~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle...

44
Advls.ur : Co5§)lIrCllII.". Verenlglng voor muibo- en Vonvorklng U.A. (MII.twerk) Yd.n hcl. 0.4132-60680) Rcaadgo'4cnd Ingcnloursburo van Asporl b.v. Yd.n h.t. IJIIOJ--III\i1sf door mlddleO VOI'1l ener'-'--.r.t, AGIE m\o VI 0 Oo@o :M llboveml\)/tU' IO>Qltum

Transcript of ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle...

Page 1: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten

Advls.ur : Co5§)lIrCllII.". Verenlglng voor muibo- en Vonvorklng U.A. (MII.twerk) Yd.n hcl. 0.4132-60680)

Rcaadgo'4cnd Ingcnloursburo van Asporl b.v. Yd.n h.t. 0>41l3~-60600)

IJIIOJ--III\i1sf door mlddleO VOI'1l ener'-'--.r.t,

~ii"~~1i'1NI01i'~ii"O~

M~lUlElUJc=lElFlFlE<C1r ~~~~O~ii"AGIEMIe~'iF~~W~~~O~@~OINl~if ~~lLA f~~

M~~iiW~~1}( ~AILIL~INI[Q) m\oVI 0 Oo@o 1~ ~~~IL ii"~

~~1~#\ 1~~

~~N~IE~

~ ~.IJ~~/~~j31/~~~~~ml~~=~--~--- J~~IA~IA~~l~'jj~~~_: M llboveml\)/tU' ]~~~

~~lP'lPcl1'tnr•~.f.rGntll8

IO>Qltum

Page 2: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten

INHOUDSOPGAVE

1.

2.

INLEIDING

1.1. Historie Mestwerk Sailand B.V. Lo.

1.2. Het voomemen

1.3. Initiatiefnemer

1.4. Bevoegd Gezag

PROBLEEMSTELLING EN DOEL

2.1. Probleemstelling

2.2. Doel van het voomemen

1

1

2

2

3

3

3. PROCEDURELE ASPECTEN

3.1 Relevante wet- en regelgeving 5

3.2. Vergunningen 5

3.3. De m.e.r.-procedure 5

3.4. Planning 6

4. HUIDIGE AKTIVITEITEN 8

5. DE VOORGENOMEN AKTIVITEIT EN DE ALTERNATIEVEN

5.1. Nulsituatie

5.2. De voorgenomen aktiviteit

5.3. Milieubeschermende maatregelen

5.4. Alternatieven

9

9

10

10

6. BESTAANDE TOESTAND VAN HET MILIEU EN DE TE

VERWACHTEN AUTONOME ONTWIKKELINGEN

11

7. GEVOLGEN VOOR HET MILIEU

7.1. Algemeen 12

7.2. Luchtverontreiniging 12

7.2.1. Geur 12

7.2.2. Ammoniak 13

7.2.3. Overige luchtverontreinigende componenten 13

7.3. Bodem en grondwater 14

7.4. Oppervlaktewater 14

7.5 . Geluid 14

7.6. Volksgezondheid 15

Page 3: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten

8.

7.7. Externe veiligheid

7.8. Verkeer

7.9 Flora en Fauna

7.10 Landschap en visuele aspecten

7.11 Indirecte milieu-effecten

7.12 Metingen en controle van de milieu-effecten

VERGELIJKING VAN DE ALTERNATIEVEN

BIJLAGEN

Bijlage 1 Systeemoverzicht

Bijlage 2 Processchema lokale mestbewerking

Bijlage 3 Vogelvluchtperspectief lokale mestbewerking

Bijlage 4 Samenvatting ins tallatie kenmerken

Bijlage 5 Situatie te Raalte, Schaal 1: 50.000

Bijlage 6 Situatie te Raalte, schaal 1 : 5.000

Bijlage 7 Situatie te Raalte, schaal 1 : 3.500

Bijlage 8 Schets mogelijke inrichting perceel, schaal 1:1000

15

15

15

15

16

16

17

Page 4: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten

1. INLEIDING

1.1. Historie Mestwerk Salland B.V.

In de afgelopen jaren zijn er diverse stalsystemen ontwikkeld met als doel de

ammoniakemissie te reduceren en het stalklimaat te verbeteren. Voor de meststromen uit

deze staltypen zijn aangepaste be- en verwerkingsmethoden ontwikkeld (zie bijlage 1). am

deze mestbe- en verwerkingstechnieken te demonstreren en te bouwen is in 1993 de

Cooperatieve Vereniging voor Mestbe- en Verwerking (hierna te noemen Mestwerk)

opgericht.

Door Mestwerk is in september 1993 een demonstratie-inrichting te Uden (bewerkings­

capaciteit 24.500 ton/jaar) in werking genomen voor lokale bewerking van dunne mest (mest

met een droge stofgehalte < 4%) door middel van energiezuinige indamping. Mede op basis

van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichting heeft Stichting Mestbureau Oost

besloten tot oprichting en exploitatie van een bewerkingsinstallatie voor dunne mest met een

bewerkingscapaciteit van 67.500 ton/jaar te Raalte. Mestwerk richt hiertoe samen met

Mestbureau Oost, Mestwerk Salland B.V. op. Mestwerk Salland B.V. is eigenaar van de

techniek en verantwoordelijk voor de exploitatie van de inrichting. Er wordt naar gestreefd

deze mestbewerkingsinstallatie in 1995 te starten.

1.2. Het voornemen

Op basis van de bij de demonstratie-installatie verkregen inzichten en gegevens en op grond

van de gegevens van de huidige en de te verwachten lokale overschotten van dunne mest,

wordt gestreefd naar de oprichting van een inrichting voor de bewerking van 67.500 ton

dunne mest op jaarbasis.

In de navolgende hoofdstukken wordt een beschrijving van de huidige aktiviteiten , de

voorgenomen aktiviteiten en van de alternatieven gegeven, waarbij doel, aard, omvang en

lokatie van de voorgenomen aktiviteit aan de orde komen. Ook worden de van belang zijnde

procedurele aspecten en een bijbehorende tijdsplanning gepresenteerd. Tenslotte wordt

aangegeven welke milieugevolgen in het milieu-effectrapport (MER) aan de orde zullen

komen.

pagina 1

Page 5: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten

1.3. Initiatiefnemer

De initiatiefnemer tot het plaatsen van de mestbewerkingsinstallatie is Mestwerk Sailand

B.V. Lo ..

