepassing is bij de

maximumsnelheid die is ingesteld in Par.4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM] of Par.4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz].

Wanneer de terugkoppeling gedurende een vooraf ingestelde tijd (Par.22-51 Einde-curvevertr.) 2,5% van de ingestelde waarde in Par.20-14 Maximum

Reference/Feedb. (of de numerieke waarde van Par.20-13 Minimum Reference/Feedb., als deze hoger is) lager is dan het setpoint voor de gewenste

druk, en de pomp op de ingestelde maximumsnelheid in Par.4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM] of Par.4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz] draait, zal de

geselecteerde functie in Par.22-50 Einde-curvefunctie worden uitgevoerd.

Het is mogelijk om een signaal op een van de digitale uitgangen te geven door Einde curve [192] te selecteren in par. 5-3* Dig. uitgangen en /of par.

5-4* Relais. Het signaal zal actief zijn wanneer een Einde-curveconditie optreedt en Par.22-50 Einde-curvefunctie niet is ingesteld op Uit. De Einde-

curvefunctie kan enkel worden gebruikt wanneer wordt gewerkt met de ingebouwde PID-regelaar (Met terugk. in Par.1-00 Configuratiemodus).

22-50 Einde-curvefunctie

Option: Functie:[0] * Uit Bewaking van Einde curve niet actief.

[1] Waarsch. Er wordt een waarschuwing op het display weergegeven [W94].

[2] Alarm Er wordt een alarm gegenereerd en de frequentieomvormer schakelt uit (trip). Op het display ver-

schijnt een melding [A94].

NB!

Bij een automatische herstart wordt het alarm opgeheven en het systeem opnieuw gestart.

22-51 Einde-curvevertr.

Range: Functie:10 s* [0 - 600 s] Wanneer een Einde-curveconditie wordt gedetecteerd, wordt een timer ingeschakeld. Wanneer de

ingestelde tijd in deze parameter is verstreken en de Einde-curveconditie zich gedurende deze ge-

hele tijd heeft gehandhaafd, dan zal de geselecteerde functie in Par.22-50 Einde-curvefunctie

worden geactiveerd. Als de conditie verdwijnt voordat de ingestelde tijd is verstreken, wordt de

timer gereset.

3.20.5 22-6* Detectie band defect

Detectie band defect kan worden gebruikt voor een regeling met en zonder terugkoppeling in pomp-, ventilator- en compressorsystemen. Als het geschatte

motorkoppel lager is dan de koppelwaarde voor een defecte band (Par.22-61 Koppel Defecte band) en de uitgangsfrequentie van de frequentieomvormer

15 Hz of hoger is, wordt Functie Defecte band (Par.22-60 Functie Defecte band) uitgevoerd.

22-60 Functie Defecte band

Option: Functie:Bepaalt de actie die moet worden uitgevoerd als een situatie met een defecte band wordt gede-

tecteerd.

[0] * Uit

[1] Waarsch.

[2] Uitsch.

22-61 Koppel Defecte band

Range: Functie:10 %* [0 - 100 %] Stelt het koppel bij een defecte band in als een percentage van het nominale motorkoppel.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 215

3

22-62 Vertr. Defecte band

Range: Functie:10 s [0 - 600 s] Bepaalt hoe lang de defecte-bandcondities actief moeten zijn voordat de geselecteerde actie in Par.

22-60 Functie Defecte band wordt uitgevoerd.

3.20.6 22-7* Beveilig. korte cyclus

Bij het besturen van koelcompressoren is het vaak nodig om het aantal starts te beperken. Eén manier om dit te doen, is te zorgen voor een minimale

draaitijd (tijd tussen een start en een stop) en een minimuminterval tussen twee starts.

Dit betekent dat een normaal stopcommando kan worden onderdrukt via de functie Min. draaitijd (Par.22-77 Min. draaitijd) en dat een normaal start-

commando (Start/Jog/Vasthouden) kan worden onderdrukt door de functie Startinterval (Par.22-76 Startinterval).

Geen van deze twee functies is actief als [Hand on] of [Off] is geactiveerd via het LCP. Als [Hand on] of [Off] wordt ingedrukt, zullen de twee timers

worden teruggezet naar 0 en pas weer gaan tellen als [Auto] is ingedrukt en een actief startcommando is toegepast.

NB!

In geval van een vrijloopcommando of het ontbreken van een Startvoorwaarde-signaal zullen de functies Min. draaitijd en Startinter-

val worden onderdrukt.

22-75 Beveilig. korte cyclus

Option: Functie:[0] * Uitgesch. De ingestelde timer in Par.22-76 Startinterval is uitgeschakeld.

[1] Ingesch. De ingestelde timer in Par.22-76 Startinterval is ingeschakeld

22-76 Startinterval

Range: Functie:par. 22-77

s*

[par. 22-77 - 3600 s] Stelt in hoeveel tijd er minimaal moet verstrijken tussen twee starts. Een normaal startcommando

(Start/Jog/Vasthouden) zal worden genegeerd totdat de ingestelde tijd is verstreken.

22-77 Min. draaitijd

Range: Functie:0 s* [0 - par. 22-76 s] Stelt de tijd in voor de gewenste minimale draaitijd na een normaal startcommando (Start/Jog/

Vasthouden). Een normaal stopcommando zal worden genegeerd totdat de ingestelde tijd is ver-

streken. De teller zal beginnen met tellen na een normaal startcommando (Start/Jog/Vasthouden).

De timerfunctie zal worden onderdrukt door een Vrijloopcommando (geïnverteerd) of een Extern

vergrendelcommando.

NB!

Werkt niet in cascademodus.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

216 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

3.20.7 22-8* Flowcompensatie

Het kan voorkomen dat een druktransductor niet op enige afstand in het systeem kan worden geplaatst, maar enkel dicht bij de ventilator/pompuitlaat.

Flowcompensatie is gebaseerd op het aanpassen van het setpoint op basis van de uitgangsfrequentie, die bijna proportioneel is met de stroming, waardoor

hogere verliezen bij hogere stromingssnelheden worden gecompenseerd.

HONTWERP (vereiste druk) is het setpoint wanneer de frequentieomvormer werkt op basis van een (PI-)regeling met terugkoppeling en wordt ingesteld op

dezelfde wijze als voor werking met terugkoppeling zonder flowcompensatie.

Het wordt aanbevolen om gebruik te maken van slipcompensatie en tpm als eenheid in te stellen.

NB!

Wanneer flowcompensatie wordt aangewend bij gebruik van de cascaderegelaar (parametergroep 25-**) zal het actuele instelpunt

niet afhankelijk zijn van de stroomsnelheid maar van het aantal pompen dat is ingeschakeld. Zie hieronder:

Er zijn twee mogelijke werkwijzen, afhankelijk van het al dan niet bekend zijn van de snelheid bij het ontwerppunt.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 217

3

Gebruikte parameter

Snelh. bij

ontwerppunt

BEKEND

Snelh. bij

ontwerppunt

ONBEKEND

Cascaderegelaar

Flowcompensatie, 22-80 + + +

Kwadr-lineaire curvebenadering, 22-81 + + -

Werkpuntberekening, 22-82 + + -

Snelh. bij gn flow, 22-83/84 + + -

Snelh. bij ontwerppunt [Hz], 22-85/86 + - -

Druk bij geen-flowsnelheid, 22-87 + + +

Druk bij nom. snelheid, 22-88 - + -

Flow bij ontwerppunt, 22-89 - + -

Flow bij nom snelh., 22-90 - + -

22-80 Flowcompensatie

Option: Functie:[0] * Uitgesch. [0] Uitgesch.: setpointcompensatie is niet actief.

[1] Ingesch. [1] Ingesch.: setpointcompensatie is actief. Inschakeling van deze parameter maakt het mogelijk

om te werken op basis van een flowgecompenseerd setpoint.

22-81 Kwadr-lineaire curvebenadering

Range: Functie:100 %* [0 - 100 %] Voorbeeld 1:

Via deze parameter kan de vorm van de regelcurve worden gewijzigd.

0 = lineair

100% = ideale vorm (theoretisch).

NB!

Let op: niet zichtbaar bij cascaderegeling.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

218 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

22-82 Werkpuntberekening

Option: Functie:Voorbeeld 1: De snelheid bij het ontwerppunt is bekend:

Het ontwerppunt, punt A, is af te lezen van het datablad met de karakteristieken voor de relevante

apparatuur bij verschillende snelheden. Het ontwerppunt (A) is het punt waar punt HONTWERP en

punt QONTWERP samenkomen. De pompkarakteristiek bij dit punt moet worden bepaald en de bijbe-

horende snelheid moet worden geprogrammeerd. De snelheid bij geen flow kan worden bepaald

door de kleppen te sluiten en de snelheid aan te passen totdat HMIN is bereikt.

Vervolgens kan Par.22-81 Kwadr-lineaire curvebenadering worden aangepast om de vorm van de

regelcurve oneindig te wijzigen.

Voorbeeld 2:

De snelheid bij het ontwerppunt is niet bekend: wanneer de snelheid voor het ontwerppunt niet

bekend is, moet een ander referentiepunt op de regelcurve worden bepaald met behulp van het

datablad. Door te kijken naar de curve voor de nominale snelheid en de ontwerpdruk (HONTWERP,

punt C) hierop af te zetten, kan de flow bij die druk, QNOM, worden bepaald. Op vergelijkbare wijze

kan door het aangeven van de ontwerpflow (QONTWERP, punt D) de druk HD bij die flow worden

bepaald. Wanneer deze twee punten op de pompcurve – plus HMIN zoals boven aangegeven – be-

kend zijn, kan de frequentieomvormer referentiepunt B berekenen en zo de regelcurve bepalen,

inclusief ontwerppunt A.

[0] * Uitgesch. Uitgesch. [0]: werkpuntberekening is niet actief. Te gebruiken als de snelheid bij het ontwerppunt

bekend is (zie onderstaande tabel).

[1] Ingesch. Ingesch. [1]: werkpuntberekening is actief. Inschakelen van deze parameter maakt het mogelijk

om het onbekende ontwerppunt bij een snelheid van 50/60 Hz te berekenen op basis van de inge-

stelde gegevens in Par.22-83 Snelh. bij gn flow [tpm] Par.22-84 Snelh. bij gn flow [Hz], Par.

22-87 Druk bij geen-flowsnelheid, Par.22-88 Druk bij nom. snelheid, Par.22-89 Flow bij ontwerp-

punt en Par.22-90 Flow bij nom snelh..

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 219

3

22-83 Snelh. bij gn flow [tpm]

Range: Functie:300. RPM* [0 - par. 22-85 RPM] Resolutie 1 tpm

Voer hier de motorsnelheid in tpm in waarbij de flow nul is en de minimumdruk HMIN bereikt wordt.

Het is ook mogelijk om de motorsnelheid in Hz te geven via Par.22-84 Snelh. bij gn flow [Hz]. Als

Par.0-02 Eenh. motortoerental is ingesteld op TPM moet tevens gebruik worden gemaakt van Par.

22-85 Snelh. bij ontwerppunt [tpm]. Deze waarde kan worden bepaald door de kleppen te sluiten

en de snelheid te verlagen totdat de minimumdruk HMIN is bereikt.

22-84 Snelh. bij gn flow [Hz]

Range: Functie:50.0 Hz* [0.0 - par. 22-86 Hz] Resolutie 0,033 Hz.

Voer hier de motorsnelheid in Hz in waarbij de flow daadwerkelijk is gestopt en de minimumdruk

HMIN is bereikt. Het is ook mogelijk om de motorsnelheid in tpm te geven via Par.22-83 Snelh. bij

gn flow [tpm]. Als Par.0-02 Eenh. motortoerental is ingesteld op Hz moet tevens gebruik worden

gemaakt van Par.22-86 Snelh. bij ontwerppunt [Hz]. Deze waarde kan worden bepaald door de

kleppen te sluiten en de snelheid te verlagen totdat de minimumdruk HMIN is bereikt.

22-85 Snelh. bij ontwerppunt [tpm]

Range: Functie:1500. RPM* [par. 22-83 - 60000. RPM] Resolutie 1 tpm

Alleen zichtbaar wanneer Par.22-82 Werkpuntberekening is ingesteld op Uitgesch. Voer hier de

motorsnelheid in tpm in waarbij het ontwerppunt wordt bereikt. Het is ook mogelijk om de motor-

snelheid in Hz te geven via Par.22-86 Snelh. bij ontwerppunt [Hz]. Als Par.0-02 Eenh. motortoe-

rental is ingesteld op TPM moet tevens gebruik worden gemaakt van Par.22-83 Snelh. bij gn flow

[tpm].

22-86 Snelh. bij ontwerppunt [Hz]

Range: Functie:50/60.0

Hz*

[par. 22-84 - par. 4-19 Hz] Resolutie 0,033 Hz.

Alleen zichtbaar wanneer Par.22-82 Werkpuntberekening is ingesteld op Uitgesch. Voer hier de

motorsnelheid in Hz in waarbij het ontwerppunt wordt bereikt. Het is ook mogelijk om de motor-

snelheid in tpm te geven via Par.22-85 Snelh. bij ontwerppunt [tpm]. Als Par.0-02 Eenh. motortoe-

rental is ingesteld op Hz moet tevens gebruik worden gemaakt van Par.22-83 Snelh. bij gn flow

[tpm].

22-87 Druk bij geen-flowsnelheid

Range: Functie:0.000 N/A* [0.000 - par. 22-88 N/A] Voer de druk HMIN voor de snelheid bij geen flow in bij Referentie/terugk.eenheden.

22-88 Druk bij nom. snelheid

Range: Functie:999999.999

N/A*

[par. 22-87 - 999999.999 N/A] Voer hier de waarde in voor de druk bij nominale snelheid, in referentie/terugkoppelingseenheden.

Deze waarde kan worden bepaald met behulp van het pompdatablad.

22-89 Flow bij ontwerppunt

Range: Functie:0.000 N/A* [0.000 - 999999.999 N/A] Voer hier de waarde in voor de stroming bij het ontwerppunt. Geen eenheid nodig.

22-90 Flow bij nom snelh.

Range: Functie:0.000 N/A* [0.000 - 999999.999 N/A] Voer hier de waarde in voor de flow bij nominale snelheid. Deze waarde kan worden bepaald met

behulp van het pompdatablad.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

220 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

3.21 Hoofdmenu – Tijdgebonden functies – FC 100 – Groep 23

3.21.1 23-0* Tijdgeb. acties

Gebruik Tijdgeb. acties voor acties die moeten worden uitgevoerd op een dagelijkse of wekelijkse basis, bijv. verschillende referenties voor werkuren/

niet-werkuren. Er kunnen maximaal 10 tijdgebonden acties in de frequentieomvormer worden geprogrammeerd. Het nummer van de tijdgebonden actie

kan vanaf het LCP vanuit de lijst worden geselecteerd via parametergroep 23-0*. Vervolgens kunt u Par.23-00 AAN-tijd – Par.23-04 Uitvoering instellen

voor de geselecteerde tijdgebonden actie. Iedere tijdgebonden actie bestaat uit een AAN-tijd en een UIT-tijd, waarbij twee verschillende acties kunnen

worden uitgevoerd.

De in Tijdgeb. acties geprogrammeerde acties worden samengevoegd met de bijbehorende acties voor digitale ingangen, stuursignalen via bus en Smart

Logic Controller op basis van de gedefinieerde samenvoegregels in 8-5* Digitaal/Bus.

NB!

De klok (parametergroep 0-7*) moet juist zijn ingesteld om de tijdgebonden acties goed te laten werken.

NB!

Als een Analoge I/O-optiekaart MCB 109 is geïnstalleerd, wordt tevens voorzien in een backup van datum en tijd.

NB!

De MCT 10 setup-software voor de pc bevat een speciale gids voor het eenvoudig programmeren van tijdgebonden acties.

23-00 AAN-tijdArray [10]

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Stelt de AAN-tijd voor de tijdgebonden actie in.

NB!

De frequentieomvormer beschikt niet over een backup van de klokfunctie en de

ingestelde datum/tijd zal daarom na een uitschakeling worden teruggezet naar

de standaardinstelling (2000-01-01 00:00), tenzij een realtimeklokmodule met

backup is geïnstalleerd. Via Par.0-79 Klokfout kan worden ingesteld dat er een

waarschuwing moet worden gegenereerd wanneer de klok niet juist is ingesteld,

bijv. na een uitschakeling.

23-01 AAN-actieArray [10]

Option: Functie:Selecteer de actie voor de AAN-tijd. Zie Par.13-52 SL-controlleractie voor een beschrijving van de

opties.

[0] * UITGESCH.

[1] Geen actie

[2] Kies setup 1

[3] Kies setup 2

[4] Kies setup 3

[5] Kies setup 4

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 221

3

[10] Kies ingest. ref 0

[11] Kies ingest. ref 1

[12] Kies ingest. ref 2

[13] Kies ingest. ref 3

[14] Kies ingest. ref 4

[15] Kies ingest. ref 5

[16] Kies ingest. ref 6

[17] Kies ingest. ref 7

[18] Kies ramp 1

[19] Kies ramp 2

[22] Dr.

[23] Omgekrd dr.

[24] Stop

[26] Dcstop

[27] Vrijloop

[28] Uitgang vasth.

[29] Start timer 0

[30] Start timer 1

[31] Start timer 2

[32] Dig. uitgang A laag

[33] Dig. uitgang B laag

[34] Dig. uitgang C laag

[35] Dig. uitgang D laag

[36] Dig. uitgang E laag

[37] Dig. uitgang F laag

[38] Dig. uitgang A hoog

[39] Dig. uitgang B hoog

[40] Dig. uitgang C hoog

[41] Dig. uitgang D hoog

[42] Dig. uitgang E hoog

[43] Dig. uitgang F hoog

[60] Reset Teller A

[61] Reset Teller B

[70] Start timer 3

[71] Start timer 4

[72] Start timer 5

[73] Start timer 6

[74] Start timer 7

NB!

Raadpleeg voor de keuzes [32] – [43] tevens parametergroep 5-3* Dig. uitgangen en 5-4* Relais.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

222 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

23-02 UIT-tijdArray [10]

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Stelt de UIT-tijd voor de tijdgebonden actie in.

NB!

De frequentieomvormer beschikt niet over een backup van de klokfunctie en de

ingestelde datum/tijd zal daarom na een uitschakeling worden teruggezet naar

de standaardinstelling (2000-01-01 00:00), tenzij een realtimeklokmodule met

backup is geïnstalleerd. Via Par.0-79 Klokfout kan worden ingesteld dat er een

waarschuwing moet worden gegenereerd wanneer de klok niet juist is ingesteld,

bijv. na een uitschakeling.

23-03 UIT-actieArray [10]

Option: Functie:Selecteer de actie voor de UIT-tijd. Zie Par.13-52 SL-controlleractie voor een beschrijving van de

opties.

[0] * UITGESCH.

[1] Geen actie

[2] Kies setup 1

[3] Kies setup 2

[4] Kies setup 3

[5] Kies setup 4

[10] Kies ingest. ref 0

[11] Kies ingest. ref 1

[12] Kies ingest. ref 2

[13] Kies ingest. ref 3

[14] Kies ingest. ref 4

[15] Kies ingest. ref 5

[16] Kies ingest. ref 6

[17] Kies ingest. ref 7

[18] Kies ramp 1

[19] Kies ramp 2

[22] Dr.

[23] Omgekrd dr.

[24] Stop

[26] Dcstop

[27] Vrijloop

[28] Uitgang vasth.

[29] Start timer 0

[30] Start timer 1

[31] Start timer 2

[32] Dig. uitgang A laag

[33] Dig. uitgang B laag

[34] Dig. uitgang C laag

[35] Dig. uitgang D laag

[36] Dig. uitgang E laag

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 223

3

[37] Dig. uitgang F laag

[38] Dig. uitgang A hoog

[39] Dig. uitgang B hoog

[40] Dig. uitgang C hoog

[41] Dig. uitgang D hoog

[42] Dig. uitgang E hoog

[43] Dig. uitgang F hoog

[60] Reset Teller A

[61] Reset Teller B

[70] Start timer 3

[71] Start timer 4

[72] Start timer 5

[73] Start timer 6

[74] Start timer 7

23-04 UitvoeringArray [10]

Option: Functie:Selecteer de dag(en) waarop de tijdsgebonden actie van toepassing is. Specificeer werkdagen/niet-

werkdagen in Par.0-81 Werkdagen, Par.0-82 Andere werkdagen en Par.0-83 Andere niet-werkda-

gen.

[0] * Dagelijks

[1] Werkdagen

[2] Niet-werkdagen

[3] Maandag

[4] Dinsdag

[5] Woensdag

[6] Donderdag

[7] Vrijdag

[8] Zaterdag

[9] Zondag

3.21.2 23-1* Onderhoud

In verband met natuurlijke slijtage is een periodieke inspectie en onderhoudsbeurt van elementen in de toepassing noodzakelijk, bijv. motorlagers,

terugkoppelingssensoren en filterafdichtingen. Via Preventief onderhoud kunnen de onderhoudsintervallen in de frequentieomvormer worden gepro-

grammeerd. De frequentieomvormer zal een melding geven wanneer onderhoud nodig is. Er kunnen 20 Preventief-onderhoudsgebeurtenissen in de

frequentieomvormer worden geprogrammeerd. Voor elke gebeurtenis moeten de volgende elementen worden gespecificeerd:

• Onderhoudspunt (bijv. 'Motorlagers')

• Onderhoudsactie (bijv. 'Vervang')

• Onderhoud tijdsbasis (bijv. 'Draaiuren' of een specifieke datum en tijd)

• Onderhoud tijdsinterval of de datum en tijd voor de volgende onderhoudsbeurt

NB!

Om een Preventief-onderhoudsgebeurtenis uit te schakelen, moet de bijbehorende Par.23-12 Onderhoud tijdsbasis worden ingesteld

op Uitgesch. [0].

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

224 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

Preventief onderhoud kan worden geprogrammeerd via het LCP, maar het gebruik van het pc-programma VLT Motion Control Tool MCT 10 wordt aan-

bevolen.

Het LCP geeft (via een sleutelpictogram en een 'M') aan wanneer het tijd is voor een Preventief-onderhoudsactie. Een dergelijke melding kan ook via een

digitale uitgang worden gegenereerd via parametergroep 5-3*. De Preventief-onderhoudsstatus kan worden uitgelezen via Par.16-96 Onderhouds-

woord. Een indicatie voor Preventief onderhoud kan worden gereset via een digitale ingang, de FC-bus of handmatig vanaf het LCP via Par.23-15 Reset

onderhoudswoord.

Een onderhoudslogboek met de laatste 10 gelogde gegevens kan worden uitgelezen via parametergroep 18-0* of door op de [Alarm log]-toets op het

LCP te drukken en vervolgens Onderhoudslog te selecteren.

23-10 Onderhoudspunt

Option: Functie:Selecteer het punt dat bij de Preventief-onderhoudsgebeurtenis hoort.

[1] * Motorlagers

[2] Vent.lagers

[3] Pomplagers

[4] Klep

[5] Drukzender

[6] Flowzender

[7] Temperatuurzender

[8] Pompafdicht.

[9] Vent.riem

[10] Filter

[11] Koelvent. omv.

[12] Algehele check omv.syst.

[13] Garantie

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 225

3

[20] Klantspec. 1

[21] Klantspec. 2

[22] Klantspec. 3

[23] Klantspec. 4

[24] Klantspec. 5

[25] klantspec. 6

NB!

De Preventief-onderhoudsgebeurtenissen worden gedefinieerd in een array met 20 elementen. Daarom moet elke Preventief-onder-

houdsgebeurtenis hetzelfde array-elementindex in Par.23-10 Onderhoudspunt tot Par.23-14 Onderhoudsdatum en tijd gebruiken.

23-11 Onderhoudsactie

Option: Functie:Selecteer de actie die bij de Preventief-onderhoudsgebeurtenis hoort.

[1] * Smeren

[2] Reinig

[3] Vervang

[4] Inspect/check

[5] Revisie

[6] Vernieuw

[7] Check

[20] Klantspec. 1

[21] Klantspec. 2

[22] Klantspec. 3

[23] Klantspec. 4

[24] Klantspec. 5

[25] klantspec. 6

23-12 Onderhoud tijdsbasis

Option: Functie:Selecteer de tijdsbasis die bij de Preventief-onderhoudsgebeurtenis hoort.

[0] * Uitgesch. Uitgesch.[0] moet gebruikt worden om de Preventief-onderhoudsgebeurtenis uit te schakelen.

[1] Draaiuren Draaiuren [1] is het aantal uren dat de motor gedraaid heeft. Draaiuren worden niet gereset bij een

inschakeling. Onderhoud tijdsinterval moet worden gespecificeerd in Par.23-13 Onderhoud tijdsin-

terval.

[2] Bedrijfsuren Bedrijfsuren [2] is het aantal uren dat de frequentieomvormer in bedrijf is geweest. Bedrijfsuren

worden niet gereset bij een inschakeling. Onderhoud tijdsinterval moet worden gespecificeerd in

Par.23-13 Onderhoud tijdsinterval.

[3] Datum & tijd Datum & tijd [3] maakt gebruik van de interne klok. De datum en tijd van de volgende onder-

houdsbeurt moeten worden gespecificeerd in Par.23-14 Onderhoudsdatum en tijd.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

226 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

23-13 Onderhoud tijdsinterval

Range: Functie:1 h* [1 - 2147483647 h] Stel het interval in dat bij de huidige Preventief-onderhoudsgebeurtenis hoort. Deze parameter

wordt enkel gebruikt als Draaiuren [1] of Bedrijfsuren [2] is geselecteerd in Par.23-12 Onderhoud

tijdsbasis. De timer wordt teruggezet naar nul via Par.23-15 Reset onderhoudswoord.

Voorbeeld:

Een Preventief-onderhoudsgebeurtenis is ingesteld voor maandag om 8.00 uur. Par.23-12 Onder-

houd tijdsbasis is ingesteld op Bedrijfsuren [2] en Par.23-13 Onderhoud tijdsinterval is ingesteld op

7 x 24 uur = 168 uur. De eerstvolgende onderhoudsgebeurtenis zal worden aangegeven op de

volgende maandag om 8:00. Als deze onderhoudsgebeurtenis niet voor dinsdag 9.00 uur is gereset,

zal de melding de volgende dinsdag om 9.00 opnieuw verschijnen.

23-14 Onderhoudsdatum en tijd

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Stel de datum en tijd voor de eerstvolgende onderhoudsgebeurtenis in als de Preventief-onder-

houdsgebeurtenis is gebaseerd op datum/tijd. De datumindeling is afhankelijk van de instelling in

Par.0-71 Datumindeling, terwijl de tijdsindeling afhankelijk is van de instelling in Par.0-72 Tijdsin-

deling.

NB!

De frequentieomvormer beschikt niet over een backup van de klokfunctie en de

ingestelde datum/tijd zal daarom na een uitschakeling teruggezet worden naar

de standaardinstelling (2000-01-01 00:00). Via Par.0-79 Klokfout kan worden in-

gesteld dat er een waarschuwing moet worden gegenereerd wanneer de klok niet

juist is ingesteld, bijv. na een uitschakeling.

De ingestelde tijd moet minstens één uur verschillen met de actuele tijd!

NB!

Als een Analoge I/O-optie MCB 109 is geïnstalleerd, wordt tevens voorzien in een

backup van datum en tijd.

23-15 Reset onderhoudswoord

Option: Functie:Selecteer Resetten [1] om het onderhoudswoord in Par.16-96 Onderhoudswoord te resetten en de

getoonde melding op het LCP te wissen. Deze parameter zal teruggezet worden naar Niet reset-

ten [0] wanneer op [OK] gedrukt wordt.

[0] * Niet resetten

[1] Resetten

NB!

Wanneer berichten worden gereset, worden Onderhoudspunt, Onderhoudsactie en Onderhoudsdatum en tijd niet geannuleerd. Par.

23-12 Onderhoud tijdsbasis wordt ingesteld op Uitgesch. [0].

23-16 Onderhoudstekst

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Er kunnen 6 afzonderlijke teksten (Klantspec. 1 ... Klantspec. 6) worden geprogrammeerd voor

gebruik in Par.23-10 Onderhoudspunt of Par.23-11 Onderhoudsactie.

De tekst wordt geschreven op basis van de richtlijnen in Par.0-37 Displaytekst 1.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 227

3

3.21.3 23-5* Energielog

De frequentieomvormer houdt continu het totale energieverbruik van de motor bij op basis van het actuele vermogen dat door de frequentieomvormer

wordt afgegeven.

Deze gegevens kunnen worden gebruikt voor een Energielogfunctie aan de hand waarvan de gebruiker de informatie over het energieverbruik tijdens

een bepaalde tijdsperiode kan vergelijken en structureren.

Er zijn in principe twee functies:

- Gegevens die betrekking hebben op een voorgeprogrammeerd periode, gedefinieerd door middel van een ingestelde startdatum en -tijd.

- Gegevens die betrekking hebben op een periode die reeds is verstreken, bijv. de laatste zeven dagen binnen de geprogrammeerde tijdsperiode.

Voor elk van deze twee functies worden de gegevens opgeslagen in een aantal tellers zodat een tijdsperiode kan worden geselecteerd en kan worden

opgedeeld in uren, dagen of weken.

De periode/opdeling (resolutie) kan worden ingesteld in Par.23-50 Energielogresolutie.

De gegevens zijn gebaseerd op de waarde die is geregistreerd door de kWh-teller in de frequentieomvormer. Deze tellerwaarde kan worden uitgelezen

via Par.15-02 KWh-teller en bevat de totaalwaarde sinds de eerste inschakeling van het systeem of de laatste tellerreset (Par.15-06 kWh-teller reset).

Alle gegevens voor de Energielogs worden opgeslagen in tellers die kunnen worden uitgelezen via Par.23-53 Energielog.

Teller 00 zal altijd de oudste gegevens bevatten. Een teller bestrijkt altijd een periode van XX:00 tot XX:59 in geval van uren of 00:00 tot 23:59 in geval

van dagen.

Als de laatste uren of de laatste dagen worden gelogd, wijzigt de inhoud van de tellers elk uur om XX:00 of elke dag om 00:00.

De teller met de hoogste index wordt steeds bijgewerkt (met gegevens voor het actuele uur sinds XX:00 of de actuele dag sinds 00:00).

De inhoud van de tellers kan in de vorm van een balkje worden weergegeven op het LCP. Selecteer [Quick Menus], Logdata, Energielog: Trending cont

bin / Trend. getimed bin / Trending vergelijk.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

228 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

23-50 Energielogresolutie

Option: Functie:Selecteer de gewenste tijdsperiode voor het loggen van het energieverbruik. Uur vd dag [0], Dag

vd week [1] of Dag vd maand [2]. De tellers bevatten de loggegevens van de geprogrammeerde

datum/tijd voor de start (Par.23-51 Start periode) en het geprogrammeerde aantal uren/dagen

(Par.23-50 Energielogresolutie).

Het loggen zal beginnen op de geprogrammeerde datum in Par.23-51 Start periode en doorgaan

tot één dag/week/maand verstreken is. Laatste 24 u [5], Laatste 7 dg [6] of Laatste 5 wk [7]. De

tellers bevatten gegevens van één dag, één week of vijf weken geleden tot aan de actuele tijd.

Het loggen zal beginnen op de geprogrammeerde datum in Par.23-51 Start periode. In alle gevallen

zal de opgedeelde periode betrekking hebben op bedrijfsuren (de tijd dat de frequentieomvormer

aan staat).

[0] Uur vd dag

[1] Dag vd week

[2] Dag vd maand

[5] * Laatste 24 u

[6] Laatste 7 dg

[7] Laatste 5 wk

NB!

De frequentieomvormer beschikt niet over een backup van de klokfunctie en de ingestelde datum/tijd zal daarom na een uitschakeling

worden teruggezet naar de standaardinstelling (2000-01-01 00:00), tenzij een realtimeklokmodule met backup is geïnstalleerd. Als

gevolg hiervan wordt het loggen gestaakt totdat de datum/tijd in Par.0-70 Datum & tijd instellen opnieuw is ingesteld. Via Par.

0-79 Klokfout kan worden ingesteld dat er een waarschuwing moet worden gegenereerd wanneer de klok niet juist is ingesteld, bijv.

na een uitschakeling.

23-51 Start periode

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Stel de datum en tijd in waarop de Energielog de tellers moet gaan bijwerken. De eerste gegevens

zullen worden opgeslagen in teller [00] vanaf de tijd/datum die in deze parameter is ingesteld.

De datumindeling is afhankelijk van de instelling in Par.0-71 Datumindeling terwijl de tijdsindeling

afhankelijk is van de instelling in Par.0-72 Tijdsindeling.

NB!

Als een Analoge I/O-optie MCB 109 is geïnstalleerd, wordt tevens voorzien in een backup van datum en tijd.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 229

3

23-53 Energielog

Range: Functie:0 N/A* [0 - 4294967295 N/A] Een array met hetzelfde aantal elementen als het aantal tellers ([00]-[XX] onder het parameter-

nummer op het display). Druk op [OK] en schuif door de elementen via de toetsen en op het

lokale bedieningspaneel.

Arrayelementen:

Gegevens vanaf de laatste periode wordt opgeslagen in de teller met de hoogste index.

Wanneer het systeem wordt uitgeschakeld, worden alle tellerwaarden opgeslagen en bij de vol-

gende inschakeling weer opgehaald.

NB!

Alle tellers worden automatisch gereset wanneer de instelling in Par.23-50 Energielogresolutie wordt gewijzigd. Bij een overflow zal

het bijwerken van de tellers stoppen bij de maximale waarde.

NB!

Als een Analoge I/O-optie MCB 109 is geïnstalleerd, wordt tevens voorzien in een backup van datum en tijd.

23-54 Reset energielog

Option: Functie:Selecteer Resetten [1] om alle waarden in de Energielogtellers die in Par.23-53 Energielog worden

weergegeven, te resetten. Nadat op [OK] is gedrukt, zal de instelling van de parameterwaarde

automatisch worden gewijzigd in Niet resetten [0].

[0] * Niet resetten

[1] Resetten

3.21.4 23-6* Trending

Trending wordt gebruikt om een procesvariabele gedurende een bepaalde tijd te bewaken en te registreren hoe vaak de gegevens binnen elk van de

tien door de gebruiker gedefinieerde gegevensbereiken vallen. Dit is een handig hulpmiddel om een snel overzicht te krijgen van bedrijfselementen die

kunnen worden verbeterd.

Er kunnen twee datasets worden aangemaakt voor Trending om het mogelijk te maken om de actuele waarden voor een geselecteerde bedrijfsvariabele

te vergelijken met gegevens voor een bepaalde referentieperiode voor dezelfde variabele. Deze referentieperiode kan vooraf worden geprogrammeerd

(Par.23-63 Tijdgeb. periodestart en Par.23-64 Tijdgeb. periodestop). De twee datasets kunnen worden uitgelezen via Par.23-61 Continue bin data (ac-

tueel) en Par.23-62 Tijdgeb. bin data (referentie).

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

230 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

Het is mogelijk om Trending aan te maken voor de volgende bedrijfsvariabelen:

- Vermogen

- stroom

- Uitgangsfrequentie

- Motorsnelheid

De Trendingfunctie beschikt over tien tellers (die samen een bin vormen) voor elke dataset, bestaande uit de registratiegetallen die aangeven hoe vaak

de bedrijfsvariabele binnen elk van de vooraf geprogrammeerde intervallen valt. Het sorteren is gebaseerd op een relatieve waarde van de variabele.

De relatieve waarde voor de bedrijfsvariabele is

Actueel/Nominaal * 100%.

voor Vermogen en Stroom en

Actueel/Max * 100%

voor Uitgangsfrequentie en Motorsnelheid.

De grootte van elk interval kan afzonderlijk worden ingesteld maar is standaard 10% voor elk. Vermogen en Stroom kunnen de nominale waarde over-

schrijden, maar deze registraties zullen worden opgenomen in de teller voor 90% - 100% (MAX).

Eén keer per seconde wordt de waarde van de geselecteerde bedrijfsvariabele geregistreerd. Als een geregistreerde waarde gelijk is aan 13%, dan wordt

de teller '10% - < 20%' bijgewerkt met de waarde '1'. Als de waarde gedurende 10 s 13% blijft, wordt '10' toegevoegd aan de tellerwaarde.

De inhoud van de tellers kan in de vorm van een balkje worden weergegeven op het LCP. Selecteer [Quick Menus] > Logdata: Trending cont bin / Trend.

getimed bin / Trending vergelijk.

NB!

De teller start met tellen zodra de frequentieomvormer wordt opgestart. Bij het uit- en aanzetten na een reset worden de tellers weer

op nul gezet. EEPROM-gegevens worden eens per uur bijgewerkt.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 231

3

23-60 Trendvariabele

Option: Functie:Selecteer de variabele die moet worden bewaakt voor Trending.

[0] * Verm. [kW] vermogen dat wordt afgegeven aan de motor. De referentie voor de relatieve waarde is het nominale

motorvermogen dat ingesteld is in Par.1-20 Motorverm. [kW] of Par.1-21 Motorverm. [PK]. De ac-

tuele waarde kan worden uitgelezen via Par.16-10 Verm. [kW] of Par.16-11 Verm. [pk].

[1] Stroom [A] uitgangsstroom naar de motor. De referentie voor de relatieve waarde is de nominale motorstroom

die ingesteld is in Par.1-24 Motorstroom. De actuele waarde kan uitgelezen worden via Par.

16-14 Motorstroom.

