‘Ik ben geen alwetende huisarts’

4

Transcript of ‘Ik ben geen alwetende huisarts’

Page 1: ‘Ik ben geen alwetende huisarts’
Page 2: ‘Ik ben geen alwetende huisarts’

TEKST SUZANNE BREMMERS BEELD VINCENT BOON INTERVIEW 9

HUISARTS ERIK JANSEN GEEFT ZIJN PATIËNTEN DIGITALE HANDVATTEN

'Ik ben geen alwetende huisarts' Door informatie op internet worden patiënten slimmer. Dat is precies wat huisarts en twitter­dokter Erik Jansen (37) graag ziet. De patiënt is bij hem in de spreekkamer de beslisser. "Ik wil patiënten minder afhankelijk maken van de dokter." Erik Jansen was de eerste huisarts met

een twitterspreekuur.

M idden tussen de maïsvdden in het kleine Brabantse dorpje Gemen woont en werkt een van de voorlo­

pers in huisansenland op het gebied van sodal media. Niet eeht een voor de hand liggende plaats, maar, zegt lansen: "wij hebben hier ook glasvezel en onze praktijk werkt inten­sief samen met omliggende (universitaire) ziekenhuizen." Hoewd de onderwerse inriehting van de praktijk anders doet vermoeden, heeft Jansen vooruitstrevende ideeën over de huisartsenzorg. Dat blijkt bijvoorbedd uit de opstelling in zijn spreekkamer. In het midden van een halfronde tafel staat een computerscherm precies tussen twee stoelen. De patiënt ziet alles wat de huisarts ook ziet. Daar zit Jansen niet tegenover de patiënt, maar zit hij naast de patiënt. Daarmee zet hij op één vierkante meter de hiërarchische arts-patiëntrelatie op z'n kop.

huisarts<:nvak past bij het karakter van lansen. Juist omdor hij hiërarchie Wtig vindt. Dat bleek toen hij na zijn studilll aan de universiteit van Leiden aan de slag ging ala aios fonggeneeskunde in het Canisius-Wilhdmina Zieken­huis in Nijmegen. Het patiëntencontact YODd hij opper­vlakkig. maar bovenal voelde hij zieh ala opcdoliot ten

. eh de'" tstuk ft "Daar Opz1 te van panent op een vue e i I i

kon ik niet goed mee omgaan. Als specialist sta je verder .... de patiënt dan als huisarts."

Jansen probeert er alles aan te doen om de positie van de patiënt minder afhankdijk van de arts te malreo. Als patiënten vaker zelfstandig een keuze maken, worden ze minder afhankdijk van de dokter, zo is zijn idee. "Wie ben ik om alle keuzes te maken? Ik ben geen alwetende genees­heer en het is goed dat de patiënt dat ook weet. Ik kan alleen begeleiden." De patiënt zelflaten beslissen, kan natuurlijk niet altijd, geeft Jansen toe. "Bij een vermoeden van een blindedarm­ontstdting is het duiddijk. Dan beslis ik dat de patiënt naar het ziekenhuis gaat. Toch maken dat soort consulten maar een klein onderdeel uit van mijn werk. Veel vaker is het hdemaal niet zo zwart-wit. Neem het bewegingsapparaar. Moet er direct iets met een kniddaeht gedaaD .......... of kan de patiënt het nog even unkijlrenl Of war te denbn .... vamoeidhilllsldachten. Ik std een duidelijke keuze voor: wat denkt u zelf dat beter bij u J*I, dit of dat? Het moet natuurlijk ook weu Iliet Cu vraagt, wij draaien' zijn . p.,. in een gdijkwuldlge sltuarie kan ik ook tegen de patiënt ...... ' 'W.n u wilt, vind ik geen goed idee'. Als ik dat ala """"" zeg. kom ik er mee weg." Op deze manier moeten aru en patiënt uit de verantwoordelijkheidsimpasse komen die er wIgms JODIeD nu is. "Artsen zijn geneigd alle verantwoordelijkheid op lieh te nemen en daardoor ~

Page 3: ‘Ik ben geen alwetende huisarts’

:1.0 INTERVIEW

CURRICULUM VITAE Erik lansen (1975) studeerde in

2009 af aLs huisarts. Daarna ging

hij aan de sLag als waarnemer bij een huisartsenpraktijk in Gemert

(Noord-Brabant). Sinds 2012 heeft

hij in Gemert een praktijk met vier collega's. In 2010 zette lansen

samen met oud-huisarts Bart Bran-denburgeen

twitterspreekuur op (@tweetspreekuur).lansen is

getrouwd en heeft drie kinderen. Bart Brandenburg geeft tijdens het Mednet congres over e-health een