Contactadressen zijn:

* Raadgevend Ingenieursbureau van Aspert B.V. (penvoerder)

Kastanjeweg 68

5401 JP Uden

tel.: 04132 - 60688

fax: 04132 - 60616

* Stichting M.B.O.

Postbus 828

7400 AV DEVENTER

tel.: 05700 - 60475

fax: 05700 - 31295

1.4. Bevoegd Gezag

Het bevoegd gezag voor de m.e.r.-procedure, dat tevens de vergunningaanvraag inzake de

Wet milieubeheer (Wm) beoordeelt, is:

College van Gedeputeerde Staten van de Provincie Overijssel

Postbus 10078

8000 GB ZWOLLE

Met betrekking tot de lozingsaspecten en de beoordeling van de vergunningaanvraag in het

kader van de Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren (Wvo) is het Zuiveringschap

West-Overijssel de bevoegde instantie:

Dagelijks Bestuur van Zuiveringschap West-Overijssel

Postbus 60

8000 AB ZWOLLE

pagina 2

Page 6: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten

2. PROBLEEMSTELLING EN DOEL

2.1. Probleemstelling

Vooral als gevolg van de toename van de intensieve veehouderij in de laatste drie decennia

heeft de landbouw zich ontwikkeld tot een krachtige bedrijfstak die in vele opzichten

concurrerend is met het buitcnland. Dc landbouw levcrt dan ook cen sterk positieve bijdrage

aan de Nederlandse handelsbalans.

Deze explosieve groci heeft echter ook enkcle negatieve bij-effecten tot gevolg, waarvan

het mestoverschot en de daarmee gepaard gaande verontreiniging van bodem, grond- en

oppervlaktewater een van de belangrijkste is. Tevens geeft de verhoging van de geuruitworp

en de vermeerdering van de ammoniakemissie reden tot zorg. Door (interim) wetgeving zijn

maatregelen getroffen om de nade1ige effecten voor het milieu te verminderen. Meer in het

bijzonder zijn dit de Wet Bodembescherming, de Meststoffenwet, de Wet Milieubeheer en de

daaruit voortkomende uitvoeringsbesluiten waarin nadere regels en richtlijnen zijn

vastgelegd om de voorgenomen vermindering van de bclasting van het milieu te

bewerkstelligen.

Dit heeft concreet geleid tot beleid van de overheid en initiatieven uit het

landbouwbedrijfsleven om de nadelige milieu-effecten van intensieve veehouderij te

verminderen:

a. het verminderen van mestoverschot via maatregelen in de diervoeding;

b. het wegnemen van belemmeringen bij mestafzet;

c. het bewerken en verwerken van mest;

d het ontwikkelen van emissie-arme zogenaamde "groen label"-stallen

In de landbouwstructuurnota en het Nationaal Milieubeleidspan vormt mestverwerking een

van de belangrijkste peilers waarop het landbouw- en milieubeleid rust.

2.2. Doel van het voornemen

Het doel van de geplande activiteit is het op een bedrijfseconomische en milieuhygienisch

verantwoorde manier bewerken van dunne mest « 4% droge stof) tot een dikke fractie

(concentraat) en een dunne fractie (destillaat). Dit destillaat voldoet aan de normen voor

directe lozing op oppervlaktewater zoals gesteld in de Voorlopige Inspectie richtlijn

mestverwerkingsinstallaties (Ministerie van VROM, 1991). Het concentraat is dusdanig

compact dat het op een aantal manicren kan worden be- en verwerkt:

pagina 3

Page 7: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten

Afzet als geconcentreerde mest in tekortgebieden (met als,voordeel Lo.v. dunne mest

dat er 10 keer zo weinig transport en opslag hoeft plaats te vinden);

Afzet als geconcentreerde grondstof voor kunstmeststoffen. (fabrikanten hebben

reeds blijk gegeven van een hogc mate van interesse);

Afzet wordt mogelijk in de reeds bestaande mestverwerkingstechnieken (te denken

valt aan Vefinex, Memon en Scarabee);

Verwerking tot mestkorrels door Mestwerk in een nog op te richten installatie elders.

Hieruit blijkt dat de mestbewerkingsinstallatie niet alleen als een zelfstandige oplossing

voor de "dunne mest"-problematiek beschouwd kan worden, maar ook als een schakel in de

verwerking tot een droog, voor de export geschikt produkt. In het MER zullen de afzet­

mogelijkheden van het eindprodukt nader worden besproken.

Gezien de het feit dat de installatie uitsluitend mest kan verwerken met een droge

stofgehalte < 4% zal de ingevoerde mest bestaan uit (een combinatie van) dunne zeugenmest,

kalvermest of de dunne fractie uit de groen-Iabelstallen. Een en ander is afhankelijk van de

ontwikkeling van het aanbod in de de loop der tijd.

pagina 4

Page 8: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten

3. PROCEDURELE ASPECTEN

3.1 Relevante wet- en regelgeving

In het milieu-effectrapport zal aBe van toepassing zijnde wet- en regelgeving worden

aangehaald en in het kort worden omschreven. Tevens zal worden aangegeven op welke

manier het voorgenomen initiatief hier wordt ingepast.

3.2. Vergunningen

Aangezien het hier een nieuwe inrichting betreft zijn er nog geen besluiten over genomen.

Aangaande het proces is weI voor de demonstratie-inrichting te Uden een vergunning

ingevolge de Afvalstoffenwet en de Wet verontreiniging oppervlaktewateren verleend.

Voor het ten uitvoer brengen van het beschreven initiatief zijn de volgende vergunningen

noodzakelijk:

1. Bouwvergunning

De bouwvergunning zal aangevraagd worden na de inpassing van de instaIIatie in het

bestemmingsplan van de gemeente Raalte.

2. Vergunning ingevolge de Wet milieubeheer (Wm)

Er is begonnen met de voorbereidingen om te komen tot het indienen van een ontvankeIijke

aanvraag bij Gedeputeerde Staten van de Provincie OverijsseI.

3. Vergunning ingevolge de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo)

Er is begonnen met de voorbereidingen om te komen tot het indienen van een ontvankeIijke

aanvraag bij het Zuiveringschap West-OverijsseI.