[2] Frequentie [Hz] Uitgangsfrequentie naar de motor. De referentie voor de relatieve waarde is de maximale motor-

snelheid die ingesteld is in Par.4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz]. De actuele waarde kan uitgelezen

worden via Par.16-13 Frequentie.

[3] Motorsnelh. [tpm] Het motortoerental. De referentie voor de relatieve waarde is de maximale motorsnelheid die in-

gesteld is in Par.4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM].

23-61 Continue bin data

Range: Functie:0 N/A* [0 - 4294967295 N/A] Array met 10 elementen ([0]-[9] onder het parameternummer op het display). Druk op [OK] en

schuif door de elementen via de toetsen en op het LCP.

10 tellers die aangeven hoe vaak de te bewaken bedrijfsvariabele is voorgekomen, gesorteerd op

basis van de volgende intervallen:

Teller [0]: 0% - <10%

Teller [1]: 10% - <20%

Teller [2]: 20% - <30%

Teller [3]: 30% - <40%

Teller [4]: 40% - <50%

Teller [5]: 50% - <60%

Teller [6]: 60% - <70%

Teller [7]: 70% - <80%

Teller [8]: 80% - <90%

Teller [9]: 90% - <100% of Max

Bovenstaande minimale limieten voor de intervallen zijn standaardlimieten. Deze kunnen worden

gewijzigd in Par.23-65 Min. bin waarde.

Begint met tellen wanneer de frequentieomvormer voor de eerste keer wordt ingeschakeld. Alle

tellers kunnen worden teruggezet naar 0 in Par.23-66 Reset continue bin data.

23-62 Tijdgeb. bin data

Range: Functie:0 N/A* [0 - 4294967295 N/A] Array met 10 elementen ([0]-[9] onder het parameternummer op het display). Druk op [OK] en

schuif door de elementen via de toetsen en op het LCP.

10 tellers die aangeven hoe vaak de te bewaken bedrijfsvariabele voorgekomen is, gesorteerd op

basis van dezelfde intervallen als voor Par.23-61 Continue bin data.

Begint met tellen op de datum/tijd die is ingesteld in Par.23-63 Tijdgeb. periodestart, en stopt op

de tijd/datum die is ingesteld in Par.23-64 Tijdgeb. periodestop Alle tellers kunnen worden terug-

gezet naar 0 in Par.23-67 Reset tijdgeb. bin data.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

232 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

23-63 Tijdgeb. periodestart

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Stelt de datum en tijd in waarop Trending begint met het bijwerken van de tijdgebonden bin-tellers.

De datumindeling is afhankelijk van de instelling in Par.0-71 Datumindeling terwijl de tijdsindeling

afhankelijk is van de instelling in Par.0-72 Tijdsindeling.

NB!

De frequentieomvormer beschikt niet over een backup van de klokfunctie en de ingestelde datum/tijd zal daarom na een uitschakeling

worden teruggezet naar de standaardinstelling (2000-01-01 00:00), tenzij een realtimeklokmodule met backup is geïnstalleerd. Als

gevolg hiervan wordt het loggen gestaakt totdat de datum/tijd in Par.0-70 Datum & tijd instellen opnieuw is ingesteld. Via Par.

0-79 Klokfout kan worden ingesteld dat er een waarschuwing moet worden gegenereerd wanneer de klok niet juist is ingesteld, bijv.

na een uitschakeling.

NB!

Als een Analoge I/O-optiekaart MCB 109 is geïnstalleerd, wordt tevens voorzien in een backup van datum en tijd.

23-64 Tijdgeb. periodestop

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Stelt de datum en tijd in waarop Trending moet stoppen met het bijwerken van de tijdgebonden

bin-tellers.

De datumindeling is afhankelijk van de instelling in Par.0-71 Datumindeling terwijl de tijdsindeling

afhankelijk is van de instelling in Par.0-72 Tijdsindeling.

NB!

Als een Analoge I/O-optiekaart MCB 109 is geïnstalleerd, wordt tevens voorzien in een backup van datum en tijd.

23-65 Min. bin waarde

Range: Functie:0 %* [0 - 100. %] Array met 10 elementen ([0]-[9] onder het parameternummer op het display). Druk op [OK] en

schuif door de elementen via de toetsen en op het LCP.

Stel de minimumbegrenzing in voor elk interval in Par.23-61 Continue bin data en Par.23-62 Tijdgeb.

bin data. als Teller [1] wordt geselecteerd en de instelling wordt gewijzigd van 10% naar 12%, dan

zal Teller [0] worden gebaseerd op het interval 0 - <12% en Teller [1] op interval 12% - <20%.

23-66 Reset continue bin data

Option: Functie:Selecteer Resetten [1] om alle waarden in Par.23-61 Continue bin data te resetten.

Nadat op [OK] is gedrukt, zal de instelling van de parameterwaarde automatische worden gewijzigd

in Niet resetten [0].

[0] * Niet resetten

[1] Resetten

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 233

3

23-67 Reset tijdgeb. bin data

Option: Functie:Selecteer Resetten [1] om alle tellers in Par.23-62 Tijdgeb. bin data te resetten.

Nadat op [OK] is gedrukt, zal de instelling van de parameterwaarde automatisch worden gewijzigd

in Niet resetten [0].

[0] * Niet resetten

[1] Resetten

3.21.5 23-8* Terugbet.teller

De frequentieomvormer beschikt over een functie die een ruwe berekening kan maken voor terugbetaling in gevallen waarbij de frequentieomvormer

geïnstalleerd is in een bestaande installatie om te besparen op de energiekosten door van een regeling met vaste snelheid over te stappen naar een

regeling met variabele snelheid. De referentie voor de besparing is een ingestelde waarde die het gemiddelde afgegeven vermogen voorafgaand aan de

overstap naar een variabele-snelheidsregeling aangeeft.

Het verschil tussen het referentievermogen bij een vaste snelheid en het actuele vermogen dat wordt afgegeven bij een snelheidsregeling geeft de actuele

besparing aan.

De waarde voor de werking bij een vaste snelheid wordt berekend door het nominale motorvermogen (kW) te vermenigvuldigen met een factor (in %)

die het gegenereerde vermogen bij een vaste snelheid weergeeft. Het verschil tussen dit referentievermogen en het actuele vermogen wordt getotaliseerd

en opgeslagen. Het verschil in energie kan worden uitgelezen via Par.23-83 Energiebesparing.

De berekende waarde voor het verschil in energieverbruik wordt vermenigvuldigd met de kosten voor energie in lokale valuta en verminderd met de

investeringskosten. Deze berekening voor kostenbesparing kan ook uitgelezen worden via Par.23-84 Kostenbesparing.

Kostenbesparing = ∑t=0

t(Nom. Motor Vermogen ∗ Vermogen Referentie factor )

− Actueel Vermogen Verbruik × Energiekosten Kostenbesparing − Investeringskosten KostenbesparingHet break-evenpunt (terugbetaling) treedt op wanneer de uitgelezen parameterwaarde van negatief naar positief gaat.

Het is niet mogelijk om de energiebesparingsteller te resetten, maar de teller kan wel op ieder moment worden gestopt door Par.23-80 Verm.referen-

tiefactor in te stellen op 0.

Parameterlijst:

Instelparameters Uitleesparameters

Nom. motorvermogen Par.1-20 Motorverm. [kW] Energiebesparing Par.23-83 Energiebesparing

Verm.referentiefactor in % Par.23-80 Verm.referentiefactor Actueel vermogen Par.16-10 Verm. [kW], Par.

16-11 Verm. [pk]

Energiekosten per kWh Par.23-81 Energiekosten Kostenbesparing Par.23-84 Kostenbesparing

Investeringskosten Par.23-82 Investering

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

234 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

23-80 Verm.referentiefactor

Range: Functie:100 %* [0 - 100 %] Stel het percentage van het nominale motorvermogen (ingesteld in Par.1-20 Motorverm. [kW] of

Par.1-21 Motorverm. [PK]) in dat overeenkomt met het gemiddelde vermogen dat wordt afgegeven

wanneer wordt gewerkt met een vaste snelheid (voor de overstap naar een variabele-snelheidsre-

geling).

Moet worden ingesteld op een waarde anders dan 0 om te beginnen met tellen.

23-81 Energiekosten

Range: Functie:1.00 N/A* [0.00 - 999999.99 N/A] Stel de actuele kosten per kWh in lokale valuta in. Als de waarde voor de energiekosten op een later

moment wordt gewijzigd, zal dit effect hebben op de berekening voor de totale periode!

23-82 Investering

Range: Functie:0 N/A* [0 - 999999999 N/A] Stel de waarde in van de investeringskosten voor het opwaarderen van de installatie naar een snel-

heidsregeling, in dezelfde valuta als is gebruikt in Par.23-81 Energiekosten.

23-83 Energiebesparing

Range: Functie:0 kWh* [0 - 0 kWh] Deze parameters maakt uitlezing mogelijk van het totale verschil tussen het referentievermogen en

het actuele afgegeven vermogen.

Als het motorvermogen is ingesteld in pk (Par.1-21 Motorverm. [PK]) zal de vergelijkbare kW-waar-

de worden gebruikt voor de Energiebesparing.

23-84 Kostenbesparing

Range: Functie:0 N/A* [0 - 2147483647 N/A] Deze parameter maakt uitlezing mogelijk van de berekening op basis van bovenstaande vergelijking

(in lokale valuta).

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 235

3

3.22 Hoofdmenu – Toepassingsfuncties 2 – Groep 24

3.22.1 24-0* Brandmodus

NB!

Houd er rekening mee dat de frequentieomvormer slechts één onderdeel is van het VLT HVAC Drive-systeem. Een juiste werking van

de brandmodus hangt af van een juist ontwerp en de juiste selectie van systeemcomponenten. Ventilatiesystemen die onderdeel

uitmaken van toepassingen voor persoonlijke bescherming moeten worden goedgekeurd door de lokale brandweerautoriteiten. Het

niet onderbreken van de frequentieomvormer wegens brandmodusbedrijf kan overdruk veroorzaken en leiden tot

schade aan het VLT HVAC Drive-systeem en de onderdelen, waaronder luchtregelkleppen en luchtkanalen. Danfoss

kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor fouten, slecht functioneren, lichamelijk letsel of enige schade aan

de frequentieomvormer zelf of componenten ervan, VLT HVAC Drive-systemen of componenten ervan, of andere ei-

gendommen wanneer de frequentieomvormer is ingesteld op de brandmodus. Onder geen enkele voorwaarde zal

Danfoss aansprakelijk kunnen worden gesteld door de eindgebruiker of enige andere partij voor directe, indirecte,

bijzondere schade of gevolgschade of geleden verliezen door deze partij, die het gevolg zijn van de programmering en

werking van de frequentieomvormer in de brandmodus.

Achtergrondinformatie

De Brandmodus is bedoeld voor gebruik in kritische situaties waarbij het noodzakelijk is om de motor in bedrijf te houden, ongeacht de normale bevei-

ligingsfuncties van de frequentieomvormer. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij ventilatoren in tunnels of trappenhuizen, waarbij een continu werkende

ventilator een veilige evacuatie van personeel mogelijk maakt in geval van brand. Bepaalde instellingen voor de brandmodusfunctie zorgen ervoor dat

alarmen en uitschakelsituaties worden genegeerd, zodat de motor zonder onderbreking blijft werken.

Activering

De brandmodus kan alleen via de digitale ingangsklemmen worden geactiveerd. Zie par. 5-1* Dig. ingangen.

Meldingen op het display

Wanneer de brandmodus is ingeschakeld, zal op het display de statusmelding 'Brandmodus' en de waarschuwing 'Brandmodus' worden getoond.

Wanneer de Brandmodus weer uitgeschakeld wordt, zal de statusmelding verdwijnen en zal de waarschuwing vervangen worden door de waarschuwing

'Brandmodus was actief'. Deze melding kan uitsluitend worden gereset door de voeding van de frequentieomvormer uit en weer in te schakelen. Als

tijdens de periode dat de frequentieomvormer in de brandmodus staat een alarm wordt gegenereerd dat van invloed is op de garantie (zie Par.

24-09 Alarmafh. brandmodus), dan zal het display de waarschuwing 'Limieten brandmodus overschreden' weergeven.

Digitale en relaisuitgangen kunnen geprogrammeerd worden voor de statusmelding 'Brandmodus actief' en de waarschuwing 'Brandmodus was actief'.

Zie par. 5-3* en par. 5-4*.

Toegang tot de melding 'Brandmodus was actief' is ook mogelijk via het waarschuwingswoord, via seriële communicatie. (Zie relevante documentatie.)

Toegang tot de statusmelding 'Brandmodus' is te verkrijgen via het uitgebreide statuswoord.

Melding Type LCP Digitale uitg./relais Waarsch.woord 2 Uitgebr. statusw. 2

Brandmodus Status + + + (bit 25)

Brandmodus Waarschuwing +

Brandmodus was actief Waarsch. + + + (bit 3)

Limieten brandmodus over-

schredenWaarsch. + +

Log

Een overzicht van gebeurtenissen met betrekking tot de brandmodus kan worden bekeken via par. 18-1* of via de [Alarm log]-toets op het LCP.

De log bevat de laatste 10 gebeurtenissen. Alarmen die van invloed zijn op de garantie hebben een hogere prioriteit dan de andere twee typen gebeurtenis.

De log kan niet worden gereset!

De volgende gebeurtenissen worden gelogd:

*Alarmen die van invloed zijn op de garantie (zie Par.24-09 Alarmafh. brandmodus Alarmafh. brandmodus)

*Brandmodus ingeschakeld

*Brandmodus uitgeschakeld

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

236 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

Alle andere alarmen die zich voordoen terwijl de brandmodus is ingeschakeld, zullen op de normale wijze worden gelogd.

NB!

Tijdens bedrijf in de brandmodus zullen alle stopcommando's naar de frequentieomvormer worden genegeerd, inclusief Vrijloop/Vrijloop

geïnverteerd en Ext. vergrendeling. Als uw frequentieomvormer echter is uitgerust met de functie Veilige stop, zal deze functie nog

steeds actief zijn. Zie de sectie Bestellen/Bestelformulier typecode.

NB!

Als het wenselijk is om tijdens de brandmodus gebruik te maken van de live-zerofunctie, zal deze functie ook actief zijn voor analoge

ingangen die niet worden gebruikt voor het instelpunt/de terugkoppeling van de brandmodus. Als de terugkoppeling voor een van die

andere analoge ingangen verloren zou gaan, bijvoorbeeld doordat een kabel verbrandt, dan zal de live-zerofunctie in werking treden.

Als dit niet wenselijk is, moet de live-zerofunctie voor deze andere ingangen worden uitgeschakeld.

De gewenste live-zerofunctie in geval van een ontbrekend signaal indien de brandmodus actief is, moet worden ingesteld in Par.

6-02 Live zero time-outfunctie brandmodus.

Een waarschuwing voor live zero heeft een hogere prioriteit dan de waarschuwing 'Brandmodus'.

24-00 Brandmodusfunctie

Option: Functie:[0] * Uitgesch. De brandmodusfunctie is niet actief.

[1] Ingesch. In deze modus zal de motor rechtsom blijven werken. Werkt alleen bij een regeling zonder terug-

koppeling. Stel par. Par.24-01 Fire Mode Configuration in op Geen terugk. [0].

[2] Ingesch. - omker. In deze modus zal de motor linksom blijven werken. Werkt alleen bij een regeling zonder terug-

koppeling. Stel par. Par.24-01 Fire Mode Configuration in op Geen terugk. [0].

[3] Ingesch. - vrijl. Wanneer deze modus is geselecteerd, is de uitgang uitgeschakeld en kan de motor vrijlopen tot

stop.

NB!

Bij bovenstaande instellingen worden alarmen geactiveerd of genegeerd op basis van de instelling in Par.24-09 Alarmafh. brandmo-

dus.

24-01 Fire Mode Configuration

Option: Functie:[0] * Geen terugk. Wanneer de brandmodus actief is, zal de motor draaien met een vaste snelheid op basis van een

ingestelde referentie. Als eenheid wordt de geselecteerde eenheid in Par.0-02 Eenh. motortoeren-

tal gebruikt.

[3] Met terugk. Wanneer de brandmodus actief is, zal de ingebouwde PID-regelaar de snelheid regelen op basis

van het instelpunt en een terugkoppelsignaal dat is geselecteerd in Par. 24-07 Fire Mode Feedback

Source. De eenheid moet worden ingesteld in Par.24-02 Fire Mode Unit. Als de motor ook tijdens

normaal bedrijf geregeld wordt door de ingebouwde PID-regelaar kan voor beide situaties dezelfde

zender gebruikt worden door dezelfde bron te selecteren.

NB!

De PID-regelaar kan worden ingesteld door Par.24-09 Alarmafh. brandmodus in te stellen op Uitsch alle alarm - test [2].

NB!

Wanneer Par.24-00 Brandmodusfunctie is ingesteld op Ingesch. - omker. kan Par.24-01 Fire Mode Configuration niet worden ingesteld

op Met terugk.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 237

3

24-02 Fire Mode Unit

Option: Functie:Selecteer de gewenste eenheid wanneer de brandmodus actief is bij een regeling met terugkoppe-

ling.

[0] *

[1] %

[2] tpm

[3] Hz

[4] Nm

[5] PPM

[10] 1/min

[11] tpm

[12] PULS/s

[20] l/s

[21] l/min

[22] l/u.

[23] m3/s

[24] m3/min

[25] m3/u.

[30] kg/s

[31] kg/min

[32] kg/u.

[33] t/min

[34] t/u.

[40] m/s

[41] m/min

[45] m

[60] °C

[70] mbar

[71] bar

[72] Pa

[73] kPa

[74] m WG

[75] mm Hg

[80] kW

[120] GPM

[121] gal/s

[122] gal/min

[123] gal/u.

[124] CFM

[125] ft3/s

[126] ft3/min

[127] ft3/u.

[130] lb/s

[131] lb/min

[132] lb/u.

[140] ft/s

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

238 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

[141] ft/min

[145] ft

[160] °F

[170] psi

[171] lb/in²

[172] in wg

[173] ft WG

[174] in Hg

[180] pk

24-03 Fire Mode Min Reference

Range: Functie:0 FireMo-

deUnit*

[-999999.999 - par. 24-04 FireMo-

deUnit]

Minimumwaarde voor de referentie/het instelpunt (begrenzing voor de som van de ingestelde waar-

de in Par.24-05 Digitale ref. brandmodus en de waarde van het signaal op de ingang die is

geselecteerd in Par.24-06 Referentiebron brandmodus).

Wanneer de brandmodus actief is bij een regeling zonder terugkoppeling wordt de eenheid bepaald

door de instelling van Par.0-02 Eenh. motortoerental. Bij een regeling met terugkoppeling wordt de

eenheid ingesteld in Par.24-02 Fire Mode Unit.

24-04 Fire Mode Max Reference

Range: Functie:50.000 Fire-

ModeUnit*

[par. 24-03 - 999999.999 FireMo-

deUnit]

Maximumwaarde voor de referentie/het instelpunt (begrenzing voor de som van de ingestelde

waarde in Par.24-05 Digitale ref. brandmodus en de waarde van het signaal op de ingang die is

geselecteerd in Par.24-06 Referentiebron brandmodus).

Wanneer de brandmodus actief is bij een regeling zonder terugkoppeling wordt de eenheid bepaald

door de instelling van Par.0-02 Eenh. motortoerental. Bij een regeling met terugkoppeling wordt de

eenheid ingesteld in Par.24-02 Fire Mode Unit.

24-05 Digitale ref. brandmodus

Range: Functie:0.00 %* [-100.00 - 100.00 %] Voer de gewenste digitale referentie/het instelpunt in als een percentage van de ingestelde waarde

in Par.24-04 Fire Mode Max Reference. De ingestelde waarde zal worden opgeteld bij de waarde

die wordt vertegenwoordigd door het signaal op de analoge ingang die is geselecteerd in Par.

24-06 Referentiebron brandmodus.

24-06 Referentiebron brandmodus

Option: Functie:Stel in welke externe referentie-ingang moet worden gebruikt voor de brandmodus. Dit signaal zal

worden opgeteld bij de ingestelde waarde in Par.24-06 Referentiebron brandmodus.

[0] * Geen functie

[1] Anal. ingang 53

[2] Anal. ingang 54

[7] Pulsingang 29

[8] Pulsingang 33

[20] Dig. potmeter

[21] Anal. ingang X30/11

[22] Anal. ingang X30/12

[23] Anal. ingang X42/1

[24] Anal. ingang X42/3

[25] Anal. ingang X42/5

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 239

3

24-07 Bron terugk. brandmodus

Option: Functie:Selecteer de ingang die moet worden gebruikt voor het terugkoppelsignaal voor de brandmodus

ingeval de brandmodus actief is.

Als de motor ook tijdens normaal bedrijf wordt geregeld door de ingebouwde PID-regelaar kan voor

beide situaties dezelfde zender worden gebruikt door dezelfde bron te selecteren.

[0] * Geen functie

[1] Anal. ingang 53

[2] Anal. ingang 54

[7] Pulsingang 29

[8] Pulsingang 33

[20] Dig. potmeter

[21] Anal. ingang X30/11

[22] Anal. ingang X30/12

[23] Anal. ingang X42/1

[24] Anal. ingang X42/3

[25] Anal. ingang X42/5

[100] Busterugk. 1

[101] Busterugk. 2

[102] Busterugk. 3

24-09 Alarmafh. brandmodus

Option: Functie:[0] Uitsch+Reset alle krit. alarmen Als deze modus is geselecteerd zal de frequentieomvormer blijven werken, waarbij de meeste alar-

men zullen worden genegeerd, ZELFS ALS DIT KAN LEIDEN TOT SCHADE AAN DE FREQUENTIE-

OMVORMER. Kritische alarmen zijn alarmen die niet onderdrukt kunnen worden maar waarbij een

resetpoging wel mogelijk is (onbegrensde automatische reset).

[1] * Trip alle krit. alarmen In geval van een kritisch alarm zal de frequentieomvormer uitschakelen (trip) en niet automatisch

herstarten (handm. reset).

[2] Uitsch alle alarm - test Het is mogelijk om de werking van de brandmodus te testen, waarbij alle alarmen op normale wijze

worden geactiveerd (handmatige reset).

NB!

Alarmen die van invloed zijn op de garantie. Bepaalde

alarmen kunnen de levensduur van de frequentieom-

vormer beïnvloeden. Als een van deze alarmen zich

voordoet in de brandmodus en wordt genegeerd, zal

deze gebeurtenis worden gelogd in de brandmodu-

slog.

Hierin worden de laatste 10 gebeurtenissen gelogd

met betrekking tot: alarmen die van invloed zijn op de

garantie, inschakeling van de brandmodus, en uitscha-

keling van de brandmodus.

NB!

De instelling in Par.14-20 Resetmodus wordt gene-

geerd wanneer de brandmodus is ingeschakeld (zie

par. 24-0* Brandmodus).

Nr: BeschrijvingKritische

alarmen

Garantie

beïnvloe-

dende

alarmen

4 Faseverl. netv. x

7 DC-overspann. x

8 DC-onderspann. x

9 Inverter overbelast x

13 Overstroom x

14 Aardfout x

16 Kortsluiting x

29 Temp. voed.krt x

33 Inrush-fout x

38 Interne fout x

65 Stuurkaarttemp. x

68 Veil. stop x

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

240 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

3.22.2 24-1* Omv.bypass

De frequentieomvormer is uitgerust met een functie die kan worden gebruikt om automatisch een externe elektromechanische bypass te activeren in

geval van een uitschakeling/uitschakeling met blokkering van de frequentieomvormer of in geval van een Vrijloop brandmodus (zie Par.24-00 Brandmo-

dusfunctie).

De bypass zorgt ervoor dat de motor rechtstreeks op het net zal gaan werken. De externe bypass wordt geactiveerd via een van de digitale uitgangen

of relais van de frequentieomvormer wanneer deze voor de bypassfunctie is geprogrammeerd in 5-3* of par. 5-4*.

NB!

Belangrijk! Als de omvormerbypassfunctie wordt ingeschakeld, voldoet de frequentieomvormer niet langer aan de veiligheidseisen

(m.b.t. het gebruik van de functie Veilige stop in relevante omvormers).

Om de omvormerbypass tijdens normaal bedrijf (Brandmodus niet actief) uit te schakelen, moet een van de volgende acties worden uitgevoerd.

• Druk op de [Off]-toets op het LCP (of programmeer twee van de digitale ingangen voor Hand on – Off – Auto).

• Activeer Ext. vergrendeling via een digitale ingang

• Schakel de spanning uit en weer in.

NB!

De omvormerbypass kan niet worden uitgeschakeld in de Brandmodus. Dit is alleen mogelijk door het Brandmodussignaal te verwij-

deren of de voeding naar de frequentieomvormer af te schakelen!

Wanneer de omvormerbypass actief is, zal het display van het LCP de statusmelding Omv.bypass weergeven. Deze melding heeft een hogere prioriteit

dan de statusmeldingen voor de Brandmodus. Wanneer de automatische omvormerbypassfunctie is ingeschakeld, zal deze de externe bypass volgens

onderstaand schema inschakelen:

De status kan worden uitgelezen via Uitgebreid statuswoord 2, bit 24.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 241

3

24-10 Bypassfunctie

Option: Functie:Deze parameter bepaalt bij welke condities de Omv.bypassfunctie wordt geactiveerd:

[0] * Uitgesch.

[1] Ingesch. Bij normaal bedrijf zal de automatische omvormerbypassfunctie worden geactiveerd in de volgende

situaties:

Bij een uitschakeling of een uitschakeling met blokkering. Na het geprogrammeerde aantal reset-

pogingen dat is ingesteld in Par.14-20 Resetmodus, of wanneer de ingestelde tijd in Par.

24-11 Bypassvertr.tijd is verstreken voordat de resetpogingen zijn voltooid.

In de Brandmodus zal de bypassfunctie actief zijn in de volgende situaties:

Bij een uitschakeling wegens een kritisch alarm, bij vrijlopen of wanneer de ingestelde tijd voor

Bypassvertraging is verstreken voordat de resetpogingen zijn voltooid, terwijl Brandmodus is inge-

steld op Ingesch. [2]. De Bypassfunctie zal actief zijn bij een uitschakeling wegens een kritisch

alarm, bij vrijlopen of wanneer de ingestelde tijd voor Bypassvertraging is verstreken voordat de

resetpogingen zijn voltooid.

[2] Ingesch. (brandmodus) De Bypassfunctie zal actief zijn bij een uitschakeling wegens een kritisch alarm, bij vrijlopen of

wanneer de ingestelde tijd voor Bypassvertraging is verstreken voordat de resetpogingen zijn vol-

tooid.

NB!

Belangrijk! Als de omvormerbypassfunctie ingeschakeld wordt, dan voldoet de functie Veilige stop niet langer aan de norm EN 954-1,

installaties van cat. 3.

24-11 Bypassvertr.tijd

Range: Functie:0 s* [0 - 600 s] Te programmeren in stappen van 1 s. De Bypassvertraging gaat in zodra de Bypassfunctie wordt

geactiveerd op basis van de instelling in Par.24-10 Bypassfunctie. Als de frequentieomvormer is

ingesteld voor een aantal resetpogingen zal de timer blijven lopen terwijl de frequentieomvormer

probeert om opnieuw te starten. Als de motor start binnen de ingestelde tijd van de Bypassvertra-

ging, wordt de timer teruggezet naar nul.

Als herstarten van de motor niet lukt voordat de ingestelde Bypassvertraging is verstreken, zal het

relais voor de omvormerbypass worden geactiveerd. Dit relais is te programmeren voor Bypass in

Par.5-40 Functierelais. Als tevens een relaisvertraging is geprogrammeerd in Par.5-41 Aan-vertr.,

relais of Par.5-42 Uit-vertr., relais moet ook deze tijd zijn verstreken voordat de relaisfunctie wordt

uitgevoerd.

Als geen resetpogingen zijn geprogrammeerd, zal het relais voor de omvormerbypass na het ver-

strijken van de ingestelde vertragingstijd worden geactiveerd. Het relais kan in Par.5-40 Functiere-

lais worden geprogrammeerd voor Bypass. Als tevens een relaisvertraging is geprogrammeerd in

Par.5-41 Aan-vertr., relais of Par.5-42 Uit-vertr., relais moet ook deze tijd zijn verstreken voordat

de relaisfunctie wordt uitgevoerd.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

242 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

3.23 Hoofdmenu – Cascaderegelaar – Groep 25

3.23.1 25-** Cascaderegelaar

Parameters voor het configureren van de standaard cascaderegelaar voor het sequentieel regelen van meerdere pompen. Voor een meer toepassings-

gerichte beschrijving en bedradingsvoorbeelden, zie de sectie Toepassingsvoorbeelden, basiscascaderegelaar.

Om de cascaderegelaar te configureren voor het actuele systeem en de gewenste besturingsstrategie wordt aangeraden om onderstaande stappen te

volgen, te beginnen met par. 25-0* Systeeminst. en gevolgd door par. 25-5* Wisselinstellingen. Deze parameters kunnen gewoonlijk niet van tevoren

worden ingesteld.

De instellingen in par. 25-2* Bandbreedte-inst. en 25-4* Staging-inst. zijn vaak afhankelijk van de dynamiek van het systeem. Daarom is er bij de

inbedrijfstelling van de installatie een laatste aanpassing nodig.

NB!

De cascaderegelaar is bedoeld voor gebruik in een systeem met een terugkoppeling dat bestuurd wordt door de ingebouwde PI-regelaar

(Met terugk. geselecteerd in Par.1-00 Configuratiemodus Configuratiemodus). Als Geen terugk. is geselecteerd in Par.1-00 Configura-

tiemodus zullen alle pompen met vaste snelheid gefaseerd worden uitgeschakeld, terwijl de pomp met variabele snelheid bestuurd zal

blijven door de frequentieomvormer, en wel in een configuratie zonder terugkoppeling.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 243

3

3.23.2 25-0* Systeeminst.

Parameters die betrekking hebben op besturingsprincipes en systeemconfiguratie.

25-00 Cascaderegelaar

Option: Functie:Voor de bediening van meerdere apparaten (pomp/ventilatorsystemen) waarbij de capaciteit wordt

aangepast aan de actuele belasting door middel van een snelheidsregeling in combinatie met het

in/uitschakelen van de apparatuur. Om het eenvoudig te houden, worden alleen pompsystemen

hier beschreven.

[0] * Uitgesch. De cascaderegelaar is niet actief. Alle ingebouwde relais die zijn toegewezen aan pompmotoren in

de cascadefunctie zullen worden uitgeschakeld. Als een pomp met variabele snelheid rechtstreeks

op de frequentieomvormer is aangesloten (niet wordt bestuurd via een ingebouwd relais) zal de

betreffende pomp/ventilator worden bestuurd als een systeem met enkele pomp.

[1] Ingesch.

25-02 Motorstart

Option: Functie:Motoren worden rechtstreeks op het net aangesloten via een contactgever of een softstarter. Wan-

neer de waarde van Par.25-02 Motorstart op een andere waarde dan Direct op lijn [0] is ingesteld,

zal pPar.25-50 Wisseling hoofdpomp automatisch worden ingesteld op de standaardwaarde Direct

op lijn [0].

[0] * Direct op lijn Elke pomp met vaste snelheid is rechtstreeks op het net aangesloten via een contactgever.

[1] Softstarter Elke pomp met vaste snelheid is op het net aangesloten via een softstarter.

[2] Ster/driehoek

25-04 Pompwisseling

Option: Functie:Om ervoor te zorgen dat alle pompen met vaste snelheid in een systeem evenveel uren draaien,

kan het gebruik van de pompen worden afgewisseld. De instelling voor een pompwisseling is 'first

in – last out' of hetzelfde aantal draaiuren voor elke pomp.

[0] * Uitgesch. De pompen met vaste snelheid zullen worden aangesloten in de volgorde 1 – 2 en worden afge-

schakeld in de volgorde 2 – 1. (first in – last out).

[1] Ingesch. De pompen met vaste snelheid zullen zodanig aangesloten/afgeschakeld worden dat alle pompen

evenveel draaiuren hebben.

25-05 Vaste hoofdpomp

Option: Functie:Vaste hoofdpomp houdt in dat de pomp met variabele snelheid rechtstreeks is aangesloten op de

frequentieomvormer en dat een eventuele contactgever tussen de frequentieomvormer en de pomp

niet zal worden bestuurd door de frequentieomvormer.

Als Par.25-50 Wisseling hoofdpomp op een andere waarde dan Uit [0] is ingesteld, moet de huidige

parameter worden ingesteld op Nee [0].

[0] Nee De hoofdpompfunctie kan afwisselend vervuld worden door de pompen die bestuurd worden via de

twee ingebouwde relais. De ene pomp moet worden aangesloten op het ingebouwde RELAIS 1 en

de andere op RELAIS 2. De pompfunctie (cascadepomp 1 en cascadepomp 2) zal automatisch wor-

den toegewezen aan de relais (er kunnen in dit geval maximaal twee pompen worden bestuurd door

de frequentieomvormer).

[1] * Ja Er is sprake van een vaste hoofdpomp (geen wisseling) die rechtstreeks aangesloten is op de fre-

quentieomvormer. Par.25-50 Wisseling hoofdpomp wordt automatisch ingesteld op Uit [0]. De

ingebouwde relais RELAIS 1 en RELAIS 2 kunnen elk worden toegewezen aan een pomp met vaste

snelheid. Er kunnen in totaal drie pompen worden bestuurd door de frequentieomvormer.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

244 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

25-06 Aantal pompen

Range: Functie:2 N/A* [2 - 9. N/A] Het aantal pompen dat is aangesloten op de cascaderegelaar, inclusief de pomp met variabele

snelheid. Als de pomp met variabele snelheid rechtstreeks op de frequentieomvormer is aangesloten

en de pompen met vaste snelheid (secundaire pompen) via de twee ingebouwde relais worden

bestuurd, kunnen drie pompen worden bestuurd. Als zowel de pomp met variabele snelheid als de

pompen met vaste snelheid via de ingebouwde relais moeten worden bestuurd, kunnen slechts twee

pompen worden aangesloten.

Als Par.25-05 Vaste hoofdpomp Vaste hoofdpomp is ingesteld op Nee [0]: één pomp met variabele

snelheid en één pomp met vaste snelheid, waarbij beide worden bestuurd via ingebouwde relais.

Als Par.25-05 Vaste hoofdpomp Vaste hoofdpomp is ingesteld op Ja [1]: één pomp met variabele

snelheid en één pomp met vaste snelheid die wordt bestuurd via een ingebouwd relais.

Eén vaste hoofdpomp; zie Par.25-05 Vaste hoofdpomp. Twee pompen met vaste snelheid die wor-

den bestuurd via ingebouwde relais.

3.23.3 25-2* Bandbreedte-inst.

Parameters voor het instellen van de bandbreedte waarbinnen de druk kan fluctueren voordat de pompen met vaste snelheid gefaseerd worden in- en

uitgeschakeld. Er zijn ook diverse timers beschikbaar om de regeling te stabiliseren.

25-20 Staging-bandbreedte

Range: Functie:10 %* [1 - par. 25-21 %] Stel het percentage voor de staging-bandbreedte (SBW) zodanig in dat een normale fluctuatie van

de systeemdruk mogelijk is. In systemen met een cascaderegelaar wordt de gewenste systeemdruk

typisch binnen een bepaalde bandbreedte gehouden en niet op een vast niveau. Dit voorkomt dat

pompen met vaste snelheid veelvuldig in- en uitschakelen.

De SBW wordt geprogrammeerd als een percentage van Par.20-13 Minimum Reference/Feedb. en

Par.20-14 Maximum Reference/Feedb.. Als het setpoint bijvoorbeeld 5 bar is en de SBW op 10%

wordt ingesteld, is een systeemdruk tussen 4,5 en 5,5 bar toegestaan. Binnen deze bandbreedte

zal er geen staging of destaging optreden.

25-21 Onderdr. bandbr.

Range: Functie:100 %* [par. 25-20 - 100 %] Wanneer een grote en snelle verandering in de systeembelasting optreedt (bijvoorbeeld vanwege

een plotselinge watervraag) zal de systeemdruk snel veranderen en is onmiddellijke staging of des-

taging van een pomp met vaste snelheid nodig om aan de behoefte te kunnen voldoen. De

onderdrukkingsbandbreedte (OBW – override bandwidth) wordt geprogrammeerd om de staging/

destaging-timer (Par.25-23 SBW staging-vertr. en Par.25-24 SBW destaging-vertr.) te onderdrukken

om een onmiddellijke reactie mogelijk te maken.

De OBW moet altijd worden ingesteld op een hogere waarde dan de ingestelde waarde in Par.

25-20 Staging-bandbreedte Staging-bandbreedte (SBW – staging bandwidth). De waarde is een

percentage van Par. en Par. .

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 245

3

Als de OBW te dicht bij de SBW wordt ingesteld, verliest de functie zijn nut met betrekking tot het

voorkomen van veelvuldig in- en uitschakelen bij kortstondige drukveranderingen. Een te hoge

OBW-waarde kan leiden tot een onacceptabel hoge of lage druk in het systeem terwijl de SBW-

timers actief zijn. De waarde kan worden geoptimaliseerd wanneer u het systeem beter leert

kennen. Zie Par.25-25 OBW-tijd.

Om onbedoelde staging tijdens de inbedrijfstelling en fijnafstelling van de regelaar te vermijden,

kan de OBW in deze fase het beste op de fabrieksinstelling van 100% (Uit) blijven staan. Wanneer

de fijnafstelling is voltooid, moet de OBW op de gewenste waarde worden ingesteld. Een initiële

waarde van 10% wordt aanbevolen.