Lezing over nieuwe internettoe­passingen in de huisartspraktijk.

beslissingen te nemen voor de patiënt ter­wijl die het daar soms niet mee eens is. Omdat de patiënt ook geen verantwoorde­lijkheid neemt en in een afhankdijke posi­tie zit, gebeurt er soms iets in de spreekka­mer waar niemand uiteindelijk beter van wordt. Dat wil ik. voorkomen." Het pro­bleem zit volgens lansen zowel bij de zotg­verlener als bij de patiënt. Patiënten moe­ten zelfstandiger worden, zich empoweren, waardoor ze zich meer verantwoordelijk voelen voor hun behandeling en ziektever­loop. Ook de rol van de huisarts moet ver­

anderen. "Wij zijn geneigd de vraag te stellen: 'wat denkt u er zelf van?' Negen van de tien keer krijgen we dan her antwoord: 'zegt u het maar, u bent de dokter'. Ons wordt gdeerd die vraag te stellen omdat we willen dat de patiënt zelf meedenkt. Onze bedoelingen zijn goed, maar het resultaat is averechts, want we krijgen een geïttiteerde patiënt. Ik probeer zo goed mogdijk informatie te geven, een coach te zijn en leg dan de keus voor een behandding hdemaal bij de patiënt. Ik ga net zo lang door en probeer echt een beslissing te forceren. Ik doe als het ware een stapje terug. Als het even kan, kiest de patiënt in mijn spreekkamer de behandding."

HACKEN Als patiënt of vader van de patiënt maakt lansen zelf getegdd mee dat er iets gebeurt waar hij het niet mee eens is. Nog niet w lang geleden werd lansen door de arts van het consultatiebu­reau voor zijn zoon naar de huisarts gestuurd omdat die wu doorverwijzen naar de oogarts. Volgens de doktersassistente was

er een consult nodig voor de doorverwijzing. lansen weigerde zelf vrij te nemen en zijn kind mee te nemen naar een duur, zinloos spreekuur. Hij had de 'ik ben een collega-kaart' kunnen spden, maar zo zit hij niet in dkaat. In plaats daarvan zei hij: 'Hier ga ik niet mee akkoord, kan ik de huisarts niet bellen? Natuurlijk legde de huisans een verwijzijng klaar, nadat ze dkaat tdefoniseh hadden gesproken.

'Gastvrij zijn in de zorg blijkt heel moeilijk te zijn'

Het zijn dit soort klantonvriendelijk.e voorbeelden waar lansen genoeg van heeft. Het gezondheidszorgsysteetn zit volgens hem vol barrières waar een leek bijna niet doorheen komt. lansen ver­zamdt voorbedden van inefficiënte zorgverlening en bedenkt oplossingen onder de noemer lf4ck de ZlJrg. "Ik hoop dat deze sluiproutes ooit olifantenpaden worden en de infrastructuur van ons wrgstelsd veranderen." Hack de zorg is een concept dat nog niet veel meer omvat dan een website, blog en twitteraccount,

IoIEDnet 0912012

maat daar komt van alles uit voort. De jonge huisarts levert bijdragen aan bodten en geeft lezingen op medische congres­sen en conferenties. Het idee aehtet Hack de ZlJrg is dat er geen hde ingewikkelde dingen hoeven te gebeuren om de sfeer in het ziekenhuis of spreekkamer te verbeteren. Dat het zorgstdsd verandert, is dringend nodig, denkt lan­sen. Patiënren zijn namdijk hed vaak boos. "Er wordt veel geknokt in de zorg", zegt lansen. Ik heb het idee dat ved mensen ontevreden zijn. Ook ik als patiënt die af en toe bloed moet laten prikken of met mijn zoon bij de oogarts kom, vind dat het beter kan. Ik ervaar de sfeer in een zie­kenhuis of huisartsenpraktijk soms als vijandig en grimmig. Gastvrij zijn in de zorg blijkt heel moeilijk te zijn."