3.3. De m.e.r.-procedure

Gezien het feit dat de voorgenomen aktiviteit een bewerkingscpaciteit heeft die groter is

dan 25.000 ton/jaar geldt ingevolge het hernieuwde Besluit Milieu-effectrapportage 1994 de

verplichting een MER op te steIIen. Gezien het feit dat de lokatie reeds gekozen is dient dit

MER gezien te worden als een inrichtings-MER en niet als een lokatie-MER. Het MER zal

dus een bespreking zijn van (de gevolgen van) de mestbewerkings-inrichting en alternatieve

oplossingen voor het "dunne mest"-probleem. Wei zal de wijze waarop de lokatiekeuze tot

stand is gekamen in het MER aan de orde kamen.

pagina 5

Page 9: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten

Pas nadat het MER door de bevoegde gczagen als aanvaardbaar is beoordeeld zuBen de

Wm- en Wvo-vergunningsaanvraag ontvankelijk kunnen worden verklaard. Aan de

Gedeputeerde Staten van de Provincie Overijssel zal gevraagd worden de procedures te

co6rdineren.

3.4. Planning

Rekening houdende met het vorenstaande en de termijnen zoals die in de WM zijn vastgelegdkan een globale indica tie worden gegeven van het te doorlopen tijdspad:

AktiviteitIndienen startnot. MERbij Gedeputeerde Staten

Bekendmaking

Inspraak voor richtlijnen MERAdvies wett. adviseurs

Advies comm. MER overrichtlijnen

Overleg en vaststellen richtlijnen

Opstellen MER

Indienen MER

Aanvraag WM-/WVO-vergunning

Beoordeling aanvaardbaarheidMER

Beoordeling ontvankelijkheidWM-/WVO-vergunningaanvraag

Bekendmaking MER + aanvraagWM-/WVO-vergunning

Inspraak/ad vies MER

Toetsingsad vies commissie MER

Opstellen ontwerpbeschikkingWM-/WVO -vergunning

Titistipmedio nov. '94

medio dec. '94

medio dec. '94 ­jan. '95

eind jan '95

eind feb. '95

eind feb. '95­begin april '95

begin april '95

begin april '95

medio mei '95

eind mei '95

begin juni '95

juni '95

begin juli '95

aug.-sept. '95

Actie doorMestwerk

Ged. Staten

Insp. mil. hygiene / RIZA/ dir. L.N.O. (min. Landbouw)

commissie MER

Ged. Staten / ZWO

Mestwerk

Mestwerk

Mestwerk

Ged. Staten

Ged. Staten jZWO

Ged. Staten/ZWO

een ieder/ wett. adv.

Commissie MER

Ged. Staten/ ZWO

pagina 6

Page 10: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten

Bekendmakingontwerpbeschikking

Inspraak op ontwerpbeschikking

Beschikking WM/WVO

Bekendmaking beschikking

beginseptember '95 Ged. Staten/ZWO

medio sept. '95 Een ieder / wett. adviseurs

begin november '95 Ged. Staten/ZWO

begin nov. '95 Ged. Staten/ZWO

N.B. ZWO =: Zuiveringschap West-Overijssel

pagina 7

Page 11: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten

4. HUIDIGE AKTIVITEITEN

De genoemde inrichting is een nieuwe en zelfstandige aktiviteit waarvan de lokatie is

gepland aan de Wesepcrweg 49 te Heetcn (gemeente Raalte). Het terrein is gelegen in het

buitengebied van de gcmeente Raalte. De lokatie ligt gedeeltelijk op een loonbedrijf met

bestemming bedrijfsbcbouwing categoric 1 (functioneel aan het buitengebied gebonden niet­

agtarische bedrijven) en gedeeltelijk op het achterliggende gebied met bestemmir.g:

agrarisch gebied met landschapswaarde. De bestemming van de lokatie zal moeten worden

aangepast om de voorgenomen aktiviteit planologisch mogelijk te maken.

pagina 8

Page 12: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten

5. DE VOORGENOMEN AKTIVITEIT EN DE ALTERNATIEVEN

In dit hoofdstuk zullen achtereenvolgens de nulsituatie, de voorgenomen activiteit (met

milieubeschermende maatregelen) en het meest milieuvriendelijke alternatief worden

besproken.

5.1. Nul-situatie

Dit aIternatief is een beschrijving van de situatie welke optreedt als de voorgenomen

aktiviteiten geen doorgang vinden. Dit is de huidige situatie aangevuld met een aantal

autonome ontwikkelingen. De huidige situatie bestaat uit het emissie-arm aanwenden

(direkt in- of onderwerken op landbouwgronden) van mest en het transport van het overschot

naar tekortgebieden. De autonome ontwikkelingen zijn op dit moment niet goed in te

schatten. Er mag van worden uitgegaan dat de bemestingsnormen worden aangescherpt,

terwijl ook inkrimping van de veestapel niet uitgesloten is. De gevolgen van een aantal

scenario's zullen worden berekend of, indien dat niet mogelijk is, worden geschat.

5.2. De voorgenomen aktiviteit

Zoals gezegd is Mestwerk Salland B.V. de eigenaar van de techniek en verantwoordelijk

voor de exploitatie. Ten opzichte van het aanwezige loonbedrijf is de op te richten

inrichting technisch, functioneel en organisatorisch zodanig gescheiden dat er sprake is van

een aparte inrichting.

De werking van de inrichting als geheel is in het kort als voIgt te omschrijven. De

voorgenomen activiteit bestaat uit het transport naar de inrichting, registratie en

monstername en vervolgens opslag in een buffer. Na een zeving voIgt een korte

voorbeluchting om de meest vluchtige stoffen uit de mest te verwijderen. Hierna wordt de

ammoniak in de mest met zuur gefixeerd waarop de mest in de indamper gebracht wordt

waar ongeveer 90% van het water verwijderd wordt. De verdampingsenergie wordt hierbij

nagenoeg geheel teruggewonnen in het gesloten proces. Het geconcentreerde materiaal wordt

weggepompt naar een buffertank en vervolgens per as afgevoerd. Het gedestilleerde water

met een geringe restvervuiling (vluchtige stoffen) wordt vervolgens door middel van een

omgekeerde osmose verder gezuiverd. Na controle komt het water in een schoonwaterbuffer

waar het water nabelucht wordt. Tenslotte wordt het water geloosd. Een processchema is

bijgevoegd in bijlage 2.

Door de aard en omvang van de installatie is deze ruimtelijk goed inpasbaar bij een

loonwerkbedrijf met ervaring met mesttransport. Er worden 8 vrachten mest per dag

aangevoerd (16 verkeersbewegingen), enkel en alleen van maandag tot en met vrijdag in de

pagina 9

Page 13: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten

periode van 7.00-19.00 uur. Het indampproces zelf is volcontinu. De aanvoer van de te

bewerken mest is uitsluitend afkomstig uit de regio (binnen een straal van maximaal15 km).