25-22 Bandbreedte vaste snelh.

Range: Functie:par. 25-20

%*

[par. 25-20 - par. 25-21 %] Wanneer het systeem met cascaderegelaar normaal functioneert en de frequentieomvormer een

uitschakeling (trip) met alarm genereert, is het belangrijk om de opvoerhoogte in het systeem te

handhaven. Om dit te bereiken, gaat de cascaderegelaar door met het gefaseerd in- en uitschakelen

van de pompen met vaste snelheid. Omdat bij het gebruik van enkel een pomp met vaste snelheid

deze pomp veelvuldig moet worden in- en uitgeschakeld om de opvoerhoogte op het setpoint te

houden, wordt gebruik gemaakt van een Bandbreedte vaste snelh. (FSBW – Fixed Speed Bandwidth)

die ruimer is dan de SBW. In een alarmsituatie kunnen de pompen met vaste snelheid worden

gestopt via de toetsen [Off] of [Hand on] op het LCP of doordat het geprogrammeerde startsignaal

op de digitale ingang laag wordt.

Als het alarm een uitschakeling met blokkering betreft, moet de cascaderegelaar het systeem on-

middellijk uitschakelen door alle pompen met vaste snelheid uit te schakelen. Dit is in feite hetzelfde

als een noodstop (commando Vrijloop/Vrijloop geïnverteerd) voor de cascaderegelaar.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

246 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

25-23 SBW staging-vertr.

Range: Functie:15 s* [0 - 3000 s] Onmiddellijke staging van een pomp met vaste snelheid is niet wenselijk wanneer een momentele

drukval in het systeem buiten de staging-bandbreedte (SBW) komt. Staging wordt vertraagd ge-

durende de tijd die hier is ingesteld. Als de druk toeneemt tot een waarde binnen de SBW voordat

de ingestelde tijd is verstreken, wordt de timer gereset.

25-24 SBW destaging-vertr.

Range: Functie:15 s* [0 - 3000 s] Onmiddellijke destaging van een pomp met vaste snelheid is niet wenselijk wanneer de Staging-

bandbreedte (SBW) wordt overschreden als gevolg van een momentele druktoename. Destaging

wordt vertraagd gedurende de ingestelde tijd. Als de druk afneemt tot binnen de SBW voordat de

ingestelde tijd is verstreken, wordt de timer gereset.

25-25 OBW-tijd

Range: Functie:10 s* [0 - 300 s] Staging van een pomp met vaste snelheid zorgt voor een momentele drukpiek in het systeem die

de onderdrukkingsbandbreedte (OBW) overschrijdt. Destaging van een pomp als reactie op een

staging-drukpiek is niet wenselijk. De OBW-tijd kan worden ingesteld om staging te voorkomen

totdat de systeemdruk zich heeft gestabiliseerd en de normale regeling weer is hervat. Stel de timer

in op een waarde waarbij het systeem de kans krijgt om zich na een staging te stabiliseren. De

fabrieksinstelling van 10 seconden is geschikt voor de meeste toepassingen. In bijzonder dynami-

sche systemen kan een kortere tijd wenselijk zijn.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 247

3

25-26 Destaging bij geen flow

Option: Functie:De parameter Destaging bij geen flow zorgt ervoor dat de pompen met vaste snelheid in een situatie

zonder stroming één voor één gefaseerd zullen worden uitgeschakeld totdat het signaal Geen flow

verdwijnt. Hiervoor is het nodig dat Detectie geen flow actief is. Zie par. 22-2*.

Als Destaging bij geen flow is uitgeschakeld, zal de cascaderegelaar het normale gedrag van het

systeem niet wijzigen.

[0] * Uitgesch.

[1] Ingesch.

25-27 Staging-functie

Option: Functie:Als Staging-functie is ingesteld op Uitgesch. [0] zal Par.25-28 Staging-functietijd niet worden ge-

activeerd.

[0] Uitgesch.

[1] * Ingesch.

25-28 Staging-functietijd

Range: Functie:15 s* [0 - 300 s] De Staging-functietijd wordt ingesteld om veelvuldige staging van de pompen met vaste snelheid

te voorkomen. De Staging-functietijd start als Par.25-27 Staging-functie is ingesteld op Ingesch. [1]

en de pomp met variabele snelheid draait op Motorsnelh. hoge begr. (Par.4-13 Motorsnelh. hoge

begr. [RPM] of Par.4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz]) en bovendien een van de pompen met vaste

snelheid in de stoppositie staat. Wanneer de ingestelde tijd is verstreken, vindt staging van een

pomp met vaste snelheid plaats.

25-29 Destaging-functie

Option: Functie:De Destaging-functie zorgt ervoor dat er zo weinig mogelijk pompen draaien om energie te besparen

en de circulatie van stilstaand overloopwater in de pomp met variabele snelheid te voorkomen. Als

de Destaging-functie op Uitgesch. [0] is ingesteld, zal Par.25-30 Destaging-functietijd niet worden

ingeschakeld.

[0] Uitgesch.

[1] * Ingesch.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

248 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

25-30 Destaging-functietijd

Range: Functie:15 s* [0 - 300 s] De Destaging-functietijd kan worden ingesteld om veelvuldig staging/destaging van de pompen met

vaste snelheid te voorkomen. De Destaging-functietijd start wanneer de pomp met variabele snel-

heid draait op Par.4-11 Motorsnelh. lage begr. [RPM] of Par.4-12 Motorsnelh. lage begr. [Hz] en

minstens één pomp met vaste snelheid actief is, en er wordt voldaan aan de systeembehoeften. In

deze situatie draagt de pomp met vaste snelheid weinig bij aan het systeem. Wanneer de ingestelde

waarde van de timer is verstreken, wordt één stagingfase verwijderd, waardoor circulatie van stil-

staand overloopwater in de pomp met variabele snelheid wordt voorkomen.

3.23.4 25-4* Staging-inst.

Parameters voor het instellen van de condities voor het gefaseerd in- en uitschakelen van de pompen.

25-40 Uitloopvertr.

Range: Functie:10.0 s* [0.0 - 120.0 s] Wanneer een pomp met vaste snelheid die via een softstarter wordt bestuurd, wordt aangesloten,

is het mogelijk om het uitlopen van de hoofdpomp te vertragen gedurende een vooraf ingestelde

vertragingstijd na de start van de pomp met vaste snelheid. Hiermee kunnen drukpieken of water-

slag in het systeem worden voorkomen.

Kan alleen worden gebruikt als Softstarter [1] is geselecteerd in Par.25-02 Motorstart.

25-41 Aanloopvertr.

Range: Functie:2.0 s* [0.0 - 12.0 s] Wanneer een pomp met vaste snelheid die via een softstarter wordt bestuurd, wordt verwijderd, is

het mogelijk om het aanlopen van de hoofdpomp te vertragen gedurende een vooraf ingestelde

vertragingstijd na de start van de pomp met vaste snelheid. Hiermee kunnen drukpieken of water-

slag in het systeem worden voorkomen.

Kan alleen worden gebruikt als Softstarter [1] is geselecteerd in Par.25-02 Motorstart.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 249

3

25-42 Staging-drempel

Range: Functie:0 %* [0 - 100 %] Om doorschot van de druk te voorkomen, zal de pomp met variabele snelheid uitlopen tot een lagere

snelheid op het moment dat een pomp met vaste snelheid wordt toegevoegd. Wanneer de pomp

met variabele snelheid de 'Staging-snelheid' bereikt, wordt staging toegepast op de pomp met vaste

snelheid. De Staging-drempel wordt gebruikt om de snelheid van de pomp met variabele snelheid

te berekenen voor het 'inschakelpunt' van de pomp met vaste snelheid. De berekening van de Sta-

ging-drempel is gebaseerd op de verhouding tussen Par.4-11 Motorsnelh. lage begr. [RPM] of Par.

4-12 Motorsnelh. lage begr. [Hz] en Par.4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM] of Par.4-14 Motorsnelh.

hoge begr. [Hz], uitgedrukt als een percentage.

De Staging-drempel moet zich bevinden in het bereik van STAGE%

= LOWHIGH × 100 %

tot 100%, waarbij nLOW staat voor Motorsnelh. lage begr. en nHIGH staat voor Motorsnelh. hoge begr.

25-43 Destaging-drempel

Range: Functie:0 %* [0 - 100 %] Om doorschot van de druk te voorkomen, zal de pomp met variabele snelheid aanlopen tot een

hogere snelheid op het moment dat een pomp met vaste snelheid wordt verwijderd. Wanneer de

pomp met variabele snelheid de 'Destaging-snelheid' bereikt, wordt destaging toegepast op de

pomp met vaste snelheid. De Destaging-drempel wordt gebruikt om de snelheid van de pomp met

variabele snelheid te berekenen voor het 'uitschakelpunt' van de pomp met vaste snelheid. De be-

rekening van de Destaging-drempel is gebaseerd op de verhouding tussen Par.4-11 Motorsnelh.

lage begr. [RPM] of Par.4-12 Motorsnelh. lage begr. [Hz] en Par.4-13 Motorsnelh. hoge begr.

[RPM] of Par.4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz], uitgedrukt als een percentage.

De Destaging-drempel moet zich bevinden in het bereik van STAGE%

= LOWHIGH × 100 % tot

100%, waarbij nLOW staat voor Motorsnelh. lage begr. en nHIGH staat voor Motorsnelh. hoge begr.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

250 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

25-44 Staging-snelh. [tpm]

Range: Functie:0 RPM* [0 - 0 RPM] Uitlezing van onderstaande berekende waarde voor de Staging-snelheid. Om doorschot van de druk

te voorkomen zal de pomp met variabele snelheid uitlopen tot een lagere snelheid wanneer een

pomp met vaste snelheid wordt toegevoegd. Wanneer de pomp met variabele snelheid de 'Staging-

snelheid' bereikt, wordt staging toegepast op de pomp met vaste snelheid. De staging-snelheid

wordt berekend op basis van Par.25-42 Staging-drempel en Par.4-13 Motorsnelh. hoge begr.

[RPM].

Voor het berekenen van de staging-snelheid wordt de volgende formule gebruikt:

STAGE =

HIGHSTAGE%

100

waarbij nHIGH staat voor Motorsnelh. hoge begr. en nSTAGE100% de waarde van de Staging-drempel

weergeeft.

25-45 Staging-snelh. [Hz]

Range: Functie:0.0 Hz* [0.0 - 0.0 Hz] Uitlezing van onderstaande berekende waarde voor de Staging-snelheid. Om doorschot van de druk

te voorkomen zal de pomp met variabele snelheid uitlopen tot een lagere snelheid wanneer een

pomp met vaste snelheid wordt toegevoegd. Wanneer de pomp met variabele snelheid de 'Staging-

snelheid' bereikt, wordt staging toegepast op de pomp met vaste snelheid. De staging-snelheid

wordt berekend op basis van Par.25-42 Staging-drempel en Par.4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz].

Voor het berekenen van de staging-snelheid wordt de volgende formule gebruikt:

STAGE =

HIGHSTAGE%

100 waarbij nHIGH staat voor Motorsnelh. hoge begr. en nSTAGE100% de waar-

de van de Staging-drempel weergeeft.

25-46 Destaging-snelh. [tpm]

Range: Functie:0 RPM* [0 - 0 RPM] Uitlezing van onderstaande berekende waarde voor de Destaging-snelheid. Om doorschot van de

druk te voorkomen, zal de pomp met variabele snelheid aanlopen tot een hogere snelheid op het

moment dat een pomp met vaste snelheid wordt verwijderd. Wanneer de pomp met variabele snel-

heid de 'Destaging-snelheid' bereikt, wordt destaging toegepast op de pomp met vaste snelheid.

De staging-snelheid wordt berekend op basis van Par.25-43 Destaging-drempel en Par.4-13 Mo-

torsnelh. hoge begr. [RPM].

De destaging-snelheid wordt berekend met behulp van de volgende formule:

DESTAGE =

HIGHDESTAGE%

100 waarbij nHIGH staat voor Motorsnelh. hoge begr. en nDESTAGE100%

de waarde van de Destaging-drempel weergeeft.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 251

3

25-47 Destaging-snelh. [Hz]

Range: Functie:0.0 Hz* [0.0 - 0.0 Hz] Uitlezing van onderstaande berekende waarde voor de Destaging-snelheid. Om doorschot van de

druk te voorkomen, zal de pomp met variabele snelheid aanlopen tot een hogere snelheid op het

moment dat een pomp met vaste snelheid wordt verwijderd. Wanneer de pomp met variabele snel-

heid de 'Destaging-snelheid' bereikt, wordt destaging toegepast op de pomp met vaste snelheid.

De staging-snelheid wordt berekend op basis van Par.25-43 Destaging-drempel en Par.4-14 Mo-

torsnelh. hoge begr. [Hz].

De destaging-snelheid wordt berekend met behulp van de volgende formule:

DESTAGE =

HIGHDESTAGE%

100

waarbij nHIGH staat voor Motorsnelh. hoge begr. en nDESTAGE100% de waarde van de Destaging-drem-

pel weergeeft.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

252 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

3.23.5 25-5* Wisselinstellingen

Parameters voor het instellen van de voorwaarden voor wisseling van de pomp met variabele snelheid (hoofdpomp) indien geselecteerd als onderdeel

van de besturingsstrategie.

25-50 Wisseling hoofdpomp

Option: Functie:Wisseling van de hoofdpomp zorgt voor een gelijkmatig gebruik van de pompen door de pomp die

op basis van snelheid wordt geregeld, regelmatig te wisselen. Dit zorgt ervoor dat pompen in de

loop der tijd evenveel worden gebruikt. Wisseling zorgt voor een gelijkmatig gebruik van pompen

door voor de volgende staging-actie altijd de pomp te selecteren met het laagste aantal draaiuren.

[0] * Uit Er zal geen wisseling van hoofdpomp plaatsvinden. Het is niet mogelijk om deze parameter op een

andere waarde dan Uit [0] in te stellen als Par.25-02 Motorstart is ingesteld op een andere waarde

dan Direct op lijn [0].

[1] Bij staging De hoofdpomp zal worden gewisseld op het moment dat staging wordt toegepast op een andere

pomp.

[2] Op commando De hoofdpomp zal worden gewisseld wanneer een extern commandosignaal wordt gegeven of een

voorgeprogrammeerde gebeurtenis plaatsvindt. Zie Par.25-51 Wisselgebeurt. voor een beschrijving

van de opties.

[3] Bij staging/op commando Wisseling van de pomp met vaste snelheid (hoofdpomp) zal plaatsvinden bij staging of bij het re-

levante 'Op commando'-signaal (zie hierboven).

NB!

Het is niet mogelijk om een andere waarde dan Uit [0] te selecteren als Par.25-05 Vaste hoofdpomp is ingesteld op Ja [1].

25-51 Wisselgebeurt.

Option: Functie:Deze parameter is alleen actief als de optie Op commando [2] of Bij staging/op commando [3] is

geselecteerd in Par.25-50 Wisseling hoofdpomp. Als een wisselgebeurtenis wordt geselecteerd, zal

de hoofdpomp telkens worden gewisseld als de betreffende gebeurtenis plaatsvindt.

[0] * Extern Wisseling vindt plaats wanneer een signaal wordt toegepast op een van de digitale ingangen op het

klemmenbord en deze ingang is geprogrammeerd voor Wisseling hoofdpomp [121] in par. 5-1*

Dig. ingangen.

[1] Tijdsinterval wisseling Wisseling vindt steeds plaats wanneer de ingestelde tijd in Par.25-52 Tijdsinterval wisseling is ver-

streken.

[2] Slaapstand Wisseling vindt steeds plaats wanneer de hoofdpomp in de slaapstand gaat. Om deze functie mo-

gelijk te maken, moet Par.20-23 Setpoint 3 zijn ingesteld op Slaapstand [1] of moet een extern

signaal worden gegeven.

[3] Voorgepr. tijd Wisseling vindt plaats op een specifiek tijdstip van de dag. Als Par.25-54 Voorgepr. wisselingstijd is

ingesteld, wordt de wisseling dagelijks op de ingestelde tijd uitgevoerd. De standaardtijd is mid-

dernacht (00:00 of 12:00AM afhankelijk van de tijdsindeling).

25-52 Tijdsinterval wisseling

Range: Functie:24 h* [1 - 999 h] Als de optie Tijdsinterval wisseling [1] is geselecteerd in Par.25-51 Wisselgebeurt. zal de wisseling

van de pomp met variabele snelheid steeds plaatsvinden wanneer de ingestelde tijd voor Tijdsin-

terval wisseling is verstreken (kan worden uitgelezen via Par.25-53 Timerwaarde wisseling).

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 253

3

25-53 Timerwaarde wisseling

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Uitleesparameter voor de ingestelde waarde in Par.25-52 Tijdsinterval wisseling.

25-54 Voorgepr. wisselingstijd

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Als de optie Voorgepr. tijd [3] is geselecteerd in Par.25-51 Wisselgebeurt. zal de wisseling van de

pomp met variabele snelheid dagelijks worden uitgevoerd op de tijd die is ingesteld in Voorgepr.

wisselingstijd. De standaardtijd is middernacht (00:00 of 12:00 AM afhankelijk van de tijdsindeling).

25-55 Wissel als bel. < 50%

Option: Functie:Als Wissel als bel. <50% is ingeschakeld, zal de pomp alleen worden gewisseld als de capaciteit

50% of lager is. De berekende capaciteit is de verhouding tussen de werkende pompen (inclusief

de pomp met variabele snelheid) en het aantal beschikbare pompen (inclusief de pomp met varia-

bele snelheid maar exclusief vergrendelde pompen).

Capaciteit = NACTIEF

NTOTAAL × 100 %

Voor de basiscascaderegelaar hebben alle pompen hetzelfde vermogen.

[0] Uitgesch. Wisseling van de hoofdpomp zal plaatsvinden bij elke mogelijke pompcapaciteit.

[1] * Ingesch. Wisseling van de hoofdpomp is alleen mogelijk als het aantal werkende pompen maximaal 50% van

de totale pompcapaciteit levert.

NB!

Alleen van toepassing als Par.25-50 Wisseling hoofdpomp niet is ingesteld op Uit [0].

25-56 Staging-modus bij wissel

Option: Functie:Deze parameter is alleen actief als Par.25-50 Wisseling hoofdpomp niet is ingesteld op Uit [0].

Het gefaseerd in- en uitschakelen is mogelijk op twee manieren. Een trage overgang zorgt voor een

soepele in- en uitschakeling. Een snelle overgang zorgt ervoor dat het gefaseerd in- en uitschakelen

zo snel mogelijk verloopt; de pomp met variabele snelheid wordt alleen uitgeschakeld (vrijloop).

[0] * Traag Bij een wisseling zal de pomp met variabele snelheid aanlopen tot de maximumsnelheid en vervol-

gens uitlopen tot stilstand.

[1] Snel Bij een wisseling zal de pomp met variabele snelheid aanlopen tot de maximumsnelheid en dan

vrijlopen tot stilstand.

Onderstaande afbeelding geeft een voorbeeld van staging met een trage overgang. De pomp met variabele snelheid (bovenste grafiek) en één pomp

met vaste snelheid (onderste grafiek) werken beide voordat het staging-commando wordt gegeven. Wanneer het commando Traag [0] is ingeschakeld,

zal een wisseling worden uitgevoerd door de pomp met variabele snelheid aan te laten lopen tot de ingestelde waarde in Par.4-13 Motorsnelh. hoge begr.

[RPM] of Par.4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz] en dan worden vertraagd tot de nulsnelheid. Na een 'vertraging voorafgaand aan het starten van een

nieuwe pomp' (par. Par.25-58 Draai volg. pompvertr.) zal de volgende hoofdpomp (middelste grafiek) versnellen en wordt een andere, eerdere hoofdpomp

(bovenste grafiek) toegevoegd als een pomp met vaste snelheid na de 'vertraging voorafgaand aan draaien op het net' (par. Par.25-59 Draai op net-

vertr.). De volgende hoofdpomp (middelste grafiek) wordt vertraagd tot de ingestelde waarde van Motorsnelh. lage begr. en vervolgens in staat gesteld

om de snelheid te variëren om de systeemdruk te handhaven.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

254 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

25-58 Draai volg. pompvertr.

Range: Functie:0.1 s* [0.1 - 5.0 s] Deze parameter is alleen actief als Par.25-50 Wisseling hoofdpomp niet is ingesteld op Uit [0].

Deze parameter bepaalt hoeveel tijd er moet verstrijken tussen het stoppen van de oude pomp met

variabele snelheid en het starten van een andere pomp als de nieuwe pomp met variabele snelheid.

Zie de afbeeldingen bij Par.25-56 Staging-modus bij wissel voor uitleg over staging en wisselen.

25-59 Draai op netvertr.

Range: Functie:0.5 s* [par. 25-58 - 5.0 s] Deze parameter is alleen actief als Par.25-50 Wisseling hoofdpomp niet is ingesteld op Uit [0].

Deze parameters bepaalt hoeveel tijd er moet verstrijken tussen het stoppen van de oude pomp

met variabele snelheid en het starten van dezelfde pomp als een nieuwe pomp met vaste snelheid.

Zie de afbeelding bij Par.25-56 Staging-modus bij wissel voor uitleg over staging en wisselen.

3.23.6 25-8* Status

Uitleesparameters voor informatie over de bedrijfsstatus van de cascaderegelaar en de bestuurde pompen.

25-80 Cascadestatus

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Lees de status van de cascaderegelaar uit.

25-81 Pompstatus

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Pompstatus geeft de status weer voor het aantal pompen dat is geselecteerd in Par.25-06 Aantal

pompen. Het betreft een uitlezing van de status voor elk van de pompen. Elke tekstreeks bestaat

uit een pompnummer en de huidige status van de pomp.

Voorbeeld: de uitlezing bevat afkortingen zoals '1:D 2:O'. Dit betekent dat pomp 1 actief is en de

snelheid ervan wordt bestuurd door de frequentieomvormer, en dat pomp 2 is gestopt.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 255

3

25-82 Hoofdpomp

Range: Functie:0 N/A* [0 - par. 25-06 N/A] Uitleesparameter voor de actuele pomp met variabele snelheid in het systeem. Deze parameter

wordt bijgewerkt zodat deze altijd betrekking blijft houden op de huidige pomp met variabele snel-

heid in het systeem, ook na een pompwisseling. Als er geen hoofdpomp is geselecteerd (cascade-

regelaar uitgeschakeld of alle pompen vergrendeld) zal het display GEEN weergeven.

25-83 RelaisstatusArray [2]

Range: Functie:0 N/A* [0 - 0 N/A] Lees de status uit van elk van de relais die zijn aangewezen om de pompen te besturen. Elk element

in het array vertegenwoordigt een relais. Als een relais is bekrachtigd, wordt het bijbehorende ele-

ment ingesteld op 'Aan'. Als een relais wordt uitgeschakeld, wordt het bijbehorende element

ingesteld op 'Uit'.

25-84 Pomp AAN-tijdArray [2]

Range: Functie:0 h* [0 - 2147483647 h] Uitlezing van de waarde voor de AAN-tijd van de pomp. De cascaderegelaar heeft aparte tellers voor

de pompen en voor de relais die de pompen besturen. Pomp AAN-tijd bewaakt de 'draaiuren' van

elke pomp. De waarde van elke teller voor Pomp AAN-tijd kan worden teruggezet naar 0 door in de

parameter te schrijven, bijvoorbeeld als de pomp wordt vervangen in verband met onderhoud.

25-85 Relais AAN-tijdArray [2]

Range: Functie:0 h* [0 - 2147483647 h] Uitlezing van de waarde van Relais AAN-tijd. De cascaderegelaar heeft aparte tellers voor de pom-

pen en voor de relais die de pompen besturen. Het afwisselen van de pompen gebeurt altijd op

basis van de relaistellers. Dit voorkomt dat een nieuwe pomp continu wordt gebruikt wanneer deze

in de plaats is gekomen voor een andere en de bijbehorende waarde in Par.25-84 Pomp AAN-tijd is

teruggezet naar 0. Om Par. 25-04 Pompwisseling te kunnen gebruiken, bewaakt de cascaderegelaar

de Relais AAN-tijd.

25-86 Reset relaistellers

Option: Functie:Reset alle elementen in de tellers voor Par.25-85 Relais AAN-tijd.

[0] * Niet resetten

[1] Resetten

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

256 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

3.23.7 25-9* Service

Parameters die worden gebruikt in verband met het onderhoud van een of meer bestuurde pompen.

25-90 Pompvergrend.Array [2]

Option: Functie:Via deze parameter kunnen een of meer vaste hoofdpompen worden uitgeschakeld. De pomp wordt

in dat geval bijvoorbeeld niet geselecteerd voor staging, ook al is het de volgende pomp in de

bedieningsreeks. Het is niet mogelijk om de hoofdpomp uit te schakelen door middel van het pomp-

vergrendelcommando.

De vergrendeling van de digitale ingang kan worden geselecteerd via Vergr. pomp 1-3 [130-132]

in par. 5-1* Dig. ingangen.

[0] * Uit De pomp is beschikbaar voor staging/destaging.

[1] Aan Het pompvergrendelcommando wordt gegeven. Als een pomp actief is, wordt deze onmiddellijk

gefaseerd uitgeschakeld. Als de pomp niet actief is, is staging niet meer mogelijk.

25-91 Handm. wisselen

Range: Functie:0 N/A* [0 - par. 25-06 N/A] Uitleesparameter voor de actuele pomp met variabele snelheid in het systeem. Deze parameter

wordt bijgewerkt zodat deze altijd betrekking blijft houden op de huidige pomp met variabele snel-

heid in het systeem, ook na een pompwisseling. Als er geen hoofdpomp is geselecteerd (cascade-

regelaar uitgeschakeld of alle pompen vergrendeld) zal het display GEEN weergeven.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 257

3

3.24 Hoofdmenu – Analoge I/O-optie MCB 109 – Groep 26

3.24.1 Analoge I/O-optie MCB 109, 26-**

De Analoge I/O-optie MCB 109 zorgt voor een uitbreiding van de functionaliteit van VLT HVAC Drive frequentieomvormers door middel van een aantal

aanvullende, programmeerbare analoge in- en uitgangen. Dit kan met name nuttig zijn in gebouwbeheersystemen waarbij de frequentieomvormer ge-

bruikt kan worden als decentrale I/O, waardoor een buitenstation overbodig wordt en hierdoor de kosten verlaagd worden.

Zie onderstaand schema:

Dit schema toont een typische luchtbehandelingskast (LBK). Zoals te zien is, biedt de toevoeging van de Analoge I/O-optie de mogelijkheid om alle

functies te regelen via de frequentieomvormer, zoals luchtregelkleppen voor de inlaat-, retour- en uitlaatopeningen of verwarmings-/koelspiralen met

temperatuur- en drukmetingen die uitgelezen worden door de frequentieomvormer.

NB!

De maximale stroom voor de analoge uitgangen 0-10 V bedraagt 1 mA.

NB!

Bij gebruik van live-zerobewaking is het belangrijk om de live-zerofunctie uit te schakelen voor alle analoge ingangen die niet worden

gebruikt voor de frequentieomvormer, d.w.z. dat zij worden gebruikt als onderdeel van de decentrale I/O voor een gebouwbeheer-

systeem.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

258 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

Klem Parameters Klem Parameters Klem Parameters

Analoge ingangen Analoge ingangen Relais

X42/1 Par.26-00 Modus klem X42/1, 26-1* 53 6-1* Relais 1 klem 1, 2, 3 5-4*

X42/3 Par.26-01 Modus klem X42/3, 26-2* 54 6-2* Relais 2 klem 4, 5, 6 5-4*

X42/5 Par.26-02 Modus klem X42/5, 26-3*

Analoge uitgangen Analoge uitgang

X42/7 26-4* 42 6-5*

X42/9 26-5*

X42/11 26-6*

Tabel 3.3: Relevante parameters

Het is ook mogelijk om de analoge ingangen uit te lezen, te schrijven naar de analoge uitgangen en de relais te besturen door middel van communicatie

via de seriële bus. In dat geval zijn onderstaande parameters relevant.

Klem Parameters Klem Parameters Klem Parameters

Analoge ingangen (lezen) Analoge ingangen (lezen) Relais

X42/1 Par.18-30 Anal. ingang X42/1 53 Par.16-62 Anal. ingang 53 Relais 1 klem 1, 2, 3 Par.16-71 Relaisuitgang

[bin]

X42/3 Par.18-31 Anal. ingang X42/3 54 Par.16-64 Anal. ingang 54 Relais 2 klem 4, 5, 6 Par.16-71 Relaisuitgang

[bin]

X42/5 Par.18-32 Anal. ingang X42/5

Analoge uitgangen (schrijven) Analoge uitgangen (schrijven)

X42/7 Par.18-33 Anal. Uit X42/7 [V] 42 Par.6-53 Klem 42 uitgang bus-

besturing

NB! De relaisuitgangen moeten zijn ingescha-

keld via Stuurwoord bit 11 (Relais 1) en bit 12

(Relais 2).X42/9 Par.18-34 Anal. Uit X42/9 [V]

X42/11 Par.18-35 Anal. Uit X42/11 [V]

Tabel 3.4: Relevante parameters

Instelling van ingebouwde realtimeklok.

De Analoge I/O-optie is uitgerust met een realtimeklok met reservebatterij. Deze kan worden gebruikt als backup voor de klokfunctie waarover de

frequentieomvormer standaard beschikt. Zie de sectie Klokinstellingen, par. 0-7*.

De Analoge I/O-optie kan worden gebruikt om apparatuur zoals actuatoren of kleppen te regelen met behulp van de uitgebreide regeling met terugkop-

peling, zodat regeling niet meer plaatsvindt via het gebouwbeheersysteem. Zie de beschrijving voor de volgende parameters: Uitgebr. met terugk. – FC

100 par. 21-**. Er zijn drie onafhankelijke PID-regelaars voor uitgebreide terugkoppeling.

26-00 Modus klem X42/1

Option: Functie:Klem X42/1 kan worden geprogrammeerd als een analoge ingang die een spanning of een signaal

van een Pt 1000 (1000 Ω bij 0 °C) of Ni 1000 (1000 Ω bij 0 °C) temperatuursensor kan ontvangen.

Selecteer de gewenste modus.

Selecteer Pt 1000 [2] of Ni 1000 [4] wanneer wordt gewerkt in Celsius en selecteer Pt 1000 [3] of

Ni 1000 [5] wanneer wordt gewerkt in Fahrenheit.

Opmerking: als de ingang niet wordt gebruikt, moet de parameter worden ingesteld voor Spanning!

Als de parameter is ingesteld voor temperatuur en als terugkoppeling wordt gebruikt, moet de een-

heid worden ingesteld op Celsius of Fahrenheit (Par.20-12 Referentie/terugk.eenheid, Par.

21-10 Uitgebr ref/terugk.eenh 1, Par.21-30 Uitgebr ref/terugk.eenh 2 of Par.21-50 Uitgebr ref/te-

rugk.eenh 3).

[1] * Spanning

[2] Pt 1000 [°C]

[3] Pt 1000 [°F]

[4] Ni 1000 [°C]

[5] Ni 1000 [°F]

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 259

3

26-01 Modus klem X42/3

Option: Functie:Klem X42/3 kan worden geprogrammeerd als een analoge ingang die een spanning of een signaal

van een Pt 1000 of Ni 1000 temperatuursensor kan ontvangen. Selecteer de gewenste modus.

Selecteer Pt 1000 [2] of Ni 1000 [4] wanneer wordt gewerkt in Celsius en selecteer Pt 1000 [3] of

Ni 1000 [5] wanneer wordt gewerkt in Fahrenheit.

Opmerking: als de ingang niet wordt gebruikt, moet de parameter worden ingesteld voor Spanning!

Als de parameter is ingesteld voor temperatuur en als terugkoppeling wordt gebruikt, moet de een-

heid worden ingesteld op Celsius of Fahrenheit (Par.20-12 Referentie/terugk.eenheid, Par.

21-10 Uitgebr ref/terugk.eenh 1, Par.21-30 Uitgebr ref/terugk.eenh 2 of Par.21-50 Uitgebr ref/te-

rugk.eenh 3).

[1] * Spanning

[2] Pt 1000 [°C]

[3] Pt 1000 [°F]

[4] Ni 1000 [°C]

[5] Ni 1000 [°F]

26-02 Modus klem X42/5

Option: Functie:Klem X42/5 kan worden geprogrammeerd als een analoge ingang die een spanning of een signaal

van een Pt 1000 (1000 Ω bij 0 °C) of Ni 1000 (1000 Ω bij 0 °C) temperatuursensor kan ontvangen.

Selecteer de gewenste modus.

Selecteer Pt 1000 [2] of Ni 1000 [4] wanneer wordt gewerkt in Celsius en selecteer Pt 1000 [3] of

Ni 1000 [5] wanneer wordt gewerkt in Fahrenheit.

Opmerking: als de ingang niet wordt gebruikt, moet de parameter worden ingesteld voor Spanning!

Als de parameter is ingesteld voor temperatuur en als terugkoppeling wordt gebruikt, moet de een-

heid worden ingesteld op Celsius of Fahrenheit (Par.20-12 Referentie/terugk.eenheid, Par.

21-10 Uitgebr ref/terugk.eenh 1, Par.21-30 Uitgebr ref/terugk.eenh 2 of Par.21-50 Uitgebr ref/te-

rugk.eenh 3).

[1] * Spanning

[2] Pt 1000 [°C]

[3] Pt 1000 [°F]

[4] Ni 1000 [°C]

[5] Ni 1000 [°F]

26-10 Klem X42/1 lage spanning

Range: Functie:0.07 V* [0.00 - par. 6-31 V] Stel de waarde voor lage spanning in. De schaalwaarde van deze analoge ingang moet overeenko-

men met de lage referentie/terugkoppelwaarde die is ingesteld in Par.26-14 Klem X42/1 lage ref./

terugk. waarde.

26-11 Klem X42/1 hoge spanning

Range: Functie:10.00 V* [par. 6-30 - 10.00 V] Stel de waarde voor hoge spanning in. De schaalwaarde van deze analoge ingang moet overeen-

komen met de hoge referentie/terugkoppelwaarde die is ingesteld in Par.26-15 Klem X42/1 hoge

ref./terugk. waarde.

26-14 Klem X42/1 lage ref./terugk. waarde

Range: Functie:0.000 N/A* [-999999.999 - 999999.999 N/A] Voer de schaalwaarde van de analoge ingang in die overeenkomt met de ingestelde waarde voor

lage spanning in Par.26-10 Klem X42/1 lage spanning.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

260 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

26-15 Klem X42/1 hoge ref./terugk. waarde

Range: Functie:100.000 N/

A*

[-999999.999 - 999999.999 N/A] Voer de schaalwaarde van de analoge ingang in die overeenkomt met de ingestelde waarde voor

hoge spanning in Par.26-11 Klem X42/1 hoge spanning.

26-16 Klem X42/1 filtertijdconstante

Range: Functie:0.001 s* [0.001 - 10.000 s] Stel de tijdconstante in. Dit betreft de tijdconstante voor een digitale eerste-aanvraag laagdoor-

laatfilter voor het onderdrukken van ruis op klem X42/1. Een hoge waarde voor de tijdconstante

zorgt voor een betere demping maar verhoogt ook de vertragingstijd door het filter. Deze parameter

kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.

26-17 Klem X42/1 live zero

Option: Functie:Deze parameter maakt het mogelijk om live-zerobewaking in te schakelen. Bijvoorbeeld wanneer

de analoge ingang deel uitmaakt van de regeling van de frequentieomvormer en niet wordt gebruikt

als onderdeel van een decentraal I/O-systeem zoals een gebouwbeheersysteem.

[0] Uitgesch.

[1] * Ingesch.

26-20 Klem X42/3 lage spanning

Range: Functie:0.07 V* [0.00 - par. 6-31 V] Stel de waarde voor lage spanning in. De schaalwaarde van deze analoge ingang moet overeenko-

men met de lage referentie/terugkoppelwaarde die is ingesteld in Par.26-24 Klem X42/3 lage ref./

terugk. waarde.

26-21 Klem X42/3 hoge spanning

Range: Functie:10.00 V* [par. 6-30 - 10.00 V] Stel de waarde voor hoge spanning in. De schaalwaarde van deze analoge ingang moet overeen-

komen met de hoge referentie/terugkoppelwaarde die is ingesteld in Par.26-25 Klem X42/3 hoge

ref./terugk. waarde.

26-24 Klem X42/3 lage ref./terugk. waarde

Range: Functie:0.000 N/A* [-999999.999 - 999999.999 N/A] Voer de schaalwaarde van de analoge ingang in die overeenkomt met de ingestelde waarde voor

lage spanning in Par.26-20 Klem X42/3 lage spanning.

26-25 Klem X42/3 hoge ref./terugk. waarde

Range: Functie:100.000 N/

A*

[-999999.999 - 999999.999 N/A] Voer de schaalwaarde van de analoge ingang in die overeenkomt met de ingestelde waarde voor

hoge spanning in Par.26-21 Klem X42/3 hoge spanning.

