Inductie Vormen van inductie Transformatie Zelfinductie.

29
Inductie Vormen van inductie Transformatie Zelfinductie

Transcript of Inductie Vormen van inductie Transformatie Zelfinductie.

Page 1: Inductie Vormen van inductie Transformatie Zelfinductie.

Inductie

Vormen van inductie Transformatie Zelfinductie

Page 2: Inductie Vormen van inductie Transformatie Zelfinductie.

Indeling inductie

Invloed van een permanent magnetisch veld op een keten door positie verandering

Invloed van magnetisch veld primaire keten op secundaire keten, door verandering van: positie stroomsterkte (wederkerige inductie)

Invloed van het eigen magnetische veld van de keten door verandering van stroom in de keten (zelfinductie)

Page 3: Inductie Vormen van inductie Transformatie Zelfinductie.

Generator

Opwekken van spanning door verplaatsing van een elektrisch geleidende draad in een permanent magneetveld.

Page 4: Inductie Vormen van inductie Transformatie Zelfinductie.

Indeling

Vorige week vormen van wisselspanning Indeling inductie / vormen van inductie

Vandaag Voorbeelden inductie / vormen van

inductie Condensator / Capaciteit Reactantie / Impedantie

Page 5: Inductie Vormen van inductie Transformatie Zelfinductie.

Sleepringen (borstels)

WisselspanningPulserende

gelijkspanning

Page 6: Inductie Vormen van inductie Transformatie Zelfinductie.

Generatoren / motoren

Permanent Vaste magneten met verplaatsing

Uitwendig Uitwendige spanningsbron opwekking

magneetveld

Zelfstandig Opgewekte spanning gebruikt voor opwekking

magneetveld serie of shunt

Page 7: Inductie Vormen van inductie Transformatie Zelfinductie.

Inductie / Transformatie

Wisselspanning - wisselend magneetveld - wisselspanning

Twee spoelen (primair & secundair) verbonden door magnetisch veld

Wikkelverhoudingnp / ns = Up / Us

np / ns = Is / Ip Ideale trafo => Pin = Puit

Page 8: Inductie Vormen van inductie Transformatie Zelfinductie.

Zelfinductie

Gelijkspanning (spanningsverandering) Wisselspanning

Opwekken tegen-emk (spanningsval) Weerstand voor wisselspanning is de

reactantie (X) Zelfinductiewaarde van een spoel (L)

– Eigenschappen spoel Eenheid L is “henry”

UL = L x i / t

Page 9: Inductie Vormen van inductie Transformatie Zelfinductie.

Reactantie spoel

XL= Um / Im

XL = LReactantie neemt toe naarmate de

frequentie toeneemt bij f = 0 (gelijkstroom) is er geen

reactantie bij f = is de reactantie

Page 10: Inductie Vormen van inductie Transformatie Zelfinductie.

Wederzijdse inductie

Galvanische scheidingKoppelfactor (k)Coëfficiënt van wederzijdse inductie

(M)M = k V L1 x L2

(Usec = M x I1 / t)

Page 11: Inductie Vormen van inductie Transformatie Zelfinductie.

Opbouw condensator

2 geleiders + IsolatorUitvoeringen

Vast– Plaat– Blok

Instelbaar– Platen

Page 12: Inductie Vormen van inductie Transformatie Zelfinductie.

Principe condensator

Page 13: Inductie Vormen van inductie Transformatie Zelfinductie.

Capaciteit

Capaciteit (C) in farad (F)C = Q / U

Q is de lading U is het spanningsverschil

C = .A / d is de diëlectrische

constante A is opp. platen d onderlinge afstand

d

Page 14: Inductie Vormen van inductie Transformatie Zelfinductie.

Lading en energie

Q = C x U

W = ½ Q x UW = ½ C x U2

W is energie in joule Q is lading in coulomb U is spanningsverschil in volt

Page 15: Inductie Vormen van inductie Transformatie Zelfinductie.

Schakelingen

Schakelingen met condensator en spoel Serie (I gelijk) Parallel (U gelijk)

Reactantie Schakelingen net als met weerstanden Frequentieafhankelijk

Page 16: Inductie Vormen van inductie Transformatie Zelfinductie.

Schakeling

Serie Condensator

– Toename afstand => 1/Cv = 1/C1 + 1/C2

Spoel– Toename inductie => LV = L1 + L2

Parallel Condensator

– Toename oppervlak => CV = C1 + C2

Spoel– Toename doorsnede => 1/Lv = 1/L1 +

1/L2(verlaging van I)

Page 17: Inductie Vormen van inductie Transformatie Zelfinductie.

Reactantie spoel

XL= Um / ImXL = L

Reactantie neemt toe naarmate de frequentie toeneemt

– bij f = 0 (gelijkstroom) is er geen “verandering”– bij f = is er maximale verandering

Spoel

Page 18: Inductie Vormen van inductie Transformatie Zelfinductie.

Reactantie condensator

XC= Um / ImXC = 1 / C

Reactantie neemt af naarmate de frequentie toeneemt

– bij f = 0 (gelijkstroom) is er geen “verbinding”– bij f = is de reactantie minimaal

Condensator

Page 19: Inductie Vormen van inductie Transformatie Zelfinductie.

Reactantie / Impedantie

Reactantie is gelijk aan impedantie met een faseverschuiving van 90° tussen de stroom en de spanning Spoel => stroom ijlt na op de spanning Condensator => stroom ijlt voor op de

spanning

Page 20: Inductie Vormen van inductie Transformatie Zelfinductie.

Impedantie / Admittantie

Z = Umax / Imax

Z is de impedantie in Ohm ()

Y = Imax / Umax = 1 / Z Y is de Admittantie in 1/

Page 21: Inductie Vormen van inductie Transformatie Zelfinductie.

Weerstand (U en I)

u en i in fase

Page 22: Inductie Vormen van inductie Transformatie Zelfinductie.

condensator (U en I)

Page 23: Inductie Vormen van inductie Transformatie Zelfinductie.

Spoel (U en I)

Page 24: Inductie Vormen van inductie Transformatie Zelfinductie.

Reactantie / Impedantie

Reactantie is gelijk aan impedantie met een faseverschuiving van 90° tussen de stroom en de spanning Spoel => stroom ijlt na op de spanning Condensator => stroom ijlt voor op de

spanning

Page 25: Inductie Vormen van inductie Transformatie Zelfinductie.

Fasor diagram

Reële weerstand, u en i in fase weerstand op x-as

Spoel i ijlt 90º na op u reactantie spoel op y-as (naar boven)

Condensator i ijlt 90º voor op u reactantie condensator op y-as (naar onder)

Page 26: Inductie Vormen van inductie Transformatie Zelfinductie.

Fasor diagram

XC

XL

XR

XC

XL

R

Z

U

Reactantie

Page 27: Inductie Vormen van inductie Transformatie Zelfinductie.

Impedantie

Z = V R2 + X2

Condensator Z = V R2 + (1/ C)2

Spoel Z = V R2 + (L)2

Combinatie Z = V R2 + ((L) - (1/ C))2

Page 28: Inductie Vormen van inductie Transformatie Zelfinductie.

Impedantie / Admittantie

Z = Umax / Imax

Z is de impedantie in Ohm ()

Y = Imax / Umax = 1 / Z Y is de Admittantie in 1/

Page 29: Inductie Vormen van inductie Transformatie Zelfinductie.

max.22

1IIeff

22

1uUeff

d

AC

fLXL 2

fCXC

2

1

t

t

i

uZ

R

Xtan

22 XRZ

LCf

2

10

P

S

N

Nn IUP

SP UnU .

nII SP .