De afmetingen (bij benadering) van de loods waarin de techniek komt te staan bedragen:

lengte: 40 m. breedte: 20 m. goothoogte: 5 m. nokhoogte: 8 m. Daarnaast bestaat de inrichting

uit 5 overdekte opslagtanks: 3 tanks met een doorsnede van 10m en 2 tanks met een doorsnede

van 20 meter. Het hoogste punt van deze tanks is lager dan de nokhoogte van de loods. Een

schets van de installatie en een samenvatting van de installatiekenmerken zijn opgenomen

in bijlage 3 en 4.

5.3. Milieubeschermende maatregelen

Nagegaan zal worden op welke wijze nadelige effecten, die bij aanleg en funktioneren van de

installatie optreden, zoveel mogelijk kunnen worden tegengegaan of worden verminderd. De

effecten van de maatregelen die genomen zullen worden dienen niet aIleen te worden

getoetst aan de normen van de voorlopige inspectierichtlijn mestverwerkingsinstallaties,

maar zullen tevens worden beschouwd in het licht van het ALARA (As Low As Reasonably

Achievable) -principe.

5.4 Alternatieven

Door de restricties welke bestaan op het lozen van zouten op het oppervlaktewater in die

gedeelten van Nederland met aIleen kleine beken en waterlopen met een vrij kleine

hoeveelheid waterafvoer is het gangbare alternatief voor bewerking van dunne mest,

namelijk aerobe waterzuivering haast onmogelijk. Het meest milieuvriendelijke alternatief

voor de verwerking van dunne mest wordt gevormd door de "groen label" staIlen, waar de

diverse mestsoorten ter plekke (aan de bron) worden gescheiden om vervolgens uit milieu­

oogpunt zo effectief mogelijk te worden ver- en bewerkt. De voorgenomen activiteit is te

beschouwen als een belangrijke tussenschakel op weg naar een grootschalige toepassing van

dit meest milieuvriendelijke alternatief. Naast het O-alternatief en het meest milieu­

vriendelijke alternatief zullen ook uitvoeringsalternatieven in beschouwing worden

genomen.

pagina 10

Page 14: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten

6. BESTAANDE TOESTAND VAN HET MILIEU EN DE TE VERWACHTEN AUTONOME

ONTWIKKELINGEN

Voor de beoordcIing van de milieu-effecten van de voorgenomen aktiviteit is het

noodzakelijk de bestaande toestand van het milieu te kennen. Het gaat daarbij aileen om

die parameters die ten gevolge van de uitvoering van de voorgenomen aktiviteit kunnen

wijzigen. Deze parameters zijn daarom van belang bij de voorspelling van de gevolgen voor

het milieu. Van de volgende kenmerken zullen gegevens worden verzameld en geanalyseerd:

a. Kenmerkcn van abiotische aard aIs:

-bodem

- water (grond- en oppervlaktewater)

- lucht

- geluid

- verkeersdruk- en ontwikkeling

b. Kenmerken van biotische aard ais flora en fauna. Met name de aanwezige

natuurwaarden in de naaste omgeving en de funkties van het gebied zullen

beschreven worden.

c. Visuele kenmerken (landschapsbeeld) alsmede inrichting en bestemming.

Hierbij zal tevens de omgeving van de lokatie beschreven worden.

Gei'nventariseerd zal worden of objecten in de direkte omgeving gevoelig zijn

voor verontreiniging via het oppervlaktewater en/ of via de lucht.

Ais bijiage 5, 6 en 7 zijn kaarten toegevoegd (resp. schaal 1: 50.000, 1 : 5.000 en 1: 3.500)

waardoor zowel de ligging van de Iokatie in de wijdere als in de nabije omgeving goed is

vast te stellen.

pagina 11

Page 15: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten

7. GEVOLGEN VOOR HET MILIEU

7.1. Algemeen

Bij de beschrijving van de gevolgen voor het milieu worden zowel de voorgenomen

aktiviteit, het nul-alternatief en het meest milieuvriendelijke alternatief op hun

milieugevolgen beschouwd. Deze gevolgen van de voorgenomen aktiviteit zullen gerelateerd

worden aan de eisen en voorwaarden zoals die zijn neergelegd in de Voorlopige inspectie

richtlijn mestverwerkingsinstallaties en in de NER. In het bijzonder zal daarbij aandacht

worden besteed aan de effecten op het milieu als gevolg van:

het ontstaan van emissies naar het compartiment lucht, met name geur- en

ammoniakemissies zijn hierbij van belang

het ontstaan van emissies naar bodem en water

een wijziging van de geluidsbelasting

een wijziging van de visuele waarneming

onttrekking van grond- en/of oppervlaktewater

lozing van water op het oppervlaktewater

transport (aan- en afvoer)

Waar enigszins mogelijk zullen de milieu-effecten met de bestaande milieube'invloedende

effecten worden vergeleken, waardoor inzicht in de cumulatieve effecten van de activiteit

wordt verkregen.

Tevens zal aandacht worden besteed aan veiligheidsaspekten van de installatie en aan

controle met be trekking tot de emissies naar lucht, water en bodem.

Bij voorspellingen van (eventuele) gevolgen zal aangegeven worden welke modellen of

methoden zijn gebruikt. Naast de meest waarschijnlijke ontwikkeling zal tevens ook de

slechtst denkbare, redelijk te verwachten, situatie worden beschreven.

7.2. Luchtverontreiniging

7.2.1. Geur

Bij de aanvoer, opslag en het concentreren van mest kunnen geurstoffen geernitteerd worden.

am te voorspellen wat het te verwachten geurniveau in de omgeving van de op te richten

inrichting zal zijn, zullen geurverspreidingsberekeningen worden uitgevoerd. De

berekeningen gaan uit van de installatie van biofilters na een gaswasser. Uitgangspunt voor

pagina 12

Page 16: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten

< de berekeningen zullen metingen in de demonstratie-installatie zijn. Ter bevordering van een

genuanceerde en evenwichtige beeldvorming van het voorncmen zal de geuremissie van de

installatie worden vergeleken met reeds bcstaande mestbe- en verwerkingsinrichtingen.

Bij de geurverspreidingsberekeningen worden tevens de volgende uitgangspunten gehanteerd:

de metingen vinden plaats volgens de richtlijnen vermeld in de Nederlandse

Voornorm Olfactometrie;

de verspreiding van de geuruitworp vindt plaats op basis van het Lange Termijn

Frequentie Distributie (LFTD)-model;

de emissie vindt plaats via een puntbron. In het geval van een biofilter kan dit op

grotere afstand toch als puntbron beschouwd worden;

de lokale omstandigheden zullen in de berekeningen worden betrokken.