26-26 Klem X42/3 filtertijdconstante

Range: Functie:0.001 s* [0.001 - 10.000 s] Stel de tijdconstante in. Dit betreft de tijdconstante voor een digitale eerste-aanvraag laagdoor-

laatfilter voor het onderdrukken van ruis op klem X42/3. Een hoge waarde voor de tijdconstante

zorgt voor een betere demping maar verhoogt ook de vertragingstijd door het filter. Deze parameter

kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 261

3

26-27 Klem X42/3 live zero

Option: Functie:Deze parameter maakt het mogelijk om live-zerobewaking in te schakelen. Bijvoorbeeld wanneer

de analoge ingang deel uitmaakt van de regeling van de frequentieomvormer en niet wordt gebruikt

als onderdeel van een decentraal I/O-systeem zoals een gebouwbeheersysteem.

[0] Uitgesch.

[1] * Ingesch.

26-30 Klem X42/5 lage spanning

Range: Functie:0.07 V* [0.00 - par. 6-31 V] Stel de waarde voor lage spanning in. De schaalwaarde van deze analoge ingang moet overeenko-

men met de lage referentie/terugkoppelwaarde die is ingesteld in Par.26-34 Klem X42/5 lage ref./

terugk. waarde.

26-31 Klem X42/5 hoge spanning

Range: Functie:10.00 V* [par. 6-30 - 10.00 V] Stel de waarde voor hoge spanning in. De schaalwaarde van deze analoge ingang moet overeen-

komen met de hoge referentie/terugkoppelwaarde die is ingesteld in Par.26-35 Klem X42/5 hoge

ref./terugk. waarde.

26-34 Klem X42/5 lage ref./terugk. waarde

Range: Functie:0.000 N/A* [-999999.999 - 999999.999 N/A] Voer de schaalwaarde van de analoge ingang in die overeenkomt met de ingestelde waarde voor

lage spanning in Par.26-30 Klem X42/5 lage spanning.

26-35 Klem X42/5 hoge ref./terugk. waarde

Range: Functie:100.000 N/

A*

[-999999.999 - 999999.999 N/A] Voer de schaalwaarde van de analoge ingang in die overeenkomt met de ingestelde waarde voor

hoge spanning in Par.26-21 Klem X42/3 hoge spanning.

26-36 Klem X42/5 filtertijdconstante

Range: Functie:0.001 s* [0.001 - 10.000 s] Stel de tijdconstante in. Dit betreft de tijdconstante voor een digitale eerste-aanvraag laagdoor-

laatfilter voor het onderdrukken van ruis op klem X42/5. Een hoge waarde voor de tijdconstante

zorgt voor een betere demping maar verhoogt ook de vertragingstijd door het filter. Deze parameter

kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.

26-37 Klem X42/5 live zero

Option: Functie:Deze parameter maakt het mogelijk om live-zerobewaking in te schakelen. Bijvoorbeeld wanneer

de analoge ingang deel uitmaakt van de regeling van de frequentieomvormer en niet wordt gebruikt

als onderdeel van een decentraal I/O-systeem zoals een gebouwbeheersysteem.

[0] Uitgesch.

[1] * Ingesch.

26-40 Klem X42/7 uitgang

Option: Functie:Stel de functie voor klem X42/7 in als analoge spanningsuitgang.

[0] * Niet in bedrijf

[100] Uitgangsfrequentie

[101] Referentie

[102] Terugkopp.

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

262 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

[103] Motorstroom

[104] Koppel tov begr.

[105] Koppel tov nom.

[106] Vermogen

[107] Snelh.

[113] Uitgebr. met terugk. 1

[114] Uitgebr. met terugk. 2

[115] Uitgebr. met terugk. 3

[139] Busbest.

[141] Busbest. t-o

26-41 Klem X42/7 min. schaal

Range: Functie:0.00 %* [0.00 - 200.00 %] Schaal de minimale uitgangswaarde van het geselecteerde analoge signaal op klem X42/7 als een

percentage van het maximale signaalniveau. Als bijvoorbeeld 0 V (of 0 Hz) gewenst is bij 25% van

de maximale uitgangswaarde stelt u 25% in. Schaalwaarden tot 100% kunnen nooit hoger zijn dan

de bijbehorende instelling in Par.26-42 Klem X42/7 max. schaal.

Zie het principeschema voor Par.6-51 Klem 42 uitgang min. schaal.

26-42 Klem X42/7 max. schaal

Range: Functie:100.00 %* [0.00 - 200.00 %] Schaal de maximale uitgangswaarde van het geselecteerde analoge signaal op klem X42/7. Stel de

waarde in op de maximumwaarde van de spanningssignaaluitgang. De uitgang kan worden ge-

schaald om een spanning van minder dan 10 V te geven bij volledige schaling of 10 V bij een

uitgangswaarde die lager is dan 100% van de maximale signaalwaarde. Als 10 V de gewenste uit-

gangsspanning is bij een waarde tussen 0 en 100% van de uitgang bij volledige schaling moet de

gewenste procentuele waarde in de parameter geprogrammeerd worden, d.w.z. 50% = 10 V. Als

een spanning tussen 0 en 10 V gewenst is bij de maximale uitgangswaarde kunt u het percentage

als volgt berekenen:

( 10Vgewenste maximale spanning ) x 100 %

d.w.z.

5V : 10V5V × 100 % = 200 %

Zie het principeschema voor Par.6-52 Klem 42 uitgang max. schaal.

26-43 Klem X42/7 uitgang busbesturing

Range: Functie:0.00 %* [0.00 - 100.00 %] Houdt het niveau van uitgang X42/7 vast in als de uitgang wordt bestuurd door een bus.

26-44 Klem X42/7 uitgang time-outinstelling

Range: Functie:0.00 %* [0.00 - 100.00 %] Houdt het vooraf ingestelde niveau van klem X42/7 vast.

Als een bustime-out en een time-outfunctie zijn geselecteerd in Par.26-50 Klem X42/9 uitgang wordt

de uitgang ingesteld op dit niveau.

26-50 Klem X42/9 uitgang

Option: Functie:Stel de functie voor klem X42/9 in.

[0] * Niet in bedrijf

[100] Uitgangsfrequentie

[101] Referentie

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 263

3

[102] Terugkopp.

[103] Motorstroom

[104] Koppel tov begr.

[105] Koppel tov nom.

[106] Vermogen

[107] Snelh.

[113] Uitgebr. met terugk. 1

[114] Uitgebr. met terugk. 2

[115] Uitgebr. met terugk. 3

[139] Busbest.

[141] Busbest. t-o

26-51 Klem X42/9 min. schaal

Range: Functie:0.00 %* [0.00 - 200.00 %] Schaal de minimale uitgangswaarde van het geselecteerde analoge signaal op klem X42/9 als een

percentage van het maximale signaalniveau. Als bijvoorbeeld 0 V gewenst is bij 25% van de maxi-

male uitgangswaarde stelt u 25% in. Schaalwaarden tot 100% kunnen nooit hoger zijn dan de

bijbehorende instelling in Par.26-52 Klem X42/9 max. schaal.

Zie het principeschema voor Par.6-51 Klem 42 uitgang min. schaal.

26-52 Klem X42/9 max. schaal

Range: Functie:100.00 %* [0.00 - 200.00 %] Schaal de maximale uitgangswaarde van het geselecteerde analoge signaal op klem X42/9. Stel de

waarde in op de maximumwaarde van de spanningssignaaluitgang. De uitgang kan worden ge-

schaald om een spanning van minder dan 10 V te geven bij volledige schaling of 10 V bij een

uitgangswaarde die lager is dan 100% van de maximale signaalwaarde. Als 10 V de gewenste uit-

gangsspanning is bij een waarde tussen 0 en 100% van de uitgang bij volledige schaling moet de

gewenste procentuele waarde in de parameter geprogrammeerd worden, d.w.z. 50% = 10 V. Als

een spanning tussen 0 en 10 V gewenst is bij de maximale uitgangswaarde kunt u het percentage

als volgt berekenen:

( 10Vgewenste maximale spanning )x100 %

d.w.z.

5V : 10V5V x100 % = 200 %

Zie het principeschema voor Par.6-52 Klem 42 uitgang max. schaal.

26-53 Klem X42/9 uitgang busbesturing

Range: Functie:0.00 %* [0.00 - 100.00 %] Houdt het niveau van uitgang X42/9 vast in als de uitgang wordt bestuurd door een bus.

26-54 Klem X42/9 uitgang time-outinstelling

Range: Functie:0.00 %* [0.00 - 100.00 %] Houdt het vooraf ingestelde niveau van klem X42/9 vast.

Als een bustime-out en een time-outfunctie zijn geselecteerd in Par.26-60 Klem X42/11 uitgang

wordt de uitgang ingesteld op dit niveau.

26-60 Klem X42/11 uitgang

Option: Functie:Stel de functie voor klem X42/11 in.

[0] * Niet in bedrijf

[100] Uitgangsfrequentie

3 Parameterbeschrijving VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

264 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

3

[101] Referentie

[102] Terugkopp.

[103] Motorstroom

[104] Koppel tov begr.

[105] Koppel tov nom.

[106] Vermogen

[107] Snelh.

[113] Uitgebr. met terugk. 1

[114] Uitgebr. met terugk. 2

[115] Uitgebr. met terugk. 3

[139] Busbest.

[141] Busbest. t-o

26-61 Klem X42/11 min. schaal

Range: Functie:0.00 %* [0.00 - 200.00 %] Schaal de minimale uitgangswaarde van het geselecteerde analoge signaal op klem X42/11 als een

percentage van het maximale signaalniveau. Als bijvoorbeeld 0 V gewenst is bij 25% van de maxi-

male uitgangswaarde stelt u 25% in. Schaalwaarden tot 100% kunnen nooit hoger zijn dan de

bijbehorende instelling in Par.26-62 Klem X42/11 max. schaal.

Zie het principeschema voor Par.6-51 Klem 42 uitgang min. schaal.

26-62 Klem X42/11 max. schaal

Range: Functie:100.00 %* [0.00 - 200.00 %] Schaal de maximale uitgangswaarde van het geselecteerde analoge signaal op klem X42/9. Stel de

waarde in op de maximumwaarde van de spanningssignaaluitgang. De uitgang kan worden ge-

schaald om een spanning van minder dan 10 V te geven bij volledige schaling of 10 V bij een

uitgangswaarde die lager is dan 100% van de maximale signaalwaarde. Als 10 V de gewenste uit-

gangsspanning is bij een waarde tussen 0 en 100% van de uitgang bij volledige schaling moet de

gewenste procentuele waarde in de parameter geprogrammeerd worden, d.w.z. 50% = 10 V. Als

een spanning tussen 0 en 10 V gewenst is bij de maximale uitgangswaarde kunt u het percentage

als volgt berekenen:

( 10Vgewenste maximale spanning )x100 %

d.w.z.

5V : 10V5V x100 % = 200 %

Zie het principeschema voor Par.6-52 Klem 42 uitgang max. schaal.

26-63 Klem X42/11 uitgang busbesturing

Range: Functie:0.00 %* [0.00 - 100.00 %] Houdt het niveau van uitgang X42/11 vast in als de uitgang wordt bestuurd door een bus.

26-64 Klem X42/11 uitgang time-outinstelling

Range: Functie:0.00 %* [0.00 - 100.00 %] Houdt het vooraf ingestelde niveau van klem X42/11 vast.

Als een bustime-out en een time-outfunctie zijn geselecteerd, wordt de uitgang ingesteld op dit

niveau.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 3 Parameterbeschrijving

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 265

3

4 Problemen verhelpen VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

266 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

4

4 Problemen verhelpen

4.1.1 Alarmen en waarschuwingen

Een waarschuwing of alarm wordt weergeven via de relevante LED aan de voorzijde van de frequentieomvormer en aangeduid via een code op het

display.

Een waarschuwing blijft actief totdat het probleem is verholpen. In bepaalde omstandigheden kan de motor blijven werken. Waarschuwingen kunnen

kritiek zijn, maar dit is niet altijd het geval.

Als er een alarm optreedt, betekent dit in dat de frequentieomvormer automatisch is uitgeschakeld. Alarmen moeten worden gereset om de frequentie-

omvormer weer op te starten nadat de fout is verholpen. Dit is mogelijk op vier manieren:

1. Via de [Reset]-toets op het LCP bedieningspaneel.

2. Via een digitale ingang met de functie 'Reset'.

3. Via seriële communicatie/optionele veldbus.

4. Door middel van een automatisch reset via de [Auto Reset]-functie, een standaardinstelling voor de frequentieomvormer. Zie Par.14-20 Reset-

modus in de VLT HVAC Drive Programmeerhandleiding, MG.11.Cx.yy.

NB!

Na een handmatige reset via de [Reset]-toets op het LCP is het nodig om de LCP[AUTO ON]-toets in te drukken om de motor opnieuw

te starten.

Als een alarm niet kan worden gereset, komt dit mogelijk doordat de oorzaak nog niet is weggenomen of omdat er sprake was van een uitschakeling

met blokkering (zie tevens de tabel op de volgende pagina).

Alarmen die gepaard gaan met een uitschakeling met blokkering bieden aanvullende beveiliging; in dat geval moet de netvoeding worden afgeschakeld

voordat het alarm kan worden gereset. Nadat de netvoeding weer is ingeschakeld, is de frequentieomvormer niet langer geblokkeerd en kan hij op

bovenstaande wijze worden gereset nadat de fout is opgeheven.

Alarmen zonder uitschakeling met blokkering kunnen tevens worden gereset via de automatische resetfunctie in Par.14-20 Resetmodus (waarschuwing:

automatische opheffing slaapstand is mogelijk!).

Wanneer er in de tabel op de volgende pagina een kruisje staat bij zowel waarschuwing als alarm betekent dit dat een alarm wordt voorafgegaan door

een waarschuwing of dat u kunt programmeren of een waarschuwing dan wel een alarm moet worden gegenereerd bij een bepaalde fout.

Dit is bijvoorbeeld mogelijk in Par.1-90 Therm. motorbeveiliging. Na een alarm of uitschakeling zal de motor blijven vrijlopen, terwijl op de frequentie-

omvormer een alarm en een waarschuwing zullen knipperen. Als het probleem is verholpen, blijft enkel het alarm knipperen.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 4 Problemen verhelpen

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 267

4

Nr. Beschrijving Waarschu-wing

Alarm/Uitsch. Alarm/Uitsch & blok. Parameterreferentie

1 10 V laag X 2 Live-zerofout (X) (X) Par.6-01 Live zero time-

out-functie3 Geen motor (X) Par.1-80 Functie bij stop4 Faseverlies netvoeding (X) (X) (X) Par.14-12 Functie bij on-

balans netsp.5 DC-tussenkringspanning hoog X 6 DC-tussenkringspanning laag X 7 DC-overspanning X X 8 DC-onderspanning X X 9 Inverter overbelast X X 10 Overtemperatuur motor-ETR (X) (X) Par.1-90 Therm. motor-

beveiliging11 Overtemperatuur motorthermistor (X) (X) Par.1-90 Therm. motor-

beveiliging12 Koppelbegrenzing X X 13 Overstroom X X X 14 Aardfout X X X 15 Niet compl. HW X X 16 Kortsluiting X X 17 Stuurwoordtime-out (X) (X) Par.8-04 Time-out-func-

tie stuurwoord23 Interne vent. 24 Externe vent. 25 Kortsluiting remweerstand X 26 Begrenzing remweerstandsvermogen (X) (X) Par.2-13 Bewaking rem-

vermogen27 Kortsluiting remchopper X X 28 Remtest (X) (X) Par.2-15 Remtest29 Overtemperatuur voedingskaart X X X 30 Ontbrekende motorfase U (X) (X) (X) Par.4-58 Motorfasefunc-

tie ontbreekt31 Ontbrekende motorfase V (X) (X) (X) Par.4-58 Motorfasefunc-

tie ontbreekt32 Ontbrekende motorfase W (X) (X) (X) Par.4-58 Motorfasefunc-

tie ontbreekt33 Inrush-fout X X 34 Communicatiefout veldbus X X 36 Netstoring 38 Interne fout X X 40 Overbel. T27 41 Overbel. T29 42 Overbel. X30/6-7 47 24 V-voeding laag X X X 48 1,8 V-voeding laag X X 49 Snelheidsbegrenzing 50 Kalibratie AMA mislukt X 51 AMA-controle Unom en Inom X 52 AMA lage Inom X 53 AMA motor te groot X 54 AMA motor te klein X 55 AMA-parameter buiten bereik X 56 AMA onderbroken door gebruiker X 57 Time-out AMA X 58 Interne fout AMA X X 59 Stroomgrens X 60 Ext. vergrendeling 62 Uitgangsfrequentie op max. begrenzing X 64 Spanningslimiet X 65 Overtemperatuur stuurkaart X X X 66 Temperatuur koellichaam laag X 67 Optieconfiguratie is gewijzigd X 68 Veilige stop ingeschakeld X 70 Ongeldige FC-configuratie 80 Omvormer ingesteld op standaardwaarde X 92 Geen flow X X Par. 22-2*93 Droge pomp X X Par. 22-2*94 Einde curve X X Par. 22-5*95 Band defect X X Par. 22-6*96 Start vertraagd X Par. 22-7*97 Stop vertraagd X Par. 22-7*98 Klokfout X Par. 0-7*

Tabel 4.1: Lijst met alarm/waarschuwingscodes

4 Problemen verhelpen VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

268 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

4

Nr. Beschrijving Waarschu-wing

Alarm/Uitsch. Alarm/Uitsch & blok. Parameterreferentie

200 Brandmodus X Par. 24-0*201 Brandmodus was actief X Par. 0-7*202 Limieten brandmodus overschreden X Par. 0-7*250 Nieuw reserveonderdeel 251 Nieuwe typecode

Tabel 4.2: Lijst met alarm/waarschuwingscodes, vervolg

(X) Afhankelijk van parameter

LED-indicatieWaarschuwing geel

Alarm knippert roodUitsch. & blokk. geel en rood

Alarmwoord en Uitgebreid statuswoordBit Hex Dec Alarmwoord Waarsch.woord Uitgebr. statusw.0 00000001 1 Remtest Remtest Aan-/uitlopen1 00000002 2 Temp. voedingskaart Temp. voedingskaart AMA actief2 00000004 4 Aardfout Aardfout Start rechts-/linksom3 00000008 8 Temp. stuurkaart Temp. stuurkaart Vertragen4 00000010 16 Stuurw. t-o Stuurw. t-o Versnell.5 00000020 32 Overstroom Overstroom Terugk. hoog6 00000040 64 Koppelbegr. Koppelbegr. Terugk. laag7 00000080 128 Motorth. over Motorth. over Stroom hoog8 00000100 256 Motor-ETR over Motor-ETR over Stroom laag9 00000200 512 Inverter overb. Inverter overb. Max. uitg.-freq.10 00000400 1024 DC-onderspann. DC-onderspann. Min. uitg.-freq.11 00000800 2048 DC-overspann. DC-overspann. Remtest OK12 00001000 4096 Kortsluiting DC-spann. laag Max. remmen13 00002000 8192 Inrush-fout DC-spann. hoog Remmen14 00004000 16384 Faseverl. netv. Faseverl. netv. Buiten snelh.-bereik15 00008000 32768 AMA niet OK Geen motor OVC-besturing16 00010000 65536 Live zero-fout Live zero-fout 17 00020000 131072 Interne fout 10 V laag 18 00040000 262144 Rem overbelast Rem overbelast 19 00080000 524288 Verlies U-fase Remweerstand 20 00100000 1048576 Verlies V-fase Rem IGBT 21 00200000 2097152 Verlies W-fase Snelheidslimiet 22 00400000 4194304 Veldbusfout Veldbusfout 23 00800000 8388608 24V-voed. laag 24V-voed. laag 24 01000000 16777216 Netstoring Netstoring 25 02000000 33554432 1,8V-voed. laag Stroombegr. 26 04000000 67108864 Remweerstand Lage temp. 27 08000000 134217728 Rem IGBT Spanningslimiet 28 10000000 268435456 Optiewijziging Niet gebruikt 29 20000000 536870912 Omv. geïnitial. Niet gebruikt 30 40000000 1073741824 Veilige stop Niet gebruikt

Tabel 4.3: Beschrijving van alarmwoord, waarschuwingswoord en uitgebreid statuswoord

De alarmwoorden, waarschuwingswoorden en uitgebreide statuswoorden kunnen voor diagnose worden uitgelezen via een seriële bus of een optionele

veldbus. Zie ook Par.16-90 Alarmwoord, Par.16-92 Waarsch.-wrd en Par.16-94 Uitgebr. statusw..

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 4 Problemen verhelpen

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 269

4

4.1.2 Alarmwoorden

Alarmwoord, Par.16-90 Alarmwoord

Bit

(hex)

Alarmwoord

(Par.16-90 Alarmwoord)

00000001 Remtest

00000002 Overtemperatuur voedingskaart

00000004 Aardfout

00000008 Overtemperatuur stuurkaart

00000010 Stuurwoordtime-out

00000020 Overstroom

00000040 Koppelbegr.

00000080 Overtemperatuur motorthermistor

00000100 Overtemperatuur motor-ETR

00000200 Inverter overbelast

00000400 DC-tussenkringspanning laag

00000800 DC-tussenkringspanning hoog

00001000 Kortsluiting

00002000 Inrush-fout

00004000 Faseverlies netvoeding

00008000 AMA niet OK

00010000 Live-zerofout

00020000 Interne fout

00040000 Rem overbelast

00080000 Motorfase U ontbreekt

00100000 Motorfase V ontbreekt

00200000 Motorfase W ontbreekt

00400000 Veldbusfout

00800000 Fout 24 V-voeding

01000000 Netstoring

02000000 Fout 1,8 V-voeding

04000000 Kortsluiting remweerstand

08000000 Remchopperfout

10000000 Optiewijziging

20000000 Omvormer geïnitialiseerd

40000000 Veilige stop

80000000 Niet gebruikt

Alarmwoord 2, Par.16-91 Alarmwoord 2

Bit

(hex)

Alarmwoord 2

(Par.16-91 Alarmwoord 2)

00000001 ServiceTrip, lezen/schrijven

00000002 Gereserveerd

00000004ServiceTrip, typecode/

reserveonderdeel

00000008 Gereserveerd

00000010 Gereserveerd

00000020 Geen flow

00000040 Droge pomp

00000080 Einde curve

00000100 Band defect

00000200 Niet gebruikt

00000400 Niet gebruikt

00000800 Gereserveerd

00001000 Gereserveerd

00002000 Gereserveerd

00004000 Gereserveerd

00008000 Gereserveerd

00010000 Gereserveerd

00020000 Niet gebruikt

00040000 Vent.fout

00080000 ECB-fout

00100000 Gereserveerd

00200000 Gereserveerd

00400000 Gereserveerd

00800000 Gereserveerd

01000000 Gereserveerd

02000000 Gereserveerd

04000000 Gereserveerd

08000000 Gereserveerd

10000000 Gereserveerd

20000000 Gereserveerd

40000000 Gereserveerd

80000000 Gereserveerd

4 Problemen verhelpen VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

270 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

4

4.1.3 Waarschuwingswoorden

Waarsch.woord, Par.16-92 Waarsch.-wrd

Bit

(hex)

Waarsch.-wrd

(Par.16-92 Waarsch.-wrd)

00000001 Remtest

00000002 Overtemperatuur voedingskaart

00000004 Aardfout

00000008 Overtemperatuur stuurkaart

00000010 Stuurwoordtime-out

00000020 Overstroom

00000040 Koppelbegr.

00000080 Overtemperatuur motorthermistor

00000100 Overtemperatuur motor-ETR

00000200 Inverter overbelast

00000400 DC-tussenkringspanning laag

00000800 DC-tussenkringspanning hoog

00001000 DC-tussenkringspanning laag

00002000 DC-tussenkringspanning hoog

00004000 Faseverlies netvoeding

00008000 Geen motor

00010000 Live-zerofout

00020000 10 V laag

00040000Begrenzing remweerstandsvermo-

gen

00080000 Kortsluiting remweerstand

00100000 Remchopperfout

00200000 Snelheidsbegrenzing

00400000 Veldbuscomm.fout

00800000 Fout 24 V-voeding

01000000 Netstoring

02000000 Stroombegr.

04000000 Lage temperatuur

08000000 Spanningslimiet

10000000 Encoderverlies

20000000 Max. uitgangsfrequentie

40000000 Niet gebruikt

80000000 Niet gebruikt

Waarsch.woord 2, Par.16-93 Waarsch.woord 2

Bit

(hex)

Waarsch.woord 2

(Par.16-93 Waarsch.woord 2)

00000001 Start vertraagd

00000002 Stop vertraagd

00000004 Klokfout

00000008 Gereserveerd

00000010 Gereserveerd

00000020 Geen flow

00000040 Droge pomp

00000080 Einde curve

00000100 Band defect

00000200 Niet gebruikt

00000400 Gereserveerd

00000800 Gereserveerd

00001000 Gereserveerd

00002000 Gereserveerd

00004000 Gereserveerd

00008000 Gereserveerd

00010000 Gereserveerd

00020000 Niet gebruikt

00040000 Ventilatorwaarschuwing

00080000 ECB-waarschuwing

00100000 Gereserveerd

00200000 Gereserveerd

00400000 Gereserveerd

00800000 Gereserveerd

01000000 Gereserveerd

02000000 Gereserveerd

04000000 Gereserveerd

08000000 Gereserveerd

10000000 Gereserveerd

20000000 Gereserveerd

40000000 Gereserveerd

80000000 Gereserveerd

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 4 Problemen verhelpen

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 271

4

4.1.4 Uitgebreide statuswoorden

Uitgebreid statuswoord, Par.16-94 Uitgebr. statusw.

Bit

(hex)

Uitgebreid statuswoord

(Par.16-94 Uitgebr. statusw.)

00000001 Aan-/uitlopen

00000002 AMA bezig

00000004 Start rechts-/linksom

00000008 Niet gebruikt

00000010 Niet gebruikt

00000020 Terugkoppeling hoog

00000040 Terugkoppeling laag

00000080 Uitgangsstroom hoog

00000100 Uitgangsstroom laag

00000200 Uitgangsfrequentie hoog

00000400 Uitgangsfrequentie laag

00000800 Remtest OK

00001000 Max. remmen

00002000 Remmen

00004000 Buiten snelh.-bereik

00008000 OVC actief

00010000 AC-rem

00020000 Wachtw. vergr.

00040000 Wachtwoordbev.

00080000 Referentie hoog

00100000 Referentie laag

00200000 Locale ref./externe ref.

00400000 Gereserveerd

00800000 Gereserveerd

01000000 Gereserveerd

02000000 Gereserveerd

04000000 Gereserveerd

08000000 Gereserveerd

10000000 Gereserveerd

20000000 Gereserveerd

40000000 Gereserveerd

80000000 Gereserveerd

Uitgebr. statuswoord 2, Par.16-95 Uitgebr. statusw. 2

Bit

(hex)

Uitgebr. statuswoord 2 (Par.16-95 Uit-

gebr. statusw. 2)

00000001 Uit

00000002 Hand/Auto

00000004 Niet gebruikt

00000008 Niet gebruikt

00000010 Niet gebruikt

00000020 Relais 123 actief

00000040 Start voorkomen

00000080 Besturing gereed

00000100 Omv. gereed

00000200 Snelle stop

00000400 DC-rem

00000800 Stop

00001000 Stand-by

00002000 Verzoek Uitgang vasthouden

00004000 Uitgang vasth.

00008000 Jog-verzoek

00010000 Jog

00020000 Startverzoek

00040000 Start

00080000 Start toegepast

00100000 Startvertraging

00200000 Slaap

00400000 Slaap boost

00800000 Actief

01000000 Bypass

02000000 Brandmodus

04000000 Gereserveerd

08000000 Gereserveerd

10000000 Gereserveerd

20000000 Gereserveerd

40000000 Gereserveerd

80000000 Gereserveerd

4 Problemen verhelpen VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

272 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

4

4.1.5 Foutmeldingen

WAARSCHUWING 1, 10 Volt laag:

De 10 V-spanning van klem 50 op de stuurkaart is minder dan 10 V.

Verminder de belasting van klem 50, omdat de 10 V-spanning overbelast

is. Maximaal 15 mA of minimaal 590 Ω.

WAARSCHUWING/ALARM 2, Live zero fout:

Het signaal op klem 53 of 54 is minder dan 50% van de waarde die is

ingesteld in respectievelijk Par.6-10 Klem 53 lage spanning, Par.

6-12 Klem 53 lage stroom, Par.6-20 Klem 54 lage spanning of Par.

6-22 Klem 54 lage stroom.

WAARSCHUWING/ALARM 3, Geen motor:

Er is geen motor aangesloten op de uitgang van de frequentieomvormer.

WAARSCHUWING/ALARM 4, Faseverlies netvoeding:

Aan de voedingszijde ontbreekt een fase of de onbalans in de netspan-

ning is te hoog.

Deze melding verschijnt ook als er een fout optreedt in de ingangsgelij-

krichter op de frequentieomvormer.

Controleer de voedingsspanning en voedingsstromen naar de frequen-

tieomvormer.

WAARSCHUWING 5, DC-tussenkringspanning hoog:

De spanning in de tussenkring (DC) is hoger dan de overspanningsbe-

grenzing van het stuursysteem. De frequentieomvormer is nog steeds

actief.

WAARSCHUWING 6, DC-tussenkringspanning laag:

De tussenkringspanning (DC) is lager dan de onderspanningsbegrenzing

van het stuursysteem. De frequentieomvormer is nog steeds actief.

WAARSCHUWING/ALARM 7, DC-overspanning:

Als de tussenkringspanning hoger is dan de overspanningsbegrenzing

schakelt de frequentieomvormer na een bepaalde tijd uit.

Mogelijke correcties:

Selecteer Overspanningsreg. in Par.2-17 Overspanningsreg.

Sluit een remweerstand aan.

Verleng de aan/uitlooptijd.

Activeer functies in Par.2-10 Remfunctie

Toename Par.14-26 Uitschakelvertraging bij inverterfout

Het selecteren van de functie voor overspanningsregeling (OVC) zal de

aan- en uitlooptijden verlengen.

Alarm/waarschuwingslimieten:Spanningsbe-reik

3 x 200-240 VAC

3 x 380-500 VAC

3 x 550-600 VAC

[VDC] [VDC] [VDC]Onderspan-ning 185 373 532

Waarschuwinglage spanning 205 410 585

Waarschuwinghoge spanning(zonder rem –met rem)

390/405 810/840 943/965

Overspanning 410 855 975De gegeven spanningen hebben betrekking op de tussenkringspan-ning van de frequentieomvormer met een tolerantie van ± 5%. Debijbehorende voedingsspanning is de tussenkringspanning (DC-tus-senkring) gedeeld door 1,35.

WAARSCHUWING/ALARM 8, DC-onderspanning:

Als de tussenkringspanning (DC) lager wordt dan de waarde voor 'Waar-

schuwing lage spanning' (zie bovenstaande tabel), zal de frequentieom-

vormer controleren of de 24 V-reservevoeding is aangesloten.

Als geen 24 V-reservevoeding is aangesloten, schakelt de frequentieom-

vormer uit na een bepaalde tijd die afhankelijk is van de eenheid.

Zie de sectie Algemene specificaties om te controleren of de voedings-

spanning geschikt is voor de frequentieomvormer.

WAARSCHUWING/ALARM 9, Omvormer overbelast:

De frequentieomvormer staat op het punt van uitschakeling wegens

overbelasting (te hoge stroom gedurende een te lange tijd). De teller voor

de thermo-elektronische omvormerbeveiliging geeft een waarschuwing

bij 98% en schakelt uit bij 100%, waarbij een alarm wordt gegenereerd.

De frequentieomvormer kan niet worden gereset totdat de teller onder

de 90% is gezakt.

De fout is dat de frequentieomvormer te lang met meer dan de nominale

stroom is overbelast.

WAARSCHUWING/ALARM 10, Overtemperatuur motor-ETR:

De thermo-elektronische beveiliging (ETR) geeft aan dat de motor te

warm is. Via Par.1-90 Therm. motorbeveiliging kan worden geselecteerd

of de frequentieomvormer een waarschuwing of een alarm moet geven

wanneer de teller 100% bereikt. De fout is dat de motor te lang met meer

dan de nominale motorstroom is overbelast. Controleer of motorPar.

1-24 Motorstroom juist is ingesteld.

WAARSCHUWING/ALARM 11, Overtemperatuur motorthermis-

tor:

De thermistor of de thermistoraansluiting is ontkoppeld. Via Par.

1-90 Therm. motorbeveiliging kan worden geselecteerd of de frequen-

tieomvormer een waarschuwing of een alarm moet geven. Controleer of

de thermistor juist is aangesloten tussen klem 53 of 54 (analoge span-

ningsingang) en klem 50 (+10 V-voeding), of tussen klem 18 of 19

(digitale ingang, alleen PNP) en klem 50. Als er een KTY-sensor wordt

gebruikt, moet u controleren op een juiste aansluiting tussen klem 54 en

55.

WAARSCHUWING/ALARM 12, Koppelbegrenzing:

Het koppel is hoger dan de ingestelde waarde in Par.4-16 Koppelbegren-

zing motormodus (bij motorwerking) of Par.4-17 Koppelbegrenzing ge-

neratormodus (bij generatorwerking).

WAARSCHUWING/ALARM 13, Overstroom:

De piekstroombegrenzing van de omvormer (circa 200% van de nominale

stroom) is overschreden. De waarschuwing zal ongeveer 8-12 s aanhou-

den, waarna de frequentieomvormer uitschakelt en een alarm geeft.

Schakel de frequentieomvormer uit en controleer of de motoras kan wor-

den gedraaid en of de maat van de motor geschikt is voor de frequen-

tieomvormer.

ALARM 14, Aardfout:

Er vindt een ontlading plaats van de uitgangsfasen naar de aarde, ofwel

in de kabel tussen de frequentieomvormer en de motor of in de motor

zelf.

Schakel de frequentieomvormer uit en hef de aardfout op.

ALARM 15, Onvolledige hardware:

Een gemonteerde optie kan niet worden verwerkt door de huidige stuur-

kaart (hardware of software).

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 4 Problemen verhelpen

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 273

4

ALARM 16, Kortsluiting:

Er is kortsluiting op de motorklemmen of in de motor zelf.

Schakel de frequentieomvormer uit en hef de kortsluiting op.

WAARSCHUWING/ALARM 17, Stuurwoordtime-out:

Er is geen communicatie met de frequentieomvormer.

Deze waarschuwing zal alleen actief zijn wanneer Par.8-04 Time-out-

functie stuurwoord NIET is ingesteld op Uit.

Als Par.8-04 Time-out-functie stuurwoord is ingesteld op Stop en

uitsch. verschijnt er een waarschuwing en zal de frequentieomvormer

uitlopen tot stop, waarbij een alarm wordt gegeven.

Par.8-03 Time-out-tijd stuurwoord kan mogelijk worden verhoogd.

WAARSCHUWING 22, Mech. rem hijsen:

De gegeven waarde geeft het type fout aan.

0 = de koppelref. werd niet bereikt binnen de ingestelde tijd

1 = er was geen terugkoppeling van de rem binnen de inge-

stelde tijd

WAARSCHUWING 23, Interne ventilatorfout:

De externe ventilatoren werken niet i.v.m. defecte hardware of omdat ze

niet zijn gemonteerd.

WAARSCHUWING 24, Fout externe ventilator:

De ventilatorwaarschuwingsfunctie is een extra beveiliging die contro-

leert of de ventilator actief/gemonteerd is. De ventilatorwaarschuwing

kan worden uitgeschakeld via Par.14-53 Ventilatorbew. (Uitgesch. [0]).

WAARSCHUWING 25, Kortsluiting remweerstand:

De remweerstand wordt bewaakt tijdens bedrijf. Als er kortsluiting op-

treedt, wordt de remfunctie gestopt en een waarschuwing gegeven. De

frequentieomvormer functioneert nog wel, zij het zonder de remfunctie.

Schakel de frequentieomvormer uit en vervang de remweerstand (zie

Par.2-15 Remtest).

ALARM/WAARSCHUWING 26, Vermogensbegrenzing remweer-

stand:

Het vermogen dat naar de remweerstand wordt overgebracht, wordt be-

rekend als een percentage, als gemiddelde waarde over de laatste 120

s, op basis van de weerstandswaarde van de remweerstand (Par.

2-11 Remweerstand (ohm)) en de tussenkringspanning. De waarschu-

wing wordt gegeven wanneer het afgegeven remvermogen hoger is dan

90%. Als Uitsch. [2] is geselecteerd in Par.2-13 Bewaking remvermo-

gen schakelt de frequentieomvormer uit en wordt een alarm gegeven

wanneer het afgegeven remvermogen hoger is dan 100%.

WAARSCHUWING/ALARM 27, Remchopperfout:

De remtransistor wordt bewaakt tijdens bedrijf en bij kortsluiting wordt

de remfunctie afgeschakeld en de waarschuwing weergegeven. De fre-

quentieomvormer blijft nog wel actief, maar door de kortsluiting van de

remtransistor gaat veel vermogen naar de remweerstand, ook als deze

niet actief is.

Schakel de frequentieomvormer uit en verwijder de remweerstand.

Waarschuwing: het gevaar bestaat dat de remweer-

stand bij kortsluiting van de remtransistor veel vermo-

gen ontvangt.

ALARM/WAARSCHUWING 28, Remtest mislukt:

Remweerstandsfout: de remweerstand is niet aangesloten of werkt niet.

WAARSCHUWING/ALARM 29, Overtemperatuur omvormer:

Als de behuizing IP 00, IP 20/NEMA 1 of IP 21/Type 1 is, is de uitscha-

keltemperatuur van het koellichaam 95 °C ± 5 °C. De temperatuurfout

kan niet gereset worden totdat de temperatuur van het koellichaam onder

de 70 °C is gezakt.