PROEF lansen die altijd al geïnteresseerd is geweest in computers en het internet, maakte drie jaar geleden kennis met Twit­ter. "Ik volgde intensief de berichtgeving uit Iran. Via Twit­In' hoorde je veel meer dan via de reguliere nieuwszenders. Zo raakte ik bekend met deze vorm van social media. Ik vond het fascinerend dat iedereen kennis dedt en ik dacht bij mezelf waar weet ik nu vod van? Het antwoord is natuurlijk de geneeskunde. Ik ging ook een aantal collega's volgen op Twitter en op een gegeven moment adviseerde een van hen iemand met rugpijn. Als grap tweette ik dat één consult nog geen spreekuur is. Dat bracht me op het idee om een spreekuur op Twitttr te beginnen. Ik wilde mijn kennis inzetbaar maken en delen." Dat besluit veroorzaakte de nodige opschudding. De LHV vond de grens russen advies en diagnose te dun. Het zou vol­gens de huisartsenvereniging moeilijk zijn om als arts via internet advies te geven over bijvoorbedd een plekje op de huid, daarvoor moet de patiënt roch echt naar de huisarts. Ook de KNMG heeft een standpunt ingenomen met betrek­king tot het gebruik van social media door artsen. Zorgvul­digheid en terughoudendheid zijn volgens lansen begrippen die de tichtlijnen van de KNMG goed samenvatren.

VOLGERS Ondanks de waarsehuwingen bestaat het spreekuur 2.0 van lansen en zijn kompaan Ban Brandenburg nog steeds. Ze krijgen gemidddd drie à vier vragen pet week en hebben bijna 2600 volgers. "We zijn eigenlijk begonnen omdat we

het wilden proberen; om te kijken of het lukr. The proof of the pudding is in me eating, zeggen ze wel eens. Nu, drie jaar later, kunnen we zeggen dat het een geslaagde proef is geweest, waarmee we hebben laten zien dat het kan, dat we

niet zijn aangeklaagd en dat het niet gevaarlijk is." Tegdij­kertijd vragen de twee huisartsen zich soms af of ze niet moeten stoppen. "Het is nu ook duiddijk dat we ons aan iets enorms hebben verbonden. We hebben onszelf ver­plicht patiënten altijd binnen 24 uur antwoord te geven.

Page 4: ‘Ik ben geen alwetende huisarts’

INTERVIEW :L:I.

Dat is niet niks." Een andere redenen waarom de twitterart­

sen soms overwegen te stoppen, is omdat steeds meer

andere huisartsen overstag gaan en online afspraken maken

en e-consulten aanbieden. "Een e-consult met de eigen dokter is toch beter", geeft Janseo toe. "Dat is uitgebreider en de eigen arts heeft meer kennis en achrergrond van de patiënt. Aan de andere kant is wat wij doen weer lekker anoniem en snel voor de patiënt."

SPITSUUR

Nieuwe manieren om te communiceren met patiënten zijn

hard nocUg, want volgens Janseo zal de hoeveelheid vtagen over gezondheid alleen maar toenemen. Jansen tekent op

een papiertje twee rechten lijnen die aan het eind naar elkaar toe lopen. "Als patiënten nu op internet zoeken,

komen ze zoveel dIende tegen. dat er alleen maar meer vra-

'Een e-consult met de eigen dokter is toch beter'

gen worden opgeroepen. Al die vragen komen aan de

bovenkant van deze trechrer binnen. De vraag is wie cUe vragen moet beantwoorden en of dat per se een huisarts

moet zijn. Ik denk dat de huisarts hdernaal aan het eind van de trechter moet zitten. Niet alle vragen moeten daar terechtkomen. We hebben een andere frontlinie nodig om

de vragen op te vangen." Jansens vethaal wotdt concreet op maandagroorgen 8 uur. Net als in bijna dke huisartsenpraktijk is het dan tdefo­nisch spitsuur in de praktijk. De assistentes proberen de

vragen op te vangen, maar dat lukt niet altijd. Patiënten

ervaren de terughoudendheid van de assistentes om een

afSpraak te maken als vervdend, 'cUe bemoeial probeert mij te wereo op het spreekuur'. "Dat is niet de bedoding", zegt Jansen, "maar dit is wd het probleem waar we tegenaan

lopen. Een oplossing zou kunnen zijn om meer telefonistes

aan te nemen, maar dan zouden er alleen meer vragen

komen." Een beter idee is het opzetren van verschUlende soorten informatiekanalen, stelt Jansen. "Een goede online

vraagbaak neemt vragen weg. Op de website thuisarts.nl

van het Nederlands Huisartsen Genootschap geven huisart­sen op een angstverlagende manier informatie over klach­

ten. Ik denk ook dat je mensen moet leren hoe ze moeten

zoeken op internet. Dat doen wij ook met het spreekuur op

Twitter. We proberen de vraag van de patiënt te verduiddij­

ken en geven daarop informatie cUe past bij de vraag. Heel vaak is dat een verwijzing naar een internetsite. Voor een

groot gedeelte zijn we een gids die ervoor zorgt dat patiën­ten op de juiste plek de juiste informatie vinden." _