Berekend worden de 95 percentiel1 ge/m3-geurcontour (norm buitengebied) en de 99,S

percentiel1 ge/m3-geurcontour (norm woonbebou wing). De norm die in de gegeven situatie

het meest veeleisend uitwerkt, zal als de geldende norm worden beschouwd.

7.2.2. Ammoniak

Om de effecten van de emissie van de ammoniak op de omgeving te voorspellen zullen

verspreidingsberekeningen met een verspreidingsprogramma worden uitgevoerd.

Uitgangspunt voor de berekeningen zullen metingen in de demonstratie-installatie zijn. Ook

voor alle alternatieven zal de ammoniak-emissie berekend of geschat worden.

7.2.3. Overige luchtverontreinigende componenten

Voor wat betreft de overige luchtverontreinigende componenten zal aandacht besteed

worden aan de emissies van koolstofdioxide en pathogene kiemen. Stikstofoxiden en

zwaveldioxide komen alleen in noenlenswaardige concentraties vrij in de verbrandingsmotor

van de installatie en zullen daarom alleen voor dit gedeelte van de installatie worden

berekend. Deze gegevens zullen vervolgens worden getoetst aan de normen zoals verwoord in

het "Besluit Emissie Stookinstallaties".

pagina 13

Page 17: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten

7.3. Bodem en grondwater

Beschreven zal worden op welke wijze uitworpen naar bodem en grondwater op kunnen

treden. Tevens zal de opslag voldoen aan de door het Ministerie van VROM uitgegeven

publikatie "bouwtechnische richtlijnen mestbassins". In de bedrijfsgebouwen zullen

vloeistofdichte vloeren worden aangebracht am bodemverontreiniging te voorkomen.

7.4 Oppervlaktewater

Onderzocht zullen worden de mogelijkheden am direkt en indirekt (via riolering) op het

oppervlaktewater te lozen.

Beschreven zal worden in hoeverre en in welke hoeveelheden en samenstelling lozingen van

gezuiverd afvalwater en overig afvalwater plaatsvinden en welke effecten dit heeft op de

oppervlaktewaterkwaliteit (in geval van direkte lazing) en op het functioneren van de

rioolwaterzuiveringsinstallatie (in geval van indirekte lazing).

Voor wat betreft het mestbewerkingsaspect valt de inrichting onder de Wet Milieubeheer.

De circulaire Industrielawaai 1979 is derhalve van toepassing.

In bijlage 6 is de afstand tot de dichtstbijzijnde woningen te zien. De geluidsbelasting bij deze

woningen wordt voornamelijk veroorzaakt door verkeersbewegingen.

Van de inrichting zal worden aangegeven:

welke belangrijke geluidbronnen aanwezig zijn

de akoestische bronvermogens en bedrijfstijden

de verschillende bedrijfssituaties

de invloed van het aan- en afvoertransport en het laden en lassen

kortstondige verhogingen van het geluid (piekniveau)

het karakter van het geluid (tonaal/impulsvorming)

de richtingseffecten van geluidbronnen

de mogelijke maatregelen en het effect daarvan

de geluidemmissie op genoemde waarneempunten

de invloed van afzonderlijke bronnen op deze waarneempunten

de eventuele afwijkende gcluiduitstraling bij uitzonderlijke bedrijfssituaties.

pagina 14

Page 18: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten

Het geluidonderzoek vindt plaats op basis van de methoden uit de Handleiding

Industrielawaai IL-HR-13-01. Voorts wordt er bij de metingen rekening gehouden met het

ach tergrond ni yeau.

7.6. Volksgezondheid

Nagegaan zal worden wat de invloed van de inrichting is op de uitstoot van pathogene

micro-organismen. Onderzoek hieromtrent zal op basis van gegevens van de demonstratie­

installatie worden uitgevoerd door de Veterinaire Dienst van het ministerie van LNV.

7.7. Externe veiligheid

Beschreven zullen worden de gevolgen van het grootst mogelijke geloofwaardige ongeval

met betrekking tot de volgende risicobronnen:

opslagtanks;

zuurtanks;

de indampinstallatie;

brandbare zaken;

aan- en afvoer;

kwalitatief ondermaats destillaat.

Hierbij zal rekening worden gehouden met de veiligheid van personeel en emissies naar

bodem, water en lucht. De voorzieningen ten behoeve van het voorkomen van calamiteiten

zullen eveneens voor elke risicobron worden beschreven.

7.8. Verkeer

De toename van de verkccrsintensiteit ten gevolge van de voorgenomen aktiviteit en de

gevolgcn hiervan voor de veiligheid van de weggebruikers zullen beschreven worden.

7.9. Flora en Fauna

De effecten van de emissies via bodem, lucht en water op gevoelige objecten als flora, fauna

en ecosystemen in natuurterreinen zullen worden nagegaan. De inrichting ligt te midden van

een agrarisch gebied. Volstaan zal dan ook worden met een vrij summiere beschrijving.

7.10 Landschap en visuelc aspecten

Plattegronden met de situering en omvang van de installatie op het terrein zullen worden

uitgewerkt. Cegcvens over de terreinafsluiting zullen eveneens worden opgenomen.

pagina 15

Page 19: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten

7.11 Indirecte milieu-effecten

Door de geplande instal1atie wordt een deel van de dunne mestproblematiek opgelost. De

verwerkingscapaciteit zal gerelateerd worden aan het lokaal en landelijk overschot. Dit

zal eveneens gebeuren ten aanzien van de ammoniakemissie. Oak de indirecte effecten van

energie- en grondstoffengebruik zullen worden belicht. Indien aanwezig zuBen andere

indirecte effecten op andere typen bedrijven in de omgeving behandeld worden.

7.12 Metingen en controle van de milieu-effecten

Er zul1en metingen worden voorgesteld am de emissies naar bodem, grond- en

oppervlaktewater en lucht te controleren.

pagina 16

Page 20: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten

8. VERGELIJKING VAN DE ALTERNATIEVEN

Het voorgenonlcn alternatief zal mct hct meest milieuvriendelijke alternatief en met de

bestaande toestand van hct milieu zonder uitvoering van de voorgenomen aktiviteit worden

vergelcken. Hicrbij zullen tevens kostcnaspccten worden betrokken.

pagina 17

Page 21: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten

Bijlage 1 Systeemoverzicht

Page 22: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten

Roodgevend Ingenleursburo von Aspert B. VSysteemoverzjcllt

Circa 20 jaor geleden begon men in Nederland met het zoeken van een oplossing voor het probleem

van de mestoverschotten en de aan de intensieve veehouderij gerelateerde milieuvervuiling. Vanaf

die tijd zijn in opdracht van Ministeries, NOVEM, EEG, Provincies , cooperaties en individuele boeren

mestverwerkingssystemen ontworpen,gebouwd en getest.