De fout kan worden veroorzaakt door:

- Te hoge omgevingstemperatuur

- Te lange motorkabel

ALARM 30, Motorfase U ontbreekt:

Motorfase U tussen frequentieomvormer en motor ontbreekt.

Schakel de frequentieomvormer uit en controleer motorfase U.

ALARM 31, Motorfase V ontbreekt:

Motorfase V tussen frequentieomvormer en motor ontbreekt.

Schakel de frequentieomvormer uit en controleer motorfase V.

ALARM 32, Motorfase W ontbreekt:

Motorfase W tussen frequentieomvormer en motor ontbreekt.

Schakel de frequentieomvormer uit en controleer motorfase W.

ALARM 33, Inrush-fout:

Er zijn te veel inschakelingen geweest gedurende een korte tijd. Zie het

hoofdstuk Algemene specificaties voor het toegestane aantal inschake-

lingen binnen één minuut.

WAARSCHUWING/ALARM 34, Veldbuscommunicatiefout:

De veldbus op de communicatieoptiekaart werkt niet.

WAARSCHUWING/ALARM 36, Netstoring:

Deze waarschuwing/dit alarm is alleen actief als de netspanning naar de

frequentieomvormer ontbreekt en Par.14-10 Netstoring NIET is ingesteld

op Uit. Mogelijke correctie: controleer de zekeringen naar de frequentie-

omvormer.

WAARSCHUWING/ALARM 37, Onbalans fase:

Er is sprake van stroomonbalans tussen de vermogenseenheden.

ALARM 38, Interne fout:

Neem contact op met uw lokale Danfoss-leverancier.

ALARM 39, Sensor koellichaam:

Geen terugkoppeling van de sensor van het koellichaam.

WAARSCHUWING 40, Overbelasting digitale uitgang klem 27:

Controleer de belasting die is aangesloten op klem 27 of verwijder de

aansluiting die kortsluiting veroorzaakt. Controleer Par.5-00 Dig. I/O-mo-

dus en Par.5-01 Klem 27 modus.

WAARSCHUWING 41, Overbelasting digitale uitgang klem 29:

Controleer de belasting die is aangesloten op klem 29 of verwijder de

aansluiting die kortsluiting veroorzaakt. Controleer Par.5-00 Dig. I/O-mo-

dus en Par.5-02 Klem 29 modus.

WAARSCHUWING 42, Overbelasting digitale uitgang op X30/6:

Controleer de belasting die is aangesloten op X30/6 of verwijder de aan-

sluiting die kortsluiting veroorzaakt. Controleer Par.5-32 Klem X30/6 dig.

uitgang (MCB 101).

WAARSCHUWING 42, Overbelasting digitale uitgang op X30/7:

Controleer de belasting die is aangesloten op X30/7 of verwijder de aan-

sluiting die kortsluiting veroorzaakt. Controleer Par.5-33 Klem X30/7 dig.

uitgang (MCB 101).

ALARM 46, Voeding voedingskaart:

De voeding van de voedingskaart valt niet binnen het bereik.

4 Problemen verhelpen VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

274 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

4

WAARSCHUWING 47, 24 V-voeding laag:

De externe 24 V DC-reservevoeding kan overbelast zijn. Neem in andere

gevallen contact op met uw Danfoss-leverancier.

ALARM 48, 1,8 V-voeding laag:

Neem contact op met uw Danfoss-leverancier.

WAARSCHUWING 49, Snelheidsbegrenzing:

De snelheid wordt begrensd door het ingestelde bereik in Par.4-11 Mo-

torsnelh. lage begr. [RPM] en Par.4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM]

ALARM 50, kalibratie AMA mislukt:

Neem contact op met uw Danfoss-leverancier.

ALARM 51, AMA-test Unom en Inom:

De instelling van de motorspanning, de motorstroom en het motorver-

mogen zijn waarschijnlijk fout. Controleer de instellingen.

ALARM 52, lage Inom AMA:

De motorstroom is te laag. Controleer de instellingen.

ALARM 53, AMA-motor te groot:

De motor is te groot om AMA te kunnen uitvoeren.

ALARM 54, motor AMA te klein:

De motor is te klein om AMA te kunnen uitvoeren.

ALARM 55, AMA-par. buiten bereik:

De gedefinieerde parameterwaarden voor de motor vallen buiten het

toegestane bereik.

ALARM 56, AMA onderbroken door gebruiker:

De AMA is onderbroken door de gebruiker.

ALARM 57, time-out AMA:

Probeer AMA enkele keren helemaal opnieuw te starten, totdat AMA cor-

rect wordt uitgevoerd. Wanneer de AMA verschillende keren kort na

elkaar wordt uitgevoerd, kan de motor zo warm worden dat de weer-

standen Rs en Rr groter worden. In de meeste gevallen is dit echter niet

kritiek.

WAARSCHUWING/ALARM 58, interne fout AMA:

Neem contact op met uw Danfoss-leverancier.

WAARSCHUWING 59, Stroomgrens:

De stroom is hoger dan de waarde in Par.4-18 Stroombegr..

WAARSCHUWING 60, Externe vergrendeling:

De externe vergrendeling is ingeschakeld. Om terug te keren naar nor-

maal bedrijf moet 24 V DC worden toegepast op de klem die is gepro-

grammeerd voor Externe vergrendeling. Vervolgens moet er een

resetsignaal worden gegeven (via bus of digitale I/O, of door op [Reset]

te drukken).

WAARSCHUWING/ALARM 61, Volgfout:

Volgfout. Raadpleeg leverancier.

WAARSCHUWING 62, Uitgangsfrequentie op maximumbegren-

zing:

De uitgangsfrequentie wordt begrensd door de ingestelde waarde in Par.

4-19 Max. uitgangsfreq.

WAARSCHUWING 64, Spanningslimiet:

De combinatie van belasting en snelheid vereisen een motorspanning die

hoger is dan de actuele DC-tussenkringspanning.

WAARSCHUWING/ALARM/TRIP 65, Overtemperatuur stuur-

kaart:

Overtemperatuur stuurkaart: de uitschakeltemperatuur voor de stuur-

kaart is 80 °C.

WAARSCHUWING 66, Temperatuur koellichaam laag:

De gemeten temperatuur van het koellichaam is 0 °C. Dit zou kunnen

betekenen dat de temperatuursensor defect is. Daarom wordt de venti-

latorsnelheid maximaal verhoogd voor het geval het vermogensdeel of

de stuurkaart erg warm is.

Deze waarschuwing wordt weergegeven wanneer de temperatuur lager

is dan 15 °C.

ALARM 67, Optieconfiguratie is gewijzigd:

Een of meer opties zijn toegevoegd of verwijderd sinds de laatste uit-

schakeling.

ALARM 68, Veilige stop:

De veilige stop is ingeschakeld. Om terug te keren naar normaal bedrijf

moet 24 V DC worden toegepast op klem 37. Vervolgens moet er een

resetsignaal worden gegeven (via bus of digitale I/O, of door op [Reset]

te drukken).

ALARM 69, Temperatuur voedingskaart:

Overtemperatuur voedingskaart.

ALARM 70, Ongeldige configuratie frequentieomvormer:

De huidige combinatie van stuurkaart en voedingskaart is niet toege-

staan.

ALARM 90, Bewaking terugkoppeling:

ALARM 91, Analoge ingang 54 verkeerd ingesteld:

Schakelaar S202 moet worden ingesteld in de positie UIT (spanningsin-

gang) wanneer een KTY-sensor is aangesloten op analoge ingangsklem

54.

ALARM 92, Geen flow:

Voor het systeem is een situatie zonder belasting gedetecteerd. Zie pa-

rametergroep 22-2*.

ALARM 93, Droge pomp:

Een situatie zonder stroming en een hoge snelheid geven aan de pomp

is drooggelopen. Zie parametergroep 22-2*.

ALARM 94, Einde curve:

De terugkoppeling blijft onder het instelpunt, wat kan wijzen op lekkage

in het leidingsysteem. Zie parametergroep 22-5*.

ALARM 95, Band defect:

Het koppel is lager dan de ingestelde waarde voor het koppel bij geen

belasting, wat wijst op een defecte band. Zie parametergroep 22-6*.

ALARM 96, Start vertraagd:

Het start van de motor is vertraagd omdat de beveiliging tegen een korte

cyclus actief is. Zie parametergroep 22-7*.

ALARM 250, Nieuw reserveonderdeel:

Het vermogen of de voeding van de schakelmodus is verwisseld. De ty-

pecode voor de frequentieomvormer moet worden hersteld in EEPROM.

Selecteer de juiste typecode in Par. 14-23 Instelling typecode op basis

van het label op het toestel. Vergeet niet om 'In EEPROM opslaan' te

selecteren om de procedure te voltooien.

ALARM 251, Nieuwe typecode:

De frequentieomvormer heeft een nieuwe typecode gekregen.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 4 Problemen verhelpen

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 275

4

5 Parameterlijsten VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

276 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

5

5 Parameterlijsten

5.1 Parameteropties

5.1.1 Standaardinstellingen

Wijzigingen tijdens bedrijf:

'TRUE' (WAAR) betekent dat de parameter kan worden gewijzigd terwijl de frequentieomvormer in bedrijf is en 'FALSE' (ONWAAR) betekent dat de

frequentieomvormer moet worden stopgezet voordat er een wijziging kan worden doorgevoerd.

4-Set-up:

'All set-up' (alle setups): de parameter kan afzonderlijk worden ingesteld in elk van de vier setups, d.w.z. dat elke parameter vier verschillende waarden

kan hebben.

’1 set-up’: de gegevenswaarde is hetzelfde in alle setups.

SR:

Afhankelijk van grootte

NVT:

Geen standaardwaarde beschikbaar.

Conversie-index:

Het indexcijfer verwijst naar een conversiecijfer dat wordt gebruikt bij het lezen van en schrijven naar de frequentieomvormer.

Conv.index 100 67 6 5 4 3 2 1 0 -1 -2 -3 -4 -5 -6Conv.factor 1 1/60 1000000 100000 10000 1000 100 10 1 0,1 0,01 0,001 0,0001 0,00001 0,000001

Datatype Beschrijving Type2 Integer 8 Int83 Integer 16 Int164 Integer 32 Int325 Zonder teken 8 Uint8

6 Zonder teken 16 Uint167 Zonder teken 32 Uint329 Zichtbare reeks VisStr33 Genormaliseerde waarde 2 bytes N235 Bitvolgorde van 16 boolean-variabelen V254 Tijdsverschil zonder datum TimD

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 5 Parameterlijsten

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 277

5

Par.

nr.

Para

met

erbe

schr

ijvin

gSt

anda

ardw

aard

e(S

R =

afh

anke

lijk

van

groo

tte)

4-se

t-up

Wijz

igen

tijd

ens

be-

drijf

Conv

er-

sie-

inde

xTy

pe

0-0

* B

asis

inst

ellin

gen

0-01

Taal

[0]

Engl

ish

1 se

t-up

TRU

E-

Uin

t80-

02Ee

nh. m

otor

toer

enta

l[1

] H

z2

set-

ups

FALS

E-

Uin

t80-

03Re

gion

ale

inst

ellin

gen

[0]

Inte

rnat

iona

al2

set-

ups

FALS

E-

Uin

t80-

04Be

dien

ings

stat

us b

ij in

sch.

[0]

Her

vatt

enAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t80-

05Ee

nh lo

k m

odus

[0]

Als

eenh

mot

orsn

elh

2 se

t-up

sFA

LSE

-U

int8

0-1

* Se

tupa

fhan

delin

g0-

10Ac

tieve

set

up[1

] Se

tup

11

set-

upTR

UE

-U

int8

0-11

Setu

p w

ijzig

en[9

] Ac

tieve

set

upAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t80-

12Se

tup

geko

ppel

d aa

n[0

] N

iet

geko

ppel

dAl

l set

-ups

FALS

E-

Uin

t80-

13U

itlez

.: G

ekop

p. s

etup

s0

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

0U

int1

60-

14U

itlez

.: p

rog.

set

ups/

kana

al0

N/A

All s

et-u

psTR

UE

0In

t32

0-2

* LC

P-d

ispl

ay0-

20D

ispl

ayre

gel 1

.1 k

lein

1602

All s

et-u

psTR

UE

-U

int1

60-

21D

ispl

ayre

gel 1

.2 k

lein

1614

All s

et-u

psTR

UE

-U

int1

60-

22D

ispl

ayre

gel 1

.3 k

lein

1610

All s

et-u

psTR

UE

-U

int1

60-

23D

ispl

ayre

gel 2

gro

ot16

13Al

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t16

0-24

Dis

play

rege

l 3 g

root

1502

All s

et-u

psTR

UE

-U

int1

60-

25Pe

rsoo

nlijk

men

uEx

pres

sion

Lim

it1

set-

upTR

UE

0U

int1

60

-3*

Std

uit

lezi

ng

LCP

0-30

Eenh

eid

voor

uitl

ezin

g ge

br.

[1]

%Al

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t80-

31M

in. w

aard

e ui

tlezi

ng k

lant

Expr

essi

onLi

mit

All s

et-u

psTR

UE

-2In

t32

0-32

Max

. waa

rde

uitle

zing

kla

nt10

0.00

Cus

tom

Rea

dout

Uni

tAl

l set

-ups

TRU

E-2

Int3

20-

37D

ispl

ayte

kst

10

N/A

1 se

t-up

TRU

E0

VisS

tr[2

5]0-

38D

ispl

ayte

kst

20

N/A

1 se

t-up

TRU

E0

VisS

tr[2

5]0-

39D

ispl

ayte

kst

30

N/A

1 se

t-up

TRU

E0

VisS

tr[2

5]0

-4*

LCP

-toe

tsen

bord

0-40

[Han

d on

]-to

ets

op L

CP[1

] In

gesc

h.Al

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t80-

41[O

ff]-

toet

s op

LCP

[1]

Inge

sch.

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

0-42

[Aut

o on

]-to

ets

op L

CP[1

] In

gesc

h.Al

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t80-

43[R

eset

]-to

ets

op L

CP[1

] In

gesc

h.Al

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t80-

44[O

ff/R

eset

]-to

ets

LCP

[1]

Inge

sch.

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

0-45

[Driv

e By

pass

]-to

ets

LCP

[1]

Inge

sch.

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

5.1.

20

-**

Bed

ien

ing/

disp

lay

5 Parameterlijsten VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

278 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

5

Par.

nr.

Para

met

erbe

schr

ijvin

gSt

anda

ardw

aard

e(S

R =

afh

anke

lijk

van

groo

tte)

4-se

t-up

Wijz

igen

tijd

ens

be-

drijf

Conv

er-

sie-

inde

xTy

pe

0-5

* K

opië

ren/

Ops

l.0-

50LC

P ko

piër

en[0

] G

een

kopi

eAl

l set

-ups

FALS

E-

Uin

t80-

51Ko

pie

setu

p[0

] G

een

kopi

eAl

l set

-ups

FALS

E-

Uin

t80

-6*

Wac

htw

.0-

60W

acht

w. h

oofd

men

u10

0 N

/A1

set-

upTR

UE

0U

int1

60-

61To

egan

g ho

ofdm

enu

zond

er w

acht

w.

[0]

Voll.

toe

g.1

set-

upTR

UE

-U

int8

0-65

Wac

htw

per

soon

lijk

men

u20

0 N

/A1

set-

upTR

UE

0U

int1

60-

66To

egan

g pe

rs. m

enu

zond

er w

acht

w.

[0]

Voll.

toe

g.1

set-

upTR

UE

-U

int8

0-7

* K

loki

nst

ellin

gen

0-70

Dat

um &

tijd

inst

elle

nEx

pres

sion

Lim

itAl

l set

-ups

TRU

E0

Tim

eOfD

ay0-

71D

atum

inde

ling

null

1 se

t-up

TRU

E-

Uin

t80-

72Ti

jdsi

ndel

ing

null

1 se

t-up

TRU

E-

Uin

t80-

74D

ST/z

omer

tijd

[0]

Uit

1 se

t-up

TRU

E-

Uin

t80-

76D

ST/z

omer

tijd

star

tEx

pres

sion

Lim

it1

set-

upTR

UE

0Ti

meO

fDay

0-77

DST

/zom

ertij

d ei

nde

Expr

essi

onLi

mit

1 se

t-up

TRU

E0

Tim

eOfD

ay0-

79Kl

okfo

utnu

ll1

set-

upTR

UE

-U

int8

0-81

Wer

kdag

ennu

ll1

set-

upTR

UE

-U

int8

0-82

Ande

re w

erkd

agen

Expr

essi

onLi

mit

1 se

t-up

TRU

E0

Tim

eOfD

ay0-

83An

dere

nie

t-w

erkd

agen

Expr

essi

onLi

mit

1 se

t-up

TRU

E0

Tim

eOfD

ay0-

89U

itlez

ing

datu

m e

n tij

d0

N/A

All s

et-u

psTR

UE

0Vi

sStr

[25]

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 5 Parameterlijsten

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 279

5

Par.

nr.

Para

met

erbe

schr

ijvin

gSt

anda

ardw

aard

e(S

R =

afh

anke

lijk

van

groo

tte)

4-se

t-up

Wijz

igen

tijd

ens

be-

drijf

Conv

er-

sie-

inde

xTy

pe

1-0*

Alg

. in

stel

linge

n1-

00Co

nfig

urat

iem

odus

null

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

1-03

Kopp

elka

rakt

eris

tiek

[3]

Auto

Ene

rgie

Opt

im. V

TAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t81-

2* M

otor

data

1-20

Mot

orve

rm. [

kW]

Expr

essi

onLi

mit

All s

et-u

psFA

LSE

1U

int3

21-

21M

otor

verm

. [PK

]Ex

pres

sion

Lim

itAl

l set

-ups

FALS

E-2

Uin

t32

1-22

Mot

orsp

anni

ngEx

pres

sion

Lim

itAl

l set

-ups

FALS

E0

Uin

t16

1-23

Mot

orfr

eque

ntie

Expr

essi

onLi

mit

All s

et-u

psFA

LSE

0U

int1

61-

24M

otor

stro

omEx

pres

sion

Lim

itAl

l set

-ups

FALS

E-2

Uin

t32

1-25

Nom

. mot

orsn

elhe

idEx

pres

sion

Lim

itAl

l set

-ups

FALS

E67

Uin

t16

1-28

Cont

role

dra

air.

mot

or[0

] U

itAl

l set

-ups

FALS

E-

Uin

t81-

29Au

tom

. aan

pass

ing

mot

orge

g. (

AMA)

[0]

Uit

All s

et-u

psFA

LSE

-U

int8

1-3*

Gea

v. M

otor

data

1-30

Stat

orw

eers

tand

(Rs

)Ex

pres

sion

Lim

itAl

l set

-ups

FALS

E-4

Uin

t32

1-31

Roto

rwee

rsta

nd (

Rr)

Expr

essi

onLi

mit

All s

et-u

psFA

LSE

-4U

int3

21-

35H

oofd

reac

tant

ie (

Xh)

Expr

essi

onLi

mit

All s

et-u

psFA

LSE

-4U

int3

21-

36Ij

zerv

erlie

swee

rsta

nd (

Rfe)

Expr

essi

onLi

mit

All s

et-u

psFA

LSE

-3U

int3

21-

39M

otor

pole

nEx

pres

sion

Lim

itAl

l set

-ups

FALS

E0

Uin

t81-

5* B

el. o

naf

h. i

nst

.1-

50M

otor

mag

netis

erin

g bi

j nul

snel

heid

100

%Al

l set

-ups

TRU

E0

Uin

t16

1-51

Min

. sne

lh. n

orm

. mag

netis

erin

g [T

PM]

Expr

essi

onLi

mit

All s

et-u

psTR

UE

67U

int1

61-

52M

in. s

nelh

. nor

m. m

agne

tiser

ing

[Hz]

Expr

essi

onLi

mit

All s

et-u

psTR

UE

-1U

int1

61-

6* B

el. a

fhan

k. in

st.

1-60

Bela

st. c

omp.

bij

lage

sne

lhei

d10

0 %

All s

et-u

psTR

UE

0In

t16

1-61

Bela

stin

gcom

p. b

ij ho

ge s

nelh

eid

100

%Al

l set

-ups

TRU

E0

Int1

61-

62Sl

ipco

mpe

nsat

ie0

%Al

l set

-ups

TRU

E0

Int1

61-

63Sl

ipco

mpe

nsat

ie t

ijdco

nsta

nte

Expr

essi

onLi

mit

All s

et-u

psTR

UE

-2U

int1

61-

64Re

sona

ntie

dem

ping

100

%Al

l set

-ups

TRU

E0

Uin

t16

1-65

Reso

nant

iede

mpi

ng t

ijdco

nsta

nte

5 m

sAl

l set

-ups

TRU

E-3

Uin

t81-

7* S

tart

aan

pass

inge

n1-

71St

artv

ertr

agin

g0.

0 s

All s

et-u

psTR

UE

-1U

int1

61-

73Vl

ieg.

sta

rt[0

] U

itges

ch.

All s

et-u

psFA

LSE

-U

int8

1-8*

Sto

paan

pass

inge

n1-

80Fu

nctie

bij

stop

[0]

Vrijl

oop

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

1-81

Min

. sne

lh. f

unct

ie b

ij st

op [

RPM

]Ex

pres

sion

Lim

itAl

l set

-ups

TRU

E67

Uin

t16

1-82

Min

. sne

lh. v

oor

func

tie b

ij st

op [

Hz]

Expr

essi

onLi

mit

All s

et-u

psTR

UE

-1U

int1

61-

86Tr

ip S

peed

Low

[RP

M]

0 RPM

All s

et-u

psTR

UE

67U

int1

61-

87Tr

ip S

peed

Low

[H

z]0.

0 H

zAl

l set

-ups

TRU

E-1

Uin

t16

1-9*

Mot

orte

mpe

ratu

ur

1-90

Ther

m.

mot

orbe

veili

ging

[4]

ETR-

uits

ch. 1

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

1-91

Ext.

mot

or-v

entil

ator

[0]

Nee

All s

et-u

psTR

UE

-U

int1

61-

93Th

erm

isto

rbro

n[0

] G

een

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

5.1.

31

-**

Bel

asti

ng

& m

otor

5 Parameterlijsten VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

280 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

5

Par.

nr.

Para

met

erbe

schr

ijvin

gSt

anda

ardw

aard

e(S

R =

afh

anke

lijk

van

groo

tte)

4-se

t-up

Wijz

igen

tijd

ens

be-

drijf

Conv

er-

sie-

inde

xTy

pe

2-0*

DC

-rem

2-00

DC-

houd

/voo

rver

w.s

troo

m50

%Al

l set

-ups

TRU

E0

Uin

t82-

01D

C-re

mst

room

50 %

All s

et-u

psTR

UE

0U

int1

62-

02D

C-re

mtij

d10

.0 s

All s

et-u

psTR

UE

-1U

int1

62-

03In

scha

kels

nelh

. DC-

rem

[tp

m]

Expr

essi

onLi

mit

All s

et-u

psTR

UE

67U

int1

62-

04In

scha

kels

nelh

. DC-

rem

[H

z]Ex

pres

sion

Lim

itAl

l set

-ups

TRU

E-1

Uin

t16

2-1*

Rem

ener

gie-

func

tie

2-10

Rem

func

tie[0

] U

itAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t82-

11Re

mw

eers

tand

(oh

m)

Expr

essi

onLi

mit

All s

et-u

psTR

UE

0U

int1

62-

12Be

gren

zing

rem

verm

ogen

(kW

)Ex

pres

sion

Lim

itAl

l set

-ups

TRU

E0

Uin

t32

2-13

Bew

akin

g re

mve

rmog

en[0

] U

itAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t82-

15Re

mte

st[0

] U

itAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t82-

16AC

-rem

max

. st

room

100.

0 %

All s

et-u

psTR

UE

-1U

int3

22-

17O

vers

pann

ings

reg.

[2]

Inge

sch.

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

5.1.

42

-**

Rem

men

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 5 Parameterlijsten

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 281

5

Par.

nr.

Para

met

erbe

schr

ijvin

gSt

anda

ardw

aard

e(S

R =

afh

anke

lijk

van

groo

tte)

4-se

t-up

Wijz

igen

tijd

ens

be-

drijf

Conv

er-

sie-

inde

xTy

pe

3-0*

Ref

. beg

renz

.3-

02M

inim

umre

fere

ntie

Expr

essi

onLi

mit

All s

et-u

psTR

UE

-3In

t32

3-03

Max

. ref

eren

tieEx

pres

sion

Lim

itAl

l set

-ups

TRU

E-3

Int3

23-

04Re

fere

ntie

func

tienu

llAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t83-

1* R

efer

enti

es3-

10In

gest

elde

ref

.0.

00 %

All s

et-u

psTR

UE

-2In

t16

3-11

Jog-

snel

h. [

Hz]

Expr

essi

onLi

mit

All s

et-u

psTR

UE

-1U

int1

63-

13Re

fere

ntie

plaa

ts[0

] G

ekop

peld

Han

d/Au

toAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t83-

14In

gest

elde

rel

atie

ve r

ef.

0.00

%Al

l set

-ups

TRU

E-2

Int3

23-

15Re

fere

ntie

bron

1[1

] An

al. i

ngan

g 53

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

3-16

Refe

rent

iebr

on 2

[20]

Dig

. pot

met

erAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t83-

17Re

fere

ntie

bron

3[0

] G

een

func

tieAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t83-

19Jo

g-sn

elh.

[TP

M]

Expr

essi

onLi

mit

All s

et-u

psTR

UE

67U

int1

63-

4* R

amp

13-

41Ra

mp

1 aa

nloo

ptijd

Expr

essi

onLi

mit

All s

et-u

psTR

UE

-2U

int3

23-

42Ra

mp

1 ui

tloop

tijd

Expr

essi

onLi

mit

All s

et-u

psTR

UE

-2U

int3

23-

5* R

amp

23-

51Ra

mp

2 aa

nloo

ptijd

Expr

essi

onLi

mit

All s

et-u

psTR

UE

-2U

int3

23-

52Ram

p 2

uitlo

optij

dEx

pres

sion

Lim

itAl

l set

-ups

TRU

E-2

Uin

t32

3-8*

An

dere

Ram

ps3-

80Jo

g ra

mp-

tijd

Expr

essi

onLi

mit

All s

et-u

psTR

UE

-2U

int3

23-

81Sn

elle

sto

p ra

mp-

tijd

Expr

essi

onLi

mit

2 se

t-up

sTR

UE

-2U

int3

23-

9* D

ig. p

ot.m

eter

3-90

Stap

groo

tte

0.10

%Al

l set

-ups

TRU

E-2

Uin

t16

3-91

Ram

p-tij

d1.

00 s

All s

et-u

psTR

UE

-2U

int3

23-

92Sp

ann.

hers

tel

[0]

Uit

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

3-93

Max

. be

gren

zing

100

%Al

l set

-ups

TRU

E0

Int1

63-

94M

in. b

egre

nzin

g0

%Al

l set

-ups

TRU

E0

Int1

63-

95Aa

n/ui

tloop

vert

r.1.

000

N/A

All s

et-u

psTR

UE

-3Ti

mD

5.1

.53

-**

Ref

./R

amp.

5 Parameterlijsten VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

282 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

5

Par.

nr.

Para

met

erbe

schr

ijvin

gSt

anda

ardw

aard

e(S

R =

afh

anke

lijk

van

groo

tte)

4-se

t-up

Wijz

igen

tijd

ens

be-

drijf

Conv

er-

sie-

inde

xTy

pe

4-1*

Mot

orbe

gr.

4-10

Dra

airic

htin

g m

otor

[2]

Bidi

rect

ione

elAl

l set

-ups

FALS

E-

Uin

t84-

11M

otor

snel

h. la

ge b

egr.

[RPM

]Ex

pres

sion

Lim

itAl

l set

-ups

TRU

E67

Uin

t16

4-12

Mot

orsn

elh.

lage

beg

r. [

Hz]

Expr

essi

onLi

mit

All s

et-u

psTR

UE

-1U

int1

64-

13M

otor

snel

h. h

oge

begr

. [RP

M]

Expr

essi

onLi

mit

All s

et-u

psTR

UE

67U

int1

64-

14M

otor

snel

h. h

oge

begr

. [H

z]Ex

pres

sion

Lim

itAl

l set

-ups

TRU

E-1

Uin

t16

4-16

Kopp

elbe

gren

zing

mot

orm

odus

110.

0 %

All s

et-u

psTR

UE

-1U

int1

64-

17Ko

ppel

begr

enzi

ng g

ener

ator

mod

us10

0.0

%Al

l set

-ups

TRU

E-1

Uin

t16

4-18

Stro

ombe

gr.

Expr

essi

onLi

mit

All s

et-u

psTR

UE

-1U

int3

24-

19M

ax. u

itgan

gsfr

eq.

Expr

essi

onLi

mit

All s

et-u

psFA

LSE

-1U

int1

64-

5* A

anp.

waa

rsch

.4-

50W

aars

chuw

ing

stro

om la

ag0.

00 A

All s

et-u

psTR

UE

-2U

int3

24-

51W

aars

chuw

ing

stro

om h

oog

Imax

VLT

(P16

37)

All s

et-u

psTR

UE

-2U

int3

24-

52W

aars

chuw

ing

snel

heid

laag

0 RPM

All s

et-u

psTR

UE

67U

int1

64-

53W

aars

chuw

ing

snel

heid

hoo

gou

tput

Spee

dHig

hLim

it (P

413)

All s

et-u

psTR

UE

67U

int1

64-

54W

aars

ch:

refe

rent

ie la

ag-9

9999

9.99

9 N

/AAl

l set

-ups

TRU

E-3

Int3

24-

55W

aars

ch:

refe

rent

ie h

oog

9999

99.9

99 N

/AAl

l set

-ups

TRU

E-3

Int3

24-

56W

aars

ch:

teru

gk. l

aag

-999

999.

999

Proc

essC

trlU

nit

All s

et-u

psTR

UE

-3In

t32

4-57

Waa

rsch

: te

rugk

. hoo

g99

9999

.999

Pro

cess

CtrlU

nit

All s

et-u

psTR

UE

-3In

t32

4-58

Mot

orfa

sefu

nctie

ont

bree

kt[1

] Aa

nAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t84-

6* S

nel

h.-

bypa

ss4-

60By

pass

-sne

lh. v

anaf

[RP

M]

Expr

essi

onLi

mit

All s

et-u

psTR

UE

67U

int1

64-

61By

pass

-sne

lh. v

anaf

[H

z]Ex

pres

sion

Lim

itAl

l set

-ups

TRU

E-1

Uin

t16

4-62

Bypa

ss-s

nelh

. naa

r [R

PM]

Expr

essi

onLi

mit

All s

et-u

psTR

UE

67U

int1

64-

63By

pass

-sne

lh. t

ot [

Hz]

Expr

essi

onLi

mit

All s

et-u

psTR

UE

-1U

int1

64-

64Se

mi-a

uto

bypa

ss s

etup

[0]

Uit

All s

et-u

psFA

LSE

-U

int8

5.1.

64

-**

Beg

r./w

aars

ch.

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 5 Parameterlijsten

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 283

5

Par.

nr.

Para

met

erbe

schr

ijvin

gSt

anda

ardw

aard

e4-

set-

upW

ijzig

en t

ijden

s be

-dr

ijfCo

nver

-si

e-in

dex

Type

5-0*

Dig

. I/O

-mod

us5-

00D

ig.

I/O

-mod

us[0

] PN

P -

actie

f bi

j 24V

All s

et-u

psFA

LSE

-U

int8

5-01

Klem

27

mod

us[0

] In

gang

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

5-02

Klem

29

mod

us[0

] In

gang

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

5-1*

Dig

. in

gan

gen

5-10

Klem

18

digi

tale

inga

ng[8

] St

art

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

5-11

Klem

19

digi

tale

inga

ng[0

] N

iet

in b

edrij

fAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t85-

12Kl

em 2

7 di

gita

le in

gang

null

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

5-13

Klem

29

digi

tale

inga

ng[1

4] J

ogAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t85-

14Kl

em 3

2 di

gita

le in

gang

[0]

Nie

t in

bed

rijf

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

5-15

Klem

33

digi

tale

inga

ng[0

] N

iet

in b

edrij

fAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t85-

16Kl

em X

30/2

dig

itale

inga

ng[0

] N

iet

in b

edrij

fAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t85-

17Kl

em X

30/3

dig

itale

inga

ng[0

] N

iet

in b

edrij

fAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t85-

18Kl

em X

30/4

dig

itale

inga

ng[0

] N

iet

in b

edrij

fAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t85-

3* D

ig. u

itga

nge

n5-

30Kl

em 2

7 di

g. u

itgan

g[0

] N

iet

in b

edrij

fAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t85-

31Kl

em 2

9 di

g. u

itgan

g[0

] N

iet

in b

edrij

fAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t85-

32Kl

em X

30/6

dig

. uitg

ang

(MCB

101

)[0

] N

iet

in b

edrij

fAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t85-

33Kl

em X

30/7

dig

. uitg

ang

(MCB

101

)[0

] N

iet

in b

edrij

fAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t85-

4* R

elai

s5-

40Fu

nctie

rela

isnu

llAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t85-

41Aa

n-ve

rtr.

, rel

ais

0.01

sAl

l set

-ups

TRU

E-2

Uin

t16

5-42

Uit-

vert

r., r

elai

s0.

01 s

All s

et-u

psTR

UE

-2U

int1

65-

5* P

uls

inga

ng

5-50

Klem

29

lage

fre

q.10

0 H

zAl

l set

-ups

TRU

E0

Uin

t32

5-51

Klem

29

hoge

fre

q.10

0 H

zAl

l set

-ups

TRU

E0

Uin

t32

5-52

Klem

29

lage

ref

./te

rugk

. waa

rde

0.00

0 N

/AAl

l set

-ups

TRU

E-3

Int3

25-

53Kl

em 2

9 ho

ge r

ef./

teru

gk. w

aard

e10

0.00

0 N

/AAl

l set

-ups

TRU

E-3

Int3

25-

54Pu

lsfil

ter

tijdc

onst

ante

nr.

29

100

ms

All s

et-u

psFA

LSE

-3U

int1

65-

55Kl

em 3

3 la

ge f

req.

100

Hz

All s

et-u

psTR

UE

0U

int3

25-

56Kl

em 3

3 ho

ge f

req.

100

Hz

All s

et-u

psTR

UE

0U

int3

25-

57Kl

em 3

3 la

ge r

ef./

teru

gk. w

aard

e0.

000

N/A

All s

et-u

psTR

UE

-3In

t32

5-58

Klem

33

hoge

ref

./te

rugk

. waa

rde

100.

000

N/A

All s

et-u

psTR

UE

-3In

t32

5-59

Puls

filte

r tij

dcon

stan

te n

r. 3

310

0 m

sAl

l set

-ups

FALS

E-3

Uin

t16

5.1.

75

-**

Dig

itaa

l In

/Uit

5 Parameterlijsten VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

284 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

5

Par.

nr.

Para

met

erbe

schr

ijvin

gSt

anda

ardw

aard

e4-

set-

upW

ijzig

en t

ijden

s be

-dr

ijfCo

nver

-si

e-in

dex

Type

5-6*

Pul

suit

gan

g5-

60Kl

em 2

7 pu

lsui

tgan

gsva

riabe

le[0

] N

iet

in b

edrij

fAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t85-

62M

ax. f

req.

pul

suitg

ang

2750

00 H

zAl

l set

-ups

TRU

E0

Uin

t32

5-63

Klem

29

puls

uitg

angs

varia

bele

[0]

Nie

t in

bed

rijf

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

5-65

Max

. fre

q. p

ulsu

itgan

g 29

5000

Hz

All s

et-u

psTR

UE

0U

int3

25-

66Kl

em X

30/6

pul

suitg

angs

varia

bele

[0]

Nie

t in

bed

rijf

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

5-68

Max

. fre

q. p

ulsu

itgan

g X3

0/6

5000

Hz

All s

et-u

psTR

UE

0U

int3

25

-9*

Via

bu

sbes

turi

ng

5-90

Dig

itale

& r

elai

sbes

turin

g bu

s0

N/A

All s

et-u

psTR

UE

0U

int3

25-

93Pu

lsui

tgan

g 27

bus

best

urin

g0.

00 %

All s

et-u

psTR

UE

-2N

25-

94Pu

lsui

tgan

g 27

tim

e-ou

tinst

ellin

g0.

00 %

1 se

t-up

TRU

E-2

Uin

t16

5-95

Puls

uitg

ang

29 b

usbe

stur

ing

0.00

%Al

l set

-ups

TRU

E-2

N2

5-96

Puls

uitg

ang

29 t

ime-

outin

stel

ling

0.00

%1

set-

upTR

UE

-2U

int1

65-

97Pu

lsui

tgan

g X3

0/6

busb

est.

0.00

%Al

l set

-ups

TRU

E-2

N2

5-98

Puls

uitg

ang

X30/

6 tim

e-ou

tinst

.0.

00 %

1 se

t-up

TRU

E-2

Uin

t16

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 5 Parameterlijsten

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 285

5

Par.

nr.

Para

met

erbe

schr

ijvin

gSt

anda

ardw

aard

e(S

R =

afh

anke

lijk

van

groo

tte)

4-se

t-up

Wijz

igen

tijd

ens

be-

drijf

Conv

er-

sie-

inde

xTy

pe

6-0*

An

al. I

/O-m

odu

s6-

00Li

ve z

ero

time-

out-

tijd

10 s

All s

et-u

psTR

UE

0U

int8

6-01

Live

zer

o tim

e-ou

t-fu

nctie

[0]

Uit

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

6-02

Live

zer

o tim

e-ou

tfun

ctie

bra

ndm

odus

[0]

Uit

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

6-1*

An

al. i

nga

ng

53

6-10

Klem

53

lage

spa

nnin

g0.

07 V

All s

et-u

psTR

UE

-2In

t16

6-11

Klem

53

hoge

spa

nnin

g10

.00

VAl

l set

-ups

TRU

E-2

Int1

66-

12Kl

em 5

3 la

ge s

troo

m4.

00 m

AAl

l set

-ups

TRU

E-5

Int1

66-

13Kl

em 5

3 ho

ge s

troo

m20

.00

mA

All s

et-u

psTR

UE

-5In

t16

6-14

Klem

53

lage

ref

./te

rugk

opp.

waa

rde

0.00

0 N

/AAl

l set

-ups

TRU

E-3

Int3

26-

15Kl

em 5

3 ho

ge r

ef./

teru

gkop

p. w

aard

eEx

pres

sion

Lim

itAl

l set

-ups

TRU

E-3

Int3

26-

16Kl

em 5

3 fil

ter

tijdc

onst

ante

0.00

1 s

All s

et-u

psTR

UE

-3U

int1

66-

17Kl

em 5

3 liv

e ze

ro[1

] In

gesc

h.Al

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t86-

2* A

nal

. in

gan

g 5

46-

20Kl

em 5

4 la

ge s

pann

ing

0.07

VAl

l set

-ups

TRU

E-2

Int1

66-

21Kl

em 5

4 ho

ge s

pann

ing

10.0

0 V

All s

et-u

psTR

UE

-2In

t16

6-22

Klem

54

lage

str

oom

4.00

mA

All s

et-u

psTR

UE

-5In

t16

6-23

Klem

54

hoge

str

oom

20.0

0 m

AAl

l set

-ups

TRU

E-5

Int1

66-

24Kl

em 5

3 la

ge r

ef./

teru

gkop

p. w

aard

e0.

000

N/A

All s

et-u

psTR

UE

-3In

t32

6-25

Klem

54

hoge

ref

./te

rugk

opp.

waa

rde

100.

000

N/A

All s

et-u

psTR

UE

-3In

t32

6-26

Klem

54

filte

r tij

dcon

stan

te0.

001

sAl

l set

-ups

TRU

E-3

Uin

t16

6-27

Klem

54

live

zero

[1]

Inge

sch.

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

6-3*

An

al. i

nga

ng

X30

/11

6-30

Klem

X30

/11

lage

spa

nnin

g0.

07 V

All s

et-u

psTR

UE

-2In

t16

6-31

Klem

X30

/11

hoge

spa

nnin

g10

.00

VAl

l set

-ups

TRU

E-2

Int1

66-

34Kl

em X

30/1

1 la

ge r

ef./

teru

gk. w

aard

e0.

000

N/A

All s

et-u

psTR

UE

-3In

t32

6-35

Klem

X30

/11

hoge

ref

./te

rugk

. waa

rde

100.

000

N/A

All s

et-u

psTR

UE

-3In

t32

6-36

Klem

X30

/11

filte

rtijd

cons

tant

e0.

001

sAl

l set

-ups

TRU

E-3

Uin

t16

6-37

Klem

X30

/11

live

zero

[1]

Inge

sch.

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

6-4*

An

al. i

nga

ng

X30

/12

6-40

Klem

X30

/12

lage

spa

nnin

g0.

07 V

All s

et-u

psTR

UE

-2In

t16

6-41

Klem

X30

/12

hoge

spa

nnin

g10

.00

VAl

l set

-ups

TRU

E-2

Int1

66-

44Kl

em X

30/1

2 la

ge r

ef./

teru

gk.

waa

rde

0.00

0 N

/AAl

l set

-ups

TRU

E-3

Int3

26-

45Kl

em X

30/1

2 ho

ge r

ef./

teru

gk. w

aard

e10

0.00

0 N

/AAl

l set

-ups

TRU

E-3

Int3

26-

46Kl

em X

30/1

2 fil

tert

ijdco

nsta

nte

0.00

1 s

All s

et-u

psTR

UE

-3U

int1

66-

47Kl

em X

30/1

2 liv

e ze

ro[1

] In

gesc

h.Al

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t8

5.1.

86

-**

Ana

loog

In

/Uit

5 Parameterlijsten VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

286 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

5

Par.

nr.

Para

met

erbe

schr

ijvin

gSt

anda

ardw

aard

e(S

R =

afh

anke

lijk

van

groo

tte)

4-se

t-up

Wijz

igen

tijd

ens

be-

drijf

Conv

er-

sie-

inde

xTy

pe

6-5*

An

al. u

itga

ng

426-

50Kl

em 4

2 ui

tgan

gnu

llAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t86-

51Kl

em 4

2 ui

tgan

g m

in. s

chaa

l0.

00 %

All s

et-u

psTR

UE

-2In

t16

6-52

Klem

42

uitg

ang

max

. sc

haal

100.

00 %

All s

et-u

psTR

UE

-2In

t16

6-53

Klem

42

uitg

ang

busb

estu

ring

0.00

%Al

l set

-ups

TRU

E-2

N2

6-54

Klem

42

uitg

ang

time-

outin

stel

ling

0.00

%1

set-

upTR

UE

-2U

int1

66-

6* A

nal

. uit

gan

g X

30/

86-

60Kl

em X

30/8

uitg

ang

[0]

Nie

t in

bed

rijf

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

6-61

Klem

X30

/8 m

in. sc

halin

g0.

00 %

All s

et-u

psTR

UE

-2In

t16

6-62

Klem

X30

/8 m

ax.

scha

ling

100.

00 %

All s

et-u

psTR

UE

-2In

t16

6-63

Klem

X30

/8 u

itgan

g bu

sbes

turin

g0.

00 %

All s

et-u

psTR

UE

-2N

26-

64Kl

em X

30/8

uitg

ang

time-

outin

stel

ling

0.00

%1

set-

upTR

UE

-2U

int1

6

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 5 Parameterlijsten

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 287

5

Par.

nr.

Para

met

erbe

schr

ijvin

gSt

anda

ardw

aard

e(S

R =

afh

anke

lijk

van

groo

tte)

4-se

t-up

Wijz

igen

tijd

ens

bedr

ijfCo

nver

-si

e-in

dex

Type

8-0*

Alg

. in

stel

linge

n8-

01St

uurp

laat

snu

llAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t88-

02St

uurw

oord

bron

null

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

8-03

Tim

e-ou

t-tij

d st

uurw

oord

Expr

essi

onLi

mit

1 se

t-up

TRU

E-1

Uin

t32

8-04

Tim

e-ou

t-fu

nctie

stu

urw

oord

[0]

Uit

1 se

t-up

TRU

E-

Uin

t88-

05Ei

nde-

time-

out-

func

tie[1

] Se

tup

herv

att.

1 se

t-up

TRU

E-

Uin

t88-

06St

uurw

oord

time-

out

rese

t[0

] N

iet

rese

tten

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

8-07

Dia

gnos

e-tr

igge

r[0

] U

itsch

.2

set-

ups

TRU

E-

Uin

t88-

1* S

tuur

woo

rdin

st.

8-10

Stuu

rwoo

rdpr

ofie

l[0

] FC

-pro

fiel

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

8-13

Inst

elba

ar s

tatu

swoo

rd S

TW[1

] St

d. p

rofie

lAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t88-

3* F

C-p

oort

inst

.8-

30Pr

otoc

olnu

ll1

set-

upTR

UE

-U

int8

8-31

Adre

sEx

pres

sion

Lim

it1

set-

upTR

UE

0U

int8

8-32

Baud

snel

heid

null

1 se

t-up

TRU

E-

Uin

t88-

33Pa

r./s

topb

itsnu

ll1

set-

upTR

UE

-U

int8

8-35

Min

. res

pons

vert

r.Ex

pres

sion

Lim

it1

set-

upTR

UE

-3U

int1

68-

36M

ax. r

espo

nsve

rtr.

Expr

essi

onLi

mit

1 se

t-up

TRU

E-3

Uin

t16

8-37

Max

. tss

.-te

kenv

ertr

.Ex

pres

sion

Lim

it1

set-

upTR

UE

-5U

int1

68-

4* F

C M

C-p

roto

colin

st.

8-40

Tele

gram

sele

ctie

[1]

Stan

daar

dtel

egra

m 1

2 se

t-up

sTR

UE

-U

int8

8-5*

Dig

itaa

l/B

us

8-50

Vrijl

oops

elec

tie[3

] Lo

g. O

RAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t88-

52D

C-re

mse

lect

ie[3

] Lo

g. O

RAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t88-

53St

arts

elec

tie[3

] Lo

g. O

RAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t88-

54O

mke

erse

lect

ienu

llAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t88-

55Se

tups

elec

tie[3

] Lo

g. O

RAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t88-

56Se

lect

. ing

este

lde

ref.

[3]

Log.

OR

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

8-7*

BA

Cn

et8-

70BA

Cnet

Dev

ice

Voor

bld

1 N

/A1

set-

upTR

UE

0U

int3

28-

72M

S/TP

Max

Mas

ters

127

N/A

1 se

t-up

TRU

E0

Uin

t88-

73M

S/TP

Max

Inf

o Fr

ames

1 N

/A1

set-

upTR

UE

0U

int1

68-

74"S

tart

up I

am

"[0

] Se

nd a

t po

wer

-up

1 se

t-up

TRU

E-

Uin

t88-

75In

itial

isat

ie w

acht

w.

Expr

essi

onLi

mit

1 se

t-up

TRU

E0

VisS

tr[2

0]8

-8*

FC

-poo

rtdi

agno

stie

k8-

80Bu

s Be

richt

ente

ller

0 N

/AAl

l set

-ups

TRU

E0

Uin

t32

8-81

Bus

Fout

ente

ller

0 N

/AAl

l set

-ups

TRU

E0

Uin

t32

8-82

Slav

eber

icht

ente

ller

0 N

/AAl

l set

-ups

TRU

E0

Uin

t32

8-83

Slav

efou

tent

elle

r0

N/A

All s

et-u

psTR

UE

0U

int3

28-

89D

iagn

ostic

s Co

unt

0 N

/A1

set-

upTR

UE

0U

int3

28-

9* B

us-

jog

8-90

Snel

heid

bus

-jog

110

0 RP

MAl

l set

-ups

TRU

E67

Uin

t16

8-91

Snel

heid

bus

-jog

220

0 RP

MAl

l set

-ups

TRU

E67

Uin

t16

8-94

Bus

Teru

gk. 1

0 N

/A1

set-

upTR

UE

0N

28-

95Bu

s Te

rugk

. 20

N/A

1 se

t-up

TRU

E0

N2

8-96

Bus

Teru

gk. 3

0 N

/A1

set-

upTR

UE

0N

2

5.1.

98

-**

Com

mu

nic

atie

en

opt

ies

5 Parameterlijsten VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

288 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

5

Par.

nr.

Para

met

erbe

schr

ijvin

gSt

anda

ardw

aard

e(S

R =

afh

anke

lijk

van

groo

tte)

4-se

t-up

Wijz

igen

tijd

ens

be-

drijf

Conv

er-

>si

e-in

dex

Type

9-00

Inst

elpu

nt0

N/A

All s

et-u

psTR

UE

0U

int1

69-

07Ac

t. w

aard

e0

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

0U

int1

69-

15PC

D-s

chrij

fcon

fig.

Expr

essi

onLi

mit

2 se

t-up

sTR

UE

-U

int1

69-

16PC

D-le

esco

nfig

.Ex

pres

sion

Lim

it2

set-

ups

TRU

E-

Uin

t16

9-18

Nod

e-ad

res

126

N/A

1 se

t-up

TRU

E0

Uin

t89-

22Te

legr

amke

uze

[108

] PP

O 8

1 se

t-up

TRU

E-

Uin

t89-

23Si

gnaa

lpar

amet

ers

0Al

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t16

9-27

Para

m. w

ijzig

en[1

] In

gesc

h.2

set-

ups

FALS

E-

Uin

t16

9-28

Proc

esre

gelin

g[1

] Cy

cl. m

aste

r in

sch.

2 se

t-up

sFA

LSE

-U

int8

9-44

Telle

r fo

utm

eldi

ngen

0 N

/AAl

l set

-ups

TRU

E0

Uin

t16

9-45

Fout

code

0 N

/AAl

l set

-ups

TRU

E0

Uin

t16

9-47

Fout

num

mer

0 N

/AAl

l set

-ups

TRU

E0

Uin

t16

9-52

Telle

r fo

utsi

tatie

s0

N/A

All s

et-u

psTR

UE

0U

int1

69-

53Pr

ofib

us w

aars

ch.-

wrd

0 N

/AAl

l set

-ups

TRU

E0

V29-

63H

uid.

bau

dsne

lh.

[255

] G

een

baud

snel

h. g

ev.

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

9-64

Toes

telid

entif

icat

ie0

N/A

All s

et-u

psTR

UE

0U

int1

69-

65Pr

ofie

lnum

mer

0 N

/AAl

l set

-ups

TRU

E0

Oct

Str[

2]9-

67St

uurw

oord

10

N/A

All s

et-u

psTR

UE

0V2

9-68

Stat

usw

oord

10

N/A

All s

et-u

psTR

UE

0V2

9-71

Dat

awaa

rden

Pro

fibus

ops

laan

[0]

Uit

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

9-72

Prof

ibus

Om

vRes

et[0

] G

een

actie

1 se

t-up

FALS

E-

Uin

t89-

80In

gest

elde

par

. (1)

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E0

Uin

t16

9-81

Inge

stel

de p

ar. (

2)0

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

0U

int1

69-

82In

gest

elde

par

. (3)

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E0

Uin

t16

9-83

Inge

stel

de p

ar. (

4)0

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

0U

int1

69-

84In

gest

elde

par

. (5)

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E0

Uin

t16

9-90

Gew

ijzig

de p

ar. (

1)0

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

0U

int1

69-

91G

ewijz

igde

par

. (2)

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E0

Uin

t16

9-92

Gew

ijzig

de p

ar. (

3)0

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

0U

int1

69-

93G

ewijz

igde

par

. (4)

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E0

Uin

t16

9-94

Gew

ijzig

de p

ar. (

5)0

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

0U

int1

6

5.1

.10

9-*

* P

rofi

bus

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 5 Parameterlijsten

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 289

5

Par.

nr.

Para

met

erbe

schr

ijvin

gSt

anda

ardw

aard

e(S

R =

afh

anke

lijk

van

groo

tte)

4-se

t-up

Wijz

igen

tijd

ens

be-

drijf

Conv

er-

sie-

inde

xTy

pe

10-0

* A

lg. i

nst

ellin

gen

10-0

0CA

N-p

roto

col

null

2 se

t-up

sFA

LSE

-U

int8

10-0

1G

esel

. bau

dsne

lh.

null

2 se

t-up

sTR

UE

-U

int8

10-0

2M

AC I

DEx

pres

sion

Lim

it2

set-

ups

TRU

E0

Uin

t810

-05

Uitl

ez. z

end-

fout

ente

ller

0 N

/AAl

l set

-ups

TRU

E0

Uin

t810

-06

Uitl

ez. o

ntva

ngst

-fou

tent

elle

r0

N/A

All s

et-u

psTR

UE

0U

int8

10-0

7U

itlez

. bus

-uit-

telle

r0

N/A

All s

et-u

psTR

UE

0U

int8

10-1

* D

evic

eNet

10-1

0Pr

oces

data

typ

esel

ectie

null

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

10-1

1Pr

oces

data

con

fig. s

chrij

ven

Expr

essi

onLi

mit

2 se

t-up

sTR

UE

-U

int1

610

-12

Proc

esda

ta c

onfig

. lez

enEx

pres

sion

Lim

it2

set-

ups

TRU

E-

Uin

t16

10-1

3W

aars

chuw

ings

par.

0 N

/AAl

l set

-ups

TRU

E0

Uin

t16

10-1

4N

etre

fere

ntie

[0]

Uit

2 se

t-up

sTR

UE

-U

int8

10-1

5N

etco

ntro

le[0

] U

it2

set-

ups

TRU

E-

Uin

t810

-2*

CO

S-fi

lter

s10

-20

COS-

filte

r 1

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E0

Uin

t16

10-2

1CO

S-fil

ter

20

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

0U

int1

610

-22

COS-

filte

r 3

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E0

Uin

t16

10-2

3CO

S-fil

ter

40

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

0U

int1

610

-3*

Toeg

. par

amet

ers

10-3

0Ar

ray-

inde

x0

N/A

2 se

t-up

sTR

UE

0U

int8

10-3

1D

ataw

aard

en o

psl.

[0]

Uit

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

10-3

2Re

visi

e D

evic

eNet

Expr

essi

onLi

mit

All s

et-u

psTR

UE

0U

int1

610

-33

Altij

d op

slaa

n[0

] U

it1

set-

upTR

UE

-U

int8

10-3

4Pr

oduc

tcod

e D

evic

eNet

120

N/A

1 se

t-up

TRU

E0

Uin

t16

10-3

9D

evic

eNet

F p

aram

eter

s0

N/A

All s

et-u

psTR

UE

0U

int3

2

5.1

.11

10

-**

CA

N-v

eldb

us

5 Parameterlijsten VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

290 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

5

Par.

nr.

Para

met

erbe

schr

ijvin

gSt

anda

ardw

aard

e4-

set-

upW

ijzig

en t

ijden

s be

drijf

Conv

er-

sie-

inde

xTy

pe

11-0

* Lo

nW

orks

ID

11-0

0N

euro

n ID

0 N

/AAl

l set

-ups

TRU

E0

Oct

Str[

6]11

-1*

LON

-fu

nct

ies

11-1

0O

mv.

prof

iel

[0]

VSD

-pro

fiel

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

11-1

5LO

N-w

aars

ch.w

rd0

N/A

All s

et-u

psTR

UE

0U

int1

611

-17

XIF-

revi

sie

0 N

/AAl

l set

-ups

TRU

E0

VisS

tr[5

]11

-18

LonW

orks

-rev

isie

0 N

/AAl

l set

-ups

TRU

E0

VisS

tr[5

]1

1-2

* LO

N p

ar. t

oega

ng

11-2

1D

ataw

aard

en o

psl.

[0]

Uit

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

5.1

.12

11

-**

Lon

Wor

ks

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 5 Parameterlijsten

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 291

5

Par.

nr.

Para

met

erbe

schr

ijvin

gSt

anda

ardw

aard

e(S

R =

afh

anke

lijk

van

groo

tte)

4-se

t-up

Wijz

igen

tijd

ens

be-

drijf

Conv

er-

sie-

inde

xTy

pe

13-0

* SL

C-i

nste

llin

gen

13-0

0SL

- co

ntro

llerm

odus

null

2 se

t-up

sTR

UE

-U

int8

13-0

1G

ebeu

rt. s

tart

ennu

ll2

set-

ups

TRU

E-

Uin

t813

-02

Geb

eurt

. sto

ppen

null

2 se

t-up

sTR

UE

-U

int8

13-0

3SL

C re

sett

en[0

] SL

C ni

et r

eset

ten

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

13

-1*

Com

para

tore

n13

-10

Com

para

tor-

oper

and

null

2 se

t-up

sTR

UE

-U

int8

13-1

1Co

mpa

rato

r-op

erat

ornu

ll2

set-

ups

TRU

E-

Uin

t813

-12

Com

para

torw

aard

eEx

pres

sion

Lim

it2

set-

ups

TRU

E-3

Int3

213

-2*

Tim

ers

13-2

0Ti

mer

SL-

cont

rolle

rEx

pres

sion

Lim

it1

set-

upTR

UE

-3Ti

mD

13-4

* Lo

g. r

egel

s13

-40

Logi

sche

reg

el B

oole

an 1

null

2 se

t-up

sTR

UE

-U

int8

13-4

1Lo

gisc

he r

egel

ope

rato

r 1

null

2 se

t-up

sTR

UE

-U

int8

13-4

2Lo

gisc

he r

egel

Boo

lean

2nu

ll2

set-

ups

TRU

E-

Uin

t813

-43

Logi

sche

reg

el o

pera

tor

2nu

ll2

set-

ups

TRU

E-

Uin

t813

-44

Logi

sche

reg

el B

oole

an 3

null

2 se

t-up

sTR

UE

-U

int8

13-5

* St

ande

n13

-51

SL C

ontr

olle

r Ev

ent

null

2 se

t-up

sTR

UE

-U

int8

13-5

2SL

-con

trol

lera

ctie

null

2 se

t-up

sTR

UE

-U

int8

5.1

.13

13

-**

Sm

art

Logi

c

5 Parameterlijsten VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

292 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

5

Par.

nr.

Para

met

erbe

schr

ijvin

gSt

anda

ardw

aard

e(S

R =

afh

anke

lijk

van

groo

tte)

4-se

t-up

Wijz

igen

tijd

ens

bedr

ijfCo

nver

-si

e-in

dex

Type

14-0

* In

vert

ersc

hak

elin

g14

-00

Scha

kelp

atro

on[0

] 60

AVM

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

14-0

1Sc

hake

lfreq

uent

ienu

llAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t814

-03

Ove

rmod

ulat

ie[1

] Aa

nAl

l set

-ups

FALS

E-

Uin

t814

-04

PWM

Ran

dom

[0]

Uit

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

14-1

* N

etsp

. Aan

/Uit

14-1

0N

etst

orin

g[0

] G

een

func

tieAl

l set

-ups

FALS

E-

Uin

t814

-11

Net

span

ning

bij

netf

out

Expr

essi

onLi

mit

All s

et-u

psTR

UE

0U

int1

614

-12

Func

tie b

ij on

bala

ns n

etsp

.[0

] U

itsch

.Al

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t814

-2*

Res

etfu

nct

ies

14-2

0R

eset

mod

usnu

llAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t814

-21

Tijd

tot

aut

om. h

erst

art

10 s

All s

et-u

psTR

UE

0U

int1

614

-22

Bedr

ijfsm

odus

[0]

Nor

maa

l bed

rijf

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

14-2

3In

stel

ling

type

code

null

2 se

t-up

sFA

LSE

-U

int8

14-2

5U

itsch

.ver

tr. b

ij Ko

ppel

begr

.60

sAl

l set

-ups

TRU

E0

Uin

t814

-26

Uits

chak

elve

rtra

ging

bij

inve

rter

fout

Expr

essi

onLi

mit

All s

et-u

psTR

UE

0U

int8

14-2

8Pr

oduc

tie-in

stel

l.[0

] G

een

actie

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

14-2

9Se

rvic

ecod

e0

N/A

All s

et-u

psTR

UE

0In

t32

14-3

* St

room

begr

. reg

.14

-30

Stro

ombe

gr. r

eg.,

prop

ort.

ver

ster

k.10

0 %

All s

et-u

psFA

LSE

0U

int1

614

-31

Stro

ombe

gr. r

eg.,

inte

grat

ietij

d0.

020

sAl

l set

-ups

FALS

E-3

Uin

t16

14-4

* En

ergi

eopt

imal

is.

14-4

0VT

-niv

eau

66 %

All s

et-u

psFA

LSE

0U

int8

14-4

1M

in. m

agne

tiser

ing

AEO

Expr

essi

onLi

mit

All s

et-u

psTR

UE

0U

int8

14-4

2M

in. A

EO-f

requ

entie

10 H

zAl

l set

-ups

TRU

E0

Uin

t814

-43

Cosp

hi m

otor

Expr

essi

onLi

mit

All s

et-u

psTR

UE

-2U

int1

614

-5*

Om

gevi

ng

14-5

0RFI

-filt

er[1

] Aa

n1

set-

upFA

LSE

-U

int8

14-5

2Ve

ntila

torr

eg.

[0]

Auto

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

14-5

3Ve

ntila

torb

ew.

[1]

Waa

rsch

uwin

gAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t814

-6*

Au

tore

duct

ie14

-60

Func

tie b

ij ov

erte

mpe

ratu

ur[0

] U

itsch

.Al

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t814

-61

Func

tie b

ij in

vert

erov

erbe

l.[0

] U

itsch

.Al

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t814

-62

Geï

nv. r

educ

tiest

room

bij

over

bel.

95 %

All s

et-u

psTR

UE

0U

int1

6

5.1.

1414

-**

Spe

cial

e fu

nct

ies

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 5 Parameterlijsten

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 293

5

Par.

nr.

Para

met

erbe

schr

ijvin

gSt

anda

ardw

aard

e(S

R =

afh

anke

lijk

van

groo

tte)

4-se

t-up

Wijz

igen

tijd

ens

bedr

ijfCo

nver

-si

e-in

dex

Type

15-0

* B

edri

jfsg

egev

ens

15-0

0Be

drijf

sure

n0

hAl

l set

-ups

FALS

E74

Uin

t32

15-0

1Aa

ntal

dra

aiur

en0

hAl

l set

-ups

FALS

E74

Uin

t32

15-0

2KW

h-te

ller

0 kW

hAl

l set

-ups

FALS

E75

Uin

t32

15-0

3In

scha

kelin

gen

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E0

Uin

t32

15-0

4x

Ove

rtem

p.0

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

0U

int1

615

-05

x O

vers

pann

.0

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

0U

int1

615

-06

kWh-

telle

r re

set

[0]

Nie

t re

sett

enAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t815

-07

Dra

aiur

ente

ller

rese

t[0

] N

iet

rese

tten

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

15-0

8Aa

ntal

sta

rts

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E0

Uin

t32

15-1

* In

stel

linge

n d

atal

og15

-10

Logb

ron

02

set-

ups

TRU

E-

Uin

t16

15-1

1Lo

gint

erva

lEx

pres

sion

Lim

it2

set-

ups

TRU

E-3

Tim

D15

-12

Trig

gerg

ebeu

rt.

[0]

FALS

E1

set-

upTR

UE

-U

int8

15-1

3Lo

gmod

us[0

] Al

tijd

logg

en2

set-

ups

TRU

E-

Uin

t815

-14

Stee

kpro

even

voo

r tr

igge

r50

N/A

2 se

t-up

sTR

UE

0U

int8

15-2

* H

ist.

log

15-2

0H

ist.

log:

eve

nt0

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

0U

int8

15-2

1H

ist.

log:

waa

rde

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E0

Uin

t32

15-2

2H

ist.

log:

tijd

0 m

sAl

l set

-ups

FALS

E-3

Uin

t32

15-2

3H

ist.

log:

dat

um e

n tij

dEx

pres

sion

Lim

itAl

l set

-ups

FALS

E0

Tim

eOfD

ay15

-3*

Ala

rmlo

g15

-30

Alar

mlo

g: f

outc

ode

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E0

Uin

t815

-31

Alar

mlo

g: w

aard

e0

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

0In

t16

15-3

2Al

arm

log:

tijd

0 s

All s

et-u

psFA

LSE

0U

int3

215

-33

Alar

mlo

g: d

atum

& t

ijdEx

pres

sion

Lim

itAl

l set

-ups

FALS

E0

Tim

eOfD

ay15

-4*

ID o

mvo

rmer

15-4

0FC

-typ

e0

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

0Vi

sStr

[6]

15-4

1Ve

rmog

ense

ctie

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E0

VisS

tr[2

0]15

-42

Span

ning

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E0

VisS

tr[2

0]15

-43

Soft

war

ever

sie

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E0

VisS

tr[5

]15

-44

Best

elde

Typ

ecod

e0

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

0Vi

sStr

[40]

15-4

5H

uidi

ge t

ypec

oder

eeks

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E0

VisS

tr[4

0]15

-46

Best

elnr

. fre

q.-o

mvo

rmer

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E0

VisS

tr[8

]15

-47

Best

elnr

. voe

ding

skaa

rt0

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

0Vi

sStr

[8]

15-4

8LC

P ID

-nr.

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E0

VisS

tr[2

0]15

-49

SW-id

stu

urka

art

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E0

VisS

tr[2

0]15

-50

SW-id

voe

ding

skaa

rt0

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

0Vi

sStr

[20]

15-5

1Se

rienr

. fre

q.-o

mvo

rmer

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E0

VisS

tr[1

0]15

-53

Serie

nr. v

oedi

ngsk

aart

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E0

VisS

tr[1

9]

5.1

.15

15

-**

Geg

. om

vorm

er

5 Parameterlijsten VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

294 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

5

Par.

nr.

Para

met

erbe

schr

ijvin

gSt

anda

ardw

aard

e(S

R =

afh

anke

lijk

van

groo

tte)

4-se

t-up

Wijz

igen

tijd

ens

bedr

ijfCo

nver

-si

e-in

dex

Type

15-6

* O

ptie

-ide

nt.

15-6

0O

ptie

gem

onte

erd

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E0

VisS

tr[3

0]15

-61

SW-v

ersi

e op

tie0

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

0Vi

sStr

[20]

15-6

2Be

stel

num

mer

opt

ie0

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

0Vi

sStr

[8]

15-6

3Se

rienu

mm

er o

ptie

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E0

VisS

tr[1

8]15

-70

Opt

ie s

lot

A0

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

0Vi

sStr

[30]

15-7

1SW

-ver

sie

optie

slo

t A

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E0

VisS

tr[2

0]15

-72

Opt

ie s

lot

B0

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

0Vi

sStr

[30]

15-7

3SW

-ver

sie

optie

slo

t B

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E0

VisS

tr[2

0]15

-74

Opt

ie in

sle

uf C

00

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

0Vi

sStr

[30]

15-7

5SW

-ver

sie

optie

sle

uf C

00

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

0Vi

sStr

[20]

15-7

6O

ptie

in s

leuf

C1

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E0

VisS

tr[3

0]15

-77

SW-v

ersi

e op

tie s

leuf

C1

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E0

VisS

tr[2

0]15

-9*

Par

amet

erin

fo15

-92

Inge

st. p

aram

eter

s0

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

0U

int1

615

-93

Gew

ijzig

de p

aram

.0

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

0U

int1

615

-98

Driv

e Id

entif

icat

ion

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E0

VisS

tr[4

0]15

-99

Para

met

er m

etad

ata

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E0

Uin

t16

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 5 Parameterlijsten

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 295

5

Par.

nr.

Para

met

erbe

schr

ijvin

gSt

anda

ardw

aard

e(S

R =

afh

anke

lijk

van

groo

tte)

4-se

t-up

Wijz

igen

tijd

ens

bedr

ijfCo

nver

-si

e-in

dex

Type

16-0

* A

lg. s

tatu

s16

-00

Stuu

rwoo

rd0

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

0V2

16-0

1Ref

eren

tie [

Eenh

.]0.

000

Refe

renc

eFee

dbac

kUni

tAl

l set

-ups

FALS

E-3

Int3

216

-02

Ref

eren

tie %

0.0

%Al

l set

-ups

FALS

E-1

Int1

616

-03

Stat

usw

oord

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E0

V216

-05

Vrns

te h

uid.

waa

rde

[%]

0.00

%Al

l set

-ups

FALS

E-2

N2

16-0

9St

anda

ard

uitle

z.0.

00 C

usto

mRe

adou

tUni

tAl

l set

-ups

FALS

E-2

Int3

216

-1*

Mot

orst

atus

16-1

0Ve

rm. [

kW]

0.00

kW

All s

et-u

psFA

LSE

1In

t32

16-1

1Ve

rm. [

pk]

0.00

hp

All s

et-u

psFA

LSE

-2In

t32

16-1

2M

otor

span

ning

0.0

VAl

l set

-ups

FALS

E-1

Uin

t16

16-1

3Fr

eque

ntie

0.0

Hz

All s

et-u

psFA

LSE

-1U

int1

616

-14

Mot

orst

room

0.00

AAl

l set

-ups

FALS

E-2

Int3

216

-15

Freq

uent

ie [

%]

0.00

%Al

l set

-ups

FALS

E-2

N2

16-1

6Ko

ppel

[N

m]

0.0

Nm

All s

et-u

psFA

LSE

-1In

t32

16-1

7Sn

elh.

[RP

M]

0 RP

MAl

l set

-ups

FALS

E67

Int3

216

-18

Mot

or t

herm

.0

%Al

l set

-ups

FALS

E0

Uin

t816

-22

Kopp

el [

%]

0 %

All s

et-u

psFA

LSE

0In

t16

16-3

* St

atu

s om

vorm

er16

-30

DC-

aans

luits

p.0

VAl

l set

-ups

FALS

E0

Uin

t16

16-3

2Rem

ener

gie/

s0.

000

kWAl

l set

-ups

FALS

E0

Uin

t32

16-3

3Rem

ener

gie/

2 m

in.

0.00

0 kW

All s

et-u

psFA

LSE

0U

int3

216

-34

Tem

p. k

oelli

ch.

0 °C

All s

et-u

psFA

LSE

100

Uin

t816

-35

Inve

rter

the

rm.

0 %

All s

et-u

psFA

LSE

0U

int8

16-3

6G

eïnv

. nom

. str

oom

Expr

essi

onLi

mit

All s

et-u

psFA

LSE

-2U

int3

216

-37

Geï

nv. m

ax. i

ngan

gsst

r.Ex

pres

sion

Lim

itAl

l set

-ups

FALS

E-2

Uin

t32

16-3

8SL

-con

trol

lers

tatu

s0

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

0U

int8

16-3

9Te

mp.

stu

urka

art

0 °C

All s

et-u

psFA

LSE

100

Uin

t816

-40

Logb

uffe

r vo

l[0

] N

eeAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t816

-5*

Ref

. & t

eru

gk.

16-5

0Ex

tern

e re

fere

ntie

0.0

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

-1In

t16

16-5

2Te

rugk

. [Ee

nh]

0.00

0 Pr

oces

sCtr

lUni

tAl

l set

-ups

FALS

E-3

Int3

216

-53

Dig

i Pot

ref

eren

tie0.

00 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E-2

Int1

616

-54

Teru

gk. 1

[Ee

nh]

0.00

0 Pr

oces

sCtr

lUni

tAl

l set

-ups

FALS

E-3

Int3

216

-55

Teru

gk. 2

[Ee

nh]

0.00

0 Pr

oces

sCtr

lUni

tAl

l set

-ups

FALS

E-3

Int3

216

-56

Teru

gk. 3

[Ee

nh]

0.00

0 Pr

oces

sCtr

lUni

tAl

l set

-ups

FALS

E-3

Int3

216

-58

PID

Out

put

[%]

0.0

%Al

l set

-ups

TRU

E-1

Int1

6

5.1

.16

16

-**

Dat

a-u

itle

zin

gen

5 Parameterlijsten VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

296 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

5

Par.

nr.

Para

met

erbe

schr

ijvin

gSt

anda

ardw

aard

e(S

R =

afh

anke

lijk

van

groo

tte)

4-se

t-up

Wijz

igen

tijd

ens

be-

drijf

Conv

er-

sie-

inde

xTy

pe

16-6

* In

- &

uit

gan

gen

16-6

0D

ig.

inga

ng0

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

0U

int1

616

-61

Klem

53

scha

kelin

stel

l.[0

] St

room

All s

et-u

psFA

LSE

-U

int8

16-6

2An

al. i

ngan

g 53

0.00

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E-3

Int3

216

-63

Klem

54

scha

kelin

stel

l.[0

] St

room

All s

et-u

psFA

LSE

-U

int8

16-6

4An

al. i

ngan

g 54

0.00

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E-3

Int3

216

-65

Anal

. uitg

ang

42 [

mA]

0.00

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E-3

Int1

616

-66

Dig

. uitg

ang

[bin

]0

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

0In

t16

16-6

7Pu

lsin

gang

#29

[H

z]0

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

0In

t32

16-6

8Pu

lsin

gang

#33

[H

z]0

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

0In

t32

16-6

9Pu

lsui

tg. n

r. 2

7 [H

z]0

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

0In

t32

16-7

0Pu

lsui

tg. n

r. 2

9 [H

z]0

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

0In

t32

16-7

1Re

lais

uitg

ang

[bin

]0

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

0In

t16

16-7

2Te

ller

A0

N/A

All s

et-u

psTR

UE

0In

t32

16-7

3Te

ller

B0

N/A

All s

et-u

psTR

UE

0In

t32

16-7

5An

al. i

ngan

g X3

0/11

0.00

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E-3

Int3

216

-76

Anal

. ing

ang

X30/

120.

000

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

-3In

t32

16-7

7An

al. u

itgan

g X3

0/8

[mA]

0.00

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E-3

Int1

616

-8*

Vel

dbu

s &

FC

-poo

rt16

-80

Veld

bus

CTW

10

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

0V2

16-8

2Ve

ldbu

s RE

F 1

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E0

N2

16-8

4Co

mm

. opt

ie S

TW0

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

0V2

16-8

5FC

-poo

rt C

TW 1

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E0

V216

-86

FC-p

oort

REF

10

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

0N

216

-9*

Dia

gnos

e-u

itle

z.16

-90

Alar

mw

oord

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E0

Uin

t32

16-9

1Al

arm

woo

rd 2

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E0

Uin

t32

16-9

2W

aars

ch.-

wrd

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E0

Uin

t32

16-9

3W

aars

ch.w

oord

20

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

0U

int3

216

-94

Uitg

ebr.

sta

tusw

.0

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

0U

int3

216

-95

Uitg

ebr.

sta

tusw

. 20

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

0U

int3

216

-96

Ond

erho

udsw

oord

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E0

Uin

t32

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 5 Parameterlijsten

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 297

5

Par.

nr.