In de beginperiode was de aandacht sterk gericht op vergisting op boerderijniveau hetgeen vanwe­

ge economische en technische redenen verzand is.vervolgens werd de aandacht gericht op groot­

schalige mestverwerking. De grootschalige mestverwerking is echter in zekere lin een 'end of pipe'

technologie welke het probleem van de ammoniakemissies en het stalklimaat op de boerderij onge­

moeid loot. De grootschalige mestverwerking vindt door de hogere kosten dan oorspronkelijk ge­

roamd, door moerte met het vinden van Goede lokaties en door het niet aanpakken van het amma­

niakprobleem (geen totaaloplossing problemen) geen snelle invoering in Nederland.

Gestreefd moet worden naar een integrale aanpak voor het verwerken van het mestoverschot en

het bestrijden van de milieuproblemen van de intensieve veehouderij . Mestverwerking begint op de

plaats waar deze vrijkomt; op de boerderij. Door dient de eerste bewerking plaats te vinden.

Met behulp van simpele technieken is het mogelijk de mest in een dikke en een dunne fraktie te

scheiden en of te voeren uit de stal. Hierdoor wordt de ammoniakvorming, en dus ook de ammoniak­

emissie, sterk gereduceerd. Tevens levert deze werkwijze door combinatie met verbeterde verwar­

mings- en ventilatietechnieken, een energiebesparing op van 70 % ten opzichte van de conventia­

nele staltypes. Het stalklimaat zal in deze optimale stalopzet een stuk beter zijn.

VOOR­BEHANDEUNG BOERDERIJ Voordelen:

w

~<{C'::LL

WZZ::>o

- geringe ommoniokultstoot- energiebesporlng 70 %- gereed voor nobehondeling

DIREKTETOEPASSING

Van de mlneralen In de totale mest stroom bevatde dunne fraktie N:65 % ,P:20"k en K:85 % ende dlkke froktie N:35 % , P:80 % en K: 15 %.

MEST­VERWERKING

pagina 19

Page 23: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten

Roodgevend Ingenleursburo von Aspert B. VSysteemoverzlcht

De twee stromen. die uit deze optimaIe stal vrijkomen. kunnen op verschillende manieren gebruikt

worden. Ten eerste kan de mest direct op het land gebracht worden. Daarnaast is het in gebieden

met een mestoverschot noodzakelijk om een deel van de mest te verwerken.

De verwerking van gescheiden mest levert, ten opzichte van mengmest, een aantal voordelen op.

Een daarvan is dot de twee stromen specifiek toegepast kunnen worden. De dunne fraktie is, vanwe­

ge het hogere stikstofgehalte ten opzichte van het fosfaatgehalte. uitermate geschikt als meststof

voor gros-, mais- en fosfaatverzadigd land. De dikke fraktie is daarintegen zeer geschikt als meststof in

de akkerbouw. Dit vanwege het hogere fosfaatgehatte (ten opzichte van het nitraatgehatte).

Doordot deze fraktie een hoog droge stofgehatte bezit (± 30 %) zijn de transportkosten naar een te­

kortgebied lager dan die van mengmest. Dit transport kan via de mestbank gebeuren.

DIREKTE TOEPASSING

DUNNE FRAKTIE

GRASLANCB

MAISLANDB

FOSFAANER­MDIGDLAND

_..:..D_IK_K_E_F..:..RA_KT..:..IE-'-- ~ A_K_K_ER_B_O_U_W_--,-vl B,LM

B =UrrGEVOERD DOOR DE BOER

L = UrrGEVOERD DOOR DE LOONWERKER

M = UrrGEVOERD DOOR DE MESTBANK

De verwerking van mest is in wezen een scheidingsproces. Het water worctt uit de mest gehaald en

de nuttige en bemestende stoffen worden geconcentreerd. Hierbij wordt er gestreefd naar een zo

schoon mogelijk effluent (het water dot no de scheiding overblijft),

In een traditionele stal wordt de mest gescheiden geproduceerd (faeces en urine). Deze wordt ver­

volgens intensief gemengd (in de kelder en tijdens transport),' Waarna er tijdens de mestverwerking

dure en energieverslindende scheidingstechnieken gebruikt worden.

De mest uit een optimale stal blijft gescheiden. Hierdoor is de verwerking van het OV8rschot relatief

eenvoudig. De dunne fraktie worctt no een korte voorbehandeling (aanzuring) in een energiezuinige

indamper ingedikt. Het water (destillaat) dot bij dit indampproces vrijkomt kan no een polishing, ge­

loosd worden op het oppervlaktewater. De geconcentreerde mest (welke nog maar 5 tot 15 % van

z'n beginvolume heeft) bevat aile bemestende stoffen en heeft hierdoor een hoge bemestingswaar­

de. Deze indamptechniek is in de afgelopen jaren ontwikkeld en uitgebreid getoetst. Hierbij is geble­

ken dot mest, en in het bijzonder dunne mest. goed in te dampen is.

Het concentraat kan als vloeibare meststof gebruikt worden. Daarnaast is het mogelijk het concen­pagina 20

Page 24: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten

Raodgevend Ingenfeursbura von Aspert B. VSysteemoverzJcht

troot. 01 don niet met een gedeelte von de dikke froktie. in een energiezuinige. emissievrije droger te

drogen tot mestkorrels. Deze korrels kunnen direct toegepost. of verrijkt worden.

De took von de centrale verwerkingsfobriek is dot hier de mestkorrels verrijkt worden. woardoor een

kunstmest veNongend produkt ontstoot. Dft product kon olle gewenste NPK verhoudingen hebben

en bevot. in tegenstelling tot kunstmest, een oonzjenlijke hoeveelheid orgonische stof. Tevens kunnen

de mestkorrels via deze orgonisotie. met een keurmerk. in het buitenlond ofgezet worden.

Aihoewel dit vonuit een milieuhygienisch oogpunt de voorkeur verdient zjjn de hieNoor besproken

MESTVERWERKlNG

UITGEVOERD COOR DE LOONWERKER

M'v'H.DROGER

L

DIREKTETOEPASSING

BLMM'v'H.INDAMPER

L

VERRIJKENC

DIREKTETOEPASSING

LM

mestbewerkingsinstollotie

VOORBE­HANDELING

L

DISTRIBUTIEC

MARKT

DIKKE FRAKTIE

UrTGEVOERD COOR DE BOER

UrTGEVOERD IN EEN CENTRALE FABRIEK

B

L

c

M UrTGEVOERD DOOR DE MESTBANK

technieken zjjn niet aileen toeposboar op in de stol gescheiden mest. Sij dunne mestsoorten zools zeu­

genmest en kolvermest kon ook effeetieve scheiding buiten de stol plootsvinden. Hetzelfde geldt in

zekere zjn voor stollen met een spoelsyteem woar de mestscheiding buiten de stol plootsvindt. Het

hongt hierbij von de specifieke opbouw von de stollen of of er op olternotieve wijze een reduktic ·In

de ommoniokemissie vonuit de stol gereoliseerd wordt. Kernpunten bij 01 die mogelijke stolvorionten

zijn dot de mest snel uit de stol verwijderd wordt en dot de mest gescheiden wordt in een dikke en

een dunne froctie. Het is hierbij echter moelijker om von de ventilotie lucht gebruik te moken om de

mest 01 voor te drogen hetgeen een grote energiebesporing geeft bij verdere bewerking von de

scheidingsproducten.

Doordot het merendeel von de huidige stollen nog verre von optimool is voor milieu en mestverwer­

king wi er er slechts gelijdelijk met het ofschrijven von deze stollen een verondering komen in het

mestaanbod. Selangrijk is dot er nu al een infrastructuur opgebouwd wordt om de gescheiden mest­

stromen of te nemen. Hier dreigt een vertragend kip en ei effect. Het is dan ook goed als met mest uit

overgangs stalsystemen deze verwerkingsstructuur gestort wordt.

pagina 21

Page 25: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten

Bijlage 2 Processchema lokale mestbewerking

Page 26: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten

PROCESSCHEMA lOKAlE MESTBEWERKING D.M.V. INDAMPING

HULPMIDDELENNH3 FIXATIE ENNEUTRAL/SATIE

,

AANVOER MEST AARDGAS

III,

6

r-------I+---t--r--;j-l---------II tI, ,

mestoonvoer en conditionering

1

indomper

1 t3

concentroot

2

destillootnozuivering

50).f;illvc

c 0<DL

I <D+-.0LV)o 0.20)

I

4

gasmotor

f-- - I

IIIII

I

I

I

II

I

1-1

II

I

IIIII

II

I

IIII

III

II

AFVOERCONCENTRAAT

vloeistofstoom

gos- of luchtstroom

1r

AFVOERDESTILLAAT

t tAFZUIGING ROOK& NIET GASCONDEN­SEERBAREGASSEN

Page 27: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten

1: MESTAANVOER EN CONDITIONERING

blower

concentraat osmosevanuit 4:destillaatnozuivering

zeefrest + bezinkselnaar 3:concentraat

mestaanvoer

lucht &koo/dioxide noor5: gos- en lucht­behandeling

mest naar 2:indomper

--tI

IJf\_

~I

I

I

I

I---

aerobevoorzuivering

zeef

vooropslag

dagtank

percolootbiofilter van 5:gos- en lucht­behondeling

oonvoer chemicalienm.b.v. gesloten wagen

chemicolien noar4: destillaat­conditionering

chemicalienopsiag(inc!. lekbak enveiligheidsvoor­zieningen)

chemicalien noar5: lucht- en gas­behandeling

Page 28: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten

2: INDAMPERvacuumpomp (3)

koelwater van6: gasmotor

mest van 1:mestaanvoer

afzuigpuntenhal naar 5:Lucht- en gasbehandeling

niet-condenseerbare gassennaar 5: lucht- engasbehandeling

estillaa ..

\afvoer naar 4:

1..---------1 destillaat-conditionering

\ I veiligheids\ \ filter

warmtewisselaar (1)

,--------------l--------~----------I II I ontgasser(2)I III

demlster

circulatiekringloop

hydrocycloon

circulatiepompdestillaatpomp(8)

!..- --

.--------------------: compressor (5)

~

~concentraat.

, afvoer naar 3:concentraat

Page 29: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten

3: CONCENTRAAT

concentraatbuffer

zeefrest van 1:mestoonvoer

concentraat von2: indamper

spui uit 5:lucht- en gas­behandeling

afvoervanconcentraat

Page 30: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten

4: DESTILLAATNAZUIVERIING

pH-correctie

destillaat vanuit2: indamper

doseringchemicalienvanuit 1:mestaanvoer

omgekeerdeosmose

controle

destillaatbuffernabeluchting

afvoer concentraatnaar 1:mestaanvoer

monstername afvoer destillaat

Page 31: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten

5: LUCHT EN GASBEHANDELING

----- ...... gereinigdelucht

lucht &kooldioxidevan (1): mest­aanvoerencondiiionering

afzuigingwerkruimtevan 2:indamper

gassen uitvacuumpompindamper (2)

chemicalienvanuit 1:mestaanvoer

percolaatbiofilter naar 1:mestaanvoer enconditionering

l'I

I

Ir­I

I

IIIII

I

I

rI

I

-I

IIIII

IIIII

I

I

zure gaswasser

biobed

ammoniumzout~-----1.-Joplossing naar 3:

concentraat

Page 32: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten

6 GASMOTOR

noodkoeler

r

koelwoter von I2 indomper

rkoelwoter noor 2Iindomper

gasmotorbrondstof noor Imotor

Jrookgossen noorIschoorsteen

hydrauliekofgenerator

Page 33: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten

Bijlage 3 Vogelvluchtperspectief standaardontwerp lokale mestbewerking

Page 34: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten
Page 35: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten

Bijlage 4 Samenvatting installatiekenmerken

Page 36: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten

OVERZICHT KENMERKEN LOKALE MESTBEWERKINGSINSTALLATIE

nieuwe inrichting

type activiteit:

activiteit:

verwerkingscapaci tei t:

verkeersbewegingen :

waterlozing:

bodem:

lucht:

geluid:

ruimtebeslag:

(bij benadering)

loonwerk

volume verkleining van dunne mest door wateronttrekking

67.500 ton/jaar

8 vrachten per dag met een volume van 35 ton, circa een vracht

per week voor hulpstoffen en het werkverkeer van de operator.

Al het verkeer is geconcentreerd in de periode 7.00-19.00 uur.

ongeveer 60.000 ton/jaar (oppervlaktewaterkwaliteit)

Beperking effecten door gesloten bedrijfsvoering en

vloeistofdichte vloeren

totaal aan luchtafvoer ca. 300m3/uur. Deze lucht wordt

gezuiverd via een gaswasser en biobed. De luchtkwaliteit is

in overeenstemming met de normen zoals vastgelegd in de NER.

conform de wetgeluidhinder.

een hal van 20x40 meter en 5 overdekte voorraad-en

opslagtanks, waarvan twee met een doorsnede van 20 m en drie

met een doorsnede van 10 m. Het hoogste punt van de de tanks is

lager dan de nokhoogte van de loods.

Page 37: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten

Bijlage 5 Situatie te Raalte, Schaal 1: 50.000

Page 38: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten

...

"

. '..... .':

....

.' ~ "

':,.::" ,.:' ,.

. ~ ..'.

Page 39: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten

Bijlage 6 Situatie Raalte, schaal 1 : 5.000

Page 40: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten

---i\

,t.C';-I

r?(;

....."---...

---~_..:-

_._';.-'

/

------......

~\\1\\\\\\1\\II

\\III'.\"'IIII,,\

------"....-..........I ....,

I! r-/--....r-~i"f--'r_ <---. --;1 /II! II ;_

/1

\\\

1Wf;J\f1d ~'(N)HHSJS\=J"8 31dO)\"I 1\ 7 I I I

.\

/

/.,i ) -::--i----I! .'. _..___- \

!I _---- \ .."---- \;,'-- j r-- \" .'.- \

~ \_.._._..;-·--v \ fC---; I~-~ ,>;.- .J I1 I.'\ I

\ I/

\\ 11~ .'.,<., f

\ I

' I,'.... I I

' i .

'\ ! II..;:~:..,~... \ _~o ;",I-..1':;':-./ \ ._- 1,,- . I

( '/~ "----,., ,..j -i I \ .--- I '--""

.... - '.,f ~ i......~ f !/ --•f\--______ ..... •• •

// _._--/-.----.:::~ ,- ---~-~._.-. !" -r--.------ -.~

--------- I/---------------.. I

-..---./

II l-- ._.

I --- . _/

//

--

\\,

I,I

\\\,

.-~\ II '\ ,, I, ,I I\ \, ,\ .J..-

...... "....-.-...

""

......_-..-._--.-.-.

\\

\

\,\......-..

..-"....-~.~~~~=~~~---

-L .I

.~-.-

-\'

1L_

\. ...\

"," '.

....,'. 1/"

."........

' ...... -

I:I

\\\\\ ..i\{< .....,/..'

.~.•....'

....",

.r.~,

,...... '....,..

··--_T-,.... _ ..,)~ -_...

\\\\ '".....

./...,.\',.-/\, \

./ \ "\ \

\ I\ '.

\

\\,

\'

I

.71'~,.......

.......,......,

..... .. ............ ......

.......... ........

...........

"

" "

,"

\ // \ 1\ \I \ I \ I.,. /-._-- . L \ \

I I' [(1·,.......-" ~ \ \ 1\-i ..... '" \

. \ '" \ \

/ ;/\\ "', /'/\ \, \.'\ ",./ \\ \

...... I \ '\. •• -1; \

-"f \\ '" /'\ \ \I ~ ~/ , \, \\ /;/ \

~ ~/ . \ I

\' ...~. \ \ \'\ .// \ I

\ ..';" \ r--I"\ . . .\ \ f J

I ,I I

I i \ I II; '. I I

I \ \ \ i /• - -- --__ I' \ ! I

--- -\\ \ I /. \\ \ ~/----

'.;

~~,.

\.,

'\

.'

\".

, " ..

..................

'.,"

'.

./.~~,,,

. .;".".

.'

, ~----------_._- - .

-".

""

'.",..."\'\....

'~,,~

...:.::.~ ....

..•...-...... '~",

./_.... ......

"" '", \ \",,

'-.

''-. ":'.

,..

".

"

..<>.,r··

".

/i

/,/....'

'iI'";\

\\

",,,,,,,""co'",'"c--,--,.--.::"-.-~~.//, ...-~-1 ..rJI; -, 1.. ,~.

\ ..··l·~J CJ ;' 0',,"'t""'" "

./

//.,.-

//

.,'

"

.'.- ~ _.~._~-..: __ ._- .._----_. __.-'----_._------_.__.__._~---,-

T~~-.II' I'll- .• II I Ii

./ -II .. /1;/~.... !) I I ,.;,,:

/,

//

,- .-

.- , '" i I ; 11' I Lfi .-.', I I,' ,1 }:.. j :iii ! .' ".__"."~ !

~! I &0' ~ / ,I I !llil l \k'';(Jg ,l 'L;;jt=' I ,/ I~Cl'~/.... / 0 r~~., ,... , , i. , ••

.... / /"'. /~r...... ................... ~~

.... \)'///) .-.>.;<:/'

.".,

Page 41: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten

BijIage 7 Situatie Raalte, schaal 1 : 3.500

Page 42: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten

\ r \ ./ -1 \ "

~\ '\ \ \\ \ \ iI d~1

' W.5FP.~.r.I" iI

\ \ -~I tJ \, [1I'T(\

\. -. - . -i: J11),,/N I

I UI

I

\(,,/\1I

L

IJl r II

I

I, / /:2tJ~\ ~~f- I,

/1~(" i~' j, i• '-- ,. f ~-' 1("./ K~/tl-I "-/"- ~ Y]J i' ,,-1.-', ., -. -,;, :(, I \ \ .. . .'"

1/ - .- - ..../ ~ \,_ I jt:n-,.......-,r

1/,- -' _ .....

\\,

/ "

1... - -,\ \

_.. .- -- ... - ...! I ' . .... '. , '.-

j \ \ '

\ \

\ 1 \\ \ .-

Bestaande situatie bestemmingsplan.

\\

Mogelijke nieuwe situatie bestemmingsplan.

\ \1 \

\ \,

/II

I

\

Page 43: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten

Bijlage 8 Schets mogelijke inrichting van het bOllwperceel, schaal 1:1000

Page 44: ~ii~~1i'1NI01i'~iiO~ AGIEapi.commissiemer.nl/docs/mer/p06/p0651/651-004sn.pdf · van de succesvolle werking van de demonstratie-inrichtingheeft Stichting Mestbureau Oost besloten

~ll

~. rf!Ii!Jrf!Ii!J.

weseperweg