Para

met

erbe

schr

ijvin

gSt

anda

ardw

aard

e(S

R =

afh

anke

lijk

van

groo

tte)

4-se

t-up

Wijz

igen

tijd

ens

bedr

ijfCo

nver

-si

e-in

dex

Type

18-0

* O

nde

rhou

dslo

g18

-00

Ond

erho

udsl

og:

item

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E0

Uin

t818

-01

Ond

erho

udsl

og:

actie

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E0

Uin

t818

-02

Ond

erho

udsl

og:

tijd

0 s

All s

et-u

psFA

LSE

0U

int3

218

-03

Ond

erho

udsl

og:

datu

m e

n tij

dEx

pres

sion

Lim

itAl

l set

-ups

FALS

E0

Tim

eOfD

ay18

-1*

Bra

ndm

odu

slog

18-1

0Br

andm

odus

log:

eve

nt0

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

0U

int8

18-1

1Br

andm

odus

log:

tijd

0 s

All s

et-u

psFA

LSE

0U

int3

218

-12

Bran

dmod

uslo

g: d

atum

en

tijd

Expr

essi

onLi

mit

All s

et-u

psFA

LSE

0Ti

meO

fDay

18-3

* In

- &

uit

gan

gen

18-3

0An

al. in

gang

X42

/10.

000

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

-3In

t32

18-3

1An

al. i

ngan

g X4

2/3

0.00

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E-3

Int3

218

-32

Anal

. in

gang

X42

/50.

000

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

-3In

t32

18-3

3An

al. U

it X4

2/7

[V]

0.00

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E-3

Int1

618

-34

Anal

. U

it X4

2/9

[V]

0.00

0 N

/AAl

l set

-ups

FALS

E-3

Int1

618

-35

Anal

. Uit

X42/

11 [

V]0.

000

N/A

All s

et-u

psFA

LSE

-3In

t16

5.1

.17

18

-**

In

fo &

uit

lez.

5 Parameterlijsten VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

298 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

5

Par.

nr.

Para

met

erbe

schr

ijvin

gSt

anda

ardw

aard

e(S

R =

afh

anke

lijk

van

groo

tte)

4-se

t-up

Wijz

igen

tijd

ens

be-

drijf

Conv

er-

sie-

inde

xTy

pe

20-0

* Te

rugk

oppe

ling

20-0

0Br

on t

erug

k. 1

[2]

Anal

. ing

ang

54Al

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t820

-01

Conv

ersi

e te

rugk

. 1[0

] Li

neai

rAl

l set

-ups

FALS

E-

Uin

t820

-02

Eenh

. bro

n te

rugk

. 1nu

llAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t820

-03

Bron

ter

ugk.

2[0

] G

een

func

tieAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t820

-04

Conv

ersi

e te

rugk

. 2[0

] Li

neai

rAl

l set

-ups

FALS

E-

Uin

t820

-05

Eenh

. bro

n te

rugk

. 2nu

llAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t820

-06

Bron

ter

ugk.

3[0

] G

een

func

tieAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t820

-07

Conv

ersi

e te

rugk

. 3[0

] Li

neai

rAl

l set

-ups

FALS

E-

Uin

t820

-08

Eenh

. bro

n te

rugk

. 3nu

llAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t820

-12

Refe

rent

ie/t

erug

k.ee

nhei

dnu

llAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t820

-13

Min

imum

Ref

eren

ce/F

eedb

.0.

000

Proc

essC

trlU

nit

All s

et-u

psTR

UE

-3In

t32

20-1

4M

axim

um R

efer

ence

/Fee

db.

100.

000

Proc

essC

trlU

nit

All s

et-u

psTR

UE

-3In

t32

20-2

* Te

rugk

. & s

etpo

int

20-2

0Te

rugk

opp.

func

tie[3

] M

inim

umAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t820

-21

Setp

oint

10.

000

Proc

essC

trlU

nit

All s

et-u

psTR

UE

-3In

t32

20-2

2Se

tpoi

nt 2

0.00

0 Pr

oces

sCtr

lUni

tAl

l set

-ups

TRU

E-3

Int3

220

-23

Setp

oint

30.

000

Proc

essC

trlU

nit

All s

et-u

psTR

UE

-3In

t32

20-3

* Te

rugk

. gea

v. c

onv.

20-3

0Ko

elm

ediu

m[0

] R22

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

20-3

1Kl

ants

pec.

koe

lmed

ium

A1

10.0

000

N/A

All s

et-u

psTR

UE

-4U

int3

220

-32

Klan

tspe

c. k

oelm

ediu

m A

2-2

250.

00 N

/AAl

l set

-ups

TRU

E-2

Int3

220

-33

Klan

tspe

c. k

oelm

ediu

m A

325

0.00

0 N

/AAl

l set

-ups

TRU

E-3

Uin

t32

20-7

* P

ID a

uto

tuni

ng20

-70

Type

met

ter

ugk.

[0]

Auto

2 se

t-up

sTR

UE

-U

int8

20-7

1Tu

ning

mod

us[0

] N

orm

aal

2 se

t-up

sTR

UE

-U

int8

20-7

2PI

D u

itgan

gsw

ijz.

0.10

N/A

2 se

t-up

sTR

UE

-2U

int1

620

-73

Min

. ter

ugk.

nive

au-9

9999

9.00

0 Pr

oces

sCtr

lUni

t2

set-

ups

TRU

E-3

Int3

220

-74

Max

. ter

ugk.

nive

au99

9999

.000

Pro

cess

CtrlU

nit

2 se

t-up

sTR

UE

-3In

t32

20-7

9PI

D a

utot

unin

g[0

] U

itges

ch.

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

20-8

* P

ID-b

asis

inst

ell.

20-8

1PI

D n

orm

aal/i

nv r

egel

ing

[0]

Nor

maa

lAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t820

-82

PID

sta

rtsn

elhe

id [

tpm

]Ex

pres

sion

Lim

itAl

l set

-ups

TRU

E67

Uin

t16

20-8

3PI

D s

tart

snel

heid

[H

z]Ex

pres

sion

Lim

itAl

l set

-ups

TRU

E-1

Uin

t16

20-8

4Ba

ndbr

eedt

e op

ref

eren

tie5

%Al

l set

-ups

TRU

E0

Uin

t820

-9*

PID

-reg

elaa

r20

-91

PID

-inte

grat

iebe

gren

zing

[1]

Aan

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

20-9

3PI

D p

rop.

ver

ster

king

0.50

N/A

All s

et-u

psTR

UE

-2U

int1

620

-94

PID

inte

grat

ietij

d20

.00

sAl

l set

-ups

TRU

E-2

Uin

t32

20-9

5PI

D d

iffer

entia

tietij

d0.

00 s

All s

et-u

psTR

UE

-2U

int1

620

-96

PID

diff

. ve

rst.

limie

t5.

0 N

/AAl

l set

-ups

TRU

E-1

Uin

t16

5.1

.18

20

-**

Om

vorm

er m

et t

eru

gkop

pelin

g

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 5 Parameterlijsten

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 299

5

Par.

nr.

Para

met

erbe

schr

ijvin

gSt

anda

ardw

aard

e4-

set-

upW

ijzig

en t

ijden

s be

-dr

ijfCo

nver

-si

e-in

dex

Type

21-0

* U

itge

br. P

ID a

utot

un

ing

21-0

0Ty

pe m

et t

erug

k.[0

] Au

to2

set-

ups

TRU

E-

Uin

t821

-01

Tuni

ngm

odus

[0]

Nor

maa

l2

set-

ups

TRU

E-

Uin

t821

-02

PID

uitg

angs

wijz

.0.

10 N

/A2

set-

ups

TRU

E-2

Uin

t16

21-0

3M

in. t

erug

k.ni

veau

-999

999.

000

N/A

2 se

t-up

sTR

UE

-3In

t32

21-0

4M

ax. t

erug

k.ni

veau

9999

99.0

00 N

/A2

set-

ups

TRU

E-3

Int3

221

-09

PID

aut

otun

ing

[0]

Uitg

esch

.Al

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t821

-1*

Uit

gebr

. CL

1 re

f/tk

21-1

0U

itgeb

r re

f/te

rugk

.een

h 1

[1]

%Al

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t821

-11

Uitg

ebr

min

.ref

eren

tie 1

0.00

0 Ex

tPID

1Uni

tAl

l set

-ups

TRU

E-3

Int3

221

-12

Uitg

ebr

max

.ref

eren

tie 1

100.

000

ExtP

ID1U

nit

All s

et-u

psTR

UE

-3In

t32

21-1

3U

itgeb

r re

fere

ntie

bron

1[0

] G

een

func

tieAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t821

-14

Uitg

ebr

teru

gk.b

ron

1[0

] G

een

func

tieAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t821

-15

Uitg

ebr

inst

elpt

10.

000

ExtP

ID1U

nit

All s

et-u

psTR

UE

-3In

t32

21-1

7U

itgeb

r re

f 1

[Een

h]0.

000

ExtP

ID1U

nit

All s

et-u

psTR

UE

-3In

t32

21-1

8U

itgeb

r te

rugk

. 1 [

Eenh

]0.

000

ExtP

ID1U

nit

All s

et-u

psTR

UE

-3In

t32

21-1

9U

itgeb

r ve

rm 1

[%

]0

%Al

l set

-ups

TRU

E0

Int3

221

-2*

Uit

gebr

. CL

1 P

ID21

-20

Uitg

ebr

norm

aal/o

mge

krd

1[0

] N

orm

aal

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

21-2

1U

itgeb

r pr

op. v

erst

10.

01 N

/AAl

l set

-ups

TRU

E-2

Uin

t16

21-2

2U

itgeb

r in

tegr

.tijd

110

000.

00 s

All s

et-u

psTR

UE

-2U

int3

221

-23

Uitg

ebr

diff

.tijd

10.

00 s

All s

et-u

psTR

UE

-2U

int1

621

-24

Uitg

ebr

dif. v

erst

.lim

iet

15.

0 N

/AAl

l set

-ups

TRU

E-1

Uin

t16

21-3

* U

itge

br. C

L 2

ref/

tk21

-30

Uitg

ebr

ref/

teru

gk.e

enh

2[1

] %

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

21-3

1U

itgeb

r m

in.r

efer

entie

20.

000

ExtP

ID2U

nit

All s

et-u

psTR

UE

-3In

t32

21-3

2U

itgeb

r m

ax.r

efer

entie

210

0.00

0 Ex

tPID

2Uni

tAl

l set

-ups

TRU

E-3

Int3

221

-33

Uitg

ebr

refe

rent

iebr

on 2

[0]

Gee

n fu

nctie

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

21-3

4U

itgeb

r te

rugk

.bro

n 2

[0]

Gee

n fu

nctie

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

21-3

5U

itgeb

r in

stel

pt 2

0.00

0 Ex

tPID

2Uni

tAl

l set

-ups

TRU

E-3

Int3

221

-37

Uitg

ebr

ref

2 [E

enh]

0.00

0 Ex

tPID

2Uni

tAl

l set

-ups

TRU

E-3

Int3

221

-38

Uitg

ebr

teru

gk. 2

[Ee

nh]

0.00

0 Ex

tPID

2Uni

tAl

l set

-ups

TRU

E-3

Int3

221

-39

Uitg

ebr

verm

2 [

%]

0 %

All s

et-u

psTR

UE

0In

t32

21-4

* U

itge

br. C

L 2

PID

21-4

0U

itgeb

r no

rmaa

l/om

gekr

d 2

[0]

Nor

maa

lAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t821

-41

Uitg

ebr

prop

. ver

st 2

0.01

N/A

All s

et-u

psTR

UE

-2U

int1

621

-42

Uitg

ebr

inte

gr.t

ijd 2

1000

0.00

sAl

l set

-ups

TRU

E-2

Uin

t32

21-4

3U

itgeb

r di

ff.t

ijd 2

0.00

sAl

l set

-ups

TRU

E-2

Uin

t16

21-4

4U

itgeb

r di

f. v

erst

.lim

iet

25.

0 N

/AAl

l set

-ups

TRU

E-1

Uin

t16

5.1.

1921

-**

Uit

gebr

. met

ter

ugk

.

5 Parameterlijsten VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

300 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

5

Par.

nr.

Para

met

erbe

schr

ijvin

gSt

anda

ardw

aard

e4-

set-

upW

ijzig

en t

ijden

s be

-dr

ijfCo

nver

-si

e-in

dex

Type

21-5

* U

itge

br. C

L 3

ref/

tk21

-50

Uitg

ebr

ref/

teru

gk.e

enh

3[1

] %

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

21-5

1U

itgeb

r m

in.r

efer

entie

30.

000

ExtP

ID3U

nit

All s

et-u

psTR

UE

-3In

t32

21-5

2U

itgeb

r m

ax.r

efer

entie

310

0.00

0 Ex

tPID

3Uni

tAl

l set

-ups

TRU

E-3

Int3

221

-53

Uitg

ebr

refe

rent

iebr

on 3

[0]

Gee

n fu

nctie

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

21-5

4U

itgeb

r te

rugk

.bro

n 3

[0]

Gee

n fu

nctie

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

21-5

5U

itgeb

r in

stel

pt 3

0.00

0 Ex

tPID

3Uni

tAl

l set

-ups

TRU

E-3

Int3

221

-57

Uitg

ebr

ref

3 [E

enh]

0.00

0 Ex

tPID

3Uni

tAl

l set

-ups

TRU

E-3

Int3

221

-58

Uitg

ebr

teru

gk. 3

[Ee

nh]

0.00

0 Ex

tPID

3Uni

tAl

l set

-ups

TRU

E-3

Int3

221

-59

Uitg

ebr

verm

3 [

%]

0 %

All s

et-u

psTR

UE

0In

t32

21-6

* U

itge

br. C

L 3

PID

21-6

0U

itgeb

r no

rmaa

l/om

gekr

d 3

[0]

Nor

maa

lAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t821

-61

Uitg

ebr

prop

. ver

st 3

0.01

N/A

All s

et-u

psTR

UE

-2U

int1

621

-62

Uitg

ebr

inte

gr.t

ijd 3

1000

0.00

sAl

l set

-ups

TRU

E-2

Uin

t32

21-6

3U

itgeb

r di

ff.t

ijd 3

0.00

sAl

l set

-ups

TRU

E-2

Uin

t16

21-6

4U

itgeb

r di

f. v

erst

.lim

iet

35.

0 N

/AAl

l set

-ups

TRU

E-1

Uin

t16

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 5 Parameterlijsten

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 301

5

Par.

nr.

Para

met

erbe

schr

ijvin

gSt

anda

ardw

aard

e(S

R =

afh

anke

lijk

van

groo

tte)

4-se

t-up

Wijz

igen

tijd

ens

be-

drijf

Conv

er-

sie-

inde

xTy

pe

22-0

* D

iver

sen

22-0

0Ex

t. v

ergr

ende

l.ver

tr.

0 s

All s

et-u

psTR

UE

0U

int1

622

-2*

Det

ecti

e ge

en f

low

22-2

0La

ag v

erm

. aut

oset

up[0

] U

itAl

l set

-ups

FALS

E-

Uin

t822

-21

Det

ectie

laag

ver

m.

[0]

Uitg

esch

.Al

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t822

-22

Det

ectie

lage

sne

lh.

[0]

Uitg

esch

.Al

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t822

-23

Func

tie g

een

flow

[0]

Uit

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

22-2

4Ve

rtr.

gee

n flo

w10

sAl

l set

-ups

TRU

E0

Uin

t16

22-2

6D

roge

pom

pfun

ctie

[0]

Uit

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

22-2

7D

roge

pom

pver

tr.

10 s

All s

et-u

psTR

UE

0U

int1

622

-3*

Ver

m.a

anp.

gee

n f

low

22-3

0Ve

rm. g

een

flow

0.00

kW

All s

et-u

psTR

UE

1U

int3

222

-31

Verm

.cor

rect

iefa

ctor

100

%Al

l set

-ups

TRU

E0

Uin

t16

22-3

2La

ge s

nelh

. [tp

m]

Expr

essi

onLi

mit

All s

et-u

psTR

UE

67U

int1

622

-33

Lage

sne

lh. [

Hz]

Expr

essi

onLi

mit

All s

et-u

psTR

UE

-1U

int1

622

-34

Verm

. lag

e sn

elh.

[kW

]Ex

pres

sion

Lim

itAl

l set

-ups

TRU

E1

Uin

t32

22-3

5Ve

rm. l

age

snel

h. [

pk]

Expr

essi

onLi

mit

All s

et-u

psTR

UE

-2U

int3

222

-36

Hog

e sn

elh.

[tp

m]

Expr

essi

onLi

mit

All s

et-u

psTR

UE

67U

int1

622

-37

Hog

e sn

elh.

[H

z]Ex

pres

sion

Lim

itAl

l set

-ups

TRU

E-1

Uin

t16

22-3

8Ve

rm. h

oge

snel

h. [

kW]

Expr

essi

onLi

mit

All s

et-u

psTR

UE

1U

int3

222

-39

Verm

. hog

e sn

elh.

[pk

]Ex

pres

sion

Lim

itAl

l set

-ups

TRU

E-2

Uin

t32

22

-4*

Sla

apst

and

22-4

0M

in. d

raai

tijd

10 s

All s

et-u

psTR

UE

0U

int1

622

-41

Min

. sla

aptij

d10

sAl

l set

-ups

TRU

E0

Uin

t16

22-4

2Re

activ

.sne

lh [

tpm

]Ex

pres

sion

Lim

itAl

l set

-ups

TRU

E67

Uin

t16

22-4

3Re

activ

.sne

lh [

Hz]

Expr

essi

onLi

mit

All s

et-u

psTR

UE

-1U

int1

622

-44

Reac

tiv.r

ef/t

erug

k. v

ersc

hil

10 %

All s

et-u

psTR

UE

0In

t822

-45

Boos

t in

stel

pt0

%Al

l set

-ups

TRU

E0

Int8

22-4

6M

ax.

boos

ttijd

60 s

All s

et-u

psTR

UE

0U

int1

622

-5*

Ein

de c

urve

22-5

0Ei

nde-

curv

efun

ctie

[0]

Uit

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

22-5

1Ei

nde-

curv

ever

tr.

10 s

All s

et-u

psTR

UE

0U

int1

622

-6*

Det

ecti

e ba

nd

defe

ct22

-60

Func

tie D

efec

te b

and

[0]

Uit

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

22-6

1Ko

ppel

Def

ecte

ban

d10

%Al

l set

-ups

TRU

E0

Uin

t822

-62

Vert

r. D

efec

te b

and

10 s

All s

et-u

psTR

UE

0U

int1

6

5.1

.20

22

-**

Toe

pass

ings

fun

ctie

s

5 Parameterlijsten VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

302 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

5

Par.

nr.

Para

met

erbe

schr

ijvin

gSt

anda

ardw

aard

e(S

R =

afh

anke

lijk

van

groo

tte)

4-se

t-up

Wijz

igen

tijd

ens

be-

drijf

Conv

er-

sie-

inde

xTy

pe

22-7

* B

evei

lig. k

orte

cyc

lus

22-7

5Be

veili

g. k

orte

cyc

lus

[0]

Uitg

esch

.Al

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t822

-76

Star

tinte

rval

star

t_to

_sta

rt_m

in_o

n_tim

e (P

2277

)Al

l set

-ups

TRU

E0

Uin

t16

22-7

7M

in. d

raai

tijd

0 s

All s

et-u

psTR

UE

0U

int1

62

2-8

* Fl

ow C

ompe

nsa

tion

22-8

0Fl

owco

mpe

nsat

ie[0

] U

itges

ch.

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

22-8

1Kw

adr-

linea

ire c

urve

bena

derin

g10

0 %

All s

et-u

psTR

UE

0U

int8

22-8

2W

erkp

untb

erek

enin

g[0

] U

itges

ch.

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

22-8

3Sn

elh.

bij

gn flo

w [

tpm

]Ex

pres

sion

Lim

itAl

l set

-ups

TRU

E67

Uin

t16

22-8

4Sn

elh.

bij

gn f

low

[H

z]Ex

pres

sion

Lim

itAl

l set

-ups

TRU

E-1

Uin

t16

22-8

5Sn

elh.

bij

ontw

erpp

unt

[tpm

]Ex

pres

sion

Lim

itAl

l set

-ups

TRU

E67

Uin

t16

22-8

6Sn

elh.

bij

ontw

erpp

unt

[Hz]

Expr

essi

onLi

mit

All s

et-u

psTR

UE

-1U

int1

622

-87

Dru

k bi

j gee

n-flo

wsn

elhe

id0.

000

N/A

All s

et-u

psTR

UE

-3In

t32

22-8

8D

ruk

bij n

om.

snel

heid

9999

99.9

99 N

/AAl

l set

-ups

TRU

E-3

Int3

222

-89

Flow

bij

ontw

erpp

unt

0.00

0 N

/AAl

l set

-ups

TRU

E-3

Int3

222

-90

Flow

bij

nom

sne

lh.

0.00

0 N

/AAl

l set

-ups

TRU

E-3

Int3

2

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 5 Parameterlijsten

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 303

5

Par.

nr.

Para

met

erbe

schr

ijvin

gSt

anda

ardw

aard

e(S

R =

afh

anke

lijk

van

groo

tte)

4-se

t-up

Wijz

igen

tijd

ens

bedr

ijfCo

nver

-si

e-in

dex

Type

23-0

* Ti

jdge

b. a

ctie

s23

-00

AAN

-tijd

Expr

essi

onLi

mit

2 se

t-up

sTR

UE

0Ti

meO

fDay

WoD

ate

23-0

1AA

N-a

ctie

[0]

UIT

GES

CH.

2 se

t-up

sTR

UE

-U

int8

23-0

2U

IT-t

ijdEx

pres

sion

Lim

it2

set-

ups

TRU

E0

Tim

eOfD

ayW

oDat

e23

-03

UIT

-act

ie[0

] U

ITG

ESCH

.2

set-

ups

TRU

E-

Uin

t823

-04

Uitv

oerin

g[0

] D

agel

ijks

2 se

t-up

sTR

UE

-U

int8

23-1

* O

nde

rhou

d23

-10

Ond

erho

udsp

unt

[1]

Mot

orla

gers

1 se

t-up

TRU

E-

Uin

t823

-11

Ond

erho

udsa

ctie

[1]

Smer

en1

set-

upTR

UE

-U

int8

23-1

2O

nder

houd

tijd

sbas

is[0

] U

itges

ch.

1 se

t-up

TRU

E-

Uin

t823

-13

Ond

erho

ud t

ijdsi

nter

val

1 h

1 se

t-up

TRU

E74

Uin

t32

23-1

4O

nder

houd

sdat

um e

n tij

dEx

pres

sion

Lim

it1

set-

upTR

UE

0Ti

meO

fDay

23-1

* O

nde

rhou

dsre

set

23-1

5Re

set

onde

rhou

dsw

oord

[0]

Nie

t re

sett

enAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t823

-16

Ond

erho

udst

ekst

0 N

/A1

set-

upTR

UE

0Vi

sStr

[20]

23-5

* En

ergi

elog

23-5

0En

ergi

elog

reso

lutie

[5]

Laat

ste

24 u

2 se

t-up

sTR

UE

-U

int8

23-5

1St

art

perio

deEx

pres

sion

Lim

it2

set-

ups

TRU

E0

Tim

eOfD

ay23

-53

Ener

giel

og0

N/A

All s

et-u

psTR

UE

0U

int3

223

-54

Rese

t en

ergi

elog

[0]

Nie

t re

sett

enAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t823

-6*

Tren

din

g23

-60

Tren

dvar

iabe

le[0

] Ve

rm. [

kW]

2 se

t-up

sTR

UE

-U

int8

23-6

1Co

ntin

ue b

in d

ata

0 N

/AAl

l set

-ups

TRU

E0

Uin

t32

23-6

2Ti

jdge

b. b

in d

ata

0 N

/AAl

l set

-ups

TRU

E0

Uin

t32

23-6

3Ti

jdge

b. p

erio

dest

art

Expr

essi

onLi

mit

2 se

t-up

sTR

UE

0Ti

meO

fDay

23-6

4Ti

jdge

b. p

erio

dest

opEx

pres

sion

Lim

it2

set-

ups

TRU

E0

Tim

eOfD

ay23

-65

Min

. bin

waa

rde

Expr

essi

onLi

mit

2 se

t-up

sTR

UE

0U

int8

23-6

6Res

et c

ontin

ue b

in d

ata

[0]

Nie

t re

sett

enAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t823

-67

Rese

t tij

dgeb

. bin

dat

a[0

] N

iet

rese

tten

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

23-8

* Te

rugb

et.t

elle

r23

-80

Verm

.ref

eren

tiefa

ctor

100

%2

set-

ups

TRU

E0

Uin

t823

-81

Ener

giek

oste

n1.

00 N

/A2

set-

ups

TRU

E-2

Uin

t32

23-8

2In

vest

erin

g0

N/A

2 se

t-up

sTR

UE

0U

int3

223

-83

Ener

gieb

espa

ring

0 kW

hAl

l set

-ups

TRU

E75

Int3

223

-84

Kost

enbe

spar

ing

0 N

/AAl

l set

-ups

TRU

E0

Int3

2

5.1

.21

23

-**

Tij

dgeb

onde

n f

un

ctie

s

5 Parameterlijsten VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

304 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

5

Par.

nr.

Para

met

erbe

schr

ijvin

gSt

anda

ardw

aard

e(S

R =

afh

anke

lijk

van

groo

tte)

4-se

t-up

Wijz

igen

tijd

ens

be-

drijf

Conv

er-

sie-

inde

xTy

pe

24-0

* Fi

re M

ode

24-0

0Br

andm

odus

func

tie[0

] U

itges

ch.

2 se

t-up

sTR

UE

-U

int8

24-0

1Fi

re M

ode

Conf

igur

atio

n[0

] G

een

teru

gk.

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

24-0

2Fi

re M

ode

Uni

tnu

llAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t824

-03

Fire

Mod

e M

in R

efer

ence

Expr

essi

onLi

mit

All s

et-u

psTR

UE

-3In

t32

24-0

4Fi

re M

ode

Max

Ref

eren

ceEx

pres

sion

Lim

itAl

l set

-ups

TRU

E-3

Int3

224

-05

Dig

itale

ref

. bra

ndm

odus

0.00

%Al

l set

-ups

TRU

E-2

Int1

624

-06

Refe

rent

iebr

on b

rand

mod

us[0

] G

een

func

tieAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t824

-07

Fire

Mod

e Fe

edba

ck S

ourc

e[0

] G

een

func

tieAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t824

-09

Alar

maf

h. b

rand

mod

us[1

] Tr

ip a

lle k

rit. al

arm

en2

set-

ups

FALS

E-

Uin

t824

-1*

Dri

ve B

ypas

s24

-10

Bypa

ssfu

nctie

[0]

Uitg

esch

.2

set-

ups

TRU

E-

Uin

t824

-11

Bypa

ssve

rtr.

tijd

0 s

2 se

t-up

sTR

UE

0U

int1

6

5.1

.22

24

-**

Toe

pass

ings

fun

ctie

s 2

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 5 Parameterlijsten

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 305

5

Par.

nr.

Para

met

erbe

schr

ijvin

gSt

anda

ardw

aard

e(S

R =

afh

anke

lijk

van

groo

tte)

4-se

t-up

Wijz

igen

tijd

ens

be-

drijf

Conv

er-

sie-

inde

xTy

pe

25-0

* Sy

stee

min

st.

25-0

0Ca

scad

ereg

elaa

r[0

] U

itges

ch.

2 se

t-up

sFA

LSE

-U

int8

25-0

2M

otor

star

t[0

] D

irect

op

lijn

2 se

t-up

sFA

LSE

-U

int8

25-0

4Po

mpw

isse

ling

[0]

Uitg

esch

.Al

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t825

-05

Vast

e ho

ofdp

omp

[1]

Ja2

set-

ups

FALS

E-

Uin

t825

-06

Aant

al p

ompe

n2

N/A

2 se

t-up

sFA

LSE

0U

int8

25-2

* B

andb

reed

te-i

nst

.25

-20

Stag

ing-

band

bree

dte

10 %

All s

et-u

psTR

UE

0U

int8

25-2

1O

nder

dr. b

andb

r.10

0 %

All s

et-u

psTR

UE

0U

int8

25-2

2Ba

ndbr

eedt

e va

ste

snel

h.ca

sco_

stag

ing_

band

wid

th (

P252

0)Al

l set

-ups

TRU

E0

Uin

t825

-23

SBW

sta

ging

-ver

tr.

15 s

All s

et-u

psTR

UE

0U

int1

625

-24

SBW

des

tagi

ng-v

ertr

.15

sAl

l set

-ups

TRU

E0

Uin

t16

25-2

5O

BW-t

ijd10

sAl

l set

-ups

TRU

E0

Uin

t16

25-2

6D

esta

ging

bij

geen

flo

w[0

] U

itges

ch.

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

25-2

7St

agin

g-fu

nctie

[1]

Inge

sch.

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

25-2

8St

agin

g-fu

nctie

tijd

15 s

All s

et-u

psTR

UE

0U

int1

625

-29

Des

tagi

ng-f

unct

ie[1

] In

gesc

h.Al

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t825

-30

Des

tagi

ng-f

unct

ietij

d15

sAl

l set

-ups

TRU

E0

Uin

t16

25-4

* St

agin

g-in

st.

25-4

0U

itloo

pver

tr.

10.0

sAl

l set

-ups

TRU

E-1

Uin

t16

25-4

1Aa

nloo

pver

tr.

2.0

sAl

l set

-ups

TRU

E-1

Uin

t16

25-4

2St

agin

g-dr

empe

lEx

pres

sion

Lim

itAl

l set

-ups

TRU

E0

Uin

t825

-43

Des

tagi

ng-d

rem

pel

Expr

essi

onLi

mit

All s

et-u

psTR

UE

0U

int8

25-4

4St

agin

g-sn

elh.

[tp

m]

0 RP

MAl

l set

-ups

TRU

E67

Uin

t16

25-4

5St

agin

g-sn

elh.

[H

z]0.

0 H

zAl

l set

-ups

TRU

E-1

Uin

t16

25-4

6D

esta

ging

-sne

lh. [

tpm

]0

RPM

All s

et-u

psTR

UE

67U

int1

625

-47

Des

tagi

ng-s

nelh

. [H

z]0.

0 H

zAl

l set

-ups

TRU

E-1

Uin

t16

25-5

* W

isse

linst

ellin

gen

25-5

0W

isse

ling

hoof

dpom

p[0

] U

itAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t825

-51

Wis

selg

ebeu

rt.

[0]

Exte

rnAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t825

-52

Tijd

sint

erva

l wis

selin

g24

hAl

l set

-ups

TRU

E74

Uin

t16

25-5

3Ti

mer

waa

rde

wis

selin

g0

N/A

All s

et-u

psTR

UE

0Vi

sStr

[7]

25-5

4Vo

orge

pr.

wis

selin

gstij

dEx

pres

sion

Lim

itAl

l set

-ups

TRU

E0

Tim

eOfD

ayW

oDat

e25

-55

Wis

sel a

ls b

el. <

50%

[1]

Inge

sch.

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

25-5

6St

agin

g-m

odus

bij

wis

sel

[0]

Traa

gAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t825

-58

Dra

ai v

olg.

pom

pver

tr.

0.1

sAl

l set

-ups

TRU

E-1

Uin

t16

25-5

9D

raai

op

netv

ertr

.0.

5 s

All s

et-u

psTR

UE

-1U

int1

6

5.1

.23

25

-**

Cas

cade

rege

laar

5 Parameterlijsten VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

306 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

5

Par.

nr.

Para

met

erbe

schr

ijvin

gSt

anda

ardw

aard

e(S

R =

afh

anke

lijk

van

groo

tte)

4-se

t-up

Wijz

igen

tijd

ens

bedr

ijfCo

nver

-si

e-in

dex

Type

25-8

* St

atu

s25

-80

Casc

ades

tatu

s0

N/A

All s

et-u

psTR

UE

0Vi

sStr

[25]

25-8

1Po

mps

tatu

s0

N/A

All s

et-u

psTR

UE

0Vi

sStr

[25]

25-8

2H

oofd

pom

p0

N/A

All s

et-u

psTR

UE

0U

int8

25-8

3Rel

aiss

tatu

s0

N/A

All s

et-u

psTR

UE

0Vi

sStr

[4]

25-8

4Po

mp

AAN

-tijd

0 h

All s

et-u

psTR

UE

74U

int3

225

-85

Rel

ais

AAN

-tijd

0 h

All s

et-u

psTR

UE

74U

int3

225

-86

Res

et r

elai

stel

lers

[0]

Nie

t re

sett

enAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t825

-9*

Serv

ice

25-9

0Po

mpv

ergr

end.

[0]

Uit

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

25-9

1H

andm

. wis

sele

n0

N/A

All s

et-u

psTR

UE

0U

int8

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding 5 Parameterlijsten

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 307

5

Par.

nr.

Para

met

erbe

schr

ijvin

gSt

anda

ardw

aard

e4-

set-

upW

ijzig

en t

ijden

s be

drijf

Conv

er-

sie-

inde

xTy

pe

26-0

* A

nal

. I/O

-mod

us26

-00

Mod

us k

lem

X42

/1[1

] Sp

anni

ngAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t826

-01

Mod

us k

lem

X42

/3[1

] Sp

anni

ngAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t826

-02

Mod

us k

lem

X42

/5[1

] Sp

anni

ngAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t826

-1*

An

al. i

nga

ng

X4

2/1

26-1

0Kl

em X

42/1

lage

spa

nnin

g0.

07 V

All s

et-u

psTR

UE

-2In

t16

26-1

1Kl

em X

42/1

hog

e sp

anni

ng10

.00

VAl

l set

-ups

TRU

E-2

Int1

626

-14

Klem

X42

/1 la

ge r

ef./

teru

gk. w

aard

e0.

000

N/A

All s

et-u

psTR

UE

-3In

t32

26-1

5Kl

em X

42/1

hog

e re

f./te

rugk

. waa

rde

100.

000

N/A

All s

et-u

psTR

UE

-3In

t32

26-1

6Kl

em X

42/1

filt

ertij

dcon

stan

te0.

001

sAl

l set

-ups

TRU

E-3

Uin

t16

26-1

7Kl

em X

42/1

live

zer

o[1

] In

gesc

h.Al

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t826

-2*

An

al. i

nga

ng

X4

2/3

26-2

0Kl

em X

42/3

lage

spa

nnin

g0.

07 V

All s

et-u

psTR

UE

-2In

t16

26-2

1Kl

em X

42/3

hog

e sp

anni

ng10

.00

VAl

l set

-ups

TRU

E-2

Int1

626

-24

Klem

X42

/3 la

ge r

ef./

teru

gk. w

aard

e0.

000

N/A

All s

et-u

psTR

UE

-3In

t32

26-2

5Kl

em X

42/3

hog

e re

f./te

rugk

. waa

rde

100.

000

N/A

All s

et-u

psTR

UE

-3In

t32

26-2

6Kl

em X

42/3

filt

ertij

dcon

stan

te0.

001

sAl

l set

-ups

TRU

E-3

Uin

t16

26-2

7Kl

em X

42/3

live

zer

o[1

] In

gesc

h.Al

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t826

-3*

An

al. i

nga

ng

X4

2/5

26-3

0Kl

em X

42/5

lage

spa

nnin

g0.

07 V

All s

et-u

psTR

UE

-2In

t16

26-3

1Kl

em X

42/5

hog

e sp

anni

ng10

.00

VAl

l set

-ups

TRU

E-2

Int1

626

-34

Klem

X42

/5 la

ge r

ef./

teru

gk. w

aard

e0.

000

N/A

All s

et-u

psTR

UE

-3In

t32

26-3

5Kl

em X

42/5

hog

e re

f./te

rugk

. waa

rde

100.

000

N/A

All s

et-u

psTR

UE

-3In

t32

26-3

6Kl

em X

42/5

filt

ertij

dcon

stan

te0.

001

sAl

l set

-ups

TRU

E-3

Uin

t16

26-3

7Kl

em X

42/5

live

zer

o[1

] In

gesc

h.Al

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t826

-4*

An

al. u

itga

ng

X42

/726

-40

Klem

X42

/7 u

itgan

g[0

] N

iet

in b

edrij

fAl

l set

-ups

TRU

E-

Uin

t826

-41

Klem

X42

/7 m

in. sc

haal

0.00

%Al

l set

-ups

TRU

E-2

Int1

626

-42

Klem

X42

/7 m

ax.

scha

al10

0.00

%Al

l set

-ups

TRU

E-2

Int1

626

-43

Klem

X42

/7 u

itgan

g bu

sbes

turin

g0.

00 %

All s

et-u

psTR

UE

-2N

226

-44

Klem

X42

/7 u

itgan

g tim

e-ou

tinst

ellin

g0.

00 %

1 se

t-up

TRU

E-2

Uin

t16

26-5

* A

nal

. uit

gan

g X

42/9

26-5

0Kl

em X

42/9

uitg

ang

[0]

Nie

t in

bed

rijf

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

26-5

1Kl

em X

42/9

min

. sc

haal

0.00

%Al

l set

-ups

TRU

E-2

Int1

626

-52

Klem

X42

/9 m

ax.

scha

al10

0.00

%Al

l set

-ups

TRU

E-2

Int1

626

-53

Klem

X42

/9 u

itgan

g bu

sbes

turin

g0.

00 %

All s

et-u

psTR

UE

-2N

226

-54

Klem

X42

/9 u

itgan

g tim

e-ou

tinst

ellin

g0.

00 %

1 se

t-up

TRU

E-2

Uin

t16

26-6

* A

nal

. uit

gan

g X

42/1

126

-60

Klem

X42

/11

uitg

ang

[0]

Nie

t in

bed

rijf

All s

et-u

psTR

UE

-U

int8

26-6

1Kl

em X

42/1

1 m

in. s

chaa

l0.

00 %

All s

et-u

psTR

UE

-2In

t16

26-6

2Kl

em X

42/1

1 m

ax. s

chaa

l10

0.00

%Al

l set

-ups

TRU

E-2

Int1

626

-63

Klem

X42

/11

uitg

ang

busb

estu

ring

0.00

%Al

l set

-ups

TRU

E-2

N2

26-6

4Kl

em X

42/1

1 ui

tgan

g tim

e-ou

tinst

ellin

g0.

00 %

1 se

t-up

TRU

E-2

Uin

t16

5.1

.24

26

-**

Ana

loge

I/O

-opt

ie M

CB

10

9

5 Parameterlijsten VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

308 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

5

Trefwoordenregister

""startup I Am" 8-74 117

11-3* Geav. Motordata 44

18-0* Onderhoudslog 175

222-2* Detectie Geen Flow 206

55-1* Dig. Ingangen 69

5-6* Pulsuitgang 95

66-0* Anal. I/o-modus 99

AAan/uitloopvertr. 3-95 60

Aan-actie 23-01 221

Aanloopvertr. 25-41 249

Aantal Draaiuren 15-01 158

Aantal Pompen 25-06 245

Aantal Starts 15-08 159

Aan-tijd 23-00 221

Aan-vertr., Relais 5-41 93

Actieve Setup 0-10 26

Adres 8-31 113

Alarmafh. Brandmodus 24-09 240

Alarmen En Waarschuwingen 267

Alarmlog 163

Alarmlog: Datum & Tijd 15-33 163

Alarmlog: Foutcode 15-30 163

Alarmlog: Tijd 15-32 163

Alarmlog: Waarde 15-31 163

Alarmwoord 16-90 173, 270

Alarmwoord 2 16-91 173

Alg. Instellingen, 1-0* 40

Altijd Opslaan 10-33 132

Anal. Ingang 53 16-62 171

Anal. Ingang 54 16-64 171

Anal. Ingang X30/11 16-75 172

Anal. Ingang X30/12 16-76 172

Anal. Ingang X42/1 18-30 177

Anal. Ingang X42/3 18-31 177

Anal. Ingang X42/5 18-32 177

[Anal. Uit X42/11 V] 18-35 177

[Anal. Uit X42/7 V] 18-33 177

[Anal. Uit X42/9 V] 18-34 177

[Anal. Uitgang 42 Ma] 16-65 171

[Anal. Uitgang X30/8 Ma] 16-77 172

Analoge I/o-optie Mcb 109, 26-** 258

Andere Niet-werkdagen 0-83 40

Andere Werkdagen 0-82 39

Array-index 10-30 132

Auto Energie Optim. Ct 40

[Auto On]-toets Op Lcp 0-42 36

Autom. Aanpassing Motorgeg. (ama) 1-29 43

Automatische Energieoptimalisatie 41

Autoreductie 156

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding Trefwoordenregister

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 309

BBacnet 116

Bacnet Device Voorbld 8-70 116

Bandbreedte Op Referentie 20-84 192

Bandbreedte Vaste Snelh. 25-22 246

Baudsnelheid 8-32 113

Bediening Van Het Grafische (glcp) 5

Bedieningsmodus 25

Bedieningsstatus Bij Insch. 0-04 25

Bedrijfsmodus 14-22 153

Bedrijfsuren 15-00 158

Begrenzing Remvermogen (kw) 2-12 52

Belast. Comp. Bij Lage Snelheid 1-60 46

Belastingcomp. Bij Hoge Snelheid 1-61 46

Bestelde Typecode 15-44 164

Bestelnr. Freq.-omvormer 15-46 164

Bestelnr. Voedingskaart 15-47 164

Bestelnummer Optie 15-62 165

Beveilig. Korte Cyclus 216

Bewaking Remvermogen 2-13 52

Boost Instelpt 22-45 214

Brandmodus 236

Brandmodusfunctie 24-00 237

Brandmoduslog: Datum En Tijd 18-12 176

Brandmoduslog: Event 18-10 176

Brandmoduslog: Tijd 18-11 176

Bron Terugk. 1 20-00 178

Bron Terugk. 2 20-03 180

Bron Terugk. 3 20-06 182

Bron Terugk. Brandmodus, 24-07 239

Bus Berichtenteller 8-80 117

Bus Foutenteller 8-81 117

Bus Terugk. 1 8-94 118

Bus Terugk. 2 8-95 118

Bus Terugk. 3 8-96 118

Bypassfunctie 24-10 242

[Bypass-snelh. Naar Rpm] 4-62 66

[Bypass-snelh. Tot Hz] 4-63 66

[Bypass-snelh. Vanaf Hz] 4-61 66

[Bypass-snelh. Vanaf Rpm] 4-60 66

Bypassvertr.tijd 24-11 242

CCan-protocol 10-00 127

Cascaderegelaar 243, 244

Cascadestatus 25-80 255

Comm. Optie Stw 16-84 173

Communicatieoptiekaart 274

Comparator-operand 13-10 138

Comparator-operator 13-11 139

Comparatorwaarde 13-12 139

Configuratie 112

Configuratiemodus 1-00 40

Continue Bin Data 23-61 232

Controle Draair. Motor 1-28 42

Conversie Terugk. 1 20-01 179

Conversie Terugk. 2 20-04 181

Conversie Terugk. 3 20-07 182

Cos-filter 1 10-20 131

Cos-filter 2 10-21 131

Cos-filter 3 10-22 131

Cos-filter 4 10-23 131

Cosphi Motor 14-43 155

Trefwoordenregister VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

310 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

DDatawaarden Opsl. 10-31 132, 134

Datawaarden Profibus Opslaan 9-71 125

Datum & Tijd Instellen 0-70 38

Datumindeling 0-71 38

Dc-aansluitsp. 16-30 168

Dc-houd/voorverw.stroom 2-00 51

Dc-remselectie 8-52 114

Dc-remstroom 2-01 51

Dc-remtijd 2-02 51

Dc-tussenkring 273

Destaging Bij Geen Flow 25-26 248

Destaging-drempel 25-43 250

Destaging-functie 25-29 248

Destaging-functietijd 25-30 249

[Destaging-snelh. Hz] 25-47 252

[Destaging-snelh. Tpm] 25-46 251

Detectie Band Defect 215

Detectie Laag Verm. 22-21 208

Detectie Lage Snelh. 22-22 208

Devicenet 128

Devicenet- En Can-veldbus 127

Devicenet F Parameters 10-39 132

Diagnose-trigger 8-07 111

Dig. I/o-modus 5-00 68

Dig. Ingang 16-60 170

[Dig. Uitgang Bin] 16-66 171

Digi Pot Referentie 16-53 169

Digitale & Relaisbesturing Bus 5-90 98

Digitale Ingangen, 5-1* Vervolg 69

Digitale Ref. Brandmodus 24-05 239

Displayregel 1.1 Klein 0-20 29

Displayregel 1.3 Klein, 0-22 32

Displayregel 2 Groot, 0-23 32

Displaytekst 1 0-37 35

Displaytekst 2 0-38 35

Displaytekst 3 0-39 35

Draai Op Netvertr. 25-59 255

Draai Volg. Pompvertr. 25-58 255

Draairichting Motor 4-10 61

Draaiurenteller Reset 15-07 159

Drogepompfunctie 22-26 209

Drogepompvertr. 22-27 209

Druk Bij Geen-flowsnelheid 22-87 220

Druk Bij Nom. Snelheid 22-88 220

Dst/zomertijd 0-74 39

Dst/zomertijd Einde 0-77 39

Dst/zomertijd Start 0-76 39

EEen Groep Numerieke Gegevenswaarden Wijzigen 21

Een Tekstwaarde Wijzigen 20

Eenh Lok Modus 0-05 25

Eenh. Bron Terugk. 1 20-02 179

Eenh. Bron Terugk. 2 20-05 181

Eenh. Bron Terugk. 3 20-08 182

Eenh. Motortoerental 0-02 25

Eenheid Voor Uitlezing Gebr. 0-30 33

Einde Curve 215

Einde-curvefunctie 22-50 215

Einde-curvevertr. 22-51 215

Einde-time-out-functie 8-05 111

Energiebesparing 23-83 235

Energiekosten 23-81 235

Energielog 228, 230

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding Trefwoordenregister

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 311

Energielogresolutie 23-50 229

Energieoptimalisatie 155

Etr 167

Ext. Motor-ventilator 1-91 50

Ext. Vergrendel.vertr. 22-00 206

Externe Referentie 16-50 169

FFc-poort Ctw 1 16-85 173

Fc-poort Ref 1 16-86 173

Fc-type 15-40 163

Fire Mode Configuration 24-01 237

Fire Mode Max Reference 24-04 239

Fire Mode Min Reference 24-03 239

Fire Mode Unit 24-02 238

Flow Bij Nom Snelh. 22-90 220

Flow Bij Ontwerppunt 22-89 220

Flowcompensatie 217, 218

Foutmeldingen 273

Frequentie 16-13 167

[Frequentie %] 16-15 167

Functie Bij Inverteroverbel. 14-61 157

Functie Bij Onbalans Netsp. 14-12 152

Functie Bij Overtemperatuur 14-60 156

Functie Bij Stop 1-80 47

Functie Defecte Band 22-60 215

Functie Geen Flow 22-23 209

Functierelais 5-40 91

Functiesetups 16

GGebeurt. Starten 13-01 135

Gebeurt. Stoppen 13-02 136

Geen Uitschakeling (trip) Bij Overbelasting Van Omvormer 157

Geg. Omvormer 158

Gegevens Wijzigen 20

Gegevenswaarde Wijzigen 21

Geïnv. Max. Ingangsstr. 16-37 168

Geïnv. Nom. Stroom 16-36 168

Geïnv. Reductiestroom Bij Overbel. 14-62 157

Gemaakte Wijz. 14

Gesel. Baudsnelh. 10-01 127

Gewijzigde Par. (1) 9-90 126

Gewijzigde Par. (2) 9-91 126

Gewijzigde Par. (3) 9-92 126

Gewijzigde Par. (5) 9-94 126

Gewijzigde Param. 15-93 165

Grafische Display 5

H[Hand On]-toets Op Lcp 0-40 36

Handm. Wisselen 25-91 257

Handmatige Initialisatie 22

Hist. Log 162

Hist. Log: Event 15-20 162

Hist. Log: Tijd 15-22 162

Hist. Log: Waarde 15-21 162

[Hoge Snelh. Hz] 22-37 211

[Hoge Snelh. Tpm] 22-36 210

Hoofdmenu 8, 13

Hoofdmenu – Geg. Omvormer – Groep 15 158

Hoofdpomp 25-82 256

Hoofdreactantie 43

Hoofdreactantie (xh) 1-35 44

Huid. Baudsnelh. 9-63 124

Huidige Typecodereeks 15-45 164

Trefwoordenregister VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

312 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

IId Omvormer 163

Ijzerverliesweerstand (rfe) 1-36 44

Indicatielampjes 7

Ingest. Parameters 15-92 165

Ingestelde Par. (1) 9-80 125

Ingestelde Par. (2) 9-81 125

Ingestelde Par. (3) 9-82 125

Ingestelde Par. (4) 9-83 126

Ingestelde Ref. 3-10 55

Ingestelde Relatieve Ref. 3-14 55

Initialisatie 22

Initialisatie Wachtw. 8-75 117

Inschakelingen 15-03 158

[Inschakelsnelh. Dc-rem Tpm] 2-03 51

Instelbaar Statuswoord Stw 8-13 112

Instellingen Datalog 159

Inverter Therm. 16-35 168

Investering 23-82 235

JJog Ramp-tijd 3-80 59

[Jog-snelh. Hz] 3-11 55

[Jog-snelh. Tpm] 3-19 58

KKlantspec. Koelmedium A1 20-31 189

Klantspec. Koelmedium A2 20-32 189

Klantspec. Koelmedium A3 20-33 189

Klem 18 Digitale Ingang 5-10 72

Klem 19 Digitale Ingang 5-11 73

Klem 27 Dig. Uitgang 5-30 84

Klem 27 Digitale Ingang 5-12 74

Klem 27 Modus 5-01 68

Klem 27 Pulsuitgangsvariabele 5-60 96

Klem 29 Dig. Uitgang 5-31 86

Klem 29 Digitale Ingang 5-13 75

Klem 29 Hoge Freq. 5-51 94

Klem 29 Hoge Ref./terugk. Waarde 5-53 94

Klem 29 Lage Freq. 5-50 94

Klem 29 Lage Ref./terugk. Waarde 5-52 94

Klem 29 Modus 5-02 68

Klem 29 Pulsuitgangsvariabele 5-63 97

Klem 32 Digitale Ingang 5-14 76

Klem 33 Digitale Ingang 5-15 77

Klem 33 Hoge Freq. 5-56 95

Klem 33 Hoge Ref./terugk. Waarde 5-58 95

Klem 33 Lage Freq. 5-55 94

Klem 33 Lage Ref./terugk. Waarde 5-57 95

Klem 42 Uitgang 6-50 105

Klem 42 Uitgang Busbesturing 6-53 107

Klem 42 Uitgang Max. Schaal 6-52 106

Klem 42 Uitgang Min. Schaal 6-51 106

Klem 42 Uitgang Time-outinstelling 6-54 107

Klem 53 Filter Tijdconstante 6-16 101

Klem 53 Hoge Ref./terugkopp. Waarde 6-15 101

Klem 53 Hoge Spanning 6-11 101

Klem 53 Hoge Stroom 6-13 101

Klem 53 Lage Ref./terugkopp. Waarde 6-14 101, 102

Klem 53 Lage Spanning 6-10 101

Klem 53 Lage Stroom 6-12 101

Klem 53 Live Zero 6-17 102

Klem 53 Schakelinstell. 16-61 170

Klem 54 Filter Tijdconstante 6-26 103

Klem 54 Hoge Ref./terugkopp. Waarde 6-25 102

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding Trefwoordenregister

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 313

Klem 54 Hoge Spanning 6-21 102

Klem 54 Hoge Stroom 6-23 102

Klem 54 Lage Spanning 6-20 102

Klem 54 Lage Stroom 6-22 102

Klem 54 Live Zero 6-27 103

Klem 54 Schakelinstell. 16-63 171

Klem X30/11 Filtertijdconstante 6-36 103

Klem X30/11 Hoge Ref./terugk. Waarde 6-35 103

Klem X30/11 Hoge Spanning 6-31 103

Klem X30/11 Lage Ref./terugk. Waarde 6-34 103

Klem X30/11 Lage Spanning 6-30 103

Klem X30/11 Live Zero 6-37 104

Klem X30/12 Filtertijdconstante 6-46 104

Klem X30/12 Hoge Ref./terugk. Waarde 6-45 104

Klem X30/12 Hoge Spanning 6-41 104

Klem X30/12 Lage Ref./terugk. Waarde 6-44 104

Klem X30/12 Lage Spanning 6-40 104

Klem X30/12 Live Zero 6-47 104

Klem X30/2 Digitale Ingang 5-16 78

Klem X30/3 Digitale Ingang 5-17 79

Klem X30/4 Digitale Ingang 5-18 80

Klem X30/6 Dig. Uitgang (mcb 101) 5-32 88

Klem X30/6 Pulsuitgangsvariabele 5-66 97

Klem X30/7 Dig. Uitgang (mcb 101) 5-33 89

Klem X30/8 Max. Schaling 6-62 109

Klem X30/8 Min. Schaling 6-61 108

Klem X30/8 Uitgang 6-60 108

Klem X30/8 Uitgang Busbesturing 6-63 109

Klem X30/8 Uitgang Time-outinstelling 6-64 109

Klem X42/1 Filtertijdconstante 26-16 261

Klem X42/1 Hoge Ref./terugk. Waarde 26-15 261

Klem X42/1 Hoge Spanning 26-11 260

Klem X42/1 Lage Ref./terugk. Waarde 26-14 260

Klem X42/1 Lage Spanning 26-10 260

Klem X42/1 Live Zero 26-17 261

Klem X42/11 Max. Schaal 26-62 265

Klem X42/11 Min. Schaal 26-61 265

Klem X42/11 Uitgang 26-60 264

Klem X42/11 Uitgang Busbesturing 26-63 265

Klem X42/11 Uitgang Time-outinstelling 26-64 265

Klem X42/3 Filtertijdconstante 26-26 261

Klem X42/3 Hoge Ref./terugk. Waarde 26-25 261

Klem X42/3 Hoge Spanning 26-21 261

Klem X42/3 Lage Ref./terugk. Waarde 26-24 261

Klem X42/3 Lage Spanning 26-20 261

Klem X42/3 Live Zero 26-27 262

Klem X42/5 Filtertijdconstante 26-36 262

Klem X42/5 Hoge Ref./terugk. Waarde 26-35 262

Klem X42/5 Hoge Spanning 26-31 262

Klem X42/5 Lage Ref./terugk. Waarde 26-34 262

Klem X42/5 Lage Spanning 26-30 262

Klem X42/5 Live Zero 26-37 262

Klem X42/7 Max. Schaal 26-42 263

Klem X42/7 Min. Schaal 26-41 263

Klem X42/7 Uitgang 26-40 262

Klem X42/7 Uitgang Busbesturing 26-43 263

Klem X42/7 Uitgang Time-outinstelling 26-44 263

Klem X42/9 Max. Schaal 26-52 264

Klem X42/9 Min. Schaal 26-51 264

Klem X42/9 Uitgang 26-50 263

Klem X42/9 Uitgang Busbesturing 26-53 264

Klem X42/9 Uitgang Time-outinstelling 26-54 264

Klokfout 0-79 39

Klokinstellingen, 0-7* 38

Koeling 49

Koelmedium 20-30 189

Kopie Setup 0-51 37

[Koppel %] 16-22 168

Trefwoordenregister VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

314 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

Koppel Defecte Band 22-61 215

[Koppel Nm] 16-16 167

Koppelbegrenzing Generatormodus 4-17 63

Koppelbegrenzing Motormodus 4-16 63

Koppelkarakteristiek 1-03 40

Kostenbesparing 23-84 235

Kty-sensor 273

Kwadr-lineaire Curvebenadering 22-81 218

Kwh-teller 15-02 158

Kwh-teller Reset 15-06 158

LLaag Verm. Autosetup 22-20 208

[Lage Snelh. Hz] 22-33 210

[Lage Snelh. Tpm] 22-32 210

Lcp 102 5

Lcp Id-nr. 15-48 164

Lcp Kopiëren 0-50 37

Led's 5

Live Zero Time-out-functie 6-01 100

Live Zero Time-outfunctie Brandmodus 6-02 100

Live Zero Time-out-tijd 6-00 99

Logbron 15-10 159

Logbuffer Vol 16-40 169

Logdata 14

Loginterval 15-11 160

Logische Regel Boolean 1 13-40 140

Logische Regel Boolean 2 13-42 142

Logische Regel Boolean 3 13-44 144

Logische Regel Operator 1 13-41 142

Logische Regel Operator 2 13-43 144

Logmodus 15-13 161

Lokale Referentie 25

Lon-waarsch.wrd 11-15 133

Lonworks 133

Lonworks-revisie 11-18 133

MMac Id 10-02 127

Max. Begrenzing 3-93 60

Max. Boosttijd 22-46 214

Max. Freq. Pulsuitgang 27 5-62 96

Max. Freq. Pulsuitgang 29 5-65 97

Max. Freq. Pulsuitgang X30/6 5-68 97

Max. Referentie 3-03 54

Max. Responsvertr. 8-36 113

Max. Terugk.niveau 20-74 191, 195

Max. Tss.-tekenvertr. 8-37 114

Max. Uitgangsfreq. 4-19 63

Max. Waarde Uitlezing Klant 0-32 35

Maximum Reference/feedb. 20-14 185

Min. Aeo-frequentie 14-42 155

Min. Begrenzing 3-94 60

Min. Bin Waarde 23-65 233

Min. Draaitijd 22-40 213, 216

Min. Magnetisering Aeo 14-41 155

Min. Responsvertr. 8-35 113

Min. Slaaptijd 22-41 214

[Min. Snelh. Functie Bij Stop Rpm] 1-81 48

[Min. Snelh. Norm. Magnetisering Hz] 1-52 45

[Min. Snelh. Norm. Magnetisering Tpm] 1-51 45

[Min. Snelh. Voor Functie Bij Stop Hz] 1-82 48

Min. Terugk.niveau 20-73 191, 195

Min. Waarde Uitlezing Klant 0-31 35

Minimum Reference/feedb. 20-13 185

Minimumreferentie 3-02 54

Modus Hoofdmenu 19

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding Trefwoordenregister

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 315

Modus Klem X42/1 26-00 259

Modus Klem X42/3 26-01 260

Modus Klem X42/5 26-02 260

Modus Snelmenu 13

Motor Therm. 16-18 167

Motorbeveiliging 49

Motor-etr 273

Motorfasefunctie Ontbreekt 4-58 65

Motorfrequentie 1-23 42

Motormagnetisering Bij Nulsnelheid 1-50 45

Motorpolen 1-39 45

[Motorsnelh. Hoge Begr. Hz] 4-14 62

[Motorsnelh. Hoge Begr. Rpm] 4-13 62

[Motorsnelh. Lage Begr. Hz] 4-12 62

[Motorsnelh. Lage Begr. Rpm] 4-11 62

Motorspanning 1-22 42, 167

Motorstart 25-02 244

Motorstatus 166

Motorstroom 1-24 42, 167

[Motorverm. Kw] 1-20 41

[Motorverm. Pk] 1-21 41

Ms/tp Max Info Frames 8-73 116

Ms/tp Max Masters 8-72 116

NNetcontrole 10-15 131

Netreferentie 10-14 131

Netsp. Aan/uit 150

Netspanning Bij Netfout 14-11 152

Netstoring 14-10 150

Neuron Id 11-00 133

Niet In Bedrijf 15

Nlcp 10

Node-adres 9-18 121

Nom. Motorsnelheid 1-25 42

OObw-tijd 25-25 247

[Off]-toets Op Lcp 0-41 36

Omgeving 155

Omkeerselectie 8-54 115

Omv.bypass 241

Omv.profiel 11-10 133

Omvormer Met Terugkoppeling 178

Onderdr. Bandbr. 25-21 245

Onderhoud Tijdsbasis 23-12 226

Onderhoud Tijdsinterval 23-13 227

Onderhoudsactie 23-11 226

Onderhoudsdatum En Tijd 23-14 227

Onderhoudslog: Actie 18-01 175

Onderhoudslog: Datum En Tijd 18-03 176

Onderhoudslog: Item 18-00 175

Onderhoudslog: Tijd 18-02 175

Onderhoudspunt 23-10 225

Onderhoudstekst 23-16 227

Onderhoudswoord 16-96 174

Opbouw Hoofdmenu 23

Optie Gemonteerd 15-60 165

Optie-ident. 165

Overmodulatie 14-03 150

Overspanningsreg. 2-17 53

PPar./stopbits 8-33 113

Param. Wijzigen 9-27 123

Parameter Metadata 15-99 165

Trefwoordenregister VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

316 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

Parametergegevens 13

Parameterinfo 165

Parameterinstellingen Wijzigen 13

Parameteropties 277

Parameterselectie 20

Parametersetup 13

Pcd-leesconfig. 9-16 119

Pcd-schrijfconfig. 9-15 118

Persoonlijk Menu 14, 32

Pid Autotuning 189, 191, 196

Pid Diff. Verst.limiet 20-96 193

Pid Differentiatietijd 20-95 193

Pid Integratietijd 20-94 193

Pid Normaal/inv Regeling 20-81 191

[Pid Output %] 16-58 170

Pid Prop. Versterking 20-93 192

[Pid Startsnelheid Hz] 20-83 192

[Pid Startsnelheid Tpm] 20-82 191

Pid Uitgangswijz. 20-72 190, 195

Pid-basisinstell. 191

Pid-integratiebegrenzing 20-91 192

Pid-regelaar 192

Pomp Aan-tijd 25-84 256

Pompstatus 25-81 255

Pompvergrend. 25-90 257

Pompwisseling, 25-04 244

Problemen Verhelpen 267

Procesdata Config. Lezen 10-12 129

Procesdata Config. Schrijven 10-11 128

Procesdata Typeselectie 10-10 128

Procesregeling 9-28 123

Profibus Waarsch.-wrd 9-53 123

Profibusomvreset 9-72 125

Profielnummer 9-65 124

Protocol 8-30 112

Pulsfilter Tijdconstante Nr. 29 5-54 94

Pulsfilter Tijdconstante Nr. 33 5-59 95

[Pulsingang #29 Hz] 16-67 171

[Pulsingang #33 Hz] 16-68 171

[Pulsuitg. Nr. 27 Hz] 16-69 171

[Pulsuitg. Nr. 29 Hz] 16-70 171

Pulsuitgang 27 Busbesturing 5-93 98

Pulsuitgang 27 Time-outinstelling 5-94 98

Pulsuitgang 29 Busbesturing 5-95 98

Pulsuitgang 29 Time-outinstelling 5-96 98

Pulsuitgang X30/6 Busbest. 5-97 98

Pulsuitgang X30/6 Time-outinst. 5-98 99

Pwm Random 14-04 150

QQuick Menus 8

RRamp 1 Aanlooptijd 3-41 58

Ramp 1 Uitlooptijd 3-42 58

Ramp 2 Aanlooptijd 3-51 59

Ramp 2 Uitlooptijd 3-52 59

Ramp-tijd 3-91 60

Reactiv.ref/terugk. Verschil 22-44 214

[Reactiv.snelh Hz] 22-43 214

[Reactiv.snelh Tpm] 22-42 214

Referentie % 16-02 166

[Referentie Eenh.] 16-01 166

Referentie/terugk.eenheid 20-12 184

Referentiebron 1 3-15 56

Referentiebron 2 3-16 57

Referentiebron 3 3-17 57

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding Trefwoordenregister

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 317

Referentiebron Brandmodus 24-06 239

Referentiefunctie 3-04 54

Referentieplaats 3-13 55

Regionale Instellingen 0-03 25

Relais Aan-tijd 25-85 256

Relaisstatus 25-83 256

[Relaisuitgang Bin] 16-71 172

Relaisuitgangen 81

Remenergie/2 Min. 16-33 168

Remenergie/s 16-32 168

Remfunctie 2-10 52

Remtest 2-15 53

Remweerstand (ohm) 2-11 52

Reset Continue Bin Data 23-66 233

Reset Energielog 23-54 230

Reset Na Trip 152

Reset Onderhoudswoord 23-15 227

Reset Relaistellers 25-86 256

Reset Tijdgeb. Bin Data 23-67 234

[Reset]-toets Op Lcp 0-43 36

Resetmodus 14-20 152

Resonantiedemping 1-64 47

Resonantiedemping Tijdconstante 1-65 47

Revisie Devicenet 10-32 132

Rfi-filter 14-50 155

SSbw Destaging-vertr. 25-24 247

Sbw Staging-vertr. 25-23 247

Schaalwaarde 261

Schakelfrequentie 14-01 149

Schakelpatroon 14-00 149

Select. Ingestelde Ref. 8-56 116

Semi-auto Bypass Setup 4-64 67

Serienr. Freq.-omvormer 15-51 164

Serienr. Voedingskaart 15-53 164

Serienummer Optie 15-63 165

Servicecode 14-29 154

Setpoint 1 20-21 188

Setpoint 2 20-22 188

Setpoint 3 20-23 188

Setup Gekoppeld Aan 0-12 27

Setup Wijzigen 0-11 27, 124

Setupselectie 8-55 115

Signaalparameters 9-23 121

Sl Controller Event 13-51 146

Sl- Controllermodus 13-00 135

Slaapstand 211

Slaveberichtenteller 8-82 117

Slavefoutenteller 8-83 117

Slc Resetten 13-03 138

Sl-controlleractie 13-52 147

Sl-controllerstatus 16-38 168

Slipcompensatie 1-62 46

Slipcompensatie Tijdconstante 1-63 46

Snel Overzetten Van Parameterinstellingen Naar Andere Frequentieomvormers 12

[Snelh. Bij Gn Flow Hz] 22-84 220

[Snelh. Bij Gn Flow Tpm] 22-83 220

[Snelh. Bij Ontwerppunt Hz] 22-86 220

[Snelh. Bij Ontwerppunt Tpm] 22-85 220

[Snelh. Rpm] 16-17 167

Snelheid Bus-jog 1 8-90 118

Snelheid Bus-jog 2 8-91 118

Snelmenu 8, 13

Softwareversie 3, 163

Spann.herstel 3-92 60

Spanning 15-42 163

Trefwoordenregister VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

318 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

Speciale Functies 149

Staging-bandbreedte 25-20 245

Staging-drempel 25-42 250

Staging-functie 25-27 248

Staging-functietijd 25-28 248

Staging-modus Bij Wissel 25-56 254

[Staging-snelh. Hz] 25-45 251

[Staging-snelh. Tpm] 25-44 251

Standaard Uitlez. 16-09 166

Standaardinstellingen 22, 277

Stapgrootte 3-90 60

Stapsgewijs 21

Start Periode 23-51 229

Startinterval 22-76 216

Startselectie 8-53 115

Startvertraging 1-71 47

Statorlekreactantie 43

Statorweerstand (rs) 1-30 44

Status 8

Statusmeldingen 5

Statusmeldingen 267

Statuswoord 16-03 166

Steekproeven Voor Trigger 15-14 161

Stroombegr. 4-18 63

Stroombegr. Reg., Integratietijd 14-31 155

Stroombegr. Reg., Proport. Versterk. 14-30 155

Stroombegr.reg. 154

Stuurplaats 8-01 109

Stuurwoord 16-00 166

Stuurwoordbron 8-02 110

Stuurwoordprofiel 8-10 112

Stuurwoordtime-out Reset 8-06 111

Sw-id Stuurkaart 15-49 164

Sw-id Voedingskaart 15-50 164

Sw-versie Optie 15-61 165

TTaal 0-01 24

Taalpakket 1 24

Taalpakket 2 24

Telegramkeuze 9-22 121

Telegramselectie 8-40 114

Teller A 16-72 172

Teller B 16-73 172

Temp. Koellich. 16-34 168

Temp. Stuurkaart 16-39 169

Terugk. & Setpoint 185

[Terugk. 1 Eenh] 16-54 169

[Terugk. 2 Eenh] 16-55 169

[Terugk. 3 Eenh] 16-56 169

[Terugk. Eenh] 16-52 169

Terugk. Geav. Conv. 189

Terugkopp.functie 20-20 185

Terugkoppeling 178

Therm. Motorbeveiliging 1-90 49

Thermische Belasting 45, 167

Thermistor 49

Thermistorbron 1-93 50

Thermo-elektronische Overbelastingsbeveiliging 167

Tijd Tot Autom. Herstart 14-21 153

Tijdgeb. Acties 221

Tijdgeb. Bin Data 23-62 232

Tijdgeb. Periodestart 23-63 233

Tijdgeb. Periodestop 23-64 233

Tijdsindeling 0-72 39

Tijdsinterval Wisseling 25-52 253

Time-out-functie Stuurwoord 8-04 111

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding Trefwoordenregister

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 319

Time-out-tijd Stuurwoord 8-03 110

Timer Sl-controller 13-20 139

Timerwaarde Wisseling 25-53 254

Toeg. Parameters 132

Toegang Hoofdmenu Zonder Wachtw. 0-61 37

Toegang Pers. Menu Zonder Wachtw. 0-66 38

--toetsenbord, 0-4* 36

TTrending 230

Trendvariabele 23-60 232

Triggergebeurt. 15-12 160

[Trip Speed Low Hz] 1-87 48

[Trip Speed Low Rpm] 1-86 48

Tuningmodus 21-01 195

Tuningmodus, 20-71 190

Tussenkring 273

Type Met Terugk. 20-70 190, 195

UUit-actie 23-03 223

Uitgebr Dif. Verst.limiet 1 21-24 200

Uitgebr Dif. Verst.limiet 2 21-44 203

Uitgebr Dif. Verst.limiet 3 21-64 206

Uitgebr Diff.tijd 1 21-23 199

Uitgebr Diff.tijd 2 21-43 203

Uitgebr Diff.tijd 3 21-63 206

Uitgebr Instelpt 1 21-15 198

Uitgebr Instelpt 2 21-35 202

Uitgebr Instelpt 3 21-55 205

Uitgebr Integr.tijd 1 21-22 199

Uitgebr Integr.tijd 2 21-42 203

Uitgebr Integr.tijd 3 21-62 206

Uitgebr Max.referentie 1 21-12 197

Uitgebr Max.referentie 2 21-32 201

Uitgebr Max.referentie 3 21-52 204

Uitgebr Min.referentie 1 21-11 197

Uitgebr Min.referentie 2 21-31 201

Uitgebr Min.referentie 3 21-51 204

Uitgebr Normaal/omgekrd 1 21-20 199

Uitgebr Normaal/omgekrd 2 21-40 202

Uitgebr Normaal/omgekrd 3 21-60 205

Uitgebr Prop. Verst 1 21-21 199

Uitgebr Prop. Verst 2 21-41 202

Uitgebr Prop. Verst 3 21-61 205

[Uitgebr Ref 1 Eenh] 21-17 198

[Uitgebr Ref 2 Eenh] 21-37 202

[Uitgebr Ref 3 Eenh] 21-57 205

Uitgebr Ref/terugk.eenh 1 21-10 196

Uitgebr Ref/terugk.eenh 2 21-30 200

Uitgebr Ref/terugk.eenh 3 21-50 203

Uitgebr Referentiebron 1 21-13 198

Uitgebr Referentiebron 2 21-33 201

Uitgebr Referentiebron 3 21-53 204

[Uitgebr Terugk. 1 Eenh] 21-18 199

[Uitgebr Terugk. 2 Eenh] 21-38 202

[Uitgebr Terugk. 3 Eenh] 21-58 205

Uitgebr Terugk.bron 1 21-14 198

Uitgebr Terugk.bron 2 21-34 202

Uitgebr Terugk.bron 3 21-54 205

[Uitgebr Verm 1 %] 21-19 199

[Uitgebr Verm 2 %] 21-39 202

[Uitgebr Verm 3 %] 21-59 205

Uitgebr. Pid Autotuning 194

Trefwoordenregister VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

320 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss

Uitgebr. Statusw. 16-94 173

Uitgebr. Statusw. 2 16-95 174

Uitgebr. Statuswoord 2 272

Uitgebreid Statuswoord 272

Uitlez. Bus-uit-teller 10-07 127

Uitlez. Ontvangst-foutenteller 10-06 127

Uitlez. Zend-foutenteller 10-05 127

Uitlez.: Gekopp. Setups 0-13 28

Uitlez.: Prog. Setups/kanaal 0-14 28

Uitlezing Datum En Tijd 0-89 40

Uitlezing En Programmering Van Geïndexeerde Parameters 21

Uitloopvertr. 25-40 249

Uitsch.vertr. Bij Koppelbegr. 14-25 154

Uitschakeling (trip) Bij Minimale Motorsnelheid 48

Uitschakelvertraging Bij Inverterfout 14-26 154

Uit-tijd 23-02 223

Uit-vertr., Relais 5-42 93

Uitvoering 23-04 224

VVaste Hoofdpomp 25-05 244

Veldbus Ctw 1 16-80 172

Veldbus Ref 1 16-82 173

Ventilatorbew. 14-53 156

Ventilatorreg. 14-52 156

Verm. Geen Flow 22-30 210

[Verm. Hoge Snelh. Kw] 22-38 211

[Verm. Hoge Snelh. Pk] 22-39 211

[Verm. Kw] 16-10 166

[Verm. Lage Snelh. Kw] 22-34 210

[Verm. Lage Snelh. Pk] 22-35 210

[Verm. Pk] 16-11 167

Verm.correctiefactor 22-31 210

Verm.referentiefactor 23-80 235

Vermogensectie 15-41 163

Versnellingstijd 58

Vertr. Defecte Band 22-62 216

Vertr. Geen Flow 22-24 209

Via Busbesturing 98

Vlieg. Start 1-73 47

Voorbeeld Van Het Wijzigen Van Een Parameterinstelling 13

Voorgepr. Wisselingstijd 25-54 254

Vrijloop Geïnv. 15

Vrijloop Na Stop 9

Vrijloopselectie 8-50 114

[Vrnste Huid. Waarde %] 16-05 166

Vt-niveau 14-40 155

WWaarsch.woord 271

Waarsch.woord 2 16-93 173, 271

Waarsch.-wrd 16-92 173

Waarsch: Referentie Hoog 4-55 65

Waarsch: Referentie Laag 4-54 65

Waarsch: Terugk. Hoog 4-57 65

Waarsch: Terugk. Laag 4-56 65

Waarschuwing Snelheid Hoog 4-53 65

Waarschuwing Snelheid Laag 4-52 64

Waarschuwing Stroom Hoog 4-51 64

Waarschuwing Stroom Laag 4-50 64

Waarschuwingspar. 10-13 130

Wachtw Persoonlijk Menu 0-65 38

Wachtw. Hoofdmenu 0-60 37

Werkdagen 0-81 39

Werkpuntberekening 22-82 219

Wissel Als Bel. < 50% 25-55 254

Wisselgebeurt. 25-51 253

VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding Trefwoordenregister

MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss 321

Wisseling Hoofdpomp 25-50 253

XX Overspann. 15-05 158

X Overtemp. 15-04 158

Xif-revisie 11-17 133

Trefwoordenregister VLT® HVAC Drive Programmeerhandleiding

322 MG.11.C6.10 – VLT®is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss